Ondernemer betaalt hogere btw

Sectoralert btw
ING Economisch Bureau
Ondernemer betaalt
hogere btw
Detailhandel non-food en
bouw het zwaarst getroffen
De beoogde hogere btw-opbrengst komt in 2012
voor een deel uit de zak van de ondernemer. In alle
consumentensectoren zijn er ondernemers die pas
vanaf 2013 prijsverhogingen aan de consument
doorvoeren. Vooral voor de detailhandel nonfood en de bouw lijkt een 1-op-1 doorberekening
per 1 oktober uitgesloten. Beiden hebben al last
van de lage koopbereidheid en hevige (prijs)
concurrentie. Daar komt bij dat de maatregel de
concurrentiepositie van nieuwbouwwoningen verder
verslechtert. Voor de detailhandel non-food zorgt de
invoering tijdens het seizoen dat er wordt ingeteerd
op de marge. Direct doorvoeren van het 21% tarief in
de prijzen houdt het risico in dat ondernemers zich
voor korte termijn uit de markt prijzen.
Ondernemers gaan hogere belasting niet klakkeloos
doorberekenen
Het ING Economisch Bureau verwacht dat ondernemers in
de meeste sectoren de btw-verhoging in 2012 nog niet vol-
ledig doorberekenen aan hun klanten (tabel 1). Dit is sterk
afhankelijk van de sector waarin een ondernemer opereert
en zijn financiële uitgangspositie. Om niet in te teren op de
marge is een prijsverhoging noodzakelijk, maar gebeurt dit
gelijk en volledig of geleidelijk en gedeeltelijk? Vooral voor
nieuwbouwwoningen en andere duurzame goederen is de
koopbereidheid op dit moment zo gering dat een prijsstijging potentiële kopers verder afschrikt. Benadrukken
dat men tijdelijk tegen het oude tarief blijft verkopen stemt
de klant mogelijk positiever in de laatste maanden van het
jaar. Ook stimuleren ondernemers met die maatregel een
anticipatie-effect waardoor klanten hun (grote) aankopen
naar voren halen om nog van de oude prijs te profiteren.
Voor ondernemers die goederen of diensten verkopen
waar alternatieven voor zijn (substitutie), of waarvan mensen minder gaan gebruiken als de prijs stijgt, bestaat het
risico op omzetverlies. Hiervan is zeker sprake in de bouw,
waar bestaande woningen door de btw-verhoging relatief
aantrekkelijker zijn geprijsd dan nieuwbouwwoningen. Ook
Tabel 1 Wat doen ondernemers en hun klanten bij de btw-verhoging?
Automotive
Bouw
Detailhandel food
Detailhandel non-food
Horeca
Zakelijke diensten
Zorg1
Doorberekenen in 2012
Anticipatie gedrag
Substitutie
Psychologische prijzen
***
*
**
*
**
*
***
*
***
0
**
0
0
*
0
***
0
*
*
*
**
*
0
***
***
**
0
0
Legenda: 0 = niet/nauwelijks, * = beperkt, ** = gemiddeld, *** = sterk, **** = zeer sterk
1 Het gaat hier om de aanpassing in de btw-vrijstelling per 1 januari 2013, waardoor alternatieve
behandelaars 21% omzetbelasting moeten berekenen over hun behandelingen.
Box 1: Opties voor ondernemers
In reactie op de btw-maatregel kunnen ondernemers
het volgende doen:
• Prijzen niet aanpassen en de btw-verhoging voor
eigen rekening nemen;
• De verhoging van de btw gelijk en volledig
doorberekenen per 1 oktober;
• De verhoging aangrijpen om andere
kostenverhogingen door te berekenen of om de
winstmarge te verhogen;
• De prijsverhoging uitstellen tot 1 januari, na de
uitverkoop of bij nieuwe voorraad;
• De eigen onderhandelingspositie gebruiken om de
kosten van de verhoging elders in de productketen
neer te leggen.
in de zorg treedt dit effect op als de btw-vrijstelling voor
alternatieve behandelingen per 1 januari 2013 vervalt en
deze behandelingen in een keer een stuk duurder worden.
Met name in de detailhandel en de horeca werkt men met
psychologische prijzen (zoals €3,99 en €29,95). Dat effect
gaat verloren als er 2% bij de prijs wordt opgeteld. Daarbij
dienen ondernemers af te wegen wat zwaarder weegt, het
behoud van de oude prijs of de noodzaak om te verhogen
naar een nieuw niveau waarmee de marge in stand wordt
gehouden.
Achtergrond btw-maatregel
De verhoging van het algemene btw-tarief van 19% naar
21% is voor de overheid een manier om op korte termijn
haar inkomsten te verhogen. Naar verwachting levert de
maatregel de Staat €1 miljard op in 2012 en €4 miljard in
2013. Daarnaast staat per 1 januari 2013 een verhoging van
de accijnzen gepland. Voor sigaretten gaan de accijnzen
met 35 cent omhoog, voor shag met 60 cent, voor bier met
10%, voor wijn met 15% en voor sterke drank met 6%. Een
deel van de verhoging wordt betaald uit de portemonnee
van de ondernemer, een deel uit die van de consument.
Eerder rapporteerde het ING Economisch Bureau al dat de
btw-verhoging huishoudens in 2013 per maand 15 euro en
in 2014 27,50 euro zal kosten. Omdat de lonen nauwelijks
stijgen hebben de consumptie en de sectoren die daarvan
afhankelijk zijn daar onder te lijden.
Sectoralert btw Augustus 2012 2
Datum van verhoging en economisch tij werken in
nadeel van ondernemers
De vorige verhoging van de omzetbelasting, van 17,5% naar
19%, was in 2001. De economische omstandigheden waren
toen onvergelijkbaar, in de periode van 1997 tot 2001 ging
het economisch voorspoedig (4,2% groei per jaar) waardoor
de particuliere consumptie jaarlijks met zo’n 4% toenam.
Ook het consumentenvertrouwen was veel hoger (+22 in
dec’00 tegenover -32 in jul’12). In 2012 resulteert het lage
vertrouwen volgens het ING Economisch Bureau juist in een
consumptiedaling van 0,9% en is er sprake van een lichte
krimp van de economie. Naast het economisch tij werkt ook
de datum niet in het voordeel van ondernemers. De (korte)
voorbereidingstijd en de invoering gedurende het jaar
verkleint de mogelijkheid om prijzen nog aan te passen. Bij
verrekening van doorlopende diensten (bijvoorbeeld een
software- of telefoonabonnement) of zaken die al vooraf
betaald zijn maar pas na 1 oktober worden opgeleverd kan
de prijs eventueel wel (achteraf) worden aangepast. In veel
gevallen zal het verzenden en innen van een aanvullende
factuur echter meer kosten dan het te vorderen bedrag. In
dat geval rest ondernemers weinig anders dan de kosten
voor eigen rekening te nemen.
Verwachting per sector
Automotive
Effecten btw-verhoging Automotive
• De btw-verhoging zal per oktober vermoedelijk
grotendeels of zelfs geheel in de prijs worden
doorberekend.
• Het hogere tarief zal een geringe invloed op de omzet
hebben door de zwakke economische situatie en een
forse daling van de particuliere vraag.
• De grote piek in autoverkopen is reeds in juni
gepasseerd door aanpassingen in de autobelastingen.
De verhoogde btw heeft in vergelijking een relatief
lage impact.
Anticipatiegedrag op hogere autoprijzen blijft
beperkt
Door de relatief hoge aanschafprijzen van auto’s ten opzichte
van andere producten zou de btw-verhoging potentiële
autokopers kunnen verleiden hun aankoopplannen naar
voren te schuiven. Zo leidde de verhoging van de btw van
17,5% naar 19% in 2001 tot een flinke toename in de daaraan
voorafgaande maand. Met bijna 17.000 nieuwe geregistreerde auto’s groeide de markt in december 2000 met 70% ten
opzichte van december 1999. Een gelijksoortige hausse in
Bouw
Figuur 1 Registraties nieuwe personenauto’s 2012 –
Piek reeds achter de rug
Effecten btw-verhoging Bouw
60%
• Doordat bestaande woningen door de blijvend
lage overdrachtsbelasting en de prijsdalingen
steeds goedkoper worden, verslechtert de
concurrentiepositie van nieuwbouw extra door de
btw-verhoging
• Bouwers en projectontwikkelaars zullen de btwverhoging op korte termijn waarschijnlijk niet door
kunnen berekenen.
• Op lange termijn moet de bouwsector nog
efficiënter gaan bouwen om zo weer goedkoper te
worden in vergelijking met bestaande bouw en de
concurrentiepositie weer te verbeteren.
-52%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
-10%
-6%
-10%
-4%
-7%
-14%
-20%
-30%
jan'12
feb'12
mrt'12
apr'12
mei'12
jun'12
-26%
jul'12
Bron: BOVAG
de autoverkopen in september lijkt dit maal uitgesloten door
de zwakkere economische omgeving. Daarnaast heeft de
autobranche momenteel te maken met belangrijke veranderingen in de autobelastingen. Zo wordt de BPM omgebouwd
van een heffing op basis van de netto prijs naar een heffing
op basis van de CO2-uitstoot. Tevens worden CO2-uitstoot
grenzen voor bijvoorbeeld vrijstelling van BPM de komende
jaren aangescherpt.
Alle veranderingen leidden reeds in juni tot een registratiegolf van nieuwe personenauto’s. Per 1 juli werd namelijk de
eerste belangrijke ronde van aanscherpingen in de belastingen doorgevoerd. De registraties stegen in de maand juni
met ruim 50% ten opzichte van juni 2011, gevolgd door een
sterke daling in juli (figuur 1). In juni was opvallend dat met
name de zakelijke registraties het goed deden. De particuliere aankopen stegen ook licht ten opzichte van het voorgaande jaar, maar van een hausse was in dit segment zeker
geen sprake. Over het 1e halfjaar van 2012 zijn de particuliere registraties zelfs met ruim 15% teruggevallen.
Hoewel sprake is van felle concurrentie in de markt, is het
niet waarschijnlijk dat autobedrijven structureel de hogere
omzetbelasting voor eigen rekening gaan nemen. Er wordt
al met forse kortingen gewerkt en psychologische prijsstelling is niet altijd relevant. Dit laatste is veelal afhankelijk van
het segment waar de auto in valt.
Sectoralert btw Augustus 2012 3
Nieuwbouw wordt duurder ten opzichte van bestaande
bouw
De al zwaar getroffen bouwsector krijgt het door de btwverhoging extra voor de kiezen. Nieuwbouw-woningen en
verbouw of renovatie worden 2 procentpunt duurder. Nieuwbouw concurreert daarbij met bestaande bouw waarvoor
de verlaagde overdrachtsbelasting van 2% blijft gelden.
De concurrentiepositie van nieuwbouw verslechtert omdat
nieuwbouw duurder wordt ten opzichte van te koop staande
bestaande woningen. Daardoor kunnen de verkopen van
nieuwbouw vanwege het 21% tarief extra onder druk komen
te staan.
Flinke terugval nieuwbouwverkopen bij vorige btwverhoging
Tijdens de vorige btw-verhoging in 2001 daalde het aantal
verkochte nieuwbouwwoningen in het eerste kwartaal met
20% ten opzichte van een kwartaal eerder (zie figuur 2). In
de eerste drie maanden van 2001 werden minder dan 8.000
nieuwbouwwoningen verkocht. Het laagste niveau in de
periode 1998-2008. Hierbij moet uiteraard wel bedacht worden dat toentertijd de woningmarkt er volledig anders voor
stond dan nu. In 2000 en 2001 stegen de huizenprijzen van
bestaande woningen met respectievelijk 18% en 11% ten opzichte van een prijsdaling nu en lagen de transactievolumes
veel hoger. Destijds kon de prijsverhoging van nieuwbouw
door een hogere btw makkelijker worden doorgerekend.
Door de huidige prijsdalingen bij bestaande woningen is het
momenteel extra moeilijk om 21% btw door te rekenen aan
de koper. Gezien het feit dat projectontwikkelaars nu al de
meeste woningen alleen met kortingen kunnen verkopen
is te verwachten dat zij ook de btw-verhoging niet zullen
(kunnen) doorberekenen. Op de langere termijn zal de
bouwsector moeten zorgen nog efficiënter te werken door
de kosten te drukken waardoor goedkoper wordt gebouwd.
Door de nog steeds hoge faalkosten in de bouw zijn hier
mogelijkheden voor.
Figuur 2 Aantal verkopen van bestaande nieuwbouwwoningen per kwartaal seizoensgecorrigeerd,
1998- 1ste kwartaal 2012
16.000
60.000
14.000
52.500
12.000
45.000
10.000
37.500
8.000
30.000
6.000
22.500
Verkopen nieuwbouw na vorige BTW verhoging
op laagtse niveau in periode 1998-2008
4.000
15.000
2.000
7.500
0
0
1998
_
1999
2000
Nieuwbouw (linker as)
2001
_
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Bestaande woningen (rechter as)
Bron: CBS en MNW, bewerkt door ING Economisch Bureau
Detailhandel
Effecten btw-verhoging Detailhandel food
Effecten btw-verhoging Detailhandel non-food
• De hogere btw gaat gelden voor ongeveer 15 procent
van het verkoopvolume van supermarkten.
• Supermarkten sturen op het behoud van hun marge en
zullen de prijzen geleidelijk laten stijgen.
• Het wordt voor retailers lastig om de btw volledig door
te berekenen aan de consument vanwege de invoering
tijdens het seizoen, het belang van psychologische
prijsstellingen en de hevige (prijs)concurrentie in
non-food.
• Het anticipatie-effect in september is beperkt en alleen
zichtbaar in segmenten met relatief dure producten
(consumentenelektronica, woninginrichting en
doe-het-zelf).
• De maatregel tast de koopkracht verder aan en
versterkt de negatieve omzetontwikkeling. Dit kan
funest uitpakken voor winkeliers.
Supermarkten passen prijzen aan maar houden
concurrent scherp in de gaten
Voor de detailhandel food geldt het hogere btw-tarief alleen voor non-food artikelen en alcoholhoudende dranken.
Brancheorganisatie CBL stelt dat dit deel van het assortiment ongeveer 15% van de verkopen van supermarkten
uitmaakt. Alle voedingsmiddelen en niet-alcoholhoudende
dranken vallen onder het lage btw tarief van 6% en dat blijft
gehandhaafd. De hoge omloopsnelheid van goederen, de
relatief kleine bedragen en de continue aanpassing van
prijzen in de branche zorgen dat het effect gespreid aan de
consument kan worden doorberekend. Daarbij worden de
concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden. Los van
de concurrentie gaf supermarktketen Nettorama onlangs
al aan de verhoging niet door te berekenen. Aan de andere
kant zullen supermarktketens zeer waakzaam zijn voor een
verdere aantasting van hun marges. Marktleider Albert
Sectoralert btw Augustus 2012 4
Heijn rapporteerde over het 1e halfjaar van 2012 een verslechtering van de marges, onder andere door de huidige
promotiedruk. Vanwege hun focus op margebehoud en hun
inkoopmacht zullen supermarkten in prijsonderhandelingen
met leveranciers zoeken naar manieren om de toegenomen
kosten te drukken. Als ze daar wat weten te halen, kunnen
ze hun huidige prijzen handhaven of slechts beperkt laten
stijgen.
Figuur 3 Omzetontwikkeling en faillissementen detailhandel non-food per kwartaal 2007-2012
Omzetontwikkeling
Faillissementen
250
10%
8%
200
6%
4%
150
2%
0%
100
-2%
-4%
50
-6%
-8%
-10%
0
K1
'07
K2
'07
K3
'07
■ Omzetontwikkeling
K4
'07
K1
'08
_
K2
'08
K3
'08
K4
'08
K1
'09
K2
'09
K3
'09
K4
'09
K1
'10
K2
'10
K3
'10
K4
'10
K1
'11
K2
'11
K3
'11
K4
'11
K1
'12
K2
'12
Faillissementen
Bron: CBS
Verder heeft de detailhandel food te maken met de accijnsverhoging op sigaretten en alcoholhoudende dranken. Net
als met de omzetbelasting heeft deze een prijsopdrijvend
effect. De zichtbaarheid van beide maatregelen in de omzetcijfers van de detailhandel blijft beperkt. Dit komt doordat
slechts een deel van het assortiment in het hoge tarief valt,
de invoering van het nieuwe btw- en accijnstarief op twee
momenten plaatsvindt en de doorberekening aan de consument gespreid wordt doorgevoerd.
Detailhandel non-food prijsaanpassingen blijven in
2012 grotendeels uit
Voor de detailhandel non-food komt de verhoging van de
omzetbelasting zeer ongelegen. De sector is in een nieuwe
dip terecht gekomen door een onzekere en uitgaven mijdende consument. Volgens het CBS viel de omzet in non-food
winkels in het tweede kwartaal van 2012 terug met -4,7%
en het volume zelfs met -6% ten opzichte van vorig jaar. Een
verhoging van de btw zet de toch al dalende koopkracht van
consumenten verder onder druk en daarmee ook de detailhandelsverkopen. Het is gezien de economische situatie niet
waarschijnlijk dat in de aanloop naar de verhoging sprake
zal zijn van massaal ‘hamstergedrag’ onder consumenten.
Sectoralert btw Augustus 2012 5
Zo resulteerde de hogere btw in 2001 ook niet in uitzonderlijk hoge omzetcijfers voor de detailhandel non-food in
december 2000. Wel werden in de deelsectoren consumentenelektronica en doe-het-zelf, voor die periode, hoge
omzetcijfers genoteerd. De verhoging komt voor de meeste
producten neer op een prijsstijging van enige euro’s. Voor
sommige elektronicaproducten of producten in de categorie
woninginrichting kan dit oplopen tot enkele tientallen euro’s.
Wellicht dat deze segmenten een kleine opleving kunnen
doormaken in aanloop naar de verhoging.
De timing van de btw is volgens brancheorganisaties in de
detailhandel overigens niet alleen ongelukkig vanwege
de economische situatie. De snelle invoering beperkt de
mogelijkheden voor winkeliers om zich voor te bereiden.
Detailhandel Nederland stelt dat talloze artikelen die na
1 oktober worden aangeboden, reeds zijn ingekocht en
geprijsd. Volgens de brancheorganisatie is het onwerkbaar
om de prijzen te wijzigen. Voor webwinkels lijkt de situatie
op het eerste gezicht eenvoudiger, maar ook daar is een
simpele druk op de knop niet voldoende. Psychologische
prijsstelling maakt het voor zowel fysieke winkels als internetretailers lastig prijzen aan te passen. Daarnaast doet zich
een extra complexiteit voor. Webshops moeten rondom de
btw-verhoging rekening houden met de afleverdatum van
producten en niet de besteldatum. Ligt de afleverdatum op
of na 1 oktober dan geldt het verhoogde tarief.
Btw-maatregel voor sommige winkeliers druppel die
de emmer doet overlopen
Door het fenomeen van psychologische prijsstelling en de
hevige concurrentie in non-food kan de btw-maatregel al
snel leiden tot margeverlies. De effecten van lagere bestedingen, concurrentie en margeverlies zijn terug te vinden
in het record aantal faillissementen in het 1e halfjaar van
2012. Met in totaal 411 faillissementen in de detailhandel was
sprake van een stijging van 45% ten opzichte van de 1e helft
van 2011. Ook ten opzichte van het crisisjaar 2009 is sprake
van een stijging van 17%. Gevreesd moet worden dat er
in het laatste kwartaal van 2012 een verdubbeling van het
aantal faillissementen plaatsvindt.
Horeca
Effecten btw-verhoging Horeca
• Ondernemers gaan op basis van hun marges en
psychologische prijsstelling bepalen of ze hun prijzen
gelijk houden of met een afgerond bedrag gaan
verhogen.
• Prijsverhogingen van alcoholische consumpties doen
de omzet in de horeca stijgen, maar na hun hogere
btw-afdracht houden ondernemers hier niet meer aan
over.
Btw-maatregel voedt verdere prijsstijging in de
horeca
Van de drie horecabranches, hotels, restaurants en cafés,
hebben de cafés het meest te verduren van de maatregelen.
De btw- en accijnsverhoging zorgen dat een biertje of andere alcoholische consumptie in de horeca op termijn een paar
cent duurder wordt, de btw-verhoging weegt hier zwaarder
in mee dan de accijnsverhoging. Veel horecaondernemers
zien hun afzet onder druk staan door de spaarzame consument. Zo daalde het omzetvolume van cafés volgens het
CBS met 4,4% in het 2e kwartaal van 2012. De prijzen in de
branche stegen met ruim 2%. Wanneer kroegbazen de hogere btw in rekening gaan brengen zal de prijsstijging in het
laatste kwartaal daar niet voor onder doen.
Horeca wil marges in stand houden, maar wat gaat de
klant doen
Het ING Economisch Bureau verwacht dat individuele afwegingen tussen omzet en marge een zeer grote rol spelen bij
de keuze van ondernemers in de horeca om de prijzen wel
of niet te verhogen. Vanwege de ronde bedragen die voor
Sectoralert btw Augustus 2012 6
veel drankjes worden gehanteerd, zal een prijsverhoging
van 2 procentpunt vaak geen optie zijn. Voor een biertje
van €2 zou dit bijvoorbeeld neerkomen op 4 cent. Uit CPB
onderzoek blijkt dat de consumptie van alcoholhoudende
dranken relatief inelastisch is. In dat geval wordt bij een
prijsstijging wel minder gedronken maar dit omzetverlies
wordt goedgemaakt door hogere prijzen. De ondernemer
profiteert daar in dit specifieke geval niet van omdat hij het
verschil moet afdragen aan de overheid. Voor frisdranken
en drankjes met een beperkte hoeveelheid alcohol blijft het
6% tarief gelden, dit betekent dat deze na 1 oktober naar
verhouding iets voordeliger worden.
Zakelijke dienstverleners
Effecten btw-verhoging Zakelijke dienstverleners
• Aangezien de btw-verhoging tot een groter
prijsverschil leidt tussen rechtstreeks geboekte
reiscomponenten en pakketreizen zullen touroperators
nog beter hun best doen om als bemiddelaar te
worden aangemerkt en niet als reisorganisator.
• Zakelijke dienstverleners zullen de extra btw bij
uurtarieven en al gefactureerde abonnementen
waarschijnlijk niet onmiddellijk doorberekenen.
Reizen geboekt bij reisorganisator stijgen flink in prijs
Politiek-fiscale besluiten blijven grote invloed uitoefenen op
de reisbranche. Zo stijgt de btw die reisorganisaties (touroperators) betalen over ingekochte reiscomponenten in 2012
in een half jaar tijd van 0% of 6% (Nederlands deel van de
reis) naar 21%. Pakketreizen kunnen hierdoor maar liefst 5%
duurder worden. Aangezien de btw-heffing niet voor rechtstreeks geboekte reiscomponenten geldt, worden pakketreizen aangeboden door een reisorganisator minder aantrekkelijk. Touroperators proberen daarom voor bepaalde reizen
als bemiddelaar op te treden in plaats van als reisorganisator.
Btw-verhoging pakt anders uit voor nota van advocaat
dan voor rekening van notaris
Juridische dienstverleners als notarissen en advocaten moeten per 1 oktober 21% omzetbelasting in rekening brengen
over hun honorarium. Voor advocatenkantoren betekent dit
dat bij ongewijzigd uurtarief voor belasting, de nota met 2%
zou stijgen. Voor notariskantoren ligt dit iets anders omdat
voor een klein deel van de diensten geen btw in rekening
wordt gebracht, waardoor de verhoging van de rekening
iets lager uitkomt. De juridische dienstverleners die met
vaste uurtarieven werken verhogen die tarieven waarschijnlijk niet per oktober, waardoor iets ingeboet wordt op de
marge. Advocaten, notarissen, fiscalisten en accountants
kunnen wel profiteren van extra advisering over deze tussentijdse btw-verhoging.
Btw waarschijnlijk niet in rekening gebracht voor al
gefactureerde abonnementen en licenties
Zakelijke dienstverleners die met licenties en abonnementen werken, zoals softwarebedrijven, zijn voor zover deze
diensten onder het 19% tarief vallen, genoodzaakt voor het
deel van de dienstverlening na 1 oktober 2% extra omzetbelasting af te dragen. Bij een maand- of kwartaalabonnement is dit eenvoudig op te lossen, maar bij minder frequent
afrekenen ontstaat een dilemma. Breng ik de btw-verhoging
in rekening of teer ik in op de marge? Dat laatste scheelt
administratieve rompslomp, maar snijdt toch flink in de marges, die in veel branches toch al onder druk staan. Het valt
te verwachten dat veel zakelijke dienstverleners tot 1 januari
zullen wachten met het doorberekenen van de btw-stijging
omdat nu doorberekenen van al gefactureerde diensten
waarschijnlijk per saldo niets oplevert
Zorg
Effecten btw-verhoging Zorg
• De belangrijkste verandering in de zorg is de
beperking van de btw-vrijstelling per 1 januari. Dit
betekent dat verschillende alternatieve behandelaars
21% btw moeten gaan afdragen.
• Indien de patiënt zelf moet opdraaien voor de
hogere kosten, is het goed mogelijk dat hij vanuit
kostenoverwegingen zijn zorgvraag gaat aanpassen.
Btw-verhoging leidt tot groter onderscheid tussen
reguliere en alternatieve zorg
De verhoging van de btw naar 21% op 1 oktober lijkt een
beperkte impact te hebben op zorginstellingen, behandelingen zijn namelijk vrijgesteld van btw. Maar per 1 januari 2013 wordt de btw-vrijstelling in de gezondheidszorg
beperkt tot (para)medici die een op dit beroep gerichte
opleiding hebben voltooid. Daarbij gaat het om opleidingen
waarvan de regels zijn gesteld door de Wet op beroepen in
de individuele gezondheidszorg (BIG). Hierdoor treedt er
een fiscaal onderscheid op tussen de reguliere en alternatieve gezondheidszorg. Voor pedagogen, osteopaten,
acupuncturisten en chiropractors eindigt de btw-vrijstelling
per 1 januari 2013. Artsen of fysiotherapeuten die complementaire behandelingen uitvoeren, zowel reguliere
als alternatieve behandelingen, zullen een aparte btwadministratie moeten gaan voeren. De vrijstelling voor
psychologische diensten geldt alleen voor door gezondheidszorgpsychologen geleverde diensten. Dit betekent dat
een aantal btw-vrijgestelde behandelingen in 2013 onder
de omzetbelastingen zullen vallen. Alternatieve behandelaars zullen vanaf 2013 de omzetbelasting doorberekenen
in de prijs, een verhoging van 21% in vergelijking met 2012.
Het is nog de vraag of de verzekeraar of de patiënt deze
Sectoralert btw Augustus 2012 7
extra kosten moet gaan dragen. Verwacht wordt dat de
verzekeraars de vergoedingen voor deze behandelingen
niet zullen verhogen. Hierdoor krijgt de patiënt minder
behandelingen vergoed of krijgt hij minder vergoeding per
behandeling.
Meer weten?
Kijk op ING.nl/zakelijk
Of bel met
Thijs Geijer,
Sectoreconoom
020 563 48 75
Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen?
Ga naar ING.nl/kennis
Disclaimer
De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van
de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in
dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun
nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te
Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument.
ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te
zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in
dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het
gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter
bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van
De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.
De tekst is afgesloten op 28 augustus 2012.