BRP-krant 04 Over de Basisregistratie Personen mei 2014 02 03 04 05 06 RNI-loketgemeente Venlo: “Klaar voor de piek” Bestuurlijke boete in Enschede Hoe Agentschap BPR fraude bestrijdt Sint Maarten verbetert PIVA Resultaten van Kwaliteitsagenda BRP Risicogericht adresonderzoek door met honderd gemeenten Nu ICTU de eerste fase van het risicogericht adresonderzoek heeft afgerond, gaat fase twee van start. Bij dit onderzoek ‘Samen werken aan adreskwaliteit’ gaan tachtig tot honderd gemeenten de gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP) opschonen door risicoadressen te bezoeken. Projectleider Sylvia Kuilboer: “Door het onderzoek weten we meer over risico-adressen en daarnaast verbetert de kwaliteit van de BRP.” In 2013 deden al 51 pilotgemeenten mee aan de eerste fase, het adresonderzoek ‘Samen leren’. Zij gingen op huisbezoek bij risico-adressen: adressen waarvan mogelijk de inschrijving in de BRP niet klopt. Tijdens het huisbezoek controleerden zij of de in de BRP ingeschreven personen daar ook daadwerkelijk wonen. De gemeenten hebben in 2013 bij elkaar op 5.399 adressen de inschrijving van de bewoners gecontroleerd. Het landelijk percentage correct ingeschreven personen bedroeg 97,7 procent. Nieuwe pilot In het kader van de fraudeaanpak heeft BZK besloten dit jaar fase twee van het adresonderzoek met gemeenten te doen. Nu gaan tachtig tot honderd gemeenten ongeveer 6000 adressen bezoeken. Aan de eerste fase deden alleen gemeenten mee die zich vrijwillig hadden aangemeld. Nu heeft Kuilboer daarnaast een steekproef onder alle Nederlandse gemeenten gedaan en die benaderd. Kuilboer: “Het CBS gaf aan dat dit voor de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten beter was. Het argument is dat gemeenten die zich vrijwillig aanmelden, dit doen omdat ze hun adressen wellicht goed op orde hebben. Dat kan een vertekening geven van je onderzoeksresultaten.” Nieuw in tweede fase Wat is er nog meer anders in de tweede fase? “We werken deels met andere risicosignalen en hebben bestaande risicosignalen verfijnd”, aldus Kuilboer. “Daarnaast haalde elke gemeente vorig jaar zelf een steekproef uit een bestand van risico-adressen. Nu geven wij per gemeente de adressen door die zij Sylvia Kuilboer, projectleider ‘Samen werken aan adreskwaliteit’ moeten controleren. Dat vergroot de betrouwbaarheid van de gegevens en het scheelt de gemeenten veel tijd.” Ook is de vragenlijst voor aan de deur “We werken deels met andere risicosignalen en hebben bestaande risicosignalen verfijnd” aangepast. Tot slot gaat Kuilboer in de tweede fase na een half jaar onderzoeken of bij de adressen waar fouten zijn geconstateerd, ook daadwerkelijk een wijziging van de gegevens in de BRP heeft plaatsgevonden. “Het is immers aan de gemeenten om bij geconstateerde onjuistheden verder onderzoek te doen.” Verplicht voor alle gemeenten Omdat uit de evaluatie bleek hoe nuttig het is om dergelijke adresonderzoeken te doen, hoopt Kuilboer dat het niet bij twee pilots blijft. “We hopen dat het een vaste plek kan krijgen, bijvoorbeeld binnen de kwaliteitsmonitor van Overheid en burgers moeten gezamenlijk de keten versterken Met de overgang naar de Basis registratie Personen (BRP) heeft de overheid weer een belangrijke stap gezet in de aanpak van fraude. Het wordt steeds lastiger voor mensen om zich anders te laten inschrijven dan feitelijk correct is. De bestuur lijke boete draagt daar ook aan bij. Gelukkig hebben we steeds meer kennis van fraude. Recentelijk is er één miljoen euro extra geïnvesteerd in opleidingen voor uw burgerzaken ambtenaren om fraudesignalen beter te herkennen. De opgebouwde kennis gaan we ook delen tijdens zogenaamde bestuurlijke tafels. Verder worden dit jaar zesduizend extra risico-adressen onderzocht en pakken we het illegaal aanbieden van adressen aan. We melden nu ook vanuit landelijke risicopatronen adressen terug aan gemeenten die opduiken in fraudeonderzoeken. Deze aanpak boekt meteen resultaat: het aantal spookburgers groeit minder snel en het aantal briefadressen daalt. We zien steeds meer de waarde van een goede BRP voor de bestrijding van fraude. Wat staat ons nu nog te doen? De komende tijd willen we meer organisa ties laten terugmelden, omdat de gehele keten baat heeft bij een goede registratie. Daarnaast zullen actuele fraudegevallen preventief worden aangepakt door de inzet van fraudeteams bij Logius, het Agentschap BPR, ICTU en bij het ministerie van BZK. Voor de Hackaton AntiFraude die mijn ministerie onlangs georganiseerd heeft, verdiepten deelnemers zich in de persoon van de fraudeur. De boodschap is duidelijk: fraudeurs zoeken de zwakste schakel in de keten en overheid en burgers moeten gezamenlijk de keten versterken. Dat betekent ook dat als u informatie heeft waar een andere gemeente baat bij heeft, u die moet delen. Alleen zo gaan we fraude daadwerkelijk tegen. Met de publiekscampagne ‘Voorkom gedoe, kijk het na’ hebben we burgers gewezen op hun eigen verantwoordelijk heid. Want niet alleen overheden, maar ook burgers zijn gebaat bij een goede registratie. Dr. R.H.A. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Agentschap BPR. Ik wil wel echt een oproep doen aan alle gemeenten. Zij zijn met name verantwoordelijk voor een goede kwaliteit van de BRP. Door mee te doen aan het risicogericht adresonderzoek, krijgen ze voor hun gemeente meer inzicht in de kwaliteit van de BRP en dragen ze echt bij aan een betere kwaliteit.” Meedoen? De wervingsperiode is afgerond. Gemeenten die nog willen meedoen, kunnen mailen naar [email protected]. Belangrijk is wel dat u dan per direct tot uiterlijk 21 juli de tijd heeft om adresonderzoek uit te voeren. ■ BRP-krant - 2 afleggen. Een over identiteitsfraude en een over de registratie van niet-ingezetenen. “Hierdoor kunnen we als dat nodig is iedereen inzetten voor de RNI.” Karsten Hakkenbroek, operationeel medewerker gemeente Venlo RNI-loket Venlo klaar voor seizoenspiek Het RNI-loket in Venlo zorgt sinds 6 januari voor de hele regio voor een nauwkeurige registratie van de niet-ingezetenen in de BRP (bekend als de Registratie Niet-Ingezetenen RNI). Buitenlandse werknemers die tijdelijk in ons land aan de slag gaan, krijgen direct een burgerservicenummer mee. Operationeel medewerker Karsten Hakkenbroek: “We maken duidelijke afspraken met bedrijven die buitenlandse werknemers inzetten.” Naast de eenmalige registratie van buitenlandse werknemers worden in de RNI ook de gegevens geregistreerd van mensen die vertrekken naar het buitenland en die eerst als ingezetene stonden ingeschreven. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die emigreren of gepensioneerden die een groot deel van het jaar in het buitenland verblijven. Taken overnemen Venlo is een van de achttien gemeenten met een RNI-loket die de registratie van niet-ingezetenen uitvoert en deze personen een burgerservicenummer geeft. Voorheen werd deze registratie door de Belastingdienst gedaan en werden sofinummers uitgereikt. De gemeente Venlo heeft een aantal jaren gewerkt aan de integratie hiervan in de werkwijze van de dienst Burgerzaken, vertelt Hakkenbroek. “Onderdeel van het overnemen van deze taak van de Belastingdienst was ook het overnemen van het personeel. In ons geval ging dat om zo’n vier fulltime medewerkers. De extra personeelskosten worden gedekt door een vergoeding die we ontvangen voor elke inschrijving in de RNI.” Samen met een collega heeft Hakkenbroek 25 baliemedewerkers getraind die allemaal twee examens moesten Functie- en baliescheiding Voor de registratie van niet-ingezetenen is een standaard functiescheiding ingebouwd volgens het zogenaamde 4-ogen-principe. Een manier van werken gericht op kwaliteit die ook het risico op fraude minimaliseert. Hakkenbroek: “De eerste stap is dat een baliemedewerker het identiteitsbewijs en de gegevens van de aanvrager checkt en de inschrijving in orde maakt.” Belangrijk onderdeel hiervan is de documentscanner die het identiteitsbewijs van de aanvrager scant en met onder andere infrarood en ultraviolet licht controleert op echtheid en de gegevens direct overneemt, bij voorkeur van de chip. “Als tweede stap controleert een medewerker aan een andere balie alle geregistreerde gegevens en reikt vervolgens aan de aanvrager het bewijs van inschrijving uit met het burgerservicenummer. Dit hele proces is veilig, voorkomt fouten en duurt ongeveer tien minuten.” Samenwerking met bedrijfsleven De geoliede organisatie van alle werkzaamheden van het RNI-loket in Venlo kwam er niet vanzelf. Hakkenbroek heeft veel contact met de uitzendbureaus en bedrijven die grotere aantallen buitenlandse werknemers in één keer komen laten inschrijven in de RNI. Bijvoorbeeld in de extra drukke tijd rond de asperge-oogst waarvoor veel buitenlandse werknemers worden ingezet. “Het is belangrijk dat de doorloop daarvan soepel en op een goede manier gebeurt. Je bent namelijk vrij om te kiezen waar je je laat inschrijven, dus je kiest de loketgemeente waar je het best geholpen wordt.” Deze manier van werken en de feedback van klanten heeft gezorgd voor de inzet van tolken en goede afspraken met de bedrijven over Terugmelden essentieel voor kwaliteit BRP Het terugmelden van afwijkingen of zelfs fouten in de BRP door afnemers is essentieel voor het nog verder verhogen van de kwaliteit van de Basisregistratie Personen. En voor het tegengaan van fraude. Reden voor Agentschap BPR om als stelselbeheerder dit jaar extra aandacht te besteden aan het belang hiervan. Fred Jacob, afdelingshoofd Stelselkennis en Innovatie bij Agentschap BPR: “Juist uitvoeringsorganisaties komen in de uitvoering van hun processen vaak mogelijke fouten tegen. Of ze stuiten op achterhaalde gegevens. Op het moment dat ze dat terugkoppelen, kunnen gemeenten en BZK ervoor zorgen dat andere organisaties daar vervolgens geen last meer van hebben. Zo is het mogelijk veel dichter op de actualiteit van gegevens te zitten. Daarmee verklein je ook de kans op fraude door mensen die door onjuiste registratie onterecht toeslagen of uitkeringen ontvangen.” Monitoring Om het belang van terugmelden te onderstrepen, organiseert Agentschap BPR onder meer informatiebijeenkom- sten en worden afnemers en gemeenten over het gebruik van de terugmeldvoorziening geïnformeerd. Jacob: “Meer specifiek monitoren we het gebruik van die voorziening. Welke afnemers en gemeenten doen wel mee en welke niet? Dat maakt inzichtelijk waar we nog kwaliteitswinst kunnen behalen. Daarnaast gaan we heel gericht met een aantal grote afnemers rond de tafel om afspraken te maken over het terug melden; met de politie bijvoorbeeld, om af te stemmen hoe zij het proces optimaal kunnen vormgeven.” Behoefte aan meer functionaliteit Bij afnemers bestaat grote behoefte aan meer functionaliteiten van de terugmeldvoorziening. Bijvoorbeeld voor het kunnen meesturen van bijlagen. Frans Rijkers, BRP-stelselverantwoordelijke bij Agentschap BPR: “Dat is een van de zaken die we in de nieuwe terugmeld- voorziening willen aanpassen. Het systeem is daar echter niet een-tweedrie voor geschikt. Vandaar dat we ons nu ook intensief buigen over de vraag wat we – met afnemers en gemeenten – kunnen afspreken om op basis van de huidige voorziening toch een zo groot mogelijke kwaliteitsslag te maken.” het tijdstip en de aantallen werknemers die in Venlo worden geregistreerd. Goed tegen fraude Het registreren van niet-ingezetenen gaat goed in Venlo. Hakkenbroek is erg te spreken over de aanwijsbare voordelen die er na een paar maanden RNI al zijn. “We hebben meer contact met de bedrijven in onze regio en de registratie en de uitgifte van burger servicenummers gaat sneller. En het is tegelijk een goede manier om identiteitsfraude tegen te gaan.” ■ RNI-loket registreert nietingezetenen De wet Basisregistratie Perso nen (BRP) kent ingezetenen en niet-ingezetenen. De Registratie van Niet-Ingeze tenen (RNI) is onderdeel van de BRP. Een niet-ingezetene is vrij zich te laten registreren bij een van de achttien RNI-loket gemeenten die hiervoor zijn aangewezen: Alkmaar, Almelo, Amsterdam, Breda, Den Haag, Doetinchem, Eindhoven, Goes, Groningen, Heerlen, Leeuwar den, Leiden, Nijmegen, Rotter dam, Terneuzen, Utrecht, Venlo, Zwolle. Deze gemeenten gebruiken hiervoor een centrale applicatie die hetzelfde gege vensmodel gebruikt als voor de registratie van ingezetenen, met dezelfde structuur en codering van gegevens. Het verschil is dat in de BRP voor het RNI-deel minder persoonsgegevens worden geregistreerd dan voor ingezetenen. BES-eilanden Die kwaliteitsslag geldt wat Jacob betreft ook voor de BES-eilanden: “Ook daar hebben we als het gaat om de persoonsinformatievoorziening een verantwoordelijkheid. Het is ook voor hen van belang om te kijken of en hoe zij meer gebruik kunnen maken van terugmelden. Het is daar weliswaar geen verplichting. Maar als je werkt aan kwaliteit, dan geldt ook voor die persoonsgegevens en de administratie ervan, dat terugmelden daarbij een belangrijke rol kan spelen.” Altijd terugmelden Rijkers: “Ook voor wat betreft de gegevens van niet-ingezetenen geldt geen terugmeldverplichting voor afnemers. Dat wordt door afnemers soms geïnterpreteerd als: ‘je kunt niet terugmelden over niet-ingezetenen.’ Maar dat is een misverstand; het kan wel. En ook hier geldt: als je de kwaliteit van de registratie wilt verbeteren, dan ‘moet’ je ook gewoon willen terug melden.” ■ 3 - BRP-krant “Samen een vuist maken tegen fraude” fraude geen ver-van-mijn-bedshow is en dat het in principe altijd en overal kan gebeuren. Daarom is het belangrijk dat je de signalen van fraude herkent en er als het ware voelsprieten voor ontwikkelt. Er zijn legio momenten om te checken of gegevens nog kloppen.” Mattie Blauw, fraudecoördinator bij BZK, maakt zich iedere dag hard voor een groter fraudebewustzijn. Dat klinkt door in het verhaal dat hij vertelt over het beleid van het Rijk om fraude op te sporen en tegen te gaan. “Fraudebestrijding kan nooit het pakkie-an zijn van een enkele partij.” Het bestrijden van fraude is een van de speerpunten van de overheid. Waarom eigenlijk? “Fraude is een vorm van bedrog. Zaken worden anders voorgesteld dan ze zijn. Het is een taai probleem dat het draagvlak en vertrouwen van de samenleving ernstig aantast. Het kost ontzettend veel tijd, geld en ergernis. Denk maar aan de fraude met toeslagen door Bulgaren. Daar was veel om te doen. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen zich dat realiseren en meer gaan samenwerken. Ook het ministerie zal zich er actiever mee gaan bemoeien.” Welke andere partijen bedoelt u dan? “Naast de ministeries en Nederlandse gemeenten zijn dat uitvoerders, toezichthouders en opsporings diensten. Zij moeten beter gebruik kunnen maken van de verschillende basisadministraties. Maar ook moeten zij onderling meer samenwerken om fraude aan te pakken. Gelukkig zien we dat de kwaliteit van samenwerking over de hele linie op een hoger niveau komt. En ook creatiever wordt. Wel moeten we nog meer dezelfde taal leren spreken.” Dat klinkt goed. Maar hoe leer je dat? “We zijn nu druk bezig met het inrichten van vier zogenaamde fraudeteams, die ervoor moeten zorgen dat het onderwerp bij ieder van deze organisaties tussen de oren komt. Deze teams kijken per organisatie welke acties genomen kunnen worden om “We zien dat de kwaliteit van samenwerking over de hele linie op een hoger niveau komt.” fraude op te sporen en welke preventieve maatregelen mogelijk zijn. Die teams komen bij Logius, Agentschap BPR, ICTU en het ministerie van BZK Mattie Blauw, fraudecoördinator bij BZK zelf. Slachtofferhulp gaat kijken hoe de slachtoffers ondersteund kunnen worden. Daarmee kunnen we snel reageren op wat er in de praktijk gebeurt.” Is dat alles? “Nee, absoluut niet. We stimuleren kennisdeling door het organiseren van werkconferenties en overleggen. Maar ook zetten we onorthodoxe middelen in, zoals de Hackaton AntiFraude die medio april plaatsvond in Den Haag. Tijdens deze drukbezochte bijeenkomst werden nieuwe concepten ontwikkeld om fraude tegen te gaan. Doel daarvan was om het bestaande denkkader te verruimen. De meest aansprekende ideeën laten we uitwerken om ze in de praktijk in te zetten.” Wat kunnen gemeenten zelf doen? “Het belangrijkste is dat je steeds alert bent. Het is een kwestie van weten dat En doen gemeenten dat dan altijd? “Helaas nog niet altijd. En hoewel afnemers bij gerede twijfel verplicht een terugmelding moeten doen, gebeurt ook dat lang niet altijd. Dat komt overigens niet door ‘niet willen’, maar door ‘niet weten’ of ‘niet herkennen’. Het terugmelden is in veel gevallen nog geen natuurlijk onderdeel van de werkprocessen. Dat probleem verdient ook onze aandacht.” Dat is handig voor overheden. Wat doet u voor burgers? “Ook burgers kunnen een bijdrage leveren om fraude te voorkomen. Met Volgens fraudecoördinator Mattie Blauw zijn er voor gemeenten en afnemers talloze momenten waarop zij goed hun beschikbare gegevens kunnen controleren. Een mooi voorbeeld daarvan zijn stembescheiden die na een verkiezing retour worden gezonden. Na de laatste lokale verkiezingen van maart 2014 kwamen uit de vier grote steden naar schatting bijna 5.000 stempassen retour. Blauw: “Je weet dan dat er iets niet klopt met zo’n adres. Voor gemeenten zou dat een goede reden moeten zijn om een adresonderzoek in te stellen. Op die manier kun je echt bijdragen aan de kwaliteit van de BRP.” Bestuurlijke boete helpt gemeenten fraudeurs aanpakken Met de inwerkingtreding van de Wet BRP in januari 2014 mogen gemeenten burgers die hun verplichtingen niet nakomen een bestuurlijke boete opleggen. Bijvoorbeeld wanneer iemand niet binnen vijf dagen een verhuizing doorgeeft. Maar ook wanneer iemand geen ‘bewijsstukken’ wil overleggen, zoals een geboorte- of huwelijksakte. Of zich weigert te legitimeren. “Met een boete kunnen we iemand aanzetten tot het nakomen van verplichtingen die de wet hem oplegt, zonder het justitieel apparaat te belasten”, legt Slots uit. Enschede maakt momenteel plannen om in de tweede helft van 2014 de eerste boetes te gaan opleggen. niet hun verplichtingen nakomen. “Het uitzoeken hiervan kost de gemeente veel energie en geld”, aldus Slots. Volgens hem handelt driekwart van deze Fraude aanpakken Jaarlijks krijgt Enschede te maken met 3000 mensen die te laat of helemaal mensen te goeder trouw en zijn zij bijvoorbeeld vergeten een verhuizing op tijd door te geven. “Maar regelmatig “Het moet normaal worden om je nieuwe adres direct aan de gemeente door te geven” plegen mensen fraude. Die willen we met de bestuurlijke boete aanpakken.” Behalve een vorm van straf is de bestuurlijke boete ook een hulpmiddel om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Slots: “We willen het bij de mensen tussen de oren krijgen dat ze zélf verantwoordelijk zijn voor het door geven van bepaalde gegevens. De vrijblijvendheid moet eruit. Het moet net zo normaal worden om je nieuwe adres aan de gemeente door te geven als aan je internetprovider.” Niet vrijblijvend Slots benadrukt dat mensen niet direct een boete krijgen als ze hun verplichtingen niet nakomen. “Er gaat een heel traject aan vooraf. In Enschede hebben we eerst in de lokale media aandacht voor de nieuwe maatregel gevraagd. Ook stuurden we brieven naar woning Op welk resultaat hoopt u? “Dat partijen de handen ineen slaan en samen een vuist maken tegen fraude. Zodat we het probleem goed in kaart krijgen en de vinger op de zere plek kunnen leggen. Waar mogelijk staan wij hen met raad en daad ter zijde. In de strijd tegen fraude staat niemand alleen.” ■ Tip van Mattie: retour gezonden stempassen ‘De vrijblijvendheid moet eruit’ Maar liefst vier ambtenaren van de gemeente Enschede zijn full time bezig met het uitzoeken van onjuiste of onvolledige adres- en persoonsgegevens. Met de bestuurlijke boete, die gemeenten sinds de komst van de Wet BRP mogen opleggen, komt daar hopelijk snel een einde aan. “We kunnen onze capaciteit straks inzetten voor aanpak van de échte fraude plegers”, aldus juridisch medewerker Eddie Slots van de Twentse gemeente. de website CheckID kunnen burgers en bedrijven controleren of een Nederlands paspoort of identiteitskaart nog in omloop mag zijn. Is een document gestolen of vermist, dan krijg je direct een hit. Op die manier kan op eenvoudige wijze worden voorkomen dat fraudeurs met gestolen of vermiste documenten transacties sluiten. Maar ook zijn we StopID aan het ontwikkelen, een voorziening waarmee je als houder je paspoort of identiteitskaart bij verlies of diefstal direct kunt blokkeren.” Eddie Slots, juridisch medewerker gemeente Enschede corporaties en naar jongeren- en studentenhuisvesting.” Wanneer de gegevens nu niet juist zijn, krijgt iemand eerst een waarschuwingsbrief. “Maar als ook dáár niet op wordt gereageerd, gaan we echt handhaven. De sanctie is dus zeker niet vrijblijvend, zoals een aantal criticasters denkt.” De standaardboete bedraagt 200 euro, maar kan als iemand recidive pleegt oplopen tot maximaal 325 euro. Mocht dat niet werken en iemand weigert te betalen, dan volgen aan maning, dwangbevel en deurwaarder. Handreiking NVVB beoogt standaardisatie Wel of niet handhaven met een bestuurlijke boete is iets dat elke gemeente zelf in het beleid moet bepalen. Wel is het wenselijk dat de toepassing ervan zoveel mogelijk op gelijke wijze plaatsvindt. Daarom ontwikkelde de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) de handreiking Bestuurlijke boete. Met deze handreiking wil de NVVB bereiken dat gemeenten het sanctiebeleid op dezelfde manier uitvoeren. Slots schreef als lid van de werkgroep mee aan de tekst. “Afstemming tussen gemeenten is noodzakelijk. We willen vermijden dat personen zich in een nabijgelegen gemeente laten inschrijven waar wellicht een soepeler handhavings beleid wordt gevoerd.” Overleg van tien gemeenten Behalve de gemeente Enschede bezinnen ook de andere Twentse gemeenten zich op de vraag hoe zij de bestuurlijke boete moeten vormgeven. Binnenkort schuiven de tien gemeenten voor overleg bij elkaar om de tafel. Slots hoopt ze allemaal te kunnen overtuigen van het nut van de nieuwe sanctie. “Hoe meer gemeenten meedoen, hoe meer de olievlek zich verspreidt. Door eenduidig op te treden, geven we een duidelijk signaal af.” ■ BRP-krant - 4 “We proberen in de huid te kruipen van de mogelijke fraudeur” Het aanpakken van fraude heeft sinds de ontdekking van de oplichting met toeslagen vorig jaar hoge prioriteit voor Agentschap BPR van het ministerie van BZK. Het fraudeteam van het agentschap vormt de spil tussen de landelijke overheid en gemeenten als het gaat om de BRP. Michel Savelkoul en Judy Moester vertellen over hun rol als coördinatoren fraude. “Het is een beetje als kruipen in de huid van de potentiële fraudeur. Proberen te denken zoals een oplichter, die niet uitgaat van wat hoort, maar van wat mogelijk is. Op welke manieren kun je gegevens in de BRP gebruiken om fraude te plegen?” Dat is volgens Savelkoul de taak van het fraudeteam. Moester: “Helemaal voorkomen kun je niet dat mensen fraude plegen. Maar we kunnen het ze wel zo moeilijk mogelijk maken. En: als het een fraudeur toch is gelukt, proberen om de schade zo snel en goed mogelijk te herstellen voor de gegevens in de BRP.” Fraude met adressen De opdracht van Savelkoul en Moester richt zich vooral op het in beeld brengen van fraude met adressen. Moester: “De meeste gegevens in de BRP veranderen niet veel, adressen wel. Daarom kun je daar het makkelijkste mee sjoemelen.” Het fraudeteam, dat bestaat uit vier leden, zoekt uit wat voor soorten adresfraude gemeenten tegenkomen en hoe vaak die voorkomen. Vervolgens richt de aanpak zich op twee sporen: voorkomen en genezen. Risicoprofielen tegen fraude Onder ‘voorkomen’ valt onder meer: gemeenten helpen hoe zij fraude kunnen herkennen en voorkomen dat iemand niet goed wordt ingeschreven. Savelkoul: “Sommige gemeenten hebben hele goede risicoprofielen ontwikkeld waarmee ze een verkeerde inschrijving en fraude voorkomen. Zij zien het bijvoorbeeld als iemand vaak verhuist, als sprake is van overbewoning of juist van leegstand. Als je daar goede risicoprofielen voor hebt, kun je al veel ellende voorkomen.” Savelkoul en Moester gaan het land door om goede De aanpak richt zich op twee sporen: voorkomen en genezen voorbeelden te verspreiden. “Daarbij letten we natuurlijk ook op de populatie: het verschilt nogal of je een grote stad bent of een kleine plattelands gemeente. En of je bijvoorbeeld een grote studentenpopulatie hebt of niet.” Grote verschillen per gemeente Het fraudeteam ondersteunt gemeenten ook bij de actie die vervolgens nodig is. “Bij een vals paspoort weet een gemeente wel wat er moet gebeuren. Maar wat doe je bij een ‘raar verhaal’? De ene gemeente wil eerst meer bewijs. De Fraude opsporen door bundeling van krachten De gemeente Amsterdam maakt meer werk van fraude bestrijding. Dat doet ze niet alleen, maar met verschillende overheidsdiensten. De samenwerking is concreet, met specifieke fraudegevallen en een aanpak op maat. Het resultaat: minder verkokering en meer efficiëntie, zegt programmamanager Erwin Lubberding. Tips voor andere gemeenten • Werk met concrete casussen • Breng de informatie die afzonderlijke organisaties hebben in kaart • Maak op grond daarvan een analyse • Bepaal welke partij het meeste belang heeft en start de interventie • Bespreek achteraf of de interventie heeft gewerkt of dat andere acties nodig zijn. volgende gemeente schrijft wel in, maar gaat op huisbezoek. Een derde gemeente schrijft in zonder vragen”, legt Moester uit. “Het kost tijd om gemeenten kritischer te laten zijn, want dienstverlening is als visitekaartje van de gemeente erg belangrijk.” Naast het gebruik van risicoprofielen en goed opgeleid baliepersoneel is ook goede scanapparatuur voor identiteitsdocumenten van belang bij het voorkomen van fraude. Savelkoul: “Gelukkig merken we dat gemeenten steeds meer aandacht hebben voor mogelijke fraudegevallen.” Genezen En als iemand door de controles heen is geglipt en ergens staat ingeschreven waar hij niet woont? Dan rest gemeenten niets anders dan genezen: zorgen dat de fouten worden gevonden en opgelost. Savelkoul: “Daar ondersteunen wij gemeenten bij door bijvoorbeeld adresonderzoeken te faciliteren en te stimuleren.” Natuurlijk laten de coördinatoren het liever niet zo ver komen. “Achteraf herstellen is lastig en kost geld. Maar alles voorkomen kan niet, er zijn altijd mensen die het lukt om te frauderen. Dan is het goed om een vangnet te hebben en er alles aan te doen om foute inschrijvingen weer te herstellen.” Kennis verspreiden Moester en Savelkoul zien veel kennis project Schoon Schip keken diverse diensten of ze de BRP actueler konden krijgen met behulp van loonaangifte gegevens uit het UWV. Het uitgangspunt bij de huidige krachtenbundeling is dat er door fraude geld weglekt. Dat moet voorkomen worden. Lubberding: “Door bepaalde patronen in de fraude te ontdekken kun je wellicht ook meer te weten komen over de omvang.” Concrete casussen De deelnemende organisaties brengen concrete casussen in waarvan ze zelf denken dat er meer aan de hand is. “We Judy Moester en Michel Savelkoul, coördinatoren fraude bij Agentschap BPR bij gemeenten. “Onze rol is om die kennis te verspreiden en met elkaar te delen. Het is zonde als je alles zelf moet bedenken.” Agentschap BPR biedt het overzicht, gemeenten kiezen vervolgens zelf welke methodiek het beste ingezet kan worden voor die gemeente in die situatie. Daarnaast komt Agentschap BPR met landelijke initiatieven om fraude te bestrijden, zoals de pilot gekwalificeerd terugmelden of de Hackaton AntiFraude. Groot maatschappelijk belang De wereld waarin de twee coördinatoren zich begeven is dynamisch. Moester: “Het is elke keer weer een uitdaging om voor nieuwe incidenten een oplossing te bedenken. Het tegengaan van fraude dient een groot maatschappelijk belang, want de kosten daarvan zijn enorm. Als wij daaraan een bijdrage kunnen leveren, geeft dat veel voldoening.” ■ kijken welke informatie de organisaties los van elkaar hebben, of er verbanden zijn en waarom iemand fraudeert. De volgende vraag is welke interventie we kunnen toepassen om dit soort fraude tegen te gaan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er verbanden zijn met andere adressen of andere personen. Die pak je dan ook meteen mee. Ook kijken we welke organisatie het meeste belang heeft om hiermee aan de gang te gaan, bijvoorbeeld door huisbezoeken te doen. De bevindingen bespreken we weer in de groep. Zo wordt duidelijk of het inderdaad zo was als we dachten. Daarnaast zien we of de interventie werkt of dat we het misschien anders moeten doen.” De gemeente werkt vanuit het programma 1-overheid bij fraudebestrijding samen met onder meer de Sociale Dienst, de politie, de Dienst Basis Informatie, de Dienst wonen, de Belastingdienst, Politie, Logius en het Agentschap BPR. Het idee is dat ze zo meer van elkaars werkwijze te weten komen, zegt Lubberding. “Veel diensten werken nogal verkokerd. Ze kijken vooral vanuit hun eigen perspectief naar een bepaalde casus. Door samen te werken kunnen we bepaalde patronen van bijvoorbeeld fraude met de BRP ontdekken.” Schoon Schip Helemaal nieuw is de krachtenbundeling in Amsterdam niet. In het recente De Dam, Amsterdam Meer inzicht Het programma in Amsterdam is net gestart en loopt komend jaar door, maar nu al is volgens de programma manager duidelijk dat het heel waardevol is om informatie te delen. “Er ontstaat zo veel meer inzicht in wat er aan de hand is. Je ziet ook dat een zaak soms al langer loopt, maar nooit structureel is aangepakt. En dus stellen we onszelf ook de vraag of we een fraudegeval al eerder hadden kunnen onderkennen, welke signalen daarbij horen en hoe we het probleem kunnen oplossen.” Andere gemeenten Lubberding hoopt dat andere regio’s de werkwijze zullen overnemen. “Het zou goed zijn als we meer uniformiteit krijgen, zodat alle gemeenten met een min of meer gelijkwaardig onderzoeksniveau werken. Doe je dat niet, dan krijg je een soort waterbedeffect. Fraudeurs hebben redelijk snel door als je strakker gaat controleren op bepaalde thema’s en dan gaan ze het elders proberen. Dat wil je niet hebben. Het zou goed zijn als BZK dit gaat coördineren. Het gebeurt al wel, maar het kan nog beter.” ■ 5 - BRP-krant Sint Maarten Sint Maarten is de kleinste van de vier landen van het Koninkrijk der Nederlanden. De drie Caribische landen van het Koninkrijk hebben alleen een landsregering en geen andere bestuurslaag zoals gemeenten. Ze zijn autonoom wat betreft hun bevolkingsadministratie. Alle partijen van het Koninkrijk werken sinds 1999 samen met het oog op de kwaliteit van alle bevolkingsadministraties in het Koninkrijk. “We willen met een Documenten Expertise Centrum gezamenlijk fraude aanpakken” Sint Maarten werkt hard aan betrouwbare PIVA voortdurend in het identificeren van valse documenten. Ook zijn we aanwezig bij verschillende congressen en willen we een fraude-preventie-top organiseren om met omliggende landen te werken aan meer bewustwording. Tot slot zijn we met de Immigratiedienst van plan een Documenten Expertise Centrum op te zetten om gezamenlijk fraude aan te pakken.” “De PIVA kan nog vóór de zomer functioneren als een echt betrouwbare basisadministratie.” Aan het woord is Leona Marlin, afdelingshoofd Burgerzaken van Sint Maarten. Haar afdeling werkte de afgelopen tijd hard aan het verbeteren van de kwaliteit van de PIVA (Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba) van Sint Maarten. Marlin onderwierp samen met haar collega’s de PIVA-administratie van Sint Maarten aan diverse strenge controles. In eerste instantie zijn de processen van de reguliere taken aangepakt en op orde gebracht, zodat het maken van nieuwe fouten wordt voorkomen. “Op dit moment controleren we persoons gegevens aan de hand van brondocumenten. Veel gegevens stammen nog af van de oude gezinskaarten die in 1997 zijn gebruikt voor de initiële vulling van de PIVA”, aldus het afdelingshoofd. “Die vergelijken we nu bijvoorbeeld met gegevens uit de burgerlijke stand. Waar nodig passen we de gegevens aan. Deze actie kunnen we nu heel efficiënt uitvoeren omdat we in 2012 onze brondocumenten hebben gedigitaliseerd.” Verstrekken en terugmelden In tegenstelling tot de BRP verstrekt de PIVA niet geautomatiseerd persoons gegevens aan andere overheidsdiensten van Sint Maarten. Overheidsdiensten die persoonsgegevens nodig hebben, vragen de burger om een uittreksel. “De PIVA is bovendien geen basisregistratie, zoals de BRP. Overheden die voor hun taak persoonsgegevens nodig hebben, zijn niet verplicht de PIVA-gegevens te gebruiken. Maar nu de kwaliteit van de PIVA steeds beter wordt, onderzoeken we de mogelijkheden voor systematische verstrekking van gegevens en terugmelding”, zegt Marlin. Daarbij wordt ook goed gekeken naar wat de andere Caribische eilanden doen. Bijvoorbeeld tijdens het halfjaarlijkse Leona Marlin, afdelingshoofd Burgerzaken Sint Maarten Burgerzakenoverleg van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba: het PIVA-platform. Fraudebestrijding Mede doordat er geen koppeling bestaat tussen de administraties van de verschillende overheidsinstellingen, zoals in Nederland tussen de BVV (Basis Voorziening Vreemdelingen) en de BRP, is het vaak lastig om vast te stellen of iemand is wie hij zegt dat hij is. Preventie van identiteitsfraude heeft daarom hoge prioriteit. Marlin: “De Koninklijke Marechaussee traint onze medewerkers Afkijken van Nederland Hoeveel positieve veranderingen ook, Marlin en haar collega’s ervaren nog regelmatig onbegrip vanuit Nederland. “Ik begrijp dit vanuit het verleden”, stelt Marlin. “Maar er is echt veel veranderd in het Caribisch gebied, sinds ik bij Burgerzaken begon in 2006. Ook in Sint Maarten zijn we continu bezig processen te verbeteren en te vereenvoudigen. We kijken daarbij graag af van Nederland. Daarom sturen we regelmatig medewerkers naar Nederland om stage te lopen en hebben we enkele tijdelijke medewerkers met BRP-ervaring uit Nederland aangetrokken. Natuurlijk kunnen we nog veel verbeteren en leren, maar er is nu een juiste basis om verder te groeien. Ons eiland is uniek, maar we streven allemaal hetzelfde doel na: een betrouwbare basisadministratie van persoonsgegevens!” ■ Eerste ambtenaren doen examen binnen project NBP De eerste resultaten van het project Naar Betrouwbare Persoonsgegevens (NBP) van ICTU worden zichtbaar. Het doel van dit project is om ambtenaren burgerzaken beter toe te rusten op hun taak. Inmiddels hebben ruim dertig ambtenaren examen gedaan voor acht nieuwe modules. Projectleider Ron van Troost van ICTU en deelnemer Monique Geurts van de gemeente Duiven vertellen. Ron van Troost, projectleider NBP bij ICTU: Modules beschikbaar of in ontwikkeling Op dit moment kunnen ambtenaren examen doen in acht modules. Vijf modules zijn nog in ontwikkeling. Op hbo–niveau: Op mbo2-niveau: • Identiteit en Identiteits • Documenten en verzoeken documenten II (beschikbaar) (beschikbaar) • Landelijke ontwikkelingen • Migratie (beschikbaar) (beschikbaar) • Persoonsinformatievoorziening Op mbo4-niveau: en privacy (in ontwikkeling) • Identiteit en Identiteits • Persoonsregistratie documenten I (beschikbaar) (in ontwikkeling) • Afstamming (beschikbaar) • Nationaliteit (beschikbaar) • Migratie (beschikbaar) • Reisdocumenten (in ontwikkeling) • Rijbewijzen (in ontwikkeling) • Naam (in ontwikkeling) “We zijn de afgelopen maanden heel actief geweest. Inmiddels hebben we geschikte hulpmiddelen opgeleverd om buitenlandse brondocumenten te beoordelen, zoals twee checklists en stappenplannen. Ambtenaren zijn daar blij mee. En als ze er toch zelf niet uitkomen, sturen ze het document door naar een denktank van experts. Zij geven binnen uiterlijk twee maanden advies, bijvoorbeeld of de ambtenaar meer informatie moet vragen of het document niet moet accepteren omdat het niet goed genoeg is.” “Mooi is dat de ambtenaren die de hulpmiddelen testten, ook werkbezoeken hebben afgelegd, bijvoorbeeld aan de Koninklijke Marechaussee. Die heeft veel expertise waarvan ambtenaren veel kunnen leren. Zij konden ook documenten meenemen, die dan werden beoordeeld. We gaan nu onderzoeken hoe we de hulpmiddelen onder alle gemeenten kunnen verspreiden. Iedereen ziet namelijk echt de toegevoegde waarde.” “We hebben ook gewerkt aan de ontwikkeling van modules en examens zodat duidelijker is aan welke eisen ambtenaren moeten voldoen. Het werk aan de balie bleek ingewikkelder dan gedacht: in plaats van 16 modules gaan we er 24 opleveren! Voor acht modules hebben we nu ook examens. We hebben zelfs de Prijs voor examens verdiend van de Nederlandse Vereniging voor Examens. Die wordt toegekend aan een bijzondere prestatie op het gebied van toetsing, beoordeling en examinering. Je snapt dat we daar heel trots op zijn. Voor twee andere activiteiten binnen het project staan we pas aan het begin, dus voorlopig hebben we nog genoeg te doen om persoonsgegevens nog betrouwbaarder te maken.” ■ Monique Geurts, frontoffice medewerker bij gemeente Duiven: “Wij hebben twee modules gevolgd en een examen afgelegd. In Duiven werken we toe naar een Klant Contact Centrum (KCC). Dat betekent dat ook frontoffice medewerkers zoals ik burgerzaken gaan afhandelen. Daarvoor hebben we natuurlijk wel meer kennis van zaken nodig. Daarom heeft mijn teamleider me opgegeven voor twee modules, namelijk ‘migratie’ en ‘documenten en verzoeken’.” “In twaalf studiemiddagen hebben we een syllabus doorgewerkt. Daarin kwamen zaken aan bod zoals processen rond reisdocumenten en rijbewijzen, vermissing van een document, identificatie van personen en echtheidskenmerken van documenten. Ik vond de syllabus soms niet erg helder voor een leek, maar ik heb erg veel geleerd. Ik had niet gedacht dat het baliewerk zo ingewikkeld zou zijn, dus het was een mooie uitdaging.” “Half april heb ik examen gedaan. Dat was goed te doen en sloot aan op de lesstof. Ik hoorde gelukkig direct daarna al dat ik geslaagd ben! Wel jammer dat je niet hoort welke vragen je fout had, daar leer je toch van. Ik kijk er wel naar uit om meer modules te gaan volgen. Nu werk ik een ochtend in de week aan de balie. Als het KCC in juli van start gaat, wordt dat veel meer. Ik ken de basis nu en die wil ik me eerst eigen maken. Maar daarna heb ik wel de ambitie om met andere modules de diepte in te gaan.” ■ BRP-krant - 6 Signaleren huwelijksdwang en achterlating bij de balie De gemeente Nijmegen heeft een standaard werkwijze ontwikkeld voor situaties waarin een medewerker Burgerzaken huwelijksdwang of achterlating vermoedt. Bij een verdachte aangifte van vertrek of bij een adreswijziging werkt hij dan enkele standaard stappen af. Senior-specialist Burgerzaken Martijn van der Linden: “Het is een administratief proces waarbij we met extra controles streven naar een up-to-date BRP.” Van der Linden heeft de standaard werkwijze de afgelopen maanden samen met hoofd Burgerzaken Marcel Peters geïntegreerd in de werkwijze aan de balie en de backoffice. Dat gebeurde naar aanleiding van een vraag van een raadslid over huwelijksdwang, nog voor de verspreiding van de BZK-circulaire over dit onderwerp. Alle gemeenten Marcel Peters, hoofd Burgerzaken en Martijn van der Linden, senior-specialist Burgerzaken ontvingen begin januari de circulaire ‘Handelwijze bij vermoedens van huwelijksdwang en achterlating, onttrekking van kinderen aan overheidstoezicht en aangifte van geboorte en medische verklaring’ als onderdeel van de landelijke aanpak. Lijst met stappen In Nijmegen volgen baliemedewerkers een lijst met stappen als zij vermoeden dat de situatie rondom een aangifte wijst op achterlating of een gedwongen huwelijk. Van der Linden: “In feite begint het bij de balie: je bewust zijn van wat er aan de hand is. Bijvoorbeeld als een heel gezin behalve de man of vrouw vertrekt naar het land van herkomst. Of juist als de vrouw en kinderen alleen achterblijven. Of als het erop lijkt dat iemand gedwongen wordt om in het buitenland te trouwen. Het is niet precies aan te geven wat daarvoor de signalen zijn, maar gaandeweg ontwikkelen de baliemedewerkers een fingerspitzengefuhl voor niet-pluissituaties.” Standaardbrieven Een set standaardbrieven ondersteunt de werkwijze in Nijmegen, legt Van der Linden uit. “Als de baliemedewerker een vermoeden heeft, wordt de aangever gevraagd op welk adres en telefoonnummer partner en kinderen te bereiken zijn. De partner wordt dan verzocht schriftelijk aangifte te doen. Pas daarna wordt de aangifte verwerkt in de BRP. Ook volgt er in deze gevallen een adresonderzoek om mogelijke fraude te voorkomen. En als een partner aangeeft eventueel met kinderen te willen terugkeren naar Nederland, wordt het vertrek voorlopig niet geregistreerd in de BRP.” Andere signalen De balie is niet de enige plaats waar vermoedens rijzen, legt hoofd Burger zaken Peters uit. “Zo werken we samen met diverse instanties die ook signalen kunnen opvangen. Denk hierbij aan de (vreemdelingen)politie, de sociale recherche, leerplichtambtenaren en woningcorporaties. Als netwerk is je bereik groter en heb je meer ingangen en mogelijkheden om zaken aan te pakken.” Van der Linden vult aan: “We krijgen bijvoorbeeld een melding van de leerplichtambtenaar als een kind niet meer op school verschijnt. Ook de afdeling Inkomen van Sociale Zaken kan veranderingen rond inkomen of een uitkering melden.” Circulaire als handreiking Peters vindt de circulaire van BZK een nuttige handreiking, met instrumenten zoals de toolkit Meldcode Huiselijk Geweld en de signalenlijst Maatschappelijke Vroegsignalering. “Juist voor de kleinere gemeentes is het lastig hiervoor zelf een werkwijze te ontwikkelen, omdat ze door lagere inwonertallen veel minder met dit soort gevallen te maken krijgen dan de grotere gemeenten. Dan kan de circulaire zeker hulp bieden.” ■ Resultaten van de Kwaliteitsagenda BRP Om de GBA te verbeteren heeft het ministerie van BZK eind 2011 de Kwaliteitsagenda GBA (inmiddels BRP) opgesteld. Hiervoor werkt het ministerie samen met gemeenten, onderzoekers en afnemers aan allerlei projecten die bijdragen aan de kwaliteit van de BRP. De resultaten daarvan zijn heel divers en geven een realistisch beeld van de huidige kwaliteit. Omdat veel overheidstaken afhankelijk zijn van de BRP, is een optimale kwaliteit ervan essentieel. Daarom hebben veel partijen de afgelopen jaren samengewerkt aan diverse projecten en onderzoeken. Gemeenten en afnemers zijn over al deze initiatieven op de hoogte gehouden als deelnemer van de werkgroep Kwaliteit BRP. Die zorgde voor een goede uitwisseling van praktijkvoorbeelden. Ook ontvingen ze diverse circulaires met handreikingen en instructies en konden ze roadshows bijwonen over uiteenlopende thema’s. De activiteiten lopen nog zeker door tot in 2015. Colofon De BRP-krant gaat over het verbeteren van de kwaliteit van de Basisregistratie Personen en is een uitgave van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Konink rijksrelaties (BZK). De krant verschijnt twee keer per jaar. Gericht adresonderzoek Adresonderzoek krijgt binnen de kwaliteitsagenda veel aandacht. Er vinden overal in Nederland steeds meer gerichte adresonderzoeken plaats waarna de BRP aangepast kan worden. Dat gebeurt door buitendienstmedewerkers van gemeenten of naar aanleiding van signalen van uitvoeringsinstanties, bijvoorbeeld over leegstand. Het aantal adresonderzoeken is gestegen van gemiddeld 10.000 per maand naar maandelijks zo’n 14.000. De stijging gaat snel. In 1995 waren er in totaal 50.000 adresonderzoeken, terwijl er in 2013 al ruim 130.000 zijn gedaan. De beste resultaten • Het aantal VOW’ers (vertrokken onbekend waarheen) is minder sterk gestegen. De groei is 25 procent lager dan wat het CBS had berekend aan de hand van de afgelopen jaren. • Verder hebben 243 gemeenten gebruikgemaakt van de Suwi (samenwerking uitvoering werk en inkomen)-Inkijkfunctie en deze 50.000 keer gebruikt. • Er is een bedrag van 1 miljoen euro besteed aan de deskundigheids bevordering voor opleiding en examen van 1200 burgerzakenambtenaren. De eerste dertig ambtenaren hebben inmiddels met succes het examen afgerond en krijgen daarvoor binnenkort een certificaat uitgereikt (zie pagina 5). • Gegevens uit de BRP worden inmiddels gecombineerd met actief DigiD-gebruik gericht op het signaleren van mogelijke fraude. Hierdoor zijn 548 accounts nader onderzocht, waarvan 169 accounts zijn geblokkeerd omdat bleek dat het ging om een poging tot fraude. • De methodiek Samen Leren (te vinden op www.bprbzk.nl) is beschikbaar waarmee gemeenten risicogericht adresonderzoek kunnen doen. Dit jaar gaan 100 gemeenten dit gerichte adresonderzoek doen op 6000 adressen (zie pagina 1). Deze krant is te downloaden op: http://www.bprbzk.nl/BRP/Kwaliteit Teksten en interviews Leene Communicatie, Gouda Vormgeving Optima Forma bv, Voorburg Twitter De verbetering van de kwaliteit van de BRP is ook te volgen op twitter via @identiteitBZK en #kwaliteitBRP. Eindredactie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Druk Opmeer Drukkerij bv, Den Haag Vragen en opmerkingen Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Agentschap BPR Postbus 10451 2501 HL Den Haag Telefoon: 088 900 1000 (lokaal tarief) E-mail: [email protected] Mei 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc