Presentatie - Institut Scientifique de Santé Publique

110 jaar wetenschap in dienst van de
volksgezondheid.
110 années de science au service de la
santé publique.
Rue Juliette Wytsmanstraat 14 | 1050 Brussels | Belgium
T +32 2 642 51 11 | F +32 2 642 50 01 | email: [email protected] | www.wiv-isp.be
Wat voorafging
•
•
•
•
•
•
1798 : Edward Jenner ontdekt het principe van de
vaccinatie tegen koepokken.
1880 : Louis Pasteur ontwikkelt een vaccin tegen
vogelcholera.
1885 : Louis Pasteur geneest als eerste een jongen
met hondsdolheid.
1888 : oprichting van het Pasteurinstituut in Parijs.
1892 : laatste grote cholera epidemie
in Antwerpen.
1897 : wereldtentoonstelling in Brussel.
Het Pasteurinstituut van Brabant
•
•
•
•
•
15.03.1900 : oprichting van het Antirabies en Bacteriologisch
Instituut van Brabant met als opdracht :
•
Onderzoek en behandeling infectieziekten.
•
Productie van antisera tegen tetanos en rabies.
•
Productie van tuberculose & choleravaccins.
1901 : Jules Bordet benoemd als directeur.
1903 : Weduwe van Pasteur geeft toelating tot naamswijziging
in Pasteurinstituut van Brabant.
1906 : J. Bordet ontdekt met O. Gengou de oorzaak van
kinkhoest.
1919 : krijgt de nobelprijs voor geneeskunde voor zijn
immunologisch oeuvre.
Jules Bordet (1870 - 1961) door Paul Delvaux
Ontstaansgeschiedenis van het
WIV-ISP : 4 fasen.
•
•
•
•
1904-1952 : uitbouw van het Centraal Laboratorium en
coördinatie van de provinciale gezondheidsdiensten.
Directeuren : drs Maurice Henseval, Louis Van Boeckel, Frans
Van den Branden en Paul Nelis
1953-1983 : uitbouw van het Instituut voor Hygiëne en
Epidemiologie (IHE) en omvorming tot wetenschappelijke
instelling. Directeur dr Alphone Lafontaine.
1983-2005 : effecten van de staatshervorming van 1989,
uitbouw van de rechtspersoon en fusie met het
Pasteurinstituut. Directeur : dr Godfried Thiers.
2006-2014 : het Jennerproject en de herstructurering van het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP).
Directeur : dr Johan Peeters.
1904-52 – Centraal Laboratorium - 1
1904 : oprichting van het Centraal Laboratorium.
1905 : dr Maurice Henseval benoemd als directeur met als
opdracht :
•
•
•
•
•
•
•
Uitbouwen van bacteriologische diagnostiek en serotherapie.
Coördinatie van preventie en aanpak van ziekteuitbraken.
Ondersteuning van de provinciale medische commissies.
1911 : overheveling van de gezondheidsdienst van Landbouw
naar Binnenlandse Zaken en uitbouw provinciale inspecties.
1920 : Henseval benoemd als hoogleraar Bacteriologie aan de
universiteit van Gent.
1904-52 – Centraal Laboratorium - 2
•
•
•
•
1920 : nieuwe directeur : dr Louis Van Boeckel,
gezondheidsinspecteur van Brabant en oprichter van het
laboratorium in Brugge.
1920-28 : uitbouw van een farmaceutische afdeling als
voorlopers van de eetwaren en farmaceutische inspectie en het
latere FAVV en FAGG.
1928-42 : dr Frans Van den Branden : bouwt de laboratoria
verder uit.
1936 : oprichting van het Ministerie van Volksgezondheid
onder Minister Emile Vandervelden.
1904-52 – Centraal Laboratorium - 3
1943-52 : dr Paul Nelis : nieuwe directeur. IJvert voor de
eenmaking van centrale en provinciale laboratoria en inspecties.
1946 : oprichting van de Inspectie van Laboratoria met 8 centrale
laboratoria en 7 provinciale afdelingen :
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Bacteriologie & hygiëne.
Virologie.
Fysica.
Scheikunde & afvalwater.
Geneesmiddelenonderzoek.
Rijksentstoffeninstituut (veeartsenijkunde Kuregem).
Vleeswareninstituut
1948 : beslissing om alle laboratoria onder te brengen in een
nieuwbouw in de Wijtsmanstraat te Brussel.
KB 24.11.1951 : oprichting van het Instituut voor Hygiëne en
Epidemiologie (IHE).
1953-83 – Instituut Hygiëne en Epidemiologie
1953 : dr Alphonse Lafontaine : nieuwe hoofdinspecteur van
laboratoria en directeur van het IHE.
Twee uitdagingen :
•
•
•
•
•
Doen samenwerken van eerder autonome laboratoria.
Oprichting indrukwekkend gebouwencompex.
16.12.1957 : inhuldiging van de nieuwe site van het IHE
1953-83 – Instituut Hygiëne en Epidemiologie
Beleidsvisie dr Samuel Halter, directeur-generaal gezondheidsdiensten : opwaardering tot autonoom wetenschappelijk
instituut
06.03.1968 : opname van het IHE in de lijst van
wetenschappelijke instellingen van niveau I met 3
departementen :
•
•
•
•
•
•
Leefmilieu
Microbiologie
Pharma-toxicologie
1976 : oprichting van de afdeling epidemiologie door dr Thiers
1983-2005 – Effecten staatshervorming en
financieringswet, oprichting RP, fusie Pasteur
1983 : dr Godfried Thiers: nieuwe directeur van het IHE.
Drie belangrijke gebeurtenissen :
•
•
•
•
•
1990 : eerste samenwerkingsakkoord met de deelstaten :
•
•
•
•
•
•
•
Het IHE krijgt rechtspersoonlijkheid in 1987.
Milieuonderzoek en 40 % van budget overgeheveld naar deelstaten.
Overheveling van het Pasteurinstituut naar het federale niveau.
Rechtspersoon essentieel instrument.
Duidelijke doelstellingen en impuls voor projectmatig aanpak.
Snelle groei van de afdeling epidemiologie, opstart
huisartsenpeilpraktijken en peillaboratoria.
1997 : overheveling Pasteurinstituut van Brabant naar federaal
niveau in kader splitsing provincie Brabant.
2003 : effectieve opname Pasteurinstituut als semi-autonoom
vierde departement en inherente conflicten.
2003 : IHE wordt Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
2006 – nu - het Jennerproject en de
herstructurering van het WIV-ISP - 1
2006 : invoeren managementfuncties en aanduiding dr Johan
Peeters als algemeen directeur.
Drie belangrijke uitdagingen:
•
•
•
•
•
Doelstellingen van het Jennerproject (= BPR) (2005-08) :
•
•
•
•
•
Ingewikkeld weinig consistent organogram door veelvuldige
overhevelingen, overnames en amputaties van diensten.
Nieuwe spelers : KCE, FAVV, FAGG, FANC, regionale instituten.
Integratie Pasteurinstituut in het organigram.
Implementatie eenduidige visie, strategie en governance.
Herdenken van organisatie en werkingsprocessen.
Positioneren van instituten als slagvaardige efficiënte organisaties.
Reorganisatie van het WIV-ISP tussen 2008 en 2010.
2006 – nu - het Jennerproject en de
herstructurering van het WIV-ISP - 2
Samenbrengen van de 4 kerndisciplines van het WIV-ISP in vier
wetenschappelijke (operationele) directies :
•
•
•
•
•
•
•
•
Volksgezondheid & surveillance (vroegere afdeling epidemiologie).
Overdraagbare en besmettelijke ziekten (Pasteur + delen dept.
Microbiologie).
Voeding, geneesmiddelen en consumentenveiligheid (chemie).
Expertise, dienstverlening en klantenrelaties (vnl. externe kwaliteit).
Samenvoegen van decentrale HRM, ICT en financiële activiteiten
in 3 ondersteunende directies en opwaarderen ICT-infrastructuur.
Uitbouw centraal kwaliteitsmanagementsysteem en veralgemenen
ISO-accreditaties en certificaties..
Invoeren nieuwe diensten onder algemeen directeur :
wetenschappelijke coördinatie, communicatie & juridisch
wetenschappelijk advies.
2006 – nu - het Jennerproject en de
herstructurering van het WIV-ISP - 3
Generieke succesfactoren geïdentificeerd door de
Wetenschappelijke Raad :
•
•
•
•
•
•
Alle onderzoek moet proactief bijdragen tot een betere
volksgezondheid.
Wetenschappelijk onderzoek als basis voor expertise en
dienstverlening en afgestemd op toekomstgerichte innovaties.
Zich beperken tot thema’s waarin we sterk staan en evolueren tot
Centre of Excellence.
Samenwerken met universiteiten en internationale onderzoekswereld
op basis van doctoraten en wetenschappelijke publicaties.
Zichtbaarheid verbeteren door adequate communicatie.
2006 – nu - externe financiering - 1
Epidemiologische programma’s :
•
•
•
•
•
•
•
Deelstaten : huisartsenpeilpraktijken, surveillance van infectieziekten,
bioveiligheid.
Sociale zaken en RIZIV : beleidsvragen inzake ongelijkheid in
gezondheid, gezondheidsgedrag, toegankelijkheid van zorg
FOD en deelstaten : 5-jaarlijkse gezondheidsenquêtes en periodische
voedselconsumptiepeilingen.
FOD : nosocomiale infecties in ziekenhuizen en zorgsector.
RIZIV en FOD : kankercentrum : evaluatie acties kankerplan.
RIZIV : uitbouw registers ziekten en kwaliteitsondersteuning van
zorgtrajecten
2006 – nu - samenwerkingsverbanden - 2
Referentielaboratoria :
•
•
•
•
•
ECDC : erkenning WIV-ISP als Belgisch focal point voor
infectieziekten.
WHO : erkenning van 4 NRL : influenza, mazelen, rubella en
hondsdolheid.
RIZIV : financiering van een netwerk van 40 microbiële NRC (13 in
WIV-ISP).
FAVV : financiering NRL inzake microbiologische en chemische
voedselkwaliteit
2006 – nu - samenwerkingsverbanden - 3
Andere samenwerkingen :
•
FAGG : expertise inzake kwaliteit geneesmiddelen en vaccins.
EMA : Europese erkenning WIV-ISP als OMCL voor vrijgifte van
vaccins, geneesmiddelen en bloedproducten.
RIZIV : kwaliteitscontrole van klinische en anatomopathologische
laboratoria .
BELSPO : BCCM-IHE : collectie van schimmels en gisten
•
•
•
•
•
Fondsen voor wetenschappelijk onderzoek :
•
•
•
Europese kaderprogramma’s
BELSPO, FWO, FNRS, IWT, FRIA, …
Contractonderzoek FOD
Randvoorwaarden toekomstige ontwikkeling
•
Hergroepering van WIV-ISP en CODA-CERVA :

•
•
belangrijke synergievoordelen en besparingen inzake werking.
Behoud van de rechtspersoon
Erkenning als interfederale instelling :
 WIV-ISP
werkt zowel voor de federale overheid als voor de
gemeenschappen en gewesten.
•
•
•
Uitbouw van een Health Research System op nationaal niveau
Uitbouw HealthData.be binnen de eHealth road map.
Proactieve aanpak en preparedness inzake crisissen.
Opkomende behoeften
Absolute prioriteit : investeren in proteomics, genomics en
bioinformatica : experten, apparatuur en krachtige ICT.
•
•
•
•
Public health genomiocs : razendsnelle evolutie massaspectrometrie,
genoomsequencering en interpretatie gelinkt aan klinische observatie.
Verband tussen genen en belangrijke ziekten (kanker, metabool).
Snelle toepassingen in medische- en referentielaboratoria.
One Health benadering en integrerende multidisciplinaire aanpak.
•
•
•
•
•
•
Veroudering van de bevolking en chronische ziekten.
Socio-economische ongelijkheid in gezondheid.
Relatie tussen leefstijl en gezondheid.
Milieu-effecten op de gezondheid en biomonitoring.
Infectieziekten.
Conclusie en dankwoord
In 110 jaar is het WIV-ISP uitgegroeid tot een performant
wetenschappelijk instituut dat alle Belgische beleidsniveau’s
ondersteunt en internationaal samenwerkt.
De toekomstige uitdagingen zijn belangrijk , maar onze medewerkers
staan klaar om ook in de toekomst onze expertise voortdurend te
verbeteren en bij te sturen.
Dank aan onze medewerkers voor hun enthousiasme en motivatie !!
Dank aan onze partners voor hun aanhoudende ondersteuning !!