Hoofdstuk 1

HOOFDSTUK 1 BOWLINGSPELREGLEMENTEN In dit reglement wordt gemakshalve alleen verwezen naar het mannelijk geslacht ten aanzien van de leden en aangeslotenen; bedoeld wordt, behoudens uitdrukkelijk anders vastgelegd, zowel het mannelijk als het vrouwelijk geslacht. A. SPORTREGLEMENTERING Art. 101: Scores Met een bowlingbal moet je proberen in één keer alle tien kegels, die zich aan het eind van de baan bevinden, omver te werpen. Bij de kegelopstelling heeft elke kegel zijn eigen nummer. •
•
•
•
•
•
•
•
Elke game bestaat uit tien frames. Een speler werpt in de eerste negen frames twee ballen per frame behalve als er een strike wordt geworpen. In de tiende beurt heeft een speler recht op drie ballen indien er een spare of strike wordt gescoord. Strike – Een strike wordt gescoord door de speler die de tien kegels omver werpt in de eerste beurt. Een strike geeft 10 punten plus het aantal kegels dat door de speler wordt geworpen bij de twee volgende worpen. Op het computerscherm en/of het scoreblad wordt deze aangeduid door een “X” in het linkervakje . Double – Twee opeenvolgende strikes wordt een double genoemd. De puntentelling voor de eerste strike is 20 plus de kegels uit de eerstvolgende worp. Triple of Turkey – Drie opeenvolgende strikes worden een triple of turkey genoemd. De puntentelling voor de eerste strike is 30. Spare – Er wordt een spare gescoord als de kegels die nog recht staan na de eerste worp, omvergeworpen worden met de tweede worp in de frame. Op het computerscherm en/of op het scoreblad wordt deze aangeduid door het aantal kegels dat omvergeworpen werd met de eerste uitvoering, gevolgd door een “/” in het rechtervakje. De speler krijgt hiervoor 10 punten plus het aantal omgeworpen kegels van de volgende speelbeurt. Open – Je hebt een open frame als een speler er niet in slaagt alle kegels omver te werpen met de twee worpen waarop hij recht heeft in een frame. Het aantal punten dat wordt gescoord wordt frame na frame opgeteld, tot de 10 frames zijn gespeeld. Een speler die in één game twaalf keer achtereen een strike werpt, behaalt een perfect 300 spel, het maximale aantal punten. Een scoreblad heeft de volgende vorm: 1 2 3 4 X X X 7 2 30 57 76 85 5 (8) / 95 6 F 9 104 7 X 124 8 7 / 143 9 9 -­‐ 152 10 X X 180 8 Art. 102: Speelwijzen en formules Een bowlingspel wordt gespeeld op één paar naast elkaar gelegen banen. Er zijn verschillende speelstijlen. Uitgave 01 juni 2014
Pagina 1 van 45
Sportreglement a. Dual Lane system Een partij zal op twee naast elkaar liggende banen (een paar) worden betwist. De leden van de tegen elkaar spelende teams, trio’s, dubbels en de individuele deelnemers zullen achtereenvolgend en in regelmatige orde één frame op een baan spelen en voor het volgende frame van baan wisselen totdat er vijf frames op ieder baan van het paar banen zijn gespeeld. b. Single Lane system De spelers of het team speelt al zijn frames op één baan. c. Match Play Style In de match play style speelt iedere speler twee frames per keer. De speler die start op de linker baan speelt slechts één frame. Daarna spelen beide spelers eerst op de rechterbaan en spelen vervolgens onmiddellijk op de linkerbaan. De speler die het eerst speelde zal zijn game beëindigen door het tiende frame op de rechterbaan te spelen. Wanneer match play uit meer dan één game bestaat, zullen de spelers de volgende games afwisselend op de linker baan aanvangen. d. Baker formaat In het “Baker formaat” zullen de leden van de tegen elkaar spelende teams, trio’s en dubbels achtereenvolgend en in regelmatige orde volledige en op elkaar volgende frames binnen de zelfde game op één baan spelen. De teams zullen op het paar banen na tien frames van baan wisselen. e. Round Robin formaat In dit formaat zijn het de kwalificatie wedstrijden die de spelers bepalen die aan de Round Robin competitie zullen deelnemen. Elke speler speelt één match tegen elke andere speler. De matchen bestaan uit één of meerdere games. Het Round Robin systeem voorziet volgende bonus punten : -­‐ gewonnen game ........................................................ 20 punten -­‐ gelijke game .............................................................. 10 punten -­‐ verloren game ........................................................... 0 punten In geval van gelijkheid voor de eerste drie plaatsen dient een “one ball roll-­‐off” gespeeld te worden. f. Eliminator Round Match Play a. In deze speelstijl bowlen verschillende bowlers een aantal games in groep. De speler met de laagste score valt af. Dit proces zet zich voort tot één speler overblijft. b. Wanneer volgens dit systeem gespeeld wordt, wordt de rangschikking gebruikt om de spelers in groepen te verdelen. Vb: Voor zestien spelers worden vier groepen gebruikt, de spelers worden als volgt in de groepen verdeeld: Groep 1 – speler 1 – speler 8 – speler 9 en speler 16. Groep 2 – speler 2 – speler 7 – speler 10 en speler 15 Groep 3 – speler 3 – speler 6 – speler 11 en speler 14 Groep 4 – speler 4 – speler 5 – speler 12 en speler 13 c. Wanneer deze manier van spelen gebruikt wordt, heeft de hoogst gerangschikte speler keuze van baan en volgorde. Dit proces zet zich zo verder in de volgende rondes. Bij een eventuele gelijke stand geldt dezelfde regel. Uitgave 01 juni 2014
Pagina 2 van 45
Sportreglement Art. 103: Wedstrijd – Blok van games a. Een wedstrijd bestaat uit één of meerdere blokken. b. Een serie van games in een kampioenschap wordt een blok genoemd. Voorbeeld: Een serie van 6 kwalificatie games voor een nationaal kampioenschap, een serie van 4 games voor een bekerwedstrijd, een serie van 3 games voor het interteamskampioenschap. c. Wanneer een “blok van games” is begonnen, mag er in de opstelling geen verandering meer worden aangebracht, behalve dat vervangingen zijn toegelaten in overeenstemming met de regels eigen aan elk kampioenschap. d. Een one ball roll off maakt deel uit van de blok van games. Art. 104: De foutlijn a. Er is sprake van een foutlijnoverschrijding indien een deel van het lichaam of het schoeisel in aanraking komt met de foutlijn of deze overschrijdt en enig deel van de baan, de uitrusting of het gebouw dat achter de foutlijn is gelegen raakt na het loslaten van de bal. Een bal is in het spel tot dezelfde of een andere speler plaats neemt op de approach om de volgende worp uit te voeren. b. Een voorwerp dat toebehoort aan de speler en dat achter de foutlijn op de baan komt wordt niet beschouwd als overschrijding van de foutlijn. c. Bij het overschrijden van de foutlijn telt de worp maar de kegels worden niet geteld. Op het scoreblad wordt deze aangeduid met een “F” : bv. “F -­‐ 8” of “7 -­‐ F”. d. Een foutlijnoverschrijding mag na de worp kenbaar gemaakt worden totdat dezelfde speler of een andere zich op de aanloopstrook (approach) bevindt en zich voor de volgende worp klaarmaakt. Art. 105: Het opzettelijke overschrijden van de foutlijn Wanneer een speler opzettelijk de foutlijn overschrijdt om er voordeel uit te halen, wordt hij bestraft met nul voor de worp en mag hij geen verdere worpen meer uitvoeren in het betrokken frame. Art. 106: Een geldige worp en omvergeworpen kegels Een bal is geldig geworpen wanneer hij de hand van de speler verlaat en over de foutlijn op de baan of in de goot belandt. Elke worp telt, tenzij een dode bal toegekend wordt. De bal mag enkel met de handen worden geworpen. Een speler mag de bal vasthouden en werpen met behulp van speciale uitrusting die de hand of een belangrijk deel ervan vervangt. Geldig omvergeworpen kegels zijn alle kegels  die door de bal omvergeworpen zijn  die door een andere kegel omvergeworpen zijn, ook wanneer de kegels terugkaatsen van de zijwand, de achterwand of de kegelveger, wanneer deze statisch op het pindeck staat en alvorens hij begint te vegen  die van het pindeck geworpen zijn  die tegen de zijwand, achterwand of kegelveger aanleunen. Art. 107: Ongeldig omvergeworpen kegels Een geldige worp wordt toegekend, maar de omvergeworpen kegels tellen niet wanneer:  een bal de baan verlaat alvorens de kegels te bereiken  een bal van de achterwand terug kaatst  een kegel door een mechanische kegelzetter omgeduwd wordt  de speler de foutlijn overschrijdt  een worp uitgevoerd wordt terwijl er zich kegels buiten het pindeck of in de goot bevinden en de bal hiermee in contact komt alvorens het bereiken van de kegelopstelling. Indien er kegels ongeldig omvergeworpen werden en de speler nog recht heeft op een extra worp in dezelfde frame, zullen de ongeldig omvergeworpen kegels op hun oorspronkelijke plaats teruggeplaatst worden. Art. 108: Kegelplaatsing Het is de verantwoordelijkheid van de speler om elke onnauwkeurige plaatsing van kegels te laten corrigeren voor de eerste worp. Stilzwijgen betekent dat hij akkoord gaat met de opstelling. Uitgave 01 juni 2014
Pagina 3 van 45
Sportreglement Een speler mag tijdens één game maximaal twee correcties vragen. Na de eerste worp is geen enkele verplaatsing van de nog rechtopstaande kegels toegelaten. Kegels die van plaats verschuiven, kegels die van de achterwand terugkaatsen en opnieuw rechtop staan en kegels die door de mechanische kegelzetter onjuist teruggeplaatst worden, moeten in deze positie blijven staan. In het geval een kegel van plaats verschoven is en hij omver geworpen wordt door enig onderdeel van de kegelzetmachine, zal hij op zijn initiële plaats gezet worden. Art. 109: Vervanging van kegels Wanneer een kegel tijdens een wedstrijd gebroken of grondig beschadigd wordt, moet deze onmiddellijk vervangen worden door een andere kegel die qua gewicht en kenmerken zo conform mogelijk is aan de in gebruik zijnde set kegels. Art. 110: De dode bal Een dode bal moet worden toegekend wanneer:  er na een worp, en voor de volgende worp op dezelfde baan, onmiddellijk de aandacht op gevestigd wordt dat één of meerdere kegels in de opstelling ontbraken;  een speler op de verkeerde baan of in de verkeerde volgorde speelt;  een speler fysiek gehinderd wordt door een andere speler, een toeschouwer of een bewegend voorwerp tijdens de worp alvorens deze beëindigd is;  één of meerdere kegels tijdens de uitvoering van de worp omvallen vooraleer de bal de kegels bereikt;  een geworpen bal met een vreemd voorwerp of de kegelveger in contact komt. Wanneer een dode bal wordt toegekend, telt de worp niet. Bij een dode bal dienen alle kegels te worden teruggeplaatst zoals zij stonden vóór de worp. De speler dient een nieuwe worp uit te voeren. Art. 111: De provisionele worp Bij een betwiste worp, waarbij de wedstrijdleiding geen onmiddellijke beslissing kan nemen, zal een provisionele worp of een provisionele frame gespeeld worden. Wanneer er een meningsverschil ontstaat bij een worp van een speler in een frame moet de speler het frame eerst beëindigen. Betreft dit een eerste worp dan wordt een provisionele frame gespeeld. Betreft dit een tweede worp van het frame dan wordt er naar de beide kegelopstellingen gespeeld. Art. 112: Wijzigen van de approach Het is verboden op de approach vreemde substanties aan te brengen die de andere deelnemers de normale spelcondities ontnemen. Voorbeelden hiervan zijn talkpoeder, puimsteen en hars op de schoenzolen aanbrengen of spelen met zachte rubberen zolen of hielen, die sporen achterlaten op de approach. Art. 113: Bowlingballen -­‐ Persoonlijke eigendom De tijdens het spel gebruikte ballen worden als persoonlijk eigendom beschouwd. Het is andere spelers verboden deze te gebruiken zonder toestemming van de eigenaar. Art. 114: Voorrang Spelers die aan de beurt zijn om de aanloop te betreden of om een bal te werpen hebben volgende rechten en plichten: a. Zij mogen de voorrang opeisen over een speler die zich naar de aanloop begeeft of zich klaar maakt om te werpen op de baan onmiddellijk gelegen aan hun linkerzijde. b. Zij moeten voorrang verlenen aan iedere speler die zich klaar maakt om de aanloop te betreden of de bal te werpen op de baan onmiddellijk gelegen aan hun rechterzijde. Art. 115: Slow bowling De regel betreffende “Slow bowling” is van toepassing op spelers of teams die vertraging veroorzaken bij het betreden van de approach of bij het werpen van de bal wanneer de banen onmiddellijk naast hen links en rechts vrij zijn. Uitgave 01 juni 2014
Pagina 4 van 45
Sportreglement Als algemene regel bij de kampioenschappen geldt dat elke speler of team die een opzettelijke achterstand hebben van meer dan drie frames op de eerste speler in een individueel of een dubbel event, of teams die een achterstand hebben van meer dan twee frames in trio’s zich aan een overtreding schuldig maken. B. ANDERE BEPALINGEN Art. 116: Kledij tijdens kampioenschappen en tornooien a. Spelers Bij het beoefenen van de bowlingsport tijdens officiële kampioenschappen en erkende tornooien dragen de spelers:  een bowlinghemd, polo met kraag of shirt met een mock turtle neck.  een lange broek, onder lange broek wordt verstaan, een geklede lange broek of een trainingsbroek.  bowlingschoenen.  het is verboden te spelen met een hoofddeksel (pet, bandana, enz.) b. Speelsters Bij het beoefenen van de bowlingsport tijdens officiële kampioenschappen en erkende tornooien dragen de speelsters:  een bowlinghemd, polo met kraag of shirt met een “mock turtle neck”.  een lange geklede broek, trainingsbroek, rok, broekrok, short of bermuda  bowlingschoenen.  het is verboden te spelen met een hoofddeksel (pet, bandana, enz.) c. Nationale coaches en jeugdbegeleiders Nationale coaches en jeugdbegeleiders die aanwezig zijn in de spelersruimte dienen zich volgens deze regels te kleden of gekleed zijn in correcte stadskledij. d. Algemeen  Bij de finales van het nationaal kampioenschap individueel, de all events finale en tijdens het Belgisch Kampioenschap Interteams Sport is geen enkele vorm van jeansbroek toegestaan.  Het is verboden te spelen in t-­‐shirt en shirts zonder mouwen.  Clubembleem: Tijdens de nationale kampioenschappen is het dragen van het clubembleem of clubnaam op het bowlinghemd of polo niet verplicht. Het dragen van het clubembleem of clubnaam is evenwel verplicht indien het clubreglement dit specificeert.  Publicitaire teksten zijn toegelaten. Art. 117: Kledij tijdens interteamswedstrijden De deelnemers aan de interteamswedstrijden dienen zich te houden aan de kledijregels voor de kampioenschappen. Daarbij dienen de leden van één team een uniforme polo, shirt of hemd te dragen. Uitgave 01 juni 2014
Pagina 5 van 45
Sportreglement Art. 118: Onsportief gedrag a. Onsportief gedrag houdt in, alle acties die ongepast zijn voor een ethisch en eerlijk individu. Het bestaat uit daden van bedrog, vulgair of respectloos gedrag waaronder treiteren. b. Treiteren, pesten, plagen of sarren zijn daden die gesteld worden om derden in verlegenheid te brengen, belachelijk te maken of te vernederen voornamelijk op basis van ras, religie, geslacht of nationaliteit. c. Ieder persoon die het verloop van een wedstrijd zou bekritiseren of daden zou stellen die van aard zijn wanorde uit te lokken, stelt zich bloot aan sancties. Art. 119: Deelname door niet aangesloten spelers. Iedere club die niet aangesloten spelers laat deelnemen aan officiële competities is in overtreding. Art. 120: Valse verklaringen. Ieder lid van een club die valse verklaringen aflegt wat betreft de gegevens van een speler, is strafbaar. Art. 121: Weddenschappen. Weddenschappen voor geld zijn verboden. Art. 122: Eten, roken en drinken a. De spelers mogen niet eten en drinken in de spelersruimte. b. Zij mogen niet roken met inbegrip van de electronische sigaret, en geen alcohol gebruiken tijdens een blok van games. c. De deelnemers mogen niet onder invloed zijn van alcohol bij de aanvang van de competitie. Art. 123: Gebruik van gsm, smartphones, tablets, pc’s Het gebruik van GSM, pc’s, mp3speler en andere toestellen is toegelaten buiten de spelersruimte op voorwaarde dat hierdoor het spel niet wordt vertraagd of verstoord. Het gebruik van smartphones en tablets om scores bij te houden, is toegelaten binnen de spelersruimte op voorwaarde dat hierdoor het spel niet wordt vertraagd of verstoord. Art. 124: Doping Het gebruik van dopingsubstanties en -­‐methoden door bowlingsportbeoefenaars die bij de vleugels zijn aangesloten, tijdens persoonlijke trainingssessies en tijdens de deelname aan de officiële competities, is verboden. De overtredingen inzake doping vallen onder de bevoegdheden van de gemeenschappen. C. BESTRAFFINGEN Art. 125: Beteugeling Inbreuk plegen tegen de van kracht zijnde bowlingspel reglementen en andere sportreglementen tijdens officiële kampioenschappen en erkende tornooien, is strafbaar. Bij vaststelling van een gewone overtreding tijdens officiële kampioenschappen en erkende tornooien tellen de volgende regels: Bij een eerste overtreding – een waarschuwing door middel van een gele kaart. Bij de tweede overtreding tijdens hetzelfde kampioenschap – een rode kaart, uitsluiting uit de wedstrijd en nulscore, en een verwijzing naar het Tucht-­‐ en geschillencomité. Bij een tweede overtreding tijdens hetzelfde seizoen – een boete tussen de 25,00 en de 50,00 euro Bij een derde overtreding tijdens hetzelfde seizoen – een verwijzing naar het Tucht-­‐ en geschillencomité Bij de vaststelling van onsportief gedrag tijdens officiële kampioenschappen en erkende tornooien tellen de volgende regels: Bij een eerste overtreding – een gele kaart en een boete van 50,00 euro Bij een tweede overtreding tijdens hetzelfde seizoen – een rode kaart en een boete van 250,00 euro Bij een derde overtreding tijdens hetzelfde seizoen – een rode kaart en een verwijzing naar het Tucht-­‐ en geschillencomité. Uitgave 01 juni 2014
Pagina 6 van 45
Sportreglement D. TITELS Art. 126: Kampioen van België Kampioen van België zijn de deelnemers van Belgische nationaliteit in de categorie A+ voor heren en vanaf de categorie A voor dames die de all events finale winnen. De kampioen van België zal deel nemen aan het European Champion Championship op voorwaarde dat: • Hij zich houdt aan de regels van de BBSF • Hij een planning inzake training en voorbereidende competitie voor het ECC voorlegt • Hij samenwerkt met de door de BBSF aangeduide coach De BBSF staat in voor de kosten van de inschrijving, de verplaatsing, het verblijf en de maaltijden. Art. 127: Bowler of the year Deze trofee geldt enkel voor spelers van de categorie A+ en speelsters vanaf categorie A, met de Belgische nationaliteit. Om in aanmerking te komen, moet men aan minstens vier series van de nationale kampioenschappen hebben deelgenomen. Veteranenkampioenschappen komen niet in aanmerking. Jeugdspelers komen niet in aanmerking voor deze trofee. Ingeval van gelijk aantal punten telt de rangschikking in het individueel kampioenschap. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Individueel per serie dames 20 15 10 8 6 5 4 3 2 1 Individueel per serie heren 30 25 20 18 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Trio’s dames 20 15 10 8 6 5 4 3 2 1 Trio’s heren 30 25 20 18 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Dubbels en trio’s gemengd : dames 20 15 10 8 6 5 4 3 2 1 Dubbels en trio’s gemengd : heren 30 25 20 18 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 BKS 5 -­‐ dames 20 15 10 8 6 5 4 3 2 1 BKS 5 -­‐ heren 30 25 20 18 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Erkend tornooi scratch dames 15 10 8 5 3 1 Erkend tornooi scratch heren 20 15 10 8 6 5 4 3 2 1 300 15 Plaats in de Top 12 -­‐ EBT senior 20 Plaats in de Top 24 -­‐ EBT senior 10 • Voor deelname aan de drie series van het individueel kampioenschap en het kampioenschap trios worden er extra punten gegeven, 5 voor de eerste serie, 10 voor de tweede serie, 15 voor de derde serie en 20 voor de vierde serie. • Voor deelname aan de kampioenschappen dubbels gemengd en trios gemengd worden telkens 3 extra punten toegekend. • De punten voor het Belgisch kampioenschap sportbowling 5-­‐team (BKS5) worden toegekend volgens het gemiddelde en enkel aan de spelers die 2/3 van het aantal games hebben gespeeld. • De punten voor de erkende senioren tornooien worden toegekend op basis van het scratch klassement na de series. • De punten voor een 300 game worden enkel toegekend voor de series van het BK individueel, het BK trios, EBT senior tornooien en het BKS5. Uitgave 01 juni 2014
Pagina 7 van 45
Sportreglement E. WORLD GAMES – WORLD CUP Art. 128: World games De BBSF richt zich in dit verband naar regel 45 van het Handvest van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) van 23 juli 1992 alsmede al wat ter aanvulling en/of uitwerking van die regel door het IOC is of zal worden vastgesteld. Het BOIC bepaalt dat een deelnemer medaillekansen moet hebben vooraleer hij geselecteerd wordt. Om in aanmerking te komen voor deelname aan de World Games dient een bowlingspeler: • De regels en bepalingen van de BBSF en het BOIC na te leven. • Een volledig trainingsplan voor te leggen vanaf het moment van zijn selectie tot aan de deelname. • Open te staan voor de adviezen van de topsportbegeleiding. • Zich te gedragen conform de geest van fair-­‐play en zich te onthouden van geweld. • Zich te houden aan de regels betreffende doping uitgevaardigd door WTBA en BBSF. • Zich te houden aan alle aspecten van de Medische Code. • Zich fysiek te laten testen. • Zijn persoon, naam, foto of sportprestatie vanaf zijn selectie voor de World Games niet ter beschikking te stellen voor reclame doeleinden. • Zijn deelname aan de World Games niet aan financiële voorwaarden te verbinden. Art. 129: World Cup De deelnemers die België vertegenwoordigen dienen: • De Belgische nationaliteit te bezitten • Zich te houden aan de regels van de BBSF • Een trainingsplan voorleggen • Samen te werken met de door de BBSF aangeduide coach Art. 130: Niet voorziene gevallen Ieder geval dat niet voorzien is in dit reglement wordt beslecht door het bevoegde comité. Uitgave 01 juni 2014
Pagina 8 van 45
Sportreglement