Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl postbus@overljssel. nl De raad van de gemeente Hardenberg Postbus 500 7770 BA HARDENBERG Inlichtingen bij Dhr. D. Meloni telefoon 038 499 8080 [email protected] Datum 03.06.2014 Kenmerk 2014/0142085 Pagina 1 Uw kenmerk Besluit proactieve aanwijzing ex artikel 4.2, Wro bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg" gemeente Hardenberg en voorbereidingsbesluit voor het perceel Kanaalweg West 21A (Bergentheim). Inleiding Bij besluit van 1 oktober 2013 heeft uw raad het bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg" gewijzigd vastgesteld. Het besluit tot vaststelling bestemmingsplan is op grond van het bepaalde in artikel 3.8, lid 4 Wet ruimtelijke ordening (verder: Wro) langs elektronische weg aan ons toegezonden. Het bestemmingplan is, met uitzondering van een enkel onderdeel, in overeenstemming met het provinciale omgevingsbeleid. Het plan is in strijd met de Omgevingsverordening Overijssel 2009 op het onderdeel waarbij een woonbestemming is toegekend aan de recreatiewoning Kanaalweg West 21A (Bergentheim). Het gaat om een bestaande en in het voorgaande bestemmingsplan als zodanig bestemde recreatiewoning die niet permanent wordt bewoond. In het ontwerpbestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg", zoals dat ter inzage heeft gelegen heeft de recreatiewoning abusievelijk een woonbestemming gekregen. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft dit willen herstellen door aan uw raad voor te stellen met een ambtshalve wijziging van het ontwerp het pand weer een recreatiebestemming te geven. Uw raad heeft dit voorstel niet overgenomen en met het aannemen van een amendement besloten aan dit pand een woonbestemming toe te kennen. Inzet aanwijzingsbevoegdheid ex artikel 4.2 Wro Op grond van artikel 4.2 Wro zijn wij bevoegd, nadat wij Provinciale Staten van ons voornemen tot het geven van een aanwijzing in kennis hebben gesteld, om aan de gemeenteraad een aanwijzing te geven om binnen een daarbij te bepalen termijn een (herziening van een) bestemmingsplan vast te stellen overeenkomstig daarbij gegeven voorschriften (regels) omtrent de inhoud van dat bestemmingsplan. Hierbij moet gemotiveerd worden welke provinciale belangen met het oog op een goede ruimtelijke ordening het noodzakelijk maken om aan de gemeenteraad een aanwijzing te geven. Op grond van artikel 4.2, lid 3 Wro kunnen wij een voorbereidingsbesluit nemen door te verklaren dat voor een bepaald gebied een bestemmingsplan door de gemeenteraad wordt voorbereid. Toekennen w o o n b e s t e m m i n g aan r e c r e a t i e w o n i n g Kanaalweg W e s t 21A (Bergentheim) Bijlagen Datum verzending Provinciaal beleid Het provinciale omgevingsbeleid voor verblijfsrecreatie, vastgelegd in de Omgevingsvisie Overijssel 2009 en in de Omgevingsverordening Overijssel 2009, gaat ervan uit dat recreatiewoningen beschikbaar blijven voor recreatief gebruik en hun recreatieve bestemming behouden. Dit geldt ook voor recreatiewoningen die in strijd met hun bestemming - dus onrechtmatig - permanent bewoond worden. Het is van provinciaal belang dat dit beleid doorwerkt in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Datum 03.06.2014 Kenmerk 2014/0142085 Pagina 2 Uw brief Uw kenmerk Omgevingsvisie Overijssel 2009 In de Omgevingsvisie (Toerisme en vrije tijd, onderdeel 4.2.3) is aangegeven dat permanente (onrechtmatige) bewoning van recreatiewoningen en recreatieverblijven niet is toegestaan en dat deze vorm van bewoning in een bestemmingsplan dient te worden uitgesloten. Onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen gaan wij tegen. Aan het toekennen van een woonbestemming waarbij het feitelijk gebruik van permanente bewoning van een recreatiewoning wordt gelegaliseerd, zal alleen medewerking worden verleend als wordt voldaan aan rijkscriteria uit de Nota Ruimte èn als het gaat om een locatie in stads- en dorpsrandgebieden. Dit laatste criterium is bedoeld om verdergaande versnippering en verstening van de Groene omgeving en aantasting van het landschap te voorkomen. Omgevingsverordening Overijssel 2009 Naast de Omgevingsvisie Overijssel 2009 geldt de Omgevingsverordening Overijssel 2009. De Omgevingsverordening heeft de status van Ruimtelijke verordening in de zin van artikel 4.1 Wro en is bedoeld als juridisch instrument voor de doorwerking van het provinciaal beleid/belang. In de Omgevingsverordening zijn (instructie)regels opgenomen waaraan gemeentelijke bestemmingsplannen voor wat betreft inhoud en toelichting moeten voldoen. In de Omgevingsverordening Overijssel 2009 is voor het onderdeel Verblijfsrecreatie (artikel 2.12.3 en 2.12.4) opgenomen dat bestemmingsplannen permanente bewoning van recreatiewoningen/recreatieverblijven dienen uit te sluiten. Daarbij is bepaald dat deze plannen niet kunnen voorzien in toekenning van een woonbestemming aan een recreatiewoning die tot dan als zodanig is bestemd. Een woonbestemming kan - in afwijking van de algemene regel - alleen worden toegekend als voldaan wordt aan de in artikel 2.12.4, lid 2 vermelde criteria. Het gaat bij deze criteria om recreatiewoningen die voor of op 31 oktober 2003 permanent bewoond werden en deze permanente bewoning sindsdien onafgebroken is voortgezet en waarbij voldaan is aan de eisen van het Bouwbesluit en aan relevante milieuwet- en regelgeving. Daarbij geldt dat het moet gaan om recreatiewoningen die staan in stads- en dorpsrandgebieden. Wanneer het daarbij gaat om gebieden die zijn aangewezen als EHS en Nationaal Landschap geldt de uitzondering op de algemene regel niet. Beoordeling Wij constateren dat het toekennen van een woonbestemming aan het pand Kanaalweg West 21A (Bergentheim), die als recreatiewoning is gebouwd en in het voorgaande bestemmingsplan als zodanig is bestemd, in strijd is met onze Omgevingsvisie (beleidsmatig) en met de Omgevingsverordening (normatief). Er wordt niet voldaan aan de criteria van de Omgevingsverordening op grond waarvan op de algemene regel een uitzondering kan worden gemaakt. De recreatiewoning wordt niet langdurig permanent bewoond. Het pand ligt onmiskenbaar in het buitengebied. Er is geen sprake van ligging in een dorpsrandgebied. Zoals hierboven al is aangegeven, vinden wij het van belang dat een recreatiewoning die in een geldend bestemmingsplan als zodanig is bestemd, beschikbaar blijft voor recreatief gebruik. Op grond van de Omgevingsverordening kan er dus geen sprake zijn van legalisering in de vorm van een woonbestemming. Verder is er naar ons oordeel geen bijzondere reden aanwezig (afgegeven bouwvergunning voor een woning of een aantoonbare bestuurlijke toezegging voor een woonbestemming) die de gegeven woonbestemming voor de recreatiewoning aanvaardbaar maakt. Wij menen dat alleen een recreatieve bestemming voor het pand in het betrokken plangebied op zijn plaats is. In dit geval is het niet mogelijk om door het geven van een reactieve aanwijzing of het instellen van beroep een interventie te doen in de lopende procedure voor het bestemmingsplan Buitengebied Hardenberg. Er is door ons geen zienswijze ingediend op het ontwerpbestemmingsplan en het plan is formeel gezien niet gewijzigd vastgesteld op dit onderdeel. De fout waardoor in het ontwerpbestemmingsplan zoals dat ter inzage heeft gelegen ongewild een woonbestemming is toegekend aan de recreatiewoning, is pas na de termijn van ter inzage ligging door het college van Burgemeester en Wethouders ontdekt en in het voorstel aan uw raad hersteld. Op basis van het voorstel van Burgemeester en Wethouders om het plan gewijzigd vast te stellen, mocht ervan uitgegaan worden dat de eerder gemaakte fout hersteld zou worden. Vervolgens heeft uw raad besloten om in strijd met onze provinciale Omgevingsverordening aan de recreatiewoning toch een woonbestemming toe te kennen. Datum 03.06.2014 Kenmerk 2014/014208= Pagina 3 Uw kenmerk Op grond van het bovenstaande vinden wij het noodzakelijk om door middel van het geven van een proactieve aanwijzing te bewerkstelligen dat uw raad alsnog binnen een jaar een bestemmingsplan vaststelt waarbij aan het provinciale belang wordt voldaan. Uw raad dient binnen de aangegeven termijn een (herziening van het) bestemmingsplan vast te stellen waarbij alsnog, in plaats van een woonbestemming, een recreatieve bestemming voor het pand Kanaalweg West 21A Bergentheim wordt opgenomen. Het gaat om de toe te kennen bestemming "Recreatie-Recreatiewoningen" met de bijbehorende regels van artikel 34 van het bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg". Ontwerp besluit Gelet op het voorgaande hebben wij op 18 december 2013 het voornemen uitgesproken (met een ontwerp aanwijzingsbesluit) om overeenkomstig artikel 4.2 Wro de gemeenteraad van Hardenberg de aanwijzing te geven dat de bestemming "Wonen" (W-BH) van het pand Kanaalweg West 21A te Bergentheim op verbeelding blad 8 gewijzigd dient te worden in een recreatieve bestemming (Recreatie- Recreatiewoningen), zoals bedoeld in artikel 34 van de planregels van het bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg". Voorbereidingsbeslult Verder hebben wij op grond van artikel 4.2, lid 3 Wro verklaard dat voor de gronden van het betreffende pand Kanaalweg West 21A een bestemmingsplan wordt voorbereid als bedoeld in artikel 3.7 Wro. Het voorbereidingsbesluit is op 19 december 2013 in werking getreden. Zienswijzen Binnen de termijn van ter inzage legging van het ontwerp zijn op het voorgenomen besluit om een proactieve aanwijzing te geven twee zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen houden kort samengevat het volgende in. 1. Zienswijze van de heer H. Roffel namens M.W. Roffel, eigenaar van de betreffende recreatiewoning. Reclamant is van mening dat de gemeenteraad terecht een woonbestemming heeft gegeven aan het pand dat in 2007 als zomerhuis is gekocht. De voormalige zomerhuizen rond het pand hebben namelijk in 1989 al een woonbestemming gekregen en daarmee is een buurtschapje ontstaan waarbinnen een recreatiewoning niet meer zou passen. Reclamant wijst op verwachtingen die ambtelijk zijn gewekt dat aan dit pand bij integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied ook een woonbestemming zou worden toegekend. Volgens hem gaat het provinciale argument tegen toekenning van een woonbestemming niet op. Er zal hierdoor geen verdere versnippering en verstening en aantasting van het landschap optreden, omdat het gebied feitelijk al in 1989 een woonbestemming heeft gekregen. 2. Zienswijze van de heer en mevrouw Leeuw-Oudenaarde Deze zienswijze ondersteunt de voorgenomen proactieve aanwijzing. Reclamanten hadden namelijk tijdens de inspraakronde van het bestemmingsplan al aangegeven grote bezwaren te hebben tegen een eventuele woonbestemming voor de recreatiewoning. Op grond van de ambtelijke reactie waren zij ervan uitgegaan dat de recreatieve bestemming gehandhaafd zou blijven en hebben vervolgens geen zienswijze meer ingediend op het ontwerpplan, waarin per abuis een woonbestemming is toegekend. Pas na het lezen van de publicatie van het ontwerp van de proactieve aanwijzing kwamen ze er achter dat de raad besloten had om in afwijking van het voorstel van Burgemeester en Wethouders toch een woonbestemming toe te kennen. Op 3 april 2014 zijn de indieners van de zienswijzen gehoord en hebben zij hun zienswijze mondeling toegelicht. Wij merken het volgende op ten aanzien van de zienswijzen. Datum 03.06.2014 Kenmerk 2014/0142085 Pagina 1. Zienswijze van de heer H. Roffel De aangevoerde argumenten vormen geen aanleiding om af te wijken van het vaste beleid van de provincie ten aanzien van recreatiewoningen. De betreffende recreatiewoning wordt niet permanent bewoond en leent zich in principe nog steeds voor recreatief gebruik. De recreatiewoning staat in een gebied waarin weliswaar diverse burgerwoningen te vinden zijn, maar dat gebied geldt nog steeds als groene omgeving. Voor zover er door de gemeente Hardenberg verwachtingen zijn gewekt over het toekennen van een woonbestemming, geldt dat het gaat om uitspraken op het niveau van ambtelijke medewerkers waarbij de nodige voorbehouden zijn gemaakt van instemming van de raad en akkoord van de provincie. De genoemde bijzondere omstandigheden zijn daarom in dit geval niet van toepassing. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het besluit. 4 2. Zienswijze van de heer en mevrouw Leeuw-Oudenaarde Voor deze zienswijze geldt dat deze voor kennisgeving kan worden aangenomen, nu wordt ingestemd met de aanwijzing. üw kenmerk Bestuurlijk overleg De raad van de gemeente Hardenberg heeft geen zienswijze ingediend op het ontwerp van de proactieve aanwijzing. Als reden hiervoor heeft de raad aangegeven dat de raad beseft dat het toekennen van een woonbestemming aan de recreatiewoning in strijd is met het provinciale beleid. Volgens de procedure van de proactieve aanwijzing moet - voordat wij een definitief besluit nemen - aan Burgemeester en Wethouders van Hardenberg de gelegenheid worden geboden voor overleg. Dit overleg heeft op 11 april 2014 plaatsgevonden. Van de zijde van het college van Burgemeester en Wethouders is daarbij aangegeven dat in het verleden is geïnventariseerd welke recreatiewoningen aan de criteria voor permanente bewoning kunnen voldoen. De recreatiewoning Kanaalweg West 21A is in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied per ongeluk als woning bestemd. Herstel van de fout heeft de gemeenteraad niet overgenomen. In het overleg heeft het college gevraagd wat de mogelijkheden zijn om alsnog akkoord te gaan met een woonbestemming, bijvoorbeeld met toepassing van het instrument Kwaliteitsimpuls groene omgeving. Uit ruimtelijk oogpunt vindt de gemeente een woonbestemming aanvaardbaar. Voor het wijzigen van een recreatieve- naar een woonbestemming achten wij een bredere afweging nodig. De criteria van de Omgevingsverordening laten daar in dit geval geen ruimte toe. Dat geldt ook voor het toepassen van de Kwaliteitsimpuls groene omgeving. Een fout in de toepassing door de gemeente is voor de provincie geen reden om het beleid te wijzigen. Als provincie waken wij voor precedenten. Besluit Gelet op het voorgaande besluiten wij om overeenkomstig artikel 4.2 Wro de gemeenteraad van Hardenberg de aanwijzing te geven dat de bestemming "Wonen" (W-BH) van het pand Kanaalweg West 21A Bergentheim op verbeelding blad 8 van het bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg" met plan-idn NL.IMRO.0160.0000BP00165-VG01 gewijzigd dient te worden in een recreatieve bestemming (Recreatie- Recreatiewoningen), zoals bedoeld in artikel 34 van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied Hardenberg. Deze aanwijzing bestaat uit het geometrisch bepaalde planobject zoals opgenomen in het plan met plan-idn NL.IMRO.9923.pa2014001-va01 waarbij voor de locatie van het geometrische planobject gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de kadastrale peildatum mei 2014. U kunt dit dossier onder andere vinden via de link naar ruimtelijke plannen: http://www.ruimteliikeplannen.nl/webroo/roo/bestemminasplannen?planidn==NLIMRO.9923.pa2014001-va01. Dit bestemmingsplan dient, gelet op de termijn van het met ingang van 19 december 2013 inwerking getreden voorbereidingsbesluit, vóór 19 december 2014 in ontwerp ter inzage te worden gelegd. Bekendmaking Wij zullen het aanwijzingsbesluit bekendmaken overeenkomstig het bepaalde in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Wij verzoeken u om dit aanwijzingsbesluit en bijbehorende stukken op het gemeentehuis ter inzage te leggen, met ingang van 12 juni 2014. Datum 03.06.2014 Kenmerk 2014/0142085 Pagina 5 Uw brief Beroep Tegen dit besluit is beroep mogelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Gedurende de termijn van de terinzagelegging kan een belanghebbende, die tijdig zijn zienswijze bij het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel kenbaar heeft gemaakt, alsmede een belanghebbende, aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening juncto afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht zienswijze bij het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel naar voren heeft gebracht, beroep instellen. Aan het instellen van beroep zijn kosten (griffierecht) verbonden. De beroepstermijn start de dag nadat dit besluit door het college van Gedeputeerde Staten bekend is gemaakt en bedraagt zes weken. Uw kenmerk Voorlopige voorziening Indien onverwijlde spoed dit noodzakelijk maakt, kan naast het instellen van beroep, ook verzocht worden om een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek moet worden gericht aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Aan het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening zijn eveneens kosten (griffierecht) verbonden. Inwerkingtreding besluit Het vastgestelde besluit treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de beroepstermijn, tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. In dat geval treedt het vastgestelde besluit niet in werking voordat op dit verzoek is beslist. Verzending Een afschrift van dit besluit zenden wij aan: 1. De gemeenteraad van Hardenberg 2. Burgemeester en Wethouders van Hardenberg 3. Indieners zienswijzen, de heer H. Roffel en de heer en mevrouw Leeuw-Oudenaarde Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris
© Copyright 2024 ExpyDoc