JAARVERSLAG 2013 Stg. Chr. Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. Inhoudsopgave Bladzijde Woord vooraf van het College van Bestuur Jaarverslag Raad van Toezicht 2 4 A BESTUURSVERSLAG, KENGETALLEN EN GRAFIEKEN A.1 BESTUURSVERSLAG A.2 KENGETALLEN 23 A.3 GRAFIEKEN 25 B Jaarrekening B.1.1 Balans 7 29 (Na resultaatbestemming) B.1.2 Staat van baten en lasten 30 B.1.3 Kasstroomoverzicht 31 B.2 32 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN B.2.1 Toelichting op de balans Overzicht op grond van de Wet overige OCW-subsidies Model G G2 Verantwoording van subsidies met bestedingsverplichting en/of verrekeningsclausule G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar 39 43 B.2.2 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen 43 B.2.3 Toelichting op de staat van baten en lasten 45 Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen B.2.4 Verbonden partijen B.2.5 Gemiddeld aantal werknemers C Overige gegevens C.1 C.2 Voorstel bestemming saldo baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum 47 51 51 52 52 Bijlagen College van Bestuur en Raad van Toezicht met nevenfuncties (per 01-08-2013) 53 Woord vooraf van het College van Bestuur Governance-structuur De school werkt sinds 1 augustus 2010 volledig met het College van Bestuur – Raad van Toezicht model. Dat betekent in de praktijk dat er sprake is van een eenhoofdig College van Bestuur. Deze wordt ondersteund door een directie, bestaande uit de vestigingsdirecteuren en de directeur bedrijfsvoering, en gecontroleerd door de Raad van Toezicht. Ontwikkelingen Het afstemmen van de rolverdeling tussen directie, CvB en RvT vindt op een kritische en prettige manier plaats. In open dialoog wordt regelmatig geëvalueerd hoe de rollen worden ingevuld. Tussen RvT en CvB is afgesproken om de contacten tussen RvT en het team uit te breiden richting teamleiders. Daarnaast zullen afhankelijk van het onderwerp vaker teamleden worden uitgenodigd tijdens de vergadering van de RvT. Rode draad in de ontwikkeling zal ook in de komende periode zijn, het werken aan een excellent schoolklimaat. De teammonitor die in 2013 in elf teams is afgenomen, laat zien dat er stappen zijn gezet. Maar, ook is duidelijk dat er nog winst te boeken is bij het realiseren van een gemeenschappelijke pedagogische en didactische aanpak. De opbrengsten van de conferentie, die op 6 januari 2014 Jan Arentsz breed heeft plaatsgevonden, laten zien dat er behoefte is aan het verder expliciteren van het thema excellent schoolklimaat. De tegenvallende aanmelding in Langedijk en de daaruit voortvloeiende heroriëntering heeft geleid tot een Jan Arentsz brede ‘profileringsvraag’. Wat onderscheidt de verschillende vestigingen van elkaar en van de collega scholen(?) is daarbij de centrale vraag. Hoewel in 2013 belangrijke voortgang is geboekt in het creëren van een gemeenschappelijk Jan Arentsz verhaal, zijn er nog stappen te zetten. Hoewel de opbrengsten, zoals deze door de inspectie gemeten worden, voor alle afdelingen (met uitzondering van de kader afdeling Zorg en Welzijn van het VMC) voldoende zijn, wil de CSG Jan Arentsz de komende periode bereiken dat de opbrengsten boven het landelijk gemiddelde uit stijgen. De strategische keuze om te werken aan een gemeenschappelijk excellent pedagogisch didactisch klimaat en de integratie van resultaten van onderzoek zijn hierbij leidend. De tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen laten zien dat er op onderdelen sprake is van een stijgende lijn. Toch is ook duidelijk dat er de komende jaren ruimte is voor verbetering, vooral op het gebied van didactiek. De onderzoeken vinden plaats in de brugklassen en in klas 3. Maar ook de opbrengsten van de ouderpanels, lesbezoeken door de directie en het kritische vriend bezoek dat vanuit de stichting Werkkring in 2013 heeft plaatsgevonden, wijzen hierop. We mogen nog meer eisen stellen aan elkaar en aan onze leerlingen. In het verslagjaar heeft de school verder uitwerking gegeven aan het Convenant Leerkracht en zijn conform de streefpercentages een aantal LC-functies opengesteld. Daarmee is uitvoering gegeven aan het Plan van Aanpak ‘ Kwaliteit en Perspectief – naar een eigentijds functiegebouw’ van augustus 2009. Op het gebied van kwaliteitsbeleid blijft het streven om, zoals in het verslagjaar, de data die verzameld worden te gebruiken voor goede gesprekken in de verschillende gremia, waarin betekenis wordt gegeven aan het kwantitatief verzamelde materiaal. Hoewel binnen afzienbare tijd ook de regio Alkmaar en omstreken te maken zal krijgen met een krimp van het leerlingenaantal, zal er geen sprake zijn van een ruime onderwijsarbeidsmarkt. De vervangingsvraag voor personeel zal toenemen. Dat de CSG Jan Arentsz onderdeel is van de Aca- Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 2|Pagina demische Opleidingsschool Noord-Holland-West geeft de organisatie bij de werving van haar personeel een voorsprong. De infrastructuur die in het verleden is opgebouwd levert echter niet alleen op deze wijze haar bijdrage. Met het, bij ontwikkelingsprocessen voor zittend personeel, steeds meer gebruik maken van de expertise en vaardigheden van de collega’s die actief zijn in de opleidingsschool, zal de opleidingsschool een steeds belangrijker rol krijgen in de professionalisering van de CSG Jan Arentsz. Het koppelen van de studentonderzoeken aan de probleemstellingen van teams zal in die zin ook steeds meer een bijdrage gaan leveren. Scholen werken niet in het luchtledige. Dat geldt ook voor de CSG Jan Arentsz. In de directe omgeving is zichtbaar dat demografische ontwikkelingen ertoe leiden dat de profilering van de vwoafdelingen een extra impuls krijgen. Niet alleen om deze reden, want ook op inhoudelijke gronden, heeft de CSG Jan Arentsz besloten de interne ontwikkelingen op het gebied van ‘onderzoeken en ontwerpen’, een prominenter plek te geven. Deze waren al zichtbaar in verschillende zogenaamde JacAdemic projecten. Dat heeft geleid tot aansluiting bij het keurmerk van de WONAkademie. Ook wordt aansluiting gezocht bij het Technasium-netwerk in Noord-Holland-Noord in oprichting. Bovendien is de CSG Jan Arentsz in het verslagjaar toegetreden tot het zogenaamde Jongeren en Techniek Netwerk (JetNet). In breder verband heeft de school te maken met een eerder toe- dan afnemende institutionele druk die het meer dan in het verleden noodzakelijk maakt dat alle geledingen van het Jan Arentsz samen optrekken bij het verwezenlijken van haar collectieve ambitie. Een duidelijk verhaal, waarin ouders en leerlingen herkennen dat de school een eigentijds antwoord heeft op maatschappelijke ontwikkelingen. Goede prestaties zijn nodig om duidelijk te maken waarom de school haar eigen koers vaart en niet zwalkt omdat de politiek steeds iets anders van haar verlangt. D. Bruinzeel Voorzitter College van Bestuur Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 3|Pagina Jaarverslag van de Raad van Toezicht 1. De samenstelling van de Raad van Toezicht De personele bezetting van de raad was als volgt: G.F. Ruiten, voorzitter Mw. I.M.C. Verweel- Stokman, secretaris Mw. M. Harlaar (tot 1 augustus 2013) H.J.M. van Horssen (tot 1 augustus 2013) J.C. Schouten J.F.M. Feldberg Mw. L.A.J. Mulders (vanaf 1 augustus 2013) C.P.A. Mosch (vanaf 1 augustus 2013) 2. Samenvatting activiteiten Raad van Toezicht Onder 3 en 4 worden de activiteiten van de Raad van Toezicht opgesomd. In het afgelopen jaar heeft de Raad van Toezicht speciale aandacht besteed aan de volgende punten. De Raad van Toezicht heeft verschillende activiteiten vanuit zijn verschillende rollen: het vervullen van de rol van werkgever van het College van Bestuur, het geven van goedkeuring voor bepaalde documenten of delen van het beleid en het zijn van een klankbord voor het College van Bestuur. De raad heeft in 2013 vooral veel aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: BNN-De School: het toelaten van camera’s in de school, met alle mogelijke gevolgen voor leerlingen en leerkrachten is uitgebreid besproken en gevolgd. De raad heeft erop gelet dat het proces tot besluitvorming hierover en de uitkomst in de vorm van een breed draagvlak bij leerkrachten, ouders en leerlingen en de afspraken die gemaakt konden worden met BNN, voldoende vertrouwen gaven om mee te doen met deze activiteit. Teamvorming: Het proces van teamvorming is een proces dat van groot belang is voor de onderwijskundige ontwikkeling van de school. De raad volgt dit proces belangstellend. Hierover is niet alleen met het College van Bestuur gesproken maar ook met de leden van de directie. Zij hebben aangegeven hoe zij er binnen hun onderdeel invulling aan geven. De komende tijd zal dit een belangrijk onderwerp blijven voor de raad. Financiële positie: De ontwikkeling van de financiële positie staat onder druk door de voortdurende bezuiniging van het Rijk. Gelukkig is eind 2013 een extra bijdrage ontvangen door de scholen wegens het herfstakkoord. Het invullen van de bezuinigingen is breed in de school gedeeld. Het heeft geleid tot ontwikkeling van de financiële positie die beheersbaar is. De raad heeft de jaarrekening en begroting dan ook goedgekeurd. Continuïteit: De RvT heeft in 2013 op verschillende momenten uitgebreid stilgestaan bij het thema continuïteit. De meerjarenraming laat zien dat de CSG Jan Arentsz zal moeten bezuinigen. Bij de bespreking van de meerjarenraming, de 4- en 7 maands-rapportage en de begroting 2014 is geconstateerd dat de maatregelen die zijn genomen vrucht afwerpen. Dat deze maatregelen voor de lange termijn, bij ongewijzigd overheidsbeleid, onvoldoende zullen zijn heeft de raad ook geconstateerd. De raad is met het CvB van mening dat het snijden in kwaliteit zo lang mogelijk uitgesteld dient te worden en dat de ingezette koers leidend moet zijn bij het kiezen van de posten waarop wel of niet bezuinigd kan worden. Dat de financiële buffers voor de kortere termijn nog Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 4|Pagina voldoende zijn zodat geïnvesteerd kan worden in het creëren van draagvlak voor meer ingrijpende maatregelen, zoals het extensiveren van een deel van de onderwijstijd, is gunstig. Op 7 oktober constateert de RvT tevreden dat het begrotingstekort wordt ingelopen, maar waarschuwt de RvT ook voor de eventuele gevolgen hiervan, het risico van draagvlakverlies bij het personeel voor toekomstige bezuinigingen die noodzakelijk zijn. Inspectie: Blij was de raad met de positieve ontwikkeling van de uitkomsten van de inspectierapporten. Bij het Van der MeijCollege, waarin het CSG Jan Arentsz participeert, kon ook een sterke vooruitgang worden geconstateerd. Verder zijn diverse punten de revue gepasseerd over identiteit, onderwijskwaliteit en specifieke initiatieven op dat gebied, ouder- en leerlingparticipatie, samenwerking etc. Ook heeft de raad contact gehad met de Medezeggenschapsraad en zijn leden aanwezig geweest bij diverse belangrijke bijeenkomsten. 3. Toezichthoudende activiteiten Beschreven in artikel 7 van de statuten van de stichting staan de toezichthoudende taken van de raad. Bij het uitvoeren van de toezichthoudende taken wordt de “Code Goed Onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs” in acht genomen.De belangrijkste activiteiten in het verslagjaar waren in dit verband: a. De raad heeft de begroting voor 2013 goedgekeurd. b. De raad heeft de jaarrekening 2012 en het voorstel voor de resultaatbestemming goedgekeurd. 4. Overzicht van de besproken zaken en ontwikkelpunten in het afgelopen jaar a. De raad heeft het rooster van aftreden geactualiseerd en vastgesteld. b. De raad heeft besloten dat ook leden van de raad van toezicht een verklaring omtrent gedrag moeten kunnen overleggen. Dit is inmiddels voor alle leden gebeurd. c. De raad heeft kennis genomen van de pogingen om te komen tot meer bestuurlijke samenwerking in de regio, teneinde de komende krimp van leerlingen het hoofd te bieden. d. De raad heeft kennis genomen van de plannen van de havo-afdeling om aansluiting te zoeken bij het Technasium netwerk in oprichting. e. De raad heeft in het verslagjaar informatie gekregen over de identiteitsconferentie die de commissie identiteit voor tweedejaars docenten organiseert en over de plannen die de commissie heeft in de richting van de teamleiders. f. De raad heeft het thema teamvorming en de voortgang daarin regelmatig laten terugkomen op zijn agenda, als belangrijk onderdeel van de strategie. g. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over analyse en aanpak van de tegenvallende aanmelding in Langedijk. h. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de wijze waarop de Balanced Scorecard bij de vieren zevenmaands rapportage is benut door het CvB, als evaluatiehulpmiddel bij het meerjaren strategisch beleid. i. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de meerjarenraming. j. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de vorderingen gemaakt door de werkgroep taakbeleid, die als opdracht heeft het taakbeleid te evalueren met als centrale vraag wat er moet veranderen om het taakbeleid ondersteunend te laten zijn aan de strategische keuzes die zijn gemaakt. k. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de initiatieven van de school op het gebied van Internationalisering en de vorderingen op dit gebied. l. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de initiatieven van de school op het gebied van de informatisering van het onderwijs. De raad heeft kennis genomen van de wijze waarop vanuit de directie de secties worden gestimuleerd om meer digitale leermiddelen te gaan gebruiken. m. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de ontwikkelingen in de academische opleidingsschool waarvan de CSG Jan Arentsz onderdeel uitmaakt. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 5|Pagina n. De raad heeft kennis genomen van het project Ruimte voor Professionals van de stichting Werkkring, waarin de CSG Jan Arentsz participeert. o. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over het verder profileren van de vwo-afdeling door het uitbreiden van JAcademic naar de onderbouw, door aansluiting bij het keurmerk van de WON Akademie (Wetenschap oriëntatie Nederland). p. De raad heeft kennis genomen van de uitkomsten van de zogenaamde teammonitor onderwijspersoneel en het werkdrukonderzoek ondersteunend personeel. q. Leden van de raad hebben in het verslagjaar vergaderingen bijgewoond van contactoudergroepen, evenals ouderraad- en medezeggenschapsraadsvergaderingen. r. De raad heeft kennis genomen van de bevindingen van de inspectie met betrekking tot de vwo-en de vmbo GT- afdelingen. De raad geeft daarbij aan blij te zijn met de vorderingen die geboekt worden. s. De raad heeft kennis genomen van de uitslagen van de tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen, die gemiddeld een stijgende lijn laten zien. t. De raad heeft het aangepaste treasurystatuut goedgekeurd. u. De raad heeft zich via presentaties van de directie op de hoogte gesteld van de wijze waarop per vestiging en door de afdeling bedrijfsvoering werk wordt gemaakt van het concretiseren van de collectieve ambitie zoals die in het meerjaren strategie document is verwoord. v. De raad heeft zijn eigen functioneren geëvalueerd. w. Tijdens zijn jaarlijkse studieavond heeft de raad een van de schrijvers/onderzoekers “Niet onwettig, wel onwenselijk” uitgenodigd. Tijdens deze avond zijn lessen getrokken uit de casus Amarantis. x. De raad heeft kennis genomen van het unanieme advies van de medezeggenschapsraad om mee te werken aan de documentaire DeSchool van BNN en Submarine, en van het besluit van het CvB om dit advies over te nemen. De Raad heeft zich tijdens het proces ervan vergewist dat er sprake was van draagvlak bij ouders, leerlingen en personeel door zelf ook met een aantal leden aanwezig te zijn bij een aantal meningsvormende bijeenkomsten met personeel, ouders en leerlingen. y. De raad is in het verslagjaar op de hoogte gesteld van twee waarschuwingen die zijn uitgedeeld aan personeelsleden. 4. Toekomstige ontwikkeling van het toezicht De invoering van de Balanced Scorecard in het verslagjaar laat zien dat in de toekomst een systematische strategische update mogelijk is. De lessen die tijdens de studieavond over het echec bij Amarantis zijn getrokken, laten zien dat een dergelijke systematiek nodig is. Zo kan de raad op aggregatieniveau nagaan of er voortgang is en daar waar deze ontbreekt besluiten om meer de diepte te zoeken. Datzelfde kan gezegd worden over het besluit om daar waar mogelijk ook vergaderingen van ouderraad, contactoudergroepen en medezeggenschapsraad te bezoeken. Ook deze bezoeken dragen bij aan het proces van beeldvorming over de kwaliteit van het bestuur en van hetgeen dat orgaan voortbrengt. Bij de verdere ontwikkeling van de school is ons vertrouwen gericht op God en mensen en vinden wij onze inspiratie in de blijde boodschap voor mensen uit het Evangelie. Wij weten ons daarbij verantwoordelijk voor alles wat wij hebben ontvangen als een zinvolle opdracht gericht op de ontwikkeling van onze leerlingen en ten dienste van onze omgeving. Wij hopen dat in die overtuiging alle inzet, geleverd vanuit een gastvrije en zorgzame houding, vrucht mag dragen. G.F. Ruiten Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 6|Pagina A BESTUURSVERSLAG, KENGETALLEN EN GRAFIEKEN A.1 Bestuursverslag Algemene informatie Kernactiviteiten De Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar en omstreken heeft tot doel voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, algemeen vormend onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs te bevorderen. Deze doelstelling wordt nagestreefd door het in stand houden van de Christelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz. Zij verzorgt voortgezet onderwijs voor scholieren in het vmbo, de havo, het atheneum en het gymnasium. Een groot deel van de leerlingen is afkomstig uit Alkmaar en directe omgeving (buurgemeentes), ca. 80%. Het andere deel, ca. 20%, komt van de verder gelegen dorpen in alle windrichtingen. 1. 2. 3. 4. 5. Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid is een stichting. De stichting is opgericht in 1995, na een fusie van een vereniging en twee stichtingen. Statutaire vestigingsplaats en adres De Stichting is gevestigd in de statutaire vestigingsplaats Alkmaar, aan de Mandenmakerstraat 11. Identiteit, missie, visie en ambitie Ouders van CSG Jan Arentsz noemen de school betrokken en betrouwbaar. Betrokken en betrouwbaar zijn twee van de in totaal vijf kernwaarden (de zogenaamde vijf B’s) die de medewerkers van de school heel erg de moeite waard vinden. Betrokken, betrouwbaar, binden, boeien en bewegen! Deze 5 B’s helpen ons om trouw te blijven aan wat we in het verleden met elkaar hebben opgebouwd. Ze helpen ons ook om het Jan Arentsz nog beter vorm te geven. Kernwaarden hebben immers alleen waarde als we ze vertalen in wat we ‘goed gedrag’ vinden in situaties in de dagelijkse praktijk. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. De CSG Jan Arentsz kenmerkt zich in de eerste plaats door haar open christelijke identiteit, waarin we vertrouwen in elkaar en in elkaars mogelijkheden en talenten. We voelen ons thuis bij het erfgoed van onze christelijke identiteit en willen onze leerlingen, ouders en medewerkers vanuit een open, respectvolle benadering daarin laten delen. In het beleidsplan Identiteitsontwikkeling wordt uitgewerkt hoe we samen werken aan dit deel van de schoolcultuur. Uit onze missie en visie valt onze ambitie af te leiden. De CSG Jan Arentsz wil een school zijn die leerlingen: Helpt om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen; Zin in leren bijbrengt; Stimuleert sociaal te groeien; Leert om op een positieve manier naar zichzelf te kijken; en Een goede basis laat verwerven voor hun vervolgopleiding en hun plek in de maatschappij. Voor een uitgebreide beschrijving van missie, visie en ambitie: zie www.ja.nl Organisatiestructuur De Christelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz is een, vanuit een eenhoofdig College van Bestuur geleide organisatie. Het CvB is verantwoordelijk voor het strategisch beleid, de beleidsontwikkeling en de samenwerking met andere organisaties in de regio. Uitvoerende, tactische verantwoordelijkheden, maar ook enkele specifieke onderdelen van de beleidsontwikkeling ten aanzien van het onderwijs-, personeels- en huisvestingsbeleid en een deel van de contacten met derden, zijn gemandateerd aan de vestigingsdirectie van de vier vestigingen en de directeur bedrijfsvoering. Drie van deze vestigingen, de twee vestigingen aan de Mandenmakerstraat en de vestiging vmbo-beroepsonderwijs ‘Zorg en Welzijn’ van het ‘Van der Meij College’ liggen in de gemeente Alkmaar. De vierde ligt in de gemeente Langedijk. Het CvB en de afdeling bedrijfsvoering zijn gehuisvest in het gebouw aan de Mandenmakerstraat te Alkmaar. 7|Pagina De vestiging Mandenmakerstraat vmbo heeft de vmbo-beroepsgerichte en vmbo/havo-brugklassen en omvat voorts leerjaar 2 in de beroepsgerichte en 2 tot en met 4 in de theoretische en gemengde leerwegen. De leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen krijgen na leerjaar 2 toegang tot de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo, die verzorgd worden op het Van der Meij College. Lwoo-leerlingen zijn verspreid over de klassen. De vestiging Mandenmakerstraat havo/vwo omvat alle leerjaren havo, atheneum en gymnasium. De vestiging Bosgroet in Zuid-Scharwoude (gemeente Langedijk) heeft vmbo-, vmbo/havoen havo/vwo-brugklassen. (Ook hier kan een lwoo-traject worden aangeboden aan de vmbo-leerlingen die dat nodig hebben.) Na de brugklas worden de leerlingen geplaatst in de afdelingen vmbo, havo of atheneum. Na het derde leerjaar havo of atheneum kunnen de leerlingen hun opleiding vervolgen op de vestiging Mandenmakerstraat tweede fase. De vestiging ‘Zorg en Welzijn’ in het Van der Meij College is een vestiging waarin op grond van een samenwerkingsovereenkomst wordt samengewerkt met de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs NoordHolland-Noord (‘SOVON’). Daartoe is de coöperatie Van der Meij College opgericht, waarvan ons bestuur en het SOVONbestuur de dragende besturen zijn. Het cooperatiebestuur treedt op als beheerder van gebouw en goederen, niet als werkgever of bevoegd gezag. In de vestiging die is ondergebracht in het Van der Meij College verzorgen wij het onderwijs en het personeelsbeleid in de sector Zorg en Welzijn voor het derde en vierde leerjaar van de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo. Governance De ‘Code Goed Onderwijsbestuur Voortgezet Onderwijs’ wordt nageleefd. Klachtenafwikkeling De school hanteert een klachtenregeling, die is gepubliceerd op de website van de school, www.ja.nl. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. Toelaatbaarheid en toegankelijkheid De school is toegankelijk voor alle leerlingen die kunnen voldoen aan de toelatingseisen, zoals verwoord op de website van de school bij de rubriek ‘Aanmelden’. Aan ouders en leerlingen wordt bij de inschrijving gevraagd of zij de grondslag van de school kunnen onderschrijven dan wel respecteren. Daarmee beogen we als open christelijke school, dat alle leerlingen met instemming van hun ouders kunnen meedoen aan de identiteitsactiviteiten die wij in het kader van onze vorming en ons onderwijs aanbieden, zoals dagopeningen, de vieringen en de lessen godsdienst. De CSG Jan Arentsz is onderdeel van het samenwerkingsverband VO/SVO NoordKennemerland. Binnen dit samenwerkingsverband is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de invoering van Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft in die periode een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen ontwikkeld. De CSG Jan Arentsz heeft, zoals de andere scholen in samenwerkingsverband, in haar schoolondersteuningsprofiel beschreven welke basisondersteuning en welke extra ondersteuning voorhanden is. Mocht een leerling zich aanmelden met een zodanig complexe ondersteuningsproblematiek, dat deze niet door de school adequaat begeleid kan worden, dan zijn er binnen het samenwerkingsverband voldoende mogelijkheden om een passende onderwijsplek te realiseren. Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid Scholen werken niet in het luchtledige. Dat geldt ook voor de CSG Jan Arentsz. In het vorige verslagjaar werd in de directe omgeving zichtbaar dat demografische ontwikkelingen ertoe leiden dat de profilering van de vwo-afdelingen een extra impuls krijgt. Hierop heeft de CSG Jan Arentsz in het verslagjaar 2012 een begin van een antwoord geformuleerd. In 2013 heeft het profileren van het projectonderwijs dat al plaatsvond in het zogenoemde JacAcademic, geleid tot aansluiting bij de WON-Akademie en bij het Jongeren en Techiek Netwerk (JetNet). Het 8|Pagina WON-keurmerk is inmiddels ook toegekend. In breder verband heeft de school eerder te maken met een toe- dan een afnemende institutionele druk, die het meer dan in het verleden noodzakelijk maakt dat alle geledingen van de CSG Jan Arentsz samen optrekken bij het verwezenlijken van haar collectieve ambitie. Een duidelijk verhaal, waarin ouders en leerlingen herkennen dat de school een eigentijds antwoord heeft op maatschappelijke ontwikkelingen. Goede prestaties zijn nodig om duidelijk te maken waarom de school haar eigen koers vaart, en niet zwalkt omdat de politiek steeds iets anders van haar verlangt. De strategische keuzes die gemaakt zijn, vormen geen breuk met het verleden, maar zorgen wel voor andere accenten. De CSG Jan Arentsz heeft op basis hiervan in het verslagjaar de focus gelegd op een viertal zaken. 1. Horizontalisering van het veranderproces. 2. Het integreren van wetenschappelijke inzichten over ‘wat werkt’ met de impliciete kennis die bij onze goede docenten aanwezig is. 3. Het creëren van ‘gelegenheid’ om met elkaar het gesprek te voeren over onderwijs en leerlingbegeleiding. 4. Het in de etalage zetten van de ‘bloemen die bloeien’ in boeketvorm. 1. Horizontalisering Hiermee bedoelen we dat we in veranderingsprocessen meer invloed willen geven aan alle betrokkenen tijdens het denkproces. Dat geldt ook voor het proces van reflectie en evaluatie als veranderingsprocessen eenmaal hun beslag krijgen. Met betrokkenen bedoelen we personeel, ouders en leerlingen. Op een aantal terreinen heeft deze horizontalisering haar beslag gekregen. Zo is het personeel gevraagd mee te denken over de noodzakelijke bezuinigingen en over de realisatie van een taakbeleid dat past bij de teamvorming die plaatsvindt. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 2. Integratie van wetenschappelijke inzichten Het kennis nemen van wat er aan resultaten bekend is uit vijfendertig jaar onderwijsonderzoek kan ons helpen om onze kennis over de dagelijkse praktijk te koppelen aan wat uit onderzoek bekend is. Op alle vestigingen wordt op dit moment expliciet gewerkt aan het doorvoeren van elkaar aanvullende concepten, die bovendien de toets van vijfendertig jaar onderzoek kunnen doorstaan. Waar Langedijk en de vestiging VMBO Alkmaar zich, onder begeleiding van Peter Teitler (lessen in orde), al langer vooral richten op het creëren van een gemeenschappelijk pedagogisch klimaat, heeft het lyceum onder druk van de mindere examenresultaten van 2009 eerder gekozen voor het met elkaar doordenken van het zogenaamde ‘leren1/leren2’ concept. In het lyceum is sterk geïnvesteerd in de coaching van leerlingen. In het verslagjaar is de vwo-afdeling gestart met een professionaliseringstraject door middel van lesbezoeken en collegiale consultatie, daarbij begeleid door de opleiders vanuit de opleidingsschool. Vanuit de opleidingsschool vindt ook begeleiding plaats van enkele nieuwe teamleiders. In de havo-afdeling is momenteel sprake van integratie van coaching- en mentoruren. In het vmbo in Alkmaar wordt gewerkt aan de invoering van een vergelijkbaar didactisch concept, RTTI genaamd. Dat laatste geldt ook voor de vestiging Langedijk. In het vwo is inmiddels ook een groep docenten gestart met het onderzoeken van de mogelijkheden van RTTI voor haar onderwijs. De keuze voor RTTI laat ook zien dat er door de vestigingen werk wordt gemaakt van het thema integratie van wetenschappelijke inzichten. De nadruk die hierbij ligt op formatief toetsen en op het geven van feedback, waarmee de leerling aantoonbaar betere resultaten boekt in de leercyclus, heeft als positief neveneffect dat de gesprekken binnen de teams en met de ouders een kwalitatieve impuls krijgen. Kern bij de concepten die momenteel op alle vestigingen worden ingevoerd, is ook 9|Pagina dat zij laten zien dat het werkklimaat in de klas niet los kan worden gezien van de rest van de school. De afdeling Zorg en Welzijn van het VMC heeft in het verleden gekozen voor het PBS concept (Positive Behaviour Support). Nu dit succesvol blijkt als pedagogisch concept in de gemeenschappelijke ruimtes, is in het verslagjaar een begin gemaakt met de invoering van PBS in de lessen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een vorm van praktijkonderzoek die de afdeling Special Educational Needs van de Vrije Universiteit naar Nederland heeft gehaald, het zogenaamde lesson study. Het gaat hier om een methode van praktijkonderzoek waarbij docententeams samen lessen ontwerpen, uitvoeren en evalueren. 3. Creëren van ‘gelegenheid’ Zonder gelegenheid om elkaar te spreken, standpunten uit te wisselen en elkaar goed te leren kennen, zal er weinig veranderen. Door het creëren van teams die een duidelijke opdracht hebben op pedagogisch didactisch gebied is de benodigde veranderruimte ontstaan. Gedragsverandering ontstaat niet alleen door ‘gelegenheid’. Bij de invoering van de teamstructuur waren we ons ervan bewust dat we aandacht moeten blijven besteden aan de dialoog waarin de visievorming langzamerhand concreter kan worden en richtinggevend voor de dagelijkse praktijk. Ook realiseerden we ons dat we daar waar teamleiders dit van ons vragen, ervoor moeten zorgen dat er voldoende ondersteuning is op het gebied van kennis en vaardigheden. In het verslagjaar is daarom nagedacht over en uitvoering gegeven aan de vorm waarin de komende jaren de teamleiders kunnen worden ondersteund bij hun ‘trektocht’. Belangrijk in dit verband is ook dat bedrijfsvoering weet heeft van het proces en dit waar mogelijk ondersteunt en in toenemende mate als hitteschild fungeert als druk van buiten de koers bedreigt of door haar werkzaamheden en adviezen het primaire proces ondersteunt. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 4. De 3 K’s Kenmerken Kwaliteit Klimaat Scholen worden beoordeeld op Kwaliteit (in de zin van rendement en opbrengsten), op onderwijs Kenmerken en op school Klimaat. Externe evaluaties lieten in het verleden zien dat de CSG Jan Arentsz op geen van de drie terreinen excelleert. De strategische keuze van de vestigingen in Alkmaar uit het verleden, voor een excellent schoolklimaat, worden steeds beter waargemaakt. Waar Jan Arentsz Langedijk van meet af aan de focus gelegd heeft op excellentie op het gebied van onderwijskenmerken, heeft de heroriëntatie die heeft plaatsgevonden als gevolg van de mindere aanmelding in 2011 en 2012, ertoe geleid dat ook hier de focus is komen te liggen op het streven naar een excellent schoolklimaat. Voor alle vestigingen geldt dat met het vormen van teams een begin is gemaakt met de weg omhoog. De teammonitor laat zien dat het vertrouwen in elkaar en in de leiding groeiende is en dat er motivatie is om te werken aan de gemeenschappelijke opdracht. De opbrengstenkaarten laten voor alle afdelingen een positieve ontwikkeling zien en er is, met uitzondering van de afdeling kader Zorg en Welzijn van het VMC, sprake van een toekenning van het basisarrangement door de inspectie. De stijgende lijn in resultaten en in tevredenheid bij ouders en leerlingen van de brugklassen bevestigt ons in de overtuiging dat het verder werken aan een excellent schoolklimaat, via een omweg, een kwaliteitsverbetering tot gevolg zal hebben. Werd in vorige jaarverslagen nog opge- 10 | P a g i n a merkt dat de CSG Jan Arentsz op het terrein van onderwijskenmerken onvoldoende in staat was een geloofwaardig alternatief neer te zetten tegenover concepten als tweetalig onderwijs, LOOT, enzovoorts, dan kan nu vermeld worden dat met het versterken en uitbreiden van het bestaande JacAdemic-concept, wat ook heeft geleid tot het verwerven van het WON-keurmerk, een aantrekkelijk alternatief gevormd is. Leerlingen Van oudsher wordt op school positieve persoonlijke aandacht voor de leerlingen belangrijk gevonden. Het beleid van de school is erop gericht de leerling zo goed mogelijk op te vangen en zich snel te laten thuis voelen op onze school. Er is daarom veel aandacht voor het mentoraat. We hanteren daarbij een leerlingvolgsysteem. Nieuwe leerlingen krijgen van hun mentor een introductieprogramma om wegwijs te worden op onze school. De mentor bezoekt de brugklasleerling en de ouders thuis in de loop van het eerste schooljaar, en waar nodig ook in de volgende jaren. Veel zorg wordt besteed aan een veilig leef- en leerklimaat. Toch lieten tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen in het verleden zien dat het nagestreefde excellente schoolklimaat er nog niet was. De tevredenheid over het mentoraat en de veiligheid scoren in de recente brugklasonderzoeken hoger. De zogenaamde LAKS vragenlijst wordt tweejaarlijks afgenomen en zal in 2014 een beeld geven van eventuele vorderingen op dit terrein. Hiervoor is al aangegeven hoe de school in de toekomst wil werken aan excellentie door teamvorming, horizontalisering en het integreren van ‘wat werkt’ in de dagelijkse praktijk. In het verslagjaar heeft, om die ruimte te creëren, de teamstructuur vorm gekregen. Veel tijd wordt geïnvesteerd in de begeleiding en opvang van leerlingen met problemen. De school werkt hierin nauw samen met de partners in het regionale samenwerkingsverband voor de leerlingenzorg, de leerplichtambtenaren en de gemeentes. Binnen het samenwerkingsverband is in het Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. verslagjaar veel werk verzet om voorbereid te zijn op de invoering van de wet passend onderwijs. In het verslagjaar bleef het aantal voortijdig schoolverlaters in het samenwerkingsverband en de CSG Jan Arentsz verder afnemen. In dat verband mag niet onvermeld blijven dat het samenwerkingsverband door haar successen, in Nederland gezien wordt als een koploper en een voorloperstatus heeft gekregen. De school heeft een enthousiaste en groeiende leerlingenraad, die zich in het verslagjaar o.a. met succes heeft ingezet voor de uitgave van een schoolkrant, een evenementencommissie heeft opgezet en onderzoek heeft gedaan naar de tevredenheid over de kantine. De leerlingenraad is met vier leden ook nauw betrokken bij de medezeggenschapsraad. Ook buiten de leerlingenraad of in samenwerking met de leerlingenraad worden door leerlingen steeds meer initiatieven genomen. In 2013 organiseerden leerlingen ter inspiratie van hun collega-leerlingen een inspiratiedag en was er opnieuw een groep leerlingen die zorgde voor een ‘Paarse Vrijdag’. Ouders Het contact met de ouders onderhoudt de school middels brieven, de website, met ouderavonden en spreekuren. Samen met de ouders is enkele jaren geleden besloten om het contact meer langs digitale weg te laten verlopen. Deze digitale communicatie raakt inmiddels ingeburgerd. Daarnaast heeft elke vestiging zijn contactoudergroep, die periodiek overleg voert met de vestigingsdirectie over het gevoerde vestigingsbeleid. De overkoepeling daarvan is de ouderraad, die samen met de voorzitter CvB de MR-vergadering voorbereidt. De ouders zijn met vier personen vertegenwoordigd in de MR. In het verslagjaar is een begin gemaakt met zogenaamde ouderpanels, een groep ouders die een paar keer per jaar gevraagd wordt digitaal input te leveren rond een door de school gekozen thema. Personeel Centraal in ons personeelsbeleid staat de professionalisering van schoolleiding en leraren. Niet als doel op zich, maar als mid- 11 | P a g i n a del om te komen tot goed onderwijs. Uiteraard is daarbij ook aandacht voor de ontwikkeling van het personeel in relatie tot hun loopbaan. Bij dit streven maakt de CSG Jan Arentsz gebruik van de gesprekscyclus en een 360 graden feedbacksysteem. In het verslagjaar is er ook voor het management een 360 graden feedback instrument ontwikkeld. Dit instrument is gebaseerd op de zeven domeinen van leiderschap die in opdracht van de VO-raad zijn ontwikkeld ten behoeve van het bekwaamheidsdossier van schoolleiders. Overigens staat het personeelsleden vrij om op een andere wijze hun eigen feedback te halen. In het verslagjaar hebben we verder nagedacht over zowel de horizontale als verticale integratie van ons personeelsbeleid. Hieronder verstaan we dat we inzet, kennis en bekwaamheden van onze medewerkers en inhoudelijke en organisatorische doelen van de school doorlopend op elkaar proberen af te stemmen. Al een aantal jaren werken we aan een infrastructuur voor het opleiden in school. We ontvingen er van de overheid ook een (overbruggings-)subsidie voor, in het kader van de ‘Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school’. In 2010 (januari) verkregen we de definitieve status van Academische opleidingsschool. Voor de verantwoording van het gevoerde personeelsbeleid en de behaalde resultaten wordt sinds 2010 verwezen naar Vensters voor Verantwoording (www.schoolvo.nl). De volledigheid van de inhoud van Vensters voor Verantwoording zal de komende jaren steeds meer verbeteren. Om te voorkomen dat op verschillende plaatsen en momenten informatie moet worden verschaft en om de eenduidigheid te bewaren, is ertoe besloten om zo veel als mogelijk naar Vensters voor Verantwoording te verwijzen. Via Vensters voor Verantwoording kan het schoolresultaat ook worden vergeleken met de resultaten van andere scholen. Over 2013 is sprake van een daling van het ziekteverzuim bij het onderwijzend personeel, en een stijging Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. bij het ondersteunend personeel en bedrijfsvoering. Bij de laatste groep zijn er 2 langdurig zieke personeelsleden, procentueel gezien heeft dit grote invloed. In de groep onderwijzend personeel is het verzuimpercentage met de oorzaak psychische overbelasting hoog (20,23%). Aangezien het hier ook vaak om langdurig verzuim gaat leidt dit tot een hoog percentage. Het percentage griep/verkoudheid bedraagt in deze categorie 21,02%. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde steken de verzuimpercentages nog steeds gunstig af (landelijke gegevens CBS onderwijs 5,05%). Verzuimcijfers personeel OP 2011 2012 2013 Ziekteverzuimpercentage 3,24 4,62 3,85 Meldingsfrequentie 1,07 1,68 1,73 Gem. ziekteverzuimduur 7,6 6,7 5,5 Nulverzuim 51,66 39,62 37,46 OOP 2011 2012 2013 Ziekteverzuimpercentage 7,59 3,49 4,52 Meldingsfrequentie 0,97 1,13 1,06 Gem. ziekteverzuimduur 6,9 5,2 4,7 Nulverzuim 54,55 46,55 49,06 Onderwijs Doelstelling Belangrijke onderwijsdoelen voor het verslagjaar waren: Het verder versterken van de onderwijskwaliteit. In de paragraaf ‘resultaten en ontwikkelingen’ wordt duidelijk dat de vwoafdeling de opgaande lijn heeft doorgetrokken in het verslagjaar. Maar ook de andere afdelingen en de kaderafdeling van Zorg en Welzijn van het VMC, laten een stijgende lijn zien op hun opbrengstenkaart. De kaderafdeling Zorg en Welzijn, heeft weliswaar in het verslagjaar betere opbrengsten, maar over een periode van drie jaar gemeten (dat is de periode die de inspectie hanteert bij haar opbrengstenkaart) is er nog 12 | P a g i n a sprake van onvoldoende opbrengsten. Door de unieke opzet van het VMC staat nu een deel van een sector onder toezicht van de inspectie. Was er sprake geweest van een school, dan had het VMC een voldoende opbrengstenkaart. Dit laat onverlet dat het inspectieoordeel een goede stimulans is om de ingezette verandering die nodig is om te werken aan kwaliteit, bij de sector Zorg en Welzijn verder vorm te geven. De doorstroming Langedijk-Alkmaar voor wat betreft de havo- en vwoleerlingen is in het verslagjaar verder verbeterd door gezamenlijke initiatieven van de betrokken teamleiders uit beide vestigingen. Een betere samenwerking tussen onderbouw (CSG Jan Arentsz) en bovenbouw (Van der Meij College) voor het vmbo-beroepsonderwijs. In het vorige verslagjaar is door de directeuren van de moederscholen (OSG Willem Blaeu, Stedelijk Dalton College Alkmaar, vestiging vmbo Jan Arentsz Alkmaar) en het VMC hard gewerkt aan het verwezenlijken van een collectieve ambitie, ‘Samen 1 top vmbo’. Om deze ambitie verder vorm te geven en uit te werken is toen voor al het vmbopersoneel van de moederscholen en het personeel van het VMC een conferentie-dag georganiseerd. Met de opbrengsten van die dag wordt nu verder gewerkt aan het creëren van de collectieve ambitie. Resultaten en ontwikkelingen In het verslagjaar zijn de opbrengsten van alle afdelingen, over een periode van drie jaar gemeten, met uitzondering van de kaderafdeling Zorg en Welzijn van het VMC, voldoende. Zorg De school spant zich doorlopend in om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen en werkt daarin nauw samen met de andere scholen in de regio. In de voorgaande jaren wist de school de met de overheid Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. overeengekomen doelstellingen van de vermindering van de uitval te halen. Het Van der Meij College participeert mede namens Jan Arentsz in het project ‘Plusjongeren’. Tevens is met de regioscholen in het verslagjaar hard gewerkt aan de voorbereiding van de invoering van 'passend onderwijs'. Het Ondersteuningsplan 20142018 is in concept gereed en de ambitie om alle leerlingen in onze regio een plek te bieden lijkt te kunnen worden waargemaakt. De goede onderlinge afstemming in het Regionaal Samenwerkingsverband van de scholen maakt een optimale inzet van de mogelijkheden haalbaar. Taal- en rekenonderwijs In het kader van de ‘Regeling kwaliteit voort- gezet onderwijs’ is er ook in 2013 bijzondere aandacht geweest voor de kwaliteit van het taal- en rekenonderwijs. In 2008 was al onderzocht welke problemen de school tegenkomt bij het reken- en taalonderwijs. Vervolgens is er in 2009 een verbeterplan opgesteld, met inzet van al bestaande activiteiten (hulplessen, dyslexie- en dyscalculietesten) èn met inzet van nieuwe (digitale) middelen en methoden. Op alle vestigingen zijn docenten aangesteld met de opdracht uitvoering te geven aan het verbeterplan, namelijk de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs te helpen verhogen. Docenten volgden daarnaast een scholing ‘coaching’ om de leerlingen beter te kunnen begeleiden. Eén docent volgde eerder een meerjarige cursus gericht op het specifiek begeleiden van hoogbegaafde leerlingen, die weer om een andere aanpak vragen. In 2010 werd al professionele samenwerking gezocht met het APS en het CPS om een taal-verbeter-beleid te leren opzetten. Aan dit beleid is in 2012 verder vormgegeven. Voor remedial teaching is in 2010 een nieuwe rekenmethode aangeschaft. Schoolleiding en docenten volgen de ontwikkelingen op de voet, met extra scholing en het bezoeken van werkconferenties. In 2012 is een rekenprogramma voor de bovenbouw havo/vwo opgesteld om ervoor te zorgen dat de leerlingen goed voorbereid de rekentoets doen. 13 | P a g i n a Goede en betrouwbare schoolexamens In het kielzog van de zogenaamde 90dagen plannen die zijn gestart om te komen tot betere opbrengsten in de vwoafdeling, zijn de secties in 2011 aan de slag gegaan met het verbeteren van de kwaliteit van de schoolexamens. Ook wordt nu meer dan in het verleden werk gemaakt van het analyseren van de resultaten die door de leerlingen behaald worden bij de centrale examens. Dat geldt niet alleen voor de vwo- afdeling. Ook in de andere afdelingen is, naar voorbeeld van het vwo, werk gemaakt van het thema opbrengstgericht werken. Bij de jaarlijkse sectiegesprekken met de directie staat het thema ‘goede en betrouwbare examens’ standaard op de agenda. (Zeer) zwakke scholen weer goed, goede scholen nog beter Eerder in dit verslag is al melding gemaakt van het feit dat de kaderafdeling Zorg en Welzijn over een periode van drie jaar gemeten zwak bevonden is door de inspectie. Tijdens het verslagjaar constateerde de inspectie dat er duidelijke vorderingen zijn gemaakt, die vertrouwen geven dat de beoordeling van zwak naar voldoende zal gaan. De interventies die zijn gedaan op het gebied van teamvorming en didactiek werpen hun vruchten af. Uitblinken op alle niveaus en een passende kwalificatie voor alle leerlingen In het algemeen geldt dat de CSG Jan Arentsz zich inspant om de leerlingen zodanig te begeleiden, dat zij tenminste het schooladvies realiseren. Meer aandacht aan excellentie is in het verslagjaar gegeven via de zogenaamde gymnasium+ projecten en door het aanbieden van JacAdemic projecten. Nieuw zijn in dit verband ook de zogenaamde WON-uren waarin de leerlingen van de brugklas zich oriënteren op de wetenschap. Daarbij worden leerlingen via lezingen en masterclasses gestimuleerd meer uit zichzelf te halen. Burgerschapsvorming Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. De maatschappelijke stage draagt bij aan burgerschapsvorming. Met de maatschappelijke stage leveren de leerlingen een onbetaalde bijdrage aan de samenleving. De school organiseert de maatschappelijke stage voor het grootste deel zelf; voor een deel van de activiteiten worden externe organisaties ingeschakeld, al dan niet met tussenkomst van de Vrijwilligers Centrale Alkmaar (VCA). Binnen de gemeente Alkmaar is overleg met andere scholen en VCA over vormgeving, samenwerking en afstemming. Op de verschillende vestigingen is het afgelopen jaar weer ervaring opgedaan met de maatschappelijke stage. Daar ging het soms om kleine activiteiten in de vorm van Goede-doelen-projecten (sponsorloop, sponsorschaatsen, Zip Your Lip), Amnesty-acties e.d. Ook de paasbloemenactie is een activiteit in het kader van de maatschappelijke stage. Verder waren er enige grotere projecten in school zoals hulpmentoraat (MV), leerling kantine (L), inzet van leerlingen bij open dagen (L) en het project Schoolwacht (L). Daarnaast waren er grotere projecten zoals Globaland, een onderwijsproject dat gericht is op derde-wereld-landen (MV), Switch, projecten in de directe omgeving van school (MV en ME), verwendag voor ouderen (VMC), ouderenproject (L), wandeltweedaagse voor senioren met een loopbeperking (L). Veel van deze projecten zullen worden gecontinueerd. De ervaringen opgedaan bij de bovengenoemde activiteiten dragen bij aan de totstandkoming van een definitief invoeringsplan. Maatschappelijk ondernemen - Projecten In 2012 organiseerde de school verschillende onderwijskundige projecten, die van bijzondere vormende waarde zijn. Te denken valt aan: Milieu- en duurzaamheidprojecten: de school in de wijk, waterkwaliteit, zonne-energie, deeltjesonderzoek, een en ander met partnerscholen in Duitsland, met docenten in het kader van een Europees Comeniusproject, in samenwerking met de gemeentes Alkmaar en Langedijk en diverse bedrijven, met 14 | P a g i n a • ‘Cross your borders’ (ontwikkelingswerkproject); Sociale- en maatschappelijke projecten: Paasbloemenactie voor bejaarden en zieken in de regio, vrijwilligersdag, maatschappelijke stages in onderbouw en bovenbouw, met medewerking van vele bedrijven in de regio, ‘jong ontmoet oud’; De vestiging Langedijk organiseerde een jeugdgemeenteraad in samenwerking met de gemeente Langedijk. Culturele projecten: in samenwerking met cultuurinstellingen en theaters in de regio, met theater in de school (met, voor en door de leerlingen), met film- en muziekvoorstellingen, met museumexcursies in binnen- en buitenland; Sportieve projecten: Jan Arentsz is erkend als 'sportactieve school', waartoe de school vele mogelijkheden van sportbeoefening moet aanbieden. De school wint regelmatig eerste prijzen met teamwedstrijden in regionaal en landelijk verband; Economische projecten: deelname aan het project 'terugdringen voortijdig schoolverlaten'; deelname aan het project 'plus-jongeren'; Opleiden van studenten in het kader van de Academische Opleidingsschool NoordHolland-West (Jan Arentsz is lid en penvoerder). Ruimte voor de leraar Het verslagjaar stond bovenal in het teken van de teamvorming. Elf teams verspreid over drie vestigingen zijn hun tweede jaar in gegaan. Teamvorming die ruimte moet bieden voor de leraar om te groeien als collega en professional. Ook na invoering is er sprake van een begeleiding van het teamvormingsproces, die maakt dat de teamvorming ook als de teams eenmaal gevormd zijn, een grote kans van slagen heeft. Samen met Bureau Kock wordt het proces nauwkeurig gemonitord en is samen met de teamleiders en de directie een begeleidingsprogramma op maat voor alle betrokkenen opgezet. De teamscan die in 2012 werd afgenomen kreeg in 2013 een Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. vervolg met de teammonitor, waardoor we kunnen zien wat de vorderingen zijn. En hoewel duidelijk is dat de explicitering van wat we verstaan onder een excellent schoolklimaat nog duidelijker en dat de regelruimte die er voor de teams is nog beter benut zou kunnen worden, zijn er door veel teams forse stappen vooruit gezet. Huisvesting en materiële voorzieningen ICT Jan Arentsz is een moderne school waarin automatisering niet meer valt weg te denken. Jan Arentsz streeft naar eigentijds onderwijs, gebruik makend van moderne media die nieuwe mogelijkheden bieden om de educatie van leerlingen zodanig vorm te geven, dat er meer (massa)maatwerk mogelijk is. Ook in 2013 heeft de werkgroep ICT zeer succesvolle ICT conferenties georganiseerd over integratie van ICT in het Lyceum onderwijs. Leermiddelen In 2010 is een eerste aanzet gedaan om te komen tot leermiddelenbeleid. Hoewel er sprake is van een complex krachtenveld lijkt de verhouding tussen digitale en conventionele leermiddelen te veranderen ten gunste van digitale leermiddelen. Via VOcontent wordt steeds meer materiaal aangeboden. Helaas is de bruikbaarheid daarvan in het verslagjaar nog onvoldoende om over te gaan tot brede invoering hiervan. Wel wordt in de onderbouw meer gebruik gemaakt van de zogenaamde stercollecties (leerlijndekkend digitaal materiaal) die VOcontent levert. Tot nu toe nog vooral als aanvulling op commercieel materiaal. Er wordt naar gestreefd steeds meer gebruik te maken van deze stercollecties. Het voordeel daarvan is dat de kosten voor leermiddelen laag blijven en er ruimte ontstaat voor infrastructuur en voor docenten om open leermateriaal aan te vullen en te arrangeren. We streven ernaar de komende jaren meer pilots uit te voeren om tot een afgewogen keuze te komen. Momenteel hebben we daarbij te maken met commerciële druk 15 | P a g i n a vanuit de uitgevers die veel investeren in de ontwikkeling van digitaal leermateriaal. Die investeringen moeten worden terugverdiend en daarom doen uitgevers veel moeite om hun methoden bij docenten en vaksecties te promoten. Zo worden docenten uitgenodigd om voor hun vak gebruik te maken van een licentiemodel waarvoor een bedrag per leerling/per vak/per jaar moet worden betaald. Een snelle berekening leert dat de kosten van het boekenpakket daarmee vele malen hoger zou worden dan nu het geval is. Dit is een belangrijke reden voor onze school om het gebruik en de verdere ontwikkeling van open leermiddelen via VO-content te stimuleren. VO-content nodigt docenten overigens nadrukkelijk uit om zelf bij te dragen aan de ontwikkeling en het actueel houden van de digitale methoden. Binnen de onderbouw vwo is gestart met een pilot waarin wordt gewerkt met een device (ic. Chromebook) per leerling. De verwachtingen hiervan zijn hooggespannen. De kosten van de device zullen (voor zover mogelijk) bij de ouders worden neergelegd. Het schoolbudget biedt daarvoor onvoldoende ruimte. Dit wordt momenteel door de betrokken vestiging nader uitgewerkt. Huisvesting Wij vinden de omgeving, waarin we ons werk met elkaar doen, belangrijk voor de motivatie en het welbevinden van de leerlingen en de personeelsleden. We proberen de kwaliteit en de sfeer van de schoolgebouwen optimaal te houden. Het Van der Meij College In de gemeente Alkmaar zijn vier brede scholengemeenschappen die allemaal te kampen hebben met een teruglopend leerlingaantal waar het gaat om het beroepsgericht vmbo. Dit heeft geresulteerd in het opheffen van opleidingen op verschillende scholen. Op initiatief van de gemeente Alkmaar is overleg tussen de (besturen van) de verschillende scholen op gang gebracht om te komen tot een concentratie in Alkmaar op twee locaties van bovenbouw vbo: Facilitair Centrum Zuid (FCZ) en Facilitair Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. Centrum Noord (FCN). Het FCZ is uiteindelijk bij één school (dus één bestuur) ondergebracht, te weten het Petrus Canisius College, het FCN bij drie scholen en twee besturen. De gemeente Alkmaar heeft een gebouw neergezet voor het FCN, nu bekend onder de naam Van der Meij College (VMC). De (besturen van de) drie scholen hebben, in overleg met en op dringend advies van de onderwijsinspectie, hun licenties via een Regionaal Arrangement herschikt: elke school heeft nu één sector vbo. Dit Regionaal Arrangement is goedgekeurd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Drie nevenvestigingen van de moederscholen vormden samen de onderdelen van het 'schoolverzamelgebouw' VMC. Er was dus sprake van drie Brinnummers met voor elke vestiging een vestigingsnummer. Elke nevenvestiging heeft een licentie voor één sector respectievelijk Techniek, Economie en Zorg en Welzijn. De leerlingen zijn per 1 augustus 2008 overgeschreven naar een andere moederschool, als hun eigen school geen licentie heeft voor de sector waarin zij onderwijs volgen. Personeel is in dienst van één van de moederbesturen. Zij hebben een bestuursaanstelling en een plaats van tewerkstelling: de nevenvestiging gehuisvest in het VMC. De medezeggenschap is geregeld met het instellen van een boven-bestuurlijke medezeggenschapsraad voor het VMC. De medezeggenschapsraad van CVO heeft daartoe bevoegdheden overgedragen aan de bovenbestuurlijke medezeggenschapsraad. Deze raad functioneert sinds de zomervakantie 2008. De financiën worden, waar van toepassing en noodzakelijk, voor gemene rekening genomen. De te hanteren verdeelsleutel van de kosten wordt gemaakt op basis van de Rijksvergoeding. Grofweg is de verdeelsleutel 1:3. De moederbesturen verantwoorden hun eigen nevenvestigingen in de eigen jaarrekening. Omgeving De CSG Jan Arentsz participeert actief in de volgende samenwerkingsverbanden: 1. De Stichting Werkkring, een provinciaal samenwerkingsverband voor onder an- 16 | P a g i n a dere de oprichting en instandhouding van een mobiliteitscentrum. Met de schoolbesturen die participeren in de Stichting Werkkring is afgesproken om, waar mogelijk, gezamenlijk integraal personeelsbeleid te voeren. Dat krijgt vorm in tal van projecten, zoals gemeenschappelijke scholing, kennisconferenties, gemeenschappelijk onderzoek op P&O-gebied, gemeenschappelijke invoeringstrajecten van nieuw eigen beleid en overheidsbeleid. Voor een overzicht en nadere uitwerking wordt verwezen naar de website www.werkkring.nl 5. Het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Voortgezet Onderwijs Noord-HollandNoord waarin vijftien schoolbesturen in Noord-Holland Noord en drie opleidingsinstituten participeren. Hierbij gaat het om gezamenlijke afspraken over het binden, opleiden en werven van personeel in de eigen sub-regio, het uitvoeren van gezamenlijke (project-) activiteiten en het aanpakken van lerarentekorten. 2. Het samenwerkingsverband Noord Kennemerland voor VO en SVO, waarbinnen de gehele zorgstructuur voor de leerlingen wordt geregeld. ‘Passend onderwijs’ is voor de komende jaren een belangrijk thema in dit bestuurlijk overleg. Op grond van de nieuwe wetgeving moeten besturen voor voortgezet onderwijs in de regio in de komende jaren samen de verantwoordelijkheid nemen voor de verschillende soorten van speciaal onderwijs, die nu nog bestuurlijk zelfstandig functioneren. Zie ook www.swvnoord-kennemerland.nl 3. Het bestuur voor de coöperatieve vereniging van het ‘Van der Meij College’. Hierin wordt samengewerkt met ‘SOVON’, het bestuur voor het openbaar en interconfessioneel voortgezet onderwijs in onze regio. De samenwerking betreft het beheer van gebouw en goederen. Zie ook: www.vandermeijcollege.nl 4. De Academische Opleidingsschool NoordHolland-West. Een partnerschap voor het opleiden van leraren met drie opleidingsinstituten en zes scholen voor voortgezet onderwijs (project OPLIS): de Hogeschool van Amsterdam (Onderwijs & Opvoeding), de Hogeschool INHolland, het Onderwijscentrum VU, de ILO van de Universiteit van Amsterdam, het Petrus Canisius College te Alkmaar, het eerste Christelijk Lyceum te Haarlem, Jac. P. Thijsse College te Castricum, Trinitas College te Heerhugowaard en het Kaj Munk College te Hoofddorp. Zie ook: www. aonhw.nl Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. Financiële informatie Financiële situatie op balansdatum Solvabiliteit en liquiditeit1 De solvabiliteit, de omvang van het eigen vermogen en voorzieningen ten opzichte van het balanstotaal, neemt iets toe. Ook de liquiditeitspositie is toegenomen ten opzichte van het vorige verslagjaar. In hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 1 het verloop van de liquiditeit en solvabiliteit in beeld gebracht. Risicomanagement Het beoordelingskader van de Onderwijsinspectie (op basis van de commissie Don) laat het volgende beeld zien: Publiek Publieke Middelen +Privaat Vermogensbeheer Solvabiliteit 0,66 Kapitalisatiefactor 35,6% Financiële Buffer 8,65% Kader Inspectie 0,73 43,8% 16,9% ≥0,3 ≤35% ≤5% 2,62 3,2% 0,5-1,5 0-5% Budgetbeheer Liquiditeit Rentabiliteit 1,92 3,5% De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt de waarden van de instelling in eerste instantie inclusief private middelen, terwijl dat uitsluitend de publieke middelen zou moeten beslaan. Omdat de Inspectie op basis hiervan vaststelt of er sprake is van een optimale inzet van het beschikbare kapitaal voor het onderwijs is een kolom toe- 1 Solvabiliteit is het vermogen van de organisatie om haar schulden te voldoen. Liquiditeit is het vermogen om aan de korte termijn verplichtingen te voldoen. 17 | P a g i n a gevoegd die aangeeft welke waarden gehanteerd moeten worden door de Inspectie ten aanzien van de publieke middelen. Een overzicht van het beoordelingskader is in grafiekvorm te vinden in hoofdstuk A3 Grafieken. Voorlopig wordt nog voor het risicoprofiel uitgegaan van de risico’s door de Commisie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Don) vertaald in de kapitalisatiefactor en financiële buffer. In 2011 is een voorzichtige start gemaakt met een eerste risicoprofiel, waarbij rekening gehouden werd met de specifieke omstandigheden en risico’s van de instelling. Uit deze inventarisatie zijn vooralsnog geen grotere risico’s voortgekomen dan de risico’s die de Commissie Don heeft vervat in haar kengetallen. In het verslagjaar is nog geen vervolg gegeven aan omvangrijkere inventarisatie. Daarom is het financieel beleid thans nog gebaseerd op het beoordelingskader. In de komende jaren zal een uitgebreidere risico inventarisatie plaatsvinden om het risicoprofiel te kunnen bepalen. Het college van bestuur heeft voldoende beheersmaatregelen geïmplementeerd om de risico’s op een adequate wijze te beheersen. Op het gebied van het personeelssalarisproces zijn vorderingen gemaakt. Wij zijn bezig de kwaliteit verder te verbeteren. De offerte procedure zal tevens worden aangescherpt. In hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 2 het verloop van het voorzieningenniveau en het eigen vermogenniveau in beeld gebracht. Gang van zaken gedurende het verslagjaar Treasury management Resultaat Begroot Verschil t.o.v. begroting Het beleid van de school is om tijdelijk overtollige liquide middelen zo defensief mogelijk te beleggen. Het beleid is erop gericht om vrijwel uitsluitend beleggingen of spaarvormen aan te gaan in risicoloze vastrentende financieringsvormen, zoals termijndeposito’s en bedrijfsspaarrekeningen. In het verslagjaar werden de middelen op direct opneembare bedrijfspaarrekeningen gestald (bij een double A bank). Een gering deel van de private middelen is belegd in een direct opzegbaar mixfonds. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. Leerlingen Het gemiddelde aantal leerlingen (exclusief VAVO-leerlingen) daalde in 2013 met 97 naar 2.527. Per teldatum, 1 oktober 2013, daalde het aantal leerlingen met 62 naar 2.491 (exclusief VAVO leerlingen). Huisvesting In 2013 is de renovatie van de gymnastiekzalen van het VMBO-gebouw aan de Mandenmakerstraat gerealiseerd. Tevens is met de aanbrengen van beplanting rondom het basketbalveld de herinrichting van het terrein van de voormalige noodhuisvesting voltooid. De kosten die met de herinrichting gemoeid waren zijn door de gemeente Alkmaar gesubsidieerd. Investeringen in inventaris en apparatuur Het investeringsniveau is afgenomen ten opzichte van 2012, door lagere vervangings- en uitbreidingsinvesteringen. In 2013 is in de vestiging Langedijk nieuw geïnvesteerd in een draadloze ictinfrastructuur. De komende twee jaren zullen de investeringen ten opzichte van 2013 een geringe daling laten zien, mede door beperking van uitbreidingsinvesteringen. Exploitatieresultaat € 719.029 € -612.000 €1.331.029 Belangrijke invloeden op het resultaat: Rijkssubsidie 726.000 Overige baten 93.000 Personele kosten 321.000 Onderhoud, huur 126.000 Financiële baten 28.000 De vermelde baten zijn incidenteel. De Rijkssubsidie door eenmalige verhoging in december van de lumpsum en een vergoe- 18 | P a g i n a ding voor behoud van werkgelegenheid van jonge leerkrachten, de overige baten door een teruggave van de WAO/WIA premie van de Belastingdienst. De personele kosten worden grotendeels beïnvloed door lagere loonkosten als gevolg van de dalende formatie per 1 augustus. Geplande onderhoudsuitgaven ten laste van de voorziening onderhoud gebouw zijn voornamelijk door een besparing op de renovatie van de sportzalen vmbo-gebouw vrijgevallen. Tevens zijn er lagere huurlasten van sportzalen en een lesruimte in het Delta gebouw als gevolg van daling van het aantal leerlingen. In hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 3 het verloop van het resultaat in absolute zin en in verhouding tot de baten weergegeven. Toekomstige ontwikkelingen Verwezen wordt naar het voorwoord van het CVB, waarin wordt ingegaan op de toekomstige ontwikkelingen. Begroting 2014 (meerjarenbegroting 2014-2018) Baten 19.568.000 Lasten -20.153.000 Saldo -585.000 van der Meij College en zijn er middelen opgenomen ten behoeve van teamontwikkeling. Het tekort wordt gedekt uit de incidentele ophoging van de lumpsum van december 2013, die in het verslagjaar is toegevoegd aan de Algemene Reserve. Vanwege de leerling aanmeldingen in maart 2014 zal de personeelsformatie per 1 augustus 2014 lager zijn dan begroot. Hierdoor zal het tekort in 2014 naar verwachting met € 150.000 verminderen. Meerjarenperspectief De meerjarenbegroting toont aan dat de bekostiging de komende jaren onvoldoende is om de uitgaven bij ongewijzigd beleid te betalen. Het structurele exploitatietekort wordt geraamd op € 500.000. De eenmalige verhoging van de lumpsum vergoeding in december en de beschikbaarstelling van extra middelen in 2016 als gevolg van het Nationaal Onderwijsakkoord zorgen voor gelegenheid om tijdig bij te sturen. Door de recente leerling aanmeldingen zal het aantal leerlingen per 1 augustus 2014 met ongeveer 116 afnemen. De noodzakelijke vermindering van de personeelsformatie kan door natuurlijk verloop en de flexibele schil worden opgevangen. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de continuïteitsparagraaf. De belangrijkste doelen hebben betrekking op: Onderwijsbeleid Excellent schoolklimaat Onderwijskwaliteit Onderwijskenmerken Personeelsbeleid - Voldoen aan eisen functiemix - Teamontwikkeling Facilitairbeleid - Ondersteuning primaire proces - ICT In de begroting zijn geen substantiële nieuwe beleidsuitgaven opgenomen. Zoals in 2013 is ook voor 2014 een bedrag van € 50.000 begroot voor kwaliteitsverbetering Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 19 | P a g i n a Continuïteit Begroting Kengetal (stand 31/12) Personele bezetting in FTE* Directie (incl.CVB) Onderwijzend Personeel Overige medewerkers Verslagjaar 2014 2015 2016 8,5 163,5 60,7 232,7 8,5 165,0 56,0 229,5 8,5 165,0 56,0 229,5 8,5 165,0 56,0 229,5 Leerlingenaantallen 2.524 Ontwikkelingen op basis aanmeldingen maart 2014 2.408 2.302 2.248 *In het verslagjaar is de vermelde gemiddelde personele bezetting inclusief vervangingsaanstellingen. In de begrotingen worden voor vervangingskosten bedragen opgenomen. Toelichting op de kengetallen Personeelsformatie Op grond van de leerlingenaanmeldingen maart 2014 zal de personeelsformatie per 1 augustus 2014 met ongeveer 5 fte onderwijzend personeel afnemen. De krimp in de formatie zal kunnen worden opgevangen door natuurlijk verloop en de flexibele schil. Wanneer het aantal aanmeldingen de komende twee jaar op het niveau van 2014 zal blijven, zal de personeelsformatie naar verwachting verder afnemen. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met een dalende personele bezetting, zodat de effecten van ongewijzigd beleid zichtbaar worden. Leerlingenaantallen De ontwikkelingen van de leerlingaantallen van de voorgaande twee jaren laten een dalende trend zien. Bij gelijkblijvende leerlingenaanmeldingen zal het totaal aantal leerlingen in het schooljaar 2015-2016 met 106 leerlingen en 54 leerlingen in het schooljaar 2016-2017 afnemen. Na 2016 wordt er volgens de demografische gegevens krimp verwacht. De leerlingenaantallen zullen daardoor zonder ombuiging van de huidige trend relatief groter afnemen. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 20 | P a g i n a Meerjarenbalans Verslagjaar EUR 2014 EUR Begroting 2015 EUR 2016 EUR ACTIVA Vaste Activa Materiële vaste activa Totaal vaste activa 2.597.000 2.597.000 2.377.000 2.377.000 2.058.000 2.058.000 1.795.000 1.795.000 Vlottende activa 6.453.000 6.033.000 5.903.000 5.663.000 Totaal activa 9.050.000 8.410.000 7.961.000 7.458.000 3.394.000 90.000 1.716.000 5.200.000 2.777.000 90.000 1.716.000 4.583.000 2.661.000 90.000 1.716.000 4.467.000 2.135.000 90.000 1.716.000 3.941.000 Voorzieningen 1.384.000 1.361.000 1.028.000 1.051.000 Kortlopende schulden 2.466.000 2.466.000 2.466.000 2.466.000 Totaal passiva 9.050.000 8.410.000 7.961.000 7.458.000 PASSIVA Eigen Vermogen Algemene Reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat Financieringsstructuur Het buffervermogen, het vermogen om onverwachte tegenvallers te kunnen opvangen is op 5% gesteld (van de publieke middelen). Per ultimo verslagjaar is het buffervermogen 8,7 %. Dit percentage zal de komende jaren dalen, maar zal naar verwachting niet onder 5% gaan uitkomen. Huisvesting Er zijn geen concrete plannen op het gebied van huisvesting. Mogelijk zullen er in de toekomst aanpassingen moeten plaatsvinden indien duidelijk wordt of er met een Technasium kan worden gestart. Reserves De Algemene Reserve neemt af als gevolg van de geraamde exploitatietekorten bij ongewijzigde omstandigheden. Naar verwachting zal het vermogen minder afnemen dan begroot. Vanwege de lagere personele formatie per 1 augustus 2014 zal de Algemene Reserve in 2014 met ongeveer € 150.000. minder afnemen dan in de meerjarenbegroting is berekend. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 21 | P a g i n a Staat van Baten en Lasten Verslagjaar EUR BATEN Rijksbijdragen Ov. Overheidsbijdragen/subs. Overige baten TOTAAL BATEN 2014 EUR Begroting 2015 EUR 2016 EUR 19.553.000 130.000 896.000 20.579.000 18.577.000 132.000 791.000 19.500.000 19.107.000 107.000 791.000 20.005.000 18.992.000 72.000 791.000 19.855.000 Verslagjaar 15.919.000 2014 16.065.000 2015 16.145.000 2016 16.379.000 545.000 1.086.000 2.413.000 19.963.000 595.000 1.172.000 2.321.000 20.153.000 569.000 1.154.000 2.321.000 20.189.000 595.000 1.154.000 2.321.000 20.449.000 Saldo Baten en Lasten 616.000 -653.000 -184.000 -594.000 Saldo financiële bedrijfsv. Saldo buiteng.baten en lasten 103.000 68.000 68.000 68.000 TOTAAL RESULTAAT Incidentele baten en lasten in totaal resultaat 719.000 -585.000 -116.000 -526.000 LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN Toelichting Op grond van de verwachte leerlingenaantallen per 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 zal de personele bezetting met ongeveer € 150.000 in 2014 dalen. Hierdoor wordt het tekort in 2014 geraamd op € 435.000. Structureel wordt het exploitatietekort geschat op € 500.000. Zoals in de begroting 2014 is opgenomen zal het begrotingstekort kunnen worden gedekt uit de incidentele verhoging van de lumpsum in december 2013. In 2016 is het tekort eenmalig lager vanwege de beschikbaarstelling van extra middelen door het Rijk. Deze ontwikkelingen zorgen er voor dat er tijd is de lasten weer in lijn te krijgen met de baten. 27 mei 2014, Alkmaar Namens het college van bestuur: D. Bruinzeel Voorzitter Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 22 | P a g i n a A.2 KENGETALLEN In de onderstaande tabel staan de kengetallen voor de jaren 2010 tot en met 2013 die in het bestuursverslag gebruikt zijn bij de analyse van de financiële situatie op balansdatum. Voor 2010, 2011 en 2012 zijn extra kolommen opgenomen met vergelijkingscijfers van de sector (Bron: Duo Gegevensboek en Vensters voor Verantwoording). NL GPL 4 TOELICHTING 2010 2011 2012 2013 2010 2011 2012 LEERLINGEN Aantal leerlingen per 1/10 Aantal leerlingen per 1/10 vallend onder samenwerking VAVO- VO- Gemeenten Gemiddeld aantal leerlingen (excl VAVO) Groei/krimp aantal leerlingen Index; basis 2006 (2.521) SOLVABILITEIT EN LIQUIDITEIT Eigen vermogen ( x € 1.000) Algemene reserve Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 vlottende activa / kortlopende schulden eigen vermogen / balans totaal (eigen vermogen + voorzieningen) / balans totaal 2.658 2.674 2.553 2.491 44 29 33 33 2.629 2.665 2.624 2.527 104,3 105,7 104,1 100,2 2.859 3.714 4.481 5.200 1,80 2,45 2,39 2,62 1,40 0,41 0,51 0,53 0,57 0,48 0,47 0,45 0,58 0,69 0,72 0,73 0,59 0,58 0,56 7.882 7.758 BATEN Overheidsbijdrage (x € 1.000) 19.280 19.592 20.101 19.683 Overige baten (x € 1.000) Financiële baten ( x € 1.000) Saldo 831 1006 904 896 75 75 113 103 LASTEN Personele lasten (x € 1.000) Materiële lasten (x €. 1.000) Gemiddelde lasten per leerling (x €1) RESULTAAT (GEWONE BEDRIJFSVOERING) Exploitatieresultaat (x €baten – lasten (gewone be1.000) drijfsvoering) Rentabiliteit exploitatieresultaat / totale baten x 100% (gewone bedrijfsvoering) Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 15.698 15.925 16.003 15.919 4.453 3.893 4.348 4.043 7.665 7.436 7.756 7.900 35 855 767 719 0,2% 4,1% 3,6% 3,5% -0,7% -0,5% 1,3% 23 | P a g i n a NL GPL 4 TOELICHTING 2010 2011 2012 2013 2010 2011 2012 LASTENVERDELING Totaal Personele lasten personele lasten / totale lasten x 100% 77,9% 80,4% 78,6% 79,7% 77,1% 77,9% materiële lasten / totale lasten x 100% 22,1% 19,6% 21,4% 20,3% 22,9% 22,1% Materiële lasten 78,0% 22,0% Personele lasten Kostensoorten Lonen en salarissen lonen en salarissen / personele lasten x 100% 76,3% 75,3% 75,0% 73,4% sociale lasten + pensioenlasten / personele lasten x 100% 17,9% 17,9% 19,0% 20,0% overige personele lasten / personele lasten x 100% 5,8% 6,8% 6,0% 6,6% Sociale lasten Overig Materiële lasten Afschrijvingen afschrijvingen / materiële lasten x 100% 10,1% 9,9% 10,8% 13,5% huisvestingslasten / materiële lasten x 100% 39,0% 30,1% 37,2% 26,9% overige materiële lasten / materiële lasten x 100% 50,9% 60,0% 52,0% 59,7% Huisvestingslasten Overige materiële lasten RISICOMANAGEMENT AFHANKELIJKHEID Voorzieningenniveau EN voorzieningen / totale baten x 100% 5,9% 6,0% 7,5% 6,7% 5,9% 5,9% Eigen vermogenniveau eigen vermogen / totale baten x 100% 14,2% 18,0% 21,2% 25,1% 25,7% 24,6% Afhankelijkheid Rijksbijdrage Rijksbijdrage / totale baten x 100% 94,3% 93,4% 94,3% 94,5% 92,3% 93,1% 5,7% 24,6% 92,9% INVESTERINGEN Investeringsniveau inventarissen en apparatuur Investeringen inventaris en apparatuur / totale baten x 100% Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 1,1% 1,6% 3,8% 1,8% 2,0% 2,1% 2,1% 24 | P a g i n a A.3 GRAFIEKEN Hieronder staan drie grafieken. Naar deze grafieken wordt verwezen in het bestuursverslag. De grafieken geven het verloop van bepaalde kengetallen. Grafiek 1: Liquiditeit en solvabiliteit Grafiek 2: Voorzieningen en eigen vermogen Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 25 | P a g i n a Grafiek 3: Exploitatieresultaat en rentabiliteit gewone bedrijfsvoering Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 26 | P a g i n a Beoordelingskader Onderwijsinspectie Vermogensbeheer Budgetbeheer Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 27 | P a g i n a B Jaarrekening Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 28 | P a g i n a B.1.1 BALANS (na resultaatbestemming) 1 Activa 31-12-2013 EUR 31-12-2012 EUR Vaste Activa 1.2 Materiële vaste activa 2.597.291 Totaal vaste activa 2.784.901 2.597.291 2.784.901 Vlottende activa 1.5 1.6 1.7 2 Vorderingen Effecten Liquide middelen 373.206 306.243 5.773.591 351.859 271.047 5.003.432 Totaal vlottende activa 6.453.040 5.626.338 Totaal activa 9.050.331 8.411.239 Passiva 31-12-2013 EUR 2.1 2.2 2.4 Eigen Vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden 31-12-2012 EUR 5.200.493 1.384.039 2.465.799 Totaal passiva Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 4.481.464 1.580.236 2.349.539 9.050.331 8.411.239 29 | P a g i n a B.1.2 Staat van Baten en Lasten 3 Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.5 Overige baten Totaal baten 4 2013 EUR 19.553.201 Begroting 2013 EUR 18.832.000 2012 EUR 19.921.618 129.765 895.928 75.000 701.000 179.136 903.616 20.578.894 19.608.000 21.004.370 Lasten 2013 4.1 4.2 4.3 4.4 5 Begroting 2013 2012 Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten EUR 15.919.178 544.547 1.085.838 2.412.964 EUR 16.240.000 485.000 1.215.000 2.355.000 EUR 16.002.787 467.827 1.619.049 2.260.877 Totaal lasten 19.962.527 20.295.000 20.350.540 Saldo baten en lasten 616.367 -687.000 653.830 Financiële baten en lasten 102.662 75.000 113.161 Resultaat 719.029 -612.000 766.991 Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 30 | P a g i n a B.1.3 Kasstroomoverzicht 2013 EUR Saldo Baten en Lasten 2012 EUR 616.367 653.830 552.552 467.827 -196.197 332.947 Vorderingen -21.347 828.272 Schulden 116.260 82.347 1.067.635 2.365.223 102.662 113.161 - - 1.170.297 2.478.384 -364.942 -1.579.919 -35.196 -22.747 -400.138 -1.602.666 Aflossing langlopende schulden - -2.360 Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten - -2.360 770.159 873.358 5.003.432 4.130.074 770.159 873.358 5.773.591 5.003.432 Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen Totaal kasstroom uit bedrijfs-operaties Ontvangen interest Betaalde interest -/Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 31 | P a g i n a B.2 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1 Algemene toelichting 1.1 Activiteiten De activiteiten van de instelling bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van onderwijs. 1.2 Stelselwijzigingen In 2013 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan. 1.3 Schattingswijzigingen In 2013 hebben zich geen schattingswijzigingen voorgedaan. 1.4 Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. 1.5 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten. 1.6 Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 32 | P a g i n a 2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 2.1 Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. 2.2 Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. 2.3 Materiële vaste activa Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur, of lagere bedrijfswaarde. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar paragraaf 2.4. De inventarissen en apparatuur worden afgeschreven in 4, 5, 10 en 15 jaar. Alleen activa met een verkrijgingsprijs van € 500 en hoger worden geactiveerd. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de gebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het toekomstig onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt. 2.4 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzondere-waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Er heeft geen bijzondere waardevermindering van vaste activa plaatsgevonden. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 33 | P a g i n a 2.5 Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van effectieve rente ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid dienen in mindering te worden gebracht op de boekwaarde van de vordering. 2.6 Effecten De eerste waardering en vervolgwaardering van effecten vindt plaats tegen reële waarde indien de effecten opgenomen zijn onder vlottende activa, en worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Waardeveranderingen van deze effecten worden direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de effecten worden direct in de staat van baten en lasten verwerkt. Indien effecten niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden en de marktwaarde van deze effecten niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Effecten als onderdeel van de vlottende activa hebben een looptijd korter dan 1 jaar. 2.7 Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden (gewaardeerd tegen nominale waarde). 2.8 Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit een algemene reserve, een bestemmingsreserve publieke middelen en een bestemmingsreserve private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht. Bestemmingsreserve uitgesteld Bapo-verlof Het saldo per 31-12-2013 bedraagt € 90.491 en is bedoeld voor het financieren van de kosten van opname van uitgesteld Bapo-verlof. Bestemmingsreserve (privaat) Het saldo per 31-12-2013 bedraagt € 1.716.257 en is bedoeld voor niet gesubsidieerde uitgaven. Per 1 januari 2010 is de Stichting Jan Arentsz opgeheven. Het vermogen is per die datum overgedragen aan de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 2.9 Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 34 | P a g i n a De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorziening Jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijf kans. Bij het contant maken is de risicovrije reële discontovoet in maatschappelijke kosten-baten analyses voor investeringsprojecten ad. 2,5 % (2012 2,5%) als disconteringsvoet gehanteerd. Overige voorzieningen De overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde van de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven. Voorziening Spaarverlof De voorziening is gevormd voor verplichtingen aan werknemers die sparen voor verlof en dit in de toekomst opnemen. De minimale spaartermijn bedraagt 4 en de maximale spaartermiijn bedraagt 12 jaar. Voorziening Wachtgelden De voorziening is gevormd voor toekomstige wachtgeldverplichtingen voor geheel of gedeeltelijk afgevloeid personeel. De verplichtingen betreffen 25% van de werkeloosheidsuitkeringen door UWV en 25% van de bovenwettelijke uitkeringen door Loyalis. 75% van de sectorale uitkeringslasten wordt collectief over de sector Voortgezet Onderwijs omgeslagen op basis van de normatieve Rijksvergoeding en jaarlijks door het Ministerie van OCW verrekend. Voorziening Langdurig zieken De voorziening voor langdurig zieken heeft betrekking op verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Vanwege het eigenrisicodragerschap voor de Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid (WGA) worden tevens deze verplichtingen opgenomen. 2.10 Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 35 | P a g i n a 2.11 Leasing Operationele leasing Bij de instelling kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract 2.12 Financiële instrumenten De effecten opgenomen onder de financiële vaste activa en de vlottende activa, alsmede derivaten met een onderliggende beursgenoteerde waarde worden gewaardeerd tegen de reële waarde. Alle overige in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen de (geamortiseerde) kostprijs. De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. 3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 3.1 Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. 3.2 Opbrengstverantwoording Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. 3.3 Rijksbijdragen Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. 3.4 Overige overheidsbijdragen en subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief als onderdeel van de afschrijvingen of als baat verwerkt in de staat van baten en lasten. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 36 | P a g i n a 3.5 Overige baten Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten. 3.6 Afschrijvingen materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. 3.7 Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte of contractuele basis premies betaald door de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 105% vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. De dekkingsgraad van Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP per 31 december 2013 is 105,9%. ABP werd in 2008 zwaar geraakt door de crisis op de financiële markten. Daarom hebben ze toen een herstelplan opgesteld. Hierin staat wat ze doen om de financiële situatie binnen 5 jaar te verbeteren. Dit plan is goedgekeurd door De Nederlandsche Bank, de toezichthouder van de Nederlandse pensioenfondsen. De belangrijkste punten uit het herstelplan zijn: • Zolang de dekkingsgraad lager is dan 105% worden de pensioenen niet aangepast aan de loonontwikkeling. • De premie moet minimaal kostendekkend zijn en bij een lage dekkingsgraad (dekkingstekort) bijdragen aan herstel van het fonds. Om de financiële positie te verbeteren, geldt er een tijdelijke herstelopslag op de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen. • Het beleggingsbeleid is aangepast waardoor het beleggingsrisico lager is. • In het herstelplan is ruimte opgenomen om tegenvallers op te vangen. Als het herstel trager verloopt dan verwacht, kan het ABP bijvoorbeeld korten op de pensioenen. 3.8 Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 37 | P a g i n a rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Waardeveranderingen van de volgende financiële instrumenten worden rechtstreeks verwerkt in de winst en verliesrekening: Aangehouden eigen vermogensinstrumenten die beursgenoteerd zijn. 4 Financiële instrumenten en risicobeheersing 4.1 Marktrisico Prijsrisico De instelling loopt risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder vlottende activa. De instelling beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille, en limieten te stellen. Rente-en kasstroomrisico De instelling loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder liquide middelen) en rentedragende kortlopende schulden. Voor schulden met variabele renteafspraken loopt de instelling risico ten aanzien van toekomstige kasstromen; met betrekking tot vastrentende schulden loopt de instelling risico's over de reële waarde als gevolg van wijzigingen in de marktrente. De instelling heeft geen significante risico’s. 4.2 Kredietrisico De instelling heeft geen significante concentraties van kredietrisico. De instelling heeft vorderingen verstrekt aan participanten en instellingen waarin wordt deelgenomen. Bij deze partijen is geen historie van wanbetaling bekend. 4.3 Liquiditeitsrisico De instelling heeft geen kredietfaciliteit. Er zijn geen significante risico’s. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 38 | P a g i n a B.2.1 Toelichting op de balans Vaste activa Gebouwen De ozb-waarde gebouwen en terreinen Mandenmakerstraat, peildatum 1-1-2013, bedraagt € 12.612.000. 1.2 Materiële vaste activa 1.2.2 Materiële vaste activa v.d.Meij College Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Aanschaf Prijs 01-01-2013 Afschrijving Cumulatief 01-01-2013 Boekwaarde 01-01-2013 EUR EUR EUR Investeringen EUR Aanschafprijs desinvesteringen EUR Afschrijving AfschrijAanschaf Afschrijving Cumulatief vingen Prijs cumulatief desinveste31-12-2013 31-12-2013 ringen EUR EUR EUR EUR Boekwaarde 31-12-2013 EUR 5.043.932 2.960.204 2.083.728 311.106 278.105 278.105 460.557 5.076.933 3.142.656 1.934.277 1.042.055 340.882 701.173 53.836 - - 91.995 1.095.891 432.877 663.014 6.085.987 3.301.086 2.784.901 364.942 278.105 278.105 552.552 6.172.824 3.575.533 2.597.291 De investeringen ad € 364.942 bestaan voor € 121.791 uit uitbreidingsinvesteringen. Vorderingen 1.5 Vorderingen Debiteuren Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Vorderingen 31-12-2013 EUR 11.328 69.645 73.481 218.752 373.206 31-12-2012 EUR 15.433 98.749 31.887 205.790 351.859 Uitsplitsing 1.5.7.1 Personeel 1.5.7.2 Renten 1.5.7.3 Overige Overige vorderingen 12.130 14.489 46.862 73.481 20.531 11.356 31.887 218.752 218.752 176.504 29.286 205.790 1.5.1 1.5.6 1.5.7 1.5.8 1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 1.5.8.2 Overige overlopende activa Overlopende activa Onder 1.5.6 is een vordering op de Belastingdienst opgenomen inzake gedeeltelijke restitutie basispremie WAO/WIA ad. € 64.983. Het bedrag vermeld onder 1.5.7.1 Personeel betreft vorderingen inzake detacheringen. 1.5.7.3 stijgt als gevolg van een vordering inzake een loonschade uitkering ad. € 11.878 en het teveel verrekende individueel deel wachtgeldverplichtingen door OCW ad. € 16.940. Conform berichtgeving van de VO-Raad worden de wachtgeldverrrekeningen in 2014 herzien. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 39 | P a g i n a 1.5.8.1 neemt toe door vooruitbetalingen van onderhoud ict hardware € 18.000, licenties ict € 9.000 en scholingskosten € 20.500. 1.5.8.2 was een rekening-courant verhouding met het SOVON inzake het van der Meij College. Onderlinge verrekeningen worden met ingang van 2013 per maand afgerekend. Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Effecten & Liquide middelen 1.6 Effecten Boekwaarde 01-01-2013 EUR 1.6.3 Overige effecten Effecten Investeringen EUR 271.047 271.047 Desinvesteringen EUR 6.818 6.818 Waarde mutatie EUR - Boekwaarde 31-12-2013 EUR 28.378 28.378 306.243 306.243 Onder overige effecten is een mixfonds van private middelen opgenomen. De investeringen betreft de herbelegging van dividend. Het bedrag ad. € 306.243 is de gezamenlijke waarde van ter beurze genoteerde overige effecten. Dit fonds staat ter vrije beschikking van de instelling. 1.7 1.7.1 1.7.2 Liquide middelen Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekeningen Liquide middelen 31-12-2013 EUR 4.666 5.768.925 5.773.591 31-12-2012 EUR 2.043 5.001.389 5.003.432 De liquide middelen staan volledig ter vrije beschikking. 1.8 Toelichting bij het kasstroomoverzicht Onder de ontvangsten uit operationele activiteiten in de kasstroom uit operationele activiteiten is een ontvangst van € 35.196 begrepen uit hoofde van effecten. Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen opgenomen de investeringen waarvoor in 2013 geldmiddelen zijn opgeofferd. Van de totale investeringen van € 364.942 kan een bedrag van ongeveer €121.791 worden aangemerkt als uitbreidingsinvesteringen. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 40 | P a g i n a Eigen vermogen 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 Eigen Vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat) Eigen vermogen 2.1.2 Stand per 01-01-2013 EUR 2.673.809 Overige mutaties Resultaat EUR 719.936 - Stand per 31-12-2013 EUR 3.393.745 EUR 126.594 -36.103 - 90.491 1.681.061 35.196 - 1.716.257 4.481.464 719.029 - 5.200.493 126.594 -36.103 - 90.491 Bestemmingsreserve (publiek) Uitgesteld Bapo-verlof 2.1.3. In verband met de anti-oppot eis is het schenkingsvermogen vanaf 1 januari 2010 van de private reserve geïndexeerd met het inflatiecijfer. Aan de private middelen is het gerealiseerde rendement van de effecten toegerekend. Voorzieningen 2.2 Voorzieningen Stand per 01-01-2013 2.2.1 2.2.3 Personeelsvoorzieningen Onderhoudsvoorziening Voorzieningen 375.769 1.204.467 1.580.236 Stand per 01-01-2013 Dotaties 220.415 170.000 390.415 Dotaties Onttrekkingen 104.669 391.984 496.653 Onttrekkingen Vrijval Stand per 31-12-2013 89.959 89.959 Vrijval 491.515 892.524 1.384.039 Stand per 31-12-2013 Kortlopend deel<1 jaar 119.756 276.925 396.681 Kortlopend deel<1 jaar Langlopend deel>1 jaar 371.759 615.599 987.358 Langlopend deel>1 jaar 2.2.1 Voorziening Spaarverlof 171.062 14.510 38.198 - 147.374 29.555 117.819 2.2.1 Voorziening Jubilea 132.097 21.478 13.754 - 139.821 10.511 129.310 2.2.1 Voorziening Wachtgeld 56.610 52.427 38.717 - 70.320 41.390 28.930 2.2.1 Voorziening Langdurig zieken 16.000 375.769 132.000 220.415 14.000 104.669 - 134.000 491.515 38.300 119.756 95.700 371.759 Personeelsvoorzieningen De voorziening Jubilea is tegen contante waarde opgenomen. De overige voorzieningen tegen nominale waarde. 2.2.1 De voorziening Wachtgeld is gevormd voor toekomstige wachtgeldverplichtingen voor geheel of gedeeltelijk afgevloeid personeel. De verplichtingen betreffen 25% van de werkeloosheidsuitkeringen door UWV en 25% van de bovenwettelijke uitkeringen door Loyalis. Door wachtgeldverplichtingen als gevolg van ontslagen personeel is € 52.427 toegevoegd. Daarbij worden verplichtingen in acht genomen van de komende drie jaar. Aan de voorziening Langdurig zieken is € 132.000 toegevoegd. Een substantieel deel betreft de 10 jarige verplichting in verband met het eigen risicodragerschap van de WGA. 2.2.3 Van de geplande onderhoudsuitgaven 2013 wordt € 25.000 doorgeschoven naar 2014 en € 101.000 naar 2015. De vrijval ad.€ 89.959 betreft nagenoeg in zijn geheel de gerealiseerde besparing op de geplande renovatiekosten van de sportzalen van het vmbo gebouw. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 41 | P a g i n a Kortlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden 31-12-2013 EUR 2.4.1 2.4.3 2.4.4 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10 Kredietinstellingen Crediteuren OCW Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Kortlopende schulden 376.115 75.687 31-12-2012 EUR 2.360 348.739 79.887 662.327 232.915 157.530 961.225 2.465.799 664.290 223.390 140.955 889.918 2.349.539 2.4.4 Vooruitontvangen Maatschappelijke stage 2014, brief 2013/2/347420, datum 21-10-2013 Uitsplitsing 2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3 Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen 497.562 494 164.271 662.327 502.407 161.883 664.290 2.4.9.2 Overige Overige kortlopende schulden 157.530 157.530 140.955 140.955 De toename van de overige kortlopende schulden ten opzichte van 2012 wordt voornamelijk veroorzaakt door de restitutie subsidie taalklas. 2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OC&W geoormerkt 2.4.10.5 Vakantiegeld en –dagen 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.8 Overige Overlopende passiva 34.986 555.395 16.505 354.339 961.225 75.445 543.716 19.108 251.649 889.918 In 2.4.10.8 is mede verantwoord het saldo € 56.706 van het project opleiden in de school en academische opleidingsschool, € 68.145 vooruitontvangen ouderbijdragen, diversen € 99.493 en het saldo project versterking samenwerking lerarenopleidingen € 129.995 dat de toename ten opzichte van 2012 verklaard. Onder 2.4.9.2 is een bedrag ad. € 36.972 opgenomen met een langlopend karakter, inzake baporechten. De overige kortlopende schulden hebben alle een resterende looptijd van korter dan een jaar. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 42 | P a g i n a Overzicht op grond van de Wet overige OCW-subsidies Model G G2 Verantwoording van subsidies met bestedingsverplichting en /of met verrekenclausule. G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing Omschrijving Kenmerk Subsidie zij-instromers Datum Bedrag van toewijzing Ontvangen t/m verslagjaar Totale kosten Te verrekenen ultimo verslagjaar EUR EUR EUR EUR 56099M/73491M 04-8-2010/13-09-2010 76.000 76.000 76.000 - Lerarenbeurs, verlof 3/105/27626 18-07-2013 3.389 3.389 3.389 - Lerarenbeurs, verlof 2/151/27770 04-09-2013 6.306 6.306 6.306 - Totaal 85.695 85.695 85.695 - G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Bedrag van toewijzing Toewijzing Omschrijving Kenmerk Datum EUR 01-01-2013 Ontvangen t/m verslagjaar Lasten in verslagjaar Totale kosten 31-12-2013 EUR EUR EUR EUR Saldo Saldo nog te besteden 31-12-2013 EUR B.2.2. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Vordering op OC&W Dit betreft de vordering ‘vereenvoudiging bekostiging’ als gevolg van de invoering van de lumpsum-bekostiging. In verband met het voorwaardelijke karakter van de vordering op het ministerie van OCW is deze in de balans niet gewaardeerd. Contracten huur kopieermachines Er is een overeenkomst afgesloten met een looptijd van 60 maanden voor de huur van printen kopieerapparatuur. De overeenkomst loopt door tot 1 oktober 2015. Per 31 december 2013 bestond nog verplichting van € 55.750 (< 1 jaar € 31.857, >1 jaar - < 5 jaar € 23.893). Er is een overeenkomst afgesloten voor de huur van print- en kopieerapparatuur. De overeenkomst gaat in op 1 januari 2014 en eindigt op 1 januari 2019. Per 31 december 2013 is de verplichting € 73.142 (< 1 jaar € 13.779, >1 jaar - < 5 jaar € 59.363). Schoonmaakcontracten Ten behoeve van schoonmaakwerkzaamheden is een overeenkomst afgesloten. De overeenkomst is ingegaan per 9 mei 2011 en loopt door tot 9 mei 2014. Het verschuldigd bedrag per 31 december 2013 bedraagt € 77.600 (< 1 jaar). Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 43 | P a g i n a Contractmanagement Schoonmaak Er is een overeenkomst afgesloten voor contractmanagement schoonmaak voor de Mandenmakerstraat. De overeenkomst is ingegaan op 10 februari 2011 en loopt door tot 10 februari 2014. Het verschuldigd bedrag per 31 december 2013 bedraagt € 1.250 (< 1 jaar). Contract Service onderhoud lift Voor service-onderhoud is een contract afgesloten ten behoeve van de lift Mandenmakerstraat gebouw F. De overeenkomst is ingegaan op 14 augustus 2003 en loopt door tot 14 augustus 2023. Het verschuldigd bedrag per 31 december 2013 bedraagt € 43.780 (< 1 jaar € 4.500, >1 jaar - < 5 jaar € 18.000, > 5 jaar € 21.280). Huurcontract De Binding Gemeente Langedijk Met de gemeente Langedijk is een overeenkomst afgesloten voor het gebruik van het gebouw De Binding, Bosgroet 14 te Zuid-Scharwoude. De overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde duur, ingaande op 1 januari 2008. De gebruikersvergoeding wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd met het percentage ‘aanpassing huurbedragen’ dat jaarlijks door de gemeente wordt vastgesteld. Eens in de vijf jaar worden de werkelijke kosten van de componenten van de gebruikersvergoeding uit bijlage 2 onderzocht en, na overleg met gebruikers en huurders, aangepast. Voor het eerst per 1 januari 2017. Het verschuldigde bedrag per 31 december 2013 tot en met de evaluatiedatum 31 december 2016 bedraagt € 533.000 . (< 1 jaar € 177.667, >1 jaar - < 5 jaar € 355.333). Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 44 | P a g i n a B.2.3 Toelichting op de staat van baten en lasten Overheidsbijdragen 3.1 Rijksbijdragen 2013 EUR 3.1.1 3.1.2 Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW Rijksbijdragen Begroting 2013 EUR 2012 EUR 19.129.979 18.404.000 19.500.568 423.222 428.000 421.050 19.553.201 18.832.000 19.921.618 Uitsplitsing 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3 3.1.1.4 3.1.1.5 3.1.1.6 3.1.1.7 3.1.1.8 OCW, Norm, Nieuwkomers, 1e Opvang Leerling Gebonden Financiering Maatschappelijke stage Gratis schoolboeken Prestatiesubs. Voortijdig School Verlaters Prestatiebox middelen Bekostiging jonge leerkrachten Lerarenbeurs Rijksbijdragen OCW 3.1.2.1.1 3.1.2.2.1 3.1.2.2.2 Geoormerkte subsidies Zij-instromers Niet-geoormerkte subsidies Opl.school Niet-geoormerkte subs. academ. Opl.sch. Overige subsidies OCW 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.5 3.1.1.8 3.1.2.2.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.2.1 3.2.2.2 3.2.2.3 3.2.2.3 17.307.616 16.850.000 17.908.690 189.904 160.000 191.038 133.950 130.000 137.633 850.853 850.000 917.425 50.000 10.000 21.000 409.662 404.000 318.502 178.299 9.695 6.280 19.129.979 18.404.000 19.500.568 5.445 329.786 87.991 423.222 358.000 70.000 428.000 25.237 321.934 73.879 421.050 Analyse verschillen begroting Incidentele verhoging lumpsum ad.€ 574.976, Nationaal Onderwijs Akkoord(NOA) Toename geïndiceerde leerlingen ad. € 29.904. Wijziging subsidiemethode ad. € 40.000. Middelen behoud werkgelegenheid jonge leerkrachten ad. € 178.299 N.O.A. Minder studenten opgeleid dan verwacht, € 28.214. Overige overheidsbijdragen subsidies en - Participatiebudget Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige overheidsbijdragen en subsidies Uitsplitsing Gemeente Alkmaar verbouwing/renovatie Gemeenten diversen Overige Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2013 EUR Begroting 2013 EUR 2012 EUR 129.765 75.000 179.136 129.765 75.000 179.136 9.256 24.300 96.209 129.765 18.000 57.000 75.000 71.047 22.930 85.159 179.136 Analyse verschillen begroting Samenwerkingsverband i.v.m. invoering Passend Onderwijs ad. €13.686. Provincie N-H, project Someone Like You € 14.570. Project speciaal onderwijs € 5.400, Europees platform € 3.253. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 45 | P a g i n a Andere baten 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.5 3.5.6 3.5.6 3.5.2 3.5.5 3.5.6 Overige baten Verhuur Detachering personeel Ouderbijdragen Overige Overige baten Uitsplitsing Kantineverkopen Overige personele baten Diversen Overige 2013 EUR 16.874 209.970 437.631 231.453 895.928 Begroting 2013 EUR 12.000 188.000 363.000 138.000 701.000 2012 EUR 15.696 280.103 393.557 214.260 903.616 91.901 105.541 34.011 231.453 93.000 35.000 10.000 138.000 98.964 88.104 27.192 214.260 Analyse verschillen begroting Hogere detachering v.d.Meij College € 21.970. Te laag begroot ad. € 74.631, er staan lasten tegenover (zie 4.4.4 overige lasten). Overige personele baten: Teruggave WAO/WIA € 64.983. Diversen: Vrijval borg kluisjes vóór 2009 € 17.782, v.d.Meij College € 8.701. Lasten Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten 2013 EUR 14.856.342 1.109.314 46.478 15.919.178 Begroting 2013 2012 EUR EUR 15.285.000 15.038.184 1.040.000 1.106.091 85.000 141.488 16.240.000 16.002.787 4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3 Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen 11.680.356 1.384.685 1.791.301 14.856.342 p.m. 11.994.947 p.m. 1.337.592 p.m. 1.705.645 15.285.000 15.038.184 4.1.1 Analyse verschillen begroting Minder ondersteunend personeel, lagere formatie onderwijzend personeel per 0108-2013 vestiging Langedijk, lagere vervangingskosten;ad.€ 428.658. 4.1 Personeelslasten 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3 4.1.2.3 Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Overige personele lasten Uitsplitsing Werkzaamheden derden Scholingskosten Diverse andere kosten Overig Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 220.415 74.343 814.556 1.109.314 13.000 25.000 1.002.000 1.040.000 108.861 72.625 924.605 1.106.091 287.510 152.066 374.980 814.556 368.000 228.000 406.000 1.002.000 270.472 218.312 435.821 924.605 46 | P a g i n a Werkzaamheden boeken WNK Diversen Werkzaamheden derden 4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3 95.230 28.573 163.707 287.510 88.000 26.000 254.000 368.000 86.012 31.333 153.127 270.472 Analyse verschillen begroting Dotatie voorziening langdurig zieken ad.€ 132.000, dotatie voorziening wachtgeld € 52.427, dotatie voorziening jubilea € 21.478. Vervanging ziekte receptioniste, tijdelijke vacature onderwijzend personeel vestiging Langedijk € 49.343. Lagere scholingskosten, begroot op basis cao per werknemer, € 75.934. Lagere diverse werkzaamheden derden, onderzoek Oplis ad. € 32.000 niet uitgevoerd, extra ruimte ad. € 58.000 begroot i.v.m. teams. Diverse andere kosten, lagere lasten voor kwaliteitsverbetering VMC/teamcoaching €21.217 en collectieve uitkeringskosten wachtgeld € 26.446, hogere advertentiekosten werving personeel en hogere lasten assessments functiemix, totaal € 25.507. WNT: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Naam Functie D. Bruinzeel Voorzitter college bestuur G.F. Ruiten I.M.C. Verweel-Stokman J.F.M. Feldberg J.C. Schouten C.P.A. Mosch L.A.J. Mulders H.J.M. van Horssen M.P.M. Harlaar-Bot Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid Lid Voor zitters clausule Ingangsdatum dienstverband. Ja Ja Einddatum dienstverband Omvang diens tverband FTE Beloning 01-04-2011 1 102.689 01-08-2010 28-11-2011 28-11-2011 01-08-2010 01-08-2013 01-08-2013 01-08-2010 01-08-2010 nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 0 0 0 0 0 0 0 0 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn Totale bezoldiging 18.105 120.794 van 31-07-2013 31-07-2013 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Beleidsregels toepassing WNT De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector(WNT) is met ingang van 1 januari 2013 van kracht. Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) als uitgangspunt gehanteerd. De Stichting CVO VO Alkmaar e.o. herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niettopfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de Stichting geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. In het kader van de WNT wordt vermeld dat de Stichting CVO Alkmaar e.o. in 2013 geen functionarissen in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling van toepassing zijnde normbedragen. 4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa Afschrijvingen 2013 EUR 544.547 544.547 Begroting 2013 EUR 485.000 485.000 2012 EUR 467.827 467.827 Een bedrag ad. € 8.005, de opbrengst van afgeschreven laptops, is verantwoord onder afschrijvingen. Analyse verschillen begroting 4.2.2 De afschrijvingskosten van het van der Meij College(VMC) ad. € 65.500 zijn begroot onder overige huisvestingslasten en inventaris/apparatuur. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 47 | P a g i n a 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 Huur Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige Huisvestingslasten Uitsplitsing Renovatie, aanpassing gebouw Dotatie onderhoud gebouw Overige onderhoud 4.3.3 Onderhoud 4.3.1 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.7 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.4 2013 EUR 91.361 311.848 225.468 374.681 14.590 67.890 1.085.838 Begroting 2013 EUR 126.000 403.000 201.000 392.000 11.000 82.000 1.215.000 2012 EUR 106.148 849.192 195.174 387.366 13.856 67.313 1.619.049 59.882 72.825 179.141 311.848 47.000 170.000 186.000 403.000 261.760 397.870 189.562 849.192 Analyse verschillen begroting De huur van de lesruimte van het Delta gebouw is beëindigd per 1 juni. Door daling van het aantal lesuren gymnastiek dalen de huurkosten van sportzalen. Totale daling € 34.639. Het verschil van de kosten Renovatie wordt voor € 10.000 veroorzaakt door de vervanging van een vluchttrap. Ten gunste van de dotatie onderhoud is in mindering gebracht de besparing ad. € 83.096 op de renovatie van de gymzalen vmbo gebouw en diverse werkzaamheden € 14.079. De energiekosten zijn gestegen met € 14.000 door een hogere contractprijs voor gasverbruik en voor € 10.000 door een hogere kwh prijs als gevolg van een contract me een nieuwe leverancier. Door een besparing op de schoonmaakkosten Langedijk en het slechts één keer uitvoeren van glasbewassing zijn de kosten met € 17.319 afgenomen. Onder Overige huisvestingslasten zijn begroot de afschrijvingskosten ad. € 14.200 voor verbouwingen van het van der Meij College. Overige lasten Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige Overige lasten 2013 EUR 669.745 913.595 829.624 2.412.964 Begroting 2013 EUR 738.000 907.000 710.000 2.355.000 2012 EUR 692.223 825.233 743.421 2.260.877 437.396 232.349 669.745 491.600 246.400 738.000 446.025 246.198 692.223 Uitsplitsing 4.4.1 4.4.1 Administratie en beheer Algemene kosten Administratie en beheerslasten Analyse verschillen begroting Als gevolg van uitstel van h.r.m., p&c software en besparingen door meer gebruik te maken van digitale communicatie zijn de administratielasten € 54.204 lager. Van de algemene kosten is op drukwerk en repro-kosten € 10.200 bespaard door meer digitale communicatie en € 3.100 op abonnementen. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 48 | P a g i n a 4.4.2 4.4.2 Digitale leermiddelen en boeken Rijksubsidie VAVO-leerlingen Overige Inventaris, apparatuur en leermiddelen 2013 EUR 478.964 125.885 308.746 913.595 Begroting 2013 EUR 376.000 122.000 409.000 907.000 2012 EUR 365.900 120.407 338.926 825.233 Analyse verschillen begroting Aan digitale leermiddelen en boeken is € 102.964 meer uitgegeven. De aanschaf van deze middelen is afhankelijk van een vijfjarige levenscyclus. Onder ‘Overige’ zijn de afschrijvingslasten ad.€ 51.300 van het van der Meij College begroot( zie 4.2.2 afschrijvingen). De kosten van maatschappelijke stage zijn € 18.800 te hoog begroot. Aan onderhoud inventaris is € 18.700 minder uitgegeven en inventaris leermiddelen € 13.400. Partners Opleiden in school Partners verdieping ac. Opleidingsschool Overige kosten 4.4.4 Overige 2013 EUR 204.030 59.125 566.469 829.624 Begroting 2013 EUR 217.000 38.000 455.000 710.000 2012 EUR 214.900 53.150 475.371 743.421 Analyse verschillen begroting 4.4.4 Voor Pr-/wervingskosten leerlingen is in het verslagjaar € 15.342 meer uitgegeven.(€ 46.642, begroot € 31.300). De kosten voor cultuurkaarten ad. € 26.805, die in het verslagjaar niet meer gratis werden verstrekt, zijn niet begroot. Deze kosten worden gedekt uit de vrijwillige ouderbijdragen, waarvoor een hogere bijdrage is ontvangen. De werkweken, meerdaagse reizen en excursies laten een stijging zien ad.€ 39.378. De kosten van deze activiteiten worden gedekt door bijdragen van de ouders. Niet begroot zijn de kosten van verblijf van leerlingen bij tijdelijke voorzieningen van het Samenwerkingsverband en de overstap naar Praktijkonderwijs, € 14.020. Het restant kan worden toegeschreven aan een grote diversiteit overige leerlingactiviteiten. Accountantshonoraria Controle van de jaarrekening school Andere controle werkzaamheden van de jaarrekening; Academische Opleidingsschool Overige controle werkzaamheden Fiscale advisering Andere niet controle diensten Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 2013 EUR 24.629 3.000 27.629 Begroting 2013 32.000 2012 EUR 30.370 3.000 35.000 3.000 33.370 49 | P a g i n a Financieel en buitengewoon 5 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten 5.3 Waardeveranderingen financiële vaste activa en beleggingen 5.5 Rentelasten(-/-) Financiële baten en lasten 2013 EUR 67.466 Begroting 2013 EUR 70.000 2012 EUR 88.054 35.196 102.662 5.000 75.000 25.107 113.161 De waardeveranderingen financiële vaste activa betreft het rendement van een deel van de private middelen. Het uitgekeerde dividend wordt herbelegd. Voornamelijk door stijgende beurskoersen is het rendement € 30.196 hoger dan begroot. Het resterende rendement van de private middelen bestaat uit een deel van de rentebaten onder 5.1. Deze rentebaten worden niet aan het private vermogen toegerekend. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 50 | P a g i n a B.2.4 Verbonden partijen Naam VMC Juridische vorm 2013 coörporatie Statutaire zetel Code activiteiten Alkmaar Eigen vermogen 31-12-2013 Resultaat jaar 2013 Art 2: 403 BW Deelname Consolidatie EUR EUR Ja/Nee % J/N 4 Nee Nee B.2.5 Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het jaar 2013 waren gemiddeld 238 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2012: 247,9). Hiervan zijn er 0 werkzaam in het buitenland (2012: 0). Directie 9,2 FTE (2012 10,5) Onderwijzend Personeel 169,0 FTE (2012 175,7) Overig Personeel 59,8 FTE (2012 61,7) Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar en omstreken Alkmaar, 27 mei 2014, Namens het college van bestuur, D. Bruinzeel Voorzitter Alkmaar, 2 juni 2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht G.F. Ruiten Voorzitter I.M.C. Verweel-Stokman J.F.M. Feldberg J.C. Schouten C.P.A. Mosch L.A.J. Mulders Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 51 | P a g i n a C Overige gegevens C.1 Voorstel bestemming saldo baten en lasten Voorgesteld wordt het resultaat als volgt te verdelen: Toevoeging aan Algemene Reserve EUR 719.936 Onttrekking aan bestemmingsreserve uitgesteld Bapo-verlof -36.103 Toevoeging aan bestemmingsreserve privaat Totaal C.2 35.196 719.029 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan na balansdatum. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 52 | P a g i n a BIJLAGEN College van Bestuur en Raad van Toezicht met nevenfuncties (per 1-8-2013) College van Bestuur De heer D. Bruinzeel, voorzitter (per 1-8-2011) Nevenfuncties: - Penningmeester Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland - Voorzitter Bestuur Stichting Werkkring Raad van Toezicht De heer G.F. Ruiten, voorzitter (per 01-08-2010) (per 07-05-1998 tot 1-8-2010 voorzitter bestuur) Functie: - Directeur bij EFK Interim-management en advies Nevenfuncties: - Penningmeester ChristenUnie - Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Forte Kinderopvang - Penningmeester Nederlands Bijbelgenootschap - Penningmeester Stichting Vrienden van Pryluky - Penningmeester Stichting 180 - Burgerraadslid gemeente Langedijk - Lid auditcommissie gemeente Langedijk Mevrouw I.M.C. Verweel-Stokman, secretaris/juridische zaken (per 28-11-2011) Functie: - Mediator bij Verweel Mediation Nevenfuncties: - Lid Raad van Commissarissen Rabobank Alkmaar e.o. - Vice-voorzitter raad van commissarissen WOONopMAAT, een woningcorporatie te Heemskerk - Lid Raad van Toezicht Stichting Geriant te Heerhugowaard De heer J.F.M. Feldberg, onderwijskundige zaken (per 28-11-2011) Functie: - Associate Professor eBusiness, Faculty of Economics and Business Administration VU University Amsterdam Nevenfuncties: - Eigenaar Pivot I&E Management BV (eBusiness strategy & Business Analytics consultancy) - Lid Raad van Commissarissen Rabobank Alkmaar e.o. De heer C.P.A. Mosch, personeel (per 01-08-2013) Functie: - Manager Personele, Juridische & Algemene Zaken bij Bejo Zaden B.V. Nevenfuncties: - Bestuurder ondernemingsvereniging Harenkarspel - Lid begeleidingscommissie post HBO-Bedrijfskunde INholland - Bestuurder Stichting Seed Valley - Lid cao-onderhandelingsdelegatie werkgevers Tuinzaadbranche - Lid Raad van Commissarissen Rabobank Noord-Kennemerland - Lid voorlopig bestuur Ondernemers Federatie Schagen Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar 53 | P a g i n a Mevrouw L.A.J. Mulders, identiteit/levensbeschouwing (per 01-08-2013) Functie: - Lerarenopleider en vakdidacticus Godsdienst Levensbeschouwing bij bij VU Faculteit Pedagogiek en Psychologie, ULO - Lid visitatiecommissie Diploma Christelijk Basisonderwijs bij de Besturenraad Nevenfuncties: - Protestantse Kerk Amsterdam, voorzitter kerngroep Vorming en Toerusting, - lid bestuur en moderamen - Toutatis, Nederlands vakdidactisch genootschap Godsdienst Levensbeschouwing - Redactielid Narthex, tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie De heer J.C. Schouten, bouwkundige zaken (per 01-08-2010) (per 22-09-1999 tot 01-08-2010 bestuurslid) Functie: - Projectleider Vastgoed bij de gemeente Den Helder - Zelfstandig adviseur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Mevrouw A.C.P.M. Koenders-Odijk, Ambtelijk secretaris van de Raad van Toezicht Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. 54 | P a g i n a
© Copyright 2025 ExpyDoc