2014/027

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vak:
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/
mechanica/elektriciteit/elektronica/
elektromechanica/zeemanschap/
21/21
lt/w
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage)
Specifiek gedeelte
Studierichting:
Maritieme technieken Dek
Studiegebied:
Maritieme opleidingen
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
derde graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2014/027
(vervangt 2001/099, 2001/100, 2001/101, 2001/102, 2001/103)
Nummer inspectie:
2014/1038/1//D
pedaGOgische begeleidingsdienst
Willebroekkaai 36
1000 Brussel
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
1
INHOUD
Visie....................................................................................................................................... 2
Beginsituatie......................................................................................................................... 3
Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 4
Competenties / leerplandoelstellingen ............................................................................... 5
STCW
STCW
STCW
STCW
STCW
STCW
STCW
Sectie A-II/1 ..................................................................................................................................5
Sectie A-II/2 ................................................................................................................................30
Sectie A-II/4 ................................................................................................................................47
Sectie A-II/5 ................................................................................................................................48
Sectie A-IV/2 ...............................................................................................................................50
Sectie A-VI/1-4 ............................................................................................................................52
Sectie A-VI/2-1 ............................................................................................................................57
Pedagogisch-didactische wenken .................................................................................... 59
Algemene pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................59
Specifieke pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................62
Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 63
Evaluatie ............................................................................................................................. 65
Bibliografie ......................................................................................................................... 66
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
2
VISIE
VISIE OP DE STUDIERICHTING
De studierichting ‘Dek’ bestaat uit een 2e en een 3e graad technisch secundair onderwijs.
In deze studierichting worden de competenties bijgebracht die noodzakelijk zijn om een loopbaan te
kunnen opbouwen in de sleep-, bagger- of zeevaart (tot 200 zeemijl uit een kust).
Leerlingen die deze studierichting beëindigen kunnen probleemloos verder studeren in een maritieme
opleiding van het hoger beroepsonderwijs.
Diegene die kiest om in te stappen in de arbeidsmarkt zal aanvangen als scheepsgezel met mogelijk
volgende loopbaan:

eerste 12 maanden als scheepsgezel; dan wordt men maximaal tweede stuurman bevoegd
als officier-wachtoverste op alle schepen uitgezonderd tankers en passagiersschepen,

+ 12 maanden vaart: als stuurman-wachtoverste = 1ste stuurman op alle schepen tot 3 000
BT, uitgezonderd tankers en passagiersschepen;

+ 12 maanden vaart: als 1ste stuurman = kapitein op aannemersmateriaal binnen de 200
zeemijl of op schepen tot maximum 3 000 BT.
De maritieme sector is gekenmerkt door een steeds evoluerende technologie en internationale
regelgeving. Daarom is het nodig dat de leerinhouden die bij de competenties horen voortdurend
geactualiseerd worden in het kwaliteitshandboek van de school.
VISIE OP HET LEERPLAN
Dit leerplan vertrekt niet langer van aparte doelstellingen op het vlak van kennis, vaardigheden en
attitudes maar is opgebouwd rond competenties. Een competentie kan omschreven worden als “de
bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen op een geïntegreerde wijze aan
te wenden voor maatschappelijke activiteiten. Dit wil zeggen dat niet alleen kennis, alleen
vaardigheden of alleen attitudes belangrijk zijn, maar dat al deze verschillende componenten van een
competentie duidelijk en evenwichtig aan bod moeten komen. De onderliggende kennis, vaardigheden
en attitudes binnen een competentie zijn bovendien onlosmakelijk met elkaar verbonden en spelen op
elkaar in. Kennis heb je nodig om bekwaam te zijn in bepaalde vaardigheden, maar je hebt ook de
1
juiste attitudes nodig om deze vaardigheden op een correcte en verantwoorde manier toe te passen.”
De bedoeling van dit leerplan is dat de leerlingen de nodige competenties verwerven om met een
grotere kans op slagen de arbeidsmarkt te betreden.
Zodra de elementaire kennis, vaardigheden en attitudes verworven zijn wordt overgestapt naar een
integrale aanpak waarbij de globale competentie centraal staat.
De competenties waaraan gewerkt wordt in dit leerplan zijn de minimum competenties zoals
beschreven in STCW 2010 as amended (Conference of Parties to the International Convention on
Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers).
Deze competenties worden verdeeld over de tweede en derde graad zodat ze een leerlijn vormen.
Een aantal competenties worden volledig in de tweede of derde graad gerealiseerd en van een aantal
zijn de onderliggende doelstellingen verdeeld over de tweede en derde graad.
1
Uit “Mensen doen schitteren”, Eerste oriëntatienota hervorming secundair onderwijs, Pascal Smet, Vlaams
Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
BEGINSITUATIE
De leerlingen slaagden in de 2e graad die – conform toepasbare onderwijsregelgeving – toelaat om
een 1e jaar van de 3e graad TSO te volgen.
Om op het einde van de derde graad naast de attestering een getuigschrift van gevolgde studie en
opleiding afdeling Dek te krijgen moeten de leerlingen:

voldoen aan de medische vereisten, zoals aangegeven in de wetgeving voor zeevarenden;

conform de internationale STCW regeling zijn.
Dit betekent dat de leerlingen die niet geslaagd zijn voor de 2e graad TSO Maritieme
technieken Dek moeten slagen in de modules/vakken maritieme technieken uit de tweede
graad waarvoor ze geen vrijstelling krijgen. Per geslaagde module wordt een deelattest
uitgereikt.
3
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Door het werken aan de leerplandoelstellingen wordt ernaar gestreefd om de leerling de noodzakelijke
competenties bij te brengen om uiteindelijk te voldoen aan het profiel van de optie.
De tweede graad Maritieme technieken Dek, samen met de derde graad in dezelfde richting, dient de
leerlingen voor te bereiden op een loopbaan in de maritieme sector. Zij zullen de mensen worden op
verantwoordelijke en leidinggevende posten. De opleiding dient deze mensen daarop voor te
bereiden, zowel naar een doorgedreven kennis als naar attitude. Het is een beroep dat meestal in een
kleine groep op zee, dus geïsoleerd, wordt uitgeoefend en waarbij elk individu een bijzonder hoge
verantwoordelijkheid draagt voor het leven van zijn collega’s, alsook voor het groot kapitaal dat aan de
groep is toevertrouwd. Dat vereist voor het maritiem onderwijs de ontwikkeling van een eigen
deontologie en groepsgevoeligheid.
Voor kennis betekent dit dat een zeer gespecialiseerde en doorgedreven opleiding nodig is in de
nautische technieken, zeemanschap (brandveiligheid), zodat zij autonoom en zelfstandig een vaartuig
kunnen voeren in de moeilijkste omstandigheden.
Gezien de finaliteit dienen uiteraard de beroepsgerichte attitudes verder te worden aangebracht,
zoals:

kunnen samenwerken in ploegverband,

aanvaarden van strikte gezagsstructuur,

respecteren van materiaal,

plichtsgetrouw uitvoeren van de opgelegde taken,

respect voor het milieu,

leren volhouden, vooral ook met het oog op lange zeereizen,

oog hebben voor veiligheidsregels,

nemen van verantwoordelijkheid,

zin voor orde en netheid,

ontwikkelen van een goede werkmethode,

respect hebben voor de collega's,

koelbloedigheid.
Tenslotte moeten de leerlingen opgeleid worden voor verantwoordelijke functies.
Dit betekent het trainen van:

leidinggevende vaardigheden,

organisatorische vaardigheden,

sterke flexibiliteit,

voldoende luisterbereidheid.
Tezelfdertijd dienen de studenten voorbereid te worden op het verder studeren in het hoger
beroepsonderwijs. Zij moeten zich op het einde van de derde graad een goede studiemethode en
efficiënte studieplanning eigen gemaakt hebben. Een doorgedreven inspanning is vereist voor het
ontwikkelen van de hiervoor vereiste attitudes als:

bereidheid tot volgehouden studie-inzet,

bereidheid tot studie-inspanning, zowel tijdens de studie als nadien om zich verder te blijven
bijscholen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
5
COMPETENTIES / LEERPLANDOELSTELLINGEN
STCW SECTIE A-II/1
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen inzake vaarbevoegdheidsverlening voor officieren belast met de brugwacht op schepen met een brutotonnage
van 500 of meer behandeld.
STCW 2010
Competentie
1
Een reis plannen en uitvoeren en de positie van het schip bepalen
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
1.1

met behulp van hemellichamen de positie van het schip bepalen.


Cosmografie:

het zonnestelsel,

de hemelsfeer,

dagelijkse bewegingen,

jaarlijkse bewegingen,

coördinatenstelsels,

de parallactische driehoek.
Tijd:

verschillende tijdsoorten,

omzetting van tijd,
Gebruik van de Nautical Almanac:

gegevens voor de verschillende,
hemellichamen en Aries.

Hoogtecorrecties

Positiebepaling met hemellichamen:

hoogtelijn (theorie + methode Marc de
Saint Hillaire),

hoogtelijn met verschillende
hemellichamen,

breedte bij culminatie.

berekening met poolsterobservatie.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
1
6
Een reis plannen en uitvoeren en de positie van het schip bepalen


1.2
zeekaarten en publicaties, zoals zeilaanwijzingen, getijdentabellen,
berichten aan zeevarenden, radionavigatie waarschuwingen en
routeringsinformatie voor schepen verklaren en gebruiken.

Astronomische navigatie:

positiebepaling met alle
hemellichamen,

hoogterechtes met verzeiling.
Orthodromie:

berekening van orthodromische
afstand en de bekorting,

berekening van vertrek en
aankomstkoers,

berekening van de vertex,

berekening van koersen op
tussenmeridianen,

orthodromie op de zeekaart,

orthodromie op de elektronische
zeekaart.
Kaartwerk:





positiebepaling met diverse gegevens
van alle navigatie-instrumenten,
Tekens en afkortingen op de zeekaart:

verbeteren van zeekaarten a.d.h.v.
Notices to Mariners,

verbeteren van Nautische Publicaties,

tracings.
Scheepsroutering:

routering op kaart,

nautische publicatie Ship Routeing.
Scheepsrapporteringssystemen:

gebruik van ALRS vol 6,

planning van de communicatie.
Navigatie plannen voor alle condities:
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
1
7
Een reis plannen en uitvoeren en de positie van het schip bepalen

1.3
de positie van het schip bepalen door het gebruik van elektronische
navigatiemiddelen.


1.4
de dieptemeters bedienen en de informatie correct toepassen.


weersomstandigheden,

verkeer,

geografische gegevens.
Gebruik van nautische publicaties (op papier
en digitaal):

Sailing Directions

Admiralty List of LIghts

Admiralty List of Radio Signals

Admiralty Tide Tables

Admiralty Tidal Atlas

Admiratly Chart Atlas

Ocean Passages for the World

Mariner’s Handbook

Distance tables

Guide to Port Entry
Loran-c:

blokdiagram van een LORAN-Contvanger en basiswerkingsprincipe
van verwerking van fouten tijdens
ontvangst,

fouten veroorzaakt door “sky-waves”.
Gps:

beschrijving van het volledige gpsnetwerk

condities voor een ontvangst van een
aanvaardbare positie

beschrijving van DGPS en verschil
met gps.

nauwkeurigheid van het systeem
Safety depth settings met ECDIS
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
1.5
1
8
Een reis plannen en uitvoeren en de positie van het schip bepalen
een magnetisch kompas en gyrokompas bedienen en de principes
beschrijven.


1.6
1.7
fouten van de magnetische en gyrokompassen bepalen met behulp van
astronomische en oriëntatiepunten en met deze fouten rekening houden.
de besturingssystemen, bedieningsprocedures en het overschakelen van
handmatige besturing naar automatische besturing en omgekeerd
beschrijven.
1.8
het regelen van de besturing voor een optimale prestatie beschrijven.
1.9
informatie, bekomen van de meteorologische instrumenten aan boord
interpreteren en toepassen.

Magnetisch kompas:

het scheepsmagnetisme met zijn
verschillende componenten,

permanent en tijdelijk magnetisme en
de diverse compensatiemiddelen,

compensatie van het magnetisch
kompas.
Gyrokompas:

het principe van het Noorden zoekend
maken van een gyroscoop,

de diverse fouten in functie van het
type en de mogelijke correcties.
Azimut en amplitudo berekening:

ware richting van een hemellichaam,

bepalen van het kompasfout met een
hemellichaam.

Systemen gekoppeld aan gyrokompas en
autopilot

Regelen en afstelling van een autopilot

Meteorologische instrumenten en begrippen

Weerkundige informatie via allerlei middelen:


synoptische weerkaarten
(plotmodellen),

isobarische systemen,

mogelijke voorspellingen.

Maritime Forecast Code (Mofor)

evalueren van weerkaarten
(temperatuur, druk, wind, golven,
depressies)
Evalueren van weertrends (gevolgen voor
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
1
9
Een reis plannen en uitvoeren en de positie van het schip bepalen
schepenroute)
1.10
1.11
de kenmerken van verschillende weersystemen, rapportageprocedures en
registratiesystemen toelichten.
de beschikbare meteorologische informatie toepassen.


Pedagogisch-didactische wenken

Het voorbereiden van vaartbeurten kan op simulator.

Het uitvoeren van korte vaarbeurten kan op simulator of bij voorkeur op zee.
Synoptische kaarten:

fronten,

frontale zones,

koufront,

warmtefront,

isobaren.
Weersvoorspelling:

interpretatie via isobarische patronen,

op weerkaarten en facsimiles,

voorspelling via weersinfo.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
2
10
Een veilige brugwacht handhaven
Leerplandoelstellingen
De leerlingen kunnen:
Sectie A-II/1
Leerinhouden
De wachtdienst
2.1
2.2
2.3
de inhoud, toepassing en de bedoeling van de internationale bepalingen ter 
voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, en wijzigingen interpreteren.

de principes die in acht moeten genomen worden voor het wachtlopen op
de brug toepassen.
het gebruik van routing in overeenstemming met de Algemene Bepalingen
voor routering van schepen toepassen.
Internationaal betonningsstelsel
Internationaal aanvaringsreglement en zijn
technische bijlagen:

algemeenheden

uitwijkregels

lichten en dagmerken

geluids- en lichtseinen

vrijstellingen

Politie- en scheepvaartreglement voor de
Belgische territoriale wateren, voor de
havens en de stranden voor de Belgische
kust

Scheepvaartreglement voor de BenedenZeeschelde


Richtlijnen en procedure en bijhorende
checklists voor het wachtlopen:

organisatie brug,

reisvoorbereiding,

plichten van de officier van
wacht,

gebruik en onderhoud van
navigatie-uitrusting.
Routering op een papieren en
elektronische zeekaart
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
2
11
Een veilige brugwacht handhaven
2.4
informatie afkomstig van navigatieapparatuur voor het handhaven van een
veilige brugwacht interpreteren.

Informatie over
scheeprapportagesystemen en VTSprocedures integreren in een
passageplan met de ECDI
2.5
de technieken voor het blind beloodsen beschrijven.

Blinde radarnavigatie

ARPA-mapping
2.6
rapporteren in overeenstemming met de Algemene Bepalingen voor de
scheeprapportagesystemen en met de VTS-procedures.
Management van de middelen op de brug
2.7
de principes van het beheer van de middelen op de brug beschrijven en
toepassen, met inbegrip van:

distributie, toekenning en prioritering van de middelen;

effectieve communicatie;

assertiviteit en leiderschap;

verkrijgen en behouden van het overzicht op de situatie;

aandacht voor de ervaring van het team.

Toepassing van de MRM specifiek voor het
bridgeteam:

synergie van het bridgeteam,
verkrijgen en behouden van het
overzicht op de situatie,

organisatie van het bridge-team,

effectieve communicatie op de brug,

multiculturele bemanning,

bridgeteam en loods,

procedures en hun risico’s,

gebruik van checklist,

automatisatie op de brug (voordelen
en nadelen, gevolgen voor de
zeevarenden, ergonomie op de brug).

Noodsituaties,

BRM en colreg (bespreking met de
menselijke factoren als invalshoek).

casestudie (bespreking van MAIB’s
verslagen).
Pedagogisch-didactische wenken

Voor deze competentie is het belangrijk om praktijkgericht met authentieke situaties te werken.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
2
Een veilige brugwacht handhaven

Deelname aan vaarbeurten en/of op simulator.

Computer-based training is een mogelijke methode.
12
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
13
Radar en ARPA gebruiken om de veiligheid van de scheepvaart te behouden
3
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
3.1

Basic ATA plotting:
gebruik van het systeem om aanvaringsrisico
te kunnen beoordelen en COLREG
toepassing;

Arpa gebruik om aanvaringsrisico te kunnen
beoordelen en COLREG toepassing:
3.2
de basisprincipes van radar en de hulpmiddelen voor geautomatiseerde
radar plotting (ARPA) toepassen.

Manual acquisition

Auto acquisition

Trial manoeuvre

ARPA mapping
een radar bedienen en de met radar verkregen informatie analyseren,
rekening houdende met:

Factoren die de prestatie en nauwkeurigheid
van radar beïnvloeden


Belangrijke aspecten bij het gebruik van
radar:

de prestaties van de radar, met inbegrip van:

de factoren die de prestatie en nauwkeurigheid
beïnvloeden;

CPA /TCPA,

regelen en onderhouden van de beeldschermen;

identificatie van kritische echo’s,

opsporen van onjuiste weergave van gegevens, valse
echo’s, zeeëcho enz., radarbakens en SART’s.

autoacquisition en guard zone,

parallelle index,

ARPA mapping.
alle aspecten die belangrijk zijn bij het gebruik van de radar
zoals:

bereik en peiling; koers en snelheid van andere schepen;
tijdstip en afstand van de dichtste benadering van kruising
of inhalen;

identificatie van kritische echo’s, opsporen van koers- of
snelheidsverandering van andere schepen; effect van
wijzigingen in koers of snelheid of beide van het eigen
schip;

toepassing van de Internationale Bepalingen ter
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
14
Een veilige brugwacht handhaven
2
voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, en wijzigingen;
3.3
3.4

plottingtechnieken en de begrippen relatieve en ware
beweging;

gebruik van parallelle indexering.
de belangrijkste soorten van ARPA, hun beeldkenmerken, prestatienormen
en de gevaren van een te grote afhankelijkheid van ARPA beschrijven.
de ARPA bedienen en de informatie verkregen uit ARPA analyseren,
rekening houdende met:

systeemprestaties en nauwkeurigheid, de mogelijkheden en
beperkingen van tracking en vertragingen in de verwerking;

het gebruik van operationele waarschuwingen de werking en
systeemtesten;

methoden tot detectie en identificatie en hun beperkingen;

ware en relatieve vectoren, grafische voorstelling van de
informatie over het doelwit en gevarenzones;

afleiden en analyseren van informatie, kritische echo’s, uitsluiten
van gebieden en testbewegingen.

ARPA:

voor- en nadelen van de verschillende
beeldprestaties,

gevaren van een te grote afhankelijk.

IMO regelgeving i.v.m. ARPA

Recommendation on Performance
Standards for Radar Equipment
Pedagogisch-didactische wenken

Voor deze competentie is het belangrijk om praktijkgericht met authentieke situaties of op simulator te werken.

Veel inoefenen is noodzakelijk om de nodige automatismen aan te kweken.

Het werken met ARPA komt in de derde graad aan bod, maar werd theoretisch behandeld in de tweede graad.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
4
15
ECDIS gebruiken om de veiligheid van de scheepvaart te behouden
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
4.1

IMO regelgeving inzake ECDIS
De mogelijkheden en beperkingen van verrichtingen met ECDIS
beschrijven, met inbegrip van:

grondige kennis van elektronische navigatiekaart gegevens
(ENC), de nauwkeurigheid van gegevens, de presentatieregels,
weergave-opties en andere kaartsoorten;
Verschillende soorten van elektronische
navigatiekaarten


Verschillende presentatie en weergave
opties
het gevaar van een te grote afhankelijkheid;


Passage planning en monitoring met ECDIS
vertrouwdheid met de functies van ECDIS die vereist zijn voor de
geldende prestatienormen;

Praktisch gebruik van de ECDIS:

4.2
ECDIS gebruiken en interpreteren, de informatie verkregen met ECDIS
analyseren, rekening houdende met:


het gebruik van de functies die met andere navigatiesystemen
geïntegreerd zijn in diverse installaties; met inbegrip van de
goede werking en aanpassing naar de gewenste instellingen;
veilige bewaking en aanpassing van informatie, eigen positie
inbegrepen, weergave van het zeegebied, mode en oriëntatie,
weergave kaartgegevens, routetoezicht, informatielagen door de
gebruiker gecreëerd, contacten (indien gekoppeld met AIS en/of
radar tracking) en radar overlay-functies (indien gekoppeld);

bevestiging van de positie van het vaartuig via alternatieve
middelen;

efficiënt gebruik van de instellingen om te zorgen voor
eenvormigheid van de operationele procedures, met inbegrip van
de alarmprocedures voor anti-stranding, nabijheid van contacten
en speciale gebieden, volledigheid van kaartgegevens en update
status van grafiek en backupregelingen;

aanpassing van de instellingen en waarden aan de huidige
omstandigheden;

bewust zijn van de situatie bij het gebruik van ECDIS, met
inbegrip van de veiligheid van het water en de nabijheid van
gevaren, richting en snelheid, selectie van grafiekgegevens en

verschillende functies, integratie met
andere navigatiesystemen,

passage-plan voorbereiden en
uitvoeren,

beheer van de fouten en de alarmen,
safety depth settings en grounding
alarm,

controleren van de positie via
alternatieve middelen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
4
ECDIS gebruiken om de veiligheid van de scheepvaart te behouden
schaalgrootte, geschiktheid van de route, contactdetectie en beheer en de integriteit van sensoren.
Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator.

Opmerking: De opleiding en evaluatie in het gebruik van ECDIS is niet vereist voor degenen die uitsluitend varen met
schepen die niet uitgerust zijn met ECDIS. Deze beperking wordt weergegeven in de certificaten afgegeven aan de
betrokken zeevarende (II/1).
16
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
5
17
Reageren op noodsituaties
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
5.1
voorzorgsmaatregelen ter bescherming en voor de veiligheid van de
passagiers in noodsituaties beschrijven.

Acties ter bescherming en beveiliging van
alle personen in noodsituaties, inclusief man
over boord
5.2
de eerste acties die moeten ondernomen worden na een aanvaring of een
stranding, de eerste raming van de schade en schadebeheersing
beschrijven.

Acties om de schade te beperken en het
schip te redden na een brand, explosie,
aanvaring en/of aan de grond lopen
5.3
de te volgen procedures voor het redden van personen uit de zee, het
assisteren van een schip in nood en het reageren op een noodsituatie die
zich voordoet in een haven beschrijven.

Redden van opvarenden van een schip in
nood of van een wrak

Sleepopstelling van schepen in nood

Middelen om schade en redding te beperken
van een brandend schip of na een explosie
aan boord van een schip

Acties die dienen ondernomen te worden bij
een schip in een haven in
noodomstandigheden

Gecoördineerde zoek- en reddingsoperaties
(Mersar)
Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
6
18
Reageren op een noodsignaal op zee
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
6.1

De functie van SAR-eenheden: MERSAR

De functie en de werkwijze van
scheepsrapportering systemen: AMVER,
JASREP, AUSREP …

Inmarsat-systemen
de inhoud van het Internationale Luchtvaart en Maritiem Zoek en Reddings
handboek (IAMSAR) beschrijven en interpreteren.
Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator.

Gebruik van de IMO standaard Marine communicatie standaardzinnen.

Gebruik van Engels in geschreven en mondelinge vorm.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
7
19
Het schip manoeuvreren
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
7.1
het manoeuvreren en hanteren van een schip beschrijven en uitvoeren
rekening houdende met:

Manoeuvreer- en
voortstuwingskarakteristieken

het effect van draagvermogen, ontwerp, trim (de statische
langsscheepse helling van een schip), snelheid, kielspeling op
draaicirkels en stopafstanden;


de effecten van wind en stroming op het manoeuvreren van het
schip;
Het effect van verschillende
draagvermogens, diepgangen, trims en
snelheden en de vrije ruimte onder de kiel op
de draaicirkel en afstopafstanden


manoeuvres en procedures voor de redding van een persoon
over boord;
Het effect van wind en stroming op de
manoeuvreerbaarheid van het schip


squat, ondiep water en gelijkaardige effecten;
Squat (inzinking en vertrimming van het
schip)

correcte procedures voor het ankeren en aanmeren.

Squat en ondiepe waters en vergelijkbare
effecten

Het aan- en afmeren

Procedure voor het ankeren

Gebruik van ankers als hulpmiddel voor het
aan- en afmeren
Zie ook competentie 21
Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
8
20
Toezicht houden op het laden, de opslag, het stouwen, de zorg gedurende de reis en het lossen van de
lading
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
8.1
Opvolgen van het laden en stuwen en lossen van
ladingen op zeevaardigheid en stabiliteit van het schip:
het effect van lading, waaronder zware lading op de zeewaardigheid en
stabiliteit van het schip beschrijven en berekenen.

8.2
de veilige behandeling, opslag en vastzetten van lading, inbegrepen
gevaarlijke, risicovolle en schadelijke ladingen, en hun effect op de
bescherming van het leven en veiligheid van het schip beschrijven.
Effect op diepgang, trim en stabiliteit:

draagvermogen en deplacement,

gebruik van hydrostatische gegevens
om geladen en geloste gewichten te
berekenen,

gebruik van trim-tabellen,

Shear Forces, Bending Moments,
Torsional Moments,

wettelijke vereisten.
Stuwen en vastmaken van de lading, inbegrepen van
zware lading (heavy lift):

Toelichting en gebruik van CSS Code (Cargo
Stowage & Securing) en Cargo Securing
Manual

Dekladingen, inbegrepen houtladingen,

Containerlading

Bulkladingen (andere dan granen), BC-code,
BLU Code

Bulk-graanladingen

Zorg aan de lading:


inspectie en voorbereiding,

segregatie en scheiding van de
ladingen,

ventilatie en controle ervan

gekoelde ladingen.
Gevaarlijke ladingen en kwetsbare ladingen
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
8.3
8
21
Toezicht houden op het laden, de opslag, het stouwen, de zorg gedurende de reis en het lossen van de
lading
de vaardigheid in het leggen en onderhouden van effectieve communicatie
gedurende het laden en lossen beschrijven en toepassen.

IMDG CODE

IMO Emergency Procedures for Ships
Carrying Dangerous Goods (Ems)

IMO Medical First Aid Guide for Use in
Accidents Involving Dangerous Goods
(MFAG )

Laadgerei en veilig gebruik van laadgerei

Olietanker, beschrijving van:

cargotankopstellingen

opstellingen pompen

segregate ballasttanks

sloptanks

cofferdams

opstellingen pijpleidingen

IGS-opstellingen

Crude oil washing

toelichting en gebruik van ISGOTT

chemical tankers

gas tankers

IMO-richtlijnen, codes en wetgeving

Voorzorgmaatregelen voor het betreden van
opgesloten ruimtes

Cargo Calculations and Cargo Plans:
berekenen en opmaken van laadplannen

Procedures voor het onderhouden van
effectieve communicatie tussen schip en wal
tijdens het laden en het lossen
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
STCW 2010
Competentie
8
Toezicht houden op het laden, de opslag, het stouwen, de zorg gedurende de reis en het lossen van de
lading

Indien mogelijk illustreren aan de hand van authentieke praktijksituaties.

Bezoek aan een terminal.
Competentie
9
22
Inspecteren van laadruimtes, luikdeksels en ballasttanks en rapporteren van gebreken en defecten eraan
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
9.1
9.2

beschrijven waar men moet kijken voor schade en gebreken die het meest
voorkomen door:

laad- en losactiviteiten;

corrosie,

corrosie;


zware weersomstandigheden.
schaden tijdens laad- en
losactiviteiten,

schaden bij zware
weersomstandigheden.
9.3
melden welke delen van het schip telkens moeten geïnspecteerd worden,
zodat binnen een bepaalde periode alle onderdelen aan bod komen.
9.4
aangeven welke scheepsonderdelen cruciaal zijn voor de veiligheid van het
schip.

de oorzaken van corrosie in laadruimtes en ballastanks en hoe corrosie kan
geïdentificeerd en voorkomen worden beschrijven.

9.5
Aandachtspunten voor inspectie van
scheepsromp en structuur van:
9.6
de procedures die moeten gevolgd worden voor de inspecties verwoorden.
9.7
toelichten hoe men een betrouwbare detectie van defecten en schade kan
garanderen.
9.8
het doel van een uitgebreid inspectieprogramma toelichten.
Pedagogisch-didactische wenken

Richtlijnen van de IMO en van de
classificatiemaatschappij i.v.m. inspectie en
het plannen ervan
Belangrijkste scheepsonderdelen die
schadegevoelig zijn
Opsporen van tekens van schade en
corrosie

Cruciale scheepsonderdelen die belangrijk
zijn voor de veiligheid van schip

Veilige procedures voor het voorbereiden en
uitvoering van inspectie

Opstelling van een inspectieprogramma

Belang van goed preventief onderhoud

ESP Code 2011
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
STCW 2010
Competentie
9
23
Inspecteren van laadruimtes, luikdeksels en ballasttanks en rapporteren van gebreken en defecten eraan

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.

Indien mogelijk illustreren aan de hand van authentieke praktijksituaties.

Een scheepsbezoek is zeker aan te bevelen.
Competentie
10
Naleven van de voorschriften ter voorkoming van verontreiniging
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
10.1

10.2
10.3
de voorzorgsmaatregelen die moeten genomen worden om de
verontreiniging van het mariene milieu te voorkomen beschrijven.
procedures ter bestrijding van verontreiniging en alle bijhorende apparatuur 
beschrijven.
belang van de proactieve maatregelen om van het mariene milieu te
beschermen toelichten.
International Convention for Prevention of
Pollution from Ships 1973
Protocol of 1978 relating to the International
Convention for the Prevention of Pollution
from Ships 1973

MARPOL Annex I: Regulations for the
Prevention of Pollution by Oil

MARPOL Annex II: Regulations for the
Control of Pollution by Noxious Liquid
Substances in Bulk

MARPOL Annex III: Prevention of Pollution
by Harmful Substances in Packaged Form

MARPOL Annex IV: Prevention of Pollution
by Sewage from Ships

MARPOL Annex V: Prevention of Pollution
by Garbage from Ships

MARPOL Annex VI: Prevention of Air
Pollution from Ships
En amendementen.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
11
24
Handhaving van de zeewaardigheid van het schip
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
11.1

gebruik maken van stabiliteits-, trim- en belastingstabellen, diagrammen en
hulpmiddelen voor het berekenen van de verdeling van lasten.
Stabiliteit bij kleine hellingen:

dwarsscheepse stabiliteit,

langsscheepse stabiliteit,

De hellingproef en slingerproef

Stabiliteit bij grote en kleine hellingshoek:




stabiliteitskromme,

betrekking tussen het beginverloop
van de kromme en de aanvangsGM,

invloed van breedte en vrijboord op
stabiliteit,

berekening van de armen van
statische stabiliteit bij verschillende
hellingen.
Diagramvoorstelling van stabiliteitsgegevens:

max. deadweightmoment,

min. GM,

max. KG.
Dynamische stabiliteit:

arbeid verricht door een koppel,

regel van Simpson,

helling over beide boorden,

schip slingerend in een regelmatige
deining dat in de uiterste loefstand een
plotselinge windstoot ondervindt,

stabiliteitscriteria met toelichting en
voorwaarden: invloed wind en
windmoment en -arm.
Scheepsconstructie en stabiliteit:
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
11
25
Handhaving van de zeewaardigheid van het schip


11.2
11.3
berekenen bij benadering van
oppervlakte en volume met behulp van
de regels van Simpson
Graanschepen:

stabiliteit bij het vervoer van gestort
graan

volume-kentermoment
de fundamentele acties toelichten die moeten genomen worden in geval
van gedeeltelijk verlies van intact drijfvermogen.

Vrije vloeistof oppervlakken

Stabiliteit bij lekkage
de basisbeginselen van waterdichtheid beschrijven en toelichten.

Gevolgen van verschil in waterdichtheid
Pedagogisch-didactische wenken

Deze competentie wordt gerealiseerd via computertraining en/of handmatige oefeningen gebaseerd op hydrostatische gegevens
en stabiliteitsgegevens.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
12
26
Voorkomen, beheersen en bestrijden van brand aan boord
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
12.1
brandoefeningen organiseren.

12.2
de soorten branden onderscheiden en de scheikundige processen bij brand 
beschrijven.
12.3
de brandblusinstallaties beschrijven.

Organisatie van brand oefening
Branddriehoek-principe
Brandblustoestellen en uitrusting:


Voorzorgen bij en gebruik van vaste
installaties:

12.4
de te nemen maatregelen in geval van brand, met inbegrip van branden in
olieleidingsystemen beschrijven.

Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Praktijkoefeningen zijn noodzakelijk.
brandslangen en nozzles, mobiele
toestellen, brandweerkleding, -dekens,
veiligheidsafspraken, alarmen en
eerste acties, procedures bij
aanvalsactie, kleine en grote
brandhaarden
CO2 en schuimvormende middelen,
poederinstallaties en koelende
systemen zoals bij sprinklersystemen
Methodes en hulpmiddelen voor
brandpreventie, branddetectie en blussen
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
13
27
Het bedienen van reddingsmiddelen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
13.1
oefeningen organiseren om het schip te verlaten.

Organisatie van brand- en sloepenrol
13.2
de werking van reddingsvaartuig en hulpverleningsboten, de
tewaterlatingssystemen en procedures en de uitrusting, met inbegrip van
radio reddingsmiddelen, satelliet EPIRB en SART, overlevingspakken en
thermische beschermingsmiddelen beschrijven.

Oefeningen in tewaterlating en ophalen van
reddingsboten

Oefeningen in tewaterlating van
reddingsvlotten:

kraanvlotten

werpvlotten

inklimmen in vlot vanuit het water

rechttrekken van omgekeerd vlot
Pedagogisch-didactische wenken
STCW 2010

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Praktijkoefeningen zijn noodzakelijk.
Competentie
14
Toepassen van eerste hulp aan boord van een schip
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
14.1

International Medical Guide for Ships

Medical Section of International Code of
Signals

Medical First Aid Guide for Use in Accidents
Involving Dangerous Goods
medische gidsen raadplegen en advies per radio interpreteren, met
inbegrip van het vermogen doeltreffende maatregelen te nemen op basis
van de verkregen informatie bij ongevallen of bij ziekten die kunnen
optreden aan boord van een schip.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
15
28
Toepassen van leiderschapsvaardigheden en werken in teamverband
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
15.1
praktische kennis en training van management van het boordpersoneel
beschrijven en toepassen.
Personeelsbeheer
15.2
de kennis van daarmee verband houdende internationale maritieme
verdragen en aanbevelingen en de nationale wetgeving verwoorden.
15.3
taken en werkbelasting beheren, met inbegrip van:
15.4
15.5

plannen en coördinatie;

personeelsbezetting;

tijdsdruk en beperking van middelen;

prioriteitsstelling.
effectief beheer van de middelen beschrijven en toepassen:
De principes van controle op
ondergeschikten en het onderhouden van
goede relaties:

Houding van de staf

Leiding geven en uitoefenen

Groepsgedrag

Arbeidsovereenkomsten

Organisatie van de staf

Organisatie van de bemanning en
personeelsbezetting


Plannen en coördinatie
distributie, toewijzing en prioriteitsstelling van middelen;


Taakverdeling
effectieve communicatie aan boord en aan wal;


Organisatie van veiligheid en noodsituaties
bij beslissingen, rekening houden met de ervaring van
teamleden;

Organisatie van de staf

assertiviteit en leiderschap, inclusief motivatie;

Organisatie van onderhoudstaken

verkrijgen en behouden van situationeel bewustzijn.

Scheepsadministratie (schip en bemanning)

Organisatie van de interne en externe
communicatie aan boord van het schip

Vergadertechnieken

Besluitvormingstechnieken
besluitvormingstechnieken toelichten en toepassen:

evaluatie van de situatie en risico’s;

identificeren en overwegen van de mogelijkheden die zich
voordoen;

selecteren van de opeenvolging van acties;

evaluatie van de effectiviteit van de resultaten.
Pedagogisch-didactische wenken


Casestudies en rollenspelen zijn hier aangewezen methodieken.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
29
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
30
STCW SECTIE A-II/2
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen inzake vaarbevoegdheidsverlening voor kapiteins en eerste stuurlieden op schepen met een brutotonnage
van 500 of meer behandeld.:
STCW 2010
Competentie
16
Een reis plannen en de navigatie uitvoeren
Leerplandoelstellingen
De leerlingen kunnen:
Sectie A-II/2
16.1
Leerinhouden
een reisplanning en navigatie onder alle omstandigheden opmaken, waarbij 
rekening wordt gehouden met aanvaardbare methoden voor het uitzetten
van trajecten op oceaan, bijvoorbeeld:

beperkte wateren;

meteorologische omstandigheden;

ijs;

beperkte zichtbaarheid;

maatregelen om verkeer te scheiden;

gebieden die vallen onder de zeeverkeersbegeleiding (VTS);

gebieden onderhevig aan uitzonderlijke getijde-effecten.



Scheepsroutering:

routering op kaart

nautische publicatie Ship Routering
Scheepsrapporteringssystemen:

gebruik van ALRS vol 6

planning van de communicatie

integratie in het passageplan
Navigatie plannen voor alle condities
(oefeningen en toepassing voor passage
planning)

weersomstandigheden

verkeer

geografische gegevens
Nautische publicaties:

Ocean Passages for the World

Mariner’s Handbook

Distance tables

Guide to Port Entry
16.2
de route bepalen in overeenstemming met de algemene bepalingen voor
scheepsroutering.

VSS en een passageplanning op de
elektronische zeekaart
16.3
rapporteren in overeenstemming met de algemene principes voor
scheepsrapportagesystemen en met VTS-procedures.

VTS en een passageplanning: informatie uit
ALRS vol 6 (Admiralty Digital Radio Signals)
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
16
31
Een reis plannen en de navigatie uitvoeren
Pedagogisch-didactische wenken


STCW 2010
Competentie
Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator.
17
De positie bepalen en de nauwkeurigheid ervan verifiëren met alle beschikbare middelen
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
17.1

Waarneming met landzicht om de positie te
bepalen

Systematisch gebruik van alternatieve
navigatiehulpmiddelen om de moderne
elektronische navigatiehulpmiddelen te
controleren
een positiebepaling uitvoeren onder alle omstandigheden:

door astronomische waarnemingen;

door waarnemingen met landzicht, inclusief de mogelijkheid om
passende kaarten te gebruiken, berichten aan zeevarenden en
publicaties om de nauwkeurigheid van de plaatsbepaling te
beoordelen;


met behulp van moderne elektronische navigatiehulpmiddelen,
met specifieke kennis van hun werkingsprincipes en beperkingen,
bronnen van fouten, detectie van onjuiste weergave van
gegevens en methodes van correctie om de nauwkeurige

positiebepaling te verkrijgen.
Gebruik van lichtenlijn om drift en
kompasfout te bepalen

Positiebepaling door astronomische
waarnemingen

Kompasfoutenbepaling door astronomische
waarnemingen
Pedagogisch-didactische wenken

Detectie van onjuiste weergave en beheer
van de alarmen van de verschillende
navigatiehulpmiddelen
Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator of labo-opstellingen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
18
32
Vaststellen van kompasfouten en er rekening mee houden
Leerplandoelstellingen
De leerlingen kunnen:
Sectie A-II/2
18.1
18.2
Leerinhouden
fouten van magnetische en gyrokompassen vaststellen en er rekening mee 
houden.
de principes van magnetische en gyrokompassen verwoorden.
Bij het uitvallen van gyrokompas, verder
varen op magnetisch kompas en rekening
houden met variatie en deviatie
(simulatieoefeningen)

Lichtenlijnen voor het vaststellen van
kompasfouten

Basiswerkingsprincipes van magnetische en
gyrokompassen

Voordelen en nadelen van beide kompassen
18.3
de systemen onder de controle van het master gyrokompas beschrijven.

Gebruik van de correctoren
18.4
de werking en onderhoud van de belangrijkste types van gyrokompas
beschrijven.

Onderhoud van magnetische en gyrokompas
Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator of labo-opstellingen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
19
33
Weersvoorspelling en oceanische omstandigheden
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
19.1

Synoptische kaarten en weersvoorspellingen

Oorsprong en bewegingen van pakijs:
een synoptische weerkaart aflezen en interpreteren en de regionale
weersomstandigheden voorspellen, rekening houdend met de plaatselijke
weersomstandigheden en de informatie ontvangen door fax van het
meteorologisch instituut.

19.2
de eigenschappen van verschillende weersystemen, met inbegrip van
tropische cyclonen beschrijven en verwoorden hoe men de centra van
stormen en gevaarlijke sectoren kan vermijden.

seizoensgebonden

bewegingen (oceanen)
Vaargebieden beïnvloed door pakijs:

oceanen

kustgebieden

Principes i.v.m. veilige navigatie in de
omgeving van pakijs

Luchtbrongebieden en hun invloeden:


invloed van brongebieden

polaire, maritieme, arctisch,
continentale, tropische en equatoriale
luchtsoorten

invloed van seizoenen (moessons)
Ontstaan en structuren van depressies:

luchtgebieden: brongebieden, arctisch,
tropisch, equatoriaal

fronten: WF, KF

ontstaan polair front

weersinvloed

verplaatsing

occluderen van het front
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
19.3
19.4
19.5
19
34
Weersvoorspelling en oceanische omstandigheden
het systeem van oceaanstromingen beschrijven.
getijberekeningen uitvoeren.
alle geëigende nautische publicaties over getijden en stromingen
gebruiken.

Oceaanstromingen

Algemeen:
saliniteit en temperatuur

richtlijnen

effecten door winden (geostrofische)

Invloed door kustgebieden en
drukverschillen

Invloed op vaartuigen en reisroutes

Golven: invloed door wind en gevolgen en
weersinfo i.v.m. belangrijke golfhoogtes

Begrippen i.v.m. getijden:

nulvlak

kaartdiepte

zones (w/z)

omzetting naar stroomatlassen

Invloed van drukverschillen i.v.m.
getijdenhoogtes en plotse
weersveranderingen

Getijdenberekening voor standaard en
ondergeschikte havens op een willekeurig
tijdstip van de dag

Nautische publicaties voor het verkrijgen van
weerinformatie
Pedagogisch-didactische wenken


Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator of labo-opstellingen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
20
35
Reageren op noodsituaties in navigatie
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
20.1

Toepassing van ISM Code en SMS

Bridge Procedures Guide
de voorzorgsmaatregelingen bij het stranden van een schip beschrijven.
20.2
de acties die moeten genomen worden bij een dreigende stranding en na
de stranding beschrijven.
20.3
de acties die moeten genomen worden bij een dreigende aanvaring en na
de aanvaring of aantasting van de waterdichtheid van de romp door welke
oorzaak dan ook beschrijven.
20.4
de maatregelen om de schade te beperken treffen en beoordelen.
20.5
de noodbesturing beschrijven.
Part B Bridge Checklists

Part C Emergency Checklist
 Noodstuurwerk
Pedagogisch-didactische wenken


Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator of casestudy.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
21
36
Onder alle omstandigheden een schip manoeuvreren en ermee omgaan
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
21.1
beschrijven hoe men onder alle omstandigheden met een schip
manoeuvreren en omgaan, met inbegrip van:

Het naderen van een loodsschip


Het aan- en afmeren

Manoeuvreren in ondiep water

Interactie op een schip door de oever; een
kanaal, een ander schip en een sleepschip

Scheepshandelingen in nauwe waters

Een constante koers varen

manoeuvres bij het naderen van loods-stations; het aan
boord en van boord gaan van loodsen, met inachtneming
van weersomstandigheden, getij, uitloopafstand en
remafstand;
omgaan met het schip in rivieren, estuarie en beperkte
wateren, rekening houdend met de effecten van stroming,
wind en ondiep water op de reactie van het roer;


Een schip droogdokken
gebruik van de constantedraaisnelheidtechnieken;


Navigeren van een schip in zwaar weer
manoeuvreren in ondiep water, met inbegrip van de
vermindering van de ruimte onder de kiel veroorzaakt door
squat, rollen en stampen;

Navigeren in of nabij ijs

Manoeuvreren in TSS en VTS

interactie tussen passerende schepen en tussen het eigen
schip en nabijgelegen banken (kanaal effect);

meren en ontmeren onder verschillende omstandigheden
van wind, getij en stroming met en zonder sleepboten;

schip- en sleepbootinteracties;

gebruik van voortstuwing- en manoeuvreersystemen;

keuze van de ankerplaats, verankering met een of twee
ankers in beperkte ankerplaatsen en de factoren die
betrokken zijn bij het bepalen van de lengte van de ankerlijn
die moet gebruikt worden;

anker slepen, vrijmaken van onklare ankers;

droogdokking, zowel met als zonder schade;

voorzorgsmaatregelen bij de manoeuvers van het lanceren
van hulpverleningsboten en reddingsvaartuigen bij slecht
weer;

de methoden om overlevenden van hulpverleningsboten en
reddingsvaartuig aan boord te nemen;

Schade door eigen boeg- en hekgolven
Zie ook competentie 7
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
21
Onder alle omstandigheden een schip manoeuvreren en ermee omgaan

het vermogen om de manoeuvreer- en aandrijving
kenmerken te bepalen van gangbare soorten schepen, met
bijzondere aandacht voor de remweg en de draaicirkel bij
diverse diepgangen en snelheden;

het belang van het navigeren met verminderde vaart om
schade te vermijden veroorzaakt door de golven van boeg
en achtersteven van het eigen schip;

praktische maatregelen die moeten worden genomen bij het
navigeren in of in de buurt van ijs of in geval van ijsafzetting
aan boord;

het gebruik van verkeersscheidingsstelsels en het
manoeuvreren in en in de buurt van gebieden van
gescheiden verkeer en in gebieden met een
zeeverkeersbegeleidingssysteem (VTS).
Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties op het schoolschip en/of op simulator.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.
37
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
22
38
Het plannen en zorgen voor veilig laden, stouwen en vastzetten, de zorg tijdens de reis en het lossen van de
vracht
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
22.1
relevante internationale regelgeving, codes en normen voor de veilige
behandeling, stouwen, verzekeren en transport van vracht verwoorden en
toepassen.

Stuwen en vastmaken van de lading,
inbegrepen van zware lading (heavy lift)

22.2
het effect op trim en stabiliteit van vracht en vrachtverrichtingen beschrijven
en berekenen.
Toelichting en gebruik van CSS Code (Cargo
Stowage & Securing) en Cargo Securing
Manual
22.3
de noodzaak en de werkwijze van stouwen en verzekeren van vracht aan
boord van een schip, met inbegrip van de uitrusting voor vrachtafhandeling
en middelen voor beveiligen en sjorren, beschrijven.

Dekladingen inbegrepen houtladingen

Containerlading

Bulkladingen (ander dan granen), BC code,
BLU Code

Bulk-graanladingen

Zorg aan de lading:
22.4
laad- en losactiviteiten, met bijzondere aandacht voor het vervoer van
vracht, beschreven in de Code voor Veilig vracht stouwen en verzekeren,
beschrijven.
22.5
algemene eigenschappen van tankers en tankeractiviteiten beschrijven.
22.6
alle beschikbare gegevens aan boord met betrekking tot laden, zorg en
lossen van bulkvrachten, gebruiken.
22.7
de basisprincipes om een effectieve communicatie op te zetten en de
verbetering van de werkrelatie tussen het schip en het personeel van de
terminal beschrijven.

inspectie en voorbereiding

segregatie en scheiding van de
ladingen

ventilatie en controle ervan

gekoelde ladingen

Laadgerei en veilig gebruik van laadgerei

Olietanker: beschrijving van

Cargo tank opstellingen

Pompen opstellingen

Segregate ballast tanks

Slop tanks

Cofferdams

pijpleidingen opstellingen

IGS opstellingen

Crude oil washing

Toelichting en gebruik van ISGOTT
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
21
39
Onder alle omstandigheden een schip manoeuvreren en ermee omgaan

Chemical Tankers

Gas Tankers

IMO richtlijnen, codes en wetgeving

Voorzorgmaatregelen voor het betreden van
opgesloten ruimtes

Cargo Calculations and Cargo Plans:
berekenen en opmaken van laadplannen.

Procedures voor het onderhouden van
effectieve communicatie tussen schip en wal
tijdens het laden en het lossen.
Pedagogisch-didactische wenken

Dit is een uitbreiding van competentie 8.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.

Indien mogelijk illustreren aan de hand van authentieke praktijksituaties.

Bezoek aan een terminal is aangewezen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
23
40
Transporteren van gevaarlijke goederen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
23.1

Gevaarlijke ladingen en kwetsbare ladingen
in verpakking

IMDG CODE

IMO Emergency Procedures for Ships
Carrying Dangerous Goods (Ems)
23.2
internationale regelgeving, normen, codes en aanbevelingen voor het
vervoer van gevaarlijke goederen, met inbegrip van Internationale
maritieme code voor gevaarlijke goederen (IMDG) en de Internationale
maritieme code voor vaste bulklading raadplegen en hanteren.
het vervoer van gevaarlijke, risicovolle en schadelijke lading, de
voorzorgsmaatregelen bij het laden en lossen hiervan en de zorg hiervoor
tijdens de reis beschrijven.

IMO Medical First Aid Guide for Use in
Accidents Involving Dangerous Goods
(MFAG )
Zie ook competentie 8
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.

Indien mogelijk illustreren aan de hand van authentieke praktijksituaties.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
24
41
Controleren van trim, stabiliteit en belasting
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
24.1
de fundamentele beginselen van de scheepsbouw en de theorieën en
factoren die van invloed zijn op trim en stabiliteit en de noodzakelijke
maatregelen om trim en stabiliteit te bewaren beschrijven.

24.2
de effecten van trim en stabiliteit in het geval van schade aan een ruimte en 
het vollopen ervan als gevolg van de beschadiging en de te nemen
tegenmaatregelen beschrijven.


24.3
de IMO-aanbevelingen betreffende de stabiliteit van een schip beschrijven.
Pedagogisch-didactische wenken

De berekeningen worden handmatig en op computer uitgevoerd.

Algemene begrippen en basisbeginselen van
de stabiliteit
Vastlopen aan de grond:

trimverandering
Stabiliteit bij lekkage:

bepaling oppervlakte waterlijn

bepaling km

inhouds- en oppervlaktetoepassingen
(permeabiliteit)
Droogdokken:

reactiekracht

momentstelling

trimmoment
Internationale conventies:

aanbevelingen voor intacte stabiliteit
voor schepen kleiner dan 100 m belast
met het vervoer van passagiers en
cargo

Loadlineconvention

IMO-grainregulations

IMO-stabiliteitscriteria i.v.m.
windmomenten
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
25
42
Bewaken en controleren van de naleving van wettelijke eisen en maatregelen om de veiligheid van het leven op
zee, de veiligheid en de bescherming van het mariene milieu te verzekeren
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
25.1
het internationale maritieme recht, vastgelegd in de internationale
overeenkomsten en verdragen, raadplegen en interpreteren. Hierbij moet
bijzondere aandacht zal besteed worden aan volgende onderwerpen:

Certificaten en andere documenten die
moeten aan boord zijn volgens de
verschillende conventies (FAL.2/circ.123)

certificaten en documenten die volgens de internationale
verdragen aan boord moeten zijn, hoe ze worden verkregen en
hun geldigheidsduur;

Verantwoordelijkheden volgens relevante
eisen van ILLC 66, SOLAS, MARPOL 73/78


verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het Internationaal
verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966, met
amendementen;
Maritieme verklaring over Gezondheid en de
eisen van Internationale
Gezondheidsvoorschriften:

verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het Internationaal
verdrag betreffende de veiligheid van mensenlevens op zee,
1974, met amendementen;

verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het Internationaal
verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met
amendementen;

maritieme verklaringen van de gezondheid en de eisen van de
International Health Regulations;

verantwoordelijkheden uit hoofde van de internationale besluiten
met betrekking tot de veiligheid van het schip, de passagiers,
bemanning en lading;

methoden en hulpmiddelen om de verontreiniging van het
mariene milieu door schepen te voorkomen;

nationale wetgeving voor de uitvoering van internationale
overeenkomsten en verdragen.

aankomst documenten en procedures
(Internationale
gezondheidsvoorschriften)

pest

cholera en gele koorts

Verantwoordelijkheden onder Internationale
verdragen betreffende de veiligheid van
schip, passagier, bemanning en cargo

Allerlei internationale conventies en
aanbevelingen, voorschriften en publicaties
Pedagogisch-didactische wenken

Deze competentie wordt gerealiseerd via een cognitieve benadering, namelijk het raadplegen van documenten.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
26
43
Handhaven van de veiligheid en de beveiliging van de bemanning van het schip, de passagiers en het
gebruiksklaar houden van levensreddende, brandbestrijdende en andere veiligheidssystemen
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
26.1
de regels voor levensreddende apparaten (Internationaal verdrag
betreffende de veiligheid van mensenlevens op zee) verwoorden.

26.2
de organisatie van brandoefeningen en oefeningen om het schip te verlaten 
beschrijven.
26.3
levensreddende, brandbestrijdende en andere veiligheidssystemen
gebruiksklaar houden.

Onderhoudsvoorschriften en –procedures
voor reddingsmiddelen, brandblusapparatuur
en andere veiligheidssystemen
26.4
de acties die moeten genomen worden om al de personen aan boord te
beschermen en veilig te stellen in geval van noodsituaties beschrijven.

Acties ter bescherming en beveiliging van
alle personen in noodsituaties, inclusief Man
Over Boord
26.5
de acties om beschadiging te beperken en te verhelpen bij een schip na
een brand, ontploffing, aanvaring en stranding beschrijven.

Acties om de schade te beperken en het
schip te redden na een brand, explosie,
aanvaring en/of aan de grond lopen
Verdrag van de Beveiliging van
mensenlevens op Zee (SOLAS) en FSS
Code (International Code for Fire Safety
Systems)
Organisatie van brand- en sloepenrol
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.

Oefenen in reële situaties aan boord.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
27
44
Uitwerken van noodplannen en plannen voor schadebeheersing en omgaan met noodsituaties
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
27.1

Rampenplannen om te reageren op noodsituaties, voorbereiden en
uitwerken inzake:

scheepsbouw, met inbegrip van schadebeheersing;

methoden en hulpmiddelen voor preventie, detectie en blussen
van brand;

functies en gebruik van reddingsmiddelen.
De voorbereiding van bijkomende plannen
om in noodsituaties te handelen, inclusief bij
noodsituaties in de haven
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.

Behandel voorbeelden uit Bridge Procedures Guide.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
28
45
Gebruik maken van leiderschaps- en managementvaardigheden
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
28.1
het management van het boordpersoneel en training ervan beschrijven en
uitwerken.

Trainingen aan boord van schepen

28.2
verwante internationale maritieme verdragen en aanbevelingen en
nationale wetgeving beschrijven en interpreteren.
Internationale maritieme conventies en
nationale wetgeving, inclusief ISM-code en
STCW-conventie
28.3
het beheer van taken en werkdrukbeheersing toepassen, met inbegrip van:

Taakbeheer en werkdrukbeheer:
28.4
28.5
28.6

planning en coördinatie;

opdrachten van het personeel;

beperkingen van tijd en middelen;

prioriteitsstelling.
effectief middelenbeheer verwoorden en toepassen, inzake:

verdeling, toewijzing en prioriteitsstelling van middelen;

effectieve communicatie aan boord en aan wal;

bij besluiten rekening houden met de ervaringen van het team;

assertiviteit en leiderschap, met inbegrip van motivatie;

het verkrijgen en blijven behouden van het bewustzijn van de
situatie.

beslissingstechnieken en attitude om ze toe te passen beschrijven, inzake:

evaluatie van de situatie en risico’s;

identificeren en ontwikkelen van mogelijkheden;

keuze van een actieplan;

evaluatie van de doeltreffendheid van de resultaten.
ontwikkeling, implementatie en toezicht op gestandaardiseerde
werkprocedures beschrijven.
Pedagogisch-didactische wenken


Casestudies en rollenspelen zijn hier aangewezen methodieken.


planning en coördinatie

toekenning van de opdrachten

tijdsdruk

materiele vereisten

prioriteitsstelling
Middelenbeheer:

verdeling

toewijzing

prioriteitstelling
Beslissingstechnieken en toepassing ervan:

risicoanalyse

besluitvorming

actieplan

opvolging en evaluatie
SMS-werkprocedures en checklijsten

ontwikkeling van het systeem

implementatie
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
29
46
Organiseren en beheren van de medische zorg
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
29.1
de inhoud van volgende publicaties beschrijven en interpreteren:

International Medical Guide for Ships

Internationaal Medisch handboek voor de scheepvaart en
gelijkwaardige nationale publicaties.

Medical Section of International Code of
Signals

medische afdeling van het Internationaal seinboek.


Medische gids voor eerste hulp voor het gebruik bij
ongevallen met gevaarlijke stoffen.
Medical First Aid Guide for Use in Accidents
Involving Dangerous Goods
Pedagogisch-didactische wenken

Deze competentie wordt vooral gerealiseerd via door het raadplegen van documenten.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
47
STCW SECTIE A-II/4
In deze sectie worden verplichte minimumeisen inzake vaarbevoegdheidsverlening voor gezellen die deel uitmaken van de brugwacht behandeld.
STCW 2010
Competentie
30
Bedienen van het noodmateriaal en toepassen van de noodprocedures
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
30.1
de taken in noodsituaties en alarmsignalen verwoorden.

Pyrotechnische noodsignalen
30.2
het gebruik van pyrotechnische noodsignalen, satelliet EPIRB en SARTS
omschrijven.
30.3
de foutieve uitzending van noodsignalen vermijden en maatregelen die
moeten genomen worden in geval van onbedoelde (nood)activering
omschrijven.

Bescherming van de noodfrequenties en
voorkomen van valse alarmeringen in VHF,
MF/HF en satelliet

Valse alarmering via DSC
Pedagogisch-didactische wenken

De pyrotechnische signalen worden in zo authentiek mogelijke situaties ingeoefend.

Gebruik van simulator.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
48
STCW SECTIE A-II/5
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen inzake vaarbevoegdheidsverlening voor dekmatroos behandeld.
STCW 2010
Competentie
31
Toepassen van gezondheids- en veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Leerplandoelstellingen
De leerlingen kunnen:
Sectie A-II/5
31.1
Leerinhouden
in verband met praktische kennis van veilige werkmethoden en persoonlijke 
veiligheid aan boord o.a.:

hoogtewerken beschrijven;

buiten boord werken beschrijven;

werken in omsloten ruimten beschrijven;

vergunning-naar-werk-systemen beschrijven;

lijn-hanteren beschrijven en uitvoeren;

tiltechnieken en methoden ter voorkoming van rugletstel
beschrijven en uitvoeren;

elektrische veiligheid beschrijven;

mechanische veiligheid beschrijven;

chemische en biologische veiligheid beschrijven;

persoonlijke veiligheidsuitrusting beschrijven en gebruiken.
ILO MLC 2006 regulation 2.3 Hours and
Hours of Rest
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.

Werken met casestudies is aanbevolen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
32
49
Toepassing van de voorzorgsmaatregelen en bijdragen tot de voorkoming van de verontreiniging van het
mariene milieu
Leerplandoelstellingen
Sectie A-II/5
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
32.1

32.2
32.3
de voorzorgsmaatregelen die moeten genomen worden om verontreiniging
van het mariene milieu te voorkomen beschrijven.
MARPOL (MARine POLlution): procedures
het gebruik en de werking van apparatuur om verontreiniging tegen te gaan 
en oefeningen
beschrijven.
Zie ook competentie 10
De erkende methoden voor de verwijdering van mariene verontreinigende
stoffen beschrijven.
Pedagogisch-didactische wenken

SOPEP (Shipboard Oil Polution Emergency
Plan)
Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
50
STCW SECTIE A-IV/2
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen inzake de certificering voor GMDSS -radio operatoren.
STCW 2010
Competentie
33
Zenden en ontvangen van informatie met behulp van GMDSS-subsystemen en apparatuur en voldoen aan de
functionele eisen van de GMDSS
Leerplandoelstellingen
Sectie A-IV/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
33.1

in aanvulling op de eisen van het radioreglement volgende onderdelen
beschrijven en toepassen:



radiocommunicatie voor zoek- en reddingsoperaties, met inbegrip 
van de procedures in het Internationale luchtvaart handboek en
het Maritieme zoek- en reddingshandboek (IMSAR);

de middelen om de transmissie van valse noodsignalen te
voorkomen en de procedures om de effecten van dergelijke
signaleringen te beperken;

meldingssystemen voor schepen;

radiomedische diensten;

het gebruik van de Internationale signalencode en de IMO
Standard Marine Communication Phrases;

het gebruik van de Engelse taal, zowel schriftelijk als spreektaal,
voor de communicatie van informatie die relevant is voor de
veiligheid van mensenlevens op zee.

Praktische en theoretische kennis van
algemene radiocommunicatie procedures
Kennis en gebruik van de Inmarsatsystemen
Bescherming van de noodfrequenties en
voorkomen van valse alarmeringen in VHF,
MF/HF
Maritime Safety Information (MSI), Service
via aardse systeem (Navtex) en Satelliet
(Fleetnet, EGC)
SMCP: specifiek over GMDSS-communicatie
Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties aan boord of op simulator.

Opmerking: deze eis kan worden verlaagd indien het beperkte radiocertificaat toegekend wordt.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
34
51
Radiodiensten bieden in noodsituaties
Leerplandoelstellingen
De leerlingen kunnen:
Sectie A-IV/2
34.1
34.2
Leerinhouden
het verstrekken van radiodiensten in noodsituaties beschrijven en uitvoeren 
in specifieke situaties zoals:

verlaten van het schip;

brand aan boord van het schip;

gedeeltelijk of volledig uitvallen van de radio-installaties.
voorzorgsmaatregelen voor de veiligheid van het schip en bemanning in
verband met mogelijke risico’s voor de radioapparatuur, inbegrepen de
gevaren van elektrische en niet-ioniserende stralingen beschrijven.
GMDSS: nood-, spoed- en
veiligheidsprocedures in VHF, in MF en HF
(aardse systemen).

GMDSS: nood-, spoed- en
veiligheidsprocedures met satellietsystemen.

Defecten opsporen en herstellen van
elektronische uitrusting.
Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties aan boord of op simulator.

Opmerking: deze eis kan worden verlaagd indien het beperkte radiocertificaat toegekend wordt.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
52
STCW SECTIE A-VI/1-4
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen betreffende het zich vertrouwd maken met de dienst aan boord, basisopleiding in en instructie over
veiligheid behandeld.
STCW 2010
Competentie
35
Treffen van voorzorgsmaatregelen om verontreiniging van het mariene milieu te voorkomen
Leerplandoelstellingen
Sectie A-VI/1-4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
35.1
de impact van de scheepvaart op het mariene milieu en de effecten van
operationele of incidentele verontreiniging erop beschrijven.

Het belang van de MARPOL-conventie en
bijlagen op de impact van de scheepvaart op
het mariene milieu en de effecten van
operationele of incidentele verontreiniging
duidelijk aantonen
35.2
basisprocedures voor de bescherming van het milieu verwoorden.

Procedures voor de bescherming van milieu,
het bestrijden van operationele of incidentele
verontreiniging

Basis vereist materiaal om zulke incidenten
te kunnen bestrijden

Milieuproblematiek
35.3
de complexiteit en diversiteit van het mariene milieu inschatten en
beschrijven.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Behandel voorbeelden en voorschriften uit Bridge Procedures Guide.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
36
53
Veilige werkmethoden in acht nemen
Leerplandoelstellingen
Sectie A-VI/1-4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
36.1
het belang om ten allen tijde veilige werkmethoden na te leven toelichten.

ILO MLC 2006 regulation 2.3 Hours and
Hours of Rest
36.2
beschikbare veiligheids- en beschermende apparaten tegen mogelijke
gevaren aan boord van het schip toelichten.

Safety Management System
36.3
voorzorgsmaatregelen die moeten genomen worden vooraleer besloten
ruimten te betreden beschrijven en verklaren.

Enclosed Space entry procedure
36.4
de internationale maatregelen ter voorkoming van ongevallen en
gezondheid op het werk beschrijven en toepassen.

Internationale maritieme conventies en
nationale wetgeving, inclusief ISM-code en
STCW conventie, en ILO conventie
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Werken met casestudies is aanbevolen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
37
54
Bijdragen tot effectieve communicatie aan boord van het schip
Leerplandoelstellingen
Sectie A-VI/1-4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
37.1
de principes en belemmeringen van effectieve communicatie tussen
individuen en teams binnen het schip verklaren.

37.2
effectieve communicatie tot stand brengen en onderhouden.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van simulator.

Casestudies en rollenspelen zijn hier aangewezen methodieken.
Effectieve communicatie:

algemene principes

communicatie tussen individuen en
binnen een team

noodcommunicatie

belemmeringen
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
38
55
Bijdragen tot effectieve menselijke relaties aan boord van het schip
Leerplandoelstellingen
Sectie A-VI/1-4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
38.1
het belang van het behouden van goede menselijke en werkrelaties aan
boord verwoorden.

Basistechnieken voor het behouden van
goede menselijke en werkrelaties aan boord
38.2
de basisprincipes en praktijk van teamwerk, met inbegrip van
conflictoplossing toepassen.

Werken in een multiculturele omgeving

Basisprincipes groepswerking en techniek
voor conflictoplossing
38.3
sociale verantwoordelijkheden. arbeidsvoorwaarden. individuele rechten en

plichten. de gevaren van drug- en alcoholmisbruik beschrijven.
Arbeidsovereenkomst en
arbeidsvoorwaarden

Individuele rechten en plichten aan boord
van zeeschepen

Gevaren van drug- en alcoholmisbruik aan
boord van zeeschepen
Uitbreiding van competentie 15 en 28
Pedagogisch-didactische wenken

Rollenspel is een aangewezen methodiek bij het leren omgaan met conflicten.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
39
56
Begrijpen hoe vermoeidheid onder controle te houden en de nodige maatregelen daartoe nemen
Leerplandoelstellingen
Sectie A-VI/1-4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
39.1
het belang van het nemen van de nodige rust verwoorden.

39.2
de effecten van slapen, werkschema’s en het circadiaan ritme van
vermoeidheid herkennen en beschrijven.
Fysiologische beperking eigen aan de
individuele prestaties

39.3
de effecten van fysieke stressfactoren op zeevarenden herkennen en
beschrijven.
Voornaamste sensorische factoren die de
prestaties beïnvloeden

Factoren die een invloed hebben op
aandacht, alertheid en waakzaamheid
39.4
de effecten van milieu-stressfactoren op of buiten het schip en hun impact
op zeevarenden herkennen en beschrijven.

Omgaan met stress

Planning van werk- en rusturen
39.5
de effecten van wijzigingen in de planning op de vermoeidheid van
zeevarenden beschrijven.

ILO MLC 2006 regulation 2.3 Hours and
Hours of Rest
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Werken met casestudies is aanbevolen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
57
STCW SECTIE A-VI/2-1
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen betreffende de afgifte van bewijzen van bekwaamheid inzake het gebruik van reddingsmiddelen,
hulpverleningsboten en snelle hulpverleningsboten behandeld.
STCW 2010
Competentie
40
Omgaan met de overlevenden en het beheer van het reddingsvaartuig na het verlaten van het schip
Leerplandoelstellingen
Sectie A-VI/2-1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
40.1
het omgaan met het reddingsvaartuig op ruwe zee beschrijven.

40.2
het gebruik van boeglijn, zeeanker en ander tuig beschrijven.
Verdrag van de Beveiliging van
mensenlevens op Zee (SOLAS)
40.3
de verdeling van voedsel en water op een reddingsvaartuig toelichten.

FSS (Fire Safety Systems) Code

LSA (Live Safety Appliance) Code
40.4
maatregelen die moeten genomen worden om de opspoorbaarheid en het
lokaliseren van een reddingsvaartuig te maximaliseren opsommen en
beschrijven.
40.5
methoden voor redding door helikopter beschrijven.
40.6
de effecten van onderkoeling en het voorkomen ervan. het gebruik van
beschermkappen en kleding, met inbegrip van overlevingspakken en
hulpmiddelen tegen warmteverlies beschrijven en toelichten.
40.7
het gebruik van hulpverleningsboten en motorreddingsboten om
reddingsvlotten te begeleiden en het redden van overlevenden en
personen in de zee beschrijven.
40.8
het gebruik van strandreddingsboten beschrijven.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Praktijkoefeningen zijn noodzakelijk.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/ zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
41
58
Het gebruik van volgmiddelen, met inbegrip van communicatie, signaleringsapparaten en vuurwerk
Leerplandoelstellingen
Sectie A-VI/2-1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
41.1
radio-reddingsmiddelen in hulpverleningsboten, met inbegrip van satelliet
EPIRB en SART gebruiken.

Verdrag van de Beveiliging van
mensenlevens op Zee (SOLAS)
41.2
noodsignalen met vuurwerk gebruiken.

Gebruik van de pyrotechniek volgens
SOLAS conventie en LSA code
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Praktijkoefeningen of op simulator zijn noodzakelijk.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
59
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
VOET
Wat en waarom?
2
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden
eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd.
De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen!
Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage
leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving.
Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels
per graad geformuleerd wordt.
Globaal:

een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden
Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten
van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle
andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;

zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:

lichamelijke gezondheid en veiligheid,

mentale gezondheid,

sociorelationele ontwikkeling,

omgeving en duurzame ontwikkeling,

politiek-juridische samenleving,

socio-economische samenleving,

Per graad:
socioculturele samenleving.

leren leren,

ICT in de eerste graad,

technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.
Een zaak van het hele team
De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair
onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de
gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun
samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen.
Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project
vorm te geven.
Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET.
De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten
aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspan2
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien
zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel
naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
60
ning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden
aan bod komt.
Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.
HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE
Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school
op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van
ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen.
Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme
hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee
om te gaan.
Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve
kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling
van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog
te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal
steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen
tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd
door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving.
Het open leercentrum als krachtige leeromgeving
Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun
eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen.
Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum

uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,

ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,

uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning.
In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid
kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de
leemtes in te vullen.
Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter
nuttig om over een OLC te beschikken?

Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende
leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige
leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend leren, projectmatig werken ... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere
vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.

Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet
iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt
het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van
een OLC gebruik kunnen maken.
Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden:

ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes
om in groep te werken);

ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)

digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;

materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen
zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in
een openkastsysteem;
61

kranten en tijdschriften (digitaal of op papier).
In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden)
die zowel kan gebruikt worden als ‘stille’ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid).
Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden:

het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal
kunnen gerealiseerd worden;

het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan
zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook ‘van op afstand’ door
middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;

het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode voor en/of na de lesuren).
Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder
zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en
wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten.
Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de
ICT-integratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken.
ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering
Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren.
ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:

Zelfstandig oefenen in een leeromgeving
Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De
meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot
zelfevaluatie.

Zelfstandig leren in een leeromgeving
Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een
elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.

Creatief vormgeven
Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De
leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden.

Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie
Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een
ELO en het internet.
Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in
het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren.
De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm.

Voorstellen van informatie aan anderen
Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een
website, een folder …
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
62

Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren
Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …

Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen
De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken
uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom
is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht
uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten
te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en
nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
SAMENWERKING
Cursusmateriaal
Door het specifieke karakter van deze opleiding zijn er slechts enkele scholen die het studiegebied
Maritieme opleidingen aanbieden. Het is dan ook aan te raden dat de leraren van deze scholen
samenwerken om de competenties uit het leerplan te verwerken in degelijk cursusmateriaal. Deze
cursussen beschrijven niet alleen de inhoud, maar vermelden ook de evaluatiecriteria, zoals
normering en de evaluatiecontext zoals in de STCW vermeld.
Het is aangewezen om het cursusmateriaal bij wijzigende wetgeving aan te passen.
Het kwaliteitshandboek van de school vermeldt waar de cursussen ter beschikking staan.
Organisatie op schoolniveau
Het realiseren van de competenties in een geïntegreerde aanpak vereist een andere
schoolorganisatie dan in een onderwijs met een vakkenindeling.
De vakkengroep/betrokken leraren overleggen samen met de schoolleiding over de aanpak en maken
bindende afspraken over een verdeling van de mogelijke activiteiten.
Samenwerking met algemene vakken
Enkele competenties liggen in het verlengde van doelstellingen uit vakken van de basisvorming. Het is
evident dat de leraren van de basisvorming nauw betrokken worden bij de uitwerking van deze
competenties. Op deze manier wordt overlap vermeden en wordt de onderwijstijd efficiënt gebruikt.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
63
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN3
Voor een aantal competenties werd in de tweede graad enkel een aanzet gegeven om pas in de
derde graad tot de praktijk over te gaan. Om een theoretische benadering op een didactisch
verantwoorde manier te kunnen doen is er nood aan audiovisueel en ICT materiaal (TVmultimediaprojector, filmmateriaal, digitaal bord, geschikte software, internettoegang … ). Dit materiaal
kan aanwezig zijn in de klas of in het open leercentrum.
Technische documentatie, zeekaarten, didactische nautische boeken, getijdentafels, handleidingen,
instructieboeken … moeten ter beschikking zijn alsook:

SOLAS,

MARPOL,

STCW–code (meest recente met addenda),

ISM-code,

ISPS-code,

LSA code,

FSS code,

diverse relevante codes en publicaties (Garbage Record Book, Sopep plan, Oil Record
Book, voorbeeld van Logboek …).
Het praktisch gedeelte van de brandbestrijding dient te worden gegeven in een daartoe uitgerust
brandweer opleidingscentrum, waar men dient te beschikken over het voorgeschreven equipement,
zoals brandslangen en nozzles, poedersnelblussers en CO2 blussers, persluchtmaskers …
Navigatieapparatuur

Opstelling magnetisch kompas, kalibratie simulatie

Gyrokompas, demonteerbaar om de verschillende onderdelen te tonen

Aan boord van de opleidingsschepen: ARPA, ECDIS, GPS en integratie op radarscherm

Plotting sheets

Peiltoestellen, diverse types
Zee- en weerkunde

Meteorologische meetinstrumenten: thermometer, barometer, barograaf, psychrometer

Windmeter aan boord
3
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:
-
Codex
ARAB
AREI
Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:
-
de uitrusting en inrichting van de lokalen;
de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat:
-
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;
alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;
de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
64
Zeevaartkunde

Steekpassers en pleischalen/parallellatten

Getijtafels en stroomatlassen

Nautische publicaties:


Admiralty,

List of Radio Signals,

Admiralty List of Lights and Fog Signals,

Admiralty Chart Catalogue.
Vaartuig voor opleiding met de nodige uitrusting en apparatuur om een veilige wacht te
houden en een doeltreffende navigatie uit te voeren met meerdere leerlingen op de brug of
simulator

Vaartuig voor opleiding geschikt voor het inoefenen van manoeuvres en voor oefeningen
Personal Safety en brandbestrijding
Zeemanschap

Touwwerk, staaldraad en uitrusting voor schiemanswerk

Seinsleutel met licht en geluid, set seinvlaggen

Vaartuig voor opleiding met de nodige uitrusting en apparatuur om een veilige wacht te
houden en een doeltreffende navigatie uit te voeren met meerdere leerlingen op de brug of
simulator
Medische component

Neil Robertson of homologe draagberrie

Medische publicaties (International Medical Guide for Ships, WHO)

Medisch demo materiaal
Personal Safety

Opblaasbaar reddingsvlot met inventaris;

Pyrotechnics

Drysuits - overlevingspakken
GMDSS

Een simulator van GMDSS station dient beschikbaar te zijn, alsook modellen van toestellen
in verband met reddingsmiddelen
Passage Planning (voor een referentiejaar)

Kaartcatalogus

Ocean Passages of the World (NP)

Zeekaarten en Pilot Charts

Getijtafels

Lists of Radio Signals

Lists of Lights

Scheepskarakteristieken en Trim & Stability booklets van een dry cargo schip

Haveninformatie (‘Ports of the World’)

Publicaties met ladingkarakteristieken (IMDG Code, Thomas Stowage)
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
65
EVALUATIE
Zoals reeds aangehaald bevat het kwaliteitshandboek van de school uitgewerkte cursussen met
evaluatiecriteria. De evaluatiecriteria komen overeen met de criteria zoals beschreven in de STCWcode.
Doelstelling van evalueren
Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen
bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken
van de leerplandoelstellingen en over het leerproces.
Daarenboven is evaluatie – de evaluatie- en rapporteringspraktijk - een belangrijke pijler binnen de
kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren.
Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren
heen, is het logisch dat:

de school hierover haar visie ontwikkelt;

de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking.
Procesevaluatie
Dit luik van evaluatie heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering
van de realisatie van de kennis, de verschillende vaardigheden, de vakgebonden - en de leerattitudes
om hun leertraject bij te sturen. In deze evaluatie staat het leerproces dat de leerlingen doorlopen
centraal. De evaluatie moet aan de leerkracht de nodige feedback geven over zijn gehanteerde
methode.
De leerkracht beschikt daarvoor over de volgende middelen:

observatie in de klas,

reflectiegesprekken,

zelf-, peer-, co-evaluatie,

oefeningen en opdrachten die in de klas worden uitgevoerd, individueel of in groep,

mondelinge en schriftelijke overhoringen,

huistaken,

…
Het opvolgen van de attitudes hoort ook onder dit aspect van de evaluatie.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vak- en leerattitudes. De vakgebonden attitudes staan
expliciet in de leerplannen vermeld. De leerattitudes worden op schoolniveau bepaald en vormen de
randvoorwaarden om te leren.
Attitudes kunnen nauwelijks in cijfers worden uitgedrukt. Er kan best gewerkt worden met rubrieken
(SAM-schalen) die de attitudes omzetten in waarneembaar gedrag. Bij de weging wordt dan niet
zozeer het gedrag dan wel de evolutie in rekening gebracht.
Productevaluatie
Producten, zoals herhalingstoetsen en examens, beogen de evaluatie van het realiseren van de
leerplandoelen. De verschillende vaardigheden en de onderliggende kenniselementen komen aan
bod.
Rapporteren
De geregelde rapportering heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de
vordering in het realiseren van de doelstellingen. De rapportering moet ook aandacht schenken aan
remediëren.
De school bepaalt de vorm en de frequentie van rapporteren.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Dek
/Nautische technieken/scheepswerktuigskunde/ mechanica/elektriciteit/elektronica/elektromechanica/
zeemanschap/
(PV Praktijk, TV en PV/TV Stage) (1e jaar: 21 lestijden/week, 2e jaar: 21 lestijden/week)
66
BIBLIOGRAFIE
Een geactualiseerde bibliografie met aanbevolen werken is terug te vinden in het kwaliteitshandboek
van de school.