LOCATIES PWA - LAAN

CULTUURHISTORISCHE ANALYSE
LOCATIES PWA-LAAN
I N H O U D S O P G A V E
inleiding
P A G I N A
3
aanleiding
3
onderzoeksgebied
3
ruimtelijke ontwikkeling
5
eerste bewoning en activiteit
5
verstedelijking
7
cityvorming
7
de PWA-laan in de jaren zestig
7
ambitie en realiteit
7
verkenning per deelgebied
9
Waterloseweg
9
Spartafabriek en omgeving
9
Prinses Beatrixlaan/ Koningslijn
11
Schoolgebouwen
11
Centraal Beheer en omgeving
13
Brinkpark en omgeving
15
2
I N L E I D I N G
aanleiding
Dit rapport biedt een cultuurhistorisch referentiekader voor het maken van keuzes in het kader van de
herontwikkeling van het gebied PWA-laan / West, zodat wijzigingen en veranderingen in het gebied (vanuit
cultuurhistorisch perspectief) expliciet en zorgvuldig afgewogen kunnen worden. De
herontwikkelingsopgave is primair gericht op het verdichten van enkele locaties met woningbouw
(Waterloseweg e.o., terrein Spartafabriek) en de herinrichting van het Brinkpark.
onderzoeksgebied
De navolgende cultuurhistorische analyse richt zich specifiek op een vijftal locaties aan de PWA-laan:
a)
de Waterloseweg/ Holthuis (voormalige Brinklaan)
b)
Spartafabriek en omgeving
c)
Prinses Beatrixlaan / Koningslijn
d)
twee schoolgebouwen
e)
Centraal Beheer en omgeving
f)
Brinkpark en omgeving
f
c
e
d
d
a
b
c
3
de bebouwing van Brinkhorst in 1923
(rood= wonen, geel=bedrijven, blauw=sprengen/beken, zwart =spoorweg)
4
R U I M T E L I J K E
O N T W I K K E L I N G
Het gebied kenmerkt zich door landschappelijke en stedelijke fragmenten uit verschillende fasen van de
ontwikkelingsgeschiedenis van Apeldoorn, met name van de afgelopen honderdvijftig jaar.
Het karakter van het gebied wordt bepaald door een grote verscheidenheid aan woon- en werkmilieus:
oorspronkelijk agrarische activiteit en pre-industriële ontwikkeling, later klein-industrie met overwegend
arbeiderswoning en meer recent kantoren en middenstandswoningen. Daardoor komen grootschalige
kantoren, buurten met Apeldoornse huisjes en restanten van de industriële en agrarische functie naast
elkaar voor. Dit heeft geleid tot een gefragmenteerde ruimtelijke opbouw met een gebrek aan samenhang.
Het gebied draagt sporen van verschillende visies en ontwikkelingen van de afgelopen anderhalve eeuw.
eerste bewoning en activiteit
De Driehuizerspreng en de Grift zijn van oudsher belangrijke structurerende elementen in het gebied. De
oude beken en sprengen (en met name de Grift) zijn van groot belang geweest voor de ruimtelijke en
economische ontwikkeling van Apeldoorn in het algemeen en het PWA-laan gebied in het bijzonder.
Langs het stromende water van de beken en sprengen vestigden zich van oudsher diverse vormen van
industrie. De eerste watermolen voor koren en olie in Apeldoorn dateert uit 1335 en stond in de omgeving
van het huidige kantoor van Centraal Beheer. In de 19
de
eeuw vestigden zich hier papiermolens en
wasserijen.
In de jaren vijftig is de Grift in het centrum overkluisd. Het groene karakter van het stroomgebied ging
grotendeels verloren. Ook de Driehuizerspreng verdween in de loop der tijd grotendeels onder het
maaiveld.
uitsnede van
Cultuurhistorische
overzichtskaart RAAPrapport 170
5
Kernplan 1964, de voorloper van het Schetsplan “Centrum en City” uit 1965: bestaande bebouwing
Kernplan 1964, de voorloper van het Schetsplan “Centrum en City” uit 1965: planvorming
(rood=woningbouw, geel=bedrijven)
6
verstedelijking
De opkomst van kleine industriële ondernemingen, mede door de komst van het spoor Amersfoort –
Apeldoorn en de aftakking naar Zwolle (via Het Loo), legde de basis voor de verdere verstedelijking van de
Apeldoornse Enk tot woongebied Brinkhorst. Beken, sprengen en wegen (als de Brinklaan) werden
afgesneden. Bestaande en nieuw aangelegde wegen op de enk werden volgebouwd met (half)vrijstaande
(arbeiders)woningen. Deze structuur heeft zich gehandhaafd tot in de jaren zestig.
cityvorming
In de jaren zestig van de twintigste eeuw vond een aantal stedelijke ontwikkelingen plaats die forse
ruimtelijke consequenties voor Brinkhorst kregen. Apeldoorn zou zich moeten ontwikkelen tot de ‘tweede
schrijftafel’ van Nederland. Daartoe werd het centrum flink uitgebouwd op basis van het Schetsplan
“Centrum en City” uit 1965, dat een uitwerking vormt van het Structuurplan uit 1962. Apeldoorn zou dé
stedelijke metropool van Oost Nederland moeten worden, met 250.000 inwoners, kantoorkolossen en
vierbaans wegen. Een voor het ‘dorpse’ Apeldoorn ongekende stedenbouw deed zijn intrede, met
grootstedelijke allure, grote verkeersdoorbraken, boulevards, hoogbouw en een nieuw treinstation. Deze
beoogde ingrepen stonden in scherp contrast met de kleinschalige bestaande stad, die hiervoor deels
gesloopt moest worden. De herstructurering van het centrum werd tevens aangegrepen om de achterstand
in het aanbod van stedelijke voorzieningen weg te werken.
de PWA-laan in de jaren zestig
De benodigde ruimte voor een nieuw en modern stadshart werd verkregen door het oostelijk deel van
Brinkhorst te betrekken bij het oude centrum. De uitbreiding van het centrum in westelijke richting werd
mogelijk en wenselijk geacht vanwege de geringe bebouwingsdichtheid en het ontbreken van historisch
waardevolle gebouwen in Brinkhorst.
Vanaf eind jaren zestig werd een voorzichtig begin gemaakt met de uitvoering van het Schetsplan “Centrum
en City”. Uit deze periode dateren de PWA-laan, de Koning Stadhouderlaan met de
spoorwegonderdoorgang, de Prinses Beatrixlaan, de Brinklaanflat, de Stadskantoorflat en het
kantoorgebouw van Centraal Beheer. De huidige structuur ontleent het gebied in belangrijke mate aan de
genoemde infrastructurele ingrepen. De maat, verkaveling en structuur van deze elementen zijn gerelateerd
aan het vernieuwingsplan en staan in sterk contrast met de vooroorlogse stad in de directe omgeving.
De PWA-laan doorsnijdt het zuidelijke deel van Brinkhorst in oostwest-richting en verbindt de naoorlogse
uitbreidingswijk Orden rechtstreeks met het centrum. De aanleg van de PWA-laan eind jaren zestig had tot
doel om de smalle en bochtige Waterloseweg als verbindingsweg te vervangen, alsmede de Asselsestraat
te ontlasten van gemotoriseerd verkeer.
ambitie en realiteit
De grootstedelijk droom uit de jaren zestig kwam maar zeer ten dele uit. De ruimtelijke plannen bleken te
ambitieus en werden in de jaren zeventig tot bescheidener proporties teruggebracht. De grootschalige
aanzetten in het PWA-gebied werden als gevolg van de koerswijziging niet afgerond. Van de geplande cityvorming uit de jaren zestig kwam niet veel meer terecht dan Orpheus, het stadskantoor, de Brinklaanflat en
de PWA-laan. Inmiddels hebben delen van de Prinses Beatrixlaan en de spoorlijnaftakkingen hun functie
verloren. Vertrek van industriële bedrijven hebben in laatste kwart van 20
ste
eeuw geleid tot tal van
inbreidingsplannen voor woningbouw in het PWA-gebied.
7
c
d
a
d
b
c
PWA-laan-gebied met de
Waterloseweg/ Holthuis
(a), Sparta-fabriek (b),
a
Prinses Beatrixlaan/
Koningslijn (c) en twee
scholen (d)
de Waterloseweg
Holthuis
het hoofdgebouw van Sparta aan de
PWA-laan gebouwd van architect
J.W. & C.A.W. Heuvelink
de ‘ingepakte’ Villa Clarenbeek
de Driehuizerspreng
8
V E R K E N N I N G
P E R
D E E L G E B I E D
Waterloseweg
De straten die wij nu kennen als Waterloseweg en Holthuis maakten oorspronkelijk gezamenlijk deel uit van
de Brinklaan. De aanleg van de spoorlijn Amersfoort – Apeldoorn in 1876 zorgde ervoor dat de Brinklaan
doorsneden werd. De toenmalige Waterlooscheweg vormde een belangrijke aftakking van de toenmalige
Brinklaan. Na de aanleg van de PWA-laan in 1968-1969 is de oorspronkelijke Waterlooscheweg
grotendeels komen te vervallen en is dit deel van de Brinklaan van naam veranderd. Het noordelijke deel
heet nu Waterloseweg, het deel ten zuiden van de spoorlijn Holthuis. Zowel de huidige Waterloseweg als
Holthuis zijn vanaf het eind van de negentiende eeuw tot de Tweede Wereldoorlog grotendeels bebouwd
met (half)vrijstaande woningen. Deze woningen vormen van oudsher geen aaneengesloten wand, maar
worden onderbroken door open kavels of stukken grond met een (semi-) agrarische functie. De
Waterloseweg is deels voorzien van klinkerbestrating (NO), deels van asfalt (ZW). Laanbeplanting komt hier
fragmentarisch voor. De klinkerweg van Holthuis is aan weerszijden van laanbeplanting voorzien. Aan de
zuidkant van de Waterloseweg is de Grift recentelijk weer naar de oppervlakte gebracht. Het grifttracé in de
Hofstraat is hierop aangesloten.
aanbevelingen
Het tracé van de voormalige Brinklaan (nu Waterloseweg en Holthuis) maakt deel uit van de oudste
ruimtelijke structuren van Apeldoorn, en zou herkenbaar moeten blijven als een historische lineaire structuur
met aan weerszijden bomen en een ‘dorps’ bebouwingspatroon van (half)vrijstaande woonhuizen in een
ambachtelijke en soms decoratieve (baksteen)architectuur met markante kapvormen. In het
gefragmenteerde karakter van het PWA-laan gebied past het de nieuwe ruimtelijke structuur en bebouwing
qua schaal, maat, ritmiek en verschijningsvorm af te stemmen op de vooroorlogse lintbebouwing. De Grift is
reeds erkend als waardevolle cultuur- en natuurhistorische structuur en als zodanig opgenomen in de
stedenbouwkundige planvorming. In de wijze waarop de Grift hersteld wordt, dient het landelijke karakter
van de Waterloseweg door te klinken.
Spartafabriek en omgeving
De Sparta Rijwielen- en Motorenfabriek NV werd in 1917 te Apeldoorn opgericht door de heer D.L. Schakel
sr. Het begon als grossierderij in rijwielonderdelen. In 1927 werd ook de fabricage van rijwielen ter hand
genomen en bouwde hij een kleine fabriek in de parkachtige tuinaanleg rond Villa Clarenbeek, een villa uit
1882 die aanvankelijk werd herbestemd tot een deftige kostschool voor meisjes en vervolgens als kantoor
deel uitmaakte van het Sparta-complex. Vanaf 1931 begon de fabricage van lichte motorrijwielen. Ondanks
de crisis van de jaren dertig nam de productie dusdanig toe dat herhaaldelijk uitbreiding van de fabriek
nodig was. Tijdens de oorlog kwam de productie stil te liggen om na 1945 - na een aarzelende start - weer
een grote vlucht te nemen. Ook de fabricage van bromfietsen werd na de oorlog ter hand genomen. Steeds
meer onderdelen werden zelf ontworpen en in eigen beheer vervaardigd, hetgeen wederom leidde tot
verschillende fabrieksuitbreidingen. In 1950 werd het brede hoofdgebouw aan de PWA-laan gebouwd (arch.
J.W. & C.A.W. Heuvelink). In 1955 werd de vleugel aan de Driehuizerweg doorgetrokken tot aan de villa
(magazijn, showroom en kantoren; architect P. Schurink, Apeldoorn). Daarna hebben tal van verbouwingen
en uitbreidingen (waaronder enkele grote uitbreidingen in 1969 en 1987) geleid tot het huidige omvangrijke
complex. Tijdens één van die verbouwingen is de Villa Clarenbeek geheel ‘ingepakt’ (in gevelpanelen met
damwandprofiel) in aansluiting bij de fabriek. Aan de westelijke zijde van het fabrieksterrein ligt een
voetbalveld; achter het hekwerk van de fabriek loopt de door bomen omgeven Driehuizerspreng.
aanbevelingen
De Spartafabriek is vooral historisch waardevol als representant van de (vroeg)industriële ontwikkeling rond
de beken en sprengen in dit deel van Apeldoorn. Hoewel de fabriek en Villa Clarenbeek niet beschermingswaardig zijn, verdient het evenwel aanbeveling bij de herontwikkeling van het terrein te verwijzen naar dit
belangrijke stukje Apeldoornse geschiedenis: door behoud van een aansprekend geveldeel (vergl. De
Betuwe, Tiel), het aangeven van de contouren van de fabriek en/of het plaatsen van een bord of plaat met
cultuurhistorische informatie (textielfabriek Ankersluit, Deventer), het opnemen van een oude gedenksteen
of tegeltableau in een monument (Veenendaalse wolspinnerij). Verder dienen de hoge landschappelijke en
natuurlijke kwaliteiten van de Driehuizerspreng gerespecteerd cq. versterkt te worden.
9
Beatrixlaan
Zuidwestelijke
spoordijk
voormalige
Klimopschool
voormalige LTS
1 0
Prinses Beatrixlaan / Koningslijn
Het grondgebied noordelijk van Brinkhorst maakte aanvankelijk deel uit van heidevelden die dienden als
jachtgronden voor de bisschop van Utrecht, de hertogen van Gelre en havezate of jachtslot Het Loo (het
e
‘Oude Loo’ dat rond het midden van de 15 eeuw werd gebouwd).
Tegelijk met de bouw van het nieuwe paleis Het Loo liet prins Willem III drie lanen aanleggen die tot op
heden de structuur van Apeldoorn West bepalen: de Loolaan (1734), de Koning Lodewijklaan en het
noordelijk deel van de Jachtlaan (beide ca. 1750). In 1897 werd over de Koning Lodewijklaan een aftakking
aangelegd van de in 1876 aangelegde spoorweg Amersfoort - Apeldoorn, voor een paardentram van station
Apeldoorn naar het paleis. Het later gemotoriseerde en naar Hattem doorgetrokken spoortraject, beter
bekend als het Koningslijntje, werd tot in de jaren zestig gebruikt.
Eind jaren zestig werd de Koning Lodewijklaan in zuidwaartse richting doorgetrokken in de huidige Prinses
Beatrixlaan. Deze was onderdeel van de partiële herziening Orden C uit 1965. De verlenging werd
uitgevoerd tot aan het spoor Amersfoort - Apeldoorn, en niet verder doorgetrokken zoals voorzien in het
Structuurplan en het Centrum en Cityplan. Inmiddels is het gedeelte ten zuiden van de PWA-laan voor
auto’s afgesloten.
De Koningslijn werd in 1972 definitief gesloten. De laatste rails werden in het begin van de jaren tachtig
weggehaald. Het traject en de taluds van de spoorlijn zijn nog altijd herkenbaar.
aanbevelingen
De Prinses Beatrixlaan heeft zijn beoogde functie als doorgaande route niet gekregen als gevolg van het
afblazen van de ambitieuze cityvorming uit de jaren zestig. Het brede profiel, de ruim opgezette kruising en
het gedeelte ten zuiden van de PWA-laan staan in geen verhouding met het huidige belang van dit tracé. Bij
de herontwikkeling van dit gebied is het van cultuurhistorisch belang om het spoortracé van het
Koningslijntje over de gehele lengte en ononderbroken herkenbaar te maken, ook ter plaatse van de
kruising met de PWA-laan en de gebogen dijklichamen.
schoolgebouwen
De snelle aanwas van het aantal inwoners en de industriële expansie maakten de bouw van nieuwe
scholen na de Tweede Wereldoorlog noodzakelijk. Aan de PWA-laan bij de ruime opgezette kruising met de
Prinses Beatrixlaan, liggen twee scholen. De grootste is de Katholieke Scholengemeenschap VMBO
‘Veluws College’ Cortenbosch (voorheen RK LTS) aan de Prinses Beatrixlaan 259. Deze school is in 1968
gebouwd naar ontwerp van architectenbureau L.A.A. Verberk uit Tilburg, i.o.v. Stichting Katholiek
Nijverheidsonderwijs te Apeldoorn. De school heeft een u-vormige opzet om een binnenplaats met in één
van de vleugels twee gymnastieklokalen boven elkaar.
Tegenover het Veluws College, aan de voormalige Waterloseweg (thans PWA-laan 900) staat een
Protestants Christelijke BLO ‘Klimopschool’ voor zwakzinnige kinderen, thans Veluws College
‘Cortenbosch’. Deze L-vormige school is in 1955 gebouwd naar ontwerp van gemeentearchitect J. Minekus
op een laag liggend terrein dat in verband met de aansluiting aan de nieuwe wegenstructuur gedeeltelijk is
opgehoogd. Hierdoor ontstond de mogelijkheid het gebouw gedeeltelijk op kolommen te plaatsen en onder
het gebouw een overdekte open speelruimte te maken, alsmede een zaal voor verenigingswerk onder te
brengen. Aan de zuidzijde ligt een grasveld (en oorspronkelijk schooltuintjes). Het gebouw omvat (in eerste
aanleg) 5 leslokalen, handenarbeidlokaal, keuken overblijf/ speellokaal. De school werd met een vleugel
uitgebreid in 1973. Beide scholen zijn nauwelijks gewijzigd t.o.v. het oorspronkelijke ontwerp. Ze worden
omgeven door ruime grasstroken, op de plaats waar de Grift ondergronds loopt.
aanbevelingen
Beide scholen zijn weliswaar betrekkelijk gaaf bewaard gebleven, maar zij missen in architectuurhistorisch
opzicht de ontwerpkwaliteit, het technische en/of typologische belang en de esthetische uniciteit/waarde om
aanspraak te maken op bescherming als gemeentelijk monument. De scholen zijn weliswaar qua situering
verbonden met de naoorlogse infrastructurele ontwikkeling, maar hebben daarin geen bijzondere betekenis
voor het aanzien van het gebied.
1 1
het nieuwe station,
bereikbaar via de
open winkelpassage,
met aan weerszijden
Centraal Beheer en
Pakhoed
Centraal Beheer
gezien vanaf de
Koning
Stadhouderlaan
de nooit voltooide
loopbrug
1 2
Centraal Beheer en omgeving
Op de locatie waar vroeger diverse molens stonden, verrees als uitvloeisel van het Centrum en Cityplan
tussen 1970 en 1972 het kantoorgebouw van Centraal Beheer (architect Herman Hertzberger). Oostelijk
van Centraal Beheer werd in 1973 het gebouw Pakhoed (architectenbureau H. Kaan) gebouwd. Tussen de
twee kantoren zouden winkels worden gebouwd, die een open passage moesten vormen van de
binnenstad naar het nieuwe centraal station achter beide kantoren. Vanuit het kantoor van Centraal Beheer
was een loopbrug gepland (en gedeeltelijk gebouwd) naar de perrons.
De nieuwe toegang tot het vergrote stadscentrum was ontworpen vanuit de visie dat Apeldoorn de tweede
schrijftafel van Nederland zou worden. Doordat de regering verschillende rijksdiensten uiteindelijk toch niet
naar Apeldoorn overhevelde, werd de grootstedelijk droom uit de jaren zestig niet gerealiseerd. Het nieuwe
station, het entreegebied met winkels en een gedroomd museum met werken van Karel Appel zijn nooit
gerealiseerd. Het enige restant van deze visie is de doodlopende loopbrug in het gebouw van Centraal
Beheer.
Het gebouw van Centraal Beheer is één van de belangrijkste ontwerpen in het oeuvre van architect Herman
Hertzberger en is een exemplarisch voorbeeld van het zogenaamde structuralisme in de bouwkunst. Veel
aspecten van het archetypische kantoorgebouw zijn door Hertzberger op een geheel andere wijze
geïnterpreteerd. Omdat de gebruiker in zijn denken een centrale en actieve rol speelt, ging hij op zoek naar
een vorm waar werknemers zich thuis voelen; zowel alleen als in een groep. Hertzberger wilde de
voordelen van een groot kantoor combineren met de voordelen die individuele kamers bieden (tegengaan
van isolement van de werknemers, en tegelijkertijd de mensen een eigen plaats bieden). Hij kwam niet met
een kant en klare oplossing, maar met een raamwerk: kantooreilanden met een flexibele functie, het
kantoor als overdekt landschap.
De plattegrond bestaat uit clusters van vierkante kantooreilanden, die van elkaar gescheiden zijn door van
boven verlichte ontoegankelijke vides. De eilanden zijn door middel van loopbruggen met elkaar verbonden
en vormen een modulair rasterstructuur. De ruimte loopt naadloos in elkaar over, het raster verbindt
ruimtelijke elementen zonder ze van hun eigen identiteit te beroven. Alle elementen staan in gelijke
verhouding tot elkaar. Het grid ligt overhoeks ten opzichte van de straat en het spoor.
De verhouding tussen functie en ruimte is niet statisch, maar verbindend, dynamisch, spontaan.
Hertzberger spreekt van “uitnodigende vormen”: steeds terugkerende kruisvormige vides. Het uitzicht op
andere eilanden symboliseert de openheid van Centraal Beheer.
In de loop der tijd breidde het kantoor zich enkele malen uit. In 1974 werd het gebouw Pakhoed door middel
van een loopbrug geïncorporeerd, hetgeen voor een weinig overzichtelijk geheel zorgde. Om eenheid te
scheppen werden in 1990 beide gebouwen door nieuwbouw van Hertzberger met elkaar verbonden. Hier
kwam tevens de hoofdingang.
waardering
Het ontwerp van Centraal Beheer door Herman Hertzberger wordt zowel nationaal als internationaal
(architectuurhistorisch) hoog gewaardeerd. Zowel in de ontwikkeling van het structuralisme als in het oeuvre
van de architect neemt het gebouw een cruciale plaats in.
In de stedenbouwkundige context is het echter van belang vast te stellen welke mogelijkheden het terrein
zuidwestelijk van het kantoor biedt voor nieuwbouw. Op dit moment ligt het gebouw (t.o.v. de Koning
Stadhouderlaan) ietwat verscholen achter struiken en bomen. In het Centrum en Cityplan uit 1965 waren
aan deze verbindingsweg monumentale kantoren gepland. Ook nu biedt de locatie mogelijkheden de
toegang tot de binnenstad te markeren door een bij voorkeur hoge ranke toren. Door een dergelijk
bouwvolume is het mogelijk het zicht op het ontwerp van Hertzberger te behouden en tegelijkertijd te
vermijden dat de ruimte-verhoudingen rond de kruising van wegen zoek raakt. Het nieuwe gebouw zou in
oriëntatie moeten aansluiten bij het overhoekse raster van het Centraal Beheer kantoor en voldoende
afstand moeten bewaren om het structuralistische ontwerp te respecteren.
1 3
Brinkpark richting de
Kadastertoren
de in de Hofstraat
weer zichtbaar
gemaakte Grift
1 4
Brinkpark en omgeving
In de Cultuurhistorische overzichtskaart van RAAP is de historische Apeldoornse Brink ingetekend ter
plaatse van het huidige Brinkpark. In de vooroorlogse situatie liep de Brinklaan met begeleidende
woonbebouwing en voorzieningen in oost-westrichting midden door het huidige park. In het Centrum en
Cityplan was deze locatie bestemd voor kantoortorens. Nadat de vooroorlogse bebouwing was gesloopt,
werden de geplande kantoren echter nooit gerealiseerd, waardoor het Brinkpark ontstond.
Het huidige Brinkpark wordt aan de noordzijde begrensd door de nieuwe Brinklaan. Het voormalige
gemeentekantoor, de zogenaamde Brinklaanflat, sluit het park aan de oostzijde af en markeert de entree tot
de binnenstad. De oostelijke helft van het park is grotendeels ingericht als parkeerplaats. Recentelijk heeft
horecagelegenheid Paviljoen Brinkpark zich hier gevestigd. De westelijke helft is ingericht als wandelpark.
De oude bomen in het park vormen restanten van laanbeplanting uit verdwenen straten (Brinklaan). De Grift
stroomt vanuit westelijke richting naar het centrum. In de PWA-laan en in het Brinkpark komt De Grift niet
aan de oppervlakte. In het verlengde daarvan is de beek in de Hofstraat recent weer bovengronds gebracht.
Het beloop van de beek is herkenbaar gemaakt met geschilderde verwijzingen op het trottoir aan de
noordzijde van de PWA-laan. De Grift is inmiddels door de provincie aangewezen als ecologische
verbindingszone. Aangezien alle beken en sprengen in de Grift samenstroomden, is het herstel van de Grift
een belangrijk project. De gemeente heeft al besloten tot het herstel van de grift in het centrum omdat het
water een nieuwe dimensie geeft aan de openbare ruimte en een cultuurhistorische factor terugbrengt in de
stad.
aanbevelingen
Het park kan gezien worden als een (weliswaar door toeval ontstane) herinnering aan de historische brink.
Door het weer bovengronds brengen van de Grift via groengebieden als het Brinkpark, kan er een duidelijke
relatie/ verbinding tussen de stad en het landschappelijke buitengebied ontstaan (ecologische
verbindingszone).
1 5