Marktvraag bepaalt snelheid omslag naar verantwoorde soja De Nederlandse diervoederindustrie is klaar voor een omschakeling naar volledig gebruik van verantwoorde soja in diervoeders. Het is nu aan de marktvraag hoe snel de omslag verloopt. In 2015 zal voor vlees, zuivel en eieren voor binnenlandse consumptie diervoeder worden gebruikt met verantwoorde soja. Die soja, 0,6 miljoen ton, voldoet aan de certificatie-eisen van de round table on responsible soy (RTRS). Voor nog eens 1,2 miljoen ton legt de diervoederindustrie zichzelf verplicht op dat het ook aan duurzaamheidsverplichtingen voldoet. Met deze stap en een actieve Europese promotie wil de diervoederindustrie ook in andere Europese landen gebruik van verantwoorde soja gemeengoed maken. Alleen met een substantiële Europese vraag zal het voor Zuid-Amerikaanse soja-aanbieders aantrekkelijk blijven om grootschalig te investeren in verantwoorde soja. Waarom soja Soja is een bron van kwalitatief hoogwaardig eiwit. Dankzij een gunstige samenstelling van aminozuren is het zeer geschikt als eiwitbron voor mensen. Het zit dan ook in veel voedingsmiddelen. Het sluit eveneens goed aan bij voedingsbehoeften van dieren. De teelt van soja kent een hoge eiwitopbrengst per hectare. Samen met de goede vetzuursamenstelling zorgt dit ervoor dat soja voor gebruik in diervoeders een gunstige prijs-kwaliteitverhouding heeft ten opzichte van andere eiwitbronnen. Soja als grondstof voor diervoeder De Nederlandse diervoederindustrie gebruikt vele producten als grondstof voor diervoeders. Soja is er één van, goed voor 11% van het totaal aan grondstoffen. Soja levert als eenjarig gewas eetbare bonen op. Door bonen te persen (het zogeheten crushing), ontstaat sojaolie. Wereldwijd is dit voor mensen een van de meest gebruikte plantaardige oliën. Bij de olieproductie ontstaan bijproducten als sojameel, -schroot en –hullen. Het omgekeerde gebeurt ook, waarbij soja wordt geteeld voor het schroot en de meel en olie is dan het bijproduct. Soja heeft als diervoedergrondstof een hoge voederwaarde. Het erg hoge eiwitgehalte maakt soja geschikt voor verwerking in vrijwel alle soorten diervoeders. Varkens- en pluimveevoer bevatten relatief veel soja, omdat de eiwitbron een gunstige voederconversie kent (verhouding kilo’s voer ten opzichte van kilo’s groei). Rauwe bonen hebben overigens juist een slechte verteerbaarheid. Voor verwerking in diervoeders is verhitting van bonen vereist (het zogeheten toasten). Sojabonen worden dan ook in mindere mate als grondstof voor diervoeders gebruikt. Verantwoorde soja De Nederlandse diervoederindustrie importeert soja-producten vooral uit Argentinië, Brazilië en de Verenigde Staten. Op jaarbasis gaat circa 1,8 miljoen ton in diervoeder voor de Nederlandse veestapel. Sojateelt kan met name in Argentinië en Brazilië negatieve consequenties hebben, zoals aantasting van waardevolle natuur, schending van landrechten van de lokale bevolking en overmatig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De Nederlandse diervoederindustrie is al jaren actief om die negatieve effecten tegen te gaan. De branche is actief lid van de Round Table on Responsible Soy. Het is een internationaal platform van bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden, die samen criteria opstelden voor verantwoorde teelt van soja. Certificering volgens de criteria borgt dat sprake is van ‘ecologisch correcte, sociaal adequate en economisch haalbare sojaproductie’. De Round Table kent wereldwijd 160 leden. Met 30 leden is Nederland ruim in het platform vertegenwoordigd. Transitie op kruispunt De Round Table spant zich in om wereldwijd gebruik van verantwoorde soja te stimuleren. Dit gebeurt in een complex internationaal speelveld, waar de transitie van gangbare naar verantwoorde soja nu op een kruispunt staat. In Nederland zorgden inspanningen van de nationale stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja ervoor dat ons land internationaal koploper is met gebruik van verantwoorde soja. In ons omringende landen en elders in de wereld blijft de vraag beperkt. Die situatie kan ertoe leiden dat het voor Zuid-Amerikaanse soja- aanbieders niet meer loont grootschalig te investeren in gecertificeerd verantwoorde soja. Wereldwijd stijgt de vraag naar dierlijke producten als zuivel, vlees eieren en dus naar soja voor diervoederproductie. Aanbieders van soja hebben afdoende afzetkanalen voor gangbare soja; aanbod van verantwoorde soja blijft achter, ook omdat de internationale vraag ontbreekt. Dat het voor veel sojatelers lastig is om aan RTRS-criteria te voldoen, drukt het aanbod verder. Het geeft een prijsopdrijvend effect bij verantwoorde soja. Ook dat stimuleert de vraag niet. Het Nederlandse verbruik in diervoeders van 1,8 miljoen ton is een fractie van de wereldwijde jaarlijkse sojaproductie: minder dan 0,7% van de 285 miljoen ton (productieraming 2013 / 2014; bron USDA). Vereiste Europese vraag groeit gestaag In 2015 voldoet 0,6 miljoen ton van de gebruikte soja in de Nederlandse diervoederindustrie aan de RTRS-criteria. Die hoeveelheid dekt de productie van zuivel, vlees en eieren voor de Nederlandse markt af. Tweederde van de dierlijke producten die ons land produceert, gaat de grens over. Met die productie is 1,2 miljoen ton soja gemoeid. Hoewel buitenlandse afnemers er nog niet om vragen, gaan leden van Nevedi er voor te zorgen dat die soja ook voldoet aan duurzaamheidseisen. Het betreft onder meer geen ontbossing, goede arbeidsomstandigheden en goede landbouwpraktijken. Nevedi zet zich via de Europese koepelorganisatie Fefac in voor verdere introductie van dit ‘instapniveau’ in Europa. In een aantal landen, met name België en ook het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische landen begint de vraag te groeien. De komende jaren moet zich dit verder ontwikkelen. Ondertussen verschuiven de eisen voor de sojatelers van het instapniveau naar volledig RTRS-gecertificeerd. Geleidelijk zullen zo vraag naar en aanbod van RTRS-soja substantieel toenemen. Verankering gebruik in Nederland In Nederland zorgt de diervoederindustrie er in goed overleg met de retail en de zuivel-, varkens- en pluimveesector voor om gebruik van verantwoorde soja vast te leggen in ketenkwaliteitssystemen en leveringsvoorwaarden. Bij vlees gebeurt de borging via het certificaat GLOBALG.A.P van de retail. Bij de zuivelsector gaat het via de daar gangbare kwaliteitssystemen met voorschriften voor het gebruik van verantwoorde soja. De diervoedersector borgt het gebruik met een module voor verantwoorde soja in het kwaliteitssysteem GMP+. Juiste handelssysteem Het is cruciaal dat de volumes verantwoorde soja ook echt richting Europa worden verscheept. Fefac kiest daarom net als Nevedi voor een handelssysteem die daarvoor zorgt én die garanties biedt voor betrokkenheid van alle ketenschakels. Met die methodiek, mass ballance geheten, komt de 0,6 miljoen ton RTRS soja naar Nederland voor gebruik in diervoeders. Bij het alternatief, het zogeheten book and claim-systeem, is dat niet zo (vergelijkbaar met groene stroom certificaten). In dat geval blijft verantwoorde soja een boekhoudkundige aangelegenheid, met een marginale impact. Juist afdoende productie van, handel in en verscheping van verantwoorde soja voorkomt dat uiteindelijk niet ‘levensvatbare’ volumes ontstaan en de inspanningen van de afgelopen jaren voor niets zijn geweest. Alternatieven voor soja Er zijn in ons land diverse initiatieven waarbij onder meer Nevedi-leden zoeken naar geschikte alternatieven voor soja als eiwitbron in diervoeders. Andere gewassen, zoals lupine, maïs en algen, maar ook binnenlandse sojateelt zijn in beeld. Andere opties zijn bijvoorbeeld insecten of meelwormen. Die alternatieven worden beoordeeld en vergeleken met soja op voederwaarde, op prijs-kwaliteitverhouding en op feedprint. Bij dit laatste gaat het om de bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Op dit punt ‘scoren’ dierlijke eiwitten heel gunstig, evenals op voederwaarde. Tot eind jaren negentig werden dierlijke eiwitten veelvuldig in diervoeders verwerkt. Sinds de BSE-maatregelen geldt echter een ban op dierlijk eiwit in veevoeders. Plantaardige alternatieven blijken tot dusver niet te kunnen wedijveren met geïmporteerde soja op de combinatie voederwaarde, prijs-kwaliteitverhouding en feedprint. Genetische modificatie De RTRS-criteria kennen geen bepaling voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s). De gecertificeerde soja hoeft dus niet gentechvrij te zijn. Nevedi staat achter het Europese beleid dat alle ggo’s en afgeleide producten die op de Europese markt worden toegelaten, in Europa beoordeeld moeten zijn op de veiligheid voor mens, dier en milieu. Samen met Fefac, ketenpartners in de levensmiddelenindustrie en dierlijke sector streeft Nevedi naar een gesynchroniseerde Europese toelatingsprocedure. Opdat de EU in de pas loopt met de rest van de wereld bij het toelaten van ggo’s. Nevedi De Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) vertegenwoordigt en behartigt belangen van de Nederlandse diervoederindustrie. De circa 100 leden nemen vrijwel de totale Nederlandse diervoederproductie voor hun rekening en kennen een gezamenlijke jaarlijkse omzet van bijna zes miljard euro. Hun mengvoederproductie van 13,7 miljoen ton bedraagt bijna 9% van de productie in de 28 EU-lidstaten (bijna 154 miljoen ton).
© Copyright 2024 ExpyDoc