ACADEMIE - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor

ACADEMIE
Nr 56 - jaargang 25
Feb 2014 - mei 2014
BERICHTEN
Feestjaar 2013: een terugblik ...
Voorstelling van de
nieuwe leden KVAB
In tegenstelling tot de teksten in de vorige Academieberichten, worden
nu gebeurtenissen beschreven die reeds hebben plaatsgehad namelijk
ons feestjaar. Voor dit feestjaar werden een reeks initiatieven genomen
om onze Academie meer uitstraling te geven en om haar aanwezigheid
in de hoofdstad van Vlaanderen, België en Europa te verstevigen.
Wegens plaatsgebrek, moeten wij ons hier beperken tot enkele hoogtepunten, met centraal de feestviering van 22 oktober 2013.
Alhoewel die feestviering beschouwd kan worden als een apotheose,
willen wij hier toch kort een paar andere activiteiten vermelden rond het
75 jaar jong zijn van de Academie: het concert in november waarbij een
nieuw uitgewerkt muziekstuk van enkele toondichters, leden van de
Academie, door het Spiegel String Quartet gespeeld werd. In de rij van
activiteiten werden bepaalde kunstvormen verwaarloosd; bijvoorbeeld
grafische kunsten, ballet, enz. maar het mogelijke aanbod vanuit de
Klasse van de Kunsten is zo groot dat wij wellicht in staat waren meerdere
vieringen te organiseren, of reeds de volgende te plannen. Ongetwijfeld
was de aanwezigheid van Zijne Majesteit de Koning op de academische
zitting de blikvanger bij uitstek. Zijn intrede in de Troonzaal, samen met de
hymne van de Academie (uit het oeuvre van confrater Laporte), gaf aan
de hele viering een “decorum” dat op geen andere wijze bereikt had
kunnen worden. Een van beide boeken die aan Zijne Majesteit de Koning
werden geschonken bevat 50 vragen over wetenschap en kunst: wetenschappers en kunstenaars van de Academie proberen in een zeer begrijpelijke taal de vragen te beantwoorden vanuit hun expertise en kennis.
Ter afsluiting en bekroning van de geleverde inspanningen om kunsten en
wetenschappen te laten bloeien, een citaat van erevoorzitter Frans Boenders: “de KVAB: ’s lands nobelste Beschermdame van kennis en kunst!”
Uitreiking
Gouden Penning
aan Jacques Rogge
2
6
Uitgelicht
Jeugdwerkloosheid
Jan Eeckhout
11
Nieuwe publicatie
Standpunten:
“Dreigende
Metaalschaarste:
geen fictie”
Academie-Berichten verschijnt driemaal per jaar. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten,
Paleis der Academiën - Hertogsstraat 1 - 1000 Brussel - Tel. 02 550 23 23 - Fax 02 550 23 25 - e-mail: [email protected] www.kvab.be - redactie: Thomas Vandenberghe - vormgeving: Charlotte Dua - ISSN 0778-1008 - V.U. G. van Outryve d’Ydewalle.
15
Nieuwe leden KVAB
Nieuwe leden Klasse Natuurwetenschappen
Annie Cuyt
Annie Cuyt is internationaal bekend voor haar
onderzoek in de niet-lineaire numerieke benade
benaderingsleer (computationele wiskunde). Eerder
theoretisch werk werd in een later stadium toege
toegepast op computeraritmetiek, netwerkproblemen,
biomedische signaalverwerking, enz. Zij is gewoon
hoogleraar aan het Departement Wiskunde en
Informatica van de Universiteit Antwer pen en was
tevens Research fellow van de Alexander von
Humboldt stichting aan de Universität Bonn.
Gerda Neyens
Gerda Neyens studeerde af in de fysica aan de KU
Leuven en behaalde in 1993 haar doctoraat, met
specialisatie experimentele kernfysica. Na haar
doctoraat startte ze haar eigen onderzoeksgroep,
waarin de studie van de structuur van exotische
atoomkernen centraal staat. Ze is gewoon hoogle
hoogleraar aan de KU Leuven. Gerda Neyens heeft zich
gespecialiseerd in het opmeten van radioactieve
kernen die slechts in zeer kleine hoeveelheden en
zeer kortlevend geproduceerd worden.
Nicole van Lipzig
Nicole van Lipzig leidt de onderzoeksgroep Regio
Regionale Klimaatsstudies van het Departement Aard
-en Omgevingswetenschappen aan de KU Leuven.
De groep maakt gebruik van geavanceerde
regionale klimaatmodellen om het effect van
veranderingen in landgebruik op het klimaat te
bestuderen. Na studies fysica aan de TU Eindhoven
en een doctoraat aan de Universiteit Utrecht en
projecten aan diverse Europese instellingen, is ze
sinds 2005 hoogleraar aan de KU Leuven.
Veronique Van Speybroeck
Veronique Van Speybroeck is sinds 2012 hoofd van
het Centrum voor Moleculaire Modellering aan de
UGent. Na haar doctoraat in 2001 werd ze in 2007
onderzoeksprofessor. Haar onderzoek situeert zich
op het grensvlak van de organische chemie,
katalyse en computationeel materiaalonderzoek.
Het huidig onderzoek is voornamelijk geconcen
geconcentreerd op de kinetiek van katalytische reacties in
nanoporeuze materialen. Ze verwierf in 2010 een
prestigieuze ERC Starting Grant.
vlnr.: Annie Cuyt, Gerda Neyens, Irina Veretennicoff en Veronique Van Speybroeck.
Nieuwe leden Klasse Menswetenschappen
Kristin Davidse
Kristin Davidse studeerde Godsdienstwetenschappen
en Germaanse Filologie aan de KU Leuven, en is
benoemd aan het departement Taalkunde (vakgroep
Engels). Haar onderzoeksinteresse is momenteel de
grammaticalisatie- en (inter)subjectificatieprocessen in
de Engelse nominale groep. Binnen deze twee domeinen formuleerde ze samen met collega-onderzoekers
meerdere vernieuwende onderzoeksvragen voor
mandaten en projecten.
Gita Deneckere
Gita Deneckere is als hoogleraar verbonden aan
de UGent. In haar onderzoek concentreert ze zich
op de negentiende- en twintigste-eeuwse sociale
geschiedenis. Zij plaatst hierbij sociale verandering
centraal en betrekt geschiedenis op de heden-daagse maatschappij. Dit onderzoek overstijgt dan
ook geschiedenis in de strikte zin. Ze verbindt
economie, politiek en cultuur, in een streven naar
een globaal beeld waarvan de resultaten worden
vertaald naar de maatschappij in verschillende
vormen van dienstverlening.
Bea Maes
Bea Maes is gewoon hoogleraar aan de Onder-zoekseenheid gezins- en orthopedagogiek van de
KU Leuven. In haar onderzoek en onderwijs richt ze
zich tot het domein van opvoeding, onderwijs en
zorg voor personen met een handicap, in het
bijzonder, de kwaliteit van zorg voor mensen met
verstandelijke beperkingen die grote ondersteuning
nodig hebben. Omwille van deze onderzoekskennis
maakt ze als expert ook deel uit van tal van maat-schappelijke adviesraden.
Caroline Pauwels
Caroline Pauwels is gewoon hoogleraar aan de Vrije
Universiteit Brussel. Ze doceert mediabeleid en
media-economie, en leidt het departement iMinds.
Binnen deze onderzoeksgroep verricht ze zowel
fundamenteel als toegepast onderzoek naar de
impact van informatie- en communicatietechnolo-gieën, vanuit beleids-, gebruikers- en economisch
perspectief. Caroline Pauwels zetelt in verschillende
beheerraden in de media en is regeringscommissaris
bij de VRT.
Ann Verhetsel
Ann Verhetsel is gewoon hoogleraar economische
geografie en ruimtelijke economie aan de Universi-teit Antwerpen. Ze is departementshoofd en
woordvoerder van het departement Transport- en
Ruimtelijke Economie en onderwijst economische
geografie, ruimtelijke economie, sociale geografie,
historische stadsgeografie, vastgoed en locatie, en
urban management in Europa. In haar onderzoek
ligt de focus op de stedelijke economie en mobili-teit, en op vastgoed.
vlnr.: Kristin Davidse, Gita Deneckere, Bea Maes, Victor Benjamin, Hubert Bocken,
Caroline Pauwels en Ann Verhetsel.
Nieuwe leden Klasse Kunsten
Nieuwe leden Klasse Technische Wetenschappen
Barbara Baert
Barbara Baert studeerde Kunstgeschiedenis en
Filosofie aan de KU Leuven en Kunstgeschiedenis
aan de Università degli Studie te Siena in Italië. Zij is
als hoogleraar verbonden aan de onderzoekseenheid Kunstwetenschappen van de KU Leuven.
Haar onderzoek situeert zich binnen de problema
problematiek van sacrale topografie, de reliekencultus, het
statuut van het beeld tijdens de Middeleeuwen, de
relatie tussen beeldcultuur en het sensorium,
gender in de middeleeuwse iconografie en de
historiografie van de iconologische methode.
Christine Buelens
Christine Buelens behaalde in 1984 het doctoraat in
de toegepaste wetenschappen aan de KU
Leuven. Nadien werkte ze als postdoctoraal onderzoeker in industriële onderzoeksprojecten i.s.m. o.a.
Siemens, OCAS en Metallo-Chimique. Sinds 1997
staat ze aan de leiding van METALogic, een spin-off
van het departement Materiaalkunde (KU Leuven),
eerst als directeur, daarna als afgevaardigd
bestuurder. METALogic is gespecialiseerd in het
onderzoeken, het monitoren en het beheersen van
corrosiefenomenen en werkt hoofdzakelijk voor de
procesindustrie.
Fien Troch
Fien Troch studeerde Film aan de Hogeschool Sint
Lukas te Brussel, waar ze ook momenteel doceert.
Zij is een meermaals genomineerd en gelauwerd
cineaste. Ze schreef en regisseerde een aantal
kortfilms die de aandacht trokken en tevens enkele
langspeelfilms o.m. ‘Een ander zijn geluk’,
‘Unspoken’ en ‘Kid’ die internationaal furore
maken.
Annelies Van Parys
Annelies Van Parys studeerde Compositie aan het
Koninklijk Conservatorium te Gent. Zij doceert
vormanalyse en orkestratie aan het Koninklijk
Conservatorium Brussel, piano aan het Stedelijk
Conservatorium te Brugge. In haar composities
gebruikt zij de moderne technologische ontwikke
ontwikkelingen van de laatste decennia en slaagt zij erin
technologie en wetenschap naadloos te laten
overgaan in kunst. Ze wordt uitgevoerd door zowat
alle Belgische topensembles, evenals de meeste
orkesten.
Vera Vermeersch
Vera Vermeersch studeerde Kunstgeschiedenis
aan de Universiteit Gent. Daarna volgde ze een
opleiding hand- en kunstweven aan het Henri
Story-Instituut in Gent en restauratie van wandtapijten aan het Koninklijk Instituut voor het Kunst
Kunstpatrimonium in Brussel. Zij is zelfstandig restauratrice
en ontwerpster van handtufttapijten. Daarbij
interpreteert en vertaalt ze kunstwerken van de
meest vooraanstaande Belgische kunstenaars naar
unieke wand- en vloertapijten. Ze is één van de
voortrekkers van de hedendaagse Arts-en Craftsbeweging in België.
vlnr.: Vera Vermeersch, Michel Buylen en Barbara Baert.
Annick Hubin
Annick Hubin is burgerlijk scheikundig ingenieur en
burgerlijk metaalkundig ingenieur (VUB), en
behaalde in 1989 het doctoraat in de toegepaste
wetenschappen. Ze is hoofd van de onderzoeksgroep SURF ‘Electrochemical and Surface
Engineering’, aan de faculteit Ingenieurswetenschappen van de VUB, waarvan ze sinds
2012 decaan is. Haar onderzoek richt zich op
toepassingsdomeinen zoals corrosie, elektrokatalyse,
batterijen en brandstofcellen, sensoren en nanomaterialen. Het accent ligt op de in-situ karakterisering van het gedrag van de vaste stof-vloeistof
interface.
Nieuw buitenlands lid Klasse Menswetenschappen
Benjamin Victor
Benjamin Victor is een klassiek filoloog, verbonden
aan de Université de Montréal. In zijn onderzoek
gaat hij in op stijl, taal en metriek van de klassieke
Latijnse poëzie en van Latijnse zinswendingen en
woordspelingen. Daarnaast werkt hij ook als
mediëvist, voornamelijk op het gebied van de
handschriftenkunde, de paleografie en de bibliotheekgeschiedenis. Zijn lidmaatschap van het
exclusieve Comité International de Paléographie
Latine, maakt hem tot één van de meest vooraanstaande Latijnse paleografen ter wereld.
vlnr.: Jacques Willems en Annick Hubin.
Laureaten
Laureatenvan
vande
deAcademie
Academie
Klasse
KlasseNatuurwetenschappen
Natuurwetenschappen
Klasse
KlasseKunsten
Kunsten
Peter
PeterBienstman
Bienstman
Na
Nazijn
zijndoctoraat
doctoraat(2001)
(2001)en
eneen
eenpostdoc
postdocaan
aanMIT,
MIT,
keerde
keerde Peter
Peter Bienstman
Bienstman inin 2002
2002 terug
terug naar
naar de
de
onderzoeksgroep
onderzoeksgroepfotonica
fotonicavan
vanUGent.
UGent.Hij
Hijisissinds
sinds
onderzoeksonderzoeks2006
2006hoofddocent
hoofddocentmet
methoofdzakelijk
hoofdzakelijkonderzoeks
onderzoeks
opdracht
opdracht (BOF-ZAP).
(BOF-ZAP). Hij
Hij isis actief
actief inin verschillende
verschillende
domeinen
domeinenvan
vande
denanofotonica
nanofotonicaen
enzijn
zijnonderzoek
onderzoekisis
simulatiesimulatieerg
ergmultidisciplinair,
multidisciplinair,gaande
gaandevan
vannieuwe
nieuwesimulatie
simulatie
technieken,
technieken, tot
tot het
het gebruik
gebruik van
van nanofotonische
nanofotonische
chips
chipsals
alsbiosensoren
biosensorenen
enhet
hetinzetten
inzettenvan
vandeze
dezechips
chips
netwernetwerals
alshardware-implementatie
hardware-implementatievan
vanneurale
neuralenetwer
netwer
ken.
ken.Deze
Dezelaatste
laatsteonderzoekslijn
onderzoekslijnwordt
wordtondersteund
ondersteund
door
doorde
deEuropean
EuropeanResearch
ResearchCouncil
Council(ERC)
(ERC)met
meteen
een
Starting
StartingGrant.
Grant.Hij
Hijisisauteur
auteurofofco-auteur
co-auteurvan
vanmeer
meer
dan
dan110
110papers
papersinininternationale
internationaletijdschriften.
tijdschriften.
Karel
KarelVanhaesebrouck
Vanhaesebrouck
Karel
Karel Vanhaesebrouck
Vanhaesebrouck isis docent
docent theatertheater- en
en
cultuurgeschiedenis
cultuurgeschiedenis aan
aan het
het RITS,
RITS, waar
waar hijhij als
als
opleidingshoofd
opleidingshoofd de
de artistieke
artistieke en
en pedagogische
pedagogische
eindverantwoordelijkheid
eindverantwoordelijkheiddraagt
draagtover
overde
detheatertheateropleidingen.
opleidingen.Aan
Aande
deULB
ULBbekleedt
bekleedthijhijde
deleerstoel
leerstoel
theaterstudies,
theaterstudies,daarnaast
daarnaastisishijhijdeeltijds
deeltijdsprofessor
professor
aan
aande
deVUB.
VUB.Vanhaesebrouck
Vanhaesebrouckdoctoreerde
doctoreerdeaan
aande
de
Université
Université de
de Paris
Paris X.X. Sindsdien
Sindsdien koppelt
koppelt hijhij zijn
zijn
uitgesproken
uitgesprokeninteresse
interessevoor
voorhedendaagse
hedendaagseartistieke
artistieke
praktijken
praktijken aan
aan een
een consequente
consequente onderzoeksbeonderzoeksbelangstelling
langstelling voor
voor vroegmoderne
vroegmoderne vormen
vormen van
van
theatraliteit.
theatraliteit.Daarnaast
Daarnaastinvesteert
investeertVanhaesebrouck
Vanhaesebrouck
consequent
consequenttijd
tijden
enenergie
energieininhet
hetpublieke
publiekedebat
debat
omtrent
omtrentkunst
kunsten
encultuur.
cultuur.
Klasse
KlasseMenswetenschappen
Menswetenschappen
Klasse
KlasseTechnische
TechnischeWetenschappen
Wetenschappen
Steven
StevenVanderputten
Vanderputten
Het
Hetonderzoek
onderzoekvan
vanSteven
StevenVanderputten
Vanderputtenricht
richtzich
zich
op
opde
destudie
studievan
vande
decultuur
cultuuren
ensociale
socialeinbedding
inbedding
kloosterlinkloosterlinvan
van religieuze
religieuze groepen,
groepen, inzonderheid
inzonderheid kloosterlin
kloosterlin
gen,
gen, inin de
de Westerse
Westerse samenleving
samenleving van
van de
de volle
volle
middeleeuwen
middeleeuwen(ca.
(ca.900-1200).
900-1200).Zijn
Zijninterdisciplinaire
interdisciplinaire
internatiinternatien
envernieuwende
vernieuwendevraagstellingen
vraagstellingenvonden
vondeninternati
internati
onaal
onaalweerklank.
weerklank.Hij
Hijwerd
werdinin2012
2012bevorderd
bevorderdtot
tot
hoogleraar
hoogleraaraan
aande
deVakgroep
VakgroepGeschiedenis
Geschiedenisvan
vande
de
UGent.
UGent. Behalve
Behalve verschillende
verschillende fellowships
fellowships
(Cambridge,
(Cambridge,IAS
IASPrinceton,
Princeton,FOVOG
FOVOGEichstätt,
Eichstätt,NIAS
NIAS
Wassenaar,
Wassenaar,VLAC
VLACBrussel
Brusselen
enIAS
IASBloomington)
Bloomington)en
en
gefinancierde
gefinancierdeonderzoeksprojecten
onderzoeksprojectengenoot
genoothijhijook
ook
erkenning
erkenning inin de
de vorm
vorm van
van de
de Wilhelm
Wilhelm Friedrich
Friedrich
Bessel-Forschungpreis
Bessel-Forschungpreis van
van de
de Humboldt-Stiftung
Humboldt-Stiftung
(2012).
(2012).
Nico
NicoBoon
Boon
Het
Hetonderzoek
onderzoekvan
vanNico
NicoBoon
Boonisiszowel
zowelfundamenfundamenteel
teelals
alsingenieursgericht.
ingenieursgericht.Enerzijds
Enerzijdsintroduceert
introduceerthijhij
met
metzijn
zijnonderzoeksteam
onderzoeksteamde
demicrobiële
microbiëleecologie
ecologieinin
de
deingenieurswereld
ingenieurswerelden
enbestudeert
bestudeerthijhijhet
hetsturen
sturen
van
vanbiotechnologische
biotechnologischeprocessen.
processen.Anderzijds
Anderzijdsheeft
heeft
zijn
zijn onderzoek
onderzoek ook
ook een
een sterke
sterke ingenieurscompoingenieurscomponent,
nent,en
enisisgericht
gerichtop
opde
deverwijdering
verwijderingvan
vanrecalcirecalcitrante
trante componenten
componenten uit
uit afvalwaters,
afvalwaters, natuurlijke
natuurlijke
waters
waters en
en bodems.
bodems. Zijn
Zijn wetenschappelijk
wetenschappelijk werk
werk
heeft
heefttot
totdusver
dusvergeleid
geleidtot
toteen
een250-tal
250-talpublicaties.
publicaties.InIn
2006
2006werd
werdhijhijbenoemd
benoemdtot
totdocent
docentvan
vande
defaculteit
faculteit
Bio-ingenieurswetenschappen
Bio-ingenieurswetenschappenaan
aande
deUGent.
UGent.Sinds
Sinds
2011
2011isishijhijhoofddocent
hoofddocenten
envakgroepvoorzitter
vakgroepvoorzittervan
van
het
het Laboratorium
Laboratorium voor
voor Microbiële
Microbiële Ecologie
Ecologie en
en
Technologie
Technologie(LabMET).
(LabMET).
vlnr.:
vlnr.:Nico
NicoBoon,
Boon,Karel
KarelVanhaesebrouck,
Vanhaesebrouck,Ludo
LudoGelders,
Gelders,Steven
StevenVanderputten
Vanderputtenen
enPeter
PeterBienstman
Bienstman
vlnr.:
vlnr.:Jonas
JonasBraekevelt,
Braekevelt,Géry
Géryvan
vanOutryve
Outryve
d’Ydewalle,
d’Ydewalle,Beatrijs
BeatrijsWolters
Woltersvan
vander
derWey,
Wey,
Ulrike
UlrikeWuttke
Wuttkeen
enMaarten
MaartenVanhove
Vanhove
44
Laureaten Fonds- en andere prijzen
Schoutedenprijs
Maarten Vanhove
Species flocks and parasite evolution.Towards a
co-phylogenetic
analysis
of
monogenean
flatworms of cichlids and gobies.
Maarten Vanhove behaalde in 2012 zijn doctoraat
aan de KU Leuven, in associatie met het Koninklijk
Museum voor Midden-Afrika. Als FWO-aspirant
onderzocht hij de diversiteit en de evolutiepatronen
parasiebinnen “species flocks” van vissen en hun parasie
ten. Hiervoor werd intensief samengewerkt met
buitenlandse partners, waaronder de Masaryk
University
(Tsjechië)
waar
hij
momenteel
post-doctoraal onderzoeker is. Belangrijke elementen in zijn onderzoek zijn moleculaire evolutie en
stamboomreconstructie, morfologie, taxonomie,
biogeografie, en natuurconservatie, met uitbreidingen naar andere organismen, waaronder diverse
invertebratengroepen.
Prijs Pro Civitate
Jonas Braekevelt
Un prince de justice. Vorstelijke wetgeving, soevereiniteit en staatsvorming in het graafschap Vlaanderen tijdens de regering van Filips de Goede
(1419-1467) .
Jonas Braekevelt werkte in 2013 zijn proefschrift ‘Un
prince de justice’ af aan de UGent. Op dit ogenblik
is hij postdoctoraal onderzoeker van het FWO-Vlaanderen. Zijn huidig onderzoek richt zich op het
ontstaan van een vorstelijk wetgevend discours in
de Nederlanden vanaf de late dertiende eeuw en
de veranderende verhoudingen tussen recht,
gratie en privileges, met publicaties in onder meer
de Revue Historique. Daarnaast bereidt hij ook de
publicatie voor van de verordeningen van Filips de
Goede voor het graafschap Vlaanderen in de
reeks van de Koninklijke Commissie voor de Uitgave
der Oude Wetten en Verordeningen van België.
Mgr. C. De Clercqprijs
Ulrike Wuttke
‘Dit es dinde van goede en quade’. Eschatologie
bei den Brabanter Autoren Jan van Boendale,
Lodewijk van Velthem und Jan van Leeuwen (14.
Jh.).
Na studies te Berlijn en Amsterdam werkte Ulrike
Wuttke van 2008 tot 2012 aan de UGent aan haar
proefschrift ‘Dit es dinde van goede ende quaede’:
Eschatologie bei den Brabanter Autoren Jan van
Boendale, Lodewijk van Velthem und Jan van
Leeuwen (14. Jh.)’. Hiervoor onderzocht ze de
verbeelding van de eindtijd, de hemel, hel en
veertiendevagevuur in het oeuvre van de drie veertiende
eeuwse Middelnederlandse auteurs Jan van
Boendale, Lodewijk van Velthem en Jan van
Leeuwen. Zij analyseerde hun eschatologische
voorstellingen tegen de achtergrond van de
Latinitas en andere significante volkstalige teksten
en traceerde de invloed van contemporaine
crisissen en intellectuele ontwikkelingen op hun
eschatologische mentaliteiten.
Frans Van Cauwelaertprijs
Leen Decin
Leen Decin behaalde in 1996 aan de KU Leuven het
diploma van licentiaat in de Wiskunde, optie
Wiskundige Natuurkunde en Sterrenkunde. Dankzij
een beurs van het Fonds voor Wetenschappelijk
Onderzoek, Vlaanderen (FWO) kon ze een doctoraat starten aan de KU Leuven, onder begeleiding
van Prof. Christoffel Waelkens. In mei 2000
behaalde ze de titel van Doctor in de wetenschappen met een onderzoek naar het gebruik van
theoretische
atmosfeerspectra
van
koude
standaardsterren voor de kalibratie van infrarode
spectrometers.
Erik Duvergerprijs
Beatrijs Wolters van der Wey
Groepsvertoon. Publieke groepsportretten in
Brabant 1585-1800: studie vanuit maatschappelijk,
typologisch en iconografisch oogpunt en kritische
catalogus.
Beatrijs Wolters van der Wey promoveerde in 2012
Groepsveraan de KU Leuven op het proefschrift Groepsver
1585toon. Publieke groepsportretten in Brabant 1585
1800: studie vanuit maatschappelijk, typologisch en
iconografisch oogpunt en kritische catalogus Dit
doctoraat werd uitgevoerd in interdisciplinair
perspectief in het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Het bekroonde werk is een dieptestudie naar de groepsportretten van gilden, magistratencolleges,… geschilderd in Brabant tijdens het
Ancien Régime. Er werd aandacht besteed aan het
materiële ontstaansproces en het typologische,
iconografische en maatschappelijke oogpunt
(zoals de opdrachtgevers, de keuze van de kunstenaar, de prijzen enz.).
vlnr.: Marcel Storme, Leen Decin en Philip Van Cauwelaert
Van 2000 t.e.m. 2010, werkte ze als postdoctoraal
onderzoeker van het FWO-Vlaanderen aan de KU
Leuven. Sinds 2004 was ze tevens voor 20% geassocieerd met het sterrenkundig instituut ‘Anton
Pannekoek’ van de Universiteit van Amsterdam. In
2010 werd ze benoemd als hoofddocent aan de KU
Leuven, in 2013 is ze gepromoveerd tot hoogleraar.
Voor haar onderzoek reist Leen Decin de wereld
rond, waarbij een onderzoeksverblijf typisch enkele
dagen tot enkele maanden duurt.
Ondertussen heeft haar onderzoek zich uitgebreid.
Ze bestudeert nu tevens de chemische en dynamische processen in de sterrenwinden van geëvolueerde sterren. In 2010 publiceerde ze een artikel in
Nature over de ontdekking van warme waterdamp
in de sterrenwind van een heldere koolstofrijke ster.
In 2011 kreeg ze een beurs van de universiteit
Leuven om een interdisciplinaire onderzoeksgroep
te starten rond exoplaneten. Samen met collega's
van het departement chemie en het departement
wiskunde ontwikkelen ze nu gesofisticeerde theoretische modellen om de spectra van exoplaneten te
interpreteren.
5
Gouden Penning 2013
Jacques Rogge maakte van dopingvrije sport het strijdpunt
Marc Vanneste
Ere-voorzitter van het Internationaal Olympisch
Comité (IOC) Jacques Rogge toonde zich tijdens
de Openbare Vergadering van de KVAB op 14
december 2013 erg opgetogen over de Gouden
Penning die hij uit de handen van voorzitter Ludo
Gelders mocht ontvangen. “Ik ben de jongste
weken overladen met prijzen en eretekens
allerhande, maar de Gouden Penning van de
Academie is toch wel heel bijzonder en is van alle
onderscheidingen die ik mocht ontvangen,
dewelke die mij het diepst raakt”, zei hij in zijn
dankwoord.
uitgereikt aan een persoonlijkheid die met zijn
uitzonderlijke loopbaan Vlaanderen internationaal
op de kaart heeft gezet.
De laureaat, Gentenaar van geboorte, studeerde
geneeskunde aan de Universiteit Gent. Zijn doctorsdiploma vulde hij aan met een licentie in de
sportgeneeskunde. De actieve belangstelling voor
de sport was nooit ver weg. Als zeiler in de
Finnklasse nam hij deel aan de Olympische Spelen
in Mexico (1986), München (1972) en Montreal
(1976). Hij werd zelfs wereldkampioen in het zeilen
en behaalde tweemaal een tweede plaats in
dezelfde discipline. Ook werd hij tien keer geselecteerd voor het Belgische rugbyteam.
Daarop had hij het in zijn toespraak ‘De uitdagingen van de sport’ over de valkuilen in de sportbeoefening. Onder anderen citeerde hij terrorisme,
Mister Clean
gigantisme, de ethische gevaren zoals dopinggebruik, wedstrijdvervalsing, malafide gokpraktijken
Later, na zijn actieve sportcarrière, toonde hij zich
en hooliganisme als permanente bedreigingen
begaan met de olympische gedachte en werd hij
waartegen waakzaamheid geboden is. Met
tussen 1990 en 1992 voorzitgigantisme bedoelt hij dat er
ter van het Belgisch Olymgrenzen moeten worden
pisch
en
Interfederaal
gesteld aan het aantal
Comité (BOIC). In dezelfde
atleten en disciplines die
periode (1991) werd hij lid
tijdens
de
Olympische
van
het
Internationaal
Spelen
mogen
worden
Olympisch Comité (IOC),
toegelaten. In zijn 12-jarige
waar hij zich verdienstelijk
loopbaan als voorzitter van
maakte
binnen
de
het IOC stelde hij zich ter
Medische Commissie. Hij
zake erg strikt op, wat hem,
werd in 1994 vicevoorzitter
naar eigen zeggen, ook de
van het IOC. In 2001 werd hij
bijnaam
‘Mister
No’
de 8ste voorzitter van
opleverde.
Hij
pleitte
hetzelfde IOC, in opvolging
eveneens voor georganivan de Spanjaard Juan
seerde ‘nazorg’ van de
Antonio Samaranch. Vier
atleten, om te vermijden dat
maanden geleden, op 10
ze na hun actieve sportcarseptember
2013,
heeft
rière in het spreekwoordelijke
Jacques Rogge in de
‘zwarte
gat’
vallen.
Argentijnse
hoofdstad
Eveneens brak hij een lans
Buenos Aires zijn mandaat
voor een betere bewaking
Overhandiging van de Gouden Penning door de voorzitter.
doorgegeven
aan
zijn
van de gezondheid van de
vice-voorzitter, de Duitser
atleten tijdens de actieve
Thomas Bach. Onder zijn
sportloopbaan,
omdat
voorzitterschap vonden 3 Olympische Zomerspelen
overtrainen en overcompetitie een hypotheek
en 3 Olympische Winterspelen plaats.
dreigen te leggen op hun leven-na-de-sport. In de
strijd voor een professionele en ‘propere’ sportbeTot de belangrijkste verwezenlijkingen onder zijn
oefening wees hij op de noodzakelijke steun van de
OIC-voorzitterschap zijn te vermelden: de oprichoverheid wereldwijd. Ook dient er nagedacht over
ting van de Youth Olympic Games, zijn weerstand
een duurzame benutting van de vaak geldverslintegen de druk om op de Olympische Spelen in
dende infrastructuur na afloop van de Spelen. Met
Rio de Janeiro (2016) nieuwe sportdisciplines toe te
betrekking tot de rol van de sport in onze samenlelaten en niet in het minst zijn strijd tegen doping in
ving zei hij optimistisch te zijn gestemd wegens haar
de sport, wedstrijdvervalsing en illegale gokpraktijsociale relevantie, haar positieve rol bij het verwerken. De harde aanpak van het dopinggebruik in de
ven van discipline en teamgeest en – indien geen
sport leverde hem de bijnaam ‘Mister Clean’ op.
excessen of aberraties – haar positieve invloed op
Als ere-voorzitter van het IOC heeft hij nu ineens
de gezondheid van de mensen.
een zee van tijd voor zijn gezin en zijn kleinkinderen,
al blijft hij de Olympische competitie nauwgezet
Jacques Rogge werd met de Gouden Penning
volgen en blijft hij lobbyen voor meer sportopvoegelauwerd omwille van zijn schitterende carrière als
ding.
een van de meest invloedrijke ‘ambassadeurs’ op
het wereldtoneel. Deze onderscheiding wordt door
de Koninklijke Vlaamse Academie van België
jaarlijks – zij het dit keer met een jaar onderbreking –
6
Onderscheidingen
Nil Volentibus Arduum (Niets is moeilijk voor hen die
willen). Zo luidt de wapenspreuk van Jacques
Rogge, die op 11 maart 1993 tot Ridder in de
Belgische adelstand werd verheven en wie tien jaar
later, op 11 maart 2003, wegens verdienste, de
adellijke titel van Graaf werd verleend. Eerst als
orthopedisch chirurg en docent sportgeneeskunde
aan de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit
Brussel, dan als sportbeoefenaar en later, en niet
het minst, als hoogste autoriteit van het Internationaal Olympisch Comité heeft hij de wapenspreuk in
daden omgezet.
Behalve zijn adellijke titels ontving Jacques Rogge
diverse eredoctoraten, onder meer die van de
Universiteit Gent, de Katholieke Universiteit Leuven,
de Universiteit van Bakoe, de Semmelweis Universiteit Budapest en de École polytechnique fédérale
de Lausanne. Op 26 november 2012 werd hij
benoemd tot Commandeur in de Orde van
Oranje-Nassau wegens zijn verdienstelijk werk in de
sport en op 25 september 2013 overhandigde
koning Filip hem het Grootkruis in de Kroonorde.
Prijzen van de KVAB
OPROEPEN
De Academie reikt jaarlijks gemiddeld een elftal
prijzen uit. De uiterlijke indieningsdatum van al deze
prijzen is 30 april 2014.
Jan GILLISPRIJS (€ 1250): Prijs voor een belangrijk oorspronkelijk werk i.v.m. de geschiedenis
van het wetenschappelijk denken.
Laureaat van de Academie (€ 10000): De Laureaten van de Academie zijn de meest prestigieuze
prijzen die de Academie uitreikt. Jaarlijks komen
alle disciplinegebieden van de Academie in
aanmerking. Overeenkomstig de Klassen worden
hoogstaande wetenschappers en kunstenaars als
Laureaten van de Academie bekroond in de
Natuurwetenschappen,
Menswetenschappen,
Kunsten en Technische Wetenschappen.
Mgr. René LENAERTSPRIJS (€ 2500): Prijs voor
een verdienstelijk werk op het gebied van de
muziekwetenschap.
Octaaf CALLEBAUTPRIJS (€ 1250): Prijs voor een
belangrijke studie van de kwaliteitsvoeding en
meer algemeen van de voedingsomstandigheden, ook in de derde wereld.
Henri VANDERLINDENPRIJS (€ 1250): Prijs voor een
belangrijk oorspronkelijk werk op het gebied van
de sterrenkunde.
Marie-Christiane MASELIS-PRIJS (€ 5000): Prijs voor
een belangrijk oorspronkelijk werk op het gebied
van de kinderpsychotherapie en/of kinderpsychiatrie.
Mgr. Charles DE CLERCQPRIJS (€ 1250): Prijs
voor een belangrijk oorspronkelijk werk op het
gebied van de religieuze geschiedenis van
Vlaanderen.
Frans VAN CAUWELAERTPRIJS (€ 7500): Wordt
in 2014 toegekend in de economische, pedagogische, psychologische, rechtskundige,
sociale en politieke wetenschappen.
Prijzen van de ARB
Het is ook mogelijk te kandideren voor de
prijzen van de Nationale Belgische Academie,
wiens beheer werd overgenomen door de
Académie royale de Belgique. Men dient
direct
bij
de
ARB
te
kandideren
(http://www.academieroyale.be). Ook hier
geldt 30 april 2014.
François DERUYTSPRIJS (prijs te bepalen): Prijs
voor een verdienstelijk werk in de meetkunde.
7
RVO-Society bekroond met wetenschapscommunicatie-prijs van de Academie
Prijs Vlaams Minister Wetenschapsbeleid oog voor
ruim talent RVO-Society
Thomas Vandenberghe
De Roger Van Overstraeten Society werd tijdens
Openbare Vergadering van de KVAB bekroond met
de Prijs van de Vlaamse Minister voor Wetenschapsbeleid 2013. De RVO-Society coacht technische en wetenschappelijke educatie binnen en
buiten het onderwijs. De laureaten van deze prijs
blinken uit op het vlak van wetenschapscommunicatie en dragen zo bij aan de plaats van de wetenschap binnen de samenleving.
De Prijs van de Vlaamse Minister van Wetenschapsbeleid: een erkenning door de Vlaamse Overheid
De Academie reikt om de drie jaar de Prijs van de
Vlaamse Minister voor Wetenschapsbeleid uit aan
personen of instellingen die erin geslaagd zijn om
op voortreffelijke wijze wetenschap binnen het
bereik te brengen van het algemeen publiek, een
missie die zowel wetenschapspopularisering als
-vulgarisering kan omvatten. De prijs wordt al sinds
2000 uitgereikt onder auspiciën van de Vlaamse
minister van Wetenschapsbeleid, een functie die
op dit ogenblik wordt waargenomen door
mevrouw Ingrid Lieten, Viceminister-president van
de Vlaamse Regering. Naast de erkenning door de
prijs zelf, is er een bedrag van € 7500 aan verbonden.
Wetenschapscommunicatie eren: al een
decennium een focus van de Academie
dik
Achtereenvolgens werd de prijs uitgereikt aan EOSMagazine (2000), het Canvas-programma Overleven (2003), Technopolis (2006) en Universiteit Vrije
Tijd van het Davidsfonds (het huidige Davidsfonds
Academie) (2009). Totnogtoe werden alleen maar
instellingen bekroond met deze prijs, hoewel het
ook mogelijk is dat personen hem overhandigd
krijgen. Sinds vorig jaar organiseert de Academie
trouwens ook de Onderscheiding Wetenschapscommunicatie, die specifiek wetenschappers wil
bekronen die niettegenstaande hun drukke
agenda toch nog de tijd vinden om kwaliteitsvolle
projecten te ontplooien.
RVO-society: jongeren
wetenschap(pen)
enthousiasmeren
voor
De RVO-Society past perfect in het rijtje van de
vorige laureaten van de prijs. Net als Technopolis en
Davidsfonds Academie gaat ook de RVO-Society
verder dan louter kennisoverdracht: ze interageren
elk op hun eigen manier met hun doelpubliek,
gaan voluit in op hun vragen en dragen zo bij tot
het publieke bewustzijn van wetenschap. Het
Fingerspitzengefühl voor techniek en wetenschappen overbrengen op jongeren van 5 tot 25 jaar is
de kerntaak van de RVO-Society. Een mooi neveneffect van de jongeren zélf de activiteiten en
experimenten te laten doen, is hen motiveren voor
studies in wetenschap en technologie.
RVO-Society: nobele en eenvoudige doelstelling,
gedegen ingevuld
Na een rondvraag in de verschillende Klassen, kiest
de Academie zelf de laureaat van de prijs. Wat
opvallend aan de RVO-Society werd bevonden, is
hoe ze uitgaande van een vrij eenvoudige basisopdracht een zeer brede set van activiteiten heeft
uitgebouwd. Jongeren worden zowel binnen als
buiten het onderwijs betrokken in ervaringsgerichte
activiteiten. Binnen het onderwijs gaat de
aandacht naar de hele kleuter-, basis-, middelbare
en hogere schoolomgeving. De projecten zijn
ingedeeld voor de school (de directie, coördinatoren,…), voor de leerkracht en voor de leerling.
Leerkrachten, ICT-cöordinatoren, begeleiders,
lerarenopleidingen… worden geïnstrueerd en
gecoacht over de projecten van de RVO-Society.
De projecten zijn attractief opgesteld en dragen
namen
als
‘Robbie
de
Robot’,
‘Chip!Chip!Chip!Hoera’, ‘Op weg met elektron’,…
Ervaringen uit het dagelijkse leven worden op een
wetenschappelijke manier inzichtelijk gemaakt
(‘gecontextualiseerd’). Naast workshops waar de
leerlingen op bezoek komen worden er ook materiaalkoffers gemaakt en kunnen de leraars navormingen krijgen.
Betrekking bedrijfsleven
Buiten het onderwijs worden de laatste tijd ook
meer en meer rechtstreekse activiteiten ontplooid
waaronder het zomerkamp ‘Ingenieur op je 13e’ en
‘de techniekbende’. Aan de andere kant wordt
ook het technische en wetenschappelijke middenveld betrokken: na 10 jaar ervaring in het educatief
vertalen van de nieuwste technologieën is
RVO-Society voor veel bedrijven een educatieve
Bart Motmans, Raadgever innovatie en
wetenschap Kabinet van de Vlaamse minister
van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media
en Armoedebestrijding die in naam van
Viceminister-president Ingrid Lieten sprak
8
Nieuwe werkgroepen
partner geworden. RVO-Society slaat bruggen
tussen innovatie en onderwijs en heeft een
groeiende aandacht voor de sociale inbedding
van de ingenieur (i.s.m. diverse partners zoals Cera)
en voor coöperatief ondernemen, als stichtende
vennoot in CORE cvba-so, samen met onder
andere Ecopower. Deze integrerende aanpak
oefende veel aantrekkingskracht uit op de Academie.
Tenslotte wil de Academie ook aandacht hebben
voor de recente keuze van de RVO-Society om in
haar werking te focussen op een grote en urgente
maatschappelijke uitdaging, de opwarming van
het klimaat. Hiervoor ontwikkelt ze educatieve
pakketten en opleidingen die het begrip energie
bevattelijk en ervaringsgericht overbrengen.
Naar de geest en passie van Roger Van Overstraeten
De RVO-Society werd opgericht volgens de ideeën
van Roger Van Overstraeten, de stichter en eerste
algemeen directeur van imec, die ook lid van de
Academie was. Na zijn overlijden ging in 2000 de
RVO-Society van start, ondersteund door imec, de
Vlaamse universiteiten en een aantal bedrijven.
Haar hoofdpartners zijn de Vlaamse overheid,
imec, Agoria en Cera.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen en investeren (MVO)
MVO is een continu verbeteringsproces waarbij
ondernemingen vrijwillig op systematische wijze
economische, milieu- en sociale overwegingen in
de gehele bedrijfsvoering opnemen. Overleg met
de stakeholders maakt deel uit van dit proces. De
werkgroep zal midden 2014 een afgewerkt standpunt presenteren, waarin nagegaan wordt of MVO
effectief een instrument kan zijn om de duurzaamheid van een onderneming te versterken. De groep
bestaat uit personen werkzaam bij organisaties die
de sociale positie van de ondernemer centraal
stellen, zoals Ondernemers voor Ondernemers,
Business and Society en The European Business
Network for Corporate Social Responsibility en uit
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de
academische wereld.
Informaticaonderwijs in het Primair en
Secundair onderwijs
Deze werkgroep bestaat uit leden van de Klassen
Technische, Natuur- en Menswetenschappen, en
uit een aantal leden van de Jonge Academie,
aangevuld met specialisten uit de onderwijs- en
bedrijfswereld. Informatica heeft in de laatste vijftig
jaar een enorme evolutie gekend en heeft een
grote stempel gedrukt op onze samenleving. Dagelijks zijn we bezig met producten waarin software zit.
In de omliggende landen zijn reeds initiatieven
genomen om het onderwijs van de informatica
drastisch op te waarderen. Deze werkgroep zal
bestuderen welke stappen in het Vlaamse onderwijs moeten gezet worden. Het Standpunt gaat in
op hoe – in het leerplichtonderwijs – informatica
zowel als een vormend en als een utilitair vak kan
gedoceerd worden en wordt in de tweede helft
van 2014 verwacht.
De rol van spin-offs in een Innovatiestrategie: Risico en Opportuniteiten
Spin-offs vormen een essentiële component van
een innovatiegerichte maatschappij en deze
nieuwe werkgroep buigt zich over de elementen
die de creatie van spin-offs moet aanmoedigen.
De werkgroep bestaat uit leden van de Klassen
Technische en Natuurwetenschappen en heeft al
enkele werkvergaderingen achter de rug, waaruit
naar voor kwam dat een correcte ondernemingsattitude meer benadrukt moet worden en dat de
incubatieondersteuning van belang is. Er zal ook
aandacht besteed worden aan de ‘lessons
learned’, nl. wat we kunnen leren uit mislukkingen.
Jo Decuyper,
directeur RVO-Society
9
UITGELICHT
UITGELICHT
Professor
ProfessorJan
JanEeckhout
Eeckhoutpleit
pleitvoor
voor
grondige
grondigehervorming
hervormingarbeidsmarkt
arbeidsmarkt
Werkzekerheid
Werkzekerheidteteverkiezen
verkiezenboven
bovenjobzekerheid
jobzekerheid
Marc
MarcVanneste
Vanneste
Het
Heteerste
eersteluik
luikvan
vanhet
hetDenkersprogramma
Denkersprogrammazitzitererhaast
haast
op.
op.Het
Hetkwam,
kwam,zoals
zoalsbekend,
bekend,tot
totstand
standna
naruggespraak
ruggespraak
met
metde
deVlaamse
Vlaamseoverheid
overheiden
enVlaams
Vlaamsminister
ministervoor
voor
Wetenschapsbeleid
WetenschapsbeleidIngrid
IngridLieten
Lietenininhet
hetbijzonder.
bijzonder.De
De
eerste
eerstedenkerscyclus
denkerscycluswas
waserereen
eenmet
metenvergure.
envergure.De
De
opdracht
opdrachtbestond
bestonderin
erinom
omhet
hetgigantische
gigantischeprobleem
probleem
van
vande
dejeugdwerkloosheid
jeugdwerkloosheidmet
methet
hetontleedmes
ontleedmestete
ontrafelen
ontrafelenen
eneen
eenpassende
passendetherapie
therapievoor
voortetestellen.
stellen.
De
DeDenker
Denkerop
opwie
wiede
deAcademie
Academieeen
eenberoep
beroepheeft
heeft
gedaan
gedaanisisJan
JanEeckhout,
Eeckhout,professor
professoraan
aanhet
hetUniversity
University
College
CollegeLondon
Londonen
enUPF
UPFBarcelona.
Barcelona.Hij
Hijisisininzijn
zijndomein
domein
een
eenautoriteit
autoriteitmet
metinternationale
internationalerenommée.
renommée.Tijdens
Tijdens
het
hetcongres
congresvan
vanwoensdag
woensdag1111december
decemberininhet
hetPaleis
Paleis
der
derAcademiën,
Academiën,heeft
heefthijhijzijn
zijneindconclusies
eindconclusiesbekendbekendgemaakt.
gemaakt.Samen
Samenmet
methet
hetteam
teamvan
vandeskundigen
deskundigenvan
van
de
deAcademie
Academiedie
diehem
hemininzijn
zijntaak
taakbijstonden,
bijstonden,prijst
prijsthijhij
zonder
zonderomwegen
omwegende
deradicale
radicalehervorming
hervormingvan
vande
de
arbeidsmarkt
arbeidsmarktaan
aanals
alsredmiddel.
redmiddel.Zo
Zozou
zouhet
hetrigide
rigide
systeem
systeem van
van jobzekerheid
jobzekerheid zoals
zoals wij
wij dat
dat inin België
België
kennen,
kennen, dienen
dienen op
op tete schuiven
schuiven naar
naar een
een soepel
soepel
systeem
systeemvan
vanwerkzekerheid
werkzekerheid(‘flexicurity’
(‘flexicurity’ininhet
hetjargon).
jargon).
Het
Hetofficiële
officiëlerapport
rapportmet
metde
deschriftelijke
schriftelijkebevindingen
bevindingen
van
vanhet
hetdenkwerk
denkwerkzal
zalininmei
mei2014
2014worden
wordenvoorgesteld.
voorgesteld.
Over
Overde
delijnen
lijnenwaarlangs
waarlangshet
hetdenkproces
denkprocesverliep
verliepen
en
wat
watde
deDenker
Denkerererzelf
zelfvan
vanverwacht,
verwacht,volgt
volgthieronder
hieronder
een
eengesprek.
gesprek.
Hoe
Hoeschat
schatuude
dekansen
kanseninindat
datde
deoverheid
overheiden
ende
de
betrokken
betrokkeninstanties
instantiesrekening
rekeninghouden
houdenmet
metde
deadvieadviezen
zenvan
vandit
ditDenkersprogramma?
Denkersprogramma?
Jan
JanEeckhout:
Eeckhout:“Ik
“Ikben
benrealist
realistgenoeg
genoegom
omtetebeseffen
beseffen
dat
daterertussen
tussenadvies
adviesen
enconcretisering
concretisering
van
van onze
onze voorstellen
voorstellen een
een brede
brede
afgrond
afgrondgaapt.
gaapt.Of
Ofons
onsland
landooit
ooithet
het
systeem
systeemvan
van‘flexicurity’
‘flexicurity’zal
zalomarmen,
omarmen,
hangt
hangtafafvan
vande
depolitieke
politiekewil
wilvan
vande
de
beleidsmensen,
beleidsmensen, de
de bereidheid
bereidheid van
van
instanties
instantiesals
alsde
deRVA-VDAB,
RVA-VDAB,de
deHoge
Hoge
Raad
Raadvan
vanWerkgelegenheid
Werkgelegenheiden
ende
de
sociale
socialepartners,
partners,meer
meerbepaald
bepaaldde
de
vakbonden
vakbonden en
en werkgeversorganisawerkgeversorganisaties.
ties. Zowel
Zowel de
de vakbonden
vakbonden als
als de
de
werkgevers
werkgevers hebben
hebben hun
hun reserves
reserves
tegen
tegenhet
hetsysteem
systeemvan
van‘flexicurity’
‘flexicurity’ofof
werkzekerheid.
werkzekerheid.De
Devakbonden
vakbondenomaromarmen
men een
een stelsel
stelsel van
van jobzekerheid
jobzekerheid
omdat
omdathet
hethen
henhet
hetbest
bestuitkomt
uitkomtom
om
hun
hun opdracht,
opdracht, de
de bescherming
bescherming en
en
het
hetafdingen
afdingenvan
vanloonafspraken,
loonafspraken,na
na
tete komen.
komen. De
De werkgevers
werkgevers zijn
zijn
sceptisch
sceptisch omdat
omdat flexibiliteit
flexibiliteit valt
valt ofof
staat
staat met
met de
de efficiëntie
efficiëntie van
van de
de
bedrijfsorganisatie.
bedrijfsorganisatie. Ook
Ook leert
leert de
de
ervaring
ervaringinineen
eenland
landals
alsDenemarken
Denemarkendat
datinineen
een
systeem
systeem van
van ‘flexicurity’,
‘flexicurity’, de
de loonkost
loonkost toeneemt,
toeneemt,
terwijl
terwijlde
deloonhandicap
loonhandicapininBelgië
Belgiëmet
metonze
onzebuurlanbuurlanden
denvanuit
vanuitwerkgevershoek
werkgevershoekonder
ondervuur
vuurwordt
wordtgenogenomen.
men.Wij,
Wij,academici,
academici,kunnen
kunnende
detoestand
toestandalleen
alleen
maar
maarontleden
ontledenen
enop
opbasis
basisvan
vanons
onsonderzoek
onderzoek
zeggen
zeggenwaar
waarhet
hetop
opstaat
staaten
enproberen
proberende
deandere
andere
partijen
partijenvan
vanons
onsgelijk
gelijkteteovertuigen.
overtuigen.Niet
Nietvoor
voorniets
niets
werden
werdenbijbijwijze
wijzevan
vanzachte
zachtelobbying
lobbyingtijdens
tijdenshet
het
congres
congresvan
van1111december
decemberde
debelangrijkste
belangrijkstespelers
spelers
ininhet
hetveld
velduitgenodigd,
uitgenodigd,zijnde
zijndede
dewerkgeverswerkgevers-en
en
middenstandorganisaties,
middenstandorganisaties, de
de vakbonden,
vakbonden, de
de
diensten
dienstenvoor
voorarbeidsbemiddeling
arbeidsbemiddelingen
ende
depolitiek
politiekinin
de
de persoon
persoon van
van Minister
Minister van
van Werk
Werk Monica
Monica De
De
Coninck.”
Coninck.”
Door
Doorwie
wiewerd
werduubenaderd
benaderden
envergde
vergdehet
hetvan
van
uwentwege
uwentwegeveel
veelbedenktijd
bedenktijdom
ommee
meetetestappen
stappennn
het
hetDenkersprogramma
Denkersprogrammavan
vande
deKVAB?
KVAB?
Jan
JanEeckhout:
Eeckhout:“Academielid
“AcademielidJoep
JoepKonings,
Konings,profesprofessor
soreconomie
economieaan
aande
deKU
KULeuven
Leuvenen
enikzelf
ikzelfzijn
zijngoede
goede
collega’s.
collega’s.We
Weappreciëren
appreciërenelkaars
elkaarswerk
werken
enkennen
kennen
elkaar
elkaarvan
vanininLonden.
Londen.Als
Alszozoiemand
iemandjejevraagt
vraagtom
om
mee
meetetestappen
stappeninineen
eeninitiatief
initiatiefals
alshet
hetDenkersproDenkersprogramma,
gramma,dan
danweet
weetjejedat
datde
devraag
vraaggefundeerd
gefundeerdis is
en
enhoef
hoefjejeniet
nietlang
langteteaarzelen
aarzelenom
omjajatetezeggen.
zeggen.
Bovendien
Bovendientrok
trokhet
hetproject
projectme
meaan
aanomdat
omdathet
het
buiten
buitende
deacademische
academischegrenzen
grenzentekent
tekenten
engericht
gerichtis is
op
ophet
hetgrote
grotepubliek.”
publiek.”
Hoe
Hoeis isde
desamenwerking
samenwerkingverlopen
verlopenmet
metde
deoverige
overige
leden
ledenvan
vande
deAcademie
Academieen
ende
deandere
anderespelers
spelersininhet
het
veld
velden
enhoe
hoewerd
werdhet
hetvraagstuk
vraagstukaangepakt?
aangepakt?
Jan
JanEeckhout:
Eeckhout:“Van
“Vanmeet
meetafafaan
aanhadden
haddenwe
wede
de
bedoeling
bedoelingom
omover
overde
deBelgische
Belgischemuurtjes
muurtjesheen
heentete
kijken
kijkenen
entetezien
zienhoe
hoede
deorganisatie
organisatievan
vande
dearbeidsarbeidsmarkt
marktininandere
anderelanden
landenis isgeorganigeorganiseerd.
seerd.We
Webotsten
botstenbinnen
binnende
deEU
EUop
op
twee
tweewerelden.
werelden.Noordelijke
Noordelijkelanden,
landen,
met
met naties
naties als
als Denemarken
Denemarken en
en
Duitsland
Duitsland staan
staan lijnrecht
lijnrecht tegenover
tegenover
landen
landenuit
uithet
hetMiddellandse
MiddellandseZeegeZeegebied
biedzoals
zoalsPortugal,
Portugal,Spanje,
Spanje,GriekenGriekenland
land en
en Frankrijk.
Frankrijk. Het
Het plaatje
plaatje is is
voldoende
voldoende gekend.
gekend. InIn Duitsland
Duitsland
vonden
vonden tussen
tussen 2003
2003 en
en 2005
2005
ingrijpende
ingrijpende hervormingen
hervormingen van
van de
de
arbeidsmarkt
arbeidsmarktplaats,
plaats,waar
waarde
denadruk
nadruk
is iskomen
komenteteliggen
liggenop
opflexibiliteit
flexibiliteiten
en
waar
waarde
derechten
rechtenvan
vanwerklozen
werklozenen
en
bijstandsgerechtigden
bijstandsgerechtigden flink
flink werden
werden
ingeperkt.
ingeperkt. Een
Een soortgelijke
soortgelijke hervorhervorming
mingwerd
werdeind
eindvan
vande
dejaren
jaren’90
’90van
van
de
devorige
vorigeeeuw
eeuwalaldoorgevoerd
doorgevoerdinin
Denemarken.
Denemarken.TeTeoordelen
oordelennaar
naarde
de
lage
lagewerkloosheidsgraad
werkloosheidsgraaddaar
daarwas
was
het
het een
een succesvolle
succesvolle operatie.
operatie.
Landen
Landen zoals
zoals Spanje,
Spanje, Portugal,
Portugal,
JanEeckhout
Eeckhout
Jan
10
10
Griekenland en Frankrijk daarentegen kampen met
een torenhoge werkloosheid, toestand die
weliswaar werd aangescherpt door eerst de financiele crisis, later door de recessie waar Europa zich nu
in bevindt.
Helaas valt te constateren dat ons land eerder
aansluiting vindt bij het peloton van de landen aan
de Middellandse Zee dan die van het NoordEuropa. In België bedraagt de jeugdwerkloosheid
23 %. Dat is ongeveer driemaal het percentage van
de algemene werkloosheid. In economisch
gunstige tijden is de jeugdwerkloosheid het dubbele
van de algemene werkloosheid. Rooskleurig kan je
de situatie bij ons niet noemen. Wanneer men in
deze context over België spreekt, bedoel ik het land
met de drie gewesten: het Vlaamse Gewest, het
Waalse Gewest en het Brusselse hoofdstedelijke
Gewest. Ze zijn, mijns inziens, niet los van elkaar te
bekijken. Vlaanderen pleegt wel eens te pronken
met zijn dynamische economie, maar eigenlijk is de
situatie in het Vlaamse landsgedeelte, als je die
afzet tegen de aangehaalde voorbeelden van
Denemarken en Duitsland, niet zo riant te noemen.”
Welke is volgens u de weg die moet worden bewandeld om uit het dal te klimmen?
Jan Eeckhout: “In betere tijden bedraagt de
algemene werkloosheidsgraad in Denemarken 3 %.
Nu, in volle tijden van recessie, spreken we daar van
een werkloosheidsgraad van 5 %. Volgens een
economische wetmatigheid moet je dit cijfer met
twee vermenigvuldigen, wil je een idee hebben van
de jeugdwerkloosheid. Die bedraagt dus in Denemarken 10 % tegenover 23 % in België.
Het duurt gewoon langer vooraleer jongeren een
plaatsje op de arbeidsmarkt weten te
veroveren. En met jeugd bedoel ik
jongeren in de leeftijdscategorie
tussen 18 en 25 jaar. Men moet echter
voorzichtig zijn met het opplakken van
het etiket ‘werkloos’, want heel wat
jonge mensen zijn tussen hun 18de en
22ste benomen door hun studies. De
onderzoeksgroep van het Denkersprogramma is tot de slotsom gekomen
dat, wil België de jeugdwerkloosheid
(en ook de algemene werkloosheid)
oplossen, er zich een ingrijpende
hervorming van de arbeidsmarkt
opdringt. En hiervoor kan de Deense
visie model staan. De reorganisatie die
daar is doorgevoerd, steunt op drie
pijlers: 1. activering, 2. flexibiliteit en 3.
een degelijk sociaal vangnet, zij het
tijdelijk, voor mensen die even uit de
boot vallen.”
Activering
“In Denemarken zal iemand die zijn baan verliest
hoogstens gedurende drie maanden werkloos zijn.
Bij ons bestaat helaas zoiets als de categorie
‘langdurig werklozen’ met inactiviteitsperiodes van
3 jaar en langer. Dat een werkloze in Denemarken
snel weer zijn intrede maakt op de arbeidsmarkt
komt door de intense activering. De mensen van de
arbeidsbemiddeling spelen er bijzonder kort op de
bal. Hier bij ons zal de VDAB een werkzoekende om
de 6 tot 7 weken uitnodigen om de stand van zijn
dossier te bespreken. In Denemarken wordt je
zoektocht naar een job om de drie, vier dagen
besproken, geëvalueerd, bijgestuurd. Let wel, zo’n
systeem van intense activering vergt extra middelen
en personeel, het valt dus vrij duur uit.”
Flexibiliteit
“Hét instrument dat een arbeidsconsulent in Denemarken in handen krijgt, om werkzoekenden snel
aan een nieuwe job te helpen, is een flexibel
ingerichte arbeidsmarkt. Zo’n soepele aanpak vergt
snelle ontslagprocedures en vlotte aanwervingsregels. Bij de Denen primeert, zoals gezegd, werkzekerheid boven jobzekerheid. De loonzetting gebeurt
er op basis van kwalificaties, competenties,
ervaring, productiviteit, efficiëntie. Het salaris is er
ook meer dan een louter pecuniaire vergoeding,
zaken als een bedrijfswagen, compensaties, verzekeringen, mogelijkheid tot kinderopvang maken
evengoed deel uit van de verloning. Een barema
opbouw gebaseerd op anciënniteit, zoals bij ons
gebruikelijk is, komt er niet voor. Dat verklaart
waarom in Denemarken het ambtenarenstatuut,
dat stoelt op een baremieke verloning volgens
dienstjaren, onbestaande is. Nochtans blijkt uit tevredenheidsstudies
dat de arbeidsvoldoening er hoog
scoort. Dat komt omdat het systeem
van flexibiliteit geldt voor het hele
scala van arbeidsaanbod. Zowel
jobs uit het hogere segment als
banen voor lager opgeleiden zijn
soepel
hanteerbaar.
In
ons
(Belgisch) systeem is flexibiliteit
meestal synoniem met minder
interessante jobs voor lager opgeleiden. Zo ontstaat een soort ‘duale’
arbeidsmarkt
met
betere
en
inferieure tewerkstellingskansen, dat
ongelijkheid creëert en een gevoel
van onrechtvaardigheid opwekt. In
een systeem met werkzekerheid
(‘flexicurity’) komen deze spanningen minder voor.
Torben Andersen van de Aarhus
University, Denemarken, die het
had over het ‘flexicurity’-systeem
11
UITGELICHT
Over gelijkheid gesproken, de loonvorming op basis
van competenties geeft de vrouw betere kansen
op de arbeidsmarkt en kan ook de loonkloof met
haar mannelijke collega’s verminderen. Een vrouw
met kinderzorg in een gezin met drie kinderen, zal,
wat betreft loonopbouw, in ons land algauw aankijken tegen een achterstand van 6 jaar als gevolg
van evenveel gederfde jaren. In een systeem waar
lonen op basis van competenties worden gezet, zal
dat veel minder zijn. Uiteindelijk zijn in Denemarken
vrouwen veel actiever op de arbeidsmarkt
vertegenwoordigd, en in, voor België, eerder
typisch mannelijke sectoren.”
“
De reorganisatie van de arbeidsmarkt
steunt op drie pijlers: activering, flexibiliteit
en een degelijk sociaal vangnet
”
Sociaal vangnet
“Het ‘flexicurity’ model kan pas naar behoren
functioneren met een degelijk sociaal vangnet voor
mensen die even de rol met de arbeidsmarkt
hebben gelost. In Denemarken krijgen werklozen
een hoge uitkering, die het laatste loon dicht benadert. Maar ze blijven veel minder lang ‘hangen’ in
de toestand van non-activiteit
omdat de hele arbeidsorganisatie afgestemd is op het snel
vinden van een nieuwe baan.
Uiteindelijk komt dit de overheid
goedkoper uit. Werklozen zijn
duurder dan bij ons, maar de
periode dat ze moeten stempelen is van veel kortere duur.”
Hoe kijkt u aan tegen een hervorming van het
onderwijssysteem, waarbij de schoolse opleiding
beter op de noden van het bedrijfsleven is
afgestemd? In Zwitserland is het systeem van
werkplekleren voor de maakindustrie algemeen
ingeburgerd. En bij ons in België zijn de Syntraopleidingen op een zelfde leest geschoeid. Ze
kunnen puike effectiviteitcijfers voorleggen. 85 %
van de werkplekopgeleiden zou binnen de 6 maanden een vaste baan hebben. Ook zou dit systeem
van onderwijs bevorderlijk zijn voor een positieve
arbeidsattitude.
Jan Eeckhout: “Het kan nooit slecht zijn om het
onderwijs maximaal af te stemmen op de noden
van het bedrijfsleven. Maar – en ook dit is de
ervaring in Denemarken – de beste leerschool blijkt
vaak de werkvloer zelf. Binnen de onderneming
doet men onbetaalbare ervaring op, verwerft men
competenties die men als pas afgestudeerde nooit
kan voorleggen. Bedrijven moeten dan wel bereid
zijn om minder ervaren werkkrachten kansen te
geven en zelf voor de opleiding in te staan.”
Overheden, zij het op Europees, federaal of
regionaal niveau onderkennen het enorme
probleem van de jeugdwerkloosheid en pakken uit
met allerhande initiatieven om het te verhelpen.
Systemen zoals de ‘jongerengarantie’ gelanceerd
door de Europese Commissie, de ‘instapstage’ van
de Belgische federale overheid en het ‘jeugdwerkplan’ van de Vlaamse overheid doorkruisen elkaar
of vullen elkaar aan. Wat denkt u van al deze maatregelen?
Jan Eeckhout: “Op zich zijn dat allemaal verdienstelijke voorstellen, maar ik vrees dat ze een marginaal
effect zullen hebben, zolang de arbeidsmarkt in
diverse landen van de EU niet grondig is hervormd.
Denemarken kan hiervoor model
staan. Samen met de andere
collega’s van het Denkersprogramma zal ik blijven pleiten voor
een arbeidsmodel waar flexibiliteit
en werkzekerheid voorop staan.
Hopelijk slagen wij erin om alle
betrokken partijen en de politiek
van ons gelijk te overtuigen.”
Minister van Werk Monica De Coninck
12
Denkersprogramma’s 2014
Vlaanderen: op weg naar een nieuwsgierige, enthousiaste en innovatiegedreven kennismaatschappij?
José Mariano Gago, voormalig Portugees Minister
voor Wetenschap en Technologie, pleit voor een
nieuwe aanwezigheid van wetenschap in de
samenleving.
Op initiatief van de Klasse van de Natuurwetenschappen organiseert de Academie in 2014 een
Denkersprogramma rond het gebrek aan belangstelling voor wetenschap en technologie in wat wij
graag onze ‘kennismaatschappij’ noemen. Meer
bepaald wil de Academie de aandacht vestigen
op het gebrek aan jonge mensen die willen gaan
voor STEM-studies, hierin afstuderen, en vervolgens
opteren voor een STEM-loopbaan. ‘STEM’ staat voor
Science, Technology, Engineering en Medicine.
En dit ondanks al de inspanningen van de overheid
en alle acteurs in het veld. Indien Vlaanderen
tegen 2020 één van de meest dynamische, innovatieve en W&T-nieuwsgierige regio’s in Europa wil
worden zullen er belangrijke mentaliteitsveranderingen moeten optreden. De Academie zal zich
daarom buigen over de vraag of “Vlaanderen
inderdaad op weg is naar een nieuwsgierige,
enthousiaste en innovatiegedreven kennismaatschappij.”
Het is niet de bedoeling om korte termijn antwoorden aan te bieden voor dit ingewikkeld vraagstuk,
noch om het belangrijke werk, dat reeds door vele
instanties in Vlaanderen geleverd werd, te dupliceren. Integendeel. De Academie is ervan overtuigd
dat een internationaal erkende autoriteit omringd
door stakeholders uit verschillende sectoren van de
Vlaamse samenleving – niet alleen natuurwetenschappers en ingenieurs, leraars en ouders maar
ook sociologen, psychologen, economen, bedrijfsleiders, journalisten, … – de katalysator kan zijn van
een denkproces waardoor bovenvermelde problematiek vanuit een ander perspectief benaderd
wordt. Met de hoop dat dit leidt tot het verwerven
van nieuwe inzichten en het voorstellen van
originele nieuwe strategieën.
José Mariano Gago
De Denker
Als internationaal expert zal professor José Mariano
Gago, voormalig Portugees Minister voor Wetenschap en Technologie, Informatiemaatschappij en
Hoger Onderwijs, intensief meewerken aan dit
Denkersprogramma. Prof. Gago is Elektrotechnisch
Ingenieur en Fysicus van opleiding, voorzitter van
het LIP en lid van talrijke adviesraden bij de
Europese Commissie. Het LIP werd in 1986 gesticht
voor onderzoek in de elementaire deeltjesfysica, en
is een laboratorium met veel prestige in Portugal en
in het CERN. Hij is de auteur van het impactvolle
rapport ‘Europe needs more researchers’, gepubliceerd in 2004. Hij is sinds meer dan 20 jaar een
expert van de vooropgestelde problematiek. Prof.
Gago heeft merkwaardige verwezenlijkingen op
zijn actief. Zo is hij erin geslaagd om in Portugal een
culturele revolutie teweeg te brengen voor wat
betreft de publieke perceptie van W&T en de
gevolgen ervan. Hij is de initiatiefnemer van het
succesvolle ‘Ciência Viva’-programma. Op 10 jaar
tijd, en dankzij Gago's initiatieven, is het aantal
STEM-afgestudeerden in Portugal verdubbeld.
E-learning en Blended Learning
Brede princiepsdiscussie over de toekomst van
blended learning bij Vlaamse onderwijsinstellingen
vat aan bij de KVAB
De Klasse van de Technische Wetenschappen
neemt het voortouw om in 2014 een Denkersprogramma in te richten rond de problematiek van
E-learning en Blended Learning. Rond deze thematiek publiceerde de Academie in juni 2013 het
standpunt nr. 19 ‘Van Blended naar Open Learning?
Internet en ICT in het Vlaams Hoger Onderwijs’. Dit
rapport bespreekt de grondige veranderingen die
zich de laatste twee decennia voltrokken in de
wereld en de maatschappij: de revolutionaire
ontwikkelingen in de technologie, de explosieve
groei van het PC-gebruik en van de toegang tot
draadloze communicatie, en het drukke verkeer
op het internet en in de sociale netwerken. De tijd is
rijp om hier een nieuwe Denkersprogramma over te
lanceren.
Onze universiteiten en hogescholen hebben
vandaag allemaal een centraal digitaal leerplatform waarop de student zijn eigen gepersonaliseerde leeromgeving vindt. Multicampusonderwijs
op basis van live video-conferenties en webapplicaties heeft zijn weg gevonden in de associaties en
andere samenwerkingsverbanden. Voor de
aanmaak en uitwisseling van digitaal leermateriaal
is er een sterke wereldwijde trend naar “Open
Educational Resources” (OER). Deze OER-beweging
betekent voor onze hoger onderwijs instellingen zowel
een grote uitdaging als een nieuwe opportuniteit.
13
Een nog veel grotere uitdaging zijn de “Massive
Open Online Courses” (MOOCs), overgewaaid uit
de VS, met tienduizenden deelnemers wereldwijd.
Maar hoe gaan onze eigen universiteiten en hogescholen hier mee om?
De hamvraag is: zullen al deze ontwikkelingen het
onderwijs ten gronde veranderen of gaat het
slechts om nieuwe hulpmiddelen in het klassieke
systeem? De uitdaging is: welke principiële keuzes
maken we, hoe pakken we het concreet aan? De
conclusie van het rapport luidde: “er is nood aan
een systemische visie op de optimale valorisatie
van de ICT en het internet voor het nieuwe hoger
onderwijs van de 21-ste eeuw”.
Het is deze visie die men zal trachten te ontwikkelen
in het voorgestelde Denkersprogramma. Dit zal
gebeuren door een grondige studie van
bestaande denkmodellen, een kritische analyse
Diana Laurillard
van actuele ontwikkelingen en beleidsplannen in
Vlaanderen, Europa en elders, en een diepgaande
reflectie op de eigen ervaringen in het veld van alle
deelnemers aan het project. Dat alles moet leiden
tot een brede langetermijnvisie met verschillende
hypotheses,
mogelijke
modellen
en
toekomstscenario’s, en dit op de drie niveaus:
micro (leerling, leraar, klas), meso (school, universiteit) en macro (de verschillende overheden). De
Academie zal proberen met een brede representatieve groep van stakeholders een “out of the box”
denkoefening op te zetten, vanuit haar neutrale
positie en zonder in concurrentie te treden met de
onderwijsinstellingen en de beleidsorganen.
Nu al een primeur: twee denkers
Om dit project te inspireren en te leiden worden
twee bekende buitenlandse experts aangetrokken.
Prof. Diana Laurillard (University of London) heeft
jarenlange ervaring in open en afstandsonderwijs
en grote expertise in de pedagogischonderwijskundige aspecten. Prof. Pierre Dillenbourg
(EPFL-Lausanne) leidt een universitair centrum van
waaruit MOOCs worden ontworpen en georganiseerd. Deze complementaire aanpak zal het beste
halen uit de uiteenlopende ervaring van de
Denkers, nl. het pedagogisch gerichte vs. het
praktijkgerichte.
Pierre Dilenbourg
Verwacht: Nationaal Biografisch Woordenboek deel 21
De verschijning van het nieuwe deel van het Nationaal Biografisch Woordenboek is voorzien in de
loop van het voorjaar van 2014. Het nieuwe deel
bevat zo'n 125 lemmata en is verlucht met talrijke
illustraties. De bijdragen zijn allemaal gestoeld op
origineel onderzoek. Onder meer de volgende
figuren zullen een plaats krijgen in het NBW deel 21:
de politici August Beernaert, Rika de Backer-van
Ocken en Mathilde Schroyens, de beeldend
kunstenaar Valerius de Saedeleer en tien leden van
de familie De Vigne, de schrijvers Marie Gevers, de
dansers-choreografen Sonia Korty en Andrée
Marlière, de cineasten Nicole van Goethem en
14
André Cauvin, de architecten Lucas Faydherbe en
Hans Vredeman de Vries, de feministische pioniers
Renée van Mechelen en Liane Boeykens, mediafiguren Bert van Kerkhoven en Valère Depauw, de
muzikanten Raymonde Serverius en Django
Reinhardt, de grondvester van de anticonceptiepil
Ferdinand Peeters, striptekenaar Willy Vandersteen,
historische figuren als Ida van Boulogne, Frans van
Busleyden en vele anderen. Het NBW deel 21 zal
verkrijgbaar zijn tegen ca. 70 euro. Er is steeds een
korting van 50 % voor personen en instellingen die
hun reeks van het NBW wensen aan te vullen met
oude delen (tot en met deel 17).
Standpunten
Dreigende Metaalschaarste: geen fictie
Wat betekent deze wereldwijde problematiek voor
ons?
Uitdagingen en opportuniteiten voor de
samenleving
Rekening houdend met deze achtergrond, maken
wij de volgende aanbevelingen aan de overheden, de industrie en de onderwijs- en onderzoekswereld:
Alle grondstoffen zijn eindig, in het bijzonder ook
die van de metalen. Dat hebben de alarmkreten in
de wereldpers aangetoond, nadat China in 2010
een embargo op de uitvoer van de zgn. zeldzame
aardmetalen had ingesteld. Het was bekend dat de
vraag naar de meeste metalen vanaf de industriële
revolutie, zij het met periodische schommelingen,
continu was toegenomen. Maar de relatieve
toename voor de zgn. "basismetalen" zoals ijzer,
koper en aluminium, blijft nog bescheiden in vergelijking met de relatieve toename van de vraag naar
zgn. "technologiemetalen" tijdens de voorbije
decennia.
België en Vlaanderen dienen terug te participeren
in de internationale mijnbouw, meer bepaald in
nieuwe vormen van mijnbouw die ecologisch en
socio-economisch verantwoord zijn. Met hun
wereldwijde ervaring kunnen Vlaamse baggerbedrijven een belangrijke rol spelen in het ontginnen
van grondstoffen op de zeebodem.
Versnelde kennisopbouw over onze grondstoffenafhankelijkheid uit alle werelddelen en grondstoffen in de stadsmijn, en brede kennisverspreiding
hiervan naar de burger. Het in Vlaanderen sterk
ingeburgerde recyclagedenken moet op deze
kennis verder uitgebouwd worden, niet alleen bij
het sorteren of verwerken van afval, maar reeds bij
de keuze en het gebruik van producten.
Maar er zijn nog andere technologiemetalen dan
de zeldzame aardmetalen. Zo zit Neodymium
zowel in de magneten van de microfoon van je
smartphone als in de magneten van een windmolengenerator, Europium in je TV-scherm, Gallium in
LED-lampen, Indium in de nieuwste zonnepanelen,
etc... Weinigen kennen deze exotische elementen
maar ironisch genoeg zijn het elementen die in
belangrijke mate ons leven in de 21e eeuw zullen
bepalen.
Vlaanderen
staat
sterk
qua
technischwetenschappelijk materiaalonderzoek, en zou
daarom het voortouw moeten nemen in Europese
initiatieven rond grondstoffenefficiëntie, onder
meer in de materiaalgerichte Europese kennis- en
Innovatiecommunity (KIC).
Daarom is het belangrijk aandacht te hebben voor
een dreigend schaarsteprobleem, zeker in een
Europese en Vlaamse omgeving, waar wij niet over
de noodzakelijke grondstoffen beschikken. Zal de
ontginning van deze "metalen" spoedig een grens
bereiken? Zullen de "kritieke" metalen voor ons
steeds voldoende toegankelijk blijven? Zullen er
binnenkort conflicten over ontstaan?
In Vlaanderen en in de Europese Unie, is de verhouding tussen de publieke middelen die in de innovatie geïnvesteerd worden en de resulterende nieuwe
industriële activiteit, onvoldoende in vergelijking
met de topregio’s in de wereld. Het is inefficiënt om
zonder meer grondstoffen die het predicaat
“kritiek” hebben, te gebruiken voor productinnovaties, omdat hun bevoorradingstoekomst onzeker is.
Wij raden aan de criteria voor het toekennen van
publieke ondersteuning uit te breiden met de
categorie tot welke de gebruikte grondstoffen
behoren. Indien een grondstof tot de categorie
“kritiek” behoort dan moet het innovatiewerk
hiermee adequaat rekening houden.
Statische projecties geven inderdaad aan dat,
rekening houdend met de huidige exploitatiegraad
en een groeiende vraag, een aantal metalen, over
een paar decennia volledig uitgeput zullen zijn (bv.
Lood in 2018, Zilver in 2019, Zink in 2044). Meer
realistische modellen houden ook rekening met de
interne dynamiek van de mijnbouw- en winningstechnologie en met de volatiliteit van de grondstoffenmarkt, maar zijn niet noodzakelijk optimistischer,
wel integendeel: zowel de bevoorradingszekerheid
als de vraag naar metalen zijn niet constant en dit
leidt bijgevolg tot onzekerheid, zowel van financiele, geopolitieke als technologische aard.
Een versterking van de Vlaamse koploperpositie in
recyclage, gericht op het bereiken van een
circulaire economie, biedt de Vlaamse economie
heel wat groeimogelijkheden. Dit kan maar door
een
doorgedreven
materiaal-georiënteerde
waardeketen-strategie toe te passen op nieuwe
producten en processen, en door verder te investeren in innovatieve technologieën voor het recycle
recycleren van metalen uit complexe producten.
Tot zover de probleemstelling: schaarste is dynamisch en zal een zorg blijven.
De Academie voelde zich begin 2013 aangesproken om op deze problematiek een antwoord te
bieden, in eerste instantie voor Vlaanderen binnen
Europa. De internationale teneur is dat de problematiek kansen biedt voor nieuwe ontginningsgebieden, en voor efficiëntere en minder vervuilende
winningstechnologie- en veredelingsmethoden,
dat er versterkte aandacht dient te gaan naar
materiaalsubstitutie, naar een intelligent materiaalbesparend productontwerp en naar recyclage.
Specifiek voor deze laatste domeinen is er voor
Vlaanderen een bijzondere toekomst weggelegd.
Als voorbeeld vermelden we het concept van de
"stadsmijnbouw" of "urban mining".
Dreigende
metaalschaarste?
Innovaties en acties op weg
naar een circulaire economie
Dit standpunt kwam tot stand in een werkgroep van de Klasse Technische Wetenschappen
van de KVAB. Voorzitter van de werkgroep was dr. Ir. Egbert Lox, senior vice-president van
Umicore, wereldspeler in materiaaltechnologie. De eindredactie van het standpunt berustte
bij prof. em. dr. ir. Etienne Aernoudt van de KU Leuven, waar hij departementsvoorzitter was
van MTM (materiaalkunde). Andere leden van de werkgroep waren ir. Dirk Fransaer, gedelegeerd bestuurder van VITO, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, en prof. dr.
Ir. Karel Van Acker, gewoon hoogleraar aan de KU Leuven, coördinator van het KU Leuven
Materials Research Centre en hoofddocent duurzame materialen en processen.
Reeds bij het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw wees de ‘Club van Rome’ op de
eindigheid van de natuurlijke rijkdommen van onze planeet. Dit veroorzaakte een schokeffect na de periode van ongebreidelde groei die de jaren ‘60 kenmerkte. De oliecrisissen van
1973 en 1979 bevestigden de analyse van de Club van Rome . Toen China in 2010 een
embargo op de uitvoer van zeldzame aardmetalen instelde, ging een nieuwe schokgolf
door de wereld: zeldzame aardmetalen, maar ook metalen als europium, gallium, indium,
neodymium zijn van uitzonderlijk belang voor innovatieve ontwikkelingen in domeinen als de
mobiele telefonie, de micro-elektronica en de elektrovoltaïsche zonnepanelen. Vele van
deze metalen komen uit geopolitiek instabiele regio’s, waardoor ‘het Westen’ vroeg of laat
met bevoorradingsproblemen dreigt te maken te krijgen.
Toch kan dit objectieve risico ook opportuniteiten inhouden voor een regio als Vlaanderen:
recycling
van
de
schaarse
technologiemetalen
uit
gebruikte
mobiele
telefoons,
LED-lampen, televisietoestellen, zonnepanelen enz.(“urban mining”) kan de kwetsbaarheid
van de innovatieve industrie significant verminderen. Vlaanderen is een van de koplopers
van deze zogeheten ‘circulaire economie’ en het wordt belangrijk om deze positie in de
toekomst te behouden en liefst nog verder uit te bouwen.
In dit standpunt wordt gepleit voor een doorgedreven participatie in de internationale
mijnbouw, sensibilisering van de maatschappij voor onze kwetsbaarheid inzake grondstoffenbevoorrading, doorgedreven betrokkenheid bij de Europese kennis- en innovatiecommunity en investering in innovatieve technologieën voor het recyclen van schaarse metalen.
Dreigende
metaalschaarste?
Innovaties en acties op weg
naar een circulaire economie
Etienne Aernoudt, Dirk Fransaer, Egbert Lox,
Karel Van Acker
Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen
en Kunsten, KIasse Techische Wetenschappen, 2014
Standpunten 22
15
Benoemd of onderscheiden
André Alen gekozen tot voorzitter van het
Grondwettelijk Hof
Martin School, en van Academia
Europaea.
De heer André Alen (Klasse Menswetenschappen)
werd op 21 november 2013 gekozen tot Nederlandstalig voorzitter van het Grondwettelijk Hof voor
een mandaat dat ingaat op 9 januari 2014 en
eindigt op 31 januari 2016, in opvolging van de heer
Marc Bossuyt. Reeds vanaf maart 2001 is hij Rechter
in het Grondwettelijk Hof. Hij doceert staatsrecht
aan de KU Leuven, was in het verleden adviseur
van de Minister van Justitie en stond mee aan het
hoofd van verschillende kabinetten.
Het SCK•CEN is het belangrijkste federale onderzoekscentrum van België met bijna 700 onderzoekers en het tweede belangrijkste onderzoekscentrum in Europa rond nucleaire wetenschappen en
technologie, na het Franse CEA (Commissariat à
l'énergie atomique et aux énergies alternatives).
Het SCK•CEN heeft drie onderzoekspolen: energie,
materiaal en medische toepassingen van nucleaire
technologie. Het SCK•CEN heeft eveneens in zijn
zestigjarig bestaan een internationale know-how
opgebouwd rond de veiligheid van nucleaire
installaties, het doordacht beheer van radio-actief
afval en de bescherming van de mens en het
milieu tegen ioniserende straling. Een andere
KTW-confrater, de heer Erik Van Walle, is sinds 2006
Directeur-generaal van het SCK•CEN. Hij werd tot
lid verkozen in 2011.
Willem Elias verkozen tot aantredend
voorzitter van de KVAB
Op 14 december 2013 werd de heer
Willem Elias verkozen tot nieuw voorzitter
van de Academie voor de periode
2015-2016. Professor Elias doctoreerde in
1989 op een proefschrift over de relatie
tussen opvoeding en hedendaagse
kunst. Hij is decaan van de faculteit
Psychologie en Educatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is
kunsttheoreticus, -filosoof, -criticus en
agoog. In het tweedelige werk
(2006/2008) Aspecten van de Belgische
Kunst na ‘45’ stelt hij op een eigenzinnige en
kritische manier het Belgische kunstlandschap voor.
Hij lichtte tijdens de voorstelling van zijn kandidaatschap toe dat de educatieve kant van de kunstfilosofie zijn passie is, vooral dan om de kunsten het
grote publiek te kunnen laten bereiken. In 2015
gaat hij op emeritaat en hij zal de eerste jaren
daarvan samen met de andere leden aan de
werking van de Academie bijdragen. De belangrijkste speerpunten voor hem zijn de sluimerende
interdisciplinariteit van de Klassen tot een hoger
niveau te brengen, de interesse van de leden voor
de verschillende activiteiten van de Academie te
verhogen, en in te gaan op de wens van de
overheid om meer naar buiten te treden, en dat
niet alleen met publicaties.
Derrick Gosselin aangesteld tot voorzitter
SCK•CEN
De heer Derrick Gosselin werd op voordracht van
de ministerraad, op 26 november 2013 door ZM
Koning Filip aangesteld tot Voorzitter van
de Raad van Bestuur van het Studiecentrum voor Kernenergie SCK•CEN te Mol.
Hij is één van de stichtende leden van
de Klasse Technische Wetenschappen,
die in 2009 werd opgericht en lid van de
energieraad van de KVAB. Hij is verbonden aan de universiteiten van Gent en
van Oxford waar hij specialiseert in
besluitvormig bij complexe problemen.
Hij is lid van de Global Agenda Councils,
denktank van het WEF, van de Oxford
16
Het SCK is een wereldspeler in de medische
stralingsfysica. Daarin is het SCK actief op drie
niveaus: als leverancier van radio-isotopen voor
medische toepassingen, als onderzoeksinstelling
voor verbeterde stralingsprotocols bij verschillende
aandoeningen (vaak kanker) als bij radiologie, en
als onderzoeksinstelling over de bescherming tegen
ioniserende straling.
Karen Maex benoemd tot nieuwe
decaan Faculteiten wetenschappen van
de Universiteit Amsterdam en de Vrije
Universiteit Amsterdam
De Colleges van Bestuur van de Universiteit van
Amsterdam (UvA) en van de Vrije Universiteit (VU)
hebben mevrouw Karen Maex (Klasse Natuurwetenschappen) benoemd tot respectievelijk decaan
van de Faculteit der Natuurwetenschappen,
Wiskunde en Informatica (UvA-FNWI) en decaan
van de Faculteit der Exacte Wetenschappen
(VU-FEW) en decaan van de Faculteit der Aard- en
Levenswetenschappen (VU-FALW), met ingang
van 1 januari 2014. Prof. Maex was vicerector voor
de Groep Wetenschap & Technologie van de KU
Leuven van 2005-2013.
Ze is gespecialiseerd in materiaalfysica en nanotechnologie voor elektronica-toepassingen en is
auteur en co-auteur van meer dan 250 internationale publicaties. Na haar doctoraat aan de KU
Leuven deed ze onderzoek in samenwerking met
IMEC, later als Onderzoeksdirecteur
van het Fonds Wetenschappelijk
Onderzoek Vlaanderen. Bij IMEC
was ze later directeur van het
Departement
Interconnect
Technologie
en
Silicides
tot
december 2000. Ze kreeg de titel
IMEC Fellow in 2001 en coördineerde het strategisch wetenschappelijk onderzoek in de
Silicium divisie tot juli 2005. Sinds
oktober 2009 is ze lid van de Raad
van Bestuur van IMEC.
Benoemd of onderscheiden
Honorary Membership Hongaarse Academie voor Rik Van Brussel
Professor emeritus Hendrik Van Brussel
(KTW) van het Departement Werktuigkunde aan de KU Leuven werd door de
Hongaarse Academie van Wetenschappen (MTA) verkozen tot Honorary
Member, in de sectie van de ingenieurswetenschappen. Hij is internationaal lid van de Advisory Board van de
MTA zijn Institute for Computer Science
and Control. Hij was gedurende zijn
hele carrière, die meer dan 40 jaar
omspant, actief in het gebied tussen
werktuigbouwkunde, elektronica, regeltechniek en
informatica, een domein dat tegenwoordig
mechatronica wordt genoemd. Er werden in 2013
20 buitenlandse ereleden verkozen door het MTA,
die steevast personen zijn "who cultivate their fields
of science on an internationally recognised level
and who can lay claim to exceptional appreciation
from Hungarian science and scholarship".
Koninklijke Academie voor Schone
Kunsten Antwerpen bestaat 350 jaar
Anne-Mie Van Kerckhoven curator van een
van de activiteiten
Als een Academie voor kunsten haar
jubileum viert, is dat meer dan een
herdenking, het is een herbeleving. Een
herbeleving van de stromingen, de
spanningen, tussen traditie en moderniteit, tussen ambacht en kunst, in
tempore non suspecto verteld door de
studenten van de Academie. In de
grote tentoonstelling in het MAS
werden veteranen als Jacob Jordaens,
David II Teniers, Vincent Van Gogh en
Laurens Alma Tadema gecontrasteerd
met recentere bekenden als Panamarenko, Fred Bervoets en Anne-Mie Van Kerckhoven.
Drie tentoonstellingen in de Lange Zaal van de
Academie zoomden in op de dialoog tussen
hedendaagse en oud-studenten en het artistiekpedagogische traject van de instelling. Anne-Mie
Van Kerckhoven volgde voor een jaar de laatstejaarsstudenten van de Academie. In ‘Van een
Bruisende Campus waar de Kunsten Welig Tieren’ (7
november - 19 december 2013), is ze curator van
een persoonlijke selectie van hun werken, om zo te
kijken wat hun motivatie is om kunstenaar te zijn.
De Academie voor Schone Kunsten heeft ook
rijkelijk bijgedragen aan het artistieke genootschap
binnen de KVAB, de Klasse van de Kunsten. Drie
van de 10 stichtende leden van die Klasse waren
afkomstig van de Antwerpse academie, nl. de
oud-leerlingen Walter Vaes en Henri Van de Velde
en de directeur 1945-1946 Constant Permeke.
Andere oud-leerlingen kwamen de Klasse al snel
aanvullen, Richard Baseleer in 1939 en Oscar
Jespers in 1941. Andere oud-leerlingen die lid waren
zijn Renaat Braem (1910-2001), Victor Delhez (19021981), Herman Diels (1903-1986), Gerard Gaudaen
(1927-2003), Floris Jespers (1889-1965), Marcel
Macken (1913-1977), Jan van de Kerckhove (19272007) en Eduard van Steenbergen (1889-1952).
Frans Dille (1909-1999) was aan de academie ooit
docent. Van de huidige leden van de Klasse
Kunsten studeerden Jan Fabre, André Goezu, Dr.
Hugo Heyrman, Panamarenko en Anne-Mie Van
Kerckhoven aan de Antwerpse academie.
De heer Jean Berlamont (Klasse Technische
Wetenschappen) is benoemd tot voorzitter van
VLARIO, het Overlegplatform en Kenniscentrum
voor de rioleringen- en afvalwaterzuiveringsector in
Vlaanderen.
De heer André Laporte (Klasse Kunsten) werd op
25 januari 2014 gelauwerd met de Klara Carrièreprijs in deSingel te Antwerpen. De prijs is een eerbetoon voor een Vlaams musicus met een internationale uitstraling.
De heer Filip Rathé (Klasse Kunsten) werd op 25
januari 2014 door Klara uitgeroepen tot ‘Musicus
van het jaar 2013’ in deSingel te Antwerpen.
Mevrouw Fien Troch (Klasse Kunsten), nieuw lid
van 2013, is met haar film Kid onderscheiden met
de Prijs André Cavens van de Belgische Unie van de
Filmkritiek.
Bij Koninklijk Besluit van 18 juli 2013 worden de
volgende leden van de Academie bevorderd of benoemd in de Nationale Orden:
De heer Hendrik Deroo wordt benoemd tot Grootofficier in de Leopoldsorde.
De heer Freddy Dumortier wordt benoemd tot
Grootofficier in de Kroonorde.
De heer Dirk Fransaer wordt benoemd tot
Commandeur in de Leopoldsorde.
De heer Marcel Smets wordt benoemd tot Grootofficier in de Kroonorde.
Bij Koninklijk Besluit van 22 oktober 2013
worden de volgende leden van de Academie bevorderd of benoemd in de Nationale
Orden:
De heer Yvan Bruynseraede wordt benoemd tot
Grootofficier in de Leopoldsorde.
De heer Raoul Servais wordt bevorderd tot Grootofficier in de Kroonorde.
De heer Joseph Thas wordt benoemd tot Grootofficier in de Kroonorde.
De heer Hendrik Van Brussel wordt bevorderd tot
Grootofficier in de Leopoldsorde.
De heer Paul Van Rompuy wordt bevorderd tot
Grootofficier in de Leopoldsorde.
De heer Eric Van Walle wordt benoemd tot
Commandeur in de Leopoldsorde.
17
ON Opgemerkt
De Leeuwenpoort en de brievenbus van het Academiënpaleis
Hans Rombaut
Slechts weinigen die langs de hoofdingang het Paleis
der Academiën bezoeken realiseren zich dat ze het
terrein betreden langs een Leeuwenpoort. Leeuwenpoorten zijn er dan ook sinds mensenheugenis. De
beroemdste zijn ongetwijfeld die van Mycene,
daterend uit de Griekse prehistorie, en die van Jeruzalem, aan het begin van de Via Dolorosa. Ook de Leeuwenpoort van het Paleis der Academiën staat aan het
begin van een pad dat pijn kan doen aan knieën en
enkels, maar daar hebben we het bij een vorige
gelegenheid al over gehad. De vraag hier is: waarom
staan hier langs weerszijden van het toegangshekken
prachtige uniek gebeeldhouwde leeuwen, die uitkijken
over het Paleizenplein? Op zoek naar een antwoord
mochten we ons alweer verbazen.
Elkeen zou het voor de hand liggend vinden dat de
Leeuwenpoort er is gekomen als statussymbool van
dit paleis, dat in oorsprong (1828-1829) de woning
was van een prins van koninklijken bloede, Willem van
Oranje, en zijn echtgenote Anna Paulowna, grootvorstin van Rusland. Ook het Koninklijk Paleis in Laken
heeft immers een Leeuwenpoort evenals het Koninklijk Paleis hier in het centrum van Brussel. De theorie
van de Leeuwenpoort als Koninklijk statussymbool
houdt echter niet lang stand. De Leeuwenpoort van
het paleis van de kroonprinsen Willem en Anna is
immers ouder dan het paleis zelf. Ze stond er al van
bij de heraanleg van het Warandepark door architect
Zinner omstreeks 1775 en is te zien op een prent uit
1779, waarop een praalstoet het refugium van de
abdij van Park passeert. Die refuge stond op het
terrein van het Paleis der Academiën vanaf ca. 1775
18
tot omstreeks 1820. De Leeuwenpoort maakte deel
uit van de balustrade die deze abdij heeft gebouwd
om het Warandepark af te bakenen. Omdat symmetrie bij de conceptie van het Park van Brussel een doel
op zich was, kijken we naar de andere kant van het
Paleizenplein. Daar staat perfect in de as van de
toegangspoort van het Academiënhuis – een beetje
verscholen aan de Koningsstraat – een gelijkaardige
Leeuwenpoort. Langs weerskanten van het Paleizenplein plaatsten de abdijen van Grimbergen en van
Park een Leeuwenpoort, compleet volgens de symmetrische ordening van architect Zinner. Op het plan van
1775 waren die balustrades en ook het refugiehuis
nog niet gebouwd. Zij staan aangeduid als conceptueel. Echter, er is – alweer tot grote verbazing – op het
plein geen aanduiding van een Leeuwenpoort te zien.
De prent uit 1779 toont het refugium van Park met de
Leeuwenpoort al afgewerkt. Na de afbraak van de
refuge omstreeks 1822 heeft men de hoofdingang van
het nieuwe paleis van de kroonprins perfect uitgemeten gebouwd op de middenas van de Leeuwenpoort!
Wat schrander, toch?
Dit alles geeft ons de gelegenheid om een belangrijk
detail kenbaar te maken aan diegenen die ooit eens
een dossier willen indienen voor een van de prijzen die
de academie uitreikt. Meestal is het dan zondag
wanneer het paleis en ook het park er omheen gesloten zijn. Het is dan nog wel mogelijk een dossier in te
dienen langs de brievenbus. Deze staat bijna geheel
aan het zicht onttrokken, goed verscholen, rechts van
deze Leeuwenpoort.
Marc Mendelson
(6 november 1915-8 december 2013)
Marc Mendelson was meer dan 45 jaar lid van
de Koninklijke Vlaamse Academie en tevens het
oudste lid van de Klasse van de Kunsten. Als
kunstschilder nam hij een heel bijzondere
plaats in. Hij is niet meteen de meest bekende
kunstenaar, maar toch lopen dagelijks honderden mensen voorbij een van zijn werken, m.n.
Happy Metro to You, dat het metrostation Park
te Brussel siert.
Na de oorlog studeerde Marc Mendelson aan het
Nationaal Hoger Instituut te Antwerpen en
sinds 1951 was hij als docent verbonden aan de
Nationale Hogere School voor Bouwkunst en
Visuele Kunsten, Abdij Ter Kameren, te Brussel.
Hij is bekend om zijn wandschilderingen, sculpturen in goud, hoed-maskers en assemblages.
Vertrokken van een magisch realisme evolueert
zijn werk naar een tactiele reliëfwerking van de
verfmaterie. Rond 1966 komt een polychrome
kleurbehandeling en een meer persoonlijke
neofiguratieve kunst naar voren. Hij behoorde
tot de Jeune Peinture Belge, een groep waarvan
hij medestichter was, en tot Espace.
Marc Mendelson trad toe tot de Academie als
corresponderend lid in 1965, werd werkend lid
in 1968 en erelid in 1997.
19
WAT IS
KUNST
WAT IS
KUNST
WAT IS
WETEN
SCHAP
volgens
KUNST
WETEN
SCHAP
volgens
WETEN
SCHAP
volgens