IN NEDERLAND 8 Binnenland NRCHANDELSBLAD DONDERDAG 3 APRIL 2014 9 ARJEN VAN VEELEN De vrouw met de D66-tattoo Stemmen lijkt wel op tatoeëren: je kleurt een vakje in, en daarna heb je jaren spijt T wee jaar terug nam haar broer haar mee naar een D66-bijeenkomst. Daar ontmoette ze een groep enthousiaste en gedreven mensen. Voor ze het wist was ze lid, en liep ze afgelopen campagne druk te flyeren. Zelf stond ze op nummer 10. Tijdens die campagne twitterde ze: als mijn partij wint, neem ik een D66-tatoeage. Het werd verkiezingsavond. En jawel, D66 Oldenzaal sprong van één naar liefst drie zetels. Marinka deed haar belofte gestand. Tweet werd tattoo. Ze vond: „Ik zit net in de politiek, dan wil ik niet meteen de eerste de beste keer mijn belofte breken – dat doen er al genoeg.” Haar vaste tatoeëerder, Rise & Shine Tattoo in Enschede, moest eerst lachen toen ze langskwam met een D66-folder. Maar nu is Marinka waarschijnlijk de enige mens op aarde met een D66-tatoeage. Ze krijgt enthousiaste reacties. I s de kloof nu overbrugd? Niet helemaal; niet alle burgers waarderen politieke betrokkenheid. Onder het berichtje van RTV Oost staan cynische reacties, zoals: „Dit is zelfverminking. Raar dat D66 zoiets toestaat.” Stemmen lijkt wel op tatoeëren: je kleurt een vakje in, en daarna heb je jaren spijt. Toch zijn er gelukkig mensen die in het systeem geloven. Die hun vrije tijd er voor opgeven. Zoals Marinka, die de partijliefde zelfs op haar lijf schreef in eeuwige inkt. Bij de Europese verkiezingen gaat ze weer flyeren. De kloof overbruggen. Deze column draag ik op aan alle politieke vrijwilligers, met of zonder partijtatoeage. Arjen van Veelen ([email protected]) schrijft op deze plek een wisselcolumn met Margriet Oostveen ([email protected]) FOTO’S MERLIN DALEMAN I n het Twentse Oldenzaal woont een vrouw met een D66-tatoeage. Dat meldde de lokale zender RTV Oost in een kort berichtje, maar ik wist meteen: groot nieuws. De afgelopen jaren verschenen er allerlei geleerde opiniestukken over de kloof tussen de ‘getatoeëerde klasse’ en de ‘diplomademocratie’. Simpel gezegd: de kloof tussen tokkies en corpsballen, tussen PVV en Pechtold. Tatoeages hebben misschien allang niet meer het stigma van white trash, maar toch klinkt de combinatie ‘tatoeage’ en ‘D66’ nog als een SP’er met een parelketting of een VVD’er in slobbertrui. Maar als D66’ers nu partijtatoeages laten zetten, zou die kloof dan eindelijk zijn overbrugd? Ik zocht het uit. Marinka Vredegoor, 35 jaar, woont al haar hele leven in Oldenzaal, op de periode na waarin ze Engels studeerde in Groningen. Nu heeft ze haar eigen vertaalbureau. Ze houdt van theater en literatuur. En ze spaart tatoeages. Acht heeft ze er nu, elk heeft een verhaal; haar lichaam is leesbaar. Op haar linkerhand en boven haar linkerborst heeft ze twee Harry Potter-tatoeages, omdat ze fan is. Hetzelfde geldt voor de Doctor Who-tatoeage op haar linkeronderarm. Gaan we naar haar linkeronderbeen: de Britse vlag, ze is gek op dat land. Op haar rechterenkel: een katje, als herinnering aan de katten die een ex meenam nadat het uitging. Dan de rechterarm: een zwaluw, eerbetoon aan een overleden tante bij wie ze vaak kwam; die woonde op een boerderij waar boerenzwaluwen zich nestelden. Rechteronderarm: klein hartje, ooit symbool voor een specifieke liefde; sinds het uit is symbool voor liefde in het algemeen. Op diezelfde rechteronderarm: het D66-logo. Zorgcoördinator Monique van Meegen op bezoek bij cliënten. Ze vinden haar soms een bemoeial, zegt ze, maar ze bereikt vaak wel iets voor hen. Door onze redacteur Arjen Schreuder ARNHEM. In de huiskamer van een rijtjes- huis in Arnhem zit een bejaarde vrouw in een oude fauteuil. In de gordijnen hebben muizen gaatjes geknaagd. Op de vensterbank een dikke laag stof. In de keuken stapels borden met etensresten. Op het aanrecht en het fornuis ligt een laag vet, op de salontafel broodkruimels, plastic bloemen, sieraden en uitgeknepen flesjes shampoo. Op een tafel staan poppen, kerstmannen, kerstballen, balpennen en lege flessen drank. „Het gaat niet goed met me”, stamelt de vrouw als haar bezoekers binnen zijn. Ze begint te snikken. „Ik heb er geen zin meer in.” Dit is één van de „kwetsbare huishoudens” waar Monique van Meegen langsgaat. De hulpverlener fietst door Arnhem en belt aan bij mensen die overlast hebben veroorzaakt en die om wat voor reden ook hulp nodig hebben. Van Meegen: „Je kunt wel zeggen dat de overheid zich in de participatiesamenleving moet terugtrekken en de zorg moet overlaten aan familie en buurt. Maar er zijn ook mensen voor wie de problemen zo groot zijn, mensen die vaak niet eens zien dat ze zelf problemen hebben, dat zij die niet zelf of met steun van enkele kennissen kunnen oplossen.” De hulpverlener kwam de bejaarde vrouw op het spoor nadat ze eerder buiten bewustzijn was geraakt in een vervuild huis. „Er dreven dooie muizen in drie emmers urine naast haar bed.” Sinds een grote schoonmaak gaat Monique van Meegen regelmatig langs. De vrouw klaagt over pijn in haar benen. Over duizeligheid. Suikerziekte misschien? De vrouw vertelt dat ze regelmatig van huis gaat. Om te kaarten. Of om haar vrije treinreis op te maken. Laatst nog is ze naar Amsterdam geweest. Een hamburger gegeten. En weer terug. Maar nu voelt ze zich niet goed. „Lieve schat”, zegt Monique van Meegen. „Ik maak me heel veel zorgen om jou. Ik wil niet dat jij binnenkort weer op de grond ligt.” De vrouw knikt. „Ik lag een paar uur buiten westen.” Monique van Meegen: „Ik zorg dat de huisarts langs komt. Opdringerig ben ik hè?” De vrouw begint te snikken. „Als je oud bent, krijg je van alles.” Lastige gevallen Arnhem pakt lastige gevallen als deze Drie emmers urine naast het bed Reportage Wijkzorg In de Arnhemse wijk Broek doen ze aan ‘bemoeizorg’. Eén vertrouwde hulpverlener gaat bij bewoners langs die overlast geven. Velp Arnhem Westervoort Arnhemse Broek sinds een paar jaar harder aan. Noem het bemoeizorg. Als een tuin vol ligt met hondendrollen, wanneer uit een woning regelmatig veel herrie schalt, als iemand met een mes zwaaiend op straat loopt, als een raam voortdurend wordt bekogeld met eieren, dan is dat niet langer louter de verantwoordelijkheid van politie, woningcorporatie of jeugdzorg. Nee, één incident is aanleiding een zorgcoördinator te sturen die op huisbezoek gaat en de situatie in ogenschouw neemt. „Een melding van overlast via de wijkagent is voor ons aanleiding om te kijken of er sprake is van een veel grotere problematiek”, zegt Chris Zeevenhooven, een van de acht zogenoemde gebiedsregisseurs van de gemeente Arnhem. Gemeente, politie en woningcorporatie bepalen samen wat voor hulp het overlastgevende huishouden nodig heeft. Zeevenhooven: „En dat bepalen dus niet steeds aparte instanties die langs elkaar heen werken, en die vaak ook hulp aanbieden om zichzelf werk te bezorgen. Zulke organisaties moet je er vooral niet bij hebben.” Gebiedsregisseur Noortje Ruisbroek: „We maken één strategisch plan voor één huishouden of één adres, waarbij drang en dwang kan worden ingezet. Dat plan komt van de zorgcoördinator. Die krijgt informatie over het huishouden van de wijkagent, maar ook van een schooldirecteur.” Monique van Meegen is zo’n zorgcoördinator. Zij moet „de leefbaarheid in de wijk vergroten, maar ook overlast terugdringen en zorg in gang zetten voor bewoners die dat nodig hebben”, aldus een brochure van welzijnsorganisatie Rijnstad. Op de fiets door de stad zwaait ze naar cliënten. „Die meneer maakt deel uit van een gezin met veel zwakbegaafden. Eén van zijn dochters woont na mijn bemoeienis onder begeleiding. Van haar begeleiders kreeg ik te horen dat de man elke dag naar zijn dochter ging om geld te vragen. ‘Niet meer doen hoor’, zei ik. Kwaad werd hij! Twee dagen later ben ik bij hem aan de deur gegaan om het uit te praten. Hij is niet meer boos op me, en hij gaat ook niet meer naar z’n dochter.” Weer een escalatie voorkomen. Donderend geweld Duiven Elst Huissen 2 km NRC 030414 / RB Arnhem begon acht jaar geleden met het experiment in Het Broek, een achterstandswijk die volgens de gebiedsregisseurs „trekken van een woonwagenkamp” DE WIJK In cijfers 6.000 mensen wonen in de Arnhemse wijk Het Broek, in 3.300 huishoudens. 57 procent van de huishoudens bestaat uit één persoon; 9 procent is een eenoudergezin. 1/3 van de bewoners is niet-westers allochtoon. Het besteedbaar inkomen per huishouden is gemiddeld 24.000 euro per jaar. 35 procent van de woningen is een tussenwoning in een rijtje. Ruim 60 procent van de huizen wordt gehuurd van een corporatie, 12 procent van particulieren. 61 procent van de huizen is minder dan 150.000 euro waard, volgens de WOZ-taxatie. Een kwart zit tussen de 150.000 en 200.000 euro. had, en waar bewoners nogal eens „met de rug naar de samenleving staan”. Inmiddels wordt de werkwijze ook in andere wijken toegepast. Wethouder Henk Kok: „Als instanties afspreken dat één persoon bepaalt wat er gebeurt, in plaats langs elkaar heen te werken, dan gaat het lopen. Dan weten we extreme zorgmijders toch te bereiken, en soms trekken we met donderend geweld een wijk in om een klein groepje overlastgevers tot de orde te roepen.” Dat de werkwijze nut heeft, bewijst onderzoek door het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. „Uit eerder onderzoek is bekend dat de veiligheid in een wijk effect heeft op de gezondheid van bewoners”, zegt onderzoeker Anton Kunst, universitair docent sociale epidemiologie. „In Arnhem is de aanpak om probleemhuishoudens te benaderen heel efficiënt door een combinatie van zorg én mogelijke sancties. De overlast is daadwerkelijk gedaald en dat komt het geestelijk welzijn van de bewoners ten goede.” Goedkoop De methode is bovendien goedkoop, blijkt uit een maatschappelijke kosten/batenanalyse door economisch adviesbureau LPBL. De maatregelen kosten weliswaar iets meer dan de gebruikelijke, ‘verkokerde’ zorg, maar de baten zijn nog hoger. Elke geïnvesteerde euro levert 1,35 euro op, niet alleen door een daling van het aantal huisuitzettingen en uithuisplaatsingen van kinderen, maar ook door „immateriële effecten” zoals gestegen kwaliteit van leven van huishoudens en „het zeer succesvol terugdringen van overlast in de wijk”. De effecten worden in geld uitgedrukt door te rekenen met de waarde van méér gezonde levensjaren, en met hogere huizenprijzen. Verder op de fiets. Monique van Meegen zegt dat haar cliënten haar soms een „bemoeial” vinden, maar dat ze wel vaak iets bereikt. Bij een vrouw met kind bijvoorbeeld, die uit huis dreigde te worden gezet. Ze draaide wel eens door op straat. Bij haar thuis was een vermist persoon aangetroffen. „Niemand wist dat ze verslaafd was.” Monique van Meegen wist een huisuitzetting te voorkomen. „In ruil daarvoor heb ik wel bedongen dat ze zich laat behandelen tegen haar verslaving. Voor wat hoort wat.” Bayern München Ze belt aan bij een flatwoning. Het is één uur ’s middags. Een bejaarde heer in badjas en op pantoffels opent na lang wachten de deur. „Ik ben net wakker.” Dit is de verwarde man bij wie de politie eerder signaleerde dat er een vrouw in zijn kelderbox woonde. Hij herinnert zich niet meer wie Monique van Meegen is. „Maar kon gerust binnen. Wees welkom. Wilt u iets drinken?” De huiskamer is volgestouwd met kleding en beschreven bladen papier. „Ik ben op dit moment een onderzoek aan het doen naar het faillissement van Bayern München.” De televisie staat ingesteld op een Duitse zender. „Wat heeft u voor mij in petto? Bent u van de gemeente?” Nee, Monique van Meegen is een maatschappelijk werkster. „O.” Hij denkt na. „Misschien kunt u regelen dat iemand voor mij boodschappen doet?” Monique van Meegen vertelt hem dat ze hem vaak heeft geprobeerd te bellen, maar dat hij niet opneemt. „Werkelijk?” Hij pakt een oud model mobiele telefoon. Zij kijkt ernaar en zegt dat hij niet is opgeladen. De man ontkent stellig. „Hij is vol.” Later zegt hij dat een vriend zijn oplader heeft geleend. Daarna plotseling: „Weet u dat ik CEO ben geweest?” Nee. „Ik had een luchtvaartmaatschappij met 28 vliegtuigen.” Monique van Meegen knipoogt naar de verslaggever. Het afscheid is hartelijk. Duizenden euro’s Op de laatste halte blijkt hoezeer Monique van Meegen vertrouwenspersoon is. Drie vrouwen zijn bij elkaar op bezoek. En allemaal hebben ze wel met de maatschappe- lijk werker te maken gehad. De een klaagt over een brief van haar bewindvoerder, waarin staat dat zij enkele duizenden euro’s moet overmaken omdat niet aan de betalingsregeling is voldaan. „Ik wil een andere bewindvoerder”, zegt ze. Monique gaat meteen bellen met de deurwaarder. Ze legt de kwestie uit. „Deze mensen hier zijn zich wild geschrokken dat dit niet is geregeld, juist omdat het de laatste tijd weer zo goed ging.” Een andere vrouw zegt dat ze wil verhuizen. Buurtbewoners hebben handtekeningen verzameld om haar weg te krijgen. „Ik wil ook weg. Ik heb schijt aan de buurt. Maar ik kan nergens heen, want ik heb een negatieve huurdersverklaring.” Haar vriend is gewelddadig, vandaar. Ze is onlangs zelf elders opgenomen om rustig te bevallen van haar kind, nu enkele maanden oud. De wijkagent heeft haar geadviseerd een einde aan de relatie te maken. „Die stomme wouten! Ja! je weet hoe ik over de politie denk!” Tijdens het verhitte gesprek krijgt de vrouw telefoon van een hulpverlener. „Ze vraagt of ik hulp nodig heb! Nou jaaaaaa!” Alsof de hulpverlener niet uit zichzelf langs moet komen. „Dat is inderdaad merkwaardig”, zegt Monique van Meegen. Als we wegfietsen, vertelt ze dat deze kwetsbare huishoudens elkaar allemaal kennen. „Toch zien ze hun eigen en elkaars problemen niet, waardoor alles in het honderd loopt. Een bemoeial is dan nodig, en dat realiseren de meesten zich na een half jaar ook. Daar doe ik het voor.” Advertentie Voor een betaalbare to pvakantie topictravel.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc