Jaarverslag 2013 - De Kleine Prins

JAARVERSLAG 2013
Vastgesteld door het cvb
en goedgekeurd door de rvt op17 juni 2014
Jaarverslag 2013
De Kleine Prins, Stichting voor
speciaal onderwijs en
voorzieningen
te Baarn
INHOUDSOPGAVE
Pagina:
A
Bestuursverslag:
A1
Algemeen instellingsbeleid
1
A2
Financieel beleid
34
B
Jaarrekening:
B1
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2013
50
B2
Balans per 31 december 2013
56
B3
Staat van Baten en Lasten 2013
58
B4
Kasstroomoverzicht 2013
59
B5
Toelichting op de onderscheiden posten van de balans
60
B6
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
65
B7
Overzicht verbonden partijen
66
B8
Toelichting op de posten van de staat van baten en lasten
en WNT
67
71
B9
Vasstelling jaarrekening
72
C
Overige gegevens:
C1
Controleverklaring
74
C2
(Voorstel) bestemming van het resultaat
76
C3
Gebeurtenissen na balansdatum
77
D
Bijlagen:
D1
Gegevens over de rechtspersoon
79
D2
OCW-bijlage
80
D4
Reserves en voorzieningen per kostenplaats
82
D5
Staat van Baten en Lasten 2013 per kostenplaats
84
BESTUURSVERSLAG
A1 ALGEMEEN INSTELLINGSBELEID
INLEIDING
In dit jaarverslag wordt aandacht besteed aan de financiële activiteiten van De Kleine Prins
in het jaar 2013. Naast de weergave van de voorgeschreven onderdelen gaan we in op de
activiteiten die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden. Het managementteam en het
college van bestuur hebben zich de volgende drie vragen gesteld:



Hebben we het afgelopen jaar bereikt wat we wilden bereiken?
Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?
Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?
JAARREKENING
De jaarrekening 2013 van De Kleine Prins is opgesteld door de controller van De Kleine Prins
onder verantwoordelijkheid van het college van bestuur. Deze jaarrekening is gecontroleerd
door KPMG accountants.
MISSIE EN VISIE
Wij willen een grensverleggende, trendsettende, inspirerende kennisorganisatie zijn die haar
aanbod flexibel heeft georganiseerd op de eigen scholen en de inzet van ambulante
begeleiding. Ouders en leerlingen met een lichamelijke of meervoudige handicap of een
langdurige ziekte in de leeftijd van 4 tot 20 jaar voelen zich hierdoor aangesproken. Ook
willen wij dat elke school en elke medewerker zich volledig richt op het halen van een
maximaal (leer)rendement voor ieder kind ongeacht zijn begaafdheid.
Wij doen dit op basis van vraagsturing waarbij de ouder en de scholen voor regulier onderwijs
als samenwerkingspartners ondersteund worden door het aanbieden van een passend
arrangement waarmee leerlingen uit onze doelgroep op hun toekomst worden voorbereid.
Wij werken hierbij samen met revalidatiecentra en de scholen voor regulier onderwijs vanuit
de werkwijze ‘één kind - één plan’ met een maximale participatie van ouders en
een constante kritische blik op ons eigen handelen, waarbij wij tevens zorgen voor borging,
verdieping en verspreiding van de aanwezige expertise op een planmatige wijze.
KERNWAARDEN
Passie
Zorgvuldigheid
Daadkracht
Creativiteit
Flexibiliteit
:
:
:
:
:
hoe werken we aan de toekomst?
wat vinden we belangrijk?
wat heeft onze prioriteit?
wat met beperktere middelen?
hoe doen we het?
In 2013 is gekozen om de volgende waarden ‘flexibel’ en ‘daadkrachtig handelen gericht op
maximale (leer)opbrengsten voor alle leerlingen’ centraal te stellen. Samengevat:
De Kleine Prins creëert mogelijkheden
De Kleine Prins
1
Jaarverslag 2013
Wij hebben de volgende waarden vastgesteld bij de uitwerking van de missie:
STRATEGISCHE BELEIDSAGENDA
De missie is in 2013 verder uitgewerkt in een strategisch beleidsplan 2013-2017. Dit plan
beschrijft opbrengsgericht waar we de komende jaren aan werken binnen de domeinen
onderwijs, personeel, organisatie, profiel en imago, huisvesting en financiën.
Het strategisch beleidsplan is in 2013 vastgesteld, na raadpleging van de GMR. De raad van
toezicht heeft haar goedkeuring gegeven aan het plan. Het plan is door het college van
bestuur op alle scholen en aan de medewerkers van de ambulante dienstverlening en het
bestuursbureau gepresenteerd.
De directeuren hebben in 2013 de schoolplannen op dezelfde wijze ingericht als het
Strategisch Beleidsplan. Vervolgens vindt uitwerking plaats in jaarplannen. Zij rapporteren
periodiek aan het cvb over de stand van zaken in een format managementrapportage.
KERNACTIVITEITEN
Kernactiviteiten zijn het verzorgen van onderwijs, Ambulante dienstverlening en participatie in
samenwerkingsverbanden.
De Kleine Prins verzorgt onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 20 jaar met een
enkelvoudige en/of meervoudige beperking en aan langdurig zieke kinderen.
De volgende scholen vallen onder De Kleine Prins:



Mytylschool Ariane de Ranitz in Utrecht
Mytylschool De Trappenberg in Huizen en Almere
Utrechtse Buitenschool De Schans in Utrecht
Brinnummer:
02YT
02YP
03ND
Mytylschool Ariane de Ranitz is gesplitst in speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en wordt
aangestuurd door twee directeuren.
De Kleine Prins verzorgt ook ambulante dienstverlening voor de scholen in het primair- en
voortgezet onderwijs (PO en VO).
Het bestuur participeert in 12 van de 22 samenwerkingsverbanden PO en VO in MiddenNederland, die zijn opgericht in het kader van de Wet Passend Onderwijs. De keuze om niet
te participeren in alle samenwerkingsverbanden heeft te maken met het aantal, dat
onderwijs volgen op scholen van De Kleine Prins of waar ambulante dienstverlening wordt
geleverd. De grens is gesteld op ca. 50 leerlingen per samenwerkingsverband.
De rechtspersoon van het bevoegd gezag is een stichting met als statutaire naam ‘De Kleine
Prins, Stichting voor speciaal onderwijs en voorzieningen’. Deze stichting is op 31 december
2002 opgericht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder
dossiernummer 30185516.
Er wordt gewerkt volgens ‘het Raad van Toezichtmodel’. Het bestuur wordt gevormd door
het college van bestuur. De raad van toezicht houdt toezicht op het bestuur.
BEKOSTIGINGSGRONDSLAG
Het aantal leerlingen op 1 oktober vormt de grondslag voor de bekostiging. Eventueel kan
door middel van een groeitelling aanvullende bekostiging worden toegekend als het aantal
leerlingen van een school - volgens daartoe vastgestelde normen - is toegenomen.
In onderstaand overzicht wordt het aantal leerlingen van 2013 vergeleken met de jaren 2012,
2011 en 2010.
De Kleine Prins
2
Jaarverslag 2013
JURIDISCHE STRUCTUUR
LEERLINGENVERLOOP
Het leerlingenverloop per reguliere teldata is vanaf 1 oktober 2009 als volgt weer te geven:
Teldatum
1-10-2013
Teldatum
1-10-2012
Ariane de Ranitz
so lg ll.
so lz ll.
so mgf ll.
vso lg ll.
vso lz ll.
vso mg ll.
86
5
85
65
51
66
78
2
91
55
47
69
77
5
93
57
40
68
Totaal
358
342
340
339
De Trappenberg
so lg ll.
so lz ll.
so mgf ll.
vso lg ll.
vso lz/s ll.
vso mg ll.
22
6
53
31
23
76
29
3
57
27
15
69
23
4
61
26
12
76
31
Totaal
211
200
202
207
De Schans
so lg ll.
so lz ll.
so mgf ll.
Totaal
5
67
1
73
6
63
5
74
8
66
2
76
6
71
77
TOTAAL ONDERWIJS
642
616
618
623
217
226
6
216
225
3
2
Totaal AB
449
446
TOTAAL DE KLEINE
PRINS 2013
1091
1062
Teldatum
1-10-2010
88
153
49
49
143
23
10
Jaarverslag 2013
Ambulante
Dienstverlening
lg ll.
lz ll.
mgk ll.
tab ll.
Teldatum
1-10-2011
De Kleine Prins
3
ORGANISATIE
INTERNE ORGANISATIESTRUCTUUR
Het bestuur van de stichting is opgedragen aan het college van bestuur.
De directeuren van de scholen en de Ambulante Dienstverlening zijn integraal
verantwoordelijk voor het beleid van de scholen. In totaal zijn er vijf directeuren werkzaam bij
De Kleine Prins: vier op de scholen en één directeur stuurt samen met twee teamleiders de
medewerkers van Ambulante Dienstverlening aan. De huisvesting van de Ambulante
Dienstverlening is deels op de mytylschool Ariane de Ranitz te Utrecht en deels op de
mytylschool De Trappenberg te Huizen.
Het bestuursbureau verleent ondersteuning op personeel, financieel, huisvesting technisch,
ICT en secretarieel gebied. De hoofden van dienst worden aangestuurd door het college
van bestuur.
ORGANIGRAM
STICHTING DE KLEINE PRINS
Raad van Toezicht
College van Bestuur
Bestuursbureau
GMR
vert. in GMR
Directeur
VSO
Mytylschool
Ariane
De Ranitz M R
Directeur
Directeur
Directeur
Mytylschool
De
Trappenberg
Utrechtse
Buitenschool
De Schans
Ambulante
Dienstverlening
MR
MR
MR
Jaarverslag 2013
Directeur
SO
Mytylschool
Ariane
De Ranitz M R
september 2013
De Kleine Prins
4
RAAD VAN TOEZICHT EN BESTUUR
De raad van toezicht bestaat op 31 december 2013 uit de volgende leden.
Voorzitter
Waarnemend voorzitter
Leden
: mw. E. Schaper
: dhr. Mr. M. R. van Hall
: mw. E. Holten
: dhr. W.J. van der Meer
: dhr. P.H.M. Offerman
In de herfst 2013 is er een sollicitatieprocedure opgestart voor de vacature die gaat ontstaan
door het vertrek van dhr. P. Offerman per 1 januari 2014.
Het bestuur van de stichting is opgedragen aan het college van bestuur dhr. J. Reitsma.
NAAM:
FUNCTIE/BEROEP:
BELANGRIJKE NEVENFUNCTIE;
Mevrouw
E. Schaper
(Erica)
- algemeen directeur van de FNV
- Voorzitter Raad van Toezicht Yulius (GGZ)
- Penningmeester samenwerkingsverband ZO
Drenthe
- Bestuurslid samenwerkingsverband NO
Overijssel VO Passend Onderwijs
- Lid auditteam Siriusprogramma (Excellentie
in hoger onderwijs)
- Lid denktank Excellentie in VO
- Auditor instellingsaccreditaties NVAO tbv
hoger onderwijs
De heer
M.R. van Hall
(Martijn)
- Advocaat
Van Hall Siemelink Advocaten,
Utrecht
- Voorzitter ondernemersvereniging
Galgenwaard
- Voorzitter toetsingscommissie
Solar Nederland BV
- Voorzitter klachtencommissie
Miele Nederland
De heer W.J.
van der Meer
(Wim)
- Adviseur/interim manager in de
gezondheidszorg
- Voorzitter Alumnivereniging
Fotovakschool (Fotolumni)
- Voorzitter Dutch Association
Barbershop Singers
- Begeleider Stichting Jong
Ondernemen
- Scriptielezer/examinator Saxion
Hogeschool Enschede
- secretaris WMO-raad Apeldoorn
De heer
P.H.M.
Offerman
(Paul)
- DGA Flevo Marketing BV
- Shareholder SCT vervoersopleidingen
- Consultant Verkeersveiligheidgroep
Nederland
- Consultant Mercedez-Benz Global
training
- Netwerkpartner Agentschap NL
- Secretaris stichting WoonMere
- Bestuurslid Stichting Annemieke Timmerman
- Voorzitter Raad van Toezicht Stichting
Reedewaard
- Bestuurslid Stichting Henriëtte Zoete
- Secretaris Stichting Mijn Eigen Thuis
- Ere-voorzitter Vereniging van
automobieltechnici ATC
Mw. E.L. Holten
(Eline)
- Zelfstandig interim manager en
adviseur
- Voorzitter bezwarencommissie sociaal plan
Pactum jeugd en opvoedhulp
- Voorzitter evenementen, festiviteiten &
activiteitencommissie Hockeyclub Epse
-
De Kleine Prins
5
Jaarverslag 2013
(NEVEN) FUNCTIES RAAD VAN TOEZICHT EN COLLEGE VAN BESTUUR 2013
NAAM:
FUNCTIE/BEROEP:
BELANGRIJKE NEVENFUNCTIE;
De heer
J. Reitsma
(Jan)
- College van bestuur Stichting De
Kleine Prins
- ambtelijk secretaris Stichting Henriëtte Zoete
in Baarn;
- penningmeester van LECSO (Landelijke
ExpertiseCentrum Speciaal Onderwijs) in
Utrecht;
- PO raad; lid netwerk passend onderwijs
- Bestuurlijk netwerk inspectietoezicht BNI
- Bestuurslid REaCtys
- voorzitter stichting kulturhus
De Bijenkorf in Borne.
- SWV:
- Eemland p o
- Eemland vo
- Utrecht vo
- Utrecht zuid vo
VERGADERINGEN RAAD VAN TOEZICHT
In 2013 heeft de raad van toezicht vijf keer vergaderd in aanwezigheid van het college van
bestuur.
De raad van toezicht streeft ernaar om tenminste één keer per jaar te vergaderen op één
van de scholen van de stichting. De directie verzorgt dan een presentatie over een actueel
onderwerp van de school.
Ook wordt er jaarlijks vergaderd met een Ouderraad en/of MR van een school. Dit jaar is er in
juni met de ouders (i.c. de oudergeleding van de MR) van de Ariane de Ranitz vergaderd
over de verwachtingen die de ouders hebben van de school waarbij er diverse
aanbevelingen zijn gedaan.
Er is één keer gezamenlijk overlegd met de GMR over de volgende onderwerpen die
gezamenlijk zijn bepaald:
 Passend Onderwijs: deelname aan de SamenWerkingsVerbandenen de invulling van de
OndersteuningsPlanRaden(OPR’en)
 Ouderparticipatie op de scholen
 Kennisgroep Speciaal
De volgende beleidsstukken zijn goedgekeurd door de raad van toezicht:
 de jaarrekening 2012
 de begroting 2014
 de functiebeschrijving/waardering van het cvb en de evaluatie van het
bestuurscontract 2012
 de benoeming van de nieuwe accountant KPMG
 de deelname aan de SWV’en 26-01 (PO en VO), 26-02 (PO en VO), 26-03 (PO), 26-04
(PO), 26-05 (PO en VO)
De Kleine Prins
Jaarverslag 2013
De volgende zaken zijn besproken door de raad van toezicht:
 het accountantsverslag 2012 (in aanwezigheid van accountant Van Ree)
 de nieuwbouw van De Trappenberg (in aanwezigheid van de bouwadviseur van De
Kleine Prins) en de relatie met Merem
 het toetsingskader van de rvt
 het communicatieplan
 het Strategisch Beleidsplan 2013-2017
 het eigen functioneren van de raad
6
De voortgang op de beleidsterreinen identiteit, financiën en beheer, onderwijs, personeel en
organisatie, medezeggenschap en externe contacten wordt iedere vergadering uitgebreid
besproken aan de hand van een voortgangsverslag dat opgesteld wordt door het college
van bestuur.
Relevante informatie voor de leden van de raad van toezicht wordt tussentijds op DKPweb
geplaatst.
De raad hanteert de code ‘Goed Bestuur’ van de PO-Raad.
COMMISSIES
Er bestaat een remuneratiecommissie. Deze commissie bestaat uit de voorzitter en een lid
van de rvt en houdt zich vooral bezig met de werkgeversrol van het college van bestuur.
Op het gebied van financiën zijn twee leden gevraagd om namens de raad het
opdrachtgeverschap voor de accountant voor te bereiden en de bespreking van de
jaarrekening voor te bereiden voor de raad samen met de controller en het college van
bestuur.
DE GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) vertegenwoordigt ouders en
medewerkers van de vier scholen, en het personeel dat werkt bij de ambulante
dienstverlening en het bestuursbureau. Per school hebben één ouder en één medewerker
zitting in de GMR. Het bestuursbureau en de ambulante dienstverleninging zijn ieder
vertegenwoordigd met één medewerker.
Er is zes keer vergaderd in (gedeeltelijke) aanwezigheid van het college van bestuur.
Voor de GMR wordt door het college van bestuur een voortgangsrapportage gemaakt en
ter vergadering toegelicht.
In 2013 hebben de volgende beleidsstukken de instemming of een positief advies van de
GMR gekregen of zijn ter informatie toegezonden:










het bloedprotocol
het bestuursformatieplan 2013/2014
de hoofdlijnen van het financieel beleid 2012 en de verdeling van de gelden over de
scholen (kadernotitie)
de jaarrekening 2012
deelname aan de SWV’en 26-01 (PO en VO)), 26-02 (PO en VO), 26-03 (PO), 26-04 (PO),
26-05 (PO en VO)
de facilitering van deelname aan de opgerichte OPR ‘en
het medezeggenschapsstatuut
de gesprekkencyclus voor medewerkers
het meerjarenformatieplan
het communicatieplan
het Strategisch Beleidsplan 2013-2017
het taakbeleid
het professionaliseringsplan
De voortgang op de beleidsterreinen identiteit, financiën en beheer, onderwijs, personeel en
organisatie, medezeggenschap en externe contacten wordt tijdens vergaderingen waarbij
het college van bestuur aanwezig is, toegelicht aan de hand van een voortgangsverslag dat
opgesteld wordt door het college van bestuur.
Relevante informatie voor de leden van de GMR wordt tussentijds op DKPweb geplaatst of
wordt apart per mail verzonden.
De Kleine Prins
7
Jaarverslag 2013



HET BESTUURSBUREAU
Het bestuursbureau is gehuisvest in Baarn in de Schoolstraat 53.
Hier zijn werkruimtes voor medewerkers van De Kleine Prins die zorgdragen voor financiële- en
personele administratie, ondersteuning bieden op het gebied van ICT en secretariële
ondersteuning verlenen aan het college van bestuur, de raad van toezicht en de GMR. Ook
medewerkers van de ambulante dienstverlening en REaCtys hebben hier een werkplek.
Tevens is er een vergaderruimte beschikbaar.
In de loop van het jaar is gewerkt aan de volgende zaken:














het bespreken van kwartaaloverzichten voor het management, het college van bestuur
en de raad van toezicht
het verder ontwikkelen van een planning- en control cyclus
het beschrijven en actualiseren van de administratieve organisatie
het opstellen van de begroting 2014 en de jaarrekening 2012
het verzuimbeleid
herziening taakbeleid
optimaliseren van IPB-gesprekkencyclus
introductie fiscalisering
het ontwikkelen van ICT-beleid
het opstellen en actualiseren van een meerjarenbegroting
het voorbereiden van de financiële- en personele administratie op de invoering van
Sepa (betalingen met IBAN nummers)
de digitalisering van de personeelsdossiers
het voorbereiden op de digitalisering van de inkoopfacturen (in 2014 wordt dit
operationeel)
het opbrengstgericht herschrijven van het Strategisch Beleidsplan 2013-2017
Vanaf 1 januari 2013 wordt bij De Kleine Prins voor wat betreft de verzuimbegeleiding,
samengewerkt met arbodienst Argon. Via Argon zijn een bedrijfsarts en een verzuimcoach
beschikbaar voor de gehele organisatie. De leidinggevenden voeren het verzuimbeleid uit
volgens het Eigen Regie model. De afdeling personeelszaken heeft een adviserende rol en
bewaakt de processen. De externe specialisten (bedrijfsarts, verzuimcoach,
bedrijfsmaatschappelijk werk, arbeidsdeskundige, enz.) kunnen - waar nodig - worden
ingezet.
Jaarverslag 2013
De deelname aan de huisvestingsoverleggen in de gemeente Utrecht, Hilversum en Huizen
ligt bij het college van bestuur. Voor grootschalige projecten in het kader van de
decentralisatie huisvesting wordt expertise ingekocht bij MKBB Bouwadvies en Begeleiding in
Utrecht. Tevens verzorgt dit bedrijf de MeerjarenOnderhoudsPlannen voor de scholen.
Dhr. Tierie van het bedrijf Immocap is aangesteld als bouwadviseur voor De Kleine Prins bij de
nieuwbouw van de Mytylschool De Trappenberg in Hilversum.
De Kleine Prins
8
PERSONEEL
PERSONEELSBESTAND
AANTAL MEDEWERKERS
AANTAL FTE
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
2011
2012
2013
De
Trappenberg
147
122
137
111
110
102.82
84.49
81.72
74.8
75.1
De Schans
25
25
25
25
26
16.40
16.48
17.33
16.6
16.7
Ariane de
Ranitz
169
173
170
164
174
120.87
119.48
112.65
112.8
111.9
REaCtys
49
41
31
2
2
38.97
33.39
26.29
1.8
1.8
30
27
21.3
21.6
Ambulante
Dienstverlening
Bestuursbureau
10
9
10
11
11
7.16
7.06
8.04
8.8
8.6
Totaal
400
370
373
343
350
286.22
260.90
246.03
236.1
235.7
Peildatum 31-12-2013
De betrekkingsomvang is iets gedaald terwijl het aantal medewerkers gestegen is.
In 2013 zijn de aanstellingen van vertrekkende medewerkers vaker verdeeld onder nieuw
personeel dan in andere jaren. Hierdoor is de omvang in fte nagenoeg gelijk, maar is het
aantal medewerkers gestegen. Dit is met name bij de Ariane de Ranitz aan de orde.
ZIEKTEVERZUIM
2009
2010
2011
2012
2013
De Trappenberg
3.1
4.0
7.3
De Schans
Ariane de Ranitz
4.1
7.2
REaCtys
Ambulante
Dienstverlening
Bestuursbureau
3.5
3.2
9.1 (SO)
9.5 (VSO)
5.9
6.9
11.5 (SO)
7.8 (VSO)
12.2
7,3 (SO)
7,2 (VSO)
2.9
8,0 (SO)
4,1 (VSO)*
0
3,95
5.1 (SO)
3 (VSO)
3.2
6.4 (SO)
2.5 (VSO)*
0
4.3
0
2.2
2.6
0,74
0.9
Peildatum 31-12-2013
Vanaf 1 januari 2013 is De Kleine Prins gestart met het volgen van verzuim op basis van het
Eigen Regie Model. De verzuimpercentages geven over 2013 een bevredigend resultaat. In
2013 is veel gebruik gemaakt van ondersteunende diensten en inzet van de bedrijfsarts en
verzuimcoach. Anders kijken naar verzuim is een veranderingstraject waarbij het streven niet
alleen een lager verzuimpercentage moet zijn, maar ook een cultuuromslag moet realiseren
bij leidinggevenden en overige medewerkers. Hiervoor zijn speciale cursussen georganiseerd
met leidinggevenden.
FUNCTIEMIX
In 2013 moest het percentage LC-leerkrachten op 11% zitten, wat ruim gehaald is. In 2014 zal
dit percentage verhoogd worden naar 14%. De prognose is dat De Kleine Prins in 2014 aan
de ondergrens van 14,3% zal voldoen.
In 2013 zijn drie medewerkers op De Trappenberg benoemd in de LC-functie. Op de Ariane
de Ranitz VSO is één medewerker benoemd in de LC-functie.
De Kleine Prins
9
Jaarverslag 2013
*) Ariane de Ranitz VSO is inclusief locatie De Hoogstraat
Percentage LC-leerkrachten totaal De Kleine Prins
Schaal
Dienstverbanden
WTF
% WTF
LB
132
92.2
87.6
LC
14
13.1
12.4
146
105.3
100,00
Totaal
Jaarverslag 2013
Peildatum 31-12-2013
De Kleine Prins
10
FINANCIËN EN BEHEER
IN EIGEN BEHEER
De afdeling Financiële- en Personele Zaken voeren de gehele financiële en personele
administratie in eigen beheer.
KWALITEITSZORG
In 2013 is veel aandacht uitgegaan naar de kwaliteit van het onderwijs. Met name
opbrengstgericht werken heeft binnen de scholen prioriteit gekregen en is er externe
ondersteuning geweest voor de directeuren en teamleiders om dit traject te begeleiden. Dit
traject zal doorlopen in 2014.
Opbrengstgericht werken is een belangrijk onderdeel bij het inspectiebezoek op de scholen,
wat in 2014 aan de orde zal komen.
ZELF EVALUATIE KADER
Als we kwaliteit willen leveren, moeten we dit ook kunnen toetsen en moeten we weten hoe
we ons kunnen verbeteren. Tevredenheidsonderzoeken passen goed binnen de plan-docheck-act-cyclus.
In 2013 is op alle scholen een onderzoek geweest met als thema ‘onderzoek naar de kwaliteit
van het onderwijs’. De resultaten hiervan zijn verwerkt in een ontwikkelagenda.
2011
Onderzoek ouders
2012
Onderzoek personeel
2013
Onderzoek kwaliteit van het onderwijs
Jaarverslag 2013
Alle ontwikkelpunten uit voorgaande jaren zijn uitgevoerd en worden in het document
Kwaliteitszorg bijgehouden.
De Kleine Prins
11
RESULTATEN KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
School
Kwaliteit van
het onderwijs
Standaarden
Ariane de Ranitz SO
Ariane de Ranitz VSO
De Schans
De Trappenberg SO
De Trappenberg VSO
Periode
December 2013
Oktober 2013
Oktober 2013
Oktober 2013
Oktober 2013
Respons
40%
35%
34%
23 %
29%
Gemiddeld totaal
3,4
3,3
3,4
3,5
3,3
Pedagogisch Klimaat
3.3
3.3
3.4
3.4
3.3
Leerstofaanbod
3.3
3.3
3.3
3.5
3.3
Onderwijstijd
3.2
3.4
3.4
3.3
3.2
Effectieve instructie
3.5
3.3
3.3
3.5
3.3
Feedback
3.4
3.3
3.3
3.5
3.3
Opbrengstgericht werken
3.2
3.1
3.7
3.6
3
Planmatig werken
3.5
3.4
3.4
3.5
3.3
Ondersteuning gedrag
3.3
3.2
3.3
3.5
3.2
Afstemming
3.6
3.4
3.5
3.6
3.6
Betrokkenheid
3.3
3.4
3.2
3.4
3.5
Benodigde respons voor een betrouwbare uitkomst:
 Populatie > 1000 :
10%
 Populatie > 100 :
30%
 Populatie 50 – 100 :
40%
 Populatie < 50 :
90%
De Kleine Prins
12
ONTWIKKELINGAGENDA TEVREDENHEIDSONDERZOEK ‘KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS’
In de ontwikkelagenda zijn met betrekking tot het tevredenheidsonderzoek ‘Kwaliteit van het
onderwijs’ de volgende punten opgenomen:
MYTYLSCHOOL ARIANE DE RANITZ SO
1. Gebruik van genormeerde instrumenten om resultaten op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling te volgen
2. Aanbod gericht op sociale cohesie en burgerschap
3. Twee maal per jaar bijstellen van groepsplannen
4. Twee maal per jaar bijstellen van OPP
NB: Deze indicatoren worden in de ontwikkelagenda opgenomen omdat ze als belangrijke
ontwikkelpunten gezien worden, en niet omdat deze onder de norm hebben gescoord .
MYTYLSCHOOL ARIANE DE RANITZ VSO
1. Teamleden en leerlingen houden zich aan de afgesproken regels en worden hierop
aangesproken
2. Aanbod gericht op sociale cohesie en burgerschap
3. Twee maal per jaar bijstellen van groepsplannen
4. Twee maal per jaar bijstellen van OPP
UTRECHTSE BUITENSCHOOL DE SCHANS
1. Gebruik van genormeerde instrumenten om resultaten op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling te volgen
2. Aanbod gericht op sociale cohesie en burgerschap
3. Schoolbreed en consequent voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot de
onderwijstijd
MYTYLSCHOOL DE TRAPPENBERG SO EN VSO
1. Leerstofaanbod
2. Gebruik van genormeerde instrumenten om resultaten op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling te volgen
3. Aanbod gericht op sociale cohesie en burgerschap
4. Effectief tegengaan van verzuim
INTERNE AUDITS
De Kleine Prins streeft ernaar dat per school drie medewerkers de opleiding tot interneauditor volgen. In 2013 zijn 5 medewerkers met deze opleiding gestart.
De verwachting is dat alle scholen in 2014 een inspectiebezoek zullen krijgen. De Kleine Prins
heeft als doelstelling dat alle scholen het basisarrangement van de inspectie zullen
behouden.
De Kleine Prins
13
Jaarverslag 2013
Deze medewerkers konden nog niet volledig worden ingezet bij de uitvoering van een audit.
Er is tevens gebruik gemaakt van een externe organisatie ter ondersteuning. In 2013 zijn de
interne audits uitgevoerd op Mytylschool De Trappenberg en op de Utrechtse Buitenschool
De Schans.
OPBRENGSTEN
In 2013 zijn onder begeleiding van een externe adviseur de kaders ontwikkeld voor het
uitlijnen van een uniform systeem voor het in beeld brengen en analyseren van de
onderwijsresultaten van leerlingen op groeps- en schoolniveau volgens het toezichtskader
van de inspectie. Het is de bedoeling dat deze opbrengsten onderling op stichtingsniveau,
maar ook landelijk binnen de ‘branche van cluster 3 onderwijs’ vergelijkbaar zijn.
Dit is niet gerealiseerd omdat de er ook vanuit de inspectie van het onderwijs en binnen het
Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs (LECSO) benchmark gegevens ontwikkeld
worden. De Kleine Prins wil aansluiten bij dit format.
Jaarverslag 2013
Het vaststellen van streefwaarden van de onderwijsresultaten van leerlingen op groeps- en
schoolniveau wordt eveneens binnen LECSO opgepakt.
De Kleine Prins
14
1.
KENNISCENTRUM DE KLEINE PRINS
Het Kenniscentrum De Kleine Prins richt zich op het genereren van kennis en het versterken
van aanwezige kennis over het ontwikkelen en leren van leerlingen met een indicatie voor
cluster 3 onderwijs. Kenniscentrum De Kleine Prins focust hierbij op de volgende vier aspecten

het geven van onderwijs

het uitvoeren van innovatieve projecten

het implementeren van kwaliteitszorg

het doen van wetenschappelijk onderzoek
Onderstaand figuur maakt duidelijk dat deze vier elementen nauw met elkaar zijn verbonden
en het de uitdaging is om juist in het centrum van deze vier activiteiten de vernieuwingen te
laten samenkomen. Het op een goede manier verweven van scholing, kwaliteitszorg
innovaties en onderzoek zal kennis producerend en kennis circulerend werken.
Medewerkers van De Kleine Prins en eventueel externen op projectbasis zullen activiteiten
uitvoeren in het kenniscentrum onder leiding en in samenwerking met de beleidsmedewerker
van Kenniscentrum De Kleine Prins. De volgende projecten zijn in gang gezet:





Onderzoek naar een NAH-structuurklas
Coachingstrajecten
Expliciteren van de aanwezige kennis in expertisekaarten
Uitwerken van folders over ziektebeelden
Expertiseontwikkeling van De Kleine Prins in de meest brede zijn (onderwijskundige en
specifieke paramedische vormen van ambulante begeleiding). Deze expertise wordt
tastbaar weergegeven in de door de ambulante dienstverlening en het kenniscentrum
gezamenlijk ontwikkelde expertisewijzers PO en VO.
In 2013 werd vanuit het Kenniscentrum een professionaliseringsplan geschreven waarin een
visie op professionaliseren en professionaliseringswensen van de 4 scholen en ambulante
dienstverlening is opgenomen. Door het uitwisselen van inhouden van studiedagen en
scholingsactiviteiten en het gezamenlijk plannen van de dagen kan meer op elkaar worden
De Kleine Prins
15
Jaarverslag 2013
De vier elementen van kenniscentrum De Kleine Prins
afgestemd. Verder kunnen medewerkers van de ene school scholing volgen bij de andere
school. Dit werkt op termijn kosten besparend.
Jaarverslag 2013
In 2013 werd de samenwerking verder uitgebreid met andere kenniscentra van mytylscholen
in het kader van kennisdelen en meer willen doen, met minder middelen. De samenwerking
met zes organisaties voor speciaal onderwijs is in 2013 gerealiseerd in de vorm van een
samenwerkingsverband. De zes organisaties voor speciaal onderwijs vormen gezamenlijk
‘Kennisgroep Speciaal’. Ieder van de zes organisaties draagt een gelijk bedrag af en
faciliteert medewerkers waardoor zij kunnen participeren in de groepen Kennis of ICT van
Kennisgroep Speciaal. In 2013 realiseerde zij een website www.kennisgroepspeciaal.nl, een
studiereis naar Finland, een set van 8 kenniskaarten met op het onderwijs toegespitste kennis
en tips over veel voorkomende beperkingen of ziekten.
De Kleine Prins
16
EXTERNE CONTACTEN
BESTUUR STICHTING ALMERE SPECIAAL
Sinds juni 2013 heeft het cvb geen zitting meer in het bestuur van de Stichting Almere
Speciaal.
BESTUUR REACTYS
Het cvb participeert in het bestuur namens De Kleine Prins op basis van de participatie van
De Kleine Prins in deze federatie plus.
De volgende onderwerpen zijn aan de orde geweest in de bestuursvergaderingen (één keer
per zes weken):
 de begroting 2014
 de jaarrekening 2012
 de gevolgen van passend onderwijs voor de REC’s
In 2013 zijn er nog twee medewerkers van De Kleine Prins werkzaam voor REaCtys.
BESTUUR LECSO EN PO-RAAD
Het cvb is benoemd in het bestuur van het Landelijke Expertise Centrum Speciaal Onderwijs
(LECSO). De gefuseerde cluster 3 en 4 vereniging richt zich voornamelijk op de expertise.
Het cvb maakt deel uit van de taakgroep onderwijs en scholing. Hij participeert tevens in de
stuurgroep begeleiding leerstoel.
Namens LECSO participeert het cvb ook in het Landelijk Overleg Onderwijs en
Kinderrevalidatie (LOOK). LOOK is een netwerkorganisatie van instellingen die in ons land op
een of andere manier een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen met een
lichamelijke handicap en het ondersteunen van hun directe omgeving zoals de ouders.
De volgende organisaties maken deel uit van LOOK:
 BOSK, vereniging van mensen met een lichamelijke handicap
 RN, Revalidatie Nederland
 LECSO, Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs
 Dutch-ACD, Nederlandse Academy of Childhood Disability
 NVO, Nederlandse Vereniging van pedagogen en Onderwijskundigen
 MEE Nederland
 VRA, Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (aspirant lid)
 NIP, Nederlands Instituut van Psychologen
 NVF, Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie
Jaarverslag 2013
Op 1 januari 2011 is De Kleine Prins ook lid geworden van de PO-Raad voor met name de
belangenbehartiging. De Kleine Prins participeert, namens de PO-Raad, in het overleg met
de hoofdinspectie van het onderwijs en het netwerk Passend Onderwijs.
De Kleine Prins
17
BOVENSCHOOLS ICT
BELEIDSONTWIKKELING
De Kleine Prins heeft de ICT-afdeling bovenschools georganiseerd. De afdeling is daarbij
gepositioneerd als staffunctie van het bestuursbureau De Kleine Prins. De positie is
vergelijkbaar met de afdelingen personeelszaken en financiën.
Schematisch ziet de afdeling als volgt uit:
ICT mag binnen het onderwijs nooit een doel op zich zijn, maar zal altijd onderdeel van de
bovenschoolse visie en het bovenschoolse beleid dienen te zijn. ICT kan bij de uitvoering
hiervan als middel fungeren om doelstellingen te behalen. Onderwijs is dus te allen tijde de
aangever van het ICT-beleid binnen het onderwijsleerproces.
ICT ais een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces en wil hierbij adviseren en
faciliteren.
De Kleine Prins heeft haar ICT-beleid het afgelopen jaar vormgegeven vanuit het Beleidsplan
ICT De Kleine Prins1.
Uitgangspunten voor ons ICT beleid de komende 4 jaar:
 Ons beleid is gebaseerd op het Vier in Balans-model dat voorschrijft dat ict pas
didactische meerwaarde heeft wanneer de bouwstenen visie, deskundigheid, digitaal
leermateriaal en ICT nutsvoorziening in onderlinge
samenhang worden ingezet.
Hieronder een korte toelichting van de domeinen:
Visie: wat vinden de scholen van De Kleine Prins goed
onderwijs en hoe denken zij dit te realiseren.
Competenties: leerlingen, leerkrachten en overig personeel dat werkt met leerling
beschikken voldoende kennis en vaardigheden om onderwijs en ICT vorm te geven.
Digitaal leermateriaal: alle mogelijke digitale content die beschikbaar is.
ICT nutsvoorziening: de aanwezigheid en de kwaliteit van hardware, digitale infrastructuur en
connectiviteit. Ook beheer en helpdeskondersteuning horen bij dit domein.
1
ict-beleidsplan de kleine prins,2010 – 2015, ‘de toekomst begint nu …’, www.dekleineprins.nl
De Kleine Prins
18
Jaarverslag 2013
De Kleine Prins zet hierin de leerling in zijn leeromgeving
centraal.
De domeinen, visie, competenties, leermiddelen en ICT
nutsvoorziening moeten in balans zijn ten behoeve van de
leerling in zijn leeromgeving.
Leiderschap en samenwerking met alle betrokkenen zijn nodig
om de balans te realiseren en te behouden.
 Leerlingen die onze scholen verlaten zijn voorbereid op de 21ste eeuw.
Leerlingen van onze scholen groeien op in de 21ste eeuw en maken gebruik van
allerhande ‘ICT-tools’: internet, social media, SMART phones, tablets etc.
Tevens is er sprake van een sterk mate van globalisering, ‘the world is a village’.
Toch geven de meeste leerkrachten nog les op de manier zoals zij dat zelf in de 20 ste eeuw
gewend waren. Leerlingen van onze scholen krijgen nog steeds onderwijs in bakstenen
gebouwen. Gebruik van computers en internet in ons onderwijs neemt wel toe, maar nog
niet voldoende om tegemoet te komen aan de '21st-century-kid'.
 Al het personeel in dienst van De Kleine Prins is voldoende ICT-competent om leerlingen
didactisch en pedagogisch voor te bereiden op zo volledig mogelijk burgerschap in de
21ste eeuw.
Een medewerker moet in de 21e eeuw meer kunnen dan alleen zijn vakkennis
overbrengen. De Kleine Prins meet actief de ICT-competenties van zijn personeel en zet al
het nodig in om deze competenties op hoog niveau te houden. Het niveau van de ICTcompetenties is onderdeel van het jaargesprek dat iedere medewerker met zijn
leidinggevende heeft.
 We kiezen voor een gezamenlijke aanpak, het combineren van de aanwezige creativiteit,
expertise en vakmanschap van de leerkracht, de leerling en zijn ouders.
We realiseren op deze manier een omgeving waarin iedere kind zich optimaal kan
ontwikkelen.
Jaarverslag 2013
 De Kleine Prins brengt kennis, kunde en vaardigheden in de ‘Cloud’ en biedt onderwijs
voor zijn leerlingen, anytime, anyplace, anywhere’.
Cloudcomputing2 biedt enorm veel kansen, zó veel dat we nauwelijks kunnen beseffen
hoeveel impact het zal hebben op het onderwijs. De verwachting is dan ook dat cloud
computing in het huidige decennium een revolutie zal veroorzaken in het onderwijs.
Leerlingen van onze scholen hebben altijd de beschikking over een ‘device’ 3 dat hen
toegang verschaft tot de ‘cloud’.
2
bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Cloud_computing
3
Apparaten waarmee digitaallesmateriaal kon worden geraadpleegd en verwerkt.
De Kleine Prins
19
DOELSTELLINGEN ICT
DOELSTELLING
Realisatie van een bovenschoolse server omgeving. Voor 2013 staat in het
teken van consolidatie en auditing. Komend jaar zal er een onafhankelijke
scan op het netwerk worden uitgevoerd. De uitkomsten moeten leiden tot
verbeterpunten voor de nabije toekomst..
DE BENODIGDE INZET VAN
Ondersteuning door FFWD-IT en een externe partij (Centric).
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
€ 30.000
REALISATIE
In 2013 heeft er een vergaande vervanging van netwerk infrastructuur
plaatsgevonden.
In het 3e kwartaal van 2013 is er een onafhankelijke audit op het netwerk
gehouden. De firma Centric heeft deze zogenaamde IBA (Infrastructuur
Beheerbaarheid Analyse) scan uitgevoerd.
DOELSTELLING
Verbetering en uitbreiding van draadloze netwerken ter voorbereiding op
het gebruik mobiele devices van leerlingen en personeel.
DE BENODIGDE INZET VAN
Offertes worden gevraagd aan verschillende ICT leveranciers (SIMAC ICT
Nederland BV, LAN Tech en FFWD-IT).
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
€ 20.000
REALISATIE
Gerealiseerd, door de firma Lantech. WiFi netwerken op Mytylschool De
Trappenberg, Ariane de Ranitz en het bestuursbureau zijn gereed.
DOELSTELLING
Voor het nieuwe schooljaar is een investering gevraagd voor de aanschaf
van 9 digitale schoolborden. Voor volgend jaar zijn dit er 14.
Het streven is om in 2014 alle klaslokalen van De Kleine prins te hebben
voorzien van digitale borden.
DE BENODIGDE INZET VAN
Sinds 2007 is ervaring opgedaan met digitale schoolborden.
Invoeringstraject wordt ondersteund door medewerker Onderwijs en ICT.
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
€ 56.250
REALISATIE
Er zijn 9 digitale borden gerealiseerd. Hierbij zijn 6 SMART borden en 3
verrijdbare LED borden.
DOELSTELLING
Vervanging van ICT-werkplekken. Alle werkplekken in onze organisatie zijn
maximaal 4 jaar oud.
DE BENODIGDE INZET VAN
Werkplekken worden aangeschaft na een
offertetraject bij minimaal twee leveranciers.
MIDDELEN EN DE
MIDDELEN 2013
2013 € 71.250
REALISATIE
Gerealiseerd. Alle hardware is aangeschaft. Alle werkplekken bij De Kleine
Prins zijn jonger dan 4 jaar.
De Kleine Prins
20
Jaarverslag 2013
RANDVOORWAARDEN
DOELSTELLING
Ontwikkeling DKP-Web. DKP-web wordt een op Microsoft SharePoint
gebaseerd informatie management systeem waarin alle medewerkers, en
op termijn ook ouders, van De Kleine Prins de informatie kunnen vinden die
op dat moment voor die individuele medewerker of ouder van toepassing
is.
De invoering van DKP-web is ingekaderd in het ICT-beleidsplan 2010 –
2015, De toekomst begint nu… en gebaseerd op de strategische
beleidsagenda De Kleine Prins 2009- 2012.
DE BENODIGDE INZET VAN
De technische infrastructuur is al voorbereid.
Ondersteuning door Seven Winds.
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
€ 10.000
REALISATIE
Met Seven Winds BV is een supportcontract afgesloten. De medewerker
Onderwijs & ICT heeft, met ondersteuning van Seven Winds, DKP-web
verder uitgebouwd. Alle medewerkers van De Kleine Prins hebben
toegang tot DKP-web. Er is een start gemaakt met de voorbereiding van
een nieuwe indeling (20131119 ICT project groep voorstel DKP web
opbouw).
Jaarverslag 2013
MIDDELEN 2013
De Kleine Prins
21
AMBULANTE DIENSTVERLENING DE KLEINE PRINS
ALGEMEEN
In het strategisch beleidsplan 2013-2017 van De Kleine Prins staat geschreven:
‘De Kleine Prins bouwt de Ambulante Begeleiding af’.
In de Beleidsnotitie Ambulante Begeleiding mei 2013 wordt het volgende toekomstscenario
beschreven:
De Kleine Prins verzorgt (Voorgezet) Speciaal Onderwijs en is een makelaar/schakelloket in
gespecialiseerde onderwijsdienstverlening voor leerlingen met een lichamelijk en/of
verstandelijke of meervoudige beperking in de regio Midden-Nederland.
Omdat ‘makelaar/schakelloket’ meer inhoudt dan het bieden van ambulante begeleiding,
wordt de naam van de dienst gewijzigd in Ambulante Dienstverlening.
WERKTERREIN: KWALITEITSZORG
DOELSTELLING
Alle ambulant begeleiders (AB’ers) van De Kleine Prins werken
handelingsgericht en vraaggestuurd. Ze zijn in staat de scholen en de
samenwerkingsverbanden te ondersteunen om de ondersteuningsvraag
te formuleren. De AB’ers zorgen ervoor dat de scholen zich ondersteund
voelen door de inzet van de AD.
Kernwoorden hierbij zijn: flexibiliteit, creativiteit, maatwerk en netwerk van
experts. De werkwijze moet aansluiten bij de ontwikkelingen binnen de
SWV’en in regio Midden-Nederland.
DE BENODIGDE INZET VAN
Er wordt gewerkt met een projectgroep, een projectplan met een
planning van activiteiten.
De projectleider en de leden hebben voldoende ruimte om onderzoek te
plegen en pilots te draaien om werkwijze en producten uit te proberen +
Inhuur van derden met specifieke expertise.
Looptijd: november 2012 – juli 2014.
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
EIGEN MIDDELEN – PERSONELE
€ 10.800,-
INZET 2013
INHUUR DERDEN,
€ 7.500,-
MATERIAALKOSTEN ETC.
Uitgevoerd 2013: Er is veel tijd en energie gestoken in bewustwording en
inzicht verwerven in eigen mogelijkheden om het goede gesprek te
voeren als ambulant begeleider met de scholen waar leerlingen worden
begeleid. Dit is o.a. gebeurd door een 2 tal studiedagen o.l.v. een externe
coach waarbij de veranderende rol van de AB er centraal stond.
In samenwerking met een aantal SWV is proefgedraaid met het werken
van arrangementen en maatwerktrajecten.
Er is een start gemaakt met het ontwikkelen van formats c.q. formulieren
om de nieuwe werkwijze vast te leggen en te communiceren met SWV.
Loopt door in 2014
Jaarverslag 2013
REALISATIE
De Kleine Prins
22
WERKTERREIN: PERSONEELSBELEID
DOELSTELLING
AB’ers die willen, via scholingstraject bekwaam maken om cluster 4leerlingen op de reguliere scholen te begeleiden en daarmee de kansen
om behoud van werkgelegenheid van de AB’ers te vergroten.
DE BENODIGDE INZET VAN
RANDVOORWAARDEN
De medewerkers in tijd te faciliteren, scholingsaanbod bekostigen,
meelopen met AB’ers cluster 4 etc.
Looptijd: januari 2012 – juli 2014.
EIGEN MIDDELEN – PERSONELE
€ 9.000
MIDDELEN EN DE
INZET 2013
INHUUR DERDEN,
€ 6.000
MATERIAALKOSTEN ETC.
REALISATIE
Uitgevoerd 2013: Er is een scholingsaanbod gerealiseerd waarop de
ambulant begeleiders op vrijwillige basis konden intekenen. Het
scholingsaanbod bestond o.a. uit voorlichtingsbijeenkomsten, trainingen,
bezoeken van cluster 4 scholen, intervisie. De meeste ABers hebben
gebruik gemaakt van onderdelen van dit aanbod.
Loopt door in 2014.
WERKTERREIN: NETWERKEN/EXTERNE CONTACTEN
DOELSTELLING
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
EIGEN MIDDELEN – PERSONELE
De Kleine Prins profileren en zichtbaar maken binnen alle SWV’s PO en VO
in Midden-Nederland om de expertise te delen t.b.v. LG/LZ- en MGleerlingen. In het kader van Passend Onderwijs samenwerkingsafspraken
maken over zorgarrangementen voor de lln. op de scholen van De Kleine
Prins en de AB-lln.
De projectleider AB en een teamleider AB vertegenwoordigen De Kleine
Prins in overleggen met SWV’s in de regio en participeren in
ontwikkelgroepen van de SWV’s.
Tijdsinvestering: 16 uur voor de teamleider en 6 uur voor de projectleider
per week.
€ 10.800
INHUUR DERDEN,
€ 7.500
REALISATIE
Uitgevoerd 2013: De belangrijke beleidswijziging t.a.v. de toekomst van de
AB van De Kleine Prins is met alle SWV in onze regio in persoonlijke
gesprekken gecommuniceerd. Een eerste inventarisatie van
samenwerking na 1-8-2014 is geïnventariseerd. Verschillende
medewerkers van de AD hebben op verschillende niveau’s binnen de
samenwerkingsverbanden geparticipeerd in ontwikkelgroepen. Er is een
expertisewijzer gemaakt voor het PO en het VO waarin de
dienstverleningsproducten op een aantrekkelijke wijze worden
weergegeven.
3 x per jaar ontvangen de SWV een Nieuwsbrief en er is een nieuwe
website over de AD gemaakt.
Een van de medewerkers van de AD is nauw betrokken geweest bij de
ontwikkeling van het doosje met de Kenniskaarten.
Er is een procedure ontwikkeld voor alle scholen van De Kleine Prins t.a.v.
het traject om te komen tot een Toelaatbaarheidsverklaring en deze is
gecommuniceerd met de SWV.
Loopt door in 2014.
MATERIAALKOSTEN ETC.
De Kleine Prins
23
Jaarverslag 2013
INZET 2013
MYTYLSCHOOL ARIANE DE RANITZ SO
WERKTERREIN: ONDERWIJSINHOUDELIJKE ZAKEN
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
ZIE JAARPLAN 12-13 NR. 1
Format 14 LVS 2000.
Curriculum in leerlijnen vaststellen per stroom, planmatig werken,
ontwikkelingsperspectief vast stellen binnen de pedagogische/
didactische context met toetsing en meting voortgang.
Groeps- en individuele handelingsplannen uit LVS 2000 vaststellen.
Werkgroep Planmatig Werken; 6 pers x 7 uur binnen NJT.
De Kleine Prins breed middels deelname Schans. VSO.
Wieke de Jager (REaCtys) geeft begeleiding binnen de werkgroep en de
stromen. Nascholingsbudget inzetten.
ICT-medewerkers DKP onvoldoende formatie om applicatiebeheer,
begeleiding, scholing etc. te realiseren. Wenselijk 1.0 fte.
MIDDELEN 2013
€ 2000
REALISATIE
Doelen behaald. De werkgroep is 5 keer bij elkaar geweest en heeft DKP
breed flinke stappen gezet in het vaststellen van het curriculum leerlijnen.
Dit op de drie deelnemende scholen SO en VSO Ariane en de Schans.
Nadere invulling van de leerlijnen per stroom zijn besproken met de
medewerkers op de werkvloer.
DOELSTELLING
Format 3 Rekenaanpak voor de normaal en moeilijk lerenden.
Leerlijnen vaststellen en implementeren.
Rekenprognoses vaststellen voor individuele leerlingen.
Project Rekenen aanpak: 12 pers x 15 uur binnen NJT in 4 werkbespr. + 3
studiemiddagen (o.l.v. Arlette Buter, groepsplan Rekenen verg. op het
nascholingsbudget)
Contacten leggen met collega S(B)O-scholen.
Aanschaf methode Materiaal Rekenen aanvullend bij methode +
software + REWD protocol.
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
ZIE JAARPLAN 12-13 NR 3
MIDDELEN 2013
€ 2000 NMl-stroom € 1000 ZML stroom € 1500
REALISATIE
Doelen behaald. Beter inzicht in de huidige rekenmethode geeft aan dat
we zeker voor NML een aangepaste rekenmethode nodig hebben. Dit
gaat in schooljaar 13-14 plaatsvinden. Inmiddels kiezen we uit 5 methodes
de geschiktste voor de NML. De afdeling ZML heeft het groepsplan
rekenen en de leerlijn besproken en aangepast aan de huidige methode
van rekenen.
DOELSTELLING
Format 4 Chooselt en Switchlt: passende software voor ZML en EMB.
Meer personeelsleden scholen in het ontwikkelen van vullingen.
Switchlt voor dove leerlingen vullen met filmpjes van de gebaren.
12 dagen uit formatie. Voor een leraar 6 pers x 3 uur binnen NJT.
Projectleider ICT inzet binnen DKP.
Aanschaf Microfoons, licenties( SFW in netwerk/PCMen PCS), ICT materiaal
etc.
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
ZIE JAARPLAN 12-13 NR 4
MIDDELEN 2013
€ 800
EVALUATIE
Gedeeltelijk behaald. De kennis om gebarenfilmpjes te ontwikkelen is niet
opgepakt door meer personeelsleden dan degenen die dit al konden. De
filmpjes zijn zelfs van de site af en zullen op de nieuwe site weer geplaatst
worden.
4
De nummers verwijzen naar de projectplannen en/of jaarplannen.
De Kleine Prins
24
Jaarverslag 2013
DOELSTELLING
DOELSTELLING
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
Format 5 Leerlijn Sociaal Emotionele Ontwikkeling.
Methode PAD en STIP.
Middels een nieuwe methode De leerlijnen vaststellen per stroom.
Keus nieuwe methode per stroom.
Projectgroep 6 pers. x 8 verg. van 2.5 uur binnen de normjaartaak (NJT).
Nascholingsbudget in 12-13 2000 euro studiedag soc./em. dd. 22-10-12
RANDVOORWAARDEN
ZIE JAARPLAN 12-13 NR. 5
€ 3000
EVALUATIE
Doelen behaald. De werkgroep en schoolbrede studiedag sociaal
emotioneel georganiseerd met presentaties van de nieuwe PAD en STIP.
Deze zijn aangeschaft. In schooljaar 13-14 zal een genomeerd
leerlingvolgsysteem sociaal emotioneel gekozen worden. Op DKP niveau
willen we één systeem zodat we kennis kunnen delen.
Jaarverslag 2013
MIDDELEN 2013
De Kleine Prins
25
MYTYLSCHOOL ARIANE DE RANITZ VSO
WERKTERREIN: TRANSITIE
DOELSTELLING
Alle leerlingen van het VSO lopen een stagetraject dat past bij hun
uitstroomprofiel. Er wordt maatwerk geleverd daar waar dat nodig is.
Voorbereidingstraject voor doorstroom naar alle vormen van arbeid.
DE BENODIGDE INZET VAN
Er wordt gewerkt met een projectplan met een planning van activiteiten.
Externe ondersteuning door medewerker REaCtys en investeren in het
uitbreiden van netwerk van stagebedrijven en interne stageplaatsen.
MIDDELEN EN TOELICHTING
MIDDELEN 2013
REALISATIE
Eigen middelen
€ 2.000
ESF gelden
€ 80.000
Gerealiseerd. De ESF gelden en eigen middelen zijn ingezet t.b.v. branche
gerichte cursussen, extra begeleiding op het gebied van stage en
uitstroom. Daarbij hebben we een netwerkbijeenkomst georganiseerd
waarbij we hebben stakeholdersanalyse hebben uitgevoerd en
geïnventariseerd waar kansen en mogelijkheden liggen. Dit hebben we
verder vormgegeven in beleid.
Er is voor alle afdelingen een leerlijn Wonen voor alle leerjaren met een
overzicht van gebruikte methodes en specifieke activiteiten.
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN TOELICHTING
Gezamenlijk project met het revalidatieteam en de WARM partners. Inzet
uren eigen personeel via afspraken in normjaartaak (njt). Revalidatieteam
moet personeel faciliteren om mee te ontwikkelen.
MIDDELEN 2013
€ 750
REALISATIE
Niet Gerealiseerd. Dit project is beëindigd.
DOELSTELLING
Ontwikkelen en uitvoeren programma die de fitheid van leerlingen
bevorderd en opzetten leerlijn gezonde leefstijl.
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN TOELICHTING
Gezamenlijk project met revalidatieteam met fysiotherapeuten, LOdocenten en mentoren. Inzet uren eigen personeel via njt-afspraken.
Revalidatieteam moet personeel faciliteren om mee re ontwikkelen.
MIDDELEN 2013
€ 750
REALISATIE
Gerealiseerd.
DOELSTELLING
Leerlingen ervaringen op laten doen buiten de reguliere schoolse setting
en thuissituatie
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN TOELICHTING
De werkweken worden financieel ondersteund door subsidies verkregen
via ‘de vrienden’. Men geeft aan dat de subsidies minder (hoog) worden.
De school zal in de toekomst meer moeten gaan bijdragen.
MIDDELEN 2013
€ 12000
REALISATIE
Gerealiseerd. Er is een eind afrekening gemaakt in samenspraak met de
Vrienden.
De Kleine Prins
Jaarverslag 2013
DOELSTELLING
26
WERKTERREIN: ONDERWIJSINHOUDELIJKE ZAKEN
DOELSTELLING
Curriculum ontwikkeling 5- jarig VMBO-aanbod, basis-, kader- en Tleerweg, in samenwerking met het Cals College in IJsselstein.
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN TOELICHTING
Onze leerlingen doen examen via de extranei regeling bij het Cals
College. PTA-ontwikkeling en cijferregistratie examentraject in nauwe
samenwerking examensecretaris Cals College.
MIDDELEN
€ 7500
REALISATIE
Gerealiseerd. Er zijn dit jaar 4 leerlingen die eindexamen hebben gedaan.
Deze samenwerking wordt verder voortgezet.
DOELSTELLING
Op een hoger plan brengen van onderwijskwaliteit m.b.t.
opbrengstgericht werken en effectief klassenmanagement
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN TOELICHTING
Inzet uren personeel via njt-afspraken.
Bijscholing
Externe adviseurs
MIDDELEN
€ 25.000
REALISATIE
Gedeeltelijk gerealiseerd. Cornelie Kool en Wieke de Jager hebben het
MT ondersteund m.b.t. deze twee onderwerpen. Ook is er een intensief
programma ingezet m.b.v. Cornelie Kool op het gebied van
klassenmanagement. Dit betreft audits, bijscholing, en terugkoppeling. Dit
is echter nu nog niet op het gewenste niveau gezien het onderwijsverslag
van de inspectie n.a.v. hun bezoek op 10 maart 2014.
DOELSTELLING
Herinrichten van de manier van onderwijsaanbod; digitaal onderwijs
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN TOELICHTING
Inzet uren personeel via njt-afspraken.
Bijscholing
Investeringen in ICT-voorzieningen
MIDDELEN 2013
€ 15.000
REALISATIE
Gedeeltelijk gerealiseerd. Het project is bijna geïmplementeerd en de
resultaten zijn tot nu toe positief (zie enquête). Er zijn nog een aantal
verbeterpunten.
WERKTERREIN: FINANCIËLE EN HUISVESTINGSZAKEN
Herinricht schoolgebouw
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN TOELICHTING
School is nu erg rommelig o.a. door verschillend (oud) meubilair. We willen
extra investeren in o.a. afsluitbare kasten en andere zaken die maken dat
het er netter en professioneler uit gaat zien (schilderen).
MIDDELEN 2013
€ 25.000
REALISATIE
Gerealiseerd. Zie o.a. beoordeling verslag n.a.v. inspectiebezoek 10 maart
2014. Gangen zijn opgeknapt m.b.v. schilderwerk en nieuwe meubels. Op
verzoek van personeel zijn diverse verbeteringen aangebracht.
DOELSTELLING
Zorgen dat de Dotatie voldoende is zodat de noodzakelijke
onderhoudswerkzaamheden zijn begroot. Nu staat er voor € 200.000 aan
benodigde investeringen terwijl we ongeveer € 90.000 ontvangen voor
onderhoud.
Jaarverslag 2013
DOELSTELLING
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN TOELICHTING
MIDDELEN 2013
€ 80.500
REALISATIE
Gerealiseerd. Er geeft in 2013 een extra dotatie plaatsgevonden. Er zijn
extra werkzaamheden uitgevoerd tbv het hoofdgebouw en semi
permanente huisvesting.
Zie verslag verrichte werkzaamheden i.s.w. MKBB Bouwadvies en
begeleiding.
De Kleine Prins
27
MYTYLSCHOOL DE TRAPPENBERG
WERKTERREIN: ONDERWIJSINHOUDELIJKE ZAKEN
DOELSTELLING
Ontwikkeling van het werkplek-leren
DE BENODIGDE INZET VAN
Voor de werkplek T-berg wordt een speciale didactische
inzet/vaardigheid verwacht om leerlingen met een beperking te kunnen
laten voldoen aan de eisen van de reguliere arbeidsmarkt.
Na 2 jaar operationeel te zijn geeft de ontwikkeling van de exploitatie
aan dat deze activiteit niet (meer) kan draaien zonder een full time
beroepskracht. De T-berg heeft zich ontwikkeld tot een professioneel
‘horeca’ gelegenheid. De T-berg heeft een vaste plek in zijn omgeving.
Dat betekent dat er ook professionele exploitatie moet plaats vinden op
het gebied van: inkoop, verkoop, hygiëne, boekhouding en opleiding.
Deze competenties zijn niet aanwezig bij de huidige personen die de Tberg als leerwerkplek onderwijzen. Er zijn ondernemersvaardigheden
noodzakelijk om de leerwerkplek exploitabel te houden.
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
€ 50.000
REALISATIE
In mei 2013 is er een werkleider benoemd ten behoeve van de T-berg. Hij
vult voor de T-berg de taken van werkbegeleider uit. Met zijn horecaervaring heeft hij ook het onderdeel catering goed vorm weten te geven.
De exploitatie heeft in 2013 een gunstige ontwikkeling doorgemaakt en
door verdere professionalisering is de T-berg nu ook in de schoolvakanties
open. Er is groei waarneembaar in de dagtoeristen die de T-berg
bezoeken.
DOELSTELLING
Ontwikkeling (aanpassing) leesonderwijs VSO-MG.
DE BENODIGDE INZET VAN
De visie op het leesonderwijs van VSO-MG maakt dat er andere
leesactiviteiten (moeten) plaats vinden dan de gebruikelijke. Middelen
zullen worden ingezet aan externe deskundigheid en scholing.
€ 1500
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
REALISATIE
Er is een leerkracht opgeleid tot leesspecialist. Deze ontwikkeling loopt de
komende jaren door en zal leiden tot verbetering van het leesonderwijs.
DOELSTELLING
Digitalisering van de leerling profielschets EMB-groepen t.b.v.
kernprobleem en teamdoelstelling (vanuit Onderwijs Revalidatie Plan
Groep, ORP).
DE BENODIGDE INZET VAN
In de EMB-groepen zijn de afgelopen jaren ontwikkelingen geweest die
het mogelijk maken om van de zwaar gehandicapte leerling een
optimale profielschets te construeren. Het unieke hieraan is dat niet alleen
leerkrachten en assistenten deze lijsten moeten invullen maar dat er ook
een plek is voor ouders en therapeuten. Om dit te optimaliseren is er een
offerte aangevraagd bij een firma die de lijsten kan digitaliseren zodat
ouders koenen inloggen en aanvullend op de waarnemingen van
leerkracht/assistent/therapeut kunnen scoren. Het programma genereert
dan het kernprobleem en de teamdoelstellingen. Deze ontwikkeling is in
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
De Kleine Prins
28
Jaarverslag 2013
Opmerking
Gezocht gaat worden naar een opleider/leerkracht vanuit de horecarestaurant branche. Vooralsnog zal deze kracht worden toegevoegd aan
het personeelsbestand van Mytylschool De Trappenberg.
Dit leidt tot dus uitbreiding van fte.
MIDDELEN 2013
REALISATIE
gang gezet omdat de huidige methodieken (RAP en COPM) niet
toereikend zijn om een optimaal beeld van de EMB leerling te genereren.
€ 8500
Het instrument is in 2013 verder ontwikkeld. Omdat het ORP hierin
geïntegreerd moest worden is er wel vertraging geweest. Aanvankelijk zou
het kernprobleem eruit rollen, maar dat is in de praktijk het
“hoofdprobleem” geworden. De geplande externe ondersteuning is
ingezet. Het instrument heeft uiteindelijk de naam EMBO gekregen. EMBO
zal medio september 2014 geheel operationeel zijn.
WERKTERREIN: TRANSITIE
DOELSTELLING
Ontwikkeling en uitbreiding transitie mogelijkheden
DE BENODIGDE INZET VAN
Doordat vso-leerlingen steeds vaker op hun eigen mogelijkheden worden
aangewezen is het van belang de banden met bedrijfsleven en
instellingen aan te halen. De middelen zullen worden gebruikt voor het
bezoeken van bedrijven en acquisitie nieuwe bedrijven en instellingen en
voor de organisatie van een bedrijven contactdag.
Deze activiteit zal na 2014 worden opgenomen in de reguliere werkwijze.
€ 1000
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
REALISATIE
In de afdeling PRO is een nieuwe structuur neergezet. Hier hebben de
stagecoördinatoren zich met name mee bezig gehouden. De contacten
met externe bedrijven zijn vermeerderd en geïntensiveerd. Door de
veranderende regelgeving in de zorg zullen zij echter in 2015 toch weer
onder druk komen staan.
WERKTERREIN: PERSONELE ZAKEN
DOELSTELLING
Begeleiding leerkracht(en) LC
DE BENODIGDE INZET VAN
De LC-functie is een nieuwe functie in de organisatie.
Voor begeleiding en coaching en scholing op het gebied van adviseren
wordt ruimte gegeven.
Na 2014 zal procentueel het aantal LC-leerkrachten behaald zijn en de
begeleiding worden afgebouwd omdat dan ook gewerkt kan worden
met collegiale ondersteuning.
€ 1500
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
De teamleiders hebben de LC leerkrachten gecoacht en begeleid. De LC
leerkrachten hebben een cursus tot interne auditor gevolgd.
DOELSTELLING
DE BENODIGDE INZET VAN
ARBO-beleid
Naar aanleiding van de RI&E in 2011 wordt jaarlijks een bedrag
gereserveerd om aan de jaarlijkse herhalingscursussen van BHV en EHBO
te kunnen voldoen en een aantal materialen verbeteringen aan te
brengen.
€ 3500
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
REALISATIE
De Kleine Prins
Jaarverslag 2013
REALISATIE
Is conform planning uitgevoerd. Monitoring verloopt via de ARBO
commissie van de school.
29
WERKTERREIN: HUISVESTINGSZAKEN EN MEUBILAIR
DOELSTELLING
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
Het (minimaal) upgraden van de school zodat de uitstraling van de school
het onderwijsconcept blijft ondersteunen.
Minimaal is nodig dat er een investering plaats vindt om vloer van hal en
gang bij binnenkomst te verbeteren (cosmetische reparatie).
Daarnaast zijn een aantal investeringen noodzakelijk die het gebouw
veilig en comfortabel houden tot aan de verhuizing.
Zie hiervoor het investeringsplan van Marc Kemp.
(deze kan andere bedragen bevatten dan hieronder weergegeven.
Besteding gebeurt in overleg met CvB)
€ 60.000
REALISATIE
Activiteiten zijn conform planning en onder leiding van Marc Kemp
uitgevoerd.
DOELSTELLING
Vernieuwing laatste oud meubilair
DE BENODIGDE INZET VAN
RANDVOORWAARDEN
Een aantal kasten en bureaus in klassen en kantoren zijn oud en vallen uit
elkaar. Een gedeelte is al in 2012 vernieuwd. Er zal kritisch gekeken worden
naar wat echt noodzakelijk is.
MIDDELEN 2013
€ 4500
REALISATIE
Activiteit is conform planning gerealiseerd.
DOELSTELLING
Vernieuwing stoelen personeel en krukjes assistenten
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN 2013
Bij het vervangen van stoelen in voorgaande jaren bleken er meer aan
vervanging toe dan was voorzien. Stoelen en krukjes worden intensief
gebruikt en slijten hard. In 2013 willen we een laatste investering doen en
vanaf 2014 alleen nog opnemen voor onderhoud.
€ 4000
REALISATIE
Activiteit is conform planning gerealiseerd.
DOELSTELLING
Inrichting verzorgingsruimte
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN 2013
Geld wordt besteed aan inrichting nieuwe verzorgingsruimte en aan
vervanging van verzorgingsbedden in ouder ruimte.
( o.a. tillift en onderrijdbare bedden) Dit is een jaarlijkse terugkerende post.
€ 1250
REALISATIE
Activiteit is conform planning gerealiseerd.
MIDDELEN EN DE
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
DOELSTELLING
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
De Kleine Prins
Impuls in kunstonderwijs, drama, belevingstheater en muziek om te
kunnen voldoen aan de kerndoelen.
Kunstonderwijs (CKV) is een activiteit welke de leerlingen met een
beperking in staat stelt om uiting te geven aan handicapbeleving. Het vak
CKV behoort echter niet altijd tot de meest ultieme competenties van de
groepsleerkrachten. Mytylschool de Trappenberg roept hiervoor de hulp in
van externe kunstenaars die in samenwerking en o.l.v. de
groepsleerkrachten vorm geven aan CKV in de breedste zin van het
woord. Een meerjarenplan wordt hiervoor in 2013 opgeleverd door de
cultuur coördinator van de school.
€ 5000
30
Jaarverslag 2013
WERKTERREIN: NIEUWE ONTWIKKELINGEN ONDERWIJS
REALISATIE
Onder leiding van de vakleerkrachten is het belevingstheater ingevoerd
t.b.v. SO en EMB groepen. Het meerjarenplan is niet gerealiseerd. Door het
inhuren van externen is een extra impuls aan het cultuuronderwijs
gegeven, maar dat heeft niet geleid tot meer afstemming van alle zeven
disciplines. Medio voorjaar 2014 zal voor een andere aanpak gekozen
gaan worden.
DOELSTELLING
MIDDELEN 2013
Voldoen aan eisen voor bewegingsonderwijs om te kunnen werken aan
de kerndoelen
Het bewegingsonderwijs op de mytylschool is de laatste jaren achterop
geraakt. Er zijn geen investeringen meer gedaan in gymzaal en materiaal.
Veel materiaal is onveilig en ouderwets. Om te kunnen voldoen aan de
nieuwste eisen is er een ruime investering nodig. In 2011 is een grote
investering gedaan om deze op peil te houden blijft jaarlijks een keuring
van apparatuur en vernieuwing van een aantal materialen noodzakelijk.
Deze investering staat nu nog op de meerjarenbegroting maar zal vanaf
2015 structureel moeten worden.
€ 2500
REALISATIE
Is gerealiseerd al moet e.e.a. nog wel inhoudelijk worden uitgewerkt.
DOELSTELLING
Ondersteuning van de deskundigheidsbevordering personeel door
dramadocent en LC-leerkrachten
DE BENODIGDE INZET VAN
Door middel van filmpjes gemaakt door eigen personeel worden
deskundigheidsbevordering op gebied van:

Effectieve instructie

Feedback

Leerlijnen

Opp upp
Versterkt en verduidelijkt. Voor het maken van deze opnamen zijn
materialen nodig (camera, geluidsinstallatie enz.).
€ 1750
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
REALISATIE
Er zijn binnen de afdeling SO filmpjes gerealiseerd over effectieve instructie
en feedback. Deze zijn ook binnen het VSO bekeken, Het effect van de
filmpjes is vooralsnog gering, maar zouden wellichter sterker ingezet
moeten worden. Er zal nog een filmpje worden gemaakt over PAP. Dit
staat voor 2014 op de rol.
WERKTERREIN : PR
DOELSTELLING
Implementatie van de missie: ons onderwijs is passend, praktisch en actief
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN 2013
Door middel van foto’s op canvas de actieve school in beeld brengen.
Foto’s worden verspreid door de school opgehangen. Er wordt 2 jaar voor
genomen om compleet te zijn.
€ 1000
REALISATIE
Activiteit is conform planning gerealiseerd.
MIDDELEN EN DE
Jaarverslag 2013
RANDVOORWAARDEN
De Kleine Prins
31
UTRECHTSE BUITENSCHOOL DE SCHANS
WERKTERREIN: ALGEMENE, STRATEGISCHE EN ORGANISATORISCHE ZAKEN
DOELSTELLING
DE BENODIGDE INZET
VAN MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
REALISATIE
Opstellen jaarplan, evaluatie jaarverslag, schoolgids, website
Schoolgids wordt i.s.m. Avant la Lettre gedaan. Overige zaken geen financiële
consequenties.
Bedrag is conform eerdere jaren.
Jaarplan/Organisatie, pagina 6.
€ 1500
Er is voor gekozen om de schoolgids digitaal aan te leveren. Dat is voor het
eerst gebeurd in september 2013. In plaats van een schoolgids is er een
kalender gemaakt met de belangrijke data. Deze kalender is voor alle ouders
bestemd en heeft € 700,00 gekost.
WERKTERREIN: ONDERWIJSINHOUDELIJKE ZAKEN
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
Dit schooljaar wordt het proces van Opbrengst Gericht Werken verder
uitgewerkt en geïmplementeerd.
De directie is verantwoordelijk voor een goede scholing waarbij effectieve
instructie, zelfstandig werken en omgaan met verschillende leerroutes centraal
staat. De directie is eindverantwoordelijk.
Jaarplan Personeel pag. 4
€ 1300
REALISATIE
Wieke de Jager heeft een studiedag verzorgd met als onderwerp
OpbrengstGerichtWerkenen HandelingsGerichtWerken. Verder heeft zij een
werkgroep begeleid op het gebied van de verschillende leerroutes en het
ontwikkelen van gestandaardiseerde groepsplannen.
Kosten € 2000.
DOELSTELLING
Werken met referentieniveau taal
DE BENODIGDE INZET VAN
Werken met referentieniveaus. Een taalcommissie is verantwoordelijk voor het
voorstel voor het implementeren van een nieuwe leesmethode.
De directie is eindverantwoordelijk.
Project taalbeleid (format 3)
€ 4500
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
REALISATIE
Nieuwe leesmethode voor aanvankelijk lezen en aanvullende leermiddelen is
aangeschaft en geïmplementeerd. Kosten €4500.
Verder is de methode taalactief vervangen omdat de bestaande methode
net aangeschaft was voordat er een nieuwe versie uit kwam. De omruilactie
gold alleen nog voor 2013. Daarom is het besluit genomen (in overleg met de
afdeling financiën) om de nieuwe versie aan te schaffen. Inclusief
omruilregeling heeft dat €7000 gekost.
DOELSTELLING
Werken met de referentieniveau rekenen
Rekenstimuleringsactiviteiten
Aanschaffen aanvullende materialen voor de diverse niveaus. Mede voor
leerlingen die meer op praktisch niveau leren.
Inzet teamleden.
Jaarplan Onderwijs pag. 3
€ 1700
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
REALISATIE
De Kleine Prins
Jaarverslag 2013
DOELSTELLING
Omdat het schrijven van de gestandaardiseerde groepsplannen en daarbij
de aanschaf van materiaal is vertraagd, is dit niet gerealiseerd.
32
DOELSTELLING
Professionalisering leerlingvolgsysteem
DE BENODIGDE INZET VAN
Inzet medewerker Datacare: begeleiding nog nodig voor 2 jaar. Twee keer
een half dagdeel per jaar.
Jaarplan A1 t/m A2.1(ICT) pagina 10.
€ 1000
MIDDELEN EN DE
RANDVOORWAARDEN
MIDDELEN 2013
WERKTERREIN: PERSONELE ZAKEN
DOELSTELLING
DE BENODIGDE INZET VAN
MIDDELEN EN DE
Nascholing t.b.v. bekwaamheidsdossier
(jaarplan pag. 4 en pag. 5)
Teamscholing epilepsie, ICT, EHBO, arbo, schoolleider
Inzet externen.
RANDVOORWAARDEN
€ 6500
REALISATIE
Om te voldoen aan de criteria voor steunpuntschool epilepsie is er
teambreed scholing gevolgd.
Kosten € 3500. Omdat we hiermee voldoen aan de vereiste kwaliteitsnormen
was extra scholing niet noodzakelijk.
Jaarverslag 2013
MIDDELEN 2013
De Kleine Prins
33
Jaarverslag 2013
A2 FINANCIEEL BELEID
De Kleine Prins
34
A2
Continuiteitsparagraaf
Kengetal
Personele bezetting in fte
.Management en directie
.Onderwijzend personeel
.Overige medewerkers
Leerlingenaantallen
Ariane de Ranitz
so lg leerlingen
so lz leerlingen
2013
2014
2015
2016
228,84
16,58
103,4
108,86
228,21
15,78
101,71
110,72
227,21
15,78
101,71
109,72
222,21
15,78
99,71
106,72
2013
teldatum
1-10-2012
2014
2015
2016
1-10-2014
1-10-2015
86
86
78
1-10-2013
86
2
5
5
5
so mgf leerlingen
91
85
85
85
vso lg leerlingen
55
65
65
65
vt vso lz/s leerlingen
47
51
51
51
vsomg leerlingen
totaal
De Trappenberg
so lg leerlingen
so lz leerlingen
69
66
66
66
342
358
358
358
29
22
22
22
3
6
6
6
so mgf leerlingen
57
53
53
53
vso lg leerlingen
27
31
31
26
vt vso lz/s leerlingen
15
23
23
18
vsomg leerlingen
69
76
76
71
200
211
211
196
De Schans
so lg leerlingen
6
5
5
5
so lz s leerlingen
63
67
67
67
5
1
1
1
74
73
73
73
so lg leerlingen
216
134
134
134
so lz leerlingen
225
80
80
80
3
5
5
5
totaal
so mgf leerlingen
totaal
AD leerlingen
so mgf leerlingen
vso lg leerlingen
vt vso lz/s leerlingen
vsomg leerlingen
totaal
bve lg leerlingen
bve lz leerlingen
63
63
63
114
114
114
1
1
1
397
397
397
20
32
52
0
0
0
0
0
0
35
2013
Balans
Activa
Materiële vaste activa
€
2014
€
2015
€
2016
€
1.194.229
1.194.000
1.194.000
1.194.000
Vorderingen
1.612.419
1.500.000
1.500.000
1.500.000
Liquide middelen
5.735.667
5.166.997
5.166.997
5.166.997
TOTAAL ACTIVA
8.542.315
7.860.997
7.860.997
7.860.997
4.930.001
4.861.000
4.861.000
4.861.000
504.597
500.000
500.000
500.000
Kortlopende schulden
3.107.717
2.500.000
2.500.000
2.500.000
TOTAAL PASSIVA
8.542.315
7.861.000
7.861.000
7.861.000
VLOTTENDE ACTIVA
Passiva
VERMOGEN
Eigen vermogen
Voorzieningen
Staat / raming van baten en lasten
2013
€
2014
€
2015
€
2016
€
Baten
(Rijks)bijdragen OCW
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Opbrengst samenwerkingsverbanden
Overige baten
Totaal baten
17.535.991
158.526
1.144.512
18.839.029
17.089.000
777.500
17.866.500
16.164.000
724.000
778.000
17.666.000
15.026.000
1.738.000
778.000
17.542.000
13.862.728
1.331.382
329.040
996.001
840.874
189.657
17.549.682
14.388.000
1.381.000
337.000
725.000
954.500
227.500
18.013.000
14.319.000
1.181.000
337.000
725.000
954.500
227.500
17.744.000
14.194.000
1.181.000
337.000
725.000
954.500
227.500
17.619.000
Lasten
Salarislasten
Overige personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Leermiddelen
Totaal lasten
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
1.289.347
146.500-
78.000-
77.000-
Financiële baten en lasten
79.003
77.500
78.000
77.000
Saldo financiële baten en lasten
79.003
77.500
78.000
77.000
-
-
Resultaat (-/- is negatief)
1.368.350
69.000-
36
De meerjarenraming is gebaseerd op de jaarrekening 2013 en de begroting 2014.
De volgende ontwikkelingen en aannames zijn bij het opstellen van deze raming meegenomen.
Balanspositie
De investeringen blijven jaarlijks gelijk.
De vorderingen blijven jaarlijks € 1.500.000
De voorzieningen stabiliseren op € 500.000
De kortlopende schulden blijven jaarlijks ca. € 2.500.000
Baten en lasten
De AWBZ gelden worden bij de samenwerkingsverbanden aangevraagd en blijven op het niveau
van 2014.
In 2015 vervalt door natuurlijk verloop één arbeidsplaats die niet vervangen wordt.
De Trappenberg
In Almere is speciaal Onderwijs sinds 2010. De VSO school kan nog niet de gevraagde expertise
leveren tot op zijn vroegst op 1 augustus 2015. Dit betekent dat per 1 augustus 2015 De
Trappenberg 15 leerlingen minder krijgt. Dit heeft tot gevolg dat de bekostiging per 1 augustus 2016
15 VSO leerlingen lager wordt, totaal € 300.000 op jaarbasis.
Dit betekent dat de formatie moet dalen met 2 docenten en 3 klassenassistenten.
Ambulante begeleiding
Op 1 augustus 2014 worden de lgf gelden bevroren op de peildatum 1 oktober 2013.
Op 1 augustus 2014 gaan de BVE middelen rechtstreeks naar de ROC's.
Op 1 augustus 2015 gaan de lgf gelden naar de samenwerkingsverbanden.
Er geldt voor het schooljaar 2015/2016 nog wel verplichte winkelnering of overname personeel
(tripartiete overeenkomst).
Met ingang van 2016 vervalt deze verplichting. Het personeel moet dan of overgenomen zijn door
de samenwerkingsverbanden of er moeten langdurige detacheringsovereenkomsten of
dienstverleningscontracten zijn afgesloten. Wij gaan er vanuit dat de diensten op dat moment bij De
Kleine Prins worden afgenomen.
37
Financiële positie op balansdatum
Onderstaand treft u de balans aan per 31-12-2013. De balans is een momentopname van de
vermogensstructuur van een organisatie. Hierna vindt u een overzicht van de financiële situatie op
31 december 2013 in vergelijking tot de situatie van een jaar daarvoor. Na de balans volgt een korte
toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.
De egalisatierekening is opgenomen onder vooruit ontvangen investeringssubsidies.
Activa
materiële vaste activa
Financiële vaste activa
31-12-2013
1.194.229
0
31-12-2012 Passiva
1.125.674 Eigen vermogen
0 Egalisatierekeningen
31-12-2013
31-12-2012
4.930.001
3.561.650
-
-
504.597
476.693
Vorderingen
1.612.419
1.425.917 Voorzieningen
Liquide middelen
5.735.667
4.500.708 Kortlopende schulden
3.107.717
3.013.956
Totaal activa
8.542.315
7.052.299 Totaal passiva
8.542.315
7.052.299
Toelichting op de balans:
Activa:
Materiele vaste activa
De materiële vaste activa zijn ten opzichte van 2012 toegenomen met
Deze toename wordt o.a. veroorzaakt door voor investering in de nieuwbouw.
€
68.555
Vorderingen
186.502
De vorderingen zijn ten opzichte van 2012 toegenomen met
Deze toename wordt veroorzaakt door een éénmalige bijdrage teruggave basispremie
WAO/WIA en een vordering op REaCtys. Beide bedragen zijn in 2014 ontvangen.
Liquide middelen
De liquide middelen zijn ten opzichte van 2012 toegenomen met
Deze toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het resultaat.
Passiva:
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is ten opzichte van 2012 toegenomen met
Deze stijging wordt veroorzaakt door het positieve resultaat.
1.234.959
1.368.351
Voorzieningen
De post voorzieningen is ten opzichte van 2012 toegenomen met
Deze stijging wordt veroorzaakt door toename onderhoudsvoorziening.
27.904
Kortlopende schulden/ vooruit ontvangen posten
De kortlopende schulden zijn ten opzichte van 2012 toegenomen met
Deze stijging wordt o.a. veroorzaakt door vooruit ontvangen AWBZ gelden.
93.761
38
Analyse resultaat
De begroting van 2013 laat een negatief resultaat zien van afgerond € 28.000 . Uiteindelijk resulteert een
positief bedrijfsresultaat van afgerond € 1.368.000. Een positief resultaat ten opzichte van de begroting
van afgerond € 1.396.000. Het resultaat over het boekjaar 2012 bedroeg € 1.162.316 positief.
In de navolgende paragraaf een vergelijking tussen het voorgaand boekjaar en begroting
en een specificatie van de belangrijkste verschillen.
Analyse jaar t-1 en begroting
Onderstaand een vergelijking van de exploitatierekening op basis van gerealiseerde en begrote baten en
lasten voor het kalenderjaar 2013 en gerealiseerde baten en lasten voor het kalenderjaar 2012
Realisatie
2013
Begroting
2013
Verschil
Realisatie 2012 Verschil
Baten
Rijksbijdragen OCenW
17.535.991
16.910.500
625.491
16.838.536
158.526
112.500
46.026
122.603
35.923
Overige baten
1.144.512
517.000
627.512
786.426
358.086
Totaal baten
18.839.029
17.540.000
1.299.029
17.747.565
1.091.464
166.405
Overige overheidsbijdragen
697.455
Lasten
Personele lasten
15.194.109
15.226.500
-32.391
15.027.704
Afschrijvingen
329.040
362.000
-32.960
314.449
14.591
Huisvestingslasten
996.001
802.500
193.501
763.562
232.439
Overige instellingslasten
840.874
941.500
-100.626
1.005.285
-164.411
Leermiddelen
189.657
217.000
-27.343
0
189.657
Toevoeging aan reserve
Totaal lasten
17.549.681
17.649.500
181
17.111.000
438.681
Saldo baten en lasten
1.289.348
-109.500
1.298.848
636.565
652.783
79.003
81.500
-2.497
77.327
1.676
1.368.351
-28.000
1.396.351
713.892
654.459
0
0
0
448.424
-448.424
1.368.351
-28.000
1.396.351
1.162.316
206.035
Financiële baten en lasten
Resultaat gewone bedrijfsvoering
Buitengewone bedrijfsvoering
Totaal resultaat
100.000
39
Onderstaand een vergelijking van de staat van baten en lasten in vergelijking met het resultaat 2012.
Het gewone resultaat is ten opzichte van 2012 gestegen met
654.459
Baten
Rijksbijdrage OCenW
Hogere (normatieve ) rijksbijdrage OCenW
De hogere bijdragen hebben betrekking op leerlingengroei en incidentele baten
Overige overheidsbijdragen
Hogere overheidsbijdragen
De hogere bijdragen hebben betrekking op afrekeningen ESF
697.455
35.923
Overige baten
Hogere baten
De hogere baten hebben betrekking op meer AWBZ bijdragen en uitleen personeel.
358.086
Lasten
Personele lasten
Hogere personele lasten
Deze hogere personele lasten zijn een saldo van benodigd meer inzet personeel bij de scholen
en minder inzet van de ambulante dienst.
166.405
Huisvestingslasten
Hogere huisvestingslasten
Deze hogere huisvestingslasten worden veroorzaakt door hogere energielasten en extra
toevoeging onderhoudsreserve
Overige instellingslasten
Leermiddelen
232.439
-164.411
189.657
In 2012 zijn de leermiddelen onder de overige instellingslasten verantwoord. In 2013
is dit onder een aparte rubriek opgenomen.
per school en dienst opgenomen.
40
Onderstaand een vergelijking van de staat van baten en lasten per school en dienst in vergelijking met de
begroting 2013.
Het gewone resultaat is ten opzichte van de begroting hoger
1.396.351
Baten
Rijksbijdrage OCenW
Hogere (normatieve) rijksbijdrage OCenW
Mytylschool Ariane De Ranitz
positief
Oorzaak nabetaling voorgaande jaren, groei aantal leerlingen per 16 januari 2013,
extra bekostiging groei per 1 maart 2013, verhoging vergoeding prestatiebox en extra
inkomsten in verband met het herfstakkoord.
Mytylschool De Trappenberg
positief
Oorzaak groeibekostiging per 16 januari 2013, verhoging vergoeding prestatiebox en
extra inkomsten in verband met de prestatiebox.
buitenschool De Schans
positief
Oorzaak extra inkomsten prestatiebox.
Ambulante begeleiding
positief
Gedurende het schooljaar 2013/2014 heeft een groei van leerlingen plaatsgevonden.
Bestuursbureau
negatief
625.491
374.221
131.217
31.532
88.581
-60
625.491
Overige overheidsbijdragen
Hogere overheidsbijdrage
Mytylschool Ariane De Ranitz
positief
Oorzaak eindafrekening ESF voorgaande jaren
Mytylschool De Trappenberg
positief
Oorzaak eindafrekening ESF voorgaande jaren
46.026
50.775
-4.749
46.026
Overige baten
Hogere inkomsten uit overige baten
Mytylschool Ariane De Ranitz
positief
Oorzaak zwangerschapsuitkeringen, restitutie premie vervangingsfonds,
hogere inkomsten AWBZ en inkomsten levensloop.
Mytylschool De Trappenberg
positief
Oorzaak zwangerschapsuitkeringen, restitutie premie vervangingsfonds,
en hogere inkomsten AWBZ.
buitenschool De Schans
positief
Oorzaak zwangerschapsuitkeringen en restitutie premie vervangingsfonds,
Ambulante begeleiding
positief
Oorzaak zwangerschapsuitkeringen en uitleen personeel.
Uitleen REaCtys
positief
Deze post was zowel bij de baten als lasten in de begroting niet meegenomen
Per saldo was het saldo nihil.
Bestuursbureau
positief
Oorzaak een teruggaaf WAO/WIA premie inzake eenmalige verlichting
werkgeverslasten en uitleen ICT personeel aan REaCtys.
627.512
165.415
74.356
19.012
150.794
123.425
94.510
627.512
41
Lasten
Personele lasten
Lagere uitgaven personele lasten
Mytylschool Ariane De Ranitz
lagere lasten
Extra personeel welke wel bij de begroting was opgenomen is niet ingezet.
Mytylschool De Trappenberg
hogere lasten
Oorzaak zwangerschapsuitkeringen, extra inzet personeel IVIO en hogere kosten
MKBB onderhoud.
buitenschool De Schans
hogere lasten
Oorzaak een personeelslid is voor een gedeelte van zijn aanstelling van Ariane
De Ranitz naar De Schans gegaan.
Ambulante begeleiding
lagere lasten
Personeelsleden welke uit dienst zijn gegaan werden niet vervangen en ook de
inhuur van ZZPers is afgebouwd.
Uitleen REaCtys
hogere lasten
Deze was zowel bij de baten als lasten in de begroting niet meegenomen
Per saldo was het saldo nihil.
Bestuursbureau
lagere lasten
-32.391
-65.043
95.765
19.836
-204.654
123.676
-1.972
-32.392
Afschrijvingen
Lagere afschrijvingslasten
Geplande investeringen zijn uitgesteld en later in het jaar aangeschaft dan begroot.
Huisvestingslasten
Hogere huisvestingslasten
Mytylschool Ariane De Ranitz
hogere lasten
Extra toevoeging onderhoudsreserve en hogere energielasten dan begroot.
Mytylschool De Trappenberg
hogere lasten
Oorzaak hogere energielasten 2013 en voorgaande jaren.
buitenschool De Schans
hogere lasten
Oorzaak iets lagere energielasten
Ambulante begeleiding
hogere lasten
Conform begroting
Bestuursbureau
hogere lasten
Oorzaak hogere energielasten
-32.960
193.501
139.804
51.712
-4.319
898
5.407
193.502
Overige Instellingslasten
Lagere instellingslasten
Mytylschool Ariane De Ranitz
Oorzaak, lagere kosten leerlingenvervoer en uitbesteding leerlingen
Mytylschool De Trappenberg
Oorzaak, lagere kosten buitenschoolse activiteiten, projecten en reiskosten
buitenschool De Schans
Oorzaak, diverse kleine uitgaven zijn lager.
Ambulante begeleiding
Oorzaak , lagere reiskosten, public relation, kantoorartikelen en ICT.
REaCtys
Bestuursbureau
Oorzaak hogere accountantskosten (risico analyse) en herinrichting FUWA
-100.626
-14.598
-47.070
-6.804
-49.143
-251
17.238
-100.628
42
Leermiddelen
Lager lasten voor leermiddelen
Oorzaak, alle uitgaven bij de scholen en diensten zijn iets lager dan begroot.
Mytylschool Ariane De Ranitz
Mytylschool De Trappenberg
buitenschool De Schans
Ambulante begeleiding
Bestuursbureau
Financiële baten en lasten
De rente is iets lager dan begroot door lage rentestand.
-27.343
-18.490
-6.181
-3.994
1.323
-27.342
-2.497
Risicobeheersing en controle
Jaarlijks wordt de exploitatie- en investeringsbegroting vastgesteld door het bestuur c.q. goedgekeurd
door de raad van toezicht.
De begroting wordt per bedrijfsonderdeel vastgelegd en de budgethouder mag zonder toestemming van het
college van bestuur geen overschrijdingen hebben.
Per kwartaal worden budgetoverzichten gemaakt, welke met de budgethouders besproken worden.
Een samenvatting hiervan gaat naar de raad van toezicht.
Er is een liquiditeitsbegroting om de kasmiddelen te monitoren.
Een meerjarenbegroting is in 2012 vastgesteld en is in 2013 aangepast.
Gezien het risicoprofiel van De Kleine Prins woord een weerstandsvermogen van tussen 20 en 30%
nagestreefd. Hiervan is 16,7% (jaarrekening 2012) beredeneerd vanuit de in 2013 opgestelde risicoanalyse.
Het weerstandsvermogen bedraagt ultimo 2013 26,1%
Dit bedrag is als volgt samengesteld
Afbouw en transitie ambulante begeleiding
Daling aantal leerlingen
consequenties imagoschade
Leegstand huisvesting
Invoering passend onderwijs
Terugloop Rijksbijdrage
Onbenoemde risico's (10% totale baten 2012)
240.000
210.000
85.000
110.000
450.000
102.000
1.197.000
1.782.000
2.979.000
43
Investeringen en financieringsbeleid
Vanwege de gunstige liquiditeit worden de investeringen met eigen middelen voldaan.
De investeringen worden gemonitord op basis van de investeringsbegroting.
Voor overtollige liquide middelen worden internet spaarrekeningen geopend.
Treasuryverslag
Het college van bestuur is verantwoordelijk voor het treasurymanagement van de stichting.
Er worden alleen transacties aangegaan conform het vastgestelde treasury statuut.
Het beleid is erop gericht om een zo hoog mogelijk rendement te combineren met een zo laag mogelijk risico.
Deze afweging wordt meegenomen in de productkeuze naar aard, looptijd en beschikbaarheid van middelen.
In de praktijk wordt invulling gegeven aan dit profiel door in 2013 gebruik te maken van internet spaarrekeningen.
verloop liquide middelen in 2013
begindatum
bedrag
Internet spaarrekening
53.45.95.804
datum inleg
bedrag
saldo 31-12-2013
vrijval
1-1-2013
2.012.468
7-2-2013
50.989
9-4-2013
500.000
20-6-2013
400.000
27-9-2013
400.000
3.363.457
vermogensspaarrekening
50.74.86.188
1-1-2013
1.000.000
3-1-2013
25.495
7-2-2013
25.495-
3-1-2013
25.495
7-2-2013
25.495-
1.000.000
vermogensspaarrekening
51.07.88.459
1-1-2013
1.000.000
1.000.000
Postbank kapitaalrekening
1-1-2013
14.038
14.038
5.377.495
44
Financiële instrumenten
Algemeen
De stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de
onderneming blootstelt aan markt-, valuta-, rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Om deze risico’s te
beheersen heeft de onderneming een beleid opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige
ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de onderneming te beperken.
Kredietrisico
De vorderingen zijn niet geconcentreerd bij enkele grote tegenpartijen. Voor de maximale kredietrisico’s inzake
de vorderingen wordt verwezen naar de toelichting op de vorderingen. De stichting beschikt over standaard
aanmaningsprocedures.
Renterisico en kasstroomrisico
De stichting heeft geen externe financiering aangetrokken waarover renterisico’s worden gelopen. Lagere
marktrentes leiden wel tot lagere rendementen op liquide middelen. De solvabiliteit en liquiditeitspositie van de
stichting worden nauwkeurig bewaakt door het bestuur, in relatie tot intern gestelde streefwaarden.
Liquiditeitsrisico
De stichting loopt geen significante liquiditeitsrisico's.
Reële waarde
De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen,
effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan, met uitzondering van de
beleggingen in obligaties. De marktwaarde daarvan is vermeld in de toelichting op de jaarrekening.
Valutarisico
De stichting heeft geen transacties in vreemde valuta.
45
Kengetallen
Met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit, het weerstandsvermogen en kapitalisatiefactor vermelden
wij onderstaand de kengetallen:
Solvabiliteit:
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de
financieringsopbouw.
De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.
Definitie 1: Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen.
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
57,7%
50,5%
Definitie 2: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
63,6%
57,3%
Definitie 2 van de solvabiliteit geeft aan dat 63,6% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves en
voorzieningen bestaat, hetgeen inhoudt dat slechts 36,4% van het totale vermogen gefinancierd wordt met vreemd
vermogen.
Bij deze definitie adviseert de commissie-Don een ondergrens van 20%.
Liquiditeit:
De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.
Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, vorderingen en voorraden) en de
kortlopende schulden.
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
2,4
2,0
De liquiditeitsratio geeft aan dat 2,4 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit
kortlopende verplichtingen aan kredietinstellingen, crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva.
De stichting heeft op 31 december 2013 de beschikking over € 5.735.667 aan liquide middelen en heeft daarnaast
1.612.419 openstaan aan nog te ontvangen bedragen.
€
Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden die binnen
één jaar voldaan moeten zijn, te weten € 3.107.717
In bovenstaande berekening is geen rekening gehouden met de in de voorzieningen opgenomen verplichtingen voor
2013.
46
Rentabiliteit:
De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten.
Definitie: Resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door de totale baten.
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
7,3%
4,0%
In vergelijking met vorig jaar is de ratio toegenomen, hetgeen aangeeft dat in het jaar 2013 hogere inkomsten zijn
verantwoord dan in het voorafgaande jaar 2012.
Weerstandsvermogen:
Het weerstandsvermogen geeft aan het vermogen om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico's
op te vangen.
Definitie 1: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW.
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
21,3%
14,5%
Definitie 2: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de totale lasten.
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
21,3%
14,2%
Definitie 3: Het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van de totale baten inclusief de financiële baten en
exclusief de buitengewone baten.
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
26,1%
20,0%
47
Bij toepassing en verankering van het risicomanagement in de organisatie en het goed functioneren van de planning &
control cyclus blijven altijd restrisico's achter. Voor het opvangen van de mogelijke financiële effecten moet het bestuur
voldoende weerstandsvermogen hebben of opbouwen.
In de eerste definitie wordt de rol van het eigen vermogen als risicobuffer voor onvoorziene gebeurtenissen benadrukt.
De tweede definitie onderkent dit risico, maar legt daarbij een verband tussen het vrije vermogen en de al dan niet
doorlopende lasten. De derde definitie houdt rekening met het gegeven dat de materiële vaste activa gefinancierd
kunnen zijn met vreemd vermogen (gemeente, derden).
Definitie 1: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
21,3%
14,5%
Definitie 2: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de totale lasten
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
21,3%
14,2%
Definitie 3: Het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van de totale baten inclusief de financiële baten en
exclusief de buitengewone baten.
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
26,1%
20,0%
In de eerste definitie wordt de rol van het eigen vermogen als risicobuffer voor onvoorziene gebeurtenissen
benadrukt. De tweede definitie onderkent dit risico, maar legt daarbij een verband tussen het vrije vermogen
en de al dan niet doorlopende lasten. De derde definitie houdt rekening met het gegeven dat de materiële
vaste activa gefinancierd kunnen zijn met vreemd vermogen.
Kapitalisatiefactor
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
44,8%
39,0%
Definitie: Balanstotaal minus gebouwen en terreinen/ totale baten.
Kengetal 2013:
Kengetal 2012:
50,8%
44,7%
Definitie. Balanstotaal minus gebouwen en terreinen/ totale baten.
De gehanteerde formule voor de kapitalisatiefactor is de totale activa minus terreinen en gebouwen
gedeeld door totale baten.
De commissie Don heeft de bovengrenzen voor de kapitalisatiefactor geadviseerd.
Deze bovengrens is afhankelijk van de omvang van de instelling en varieert van 35% (bij instellingen met baten
vanaf € 12 miljoen) tot 60% (bij instellingen met baten tot € 6 miljoen)
Het kengetal van De Kleine Prins is ultimo 2013 44,8%,
48
JAARREKENING
49
B1
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2013
AlgemeenAlgemeen
Juridische vorm en activiteiten
De organisatie is een stichting; de activiteiten bestaan uit het verzorgen van speciaal onderwijs. De
volledige naam van de stichting luidt Stichting De Kleine Prins, statutair gevestigd te Baarn. Het
bestuursnummer van de stichting is 41388, de brinnummers van de stichting zijn 02YT, O2YP en 03ND.
Verslaggevingsperiode
De verslaggevingsperiode is 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.
Toegepaste standaarden
De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. In deze regeling is
bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het
bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin
aangeduide uitzonderingen.
De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Continuïteit
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
Algemeen
Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige
economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan
worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat
de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen
in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het
economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van
een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met
een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden,
waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of
nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen,
wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en
verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan
de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of
betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de onderneming. Alle
financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en
veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde
waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen
afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden
voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden
50
voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden
opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de
herziening gevolgen heeft.
De volgende waarderingsgrondslagen vereisen naar de mening van de directie schattingen en
veronderstellingen:
● Afschrijvingstermijnen materiële vaste activa;
● Bepaling van voorzieningen.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten investeringen in obligaties, vorderingen, geldmiddelen, schulden en
overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten
opgenomen: gekochte leningen en obligaties, verstrekte leningen en overige vorderingen, en overige
financiële verplichtingen.
Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en
de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter
financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden direct toerekenbare
transactiekosten direct verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Gekochte leningen en obligaties
Gekochte leningen en obligaties waarvan de onderneming de intentie heeft deze tot het einde van de
looptijd aan te houden, en hiertoe ook in staat is, worden na eerste opname gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere
waardeverminderingsverliezen.
Voor obligaties die zijn gekocht vóór 1 januari 2007 en waarin nadien geen koop- of verkooptransacties
meer hebben plaatsgevonden, en die worden aangehouden tot einde van de looptijd, wordt gebruik
gemaakt van de overgangsbepaling conform RJ 290.1007. Dat betekent dat de gehanteerde
grondslagen vóór 1 januari 2007, namelijk kostprijs of lagere marktwaarde, wordt gehanteerd.
Verstrekte leningen en overige vorderingen
Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere
waardeverminderingsverliezen.
Schulden en overige financiële verplichtingen
Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd
tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode.
Bijzondere waardeverminderingen financiële activa
Een financieel actief dat niet wordt gewaardeerd tegen (1) reële waarde met waardewijzigingen in de
winst-en-verliesrekening of (2) geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde, wordt op iedere
verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een
bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Een financieel actief wordt geacht onderhevig te zijn
aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn dat na de eerste opname
van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de
verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden
gemaakt.
Objectieve aanwijzingen dat financiële activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering
omvatten het niet nakomen van betalingsverplichtingen door de tegenpartij, of het verdwijnen van een
actieve markt voor een bepaald effect. Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van
beleggingen worden op het niveau van specifieke activa in aanmerking genomen. Van alle individueel
significante vorderingen en beleggingen wordt beoordeeld of deze specifiek onderhevig zijn aan
bijzondere waardevermindering. Verliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen onder de kostprijs van de beleggingen in effecten worden
51
Bijzondere waardeverminderingsverliezen onder de kostprijs van de beleggingen in effecten worden
direct ten laste van de staat van baten en lasten verantwoord.
Als in een latere periode het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en het
herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname
van het bijzondere waardeverminderingsverlies wordt het bedrag uit hoofde van het herstel (tot
maximaal de oorspronkelijke kostprijs) opgenomen in de staat van baten en lasten.
Materiële vaste activa
De bedrijfsgebouwen en -terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, en
materiële vaste activa in uitvoering worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
De kostprijs bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun
plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik. Investeringsssubsidies worden in
mindering gebracht op de kostprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire
methode op basis van de geschatte economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en materiële vaste
activa in uitvoering wordt niet afgeschreven. Onderstaand worden de afschrijvingen en per categorie
weergegeven en zijn tevens de activeringsgrenzen vermeld.
Categorie
Verbouwingen
Installaties
Kantoormeubilair & inventaris
Schoolmeubilair & inventaris
Huishoudelijke apparatuur & machines
Onderwijskundige apparatuur & machines
ICT
Leermiddelen
Vervoermiddelen
afschrijvingstermijn
in maanden
afschrijvingspercentage
per jaar
120
120
120
120
120
120
48
72
60
10,00%
10,00%
10,00%
10,00%
10,00%
10,00%
25,00%
16,67%
20,00%
activeringsgrens
in €
NVT
500
500
500
500
500
500
500
500
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen.
Ter zake van verwachte kosten van periodiek groot onderhoud aan gebouwen, installaties e.d. wordt
een voorziening gevormd. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd Voorzieningen.
Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.
Bijzondere waardeverminderingen
Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze
activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn,
wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de
bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten
voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende
eenheid waartoe het actief behoort.
Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de
realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil
tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder
waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst
toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel
restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun
boekwaarden.
52
Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren
verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig
is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroomgenererende eenheid geschat.
Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als
sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare
waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval
wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte
realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als
in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of
kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord.
Vorderingen
De grondslagen voor de waardering van vorderingen zijn beschreven onder het hoofd Financiële
instrumenten.
Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de
bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserves bestaan uit de reserves die ter vrije
beschikking staan van het bestuur en waaraan geen specifieke bestemming is gegeven door het
bestuur of door derden. De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door het bestuur van de
instelling een specifieke bestemming is gegeven. De bestemmingsfondsen zijn reserves waaraan door
derden een specifieke bestemming is meegegeven aan de stichting.
De stichting heeft de verschillende onderdelen van het eigen vermogen aangemerkt als publiek dan wel
privaat vermogen, hiervoor wordt verwezen naar de toelichting op het eigen vermogen.
Voorzieningen
Algemeen
Een voorziening wordt in de balans opgenomen wanneer er sprake is van:
● een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het
verleden; en
● waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en
● het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.
Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk
geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de
vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd.
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting
noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen.
Voorziening groot onderhoud
Voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties e.d. wordt een voorziening
gevormd. De toevoegingen aan de voorziening worden bepaald op basis van het geschatte bedrag van
groot onderhoud en de periode die telkens verloopt tussen de werkzaamheden van groot onderhoud,
een en ander zoals blijkend uit een meerjarenonderhoudsplan. De kosten van groot onderhoud worden
verwerkt ten laste van de voorziening voor zover deze is gevormd voor de beoogde kosten.
Jubileumvoorziening
De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening
betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is
gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd.
Personeelsbeloningen/pensioenen
53
Personeelsbeloningen/pensioenen
Voor de medewerkers is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegdepensioenregeling. Het betreft een collectieve pensioenregeling voor alle medewerkers in de sector die
wordt uitgevoerd door ABP.
Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode
aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op
balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum
reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost
opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de
toekomst verschuldigde premies.
Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen
ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van
die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen
betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt
beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst
met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De
voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die
noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen.
De dekkingsgraad van ABP per 31 december 2013 bedroeg 105,9%. Conform een herstelplan zoals
opgesteld door ABP en goedgekeurd door DNB dient de dekkingsgraad minimaal 104,2% te bedragen.
ABP beoordeelt thans welke maatregelen uit het van kracht zijnde herstelplan kunnen worden
beëindigd. De van krachte zijnde maatregelen die effect hebben op de stichting zijn m.n. geen
aanpassing van pensioenen aan loonontwikkeling indien dekkingsgraad lager is dan 104,2%, en een
tijdelijke risico-opslag in de pensioenpremie. De stichting heeft geen verplichting tot het voldoen van
aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij ABP, anders dan het effect van hogere toekomstige
premies.
Kortlopende schulden
De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten.
Opbrengstverantwoording
Rijksbijdragen
Baten uit Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en –subsidies worden in het jaar waarop de
toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Uitzondering
hierop betreft subsidies met een verrekeningsclausule (geoormerkte gelden). Deze worden als baten
verantwoord naarmate besteding van de subsidie conform de daaraan gestelde voorwaarden
plaatsvindt. Het niet-bestede deel wordt als vooruitontvangen bijdragen opgenomen onder de
kortlopende schulden. Subsidies met een bestedingssuggestie, maar zonder verrekeningsclausule
worden in principe direct als bate verantwoord in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, tenzij
sprake is van toekenning voor een schooljaar (dan worden de baten tijdsevenredig aan het schooljaar
toegekend) en/of tenzij sprake is een concreet bestedingsplan op basis waarvan besteding na
balansdatum zal plaatsvinden (in dat geval wordt de verwerkingswijze van subsidies met een
verrekeningsclausule gevolgd).
Overige baten
Overige baten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen in het
kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Ontvangen en betaalde interest worden opgenomen
onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen
plaatsvindt worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.
54
Bepaling reële waarde
De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden
verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot
een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.
● De reële waarde van beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald aan de hand van de
biedpijs.
55
BALANS PER 31 DECEMBER 2013
(na verwerking resultaatbestemming)
1
Activa
31-12-2013
€
31-12-2012
€
€
€
VASTE ACTIVA
1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
1.194.229
1.125.674
-
1.194.229
1.125.674
VLOTTENDE ACTIVA
1.5
Vorderingen
1.612.419
1.425.917
1.612.419
1.425.917
LIQUIDE MIDDELEN
1.7
Liquide middelen
TOTAAL ACTIVA
5.735.667
4.500.708
5.735.667
4.500.708
8.542.315
7.052.299
56
2
Passiva
31-12-2013
€
€
31-12-2012
€
€
VERMOGEN
2.1
Eigen vermogen
4.930.001
3.561.650
4.930.001
2.3
Voorzieningen
504.597
3.561.650
476.693
504.597
2.4
Kortlopende schulden
TOTAAL PASSIVA
3.107.717
476.693
3.013.956
3.107.717
3.013.956
8.542.315
7.052.299
57
B3
Staat van baten en lasten 2013
2013
€
3
Begroting 2013
€
€
€
€
€
Baten
3.1 (Rijks)bijdragen OCW
17.535.991
3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 158.526
3.5 Overige baten
1.144.512
Totaal baten
4
2012
16.910.500
16.838.536
112.500
122.603
517.000
18.839.029
786.426
17.540.000
17.747.565
Lasten
4.1 Personeels lasten
15.194.109
15.226.500
15.027.704
4.2 Afschrijvingen
329.040
362.000
314.449
4.3 Huisvestingslasten
996.001
802.500
4.4 Overige lasten
840.874
4.5 Leermidelen
189.657
Totaal lasten
5
Financiële baten en lasten
79.003
Resultaat bedrijfsvoering (-/- is negatief)
Saldo buitengewone baten/lasten
Totaal resultaat
17.649.500
1.289.348
Saldo financiële baten en lasten
1.005.285
317.000
17.549.681
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
763.562
941.500
109.500-
81.500
79.003
1.368.351
1.368.351
17.111.000
636.565
77.327
81.500
77.327
28.000-
713.892
28.000-
448.424
1.162.316
58
B4
KASSTROOMOVERZICHT 2013
2013
€
2012
€
€
€
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo Baten en Lasten
1.289.348
1.084.989
325.722
314.449
27.904
111.546
-
-
Aanpassingen voor
-afschrijvingen
-mutaties voorzieningen
Overige mutaties eigen vermogen
1.642.974
1.510.984
Veranderingen in vlottende middelen
- vorderingen
- schulden
186.502-
278.983
93.761
27.26792.740-
251.716
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen interest
Betaalde interest
79.435
78.995
432-
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
1.66879.003
77.327
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa
Desinvesteringen financiële vaste activa
398.308-
285.593-
4.031
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
394.277-
Mutatie liquide middelen
285.593-
1.234.959
1.554.434
Beginstand liquide middelen
4.500.708
2.946.274
Mutatie liquide middelen
1.234.959
1.554.434
Eindstand liquide middelen
5.735.667
4.500.708
59
B5
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS
1
Activa
1.2
Materiële vaste activa
Schoolgebouw(en)
De door de stichting beheerde schoolgebouwen zijn juridisch wel, doch economisch geen eigendom van de stichting.
Het economisch eigendom van De Ariane De Ranitz en De Schans berust bij de gemeente Utrecht en van De Trappenberg
bij het revalidatiecentrum De Trappenberg.
Voor een overzicht van de onder ons bestuur staande scholen verwijzen wij naar het bestuursverslag.
1.2
Gebouwen & terreinen
Aanschaf-
afschrij-
Boek-
waarde
vingen
waarde
correctie
correctie
aanschaf afschrijving
Investe-
Desinves-
Afschrij-
Aanschaf-
Afschrij-
Boek-
ringen
teringen
vingen
waarde
vingen
waarde
t/m
t/m
per
vg jaren
vg jaren
in
in
in
t/m
t/m
per
1-1-2013
1-1-2013
1-1-2013
1-1-2013
corr vgj
2013
2013
2013
31-12-2013
31-12-2013
31-12-2013
€
1.2.1 Gebouwen/installaties
€
€
€
€
€
€
€
€
516.765
391.871
124.894
-
4.031
27.542
512.734
419.413
-
-
-
-
-
-
-
-
-
50.305
-
50.305
120.804
-
-
171.109
-
171.109
Totaal gebouwen & terreinen
567.070
391.871
175.199
120.804
4.031
27.542
683.843
419.413
264.430
1.2.2 Inventaris en apparatuur
2.702.407
1.830.305
872.102
-12.163
-9.848
258.174
271.599
2.948.418
2.092.056
856.362
323.342
249.253
74.089
-2.367
-4.682
19.330
25.510
340.305
270.081
70.224
64.351
60.067
4.284
-
1.071
64.351
61.138
3.213
-
-
-
-
-
-
-
-
3.657.170
2.531.496
1.125.674
398.308
4.031
4.036.917
2.842.688
1.194.229
1.2.1.2Terreinen
1.2.1.3Gebouwen in aanbouw
1.2.3 Leermiddelen
vervoermiddelen
1.2.4 Ov. materiële vaste activa
Totaal materiële vaste activa
-14.530
-14.530
325.722
93.321
* Zie B1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling.
1.2.a OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen
Bedrag
Peildatum
€
1.2.a.1OZB waarde gebouwen en terreinen
niet van toepassing
1.2.a.2Verzekerde waarde gebouwen
1.3
Financiële vaste activa
Effecten
Boek-
Investe-
Desinves
Boek-
waarde
ringen
teringen
waarde
31-12-2012
€
1.3.6 Overige
Totaal effecten
Totaal financiële vaste activa
2013
2013
€
31-12-2013
€
€
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
60
Vlottende activa
1.5
Vorderingen
31-12-2013
€
€
31-12-2012
€
€
1.5.1 Debiteuren
Belastingdienst
57.881
SWV Sterk
57.256
Gemeente Urecht
43.671
Revalidatiecentrum De Hoogstraat
64.003
24.222
-
Gemeente Huizen
7.071
9.293
Zwemschool de Blauwe Watervogel
6.306
-
Gemeente Utrecht financiele dienstverlening
6.108
8.144
Revalidatiecentrum De Trappenberg
4.893
14.442
Stichting Wielewaal
4.725
-
Zwemschool Midden
3.700
-
Mytylschool Tilburg
3.507
-
-
33.269
-
10.492
Stichting Vrienden Mytylschool Ariane De Ranitz
Gemeente Utrecht vastgoed
Overige < dan 3.500
42.796
31.144
262.136
170.787
1.5.2 Ministerie van OCW
Personeel
Materiele vergoeding
910.629
822.862
-
Totaal OCenW
910.629
822.862
1.5.6 Overige overheden
Additionele aanvragen Gemeente
Overige
52.014
54.308
-
-
52.014
54.308
Esf subsidie
58.911
81.072
Rente
49.550
60.379
Vervangingsfonds
33.162
49.751
Rekening Stichting vrienden van de Ariane De Ranitz
45.252
26.226
Totaal bijdrage gemeente
1.5.7 Overlopende activa
Rekening courant REaCtys
Rekeningen courant Henriette Zoete
121.015
24.468
85.053
Bredero
-
8.000
Revalidatiecentrum Hoogstraat
-
6.617
16.392
20.745
348.750
337.843
Overige vorderingen
Totaal overige
Totaal overige vorderingen
400.764
392.151
1.5.8 Overlopende activa
Vooruitbetaalde kosten
38.890
Totaal overlopende activa
Totaal vorderingen
1.7
40.117
38.890
40.117
1.612.419
1.425.917
Liquide middelen
De liquide middelen zijn per 31-12-2013 terstond opeisbaar
1.7.1 Kasmiddelen
1.7.2 Tegoeden op bank-en girorekeningen
1.7.3 Spaarrekeningen
Totaal liquide middelen
1.208
456
356.964
473.746
5.377.495
4.026.506
5.735.667
4.500.708
61
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen
Stand per
Resultaat
31-12-2012
€
2.1.2
Stichtingskapitaal
2.1.2
Algemene reserve (publiek)
€
Overige
Stand per
mutaties
31-12-2013
€
€
117.224
-
-
117.224
2.612.069
1.369.129
27.962
4.009.160
Reserve personeel
695.257
-
-
695.257
Totaal bestemmingsreserves personeel (publiek)
695.257
-
-
695.257
Bestemmingsreserve nulmeting
40.248
-
-27.962
12.286
Totaal overige bestemmingsreserves (publiek)
40.248
-
-27.962
12.286
735.505
-
-27.962
707.543
60.779
-
-
60.779
4.845
-778
-
Overige
31.228
-
Totaal overige bestemmingsreserves privaat
36.073
-778
-
35.295
Totaal bestemmingsreserves privaat
96.852
-778
-
96.074
832.357
-778
-27.962
803.617
3.561.650
1.368.351
-
4.930.001
Bestemmingreserves
2.1.3
Bestemmingsreserves publiek
Totaal bestemmingsreserves publiek
2.1.3
Bestemmingsreserves privaat
Algemene reserve privaat
Reserve giften Kiwanis
Totaal bestemmingsreserves
Totaal eigen vermogen
4.067
31.228
Voor een specificatie per kostenplaats verwijzen wij u naar bijlage D4.
2.2
Voorzieningen
Mutaties
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
Saldo
31-12-2012
2013
2013
2013
31-12-2013
€
2.2.3
2.4.1.2
€
€
€
€
< 1 jaar
> 1 jaar
€
€
Onderhoudsvoorzieningen
Gebouwen
231.560
350.844
-319.715
-
262.689
-
Installaties
-
-
-
-
-
-
-
231.560
350.844
-319.715
-
262.689
-
262.689
Totaal onderhoud
2.2.1
Onderverdeling saldo per 31-12-2013
Saldo
Algemeen
Wachtgeld/loonsancties
Spaarverlof
Jublilea
-
-
-
-
-
-
-
63.500
-
-
-
63.500
-
63.500
52.746
-
-3.086
-
49.660
-
49.660
-
-139
128.748
-
128.748
128.887
Seniorenverlof (BAPO)
Totaal overige personeel 245.133
Totaal voorzieningen
262.689
476.693
-
-
-
-
-
-
-
-3.086
-139
241.908
-
241.908
350.844
322.801-
139-
504.597
-
504.597
Voor een specificatie van de voorzieningen per kostenplaats verwijzen wij u naar bijlage D4.
62
2.4
Kortlopende schulden
31-12-2013
€
2.4.3
31-12-2012
€
€
€
Crediteuren
Revalidatiecentrum De Trappenberg
44.392
30.363
Stichting speciaal onderwijs midden Nederland
27.415
-
Infotheek
14.785
-
Cloudwise
14.520
Maatwerk revalidatie techniek bv
14.206
-
FFWD-IT Fast forward IT
13.443
-
MKBB bouwadvies
12.161
-
Mas architectuur
12.100
-
FEWEB post graduate school
12.000
-
Argon groep arbeid & gezondheid
10.788
-
Scheffers schilders
10.406
-
DVEP Energie
9.620
-
Heesbeen coaching, advies & management
8.745
-
Stichting speciaal centraal
8.070
-
Mercado medic nederland
8.032
-
Ons bedrijf
7.428
-
Immocap
6.988
-
SailWise
6.416
-
van Alem schoonmaak
6.050
-
Dong energy
5.922
Ivio
5.762
7.310
Neptunus bv
5.660
-
Mee Utrecht
5.160
-
Lantech bv
5.018
-
Keep it clean
3.822
4.162
Agterberg
3.194
4.752
Raet
2.025
10.698
Arbo Vitale
-
17.171
Dong energy
-
9.324
OSG
-
8.021
Brevidius
-
6.665
Paint- Factory
-
5.353
Holtrop
-
5.400
Wellantcollege
-
5.118
118.175
116.913
Overige
402.303
2.6.4
Lumpsum personeel
Regeling jonge leerkrachten
488.933
488.933
18.960
-
Uitkeringen ziektewet
223.013
168.811
Leerlinggebonden financiering
115.192
Totaal OCW
2.4.7
231.250
Ministerie van OCW
Loonheffing
Schulden terzake pensioenen
2.4.9
Overige kortlopende schulden
769.410
578.737
Premies sociale verzekeringen
2.4.8
111.666
846.098
Vakantiegelden
611.690
979
469
203.371
191.440
460.217
509.849
Rekening courant REaCtys
Berg en Boschschool
-
309.162
-
25.749
Galvanitas
-
20.771
Stichting Almere speciaal
Revalidatiecentrum de Trappenberg
Accountantskosten
4.622
9.500
131.540
18.400
9.680
9.000
Netto salarissen
14.295
27.684
Overige schulden
23.592
20.292
Overige schulden
65
Totaal overige kortlopende schulden
183.794
440.558
63
2.4.10
Overlopende passiva
Vooruitontvangen investeringssubsidies
60.032
70.628
preventieve ambulante begeleiding
23.922
23.922
212.116
75.250
AWBZ
Johan Cruijff court
Lerarenbeurs
Kennisgroep Speciaal
15.000
5.458
45.061
Overig vooruit ontvangen
3.682
7.650
Henriette Zoete
4.380
37.710
Ouderbijdrage
43.787
29.080
Special Heroes
9.280
Overige overlopende passiva
9.500
Totaal overlopende passiva
Totaal kortlopende schulden
15.050
432.218
259.290
3.107.717
3.013.956
64
B6
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN
Mytylschool Ariane De Ranitz
Leaseovereenkomst met Dell. De jaarlasten bedragen € 7.272. Het contract loopt tot 01-05-2014.
Leaseovereenkomst met Dell. De jaarlasten bedragen € 5.887. Het contract loopt tot 01-06-2014.
Mytylschool De Trappenberg
Leaseovereenkomst met Dell. De jaarlasten bedragen € 189. Het contract loopt tot 01-05-2014.
Leaseovereenkomst met Dell. De jaarlasten bedragen € 6.117. Het contract loopt tot 01-06-2014.
Buitenschool De Schans
geen verplichtingen
Bestuursbureau
Leaseovereenkomst met Dell. De jaarlasten bedragen € 563. Het contract loopt tot 01-04-2014.
Raet salarisadministratie. De Jaarlasten bedragen € 3.906. Het contract loopt tot 01-01-2017
IHP beheer huur de Schoolstraat. De Jaarlasten bedragen € 32.193. Het contract loopt tot 31-07-2017
De Kleine Prins
Canon alle copiers. De Jaarlasten bedragen € 49.932. Het contract loopt tot 15-01-2019
65
B7
OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN
Er zijn geen meldingen van verbonden partijen.
66
B8
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
3
Baten
2013
begroting 2013
€
3.1
15.134.410
Rijksbijdrage OCW
Geoormerkte OCW subsidies
Niet-geoormerkte OCW subsidies
3.1.2
15.071.000
15.134.410
€
14.512.242
15.071.000
14.512.242
-
-
-
2.401.581
1.839.500
2.326.294
Totaal overige subsidies OCW
Totaal (Rijks)bijdragen OCW
3.2
2012
€
Rijksbijdragen
(Normatieve) rijksbijdrage OCW
3.1.1
€
2.401.581
1.839.500
2.326.294
17.535.991
16.910.500
16.838.536
Overige overheidsbijdragen en-subsidies
Overige overheidsbijdragen
158.526
Totaal overige overheidsbijdragen
112.500
158.526
122.603
112.500
122.603
3.5
Overige baten
3.5.1
Verhuur
222.502
194.500
3.5.3
Schenking
21.876
-
5.092
3.5.5
Ouderbijdragen
23.055
24.000
20.792
3.5.6
Overige
Overige personele baten
789.644
217.000
458.532
Overige materiele baten
87.435
81.500
91.512
Totaal overige baten
Totaal overige baten
Totaal baten
210.498
1.144.512
517.000
786.426
1.144.512
517.000
786.426
18.839.029
17.540.000
17.747.565
67
4
Lasten
2013
€
4.1
4.1.1
begroting 2013
2012
€
€
€
Personeeelslasten
Bruto lonen en salarissen
9.590.682
Sociale lasten
2.258.339
Pensioenpremies
2.380.734
Lonen en salarissen
14.427.000
9.850.117
2.334.504
2.257.007
14.229.755
Dotatie personele voorzieningen
14.427.000
14.441.628
-
-
Personeel niet in loondienst
910.111
913.500
648.778
(Na)scholing
173.350
201.500
121.237
-
-
74.908
164.350
185.000
214.926
REaCtys
Overig
4.1.2
Overige personele lasten
4.1.3
Uitkeringen (-/-)
Totaal personele lasten
gemiddeld aantal fte's
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Gebouwen
4.2.2
Inventaris en apparatuur
4.2.2
Overige materiële vaste activa
4.2.2
Leermiddelen
Totaal afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
Huur
Dotatie onderhoud
1.247.811
1.300.000
1.059.849
15.477.566
15.727.000
15.501.477
283.457
15.194.109
500.500
15.226.500
473.773
15.027.704
236
244
30.646
30.500
34.134
271.813
299.000
251.116
1.071
4.500
1.071
25.510
329.040
28.000
362.000
28.128
314.449
41.263
44.500
19.060
351.544
280.000
299.791
Klein onderhoud
93.739
80.500
73.671
4.3.4
Energie en water
287.706
202.000
202.176
4.3.5
Schoonmaakkosten
145.889
130.500
112.621
4.3.6
Heffingen
31.497
27.500
26.773
4.3.7
Overige huisvestingslasten
44.363
996.001
37.500
802.500
29.470
763.562
Totaal huisvestingslasten
68
2013
€
4.4
€
Salarisadministratie
46.119
45.000
45.552
Reis- en verblijfkosten
99.717
117.000
117.421
Reproductie en drukwerk
79.201
67.508
71.500
66.000
88.530
70.490
3.647
22.000
4.087
23.525
13.000
13.405
Schoolgids
3.290
7.500
7.319
Kantoorartikelen
5.305
12.000
4.166
-
-
Accountantskosten
4.4.1.0
Overige administratie- en beheerslasten
4.4.1
Totaal administratie- en beheerslasten
Leermiddelen/verbruiksmateriaal
328.312
354.000
350.970
165
-
155.129
111.753
133.000
107.561
Schoolzwemmen
613
3.500
5.550
Culturele vorming
5.334
500
2.511
Onderhoud inventaris
50.094
17.500
38.556
Leerlingenvervoer
13.521
24.000
21.728
ICT
Overige
8.760
Totaal inventaris, apparatuur en leermiddelen
Doorbelaste kosten van REaCtys
17.000
190.240
5.720
195.500
336.755
-
-
49.651
25.259
57.500
29.236
-
-
833
Contributies en abonnementen
20.955
27.500
37.688
Representatiekosten
15.881
10.000
13.960
Kantinekosten
38.399
48.000
38.617
Verzekeringen
14.332
16.000
13.413
-
-
25.821
Buitenschoolse activiteiten
Wervingskosten
Huishoudelijke kosten
Medezeggenschapsraad
Public relations
Leermiddelen
4.4.4
2012
€
Overige lasten
Telefoon- en portokosten
Kwaliteitzorg
4.4.2
begroting 2013
€
4.265
8.500
5.530
42.095
59.000
12.314
-
16.001
Projecten
80.923
80.500
1.372
Overige
80.213
85.000
73.124
Totaal overige lasten
322.322
392.000
317.560
Leermidelen
Leermiddelen
95.107
217.000
Leermidelen ICT
23.083
-
Overige middelen t.b.v. leerlingen
71.467
-
Toevoeging aan reserve
Totaal overige instellingslasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
-
100.000
189.657
317.000
-
1.030.531
1.258.500
1.005.285
17.549.681
17.649.500
17.111.000
1.289.348
-109.500
636.565
69
2013
€
5
begroting 2013
2012
€
€
€
Financiële baten en lasten
Financiële baten
5.1
Rentebaten
5.4
Overige financiële vaste activa en effecten
79.435
82.500
-
78.995
-
Totaal financiële baten
79.435
82.500
78.995
Financiële lasten
5.5
Rentelasten
-
Overige financiële lasten
432
-
Totaal financiële lasten
Financiële baten en lasten (-/- is negatief)
6
-
1.000
1.668
432
1.000
1.668
79.003
81.500
77.327
Buitengewone bedrijfsvoering
€
6.1
€
Buitengewone baten
Transitie REaCTys
-
Personele overdracht REaCtys
6.2
Buitengewone lasten
Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering (-/- is negatief)
Resultaat (-/- is negatief)
189.747
258.677
-
-
448.424
-
-
-
-
-
448.424
1.368.351
-28.000
1.162.316
70
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2013
4.1
functie
WNT Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen
dienstbetrekking
voorzitter
naam ingangsdatum
dienstverband
J. Reitsma
1-12-2003
einddatum
dienstverband
nvt
beloning
€
136.470
omvang
dienstverband
1 fte
De raad van toezicht is onbezoldigd.
realisatie
2013
College van Bestuur
J. Reitsma
136.470
De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is in werking getreden met ingang van 1
januari 2013. De WNT regelt niet alleen de openbaarmaking van topinkomens in de publieke en semipublieke sector, zoals voorheen
de WOPT, maar stelt ook maxima aan de hoogte van de bezoldiging van topfunctionarissen en tevens
aan de ontslagvergoedingen.
Voor onderwijsinstellingen is bovendien een specifieke regeling opgesteld door de minister van OCW d.d. 8 december 2012, nr.
WJZ/353186 (10126) houdende verlaagde bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in het onderwijs (Regeling bezoldiging
topfunctionarissen OCW-sectoren).
De instelling heeft de beleidsregels toepassing WNT als normenkader bij het opmaken van
deze jaarrekening gehanteerd. De aanpassingswet WNT, die onderdeel is van dit normenkader,
is nog niet door de Eerste Kamer aangenomen, hetgeen kan leiden tot aanpassingen
van de verstrekte informatie uit hoofde van de Aanpassingswet WNT.
4.1
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
functie
voorzitter
naam ingangsdatum
dienstverband
J. Reitsma
1-12-2003
einddatum
beloning
dienstverband
€
nvt
omvang
dienstverband
134.502
1 fte
De raad van toezicht is onbezoldigd.
realisatie
begroting
realisatie
2013
2013
2012
College van Bestuur
J. Reitsma
134.502
127.500
129.208
Honoraria van de accountant
De volgende accountants honoraria zijn ten laste gebracht van de stichting,
een en ander zoals bedoeld in artikel 2:38a BW
van Ree accountants
2013
Onderzoek van de jaarrekening KPMG
Jaarrekening 2012 van Ree accountants
Andere controle opdrachten van Ree accountants
15.730
70-
2012
13.405
7.865
-
23.525
13.405
71
B9
Vasstelling jaarrekening
De jaarrekening is vastgesteld door het college van bestuur en de raad van toezicht
op 17 juni 2014 te Baarn.
college van bestuur
raad van toezicht
Dhr. J. Reitsma
(voorzitter)
Mw. E. Schaper
(voorzitter)
Dhr. M.R. van Hall
(waarnemend voorzitter)
Mw. E.L. Holten
(lid)
Dhr. W.J. van der Meer
(lid)
Dhr. P.H.M. Offerman
(lid)
72
OVERIGE GEGEVENS
73
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: het College van Bestuur van Stichting de Kleine Prins
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening over 2013 van Stichting de Kleine Prins
te Baarn gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de
staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van
de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het
vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling
jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging
topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het
jaarverslag in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.
Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de
jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen
bepalingen Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het
noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en
regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude
of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze
controle, als bedoeld in artikel 171, lid 4 van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze
controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse
controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels
toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons
geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een
redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van
materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie
over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn
afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het
inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als
gevolg van fraude of fouten.
74
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in
aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld
daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die
relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend
zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot
uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een
controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor
financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid
van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het
algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om
een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling
van het vermogen van Stichting de Kleine Prins per 31 december 2013 en van het resultaat over
2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels
toepassing WNT.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en
balansmutaties over 2013 in alle van materieel belangzijnde aspecten voldoen aan de eisen van
financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de
relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1.
Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen
tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover
wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in
artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens
vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de
jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het
jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals
vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Amstelveen, 17 juni 2014
KPMG Accountants N.V.
D. Legez RA
75
C2
(VOORSTEL) BESTEMMING VAN HET RESULTAAT
Resultaat 2013
€
2.1.2
Algemene reserve (publiek)
€
€
1.369.129
1.369.129
2.1.3
Bestemmingreserves
2.1.3.a
Bestemmingsreserves publiek
2.1.3.a.2.1
Reserve personeel
2.1.3.a.2
Totaal bestemmingsreserves personeel (publiek)
2.1.3.a.0.3
Reserve projecten Overige
2.1.3.a.0
Totaal overige bestemmingsreserves (publiek)
-778
2.1.3.a
Totaal bestemmingsreserves publiek
-778
2.1.3
Totaal bestemmingsreserves
Totaal resultaat
-
-778
-778
1.368.351
76
C3
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
Er zijn geen meldingen van belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
77
BIJLAGEN
78
D1
GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON
Naam:
De Kleine Prins, Stichting voor speciaal onderwijs en voorzieningen
Adres:
Schoolstraat 53, 3472 CD Baarn
Telefoon:
035 528 04 47
E-mailadres:
[email protected]
Internetsite:
www.dekleineprins.nl
Bestuursnummer:
41388
Contactpersoon:
Telefoon:
E-mailadres:
Dhr. J. Reitsma
06 252 167 29
[email protected]
BRIN-nummers:
02YT
02YP
03ND
Ariane de Ranitz
De Trappenberg
De Schans
Ambulante dienst
79
D2
OCW-BIJLAGE
1.5.2 Ministerie van OCW
Beschikking
Bekostigings
jaar
(nummer
en datum)
Totaal OCW
Ontvangen
vooruit ontvangen
t/m jaar
2013
t/m jaar
2013
voor
2013
Bedrag
beschikking
€
Overlopende post lumpsum
2013-2014
50500-760718
2013-2014
50500-760720
2013-2014
50500-760727
2013-2014
50500-811326
2013-2014
50500-811328
2013-2014
50500-811335
2013-2014
61200-25179/80
2013-2014
50500-786167
2013-2014
61200-25187/88
2013-2014
50500-786173
2009-2010
159422-3
uitkeringen ziektewet
Toegerekend
€
€
Te vorderen
te betalen
31-12-2013
€
€
4.502.808
7.167.071
1.132.055
10.570
18.075
3.858
100.689
740.114
109.646
570.720
-488.933
1.876.171
2.986.280
471.689
4.404
7.531
1.608
41.954
308.381
45.686
237.800
-
1.555.876
2.476.471
391.164
10.570
18.075
3.858
100.689
306.957
109.646
231.721
223.013
-6.166
-10.544
-2.250
-58.735
13.866.673
5.981.504
5.428.040
-141.655
320.295
509.809
80.525
1.424
-63.960
-
6.079
-488.933
-223.013
206.186
80
Model G
Verantwoording van subsidies waarvan het overschot vrij besteedbaar is
(regeling OCW-subsidies art. 13 lid 2 sub a)
toewijzing
Omschrijving
bedrag van
kenmerk
datum
de toewijzing
kosten t/m
de activiteiten zijn ultimo verslagjaar
verslagjaar
conform de subsidiebeschikking
geheel uitgevoerd en afgerond
J/N
Verantwoording van subsidies die volledig verplicht besteed moeten worden aan het in de subsidiebeschikking omschreven doel
(regeling OC-subsidies art 13, lid 2 sub b)
toewijzing
Omschrijving
bedrag van
ontvangen t/m
totale kosten
kenmerk
datum
de toewijzing
verslagjaar
te verrekenen
ultimo verslagjaar
(subsidieaanvraag is ingetrokken)
-
-
-
-
Situatie 2: doorlopend tot in een volgend verslagjaar
(regeling OC-subsidies art 13, lid 2 sub b)
Omschrijving
kenmerk
toewijzing
datum
bedrag van
saldo
ontvangen in
kosten in
totale kosten
saldo nog te besteden
toewijzing
1-1-2013
verslagjaar
verslagjaar
31-12-2013
ultimo verslagjaar
Lerarenbeurs
Lerarenbeurs
566020-1
560810-1
20-11-2013
5.900
5.900
2.508
2.508
3.392
20-9-2013
2.693
2.693
627
627
2.066
Lerarenbeurs
560855-1
20-9-2013
2.360
2.360
627
627
1.733
Lerarenbeurs
590821-1
18-12-2013
332
332
-
-
332
Lerarenbeurs
473079-2
13-4-2012
5.142
3.000
-
3.000
5.142
-
16.427
3.000
11.285
6.762
8.904
7.523
81
D4
RESERVES EN VOORZIENINGEN PER KOSTENPLAATS
2.1
Reserves
2.1.2
Algemene reserve
Mutaties 2013
Saldo
Resultaat
31-12-2012
€
Overige
Saldo
mutaties
31-12-2013
€
€
Ariane de Ranitz
1.219.325
547.296
10.946
1.777.567
De Trappenberg
397.265
93.029
14.268
504.562
De Schans
644.274
44.993
2.748
692.015
bestuur
287.957
187.777
-
475.734
63.248
2.612.069
496.033
1.369.128
27.962
559.281
4.009.159
Ambulante begeleiding
Totaal Algemene reserve
Ariane de Ranitz SO
462.030
109.568
5.473
577.071
Ariane de Ranitz VSO
757.295
437.728
5.473
1.200.496
1.219.325
547.296
10.946
1.777.567
2.1.3
Bestemmingsreserves
2.1.3.a
Bestemmingsreserves publiek
2.1.3.a.2.1
Reserve personeel
Mutaties 2013
Saldo
Resultaat
31-12-2012
€
personeel
Totaal Reserve personeel
€
Overige
Saldo
mutaties
31-12-2013
€
€
695.257
-
-
695.257
695.257
-
-
695.257
Mutaties 2013
2.1.3.a.0.4
Bestemmingsreserve nulmeting
Saldo
Resultaat
31-12-2012
€
€
Overige
Saldo
mutaties
31-12-2013
€
€
01
Ariane de Ranitz
14.886
-10.946
3.940
03
De Trappenberg
21.692
-14.268
7.424
04
De Schans
3.670
40.248
-2.748
-27.962
922
12.286
Totaal Bestemmingsreserve nulmeting
-
82
2.2
Voorzieningen
2.2.3
Onderhoudsvoorzieningen
Mutaties 2013
Voorziening Onderhoud gebouwen
Saldo
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
Saldo
31-12-2012
2013
2013
2013
31-12-2013
€
€
€
€
Ariane de Ranitz
120.987
231.844
-171.544
-
181.287
De Trappenberg
56.153
85.000
-101.369
-
39.784
De Schans
54.420
34.000
-45.792
-
42.628
231.560
350.844
-1.010
-319.715
-
-1.010
262.689
Bestursbureau
Totaal Voorziening Onderhoud gebouwen
2.2.1
€
Personeelsvoorzieningen
Mutaties 2013
Voorziening Spaarverlof
Saldo
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
Saldo
31-12-2012
2012
2013
2013
31-12-2013
€
€
€
€
€
Ariane de Ranitz
36.827
-
-
36.827
De Trappenberg
15.918
-
-3.086
-
12.832
-
3.086-
-
Totaal Voorziening Spaarverlof
52.745
-
49.659
Mutaties 2013
2.2.1
Voorziening jubilea
Saldo
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
Saldo
31-12-2012
2013
2013
2013
31-12-2013
€
€
€
Ariane de Ranitz
62.062
De Trappenberg
41.140
266
9.130
141
De Schans
Ambulante begeleiding
bestuur
Totaal Voorziening jubilea
€
€
-67
61.995
41.406
9.271
11.714
-352
11.362
4.841
-127
4.714
128.887
407
-546
-
128.748
83
D5
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS
Kpl
02YT/Ariane de Ranitz
2013
€
3
BATEN
3.1
3.2
3.5
(Rijks)bijdragen OCW
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
4
LASTEN
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Leermiddelen
Totaal lasten
€
Financiële baten en lasten
5.1
5.2
Financiële baten
Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat (-/- is negatief)
€
7.842.221
117.275
539.415
2012
€
€
7.468.000
66.500
374.000
8.498.911
6.831.957
160.832
522.804
312.902
123.010
7.459.622
95.103
555.624
6.897.000
170.500
383.000
327.500
141.500
6.845.103
165.515
383.694
378.321
-
547.296
7.772.633
11.000-
110-
8.110.349
7.919.500
547.406
4
114
€
7.908.500
7.951.505
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
5
begroting 2013
337.716
125
-
11.000-
125-
337.591
84
D5
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS
Kpl
02YP/De Trappenberg
2013
€
3
BATEN
3.1
3.2
3.5
(Rijks)bijdragen OCW
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
4
LASTEN
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Leermiddelen
Totaal lasten
Financiële baten en lasten
5.1
5.2
Financiële baten
Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat (-/- is negatief)
2012
€
€
4.922.717
41.251
180.356
4.791.500
46.000
106.000
5.144.324
4.449.765
91.885
298.712
159.430
51.319
€
4.919.028
27.500
165.727
4.943.500
4.354.000
92.500
247.000
206.500
57.500
5.051.111
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
5
begroting 2013
5.112.255
4.382.909
84.544
229.867
257.726
9.914
4.957.500
4.964.960
93.213
147.295
-
184
-184
93.029
156
-
-14.000
-156
147.139
85
D5
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS
Kpl
03ND/De Schans
2013
€
3
BATEN
3.1
3.2
3.5
(Rijks)bijdragen OCW
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
4
LASTEN
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Leermiddelen
Totaal lasten
Financiële baten en lasten
5.1
5.2
Financiële baten
Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat (-/- is negatief)
2012
€
€
1.236.532
43.012
1.205.000
24.000
1.279.544
1.052.836
19.582
113.181
35.696
14.006
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
5
begroting 2013
€
1.222.499
22.928
1.229.000
1.033.000
21.000
117.500
42.500
18.000
1.245.427
986.950
15.827
96.315
56.075
1.945
1.235.301
1.232.000
1.157.112
44.243
-3.000
88.315
28
-28
44.215
30
-3.000
-30
88.285
86
D5
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS
Kpl
/Ambulante begeleiding
2013
januari t/m juli
€
3
BATEN
3.1
3.5
(Rijks)bijdragen OCW
Overige baten
Totaal baten
4
LASTEN
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Leermiddelen
Totaal lasten
begroting 2013
€
2.401.581
150.794
1.936.346
1.918
15.398
101.357
1.323
€
2.326.294
24.741
2.313.000
2.141.000
7.000
14.500
150.500
2.056.342
Resultaat (-/- is negatief)
€
2.313.000
2.552.375
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
2012
2.351.035
2.006.519
1.084
26.979
153.206
2.313.000
2.187.788
496.033
-
163.247
496.033
-
163.247
2013
kosten REaCtys
€
3
BATEN
3.1
3.2
3.5
(Rijks)bijdragen OCW
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
4
LASTEN
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Leermiddelen
Totaal lasten
Resultaat (-/- is negatief)
123.425
123.425
123.676
-251
123.425
-
87
D5
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS
Kpl
/bestuur
2013
begroting 2013
€
3
BATEN
3.1
3.2
3.5
(Rijks)bijdragen OCW
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
4
LASTEN
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Leermiddelen
Totaal lasten
€
1.132.940
107.510
Financiële baten en lasten
5.1
5.2
Financiële baten
Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
6
Buitengewone bedrijfsvoering
6.1
6.2
Buitengewone baten
Buitengewone lasten
Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering
Resultaat (-/- is negatief)
Dotatie bestemmingsreserven personeel
€
1.133.000
13.000
1.240.450
799.528
54.824
45.907
231.738
-
Saldo baten en lasten (-/- is negatief)
5
2012
€
911.093
17.406
1.146.000
801.500
71.000
40.500
214.500
-
928.499
806.220
47.479
26.706
148.102
-
1.131.997
1.127.500
1.028.507
108.453
18.500
-100.008
79.431
107
82.500
1.000
79.324
-
78.995
1.357
81.500
-
77.638
448.424
-
-
-
448.424
187.777
100.000
426.054
100.000
88
De Kleine Prins
Postadres
Postbus 77
3740 AB Baarn
Bezoekadres
Schoolstraat 53
3742 CD Baarn
T 035 5280448
E [email protected]
W www.dekleineprins.nl
Samenwerkingspartner:
Samenwerkingspartner: