PRUP Rondweg Baarle bis Baarle-hertog

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Vergadering van 27 maart 2014
Verslag van de deputatie
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens
Agenda nr. 2/2
Telefoon: 03 240 52 65
Uitvoering RSPA : PRUP “Rondweg Baarle bis” – BaarleHertog en Baarle-Nassau – voorlopige vaststelling.
Goedkeuring.
1. Situering plangebied
In de kom van Baarle-Hertog (B) en Baarle-Nassau (NL) zijn er leefbaarheids- en
doorstromingsproblemen. De hoge verkeersbelasting wordt met name veroorzaakt
door een tweetal Nederlandse provinciale wegen die de kom doorsnijden. In het
centrum van Baarle komen beide provinciale wegen samen.
Uit het RSPA blijkt dat als de leefbaarheid van een kern op een secundaire weg in
de verdrukking komt en door een herinrichting van de weg zelf niet kan worden
gegarandeerd, dan moet de aanleg van de omleiding mogelijk blijven. De omleiding
neemt dan de taak en de functie van de secundaire weg doorheen de kern over.
De leefbaarheid langs de bestaande wegen door het centrum staat onder druk door
de hoge intensiteit in relatie tot de capaciteit en functie van de wegen waar het
verkeer wordt op afgewikkeld. Daarom werd besloten om een omlegging van de
N260 rond Baarle te verwezenlijken en zodoende de kern van Baarle te ontlasten.
Figuur 1: Aanduiding “Rondweg Baarle”
2. Historiek
Voor de gedeelten op Nederlands grondgebied maakte de gemeente Baarle-Nassau
een bestemmingsplan op. Het gemeentelijk bestemmingsplan voor de rondweg
Baarle is door de gemeenteraad van Baarle-Nassau goedgekeurd op 16 april 2009.
Op 24 september 2009 heeft de provincieraad het PRUP “Rondweg Baarle” te
Baarle-Hertog definitief vastgesteld. Op 9 december 2009 werd het PRUP “Rondweg
Baarle” en bijhorend onteigeningsplan door de minister goedgekeurd. De
projectplanning voorzag de aanbesteding eind 2010, het detailontwerp door de
aannemer in 2011 en de aanvang van de realisatie in 2012. Ook AWV heeft in haar
meerjarenprogramma middelen ingeschreven voor 2011.
Op 14 februari 2011 vernietigde de Raad van State het PRUP Rondweg Baarle met
bijhorend onteigeningsplan. In het vernietigingsarrest werd er uitdrukkelijk gesteld
dat er een planMER opgemaakt diende te worden bij het PRUP Rondweg Baarle. De
opmaak van een grensoverschrijdende planMER langs Nederlandse zijde heft de
verplichting van de opmaak van een planMER langs Vlaamse zijde niet op. De
Vlaamse MER procedure diende dus ook gevolgd te worden. Daar deze procedure
niet gevolgd werd, werd het PRUP met het bijhorende onteigeningsplan vernietigd.
3. Procesverloop
In zitting van 2 december 2010 gaf de deputatie de goedkeuring voor het opmaken
van een nieuw PRUP en bijhorend planMER voor “Rondweg Baarle bis”, omdat het
eerste PRUP “Rondweg Baarle” door de Raad van State werd vernietigd. Het betreft
een ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” enkel voor de gedeelten op
Belgisch grondgebied. Voor de gedeelten op Nederlands grondgebied heeft de
gemeente Baarle-Nassau reeds een bestemmingsplan opgemaakt.
In zitting van 26 mei 2011 nam de deputatie de beslissing om de overheidsopdracht
met betrekking tot de gunning van de opmaak van een planMER en PRUP (met
onteigeningsplan) “Rondweg Baarle bis met bijhorend onteigeningsplan” niet te
gunnen gezien de hoge kostprijs. Er diende een nieuwe prijsvraag te worden
georganiseerd.
In zitting van 30 juni 2011 keurde de deputatie het nieuwe bestek en de te volgen
gunningsprocedure goed. De overlegmomenten werden uit het nieuwe bestek
gehaald. DRP organiseert en maakt zelf de verslagen van deze overleggen en
rapporteert deze aan het studiebureau.
In zitting van 22 september 2011 gunde de deputatie de overheidsopdracht
“planMER en PRUP Rondweg Baarle bis met bijhorend onteigeningsplan” aan het
studiebureau Antea Belgium.
In zitting van 9 februari 2012 gaf de deputatie
kennisgevingsnota op te sturen naar de dienst MER.
goedkeuring
om
de
De kennisgevingsnota werd aan de dienst MER (LNE) bezorgd op 10 februari 2012.
De dienst MER heeft de nota volledig verklaard op 13 maart 2012 en ter inzage
gelegd van 30 maart 2012 tot 30 mei 2012.
De ontvangen opmerkingen werden besproken tijdens de richtlijnenvergadering van
21 juni 2012 Op 5 juli 2012 heeft de dienst MER de richtlijnen opgemaakt die
moeten worden opgevolgd bij de opmaak van het planMER.
In zitting van 24 januari 2013 gaf de deputatie goedkeuring om het ontwerpMER
ter goedkeuring op te sturen naar de dienst MER.
De ontwerptekstbespreking van het MER werd gehouden op 26 maart 2013.
Op 28 mei 2013 werd de planMER goedgekeurd door de dienst MER.
De deputatie keurde het voorontwerpRUP met bijhorend onteigeningsplan goed in
zitting van 23 mei 2013 en gaf goedkeuring om het voorontwerpRUP met bijhorend
onteigeningsplan te bespreken op een plenaire vergadering.
De plenaire vergadering werd georganiseerd op 5 juli 2013.
4. Inhoud van het planMER
In de planMER procedure werden er drie tracés onderzocht.
1. Basistracé : het tracé zoals bepaald in het vernietigde PRUP.
2. Basistracé met een zuidelijke variant.
3. Nul-alternatief : indien er geen rondweg zou gerealiseerd worden met
behoud van verkeersstromen door het centrum van Baarle.
1
Basistracé
Nul-alternatief
3
2
Basistracé met zuidelijke variant
Figuur 2: Aanduiding 3 basistracés
In de planMER worden volgende conclusies gemaakt aangaande deze 3 tracés.
Nul-alternatief
basistracé
Basistracé
zuidelijke
variant
met
Evaluatie
Scoort neutraal voor bodem, water, landschap en ecologie.
Scoort negatief voor mobiliteit en geluid, lucht en leefbaarheid.
Scoort zeer positief voor
mobiliteit, geluid en lucht.
Scoort zeer positief voor Scoort
negatiever
tov
het
mobiliteit, geluid en lucht. basistracé voor fauna en flora,
mens-hinder en landbouw.
Uit het definitief planMER blijkt dat het basistracé beter scoort dan de varianten.
Bijkomend wordt vanuit de provincie Noord-Brabant duidelijk gesteld dat zij niet
akkoord kunnen gaan met de zuidelijke variant.
Op 28 mei 2013 werd de planMER goedgekeurd door de dienst MER.
Om dit tracé te realiseren dienen er bestemmingswijzigingen doorgevoerd te
worden. Hiervoor dient een PRUP opgemaakt te worden.
5. Inhoud PRUP Rondweg Baarle bis
Op basis van de resultaten van de planMER besliste de deputatie in zitting van 23
mei 2013 om voor het basistracé te gaan, zoals bepaald in het planMER.
Door de unieke situatie in Baarle waarbij Baarle Hertog wordt gevormd door
verschillende enclaves, bestaat het grafisch plan uit 8 verschillende deelplannen,
die de aansluiting voorzien met de rondweg dat voorzien wordt in het Nederlandse
bestemmingsplan. Het PRUP voorziet de herbestemming van landbouwgebied en
KMO-zone naar lijninfrastructuur.
Om voorliggend PRUP te realiseren wordt eveneens een onteigeningsplan gekoppeld
aan het PRUP. AWV zal als onteigenende instantie optreden. Voor de Visweg zal de
gemeente Baarle-Hertog eveneens als onteigenende instantie optreden, zodat er
voldoende garanties zijn dat de Visweg zeker gerealiseerd kan worden.
Figuur 3: grafisch plan ontwerpPRUP “Rondweg Baarle bis”
6. Decretale basis voor de voorlopige vaststelling
Art. 2.2.10 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in
het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2009, stelt dat de provincieraad het
ontwerp van PRUP met bijhorend onteigeningsplan voorlopig dient vast te stellen.
Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp onmiddellijk opgestuurd aan de
Vlaamse Regering.
Volgens §2 van art. 2.2.10 onderwerpt de deputatie het ontwerp van PRUP met
bijhorend onteigeningsplan aan een openbaar onderzoek dat binnen de 30 dagen
na de voorlopige vaststelling minstens wordt aangekondigd door aanplakking in de
betrokken gemeenten, door publicatie in het Belgisch Staatsblad, drie dagbladen en
door publicatie op de website van de provincie. In §3 wordt gesteld dat na de
aankondiging het ontwerp-PRUP ter inzage dient gelegd te worden in de betrokken
gemeenten.
Het openbaar onderzoek zal worden georganiseerd van 5 mei 2014 tot en met 3 juli
2014. Het goedgekeurde planMER wordt mee in openbaar onderzoek gelegd.
7. Overzicht belangrijkste opmerkingen, adviezen uit plenaire vergadering
De plenaire vergadering werd georganiseerd op 5 juli 2013. Principieel kon de
vergadering akkoord gaan met voorliggend PRUP. De voornaamste opmerkingen
handelden over het volgende.
 De gegevens van de landbouwers ifv de landbouwanalyse dienen
geanonimiseerd te worden.
 Vraag ter verduidelijking over de totaalvisie van de rondweg.
 Vraag tot het opnemen van een matrix ifv de doorvertaling van de planMER
resultaten in het PRUP.
 Vraag tot planologische compensatie van het landbouwgebied in HAG.
Voor een volledige weergave van de gedetailleerde adviezen wordt verwezen naar
het verslag en de brieven in bijlage.
8. Wijzigingen aan het plan op basis van de adviezen die werden
uitgebracht naar aanleiding van de plenaire vergadering
Op 12 september 2013 heeft de deputatie goedkeuring gegeven om volgende
wijzigingen aan het plan aan te brengen naar aanleiding van de plenaire
vergadering:
 Vraag tot het anonimiseren van de landbouwers
 de gegevens van de landbouwers worden niet vernoemd in het ontwerpPRUP
zodat privacy gevoelige gegevens niet worden vrijgegeven.

Vraag tot opname van een matrix ifv de doorvertaling van de resultaten uit
het planMER in het PRUP.
 Matrix wordt toegevoegd aan het PRUP.
 Vraag tot verduidelijking van de totaalvisie van de rondweg.
 De inrichtingsplannen voor het gedeelte op Nederlands grondgebied zullen
toegevoegd worden aan het PRUP.
Voor het overige werden een aantal aanpassingen aan de plannen, de memorie van
toelichting en de voorschriften uitgevoerd op basis van de eerder technische
opmerkingen die werden gemaakt tijdens de plenaire vergadering.
9. Zaken die niet aan het plan gewijzigd zijn op basis van de adviezen die
werden uitgebracht naar aanleiding van de plenaire vergadering
De vraag tot planologische compensatie ifv landbouwgebied gelegen in HAG is niet
mee opgenomen in het RUP. In de memorie van toelichting is wel een paragraaf
opgenomen waarom planologische compensatie niet aan de orde is.
10.Wijzigingen aan het plan die niet voortvloeien uit adviezen die tijdens
de plenaire vergadering werden gesteld.
In functie van de voorlopige vaststelling werd de gemeente Baarle-Hertog naast
AWV aangeduid als een onteigenende instantie voor de percelen gelegen langs de
Visweg. De gemeente Baarle-Hertog ging hier akkoord met.
Deze weg betreft een gemeentelijke weg. Indien AWV onteigent, zou deze weg
overgedragen worden naar de gemeente. In dit opzicht werd de gemeente BaarleHertog eveneens als onteigenende instantie aangeduid.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 6 maart 2014. Alle bijlagen zijn
digitaal bijgevoegd.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 20 augustus 2009, inzonderheid artikelen 2.2.9 tot 2.2.12 en
artikelen 2.4.3 e.v. voor wat het onteigeningsplan betreft;
Gelet op het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april
1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de
milieueffectrapportage over plannen en programma’s;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de
definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij
het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 houdende de
definitieve vaststelling van een eerste herziening van het Ruimtelijk Structuurplan
Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende
bepalingen betreft;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2010 houdende de
definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan
Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende
bepalingen betreft;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het
ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de goedkeuring van een
partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;
Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (en
latere wijzigingen), inzonderheid artikel 8, §§1 en 2;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere
wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de
watertoets, inzonderheid de artikelen 2 en 4;
Gelet op de bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere
wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de
watertoets in bijlage 1 opgenomen kaarten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 (en latere
wijzigingen) tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over
voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 tot vaststelling van
de nadere regels m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen;
Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 5 juli 2013 omtrent het
voorontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis met
bijhorend onteigeningsplan” en de in het kader hiervan uitgebrachte mondelinge en
schriftelijke adviezen;
Overwegende dat de planopties van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
“Rondweg Baarle bis” beantwoorden aan de principes van het Ruimtelijk
Structuurplan Vlaanderen;
Overwegende dat de inhoud van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
“Rondweg Baarle bis” in overeenstemming is met het richtinggevend en het
bindend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;
Overwegende dat uit het RSPA blijkt dat als de leefbaarheid van een kern op een
secundaire weg in de verdrukking komt en door een herinrichting van de weg zelf
niet kan worden gegarandeerd, dat de aanleg van de omleiding dan mogelijk moet
blijven. De omleiding neemt dan de taak en de functie van de secundaire weg
doorheen de kern over.
Overwegende dat volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere
wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid het plan onderworpen dient te
worden aan de watertoets; dat het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli
2006 en latere wijzigingen nadere regels vaststelt voor de toepassing van de
watertoets, dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en
aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet
integraal waterbeleid; dat er in het screeningsdossier een toetsing is gebeurd van
het PRUP “Rondweg Baarle bis” ten aanzien van het watersysteem; dat het PRUP
niet gelegen is in overstromingsgevoelig gebied, dat er naast de weg een berm en
een afwateringssloot aangelegd zal worden; dat hierdoor in alle redelijkheid kan
worden geoordeeld dat het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle
bis” verenigbaar is met het watersysteem en geen schadelijk effect op de
waterhuishouding veroorzaakt;
Overwegende dat ter realisatie van de rondweg rond Baarle de onteigening van een
aantal gronden binnen het plangebied noodzakelijk is; dat analoog met de opmaak
van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan een onteigeningsplan wordt
opgemaakt;
Overwegende dat de mogelijkheid bestaat dat de noodzakelijke grondinnemingen
niet in der minne zullen kunnen gebeuren en bijgevolg gerechtelijke onteigeningen
zullen vergen;
Overwegende dat voor het bekomen van machtiging tot onteigening met toepassing
van de spoedprocedure, zowel het openbaar nut van de onteigening als het
hoogdringend karakter ervan dient te worden aangetoond;
Overwegende dat het openbaar nut van de onteigening wordt verantwoord door de
noodzaak tot opmaak van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor de
ontwikkeling van de rondweg rond Baarle; Dat de leefbaarheid langs de bestaande
wegen door het centrum onder druk staan door de hoge intensiteit in relatie tot de
capaciteit en functie van de wegen waar het verkeer wordt op afgewikkeld; Dat
daarom werd besloten om een omlegging van de N260 rond Baarle te
verwezenlijken en zodoende de kern van Baarle te ontlasten; Dat uit het RSPA
blijkt dat als de leefbaarheid van een kern op een secundaire weg in de verdrukking
komt en door een herinrichting van de weg zelf niet kan worden gegarandeerd, dat
dan de aanleg van de omleiding mogelijk moet blijven; Dat de omleiding dan de
taak en de functie van de secundaire weg doorheen de kern overneemt; dat de
onteigeningen in functie zijn van de aanleg van de rondweg rond Baarle en de
herprofilering van de Visweg;
Overwegende dat de onteigeningsnoodzaak wordt verantwoord door het openbaar
karakter van de toekomstige functies in het plangebied; dat de ontwikkeling van
een rondweg duidelijk een overheidstaak die onmogelijk gedelegeerd kan worden
aan het particulier initiatief van de huidige eigenaars van de getroffen percelen; dat
in functie van de veiligheid dit niet uit handen kan worden gegeven;
Overwegende dat de hoogdringendheid verantwoord wordt doordat de leefbaarheid
op het centrum van Baarle onder druk staat door de hoge intensiteit in relatie tot
de capaciteit en functie van de wegen waar het verkeer op wordt afgewikkeld;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” te Baarle Hertog
wordt voorlopig vastgesteld.
Artikel 2:
Het onteigeningsplan tegelijkertijd opgemaakt met het provinciaal ruimtelijk
uitvoeringsplan “Rondweg Baarle bis” te Baarle Hertog wordt voorlopig vastgesteld.