download (pdf) - Universiteit Hasselt

Universiteit
Hasselt
MAGAZINE
België - Belgique
PB
3500 Hasselt 1
12/867
afgiftekantoor
3500 Hasselt 1
erkenning: P303505
MISSIE INDIA:
ENGAGEMENT ZONDER GRENZEN
Nummer 1 • januari 2014 • jaargang 9 • Verschijnt vier keer per jaar
INHOUD
4
40 JAAR STUDENTENLEVEN
Waar iedereen elkaar kent en er altijd wel een feestje is
8STATISTIEK
8
2013: EEN JAAR VOL (FEESTELIJKE) CIJFERS VOOR STATISTIEK AAN
DE UHASSELT
10 WAAROM UHASSELT-STATISTICI WERELDWIJD ZULKE HOGE TOPPEN
SCHEREN
12 CENSTAT DE WERELD ROND
14 ALUMMNI
14 VLIEGENDE START VOOR CONTINÉO
16 DE JAREN ‘70
Op het juiste moment de juiste keuzes maken
19 DE JAREN ‘80
De sleutel tot succes? Dat is passie!
22 DE JAREN ‘90
If you can dream it, you can do it
25 DE JAREN ‘00
Als ondernemersbloed door je aderen stroomt
28 STRAFFE DOCTORATEN VAN NIEUWE OPLEIDINGEN
31 UHASSELT WAS ERBIJ
32 UHASSELT IN ACTION
COLOFON
Hoofdredactie: Koen Santermans
Eindredactie: Arne Biesmans
Redactie: Ann T ‘Syen
Vormgeving: Dave Bosmans
Fotografie: Liesbeth Driessen
Marc Withofs
Mine Dalemans
Karel Hemerijckx
Druk: Profeeling
Verantwoordelijke uitgever:
Marie-Paule Jacobs
beheerder UHasselt
Universiteit Hasselt | Campus Hasselt
Martelarenlaan 42 | BE-3500 Hasselt
02
39 ECOOM
42 MISSIE INDIA
46 OVER DE GRENZEN
WOORD VOORAF
2013 was voor de UHasselt een jaar van heel wat mijlpalen. Het jaar waarin we onze
veertigste verjaardag vierden, werd gekleurd door inspirerende ontmoetingen met
boeiende alumni, gerenommeerde professionals en gevestigde academici uit binnenen buitenland. En het bezoek van het nieuwe koningspaar gaf ons feestjaar nog extra
glans.
In 2013 stond de UHasselt niet alleen stil bij haar ontstaansgeschiedenis. We
schreven ook geschiedenis en maakten de grootste groeispurt van de voorbije
veertig jaar. In één beweging versterkten we ons onderwijsaanbod met vier nieuwe,
succesvolle opleidingen, richtten we twee nieuwe faculteiten op, verwelkomden we
honderden nieuwe collega’s en verdubbelden we het aantal UHasselt-studenten.
De nieuwe opleidingen voegen kleurrijke, nog onbekende disciplines toe aan ons
onderzoekspalet. Ze verbreden én verrijken onze wetenschappelijke blik op de wereld
en brengen de UHasselt weer een stap dichter bij een universitas in de breedste zin
van het woord.
De dynamiek die 2013 typeerde, willen we de volgende jaren nog verder
aanzwengelen. We zetten de poorten van onze universiteit wagenwijd open zodat
alle kennis en expertise die binnen de universiteitsmuren ontwikkeld wordt, zoveel
mogelijk kan doorstromen naar de wereld daarbuiten. Als regionale universiteit is
de UHasselt vastbesloten haar opleidingsaanbod en onderzoeksactiviteiten zo
nauw mogelijk te laten aansluiten bij de specifieke noden van haar regio. We willen
immers dat de regio, waaraan de groei van de UHasselt schatplichtig is, mee de
vruchten plukt van ons succes. Omdat het SALK-plan duidelijk aangaf dat het
Limburgse bedrijfsleven schreeuwt om praktijkgerichte bachelors en masters in de
handelswetenschappen, zetten we in 2014 onze schouders onder de uitbouw van
deze (voor Limburg) nieuwe opleiding. En met de oprichting van een eigen Business
School willen we ook inspelen op de concrete opleidingsnoden van talentvolle
Limburgse professionals. Want leren is een levenslang proces geworden. ‘Bijblijven’ is
al lang geen optie meer. En kennis doet groeien.
In 2014 gaan we verder op de ingeslagen weg en verstevigen we ook onze
onderzoeks- en innovatiebasis met enkele heel concrete acties. De Ecotrons in het
Nationaal Park Hoge Kempen - een state of the art infrastructuur voor milieu- en
klimaatonderzoek die uniek is in Europa - zullen wetenschappers uit de hele wereld
naar Limburg brengen. De inbedding van een onderzoeksgroep van het Vlaams
Instituut voor Biotechnologie (VIB) in ons Biomedisch Onderzoeksinstituut (BIOMED)
biedt niet alleen immense, nieuwe opportuniteiten voor onze universiteit, maar ook
voor de verdere ontwikkeling van de lifesciences in onze regio. Met het nieuwe
strategische onderzoekscentrum voor de maakindustrie wil de UHasselt mee helpen
om via product- en procesinnovatie de competitiviteit van de Vlaamse maakindustrie
op te krikken. En met het applicatiecentrum voor beton willen we heel concreet de
Limburgse bouwsector helpen innoveren.
2013 was een boeiend en intens jaar voor de UHasselt. En 2014 dient zich nu al
aan als een waardige opvolger. Het wordt een fascinerend jaar met nieuwe kansen.
Twaalf maanden vol stimulerende ontmoetingen, beloftevolle projecten en prachtige
uitdagingen. Wij kijken er alvast naar uit!
Luc De Schepper
03
40 JAAR STUDENTENLEVEN
WAAR IEDEREEN ELKAAR
KENT EN ER ALTIJD WEL
EEN FEESTJE IS
“Naar de universiteit gaan? Dat is je horizon verruimen op alle mogelijke manieren. En een plezant studentenleven
hoort daar ook bij”, stelt Werner Smits, oud-praeses van Miezerik. Dat de oudste studentenvereniging van de
UHasselt net zo lang bestaat als de universiteit zelf, zal dan ook niemand verbazen. Maar is het Limburgse
studentenleven de afgelopen veertig jaar veranderd? En wat maakt dat UHasselt-gevoel zo speciaal? UHasselt
Magazine sprak met de eerste, de twaalfde en de veertigste praeses van Miezerik. Dirk Remans, Werner Smits en
Xander Jackers: drie mannen met een missie.
04
40 JAAR STUDENTENLEVEN
we elkaar veel beter kennen en kon het
studentenleven beter en hechter groeien.
Hier in Limburg heerste een warme, familiale gezelligheid onder studenten. Tijdens
mijn licenties in Leuven heb ik dat ontzettend gemist.”
“Dat horen we vandaag ook nog vaak.
Studenten die in een andere studentenstad verder studeren, keren nog vaak
terug naar onze activiteiten. Ze hebben
oprecht heimwee naar dat Limburgse
studentenleven. En dat begrijp ik eigenlijk
maar al te goed”, zegt Xander Jackers,
de huidige praeses van Miezerik. “Hier
ben je echt iemand. Iedereen kent elkaar
en op eender welk moment van de dag
kan je gewoon je jas aantrekken en naar
de campus, de Borly of de Stiemer gaan.
Je weet gewoon dat er altijd wel iemand
zal zijn die je kent en met wie je kan praten of met wie je een pint kan drinken.
Dat UHasselt-community-gevoel onder
studenten is echt wel uniek.”
Altijd wel een feestje
Tussen de koeien “Veertig jaar geleden viel hier eigenlijk maar
heel weinig te beleven”, vertelt Dirk Remans, de allereerste praeses van Miezerik.
“De campus in Diepenbeek lag letterlijk
tussen de koeien. ’s Morgens kwam je met
de bus naar de universiteit en ’s avonds
ging je terug naar huis. Alle tijd daartussen spendeerde je op de campus. In de
buurt waren er geen cafés of andere plekken waar je naartoe kon. De agora was dé
ontmoetingsplek bij uitstek.”
“Dat was bij ons precies hetzelfde”, lacht
Werner Smits, die in 1984 de praesesfakkel overnam. “Ik heb die aparte, ietwat geïsoleerde setting van de universiteitscampus altijd als een grote sterkte
ervaren. Omdat alle studenten op de
campus zelf bleven rondhangen, leerden
“Studentenverenigingen spelen aan de
UHasselt een heel belangrijke rol. Zij kruiden het studentenleven en brengen mensen samen. Drie kwart van alle geneeskundestudenten is lid van Miezerik. Dat
is niet niks”, vertelt Xander Jackers trots.
“We organiseren niet alleen fuiven en cantussen, maar ook kaas- en wijnavonden,
fakbars, quiz-avonden, themafuiven en
sporttoernooien. En ook de andere Diepenbeekse studentenverenigingen hebben een rijk en gevarieerd aanbod en
proberen origineel uit de hoek te komen.
Daardoor is er hier altijd wel iets te beleven. Als we een fuif willen organiseren,
moeten we bijna vechten voor een vrije
datum in de Fitlink.” ►
05
40 JAAR STUDENTENLEVEN
Dirk Remans, allereerste praeses
van Miezerik. Hij is nu project
manager IT bij GO! (Onderwijs
van de Vlaamse Gemeenschap).
“Van zoveel dynamiek en gezelligheid hadden we in de beginjaren enkel kunnen dromen”, glimlacht Dirk Remans. “Wij wisten
als 18-jarigen eigenlijk zelf helemaal niet
hoe een fijn studentenleven er moest uitzien. We hadden daar totaal geen ervaring
mee en moesten het doen met de sappige
verhalen van studenten die elders al een
jaar gestudeerd hadden. Hun anekdotes
over cantussen en fuiven spraken tot de
verbeelding. Dat wilden wij ook. Maar hoe
we het moesten aanpakken? Dat was een
andere zaak. Het is niet gemakkelijk om
ineens een cantus te leiden als je er nooit
eentje had bijgewoond. En als je zelf niet
kon drinken.”
“Een cantus gaat eigenlijk ook niet om
het drinken, hè”, zegt Werner Smits. “Het
gaat om gezellig samenzijn en zingen. Wij
hadden speciale, keramische drinkbekers
laten ontwerpen zodat niemand kon zien
hoeveel er precies gedronken werd. Als
je de blauwe bladzijden volgt in je codex,
heb je gegarandeerd veel plezier.”
“Dat is een goede tip: die keramische
drinkbekers”, knikt Xander Jackers. “Wij
werken met plastic bekers en dan wordt
er best wel wat bier verzet. Maar het klopt:
eigenlijk draait een cantus daar niet om.”
Vaten aansluiten en filmrollen repareren
“Dat eerste jaar werkten we nog niet
met lidmaatschap. We organiseerden
gewoon een cantus of een filmavond in
06
de H2 en wie wou komen, was welkom”,
zegt Remans.
“Die filmavonden hadden toen veel meer
voeten in de aarde dan vandaag”, gaat
Werner Smits enthousiast voort. “Je
moest de film die je wou vertonen bestellen bij de filmverdeler en gaan ophalen bij
de NMBS in Hasselt. Als de filmrol brak,
dan moest je hem zelf ook nog plakken.
Anders was er gewoon geen film.”
Dirk Remans: “Fuiven werden pas vanaf
het tweede jaar ingericht toen de Villicus
er kwam. Voordien was er geen locatie
om een fuif te organiseren.”
“Zo helemaal van nul af aan beginnen: dat
moet niet eenvoudig geweest zijn”, zegt
Xander Jackers. “Toen de UHasselt vorig jaar voet zette op Hasseltse bodem,
moesten de studentenverenigingen daar
ook op zoek naar nieuwe locaties om het
uitgaansterritorium van de studenten verder uit te breiden. Het aanbod in Hasselt
is dan misschien veel rijker en gevarieerder: van bruine cafeetjes en hippe loungebars tot danscafés en discotheken,
maar de zoektocht naar een geschikte
fuifzaal verliep ook niet zonder slag of
stoot. En de Diepenbeek-fuiven zijn natuurlijk legendarisch. Het is niet evident
om daar tegen op te boksen.”
Vrienden voor het leven
“In andere studentensteden zijn er vaak
verschillende fuiven op hetzelfde moment. Studenten gaan dan van de ene
fuif naar de andere of ze gaan nog even
iets drinken in een café. Zonder gsm is
het er maar moeilijk om af te spreken”,
vertelt Xander Jackers. “Dat kan je niet
vergelijken met de typische Diepenbeekfuiven: iedereen komt hier in allerbeste
stemming aan en blijft de hele avond
daar. Je hoeft ook nergens anders naartoe te gaan, want iedereen die je kent, is
er. En iedereen heeft zin in een feestje.”
“Zo herinner ik het mij ook. Op die manier
was het ook heel makkelijk om nieuwe
mensen te leren kennen”, zegt Werner
Smits. “Hier in Diepenbeek heb ik mijn
vrouw – de mooiste schachtin van haar
jaar – en mijn beste vrienden leren kennen.
En mijn oude kotgenoten en praesidiumleden zie ik na al die jaren nog steeds terug. In juli – eerder hadden we geen tijd –
hielden we ons kerstfeestje, compleet met
slingers en vrolijke kerstmuziek. En samen
met een aantal oud-praesessen van Miezerik hebben we nog steeds een clubje.
Met onze eigen linten en onze gepersonaliseerde drinkbekers. Tot op vandaag
houden we die herinneringen aan onze
studententijd nog steeds levend.”
De praeses-titel: een erezaak
“Onze thema-avonden waren memorabel. Iedereen deed zijn uiterste best om
zich compleet uit te dossen in het thema
van de fuif”, vertelt Werner Smits enthousiast. “Op onze Al Capone-fuif kwam
iedereen in fancy jaren ’20-stijl. En voor
onze Romeinse cantus waren we al we-
40 JAAR STUDENTENLEVEN
Werner Smits, die in 1984 de
praesesfakkel overnam, is nu
huisarts.
ken op voorhand in de weer om de zaal te
hullen in de juiste sfeer. De leden van het
praesidium lagen al als echte Romeinse
keizers in witte gewaden op ligbedden.
Buiten hing er een varkentje aan het spit.
En de schachten bedienden ons de hele
avond. Aan hun rode kleren veegden wij
onze monden schoon. Dat waren tijden.
Het studentenleven bloeide welig. Onze
doop-td moesten we organiseren in de
Grenslandhallen, want iedereen wou erbij zijn. Op zo’n moment praeses zijn, dat
was een hele eer.”
“Praeses is nog steeds een eretitel”, lacht
Xander Jackers. “Tijdens de verkiezingen
gaat het soms heftig aan toe. Mijn verkiezingscampagne stond volledig in het teken van casino. Vier weken lang hebben
we alles uit de kast moeten halen om de
overwinning binnen te halen.”
“Bij ons waren er niet eens verkiezingen”,
grinnikt Dirk Remans. “We wilden graag
een studentenvereniging oprichten en iemand moest de verantwoordelijkheid op
zich nemen. Dus heb ik het maar gedaan.
Maar andere kandidaten waren er niet.”
“Meen je dat”, vraagt Werner Smits. “Amper elf jaar later heb ik toch hevig moeten
strijden om de praeses-titel te bemachtigen. Ik had altijd het gevoel dat ik instapte
in een eeuwenoude traditie. Er waren twee
lijsten en wij gingen ’s nachts op pad om
de straten – en zelfs de koeien in de wei –
te kalken met de boodschap ‘stem lijst 1’.”
“Daar zou je vandaag niet meer mee wegkomen, denk ik”, zegt Xander Jackers.
Xander Jackers, huidige praeses
van Miezerik, bachelor geneeskunde (UHasselt).
“Neen. De tijdsgeest is wel wat anders
vandaag”, stelt Remans. “Maar ja. Toen
telde Diepenbeek wellicht ook nog meer
koeien dan inwoners, hè.”
Een wiskundige als oprichter van Miezerik
“Eigenlijk is het grappig dat de eerste
praeses van Miezerik een wiskundige
was”, zegt Xander Jackers. “Eerlijk gezegd wist ik dat helemaal niet. Uitgerekend tussen Filii Lamberti (de studentenclub van wiskunde, fysica en informatica,
red.) en Miezerik bestaat er vandaag namelijk nogal wat rivaliteit. Onschuldig en
ludiek hoor, maar toch meer rivaliteit dan
met de andere studentenverenigingen.
Vorig jaar hebben zij onze vlag bijvoorbeeld nog gestolen en dat lokte toch aardig wat reactie uit.”
“In onze tijd bestond die rivaliteit ook al,
maar echte spanningen bracht dat niet
met zich mee”, vertelt Smits. “Uiteraard
was Miezerik de allerbeste studentenvereniging en we lieten ook geen kans onbenut om iedereen daarvan te overtuigen,
maar we konden het wel goed met elkaar
vinden. We gingen ook naar elkaars evenementen. Misschien moet je eens een
verbroederingsactiviteit organiseren met
Dirk Remans als gast.”
Remans lacht: “Io Vivat.” ■
‘NESTOR’
MIEZERIK
Miezerik werd – samen met de universiteit zelf - opgericht in 1973.
Daarmee is ze de oudste studentenvereniging van de UHasselt. Ze
ontleent haar naam aan de beek die
door Diepenbeek stroomt en die
vlakbij de universitaire campus in
Diepenbeek in de Demer uitmondt.
Oorspronkelijk was Miezerik de overkoepelende studentenvereniging van
alle studenten in Diepenbeek. Intussen
kreeg elke faculteit een eigen studentenvereniging: Hermes (BEW), Themis
(Rechten), Biomedica (Biomedische
Wetenschappen), Filii Lamberti (wiskunde, fysica en informatica), DIP’s (chemie
en biologie) en Commeatus (mobiliteitswetenschappen). Miezerik richt zich
vandaag nog uitsluitend tot de studenten van de faculteit Geneeskunde en
levenswetenschappen.
Naar aanleiding van de 40ste verjaardag
kreeg Miezerik er wel een heel bijzonder
erelid bij. Tijdens de Blijde Intrede van
het koningspaar in Hasselt reikte het
praesidium een erelint uit aan koning Filip. Een mooie afsluiter van het feestjaar.
07
STATISTIEK
2013: EEN JAAR VOL (FEESTELIJKE) CIJFERS VOOR STATISTIEK AAN DE UHASSELT
STATISTIEK IS OVERAL!
08
STATISTIEK
Toen Google Inc. Chief Economist Hal Varian in 2009 stelde dat statistici de volgende 10 jaar “de sexy jobs” zouden
krijgen, fronsten velen nog de wenkbrauwen. Intussen geloven we het allemaal, want statistiek is hot! Big Data
zijn in en hippe infographics overspoelen de sociale netwerksites. In maatschappelijke debatten zijn statistische
analyses nooit ver weg. Of het nu om klimaatverandering, financiële schandalen, demografische studies of het
Europese antibioticabeleid gaat, de wetenschap om het onzekere – op een onderbouwde manier – te voorspellen,
was nooit relevanter. “En in tijden van crisis zal statistiek alleen nog maar belangrijker worden”, zegt professor Geert
Molenberghs, directeur van I-BioStat.
De polls zitten er altijd naast “De tijd dat statistiek vooral negatieve
associaties wekte als ‘het grote buisvak’
aan de universiteit en dat statistici nog
al te vaak gezien werden als leerling-tovenaars die goochelden met cijfers, lijkt
definitief voorbij”, zegt professor Geert
Molenberghs. “Stilaan kunnen we dat negatieve imago van ons afschudden. Het
Internationaal Jaar van de Statistiek heeft
daar een rol in gespeeld, maar je hebt natuurlijk ook figuren nodig als Nate Silver
die de wereld verbaasde door met slimme statistische methoden de Amerikaanse presidentsverkiezingen te voorspellen.
Daarmee counter je uitspraken als ‘de
polls zitten er altijd naast’ en maak je heel
zichtbaar dat statistiek – als die op een
goede wetenschappelijke manier toegepast wordt – bijzonder relevant kan zijn.”
Statistiek kan geld besparen
“In de grote maatschappelijke debatten
van vandaag speelt statistiek altijd een rol.
En dat is logisch. Zeker in tijden van crisis waar de middelen schaars zijn, wordt
het nog belangrijker om de middelen
die nog wel voorhanden zijn zo efficiënt
mogelijk in te zetten. Statistiek kan daar
een rol in spelen. Onze wetenschap kan
de wereld heel wat geld besparen door
met grondige wetenschappelijke analyses accuraat advies te verstrekken over
de meest uiteenlopende topics. In mei
ontstond er bijvoorbeeld nog commotie
over het peperdure geneesmiddel dat de
kleine Viktor in leven moest houden. De
maatschappij beseft heel goed dat terugbetaling in dit soort gevallen niet evident
is, maar tegelijkertijd kan je niet zomaar
kinderen laten sterven aan ziekten waarvoor er een medicijn bestaat. Statistiek
kan bijdragen om de ontwikkeling van
dat soort geneesmiddelen minder duur
te maken door heel zorgvuldig de technieken te kiezen of te ontwikkelen. Gaan
we daarmee de wereld redden? Neen,
natuurlijk niet. Maar we kunnen wel een
bijdrage leveren.”
Liefde op het eerste gezicht
“Zelf heb ik eigenlijk zuivere wiskunde
gestudeerd. Ik kwam voor het eerst in
contact met de biostatistiek toen ik mijn
doctoraat in de algebra anderhalf jaar onderbrak om burgerdienst te doen in het
academische ziekenhuis van Leuven. In
de afdeling biostatistiek en epidemologie mocht ik als jonge doctorandus mijn
wiskundige kennis proberen toe te passen op de analyse van klinische studies in
de psychiatrie. Welk geneesmiddel werkt
beter dan het andere? En welk medicijn
vertoont meer neveneffecten? Het was
liefde op het eerste gezicht. Na dat jaar
ben ik – binnen mijn doctoraatsperiode
– onmiddellijk omgeschakeld naar biostatistiek. De passie voor mijn vak heeft mij
nadien nooit nog losgelaten. Toch heb ik
die algebra-achtergrond nooit betreurd.
Die theoretische basis heeft mij al vaak
Professor Geert Molenberghs,
directeur van I-BioStat.
geholpen om sneller los te breken van
het klassieke stramien en outside the box
te denken. Ook in CenStat merken we
dat kruisbestuiving tussen verschillende
disciplines een grote meerwaarde biedt.
Binnen het instituut werken niet alleen
statistisch geschoolde onderzoekers,
maar ook fysici, biologen en psychometers. Die ‘genetische variatie’ is heel gezond voor CenStat en helpt ons om stappen vooruit te zetten.” ■
09
STATISTIEK
WAAROM UHASSELT-STATISTICI WERELDWIJD
ZULKE HOGE TOPPEN SCHEREN
UHasselt-statistici genieten veel erkenning bij gerenommeerde vakgenoten over de hele wereld. En dat is geen
toeval. Van bij de oprichting werd de lat bijzonder hoog gelegd en intense samenwerkingen met vermaarde collegastatistici in binnen- en buitenland vormden van in het begin het fundament waarop de Hasseltse statistiek werd
gebouwd.
penbeek geweest om gastcursussen te
doceren. Er liep een navelstreng van Harvard naar Hasselt en door die navelstreng
stroomde geen bloed, maar statistiek. En
ook in eigen land werd er heel constructief samengewerkt met collega’s uit o.a.
Leuven, Gent, Antwerpen en Luik.”
Relevantie voor ontwikkelingslanden
CenStat heeft intussen een nieuwe stek gekregen in het hoofdgebouw van campus Diepenbeek.
Een sterke link met het werkveld “De onderzoeksgroep Statistiek bestaat van bij de oprichting van de
UHasselt. En de betrokken professoren onderhielden altijd al sterke
contacten met het werkveld”, vertelt
professor Geert Molenberghs. “In die
tijd bestond er in Europa alleen in het
Verenigd Koninkrijk een opleiding biostatistiek. Op de werkvloer klonk dan
ook heel luid de vraag naar goed opgeleide toegepaste statistici, want de
statistici die op dat moment in de farmaceutische bedrijven werkten, werden door die ondernemingen zelf opgeleid of hadden een opleiding in het
buitenland gevolgd. De UHasselt wou
heel graag een passende masteropleiding aanbieden, maar in België was op
dat moment nog onvoldoende ervaring voorhanden om zo’n programma
kwalitatief sterk in te vullen. Daarom
hebben onze founding fathers – Herman Callaert, Noël Veraverbeke en
Paul Janssen – van in het begin heel
bewust synergieën met experten uit de
10
sector opgezocht. Gedreven statistici van
Janssen Pharmaceutica en de European
Organisation for Research and Treatment
of Cancer (EWRTC) dachten mee na over
de inhoudelijke invulling van de opleiding
en namen in die beginjaren een aantal
gastcolleges in klinische studies voor hun
rekening.”
Internationale samenwerking
zit in het DNA
Die founding fathers en hun collega’s
hadden ook sterke banden met statistici
van nationale en internationale topuniversiteiten. Zij hadden zelf gestudeerd
of gedoctoreerd in Stanford en Harvard
en konden grote namen als Harvardprofessor Steve Lagakos (een internationaal gerenommeerde biostatisticus in
o.a. aids-onderzoek) en Oxford-prof Sir
David Cox overtuigen om in de advisory
board van onze jonge masteropleiding te
zetelen. Vanuit die positie hebben ze het
programma inhoudelijk mee vormgegeven. En de samenwerking ging nog veel
verder: het eerste decennium zijn er onafgebroken professoren uit Harvard in Die-
“Paul Janssen en Noël Veraverbeke deelden ook een passie voor onderzoekssamenwerkingen met het Zuiden. Zij
stonden in nauw contact met statistici
uit Zuid-Afrika, Ethiopië en Kenia, en ook
veel van onze eerste generatie studenten
hadden banden met Afrika. Onze internationale master in de Biostatistiek is organisch gegroeid uit de oprechte interesse
voor wat er in het zuiden gebeurde. En
uit idealisme, want ter plaatse waren de
noden op het gebied van landbouw en
gezondheidszorg erg groot. De statistische technieken verschillen an sich niet
zo veel van de onze, maar de omstandigheden waarin een statisticus zijn onderzoek moet voeren, zijn vaak wel anders.
En ook het onderzoeksobject zelf kan
verschillen. HIV ontwikkelt zich in Afrika
bijvoorbeeld helemaal anders dan hier.
Het virus muteert aan een razend tempo
en geneesmiddelen die bij ons heel effectief zijn, werken niet noodzakelijk in Afrika.
Je kan dus niet zomaar alle Europese onderzoeksresultaten extrapoleren naar die
landen. Ook lokaal moet er veel onderzoek gebeuren. Zonder goed opgeleide
mensen die ter plaatse actief zijn maar
die een sterke lifeline onderhouden met
de rest van de wereld, kan je daar maar
weinig beginnen. Programma’s als onze
Master of Biostatistics, die zich heel spe-
STATISTIEK
UHasselt-statistici halen
Wall Street Journal
“CenStat is een onderzoeksinstituut
waar we als Universiteit Hasselt fier op
zijn. Het heeft een grote internationale
uitstraling, trekt veel buitenlandse studenten aan voor de vermaarde opleiding biostatistiek en werkt wereldwijd
samen met topbedrijven uit de farmaceutische sector”, zegt rector Luc De
Schepper.
cifiek richten op studenten uit ontwikkelingslanden, kunnen daarin een belangrijke rol spelen.”
Kruisbestuiving tussen onderwijs,
onderzoek en dienstverlening
“Van in de beginjaren van de UHasselt zijn
onderzoek, onderwijs en dienstverlening
in de statistiek altijd op een heel natuurlijke manier met elkaar verbonden geweest. Bij CenStat stoppen wij niemand
in hokjes. De meeste onderzoekers combineren hun onderzoeksopdracht met
onderwijs en maatschappelijke dienstverlening. Het is precies door de boeiende
synergie tussen die drie domeinen dat we
in een aantal terreinen expertise op topniveau hebben kunnen opbouwen.”
Nauwe samenwerking met KU Leuven
“Met de KU Leuven hebben we van in
het begin intensief samengewerkt en dat
is eigenlijk altijd zo gebleven. De meeste
professoren uit de beginjaren hadden hun
basisopleiding in Leuven gevolgd en hielden contact met hun collega-vakgenoten
van de KU Leuven. Tot op vandaag bundelen we vaak de krachten rond grotere
onderzoeksprojecten en publiceren we
soms ook samen over een statistisch
onderwerp. Om die constructieve samenwerking ook naar de buitenwereld
duidelijk te benoemen, richtten we vijf jaar
geleden I-BioStat op, een interuniversitair
onderzoeksplatform dat het Centrum
voor Statistiek (CenStat) van de UHasselt
met het Leuvense Centrum voor Biostatistiek en statistische Bio-informatica (LBioStat) verbindt. Binnen deze samenwerking is CenStat de grotere entiteit.” ■
En dat is ook de journalisten van de Wall
Street Journal niet ontgaan. Het ‘Hexa
Symposium’ rond biostatistiek, bio-informatica en epidemiologie kon niet alleen op
veel belangstelling rekenen van internationaal gerenommeerde vakgenoten. De
UHasselt-statistici haalden er ook de Wall
Street Journal mee.
Een eredoctoraat voor Anastasios
Tsiatis sluit het feestjaar 2013 af
2013 was voor de UHasselt-statistici een jaar van grote mijlpalen. “Een kwarteeuw
geleden zijn we aan de UHasselt gestart met de Master of Statistics, exact 20 jaar
geleden volgde het internationale masterprogramma gericht op studenten uit ontwikkelingslanden. CenStat bestaat 15 jaar en I-BioStat 5 jaar. En al die verjaardagen vieren
we in 2013, het Internationaal Jaar van de Statistiek én het jaar waarin de UHasselt
haar 40-jarig bestaan viert”, zegt professor Geert Molenberghs, directeur van het Interuniversitair Instituut voor Biostatistiek en Statistische Bio-informatica (I-BioStat). De
UHasselt-statistici sloten dit feestjaar af met de uitreiking van een eredoctoraat aan
Anastasios (“Butch”) Tsiatis.
“Professor Tsiatis heeft via zijn onderzoek, onderwijs en dienstverlening een enorme
impact gehad op de wereldwijde ontwikkelingen in de biostatistiek”, vertelt professor
Molenberghs. “Hij legde de formele basis voor de zgn. Cox-regressie – het meest gebruikte model in de statistische overlevingsanalyse. De manier waarop we vandaag
klinische studies plannen, draagt zijn stempel.”
11
STATISTIEK
EN
AND
L
11
IN
N
ITE
TE
I
S
ER
V
I
N
SAM
ENW
ER
KIN
G
M
ET
20
U
CENSTAT DE WERELD ROND
s
domeinen
Biofarma
c
he secto
tisc
r
eu
Voed
in
ustrie
ind
gs
Biostatistiek
Epidemiologie en volksgezondheid
Statistische bioinformatica
Wiskundige statistiek
12
STATISTIEK
ies van het A
cat
i
1l
t
ub
r
aa
e afgelope
n5
in d
e
j
yp
45
0p
Alumni zwermen uit naar...
in
jfsleven
dri
e
b
40%
he
% in t wete
40
n
k
oe
elijk ond
app
er
h
z
sc
20% bij o
ve
r
instellingen
ids
he
Studenten uit 55 landen
Sectoren contractonderzoek
d
ei
Ove
rh
e ziekenhu
gs
iz
r
u
er
Univ siteite
Lim
b
hogescho
le
en
n
n
n
en daarbuit
e
en
(lokaal, Vlaanderen, België,
Europa; vnl.
administraties en
diensten gericht
op gezondheid,
regulering van klinisch
onderzoek,
voedselveiligheid)
Bangladese
Belgische
Boliviaanse
Braziliaanse
Burundese
Canadese
Chileense
Chinese
Colombiaanse
Congolese
Cubaanse
Eritrese
Estse
Ethiopische
Filippijnse
Franse
Ghanese
Griekse
Indiase
Indonesische
Iraanse
Italiaanse
Jordaanse
Kameroense
Keniase
Kroatische
Madagaskische
Malawische
Marokkaanse
Mozambikaanse
Nederlandse
Nepalese
Nigerese
Nigeriaanse
Oegandese
Oezbeekse
Pakistaanse
Palestijnse
Poolse
Rwandese
Senegalese
Servische
Slovaakse
Soedanese
Spaanse
Sri Lankaanse
Tanzaniaanse
Tsjechische
Turkse
Vietnamese
Vluchteling
Wit-Russische
Zambiaanse
Zimbabwaanse
Zuid-Afrikaanse
Zuid-Koreaanse
10
96
1
1
1
1
1
84
8
2
3
6
1
45
6
2
19
9
11
10
3
3
1
106
30
1
1
4
2
7
11
4
10
66
26
1
4
3
1
9
1
1
2
3
2
3
16
2
2
7
1
1
3
11
2
1
13
ALUMMNI
Was het nu ‘70, ‘80, ‘90 of ‘00?
VLIEGENDE START
VOOR CONTINÉO
In 2013 vierde de UHasselt haar 40ste verjaardag. De ideale gelegenheid om met vier exceptionele alumni terug
te blikken op de voorbije vier decennia, vond de faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen. Haar nieuwe
alumnivereniging Continéo organiseerde op 17 oktober 2013 een eerste event rond kerverse BEW-ambassadeurs
Johnny Thijs (’70), Nicole Berx (’80), Bart Becks (’90) en Gert Gijbels (’00). Bijzondere oud-studenten die buitengewone
carrièretrajecten aflegden en die ook een volgende generatie BEW’ers kunnen inspireren.
Dat eerste event was meteen een schot
in de roos. Maar liefst 170 afgestudeerden economie van de Universiteit Hasselt (UHasselt), het Limburgs Universitair
Centrum (LUC) en de Economische Hogeschool Limburg (EHL) zakten af naar de
14
campus in Diepenbeek. Decaan Piet Pauwels is alvast zeer verheugd dat Continéo
de link tussen en met de UHasselt-alumni
opnieuw een stevige duw in de rug geeft:
“Voor onze huidige studenten zijn vele
alumni een inspiratiebron en een ijkpunt.
Voor de faculteit zijn onze afgestudeerden
belangrijke bakens die onze opleidingen
mee kunnen sturen. Meer en meer alumni
komen ook nog wel eens terug naar de
campus: als student of docent. Te koesteren dus.”
ALUMNI
BEW-alumnus Ronnie Leten
wordt Manager van het Jaar
Ronnie Leten, de topman van Atlas Copco, werd in januari uitgeroepen tot
‘Manager van het Jaar’. De Belgische manager loodste de Zweedse industriële groep dit jaar door een hele reeks succesvolle overnames. En hij toonde
zich een vurig verdediger van de industrie in ons land. De Belg die in Stockholm woont en werkt, haalde het onder meer van Jan Pieter De Nul (De Nul),
Luc Tack (Picanol) en collega-BEW-alumnus Johnny Thijs.
Ronnie Leten studeerde in 1979 af in de
handelswetenschappen (financiering en
accountancy) aan de toenmalige EHL
(nu faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen). Daarna ging zijn carrière in
sneltreinvaart vooruit. “Het was een mooie
opleiding, die me een goede basis gaf om
dadelijk te kunnen starten bij General Biscuits in Herentals”, vertelt Ronnie Leten.
“Ik had zeker wat geluk bij mijn eerste
werkgever en mocht na enkele maanden
bijna alle departementen van het bedrijf
doorlopen, van het commerciële tot de
productie over het financiële.” Zijn fascinatie voor bedrijfsinformatica bracht Leten
na enkele jaren bij Atlas Copco. Daar legde hij een droomparcours af: van Global
Supply Manager, Plant Mager en President van de Airtec Divisie tot CEO.
Twee alumni genomineerd
Op het lijstje genomineerden dit jaar
stond ook een andere UHasselt-alumnus:
Johnny Thijs (bpost). “De twee meest bewierookte CEO’s van België op dit moment zijn twee alumni van onze faculteit.
Het is toeval dat ze dezer dagen beiden
in de schijnwerpers staan, maar wellicht
géén toeval dat ze bewierookt worden:
Ronnie Leten en Johnny Thijs hebben
immers een prachtig parcours afgelegd –
waarvoor de eerste kiemen bij ons gelegd
werden. Deze erkenning vormt in dat verband ook, impliciet, een mooie erkenning
voor onze opleiding”, zegt prof. dr. Piet
Pauwels, decaan van de faculteit BEW.
Van links naar rechts:
Jasmijn Vanacken, Sarah
Timmermans, Davy Schroyen
Stefan Coenen, David Commers,
Liesbeth Enkels, Niels Martin,
Tim Mommen en Lien Beck.
15
ALUMMNI
DE JAREN ‘70
OP HET JUISTE MOMENT DE
JUISTE KEUZES MAKEN
“Sinds mijn loon uitgebreid in de pers verscheen, zien velen mij alleen maar als een saaie, overbetaalde
ambtenaar”, lacht Johnny Thijs. Maar deze UHasselt-alumnus is meer dan de man van één miljoen. Sinds hij in
1974 afstudeerde aan de Economische Hogeschool Limburg, legde Thijs een impressionant carrièrepad af. Van
marketing manager bij Vanderelst, general manager bij Côte d’Or, CEO van Interbrew tot CEO van bpost. “Toch ben
ik nooit een man geweest van grote ambities”, zegt Thijs. “Met ‘carrière maken’ an sich ben ik nooit bezig geweest.
Opslag heb ik nooit gevraagd. De headhunters zijn mij steeds komen zoeken. Ik heb altijd gewoon heel hard
gewerkt en op het juiste moment de juiste keuzes gemaakt.”
Carrière als een sneltrein
“Als ik terugblik op mijn loopbaan, dan ben
ik heel dankbaar voor alle kansen die ik gekregen heb en alle baanbrekende projecten
waar ik mee mijn schouders heb mogen
onder zetten. Dat ik ooit CEO zou worden
van Interbrew of van bpost: dat had ik als
18-jarige nooit durven dromen. Mijn carrière is mij een beetje overkomen. Het was
als een trein die almaar sneller begon te rijden. Zonder dat ik het goed en wel besefte,
heeft hij mij gebracht waar ik vandaag sta.”
Geen grote verwachtingen
“Aangeboren leiderschap of grenzeloze
ambitie is het zeker niet. Als student
sprong ik er niet meteen bovenuit en in
het studentenleven was ik niet actief. Van
nature ben ik eigenlijk ontzettend bedeesd
en neem ik niet zo graag het voortouw. Die
leadership skills heb ik onderweg moeten
leren”, vertelt Johnny Thijs. “Eigenlijk startte ik mijn studieloopbaan op de kadettenschool. Als zoon van een beroepsmilitair
leek een militaire carrière aanvankelijk de
juiste keuze. Al snel werd me echter duidelijk dat die opleiding toch niet zo goed
bij mij paste en dus kwam ik naar die jonge
Limburgse universiteit. Zonder al te grote
verwachtingen en dankbaar om de kansen die ik kreeg, want mijn ouders hebben hard moeten werken om me te laten
studeren. Op kot gaan, was geen optie.
Dichtbij studeren: dat lukte wel. En dus
kwam ik elke dag naar de les en ging ik
16
’s avonds weer terug naar huis. Nu, veel
viel hier destijds ook niet te beleven. We
spreken echt over de prille beginjaren van
het LUC. Alles was nog in volle opstart.”
Nieuwe uitdagingen
“Nadat ik afgestudeerd ben, heb ik tot in
1995 – toen ik CEO werd bij Interbrew –
elk jaar een andere job uitgeoefend. Soms
bij hetzelfde bedrijf, soms elders. In mijn
carrière heb ik veel geluk gehad. Meer
dan eens was ik toevallig op het juiste
moment op de juiste plaats. Ik heb fan-
tastische kansen gekregen en heb die ook
met beide handen gegrepen. Bang voor
verandering was ik niet. Elke job bracht
weer nieuwe uitdagingen met zich mee en
dat maakte het boeiend. Door die variatie
leerde ik in ijltempo veel bij en ging ik sneller groeien: als professional en als mens”,
zegt Johnny Thijs. “Dingen waar je aanvankelijk bang voor bent, krijg je beter onder de knie door ze vaker te doen. En door
veel positieve ervaringen te sprokkelen,
groeit ook je zelfvertrouwen. Zo was spreken voor een publiek voor mij lange tijd
een heuse nachtmerrie. De eerste keer ►
DE CARRIÈRE VAN JOHNNY THIJS IN EEN NOTENDOP
Johnny Thijs studeerde handelsingenieur in Diepenbeek en internationale marketing aan de Columbia University (VS).
1974:product en marketing manager voor België – tabaksproducent
Vanderelst
1981:marketing en sales manager voor België, Nederland, Duitsland en Frankrijk – Masterfoods nv (Mars Inc.)
1986:corporate marketing en general manager – Côte d’Or- Jacobs
Suchard
1991:executive vicepresident en nadien CEO voor Europa, Azië-Pacific
en Afrika – Interbrew
2000:CEO – vleeswarenbedrijf Ter Beke
2002-2014:
afgevaardigd bestuurder – De Post | CEO - bpost
ALUMNI
17
ALUMMNI
dat ik bij Vanderelst een presentatie moest
houden voor de CEO, herinner ik me nog
als gisteren. De nacht voordien had ik
geen oog dicht gedaan. Ik was nerveus
tot op het bot en ging met knikkende
knieën naar die meeting. Maar uiteindelijk
is het me wel gelukt. En ik besefte ook
dat het voor een manager belangrijk was
om goed te kunnen spreken voor een publiek, om mensen te motiveren en te enthousiasmeren. Daarom volgde ik nadien
een cursus van een hele week in Zwitserland om mijn skills daarin te verbeteren.
Als je professioneel stappen vooruit wil
zetten, moet je weten waar je sterktes
en je zwaktes liggen. En aan die zwaktes
moet je werken. Hard werken. There is no
magic.”
Nooit tevreden
“Succes overkomt je niet. Het is het resultaat van hard werken. En van nooit
tevreden zijn. Alles kan altijd beter. En
stilstaan is achteruitgaan”, vertelt Johnny
Thijs vol vuur. “Als we bij bpost een target
behalen, dan zijn we uiteraard tevreden
en vieren we dat succes, maar nooit te
lang. Nadien komt altijd de analyse: wat
kan er nog beter? Hoe kunnen we de
dienstverlening nog verder verbeteren?
Hoe zorgen we ervoor dat we nog meer
mensen tevreden stellen? Dat continu
streven naar verbetering en innovatie is
cruciaal om vooruitgang te blijven maken.
Nieuwe ideeën en de gepassioneerde gedrevenheid om beter te presteren, geven
zuurstof aan een onderneming. Zuurstof
die je nodig hebt om te blijven groeien.”
Een overheidsbedrijf is geen privébedrijf
Sinds Thijs in 2002 CEO werd van bpost
transformeerde hij het logge, verlieslatende postbedrijf tot een slankere, efficiëntere en winstgevende organisatie die
zich vandaag in de absolute kopgroep
van de Europese postbedrijven bevindt.
En dat ondanks een forse terugval in het
postvolume. Een prestatie waar vriend
en vijand hem om lauwert. “Het is geen
sinecure om een overheidsbedrijf van
deze omvang te runnen”, zegt Johnny
Thijs ernstig. “Ook al had ik heel wat topmanagementervaring op mijn palmares,
aan het hoofd staan van een overheidsbedrijf is toch weer iets heel anders. Een
18
overheidsbedrijf krijgt veel meer visibiliteit. De pers volgt elke stap nauwgezet,
streng en kritisch op. Elke steek die we
laten vallen, wordt overbelicht en breed
uitgesmeerd in de media. Privébedrijven
kunnen zich veel meer fouten veroorloven. Het is niet altijd eenvoudig om daarmee om te gaan.”
Onderschat en onvoorspelbaar
“Het runnen van een overheidsbedrijf
wordt bovendien ook vaak dramatisch
onderschat. bpost stelt 30.000 personeelsleden tewerk. Elke dag behandelen
we tien miljoen brieven en krijgen we tussen de 120.000 en 200.000 bezoekers
in de PostPunten. Het aantal transacties
per dag is gigantisch. Enkel een goed geoliede machine kan dat complexe proces
in goede banen leiden”, aldus Thijs. “En
dan heb ik het nog niet over de onvoorspelbaarheid van de politiek. Elke twee
jaar zijn er verkiezingen in dit land en kunnen er zich grote veranderingen in het
beleid voordoen. Dat is niet het stevigste fundament om een langetermijnvisie
voor een bedrijf op te bouwen. Daarom
was het ook zo belangrijk dat we in 2006
een privé-aandeelhouder hebben aangetrokken. Dat beschermt bpost veel beter
tegen de potentiële schommelingen in
het politieke beleid.”
“Ik ben er fier op dat we – zonder al te
grote sociale conflicten – die logge machine die De Post was, in beweging hebben gekregen. Dat we – in een overheidsbedrijf en in overleg met de vakbonden
– systemen hebben kunnen uitwerken
waarin alle personeelsleden een variabele
vergoeding krijgen die verbonden is aan
twee parameters: de operationele winst
en de klantenloyaliteit. Bpost is vandaag
een modern bedrijf dat klaar is voor nieuwe uitdagingen omdat alle betrokkenen
op een bepaald moment hebben beseft
dat de organisatie moest veranderen om
de toekomst veilig te stellen. De voorbije
twaalf jaar heb ik me bij bpost nog geen
seconde verveeld. En er liggen nog heel
wat uitdagingen op onze weg om verder
aan die toekomst te bouwen.” ■
EPILOOG
Eind december vorig jaar - nadat dit
gesprek werd afgenomen - raakte
bekend dat Johnny Thijs zijn contract
als CEO van bpost niet zou laten verlengen.
ALUMNI
DE JAREN ‘80
DE SLEUTEL TOT SUCCES?
DAT IS PASSIE!
Toen ze aan het LUC haar opleiding handelsingenieur aanvatte, wist Nicole Berx nog niet dat ze in de marketing
haar grote passie zou vinden. Dat ze het gerenommeerde marketingconsultancybedrijf The House of Marketing
zou stichten en leiden, had ze destijds al helemaal niet durven dromen. Grote ambities pasten immers niet in de
onstabiele tijdsgeest van de jaren ’80. “Ik kom uit een generatie waar studeren, een diploma behalen en carrière
maken nog niet zo vanzelfsprekend waren. Zeker niet voor vrouwen”, zegt Nicole Berx.
Geen groot carrièreplan
Eigenlijk droomde Nicole Berx ervan om
dokter of advocaat te worden. Beroepen
met een missie. Kennis die echt een verschil kon maken in de wereld. Uiteindelijk
koos ze voor de opleiding handelsingenieur. “Maar wat ik daar precies mee wou
doen? Daar had ik op dat moment nog
geen idee van. Het was een veilige keuze.
Een opleiding die binnen mijn mogelijkheden lag en dichtbij huis, want dat was de
vereiste. Ik mocht gaan studeren, zolang
dat in Diepenbeek kon. Op kot gaan, behoorde niet tot de mogelijkheden.”
Knokken voor kansen
“Ik maak deel uit van een generatie vrouwen van wie de moeders niet werkten
en maar tot hun 14de naar school waren
gegaan. De eerste generatie vrouwen die
de kans kreeg om te studeren. Vanzelfsprekend was dat niet, maar we waren
jong en vastbesloten om de wereld te laten zien dat wij – vrouwen – niet dom waren, dat wij ook een rol te spelen hadden
en ook carrière konden maken. We hebben moeten knokken voor de kansen die
we kregen. En die hebben we met beide
handen gegrepen. Op een manier waren
we destijds eigenlijk een stuk ambitieuzer
en feministischer dan veel vrouwen vandaag.”
Vrouwelijke proffen inspireerden
“Elke dag fietste ik braafjes naar de universiteitscampus in Diepenbeek. En het
heeft toch wel even geduurd voor ik de
Villicus gevonden had. Gelukkig heb ik
mijn man hier leren kennen. Die zat wel
op kot en dat opende toch wat perspec-
tieven”, lacht Nicole Berx. “Aan mijn studententijd bewaar ik heel mooie herinneringen. Onze klasgroep bestond uit twee
meisjes en twaalf jongens: een hechte
groep vrienden waarin iedereen zijn
plaats had. De opleiding was van hoog
niveau en de manier van lesgeven was
modern en vooruitstrevend. Heel anders
dan wat ik tot dan toe gewoon was. Er
was veel ruimte voor interactie en we kregen les van vrouwelijke professoren zoals
Betty Goens, Mieke Van Haegendoren en
Jeanne Schreurs – proffen naar wie we
ontzettend opkeken.”
De wereld is groter dan Diepenbeek
“Toch bleef die hele opleiding in Diepenbeek een heel Limburgs verhaal. Brussel
leek ontzettend ver. Nadat we afgestudeerd waren, trokken mijn man en ik ►
19
ALUMMNI
“In mijn hart blijf ik die Limburgse,
bang voor te grote ambities en
dankbaar voor de kansen die ik
gekregen heb”
twee jaar naar Amerika om er te studeren
en te werken. Een fantastische ervaring
die onze wereld meteen een stuk groter
maakte en onze blik verruimde”, vertelt
Nicole Berx. “Een job vinden was in die
tijd helemaal niet gemakkelijk. Niemand
zat echt op ons te wachten. Kieskeurig
waren we daarin niet. En ambitieus al helemaal niet. Een job was een job. En zo
wist ik op mijn 23ste eigenlijk nog steeds
niet goed welke richting ik professioneel
wou uitgaan. Pas bij British American Tobacco vond ik mijn passie voor de marketing. Vanaf dat ogenblik nam mijn carrière
een snelvaart.”
mijn vakgebied ontzettend beïnvloed. De
rol van marketeers is de afgelopen decennia gigantisch veranderd. Vandaag zijn
marketeers evenwichtskunstenaars. Generalisten die zich toch ook moeten willen
specialiseren; creatieve geesten met grote
analytische vaardigheden; gedisciplineerde professionals met ballen. Vervelen gaat
dit vak nooit. En helemaal onder de knie
krijg je het ook niet, want elke onderneming is anders en elke keer liggen er weer
andere uitdagingen op je weg. Marketing
is een vak dat blijft fascineren.”
Passie als drijfveer
“Van een carrière in de marketing naar
een eigen marketingconsultancybedrijf:
dat was voor mij een grote stap. Dat
het zo’n succes zou worden, hadden
we nooit durven dromen”, vertelt Nicole
Berx. “Ik ben geen ondernemer pur sang
die houdt van die sprong in het onbekende en voor wie the sky the limit is.
De drijvende kracht achter The House
of Marketing? Dat is mijn man (Marc De
“Passie is ontzettend belangrijk in het leven. Volgens mij is het de sleutel tot succes. Het is nieuwsgierigheid en volharding,
je kunnen vastbijten in een onderwerp en
niet meer loslaten. Passie zet dingen in beweging en kan heel wat tegenslagen overwinnen. Vandaag lijkt het wellicht bijzonder
vreemd dat ik de liefde voor marketing
gevonden heb bij een tabaksgigant, maar
in die tijd was marketing nog niet waardegedreven of maatschappelijk relevant. De
jaren ’80 waren gouden tijden voor marketeers in de tabaksindustrie. De budgetten
waren gigantisch, de mogelijkheden onbeperkt. Van een verbod op tabaksreclame
was nog geen sprake.”
Gebeten door het marketingvirus
“Toen ik eens gebeten werd door het marketingvirus, heeft die passie voor mijn vak
mij nooit nog losgelaten. Die goesting om
dingen in gang te zetten, heeft me gebracht waar ik vandaag sta. Maar je kan
de marketing van vandaag nog amper
vergelijken met de marketing uit de beginjaren van mijn carrière. Technologische
vooruitgang en de digitale evolutie hebben
20
Geen ondernemer pur sang
Reu, red.). Ik ben met een bang hartje
mee in dit fantastische avontuur gesprongen. In mijn hart blijf ik die Limburgse,
bang voor te grote ambities en dankbaar
voor de kansen die ik gekregen heb. Al
weiger ik in die rol te berusten, tot op
vandaag worstel ik daar nog af en toe
mee. Al moet je de vraag stellen: wat is
ambitie en het groot durven zien? Succesvol zijn en waarde creëren: hoe meet
je dat? Heeft dat te maken met geld? Of
met andere – meer kwalitatieve – dingen?
Voor mij draait The House of Marketing
om mensen, om dingen in beweging zetten, om jonge talenten aantrekken en hen
helpen om hun potentieel waar te maken.
Hen te helpen hun passie te vinden, heel
diverse ervaringen op te doen en hen stimuleren om boven zichzelf uit te stijgen.
Dat staat los van economische ambities.
Op die manier ben ik vandaag misschien
meer coach dan marketeer.”
“The House of Marketing: dat is mijn passie, mijn drijfveer, mijn rol. Daar sta ik nog
elke dag met veel plezier voor op. Voor
mijzelf koester ik op het vlak van carrière
nog weinig grote dromen, maar ik ben
vastbesloten om nog een belangrijke rol
te spelen voor die jongere generatie marketeers. Met mijn ervaring wil ik hen beter
helpen wapenen tegen de professionele
uitdagingen op hun weg. En ik wil die liefde voor de marketing – die goesting om
daar voluit voor te gaan – doorgeven aan
jongeren zodat zij vol overtuiging kiezen
voor dit vak, dat nooit gaat vervelen.” ■
DE CARRIÈRE VAN NICOLE BERX IN EEN NOTENDOP
Nicole studeerde handelsingenieur in Diepenbeek en behaalde haar
master of Science – Information Technology aan de University of South
Carolina (VS).
1982 sales desk manager | British American Tobacco
1984 brand manager | British American Tobacco
1987 senior product manager | Warner Lambert
1989 international marketing manager | Schöller (nu: Nestlé)
1994 mede-oprichter en directeur | The House of Marketing
(samen met haar man Marc De Reu)
2009 voorzitter | International Marketing Congress commission Stima
ALUMNI
21
ALUMMNI
DE JAREN ‘90
IF YOU CAN DREAM IT,
YOU CAN DO IT
Springen in het onbekende, je passie achterna: dat is de rode draad door de indrukwekkende carrière van Bart
Becks. Van een directiefunctie bij FNAC, ceo bij Belgacom Skynet, vicepresident innovatie en nieuwe media
bij SBS Broadcasting Europe tot oprichter van nieuwe bedrijven als SonicAngel en angel.me. Deze Limburgse
mediaondernemer deed het allemaal. En hij is nog maar 41. “Op een bepaald moment vind je je passie en dan ga je
ervoor”, zegt Becks. “Waar kan je het meeste betekenen? De ene keer is dat onder de vleugels van een groot bedrijf,
een andere keer moet je zelf de sprong wagen en een eigen start-up beginnen. We leven in een maatschappij waar er
veel mogelijk is. Je moet de kansen grijpen die zich voordoen, proberen en blijven doorzetten.”
Young Talent United
Becks is een geboren ondernemer. Hij
was amper 16 toen hij – als webontwikkelaar – zijn eerste bedrijfje oprichtte. “Die
goesting om nieuwe, vooruitstrevende
dingen te proberen zat er toen al in. En
ik was buitengewoon gefascineerd door
de oneindige mogelijkheden van technologie”, vertelt Becks. “Eigenlijk ben ik
sindsdien niet zoveel veranderd. En destijds had ik ook al de behoefte om gelijkgezinden te zoeken en te ontmoeten.
Ik had al snel begrepen dat je, als je de
krachten bundelt met mensen met wie je
eenzelfde passie deelt, bergen kan verzetten. Samen met een paar andere talentvolle Belgen richtten we een groepje
op. Daar zaten echt toppers in. Jonge,
gedreven high potentials die vandaag
professioneel nog steeds hoge toppen
scheren met hun uitzonderlijke skills. Ieder had zijn eigen specifieke troeven en
leverde zijn eigen unieke bijdrage om van
dat grotere geheel een succes te maken.”
22
DE CARRIÈRE VAN BART BECKS IN EEN NOTENDOP
Bart Becks studeerde handelsingenieur in Diepenbeek en behaalde een
MBA in Luik. Nadien volgde hij een opleiding Exec. Education in Columbia/New York (International biz), Berkeley/San Francisco (Venture Capital) en Harvard (Strategic Marketing)
1995 hoofd afdeling internetdivisie| FNAC
1998 Ceo internet-, digitale media- en interactieve tv-intiatieven |
Belgacom Skynet
2006vicepresident innovatie en nieuwe media | SBS Broadcasting
Europa
2008 Keerde terug naar België om sociaalnetwerksite Netlog mee op de
internationale kaart te zetten, en stapt mee in de Raad van Bestuur
van verschillende start-ups (o.a. Mobile Vikings in Hasselt)
2010 co-founder SonicAngel, FilmAngel en FashionAngel
2010 founder Rebel Ventures, een bedrijf dat jonge starters begeleidt
2011 Voorzitter Raad van Bestuur iMinds
2014 lancering angel.me, een crowdfundingplatform voor ondernemers
Klooster of unief?
PRIJZEN EN ERKENNINGEN
“Mijn grenzeloze fascinatie voor technologie zorgde ervoor dat ik me oorspronkelijk inschreef voor een opleiding industrieel ingenieur. Maar na 3 à 4 weken wist ik
al: dit is niets voor mij. Een vriend vertelde
me over een opleiding handelsingenieur
aan de universiteit in Diepenbeek. Dat leek
mij wel wat. Maar toen ik de bus naar ►
2005 Best European Branding | Belgacom Skynet
2007 Cable and Satellite Euro50 persons
2011 Deloitte Rising Stars selection
2012 genomineerde Marketeer van het Jaar
ALUMNI
23
ALUMMNI
de campus wou nemen, belandde ik aan
de poort van het klooster in Diepenbeek”,
lacht Bart Becks. “Gelukkig hebben de
nonnetjes me de weg getoond naar de
UHasselt, want ik heb hier mijn vrouw en
mijn beste vrienden gevonden.”
“Aan mijn studententijd bewaar ik fantastische herinneringen. De opleiding was
interessant en veelzijdig en ik engageerde
me met veel enthousiasme in het presidium van Hermes. Ook nadat ik afgestudeerd was, kwam ik nog graag terug naar
de campus. Toen ik op mijn 29ste ceo
werd van Skynet Belgacom, was ik heel
blij, maar besefte ik ook dat de tijden van
de studentenverkiezingen voorbij waren.
29 en CEO
De carrière van Bart Becks nam een
hoge vlucht. Als 24-jarige kreeg hij bij
FNAC Frankrijk – en daarna België – al
een baan aangeboden op directieniveau
en werd hij verantwoordelijk voor het uittekenen van de internetstrategie. Een job
die hem op het lijf geschreven was, net
op het moment dat de internettechnologie op de rand van de doorbraak stond.
“Die tijd stelden mensen nog voortdurend
de vraag: Geloof jij in het internet?. Dat
het medium zo’n revolutie zou ontketenen, durfden maar weinigen vermoeden.
Zelf geloofde ik heel sterk in de impact
van het internet. Aan die weg wou ik
graag mee timmeren. Toen het aanbod
van Skynet Belgacom kwam om daar te
beginnen en later ceo te worden in die pionierende markt, heb ik dan ook geen seconde getwijfeld. Het waren spannende
tijden. Internet was nog ontzettend traag,
ADSL begon maar pas enkele jaren later,
digitale media kwamen stilletjes kijken,
het gaming-& hosting-verhaal stond in de
kinderschoenen. Ik had het gevoel dat ik
daar moest zijn. Bij Belgacom Skynet kon
ik op dat moment het grootste verschil
Angel.me, het recentste project van Bart Becks.
24
maken en dus sprong ik vol overtuiging in
dit nieuwe avontuur.”
Sprong in het onbekende
Uiteindelijk bleef Bart Becks meer dan
acht jaren bij Skynet en stond hij mee aan
de wieg van internet, digitale media en
interactieve tv in België. Daarna diende
zich de volgende indrukwekkende carrièreswitch zich aan. Als senior vicepresident voor Europa bij SBS kreeg Becks
een functie waar velen van dromen. Financiële welstand, professionele erkenning, nieuwe uitdagingen en boeiende
verantwoordelijkheden. En toch ruilde
de jonge carrièreman die comfortabele
positie – in volle economische crisis –
maar wat graag in voor de onzekerheid
van een eigen start-up in de muziekbusiness. “SBS werd overgenomen door de
Duitse mediagigant ProSiebenSat1 en
ik verhuisde mee van Amsterdam naar
München, waar ik senior vice president
werd voor innovatie en digitale media
voor heel Europa. Velen verklaarden mij
gek toen ik die positie vaarwel zegde om
eerst Netlog mee uit te bouwen en dan
SonicAngel mee op te richten. Maar uiteindelijk heb je maar 40 jaar in je professionele leven. Dus moet je doen waar je
jezelf goed bij voelt en waar je voor de
volle honderd procent in gelooft. Ik had
inderdaad nog vele mooie jaren bij SBS/
ProsiebenSat1 kunnen blijven, maar op
een bepaald moment was het tijd voor
iets nieuws. Ik geloofde in de kracht van
het internet, ik geloofde in crowdfunding
en was vastbesloten om met mijn ideeën
kansen te creëren voor anderen. Wat ik
bij SonicAngel probeerde voor muzikanten, willen we vandaag met angel.me ook
doen voor start-ups. Ik hoop dat we in
2014 een belangrijk verschil kunnen maken voor startende entrepreneurs en creatieve durvers. En ik hoop ook dat we in
Limburg iets kunnen betekenen.”
“Gaat dit nieuwe project een schot in de
roos zijn? Zal angel.me erin slagen om
jonge start-ups meer kansen te geven?
Dat weet ik niet. Maar ik hoop het oprecht,
want ik ben ervan overtuigd dat dit zowel
op maatschappelijk als economisch vlak
een noodzaak is. De voorbije vijf jaar was
ik op verschillende manieren betrokken bij
heel wat starters: Netlog, Mobile Vikings,
SonicAngel, Showpad, Storify, InThePocket en nog een aantal anderen. Het is niet
evident om vanuit Vlaanderen te starten
en internationaal door te groeien. Maar het
kan. En hoe goed je ideeën ook zijn, hoe
groot de toegevoegde maatschappelijke
waarde van een project ook is, succes
blijft altijd onvoorspelbaar. Je bent afhankelijk van timing, financiering en heel wat
andere factoren die je niet in de hand hebt.
Ik heb nog geen enkel bedrijf meegemaakt
waar het makkelijk en in rechte lijn naar
boven gaat. Ondernemen is doorzetten.
Maar als je ergens in gelooft, moet je er
ook volop voor durven gaan”, zegt Becks
overtuigd. “En je moet het groot durven
zien. Of je passie nu voetbal of ondernemen is: je moet je hart volgen, berekende
risico’s nemen en er voor de volle 100%
voor gaan. En ga je op je bek? Dat hoort
erbij! Je hebt het tenminste geprobeerd
en je leert eruit. Van de 400 bedrijfjes die
Richard Branson ooit oprichtte, gingen
er ook heel wat op de fles. Wie ligt daar
vandaag nog wakker van? Die cultuur van
durven en mogen falen, moeten we in dit
land echt nog creëren als je ondernemerschap wil stimuleren.“
Family first
“Ondernemen is risico’s nemen. Ondernemen is onzekerheid. En dat is niet altijd
evident. Niet voor jezelf en al helemaal
niet voor de mensen die je omringen. Ik
heb het grote geluk dat mijn vrouw Femke altijd is meegegaan in mijn dromen, en
dat het uiteindelijk zelfs ‘onze’ dromen
zijn geworden waar zij een enorm groot
aandeel in heeft. Maar vanzelfsprekend
is dat allerminst. Als er één ding is waar
ik het fierste op ben, dan is het dat ik er
relatief goed in geslaagd ben om mijn familie en vrienden dicht bij me te houden.
Doorheen al mijn professionele omzwervingen waren zij mijn constante. Mijn uitgangspunt. Als het me op een bepaald
moment niet meer lukte om tijd te maken
voor hen, was het tijd voor iets anders.”■
ALUMNI
DE JAREN ‘00
ALS ONDERNEMERSBLOED
DOOR JE ADEREN STROOMT
Gert Gijbels is een geboren
ondernemer. Een beurs van het
Prins Albert Fonds leek nochtans
zijn ticket naar een succesvolle
carrière als expat in booming
China. “Als expat heb je een
heerlijk, zorgeloos leven met toffe
uitdagingen, een mooi loon en de
strafste feestjes in een bruisende
setting”, vertelt Gijbels enthousiast.
“En toch kriebelde het bij mij al heel
snel om zelf te gaan ondernemen.”
Op zijn 25ste richtte hij in China –
samen met zes Chinezen en een
Belgische collega – zijn eerste
bedrijf Eunasco op. Vandaag creëert
hij met Mookum nieuwe kansen
voor jonge designers. En niet
zonder succes. Enkele maanden
geleden haalde Mookum meteen
de BeCommerce Award voor beste
internetstart-up binnen.
25
ALUMMNI
“China is booming en dat voel
je. De drive die er hangt, is
ongelooflijk”
Kies niet de makkelijkste weg
Dat Gert Gijbels vroeg of laat zou gaan
ondernemen, stond in de sterren geschreven. “Ik was 25 toen ik zelfstandige
werd. In mijn familie was ik de oudste die
ooit een eigen zaak begon”, lacht Gert
Gijbels. “Nochtans leek mijn carrière op
het eerste gezicht een uitgemaakte zaak.
Mijn vader had in die tijd een groot accountskantoor in Limburg. Als handelsingenieur had ik heel makkelijk kunnen
instappen in zijn zaak. Eigenlijk lag zo’n
loopbaan perfect in de lijn van mijn opleiding. Maar ik had als jobstudent al gemerkt dat zo’n carrière mij niet gelukkig
zou maken.”
Denk globaal
Aanvankelijk ging Gert Gijbels aan de slag
bij Atlas Copco, maar na amper twee jaar
zocht hij een nieuwe uitdaging. De lokroep van groeiland China klonk almaar
luider. En een beurs van het Prins Albert
Fonds gaf de opstap. “China is booming
en dat voel je. De drive die er hangt, is ongelooflijk. Alles gaat er waanzinnig snel en
Chinezen hebben maar een half idee nodig om te gaan ondernemen. Dat werkte
26
aanstekelijk. Hoewel ik aanvankelijk maar
een jaar zou blijven, heb ik vrijwel meteen
bijgetekend bij Ahlers. In China was alles
aan het gebeuren. Daar wou ik zijn. En
mijn ondernemerszin groeide elke dag.”
de zin om te ondernemen opnieuw op. Ik
wist al heel snel: ik ben geen manager. Ik
ben een ondernemer.”
Manager of ondernemer?
“Je comfortabele leven als expat inruilen
voor het onzekere bestaan van een ondernemer: dat was niet evident. Velen
hebben me voor gek verklaard toen ik in
China een eigen zaak opstartte. Financieel werd ik er niet meteen beter van en
alle zorgen krijg je er gratis bij. Maar toch
wist ik dat dit precies was wat ik wilde.
Ik wil van een wit blad beginnen en daar
zelf iets aan toevoegen. Kansen creëren
en grijpen. Mijn dromen najagen en – met
het risico om op mijn bek te gaan – tenminste proberen.”
“Voor Ahlers heb ik in China vijf kantoren
helpen oprichten. Alles in juiste banen
leiden, managers klaarstomen voor hun
nieuwe uitdaging: dat ging goed. Dat
vond ik boeiend. Maar op een bepaald
moment staat dat hele project dan op
de rails. En dan heb je managers nodig”,
vertelt Gijbels. “Vroeg of laat moet je voor
jezelf uitmaken: ben ik een ondernemer of
een manager? Managers doen fantastische dingen voor draaiende ondernemingen. Ze zijn veel beter in dingen als HRbeleid en loodsen een bedrijf op de meest
fantastische manier door nieuwe uitdagingen. Ondernemers houden ervan om
nieuwe dingen op poten te zetten. Van
een goed idee uitbouwen tot een bloeiende zaak. De eerste mensen enthousiasmeren voor hun project zodat zij daar,
uit volle overtuiging, mee hun schouders
onder zetten. Eens de trein rijdt, is de uitdaging voor hen er vaak af. Dan borrelt
Jaag je dromen na
Matchmaker
“Met Eunasco zochten we oorspronkelijk
vooral goede leveranciers in China voor
Europese bedrijven. China voorziet de
rest van de wereld van innovatieve goedkope en kwalitatief hoogstaande producten. Op de Chinese markt is vrijwel alles
mogelijk, maar je moet die markt en de
cultuur wel goed kennen om er niet in te
ALUMNI
DE CARRIÈRE VAN GERT GIJBELS IN EEN NOTENDOP
Gert Gijbels studeerde handelsingenieur aan de UHasselt in Diepenbeek
en volgde een MBA-programma aan het CEIBS (China) in het kader van
het Prins Albert Fonds.
2001 E-procurement Project Leader/Purchaser | Atlas Copco
2003 Business Development Manager Asia | Ahlers (Shanghai, China)
2005 partner en mede-oprichter | Enasco Supply Chain Consultancy
2011 oprichter en zaakvoerder | Mookum
PRIJZEN EN ERKENNINGEN
2003 Prins Albert laureaat | Prins Albert Fonds
2013 Mookum: Best e-commerce Start-up of the Year | Becommerce
verstikken. Wij zijn ter plaatse de ogen en
de oren van de Europeanen: wij leggen
contacten en sluiten deals. Dat vind ik
boeiend, want onderhandelen was altijd
al mijn passie. Daar draait het in het leven eigenlijk om. Dat heb ik destijds als
student hier in Diepenbeek al geleerd. In
het college van Wouter Faes en toen ik
voor de studentenverkiezingen van Hermes Actief Interim als hoofdsponsor kon
binnenhalen.”
Terug thuiskomen
“Hoe beter we de Chinese markt leerden
kennen, des te meer er mogelijk werd.
Was een product waarnaar een klant op
zoek was nog niet voorhanden op de
Chinese markt? Dan lieten we dat steeds
vaker zelf ontwikkelen. En zo is onze
core business intussen verschoven van
het aanreiken van de juiste leveranciers
naar productontwikkeling. Daardoor werden we ook steeds vaker benaderd door
jonge, Belgische designers die hun ontwerpen door ons wilden laten realiseren.
Hun ontwerpen waren vaak verbluffend,
maar van marketing hadden ze duidelijk
minder kaas gegeten. En hun designs
moesten ook niet in zo’n grote aantallen
geproduceerd worden. Met mijn tweede
bedrijf Mookum probeer ik op deze vraag
in te spelen en breng ik jonge designers
en productontwikkelaars samen in een
nieuwe structuur.”
“Mookum staat voor Heimat, voor terug
thuiskomen in Europa. Maar ook voor designproducten genereren voor thuis. We
bieden kansen aan talentvolle, jonge ontwerpers en geven hun ideeën – met een
financiering via crowdsourcing – letterlijk
vorm. Het idee dat wij hen helpen om hun
dromen te realiseren, geeft mij energie.
Daar sta ik elke dag met veel plezier voor
op.”
Eens een ondernemer…
“Zal ik binnen tien jaar nog hetzelfde
doen? Dat weet ik niet. Waarschijnlijk
niet”, lacht Gert Gijbels. “Ondernemersbloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik
hou van nieuwe uitdagingen en eens ik
Mookum ook elders in Europa nog heb
kunnen doen groeien, is voor mij de fun
er waarschijnlijk af. Een draaiende zaak
runnen, is niets voor mij. Dan zoek ik wellicht terug een nieuw project om mijn ondernemerszin op te botvieren. Aan ideeën
heb ik alvast geen gebrek.” ■
Concept van Mookum, een platform dat Belgische designers de kans geeft om hun ontwerpen te produceren.
27
DOCTORATEN
STRAFFE DOCTORATEN VAN
NIEUWE OPLEIDINGEN
Door de integratie van de academische hogeschoolopleidingen, in september 2013, kreeg de UHasselt er drie nieuwe
opleidingen bij: revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, industriële ingenieurswetenschappen en architectuur en
interieurarchitectuur. En dat levert verfrissend nieuwe doctoraten op. Ook dit is UHasselt.
INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN
ZIEKTES OPSPOREN MET DE SMARTPHONE
Met een smartphone kunnen we bellen, sms’en, probleemloos de weg vinden, ons favoriete radioprogramma beluisteren en de mooiste vakantiefoto’s maken. Maar kunnen we binnenkort ook ziektes opsporen met de smartphone? Misschien wel, want Jeroen Broeders vond in zijn doctoraat een manier om biosensoren via de smartphone uit te lezen. Op die manier zou het mogelijk worden om bepaalde ziektes makkelijk en in een vroeg stadium
op te sporen. Dit eerste doctoraatsonderzoek van de faculteit Industriële ingenieurswetenschappen opent de weg
naar medisch relevante consumententoepassingen.
Eenvoudig en gebruiksvriendelijk
Samen met het Instituut voor Materiaalonderzoek (imo-imomec) ontwikkelde Jeroen Broeders een apparaatje,
ter grootte van een USB-stick, dat kan
aangesloten worden op de hoofdtelefoonuitgang van een smartphone. Het
principe is eenvoudig: de gebruiker
plaatst een kleine druppel vloeistof –
bloed of urine - op de test-strip en kan
in een mum van tijd de aanwezigheid
van bepaalde stoffen op de smartphone uitlezen.
Klein, kleiner, kleinst
“Biosensoren maken het mogelijk om
op een heel eenvoudige manier ziektes in een vroeg stadium op te sporen”, legt promotor prof. dr. Ward De
Ceuninck uit. “Maar voor de uitlezing
hebben we meestal nog omvangrijke
en dure laboapparatuur nodig. Binnen
imo-imomec werken we al jaren aan
de ontwikkeling van toestellen die kleiner en goedkoper zijn. Het onderzoek
dat Jeroen Broeders samen met imoimomec voerde, is voor ons dan ook
de kers op de taart. Dit opent immers
de weg naar heel wat mogelijke consumententoepassingen.”
28
Het prototype werd getest voor het opsporen van histamine, een stof die relevant is bij allergische reacties en die
ook vrijkomt bij het rottingsproces van
voeding. Daardoor is deze applicatie niet
alleen interessant voor de medische
sector, maar kunnen er ook interessante toepassingen gevonden worden
voor de voedingsindustrie.
DOCTORATEN
REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE
SENSORISCHE STIMULATIE LEIDT TOT EEN BETERE
ZINTUIGLIJKE GEVOELIGHEID BIJ MS-PATIËNTEN
Bij MS-patiënten is de stof die rondom de uitlopers van de zenuwcellen zit – de myeline – beschadigd. Daardoor
worden impulsen trager of zelfs niet meer doorgegeven, wat onder meer kan leiden tot verminderde zintuiglijke
gevoeligheid en problemen met coördinatie en lichaamsfuncties. In zijn recent doctoraatsonderzoek toonde Koen
Cuypers aan dat die abnormale impulsgeleiding bij MS-patienten tot een normaal niveau kan worden gebracht
door sensorische stimulatie. Bij een groep gezonde mensen leidde deze stimulatie zelfs tot verhoogde prestaties
tijdens motorische (revalidatie)training. Daarmee opent dit eerste ReKi-doctoraat nieuwe mogelijkheden in de revalidatie van MS-patiënten.
“Sensorische en elektrostimulatietherapie wordt al jarenlang voor allerlei
doeleinden gebruikt: van het verminderen van chronische pijn tot het
actief houden van spieren van comapatiënten. Maar over de effecten van
langdurig gebruik bij patiënten met
MS weten we nog maar weinig”, aldus
Koen Cuypers. Voor het onderzoek
gebruikte Cuypers twee verschillende
stimulatietechnieken: één waarbij de
elektroden bevestigd werden op de
aangetaste spier (TENS) en één waar-
bij ze bevestigd werden op de schedel
waaronder zich het hersengebied bevindt dat gekoppeld is aan de aangetaste spier (tDCS). Tussen de elektroden
werd een nauwelijks voelbare elektrische
stroom opgewekt.
De resultaten zijn alvast veelbelovend.
“Bij patiënten met een aangetaste gevoeligheid in de vingertoppen stelden
we een significante verbetering vast na
de behandeling met TENS. Hun gevoeligheid was zelfs vergelijkbaar met
die van gezonde personen zonder
gevoelsstoornissen”, zegt Koen Cuypers. Onderzoek bij een groep gezonde mensen toonde dan weer aan
dat de behandeling met tDCS-therapie hun prestaties tijdens motorische
(revalidatie)training verhoogde. “Een
belangrijke stap voorwaarts”, besluit
promotor prof. dr. Raf Meesen. “Vervolgstudies zullen nu moeten uitwijzen
of deze techniek ook perspectieven
biedt voor MS-patiënten.”
KUNSTEN
DOCUMENTAIREFILM OVER ARABISCHE LENTE
INTERNATIONAAL BEKROOND
Op het Jihlava International Documentary Film Festival in Tsjechië, één van de meest toonaangevende documentairefestivals ter wereld, sleepte UHasselt-doctorandus Peter Snowdon de Opus Bonum Award 2013 in de wacht.
Snowdon kreeg die prijs voor The Uprising, zijn documentaire die de Arabische Lente in beeld brengt vanuit het
oogpunt van de demonstranten. “De film geeft het fragiele, onvervangbare moment weer waarop het leven geen
gevangenis meer is en alles weer mogelijk wordt”, aldus Snowdon.
“De filmpjes die tijdens de Arabische
Lente werden verspreid, maakten voor
het eerst integraal deel uit van de revolutionaire acties”, vertelt de jonge
Media, Arts & Design-onderzoeker die
van 1997 tot 2000 in Egypte woonde.
“Maar wat vertellen deze video’s ons
precies over de gebeurtenissen zelf?
En wat kan het proces van ‘film maken’ aan dat videomateriaal toevoe-
gen? Hoe wordt het méér dan een aaneenschakeling van YouTube-video’s? Dat
fascineerde mij mateloos en dat wou ik in
mijn doctoraat graag onderzoeken.”
Benieuwd naar deze documentaire die
als doctoraat werd begeleid door prof. dr.
Erik Moonen? In februari 2014 wordt The
Uprising getoond tijdens Cinema Nova
(Brussel).
29
DOCTORATEN
ARCHITECTUUR
EEN PRAKTISCHE ONTWERPTOOL VOOR
ARCHITECTEN
Energie-efficiëntie en duurzaamheid: het zijn sleutelbegrippen in de moderne architectuur. Maar welke praktische tools
kunnen architecten helpen om hier al in een vroeg stadium van de ontwerpfase rekening mee te houden? UHasseltdoctoraatsstudente Lieve Weytjens ontwikkelde in haar doctoraat alvast de methodologie voor één praktisch bruikbare
ontwerptool.
“Men slaat architecten vandaag om de
oren met informatie over energiebesparende en duurzame maatregelen, maar
vaak zijn die maar oppervlakkig of heel
technisch en ze geven zelden inzicht in
de impact van een maatregel binnen een
specifiek ontwerp”, zegt promotor dr. Ir.
Griet Verbeeck van de faculteit Architectuur en kunst. “Hierdoor wordt de indruk
gewekt dat een energiezuinige woning
vooral een kwestie is van de juiste technologieën bij elkaar brengen en dat het
nog maar weinig met architectuur te maken heeft. Dat klopt natuurlijk niet, want
een architect kan via zijn ontwerp een
essentiële bijdrage leveren aan de creatie
van energiezuinige én architecturaal interessante gebouwen. Met de ontwikkeling
van nieuwe, praktische tools hopen we
hen daarin te ondersteunen.”
“Bestaande programma’s zijn vaak niet
gebruiksvriendelijk en niet bruikbaar in
30
een vroeg stadium van de ontwerpfase.
Dat is nochtans precies de fase waarin
de belangrijkste beslissingen rond energie en comfort van een woning genomen
worden: de oriëntatie van het gebouw,
de ramen, de compactheid…”, legt Lieve
Weytjens uit. In haar proefschrift schuift ze
onder andere een rekenmodule naar voren
die de prestaties van het ontwerp op vlak
van energiegebruik en thermisch comfort
berekent, zonder dat alle relevante details
bekend zijn. Deze tool stelt de architect in
staat om zijn ontwerp snel te beoordelen
en – eventueel – nog bij te sturen.
In haar doctoraat ontwierp de jonge architecte een methodologie voor een gebruiksvriendelijke tool die het creatieve
ontwerpproces combineert met meetinstrumenten die de duurzaamheid van
een ontwerp in kaart brengen. En dat allemaal in één 3D-tekenprogramma. “Het
is belangrijk dat de architect in slechts één
enkele omgeving aan zijn ontwerp kan
werken en niet voortdurend moet switchen tussen verschillende software”, stelt
Weytjens. Verder onderzoek is nu nodig
om deze methodologie om te zetten naar
een reële, bruikbare toepassing.
UHASSELT WAS ERBIJ
HASSELT WINT ‘NETSTRIJD’
DE NETSTE STAD, DE VETSTE PARTY
Van 10 tot 17 oktober streden de vijf
grootste Vlaamse studentensteden de
‘Netstrijd’. Studenten in Antwerpen, Gent,
Hasselt, Kortrijk en Leuven gingen een
week lang de strijd aan tegen het zwerfvuil
en probeerden de uitgaansbuurten van
hun stad zo proper mogelijk te houden.
Met een dagelijkse netheidsscore van minstens 95% sleepte de stad Hasselt elke
dag de dagprijs in de wacht. Hasselt mag
zich vanaf nu trots de properste studentenstad van Vlaanderen noemen. En de
netste stad won ook de strafste party. Op
17 oktober vierden de Hasseltse studenten hun overwinning. Met gratis bier, een
lasershow en een optreden van The Whatevers, dansgroep Radikal en Buscemi.
De ‘Netstrijd’ kadert in de jaarlijkse Indevuilbak-campagne, een initiatief van
OVAM en FostPlus.
DE LIMBURGSE JOBBEURS
53 BEDRIJVEN EN 900 YOUNG POTENTIALS
ONTMOETEN ELKAAR
“In moeilijke economische tijden is het voor jongeren niet evident om werk te vinden. Met de Limburgse Jobbeurs
wilden we hen de kans bieden om alvast eerste, waardevolle contacten te leggen met een brede waaier van bedrijven”, zegt Michel Ruland van Hermes Alumni. Tot nu toe organiseerden de UHasselt en Hermes Alumni elk een
eigen beurs, maar voor deze zevende editie bundelden ze de krachten. En dat rendeerde, want met maar liefst 900
studenten, doctorandi en alumni en 53 bedrijven uit heel België was de Limburgse Jobbeurs een schot in de roos.
Meer dan 50 bedrijven uit heel België
zakten op 26 november 2013 af naar
de campus in Diepenbeek om er te
speuren naar jong Limburgs talent.
“Een ontmoetingsplek creëren waar
jong talent en gevestigde bedrijven elkaar ontmoeten, vindt de UHasselt belangrijk”, zegt rector Luc De Schepper.
“Samenwerken met bedrijven betekent
voor ons immers méér dan onze infrastructuur en expertise ter beschikking
stellen. We willen bedrijven ook laten
kennismaken met het hoogopgeleid
jong talent op onze universiteitscampussen.”
Om het netwerken te bevorderen,
hadden de organisatoren een lounge
ingericht, waar bedrijven en jonge sollicitanten op een informele manier met elkaar konden praten. De jongeren konden
er ook workshops volgen over topics als
‘lichaamstaal bij sollicitatiegesprekken’
en ‘rechten en plichten bij je eerste
werkervaring’. Komiek Guga Baùl (‘Tegen de sterren op’) sloot de dag af.
31
IN ACTION
UHASSELT PARTICIPEERT IN LAB VOOR SUPERCOMPUTERS
EXASCIENCE LIFE LAB GEEFT VLAAMS
LEVENSWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
EEN EXTRA STIMULANS
Supercomputers spelen al jarenlang een cruciale rol in de biomedische wetenschappen en via het Vlaams Supercomputer Centrum (VSC) hebben Vlaamse onderzoekers al sinds 2008 toegang tot die supercomputing-infrastructuur. Maar
met het ExaScience Life Lab maken de UHasselt, Intel, Janssen Pharmaceutica, IMEC en de andere Vlaamse universiteiten zich nu klaar voor de volgende versnelling. Door samen een nieuwe generatie hardware – en vooral: de daarvoor
noodzakelijke algoritmes en software stacks – te ontwikkelen voor supercomputers, willen ze nieuwe doorbraken in de
levenswetenschappen realiseren. “ExaScience Life Lab is immens belangrijk voor toekomstgericht biomedisch onderzoek”, zegt Piet Stinissen, decaan van de faculteit Geneeskunde en levenswetenschappen en voorzitter van LifeTechLimburg. Ook voor het UHasselt-onderzoek van het Biomedisch Onderzoeksinstituut (BIOMED), het Expertisecentrum
Digitale Media (EDM) en het Centrum voor Statistiek (CenStat) biedt toegang tot ExaScience Life Lab een belangrijke
meerwaarde.
32
Supercomputers versnellen
innovatie
generatie en de toepassingen die er gebruik van zullen kunnen maken.”
“Het gebruik van supercomputers in wetenschappelijk onderzoek leidt in eerste
instantie tot een kwantitatieve schaalvergroting: men kan berekeningen sneller
uitvoeren, of meer gegevens analyseren
dan op een werkstation”, legt HPC-analist/consultant dr. Geert Jan Bex (UHasselt/KU Leuven) uit. “In tweede instantie
leidt het echter tot een kwalitatieve sprong
voorwaarts wanneer onderzoekers innovatieve toepassingen ontwikkelen die
zonder de rekenkracht van supercomputers ondenkbaar zouden zijn. Hier speelt
het ExaScience Life Lab een cruciale rol
omdat het meewerkt aan de ontwikkeling
van de supercomputers van de volgende
Tijd en geld besparen
Door supercomputing-expertise te combineren met de uitgebreide Vlaamse expertise in biostatistiek, levenswetenschappen
en biotechnologie moet het ExaScience
Life Lab het Vlaamse onderzoek in de levenswetenschappen, dat wereldwijd al
hoge toppen scheert, nog een extra stimulans geven. In een eerste fase focussen de
onderzoekers vooral op twee toepassingsdomeinen: hoe kunnen supercomputers
het verwerken van volledige genoomsequenties – bijvoorbeeld in het kankeronderzoek – versnellen? En welke rol kunnen
computersimulaties binnen de levenswe-
tenschappen precies spelen? Door hypothesen te toetsen aan computersimulaties
van cellen en weefsels, kan immers veel tijd
en geld voor labotests bespaard worden.
Vlaanderen, een topregio
“Vlaanderen heeft wereldwijd al een uitstekende reputatie op het vlak van levenswetenschappen, biotechnologie en high
performance computing, met een onderzoeksgedreven industrie en hooggeschoolde kenniswerkers”, zegt Ingrid Lieten,
Vlaams minister van Innovatie. “Het ExaScience Life Lab zal Vlaanderen nog meer
als een topregio voor supercomputing in de
levenswetenschappen positioneren.”
IN ACTION
‘SLIMME OPLOSSINGEN’ VOOR
DIGITALE THUISZORG
In Vlaanderen verschuift een steeds groter deel van de georganiseerde zorg in instellingen naar de thuiszorg. En
de zorgtechnologie die deze verschuiving in goede banen moet leiden, boomt. “Toch gaan nieuwe, technologische
toepassingen nog te vaak voorbij aan het totaalplaatje van de zorgbehoefte”, zegt Stijn Agten, onderzoeker bij het
Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) aan de UHasselt. In het Novicept 2-project vergeleken EDM-onderzoekers – in samenwerking met CM Limburg - de praktische noden van enkele grote thuiszorgorganisaties en hun
patiënten met bestaande technologieën en opkomende (digitale) innovaties in de thuiszorg. De resultaten werden
op 4 november 2013 voorgesteld in aanwezigheid van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen.
“In de thuiszorg bundelen medische
hulpverleners,
thuiszorgorganisaties
en niet-professionele mantelzorgers de
krachten. Als je met ICT die thuiszorg
wil verbeteren, dan moet je daar rekening mee houden”, vertelt Stijn Agten.
“Een goede communicatie tussen alle
betrokkenen in dat netwerk is cruciaal
om de beste zorgen voor de patiënt te
kunnen garanderen. Vandaag gebeurt
die onderlinge communicatie nog te
vaak telefonisch, via post-its op kasten
of via papieren zorgschriftjes. Dat systeem is verre van optimaal. Bovendien
maakt zo’n schriftje absoluut niet duidelijk wie welke informatie mag, kan en
moet lezen. En familieleden die verder
weg wonen van de zorgbehoevenden
of artsen die in hun eigen praktijk aan
het werk zijn, hebben sowieso geen
toegang tot deze informatie. Om daar
een oplossing voor te vinden, ontwikkelden we binnen dit project o.a. een digitaal
schriftje dat deze nadelen in één klap uitschakelt.”
Naast dit digitaal zorgschriftje bedachten de EDM-onderzoekers binnen Novicept 2 ook heel wat andere praktische
en slimme technologieën die meteen
een meerwaarde kunnen betekenen
in de (digitale) thuiszorg. Het Novicept 2-project werd mede mogelijk
gemaakt met de financiële steun van
het Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling en de Provincie Limburg.
MICHELLE PLUSQUIN (CMK) RIJFT PRESTIGIEUZE
MARIE CURIE FELLOWSHIP BINNEN
Dr. Michelle Plusquin (Centrum voor Milieukunde) heeft een Marie Curie Fellowship in de wacht gesleept. Daarmee trekt ze voor twee jaar naar het prestigieuze Imperial College London. “Dankzij deze Europese onderzoeksbeurs krijg ik niet alleen de mogelijkheid om buitenlandse ervaring op te doen, maar ook om mijn expertise verder
uit te diepen en een Europees netwerk uit te bouwen”, zegt dr. Plusquin.
Michelle Plusquin, verbonden als
doctor-assistent aan het UHasseltonderzoeksinstituut CMK, zal aan het
Imperial College London (officieel The
Imperial College of Science, Technology and Medicine) het onderzoeksteam
van professor Paolo Vineis versterken.
“Ik ben met hem in contact gekomen via
professor Tim Nawrot. Prof. Vineis is één
van de toponderzoekers in het domein
van de milieu- en moleculaire epidemiologie en coördineert verschillende Europese projecten”, zegt dr. Plusquin. “Ik
zal er onderzoeken welke mechanismen
achter de (nadelige) effecten van fijn
stof en luchtvervuiling zitten op het
niveau van DNA methylatie (een proces waarbij de structuur van het DNA
verandert, red.). Hiervoor zal ik de
genetische profielen van 1.200 Europeanen bestuderen.”
33
IN ACTION
PRINSES ASTRID GEEFT STARTSCHOT
VOOR NIEUW DIABETESONDERZOEK
Het REVAL-onderzoeksproject dat zoekt naar nieuwe behandelingsmethoden kreeg 20.000 euro van de Koning Boudewijnstichting voor de verdere uitbouw van dit programma. Ter gelegenheid daarvan bracht prinses Astrid op 14
november – Wereld Diabetes Dag - een bezoek aan het Rehabilitation Research Center (REVAL) en maakte ze kennis
met het project, de betrokken onderzoekers en de deelnemende patiënten. “Dit koninklijk bezoek is een mooie extra
stimulans om verder te blijven zoeken naar de meest effectieve behandelingsstrategie voor diabetes type 2”, zegt prof.
dr. Dominique Hansen (REVAL) die dit project leidt.
“Welke manier van trainen is voor patiënten
met diabetes type 2 het effectiefst? Behalen zij de beste resultaten met oefensessies
in nuchtere of in gevoede toestand? Dankzij
de financiering van de Koning Boudewijnstichting kunnen we dat nu in kaart brengen”, zegt prof. dr. Hansen. “Dat trainen de
suikercontrole van deze diabetespatiënten
verbetert, weten we intussen, maar er blijven nog heel wat vragen onbeantwoord.
Met dit onderzoek – in nauwe samenwerking met onze partnerziekenhuizen – zetten
we een belangrijke stap in het ontwikkelen
van behandelingen van belangrijke chronische ziekten zoals diabetes.”
Voor de studie werken de UHasselt-onderzoekers nauw samen met het Jessa Ziekenhuis (Hartcentrum Hasselt), de UGent
en Universiteit Maastricht.
VIB-ONDERZOEKSGROEP AAN UNIVERSITEIT HASSELT
BELANGRIJKE BOOST VOOR DE
LIMBURGSE KENNISECONOMIE
De Vlaamse regering gaf op 20 december 2013 groen licht voor de uitbouw van een VIB-onderzoeksgroep in de
Universiteit Hasselt. Deze beslissing, op voorstel van Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten, kadert in het
‘Strategisch Actieplan Limburg in het kwadraat’ (SALK) om het economisch weefsel in Limburg te versterken naar
aanleiding van de sluiting van Ford Genk. “Hiermee geven we een belangrijke boost aan de versterking van de kenniseconomie in Limburg”, aldus minister Lieten.
VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) is een non-profitonderzoeksinstituut in de levenswetenschappen
dat internationale erkenning geniet.
Het onderzoeksinstituut, dat mee aan
de basis lag van de uitbouw van de
sterke Vlaamse biotech-cluster, had
al een partnerschap met KU Leuven, Vrije Universiteit Brussel, UGent
34
en Universiteit Antwerpen, maar tot op
heden nog niet met de UHasselt. Met
de beslissing van de Vlaamse regering
en financiering vanuit het SALK plan
wordt nu een nieuwe onderzoeksgroep
uitgebouwd in het domein auto-immune aandoeningen in het Biomedisch
Onderzoeksinstituut (BIOMED) van de
UHasselt. UHasselt-BIOMED heeft in
de afgelopen twintig jaar een sterke
reputatie opgebouwd in het onderzoek rond Multiple Sclerose (MS) en
andere auto-immuunziekten. Conform de excellentiecriteria van VIB
zal een internationaal gereputeerd
onderzoeker geselecteerd worden
om aan de UHasselt de nieuwe VIBonderzoeksgroep op te richten.
IN ACTION
PAULIEN SMETS WINT
VLAAMSE SCRIPTIEPRIJS 2013
De Vlaamse Scriptieprijs werd voor het eerst gewonnen door een alumna interieurarchitectuur. Uit 486 inzendingen
maakte de eigenzinnige en creatieve scriptie van Paulien Smets de meeste indruk. De jury sprak vol lof over de studie
waarin de jonge interieurarchitecte een nieuwe, frisse blik werpt op de herbestemming van de ruïne van een oude jeneverstokerij en noemde de scriptie “een kathedraal van een eindwerk”. Paulien mocht de hoofdprijs van 2.500 euro op
17 december 2013 in het Cultuurcentrum van Hasselt in ontvangst nemen.
De krachtige schoonheid van verval
Ontwerpen en onderzoek gaan
hand in hand
Met haar betoog over de schoonheid van
het vergankelijke en de poëzie van de gerimpelde huid wist Paulien de jury alvast te
beroeren en te overtuigen. “De scriptie van
Paulien Smets is niet alleen een concreet
architectonisch plan, maar ook een metafoor voor het leven. Terwijl ze uittekent hoe
een oude jeneverstokerij te verbouwen,
leert ze ons ook, via ommetjes langs Plato,
Jacques Lacan en Sidi Larki Cherkaoui,
hoe om te gaan met eindigheid en verval.
Bovendien is haar scriptie een literair pareltje: matuur, melancholisch en magisch.
Een kathedraal van een eindwerk”, aldus
juryvoorzitter Jörgen Oosterwaal, hoofdredacteur van Knack.
De masterproef van Paulien werd zowel
begeleid door een ontwerper (Jo Klaps)
als door een doctoraatsstudent (Remco
Roes) en een onderzoeksdocent (Kris
Pint). Deze creatieve architectuurstudie,
waarin tekst en beelden op een originele
manier met elkaar verweven werden,
toont aan dat er binnen het academische
onderzoek ook ruimte kan zijn voor verbeelding en poëtische, persoonlijke verkenningen als waardevolle bronnen van
kennis en inspiratie. “Deze masterscriptie
is exemplarisch voor de vernieuwende
manier waarop de creatieve opleidingen
van de UHasselt met onderzoek en onderwijs willen omgaan”, zegt Rob Cuyvers, decaan van de faculteit Architectuur
en kunst.
© Yorick Jansen
35
UHASSELT IN ACTION
GASTCOLLEGES PUBLIEKE FINANCIËN
JOHN CROMBEZ EN PHILIPPE MUYTERS
PRESENTEREN HUN FISCAAL-BUDGETTAIRE
VISIES AAN UHASSELT-STUDENTEN
Zes weken lang pakte de UHasselt in het kader van het vak Publieke Financiën uit met een impressionante lezingenreeks. Grote namen als federaal staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez, hoofdeconoom Etienne de
Calatay van Bank Degroof, hoofdeconoom Peter de Keyzer van BNB Paribas Fortis, Vlaams minister Philippe Muyters
en zijn kabinetschef professor Koen Algoed passeerden de revue. “Door de belangrijkste actoren uit het veld aan het
woord te laten, maakten we de maatschappelijke relevantie en de actualiteitswaarde van publieke financiën meteen
heel zichtbaar”, vertelt prof. dr. Lode Vereeck.
De impact van publieke financiën op onze sociale realiteit
De gastcolleges kaderden in het vak Publieke Financiën in de masteropleiding
TEW, optie Beleidsmanagement. Met de
lezingen wilden professoren Lode Vereeck en Johan Van Overtveldt hun studenten in contact brengen met fiscaalbudgettaire visies van de belangrijkste
beleidsverantwoordelijken en hoofdeconomen van banken. “Dat het beheer van
publieke financiën een enorme impact
heeft op onze sociale realiteit, is voor mij
persoonlijk heel duidelijk”, vertelt prof. dr.
Lode Vereeck. “Dankzij mijn collega’s en
vrienden in Argentinië en Griekenland zag
ik vanop de eerste rij welke dramatische
maatschappelijke gevolgen een slecht
beheer van de openbare financiën met
zich meebrengt. De manier waarop een
overheid met haar middelen omgaat –
zeker wanneer dit niet goed gebeurt -,
heeft een ongelooflijke impact op ons
persoonlijk leven. En dat wilden we onze
studenten van in het begin ook heel duidelijk maken. We wilden hen tonen dat
deze introductiecursus veel méér is dan
een theoretisch vak aan de universiteit en
dat de maatschappelijke relevantie ervan
diep geworteld is in alle domeinen van
onze sociale realiteit.”
Maatschappelijk relevant
De lezingreeks stond niet alleen open voor
de masterstudenten beleidsmanagement
36
maar ook voor geïnteresseerden van buiten de UHasselt. “John Crombez die komt
vertellen over de spanning die bestaat
tussen privacy en een efficiënte inning
van bijvoorbeeld persoons- of verkeersbelastingen, Etienne de Calatay die uitlegt
waarom de vergrijzingskosten in Vlaanderen de belangrijkste uitdaging vormen voor
de openbare financiën of minister Philippe
Muyters die komt toelichten – op basis van
een internationale studie – waarom de financiering van Vlaanderen en Wallonië een
negatieve responsabilisering in de hand
werkt… Dat zijn thema’s die niet alleen relevant zijn voor onze studenten. Ook dat
bredere publiek geïnteresseerden wilden
we de kans geven om deze lezingenreeks
bij te wonen.”
Academische meerwaarde overstijgt politieke verschillen
“Ik ben ontzettend blij dat onze sprekers
tijd wilden vrijmaken voor deze lezingenreeks. Dankzij hen konden we onze studenten een fantastisch inhoudelijk programma aanbieden. De bereidheid om
onze studenten te woord te staan, was
er altijd meteen... Maar een gaatje in de
agenda vinden was soms wel bijzonder
complex”, vertelt professor Vereeck. Persoonlijk verbaast het hem niet dat zelfs
Vlaams minister Philippe Muyters zijn
begrotingsbeleid wou komen toelichten
in de aula van de professor die vorig jaar
– als LDD-fractieleider – in het parlement
nog in aanvaring kwam met de minister.
“De academische inhoud van zijn lezing
overstijgt onze politieke meningsverschillen. Dat de minister op mijn uitnodiging
inging, vind ik trouwens een mooi signaal
naar onze studenten: we kunnen van mening verschillen, maar gaan respectvol
met elkaar om. In de opleiding beleidsmanagement zitten de economen van de
toekomst. Ontzettend geëngageerde studenten die zich op economisch vlak willen bezighouden met maatschappelijke
thema’s als milieu, sociale zekerheid, mobiliteit… Of zij dat als ambtenaar, ondernemer of politicus willen doen, moeten ze
uiteraard zelf beslissen. Belangrijk is de
wetenschappelijk correcte manier waarop zij met cijfers en analyses zullen omgaan. En dat moeten wij hen – tijdens hun
opleiding – bijbrengen. De meeste sprekers die vandaag het beleid maken, hebben zelf een diploma economie op zak en
zaten x-aantal jaar geleden nog aan de
andere kant van de aula. Als zij door hun
persoonlijke ervaring ertoe kunnen bijdragen dat deze generatie beleidseconomen
zich een beter beeld kunnen vormen van
de uitdagingen waar België vandaag voor
staat, dan willen zij hier maar al te graag
hun steentje aan bijdragen.”
IN ACTION
TELEX
•Architectuur-alumnus FRANKY LAROUSSELLE sleepte met zijn afstudeerproject “Interlinie, RE:MEAT” de EUREGIONALE
ARCHITECTUURPRIJS
2013 in de wacht. De jury loofde vooral
de veelzijdigheid van het project: “Het
belichaamt alles wat het beroep van architect inhoudt: een helder concept, kennis, sociaal engagement en beeldende
beleving.”
• PROF. DR. TOM BRIJS (IMOB) werd onlangs genomineerd als lid van de EDITORIAL ADVISORY BOARD van het internationale, wetenschappelijke toptijdschrift in het
domein van verkeersveiligheid ACCIDENT ANALYSIS AND PREVENTION (AAP).
Een mooie erkenning voor het wetenschappelijk werk van het Instituut voor Mobiliteit
(IMOB) en prof. dr. Tom Brijs.
• De UHasselt heeft, samen met haar andere Europese partners binnen het
DaCoTA Consortium, in Londen een ‘INTERNATIONAL ROAD SAFETY AWARD’
gewonnen. Het consortium werd bekroond voor de ontwikkeling van de website ‘European
Road Safety Observatory’ (ERSO). Daarbij bundelden verkeersveiligheidsinstituten en universiteiten uit verschillende Europese landen de krachten om de veelheid aan verspreide
verkeersveiligheidsinformatie samen te brengen in één kennissysteem en een aantal tools
te ontwikkelen ter ondersteuning van beleidsmakers (factsheets, country overviews…).
• Derdejaarsstudenten industrieel ingenieur bedenken en produceren in het kader van
small business project een eigen product dat ze proberen aan de man te brengen.
EREDOCTOR MICHAEL BRAUNGART, één van de grondleggers van het cradle-tocradle-principe, inspireerde de 500 ingenieursstudenten tijdens een gastlezing om hierbij
op zoek te gaan naar materialen die makkelijk herwerkt en herbruikt kunnen worden.
• PROF. DAVID L. PAULS (Harvard Medical School and Psychiatric and Neurodevelopmental Genetics Unit, Massachusetts General Hospital, Boston) werd benoemd
tot ‘International Francqui Professor’ voor de Medische Wetenschappen. Professor
Pauls, wereldvermaard om zijn onderzoek naar autismespectrumstoornissen, zal tijdens zijn verblijf in België intensief samenwerken met onderzoekers van de KU Leuven,
UHasselt, UGent en ULB. Prof. Dr. Alice Carter (University of Massachusetts) zal hem
vergezellen. Haar expertise ligt in onderzoek naar de identificatie van baby’s en peuters
met een verhoogd risico op de ontwikkeling van sociale en gedragsproblemen. Aan de
UHasselt zal de expertise van beiden ingezet worden om het onderzoek naar vroege
kenmerken van autismespectrumstoornissen onder leiding van Prof. M. Vanvuchelen
(REVAL) te versterken. De plechtige inauguratie vond plaats op vrijdag 24 januari in het
Psychologisch Instituut in Leuven. Prof. Pauls gaf daar ook een lezing over “The Genetics of Neurodevelopmental Disorders: Past, Present and Future”.
37
IN ACTION
NIEUWE ONDERZOEKSLIJN GAAT
LIMBURGSE HUISARTSEN ONDERSTEUNEN
“Professionals uit de eerste lijn vormen een cruciale schakel in de gezondheidsketen. Toch is er op dit moment aan de
UHasselt nog maar weinig onderzoek (of opleidingsaanbod) dat Limburgse huisartsen ondersteunt. Met onze nieuwe
onderzoekslijn LHO3 willen we hier verandering in brengen”, aldus professor Neree Claes. Onder leiding van prof. Claes
geven twee onderzoeksters het startschot voor deze nieuwe onderzoekslijn. In hun onderzoek borduren zij voort op
bestaande UHasselt-expertise zoals PreCardio en Vitalink.
Snellere detectie van bloedvergiftiging redt levens
Dr. An Liesenborgs, die als cardioloog-urgentiearts werkzaam is op de
spoedgevallendienst van het Jessa Ziekenhuis, zoekt in haar doctoraat naar
manieren om patiënten met beginnende
infecties in het bloed sneller te detecteren. Zij wordt hierbij begeleid door
prof. dr. Neree Claes, prof. dr. Frank
Weekers, prof. dr. Dominique Vandijck en drs. Kristel Marquet. “Infectie
in het bloed is een ernstig ziektebeeld
dat nog al te vaak tot de dood leidt”,
vertelt dr. Liesenborgs. “Een vroegere
detectie kan levens redden. In de eerste fase van mijn onderzoek focus ik
op de dienst spoedgevallen en de afdeling medische intensieve zorgen van
38
het Jessa Ziekenhuis. In de tweede
fase wordt het klinisch pad doorgetrokken in nauw overleg met huisartsen en
ambulancediensten. Zij spelen immers
een cruciale rol in het hele verloop. Indien de huisarts bij een doorverwijzing
bijvoorbeeld al een vermoeden van beginnende bloedvergiftiging heeft, kan
kostbare tijd gewonnen worden. En
daar kan ook de patiënt enkel bij winnen. De inhoud van de verwijsbrief is in
deze context ontzettend belangrijk.”
Een betere informatieoverdracht voor een succesvol medicatiemanagement
Biomedica Hannelore Storms gaat in
haar doctoraat op zoek naar manieren
om de informatieoverdracht tussen de
huisarts en de andere zorgverleners
binnen de eerste lijn te verbeteren.
“Huisartsen, apothekers, verpleegkundigen, zorgkundigen en mantelzorgers
managen samen het medicatiegebruik
van patiënten. Om medicatie-incidenten te voorkomen en de patiënt te stimuleren om zijn therapie nauwgezet
op te volgen, is communicatie tussen
deze zorgverleners enerzijds en tussen
zorgverlener en patiënt anderzijds belangrijk”, vertelt Hannelore Storms. “De
huisarts speelt hier een cruciale rol als
coördinator van dit hele proces. In mijn
doctoraat wil ik tools helpen ontwikkelen die hen ondersteunen bij deze moeilijke taak.” Storms onderzoek wordt uitgevoerd onder het promotorschap van
prof. dr. Neree Claes (UHasselt) en prof.
dr. Bert Aertgeerts (KU Leuven).
ECOOM
UHASSELT GASTHEER VAN HET JAARLIJKSE ECOOM COLLOQUIUM
ONDERZOEKSINDICATOREN
ONDER DE LOEP
“Als je impact wil meten,
moet je natuurlijk wel de
juiste tools gebruiken”
“Onderzoeksevaluatie is een topic dat het voorbije jaar op heel wat aandacht kon rekenen. Ook in de brede
actualiteit. Een mooie gelegenheid om het jaarlijkse ECOOM Colloquium aan dit thema op te hangen”, aldus Ann
Peters, directeur Onderzoekscoördinatie van de UHasselt. Op 6 december 2013 bogen sprekers uit binnen- en
buitenland zich aan de UHasselt over het gebruik van indicatoren voor onderzoeksevaluatie. “België speelt echt
een voortrekkersrol op dit domein”, zegt professor Nicol Keith overtuigd. “Een colloquium als dit is een mooie
gelegenheid om van elkaar te leren.”
De wereld verwacht meer van
universiteiten
“De universiteit van vandaag kan je nog
nauwelijks vergelijken met de universiteit
van 20 jaar geleden”, stelt prof. dr. Paul
Janssen, vicerector Onderzoek van de
UHasselt. “De wereld verwacht tegenwoordig veel meer van academische instellingen. Heel wat belastinggeld vloeit
naar universiteiten en de maatschappij
vraagt een duidelijke return-on-investment. Universiteiten moeten vandaag –
veel meer dan vroeger – bewijzen dat ze
impact hebben op nieuwe, maatschappelijk relevante ontwikkelingen. De huidige
outputfinanciering is daar een logisch gevolg van. Maar dat betekent natuurlijk wel
dat je een goed systeem moet ontwikkelen om die impact te meten. ECOOM ondersteunt de Vlaamse overheid hierin.”
Meten om te weten Maar hoe meet je impact? En hoe meet
je de relevantie en de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek? Die vraag
weerklonk het afgelopen jaar heel luid in
verschillende publieke debatten. “Als je
impact wil meten, moet je natuurlijk wel
de juiste tools gebruiken”, zegt prof. Nicol
Keith. “Cijfers alleen zeggen maar weinig.
Je moet ze altijd in de juiste context plaatsen. Als je over biomedisch onderzoek in
de oncologie publiceert, zal je vaker geciteerd worden dan wanneer je academisch
onderzoek verricht in een heel specifiek
domein van fundamentele natuurwetenschappen. Citatiecijfers mag je niet zomaar met elkaar vergelijken. Je moet ze
altijd domeinspecifiek objectiveren, maar
het uitwerken van zo’n objectieve parameters is geen sinecure. Het werk dat
ECOOM op dit domein al geleverd heeft,
is werkelijk voortreffelijk. In Europa speelt
Vlaanderen hier echt een voortrekkersrol.”
Natuurwetenschappen versus
humane wetenschappen
“Ook op het gebied van de outputevaluatie uit de sociale en humane wetenschappen (SHW) werd hier al knap werk
verricht”, gaat dr. Rüdiger Klein voort. ►
39
ECOOM
“Als je vooral kijkt naar de
publicaties in de internationale
A-rated tijdschriften – en je je
financiering eenzijdig baseert op
de Web of Science – dan grijpen
onderzoekers al te vaak naast
belangrijke financieringsbronnen”
Prof. Nicol Keith
“De publicatiepatronen in de SHW verschillen immers grondig van de output uit
de natuur- en biomedische wetenschappen. Als je vooral kijkt naar de publicaties
in de internationale A-rated tijdschriften –
en je je financiering eenzijdig baseert op
de Web of Science – dan grijpen SHWonderzoekers al te vaak naast belangrijke
financieringsbronnen. In Vlaanderen zal
de uitbouw van het Vlaams Academisch
Bibliografisch Bestand voor de Sociale en
Humane Wetenschappen (VABB) binnenkort toelaten om niet alleen een bredere
waaier aan tijdschriftpublicaties, maar
ook boekpublicaties e.d. in de SHW in rekening te brengen. Dit is een ontzettend
belangrijke stap om de wetenschappelijke output in de SHW beter te erkennen
en te valoriseren.”
Carrièrebegeleiding van academische onderzoekers is
cruciaal
“Hoe wetenschappelijk relevant is het
onderzoek dat een jonge onderzoeker
verricht? Hoe baanbrekend is het op internationaal gebied? En waar bevindt hij
zich in vergelijking met peers wereldwijd?
Bibliometrische gegevens geven ook de
individuele onderzoeker heel waardevolle
informatie over de kwaliteit van zijn we-
WAT DOET ECOOM?
Het Expertisecentrum Onderzoek en Ontwikkelingsmonitoring (ECOOM) van de
Vlaamse Gemeenschap is een interuniversitair consortium van alle Vlaamse universiteiten. ECOOM ontwikkelt indicatoren rond Onderzoek & Ontwikkeling (O&O) en innovatie
voor de Vlaamse overheid. Dit indicatorensysteem moet de Vlaamse overheid helpen
om de inspanningen op vlak van innovatie
en O&O in Vlaanderen in kaart te brengen en
vormt de basis voor financieringsmodellen en
(inter)nationale
onderzoeksrapportering.
ECOOM werkt hierbij nauw samen met alle
relevante actoren in het Vlaamse O&O-landschap: universiteiten, onderzoeksinstellingen, industrie en de betrokken beleidsinstellingen (zoals FWO, IWT en EWI).
40
HET JAARLIJKSE COLLOQUIUM
Het ECOOM-colloquium wordt elk jaar
door een andere Vlaamse universiteit
georganiseerd. De voorbije jaren stelde
de gastuniversiteit op dit congres haar
eigen ECOOM-onderzoekslijn voor aan
een bredere groep stakeholders. Omdat de UHasselt tot nu toe zelf geen
eigen actieve onderzoekslijn binnen
ECOOM opnam, greep de universiteit
deze gelegenheid aan om vermaarde
sprekers uit binnen- en buitenland uit
te nodigen op het congres om een kritische blik te werpen op de activiteiten
van ECOOM.
ECOOM EN DE UHASSELT
Vanaf 2014 zal de UHasselt een onderzoeksopdracht binnen ECOOM opnemen. “De UHasselt heeft in opdracht van
de Vlaamse overheid al een analyse gemaakt rond onderzoeksrapportering door
de Vlaamse universiteiten. Daaraan gekoppeld hebben we ook aanbevelingen
voor de toekomst geformuleerd”, vertelt
Ann Peters, directeur Onderzoekscoördinatie. “In opvolging van deze opdracht
gaat de UHasselt binnen ECOOM een
specifiek werkpakket rond onderzoeksrapportering, classificatiebeheer en het
gebruik van de hieraan gekoppelde codes coördineren.”
ECOOM
tenschappelijke prestaties. En dat is belangrijk, want de tijd dat iedere doctorandus kon dromen van een academische
carrière ligt al lang achter ons”, zegt prof.
dr. Keith. “Het is natuurlijk wel belangrijk
dat de universiteit haar onderzoekers zo
goed mogelijk begeleidt en ondersteunt
in die - erg veranderende - loopbaan.
Goed uitgebouwde doctoral schools kunnen hier een rol in spelen.”
“Een goede loopbaanbegeleiding van
jonge onderzoekers en hoogstaand kwalitatieve doctoral schools zijn inderdaad
cruciaal”, beaamt Ann Peters. “Als je de cijfers van de internationale tevredenheidsbevragingen van universitaire onderzoekers bekijkt, dan zie je dat we in Vlaanderen al heel erg investeren in de omkadering van jonge onderzoekers en dat onze
inspanningen ook renderen. In Vlaanderen geven meer dan 8 op 10 jonge onderzoekers immers aan erg tevreden te zijn
met hun reeds doorlopen onderzoekstraject. En we moeten ook blijven investeren
in die begeleiding. De UHasselt was in
2011 de eerste Vlaamse universiteit die
van de Europese Commissie het prestigieuze label HR Excellence in Research
mocht ontvangen en we zijn vastbesloten
om in de toekomst onze inspanningen
nog naar een hoger niveau te tillen.” ■
Dr. Rüdiger Klein.
360°-BLIK OP EVALUATIE VAN ONDERZOEKSIMPACT
Ann Peters (directeur Onderzoekscoördinatie) en prof. dr. Paul Janssen (vicerector Onderzoek) met dr. Rüdiger Klein en prof. Nicol Keith.
Professor Nicol Keith is een gerenommeerd onderzoeker in moleculaire oncologie aan de Universiteit van
Glasgow. Daarnaast is hij actief in evaluatiepanels van diverse Europese programma’s. “Door zijn ervaring als onderzoeker en als evaluator is hij perfect
geplaatst om een 360°-beeld te schet-
sen van de evaluatie van onderzoeksimpact”, zegt Ann Peters.
Dr. Rüdiger Klein kan terugblikken op
een impressionante, internationale onderzoeksloopbaan in de humane wetenschappen. Hij was verantwoordelijk voor
interdisciplinair onderzoek en strategie
bij de European Science Foundation
(Humanities) en – meer recent - als
directeur van de European Federation
of National Academies of Sciences en
Humanities (ALLEA). Als evaluator en
consultant droeg hij bij tot de transnationale STI-ventures van o.a. de EU,
UNESCO en de Wereldbank.
41
JAIPUR
MISSIE INDIA
“ALS JE VERTREKT MET DE
IDEE DAT JE DE WERELD GAAT
VERANDEREN, DAN BEN JE
BIJ VOORBAAT AL VERLOREN”
“Ik ben destijds geneeskunde gaan studeren omdat ik een verschil wou maken in het leven van mensen”, vertelt
Liselore Loverix. “Dat klinkt misschien als naïef idealisme, maar toch is dat nog steeds mijn drijfveer om een goede
arts te worden. Het is ook vanuit die overtuiging dat ik afgelopen zomer samen met drie medestudenten vijf weken
naar Jaipur (India) trok.” Naïef kan je deze 21-jarige geneeskundestudente bezwaarlijk noemen. Liselore Loverix is een
sterke, jonge en mature vrouw die met een open blik en zonder al te grote verwachtingen dit grote Indiase avontuur
omarmde. Back to the basics van de geneeskunde. In een kleurrijk, gekruid land met warme, geduldige mensen.
Ver van huis
“De UHasselt had ons goed voorbereid
op onze inleefstage. We wisten wat we
mochten verwachten en hadden een hele
selectieprocedure doorlopen”, zegt Liselore Loverix enthousiast. “En toch ben je
nooit helemaal voorbereid op wat je daar
te wachten staat. Dat werd ons meteen
duidelijk vanaf het ogenblik dat we in India landden. Tijdens de autorit naar onze
slaapplaats zagen we Indiërs slapen op de
grond, soms zelfs in het midden van de
weg of tussen honden. Dat was voor ons
wel even slikken. Op dat moment voel je
dat je ver weg bent van huis.”
Gezondheidszorg voor iedereen
“De grootste schok kregen we bij ons
bezoek aan het gouvernementele ziekenhuis. Hier in het Westen is onze geneeskunde gebaseerd op het principe
dat iedereen de zorg krijgt die hij verdient.
Dat dit in India een stuk minder evident
is, werd bij dat eerste bezoek meteen
pijnlijk duidelijk. De zorg in zo’n gouvernementeel ziekenhuis is gratis en dat is
fantastisch, maar het betekent ook dat
de hulpverleners ter plaatse de grote patiëntenstromen nauwelijks aan kunnen.
42
Honderden mensen schuiven netjes aan
in ellenlange rijen. Je ziet ouders met ijlende kinderen op de arm. Kinderen met
hoge koorts die dringend medische hulp
nodig hebben. Doodzieke mannen en
vrouwen, die niet meer op hun benen
kunnen staan en op de grond in de vuile
gangen liggen te wachten. In die gangen liggen ook patiënten met sondes en
baxters op matrassen op de grond. En
overal zie je familieleden voor de zieken
zorgen, want de dokters en verpleegsters
hebben alleen maar tijd voor het medische aspect”, legt Liselore uit. “Al die
zieken wachten braaf hun beurt af aan
het loket. Daar krijgen ze een nummer
waarmee ze opnieuw achteraan in de
rij kunnen aanschuiven bij de juiste medische dienst. En dan moeten ze hopen
dat ze snel een arts kunnen consulteren,
want om vijf uur sluit het ziekenhuis onverbiddelijk de deuren. Ongeacht hoeveel
mensen er nog in de rij staan te wachten.
Ongeacht de ernst van de klachten waarmee zij kampen.”
Idealisme versus realiteit
“Op tv-programma’s als Missie Mosango
zie je hoe doorwinterde medische hulpverleners opbotsen tegen de beperkingen van de lokale gezondheidszorg. Voor
ons – idealistische derdejaarsstudenten
geneeskunde – kwam deze confrontatie
bikkelhard aan. Dat eerste moment kan je
daar echt niet mee omgaan. Je kan dat
niet vatten, want je wil dokter worden. En
dokters moeten mensen helpen. Die sluiten niet zomaar hun kantoor omdat het
vijf uur is terwijl er nog twintig zwaar zieke
patiënten al een hele dag in de rij staan.
Na dat bezoek hebben we urenlang geen
woord tegen elkaar gezegd. We konden
alleen maar stil zijn. Doodstil”, vertelt Liselore. “Nadien hebben we daar lang met
onze begeleidende arts over gepraat.
Dokter Muriël Vermariën heeft alles goed
gekaderd. En dan besef je natuurlijk wel
dat je niet zomaar onze westerse standaarden op die Indiase ziekenhuizen kan
projecteren. De dokters ter plaatse doen
ontzettend hard hun best om goede – en
gratis – zorg te verlenen aan alle hulpbehoevenden. Ze kunnen nu eenmaal niet
dag en nacht werken. Toen we de tweede
keer naar dat ziekenhuis terugkeerden,
bekeken we daardoor alles ook vanuit een
ander perspectief. En dat is nodig.”
Met kleine stapjes vooruit
De vier UHasselt-studenten werkten
vooral in een klein plaatselijk ziekenhuisje
in de sloppenwijken van Jaipur. Het zie-
JAIPUR
kenhuis, dat werd opgericht door de Belgische organisatie Opus III, had een eigen
apotheek, lab, operatiezaaltje en consultatieruimte voor een huisarts, gynaecoloog en orthopedist. Opus III investeerde
de afgelopen vijftien jaar in de bouw en de
werking van dispensaria, schooltjes voor
kinderen uit lage kasten, een weeshuis
en een arbeidscentrum voor vrouwen in
Jaipur.
“Geen grote medische heldendaden
die de wereld veranderen, maar
kleine, concrete acties die echt
een verschil maken”
“Aleide, Kaatje, Sarah en ik gingen vooral aan de slag in het dispensarium van
Hasanpura A. Tijdens de vijf weken dat
we in Jaipur verbleven, volgden we daar
de bevallingen mee en zetten we onze
schouders onder het medische schooltoezicht voor de 1.500 kinderen in die
wijken. Geen grote medische heldendaden die de wereld veranderen, maar kleine, concrete acties die echt een verschil
maken. We inventariseerden eenvoudige
parameters als het gewicht en de lengte,
probeerden hun vaccinaties in kaart te
brengen en controleerden de kinderen
op onder andere luisjes en wonden. We
legden hen uit hoe ze hun tanden moeten poetsen, leerden hen op een speelse
manier hun handen wassen met zeep en
probeerden de moeders duidelijk te maken dat ze hun kindjes niet alleen moeten wassen, maar ook moeten afdrogen
met een handdoek. Heel wat leerlingen
hadden immers last van schimmels: die
konden op die manier al makkelijk vermeden worden. Beetje bij beetje merkten we dat we vooruitgang boekten. Na
een paar weken zagen de kinderen er
effectief properder uit en wasten zij zelf
spontaan hun handen met zeep nadat
43
JAIPUR
“Je kan dat niet vatten, want je wil
dokter worden. En dokters
moeten mensen helpen. Die
sluiten niet zomaar hun kantoor
omdat het vijf uur is terwijl er nog
twintig zwaar zieke patiënten al
een hele dag in de rij staan”
ze naar toilet waren geweest. Dat is een
hele verwezenlijking. Daaraan zie je ook
dat je kinderen een stuk makkelijker kan
bijsturen. Volwassenen vervallen veel
sneller weer in hun oude gewoontes.”
Playtime
“Omdat ik zelf heel actief betrokken ben
bij jeugdwerk viel me meteen op dat Indiase kinderen amper speelden. In het
jongensinternaat waar wij verbleven, zag
je alle leerlingen om 8 uur ’s ochtends al
netjes in hun schooluniform aan het ontbijt. En hoewel de school voor de kleintjes pas om 13 uur begon, zaten zelfs
de allerkleinste kleuters van 8 tot 13 uur
44
gewoon braaf te wachten aan de schoolpoort tot hun lessen begonnen. Probeer
dat hier maar eens met je kind van drie
jaar”, lacht Liselore. “En na het avondeten
was het meteen weer tijd voor studie.
Discipline vinden Indiërs enorm belangrijk, maar fantasie wordt niet getriggerd.
En dat was ook de Opus III-vrijwilligers
die ons voorgingen al opgevallen. Jaren
geleden al riepen zij playtime in het leven.
Elke dag speelden ze een uurtje samen
met de kinderen van het internaat. Een
initiatief dat wij maar al te graag verderzetten. We speelden heel eenvoudige
spelletjes zoals Schipper mag ik overvaren… Dat werkte goed en snel. En het gaf
ontzettend veel voldoening. De kinderen
Liselore Loverix, met op het
scherm haar medestudenten.
reageerden heel enthousiast en keken
elke dag uit naar een nieuwe playtime.
Het werd zo’n succes dat we het initiatief
ook elders in de sloppenwijken organiseerden. Elke keer kwamen er een 70-tal
kinderen met ons spelen. En het initiatief
is geen stille dood gestorven toen wij terug huiswaarts keerden. Tot op vandaag
organiseren de oudste jongens van het
internaat nog elke dag playtime voor de
jongere kinderen. Dat doet me ontzettend
veel plezier.”
Arm, armer, armst
“Mijn inleefstage naar India heeft mijn blik
op de wereld veranderd. Op medisch
JAIPUR
vlak was deze ervaring een eye-opener.
Ik heb geleerd om met weinig middelen te
werken. Zonder dure onderzoeken, vaak
zelfs zonder stroom, gewoon de patiënt
die voor jou zit proberen te helpen. Dat
is de basis van geneeskunde, hè”, zegt
Liselore overtuigd. “Bovendien besef je
daar pas goed hoe preventief onze westerse gezondheidszorg werkt. Van zodra
mensen hier klachten ervaren, gaan ze
naar de dokter en worden ze behandeld.
En zo hoort het ook natuurlijk. In India
verlies je als je ziek wordt meteen je inkomen. Daardoor blijven de meeste Indiërs veel te lang werken en zoeken ze pas
hulp als het eigenlijk al te laat is. Als arts
is dat confronterend. En bijzonder frustrerend, want op dat moment kan je vaak
niet veel meer voor hen doen.”
“Hoewel ik in Jaipur meermaals ben
aangelopen tegen mijn persoonlijke beperkingen en tegen die van de lokale gezondheidszorg, heeft mijn inleefstage me
zeker niet bitter gemaakt. Integendeel.
In India heb ik geleerd om te wachten,
te berusten en om je familie en het leven
echt te koesteren. Indiërs zijn bijzonder
gastvrije en lieve mensen. Het leven heeft
er meer kleur, het eten is er meer gekruid.
Waar ik de eerste dagen in India - bij de
aanblik van zoveel ellende en armoede immens veel medelijden met de Indiërs
voelde, ben ik eerder naar huis gekeerd
met de gedachte ‘Wij, arme westerlingen’. Het leven raast hier in zo’n ijltempo
aan ons voorbij dat wij veel vaker vergeten waar het echt om draait.”
INLEEFSTAGE IN JAIPUR:
TO BE CONTINUED…
De UHasselt kan terugblikken op een rijke traditie van inleefstages voor geneeskundestudenten. Zo trokken Liselores voorgangers o.a. al naar Kolkata (India),
Mali en Congo. Deze inleefstage naar Jaipur was voor de faculteit Geneeskunde
en levenswetenschappen een primeur, maar het project van Opus III waaraan zij
participeerden, bestaat al 15 jaar. Met de hulp van heel geëngageerde bestuursleden, Belgische en Indiase vrijwilligers en studenten werd het programma uitgebouwd tot wat het vandaag is. Deze vier UHasselt-studenten zetten enthousiast hun schouders onder de bestaande initiatieven en namen een duidelijke
rol op zich:
- Aleide Vandewal concentreerde zich vooral op het gebruik en de verwerking na
gebruik van injectiemateriaal in het dispensarium van Hasanpura A.
- Sarah Hoedemakers observeerde de handhygiëne van het personeel in het dispensarium en probeerde de verpleging, laborant en artsen te motiveren tot extra
hygiëne via richtlijnen van de WHO.
- Kaatje Vissenaekens observeerde de diagnosestelling en het voorschriftgedrag
van de plaatselijke huisarts om uiteindelijk in samenwerking met de apotheker van
het dispensarium aangepaste zorgplannen op te stellen voor de courantste aandoeningen. Op die manier moet een kwalitatieve maar goedkopere zorg in de toekomst
mogelijk worden.
- Liselore Loverix focuste op de vaccinaties van de leerlingen. Welke inentingen
kregen ze al? Welke zijn nog noodzakelijk? Dankzij de kennis over de vaccinatiestatus zullen de kinderen vanaf volgend jaar via het systeem van medische schoolonderzoeken inhaalvaccinaties toegediend krijgen.
Volgende zomer trekken vijf andere UHasselt-studenten naar Jaipur. Zij zullen deze
opgestarte initiatieven voortzetten.
45
OVER DE GRENZEN
UHasselt sluit
samenwerkingsakkoord met Pakistan
“In een geglobaliseerde wereld is sharing minds and sharing skills toward a better life een belangrijke missie
voor een universitaire gemeenschap”, zegt prof. dr. Paul Janssen, vicerector Onderzoek van de UHasselt. Vanuit
die filosofie ondertekenden de UHasselt en het Pakistaanse ministerie van Onderwijs op 24 oktober 2013 een
samenwerkingsakkoord waardoor Pakistaanse studenten vanaf nu een master- of doctoraatsprogramma in
Transportation Sciences, Statistics en Management kunnen volgen aan de UHasselt. Hun opleiding wordt volledig
gefinancierd door de Pakistaanse overheid. De UHasselt is de eerste Belgische universiteit die een dergelijk
akkoord heeft afgesloten met Pakistan.
Ticket tot de beste jobs
“Een Europees diploma staat in Pakistan
hoog aangeschreven en biedt er uitzicht
op de beste jobs”, zegt prof. dr. ing. Ansar
Yasar van het Instituut voor Mobiliteit
(IMOB) en een van de drijvende krachten
achter deze overeenkomst. “Toch komen
er maar weinig landgenoten naar België
om verder te studeren. Met dit akkoord
willen we meer Pakistaanse jongeren de
kans geven om aan de Universiteit Hasselt hun diploma of doctoraat te behalen,
België beter te leren kennen en om te excelleren in hun latere loopbaan.”
46
Bijdrage aan economische ontwikkeling in Pakistan
Dit samenwerkingsakkoord met Pakistan, een land met 185 miljoen inwoners,
zal het internationale profiel van de UHasselt verder versterken. “We kijken ernaar
uit om deze ambitieuze Pakistaanse
jongeren te verwelkomen op onze campussen. Door hen toegang te geven tot
masterprogramma’s die inhoudelijk voortvloeien uit een sterke onderzoeksexpertise, leveren we ook een eigen, zinvolle
bijdrage aan de verdere economische
ontwikkeling van Pakistan”, zegt rector
Luc De Schepper. In de overeenkomst
werd immers opgenomen dat studenten,
na het behalen van hun masterdiploma of
doctoraatstitel, terugkeren naar Pakistan
om braindrain te voorkomen.
Big in Pakistan
Dankzij dit samenwerkingsakkoord konden dit academiejaar al een tiental Pakistaanse studenten hun opleiding starten
aan de UHasselt. En dat is groot nieuws
in Pakistan: het bezoek van ambassadeur Munawar Saeed Bhatti (foto) aan de
UHasselt, en de ondertekening van het
samenwerkingsakkoord, haalde er uitgebreid het nationale nieuws.
OVER DE GRENZEN
Werk van architectuurstudenten op
grootste designbeurs van Azië
België was dit jaar het gastland op de gerenommeerde Business of Design Week in Hongkong. De grootste
designbeurs van Azië richtte alle spots op Belgische architectuur, design en mode. En tussen al die artistieke
pareltjes prijkte ook het werk van de UHasselt-masterstudenten architectuur. De UHasselt werkte, onder leiding van
Peter Bongaerts en Nick Ceulemans, voor dit project samen met de Chinese University of Hong Kong.
Nieuwe architecturale horizonten verkennen
De Hasseltse masterstudenten architectuur werkten een semester lang aan een
masterplan voor de bouw van een reusachtig depot in de buurt van het station,
een shopping mall en woontorens in Dalang. “Een industriezone als Dalang, waar
een half miljoen mensen (van wie 98%
jonge, werkende migranten) wonen op
een bebouwde oppervlakte van 17.8 vierkante kilometer: dat kennen wij in België
niet. Met deze opdracht werden studenten uitgedaagd om los te breken uit hun
eigen culturele achtergrond en nieuwe
architecturale strategieën te ontwikkelen.
En dat was een boeiend proces”, aldus
Peter Bongaerts.
Internationalisering is belangrijk
“Dit soort internationale opdrachten
ontzettend belangrijk om het blikveld
studenten te verruimen: architecten
ven immers vorm aan de leefwereld
zijn
van
gevan
mensen, waar ook ter wereld”, zegt Rob
Cuyvers, decaan van de faculteit Architectuur en kunst. “Bovendien gaf deze
opdracht ons de unieke kans om ons te
meten met en te leren van architecten uit
andere delen van de wereld.”
Extra budget voor reisbeurzen UHasselt-studenten
De UHasselt heeft recent een schenkingsovereenkomst ter waarde van 30.000 euro afgesloten met Belisol.
Dat bedrijf engageert zich de komende drie jaar om reisbeurzen voor studenten, in het kader van universitaire
ontwikkelingssamenwerking, te financieren. “Met meer dan 25 beursaanvragen op jaarbasis is dit een zeer
gewaardeerd en welkom gebaar”, aldus rector Luc De Schepper.
Vanuit de idee van ‘science sharing’ is de
UHasselt al heel wat jaren actief binnen
universitaire ontwikkelingssamenwerking
(UOS). Daarbij trekt de universiteit niet alleen studenten en docenten uit het Zuiden aan (voor een studie, doctoraat, lesopdracht…), maar biedt ze, omgekeerd,
ook Vlaamse studenten en onderzoekers
de mogelijkheid om ervaring in het Zuiden op te doen. Zo vertrekken elk jaar
een groot aantal UHasselt-studenten met
een reisbeurs voor een ontwikkelingsrelevante stage of onderzoek naar landen als
India, Vietnam, Mali en Congo.
Groot succes
Deze reisbeursformule zit, net als in de
rest van Vlaanderen, in de lift. Het aantal
aanvragen ligt vandaag aanzienlijk hoger
dan het aantal beschikbare beurzen. Na
de integratie van de academische opleidingen van XIOS Hogeschool en PHL (die
nu samen Hogeschool PXL vormen, red.)
is het aantal aanvragen aan de UHasselt
verder toegenomen. Om zoveel mogelijk studenten de kans te blijven bieden
op een unieke stage of onderzoek in het
Zuiden, is de UHasselt dan ook steeds
op zoek naar bijkomende financieringspartners. VLIR-UOS is in dat verband al
jarenlang een belangrijke speler en ook
de Stad Hasselt maakte in het verleden
al het nodige geld vrij. En nu is er dus ook
de overeenkomst met Belisol, waarbij gedelegeerd bestuurder Eugène Alen zich
recent engageerde om gedurende drie
opeenvolgende jaren telkens 10.000 euro
ter beschikking te stellen voor de financiering van reisbeurzen. “Een meer dan
welkom en gewaardeerd gebaar”, aldus
prof. dr. Luc De Schepper, rector van de
UHasselt.
47
INFODAGEN 2014
ZATERDAG 15 FEBRUARI 2014
13u30 - 16u30
ZATERDAG 22 MAART 2014
13u30 - 16u30
ZATERDAG 26 APRIL 2014
10u00 - 13u00
MAANDAG 25 AUGUSTUS 2014
14u00 - 17u30
Voor meer info en om je vooraf in te schrijven,
kan je terecht op www.uhasselt.be/infodagen
Campus Hasselt | Martelarenlaan 42 | 3500 Hasselt
Campus Diepenbeek | Agoralaan Gebouw D | 3590 Diepenbeek
www.uhasselt.be
Deze brochure is gedrukt op papier gecertificeerd door
de Forest Steward Council (FSC). Deze organisatie promoot
en waarborgt een verantwoord bosbeheer dat economisch
leefbaar, milieuvriendelijk en sociaal rechtvaardig is.