Het Gesprek in gemeente Zeist

Praktijkbeschrijving
Het Gesprek in gemeente Zeist
Hoe zorgt u er als gemeente voor dat burgers die zorg en ondersteuning nodig
hebben, passend en effectief geholpen worden? Een goed ‘keukentafelgesprek’ is
de eerste stap. De gemeente Zeist investeert hier in. In de pilot Het Gesprek MEE
Utrecht, Gooi & Vechtstreek samen met zeven lokale partners een methodiek voor
integrale vraagverheldering. MEE treedt op als projectleider. De MEE-manier van
werken en kijken vormt de basis voor de nieuwe aanpak.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 1 van 11
Het Gesprek in Zeist in een notendop
Pilot
Het Gesprek, in opdracht van gemeente Zeist, looptijd 1 jaar (2013).
Doel
Ontwikkeling van een methodiek voor integrale vraagverheldering.
Projectleiding
MEE Utrecht, Gooi & Vecht.
Deelnemers
Het Wmo-loket, de Regionale Sociale Dienst (RSD), het Centrum voor Jeugd
en Gezin (CJG) Zeist, MEE Utrecht en het sociale wijkteam Zeist-Oost waarin
MeanderOmnium, Vitras CMD, Abrona en Kwintes samenwerken.
Resultaten
90 gevoerde gesprekken, 14 getrainde gesprekvoerders, een instructie voor
Het Gesprek, een overzicht van competenties van een gesprekvoerder en een
verslagformulier.
Opbrengst voor de Een integraal en levensbreed plan van aanpak dat betere kansen biedt om
volwaardig mee te doen in de samenleving.
inwoners
Lessons learned
* Benoem vooraf wat je uit de pilot wilt leren.
* Houd rekening met de tijd die nodig is voor ontwikkeling en afstemming.
* Benoem indicatoren voor een geslaagd gesprek.
* Zorg dat professionals weten wat er van hen verwacht word en ruimte voelen om te leren.
* Er bestaat een verschil in vaardigheden, houding en deskundigheid tussen de professionals van
de verschillende organisaties: investeer hierin, zodat de professionals op één lijn zitten.
* Indicatiestelling en vraagverheldering gaan als taak niet samen.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 2 van 11
1. Het Gesprek, wat is het?
In 2012 doet de gemeente Zeist een oproep aan aanbieders en welzijnsorganisaties om mee te
denken over de overgang van de AWBZ-functie begeleiding naar de gemeente. Hieruit ontstaan zes pilots op het gebied van de transitie Wmo-AWBZ, de Wwb en de Jeugdzorg. De pilots
staan niet op zichzelf, maar zijn met elkaar verbonden. In één van de pilots getiteld Het
Gesprek staat het ‘keukentafelgesprek’ centraal.
Doel
Het doel van de pilot is het ontwikkelen en uittesten van een basismethodiek voor integrale
vraagverheldering volgens de principes van de Kanteling. De gemeente wil hiermee invulling
geven aan de compensatieplicht en ervoor zorgen dat mensen met een beperking betere kansen hebben om volwaardig mee te doen in de samenleving.
Partners
Vanuit MEE is er een projectleider aangesteld voor de pilot. Verder doen er 14 professionals
uit 8 verschillende organisaties mee. De samenwerkingspartners zijn het Wmo-loket van de
gemeente Zeist, de Regionale Sociale Dienst (RSD), het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Zeist, MEE Utrecht, Gooi & Vecht en het sociale wijkteam Zeist-Oost waarin MeanderOmnium
(breed welzijn), Vitras CMD (thuiszorg en algemeen maatschappelijk werk), Abrona (verstandelijk gehandicaptenzorg) en Kwintes (beschermd wonen en dagbesteding ggz/maatschappelijke
opvang) samenwerken.
Deelnemers
Aan de pilot doen 60 bestaande cliënten en 30 nieuwe cliënten mee. Het gaat om mensen uit
kwetsbare groepen op trede 1, 2 en soms trede 3 van de participatieladder. Van de 60 bestaande
cliënten zijn er 30 cliënten met een bijstandsuitkering (afkomstig van de RSD) en 30 cliënten
met een indicatie voor begeleiding (afkomstig uit het sociale wijkteam). De bestaande cliënten
worden door hun contactpersoon uitgenodigd om te participeren in de pilot. Van de 30 nieuwe
cliënten zijn er 10 afkomstig van het Wmo-loket, 10 uit het wijkteam en 10 cliënten hebben zich
gemeld via MEE of het CJG.
2. Werkwijze
In de pilot Het Gesprek testen de partners de basismethodiek van integrale vraagverheldering
en ontwikkelen zij deze verder. Uitgangspunt daarbij is de gekantelde manier van werken voor
zowel de gemeente als voor burgers. In de methodiek zijn de volgende elementen opgenomen:
* Implementeren van de Kantelingsprincipes: bij het zoeken naar oplossingen maakt de ge-
spreksvoerder gebruik van de piramide eigen kracht - informele steun - algemene voorzieningen – maatwerkvoorzieningen. Steeds wordt gezocht naar oplossingen zo laag mogelijk
in de piramide.
* Regie bij de cliënt: deze bepaalt zoveel mogelijk zelf de inhoud van het plan, met – waar
mogelijk en gewenst – ondersteuning van de gesprekvoerder.
* Resultaatgerichte inzet: het einddoel – in termen van wat de ondersteuning de cliënt oplevert – staat centraal.
* Afstemming tussen informele zorg, sociaal team en specialisten.
* Samenwerking en uitwisseling tussen professionals van verschillende samenwerkingspartners.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 3 van 11
individuele
voorzieningen
collectieve voorzieningen
sociaal netwerk
eigen kracht
Het Gesprek: hoe ziet het eruit?
Doel van Het Gesprek is de vraag van de cliënt duidelijk te krijgen. De professionals mogen zelf
weten hoe ze het gesprek opbouwen en voeren. De insteek is een open gesprek te voeren waarbij
de regie bij de cliënt ligt. Er is een format ontwikkeld dat dient als houvast voor de professional bij
het maken van een verslag (zie Achtergrondinformatie). Projectleider Josina Trompetter vertelt
dat in het format cursieve vragen zijn opgenomen om richting te geven aan gesprek. Voorbeelden
zijn: Wat is actueel en relevant? Is er iemand uit het sociaal netwerk bij het gesprek aanwezig?
Wat ziet de klant zelf als oplossing en wat heeft hij ervoor nodig? De professionals nemen het
format mee als houvast, maar hoeven de vragenlijst niet stap voor stap af te werken.
Nanny Schoonheim, consulent Het Gesprek en werkzaam bij de Regionale Sociale Dienst:
Uitgangspunt van Het Gesprek is het voeren van een open gesprek met de cliënt. De afspraak is bijna
altijd bij mensen thuis. Je komt binnen en legt uit wat je komt doen. Soms zijn mensen zenuwachtig,
maar vaak weten ze al precies welk probleem ze op tafel willen hebben. De vijf leefgebieden zitten in mijn
hoofd. Door daar aan vast te houden, raak ik aan alles. Meestal begin ik met ‘wat woont u hier leuk’, een
opmerking om het gesprek op gang te laten komen. Van ‘hoe woon je?’, ga ik naar ‘wat doe je, wat is je
netwerk, wat zijn je hobby’s?’. Dan kom ik erachter wat er aan de hand is, wat een cliënt al doet om het
probleem zelf op te lossen of waarom hij of zij nog niks doet.
Het Gesprek wordt over het algemeen bij de cliënt thuis gevoerd door twee professionals. Een
van de professionals heeft de regie over het gesprek, de ander maakt aantekeningen en stelt
waar nodig aanvullende vragen. Als iemand al begeleiding krijgt, is één van de gesprekvoerders
de eigen begeleider. Dit heeft twee voordelen. Allereerst is de begeleider een vertrouwenspersoon voor de cliënt. Daarnaast stimuleert het de begeleider om in de ondersteuning van de
cliënt zelf ook de Kanteling te gaan maken.
Het uitgangspunt in Het Gesprek is dat de professionals aansluiten bij de cliënt. De vraagverheldering is er op gericht om te achterhalen waar de cliënt tegenaan loopt, waar hij mee aan de
slag wil, wat hij zelf gaat oppakken en wie uit het netwerk erbij kan ondersteunen. De professional sluit aan bij de drijfveren van de cliënt en boort de potentie van de cliënt aan. De cliënt
is eigenaar van zijn plan. Hij maakt zelf keuzes in wat hij wil doen. Als hij niets wil doen, dan is
dat zijn eigen keuze.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 4 van 11
Het Gesprek wordt gevoerd op basis van een format waarin vijf leefgebieden centraal staan. Dit
zijn de leefgebieden waar MEE al standaard mee werkt:
* psychisch functioneren en welzijn
* sociale relaties en maatschappelijke participatie
* lichamelijk functioneren en welzijn
* wonen en leefomgeving
* ontwikkeling en perspectief
In principe is de bedoeling dat de integrale vraagverheldering in één gesprek plaatsvindt, maar
een vervolggesprek is mogelijk wanneer er bij een cliënt te veel speelt om alles in één gesprek
te behandelen of wanneer mensen moeite hebben hun problemen te verwoorden. Het kan ook
zijn dat naar aanleiding van Het Gesprek een traject met de cliënt wordt opgestart. De professionals zorgen dan voor een warme overdracht, bij voorkeur naar één van de professionals die
het eerste gesprek hebben gevoerd.
Ná Het Gesprek
Na afloop bespreken de professionals kort Het Gesprek, geven ze elkaar feedback en kijken
ze hoe ze het verder gaan aanpakken. Daarbij moedigen ze elkaar aan om de principes van
de Kanteling toe te passen: waar mogelijk oplossingen stimuleren en faciliteren waar mensen
zo veel mogelijk gebruik maken van hun eigen mogelijkheden, niet te snel een voorziening
aanvragen.
Evert Jonkman, vanuit MEE werkzaam in de pilot Het Gesprek: Als een klant wel iets wil veranderen, alleen de verandering die zij willen (een voorziening) is niet mogelijk, maar de verandering waar ze
zelf iets voor moeten doen is wel mogelijk. Dan is dat waar je op insteekt. Dan is het juist de kunst om ze
te stimuleren. Op je handen te gaan zitten. Je ziet de ellende, maar ze moeten het zelf doen.
Het verslag van Het Gesprek wordt ter goedkeuring naar de cliënt gestuurd. Daardoor krijgt de
cliënt een goed overzicht van de afspraken die zijn gemaakt en kan hij de regie nemen over de
uitvoering van zijn eigen plan. Omdat Het Gesprek met de cliënt plaatsvindt in het kader van
een pilot, wordt het verslag na goedkeuring ook geanonimiseerd zodat het gebruikt kan worden om met elkaar van te leren en om de pilot te evalueren.
Training en intervisie
De professionals hebben bij aanvang van de pilot Het Gesprek een training van twee dagen gevolgd waarin de Kanteling centraal staat. Vragen die tijdens de training aan bod kwamen, zijn:
wat is de Kanteling? Wat betekent de Kanteling voor jou als professional? Ben je als professional in je werk al aan het kantelen? Wat ervaar je daarin als krachtige elementen en wat als
belemmeringen? Daarnaast zijn de deelnemers in de training aan de slag gegaan met casuïstiek
waarin de uitgangspunten van de Kanteling centraal staan. Aan de hand van rollenspellen hebben ze geoefend met het voeren van een gekanteld gesprek. Aandachtspunten daarbij waren:
niet overnemen, vanuit het perspectief van de cliënt kijken, aansluiten bij de cliënt, niet oordelen, je verdiepen in de beleving, de kunst van het vragen stellen. Naast de initiële training zijn
er regelmatig intervisiebijeenkomsten voor de professionals.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 5 van 11
Josina Trompetter, projectleider Het Gesprek: Het verschil zit vaak in de verwachting over het resultaat. Wanneer is het gesprek geslaagd? Als een relatie is gelegd of als er concrete resultaten zijn bereikt?
In het gesprek gaat het heel erg om de bejegening, de houding van de professional. Lukt het om de
verantwoordelijkheid bij de klant te leggen? Je wilt dat de klant zelf gaat nadenken over de keuzes en
mogelijkheden en wie erbij te betrekken. Daarom is het van belang om aan de cliënt te vragen wat hij
nodig heeft en wat hij tot nu toe gedaan heeft om dat te bereiken.
3. Resultaten
Om de opbrengsten van de pilot vast te stellen wordt zowel gekeken naar de output (het
aantal gevoerde gesprekken) als naar de uitkomsten in relatie tot de doelen van de gemeente
(oplossingen zo laag mogelijk in de piramide) en naar de cliënttevredenheid. Het gaat om de
volgende indicatoren:
* het aantal afspraken dat met één cliënt is gemaakt;
* de verbetering op de Zelfredzaamheidmatrix: om de vooruitgang van de cliënt inzichtelijk
te maken vult de professional na Het Gesprek met de cliënt de matrix in om de mate van
zelfredzaamheid van de cliënt te beoordelen en aan het einde van de pilot nogmaals;
* de uitkomst van Het Gesprek: gaat de cliënt zelf aan de slag, schakelt hij zijn netwerk in,
zijn er collectieve voorzieningen nodig en/of wordt er een beroep gedaan op geïndiceerde
zorg;
* de uitkomst van de klanttevredenheidsmetingen.
De betrokken professionals bespreken de resultaten regelmatig in de intervisiebijeenkomsten.
Ook rapporteren zij over de resultaten aan de gemeente. Omdat de pilot nog loopt, zijn nog
geen overzichten van de resultaten beschikbaar.
Marijke Leenhouwers, consulente Het Gesprek en werkzaam bij het Wmo-loket: Als je een vraag
aan iemand teruggeeft, is dat ook al resultaat. Wat zou jij er aan kunnen doen? Vaak werkt het gesprek
wel degelijk verhelderend en heeft de cliënt tijd nodig om het te laten bezinken. Zodra ze wel hulp nodig hebben, dan weten ze de weg te vinden. Tijdens intervisiebijeenkomsten wordt hier over gepraat en
gediscussieerd. Het uitwisselen en sparren maakt de professionals bewuster van elkaars werkwijze en de
werkwijze van de Kanteling.
4. Financiering
De pilot Het Gesprek wordt door de gemeente gefinancierd. MEE en de deelnemende organisaties krijgen een aanvulling op hun basissubsidie voor hun deelname. Per gevoerd vergoedt de
gemeente een vast bedrag: de vergoeding voor 4 uur uitvoering. Per cliënt hebben de professionals dus vier uur beschikbaar. Hierin vinden plaats: Het Gesprek, de onderlinge nabespreking,
de verslaglegging, het eventuele tweede gesprek met de cliënt en het nazorg-contact. Tevens
heeft de gemeente de training aangeboden en betaald.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 6 van 11
5. Opbrengst voor de cliënt
De cliënten ervaren Het Gesprek als een prettige aanpak. Zowel bestaande als nieuwe cliënten
krijgen door de pilot een beter idee van de Kanteling en wat dit voor hen in de toekomst betekent. De pilot heeft dan ook een voorlichtend aspect. Veel cliënten die zich aanvankelijk zorgen
maakten, zijn gerustgesteld na Het Gesprek. Ze vinden het prettig dat Het Gesprek breed is
ingestoken en dat ze hun verhaal kunnen doen.
De pilot Het Gesprek is niet alleen voor de gemeente en professionals een manier om de methodiek van integrale vraagverheldering te testen, maar is tegelijkertijd voor cliënten een
voorbereiding op wat er vanaf 2015 gaat komen. Door in de pilot te participeren, krijgen cliënten een beeld van de gekantelde werkwijze en inzicht in de ondersteuning die ze vanaf 2015
kunnen verwachten. De meeste cliënten blijken na uitleg best wel geïnteresseerd te zijn in de
nieuwe werkwijze.
Josina Trompetter, projectleider Het Gesprek: Cliënten maken zich vaak zorgen. Alleen praten daarover maakt al dat mensen een opening geven om in beweging te komen en anders tegen een hulpvraag
aan te kijken. De kunst is om als professional de cliënt niet uitsluitend gerust te stellen over de toekomst,
maar om zorgen van cliënten bespreekbaar te maken en het dan te hebben over mogelijkheden
en alternatieven.
Doordat er in de methodiek wordt ingestoken op integrale vaagverheldering en in Het Gesprek
de vijf leefgebieden van de cliënt worden aangestipt, krijgen de professional én de cliënt een
goed beeld van wat er in het leven van de cliënt speelt en kan er naar de juiste oplossing
worden gezocht.
Tot slot is de aanpak van Het Gesprek erop gericht de cliënt in beweging te krijgen. In Het
Gesprek mag de cliënt heel open zijn en mag hij weer dromen. Tijdens Het Gesprek kunnen
cliënten hun verhaal vertellen en is er aandacht voor alle levensdomeinen. De manier van
vragen stellen stimuleert hen om na te denken over wat ze willen en kunnen. Ze krijgen
daardoor meer zicht op mogelijkheden en worden in hun kracht gezet.
Een dilemma dat de professionals ondervinden is wel dat ze tijdens Het Gesprek de cliënt
wakker schudden en daarna niet altijd iets voor hem kunnen betekenen.
Evert Jonkman van MEE: Ik vind dat wel lastig. Maar het hangt ook van de cliënt af. Voor sommige
cliënten is één gesprek genoeg, terwijl anderen meer ondersteuning nodig hebben. Zij worden dan vaak
cliënt van bijvoorbeeld MEE.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 7 van 11
6. De kracht van de gemeente
De methodiek van de pilot past goed bij de lokale uitwerking van de Kanteling in Zeist. Daarin
wordt breed ingestoken op de problematiek van burgers, er wordt gekeken naar wat burgers
zelf kunnen en hun eigen kracht wordt gestimuleerd, voorzieningen worden niet meer zomaar
verstrekt en samenwerking tussen partijen in het veld wordt gestimuleerd. Marcel van der Vaart
(BMC), projectleider transitie AWBZ bij de gemeente Zeist, ziet dat er in Zeist naar nieuwe oplossingen wordt gezocht. “Met cliënten worden afspraken gemaakt rondom netwerk en eigen
kracht en wordt er steeds vaker gekozen voor collectieve voorzieningen.”
Daarnaast zijn veel partijen in Zeist al goed met de Kanteling aan de slag gegaan. Cliënten kunnen bijvoorbeeld bij het Wmo-loket alleen nog maar een melding doen en geen aanvraag meer
indienen. Als een burger een melding heeft gedaan, neemt een loketmedewerker contact op
met hem of haar voor een nadere verkenning. Dit leidt vaak alleen tot een gesprek of advies en
niet tot een ondersteuningsvraag. “Dat is precies wat de gemeente wil, dat burgers problemen
meer zelf gaan oplossen zonder dat de verantwoordelijkheid wordt afgeschoven”, aldus Marcel
van der Vaart.
7. De kracht van MEE
De meerwaarde van MEE in de pilot is dat MEE al wat langer bezig is met het werken volgens
de Kanteling. De MEE-consulenten hebben al flink wat ervaring met het inzetten op de eigen
kracht van mensen en het inschakelen van het sociale netwerk en weten goed hoe de potentie
van cliënten aan te boren. Het is een cultuuromslag voor zowel de professionals als de cliënten.
Omdat MEE daar al verder in is, kunnen de MEE-medewerkers de anderen hierin ondersteunen.
Voor de andere betrokken professionals is het daarom een meerwaarde om samen met een
MEE-consulent een gesprek te voeren. Tot slot is het een meerwaarde dat MEE goed betrokken
is bij de doelgroep en een brede kennis van doelgroepen heeft.
Marcel van der Vaart, projectleider transitie AWBZ bij gemeente Zeist: Vanuit de Wmo is ook geïnvesteerd in het breed kijken en de brede vraagverheldering, maar heel erg vanuit de rol van indicatiesteller. Nu moeten ze (de Wmo-consulenten) vanuit de bril van de klant kijken. Dat is nieuw voor ze.
8. Succesfactoren en randvoorwaarden
Succesfactoren
* Een goede samenwerking tussen de verschillende partnerorganisaties. De professionals
ervaren het delen van expertise als een grote meerwaarde die ook ten goede komt aan de
cliënt. Daarnaast zijn de korte lijnen die de samenwerking oplevert, nuttig om snel cliënten te kunnen doorverwijzen.
* De professionals voeren met z’n tweeën Het Gesprek waardoor ze elkaar kunnen aanvullen en samen kunnen nadenken over mogelijke oplossingen.
* De brede insteek van Het Gesprek zorgt ervoor dat de professional samen met de cliënt
een duidelijk beeld van de problematiek van de cliënt krijgt.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 8 van 11
Randvoorwaarden
* Ondersteuning van de professionals in hun deelname aan Het Gesprek vanuit hun ‘eigen’
organisatie. De medewerkers moeten vanuit de moederorganisatie de tijd krijgen om mee
te doen. Daarnaast is het belangrijk dat de hele organisatie, zowel het management als de
backoffice, met de Kanteling bezig is om zo de nieuwe werkwijze te borgen.
* De professionals moet onafhankelijk en open het gesprek met de cliënt kunnen voeren. Dit
kan alleen wanneer de cliënt niet het gevoel heeft dat bijvoorbeeld zijn uitkering op het
spel staat.
* De professionals moeten op de hoogte zijn van de sociale kaart zodat ze klanten kunnen
doorverwijzen naar bijvoorbeeld collectieve arrangementen.
* Het gekantelde gesprek moet in de buurt van de cliënt worden georganiseerd, bijvoorbeeld in de wijk, zodat de potentie van een buurt of een wijk kan worden aangeboord.
* Voor een goede samenwerking is vertrouwen nodig. Omdat de professionals afkomstig
zijn uit verschillende organisaties, is het voor de teambuilding van belang dat de gesprekvoerders regelmatig als team samenkomen.
9.* Tips en lessons learned
Benoem vooraf wat je uit de pilot wilt leren.
Marcel van der Vaart: Gewoon doen en zoek elkaar op. Het belangrijkste is om met elkaar om de tafel
te gaan zitten en te kijken wat je voor elkaar kunt betekenen. Denk er niet te lang over na, maar ga ervaring opdoen en stuur indien nodig bij. Het is wel belangrijk om vooraf goed te bedenken waarom je een
pilot doet en wat je er-van wilt leren.
Houd rekening met de tijd die nodig is voor ontwikkeling en afstemming.
Er bleek in Zeist veel tijd nodig voor ontwikkeling en afstemming. Daar was in eerste instantie
geen rekening mee gehouden. De projectleider heeft dan ook na een half jaar besloten meer
uren te investeren om Het Gesprek beter te laten draaien.
Benoem indicatoren voor een geslaagd gesprek.
Denk na over wanneer een gesprek met een cliënt geslaagd is en hoe je dit resultaat kunt meten. Is er resultaat behaald wanneer er goede afspraken met de cliënt zijn gemaakt? Of is het
genoeg dat de cliënt aan het denken is gezet?
Zorg dat professionals weten wat er van hen verwacht word en ruimte voelen om
te leren.
Professionals hebben behoefte aan heldere kaders om hun werk goed te kunnen doen, dus
presenteer de aanpak zo eenduidig mogelijk. Geef de professionals de ruimte om de werkwijze
onder de knie te krijgen en verder te ontwikkelen.
Er bestaat een verschil in vaardigheden, houding en deskundigheid tussen
de professionals van de verschillende organisaties: investeer hierin, zodat de
professionals op één lijn zitten.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 9 van 11
Josina Trompetter: Je merkt dat er verschillend is geïnvesteerd in de professionals als het gaat om toerusting op gesprekstechnieken. Professionals denken ook verschillend over de Kanteling na. Er is daarom
in de pilot geïnvesteerd in het op één lijn krijgen van de professionals.
Indicatiestelling en vraagverheldering gaan als taak niet samen.
Onafhankelijkheid van de professionals is belangrijk om een open gesprek met de klant te kunnen voeren. De ervaringen in Zeist leren dat cliënten minder open het gesprek in gaan zodra de
professionals zich voorstellen vanuit bijvoorbeeld de Regionale Sociale Dienst, omdat ze bang
zijn dat hun uitkering op het spel staat. De sociale dienst en het Wmo-loket hebben een afhankelijkheidsrelatie met de gemeente en dat straalt af op de medewerkers van die organisaties.
Indicatiestelling en vraagverheldering gaan dus in praktijk niet samen.
Josina Trompetter: Het vraagverhelderingsgesprek vraagt een andere houding van de professional. Het
is voor de burger écht een ander gesprek. Je wil een vertrouwelijk gesprek voeren en open durven kijken
naar wat is mijn eigen verantwoordelijkheid en welke keuzes maak ik. In de vraagverheldering zitten heel
veel bewustwordingsvragen. Bijvoorbeeld, hoe heb je het tot nu toe gedaan en wie was daarin belangrijk?
De professional gaat heel erg kijken naar de persoon en iemands leven en wat daarin speelt. We merken
dat Het Gesprek niet werkt als je tegelijkertijd vragen stelt die nodig zijn om te bepalen of iemand wel of
niet in aanmerking komt voor een uitkering,. Dat is een heel ander gesprek. Wat je wel kunt doen is zoveel mogelijk informatie verzamelen en een advies geven en de intentie is natuurlijk dat je dat werk niet
dubbel gaat doen.
10. Blik op de toekomst:
De pilot Het Gesprek loopt eind 2013 af. Het nog niet bekend hoe Het Gesprek volgend jaar
verder gaat. Na een half jaar is het wel duidelijk dat de samenwerking tussen de verschillende
organisaties en het samen oppakken van de gesprekken een meerwaarde heeft. In september
2014 wordt aan de hand van een tussenrapportage gekeken of de pilot moet worden bijgestuurd. In het najaar 2014 beslist de gemeente hoe zij verder gaat met Het Gesprek. Gemeentelijk projectleider transitie AWBZ Marcel van der Vaart geeft aan dat in de toekomst verschillende varianten op Het Gesprek mogelijk zijn. De denkrichting is om de gesprekken zoveel
mogelijk op wijkniveau te voeren, met name bij vragen over participatie en ondersteuning.
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 10 van 11
11. Achtergrondinformatie
Instrumenten
Meer informatie over de hieronder genoemde instrumenten vindt u (ook) op
www.invoeringwmo.nl, bij de beschrijving van dit praktijkvoorbeeld:
* Zelfredzaamheidmatrix, www.zelfredzaamheidmatrix.nl;
* Profiel Vraagverhelderaar van de consulenten (concept 25 september);
* Format Gespreksverslag (concept 25 september 2013);
* Beschrijving van de training voor de pilot Het Gesprek.
Bronnen
Gemeente Zeist (2012). Projectplan Pilot Het Gesprek (integrale vraagverheldering in Zeist).
Contact
Projectleider Josina Trompetter
Stafmedewerker algemeen beleid MEE Utrecht, Gooi & Vecht
E-mail: [email protected]
Telefoon: 088 064 36 32
Geïnterviewde personen
* Josina Trompetter, stafmedewerker algemeen beleid MEE Utrecht, Gooi & Vecht en project-
leider Het Gesprek
* Evert Jonkman, consulent bij MEE en werkzaam bij Het Gesprek
* Nanny Schoonheim, Coördinator Zorg afdeling Inkomen bij de RSD en werkzaam bij Het
Gesprek
* Marijke Leenhouwers, Wmo-consulente/indicatiesteller Zeist en werkzaam bij Het Gesprek
* Marcel van der Vaart, projectleider transitie AWBZ bij de gemeente Zeist, vanuit BMC
Deze praktijkbeschrijving is tot stand gekomen in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Vereniging van Nederlandse Gemeente en MEE Nederland in het kader van het Stimuleringsprogramma Cliëntondersteuning.
© Movisie, februari 2014
MOVISIE • praktijkbeschrijving • Het gesprek in gemeente Zeist • pagina 11 van 11