hw4 D05 HANDLEIDING

Deel 5
Financieel beleid in de
onderneming
1 De exploitatiecyclus
1.1 Activiteiten van een handelsonderneming
Outdoor is een commerciële onderneming of een handelsonderneming. De exploitatie
bestaat uit drie soorten activiteiten:
Commerciële activiteiten
=
kopen en verkopen van
goederen/diensten met winst
Financiële activiteiten
=
betalen van schulden en innen
van vorderingen
Investeren
=
aankopen van vaste
bedrijfsmiddelen
of investeringsgoederen
Al deze activiteiten beïnvloeden het ondernemingsresultaat.
Een bedrijf runnen is een grote verantwoordelijkheid. Filip Bettens zet alles in het
werk om zijn zaak rendabel, d.i. winstgevend te maken.
Exploiteren
=
Je zaak op een goede en verstandige wijze runnen.
Winst maken:
Opbrengsten > kosten
Bedrijfsbeheer of bedrijfsmanagement
1 De exploitatiecycles
367
1.2 Schematische voorstelling van de exploitatiecyclus
De goederenstroom
Goederen die aangekocht worden, komen na de levering terecht in het magazijn.
Ze moeten zo snel mogelijk weer met winst verkocht worden.
Goederen die niet onmiddellijk verkocht worden en tijdelijk in het magazijn of in de
winkel blijven liggen, vormen de voorraad van de onderneming.
De geldstroom
In een onderneming zijn er:
• ingaande geldstromen: bv. geld ontvangen van klanten;
• uitgaande geldstromen: bv. betalen van leveranciers.
Het exploiteren van een onderneming stellen we voor in een routeschema:
Goederenstroom
=
Voorraad goederen in het magazijn
+
–
(1)
(4)
Aankopen van goederen
Verkopen van goederen
bij
aan
leveranciers
klanten
(2)
(5)
Schuld
Vordering
(nog te betalen)
(nog te goed)
(3)
betaling
inning
(6)
Geldstroom
=
–
Liquide middele
368
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
+
2 Het financieel plan
2.1 Wat is een financieel plan?
Om de kansen op slagen te vergroten, moet de ondernemer voldoende lang stilstaan
bij het opmaken van een ondernemingsplan.
Het ondernemingsplan bestaat uit een activiteitenplan en een financieel plan.
Het activiteitenplan omvat:
• een omschrijving van de commerciële activiteiten
• een interne analyse: bv. wat zijn onze sterke en zwakke punten?
• een marktanalyse
• wie zijn onze concurrenten?
• wie zijn de potentiële klanten?
• wie zijn de leveranciers?
• hoe evolueert de markt? Zijn er groeikansen?
•…
• een marketingplan
Het financieel plan:
• raamt de financiële gevolgen van de geplande activiteiten in een toekomstige periode;
• is wettelijk verplicht voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid1 zoals
een bvba en een nv;
• dient als basis om financiële instellingen te overtuigen om o.m. krediet toe te staan.
Het financieel plan bevat prognoses voor drie jaar. Het moet overhandigd worden
aan de notaris.
Een handelaar moet toekomstgericht plannen, denken en handelen.
Het financieel plan bestaat uit:
• de investeringsbegroting: welke investeringen zijn nodig?
• het financieringsplan: zal ik over voldoende financieringsmiddelen beschikken?
Waar zal ik de financieringsmiddelen vandaan halen?
• de exploitatiebegroting: hoe groot zullen vermoedelijk de opbrengsten en de
kosten zijn, m.a.w. welk resultaat denken we te realiseren?
• de liquiditeitenbegroting: welke toekomstige in- en uitgaven zal ik hebben?
Zal ik in staat zijn om mijn betalingsverplichtingen na te komen?
Surf naar www.startersservice.be
• Kies bij Thema voor Financieel plan.
• Zoek informatie bij Hoe bereik ik een gezond financieel evenwicht?
1
De aansprakelijkheid van de vennoten is beperkt tot wat ze in de vennootschap hebben ingebracht. Bij
faillissement kunnen de schuldeisers geen beslag leggen op het privévermogen van de vennoten.
2 Het financieel plan
369
2.2 Voorbeeld van een financieel plan
Filip overweegt een tweede zaak op te richten. Bij een rondreis door Vlaanderen heeft
hij opgemerkt dat er in de regio Hasselt nog geen groot- en kleinhandel in reisuitrusting is.
Hij heeft ook al een nieuwe naam bedacht voor de zaak, nl. Outdoor-GO2!.
Het assortiment zal aanvankelijk alleen uit slaapzakken, tenten, rugzakken en wandelschoenen bestaan.
Bij de oprichting brengt Filip van zijn privévermogen een geldsom in van
30 000,00 EUR.
Voor een goede werking van de zaak worden de volgende materiële vaste activa aangekocht:
Kantoormeubilair:
Winkeluitrusting:
Computers:
Kantooruitrusting:
Rollend materieel:
2 000,00 EUR
20 500,00 EUR
4 000,00 EUR
2 500,00 EUR
12 000,00 EUR
Om de bedrijfsactiviteiten vlot te kunnen laten verlopen (bv. tijdig kunnen leveren aan
de klanten), moet er altijd een minimumvoorraad van 4 000,00 EUR in het bedrijf
aanwezig zijn. Deze minimumvoorraad vergt een vermogensbehoefte op lange termijn. De minimumvoorraad wordt ook wel ijzeren voorraad genoemd.
De omzet van het eerste jaar wordt geschat op 200 000,00 EUR. De klanten betalen
contant.
De kostprijs van de verkochte goederen bedraagt 45 % van de omzet.
Andere kosten:
Kantoorbenodigdheden:
Telefoon, fax, internet:
Verzekeringspremies:
Reclame:
250,00 EUR
900,00 EUR
1 250,00 EUR
2 500,00 EUR
per maand
per maand
per jaar, te betalen in januari
per kwartaal (te betalen in
januari, april, juli, oktober)
Huur van het gebouw:
1 250,00 EUR per maand
Verwarming, verlichting, water ...: 1 000,00 EUR per maand
De leveranciers van handelsgoederen en van diensten en diverse goederen worden
contant betaald.
Er zullen twee verkoopsters in dienst worden genomen:
• Anka werkt fulltime: de loonkost bedraagt 2 500,00 EUR/maand.
• Sylvia werkt parttime: de loonkost bedraagt 1 075,00 EUR/maand.
370
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
2.2.1 De investeringsbegroting
Waaruit bestaat de investeringsbehoefte van Outdoor-GO2!?
Hoeveel EUR financiële middelen denkt Filip hiervoor nodig te hebben?
Investeringen
EUR
Meubilair
2 000,00
Winkeluitrusting
20 500,00
Computers
4 000,00
Kantooruitrusting
2 500,00
Rollend materieel
12 000,00
Minimumvoorraad
4 000,00
Totaal
45 000,00
2.2.2 Het financieringsplan
Bij de financiering van de investeringen maakt men een onderscheid tussen:
• Interne financiering, d.i. financiering met eigen vermogen.
Eigen vermogen is het vermogen dat de eigenaar zelf ter beschikking stelt van de
zaak.
• Externe financiering, d.i. financiering met vreemd vermogen.
Vreemd vermogen is vermogen dat door derden (bv. banken, leveranciers …) ter
beschikking wordt gesteld van de zaak.
Raam voor Outdoor-GO2! de behoefte aan externe financiële middelen.
EUR
Investeringsbehoefte
45 000,00
Interne financiering d.m.v. eigen vermogen
30 000,00
Externe financiering d.m.v. vreemd vermogen
15 000,00
De eigen inbreng van Filip volstaat dus niet om de investeringen te financieren. Hij zal
een beroep moeten doen op vreemd vermogen op lange termijn.
De investeringsbegroting en het financieringsplan vormen samen de gebudgetteerde
balans.
1 Waarom is het belangrijk voor de financiering van de vaste activa vreemd vermogen op lange termijn aan te trekken?
Vaste activa blijven meerdere jaren in de onderneming.
Ze moeten dan ook gefinancierd worden met vermogen waarover de onderneming
meerdere jaren kan beschikken.
2 Het financieel plan
371
2 Waarom is het belangrijk een raming te maken van de externe financiële
middelen?
Filip informeerde bij KBC naar de voorwaarden voor het afsluiten van een investeringskrediet voor de financiering van de investeringen. Bij een looptijd van 10 jaar en
een kredietbedrag van 15 000,00 EUR bedraagt de intrestvoet 7 %. De lening wordt
aangegaan op 2 januari. Op 31 december van elk boekjaar wordt 1/10 van de lening
terugbetaald. De intrestbetaling gebeurt maandelijks.
2.2.3 De exploitatiebegroting of gebudgetteerde
resultatenrekening
De exploitatiebegroting is een raming van het resultaat, d.i. het verschil tussen de
opbrengsten en de kosten.
Ga op zoek naar de opbrengsten en de kosten. Druk de bedragen uit op jaarbasis en
bereken het resultaat voor belastingen.
Opbrengsten
____________________
200 000,00
____________________
200 000,00
Omzet
184 950,00
____________________
Kosten
Aankopen handelsgoederen
90 000,00
____________________
Aankopen diensten en diverse goederen
52 050,00
___________________
Kantoorbenodigdheden
– __________________________________________________________
3 000,00
___________________
Telefoon, fax, internet
– __________________________________________________________
10 800,00
___________________
Verzekeringen
– __________________________________________________________
1 250,00
___________________
Reclame
– __________________________________________________________
10 000,00
___________________
Huur
– __________________________________________________________
15 000,00
___________________
Verwarming, verlichting, water ...
– __________________________________________________________
12 000,00
___________________
Personeelskosten
Financiële kosten
Intrest investeringskrediet
– __________________________________________________________
Resultaat voor belastingen
372
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
42 900,00
___________________
___________________
1 050,00
1 050,00
14 000,00
___________________
2.2.4 Liquiditeitenbegroting
Filip raamt de toekomstige in- en uitgaven met als doel na te gaan of er voldoende
liquide middelen beschikbaar zijn om aan alle betalingsverplichtingen te voldoen.
Liquiditeitenbegroting
245 000,00
Ontvangsten
_____________________________________
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
Omzet
_____________________________________
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
Opname leningen
_____________________________________
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
Ontvangsten van klanten
_____________________________________
30 000,00
15 000,00
200 000,00
232 500,00
Uitgaven
_____________________________________
Betaling leveranciers handelsgoederen
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________
90 000,00
Betaling leveranciers diensten en diverse goederen
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________
Betaling aangekochte investeringsgoederen
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________
Betaling personeel
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________
Betaling intresten
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________
Terugbetaling kapitaal
– _______________________________________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________
52 050,00
45 000,00
42 900,00
1 050,00
1 500,00
Saldo
12 500,00
_____________________________________
Op jaarbasis vertoont de liquiditeitenbegroting een positief saldo:
ontvangsten > uitgaven.
2 Het financieel plan
373
374
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
3 Raming van de effectieve
kasstromen op korte termijn
tijdens de bedrijfsexploitatie
Uit de liquiditeitenbegroting kan Filip afleiden dat de ontvangsten op jaarbasis groter
zijn dan de uitgaven. Dat betekent niet noodzakelijk dat er op elk moment voldoende
financiële middelen aanwezig zijn om de betalingen te verrichten. Een goede analyse
en raming van de geldstromen is hiervoor nodig.
Per maand maakt Filip een schatting van:
• de kasopbrengsten: dit zijn opbrengsten die ook inkomsten meebrengen. Ze brengen een ingaande geldstroom tot stand.
Voorbeeld
Bij de verkoop van handelsgoederen ontstaat er een opbrengst; bij inning van het
factuurbedrag ontstaat er een ingaande kasstroom.
• de kaskosten: dit zijn kosten die ook effectief moeten betaald worden. Ze brengen
een uitgaande geldstroom tot stand.
Voorbeeld
Bij de aankoop van handelsgoederen ontstaat er een kost; bij betaling van het
factuurbedrag ontstaat er een uitgaande geldstroom.
Bij de berekening van de lonen ontstaan er personeelskosten (brutolonen en werkgeversbijdrage RSZ). Bij de betaling ontstaat er een uitgaande kasstroom naar de
werknemers, de fiscus en de RSZ.
Hieronder vind je een overzicht van de kasstromen van het eerste kwartaal:
Analyse kasstroom 1ste kwartaal
Januari
Februari
Maart
Kasopbrengsten
– Inning verkopen (gefactureerde verkopen +
winkelverkopen)
4 000,00
4 000,00
14 000,00
14 000,00
17 000,00
17 000,00
Kaskosten
– Betaling aankoopfacturen handelsgoederen
– Loonkosten (lonen en sociale lasten)
– Intresten lening
– Betaling diensten en diverse goederen
• Kantoorbenodigdheden
• Telefoon, internet ...
• Verzekeringen
• Reclame
• Huur
• Verwarming, verlichting ...
20 812,50
10 000,00
3 575,00
87,50
13 062,50
6 000,00
3 575,00
87,50
16 462,50
9 400,00
3 575,00
87,50
250,00
900,00
1 250,00
2 500,00
1 250,00
1 000,00
250,00
900,00
0,00
0,00
1 250,00
1 000,00
250,00
900,00
0,00
0,00
1 250,00
1 000,00
-16 812,50
937,50
537,50
Cashflow
Het verschil tussen de kasopbrengsten en de kaskosten heet cashflow.
Als de kasopbrengsten groter zijn dan de kaskosten, dan spreekt men van een kasoverschot. Dit is het geval voor de maanden februari en maart.
3 Raming van de effectieve kasstromen op korte termijn
375
Zijn de kasopbrengsten kleiner dan de kaskosten, dan spreekt men van een kastekort.
In de maand januari ontstaat een behoefte aan externe financiële middelen op korte
termijn van 16 812,50 EUR.
Om het tijdelijk kastekort te overbruggen kan Filip een krediet op korte termijn
aanvragen bij zijn bank. Een typisch voorbeeld van zo’n krediet is het kaskrediet.
Hierover verneem je verder meer.
Filip kan toekomstgericht ook uitstel van betaling trachten te bekomen van zijn leveranciers.
376
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
4 Raming van de behoefte aan
externe financiële middelen
Uit het voorgaande leiden we af m.b.t. de maand januari van het eerste kwartaal:
Behoefte aan:
Investeringsuitgave
Vreemd vermogen op lange termijn
15 000,00 EUR
Kastekort
Vreemd vermogen op korte termijn
16 812,50 EUR
Bij het bepalen van de behoefte aan externe financiële middelen wordt ook rekening
gehouden met een veiligheidsmarge (onverwachte uitgaven, klanten die te laat betalen
enz.)
Samenvattend kunnen we besluiten dat de behoefte aan externe financiële middelen
als volgt kan berekend worden:
Investeringsuitgave
+ Geldbehoefte tijdens de bedrijfsexploitatie
➝ om tijdelijke kastekorten te dekken
➝ als veiligheidsmarge
Behoefte aan financiële middelen
– Inbreng van de eigenaar(s) = eigen vermogen
Behoefte aan externe financiële middelen
4 Raming van de behoefte aan externe financiële middelen
377
Synthese
1 De exploitatiecyclus
Goederenstroom
=
Voorraad goederen in het magazijn
+
–
(1)
(4)
Aankopen van goederen
Verkopen van goederen
bij
aan
leveranciers
klanten
(2)
(5)
Schuld
Vordering
(nog te betalen)
(nog te goed)
(3)
betaling
inning
(6)
Geldstroom
=
–
+
Liquide middelen
2 Het financieel plan
2.1 Wat?
Een financieel plan:
• raamt de financiële gevolgen van de geplande activiteiten in een toekomstige
periode;
• is wettelijk verplicht voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
zoals een bvba en een nv;
• dient als basis om financiële instellingen te overtuigen om o.m. krediet toe te
staan.
378
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
2.2 Opbouw
Een financieel plan bestaat uit:
• een investeringsbegroting, d.i. een raming van de vereiste investeringen;
• een financieringsplan, dat aangeeft hoe de werkmiddelen gefinancierd worden.
Interne financiering: financiering d.m.v. eigen vermogen.
Externe financiering: financiering d.m.v. vreemd vermogen;
• een exploitatiebegroting, d.i. een raming van de opbrengsten en de kosten;
• een liquiditeitenbegroting, d.i. een raming van de toekomstige inkomsten en
uitgaven.
3 Kasstromen op korte termijn tijdens de bedrijfsexploitatie
De ondernemer berekent
de cashflow = kasopbrengsten - kaskosten
• Kasopbrengsten: dit zijn opbrengsten die ook inkomsten meebrengen.
Ze brengen een ingaande geldstroom tot stand.
• Kaskosten: dit zijn kosten die ook effectief moeten betaald worden.
Ze brengen een uitgaande geldstroom tot stand.
Kasopbrengsten > Kaskosten ➝ Kasoverschot
Kasopbrengsten < Kaskosten ➝ Kastekort ➝ Krediet nodig op korte termijn
4 Raming van de behoefte aan externe financiële middelen
Investeringsuitgave
+ Geldbehoefte tijdens de bedrijfsexploitatie
➝ om tijdelijke kastekorten te dekken
➝ als veiligheidsmarge
Behoefte aan financiële middelen
– Inbreng van de eigenaar(s) = eigen vermogen
Behoefte aan externe financiële middelen
Synthese
379
380
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
5 Kredietverlening tussen
handelaars
5.1 Het klantenkrediet
OUTDOOR
Prinsenlaan 2
9100 SINT-NIKLAAS
Tel. 03 777 54 12
Fax 03 777 54 22
E-mail: [email protected]
Internet: www.outdoor.com
KBC 716-0200005-87
IBAN BE67 7160 2000 0587
BIC KREDBEBB
ONDnr. BTW BE 0518.627.326
RPR Sint-Niklaas
Camba
Zavelstraat 31
9190 STEKENE
FACTUUR
BTW BE 0475.852.965
Factuurnummer
Factuurdatum
Vervaldatum
Leveringsdatum
136
20.1-09-15
20.1-10-15
20.1-09-15
Brutobedrag
Artikelnummer
1006
1007
2503
Brutobedrag
Omschrijving
Aantal
Wandelkaart Ierland
Wandelkaart IJsland
Klimschoenen Klimmer
Eenheidsprijs
8
6
10
22,56
22,56
78,09
6%
21 %
180,48
135,36
780,90
Handelskorting 5 %
Kosten
Subtotaal
KvC
2%
MvH
Btw %
Btw
315,84
15,79
12,39
312,44
6,25
306,19
6
18,37
780,90
39,05
–
741,85
14,84
727,01
21
152,67
1 096,74
54,84
12,39
1 054,29
21,09
1 033,20
171,04
Terugstuurbare verpakking: _______________ EUR
TE BETALEN
1 225,33 EUR
Bij betaling binnen de 10 dagen mag 21,09 EUR van het factuurbedsrag afgetrokken worden.
1 Hoe verleent Outdoor in deze situatie krediet aan klant Camba?
De vervaldag is 1 maand later.
2 Noteer twee redenen waarom Outdoor krediet wil geven aan haar klanten.
Service verlenen aan de klanten.
Hogere verkoopscijfers: die klanten rekenen er op dat zij krediet krijgen.
5 Kredietverlening tussen handelaars
381
3 ‘Facturen moet je tijdig versturen, maar vooral goed opvolgen’, zegt Filip. ‘Dat
vergt heel wat tijd en administratie, maar doe je het niet, dan kun je in
betalingsmoeilijkheden komen.’
Welke drie nadelen van klantenkrediet benadrukt Filip hier?
• De SE ontvangt het geld later: intrestverlies.
• Hij moet de facturen opvolgen = kosten.
• Risico’s. Zal de klant wel betalen?
4 Hoeveel EUR moet klant Camba betalen als zij de factuur binnen de 10 dagen
vereffent?
Hoe komt dat?
1 225,33 – 21,09 = 1 204,24
Binnen de 10 dagen krijgt hij de KvC!
Klantenkrediet
Verkoopfactuur met uitgestelde betaling.
Verkoper geeft krediet aan de klant.
Er ontstaat een handelsvordering (een tegoed) op de klant.
382
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
5.2 Het leverancierskrediet
R omax -C respo
Oudeheerweg 91
9250 WAASMUNSTER
Tel. 052 46 36 43
Fax 052 46 34 40
ONDnr. BTW BE 0248.754.532
RPR Sint-Niklas
Fortis 220-5685421-93
IBAN BE98 2205 6854 2193
BIC GEBABEBB
AF/84
Outdoor
Prinsenlaan 2
factuur
9100 ST.-NIKLAAS
ONDnr. BTW BE 0518.627.326
Factuurnummer
Factuurdatum
Vervaldag
Leveringsdatum
122
20.1-07-28
20.1-08-28
20.1-07-28
Aard goederen
Aantal
EP
Tent RIVER
15
504,46
Brutobedrag
Totalen
7 566,90
7 566,90
– Handelskorting 5 %
– 378,35
+ Vervoerskosten
+ 23,55
Subtotaal
– KvC 3 %
MvH
7 212,10
- 216,36
6 995,74
+ 21 % btw
1 469,11
Totaal
8 681,21
+ Terugst. verpakking
+ 24,79
Factuurbedrag in EUR
8 706,00
Bij betaling binnen de 8 dagen mag u 216,36 EUR aftrekken vn het factuurbedrag
1 Waarom is er in deze situatie sprake van een leverancierskrediet?
De aankoopfactuur moet pas 1 maand later betaald worden.
2 Is dit voordelig voor Outdoor? Waarom (niet)?
Ja
uitstel van betaling
goederen kunnen ondertussen al verkocht worden
Leverancierskrediet
Aankoopfactuur met uitgestelde betaling.
Koper krijgt krediet van zijn leverancier.
Er ontstaat een handelsschuld tegenover de leverancier.
5 Kredietverlening tussen handelaars
383
3 Om welke reden zou Outdoor geen gebruik maken van het betalingsuitstel?
Voor de korting voor contant, die toch 216,36 EUR bedraagt.
Outdoor stond hier voor de keuze:
• contant betalen, d.i. binnen de 8 dagen betalen en genieten van de financiële korting
van 3 %;
• op termijn betalen, dus gebruik maken van het betalingsuitstel of het leverancierskrediet. In dit geval ‘verspeelt’ Outdoor de financiële korting van 3 %.
Hoeveel bedraagt de kost van het leverancierskrediet op jaarbasis?
0
Financiële
korting
8 dagen
30 dagen
Kredietperiode:
30 – 8 = 22 dagen
22 dagen vroeger betalen
3%
3 %
22
1 dag
op jaarbasis, dus 360 dagen
3 x 360
22
= 49 %
Het leverancierskrediet zou hier op jaarbasis 49 % kosten. Krediet krijgen en nemen
van je leveranciers is een heel dure zaak voor je onderneming.
Niettegenstaande de grote kost, kan de betalingstermijn van 30 dagen na factuurdatum voor Outdoor toch interessant zijn:
• De aangekochte handelsgoederen liggen al in de winkel en kunnen al verkocht worden aan de klanten en ook door hen betaald worden.
• Als het over een grote geldsom gaat, mag die langer op de bankrekening staan en zo
brengt ze misschien nog een intrest op.
Een onderneming ontvangt goederen van haar leverancier. Voor de betaling van de
factuur heeft ze twee mogelijkheden:
• Betalen binnen 10 dagen en 2 % korting voor contante betaling, of
• 60 dagen betalingsuitstel.
Bereken de kost van het leverancierskrediet op jaarbasis.
0
Financiële
korting
10 dagen
30 dagen
30 – 10 dagen = 20 dagen
20 dagen
2%
1 dag
2
20
Jaarbasis
384
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
2 x 360
= 36 %
20
5.3 Klantenkrediet en leverancierskrediet in relatie
tot de liquiditeit
Als een onderneming in staat is om haar betalingsverplichtingen op korte termijn na
te komen, is haar liquiditeitspositie gunstig.
Je krijgt van twee ondernemingen de volgende informatie:
Bvba Beri
Bvba Zwijs
Voorraadtijd
5 dagen
10 dagen
Klantenkrediet
30 dagen
30 dagen
Leverancierskrediet
40 dagen
20 dagen
De voorraadtijd geeft aan hoeveel dagen de aangekochte handelsgoederen gemiddeld
in voorraad blijven vooraleer ze verkocht worden.
Beoordeel de liquiditeit van de beide ondernemingen in relatie tot het verleende klantenkrediet en het gekregen leverancierskrediet. Maak telkens een schematische voorstelling en formuleer een besluit.
bvba Beri
Aankoop
hg
Verkoop
hg
Klanten
betalen
klantenkrediet: 30 dagen
0
5
35
tijd
Voorraadtijd
Betaling
leveranciers
40
Leverancierskrediet: 40 dagen
0
tijd
Besluit:
De leveranciers kunnen betaald worden met de geldmiddelen die ontvangen worden
van de klant. Dit is positief voor de liquiditeit.
bvba Zwijs
Aankoop
hg
Verkoop
hg
klantenkrediet: 30 dagen
0
10
Klanten
betalen
40
tijd
Voorraadtijd
Leverancierskrediet: 20 dagen
0
20
Te financieren periode
40 - 20 = 20 dagen
tijd
5 Kredietverlening tussen handelaars
385
Besluit
De leveranciers kunnen niet betaald worden met de geldmiddelen die ontvangen
worden van de klanten. De te financieren periode bedraagt 20 dagen. Indien de
onderneming onvoldoende liquide middelen heeft, zal ze externe financiering
moeten zoeken op korte termijn.
Welke maatregelen voor de toekomst zou de bvba Zwijs kunnen overwegen?
- minder uitstel van betaling geven aan de klanten
- meer uitstel van betaling bekomen van de leveranciers
- kleinere voorraden aanhouden/zorgen voor een kortere voorraadtijd
386
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
5.4 Opvolgen van inningen en betalingen
Slechte betalers ... hoe pak je ze aan?
Elke ondernemer krijgt wel eens te maken
met slechte betalers. Het probleem helemaal
uitschakelen, lukt wellicht niet. Toch kan een
stipte debiteurenopvolging je heel wat financiële schade besparen.
Factureer op tijd
Schuif je facturering niet op de lange baan. Probeer een zo kort mogelijke, vaste termijn te respecteren tussen de levering en de facturering.
Zo weten je klanten na verloop van tijd ook duidelijk waar ze aan toe zijn. Door onregelmatig
te factureren maak je bij de klant een ongeïnteresseerde indruk, alsof de betalingstermijn er niet echt toe doet. Dat is natuurlijk vragen om laattijdige betalingen: klanten zullen van die laksheid beginnen te profiteren. Als je zelf meerdere
maanden of zelfs langer wacht met de facturering wordt het erg moeilijk om nadien van de klanten
een snelle betaling te eisen. Een laattijdige facturering betekent hoe dan ook weggegooid geld: ook
de meerderheid van stipte betalers wacht logischerwijze de factuur af vooraleer met geld over de
brug te komen. Op die manier verleen je ongevraagd klantenkrediet, waardoor je zelf in betalingsmoeilijkheden kunt komen.
Factureringsoverzicht bijhouden
Het volstaat niet facturen tijdig de deur uit te sturen; ze moeten ook systematisch worden opgevolgd. Minimale vereiste hiervoor is een helder overzicht van alle openstaande facturen, gegroepeerd per klant, met vermelding van de bedragen en de vervaldag. Daarvoor bestaan erg gebruiksvriendelijke pc-programma’s die op eenvoudig verzoek op elk ogenblik de (vervallen) facturen per
klant in beeld brengen. Noteer ook meteen alle eventueel binnenkomende klachten over bepaalde
leveringen of afrekeningen en voeg ze bij de factuur in kwestie. Laat de betaling nadien wat lang
op zich wachten, zelfs al achtte je het probleem voor de vervaldag opgelost, dan heb je tenminste
een idee waaraan het probleem zou kunnen liggen: de klacht van de klant werd misschien toch niet
naar behoren begrepen. Of misschien zoekt de klant zomaar een reden om de betaling een zoveelste keer uit te stellen.
Speel kort op de bal
Blijkt een factuur op de vervaldag nog niet betaald, aarzel dan niet om de klant een eerste, beleefde, maar duidelijke herinneringsbrief te sturen. De klant merkt dan meteen dat je de zaak niet koud
laat worden. Misschien gaat het gewoon om een vergetelheid en betaalt de klant nadien onmiddellijk. Hij kan echter ook ontevreden blijken over je levering, zonder daarover spontaan zijn beklag
te maken. Dat kun je dan best zo vlug mogelijk te weten komen, zodat het probleem meteen opgelost kan worden. Elke dag vertraging betekent immers verlies van rente op het te innen bedrag. In
geval van ernstige financiële problemen of van een nakend faillissement van de klant, heb je er zéker alle belang bij om kort op de bal te spelen. Wie in zo’n geval eerst langs de kassa passeert,
maakt de beste kans om toch nog (een zo groot mogelijk deel van) zijn centen te recupereren.
Na schriftelijk ook mondeling
Een schriftelijke herinnering, hoe belangrijk en bewijskrachtig ook, zal lang niet altijd afdoende
blijken om een reactie bij de openstaande debiteuren los te weken. Statistisch gezien reageert
slechts 45 % op een eerste schriftelijke aanmaning. Heb je een week na je brief nog niets van de
klant in kwestie vernomen (geen betaling, geen uitleg), dan neem je best even telefonisch contact
op. Zo voelt de klant dat de opvolging van de openstaande facturen voor je een prioriteit is, waaraan hij niet zomaar zal ontsnappen. Makkelijker dan in een brief komt tijdens zo’n gesprek vaak
de ware reden voor de wanbetaling bovendrijven: het te betalen product (of de dienst) beantwoordde niet aan de verwachtingen, of werd nog niet volledig geleverd, of de klant kampt met - al
dan niet tijdelijke - liquiditeitsproblemen.
5 Kredietverlening tussen handelaars
387
Houd in ieder geval schriftelijk een overzicht bij van alle gevoerde gesprekken, met vermelding
van de datum, het uur, de klant, de factuur en het bedrag, de persoon met wie je gesproken hebt,
wat er tijdens het gesprek werd gezegd en of er eventueel een betalingsbelofte werd gedaan. Zo’n
‘debiteurendagboek’ geef je niet alleen een overzicht van de evolutie in de openstaande facturen
maar ook een houvast als wapen tegen mogelijke manipulatiepogingen van hardnekkige slechte
betalers. Tijdens een of meer van de daaropvolgende telefoongesprekken kun je de probleemklant
confronteren met zijn eigen uitspraken, wat na verloop van tijd toch wel indruk begint te maken:
hij zal minder in de verleiding komen om je met een kluitje in het riet te sturen.
Als niets lijkt te helpen
Ondanks uw strikte, oplossinggerichte aanpak zullen een aantal slechte betalers blijven weigeren
met geld over de brug te komen, zelfs na meerdere herinneringsbrieven en telefoongesprekken: uit
manifeste onwil, uit (onredelijke) ontevredenheid, uit onverbeterlijke nalatigheid of vanuit financiële moeilijkheden. Als de minnelijke aanpak tot niets leidt, zit er niets anders op dan een aangetekende ingebrekestelling te sturen, eventueel via een deurwaarder (om nog meer gewicht in de
schaal te leggen). Bij een aantal wanbetalers zal deze aanpak werken en kan een dagvaarding voor
de rechtbank alsnog worden voorkomen, maar lang niet bij allemaal.
Uit Zelfstandig ondernemen
1 Zoek een passende verklaring voor alle woorden die je niet begrijpt.
2 Waarom is een stipte debiteurenopvolging noodzakelijk voor een handelaar?
Om zelf op tijd over voldoende liquide middelen te beschikken om zijn leveranciers
te betalen.
3 Noteer drie tips om zoveel mogelijk problemen en kosten te besparen bij het
innen van facturen.
– Op tijd factureren; vaste termijn
– Facturatieoverzicht bijhouden
– Kort op de bal spelen: direct reageren als de klant niet betaalt.
4 Hoe komt het dat sommige klanten niet tijdig betalen? Schrijf vier redenen op.
Vergeten: vervaldag uit het oog verloren.
Klant is ontevreden over de levering.
Ernstige financiële problemen.
Nakend faillissement.
5 Schrijf in chronologische volgorde de stappen op die je het best onderneemt om
slechte betalers aan te pakken. Wat is het doel van elke stap?
Schriftelijke herinnering
Telefoongesprek
reactie uitlokken.
reden van niet-betaling?
Debiteurendagboek nakijken
388
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
overzicht van de verschillende stappen.
6 Wat doe je als niets blijkt te helpen?
Aangetekende ingebrekestelling.
Dagvaardiging rechtbank, evt. deurwaarder.
7 Hoe heet een bedrijf gespecialiseerd in debiteurenopvolging?
Factoringbedrijf (opvolgen van de inningen).
8 Zoek op het internet, in de telefoongids … namen en adressen van gelijkaardige
bedrijven.
Op te zoeken: plaatselijke informatie
Het opvolgen van debiteuren en crediteuren
debiteuren = klanten
crediteuren = leveranciers
VF met uitstel van betaling
AF met uitstel van betaling
handelsvordering
handelsschuld
te ontvangen (= te innen)
te betalen
Een goed bedrijfsbeleid maakt een bedrijf gezond en winstgevend.
5 Kredietverlening tussen handelaars
389
Voor een onderneming is het dus belangrijk om alle betalingen en inningen
correct op te volgen. Het bijhouden van de klanten- en de leverancierskaarten is
een belangrijke schakel in het debiteuren- en crediteurenbeheer.
De klantenkaart
KLANTENKAART
Naam:
Base Camp
Fin. rekening:
Fortis 220-2057884-65
Straat:
Bevelsesteenweg 42
ONDnr.:
BTW BE 0880.556.348
Gemeente:
2560 NIJLEN
Datum
Doc. nr.
RPR Antwerpen
Vervaldag
Ontstaan
vordering
Overdracht
08-26
VF/131
Vermindering
vordering
4 174,80
09-26
Saldo
Btw-listing
MvH
4 174,80
781,88
Btw
0
3 450,25
724,55
781,88
646,18
135,70
De klantenkaart toont aan welke vorderingen er nog openstaan!
De leverancierskaart
LEVERANCIERSKAART
Naam:
Blacklight
Fin. rekening:
KBC 733-1507895-60
Straat:
Adm. De Ruyterstraat 25
ONDnr.:
BTW BE 0497.325.641
Gemeente:
3500 HASSELT
Datum
Doc. nr.
RPR Hasselt
Vervaldag
Ontstaan schuld
Vermindering schuld
Saldo
Overdracht
07-18
AF/81
07-22
RU/104
08-18
6 922,75
6 922,75
6 922,75
Het totaal van de leverancierskaart omvat de eventuele nog te vereffenen
schulden!
Financiële instellingen beschikken over aangepaste softwarepakketten die
geïntegreerd worden in de facturering en de boekhouding op computer.
De meeste bedrijven bankieren trouwens elektronisch: via aangepaste software
voeren ze binnen- en buitenlandse geldverrichtingen op een eenvoudige en snelle
manier uit.
Informeer bij de bank welke pakketten er momenteel op de markt zijn en vraag
documentatie.
390
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
0,00
Synthese
1 Kredietverlening onder handelaars
Klantenkrediet
Leverancierskrediet
Wat?
De verkoper geeft krediet:
= uitstel van betaling geven aan
de klant.
= vordering op de klant.
De koper krijgt krediet.
= uitstel van betaling krijgen van de
leverancier.
= schuld op korte termijn
tegenover de leverancier.
VREEMD VERMOGEN OP
KORTE TERMIJN
BEZITTING
Voordelen
• Hogere verkoopcijfers.
• Serviceverlening aan de klanten:
soms rekenen zij op uitstel van
betaling.
• De aangekochte handelsgoederen
liggen al in de winkel en kunnen
verkocht en betaald worden door
de klanten.
• Geldsommen die nog op de bankrekening staan, brengen
intrest op.
Nadelen
• Je ontvangt het geld van de
klanten later op je bankrekening
= intrestverlies.
• Je moet de facturen opvolgen:
administratiekosten.
• Risico’s:
Zal de klant wel betalen?
Je verliest het bedrag van de
korting voor contant.
Om het bedrijf financieel goed te beheren, probeert de handelaar er voor te
zorgen dat leverancierskrediet > klantenkrediet. Het zou immers niet goed zijn
dat de onderneming in betalingsmoeilijkheden komt, door te lang en te veel
krediet te verlenen aan de klanten.
Synthese
391
2 Debiteuren- en crediteurenbeheer
Een bedrijf moet rendabel (= winstgevend) zijn en goed geleid worden. Om tijd
en kosten te besparen, besteedt de handelaar veel aandacht aan de correcte
opvolging van debiteuren (klanten) en crediteuren (leveranciers) via:
• aangepaste softwarepakketten;
• klanten- en leverancierskaarten.
Manueel of via de computer:
• klasseert de handelaar de facturen per betaalperiode;
• legt hij een lijst aan van de vervaldagen;
• maakt hij een betalingsschema op.
Als een klant op de vervaldag niet betaald heeft, onderneemt hij meestal de
volgende stappen:
•
•
•
•
392
één of meer herinneringsbrieven sturen;
telefonisch contact opnemen met de klant;
hem in gebreke stellen via een aangetekende brief;
het dossier doorgeven aan een advocaat of in het slechtste geval aan de
deurwaarder.
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
6 De rol van de bank als financiële
tussenpersoon
De banken spelen een belangrijke rol in de economie en in de samenleving:
• als bemiddelaar;
• als beheerders van het betalingssysteem;
• als verstrekkers van financiële diensten.
Onze aandacht gaat in dit deel uit naar de rol van de bank als bemiddelaar.
Surf naar www.abb-bvb.be.
• Bij Studenten en leraren – Een kijk op de bank.
• Klik op Dit is de bank.
• Klik op De rol van de bankier in de economie en in de samenleving.
Kredietgevers
Particulieren
Kredietrente
Debetrente
Kredietnemers
Kredieten
Deposito’s
Gezinnen
Particulieren
Gezinnen
Bedrijven
BANK
Bedrijven
Omzetting
Overheid
Bron: www.abb-bvb.be
1 Vul in het schema de ontbrekende woorden in.
2 Wie zijn:
Kredietgevers
a de aanbieders van geld? ________________________________________________________________________________________________________________________________________________
b de vragers van geld?
Kredietnemers
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
3 Verklaar in eigen woorden het begrip deposito. Raadpleeg eventueel het lexicon
op de website.
Geldbedragen die tijdelijk ter beschikking worden gesteld van de bank en waarmee
de bank mag werken, bv. kredieten verlenen. Voorbeelden zijn geld plaatsen op een
zichtrekening, een spaarrekening …
6 De rol van de bank als financiële tussenpersoon
393
4 Welke rol spelen de banken als financiële bemiddelaars?
De banken zetten de ontvangen deposito’s om in kredieten.
5 Welke drie omzettingen ondergaan de deposito’s alvorens kredieten te worden?
Leg kort uit.
Schaalomzetting
Kleine deposito’s worden gegroepeerd zodat ze omgezet kunnen
worden in kredieten die voldoen aan de kredietbehoefte van de
kredietnemers.
Termijnomzetting Er is een omzetting van aangetrokken deposito’s op korte termijn
naar verstrekte kredieten op middellange en lange termijn.
Dit houdt een intrestrisico in voor de bank.
Muntrisico
Omzetting van een deposito in EUR (vreemde munt) naar een krediet
in vreemde munt (EUR). De bank moet rekening houden met
wisselkoerschommelingen.
6 Verklaar op basis van het schema het verschil tussen debetrente en creditrente.
Debetrente: rente die de bank aanrekent aan de kredietnemers
Creditrente: rente die de bank betaalt aan de verstrekkers van deposito’s.
7 Waaruit bestaat dan de winst van de bank?
Debetrente > Creditrente
394
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
7 Kredieten bij financiële
instellingen
7.1 Algemeen
ieten
d
e
r
k
e
z
aan
en on
Wij pass n uw projecten
aa
Als Outdoor zelf niet over voldoende financiële middelen beschikt, doet hij een beroep op geldschieters, op derden (banken, kredietmaatschappijen …).
Ze vertrouwen er op dat zij later het uitgeleende bedrag terugkrijgen, verhoogd met
intrest.
De geldmiddelen die deze derden ter beschikking stellen, behoren tot het vreemd vermogen van de onderneming.
Naargelang de looptijd maakt men een onderscheid tussen:
• kredieten op korte termijn: ⭐ 1 jaar;
• kredieten op middellange termijn: 2 tot 5 jaar;
• kredieten op lange termijn: > 5 jaar.
De intrestvoet en de looptijd van het krediet hangen o.m. af van:
• het doel van het krediet, bv. voor particuliere doeleinden of voor bedrijfsdoeleinden;
• de grootte van het kredietbedrag;
• de terugbetalingsmogelijkheden van de ontlener.
7 Kredieten bij financiële instellingen
395
Een financiering met vreemd vermogen brengt vaak heel wat kosten mee voor de
kredietnemer, nl.:
•
•
•
•
de rente;
een commissie of een vergoeding voor de bank (kredietverlener);
notariskosten (bv. bij een hypothecair krediet);
registratiekosten.
Er zijn fundamentele verschillen tussen interne financiering (met eigen vermogen) en
externe financiering (met vreemd vermogen):
• de derden die vreemd vermogen ter beschikking stellen, zijn geen eigenaars van het
bedrijf, maar worden wel schuldeisers ervan;
• de derden hebben recht op een vaste vergoeding door middel van een intrest waarvan de rentevoet vaak op voorhand bepaald is;
• fiscaal is het aantrekken van vreemd vermogen ook interessant. De betaalde intrestlast is een kost die fiscaal aftrekbaar is. Hierdoor vermindert de belastingdruk.
Surf naar www.kbc.be.
• Klik op Ondernemen site.
• Kies bij Doelgroepen voor KMO & bedrijven.
• Ga bij Financiering naar de link exploitatiecyclus.
Kies drie kredietmogelijkheden op korte termijn die de bank voorstelt:
– Kaskrediet
– Vast voorschot
– Kasplanningskrediet
Klik nu op Investeringen en bekijk de kredietmogelijkheden op langere termijn.
– Investeringskrediet
– Wentelkrediet
– Leasing / renting
Kaskrediet
Leverancierskrediet
Schulden
op ⭐ 1 jaar
Leasing
Investeringskrediet
ACTIEF
Schulden
op > 1 jaar
PASSIEF
Hypothecaire
lening
Pas dit nu toe in de onderstaande tabel: voor welke aankoop kan Outdoor welk soort
krediet aangaan?
x
x
Vaste activa
Immateriële vaste activa
x
Materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen
x
Meubilair
x
Rollend materieel
x
x
Vlottende activa
Voorraden
396
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
In principe gaat men voor een investering een lening op lange termijn aan.
Investeringsgoederen blijven immers voor langere tijd in de onderneming aanwezig.
Vlottende activa worden normaal gefinancierd met vreemd vermogen op korte termijn: van hen wordt namelijk verwacht dat zij snel in geld worden omgezet.
Surf naar www.ing.be.
Klik op:
• Professionelen
• Ondernemingen – Kies voor Kredieten
• Investeringskredieten
Welke kenmerken vind je i.v.m.:
– het doel van het krediet;
– de looptijd;
– de opname van het krediet.
Vergelijk nu het investeringskrediet en de ‘businesslening’.
Investeringskrediet
Business lening
Min. 125 000,00
Min. 2 000,00
Min. 3 jaar
Vanaf 6 maanden
Middellang / lang
Korte termijn
Wat is leasing?
Financieren van uitrustingsgoederen à 100 %.
Huurschema
Aankoopoptie erna!
In dit deel beperken we ons tot de studie van het kaskrediet.
7 Kredieten bij financiële instellingen
397
7.2 Het kaskrediet
7.2.1 Begrip
Soms is er een tijdelijk tekort aan liquide middelen. Zo kocht Filip bij A.S. Adventure
nog een extra voorraad tenten en rugzakken aan. Door deze aankoop verwacht hij
voor augustus een kastekort.
Bankrekening
20.1-08-06
081
EUR-rekening
Rekeninghouder: OUTDOOR
Prinsenlaan 2
9100 SINT-NIKLAAS
rekeningnummer 716-0200005-87
IBAN BE67 7160 2000 0587
beginsaldo
EUR
16 000,00 +
datum
omschrijving
valuta
____________
_________________________________________________________
______________________
__________________
Overschrijving naar
A.S. Adventure
001-1545885-72
Factuur nummer 190
08-06
21 299,00 –
08-06
nieuw saldo
KBC Bank NV
bedrag
EUR
5 299,00 –
BIC KREDBEBB
Hoewel er niet voldoende geld op de zichtrekening stond, ging de betaling van de
factuur toch door. Hoe kan dat?
Eenvoudig … Filip heeft vooraf met KBC een kredietovereenkomst afgesloten
waardoor hij tot een vooraf afgesproken maximumbedrag ‘onder nul’ mag gaan op
zijn zichtrekening.
Een dergelijk krediet heet kaskrediet. Het maximumbedrag dat de zichtrekening in
het rood mag staan, is de kaskredietlijn.
7.2.2 Kenmerken van het kaskrediet
Exemplaar bestemd voor de cliënt
Antwerpen 20.1-07-21
Geachte heer Bettens
Op 19 juli ontvingen wij uw aanvraag voor een kaskrediet.
Wij kunnen een kaskrediet openen voor de maand augustus 20.1 ten bedrage van
15 000,00 EUR.
U kunt over het kredietbedrag via uw zichtrekening nummer 716-0200005-87 beschikken. U haalt de nodige bedragen af hoe en wanneer u het wilt, u betaalt alleen intrest
op de kredietopnames.
De volgende voorwaarden zijn van toepassing:
– debetrente: 10,75 %,
– creditrente: 0,5 %,
– provisie op de kredietlijn van 15 000,00 EUR: 0,125 % per maand.
Steeds tot uw dienst.
J. Janssens
kantoorhouder
398
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
1 Welke kenmerken van het kaskrediet vind je terug?
– Afgesproken kredietlijn
– Terugbetaling via de zichtrekening
– Bedragen afhalen wanneer men wenst
– Enkel intrest betalen op kredietopnames
2 De kredietlijn bedraagt 15 000,00 EUR. Wat betekent dit?
Het max. afgesproken bedrag waarvoor men onder nul mag gaan.
3 Welke kosten zijn er verbonden aan een kaskrediet?
– Debetintresten
– Kredietopeningsprovisie
– Overschrijdingsprovisie
7.2.3 Werking
De schommelingen op de zichtrekening van Outdoor zien er voor de maand augustus
als volgt uit:
Saldo in EUR
40 000,00
4 dagen
30 000,00
20 000,00
16 000,00
5 dagen
10 000,00
08-01
08-06
08-11
- 5 000,00
- 5 299,00
- 10 000,00
5 dagen
08-15
08-22
- 15 000,00
08-31
- 5 000,00
valutadata
10 dagen
drempel
- 15 000,00
7 dagen
Een positief saldo is een creditsaldo.
Staat Outdoor in het rood, dan vertoont de zichtrekening een debetsaldo.
7 Kredieten bij financiële instellingen
399
Bereken nu in de onderstaande tabel de saldi en het aantal dagen dat de rekening
boven en/of onder nul staat.
Valutadatum
Verrichting
Bedrag
(EUR)
Debet
saldo (EUR)
Credit
dagen
saldo (EUR)
dagen
5
+ 16 000,00 _____________________
08-01
Beginsaldo
08-06
Betaling AF A.S. Adventure
21 299,00
- 5 299,00
_____________________
5
_____________________
_____________________
_____________________
08-11
Inning VF Hobbykriebels
40 299,00
_____________________
_____________________
+ 35 000,00
_____________________
4
_____________________
08-15
Betaling AF Camping Center
50 000,00
- 15 000,00
_____________________
7
_____________________
_____________________
_____________________
08-22
Inning VF De Berghut
10 000,00
- 5 000,00
_____________________
10
_____________________
_____________________
_____________________
25 299,00
_____________________
22
_____________________
51 000,00
_____________________
9
_____________________
Totaal
In augustus had de zichtrekening van Outdoor gedurende negen dagen een positief
saldo (creditsaldo). Hiervoor ontvangt Outdoor een creditrente van 0,5 %.
De andere dagen van de maand augustus heeft Outdoor gebruikgemaakt van het kaskrediet om haar facturen te betalen. Hiervoor rekent de bank een debetrente aan.
7.2.4 Kosten en afrekening
Geld lenen kost geld. De prijs van een kaskrediet bestaat uit twee delen:
1 De debetrente
= het rentepercentage te betalen voor het bedrag en de tijd dat Outdoor onder nul
staat.
Deze te betalen intrest (I) is afhankelijk van:
• K = het kapitaal of het kredietbedrag (onder nul);
• p = het rentetarief of de intrestvoet;
• t = de termijn of het aantal dagen onder nul.
In de bankwereld wordt het aantal kredietdagen uitgedrukt ten opzichte van 360.
Bij de intrestberekening worden altijd diezelfde symbolen gebruikt in de volgende
formule:
K x p x t (d)
___________________
360 x 100
2 De provisie
Bovenop de debetrente betaalt Outdoor elke maand nog eens 0,125 % provisie op
de kredietlijn van 15 000,00 EUR, zelfs als het bedrijf in die periode geen enkele
keer in het rood ging. De provisie is een vergoeding die de bank aanrekent voor het
‘klaarhouden’ van het geld.
400
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
Begin september krijgt Outdoor de volgende afrekeningsdocumenten.
Bankrekening
20.1-09-05
092
EUR-rekening
Rekeninghouder: OUTDOOR
Prinsenlaan 2
9100 SINT-NIKLAAS
rekeningnummer 716-0200005-87
IBAN BE67 7160 2000 0587
beginsaldo
EUR
3 800,00 +
datum
omschrijving
valuta
____________
_________________________________________________________
______________________
Rekeningafsluiting
09-05
09-05
bedrag
__________________
69,89 –
nieuw saldo
EUR
KBC Bank NV
3 730,11 +
BIC KREDBEBB
BERICHT
VAN REKENINGAFSLUITING
KASKREDIET
REKENINGNUMMER 716-02000005-87
van
OUTDOOR
Debetrente: 10,75 %
54,19
Creditrente: 0,5 %
3,05
Provisie:
0,125 %
18,75
________________________________________________________________
In rekening gebracht nettobedrag
EUR 69,89
KBC Bank NV
BIC KREDBEBB
1 Bereken nu de debet- en de creditrente door onderstaande tabel aan te vullen.
Bereken ook de provisie en de totale kostprijs van het kaskrediet.
Datum
Bedrag (EUR) Saldo (EUR)
08-01
Dagen
D-rente
C-rente
______________________________
+ 16 000,00
5
______________________________
08-06
– 21 299,00
______________________________
- 5 299,00
5
______________________________
______________________________
08-11
+ 40 299,00
______________________________
+ 35 000,00
4
______________________________
______________________________
08-15
– 50 000,00
______________________________
- 15 000,00
7
______________________________
08-22
+ 10 000,00
______________________________
- 5 000,00
10
______________________________
08-31
Afsluitdatum
______________________________
Totaal
______________________________
D 51,14
Rente
__________________________________________
Provisie
__________________________________________
Totale kost
__________________________________________
7,91
1,11
1,94
31,35
______________________________
14,93
______________________________
54,19
______________________________
3,05
54,19 - 3,05 = 51,14
18,75
69,89
7 Kredieten bij financiële instellingen
401
2 Stel het redeneringsschema op voor de boekhoudkundige registratie van het
rekeninguittreksel.
RU/92
DOCUMENT:
Afrekening kaskrediet
Verrichting:
Omschrijving
Bedrag
A/P/K/O
+/–
D/C
Rekening
Bank KBC
69,89
A
–
C
55000
Financiële kosten
69,89
K
+
D
65000
3 Registreer het rekeninguittreksel ook op de grootboekrekeningen.
55000 KBC
D
3 800,00
C
69,89
D 65000 Rente, commissie & kosten
C
69,89
4 Schrijf de journaalpost.
65000
05-09
Rente, Commissies en kosten
55000
aan
69,89
KBC
69,89
RU/9
7.2.5 Belang van het kaskrediet
Het kaskrediet heeft een aantal voordelen …
• flexibiliteit: je kunt gelijk wanneer en om het even hoe (overschrijving, cash) geld
opnemen.
• de rente wordt alleen berekend op het bedrag en voor de tijd dat je onder nul gaat.
Het grootste nadeel van het kaskrediet is de hoge kost: de zogenaamde debetrente.
De bank gaat er immers van uit dat zij de gelden steeds beschikbaar moet hebben aangezien de klant ze op elk moment kan opvragen.
Voor meer informatie over het kaskrediet surf je naar: www.abb-bvb.be.
• Bij Studenten en leraren – Een kijk op de bank klik je op Bedrijfskredieten.
• Klik op Exploitatiekredieten.
• Klik op Kaskrediet.
Je vindt hier heel wat informatie i.v.m. het kaskrediet: begrip, bestemming (het doel),
werking, kostprijs, looptijd en (eventuele) risico’s.
402
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
Synthese
1 Kredietverlening
Bank
Financiële instelling
=
Kredietgever
leent kapitaal uit
terugbetaling kapitaal + intrest
Ontlener
=
Kredietnemer
2 Het kaskrediet
2.1 Wat?
Een kaskrediet is een krediet op korte termijn, waarbij een financiële instelling
aan haar klanten toestaat om tot een bepaald maximumbedrag (of de kaskredietlijn) onder nul te staan op hun bankrekening.
Voordelen?
• Het kaskrediet dient vooral om tijdelijke kastekorten te overbruggen.
• Het is een zeer flexibel krediet: je kunt gelijk wanneer en om het even hoe
(overschrijving, cash) geld opnemen.
• Men betaalt alleen intrest voor het bedrag en de tijd dat men het krediet
opneemt.
2.2 Kosten?
SALDO van de bankrekening
+ positief
- negatief
creditsaldo
=
vordering op de bank
debetsaldo
=
schuld tegenover de bank
creditintrest
debetintrest
Naast de intrest wordt ook een commissieloon of provisie aangerekend op het
totale bedrag van de kredietlijn.
Het grootste nadeel van een kaskrediet is de hoge kost, de zogenaamde
debetrente.
Synthese
403
2.3 Doel?
Het kaskrediet heeft als doel tijdelijke liquiditeitstekorten te financieren die zich
voordoen tijdens de exploitatiecyclus.
Het tijdsverschil tussen ontvangsten (bv. van klanten) en uitgaven (bv. betalen
van leveranciers, personeel ...) kan een oorzaak zijn van het tekort aan liquide
middelen.
404
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
Toepassingen
1 Waar haalt de handelaar het ‘vreemd vermogen’?
–
Kredieten bij financiële instellingen.
–
Leveranciers (handelsschulden).
–
Bij andere personen/geldschieters.
2 Bij de bank kun je terecht voor verschillende soorten leningen.
Hoe noem je de lening die je aangaat voor de aankoop van:
een auto:
een gebouw, een magazijn,
een stuk bouwgrond:
Hypothecaire lening
___________________________________________________________________
Financiering
(Autolening)
___________________________________________________________________
een tv, een leren salon:
Afbetalingskrediet
(Persoonlijke lening)
___________________________________________________________________
3 Heb je een idee van de huidige intrestvoeten voor kredieten bij de bank?
Vraag een folder bij een bank in je buurt, of zoek informatie op internet.
4 Waar of niet? Verklaar indien nodig.
a Bij de aankoop van een gebouw kiest de handelaar voor een lening op korte
termijn.
Niet waar: hypotheek
lange duur
b Als de leverancier betalingsuitstel aan zijn klant toestaat, spreken we van
klantenkrediet.
Waar
c De termijn voor een leverancierskrediet moet langer zijn dan die van de
toegestane klantenkredieten.
Waar
d Het ‘vreemd vermogen’ bestaat uit de financiële middelen die verstrekt
worden door derden.
Waar
e Een kaskrediet is een goedkope kredietformule.
Niet waar: hoge D-rente + provisie
f
De intrest op een zichtrekening is laag, omdat de bank het geld voortdurend
beschikbaar moet houden voor haar cliënteel.
Waar
Toepassingen
405
5 Romax-Crespo kreeg bij zijn bank een kaskrediet tot 6 250,00 EUR.
a Schrap wat niet van toepassing is.
Een kaskrediet is vreemd vermogen op lange termijn / op korte termijn.
b Geef twee redenen waarom Romax-Crespo een kaskrediet aangevraagd heeft.
–
Tijdelijk meer geld nodig
–
Alleen intrest op negatieve saldi
c Staat de bank aan elke cliënt een kaskrediet toe? Geef je mening hierover.
–
Neen
trouwe cliënt met vast inkomen en bedrijven
–
d In de loop van de maand januari gebeurden de volgende verrichtingen.
Vul de tabel verder aan.
Datum
Verrichtingen
Bedrag in EUR
Saldo
Dagen
D/C
01-02
Beginsaldo van de rekening
1 250,00
____________________________
+ 1 250,00
____________________________
01-07
Betaling AF via overschrijving
2 225,00
____________________________
- 975,00
____________________________
01-11
Betaling AF via overschrijving
1 100,00
____________________________
- 2 075,00
____________________________
01-15
Ontvangen via Banksys
3 500,00
____________________________
+ 1 425,00
____________________________
01-20
Betaling AF via overschrijving
7 675,00
____________________________
- 6 250,00
____________________________
01-25
Inning verkoopfacturen
7 020,00
____________________________
+ 770,00
____________________________
01-31
Afrekening
5
____________________________
C1
4
____________________________
4
____________________________
5
____________________________
5
____________________________
7
____________________________
D1
D2
C2
D3
e Bereken de te betalen rente aan de hand van de tabel.
Saldo
Dagen
D-rente 8,5 %
C-rente 0,5 %
5
________________________________________
________________________________________
4
________________________________________
D1 = 0,92
________________________________________
4
________________________________________
D2 = 1,96
________________________________________
5
________________________________________
________________________________________
5
________________________________________
D3 = 7,38
________________________________________
+ 1 250,00
________________________________________
- 975,00
________________________________________
- 2 075,00
________________________________________
+ 1 425,00
________________________________________
- 6250,00
________________________________________
________________________________________
________________________________________
________________________________________
________________________________________
________________________________________
+ 770,00
7
C2 = 0,10
C3 = 0,07
________________________________________
________________________________________
________________________________________
________________________________________
________________________________________
________________________________________
________________________________________
________________________________________
Intrest:
10,26 - 0,26
Totaal:
= 10,00
______________________________________________________________________________________
Provisie: (0,250 %)
406
C1 = 0,09
15,63
25,63
______________________________________________________________________________________
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
C3
6 Wat betekent de uitdrukking: ‘Lenen doet mensen soms wenen’.
Soms lenen personen/bedrijven te hoge bedragen, waardoor de terugbetalingsdruk
en de intrestkost te hoog wordt
financiële problemen!
7 Surf naar www.kbc.be.
Kies voor Ondernemen site.
Selecteer bij doelgroepen KMO & Bedrijven.
Kies bij Financiering voor Exploitatiecyclus.
Klik op KBC-kaskrediet.
a Waarvoor of wanneer is het kaskrediet een aangewezen kredietvorm?
recente gegevens van de site
b Noteer naast de voordelen die op p. 402 staan nog twee andere voordelen van
het kaskrediet.
Toepassingen
407
Leestekst
De kredietcentrales
Wie een krediet toestaat, loopt risico’s! De kredietnemer kan het ontleende
kapitaal niet terugbetalen en/of de verschuldigde intresten niet betalen. Hoe
meer schulden de kredietnemer heeft, hoe groter de risico’s worden voor de
kredietgever.
Voor een financiële instelling is het daarom zeer belangrijk om de kredietrisico’s te
evalueren voor ze een krediet toestaan. Om hen hierbij te helpen, werden binnen de
Nationale Bank kredietcentrales opgericht: de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen (CKO) en de Centrale voor kredieten aan Particulieren (CKP).
Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen
Als een financiële instelling een krediet toestaat aan een onderneming of een zelfstandige voor een bedrag van 25 000,00 euro of meer, is ze wettelijk verplicht informatie m.b.t. de kredietnemer en het krediet door te geven aan de CKO. De CKO registreert de informatie m.b.t. de kredieten in haar bestanden.
Komt een klant aankloppen voor een krediet, dan mag de financiële instelling de bestanden van de CKO raadplegen om het kredietrisico te beoordelen.
Centrale voor Kredieten aan Particulieren
Vooral consumentenkredieten veroorzaken problemen. In de meeste gevallen gaat
het om kredieten toegekend door niet-banken, zoals financieringsmaatschappijen,
warenhuisketens en postorderbedrijven.
Alle consumentenkredieten en hypotheekleningen moeten worden aangemeld, ook
die waarbij er geen problemen zijn. De kredietgever is verplicht de kredietcentrale te
raadplegen voor het krediet wordt toegestaan. Dit past in de strijd van de overheid tegen de overmatige schuldenlast.
www.kbc.be
1 Waarom werden de kredietcentrales opgericht?
Om de financiële instellingen bij te staan en te adviseren i.v.m.
de evaluatie van kredietrisico’s.
2 Vind je de oprichting van de kredietcentrales een goede zaak?
Zoek eerst argumenten pro en/of contra en hou dan een goede klasdiscussie.
Persoonlijke overwegingen:
Pro?
Contra?
Surf naar www.nbb.be.
Klik op Kredietcentrales.
408
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
8 Sparen en beleggen
De boekhouder van een bedrijf maakte voor de eerste drie maanden van het boekjaar
een schatting van de inkomsten en de uitgaven:
Januari
Februari
Maart
Beginsaldo bank
Beginsaldo in de kas
38 500,00
1 200,00
43 000,00
3 045,00
24 000,00
2 000,00
Beginsituatie
39 700,00
46 045,00
26 000,00
+ 21 500,00
+ 13 500,00
+ 12 200,00
- 14 680,00
- 32 000,00
- 19 000,00
- 475,00
- 1 545,00
- 500,00
26 000,00
____________________________________
Inkomsten
Inning verkoopfacturen (opbrengsten)
Uitgaven
Betaling aankopen handelsgoederen en
diensten en diverse goederen
Betaling financiële kosten, intresten
Eindsaldo
46 045,00
____________________________________
____________________________________
18 700,00
1 Bereken voor elke maand het eindsaldo (totaal van de liquide middelen).
2 Wat kan een (verstandige) bedrijfsleider met het (tijdelijk) overschot aan liquide
middelen doen?
Sparen
Beleggen
Door een deel van de inkomsten niet uit te geven, kan een bedrijf net zoals een gezin
sparen. Sparen kan twee vormen aannemen:
1 Oppotten: het gespaarde geld bijhouden; het brengt niets op.
Bv. geld in de kassa laten liggen.
2 Beleggen: het gespaarde geld tijdelijk ter beschikking stellen van derden
(bv. de bank) met het oog op een rendement (opbrengst).
Bv. geld dat je op een spaarrekening bij KBC plaatst, brengt intrest op.
Bedrijven kunnen beleggen in:
1 Geldkapitaal: alle beleggingen in de vorm van geld waardoor nieuw geld (bv.
intrest) ontstaat.
Bv. de kasbon die je koopt bij KBC brengt jaarlijks 4 % intrest op.
2 Kapitaalgoederen: alle beleggingen die niet in de vorm van geld gebeuren.
Bv. je koopt een gebouw, een schilderij van Picasso …
In dit leerboek bespreken we enkele beleggingsvormen in geldkapitaal, nl.:
• beleggen op rekeningen
– de spaarrekening
– de termijnrekening
• beleggen in effecten
– de kasbon
– de staatsbon
8 Sparen en beleggen
409
Ga langs bij verschillende financiële instellingen en vraag informatiebrochures over de
bovengenoemde beleggingsvormen. Informeer ook naar de actuele intrestvoeten.
Zorg ervoor dat je de verzamelde informatie de volgende lessen steeds bij hebt.
Heel wat informatie kun je ook vinden op het internet:
• website van de Belgische Vereniging van Banken: www.abb-bvb.be.
Bij Studenten en leraren kies je voor Beleggingsinstrumenten.
• websites van verschillende financiële instellingen
www.kbc.be
www.ing.be
www.fortisbank.be
www.bpo.be
www.axa.be
www.ethias.be
Sta altijd kritisch tegenover de aangeboden informatie. Het financiële wereldje is
voortdurend in beweging. Let goed op de datum van publicatie. Raadpleeg ook steeds
meerdere bronnen!
8.1 Sparen op rekeningen
8.1.1 De spaarrekening
Eind 2006 stond er ongeveer 157 miljard euro op Belgische spaarrekeningen.
In Netto, de wekelijkse bijlage bij DE TIJD, lazen we op 26 oktober 2006.
‘Slechts 4 op de 10 Belgen vinden het spaarboekje een goede belegging. Toch
staat 56 procent van de Belgische spaartegoeden op het boekje. Het spaarboekje
blijft een vaste waarde, ondanks een magere vergoeding.’
Wat overtuigt de beleggers dan om toch voor een spaarrekening te kiezen?
1
De spaarrekening is de uitgelezen spaarvorm voor gelden die u wil laten renderen,
niet onmiddellijk nodig hebt maar toch permanent beschikbaar wil houden.
www.kbc.be
2
Alleen gereglementeerde spaarrekeningen komen in aanmerking voor de vrijstelling
van roerende voorheffing, d.i. een belasting op roerende inkomsten zoals intresten. De
voorwaarden voor vrijstelling zijn vastgelegd in een koninklijk besluit.
Welke zijn de belangrijkste voorwaarden?
– Alleen spaarboekjes in euro kunnen vrijgesteld zijn van roerende voorheffing.
– Geld opvragen kan altijd.
– De vergoeding moet bestaan uit: een basisrente en een getrouwheids- en/of
aangroeipremie. Een van de twee premies volstaat.
De basisrente bedraagt maximaal 4 %. De wet legt geen minimum op voor de premies. De premies mogen maximum de helft van de maximale basisrente bedragen.
– Alleen bepaalde overschrijvingen zijn toegelaten.
Bv. van je eigen spaarrekening naar je eigen zichtrekening.
Bv. van je spaarrekening naar een spaarrekening van een familielid tot de tweede
graad (man/vrouw, kind, broer/zus, ouders) bij dezelfde bank.
De Standaard, woensdag 3 januari 2007
410
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
De spaarrekening die meer
opbrengt vanaf het begin
3
Basisrente* voordeliger
dan bij de meeste andere grote banken, vanaf de eerste dag die volgt op
uw storting.
Aangroeipremie
Nieuwe rentevoeten vanaf 2007-02-06
voor elke storting die minstens 6 maanden op de spaarrekening blijft
staan.
Of getrouwheidspremie
voor bedragen die tijdens de 12 daaropvolgende maanden op de rekening
blijven staan.
Geen belastingen
Vrij van roerende voorheffing tot 1 630,00 EUR** intresten/jaar/persoon.
Geen beheerskosten
Gratis maandelijkse uittreksels thuisgestuurd
Verzekering Verdubbeld saldo
In optie
0,6%
1,75%
0,5%
*
* Niet cumuleerbaar
*
Uw spaargeld altijd beschikbaar bij u in de buurt, in uw
postkantoor. Vraag inlichtingen aan het loket.
* Basisrente is niet altijd gegarandeerd. Ze kan stijgen of dalen afhankelijk van de ontwikkeling op de financiële
markten.
** Intresten boven 1 630,00 EUR: deel boven 1 630,00 EUR is onderworpen aan 15 % roerende voorheffing.
1 Voor wie is sparen op een spaarrekening een goede beleggingsvorm?
Voor wie geld tijdelijk kan missen, maar het toch al wil laten opbrengen.
Geld tijdelijk opzij zetten:
– voor onvoorziene uitgaven
– als appeltje voor de dorst
– in afwachting van betere beleggingsmogelijkheden
2 De opbrengst van een spaarrekening kan uit twee elementen bestaan. Welke?
– Basisrente
– Premies: aangroeipremie of getrouwheidspremie
3 Je opent op 31 maart 20.0 een spaarrekening bij de Bank van de Post en stort
1 000,00 EUR.
a Vanaf wanneer brengt de 1 000,00 EUR intrest op?
1 april
b Betreft het een debetrente of een creditrente? Verklaar.
Creditrente: de bank moet de intrest betalen = schuld van de bank t.o.v. de klant.
8 Sparen en beleggen
411
c Weet je met zekerheid hoeveel euro basisrente je gaat krijgen op het einde van
het kalenderjaar?
Neen, de bank kan de rentevoet altijd herzien.
d Tot wanneer moet je het bedrag zeker op je spaarrekening laten staan om
recht te hebben op de aangroeipremie?
1 oktober 20.0
e Tot wanneer moet je het bedrag op je spaarrekening laten staan om recht te
hebben op de getrouwheidspremie?
1 oktober 20.1
f
Stel d. en e. voor op een tijdsas.
4 Waarom geniet de intrest op de spaarrekening van de Bank van de Post van een
vrijstelling van roerende voorheffing?
Geregelementeerde spaarrekening want:
In euro
Basisrente < 4 %
Premies zijn aanwezig en niet cumuleerbaar
Premies < de helft van de maximale basisrente
5 Vat nu de belangrijkste voordelen van de spaarrekening samen.
- Liquide: onmiddellijk beschikbaar
- Fiscale vrijstelling roerende voorheffing
- Opbrengst, hoewel zeer gering
6 Vul het schema op p. 414 in.
412
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
8.1.2 De termijnrekening
Filip besluit een deel van zijn spaarcenten op een termijnrekening te plaatsen. Van
KBC ontvangt hij het volgende rekeninguittreksel:
Termijnrekening
20.1-05-31
Outdoor
EUR-rekening
Wij openden voor u de volgende termijnrekening:
–
–
–
–
nummer:
kapitaal:
looptijd:
rentevoet*:
1278542/001
20 000,00 EUR
2 jaar van 20.1-05-10 tot 20.3-05-10
3,45 % (vast)
KBC Bank NV
BIC KREDBEBB
* Roerende voorheffing: 15 %
1 Welk bedrag plaatste Filip op de termijnrekening?
20 000,00
2 Voor welke periode?
2 jaar
3 Wanneer kan hij opnieuw over het belegde kapitaal beschikken?
Na 10/5 (looptijd verstreken)
4 Kan Filip vooraf uitrekenen hoeveel intrest de termijnrekening zal opbrengen?
Verklaar.
Ja
vaste jaarlijkse rentevoet
5 Hoeveel euro intrest zal Filip ontvangen na 2 jaar? Verklaar.
20 000 x 3,45 x 2
= 1 380,00
100
De termijnrekening is een rekening op naam waarbij een bepaalde som geld voor een
vaste periode (de ‘termijn’) wordt uitgezet. Die termijn is over het algemeen kort:
14 dagen, een maand, een kwartaal, een half jaar, soms enkele jaren.
De intrestvoet, die vast en vooraf gekend is, hangt af van:
• de grootte van het belegde kapitaal;
• de duurtijd van de belegging.
8 Sparen en beleggen
413
Op het einde van de termijn kan:
• het belegde kapitaal samen met de verworven intrest op de (zicht)rekening van de
belegger worden gestort;
• het kapitaal herbelegd worden voor een nieuwe termijn. De intrest wordt gestort op
de (zicht)rekening van de belegger;
• het kapitaal + de intrest worden herbelegd voor een nieuwe termijn. De intrest
wordt dan gekapitaliseerd, d.i. bij het kapitaal gevoegd.
Let op: de herbelegging gebeurt niet noodzakelijk tegen de oorspronkelijke rentevoet! De nieuwe rentevoet kan hoger maar ook lager zijn!
Op de intrest moet 15 % roerende voorheffing betaald worden. De roerende voorheffing wordt ingehouden door de financiële instelling en doorgestort aan de staat.
Terugbetaling voor het einde van de termijn kan slechts onder strikte voorwaarden.
Meestal worden kosten aangerekend of wordt het afgesproken rendement verlaagd.
Vergelijk de spaarrekening met de termijnrekening.
Spaarrekening
Voor wie?
Looptijd
Liquiditeit
(beschikbaarheid)
Rendement
(opbrengst)
Fiscaliteit
Risico
414
Geld moet beschikbaar zijn:
- voor onvoorziene uitgaven
- appeltje voor de dorst
- in afwachting van betere
beleggingsmogelijkheden
maar toch ook al opbrengen.
Termijnrekening
Geld gedurende een bepaalde periode
kunnen missen en (hogere) intrest
ontvangen.
Onbepaald
Vooraf gekend
Variërend van 1 maand tot 10 jaar
Onmiddellijk beschikbaar
Opvraagbaar na verstrijken looptijd
(principe)
Basisrente:
- max. 4 %
- kan gewijzigd worden
Premies
- getrouwheidspremie
- aangroeipremie
- premies: niet cumuleerbaar
- max. 2 %
Rente
- vast
- vooraf gekend
Rente kan wel bij elke vervaldag
gewijzigd worden.
Vrijstelling roerende voorheffing:
15 % roerende voorheffing
tot 1 630,00 EUR/jaar/persoon.
Voorwaarden: in euro, basisrente: max. 4 %,
min. 1 vorm van premie, premie: max. 1/2
van max. basisrente, altijd opvraagbaar
Intresten > 1 630,00 EUR
deel boven 1 630,00 EUR: 15 % roerende
voorheffing
Geen. Financiële instellingen staan onder
strenge controle.
Bij faillissement van de bank kan de
rekeninghouder een schadevergoeding
krijgen tot max. 20 000,00 EUR.
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
Geen. Financiële instellingen staan
onder strenge controle.
Bij faillissement van de bank kan de
rekeninghouder een schadevergoeding
krijgen tot max. 20 000,00 EUR.
8.2 Effecten
8.2.1 Types van effecten
Tot 31 december 2007 kunnen er drie soorten effecten worden uitgegeven:
1 Effecten aan toonder
Een effect aan toonder, ook wel papieren effect genoemd, is een waardepapier
waarop de naam van de eigenaar niet staat vermeld. De eigenaar blijft dus
anoniem.
Het ‘papieren’ effect bestaat uit twee delen:
de mantel
het couponblad
8 Sparen en beleggen
415
Effecten aan toonder kunnen:
• in materiële (= fysieke, papieren) vorm worden afgeleverd aan de belegger tot
31 december 2007.
De belegger int de intrest zelf door middel van de coupons. Op het einde van de
looptijd biedt de belegger de mantel zelf aan de emittent (= uitgever van het effect) aan in ruil voor het belegde kapitaal.
Omwille van het risico van verlies, bewaart de belegger de papieren effecten
vaak in een safe (kluis) of in een effectendossier.
• in een effectendossier worden gedeponeerd.
De financiële instelling zorgt voor de inning van de intrest. Het kapitaal wordt
op de vervaldag eveneens op de rekening van de eigenaar van het effect geboekt.
De effecten kunnen tot 31 december 2007 nog altijd materieel worden opgevraagd.
Vanaf 1 januari 2008 kunnen er geen nieuwe Belgische effecten aan toonder meer
worden geleverd. Gedaan dus met de papieren effecten!
Wat gebeurt er met effecten aan toonder uitgegeven voor 1 januari 2008?
• Ze bevinden zich in een effectendossier.
De effecten worden automatisch omgezet in gedematerialiseerde effecten door
inschrijving op een effectenrekening.
• Ze bevinden zich bij de belegger (in een kluis …).
De effecten moeten tegen 2012/20132 worden omgezet:
• in gedematerialiseerde effecten door inschrijving op een effectenrekening;
• in effecten op naam (nominatieve effecten) door inschrijving in het register van
de uitgever.
2 Effecten op naam
Bij een effect op naam wordt de naam van de eigenaar genoteerd in het register
van de uitgever of de emittent van het effect.
De eigenaar kan een certificaat bekomen en het eventueel bewaren in zijn effectendossier. Het certificaat is echter geen bewijs van eigendom van het effect.
3 Gedematerialiseerde effecten
De belegger opent een effectenrekening bij een financiële instelling. Elke aankoop
van een effect wordt ingeschreven op de effectenrekening. Het effect zelf kan niet
fysiek (in papieren vorm) afgeleverd worden.
De financiële instelling zorgt voor de inning van de intrest. Het kapitaal wordt op
de vervaldag eveneens op de rekening van de klant geboekt.
2
416
Effecten uitgegeven voor 23 december 2005: omzetten uiterlijk tegen 31 december 2013.
Effecten uitgegeven na 23 december 2005: omzetten uiterlijk tegen 31 december 2012.
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
KBC-Kasbon
726-0169529-53/006 BETTENS
2007-01-15
2012-01-15
24 789,35 EUR
24 789,35 EUR (100 %)
24 789,35 EUR (100 %)
744-1010750-03 BETTENS
744-1010750-03 BETTENS
Van 2007-01-15 tot 2012-01-15
4,900 %
2008-01-15
Op rentevervaldag 2008-01-15
1 214,68
182,20
1 032,48
2009-01-15
Op rentevervaldag 2009-01-15
1 214,68
182,20
1 032,48
2010-01-15
Op rentevervaldag 2010-01-15
1 214,68
182,20
1 032,48
2011-01-15
Op rentevervaldag 2011-01-15
1 214,68
182,20
1 032,48
2012-01-15
Op rentevervaldag 2012-01-15
1 214,68
6 073,40
182,20
911,00
1 032,48
5 162,39
8.2.2 De kasbon
De kasbon is:
•
•
•
•
•
een effect in euro;
uitgegeven à pari, d.i. tegen de nominale waarde;
door een financiële instelling;
met een vooraf gekende looptijd;
en een vooraf gekende vaste rentevoet.
Het effect drukt een schuldbekentenis uit van de financiële instelling (ontlener).
De financiële instelling verklaart:
• een bepaalde som van de uitlener (de belegger die de kasbon koopt) te hebben ontvangen;
• het ontleende bedrag terug te betalen op de afgesproken vervaldag;
• de belegger te vergoeden d.m.v. het betalen van intrest.
De uitgifte gebeurt à pari, d.i. tegen 100 % van de nominale waarde.
Voor een kasbon met een nominale waarde van 1 000,00 EUR moet de belegger ook
1 000,00 EUR betalen.
Kasbons worden doorlopend uitgegeven.
Vanaf 1 januari 2008 kunnen alleen:
• kasbons op naam
• en gedematerialiseerde kasbons (kasbons ingeschreven op een effectenrekening)
worden uitgegeven.
Er is sprake van maatwerk m.b.t.:
• de looptijd;
• bedrag (nominale waarde): zelf te kiezen bedrag door de belegger.
8 Sparen en beleggen
417
Er zijn drie types kasbons:
• kasbons zonder de mogelijkheid om rente te kapitaliseren: de intrest wordt elk jaar
uitbetaald;
• kasbons met verplichte kapitalisatie. De intrest wordt pas op het einde van de looptijd samen met het belegde kapitaal uitbetaald.
• kasbons met optie tot kapitalisatie. De belegger kan kiezen: de intrest jaarlijks innen
of kapitaliseren.
Kasbons kunnen niet worden gekocht en verkocht op de beurs. Wie voor de vervaldag over het belegde kapitaal wil beschikken kan:
• zelf op zoek gaan naar een koper;
• de kasbon trachten te verkopen via zijn financiële instelling (op de tweewekelijkse
veilingen op de Brusselse effectenbeurs).
Aan kasbons zijn weinig risico’s verbonden. Bij faillissement van de financiële instelling worden kasbons op naam of gedematerialiseerde kasbons vergoed tot max.
20 000,00 EUR per rekeninghouder.
1 Ga terug naar de kasbon ingeschreven op de effectenrekening van Bettens
(p. 417).
a Wie is de emittent?
KBC
_______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
b Hoeveel EUR bedraagt de nominale waarde van het effect?
24 789,35
__________________________________________________
c Waaruit kun je afleiden dat de uitgifte à pari gebeurt? ___________________________________________________________________
Uitgifteprijs = terugbetalingsprijs
d Wat is de looptijd van de kasbon? ________________________________________________________________________________________________________________________
5 jaar
e Reken de brutorente na op 2008-01-15.
24 789,35 x 4,9
= 1 214,68
100
f Hoeveel EUR wordt op 2008-01-15 op de rekening van Bettens gestort?
Verklaar.
De nettorente = 1 214,68 - 182,20 = 1 032,48
g Veronderstel dat het hier om een kasbon met verplichte kapitalisatie zou gaan.
Welke invloed zou dit hebben op de intrest die de belegger op het einde van de
looptijd ontvangt?
De intrest zal uiteraard hoger zijn, want de jaarlijks niet-geïnde intrest blijft
opbrengen tot op het einde van de looptijd.
2 Ga terug naar de kasbon op p. 415.
a Wat moet de belegger doen om de intrest te innen?
De coupon inruilen in zijn bankkantoor.
418
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
b Reken het intrestbedrag na van coupon 1. Is dat ook het intrestbedrag dat
wordt uitbetaald?
Neen
I=
10 000 x 4,3
= 430,00 - 15 % R.V. (64,5) = 365,50
100
c Wanneer kan de belegger terug over het belegde kapitaal beschikken?
Wat moet hij hiervoor doen?
Mantel afgeven aan de financiële instelling op de vervaldag.
d Welke argumenten kun je gebruiken om de belegger te overtuigen om het
effect in te schrijven op een effectenrekening?
– Veilig:geen risico van verlies
– Bank volgt de kasbon op: intrest wordt automatisch op de rekening gestort
– Vervaldag: kapitaal wordt automatisch op rekening gestort
– Bank neemt beheer over, mits vergoeding
8.2.3 De staatsbon
De staatsbon is:
•
•
•
•
•
een effect in euro;
verkocht door de staat aan particuliere beleggers;
uitgegeven a pari, boven pari of beneden pari;
met een vooraf gekende vaste rentevoet;
en een vooraf gekende looptijd.
De staatsbon drukt een schuldbekentenis uit van de staat.
1
Persbericht van het Agentschap van de Schuld
De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar – 4 december 2006-2011 – met een
coupon van 3,45 % – is vastgesteld op het pari van de nominale waarde.
De uitgifteprijs van de Staatsbon op 8 jaar – 4 december 2006-2014 – met een
coupon van 3,70 % – is vastgesteld op het pari van de nominale waarde.
De twee bons zullen officieel genoteerd worden op de beurs vanaf 11 december 2006.
www.treasury.fgov.be
2
Persbericht van het Agentschap van de Schuld
De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar - 4 september 2006-2011 - met een coupon van 3,60 % - is vastgesteld op 100,25 % van de nominale waarde.
www.treasury.fgov.be
8 Sparen en beleggen
419
3
1 Advertentie staatsbon en persberichten.
a Wie is de emittent?
De Federale Overheid
b Aan wie worden staatsbons verkocht?
Particuliere spaarders
c Welke elementen uit de advertentie zouden Filip Bettens er kunnen toe
overhalen om een staatsbon te kopen?
– geen risico: staatswaarborg
– zeer goede liquiditeit: verhandelbaar op de beurs
– rendement: rente
420
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
d Is er bij een staatsbon ook sprake van maatwerk wat betreft de looptijd en het
bedrag van de belegging? Vergelijk met de kasbon.
Neen.
Geen continue uitgifte. Slechts 4 uitgiften per jaar: maart, juni, september en december.
Geen vrije keuze van bedrag. Bv. staatsbon op 8 jaar: min. 200,00 EUR en veelvouden van
200,00 EUR.
e In welke vorm(en) worden de staatsbons van 4 december 2006 uitgegeven?
- staatsbon op 5 jaar: aan toonder, op naam,
- staatsbon op 8 jaar: op naam, inschrijving op een effectenrekening.
f
Waarom zou de staatsbon op 8 jaar onmiddellijk in gedematerialiseerde vorm
worden uitgegeven?
Na 31 december 2007: geen uitgifte van effecten aan toonder meer.
Omzetting naar nominatieve effecten of gedematerialiseerde effecten moet gebeuren
voor 31 december 2012. De terugbetaling van de staatsbon op 8 jaar is maar voorzien op 4
december 2014. Daartegen moet het effect al op een effectenrekening staan of in een
effect aan toonder zijn omgezet. Zoniet verliest de belegger rechten (bv. innen intrest);
Daarom beter van meetaf aan gedematerialiseerd.
g Veronderstel dat je op 4 september 2006 en 4 december 2006 een staatsbon
kocht met een nominale waarde van 1 000,00 EUR. Looptijd: 5 jaar.
• Hoeveel EUR moet je voor de staatsbon betalen op:
– 4 september 2006?
Uitgifte boven pari: 100,25 % van 1 000,00 = 1 002,50 EUR
De belegger moet meer betalen dan de nominale waarde
– 4 december 2006?
Uitgifte a pari: 1 000,00 EUR
• Hoeveel EUR intrest ontvang je op:
– 4 september 2009?
1 000,00 x 3,45 % = 34,50 EUR
34,50 – 5,18 = 29,33 EUR netto-intrest
– 4 december 2009?
1 000,00 x 3,60 % = 36,00
36,00 – 5,40 = 30,60 EUR
8 Sparen en beleggen
421
2 Vergelijk de kasbon met de staatsbon.
Kasbon
Emittent
Financiële instelling
Staat
Belegger
Particulieren, bedrijven
Particulieren
Vorm
(nieuwe uitgiften van
1 januari 2008)
Op naam
Gedematerialiseerd
Op naam
Gedematerialiseerd
Schuldbekentenis van de financiële
instelling
Schuldbekentenis van de staat
Uitgifteprijs
A pari
A pari, boven pari, beneden pari
Munt
Euro
Euro
Bedragen
Maatwerk: zelf te bepalen door de
belegger
Vaste bedragen
Intrestvoet
Vast en vooraf bepaald
Vast en vooraf bepaald
Intrest wordt berekend op
Nominale waarde
Nominale waarde
Kapitalisatie intrest
Mogelijk
Niet mogelijk
Fiscaliteit
15 % roerende voorheffing
15 % roerende voorheffing
Periodiciteit uitgiften
Continu
4 keer per jaar: maart, juni,
september, december
Looptijd
Bepaald bij uitgifte
Meestal 1 tot 5 jaar.
Soms tot 10 jaar en meer.
5 jaar
8 jaar
Liquiditeit
Minder goed dan staatsbon.
Zelf een koper zoeken of trachten
te verkopen via de financiële instelling (via de tweewekelijkse veilingen van de Brusselse effectenbeurs).
Groot. Verhandelbaar op de beurs
Risico
Gering. Geen. Financiële instellingen staan onder strenge controle.
Bij faillissement van de bank kan
de rekeninghouder een
schadevergoeding krijgen tot
max. 20 000,00 EUR
Geen. Staatswaarborg.
Aard
422
Staatsbon
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
9 Boekhoudkundige verwerking
van ontvangen intresten
Van KBC ontvangt de onderneming Carera het volgende rekeninguittreksel:
Bankrekening
155
EUR-rekening
Rekeninghouder: CARERA
Stationsplein 11
2000 ANTWERPEN
rekeningnummer 414-2523241-16
IBAN BE72 4142 5232 4116
beginsaldo
EUR
4 226,38 +
datum
omschrijving
valuta
____________
_________________________________________________________
______________________
bedrag
Netto-intrest kasbon
Bruto: 1 214,68 EUR
RV: 182,20 EUR
__________________
1 032,48 +
nieuw saldo
KBC Bank NV
EUR
5 258,86 +
BIC KREDBEBB
1 Stel het redeneringsschema op voor de registratie van RU/155.
RU/155
DOCUMENT:
Netto-intrest kasbon
Verrichting:
Omschrijving
Bedrag
Bankrek. KBC
1 032,48
Financiële opbrengsten
1 032,48
A/P/K/O
+/–
D/C
Rekening
A
+
D
55000
O
+
C
75900
2 Registreer de verrichting op grootboekrekeningen.
Financiële opbrengsten
D
1 032,48
C
D
Liquide middelen KBC
C
1 032,48
3 Schrijf de journaalpost.
55000
KBC
75900
aan
1 032,48
Financiële opbrengsten
1 032,48
RU/155
9 Boekhoudkundige verwerking van ontvangen intresten
423
424
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
10 Ethisch beleggen
In welk bedrijf ga je je spaargeld beleggen?
Hou je alleen rekening met de opbrengst of het rendement?
Of wil je ook weten waarvoor je geld tijdelijk gebruikt wordt?
Ethisch beleggen betekent dat:
• je spaargeld gebruikt wordt om maatschappelijke of sociale projecten te
ondersteunen, zoals milieufactoren, eerlijke handel, enz.
• je spaargeld duurzaam belegd wordt, bv. je spaarcenten worden gebruikt
door ondernemingen voor sociale ontwikkeling, zoals buurtwerking, hippotherapie voor mindervaliden, enz.
De Triodosbank is een bekende financiële instelling die hoofdzakelijk ethische spaarproducten aanbiedt.
Ethibel is een netwerk in Vlaanderen dat vooral maatschappelijke en groene projecten
ondersteunt.
Bij Fortis Bank kun je een ‘krekelspaarrekening’ openen. Per krekelspaarrekening betaalt Fortis uit eigen zak een jaarlijkse bijdrage aan Netwerk Vlaanderen. Netwerk
Vlaanderen steunt dan met dat geld projecten als het Rode Kruis, vredelievende doelen en ontwikkelingswerk in derdewereldlanden.
Surf naar www.ethibel.be, www.fortisbankbe, www.triodos.be en zoek zelf voorbeelden van ethische spaarformules.
10 Ethisch beleggen
425
Synthese
SPAREN EN BELEGGEN
1 Inleidende begrippen
Sparen
2 Sparen op rekeningen
2.1 De spaarrekening
Oppotten
= gespaarde geld brengt niets op
Beleggen
= gespaarde geld ter beschikking stellen
van derden met het oog op een
rendement
Kapitaalgoederen
bv. gebouwen
Geldkapitaal
– op rekeningen:
spaarrekening
termijnrekening
– effecten
kasbon
staatsbon
2 Sparen op rekeningen
2.1 De spaarrekening
De spaarrekening is een rekening op naam waarop een belegger:
• geld kan storten voor een vooraf onbepaalde periode;
• geld kan opvragen op zelf gekozen tijdstippen.
De vergoeding op een gereglementeerde spaarrekening bestaat uit:
• de basisrente: wettelijk maximum = 4 %
• de premies:
– de aangroeipremie: voor nieuwe stortingen die minstens 6 maanden op de
rekening blijven staan.
– de getrouwheidspremie: wordt toegekend op bedragen die, na die eerste
6 maanden, 12 opeenvolgende maanden blijven staan.
De premies:
– zijn niet cumuleerbaar;
– mogen maximum de helft van de maximale basisrente bedragen.
Gereglementeerde spaarrekeningen genieten van een fiscale vrijstelling:
tot 1 630,00 EUR is vrijgesteld van roerende voorheffing.
De intresten van niet-gereglementeerde spaarrekeningen zijn onderworpen aan
15 % roerende voorheffing.
426
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
2.2 De termijnrekening
De termijnrekening is een rekening op naam waarbij een bepaalde som geld voor
een vaste periode (de ‘termijn’) wordt uitgezet. Die termijn is over het algemeen
kort: 14 dagen, een maand, een kwartaal, een half jaar, soms enkele jaren.
De intrestvoet is vast en vooraf gekend.
De intrest in onderworpen aan 15 % roerende voorheffing.
2.3 Vergelijking: spaarrekening – termijnrekening
We verwijzen hiervoor naar de tabel op p. 414.
3 Effecten
3.1 Types
Vanaf 1 januari 2008 kunnen Belgische effecten in twee vormen worden uitgegeven:
• gedematerialiseerde effecten: effecten ingeschreven op een effectenrekening van
de belegger. De effecten zijn fysiek niet leverbaar.
• effecten op naam: de naam van de koper van het effect wordt genoteerd in het register van de uitgever of de emittent van het effect.
3.2 De kasbon
De kasbon is:
•
•
•
•
•
een effect in euro;
uitgegeven à pari, d.i. tegen de nominale waarde;
door een financiële instelling;
met een vooraf gekende looptijd;
en een vooraf gekende vaste rentevoet.
Het effect drukt een schuldbekentenis uit van de financiële instelling (ontlener).
Zowel wat het bedrag als wat de looptijd betreft is er sprake van maatwerk.
De belegger kan zelf het bedrag van de kasbon kiezen.
De intrest is onderworpen aan 15 % roerende voorheffing.
Er zijn drie soorten kasbons:
• zonder mogelijkheid tot kapitalisatie: de intrest wordt jaarlijks op de rekening
van de klant geboekt;
• met verplichte kapitalisatie: de intrest wordt samen met het belegde kapitaal op
het einde van de looptijd betaald;
• met optie tot kapitalisatie. De belegger kan kiezen: de intrest jaarlijks innen of
kapitaliseren.
Synthese
427
3.3 De staatsbon
De staatsbon is:
•
•
•
•
•
een effect in euro;
verkocht door de staat aan particuliere beleggers
uitgegeven a pari, boven pari of beneden pari;
met een vooraf gekende vaste rentevoet;
en een vooraf gekende looptijd.
De staatsbon drukt een schuldbekentenis uit van de staat.
Er zijn vier uitgiften per jaar: in maart, in juni, in september en in december.
De intrest is onderworpen aan 15 % roerende voorheffing.
3.4 Vergelijking: kasbon – staatsbon
We verwijzen hiervoor naar de tabel op p. 422.
4 Boekhoudkundige registratie van het ontvangen van intresten
DOCUMENT: RU/..
Verrichting: Financiële verrichting
Omschrijving
428
Bedrag
A/P/K/O
+/–
D/C
Rekening
+ liquide middelen
A
+
D
rek. 55...
+ financiële opbrengsten
O
+
C
rek. 75900
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
Toepassingen
1 Goedele wil 18 755,00 EUR beleggen gedurende 5 jaar.
De intrestvoet bedraagt 3,15 %.
Hoeveel intrest ontvangt ze na 5 jaar?
18 755,00 x 3,15 x 5
= 2 953,91
100
2 Noteer de formules voor de intrestberekening afhankelijk van de looptijd:
Intrest per dag
Intrest per week
Intrest per maand
(waarbij t in dagen)
(waarbij t in weken)
(waarbij t in maanden)
k x p x td
k x p x tw
k x p x tm
100 x 360
100 x 52
100 x 12
3 Bereken de intrest en vul de tabel aan:
Kapitaal
p (rentevoet)
t (looptijd)
I = intrest?
15 600,00 EUR
2,25 %
15 maanden
438,75
1 425,00 EUR
3,50 %
5 jaar
249,38
980,00 EUR
2,75 %
224 dagen
16,77
2 750,00 EUR
3,00 %
2 jaar en 20 dagen
169,58
13 250,00 EUR
2,80 %
1 jaar
371,00
4 447,50 EUR
3,25 %
3 jaar en 6 maanden
505,90
740 dagen
42 maanden
4 Wat vindt u een goede belegging?
De Tijd/Netto onderzocht in samenwerking met Insites Consulting of de leeftijd
van de ondervraagden een invloed had op de vraag: ‘Vindt u een spaarboekje een
goede belegging?’ Percentage van de ondervraagden dat ‘ja’ als antwoord gaf:
18-24 j
25-34 j
35-44 j
45-54 j
55 %
43 %
39 %
35 %
55-64 j
41 %
65+
42 %
Bron: De Tijd/Netto i.s.m. Insites Consulting. De Tijd/Netto, oktober 2006
Toepassingen
429
Welke conclusies kun je trekken uit de resultaten van het onderzoek?
- vooral jongeren vinden het spaarboekje een goede belegging
- de overtuiging dat het spaarboekje een goede belegging is, neemt af met de leeftijd
- de leeftijdsgroep 45-54 jaar is er het minst van overtuigd dat het spaarboekje een
goede belegging is.
5
800-7237262-73
IBAN BE27 8007 2372 6273
20.1-12-31
295
EUR-rekening
Rekeninghouder: Het Geurenpaleis
beginsaldo
EUR
datum
omschrijving
valuta
20.1-12-31
Kapitalisatie intresten
20.2-01-01
20.1-01-01 tot 20.1-12-31
Ref.: 109221296
Basisrente: 366,58 EUR
Getrouwheidspremie: 59,22 EUR
Aangroeipremie: 54,05 EUR
nieuw saldo
8 876,99 +
bedrag
EUR
479,85 +
9 356,84 +
BIC AXABBE22
a Heeft Het Geurenpaleis in de loop van het boekjaar 20.1 gespaard op haar
spaarrekening? Verklaar.
Vermoedelijk wel. Indien Het Geurenpaleis geld heeft gestort op de spaarrekening
in 20.1 en dat bedrag min. 6 maanden heeft laten staan, heeft ze recht op de
aangroeipremie.
b Wat is het verschil tussen de aangroeipremie en de getrouwheidspremie?
Aangroeipremie: voor nieuwe stortingen die min. 6 maanden op de spaarrekening
blijven staan.
Getrouwheidspremie: voor bedragen die 12 opeenvolgende maanden op de
spaarrekening blijven staan. De periode begint maar te lopen na het verstrijken
van de periode van de aangroeipremie.
c Stel het redeneringsschema op voor de registratie van de ontvangen intresten
en premies.
DOCUMENT:
Verrichting:
Kapitalisatie intresten
Omschrijving
430
RU/295
Bedrag
A/P/K/O
+/–
D/C
Rekening
+ Liquide middelen KBC
479,85
A
+
D
55000
+ Financiële opbrengsten
479,85
O
+
C
75900
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming
6 Gegeven: advertentie van DirectInvest Spaarrekening
a Is dit een gereglementeerde spaarrekening? Verklaar.
Neen. Basisrente > 4 % en er is geen sprake van premies.
b Wat is het gevolg van je antwoord op vraag 6 a.
Geen vrijstelling van roerende voorheffing.
7 Een kasbon op 3 jaar wordt uitgegeven op 2008-02-01. De nominale waarde
bedraagt 1 500,00 EUR. Het effect wordt ingeschreven op de effectenrekening
van de belegger.
De rentevoet bedraagt: 3 %. Er is geen mogelijkheid tot kapitalisatie.
a Over welk type van effect gaat het hier?
Gedematerialiseerd = fysiek niet geleverd.
b Wanneer ontvangt de belegger voor de eerste keer intrest? Hoeveel EUR?
Op 2009-02-01:
1 500 x 3
= 45,00 - 15 % R.V. = 6,75
100
45,00 – 6,75 = 38,25 EUR netto-intrest
c Registreer de ontvangst van de intrest op grootboekrekeningen.
Document: RU/88.
D
Fin. opbrengsten
C
D
38,25
Liquide middelen
C
38,25
RU/88
Toepassingen
431
8 Surf naar: www.fortisbank.be
• Bij Particulieren kies je voor Beleggersrekening.
• Klik op Effectenrekening.
Noteer minstens vier voordelen van de effectenrekening.
- administratieve opvolging van de effecten door de bank.
- geen risico van verlies of diefstal.
- intresten en vervallen kapitalen worden stipt op de rekening van de belegger gestort.
- vlot beheer van beleggingstransacties via pc-banking.
Met je didactische boekhoudsoftware BoekPlusSoft kun je de leerstof verder
inoefenen.
432
Deel 5 Financieel beleid in de onderneming