Memorandum

MEMORANDUM VERKIEZINGEN 2014
#VBOFEB2505
www.vbo.be
• PROSPERITY
Waar gaat het écht
over op 25 mei?
18 aanbevelingen die
www.vbo.be
COVER memorandum NL.indd 1
het verschil zullen maken
11/02/14 15:29
Verantwoordelijke uitgever
Stefan Maes, Ravensteinstraat 4,
1000 Brussel
Publicatieverantwoordelijke
Stefan Maes
Vormgeving en pre-press
Vanessa Solymosi, Landmarks
Druk
Graphius
Wettelijk depot
D/0140/2014/3
Cette publication est également disponible en français
De volledige versie van het Memorandum vindt u
op www.vbo.be > Wat doen we > Waar gaat het echt
over op 25 mei?
Een gedrukt exemplaar kan u bestellen bij Linda Janssens,
[email protected]
COVER memorandum NL.indd 2
11/02/14 15:29
uitdagingen
WAAR GAAT HET ÉCHT OVER
OP 25 MEI?
GEEN WELVAART ZONDER
ONDERNEMERS
Meer dan ooit zijn én blijven bedrijven en ondernemers de basis van jobs en inkomens voor allen
en creëren ze welvaart. Noodzakelijke welvaart.
Ondernemingen nemen risico’s, werven medewerkers, betalen belastingen, maken keuzes en verwerken vaak tegenslagen. Toch staan ze er elke dag
opnieuw, passioneel, overtuigd dat ze het verschil
kunnen maken in een steeds meer geglobaliseerde
wereld. Maar biedt de toekomst wel voldoende
perspectief voor onze werkgevers? De vraag stellen is ze beantwoorden. De context is uitdagend,
de voorwaarden niet minder. Een rechtszeker en
groeivriendelijk ondernemingsklimaat vormt de cruciale inzet van de verkiezingen in 2014: regionaal,
federaal en Europees.
TIJ VAN DE TOEKOMST …
EEN SNEL VERANDERENDE OMGEVING
De wereld rondom ons verandert razendsnel. Op
technologisch vlak evolueren de zaken aan een ontzagwekkend tempo. Wie had enkele jaren geleden
gedacht dat topbedrijven zoals Nokia of Blackberry
vandaag moeten vechten voor hun voortbestaan?
De virtuele en fysieke wereld, mens, samenleving
en technologie versmelten. Interactie en verbinding (o.a. via sociale media) maken de samenleving
complexer, maar ook intelligenter, efficiënter en
transparanter.
En volgens de laatste vooruitzichten door het Federaal Planbureau zijn we nog maar zo’n tien jaar
verwijderd van het moment waarop de bevolking
op arbeidsleeftijd als gevolg van de vergrijzing zal
beginnen dalen.
INDUSTRIE, DIENSTEN EN BOUW…
NAAR INTEGRATIE EN CO-CREATIE
Terwijl tien jaar geleden nog zo’n 80% van de welvaart in de geïndustrialiseerde wereld werd gecreeerd, zal dit binnen vijf jaar minder dan 60% zijn.
De afgelopen jaren was er sprake van een ‘verdienstelijking’ van onze economie, maar steeds meer
groeit het besef dat we zonder een sterke industrie
en bouwsector onze concurrentiepositie onmogelijk
kunnen behouden. Door in te zetten op re-industrialisatie, kiezen we voor innovatie, nieuwe producten,
nieuwe afzetmarkten en zodoende voor de groei
van werkgelegenheid en toegevoegde waarde. De
dienstverlenende sectoren op hun beurt plukken hier
ook de vruchten van omdat ze bestaande én nieuwe
diensten kunnen blijven leveren aan de industrie en
de bouw. Maar ook de dienstensectoren ondergingen een grondige transformatie. Innovatie, flexibiliteit en digitalisering bieden nieuwe opportuniteiten
en groeikansen. Almaar meer verstrengelen industrie, bouw en diensten zich, wat dan weer samenhangt met de toegenomen interne integratie van
activiteiten bij bedrijven en extern tussen bedrijven.
Deze en andere megatrends (zie schema) die onze
toekomstige maatschappij zullen beïnvloeden, kunnen we niet negeren. Die gigantische uitdagingen
ombuigen naar nieuwe kansen vraagt open en flexibel in dialoog gaan met alle stakeholders vanuit een
grote verantwoordelijkheidszin voor het algemeen
belang.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 1
1
11/02/14 15:23
uitdagingen
RESOURCE
SCARCITY
CUSTOMISATION
TECHNOLOGICAL
DISRUPTION
PRIVACY
LONG TERM
MEGATRENDS
De snelle maatschappelijke en technologische ontwikkelingen in combinatie met de moeilijke economische context genereren veel ongerustheid
bij bedrijven en de bevolking. Velen vragen zich
af of toekomstige generaties het nog steeds even
goed zullen hebben als voorgaande generaties? Of
ons economisch weefsel van industriële, bouw- en
dienstenbedrijven, van grote, middelgrote en kleine
ondernemingen, niet aan het verarmen is? Of we
niet een tweedeling in onze maatschappij creëren
tussen diegenen die zich weten aan te passen en zij
die hier minder in slagen?
NAAR EEN NIEUW PARTNERSHIP TUSSEN
HET BEDRIJFSLEVEN EN DE OVERHEID
We mogen niet doemdenken. Ons land blijft met
zijn hooggekwalificeerde werknemers, zijn unieke
kennisinstellingen en zijn zeer performante clusters
over belangrijke troeven beschikken. Anderzijds
mogen we niet blind zijn voor het feit dat we ons
aan deze snel wijzigende en hyperconcurrentiële
omgeving moeten aanpassen. Bedrijven zullen zich
MemorandumFEB_NL.indd 2
CLIMATE CHANGE
AGEING
GLOBALISATION
EEN VERTROUWENWEKKEND
SIGNAAL IS NODIG
memorandum vbo
DIGITAL
ECONOMY
© VBO-FEB
moeten heruitvinden om in de toekomst succesvol te
blijven. Aan de overheid hen hierin bij te staan door
een aantrekkelijk ondernemingsklimaat te scheppen.
EEN DOELTREFFEND EUROPEES
‘LEVEL PLAYING FIELD’ VAN REGELS
De Europese integratie is een positief, continu proces dat we kritisch moeten opvolgen. Voor de Belgische ondernemingen in onze open, kleine economie
zijn de Europese interne markt en een Europees
‘level playing field’ van regels van essentieel belang.
Om dit ‘level playing field’ te kunnen genieten, mag
België niet verder gaan dan wat Europa voorschrijft
– de zogenaamde ‘gold-plating’ – of niet vooruitlopen op eventuele komende initiatieven op Europees
niveau. Ook moeten oneerlijke concurrentiepraktijken en sociale dumping bestreden worden en moet
er een efficiënte handhaving van de regels komen.
EEN BELEID OP MAAT VAN EEN KLEINE,
OPEN ECONOMIE
In de komende legislatuur moeten de federale en
verschillende gewest- en gemeenschapsregeringen
een beleid voeren op maat van de kleine, open eco-
2
11/02/14 15:23
nomie die we zijn. Dat betekent dat het versterken
van de concurrentiekracht van de ondernemingen
centraal moet staan, met aandacht voor de kwaliteit en de voorspelbaarheid van de regelgeving.
3. Energie- en klimaatbeleid: back to basics
4. Kiezen voor een nieuwe fiscale cultuur
5. Samen verkeersinfarct voorkomen
6. Meer rechtszekerheid, eenvoudiger regels
De nadruk moet liggen op samenwerking en op het
uitdragen van één gemeenschappelijke, interfederale strategie, waarin ook de sociale partners hun
rol kunnen spelen. Enkel in een dergelijke context
zullen onze bedrijven in staat zijn om verder te blijven investeren, innoveren en exporteren. Enkel dan
kunnen we op een duurzame manier extra tewerkstelling, koopkracht en sociale zekerheid creëren.
De VBO-aanbevelingen zijn zowel gericht naar de
toekomstige federale, Europese als de regionale
bewindvoerders. Deze aanbevelingen focussen op
cruciale thema’s voor de bedrijfswereld. Daarnaast
werken we in de komende weken een pakket van
position papers uit over een bredere waaier van
thema’s van belang voor bedrijven en sectoren.
VBO REIKT IDEEËN AAN
Deze publicatie stelt de prioriteiten van het VBO op
zes kerndomeinen voor. Van die zes thema’s liggen
de werkgevers vandaag de dag wakker. De uitdagingen waarop we een duidelijk politiek antwoord
verwachten, zijn:
1. Zonder competitieve bedrijven staan we
nergens
2. Jobs invullen en sociale zekerheid betaalbaar
houden
Pierre Alain De Smedt
Voorzitter
De volgende legislatuur biedt een unieke kans om
gedurende een periode van vijf jaar de omslag te maken en de nodige structurele hervormingen in gang
te zetten. We mogen deze opportuniteit niet missen.
Onze leden zijn bereid de handen uit de mouwen te
steken om zelf mee te bouwen aan een innovatief
project. Don’t wait for a miracle. Make one!
Pieter Timmermans
Gedelegeerd
Bestuurder
Michèle Sioen
Verkozen Voorzitter
(dd. 24 april 2014)
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 3
3
11/02/14 15:23
18 aanbevelingen
BUSINESS
GROWTH
Concurrentiekracht
1. PATRONALE BIJDRAGEN VAN 33% NAAR 25%
2. VERSTERK DE SOCIALE DIALOOG DOOR DE INDEX TE
VALORISEREN IN HET OVERLEG
3. VERSTERK STEUNMAATREGELEN VOOR ONDERZOEKERS,
R&D, OCTROOIEN,…
Werk
1. LAAT HET BRUGPENSIOEN GELEIDELIJK AAN UITDOVEN
EN KOPPEL PENSIOENLEEFTIJD OF -LOOPBAAN AAN
LEVENSVERWACHTING
2. BOUW HET SYSTEEM VAN ALTERNEREND LEREN VERDER UIT :
ELKE SCHOOL ZIJN BUDDYBEDRIJF
3. MEER MAATWERK VIA EEN DOORGEDREVEN HERVORMING/
VEREENVOUDIGING VAN DE VERLOFSYSTEMEN EN HET
DOORKNIPPEN VAN DE BAND TUSSEN LOON EN ANCIËNNITEIT
Energie & klimaat
1. VOER EEN ‘ENERGIENORM’ IN DIE DE ENERGIEKOSTEN IN BELGIË
BENCHMARKT MET DIE IN ONZE BUURLANDEN
2. GARANDEER DE BEVOORRADINGSZEKERHEID: HOU ALLE OPTIES
OPEN!
3. WAAK EROVER DAT ELK KLIMAATENGAGEMENT VAN ONS LAND
DOOR ALLE (DEEL)REGERINGEN WORDT GESTEUND
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 4
4
11/02/14 15:23
PROSPERITY
Fiscaliteit
1. WERK DE FISCALE DISCRIMINATIE TUSSEN DE PRIVATE EN DE PUBLIEKE
SECTOR WEG
2. VERLAAG HET NOMINALE TARIEF VAN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING
GELEIDELIJK (EN VOOR KMO’S ONMIDDELLIJK) TOT 25%
3. REGELS NIEUW VAN TOEPASSING MOETEN UITERLIJK OP 31/12 VAN
HET VOORGAANDE JAAR AANGENOMEN ZIJN
Mobiliteit
1. VOER REKENINGRIJDEN IN TER VERVANGING VAN DE BESTAANDE
VERKEERSFISCALITEIT
2. ONTWIKKEL EEN DUURZAAM SPOORBELEID VOOR DE DIENSTEN
GESPREID EN GECOMBINEERD VERVOER
3. ZET IN ONDERLING OVERLEG EEN INTERFEDERAAL MOBILITEITSPLAN OP
Rechtszekerheid
1. STOP MET DE ‘GOLD PLATING’ VAN EUROPESE WETGEVING
2. LEG VOOR IEDERE NIEUWE REGELGEVING MEER NADRUK OP DE
VOORAFGAANDE EFFECTBEOORDELING
3. INVESTEER IN HET INFORMATISEREN VAN ONZE JUSTITIE, EN IN
HET BIJZONDER ONZE HOVEN EN RECHTBANKEN
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 5
5
11/02/14 15:23
Zonder
competitieve
bedrijven staan
we nergens
Laten we
tienduizenden
jobs schieten?
MemorandumFEB_NL.indd 6
11/02/14 15:23
MemorandumFEB_NL.indd 7
11/02/14 15:23
concurrentiekracht
1
VERLAAG HET ALGEMEEN TARIEF
VAN DE PATRONALE BIJDRAGEN NAAR 25%
WAAROM?
Ons land kampt met een loonkostenhandicap van 16,5%. Een uur arbeid kost bij ons
39,6 euro, terwijl bij onze drie belangrijkste handelspartners (Duitsland, Frankrijk en Nederland) slechts 34 euro. Tijdens de volgende legislatuur moet deze handicap met minstens
10 procentpunten worden verminderd. Minstens de helft hiervan moet komen van lagere
lasten op arbeid. Europese cijfers tonen immers aan dat de loonwig (ofwel het deel van de
loonkosten dat naar de fiscus en de sociale zekerheid vloeit) gevoelig hoger ligt dan in de
buurlanden. De rest van de inspanning moet gerealiseerd worden via een versterking van
de wet van ’96 betreffende het concurrentievermogen (incl. een hervorming van de index).
WAT IS NODIG?
Alvast geen vestzak-broekzakoperatie waarbij de lasten op arbeid verminderd worden,
terwijl andere lasten, die in fine toch terechtkomen bij de ondernemingen, opnieuw verhoogd worden. Dit betekent concreet dat het nominaal tarief van de patronale bijdragen
moet zakken van ongeveer 33% vandaag naar 25%. Om dit te financieren, mag men niet
zomaar andere belastingen verhogen. In de eerste plaats moet men rekening houden met
de positieve terugverdieneffecten via jobcreatie die een dergelijke operatie zal genereren.
Ten tweede moet een heel belangrijk deel gecompenseerd worden via uitgavenbesparingen bij de overheid. Hiervoor moet een Globaal Efficiëntiepact tussen de verschillende
overheidsniveaus worden uitgewerkt en moet er binnen de sociale zekerheid (niet alleen op
federaal niveau, maar ook op het niveau van de deelstaten en de lokale overheden) jaarlijks
voor meer dan 1% aan efficiëntiewinsten worden geboekt. Dit moet haalbaar zijn als we
2
HERVORM EN VALORISEER DE INDEX
WAAROM?
WAT IS NODIG?
Volgens de studie van de Nationale Bank ‘Indexering in België: omvang, aard en gevolgen
voor de economie en mogelijke alternatieven’
van 28 juni 2012 genereert ons systeem van
automatische indexering van de lonen verschillende perverse effecten, zoals bijvoorbeeld een
ontsporing van de Belgische loonkosten. Een
hervorming hiervan zal dan ook, volgens de Nationale Bank, meer groei en jobs helpen creëren.
Twee zaken. Ten eerste moet het systeem minder gevoelig worden gemaakt voor externe
prijsschokken (zoals bijvoorbeeld een forse
stijging van de olieprijs). In de studie hebben
de experts van de Nationale Bank verschillende scenario’s uitgewerkt om ons indexsysteem robuuster te maken. In de volgende
legislatuur moet hierover een keuze gemaakt
worden.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 8
8
11/02/14 15:23
GEMIDDELDE LOONKOSTEN PER UUR (in euro; bron: Rapport van de Groep
van Experts, juli 2013)
45
40
35
30
25
20
39,6
34,0
36,5
15
33,7
32,2
NL
DE
10
5
0
BE
Gemiddelde 3
buurlanden
FR
vaststellen dat enkel op het niveau van de werkingskosten alle overheden samen in ons land
ongeveer 1% van het bpp (+/- ongeveer 4 miljard euro) meer besteden dan het gemiddelde
van de drie buurlanden (*).Ten slotte – enkel dan en in afwachting dat de hogervermelde
compensaties op kruissnelheid komen – moet er worden bekeken welke inkomsten eventueel nog nodig zijn om het resterende tekort in de begroting te vullen. Om te vermijden dat
deze lastenverlaging zal aangewend worden om reële loonsverhogingen te betalen, moet
tegelijkertijd ook de wet van ’96 betreffende het concurrentievermogen worden versterkt.
(*) VBO-analyse – Efficiëntie van de overheid: aanzienlijke winst mogelijk! (2014).
Ten tweede moeten de loonsverhogingen
te wijten aan de index voortaan binnen het
sociaal overleg worden gevaloriseerd. De index is geen vanzelfsprekendheid, maar moet
opnieuw naar waarde worden geschat. Dit
houdt in dat de index zelf niet in vraag wordt
gesteld, maar dat de sociale partners onderling beslissen wat ermee zal worden gedaan,
gegeven de verschillende doelstellingen die
ze nastreven (bv. meer koopkracht, sterkere
tweede pensioenpijler, meer opleiding,…).
Dit zou het sociaal overleg nieuw leven kunnen inblazen.
Een uur arbeid kost
bij ons 39,6 euro, bij
onze drie belangrijkste handelspartners
slechts 34 euro
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 9
9
11/02/14 15:23
concurrentiekracht
3
INVESTEER MEER IN
MARKTGEDREVEN INNOVATIE
WAAROM?
Om in de snel veranderende wereld van vandaag het verschil te kunnen blijven maken, zullen onze ondernemingen nog meer dan vandaag in innovatie
moeten investeren. De overheid moet dit mee mogelijk maken.
WAT IS NODIG?
Ten eerste, innovatie kan enkel maar bloeien als er een aantrekkelijk ondernemingsklimaat bestaat. Dit zal bedrijven immers toelaten om meer eigen
middelen over te houden, die ze vervolgens terug in innovatie kunnen investeren. Ten tweede is het van cruciaal belang dat de bestaande fiscale
steunmaatregelen, zoals bijvoorbeeld voor onderzoekers en voor inkomsten
uit octrooien, gevrijwaard blijven, ja… zelfs verder worden versterkt. Deze
slagen er immers in om belangrijke O&O-activiteiten in België te verankeren.
Ten derde moeten de regio’s een groter deel van hun budget toewijzen aan
belangrijke innovatie-initiatieven uit het bedrijfsleven die het potentieel
hebben om op internationaal niveau te excelleren. De huidige versnippering
in het innovatiebeleid moet worden tegengegaan en ook de universiteiten
moeten nog meer aangezet worden om met het bedrijfsleven samen te
werken, in het bijzonder door onderzoek aan te moedigen en de ontwikkeling van spin-offs te bevorderen.
België staat op de 17de plaats
in de wereldrangschikking van
meest competitieve
landen
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 10
10
11/02/14 15:23
16,5%
België kampt nog
steeds met een zeer hoge
loonkostenhandicap
MemorandumFEB_NL.indd 11
11/02/14 15:23
Jobs invullen
en sociale
zekerheid
betaalbaar
houden
Meer en flexibelere
jobs als concurrentievoordeel
MemorandumFEB_NL.indd 12
11/02/14 15:23
MemorandumFEB_NL.indd 13
11/02/14 15:23
werk & sociale zekerheid
1
VERGRIJZING NOOPT TOT LANGER WERKEN
WAAROM?
Een samenloop van de babyboomgeneratie en de toename van de levensverwachting zorgt ervoor dat tussen 2010 en
personen tussen 55 en 64 jaar zal blijven
toenemen van ruim 1,33 miljoen naar
meer dan 1,53 miljoen (bron: gegevens
van de Studiecommissie voor de Vergrij-
2020 naar schatting 435.000 werknemers
met pensioen gaan en dat de groep van
zing – 2013 – Federaal Planbureau – VBOberekeningen). De druk op de sociale
gepensioneerden/
werkenden
EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEPENSIONEERDEN TEN OPZICHTE VAN
HET AANTAL BANEN
(Bron: gegevens van de Studiecommissie voor de Vergrijzing – 2013 –
Federaal Planbureau – VBO-berekeningen)
90%
80%
70%
60%
50%
40%
2000
2
2010
2020
2030
2040
2050
2060
TALENT VERKLEINT KLOOF TUSSEN VRAAG EN AANBOD
WAAROM?
Onderwijs en innovatie bepalen in belangrijke mate de
toekomst van een economie
en maatschappij. Hoe meer
opleidingskansen jongeren
krijgen, hoe sterker het talent
zich in een samenleving en op
de arbeidsmarkt manifesteert.
We kampen echter met krapte
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 14
en een enorme mismatch op
de arbeidsmarkt, wat groei en
jobcreatie remt.
De brug tussen onderwijs en
arbeidsmarkt is onvoldoende
sterk. In 2011 kwam amper
17,1% van de afgestudeerden
hoger onderwijs uit de zgn.
STEM-richtingen (Science,
Technology, Engineering,
Mathematics). In Duitsland
en Finland bedroeg dit 27%.
Bovendien wordt het alternerend leren in België weinig
toegepast: 3% van de leerlingen in het secundair beroepsonderwijs tegenover bijna
50% in Duitsland, Oostenrijk,
Denemarken en Zwitserland (*).
14
11/02/14 15:23
zekerheid en op de arbeidsmarkt is dus
enorm, naast de opwaartse druk op de
lonen in een toestand met een loonkostenhandicap van reeds 16,5%.
Daarenboven stelt zich het groeiend probleem van de financiering van de pensioenen. Het aantal gepensioneerden als
percentage van het aantal werknemers
wordt omschreven als de economische
afhankelijkheidsratio. Bij ongewijzigd beleid zou deze stijgen van 50% vandaag
(2 werknemers voor 1 gepensioneerde)
tot 56% in 2020, 67% in 2030 en 80% in
2060 (of 1,2 werknemers voor 1 gepensioneerde).
WAT IS NODIG?
In deze context zal de jobcreatie moeten worden gestimuleerd om een solide
basis van financiering van de sociale zekerheid en van de wettelijke pensioenen
te garanderen.
Proefprojecten tonen nochtans
aan dat een goede samenwerking tussen bedrijfsleven en
onderwijs succesvol is en een
win-win betekent voor alle
actoren.
Op alle kennis die men verwerft, staat een vervaldatum.
Die wordt hoe langer hoe
Het is dus wenselijk maatregelen te nemen zoals:
- het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het brugpensioen) geleidelijk afschaffen, en dat in combinatie
met een aangepast HR-beleid;
- werkzoekenden activeren en de instroom in het stelsel van arbeidsongeschiktheid strikter controleren teneinde mensen aan het werk te houden
en terug aan het werk te krijgen;
- de pensioenleeftijd en/of de loopbaanduur om met pensioen te gaan herzien
op basis van de levensverwachting;
- een adequaat pensioen bevorderen
met een gezond evenwicht tussen het
wettelijk pensioen (eerste pijler), het
aanvullend pensioen (tweede pijler)
en het individueel sparen (derde pijler)
teneinde de lasten te verdelen tussen
generaties en tussen solidariteit en
verzekering.
sneller bereikt. De schoolse
basisopleiding, die in zekere
mate de beroepskeuze bepaalt, wordt steeds meer een
vluchtige basiskennis die na
verloop van tijd achterhaald zal
zijn. Dit opvangen kan alleen
door op school ook de juiste
leerattitudes aan te leren en
door een stelsel van levenslang
Alternerend leren
voor slechts 3%
van de leerlingen
secundair
beroepsonderwijs
in vergelijking
met bijna 50%
in Duitsland
(*) Education at a Glance 2013: OECD Indicators, p. 271.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 15
15
11/02/14 15:23
werk & sociale zekerheid
leren waarin drie partijen een
verantwoordelijkheid dragen:
de overheid, de werknemer/
werkzoekende – die (mee) moet
zorgen voor zijn inzetbaarheid –
en de werkgevers. Werkgevers
investeren nu echter al meer
dan het vooropgestelde doel
van 1,9% van de loonmassa in
vorming, zoals Europese cijfers
(CVTS-enquête 2010) en cijfers
uit het expertsverslag ‘Concurrentievermogen en werkgelegenheid’ van juli 2013 aantonen. Een nieuwe aanpak inzake
levenslang leren dringt zich op.
WAT IS NODIG?
- Een betere aansluiting tussen
onderwijs en arbeidsmarkt
en het wegwerken van de
3
krapte en de mismatch op
de arbeidsmarkt vergen een
goede studiekeuze. Die houdt
rekening met de interesses en
talenten van de jongere én
oriënteert naar de competenties en vaardigheden die de
arbeidsmarkt effectief nodig
heeft (cfr. STEM-richtingen).
De arbeidsbemiddelingsdiensten en diensten voor
leerlingenbegeleiding moeten
samen met de werkgeversorganisaties nagaan waar de
noden liggen en sensibiliseren om de studiekeuze in die
richtingen te oriënteren.
- Het systeem van alternerend
leren moet verder worden
uitgebouwd en ingang vinden in alle geledingen van
het onderwijs. Elke school
moet zijn buddy-bedrijf of
-bedrijven krijgen. België kan
zich inspireren op het Duitse
model en moet een federaal
kader uitwerken dat de deelstaten verder kunnen invullen. Eenvoud en flexibiliteit
staan daarbij centraal. Andere
vormen van opleiding, stages
en werkervaringsprojecten
waarin bedrijven meewerken, worden vereenvoudigd
en herleid tot één of slechts
enkele stelsels waarrond de
werkgevers goed worden
gesensibiliseerd.
- In aansluiting daarop is levenslang leren primordiaal.
Vakbonden, werkgevers en
overheid moeten samen een
FLEXIBELER WERKEN EN WENDBARE
BEDRIJVEN
WAAROM?
Ondernemingen werken in een wereld die voortdurend in verandering is.
Dit verplicht hen om altijd flexibeler, innovatiever en competitiever te zijn
en steeds weer bij te sturen om succesvol te blijven en zo hun voortbestaan
en de jobs die ze bieden veilig te stellen.
In een geglobaliseerde omgeving is een onderneming voor haar succes
en overleven afhankelijk van haar capaciteit en die van haar werknemers
om zich aan te passen. We stellen echter vast dat de meer flexibele vormen van werken in België minder ontwikkeld zijn dan in de buurlanden
(waar bijvoorbeeld dubbel zoveel gebruik wordt gemaakt van tijdelijke
arbeid en ploegen- en nachtarbeid en men ook meer een beroep doet
op weekendwerk).
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 16
16
11/02/14 15:23
AANDEEL AFGESTUDEERDEN HOGER ONDERWIJS UIT STEM-RICHTINGEN
IN 2011 (STEM = Science, Technology, Engineering and Mathematics)
30
27,7
27,3
27,0
26,5
25,8
25
22,6
In%
20
17,1
15
10
5
0
Finland
Oostenrijk Duitsland
Frankrijk*
Zweden
EU-27
België
* Cijfers van 2010
nieuw vormingsbeleid ontwikkelen dat levenslang leren op
een goede manier stimuleert
en waarin wordt afgestapt
van een benadering louter
vanuit de vormingskosten
en een fetisjcijfer van 1,9%.
Een goed vormingsbeleid is
gericht op de wendbaarheid
in de job, die steeds meer
vereist is, en op maatwerk in
plaats van eenheidsworst.
De wendbaarheid en veerkracht van onze bedrijven en de aantrekkelijkheid
van ons land voor buitenlandse investeerders (vandaag nog goed voor
50% van de toegevoegde waarde in onze industrie) zijn belangrijk voor
de uitbouw van onze economie en voor de werkgelegenheid. We hebben
daarbij nood aan een moderne en dynamische arbeidsmarkt die groei en
jobcreatie ondersteunt en iedereen mobiliseert, zoniet ontstaat krapte. Dat
fnuikt groei en zet druk op de lonen.
WAT IS NODIG?
- We moeten werk maken van een modern arbeidsrecht, aangepast aan
de huidige realiteit en aan de toekomstige noden. Dat betekent meer op
maat kunnen werken in de arbeidsorganisatie (bv. de wekelijkse arbeidsduur kunnen verhogen al dan niet voor hetzelfde loon, de arbeidsduur
spreiden over een periode langer dan een jaar, een ‘overurenslang’
invoeren – d.i. een krediet aan meer- of minderprestaties die naar een
volgende periode kunnen worden overgebracht –, een ‘opting out’
voorzien voor sectoren en ondernemingen waardoor ze voor een eigen
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 17
17
11/02/14 15:23
werk & sociale zekerheid
regeling kunnen opteren,…). Maar ook een fundamentele hervorming
van het dure en té riante stelsel van tijdskrediet, dat bestaat naast ouderschapsverlof en tientallen andere thematische verloven. Een slim beleid
laat werknemers gezin en arbeid combineren, meer ontspannen, maar
langer werken en responsabiliseert hen voor gemaakte loopbaankeuzes.
- Wendbaarheid vereist ook vooruitzien en anticiperen op wat komen gaat.
Bedrijven moeten kunnen herstructureren om hun voortbestaan te verzekeren. De zgn. ‘wet Renault’ m.b.t. collectief ontslag is dringend aan
herziening toe zodat overdreven lange onderhandelingsperiodes tot het
verleden behoren.
- Om de beschikbare arbeidskrachten meer te activeren, worden (naast
een versterkte begeleiding en opvolging van werklozen) de werkloosheidsuitkeringen beperkt in de tijd.
- Leeftijds- en anciënniteitsbarema’s moeten verdwijnen en plaats maken
voor een loon- en HR-beleid dat meer is toegespitst op productiviteit
(skills, ervaring, prestaties…).
- De overheveling van de bestaande doelgroepmaatregelen in het kader
van de Zesde Staatshervorming moet leiden tot een eenvoudig, begrijpbaar en werkbaar systeem voor werkgevers op regionaal niveau. De overgedragen middelen moeten worden ingezet op een zo lineair mogelijke
verlaging van de werkgeverslasten.
VORMEN VAN WERKORGANISATIE IN BELGIË, IN DE BUURLANDEN EN
IN DE EU-15 IN 2012 (Bron: Eurostat, VBO-berekeningen)
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 18
18
11/02/14 15:23
Nu 2 werknemers
voor 1 gepensioneerde,
straks 1,2 werknemers
voor 1 gepensioneerde.
Hoe gaan we dit
financieren?
MemorandumFEB_NL.indd 19
11/02/14 15:23
Energie- en
klimaatbeleid:
Naar een zeker,
competitief en
milieuvriendelijker
energiesysteem
MemorandumFEB_NL.indd 20
11/02/14 15:23
back to basics
MemorandumFEB_NL.indd 21
11/02/14 15:23
energie & klimaat
1
GARANDEER COMPETITIEVE PRIJZEN
WAAROM?
Een van de essentiële factoren voor het
concurrentievermogen van onze bedrijven is de energieprijs. De prijzen van de
gas- en elektriciteitsbeurzen convergeren
weliswaar tussen de Europese landen,
maar zijn substantieel hoger dan in de
VS, waar schaliegas gewonnen wordt.
In een studie van 22 januari 2014 stelt
de Europese Commissie vast dat de EUgasprijzen voor de industrie drie keer hoger liggen dan in de VS, India en Rusland.
De beursprijzen voor elektriciteit in België
lopen voor 96% van de tijd gelijk met die
uit minstens één van de buurlanden. De
2
totale elektriciteitsfactuur bevat echter
niet alleen de prijs van de commodity en
de netbeheerdersvergoedingen, maar
ook taksen en allerlei elementen die
het overheidsbeleid financieren zoals de
kosten van de ondersteuningssystemen
voor hernieuwbare energie, de openbaredienstverplichtingen... Deze taksen en
heffingen variëren sterk van lidstaat tot
lidstaat. Om maar één voorbeeld te geven: in januari 2013 was de factuur van de
Belgische industriële bedrijven die tussen
100 en 1.000 GWh per jaar verbruiken tussen 12 tot 45% hoger dan in onze buurlanden (cf. studie van Deloitte voor Febeliec).
WAARBORG DE BEVOORRADINGSZEKERHEID
WAAROM?
De energiebevoorradingszekerheid is van primordiaal belang voor de werking
van onze samenleving en
onze economie en vereist
een constant onderhoud en
aanpassing van de netten
en de productie-installaties.
Zelfs korte onaangekondigde onderbrekingen kunnen al relatief zware schade
veroorzaken. Zo zou een
stroompanne van één uur
tijdens een werkdag op een
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 22
tijdstip waarop alle bedrijven
actief zijn, onze economie
capaciteit van gas en elektriciteit als de elektriciteitspro-
66 miljoen euro kosten (*).
ductiemiddelen toereikend
en betrouwbaar zijn teneinde de bevoorradingszekerheid te garanderen.
WAT IS NODIG?
Het is van primordiaal belang een gediversifieerde
energiemix te behouden en
een aantrekkelijk, duidelijk
en voorspelbaar investeringsklimaat te scheppen
dat aanmoedigt om in België te investeren. Dit klimaat
moet garanderen dat zowel
de transport- en distributie-
De plaats van hernieuwbare
energie, waarvan sommige
vormen intermitterend zijn
(dat betekent dat de elektriciteitsproductie in de tijd
varieert volgens de weersomstandigheden), moet
duidelijk worden bepaald
22
11/02/14 15:23
WAT IS NODIG?
Om maximaal voordeel te genereren van
energiebronnen die competitief zijn en
de bevoorradingszekerheid te versterken, moeten alle opties open gehouden
worden, incl. de troef die we hebben in
België met onze nucleaire kennis en
bijbehorend productiepark, alsook de
‘ecologisch verantwoorde’ winning
van schaliegas in Europa. Voorts is er
nood aan een ‘energienorm’ die op een
structurele en transparante manier en
op regelmatige tijdstippen de industriele energiekosten in België benchmarkt
met de kosten in onze buurlanden en
buiten Europa. De vaststelling van een
industrieel concurrentienadeel moet de
na hun impact op de bevoorradingszekerheid en op
de competitiviteit te hebben
geanalyseerd. Daarbij moeten het subsidiesysteem en
de voorrangsregels voor de
toegang van hernieuwbare
energie en warmtekrachtkoppeling tot het netwerk
worden herzien, alsook hun
bijdrage aan de flexibiliteitsbehoefte van het systeem.
(federale en gewest-) regeringen ertoe
brengen, in overleg, maatregelen te treffen om deze handicap weg te werken.
In dit verband zal al heel snel blijken dat
de toename van verborgen heffingen op
elektriciteit (groenestroomcertificaten,
openbaredienstverplichtingen…) en
op gas dringend een halt moet worden
toegeroepen.
Ten slotte moet ieder beleid in verband
met energie, vóór de goedkeuring ervan, geëvalueerd worden wat de economische gevolgen ervan betreft. Deze
gevolgen moeten in alle transparantie
worden gecommuniceerd.
In Europa kost gas 3 keer
zoveel als in de VS sinds
de ontginning van schaliegas
(bron: Europese Commissie)
Deze herziening moet het
mogelijk maken de globale
efficiëntie van het systeem
te verhogen en de globale
kosten ervan te verlagen.
We moeten deze energievormen ook flexibeler kunnen
inzetten volgens de wer-
(*) Federaal Planbureau, Working Paper, ‘Een kink in de kabel: de kosten van een storing in de
stroomvoorziening’, september 2004.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 23
23
11/02/14 15:23
energie & klimaat
kelijke noden van de markt
zonder dat dit tot hogere
kosten leidt.
Last but not least, moeten
de beleidsmakers werk maken van het stimuleren van:
- een betere afstemming
van het energiebeleid binnen België (gewesten on-
3
derling en met de federale
overheid) en met de buurlanden;
- een verdere integratie van
de gas- en elektriciteitsmarkt;
- een sterkere energie-efficientie (vooral in de gebouwensector);
De klimaatverandering is een echte
uitdaging op wereldvlak die een diepgaande omvorming van alle geledingen
van de maatschappij vereist. Het aandeel van Europa in de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen is gedaald van
19% in 1990 tot 11% in 2013 en zal naar
schatting 4 tot 5% bedragen in 2030.
Een eenzijdige actie van Europa – concreet: unilateraal een CO2-doelstelling
vaststellen zonder verbintenis van de
grootste economieën – doet competitiviteitsproblemen rijzen zonder een
antwoord te bieden op de klimaatproblemen.
WAT IS NODIG?
Om een geloofwaardig antwoord te
bieden op de klimaatuitdaging, is het
fundamenteel om alle wereldeconomieën hierbij te betrekken en alle bedrijven te onderwerpen aan dezelfde
eisen: een level playing field met an-
MemorandumFEB_NL.indd 24
niet tot concurrentiële benadeling leidt.
MIK OP EEN AMBITIEUS,
MAAR REALISTISCH KLIMAATBELEID
WAAROM?
memorandum vbo
- een flexibeler verbruik (demand response). Dit betekent onze vraag in de tijd
laten evolueren naargelang
externe factoren, zoals de
prijzen, in de mate dat dit
dere continenten is een absolute must.
Bij gebrek aan een dergelijk wereldwijd
klimaatakkoord moet Europa absoluut
een strategie ontwikkelen voor het
behoud en de verdere ontwikkeling
van zijn industrie. Het zijn per slot van
rekening de bedrijven die innoveren en
oplossingen voor de klimaatproblemen
zullen aanreiken.
Op Belgisch niveau moet elk engagement dat door ons land wordt aangegaan, worden gesteund door alle (deel)
regeringen, waarbij iedereen ex-ante
zijn engagement verduidelijkt. De gevolgen van die verbintenis op de concurrentiekracht van de bedrijven en de
koopkracht van de bevolking moeten
door hen vooraf worden bestudeerd en
vervolgens in alle transparantie worden
gecommuniceerd. Daarbij zijn energieefficiëntie en hernieuwbare energie
geen doel op zich, maar een middel.
24
11/02/14 15:23
66 miljoen euro
Een stroompanne van
één uur tijdens een werkdag
op een tijdstip dat alle bedrijven
actief zijn, kost onze economie
minstens 66 miljoen euro
(bron: Federaal Planbureau)
MemorandumFEB_NL.indd 25
11/02/14 15:23
Kiezen voor
een nieuwe
Met België
volop de
21ste eeuw in!
MemorandumFEB_NL.indd 26
11/02/14 15:23
fiscale cultuur
MemorandumFEB_NL.indd 27
11/02/14 15:23
fiscaliteit
1
DE FISCALITEIT HERVORMEN EN
VEREENVOUDIGEN
WAAROM?
Ons belastingstelsel, gericht op de directe belastingen, staat nog sterk onder
invloed van de hervorming van 1962.
Sinds die datum onderging het gedeeltelijke en opeenvolgende hervormingen,
hoofdzakelijk omwille van budgettaire
en/of sociaaleconomische doeleinden.
Het gevolg hiervan is een ingewikkelde
en erg instabiele wetgeving, en vooral
een globale belastingdruk die zeer zwaar
weegt op de economie, in het bijzonder
op arbeid. Daarbovenop komen nog de
institutionele hervormingen die het Belgische fiscale landschap eveneens grondig
hebben gewijzigd.
WAT IS NODIG?
De volgende legislatuur moet volop inzetten op een globale hervorming van
onze fiscaliteit. De personenbelasting
moet sterk vereenvoudigd worden om
de belastingdruk op arbeid te verlagen.
De fiscale uitgaven moeten gerationali-
TOTALE BELASTINGDRUK IN DE EUROZONE IN 2013
(in % van het bbp; bron; EC)
50
46,0
44,9 45,5
43,6 44,2
45
40
37,9
35
30
39,0 39,2 39,5
34,1 34,2 34,4
32,1 33,1 33,2
27,6
29,2 29,4
25
20
15
10
5
0
LV
IE
SI
EE
ES
EL
MT
PT
CY
SK
LU
DE
NL
AT
IT
FI
BE
FR
Onze globale belastingdruk is 5% hoger dan het Europees gemiddelde (een
verschil van zowat 20 miljard), wat vooral op het vlak van arbeid tot uiting komt.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 28
28
11/02/14 15:23
seerd of zelfs geschrapt worden volgens
hun nut en efficiëntie.
De bepalingen die een oneerlijke fiscale
concurrentie tussen de privé- en de publieke sector in de hand werken, moeten geschrapt worden uit onze fiscale
wetgeving. Het kan bijvoorbeeld niet
dat voor taalcursussen aangeboden
door een (semi-)publieke instelling geen
btw hoeft aangerekend te worden, terwijl een privaat taalinstituut voor exact
2
dezelfde diensten 21% btw moet factureren.
Men moet overschakelen op een definitief btw-stelsel voor de Europese
Unie, dat eenvoudiger en efficiënter
is, en verder gaat in de Europese harmonisering van de compliance-regels
waarvoor het subsidiariteitsbeginsel
niet meer moet worden toegepast. Het
actieplan Douane en accijnzen van het
Nationaal Forum moet snel ten uitvoer
worden gebracht.
EEN LANGETERMIJNVISIE
VOOR DE VENNOOTSCHAPSBELASTING
WAAROM?
Het nominale tarief van de vennootschapsbelasting is één van de hoogste in de wereld, en in ieder geval het hoogste van de EU-15. Anders dan
in de andere EU-landen werd onze vennootschapsbelasting sinds het
begin van de crisis reeds aanzienlijk verhoogd: ongeveer 3 miljard euro
extra tussen 2012 en 2014. En wat het nog erger maakt: het zijn de structurele belastingprincipes die systematisch op losse schroeven werden
gezet. Met een zeer onstabiele wetgeving en een grote rechtsonzekerheid tot gevolg via de vele programmawetten of de wetten houdende
diverse bepalingen.
Het nominale
tarief van de
vennootschapsbelasting is
het hoogste
van de EU-15
WAT IS NODIG?
De ondernemingen hebben veel meer behoefte aan een langetermijnvisie dan aan de onzekerheden van een nieuwe hervormingsbelofte,
meer behoefte aan continuïteit dan aan een revolutie. De vennootschapsbelasting moet verlicht worden en opnieuw ingeschreven in een
duidelijke, duurzame, welomlijnde en strategische visie met de volgende
aandachtspunten:
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 29
29
11/02/14 15:23
fiscaliteit
- de notionele interestaftrek zoals deze nu bestaat, moet op de lange
termijn behouden en gegarandeerd worden om internationaal aantrekkelijk te blijven;
- het nominale tarief moet geleidelijk (en voor de kmo’s onmiddellijk) verlaagd worden tot 25% om de in België actieve ondernemingen in staat
te stellen competitief te blijven en de nieuwe uitdagingen aan te gaan;
1
- de verankering van beslissingscentra, hoofdkwartieren en holdings
moet versterkt worden;
- er moet aanzienlijke steun zijn voor O&O en de oprichting van innoverende bedrijven (bijvoorbeeld via de verhoging van de aftrek voor
octrooien en de uitbreiding van de diploma’s voor de onderzoekers).
De stabiliteit en de continuïteit
van een gunstig belastingklimaat
voor de ondernemingen moeten
gegarandeerd worden
3
NAAR EEN NIEUWE FISCALE CULTUUR
WAAROM?
De opeenvolgende crisissen
hebben de perceptie van de
fiscaliteit en de toepassing
ervan op de ondernemingen
grondig gewijzigd. Nieuwe
vereisten zagen het licht,
met name op het vlak van
transparantie, rapportering,
versterkte samenwerking
met de autoriteiten, maatschappelijk verantwoord
ondernemen, bijdrage aan
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 30
de overheidsfinanciën, en
het mede beheersen en het
op zich nemen van de risico’s
inzake fraudebestrijding. Tegelijkertijd kregen de ondernemingen te vaak een stigma
opgeplakt, waardoor ze bij
het grote publiek momenteel
met een negatieve perceptie
kampen.
In tegenstelling tot de meningen die de ronde doen,
dragen de ondernemingen
sterk bij aan de fiscale ontvangsten van de Staat (alle
beleidsniveaus bij elkaar).
Ook hebben ze vaak zelf op
constructieve wijze ruim geanticipeerd op opportuniteiten komende van nieuwe
maatschappelijke evoluties.
Toch worden ze vandaag
geconfronteerd met een
klimaat van wantrouwen,
een toename van de admi-
30
11/02/14 15:23
Bepalingen die een
oneerlijke fiscale
concurrentie tussen
de privé- en de publieke
sector in de hand werken,
moeten geschrapt worden
uit onze fiscale wetgeving
nistratieve verplichtingen en
alsmaar meer nieuwe fiscale
risico’s die hen zelfs tot aan
de afgrond kunnen brengen.
vastgelegd. Het toekennen
van meer verantwoordelijkheden moet gepaard gaan
met een serener fiscaal kli-
naar het principe van nonretroactiviteit bij eventuele
veranderingen.
maat om te ondernemen.
Daarom stelt het VBO voor
dat de regels die in een bepaald jaar van toepassing
zijn, voortaan uiterlijk op
31 december van het voorgaande jaar aangenomen
moeten zijn, zoals reeds het
geval is in de meeste buurlanden.
WAT IS NODIG?
We moeten terugkeren naar
een klimaat van respect en
wederzijds vertrouwen
– het huidige initiatief ‘TaxCification’ vormt een eerste
aanzet – en werken aan een
nieuwe belastingcultuur
waarin de rechten en de
plichten van de ondernemingen duidelijk worden
MemorandumFEB_NL.indd 31
Om een dergelijke omgeving te creëren, moet in het
bijzonder de stabiliteit en de
continuïteit van een gunstig
belastingklimaat voor de ondernemingen gegarandeerd
worden en de rechtszekerheid hersteld worden door
terug te keren naar voorspelbare fiscale regels en
11/02/14 15:23
Samen
verkeersinfarct
voorkomen
Onze economie
heeft dringend
nood aan meer
bewegingsruimte!
MemorandumFEB_NL.indd 32
11/02/14 15:23
MemorandumFEB_NL.indd 33
11/02/14 15:23
mobiliteit
1
VERLICHT DE SPITS
WAAROM?
Ons land kampt met een verkeersinfarct. Structurele oorzaken zijn te
vinden in demografische, econo-
Congestie
kost ons 2%
van het bbp
2
mische en temporele factoren die
de vraag naar mobiliteit op piekmomenten nog steeds doet aangroeien. Het Federaal Planbureau
verwacht bij gelijk beleid een daling
van de gemiddelde snelheid op de
weg met 29,3% tijdens de spits tegen 2030. Maar niet alleen de weg
zit overvol, ook spoorvervoer en regionaal openbaar vervoer kampen
tijdens de spits met capaciteitspro-
blemen. Nu al kost de congestie de
maatschappij 2% van het bbp.
WAT IS NODIG?
We hebben in dit land een globaal
mobiliteitspact nodig.
Rekeningrijden kan de hoeksteen
worden, maar enkel ter vervanging
van de bestaande verkeersfiscaliteit en gekoppeld aan formules die
ervoor zorgen dat de kosten voor
verplaatsingen met een dwingende
economische noodzaak op piekmomenten (woon-werkverkeer dat
ONTSLUIT HET BINNENLAND
EN VRIJWAAR 250.000 JOBS
WAAROM?
Onze Belgische havens zijn goed voor 250.000 voltijdse jobs en een toegevoegde waarde
van meer dan 30 miljard euro. In 2012 waren ze samen goed voor 278.261.000 ton goederen. De mate waarin die goederen efficiënt, aan een concurrentiële prijs en betrouwbaar
naar bestemmingen binnen en buiten ons land kunnen worden gebracht, is een uiterst
belangrijke factor in de concurrentiekracht van België. Vandaag hebben spoor en binnenvaart evenwel een kleiner aandeel in de koek dan in de jaren ‘70. Voor het spoor komt
dat door een combinatie van factoren als (relatieve) kostprijs, gebrekkige flexibiliteit door
rigide arbeidsvoorwaarden, efficiëntie en betrouwbaarheid. Recente beslissingen bij
NMBS Logistics wijzen op een afbouw van bepaalde cruciale diensten. De binnenvaartsector kampt op zijn beurt met overcapaciteit en niet aangepaste infrastructuur. Het is
ook quasi onmogelijk om in België alternatieve transportmodi, zoals pijpleidingen of een
containertunnel, een kans te geven.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 34
34
11/02/14 15:23
niet buiten de spitsuren kan worden geregeld, werknemers met
buitendiensten), de lasten voor
werkgevers en werknemers niet
zwaarder maken. Bij de prijszetting voor het goederentransport
moet de concurrentiepositie van
sing links en bottlenecks in
onze transportinfrastructuur,
met prioriteit in congestiegebied (zoals het vervolledigen
van de Ring rond Brussel, het
aanleggen van spitsstroken, de
Oosterweelverbinding in Ant-
- het verlagen van de drempels
voor nachtleveringen;
- maatregelen om telewerk aan
te moedigen of beter mogelijk
te maken;
- de keuzevrijheid van werknemers voor die vervoersmodus/
onze zeehavens, onze bedrijven
en de logistieke sector gevrijwaard blijven. Rekeningrijden
kan bovendien niet losgekoppeld worden van een reeks andere ingrepen die de maatregel
efficiënt maken en/of neveneffecten counteren:
- het versneld wegwerken van
de onderhoudsachterstand
van ons wegennet, van de mis-
werpen…);
- een performant openbaar vervoer dat beter wordt afgestemd
op de economische noden en
inspeelt op comodaliteit;
- de inzet van moderne technologie om de capaciteit van
bestaande infrastructuur te
vergroten;
- een goed uitgekiende ruimtelijke ordening;
modi aangepast aan de individuele situatie en de jobvereisten vergroten door middel van
een budgetneutraal mobiliteitsbudget;
- inzetten op een goed werkend
kustvaartnetwerk en een aangepaste douanereglementering (Blue Belt) voor intra-Europees goederenvervoer per
zeeschip.
WAT IS NODIG?
DIENSTEN: inzake spoorbeleid moet er een duurzame
oplossing komen voor de diensten Gespreid en Gecombineerd vervoer. Bij het maken van strategische keuzes
moeten de economische belangen van ons land gevrijwaard worden. De tientallen overblijvende drempels die
grensoverschrijdend treinverkeer bemoeilijken, moeten
worden aangepakt. Het ERA – European Rail Agency –
moet meer bevoegdheden krijgen.
Naar +92%
punctualiteit en
-30% subsidies
zoals in
Nederland?
(bron: Veolia Transport NL)
INFRASTRUCTUUR: naast noodzakelijke onderhoudswerken moet de doorlooptijd van beslissingen voor
infrastructuurwerken worden ingekort. De procedures
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 35
35
11/02/14 15:23
mobiliteit
om pijpleidingen te bouwen, moeten worden vereenvoudigd.
Infrastructuur die comodaliteit mogelijk maakt en de havenconnecties verbetert, moet worden uitgebouwd. Waterwegen
moeten worden gemoderniseerd (baggerwerken, kaaimuren,
aanpassingen kunstwerken). Out of the box denken kan creatieve oplossingen bieden, zoals een containerband van linkeroever naar rechteroever in Antwerpen.
ARBEID: er moet een level playing field komen voor het spoor
op sociaal vlak met marktconforme arbeidsvoorwaarden voor
alle spelers. De herziening van een aantal stringente arbeidsvoorwaarden in de havenzones die vallen onder de wet Major
kan positief bijdragen tot het realiseren van een modal shift
van de weg naar de binnenvaart.
3
GEEN MOBILITEIT VAN DE TOEKOMST
ZONDER SPOORNET
WAAROM?
WAT IS NODIG?
De nakende liberalisering van het passagiersvervoer per spoor (Vierde Spoorwegpakket) kan kansen creëren om de
efficiëntie van het aanbod openbaar
vervoer in België te verhogen en vraag
Er is nood aan een overkoepelend mobiliteitsplan voor België waarin alle transportmodi ingezet worden en waarin het
en aanbod optimaal op elkaar af te stemmen. Op dit ogenblik zijn er echter tal van
obstakels waardoor we die kans dreigen
te missen. Het is hoog tijd om een nieuw
tijdperk voor openbaar vervoer voor te
bereiden. Landen die ons voorgingen in
het liberaliseringsproces, tonen aan dat
het maximaal op elkaar afstemmen van
de verschillende modi de beste performantie en efficiëntie in openbaar vervoer
oplevert.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 36
aanbod beter wordt afgestemd op de
economische noden. Dat vergt overleg
tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus, van gemeentelijk tot federaal, bv.
in een op te richten interfederale mobiliteitsraad. Daarin moeten volgende aspecten gecoördineerd behandeld worden:
- we moeten uitmaken welke dienstverlening we willen aanbieden aan de burgers en bedrijven indien we op termijn
goede openbare aanbestedingen willen
uitschrijven in het kader van de verdere
liberalisering van het openbaar vervoer;
36
11/02/14 15:23
De toestand is ernstig, maar
niet hopeloos… Er is nood
aan een overkoepelend
mobiliteitsplan voor België
waarin alle transportmodi
ingezet worden en waarin het
aanbod beter wordt afgestemd
op de economische noden
- er moet een rationele interactie komen
tussen de verschillende vervoersmodi
zodat elke modus kan worden ingezet op zijn sterktes. De overlappingen
moeten eruit, de hiaten moeten worden
opgevuld;
- oefeningen zoals de Diagnostiek WoonWerkverkeer moeten optimaal worden
benut om tot een betere match te komen tussen vraag en aanbod, bv. door
de betere ontsluiting van bedrijventerreinen, het operationeel maken van het
GEN-netwerk (bij uitstek belangrijk voor
de hoofdstedelijke metropolitane zone,
zoals al lang wordt benadrukt door
het project ‘Brussels Metropolitan’, gelanceerd door de vier werkgeversorga-
nisaties (BECI, Voka, UWE en het VBO)),
het beter afstemmen van uurroosters…
- de Brusselse Noord-Zuid-as kunnen we
niet langer als centraal knooppunt aanhouden. We moeten inzetten op gedecentraliseerde mobiliteitsknooppunten
waar verschillende modi samenkomen
en waar overstappen wordt vergemakkelijkt;
- de luchthavens blijven een essentiële
poort voor onze economie en vormen
dus een belangrijk onderdeel in zo’n
overkoepelend mobiliteitsplan;
- ten slotte moet te allen prijze worden
ingezet op de harmonieuze ontwikkeling van goederen- en personenvervoer.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 37
37
11/02/14 15:23
Meer
rechtszekerheid,
eenvoudiger
regels
MemorandumFEB_NL.indd 38
11/02/14 15:23
Meer evenwicht
tussen efficiëntie,
performantie en
volume
MemorandumFEB_NL.indd 39
11/02/14 15:23
rechtszekerheid & administratieve lasten
1
ZICH INSCHRIJVEN IN EEN EUROPEES
KADER!
WAAROM?
Bijna 50% van de wetgeving (federale en/of regionale) wordt door de EU bepaald
of gestuurd. Bovendien is de coördinatie van het nationale beleid door de EU
almaar sterker geworden, o.a. op het vlak van het begrotings- en sociaaleconomisch beleid. Dit betekent onvermijdelijk een overdracht van soevereiniteit richting
Europa. Dat is noodzakelijk aangezien er nog steeds te weinig convergentie is
tussen de lidstaten.
De interne markt wordt steeds meer de thuismarkt van onze exporterende ondernemingen. De goede werking ervan vereist een regelgevend kader dat zo gelijk
mogelijk is voor alle ondernemingen die in Europa actief zijn. Toch doen de verschillende wetgevers van ons land soms alsof deze realiteit niet bestaat en beschouwen
ze ons land als een eiland.
2
DE VERMINDERING VAN DE ADMINISTRATIEVE
LASTEN MET 30% VOORTZETTEN EN ER GEEN
NIEUWE CREËREN
WAAROM?
In weerwil van de herhaalde principeverklaringen
voor administratieve vereenvoudiging, gaan de
administratieve lasten voor de ondernemingen
De fiscale administratie
kostte de bedrijven
2,83 miljard euro in 2012
niet significant en snel omlaag. In sommige
gevallen, zoals op fiscaal vlak, gingen ze zelfs
omhoog. Op basis van cijfers van het Planbu-
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 40
reau kosten alle administratieve lasten samen
de ondernemingen jaarlijks 5 à 6 miljard euro.
De maatregelen die tot dusver genomen zijn
(denk bijvoorbeeld aan de invoering van en de
sensibilisering rond elektronische facturering),
volstaan niet om de doelstelling van de regering
te halen (zijnde een vermindering met 30% van
de administratieve lasten). In juni 2013 waren de
lasten namelijk amper met 380 miljoen euro verminderd, terwijl een bedrag van 1,9 miljard euro
was vooropgesteld.
De fiscaliteit van de bedrijfswagens die aangepast werd tijdens de jongste legislatuur, is een
klassiek tegenvoorbeeld van vereenvoudiging:
de wet betreffende de voordelen van alle aard
40
11/02/14 15:23
WAT IS NODIG?
België moet bijdragen tot een uniforme toepassing van de Europese regels in
de EU (i.e. het garanderen van een ‘level playing field’) en tot de controle op de
daadwerkelijke tenuitvoerlegging ervan.
Dit houdt in dat de Belgische wetgevers, wanneer ze de Europese richtlijnen
omzetten, niet enkel de termijnen moeten naleven, maar absoluut ook de geest
van de Europese tekst. Ze mogen met andere woorden niet verder gaan dan wat
Europa voorschrijft (een verschijnsel dat we kennen als ‘gold-plating’). Doen ze
dit wel, dan krijgen onze ondernemingen zwaardere verplichtingen opgelegd dan
hun Europese concurrenten of blijven ze verstoken van de positieve gevolgen van
de Europese harmoniseringsinspanningen.
De Belgische wetgevers mogen bovendien evenmin vooruitlopen op eventuele
komende initiatieven op Europees niveau. Dit leidt immers tot dubbele regelgeving, nieuwe administratieve lasten en benadeling van onze ondernemingen.
en de bijbehorende administratieve commentaren werden in twee jaar herhaaldelijk gewijzigd.
Kortom, de meeste bedrijven hebben het gevoel
alle aan hen opgelegde wettelijke regelingen niet
langer onder controle te hebben.
WAT IS NODIG?
Het is onontbeerlijk de inspanningen voort te
zetten en het beleid om de administratieve
lasten op de ondernemingen met 30% te verminderen sneller uit te voeren. Bovendien moet
TOTALE KOSTEN VAN DE REGELGEVING INZAKE TEWERKSTELLING, FISCALITEIT
EN MILIEU VOOR DE ONDERNEMINGEN (Bron: Tweejaarlijkse enquête van het Federaal
Planbureau – Administratieve lasten in België voor het jaar 2012 (verslag oktober 2013))
2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
Tewerkstelling
in miljarden euro
% van het totaal
2,38
38,0
2,38
37,8
2,09
42,7
1,88
29,1
1,73
37,8
1,89
37,4
1,89
36,8
Fiscaliteit
in miljarden euro
% van het totaal
3,22
51,2
2,75
43,6
2,27
46,2
4,11
63,7
2,49
54,5
2,70
53,3
2,83
55,1
Milieu
in miljarden euro
% van het totaal
0,68
10,8
1,18
18,7
0,55
11,1
0,46
7,2
0,35
7,7
0,47
9,3
0,41
8,0
Totaal
In miljarden euro
6,28
6,31
4,91
6,45
4,57
5,06
5,13
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 41
41
11/02/14 15:23
rechtszekerheid & administratieve lasten
voor iedere nieuwe regelgeving meer nadruk
komen op de voorafgaande effectbeoordeling
en op de rol van het Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie, in het bijzonder wat
de concrete beoordeling van de nagestreefde
resultaten betreft.
Tevens hebben de ondernemingen een effici-
komen tussen de maatregelen die op alle beleidsniveaus worden nagestreefd. De kwaliteit
en de helderheid van de regelgevende teksten
zijn cruciaal. Containerwetten moeten vermeden worden, wetteksten mogen geen terugwerkende kracht hebben, men moet ophouden op
alle domeinen – en vaak als reactie op een ge-
ent, samenhangend, stabiel en voorspelbaar
rechtskader nodig. Er moet meer samenhang
isoleerd concreet geval – regels op te stellen, en
er moet meer nadruk komen op kaderwetten.
3
JUSTITIE MOET SNELLER EN
EFFICIËNTER
WAAROM?
België staat op de
31ste plaats (op 33!)
van de OESO-landen
inzake informatisering
van Justitie
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 42
Onze ondernemers verwijten Justitie over het algemeen de traagheid, de duurte en het formalisme van de procedures. Om deze
redenen spannen ze geregeld geen gerechtelijke procedure aan,
zelfs wanneer dit hen zou kunnen helpen. Van de 32 OESO-landen
doen slechts 2 landen (IJsland en Zuid-Afrika) het slechter dan België wat de informatisering van de hoven en rechtbanken betreft.
Bovendien zijn de mechanismen voor de beslechting van handelsgeschillen via minnelijke en buitengerechtelijke oplossingen, zoals
mediatie of arbitrage, nog onvoldoende bekend.
WAT IS NODIG?
Teneinde de gerechtelijke achterstand te dichten en de rechtsonzekerheid te vermijden die nadelig is voor een goede werking van
de ondernemingen en de aantrekkelijkheid van België, is er nood
aan een investeringsplan om Justitie, en in het bijzonder onze
hoven en rechtbanken, te informatiseren. België moet een plek
in de top 10 van de OESO-landen ambiëren wat het gebruik van
geïnformatiseerde middelen en nieuwe technologieën bij Justitie
betreft. Deze informatisering zou het mogelijk maken de procedures te versnellen en Justitie transparanter en toegankelijker te
maken. Voorts moet de voorkeur gaan naar de buitengerechtelijke mechanismen voor de beslechting van handelsgeschillen, die
snel en in het algemeen ook goedkoop zijn.
42
11/02/14 15:23
4 miljard euro
Besparingspotentieel bij
de overheid (bron: VBO-Analyse)
MemorandumFEB_NL.indd 43
11/02/14 15:23
MemorandumFEB_NL.indd 44
11/02/14 15:23
Europa
Business wint
bij Europese
integratie
MemorandumFEB_NL.indd 45
11/02/14 15:23
europa
ONZE STRATEGISCHE
EUROPESE PRIORITEITEN
De Europese Unie maakt opnieuw een belangrijk moment in haar geschiedenis door.
Het VBO hecht belang aan de voortzetting
van het Europese integratieproces, dat al positieve gevolgen heeft gehad voor een kleine,
open economie als de onze. Europa moet een
groot deel van het antwoord blijven op de vele
uitdagingen waar we voor staan en die niet op
nationaal niveau kunnen worden aangepakt.
Deze principiële steun voor ‘meer Europa’
neemt echter niet weg dat we ons tegelijk
waakzaam willen opstellen wat betreft de
relevantie en de kwaliteit van de Europese
initiatieven en regelgeving. Onze aandacht
gaat eveneens sterk uit naar de kwaliteit en
de controle op de daadwerkelijke en uniforme
tenuitvoerlegging van de Europese regelgeving op nationaal niveau.
De Europese Unie kan en moet niet alles
regelen. Ze beschikt echter wel over tal van
hefbomen die, mits verstandig gebruik, mee
het concurrentievermogen van de industrie,
de bouw en de diensten kunnen versterken
en op die manier de groei en de werkgelegenheid ondersteunen.
Zo moet de EU tijdens de volgende Europese
legislatuur (2014-2019) bewijzen dat ze afdoende resultaten kan boeken in de volgende
acht prioritaire domeinen:
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 46
1. Overkoepelende en transversale prioriteit: een coherente strategie uitwerken
en voeren om de concurrentiekracht van
de ondernemingen te versterken.
De EU moet de samenhang tussen
haar verschillende beleidsinitiatieven
versterken en vooral de kadervoorwaarden voor onze ondernemingen verbeteren. Zo moet ze het voorzorgsbeginsel in
balans brengen met een echt innovatiebeginsel.
2. De goede werking van de interne markt
garanderen.
Om deze doelstelling te bereiken, moet
een fragmentatie van de interne markt absoluut voorkomen worden en moet ‘goldplating’ – meer reglementeren dan wat
Europa vereist – vermeden worden om zo
tot een regelgevend ‘level playing field’
te komen. Bovendien moet er maximaal
worden ingezet om het nog onbenutte
potentieel van de interne markt te realiseren, met name voor de diensten en voor
de elektronische handel.
3. De kwaliteit van het regelgevend kader
verbeteren en de administratieve lasten
verminderen.
Meer samenhang in het EU-beleid moet
ondersteund worden door een behoorlijke wetgeving die een groeivriendelijke
46
11/02/14 15:23
omgeving voor de ondernemingen bevordert. Dit onder meer via betere impact assessments en via meer inspanningen om
de administratieve lasten en het cumulatief effect ervan te verminderen. Bovendien moet de Commissie meer stilstaan
bij de noodzaak om regels op te leggen
en tegelijk meer de weg van de zelfregulering kiezen.
4. Een echte Europese arbeidsmarkt tot
stand brengen.
De EU moet de pan-Europese beroepsmobiliteit bevorderen. Die moet natuurlijk
aan een reeks duidelijke regels voldoen
die beter gehandhaafd moeten worden
om fraude en oneerlijke concurrentie
tegen te gaan. Hiervoor is een echte
‘backoffice’ nodig, dat wil zeggen, meer
samenwerking tussen de nationale autoriteiten en de inspectiediensten wat de
uitwisseling van informatie en controles
betreft.
5. Een ambitieuze, maar realistische strategie inzake energie en klimaat voeren.
Europa moet blijven streven naar een
wereldwijd akkoord waardoor een level
playing field tussen bedrijven uit de verschillende continenten wordt bewerkstelligd. Op Europees niveau moet het
energie- en klimaatbeleid doordacht en
realistisch zijn en erop gericht zijn de bevoorradingszekerheid, de concurrentiekracht en de eerbied voor het leefmilieu
te waarborgen. Het komt erop aan het
behoud en de ontwikkeling (onder andere
via O&O) van de performante industrie
te verzekeren. Daartoe moet het energie- en klimaatbeleid zoveel mogelijk op
Europees niveau gevoerd worden, zodat
lokale oplossingen door de lidstaten, die
tot concurrentieverstoring kunnen leiden,
vermeden worden.
6. De nieuwe governance van de euro
afwerken en de convergentie van het
nationale beleid binnen de eurozone opvoeren.
De Commissie moet in het kader van het
Europees semester strikt en individueel
toezicht blijven houden op de prestaties
van de lidstaten om zo de aandacht te
vestigen op macro-economische onevenwichten die de hele eurozone in
gevaar kunnen brengen. Ook moeten de
lidstaten zich voegen naar deze grotere
‘Europese druk’ en het tempo van de
broodnodige structurele hervormingen
opvoeren. De verschillende onderdelen
van de bankenunie moeten ten uitvoer
worden gelegd en de principes van verantwoordelijkheid en solidariteit moeten
daarbij verenigd worden.
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 47
47
11/02/14 15:23
europa
De fragmentatie van
de interne markt moet
absoluut voorkomen
worden en ‘gold-plating’
– meer reglementeren dan
wat Europa vereist –
moet vermeden worden
7. Werken aan de verdere openstelling van de
internationale markten en de bevoorradingszekerheid van energie en grondstoffen.
De EU moet nieuwe afzetmarkten voor de
Europese goederen en diensten blijven aanboren. Naast de multilaterale invalshoek (via
de WTO) moet de EU tegelijk blijven streven naar bilaterale handelsakkoorden, dit op
voorwaarde natuurlijk dat ze zijn gebaseerd
op het principe van wederkerigheid. Bovendien moet de EU zich, in het licht van haar
afhankelijkheid op het vlak van energiebevoorrading en grondstoffen, kanten tegen
de beperkingen van en de heffingen op de
uitvoer uit derde landen. De EU moet tevens
initiatieven ter verhoging van het efficiënte
gebruik van grondstoffen aanmoedigen.
8. De Europese integratie op flexibele, maar
niet versnipperde manier voortzetten.
Het is wel degelijk belangrijk blokkeringen te
voorkomen en te garanderen dat de EU haar
integratieproces kan blijven voortzetten, ook
al gebeurt dat op verschillende tempo’s en
met verschillende intensiteit. Een Europa ‘à
la carte’ moet echter vermeden worden.
De vertaling van die acht prioritaire domeinen
naar vijftien concrete aanbevelingen vindt u in
ons recente 3de nummer van VBO-REFLECT, dat
alleen maar over Europa gaat.
Zie www.vbo.be > Nieuws > Nieuwe VBOREFLECT: ‘Business wint bij Europese integratie’
memorandum vbo
MemorandumFEB_NL.indd 48
48
11/02/14 15:23
Verantwoordelijke uitgever
Stefan Maes, Ravensteinstraat 4,
1000 Brussel
Publicatieverantwoordelijke
Stefan Maes
Vormgeving en pre-press
Vanessa Solymosi, Landmarks
Druk
Graphius
Wettelijk depot
D/0140/2014/3
Cette publication est également disponible en français
De volledige versie van het Memorandum vindt u
op www.vbo.be > Wat doen we > Waar gaat het echt
over op 25 mei?
Een gedrukt exemplaar kan u bestellen bij Linda Janssens,
[email protected]
COVER memorandum NL.indd 2
11/02/14 15:29
MEMORANDUM VERKIEZINGEN 2014
#VBOFEB2505
www.vbo.be
• PROSPERITY
Waar gaat het écht
over op 25 mei?
18 aanbevelingen die
www.vbo.be
COVER memorandum NL.indd 1
het verschil zullen maken
11/02/14 15:29