Baron Ruzettelaan 35 8310 Brugge tel 050 36 71 71 fax 050 35 68 49 [email protected] www.wvi.be VERKOOP VAN EEN PERCEEL INDUSTRIEGROND (PROJECTZONE) VOOR DE ONTWIKKELING EN VERMARKTING VAN EEN BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW op het bedrijventerrein Rademakers in Brugge (Lissewege) Projectzone Rademakers ‐ Brugge P a g i n a 1 v a n 6 1. Ligging projectzone voor de oprichting van een bedrijfsverzamelgebouw Het perceel –met zichtlocatie op de Zeebruggelaan‐ ligt evenwijdig aan de N31 Zeebruggelaan op de hoek van het bedrijventerrein Rademakers, Rademakersstraat in Brugge (Lissewege). 2. Kadastrale ligging/beschrijving Brugge 14de afdeling, sectie D deel van nr. 710 E2 Projectzone Rademakers ‐ Brugge P a g i n a 2 v a n 6 3. 4. 5. 6. De projectzone voor de oprichting van een bedrijfsverzamelgebouw heeft een oppervlakte van ± 1.314m² (± 22,3m diep en ± 60m breed) en wordt samen verkocht met 17 aangelegde parkeerplaatsen aan de overzijde van het perceel (de afmeting van één parkeerplaats bedraagt ±2,6m x ±5,0m) met een oppervlakte van ± 217m². Inrichtingsplan, bestemmingsplan, algemene verkoopvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften zie bijlage Wijze van verkoop Het perceel wordt verkocht volgens de procedure biedingen onder gesloten omslag. De verkoop zal worden bekend gemaakt via de website van de wvi en het bulletin der aanbestedingen. U kan uw bod indienen ten laatste op 28 mei 2014 om 10u (indien de bieding per post wordt verzonden dan is ze slechts geldig als ze uiterlijk op voormelde dag en uur toekomt bij de wvi). Er wordt geen rekening gehouden met laattijdig ingediende biedingen. Instelprijs Het minimum biedingsbedrag bedraagt honderd dertigduizend euro (€ 130.000)* * (exclusief registratierechten, kosten meetplan en aktekosten) Wijze van inschrijven Kandidaat‐kopers vullen het biedingsformulier (bijlage 1) als volgt in: ‐ alle gevraagde gegevens (volledige naam, adres, enz.) ‐ vaste biedprijs zowel in cijfers als voluit in letters ‐ handtekening op elk blad van het biedingsformulier Volgende bijlagen dienen bij het biedingsformulier gevoegd te worden: 1. Voor natuurlijke personen ‐ Kopie van de identiteitskaart van elke natuurlijke persoon/kandidaat‐koper. ‐ De algemene verkoopvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften met een paraaf op elke bladzijde (bijlage 2) 2. Voor rechtspersonen ‐ Statuten van de rechtspersoon/kandidaat‐koper ‐ Kopie van de identiteitskaart(en) van de vertegenwoordigers van de onderneming volgens de statuten ‐ De algemene verkoopvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften met een paraaf op elke bladzijde (bijlage 2) Kandidaat‐kopers steken het aanbod (biedingsformulier + alle gevraagde bijlagen) in een dubbele omslag en sluiten deze volledig en goed af. Op de buitenzijde van de omslag vermelden zij duidelijk langs de voor‐ en de achterzijde: ‐ Vermelding “bod Rademakers Lissewege” ‐ T.a.v. de heer H. Vanden Bussche ‐ Omslag NIET OPENEN – bieding onder gesloten omslag Projectzone Rademakers ‐ Brugge P a g i n a 3 v a n 6 Het bod dient onder gesloten omslag aangetekend opgestuurd naar of tegen ontvangstbewijs afgegeven worden uiterlijk op 28 mei 2014 om 10u op de kantoren van de wvi, Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge. 7. Toewijzing De toewijzing aan de uiteindelijke koper zal in 2 fasen verlopen. Fase 1: Er wordt een schriftelijke bieding ingediend onder gesloten omslag zoals hierboven beschreven. Alle biedingen zullen officieel worden geopend in de kantoren van de wvi op 28 mei 2014 om 10u door de wvi. Deze opening is toegankelijk voor het publiek. Bij het begin van de opening der biedingen controleert de wvi de geldigheid van de inschrijvingen. Wvi verifieert of er aan alle voorwaarden is voldaan en of er op de juiste manier is ingeschreven. Vervolgens stelt de wvi aan de hand van de geboden prijs een rangschikking op van alle geldige biedingen. Fase 2: De drie (3) hoogst gerangschikte kandidaat‐kopers zullen uitgenodigd worden om een BAFO (best and final offer) en een voorontwerp in te dienen. Dit BAFO zal op dezelfde wijze ingediend worden als de schriftelijke bieding uit de eerste fase namelijk onder gesloten omslag. Het BAFO bedraagt minimum het door de kandidaat‐koper ingediende biedingsbedrag uit de eerste fase. De wvi zal de desbetreffende bieders binnen de 14 dagen verwittigen omtrent de praktische afspraken voor het indienen van de BAFO. De finale toewijzing zal gebeuren op basis van de ingediende BAFO’S. De kandidaat‐koper met de hoogste geldige BAFO zal uitgenodigd worden voor de eenzijdige ondertekening van de verkoopovereenkomst (eenzijdige aankoopverbintenis). Alle modaliteiten die vermeld staan in de algemene verkoopsvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften zullen opgenomen worden in de verkoopovereenkomst. Het toewijsverslag en de eenzijdig ondertekende verkoopovereenkomst worden vervolgens ter goedkeuring in het directiecomité van de wvi voorgelegd en door de voorzitter van het directiecomité van de wvi ondertekend. Het dossier en de overeenkomst worden hieropvolgend aan de notaris overgemaakt. De wvi stelt een eigen notaris aan. De kandidaat‐koper verklaart te weten dat na het behandelen van de biedingen van fase 1 en fase 2 de wvi steeds de mogelijkheid heeft om, bij uitzondering en op grond van een gemotiveerde reden, niet in te gaan op dit aanbod of om de procedure te hernemen. Projectzone Rademakers ‐ Brugge P a g i n a 4 v a n 6 BIJLAGE 1a: BIEDINGSFORMULIER voor natuurlijke personen Ondergetekende(n), Kandidaat‐koper 1: Naam en voornaam: ___________________________________________________________ Straat + huisnummer: __________________________________________________________ Postcode + gemeente: _________________________________________________________ Rijksregisternummer: __________________________________________________________ Geboortedatum‐ en plaats: _____________________________________________________ Telefoon‐ of GSM‐nummer: _____________________________________________________ E‐mailadres: _________________________________________________________________ Kandidaat‐koper 2 (indien van toepassing): Naam en voornaam: ___________________________________________________________ Straat + huisnummer: __________________________________________________________ Postcode + gemeente: _________________________________________________________ Rijksregisternummer: __________________________________________________________ Geboortedatum‐ en plaats: _____________________________________________________ Telefoon‐ of GSM‐nummer: _____________________________________________________ E‐mailadres: _________________________________________________________________ Hierna genoemd “de kandidaat‐koper” heeft kennis genomen van de algemene verkoopvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften die hieraan gehecht zijn en verklaart ermee in te stemmen. De kandidaat‐koper verklaart hierbij zich er éénzijdig en onherroepelijk, hoofdelijk en ondeelbaar, toe te verbinden de volgende eigendom te verwerven: een perceel industriegrond (projectzone voor de oprichting van een bedrijfsverzamelgebouw) op het bedrijventerrein Rademakers te Lissewege, met een totale oppervlakte van ± 1.314m² samen met 17 aangelegde parkeerplaatsen met een oppervlakte van ± 217m². Voor de prijs (exclusief registratierechten, kosten opmeting en aktekosten) van (bedrag in letters en cijfers): __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ De totale verkoopprijs is te betalen bij het verlijden van de authentieke akte. De kandidaat‐koper verklaart te weten dat na opening van de biedingen de wvi steeds de mogelijkheid heeft om, bij uitzondering en op grond van een gemotiveerde reden, niet in te gaan op dit aanbod of om de procedure te hernemen. Ondertekening Datum van ondertekening: __________________________________ Plaats van ondertekening: __________________________________ Naam kandidaat koper 1: ______________________________ Handtekening Naam kandidaat koper 2: ______________________________ Handtekening (indien van toepassing) Projectzone Rademakers ‐ Brugge P a g i n a 5 v a n 6 BIJLAGE 1b: BIEDINGSFORMULIER voor rechtspersonen Ondergetekende(n), Naam onderneming: ___________________________________________________________ Rechtsvorm: __________________________________________________________________ Adres maatschappelijke zetel:_____________________________________________________ Ondernemingsnummer: _________________________________________________________ Telefoon: _____________________________________________________________________ Fax: _________________________________________________________________________ E‐mailadres: _________________________________________________________________ Naam vertegenwoordiger(s) van de onderneming en hoedanigheid volgens de statuten Naam en voornaam: ___________________________________________________________ Straat + huisnummer: __________________________________________________________ Postcode + gemeente: _________________________________________________________ Rijksregisternummer: __________________________________________________________ Geboortedatum‐ en plaats: _____________________________________________________ Telefoon‐ of GSM‐nummer: _____________________________________________________ E‐mailadres: _________________________________________________________________ Hierna genoemd “de kandidaat‐koper” heeft kennis genomen van de algemene verkoopvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften die hieraan gehecht zijn en verklaart ermee in te stemmen. De kandidaat‐koper verklaart hierbij zich er éénzijdig en onherroepelijk, hoofdelijk en ondeelbaar, toe te verbinden de volgende eigendom te verwerven: een perceel industriegrond (projectzone voor de oprichting van een bedrijfsverzamelgebouw) op het bedrijventerrein Rademakers te Lissewege, met een totale oppervlakte van ± 1.314m² samen met 17 aangelegde parkeerplaatsen met een oppervlakte van ± 217m². Voor de prijs (exclusief registratierechten, kosten opmeting en aktekosten) van (bedrag in letters en cijfers): __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ De totale verkoopprijs is te betalen bij het verlijden van de authentieke akte. De kandidaat‐koper verklaart te weten dat na opening van de biedingen de wvi steeds de mogelijkheid heeft om, bij uitzondering en op grond van een gemotiveerde reden, niet in te gaan op dit aanbod of om de procedure te hernemen. Ondertekening Datum van ondertekening: __________________________________ Plaats van ondertekening: __________________________________ Naam van de onderneming: __________________________________ Naam vertegenwoordiger 1: ______________________________ Handtekening Naam vertegenwoordiger 2: ______________________________ Handtekening Projectzone Rademakers ‐ Brugge P a g i n a 6 v a n 6 west-vlaamse intercommunale | baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be Brugge Reconversie Kazerne Lissewege Inrichtingsplan Goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 10 november 2006 S i tuering 3 Ruim t e l i j k e s itu e r i n g 5 Histo r i e k v a n he t p l a n 5 Jurid i s c h - p la n ol og i s c h e s i tu e r i n g 5 1. 2. 3. Ruimtelijke beleidsdocumenten............................................................................................................................ 5 Ruimtelijke uitvoeringsdocumenten..................................................................................................................... 7 Sectorale plannen................................................................................................................................................... 7 H u i dige toestand 13 V i s ie 17 Alge m e n e v i si e 19 I n r ichtingsp lan 21 Voor s te l v a n in r i c h ti n g 25 1. 2. 3. 4. Ontsluiting............................................................................................................................................................. 25 Bufferzones en randafwerking ........................................................................................................................... 27 Terreinbeheer........................................................................................................................................................ 27 Invulling van het terrein....................................................................................................................................... 27 V oorschriften 29 Gem e e n s c h a p p e l i j k e b e pa l i n g e n 31 Zone 1 : Z on e v oo r b e d r i j v i g h e i d e n KMO 33 1. 2. 3. Bestemmingsvoorschriften................................................................................................................................. 33 Inrichtingsvoorschriften...................................................................................................................................... 33 Bebouwingsvoorschriften.................................................................................................................................... 34 Zone 2 : Z on e v oo r c ol l e c t i e v e b u f f e r 1. 2. Bestemmingsvoorschriften................................................................................................................................. 37 Inrichtingsvoorschriften...................................................................................................................................... 37 Zone 3 : Z on e v oo r s p oor w e g 1. 2. 37 Bestemmingsvoorschriften................................................................................................................................. 37 Inrichtingsvoorschriften...................................................................................................................................... 37 Zone 4 : Z on e v oo r op e n b a r e w e g e n i s 1. 2. 37 37 Bestemmingsvoorschriften................................................................................................................................. 37 Inrichtingsvoorschriften...................................................................................................................................... 37 S i tu e r i ng Situering plangebied i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i Ruimtelijke situering De locatie voor het geplande bedrijventerrein betreft de voormalige militaire kazerne ‘Kwartier Rademakers’ gelegen ten noorden van de kern Lissewege. Het terrein is gelegen langs de Zeebruggelaan (N31) en is ca. 2,3 ha groot. Het gebied ligt op ca. 13 km van het centrum van Brugge (in het zuiden) en op ca. 8 km van Blankenberge (in het noorden). De afstand tot de historische dorpskern van Lissewege bedraagt ca. 1 km. Ten oosten wordt het plangebied begrensd door de spoorlijn Brugge-Zeebrugge en een landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De westelijke begrenzing wordt gevormd door de N31 en een landbouwgebied. Ten zuiden en ten noorden sluit het gebied aan bij de verspreide (lint)bebouwing langs de Zeebruggelaan. Historiek van het plan Als gevolg van de hervorming en rationalisering van Defensie is het terrein van de kazerne ‘Kwartier Rademakers’ door de militaire overheid verlaten en door Defensie overgedragen (begin 2004) aan het Aankoopcomité met het oog op vervreemding. Om de socio-economische impact enerzijds en de ruimtelijk-ecologische gevolgen van een dergelijke sluiting anderzijds, te beperken en zo mogelijk om te buigen, heeft het stadsbestuur van Brugge beslist de kazerne aan te wenden als drager voor het herlocaliseren en/of het uitbouwen van nieuwe bedrijvigheden. In juni 2004 werd daartoe beslist voor het gebied een BPA op te maken; het BPA nr. 170 Kazerne Lissewege, dat bij besluit van de Vlaamse Regering op 07-04-2006 werd goedgekeurd. Binnen dit plan wordt het gebied bestemd als lokaal bedrijventerrein voor niet-milieuhinderlijke bedrijven. Daarnaast werd i.f.v. het Masterplan Zeebrugge-Vorming ook een deel van het gebied gereserveerd voor de aanleg van spoorlijn 51A. J u r i d i s c h - p l a n ol og i s c h e s i tu e r i n g 1. Ruimtelijke beleidsdocumen ten ▪ Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor Vlaanderen aangegeven voor de vier structuurbepalende elementen op Vlaams niveau: stedelijke gebieden en netwerken, buitengebied, economische activiteiten en lijninfrastructuur. Het RSV vormt een kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Elementen uit het richtinggevend gedeelte en de bindende bepalingen werken door op het provinciale en gemeentelijk niveau. De tekst hieronder geeft een overzicht van elementen die relevant zijn voor het plangebied: Voor de reconversie van het bestaande en verlaten gebied met een ‘militair-industrieel’ karakter naar een up-to-date bedrijventerrein is voorliggend inrichtingsplan opgemaakt. In dit plan wordt gestreefd naar een invulling volgens de principes van duurzame kwaliteit voor bedrijventerreinen. In het RSV zijn een aantal stedelijke netwerken geselecteerd waaronder het – nog af te bakenen – netwerk ‘De Kust’. Het plangebied kan mogelijk deel uitmaken van dit netwerk. De belangrijkste rol van het ‘Stedelijk netwerk van de Kust’ ligt in de kustgebonden toeristisch-recreatieve ontwikkeling ervan. Daarnaast is ook de transportfunctie in het netwerk van belang en dan vooral de maritieme transportfunctie van de poorten. Het plangebied is binnen dit netwerk gelegen tussen de haven van Zeebrugge en het regionaalstedelijk gebied Brugge. De N31, die het plangebied ontsluit, is in het RSV geselecteerd als primaire weg type I (van de E40 tot aan de rotonde aan het begin van de westelijke havendam). Bij dit type wegen primeert de verbindingsfunctie op Vlaams niveau. Ze vormen de schakels tussen de hoofdwegen die een internationale en gewestelijke verbindingsfunctie hebben. Als ontwikkelingsperspectief voor de N31 wordt een maximale scheiding van het doorgaande verkeer van en naar de haven van Zeebrugge en het lokale verkeer voor het stedelijk gebied Brugge vooropgesteld. Als middel daartoe wordt een verbinding gepland tussen de N31 (ter hoogte van Brugge - Blauwe Toren) en de N49/A11 te Westkapelle. De spoorlijn Zeebrugge-Brugge-Gent-MoeskroenRijsel is geselecteerd als hoofdspoorweg voor goederenvervoer. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 ▪ Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) De visie en gewenste ruimtelijke ontwikkeling geschetst in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen sluiten aan bij het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en geven een nadere uitwerking en invulling aan de elementen die vragen om een samenhangend beleid over de gemeentelijke grenzen heen. De bindende bepalingen vormen het kader voor de maatregelen waarmee de provincie de gewenste structuur wil realiseren. Met de visie op de gewenste verkeersstructuur streeft het PRS naar een concentratie van (inter)nationale verkeerstromen van goederen en personen in een vijftal bundels van lijninrastructuur. De N31 vormt, samen met de A17, het Boudewijnkanaal en de spoorlijnen 51A en 66 één van deze bundels. ▪ Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brugge werd door de Bestendige Deputatie goedgekeurd op 03-082006. Het PRS gaat o.a. uit van: Een bundelen van wonen en werken in stedelijke gebieden. De stedelijke woon- en werkstructuren afbakenen en vernieuwen. Tegengaan van de suburbanisatie. Binnen de gewenste ruimtelijke structuur bedrijvigheid zijn o.a. volgende beleidsdoelstellingen vooropgesteld: De bestaande ruimtelijk-economische structuur versterken en optimaliseren. De eigenheid van de streek versterken door endogene ontwikkelingen en clustervorming te ondersteunen. Binnen het PRS wordt West-Vlaanderen opgedeeld in deelruimtes. Het plangebied behoort tot de Brugse ruimte en is ook gelegen op de overgang tussen de Kustruimte en de Oostelijke polderruimte. De Kustruimte kent, aansluitend op de rol van deze ruimte op Vlaams niveau, een kustgebonden toeristisch-recreatieve ontwikkeling. De Oostelijke polderruimte wordt gekenmerkt door een verweving van de natuurlijke structuur en grondgebonden landbouw die de openheid in deze deelruimte moet versterken en behouden. De Brugse ruimte overlapt met de Kustruimte en de Oostelijke polderruimte en behoort tot het stedelijk netwerk ‘De Kust’. Binnen de Brugse ruimte is de visie in hoofdzaak bepaald door het RSV met de bepaling van de haven van Zeebrugge als Vlaamse poort en de bovenlokale rol van het regionaalstedelijk gebied Brugge. Binnen het PRS-WV wordt Lissewege geselecteerd als ‘woonkern in het buitengebied’. Een woonkern is structurerend voor wonen in het buitengebied en heeft een lokale verzorgende rol. Op het vlak van gewenste bedrijvigheid is enkel lokale bedrijvigheid mogelijk in verwevenheid met het wonen. Hoewel volgens het PRS lokale bedrijventerreinen in principe enkel aangelegd kunnen worden in de geselecteerde economische knooppunten of hoofddorpen, wordt in het GRS gesteld dat het voormalig militair domein over tal van potenties beschikt die de keuze voor herstructurering als lokaal bedrijventerrein motiveren: In het waardevolle open ruimtegebied rond Lissewege en Dudzele liggen een 13-tal zonevreemde bedrijven. Voor ca. de helft daarvan blijkt herlocalisatie ruimtelijk het meest aangewezen. Voor die te herlocaliseren bedrijven wordt de ruimtebehoefte in het GRS geraamd op ca. 1,5 ha. De herbestemming van het militair gebied voor lokale bedrijvigheid zorgt ervoor dat, om tegemoet te komen aan de ruimtebehoefte, geen bijkomende open ruimte aangetast dient te worden. De herbestemming kadert dan ook in de visie van een zuinig en duurzaam ruimtegebruik. De bestaande gebouwen kunnen hergebruikt worden voor zowel bedrijvigheid als kantoorachtigen. Het plangebied heeft een directe ontsluiting vanaf de N31. Morfologisch-ruimtelijk sluit het gebied aan bij de kern van Lissewege. ▪ Mobiliteitsplan Het mobiliteitsplan van de stad Brugge is definitief conform verklaard door de auditcommissie van 09-042001. De tekst hieronder geeft een overzicht van elementen die relevant zijn voor het plangebied: De N31 is niet alleen belangrijk als verbinding van de snelweg naar de haven en de kust, maar eveneens als verdeelweg voor het stedelijk gebied van Brugge. In het mobiliteitsplan wordt voorgesteld om een evenwicht te vinden tussen de functie op bovenregionaal niveau (primaire weg type I) en de functie i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i als stedelijke ontsluitings- en verdeelweg. Er wordt daarbij prioritair aandacht gegeven aan een betere ontsluiting van de haven. Daarnaast wordt ook een aantal verbeteringen voorzien zoals ongelijkgrondse kruisingen o.a. bij de doortocht te Lissewege. De definitieve wensstructuur voor de N31 vormt het onderwerp van een afzonderlijke studie. De (te ontwerpen) as AX/A11 (N49) kan in de toekomst een belangrijke rol spelen als hinterlandverbinding waardoor de druk op de doortocht van de N31 te Lissewege kan afnemen. 2. Ruimtelijke uitvoeringsdocu menten ▪ Gewestplan Het plangebied is volgens het gewestplan BruggeOostkust (goedgekeurd op 07-04-1977 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering op 19-09-1996) gelegen in militair domein. Het domein wordt begrensd door (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied. Ten zuiden bevindt zich de woonkern Lissewege die ingekleurd is als woongebied. ▪ Vigerende BPA’s Voor de herbestemming van het voormalig militair domein is een BPA opgemaakt; het BPA Kazerne Lissewege (nr. 170), goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering op 07-04-2006. Beoogd werd via het herbestemmingsproject ongeveer 2,3 ha bedrijventerrein te creëren en uit te rusten ten behoeve van lokale bedrijvigheid. Het bedrijventerrein werd voorbehouden voor lokale ambachtelijke niet-milieuhinderlijke bedrijven en voor kleine en middelgrote niet-milieuhinderlijke bedrijven. In functie van de aard van de bestaande gebouwen zijn ook kantoorachtige activiteiten zoals labo’s, dienstverlenende bedrijven en opleidings- en researchcentra toegestaan op het bedrijventerrein. Autonome detailhandel is er uitgesloten. Gezien het lokale karakter van het bedrijventerrein richt het aanbod zich enerzijds op nieuwe vestiging van bedrijven die, bij voorkeur, ingepast worden in de bestaande structuur en bebouwing en anderzijds op de herlocalisatie van zonevreemde bedrijven. Deze bedrijven dienen bij voorkeur uit de omgeving te komen. Het BPA voorziet in een reservatiestrook voor de aanleg van spoorlijn 51A in het kader van het Masterplan Zeebrugge-Vorming. De bestemmingvoorschriften vereisen het opmaken van een inrichtingsplan waarin de invulling en detaillering van het gebied wordt vastgelegd. De principes waarmee in het inrichtingsplan rekening moet gehouden worden betreffen de maximale bouwhoogte en kavelgrootte, het minimale aantal bedrijven per ha, de te respecteren bouwvrije stroken en de eis eventuele mobiliteitsproblemen op te lossen op het terrein zelf. Ten zuidoosten van het plangebied ligt het BPA Lissewege Dorpskom, goedgekeurd op 02-03-1995. ▪ Beschermd erfgoed Op ongeveer een kilometer van het plangebied bevinden zich, in de kern Lissewege, een aantal monumenten zoals de ‘Witte Molen’, de OLV-kerk met toren en het stationscomplex. Ten zuiden van Lissewege bevindt zich het beschermde landschap van de hoeve “Groot ter Doest”. De abdijschuur van ‘Ter Doest’ is eveneens beschermd als monument. 3. Sectorale plannen ▪ Vogelrichtlijn-, Habitat- en Ramsargebieden Het bedrijventerrein valt niet binnen een zone afgebakend als vogelrichtlijngebied, habitatgebied of ramsargebied. Op ca. 500 m van het plangebied bevindt zich, aansluitend bij het Boudewijnkanaal, een habitatgebied. Ten zuiden van de kern van Lissewege komt eveneens een dergelijk gebied voor. ▪ Biologische waarderingskaarten Binnen het gebied zijn geen sites gekarteerd als biologische waardevol. Het gebied wordt wel begrensd door waardevolle elementen: Ten westen: een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen bestaande uit bomenrijen met dominantie van meidoorn, bermen, perceelsranden en stroken met elementen van rietkragen. Ten oosten: een biologisch waardevol gebied met verruigd grasland en aansluitend een gebied met akkers, bermen, perceelsranden en stroken met elementen van rietkragen. Ten noorden van het plangebied, op ca.150 m afstand, is een zone geselecteerd als biologisch waardevol. Het gebied kenmerkt zich door een soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 II T T N N N M N gewestplan Gewestplan (bron: AGIV) schaal 1:10.000 ¯ Bestaande BPA’s (bron: AGIV + eigen verwerking) i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i vogelrichtlijnen habitat-gebieden vogelrichtlijn - en habitatgebieden schaal 1:10.000 ¯ ¯ Vogelrichtlijn- en habitatgebieden (bron: AGIV + verwerking) Biologische waarderingskaart (bron: AGIV) w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 ▪ Ven- en Ivongebieden In de omgeving van het plangebied is een zone geselecteerd als VEN-gebied. Het gaat om een Grote eenheid natuur (GEN); de Polders van het Boudewijnkanaal, gelegen ten oosten van het geplande bedrijventerrein. ▪ Water Het plangebied is, samen met de volledige kuststrook ingekleurd als een natuurlijk overstromingsgebied door de zee (NOG-kaart). Binnen het gebied zelf en in de directe omgeving komen geen recent overstroomde gebieden (ROG) of risicozones voor overstroming voor. Ten oosten van het geplande bedrijventerrein stroomt de Lisseweegsevaart, een onbevaarbare waterloop 2e categorie. ▪ Landschapsatlas De site valt niet binnen een ankerplaats of relictzone, maar in de directe omgeving zijn wel een aantal gebieden geselecteerd. Ten oosten van het plangebied bevindt zich de relictzone ‘Oudemaarspolder en kreekrugpolder ten westen van het kanaal’, uitlopend in het ‘Poldergebied omgeving Hoeve Ter Walle’. Ten zuiden van het gebied is het ‘Poldergebied omgeving ter Doest’ geselecteerd als relictzone en is ‘Groot Ter Doest’ als ankerplaats aangeduid. Er zijn geen lijnrelicten binnen het plangebied of in de directe omgeving. De Witte Molen en de Dorpskern van Lissewege zijn geselecteerd als puntrelict. 10 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i ankerplaat relictzones schaal Vlaams ecologisch netwerk 1:10.000 ¯ % Vlaams Ecologisch Netwerk (bron: AGIV + verwerking) Zwankendamme " Oudemaarspolder en kreekrugpolder ten westen van het kanaal " Witte Molen Dorpskern Lissewege " Poldergebied omgeving Hoeve Ter Walle Poldergebied achterland haven Zeebrugge Poldergebied omgeving Ter Doest landschapsatlas schaal 1:10.000 ¯¯ w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 Landschapsatlas (bron: AGIV) 11 puntrelicten H u i d i g e t oe s t a nd Luchtfoto bestaande toestand 14 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i ▪ ▪ Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 2ha 32a 59ca en is momenteel leegstaand en niet langer in gebruik als militair domein. De bestaande bebouwing bestaat uit een viertal hoofdgebouwen (burelen, stookplaats, keuken, slaapvertrekken,…), twee loodsen en een aantal kleinschalige bijgebouwen, allen gebouwd in een strak vormgegeven baksteenarchitectuur. De gebouwen zijn evenwijdig georiënteerd aan de N31 en de spoorlijn, waardoor het geheel een vrij ‘geordend’ karakter heeft. Randbeplanting is nagenoeg niet aanwezig. Het gebied wordt ontsloten via de N31, de Zeebruggelaan. Deze gewestelijke weg, geselecteerd als primaire weg type I sluit in het zuiden aan op de E40 en de A17 en zorgt zo voor de verbinding met het internationale wegennet. In het noorden sluit de Zeebruggelaan aan op de Kustlaan. Het plangebied is gelegen op wandelafstand van het station van Lissewege dat bediend wordt door de stoptrein Brugge-Zeebrugge. Elk uur is er een trein. Verder ligt het bedrijventerrein op fietsafstand (max. 30 min) van de kernen van Zwankendamme, Dudzele, Blankenberge, Zeebrugge en Zuienkerke. Bestaande bebouwing en grondgebruik ▪ Ontsluiting en verkeersinfrastructuur Functies in de omgeving Het plangebied sluit ten zuiden morfologisch aan op woongebied en grenst ten oosten, ten westen en ten noorden aan (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied. Dat agrarisch gebied strekt zich uit tot aan het Boudewijnkanaal, de fysieke grens voor de oostelijk daarvan gelegen havenactiviteiten. De graslanden ten oosten van het plangebied en nabij ‘Ter Doest’ worden in het GRS aangeduid als structuurbepalend voor de gemeentelijke natuurlijke structuur. De natuurlijke waarde ervan ligt vooral in de aanwezigheid van talrijke depressies en sloten in de weilanden en in het zilte karakter. Op ca. 1 kilometer ten noorden van de site bevindt zich de Zeebrugse transportzone (TZZ) en de kern Zwankendamme. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 15 V i s ie 18 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i Algemene visie Het plangebied is volgens het BPA volledig bestemd voor lokale ambachtelijke en KMO-bedrijven. Autonome detailhandel wordt geweerd, kantoorachtige activiteiten zijn toegelaten. Deze nabestemming voor het plangebied kadert in de visie van een zuinig en duurzaam ruimtegebruik. Voor de invulling van het terrein wordt gestreefd naar een invulling volgens de principes van duurzame kwaliteit voor bedrijventerreinen. Hiervoor wordt gesteund op de studie ‘Draaiboek voor duurzame kwaliteit op bedrijventerreinen’, opgemaakt in mei 2006 door het WES in opdracht van de wvi waarin deze principes zijn uitgewerkt. Voor de (her)inrichting van het plangebied wordt gesteund op de volgende principes: Efficiënt ruimtegebruik Door de reconversie van een bestaande en ver laten site met een “industrieel” karakter naar een up-to-date bedrijventerrein wordt op een efficiënte wijze omgegaan met de op het grondgebied van de stad Brugge beschikbare ruimte. Door het moduleren van de bestaande en of nieuw te bouwen gebouwen wordt vermeden dat bedrijven een aparte kavel innemen waarvan slechts tot 75% efficiënt benut wordt. Stapelen van bedrijfsfuncties Door het behouden van de gebouwen met een werkplaats op de benedenverdieping en burelen op de eerste verdieping wordt stapeling van functies mogelijk. Intensief ruimtegebruik Door het herverdelen van bestaande gebouwen ten behoeve van meerdere bedrijven wordt de ruimte intensief benut. Intensief ruimtegebruik (tijdsdimensie) Hoewel de kazerne niet exact als dusdanig als brownfield te beschouwen is, kan hier toch gesproken worden van een ontwikkeling van een quasi brownfield, hetgeen een in de tijd opnieuw gebruiken van een bestaande site inhoudt. Multifunctioneel ruimtegebruik Door de in het BPA beoogde mogelijkheid van functiemenging (KMO, kantoor, bedrijfswoning) worden verkeersstromen vermeden en wordt het eigen gebruik van het terrein versterkt. Aandacht voor beeldkwaliteit en de bestaande structuur De bestaande structuur wordt wat de gebouwen betreft zoveel als mogelijk behouden. Aldus wordt het beeldbepalende karakter en de eigenheid van de site dewelke reeds jaren een onderdeel van de omgeving vormde, bestendigd. Daarnaast bevat het inrichtingsplan de nodige principes met betrekking tot de kwaliteit van de nieuw aan te leggen infrastructuur en de nieuwe bebouwing. Beperken van de hinder naar omliggende functies Door de keuze van invulling van het terrein (cfr. BPA: toegelaten activiteiten) wordt de hinder naar de omliggende functies beperkt en in vergelijking met de vroegere militaire functies (voornamelijk logistiek) niet versterkt. Locatiebeleid In het kader van het locatiebeleid voor bedrijven van de stad Brugge is door de keuze van de reconversie van een bestaande site, het aansnijden van open ruimte kunnen vermeden worden. Gebruiken van hoogwaardige utilities en nutsvoorzieningen Er wordt een gescheiden rioleringsstelsel inge bracht. De buffering van hemelwater afkomstig van de verharde oppervlakten wordt voorzien op niveau van het gehele bedrijventerrein. Duurzaam werkklimaat Door de functiemenging van KMO, burelen en huisvesting voor bewakingspersoneel wordt gezorgd voor sociale veiligheid, levendigheid en kwaliteitsvolle voorzieningen. Vanuit deze principes wordt gewerkt aan een duurzaam bedrijventerrein op maat van de site en op maat van de bedrijven. Een deel van deze principes is uitgewerkt in voorliggend inrichtingsplan. Andere zullen verder nagestreefd worden door opname in de verkoopsvoorwaarden en/of verder parkmanagement. Bij de inrichting van het terrein dient extra aandacht besteed te worden aan de buffering ten opzichte van de omliggende (landschappelijk waardevolle) open ruimte. Bufferstroken in streekeigen beplanting dienen hiervoor te zorgen. De oostelijke buffer sluit aan bij een strook die gereserveerd wordt voor uitbreiding van de spoorlijn. Op termijn zal deze zone ingenomen worden door spoorlijnen en een strook voor dienstpaden op de grens met het bedrijventerrein. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 19 I n r i c h t i n g s p l an Mogelijke invulling (kavel- en gebouwindeling indicatief) - schaal 1/1000 22 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i De bestaande structuur en gebouwen van het voormalig militair domein vormen de uitgangspunten voor de inrichting van het bedrijventerrein. De bestaande loodsen in het zuidelijk deel van het plangebied en de twee hoofdgebouwen parallel aan de N31 blijven behouden en krijgen een nieuwe invulling. Het meest zuidelijk gelegen ‘hoofdgebouw’ aan de Zeebruggelaan wordt het ‘uithangbord’ voor het bedrijventerrein. Het gebouw wordt gerenoveerd waarbij het sobere, militaire karakter van de architectuur behouden dient te blijven. Het meest noordelijke gebouw verkeert in een bouwfysisch minder goede staat. Hier kan eventueel geopteerd worden voor een (gedeeltelijke) herbouw van het volume. De ruimtelijke structuur van het bedrijventerrein is geënt op de te behouden gebouwen. Dit resulteert in een vrij orthogonale symmetrische inrichting van het gebied met een front naar de N31 toe en een interne driedeling. Omwille van de frontvorming wordt in het zuiden van het terrein een bijkomend volume voorzien dat naar vorm en karakter aansluit bij de twee bestaande ‘frontgebouwen’. Een interne ontsluitingsweg parallel aan de N31 zal de frontwerking van de drie gebouwen bijkomend benadrukken. De ontsluiting van de bedrijven op het terrein is voorzien in een soort lusvorm rondom het centrale (bestaande) frontgebouw en sluit aan op de Zeebruggelaan. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 23 Zicht op weefstrook vanaf kazerne Zicht op rechterafslagstrook naar kazerne 24 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i Voors tel van inrichting 1. Ontsluiting voorbij deze ingang. De weefstrook voor verkeer richting Zeebrugge loopt over een beperkte lengte voorbij deze toegang en kan dus in geval van noodsituaties ook gebruikt worden om in te weven. ▪ ▪ De ontsluiting van de huidige legergebouwen bestaat uit een hoofdingang en een neveningang (noodtoegang). Beide ontsluitingswegen takken rechtstreeks aan op de N31. Ze bevinden zich op een tussenafstand van ongeveer 100 m van elkaar. Primaire wegen hebben als voornaamste functie verbinden op Vlaams niveau. Ze zijn noodzakelijk om het net van hoofdwegen te complementeren, maar ze mogen het internationale verkeer niet aantrekken. In bepaalde gevallen is de maaswijdte dermate groot of de omvang van de vervoersrelatie dermate belangrijk dat een tussenschakel wenselijk is. Huidige ontsluiting kazerne De ontsluiting bevindt zich volledig in de zone 70 als overgangszone naar/van de doortocht van Lissewege. (Het bord einde zone 70 richting Zeebrugge is niet aanwezig.) De N31 is een primaire weg type I en bestaat overwegend uit een 2x2-rijbaan. Er zijn geen tellingen gekend over deze verkeersader. De N31 is wel een drukke verkeersas tussen Zeebrugge en Brugge, met veel vrachtverkeer. Voor de ontsluiting van de kazerne werden op de N31 specifieke maatregelen getroffen zodat het in- en uitrijden vlotter verloopt. De rijbaan werd over de ganse lengte van de kazerne versmald van 2x2 naar 2x1 door verhoogde verkeersgeleiders. De verkeersgeleiders werden uitgebreid met afslagstroken. Vanuit de richting Zeebrugge werd een afslagstrook (25 m lengte) voorzien om het terrein op te rijden. Vanaf Lissewege werd eveneens een afslagstrook ter hoogte van de hoofdingang voorzien richting een boerderij die aan de overzijde van de kazerne gelegen is. De beide afslagstroken bevinden zich tussen de verhoogde verkeersgeleiders. Ter hoogte van de hoofdingang werd nog een rechterafslagstrook voorzien voor het verkeer vanuit Lissewege en een weefstrook vanaf de hoofdingang voor verkeer richting Zeebrugge. Beide werden gemarkeerd aangebracht tussen de rijbaan richting Zeebrugge en het gemarkeerde fietspad. Voor het verkeer komende vanuit de kazerne richting Lissewege is de ruimte tussen beide verkeersgeleiders ingericht als een beperkte wachtruimte die kan gebruikt worden om de rijbaan veilig te dwarsen en vervolgens in te voegen. De bestaande neveningang is een noodingang afgesloten door een poort. De ingang bevindt zich aan het meest noordelijke punt van het terrein. Vanuit deze toegang zijn alleen rechts in - rechts uit - bewegingen mogelijk. De verkeersgeleider loopt immers nog Ontsluiting op primaire weg type I In het geval van dit gedeelte van de N31 betreft het de ontsluiting van de haven van Zeebrugge richting Brugge en autosnelwegennet. De inrichtingsprincipes voor een primaire weg gaan uit van de optimalisatie van de verbindende functie. In het kader van de ontsluiting van de kazerne zijn volgende principes van belang: Het herinrichten van bestaande erfontsluitingen. Geen nieuwe toegangen creëren. De afstand tussen aansluitingen is ruim bemeten (min. 3 km). Verkeer wordt geregeld op kruispunten, onge lijkvloers of lichtengeregeld. Eventueel met een rotonde of voorrangswegregeling. Geen rechtstreekse toegang tot particulier terrein. ▪ Verwacht mobiliteitsaanbod Er zouden maximaal ongeveer 22 bedrijven kunnen ondergebracht worden in de voormalige kazerne. Het merendeel daarvan betreft kleine bedrijven. Mobiliteitsverwachting: Werknemers: 3 à 5 per bedrijf - 66 tot 110 werkne mers. Vrachtverkeer: 1,5 bestelwagens per bedrijf - 33 bestelwagens verspreid over de dag. Vermoedelijk heeft het merendeel van het verkeer als bestemming of afkomst Brugge en het autosnelwegennet. De kazerne is overwegend auto-gericht en er mag aangenomen worden dat er maximaal een 100-tal auto’s/bestelwagens tijdens de ochtendspits de kazerne zullen oprijden en tijdens de avondspits zullen wegrijden. Het merendeel komende vanuit of gaande naar Lissewege en verder. Het aanbod vrachtwagens zal beperkt zijn. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 25 ▪ Toekomstige inrichting Het bedrijventerrein zal moeten ontsluiten op de N31. Er zijn geen andere opties naar ontsluiting. In het verleden werden reeds heel wat maatregelen getroffen om de ontsluiting van de kazerne verkeersveilig te maken. De toekomstige inrichting van het terrein dient ervoor te zorgen dat de verwachte mobiliteit van en naar het terrein eveneens op een verkeersveilige manier afgewikkeld wordt. Voor het verder optimaliseren van de doorstroming op de N31 worden nog een aantal bijkomende maatregelen voorgesteld: ▪ Principes Het belangrijkste uitgangspunt voor de geplande ontsluiting van het terrein is dan ook de splitsing van de verkeerstromen naar Zeebrugge en naar Lissewege op het eigen terrein. Dit kan op een tweetal manieren: Een eerste mogelijkheid is de stromen te verdelen over twee ontsluitingen. De zuidelijke aansluiting op de N31 laat daarbij in- en uitgaand verkeer toe richting Lissewege en richting Zeebrugge. De noordelijke ontsluiting op de N31 laat enkel rechts in en rechts uit-bewegingen toe. Een tweede mogelijke oplossing voorziet in een zuidelijke aansluiting vormgegeven als hoofdontsluiting op de N31. De noordelijke ontsluiting wordt daarbij beperkt tot ontsluitingsmogelijkheid voor noodsituaties (zoals voorheen voorzien was). De verkeersstromen komende vanuit het bedrijventerrein worden aan de in/uitgang (bij de hoofdontsluiting) gescheiden zodat de voertuigen richting Zeebrugge niet gehinderd worden door de stroom richting Lissewege. Aangezien het toekomstig bedrijventerrein aansluit op een primaire weg, wordt geopteerd voor de tweede oplossing. De noordelijke nevenontsluiting wordt daarbij beperkt tot noodontsluiting. Deze oplossing sluit aan bij de inrichtingsprincipes van een primaire weg type I, zoals vooropgesteld in het RSV. Bovendien wordt met deze oplossing het gebruik van de bestaande voorzieningen (afslagstrook, weefstrook en wachtruimte) verder geoptimaliseerd. Zone 70 in de omgeving van de ontsluiting duidelijk aangeven. Eventueel waarschuwingsbord(en) voorzien op de N31 richting Lissewege van uitrijdende voertuigen uit de kazerne. Het wegentracé is aangegeven op het inrichtingsplan. De rooilijnbreedtes bedragen min. 12 m teneinde op het openbaar domein voldoende openheid te waarborgen en de nodige ruimte te voorzien voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en andere nutsvoorzieningen. De ontsluiting van het gebied wordt voorzien via interne weginfrastructuur die aansluit op de N31, de Zeebruggelaan. Voor de zuidelijke aansluiting wordt deels gebruik gemaakt van de bestaande toegang tot terrein. De bestaande noordelijke noodtoegang vervalt en wordt vervangen door een nieuw aan te leggen noodontsluiting ter hoogte van het bestaande stookplaatsgebouw. De bedrijven gevestigd op het terrein kunnen enkel ontsluiten via de nieuw aan te leggen weginfrastructuur. Vanuit het streven naar een intensief ruimtegebruik worden, waar mogelijk, meerdere bedrijven ondergebracht in één (bestaand) gebouw. Om al die kleinere bedrijfjes te ontsluiten wordt gebruik gemaakt van semi-publieke ruimtes zoals b.v. tussen de bestaande loodsgebouwen. In deze gebieden situeren zich de toegangen tot verschillende bedrijfsunits en kunnen ook de toeleveringen gebeuren. Afhankelijk van de uiteindelijke invulling van de percelen en gebouwen kunnen meerdere van deze semi-publieke gebieden voorzien worden. Voor de verkeersstromen vanuit Lissewege en vanuit Zeebrugge richting kazerne werden er in het verleden voldoende maatregelen getroffen om deze de kazerne vlot te laten oprijden. Het is wenselijk deze maatregelen te behouden naar de toekomst toe. 26 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i 2. Bufferzones en randafwer king Het bedrijventerrein is omringd door (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied. Een buffer ten opzichte van de open ruimte is wenselijk. De directe westelijke grens van het gebied wordt gevormd door de N31. Bufferen ten opzichte van deze weg is niet noodzakelijk. Omwille van de ‘uithangbord’-functie van het centrale frontgebouw wordt de randbeplanting enkel ter hoogte van dit gebouw volledig onderbroken. De percelen en gebouwen in het westelijk deel van het plangebied liggen op een zichtlocatie ten opzichte van de N31. Bijgevolg is een zekere architecturale kwaliteit van de gebouwen gewenst en is een landschappelijke inkleding en een verantwoorde afwerking van de niet bebouwde delen wenselijk. Ook het oostelijk deel van het terrein is gelegen op een zichtlocatie vanaf de spoorlijn Brugge-Zeebrugge. Ook hier dient een goede beeldkwaliteit nagestreefd te worden. 3. Terreinbeheer Ter garantie van het openbaar karakter wordt de realisatie van het bedrijventerrein toevertrouwd aan de wvi (West-Vlaamse intercommunale, dienstverlenende vereniging). De wvi staat in voor de toewijzing en de verkoop van de gronden. De wvi staat in voor de aanleg van de openbare wegenis en de riolering (gescheiden stelsel). Het beheer ervan wordt overgedragen aan de bevoegde overheid. De zone voor collectieve buffer en de semi-publieke ruimtes worden aangelegd en beheerd door de West-Vlaamse Intercommunale. 4. Invulling van het terrein De implementatie van de hierna beschreven stedenbouwkundige voorschriften is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de terreinbeheerder. Deze zal, bij toewijzing van de gronden of bedrijfs- of kantooroppervlaktes binnen de bestaande gebouwen, dienen te oordelen waar bedrijven kunnen ingeplant worden volgens de vooropgestelde voorschriften. Deze beoordeling zal gezien de complexiteit van de bedrijfseconomische realiteit niet eenvoudig en eenduidig zijn en zal derhalve het voorwerp uitmaken van een zorgvuldige afweging van een aantal factoren en indicatoren. Indicaties voor de terreinbeheerder kunnen daarbij o.m. zijn: De locatie van de huidige activiteiten en het al of niet zonevreemde karakter ervan. De aard van de huidige en geplande activiteiten. De omvang van de huidige en geplande tewerk stelling. De omvang van de huidige en toekomstige inves teringen op korte, middellange en lange termijn. De grootte van het perceel zoals aangegeven in het voorschrift, dat ingevolge de voorwaarden inzake minimale bezettingscoëfficiënt (50%) in directe relatie staat tot de geplande en vereiste bezetting van het perceel. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 27 V oor s c h r i f te n 30 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i Gemeenschappelijke be p a lingen ▪ ▪ Op het bedrijventerrein mogen geen gebouwen of werken hoger dan het spoorpeil opgetrokken worden op minder dan 2,5 m van de vrije rand van de spoorweg. Onder vrije rand verstaat men de onderrand van de ophoging van het spoor. De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds als duurzaam te zijn. De materialen voor de vanaf de openbare weg of spoorlijn zichtbare bouwdelen dienen qua kleur, textuur en schaal de continuïteit van het beeld te ondersteunen. Bepalingen NMBS Daken van stro of ander brandbaar materiaal zijn verboden op minder dan 20 m van de vrije rand. Materialen ▪ Bouwvrije strook Tevens mogen er geen bomen aangeplant worden op een afstand kleiner dan 6 meter van de vrije rand van de spoorweg. Aan de rand van het bedrijventerrein geldt een bouwvrije strook van 10 meter. Binnen deze strook mogen bestaande aanwezige gebouwen behouden blijven. Als rand van het bedrijventerrein geldt eveneens de grens met de spoorzone. Voor wat betreft licht- en zichtopeningen, uitgangen en afvoer van water dienen de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek nageleefd te worden. ▪ Mandelige muren zijn niet toegestaan. De plaatselijke brandweerautoriteiten dienen geraadpleegd te worden. De door hen voorgeschreven maatregelen dienen geëerbiedigd te worden. De grens tussen het bedrijventerrein en het spoorwegdomein dient te bestaan uit een mandichte afsluiting. Het plaatsen, onderhouden en de eventuele vernieuwingskosten van de afsluiting zijn ten laste van de beheerder van het bedrijventerrein. ▪ Bufferen van regenwater Aanvullend op de algemene wetgeving betreffende regenwaterafvoer wordt op het terrein voorzien in een collectieve afvoer en buffering van het regenwater. Hierbij dient rekening gehouden met een capaciteit van 200 m3 per ha verharde oppervlakte. ▪ Constructies in functie van openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen In alle zones voorzien in het plan mogen inrichtingen van openbaar nut zoals infrastructuur in verband met openbare nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, gas, telefoon, RWA, DWA, bewegwijzering,…) opgericht worden voor zover ze niet hinderend zijn voor de bestaande of voorziene omgeving. Bij inrichtingen op de zichtlocaties langs de N31 dient bijkomende aandacht besteed te worden aan het architecturaal voorkomen en de landschappelijke inkleding van de constructies en de invulling van de bijhorende onbebouwde ruimtes. Maatregelen ter brandvoorkoming- en bestrijding ▪ Voorwaarden m.b.t. milieuhygiëne Onverminderd de strikte naleving van de diverse wettelijke bepalingen van toepassing op de inrichtingen en op het vlak van het leefmilieu, kunnen enkel activiteiten worden toegelaten, die zo worden uitgebouwd en ingericht dat de bestemming van de directe omgeving er niet door belast wordt. Als gevolg hiervan zijn bedrijvigheden in de sector afvalverwerking en afvalopslag binnen deze verboden en kunnen enkel die bedrijvigheden woren toegelaten, die inzake hinderaspecten voldoen aan volgende strikte voorwaarden: De bouw, inrichting, inplanting en uitrusting dient zo te gebeuren dat de direkte omgeving in geen geval belast kan worden. Doelmatige akoestische voorzieningen dienen te worden getroffen om de geluidsoverdracht naar de omgeving te beperken en elk overschrijden van het achtergrondgeluidsniveau in de woonomgeving (zowel in open lucht als in bewoonde lokalen) te voorkomen. Stapeling, opslag, verwerking van afvalstoffen in open lucht is verboden. De nodige voorzieningen dienen te worden getrof fen opdat het lozen van afvalwater, op- en overslaan van materialen, goederen en/of vloeistoffen geen aanleiding zou geven tot verontreiniging van de bodem, van het grondwater en/of van oppervlaktewater, en/of tot vervuiling van de omgeving w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 31 en/of gevaar zou betekenen voor het verstoppen van de riolering. Buiten de reglementaire bepalingen dienen brandrisico’s te worden beperkt en tevens dienen de nodige voorzieningen getroffen om bij brand de risico’s en het gevaar voor de buurt tot een minimum te beperken. De inrichtingen, inclusief op- en overslag stapelplaats, dienen visueel afgeschermd te worden door een streekeigen groen. De inrichting dient steeds in goede staat van onderhoud te worden gehouden. De afvalwaterriolering dient aan te sluiten op RWZI. 32 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i Zone 1: Zone voor bedri j v i gheid en KMO 1. Bestemmingsvoorschriften De gronden zijn bestemd voor lokale bedrijvigheid met een beperkte perceelsoppervlakte van max. 5000 m2. Bij wijze van uitzondering kunnen kavels boven deze maximale perceelsoppervlakte worden toegelaten voor te herlocaliseren bedrijven. Het gebied is bestemd als lokaal bedrijventerrein voor de vestiging van: - lokale ambachtelijke niet-milieuhinderlijke bedrij ven; - kleine en middelgrote niet-milieuhinderlijke bedrij ven. In functie van het hergebruik zijn in de bestaande gebouwen ook kantoorachtige activiteiten toegestaan, zoals labo’s, dienstverlenende bedrijven, opleidingsen researchcentra, e.a. Alle mogelijke pomp- en mechanische installaties en ondergrondse ruimten zijn toegestaan onder voorbehoud van goedkeuring door de bevoegde overheid. 2. Inrichtingsvoorschriften ▪ Parkeerplaatsen Voor de bedrijven in de gebouwen aan de N31 en in de bestaande loodsen worden een aantal parkeerplaatsen voorzien in de wegeniszone. De overige bedrijven dienen te voorzien in voldoende parkeerplaatsen voor eigen personeel. Op deze bedrijfskavels dient per 300 m2 overbouwde oppervlakte minstens één parkeerplaats voorzien te worden, met een absoluut minimum van 5 plaatsen per bedrijf. In functie van de behoeften, op basis van de bedrijfsactiviteiten, dienen voldoende bijkomende parkeerplaatsen voorzien te worden, ook voor de bedrijven in de gebouwen aan de N31 en in de bestaande loodsen. Autonome detailhandel is uitgesloten. De bedrijven dienen in te staan voor de eigen behoeften aan laad- en losplaatsen. Huisvesting van bewakingspersoneel of conciërge is toegelaten. Deze dient geïntegreerd te worden in de bedrijfsgebouwen en bedraagt max. 200 m2 vloeroppervlakte. Er is slechts één bedrijfswoning per bedrijf toegestaan. Voor familiale en kleinere bedrijven kan het ook een lid van het kaderpersoneel, de eigenaar of de uitbater zelf zijn die de huisvesting betrekt. De door de bedrijven te realiseren parkings dienen voorzien te worden van hoogstammig groen a rato van 1 hoogstamboom per 5 parkeerplaatsen voor personenwagens en aangelegd te worden in waterdoorlatende (al dan niet kleinschalige) materialen (met uitzondering van laad- en losplaatsen of indien dit nader bepaald wordt door de geldende milieuwetgeving). Ruimte voor ondersteunende bedrijfsactiviteiten zoals kantoorruimte, beperkte verkoopsruimte, bedrijfsrefter, diensten, sanitair, e.a. in functie van de werking van het bedrijf is toegestaan en bedraagt max. 200 m2 vloeroppervlakte. Parkings en toeritten van naastliggende bedrijven kunnen gemeenschappelijk worden aangelegd. De totale vloeroppervlakte voor huisvesting van bewakingspersoneel en ondersteunende bedrijfsactiviteiten samen bedraagt maximaal 50% van de totale bedrijfsoppervlakte en wordt slechts toegestaan indien geïntegreerd in het bedrijfsgebouw. In functie van zuinig ruimtegebruik is het mogelijk bedrijfsverzamelgebouwen te voorzien of bedrijfsgebouwen te koppelen. Voor de ontsluiting van deze gebouwen kunnen semi-publieke (verharde) zones voorzien worden aansluitend aan de zone voor openbare wegenis. Parkeerplaatsen, dienstwegen en niet-overdekte stapelruimten zijn toegestaan. ▪ In- en uitritten De aanleg van de beperkt te houden in- en uitritten binnen de grenzen van het openbaar domein dient, na voorafgaandelijke schriftelijke goedkeuring door de stad, te geschieden met kleinschalige herbruikbare materialen die de aanpalende rijweg niet kunnen bevuilen. In- en uitritten van meerdere bedrijven kunnen gezamenlijk georganiseerd worden. ▪ Verharding De bedrijfskavels mogen volledig verhard worden met uitzondering van de verplichte groenstrook langs de perceelsgrens palend aan de rooilijn. Eventuele semipublieke zones voor de ontsluiting van bedrijfsverzamelgebouwen kunnen volledig verhard worden. De verharding dient te bestaan uit waterdoorlatende ma- w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 33 terialen tenzij door de milieuwetgeving strengere eisen worden gesteld. ▪ Reclame ▪ Reclame-uitingen, al dan niet verlicht, maken het voorwerp uit van een afzonderlijke toelating waarvoor de aanvraag dient gericht tot de bevoegde overheid. De verplichte minimale groenzone die, palend aan de rooilijn van de interne wegenis, aangelegd dient te worden, omvat minimaal 1,5 meter groenstrook, met uitzondering voor gebouwen ten zuiden van de interne ontsluitingslus. De groenstrook dient te bestaan uit ofwel gazon met streekeigen hoogstambomen, ofwel uit streekeigen bodembedekkers, heesters met hoogstambomen. Inzake streekeigen beplanting gelden de bepalingen van de provincie en de visie terzake van de stad Brugge. De wvi staat in voor de opmaak van de gedetailleerde voorschriften voor de aanleg van deze groenstrook. ▪ Verplichte groenzones ▪ Afsluitingen Enkel esthetisch verantwoorde afsluitingen in duurzame materialen of levende hagen zijn toegelaten. Deze afsluitingen zijn maximaal 2,2 meter hoog. Wanneer gekozen wordt om ter hoogte van de rooilijn een afsluiting te voorzien, dan dient deze ingeplant te worden vanaf een afstand van 1,5 meter uit de rooilijn, met uitzondering van de percelen ten zuiden van de interne ontsluitinglus. De voorliggende vrije strook dient ingericht te worden als groenstrook (zie Verplichte groenzones). Onbebouwde ruimten De niet door gebouwen, dienstwegen, groenstroken en uitgeruste parkeerplaatsen ingenomen oppervlaktes dienen op een nette en voor de aanpalende eigenaars niet-hinderende wijze onderhouden te worden. 3. Bebouwingsvoorschriften Een gedetailleerd inrichtingsplan van de onbebouwde ruimte dient bijgevoegd te worden bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Minstens 50% van de in het bedrijfsperceel bebouwbare terreinoppervlakte moet ingenomen worden door de toegelaten constructies, parkeerplaatsen en dienstwegen niet meegerekend. Voor bedrijfspercelen met bestaande en te behouden bebouwing kan de bestaande terreinbezetting gehandhaafd blijven. ▪ Opslag van goederen De opslag van goederen dient maximaal binnen de bedrijfsgebouwen georganiseerd te worden. De opslag buiten de bedrijfsgebouwen kan slechts onder volgende voorwaarden: Het stapelen en opslaan is niet toegelaten in de bufferzones. De opslag mag in geen geval het esthetische aspect van de omgeving schaden, de bedrijven dienen daartoe preventief de passende maatregelen te nemen. De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpa lende bedrijven en de omgeving. De opslag van deze goederen dient afgeschermd te worden door middel van een esthetische en functionele scheiding die dezelfde hoogte heeft als de gestapelde goederen. De maximale hoogte voor het stapelen van goede ren bedraagt 7 meter. Bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dienen de stapelplaatsen in openlucht op plan te worden aangeduid. 34 ▪ Terreinbezetting ▪ Inplanting Gebouwen dienen ingeplant te worden op minimaal 7 meter van de zone voor wegenis, met uitzondering van het nieuw op te richten volume in het zuiden van het plangebied, parallel aan de N31, waar tot op de grens met de zone voor wegenis gebouwd mag worden. De afstand tot semi-publieke zones voor de ontsluiting van bedrijfsverzamelgebouwen kan herleid worden tot 0 meter. Bij de bestaande gebouwen dienen de huidige afstanden tot de zone voor wegenis behouden te blijven, ook bij eventuele herbouw van de volumes. Ten opzichte van de zuidelijk gelegen oost-west georiënteerde wegenis kunnen de gebouwen ten noorden ervan ingeplant worden op 3,5 meter van de grens. Ook ten opzichte van de meest oostelijk gesitueerde weg bedraagt de minimale afstand tot de zone voor wegenis 3,5 meter. Ten opzichte van de zij- en achterperceelsgrenzen dient minimaal 7 meter gevrijwaard te worden, tenzij bij koppelbouw. Op het meest noordoostelijk gesitueerde bedrijfsperceel dient een afstand van 5 meter gevrijwaard te blijven t.o.v. de oostelijke perceelsgrens. In i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i de zone binnen de ontsluitingslus kan voor nieuw op te richten gebouwen de afstand tot de zij- en achterkavelgrens beperkt blijven tot 5 m, tenzij bij koppelbouw waarvoor geen minimale afstand geldt. Indien aan beide zijden van één zijperceelsgrens de bouwvrije strook gebruikt wordt als een gemeenschappelijke toegangsweg tot de bedrijfsgebouwen, kan de bouwvrije strook ter hoogte van de toegangsweg herleidt worden tot 4 meter langsheen de zijperceelsgrens. Bedrijfsgebouwen kunnen gekoppeld worden in noord-zuid richting, analoog met de oriëntatie van de bestaande gebouwen. ▪ Vorm en voorkomen Het architecturaal voorkomen van de gebouwen mag niet hinderend zijn voor de omgeving. Onesthetische constructies en koepelvormige plaatconstructies zijn niet toegelaten. Voor de buitenwanden en de dakbedekking van de constructies zijn helle, of fel met de omgeving contrasterende kleuren niet toegestaan. De kleur van de materialen zal omstandig in de bouwaanvraag worden toegelicht. Bij de bestaande en te behouden gebouwen dient de bestaande stijl (sobere, zakelijke baksteenarchitectuur) behouden te blijven. De ontvangstruimtes, kantoren, verkoopruimten e.d. dienen gericht te zijn naar de in het bedrijventerrein aangelegde openbare wegenis. ▪ Dakvorm Platte of hellende daken zijn toegestaan. Voor de gebouwen aan de N31 zijn enkel platte daken toegestaan. ▪ Bouwhoogte De maximale bouwhoogte bedraagt 2 bouwlagen met een plat of hellend dak. In functie van een kwaliteitsvolle vormgeving en/of accenten kan voor beperkte oppervlakten, palend aan de wegenis, een hogere bouwhoogte worden toegestaan. Technische voorzieningen zoals liftkoker, airco, schoorstenen, e.a. kunnen afwijken van de maximaal toegelaten bouwhoogtes, mits deze niet opvallend waarneembaar zijn vanaf het openbaar domein. Bij gekoppelde constructies dient op de gemeenschappelijke perceelsgrens eenzelfde profiel te worden aangehouden zodanig dat er een harmonieuze overgang tussen de bedrijfsgebouwen is. Bij de gebouwen opgericht aan een zichtlocatie langs de N31 of de spoorlijn dient bijkomende aandacht te worden besteed aan het architecturaal voorkomen en de landschappelijke inkleding van het gebouw en de invulling van de onbebouwde ruimtes. Deze bedrijfsgebouwen alsook de landschappelijke inkleding en de groenaanleg dienen van een hoogwaardige kwaliteit te zijn. De gebouwen en de constructies zullen van een architecturale meerwaarde getuigen. De aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient hieromtrent de nodige informatie en visuele toelichting ter verschaffen. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 35 Illustratie van de bebouwbare terreinoppervlakte (kavel- en gebouwindeling indicatief) - schaal 1/1000 36 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i Zone 2: Zone voor colle c ti e ve buffer 1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor groenbuffer met openbaar karakter. De breedte van de bufferstrook is aangegeven op het inrichtingsplan. Deze zone dient integraal te worden beplant en deskundig aangelegd en gehandhaafd te worden met een dicht en gesloten beplanting van laag- en hoogstammig streekeigen en functioneel groen. Z on e 3 : Z on e v oo r s p oor w e g 1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd als reservatiestrook voor de aanleg van spoorlijn 51A door de NMBS. Deze zone dient in afwachting van de realisatie van de spoorlijn aangelegd en gehandhaafd te worden. De bestaande beplanting van laag- en hoogstammig functioneel groen kan behouden blijven. 2. Inrichtingsvoorschriften 2. Inrichtingsvoorschriften Per 750 m2 te bebouwen en/of te verharden bedrijfsoppervlakte dient in de zone voor collectieve buffer 1 hoogstammige, streekeigen boom aangeplant te worden. Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, goederen, afval en dergelijke verboden. Binnen deze zone zijn alle vormen van verhardingen en toeritten voor het mechanisch verkeer verboden tenzij in functie van brandveiligheid, onderhoud of openbare nutsvoorzieningen. Binnen de bufferstrook zijn infrastructuren en voorzieningen i.f.v. waterafvoer en -beheer toegestaan. Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, goederen, afval en dergelijke verboden. Alle vormen van verhardingen en toeritten voor het mechanisch verkeer zijn eveneens verboden tenzij in functie van onderhoud. Z on e 4 : Z on e v oo r op e n b a r e wegenis 1. Bestemmingsvoorschriften Zone bestemd voor openbare wegenis en de daarbij horende vrij ruimte en voorzieningen. Het wegentracé is aangegeven op het inrichtingsplan. 2. Inrichtingsvoorschriften De breedte van het openbaar domein tussen de rooilijnen bedraagt minimaal 12 meter. Voor de wegenis wordt een rooilijnplan opgemaakt. w v i | i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 37 38 i n r i c h t i n g s p l a n K a z e r n e L i s s e w e g e 10 n o v . ‘ 0 6 | w v i Bestemmingsvoorschriften Legende bestemmingsplan BESTEMMING Onderlegger Dit gebied is bestemd als lokaal bedrijventerrein voor de vestiging van: - lokale ambachtelijke niet-milieuhinderlijke bedrijven; - kleine en middelgrote niet-milieuhinderlijke bedrijven. gebouw boom-struikgroep vijver wegenis Ten behoeve van deze bestemming mogen nijverheidsgebouwen, werkplaatsen en stapelplaatsen 5 waterloop opgericht worden. In functie van hergebruik zijn naast bovenvermelde bestemming in de bestaande gebouwen ook kantoorachtige activiteiten toegelaten, zoals labo’s, dienstverlenende bedrijven, opleidings- en researchcentra, e.d. hoogtelijn zichtbare perceelsgrens boom, bomenrij gemeentegrens paal gracht spoor pad 23 talud Autonome detailhandel wordt uitgesloten. vijver paal veelhoeksnet hoogspanningslijn Gentegreerd in de bedrijfsgebouwen is eveneens huisvesting voor bewakingspersoneel en ondersteunende bedrijfsactiviteiten mogelijk (zoals kantoorruimte, beperkte verkoopsruimte, bedrijfsrefter, diensten en sanitaire ruimte ten behoeve van de bedrijvigheid). Huisvesting voor bewakingspersoneel en verkoopsruimte mogen elk een totale vloeroppervlakte Zonegrenzen hebben van max. 200 m†, mogen samen niet meer bedragen dan de helft van de totale Grens van het plan bedrijfsvloeroppervlakte en kunnen slechts worden toegelaten indien ze gentegreerd zijn in het bedrijfsgebouw. Er kan slechts ØØn bedrijfswoning per bedrijf toegestaan worden. De met aangeduide delen worden gereserveerd voor aan te leggen spoorwegen. INRICHTINGSPLAN De beheerder van het terrein maakt een inrichtingsplan op dat de nadere invulling en detaillering van dit gebied vastlegt (zoals bufferzones, wegenis, bouwvrije zones,...) waarbij rekening moet gehouden worden met volgende principes: - het bestaande gebouwenpatrimonium dient zoveel mogelijk hergebruikt te worden; - de maximale bouwhoogte bedraagt 2 bouwlagen met een plat of hellend dak. In functie van een kwaliteitsvolle vormgeving en/of accenten kan voor beperkte oppervlakten een hogere bouwhoogte worden toegelaten; - de maximale kavelgrootte per bedrijf bedraagt 5.000 m†. Voor te herlokaliseren bedrijven kan hierop eventueel een uitzondering toegelaten worden; - rooilijnbreedtes van 12m handhaven; - aan de rand van het lokaal bedrijventerrein geldt een bouwvrije strook van 10 meter, met Goedkeuring aanduiding van verharde en onverharde oppervlaktes. De bestaande aanwezige gebouwen mogen behouden blijven; ADMINISTRATIE RUIMTELIJKE ORDENING, HUISVESTING EN - mobiliteitsproblemen te wijten aan het lokaal bedrijventerrein worden op het lokaal MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN (AROHM) - hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd; - er moet rekening gehouden worden met milieuvoorschriften opgelegd door dienst Leefmilieu; - voor de wegenis dient een rooilijnplan cf. de procedure opgemaakt te worden. bedrijventerrein zelf opgelost; Mij bekend om gevoegd te worden bij het besluit van heden Nr. RP 990/31005/1790 Brussel , 7 april 2006 De Vlaamse minister van Financiºn en Begroting en Ruimtelijke Ordening Het inrichtingsplan is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke (get.) Dirk VAN MECHELEN ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. Het inrichtingsplan wordt bij de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning toegevoegd. Verschenen in het Belgisch Staatsblad van 25 april 2006 STAD BRUGGE DIRO Dienst Urbanisatie N Bpa Kazerne Lissewege cf. art. 15 decreet 22.10.1996 en latere wijzigingen BPA nummer planbeschrijving plannummer Bestemmingsplan 2.1 E.A. ir. Hoofd van Dienst ZEEBRUGGELAAN Geviseerd door: 170 Voorgesteld door: ir. Hugo Du Laing Ans Vanhevel - Ruimtelijk planner Opgemaakt door: Hoofdingenieur-Directeur Paul Ameel Getekend door: ir. J. GORISSEN Voorlopig aanvaard in de Gemeenteraad van Brugge in zitting van 6 september 2005 Namens Johan COENS, De Burgemeester Stadssecretaris i.o. de Bureauchef M-J. BOELS P. MOENAERT De Burgemeester Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het Gemeentehuis werd neergelegd van Namens 11 oktober 2005 tot 10 november 2005 Johan COENS, Stadssecretaris i.o. de Bureauchef P. MOENAERT M-J. BOELS De Burgemeester Definitief aanvaard in de Gemeenteraad van Brugge in zitting van 20 december 2005 Namens Johan COENS, Stadssecretaris i.o. de Bureauchef M-J. BOELS Bpa Kazerne Lissewege P. MOENAERT schaal 1/1000 DATUM : 2 augustus 2005 SCHAAL 1/1000 FILE : b170bpa DOSSIER U 170 INDEX Algemene verkoopvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften – percelen bedrijfsverzamelgebouw Rademakers te Lissewege Verkoopvoorwaarden als bijlage aan te hechten aan de verkoopakte van: Verkoop wvi/ HOOFDSTUK I: ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN Artikel 1 Het goed wordt verkocht voor vrij en onbelast, in de staat waarin het zich thans bevindt, wel gekend door de kopers, met alle actieve en passieve, zichtbare en verborgen erfdienstbaarheden waarmede het bezwaard is, zonder enige waarborg omtrent de juistheid van de hierboven uitgedrukte oppervlakte, ook al is het verschil groter dan één/twintigste. Artikel 2 De kopers krijgen de volle eigendom, het genot en het gebruik van het bij deze overeenkomst verkochte goed te rekenen vanaf het verlijden van de authentieke akte, en zij zullen vanaf dan ook alle welk danige belastingen en taksen met betrekking tot dit goed dragen. De verkoper verklaart dat het bij deze overeenkomst verkochte goed vrij van gebruik is. Artikel 3 Uitrusting a) Zijn begrepen in de verkoopprijs: de algemene terrein uitrustingswerken, zoals bepaald door de wvi, nl: De uitrusting zoals voorzien bij de initiële aanleg van het terrein, namelijk: o infrastructuurwerken: openbare wegenis gescheiden rioleringsstelsel collectief waterbufferbekken o openbare nutsvoorzieningen volgens plan in bijlage 1: openbare verlichting ICS net lage druk en middendruk gas LS net en HS net VMW leiding (diameter 150, voeding via diameter 80) o groenvoorziening (zie hoofdstuk IV, artikel 2) o interne bewegwijzering (zie hoofdstuk IV, artikel 3) Voor zover deze voorzieningen nog niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd op het ogenblik van deze verkoop, verbindt wvi er zich toe, naar best vermogen, deze zo spoedig als mogelijk uit te voeren of af te werken, zonder daarvoor in schadevergoeding te kunnen worden aangesproken, tenzij in geval van kennelijk onverantwoord verzuim van de wvi. b) Zijn niet inbegrepen in de verkoopprijs: kosten voor aansluiting op de aanwezige of voorziene uitrusting, ook al dient een gedeelte van de aansluitingen in het openbaar domein of via onderboring van het wegdek te gebeuren; kosten voor aanleg van andere infrastructuurwerken of nutsvoorzieningen dan deze opgesomd in a) hiervoor of van uitrustingen voor de algemene eerste uitrusting met andere capaciteit of vermogen dan deze voorzien door de wvi (zoals voor aansluiting op het elektriciteitsnet of communicatienetwerken); kosten voor infrastructuurwerken en voorzieningen op privaat terrein; 2 BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI kosten voor het verplaatsen van hogergenoemde installaties van openbare nutsvoorzieningen zoals openbare verlichtingspalen (de kopers dienen bij de aanleg en de inrichting van het bij deze overeenkomst verkochte goed rekening te houden met de bestaande openbare nutsinstallaties). Voor verplaatsing van openbare nutsinstallaties zullen de kopers zich dienen te richten tot de betrokken nutsvoorzieningsmaatschappijen. De kosten van een eventuele verplaatsing van een openbare nutsinstallatie zullen uitsluitend en volledig ten laste zijn van de kopers. c) De aanleg van alle infrastructuurwerken en openbare nutsvoorzieningen zal - voor zover noodzakelijk - mogen geschieden op het bij deze overeenkomst verkochte goed op een strook die een breedte van vijf meter vanaf de rooilijn niet zal mogen overschrijden. De kopers zijn ertoe gehouden de uitvoering van deze werken te gedogen zonder dat zij uit dien hoofde aanspraak kunnen maken op enige welkdanige vergoeding ten laste van wie ook voor het tijdelijk gebruik van de omschreven vijf meter brede strook. Zij verbinden er zich toe de uitvoering van die werken niet te hinderen, wat o.m. inhoudt dat zij binnen de omschreven vijf meter brede strook, behalve de nodige aansluitingen op de nutsvoorzieningen, geen boven noch ondergrondse hindernissen, zoals kamers voor watermeters, riool- en regenputten, benzine- en stookolietanks, pompeilanden, benzinepompen, buisleidingen of welkdanige constructies ook, aanbrengen. Eventuele hindernissen zullen binnen de 48 uren, te rekenen van de eerste werkdag van de afgifte van een ter post aangetekende ingebrekestelling, door de koper verwijderd worden bij gebreke waarvan de wvi onherroepelijk gemachtigd wordt zelf de hindernissen weg te ruimen of te laten wegruimen op kosten van de koper, die bovendien aan de wvi een forfaitaire en onherleidbare schadevergoeding verschuldigd zal zijn van € 300,00 per dag dat de koper in gebreke blijft de hindernissen weg te nemen en/of de wvi voor de wegruiming ervan moet instaan. d) Behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst valt de aanleg en het onderhoud van de strook tussen de rooilijn en het rijvak ten laste van de kopers. Artikel 4 4.1. Economische activiteiten Het ter beschikking stellen van gebouwen en constructies aan derden, voor zover de activiteiten in overeenstemming zijn met de voorschriften van het RUP. De economische activiteit die de bedrijven zullen uitoefenen in de modules dienen conform te zijn met de geldende voorschriften van het RUP . Artikel 5 Terugkooprecht 5.1 In geval de koper en/of zijn algemene en/of zijn door de wvi vooraf toegelaten (bijzondere) rechtsopvolger(s): a) de volledige grond en de opstallen dan wel een substantieel deel van de grond gedurende meer dan twee jaar niet gebruikt of voor een andere bedrijvigheid gebruikt dan voor de bedrijvigheid vermeld in artikel 4.1.; b) voor de volledige grond dan wel voor een substantieel deel van de grond de onderhavige voorwaarden van gebruik niet naleeft; c) de sectorale regelgeving schendt die op hem van toepassing is, en als daardoor ernstige hinder voor de overige bedrijven van het bedrijventerrein wordt veroorzaakt, waardoor een normaal beheer van het bedrijventerrein niet meer mogelijk is; WVI - BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 3 dan zal de wvi of haar rechtsopvolger of de gemeente op wiens grondgebied het goed zich bevindt, de bij deze verkochte goederen overeenkomstig art. 26 en volgende van het Decreet Ruimtelijke Economie van 13 juli 2012 kunnen terugkopen in de hierna gestelde voorwaarden. Nadat wvi of haar rechtsopvolger één van de hierboven vermelde schendingen heeft vastgesteld zal zij bij aangetekende brief de koper en/of zijn algemene en/of zijn door de wvi vooraf toegelaten (bijzondere) rechtsopvolger(s) uiterlijk binnen een periode van tien jaar nadat ze kennis heeft gekregen van een feit dat haar toelaat de terugkoop te vorderen, aanmanen deze binnen één jaar op definitieve wijze ongedaan te maken. Als wvi of haar rechtsopvolger vaststelt dat er na het verstrijken van de termijn van één jaar, vermeld in het eerste lid, nog altijd of opnieuw sprake is van een schending van de verplichtingen zal zij tot de terugkoop kunnen overgaan, uiterlijk binnen de termijn van één jaar. 5.2. De terugkoop van de grond zal gebeuren tegen de prijs van de eerste verkoop, aangepast aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen. Als voordien reeds een verkoop werd toegestaan door wvi, zal de terugkoop plaatsvinden tegen de prijs van de laatste verkoop waarvoor toestemming gegeven werd, aangepast aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen. De opstallen, met uitzondering van het materieel en de outillage die de gebruiker toebehoren en op de grond zijn gelegen, worden teruggekocht tegen de venale waarde van die opstallen op het moment van de terugkoop. De venale waarde van de opstallen wordt bepaald door een expert-schatter. Die wordt in onderling overleg aangewezen door de wvi en door de eigenaar van de opstallen. Als beiden het niet eens raken, wijzen ze elk een expert-schatter aan. Die expert-schatters zullen in onderling overleg een derde expert-schatter aanwijzen en gezamenlijk de venale waarde vaststellen. Alle kosten van de vaststelling van de venale waarde worden gedragen door de eigenaar van de opstallen. Alle betrokkenen zijn ertoe gehouden de nodige medewerking te verlenen om de venale waarde vast te stellen. Daarnaast zal de wvi eveneens de eventuele kosten van opmeting en de kosten van het verlijden van de akte ten laste nemen. 5.3. De wvi zal het terugkooprecht ook kunnen uitoefenen voor een gedeelte van de oorspronkelijk verkochte gronden, meer bepaald de niet benutte gronden of de gronden waarvoor de gebruiksvoorwaarden niet worden nageleefd. Zij zal daarvan de afsplitsing kunnen vorderen. 5.4. Voor het geval de wvi zou gebruik maken van het hierbij bedongen recht van terugkoop, verbindt de wvi zich tegenover de kredietinstellingen die kredieten zouden hebben toegestaan, met als waarborg een hypothecaire inschrijving op het aangekochte goed, aan deze kredietinstellingen de sommen te betalen die hen door de koper(s) in deze zouden verschuldigd zijn, en dit tot beloop van de koopsom door de wvi te betalen voor de terugkoop. Er wordt uitdrukkelijk bedongen dat geen afbreuk kan gedaan worden aan de wettelijke voorschriften die de prioriteit van bevoorrechte of hypothecaire schuldvorderingen regelen. De hoger bepaalde door wvi verschuldigde terugkoopprijs zal slechts betaalbaar zijn op het ogenblik dat wvi een bodemattest heeft bekomen waaruit blijkt dat er geen gegevens beschikbaar zijn met betrekking tot het bij deze overeenkomst verkochte goed of dat dit goed niet is opgenomen in het register van verontreinigde gronden. 5. 5. Indien het bij deze overeenkomst verkochte goed evenwel een risico-grond vormt in de zin van de toepasselijke regelgeving, op heden het bodemdecreet van 27 oktober 2006, 4 BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI zal wvi een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren op dit goed door een erkende bodemsaneringsdeskundige. Wvi zal hiertoe onverwijld opdracht geven na de beslissing tot uitoefening van het terugkooprecht. Indien OVAM, op grond van het uitgevoerde oriënterend bodemonderzoek van oordeel is dat niet moet worden overgegaan tot een bodemsanering van het bij deze overeenkomst verkochte goed, dan zal de hoger bepaalde door wvi verschuldigde vergoeding verminderd worden met de kosten die wvi heeft moeten dragen voor het uitvoeren van het oriënterend bodemonderzoek, waarna het aldus bekomen bedrag aan de kopers en/of kredietinstelling zal worden betaald. Indien OVAM, daarentegen, op grond van het uitgevoerde oriënterend en desgevallend beschrijvend bodemonderzoek, van oordeel is dat wvi dient over te gaan tot een bodemsanering van het bij deze overeenkomst verkochte goed, dan zal de hoger bepaalde verschuldigde terugkoopprijs in bewaring worden gegeven bij de Deposito- en Consignatiekas. Wvi zal deze vergoeding kunnen aanwenden voor de financiering van alle kosten verbonden aan het uitvoeren van het bodemonderzoek en van de bodemsanering, mits voorlegging van de betreffende facturen. Nadat alle door OVAM in het kader van de bodemsanering bevolen maatregelen zullen uitgevoerd zijn, zal in voorkomend geval het saldo van deze vergoeding aan de kopers of hun rechtsverkrijger(s) / rechtsopvolger(s) en/of kredietinstelling worden betaald. In het geval deze vergoeding niet alle kosten verbonden aan het uitvoeren van het bodemonderzoek en van de bodemsanering dekt, zal de koper of zijn rechtsopvolgers het verschil tussen beide bedragen aan wvi verschuldigd zijn. De kopers of hun rechtsverkrijger(s) zal/zullen dit verschil op eerste verzoek aan wvi betalen, mits voorlegging van de nodige rechtvaardigingsstukken. Artikel 6 Doorverkoop 6.1.1. Het is de kopers of hun rechtsverkrijger(s) of rechtsopvolger(s) niet toegelaten om zonder het voorafgaand schriftelijk akkoord van wvi, het bij deze overeenkomst verkochte goed met inbegrip van de erop opgerichte gebouwen en opstallen, geheel of gedeeltelijk te verkopen of over te dragen om niet of onder bezwarende titel, er gebruiks- of genotsrechten op toe te kennen of het te bezwaren met om het even welk zakelijk recht of te verzaken aan het recht van natrekking zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de wvi en de gemeente op wiens grondgebied het goed zich bevindt. De toestemming wordt gevraagd bij aangetekende brief waarbij minstens het ontwerp van akte en de omschrijving van de economische activiteit die op het goed zal worden uitgeoefend, worden gevoegd. De wvi of de gemeente deelt haar beslissing mee binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum dat ze het verzoek om de voorafgaande toestemming heeft ontvangen. Als binnen de termijn de beslissing niet is meegedeeld, wordt de toestemming geacht verleend te zijn onder de voorwaarden van artikel 6.1.2. hierna. Deze toestemming zal niet kunnen geweigerd worden voor zover de geplande activiteit van de kopers, rechtsverkrijgers of medecontractanten beantwoorden aan de bepaling van artikel 4.1. 6.1.2. Indien de akte, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op een zakelijk recht moet zij alle vermeldingen bevatten opgenomen in de artikelen 4 en 5 van deze overeenkomst. Zij dient eveneens een beding in te houden dat de rechtsopvolgers, rechtsverkrijgers of medecontractanten, perfect kennis hebben van de algemene verkoopvoorwaarden vervat in dit hoofdstuk I, van de stedenbouwkundige voorschriften vervat in hoofdstuk II, van de verkoopvoorwaarden en van de bepalingen vervat in hoofdstuk III & IV van de verkoopvoorwaarden, en van de bepalingen inzake CO2 neutraliteit van WVI - BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 5 hoofdstuk V van de verkoopvoorwaarden, dat – in voorkomend geval – zij volledig gesubrogeerd worden in alle daaruit voortvloeiende rechten en plichten, dat zij zich verbinden tot een stipte en integrale uitvoering ervan en dat zij op hun beurt deze verkoopvoorwaarden integraal zullen opleggen aan de partijen met wie zij contracteren, hun rechtsopvolgers en rechtsverkrijgers ten welke titel ook. Indien de akte, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op de vestiging van een persoonlijk genotsrecht, zal zij verplicht inhouden: de overname van art. 31 van het decreet ruimtelijke economie van 13 juli 2012, dat bepaalt: “Als de gronden of daarop opgerichte opstallen ter beschikking gesteld worden aan andere gebruikers door huur, of andere vergelijkbare persoonlijke gebruiks- of genotsrechten, moet in de overeenkomst waarbij het gebruiks- of genotsrecht aan de gebruiker wordt verleend, worden voorzien in : 1° de verplichting van de gebruiker om de gronden en opstallen aan te wenden voor de in de voorafgaande akten omschreven economische bedrijvigheid; 2° de algemene voorwaarden voor het gebruik; 3° eventueel de verplichting om over te gaan tot de bebouwing en exploitatie van het terrein of opstallen en de termijn waarin die verplichtingen gerealiseerd moeten worden; 4° een verwijzing naar dit artikel; 5° een overname van het bepaalde in artikel 33. De eigenaar of titularis van het recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik, die de gronden of de daarop opgerichte opstallen ter beschikking heeft gesteld, draagt de verantwoordelijkheid voor het naleven door de gebruiker van de vereisten, vermeld in het eerste lid. Hij kan zich niet beroepen op de nalatigheden van de gebruikers om zich tegen de uitoefening van het recht van terugkoop of het recht van wederovername te verzetten. Het recht van terugkoop of recht van wederovername kan bij de uitoefening door de begunstigde ervan beperkt worden tot het perceel van de nalatige gebruiker.”; een overname van art. 33 van dat decreet, dat bepaalt: “De gebruiks- of genotsrechten die door de eigenaar of door de houder van het recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik aan derden zijn toegekend, nemen bij de uitoefening van het recht van terugkoop of van het recht van wederovername van rechtswege een einde zonder dat daarvoor vanwege de begunstigde van het recht van terugkoop of van het recht van wederovername een vergoeding verschuldigd is. De begunstigde van het recht van terugkoop of van het recht van wederovername die het recht uitoefent, kan evenwel beslissen om de gebruiks- of genotsrechten te handhaven die door de eigenaar of door de houder van het recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik toegekend zijn.”; dat de gronden en opstallen moeten aangewend worden voor de in de vooraf aan de akten omschreven economische activiteit en overeenkomstig de algemene voorwaarden voor het gebruik, waarvan de doorkoper verklaart kennis te hebben ze te zullen naleven en dat hij/zij op hun beurt deze 6 BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI verkoopvoorwaarden integraal zullen opleggen aan de partijen met wie zij contracteren, hun rechtsopvolgers en rechtsverkrijgers ten welke titel ook. Artikel 7 Voorkooprecht 7.1. In geval van verkoop, geheel of gedeeltelijk, vrijwillig of gerechtelijk ingevolge uitvoerend beslag, van het te dezen verkochte goed, zal de wvi een recht van voorkoop hebben. 7.2. In geval van vrijwillige onderhandse verkoop verbinden de kopers zich ertoe wvi bij aangetekend schrijven met ontvangstmelding te informeren over de prijs en de andere voorwaarden waaraan de derde bereid is dit (deel van het) goed te kopen. Wvi zal haar recht van voorkoop moeten uitoefenen binnen de 30 werkdagen na ontvangst van het voormeld aangetekend schrijven bij middel van een ter post aangetekende brief, in welk geval de verkoop overeenkomstig art. 1583 BW tussen de partijen voltrokken zal zijn van zodra de aanvaarding van de wvi ter kennis is gekomen van de koper of zijn aangestelde notaris. Is het aanbod binnen die termijn niet aanvaard, dan mag de koper het goed niet uit de hand tegen een lagere prijs of gunstiger voorwaarden aan een derde verkopen zonder instemming van de wvi. Na verloop van een termijn van één jaar na het aanbod mag het goed niet uit de hand worden verkocht, zelfs niet onder de voorwaarden bepaald in het vorige lid, zonder dat aan de wvi een nieuw aanbod wordt gedaan. De instrumenterende ambtenaar die een akte van verkoop uit de hand aan iemand anders dan aan de wvi heeft verleden moet van de prijs en de voorwaarden daarvan aan de wvi kennis geven binnen één maand na de registratie. 7.3. In geval van vrijwillige of gedwongen openbare verkoop zal gehandeld worden als bepaald in art. 48.2. van de landpachtwet of de eventuele toekomstige wijziging ervan. 7.4. In geval van verkoop met miskenning van de rechten van voorkoop van de wvi heeft deze het recht, ofwel in de plaats gesteld te worden van de koper, ofwel van de verkoper een schadevergoeding te eisen ten bedrage van 25 pct. van de verkoopprijs. De wvi zal haar optierecht moeten uitoefenen overeenkomstig de voorwaarden, vormen en termijnen als bepaald in art. 51, tweede t.e.m. zesde lid van de landpachtwet of de eventuele toekomstige wijzigingen ervan. Artikel 8 Dwangsom Bij niet-naleving van de voorwaarden tot gebruik opgenomen in deze overeenkomst, zijnde onder meer doch niet beperkt tot: - het niet aanvangen en/of voltooien van de bouw- en uitrustingswerken binnen de termijnen, zoals voorzien in artikel 4 van hoofdstuk I van deze verkoopvoorwaarden; - het niet aanvangen van de economische activiteit(en) binnen de termijnen zoals bepaald in artikel 4 van hoofdstuk I van deze verkoopvoorwaarden; - de staking van de economische activiteiten; - de overschrijding van de gestelde maximum grondinname bij het oprichten van de ééngezinswoning bedoeld in artikel 8 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden; WVI - BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 7 - - - de oprichting van de ééngezinswoning bedoeld in artikel 8 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden zonder voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van wvi; de niet naleving van bezettingscoëfficiënten zoals bepaald in artikel 4 van hoofdstuk I van deze verkoopvoorwaarden; de niet naleving van de minimale achteruitbouwstroken zoals bepaald in artikel 3 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden; het niet aanleggen en het niet behouden van de opgelegde parkeerplaatsen en groenzones zoals bepaald in de artikelen 4 en 5 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden; het niet onderhouden van de op het bij deze overeenkomst verkochte goed aan te leggen groenzones zoals bepaald in artikel 4 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden het niet naleven van de voorwaarden omtrent de CO2-neutraliteit opgenomen in hoofdstuk V van de verkoopvoorwaarden kan een dwangsom van 125,- euro per dag overtreding, te rekenen vanaf de ingebrekestelling bij aangetekend schrijven, ten voordele van wvi gevorderd worden. Onderhavige sanctie sluit de toepassing van het recht van terugkoop bedoeld in artikel 5 van hoofdstuk I van deze verkoopvoorwaarden niet uit. Artikel 9 Al de kosten van onderhavige overeenkomst zijn voor rekening van de kopers, evenals deze van de zogenaamde “levering van het goed”, zoals de opmetingskosten van de gronden en van de stedenbouwkundige inlichtingen. 8 BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI HOOFDSTUK II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN1 Artikel 1 Voorafgaande bepaling – Stedenbouwkundige voorschriften De bijzondere stedenbouwkundige voorschriften van toepassing op Lissewege Kazerne zijn vastgelegd in het Inrichtingsplan Kazerne Lissewege dd. 10 november 2006, bijgevoegd in bijlage en integraal deel uitmakend van onderhavige verkoopsvoorwaarden. Artikel 2 Bezettingscoëfficiënt Minstens 25% van de per deze overeenkomst aangekochte terreinoppervlakte moet bebouwd worden met bedrijfsgebouwen. Minstens 50% van de per deze overeenkomst aangekochte terreinoppervlakte moet bebouwd worden met naast bedrijfsgebouwen, andere constructies, niet overdekte stapelplaatsen, parkeerplaatsen en dienstwegen. Om in aanmerking te komen voor deze minimale bebouwingsvereiste dienen verhardingen aan volgende voorwaarden te voldoen: 1. ze dienen functioneel noodzakelijk te zijn voor de in dit artikel vermelde economische activiteit(en) 2. ze dienen aangelegd te worden in een materiaal dat geen stofvorming geeft voor de omgeving (onder meer en bij wijze van voorbeeld: dolomietverharding, grasdalen, kws, beton, klinkers, …) 3. ze dienen vergunningplichtig te zijn (dus niet uitvoering in steenslagverharding, ….). Bij in de tijd gefaseerde bebouwing van het aangekochte goed moet iedere fase derwijze ingeplant worden dat het onbebouwde gedeelte bruikbaar blijft als autonoom bouwperceel dat op een volwaardige manier ontsloten is naar de openbare infrastructuur (wegenis, rioleringen, nutsvoorzieningen). Een toegangsstrook van 8 meter breedte is hierbij een minimum vereiste. Artikel 3. Vorm, voorkomen en inplanting der bedrijfs- en andere gebouwen Vorm en voorkomen Dakconstructie stevig genoeg om zonnepanelen te dragen tenzij zonnepanelen geïntegreerd worden in de dakbedekking. Zorg voor zo weinig mogelijk beschaduwing van uw eigen dak en het dan van uw buur door schoorstenen of andere constructies 1 Onderhavige stedenbouwkundige voorschriften kunnen steeds aangevuld worden met of vervangen worden door strengere bepalingen van de overheid. WVI - BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 9 HOOFDSTUK III: DIVERSE BEPALINGEN 2 Artikel 1. Maatregelen ter brandvoorkoming en brandbestrijding De plaatselijke brandweerautoriteiten dienen geraadpleegd en de door hen voorgeschreven maatregelen moeten geëerbiedigd worden. Artikel 2. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Vooraleer de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning langs het gemeentebestuur in te dienen verbinden de kopers er zich toe de bouwplannen en het groenplan, gegevens van de technische installaties (verwarming, koeling, ventilatie en verlichting) voor te leggen, zodat wvi de plannen kan toetsen op de principes van energiezuinig bouwen zie ook artikel 4 onder hoofdstuk V. Artikel 3. Aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel De kopers zijn gehouden de nodige lozingsvergunningen aan te vragen bij de bevoegde overheid. In elk geval is het de kopers uitdrukkelijk verboden in de riolen te lozen alles wat van aard kan zijn om de riolen te beschadigen of de goede werking ervan te belemmeren. Het herstel van de schade voortvloeiend uit overtreding van dit verbod zal ten laste gelegd worden van de kopers. Het bedrijventerrein is uitgerust met een dubbel rioleringsstelsel voor de gescheiden afvoer van het afvalwater enerzijds en het regenwater anderzijds. De kopers dienen het afvalwater en het regenwater volstrekt gescheiden op te vangen en af te voeren naar het openbare rioleringsstelsel. De afvoer van het regenwater dient aangesloten op de regenwaterriool of een daartoe aangeduide open gracht. Wat de afvoer van hun bedrijfsafvalwater betreft, dienen de kopers zich te schikken naar de toepasselijke regelgeving terzake. Voorafgaand aan de uitvoering dienen de kopers hun ontwerpplan van de organisatie van de gescheiden afvoer ter goedkeuring over te maken aan de bevoegde diensten van de stad of gemeente, samen met zijn aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning. De bevoegde diensten kunnen daarbij opleggen dat de kopers hun regenwater op hun perceel dient te bufferen voorafgaand aan de afvoer naar het openbaar rioleringsstelsel. Zij dienen de richtlijnen die hen door de bevoegde diensten worden opgelegd strikt na te leven. Het is de kopers verboden een effectieve aansluiting op het openbare rioleringsstelsel uit te voeren zonder uitdrukkelijke toelating van de bevoegde stads- of gemeentediensten. De kopers zullen deze diensten tijdig van zijn plannen op de hoogte brengen teneinde hen toe te laten ofwel de aansluiting zelf uit te voeren ofwel het nodige toezicht te organiseren. Verkeerde of onvakkundige aansluitingen dienen op eerste verzoek van wvi of de bevoegde overheid binnen de 30 dagen door de kopers, op eigen kosten hersteld, aangepast of volledig heruitgevoerd te worden. Indien de kopers in gebreke blijven zal wvi of de bevoegde overheid, zonder bijkomende ingebrekestelling zelf de noodzakelijke werken kunnen uitvoeren en dit voor rekening en op kosten van de kopers. De kopers zijn volledig en hoofdelijk aansprakelijk, voor alle directe en indirecte schade die voortvloeit uit een verkeerde of onvakkundige aansluiting van hun private afvoer op het openbaar rioleringsstelsel, behoudens wanneer zij kunnen bewijzen dat zij gehandeld 2 10 Onderhavige voorschriften kunnen steeds aangevuld worden met of vervangen worden door strengere bepalingen van de overheid. BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI hebben in volledige overeenstemming met de expliciete adviezen of richtlijnen die hen terzake door de bevoegde besturen werden verstrekt. Indien de kopers overgaan tot eigen zuivering van zijn proces- of afvalwater zullen zij hiertoe voorafgaandelijk de vereiste lozingsvergunningen aanvragen. Wvi kan nooit verantwoordelijk gesteld worden voor het gevolg dat door de bevoegde besturen aan deze aanvraag wordt verleend. WVI - BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 11 HOOFDSTUK IV: PARKMANAGEMENT3 Artikel 1 Parkmanagement is het continu op peil houden van de kwaliteit van het vestigingsmilieu op het bedrijventerrein. Er dient daarbij rekening gehouden te worden met de dynamiek in de omgeving, de veranderende wensen van de op het terrein gevestigde bedrijven en nieuwe kansen. Het is een permanente activiteit waarin het beheer van ruimte en voorzieningen in functie van een behoud aan kwaliteitsniveau centraal staat. Het betreft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de verkoper-terreinbeheerder en de kopers. De verkoper-terreinbeheerder verbindt er zich toe als trekker voor het parkmanagement op te treden. Hiertoe zal hij een overleg organiseren met alle kopers op het bedrijventerrein. De kopers verbinden er zich toe lid te worden en te blijven van het door de verkoperterreinbeheerder te organiseren overleg. De in dit overleg voorgestelde initiatieven rond parkmanagement die door de verkoperterreinbeheerder worden goedgekeurd en die het positieve advies meedragen van de meerderheid van de in het overleg betrokken kopers, zullen in een parkmanagementovereenkomst vastgelegd worden met het oog op uitvoering onder coördinatie van de verkoper-terreinbeheerder. Wvi heeft het recht om parkmanagement geheel of gedeeltelijk en alle rechten en plichten die uit parkmanagement voortvloeien over te dragen aan een derde (niet limitatieve voorbeelden gemeente, bedrijvenvereniging). In het geval dat wvi dit geheel of gedeeltelijk aan een derde overdraagt, zullen de kosten, zoals hieronder beschreven door de kopers, hun rechtopvolger(s)/rechtverkrijger(s) verder verschuldigd zijn aan deze derde. De kopers, hun rechtsopvolger(s)/ rechtverkrijger(s) verklaren zich hiermee zonder voorbehoud akkoord. Artikel 2 Groenbeheer op de collectieve en/of private groenzones: inrichting, aanleg en onderhoud 2.1 Inrichting – Aanleg – Onderhoud De wvi bepaalt autonoom de aard en de startdatum van de aanleg. Inrichting en aanleg kan ten allen tijde autonoom door wvi aangepast te worden. Op het bedrijventerrein Lissewege Kazerne betreft het volgende collectieve groenzones: 2.1.1 Openbare zone langs interne wegenis De groenzone langs de interne wegenis bestaat uit gazon en op sommige plaatsen aangevuld met bomen (Olmen). Deze zone wordt ingericht en aangelegd door de wvi bij de realisatie van het bedrijventerrein. Het onderhoud van de beplantingen van de zone omvat een publiek basisonderhoud en is vervat in de groenbeheervergoeding. 2.1.2 Openbare zone Noordelijke grens van het bedrijventerrein De zone bestaat uit een natuurlijke en begroeide wadi en gazon aangevuld met Elzen. Het onderhoud van de beplantingen van de zone omvat een publiek basisonderhoud en is vervat in de groenbeheervergoeding. 3 Onderhavige voorschriften kunnen steeds aangevuld worden met of vervangen worden door strengere bepalingen van de overheid 12 BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI 2.1.3 Openbare zone Oostelijke grens (naar de spoorweg) De zone bestaat uit een gemengde haag en gazon. Het onderhoud van de beplantingen van de zone omvat een publiek basisonderhoud en is vervat in de groenbeheervergoeding. 2.1.4. Openbare zone Zuidelijke grens De zone bestaat uit een gemengde haag aangevuld met Elzen. Het onderhoud van de beplantingen van de zone omvat een publiek basisonderhoud en is vervat in de groenbeheervergoeding. 2.1.5. Openbare zone Westelijke grens (naar de N31) De zone bestaat uit hagen aangevuld met Essen. Deze zone wordt ingericht en aangelegd door de wvi bij de realisatie van het bedrijventerrein. Het onderhoud van de beplantingen van deze zone omvat een publiek basisonderhoud en is vervat in de groenbeheervergoeding. 2.1.6. Indien, tengevolge van private bouwwerken, schade is toegebracht aan de collectieve groenzones, dan zullen deze door wvi, conform het bijgevoegde Inrichtings- en beplantingsplan, in oorspronkelijke staat hersteld worden op kosten van het betrokken bedrijf. 2.2 Groenbeheervergoeding – Verplichte bijdrage van de kopers Verwijzend naar voorafgaand artikel 2.1, verbinden de kopers en hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) zich ertoe om bij te dragen in de kosten van het onderhoud en beheer van de collectieve groenzones, volgens de hierna uiteengezette regeling. 2.2.1 Groenbeheervergoeding: Regeling Alle gevestigde bedrijven dragen bij in de kosten van het onderhoud en beheer van de beplantingen in de collectieve groenzones. Het principe is dat de totale onderhoudskost ervan wordt gedragen door de bedrijven. De bijdrage is aan wvi verschuldigd. Wvi heeft evenwel het recht om de zorg voor de uitvoering en beheer van de collectieve groenzones over te dragen aan een derde (bv. de gemeente). In het geval dat wvi de zorg voor het onderhoud aan een derde (bvb. de gemeente) overdraagt, zal de jaarlijkse bijdrage door de kopers, hun rechtopvolger(s)/ rechtverkrijger(s) verder verschuldigd zijn aan deze derde. De kopers, hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) verklaren zich hiermee zonder voorbehoud akkoord. 2.2.2 Groenbeheervergoeding: Bedrag Als bijdrage voor het onderhoud en beheer van de beplantingen op de collectieve groenzones, verbindt de koper er zich toe een jaarlijkse en ondeelbare groenbeheervergoeding van 0,97 euro per aangekochte m² (excl. btw) te betalen aan de wvi. Deze jaarlijkse bijdrage is verschuldigd in mei van elk jaar. De bijdrage is gekoppeld aan de basisindex 111,04, zijnde de index van de consumptieprijzen – basis 2004 - van de maand juni 2009 zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Telkens op de vervaldag zal voormeld bedrag aangepast worden aan de index van de maand die de vervaldag voorafgaat, volgens volgende formule: WVI - BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 13 Bijdrage jaar n = Bijdrage 0,97 € per aangekochte m² x index april jaar n Basisindex De geïndexeerde groenbeheervergoeding is van rechtswege verschuldigd zonder dat daartoe enige aanmaning zal nodig zijn. De groenbeheervergoeding kan herzien worden bij een heraanleg van de beplantingen of in het kader van de overdracht van het onderhoud en beheer van de beplantingen aan een derde (bv. de gemeente). 2.2.3 Groenbeheervergoeding: Betaling De bijdrage is jaarlijks en op voorhand te betalen. De bijdrage zal één maal per jaar aan de kopers, hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) worden gefactureerd. De kopers verbinden zich ertoe om de betaling te laten gebeuren via domiciliëring op het rekeningnummer van wvi of van de derde (aan wie de zorg voor de uitvoering van het onderhoud door wvi werd overgedragen). Het bericht van domiciliëring moet ingediend worden door de koper bij zijn financiële instelling. Na ontvangst van een bewijs van domiciliëring, zal wvi opdracht geven tot opmaak van de akte. In geval van niet-betaling van het verschuldigde bedrag zal van rechtswege en zonder ingebrekestelling de wettelijke intrest verschuldigd zijn. Voor het eerste jaar zal de bijdrage door de kopers, hun rechtsopvolger(s)/ rechtverkrijger(s) verschuldigd zijn pro rata het aantal maanden van het lopende jaar tot de volgende vervaldag. Een begonnen maand wordt als een nog te lopen maand gerekend. 2.2.4 Groenbeheervergoeding: Aanvang bijdrage De groenbeheervergoeding is verschuldigd door de kopers, hun rechtsopvolger(s)/ rechtverkrijger(s) vanaf de afwerking van deze collectieve groenzones, in het bijzonder vanaf de voorlopige overname en aanvaarding door wvi van de beplantingswerken van deze openbare groenzones. 2.2.5 Groenbeheervergoeding: Duur De bijdrage is door de kopers, hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) verschuldigd tot zolang het onderhoud van de openbare groenzones wordt uitgevoerd hetzij in opdracht van wvi, hetzij in opdracht van een derde (bv. de gemeente) aan wie de zorg voor de uitvoering van het onderhoud door wvi werd overgedragen. Wvi of de voormelde derde hebben steeds het recht om hieraan een einde te stellen, zonder enige aansprakelijkheid te dragen of tot enige vergoeding verschuldigd te zijn. Vanaf het ogenblik dat de kopers, hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) kennis wordt gegeven dat het onderhoud van de collectieve groenzones niet meer in opdracht van hetzij wvi, hetzij de derde (aan wie de zorg voor de uitvoering van het onderhoud door wvi werd overgedragen) wordt uitgevoerd, vervalt de verplichting tot bijdrage en zullen de kopers, hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) zelf op eigen kosten moeten instaan voor het in stand houden en onderhoud van de openbare zijberm (zoals beschreven in artikel 3.d van Hoofdstuk I). Artikel 3 Interne bewegwijzering 3.1. Interne bewegwijzering 3.1.1. Interne bewegwijzering - concept Wvi neemt als terreinbeheerder de taak op zich om in het bedrijventerrein een interne bewegwijzering te implementeren. Deze interne bewegwijzering is opgebouwd uit volgende elementen: a. een totem aan de hoofdtoegang van het bedrijventerrein b. een infopaneel c. intern bewegwijzering systeem, gebaseerd op een intern zoneringplan 14 BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI De zones worden aangegeven door een alfanumeriek systeem (bijvoorbeeld A2, C3) en door kleurcodes. d. individueel bedrijfspaneel met de bedrijfsnaam, huisnummer en kleur van de zone volgens intern zoneringplan. Dit concept of delen ervan kunnen te allen tijde door wvi aangepast te worden. Wvi bepaalt autonoom de startdatum voor de gehele of gedeeltelijke implementatie van deze bewegwijzering. 3.1.2. Interne bewegwijzering: duur Wvi staat in voor het beheer van alle elementen van de interne bewegwijzering. De kopers en hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) verlenen aan de terreinbeheerder alle noodzakelijke medewerking teneinde deze interne bewegwijzering op een efficiënte manier te implementeren, in stand te houden en toe te passen. Wvi zal hiertoe tijdig het nodige overleg en communicatie opstarten. 3.2. Individueel bedrijfspaneel (zoals beschreven in art 3.1.1.d hiervoor) 3.2.1. Wvi kan voorzien in de éénmalige plaatsing van één individueel bedrijfspaneel. Wvi zal hiertoe tijdig aan de kopers vragen de bedrijfsnaam, het huisnummer en de zone te bevestigen. Per bedrijfspaneel is slechts één bedrijfsnaam mogelijk. Bij verwerving van meerdere aan elkaar palende percelen bij afzonderlijke akte worden deze percelen als één geheel beschouwd voor wat betreft het individuele bedrijfspaneel. Het individuele bedrijfspaneel zal geplaatst worden in de strook openbaar domein tussen de rooilijn en de verharde weg. Indien dit door de opbouw van het bedrijventerrein niet mogelijk is, zal dit geplaatst worden op het bij deze overeenkomst verkochte goed op een strook die een breedte van vijf meter vanaf de rooilijn niet overschrijdt (cfr. hoofdstuk I – artikel 3) Deze éénmalige plaatsing zal ten vroegst gebeuren op het moment dat de meeste bedrijven gevestigd zijn en het risico op beschadiging aan bovenvermelde strook door de private bouwwerken minimaal geworden is. Wvi bepaalt autonoom de startdatum. Voor de bedrijfsmodules in de zones A, B, C, D en 999_H is het individueel bedrijfspaneel vervangen door bedrijfsfolie op de poorten, deuren en/of ramen (voor– en achterkant van de bedrijfsmodule) in de afgebakende zone voor publiciteit (zie Hoofdstuk II – Artikel 6) 3.2.2. Aanvragen betreffende de individuele bedrijfspanelen Ingeval op verzoek van de kopers (niet limitatieve opsomming): - een bedrijfspaneel herplaatst dient te worden - een bedrijfspaneel verplaatst dient te worden - de gegevens op het bedrijfspaneel aangepast dienen te worden extra individuele bedrijfspanelen geplaatst of aangepast dienen te worden, dan dienen deze verzoeken gericht te worden aan de wvi, die deze autonoom zal beoordelen. Wvi staat in voor de plaatsing of de aanpassingen als gevolg van deze aanvragen. Wvi bepaalt autonoom de startdatum van deze plaatsing of aanpassingen. 3.2.3 Individueel bedrijfspaneel - Instandhouding De kopers verbinden er zich toe om tijdig wvi in kennis te stellen indien het individueel bedrijfspaneel door een externe factor niet in stand wordt gehouden. Wvi staat in voor deze in standhouding. 3.2.4 Individueel bedrijfspaneel - Vergoeding Alle kosten verbonden als gevolg van aanvragen betreffende en instandhouding van de individuele bedrijfspanelen, zoals hiervoor beschreven in 3.2.2 en 3.2.3 zijn ten laste van de kopers of zijn rechtsopvolger(s)/verkrijger(s). Wvi maakt hiervoor een factuur op tav de koper. De vergoeding is van rechtswege verschuldigd zonder dat daartoe enig aanmaning zal nodig zijn. WVI - BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 15 Onder deze kosten worden onder meer verstaan: - dossierkost van 5 euro/aanvraag - kosten voor bouwrijp maken van de zone nodig voor het plaatsen en zichtbaar maken van het individuele bedrijfspaneel - individueel bedrijfspaneel conform de bedrijfspanelen op het bedrijventerrein - kost voor het plaatsen van het individuele bedrijfspaneel In geval van niet-betaling van het verschuldigde bedrag zal van rechtswege en zonder ingebrekestelling de wettelijke intrest verschuldigd zijn. 3.3. Interne bewegwijzering – individueel bedrijfspaneel: meldpunt Alle aanvragen en/of meldingen betreffende de elementen van de interne bewegwijzering worden direct doorgegeven aan de parkmanager van de wvi ([email protected]). HOOFDSTUK V - CO2-NEUTRALITEIT4 Artikel 1. Algemeen De kopers en wvi zijn verplicht de maatregelen na te leven waarmee onderhavig hoofdstuk het verkochte goed bezwaart met het oog op de CO2-neutraliteit van het bedrijventerrein in de zin van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 houdende subsidiëring van bedrijventerreinen en het ministerieel besluit van 1 oktober 2007 houdende de uitwerking van CO2-neutraliteit op de bedrijventerreinen, gewijzigd bij ministerieel besluit van 5 juni 2009 tot wijziging van artikelen 5, 6, 8, 10 en 11 van het ministerieel besluit van 1 oktober 2007 houdende de uitwerking van CO2-neutraliteit op de bedrijventerreinen. Artikel 2. CO2-neutraal elektriciteitsverbruik en CO2-neutrale elektriciteitsproductie De koper verbindt er zich toe zijn elektriciteitsverbruik, inclusief eventuele elektriciteitsproductie, CO2-neutraal te hebben of de CO2-emissies die hiervan het gevolg zijn te compenseren. Deze verbintenis is een resultatenverbintenis. De koper kan vrij kiezen tussen volgende opties om tot CO2-neutraliteit te komen: 1. door het verbruiken van groene stroom; 2. door de compensatie van de CO2-emissies ten gevolge van het elektriciteitsverbruik door de aankoop van verhandelbare emissiekredieten; 3. een combinatie van bovenstaande opties. De verplichting tot CO2-neutraliteit, waarmee de koper belast wordt, gaat in per 1 januari van het jaar dat volgt op de ingebruikname van het gebouw door de koper. In geen geval is het toegelaten op het bedrijventerrein door de koper zelf grijze stroom te produceren of grijze stroom af te nemen van een bedrijfsexterne energie-installatie die gevestigd zou zijn op het bedrijventerrein. Hierbij wordt verstaan onder: - groene stroom: elektriciteit die geproduceerd is uit een hernieuwbare energiebron; hernieuwbare energiebronnen: hernieuwbare niet-fossiele en niet-nucleaire energiebronnen, met name wind, zon, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolwaterzuiveringsinstallaties en biogas. Het elektriciteitsverbruik waarop de CO2-neutraliteiteis van toepassing is betreft het totale volume aan verbruikte elektriciteit door de koper, voor zowel het bedrijf als de bedrijfswoning, afgenomen van eigen elektriciteitsproductie (bv. warmtekrachtkoppeling) of van het net. Het verbruik afgenomen van het net is het geregistreerde elektriciteitsverbruik door de 4 Onderhavige bepalingen kunnen steeds aangevuld worden met of vervangen worden door wijzigende bepalingen van de overheid. 16 BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI distributienetbeheerder op het (de) afnamepunt(en) van het distributienet van de koper, of door de transportnetbeheerder op het (de) afnamepunt(en) van het transportnet van de koper, of de som van beide ingeval van afname van beide netten. Artikel 3. Berekenings- en handelwijze te compenseren CO2-emissies Als de koper ervoor opteert om aan de verplichting tot CO2-neutraliteit te voldoen door geheel of gedeeltelijk het elektriciteitsverbruik te compenseren voor de CO2-emissies, dan worden de te compenseren CO2-emissies per kalenderjaar en per onderneming, uitgedrukt in kg, als volgt berekend: het elektriciteitsjaarverbruik tijdens het voorgaande kalenderjaar minus de door het bedrijf verbruikte groene stroom in diezelfde periode, telkens uitgedrukt in kWh, vermenigvuldigd met de emissiefactor van het Vlaamse fossiele elektriciteitspark (exclusief warmtekrachtkoppelingsinstallaties en netgekoppelde stoomturbines), uitgedrukt in kg CO2/kWh. Als emissiefactor van het Vlaamse fossiel elektriciteitspark (exclusief warmtekrachtkoppelingsinstallaties en netgekoppelde stoomturbines) wordt 0,6 kg CO2/kWh gebruikt. De resterende te compenseren CO2-emissies voor een bepaald jaar, vermeld in artikel 3, worden door de onderneming gecompenseerd door de aankoop van verhandelbare emissiekredieten. De verhandelbare emissiekredieten die hiervoor in aanmerking komen, zijn de projectgebonden internationale emissiekredieten van het soort emissiereductie-eenheid (ERU) of gecertificeerde emissiereductie-eenheid (CER). De verhandelbare emissiekredieten die een onderneming aankoopt om te voldoen aan de verplichting van CO2-neutraliteit, moeten gestort worden op de persoonstegoedrekening van het Vlaams Gewest bij het Nationaal register. De onderneming kan een overschot aan gecompenseerde CO2-emissiesoverdragen naar een volgend jaar. Artikel 4. Controle en rapporteringplicht van CO2-neutraliteit Wvi wordt belast met de controle van de koper op het naleven van hun verplichting tot CO2neutraliteit. De koper rapporteert jaarlijks ten laatste op 31 maart volgend op elk kalenderjaar waarin de CO2-neutraliteitseis voor hem van toepassing was, op welke wijze hij de CO2neutraliteit heeft bereikt. Wvi zal de CO2-neutraliteit en de overhandigde gegevens controleren. Hierbij wenst wvi zich te beroepen op een externe dienst die de metergegevens van op afstand inleest. De koper is verplicht hiervoor een volmacht te geven aan wvi volgens het volmachtformulier (bijlage 2). Bij de eerste rapportage dient de koper het volmachtformulier en het formulier opwekking (bijlage 3) ingevuld terug te bezorgen aan wvi. In het formulier opwekking bevestigd het bedrijf ofwel zelf elektriciteit op te wekken, ofwel zelf geen elektriciteit op te wekken. Indien deze situatie zou wijzigen, is de koper verplicht dit aan wvi te melden en het formulier opnieuw in te vullen en over te maken. Indien de koper de formulieren correct ingevuld heeft overgemaakt aan wvi en de CO2neutraliteitsverplichting wordt enkel en alleen bereikt door afname van groene stroom van het net, dan kan wvi dit zelf controleren via de groencheck en vervalt de jaarlijkse rapportageverplichting. Artikel 5. Individueel advies energie Verwijzend naar artikel 2 van hoofdstuk III van deze verkoopvoorwaarden wordt de koper gevraagd individueel advies inzake energie aan te vragen bij wvi voor de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning. Dit advies kan digitaal via email verlopen of de koper kan WVI - BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 17 met zijn architect op gesprek komen. Het advies heeft als doel het doorlichten van de bouwplannen en de technische installaties zoals verwarming, ventilatie en verlichting,... Aan de hand van de bouwplannen en de plannen van de technische installaties zullen verdere mogelijkheden van rationeel energiegebruik gescand worden en de technische toepasbaarheid en economische haalbaarheid ervan ingeschat worden. Er wordt tevens aandacht besteed aan potentiële opportuniteiten op vlak van de benutting van alternatieve energiebronnen en uitwisseling van energie. Het advies betreft een beknopt rapport met mogelijke REG-maatregelen en aanbevelingen. 18 BRUGGE – RADEMAKERS PROJECTZONE- VERKOOPVOORWAARDEN – 15-04-2014 - WVI
© Copyright 2024 ExpyDoc