Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 1. DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED 1.1 Deze procedure beschrijft welke handelingen verricht moeten worden bij het weigeren van een partij dierlijke producten met herkomst een Derde Land, die wordt aangeboden bij een Nederlandse buitengrensinspectiepost (BIP) voor invoer, opslag of doorvoer. 2. DEFINITIES Zie definitielijst in werkhandboek buitengrens inspectieposten. 2.1 Veterinair Grens Controle Systeem (VGC): computersysteem dat gebruikt wordt bij de Veterinaire Grenscontrole. 2.2 Elektronisch formulier: Formulier dat opgenomen is in het VGC systeem 2.3 TRACES: Trade Control and Expert System; EU computernetwerk voor gegevensuitwisseling tussen veterinaire autoriteiten 3. EISEN De procedure is opgesteld rekening houdend met: 3.1 EG regelgeving • Richtlijn 97/78/EG • Beschikking 2001/812/EG • Ver. (EG) nr. 882/2004 3.2 Nationale regelgeving 4. • Warenwet • Wet Dieren HULPMIDDELEN 4.1 Import Veterinair Online / webdossiers import op internet NVWA / interne instructies. 4.2 Materiaal voor verzegeling van containers (De verzegeling beschreven bij BPR 20 materiële controle van producten). 4.3 VGC 4.4 TRACES BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 1 van 9 Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 5. WERKWIJZE 5.1 Uitvoering weigering • De officiële dierenarts heeft zich bij geconstateerde onregelmatigheden overtuigd van de juistheid van de bevindingen en van het feit, dat deze bevindingen correct zijn verkregen. • De officiële dierenarts besluit een partij te weigeren op basis van: 1. de bevindingen van de D-controle en/of 2. de bevindingen van de O-controle op basis van de uitgebreide steekproef (zie BPR-19 (VGC) Overeenstemmingcontrole van producten) en/of 3. de bevindingen van de M-controle op basis van de uitgebreide steekproef (zie BPR-20 (VGC) Materiële controle van producten) of laboratoriumonderzoek 5.1.1 Berichtgeving voornemen tot weigeren • Als de partij wordt geweigerd, deelt de officiële dierenarts het besluit tot weigeren middels formulier “Voornemen tot weigering” (VWA/F-BIP-007): mee aan de volgende partijen. • de aanbieder van de partij • SIP-houder; de SIP houder laten tekenen voor ontvangst • de teamleider en het afdelingshoofd TUI • Voor BIP Rotterdam geldt dat als de weigering voortkomt uit de D-controle de aanbieder de mogelijkheid krijgt om af te zien van een verdere controle op het keurpunt en de partij te laten weigeren vanaf de Douanepost. Dit wordt aangegeven op het formulier VWA/F-BIP-017 (Faxbericht belanghebbende i.v.m. akkoordbevinding weigering vanaf Douanepost). Weigeren vanaf de douanepost is alleen mogelijk voor partijen welke in zijn geheel direct vanaf de terminal in dezelfde container weer vertrekken. In geval containers (gedeeltelijk) gelost gaan worden, zal er altijd een O-controle op het keurpunt dienen plaats te vinden en zal de partij daar definitief geweigerd worden. Weigeren vanaf de douanepost is alleen toegestaan voor partijen die bestemming “destructie” of “rechtstreeks over zee of door de lucht naar een derde land” krijgen. Het formulier VWA/F-BIP-017 wordt tegelijk opgestuurd met het formulier “Voornemen tot weigering”. • De partij gaat verzegeld (4.2) retour naar de terminal (zeecontainers) De NVWA informeert de douane ter plekke en op het keurpunt m.b.v. formulier VWA/F-BIP-004. De douane blokkeert de container en bevestigt de blokkering van de container aan de NVWA van de desbetreffende werkplek. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van hetzelfde formulier. Indien de partij zich bij weigeren op de terminal bevindt, blijft de partij daar opgeslagen. • De reden voor het voornemen tot weigering voor de gevraagde gebruiksbestemming wordt gemotiveerd meegedeeld, alsmede de regelgeving (zo volledig mogelijk) waarop de beslissing is gebaseerd. • De aanbieder wordt vervolgens door de officiële dierenarts, voorafgaand aan een definitief besluit tot weigering, in de gelegenheid gesteld om schriftelijk zijn zienswijze kenbaar te maken. • De aanbieder dient zijn zienswijze schriftelijk kenbaar te maken aan de officiële dierenarts uiterlijk 24 uur na het eindigen van de dag waarop het formulier “Voornemen tot weigering” (VWA/FBIP-007) is gedateerd en ontvangen. Volgt op deze dag een zaterdag, zondag of één of meer BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 2 van 9 Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 algemeen erkende feestdagen, dan wordt de termijn verlengd tot en met de eerstvolgende werkdag. • De schriftelijke zienswijze voorzien van datum dient minimaal de volgende gegevens te bevatten: GDB-nummer, aard en hoeveelheid van de goederen en indien van toepassing het containernummer. • Wanneer de aanbieder binnen de gestelde termijn geen gebruik maakt van de gelegenheid om zijn schriftelijke zienswijze in te dienen, weigert de officiële dierenarts de partij definitief voor de gevraagde gebruiksbestemming. Indien de aanbieder met gegronde redenen aangeeft dat hij een langere tijd nodig heeft om zijn zienswijze naar voren te brengen dan is dat in overleg met de officiële dierenarts mogelijk. • Wanneer wel een schriftelijke zienswijze wordt ingediend, draagt de officiële dierenarts zorg voor een ter zake kundig oordeel over deze zienswijze (evt. door navraag bij een collega), en wel uiterlijk 24 uur na het eindigen van de dag waarop deze is gedateerd en ontvangen. Volgt op deze dag een zaterdag, een zondag of één of meer algemene erkende feestdagen, dan wordt de termijn verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is. De officiële dierenarts legt het ter zake kundig oordeel over de zienswijze schriftelijk vast en voegt dit toe aan het partij-dossier. • Afhankelijk van de uitkomst van het ter zake kundig oordeel bepaalt de officiële dierenarts of de partij wordt vrijgegeven en onder welke voorwaarden of definitief wordt geweigerd. Indien de partij wordt vrijgegeven naar aanleiding van de schriftelijke zienswijze van de aanbieder, legt de officiële dierenarts zijn motivering schriftelijk vast (bijvoorbeeld notitie toevoegen aan schriftelijke zienswijze). • Als de partij wordt vrijgegeven, wordt door de officiële dierenarts het vak op het GDB in VGC op de voorgeschreven wijze ingevuld, zie BPR 23 ((VGC)Afhandeling GDB in VGC en vorming van dossier van producten). 5.1.2 Berichtgeving voor weigering • Als de partij wordt geweigerd, deelt de officiële dierenarts het besluit tot weigeren middels formulier “Besluit tot weigering” (VWA/F-BIP-008) mee aan de volgende partijen. • aanbieder van de partij • SIP-houder de SIP houder laten tekenen voor ontvangst • De teamleider en het afdelingshoofd TUI Voor grondslag weigering op basis van temperatuureisen, zie bijlage 2. • De officiële dierenarts geeft op dit formulier de bestemming aan die hij voor de partij toestaat. Bestemmingen voor geweigerde partijen zijn, voor zover hiertegen geen bezwaren bestaan in verband met de resultaten van de veterinaire keuring en de gezondheidsvoorschriften of de veterinairrechtelijke voorschriften: - rechtstreeks over zee (BIP=zeehaven) of door de lucht (BIP=Luchthaven) naar een derde land, - destructie. - verwerking BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 3 van 9 Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 • Voor partijen die naar een derde land verzonden mogen worden ontvangt de ladingbelanghebbende gelijktijdig met het elektronisch formulier Besluit tot weigering (VWA/F-BIP-008) bijlage I van deze procedure. • Vóór de afhandeling moet worden ingediend: • de verklaring van de ladingbelanghebbende (verklaring 1 van Bijlage I); • een acceptatieverklaring uit het derde land van bestemming indien dit niet het land van oorsprong is (verklaring 2 van bijlage I); • de uitgaande gegevens van de partij. Bij twijfel omtrent de authenticiteit van een verklaring dient verificatie plaats te vinden van de verklaring door de officiële dierenarts. • In geval van destructie van de partij dient een door de Douane afgetekende Fiat vernietiging ingediend te worden door de aanbieder. Tevens dient de aanbieder een afspraak voor de destructie van de partij te maken bij de destructor. • Het GDB wordt op de voorgeschreven wijze ingevuld, zie BPR 23 (Afhandeling GDB van producten na keuringsbeslissing) op het moment dat de bestemming definitief is. • In geval de partij wordt opgeslagen op de SIP, ziet de NVWA medewerker erop toe dat de geweigerde partij wordt opgeslagen in de hiervoor aangewezen ruimte en wordt voorzien van een merking (zie opslag protocol van de betreffende SIP) 5.1.3 Afhandelen geweigerde partij • Wanneer de partij wordt geweigerd, blijft deze geblokkeerd onder toezicht en verantwoording van de NVWA en Douane. Over het blokkeren worden per bedrijf schriftelijke afspraken gemaakt die goedgekeurd worden door de NVWA (opslagprotocol). Als de partij zijn eindbestemming niet heeft bereikt binnen 60 dagen na dagtekening van het formulier “Besluit tot weigering” (VWA/FBIP-008), dan wordt deze tot Categorie 2-materiaal verklaard en ter destructie bestemd. De aangegeven termijnen worden binnen het team bewaakt. • Wanneer de partij niet tijdig is afgevoerd, stuurt de officiële dierenarts een mededeling naar de SIP-houder en de aanbieder met de vermelding dat de partij binnen 24 uur ter destructie moet worden aangeboden d.m.v. formulier VWA/F-BIP-023. De SIP-houder en/of de aanbieder moet de partij aanmelden bij de destructor en een door de Douane afgetekende FIAT vernietiging indienen Na 7 dagen controleert de NVWA of de partij is afgevoerd naar de destructor. Indien de partij nog aanwezig is wordt het hiervoor bevoegde NVWA-team d.m.v. het formulier VWA/FBIP-024 ingelicht. • Indien de partij naar de destructor gaat moet deze begeleid worden door het Waarschuwingsen Begeleidingsformulier. De NVWA bij Rendac zorgt voor een terugmelding van het Waarschuwings- en Begeleidingsfomulier. 5.2 Vastleggen resultaat • De bevindingen bij de controle, het voornemen tot weigeren en het besluit tot weigeren worden indien van toepassing vastgelegd op de formulieren Aanhouden van producten (VWA-F-BIP002), Voornemen tot weigeren (VWA/F-BIP-007) en Besluit tot weigeren (VWA/F-BIP-008). BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 4 van 9 Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 • Als de partij wordt geweigerd, wordt door de officiële dierenarts het vak op het GDB in het VGC op de voorgeschreven wijze ingevuld, zie BPR 23 ((VGC) Afhandeling GDB in VGC en vorming van dossier van producten). • Bij registratie in TRACES dient in bepaalde gevallen een RASFF-melding te worden ingevuld. Zie verder de ‘Aanvullende Handleiding TRACES; RASFF en Versterkte Contoles’. 6. REGISTRATIE 6.1 Afhandeling keuring: het resultaat van de wordt geregistreerd in het VGC en uitgeprint als GDB. 6.2 Voornemen tot weigering: elektronisch formulier VWA/F-BIP-007 6.3 Besluit tot weigering: elektronisch formulier VWA/F-BIP-008 6.4 Akkoord weigering vanaf de Douanepost: VWA/F-BIP-017 6.5 Faxbericht houder m.b.t. verlopen 60 dagen na weigering VWA/F-BIP-023 6.6 Faxbericht verlopen 60 dagen-termijn na weigeren VWA/F-BIP-024 7. VERANTWOORDELIJKHEDEN 7.1 De officiële dierenarts is bevoegd tot en verantwoordelijk voor het motiveren van het voornemen tot weigeren en de beslissing om een partij te weigeren. 7.2 De officiële dierenarts is bevoegd tot en verantwoordelijk voor de correcte afhandeling van de registratie op de aangegeven formulieren. 7.3 De officiële dierenarts is verantwoordelijk voor het verzamelen van alle documenten voor het partijdossier. 8 OPMERKINGEN • Indien een aanbieder een partij rechtstreeks ter destructie aanbiedt, kunnen aanhouden en voornemen tot weigeren achterwege blijven en wordt de partij direct definitief geweigerd. BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 5 van 9 Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 BIJLAGE I Partijen die in aanmerking komen voor een verzending naar een derde land binnen 60 dagen Om in aanmerking te komen voor verzending naar een derde land, moeten vóór verzending de volgende verklaringen overlegd worden: Verklaring 1 Van toepassing voor alle geweigerde partijen, af te geven door belanghebbende bij de lading. Ondergetekende verklaart partij met GDB-nummer…………………………….. vóór………………………….(datum) te verzenden naar .............………………………………………..(derde land van bestemming) en verklaart hiermede de bevoegde autoriteiten van genoemd derde land in kennis te hebben gesteld van de redenen en de omstandigheden waarom de betrokken partij niet in de Europese Gemeenschap in de handel kan worden gebracht. Ladingbelanghebbende: Naam: Adres: Plaats: Datum: Handtekening Verklaring 2 Van toepassing voor partijen die niet naar het derde land van oorsprong, maar naar een ander derde land verzonden zullen worden. Deze verklaring moet afgegeven worden door de bevoegde autoriteit van het land van bestemming. Hierin moet verklaard worden, dat de autoriteit van het land van bestemming geïnformeerd is over het feit, dat het een door de EU geweigerde partij betreft en dat ingestemd wordt met het ontvangen van de partij. In de verklaring moet de zending afdoende beschreven zijn: aard van de goederen, hoeveelheid, land van oorsprong, feit dat bevoegde autoriteit bekend is met de reden van weigering en certificaatnummer. De verklaring moet origineel zijn en voorzien zijn van datum, naam ondertekenaar, handtekening, stempel, plaats van afgifte en autoriteit van afgifte. De verklaring kan in het Engels, Frans, Duits of Nederlands opgesteld zijn. Verklaringen in andere talen dienen vergezeld te gaan van een beëdigde vertaling. BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 6 van 9 Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 BIJLAGE II Toelichting temperatuureisen Grondslag weigering: Besluiten tot weigering van import van producten van dierlijke oorsprong bestemd voor humane consumptie zijn gebaseerd op: Artikel 17 van Richtlijn 97/78/EG dan wel artikel 19 van Verordening (EG) Nr. 882/2004. Omzetting door VWS: Richtlijn 97/78/EG is door middel van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen) door VWS geïmplementeerd. In artikel 4 van deze regeling is de NVWA aangewezen als bevoegde autoriteit voor de Richtlijn. Op grond hiervan is de NVWA dus bevoegd om de weigeringsbesluiten op grond van VWS regelgeving ten aanzien van deze Richtlijn te nemen. Verordening (EG) Nr. 882/2004 werkt rechtstreeks. VWS heeft op grond van artikel 3 van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen de NVWA aangewezen als bevoegde autoriteit. Weigeringsbesluiten op grond van de Verordening ten aanzien van VWS regelgeving kunnen daarom door de VWA worden genomen. Temperatuureisen in Verordening (EG) Nr. 853/2004: Weigeringsgrondslag: Artikel 17 van Richtlijn 97/78/EG dan wel artikel 19 van Verordening (EG) Nr. 882/2004 plus artikel 6, eerste lid, onder c van Verordening (EG) Nr. 853/2004 plus de juiste bepaling van Verordening (EG) Nr. 853/2004 (d.w.z. bijlage III, sectie ….enz.) en Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen art. 2.2 (verbodsbepaling) Temperatuureisen niet in Verordening (EG) Nr. 853/2004: Weigeringsgrondslag: Artikel 17 van Richtlijn 97/78/EG dan wel artikel 19 van Verordening (EG) Nr. 882/2004 plus de juiste nationale bepaling: Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 15, Warenwetregeling diepgevroren levensmiddelen, artikel 4 en Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen art. 2.1 en art. 2.4 (verbodsbepalingen) BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 7 van 9 Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 BIJLAGE III (Speciale behandeling) Behandelen of verwerken van levensmiddelen of diervoeders die niet aan de normen voldoen is in bepaalde gevallen en onder gestelde voorwaarden volgens de Europese regelgeving toegestaan. Verordening (EG) nr. 882/2004, inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn, geeft in artikel 19 en artikel 20 de mogelijkheid tot speciale behandeling van producten in overeenstemming met de daarvoor vastgestelde voorwaarden. Ook in Verordening (EG) nr. 2073/2005, inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen, wordt in artikel 7 de mogelijkheid van een nadere behandeling genoemd. In een aantal gevallen staat de NVWA behandelen of verwerken van producten toe. E.coli (STEC) in vlees: Het NVWA beleid is als volgt: Er wordt nagegaan of het stx1 en/of stx2 gen aanwezig is. Als een stx1 en/of stx2 positieve E.coli is gevonden, wordt aanvullend onderzoek gestart naar aanwezigheid van het eae gen en het serotype. De uitkomsten van dit onderzoek hebben invloed op een eventuele herbestemming, die het product in sommige gevallen én na toestemming van de bevoegde autoriteit kan krijgen. Bij de herbestemming wordt onderscheid gemaakt welk serotype is aangetroffen. Wanneer een E.coli (STEC) is aangetroffen welke tot een van de volgende zeer pathogene serotypes behoort (O157, O26, O111, O103, O145, O45, O121, O174 of O104:H4) kan uitsluitend een herbestemming worden toegestaan waarbij een effectieve (hitte)behandeling wordt toegepast bij een (daarvoor erkende) levensmiddelen producent of verwerking tot een dierlijk bijproduct (Verordening (EG) 882/2004, art. 19 en 20). Wanneer een E.coli (STEC) is aangetroffen met een stx1 en/of stx2 gen van een ander serotype, dan mag het product een andere herbestemming dan in een speciale inrichting krijgen, mits hiermee wel duidelijk is, dat het product hierdoor normaal gesproken een afdoende hittebehandeling zal krijgen, voordat het geconsumeerd wordt. BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 8 van 9 Code: BPR 22 Datum: 21/07/2014 Versie: 13 Salmonella in pluimveevlees: De voedselveiligheidscriteria voor pluimveevleesbereidingen, pluimveevleesproducten en vers pluimveevlees zijn vastgelegd in Verordening (EG) 2073/2005, bijlage I, Hoofdstuk 1. Voor pluimveevleesbereidingen zijn de criteria vastgelegd in rij 1.5, voor pluimveevleesproducten in rij 1.9 en voor vers pluimveevlees in rij 1.28. In geval van aanwezigheid van Salmonella in bovengenoemde producten is artikel 7.2 van deze verordening van toepassing. Dat betekent dat producten die niet aan de voedselveiligheidscriteria voldoen een nadere behandeling mogen ondergaan waardoor het betreffende gevaar wordt weggenomen. Deze behandeling mag alleen worden uitgevoerd door exploitanten van levensmiddelenbedrijven die niet in de detailhandel werkzaam zijn. Voor vers pluimveevlees (Salmonella typhimurium/Salmonella enteritidis) dient de vereiste behandeling zoals vastgesteld in Verordening (EG) 2160/2003 plaats te vinden, d.w.z. een industriële hittebehandeling of een andere behandeling waarmee Salmonella kan worden uitgeschakeld overeenkomstig de communautaire wetgeving inzake levensmiddelenhygiëne. Voor de pluimveevleesbereidingen (Salmonella) en pluimveevleesproducten (Salmonella) mogen de producten onderworpen worden aan verdere verwerking met een behandeling die het betreffende risico elimineert. De nationale autoriteiten kunnen de behandeling bepalen die zij acceptabel vinden, om er zeker van te zijn dat het product geen risico voor volks- of diergezondheid vormt. Niet-conform bacteriologisch onderzoek in dogchews: Partijen dogchews geïmporteerd uit derde landen, die bij invoer bij bacteriologisch onderzoek nietconform zijn bevonden mogen worden behandeld d.m.v. doorstraling. Behandeling is mogelijk op de vestigingen van Synergy Health (voorheen Isotron Nederland B.V.) in Ede of Etten-Leur. De keuze van de vestiging is aan de opdrachtgever (eigenaar van de besmette producten en klant van Synergy Health) in overleg met Synergy Health. In alle bovengenoemde gevallen vindt behandeling plaats onder controle van de bevoegde autoriteit en vindt er een na-controle plaats op het effect van de speciale behandeling. Alle activiteiten van de NVWA worden doorbelast aan belanghebbende bij de lading. De niet-conforme partijen dienen te worden geweigerd conform punt 5.6 van BPR_23: Afhandeling GDB in VGC en vorming van dossier van producten. BPR 22 (VGC) Weigeren van producten Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-intranet beschikbaar. Pagina 9 van 9
© Copyright 2025 ExpyDoc