vindt u het omgangsprotocol

Omgangsprotocol
CNS basisschool De Wingerd
Inhoudsopgave
Omgangsprotocol CNS basisschool De Wingerd……………………………………………………… blz. 2
Inleiding…………………………………………………………………………………………………………. blz. 2
Waarom een omgangsprotocol……………………………………………………………………… blz. 2
Onze uitgangspunten…………………………………………………………………………………….. blz. 2
Afspraken rondom communicatie en oudergesprekken……………………………….. blz. 2
Privacy…………………………………………………………………………………………………………….. blz. 3
Wat we van elkaar verwachten………………………………………………………………………………….. blz. 4
Van leerkrachten…………………………………………………………………………………………….. blz. 4
Van ouders ……………………………………………………………………………………………………… blz. 4
Van leerlingen …………………………………………………………………………………………………. blz. 4
Afspraken op het plein………………………………………………………………………………………………... blz. 6
Afspraken in de school………………………………………………………………………………………………… blz. 6
Afspraken in de klas…………………………………………………………………………………………………….. blz. 7
Afspraken over ruzie, pesten en grensoverschrijdend gedrag…………………………………… blz. 8
Stappenplan……………………………………………………………………………………………………. blz. 8
Protocol schorsing en verwijdering…………………………………………………………………………….. blz. 10
Time-out………………………………………………………………………………………………………….. blz. 10
Schorsing…………………………………………………………………………………………………………. blz. 10
Verwijdering…………………………………………………………………………………………………… blz. 11
Bijlage 1.
Bijlage 2.
Verslag betreffende time-out, schorsing en verwijdering van
leerlingen……………………………………………………………………………………………. blz. 13
Het 7-stappenblad………………………………………………………………………………. blz. 14
1
Omgangsprotocol
CNS basisschool De Wingerd
Inleiding
Waarom een omgangsprotocol
Op de Wingerd vinden we het belangrijk dat kinderen leren hoe ze respectvol en op een goede
manier met zichzelf, elkaar en anderen omgaan. Het team van de Wingerd is zich bewust dat het
begint door zelf het goede voorbeeld te geven. Dit komt dagelijks terug in de omgang met elkaar, de
kringgesprekken en specifiek in de lessen uit de methode Goed Gedaan, de methode voor sociaal
emotionele ontwikkeling die de school hiervoor gebruikt. Het team, ouders en leerlingen trekken
hierin gezamenlijk op en daarom is het belangrijk dat alle partijen zich veilig en geborgen kunnen
voelen.
Gepast wederzijds respect draagt bij aan een onderlinge communicatie, waarbij sprake is van de
grootst mogelijke openheid. We hebben gekozen voor een omgangsprotocol om heersende normen
en waarden in te kaderenen. Duidelijke regels om ons allemaal aan te houden.
Het pedagogisch klimaat krijgt bij ons op school pas echt vorm als er duidelijke afspraken worden
gemaakt. Afspraken die gezamenlijk gedragen worden bieden duidelijkheid en duidelijkheid betekent
veiligheid voor leerlingen. Afspraken dragen dus bij aan een goede sfeer en dat heeft weer een
positieve invloed op ieders functioneren en welbevinden. Leerlingen vinden het fijn om naar school
te gaan, leerkrachten hebben plezier in het werk en ouders vinden het prettig om daar waar het
kan en nodig is, hulp te bieden.
Naast duidelijkheid en veiligheid en een goede omgang met elkaar willen we met dit
omgangsprotocol ook grensoverschrijdend gedrag en pestgedrag voorkomen en duidelijk maken dat
dit gedrag bij ons op school niet geaccepteerd wordt.
Onze uitgangspunten
Liefde, geloof en vertrouwen zijn diepe waarden die we aan de leerlingen mee willen geven,
voorwaarden om te kunnen groeien. Daarnaast is dit omgangsprotocol gebaseerd op nog drie
uitgangspunten:
 Respect
 Verantwoordelijkheid
 Samenwerking
Afspraken rondom communicatie en oudergesprekken
Dit omgangsprotocol draagt ertoe bij dat we op onze school de opvang en de begeleiding van de
leerlingen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ouders en het team van De Wingerd
zien. Het is daarom noodzakelijk om op de juiste tijden zorg te dragen voor een goede onderlinge,
heldere communicatie.
Een eerste gesprek over een leerling wordt gevoerd door de ouder(s) en de betreffende
leerkracht(en). Eventueel wordt een vervolgafspraak gemaakt. In onderling overleg kan afgesproken
worden dat de directeur of bijvoorbeeld de intern begeleider ingeschakeld wordt. Als een ouder
rechtstreeks naar de directeur of de intern begeleider stapt, neemt deze slechts een luisterende
2
houding aan en verwijst in eerste instantie terug naar de leerkracht. Zowel de directeur als de intern
begeleider neemt daarna zo spoedig mogelijk contact op met de leerkracht om zo te komen tot een
verantwoorde volgende stap. In principe worden er geen besluiten buiten de leerkracht om
genomen. De leerkracht blijft de eerste ‘in lijn’ als het gesprekken over leerlingen betreft.
Privacy
Onze manier van werken brengt met zich mee dat meerdere personen met een kind te maken
kunnen krijgen. Het is goed om de privacy van ouders en kinderen te beschermen. De leerlingdossiers zijn opgeborgen in een kast die alleen toegankelijk is voor de leerkrachten, de intern
begeleider en de directeur. Gegevens over de thuissituatie, medische informatie, gegevens van
hulpverlenende instanties en uitslagen van testen worden als privacy gegevens beschouwd. Degene
die deze gegevens heeft gekregen, mag ze alleen binnen school gebruiken ten dienste van een goede
begeleiding van de leerling.
Met een omgangsprotocol proberen wij zo goed mogelijk vast te leggen hoe de lijnen lopen. Echter
binnen de context van een basisschool valt niet alles dicht te timmeren. Wij gaan er vanuit dat er
daarom vertrouwen zal zijn dat we in alle gevallen weloverwogen keuzes zullen maken. Voorwaarden
daarbij zijn dat:
 wij uit moeten kunnen leggen wat wij doen en waarom wij het op die manier doen
 er een grote mate van openheid is naar alle betrokkenen
Bij zaken die niet in het omgangsprotocol genoemd worden, gaat de directeur in gesprek met
betrokkenen en besluit, indien nodig, na overleg met het team.
3
Wat we van elkaar verwachten
Van de leerkrachten wordt verwacht dat zij:
 kritisch staan tegenover hun eigen functioneren;
 ouders in een vroeg stadium op de hoogte stellen van mogelijke problemen;
 volgens afspraak een gesprek over een kind aanvragen;
 ouders positief benaderen en open staan voor kritische feedback;
 bij geuite kritiek door de ouders die kritiek niet van een waardeoordeel voorzien;
 vanuit hun professionaliteit zoeken naar de beste argumenten om hun handelen ten
opzichte van een leerling aan de ouders duidelijk te maken, dit zonder daarbij in de
verdediging te gaan;
 na het aanhoren van goede argumenten van de ouders voldoende flexibel zijn om zo
nodig het eigen handelen aan te passen;
 weten waar de grenzen van goed fatsoen en van redelijkheid liggen;
 op geen enkele wijze discriminatie toepassen of dat tolereren van anderen;
 zorgvuldig omgaan met achtergrondgegevens van iedere leerling en deze informatie
niet zonder toestemming van ouders doorgeven aan derden;
 naar anderen positief communiceren over de school, zodat dit een positief effect heeft op
het leren van kinderen.
Van ouders wordt verwacht dat zij…
 zich op de hoogte stellen van de schoolregels en zich aan deze regels houden (zie
omgangsprotocol en schoolgids);
 de uitgangspunten en werkwijze van de school onderschrijven;
 leerkrachten in een vroeg stadium op de hoogte stellen van mogelijke problemen;
 volgens afspraak een gesprek over hun kind aanvragen;
 respect tonen naar/voor leerkrachten, leerlingen en andere ouders;
 weten waar de grenzen van goed fatsoen en van redelijkheid liggen;
 leerkrachten positief benaderen en zelf ook open staan voor kritische feedback;
 zich niet op discriminerende wijze uitlaten over leerkrachten, ondersteunend personeel,
leerlingen en ouders;
 na het aanhoren van goede argumenten van de leerkracht voldoende flexibel zijn om
zo nodig het eigen handelen aan te passen;
 pesterijen of andere vormen van ongewenst gedrag direct melden bij de groepsleerkracht;
 zich houden aan de leerplichtwet;
 de door school verstrekte informatie lezen en belangstelling tonen voor de ontwikkeling en
vorderingen van hun kind(eren)
 naar anderen positief communiceren over de school, zodat dit een positief effect heeft op
kinderen en met kritische geluiden naar de betreffende personen zullen gaan.
Van leerlingen wordt verwacht dat zij…
 de schoolregels kennen en deze naleven;
 het omgangsprotocol van de school kennen en dit naleven;
 respect tonen naar/voor volwassenen en hun medeleerlingen;
 geen discriminerende opmerkingen plaatsen en/of ruw taalgebruik naar
medeleerlingen en volwassenen gebruiken;
4


meningsverschillen met leerkrachten, ondersteunend personeel, ouders en
medeleerlingen op een correcte manier oplossen, zonder uitingen van agressie, zoals
schoppen, schelden, slaan enzovoort;
open staan en moeite doen om het standpunt van de ander te willen begrijpen.
5
Afspraken op het plein












Samen spelen is heel fijn maar we doen elkaar geen pijn. Dus we houden rekening met
elkaar.
Groep 5 t/m 8 speelt op het grote plein. Groep 3 en 4 mogen ook spelen op het kleine plein.
Wat begint als een geintje, een duw of een trap (stoeien/pakkertje), eindigt vaak met ruzie,
dus doen we dat niet op het plein. Bespreken in de klas: wat kan er dan wel gedaan worden.
Voetballen, korfballen en tafeltennis doen we op de plaatsen waar het mag volgens het
spelrooster.
Gaat de bal over het hek? Even melden bij de pleinwacht.
Tijdens schooltijden blijf je op het schoolterrein, ook tijdens het overblijven.
Er is pleinwacht; hen mag je altijd om hulp vragen.
Leuk dat je speelmateriaal gebruikt waar het voor bedoeld is, na gebruik breng je het terug
naar de kar!
We houden het plein netjes en schoon.
Oeps bank. Dat is de consequentie na 1x waarschuwen. Bespreken in de klas: soms beslist de
leerkracht dat het direct al moet.
Bespreken in de klas: omgaan met natuur (blaadjes van struiken plukken / coniferen bij
schuur kleuters bv)
Bespreken in de klas: kijk om je heen is er iemand alleen?
Afspraken in school







Rustig lopen door de gangen bij het naar binnen en naar buiten gaan. Bespreken in de klas:
waarom! (Rust/ gevaar/ storen van andere groepen)
Het spel van buiten blijft buiten.
We praten op een respectvolle manier tegen elkaar en over elkaar.
We gaan zorgvuldig om met de spullen van de school. Als je wil spelen met het speelgoed
van een ander dan vraag je eerst of het mag!
Alle tassen hangen aan de kapstok of staan er boven op.
Mobieltjes hebben we op school niet nodig, dus die blijven in de tas op de gang. Bespreken in
de klas: ook niet in de pauze en in de kleedkamer bij gym.
Bij activiteiten en vieringen in de hal:
o komt de groep rustig achter de leerkrachten aanlopen. Ook als de groep weer terug
gaat naar de klas.
o blijven de kinderen zitten en wordt er alleen gefluisterd.
o wordt iedereen snel stil, zodra er iemand op het podium komt of als er iets gebeurt,
6
Afspraken in de klas






We verwelkomen je bij de deur met een hand. Fijn dat jij er bent!
We zijn zuinig op alle materialen. Bespreek in de klas: hoe ga je om met de spullen van
school.
Wanneer een ander praat ben je stil en luister je. Dus soms moet je op je beurt wachten.
Je houdt je aan de regels van het stoplicht.
Je stoel heeft 4 poten en daar zit je op. Bespreek in de klas: zithouding/aangeschoven
stoel/billen op de stoel en waarom.
Tijdens kring en instructie ga je niet naar de wc en er gaat maar 1 kind per groep. Bespreek
in de klas: hoe vaak/ uitzonderingen.
7
Afspraken over ruzie, pesten
en grensoverschrijdend gedrag
Het verschil tussen plagen en pesten:
Als het als grapje bedoeld is, dan gaat het om plagen. Als je geplaagd wordt, kun je er meestal de
humor wel van inzien en merk je dat er niets kwaads mee bedoeld wordt. Het wordt pesten wanneer
het opzettelijk bedoeld is om een ander te kwetsen (fysiek, verbaal en digitaal pesten). Bij pesten is
er sprake van ongelijke machtsverhoudingen en pesten houdt niet vanzelf op, maar wordt erger als
er niet wordt ingegrepen.
Stappenplan
1. Bij ruzie of pesten tussen kinderen proberen de kinderen eerst zelf de ruzie of het pesten op
te lossen.
2. Lukt dit niet dan gaat het kind naar de leerkracht, pleinwacht of overblijfouder. Die probeert
samen met de kinderen de ontstane situatie op te lossen. Wij vragen de kinderen naar hun
aandeel in de ruzie of het pesten. Samen wordt een oplossing gezocht.
3. Pestgedrag of ander onbehoorlijk gedrag willen wij als team niet tolereren en laten kinderen
bij een duidelijk pestincident een stappenblad * invullen. Voordat een stappenblad wordt
ingevuld is er altijd eerst overleg met de leerkracht(en) van het betreffende kind. Het
invullen van een stappenblad heeft als doel om het kind tot zelfinzicht (reflectie)te brengen
en te helpen om de volgende keer in dezelfde situatie, andere keuzes te maken.
4. Na het invullen van een stappenblad worden ouders kort op de hoogte gebracht van het
incident. Nadat een leerling 3x een stappenblad heeft moeten invullen, gaan we in gesprek
met ouders. Van dit gesprek wordt een notitie in Parnassys gemaakt. (leerling administratieen leerlingvolgsysteem bij ons op school). Indien wenselijk wordt naar aanleiding van het
gesprek tussen school en ouders een plan van aanpak gemaakt om herhaling van
grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Elk ingevuld stappenblad wordt gescand en in
Parnassys toegevoegd.
5. Als een kind zich niet kan houden aan de gestelde schoolregels of de afspraken die worden
gemaakt, dan volgt een gesprek met het kind, de leerkracht en de directeur of intern
begeleider. Een consequentie die voortkomt uit dit gesprek kan zijn dat een kind voor één of
meerdere dagdelen buiten de groep zijn of haar werk moet doen. Hierover worden ouders
altijd geïnformeerd. Indien wenselijk kan een gesprek gepland worden met de ouders op
school.
6. Bij grensoverschrijdend gedrag nemen wij meteen de nodige maatregelen. Er wordt meteen
telefonisch contact opgenomen met de ouders. Wij vinden het heel belangrijk om samen met
de ouder(s) op te trekken en het pest en/of gedragsprobleem aan te pakken. Ouders worden
uitgenodigd voor een gesprek op school.
* Het stappenblad wordt in de groepen 1 t/m 3 mondeling besproken met het kind. In groep 4 wordt
het stappenblad samen met de leerkracht ingevuld en vanaf groep 5 vult het kind het stappenblad
zelf in. De eigen leerkracht maakt een inschatting welke begeleiding het kind hierbij nodig heeft.
Het invullen van een stappenblad vraagt aan het begin van ieder schooljaar een duidelijke (klassikale)
instructie.
8
Ouders kunnen zelf op ieder moment een gesprek aanvragen bij de leerkracht als zij zich zorgen
maken over pestgedrag in de groep.
Op ieder moment kunnen zowel de ouders als de school contact opnemen met de onafhankelijke
vertrouwenspersoon van CNS, Mw. Marjon Westerhof:
Telefoonnummer:
06-11731599
E-mail:
[email protected]
Als beide partijen contact opnemen zoekt deze vertrouwenspersoon een andere vertrouwenspersoon voor betreffende partij.
Op school is een protocol schorsing en verwijdering aanwezig wat aan ouders wordt uitgereikt
wanneer kinderen zich structureel niet aan de afspraken houden of wanneer kinderen door hun
gedrag de veiligheid in de groep of binnen de school verstoren.
9
Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen
Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling,
waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Er worden 3 vormen van
maatregelen genomen:
Time-out
Schorsing
Verwijdering
Time-out
Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende
voorwaarden:
In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school
ontzegd. Er wordt direct contact opgenomen met ouders/verzorgers (zie noot 1)
De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. Daarna kan de leerling worden
geschorst voor maximaal 1 week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet
mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de
ouders.
De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht
en een lid van de directie van de school aanwezig.
Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de
ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. (zie noot 2)
De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school.
De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag.
Schorsing
Pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo
ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze
maatregel en om goedkeuring gevraagd.
Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk
worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling
gewaarborgd kan worden. (zie noot 3)
De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd. (zie noot 4)
De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende
de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de
mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde
komen.
Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door
de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen.
Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan:
Het bevoegd gezag
De ambtenaar leerplichtzaken
De inspectie onderwijs
10
Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist
uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep.
Verwijdering
Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de
veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot
verwijdering. Hierbij moet worden gedacht aan schoolverzuim, structurele overtreding van
schoolregels, agressief gedrag, bedreiging, vandalisme en seksuele intimidatie. Hierbij gelden de
volgende voorwaarden:
Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag.
Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie
te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis worden gesteld en door
de ouders voor gezien wordt getekend.
Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar:
De ambtenaar leerplichtzaken
De inspectie onderwijs
Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot
verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een
bezwaarschrift.
De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. Gedurende de
periode blijft de leerling geschorst.
Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift.
Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het
bezwaarschrift. Gedurende de periode blijft de leerling geschorst
Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor
speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd
gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen.
Op ieder moment kunnen zowel de ouders als de school contact opnemen met de onafhankelijke
vertrouwenspersoon van CNS, Mw. Marjon Westerhof:
Telefoonnummer:
06-11731599
E-mail:
[email protected]
Als beide partijen contact opnemen zoekt deze vertrouwenspersoon een andere vertrouwenspersoon voor betreffende partij.
Noot 1: Als veiligheid voorop staat, en dat zal regelmatig het geval zijn, moet de time-out niet
afhankelijk gesteld worden van het contact met ouders. De vraag blijft dan staan wat er moet
gebeuren als de ouders niet te bereiken zijn. Eventueel is het verwijderen uit de klas en opvang
elders een oplossing.
Noot 2: de time-out is geen officieel instrument, maar kan niettemin bruikbaar zijn bij onveilige
situaties of bij het herstellen van de rust binnen de school: het is principieel geen strafmaatregel
maar een ordemaatregel in het belang van de school; daarom geen aantekening van de time-out
maar van het incident in het dossier van de leerling.
Noot 3: Schorsing mag niet betekenen dat het doen van toetsen (denk aan cito-entree of
eindtoetsen) wordt belemmerd. Dit vraagt passende maatregelen, bijv. het wel tot de school
toelaten voor het doen van deze toets. Daarnaast kan het beschikbaar stellen van
(thuis)studiemateriaal tot de mogelijkheden behoren.
11
Noot 4: wezenlijk is dat de schorsing aan een maximum termijn gebonden is; zij mag geen verkapte
verwijdering worden; de termijn is zo gekozen dat in het ernstigste geval de school voldoende tijd ter
beschikking heeft om een eventuele verwijderingbeslissing op zorgvuldige wijze voor te bereiden.
12
Bijlage 1
Verslag betreffende time-out, schorsing en
verwijdering van leerlingen
Naam leerling:
Geboortedatum:
Naam leerkracht(en):
Datum incident:
Het betreft ongewenst gedrag tijdens:
lesuren
vrije situatie
plein
elders
Het betreft ongewenst gedrag ten aanzien van:
leerkracht(en)
medeleerling(en)
anderen t.w.:
Korte omschrijving van het incident:
Ouders/verzorgers zijn op de hoogte gesteld d.m.v.:
huisbezoek
telefonisch contact
Ouders/verzorgers hebben het protocol voor schorsing en verwijdering van leerlingen ontvangen
ja
nee
De volgende maatregel is genomen:
time-out
schorsing
in gang zetten van een procedure tot verwijdering
Datum gesprek ouders/verzorgers en de school:
Afspraken tussen ouders/verzorgers en de school:
Handtekening ouder(s):
13
Bijlage 2
Het 7-Stappenblad
Naam: ……………………………………
Groep: ……………………………………
Datum: …………………………………..
1. Wat gebeurde er?
……………………………………………………………….................................................................................................
………………………………………………………………..…………………………………………………………………………………………..
………………...………………………………………………………………………………………………………………………………………….
2. Wie waren erbij?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
3. Waar gebeurde het?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
4. Wat heb je zelf gedaan?
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
5. Hoe had je het kunnen voorkomen?
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
6. Hoe ga je het voortaan doen?
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
7. Wat spreken we af?
……………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………………………………..
Bespreek dit blad met je meester of juf.
14