Meer info - Vlaamse Operatieverpleegkundigen

Verslag van de bijeenkomst AFISO-VVOV-FOD
Volksgezondheid
op dinsdag 24 juni 2014
Plaats :
FOD Volksgezondheid, Dep. Gezondheidszorg
Place Victor Horta, 40/10 | 1060 Brussel | België
Zaal : "01C264 - 01C271 Ensor - Eurostation"
Aanwezigen:
AM Baudewyns (SPF Santé Publique), P. Boucherie (VVOV – Gent),
O. Darquennes (DDI – Soignies), F. Delsa (AFISO – ULB Erasme), A. Dubois (AFISO –
Saint-Vith), C. De Geyter (VVOV), M. Fivet (AFISO – Namur),
M. Lardennois (SPF Santé Publique), F. Liesse (Henallux – Namur),
M. Loureiro (VVOV – Gent), C. Mertens (HE Vinci – Bruxelles), M. Pietroons (AFISO –
Bouge), C. Plompteux (DDI - Mont-Godinne), B. Schoffeniels ( HE Province de Liège), R.
Van de Velde (BRV UZ - Gent), H. Vanden Eeckhoute (Hogeschool VIVES – Brugge), M.
Van Hiel (VVOV – Bonheiden), D. Veckmans (AFISO – Brugmann), V. Verdin (SPF Santé
Publique), C. Willems (AFISO – HE Vinci – Bruxelles), O. Willième (AFISO – Hornu).
Doel van de bijeenkomst:
Technisch overleg om de vragen te beantwoorden van de toekomstige opleiders of gebruikers
( verbonden aan AFISO - VVOV - Directies verpleegkunde in de ziekenhuizen ) van het
operatiekwartier.
Doel : gelijke antwoorden
Na een korte voorstelling van elke deelnemer, hebben Olivier Willième en Miguel Lardennois
het doel en het verloop van deze bijeenkomst verduidelijkt.
De tekst van het ministerieel besluit betreffende de criteria tot het dragen van de
titel ‘ verpleegkundige gespecialiseerd in de peri- operatieve zorg ‘ werd artikel per artikel
besproken.
26 MARS 2014.- Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij
de verpleegkundigen gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel te dragen van
verpleegkundige in de peri- operatieve zorg, anesthesie, operatie- assistentie en
instrumentatie ( afgekort “ peri- operatieve zorg “ )
Bedoeling van de overgangsmaatregelen :
De vertegenwoordigers van FOD Volksgezondheid wensen er aan te herinneren dat de
overgangsmaatregelen de mogelijkheid bieden, gedurende een duidelijk afgebakende periode
van twee jaar, om de professionele ervaring van de verpleegkundigen te erkennen, binnen een
duidelijk afgebakend gebied. En die bij voorkeur reeds een persoonlijke inspanning deden
om een bijkomende opleiding te volgen, zonder te wachten op de ‘ verplichting ‘ in verband
met de titel, door hen de titel toe te kennen zonder de lange opleiding van minimum 900 uur
te doen volgen. ( NB: dat kan beschouwd worden als een soort van ‘ erkenning door ervaring
‘)
Aanvraag tot erkenning :
Het ministerieel besluit zal van kracht zijn op 1 oktober 2014. De erkenningscommissie,
afdeling ‘ peri- operatieve zorg ‘, zal ingericht worden binnen enkele maanden, vanaf 1
oktober 2014. De FOD Volksgezondheid zal een brief sturen naar de beroepsverenigingen
zodat zij kandidaten kunnen voorstellen voor het samenstellen van de nieuwe
erkenningscommissie.
2 kandidaten per taalrol ( en hun vervangers ) voor de erkenningscommissie en evenveel
kandidaten voor de FRVV ( Federale raad voor de Verpleegkunde )
De verpleegkundigen kunnen vanaf nu hun dossier indienen voor de aanvraag tot erkenning
bij de erkenningscommissie via het elektronisch formulier, beschikbaar op de website van het
FOD Volksgezondheid: http://www.health.belgium.be/eportal ( click op de toets “
volksgezondheid “ , vervolgens op “ gezondheidsberoepen “, dan op “ verpleegkundigen “,
vervolgens op “ elektronisch formulier “ ).
De verpleegkundigen kunnen dan het formulier on line invullen. Vooraf dient men zich van
de nodige documenten te voorzien en deze in te scannen in pdf-formaat:
1.Voor de verpleegkundigen met het diploma operatieverpleegkunde :
copy recto- verso van de identiteitskaart
het diploma van Bachelor in de verpleegkunde of A1 verpleegkundige ( geviseerd
door de provinciale medische commissie )
het diploma van operatieverpleegkunde ( attest = geen diploma )
anciënniteit is niet verplicht voor de erkenningsaanvraag
2.Voor de overgangsmaatregelen :
copy recto- verso van de identiteitskaart
het diploma van Bachelor in de verpleegkunde of A1 verpleegkundige ( geviseerd
door de provincie )
Attest van de werkgever die de anciënniteit van de verpleegkundige bevestigt
In functie van de gevolgde opleidingen / bijscholingen:
. hetzij, indien geen opleiding gevolgd tot nu toe: bewijs van slagen in de
bijkomende opleiding van 150u
. hetzij, indien reeds gevolgde opleidingen specifiek voor operatiekwartier: alle
bewijzen van 150u minimum, waarvan 45u in de laatste 5 jaar voor de
erkenningsaanvraag: een van bewijzen van gevolgde specifieke vormingen en
een bijkomende lijst van gevolgde bijscholingen van 45u, van de laatste 5 jaar.
. eventuele alle andere attesten die kunnen bewijzen dat de kandidaat voldoet
aan de vereiste voorwaarden van de overgangsmaatregelen
De verpleegkundigen zullen een bewijs van ontvangst krijgen voor hun dossier, 2 maanden na
het opsturen. In dit ontvangstbewijs zal omschreven worden of het dossier volledig is of er
enkele documenten ontbreken of afgekeurd en dewelke.
De erkenningscommissie zal de dossiers nakijken en erna een antwoord geven.( gemotiveerd )
Kosten : gratis tot nu toe
Opmerkingen :
. de erkenningscommissie geeft slechts een advies. De toekenning van de titel blijft
een ministerieel besluit. Als er een probleem is, is het mogelijk een afwijking te
vragen aan de minister, maar alles moet gemotiveerd zijn of het nu in de ene of andere
richting is.
.Vanaf 1 juli 2014, de bevoegdheid van de erkenningscommissie zullen overgaan naar
de gemeenschappen, maar in afwachting van de organisatie door de gemeenschappen,
zal de federale overheid de overgang en de oprichting ervan op zich nemen. De
gemeenschappen kunnen de oprichting ervan vertragen, indien zij zich hier niet klaar
voor voelen. De overgang moet ten laatste voor 2016 gebeuren.
. De erkenningsaanvraag is een persoonlijke materie, de aanvraag kan gedaan worden
bij de Gemeenschap van eigen keuze ( bij voorkeur in de gemeenschap waar het
diploma behaald werd, maar dit is niet verplicht )
Art : §1 :
Voorwaarden voor het dragen van de titel verpleegkundige gespecialiseerd
in de peri- operatieve zorg
Art.2.§ 1 er. Wie erkend wenst te worden om de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige
gespecialiseerd in de peri- operatieve zorg, anesthesie, operatie assistentie en instrumentatie (
afgekort “ peri- operatieve zorg “):
- is houder van het diploma, de graad of de titel van gegradueerde verpleger of
verpleegster behaald voor 31 december 2007 of van bachelor in de verpleegkunde, en
- heeft een diploma, deze graad of titel geviseerd zoals voorzien in artikel 7 van het
koninklijk besluit nr 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de
gezondheidsberoepen,
- heeft met vrucht bovenop zijn basisopleiding een bijkomende opleiding of
specialisatie in de peri- operatieve zorg, anesthesie, operatie assistentie en
instrumentatie gevolgd die beantwoordt aan de vereisten vermeld in artikel 3.
Opmerkingen :
. er is duidelijk gespecifieerd “ voor 31 december 2007 “ om verwarring te vermijden bij
de wijziging van de benaming gebruikt in Vlaanderen voor gebrevetteerde
verpleegkundigen: sinds 2007 is de nieuwe titel van gebrevetteerden “ gegradueerd “. Om
verwarring te voorkomen is deze datum belangrijk, gebrevetteerde verpleegkundigen
hebben geen toegang tot de titel en kunnen geen aanvraag tot erkenning doen.
. De titel is voorbehouden aan gegradueerden A1 of bachelors. De gebrevetteerden
hebben vaak toegang tot een beroepsbekwaming in bepaalde sectoren, maar niet tot
beroepstitels zoals deze in de peri- operatieve zorg.
. Betreffende de verpleegkundigen die de brugopleiding gebrevetteerde – bachelor
volgen, zij hebben de tijd tot 1 oktober 2016 om de brugopleiding te volgen en te
slagen; om zo hun erkenningsaanvraag in te dienen, indien zij aan de overgangsvoorwaarden voldoen van 150u/ 45u bijscholing ( zie pt 2 )
. Visa van het basisdiploma : alle verpleegkundigen moeten hun diploma laten viseren
door de provinciale medische commissie, vooraleer hun gezondheidsberoep te kunnen
uitoefenen in België.
Bijkomende opleiding :deze omschrijving werden bijgevoegd aan het ministerieel
besluit, om te bewijzen dat de opleiding ( specialisatie ) gevolgd werd NA de
basisopleiding ( Bachelor in de verpleegkunde ), om te vermijden dat scholen de opleiding
operatiezaal in de 3 jarige basisopleiding integreren.
De chronologische volgorde is niet van belang tussen de basisopleiding en de
overgangsmaatregelen, het is belangrijk dat het dossier volledig is bij de aanvraag tot
erkenning. Deze opmerking is van belang bij buitenlandse verpleegkundigen die
homologatie aangevraagd hebben en voor verpleegkundigen die nu de brugopleiding
‘ gebrevetteerde – bachelor’ volgen. Zij kunnen al de overgangsmaatregelen volgen,
ook als zij hun gelijkvormigheid nog niet verkregen. Zij moeten deze documenten
verkrijgen voor 30 september 2016, de einddatum voor het indienen van de dossiers bij de
erkenningscommissie.
Het feit dat de specialisatie “ operatieverpleegkundige” , niet dezelfde naam draagt als de
titel “ gespecialiseerde in de peri- operatieve zorg “, is van geen belang, zolang men
beantwoordt aan de vereisten gesteld in art 3 die de inhoud van de opleiding omschrijft.
Bij voorbeeld: de specialisatie SIAMU geeft toch de titel SISU.
Art 2 is bedoeld voor de scholen die de inhoud van de opleiding nog niet aangepast
hebben. Het geeft hen de tijd zich in orde te stellen en zo kunnen ook de gediplomeerden
van de specialisatie operatieverpleegkundige, van voor het verschijnen van het
ministerieel besluit, hun titel zonder problemen bekomen.
Voor de verpleegkundigen met een Europees diploma volstaat de toelating tot uitoefening
verkregen van FOD Volksgezondheid niet. Zij moeten gelijkwaarding van hun diploma aan
het bachelorsdiploma aanvragen ( bij NARIC voor de Nederlandstaligen )
Verpleegkundigen van buiten Europa moeten ook deze erkenning aanvragen bij de
gemeenschap.
De toegang tot de beroepstitel is onmogelijk voor vroedvrouwen, enkel indien zij de
brugopleiding volgen tot het behalen van bachelor verpleegkunde of diegenen die naast
hun diploma van vroedvrouw ook het diploma van verpleegkundige hebben.
Art 3 §1 en §2 : Inhoud van de theoretische opleiding
Art 3.§1. De in artikel 2,§1, bedoelde bijkomende opleiding of specialisatie omvat een
theoretisch en een klinisch gedeelte, gelijkwaardig aan minimum 900 effectieve uren,
hetgeen overeenkomt met 60 ECTS studiepunten.
§ 2. Het theoretisch gedeelte omvat minstens 450 effectieve uren, hetgeen overeenkomt
met 30 ECTS studiepunten, en behandelt minstens de volgende domeinen:
1° Verpleegkundige wetenschappen :
- verpleegkundige deontologie en beroepsethiek met betrekking tot de functie van
verpleegkundige gespecialiseerd in de peri- operatieve zorg, anesthesie, operatie
assistentie en instrumentatie;
- technische basiskennis van het gebruik van de specifieke toestellen ( chirurgie en
anesthesie ) aanwezig in het operatiekwartier;
- organisatie van het operatiekwartier;
- architectuur van het operatiekwartier en zijn annexen;
- peri- operatieve verpleegkundige zorg ( anesthesie en chirurgie ): van bij de opvang
van de patiënt in het operatiekwartier ( de preoperatieve consultatie inbegrepen ) tot
zijn vertrek uit de ontwaakzaal en zijn postoperatieve pijnbehandeling;
- zorgprincipes in verband met:
o anesthesie en farmacologie,
o chirurgische specialiteiten,
o beheer van de chirurgische en anesthesiologische uitrusting,
o ziekenhuishygiëne; infectiepreventie en sterilisatie;
- methodologie van het toegepaste onderzoek inzake de peri- operatieve zorg,
anesthesie, operatie assistentie en instrumentatie;
- toegepast onderzoek in peri- operatieve zorgen en Evidence Based Nursing;
- radioprotectie;
2° Biomedische wetenschappen:
- farmacologie
- anesthesiologie en pijnbehandeling;
- ziekenhuishygiëne en sterilisatie;
- anesthesie- en operatietechnieken gebonden aan de chirurgische disciplines;
3° Sociale en menswetenschappen:
- wetgeving inzake verpleegkunde in het operatiekwartier;
- psychologie en psychosociale aspecten verbonden aan de peri- operatieve situatie van
de patiënt;
- gezondheidsopvoeding voor de patiënt;
- menselijke relaties en stressbeheersing in het operatiekwartier.
Opmerkingen :
. Op het ogenblik organiseren twee scholen van de Vlaamse gemeenschap een
opleiding die voldoet aan de eisen van het ministerieel besluit, in uren en in inhoud.
Bepaalde termen / benamingen komen niet voor in de opleiding als zodanig, maar de
inhoud is er wel, er zijn geen problemen. Het ministerie wenst vooral afwijkingen te
voorkomen in de toekomst.
Het duidelijk toevoegen van deze items in de lesrooster, zou beter zijn om alle
problemen te vermijden in de toekomst. Er is contact opgenomen door FOD
Volksgezondheid met de gemeenschappen om 100% overeenkomst van de
programma’s met het ministerieel besluit te verzekeren.
. De specialisering – minimum 900 uren in totaal – moet alle theoretische items van
Art 3 omvatten voor een totaal van minimum 450 uren. Het aantal uren gewijd aan elk
item is niet gespecifieerd en is afhankelijk van het oordeel van de gemeenschappen die
de opleiding organiseren. Het FOD heeft vertrouwen in de scholen, maar stelt
afwijkingen vast en het niet respecteren van het wettelijk kader, de Minister kan
hierop; reageren door een strikter kader op te leggen.
Art 3 § 3 : inhoud klinisch gedeelte van de opleiding
§ 3. Het klinisch gedeelte omvat ten minste 450 effectieve uren, hetgeen overeenkomt met 30
ECTS studiepunten, en wordt gepresteerd in de preoperatieve consultatie, in het
operatiekwartier, in de ontwaakkamer, de postoperatieve pijnbehandeling, de ambulante
chirurgie of in een hoog gespecialiseerde dienst voor invasieve, diagnostische en
therapeutische ingrepen, teneinde zich te vormen in de volgende aspecten:
- verpleegkundige functie bij de perioperatieve consultatie;
- functie van omloopverpleegkundige: verantwoordelijk voor de patiënt vanaf de
opvang op het operatiekwartier tot het verlaten van de ontwaakkamer;
- verpleegkundige functie als hulp bij de anesthesie;
- functie van verpleegkundige operatie assistent en de instrumenterende;
- verpleegkundige functie in de ontwaakkamer;
- verpleegkundige functie in de post- operatieve pijnbehandeling;
- verpleegkundige functie in een hoog gespecialiseerde dienst voor invasieve,
diagnostische en therapeutische ingrepen.
Opmerkingen :
De opleiding moet minstens 450 uren praktijk omvatten en de studenten voorbereiden
/ vormen in alle functies omschreven in het ministerieel besluit.
Art 4 en Art 5 : voorwaarden tot behoud van de titel
HOOFDSTUK III – Voorwaarden om de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige
gespecialiseerd in de peri- operatieve zorg, anesthesie, operatie assistentie en instrumentatie (
afgekort “ peri- operatieve zorg” ) te behouden:
Art 4. de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de peri- operatieve
zorg, anesthesie, operatie assistentie en instrumentatie wordt toegekend voor een onbepaalde
duur, maar het behoud ervan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden onderworpen:
1° De verpleegkundige volgt een permanente vorming in de peri- operatieve zorg,
anesthesie, operatie assistentie en instrumentatie teneinde de multidisciplinaire
verpleegkundige zorg van het operatiekwartier te kunnen verstrekken
overeenkomstig de evolutie van de verpleegkundige wetenschappen en aldus zijn kennis
en vaardigheden te behouden en te ontwikkelen in de domeinen bedoeld in artikel 3, §2.
Deze permanente vorming moet minstens 60 effectieve uren per periode van vier volledige
kalenderjaren omvatten die op de eerste januari van het jaar volgend op het jaar van
toekenning van de erkenning begint
2° De verpleegkundige heeft gedurende de afgelopen vier jaar minimum 1 500 effectieve uren
uitgeoefend bij patiënten in de peri- operatieve consultatie, in het operatiekwartier of in de
ontwaakkamer of in de ambulante chirurgie of in de hoog gespecialiseerde diensten voor
invasieve, diagnostische en therapeutische ingrepen.
Art 5. De documenten die aantonen dat de permanente vorming is gevolgd en dat de
verpleegkunde in de peri- operatieve zorg is uitgeoefend, worden door de houder van de
bijzondere beroepstitel gespecialiseerd in de peri- operatieve zorg, anesthesie, operatie
assistentie en instrumentatie, gedurende zes jaar bewaard. Deze elementen kunnen te allen
tijde worden meegedeeld op verzoek van de Erkenningscommissie of van de persoon die met
de controle van het dossier van de betrokken verpleegkundige is belast.
Opmerkingen :
. Cumulatieve voorwaarden voor het behoud van de beroepstitel :
- minstens 1500 uren werken gedurende de laatste vier jaar ( komt overeen met ¼ FTE )
- EN
- een permanente opleiding volgen in de domeinen besproken in art 3 §2: minimum
60u / 4 jaar
o het is belangrijk deze vorming over al deze jaren te spreiden: men spreekt over
“ glijdende” jaren
o op het ogenblik is de permanente vorming niet verbonden aan een accreditatie
systeem. Worden beschouwd als permanente vorming:
 opleiding door medische firma’s ( wetenschappelijk )
 nationale en internationale congressen
 symposia georganiseerd door beroepsverenigingen
 interne opleidingen in ziekenhuizen
 ….
op voorwaarde dat de details en inhoud van het programma bewaard worden
-
controle is mogelijk 4 jaar na het behalen van de beroepstitel
de documenten bewaren gedurende 6 jaar door de drager van de beroepstitel
elk individu is verantwoordelijk voor zijn erkenning en dus voor het bewaren van alle
bijscholingen, hij kan zich niet tot de werkgever wenden als hij het niet deed. ( ook als
men weet dat bepaalde werkgevers deze dienst wel verlenen aan hun werknemers )
Art 6 : opnieuw verkrijgen van de beroepstitel
HOOFDSTUK IV – Voorwaarden om de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige
gespecialiseerd in de peri- operatieve zorg, anesthesie, operatie assistentie en instrumentatie
opnieuw te verkrijgen ( afgekort “ peri- operatieve zorg “ )
Art.6. Wie zijn bijzondere beroepstitel wenst terug te krijgen dient een aanvraag in en
beantwoordt aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
- in de periode van 48 maanden voorafgaand aan de datum van indienen van de
aanvraag, heeft hij de permanente vorming in peri- operatieve zorg, anesthesie,
operatie assistentie en instrumentatie gevolgd, die voor het behoud van de
bijzondere beroepstitel wordt geëist, evenals twintig procent bijkomende uren
permanente vorming in de peri- operatieve zorg;
-
de permanente vorming, die geëist wordt om de bijzondere beroepstitel terug te
krijgen, beantwoordt aan de bepalingen van artikel 4, 1°.
Opmerkingen :
.- bij verlies van de titel, kan de verpleegkundige deze terug verkrijgen na 48 maanden
door middel van een permanente bijscholing van 60 u + 12 u supplementair ( = 72 uur
in totaal ) Deze vormingsuren kunnen verdeeld zijn over de 48 maanden.
Art 7 : Overgangsbepalingen
HOOFDSTUK V. – Overgangsbepalingen
Art.7. In afwijking van artikel 2, kan de gegradueerde verplegen of verpleegster die voor 31
december 2007 zijn diploma behaald heeft, of de bachelor in de verpleegkunde erkend
worden om de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de perioperatieve zorg, anesthesie, operatie assistentie en instrumentatie te dragen, voor zover hij aan
de volgende voorwaarden voldoet:
- op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, heeft hij zijn
functie als verpleegkundige uitgeoefend in een erkend operatiekwartier in een
ziekenhuis of hooggespecialiseerde dienst voor invasieve, diagnostische en
therapeutische ingrepen, en deze, gedurende minstens twee jaar voltijds
equivalent in de loop van de laatste vijf jaren voorafgaand aan de datum van de
erkenningsaanvraag;
- hij levert het bewijs dat hij met vrucht, bovenop zijn basisopleiding van
verpleegkundige, een bijkomende theoretische opleiding van minimum 150
effectieve uren in de domeinen gespecifieerd in artikel 3,§2 , en waarvan tenminste
45 uren werden gevolgd in de loop van de laatste vijf jaren voorafgaand aan de
datum van de erkenningsaanvraag;
- hij dient zijn aanvraag in bij de Minister die voor Volksgezondheid bevoegd is, om
van de overgangsmaatregelen te genieten en erkend te worden, ten laatste twee jaar na
de datum van het in werking treden van dit besluit.
Opmerkingen :
- de overgangsmaatregelen zijn gespreid over twee jaar : tussen 1 oktober 2014 en 30
september 2016
- de verpleegkundige moet zijn professionele ervaring bewijzen in de actiedomeinen
vermeld in het Ministerieel besluit ( in een operatiekwartier in een ziekenhuis of in een
hooggespecialiseerde dienst voor invasieve, diagnostische en therapeutische ingrepen )
-
deze professionele ervaring dient minimum twee jaar equivalent in tijd te zijn over de
vijf laatste jaren. Deze ervaring moet bewezen worden door een attest van de
werkgever, bijgevoegd bij de erkenningsaanvraag .
-
de ziekenhuizen hebben twee jaar de tijd om de verpleegkundigen die voldoen aan
deze voorwaarden en geïnteresseerd zijn deel te nemen aan de overgangsregeling, toe
te laten een opleiding te volgen. Veel directies verpleegkunde zullen een kalender voor
2 jaar opstellen.
-
De overgangsmaatregelen – minimum 150u theorie – moeten alle theoretische
onderdelen omvatten genoemd in art 3. Het aantal uren gewijd aan elk onderdeel is
niet gespecifieerd en is aan het oordeel van de scholen die de opleiding organiseren
gelaten. Allereerst heeft het FOD alle vertrouwen in de scholen, maar indien zij
afwijkingen of inbreuken op het wettelijk kader vaststelt, zal zij in de toekomst
reageren en het kader strikt toepassen.
-
-
-
-
De vroegere opleidingen ingericht door de Hogeschool Brugge / Oostende ,
Hogeschool Kempen / Lier, Hogeschool Leuven, Hogeschool Hasselt, Hogeschool
Antwerpen, … zullen erkend worden door middel van bewijs van de inhoud van deze
opleiding ( aan de hand van het theoretisch gedeelte vermeld in Art 3 )
De dragers van deze diploma’s of certificaten moeten enkel een gestructureerde
opleiding bewijzen van minimum 45 u in de laatste 5 jaren in één of meerdere
domeinen van het theoretische gedeelte vermeld in Art 3)
De verpleegkundigen kunnen ook 150u bijscholing bewijzen, gevolgd in verschillende
opleidingen ( Master, kaderopleiding,… ) maar de inhoud dient steeds verband hebben
met het operatiekwartier en behoren tot het theoretische gedeelte vermeld in Art 3
de beslissing om deze opleidingen te aanvaarden als overgangsmaatregel, blijft altijd
een voorrecht van de erkenningscommissie.
-
voor de overgangsmaatregel is het absoluut noodzakelijk een opleiding met een
attest met vrucht te bewijzen, of het nu gaat over een volledige opleiding ( 150u ) of
een gedeeltelijke ( 45 u ).
Een gewoon aanwezigheidsattest is onvoldoende. Het is daarom dat het niet
mogelijk is, enkel de deelnames aan een congres te bewijzen, daar deze geen attest van
slagen geven.
-
De opleiding radioprotectie ( vorming van 50u ) is aanvaard als een
opleidingsonderdeel van de overgangsmaatregelen, voor de verpleegkundigen die
enkel 45u moeten bewijzen.
-
Wie kan genieten van de overgangsmaatregelen ?
 de verpleegkundige die werkt in een operatiekwartier, welke functie
ook
 de verpleegkundige in de ontwaakzaal
 de verpleegkundige ambulante chirurgie / daghospitaal ( OK )
 verpleegkundige perfusie
 verpleegkundige gespecialiseerd in anesthesie,
 verpleegkundige werkzaam als hulp anesthesie
 opmerking: na de overgangsmaatregelen kunnen de anesthesie
verpleegkundigen niet meer automatisch de titel ‘ verpleegkundige
gespecialiseerd in de peri- operatieve zorg ‘ dragen: enkel als zij
bewijzen dat de specialisatie anesthesie voldoet aan de eisen van Art 3
& 1,2 en 3. Dit is een goodwill van de Minister.
 dit geldt eveneens voor de verpleegkundigen perfusie
o de verpleegkundige werkzaam in de medisch- technische diensten: voor deze
verpleegkundigen zal de erkenningscommissie geval per geval oordelen,
afhankelijk van de geleverde bewijzen door de werkgever, die de
verpleegkundige de kans geeft haar expertise te bewijzen, in haar rol als
operatieverpleegkundige. Het zal noodzakelijk zijn deze competenties en
verpleegkundige handelingen op te lijsten. Een medisch technische dienst in
een ziekenhuis kan een gelijkaardige professionele ervaring geven, gelijk aan
deze van een operatiekwartier, in een ander geval niet.
Hebben de dragers van de beroepstitel recht op de premie toegekend door
FOD Volksgezondheid ?
Elke werkgever is gemachtigd een premie te geven aan zijn werknemers als vergoeding en
erkenning voor bijkomende gevolgde opleidingen. Dit bestaat al lang in vele ziekenhuizen
onder verschillende vormen ( bijkomende jaren anciënniteit, premie voor diploma’s, … )
Dank zij het attractiviteitsplan heeft Minister Onkelinx in 2008, verplichte premies
uitgekeerd in bepaalde ziekenhuissectoren waar een vrees voor tekorten door gebrek aan
attractiviteit zeer groot was. Deze verplichting is geïntegreerd in de erkenningsnormen
van de ziekenhuizen en de Minister heeft deze verplichting gefinancierd.
Nu, zijn er geen normen voor het operatiekwartier. Dus is er ook geen financiering
voorzien om de premie uit te betalen.
Er is een koninklijk besluit nodig om dit te regelen: een KB bepaalt de normen voor de
operatiekwartieren en voor de andere sectoren, dit KB is nog te maken.
Vanaf 1 juli 2014 is deze bevoegdheid ( nieuwe ziekenhuisnormen ) bij de
gemeenschappen. De vraag moet dus komen van de regio en besproken worden tussen alle
ministers van Volksgezondheid in een interministerieel overleg. Alle gemeenschappen
moeten akkoord zijn dat deze normering gefinancierd wordt door het budget van
Volksgezondheid die federaal blijft – anders kan een gemeenschap alleen beslissen, maar
dan zonder hulp van federale financiering. Een federaal akkoord is dus even belangrijk,
want zij betalen de toekomstige premies uit.
De beroepsverenigingen zullen dus nu moeten lobbyen bij de regionale ministers van
Volksgezondheid, omdat de vraag van hen moet komen.
Het VVOV en AFISO moeten verder samenwerken om een akkoord over de
erkenningsnormen te bekomen in elke gemeenschap en zo de federale de premie te laten
financieren.
Rapporteurs : C. Willems et C. Mertens
Vertaling : M. Van Hiel