volledige interview

14 mei 2014 , pag. 32
Met het nieuwe album In het midden van alles legt Bløf zichzelf grote druk op.
De plaat moet de Zeeuwse band terugbrengen aan de absolute top van de
vaderlandse muziekscene. ,,We groeien als band nog altijd.’’
‘Wij zijn de beste band van Nederland’
Stefan Raatgever
‘Dit is de
uitgesproken
rockplaat die we
voor ogen hadden’
GRONINGEN Als tegen het einde van
het gesprek de vraag komt wat momenteel de beste band van Nederland is, denken Paskal Jakobsen (40)
en Norman Bonink (50) van Bløf amper twee seconden na. ,,Wij”, zegt Jakobsen. ,,Ja, wij”, herhaalt Bonink.
Het is de uitkomst van een gloedvol
betoog over de hernieuwde ambities
van Bløf.
Daarin heeft Jakobsen zojuist afgerekend met alle clichés die een 22
jaar oude rockgroep omringen. ,,We
hebben geen midlifecrisis gehad, beginnen niet aan onze tweede jeugd
en zitten al helemaal niet in onze nadagen. We worden juist nog steeds
beter, beheersen onze instrumenten
beter, spelen makkelijker samen; we
groeien als band nog altijd.”
En dus, zo beloven de zanger en de
drummer van het Zeeuwse viertal
plechtig, is Bløf volgend jaar ‘gewoon’ weer winnaar van de 3FM
Award voor beste band. Die prijs
werd in 2007 voor het laatst veroverd. Bonink: ,,We wonnen dit jaar
niets en waren oprecht teleurgesteld. Geen frustratie, maar wel reden om even te vloeken en elkaar
aan te moedigen: volgend jaar is hij
weer voor ons. We willen nog steeds
aan de top van Nederland staan.”
De lat ligt dus hoog voor het onlangs verschenen twaalfde studioalbum, In het midden van alles. De
plaat én de huidige gemoedstoestand van de bandleden zijn het resultaat van een serie diepgaande
groepsdiscussies. ,,Na het uitgebreid
vieren van het twintigjarig bestaan
wilden we weer vooruitkijken”, zegt
Jakobsen. ,,Daarom hielden we letterlijk alles waar Bløf voor staat te-
¬ Bløf, met van links naar rechts Peter Slager (bas), Paskal Jakobsen (zang/gitaar), Norman Bonink (drums)
en Bas Kennis (toetsen/gitaar).
gen het licht. Hoe willen we klinken?
Wat willen we vertellen? Niets
mocht voor de komende jaren vanzelfsprekend zijn.”
Stond ook het voortbestaan van
de groep ter discussie? ,,Zo letterlijk
niet”, zegt Jakobsen stellig. ,,Maar we
hebben wel uitgesproken dat we alleen bestaansrecht hebben als we
nieuwe dingen blijven maken waar-
op we trots zijn. En als dat niet meer
zo is, hebben we ook afgesproken,
houden we ermee op.”
Het meest prominente resultaat
van de evaluatiesessies is het album
In het midden van alles. Voor het
eerst haalde de groep een externe
producer bij het opnameproces, JB
Meijers. De gitarist van De Dijk begeleidde ook de albums van Carice van
Houten en recent The Common Linnets. Bonink: ,,We hadden onze eigen grenzen als producers bereikt,
onze beslissingen in de studio waren
het gemiddelde van vier personen
geworden. We wilden nu iemand die
concessieloze beslissingen nam.”
Meijers voegde elektronica aan
het bandgeluid toe en bracht volgens het tweetal de eenheid op het
album terug. Bonink: ,,Dit is de uitgesproken rockplaat die we eigenlijk
voor ogen hadden toen we aan Alles
blijft anders, onze vorige cd uit 2011,
begonnen. Toen hadden we net twee
rustige, sobere albums gemaakt, Oktober en April, en speelden we bijna
uitsluitend in theaters. Die keuze
werd door het publiek niet geheel
begrepen.” Jakobsen: ,,Hoewel ik
nog steeds erg trots op die albums
ben, hadden we van twee goede platen beter één heel goede kunnen
maken.” Bonink: ,,We wilden daarna
erg graag bewijzen nog steeds een
rockband te zijn. Misschien te
krampachtig. De intentie was goed,
maar achteraf mist Alles blijft anders
iets.”
Net als het akoestische tweeluik,
voegde Alles blijft anders geen nieuwe klassiekers toe aan het oeuvre
van Bløf. Toen de band vervolgens
twee grote carrièreprijzen – de Oeuvre Edison en de Radio2 Mijlpaalprijs – kreeg, leek de tijd van het grote terugblikken begonnen. ,,Die onderscheidingen hebben iets dubbels”, erkent Jakobsen. ,,Ze zijn
ontzettend eervol, maar tegelijk
denk ik: ik ben pas net veertig, ik heb
nog een hele toekomst voor me!”