BPD Een operatie om overgewicht te verminderen Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Chirurgie september 2014 pavo 0510 Inleiding Binnenkort wordt u in het Albert Schweitzer ziekenhuis opgenomen voor een operatie aan uw maag en darmen, om uw overgewicht te verminderen. De operatie wordt BPD genoemd. Het is een ingrijpende operatie waarbij uw maag wordt verkleind en een deel van de dunne darm wordt uitgeschakeld. BPD is een afkorting van ‘Biliopancreatic Diversion’. Bilio komt van het woord lever/gal, pancreatic van pancreas (alvleesklier) en diversion betekent ‘omleggen’. In de folder leest u meer over uw operatie en uw opname in het ziekenhuis. Ook leest u over de nadelen van de operatie en waar u thuis de komende jaren rekening mee moet houden. Wie komt in aanmerking? Om in aanmerking te komen voor deze operatie moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moet u een bepaald overgewicht hebben. Overgewicht wordt gemeten aan de hand van de zogenaamde Body Mass Index (BMI). De BMI wordt als volgt berekend: gewicht (in kg) lengte x lengte (in m) = BMI De normaalwaarde van de BMI ligt tussen 18,5 en 25. Boven de 25 is er sprake van overgewicht. Boven de 35 is er sprake van ziekteveroorzakend, ernstig overgewicht. U komt in aanmerking voor deze operatie als: U een BMI heeft van boven de 40, of Een BMI boven de 35 met twee bijkomende klachten die met overgewicht samenhangen, zoals diabetes, verhoogde bloeddruk of slaapapneu. 1 van 16 U met de hulp van een diëtist diverse pogingen heeft gedaan en verschillende manieren heeft uitgeprobeerd om gewicht te verliezen, zonder voldoende resultaat. U op de hoogte bent van de risico’s en complicaties van deze behandeling. U bereid bent om levenslang regelmatige controles te laten uitvoeren. U tussen de 18 en 65 jaar bent. U geen hormonale afwijkingen heeft. U geen psychiatrische voorgeschiedenis heeft. U geen alcohol en/of drugs gebruikt. U langer dan vijf jaar overgewicht heeft. Wachtlijst Tijdens uw eerste afspraak op de polikliniek Chirurgie heeft u met de obesitasverpleegkundige en de chirurg gesproken. U heeft van hen uitleg gekregen over de operatie en de gang van zaken, waaronder het plaatsen op een wachtlijst. U krijgt bij uw eerste afspraak een formulier om bloed te laten prikken. Hiervoor moet u nuchter zijn. Ook krijgt u een machtiging mee voor de fysiotherapeut en een voedseldagboek dat u moet invullen voor de diëtist. De secretaresse van de chirurg stuurt u een brief met al uw afspraken voor vooronderzoeken bij de diëtist, fysiotherapeut, obesitasverpleegkundige en de pré-operatieve screening. U ontvangt van Bureau Opname bericht over de datum en het tijdstip waarop u opgenomen wordt voor uw operatie. 2 van 16 Vooronderzoeken De diëtist Voor uw eerste bezoek aan de diëtist vragen we u een aantal dagen een voedseldagboek bij te houden en deze mee te nemen. De diëtist bespreekt met u welke voedingsgewoonten u misschien moet aanpassen na uw operatie. Ook adviseert zij u over wat een gezonde voeding is bij een BPD. Daarnaast bespreekt u veranderingen in uw gewicht met de diëtist en kunt u uw eigen vragen over voeding stellen. Verder geeft zij u uitleg over de Modifast Intensive® kuur en de multivitaminen A-Z Dagravit totaal 30, waarvan u twee tabletten per dag moet nemen. Deze moet u zelf kopen. Fysiotherapie De fysiotherapeut oefent met u uw ademhaling. U krijgt verschillende oefening te doen. Zo leert u om uw ademhaling na de operatie zo goed mogelijk te laten zijn. De fysiotherapeut vertelt u ook dat u na uw operatie twee keer per week kan komen sporten. Dit sporten wordt alleen vergoed als u een aanvullende zorgverzekering heeft. Obesitasverpleegkundige Tijdens de voorbereiding op uw operatie krijgt u nogmaals een gesprek met de obesitasverpleegkundige. Zij zal u ook nog een keer wegen. Als u zelf nog vragen heeft, kunt u die aan haar stellen. Als u in het verleden trombose of een longembolie heeft gehad, zal de obesitasverpleegkundige uw benen opmeten om passende (elastische) anti-trombosekousen aan te meten. Deze kousen moet u voor de operatie thuis aan doen en dan drie weken dag en nacht dragen. Als de kousen niet goed passen, knellen of afzakken, laat u ze uit. U krijgt een recept mee waarmee u de steunkousen kunt ophalen bij de poliklinische apotheek in het ziekenhuis. De obesitasverpleegkundige bespreekt met u de resultaten van het bloedonderzoek. U krijgt een recept mee met verschillende medicijnen om bestaande tekorten in uw bloed te beperken. 3 van 16 Twee dagen voor uw operatie start u met het innemen van de vitamine D, B12, ijzer en de maagbeschermer. U moet deze medicijnen blijven gebruiken totdat de chirurg of obesitasverpleegkundige u vertelt dat u hiermee kunt stoppen. Dit gebeurt naar aanleiding van uw bloedcontroles. De maagbeschermer moet u gedurende een half jaar innemen en u stopt pas hiermee na overleg met de obesitasverpleegkundige of chirurg. Pré-operatieve screening Om er zeker van te zijn dat u de operatie lichamelijk aankunt, heeft u een aantal weken voor de operatie een afspraak met de anesthesioloog. Dit wordt de pré-operatieve screening genoemd. We vragen u als u medicijnen gebruikt, een medicijnlijst met de juiste doseringen mee te nemen naar deze afspraak. De anesthesioloog bespreekt ook de mogelijkheden van anesthesie en pijnbestrijding met u. Tijdens de pré-operatieve screening wordt u lichamelijk onderzocht. Het onderzoek kan uitgebreid worden met aanvullend onderzoek, zoals bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje) en een longfoto. Soms is het nodig dat andere specialisten uw conditie beoordelen, bijvoorbeeld een internist, cardioloog of longarts. Psycholoog Soms kunnen de chirurg, de obesitasverpleegkundige of diëtist u naar een psycholoog verwijzen, bijvoorbeeld als u een eetstoornis heeft of heeft gehad. Het gesprek met de psycholoog vindt dan plaats òf voordat u op de opnamelijst wordt geplaatst òf voordat u uw operatie krijgt. Bent u bekend bij een psycholoog of psychiater? Brengt u dan een brief mee van uw behandelend psycholoog of psychiater. Soms vindt het gesprek met de psycholoog pas na uw operatie plaats. Het kan zijn dat u na uw operatie niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch dusdanig bent veranderd, dat u begeleiding en ondersteuning nodig heeft. 4 van 16 Voorbereiding Modifast Intensive® kuur Twee weken voor uw operatie start u met een dieet in de vorm van een Modifast Intensive® kuur. De kuur zorgt er voor dat u afvalt en dat daardoor uw lever kleiner wordt. Daardoor wordt de operatie technisch gezien makkelijker. Daarnaast start u dagelijks met het slikken van twee tabletten multivitamine Dagravit totaal 30. Medicijnen Als u medicijnen gebruikt, moet u dit altijd doorgeven aan de chirurg èn de anesthesioloog. Eén van hen zal met u bespreken of en hoelang u voor uw operatie tijdelijk moet stoppen met de innemen van (bepaalde) medicijnen. Nuchter zijn Voor deze operatie moet u nuchter zijn. De regels over nuchter zijn leest u in de folder ‘Anesthesie en pré-operatieve screening’. Tijdens de operatie mag u geen sierraden, piercings, nagellak, kunstnagels, make-up dragen. Ook mag u op de dag van de operatie geen bodylotion gebruikt hebben. Contactlenzen, bril, gehoorapparaat en gebitsprothese moet u uit of af doen. Als u haargroei op uw buik heeft, wordt dat misschien tijdens de operatie weg geschoren. Steunkousen U draagt de steunkousen zoals de obesitasverpleegkundige met u heeft afgesproken. Roken Als u rookt, moet u stoppen met roken. Dit is nodig om uw longfunctie zo goed mogelijk te laten zijn voor uw operatie. 5 van 16 De dag van uw operatie U meldt zich op het afgesproken tijdstip op afdeling A2 of B2 U heeft op de verpleegafdeling een gesprek met een verpleegkundige. Zij stelt u vragen over welke ziekten u heeft gehad, medicijngebruik etc. U krijgt uitleg over het verloop van de opname en de gang van zaken op de afdeling. U geeft aan haar ook de naam en telefoonnummer door van uw contactpersoon. De contactpersoon is aanspreekpunt voor zowel familie en naasten, maar ook voor de verpleging en artsen. Vlak voor uw operatie krijgt u een operatiehemd aan en medicijnen waar u slaperig van wordt. Ook krijgt u een injectie tegen trombose. De verpleegkundige brengt u daarna naar de operatieafdeling. U krijgt daar een infuusnaaldje in uw arm. Hierdoor worden vocht en medicijnen toegediend. Als u haargroei op uw buik heeft, wordt dit afgeschoren. De anesthesioloog brengt u daarna onder narcose. 6 van 16 De operatie De operatie vindt plaats via een ‘klassieke’ operatie. Hierbij wordt een snede gemaakt vanaf de onderzijde van uw maag tot de navel. De operatie duurt ongeveer twee uur en bestaat in feite uit twee delen. Het eerste deel is het verkleinen van de maag en het tweede deel het uitschakelen van een deel van de dunne darm. Afb. 1 normale situatie, vóór de operatie 7 van 16 Afb. 2 Situatie na de operatie Maag Uw maag wordt voor 30% verkleind, zodat u minder kunt eten en sneller een verzadigingsgevoel krijgt. Zie afbeelding. De dunne darm Tijdens de operatie wordt de dunne darm voor een deel uitgeschakeld (zie afbeelding: darmstuk B - C). Van de oorspronkelijke vijf meter dunne darm blijft twee en een halve meter functionerende darm over (zie afbeelding: darmstuk D tot aan de dikke darm). 8 van 16 Het voedsel zal nu een korter traject door de darm afleggen, voordat het met de ontlasting weer uit het lichaam verdwijnt. Er zullen daarom minder voedingsstoffen opgenomen kunnen worden. Het uitgeschakelde deel van de darm wordt aan de bovenzijde afgehecht (zie afbeelding: darmdeel B). Aan de onderkant wordt dit deel (afbeelding darmdeel C) aan het laatste deel van de dunne darm aangesloten, één meter voor de overgang naar de dikke darm (zie afbeelding darmdeel E). Dit deel, dat nu geen voedsel meer verwerkt, vervoert nog wel de gal en de sappen uit de alvleesklier naar de darm. Alvleeskliersappen zijn in de darm nodig voor de voedselvertering; gal is speciaal nodig voor de vetvertering. Er ontstaat zodoende een traject van één meter dunne darm waar nog vetvertering mogelijk is (afbeelding: darmdeel E tot dikke darm). Na de operatie 1. Op de uitslaapkamer Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Daar vinden regelmatige controle plaats van uw bloeddruk, hartslag en eventueel nabloeden van de wond. U wordt na de operatie wakker met: Een infuus in uw arm. Eventueel een maagsonde in uw neus. Een zuurstofslang in uw neus. Eventueel een wonddrain in de operatiewond. Dit is een slangetje om wondvocht af te voeren. Eventueel een blaaskatheter in uw blaas, om uw urine af te voeren. Afhankelijk van uw medische voorgeschiedenis en uw conditie na de operatie, kan het nodig zijn dat u na de operatie eerst een dag naar de afdeling Medium Care gaat. 9 van 16 Op deze afdeling kunnen we uw conditie beter in de gaten houden dan op een gewone verpleegafdeling. Als dit niet nodig is, gaat u terug naar de verpleegafdeling zodra u weer goed wakker bent en uit de controles blijkt dat uw toestand stabiel is. De verpleegkundige belt uw persoonlijke contactpersoon om door te geven dat u terug bent op de verpleegafdeling of op de Medium Care afdeling ligt. 2. Terug op de verpleegafdeling De verpleegkundige van de verpleegafdeling neemt na de operatie uw verdere begeleiding op zich en voert de noodzakelijke controles bij u uit. Bij haar kunt u altijd terecht met vragen. Infuus De eerste dag na de operatie krijgt u via het infuus in uw arm vocht toegediend. Als alles goed verloopt zult u in de eerste dagen na de operatie voorzichtig aan mogen gaan drinken. Het infuus kan verwijderd worden, zodra u zonder problemen kunt drinken. De maagsonde Als u een maagsonde heeft, wordt deze verwijderd zodra uw maag weer goed op gang is. Dan lopen er geen maagsappen meer in het zakje van de maagsonde. Dit betekent dat de maagsappen uw maag weer goed kunnen verlaten langs de natuurlijke weg. Dat duurt meestal één tot drie dagen duren. Pijnbestrijding De eerste dagen na de operatie krijgt u, zo nodig, pijnbestrijding via een injectie of per tablet. Maatregel tegen trombose De eerste dagen na de operatie is de kans op trombose verhoogd. Om de kans hierop te verkleinen, krijgt u dagelijks een kleine injectie in uw been. Draag ook de steunkousen als u deze heeft aangemeten gekregen. Ook dit helpt om trombose te voorkomen. 10 van 16 Zuurstofslangetje Als u geen moeite heeft met uw ademhaling en het zuurstofgehalte in uw bloed is goed, wordt ook het zuurstofslangetje verwijderd. Meestal gebeurt dit na 24 uur. Wonddrain Als u een wonddrain heeft, wordt deze na een aantal dagen verwijderd, zodra er niet meer dan 20 cc vocht per 24 uur uit komt. Dit gaat altijd in overleg met uw chirurg. Blaaskatheter De blaaskatheter wordt zo spoedig mogelijk verwijderd. Fysiotherapie Een fysiotherapeut begeleidt u tijdens uw gehele opname. Het accent van de behandeling ligt op ademtherapie. Na de operatie kunt u namelijk minder goed doorademen, door de operatiewond in uw buik. Het ophoesten van slijm is pijnlijk. Vlak na de operatie vertelt de fysiotherapeut u hoe u op de juiste manier kunt ademen en hoesten. Eten en drinken De eerste twee weken na de operatie, moet u gedurende twee weken glad vloeibaar (zonder klontjes en stukjes) voedsel eten, eventueel gepureerd met een staafmixer. Daarna kunt u gedurende twee weken licht verteerbaar voedsel nemen. Bijvoorbeeld ontbijt en lunch: één cracker van Vitalu en de warme maaltijd gemalen. Tussendoor neemt u 100 ml gepureerd fruit. Daarna kunt u voorzichtig beginnen met kleine porties, bijvoorbeeld ¼ snee brood, eventueel geroosterd. De diëtist zet de aanwijzingen voor u op papier. Eet rustig en met aandacht voor uw eten. Luister goed naar de signalen die uw lichaam geeft. Vol = stoppen! Drink niet tijdens het eten, maar drink voor de maaltijd of een uur na de maaltijd. Kauw uw eten goed en eet langzaam. 11 van 16 De diëtist komt bij u langs om de voedingsadviezen die bij deze operatie horen, met u te bespreken. U krijgt van haar een voedseldagboek met instructies. U gaat, zodra u weer thuis bent, nauwkeurig bijhouden wat u eet en drinkt. Ook blijft u de multivitaminen van Dagravit Totaal 30 gebruiken. Hiervan neemt u elke dag twee tabletten. Gebruik geen koolzuurhoudende producten of light vruchtensappen. Ander ontlastingpatroon Uw ontlastingpatroon kan veranderen doordat het eerste deel van uw dunne darm niet meer wordt gebruikt. Omdat u minder goed vet kunt verdragen, kunt u af en toe een breiïge ontlasting hebben. Dit komt doordat er minder vetten kunnen worden opgenomen via het kortere traject van de dunne darm. Eet u te vet of te scherp, dan kan diarree het gevolg zijn. Naar huis Als uw genezing goed verloopt, kunt u rond de zevende dag na uw opname naar huis. Na de operatie moet u drie weken fragmin spuiten. Dit medicijn verkleint de kans op trombose. De verpleegkundige op de afdeling heeft u uitgelegd hoe u dit moet doen. Draag de elastische kousen als u deze heeft gekregen en deze goed passen. U mag pas na zes weken gaan tillen, fietsen, sporten en werken. Overleg eerst met de obesitasverpleegkundige en uw Arbo-arts. Voor beide manieren van opereren geldt dat sommige tekorten met bepaalde levensmiddelen kunnen worden verhoogd. De diëtist kan u daarbij helpen. Als het nodig is, krijgt u een recept mee van uw chirurg of obesitasverpleegkundige of een verwijzing naar uw huisarts of naar een internist. 12 van 16 Controles Er worden bij ontslag uit het ziekenhuis meerdere afspraken voor u gemaakt. Die gelden voor beide manieren van opereren. Na de operatie krijgt u na twee weken een afspraak op de polikliniek chirurgie met de chirurg. Hier worden eventueel de hechtingen of nietjes verwijderd. Er wordt met u een controle afspraak gemaakt met de obesitas verpleegkundige op de Obesitas polikliniek, vier weken na uw operatie. Een afspraak bij de diëtist, vier tot zes weken na de operatie. Het is de bedoeling dat u (een paar dagen vòòr deze controle) in uw voedseldagboek opschrijft wat u allemaal eet en drinkt. De diëtist bekijkt samen met u of u voldoende, niet te veel en niet te weinig van bepaalde voedingsstoffen binnen krijgt. De fysiotherapie geeft een trainingsprogramma om uw levensstijl mede te veranderen. Hiermee kunt u zes weken na uw operatie na overleg met de obesitasverpleegkundige starten. Twee maal in de week is er een uur cardio fitness voor mensen die een maagverkleinende operatie hebben gehad. Dit wordt vanuit uw aanvullende verzekering deels vergoed. U kunt deelnemen aan het fysiotherapieprogramma op locatie Amstelwijck dat speciaal voor mensen met een maagverkleinende operatie is. Of u kunt zelf bij u in de buurt een fitnesscentrum of fysiotherapeut zoeken. Niet alle verzekeringen vergoeden deze fysiotherapie. We raden u aan om vooraf bij uw ziektekostenverzekering hiernaar te informeren. Levenslange controle Na een Gastric Bypass operatie is levenslange controle nodig door de obesitasverpleegkundige en de chirurg nodig. Dit gebeurt op vaste momenten. Na 4 weken na de operatie: controle van uw gewicht. Na 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21 en 24 maanden: controle van uw gewicht en van uw bloed. 13 van 16 Hierna: gedurende drie jaar één keer per half jaar controle. De diëtist bespreekt met u of een nieuwe afspraak nodig is. Als dit gewenst en/of nodig is, blijft u de diëtist u gedurende kortere of langere tijd begeleiden. Wat kunt u verwachten? Meestal geldt: hoe groter het overgewicht, hoe lastiger de operatie. Ook het herstel na de operatie zal moeizamer verlopen naarmate het overgewicht groter is. Door overgewicht kunnen mensen minder makkelijk bewegen en is meestal de conditie minder goed. En dat remt het herstel. De verwachting is dat u de eerste één tot anderhalf jaar na uw operatie snel afvalt. Daarna blijft u ongeveer gelijk in gewicht. Waarschijnlijk is uw lichaam na twee jaar helemaal gewend aan de nieuwe situatie. U bent dan ook rond uw streefgewicht gekomen. We realiseren ons dat dit wellicht moeilijk voor u zal zijn, maar het is erg belangrijk om ook dan nog uw nieuwe levensstijl blijven volhouden. Anders loopt u het risico om weer in gewicht aan te komen. Nadelen van de operatie Op de korte termijn Medicijnen werken minder of niet De werking van sommige medicijnen kan verminderd zijn of niet betrouwbaar. Dit komt doordat ze door uw lichaam niet goed worden opgenomen. Gebruikt u ‘de pil’ dan moet u in overleg met uw huisarts voor uw operatie een ander voorbehoedsmiddel gaan gebruiken, zoals de prikpil of spiraaltje. U mag het eerste jaar na uw operatie niet zwanger worden. Bijna altijd krijgt u last van vitamine en mineralen tekorten. Als u zwanger bent, kan dit afwijkingen en/of misvormingen aan uw baby geven. 14 van 16 Op de langere termijn Verstoorde eiwit- en vetopname. U kunt hier diarree door krijgen. Verstoorde calcium- en ijzeropname, waardoor u een tekort aan deze stoffen krijgt. U kunt last krijgen van vermoeidheid en botontkalking. Verstoorde opname van vitamines, met tekorten aan vooral vitamines A, B12 en D tot gevolg. Er wordt regelmatig bloedonderzoek gedaan om tekorten van vitaminen, eiwitten en mineralen vroegtijdig op te sporen. Haaruitval. Bij snelle vermagering komt wel haaruitval voor. Dit gaat meestal vanzelf over. Mogelijke complicaties Op de korte termijn Zoals bij alle buikoperaties bestaat er een risico op complicaties. Dit risico is groter bij overgewicht. Bekende complicaties zijn: een bloeding, infectie of abces van de operatiewond, trombose, een longembolie of longinfecties, een buikwandbreuk of naadlekkage. Een naadlekkage is een zeer ernstige complicatie, omdat voeding, die door het lek in de darmwand in de buik terecht komt, een ontsteking van het buikvlies kan veroorzaken. Gelukkig komt deze complicatie slechts zelden voor. Littekenbreuk is ook mogelijk, waardoor het litteken opzwelt. Op de langere termijn Er kan een vernauwing of ontstaan op de nieuwe aansluiting van de maag naar de dunne darm (plaatsen A en B in afbeelding 2). Daardoor kan voeding niet goed passeren. Ook kan er verkleving ontstaan van de darmen. In beide gevallen bespreekt de chirurg met u wat hieraan gedaan kan worden. 15 van 16 Tot slot We hebben u in de folder informatie gegeven over hoe een gastric bypass operatie meestal verloopt. Voor iedere patiënt kan de operatie of de periode er na anders zijn. Wij bekijken uw situatie steeds individueel! Heeft u na het lezen van de folder nog vragen? Belt u ons dan gerust tijdens kantooruren. Wij zijn graag bereid uw vragen te beantwoorden. Polikliniek Chirurgie, locatie Dordwijk werkdagen van 08.30 -16.30 uur (078) 652 32 50 Obesitas polikliniek, locatie Dordwijk Maandag, dinsdag, donderdagmiddag (078) 654 20 45 Diëtist (078) 652 33 97 Maandagochtend, dinsdag en donderdag Fysioooo (078) 654 12 57 16 van 16
© Copyright 2025 ExpyDoc