Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 1 De exploitatiecyclus 1.1 Activiteiten van een handelsonderneming Outdoor is een commerciële onderneming of een handelsonderneming. De exploitatie bestaat uit drie soorten activiteiten: Commerciële activiteiten = kopen en verkopen van goederen/diensten met winst Financiële activiteiten = betalen van schulden en innen van vorderingen Investeren = aankopen van vaste bedrijfsmiddelen of investeringsgoederen Al deze activiteiten beïnvloeden het ondernemingsresultaat. Een bedrijf runnen is een grote verantwoordelijkheid. Filip Bettens zet alles in het werk om zijn zaak rendabel, d.i. winstgevend te maken. Exploiteren = Je zaak op een goede en verstandige wijze runnen. Winst maken: Opbrengsten > kosten Bedrijfsbeheer of bedrijfsmanagement 1 De exploitatiecycles 367 1.2 Schematische voorstelling van de exploitatiecyclus De goederenstroom Goederen die aangekocht worden, komen na de levering terecht in het magazijn. Ze moeten zo snel mogelijk weer met winst verkocht worden. Goederen die niet onmiddellijk verkocht worden en tijdelijk in het magazijn of in de winkel blijven liggen, vormen de voorraad van de onderneming. De geldstroom In een onderneming zijn er: • ingaande geldstromen: bv. geld ontvangen van klanten; • uitgaande geldstromen: bv. betalen van leveranciers. Het exploiteren van een onderneming stellen we voor in een routeschema: Goederenstroom = Voorraad goederen in het magazijn + – (1) (4) Aankopen van goederen Verkopen van goederen bij aan leveranciers klanten (2) (5) Schuld Vordering (nog te betalen) (nog te goed) (3) betaling inning (6) Geldstroom = – Liquide middele 368 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming + 2 Het financieel plan 2.1 Wat is een financieel plan? Om de kansen op slagen te vergroten, moet de ondernemer voldoende lang stilstaan bij het opmaken van een ondernemingsplan. Het ondernemingsplan bestaat uit een activiteitenplan en een financieel plan. Het activiteitenplan omvat: • een omschrijving van de commerciële activiteiten • een interne analyse: bv. wat zijn onze sterke en zwakke punten? • een marktanalyse • wie zijn onze concurrenten? • wie zijn de potentiële klanten? • wie zijn de leveranciers? • hoe evolueert de markt? Zijn er groeikansen? •… • een marketingplan Het financieel plan: • raamt de financiële gevolgen van de geplande activiteiten in een toekomstige periode; • is wettelijk verplicht voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid1 zoals een bvba en een nv; • dient als basis om financiële instellingen te overtuigen om o.m. krediet toe te staan. Het financieel plan bevat prognoses voor drie jaar. Het moet overhandigd worden aan de notaris. Een handelaar moet toekomstgericht plannen, denken en handelen. Het financieel plan bestaat uit: • de investeringsbegroting: welke investeringen zijn nodig? • het financieringsplan: zal ik over voldoende financieringsmiddelen beschikken? Waar zal ik de financieringsmiddelen vandaan halen? • de exploitatiebegroting: hoe groot zullen vermoedelijk de opbrengsten en de kosten zijn, m.a.w. welk resultaat denken we te realiseren? • de liquiditeitenbegroting: welke toekomstige in- en uitgaven zal ik hebben? Zal ik in staat zijn om mijn betalingsverplichtingen na te komen? Surf naar www.startersservice.be • Kies bij Thema voor Financieel plan. • Zoek informatie bij Hoe bereik ik een gezond financieel evenwicht? 1 De aansprakelijkheid van de vennoten is beperkt tot wat ze in de vennootschap hebben ingebracht. Bij faillissement kunnen de schuldeisers geen beslag leggen op het privévermogen van de vennoten. 2 Het financieel plan 369 2.2 Voorbeeld van een financieel plan Filip overweegt een tweede zaak op te richten. Bij een rondreis door Vlaanderen heeft hij opgemerkt dat er in de regio Hasselt nog geen groot- en kleinhandel in reisuitrusting is. Hij heeft ook al een nieuwe naam bedacht voor de zaak, nl. Outdoor-GO2!. Het assortiment zal aanvankelijk alleen uit slaapzakken, tenten, rugzakken en wandelschoenen bestaan. Bij de oprichting brengt Filip van zijn privévermogen een geldsom in van 30 000,00 EUR. Voor een goede werking van de zaak worden de volgende materiële vaste activa aangekocht: Kantoormeubilair: Winkeluitrusting: Computers: Kantooruitrusting: Rollend materieel: 2 000,00 EUR 20 500,00 EUR 4 000,00 EUR 2 500,00 EUR 12 000,00 EUR Om de bedrijfsactiviteiten vlot te kunnen laten verlopen (bv. tijdig kunnen leveren aan de klanten), moet er altijd een minimumvoorraad van 4 000,00 EUR in het bedrijf aanwezig zijn. Deze minimumvoorraad vergt een vermogensbehoefte op lange termijn. De minimumvoorraad wordt ook wel ijzeren voorraad genoemd. De omzet van het eerste jaar wordt geschat op 200 000,00 EUR. De klanten betalen contant. De kostprijs van de verkochte goederen bedraagt 45 % van de omzet. Andere kosten: Kantoorbenodigdheden: Telefoon, fax, internet: Verzekeringspremies: Reclame: 250,00 EUR 900,00 EUR 1 250,00 EUR 2 500,00 EUR per maand per maand per jaar, te betalen in januari per kwartaal (te betalen in januari, april, juli, oktober) Huur van het gebouw: 1 250,00 EUR per maand Verwarming, verlichting, water ...: 1 000,00 EUR per maand De leveranciers van handelsgoederen en van diensten en diverse goederen worden contant betaald. Er zullen twee verkoopsters in dienst worden genomen: • Anka werkt fulltime: de loonkost bedraagt 2 500,00 EUR/maand. • Sylvia werkt parttime: de loonkost bedraagt 1 075,00 EUR/maand. 370 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 2.2.1 De investeringsbegroting Waaruit bestaat de investeringsbehoefte van Outdoor-GO2!? Hoeveel EUR financiële middelen denkt Filip hiervoor nodig te hebben? Investeringen EUR Meubilair 2 000,00 Winkeluitrusting 20 500,00 Computers 4 000,00 Kantooruitrusting 2 500,00 Rollend materieel 12 000,00 Minimumvoorraad 4 000,00 Totaal 45 000,00 2.2.2 Het financieringsplan Bij de financiering van de investeringen maakt men een onderscheid tussen: • Interne financiering, d.i. financiering met eigen vermogen. Eigen vermogen is het vermogen dat de eigenaar zelf ter beschikking stelt van de zaak. • Externe financiering, d.i. financiering met vreemd vermogen. Vreemd vermogen is vermogen dat door derden (bv. banken, leveranciers …) ter beschikking wordt gesteld van de zaak. Raam voor Outdoor-GO2! de behoefte aan externe financiële middelen. EUR Investeringsbehoefte 45 000,00 Interne financiering d.m.v. eigen vermogen 30 000,00 Externe financiering d.m.v. vreemd vermogen 15 000,00 De eigen inbreng van Filip volstaat dus niet om de investeringen te financieren. Hij zal een beroep moeten doen op vreemd vermogen op lange termijn. De investeringsbegroting en het financieringsplan vormen samen de gebudgetteerde balans. 1 Waarom is het belangrijk voor de financiering van de vaste activa vreemd vermogen op lange termijn aan te trekken? Vaste activa blijven meerdere jaren in de onderneming. Ze moeten dan ook gefinancierd worden met vermogen waarover de onderneming meerdere jaren kan beschikken. 2 Het financieel plan 371 2 Waarom is het belangrijk een raming te maken van de externe financiële middelen? Filip informeerde bij KBC naar de voorwaarden voor het afsluiten van een investeringskrediet voor de financiering van de investeringen. Bij een looptijd van 10 jaar en een kredietbedrag van 15 000,00 EUR bedraagt de intrestvoet 7 %. De lening wordt aangegaan op 2 januari. Op 31 december van elk boekjaar wordt 1/10 van de lening terugbetaald. De intrestbetaling gebeurt maandelijks. 2.2.3 De exploitatiebegroting of gebudgetteerde resultatenrekening De exploitatiebegroting is een raming van het resultaat, d.i. het verschil tussen de opbrengsten en de kosten. Ga op zoek naar de opbrengsten en de kosten. Druk de bedragen uit op jaarbasis en bereken het resultaat voor belastingen. Opbrengsten ____________________ 200 000,00 ____________________ 200 000,00 Omzet 184 950,00 ____________________ Kosten Aankopen handelsgoederen 90 000,00 ____________________ Aankopen diensten en diverse goederen 52 050,00 ___________________ Kantoorbenodigdheden – __________________________________________________________ 3 000,00 ___________________ Telefoon, fax, internet – __________________________________________________________ 10 800,00 ___________________ Verzekeringen – __________________________________________________________ 1 250,00 ___________________ Reclame – __________________________________________________________ 10 000,00 ___________________ Huur – __________________________________________________________ 15 000,00 ___________________ Verwarming, verlichting, water ... – __________________________________________________________ 12 000,00 ___________________ Personeelskosten Financiële kosten Intrest investeringskrediet – __________________________________________________________ Resultaat voor belastingen 372 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 42 900,00 ___________________ ___________________ 1 050,00 1 050,00 14 000,00 ___________________ 2.2.4 Liquiditeitenbegroting Filip raamt de toekomstige in- en uitgaven met als doel na te gaan of er voldoende liquide middelen beschikbaar zijn om aan alle betalingsverplichtingen te voldoen. Liquiditeitenbegroting 245 000,00 Ontvangsten _____________________________________ – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ Omzet _____________________________________ – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ Opname leningen _____________________________________ – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ Ontvangsten van klanten _____________________________________ 30 000,00 15 000,00 200 000,00 232 500,00 Uitgaven _____________________________________ Betaling leveranciers handelsgoederen – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________ 90 000,00 Betaling leveranciers diensten en diverse goederen – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________ Betaling aangekochte investeringsgoederen – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________ Betaling personeel – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________ Betaling intresten – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________ Terugbetaling kapitaal – _______________________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________ 52 050,00 45 000,00 42 900,00 1 050,00 1 500,00 Saldo 12 500,00 _____________________________________ Op jaarbasis vertoont de liquiditeitenbegroting een positief saldo: ontvangsten > uitgaven. 2 Het financieel plan 373 374 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 3 Raming van de effectieve kasstromen op korte termijn tijdens de bedrijfsexploitatie Uit de liquiditeitenbegroting kan Filip afleiden dat de ontvangsten op jaarbasis groter zijn dan de uitgaven. Dat betekent niet noodzakelijk dat er op elk moment voldoende financiële middelen aanwezig zijn om de betalingen te verrichten. Een goede analyse en raming van de geldstromen is hiervoor nodig. Per maand maakt Filip een schatting van: • de kasopbrengsten: dit zijn opbrengsten die ook inkomsten meebrengen. Ze brengen een ingaande geldstroom tot stand. Voorbeeld Bij de verkoop van handelsgoederen ontstaat er een opbrengst; bij inning van het factuurbedrag ontstaat er een ingaande kasstroom. • de kaskosten: dit zijn kosten die ook effectief moeten betaald worden. Ze brengen een uitgaande geldstroom tot stand. Voorbeeld Bij de aankoop van handelsgoederen ontstaat er een kost; bij betaling van het factuurbedrag ontstaat er een uitgaande geldstroom. Bij de berekening van de lonen ontstaan er personeelskosten (brutolonen en werkgeversbijdrage RSZ). Bij de betaling ontstaat er een uitgaande kasstroom naar de werknemers, de fiscus en de RSZ. Hieronder vind je een overzicht van de kasstromen van het eerste kwartaal: Analyse kasstroom 1ste kwartaal Januari Februari Maart Kasopbrengsten – Inning verkopen (gefactureerde verkopen + winkelverkopen) 4 000,00 4 000,00 14 000,00 14 000,00 17 000,00 17 000,00 Kaskosten – Betaling aankoopfacturen handelsgoederen – Loonkosten (lonen en sociale lasten) – Intresten lening – Betaling diensten en diverse goederen • Kantoorbenodigdheden • Telefoon, internet ... • Verzekeringen • Reclame • Huur • Verwarming, verlichting ... 20 812,50 10 000,00 3 575,00 87,50 13 062,50 6 000,00 3 575,00 87,50 16 462,50 9 400,00 3 575,00 87,50 250,00 900,00 1 250,00 2 500,00 1 250,00 1 000,00 250,00 900,00 0,00 0,00 1 250,00 1 000,00 250,00 900,00 0,00 0,00 1 250,00 1 000,00 -16 812,50 937,50 537,50 Cashflow Het verschil tussen de kasopbrengsten en de kaskosten heet cashflow. Als de kasopbrengsten groter zijn dan de kaskosten, dan spreekt men van een kasoverschot. Dit is het geval voor de maanden februari en maart. 3 Raming van de effectieve kasstromen op korte termijn 375 Zijn de kasopbrengsten kleiner dan de kaskosten, dan spreekt men van een kastekort. In de maand januari ontstaat een behoefte aan externe financiële middelen op korte termijn van 16 812,50 EUR. Om het tijdelijk kastekort te overbruggen kan Filip een krediet op korte termijn aanvragen bij zijn bank. Een typisch voorbeeld van zo’n krediet is het kaskrediet. Hierover verneem je verder meer. Filip kan toekomstgericht ook uitstel van betaling trachten te bekomen van zijn leveranciers. 376 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 4 Raming van de behoefte aan externe financiële middelen Uit het voorgaande leiden we af m.b.t. de maand januari van het eerste kwartaal: Behoefte aan: Investeringsuitgave Vreemd vermogen op lange termijn 15 000,00 EUR Kastekort Vreemd vermogen op korte termijn 16 812,50 EUR Bij het bepalen van de behoefte aan externe financiële middelen wordt ook rekening gehouden met een veiligheidsmarge (onverwachte uitgaven, klanten die te laat betalen enz.) Samenvattend kunnen we besluiten dat de behoefte aan externe financiële middelen als volgt kan berekend worden: Investeringsuitgave + Geldbehoefte tijdens de bedrijfsexploitatie ➝ om tijdelijke kastekorten te dekken ➝ als veiligheidsmarge Behoefte aan financiële middelen – Inbreng van de eigenaar(s) = eigen vermogen Behoefte aan externe financiële middelen 4 Raming van de behoefte aan externe financiële middelen 377 Synthese 1 De exploitatiecyclus Goederenstroom = Voorraad goederen in het magazijn + – (1) (4) Aankopen van goederen Verkopen van goederen bij aan leveranciers klanten (2) (5) Schuld Vordering (nog te betalen) (nog te goed) (3) betaling inning (6) Geldstroom = – + Liquide middelen 2 Het financieel plan 2.1 Wat? Een financieel plan: • raamt de financiële gevolgen van de geplande activiteiten in een toekomstige periode; • is wettelijk verplicht voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zoals een bvba en een nv; • dient als basis om financiële instellingen te overtuigen om o.m. krediet toe te staan. 378 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 2.2 Opbouw Een financieel plan bestaat uit: • een investeringsbegroting, d.i. een raming van de vereiste investeringen; • een financieringsplan, dat aangeeft hoe de werkmiddelen gefinancierd worden. Interne financiering: financiering d.m.v. eigen vermogen. Externe financiering: financiering d.m.v. vreemd vermogen; • een exploitatiebegroting, d.i. een raming van de opbrengsten en de kosten; • een liquiditeitenbegroting, d.i. een raming van de toekomstige inkomsten en uitgaven. 3 Kasstromen op korte termijn tijdens de bedrijfsexploitatie De ondernemer berekent de cashflow = kasopbrengsten - kaskosten • Kasopbrengsten: dit zijn opbrengsten die ook inkomsten meebrengen. Ze brengen een ingaande geldstroom tot stand. • Kaskosten: dit zijn kosten die ook effectief moeten betaald worden. Ze brengen een uitgaande geldstroom tot stand. Kasopbrengsten > Kaskosten ➝ Kasoverschot Kasopbrengsten < Kaskosten ➝ Kastekort ➝ Krediet nodig op korte termijn 4 Raming van de behoefte aan externe financiële middelen Investeringsuitgave + Geldbehoefte tijdens de bedrijfsexploitatie ➝ om tijdelijke kastekorten te dekken ➝ als veiligheidsmarge Behoefte aan financiële middelen – Inbreng van de eigenaar(s) = eigen vermogen Behoefte aan externe financiële middelen Synthese 379 380 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 5 Kredietverlening tussen handelaars 5.1 Het klantenkrediet OUTDOOR Prinsenlaan 2 9100 SINT-NIKLAAS Tel. 03 777 54 12 Fax 03 777 54 22 E-mail: [email protected] Internet: www.outdoor.com KBC 716-0200005-87 IBAN BE67 7160 2000 0587 BIC KREDBEBB ONDnr. BTW BE 0518.627.326 RPR Sint-Niklaas Camba Zavelstraat 31 9190 STEKENE FACTUUR BTW BE 0475.852.965 Factuurnummer Factuurdatum Vervaldatum Leveringsdatum 136 20.1-09-15 20.1-10-15 20.1-09-15 Brutobedrag Artikelnummer 1006 1007 2503 Brutobedrag Omschrijving Aantal Wandelkaart Ierland Wandelkaart IJsland Klimschoenen Klimmer Eenheidsprijs 8 6 10 22,56 22,56 78,09 6% 21 % 180,48 135,36 780,90 Handelskorting 5 % Kosten Subtotaal KvC 2% MvH Btw % Btw 315,84 15,79 12,39 312,44 6,25 306,19 6 18,37 780,90 39,05 – 741,85 14,84 727,01 21 152,67 1 096,74 54,84 12,39 1 054,29 21,09 1 033,20 171,04 Terugstuurbare verpakking: _______________ EUR TE BETALEN 1 225,33 EUR Bij betaling binnen de 10 dagen mag 21,09 EUR van het factuurbedsrag afgetrokken worden. 1 Hoe verleent Outdoor in deze situatie krediet aan klant Camba? De vervaldag is 1 maand later. 2 Noteer twee redenen waarom Outdoor krediet wil geven aan haar klanten. Service verlenen aan de klanten. Hogere verkoopscijfers: die klanten rekenen er op dat zij krediet krijgen. 5 Kredietverlening tussen handelaars 381 3 ‘Facturen moet je tijdig versturen, maar vooral goed opvolgen’, zegt Filip. ‘Dat vergt heel wat tijd en administratie, maar doe je het niet, dan kun je in betalingsmoeilijkheden komen.’ Welke drie nadelen van klantenkrediet benadrukt Filip hier? • De SE ontvangt het geld later: intrestverlies. • Hij moet de facturen opvolgen = kosten. • Risico’s. Zal de klant wel betalen? 4 Hoeveel EUR moet klant Camba betalen als zij de factuur binnen de 10 dagen vereffent? Hoe komt dat? 1 225,33 – 21,09 = 1 204,24 Binnen de 10 dagen krijgt hij de KvC! Klantenkrediet Verkoopfactuur met uitgestelde betaling. Verkoper geeft krediet aan de klant. Er ontstaat een handelsvordering (een tegoed) op de klant. 382 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 5.2 Het leverancierskrediet R omax -C respo Oudeheerweg 91 9250 WAASMUNSTER Tel. 052 46 36 43 Fax 052 46 34 40 ONDnr. BTW BE 0248.754.532 RPR Sint-Niklas Fortis 220-5685421-93 IBAN BE98 2205 6854 2193 BIC GEBABEBB AF/84 Outdoor Prinsenlaan 2 factuur 9100 ST.-NIKLAAS ONDnr. BTW BE 0518.627.326 Factuurnummer Factuurdatum Vervaldag Leveringsdatum 122 20.1-07-28 20.1-08-28 20.1-07-28 Aard goederen Aantal EP Tent RIVER 15 504,46 Brutobedrag Totalen 7 566,90 7 566,90 – Handelskorting 5 % – 378,35 + Vervoerskosten + 23,55 Subtotaal – KvC 3 % MvH 7 212,10 - 216,36 6 995,74 + 21 % btw 1 469,11 Totaal 8 681,21 + Terugst. verpakking + 24,79 Factuurbedrag in EUR 8 706,00 Bij betaling binnen de 8 dagen mag u 216,36 EUR aftrekken vn het factuurbedrag 1 Waarom is er in deze situatie sprake van een leverancierskrediet? De aankoopfactuur moet pas 1 maand later betaald worden. 2 Is dit voordelig voor Outdoor? Waarom (niet)? Ja uitstel van betaling goederen kunnen ondertussen al verkocht worden Leverancierskrediet Aankoopfactuur met uitgestelde betaling. Koper krijgt krediet van zijn leverancier. Er ontstaat een handelsschuld tegenover de leverancier. 5 Kredietverlening tussen handelaars 383 3 Om welke reden zou Outdoor geen gebruik maken van het betalingsuitstel? Voor de korting voor contant, die toch 216,36 EUR bedraagt. Outdoor stond hier voor de keuze: • contant betalen, d.i. binnen de 8 dagen betalen en genieten van de financiële korting van 3 %; • op termijn betalen, dus gebruik maken van het betalingsuitstel of het leverancierskrediet. In dit geval ‘verspeelt’ Outdoor de financiële korting van 3 %. Hoeveel bedraagt de kost van het leverancierskrediet op jaarbasis? 0 Financiële korting 8 dagen 30 dagen Kredietperiode: 30 – 8 = 22 dagen 22 dagen vroeger betalen 3% 3 % 22 1 dag op jaarbasis, dus 360 dagen 3 x 360 22 = 49 % Het leverancierskrediet zou hier op jaarbasis 49 % kosten. Krediet krijgen en nemen van je leveranciers is een heel dure zaak voor je onderneming. Niettegenstaande de grote kost, kan de betalingstermijn van 30 dagen na factuurdatum voor Outdoor toch interessant zijn: • De aangekochte handelsgoederen liggen al in de winkel en kunnen al verkocht worden aan de klanten en ook door hen betaald worden. • Als het over een grote geldsom gaat, mag die langer op de bankrekening staan en zo brengt ze misschien nog een intrest op. Een onderneming ontvangt goederen van haar leverancier. Voor de betaling van de factuur heeft ze twee mogelijkheden: • Betalen binnen 10 dagen en 2 % korting voor contante betaling, of • 60 dagen betalingsuitstel. Bereken de kost van het leverancierskrediet op jaarbasis. 0 Financiële korting 10 dagen 30 dagen 30 – 10 dagen = 20 dagen 20 dagen 2% 1 dag 2 20 Jaarbasis 384 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 2 x 360 = 36 % 20 5.3 Klantenkrediet en leverancierskrediet in relatie tot de liquiditeit Als een onderneming in staat is om haar betalingsverplichtingen op korte termijn na te komen, is haar liquiditeitspositie gunstig. Je krijgt van twee ondernemingen de volgende informatie: Bvba Beri Bvba Zwijs Voorraadtijd 5 dagen 10 dagen Klantenkrediet 30 dagen 30 dagen Leverancierskrediet 40 dagen 20 dagen De voorraadtijd geeft aan hoeveel dagen de aangekochte handelsgoederen gemiddeld in voorraad blijven vooraleer ze verkocht worden. Beoordeel de liquiditeit van de beide ondernemingen in relatie tot het verleende klantenkrediet en het gekregen leverancierskrediet. Maak telkens een schematische voorstelling en formuleer een besluit. bvba Beri Aankoop hg Verkoop hg Klanten betalen klantenkrediet: 30 dagen 0 5 35 tijd Voorraadtijd Betaling leveranciers 40 Leverancierskrediet: 40 dagen 0 tijd Besluit: De leveranciers kunnen betaald worden met de geldmiddelen die ontvangen worden van de klant. Dit is positief voor de liquiditeit. bvba Zwijs Aankoop hg Verkoop hg klantenkrediet: 30 dagen 0 10 Klanten betalen 40 tijd Voorraadtijd Leverancierskrediet: 20 dagen 0 20 Te financieren periode 40 - 20 = 20 dagen tijd 5 Kredietverlening tussen handelaars 385 Besluit De leveranciers kunnen niet betaald worden met de geldmiddelen die ontvangen worden van de klanten. De te financieren periode bedraagt 20 dagen. Indien de onderneming onvoldoende liquide middelen heeft, zal ze externe financiering moeten zoeken op korte termijn. Welke maatregelen voor de toekomst zou de bvba Zwijs kunnen overwegen? - minder uitstel van betaling geven aan de klanten - meer uitstel van betaling bekomen van de leveranciers - kleinere voorraden aanhouden/zorgen voor een kortere voorraadtijd 386 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 5.4 Opvolgen van inningen en betalingen Slechte betalers ... hoe pak je ze aan? Elke ondernemer krijgt wel eens te maken met slechte betalers. Het probleem helemaal uitschakelen, lukt wellicht niet. Toch kan een stipte debiteurenopvolging je heel wat financiële schade besparen. Factureer op tijd Schuif je facturering niet op de lange baan. Probeer een zo kort mogelijke, vaste termijn te respecteren tussen de levering en de facturering. Zo weten je klanten na verloop van tijd ook duidelijk waar ze aan toe zijn. Door onregelmatig te factureren maak je bij de klant een ongeïnteresseerde indruk, alsof de betalingstermijn er niet echt toe doet. Dat is natuurlijk vragen om laattijdige betalingen: klanten zullen van die laksheid beginnen te profiteren. Als je zelf meerdere maanden of zelfs langer wacht met de facturering wordt het erg moeilijk om nadien van de klanten een snelle betaling te eisen. Een laattijdige facturering betekent hoe dan ook weggegooid geld: ook de meerderheid van stipte betalers wacht logischerwijze de factuur af vooraleer met geld over de brug te komen. Op die manier verleen je ongevraagd klantenkrediet, waardoor je zelf in betalingsmoeilijkheden kunt komen. Factureringsoverzicht bijhouden Het volstaat niet facturen tijdig de deur uit te sturen; ze moeten ook systematisch worden opgevolgd. Minimale vereiste hiervoor is een helder overzicht van alle openstaande facturen, gegroepeerd per klant, met vermelding van de bedragen en de vervaldag. Daarvoor bestaan erg gebruiksvriendelijke pc-programma’s die op eenvoudig verzoek op elk ogenblik de (vervallen) facturen per klant in beeld brengen. Noteer ook meteen alle eventueel binnenkomende klachten over bepaalde leveringen of afrekeningen en voeg ze bij de factuur in kwestie. Laat de betaling nadien wat lang op zich wachten, zelfs al achtte je het probleem voor de vervaldag opgelost, dan heb je tenminste een idee waaraan het probleem zou kunnen liggen: de klacht van de klant werd misschien toch niet naar behoren begrepen. Of misschien zoekt de klant zomaar een reden om de betaling een zoveelste keer uit te stellen. Speel kort op de bal Blijkt een factuur op de vervaldag nog niet betaald, aarzel dan niet om de klant een eerste, beleefde, maar duidelijke herinneringsbrief te sturen. De klant merkt dan meteen dat je de zaak niet koud laat worden. Misschien gaat het gewoon om een vergetelheid en betaalt de klant nadien onmiddellijk. Hij kan echter ook ontevreden blijken over je levering, zonder daarover spontaan zijn beklag te maken. Dat kun je dan best zo vlug mogelijk te weten komen, zodat het probleem meteen opgelost kan worden. Elke dag vertraging betekent immers verlies van rente op het te innen bedrag. In geval van ernstige financiële problemen of van een nakend faillissement van de klant, heb je er zéker alle belang bij om kort op de bal te spelen. Wie in zo’n geval eerst langs de kassa passeert, maakt de beste kans om toch nog (een zo groot mogelijk deel van) zijn centen te recupereren. Na schriftelijk ook mondeling Een schriftelijke herinnering, hoe belangrijk en bewijskrachtig ook, zal lang niet altijd afdoende blijken om een reactie bij de openstaande debiteuren los te weken. Statistisch gezien reageert slechts 45 % op een eerste schriftelijke aanmaning. Heb je een week na je brief nog niets van de klant in kwestie vernomen (geen betaling, geen uitleg), dan neem je best even telefonisch contact op. Zo voelt de klant dat de opvolging van de openstaande facturen voor je een prioriteit is, waaraan hij niet zomaar zal ontsnappen. Makkelijker dan in een brief komt tijdens zo’n gesprek vaak de ware reden voor de wanbetaling bovendrijven: het te betalen product (of de dienst) beantwoordde niet aan de verwachtingen, of werd nog niet volledig geleverd, of de klant kampt met - al dan niet tijdelijke - liquiditeitsproblemen. 5 Kredietverlening tussen handelaars 387 Houd in ieder geval schriftelijk een overzicht bij van alle gevoerde gesprekken, met vermelding van de datum, het uur, de klant, de factuur en het bedrag, de persoon met wie je gesproken hebt, wat er tijdens het gesprek werd gezegd en of er eventueel een betalingsbelofte werd gedaan. Zo’n ‘debiteurendagboek’ geef je niet alleen een overzicht van de evolutie in de openstaande facturen maar ook een houvast als wapen tegen mogelijke manipulatiepogingen van hardnekkige slechte betalers. Tijdens een of meer van de daaropvolgende telefoongesprekken kun je de probleemklant confronteren met zijn eigen uitspraken, wat na verloop van tijd toch wel indruk begint te maken: hij zal minder in de verleiding komen om je met een kluitje in het riet te sturen. Als niets lijkt te helpen Ondanks uw strikte, oplossinggerichte aanpak zullen een aantal slechte betalers blijven weigeren met geld over de brug te komen, zelfs na meerdere herinneringsbrieven en telefoongesprekken: uit manifeste onwil, uit (onredelijke) ontevredenheid, uit onverbeterlijke nalatigheid of vanuit financiële moeilijkheden. Als de minnelijke aanpak tot niets leidt, zit er niets anders op dan een aangetekende ingebrekestelling te sturen, eventueel via een deurwaarder (om nog meer gewicht in de schaal te leggen). Bij een aantal wanbetalers zal deze aanpak werken en kan een dagvaarding voor de rechtbank alsnog worden voorkomen, maar lang niet bij allemaal. Uit Zelfstandig ondernemen 1 Zoek een passende verklaring voor alle woorden die je niet begrijpt. 2 Waarom is een stipte debiteurenopvolging noodzakelijk voor een handelaar? Om zelf op tijd over voldoende liquide middelen te beschikken om zijn leveranciers te betalen. 3 Noteer drie tips om zoveel mogelijk problemen en kosten te besparen bij het innen van facturen. – Op tijd factureren; vaste termijn – Facturatieoverzicht bijhouden – Kort op de bal spelen: direct reageren als de klant niet betaalt. 4 Hoe komt het dat sommige klanten niet tijdig betalen? Schrijf vier redenen op. Vergeten: vervaldag uit het oog verloren. Klant is ontevreden over de levering. Ernstige financiële problemen. Nakend faillissement. 5 Schrijf in chronologische volgorde de stappen op die je het best onderneemt om slechte betalers aan te pakken. Wat is het doel van elke stap? Schriftelijke herinnering Telefoongesprek reactie uitlokken. reden van niet-betaling? Debiteurendagboek nakijken 388 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming overzicht van de verschillende stappen. 6 Wat doe je als niets blijkt te helpen? Aangetekende ingebrekestelling. Dagvaardiging rechtbank, evt. deurwaarder. 7 Hoe heet een bedrijf gespecialiseerd in debiteurenopvolging? Factoringbedrijf (opvolgen van de inningen). 8 Zoek op het internet, in de telefoongids … namen en adressen van gelijkaardige bedrijven. Op te zoeken: plaatselijke informatie Het opvolgen van debiteuren en crediteuren debiteuren = klanten crediteuren = leveranciers VF met uitstel van betaling AF met uitstel van betaling handelsvordering handelsschuld te ontvangen (= te innen) te betalen Een goed bedrijfsbeleid maakt een bedrijf gezond en winstgevend. 5 Kredietverlening tussen handelaars 389 Voor een onderneming is het dus belangrijk om alle betalingen en inningen correct op te volgen. Het bijhouden van de klanten- en de leverancierskaarten is een belangrijke schakel in het debiteuren- en crediteurenbeheer. De klantenkaart KLANTENKAART Naam: Base Camp Fin. rekening: Fortis 220-2057884-65 Straat: Bevelsesteenweg 42 ONDnr.: BTW BE 0880.556.348 Gemeente: 2560 NIJLEN Datum Doc. nr. RPR Antwerpen Vervaldag Ontstaan vordering Overdracht 08-26 VF/131 Vermindering vordering 4 174,80 09-26 Saldo Btw-listing MvH 4 174,80 781,88 Btw 0 3 450,25 724,55 781,88 646,18 135,70 De klantenkaart toont aan welke vorderingen er nog openstaan! De leverancierskaart LEVERANCIERSKAART Naam: Blacklight Fin. rekening: KBC 733-1507895-60 Straat: Adm. De Ruyterstraat 25 ONDnr.: BTW BE 0497.325.641 Gemeente: 3500 HASSELT Datum Doc. nr. RPR Hasselt Vervaldag Ontstaan schuld Vermindering schuld Saldo Overdracht 07-18 AF/81 07-22 RU/104 08-18 6 922,75 6 922,75 6 922,75 Het totaal van de leverancierskaart omvat de eventuele nog te vereffenen schulden! Financiële instellingen beschikken over aangepaste softwarepakketten die geïntegreerd worden in de facturering en de boekhouding op computer. De meeste bedrijven bankieren trouwens elektronisch: via aangepaste software voeren ze binnen- en buitenlandse geldverrichtingen op een eenvoudige en snelle manier uit. Informeer bij de bank welke pakketten er momenteel op de markt zijn en vraag documentatie. 390 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 0,00 Synthese 1 Kredietverlening onder handelaars Klantenkrediet Leverancierskrediet Wat? De verkoper geeft krediet: = uitstel van betaling geven aan de klant. = vordering op de klant. De koper krijgt krediet. = uitstel van betaling krijgen van de leverancier. = schuld op korte termijn tegenover de leverancier. VREEMD VERMOGEN OP KORTE TERMIJN BEZITTING Voordelen • Hogere verkoopcijfers. • Serviceverlening aan de klanten: soms rekenen zij op uitstel van betaling. • De aangekochte handelsgoederen liggen al in de winkel en kunnen verkocht en betaald worden door de klanten. • Geldsommen die nog op de bankrekening staan, brengen intrest op. Nadelen • Je ontvangt het geld van de klanten later op je bankrekening = intrestverlies. • Je moet de facturen opvolgen: administratiekosten. • Risico’s: Zal de klant wel betalen? Je verliest het bedrag van de korting voor contant. Om het bedrijf financieel goed te beheren, probeert de handelaar er voor te zorgen dat leverancierskrediet > klantenkrediet. Het zou immers niet goed zijn dat de onderneming in betalingsmoeilijkheden komt, door te lang en te veel krediet te verlenen aan de klanten. Synthese 391 2 Debiteuren- en crediteurenbeheer Een bedrijf moet rendabel (= winstgevend) zijn en goed geleid worden. Om tijd en kosten te besparen, besteedt de handelaar veel aandacht aan de correcte opvolging van debiteuren (klanten) en crediteuren (leveranciers) via: • aangepaste softwarepakketten; • klanten- en leverancierskaarten. Manueel of via de computer: • klasseert de handelaar de facturen per betaalperiode; • legt hij een lijst aan van de vervaldagen; • maakt hij een betalingsschema op. Als een klant op de vervaldag niet betaald heeft, onderneemt hij meestal de volgende stappen: • • • • 392 één of meer herinneringsbrieven sturen; telefonisch contact opnemen met de klant; hem in gebreke stellen via een aangetekende brief; het dossier doorgeven aan een advocaat of in het slechtste geval aan de deurwaarder. Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 6 De rol van de bank als financiële tussenpersoon De banken spelen een belangrijke rol in de economie en in de samenleving: • als bemiddelaar; • als beheerders van het betalingssysteem; • als verstrekkers van financiële diensten. Onze aandacht gaat in dit deel uit naar de rol van de bank als bemiddelaar. Surf naar www.abb-bvb.be. • Bij Studenten en leraren – Een kijk op de bank. • Klik op Dit is de bank. • Klik op De rol van de bankier in de economie en in de samenleving. Kredietgevers Particulieren Kredietrente Debetrente Kredietnemers Kredieten Deposito’s Gezinnen Particulieren Gezinnen Bedrijven BANK Bedrijven Omzetting Overheid Bron: www.abb-bvb.be 1 Vul in het schema de ontbrekende woorden in. 2 Wie zijn: Kredietgevers a de aanbieders van geld? ________________________________________________________________________________________________________________________________________________ b de vragers van geld? Kredietnemers _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 3 Verklaar in eigen woorden het begrip deposito. Raadpleeg eventueel het lexicon op de website. Geldbedragen die tijdelijk ter beschikking worden gesteld van de bank en waarmee de bank mag werken, bv. kredieten verlenen. Voorbeelden zijn geld plaatsen op een zichtrekening, een spaarrekening … 6 De rol van de bank als financiële tussenpersoon 393 4 Welke rol spelen de banken als financiële bemiddelaars? De banken zetten de ontvangen deposito’s om in kredieten. 5 Welke drie omzettingen ondergaan de deposito’s alvorens kredieten te worden? Leg kort uit. Schaalomzetting Kleine deposito’s worden gegroepeerd zodat ze omgezet kunnen worden in kredieten die voldoen aan de kredietbehoefte van de kredietnemers. Termijnomzetting Er is een omzetting van aangetrokken deposito’s op korte termijn naar verstrekte kredieten op middellange en lange termijn. Dit houdt een intrestrisico in voor de bank. Muntrisico Omzetting van een deposito in EUR (vreemde munt) naar een krediet in vreemde munt (EUR). De bank moet rekening houden met wisselkoerschommelingen. 6 Verklaar op basis van het schema het verschil tussen debetrente en creditrente. Debetrente: rente die de bank aanrekent aan de kredietnemers Creditrente: rente die de bank betaalt aan de verstrekkers van deposito’s. 7 Waaruit bestaat dan de winst van de bank? Debetrente > Creditrente 394 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 7 Kredieten bij financiële instellingen 7.1 Algemeen ieten d e r k e z aan en on Wij pass n uw projecten aa Als Outdoor zelf niet over voldoende financiële middelen beschikt, doet hij een beroep op geldschieters, op derden (banken, kredietmaatschappijen …). Ze vertrouwen er op dat zij later het uitgeleende bedrag terugkrijgen, verhoogd met intrest. De geldmiddelen die deze derden ter beschikking stellen, behoren tot het vreemd vermogen van de onderneming. Naargelang de looptijd maakt men een onderscheid tussen: • kredieten op korte termijn: ⭐ 1 jaar; • kredieten op middellange termijn: 2 tot 5 jaar; • kredieten op lange termijn: > 5 jaar. De intrestvoet en de looptijd van het krediet hangen o.m. af van: • het doel van het krediet, bv. voor particuliere doeleinden of voor bedrijfsdoeleinden; • de grootte van het kredietbedrag; • de terugbetalingsmogelijkheden van de ontlener. 7 Kredieten bij financiële instellingen 395 Een financiering met vreemd vermogen brengt vaak heel wat kosten mee voor de kredietnemer, nl.: • • • • de rente; een commissie of een vergoeding voor de bank (kredietverlener); notariskosten (bv. bij een hypothecair krediet); registratiekosten. Er zijn fundamentele verschillen tussen interne financiering (met eigen vermogen) en externe financiering (met vreemd vermogen): • de derden die vreemd vermogen ter beschikking stellen, zijn geen eigenaars van het bedrijf, maar worden wel schuldeisers ervan; • de derden hebben recht op een vaste vergoeding door middel van een intrest waarvan de rentevoet vaak op voorhand bepaald is; • fiscaal is het aantrekken van vreemd vermogen ook interessant. De betaalde intrestlast is een kost die fiscaal aftrekbaar is. Hierdoor vermindert de belastingdruk. Surf naar www.kbc.be. • Klik op Ondernemen site. • Kies bij Doelgroepen voor KMO & bedrijven. • Ga bij Financiering naar de link exploitatiecyclus. Kies drie kredietmogelijkheden op korte termijn die de bank voorstelt: – Kaskrediet – Vast voorschot – Kasplanningskrediet Klik nu op Investeringen en bekijk de kredietmogelijkheden op langere termijn. – Investeringskrediet – Wentelkrediet – Leasing / renting Kaskrediet Leverancierskrediet Schulden op ⭐ 1 jaar Leasing Investeringskrediet ACTIEF Schulden op > 1 jaar PASSIEF Hypothecaire lening Pas dit nu toe in de onderstaande tabel: voor welke aankoop kan Outdoor welk soort krediet aangaan? x x Vaste activa Immateriële vaste activa x Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen x Meubilair x Rollend materieel x x Vlottende activa Voorraden 396 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming In principe gaat men voor een investering een lening op lange termijn aan. Investeringsgoederen blijven immers voor langere tijd in de onderneming aanwezig. Vlottende activa worden normaal gefinancierd met vreemd vermogen op korte termijn: van hen wordt namelijk verwacht dat zij snel in geld worden omgezet. Surf naar www.ing.be. Klik op: • Professionelen • Ondernemingen – Kies voor Kredieten • Investeringskredieten Welke kenmerken vind je i.v.m.: – het doel van het krediet; – de looptijd; – de opname van het krediet. Vergelijk nu het investeringskrediet en de ‘businesslening’. Investeringskrediet Business lening Min. 125 000,00 Min. 2 000,00 Min. 3 jaar Vanaf 6 maanden Middellang / lang Korte termijn Wat is leasing? Financieren van uitrustingsgoederen à 100 %. Huurschema Aankoopoptie erna! In dit deel beperken we ons tot de studie van het kaskrediet. 7 Kredieten bij financiële instellingen 397 7.2 Het kaskrediet 7.2.1 Begrip Soms is er een tijdelijk tekort aan liquide middelen. Zo kocht Filip bij A.S. Adventure nog een extra voorraad tenten en rugzakken aan. Door deze aankoop verwacht hij voor augustus een kastekort. Bankrekening 20.1-08-06 081 EUR-rekening Rekeninghouder: OUTDOOR Prinsenlaan 2 9100 SINT-NIKLAAS rekeningnummer 716-0200005-87 IBAN BE67 7160 2000 0587 beginsaldo EUR 16 000,00 + datum omschrijving valuta ____________ _________________________________________________________ ______________________ __________________ Overschrijving naar A.S. Adventure 001-1545885-72 Factuur nummer 190 08-06 21 299,00 – 08-06 nieuw saldo KBC Bank NV bedrag EUR 5 299,00 – BIC KREDBEBB Hoewel er niet voldoende geld op de zichtrekening stond, ging de betaling van de factuur toch door. Hoe kan dat? Eenvoudig … Filip heeft vooraf met KBC een kredietovereenkomst afgesloten waardoor hij tot een vooraf afgesproken maximumbedrag ‘onder nul’ mag gaan op zijn zichtrekening. Een dergelijk krediet heet kaskrediet. Het maximumbedrag dat de zichtrekening in het rood mag staan, is de kaskredietlijn. 7.2.2 Kenmerken van het kaskrediet Exemplaar bestemd voor de cliënt Antwerpen 20.1-07-21 Geachte heer Bettens Op 19 juli ontvingen wij uw aanvraag voor een kaskrediet. Wij kunnen een kaskrediet openen voor de maand augustus 20.1 ten bedrage van 15 000,00 EUR. U kunt over het kredietbedrag via uw zichtrekening nummer 716-0200005-87 beschikken. U haalt de nodige bedragen af hoe en wanneer u het wilt, u betaalt alleen intrest op de kredietopnames. De volgende voorwaarden zijn van toepassing: – debetrente: 10,75 %, – creditrente: 0,5 %, – provisie op de kredietlijn van 15 000,00 EUR: 0,125 % per maand. Steeds tot uw dienst. J. Janssens kantoorhouder 398 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 1 Welke kenmerken van het kaskrediet vind je terug? – Afgesproken kredietlijn – Terugbetaling via de zichtrekening – Bedragen afhalen wanneer men wenst – Enkel intrest betalen op kredietopnames 2 De kredietlijn bedraagt 15 000,00 EUR. Wat betekent dit? Het max. afgesproken bedrag waarvoor men onder nul mag gaan. 3 Welke kosten zijn er verbonden aan een kaskrediet? – Debetintresten – Kredietopeningsprovisie – Overschrijdingsprovisie 7.2.3 Werking De schommelingen op de zichtrekening van Outdoor zien er voor de maand augustus als volgt uit: Saldo in EUR 40 000,00 4 dagen 30 000,00 20 000,00 16 000,00 5 dagen 10 000,00 08-01 08-06 08-11 - 5 000,00 - 5 299,00 - 10 000,00 5 dagen 08-15 08-22 - 15 000,00 08-31 - 5 000,00 valutadata 10 dagen drempel - 15 000,00 7 dagen Een positief saldo is een creditsaldo. Staat Outdoor in het rood, dan vertoont de zichtrekening een debetsaldo. 7 Kredieten bij financiële instellingen 399 Bereken nu in de onderstaande tabel de saldi en het aantal dagen dat de rekening boven en/of onder nul staat. Valutadatum Verrichting Bedrag (EUR) Debet saldo (EUR) Credit dagen saldo (EUR) dagen 5 + 16 000,00 _____________________ 08-01 Beginsaldo 08-06 Betaling AF A.S. Adventure 21 299,00 - 5 299,00 _____________________ 5 _____________________ _____________________ _____________________ 08-11 Inning VF Hobbykriebels 40 299,00 _____________________ _____________________ + 35 000,00 _____________________ 4 _____________________ 08-15 Betaling AF Camping Center 50 000,00 - 15 000,00 _____________________ 7 _____________________ _____________________ _____________________ 08-22 Inning VF De Berghut 10 000,00 - 5 000,00 _____________________ 10 _____________________ _____________________ _____________________ 25 299,00 _____________________ 22 _____________________ 51 000,00 _____________________ 9 _____________________ Totaal In augustus had de zichtrekening van Outdoor gedurende negen dagen een positief saldo (creditsaldo). Hiervoor ontvangt Outdoor een creditrente van 0,5 %. De andere dagen van de maand augustus heeft Outdoor gebruikgemaakt van het kaskrediet om haar facturen te betalen. Hiervoor rekent de bank een debetrente aan. 7.2.4 Kosten en afrekening Geld lenen kost geld. De prijs van een kaskrediet bestaat uit twee delen: 1 De debetrente = het rentepercentage te betalen voor het bedrag en de tijd dat Outdoor onder nul staat. Deze te betalen intrest (I) is afhankelijk van: • K = het kapitaal of het kredietbedrag (onder nul); • p = het rentetarief of de intrestvoet; • t = de termijn of het aantal dagen onder nul. In de bankwereld wordt het aantal kredietdagen uitgedrukt ten opzichte van 360. Bij de intrestberekening worden altijd diezelfde symbolen gebruikt in de volgende formule: K x p x t (d) ___________________ 360 x 100 2 De provisie Bovenop de debetrente betaalt Outdoor elke maand nog eens 0,125 % provisie op de kredietlijn van 15 000,00 EUR, zelfs als het bedrijf in die periode geen enkele keer in het rood ging. De provisie is een vergoeding die de bank aanrekent voor het ‘klaarhouden’ van het geld. 400 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming Begin september krijgt Outdoor de volgende afrekeningsdocumenten. Bankrekening 20.1-09-05 092 EUR-rekening Rekeninghouder: OUTDOOR Prinsenlaan 2 9100 SINT-NIKLAAS rekeningnummer 716-0200005-87 IBAN BE67 7160 2000 0587 beginsaldo EUR 3 800,00 + datum omschrijving valuta ____________ _________________________________________________________ ______________________ Rekeningafsluiting 09-05 09-05 bedrag __________________ 69,89 – nieuw saldo EUR KBC Bank NV 3 730,11 + BIC KREDBEBB BERICHT VAN REKENINGAFSLUITING KASKREDIET REKENINGNUMMER 716-02000005-87 van OUTDOOR Debetrente: 10,75 % 54,19 Creditrente: 0,5 % 3,05 Provisie: 0,125 % 18,75 ________________________________________________________________ In rekening gebracht nettobedrag EUR 69,89 KBC Bank NV BIC KREDBEBB 1 Bereken nu de debet- en de creditrente door onderstaande tabel aan te vullen. Bereken ook de provisie en de totale kostprijs van het kaskrediet. Datum Bedrag (EUR) Saldo (EUR) 08-01 Dagen D-rente C-rente ______________________________ + 16 000,00 5 ______________________________ 08-06 – 21 299,00 ______________________________ - 5 299,00 5 ______________________________ ______________________________ 08-11 + 40 299,00 ______________________________ + 35 000,00 4 ______________________________ ______________________________ 08-15 – 50 000,00 ______________________________ - 15 000,00 7 ______________________________ 08-22 + 10 000,00 ______________________________ - 5 000,00 10 ______________________________ 08-31 Afsluitdatum ______________________________ Totaal ______________________________ D 51,14 Rente __________________________________________ Provisie __________________________________________ Totale kost __________________________________________ 7,91 1,11 1,94 31,35 ______________________________ 14,93 ______________________________ 54,19 ______________________________ 3,05 54,19 - 3,05 = 51,14 18,75 69,89 7 Kredieten bij financiële instellingen 401 2 Stel het redeneringsschema op voor de boekhoudkundige registratie van het rekeninguittreksel. RU/92 DOCUMENT: Afrekening kaskrediet Verrichting: Omschrijving Bedrag A/P/K/O +/– D/C Rekening Bank KBC 69,89 A – C 55000 Financiële kosten 69,89 K + D 65000 3 Registreer het rekeninguittreksel ook op de grootboekrekeningen. 55000 KBC D 3 800,00 C 69,89 D 65000 Rente, commissie & kosten C 69,89 4 Schrijf de journaalpost. 65000 05-09 Rente, Commissies en kosten 55000 aan 69,89 KBC 69,89 RU/9 7.2.5 Belang van het kaskrediet Het kaskrediet heeft een aantal voordelen … • flexibiliteit: je kunt gelijk wanneer en om het even hoe (overschrijving, cash) geld opnemen. • de rente wordt alleen berekend op het bedrag en voor de tijd dat je onder nul gaat. Het grootste nadeel van het kaskrediet is de hoge kost: de zogenaamde debetrente. De bank gaat er immers van uit dat zij de gelden steeds beschikbaar moet hebben aangezien de klant ze op elk moment kan opvragen. Voor meer informatie over het kaskrediet surf je naar: www.abb-bvb.be. • Bij Studenten en leraren – Een kijk op de bank klik je op Bedrijfskredieten. • Klik op Exploitatiekredieten. • Klik op Kaskrediet. Je vindt hier heel wat informatie i.v.m. het kaskrediet: begrip, bestemming (het doel), werking, kostprijs, looptijd en (eventuele) risico’s. 402 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming Synthese 1 Kredietverlening Bank Financiële instelling = Kredietgever leent kapitaal uit terugbetaling kapitaal + intrest Ontlener = Kredietnemer 2 Het kaskrediet 2.1 Wat? Een kaskrediet is een krediet op korte termijn, waarbij een financiële instelling aan haar klanten toestaat om tot een bepaald maximumbedrag (of de kaskredietlijn) onder nul te staan op hun bankrekening. Voordelen? • Het kaskrediet dient vooral om tijdelijke kastekorten te overbruggen. • Het is een zeer flexibel krediet: je kunt gelijk wanneer en om het even hoe (overschrijving, cash) geld opnemen. • Men betaalt alleen intrest voor het bedrag en de tijd dat men het krediet opneemt. 2.2 Kosten? SALDO van de bankrekening + positief - negatief creditsaldo = vordering op de bank debetsaldo = schuld tegenover de bank creditintrest debetintrest Naast de intrest wordt ook een commissieloon of provisie aangerekend op het totale bedrag van de kredietlijn. Het grootste nadeel van een kaskrediet is de hoge kost, de zogenaamde debetrente. Synthese 403 2.3 Doel? Het kaskrediet heeft als doel tijdelijke liquiditeitstekorten te financieren die zich voordoen tijdens de exploitatiecyclus. Het tijdsverschil tussen ontvangsten (bv. van klanten) en uitgaven (bv. betalen van leveranciers, personeel ...) kan een oorzaak zijn van het tekort aan liquide middelen. 404 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming Toepassingen 1 Waar haalt de handelaar het ‘vreemd vermogen’? – Kredieten bij financiële instellingen. – Leveranciers (handelsschulden). – Bij andere personen/geldschieters. 2 Bij de bank kun je terecht voor verschillende soorten leningen. Hoe noem je de lening die je aangaat voor de aankoop van: een auto: een gebouw, een magazijn, een stuk bouwgrond: Hypothecaire lening ___________________________________________________________________ Financiering (Autolening) ___________________________________________________________________ een tv, een leren salon: Afbetalingskrediet (Persoonlijke lening) ___________________________________________________________________ 3 Heb je een idee van de huidige intrestvoeten voor kredieten bij de bank? Vraag een folder bij een bank in je buurt, of zoek informatie op internet. 4 Waar of niet? Verklaar indien nodig. a Bij de aankoop van een gebouw kiest de handelaar voor een lening op korte termijn. Niet waar: hypotheek lange duur b Als de leverancier betalingsuitstel aan zijn klant toestaat, spreken we van klantenkrediet. Waar c De termijn voor een leverancierskrediet moet langer zijn dan die van de toegestane klantenkredieten. Waar d Het ‘vreemd vermogen’ bestaat uit de financiële middelen die verstrekt worden door derden. Waar e Een kaskrediet is een goedkope kredietformule. Niet waar: hoge D-rente + provisie f De intrest op een zichtrekening is laag, omdat de bank het geld voortdurend beschikbaar moet houden voor haar cliënteel. Waar Toepassingen 405 5 Romax-Crespo kreeg bij zijn bank een kaskrediet tot 6 250,00 EUR. a Schrap wat niet van toepassing is. Een kaskrediet is vreemd vermogen op lange termijn / op korte termijn. b Geef twee redenen waarom Romax-Crespo een kaskrediet aangevraagd heeft. – Tijdelijk meer geld nodig – Alleen intrest op negatieve saldi c Staat de bank aan elke cliënt een kaskrediet toe? Geef je mening hierover. – Neen trouwe cliënt met vast inkomen en bedrijven – d In de loop van de maand januari gebeurden de volgende verrichtingen. Vul de tabel verder aan. Datum Verrichtingen Bedrag in EUR Saldo Dagen D/C 01-02 Beginsaldo van de rekening 1 250,00 ____________________________ + 1 250,00 ____________________________ 01-07 Betaling AF via overschrijving 2 225,00 ____________________________ - 975,00 ____________________________ 01-11 Betaling AF via overschrijving 1 100,00 ____________________________ - 2 075,00 ____________________________ 01-15 Ontvangen via Banksys 3 500,00 ____________________________ + 1 425,00 ____________________________ 01-20 Betaling AF via overschrijving 7 675,00 ____________________________ - 6 250,00 ____________________________ 01-25 Inning verkoopfacturen 7 020,00 ____________________________ + 770,00 ____________________________ 01-31 Afrekening 5 ____________________________ C1 4 ____________________________ 4 ____________________________ 5 ____________________________ 5 ____________________________ 7 ____________________________ D1 D2 C2 D3 e Bereken de te betalen rente aan de hand van de tabel. Saldo Dagen D-rente 8,5 % C-rente 0,5 % 5 ________________________________________ ________________________________________ 4 ________________________________________ D1 = 0,92 ________________________________________ 4 ________________________________________ D2 = 1,96 ________________________________________ 5 ________________________________________ ________________________________________ 5 ________________________________________ D3 = 7,38 ________________________________________ + 1 250,00 ________________________________________ - 975,00 ________________________________________ - 2 075,00 ________________________________________ + 1 425,00 ________________________________________ - 6250,00 ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ + 770,00 7 C2 = 0,10 C3 = 0,07 ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ Intrest: 10,26 - 0,26 Totaal: = 10,00 ______________________________________________________________________________________ Provisie: (0,250 %) 406 C1 = 0,09 15,63 25,63 ______________________________________________________________________________________ Deel 5 Financieel beleid in de onderneming C3 6 Wat betekent de uitdrukking: ‘Lenen doet mensen soms wenen’. Soms lenen personen/bedrijven te hoge bedragen, waardoor de terugbetalingsdruk en de intrestkost te hoog wordt financiële problemen! 7 Surf naar www.kbc.be. Kies voor Ondernemen site. Selecteer bij doelgroepen KMO & Bedrijven. Kies bij Financiering voor Exploitatiecyclus. Klik op KBC-kaskrediet. a Waarvoor of wanneer is het kaskrediet een aangewezen kredietvorm? recente gegevens van de site b Noteer naast de voordelen die op p. 402 staan nog twee andere voordelen van het kaskrediet. Toepassingen 407 Leestekst De kredietcentrales Wie een krediet toestaat, loopt risico’s! De kredietnemer kan het ontleende kapitaal niet terugbetalen en/of de verschuldigde intresten niet betalen. Hoe meer schulden de kredietnemer heeft, hoe groter de risico’s worden voor de kredietgever. Voor een financiële instelling is het daarom zeer belangrijk om de kredietrisico’s te evalueren voor ze een krediet toestaan. Om hen hierbij te helpen, werden binnen de Nationale Bank kredietcentrales opgericht: de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen (CKO) en de Centrale voor kredieten aan Particulieren (CKP). Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen Als een financiële instelling een krediet toestaat aan een onderneming of een zelfstandige voor een bedrag van 25 000,00 euro of meer, is ze wettelijk verplicht informatie m.b.t. de kredietnemer en het krediet door te geven aan de CKO. De CKO registreert de informatie m.b.t. de kredieten in haar bestanden. Komt een klant aankloppen voor een krediet, dan mag de financiële instelling de bestanden van de CKO raadplegen om het kredietrisico te beoordelen. Centrale voor Kredieten aan Particulieren Vooral consumentenkredieten veroorzaken problemen. In de meeste gevallen gaat het om kredieten toegekend door niet-banken, zoals financieringsmaatschappijen, warenhuisketens en postorderbedrijven. Alle consumentenkredieten en hypotheekleningen moeten worden aangemeld, ook die waarbij er geen problemen zijn. De kredietgever is verplicht de kredietcentrale te raadplegen voor het krediet wordt toegestaan. Dit past in de strijd van de overheid tegen de overmatige schuldenlast. www.kbc.be 1 Waarom werden de kredietcentrales opgericht? Om de financiële instellingen bij te staan en te adviseren i.v.m. de evaluatie van kredietrisico’s. 2 Vind je de oprichting van de kredietcentrales een goede zaak? Zoek eerst argumenten pro en/of contra en hou dan een goede klasdiscussie. Persoonlijke overwegingen: Pro? Contra? Surf naar www.nbb.be. Klik op Kredietcentrales. 408 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 8 Sparen en beleggen De boekhouder van een bedrijf maakte voor de eerste drie maanden van het boekjaar een schatting van de inkomsten en de uitgaven: Januari Februari Maart Beginsaldo bank Beginsaldo in de kas 38 500,00 1 200,00 43 000,00 3 045,00 24 000,00 2 000,00 Beginsituatie 39 700,00 46 045,00 26 000,00 + 21 500,00 + 13 500,00 + 12 200,00 - 14 680,00 - 32 000,00 - 19 000,00 - 475,00 - 1 545,00 - 500,00 26 000,00 ____________________________________ Inkomsten Inning verkoopfacturen (opbrengsten) Uitgaven Betaling aankopen handelsgoederen en diensten en diverse goederen Betaling financiële kosten, intresten Eindsaldo 46 045,00 ____________________________________ ____________________________________ 18 700,00 1 Bereken voor elke maand het eindsaldo (totaal van de liquide middelen). 2 Wat kan een (verstandige) bedrijfsleider met het (tijdelijk) overschot aan liquide middelen doen? Sparen Beleggen Door een deel van de inkomsten niet uit te geven, kan een bedrijf net zoals een gezin sparen. Sparen kan twee vormen aannemen: 1 Oppotten: het gespaarde geld bijhouden; het brengt niets op. Bv. geld in de kassa laten liggen. 2 Beleggen: het gespaarde geld tijdelijk ter beschikking stellen van derden (bv. de bank) met het oog op een rendement (opbrengst). Bv. geld dat je op een spaarrekening bij KBC plaatst, brengt intrest op. Bedrijven kunnen beleggen in: 1 Geldkapitaal: alle beleggingen in de vorm van geld waardoor nieuw geld (bv. intrest) ontstaat. Bv. de kasbon die je koopt bij KBC brengt jaarlijks 4 % intrest op. 2 Kapitaalgoederen: alle beleggingen die niet in de vorm van geld gebeuren. Bv. je koopt een gebouw, een schilderij van Picasso … In dit leerboek bespreken we enkele beleggingsvormen in geldkapitaal, nl.: • beleggen op rekeningen – de spaarrekening – de termijnrekening • beleggen in effecten – de kasbon – de staatsbon 8 Sparen en beleggen 409 Ga langs bij verschillende financiële instellingen en vraag informatiebrochures over de bovengenoemde beleggingsvormen. Informeer ook naar de actuele intrestvoeten. Zorg ervoor dat je de verzamelde informatie de volgende lessen steeds bij hebt. Heel wat informatie kun je ook vinden op het internet: • website van de Belgische Vereniging van Banken: www.abb-bvb.be. Bij Studenten en leraren kies je voor Beleggingsinstrumenten. • websites van verschillende financiële instellingen www.kbc.be www.ing.be www.fortisbank.be www.bpo.be www.axa.be www.ethias.be Sta altijd kritisch tegenover de aangeboden informatie. Het financiële wereldje is voortdurend in beweging. Let goed op de datum van publicatie. Raadpleeg ook steeds meerdere bronnen! 8.1 Sparen op rekeningen 8.1.1 De spaarrekening Eind 2006 stond er ongeveer 157 miljard euro op Belgische spaarrekeningen. In Netto, de wekelijkse bijlage bij DE TIJD, lazen we op 26 oktober 2006. ‘Slechts 4 op de 10 Belgen vinden het spaarboekje een goede belegging. Toch staat 56 procent van de Belgische spaartegoeden op het boekje. Het spaarboekje blijft een vaste waarde, ondanks een magere vergoeding.’ Wat overtuigt de beleggers dan om toch voor een spaarrekening te kiezen? 1 De spaarrekening is de uitgelezen spaarvorm voor gelden die u wil laten renderen, niet onmiddellijk nodig hebt maar toch permanent beschikbaar wil houden. www.kbc.be 2 Alleen gereglementeerde spaarrekeningen komen in aanmerking voor de vrijstelling van roerende voorheffing, d.i. een belasting op roerende inkomsten zoals intresten. De voorwaarden voor vrijstelling zijn vastgelegd in een koninklijk besluit. Welke zijn de belangrijkste voorwaarden? – Alleen spaarboekjes in euro kunnen vrijgesteld zijn van roerende voorheffing. – Geld opvragen kan altijd. – De vergoeding moet bestaan uit: een basisrente en een getrouwheids- en/of aangroeipremie. Een van de twee premies volstaat. De basisrente bedraagt maximaal 4 %. De wet legt geen minimum op voor de premies. De premies mogen maximum de helft van de maximale basisrente bedragen. – Alleen bepaalde overschrijvingen zijn toegelaten. Bv. van je eigen spaarrekening naar je eigen zichtrekening. Bv. van je spaarrekening naar een spaarrekening van een familielid tot de tweede graad (man/vrouw, kind, broer/zus, ouders) bij dezelfde bank. De Standaard, woensdag 3 januari 2007 410 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming De spaarrekening die meer opbrengt vanaf het begin 3 Basisrente* voordeliger dan bij de meeste andere grote banken, vanaf de eerste dag die volgt op uw storting. Aangroeipremie Nieuwe rentevoeten vanaf 2007-02-06 voor elke storting die minstens 6 maanden op de spaarrekening blijft staan. Of getrouwheidspremie voor bedragen die tijdens de 12 daaropvolgende maanden op de rekening blijven staan. Geen belastingen Vrij van roerende voorheffing tot 1 630,00 EUR** intresten/jaar/persoon. Geen beheerskosten Gratis maandelijkse uittreksels thuisgestuurd Verzekering Verdubbeld saldo In optie 0,6% 1,75% 0,5% * * Niet cumuleerbaar * Uw spaargeld altijd beschikbaar bij u in de buurt, in uw postkantoor. Vraag inlichtingen aan het loket. * Basisrente is niet altijd gegarandeerd. Ze kan stijgen of dalen afhankelijk van de ontwikkeling op de financiële markten. ** Intresten boven 1 630,00 EUR: deel boven 1 630,00 EUR is onderworpen aan 15 % roerende voorheffing. 1 Voor wie is sparen op een spaarrekening een goede beleggingsvorm? Voor wie geld tijdelijk kan missen, maar het toch al wil laten opbrengen. Geld tijdelijk opzij zetten: – voor onvoorziene uitgaven – als appeltje voor de dorst – in afwachting van betere beleggingsmogelijkheden 2 De opbrengst van een spaarrekening kan uit twee elementen bestaan. Welke? – Basisrente – Premies: aangroeipremie of getrouwheidspremie 3 Je opent op 31 maart 20.0 een spaarrekening bij de Bank van de Post en stort 1 000,00 EUR. a Vanaf wanneer brengt de 1 000,00 EUR intrest op? 1 april b Betreft het een debetrente of een creditrente? Verklaar. Creditrente: de bank moet de intrest betalen = schuld van de bank t.o.v. de klant. 8 Sparen en beleggen 411 c Weet je met zekerheid hoeveel euro basisrente je gaat krijgen op het einde van het kalenderjaar? Neen, de bank kan de rentevoet altijd herzien. d Tot wanneer moet je het bedrag zeker op je spaarrekening laten staan om recht te hebben op de aangroeipremie? 1 oktober 20.0 e Tot wanneer moet je het bedrag op je spaarrekening laten staan om recht te hebben op de getrouwheidspremie? 1 oktober 20.1 f Stel d. en e. voor op een tijdsas. 4 Waarom geniet de intrest op de spaarrekening van de Bank van de Post van een vrijstelling van roerende voorheffing? Geregelementeerde spaarrekening want: In euro Basisrente < 4 % Premies zijn aanwezig en niet cumuleerbaar Premies < de helft van de maximale basisrente 5 Vat nu de belangrijkste voordelen van de spaarrekening samen. - Liquide: onmiddellijk beschikbaar - Fiscale vrijstelling roerende voorheffing - Opbrengst, hoewel zeer gering 6 Vul het schema op p. 414 in. 412 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 8.1.2 De termijnrekening Filip besluit een deel van zijn spaarcenten op een termijnrekening te plaatsen. Van KBC ontvangt hij het volgende rekeninguittreksel: Termijnrekening 20.1-05-31 Outdoor EUR-rekening Wij openden voor u de volgende termijnrekening: – – – – nummer: kapitaal: looptijd: rentevoet*: 1278542/001 20 000,00 EUR 2 jaar van 20.1-05-10 tot 20.3-05-10 3,45 % (vast) KBC Bank NV BIC KREDBEBB * Roerende voorheffing: 15 % 1 Welk bedrag plaatste Filip op de termijnrekening? 20 000,00 2 Voor welke periode? 2 jaar 3 Wanneer kan hij opnieuw over het belegde kapitaal beschikken? Na 10/5 (looptijd verstreken) 4 Kan Filip vooraf uitrekenen hoeveel intrest de termijnrekening zal opbrengen? Verklaar. Ja vaste jaarlijkse rentevoet 5 Hoeveel euro intrest zal Filip ontvangen na 2 jaar? Verklaar. 20 000 x 3,45 x 2 = 1 380,00 100 De termijnrekening is een rekening op naam waarbij een bepaalde som geld voor een vaste periode (de ‘termijn’) wordt uitgezet. Die termijn is over het algemeen kort: 14 dagen, een maand, een kwartaal, een half jaar, soms enkele jaren. De intrestvoet, die vast en vooraf gekend is, hangt af van: • de grootte van het belegde kapitaal; • de duurtijd van de belegging. 8 Sparen en beleggen 413 Op het einde van de termijn kan: • het belegde kapitaal samen met de verworven intrest op de (zicht)rekening van de belegger worden gestort; • het kapitaal herbelegd worden voor een nieuwe termijn. De intrest wordt gestort op de (zicht)rekening van de belegger; • het kapitaal + de intrest worden herbelegd voor een nieuwe termijn. De intrest wordt dan gekapitaliseerd, d.i. bij het kapitaal gevoegd. Let op: de herbelegging gebeurt niet noodzakelijk tegen de oorspronkelijke rentevoet! De nieuwe rentevoet kan hoger maar ook lager zijn! Op de intrest moet 15 % roerende voorheffing betaald worden. De roerende voorheffing wordt ingehouden door de financiële instelling en doorgestort aan de staat. Terugbetaling voor het einde van de termijn kan slechts onder strikte voorwaarden. Meestal worden kosten aangerekend of wordt het afgesproken rendement verlaagd. Vergelijk de spaarrekening met de termijnrekening. Spaarrekening Voor wie? Looptijd Liquiditeit (beschikbaarheid) Rendement (opbrengst) Fiscaliteit Risico 414 Geld moet beschikbaar zijn: - voor onvoorziene uitgaven - appeltje voor de dorst - in afwachting van betere beleggingsmogelijkheden maar toch ook al opbrengen. Termijnrekening Geld gedurende een bepaalde periode kunnen missen en (hogere) intrest ontvangen. Onbepaald Vooraf gekend Variërend van 1 maand tot 10 jaar Onmiddellijk beschikbaar Opvraagbaar na verstrijken looptijd (principe) Basisrente: - max. 4 % - kan gewijzigd worden Premies - getrouwheidspremie - aangroeipremie - premies: niet cumuleerbaar - max. 2 % Rente - vast - vooraf gekend Rente kan wel bij elke vervaldag gewijzigd worden. Vrijstelling roerende voorheffing: 15 % roerende voorheffing tot 1 630,00 EUR/jaar/persoon. Voorwaarden: in euro, basisrente: max. 4 %, min. 1 vorm van premie, premie: max. 1/2 van max. basisrente, altijd opvraagbaar Intresten > 1 630,00 EUR deel boven 1 630,00 EUR: 15 % roerende voorheffing Geen. Financiële instellingen staan onder strenge controle. Bij faillissement van de bank kan de rekeninghouder een schadevergoeding krijgen tot max. 20 000,00 EUR. Deel 5 Financieel beleid in de onderneming Geen. Financiële instellingen staan onder strenge controle. Bij faillissement van de bank kan de rekeninghouder een schadevergoeding krijgen tot max. 20 000,00 EUR. 8.2 Effecten 8.2.1 Types van effecten Tot 31 december 2007 kunnen er drie soorten effecten worden uitgegeven: 1 Effecten aan toonder Een effect aan toonder, ook wel papieren effect genoemd, is een waardepapier waarop de naam van de eigenaar niet staat vermeld. De eigenaar blijft dus anoniem. Het ‘papieren’ effect bestaat uit twee delen: de mantel het couponblad 8 Sparen en beleggen 415 Effecten aan toonder kunnen: • in materiële (= fysieke, papieren) vorm worden afgeleverd aan de belegger tot 31 december 2007. De belegger int de intrest zelf door middel van de coupons. Op het einde van de looptijd biedt de belegger de mantel zelf aan de emittent (= uitgever van het effect) aan in ruil voor het belegde kapitaal. Omwille van het risico van verlies, bewaart de belegger de papieren effecten vaak in een safe (kluis) of in een effectendossier. • in een effectendossier worden gedeponeerd. De financiële instelling zorgt voor de inning van de intrest. Het kapitaal wordt op de vervaldag eveneens op de rekening van de eigenaar van het effect geboekt. De effecten kunnen tot 31 december 2007 nog altijd materieel worden opgevraagd. Vanaf 1 januari 2008 kunnen er geen nieuwe Belgische effecten aan toonder meer worden geleverd. Gedaan dus met de papieren effecten! Wat gebeurt er met effecten aan toonder uitgegeven voor 1 januari 2008? • Ze bevinden zich in een effectendossier. De effecten worden automatisch omgezet in gedematerialiseerde effecten door inschrijving op een effectenrekening. • Ze bevinden zich bij de belegger (in een kluis …). De effecten moeten tegen 2012/20132 worden omgezet: • in gedematerialiseerde effecten door inschrijving op een effectenrekening; • in effecten op naam (nominatieve effecten) door inschrijving in het register van de uitgever. 2 Effecten op naam Bij een effect op naam wordt de naam van de eigenaar genoteerd in het register van de uitgever of de emittent van het effect. De eigenaar kan een certificaat bekomen en het eventueel bewaren in zijn effectendossier. Het certificaat is echter geen bewijs van eigendom van het effect. 3 Gedematerialiseerde effecten De belegger opent een effectenrekening bij een financiële instelling. Elke aankoop van een effect wordt ingeschreven op de effectenrekening. Het effect zelf kan niet fysiek (in papieren vorm) afgeleverd worden. De financiële instelling zorgt voor de inning van de intrest. Het kapitaal wordt op de vervaldag eveneens op de rekening van de klant geboekt. 2 416 Effecten uitgegeven voor 23 december 2005: omzetten uiterlijk tegen 31 december 2013. Effecten uitgegeven na 23 december 2005: omzetten uiterlijk tegen 31 december 2012. Deel 5 Financieel beleid in de onderneming KBC-Kasbon 726-0169529-53/006 BETTENS 2007-01-15 2012-01-15 24 789,35 EUR 24 789,35 EUR (100 %) 24 789,35 EUR (100 %) 744-1010750-03 BETTENS 744-1010750-03 BETTENS Van 2007-01-15 tot 2012-01-15 4,900 % 2008-01-15 Op rentevervaldag 2008-01-15 1 214,68 182,20 1 032,48 2009-01-15 Op rentevervaldag 2009-01-15 1 214,68 182,20 1 032,48 2010-01-15 Op rentevervaldag 2010-01-15 1 214,68 182,20 1 032,48 2011-01-15 Op rentevervaldag 2011-01-15 1 214,68 182,20 1 032,48 2012-01-15 Op rentevervaldag 2012-01-15 1 214,68 6 073,40 182,20 911,00 1 032,48 5 162,39 8.2.2 De kasbon De kasbon is: • • • • • een effect in euro; uitgegeven à pari, d.i. tegen de nominale waarde; door een financiële instelling; met een vooraf gekende looptijd; en een vooraf gekende vaste rentevoet. Het effect drukt een schuldbekentenis uit van de financiële instelling (ontlener). De financiële instelling verklaart: • een bepaalde som van de uitlener (de belegger die de kasbon koopt) te hebben ontvangen; • het ontleende bedrag terug te betalen op de afgesproken vervaldag; • de belegger te vergoeden d.m.v. het betalen van intrest. De uitgifte gebeurt à pari, d.i. tegen 100 % van de nominale waarde. Voor een kasbon met een nominale waarde van 1 000,00 EUR moet de belegger ook 1 000,00 EUR betalen. Kasbons worden doorlopend uitgegeven. Vanaf 1 januari 2008 kunnen alleen: • kasbons op naam • en gedematerialiseerde kasbons (kasbons ingeschreven op een effectenrekening) worden uitgegeven. Er is sprake van maatwerk m.b.t.: • de looptijd; • bedrag (nominale waarde): zelf te kiezen bedrag door de belegger. 8 Sparen en beleggen 417 Er zijn drie types kasbons: • kasbons zonder de mogelijkheid om rente te kapitaliseren: de intrest wordt elk jaar uitbetaald; • kasbons met verplichte kapitalisatie. De intrest wordt pas op het einde van de looptijd samen met het belegde kapitaal uitbetaald. • kasbons met optie tot kapitalisatie. De belegger kan kiezen: de intrest jaarlijks innen of kapitaliseren. Kasbons kunnen niet worden gekocht en verkocht op de beurs. Wie voor de vervaldag over het belegde kapitaal wil beschikken kan: • zelf op zoek gaan naar een koper; • de kasbon trachten te verkopen via zijn financiële instelling (op de tweewekelijkse veilingen op de Brusselse effectenbeurs). Aan kasbons zijn weinig risico’s verbonden. Bij faillissement van de financiële instelling worden kasbons op naam of gedematerialiseerde kasbons vergoed tot max. 20 000,00 EUR per rekeninghouder. 1 Ga terug naar de kasbon ingeschreven op de effectenrekening van Bettens (p. 417). a Wie is de emittent? KBC _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ b Hoeveel EUR bedraagt de nominale waarde van het effect? 24 789,35 __________________________________________________ c Waaruit kun je afleiden dat de uitgifte à pari gebeurt? ___________________________________________________________________ Uitgifteprijs = terugbetalingsprijs d Wat is de looptijd van de kasbon? ________________________________________________________________________________________________________________________ 5 jaar e Reken de brutorente na op 2008-01-15. 24 789,35 x 4,9 = 1 214,68 100 f Hoeveel EUR wordt op 2008-01-15 op de rekening van Bettens gestort? Verklaar. De nettorente = 1 214,68 - 182,20 = 1 032,48 g Veronderstel dat het hier om een kasbon met verplichte kapitalisatie zou gaan. Welke invloed zou dit hebben op de intrest die de belegger op het einde van de looptijd ontvangt? De intrest zal uiteraard hoger zijn, want de jaarlijks niet-geïnde intrest blijft opbrengen tot op het einde van de looptijd. 2 Ga terug naar de kasbon op p. 415. a Wat moet de belegger doen om de intrest te innen? De coupon inruilen in zijn bankkantoor. 418 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming b Reken het intrestbedrag na van coupon 1. Is dat ook het intrestbedrag dat wordt uitbetaald? Neen I= 10 000 x 4,3 = 430,00 - 15 % R.V. (64,5) = 365,50 100 c Wanneer kan de belegger terug over het belegde kapitaal beschikken? Wat moet hij hiervoor doen? Mantel afgeven aan de financiële instelling op de vervaldag. d Welke argumenten kun je gebruiken om de belegger te overtuigen om het effect in te schrijven op een effectenrekening? – Veilig:geen risico van verlies – Bank volgt de kasbon op: intrest wordt automatisch op de rekening gestort – Vervaldag: kapitaal wordt automatisch op rekening gestort – Bank neemt beheer over, mits vergoeding 8.2.3 De staatsbon De staatsbon is: • • • • • een effect in euro; verkocht door de staat aan particuliere beleggers; uitgegeven a pari, boven pari of beneden pari; met een vooraf gekende vaste rentevoet; en een vooraf gekende looptijd. De staatsbon drukt een schuldbekentenis uit van de staat. 1 Persbericht van het Agentschap van de Schuld De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar – 4 december 2006-2011 – met een coupon van 3,45 % – is vastgesteld op het pari van de nominale waarde. De uitgifteprijs van de Staatsbon op 8 jaar – 4 december 2006-2014 – met een coupon van 3,70 % – is vastgesteld op het pari van de nominale waarde. De twee bons zullen officieel genoteerd worden op de beurs vanaf 11 december 2006. www.treasury.fgov.be 2 Persbericht van het Agentschap van de Schuld De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar - 4 september 2006-2011 - met een coupon van 3,60 % - is vastgesteld op 100,25 % van de nominale waarde. www.treasury.fgov.be 8 Sparen en beleggen 419 3 1 Advertentie staatsbon en persberichten. a Wie is de emittent? De Federale Overheid b Aan wie worden staatsbons verkocht? Particuliere spaarders c Welke elementen uit de advertentie zouden Filip Bettens er kunnen toe overhalen om een staatsbon te kopen? – geen risico: staatswaarborg – zeer goede liquiditeit: verhandelbaar op de beurs – rendement: rente 420 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming d Is er bij een staatsbon ook sprake van maatwerk wat betreft de looptijd en het bedrag van de belegging? Vergelijk met de kasbon. Neen. Geen continue uitgifte. Slechts 4 uitgiften per jaar: maart, juni, september en december. Geen vrije keuze van bedrag. Bv. staatsbon op 8 jaar: min. 200,00 EUR en veelvouden van 200,00 EUR. e In welke vorm(en) worden de staatsbons van 4 december 2006 uitgegeven? - staatsbon op 5 jaar: aan toonder, op naam, - staatsbon op 8 jaar: op naam, inschrijving op een effectenrekening. f Waarom zou de staatsbon op 8 jaar onmiddellijk in gedematerialiseerde vorm worden uitgegeven? Na 31 december 2007: geen uitgifte van effecten aan toonder meer. Omzetting naar nominatieve effecten of gedematerialiseerde effecten moet gebeuren voor 31 december 2012. De terugbetaling van de staatsbon op 8 jaar is maar voorzien op 4 december 2014. Daartegen moet het effect al op een effectenrekening staan of in een effect aan toonder zijn omgezet. Zoniet verliest de belegger rechten (bv. innen intrest); Daarom beter van meetaf aan gedematerialiseerd. g Veronderstel dat je op 4 september 2006 en 4 december 2006 een staatsbon kocht met een nominale waarde van 1 000,00 EUR. Looptijd: 5 jaar. • Hoeveel EUR moet je voor de staatsbon betalen op: – 4 september 2006? Uitgifte boven pari: 100,25 % van 1 000,00 = 1 002,50 EUR De belegger moet meer betalen dan de nominale waarde – 4 december 2006? Uitgifte a pari: 1 000,00 EUR • Hoeveel EUR intrest ontvang je op: – 4 september 2009? 1 000,00 x 3,45 % = 34,50 EUR 34,50 – 5,18 = 29,33 EUR netto-intrest – 4 december 2009? 1 000,00 x 3,60 % = 36,00 36,00 – 5,40 = 30,60 EUR 8 Sparen en beleggen 421 2 Vergelijk de kasbon met de staatsbon. Kasbon Emittent Financiële instelling Staat Belegger Particulieren, bedrijven Particulieren Vorm (nieuwe uitgiften van 1 januari 2008) Op naam Gedematerialiseerd Op naam Gedematerialiseerd Schuldbekentenis van de financiële instelling Schuldbekentenis van de staat Uitgifteprijs A pari A pari, boven pari, beneden pari Munt Euro Euro Bedragen Maatwerk: zelf te bepalen door de belegger Vaste bedragen Intrestvoet Vast en vooraf bepaald Vast en vooraf bepaald Intrest wordt berekend op Nominale waarde Nominale waarde Kapitalisatie intrest Mogelijk Niet mogelijk Fiscaliteit 15 % roerende voorheffing 15 % roerende voorheffing Periodiciteit uitgiften Continu 4 keer per jaar: maart, juni, september, december Looptijd Bepaald bij uitgifte Meestal 1 tot 5 jaar. Soms tot 10 jaar en meer. 5 jaar 8 jaar Liquiditeit Minder goed dan staatsbon. Zelf een koper zoeken of trachten te verkopen via de financiële instelling (via de tweewekelijkse veilingen van de Brusselse effectenbeurs). Groot. Verhandelbaar op de beurs Risico Gering. Geen. Financiële instellingen staan onder strenge controle. Bij faillissement van de bank kan de rekeninghouder een schadevergoeding krijgen tot max. 20 000,00 EUR Geen. Staatswaarborg. Aard 422 Staatsbon Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 9 Boekhoudkundige verwerking van ontvangen intresten Van KBC ontvangt de onderneming Carera het volgende rekeninguittreksel: Bankrekening 155 EUR-rekening Rekeninghouder: CARERA Stationsplein 11 2000 ANTWERPEN rekeningnummer 414-2523241-16 IBAN BE72 4142 5232 4116 beginsaldo EUR 4 226,38 + datum omschrijving valuta ____________ _________________________________________________________ ______________________ bedrag Netto-intrest kasbon Bruto: 1 214,68 EUR RV: 182,20 EUR __________________ 1 032,48 + nieuw saldo KBC Bank NV EUR 5 258,86 + BIC KREDBEBB 1 Stel het redeneringsschema op voor de registratie van RU/155. RU/155 DOCUMENT: Netto-intrest kasbon Verrichting: Omschrijving Bedrag Bankrek. KBC 1 032,48 Financiële opbrengsten 1 032,48 A/P/K/O +/– D/C Rekening A + D 55000 O + C 75900 2 Registreer de verrichting op grootboekrekeningen. Financiële opbrengsten D 1 032,48 C D Liquide middelen KBC C 1 032,48 3 Schrijf de journaalpost. 55000 KBC 75900 aan 1 032,48 Financiële opbrengsten 1 032,48 RU/155 9 Boekhoudkundige verwerking van ontvangen intresten 423 424 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 10 Ethisch beleggen In welk bedrijf ga je je spaargeld beleggen? Hou je alleen rekening met de opbrengst of het rendement? Of wil je ook weten waarvoor je geld tijdelijk gebruikt wordt? Ethisch beleggen betekent dat: • je spaargeld gebruikt wordt om maatschappelijke of sociale projecten te ondersteunen, zoals milieufactoren, eerlijke handel, enz. • je spaargeld duurzaam belegd wordt, bv. je spaarcenten worden gebruikt door ondernemingen voor sociale ontwikkeling, zoals buurtwerking, hippotherapie voor mindervaliden, enz. De Triodosbank is een bekende financiële instelling die hoofdzakelijk ethische spaarproducten aanbiedt. Ethibel is een netwerk in Vlaanderen dat vooral maatschappelijke en groene projecten ondersteunt. Bij Fortis Bank kun je een ‘krekelspaarrekening’ openen. Per krekelspaarrekening betaalt Fortis uit eigen zak een jaarlijkse bijdrage aan Netwerk Vlaanderen. Netwerk Vlaanderen steunt dan met dat geld projecten als het Rode Kruis, vredelievende doelen en ontwikkelingswerk in derdewereldlanden. Surf naar www.ethibel.be, www.fortisbankbe, www.triodos.be en zoek zelf voorbeelden van ethische spaarformules. 10 Ethisch beleggen 425 Synthese SPAREN EN BELEGGEN 1 Inleidende begrippen Sparen 2 Sparen op rekeningen 2.1 De spaarrekening Oppotten = gespaarde geld brengt niets op Beleggen = gespaarde geld ter beschikking stellen van derden met het oog op een rendement Kapitaalgoederen bv. gebouwen Geldkapitaal – op rekeningen: spaarrekening termijnrekening – effecten kasbon staatsbon 2 Sparen op rekeningen 2.1 De spaarrekening De spaarrekening is een rekening op naam waarop een belegger: • geld kan storten voor een vooraf onbepaalde periode; • geld kan opvragen op zelf gekozen tijdstippen. De vergoeding op een gereglementeerde spaarrekening bestaat uit: • de basisrente: wettelijk maximum = 4 % • de premies: – de aangroeipremie: voor nieuwe stortingen die minstens 6 maanden op de rekening blijven staan. – de getrouwheidspremie: wordt toegekend op bedragen die, na die eerste 6 maanden, 12 opeenvolgende maanden blijven staan. De premies: – zijn niet cumuleerbaar; – mogen maximum de helft van de maximale basisrente bedragen. Gereglementeerde spaarrekeningen genieten van een fiscale vrijstelling: tot 1 630,00 EUR is vrijgesteld van roerende voorheffing. De intresten van niet-gereglementeerde spaarrekeningen zijn onderworpen aan 15 % roerende voorheffing. 426 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 2.2 De termijnrekening De termijnrekening is een rekening op naam waarbij een bepaalde som geld voor een vaste periode (de ‘termijn’) wordt uitgezet. Die termijn is over het algemeen kort: 14 dagen, een maand, een kwartaal, een half jaar, soms enkele jaren. De intrestvoet is vast en vooraf gekend. De intrest in onderworpen aan 15 % roerende voorheffing. 2.3 Vergelijking: spaarrekening – termijnrekening We verwijzen hiervoor naar de tabel op p. 414. 3 Effecten 3.1 Types Vanaf 1 januari 2008 kunnen Belgische effecten in twee vormen worden uitgegeven: • gedematerialiseerde effecten: effecten ingeschreven op een effectenrekening van de belegger. De effecten zijn fysiek niet leverbaar. • effecten op naam: de naam van de koper van het effect wordt genoteerd in het register van de uitgever of de emittent van het effect. 3.2 De kasbon De kasbon is: • • • • • een effect in euro; uitgegeven à pari, d.i. tegen de nominale waarde; door een financiële instelling; met een vooraf gekende looptijd; en een vooraf gekende vaste rentevoet. Het effect drukt een schuldbekentenis uit van de financiële instelling (ontlener). Zowel wat het bedrag als wat de looptijd betreft is er sprake van maatwerk. De belegger kan zelf het bedrag van de kasbon kiezen. De intrest is onderworpen aan 15 % roerende voorheffing. Er zijn drie soorten kasbons: • zonder mogelijkheid tot kapitalisatie: de intrest wordt jaarlijks op de rekening van de klant geboekt; • met verplichte kapitalisatie: de intrest wordt samen met het belegde kapitaal op het einde van de looptijd betaald; • met optie tot kapitalisatie. De belegger kan kiezen: de intrest jaarlijks innen of kapitaliseren. Synthese 427 3.3 De staatsbon De staatsbon is: • • • • • een effect in euro; verkocht door de staat aan particuliere beleggers uitgegeven a pari, boven pari of beneden pari; met een vooraf gekende vaste rentevoet; en een vooraf gekende looptijd. De staatsbon drukt een schuldbekentenis uit van de staat. Er zijn vier uitgiften per jaar: in maart, in juni, in september en in december. De intrest is onderworpen aan 15 % roerende voorheffing. 3.4 Vergelijking: kasbon – staatsbon We verwijzen hiervoor naar de tabel op p. 422. 4 Boekhoudkundige registratie van het ontvangen van intresten DOCUMENT: RU/.. Verrichting: Financiële verrichting Omschrijving 428 Bedrag A/P/K/O +/– D/C Rekening + liquide middelen A + D rek. 55... + financiële opbrengsten O + C rek. 75900 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming Toepassingen 1 Goedele wil 18 755,00 EUR beleggen gedurende 5 jaar. De intrestvoet bedraagt 3,15 %. Hoeveel intrest ontvangt ze na 5 jaar? 18 755,00 x 3,15 x 5 = 2 953,91 100 2 Noteer de formules voor de intrestberekening afhankelijk van de looptijd: Intrest per dag Intrest per week Intrest per maand (waarbij t in dagen) (waarbij t in weken) (waarbij t in maanden) k x p x td k x p x tw k x p x tm 100 x 360 100 x 52 100 x 12 3 Bereken de intrest en vul de tabel aan: Kapitaal p (rentevoet) t (looptijd) I = intrest? 15 600,00 EUR 2,25 % 15 maanden 438,75 1 425,00 EUR 3,50 % 5 jaar 249,38 980,00 EUR 2,75 % 224 dagen 16,77 2 750,00 EUR 3,00 % 2 jaar en 20 dagen 169,58 13 250,00 EUR 2,80 % 1 jaar 371,00 4 447,50 EUR 3,25 % 3 jaar en 6 maanden 505,90 740 dagen 42 maanden 4 Wat vindt u een goede belegging? De Tijd/Netto onderzocht in samenwerking met Insites Consulting of de leeftijd van de ondervraagden een invloed had op de vraag: ‘Vindt u een spaarboekje een goede belegging?’ Percentage van de ondervraagden dat ‘ja’ als antwoord gaf: 18-24 j 25-34 j 35-44 j 45-54 j 55 % 43 % 39 % 35 % 55-64 j 41 % 65+ 42 % Bron: De Tijd/Netto i.s.m. Insites Consulting. De Tijd/Netto, oktober 2006 Toepassingen 429 Welke conclusies kun je trekken uit de resultaten van het onderzoek? - vooral jongeren vinden het spaarboekje een goede belegging - de overtuiging dat het spaarboekje een goede belegging is, neemt af met de leeftijd - de leeftijdsgroep 45-54 jaar is er het minst van overtuigd dat het spaarboekje een goede belegging is. 5 800-7237262-73 IBAN BE27 8007 2372 6273 20.1-12-31 295 EUR-rekening Rekeninghouder: Het Geurenpaleis beginsaldo EUR datum omschrijving valuta 20.1-12-31 Kapitalisatie intresten 20.2-01-01 20.1-01-01 tot 20.1-12-31 Ref.: 109221296 Basisrente: 366,58 EUR Getrouwheidspremie: 59,22 EUR Aangroeipremie: 54,05 EUR nieuw saldo 8 876,99 + bedrag EUR 479,85 + 9 356,84 + BIC AXABBE22 a Heeft Het Geurenpaleis in de loop van het boekjaar 20.1 gespaard op haar spaarrekening? Verklaar. Vermoedelijk wel. Indien Het Geurenpaleis geld heeft gestort op de spaarrekening in 20.1 en dat bedrag min. 6 maanden heeft laten staan, heeft ze recht op de aangroeipremie. b Wat is het verschil tussen de aangroeipremie en de getrouwheidspremie? Aangroeipremie: voor nieuwe stortingen die min. 6 maanden op de spaarrekening blijven staan. Getrouwheidspremie: voor bedragen die 12 opeenvolgende maanden op de spaarrekening blijven staan. De periode begint maar te lopen na het verstrijken van de periode van de aangroeipremie. c Stel het redeneringsschema op voor de registratie van de ontvangen intresten en premies. DOCUMENT: Verrichting: Kapitalisatie intresten Omschrijving 430 RU/295 Bedrag A/P/K/O +/– D/C Rekening + Liquide middelen KBC 479,85 A + D 55000 + Financiële opbrengsten 479,85 O + C 75900 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming 6 Gegeven: advertentie van DirectInvest Spaarrekening a Is dit een gereglementeerde spaarrekening? Verklaar. Neen. Basisrente > 4 % en er is geen sprake van premies. b Wat is het gevolg van je antwoord op vraag 6 a. Geen vrijstelling van roerende voorheffing. 7 Een kasbon op 3 jaar wordt uitgegeven op 2008-02-01. De nominale waarde bedraagt 1 500,00 EUR. Het effect wordt ingeschreven op de effectenrekening van de belegger. De rentevoet bedraagt: 3 %. Er is geen mogelijkheid tot kapitalisatie. a Over welk type van effect gaat het hier? Gedematerialiseerd = fysiek niet geleverd. b Wanneer ontvangt de belegger voor de eerste keer intrest? Hoeveel EUR? Op 2009-02-01: 1 500 x 3 = 45,00 - 15 % R.V. = 6,75 100 45,00 – 6,75 = 38,25 EUR netto-intrest c Registreer de ontvangst van de intrest op grootboekrekeningen. Document: RU/88. D Fin. opbrengsten C D 38,25 Liquide middelen C 38,25 RU/88 Toepassingen 431 8 Surf naar: www.fortisbank.be • Bij Particulieren kies je voor Beleggersrekening. • Klik op Effectenrekening. Noteer minstens vier voordelen van de effectenrekening. - administratieve opvolging van de effecten door de bank. - geen risico van verlies of diefstal. - intresten en vervallen kapitalen worden stipt op de rekening van de belegger gestort. - vlot beheer van beleggingstransacties via pc-banking. Met je didactische boekhoudsoftware BoekPlusSoft kun je de leerstof verder inoefenen. 432 Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
© Copyright 2025 ExpyDoc