Interview Bob Pinedo

18
Interview
Zaterdag 31 mei 2014
Zaterdag 31 mei 2014
Interview
19
Bob Pinedo en de parels in zijn leven
Bekroning en confrontatie van jarenlange strijd tegen kanker
Herbert (Bob) Pinedo neemt vandaag de David A. Karnofsky Memorial Award in ontvangst in
Chicago voor zijn belangrijke bijdrage aan kankeronderzoek. ,,Deze prijs is een erkenning van mijn
werk om een brug te slaan tussen patiënt en onderzoek. Daar ben ik heel trots op!”, aldus Pinedo,
die kanker in Nederland mede op de kaart zette. Twee maanden geleden kreeg Pinedo te horen dat
hij deze prestigieuze prijs had gewonnen, maar kreeg in diezelfde week ook het bericht dat zijn
oudste dochter gediagnostiseerd is met kanker. Een bekroning en een confrontatie voor de man die
al jaren strijdt tegen kanker.
Door Marianne van Exel
Landhuis Zuurzak
In 2008 nam Pinedo afscheid als hoogleraar aan het VU medisch
centrum. Hij kreeg bij zijn afscheid een schilderij dat prominent aan
de muur van zijn werkkamer in zijn huis op Curaçao hangt. Op de
blaadjes staan de namen van alle medewerkers en kennissen.
FOTO MARIANNE VAN EXEL
Pinedo woont de helft van het
jaar in Nederland en de andere
helft van het jaar op Curaçao in
Villapark Zuurzak. Vanuit de
woonkamer van zijn moderne
huis in Zuurzak is een wijds uitzicht over de zoutpannen met
flamingo’s van Jan Thiel te zien.
Pinedo kent de omgeving goed.
Hij werd in 1943 geboren op
Curaçao en groeide op in en om
Landhuis Zuurzak, dat destijds
eigendom van de familie Pinedo was. ,,Ik liep hier vaak als
kind door de bushbush en over
de zoutpannen. Ik ging ook weleens met de auto van mijn vader
naar de zandvlakte. Daar kon je
destijds nog rijden. Er waren
toen nog geen flamingo’s. Nu
staat het hier vol met deze vogels en ik vind de kleur in het
landschap prachtig.” Dit gedeelte van Curaçao is een belangrijke plek voor de familie Pinedo.
,,Mijn jongste dochter, die in
New York woont, viert in augustus zelfs haar trouwfeest
met de familie op Landhuis Jan
Thiel, hier om de hoek.”
Brug als verbinding
,,Mijn dochter is mijn persoonlijke parel. Niet mijn speciale parel,
want dat zou betekenen dat mijn patiënten niet speciaal zijn.
Daarom heb ik gekozen voor de toevoeging ‘persoonlijk’”, aldus
Bob Pinedo.
FOTO SABINE PINEDO
In de speech die Pinedo vandaag geeft bij de uitreiking van de prijs
staat de Magere Brug in Amsterdam symbool voor de verbinding
tussen het onderzoek en de patiënt. FOTO MARIANNE VAN EXEL
Zijn familieband is ook verweven in de speech die hij vandaag
geeft. De titel van de lezing is
‘Understanding translational
research’ (Toegepast onderzoek
begrijpen). Hij verwijst hiermee
naar de Nederlandse filosoof,
wiskundige en politiek denker
Spinoza. ,,Spinoza schreef in
1666 zijn boek ‘Improvement
of the Understanding, Ethics
and Correspondence’ (verbetering van begrip, ethiek en correspondentie) dat er geen methode kan zijn, zonder begrip
van het idee.” De verwijzing
naar Spinoza is voor Pinedo een
bewuste keuze: ,,In 1940 trouwde een nazaat van Spinoza met
een andere Curaçaoënaar: dit
waren mijn ouders. Mijn moeder is in een directe lijn terug te
leiden naar Spinoza. Beide families kwamen oorspronkelijk
uit de buurt van de Vlooienmarkt in Amsterdam, voordat
ze eeuwen geleden naar Curaçao vertrokken. In die Amsterdamse buurt staat tevens een
brug die ik gebruik in mijn lezing om de verbinding en het
oversteken tussen het onderzoek en de patiënt te benadrukken: de Magere Brug. De patiënt geeft ons informatie, maar
uit onderzoek krijgen wij ook
weer kennis die nodig is voor de
patiënt. Deze prijs is voor mij
een erkenning van die combinatie: patiënt en onderzoek. Daar
ben ik heel trots op”, aldus Pinedo.
Naast de familielijn naar
Spinoza is er nog een verbinding. Een van de vele prijzen
die Pinedo in de wacht sleepte,
was namelijk de NWO-Spinozapremie (1997), de hoogste
Nederlandse onderscheiding in
de wetenschap. Hiernaast
won hij ook de prestigieuze Dr.
Josef Steiner Award (1995), ook
wel de ‘Nobelprijs voor oncologie’ genoemd. Er is bovendien
een prijs naar hem vernoemd:
de Bob Pinedo Cancer Care Prize.
Keuze voor
geneeskunde
Dat Pinedo kanker op de kaart
zou zetten, had hij niet kunnen
vermoeden toen hij op 16-jarige
leeftijd de zee overstak, van Curaçao naar Nederland om te studeren. Hij schreef zich in Delft
in voor de studie scheikunde.
Hij vertelt over deze periode:
,,Dat was spannend, je bent ver
van huis, maar ik had een zus
die al een jaar eerder in Nederland was gaan studeren, dus dat
scheelde. We kwamen in de zomervakanties naar Curaçao.”
Na drie maanden kwam hij er
achter dat de studie scheikunde
‘veel te droog’ was. Nadat hij
een paar artikelen op medisch
gebied had gelezen, maakte hij
de beslissing om te starten met
de studie geneeskunde in Leiden, de stad waar zijn zus studeerde. Pinedo vertelt: ,,Ik heb
hard gewerkt om toch aan het
einde van het jaar mijn propedeuse te halen. Er kwamen nog
genoeg jaren aan, het is immers
een lange studie.”
Specialisatie
tot internist
Tijdens zijn coschappen bracht
hij in 1965 drie maanden door
in het Sint Elizabeth Hospitaal
(Sehos) op Curaçao. ,,Dat beviel
heel goed. Twee jaar later studeerde ik af in Leiden en ben ik
me gaan specialiseren tot internist. Ik heb kunnen regelen dat
ik de eerste twee jaar van mijn
opleiding op Curaçao kon doen.
Aanvankelijk legde ik me toe op
nierziekten. In die periode was
ik getrouwd met mijn eerste
vrouw en mijn twee oudste kinderen zijn op Curaçao geboren”, vertelt Pinedo. Na twee
jaar keerde hij voor de rest van
zijn opleiding terug naar Leiden, waar zijn derde dochter
werd geboren en hij naast zijn
werk als arts promotieonderzoek deed. ,,In september 1972
werd ik beëdigd tot internist en
in diezelfde maand promoveerde ik. Dat was reden voor een
groot feest.”
Begin van onderzoek
naar kanker
Na de afronding van zijn opleiding kon hij aan de slag in Utrecht: ,,Ik werd gevraagd als
chef de kliniek interne geneeskunde in het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht.
Ik was 29 jaar oud. Ik zag toen
dat er veel patiënten met solide
tumoren waren, zoals uitgezaaide borst- en darmkanker, die
nauwelijks aandacht kregen.
Deze patiënten konden niet chirurgisch geholpen worden en er
was geen vervolgtraject. Toen
dacht ik: ‘Hier moet ik iets aan
doen’. Er was destijds geen opleiding in de oncologie. Toen
heb ik zelf een aantal instituten
bezocht en heb ik cursussen op
dit gebied gevolgd. In 1972 heb
ik een werkgroep oncologie gevormd. We hebben toen nieuwe
medicijnen geïntroduceerd in
Nederland. Na twee jaar waren
we met drie internisten en was
de klinische behandeling op
gang gekomen. Ik dacht toen:
‘Ik wil eigenlijk toch ook onderzoek doen, want je moet basaal
onderzoek kunnen combineren
met behandelingen’.”
Vanuit de woonkamer van het huis van Pinedo in Zuurzak is een wijds uitzicht over de zoutpannen met flamingo’s van Jan Thiel te
zien.
FOTO MARIANNE VAN EXEL
Kennis en contacten
in Amerika
Amerika was in die tijd verder
op het gebied van de behandeling en het onderzoek naar kanker. ,,Ik besloot van 1974 tot
1976 onderzoek te doen aan het
gerenommeerde National Cancer Institute.” In Amerika deed
hij veel kennis en contacten op
en kreeg hij hulp om in Utrecht
een laboratorium farmacologie
op te zetten. Net voordat Pinedo
naar Amerika ging, was hij gescheiden van zijn eerste vrouw.
Pinedo vertelt: ,,Het was moeilijk om weg te gaan, omdat ik
drie jonge kinderen achterliet.
Zij zijn tijdens die anderhalf
jaar nog een keer naar Curaçao
gekomen tijdens de vakantie,
zodat we elkaar konden zien.”
Hij was toen 33 jaar oud. In
Amerika leerde hij zijn huidige
vrouw kennen, waarmee hij later nog twee kinderen kreeg.
Eerste hoogleraar
geneeskundige oncologie
In de werkkamer van Pinedo hangt de rode bouwhelm
aan de muur die hij droeg tijdens de plaatsing van de
eerste unit van het gebouw van het Cancer Centrum
Amsterdam (CCA).
FOTO RON OTSEN, FOTODIENST PATHOLOGIE VUMC
Toen Pinedo in 1976 terug was
in Nederland zette hij in Utrecht zijn laboratorium farmacologie op. Twee jaar later werd
hij benoemd tot de eerste hoogleraar geneeskundige oncologie
in Amsterdam en in 1978 werd
hij benoemd tot afdelingshoofd
van het VU Medisch centrum
(VUmc) en verhuisde zijn gehele lab naar Amsterdam, via het
NKI (1979) naar het VUmc
(1983). ,,In 1989 werd ik door
het Nederlands Kanker Instituut (NKI) gevraagd of ik researchdirecteur wilde worden,
met behoud van mijn afdeling
en lab aan het VUmc. Dat heb ik
toen gedaan, maar dat waren eigenlijk twee banen en dat was
zwaar. Na vier jaar ben ik me
weer fulltime gaan toeleggen op
mijn werk aan het VUmc”, aldus Pinedo.
Cancer Center
Amsterdam
Aan het VUmc werd begin 21e
eeuw veel onderzoek gedaan
naar kanker, maar de onderzoekers zaten verspreid over het
ziekenhuis. Pinedo bedacht hier
een oplossing voor en bracht al
het onderzoek en de onderzoekers onder in een apart centrum. Hij ging langs bij particuliere investeerders om geld bij
elkaar te krijgen voor zijn
droom: het Cancer Center Amsterdam (CCA). Het CCA-researchgebouw is gebouwd uit zeecontainers, waarvan Pinedo de
eerste container plaatste. Pinedo heeft in zijn werkkamer in
zijn huis op Curaçao de rode
bouwhelm aan de muur hangen die hij droeg bij de plaatsing van de eerste unit (container) in 2005. Uiteindelijk werd
het CCA in 2006 geopend. Het
gebouw prijkt naast het VUmc
en is vanaf de ringweg Amsterdam te zien.
Gerrit Schotte en het
nieuwe ziekenhuis
Twee jaar later nam Pinedo afscheid als hoogleraar aan het
VUmc en kwam terug naar Curaçao. Hij vertelt over zijn beslissing: ,,Ik had het idee dat ik
nog iets op en voor Curaçao kon
doen. Mijn vrouw heeft mij
door de jaren heen op een zeer
bijzondere wijze bijgestaan. Zij
is dol op Curaçao. Ik ben toen
begonnen met een project, namelijk het nieuwe ziekenhuis.
We hadden een stichtingsbestuur van vijf personen en het
proces liep gesmeerd. We waren zelfs al klaar om te starten.
Totdat Gerrit Schotte ministerpresident werd in 2010. Hij zei
dat er twee mensen uit het bestuur moesten. Het was om politieke redenen en die mensen
waren niet van zijn partij. Ik heb
toen gezegd dat we in dat geval
allemaal op zouden stappen, en
dat is gebeurd. Het proces van
het ziekenhuis is toen gestrand.
Als het was doorgegaan, was het
ziekenhuis nu waarschijnlijk
klaar geweest. Ik bemoei me er
nu niet meer mee en heb mij
destijds toegelegd op het Fundashon Prevenshon.”
Onderzoek op Curaçao
Fundashon Prevenshon is een
preventiecentrum op Curaçao.
Pinedo vertelt over het initiatief:
,,Toen ik met pensioen ging,
was bewezen dat bij borstkanker en baarmoederhalskanker
preventief onderzoek mogelijk
was. Dat wilde ik ook toepassen
op Curaçao. Met de stichting
zijn wij bezig om kennis over
kanker te vergroten. Ik kom regelmatig op de radio en vertel
dan over het belang van een
mammografie (een röntgenfoto
van de borst). Voorlichting in de
taal van de mens is essentieel.
We gaan naar de bario’s, de wijken, en geven daar voorlichtingsavonden met vragenuurtjes. Daarnaast zijn wij dit jaar
gestart met onderzoek naar
baarmoederhalskanker. Op Curaçao hebben we waarschijnlijk
een ander type baarmoederhalskanker dan in Europa en de
Verenigde Staten en daar doen
wij momenteel onderzoek
naar.”
Patiënten als parels
Voor Pinedo is iedere patiënt
een parel. ,,Ze zijn allemaal
waardevol: voor onderzoek en
als mens. Je moet een patiënt
behandelen als mens en niet
verdwalen in je onderzoek”, legt
hij uit. Hij heeft gedurende zijn
werk als arts de patiënt altijd
centraal gesteld en gaf patiënten
zelfs zijn privé-nummer, zodat
ze hem te allen tijde konden bereiken. ,,Mijn kinderen hebben
dat opgepikt en ik denk dat ik ze
ermee heb besmet. Het zijn ook
harde werkers.” Pinedo spreekt
vol trots over zijn vijf kinderen.
Tijdens het interview belt Pinedo met zijn dochter die twee
maanden geleden gediagnosticeerd werd met kanker en hij
vertelt hierover: ,,Zij heeft het
vrij vroeg opgemerkt. Na een
operatie en de tweede chemokuur is de tumor kleiner geworden. Het opmerkelijke is dat zij
nu Plantina-medicijnen krijgt
die ik in maart 1976 in Nederland heb geïntroduceerd. De
laatste twee maanden was ik
vaak bij haar. Het is een hele
spannende tijd.” Als Pinedo nog
een droom voor zijn leven heeft,
dan is het dat zijn dochter geneest en de kanker niet terugkomt. ,,Mijn dochter is mijn
persoonlijke parel. Niet mijn
speciale parel, want dat zou betekenen dat mijn patiënten niet
speciaal zijn. Daarom heb ik gekozen voor de toevoeging ‘persoonlijk’”, besluit hij zijn verhaal.