G E M E E N T E B O C H O L T INBREIDINGSGEBIED BPA “CENTRUM KAULILLE” VERKAVELING “BIERKENSVELD” Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 1 : Algemene bepalingen De verkaveling is bedoeld voor het oprichten van eengezinswoningen, De loten 5 tem 8, 35 tem 41, 51 tem 61 en 75 tem 78 (donkerrood gekleurd) kunnen samengevoegd worden voor het oprichten van meergezinswoningen of/en in de vorm van appartementen of studio’s. Lot 79 (projectzone) wordt uit de verkaveling gesloten. Hiervoor zal later een afzonderlijke aanvraag ingediend worden met aparte stedenbouwkundige voorschriften. Artikel 2 : De strook voor hoofdgebouwen en uitbreidingen Voorschriften voor de loten 1 tem 44 en 51 tem 78 2.1. De woningen moeten worden opgetrokken in de bouwzone zoals aangeduid op het verkavelingsplan. 2.2. De voorgevelbouwlijn ligt op minimum 5 m achter de rooilijn of zoals aangeduid op het verkavelingsplan. 2.3. De bouwdiepte op het gelijkvloers is maximaal zoals aangeduid op het verkavelingsplan. Het aantal bouwlagen bedraagt in principe maximum twee. De hoogte van één bouwlaag bedraagt maximum 3.00m. De maximum bouwhoogte bedraagt 6.00m. De hoogte is te meten van het niveau van het bestaande maaiveld tot aan de bovenkant van de kroonlijst of de dakrand. Aan het niveau van het bestaande maaiveld mogen geen grote veranderingen aangebracht worden. Voor de loten 5 tem 8, 35 tem 41, 51 tem 61 en 75 tem 78 bedraagt de bouwhoogte verplicht twee bouwlagen + dak. 2.4. De zijdelingse bouwvrije stroken bedragen minimum 3.00 m,tenzij anders aangeduid op het verkavelingsplan. 2.5. De pas van de vertrekken op het gelijkvloers ligt tussen 0.2m en 0.4m boven de peilhoogte van de aanliggende straat. 2.6. Alle buitenmuren worden opgetrokken in gevelsteen of andere bouwfysisch verantwoorde materialen met uitzondering van betonplaten en sintelstenen; helle kleurtinten zijn verboden. GOEN Studiebureau bvba Massemsesteenweg 1 9230 WETTEREN p. 1/5 Voor alle van de straat zichtbare gevels dienen de gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerkerij, beglazing en buitenschilderwerk esthetisch verantwoord te zijn en in harmonie met het straatbeeld. Het gebruik van nabootsende materialen is niet toegelaten. De keuze van het dakmateriaal zal voor éénzelfde bouwblok harmoniëren. De dakvorm is vrij. Bij hellende daken situeert de dakhelling zich tussen 40° en 50°. Bij platte daken bedraagt de dakhelling maximum 10°. 2.7. De niet bebouwde delen van de bouwzone worden bestemd als tuin; de desbetreffende voorschriften zijn dan van toepassing. 2.8. Een zone voor uitbreiding (licht roze) is voorzien voor de loten 19-20 en 28-29. De uitbreidingen worden in dezelfde duurzame materialen opgericht als de hoofdgebouwen. Maximum 1 bouwlaag, de dakvorm is vrij. Bij hellende daken situeert de dakhelling zich tussen 40° en 50°. Bij platte daken bedraagt de dakhelling maximum 10°. Voorschriften voor de loten 45 tem 50. Motivering De wijze van inplanting van deze woningen laat het toe om een energiezuinig bouwconcept, gericht op een optimaal binnenklimaat in zowel zomer als winter te realiseren (passief wonen). De wijze van inplanting van deze woningen laat het ook toe om een optimale en maximale benutting te hebben van de beschikbare terreinoppervlakte. Bij deze woonvorm worden de traditionele zijtuinstroken vervangen door 1 benutbare tuinzone die bovendien optimaal georiënteerd is. 2.9. Oriëntatie Voor deze loten is gekozen om de woningen in te planten in functie van de oriëntatie. Hiermee wordt bedoeld dat de woning niet alleen wordt ingeplant in functie van de bezonning, maar dat eveneens de voorschriften in die zin worden gespecificeerd. 2.10. Inplanting van de volumes Voor de inplanting van de volumes op de kavels kan verwezen worden naar het verkavelingsplan dat hieromtrent ondubbelzinnige uitspraken doet. 2.11. Bestemming van de huisvader Binnen de verkaveling wordt gebruik gemaakt van het recht ‘bestemming van de huisvader’. Dit betekent dat de verkoper-verkavelaar bepalingen kan opnemen die de kavels belast met erfdiensbaarheden. Aan welke erfdienstbaarheden denken we hier? • Er wordt een privatieve muur opgericht tegen de perceelsgrens (behalve voor lot 45) die niet constructief gebruikt mag worden door de gebuur en waar geen begroeiing (bv. Klimop, …) en beplanting mag tegen geplant worden ; deze muur wordt in duurzame materialen opgericht en wordt gekaderd in het architecturaal concept van het geheel. GOEN Studiebureau bvba Massemsesteenweg 1 9230 WETTEREN p. 2/5 • In deze privatieve muur mogen lichten voorzien worden (niet-opengaande, nietdoorzichtige, vaste, gesloten vlakken). Zichten en verluchtingen kunnen niet toegestaan worden. Indien er sprake is van een hellend dak, mag de dakgoot buiten dit vlak geplaatst worden, maar zonder bijkomende dakoversteken, op voorwaarde dat er een akkoord van de gebuur gegeven wordt. Indien er geen akkoord is wordt een bakgoot binnen het muurvlak geconstrueerd voor de opvang van het hemelwater. 2.12. Typologie Voor de woningen is gekozen voor de typologie van vrijstaande ééngezinswoningen op de perceelsgrens. 2.13. Zone hoofdgebouw Deze zone voorziet een basisvolume en een zone voor uitbreiding. Het aantal bouwlagen bedraagt in principe maximum twee. De hoogte van één bouwlaag bedraagt maximum 3.00m. De maximum bouwhoogte bedraagt 6.00m. De hoogte is te meten van het niveau van het bestaande maaiveld tot aan de bovenkant van de kroonlijst of de dakrand. Gelijkvloerse woningen zijn toegelaten aangezien enkel het basisvolume gerealiseerd kan worden met een uitbreiding naar de verdieping en / of een uitbreiding naar de zone uitbreiding (zie verder). Insprongen en uitsprongen aan het volume zijn toegelaten voor zover ze het concept hoofdvolume/uitbreiding niet ondermijnen (max. 0.80m). Deze uitsprongen zijn daarom enkel aanvaardbaar voor beperkte balkons, luifels, inkompartijen, raampartijen, accenten en voor zo ver ze architecturaal verantwoord worden. Insprongen en uitsprongen t.o.v. de bebouwde perceelsgrens zijn uiteraard niet toegelaten. Materialen : Er zal een eigentijds, duurzaam materiaalgebruik vooropgesteld worden dat gekaderd wordt binnen het architecturaal concept. Dakvorm : Platte daken met een maximum helling van 10°. 2.14. Zone uitbreiding definiëren grenzen en overgangen De zone voor uitbreidingen (zoals aangegeven op plan) maakt het mogelijk de woning uit te breiden en specifieke accenten naar het terrein te leggen; binnen deze zone kan de woning op het gelijkvloers ‘à la carte’ uitgebreid worden. • De uitbreidingen worden in dezelfde duurzame materialen opgericht als de hoofdgebouwen. Daar waar het bijgebouw niet rechtstreeks geplaatst wordt aan het hoofdgebouw, wordt er een verbindingsmuur geplaatst tussen het hoofd- en bijgebouw. Deze privatieve verbindingsmuur wordt opgericht tegen de perceelsgrens die niet constructief gebruikt mag worden door de gebuur en waar geen begroeiing (bv. Klimop, …) en beplanting mag tegen geplant worden; deze muur wordt in duurzame materialen opgericht en wordt gekaderd in het architecturaal concept van het geheel. Hoogtemaat : 3.00 m t.ov. de vloerpas van het hoofdgebouw. Dakvorm : Platte daken met een maximum helling van 10°. GOEN Studiebureau bvba Massemsesteenweg 1 9230 WETTEREN p. 3/5 Artikel 3 : Voortuinstrook 3.1. Deze strook is bestemd om te worden aangelegd als siertuin. 3.2. In de voortuinstrook kunnen geen bouwwerken worden toegelaten met uitzondering van toegangen en opritten tot de woning. 3.3. De plaats van de toegangen en opritten mag, per perceel, vrij gekozen worden, tenzij de inrichting van het openbaar domein en van de wegenis daaraan beperkingen stelt. 3.4. De oppervlakte van toegangen en opritten is, per perceel, beperkt tot : -1/3 van de oppervlakte van de voortuinstrook voor de open bebouwingen. -1/2 van de oppervlakte van de voortuinstrook voor de halfopen en gesloten bebouwingen. 3.5. Toegangen en opritten moeten aangelegd worden in kleinschalig niet-monoliet materiaal. Beton en asfalt zijn verboden. Artikel 4 : Strook voor tuinen 4.1. Deze zone is bestemd om te worden aangelegd als sier- en/of moestuin. Als de ruimte het toelaat, kunnen er in de achtertuin siervijvers en zwembaden opgericht worden. Deze zijn in te planten op minimum 2 meter van de perceelsgrenzen. 4.2. Bijgebouwen zoals bergruimtes, tuinbergingen, tuinhuisjes,… kunnen enkel opgericht worden in de achtertuinstrook. Een bijgebouw is in te planten op min. 2 meter van de perceelsgrenzen. Indien het bijgebouw wordt opgetrokken in schrijnwerk, dient een afstand van 1 meter tot de perceelsgrens gerespecteerd te worden. De inplanting op de perceelsgrens is toegelaten voor zover het een gezamenlijk ontwerp met de buur betreft of mits schriftelijk akkoord van de buur. De gezamenlijke oppervlakte van deze bouwwerken wordt beperkt tot 15 m². Artikel 5 : Erfscheidingen Alle materialen, kleuren en vormen van de afsluitingen dienen in harmonie te zijn met de aanpalende gebouwen en/of de omgeving. Desbetreffend kan niet verwezen worden naar bestaande afsluitingen die door hun materiaal, kleur of vormgeving de harmonische samenhang in het gedrang brengen. Afsluitingen tussen twee bebouwde of nog te bebouwen terreinen mogen op de perceelsgrens geplaatst worden, indien de aanpalende eigenaar hiermee akkoord is. De hoogte mag de 2.00m niet overschrijden. Bij gebrek aan akkoord, wordt de afsluiting tegen de perceelsgrens geplaatst wanneer het een niet vegetatieve afsluiting betreft GOEN Studiebureau bvba Massemsesteenweg 1 9230 WETTEREN p. 4/5 (draad, metalen of houten palen) en deze een maximum hoogte heeft van 2.00m. Betonplaten zijn niet toegestaan. Vegetatieve afsluitingen als hagen, struiken, bomen worden geplaatst op 0.50m van de perceelsgrens met een maximum hoogte van 2.00m. Afsluitingen langs het openbaar domein kunnen op minimum 0.50m van de rooilijn geplaatst en mogen de maximum hoogte van 2.00m boven het peil van de as van de voorliggende weg niet overschrijden, ongeacht het gebruikte materiaal. Betonplaten zijn niet toegelaten. Artikel 6 : Zones voor openbaar groen De loten A en B worden ingericht als groenzone. In groenzone B wordt een bufferbekken voor de afvoer van hemelwater voorzien. De inplanting van nutsgebouwen en nutsconstructies, zoals elektriciteitscabines, distributiekasten en dergelijke meer zijn in de groenzones A en B toegelaten, mits voldoende aandacht wordt geschonken aan de integratie van de constructies in de omgeving. Artikel 7 : Carports Het plaatsen van carports wordt toegelaten in de zijtuinstroken en onder volgende beperkende voorwaarden: - plaatsing tot op de perceelsgrens. - op de perceelsgrens wordt een volledig gesloten, draagkrachtige muur voorzien (hout of steen) met een maximum hoogte van 2 meter met er boven een open ruimte zodat het uitzicht van de carport behouden blijft, de rest van de carport is volledig in hout - de bouwlijn van de carport dient te starten op minimum 2 meter achter de voorbouwlijn van de woning. - de achterbouwlijn van de carport mag de achterbouwlijn van de woning niet overschrijden. - de maximum oppervlakte bedraagt 21 m² en de maximum hoogte bedraagt 3 meter. - de voor- en achterzijde van de carport zijn open constructies - de plaatsing van een carport is enkel mogelijk langs 1 kant van de woning. GOEN Studiebureau bvba Massemsesteenweg 1 9230 WETTEREN p. 5/5
© Copyright 2024 ExpyDoc