Universiteit Hasselt MAGAZINE België - Belgique PB 3500 Hasselt 1 12/867 afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 erkenning: P303505 MISSIE INDIA: ENGAGEMENT ZONDER GRENZEN Nummer 1 • januari 2014 • jaargang 9 • Verschijnt vier keer per jaar INHOUD 4 40 JAAR STUDENTENLEVEN Waar iedereen elkaar kent en er altijd wel een feestje is 8STATISTIEK 8 2013: EEN JAAR VOL (FEESTELIJKE) CIJFERS VOOR STATISTIEK AAN DE UHASSELT 10 WAAROM UHASSELT-STATISTICI WERELDWIJD ZULKE HOGE TOPPEN SCHEREN 12 CENSTAT DE WERELD ROND 14 ALUMMNI 14 VLIEGENDE START VOOR CONTINÉO 16 DE JAREN ‘70 Op het juiste moment de juiste keuzes maken 19 DE JAREN ‘80 De sleutel tot succes? Dat is passie! 22 DE JAREN ‘90 If you can dream it, you can do it 25 DE JAREN ‘00 Als ondernemersbloed door je aderen stroomt 28 STRAFFE DOCTORATEN VAN NIEUWE OPLEIDINGEN 31 UHASSELT WAS ERBIJ 32 UHASSELT IN ACTION COLOFON Hoofdredactie: Koen Santermans Eindredactie: Arne Biesmans Redactie: Ann T ‘Syen Vormgeving: Dave Bosmans Fotografie: Liesbeth Driessen Marc Withofs Mine Dalemans Karel Hemerijckx Druk: Profeeling Verantwoordelijke uitgever: Marie-Paule Jacobs beheerder UHasselt Universiteit Hasselt | Campus Hasselt Martelarenlaan 42 | BE-3500 Hasselt 02 39 ECOOM 42 MISSIE INDIA 46 OVER DE GRENZEN WOORD VOORAF 2013 was voor de UHasselt een jaar van heel wat mijlpalen. Het jaar waarin we onze veertigste verjaardag vierden, werd gekleurd door inspirerende ontmoetingen met boeiende alumni, gerenommeerde professionals en gevestigde academici uit binnenen buitenland. En het bezoek van het nieuwe koningspaar gaf ons feestjaar nog extra glans. In 2013 stond de UHasselt niet alleen stil bij haar ontstaansgeschiedenis. We schreven ook geschiedenis en maakten de grootste groeispurt van de voorbije veertig jaar. In één beweging versterkten we ons onderwijsaanbod met vier nieuwe, succesvolle opleidingen, richtten we twee nieuwe faculteiten op, verwelkomden we honderden nieuwe collega’s en verdubbelden we het aantal UHasselt-studenten. De nieuwe opleidingen voegen kleurrijke, nog onbekende disciplines toe aan ons onderzoekspalet. Ze verbreden én verrijken onze wetenschappelijke blik op de wereld en brengen de UHasselt weer een stap dichter bij een universitas in de breedste zin van het woord. De dynamiek die 2013 typeerde, willen we de volgende jaren nog verder aanzwengelen. We zetten de poorten van onze universiteit wagenwijd open zodat alle kennis en expertise die binnen de universiteitsmuren ontwikkeld wordt, zoveel mogelijk kan doorstromen naar de wereld daarbuiten. Als regionale universiteit is de UHasselt vastbesloten haar opleidingsaanbod en onderzoeksactiviteiten zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij de specifieke noden van haar regio. We willen immers dat de regio, waaraan de groei van de UHasselt schatplichtig is, mee de vruchten plukt van ons succes. Omdat het SALK-plan duidelijk aangaf dat het Limburgse bedrijfsleven schreeuwt om praktijkgerichte bachelors en masters in de handelswetenschappen, zetten we in 2014 onze schouders onder de uitbouw van deze (voor Limburg) nieuwe opleiding. En met de oprichting van een eigen Business School willen we ook inspelen op de concrete opleidingsnoden van talentvolle Limburgse professionals. Want leren is een levenslang proces geworden. ‘Bijblijven’ is al lang geen optie meer. En kennis doet groeien. In 2014 gaan we verder op de ingeslagen weg en verstevigen we ook onze onderzoeks- en innovatiebasis met enkele heel concrete acties. De Ecotrons in het Nationaal Park Hoge Kempen - een state of the art infrastructuur voor milieu- en klimaatonderzoek die uniek is in Europa - zullen wetenschappers uit de hele wereld naar Limburg brengen. De inbedding van een onderzoeksgroep van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) in ons Biomedisch Onderzoeksinstituut (BIOMED) biedt niet alleen immense, nieuwe opportuniteiten voor onze universiteit, maar ook voor de verdere ontwikkeling van de lifesciences in onze regio. Met het nieuwe strategische onderzoekscentrum voor de maakindustrie wil de UHasselt mee helpen om via product- en procesinnovatie de competitiviteit van de Vlaamse maakindustrie op te krikken. En met het applicatiecentrum voor beton willen we heel concreet de Limburgse bouwsector helpen innoveren. 2013 was een boeiend en intens jaar voor de UHasselt. En 2014 dient zich nu al aan als een waardige opvolger. Het wordt een fascinerend jaar met nieuwe kansen. Twaalf maanden vol stimulerende ontmoetingen, beloftevolle projecten en prachtige uitdagingen. Wij kijken er alvast naar uit! Luc De Schepper 03 40 JAAR STUDENTENLEVEN WAAR IEDEREEN ELKAAR KENT EN ER ALTIJD WEL EEN FEESTJE IS “Naar de universiteit gaan? Dat is je horizon verruimen op alle mogelijke manieren. En een plezant studentenleven hoort daar ook bij”, stelt Werner Smits, oud-praeses van Miezerik. Dat de oudste studentenvereniging van de UHasselt net zo lang bestaat als de universiteit zelf, zal dan ook niemand verbazen. Maar is het Limburgse studentenleven de afgelopen veertig jaar veranderd? En wat maakt dat UHasselt-gevoel zo speciaal? UHasselt Magazine sprak met de eerste, de twaalfde en de veertigste praeses van Miezerik. Dirk Remans, Werner Smits en Xander Jackers: drie mannen met een missie. 04 40 JAAR STUDENTENLEVEN we elkaar veel beter kennen en kon het studentenleven beter en hechter groeien. Hier in Limburg heerste een warme, familiale gezelligheid onder studenten. Tijdens mijn licenties in Leuven heb ik dat ontzettend gemist.” “Dat horen we vandaag ook nog vaak. Studenten die in een andere studentenstad verder studeren, keren nog vaak terug naar onze activiteiten. Ze hebben oprecht heimwee naar dat Limburgse studentenleven. En dat begrijp ik eigenlijk maar al te goed”, zegt Xander Jackers, de huidige praeses van Miezerik. “Hier ben je echt iemand. Iedereen kent elkaar en op eender welk moment van de dag kan je gewoon je jas aantrekken en naar de campus, de Borly of de Stiemer gaan. Je weet gewoon dat er altijd wel iemand zal zijn die je kent en met wie je kan praten of met wie je een pint kan drinken. Dat UHasselt-community-gevoel onder studenten is echt wel uniek.” Altijd wel een feestje Tussen de koeien “Veertig jaar geleden viel hier eigenlijk maar heel weinig te beleven”, vertelt Dirk Remans, de allereerste praeses van Miezerik. “De campus in Diepenbeek lag letterlijk tussen de koeien. ’s Morgens kwam je met de bus naar de universiteit en ’s avonds ging je terug naar huis. Alle tijd daartussen spendeerde je op de campus. In de buurt waren er geen cafés of andere plekken waar je naartoe kon. De agora was dé ontmoetingsplek bij uitstek.” “Dat was bij ons precies hetzelfde”, lacht Werner Smits, die in 1984 de praesesfakkel overnam. “Ik heb die aparte, ietwat geïsoleerde setting van de universiteitscampus altijd als een grote sterkte ervaren. Omdat alle studenten op de campus zelf bleven rondhangen, leerden “Studentenverenigingen spelen aan de UHasselt een heel belangrijke rol. Zij kruiden het studentenleven en brengen mensen samen. Drie kwart van alle geneeskundestudenten is lid van Miezerik. Dat is niet niks”, vertelt Xander Jackers trots. “We organiseren niet alleen fuiven en cantussen, maar ook kaas- en wijnavonden, fakbars, quiz-avonden, themafuiven en sporttoernooien. En ook de andere Diepenbeekse studentenverenigingen hebben een rijk en gevarieerd aanbod en proberen origineel uit de hoek te komen. Daardoor is er hier altijd wel iets te beleven. Als we een fuif willen organiseren, moeten we bijna vechten voor een vrije datum in de Fitlink.” ► 05 40 JAAR STUDENTENLEVEN Dirk Remans, allereerste praeses van Miezerik. Hij is nu project manager IT bij GO! (Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap). “Van zoveel dynamiek en gezelligheid hadden we in de beginjaren enkel kunnen dromen”, glimlacht Dirk Remans. “Wij wisten als 18-jarigen eigenlijk zelf helemaal niet hoe een fijn studentenleven er moest uitzien. We hadden daar totaal geen ervaring mee en moesten het doen met de sappige verhalen van studenten die elders al een jaar gestudeerd hadden. Hun anekdotes over cantussen en fuiven spraken tot de verbeelding. Dat wilden wij ook. Maar hoe we het moesten aanpakken? Dat was een andere zaak. Het is niet gemakkelijk om ineens een cantus te leiden als je er nooit eentje had bijgewoond. En als je zelf niet kon drinken.” “Een cantus gaat eigenlijk ook niet om het drinken, hè”, zegt Werner Smits. “Het gaat om gezellig samenzijn en zingen. Wij hadden speciale, keramische drinkbekers laten ontwerpen zodat niemand kon zien hoeveel er precies gedronken werd. Als je de blauwe bladzijden volgt in je codex, heb je gegarandeerd veel plezier.” “Dat is een goede tip: die keramische drinkbekers”, knikt Xander Jackers. “Wij werken met plastic bekers en dan wordt er best wel wat bier verzet. Maar het klopt: eigenlijk draait een cantus daar niet om.” Vaten aansluiten en filmrollen repareren “Dat eerste jaar werkten we nog niet met lidmaatschap. We organiseerden gewoon een cantus of een filmavond in 06 de H2 en wie wou komen, was welkom”, zegt Remans. “Die filmavonden hadden toen veel meer voeten in de aarde dan vandaag”, gaat Werner Smits enthousiast voort. “Je moest de film die je wou vertonen bestellen bij de filmverdeler en gaan ophalen bij de NMBS in Hasselt. Als de filmrol brak, dan moest je hem zelf ook nog plakken. Anders was er gewoon geen film.” Dirk Remans: “Fuiven werden pas vanaf het tweede jaar ingericht toen de Villicus er kwam. Voordien was er geen locatie om een fuif te organiseren.” “Zo helemaal van nul af aan beginnen: dat moet niet eenvoudig geweest zijn”, zegt Xander Jackers. “Toen de UHasselt vorig jaar voet zette op Hasseltse bodem, moesten de studentenverenigingen daar ook op zoek naar nieuwe locaties om het uitgaansterritorium van de studenten verder uit te breiden. Het aanbod in Hasselt is dan misschien veel rijker en gevarieerder: van bruine cafeetjes en hippe loungebars tot danscafés en discotheken, maar de zoektocht naar een geschikte fuifzaal verliep ook niet zonder slag of stoot. En de Diepenbeek-fuiven zijn natuurlijk legendarisch. Het is niet evident om daar tegen op te boksen.” Vrienden voor het leven “In andere studentensteden zijn er vaak verschillende fuiven op hetzelfde moment. Studenten gaan dan van de ene fuif naar de andere of ze gaan nog even iets drinken in een café. Zonder gsm is het er maar moeilijk om af te spreken”, vertelt Xander Jackers. “Dat kan je niet vergelijken met de typische Diepenbeekfuiven: iedereen komt hier in allerbeste stemming aan en blijft de hele avond daar. Je hoeft ook nergens anders naartoe te gaan, want iedereen die je kent, is er. En iedereen heeft zin in een feestje.” “Zo herinner ik het mij ook. Op die manier was het ook heel makkelijk om nieuwe mensen te leren kennen”, zegt Werner Smits. “Hier in Diepenbeek heb ik mijn vrouw – de mooiste schachtin van haar jaar – en mijn beste vrienden leren kennen. En mijn oude kotgenoten en praesidiumleden zie ik na al die jaren nog steeds terug. In juli – eerder hadden we geen tijd – hielden we ons kerstfeestje, compleet met slingers en vrolijke kerstmuziek. En samen met een aantal oud-praesessen van Miezerik hebben we nog steeds een clubje. Met onze eigen linten en onze gepersonaliseerde drinkbekers. Tot op vandaag houden we die herinneringen aan onze studententijd nog steeds levend.” De praeses-titel: een erezaak “Onze thema-avonden waren memorabel. Iedereen deed zijn uiterste best om zich compleet uit te dossen in het thema van de fuif”, vertelt Werner Smits enthousiast. “Op onze Al Capone-fuif kwam iedereen in fancy jaren ’20-stijl. En voor onze Romeinse cantus waren we al we- 40 JAAR STUDENTENLEVEN Werner Smits, die in 1984 de praesesfakkel overnam, is nu huisarts. ken op voorhand in de weer om de zaal te hullen in de juiste sfeer. De leden van het praesidium lagen al als echte Romeinse keizers in witte gewaden op ligbedden. Buiten hing er een varkentje aan het spit. En de schachten bedienden ons de hele avond. Aan hun rode kleren veegden wij onze monden schoon. Dat waren tijden. Het studentenleven bloeide welig. Onze doop-td moesten we organiseren in de Grenslandhallen, want iedereen wou erbij zijn. Op zo’n moment praeses zijn, dat was een hele eer.” “Praeses is nog steeds een eretitel”, lacht Xander Jackers. “Tijdens de verkiezingen gaat het soms heftig aan toe. Mijn verkiezingscampagne stond volledig in het teken van casino. Vier weken lang hebben we alles uit de kast moeten halen om de overwinning binnen te halen.” “Bij ons waren er niet eens verkiezingen”, grinnikt Dirk Remans. “We wilden graag een studentenvereniging oprichten en iemand moest de verantwoordelijkheid op zich nemen. Dus heb ik het maar gedaan. Maar andere kandidaten waren er niet.” “Meen je dat”, vraagt Werner Smits. “Amper elf jaar later heb ik toch hevig moeten strijden om de praeses-titel te bemachtigen. Ik had altijd het gevoel dat ik instapte in een eeuwenoude traditie. Er waren twee lijsten en wij gingen ’s nachts op pad om de straten – en zelfs de koeien in de wei – te kalken met de boodschap ‘stem lijst 1’.” “Daar zou je vandaag niet meer mee wegkomen, denk ik”, zegt Xander Jackers. Xander Jackers, huidige praeses van Miezerik, bachelor geneeskunde (UHasselt). “Neen. De tijdsgeest is wel wat anders vandaag”, stelt Remans. “Maar ja. Toen telde Diepenbeek wellicht ook nog meer koeien dan inwoners, hè.” Een wiskundige als oprichter van Miezerik “Eigenlijk is het grappig dat de eerste praeses van Miezerik een wiskundige was”, zegt Xander Jackers. “Eerlijk gezegd wist ik dat helemaal niet. Uitgerekend tussen Filii Lamberti (de studentenclub van wiskunde, fysica en informatica, red.) en Miezerik bestaat er vandaag namelijk nogal wat rivaliteit. Onschuldig en ludiek hoor, maar toch meer rivaliteit dan met de andere studentenverenigingen. Vorig jaar hebben zij onze vlag bijvoorbeeld nog gestolen en dat lokte toch aardig wat reactie uit.” “In onze tijd bestond die rivaliteit ook al, maar echte spanningen bracht dat niet met zich mee”, vertelt Smits. “Uiteraard was Miezerik de allerbeste studentenvereniging en we lieten ook geen kans onbenut om iedereen daarvan te overtuigen, maar we konden het wel goed met elkaar vinden. We gingen ook naar elkaars evenementen. Misschien moet je eens een verbroederingsactiviteit organiseren met Dirk Remans als gast.” Remans lacht: “Io Vivat.” ■ ‘NESTOR’ MIEZERIK Miezerik werd – samen met de universiteit zelf - opgericht in 1973. Daarmee is ze de oudste studentenvereniging van de UHasselt. Ze ontleent haar naam aan de beek die door Diepenbeek stroomt en die vlakbij de universitaire campus in Diepenbeek in de Demer uitmondt. Oorspronkelijk was Miezerik de overkoepelende studentenvereniging van alle studenten in Diepenbeek. Intussen kreeg elke faculteit een eigen studentenvereniging: Hermes (BEW), Themis (Rechten), Biomedica (Biomedische Wetenschappen), Filii Lamberti (wiskunde, fysica en informatica), DIP’s (chemie en biologie) en Commeatus (mobiliteitswetenschappen). Miezerik richt zich vandaag nog uitsluitend tot de studenten van de faculteit Geneeskunde en levenswetenschappen. Naar aanleiding van de 40ste verjaardag kreeg Miezerik er wel een heel bijzonder erelid bij. Tijdens de Blijde Intrede van het koningspaar in Hasselt reikte het praesidium een erelint uit aan koning Filip. Een mooie afsluiter van het feestjaar. 07 STATISTIEK 2013: EEN JAAR VOL (FEESTELIJKE) CIJFERS VOOR STATISTIEK AAN DE UHASSELT STATISTIEK IS OVERAL! 08 STATISTIEK Toen Google Inc. Chief Economist Hal Varian in 2009 stelde dat statistici de volgende 10 jaar “de sexy jobs” zouden krijgen, fronsten velen nog de wenkbrauwen. Intussen geloven we het allemaal, want statistiek is hot! Big Data zijn in en hippe infographics overspoelen de sociale netwerksites. In maatschappelijke debatten zijn statistische analyses nooit ver weg. Of het nu om klimaatverandering, financiële schandalen, demografische studies of het Europese antibioticabeleid gaat, de wetenschap om het onzekere – op een onderbouwde manier – te voorspellen, was nooit relevanter. “En in tijden van crisis zal statistiek alleen nog maar belangrijker worden”, zegt professor Geert Molenberghs, directeur van I-BioStat. De polls zitten er altijd naast “De tijd dat statistiek vooral negatieve associaties wekte als ‘het grote buisvak’ aan de universiteit en dat statistici nog al te vaak gezien werden als leerling-tovenaars die goochelden met cijfers, lijkt definitief voorbij”, zegt professor Geert Molenberghs. “Stilaan kunnen we dat negatieve imago van ons afschudden. Het Internationaal Jaar van de Statistiek heeft daar een rol in gespeeld, maar je hebt natuurlijk ook figuren nodig als Nate Silver die de wereld verbaasde door met slimme statistische methoden de Amerikaanse presidentsverkiezingen te voorspellen. Daarmee counter je uitspraken als ‘de polls zitten er altijd naast’ en maak je heel zichtbaar dat statistiek – als die op een goede wetenschappelijke manier toegepast wordt – bijzonder relevant kan zijn.” Statistiek kan geld besparen “In de grote maatschappelijke debatten van vandaag speelt statistiek altijd een rol. En dat is logisch. Zeker in tijden van crisis waar de middelen schaars zijn, wordt het nog belangrijker om de middelen die nog wel voorhanden zijn zo efficiënt mogelijk in te zetten. Statistiek kan daar een rol in spelen. Onze wetenschap kan de wereld heel wat geld besparen door met grondige wetenschappelijke analyses accuraat advies te verstrekken over de meest uiteenlopende topics. In mei ontstond er bijvoorbeeld nog commotie over het peperdure geneesmiddel dat de kleine Viktor in leven moest houden. De maatschappij beseft heel goed dat terugbetaling in dit soort gevallen niet evident is, maar tegelijkertijd kan je niet zomaar kinderen laten sterven aan ziekten waarvoor er een medicijn bestaat. Statistiek kan bijdragen om de ontwikkeling van dat soort geneesmiddelen minder duur te maken door heel zorgvuldig de technieken te kiezen of te ontwikkelen. Gaan we daarmee de wereld redden? Neen, natuurlijk niet. Maar we kunnen wel een bijdrage leveren.” Liefde op het eerste gezicht “Zelf heb ik eigenlijk zuivere wiskunde gestudeerd. Ik kwam voor het eerst in contact met de biostatistiek toen ik mijn doctoraat in de algebra anderhalf jaar onderbrak om burgerdienst te doen in het academische ziekenhuis van Leuven. In de afdeling biostatistiek en epidemologie mocht ik als jonge doctorandus mijn wiskundige kennis proberen toe te passen op de analyse van klinische studies in de psychiatrie. Welk geneesmiddel werkt beter dan het andere? En welk medicijn vertoont meer neveneffecten? Het was liefde op het eerste gezicht. Na dat jaar ben ik – binnen mijn doctoraatsperiode – onmiddellijk omgeschakeld naar biostatistiek. De passie voor mijn vak heeft mij nadien nooit nog losgelaten. Toch heb ik die algebra-achtergrond nooit betreurd. Die theoretische basis heeft mij al vaak Professor Geert Molenberghs, directeur van I-BioStat. geholpen om sneller los te breken van het klassieke stramien en outside the box te denken. Ook in CenStat merken we dat kruisbestuiving tussen verschillende disciplines een grote meerwaarde biedt. Binnen het instituut werken niet alleen statistisch geschoolde onderzoekers, maar ook fysici, biologen en psychometers. Die ‘genetische variatie’ is heel gezond voor CenStat en helpt ons om stappen vooruit te zetten.” ■ 09 STATISTIEK WAAROM UHASSELT-STATISTICI WERELDWIJD ZULKE HOGE TOPPEN SCHEREN UHasselt-statistici genieten veel erkenning bij gerenommeerde vakgenoten over de hele wereld. En dat is geen toeval. Van bij de oprichting werd de lat bijzonder hoog gelegd en intense samenwerkingen met vermaarde collegastatistici in binnen- en buitenland vormden van in het begin het fundament waarop de Hasseltse statistiek werd gebouwd. penbeek geweest om gastcursussen te doceren. Er liep een navelstreng van Harvard naar Hasselt en door die navelstreng stroomde geen bloed, maar statistiek. En ook in eigen land werd er heel constructief samengewerkt met collega’s uit o.a. Leuven, Gent, Antwerpen en Luik.” Relevantie voor ontwikkelingslanden CenStat heeft intussen een nieuwe stek gekregen in het hoofdgebouw van campus Diepenbeek. Een sterke link met het werkveld “De onderzoeksgroep Statistiek bestaat van bij de oprichting van de UHasselt. En de betrokken professoren onderhielden altijd al sterke contacten met het werkveld”, vertelt professor Geert Molenberghs. “In die tijd bestond er in Europa alleen in het Verenigd Koninkrijk een opleiding biostatistiek. Op de werkvloer klonk dan ook heel luid de vraag naar goed opgeleide toegepaste statistici, want de statistici die op dat moment in de farmaceutische bedrijven werkten, werden door die ondernemingen zelf opgeleid of hadden een opleiding in het buitenland gevolgd. De UHasselt wou heel graag een passende masteropleiding aanbieden, maar in België was op dat moment nog onvoldoende ervaring voorhanden om zo’n programma kwalitatief sterk in te vullen. Daarom hebben onze founding fathers – Herman Callaert, Noël Veraverbeke en Paul Janssen – van in het begin heel bewust synergieën met experten uit de 10 sector opgezocht. Gedreven statistici van Janssen Pharmaceutica en de European Organisation for Research and Treatment of Cancer (EWRTC) dachten mee na over de inhoudelijke invulling van de opleiding en namen in die beginjaren een aantal gastcolleges in klinische studies voor hun rekening.” Internationale samenwerking zit in het DNA Die founding fathers en hun collega’s hadden ook sterke banden met statistici van nationale en internationale topuniversiteiten. Zij hadden zelf gestudeerd of gedoctoreerd in Stanford en Harvard en konden grote namen als Harvardprofessor Steve Lagakos (een internationaal gerenommeerde biostatisticus in o.a. aids-onderzoek) en Oxford-prof Sir David Cox overtuigen om in de advisory board van onze jonge masteropleiding te zetelen. Vanuit die positie hebben ze het programma inhoudelijk mee vormgegeven. En de samenwerking ging nog veel verder: het eerste decennium zijn er onafgebroken professoren uit Harvard in Die- “Paul Janssen en Noël Veraverbeke deelden ook een passie voor onderzoekssamenwerkingen met het Zuiden. Zij stonden in nauw contact met statistici uit Zuid-Afrika, Ethiopië en Kenia, en ook veel van onze eerste generatie studenten hadden banden met Afrika. Onze internationale master in de Biostatistiek is organisch gegroeid uit de oprechte interesse voor wat er in het zuiden gebeurde. En uit idealisme, want ter plaatse waren de noden op het gebied van landbouw en gezondheidszorg erg groot. De statistische technieken verschillen an sich niet zo veel van de onze, maar de omstandigheden waarin een statisticus zijn onderzoek moet voeren, zijn vaak wel anders. En ook het onderzoeksobject zelf kan verschillen. HIV ontwikkelt zich in Afrika bijvoorbeeld helemaal anders dan hier. Het virus muteert aan een razend tempo en geneesmiddelen die bij ons heel effectief zijn, werken niet noodzakelijk in Afrika. Je kan dus niet zomaar alle Europese onderzoeksresultaten extrapoleren naar die landen. Ook lokaal moet er veel onderzoek gebeuren. Zonder goed opgeleide mensen die ter plaatse actief zijn maar die een sterke lifeline onderhouden met de rest van de wereld, kan je daar maar weinig beginnen. Programma’s als onze Master of Biostatistics, die zich heel spe- STATISTIEK UHasselt-statistici halen Wall Street Journal “CenStat is een onderzoeksinstituut waar we als Universiteit Hasselt fier op zijn. Het heeft een grote internationale uitstraling, trekt veel buitenlandse studenten aan voor de vermaarde opleiding biostatistiek en werkt wereldwijd samen met topbedrijven uit de farmaceutische sector”, zegt rector Luc De Schepper. cifiek richten op studenten uit ontwikkelingslanden, kunnen daarin een belangrijke rol spelen.” Kruisbestuiving tussen onderwijs, onderzoek en dienstverlening “Van in de beginjaren van de UHasselt zijn onderzoek, onderwijs en dienstverlening in de statistiek altijd op een heel natuurlijke manier met elkaar verbonden geweest. Bij CenStat stoppen wij niemand in hokjes. De meeste onderzoekers combineren hun onderzoeksopdracht met onderwijs en maatschappelijke dienstverlening. Het is precies door de boeiende synergie tussen die drie domeinen dat we in een aantal terreinen expertise op topniveau hebben kunnen opbouwen.” Nauwe samenwerking met KU Leuven “Met de KU Leuven hebben we van in het begin intensief samengewerkt en dat is eigenlijk altijd zo gebleven. De meeste professoren uit de beginjaren hadden hun basisopleiding in Leuven gevolgd en hielden contact met hun collega-vakgenoten van de KU Leuven. Tot op vandaag bundelen we vaak de krachten rond grotere onderzoeksprojecten en publiceren we soms ook samen over een statistisch onderwerp. Om die constructieve samenwerking ook naar de buitenwereld duidelijk te benoemen, richtten we vijf jaar geleden I-BioStat op, een interuniversitair onderzoeksplatform dat het Centrum voor Statistiek (CenStat) van de UHasselt met het Leuvense Centrum voor Biostatistiek en statistische Bio-informatica (LBioStat) verbindt. Binnen deze samenwerking is CenStat de grotere entiteit.” ■ En dat is ook de journalisten van de Wall Street Journal niet ontgaan. Het ‘Hexa Symposium’ rond biostatistiek, bio-informatica en epidemiologie kon niet alleen op veel belangstelling rekenen van internationaal gerenommeerde vakgenoten. De UHasselt-statistici haalden er ook de Wall Street Journal mee. Een eredoctoraat voor Anastasios Tsiatis sluit het feestjaar 2013 af 2013 was voor de UHasselt-statistici een jaar van grote mijlpalen. “Een kwarteeuw geleden zijn we aan de UHasselt gestart met de Master of Statistics, exact 20 jaar geleden volgde het internationale masterprogramma gericht op studenten uit ontwikkelingslanden. CenStat bestaat 15 jaar en I-BioStat 5 jaar. En al die verjaardagen vieren we in 2013, het Internationaal Jaar van de Statistiek én het jaar waarin de UHasselt haar 40-jarig bestaan viert”, zegt professor Geert Molenberghs, directeur van het Interuniversitair Instituut voor Biostatistiek en Statistische Bio-informatica (I-BioStat). De UHasselt-statistici sloten dit feestjaar af met de uitreiking van een eredoctoraat aan Anastasios (“Butch”) Tsiatis. “Professor Tsiatis heeft via zijn onderzoek, onderwijs en dienstverlening een enorme impact gehad op de wereldwijde ontwikkelingen in de biostatistiek”, vertelt professor Molenberghs. “Hij legde de formele basis voor de zgn. Cox-regressie – het meest gebruikte model in de statistische overlevingsanalyse. De manier waarop we vandaag klinische studies plannen, draagt zijn stempel.” 11 STATISTIEK EN AND L 11 IN N ITE TE I S ER V I N SAM ENW ER KIN G M ET 20 U CENSTAT DE WERELD ROND s domeinen Biofarma c he secto tisc r eu Voed in ustrie ind gs Biostatistiek Epidemiologie en volksgezondheid Statistische bioinformatica Wiskundige statistiek 12 STATISTIEK ies van het A cat i 1l t ub r aa e afgelope n5 in d e j yp 45 0p Alumni zwermen uit naar... in jfsleven dri e b 40% he % in t wete 40 n k oe elijk ond app er h z sc 20% bij o ve r instellingen ids he Studenten uit 55 landen Sectoren contractonderzoek d ei Ove rh e ziekenhu gs iz r u er Univ siteite Lim b hogescho le en n n n en daarbuit e en (lokaal, Vlaanderen, België, Europa; vnl. administraties en diensten gericht op gezondheid, regulering van klinisch onderzoek, voedselveiligheid) Bangladese Belgische Boliviaanse Braziliaanse Burundese Canadese Chileense Chinese Colombiaanse Congolese Cubaanse Eritrese Estse Ethiopische Filippijnse Franse Ghanese Griekse Indiase Indonesische Iraanse Italiaanse Jordaanse Kameroense Keniase Kroatische Madagaskische Malawische Marokkaanse Mozambikaanse Nederlandse Nepalese Nigerese Nigeriaanse Oegandese Oezbeekse Pakistaanse Palestijnse Poolse Rwandese Senegalese Servische Slovaakse Soedanese Spaanse Sri Lankaanse Tanzaniaanse Tsjechische Turkse Vietnamese Vluchteling Wit-Russische Zambiaanse Zimbabwaanse Zuid-Afrikaanse Zuid-Koreaanse 10 96 1 1 1 1 1 84 8 2 3 6 1 45 6 2 19 9 11 10 3 3 1 106 30 1 1 4 2 7 11 4 10 66 26 1 4 3 1 9 1 1 2 3 2 3 16 2 2 7 1 1 3 11 2 1 13 ALUMMNI Was het nu ‘70, ‘80, ‘90 of ‘00? VLIEGENDE START VOOR CONTINÉO In 2013 vierde de UHasselt haar 40ste verjaardag. De ideale gelegenheid om met vier exceptionele alumni terug te blikken op de voorbije vier decennia, vond de faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen. Haar nieuwe alumnivereniging Continéo organiseerde op 17 oktober 2013 een eerste event rond kerverse BEW-ambassadeurs Johnny Thijs (’70), Nicole Berx (’80), Bart Becks (’90) en Gert Gijbels (’00). Bijzondere oud-studenten die buitengewone carrièretrajecten aflegden en die ook een volgende generatie BEW’ers kunnen inspireren. Dat eerste event was meteen een schot in de roos. Maar liefst 170 afgestudeerden economie van de Universiteit Hasselt (UHasselt), het Limburgs Universitair Centrum (LUC) en de Economische Hogeschool Limburg (EHL) zakten af naar de 14 campus in Diepenbeek. Decaan Piet Pauwels is alvast zeer verheugd dat Continéo de link tussen en met de UHasselt-alumni opnieuw een stevige duw in de rug geeft: “Voor onze huidige studenten zijn vele alumni een inspiratiebron en een ijkpunt. Voor de faculteit zijn onze afgestudeerden belangrijke bakens die onze opleidingen mee kunnen sturen. Meer en meer alumni komen ook nog wel eens terug naar de campus: als student of docent. Te koesteren dus.” ALUMNI BEW-alumnus Ronnie Leten wordt Manager van het Jaar Ronnie Leten, de topman van Atlas Copco, werd in januari uitgeroepen tot ‘Manager van het Jaar’. De Belgische manager loodste de Zweedse industriële groep dit jaar door een hele reeks succesvolle overnames. En hij toonde zich een vurig verdediger van de industrie in ons land. De Belg die in Stockholm woont en werkt, haalde het onder meer van Jan Pieter De Nul (De Nul), Luc Tack (Picanol) en collega-BEW-alumnus Johnny Thijs. Ronnie Leten studeerde in 1979 af in de handelswetenschappen (financiering en accountancy) aan de toenmalige EHL (nu faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen). Daarna ging zijn carrière in sneltreinvaart vooruit. “Het was een mooie opleiding, die me een goede basis gaf om dadelijk te kunnen starten bij General Biscuits in Herentals”, vertelt Ronnie Leten. “Ik had zeker wat geluk bij mijn eerste werkgever en mocht na enkele maanden bijna alle departementen van het bedrijf doorlopen, van het commerciële tot de productie over het financiële.” Zijn fascinatie voor bedrijfsinformatica bracht Leten na enkele jaren bij Atlas Copco. Daar legde hij een droomparcours af: van Global Supply Manager, Plant Mager en President van de Airtec Divisie tot CEO. Twee alumni genomineerd Op het lijstje genomineerden dit jaar stond ook een andere UHasselt-alumnus: Johnny Thijs (bpost). “De twee meest bewierookte CEO’s van België op dit moment zijn twee alumni van onze faculteit. Het is toeval dat ze dezer dagen beiden in de schijnwerpers staan, maar wellicht géén toeval dat ze bewierookt worden: Ronnie Leten en Johnny Thijs hebben immers een prachtig parcours afgelegd – waarvoor de eerste kiemen bij ons gelegd werden. Deze erkenning vormt in dat verband ook, impliciet, een mooie erkenning voor onze opleiding”, zegt prof. dr. Piet Pauwels, decaan van de faculteit BEW. Van links naar rechts: Jasmijn Vanacken, Sarah Timmermans, Davy Schroyen Stefan Coenen, David Commers, Liesbeth Enkels, Niels Martin, Tim Mommen en Lien Beck. 15 ALUMMNI DE JAREN ‘70 OP HET JUISTE MOMENT DE JUISTE KEUZES MAKEN “Sinds mijn loon uitgebreid in de pers verscheen, zien velen mij alleen maar als een saaie, overbetaalde ambtenaar”, lacht Johnny Thijs. Maar deze UHasselt-alumnus is meer dan de man van één miljoen. Sinds hij in 1974 afstudeerde aan de Economische Hogeschool Limburg, legde Thijs een impressionant carrièrepad af. Van marketing manager bij Vanderelst, general manager bij Côte d’Or, CEO van Interbrew tot CEO van bpost. “Toch ben ik nooit een man geweest van grote ambities”, zegt Thijs. “Met ‘carrière maken’ an sich ben ik nooit bezig geweest. Opslag heb ik nooit gevraagd. De headhunters zijn mij steeds komen zoeken. Ik heb altijd gewoon heel hard gewerkt en op het juiste moment de juiste keuzes gemaakt.” Carrière als een sneltrein “Als ik terugblik op mijn loopbaan, dan ben ik heel dankbaar voor alle kansen die ik gekregen heb en alle baanbrekende projecten waar ik mee mijn schouders heb mogen onder zetten. Dat ik ooit CEO zou worden van Interbrew of van bpost: dat had ik als 18-jarige nooit durven dromen. Mijn carrière is mij een beetje overkomen. Het was als een trein die almaar sneller begon te rijden. Zonder dat ik het goed en wel besefte, heeft hij mij gebracht waar ik vandaag sta.” Geen grote verwachtingen “Aangeboren leiderschap of grenzeloze ambitie is het zeker niet. Als student sprong ik er niet meteen bovenuit en in het studentenleven was ik niet actief. Van nature ben ik eigenlijk ontzettend bedeesd en neem ik niet zo graag het voortouw. Die leadership skills heb ik onderweg moeten leren”, vertelt Johnny Thijs. “Eigenlijk startte ik mijn studieloopbaan op de kadettenschool. Als zoon van een beroepsmilitair leek een militaire carrière aanvankelijk de juiste keuze. Al snel werd me echter duidelijk dat die opleiding toch niet zo goed bij mij paste en dus kwam ik naar die jonge Limburgse universiteit. Zonder al te grote verwachtingen en dankbaar om de kansen die ik kreeg, want mijn ouders hebben hard moeten werken om me te laten studeren. Op kot gaan, was geen optie. Dichtbij studeren: dat lukte wel. En dus kwam ik elke dag naar de les en ging ik 16 ’s avonds weer terug naar huis. Nu, veel viel hier destijds ook niet te beleven. We spreken echt over de prille beginjaren van het LUC. Alles was nog in volle opstart.” Nieuwe uitdagingen “Nadat ik afgestudeerd ben, heb ik tot in 1995 – toen ik CEO werd bij Interbrew – elk jaar een andere job uitgeoefend. Soms bij hetzelfde bedrijf, soms elders. In mijn carrière heb ik veel geluk gehad. Meer dan eens was ik toevallig op het juiste moment op de juiste plaats. Ik heb fan- tastische kansen gekregen en heb die ook met beide handen gegrepen. Bang voor verandering was ik niet. Elke job bracht weer nieuwe uitdagingen met zich mee en dat maakte het boeiend. Door die variatie leerde ik in ijltempo veel bij en ging ik sneller groeien: als professional en als mens”, zegt Johnny Thijs. “Dingen waar je aanvankelijk bang voor bent, krijg je beter onder de knie door ze vaker te doen. En door veel positieve ervaringen te sprokkelen, groeit ook je zelfvertrouwen. Zo was spreken voor een publiek voor mij lange tijd een heuse nachtmerrie. De eerste keer ► DE CARRIÈRE VAN JOHNNY THIJS IN EEN NOTENDOP Johnny Thijs studeerde handelsingenieur in Diepenbeek en internationale marketing aan de Columbia University (VS). 1974:product en marketing manager voor België – tabaksproducent Vanderelst 1981:marketing en sales manager voor België, Nederland, Duitsland en Frankrijk – Masterfoods nv (Mars Inc.) 1986:corporate marketing en general manager – Côte d’Or- Jacobs Suchard 1991:executive vicepresident en nadien CEO voor Europa, Azië-Pacific en Afrika – Interbrew 2000:CEO – vleeswarenbedrijf Ter Beke 2002-2014: afgevaardigd bestuurder – De Post | CEO - bpost ALUMNI 17 ALUMMNI dat ik bij Vanderelst een presentatie moest houden voor de CEO, herinner ik me nog als gisteren. De nacht voordien had ik geen oog dicht gedaan. Ik was nerveus tot op het bot en ging met knikkende knieën naar die meeting. Maar uiteindelijk is het me wel gelukt. En ik besefte ook dat het voor een manager belangrijk was om goed te kunnen spreken voor een publiek, om mensen te motiveren en te enthousiasmeren. Daarom volgde ik nadien een cursus van een hele week in Zwitserland om mijn skills daarin te verbeteren. Als je professioneel stappen vooruit wil zetten, moet je weten waar je sterktes en je zwaktes liggen. En aan die zwaktes moet je werken. Hard werken. There is no magic.” Nooit tevreden “Succes overkomt je niet. Het is het resultaat van hard werken. En van nooit tevreden zijn. Alles kan altijd beter. En stilstaan is achteruitgaan”, vertelt Johnny Thijs vol vuur. “Als we bij bpost een target behalen, dan zijn we uiteraard tevreden en vieren we dat succes, maar nooit te lang. Nadien komt altijd de analyse: wat kan er nog beter? Hoe kunnen we de dienstverlening nog verder verbeteren? Hoe zorgen we ervoor dat we nog meer mensen tevreden stellen? Dat continu streven naar verbetering en innovatie is cruciaal om vooruitgang te blijven maken. Nieuwe ideeën en de gepassioneerde gedrevenheid om beter te presteren, geven zuurstof aan een onderneming. Zuurstof die je nodig hebt om te blijven groeien.” Een overheidsbedrijf is geen privébedrijf Sinds Thijs in 2002 CEO werd van bpost transformeerde hij het logge, verlieslatende postbedrijf tot een slankere, efficiëntere en winstgevende organisatie die zich vandaag in de absolute kopgroep van de Europese postbedrijven bevindt. En dat ondanks een forse terugval in het postvolume. Een prestatie waar vriend en vijand hem om lauwert. “Het is geen sinecure om een overheidsbedrijf van deze omvang te runnen”, zegt Johnny Thijs ernstig. “Ook al had ik heel wat topmanagementervaring op mijn palmares, aan het hoofd staan van een overheidsbedrijf is toch weer iets heel anders. Een 18 overheidsbedrijf krijgt veel meer visibiliteit. De pers volgt elke stap nauwgezet, streng en kritisch op. Elke steek die we laten vallen, wordt overbelicht en breed uitgesmeerd in de media. Privébedrijven kunnen zich veel meer fouten veroorloven. Het is niet altijd eenvoudig om daarmee om te gaan.” Onderschat en onvoorspelbaar “Het runnen van een overheidsbedrijf wordt bovendien ook vaak dramatisch onderschat. bpost stelt 30.000 personeelsleden tewerk. Elke dag behandelen we tien miljoen brieven en krijgen we tussen de 120.000 en 200.000 bezoekers in de PostPunten. Het aantal transacties per dag is gigantisch. Enkel een goed geoliede machine kan dat complexe proces in goede banen leiden”, aldus Thijs. “En dan heb ik het nog niet over de onvoorspelbaarheid van de politiek. Elke twee jaar zijn er verkiezingen in dit land en kunnen er zich grote veranderingen in het beleid voordoen. Dat is niet het stevigste fundament om een langetermijnvisie voor een bedrijf op te bouwen. Daarom was het ook zo belangrijk dat we in 2006 een privé-aandeelhouder hebben aangetrokken. Dat beschermt bpost veel beter tegen de potentiële schommelingen in het politieke beleid.” “Ik ben er fier op dat we – zonder al te grote sociale conflicten – die logge machine die De Post was, in beweging hebben gekregen. Dat we – in een overheidsbedrijf en in overleg met de vakbonden – systemen hebben kunnen uitwerken waarin alle personeelsleden een variabele vergoeding krijgen die verbonden is aan twee parameters: de operationele winst en de klantenloyaliteit. Bpost is vandaag een modern bedrijf dat klaar is voor nieuwe uitdagingen omdat alle betrokkenen op een bepaald moment hebben beseft dat de organisatie moest veranderen om de toekomst veilig te stellen. De voorbije twaalf jaar heb ik me bij bpost nog geen seconde verveeld. En er liggen nog heel wat uitdagingen op onze weg om verder aan die toekomst te bouwen.” ■ EPILOOG Eind december vorig jaar - nadat dit gesprek werd afgenomen - raakte bekend dat Johnny Thijs zijn contract als CEO van bpost niet zou laten verlengen. ALUMNI DE JAREN ‘80 DE SLEUTEL TOT SUCCES? DAT IS PASSIE! Toen ze aan het LUC haar opleiding handelsingenieur aanvatte, wist Nicole Berx nog niet dat ze in de marketing haar grote passie zou vinden. Dat ze het gerenommeerde marketingconsultancybedrijf The House of Marketing zou stichten en leiden, had ze destijds al helemaal niet durven dromen. Grote ambities pasten immers niet in de onstabiele tijdsgeest van de jaren ’80. “Ik kom uit een generatie waar studeren, een diploma behalen en carrière maken nog niet zo vanzelfsprekend waren. Zeker niet voor vrouwen”, zegt Nicole Berx. Geen groot carrièreplan Eigenlijk droomde Nicole Berx ervan om dokter of advocaat te worden. Beroepen met een missie. Kennis die echt een verschil kon maken in de wereld. Uiteindelijk koos ze voor de opleiding handelsingenieur. “Maar wat ik daar precies mee wou doen? Daar had ik op dat moment nog geen idee van. Het was een veilige keuze. Een opleiding die binnen mijn mogelijkheden lag en dichtbij huis, want dat was de vereiste. Ik mocht gaan studeren, zolang dat in Diepenbeek kon. Op kot gaan, behoorde niet tot de mogelijkheden.” Knokken voor kansen “Ik maak deel uit van een generatie vrouwen van wie de moeders niet werkten en maar tot hun 14de naar school waren gegaan. De eerste generatie vrouwen die de kans kreeg om te studeren. Vanzelfsprekend was dat niet, maar we waren jong en vastbesloten om de wereld te laten zien dat wij – vrouwen – niet dom waren, dat wij ook een rol te spelen hadden en ook carrière konden maken. We hebben moeten knokken voor de kansen die we kregen. En die hebben we met beide handen gegrepen. Op een manier waren we destijds eigenlijk een stuk ambitieuzer en feministischer dan veel vrouwen vandaag.” Vrouwelijke proffen inspireerden “Elke dag fietste ik braafjes naar de universiteitscampus in Diepenbeek. En het heeft toch wel even geduurd voor ik de Villicus gevonden had. Gelukkig heb ik mijn man hier leren kennen. Die zat wel op kot en dat opende toch wat perspec- tieven”, lacht Nicole Berx. “Aan mijn studententijd bewaar ik heel mooie herinneringen. Onze klasgroep bestond uit twee meisjes en twaalf jongens: een hechte groep vrienden waarin iedereen zijn plaats had. De opleiding was van hoog niveau en de manier van lesgeven was modern en vooruitstrevend. Heel anders dan wat ik tot dan toe gewoon was. Er was veel ruimte voor interactie en we kregen les van vrouwelijke professoren zoals Betty Goens, Mieke Van Haegendoren en Jeanne Schreurs – proffen naar wie we ontzettend opkeken.” De wereld is groter dan Diepenbeek “Toch bleef die hele opleiding in Diepenbeek een heel Limburgs verhaal. Brussel leek ontzettend ver. Nadat we afgestudeerd waren, trokken mijn man en ik ► 19 ALUMMNI “In mijn hart blijf ik die Limburgse, bang voor te grote ambities en dankbaar voor de kansen die ik gekregen heb” twee jaar naar Amerika om er te studeren en te werken. Een fantastische ervaring die onze wereld meteen een stuk groter maakte en onze blik verruimde”, vertelt Nicole Berx. “Een job vinden was in die tijd helemaal niet gemakkelijk. Niemand zat echt op ons te wachten. Kieskeurig waren we daarin niet. En ambitieus al helemaal niet. Een job was een job. En zo wist ik op mijn 23ste eigenlijk nog steeds niet goed welke richting ik professioneel wou uitgaan. Pas bij British American Tobacco vond ik mijn passie voor de marketing. Vanaf dat ogenblik nam mijn carrière een snelvaart.” mijn vakgebied ontzettend beïnvloed. De rol van marketeers is de afgelopen decennia gigantisch veranderd. Vandaag zijn marketeers evenwichtskunstenaars. Generalisten die zich toch ook moeten willen specialiseren; creatieve geesten met grote analytische vaardigheden; gedisciplineerde professionals met ballen. Vervelen gaat dit vak nooit. En helemaal onder de knie krijg je het ook niet, want elke onderneming is anders en elke keer liggen er weer andere uitdagingen op je weg. Marketing is een vak dat blijft fascineren.” Passie als drijfveer “Van een carrière in de marketing naar een eigen marketingconsultancybedrijf: dat was voor mij een grote stap. Dat het zo’n succes zou worden, hadden we nooit durven dromen”, vertelt Nicole Berx. “Ik ben geen ondernemer pur sang die houdt van die sprong in het onbekende en voor wie the sky the limit is. De drijvende kracht achter The House of Marketing? Dat is mijn man (Marc De “Passie is ontzettend belangrijk in het leven. Volgens mij is het de sleutel tot succes. Het is nieuwsgierigheid en volharding, je kunnen vastbijten in een onderwerp en niet meer loslaten. Passie zet dingen in beweging en kan heel wat tegenslagen overwinnen. Vandaag lijkt het wellicht bijzonder vreemd dat ik de liefde voor marketing gevonden heb bij een tabaksgigant, maar in die tijd was marketing nog niet waardegedreven of maatschappelijk relevant. De jaren ’80 waren gouden tijden voor marketeers in de tabaksindustrie. De budgetten waren gigantisch, de mogelijkheden onbeperkt. Van een verbod op tabaksreclame was nog geen sprake.” Gebeten door het marketingvirus “Toen ik eens gebeten werd door het marketingvirus, heeft die passie voor mijn vak mij nooit nog losgelaten. Die goesting om dingen in gang te zetten, heeft me gebracht waar ik vandaag sta. Maar je kan de marketing van vandaag nog amper vergelijken met de marketing uit de beginjaren van mijn carrière. Technologische vooruitgang en de digitale evolutie hebben 20 Geen ondernemer pur sang Reu, red.). Ik ben met een bang hartje mee in dit fantastische avontuur gesprongen. In mijn hart blijf ik die Limburgse, bang voor te grote ambities en dankbaar voor de kansen die ik gekregen heb. Al weiger ik in die rol te berusten, tot op vandaag worstel ik daar nog af en toe mee. Al moet je de vraag stellen: wat is ambitie en het groot durven zien? Succesvol zijn en waarde creëren: hoe meet je dat? Heeft dat te maken met geld? Of met andere – meer kwalitatieve – dingen? Voor mij draait The House of Marketing om mensen, om dingen in beweging zetten, om jonge talenten aantrekken en hen helpen om hun potentieel waar te maken. Hen te helpen hun passie te vinden, heel diverse ervaringen op te doen en hen stimuleren om boven zichzelf uit te stijgen. Dat staat los van economische ambities. Op die manier ben ik vandaag misschien meer coach dan marketeer.” “The House of Marketing: dat is mijn passie, mijn drijfveer, mijn rol. Daar sta ik nog elke dag met veel plezier voor op. Voor mijzelf koester ik op het vlak van carrière nog weinig grote dromen, maar ik ben vastbesloten om nog een belangrijke rol te spelen voor die jongere generatie marketeers. Met mijn ervaring wil ik hen beter helpen wapenen tegen de professionele uitdagingen op hun weg. En ik wil die liefde voor de marketing – die goesting om daar voluit voor te gaan – doorgeven aan jongeren zodat zij vol overtuiging kiezen voor dit vak, dat nooit gaat vervelen.” ■ DE CARRIÈRE VAN NICOLE BERX IN EEN NOTENDOP Nicole studeerde handelsingenieur in Diepenbeek en behaalde haar master of Science – Information Technology aan de University of South Carolina (VS). 1982 sales desk manager | British American Tobacco 1984 brand manager | British American Tobacco 1987 senior product manager | Warner Lambert 1989 international marketing manager | Schöller (nu: Nestlé) 1994 mede-oprichter en directeur | The House of Marketing (samen met haar man Marc De Reu) 2009 voorzitter | International Marketing Congress commission Stima ALUMNI 21 ALUMMNI DE JAREN ‘90 IF YOU CAN DREAM IT, YOU CAN DO IT Springen in het onbekende, je passie achterna: dat is de rode draad door de indrukwekkende carrière van Bart Becks. Van een directiefunctie bij FNAC, ceo bij Belgacom Skynet, vicepresident innovatie en nieuwe media bij SBS Broadcasting Europe tot oprichter van nieuwe bedrijven als SonicAngel en angel.me. Deze Limburgse mediaondernemer deed het allemaal. En hij is nog maar 41. “Op een bepaald moment vind je je passie en dan ga je ervoor”, zegt Becks. “Waar kan je het meeste betekenen? De ene keer is dat onder de vleugels van een groot bedrijf, een andere keer moet je zelf de sprong wagen en een eigen start-up beginnen. We leven in een maatschappij waar er veel mogelijk is. Je moet de kansen grijpen die zich voordoen, proberen en blijven doorzetten.” Young Talent United Becks is een geboren ondernemer. Hij was amper 16 toen hij – als webontwikkelaar – zijn eerste bedrijfje oprichtte. “Die goesting om nieuwe, vooruitstrevende dingen te proberen zat er toen al in. En ik was buitengewoon gefascineerd door de oneindige mogelijkheden van technologie”, vertelt Becks. “Eigenlijk ben ik sindsdien niet zoveel veranderd. En destijds had ik ook al de behoefte om gelijkgezinden te zoeken en te ontmoeten. Ik had al snel begrepen dat je, als je de krachten bundelt met mensen met wie je eenzelfde passie deelt, bergen kan verzetten. Samen met een paar andere talentvolle Belgen richtten we een groepje op. Daar zaten echt toppers in. Jonge, gedreven high potentials die vandaag professioneel nog steeds hoge toppen scheren met hun uitzonderlijke skills. Ieder had zijn eigen specifieke troeven en leverde zijn eigen unieke bijdrage om van dat grotere geheel een succes te maken.” 22 DE CARRIÈRE VAN BART BECKS IN EEN NOTENDOP Bart Becks studeerde handelsingenieur in Diepenbeek en behaalde een MBA in Luik. Nadien volgde hij een opleiding Exec. Education in Columbia/New York (International biz), Berkeley/San Francisco (Venture Capital) en Harvard (Strategic Marketing) 1995 hoofd afdeling internetdivisie| FNAC 1998 Ceo internet-, digitale media- en interactieve tv-intiatieven | Belgacom Skynet 2006vicepresident innovatie en nieuwe media | SBS Broadcasting Europa 2008 Keerde terug naar België om sociaalnetwerksite Netlog mee op de internationale kaart te zetten, en stapt mee in de Raad van Bestuur van verschillende start-ups (o.a. Mobile Vikings in Hasselt) 2010 co-founder SonicAngel, FilmAngel en FashionAngel 2010 founder Rebel Ventures, een bedrijf dat jonge starters begeleidt 2011 Voorzitter Raad van Bestuur iMinds 2014 lancering angel.me, een crowdfundingplatform voor ondernemers Klooster of unief? PRIJZEN EN ERKENNINGEN “Mijn grenzeloze fascinatie voor technologie zorgde ervoor dat ik me oorspronkelijk inschreef voor een opleiding industrieel ingenieur. Maar na 3 à 4 weken wist ik al: dit is niets voor mij. Een vriend vertelde me over een opleiding handelsingenieur aan de universiteit in Diepenbeek. Dat leek mij wel wat. Maar toen ik de bus naar ► 2005 Best European Branding | Belgacom Skynet 2007 Cable and Satellite Euro50 persons 2011 Deloitte Rising Stars selection 2012 genomineerde Marketeer van het Jaar ALUMNI 23 ALUMMNI de campus wou nemen, belandde ik aan de poort van het klooster in Diepenbeek”, lacht Bart Becks. “Gelukkig hebben de nonnetjes me de weg getoond naar de UHasselt, want ik heb hier mijn vrouw en mijn beste vrienden gevonden.” “Aan mijn studententijd bewaar ik fantastische herinneringen. De opleiding was interessant en veelzijdig en ik engageerde me met veel enthousiasme in het presidium van Hermes. Ook nadat ik afgestudeerd was, kwam ik nog graag terug naar de campus. Toen ik op mijn 29ste ceo werd van Skynet Belgacom, was ik heel blij, maar besefte ik ook dat de tijden van de studentenverkiezingen voorbij waren. 29 en CEO De carrière van Bart Becks nam een hoge vlucht. Als 24-jarige kreeg hij bij FNAC Frankrijk – en daarna België – al een baan aangeboden op directieniveau en werd hij verantwoordelijk voor het uittekenen van de internetstrategie. Een job die hem op het lijf geschreven was, net op het moment dat de internettechnologie op de rand van de doorbraak stond. “Die tijd stelden mensen nog voortdurend de vraag: Geloof jij in het internet?. Dat het medium zo’n revolutie zou ontketenen, durfden maar weinigen vermoeden. Zelf geloofde ik heel sterk in de impact van het internet. Aan die weg wou ik graag mee timmeren. Toen het aanbod van Skynet Belgacom kwam om daar te beginnen en later ceo te worden in die pionierende markt, heb ik dan ook geen seconde getwijfeld. Het waren spannende tijden. Internet was nog ontzettend traag, ADSL begon maar pas enkele jaren later, digitale media kwamen stilletjes kijken, het gaming-& hosting-verhaal stond in de kinderschoenen. Ik had het gevoel dat ik daar moest zijn. Bij Belgacom Skynet kon ik op dat moment het grootste verschil Angel.me, het recentste project van Bart Becks. 24 maken en dus sprong ik vol overtuiging in dit nieuwe avontuur.” Sprong in het onbekende Uiteindelijk bleef Bart Becks meer dan acht jaren bij Skynet en stond hij mee aan de wieg van internet, digitale media en interactieve tv in België. Daarna diende zich de volgende indrukwekkende carrièreswitch zich aan. Als senior vicepresident voor Europa bij SBS kreeg Becks een functie waar velen van dromen. Financiële welstand, professionele erkenning, nieuwe uitdagingen en boeiende verantwoordelijkheden. En toch ruilde de jonge carrièreman die comfortabele positie – in volle economische crisis – maar wat graag in voor de onzekerheid van een eigen start-up in de muziekbusiness. “SBS werd overgenomen door de Duitse mediagigant ProSiebenSat1 en ik verhuisde mee van Amsterdam naar München, waar ik senior vice president werd voor innovatie en digitale media voor heel Europa. Velen verklaarden mij gek toen ik die positie vaarwel zegde om eerst Netlog mee uit te bouwen en dan SonicAngel mee op te richten. Maar uiteindelijk heb je maar 40 jaar in je professionele leven. Dus moet je doen waar je jezelf goed bij voelt en waar je voor de volle honderd procent in gelooft. Ik had inderdaad nog vele mooie jaren bij SBS/ ProsiebenSat1 kunnen blijven, maar op een bepaald moment was het tijd voor iets nieuws. Ik geloofde in de kracht van het internet, ik geloofde in crowdfunding en was vastbesloten om met mijn ideeën kansen te creëren voor anderen. Wat ik bij SonicAngel probeerde voor muzikanten, willen we vandaag met angel.me ook doen voor start-ups. Ik hoop dat we in 2014 een belangrijk verschil kunnen maken voor startende entrepreneurs en creatieve durvers. En ik hoop ook dat we in Limburg iets kunnen betekenen.” “Gaat dit nieuwe project een schot in de roos zijn? Zal angel.me erin slagen om jonge start-ups meer kansen te geven? Dat weet ik niet. Maar ik hoop het oprecht, want ik ben ervan overtuigd dat dit zowel op maatschappelijk als economisch vlak een noodzaak is. De voorbije vijf jaar was ik op verschillende manieren betrokken bij heel wat starters: Netlog, Mobile Vikings, SonicAngel, Showpad, Storify, InThePocket en nog een aantal anderen. Het is niet evident om vanuit Vlaanderen te starten en internationaal door te groeien. Maar het kan. En hoe goed je ideeën ook zijn, hoe groot de toegevoegde maatschappelijke waarde van een project ook is, succes blijft altijd onvoorspelbaar. Je bent afhankelijk van timing, financiering en heel wat andere factoren die je niet in de hand hebt. Ik heb nog geen enkel bedrijf meegemaakt waar het makkelijk en in rechte lijn naar boven gaat. Ondernemen is doorzetten. Maar als je ergens in gelooft, moet je er ook volop voor durven gaan”, zegt Becks overtuigd. “En je moet het groot durven zien. Of je passie nu voetbal of ondernemen is: je moet je hart volgen, berekende risico’s nemen en er voor de volle 100% voor gaan. En ga je op je bek? Dat hoort erbij! Je hebt het tenminste geprobeerd en je leert eruit. Van de 400 bedrijfjes die Richard Branson ooit oprichtte, gingen er ook heel wat op de fles. Wie ligt daar vandaag nog wakker van? Die cultuur van durven en mogen falen, moeten we in dit land echt nog creëren als je ondernemerschap wil stimuleren.“ Family first “Ondernemen is risico’s nemen. Ondernemen is onzekerheid. En dat is niet altijd evident. Niet voor jezelf en al helemaal niet voor de mensen die je omringen. Ik heb het grote geluk dat mijn vrouw Femke altijd is meegegaan in mijn dromen, en dat het uiteindelijk zelfs ‘onze’ dromen zijn geworden waar zij een enorm groot aandeel in heeft. Maar vanzelfsprekend is dat allerminst. Als er één ding is waar ik het fierste op ben, dan is het dat ik er relatief goed in geslaagd ben om mijn familie en vrienden dicht bij me te houden. Doorheen al mijn professionele omzwervingen waren zij mijn constante. Mijn uitgangspunt. Als het me op een bepaald moment niet meer lukte om tijd te maken voor hen, was het tijd voor iets anders.”■ ALUMNI DE JAREN ‘00 ALS ONDERNEMERSBLOED DOOR JE ADEREN STROOMT Gert Gijbels is een geboren ondernemer. Een beurs van het Prins Albert Fonds leek nochtans zijn ticket naar een succesvolle carrière als expat in booming China. “Als expat heb je een heerlijk, zorgeloos leven met toffe uitdagingen, een mooi loon en de strafste feestjes in een bruisende setting”, vertelt Gijbels enthousiast. “En toch kriebelde het bij mij al heel snel om zelf te gaan ondernemen.” Op zijn 25ste richtte hij in China – samen met zes Chinezen en een Belgische collega – zijn eerste bedrijf Eunasco op. Vandaag creëert hij met Mookum nieuwe kansen voor jonge designers. En niet zonder succes. Enkele maanden geleden haalde Mookum meteen de BeCommerce Award voor beste internetstart-up binnen. 25 ALUMMNI “China is booming en dat voel je. De drive die er hangt, is ongelooflijk” Kies niet de makkelijkste weg Dat Gert Gijbels vroeg of laat zou gaan ondernemen, stond in de sterren geschreven. “Ik was 25 toen ik zelfstandige werd. In mijn familie was ik de oudste die ooit een eigen zaak begon”, lacht Gert Gijbels. “Nochtans leek mijn carrière op het eerste gezicht een uitgemaakte zaak. Mijn vader had in die tijd een groot accountskantoor in Limburg. Als handelsingenieur had ik heel makkelijk kunnen instappen in zijn zaak. Eigenlijk lag zo’n loopbaan perfect in de lijn van mijn opleiding. Maar ik had als jobstudent al gemerkt dat zo’n carrière mij niet gelukkig zou maken.” Denk globaal Aanvankelijk ging Gert Gijbels aan de slag bij Atlas Copco, maar na amper twee jaar zocht hij een nieuwe uitdaging. De lokroep van groeiland China klonk almaar luider. En een beurs van het Prins Albert Fonds gaf de opstap. “China is booming en dat voel je. De drive die er hangt, is ongelooflijk. Alles gaat er waanzinnig snel en Chinezen hebben maar een half idee nodig om te gaan ondernemen. Dat werkte 26 aanstekelijk. Hoewel ik aanvankelijk maar een jaar zou blijven, heb ik vrijwel meteen bijgetekend bij Ahlers. In China was alles aan het gebeuren. Daar wou ik zijn. En mijn ondernemerszin groeide elke dag.” de zin om te ondernemen opnieuw op. Ik wist al heel snel: ik ben geen manager. Ik ben een ondernemer.” Manager of ondernemer? “Je comfortabele leven als expat inruilen voor het onzekere bestaan van een ondernemer: dat was niet evident. Velen hebben me voor gek verklaard toen ik in China een eigen zaak opstartte. Financieel werd ik er niet meteen beter van en alle zorgen krijg je er gratis bij. Maar toch wist ik dat dit precies was wat ik wilde. Ik wil van een wit blad beginnen en daar zelf iets aan toevoegen. Kansen creëren en grijpen. Mijn dromen najagen en – met het risico om op mijn bek te gaan – tenminste proberen.” “Voor Ahlers heb ik in China vijf kantoren helpen oprichten. Alles in juiste banen leiden, managers klaarstomen voor hun nieuwe uitdaging: dat ging goed. Dat vond ik boeiend. Maar op een bepaald moment staat dat hele project dan op de rails. En dan heb je managers nodig”, vertelt Gijbels. “Vroeg of laat moet je voor jezelf uitmaken: ben ik een ondernemer of een manager? Managers doen fantastische dingen voor draaiende ondernemingen. Ze zijn veel beter in dingen als HRbeleid en loodsen een bedrijf op de meest fantastische manier door nieuwe uitdagingen. Ondernemers houden ervan om nieuwe dingen op poten te zetten. Van een goed idee uitbouwen tot een bloeiende zaak. De eerste mensen enthousiasmeren voor hun project zodat zij daar, uit volle overtuiging, mee hun schouders onder zetten. Eens de trein rijdt, is de uitdaging voor hen er vaak af. Dan borrelt Jaag je dromen na Matchmaker “Met Eunasco zochten we oorspronkelijk vooral goede leveranciers in China voor Europese bedrijven. China voorziet de rest van de wereld van innovatieve goedkope en kwalitatief hoogstaande producten. Op de Chinese markt is vrijwel alles mogelijk, maar je moet die markt en de cultuur wel goed kennen om er niet in te ALUMNI DE CARRIÈRE VAN GERT GIJBELS IN EEN NOTENDOP Gert Gijbels studeerde handelsingenieur aan de UHasselt in Diepenbeek en volgde een MBA-programma aan het CEIBS (China) in het kader van het Prins Albert Fonds. 2001 E-procurement Project Leader/Purchaser | Atlas Copco 2003 Business Development Manager Asia | Ahlers (Shanghai, China) 2005 partner en mede-oprichter | Enasco Supply Chain Consultancy 2011 oprichter en zaakvoerder | Mookum PRIJZEN EN ERKENNINGEN 2003 Prins Albert laureaat | Prins Albert Fonds 2013 Mookum: Best e-commerce Start-up of the Year | Becommerce verstikken. Wij zijn ter plaatse de ogen en de oren van de Europeanen: wij leggen contacten en sluiten deals. Dat vind ik boeiend, want onderhandelen was altijd al mijn passie. Daar draait het in het leven eigenlijk om. Dat heb ik destijds als student hier in Diepenbeek al geleerd. In het college van Wouter Faes en toen ik voor de studentenverkiezingen van Hermes Actief Interim als hoofdsponsor kon binnenhalen.” Terug thuiskomen “Hoe beter we de Chinese markt leerden kennen, des te meer er mogelijk werd. Was een product waarnaar een klant op zoek was nog niet voorhanden op de Chinese markt? Dan lieten we dat steeds vaker zelf ontwikkelen. En zo is onze core business intussen verschoven van het aanreiken van de juiste leveranciers naar productontwikkeling. Daardoor werden we ook steeds vaker benaderd door jonge, Belgische designers die hun ontwerpen door ons wilden laten realiseren. Hun ontwerpen waren vaak verbluffend, maar van marketing hadden ze duidelijk minder kaas gegeten. En hun designs moesten ook niet in zo’n grote aantallen geproduceerd worden. Met mijn tweede bedrijf Mookum probeer ik op deze vraag in te spelen en breng ik jonge designers en productontwikkelaars samen in een nieuwe structuur.” “Mookum staat voor Heimat, voor terug thuiskomen in Europa. Maar ook voor designproducten genereren voor thuis. We bieden kansen aan talentvolle, jonge ontwerpers en geven hun ideeën – met een financiering via crowdsourcing – letterlijk vorm. Het idee dat wij hen helpen om hun dromen te realiseren, geeft mij energie. Daar sta ik elke dag met veel plezier voor op.” Eens een ondernemer… “Zal ik binnen tien jaar nog hetzelfde doen? Dat weet ik niet. Waarschijnlijk niet”, lacht Gert Gijbels. “Ondernemersbloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik hou van nieuwe uitdagingen en eens ik Mookum ook elders in Europa nog heb kunnen doen groeien, is voor mij de fun er waarschijnlijk af. Een draaiende zaak runnen, is niets voor mij. Dan zoek ik wellicht terug een nieuw project om mijn ondernemerszin op te botvieren. Aan ideeën heb ik alvast geen gebrek.” ■ Concept van Mookum, een platform dat Belgische designers de kans geeft om hun ontwerpen te produceren. 27 DOCTORATEN STRAFFE DOCTORATEN VAN NIEUWE OPLEIDINGEN Door de integratie van de academische hogeschoolopleidingen, in september 2013, kreeg de UHasselt er drie nieuwe opleidingen bij: revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, industriële ingenieurswetenschappen en architectuur en interieurarchitectuur. En dat levert verfrissend nieuwe doctoraten op. Ook dit is UHasselt. INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN ZIEKTES OPSPOREN MET DE SMARTPHONE Met een smartphone kunnen we bellen, sms’en, probleemloos de weg vinden, ons favoriete radioprogramma beluisteren en de mooiste vakantiefoto’s maken. Maar kunnen we binnenkort ook ziektes opsporen met de smartphone? Misschien wel, want Jeroen Broeders vond in zijn doctoraat een manier om biosensoren via de smartphone uit te lezen. Op die manier zou het mogelijk worden om bepaalde ziektes makkelijk en in een vroeg stadium op te sporen. Dit eerste doctoraatsonderzoek van de faculteit Industriële ingenieurswetenschappen opent de weg naar medisch relevante consumententoepassingen. Eenvoudig en gebruiksvriendelijk Samen met het Instituut voor Materiaalonderzoek (imo-imomec) ontwikkelde Jeroen Broeders een apparaatje, ter grootte van een USB-stick, dat kan aangesloten worden op de hoofdtelefoonuitgang van een smartphone. Het principe is eenvoudig: de gebruiker plaatst een kleine druppel vloeistof – bloed of urine - op de test-strip en kan in een mum van tijd de aanwezigheid van bepaalde stoffen op de smartphone uitlezen. Klein, kleiner, kleinst “Biosensoren maken het mogelijk om op een heel eenvoudige manier ziektes in een vroeg stadium op te sporen”, legt promotor prof. dr. Ward De Ceuninck uit. “Maar voor de uitlezing hebben we meestal nog omvangrijke en dure laboapparatuur nodig. Binnen imo-imomec werken we al jaren aan de ontwikkeling van toestellen die kleiner en goedkoper zijn. Het onderzoek dat Jeroen Broeders samen met imoimomec voerde, is voor ons dan ook de kers op de taart. Dit opent immers de weg naar heel wat mogelijke consumententoepassingen.” 28 Het prototype werd getest voor het opsporen van histamine, een stof die relevant is bij allergische reacties en die ook vrijkomt bij het rottingsproces van voeding. Daardoor is deze applicatie niet alleen interessant voor de medische sector, maar kunnen er ook interessante toepassingen gevonden worden voor de voedingsindustrie. DOCTORATEN REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE SENSORISCHE STIMULATIE LEIDT TOT EEN BETERE ZINTUIGLIJKE GEVOELIGHEID BIJ MS-PATIËNTEN Bij MS-patiënten is de stof die rondom de uitlopers van de zenuwcellen zit – de myeline – beschadigd. Daardoor worden impulsen trager of zelfs niet meer doorgegeven, wat onder meer kan leiden tot verminderde zintuiglijke gevoeligheid en problemen met coördinatie en lichaamsfuncties. In zijn recent doctoraatsonderzoek toonde Koen Cuypers aan dat die abnormale impulsgeleiding bij MS-patienten tot een normaal niveau kan worden gebracht door sensorische stimulatie. Bij een groep gezonde mensen leidde deze stimulatie zelfs tot verhoogde prestaties tijdens motorische (revalidatie)training. Daarmee opent dit eerste ReKi-doctoraat nieuwe mogelijkheden in de revalidatie van MS-patiënten. “Sensorische en elektrostimulatietherapie wordt al jarenlang voor allerlei doeleinden gebruikt: van het verminderen van chronische pijn tot het actief houden van spieren van comapatiënten. Maar over de effecten van langdurig gebruik bij patiënten met MS weten we nog maar weinig”, aldus Koen Cuypers. Voor het onderzoek gebruikte Cuypers twee verschillende stimulatietechnieken: één waarbij de elektroden bevestigd werden op de aangetaste spier (TENS) en één waar- bij ze bevestigd werden op de schedel waaronder zich het hersengebied bevindt dat gekoppeld is aan de aangetaste spier (tDCS). Tussen de elektroden werd een nauwelijks voelbare elektrische stroom opgewekt. De resultaten zijn alvast veelbelovend. “Bij patiënten met een aangetaste gevoeligheid in de vingertoppen stelden we een significante verbetering vast na de behandeling met TENS. Hun gevoeligheid was zelfs vergelijkbaar met die van gezonde personen zonder gevoelsstoornissen”, zegt Koen Cuypers. Onderzoek bij een groep gezonde mensen toonde dan weer aan dat de behandeling met tDCS-therapie hun prestaties tijdens motorische (revalidatie)training verhoogde. “Een belangrijke stap voorwaarts”, besluit promotor prof. dr. Raf Meesen. “Vervolgstudies zullen nu moeten uitwijzen of deze techniek ook perspectieven biedt voor MS-patiënten.” KUNSTEN DOCUMENTAIREFILM OVER ARABISCHE LENTE INTERNATIONAAL BEKROOND Op het Jihlava International Documentary Film Festival in Tsjechië, één van de meest toonaangevende documentairefestivals ter wereld, sleepte UHasselt-doctorandus Peter Snowdon de Opus Bonum Award 2013 in de wacht. Snowdon kreeg die prijs voor The Uprising, zijn documentaire die de Arabische Lente in beeld brengt vanuit het oogpunt van de demonstranten. “De film geeft het fragiele, onvervangbare moment weer waarop het leven geen gevangenis meer is en alles weer mogelijk wordt”, aldus Snowdon. “De filmpjes die tijdens de Arabische Lente werden verspreid, maakten voor het eerst integraal deel uit van de revolutionaire acties”, vertelt de jonge Media, Arts & Design-onderzoeker die van 1997 tot 2000 in Egypte woonde. “Maar wat vertellen deze video’s ons precies over de gebeurtenissen zelf? En wat kan het proces van ‘film maken’ aan dat videomateriaal toevoe- gen? Hoe wordt het méér dan een aaneenschakeling van YouTube-video’s? Dat fascineerde mij mateloos en dat wou ik in mijn doctoraat graag onderzoeken.” Benieuwd naar deze documentaire die als doctoraat werd begeleid door prof. dr. Erik Moonen? In februari 2014 wordt The Uprising getoond tijdens Cinema Nova (Brussel). 29 DOCTORATEN ARCHITECTUUR EEN PRAKTISCHE ONTWERPTOOL VOOR ARCHITECTEN Energie-efficiëntie en duurzaamheid: het zijn sleutelbegrippen in de moderne architectuur. Maar welke praktische tools kunnen architecten helpen om hier al in een vroeg stadium van de ontwerpfase rekening mee te houden? UHasseltdoctoraatsstudente Lieve Weytjens ontwikkelde in haar doctoraat alvast de methodologie voor één praktisch bruikbare ontwerptool. “Men slaat architecten vandaag om de oren met informatie over energiebesparende en duurzame maatregelen, maar vaak zijn die maar oppervlakkig of heel technisch en ze geven zelden inzicht in de impact van een maatregel binnen een specifiek ontwerp”, zegt promotor dr. Ir. Griet Verbeeck van de faculteit Architectuur en kunst. “Hierdoor wordt de indruk gewekt dat een energiezuinige woning vooral een kwestie is van de juiste technologieën bij elkaar brengen en dat het nog maar weinig met architectuur te maken heeft. Dat klopt natuurlijk niet, want een architect kan via zijn ontwerp een essentiële bijdrage leveren aan de creatie van energiezuinige én architecturaal interessante gebouwen. Met de ontwikkeling van nieuwe, praktische tools hopen we hen daarin te ondersteunen.” “Bestaande programma’s zijn vaak niet gebruiksvriendelijk en niet bruikbaar in 30 een vroeg stadium van de ontwerpfase. Dat is nochtans precies de fase waarin de belangrijkste beslissingen rond energie en comfort van een woning genomen worden: de oriëntatie van het gebouw, de ramen, de compactheid…”, legt Lieve Weytjens uit. In haar proefschrift schuift ze onder andere een rekenmodule naar voren die de prestaties van het ontwerp op vlak van energiegebruik en thermisch comfort berekent, zonder dat alle relevante details bekend zijn. Deze tool stelt de architect in staat om zijn ontwerp snel te beoordelen en – eventueel – nog bij te sturen. In haar doctoraat ontwierp de jonge architecte een methodologie voor een gebruiksvriendelijke tool die het creatieve ontwerpproces combineert met meetinstrumenten die de duurzaamheid van een ontwerp in kaart brengen. En dat allemaal in één 3D-tekenprogramma. “Het is belangrijk dat de architect in slechts één enkele omgeving aan zijn ontwerp kan werken en niet voortdurend moet switchen tussen verschillende software”, stelt Weytjens. Verder onderzoek is nu nodig om deze methodologie om te zetten naar een reële, bruikbare toepassing. UHASSELT WAS ERBIJ HASSELT WINT ‘NETSTRIJD’ DE NETSTE STAD, DE VETSTE PARTY Van 10 tot 17 oktober streden de vijf grootste Vlaamse studentensteden de ‘Netstrijd’. Studenten in Antwerpen, Gent, Hasselt, Kortrijk en Leuven gingen een week lang de strijd aan tegen het zwerfvuil en probeerden de uitgaansbuurten van hun stad zo proper mogelijk te houden. Met een dagelijkse netheidsscore van minstens 95% sleepte de stad Hasselt elke dag de dagprijs in de wacht. Hasselt mag zich vanaf nu trots de properste studentenstad van Vlaanderen noemen. En de netste stad won ook de strafste party. Op 17 oktober vierden de Hasseltse studenten hun overwinning. Met gratis bier, een lasershow en een optreden van The Whatevers, dansgroep Radikal en Buscemi. De ‘Netstrijd’ kadert in de jaarlijkse Indevuilbak-campagne, een initiatief van OVAM en FostPlus. DE LIMBURGSE JOBBEURS 53 BEDRIJVEN EN 900 YOUNG POTENTIALS ONTMOETEN ELKAAR “In moeilijke economische tijden is het voor jongeren niet evident om werk te vinden. Met de Limburgse Jobbeurs wilden we hen de kans bieden om alvast eerste, waardevolle contacten te leggen met een brede waaier van bedrijven”, zegt Michel Ruland van Hermes Alumni. Tot nu toe organiseerden de UHasselt en Hermes Alumni elk een eigen beurs, maar voor deze zevende editie bundelden ze de krachten. En dat rendeerde, want met maar liefst 900 studenten, doctorandi en alumni en 53 bedrijven uit heel België was de Limburgse Jobbeurs een schot in de roos. Meer dan 50 bedrijven uit heel België zakten op 26 november 2013 af naar de campus in Diepenbeek om er te speuren naar jong Limburgs talent. “Een ontmoetingsplek creëren waar jong talent en gevestigde bedrijven elkaar ontmoeten, vindt de UHasselt belangrijk”, zegt rector Luc De Schepper. “Samenwerken met bedrijven betekent voor ons immers méér dan onze infrastructuur en expertise ter beschikking stellen. We willen bedrijven ook laten kennismaken met het hoogopgeleid jong talent op onze universiteitscampussen.” Om het netwerken te bevorderen, hadden de organisatoren een lounge ingericht, waar bedrijven en jonge sollicitanten op een informele manier met elkaar konden praten. De jongeren konden er ook workshops volgen over topics als ‘lichaamstaal bij sollicitatiegesprekken’ en ‘rechten en plichten bij je eerste werkervaring’. Komiek Guga Baùl (‘Tegen de sterren op’) sloot de dag af. 31 IN ACTION UHASSELT PARTICIPEERT IN LAB VOOR SUPERCOMPUTERS EXASCIENCE LIFE LAB GEEFT VLAAMS LEVENSWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EEN EXTRA STIMULANS Supercomputers spelen al jarenlang een cruciale rol in de biomedische wetenschappen en via het Vlaams Supercomputer Centrum (VSC) hebben Vlaamse onderzoekers al sinds 2008 toegang tot die supercomputing-infrastructuur. Maar met het ExaScience Life Lab maken de UHasselt, Intel, Janssen Pharmaceutica, IMEC en de andere Vlaamse universiteiten zich nu klaar voor de volgende versnelling. Door samen een nieuwe generatie hardware – en vooral: de daarvoor noodzakelijke algoritmes en software stacks – te ontwikkelen voor supercomputers, willen ze nieuwe doorbraken in de levenswetenschappen realiseren. “ExaScience Life Lab is immens belangrijk voor toekomstgericht biomedisch onderzoek”, zegt Piet Stinissen, decaan van de faculteit Geneeskunde en levenswetenschappen en voorzitter van LifeTechLimburg. Ook voor het UHasselt-onderzoek van het Biomedisch Onderzoeksinstituut (BIOMED), het Expertisecentrum Digitale Media (EDM) en het Centrum voor Statistiek (CenStat) biedt toegang tot ExaScience Life Lab een belangrijke meerwaarde. 32 Supercomputers versnellen innovatie generatie en de toepassingen die er gebruik van zullen kunnen maken.” “Het gebruik van supercomputers in wetenschappelijk onderzoek leidt in eerste instantie tot een kwantitatieve schaalvergroting: men kan berekeningen sneller uitvoeren, of meer gegevens analyseren dan op een werkstation”, legt HPC-analist/consultant dr. Geert Jan Bex (UHasselt/KU Leuven) uit. “In tweede instantie leidt het echter tot een kwalitatieve sprong voorwaarts wanneer onderzoekers innovatieve toepassingen ontwikkelen die zonder de rekenkracht van supercomputers ondenkbaar zouden zijn. Hier speelt het ExaScience Life Lab een cruciale rol omdat het meewerkt aan de ontwikkeling van de supercomputers van de volgende Tijd en geld besparen Door supercomputing-expertise te combineren met de uitgebreide Vlaamse expertise in biostatistiek, levenswetenschappen en biotechnologie moet het ExaScience Life Lab het Vlaamse onderzoek in de levenswetenschappen, dat wereldwijd al hoge toppen scheert, nog een extra stimulans geven. In een eerste fase focussen de onderzoekers vooral op twee toepassingsdomeinen: hoe kunnen supercomputers het verwerken van volledige genoomsequenties – bijvoorbeeld in het kankeronderzoek – versnellen? En welke rol kunnen computersimulaties binnen de levenswe- tenschappen precies spelen? Door hypothesen te toetsen aan computersimulaties van cellen en weefsels, kan immers veel tijd en geld voor labotests bespaard worden. Vlaanderen, een topregio “Vlaanderen heeft wereldwijd al een uitstekende reputatie op het vlak van levenswetenschappen, biotechnologie en high performance computing, met een onderzoeksgedreven industrie en hooggeschoolde kenniswerkers”, zegt Ingrid Lieten, Vlaams minister van Innovatie. “Het ExaScience Life Lab zal Vlaanderen nog meer als een topregio voor supercomputing in de levenswetenschappen positioneren.” IN ACTION ‘SLIMME OPLOSSINGEN’ VOOR DIGITALE THUISZORG In Vlaanderen verschuift een steeds groter deel van de georganiseerde zorg in instellingen naar de thuiszorg. En de zorgtechnologie die deze verschuiving in goede banen moet leiden, boomt. “Toch gaan nieuwe, technologische toepassingen nog te vaak voorbij aan het totaalplaatje van de zorgbehoefte”, zegt Stijn Agten, onderzoeker bij het Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) aan de UHasselt. In het Novicept 2-project vergeleken EDM-onderzoekers – in samenwerking met CM Limburg - de praktische noden van enkele grote thuiszorgorganisaties en hun patiënten met bestaande technologieën en opkomende (digitale) innovaties in de thuiszorg. De resultaten werden op 4 november 2013 voorgesteld in aanwezigheid van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen. “In de thuiszorg bundelen medische hulpverleners, thuiszorgorganisaties en niet-professionele mantelzorgers de krachten. Als je met ICT die thuiszorg wil verbeteren, dan moet je daar rekening mee houden”, vertelt Stijn Agten. “Een goede communicatie tussen alle betrokkenen in dat netwerk is cruciaal om de beste zorgen voor de patiënt te kunnen garanderen. Vandaag gebeurt die onderlinge communicatie nog te vaak telefonisch, via post-its op kasten of via papieren zorgschriftjes. Dat systeem is verre van optimaal. Bovendien maakt zo’n schriftje absoluut niet duidelijk wie welke informatie mag, kan en moet lezen. En familieleden die verder weg wonen van de zorgbehoevenden of artsen die in hun eigen praktijk aan het werk zijn, hebben sowieso geen toegang tot deze informatie. Om daar een oplossing voor te vinden, ontwikkelden we binnen dit project o.a. een digitaal schriftje dat deze nadelen in één klap uitschakelt.” Naast dit digitaal zorgschriftje bedachten de EDM-onderzoekers binnen Novicept 2 ook heel wat andere praktische en slimme technologieën die meteen een meerwaarde kunnen betekenen in de (digitale) thuiszorg. Het Novicept 2-project werd mede mogelijk gemaakt met de financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en de Provincie Limburg. MICHELLE PLUSQUIN (CMK) RIJFT PRESTIGIEUZE MARIE CURIE FELLOWSHIP BINNEN Dr. Michelle Plusquin (Centrum voor Milieukunde) heeft een Marie Curie Fellowship in de wacht gesleept. Daarmee trekt ze voor twee jaar naar het prestigieuze Imperial College London. “Dankzij deze Europese onderzoeksbeurs krijg ik niet alleen de mogelijkheid om buitenlandse ervaring op te doen, maar ook om mijn expertise verder uit te diepen en een Europees netwerk uit te bouwen”, zegt dr. Plusquin. Michelle Plusquin, verbonden als doctor-assistent aan het UHasseltonderzoeksinstituut CMK, zal aan het Imperial College London (officieel The Imperial College of Science, Technology and Medicine) het onderzoeksteam van professor Paolo Vineis versterken. “Ik ben met hem in contact gekomen via professor Tim Nawrot. Prof. Vineis is één van de toponderzoekers in het domein van de milieu- en moleculaire epidemiologie en coördineert verschillende Europese projecten”, zegt dr. Plusquin. “Ik zal er onderzoeken welke mechanismen achter de (nadelige) effecten van fijn stof en luchtvervuiling zitten op het niveau van DNA methylatie (een proces waarbij de structuur van het DNA verandert, red.). Hiervoor zal ik de genetische profielen van 1.200 Europeanen bestuderen.” 33 IN ACTION PRINSES ASTRID GEEFT STARTSCHOT VOOR NIEUW DIABETESONDERZOEK Het REVAL-onderzoeksproject dat zoekt naar nieuwe behandelingsmethoden kreeg 20.000 euro van de Koning Boudewijnstichting voor de verdere uitbouw van dit programma. Ter gelegenheid daarvan bracht prinses Astrid op 14 november – Wereld Diabetes Dag - een bezoek aan het Rehabilitation Research Center (REVAL) en maakte ze kennis met het project, de betrokken onderzoekers en de deelnemende patiënten. “Dit koninklijk bezoek is een mooie extra stimulans om verder te blijven zoeken naar de meest effectieve behandelingsstrategie voor diabetes type 2”, zegt prof. dr. Dominique Hansen (REVAL) die dit project leidt. “Welke manier van trainen is voor patiënten met diabetes type 2 het effectiefst? Behalen zij de beste resultaten met oefensessies in nuchtere of in gevoede toestand? Dankzij de financiering van de Koning Boudewijnstichting kunnen we dat nu in kaart brengen”, zegt prof. dr. Hansen. “Dat trainen de suikercontrole van deze diabetespatiënten verbetert, weten we intussen, maar er blijven nog heel wat vragen onbeantwoord. Met dit onderzoek – in nauwe samenwerking met onze partnerziekenhuizen – zetten we een belangrijke stap in het ontwikkelen van behandelingen van belangrijke chronische ziekten zoals diabetes.” Voor de studie werken de UHasselt-onderzoekers nauw samen met het Jessa Ziekenhuis (Hartcentrum Hasselt), de UGent en Universiteit Maastricht. VIB-ONDERZOEKSGROEP AAN UNIVERSITEIT HASSELT BELANGRIJKE BOOST VOOR DE LIMBURGSE KENNISECONOMIE De Vlaamse regering gaf op 20 december 2013 groen licht voor de uitbouw van een VIB-onderzoeksgroep in de Universiteit Hasselt. Deze beslissing, op voorstel van Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten, kadert in het ‘Strategisch Actieplan Limburg in het kwadraat’ (SALK) om het economisch weefsel in Limburg te versterken naar aanleiding van de sluiting van Ford Genk. “Hiermee geven we een belangrijke boost aan de versterking van de kenniseconomie in Limburg”, aldus minister Lieten. VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) is een non-profitonderzoeksinstituut in de levenswetenschappen dat internationale erkenning geniet. Het onderzoeksinstituut, dat mee aan de basis lag van de uitbouw van de sterke Vlaamse biotech-cluster, had al een partnerschap met KU Leuven, Vrije Universiteit Brussel, UGent 34 en Universiteit Antwerpen, maar tot op heden nog niet met de UHasselt. Met de beslissing van de Vlaamse regering en financiering vanuit het SALK plan wordt nu een nieuwe onderzoeksgroep uitgebouwd in het domein auto-immune aandoeningen in het Biomedisch Onderzoeksinstituut (BIOMED) van de UHasselt. UHasselt-BIOMED heeft in de afgelopen twintig jaar een sterke reputatie opgebouwd in het onderzoek rond Multiple Sclerose (MS) en andere auto-immuunziekten. Conform de excellentiecriteria van VIB zal een internationaal gereputeerd onderzoeker geselecteerd worden om aan de UHasselt de nieuwe VIBonderzoeksgroep op te richten. IN ACTION PAULIEN SMETS WINT VLAAMSE SCRIPTIEPRIJS 2013 De Vlaamse Scriptieprijs werd voor het eerst gewonnen door een alumna interieurarchitectuur. Uit 486 inzendingen maakte de eigenzinnige en creatieve scriptie van Paulien Smets de meeste indruk. De jury sprak vol lof over de studie waarin de jonge interieurarchitecte een nieuwe, frisse blik werpt op de herbestemming van de ruïne van een oude jeneverstokerij en noemde de scriptie “een kathedraal van een eindwerk”. Paulien mocht de hoofdprijs van 2.500 euro op 17 december 2013 in het Cultuurcentrum van Hasselt in ontvangst nemen. De krachtige schoonheid van verval Ontwerpen en onderzoek gaan hand in hand Met haar betoog over de schoonheid van het vergankelijke en de poëzie van de gerimpelde huid wist Paulien de jury alvast te beroeren en te overtuigen. “De scriptie van Paulien Smets is niet alleen een concreet architectonisch plan, maar ook een metafoor voor het leven. Terwijl ze uittekent hoe een oude jeneverstokerij te verbouwen, leert ze ons ook, via ommetjes langs Plato, Jacques Lacan en Sidi Larki Cherkaoui, hoe om te gaan met eindigheid en verval. Bovendien is haar scriptie een literair pareltje: matuur, melancholisch en magisch. Een kathedraal van een eindwerk”, aldus juryvoorzitter Jörgen Oosterwaal, hoofdredacteur van Knack. De masterproef van Paulien werd zowel begeleid door een ontwerper (Jo Klaps) als door een doctoraatsstudent (Remco Roes) en een onderzoeksdocent (Kris Pint). Deze creatieve architectuurstudie, waarin tekst en beelden op een originele manier met elkaar verweven werden, toont aan dat er binnen het academische onderzoek ook ruimte kan zijn voor verbeelding en poëtische, persoonlijke verkenningen als waardevolle bronnen van kennis en inspiratie. “Deze masterscriptie is exemplarisch voor de vernieuwende manier waarop de creatieve opleidingen van de UHasselt met onderzoek en onderwijs willen omgaan”, zegt Rob Cuyvers, decaan van de faculteit Architectuur en kunst. © Yorick Jansen 35 UHASSELT IN ACTION GASTCOLLEGES PUBLIEKE FINANCIËN JOHN CROMBEZ EN PHILIPPE MUYTERS PRESENTEREN HUN FISCAAL-BUDGETTAIRE VISIES AAN UHASSELT-STUDENTEN Zes weken lang pakte de UHasselt in het kader van het vak Publieke Financiën uit met een impressionante lezingenreeks. Grote namen als federaal staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez, hoofdeconoom Etienne de Calatay van Bank Degroof, hoofdeconoom Peter de Keyzer van BNB Paribas Fortis, Vlaams minister Philippe Muyters en zijn kabinetschef professor Koen Algoed passeerden de revue. “Door de belangrijkste actoren uit het veld aan het woord te laten, maakten we de maatschappelijke relevantie en de actualiteitswaarde van publieke financiën meteen heel zichtbaar”, vertelt prof. dr. Lode Vereeck. De impact van publieke financiën op onze sociale realiteit De gastcolleges kaderden in het vak Publieke Financiën in de masteropleiding TEW, optie Beleidsmanagement. Met de lezingen wilden professoren Lode Vereeck en Johan Van Overtveldt hun studenten in contact brengen met fiscaalbudgettaire visies van de belangrijkste beleidsverantwoordelijken en hoofdeconomen van banken. “Dat het beheer van publieke financiën een enorme impact heeft op onze sociale realiteit, is voor mij persoonlijk heel duidelijk”, vertelt prof. dr. Lode Vereeck. “Dankzij mijn collega’s en vrienden in Argentinië en Griekenland zag ik vanop de eerste rij welke dramatische maatschappelijke gevolgen een slecht beheer van de openbare financiën met zich meebrengt. De manier waarop een overheid met haar middelen omgaat – zeker wanneer dit niet goed gebeurt -, heeft een ongelooflijke impact op ons persoonlijk leven. En dat wilden we onze studenten van in het begin ook heel duidelijk maken. We wilden hen tonen dat deze introductiecursus veel méér is dan een theoretisch vak aan de universiteit en dat de maatschappelijke relevantie ervan diep geworteld is in alle domeinen van onze sociale realiteit.” Maatschappelijk relevant De lezingreeks stond niet alleen open voor de masterstudenten beleidsmanagement 36 maar ook voor geïnteresseerden van buiten de UHasselt. “John Crombez die komt vertellen over de spanning die bestaat tussen privacy en een efficiënte inning van bijvoorbeeld persoons- of verkeersbelastingen, Etienne de Calatay die uitlegt waarom de vergrijzingskosten in Vlaanderen de belangrijkste uitdaging vormen voor de openbare financiën of minister Philippe Muyters die komt toelichten – op basis van een internationale studie – waarom de financiering van Vlaanderen en Wallonië een negatieve responsabilisering in de hand werkt… Dat zijn thema’s die niet alleen relevant zijn voor onze studenten. Ook dat bredere publiek geïnteresseerden wilden we de kans geven om deze lezingenreeks bij te wonen.” Academische meerwaarde overstijgt politieke verschillen “Ik ben ontzettend blij dat onze sprekers tijd wilden vrijmaken voor deze lezingenreeks. Dankzij hen konden we onze studenten een fantastisch inhoudelijk programma aanbieden. De bereidheid om onze studenten te woord te staan, was er altijd meteen... Maar een gaatje in de agenda vinden was soms wel bijzonder complex”, vertelt professor Vereeck. Persoonlijk verbaast het hem niet dat zelfs Vlaams minister Philippe Muyters zijn begrotingsbeleid wou komen toelichten in de aula van de professor die vorig jaar – als LDD-fractieleider – in het parlement nog in aanvaring kwam met de minister. “De academische inhoud van zijn lezing overstijgt onze politieke meningsverschillen. Dat de minister op mijn uitnodiging inging, vind ik trouwens een mooi signaal naar onze studenten: we kunnen van mening verschillen, maar gaan respectvol met elkaar om. In de opleiding beleidsmanagement zitten de economen van de toekomst. Ontzettend geëngageerde studenten die zich op economisch vlak willen bezighouden met maatschappelijke thema’s als milieu, sociale zekerheid, mobiliteit… Of zij dat als ambtenaar, ondernemer of politicus willen doen, moeten ze uiteraard zelf beslissen. Belangrijk is de wetenschappelijk correcte manier waarop zij met cijfers en analyses zullen omgaan. En dat moeten wij hen – tijdens hun opleiding – bijbrengen. De meeste sprekers die vandaag het beleid maken, hebben zelf een diploma economie op zak en zaten x-aantal jaar geleden nog aan de andere kant van de aula. Als zij door hun persoonlijke ervaring ertoe kunnen bijdragen dat deze generatie beleidseconomen zich een beter beeld kunnen vormen van de uitdagingen waar België vandaag voor staat, dan willen zij hier maar al te graag hun steentje aan bijdragen.” IN ACTION TELEX •Architectuur-alumnus FRANKY LAROUSSELLE sleepte met zijn afstudeerproject “Interlinie, RE:MEAT” de EUREGIONALE ARCHITECTUURPRIJS 2013 in de wacht. De jury loofde vooral de veelzijdigheid van het project: “Het belichaamt alles wat het beroep van architect inhoudt: een helder concept, kennis, sociaal engagement en beeldende beleving.” • PROF. DR. TOM BRIJS (IMOB) werd onlangs genomineerd als lid van de EDITORIAL ADVISORY BOARD van het internationale, wetenschappelijke toptijdschrift in het domein van verkeersveiligheid ACCIDENT ANALYSIS AND PREVENTION (AAP). Een mooie erkenning voor het wetenschappelijk werk van het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) en prof. dr. Tom Brijs. • De UHasselt heeft, samen met haar andere Europese partners binnen het DaCoTA Consortium, in Londen een ‘INTERNATIONAL ROAD SAFETY AWARD’ gewonnen. Het consortium werd bekroond voor de ontwikkeling van de website ‘European Road Safety Observatory’ (ERSO). Daarbij bundelden verkeersveiligheidsinstituten en universiteiten uit verschillende Europese landen de krachten om de veelheid aan verspreide verkeersveiligheidsinformatie samen te brengen in één kennissysteem en een aantal tools te ontwikkelen ter ondersteuning van beleidsmakers (factsheets, country overviews…). • Derdejaarsstudenten industrieel ingenieur bedenken en produceren in het kader van small business project een eigen product dat ze proberen aan de man te brengen. EREDOCTOR MICHAEL BRAUNGART, één van de grondleggers van het cradle-tocradle-principe, inspireerde de 500 ingenieursstudenten tijdens een gastlezing om hierbij op zoek te gaan naar materialen die makkelijk herwerkt en herbruikt kunnen worden. • PROF. DAVID L. PAULS (Harvard Medical School and Psychiatric and Neurodevelopmental Genetics Unit, Massachusetts General Hospital, Boston) werd benoemd tot ‘International Francqui Professor’ voor de Medische Wetenschappen. Professor Pauls, wereldvermaard om zijn onderzoek naar autismespectrumstoornissen, zal tijdens zijn verblijf in België intensief samenwerken met onderzoekers van de KU Leuven, UHasselt, UGent en ULB. Prof. Dr. Alice Carter (University of Massachusetts) zal hem vergezellen. Haar expertise ligt in onderzoek naar de identificatie van baby’s en peuters met een verhoogd risico op de ontwikkeling van sociale en gedragsproblemen. Aan de UHasselt zal de expertise van beiden ingezet worden om het onderzoek naar vroege kenmerken van autismespectrumstoornissen onder leiding van Prof. M. Vanvuchelen (REVAL) te versterken. De plechtige inauguratie vond plaats op vrijdag 24 januari in het Psychologisch Instituut in Leuven. Prof. Pauls gaf daar ook een lezing over “The Genetics of Neurodevelopmental Disorders: Past, Present and Future”. 37 IN ACTION NIEUWE ONDERZOEKSLIJN GAAT LIMBURGSE HUISARTSEN ONDERSTEUNEN “Professionals uit de eerste lijn vormen een cruciale schakel in de gezondheidsketen. Toch is er op dit moment aan de UHasselt nog maar weinig onderzoek (of opleidingsaanbod) dat Limburgse huisartsen ondersteunt. Met onze nieuwe onderzoekslijn LHO3 willen we hier verandering in brengen”, aldus professor Neree Claes. Onder leiding van prof. Claes geven twee onderzoeksters het startschot voor deze nieuwe onderzoekslijn. In hun onderzoek borduren zij voort op bestaande UHasselt-expertise zoals PreCardio en Vitalink. Snellere detectie van bloedvergiftiging redt levens Dr. An Liesenborgs, die als cardioloog-urgentiearts werkzaam is op de spoedgevallendienst van het Jessa Ziekenhuis, zoekt in haar doctoraat naar manieren om patiënten met beginnende infecties in het bloed sneller te detecteren. Zij wordt hierbij begeleid door prof. dr. Neree Claes, prof. dr. Frank Weekers, prof. dr. Dominique Vandijck en drs. Kristel Marquet. “Infectie in het bloed is een ernstig ziektebeeld dat nog al te vaak tot de dood leidt”, vertelt dr. Liesenborgs. “Een vroegere detectie kan levens redden. In de eerste fase van mijn onderzoek focus ik op de dienst spoedgevallen en de afdeling medische intensieve zorgen van 38 het Jessa Ziekenhuis. In de tweede fase wordt het klinisch pad doorgetrokken in nauw overleg met huisartsen en ambulancediensten. Zij spelen immers een cruciale rol in het hele verloop. Indien de huisarts bij een doorverwijzing bijvoorbeeld al een vermoeden van beginnende bloedvergiftiging heeft, kan kostbare tijd gewonnen worden. En daar kan ook de patiënt enkel bij winnen. De inhoud van de verwijsbrief is in deze context ontzettend belangrijk.” Een betere informatieoverdracht voor een succesvol medicatiemanagement Biomedica Hannelore Storms gaat in haar doctoraat op zoek naar manieren om de informatieoverdracht tussen de huisarts en de andere zorgverleners binnen de eerste lijn te verbeteren. “Huisartsen, apothekers, verpleegkundigen, zorgkundigen en mantelzorgers managen samen het medicatiegebruik van patiënten. Om medicatie-incidenten te voorkomen en de patiënt te stimuleren om zijn therapie nauwgezet op te volgen, is communicatie tussen deze zorgverleners enerzijds en tussen zorgverlener en patiënt anderzijds belangrijk”, vertelt Hannelore Storms. “De huisarts speelt hier een cruciale rol als coördinator van dit hele proces. In mijn doctoraat wil ik tools helpen ontwikkelen die hen ondersteunen bij deze moeilijke taak.” Storms onderzoek wordt uitgevoerd onder het promotorschap van prof. dr. Neree Claes (UHasselt) en prof. dr. Bert Aertgeerts (KU Leuven). ECOOM UHASSELT GASTHEER VAN HET JAARLIJKSE ECOOM COLLOQUIUM ONDERZOEKSINDICATOREN ONDER DE LOEP “Als je impact wil meten, moet je natuurlijk wel de juiste tools gebruiken” “Onderzoeksevaluatie is een topic dat het voorbije jaar op heel wat aandacht kon rekenen. Ook in de brede actualiteit. Een mooie gelegenheid om het jaarlijkse ECOOM Colloquium aan dit thema op te hangen”, aldus Ann Peters, directeur Onderzoekscoördinatie van de UHasselt. Op 6 december 2013 bogen sprekers uit binnen- en buitenland zich aan de UHasselt over het gebruik van indicatoren voor onderzoeksevaluatie. “België speelt echt een voortrekkersrol op dit domein”, zegt professor Nicol Keith overtuigd. “Een colloquium als dit is een mooie gelegenheid om van elkaar te leren.” De wereld verwacht meer van universiteiten “De universiteit van vandaag kan je nog nauwelijks vergelijken met de universiteit van 20 jaar geleden”, stelt prof. dr. Paul Janssen, vicerector Onderzoek van de UHasselt. “De wereld verwacht tegenwoordig veel meer van academische instellingen. Heel wat belastinggeld vloeit naar universiteiten en de maatschappij vraagt een duidelijke return-on-investment. Universiteiten moeten vandaag – veel meer dan vroeger – bewijzen dat ze impact hebben op nieuwe, maatschappelijk relevante ontwikkelingen. De huidige outputfinanciering is daar een logisch gevolg van. Maar dat betekent natuurlijk wel dat je een goed systeem moet ontwikkelen om die impact te meten. ECOOM ondersteunt de Vlaamse overheid hierin.” Meten om te weten Maar hoe meet je impact? En hoe meet je de relevantie en de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek? Die vraag weerklonk het afgelopen jaar heel luid in verschillende publieke debatten. “Als je impact wil meten, moet je natuurlijk wel de juiste tools gebruiken”, zegt prof. Nicol Keith. “Cijfers alleen zeggen maar weinig. Je moet ze altijd in de juiste context plaatsen. Als je over biomedisch onderzoek in de oncologie publiceert, zal je vaker geciteerd worden dan wanneer je academisch onderzoek verricht in een heel specifiek domein van fundamentele natuurwetenschappen. Citatiecijfers mag je niet zomaar met elkaar vergelijken. Je moet ze altijd domeinspecifiek objectiveren, maar het uitwerken van zo’n objectieve parameters is geen sinecure. Het werk dat ECOOM op dit domein al geleverd heeft, is werkelijk voortreffelijk. In Europa speelt Vlaanderen hier echt een voortrekkersrol.” Natuurwetenschappen versus humane wetenschappen “Ook op het gebied van de outputevaluatie uit de sociale en humane wetenschappen (SHW) werd hier al knap werk verricht”, gaat dr. Rüdiger Klein voort. ► 39 ECOOM “Als je vooral kijkt naar de publicaties in de internationale A-rated tijdschriften – en je je financiering eenzijdig baseert op de Web of Science – dan grijpen onderzoekers al te vaak naast belangrijke financieringsbronnen” Prof. Nicol Keith “De publicatiepatronen in de SHW verschillen immers grondig van de output uit de natuur- en biomedische wetenschappen. Als je vooral kijkt naar de publicaties in de internationale A-rated tijdschriften – en je je financiering eenzijdig baseert op de Web of Science – dan grijpen SHWonderzoekers al te vaak naast belangrijke financieringsbronnen. In Vlaanderen zal de uitbouw van het Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane Wetenschappen (VABB) binnenkort toelaten om niet alleen een bredere waaier aan tijdschriftpublicaties, maar ook boekpublicaties e.d. in de SHW in rekening te brengen. Dit is een ontzettend belangrijke stap om de wetenschappelijke output in de SHW beter te erkennen en te valoriseren.” Carrièrebegeleiding van academische onderzoekers is cruciaal “Hoe wetenschappelijk relevant is het onderzoek dat een jonge onderzoeker verricht? Hoe baanbrekend is het op internationaal gebied? En waar bevindt hij zich in vergelijking met peers wereldwijd? Bibliometrische gegevens geven ook de individuele onderzoeker heel waardevolle informatie over de kwaliteit van zijn we- WAT DOET ECOOM? Het Expertisecentrum Onderzoek en Ontwikkelingsmonitoring (ECOOM) van de Vlaamse Gemeenschap is een interuniversitair consortium van alle Vlaamse universiteiten. ECOOM ontwikkelt indicatoren rond Onderzoek & Ontwikkeling (O&O) en innovatie voor de Vlaamse overheid. Dit indicatorensysteem moet de Vlaamse overheid helpen om de inspanningen op vlak van innovatie en O&O in Vlaanderen in kaart te brengen en vormt de basis voor financieringsmodellen en (inter)nationale onderzoeksrapportering. ECOOM werkt hierbij nauw samen met alle relevante actoren in het Vlaamse O&O-landschap: universiteiten, onderzoeksinstellingen, industrie en de betrokken beleidsinstellingen (zoals FWO, IWT en EWI). 40 HET JAARLIJKSE COLLOQUIUM Het ECOOM-colloquium wordt elk jaar door een andere Vlaamse universiteit georganiseerd. De voorbije jaren stelde de gastuniversiteit op dit congres haar eigen ECOOM-onderzoekslijn voor aan een bredere groep stakeholders. Omdat de UHasselt tot nu toe zelf geen eigen actieve onderzoekslijn binnen ECOOM opnam, greep de universiteit deze gelegenheid aan om vermaarde sprekers uit binnen- en buitenland uit te nodigen op het congres om een kritische blik te werpen op de activiteiten van ECOOM. ECOOM EN DE UHASSELT Vanaf 2014 zal de UHasselt een onderzoeksopdracht binnen ECOOM opnemen. “De UHasselt heeft in opdracht van de Vlaamse overheid al een analyse gemaakt rond onderzoeksrapportering door de Vlaamse universiteiten. Daaraan gekoppeld hebben we ook aanbevelingen voor de toekomst geformuleerd”, vertelt Ann Peters, directeur Onderzoekscoördinatie. “In opvolging van deze opdracht gaat de UHasselt binnen ECOOM een specifiek werkpakket rond onderzoeksrapportering, classificatiebeheer en het gebruik van de hieraan gekoppelde codes coördineren.” ECOOM tenschappelijke prestaties. En dat is belangrijk, want de tijd dat iedere doctorandus kon dromen van een academische carrière ligt al lang achter ons”, zegt prof. dr. Keith. “Het is natuurlijk wel belangrijk dat de universiteit haar onderzoekers zo goed mogelijk begeleidt en ondersteunt in die - erg veranderende - loopbaan. Goed uitgebouwde doctoral schools kunnen hier een rol in spelen.” “Een goede loopbaanbegeleiding van jonge onderzoekers en hoogstaand kwalitatieve doctoral schools zijn inderdaad cruciaal”, beaamt Ann Peters. “Als je de cijfers van de internationale tevredenheidsbevragingen van universitaire onderzoekers bekijkt, dan zie je dat we in Vlaanderen al heel erg investeren in de omkadering van jonge onderzoekers en dat onze inspanningen ook renderen. In Vlaanderen geven meer dan 8 op 10 jonge onderzoekers immers aan erg tevreden te zijn met hun reeds doorlopen onderzoekstraject. En we moeten ook blijven investeren in die begeleiding. De UHasselt was in 2011 de eerste Vlaamse universiteit die van de Europese Commissie het prestigieuze label HR Excellence in Research mocht ontvangen en we zijn vastbesloten om in de toekomst onze inspanningen nog naar een hoger niveau te tillen.” ■ Dr. Rüdiger Klein. 360°-BLIK OP EVALUATIE VAN ONDERZOEKSIMPACT Ann Peters (directeur Onderzoekscoördinatie) en prof. dr. Paul Janssen (vicerector Onderzoek) met dr. Rüdiger Klein en prof. Nicol Keith. Professor Nicol Keith is een gerenommeerd onderzoeker in moleculaire oncologie aan de Universiteit van Glasgow. Daarnaast is hij actief in evaluatiepanels van diverse Europese programma’s. “Door zijn ervaring als onderzoeker en als evaluator is hij perfect geplaatst om een 360°-beeld te schet- sen van de evaluatie van onderzoeksimpact”, zegt Ann Peters. Dr. Rüdiger Klein kan terugblikken op een impressionante, internationale onderzoeksloopbaan in de humane wetenschappen. Hij was verantwoordelijk voor interdisciplinair onderzoek en strategie bij de European Science Foundation (Humanities) en – meer recent - als directeur van de European Federation of National Academies of Sciences en Humanities (ALLEA). Als evaluator en consultant droeg hij bij tot de transnationale STI-ventures van o.a. de EU, UNESCO en de Wereldbank. 41 JAIPUR MISSIE INDIA “ALS JE VERTREKT MET DE IDEE DAT JE DE WERELD GAAT VERANDEREN, DAN BEN JE BIJ VOORBAAT AL VERLOREN” “Ik ben destijds geneeskunde gaan studeren omdat ik een verschil wou maken in het leven van mensen”, vertelt Liselore Loverix. “Dat klinkt misschien als naïef idealisme, maar toch is dat nog steeds mijn drijfveer om een goede arts te worden. Het is ook vanuit die overtuiging dat ik afgelopen zomer samen met drie medestudenten vijf weken naar Jaipur (India) trok.” Naïef kan je deze 21-jarige geneeskundestudente bezwaarlijk noemen. Liselore Loverix is een sterke, jonge en mature vrouw die met een open blik en zonder al te grote verwachtingen dit grote Indiase avontuur omarmde. Back to the basics van de geneeskunde. In een kleurrijk, gekruid land met warme, geduldige mensen. Ver van huis “De UHasselt had ons goed voorbereid op onze inleefstage. We wisten wat we mochten verwachten en hadden een hele selectieprocedure doorlopen”, zegt Liselore Loverix enthousiast. “En toch ben je nooit helemaal voorbereid op wat je daar te wachten staat. Dat werd ons meteen duidelijk vanaf het ogenblik dat we in India landden. Tijdens de autorit naar onze slaapplaats zagen we Indiërs slapen op de grond, soms zelfs in het midden van de weg of tussen honden. Dat was voor ons wel even slikken. Op dat moment voel je dat je ver weg bent van huis.” Gezondheidszorg voor iedereen “De grootste schok kregen we bij ons bezoek aan het gouvernementele ziekenhuis. Hier in het Westen is onze geneeskunde gebaseerd op het principe dat iedereen de zorg krijgt die hij verdient. Dat dit in India een stuk minder evident is, werd bij dat eerste bezoek meteen pijnlijk duidelijk. De zorg in zo’n gouvernementeel ziekenhuis is gratis en dat is fantastisch, maar het betekent ook dat de hulpverleners ter plaatse de grote patiëntenstromen nauwelijks aan kunnen. 42 Honderden mensen schuiven netjes aan in ellenlange rijen. Je ziet ouders met ijlende kinderen op de arm. Kinderen met hoge koorts die dringend medische hulp nodig hebben. Doodzieke mannen en vrouwen, die niet meer op hun benen kunnen staan en op de grond in de vuile gangen liggen te wachten. In die gangen liggen ook patiënten met sondes en baxters op matrassen op de grond. En overal zie je familieleden voor de zieken zorgen, want de dokters en verpleegsters hebben alleen maar tijd voor het medische aspect”, legt Liselore uit. “Al die zieken wachten braaf hun beurt af aan het loket. Daar krijgen ze een nummer waarmee ze opnieuw achteraan in de rij kunnen aanschuiven bij de juiste medische dienst. En dan moeten ze hopen dat ze snel een arts kunnen consulteren, want om vijf uur sluit het ziekenhuis onverbiddelijk de deuren. Ongeacht hoeveel mensen er nog in de rij staan te wachten. Ongeacht de ernst van de klachten waarmee zij kampen.” Idealisme versus realiteit “Op tv-programma’s als Missie Mosango zie je hoe doorwinterde medische hulpverleners opbotsen tegen de beperkingen van de lokale gezondheidszorg. Voor ons – idealistische derdejaarsstudenten geneeskunde – kwam deze confrontatie bikkelhard aan. Dat eerste moment kan je daar echt niet mee omgaan. Je kan dat niet vatten, want je wil dokter worden. En dokters moeten mensen helpen. Die sluiten niet zomaar hun kantoor omdat het vijf uur is terwijl er nog twintig zwaar zieke patiënten al een hele dag in de rij staan. Na dat bezoek hebben we urenlang geen woord tegen elkaar gezegd. We konden alleen maar stil zijn. Doodstil”, vertelt Liselore. “Nadien hebben we daar lang met onze begeleidende arts over gepraat. Dokter Muriël Vermariën heeft alles goed gekaderd. En dan besef je natuurlijk wel dat je niet zomaar onze westerse standaarden op die Indiase ziekenhuizen kan projecteren. De dokters ter plaatse doen ontzettend hard hun best om goede – en gratis – zorg te verlenen aan alle hulpbehoevenden. Ze kunnen nu eenmaal niet dag en nacht werken. Toen we de tweede keer naar dat ziekenhuis terugkeerden, bekeken we daardoor alles ook vanuit een ander perspectief. En dat is nodig.” Met kleine stapjes vooruit De vier UHasselt-studenten werkten vooral in een klein plaatselijk ziekenhuisje in de sloppenwijken van Jaipur. Het zie- JAIPUR kenhuis, dat werd opgericht door de Belgische organisatie Opus III, had een eigen apotheek, lab, operatiezaaltje en consultatieruimte voor een huisarts, gynaecoloog en orthopedist. Opus III investeerde de afgelopen vijftien jaar in de bouw en de werking van dispensaria, schooltjes voor kinderen uit lage kasten, een weeshuis en een arbeidscentrum voor vrouwen in Jaipur. “Geen grote medische heldendaden die de wereld veranderen, maar kleine, concrete acties die echt een verschil maken” “Aleide, Kaatje, Sarah en ik gingen vooral aan de slag in het dispensarium van Hasanpura A. Tijdens de vijf weken dat we in Jaipur verbleven, volgden we daar de bevallingen mee en zetten we onze schouders onder het medische schooltoezicht voor de 1.500 kinderen in die wijken. Geen grote medische heldendaden die de wereld veranderen, maar kleine, concrete acties die echt een verschil maken. We inventariseerden eenvoudige parameters als het gewicht en de lengte, probeerden hun vaccinaties in kaart te brengen en controleerden de kinderen op onder andere luisjes en wonden. We legden hen uit hoe ze hun tanden moeten poetsen, leerden hen op een speelse manier hun handen wassen met zeep en probeerden de moeders duidelijk te maken dat ze hun kindjes niet alleen moeten wassen, maar ook moeten afdrogen met een handdoek. Heel wat leerlingen hadden immers last van schimmels: die konden op die manier al makkelijk vermeden worden. Beetje bij beetje merkten we dat we vooruitgang boekten. Na een paar weken zagen de kinderen er effectief properder uit en wasten zij zelf spontaan hun handen met zeep nadat 43 JAIPUR “Je kan dat niet vatten, want je wil dokter worden. En dokters moeten mensen helpen. Die sluiten niet zomaar hun kantoor omdat het vijf uur is terwijl er nog twintig zwaar zieke patiënten al een hele dag in de rij staan” ze naar toilet waren geweest. Dat is een hele verwezenlijking. Daaraan zie je ook dat je kinderen een stuk makkelijker kan bijsturen. Volwassenen vervallen veel sneller weer in hun oude gewoontes.” Playtime “Omdat ik zelf heel actief betrokken ben bij jeugdwerk viel me meteen op dat Indiase kinderen amper speelden. In het jongensinternaat waar wij verbleven, zag je alle leerlingen om 8 uur ’s ochtends al netjes in hun schooluniform aan het ontbijt. En hoewel de school voor de kleintjes pas om 13 uur begon, zaten zelfs de allerkleinste kleuters van 8 tot 13 uur 44 gewoon braaf te wachten aan de schoolpoort tot hun lessen begonnen. Probeer dat hier maar eens met je kind van drie jaar”, lacht Liselore. “En na het avondeten was het meteen weer tijd voor studie. Discipline vinden Indiërs enorm belangrijk, maar fantasie wordt niet getriggerd. En dat was ook de Opus III-vrijwilligers die ons voorgingen al opgevallen. Jaren geleden al riepen zij playtime in het leven. Elke dag speelden ze een uurtje samen met de kinderen van het internaat. Een initiatief dat wij maar al te graag verderzetten. We speelden heel eenvoudige spelletjes zoals Schipper mag ik overvaren… Dat werkte goed en snel. En het gaf ontzettend veel voldoening. De kinderen Liselore Loverix, met op het scherm haar medestudenten. reageerden heel enthousiast en keken elke dag uit naar een nieuwe playtime. Het werd zo’n succes dat we het initiatief ook elders in de sloppenwijken organiseerden. Elke keer kwamen er een 70-tal kinderen met ons spelen. En het initiatief is geen stille dood gestorven toen wij terug huiswaarts keerden. Tot op vandaag organiseren de oudste jongens van het internaat nog elke dag playtime voor de jongere kinderen. Dat doet me ontzettend veel plezier.” Arm, armer, armst “Mijn inleefstage naar India heeft mijn blik op de wereld veranderd. Op medisch JAIPUR vlak was deze ervaring een eye-opener. Ik heb geleerd om met weinig middelen te werken. Zonder dure onderzoeken, vaak zelfs zonder stroom, gewoon de patiënt die voor jou zit proberen te helpen. Dat is de basis van geneeskunde, hè”, zegt Liselore overtuigd. “Bovendien besef je daar pas goed hoe preventief onze westerse gezondheidszorg werkt. Van zodra mensen hier klachten ervaren, gaan ze naar de dokter en worden ze behandeld. En zo hoort het ook natuurlijk. In India verlies je als je ziek wordt meteen je inkomen. Daardoor blijven de meeste Indiërs veel te lang werken en zoeken ze pas hulp als het eigenlijk al te laat is. Als arts is dat confronterend. En bijzonder frustrerend, want op dat moment kan je vaak niet veel meer voor hen doen.” “Hoewel ik in Jaipur meermaals ben aangelopen tegen mijn persoonlijke beperkingen en tegen die van de lokale gezondheidszorg, heeft mijn inleefstage me zeker niet bitter gemaakt. Integendeel. In India heb ik geleerd om te wachten, te berusten en om je familie en het leven echt te koesteren. Indiërs zijn bijzonder gastvrije en lieve mensen. Het leven heeft er meer kleur, het eten is er meer gekruid. Waar ik de eerste dagen in India - bij de aanblik van zoveel ellende en armoede immens veel medelijden met de Indiërs voelde, ben ik eerder naar huis gekeerd met de gedachte ‘Wij, arme westerlingen’. Het leven raast hier in zo’n ijltempo aan ons voorbij dat wij veel vaker vergeten waar het echt om draait.” INLEEFSTAGE IN JAIPUR: TO BE CONTINUED… De UHasselt kan terugblikken op een rijke traditie van inleefstages voor geneeskundestudenten. Zo trokken Liselores voorgangers o.a. al naar Kolkata (India), Mali en Congo. Deze inleefstage naar Jaipur was voor de faculteit Geneeskunde en levenswetenschappen een primeur, maar het project van Opus III waaraan zij participeerden, bestaat al 15 jaar. Met de hulp van heel geëngageerde bestuursleden, Belgische en Indiase vrijwilligers en studenten werd het programma uitgebouwd tot wat het vandaag is. Deze vier UHasselt-studenten zetten enthousiast hun schouders onder de bestaande initiatieven en namen een duidelijke rol op zich: - Aleide Vandewal concentreerde zich vooral op het gebruik en de verwerking na gebruik van injectiemateriaal in het dispensarium van Hasanpura A. - Sarah Hoedemakers observeerde de handhygiëne van het personeel in het dispensarium en probeerde de verpleging, laborant en artsen te motiveren tot extra hygiëne via richtlijnen van de WHO. - Kaatje Vissenaekens observeerde de diagnosestelling en het voorschriftgedrag van de plaatselijke huisarts om uiteindelijk in samenwerking met de apotheker van het dispensarium aangepaste zorgplannen op te stellen voor de courantste aandoeningen. Op die manier moet een kwalitatieve maar goedkopere zorg in de toekomst mogelijk worden. - Liselore Loverix focuste op de vaccinaties van de leerlingen. Welke inentingen kregen ze al? Welke zijn nog noodzakelijk? Dankzij de kennis over de vaccinatiestatus zullen de kinderen vanaf volgend jaar via het systeem van medische schoolonderzoeken inhaalvaccinaties toegediend krijgen. Volgende zomer trekken vijf andere UHasselt-studenten naar Jaipur. Zij zullen deze opgestarte initiatieven voortzetten. 45 OVER DE GRENZEN UHasselt sluit samenwerkingsakkoord met Pakistan “In een geglobaliseerde wereld is sharing minds and sharing skills toward a better life een belangrijke missie voor een universitaire gemeenschap”, zegt prof. dr. Paul Janssen, vicerector Onderzoek van de UHasselt. Vanuit die filosofie ondertekenden de UHasselt en het Pakistaanse ministerie van Onderwijs op 24 oktober 2013 een samenwerkingsakkoord waardoor Pakistaanse studenten vanaf nu een master- of doctoraatsprogramma in Transportation Sciences, Statistics en Management kunnen volgen aan de UHasselt. Hun opleiding wordt volledig gefinancierd door de Pakistaanse overheid. De UHasselt is de eerste Belgische universiteit die een dergelijk akkoord heeft afgesloten met Pakistan. Ticket tot de beste jobs “Een Europees diploma staat in Pakistan hoog aangeschreven en biedt er uitzicht op de beste jobs”, zegt prof. dr. ing. Ansar Yasar van het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) en een van de drijvende krachten achter deze overeenkomst. “Toch komen er maar weinig landgenoten naar België om verder te studeren. Met dit akkoord willen we meer Pakistaanse jongeren de kans geven om aan de Universiteit Hasselt hun diploma of doctoraat te behalen, België beter te leren kennen en om te excelleren in hun latere loopbaan.” 46 Bijdrage aan economische ontwikkeling in Pakistan Dit samenwerkingsakkoord met Pakistan, een land met 185 miljoen inwoners, zal het internationale profiel van de UHasselt verder versterken. “We kijken ernaar uit om deze ambitieuze Pakistaanse jongeren te verwelkomen op onze campussen. Door hen toegang te geven tot masterprogramma’s die inhoudelijk voortvloeien uit een sterke onderzoeksexpertise, leveren we ook een eigen, zinvolle bijdrage aan de verdere economische ontwikkeling van Pakistan”, zegt rector Luc De Schepper. In de overeenkomst werd immers opgenomen dat studenten, na het behalen van hun masterdiploma of doctoraatstitel, terugkeren naar Pakistan om braindrain te voorkomen. Big in Pakistan Dankzij dit samenwerkingsakkoord konden dit academiejaar al een tiental Pakistaanse studenten hun opleiding starten aan de UHasselt. En dat is groot nieuws in Pakistan: het bezoek van ambassadeur Munawar Saeed Bhatti (foto) aan de UHasselt, en de ondertekening van het samenwerkingsakkoord, haalde er uitgebreid het nationale nieuws. OVER DE GRENZEN Werk van architectuurstudenten op grootste designbeurs van Azië België was dit jaar het gastland op de gerenommeerde Business of Design Week in Hongkong. De grootste designbeurs van Azië richtte alle spots op Belgische architectuur, design en mode. En tussen al die artistieke pareltjes prijkte ook het werk van de UHasselt-masterstudenten architectuur. De UHasselt werkte, onder leiding van Peter Bongaerts en Nick Ceulemans, voor dit project samen met de Chinese University of Hong Kong. Nieuwe architecturale horizonten verkennen De Hasseltse masterstudenten architectuur werkten een semester lang aan een masterplan voor de bouw van een reusachtig depot in de buurt van het station, een shopping mall en woontorens in Dalang. “Een industriezone als Dalang, waar een half miljoen mensen (van wie 98% jonge, werkende migranten) wonen op een bebouwde oppervlakte van 17.8 vierkante kilometer: dat kennen wij in België niet. Met deze opdracht werden studenten uitgedaagd om los te breken uit hun eigen culturele achtergrond en nieuwe architecturale strategieën te ontwikkelen. En dat was een boeiend proces”, aldus Peter Bongaerts. Internationalisering is belangrijk “Dit soort internationale opdrachten ontzettend belangrijk om het blikveld studenten te verruimen: architecten ven immers vorm aan de leefwereld zijn van gevan mensen, waar ook ter wereld”, zegt Rob Cuyvers, decaan van de faculteit Architectuur en kunst. “Bovendien gaf deze opdracht ons de unieke kans om ons te meten met en te leren van architecten uit andere delen van de wereld.” Extra budget voor reisbeurzen UHasselt-studenten De UHasselt heeft recent een schenkingsovereenkomst ter waarde van 30.000 euro afgesloten met Belisol. Dat bedrijf engageert zich de komende drie jaar om reisbeurzen voor studenten, in het kader van universitaire ontwikkelingssamenwerking, te financieren. “Met meer dan 25 beursaanvragen op jaarbasis is dit een zeer gewaardeerd en welkom gebaar”, aldus rector Luc De Schepper. Vanuit de idee van ‘science sharing’ is de UHasselt al heel wat jaren actief binnen universitaire ontwikkelingssamenwerking (UOS). Daarbij trekt de universiteit niet alleen studenten en docenten uit het Zuiden aan (voor een studie, doctoraat, lesopdracht…), maar biedt ze, omgekeerd, ook Vlaamse studenten en onderzoekers de mogelijkheid om ervaring in het Zuiden op te doen. Zo vertrekken elk jaar een groot aantal UHasselt-studenten met een reisbeurs voor een ontwikkelingsrelevante stage of onderzoek naar landen als India, Vietnam, Mali en Congo. Groot succes Deze reisbeursformule zit, net als in de rest van Vlaanderen, in de lift. Het aantal aanvragen ligt vandaag aanzienlijk hoger dan het aantal beschikbare beurzen. Na de integratie van de academische opleidingen van XIOS Hogeschool en PHL (die nu samen Hogeschool PXL vormen, red.) is het aantal aanvragen aan de UHasselt verder toegenomen. Om zoveel mogelijk studenten de kans te blijven bieden op een unieke stage of onderzoek in het Zuiden, is de UHasselt dan ook steeds op zoek naar bijkomende financieringspartners. VLIR-UOS is in dat verband al jarenlang een belangrijke speler en ook de Stad Hasselt maakte in het verleden al het nodige geld vrij. En nu is er dus ook de overeenkomst met Belisol, waarbij gedelegeerd bestuurder Eugène Alen zich recent engageerde om gedurende drie opeenvolgende jaren telkens 10.000 euro ter beschikking te stellen voor de financiering van reisbeurzen. “Een meer dan welkom en gewaardeerd gebaar”, aldus prof. dr. Luc De Schepper, rector van de UHasselt. 47 INFODAGEN 2014 ZATERDAG 15 FEBRUARI 2014 13u30 - 16u30 ZATERDAG 22 MAART 2014 13u30 - 16u30 ZATERDAG 26 APRIL 2014 10u00 - 13u00 MAANDAG 25 AUGUSTUS 2014 14u00 - 17u30 Voor meer info en om je vooraf in te schrijven, kan je terecht op www.uhasselt.be/infodagen Campus Hasselt | Martelarenlaan 42 | 3500 Hasselt Campus Diepenbeek | Agoralaan Gebouw D | 3590 Diepenbeek www.uhasselt.be Deze brochure is gedrukt op papier gecertificeerd door de Forest Steward Council (FSC). Deze organisatie promoot en waarborgt een verantwoord bosbeheer dat economisch leefbaar, milieuvriendelijk en sociaal rechtvaardig is.
© Copyright 2024 ExpyDoc