ROCfort december 2014 - 5 (PDF, 10958 KB)

Personeelsblad van ROC van Twente
ROCfort
december 2014
5
Verschijnt 5 keer per jaar.
Klaar voor de volgende stap • Mindfulness • Bemoei je met mijn eigen zaken! • ‘Alsof de docent
niks had voorbereid’ • Dyslexie, of iets met de
ogen • Je hebt er geen omkijken naar… • Carolien
combineert • Alle interne ROC-brede informatie
op één plek? • Een dagtaak naast je baan? • ‘Et
voilà’, kijk eens wat mooi… * Help, wat moet ik
aan?
Dwarsliggers
Zo, het is mooi geweest! Ik leg het blijltje er bij
neer. Dit zijn de laatste van ruim 1500 dwarsliggers.
Een flink aantal uitspraken had ik om de paar jaar
trouwens zo weer opnieuw kunnen plaatsen.
Als de geschiedenis zich ergens herhaalt...
Nee, nu geen terugblik op de talloze mislukte
interim-managers, luchtverplaatsers en goed betaalde externe adviseurs.
Dank past mij meer: zij kostten dan wel een paar
(overheids)centen, maar ze leverden mij in ieder
geval dikwijls stof voor deze rubriek.
Ook het onderwijs bood natuurlijk voldoende
aanleiding om je te verkneukelen.
Vooral het vervangen van het woord onderwijsverbetering door onderwijsvernieuwing was een
vondst.
De laatste tijd hoor ik geluiden dat deze rubriek
wat milder is geworden...
Kan aan mij hebben gelegen, maar ik houd het
niet helemaal voor onmogelijk dat onderwijs en
organisatie toch iets zijn verbeterd...
Ik houd het maar op het laatste.
Vanaf nu zal ik vooral op verjaardagen horen hoe
het met de kwaliteit van het ROC is gesteld.
En als tegenwicht is er de ROCfort, want als
pensionado krijg je een levenslang abonnement
cadeau.
Toch nog maar één keer dwarsliggen. Tegen een
nieuwe trend dan maar: bij mijn afscheid géén
mini-symposium. Je moet je plaats kennen.
Dank dat ik ruim 20 jaar (in dit en voorgaande
personeelsbladen) een vaste plek op pagina
twee mocht hebben.
Ik wens jullie alle goeds!
Jos Lindeman
2
ROCfort december 2014
Redactioneel
Gezegend
Onlangs keek ik de laatste aflevering van het tv-programma 'Over
mijn lijk' dat wordt uitgezonden door BNN. Presentator Patrick Lodiers volgt een jaar lang vijf jonge mensen (tussen de 15 en 35 jaar)
die niet lang meer te leven hebben, omdat ze ernstig ziek zijn. Ze
worden gevolgd op mooie momenten, maar ook als het slecht met
ze gaat. Een heel indrukwekkend programma, vooral door de manier
waarop Lodiers ogenschijnlijk gemakkelijk de vragen stelt die iedereen zou willen stellen maar niet durft.
De een kijkt graag naar dit programma, voor een ander is het te confronterend. Iedereen gaat anders met de dood om. Maar door zo'n
programma wordt het wel bespreekbaar. Vooral voor jongeren. En
aangezien BNN destijds toch echt is opgestart voor jongeren zoals
onze studenten, kan ik 'Over mijn lijk' zeker aanraden. Voor jong en
oud een waardevol programma. Laat ik het zo zeggen: bij ons thuis
heeft het al tot de nodige gesprekken geleid. Na 14 jaar samen met
mijn lief ontdekte ik bijvoorbeeld dat hij na zijn dood zijn lichaam ter
beschikking stelt aan de wetenschap. Dat was even slikken, maar
ik respecteer zijn keuze wel. Vooral omdat wij nu gezegend zijn met
een goede gezondheid, twee prachtige zoons, lieve familie en vrienden, een heerlijk thuis en een leuke baan waar we ook nog eens
energie van krijgen. ‘Count your blessings’.
Hoe gezegend ook, 2014 gaat niet de boeken in als een topjaar. In
Nederland, maar zeker ook in de rest van de wereld is de situatie
schrijnend. Zoveel mensen zonder baan, zoveel meer mensen die
zich moeten wenden tot de voedselbank, zoveel mensen die niet
veilig zijn in hun land.
Het blijft dubbel, want daarentegen draait ons ROC op volle toeren.
Veel studenten. Veel mooie ontwikkelingen. Natuurlijk ook wel eens
een kritische noot en zaken die niet goed geregeld zijn. Maar overwegend is er positief nieuws. Deze ROCfort staat er ook weer bol
van. Hardwerkende, enthousiaste collega’s en studenten komen aan
het woord. Ook ons College van Bestuur blikt terug in deze ROCfort,
maar kijkt vooral vooruit. Waarom? Vergelijk het met een auto. De
achteruitkijkspiegel is toch ook een stuk kleiner dan je voorruit…
Fijne kerstdagen en een gezond, gelukkig en gezegend 2015!
Klaar voor de
volgende stap
Er zat ook een tegenvaller in het oordeel van de Onderwijsinspectie. John van der Vegt, de voorzitter
van het College van Bestuur, erkent het ruiterlijk. Met wél de kanttekening dat hij het daar nog steeds
niet helemaal mee eens. Maar de kritiek heeft wel geleid tot een Verbeterplan. En op één punt is John
het me de inspecteurs eens: ‘We zijn toe aan de volgende stap. De lat mag omhoog.’
Het gesprek is nog maar net begonnen. John heeft zojuist verteld
een woning in Twente te hebben gevonden. Dan komt het onderzoek van de Onderwijsinspectie in het voorjaar aan de orde. Op de
website van de Inspectie is het rapport nog niet te vinden. Wel leert
een recent overzicht dat het ROC van Twente behoort tot de mboinstellingen waarop het minst valt aan te merken.
Misschien wel het beste ROC van Nederland?
Het antwoord wordt zorgvuldig opgebouwd. ‘Ik denk dat we het in de
breedte goed doen. Als we kijken naar de tevredenheid van studenten en medewerkers, het relatief lage percentage voortijdig schoolverlaters en de examenresultaten… dan durf ik de bewering wel aan
dat we tot de beste ROC’s van Nederland behoren.’ Meteen volgt
een lach: ‘En nóg is het niet goed genoeg…!’
Met die laatste opmerking doelt John op de bevindingen van de Inspectie. ‘We komen er goed uit, maar de Inspectie heeft kritiek op
twee zaken. Ze vindt onze sturing op de kwaliteitsborging te beperkt
en van twee van de vijf onderzochte opleidingen moet de examinering beter.
Hoe kwam dat aan?
Wat ga je eraan doen?
De Inspectie komt terug…
‘… En wil dan vooruitgang zien. We hebben
een Verbeterplan gemaakt, waarin we kwalitatieve aspecten benoemen die in de lijn
College van Bestuur-directies-teams moeten worden geborgd.’ In zijn blog op Plaza
van van 22 oktober heeft John ze genoemd:
ICT-gebruik in het onderwijs, inrichting van
het onderwijs (maatwerk zoals versnellen,
verdiepen, keuzedelen, etc.), studieloopbaanbegeleiding,
beroepspraktijkvorming
en nieuwe manieren van samenwerken met
bedrijven, verbetering van examinering en
jong naast ervaren.
Over dat laatste: ‘We willen jong naast oud
zetten. Als een oudere docent afscheid neemt,
gaat er een schat aan kennis en expertise verloren. We willen het mogelijk maken dat de
jongere docent die hem of haar opvolgt, een
halfjaar eerder begint. Er is
dan tijd om kennis over te
dragen en de nieuwe docent in te werken. Zie het
als volgende extra investering in de kwaliteit. Daarnaast dagen we elk team
uit: kom met een voorstel
hoe je op één of meer van
deze Verbeterpunten zelf
je kwaliteit wilt vergroten.
Een A4’tje volstaat. Voor welk verbeterpunt ga
je? Als het een goed plan is, leggen wij er geld
bij. Dus kom maar.’
Hij vervolgt: ‘Dit gaat over de professionele rol
van de professionele teams. Waarvoor ga je
als team? En dan ‘klein binnen groot.’ Wij geven de kaders aan, de teams vullen in.’ Even
een adempauze. Dan: ‘De Inspectie komt over
een jaar terug. Ik heb er alle vertrouwen in dat
we het dan kunnen laten zien.’
‘Onze
professionaliteit
mag er nog veel
meer uitkomen’
‘Ik heb geërgerd gereageerd. Vooral over die
kwaliteitsborging. Op alle parameters scoren
we immers goed, dat erkent de Inspectie
zelf. Ze vindt echter dat we nog meer moeten
sturen op de kwalitatieve aspecten. ‘We zien
te weinig visie op maatwerk en vinden die te
weinig vertaald in de Collegeplannen.’ Kwaliteitsborging kent vier onderdelen. Scoor
je op één daarvan onvoldoende, dan is het
eindresultaat per definitie onvoldoende.’
Hij bladert door het rapport. ‘Door de bank genomen is het echt een
positief verslag. Dan kun je toch niet zeggen dat de kwaliteit niet op
orde is…’
Ik bespeur nog irritatie…
‘Kijk, de Inspectie heeft een punt als ze ons erop wijst dat we hierop
attent moeten zijn. Maar om dan een onvoldoende te geven… Later
heeft ze haar woorden genuanceerd. ‘Jullie hebben alles op orde.
Dit is een aanmoediging voor de next step.’ Laten we het dan zo
maar zien. Als wake up call.’
ROCfort december 2014
3
ik merk dat iedereen gevoel heeft bij het ROC
van Twente. De meerwaarde wordt breed erkend, wij kunnen in veel gremia spreken namens het mbo in Twente. Omgekeerd, als
ROC van Twente moeten we onze prioriteiten
afstemmen op die van de regio. Iedereen mag
verwachten dat ‘groot’ duidelijk maakt wat de
bedoeling is.’
In feite stuurt de uitdaging aan de teams daarop al aan. ‘Hier herken ik wel iets van de opmerkingen van de Inspectie. Er is in de loop
der jaren veel buiten de teams belegd, denk
aan de Kenniscentra. Terwijl we die professionaliteit in eigen huis hebben. We willen graag
de teams meer laten sprankelen van kwaliteitsinitiatieven.’ John kijkt er al verder bij. ‘We
komen in het kader van Focus op Vakmanschap aan de invulling en ontwikkeling van
de keuzedelen. Die moeten aansluiten op wat
deze regio nodig heeft. Daar moeten we onze
professionaliteit laten zien.’
Ik vind het
belangrijk dat we
duidelijk maken
wat ons tot ROC van
Twente maakt.
Strategienota
Het lijkt een vooraankondiging van de nieuwe
Strategienota, die in 2016 de bestaande (Presteren met passie en plezier) moet vervangen.
‘Eén opmerking vooraf: ik twijfel aan plannen
voor vier jaar. De ontwikkelingen gaan altijd
sneller en anders. Wel is het waardevol een
lijn uit te zetten.’
Welke lijn?
‘Ik vind het belangrijk dat we duidelijk maken
wat ons tot ROC van Twente maakt. Dat we
daarnaast laten zien wat we belangrijk vinden
en wat onze ambities zijn. ‘Presteren met plezier en passie’ doet dat ook. Die belangrijke
P van professionaliteit is steeds zichtbaarder
geworden. We kunnen nu de lat hoger leggen.’
Hij denkt even na. ‘Ik noem het professionele
passie. Het is prima dat we nu alles in cijfers
4
ROCfort december 2014
kunnen meten en dat onze cijfers goed zijn. Dan kunnen we verder,
de professionaliteit mag er nog veel meer uitkomen.’
Dat is haast de ‘next step’ waarover de Inspectie het
had…
‘Ja, ik zei al dat ik wel íets herken. We hebben een stevige positie in de
regio, alle wijzers staan goed… we kunnen een stap vooruit maken.’
Hoe verwerk je dat in de Strategienota?
‘Ik heb goede herinneringen aan de sessies over het teamcoördinatorschap. Zoiets wil ik weer, om de inhoud breed op te halen. Ik denk
aan sessies waarin we docenten en andere medewerkers, teamcoördinatoren en directeuren vragen wat er in die nota moet staan. En
dan zijn er de andere stakeholders: bedrijven, gemeenten, Raad van
Toezicht, Ondernemingsraad, Deelnemersraad. Het moet een breed
gedragen nota worden.’
En wat wil het CvB?
‘Wij hechten aan nog nauwere banden met de regio en het bedrijfsleven. De regio kent een hoge werkloosheid en jeugdwerkloosheid,
dat is zorgelijk. Wij moeten de regio bieden wat ze nodig geeft. We
werken al nauw samen met veel bedrijven, nu maken we een rondje
langs de gemeenten om te horen welke kansen zij zien en wat ze
nodig hebben. We zijn bereid delen van onze opleidingen meer op
locatie te verzorgen om nog beter in te spelen op regionale en lokale
zwaartepunten. Overigens met mate, we kunnen geen complete
techniekopleiding verhuizen en halen niet de hoofdlocaties leeg.
Wel nemen we de vraag serieus. Het gaat om verbinden en elkaar
versterken.’
Hij wijst ook op het onlangs in gebruik genomen Living Lab van de
Twentse ZorgAcademie. ‘Daarin hebben we met de gemeente Enschede, Roessingh, Loohuis BV en Livio een levensecht appartement ingericht dat op de toekomst anticipeert. Zo brengen we kennis
bij elkaar en weten we elkaar steeds gemakkelijker te vinden. Ook
dát is professionaliteit.’
Het brengt hem op nog een voorbeeld. Het hotel in het Oostenrijkse
Fieberbrunn, dat vier weken lang door steeds vijftig studenten van
Facilitair, Horeca, Sport & Bewegen en Leisure wordt gerund. ‘Ga er
maar aan staan: zelf een hotel drijven, in het buitenland en met Duits
als voertaal. Het komt helemaal uit de opleidingen zelf. Er zijn al veel
professionele pareltjes, maar we kunnen nog meer. Het is inderdaad
tijd voor de ‘next step.’
De agenda voor 2015 lijkt gevuld.
‘Het accent ligt inderdaad
op het Verbeterplan
en de voorbereiding
van de Strategienota.’
Praten we over een
halfjaar verder?
‘Laten we dat maar doen.’
Kippenvel
Het is alom bekend dat wij kippenvel krijgen als we het
koud hebben. Dit heeft te maken met de koude- en
warmtezintuigen in je huid. Maar adrenaline kan ook
kippenvel opwekken. Bijvoorbeeld wanneer mensen
naar muziek luisteren. Uit onderzoek blijkt dat het soort
muziek waar mensen kippenvel van krijgen enorm kan
verschillen, maar dat veranderingen in de muziek de
kippenvelrespons triggeren. Onze haren gaan vooral
overeind staan bij veranderingen in tempo of volume
en bij onverwachte wendingen in het muziekstuk. Men
denkt dat dit komt doordat de veranderingen zorgen
voor een zekere onvoorspelbaarheid in de muziek. Dit
wordt door onze hersenen opgevat als een mogelijke
dreiging; onze hersenen houden namelijk van voorspelbare gebeurtenissen. De dreiging wordt in het angstcentrum van de hersenen (de amygdala) verwerkt en
resulteert in de aanmaak van adrenaline, wat weer kippenvel veroorzaakt. Dat operamuziek voor velen heftige
reacties oproept, is niet verwonderlijk. Onderzoek naar
operazangers laat zien dat hun stemmen in onze oren
dezelfde resonantie kunnen hebben als die van een
menselijke schreeuw. Mensen reageren hierop door de
aanmaak van adrenaline; een schreeuw kan immers
duiden op gevaar. Overigens krijgt niet iedereen kippenvel bij het horen van muziek. Slechts de helft van alle
mensen ervaart dit; vrouwen vaker dan mannen.
De redactie van ROCfort is heel benieuwd wat onze collega’s ‘Kippenvel’ bezorgt. Want ook al is kippenvel een
overblijfsel uit de evolutie – geërfd van onze behaarde
voorouders bij wie het een duidelijke functie had die
de overlevingskansen vergrootte – de emotie die erbij
komt is soms ook best prettig. En daarnaast is het fijn
is om van iemand anders te horen (of lezen) waar hij of
zij kippenvel van krijgt. Dat kan jou dan weer kippenvel
bezorgen.
Besef jij trouwens wel dat veel docenten eigenlijk dagelijks de studenten kippenvel bezorg(d)en? Helaas
hebben veel van onze lokalen geen ouderwetse schoolkrijtborden meer. Want wie kent het niet? Studenten
die je verwijtend toespreken na een piepend krijtje over
het schoolbord. Zij hebben het vreselijke geluid waarschijnlijk ervaren als het equivalent van een menselijke
schreeuw. Hun kippenvelreactie en uiting van boosheid
waren een gevolg van de verhoogde adrenalinespiegels in hun bloed. En omdat adrenaline de alertheid van
mensen verhoogt, is het dus onbedoeld een goede manier om studenten wakker te schudden. De verontwaardiging van de studenten ten spijt, is dat een mooi voorbeeld van activerend lesgeven. Lang leve het krijtje! ;-)
Krijg jij
kippenvel
van een
boek, muziek
film, serie
of iets
anders?
Schrijf erover,
mail het naar
rocfort@
rocvantwente.nl
en bezorg
jouw collega’s
ook
kippenvel!
ROCfort december 2014
5
Mindfulness
Mindfulness is een manier van leven. Je wordt meer bewust van datgene wat je voelt, ziet
en hoort. Je wordt bewust van wat je doet op het huidige moment. Collega’s Marianne
OP DE KOF
F IE
dee l nemers
c u rs u s M
ind f u l ness
Polman van het Servicepunt Centrale Examinering en Jannette van Houwelingen, docente beeldende vorming bij het MBO College voor Mens & Maatschappij namen de stap,
beide met een verschillende insteek en aanleiding.
Externe coach Vera Schweitzer van Schweitzer
counseling trapt af door uit te leggen wat mindfulness is. ‘Bij mindfulness blijf je in je moment.
Mindfulness leert je om regelmatig de automatische piloot uit te schakelen. We rollen maar
door van het ene moment in het andere. Onze
gedachten dwalen vaak te ver af naar het verleden of naar de toekomst. Door mindfulness
toe te passen in je dagelijkse leven word je je
meer bewust van je ingesleten gewoontepatronen. Veel mensen maken zich zorgen over
wat er straks kan gebeuren en kijken terug in
het verleden naar zaken die al zijn gebeurd. Ik
probeer mijn cursisten te leren hoe ze minder
kunnen piekeren, hoe ze kunnen loslaten op
dit moment en belangrijke dingen later weer
kunnen oppakken. Het voordeel is dat je minder tijd en energie besteedt aan gepieker over
wat er komen gaat en wat er al is gebeurd. Zo
blijft er meer energie over voor het moment
waarop je leeft.
‘Begrijp me goed, leuke herinneringen zijn
goed. Terugdenken aan leuke momenten geeft
geen ruimte aan schadelijke stress. We proberen positieve punten te halen uit minder goede
ervaringen. Om te leren voor het heden. Bij
mindfulness leer je dat niets verkeerd is en dat
je dat ook leert accepteren. Je leert milder te
zijn voor jezelf en voor anderen. Mijn cursisten
zeggen dat ze na verloop van tijd minder vol in
hun hoofd zijn. Dat ze over het algemeen minder spanning ervaren en dat ze beter kunnen
omgaan met stress.”
Marianne kreeg een burn-out. ‘Ja, dat kan iedereen overkomen. Voor mij was het een vervelende periode en ik ging op zoek naar manieren om te kijken hoe ik kan voorkomen dat
het me ooit nog een keer zou overkomen. Ik
heb me verdiept in verschillende mogelijkheden en heb uiteindelijk voor mindfulness gekozen. Omdat het via de ROC Academie wordt
aangeboden, was het ook nog eens heel toegankelijk.’
‘Iedere cursist is verschillend en heeft zijn of
haar eigen aandachtspunten’, vervolgt Vera.
6
ROCfort december 2014
‘De ene cursist heeft lichamelijke pijn, de andere heeft last
van piekeren. Het gaat er bij mindfulness om hoe je ermee
omgaat. Je bent wie je bent en je persoonlijkheid kun je niet
veranderen. Bij mindfulness leer je omgaan met je karakter.
Patronen die stress veroorzaken, proberen we te doorbreken. Mindfulness kun je toepassen op je eigen leven, op een manier die op dit
moment bij je past.
Marianne haakt aan: ‘Het begon met eenvoudige oefeningen. Neem
even de tijd om te gaan zitten en voel je ademhaling. Soms voel
ik me een beetje suf dat ik daar nooit zelf aan heb gedacht. Maar
niet oordelen over jezelf is ook een belangrijk punt in mindfulness.
Tijdens werktijd pak ik ook die momenten als ik even geen overzicht
heb. Ik kan het werk op deze manier veel beter aan en ik heb geen
hoofdpijn en zere schouders meer.’
‘Ook ik was op zoek naar een toegankelijke manier om rust in mijn
hoofd te krijgen’, vertelt Jannette. ‘Ik wilde iets doen zonder de hulp
van een professionele instantie. Ik ben ervan overtuigd dat iets op je
pad komt als je het nodig hebt. Op de pagina van de ROC Academie
had ik nog nooit gekeken. Maar op dat moment wel en ik kwam de
cursus mindfulness tegen. Voor mij een teken dat ik daar iets mee
moest doen.’
Jannette vervolgt: ‘Ik geef lessen beeldende vorming op onze
locatie aan de Wierdensestraat. Tijdens mijn lessen zijn er veel
prikkels: veel geluid, machines, overleggende studenten, soms de
radio. Ik heb vaak last van migraine. Na de training mindfulness
is dat een stuk beter geworden. Deze aanpak maakt voor mij persoonlijk een groot verschil. Met name de tips om je hoofd leeg te
maken vind ik heel nuttig en gebruik ik dagelijks. Als mens ben ik
minder gespannen en toleranter. In de klas is mijn relatie met de
studenten gemakkelijker geworden. Van nature ben ik een piekeraar. Ik realiseerde me dat ik vanuit gewoonte al zo lang dingen
had gedaan, eigenlijk zonder er bij stil te staan. De twee dingen
die ik heb bereikt zijn: meer loslaten en nadenken over wie ik ben
en wat ik wil zijn.’
Zweverig gedoe
‘Mindfulness is juist geen zweverig gedoe’, geeft Marianne aan.
‘Veel mensen zijn vaak bang voor de confrontatie, vinden het griezelig om naar zichzelf te kijken. Vooral reflectie op je eigen gedrag
is vaak lastig: hoe komt het dat je doet wat je doet, welke rol speel
je en hoe erg is het dat je uit die rol valt.’ Sinds kort biedt de ROC
Academie de vervolgtraining aan. Marianne is al gestart. ‘De inhoud
van de vervolgtraining is meer gericht op compassie,’ vertelt Vera.
‘In feite is het een intensivering van de basistraining’.
MBSR (Mindfulness Based on Stress Reduction) is inmiddels een gerespecteerde en wetenschappelijk erkende methode
bij stress en chronische klachten. Mindfulness betekent simpelweg: bewust zijn van de huidige ervaring. Je kunt het woord
mindfulness vertalen als ‘opmerkzaamheid’ of ‘bewuste aandacht’. Daar waar je aandacht is, daar ben je met je bewustzijn. Dit geldt voor alle bezigheden in je dagelijks leven. Je bent je dus bewust van hetgeen je op dat moment doet. Je kunt
door middel van een training leren om je deze levenshouding eigen te maken. Meer informatie over het cursusaanbod van
de ROC Academie is te vinden op Plaza 2.0. Over externe coach Vera Schweitzer kun je meer lezen op www.schweitzercounseling.nl.
Van links naar rechts: Jannette van Houwelingen, Vera Schweitzer, Marianne Polman-Rosier
ROCfort december 2014
7
Bemoei je met
Het is lastig om zonder ochtendkrant de dag op te starten en zonder smartphone de dag door te komen.
De kantine lijkt wel een kippenhok; stil zijn is geen optie, we moeten praten. Taal geeft kennelijk houvast. Van de werktuigen waarmee we de wereld in de greep hebben, zijn woorden het meest effectief.
Daarbij komt dat de klank van taal soms heel betoverend is. In mijn omgeving gaat het bloed sneller
stromen bij woorden als (echte) koffie, oranje, vakantie en pensioen. En wat te denken van het woord
‘vrijheid’? Vrijheid is het wereldwijde panacee tegen zowat alle ellende en onrecht; het heeft een uitzonderlijk positieve klank. Nergens is de scheidslijn tussen goed en kwaad zo absoluut als tussen het
woordenpaar vrijheid-onvrijheid.
Gemak dient de mens, ook in de taal.
Met een dosis uitgekiende tegenstellingen zijn we verlost van de nuance
en dus van veel denkwerk en twijfels.
Daarmee kunnen we het lastiger deel
van ons denken achterwege laten.
Hoofdbrekens besteden we liever uit
aan de taal zelf, die met haar betoverende orde de werkelijke problematiek
probleemloos wegmoffelt. Dankzij dit
gemak kunnen we meters maken in beleidsnotities, besluiten en kortademige
slogans.
Door de eeuwen heen hebben schrijvers van naam gewaarschuwd voor
een ongenuanceerde opvatting over
vrijheid. In de dagelijkse praktijk blijkt
vrijheid complex en grillig te zijn –
moeilijk te hanteren en soms beangstigend. In Two Concepts of Liberty
heeft Isaiah Berlin gepoogd tegemoet
te komen aan de noodzaak tot meer nuance. Berlin onderscheidt twee vormen
van vrijheid: de vrijheid van inmenging
en de vrijheid tot zelfbepaling – ook
wel negatieve en positieve vrijheid genoemd.
8
ROCfort december 2014
Wanneer we vrijheid vergelijken met ruimte, dan is negatieve vrijheid de afbakening van die ruimte en positieve
vrijheid de inrichting ervan. Negatieve vrijheid moet ik
bevechten, positieve vrijheid moet ik waarmaken.
Beide vormen zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden.
En dan blijkt dat vrijheid beslist meer is dan ‘bemoei je
met je eigen zaken’. Wanneer ik mijn vrijheid onvoldoende kan waarmaken, is het zeer wenselijk dat een ander
zich ermee bemoeit.
Ook in de onderwijspraktijk wordt vrijheid met ruimte
vergeleken. Kijk bijvoorbeeld naar het professioneel statuut, een bindende overeenkomst in de CAO waarin de
zeggenschap van de professional wordt gewaarborgd.
In dit statuut komt enkele keren de term ‘professionele
ruimte’ voor. Aan het team van professionals – de ‘basis
organisatorische eenheid’ – komt de ruimte toe om de
primaire processen in te richten.
De kanttekening in deze column betreft niet dit uitgangspunt. Ik onderschrijf het ten volle, evenals de organisatie
van ons ROC waarbij aan colleges, diensten en teams
een grote mate van professionele vrijheid is toebedeeld.
De kanttekening betreft de wijze waarop we in dit verband
het begrip vrijheid opvatten.
In de huidige tijd professionele vrijheid waarmaken is
geen sinecure. Over de uitvoering van onze primaire
mijn eigen zaken!
taken hoeven we ons geen grote zorgen te maken. Maar
in de marge van die taken komt er veel bij kijken: veranderende wet- en regelgeving, nieuwe onderwijsmethoden,
herziene kwalificatiestructuur, notities en brochures, informatieveiligheid, kwaliteitszorg, pestprotocol, dyscalculie,
ouderbetrokkenheid, accreditering leerbedrijven, functiemix, inspectieonderzoek, examenregelingen, nieuwe ICTmiddelen, tevredenheidsmetingen, functioneringsgesprekken, aansturen eerstelijns administratie en die eeuwige
administratieve lasten. Mijn taak heeft zo zijn rafelranden
en sommige daarvan zijn een pain in my ass. Omdat niet
alles belangrijk kan zijn, of domweg omdat ik er geen zin
in zie (heb).
Vanuit mijn negatieve vrijheid kan ik met enig recht beweren: ‘Het leidt alleen maar af van mijn primaire taak, namelijk onderwijs en de zorg voor studenten’. Ik maak me er
vanaf en rechtvaardig dit door te wijzen op de bureaucratie
van boven en buiten, immers ik heb niet gevraagd om al
die ballast.
Nee, maar er wordt wel om gevraagd. Vanuit positieve vrijheid bezien is het dus maar de vraag of dit allemaal waar
te maken is. En impliceert dit ook niet dat vrijheid bij deze
rafelranden zijn doel voorbijschiet? Houden we elkaar niet
een beetje voor de gek, door te beweren dat we in control
zijn?
In tegenstelling tot negatieve vrijheid is positieve vrijheid
verplichtend – bij voorkeur uit vrije wil, maar waar het de
rafelranden aangaat ook uit domme plicht. In die domme
plicht kan een ander mij een beetje ontzorgen door zich
nadrukkelijk met mijn eigen zaken te bemoeien. Ik heb
het dan over kaders – standaarden, controle en sancties.
Vrij naar Eckhart Wintzen: Zonder standaarden strandt iedere poging tot professionele vrijheid in een verzameling
vrijheden die als los zand aan elkaar hangen, die weinig
toegevoegde waarde voor elkaar hebben, en ongemerkt
overhead creëren in de vorm van dubbel werk, niet nagekomen afspraken, misverstanden en de laffe nasmaak van
zelfrechtvaardiging.
Paul Tempelaar
ROCfort december 2014
9
Plaats: Enschede
School: Jacobus
Collegevak: Economie
Tijd: ongeveer 40 jaar geleden.
Plaats: Groningen
School: Academie Lichamelijke Opvoeding
Opleiding: leraar lichamelijk opvoeding
Vak: wijsgerige antropologie
Tijd: ongeveer 35 jaar geleden
10
ROCfort december 2014
‘Alsof de docent niks had
voorbereid’
‘Waar omhels je elkaar nog spontaan, ren je juichend samen een rondje over het veld, schreeuw je het
uit van blijdschap? Dat doe je niet in het bos. Ik probeer te inspireren: samen bewegen is leuk. Het
draagt bij aan je levensgeluk, aan je gezondheid.’
‘Nooit kreeg ik het gevoel dat ik les had. Stassen heette hij geloof ik, hij
was een geweldige leraar, mijn docent Economie aan het Jacobus College in Enschede. Hij had altijd spraakmakende verhalen. Dan dacht je:
waar gaat dit naartoe? Het leek of hij zomaar wat aan het vertellen was.
Alsof hij niks had voorbereid. Maar dat was niet zo. Hij had over alles
nagedacht, dat moest wel.
Het leek mij het mooiste compliment dat je als docent kon krijgen. Dat je
leerlingen denken dat je de les zomaar even uit je mouw schudt. Ik heb
er een voorbeeld aan genomen: ik bereid mijn lessen altijd echt goed
voor, zodat het lijkt alsof ik niks heb voorbereid.’
‘Ik wist al jong dat ik leraar lichamelijke opvoeding wilde worden. Mijn
vader wilde daar niks over horen. ‘Je wordt maar dokter, of zo. Je hebt
geen tweeëneenhalf jaar gymnasium gedaan om te kunnen gaan sporten’, redeneerde hij later. Mijn vader heeft vroeger door omstandigheden
thuis de boot gemist; hij wilde dat zijn zoon wel de kansen kreeg én zou
nemen.
Het gymnasium had twee vakken teveel; ik gleed af naar het atheneum.
Ik was veel te druk met voetballen en uitgaan. Er werd wel eens over mij
gezegd als voetballer: ‘Hij heeft het talent, maar het ontbreekt hem aan
het talent te focussen, hij moet kiezen.’ Ik voetbalde eerst bij Avanti uit
Glanerbrug. Daarna werd het Sportclub Enschede, toentertijd dé club uit
het oosten. Dat ik ook betaald voetbal heb gedaan, bij Heracles, weet
bijna niemand, geloof ik. Ik ben daarover altijd wel wat bescheiden. ‘
‘Na de middelbare school ging ik naar de ALO in Groningen. Ik zat in
een kosthuis, dat was goed voor mij, anders was ik nooit in vier jaar
geslaagd.
Er was een docent die in het weekend met ons meevoetbalde. Het
mooie vond ik: op zaterdag en zondag was hij onze maat, vriend. Door
de week op school was hij de leraar. Daar hoefde hij geen moeite voor
te doen. Dat respect kreeg hij als vanzelf. Hij hoefde zijn rollen niet af
te dwingen en niet te spelen. Anderen, wij, plaatsten hem in die rollen,
vanuit een groot respect voor wat hij op dat moment te bieden had.
In ons elftal zat Adri Broeke. Hij lag voortdurend overhoop met de leiding. Daarvan was ik onder de indruk. Dat hij zo kon doen.
George Best van Manchester United intrigeerde ook. Hij had toen al
lang haar. Hij was een vrijbuiter. Dat vond ik interessant, iemand die
gewoon zijn eigen ding deed.
Mensen die grote kennis van zaken hebben, kunnen mij ook enorm intrigeren. Hoe ze als mens zijn, vind ik wel belangrijk, maar kan ik goed
scheiden. Denk aan Louis van Gaal. Een diep respect heb ik voor hem,
wat hij allemaal weet. Maar wat hij uitstraalt als mens. Nee.
Het zit sterk in mijn opvoeding. Doe maar normaal dan doe je al gek
genoeg. Ik kom uit Glanerbrug, heb een volkse achtergrond, maar heb
nooit gepast in de sociale context van dit dorp,
waar iedereen elkaar kende met bijbehorende
sociale controle. Op mijn zestiende ben ik er
weggegaan.
Het is nog altijd een spagaat diep binnenin mijzelf: ik wil zijn wie ik ben, maar vind het ook leuk
om anders te zijn dan een ander.
Van binnen ben ik heel gewoontjes. Dat ik er uitzie alsof ik eigenzinnig ben, weet ik. Mijn uiterlijk
werkt voor leerlingen laagdrempelig. Ik kom er
goed mee weg. Anderzijds moet ik bij overleggen
op hoger niveau vaak twee keer binnenkomen;
de eerste keer word ik niet altijd serieus genomen.
Ik kan me goed verplaatsen in leerlingen. Ik kan
op een simpele manier iets zeggen wat ingewikkeld is. Ik vergelijk bijvoorbeeld de werking van
het menselijk lichaam met de werking van een
auto. Ik maak de vertaalslag. De belevingswereld
van de leerling staat centraal. Ik geloof dat het
daar wel eens misgaat bij collega’s. Dat ze die
wereld niet meer kennen of niet meer begrijpen.
Ik schakel gerust over op de Twentse taal, plat
praten is vanwege mijn afkomst geen probleem.
En zo nu en komt er ook wel eens een grof woord
uit. Toch ben ik wel een fatsoensrakker; ik vind
het oneerbiedig om over anderen te praten. Ik
vind het storend als jonge kinderen je of jij tegen
ouderen zeggen. In de stad roepen leerlingen:
‘Hee, langharige, ook hier?’ Daar zeg ik wat van.
Zo praat je niet, tegen wie dan ook.’
‘Vroeger ging alles over winnen, ik kon niet tegen
mijn verlies. Nu wel. Als ik plezier heb met het
sporten, is het goed. Presteren is maar een van
de onderdelen die je na zou moeten jagen. Lachen, plezier, samenwerken, jezelf ontwikkelen,
bewegen. Het gaat om die combinatie. En zo nu
en dan eisen aan jezelf stellen. Dat geef ik mee
aan de leerlingen.’
Guido Wevers, teamcoördinator Sport en
Bewegen, MBO College voor Sport,
Onderwijs & Cultuur
ROCfort december 2014
11
Dyslexie, of iets met
‘Bijna iedereen ervaart het aantal studenten met de diagnose ‘dyslexie’ als veel te hoog. Ik denk dat
veel van hen in feite een visueel probleem hebben, zoals bijvoorbeeld fixatie disparatie. En daar is in
de meeste gevallen best iets aan te doen.’ Aan het woord is Bert van Lenthe, docent wis- en natuurkunde bij het team Elektrotechniek en Podium & Evenemententechniek in Hengelo. Zelf screent hij alle
dyslexie-studenten van wie hij SLB’er is op deze oogafwijking.
Zien en kijken is niet hetzelfde volgens Bert. Het verwerken van visuele informatie is een complex proces. Eerst moet elk oog een scherp
beeld hebben. Daarna moet de informatie van beide ogen via de oogzenuw naar de hersenen. Daar wordt van twee plaatjes één plaatje
gemaakt. Mensen die een kleine afwijking in de oogstand hebben, bijvoorbeeld van maar één tiende graad, kunnen volgens Bert al problemen hebben die lijken op dyslexie. Niet goed samenwerkende ogen
veroorzaken moeite bij het aanleren van ruimtelijk zien en de daaraan gekoppelde vaardigheden. Van dyslexie is sprake als het plaatje
wel goed geprojecteerd wordt, maar er toch geen goed woordbegrip
is. Dat zit in een ander deel van de hersenen. Er is dan geen sprake
van een visueel probleem, maar van een taalverwerkingsprobleem.
Een aantal jaar geleden heeft Bert iemand over fixatie disparatie horen spreken op een lezing. ‘Die deed de gewaagde uitspraak dat
vier op de vijf dyslexiepatiënten een visueel probleem hebben. Ik
ben toen gaan zoeken op internet en kwam van alles tegen over dit
onderwerp. Zo kwam ik ook op de website van FON (Functionele
Oogzorg Nederland). Dat is een multidisciplinaire oogzorgorganisatie waar professionals uit het onderwijsveld en de (para)-medische
wereld nauw samenwerken met opticiens en optometristen. Zij geven informatie en adviezen over visuele problemen en de mogelijke
gevolgen hiervan. Ik ben daar meer over gaan lezen en heb me vervolgens ingeschreven voor een cursus Visueel screener. Met zo’n
screening kun je zien of er iets aan de hand zou kunnen zijn, waardoor nader onderzoek nodig is.’
‘Tot nu toe heb ik enkele tientallen studenten gescreend. Dat zijn
meestal jongens of meisjes die de diagnose dyslexie hebben. Maar
het kunnen ook studenten zijn die last hebben van een bepaalde onhandigheid, die vaak vallen of zich stoten. Ook dat kan een signaal
zijn dat er sprake is van fixatie disparatie. Datzelfde geldt voor studenten die hun hoofd scheef houden en klagen over nekpijn.
Zo’n screening bestaat uit een aantal stappen. Eerst leg ik ze een
vragenlijst voor om een algemeen beeld te krijgen van de kwaliteit
van het zien. Daarna doe ik een test met de Bioptor, een instrument
waarmee je zaken kunt meten als oogsamenwerking en oogbalans.
Ook laat ik wel eens een kubus tekenen. Als de lijntjes niet goed bij
elkaar komen, kan dat een teken zijn dat er een visueel probleem is.
De resultaten gaan vervolgens naar een optometrist.’
‘Driekwart van de studenten die ik gescreend heb, verwijs ik naar
12
ROCfort december 2014
een gespecialiseerde opticien voor een uitgebreid onderzoek. Dat kost ongeveer 70 euro.
Een deel van hen krijgt daarna het advies om
bepaalde oefeningen te gaan doen. Een ander deel wordt aangeraden om een prismabril te dragen. Zo’n bril werkt met heel kleine
prisma’s om het beeld van beide ogen beter
samen te laten vallen. Studenten ervaren
meteen resultaat. ‘Ik krijg opeens een rustiger
beeld’, zeggen ze dan. Bij iedereen zie ik vooruitgang. Ik had een tijdje geleden een jongen
die terug zou moeten van niveau 4 naar niveau
3 vanwege tegenvallende resultaten. Nadat hij
een prismabril had gekregen, ging het weer
zo goed, dat hij gewoon in de opleiding kon
blijven. Hij vertelde dat tijdens het lezen van
een boek de letters niet meer dansten. Hij had
nooit anders gezien, dus hij dacht dat het zo
hoorde.’
‘In het verleden zijn de prismabrillen wel eens
negatief in het nieuws gekomen omdat een
opticien toen bezig was met veel te zware
prisma’s die het binoculaire zien uitschakelden
in plaats van verbeterden. Daardoor gingen
mensen met één oog zien. Dat kon tijdelijk een
verbetering bieden, maar was geen oplossing.
Als wetenschap is de optometrie al heel lang
bekend. De optometristen naar wie ik verwijs
zijn gediplomeerd op hbo-niveau.’
‘Het is goed dat er een dyslexiepas is, maar
deze biedt natuurlijk geen echte oplossing. Het
is een geldig excuus om langer over je werk
te mogen doen op school. Bij een bedrijf heeft
men er geen boodschap aan. Natuurlijk bestaat dyslexie. Maar als het iets anders blijkt te
zijn en je kunt iemand helpen met een bril, dan
help je hem of haar ook echt vooruit. Wat mij
betreft zou zo’n screening op fixatie disparatie
ook ROC-breed mogen plaatsvinden.’
Kijk voor meer informatie op de website van Functionele Oogzorg Nederland: www.info-fo.nl
ROCfort december 2014
13
14
ROCfort december 2014
Je hebt er geen omkijken naar…
Emma Kouijzer, Daphne Kel, Melanie Bisschop en Manon Polderman zijn vier studentes van de opleiding Facilitair leidinggevende, een
de eisen aan een goed faciliteamverband kan werken. Die
nementenbureau
ZOZO,
BOL 4 opleiding voor echte regelaars. Een van
tair leidinggevende is dat hij of zij goed in
eis hebben ze direct vertaald in hun Evedat ze oprichtten in het kader van een
opdracht van de diensten
P&O en C&M van ons ROC. Deze
diensten organiseren na-
melijk voor de tweede keer een mid-
dag voor gepensioneerde
medewerkers van ons ROC. Nou ja
organiseren… met zo’n
evenementenbureau heb je er geen
omkijken naar.
Ze hebben het druk, te druk om rustig aan
de cola te gaan zitten. Als ze samenkomen
met hun opdrachtgevers is dat in professionele
overleggen, waarbij hun docent Astrid Masselink ook even aanschuift. Zo inventariseerden
ze de uitgangspunten, het organisatiedoel, begroting, eisen, verwachtingen, en wat er meer
bij komt kijken. Dat alles vertaalden ze in een
strakke offerte, waarbij ze keurig binnen de begroting bleven en er toch iets heel moois van
konden maken. Zo hoort het natuurlijk, maar
doe het maar even in een periode van een
kleine vijf weken van oktober tot 28 november!
In de vervolggesprekken werd de stand van
zaken besproken. Het bleek een hele uitdaging om op korte termijn alle wissels goed te
zetten: docenten, afdelingen en studenten om
hun medewerking te vragen en in te plannen.
Waarom die korte termijn?
‘We konden pas eind oktober met de opdracht
beginnen, tot de herfstvakantie hadden we andere schoolverplichtingen’, zegt Emma. ‘Soms
was het wel even spannend’, vult Manon aan.
‘We moesten nog zoveel antwoorden krijgen
en moesten tegelijkertijd wel door met de invulling van het programma.’ Het welslagen van
het project is belangrijk voor de gepensioneerden, maar ook voor henzelf. ‘We kunnen met
deze opdracht drie studiepunten verdienen
voor ons hbo-traject’, vertelt Emma.
Ze kijken dan ook kritisch naar de kwaliteit
van diensten en producten, instrueren alle
(30!) meewerkende studenten, die ook nog eens werkbriefjes krijgen. Daarbij kijken ze streng naar zichzelf. De
eerste keer vroeg Daphne al of ze het opdrachtgesprek mocht filmen. ‘Zo kunnen we laten zien hoe het gesprek gaat, of we het goed
doen’. Dat het met haar eigen mobiele telefoon ging, betekende een
lamme arm, maar een kniesoor die daarover valt. En dat zijn ze
geen van vieren: ze stralen daadkracht en energie uit.
Ze hebben de taken verdeeld: Emma, is projectmanager, Melanie is
de cateringmanager, Daphne is facilitair manager en Manon neemt
de financiën voor haar rekening. Melanie heeft direct een beeld van
hoe de catering eruit moet zien: ‘Een petitfour bij de ontvangst en
bordjes tijdens het borrelen. Wat schenken we?’. Wat er op de bordjes zal komen, gaat ze overleggen, dat blijft nog even een verrassing. Wel wordt al direct afgesproken dat alles in winterse sferen
moet: van de aankleding tot de hapjes.
De vier regelen ook nog even een rondleiding langs de Bakkerij en
de Wellness afdeling. Een goede gelegenheid voor oud-ROC’ers
om de huidige studenten aan het werk te zien, voor het Ontmoeten Begroetgedeelte van de middag begint. Als alle 152 aanmelders
mee willen met de rondleiding, moeten er nog wel even groepen
gemaakt worden. ‘Dan moeten we nog even een mail sturen om dat
na te vragen’, zegt Manon. En een uur later is die mail de deur uit!
Binnenkort vertellen ze in een RTL televisiprogramma iets meer over
hun drijfveren voor deze studiekeuze. Duidelijk is wel dat ze goed
gekozen hebben. Ze hebben steeds beter in beeld in welke richting
ze zich verder willen ontwikkelen: facilitair, evenementenorganisatie,
financiën… Straks in het voorjaar de eindstage. Dan moeten ze
zelfstandig een project in opdracht van een bedrijf of instelling doen.
Het moet iets zijn waar de opdrachtgever profijt van heeft.
Eén ding is jammer: dan houdt ook Evenementenbureau ZOZO op
te bestaan of toch niet?
Alle foto's zien? Ga naar: http://www.maurice-perik.nl/GepensioneerdendagAlmelo/
U kunt de foto's ook in een hoge resolutie laten afdrukken via http://www.maurice-perik.nl/
ROCfort december 2014
15
De Combinatie
Carolien
combineert
Carolien Koopman combineert haar huidig werk als beeldend kunstenaar, vormgever en schrijver van
verhalen met haar lessen aan de opleiding voor Interieuradviseur. Ze is samen met haar vriend eigenaar van Atelier Oostwal 5, voor beeldende kunst en vormgeving en vindt ook nog tijd om haar vijf
honden de aandacht te geven die ze verdienen. Een van hen is Wapper, inspiratiebron voor veel tekeningen en een boekje met korte verhalen. De andere vier zijn elegante podenco’s, jachthonden die in
een Oldenzaalse hemel zijn beland, na helse Spaanse jaren.
Ze heeft net een goed ontvangen duo-expositie
met haar vader in het Kunstcentrum in Haaksbergen achter de rug. Eerder ontwierp ze het interieur van het centrum, want net als haar vader
is ze opgeleid tot binnenhuisarchitect. Niet dat
ze om hem voor die studie koos, sterker nog, na
haar vwo koos ze juist voor een andere richting
op de academie. Wel toegepaste kunst, maar
geen binnenhuisarchitectuur, want die opleiding
coördineerde haar vader. Het werd grafische
vormgeving, omdat ze zich wilde toeleggen op
illustreren.
‘Al vrij snel bleek dat ik alle opdrachten ruimtelijk
uitvoerde en dus verhuisde ik in het derde jaar
toch naar de ruimtelijke afdeling. Uiteindelijk
studeerde ik af op een combinatie van kindermeubels en illustraties. Dat was al in het vierde
jaar. Ik was dus erg jong toen ik klaar was. Een
gecommitteerde bij het examen adviseerde me
nog niet te gaan solliciteren. Hij was bang dat
ik te snel in een hokje zou belanden, maar ik
dacht vooral: Ik moet een baantje hebben!’
Omdat de banen toen niet voor het oprapen lagen, gooide Carolien het over een andere boeg.
‘Ik zette met plakletters ‘Ontwerpstudio Carolien Koopman’ op mijn raam en probeerde mijn
werk aan de man te brengen, te beginnen met
een zelf ontworpen lampje. Maar ik moest wel
heel veel lampjes verkopen om van te kunnen
bestaan. Dat laatste lukte beter met mijn interieurontwerpen, al was ik in het begin niet erg
zakelijk en vooral ook heel schuchter. Bij mijn
eerste opdrachten durfde ik bijvoorbeeld niet
goed terug te gaan om naar het eindresultaat te
kijken’, zegt ze lachend. ‘Over die ervaringen,
dat begin, vertel ik nu in mijn les. Ik ben daar
heel open over.’
16
ROCfort december 2014
Na die eerste lastige periode heeft Carolien 16 jaar met succes als
freelance interieurontwerper gewerkt vanuit haar Bureau Binnenwerk. ‘Ik ging het land in, heb overal interieurs ontworpen voor particulieren, bedrijven en musea. In de loop van de tijd kreeg ik steeds
meer moeite met de negatieve kanten van de maakbare samenleving en de ‘verwende’ consumenten. Vaak hadden ze al eindeloos
geshopt voor ze bij me kwamen en wilden ze geen echt advies. Ze
wilden vooral bevestigd worden in hun eigen ideeën. Daar kon ik niet
meer tegen.
Ik gaf toen al les in Zwolle als docent binnenhuisarchitectuur. Daar
ben ik ongeveer dertien jaar geleden begonnen, omdat ik het eenzaam vond, altijd alleen achter die tekenplank. Nadat ik weer naar
Twente ben teruggekomen, heb ik bij ROC van Twente gesolliciteerd,
waar ik nu alweer drie jaar deel uitmaak van het team Bouw, Hout
& Interieur en twee dagen per week les geef.’ Carolien houdt van
lesgeven. ‘Ik kan me heel sterk maken voor jongeren om ze op weg
te helpen. Wel vind ik het moeilijk om te zien dat sommigen het nu al
zo moeilijk hebben.’
Dat ze niet in een hokje is beland, bleek al eerder, toen ze Bureau Binnenwerk combineerde met haar lessen in Zwolle en haar eerste galerie in Brummen. Terug in Twente besloten zij en haar vriend Oostwal
5 te kopen, Daar wilden ze een galerie annex winkel voor bijvoorbeeld
haar zelfontworpen kindermeubels en speelgoed van maken. De winkel is een webwinkel geworden en het atelier is voornamelijk Galerie/
werkplaats geworden. Wel eentje waar je welkom bent om zomaar
binnen te stappen en te bekijken wat Carolien zoal aan moois maakt.
Haar kunst krijgt lovende recensies, zoals voor
die laatste expositie of voor haar prachtig geïllustreerde verhalenbundel over Wapper. Het
boekje werd en wordt goed verkocht en ze verkocht drie doeken van de expositie. Maar Oostwal 5 kan nog wel wat bezoekers gebruiken.
Niet dat dat verschil maakt voor het plezier in
haar werk. ‘ Ik heb geen last van frustraties’ zegt
ze vrolijk. ‘ik haal mijn voldoening uit mijn werk:
de kunst én het lesgeven.’
Atelier Oostwal 5
Openingstijden Atelier Expositie:
vrijdag en zaterdag van 14.00 – 17.00 uur
Wil je graag op een van de andere werkdagen langskomen?
Mail dan naar [email protected]
of bel naar 0541- 519691.
Zie ook www.atelieroostwal5.nl
ROCfort december 2014
17
Alle interne ROC-brede
De Organisatie-w
Na de zomervakantie stond in de menubalk op Plaza 2.0 ineens het menu-item ‘Organisatie-wiki’.
Velen zullen even de wenkbrauwen hebben gefronst: wiki … Wat is dat nu weer?
Heeft dat soms iets te maken met Wikipedia, de bekende, wereldwijde online encyclopedie?
Ja, dat klopt!
De Organisatie-wiki is inderdaad een soort 'Wikipedia' van ROC van
Twente. Deze wiki bevat inmiddels ruim 250 pagina’s met ROC-brede informatie over:
• personeel & organisatie,
•communicatie,
•kwaliteitszorg,
• juridische zaken,
• financiën,
• facilitaire zaken,
•informatiemanagement,
•huisvesting,
•ICT,
•studentenadministratie,
•enzovoorts.
Wat is er verbeterd?
Met de komst van Plaza 2.0 konden verbeteringen worden doorgevoerd in het vindbaar maken van de (statische) informatie, die in grote hoeveelheden en op diverse plekken op Plaza 1.0 aanwezig was.
Zo was op Plaza 1.0 de ROC-brede informatie per Dienst verdeeld
over aparte subsites, zoals P&O online, O&K online, Communicatie
& Marketing, enzovoorts. Als je bepaalde informatie nodig had, dan
moest je jezelf altijd eerst de vraag stellen: ‘Op welke subsite zou de
informatie staan die ik wil vinden?’
Met de Organisatie-wiki hoeft dat niet meer, omdat alle pagina’s
met ROC-brede informatie in één grote database zitten en met één
zoekopdracht gevonden kunnen worden. Ook de onderlinge samenhang tussen pagina’s van diverse diensten is zo makkelijker aan te
geven door de webredacteuren.
En niet in de laatste plaats: de Organisatie-wiki bevat een zeer
krachtige zoekfunctie, die zelfs de inhoud van de pdf’jes doorzoekt.
18
ROCfort december 2014
In oktober ruim 30.000 pagina’s
geraadpleegd
Inmiddels zijn de meeste bezoekers van Plaza
2.0 wel gewend geraakt aan deze ROC-brede informatiebron. De statistieken geven namelijk aan,
dat bijvoorbeeld in de maand oktober in totaal
ruim 30.000 keer een pagina van de Organisatiewiki werd geraadpleegd. Dus gemiddeld per dag
(de herfstvakantieweek meegeteld) werden er
ongeveer 1000 pagina’s opgevraagd.
informatie op één plek?
wiki op Plaza 2.0
Webredacteur en eigenaarschap
Het aantal pagina’s in de Organisatie-wiki neemt nog wekelijks toe. De wiki wordt gevuld en onderhouden door ruim
20 webredacteuren van alle diensten en andere ondersteunende afdelingen.
Onderaan elke pagina staat welke Dienst of Afdeling 'eigenaar' is van deze pagina. Bovendien is rechts bovenaan op
veel pagina’s de collega te vinden bij wie je moet zijn voor
informatie en voor het geven van feedback op de inhoud van
de pagina.
Hoe werkt de A-Z index?
Links bovenaan de beginpagina van de Organisatie-wiki
staat de A-Z Index. Deze Index bevat alleen de meest geraadpleegde pagina's. Anders zou het veel te onoverzichtelijk worden. De Index bevat bijvoorbeeld wél de pagina met
de titel 'Functiebouwwerk', maar niet de pagina's met de
'Functieprofielen'. Die pagina's zijn natuurlijk wél te vinden
via het zoekvenster rechts bovenaan de beginpagina.
Top 10 meest bezochte pagina’s
Organisatie-wiki in oktober:
1. Interne vacatures (4721 keer bekeken)
2. Homepage Organisatie-wiki (2646)
3. PITSTOP online (1721)
4. Reiskosten (599)
5. Vacature ‘Medewerker Centrale Examinering’ (459)
6. Dienst Personeel & Organisatie (426)
7. Afdeling ICT (408)
8. Faciliteitenregeling (374)
9. Functiebouwwerk (325)
10. Personeelsblad ROCfort (251)
Hoe werkt het zoekvenster rechtsboven?
Typ in het zoekvenster rechts bovenaan de startpagina van de
Organisatie-wiki een relevant trefwoord, bijvoorbeeld 'arbo', en
klik op het vergrootglas. Vervolgens krijg je een lijst met zoekresultaten, zoals pagina’s, documenten, presentaties, …
ROCfort december 2014
19
Een dagtaak
naast je baan?
Eén op de acht werkenden is mantelzorger. Ook ons ROC telt dus een flink aantal mantelzorgers. Collega’s die naast hun werk gedurende lange tijd of soms zelfs hun hele leven steun en zorg aan een
naaste bieden. Een aantal dat de komende jaren alleen maar zal groeien nu er op de zorg bezuinigd
moet worden. Dat leidde binnen het MBO College voor Mens & Maatschappij tot de vraag of er ook niet
eens een handreiking gedaan zou kunnen worden naar mantelzorgende collega’s. Ze zochten contact
met diverse instanties op dit gebied, met onze Dienst Personeel & Organisatie en met de ROC Academie. Besloten werd tot een eerste evenement in en om de Storkzaal op 10 november, de Dag van de
Mantelzorg. Een dag waarop mantelzorgers overal in Nederland in het zonnetje worden gezet. Deze
eerste keer is gekozen voor de aanwezigheid van instanties die mantelzorgers ondersteuning bieden
en een gratis workshop vanuit de ROC Academie.
Het aantal bezoekers is bescheiden en toch
kun je de middag een succes noemen. De collega’s die komen, hebben verschillende drijfveren. Zo komt een collega zich even sterken
in de workshop. Ze heeft eerder aan dergelijke
workshops en cursussen meegedaan en daarin geleerd ook ruimte voor zichzelf te scheppen, hoe moeilijk dat ook is. ‘Want die zorg is er
altijd. Op de achtergrond vragen we ons altijd
af hoe het met ons kind gaat, of hij het redt en
dat terwijl we hem tegelijkertijd los moeten kunnen laten. Ik ben minder gaan werken, omdat ik
leuke dingen samen met hem wil doen. Het is
een prachtig mens van wie we veel houden. Na
de eerste heel onrustige jaren, gaat het nu beter. Hij heeft nu goed inzicht in het eigen ziektebeeld, wat ervoor zorgt dat hij zijn medicijnen
op tijd in neemt. Maar zijn welzijn laat ons eigenlijk nooit los. Daarnaast zorg ik ook voor
anderen in mijn familie. Ik moet dus echt mijn
best doen om af en toe wat afstand te nemen
en daar helpen bijeenkomsten als deze me bij.’
Duidelijk is dat mantelzorg veel meer is dan
even een boodschap doen. Het is structureel
voor iemand zorgen en bijvoorbeeld nooit langer dan een week op vakantie kunnen. Soms
is het daardoor beklemmend en het is vaak fysiek en mentaal uitputtend. Maar wat doe je als
je van iemand houdt en die ziek blijkt, zich niet
meer kan redden?
Wim Sprakel stapt de ontvangstruimte binnen,
verkennend, want hij ging nooit eerder naar
zoiets voor mantelzorgers. Hij heeft wel behoefte aan wat steun, want het leven werd een
stuk lastiger toen zijn vrouw ziek werd. Hij zag
20
ROCfort december 2014
hoe ze zomaar 20 kilo afviel; reden voor onderzoek. De diagnose
luidde kanker. Op zich al een verschrikkelijk bericht als je nog in de
bloei van je leven bent. Na een ingrijpende operatie begonnen de
chemokuren. Bij de tweede behandeling kreeg Wims vrouw een hersenbloeding, waardoor ze halfzijdig verlamd raakte en afhankelijk
werd van een rolstoel én van Wims ondersteuning. Het leven moest
anders ingericht worden. 'Op het moment dat ik wist dat mijn vrouw
kanker had, heb ik mijn functie als teamcoördinator neergelegd. Het
proces dat daaraan vooraf ging was al zo ingrijpend. Je ziet je vrouw
wegkwijnen. Daar kwam bij dat de functie van teamcoördinator net
in 2009 was geïntroduceerd. Ik was druk met alles en heb toen gekozen voor mijn gezin. Inmiddels zijn we verhuisd naar een kleinere,
aangepaste woning. We leerden meer en meer omgaan met de
nieuwe situatie, maar makkelijk is het niet geworden.’
Helaas bleek onlangs dat Wim zelf COPD heeft, en dat hij nog maar
één stap van de zuurstoffles af is. ‘Ik ben snel moe. Kan niet lang
meer achtereen les geven en trappen lopen kost veel energie,’ Toch
proberen ze samen de draad op te pakken. Ze reisden als vanouds
naar de zon, om daar te ontdekken dat het niet werkte. ‘Mijn vrouw
kon niet op het strand komen in haar rolstoel en ik kreeg veel te
weinig lucht door de zeewind. Komend voorjaar gaan we met goede
vrienden. Hopelijk wordt dat iets makkelijker.’
Wim is nog steeds docent bij de beveiligingsopleidingen, werk dat hij
met plezier doet, maar door de omstandigheden minder lang achtereen kan. Dat betekent dat er nóg een probleem bij komt, want Wim
is nog relatief jong en heeft nog een studerende zoon thuis, dus
zomaar minder gaan werken kan niet.
Praten met SIZ Twente helpt. Dan blijkt ineens dat je niet alleen bent.
Deze organisatie voor Steun & Mantelzorg heeft al 35 jaar ervaring
met deze vorm van ondersteuning. Overal in Twente kun je nu (nog)
terecht bij steunpunten en SIZ organiseert allerlei activiteiten, waar
je naar toe mag, maar waar niets hoeft. SIZ adviseert eigenlijk alle
bij mantelzorg betrokken partijen, tot en met beleidsmakers aan toe.
Ook ‘Jong en Veer’ blijkt een interessante gesprekspartner. Deze
organisatie geeft advies om de verhouding werk-mantelzorg in balans te houden en/ of te brengen. Geen luxe nu het aantal mantel-
zorgers zal groeien. Zij richten zich niet alleen op de mantelzorger
zelf, maar ook op de organisatie waar de mantelzorger werkt. Deze
middag kunnen bezoekers de Mantelzorgtest doen. Hierin komen
vragen aan bod als ‘Hoe zwaar ben je nu eigenlijk belast?’ en ‘Gaat
de combinatie met je werk nog goed?’.
En dan is er de workshop ‘Druk met je mantelzorg’. Die begint met
het maken van een eenvoudige tekening waarin je laat zien welke
plek mantelzorg in je leven inneemt. Daarna visualiseer je je mantelzorgtaken door het bouwen van een toren, met zelf ontworpen spelmateriaal. Tot slot concretiseer je de toekomstige, wenselijke situatie
en maak je die tot doel met behulp van walking scales.
‘Het was zeker een workshop waar ik wel eens aan terug zal denken’, mailt Wim na afloop. ‘Vanmiddag kennisgemaakt met lotgenoten.’ En tot Wims vreugde ook lotgenoten op de locatie waar hij
werkt, aan de Wethouder Beverstraat. Dat sterkt. Niet om samen te
klagen, maar om elkaar van tijd tot tijd een hart
onder de riem te steken, je voordeel te doen
met de kennis van andere ervaringsdeskundigen en zo te leren van elkaar. Overigens geldt
dat ook voor niet-mantelzorgende collega’s….
Het SIZ zegt dat heel mooi: ‘Als je mensen aan
de samenleving wilt laten deelnemen, moet
diezelfde samenleving ook deel-geven, om het
deelnemen mogelijk te maken.’
Als we dat allemaal een beetje meer doen, iets
meer naar onze collega’s omkijken, ons iets
meer verdiepen in elkaar, zou dat het leven van
de mantelzorgers in ons midden misschien iets
makkelijker te maken. Een goed voornemen
voor 2015?!
ROCfort december 2014
21
Beeld van een opleiding
‘Et voilà’,
kijk eens wat mooi…
‘Et voilà…’, de uitspraak waarmee onze vriend en inspirator Cas Spijkers zijn gerechten presenteerde aan
zijn gasten. ‘Et voilà…’Letterlijk vertaald: ‘Kijk eens daar…’ . Maar Cas was geen man van letterlijke vertalingen; bij Cas ging het om de geest, de sfeer, het genoegen, de passie. ‘Et voilà…’ betekende bij hem dan ook
vooral: ‘Alsjeblieft… kijk ‘ns wat mooi.... Gemaakt voor jou, met passie, met plezier, met vakmanschap…
’Zo begint het voorwoord van meesterkok Cees Helder in ‘Et voilà’, het onlangs verschenen kook-, lees-,
kijk- en inspiratieboek dat is uitgebracht ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de Cas Spijkers
Academie Twente.
Het idee ontstond in het hoofd van Marc Meulenbelt, docent en één van de drijvende krachten achter de Cas Spijkers Academie: ‘Hoe
fraai zou het zijn als we, ter gelegenheid van
ons eerste jubileum, een kookboek zouden
kunnen uitgeven met daarin portretten van
onze studenten en hun favoriete recepten?’
Ritzo Bloem, toenmalig interim-directeur van
het MBO College voor Dienstverlening & Gastvrijheid, zette hem op het spoor van ROC
Stars, het productiehuis en agency van de creatieve opleidingen van ons ROC. Marc stelde
met ROC Stars-projectleider Willem Habers
een projectplannetje op en zij nodigden een
aantal docenten van het MBO College voor
Vormgeving, Mode & Media uit voor een eerste
kennismaking.
Dat resulteerde in een gezellig en vooral inspirerend gesprek op het terras van hotel-restaurant Het Ros van Twente in De Lutte, waar
de Cas Spijkers Academie toen nog gevestigd
was. Men zag het idee meteen zitten.
Michiel ter Haar, docent Fotografie: ‘In het
boek zouden niet alleen portretfoto’s van de
studenten komen, maar natuurlijk ook fraaie
foto’s van de gerechten. Food-fotografie is een
vak apart, waar onze studenten zich ook in
kunnen specialiseren. We hebben Jan Schartman, een bekende fotograaf uit Twente die gespecialiseerd is in product- en foodfotografie,
gevraagd een paar masterclasses voor onze
studenten te geven. Fotografiestudenten Daniël Siegersma en Eline Zandt hebben deze
uitdaging opgepakt en er hun examenproject
van gemaakt.’
Ook Lourens Huizinga, docent Grafische
22
ROCfort december 2014
Vormgeving, was meteen enthousiast: ‘Onze studenten maken aan
het eind van hun opleiding hun ‘Meesterwerk’, waarin ze in één eindwerkstuk laten zien wat ze geleerd hebben en wat ze kunnen. Het
compleet vormgeven van zo’n fraai kijk- en leesboek is natuurlijk een
geweldige uitdaging. Tirza van Dijk, die dit project als haar examenwerk heeft gemaakt, heeft zich echt van haar beste kant laten zien.’
Maanden van hard werken en veel organiseren volgden. De hoofdpersonen van het boek, de studenten van de Cas Spijkers Academie, piekerden zich het hoofd suf met welk gerecht ze in het boek
wilden komen en hoe ze zichzelf wilden presenteren. Naast hun favoriete recept (hun ‘signature-dish’ heet dat in de haute-cuisine) stellen ze namelijk zichzelf voor: hun passie, hun inspiratie, de drijfveren
waarom ze doen wat ze doen. Dat viel nog niet mee. Bart Lammersen, één van hen, is daar heel duidelijk over: ‘Ik weet donders goed
waar mijn passie ligt en wat ik mooi vind aan dit vak, maar om daar
nou een stukkie over te schrijven, da’s heel andere koek… Laat mij
maar in de keuken staan!’
Keuzes werden gemaakt, gerechten werden geperfectioneerd en
Eline en Daniël togen met hun camera’s op pad. Daniël: ‘We zijn
zo’n beetje overal geweest. Natuurlijk veel in de keukens van de bedrijven waar de koks werken, maar zeker voor de portretten en persoonlijke verhalen ook in weilanden, bossen, op voetbalvelden, in
de kroeg en ‘gewoon’ bij de jongens en meiden thuis. In je planning
moet je natuurlijk rekening houden met reistijden, benzinekosten en
dergelijke. En ook het licht is overal anders. In een fotostudio is heel
ander licht dan in een restaurantkeuken…’ En met een brede smile:
‘Ja, die ervaring was erg leerzaam, mag ik wel zeggen…’
Ook Tirza heeft veel geleerd van dit project. ‘Ik was verantwoordelijk
voor de uiteindelijke vormgeving van het boek. Dus alle foto’s en
verhalen samenbrengen en vormgeven. Dat viel nog niet mee, want
je moet met heel veel mensen en dus met heel veel wensen rekening houden en er toch voor zorgen dat het uiteindelijk een eenheid
wordt.’
‘Ik vond het een fantastische opdracht en ik ben erg trots op het
eindresultaat. Maar wat mij het meest heeft geïnspireerd, was het
enthousiasme en de steun van onze docenten. Daar kijken wij in
de klas soms heel anders tegenaan, maar die bevlogenheid was echt supertof!’ De eindredactie was
in handen van José Borghuis en Willem Habers.
José: ‘Alle Cas Spijkers-studenten die in het boek
zijn geportretteerd hebben een stukje over zichzelf
geschreven. Koks zijn van zichzelf niet zulke schrijftalenten, de uitzonderingen daargelaten. Dat hoeft
ook niet; een kok moet koken, een schrijver moet
schrijven. Maar het gevolg was wel, dat we met
een heleboel verhalen zaten die nog al uiteenliepen
in lengte, toon en stijl. Daar hebben we behoorlijk
wat aan bij moeten schaven. Bovendien moesten
de recepten vaak behoorlijk worden geredigeerd
om ze voor gewone stervelingen begrijpelijk te ma-
ken. Neem van mij aan, dat was een hele klus; die topkoks gebruiken soms
vaktermen waar je als gewone huis-tuin-en-keuken-kok nog nooit van hebt
gehoord.’ Uiteindelijk lag het boek er. Maar dan moet het natuurlijk ook nog
‘aan de man/vrouw’ worden gebracht. Daarvoor werd de samenwerking gezocht met het MBO College voor Commercie & Ondernemen. Joey Smit,
Bryan Huiskes, Britt de Mönnik en Nikki Bragonje, derdejaarsstudenten van
de opleiding Marketing en Communicatie in Almelo, stelden een gedegen
marketingplan op, compleet met SWOT-analyse en een promotie- en prplan. Joey: ‘We hebben eerst een marktverkenning gemaakt en op basis
daarvan een verkoopstrategie en een aantal promotie-acties bedacht. Die
gaan uitgevoerd worden. Het moet wel heel raar lopen als u, als lezer van
deze ROCfort, dit fraaie kookboek niet onder ogen krijgt. En ik weet zeker
dat u er dan net zo enthousiast over bent als de mensen die ’t hebben gemaakt. Mijn moeder vond het in ieder geval prachtig!’
ROCfort december 2014
23
24
ROCfort december 2014
Help, wat moet ik aan?
De kerst nadert. Drukte en outfitstress. Gelukkig biedt de Volksuniversiteit uitkomst. Een aantal collega’s nam de proef op de som en ging naar de workshop ‘Help! Wat moet ik aan in december?’ Imago Stylist Simone Beune van S-Kwadraat uit Enschede geeft regelmatig workshops bij de Volksuniversiteit.
Simone trapt af met een korte inventarisatie:
hoe ziet je kast eruit? Bij de ene deelnemer is
het een grote chaos, bij de andere deelnemer
hangen alle kledingstukken op kleur. Door de
verhalen van de andere deelnemers pikt iedereen zo ideeën op.
Daarna analyseert Simone bij iedere deelnemer haar figuur en silhouet. ‘Want’, zo stelt Simone, ‘het is de kunst om je sterke punten te
accenturen en je aandachtspunten te verhullen. Bijna al mijn klanten willen maar één ding
en dat is slanker lijken. Ook is het belangrijk
dat je kleding uitzoekt die bij je lichaamsvorm
past. Maar het allerbelangrijkste is dat je iets
draagt waar je je plezierig bij voelt.’
Simone vertelt ook over ‘de Gulden Snede’.
Een wiskundig begrip dat ook in de natuur
voorkomt en in kunst en architectuur wordt
toegepast. Het menselijk brein ervaart de 1:3
versus 2:3 verdeling als harmonieus. Door je
lichaam en outfit te verdelen in die proporties,
krijg je een harmonieus geheel en lijk je langer.
Verschillende aandachtspunten
Simone heeft voor iedere aandachtspuntje
een advies. Kleine borsten? Draag vooral
geen strakke topjes of een lage halslijn. En
als je je buikje wilt verdoezelen, draag dan
bijvoorbeeld een grote broche om het accent
naar je gezicht te verplaatsen. Als je langer wilt
lijken, creëer dan een verticale lijn door
het dragen van een lange ketting
of een los hangende sjaal.
Vermijd glanzende of volumineuze stoffen op plekken waar
je het zwaarst bent.
Impulsaankopen
Als laatste doet Simone een
rondje met alle deelnemers. Ze
hebben allemaal een kledingstuk meegenomen dat ze of nauwelijks dragen of graag tijdens de
feestdagen willen dragen.
‘Ik ben niet zo’n impulskoper. Maar
af en toe overkomt het me toch’,
geeft Kirstin glimlachend toe. ‘Ik heb een apart jasje dat ik eigenlijk
nog nooit aan heb gehad. Maar toch zonde om het ongedragen in
de zak van Max te stoppen. Gelukkig wist de stylist er wel raad mee.’
Ook Anita nam een item mét prijskaartje mee. ‘De verkoopsters in
de winkel vonden het jurkje zo mooi staan. En ik heb me toch laten
overhalen. Nu hangt het in de kast. Het oordeel: horizontale plooien
en dus te krap. Dan zet ik ‘m maar op Marktplaats.’
Met een kleine aanpassing…..
De deelnemers voelen er eigenlijk niets voor om speciaal voor de
feestdagen kledingstukken aan te schaffen. ‘Echt zonde’, zegt Heidi.
‘Ik ben sowieso niet gek op goud en glitters. Het liefst draag ik iets
wat fijn zit.’ Alle dames geven de voorkeur aan het combineren van
hun ‘eigen’ kleding met feestelijke accessoires.
‘Ik kies eerder voor een aparte sjaal of een mooie ketting in plaats
van een nieuwe jurk’, zegt Marja.
Ook daar heeft Simone verschillende tips voor: ‘Met kleine bloemen
die je met een knipje of speld op je kleding kunt bevestigen, creëer
je een feestelijk accent. Als je handig bent met naald en draad, dan
kun je ervoor kiezen om andere knopen op je jasje of jurk te naaien.
Of je vrolijkt die basic blazer op met een gekleurd biesje van satijn.’
Enthousiaste reacties
Volgens de deelnemers een zeer geslaagde avond. ’Simone heeft
een hele rustige en plezierige aanpak. Ze laat iedereen in haar
waarde. Niets is fout, not done of ‘zo 2013’. Dit soort avonden zijn
altijd gezellig met collega’s. Je leert elkaar ook eens op een andere
manier kennen. Simone biedt meer workshops aan bij de Volksuniversiteit, dus ‘zeker voor herhaling vatbaar,’ beamen de collega’s.
Nog meer handige tips:
- Ruim je kast op. Zo heb je een goed overzicht van wat je allemaal hebt.
- Niet alleen zwart kleedt af. Draag ook donkerbruin, bordeauxrood, antraciet of marineblauw.
- Wil je langer lijken? Draag dezelfde kleur broek en schoenen.
- Rond gezicht? Draag een ronde halslijn. Ovaal gezicht?
Draag een ovale halslijn.
Meer tips? Volg ook Simone’s workshop bij de Volksuniversiteit.
Dit jaar staat er nog één cursus gepland op donderdag 18 december van 19.00 tot 22.00 uur. Doe nog gauw een outfit check
bij de Volksuniversiteit en meld je aan via de website.
ROCfort december 2014
25
AGENDA
Maand
a
t/m do g 12 januari
nd
15 janu erdag
a
Vakwe ri 2015
ds
studen trijden
te
Horeca n Horeca,
v
Amster a
dam RA
I
Maand
a
22 dec g
e
t/m vri mber
jd
2 janua ag
r
Kerstv i 2015
akantie
26
ROCfort december 2014
Borgen
Polderwerk
‘Als allochtoon van de degelijk hervormde zandgron-
de Staat van instelling die de inspectie onlangs heeft uit-
den op de Veluwe hoorde ik in mijn jeugd vaak de
gevoerd, borgen wij nu alles wat los en vast zit. Zelfs wat
dominee woorden gebruiken als ‘goedertierenheid,
vastzit, wordt geborgd! Het werkwoord is nog hetzelfde,
barmhartigheid en (zich) geborgen weten’. Wat het
maar het voltooid deelwoord is nu toch wezenlijk anders.
allemaal inhield, wist ik als klein jongetje niet pre-
De kwaliteit wordt niet geborgen, maar geborgd. We hoe-
cies. Maar de woorden klonken wel goed. Het moest
ven de kwaliteit niet te beschermen, maar we zetten de
iets fijns zijn: de barmhartige Samaritaan was im-
kwaliteit vast.
mers een hele aardige man gebleken. Oké, hij was
Door deze borging worden alledaagse schoolhandelingen
natuurlijk een Samaritaan en ik begreep van de do-
opeens exercities. Een simpele repetitie wordt een exa-
minee dat je daar maar beter met een boog omheen
menstuk met bijbehorende protocollen en ingewikkelde
kon lopen, want het waren natuurlijk wel heidenen.
procedures. Handtekeningen op allerlei documenten bor-
Ook had ik geen idee wat dat precies voor volk was,
gen nu de kwaliteit. Hoe meer handelingen, handtekenin-
maar het moest zoiets zijn als de kinderen van de
gen en documenten, des te ‘geborgder’ de kwaliteit klaar-
Openbare school. Geheel en al van God los! Maar
blijkelijk.
wij zongen liedjes over veilig en geborgen. Gebor-
Schrijnend is dat de inspectie heeft gezegd dat er onder-
gen was goed, daar kon je mee thuis komen. Zeker
wijskundig niets loos is, we hebben het in de klas goed
als voltooid deelwoord, dan was het al voor je ge-
voor elkaar, leerlingen tevreden, goede sfeer, er wordt
daan. Ik kan mij niet herinneren dat in mijn jeugd
goed lesgegeven. De leerlingen voelen zich geborgen, zou
iemand ooit het werkwoord borgen gebruikte. Maar
je kunnen zeggen. Probleem is dat men (wie dat dan ook
het betekende toentertijd: in veiligheid brengen, be-
moge zijn) niet ‘in control is’. Dus bedenkt men de ene na
schermen, net als het werkwoord bergen.
de andere heidense oplossing om toch maar vooral aan te
Gedurende mijn adolescentie raakte ik die oude
tonen, dat wat we doen rechtvaardig is in de ogen der in-
woorden en begrippen kwijt. Deels door nieuwe
spectie. Wee uw gebeente wanneer de toorn der inspectie
Bijbelvertalingen, maar grotendeels ook door afne-
op u daalt!
mend kerkbezoek. De begrippen verwaterden, net
Maar wij borgen niet alleen voor de inspectie. Wij doen het
zoals de bijbehorende oordelen uit de jeugd: katho-
ook voor ons eigen gewin. Een voorbeeld daarvan trof ik
lieken bleken prima mensen te zijn en zelfs heidenen
deze week aan omtrent School-EX.: ‘Vanaf januari 2015 is
mocht ik tot mijn vriendenkring gaan rekenen. Mis-
het de bedoeling School-EX te borgen in het proces van de
schien was ik wel goedertieren. Wie zal het zeggen.
loopbaanbegeleiding.’ Met andere woorden: aan het einde
Zo heel af en toe betrapte ik mijzelf nog wel eens
van het schooljaar kun jij als mentor handmatig de gege-
op barmhartigheid. Als een leerling door weer en
vens van vertrekkende leerlingen
wind had getracht op tijd te komen, maar het net niet
in gaan kloppen in een schermpje
had gered, dan toonde ik barmhartigheid en liet hem
zodat per goed ingevuld formulier
druipend van de regen toch toe in mijn les. Maar
het ROC enkele tientallen euri
daar hield het dan ook mee op. De oude woorden
ontvangt, terwijl je die gegevens
van mijn Veluwe verloren hun kracht en waarde ge-
ook al op ouderwets papier hebt
leidelijk aan op mijn nieuwe Twentse grond.
ingevuld. Alsof ik het al niet druk
De laatste tijd echter kan ik geen officieel stuk meer
genoeg heb! Toen schoot mij het
onder ogen krijgen of oude tijden herleven. We gaan
oudtestamentische woord ‘tolle-
borgen. Alles moeten we borgen, maar vooral kwa-
naar’ weer door het hoofd. Bor-
liteit. Was het vroeger gebruikelijk dat je kwaliteit le-
gen: Je zou er een serie over kun-
verde, nu gaan we dezelfde kwaliteit borgen. Door
nen maken!
Bert van de Pol
ROCfort december 2014
27
Colofon
ROCfort is een uitgave van ROC van Twente
en is bestemd voor alle medewerkers.
Redactie
Saskia Blokhuis, Flip de Bruijn, Ynske Draisma,
Anita Gerrits, Nathalie de Jong-Kamphuis, Eric
Kempers, Jos Lindeman, Hans Morssinkhof
(interviews), Elise Slot, Marieke ten Vaarwerk.
Interviews
De interviews in deze ROCfort zijn gemaakt door
Kirstin Anchelon, Flip de Bruijn, Willem Habers,
Hans Morssinkhof, Elise Slot en Marieke ten
Vaarwerk.
Bereikbaarheid redactie
ROC van Twente, t.a.v. redactie ROCfort
Gieterij 200, 7553 VZ Hengelo
Telefoon: (074) 852 51 73
E-mail: [email protected]
Artikelen kunnen worden ingezonden door alle
medewerkers van ROC van Twente (bij voorkeur
per e-mail). Artikelen, illustraties of delen daarvan uit ROCfort kunnen met toestemming
van de redactie en bronvermelding worden
overgenomen.
Ontwerp en realisatie
Grafisch Bureau ROC van Twente,
Roel Pieper en Jos Lindeman
Verschijningsfrequentie
5 keer per jaar, in een oplage van 2450 ex.
Druk
Ricoh-Zalsman Zwolle
Fotografie
Roel Pieper, Maurice Perik, redactieleden e.a.
Kopij voor ROCfort nummer 1 kan
worden aangeleverd tot 9 januari 2015.
Tot ziens