Jurisprudentieoverzicht april 2014

NIEUWSBRIEF
- PLANSCHADE JURISPRUDENTIE
april 2014
Haute Equipe houdt u graag op de hoogte van recente ontwikkelingen binnen het
planschaderecht. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de recent gewezen
jurisprudentie op dit gebied. De volledige uitspraken kunt u nalezen op www.rechtspraak.nl.
» ABRS d.d. 16-04-2014, zaaknr. 201300621/1/A2, inzake gemeente Roermond «
(ECLI:NL:RVS:2014:1292)
Planmaximalisatie: Ook bij de beoordeling van geluidshinder en verslechterde luchtkwaliteit
als gevolg van een ‘nieuw’ bestemde weg dient te worden uitgegaan van een maximale
gebruiksintensiteit die weg. Feitelijk geldende maximum snelheid is niet van belang.
r.o. 6.1: Volgens vaste jurisprudentie (bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 9 juni
2010 in zaak nr. 200907020/1/H2) dient in het kader van het onderzoek of het nieuwe
planologische regime dat de aanleg van de weg mogelijk maakt, leidt tot een
planologische verslechtering die schade tot gevolg heeft, bij de gestelde geluidsoverlast van
het verkeer op de weg een vergelijking te worden gemaakt tussen de maximale
geluidsbelasting onder het oude planologische regime en de maximale geluidsbelasting
onder het nieuwe planologische regime. De feitelijke geluidsbelasting is derhalve niet van
belang. Het bestuursorgaan dient bij de beoordeling van de maximale bouw- en
gebruiksmogelijkheden onder het nieuwe planologisch regime op de peildatum uit te gaan
van een reële prognose van het maximaal aantal te verwachten motorvoertuigen per
rijstrook en per tijdseenheid en de daarmee gemoeide geluidsbelasting. Aan de hand
daarvan dient te worden onderzocht of die belasting zodanig is, dat het nieuwe regime tot
planologische verslechtering met een daaruit voortvloeiende waardevermindering van de
woning heeft geleid. Op dezelfde wijze dient te worden onderzocht of de gestelde
verslechtering van de luchtkwaliteit zich voordoet en leidt tot schade.
r.o. 6.2: Het bestemmingsplan maakt de aanleg van de provinciale weg N293 mogelijk. Voor
de maximale invulling daarvan en de beoordeling van de schadeaspecten is de maximale
snelheid van het verkeer op die weg van belang. Het college is, in navolging van de
schadecommissie, ten onrechte ervan uitgegaan dat de maximum snelheid op de weg
planologisch is begrensd, in die zin dat de snelheid in het bestemmingsplan is beperkt tot 50
km per uur. De op de plankaart opgenomen geluidscontour kan die conclusie niet dragen,
nu die contour alleen een geluidszone weergeeft. Dat volgens de toelichting bij het
bestemmingsplan de aan dat plan ten grondslag liggende geluids- en luchtkwaliteitsonderzoeken uitgaan van een snelheidslimiet van 50 km per uur, kan die conclusie evenmin
dragen. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte overwogen dat het college zich terecht
op het standpunt heeft gesteld dat de maximale snelheid van 50 km per uur op de N293
www.haute-equipe-ruimte.nl
Frederikspark 1, 2012 DA Haarlem
Tel. 023 - 547 19 13
www.haute-equipe-ruimte.nl
planologisch is begrensd. Het college had bij de planvergelijking moeten beoordelen welk
type weg het bestemmingsplan mogelijk maakt en voor welk snelheidsregime die weg
geschikt is.
De door [appellant] aangevoerde veelvuldige overtredingen van de maximum snelheid
mogen bij de planvergelijking niet worden betrokken, nu die overtredingen niet een
planologisch gevolg zijn van het bestemmingsplan, maar feiten zijn die voor de
planvergelijking niet van belang zijn. […].
Nu het bestemmingsplan een vierbaans weg mogelijk maakt die geschikt is voor een
hogere snelheid dan 50 km per uur en de schadecommissie zich bij het bepalen van de ten
gevolge van het bestemmingsplan te verwachten extra geluidbelasting en extra aantasting
van de luchtkwaliteit ter plaatse van het perceel heeft gebaseerd op onderzoeken die zijn
gebaseerd op een maximale snelheid van 50 km per uur, is de rechtbank ten onrechte tot
het oordeel gekomen dat het college de adviezen van de schadecommissie aan het besluit
van 8 februari 2012 ten grondslag heeft mogen leggen. Het betoog slaagt.
» ABRS d.d. 30-04-2014, zaaknr. 201305359/1/A2, inzake gemeente Heusden «
(ECLI:NL:RVS:2014:1540)
Vergoeding kosten deskundige bijstand: In geval door één gemachtigde gelijktijdig namens
meerdere aanvragers min of meer gelijkluidende zienswijzenreacties zijn ingediend, hoeft de
gemeente daarvoor in redelijkheid slechts eenmaal de kosten te vergoeden. Ook als alle
aanvragers stellen afzonderlijk kosten te hebben gemaakt.
r.o. 7: In de besluiten van 25 juni 2013 heeft het college, naar analogie van hetgeen de
rechtbank bij de proceskosten heeft gedaan, de drie aanvragen als één aangemerkt. In dat
kader heeft het van belang geacht dat de over de drie aanvragen uitgebrachte
conceptadviezen en adviezen nagenoeg identiek zijn, de naar aanleiding van die adviezen
ingediende reacties op dezelfde gronden zijn gestoeld en de werkzaamheden van de
deskundige in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn. Onder deze omstandigheden worden de kosten die in verband met het opstellen van de reacties naar aanleiding
van de conceptadviezen van de [adviseur] zijn opgekomen eenmaal vergoed. De kosten
die zijn opgekomen in het kader van het bespreken van elk van de adviezen met de
respectievelijke aanvragers worden wel aan elk van de aanvragers afzonderlijk vergoed,
aldus het college.
[…]
r.o. 12: [appellant] en anderen betogen dat het college ten onrechte hun drie aanvragen als
samengevoegde zaken heeft aangemerkt, als gevolg waarvan een deel van de kosten van
de juridische bijstand slechts eenmaal is vergoed. In dat kader voeren zij, onder verwijzing
naar de uitspraak van de Afdeling van 12 februari 2014 in zaak nr. 201306618/1/A2, aan dat
het college aldus heeft miskend dat samenvoeging van zaken alleen mag plaatsvinden voor
de vaststelling van de in het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het Bpb) vermelde
proceskosten voor ingestelde bezwaar- en beroepsprocedures, maar niet voor de vaststelling
van een vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 6.5, aanhef en onder a, van de Wro,
www.haute-equipe-ruimte.nl
Frederikspark 1, 2012 DA Haarlem
Tel. 023 - 547 19 13
www.haute-equipe-ruimte.nl
aangezien voormelde bepaling niet voorziet in het aannemen van samenhang in geval van
meer aanvragen.
r.o. 12.1: Zoals de Afdeling in voormelde uitspraak van 12 februari 2014 heeft overwogen, valt
uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 6.5 van de Wro (Kamerstukken II 20022003, 28 916, nr. 3, blz. 65) af te leiden dat, indien een tegemoetkoming in planschade wordt
toegekend, aan de aanvrager de kosten van rechtsbijstand en andere deskundige bijstand
worden vergoed, voor zover die kosten redelijkerwijs zijn gemaakt. In het geval kosten zijn
opgekomen ten behoeve van het indienen van een zienswijze naar aanleiding van een
conceptadvies van een door het college ingeschakelde deskundige, kunnen die kosten voor
vergoeding in aanmerking komen, indien het inroepen van bijstand redelijk was en de kosten
van het opstellen van een zienswijze redelijk zijn.
r.o. 12.2: Partijen zijn nog slechts verdeeld over de vraag of de hoogte van de gestelde
kosten redelijk is. In dat kader is van belang dat, hoewel [appellant] en anderen stellen ieder
apart kosten voor het opstellen van de reacties naar aanleiding van de conceptadviezen
van de [adviseur] te hebben gehad, die reacties, evenals de onderscheidenlijke
conceptadviezen en adviezen van de [adviseur], nagenoeg identiek zijn en tegelijkertijd zijn
opgesteld en ingediend door dezelfde gemachtigde. Gelet hierop, heeft het college zich op
het standpunt mogen stellen dat het redelijk is dat die kosten slechts één keer worden
vergoed. Dit geldt temeer, nu het college de kosten die zijn opgekomen in het kader van het
bespreken van elk van de adviezen met de aanvragers aan elk van de aanvragers
afzonderlijk heeft vergoed. Het betoog faalt.
» ABRS d.d. 30-04-2014, zaaknr. 201304727/1/A2, inzake gemeente Hof van Twente «
(ECLI:NL:RVS:2014:1531)
Advies onafhankelijk deskundige: De rechter dient in geval van een deskundigenoordeel,
dat aan de besluitvorming ten grondslag is gelegd, terughoudend te toetsen of grond
bestaat voor het oordeel dat het college, gelet op de motivering van het advies, zich bij de
besluitvorming niet in redelijkheid op dat deskundigenoordeel heeft kunnen baseren.
r.o. 9: Het college betoogt, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 25 juli
2012 in zaak nr. 201109957/1/A2, dat de rechtbank, door zelf in de zaak te voorzien, heeft
miskend dat een deskundigenoordeel door de bestuursrechter terughoudend moet worden
getoetst. Nu zij [de adviseur] als een onafhankelijke deskundige op het gebied van
planschade beschouwt en niet heeft geoordeeld dat het advies van [de adviseur] op
ondeugdelijke wijze tot stand is gekomen, heeft zij aan dit advies niet voorbij mogen gaan,
aldus het college.
r.o. 9.1: Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (zie voormelde uitspraak van 25 juli 2012
en de uitspraak van 12 juni 2013 in zaak nr. 201209878/1/A2), kan een deskundigenoordeel,
dat aan de besluitvorming ten grondslag is gelegd, door de rechter slechts terughoudend
worden getoetst. De maatstaf bij de te verrichten toetsing is niet de eigen waardering door
www.haute-equipe-ruimte.nl
Frederikspark 1, 2012 DA Haarlem
Tel. 023 - 547 19 13
www.haute-equipe-ruimte.nl
de rechter, maar de vraag of grond bestaat voor het oordeel dat het college, gelet op de
motivering van het advies, zich bij de besluitvorming niet in redelijkheid op dat
deskundigenoordeel heeft kunnen baseren. Dit laat onverlet dat de besluitvorming dient te
voldoen aan de eisen die door het recht aan met name de zorgvuldigheid en de motivering
worden gesteld en dat de rechter de besluitvorming daaraan dient te toetsen.
Nu de rechtbank haar oordeel slechts heeft gebaseerd op haar eigen waardering en
niet heeft onderzocht of het college zich bij de besluitvorming op het advies van [de
adviseur] mocht baseren, heeft zij een onjuiste toetsingsmaatstaf toegepast. Het betoog
slaagt.
Hebt u naar aanleiding van deze nieuwsbrief vragen of opmerkingen?
Neemt u dan geheel vrijblijvend contact op met:
drs. I.M. Snijders (Ivo), adviseur ruimte,
via: [email protected] of 06 - 215 09 860,
of met een van onze andere adviseurs van het team Ruimte &
Planschade, via: 023 - 547 1913
Wilt u deze nieuwsbrief niet langer ontvangen? Mail naar: [email protected].
www.haute-equipe-ruimte.nl