Memo Etnisch Profileren - Amnesty International

Datum
14 november 2014
Onderwerp
Agendapunt etnisch profileren Wetgevingsoverleg 17 november
Memo Etnisch profileren In Nederland
Etnisch profileren vindt plaats in Nederland, maar de schaal waarop is onbekend. Dit
concludeerde Amnesty International afgelopen jaar in twee rapporten over etnisch
profileren1, Amnesty geeft aan dat er sprake is van etnisch profileren in Nederland bij IDen voertuigcontroles, preventief fouilleren en het operationeel vreemdelingentoezicht en
dat dit het niveau van op zichzelf staande incidenten overstijgt. In diverse
beleidsevaluaties, politie - en/of wetenschappelijk onderzoek, evaluaties naar de toepassing
van politiebevoegdheden, registraties van discriminatiemeldingen en ervaringsonderzoek
zijn aanwijzingen voor het plaatsvinden van etnisch profileren in Nederland.2 Deze
publicaties en de Amnesty rapporten vormden het afgelopen jaar mede aanleiding tot een
politieke en maatschappelijke discussie over etnisch profileren.
Over de schaal waarop etnisch profileren plaatsvindt – incidenteel, stelselmatig,
structureel, etc. – lopen de inschattingen uiteen. Dit komt door het ontbreken van
adequaat onderzoek naar (proactieve) politiecontroles. Er kunnen dus geen harde
conclusies worden getrokken over de schaal waarop etnisch profileren door de Nederlandse
politie plaatsvindt.3 Echter: dat etnisch profileren voorkomt en aangepakt moet worden,
wordt breed onderkend door alle stakeholders.
Amnesty International vraagt uw aandacht voor de volgende punten met betrekking tot
etnisch profileren in Nederland:
1. positieve ontwikkelingen;
2. bezinning op de identificatieplicht;
3. het voorkomen van etnisch profileren door betere monitoring.
1
Amnesty International, Proactief politieoptreden vormt risico voor mensenrechten: etnisch profileren
aanpakken en onderkennen, oktober 2013. Amnesty International & Open Society Justice Initiative,
Gelijkheid onder druk: De impact van etnisch profileren, november 2013. Links en meer informatie:
www.amnesty.nl/dossier-etnisch-profileren
2
Wat betreft ervaren discriminatie: In januari 2014 verscheen het rapport Ervaren discriminatie in
Nederland van het Sociaal Cultureel Planbureau. Dit onderzoek wijst uit dat: een op de drie Turkse en
Marokkaanse Nederlanders, een kwart van de Surinaamse Nederlanders, een of de vijf Antilliaanse
Nederlanders en 16% van de migranten uit Midden- en Oost Europa discriminatie door de politie
ervaart. Ervaren discriminatie door de politie bleek ook al uit eerdere onderzoeken.
3
Van der Leun, Van der Woude, Etnisch profileren in Nederland: wat weten we nu echt?, Het
Tijdschrift voor de Politie, jaargang 76, nl. 7/14, p. 23-28. Cankaya, Onvoldoende bewezen dat etnisch
profileren niet structureel voorkomt, Zamanvandaag, 17 juli 2014.
Amnesty International werkt voor mensenrechten. Die waarborgen vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Amnesty doet onderzoek, voert actie en
steunt verdedigers van mensenrechten wereldwijd.
Pagina 2
1. Positieve ontwikkelingen
Volgend op de onderkenning dat etnisch profileren een probleem is in Nederland, zijn ook
de eerste stappen gezet in de richting van een landelijke aanpak van etnisch profileren
door de politie. Etnisch profileren heeft de aandacht van het Ministerie van Veiligheid en
Justitie en staat op de radar van de Nationale Politie. In een brief van 8 juli 2014 aan de
Tweede Kamer maakt de Minister duidelijk dat zij samen met de politie de aanpak van
etnische profileren wil verstevigen met maatregelen langs drie lijnen: onderwijs en training,
de relatie tussen politie en bewoners en klachtbehandeling.4 In het Korps Management
Overleg van de Nationale Politie is begin oktober gesproken over etnisch profileren. Van
Musscher, politiechef van de eenheid Den Haag, is aangewezen als portefeuillehouder
Gelijkwaardigheid en Multicultureel Vakmanschap en heeft ook uit die hoedanigheid laten
weten dat de aanpak van etnisch profileren prioriteit heeft voor de politie. 5 Verder heeft
Amnesty begrepen dat vertegenwoordigers vanuit verschillende politie-eenheden en de
Politieacademie werken aan een visiedocument dat begin van 2015 gereed zou zijn. Dat
visiedocument zou richtinggevend moeten worden voor de aanpak in het gehele land.
Voor zover Amnesty overziet, wordt in de regionale politie-eenheden Den Haag, Amsterdam
en Noord-Holland op dit moment al planmatig gewerkt aan het voorkomen van etnisch
profileren, onder meer door het professionaliseren van selectiemechanismen, creëren van
bewustwording over vooroordelen, verbinding en dialoog met burgers en (zelf)organisaties.
De politie en het ministerie zijn het afgelopen jaar het gesprek aangegaan over etnisch
profileren met vele maatschappelijke organisaties, wetenschappers en kritische burgers.
Zo’n dialoog vormt een onderdeel van de oplossing. Amnesty is positief dat politie en
kabinet etnisch profileren onderkennen en dat een begin is gemaakt met de aanpak ervan.
Aanbeveling: een succesvolle aanpak van etnisch profileren in het hele land vereist echter
een helder integraal plan van aanpak, een breed pakket aan maatregelen, voldoende
draagvlak en middelen voor een landelijke implementatie. Het is belangrijk dat de politie
burgers betrekt bij de ontwikkeling en uitrol van zo’n integrale aanpak. Volgens Amnesty is
het ook essentieel dat de politie burgers - meer dan nu - informeert over de genomen
maatregelen tegen etnisch profileren. En dat over de voortgang en resultaten van eerder
genoemd visiedocument, respectievelijk de landelijke aanpak van etnisch profileren
publiekelijk wordt gerapporteerd, uiteraard ook aan het Parlement.
2. Bezinning op de identificatieplicht
In het Amnesty rapport over etnisch profileren worden verschillende onderzoeken
besproken die aanwijzingen bevatten over het plaatsvinden van etnisch profileren bij de
uitvoering van de Wet uitgebreide identificatieplicht.6 Ongenoegens van jonge mensen over
identiteitscontroles komen prominent naar voren in de politieke - en maatschappelijke
discussie over vermeend excessief geweldgebruik en discriminerend optreden van de politie
in (bepaalde wijken in) Den Haag. In het onderzoek van de Universiteit Leiden naar etnisch
profileren in Den Haag dat in juni 2014 verscheen, wijzen de onderzoekers erop dat
discriminatie-percepties van jongvolwassenen waarschijnlijk deels samenhangen met
waargenomen en zelf (veelvuldig) meegemaakte staandehoudingen ter controle van de
identiteit.7 Een perceptie die mede ontstaat omdat sommige politiefunctionarissen
identiteitscontroles als weinig belastende methode zien en er niet altijd bij stilstaan wat de
4
Brief van de minister voor Veiligheid en Justitie, Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 29 628,
nr. 463, 8 juli 2014.
5
Toespraak landelijke diversiteitsdag politie, Nijkerk, 31 oktober 2014.
6
Amnesty International, Proactief politieoptreden vormt risico voor mensenrechten: etnisch profileren
aanpakken en onderkennen, Hoofdstuk 7, oktober 2013, pp. 51-59.
7
Van der Leun et al., Etnisch profileren in Den Haag? Een verkennend onderzoek naar beslissingen en
opvattingen op straat, Universiteit Leiden, 4 juni 2014, p. 42. Waarbij opgemerkt dat de onderzoekers
in de observaties van het politiehandelen geen aanwijzingen zien voor ‘structureel etnisch profileren’.
De hoofdconclusie van het onderzoek luidt: ‘dat er een sterke discrepantie bestaat tussen observaties
van het politiehandelen, de uitleg hierover door politiefunctionarissen op straat en de percepties van
jongvolwassenen’.
Pagina 3
effecten zijn.8 Als respons hierop en de aanbevelingen van de Nationale ombudsman in het
rapport ‘Contrasterende beelden’ over het optreden van de politie van Bureau Heemstraat
in Den Haag9, hebben de burgemeester en de politie Den Haag aangegeven de Aanwijzing
van het Openbaar Ministerie (OM) met betrekking tot de toepassing van de
identificatieplicht extra onder de aandacht te brengen bij wijkagenten en surveillanten. En in aanvulling op de Aanwijzing – dat politieagenten in normale omstandigheden burgers
altijd aangegeven waarom hun identiteitsbewijs wordt gevorderd. Ook wordt in de eenheid
Den Haag in het kader van Blauw Vakmanschap agenten geleerd om te reflecteren vanuit
het perspectief van de burger.10
Dat etnisch profileren – in ieder geval incidenteel voortkomt – bij staandehoudingen ter
controle van de identiteit is helder. Ook is duidelijk dat de perceptie van etnisch profileren
onder meer samenhangt met de gegroeide politiepraktijk rondom identiteitscontroles. En
dat de irritatie daarover bij burgers soms ook leidt tot escalaties tussen politie en jongeren,
met nadelige gevolgen voor alle betrokken.
Knelpunten bij de toepassing van de Wet uitgebreide identificatieplicht die dit jaar naar
voren kwam in Den Haag, kwamen al naar voren in eerdere onderzoeken die niet specifiek
betrekking hadden op een bepaalde regio of stad.11 Voor zover Amnesty kan overzien
hebben de aanbevelingen uit eerdere rapporten geen systematische opvolging gekregen.
De nadere instructies omtrent de identificatieplicht en beleidsinterventies vanuit
eenheidsleiding en het gezag in Den Haag, vormen een positieve uitzondering daarop en
verdienen volgens Amnesty navolging elders in Nederland.
Aanbevelingen: op één januari a.s. is het tien jaar geleden dat de Wet op de uitgebreide
identificatieplicht (WUID) in werking is getreden. Een goed moment voor bezinning.
Volgens Amnesty verdient de aanbeveling om de Aanwijzing uitgebreide identificatieplicht
van het Openbaar Ministerie aan te passen en daarin:


de verplichting op te nemen voor politieagenten om te motiveren waarom zij een
identiteitsbewijs vorderen, ook wanneer iemand aan de vordering voldoet en een
identiteitsbewijs kan tonen;
de richtlijnen voor de toepassing van de vorderingsbevoegdheid te verduidelijken,
onder meer in de context van proactieve handhaving bij jongerenoverlast.
3. Het voorkomen van etnisch profileren door betere monitoring
Etnisch profileren kan worden voorkomen door betere interne monitoring door de politie.
Politiecontroles, zoals identiteits- en voertuigcontroles en preventief fouilleren worden niet
geregistreerd behalve als deze leiden tot een proces-verbaal of aanhouding of wanneer de
politie de controle gebruikt voor informatiedoeleinden. In Nederland is onbekend hoeveel
controles de politie uitvoert, op grond van welke bevoegden, welke groepen burgers dit
treft en wat het resultaat is van die controles.
Buitenlandse onderzoeken laten zien dat het gebruik van controleformulieren (stop forms)
een zinvol instrument kan vormen voor het adresseren van etnisch profileren.12 In het
controleformulier maken politieagenten onder meer melding van de reden en wettelijke
8
9
Id., p. 40.
Nationale ombudsman, Contrasterende beelden: Onderzoek naar het optreden van Politieambtenaren
Bureau De Heemstraat in de Schilderswijk in Den Haag, 2014/078, 28 juli 2014.
10
Brief Burgemeester Van Aartsen over etnisch profileren en herstel van vertrouwen, BSD/2014.823 –
RIS 273601, 19 juni 2014. Brief Van Musscher Politiechef eenheid Den Haag in reactie op het rapport
‘Contrasterende beelden’ van de Nationale ombudsman, 10 oktober 2014
11
Zie onder meer: Kuppens et al., Naar eigen inzicht? Een onderzoek naar de beoordelingsruimte van
en grenzen aan identiteitscontroles, 2011. Pander Stapel, De politietaak en de Wet op de
identificatieplicht, 2010. Deze en andere evaluaties van de WUID worden besproken in Amnesty
International, Proactief politieoptreden vormt risico voor mensenrechten: etnisch profileren aanpakken
en onderkennen, Hoofdstuk 7, oktober 2013, pp. 51-59.
12
Overigens doet Het Grondrechtenagentschap van de Europese Unie staten de aanbeveling om bij
proactieve politiecontroles te werken met controleformulieren (stop forms).
Pagina 4
grondslag van de controle en van de uitkomst ervan, en worden relevante
persoonsgegevens van de gecontroleerde persoon geregistreerd. Het gebruik van
controleformulieren kan politieagenten er onder meer toe bewegen dat zij hun besluit tot
controle vooraf goed afwegen. Geaggregeerde gegevens kunnen meer inzicht geven in de
vraag of etnische minderheden - al dan niet - vaker aan politiecontroles worden
onderworpen.
Het gebruik van controleformulieren kan bovendien bijdragen aan de effectiviteit van
politiewerk vanuit het oogpunt van criminaliteitsbestrijding. Buitenlandse onderzoeken
wijzen uit dat het baseren van politiecontroles op etnische profielen niet leidt tot hogere
‘vangstpercentages’: het percentage politiecontroles dat leidt tot een aanhouding of een
bewijs van een wetsovertreding. Buitenlandse onderzoeken wijzen uit dat het gebruik van
controleformulieren wel kan leiden tot hogere ‘vangstpercentages’.13
Aanbeveling: meer systematische, kwantitatieve monitoring van politiecontroles kan
behulpzaam zijn bij het adresseren van etnisch profileren. Daarnaast biedt betere
monitoring zicht op de effectiviteit van (proactieve) politiecontroles. Dergelijke monitoring
kan aan de hand van controle formulieren (stop forms). Het verdient aanbeveling om een
proef te doen met het gebruik daarvan.
13
Hoogenboom, Wat kunnen we leren van New York, Blog van 24 september 2014:
http://www.maatschappijenveiligheid.nl/preventief-fouilleren-wat-kunnen-we-leren-van-new-york/.
Voor meer informatie over het belang van kwantitatieve data, controle formulieren, etc. zie: Amnesty
International, Proactieve politiewerk vormt risico voor mensenrechten: etnisch profileren onderkennen
en aanpakken, oktober 2013, pp. 45-49.