Hersenoperatie (trepanatie) In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een operatie binnen de schedel, ook wel trepanatie genoemd. Deze operatie vindt plaats op de afdeling Neurochirurgie van het Radboudumc. Om u zo goed mogelijk voor te bereiden op de operatie ontvangt u uitgebreide mondelinge informatie van de behandelend arts. Een aanvulling hierop is deze folder, zodat u alles nog eens rustig kunt doorlezen. Deze folder gaat met name over de voorbereiding op en herstel van de operatie en geeft algemene informatie. Van uw behandelend neurochirurg krijgt u informatie die specifiek over uw situatie gaat. Op de afdeling zijn ook folders te verkrijgen van de Hersenstichting Nederland en de Nederlandse Kankerbestrijding met informatie over hersentumoren. Ongetwijfeld heeft u ook na het lezen van deze folder nog vragen. Stel deze gerust aan de arts of verpleegkundige. Ook kunt u terecht op de internetsite www.mijnzorgnet.nl/ruco. Tumor Een operatie binnen de schedel kan nodig zijn als u een tumor heeft in of buiten de hersenen (hersenvlies of schedelbot-tumor). Binnen de schedel kunnen verschillende soorten tumoren voorkomen. Een eerste onderscheid kan worden gemaakt tussen tumoren die van het hersenweefsel zelf uit gaan (glioom) en tumoren die van ander weefsel uitgaan, die wel binnen de schedel is gelegen. Een voorbeeld hiervan is een tumor van de hersenvliezen (meningeoom). Daarnaast kan er onderscheid gemaakt worden tussen een primaire tumor en een secundaire tumor. Een primaire tumor is een tumor die in de cellen van het hersenweefsel zelf is ontstaan. Een secundaire tumor is een uitzaaiing (metastase) van een tumor elders in het lichaam. Uw behandelend arts vertelt u waar het bij u om gaat. Symptomen De symptomen die optreden als gevolg van een hersentumor zijn sterk afhankelijk van het gebied in de hersenen waar de tumor is ontstaan. Dit kan variëren van vage klachten tot uitgebreide lichamelijke uitvalsverschijnselen. De symptomen zijn grofweg in drie groepen te verdelen: 1 • Uitvalsverschijnselen De hersenen zijn het centrum van waaruit het hele functioneren van ons lichaam wordt geregeld. Als een tumor het omringende hersenweefsel beschadigt of verdringt, kan dit weefsel plaatselijk minder goed functioneren. Het gevolg hiervan is dat de functie van dit hersengebied uitvalt en er dus uitvalsverschijnselen optreden. Afhankelijk van de plaats van de tumor in de hersenen kunnen er problemen ontstaan, zoals verlies van kracht in één of meer lichaamsdelen, problemen met de taal (spreken of begrijpen), vergeetachtigheid of problemen met horen of zien. De plaats waar de tumor zich bevindt in de hersenen, bepaalt voor het grootste deel met welke klachten u te maken krijgt. • Epilepsie Een ander verschijnsel dat bij een hersentumor kan optreden is een ‘toeval’. Toevallen worden aangeduid met de term ‘epilepsie’. Epileptische aanvallen worden veroorzaakt door irritatie van de zenuwcellen in het hersenweefsel. Daardoor produceren de zenuwen een overmaat aan activiteit produceren, die aanleiding kunnen zijn van bewustzijnsdaling en ‘trekkingen’. • Druktoename in de schedel Andere verschijnselen die bij een hersentumor kunnen optreden, ontstaan door een toename van de druk binnen de schedel. Binnen de schedel is er een beperkte ruimte voor de hersenen, een bepaalde hoeveelheid hersenvocht (liquor) en bloed. Het volume van de schedelinhoud kan bij een hersentumor toenemen door verschillende oorzaken: De aanwezigheid en groei van de tumor. Vochtophoping rond de tumor. Blokkade van de circulatie van het hersenvocht door de tumor. Een bloeding in of rond de tumor. Omdat de schedelgrootte niet kan toenemen, geeft volumetoename in de schedel een drukverhoging binnen de schedel. De verschijnselen hierbij kunnen aanhoudende hoofdpijn, braken en sufheid zijn. - - - - 2 Voorbereiding op de operatie Scheren Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet scheert met een scheermes. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht, gebeurt dit op de operatiekamer. Vette crème Op de dag van de operatie mag u geen gebruik maken van (gezicht-)crèmes. Sieraden, piercings etc. Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Indien u acryl- of gelnagels heeft, dient u deze vóór de operatie van de wijsvinger te laten verwijderen. Veiligheid Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat, neemt het gehele operatieteam bijvoorbeeld een zogenaamde ’Time out’. Tijdens dit controlemoment controleert het team uw naam, geboortedatum, het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden. Medicijnen De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en welke u moet stoppen. Indien u bloedverdunners gebruikt, overlegt uw behandelend arts met u of u deze kunt blijven gebruiken of moet stoppen. Heeft u hierover vragen, stel ze dan aan uw behandelend arts. 5-ALA In voorkomende gevallen (uw chirurg zal dit met u bespreken) krijgt u enkele uren voor de operatie het drankje 5-ALA te drinken. Dit is om tumorcellen beter zichtbaar te maken. 3 Anesthesie Omdat de ingreep onder anesthesie (verdoving/narcose) gebeurt, brengt u vooraf een bezoek aan het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek beoordeelt de anesthesioloog uw algehele gezondheidstoestand. Indien nodig bespreekt hij aanvullende onderzoeken. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie en de gang van zaken rondom de operatie. Informatie over de anesthesie, het nuchter zijn, de verkoeverafdeling en de pijnbehandeling vindt u ook in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie’. Dag van opname Voorafgaand aan de opname heeft u gesproken met de behandelend arts, anesthesist, zaalarts en verpleegkundige van de verpleegafdeling Neurochirurgie. Op de opnamedag vangt een verpleegkundige u op en wijst u de weg op de afdeling. Een korte vragenlijst wordt met u doorgenomen. U bespreekt met de anesthesist vanaf welk tijdstip u niet meer mag eten en drinken (nuchter zijn). Nadat u een bed is toegewezen, wordt u voorbereid op de operatie. Aan het begin van de operatiedag wordt gecontroleerd of er een bed op de afdeling Medium Care (MC) of Intensive Care (IC) beschikbaar is. Dit is noodzakelijk voor extra bewaking na de operatie. De operatie kan pas beginnen als dit zeker is. Voorafgaand aan de operatie wordt er een speciale MRI van het hoofd gemaakt, de Navigatie-MRI (zie folder “Navigatie-MRI”). Deze scan wordt door de neurochirurg gebruikt om bij de operatie een betere oriëntatie te verkrijgen en zo de nauwkeurigheid te vergroten. De operatie Wanneer u onder anesthesie bent, wordt een zo klein mogelijk stukje van de hoofdharen weggeschoren. Bij een trepanatie maakt de neurochirurg als het ware een luikje in de schedel. Via die opening vindt de operatie plaats. De neurochirurg neemt soms alleen een stukje tumorweefsel (biopt) weg voor microscopisch onderzoek, maar er wordt altijd geprobeerd om zoveel mogelijk tumorweefsel weg te halen als verantwoord is. Vóór de operatie bespreekt de chirurg met u (en uw familie) wat in uw geval van toepassing is. 4 Als het weefsel verwijderd is, wordt het luikje weer dichtgemaakt. Indien gewenst neemt de neurochirurg na de operatie telefonisch contact op met uw partner of naaste familielid om het verloop van de operatie te bespreken. Complicaties Na iedere operatie en narcose kunnen complicaties optreden. Een hersenoperatie vormt hierop geen uitzondering. De kans op bepaalde complicaties hangt sterk af van een aantal factoren. De neurochirurg informeert u voor de operatie over mogelijke complicaties. Medium Care/Intensive Care Na de operatie wordt u naar de afdeling Medium Care of Intensive Care gebracht. Gespecialiseerde verpleegkundigen controleren regelmatig uw bewustzijn, bloeddruk en pupilreflexen. U wordt met behulp van een bewakingsmonitor geobserveerd om eventuele complicaties vroegtijdig te ontdekken en te behandelen. Als u wakker wordt, zult u merken dat u verbonden bent aan een aantal slangen. Dit zijn onder andere een blaaskatheter, een infuus, een maagslang en eventueel een wonddrain. Op de wond zit soms een drukverband. Als uw toestand stabiel blijft en zich geen problemen voordoen, gaat u de volgende dag weer terug naar de afdeling. Na de operatie De eerste dagen na het verblijf op de Medium Care of de Intensive Care afdeling komt u indien mogelijk op een éénpersoonskamer te liggen. Ook hier controleert de verpleegkundige regelmatig uw bewustzijn, bloeddruk en pupilreflexen. Afhankelijk van uw herstel en lichamelijke conditie kunt u vaak al snel weer beginnen met het hervatten van uw activiteiten (revalideren en mobiliseren). Hierbij kunnen een fysiotherapeut, logopedist of ergotherapeut worden ingeschakeld. Aan de afdeling zijn een maatschappelijk werkende en een medewerker van de Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat verbonden. Hierop kunt u een beroep doen als u er behoefte aan heeft. De meeste patiënten zijn binnen drie tot vijf dagen na de operatie zover hersteld dat ze naar huis kunnen. 5 Uitslag weefselonderzoek Na de operatie stuurt de neurochirurg het verkregen tumorweefsel naar de afdeling Pathologie voor verder onderzoek. Aan de hand van de uitslag van dit onderzoek kan de behandelend arts meer mededelen over de aard van de tumor, de prognose en de eventueel noodzakelijke nabehandeling. De uitslag van het weefselonderzoek laat meestal zeven tot tien dagen op zich wachten. Zodra de uitslag bekend is wordt een afspraak met u gemaakt. Het is verstandig dat bij dit gesprek uw partner of naaste familielid aanwezig is. Naar huis Afhankelijk van hoe snel het herstel verloopt, mag u naar huis. U krijgt een afspraak mee voor de polikliniek om op controle te komen bij de neurochirurg. Als u hechtingen heeft die niet oplosbaar zijn, kunt u deze bij uw huisarts laten verwijderen. U ontvangt hierover informatie van de verpleegkundige. Uw behandelend arts bespreekt met u de adviezen voor na ontslag en wanneer u weer mag autorijden. Nazorg Als u een van de onderstaande symptomen heeft, is het belangrijk dat u contact opneemt met uw behandelend arts via het algemene telefoonnummer Neurochirurgie: Zwelling, roodheid, pijn van de wond; Openspringen of pus uit de wond; Hoge koorts; Lekkage van helder vocht uit de wond; Last van het licht (fotofobie); Ernstige hoofdpijn; Toenemende sufheid. • • • • • • • Vragen Er is een algemeen telefoonnummer voor de afdeling Neurochirurgie (024 - 361 66 04) waar u met al uw vragen terecht kunt over: Operatieplanning Wachttijden • • 6 • • • • Verpleegkundig spreekuur (Poli) afspraken Medische klachten Contact verpleegafdeling Extra informatie Raadpleeg voor meer informatie de volgende websites: www.mijnzorgnet.nl/ruco www.nvvn.org/patienteninfo.php www.nccn.nl/nccn/patienteninfo 7 Noteer hier uw vragen 04-2013-3818 Adres Polikliniek Neurochirurgie C0 Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Volg route 725, Poliplein C0 Balie A Postadres Radboudumc 727 Neurochirurgie / Plastische Chirurgie Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Adres Verpleegafdeling Neurochirurgie / Plastische Chirurgie C2 Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Volg route 736, Zone C2 Postadres Radboudumc 736 Neurochirurgie / Plastische Chirurgie (uw naam) Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Algemeen telefoonnummer Neurochirurgie 024 - 361 66 04 www.radboudumc.nl/neurochirugie Radboud universitair medisch centrum
© Copyright 2024 ExpyDoc