Toolkit Tailored Medicine Inventory

1
Inleiding
Therapieontrouw is een veelvoorkomend en een complex verschijnsel. Voor een breed scala aan
verschillende soorten medicijnen worden hoge percentages therapieontrouwe patiënten gevonden.
Een beter begrip van artsen en apothekers waarom therapieontrouw optreedt is daarom van groot
belang. De veelheid aan potentiële oorzaken van therapietrouw, is echter geenszins bevorderlijk voor
een eenduidig begrip van therapieontrouw. Het is daarbij verder onduidelijk welke factor voor welke
patiënt doorslaggevend is. Een beter inzicht van de arts en de apotheker in persoonlijke factoren van
individuele patiënten, biedt evenwel heldere aanknopingspunten om doelgerichte op de individuele
patiënt afgestemde interventies te plegen om daarmee therapieontrouw terug te dringen.
Hoewel veel artsen, apothekers en therapietrouw-onderzoekers zich ervan bewust zijn, dat voor
verschillende patiënten er verschillende redenen zijn om therapieontrouw te zijn, blijft het voor veel
clinici en onderzoekers bij het benoemen van dit probleem zonder daadwerkelijk interventies op maat
te smeden. Nieuw onderzoek naar het toespitsen van interventies op individuele patiënten wordt op dit
moment opgezet door leden van het Wetenschappelijk Platform Therapietrouwonderzoek Nederland.
Het bestaande onderzoek richt zich echter vaak met name op de opvattingen van mensen over hun
medicijngebruik. Deze worden in kaart gebracht met de zogenaamde "Beliefs about Medicines
Questionnaire", afgekort als de BMQ. De BMQ meet het belang dat patienten hechten aan hun
geneesmiddelgebruik (Bijvoorbeeld: ‘Zonder mijn geneesmiddelen zou ik zieker zijn’) en de zorgen die
patienten hebben over dezelfde geneesmiddelen (Bijvoorbeeld: ‘Ik maak mij zorgen over de lange
termijn effecten van mijn geneesmiddelen’). Hoewel de BMQ een succesvolle bijdrage heeft geleverd
aan het beter begrijpen van therapietrouw, voorspelt de lijst niet meer dan 20-25% van de
therapieontrouw. Ook andere aspecten spelen een rol zoals de kennis over het geneesmiddel, de
relatie met de voorschrijver, daadwerkelijke ervaringen met geneesmiddelgebruik inclusief de
praktische problemen die het geneesmiddelgebruik met zich meebrengt. Het meten van de concrete
ervaringen van mensen met medicijngebruik, zoals ervaren bijwerkingen, kan daarom naast het meten
van hun opvattingen bijdragen aan een beter inzicht in redenen van therapieontrouw van individuele
patiënten.
Hoewel verschillende onderzoekers uiteenlopende ervaringen met medicijngebruik hebben gemeten
(bijvoorbeeld bijwerkingen of praktische problemen, zijn deze ervaringen niet eerder in samenhang en
ook niet gelijktijdig met opvattingen over geneesmiddelen bestudeerd. Er ontbreekt een
gestandaardiseerde vragenlijst. Hierdoor is het lastig om verschillende onderzoeken die verschillende
soorten ervaringen hebben bestudeerd met elkaar te vergelijken. Tevens is het moeilijk om te
besluiten welke ervaringen standaard onderzocht dienen te worden. Sommige mensen ervaren veel
problemen, terwijl andere mensen juist weinig tot geen problemen ervaren. Een te korte vragenlijst
waarin te weinig problemen zijn opgenomen kan leiden tot het onderschatten van problematiek en het
negeren van belangrijke oorzaken van therapieontrouw. Een te lange vragenlijst met daarin heel veel
2
problemen die niet van toepassing zijn, kan door zowel clinici als patiënten als ondoelmatig en
overbodig worden ervaren.
Een potentiële oplossing is gelegen in een vragenlijst die enerzijds is gestandaardiseerd maar die
anderzijds wordt toegespitst op individuele patiënten door alleen ervaren problemen uit te diepen. Met
dit uitgangspunt werd de Tailored Medicine Inventory ontwikkeld (TMI). De TMI omvat drie secties te
weten, ervaringen met betrekking tot (a) de werking, (b) de bijwerkingen en (c) de praktische
problemen van het voorgeschreven medicijn. Met slimme 'routings' therapieontrouw werd aan
patiënten alleen die vragen gesteld over ervaringen die voor hen van toepassing waren.
In deze toolkit wordt stapsgewijs de ontwikkeling en toepassing van de TMI beschreven. Ter illustratie
van de TMI wordt geput uit onderzoek met de TMI naar ervaringen van vrouwen die behandeld
worden met hormoontherapie om terugkeer van eerder gediagnosticeerde en behandelde borstkanker
te voorkomen. Adjuvante hormoontherapie wordt gedurende 5 jaar of langer aan vrouwen
voorgeschreven die hormoongevoelige borstkanker hebben (gehad) en is bedoeld om terugkeer van
borstkanker te voorkomen. Het doel van het beschrijven van deze stappen is om voor onderzoekers
die de patiëntervaringen met betrekking tot andere medicijnen willen bestuderen, inzichtelijk te maken
hoe ze tot een weloverwogen TMI kunnen komen. De volgende stappen worden daarbij gevolgd: (a)
het bepalen van ervaringen die belangrijk zijn voor patiënten, (b) het instrument ontwikkelen om deze
ervaringen te meten, de hierboven beschreven TMI, (c) ervaringen over eigenschappen van medicatie
te meten.
3
Stap #1 Verzamel specifieke ervaringen rondom
het medicijngebruik
Literatuur &
Online Focus Groepen
met patiënten
Stap #2 Patiëntervaringen instrument maken
Ontwikkeling TMI
Stap #3 Patiëntervaringen meten
Patiëntervaringen met de TMI
meten
4
Stap #1 Selecteer specifieke ervaringen medicijn
Stap 1a Literatuur
In Pubmed werd een literatuur 'search' gedaan. Er werd gezocht naar algemene literatuur aan de
hand van de volgende drie zoekopdrachten:

Experience OR preferences Or beliefs OR self-efficacy AND medication (adherence) AND
questionnaire OR test OR instrument AND validation OR psychometrics

Experiences OR preferences OR beliefs OR self-efficacy AND medication (adherence) AND
assessment

Questionnaire OR Test Or Instrument AND Medication Adherence (beperkingen: engelstalige
artikelen, core clinical journals, leeftijdspanne 19-65+).
Vervolgens werd er ook nog naar specifieke literatuur over de betreffende aandoening/medicatie (in
het voorbeeld borstkanker) gezocht

medication (adherence) AND breast cancer
Om te voorkomen dat er aspecten van medicijngebruik specifiek voor de Nederlandse situatie over het
hoofd zouden worden gezien, werden er nog andere bronnen geraadpleegd. Deze betroffen:

Een internetmeldpunt over medicijnen van het Instituut van Verantwoord Medicijngebruik
(www.meldpuntmedicijnen.nl)

Een bestand van vragen gesteld op www.apotheek.nl

De online databank van LAREB (www.lareb.nl)

Het Farmacotherapeutisch Kompas
Stap 1b Online Focus Groepen
Op basis van de literatuur werd een lijst met thema's samengesteld die onderzocht werden in zgn.
Online Focus Groepen. Vooraf werd de lijst met thema's bediscussieerd door de leden van de
projectgroep en daarna besproken met een communicatiedeskundige en een verpleegkundig
specialist werkzaam op een mamma poli. In onderstaand schema wordt de lijst met de gekozen
thema's weergegeven. Het betreft hier uiteraard voorbeelden van thema’s die voor het onderwerp
hormoonbehandeling bij borstkanker relevant leken.
5
Lijst Thema's
THEMA'S
INTERPERSOONLIJK
1 Gesprekken met uw arts /
Hoofdvraag
verpleegkundige
Als het goed is heeft u regelmatig controleafspraken in het ziekenhuis. De afspraken zijn bedoeld om te
kijken hoe het met u is en hoe het met de hormoontherapie gaat. Wij zouden u willen vragen wat u in het
algemeen van de gesprekken met uw arts of nurse practitioner over hormoontherapie vindt?
Mogelijke vervolgvragen
In hoeverre kunt u uw mening geven in de gesprekken over hormoontherapie met uw arts of nurse practitioner?
Als u het met uw huisarts heeft over hormoontherapie, verschillen deze gesprekken dan van de controleafspraken
in het ziekenhuis ? Waarin verschillen deze gespreken en zijn deze verschillen belangrijk?
Welke andere dingen zou u nog willen zeggen over de controleafspraken?
2 Ervaren steun
Hoofdvraag
Veel mensen vinden steun van anderen erg belangrijk als ze ziek zijn of ziek zijn geweest. Bijvoorbeeld
steun van hun arts, verpleegkundige, familie, vrienden en partner. In hoeverre voelt u zich door uw
omgeving gesteund? Door wie is dat vooral? Hoe waardeert u de steun van uw omgeving?
Mogelijke vervolgvragen
In welke situaties en op welke momenten zou u het liefst worden gesteund? En door wie?
HET MEDICIJN
3 Kennis van
Hoofdvraag
hormoontherapie
Mensen zijn verschillend in hun behoeften om te weten wat hun ziekte nou precies inhoudt, welke
behandelingen er zijn. Daarom kunnen mensen van elkaar verschillen als het gaat om de hoeveelheid
kennis van een behandeling. Wij vroegen ons af wat u over hormoontherapie wist toen u startte met
hormoontherapie?
Mogelijke vervolgvragen
Hoe belangrijk vindt u het om op te hoogte zijn van wat hormoontherapie precies is?
4 Gebruik medicijnen
Hoofdvraag
Bij het gebruik van medicijnen kunnen verschillende dingen van belang zijn. Deze zijn heel persoonlijk en
verschillen dus van persoon tot persoon. In hoeverre voldoet hormoontherapie aan dingen die u belangrijk
vindt bij het gebruik van medicijnen? Hierbij kunt u denken aan de dosis, hoe moeilijk of makkelijk het is
om de tabletten uit de strip te krijgen en door te slikken, het tijdstip waarop de tabletten moeten worden
ingenomen, hoe lang je hormoontherapie (wel vijf jaar) moet gebruiken?
Mogelijke vervolgvragen
Hoe vindt u hormoontherapie in vergelijking met uw chemotherapie en medicatie in het algemeen?
Bent u weleens gewisseld van hormoontherapie? Waarom was dat?
Schieten er nog andere dingen over het gebruik van hormoontherapie u te binnen?
5 Werkzaamheid
Hoofdvraag
De belangrijkste reden om hormoontherapie te gebruiken is het verkleinen van de kans op terugkerende
borstkanker. Wij vroegen ons af of u het idee heeft dat hormoontherapie werkt? En waar heeft u dat aan
gemerkt?
Mogelijke vervolgvragen
In hoeverre bent u overtuigd dat de hormoontherapie werkt?
6
Denkt u dat hormoontherapie ertoe doet na de andere behandelingen? Waarom wel of niet?
6 Bijwerkingen
Hoofdvraag
Veel medicijnen hebben naast hun werking ook onbedoelde effecten. Dit zijn de zogenaamde bijwerkingen.
Sommige bijwerkingen kunnen zeer onprettig zijn voor degenen die het medicijn gebruiken. Welke
bijwerkingen heeft of had u van hormoontherapie en hoe onprettig zijn deze voor u?
Mogelijke vervolgvragen
Waarom zijn deze bijwerkingen onprettig voor u?
Hoe weet u dat dit bijwerkingen zijn van de hormoontherapie?
In hoeverre lukt het u om de bijwerkingen van de hormoontherapie te verdragen?
Wat zijn de gevolgen van de bijwerkingen van hormoontherapie voor uw dagelijks leven?
In hoeverre weegt u de bijwerkingen af tegen de opbrengst van de medicijnen die u gebruikt?
Zijn er nog dingen over bijwerkingen die nog niet genoemd zijn?
DE PATIENT
7 Gezondheid
Hoofdvraag:
Over wat gezond zijn nu precies betekent en wat je zelf kunt doen om gezond te leven verschillen de
meningen nogal. Wat betekent volgens u gezond zijn en hoe gezond vindt u uzelf?
Mogelijke vervolgvragen
Heeft u verder nog opmerkingen over het onderwerp gezondheid?
Denkt u dat u ook zelf uw gezondheid kunt beïnvloeden?
8 Omgaan met
Hoofdvraag
In korte tijd heeft u veel mee moeten maken. Er is veel op u afgekomen. Iedereen gaat daar anders mee om.
Zou u ons willen vertellen hoe u met uw ziekte en de behandelingen omgegaan bent?
Mogelijke vervolgvragen
En als we ons toespitsen op hormoontherapie, hoe gaat u met de hormoontherapie om? Welke oplossingen heeft u
bedacht voor dingen waar u tegen aan liep, bijvoorbeeld de bijwerkingen van hormoontherapie?
En denkt u vaak aan de hormoontherapie of probeert u er juist niet aan te denken?
In hoeverre heeft u bijvoorbeeld wel eens informatie gezocht over borstkanker en hormoontherapie?
Welke dingen probeert u of heeft u geprobeerd om de hormonale medicatie zo gemakkelijk mogelijk te maken
voor uzelf?
9 REFLECTIE
Hoofdvraag
Op veel momenten in je leven kijk je terug op perioden in je leven waarin er ontzettend veel gebeurd is. We
kunnen ons voorstellen dat u wel eens terugkijkt op de periode dat bij u borstkanker werd geconstateerd.
Kijkt u daarbij ook terug op het starten met hormoontherapie. Wat vond u als u terugkijkt het meest
moeilijk aan het gebruiken van hormoontherapie? Welke dingen vond u makkelijker.
Mogelijke vervolgvragen
In hoeverre weegt u de werkzaamheid van hormoontherapie af tegen haar bijwerkingen?
Wat voor een invloed heeft ‘lekker in je vel zitten’ / ‘je emotioneel goed voelen’ op het gebruik van
hormoontherapie?
Wat voor een invloed heeft het hebben van andere ziekten op het gebruik van hormoontherapie?
10 OVERIGE
ONDERWERPEN
Welke andere onderwerpen zijn nog niet besproken waarvan u vindt dat deze besproken hadden moeten
worden?
7
Organiseren en houden van Online Focus Groepen
Bij het werven van patiënten voor online focusgroepen zal nagedacht moeten worden hoe deze
patienten het gemakkelijkst benaderd kunnen worden. In het geval van gebruikers van
antidepressiva en/of antilipaemica is benadering via de apotheek of de huisarts een optie, omdat er
zeer veel gebruikers zijn die ook grotendeels in de eerste lijn behandeld worden.
Voor de Online Focus Groepen bij vrouwen met doorgemaakte borstkanker werd hier bewust niet
voor gekozen. Deze vrouwen hebben vaak een nauwe relatie met zorgverleners in de tweede lijn en
het aantal vrouwen per eerstelijns zorgverlener is eveneens beperkt. Daarom werden vrouwen
geworven die onder controle stonden bij de mammapoli van het LUMC en via de
Borstkankervereniging. Er werden twee aparte Online Focus Groepen met verschillende groepen
patiënten georganiseerd te weten: vrouwen die gestart waren met hormoontherapie en deze niet
langer dan 18 maanden gebruikten en vrouwen die hormoontherapie langer dan 18 maanden
gebruikten.
Iedere dag omstreeks 12.00 werd een nieuw thema geplaatst op een website waar vrouwen anoniem
konden inloggen met een door de onderzoekers verstrekt account. Als anonieme usernames
waarmee vrouwen konden inloggen werden namen van bomen gekozen. De zogenaamde
asynchrone modus werd gekozen wat min of meer inhoudt, dat vrouwen een reactie konden
plaatsen bij een door de onderzoekers geplaatste stelling op een door henzelf gekozen tijdstip.
Onderzoekers traden op als 'moderators'. De rol van moderator hield in: (a) mensen uitnodigen om
op elkaars' reacties te reageren, door te vragen naar aanleiding van een geplaatste reactie,
verschillende reacties samen te vatten en reacties die beledigend waren of waarin namen van
ziekenhuizen of hulpverleners voorkwamen respectievelijk te verwijderen en te anonimiseren.
Naast een pagina waarop de stellingen werden geplaatst werden op een andere pagina de spelregels
getoond. Deze betroffen (1) de periode van wanneer tot wanneer de Online Focus Groepen werd
gehouden (2) dat deelnemers 24 uur per dag konden reageren (3) dat er elke dag om 12.00 een
nieuw thema werd voorgelegd, (4) dat deelnemers de hele week konden reageren op de thema’s, (5)
dat ongewenste informatie zoals namen of gegevens van deelnemers, zorgverleners, ziekenhuizen en
beledigende opmerkingen van de website zouden worden verwijderd, (6) dat de bijdrage aan de
Internet discussiegroep anoniem was en (7) dat de bijdragen van de deelnemers alleen door de
andere deelnemers en de onderzoekers konden worden bekeken, (8) dat deelname geheel vrijwillig
was en dat men zich op ieder moment kon terugtrekken zonder opgaven van redenen en (9) dat
8
contact met andere deelnemers na afloop van de Online Focus Groepen alleen mogelijk was via de
onderzoekers.
De Online Focus Groepen werden gedurende tien werkdagen gehouden. Er werd gestart op een
woensdag, zodat er twee weekeinden waren waarin vrouwen de kans kregen om of op adempauze
te komen of juist te reageren op thema's waar ze nog niet aan toegekomen waren.
Bij online focusgroepen is het van belang om rekening te houden met het feit dat er ook personen
zijn die digitale media niet kunnen of niet willen gebruiken. In het onderzoek zijn personen die geen
internet beschikbaar hadden individueel geïnterviewd. Een aparte vis-a-vis focusgroep was ook een
optie geweest. Hier is niet voor gekozen omdat deze groep vaak ook minder mobiel was.
Personen die gestopt waren met het gebruik van de medicatie werden ook apart geïnterviewd. Het
werd onethisch bevonden deze personen in te delen in een Online Focus Groep met personen die
therapie proberen vol te houden. Het bereiken van voldoende personen die met de medicatie zijn
gestopt en daarover willen praten is overigens een grote uitdaging.
Voor technische en methodologische ondersteuning bij het opzetten en uitvoeren van Online Focus
Groepen wordt onderzoekers geadviseerd om contact te zoeken met het NIVEL. Het NIVEL heeft de
afgelopen jaren ruime ervaring opgebouwd in het opzetten en uitvoeren van Online Focus Groepen.
De contactpersoon van het NIVEL is: dr. Marieke Zwaanswijk.
Verder verwijzen wij naar het door de projectgroep gepubliceerde artikel:
Wouters H, Van Geffen ECG, Baas-Thijssen MC, Krol-Warmerdam EM, Stiggelbout AM, Belitser S,
Bouvy ML, Van Dijk L Disentangling breast cancer patients' perceptions and experiences with regard
to endocrine therapy: nature and relevance for non-adherence. Breast 2013;22:661-666
9
Stap #2 Patiëntervaringen instrument maken
Stap 2a Ontwikkeling "TMI"
Om de ervaringen van patiënten ten aanzien van hormoontherapie zowel gestandaardiseerd als
toegespitst op individuele patiënten te meten werd de Tailored Medicine Inventory (TMI) ontwikkeld.
De TMI bestaat uit de volgende 3 secties: ervaringen met betrekking tot (a) de werking, (b) de
specifieke bijwerkingen en (c) de praktische problemen.
De selectie van de bovenstaande kenmerken kwam tot stand door:

alle gevonden ervaringen van Stap 1 inhoudelijk te bediscussiëren in de projectgroep

prototypes van de TMI te laten bediscussiëren door leden van de projectgroep en andere
deskundigen.
Secties TMI
De werking:
De ervaringen en percepties van patiënten over de werking werd onderzocht met onderstaande 12
uitspraken. Patiënten konden voor elke uitspraak op een 5-punts Likertschaal aangeven in hoeverre
ze het eens of oneens met deze uitspraak waren (1, helemaal niet mee eens; 5, helemaal mee eens).
Hier wordt het voorbeeld voor hormoontherapie gegeven. Het is van belang bij dit soort vragen altijd
specifiek aan te geven op welke medicatie de vragen betrekking hebben, omdat veel patienten
meerdere geneesmiddelen gebruiken.

Hormoontherapie voorkomt dat de borstkanker terugkomt of uitbreidt

Het gebruik van hormoontherapie is voor mij noodzakelijk

Van de werking van hormoontherapie ben ik overtuigd

Ik twijfel eraan of hormoontherapie werkt

Ik weet hoe hormoontherapie werkt

Ik kreeg informatie over hoe hormoontherapie werkt

Ik weet waarom ik hormoontherapie moet gebruiken

Hormoontherapie heeft een beperkte werking

Je moet geloven dat hormoontherapie werkt, anders kun je het net zo goed niet gebruiken

Ik weet in hoeverre hormoontherapie de kans op terugkeer of uitbreiding van borstkanker
verlaagt

Door gebruik van hormoontherapie doe ik alles om terugkeer of uitbreiding van kanker te
voorkomen

Hoe langer je hormoontherapie gebruikt, hoe beter deze werkt
10
Bijwerkingen:
Wanneer de patiënt aangeeft last van bijwerkingen te hebben wordt vervolgens naar specifieke
bijwerkingen gevraagd. In het geval van hormoontherapie zijn de volgende bijwerkingen gemeten. Het
betrof hier zowel bekende als minder bekende bijwerkingen van hormoontherapie:
Bekende bijwerkingen van hormoontherapie
Pijnlijke of gevoelige borsten
Vaginale afscheiding, droogte of jeuk
Opvliegers
Verminderde seksuele behoefte
Vaginaal bloedverlies
Risico op endometrium kanker (bij minder dan 1/100 vrouwen)
Somberheid
Haarverlies
Oedeem
Overgeven en misselijkheid
Pijn, stijfheid, ontsteking en opzwelling van gewrichten
Andere bijwerkingen
Geheugen, concentratie en vermoeidheid
Vergeetachtigheid
Verminderde concentratie
Slaperigheid of sufheid
Vermoeidheid
Slapeloosheid en andere slaapproblemen
Emotionele bijwerkingen
Rusteloosheid
Emotionele afvlakking
Angst / paniekaanvallen / onzekerheid
Huid of haar
Uitslag
Zweten
Hart, bloedvaten en blaas
Orthostatische hypotensie
Hartkloppingen
Urineretentie
Incontinentie
Mond, maag en ingewanden
Droge mond
Maagpijn, -krampen, -zuur, oprispingen
11
Darmkrampen, constipatie, of diarree
Spieren, botten en gewrichten
Trillen
Rugpijn
Spierpijn-, -kramp
Praktisch:
Ook praktische aspecten zullen afhankelijk zijn van het type geneesmiddelen dat wordt gebruikt en de
onderliggende aandoening. Zo zullen bij injecties en inhalatiemedicatie of bij patiënten met beperkte
handfunctie door reuma andere aspecten kunnen spelen. In het onderzoek werden orale
geneesmiddelen meegenomen, waarbij dezelfde praktische problemen werden gemeten:
De informatie
was tegenstrijdig
… overbodig
… moeilijk te begrijpen
De tekst had te kleine lettertjes
De tabletten
onduidelijk hoe deze moesten worden ingenomen
aantal tabletten in de strip was niet praktisch
tabletten moesten worden gebroken voor de juiste dosering
tabletten waren moeilijk om te breken of te slikken
het duurde lang voordat de juist dosering werd bereikt
het was moeilijk om routine te krijgen in het gebruik
onduidelijk wat te doen indien een dosis was overgeslagen
Verpakking
Onduidelijk etiket
Moeilijk open te krijgen
Tabletten waren moeilijk uit de strip te krijgen
Strip was moeilijk in gedeelten te knippen
Verpakking veranderde voortdurend
Naam van het medicijn veranderde
Kleur of de vorm van het tablet veranderde
Leveringsproblemen en overige problemen
Medicatie niet op voorraad bij de apotheek
Onduidelijk hoe herhaalmedicatie verkregen moest worden
Onvoldoende tabletten meekrijgen
Te vaak naar de apotheek of arts moeten
12
Of alcoholgebruik naast medicijjngebruik was toegestaan
Of medicijngebruik van invloed op rijvaardigheid was
Bezorgdheid over wisselwerkingen tussen medicatie en ander medicijn
Toespitsing van de TMI op de individuele patiënt
De TMI werd toegespitst op de individuele patiënt met betrekking tot het uitvragen van de bijwerkingen
en de praktische problemen. De vragen over de percepties en ervaringen betreffende de werking
werden aan alle patiënten voorgelegd. In het onderstaande schema wordt aan de hand van de
bijwerkingen geïllustreerd hoe de TMI wordt toegespitst op de individuele patiënt. Voor de praktische
problemen verliep het toespitsen op eenzelfde manier. De toespitsing van de TMI vond plaats in drie
stappen die hieronder beschreven en grafisch weergegeven worden.

In de eerste stap werden klassen bijwerkingen gepresenteerd. Patiënten moesten aangeven
welke klasse van bijwerkingen zij hadden ervaren. Om bias te voorkomen werden de specifieke
bijwerkingen achter elke klasse vermeld

In de tweede stap werden alle bijwerkingen van de klassen van bijwerkingen die patiënten
hadden ervaren opnieuw gepresenteerd. Patiënten werd gevraagd welke bijwerking(en) precies
ze ervaren hadden.

In de derde stap werd voor de specifiek ervaren bijwerking(en) gevraagd hoe hinderlijk deze was
of waren. Antwoorden werden gescoord op een vijfpunt-schaal (1, helemaal niet hinderlijk, 5 erg
hinderlijk).

Tevens werd vooraf aan bovengenoemde stappen voor elke bekende bijwerking van
hormoontherapie ook nog gevraagd of mensen bezorgd waren om deze bijwerkingen en hoe
bezorgd. Hiertoe werden de tweede en derde van de drie bovenstaande stappen gevolgd.
13
1. Welke typen bijwerkingen hebt u ervaren?
Geheugen & concentratie
Vergeetachtigheid
Verminderde concentratie
Slapeloosheid & sufheid
Vermoeidheid
Gyneacologische
bijwerkingen
opvliegers
Pijnlijke borsten
Vaginale klachten
Emotionele
bijwerkingen
rusteloosheid
Emotionele afvlakking
Angst paniek
JA
NEE STOP
ETC.
NEE STOP
2 Welke specifieke bijwerkingen hebt u ervaren?
Pijnlijke borsten
Opvliegers
Vaginale klachten
JA
NEE STOP
NEE STOP
3. Hoe hinderlijk waren deze?
De TMI werd ontwikkeld in het programma Sawtooth Software SSI Web. Het programma Sawtooth
Software SSI Web is gebruiksvriendelijk met een interface met verschillende menu's en onder de Help
functie een duidelijke SSI Web Manual om de vragenlijst te ontwikkelen. Het programmeren van de
TMI op bovenstaande wijze om deze te kunnen toespitsen op individuele patiënten is eenvoudig uit te
voeren met behulp van de sectie "Composing Web Surveys > List Building" van de SSI Web Manual.
Er werd gebruik gemaakt van zogenaamde "Constructed Lists" die omschreven kunnen worden als
lijsten met antwoorden die verschillen voor individuele respondenten en die worden samengesteld op
basis van antwoorden op voorgaande vragen.
Met een zogenaamde 'academic license' kan een licentie voor SSI Web voor dit programma tegen een
aantrekkelijk tarief bij de SKIM group worden aangeschaft. De restricties van deze licentie zijn
momenteel:

maximaal 250 patiënten interviewen

alleen voor niet-commerciële doeleinden bestemd
Stap 2b Pilot TMI
De leesbaarheid en moeilijkheidsgraad en de tekst van de TMI werden onderzocht met de Flesh
Kincaids formule. Na het vereenvoudigen van de tekst bleek de Flesh Kincaids Grade Level 8,4. Dit is
14
een acceptabel niveau aangezien het overeenkomt met de basisschool afgerond aangevuld met 1 tot
2 jaar voortgezet onderwijs.
Er werd een uitgebreide pilotstudie gedaan op basis waarvan de definitieve TMI werd ontwikkeld.
Deze pilotstudie bestond uit:

het uittesten van de TMI op beeldschermen met verschillende afmetingen om na te gaan of de layout mooi bleef

het uittesten van de TMI door deskundigen: vijf apothekers, een medisch besliskundige, een
farmaceutisch socioloog, een klinisch farmacoloog, een oncologie verpleegkundige, een
neerlandicus, een huisarts, een psychiater en een arts-assistent in opleiding tot internist-oncoloog

9 vrijwilligers (leeftijdspanne: 20-84 jaar, opleidingsniveau variërend van MULO-WO)

17 vrouwen die behandeld werden met hormoontherapie om terugkeer van borstkanker te
voorkomen
15
Stap #3 Patiëntervaringen kenmerken meten
Stap 3a Afname TMI
Met behulp van de in Stap #2 ontwikkelde TMI zijn de ervaringen van patiënten ten aanzien van
behandeling te meten. De TMI is zowel geschikt om af te nemen als 'online survey' als 'face to face' op
een polikliniek of in een apotheek met behulp van een laptop. Het online afnemen van de TMI gaat via
web-hosting. Een bedrijf als de SKIM group kan onderzoekers hier verder in adviseren. Een 'face to
face' afname van de TMI kan worden uitgevoerd met behulp van een CAPI module die ingebouwd is
in Sawtooth Software SSI Web.
Stap 3b Preparatie data analyse TMI
Na het verzamelen van de TMI data bij patiënten moeten er nog twee tussenstappen worden gemaakt
alvorens met het verder opschonen en analyseren van de data kan worden gestart.
1. Allereerst dienen de data te worden binnengehaald in Sawtooth Software SSI Web via Field >
Download data. Nota Bene: Een vereiste hierbij is dat de 'Admin Module URL', (= de naam van de
website waar de gegevens online worden verzameld) correct is ingesteld. Ook hier wordt aangeraden
om contact te zoeken met de SKIM Group
2. Vervolgens dienen de data te worden geëxporteerd naar een databestand bijvoorbeeld een SPSSbestand.
* Zie SSI Web manual en het SSI Web menu "File > Export Data > enzovoorts" voor de juiste
instellingen.
Stap 3c Data analyse TMI
Vervolgens kunnen de data verder worden opgeschoond, bewerkt* en geanalyseerd in een statistisch
programma. Onder bewerking wordt niet verstaan het manipuleren van data. Er wordt verstaan: het
toekennen van 'labels' aan 'waarden', het herschalen van de schalen van variabelen en items zodat
deze een nulpunt krijgen, het hercoderen van 'system missings' voor alle patiënten die een vraag
logischerwijs niet gesteld kregen. Hiermee wordt voorkomen dat deze patiënten uit de analyses
wegvallen omdat SPSS 'case wise deletion' default toepast, het in elkaar schuiven van items die
hetzelfde meten maar die gesteld werden aan verschillende deelpopulaties patiënten, bijvoorbeeld de
stelling voor gebruikers "Ik ben overtuigd van mijn hormoontherapie" die voor stoppers werd
aangepast tot "Ik was overtuigd van mijn hormoontherapie" enzovoorts.