Jaarverslag 2013 - CSG Jan Arentsz

JAARVERSLAG
2013
Stg. Chr. Voortgezet Onderwijs
Alkmaar e.o.
Inhoudsopgave
Bladzijde
Woord vooraf van het College van Bestuur
Jaarverslag Raad van Toezicht
2
4
A
BESTUURSVERSLAG, KENGETALLEN EN GRAFIEKEN
A.1
BESTUURSVERSLAG
A.2
KENGETALLEN
23
A.3
GRAFIEKEN
25
B
Jaarrekening
B.1.1 Balans
7
29
(Na resultaatbestemming)
B.1.2 Staat van baten en lasten
30
B.1.3 Kasstroomoverzicht
31
B.2
32
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
B.2.1 Toelichting op de balans
Overzicht op grond van de Wet overige OCW-subsidies
Model G
G2
Verantwoording van subsidies met bestedingsverplichting en/of
verrekeningsclausule
G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
39
43
B.2.2 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
43
B.2.3 Toelichting op de staat van baten en lasten
45
Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen
B.2.4 Verbonden partijen
B.2.5 Gemiddeld aantal werknemers
C
Overige gegevens
C.1
C.2
Voorstel bestemming saldo baten en lasten
Gebeurtenissen na balansdatum
47
51
51
52
52
Bijlagen
College van Bestuur en Raad van Toezicht met nevenfuncties (per 01-08-2013)
53
Woord vooraf van het College van Bestuur
Governance-structuur
De school werkt sinds 1 augustus 2010 volledig met het College van Bestuur – Raad van Toezicht
model. Dat betekent in de praktijk dat er sprake is van een eenhoofdig College van Bestuur. Deze
wordt ondersteund door een directie, bestaande uit de vestigingsdirecteuren en de directeur bedrijfsvoering, en gecontroleerd door de Raad van Toezicht.
Ontwikkelingen
Het afstemmen van de rolverdeling tussen directie, CvB en RvT vindt op een kritische en prettige
manier plaats. In open dialoog wordt regelmatig geëvalueerd hoe de rollen worden ingevuld. Tussen RvT en CvB is afgesproken om de contacten tussen RvT en het team uit te breiden richting
teamleiders. Daarnaast zullen afhankelijk van het onderwerp vaker teamleden worden uitgenodigd tijdens de vergadering van de RvT.
Rode draad in de ontwikkeling zal ook in de komende periode zijn, het werken aan een excellent
schoolklimaat. De teammonitor die in 2013 in elf teams is afgenomen, laat zien dat er stappen
zijn gezet. Maar, ook is duidelijk dat er nog winst te boeken is bij het realiseren van een gemeenschappelijke pedagogische en didactische aanpak. De opbrengsten van de conferentie, die op 6
januari 2014 Jan Arentsz breed heeft plaatsgevonden, laten zien dat er behoefte is aan het verder
expliciteren van het thema excellent schoolklimaat.
De tegenvallende aanmelding in Langedijk en de daaruit voortvloeiende heroriëntering heeft geleid tot een Jan Arentsz brede ‘profileringsvraag’. Wat onderscheidt de verschillende vestigingen
van elkaar en van de collega scholen(?) is daarbij de centrale vraag. Hoewel in 2013 belangrijke
voortgang is geboekt in het creëren van een gemeenschappelijk Jan Arentsz verhaal, zijn er nog
stappen te zetten.
Hoewel de opbrengsten, zoals deze door de inspectie gemeten worden, voor alle afdelingen (met
uitzondering van de kader afdeling Zorg en Welzijn van het VMC) voldoende zijn, wil de CSG Jan
Arentsz de komende periode bereiken dat de opbrengsten boven het landelijk gemiddelde uit stijgen. De strategische keuze om te werken aan een gemeenschappelijk excellent pedagogisch didactisch klimaat en de integratie van resultaten van onderzoek zijn hierbij leidend.
De tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen laten zien dat er op onderdelen sprake
is van een stijgende lijn. Toch is ook duidelijk dat er de komende jaren ruimte is voor verbetering, vooral op het gebied van didactiek. De onderzoeken vinden plaats in de brugklassen en in
klas 3. Maar ook de opbrengsten van de ouderpanels, lesbezoeken door de directie en het kritische vriend bezoek dat vanuit de stichting Werkkring in 2013 heeft plaatsgevonden, wijzen hierop. We mogen nog meer eisen stellen aan elkaar en aan onze leerlingen.
In het verslagjaar heeft de school verder uitwerking gegeven aan het Convenant Leerkracht en
zijn conform de streefpercentages een aantal LC-functies opengesteld. Daarmee is uitvoering gegeven aan het Plan van Aanpak ‘ Kwaliteit en Perspectief – naar een eigentijds functiegebouw’
van augustus 2009.
Op het gebied van kwaliteitsbeleid blijft het streven om, zoals in het verslagjaar, de data die verzameld worden te gebruiken voor goede gesprekken in de verschillende gremia, waarin betekenis
wordt gegeven aan het kwantitatief verzamelde materiaal.
Hoewel binnen afzienbare tijd ook de regio Alkmaar en omstreken te maken zal krijgen met een
krimp van het leerlingenaantal, zal er geen sprake zijn van een ruime onderwijsarbeidsmarkt. De
vervangingsvraag voor personeel zal toenemen. Dat de CSG Jan Arentsz onderdeel is van de Aca-
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2|Pagina
demische Opleidingsschool Noord-Holland-West geeft de organisatie bij de werving van haar personeel een voorsprong. De infrastructuur die in het verleden is opgebouwd levert echter niet alleen op deze wijze haar bijdrage. Met het, bij ontwikkelingsprocessen voor zittend personeel,
steeds meer gebruik maken van de expertise en vaardigheden van de collega’s die actief zijn in
de opleidingsschool, zal de opleidingsschool een steeds belangrijker rol krijgen in de professionalisering van de CSG Jan Arentsz. Het koppelen van de studentonderzoeken aan de probleemstellingen van teams zal in die zin ook steeds meer een bijdrage gaan leveren.
Scholen werken niet in het luchtledige. Dat geldt ook voor de CSG Jan Arentsz. In de directe omgeving is zichtbaar dat demografische ontwikkelingen ertoe leiden dat de profilering van de vwoafdelingen een extra impuls krijgen. Niet alleen om deze reden, want ook op inhoudelijke gronden, heeft de CSG Jan Arentsz besloten de interne ontwikkelingen op het gebied van ‘onderzoeken en ontwerpen’, een prominenter plek te geven. Deze waren al zichtbaar in verschillende
zogenaamde JacAdemic projecten. Dat heeft geleid tot aansluiting bij het keurmerk van de WONAkademie. Ook wordt aansluiting gezocht bij het Technasium-netwerk in Noord-Holland-Noord in
oprichting. Bovendien is de CSG Jan Arentsz in het verslagjaar toegetreden tot het zogenaamde
Jongeren en Techniek Netwerk (JetNet). In breder verband heeft de school te maken met een
eerder toe- dan afnemende institutionele druk die het meer dan in het verleden noodzakelijk
maakt dat alle geledingen van het Jan Arentsz samen optrekken bij het verwezenlijken van haar
collectieve ambitie. Een duidelijk verhaal, waarin ouders en leerlingen herkennen dat de school
een eigentijds antwoord heeft op maatschappelijke ontwikkelingen. Goede prestaties zijn nodig
om duidelijk te maken waarom de school haar eigen koers vaart en niet zwalkt omdat de politiek
steeds iets anders van haar verlangt.
D. Bruinzeel
Voorzitter College van Bestuur
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
3|Pagina
Jaarverslag van de Raad van Toezicht
1. De samenstelling van de Raad van Toezicht
De personele bezetting van de raad was als volgt:
G.F. Ruiten, voorzitter
Mw. I.M.C. Verweel- Stokman, secretaris
Mw. M. Harlaar (tot 1 augustus 2013)
H.J.M. van Horssen (tot 1 augustus 2013)
J.C. Schouten
J.F.M. Feldberg
Mw. L.A.J. Mulders (vanaf 1 augustus 2013)
C.P.A. Mosch (vanaf 1 augustus 2013)
2. Samenvatting activiteiten Raad van Toezicht
Onder 3 en 4 worden de activiteiten van de Raad van Toezicht opgesomd. In het afgelopen jaar heeft de Raad
van Toezicht speciale aandacht besteed aan de volgende punten.
De Raad van Toezicht heeft verschillende activiteiten vanuit zijn verschillende rollen: het vervullen van de rol
van werkgever van het College van Bestuur, het geven van goedkeuring voor bepaalde documenten of delen
van het beleid en het zijn van een klankbord voor het College van Bestuur. De raad heeft in 2013 vooral veel
aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
BNN-De School: het toelaten van camera’s in de school, met alle mogelijke gevolgen voor leerlingen en leerkrachten is uitgebreid besproken en gevolgd. De raad heeft erop gelet dat het proces tot besluitvorming hierover en de uitkomst in de vorm van een breed draagvlak bij leerkrachten, ouders en leerlingen en de afspraken
die gemaakt konden worden met BNN, voldoende vertrouwen gaven om mee te doen met deze activiteit.
Teamvorming: Het proces van teamvorming is een proces dat van groot belang is voor de onderwijskundige
ontwikkeling van de school. De raad volgt dit proces belangstellend. Hierover is niet alleen met het College van
Bestuur gesproken maar ook met de leden van de directie. Zij hebben aangegeven hoe zij er binnen hun onderdeel invulling aan geven. De komende tijd zal dit een belangrijk onderwerp blijven voor de raad.
Financiële positie: De ontwikkeling van de financiële positie staat onder druk door de voortdurende bezuiniging
van het Rijk. Gelukkig is eind 2013 een extra bijdrage ontvangen door de scholen wegens het herfstakkoord.
Het invullen van de bezuinigingen is breed in de school gedeeld. Het heeft geleid tot ontwikkeling van de financiële positie die beheersbaar is. De raad heeft de jaarrekening en begroting dan ook goedgekeurd.
Continuïteit: De RvT heeft in 2013 op verschillende momenten uitgebreid stilgestaan bij het thema continuïteit.
De meerjarenraming laat zien dat de CSG Jan Arentsz zal moeten bezuinigen. Bij de bespreking van de meerjarenraming, de 4- en 7 maands-rapportage en de begroting 2014 is geconstateerd dat de maatregelen die zijn
genomen vrucht afwerpen. Dat deze maatregelen voor de lange termijn, bij ongewijzigd overheidsbeleid,
onvoldoende zullen zijn heeft de raad ook geconstateerd. De raad is met het CvB van mening dat het snijden in
kwaliteit zo lang mogelijk uitgesteld dient te worden en dat de ingezette koers leidend moet zijn bij het kiezen
van de posten waarop wel of niet bezuinigd kan worden. Dat de financiële buffers voor de kortere termijn nog
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
4|Pagina
voldoende zijn zodat geïnvesteerd kan worden in het creëren van draagvlak voor meer ingrijpende maatregelen, zoals het extensiveren van een deel van de onderwijstijd, is gunstig. Op 7 oktober constateert de RvT tevreden dat het begrotingstekort wordt ingelopen, maar waarschuwt de RvT ook voor de eventuele gevolgen hiervan, het risico van draagvlakverlies bij het personeel voor toekomstige bezuinigingen die noodzakelijk zijn.
Inspectie: Blij was de raad met de positieve ontwikkeling van de uitkomsten van de inspectierapporten. Bij het
Van der MeijCollege, waarin het CSG Jan Arentsz participeert, kon ook een sterke vooruitgang worden geconstateerd.
Verder zijn diverse punten de revue gepasseerd over identiteit, onderwijskwaliteit en specifieke initiatieven op
dat gebied, ouder- en leerlingparticipatie, samenwerking etc. Ook heeft de raad contact gehad met de Medezeggenschapsraad en zijn leden aanwezig geweest bij diverse belangrijke bijeenkomsten.
3. Toezichthoudende activiteiten
Beschreven in artikel 7 van de statuten van de stichting staan de toezichthoudende taken van de raad. Bij het
uitvoeren van de toezichthoudende taken wordt de “Code Goed Onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs”
in acht genomen.De belangrijkste activiteiten in het verslagjaar waren in dit verband:
a. De raad heeft de begroting voor 2013 goedgekeurd.
b. De raad heeft de jaarrekening 2012 en het voorstel voor de resultaatbestemming goedgekeurd.
4. Overzicht van de besproken zaken en ontwikkelpunten in het afgelopen jaar
a. De raad heeft het rooster van aftreden geactualiseerd en vastgesteld.
b. De raad heeft besloten dat ook leden van de raad van toezicht een verklaring omtrent gedrag moeten
kunnen overleggen. Dit is inmiddels voor alle leden gebeurd.
c. De raad heeft kennis genomen van de pogingen om te komen tot meer bestuurlijke samenwerking in de
regio, teneinde de komende krimp van leerlingen het hoofd te bieden.
d. De raad heeft kennis genomen van de plannen van de havo-afdeling om aansluiting te zoeken bij het
Technasium netwerk in oprichting.
e. De raad heeft in het verslagjaar informatie gekregen over de identiteitsconferentie die de commissie identiteit voor tweedejaars docenten organiseert en over de plannen die de commissie heeft in de richting van
de teamleiders.
f. De raad heeft het thema teamvorming en de voortgang daarin regelmatig laten terugkomen op zijn agenda, als belangrijk onderdeel van de strategie.
g. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over analyse en aanpak van de tegenvallende aanmelding in Langedijk.
h. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de wijze waarop de Balanced Scorecard bij de vieren zevenmaands rapportage is benut door het CvB, als evaluatiehulpmiddel bij het meerjaren strategisch
beleid.
i. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de meerjarenraming.
j. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de vorderingen gemaakt door de werkgroep taakbeleid, die als opdracht heeft het taakbeleid te evalueren met als centrale vraag wat er moet veranderen om
het taakbeleid ondersteunend te laten zijn aan de strategische keuzes die zijn gemaakt.
k. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de initiatieven van de school op het gebied van Internationalisering en de vorderingen op dit gebied.
l. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de initiatieven van de school op het gebied van de
informatisering van het onderwijs. De raad heeft kennis genomen van de wijze waarop vanuit de directie
de secties worden gestimuleerd om meer digitale leermiddelen te gaan gebruiken.
m. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de ontwikkelingen in de academische opleidingsschool waarvan de CSG Jan Arentsz onderdeel uitmaakt.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
5|Pagina
n. De raad heeft kennis genomen van het project Ruimte voor Professionals van de stichting Werkkring,
waarin de CSG Jan Arentsz participeert.
o. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over het verder profileren van de vwo-afdeling door het
uitbreiden van JAcademic naar de onderbouw, door aansluiting bij het keurmerk van de WON Akademie
(Wetenschap oriëntatie Nederland).
p. De raad heeft kennis genomen van de uitkomsten van de zogenaamde teammonitor onderwijspersoneel
en het werkdrukonderzoek ondersteunend personeel.
q. Leden van de raad hebben in het verslagjaar vergaderingen bijgewoond van contactoudergroepen, evenals ouderraad- en medezeggenschapsraadsvergaderingen.
r. De raad heeft kennis genomen van de bevindingen van de inspectie met betrekking tot de vwo-en de vmbo
GT- afdelingen. De raad geeft daarbij aan blij te zijn met de vorderingen die geboekt worden.
s. De raad heeft kennis genomen van de uitslagen van de tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen, die gemiddeld een stijgende lijn laten zien.
t. De raad heeft het aangepaste treasurystatuut goedgekeurd.
u. De raad heeft zich via presentaties van de directie op de hoogte gesteld van de wijze waarop per vestiging
en door de afdeling bedrijfsvoering werk wordt gemaakt van het concretiseren van de collectieve ambitie
zoals die in het meerjaren strategie document is verwoord.
v. De raad heeft zijn eigen functioneren geëvalueerd.
w. Tijdens zijn jaarlijkse studieavond heeft de raad een van de schrijvers/onderzoekers “Niet onwettig, wel
onwenselijk” uitgenodigd. Tijdens deze avond zijn lessen getrokken uit de casus Amarantis.
x. De raad heeft kennis genomen van het unanieme advies van de medezeggenschapsraad om mee te werken aan de documentaire DeSchool van BNN en Submarine, en van het besluit van het CvB om dit advies
over te nemen. De Raad heeft zich tijdens het proces ervan vergewist dat er sprake was van draagvlak bij
ouders, leerlingen en personeel door zelf ook met een aantal leden aanwezig te zijn bij een aantal meningsvormende bijeenkomsten met personeel, ouders en leerlingen.
y. De raad is in het verslagjaar op de hoogte gesteld van twee waarschuwingen die zijn uitgedeeld aan personeelsleden.
4. Toekomstige ontwikkeling van het toezicht
De invoering van de Balanced Scorecard in het verslagjaar laat zien dat in de toekomst een systematische
strategische update mogelijk is. De lessen die tijdens de studieavond over het echec bij Amarantis zijn getrokken, laten zien dat een dergelijke systematiek nodig is. Zo kan de raad op aggregatieniveau nagaan of
er voortgang is en daar waar deze ontbreekt besluiten om meer de diepte te zoeken. Datzelfde kan gezegd
worden over het besluit om daar waar mogelijk ook vergaderingen van ouderraad, contactoudergroepen en
medezeggenschapsraad te bezoeken. Ook deze bezoeken dragen bij aan het proces van beeldvorming over
de kwaliteit van het bestuur en van hetgeen dat orgaan voortbrengt.
Bij de verdere ontwikkeling van de school is ons vertrouwen gericht op God en mensen en vinden wij onze inspiratie in de blijde boodschap voor mensen uit het Evangelie. Wij weten ons daarbij verantwoordelijk voor alles
wat wij hebben ontvangen als een zinvolle opdracht gericht op de ontwikkeling van onze leerlingen en ten dienste van onze omgeving. Wij hopen dat in die overtuiging alle inzet, geleverd vanuit een gastvrije en zorgzame
houding, vrucht mag dragen.
G.F. Ruiten
Voorzitter Raad van Toezicht
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
6|Pagina
A
BESTUURSVERSLAG, KENGETALLEN EN GRAFIEKEN
A.1 Bestuursverslag
Algemene informatie
Kernactiviteiten
De Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar en omstreken heeft tot doel
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs,
algemeen vormend onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs te bevorderen. Deze
doelstelling wordt nagestreefd door het in
stand houden van de Christelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz. Zij verzorgt
voortgezet onderwijs voor scholieren in het
vmbo, de havo, het atheneum en het gymnasium. Een groot deel van de leerlingen is
afkomstig uit Alkmaar en directe omgeving
(buurgemeentes), ca. 80%. Het andere
deel, ca. 20%, komt van de verder gelegen
dorpen in alle windrichtingen.
1.
2.
3.
4.
5.
Juridische structuur
De rechtspersoonlijkheid is een stichting.
De stichting is opgericht in 1995, na een
fusie van een vereniging en twee stichtingen.
Statutaire vestigingsplaats en adres
De Stichting is gevestigd in de statutaire
vestigingsplaats Alkmaar, aan de Mandenmakerstraat 11.
Identiteit, missie, visie en ambitie
Ouders van CSG Jan Arentsz noemen de
school betrokken en betrouwbaar. Betrokken en betrouwbaar zijn twee van de in
totaal vijf kernwaarden (de zogenaamde
vijf B’s) die de medewerkers van de school
heel erg de moeite waard vinden. Betrokken, betrouwbaar, binden, boeien en bewegen! Deze 5 B’s helpen ons om trouw te
blijven aan wat we in het verleden met elkaar hebben opgebouwd. Ze helpen ons
ook om het Jan Arentsz nog beter vorm te
geven. Kernwaarden hebben immers alleen
waarde als we ze vertalen in wat we ‘goed
gedrag’ vinden in situaties in de dagelijkse
praktijk.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
De CSG Jan Arentsz kenmerkt zich in de
eerste plaats door haar open christelijke
identiteit, waarin we vertrouwen in elkaar
en in elkaars mogelijkheden en talenten.
We voelen ons thuis bij het erfgoed van
onze christelijke identiteit en willen onze
leerlingen, ouders en medewerkers vanuit
een open, respectvolle benadering daarin
laten delen. In het beleidsplan Identiteitsontwikkeling wordt uitgewerkt hoe we samen werken aan dit deel van de schoolcultuur. Uit onze missie en visie valt onze ambitie af te leiden. De CSG Jan Arentsz wil
een school zijn die leerlingen:
Helpt om hun talenten te ontdekken en te
ontwikkelen;
Zin in leren bijbrengt;
Stimuleert sociaal te groeien;
Leert om op een positieve manier naar
zichzelf te kijken; en
Een goede basis laat verwerven voor hun
vervolgopleiding en hun plek in de maatschappij. Voor een uitgebreide beschrijving
van missie, visie en ambitie: zie www.ja.nl
Organisatiestructuur
De Christelijke Scholengemeenschap Jan
Arentsz is een, vanuit een eenhoofdig College van Bestuur geleide organisatie. Het
CvB is verantwoordelijk voor het strategisch
beleid, de beleidsontwikkeling en de samenwerking met andere organisaties in de
regio. Uitvoerende, tactische verantwoordelijkheden, maar ook enkele specifieke onderdelen van de beleidsontwikkeling ten
aanzien van het onderwijs-, personeels- en
huisvestingsbeleid en een deel van de contacten met derden, zijn gemandateerd aan
de vestigingsdirectie van de vier vestigingen en de directeur bedrijfsvoering.
Drie van deze vestigingen, de twee vestigingen aan de Mandenmakerstraat en de
vestiging vmbo-beroepsonderwijs ‘Zorg en
Welzijn’ van het ‘Van der Meij College’ liggen in de gemeente Alkmaar. De vierde ligt
in de gemeente Langedijk. Het CvB en de
afdeling bedrijfsvoering zijn gehuisvest in
het gebouw aan de Mandenmakerstraat te
Alkmaar.
7|Pagina
De vestiging Mandenmakerstraat vmbo
heeft
de
vmbo-beroepsgerichte
en
vmbo/havo-brugklassen en omvat voorts
leerjaar 2 in de beroepsgerichte en 2 tot en
met 4 in de theoretische en gemengde
leerwegen. De leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen krijgen na leerjaar 2 toegang tot de beroepsgerichte leerwegen van
het vmbo, die verzorgd worden op het Van
der Meij College. Lwoo-leerlingen zijn verspreid over de klassen.
De vestiging Mandenmakerstraat havo/vwo
omvat alle leerjaren havo, atheneum en
gymnasium.
De vestiging Bosgroet in Zuid-Scharwoude
(gemeente
Langedijk)
heeft
vmbo-,
vmbo/havoen
havo/vwo-brugklassen.
(Ook hier kan een lwoo-traject worden
aangeboden aan de vmbo-leerlingen die dat
nodig hebben.) Na de brugklas worden de
leerlingen geplaatst in de afdelingen vmbo,
havo of atheneum. Na het derde leerjaar
havo of atheneum kunnen de leerlingen hun
opleiding vervolgen op de vestiging Mandenmakerstraat tweede fase.
De vestiging ‘Zorg en Welzijn’ in het Van
der Meij College is een vestiging waarin op
grond van een samenwerkingsovereenkomst wordt samengewerkt met de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs NoordHolland-Noord (‘SOVON’). Daartoe is de
coöperatie Van der Meij College opgericht,
waarvan ons bestuur en het SOVONbestuur de dragende besturen zijn. Het cooperatiebestuur treedt op als beheerder van
gebouw en goederen, niet als werkgever of
bevoegd gezag.
In de vestiging die is ondergebracht in het
Van der Meij College verzorgen wij het onderwijs en het personeelsbeleid in de sector
Zorg en Welzijn voor het derde en vierde
leerjaar van de beroepsgerichte leerwegen
in het vmbo.
Governance
De ‘Code Goed Onderwijsbestuur Voortgezet Onderwijs’ wordt nageleefd.
Klachtenafwikkeling
De school hanteert een klachtenregeling,
die is gepubliceerd op de website van de
school, www.ja.nl.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Toelaatbaarheid en toegankelijkheid
De school is toegankelijk voor alle leerlingen die kunnen voldoen aan de toelatingseisen, zoals verwoord op de website
van de school bij de rubriek ‘Aanmelden’.
Aan ouders en leerlingen wordt bij de inschrijving gevraagd of zij de grondslag van
de school kunnen onderschrijven dan wel
respecteren. Daarmee beogen we als open
christelijke school, dat alle leerlingen met
instemming van hun ouders kunnen meedoen aan de identiteitsactiviteiten die wij in
het kader van onze vorming en ons onderwijs aanbieden, zoals dagopeningen, de
vieringen en de lessen godsdienst.
De CSG Jan Arentsz is onderdeel van het
samenwerkingsverband VO/SVO NoordKennemerland. Binnen dit samenwerkingsverband is de afgelopen jaren hard gewerkt
aan de invoering van Passend Onderwijs.
Het samenwerkingsverband heeft in die
periode een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen ontwikkeld. De CSG Jan
Arentsz heeft, zoals de andere scholen in
samenwerkingsverband, in haar schoolondersteuningsprofiel beschreven welke basisondersteuning en welke extra ondersteuning voorhanden is. Mocht een leerling zich
aanmelden met een zodanig complexe ondersteuningsproblematiek, dat deze niet
door de school adequaat begeleid kan worden, dan zijn er binnen het samenwerkingsverband voldoende mogelijkheden om
een passende onderwijsplek te realiseren.
Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid
Scholen werken niet in het luchtledige. Dat
geldt ook voor de CSG Jan Arentsz. In het
vorige verslagjaar werd in de directe omgeving zichtbaar dat demografische ontwikkelingen ertoe leiden dat de profilering van de
vwo-afdelingen een extra impuls krijgt.
Hierop heeft de CSG Jan Arentsz in het verslagjaar 2012 een begin van een antwoord
geformuleerd. In 2013 heeft het profileren
van het projectonderwijs dat al plaatsvond
in het zogenoemde JacAcademic, geleid tot
aansluiting bij de WON-Akademie en bij het
Jongeren en Techiek Netwerk (JetNet). Het
8|Pagina
WON-keurmerk is inmiddels ook toegekend.
In breder verband heeft de school eerder te
maken met een toe- dan een afnemende
institutionele druk, die het meer dan in het
verleden noodzakelijk maakt dat alle geledingen van de CSG Jan Arentsz samen optrekken bij het verwezenlijken van haar
collectieve ambitie. Een duidelijk verhaal,
waarin ouders en leerlingen herkennen dat
de school een eigentijds antwoord heeft op
maatschappelijke ontwikkelingen. Goede
prestaties zijn nodig om duidelijk te maken
waarom de school haar eigen koers vaart,
en niet zwalkt omdat de politiek steeds iets
anders van haar verlangt. De strategische
keuzes die gemaakt zijn, vormen geen
breuk met het verleden, maar zorgen wel
voor andere accenten. De CSG Jan Arentsz
heeft op basis hiervan in het verslagjaar de
focus gelegd op een viertal zaken.
1. Horizontalisering van het veranderproces.
2. Het integreren van wetenschappelijke inzichten over ‘wat werkt’ met de
impliciete kennis die bij onze goede
docenten aanwezig is.
3. Het creëren van ‘gelegenheid’ om
met elkaar het gesprek te voeren
over onderwijs en leerlingbegeleiding.
4. Het in de etalage zetten van de
‘bloemen die bloeien’ in boeketvorm.
1. Horizontalisering
Hiermee bedoelen we dat we in veranderingsprocessen meer invloed willen geven
aan alle betrokkenen tijdens het denkproces. Dat geldt ook voor het proces van reflectie en evaluatie als veranderingsprocessen eenmaal hun beslag krijgen. Met betrokkenen bedoelen we personeel, ouders
en leerlingen. Op een aantal terreinen heeft
deze horizontalisering haar beslag gekregen. Zo is het personeel gevraagd mee te
denken over de noodzakelijke bezuinigingen en over de realisatie van een taakbeleid dat past bij de teamvorming die plaatsvindt.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2. Integratie van wetenschappelijke inzichten
Het kennis nemen van wat er aan resultaten bekend is uit vijfendertig jaar onderwijsonderzoek kan ons helpen om onze
kennis over de dagelijkse praktijk te koppelen aan wat uit onderzoek bekend is. Op
alle vestigingen wordt op dit moment expliciet gewerkt aan het doorvoeren van elkaar
aanvullende concepten, die bovendien de
toets van vijfendertig jaar onderzoek kunnen doorstaan.
Waar Langedijk en de vestiging VMBO Alkmaar zich, onder begeleiding van Peter
Teitler (lessen in orde), al langer vooral
richten op het creëren van een gemeenschappelijk pedagogisch klimaat, heeft het
lyceum onder druk van de mindere examenresultaten van 2009 eerder gekozen
voor het met elkaar doordenken van het
zogenaamde ‘leren1/leren2’ concept. In het
lyceum is sterk geïnvesteerd in de coaching
van leerlingen. In het verslagjaar is de
vwo-afdeling gestart met een professionaliseringstraject door middel van lesbezoeken
en collegiale consultatie, daarbij begeleid
door de opleiders vanuit de opleidingsschool. Vanuit de opleidingsschool vindt ook
begeleiding plaats van enkele nieuwe teamleiders. In de havo-afdeling is momenteel
sprake van integratie van coaching- en
mentoruren. In het vmbo in Alkmaar wordt
gewerkt aan de invoering van een vergelijkbaar didactisch concept, RTTI genaamd.
Dat laatste geldt ook voor de vestiging Langedijk. In het vwo is inmiddels ook een
groep docenten gestart met het onderzoeken van de mogelijkheden van RTTI
voor haar onderwijs.
De keuze voor RTTI laat ook zien dat er
door de vestigingen werk wordt gemaakt
van het thema integratie van wetenschappelijke inzichten. De nadruk die hierbij ligt
op formatief toetsen en op het geven van
feedback, waarmee de leerling aantoonbaar
betere resultaten boekt in de leercyclus,
heeft als positief neveneffect dat de gesprekken binnen de teams en met de ouders een kwalitatieve impuls krijgen.
Kern bij de concepten die momenteel op
alle vestigingen worden ingevoerd, is ook
9|Pagina
dat zij laten zien dat het werkklimaat in de
klas niet los kan worden gezien van de rest
van de school.
De afdeling Zorg en Welzijn van het VMC
heeft in het verleden gekozen voor het PBS
concept (Positive Behaviour Support). Nu
dit succesvol blijkt als pedagogisch concept
in de gemeenschappelijke ruimtes, is in het
verslagjaar een begin gemaakt met de invoering van PBS in de lessen. Daarbij wordt
gebruik gemaakt van een vorm van praktijkonderzoek die de afdeling Special Educational Needs van de Vrije Universiteit naar
Nederland heeft gehaald, het zogenaamde
lesson study. Het gaat hier om een methode van praktijkonderzoek waarbij docententeams samen lessen ontwerpen, uitvoeren
en evalueren.
3. Creëren van ‘gelegenheid’
Zonder gelegenheid om elkaar te spreken,
standpunten uit te wisselen en elkaar goed
te leren kennen, zal er weinig veranderen.
Door het creëren van teams die een duidelijke opdracht hebben op pedagogisch didactisch gebied is de benodigde veranderruimte ontstaan. Gedragsverandering ontstaat niet alleen door ‘gelegenheid’. Bij de
invoering van de teamstructuur waren we
ons ervan bewust dat we aandacht moeten
blijven besteden aan de dialoog waarin de
visievorming langzamerhand concreter kan
worden en richtinggevend voor de dagelijkse praktijk. Ook realiseerden we ons dat we
daar waar teamleiders dit van ons vragen,
ervoor moeten zorgen dat er voldoende
ondersteuning is op het gebied van kennis
en vaardigheden. In het verslagjaar is
daarom nagedacht over en uitvoering gegeven aan de vorm waarin de komende
jaren de teamleiders kunnen worden ondersteund bij hun ‘trektocht’.
Belangrijk in dit verband is ook dat bedrijfsvoering weet heeft van het proces en
dit waar mogelijk ondersteunt en in toenemende mate als hitteschild fungeert als
druk van buiten de koers bedreigt of door
haar werkzaamheden en adviezen het primaire proces ondersteunt.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
4. De 3 K’s
Kenmerken
Kwaliteit
Klimaat
Scholen worden beoordeeld op Kwaliteit
(in de zin van rendement en opbrengsten),
op onderwijs Kenmerken en op school
Klimaat. Externe evaluaties lieten in het
verleden zien dat de CSG Jan Arentsz op
geen van de drie terreinen excelleert. De
strategische keuze van de vestigingen in
Alkmaar uit het verleden, voor een excellent schoolklimaat, worden steeds beter
waargemaakt. Waar Jan Arentsz Langedijk
van meet af aan de focus gelegd heeft op
excellentie op het gebied van onderwijskenmerken, heeft de heroriëntatie die heeft
plaatsgevonden als gevolg van de mindere
aanmelding in 2011 en 2012, ertoe geleid
dat ook hier de focus is komen te liggen op
het streven naar een excellent schoolklimaat. Voor alle vestigingen geldt dat met
het vormen van teams een begin is gemaakt met de weg omhoog. De teammonitor laat zien dat het vertrouwen in elkaar
en in de leiding groeiende is en dat er motivatie is om te werken aan de gemeenschappelijke opdracht. De opbrengstenkaarten laten voor alle afdelingen een positieve ontwikkeling zien en er is, met uitzondering van de afdeling kader Zorg en Welzijn van het VMC, sprake van een toekenning van het basisarrangement door de
inspectie.
De stijgende lijn in resultaten en in tevredenheid bij ouders en leerlingen van de
brugklassen bevestigt ons in de overtuiging
dat het verder werken aan een excellent
schoolklimaat, via een omweg, een kwaliteitsverbetering tot gevolg zal hebben.
Werd in vorige jaarverslagen nog opge-
10 | P a g i n a
merkt dat de CSG Jan Arentsz op het terrein van onderwijskenmerken onvoldoende
in staat was een geloofwaardig alternatief
neer te zetten tegenover concepten als
tweetalig onderwijs, LOOT, enzovoorts, dan
kan nu vermeld worden dat met het versterken en uitbreiden van het bestaande
JacAdemic-concept, wat ook heeft geleid tot
het verwerven van het WON-keurmerk, een
aantrekkelijk alternatief gevormd is.
Leerlingen
Van oudsher wordt op school positieve persoonlijke aandacht voor de leerlingen belangrijk gevonden. Het beleid van de school
is erop gericht de leerling zo goed mogelijk
op te vangen en zich snel te laten thuis
voelen op onze school. Er is daarom veel
aandacht voor het mentoraat. We hanteren
daarbij een leerlingvolgsysteem. Nieuwe
leerlingen krijgen van hun mentor een introductieprogramma om wegwijs te worden
op onze school. De mentor bezoekt de
brugklasleerling en de ouders thuis in de
loop van het eerste schooljaar, en waar
nodig ook in de volgende jaren. Veel zorg
wordt besteed aan een veilig leef- en leerklimaat. Toch lieten tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen in het
verleden zien dat het nagestreefde excellente schoolklimaat er nog niet was. De
tevredenheid over het mentoraat en de
veiligheid scoren in de recente brugklasonderzoeken hoger. De zogenaamde LAKS
vragenlijst wordt tweejaarlijks afgenomen
en zal in 2014 een beeld geven van eventuele vorderingen op dit terrein. Hiervoor is
al aangegeven hoe de school in de toekomst wil werken aan excellentie door
teamvorming, horizontalisering en het integreren van ‘wat werkt’ in de dagelijkse
praktijk. In het verslagjaar heeft, om die
ruimte te creëren, de teamstructuur vorm
gekregen.
Veel tijd wordt geïnvesteerd in de begeleiding en opvang van leerlingen met problemen. De school werkt hierin nauw samen
met de partners in het regionale samenwerkingsverband voor de leerlingenzorg, de
leerplichtambtenaren en de gemeentes.
Binnen het samenwerkingsverband is in het
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
verslagjaar veel werk verzet om voorbereid
te zijn op de invoering van de wet passend
onderwijs. In het verslagjaar bleef het aantal voortijdig schoolverlaters in het samenwerkingsverband en de CSG Jan Arentsz
verder afnemen. In dat verband mag niet
onvermeld blijven dat het samenwerkingsverband door haar successen, in Nederland
gezien wordt als een koploper en een voorloperstatus heeft gekregen.
De school heeft een enthousiaste en groeiende leerlingenraad, die zich in het verslagjaar o.a. met succes heeft ingezet voor de
uitgave van een schoolkrant, een evenementencommissie heeft opgezet en onderzoek heeft gedaan naar de tevredenheid
over de kantine. De leerlingenraad is met
vier leden ook nauw betrokken bij de medezeggenschapsraad. Ook buiten de leerlingenraad of in samenwerking met de leerlingenraad worden door leerlingen steeds
meer initiatieven genomen. In 2013 organiseerden leerlingen ter inspiratie van hun
collega-leerlingen een inspiratiedag en was
er opnieuw een groep leerlingen die zorgde
voor een ‘Paarse Vrijdag’.
Ouders
Het contact met de ouders onderhoudt de
school middels brieven, de website, met
ouderavonden en spreekuren. Samen met
de ouders is enkele jaren geleden besloten
om het contact meer langs digitale weg te
laten verlopen. Deze digitale communicatie
raakt inmiddels ingeburgerd. Daarnaast
heeft elke vestiging zijn contactoudergroep,
die periodiek overleg voert met de vestigingsdirectie over het gevoerde vestigingsbeleid. De overkoepeling daarvan is de ouderraad, die samen met de voorzitter CvB
de MR-vergadering voorbereidt. De ouders
zijn met vier personen vertegenwoordigd in
de MR. In het verslagjaar is een begin gemaakt met zogenaamde ouderpanels, een
groep ouders die een paar keer per jaar
gevraagd wordt digitaal input te leveren
rond een door de school gekozen thema.
Personeel
Centraal in ons personeelsbeleid staat de
professionalisering van schoolleiding en
leraren. Niet als doel op zich, maar als mid-
11 | P a g i n a
del om te komen tot goed onderwijs. Uiteraard is daarbij ook aandacht voor de ontwikkeling van het personeel in relatie tot
hun loopbaan. Bij dit streven maakt de CSG
Jan Arentsz gebruik van de gesprekscyclus
en een 360 graden feedbacksysteem. In het
verslagjaar is er ook voor het management
een 360 graden feedback instrument ontwikkeld. Dit instrument is gebaseerd op de
zeven domeinen van leiderschap die in opdracht van de VO-raad zijn ontwikkeld ten
behoeve van het bekwaamheidsdossier van
schoolleiders.
Overigens staat het personeelsleden vrij om
op een andere wijze hun eigen feedback te
halen.
In het verslagjaar hebben we verder nagedacht over zowel de horizontale als verticale integratie van ons personeelsbeleid.
Hieronder verstaan we dat we inzet, kennis
en bekwaamheden van onze medewerkers
en inhoudelijke en organisatorische doelen
van de school doorlopend op elkaar proberen af te stemmen.
Al een aantal jaren werken we aan een infrastructuur voor het opleiden in school. We
ontvingen er van de overheid ook een
(overbruggings-)subsidie voor, in het kader
van de ‘Dieptepilot voor de opleidingsschool
en de academische school’. In 2010 (januari) verkregen we de definitieve status van
Academische opleidingsschool.
Voor de verantwoording van het gevoerde
personeelsbeleid en de behaalde resultaten
wordt sinds 2010 verwezen naar Vensters
voor Verantwoording (www.schoolvo.nl).
De volledigheid van de inhoud van Vensters
voor Verantwoording zal de komende jaren
steeds meer verbeteren. Om te voorkomen
dat op verschillende plaatsen en momenten
informatie moet worden verschaft en om de
eenduidigheid te bewaren, is ertoe besloten
om zo veel als mogelijk naar Vensters voor
Verantwoording te verwijzen. Via Vensters
voor Verantwoording kan het schoolresultaat ook worden vergeleken met de resultaten van andere scholen. Over 2013 is sprake van een daling van het ziekteverzuim bij
het onderwijzend personeel, en een stijging
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
bij het ondersteunend personeel en bedrijfsvoering. Bij de laatste groep zijn er 2
langdurig zieke personeelsleden, procentueel gezien heeft dit grote invloed. In de
groep onderwijzend personeel is het verzuimpercentage met de oorzaak psychische
overbelasting hoog (20,23%). Aangezien
het hier ook vaak om langdurig verzuim
gaat leidt dit tot een hoog percentage. Het
percentage griep/verkoudheid bedraagt in
deze categorie 21,02%. Ten opzichte van
het landelijk gemiddelde steken de verzuimpercentages nog steeds gunstig af
(landelijke
gegevens
CBS
onderwijs
5,05%).
Verzuimcijfers personeel
OP
2011
2012
2013
Ziekteverzuimpercentage
3,24
4,62
3,85
Meldingsfrequentie
1,07
1,68
1,73
Gem. ziekteverzuimduur
7,6
6,7
5,5
Nulverzuim
51,66
39,62
37,46
OOP
2011
2012
2013
Ziekteverzuimpercentage
7,59
3,49
4,52
Meldingsfrequentie
0,97
1,13
1,06
Gem. ziekteverzuimduur
6,9
5,2
4,7
Nulverzuim
54,55
46,55
49,06
Onderwijs
Doelstelling
Belangrijke onderwijsdoelen voor het verslagjaar waren:

Het verder versterken van de onderwijskwaliteit.
In de paragraaf ‘resultaten en ontwikkelingen’ wordt duidelijk dat de vwoafdeling de opgaande lijn heeft doorgetrokken in het verslagjaar. Maar ook de
andere afdelingen en de kaderafdeling
van Zorg en Welzijn van het VMC, laten
een stijgende lijn zien op hun opbrengstenkaart. De kaderafdeling Zorg en
Welzijn, heeft weliswaar in het verslagjaar betere opbrengsten, maar over
een periode van drie jaar gemeten (dat
is de periode die de inspectie hanteert
bij haar opbrengstenkaart) is er nog
12 | P a g i n a
sprake van onvoldoende opbrengsten.
Door de unieke opzet van het VMC
staat nu een deel van een sector onder
toezicht van de inspectie. Was er sprake geweest van een school, dan had
het VMC een voldoende opbrengstenkaart. Dit laat onverlet dat het inspectieoordeel een goede stimulans is om
de ingezette verandering die nodig is
om te werken aan kwaliteit, bij de sector Zorg en Welzijn verder vorm te geven.


De doorstroming Langedijk-Alkmaar
voor wat betreft de havo- en vwoleerlingen is in het verslagjaar verder
verbeterd door gezamenlijke initiatieven van de betrokken teamleiders uit
beide vestigingen.
Een betere samenwerking tussen onderbouw (CSG Jan Arentsz) en bovenbouw (Van der Meij College) voor het
vmbo-beroepsonderwijs.
In het vorige verslagjaar is door de directeuren van de moederscholen (OSG
Willem Blaeu, Stedelijk Dalton College
Alkmaar, vestiging vmbo Jan Arentsz
Alkmaar) en het VMC hard gewerkt aan
het verwezenlijken van een collectieve
ambitie, ‘Samen 1 top vmbo’. Om deze
ambitie verder vorm te geven en uit te
werken is toen voor al het vmbopersoneel van de moederscholen en het
personeel van het VMC een conferentie-dag georganiseerd. Met de opbrengsten van die dag wordt nu verder gewerkt aan het creëren van de collectieve ambitie.
Resultaten en ontwikkelingen
In het verslagjaar zijn de opbrengsten van
alle afdelingen, over een periode van drie
jaar gemeten, met uitzondering van de kaderafdeling Zorg en Welzijn van het VMC,
voldoende.
Zorg
De school spant zich doorlopend in om het
voortijdig schoolverlaten terug te dringen
en werkt daarin nauw samen met de andere scholen in de regio. In de voorgaande
jaren wist de school de met de overheid
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
overeengekomen doelstellingen van de
vermindering van de uitval te halen. Het
Van der Meij College participeert mede namens Jan Arentsz in het project ‘Plusjongeren’. Tevens is met de regioscholen in
het verslagjaar hard gewerkt aan de voorbereiding van de invoering van 'passend
onderwijs'. Het Ondersteuningsplan 20142018 is in concept gereed en de ambitie om
alle leerlingen in onze regio een plek te bieden lijkt te kunnen worden waargemaakt.
De goede onderlinge afstemming in het
Regionaal Samenwerkingsverband van de
scholen maakt een optimale inzet van de
mogelijkheden haalbaar.
Taal- en rekenonderwijs
In het kader van de ‘Regeling kwaliteit voort-
gezet onderwijs’ is er ook in 2013 bijzondere aandacht geweest voor de kwaliteit van
het taal- en rekenonderwijs. In 2008 was al
onderzocht welke problemen de school tegenkomt bij het reken- en taalonderwijs.
Vervolgens is er in 2009 een verbeterplan
opgesteld, met inzet van al bestaande activiteiten (hulplessen, dyslexie- en dyscalculietesten) èn met inzet van nieuwe (digitale) middelen en methoden. Op alle vestigingen zijn docenten aangesteld met de
opdracht uitvoering te geven aan het verbeterplan, namelijk de kwaliteit van het
reken- en taalonderwijs te helpen verhogen. Docenten volgden daarnaast een scholing ‘coaching’ om de leerlingen beter te
kunnen begeleiden. Eén docent volgde eerder een meerjarige cursus gericht op het
specifiek begeleiden van hoogbegaafde
leerlingen, die weer om een andere aanpak
vragen. In 2010 werd al professionele samenwerking gezocht met het APS en het
CPS om een taal-verbeter-beleid te leren
opzetten. Aan dit beleid is in 2012 verder
vormgegeven. Voor remedial teaching is in
2010 een nieuwe rekenmethode aangeschaft. Schoolleiding en docenten volgen de
ontwikkelingen op de voet, met extra scholing en het bezoeken van werkconferenties.
In 2012 is een rekenprogramma voor de
bovenbouw havo/vwo opgesteld om ervoor
te zorgen dat de leerlingen goed voorbereid
de rekentoets doen.
13 | P a g i n a
Goede en betrouwbare schoolexamens
In het kielzog van de zogenaamde 90dagen plannen die zijn gestart om te komen tot betere opbrengsten in de vwoafdeling, zijn de secties in 2011 aan de slag
gegaan met het verbeteren van de kwaliteit
van de schoolexamens. Ook wordt nu meer
dan in het verleden werk gemaakt van het
analyseren van de resultaten die door de
leerlingen behaald worden bij de centrale
examens. Dat geldt niet alleen voor de
vwo- afdeling. Ook in de andere afdelingen
is, naar voorbeeld van het vwo, werk gemaakt van het thema opbrengstgericht
werken. Bij de jaarlijkse sectiegesprekken
met de directie staat het thema ‘goede en
betrouwbare examens’ standaard op de
agenda.
(Zeer) zwakke scholen weer goed, goede scholen nog beter
Eerder in dit verslag is al melding gemaakt
van het feit dat de kaderafdeling Zorg en
Welzijn over een periode van drie jaar gemeten zwak bevonden is door de inspectie.
Tijdens het verslagjaar constateerde de
inspectie dat er duidelijke vorderingen zijn
gemaakt, die vertrouwen geven dat de beoordeling van zwak naar voldoende zal
gaan. De interventies die zijn gedaan op
het gebied van teamvorming en didactiek
werpen hun vruchten af.
Uitblinken op alle niveaus en een passende kwalificatie voor alle leerlingen
In het algemeen geldt dat de CSG Jan
Arentsz zich inspant om de leerlingen zodanig te begeleiden, dat zij tenminste het
schooladvies realiseren.
Meer aandacht aan excellentie is in het verslagjaar gegeven via de zogenaamde gymnasium+ projecten en door het aanbieden
van JacAdemic projecten. Nieuw zijn in dit
verband ook de zogenaamde WON-uren
waarin de leerlingen van de brugklas zich
oriënteren op de wetenschap. Daarbij worden leerlingen via lezingen en masterclasses gestimuleerd meer uit zichzelf te halen.
Burgerschapsvorming
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
De maatschappelijke stage draagt bij aan
burgerschapsvorming. Met de maatschappelijke stage leveren de leerlingen een onbetaalde bijdrage aan de samenleving. De
school organiseert de maatschappelijke
stage voor het grootste deel zelf; voor een
deel van de activiteiten worden externe
organisaties ingeschakeld, al dan niet met
tussenkomst van de Vrijwilligers Centrale
Alkmaar (VCA). Binnen de gemeente Alkmaar is overleg met andere scholen en VCA
over vormgeving, samenwerking en afstemming. Op de verschillende vestigingen
is het afgelopen jaar weer ervaring opgedaan met de maatschappelijke stage. Daar
ging het soms om kleine activiteiten in de
vorm van Goede-doelen-projecten (sponsorloop, sponsorschaatsen, Zip Your Lip),
Amnesty-acties e.d. Ook de paasbloemenactie is een activiteit in het kader van de
maatschappelijke stage. Verder waren er
enige grotere projecten in school zoals
hulpmentoraat (MV), leerling kantine (L),
inzet van leerlingen bij open dagen (L) en
het project Schoolwacht (L). Daarnaast waren er grotere projecten zoals Globaland,
een onderwijsproject dat gericht is op derde-wereld-landen (MV), Switch, projecten
in de directe omgeving van school (MV en
ME), verwendag voor ouderen (VMC), ouderenproject (L), wandeltweedaagse voor senioren met een loopbeperking (L). Veel van
deze projecten zullen worden gecontinueerd. De ervaringen opgedaan bij de bovengenoemde activiteiten dragen bij aan de
totstandkoming van een definitief invoeringsplan.
Maatschappelijk ondernemen - Projecten
In 2012 organiseerde de school verschillende onderwijskundige projecten, die van
bijzondere vormende waarde zijn. Te denken valt aan:

Milieu- en duurzaamheidprojecten: de
school in de wijk, waterkwaliteit, zonne-energie, deeltjesonderzoek, een en
ander met partnerscholen in Duitsland,
met docenten in het kader van een Europees Comeniusproject, in samenwerking met de gemeentes Alkmaar en
Langedijk en diverse bedrijven, met
14 | P a g i n a
•




‘Cross your borders’ (ontwikkelingswerkproject);
Sociale- en maatschappelijke projecten: Paasbloemenactie voor bejaarden en zieken in de regio, vrijwilligersdag, maatschappelijke stages in onderbouw en bovenbouw, met medewerking
van vele bedrijven in de regio, ‘jong
ontmoet oud’;
De vestiging Langedijk organiseerde
een jeugdgemeenteraad in samenwerking met de gemeente Langedijk.
Culturele projecten: in samenwerking
met cultuurinstellingen en theaters in
de regio, met theater in de school
(met, voor en door de leerlingen), met
film- en muziekvoorstellingen, met museumexcursies in binnen- en buitenland;
Sportieve projecten: Jan Arentsz is erkend als 'sportactieve school', waartoe
de school vele mogelijkheden van
sportbeoefening moet aanbieden. De
school wint regelmatig eerste prijzen
met teamwedstrijden in regionaal en
landelijk verband;
Economische projecten: deelname aan
het project 'terugdringen voortijdig
schoolverlaten'; deelname aan het project 'plus-jongeren';
Opleiden van studenten in het kader van
de Academische Opleidingsschool NoordHolland-West (Jan Arentsz is lid en penvoerder).
Ruimte voor de leraar
Het verslagjaar stond bovenal in het teken
van de teamvorming. Elf teams verspreid
over drie vestigingen zijn hun tweede jaar
in gegaan. Teamvorming die ruimte moet
bieden voor de leraar om te groeien als
collega en professional. Ook na invoering is
er sprake van een begeleiding van het
teamvormingsproces, die maakt dat de
teamvorming ook als de teams eenmaal
gevormd zijn, een grote kans van slagen
heeft. Samen met Bureau Kock wordt het
proces nauwkeurig gemonitord en is samen
met de teamleiders en de directie een begeleidingsprogramma op maat voor alle
betrokkenen opgezet. De teamscan die in
2012 werd afgenomen kreeg in 2013 een
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
vervolg met de teammonitor, waardoor we
kunnen zien wat de vorderingen zijn. En
hoewel duidelijk is dat de explicitering van
wat we verstaan onder een excellent
schoolklimaat nog duidelijker en dat de
regelruimte die er voor de teams is nog
beter benut zou kunnen worden, zijn er
door veel teams forse stappen vooruit gezet.
Huisvesting en materiële voorzieningen
ICT
Jan Arentsz is een moderne school waarin
automatisering niet meer valt weg te denken. Jan Arentsz streeft naar eigentijds onderwijs, gebruik makend van moderne media die nieuwe mogelijkheden bieden om de
educatie van leerlingen zodanig vorm te
geven, dat er meer (massa)maatwerk mogelijk is. Ook in 2013 heeft de werkgroep
ICT zeer succesvolle ICT conferenties georganiseerd over integratie van ICT in het
Lyceum onderwijs.
Leermiddelen
In 2010 is een eerste aanzet gedaan om te
komen tot leermiddelenbeleid. Hoewel er
sprake is van een complex krachtenveld
lijkt de verhouding tussen digitale en conventionele leermiddelen te veranderen ten
gunste van digitale leermiddelen. Via VOcontent wordt steeds meer materiaal aangeboden. Helaas is de bruikbaarheid daarvan in het verslagjaar nog onvoldoende om
over te gaan tot brede invoering hiervan.
Wel wordt in de onderbouw meer gebruik
gemaakt van de zogenaamde stercollecties
(leerlijndekkend digitaal materiaal) die VOcontent levert. Tot nu toe nog vooral als
aanvulling op commercieel materiaal. Er
wordt naar gestreefd steeds meer gebruik
te maken van deze stercollecties. Het voordeel daarvan is dat de kosten voor leermiddelen laag blijven en er ruimte ontstaat
voor infrastructuur en voor docenten om
open leermateriaal aan te vullen en te arrangeren.
We streven ernaar de komende jaren meer
pilots uit te voeren om tot een afgewogen
keuze te komen. Momenteel hebben we
daarbij te maken met commerciële druk
15 | P a g i n a
vanuit de uitgevers die veel investeren in
de ontwikkeling van digitaal leermateriaal.
Die investeringen moeten worden terugverdiend en daarom doen uitgevers veel moeite om hun methoden bij docenten en vaksecties te promoten. Zo worden docenten
uitgenodigd om voor hun vak gebruik te
maken van een licentiemodel waarvoor een
bedrag per leerling/per vak/per jaar moet
worden betaald. Een snelle berekening leert
dat de kosten van het boekenpakket daarmee vele malen hoger zou worden dan nu
het geval is. Dit is een belangrijke reden
voor onze school om het gebruik en de verdere ontwikkeling van open leermiddelen
via VO-content te stimuleren. VO-content
nodigt docenten overigens nadrukkelijk uit
om zelf bij te dragen aan de ontwikkeling
en het actueel houden van de digitale methoden.
Binnen de onderbouw vwo is gestart met
een pilot waarin wordt gewerkt met een
device (ic. Chromebook) per leerling. De
verwachtingen hiervan zijn hooggespannen.
De kosten van de device zullen (voor zover
mogelijk) bij de ouders worden neergelegd.
Het schoolbudget biedt daarvoor onvoldoende ruimte. Dit wordt momenteel door
de betrokken vestiging nader uitgewerkt.
Huisvesting
Wij vinden de omgeving, waarin we ons
werk met elkaar doen, belangrijk voor de
motivatie en het welbevinden van de leerlingen en de personeelsleden. We proberen
de kwaliteit en de sfeer van de schoolgebouwen optimaal te houden.
Het Van der Meij College
In de gemeente Alkmaar zijn vier brede
scholengemeenschappen die allemaal te
kampen hebben met een teruglopend leerlingaantal waar het gaat om het beroepsgericht vmbo. Dit heeft geresulteerd in het
opheffen van opleidingen op verschillende
scholen. Op initiatief van de gemeente Alkmaar is overleg tussen de (besturen van)
de verschillende scholen op gang gebracht
om te komen tot een concentratie in Alkmaar op twee locaties van bovenbouw vbo:
Facilitair Centrum Zuid (FCZ) en Facilitair
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Centrum Noord (FCN). Het FCZ is uiteindelijk bij één school (dus één bestuur) ondergebracht, te weten het Petrus Canisius College, het FCN bij drie scholen en twee besturen. De gemeente Alkmaar heeft een
gebouw neergezet voor het FCN, nu bekend
onder de naam Van der Meij College (VMC).
De (besturen van de) drie scholen hebben,
in overleg met en op dringend advies van
de onderwijsinspectie, hun licenties via een
Regionaal Arrangement herschikt: elke
school heeft nu één sector vbo. Dit Regionaal Arrangement is goedgekeurd door het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Drie nevenvestigingen van de
moederscholen vormden samen de onderdelen van het 'schoolverzamelgebouw'
VMC. Er was dus sprake van drie Brinnummers met voor elke vestiging een vestigingsnummer. Elke nevenvestiging heeft
een licentie voor één sector respectievelijk
Techniek, Economie en Zorg en Welzijn. De
leerlingen zijn per 1 augustus 2008 overgeschreven naar een andere moederschool,
als hun eigen school geen licentie heeft
voor de sector waarin zij onderwijs volgen.
Personeel is in dienst van één van de moederbesturen. Zij hebben een bestuursaanstelling en een plaats van tewerkstelling: de
nevenvestiging gehuisvest in het VMC.
De medezeggenschap is geregeld met het
instellen van een boven-bestuurlijke medezeggenschapsraad voor het VMC. De medezeggenschapsraad van CVO heeft daartoe
bevoegdheden overgedragen aan de bovenbestuurlijke medezeggenschapsraad. Deze
raad functioneert sinds de zomervakantie
2008. De financiën worden, waar van toepassing en noodzakelijk, voor gemene rekening genomen. De te hanteren verdeelsleutel van de kosten wordt gemaakt op
basis van de Rijksvergoeding. Grofweg is de
verdeelsleutel 1:3. De moederbesturen verantwoorden hun eigen nevenvestigingen in
de eigen jaarrekening.
Omgeving
De CSG Jan Arentsz participeert actief in de
volgende samenwerkingsverbanden:
1. De Stichting Werkkring, een provinciaal
samenwerkingsverband voor onder an-
16 | P a g i n a
dere de oprichting en instandhouding
van een mobiliteitscentrum. Met de
schoolbesturen die participeren in de
Stichting Werkkring is afgesproken om,
waar mogelijk, gezamenlijk integraal
personeelsbeleid te voeren. Dat krijgt
vorm in tal van projecten, zoals gemeenschappelijke scholing, kennisconferenties, gemeenschappelijk onderzoek op
P&O-gebied, gemeenschappelijke invoeringstrajecten van nieuw eigen beleid en
overheidsbeleid. Voor een overzicht en
nadere uitwerking wordt verwezen naar
de website www.werkkring.nl
5. Het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Voortgezet Onderwijs Noord-HollandNoord waarin vijftien schoolbesturen in
Noord-Holland Noord en drie opleidingsinstituten participeren. Hierbij gaat het om
gezamenlijke afspraken over het binden,
opleiden en werven van personeel in de
eigen sub-regio, het uitvoeren van gezamenlijke (project-) activiteiten en het aanpakken van lerarentekorten.
2. Het samenwerkingsverband Noord Kennemerland voor VO en SVO, waarbinnen de
gehele zorgstructuur voor de leerlingen
wordt geregeld. ‘Passend onderwijs’ is voor
de komende jaren een belangrijk thema in
dit bestuurlijk overleg. Op grond van de
nieuwe wetgeving moeten besturen voor
voortgezet onderwijs in de regio in de komende jaren samen de verantwoordelijkheid nemen voor de verschillende soorten
van speciaal onderwijs, die nu nog bestuurlijk zelfstandig functioneren. Zie ook
www.swvnoord-kennemerland.nl
3. Het bestuur voor de coöperatieve vereniging van het ‘Van der Meij College’. Hierin
wordt samengewerkt met ‘SOVON’, het bestuur voor het openbaar en interconfessioneel voortgezet onderwijs in onze regio. De
samenwerking betreft het beheer van gebouw
en
goederen.
Zie
ook:
www.vandermeijcollege.nl
4. De Academische Opleidingsschool NoordHolland-West. Een partnerschap voor het
opleiden van leraren met drie opleidingsinstituten en zes scholen voor voortgezet
onderwijs (project OPLIS): de Hogeschool
van Amsterdam (Onderwijs & Opvoeding),
de Hogeschool INHolland, het Onderwijscentrum VU, de ILO van de Universiteit van
Amsterdam, het Petrus Canisius College te
Alkmaar, het eerste Christelijk Lyceum te
Haarlem, Jac. P. Thijsse College te Castricum, Trinitas College te Heerhugowaard en
het Kaj Munk College te Hoofddorp. Zie
ook: www. aonhw.nl
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Financiële informatie
Financiële situatie op balansdatum
Solvabiliteit en liquiditeit1
De solvabiliteit, de omvang van het eigen
vermogen en voorzieningen ten opzichte
van het balanstotaal, neemt iets toe.
Ook de liquiditeitspositie is toegenomen ten
opzichte van het vorige verslagjaar. In
hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 1 het
verloop van de liquiditeit en solvabiliteit in
beeld gebracht.
Risicomanagement
Het beoordelingskader van de Onderwijsinspectie (op basis van de commissie Don)
laat het volgende beeld zien:
Publiek
Publieke
Middelen +Privaat
Vermogensbeheer
Solvabiliteit
0,66
Kapitalisatiefactor 35,6%
Financiële Buffer
8,65%
Kader
Inspectie
0,73
43,8%
16,9%
≥0,3
≤35%
≤5%
2,62
3,2%
0,5-1,5
0-5%
Budgetbeheer
Liquiditeit
Rentabiliteit
1,92
3,5%
De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt
de waarden van de instelling in eerste instantie inclusief private middelen, terwijl
dat uitsluitend de publieke middelen zou
moeten beslaan. Omdat de Inspectie op
basis hiervan vaststelt of er sprake is van
een optimale inzet van het beschikbare kapitaal voor het onderwijs is een kolom toe-
1
Solvabiliteit is het vermogen van de organisatie om
haar schulden te voldoen. Liquiditeit is het vermogen
om aan de korte termijn verplichtingen te voldoen.
17 | P a g i n a
gevoegd die aangeeft welke waarden gehanteerd moeten worden door de Inspectie
ten aanzien van de publieke middelen. Een
overzicht van het beoordelingskader is in
grafiekvorm te vinden in hoofdstuk A3 Grafieken. Voorlopig wordt nog voor het risicoprofiel uitgegaan van de risico’s door de
Commisie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Don) vertaald in de kapitalisatiefactor en financiële buffer. In 2011 is een
voorzichtige start gemaakt met een eerste
risicoprofiel, waarbij rekening gehouden
werd met de specifieke omstandigheden en
risico’s van de instelling. Uit deze inventarisatie zijn vooralsnog geen grotere risico’s
voortgekomen dan de risico’s die de Commissie Don heeft vervat in haar kengetallen. In het verslagjaar is nog geen vervolg
gegeven aan omvangrijkere inventarisatie.
Daarom is het financieel beleid thans nog
gebaseerd op het beoordelingskader. In de
komende jaren zal een uitgebreidere risico
inventarisatie plaatsvinden om het risicoprofiel te kunnen bepalen.
Het college van bestuur heeft voldoende
beheersmaatregelen geïmplementeerd om
de risico’s op een adequate wijze te beheersen. Op het gebied van het personeelssalarisproces zijn vorderingen gemaakt. Wij
zijn bezig de kwaliteit verder te verbeteren.
De offerte procedure zal tevens worden
aangescherpt.
In hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 2
het verloop van het voorzieningenniveau en
het eigen vermogenniveau in beeld gebracht.
Gang van zaken gedurende het verslagjaar
Treasury management
Resultaat
Begroot
Verschil t.o.v. begroting
Het beleid van de school is om tijdelijk
overtollige liquide middelen zo defensief
mogelijk te beleggen. Het beleid is erop
gericht om vrijwel uitsluitend beleggingen
of spaarvormen aan te gaan in risicoloze
vastrentende financieringsvormen, zoals
termijndeposito’s en bedrijfsspaarrekeningen. In het verslagjaar werden de middelen
op direct opneembare bedrijfspaarrekeningen gestald (bij een double A bank). Een
gering deel van de private middelen is belegd in een direct opzegbaar mixfonds.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Leerlingen
Het gemiddelde aantal leerlingen (exclusief
VAVO-leerlingen) daalde in 2013 met 97
naar 2.527. Per teldatum, 1 oktober 2013,
daalde het aantal leerlingen met 62 naar
2.491 (exclusief VAVO leerlingen).
Huisvesting
In 2013 is de renovatie van de gymnastiekzalen van het VMBO-gebouw aan de
Mandenmakerstraat gerealiseerd. Tevens is
met de aanbrengen van beplanting rondom
het basketbalveld de herinrichting van het
terrein van de voormalige noodhuisvesting
voltooid. De kosten die met de herinrichting
gemoeid waren zijn door de gemeente Alkmaar gesubsidieerd.
Investeringen in inventaris en apparatuur
Het investeringsniveau is afgenomen ten
opzichte van 2012, door lagere vervangings- en uitbreidingsinvesteringen. In
2013 is in de vestiging Langedijk nieuw
geïnvesteerd
in
een
draadloze
ictinfrastructuur. De komende twee jaren zullen de investeringen ten opzichte van 2013
een geringe daling laten zien, mede door
beperking van uitbreidingsinvesteringen.
Exploitatieresultaat
€ 719.029
€ -612.000
€1.331.029
Belangrijke invloeden op het resultaat:
 Rijkssubsidie
726.000
 Overige baten
93.000
 Personele kosten
321.000
 Onderhoud, huur
126.000
 Financiële baten
28.000
De vermelde baten zijn incidenteel. De
Rijkssubsidie door eenmalige verhoging in
december van de lumpsum en een vergoe-
18 | P a g i n a
ding voor behoud van werkgelegenheid van
jonge leerkrachten, de overige baten door
een teruggave van de WAO/WIA premie
van de Belastingdienst. De personele kosten worden grotendeels beïnvloed door lagere loonkosten als gevolg van de dalende
formatie per 1 augustus. Geplande onderhoudsuitgaven ten laste van de voorziening
onderhoud gebouw zijn voornamelijk door
een besparing op de renovatie van de
sportzalen vmbo-gebouw vrijgevallen. Tevens zijn er lagere huurlasten van sportzalen en een lesruimte in het Delta gebouw
als gevolg van daling van het aantal leerlingen.
In hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 3
het verloop van het resultaat in absolute zin
en in verhouding tot de baten weergegeven.
Toekomstige ontwikkelingen
Verwezen wordt naar het voorwoord van
het CVB, waarin wordt ingegaan op de toekomstige ontwikkelingen.
Begroting 2014
(meerjarenbegroting 2014-2018)
Baten
19.568.000
Lasten
-20.153.000
Saldo
-585.000
van der Meij College en zijn er middelen
opgenomen ten behoeve van teamontwikkeling. Het tekort wordt gedekt uit de incidentele ophoging van de lumpsum van december 2013, die in het verslagjaar is toegevoegd aan de Algemene Reserve. Vanwege de leerling aanmeldingen in maart
2014 zal de personeelsformatie per 1 augustus 2014 lager zijn dan begroot. Hierdoor zal het tekort in 2014 naar verwachting met € 150.000 verminderen.
Meerjarenperspectief
De meerjarenbegroting toont aan dat de
bekostiging de komende jaren onvoldoende
is om de uitgaven bij ongewijzigd beleid te
betalen. Het structurele exploitatietekort
wordt geraamd op € 500.000. De eenmalige verhoging van de lumpsum vergoeding
in december en de beschikbaarstelling van
extra middelen in 2016 als gevolg van het
Nationaal Onderwijsakkoord zorgen voor
gelegenheid om tijdig bij te sturen. Door de
recente leerling aanmeldingen zal het aantal leerlingen per 1 augustus 2014 met ongeveer 116 afnemen. De noodzakelijke
vermindering van de personeelsformatie
kan door natuurlijk verloop en de flexibele
schil worden opgevangen. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de continuïteitsparagraaf.
De belangrijkste doelen hebben betrekking
op:
Onderwijsbeleid
 Excellent schoolklimaat
 Onderwijskwaliteit
 Onderwijskenmerken
Personeelsbeleid
- Voldoen aan eisen functiemix
- Teamontwikkeling
Facilitairbeleid
- Ondersteuning primaire proces
- ICT
In de begroting zijn geen substantiële
nieuwe beleidsuitgaven opgenomen. Zoals
in 2013 is ook voor 2014 een bedrag van €
50.000 begroot voor kwaliteitsverbetering
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
19 | P a g i n a
Continuïteit
Begroting
Kengetal
(stand 31/12)
Personele bezetting in
FTE*
Directie (incl.CVB)
Onderwijzend Personeel
Overige medewerkers
Verslagjaar
2014
2015
2016
8,5
163,5
60,7
232,7
8,5
165,0
56,0
229,5
8,5
165,0
56,0
229,5
8,5
165,0
56,0
229,5
Leerlingenaantallen
2.524
Ontwikkelingen op basis aanmeldingen
maart 2014
2.408
2.302
2.248
*In het verslagjaar is de vermelde gemiddelde personele bezetting inclusief vervangingsaanstellingen. In de begrotingen worden voor vervangingskosten bedragen opgenomen.
Toelichting op de kengetallen
Personeelsformatie
Op grond van de leerlingenaanmeldingen maart 2014 zal de personeelsformatie per 1 augustus
2014 met ongeveer 5 fte onderwijzend personeel afnemen. De krimp in de formatie zal kunnen
worden opgevangen door natuurlijk verloop en de flexibele schil. Wanneer het aantal aanmeldingen de komende twee jaar op het niveau van 2014 zal blijven, zal de personeelsformatie
naar verwachting verder afnemen. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met
een dalende personele bezetting, zodat de effecten van ongewijzigd beleid zichtbaar worden.
Leerlingenaantallen
De ontwikkelingen van de leerlingaantallen van de voorgaande twee jaren laten een dalende
trend zien. Bij gelijkblijvende leerlingenaanmeldingen zal het totaal aantal leerlingen in het
schooljaar 2015-2016 met 106 leerlingen en 54 leerlingen in het schooljaar 2016-2017 afnemen. Na 2016 wordt er volgens de demografische gegevens krimp verwacht. De leerlingenaantallen zullen daardoor zonder ombuiging van de huidige trend relatief groter afnemen.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
20 | P a g i n a
Meerjarenbalans
Verslagjaar
EUR
2014
EUR
Begroting
2015
EUR
2016
EUR
ACTIVA
Vaste Activa
Materiële vaste activa
Totaal vaste activa
2.597.000
2.597.000
2.377.000
2.377.000
2.058.000
2.058.000
1.795.000
1.795.000
Vlottende activa
6.453.000
6.033.000
5.903.000
5.663.000
Totaal activa
9.050.000
8.410.000
7.961.000
7.458.000
3.394.000
90.000
1.716.000
5.200.000
2.777.000
90.000
1.716.000
4.583.000
2.661.000
90.000
1.716.000
4.467.000
2.135.000
90.000
1.716.000
3.941.000
Voorzieningen
1.384.000
1.361.000
1.028.000
1.051.000
Kortlopende schulden
2.466.000
2.466.000
2.466.000
2.466.000
Totaal passiva
9.050.000
8.410.000
7.961.000
7.458.000
PASSIVA
Eigen Vermogen
Algemene Reserve
Bestemmingsreserve publiek
Bestemmingsreserve privaat
Financieringsstructuur
Het buffervermogen, het vermogen om onverwachte tegenvallers te kunnen opvangen is op
5% gesteld (van de publieke middelen). Per ultimo verslagjaar is het buffervermogen 8,7 %.
Dit percentage zal de komende jaren dalen, maar zal naar verwachting niet onder 5% gaan
uitkomen.
Huisvesting
Er zijn geen concrete plannen op het gebied van huisvesting. Mogelijk zullen er in de toekomst
aanpassingen moeten plaatsvinden indien duidelijk wordt of er met een Technasium kan worden gestart.
Reserves
De Algemene Reserve neemt af als gevolg van de geraamde exploitatietekorten bij ongewijzigde omstandigheden. Naar verwachting zal het vermogen minder afnemen dan begroot. Vanwege de lagere personele formatie per 1 augustus 2014 zal de Algemene Reserve in 2014 met
ongeveer € 150.000. minder afnemen dan in de meerjarenbegroting is berekend.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
21 | P a g i n a
Staat van Baten en Lasten
Verslagjaar
EUR
BATEN
Rijksbijdragen
Ov. Overheidsbijdragen/subs.
Overige baten
TOTAAL BATEN
2014
EUR
Begroting
2015
EUR
2016
EUR
19.553.000
130.000
896.000
20.579.000
18.577.000
132.000
791.000
19.500.000
19.107.000
107.000
791.000
20.005.000
18.992.000
72.000
791.000
19.855.000
Verslagjaar
15.919.000
2014
16.065.000
2015
16.145.000
2016
16.379.000
545.000
1.086.000
2.413.000
19.963.000
595.000
1.172.000
2.321.000
20.153.000
569.000
1.154.000
2.321.000
20.189.000
595.000
1.154.000
2.321.000
20.449.000
Saldo Baten en Lasten
616.000
-653.000
-184.000
-594.000
Saldo financiële bedrijfsv.
Saldo buiteng.baten en lasten
103.000
68.000
68.000
68.000
TOTAAL RESULTAAT
Incidentele baten en lasten in
totaal resultaat
719.000
-585.000
-116.000
-526.000
LASTEN
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
TOTAAL LASTEN
Toelichting
Op grond van de verwachte leerlingenaantallen per 1 augustus 2014 tot en met 31 december
2014 zal de personele bezetting met ongeveer € 150.000 in 2014 dalen. Hierdoor wordt het
tekort in 2014 geraamd op € 435.000. Structureel wordt het exploitatietekort geschat op €
500.000. Zoals in de begroting 2014 is opgenomen zal het begrotingstekort kunnen worden
gedekt uit de incidentele verhoging van de lumpsum in december 2013. In 2016 is het tekort
eenmalig lager vanwege de beschikbaarstelling van extra middelen door het Rijk. Deze ontwikkelingen zorgen er voor dat er tijd is de lasten weer in lijn te krijgen met de baten.
27 mei 2014, Alkmaar
Namens het college van bestuur:
D. Bruinzeel
Voorzitter
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
22 | P a g i n a
A.2 KENGETALLEN
In de onderstaande tabel staan de kengetallen voor de jaren 2010 tot en met 2013 die in het
bestuursverslag gebruikt zijn bij de analyse van de financiële situatie op balansdatum. Voor
2010, 2011 en 2012 zijn extra kolommen opgenomen met vergelijkingscijfers van de sector
(Bron: Duo Gegevensboek en Vensters voor Verantwoording).
NL GPL 4
TOELICHTING
2010
2011
2012
2013
2010
2011
2012
LEERLINGEN
Aantal leerlingen per 1/10
Aantal leerlingen per 1/10
vallend onder samenwerking
VAVO- VO- Gemeenten
Gemiddeld aantal leerlingen
(excl VAVO)
Groei/krimp aantal leerlingen Index; basis 2006 (2.521)
SOLVABILITEIT EN LIQUIDITEIT
Eigen vermogen ( x € 1.000) Algemene reserve
Liquiditeit (current ratio)
Solvabiliteit 1
Solvabiliteit 2
vlottende activa / kortlopende
schulden
eigen vermogen / balans totaal
(eigen vermogen + voorzieningen) / balans totaal
2.658
2.674
2.553
2.491
44
29
33
33
2.629
2.665
2.624
2.527
104,3
105,7
104,1
100,2
2.859
3.714
4.481
5.200
1,80
2,45
2,39
2,62
1,40
0,41
0,51
0,53
0,57
0,48
0,47
0,45
0,58
0,69
0,72
0,73
0,59
0,58
0,56
7.882
7.758
BATEN
Overheidsbijdrage (x € 1.000)
19.280 19.592 20.101 19.683
Overige baten (x € 1.000)
Financiële baten ( x € 1.000)
Saldo
831
1006
904
896
75
75
113
103
LASTEN
Personele lasten (x € 1.000)
Materiële lasten (x €. 1.000)
Gemiddelde lasten per leerling (x €1)
RESULTAAT
(GEWONE
BEDRIJFSVOERING)
Exploitatieresultaat
(x
€baten – lasten (gewone be1.000)
drijfsvoering)
Rentabiliteit
exploitatieresultaat
/
totale
baten x 100% (gewone bedrijfsvoering)
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
15.698 15.925 16.003 15.919
4.453
3.893
4.348
4.043
7.665
7.436
7.756
7.900
35
855
767
719
0,2%
4,1%
3,6%
3,5%
-0,7% -0,5%
1,3%
23 | P a g i n a
NL GPL 4
TOELICHTING
2010
2011
2012
2013
2010
2011
2012
LASTENVERDELING
Totaal
Personele lasten
personele lasten / totale lasten
x 100%
77,9% 80,4% 78,6% 79,7% 77,1% 77,9%
materiële lasten / totale lasten
x 100%
22,1% 19,6% 21,4% 20,3% 22,9% 22,1%
Materiële lasten
78,0%
22,0%
Personele lasten
Kostensoorten
Lonen en salarissen
lonen en salarissen / personele
lasten x 100%
76,3% 75,3% 75,0% 73,4%
sociale lasten + pensioenlasten
/ personele lasten x 100%
17,9% 17,9% 19,0% 20,0%
overige personele lasten / personele lasten x 100%
5,8% 6,8%
6,0%
6,6%
Sociale lasten
Overig
Materiële lasten
Afschrijvingen
afschrijvingen / materiële lasten
x 100%
10,1% 9,9% 10,8% 13,5%
huisvestingslasten / materiële
lasten x 100%
39,0% 30,1% 37,2% 26,9%
overige materiële lasten / materiële lasten x 100%
50,9% 60,0% 52,0% 59,7%
Huisvestingslasten
Overige materiële lasten
RISICOMANAGEMENT
AFHANKELIJKHEID
Voorzieningenniveau
EN
voorzieningen / totale baten x
100%
5,9% 6,0%
7,5%
6,7%
5,9% 5,9%
Eigen vermogenniveau
eigen vermogen / totale baten x
100%
14,2% 18,0% 21,2% 25,1% 25,7% 24,6%
Afhankelijkheid Rijksbijdrage Rijksbijdrage / totale baten x
100%
94,3% 93,4% 94,3% 94,5% 92,3% 93,1%
5,7%
24,6%
92,9%
INVESTERINGEN
Investeringsniveau
inventarissen en apparatuur
Investeringen
inventaris
en
apparatuur / totale baten x
100%
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
1,1%
1,6%
3,8%
1,8%
2,0%
2,1%
2,1%
24 | P a g i n a
A.3 GRAFIEKEN
Hieronder staan drie grafieken. Naar deze grafieken wordt verwezen in het bestuursverslag. De
grafieken geven het verloop van bepaalde kengetallen.
Grafiek 1: Liquiditeit en solvabiliteit
Grafiek 2: Voorzieningen en eigen vermogen
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
25 | P a g i n a
Grafiek 3: Exploitatieresultaat en rentabiliteit gewone bedrijfsvoering
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
26 | P a g i n a
Beoordelingskader Onderwijsinspectie
Vermogensbeheer
Budgetbeheer
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
27 | P a g i n a
B
Jaarrekening
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
28 | P a g i n a
B.1.1 BALANS
(na resultaatbestemming)
1
Activa
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
Vaste Activa
1.2
Materiële vaste activa
2.597.291
Totaal vaste activa
2.784.901
2.597.291
2.784.901
Vlottende activa
1.5
1.6
1.7
2
Vorderingen
Effecten
Liquide middelen
373.206
306.243
5.773.591
351.859
271.047
5.003.432
Totaal vlottende activa
6.453.040
5.626.338
Totaal activa
9.050.331
8.411.239
Passiva
31-12-2013
EUR
2.1
2.2
2.4
Eigen Vermogen
Voorzieningen
Kortlopende schulden
31-12-2012
EUR
5.200.493
1.384.039
2.465.799
Totaal passiva
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
4.481.464
1.580.236
2.349.539
9.050.331
8.411.239
29 | P a g i n a
B.1.2 Staat van Baten en Lasten
3
Baten
3.1 Rijksbijdragen
3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies
3.5 Overige baten
Totaal baten
4
2013
EUR
19.553.201
Begroting 2013
EUR
18.832.000
2012
EUR
19.921.618
129.765
895.928
75.000
701.000
179.136
903.616
20.578.894
19.608.000
21.004.370
Lasten
2013
4.1
4.2
4.3
4.4
5
Begroting 2013
2012
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
EUR
15.919.178
544.547
1.085.838
2.412.964
EUR
16.240.000
485.000
1.215.000
2.355.000
EUR
16.002.787
467.827
1.619.049
2.260.877
Totaal lasten
19.962.527
20.295.000
20.350.540
Saldo baten en lasten
616.367
-687.000
653.830
Financiële baten en lasten
102.662
75.000
113.161
Resultaat
719.029
-612.000
766.991
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
30 | P a g i n a
B.1.3 Kasstroomoverzicht
2013
EUR
Saldo Baten en Lasten
2012
EUR
616.367
653.830
552.552
467.827
-196.197
332.947
Vorderingen
-21.347
828.272
Schulden
116.260
82.347
1.067.635
2.365.223
102.662
113.161
-
-
1.170.297
2.478.384
-364.942
-1.579.919
-35.196
-22.747
-400.138
-1.602.666
Aflossing langlopende schulden
-
-2.360
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-
-2.360
770.159
873.358
5.003.432
4.130.074
770.159
873.358
5.773.591
5.003.432
Aanpassing voor:
Afschrijvingen
Mutaties voorzieningen
Veranderingen in vlottende middelen
Totaal kasstroom uit bedrijfs-operaties
Ontvangen interest
Betaalde interest -/Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
Desinvesteringen in materiële vaste activa
Overige investeringen in financiële vaste activa
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:
Stand per 1 januari
Mutatie boekjaar
Stand per 31 december
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
31 | P a g i n a
B.2
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
1
Algemene toelichting
1.1
Activiteiten
De activiteiten van de instelling bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van
onderwijs.
1.2
Stelselwijzigingen
In 2013 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan.
1.3
Schattingswijzigingen
In 2013 hebben zich geen schattingswijzigingen voorgedaan.
1.4
Verbonden partijen
Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook
rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
1.5
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het
kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een
looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een
geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op
de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat
betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
1.6
Schattingen
Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is
het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en
dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht
noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
32 | P a g i n a
2
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.1
Algemeen
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9
Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond
van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen
specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs.
In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.
2.2
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten
opzichte van het voorgaande jaar.
2.3
Materiële vaste activa
Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief
direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte
toekomstige gebruiksduur, of lagere bedrijfswaarde. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten
einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere
waardevermindering wordt verwezen naar paragraaf 2.4.
De inventarissen en apparatuur worden afgeschreven in 4, 5, 10 en 15 jaar. Alleen activa met
een verkrijgingsprijs van € 500 en hoger worden geactiveerd.
Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de gebouwen is een voorziening voor
groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het
geschatte bedrag van het toekomstig onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.
2.4
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast
actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties
aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare
waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een
bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de
realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de
bedrijfswaarde.
Een bijzondere-waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van
baten en lasten.
Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de
desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen
bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.
Er heeft geen bijzondere waardevermindering van vaste activa plaatsgevonden.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
33 | P a g i n a
2.5
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde
overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van effectieve rente ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid dienen in
mindering te worden gebracht op de boekwaarde van de vordering.
2.6
Effecten
De eerste waardering en vervolgwaardering van effecten vindt plaats tegen reële waarde indien de effecten opgenomen zijn onder vlottende activa, en worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Waardeveranderingen van deze effecten worden direct verwerkt in de staat
van baten en lasten. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de
effecten worden direct in de staat van baten en lasten verwerkt.
Indien effecten niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden en de marktwaarde van deze effecten niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Effecten als onderdeel van de vlottende activa hebben een looptijd korter dan 1
jaar.
2.7
Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden (gewaardeerd tegen nominale waarde).
2.8
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit een algemene reserve, een bestemmingsreserve publieke
middelen en een bestemmingsreserve private middelen.
De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door
het bestuur is aangebracht.
Bestemmingsreserve uitgesteld Bapo-verlof
Het saldo per 31-12-2013 bedraagt € 90.491 en is bedoeld voor het financieren van de kosten
van opname van uitgesteld Bapo-verlof.
Bestemmingsreserve (privaat)
Het saldo per 31-12-2013 bedraagt € 1.716.257 en is bedoeld voor niet gesubsidieerde uitgaven.
Per 1 januari 2010 is de Stichting Jan Arentsz opgeheven. Het vermogen is per die datum
overgedragen aan de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2.9
Voorzieningen
Algemeen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op
de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
34 | P a g i n a
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn
om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.
Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting,
dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.
Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren.
Voorziening Jubilea
De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer
rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijf kans. Bij het contant maken is
de risicovrije reële discontovoet in maatschappelijke kosten-baten analyses voor investeringsprojecten ad. 2,5 % (2012 2,5%) als disconteringsvoet gehanteerd.
Overige voorzieningen
De overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde van de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven.
Voorziening Spaarverlof
De voorziening is gevormd voor verplichtingen aan werknemers die sparen voor verlof en dit in
de toekomst opnemen. De minimale spaartermijn bedraagt 4 en de maximale spaartermiijn
bedraagt 12 jaar.
Voorziening Wachtgelden
De voorziening is gevormd voor toekomstige wachtgeldverplichtingen voor geheel of gedeeltelijk afgevloeid personeel. De verplichtingen betreffen 25% van de werkeloosheidsuitkeringen
door UWV en 25% van de bovenwettelijke uitkeringen door Loyalis. 75% van de sectorale uitkeringslasten wordt collectief over de sector Voortgezet Onderwijs omgeslagen op basis van de
normatieve Rijksvergoeding en jaarlijks door het Ministerie van OCW verrekend.
Voorziening Langdurig zieken
De voorziening voor langdurig zieken heeft betrekking op verplichtingen tot het in de toekomst
doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of
arbeidsongeschiktheid. Vanwege het eigenrisicodragerschap voor de Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid (WGA) worden tevens deze verplichtingen opgenomen.
2.10
Schulden
Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten
die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij
eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio
en onder aftrek van transactiekosten.
Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op
basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de staat van
baten en lasten als interestlast verwerkt.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
35 | P a g i n a
2.11
Leasing
Operationele leasing
Bij de instelling kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en
nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt. Deze leasecontracten
worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis
verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract
2.12
Financiële instrumenten
De effecten opgenomen onder de financiële vaste activa en de vlottende activa, alsmede derivaten met een onderliggende beursgenoteerde waarde worden gewaardeerd tegen de reële
waarde. Alle overige in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen
de (geamortiseerde) kostprijs.
De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan
worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid
en onafhankelijk van elkaar zijn.
3
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
3.1
Algemeen
De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en
risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen,
indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
3.2
Opbrengstverantwoording
Verlenen van diensten
Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties,
gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te
verrichten diensten.
3.3
Rijksbijdragen
Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft.
3.4
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar
waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een
gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het
waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan
aantonen.
Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief als onderdeel van de afschrijvingen of als baat verwerkt in
de staat van baten en lasten.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
36 | P a g i n a
3.5
Overige baten
Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en
overige baten.
3.6
Afschrijvingen materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de
verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief.
Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de
toekomstige afschrijvingen aangepast.
Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.
3.7
Personeelsbeloningen
Periodiek betaalbare beloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in
de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
Pensioenen
De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden
op verplichte of contractuele basis premies betaald door de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen
met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de
dekkingsgraad lager is dan 105% vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering
van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans
opgenomen.
De dekkingsgraad van Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP per 31 december 2013 is 105,9%.
ABP werd in 2008 zwaar geraakt door de crisis op de financiële markten. Daarom hebben ze
toen een herstelplan opgesteld. Hierin staat wat ze doen om de financiële situatie binnen 5
jaar te verbeteren. Dit plan is goedgekeurd door De Nederlandsche Bank, de toezichthouder
van de Nederlandse pensioenfondsen.
De belangrijkste punten uit het herstelplan zijn:
•
Zolang de dekkingsgraad lager is dan 105% worden de pensioenen niet aangepast aan
de loonontwikkeling.
•
De premie moet minimaal kostendekkend zijn en bij een lage dekkingsgraad (dekkingstekort) bijdragen aan herstel van het fonds. Om de financiële positie te verbeteren, geldt er
een tijdelijke herstelopslag op de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
•
Het beleggingsbeleid is aangepast waardoor het beleggingsrisico lager is.
•
In het herstelplan is ruimte opgenomen om tegenvallers op te vangen. Als het herstel
trager verloopt dan verwacht, kan het ABP bijvoorbeeld korten op de pensioenen.
3.8
Financiële baten en lasten
Rentebaten en rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
37 | P a g i n a
rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als
onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
Waardeveranderingen van de volgende financiële instrumenten worden rechtstreeks verwerkt
in de winst en verliesrekening:
Aangehouden eigen vermogensinstrumenten die beursgenoteerd zijn.
4
Financiële instrumenten en risicobeheersing
4.1
Marktrisico
Prijsrisico
De instelling loopt risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder vlottende activa. De instelling beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille, en limieten te stellen.
Rente-en kasstroomrisico
De instelling loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder liquide
middelen) en rentedragende kortlopende schulden.
Voor schulden met variabele renteafspraken loopt de instelling risico ten aanzien van toekomstige kasstromen; met betrekking tot vastrentende schulden loopt de instelling risico's over de
reële waarde als gevolg van wijzigingen in de marktrente. De instelling heeft geen significante
risico’s.
4.2
Kredietrisico
De instelling heeft geen significante concentraties van kredietrisico.
De instelling heeft vorderingen verstrekt aan participanten en instellingen waarin wordt deelgenomen. Bij deze partijen is geen historie van wanbetaling bekend.
4.3
Liquiditeitsrisico
De instelling heeft geen kredietfaciliteit. Er zijn geen significante risico’s.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
38 | P a g i n a
B.2.1 Toelichting op de balans
Vaste activa
Gebouwen
De ozb-waarde gebouwen en terreinen Mandenmakerstraat, peildatum 1-1-2013, bedraagt € 12.612.000.
1.2 Materiële vaste activa
1.2.2
Materiële
vaste activa
v.d.Meij
College
Materiële
vaste activa
Inventaris
en
apparatuur
Aanschaf
Prijs
01-01-2013
Afschrijving
Cumulatief
01-01-2013
Boekwaarde
01-01-2013
EUR
EUR
EUR
Investeringen
EUR
Aanschafprijs
desinvesteringen
EUR
Afschrijving AfschrijAanschaf
Afschrijving
Cumulatief
vingen
Prijs
cumulatief
desinveste31-12-2013 31-12-2013
ringen
EUR
EUR
EUR
EUR
Boekwaarde
31-12-2013
EUR
5.043.932
2.960.204
2.083.728
311.106
278.105
278.105
460.557
5.076.933
3.142.656
1.934.277
1.042.055
340.882
701.173
53.836
-
-
91.995
1.095.891
432.877
663.014
6.085.987
3.301.086
2.784.901
364.942
278.105
278.105
552.552
6.172.824
3.575.533
2.597.291
De investeringen ad € 364.942 bestaan voor € 121.791 uit uitbreidingsinvesteringen.
Vorderingen
1.5
Vorderingen
Debiteuren
Overige overheden
Overige vorderingen
Overlopende activa
Vorderingen
31-12-2013
EUR
11.328
69.645
73.481
218.752
373.206
31-12-2012
EUR
15.433
98.749
31.887
205.790
351.859
Uitsplitsing
1.5.7.1 Personeel
1.5.7.2 Renten
1.5.7.3 Overige
Overige vorderingen
12.130
14.489
46.862
73.481
20.531
11.356
31.887
218.752
218.752
176.504
29.286
205.790
1.5.1
1.5.6
1.5.7
1.5.8
1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten
1.5.8.2 Overige overlopende activa
Overlopende activa
Onder 1.5.6 is een vordering op de Belastingdienst opgenomen inzake gedeeltelijke restitutie basispremie WAO/WIA ad. € 64.983.
Het bedrag vermeld onder 1.5.7.1 Personeel betreft vorderingen inzake detacheringen.
1.5.7.3 stijgt als gevolg van een vordering inzake een loonschade uitkering ad. € 11.878 en
het teveel verrekende individueel deel wachtgeldverplichtingen door OCW ad. € 16.940. Conform berichtgeving van de VO-Raad worden de wachtgeldverrrekeningen in 2014 herzien.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
39 | P a g i n a
1.5.8.1 neemt toe door vooruitbetalingen van onderhoud ict hardware € 18.000, licenties
ict € 9.000 en scholingskosten € 20.500.
1.5.8.2 was een rekening-courant verhouding met het SOVON inzake het van der Meij
College. Onderlinge verrekeningen worden met ingang van 2013 per maand afgerekend.
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
Effecten & Liquide middelen
1.6
Effecten
Boekwaarde
01-01-2013
EUR
1.6.3
Overige effecten
Effecten
Investeringen
EUR
271.047
271.047
Desinvesteringen
EUR
6.818
6.818
Waarde
mutatie
EUR
-
Boekwaarde
31-12-2013
EUR
28.378
28.378
306.243
306.243
Onder overige effecten is een mixfonds van private middelen opgenomen. De investeringen
betreft de herbelegging van dividend. Het bedrag ad. € 306.243 is de gezamenlijke waarde
van ter beurze genoteerde overige effecten. Dit fonds staat ter vrije beschikking van de instelling.
1.7
1.7.1
1.7.2
Liquide middelen
Kasmiddelen
Tegoeden op bank- en girorekeningen
Liquide middelen
31-12-2013
EUR
4.666
5.768.925
5.773.591
31-12-2012
EUR
2.043
5.001.389
5.003.432
De liquide middelen staan volledig ter vrije beschikking.
1.8
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
Onder de ontvangsten uit operationele activiteiten in de kasstroom uit operationele activiteiten
is een ontvangst van € 35.196 begrepen uit hoofde van effecten.
Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen opgenomen de investeringen
waarvoor in 2013 geldmiddelen zijn opgeofferd. Van de totale investeringen van € 364.942
kan een bedrag van ongeveer €121.791 worden aangemerkt als uitbreidingsinvesteringen.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
40 | P a g i n a
Eigen vermogen
2.1
2.1.1
2.1.2
2.1.3
Eigen Vermogen
Algemene reserve
Bestemmingsreserve
(publiek)
Bestemmingsreserve
(privaat)
Eigen vermogen
2.1.2
Stand per
01-01-2013
EUR
2.673.809
Overige
mutaties
Resultaat
EUR
719.936
-
Stand per
31-12-2013
EUR
3.393.745
EUR
126.594
-36.103
-
90.491
1.681.061
35.196
-
1.716.257
4.481.464
719.029
-
5.200.493
126.594
-36.103
-
90.491
Bestemmingsreserve
(publiek)
Uitgesteld Bapo-verlof
2.1.3. In verband met de anti-oppot eis is het schenkingsvermogen vanaf 1 januari 2010 van
de private reserve geïndexeerd met het inflatiecijfer. Aan de private middelen is het gerealiseerde rendement van de effecten toegerekend.
Voorzieningen
2.2
Voorzieningen
Stand per
01-01-2013
2.2.1
2.2.3
Personeelsvoorzieningen
Onderhoudsvoorziening
Voorzieningen
375.769
1.204.467
1.580.236
Stand per
01-01-2013
Dotaties
220.415
170.000
390.415
Dotaties
Onttrekkingen
104.669
391.984
496.653
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per
31-12-2013
89.959
89.959
Vrijval
491.515
892.524
1.384.039
Stand per
31-12-2013
Kortlopend
deel<1 jaar
119.756
276.925
396.681
Kortlopend
deel<1 jaar
Langlopend
deel>1 jaar
371.759
615.599
987.358
Langlopend
deel>1 jaar
2.2.1
Voorziening Spaarverlof
171.062
14.510
38.198
-
147.374
29.555
117.819
2.2.1
Voorziening Jubilea
132.097
21.478
13.754
-
139.821
10.511
129.310
2.2.1
Voorziening Wachtgeld
56.610
52.427
38.717
-
70.320
41.390
28.930
2.2.1
Voorziening Langdurig zieken
16.000
375.769
132.000
220.415
14.000
104.669
-
134.000
491.515
38.300
119.756
95.700
371.759
Personeelsvoorzieningen
De voorziening Jubilea is tegen contante waarde opgenomen. De overige voorzieningen tegen
nominale waarde.
2.2.1
De voorziening Wachtgeld is gevormd voor toekomstige wachtgeldverplichtingen voor geheel
of gedeeltelijk afgevloeid personeel. De verplichtingen betreffen 25% van de werkeloosheidsuitkeringen door UWV en 25% van de bovenwettelijke uitkeringen door Loyalis. Door wachtgeldverplichtingen als gevolg van ontslagen personeel is € 52.427 toegevoegd. Daarbij worden
verplichtingen in acht genomen van de komende drie jaar.
Aan de voorziening Langdurig zieken is € 132.000 toegevoegd. Een substantieel deel betreft de
10 jarige verplichting in verband met het eigen risicodragerschap van de WGA.
2.2.3
Van de geplande onderhoudsuitgaven 2013 wordt € 25.000 doorgeschoven naar 2014 en €
101.000 naar 2015. De vrijval ad.€ 89.959 betreft nagenoeg in zijn geheel de gerealiseerde
besparing op de geplande renovatiekosten van de sportzalen van het vmbo gebouw.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
41 | P a g i n a
Kortlopende schulden
2.4
Kortlopende schulden
31-12-2013
EUR
2.4.1
2.4.3
2.4.4
2.4.7
2.4.8
2.4.9
2.4.10
Kredietinstellingen
Crediteuren
OCW
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Schulden ter zake van pensioenen
Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva
Kortlopende schulden
376.115
75.687
31-12-2012
EUR
2.360
348.739
79.887
662.327
232.915
157.530
961.225
2.465.799
664.290
223.390
140.955
889.918
2.349.539
2.4.4
Vooruitontvangen Maatschappelijke stage 2014, brief 2013/2/347420, datum
21-10-2013
Uitsplitsing
2.4.7.1
2.4.7.2
2.4.7.3
Loonheffing
Omzetbelasting
Premies sociale verzekeringen
Belastingen en premies sociale verzekeringen
497.562
494
164.271
662.327
502.407
161.883
664.290
2.4.9.2
Overige
Overige kortlopende schulden
157.530
157.530
140.955
140.955
De toename van de overige kortlopende schulden ten opzichte van 2012 wordt voornamelijk veroorzaakt door de restitutie subsidie taalklas.
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OC&W
geoormerkt
2.4.10.5 Vakantiegeld en –dagen
2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten
2.4.10.8 Overige
Overlopende passiva
34.986
555.395
16.505
354.339
961.225
75.445
543.716
19.108
251.649
889.918
In 2.4.10.8 is mede verantwoord het saldo € 56.706 van het project opleiden in de school en
academische opleidingsschool, € 68.145 vooruitontvangen ouderbijdragen, diversen € 99.493
en het saldo project versterking samenwerking lerarenopleidingen € 129.995 dat de toename
ten opzichte van 2012 verklaard.
Onder 2.4.9.2 is een bedrag ad. € 36.972 opgenomen met een langlopend karakter, inzake
baporechten.
De overige kortlopende schulden hebben alle een resterende looptijd van korter dan een jaar.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
42 | P a g i n a
Overzicht op grond van de Wet overige OCW-subsidies
Model G
G2 Verantwoording van subsidies met bestedingsverplichting en /of met verrekenclausule.
G2-A
Aflopend per ultimo verslagjaar
Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Subsidie zij-instromers
Datum
Bedrag van
toewijzing
Ontvangen
t/m verslagjaar
Totale kosten
Te verrekenen
ultimo verslagjaar
EUR
EUR
EUR
EUR
56099M/73491M
04-8-2010/13-09-2010
76.000
76.000
76.000
-
Lerarenbeurs, verlof
3/105/27626
18-07-2013
3.389
3.389
3.389
-
Lerarenbeurs, verlof
2/151/27770
04-09-2013
6.306
6.306
6.306
-
Totaal
85.695
85.695
85.695
-
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Bedrag van
toewijzing
Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Datum
EUR
01-01-2013
Ontvangen t/m
verslagjaar
Lasten in
verslagjaar
Totale kosten
31-12-2013
EUR
EUR
EUR
EUR
Saldo
Saldo nog te
besteden
31-12-2013
EUR
B.2.2. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Vordering op OC&W
Dit betreft de vordering ‘vereenvoudiging bekostiging’ als gevolg van de invoering van de
lumpsum-bekostiging. In verband met het voorwaardelijke karakter van de vordering op het
ministerie van OCW is deze in de balans niet gewaardeerd.
Contracten huur kopieermachines
Er is een overeenkomst afgesloten met een looptijd van 60 maanden voor de huur van printen kopieerapparatuur. De overeenkomst loopt door tot 1 oktober 2015. Per 31 december 2013
bestond nog verplichting van € 55.750 (< 1 jaar € 31.857, >1 jaar - < 5 jaar € 23.893).
Er is een overeenkomst afgesloten voor de huur van print- en kopieerapparatuur. De overeenkomst gaat in op 1 januari 2014 en eindigt op 1 januari 2019. Per 31 december 2013 is de
verplichting € 73.142 (< 1 jaar € 13.779, >1 jaar - < 5 jaar € 59.363).
Schoonmaakcontracten
Ten behoeve van schoonmaakwerkzaamheden is een overeenkomst afgesloten.
De overeenkomst is ingegaan per 9 mei 2011 en loopt door tot 9 mei 2014. Het verschuldigd
bedrag per 31 december 2013 bedraagt € 77.600 (< 1 jaar).
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
43 | P a g i n a
Contractmanagement Schoonmaak
Er is een overeenkomst afgesloten voor contractmanagement schoonmaak voor de Mandenmakerstraat.
De overeenkomst is ingegaan op 10 februari 2011 en loopt door tot 10 februari 2014. Het verschuldigd bedrag per 31 december 2013 bedraagt € 1.250 (< 1 jaar).
Contract Service onderhoud lift
Voor service-onderhoud is een contract afgesloten ten behoeve van de lift Mandenmakerstraat
gebouw F.
De overeenkomst is ingegaan op 14 augustus 2003 en loopt door tot 14 augustus 2023. Het
verschuldigd bedrag per 31 december 2013 bedraagt € 43.780 (< 1 jaar € 4.500, >1 jaar - <
5 jaar € 18.000, > 5 jaar € 21.280).
Huurcontract De Binding Gemeente Langedijk
Met de gemeente Langedijk is een overeenkomst afgesloten voor het gebruik van het gebouw
De Binding, Bosgroet 14 te Zuid-Scharwoude. De overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde
duur, ingaande op 1 januari 2008. De gebruikersvergoeding wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd met het percentage ‘aanpassing huurbedragen’ dat jaarlijks door de gemeente wordt
vastgesteld. Eens in de vijf jaar worden de werkelijke kosten van de componenten van de gebruikersvergoeding uit bijlage 2 onderzocht en, na overleg met gebruikers en huurders, aangepast. Voor het eerst per 1 januari 2017.
Het verschuldigde bedrag per 31 december 2013 tot en met de evaluatiedatum 31 december
2016 bedraagt € 533.000 . (< 1 jaar € 177.667, >1 jaar - < 5 jaar € 355.333).
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
44 | P a g i n a
B.2.3 Toelichting op de staat van baten en lasten
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
2013
EUR
3.1.1
3.1.2
Rijksbijdragen OCW
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
Begroting
2013
EUR
2012
EUR
19.129.979 18.404.000 19.500.568
423.222
428.000
421.050
19.553.201 18.832.000 19.921.618
Uitsplitsing
3.1.1.1
3.1.1.2
3.1.1.3
3.1.1.4
3.1.1.5
3.1.1.6
3.1.1.7
3.1.1.8
OCW, Norm, Nieuwkomers, 1e Opvang
Leerling Gebonden Financiering
Maatschappelijke stage
Gratis schoolboeken
Prestatiesubs. Voortijdig School Verlaters
Prestatiebox middelen
Bekostiging jonge leerkrachten
Lerarenbeurs
Rijksbijdragen OCW
3.1.2.1.1
3.1.2.2.1
3.1.2.2.2
Geoormerkte subsidies Zij-instromers
Niet-geoormerkte subsidies Opl.school
Niet-geoormerkte subs. academ. Opl.sch.
Overige subsidies OCW
3.1.1.1
3.1.1.2
3.1.1.5
3.1.1.8
3.1.2.2.1
3.2
3.2.1
3.2.2
3.2.2.1
3.2.2.2
3.2.2.3
3.2.2.3
17.307.616 16.850.000 17.908.690
189.904
160.000
191.038
133.950
130.000
137.633
850.853
850.000
917.425
50.000
10.000
21.000
409.662
404.000
318.502
178.299
9.695
6.280
19.129.979 18.404.000 19.500.568
5.445
329.786
87.991
423.222
358.000
70.000
428.000
25.237
321.934
73.879
421.050
Analyse verschillen begroting
Incidentele verhoging lumpsum ad.€ 574.976, Nationaal Onderwijs Akkoord(NOA)
Toename geïndiceerde leerlingen ad. € 29.904.
Wijziging subsidiemethode ad. € 40.000.
Middelen behoud werkgelegenheid jonge leerkrachten ad. € 178.299 N.O.A.
Minder studenten opgeleid dan verwacht, € 28.214.
Overige
overheidsbijdragen
subsidies
en
-
Participatiebudget
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige
overheidsbijdragen
en
subsidies
Uitsplitsing
Gemeente Alkmaar verbouwing/renovatie
Gemeenten diversen
Overige
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2013
EUR
Begroting
2013
EUR
2012
EUR
129.765
75.000
179.136
129.765
75.000
179.136
9.256
24.300
96.209
129.765
18.000
57.000
75.000
71.047
22.930
85.159
179.136
Analyse verschillen begroting
Samenwerkingsverband i.v.m. invoering Passend Onderwijs ad. €13.686.
Provincie N-H, project Someone Like You € 14.570.
Project speciaal onderwijs € 5.400, Europees platform € 3.253.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
45 | P a g i n a
Andere baten
3.5
3.5.1
3.5.2
3.5.5
3.5.6
3.5.6
3.5.2
3.5.5
3.5.6
Overige baten
Verhuur
Detachering personeel
Ouderbijdragen
Overige
Overige baten
Uitsplitsing
Kantineverkopen
Overige personele baten
Diversen
Overige
2013
EUR
16.874
209.970
437.631
231.453
895.928
Begroting
2013
EUR
12.000
188.000
363.000
138.000
701.000
2012
EUR
15.696
280.103
393.557
214.260
903.616
91.901
105.541
34.011
231.453
93.000
35.000
10.000
138.000
98.964
88.104
27.192
214.260
Analyse verschillen begroting
Hogere detachering v.d.Meij College € 21.970.
Te laag begroot ad. € 74.631, er staan lasten tegenover (zie 4.4.4 overige lasten).
Overige personele baten: Teruggave WAO/WIA € 64.983.
Diversen: Vrijval borg kluisjes vóór 2009 € 17.782, v.d.Meij College € 8.701.
Lasten
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
2013
EUR
14.856.342
1.109.314
46.478
15.919.178
Begroting
2013
2012
EUR
EUR
15.285.000 15.038.184
1.040.000
1.106.091
85.000
141.488
16.240.000 16.002.787
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
11.680.356
1.384.685
1.791.301
14.856.342
p.m. 11.994.947
p.m.
1.337.592
p.m.
1.705.645
15.285.000 15.038.184
4.1.1
Analyse verschillen begroting
Minder ondersteunend personeel, lagere formatie onderwijzend personeel per 0108-2013 vestiging Langedijk, lagere vervangingskosten;ad.€ 428.658.
4.1
Personeelslasten
4.1.1
4.1.2
4.1.3
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
Overige personele lasten
Uitsplitsing
Werkzaamheden derden
Scholingskosten
Diverse andere kosten
Overig
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
220.415
74.343
814.556
1.109.314
13.000
25.000
1.002.000
1.040.000
108.861
72.625
924.605
1.106.091
287.510
152.066
374.980
814.556
368.000
228.000
406.000
1.002.000
270.472
218.312
435.821
924.605
46 | P a g i n a
Werkzaamheden boeken
WNK
Diversen
Werkzaamheden derden
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
95.230
28.573
163.707
287.510
88.000
26.000
254.000
368.000
86.012
31.333
153.127
270.472
Analyse verschillen begroting
Dotatie voorziening langdurig zieken ad.€ 132.000, dotatie voorziening wachtgeld €
52.427, dotatie voorziening jubilea € 21.478.
Vervanging ziekte receptioniste, tijdelijke vacature onderwijzend personeel vestiging
Langedijk € 49.343.
Lagere scholingskosten, begroot op basis cao per werknemer, € 75.934.
Lagere diverse werkzaamheden derden, onderzoek Oplis ad. € 32.000 niet uitgevoerd, extra ruimte ad. € 58.000 begroot i.v.m. teams.
Diverse andere kosten, lagere lasten voor kwaliteitsverbetering VMC/teamcoaching
€21.217 en collectieve uitkeringskosten wachtgeld € 26.446, hogere advertentiekosten werving personeel en hogere lasten assessments functiemix, totaal € 25.507.
WNT: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen
4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen
Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking
Naam
Functie
D. Bruinzeel
Voorzitter
college
bestuur
G.F. Ruiten
I.M.C. Verweel-Stokman
J.F.M. Feldberg
J.C. Schouten
C.P.A. Mosch
L.A.J. Mulders
H.J.M. van Horssen
M.P.M. Harlaar-Bot
Voorzitter
Lid
Lid
Lid
Lid
Lid
Lid
Lid
Voor
zitters
clausule
Ingangsdatum
dienstverband.
Ja
Ja
Einddatum
dienstverband
Omvang
diens
tverband
FTE
Beloning
01-04-2011
1
102.689
01-08-2010
28-11-2011
28-11-2011
01-08-2010
01-08-2013
01-08-2013
01-08-2010
01-08-2010
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
0
0
0
0
0
0
0
0
Belastbare vaste
en variabele
onkostenvergoeding
Voorzieningen
beloning
betaalbaar op
termijn
Totale
bezoldiging
18.105
120.794
van
31-07-2013
31-07-2013
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Beleidsregels toepassing WNT
De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector(WNT) is met ingang
van 1 januari 2013 van kracht. Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording
uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, inclusief de wijziging
van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) als uitgangspunt gehanteerd. De Stichting CVO VO Alkmaar e.o. herkent de door de Minister van BZK in zijn
kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niettopfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de
Stichting geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen.
In het kader van de WNT wordt vermeld dat de Stichting CVO Alkmaar e.o. in 2013 geen functionarissen
in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling
van toepassing zijnde normbedragen.
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
Afschrijvingen
2013
EUR
544.547
544.547
Begroting
2013
EUR
485.000
485.000
2012
EUR
467.827
467.827
Een bedrag ad. € 8.005, de opbrengst van afgeschreven laptops, is verantwoord onder afschrijvingen.
Analyse verschillen begroting
4.2.2 De afschrijvingskosten van het van der Meij College(VMC) ad. € 65.500 zijn begroot
onder overige huisvestingslasten en inventaris/apparatuur.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
47 | P a g i n a
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
Huur
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Overige
Huisvestingslasten
Uitsplitsing
Renovatie, aanpassing gebouw
Dotatie onderhoud gebouw
Overige onderhoud
4.3.3 Onderhoud
4.3.1
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.7
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.4
2013
EUR
91.361
311.848
225.468
374.681
14.590
67.890
1.085.838
Begroting
2013
EUR
126.000
403.000
201.000
392.000
11.000
82.000
1.215.000
2012
EUR
106.148
849.192
195.174
387.366
13.856
67.313
1.619.049
59.882
72.825
179.141
311.848
47.000
170.000
186.000
403.000
261.760
397.870
189.562
849.192
Analyse verschillen begroting
De huur van de lesruimte van het Delta gebouw is beëindigd per 1 juni. Door daling
van het aantal lesuren gymnastiek dalen de huurkosten van sportzalen. Totale daling €
34.639.
Het verschil van de kosten Renovatie wordt voor € 10.000 veroorzaakt door de vervanging van een vluchttrap.
Ten gunste van de dotatie onderhoud is in mindering gebracht de besparing ad. €
83.096 op de renovatie van de gymzalen vmbo gebouw en diverse werkzaamheden €
14.079.
De energiekosten zijn gestegen met € 14.000 door een hogere contractprijs voor gasverbruik en voor € 10.000 door een hogere kwh prijs als gevolg van een contract me
een nieuwe leverancier.
Door een besparing op de schoonmaakkosten Langedijk en het slechts één keer uitvoeren van glasbewassing zijn de kosten met € 17.319 afgenomen.
Onder Overige huisvestingslasten zijn begroot de afschrijvingskosten ad. € 14.200
voor verbouwingen van het van der Meij College.
Overige lasten
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Overige
Overige lasten
2013
EUR
669.745
913.595
829.624
2.412.964
Begroting
2013
EUR
738.000
907.000
710.000
2.355.000
2012
EUR
692.223
825.233
743.421
2.260.877
437.396
232.349
669.745
491.600
246.400
738.000
446.025
246.198
692.223
Uitsplitsing
4.4.1
4.4.1
Administratie en beheer
Algemene kosten
Administratie en beheerslasten
Analyse verschillen begroting
Als gevolg van uitstel van h.r.m., p&c software en besparingen door meer gebruik te
maken van digitale communicatie zijn de administratielasten € 54.204 lager.
Van de algemene kosten is op drukwerk en repro-kosten € 10.200 bespaard door
meer digitale communicatie en € 3.100 op abonnementen.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
48 | P a g i n a
4.4.2
4.4.2
Digitale leermiddelen en boeken
Rijksubsidie VAVO-leerlingen
Overige
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
2013
EUR
478.964
125.885
308.746
913.595
Begroting
2013
EUR
376.000
122.000
409.000
907.000
2012
EUR
365.900
120.407
338.926
825.233
Analyse verschillen begroting
Aan digitale leermiddelen en boeken is € 102.964 meer uitgegeven. De aanschaf van
deze middelen is afhankelijk van een vijfjarige levenscyclus.
Onder ‘Overige’ zijn de afschrijvingslasten ad.€ 51.300 van het van der Meij College
begroot( zie 4.2.2 afschrijvingen). De kosten van maatschappelijke stage zijn €
18.800 te hoog begroot. Aan onderhoud inventaris is € 18.700 minder uitgegeven en
inventaris leermiddelen € 13.400.
Partners Opleiden in school
Partners verdieping ac. Opleidingsschool
Overige kosten
4.4.4 Overige
2013
EUR
204.030
59.125
566.469
829.624
Begroting
2013
EUR
217.000
38.000
455.000
710.000
2012
EUR
214.900
53.150
475.371
743.421
Analyse verschillen begroting
4.4.4 Voor Pr-/wervingskosten leerlingen is in het verslagjaar € 15.342 meer uitgegeven.(€
46.642, begroot € 31.300).
De kosten voor cultuurkaarten ad. € 26.805, die in het verslagjaar niet meer gratis
werden verstrekt, zijn niet begroot. Deze kosten worden gedekt uit de vrijwillige ouderbijdragen, waarvoor een hogere bijdrage is ontvangen.
De werkweken, meerdaagse reizen en excursies laten een stijging zien ad.€ 39.378.
De kosten van deze activiteiten worden gedekt door bijdragen van de ouders.
Niet begroot zijn de kosten van verblijf van leerlingen bij tijdelijke voorzieningen van
het Samenwerkingsverband en de overstap naar Praktijkonderwijs, € 14.020.
Het restant kan worden toegeschreven aan een grote diversiteit overige leerlingactiviteiten.
Accountantshonoraria
Controle van de jaarrekening school
Andere controle werkzaamheden van de
jaarrekening; Academische Opleidingsschool
Overige controle werkzaamheden
Fiscale advisering
Andere niet controle diensten
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2013
EUR
24.629
3.000
27.629
Begroting
2013
32.000
2012
EUR
30.370
3.000
35.000
3.000
33.370
49 | P a g i n a
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
5.1 Rentebaten
5.3 Waardeveranderingen financiële vaste activa en beleggingen
5.5 Rentelasten(-/-)
Financiële baten en lasten
2013
EUR
67.466
Begroting
2013
EUR
70.000
2012
EUR
88.054
35.196
102.662
5.000
75.000
25.107
113.161
De waardeveranderingen financiële vaste activa betreft het rendement van een deel van de
private middelen. Het uitgekeerde dividend wordt herbelegd. Voornamelijk door stijgende
beurskoersen is het rendement € 30.196 hoger dan begroot. Het resterende rendement van de
private middelen bestaat uit een deel van de rentebaten onder 5.1. Deze rentebaten worden
niet aan het private vermogen toegerekend.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
50 | P a g i n a
B.2.4 Verbonden partijen
Naam
VMC
Juridische
vorm 2013
coörporatie
Statutaire
zetel
Code
activiteiten
Alkmaar
Eigen vermogen
31-12-2013
Resultaat
jaar 2013
Art 2: 403
BW
Deelname
Consolidatie
EUR
EUR
Ja/Nee
%
J/N
4
Nee
Nee
B.2.5 Gemiddeld aantal werknemers
Gedurende het jaar 2013 waren gemiddeld 238 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2012: 247,9). Hiervan zijn er 0 werkzaam in het buitenland (2012: 0).
Directie
9,2 FTE (2012 10,5)
Onderwijzend Personeel
169,0 FTE (2012 175,7)
Overig Personeel
59,8 FTE (2012 61,7)
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar en omstreken
Alkmaar, 27 mei 2014,
Namens het college van bestuur,
D. Bruinzeel
Voorzitter
Alkmaar, 2 juni 2014
Goedgekeurd door de Raad van Toezicht
G.F. Ruiten
Voorzitter
I.M.C. Verweel-Stokman
J.F.M. Feldberg
J.C. Schouten
C.P.A. Mosch
L.A.J. Mulders
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
51 | P a g i n a
C
Overige gegevens
C.1 Voorstel bestemming saldo baten en lasten
Voorgesteld wordt het resultaat als volgt te verdelen:
Toevoeging aan Algemene Reserve
EUR
719.936
Onttrekking aan bestemmingsreserve uitgesteld Bapo-verlof
-36.103
Toevoeging aan bestemmingsreserve privaat
Totaal
C.2
35.196
719.029
Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan na balansdatum.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
52 | P a g i n a
BIJLAGEN
College van Bestuur en Raad van Toezicht met nevenfuncties (per 1-8-2013)
College van Bestuur
De heer D. Bruinzeel, voorzitter (per 1-8-2011)
Nevenfuncties: - Penningmeester Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland
- Voorzitter Bestuur Stichting Werkkring
Raad van Toezicht
De heer G.F. Ruiten, voorzitter (per 01-08-2010)
(per 07-05-1998 tot 1-8-2010 voorzitter bestuur)
Functie:
- Directeur bij EFK Interim-management en advies
Nevenfuncties: - Penningmeester ChristenUnie
- Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Forte Kinderopvang
- Penningmeester Nederlands Bijbelgenootschap
- Penningmeester Stichting Vrienden van Pryluky
- Penningmeester Stichting 180
- Burgerraadslid gemeente Langedijk
- Lid auditcommissie gemeente Langedijk
Mevrouw I.M.C. Verweel-Stokman, secretaris/juridische zaken (per 28-11-2011)
Functie:
- Mediator bij Verweel Mediation
Nevenfuncties: - Lid Raad van Commissarissen Rabobank Alkmaar e.o.
- Vice-voorzitter raad van commissarissen WOONopMAAT, een woningcorporatie
te Heemskerk
- Lid Raad van Toezicht Stichting Geriant te Heerhugowaard
De heer J.F.M. Feldberg, onderwijskundige zaken (per 28-11-2011)
Functie:
- Associate Professor eBusiness, Faculty of Economics and Business Administration
VU University Amsterdam
Nevenfuncties: - Eigenaar Pivot I&E Management BV (eBusiness strategy & Business Analytics consultancy)
- Lid Raad van Commissarissen Rabobank Alkmaar e.o.
De heer C.P.A. Mosch, personeel (per 01-08-2013)
Functie:
- Manager Personele, Juridische & Algemene Zaken bij Bejo Zaden B.V.
Nevenfuncties: - Bestuurder ondernemingsvereniging Harenkarspel
- Lid begeleidingscommissie post HBO-Bedrijfskunde INholland
- Bestuurder Stichting Seed Valley
- Lid cao-onderhandelingsdelegatie werkgevers Tuinzaadbranche
- Lid Raad van Commissarissen Rabobank Noord-Kennemerland
- Lid voorlopig bestuur Ondernemers Federatie Schagen
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar
53 | P a g i n a
Mevrouw L.A.J. Mulders, identiteit/levensbeschouwing (per 01-08-2013)
Functie:
- Lerarenopleider en vakdidacticus Godsdienst Levensbeschouwing bij
bij VU Faculteit Pedagogiek en Psychologie, ULO
- Lid visitatiecommissie Diploma Christelijk Basisonderwijs
bij de Besturenraad
Nevenfuncties: - Protestantse Kerk Amsterdam, voorzitter kerngroep Vorming en Toerusting,
- lid bestuur en moderamen
- Toutatis, Nederlands vakdidactisch genootschap Godsdienst Levensbeschouwing
- Redactielid Narthex, tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie
De heer J.C. Schouten, bouwkundige zaken (per 01-08-2010)
(per 22-09-1999 tot 01-08-2010 bestuurslid)
Functie:
- Projectleider Vastgoed bij de gemeente Den Helder
- Zelfstandig adviseur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting
Mevrouw A.C.P.M. Koenders-Odijk, Ambtelijk secretaris van de Raad van Toezicht
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
54 | P a g i n a