Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg Ofte Jaargang 8, no. 10 – oktober 2014 Pagina 1 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Voorwoord Het eind van het jaar 2014 komt alweer in zicht. De veranderingen die zich per 1 januari 2015 aandienen, zijn fors qua aantal, maar zeker ook qua inhoud en gevolgen voor de zorgsector. De maand oktober heeft in de media vooral in het teken gestaan van de bezorgdheid die vanuit de zorgpartijen is uitgesproken over de snelheid en wellicht ook zorgvuldigheid waarmee de wijzigingen per 1 januari 2015 worden doorgevoerd. In de rubriek Uitgelicht wordt dit keer bijzondere aandacht geschonken aan de gehandicapten-sector (GHZ) en daarbij gaan we vooral in op de ontwikkelingen rond de zogenaamde "vergeten groep" van ongeveer 14.000 cliënten in de GHZ-sector die, op grond van de door VWS genomen besluiten, gebruik mogen maken van een speciaal tot stand gebracht overgangsrecht Wlz. Door alle aandacht voor de Wet Normering Topinkomens (WNT) zouden we bijna vergeten dat het arbeidsrecht meer inhoudt. Ten Holter Noordam advocaten brengt u in hun juridische bijdrage aan het einde van deze nieuwsbrief op de hoogte van een tweetal relevante ontwikkelingen. In dit nummer: Voorwoord Uitgelicht Actuele ontwikkelingen in de zorg Wet- en Regelgeving Vastgoed en financiering Bekostiging en beleidsregels V&V-sector en extramurale zorg Bekostiging en beleidsregels GHZ-sector Bekostiging en beleidsregels GGZ-sector Arbeidsaangelegenheden Diversen/Overige nieuwsfeiten 2 3 8 13 17 18 20 24 24 30 “Geregeld in de Zorg” is een uitgave van Verstegen accountants en adviseurs, bestemd voor relaties in de gezondheidszorg. Voor logistieke vragen: A.C. (Ariëtta) Heuvelman, [email protected] Voor inhoudelijke vragen: drs. F. (Frans) van der Plaat RA, [email protected] Redactie: L.G.J. (Bert) Mostert RA, [email protected] Met medewerking van: drs. W.A.P. (Wim) Niemans van Niemans Consultancy B.V. Juridische bijdragen van: Ten Holter/Noordam advocaten: - mr. L.R.T. (Leon) Peeters - mr. H.A.H.W. (Hugo) Meijer Bij het samenstellen van deze uitgave is uiterste zorgvuldigheid in acht genomen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijk onjuiste of onvolledige informatie of voor schade die als gevolg hiervan ontstaat. Gezien het algemene karakter van de uitgave kunnen wij niet instaan voor toepassingsmogelijkheden in specifieke situaties. Alle rechten voorbehouden Pagina 2 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Uitgelicht Zoals in het voorwoord aangekondigd, staat in de rubriek “Uitgelicht” allereerst berichtgeving over de gehandicaptensector centraal. Vervolgens gaan we beknopt in op een veelheid van nieuws op het gebied van de arbeidsmarkt en daarbij dan vooral de CAO aangelegenheden. Verder schenken we aandacht aan de verdere ontwikkelingen en behandeling van de Wet langdurige zorg en de Wmo. En, ten slotte gaan we kort in op de rol en positie van het College Sanering Zorginstellingen, waarover in de oktobermaand het een en ander te doen is geweest. 1. Ontwikkelingen in de gehandicaptensector; de "vergeten groep" en overige wetenswaardigheden Sinds de zomer van dit jaar heeft de gehandicaptensector druk op de staatssecretaris uitgeoefend om in de Wet langdurige zorg (Wlz) vooral ook rekening te houden met kwetsbare kinderen en volwassenen, die thuis wonen en veel zorg en ondersteuning nodig hebben van ouders, familie en zorgaanbieders. En daarbij die kwetsbare groep direct toegang te verlenen tot de Wlz. Het gaat dan concreet om cliënten, die thans over een extramurale AWBZ indicatie beschikken, maar in principe voldoen aan de toelatingscriteria van de nieuwe Wlz. Die groep krijgt thans intensieve zorg op basis van AWBZ functie en klassen en beschikt niet over een zorgzwaartepakket (zorg zonder verblijf). Op basis van dat pleidooi liet VWS in eerste instantie weten dat 4.000 personen, die thuis intensieve zorg en toezicht nodig hebben, per 1 januari 2015 alsnog binnen de Wlz kwamen te vallen. Overgangsregeling In de oktobermaand is daarenboven besloten dat beroep op de Wlz ook van toepassing te verklaren op 10.000 overige cliënten, waaronder iedereen met een indicatie voor kortdurend verblijf. De staatssecretaris is nu gekomen met een overgangsregeling voor het jaar 2015, zodat bijvoorbeeld ook thuiswonende volwassenen, die een beroep doen op thuisbeademing en mensen die thuis wonen met een lichamelijke beperking en waarbij sprake is van meer dan 25 uur persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding, binnen de Wlz vallen. In 2015 zal dan wel voorzien worden in een herbeoordeling om te voorkomen dat de thans gekozen ruime oplossing in de praktijk ook een onterecht beroep op die Wlz mogelijk maakt. Op basis van een door het CIZ in 2015 te stellen indicatie moet bezien worden of een deel van genoemde 14.000 personen alsnog te licht wordt bevonden voor de Wlz en aangewezen zijn op het gemeentelijke domein. Voor de totale groep van 14.000 cliënten is een overeenkomstig zorgbudget aan het Wlz budget toegevoegd, waarmee de zorgkantoren bij hun zorginkoop rekening kunnen houden. Praktische uitwerking In het verlengde van het besluit voor die "vergeten groep" zijn nu de wat meer praktische vragen aan de orde, zoals de afbakening van de groep die van het overgangsrecht gebruik kunnen maken, hoe die groep daarover geïnformeerd dient te worden en welke gevolgen die overgangsregeling heeft voor de VGN zorgaanbieders. VGN voert daarover overleg met VWS en beziet met VWS of met de thans bereikte oplossing er toch nog cliënten zijn, die tussen wal en schip vallen. Pagina 3 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Specialistische jeugdzorg In oktober zijn in het belang van de gehandicaptensector ook afspraken gemaakt over een aantal vormen van specialistische jeugdzorg. De ministeries van VWS, Veiligheid en Justitie, gemeenten en de brancheorganisatie hebben daarbij besloten dat gemeenten samen bovenregionale functies van specialistische jeugdzorg gaan inkopen. Daarbij mogen die afspraken geen belemmering vormen voor goedlopende onderhandelingen of voor zorgaanbieders impliceren dat er sprake wordt van kortingen, die de continuïteit van die meer specialistische functies in gevaar zouden kunnen brengen. Bedoelde afspraken moeten een waarborg vormen voor de continuïteit, rust en vertrouwen in het inkoopproces. Inbreng VGN voor behandeling Wlz VGN heeft in de maand oktober tevens een brief doen uitgaan aan de leden van de Vaste Commissie voor VWS van de Eerste Kamer waarbij, ter voorbereiding van de behandeling van de Wlz in de Eerste Kamer, enkele onderwerpen worden aangemerkt, die naar de mening van VGN nog niet voldoende geborgd zijn in bedoelde wet. Het gaat daarbij dan expliciet om het honoreren van een eigen perspectief en in dat kader het maken van meer onderscheid tussen bijvoorbeeld de sectoren gehandicaptenzorg en ouderenzorg. De eis om een zorgplan twee keer per jaar te evalueren wordt daarbij als niet passend gezien voor de meest kwetsbare cliënten met een beperking, aangezien die vooral een stabiele zorgvraag hebben. Het opleggen van verplichting twee keer per jaar te evalueren brengt een onnodige belasting van betrokkenen en bureaucratie met zich mee. De VGN pleit ter zake voor meer maatwerk. Dat maatwerk zou eveneens dienen te gelden voor de mogelijkheden van het gebruik maken van kortdurend verblijf en de thans in de Wlz ter zake opgenomen beperking van het aantal dagdelen. VGN pleit ervoor af te zien van die beperking in de aanspraak. Ook vraagt de VGN aan de commissie ervoor zorg te dragen dat gebruikelijke zorg, net als bij volwassenen, geen rol speelt bij de toegangsbepaling tot de Wlz voor kinderen en een op maat beoordeling van die toegangscriteria voor kinderen te waarborgen. En ten slotte dringt de VGN bij bedoelde commissie aan de Wlz zodanig aan te passen dat cliënten met een laag zorgzwaartepakket hun zorg via een volledig pakket thuis onder de Wlz kunnen behouden. 2. Arbeidsaangelegenheden De rubriek Arbeidsaangelegenheden kent dit keer een redelijk omvangrijk geheel van nieuwsfeiten, waaraan aandacht wordt geschonken. Nieuwe CAO VVT Daarbij gaat het dan om een geheel van CAO wetenswaardigheden, zoals het feit dat de leden van ActiZ in oktober massaal hebben ingestemd met de CAO in de verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg. Indien nu ook de achterbannen akkoord gaan, betekent die nieuwe CAO voor 450.000 werknemers in de zorg een loonsverbetering van 2,5% en daarnaast dat zogenaamde nulurencontracten nog slechts in uitzonderlijke situaties zullen mogen worden afgesloten. Pagina 4 Geregeld in de Zorg oktober 2014 In de gevoerde onderhandelingen stonden daarbij drie zaken centraal, te weten het behoud van werkgelegenheid in de sector, de strijd tegen de druk op de tarieven van de huishoudelijke hulp (en het daarbij vaststellen van een minimum salarisschaal en het van de gemeenten daarbij dan accepteren van reële tarieven in het kader van de aanbestedingen) en het zetten van stappen op weg naar vernieuwing en flexibiliteit als het gaat om de arbeidsvoorwaarden. Overige ontwikkelingen Ten aanzien van de CAO gehandicaptenzorg kan thans online snel inzicht worden verkregen in de overeengekomen arbeidsvoorwaarden voor die sector. De website van VGN geeft helderheid over de belangrijkste gemaakte afspraken ter zake. Maar er was in oktober meer relevant nieuws op het gebied van de arbeidsaangelegenheden dan alleen van het CAO front. Het ministerie van SZW heeft na aandringen van de zijde van ActiZ een anticumulatie wachtgeld en transitievergoeding aangekondigd als aanvullend onderdeel op de transitievergoeding, waarvan op basis van de Wet Werk en zekerheid (Wwz) per 1 juli 2015 bij ontslag sprake zou worden. Daarmee worden dubbele vergoedingen in geval van ontslag voorkomen. Besloten is nu, dat de transitievergoeding tijdelijk geheel of gedeeltelijk niet verschuldigd is, wanneer de werkgever is gebonden aan afspraken die voor 1 juli 2015 zijn gemaakt over vergoedingen of voorzieningen en waar de werknemer wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst reeds recht op heeft. Er is een bedrag van € 35 mln. extra door SZW ter beschikking gesteld voor de invoering van de Participatiewet. Het geld is daarbij bedoeld voor de inrichting van de regionale werkbedrijven, die een belangrijke rol krijgen bij de uitvoering van de wet, waarvan het doel is meer mensen met een beperking aan de slag te krijgen op de arbeidsmarkt en daarbij dan bij voorkeur in reguliere banen. Er is een subsidie bijscholing voor indicatiestelling vanuit ZonMw beschikbaar gesteld voor wijkverpleegkundigen, die als ZZP'ers werken. Dat in aanvulling op de subsidieregeling, die deze zomer reeds voor wijkverpleegkundigen op HBO-niveau door ZonMw beschikbaar was gekomen voor de bijscholing in het indiceren en organiseren van zorg. In oktober heeft het kabinet laten weten het oneigenlijk gebruik van alfahulpen te willen voorkomen. Bezien zal gaan worden hoe wet- en regelgeving zodanig kan worden aangepast. Het kabinet wil niet zo ver gaan dat er een verbod komt, maar slechts een rem op bedoeld oneigenlijk gebruik. De rubriek arbeidsaangelegenheden gaat wat verder op dit onderwerp in. De Tweede Kamer heeft afgelopen week ingestemd met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden. Naast een wijziging van de regels voor verlof bevat dit wetsvoorstel ook een wijziging van de regels voor het aanpassen van de arbeidsduur. Voordat de wijzigingen doorgevoerd worden moet uiteraard de Eerste Kamer hiermee nog instemmen. Met het wetsvoorstel beoogt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het combineren van werk en zorg te vereenvoudigen. De belangrijkste wijzigingen van het wetsontwerp zijn in het betreffende nieuwsbericht in de rubriek arbeidsaangelegenheden weergegeven. Pagina 5 Geregeld in de Zorg oktober 2014 3. Wet langdurige zorg en Wmo In een in oktober verzonden brief aan de Tweede Kamer heeft VWS aangegeven, dat in het kader van de hervorming van de langdurige zorg de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 op 1 januari 2015 in werking zal treden, evenals het in dit kader aangepaste Besluit zorgverzekering. Inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet is ook voorzien op 1 januari 2015. Het samenstel van wetgeving leidt tot een andere inrichting van de zorg en de bijbehorende zorgaanspraken. Zo wordt een deel van de zorg uit de AWBZ overgeheveld. De AWBZ dient daartoe aangepast te worden. Het kabinet geeft er grote voorkeur aan de wet op de meest ordelijke wijze te wijzigen via de inwerkingtreding van de Wlz per 1 januari 2015. Om betrokken partijen voldoende tijd te bieden om zich voor te bereiden op het nieuwe wettelijke kader is behandeling door de Eerste Kamer van deze wet in november noodzakelijk. De plenaire behandeling van de Wlz in de Eerste Kamer staat op dit moment gepland voor 25 november 2014. Vraagstukken Wlz Bij de behandeling van de Wlz in de Tweede Kamer is een aantal moties en amendementen, deels aangedragen door ActiZ, aangenomen, die het oorspronkelijke wetsvoorstel hebben verbeterd. Er blijft echter nog een aantal belangrijke vraagstukken liggen, die ActiZ medio oktober aan Eerste Kamerleden in een brief heeft meegegeven voor de eerste schriftelijke vragenronde over de Wlz. Het gaat daarbij om vragen en zorgen over onder meer het overgangsrecht, bevoorschotting, BTW op samenwerking en mededinging, alsnog onder hun aandacht te brengen. De staatssecretaris heeft die vragen inmiddels beantwoord. Verschillende Eerste Kamerleden hebben gevraagd naar de visie en plannen van het kabinet op het gebied van toekomstige bekostiging, met name persoonsvolgende bekostiging. Op al deze vragen werd verwezen naar de zogeheten Vernieuwingsagenda, die staatssecretaris Van Rijn voor de zomer van 2015 aan de Tweede Kamer heeft toegezegd. In deze agenda komen verschillende onderwerpen, die met vernieuwing en innovatie te maken hebben aan bod, waaronder ook persoonsvolgendheid breed en in het bijzonder persoonsvolgende financiering. Binnenkort start Van Rijn een ‘brede verkenning’ onder vertegenwoordigers van zorgaanbieders, zorgverzekeraars en cliënten. Grote verschillen huishoudelijke hulp Zorgen zijn er in oktober o.a. uitgesproken over de grote verschillen tussen gemeenten bij de vergoeding van huishoudelijke hulp. Sommige gemeenten blijven de kosten in 2015 voorlopig nog vergoeden, elders draaien de mensen, die de hulp gebruiken, er zelf voor op. Het kabinet bezuinigt 28 procent op hulp bij huishoudelijke taken als ramen lappen en boodschappen doen. Ongeveer 400.000 Nederlanders maken daarvan gebruik, bijvoorbeeld wegens een ziekte. Een steekproef van de NOS heeft uitgewezen dat mensen in bijvoorbeeld Valkenswaard de hulp vanaf 2015 zelf moeten betalen en Groningers pas een jaar later. In andere gemeenten is er een overgangsregeling. Een en ander illustreert overduidelijk dat lang niet overal van de toegezegde zachte landing van het geheel van door te voeren wijzigingen per 1 januari 2015 sprake zal zijn. Pagina 6 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Ook heeft er op 28 oktober spoedoverleg plaatsgevonden met de staatssecretaris over de zorgen die leven inzake de inkoop wijkverpleging 2015. De angst bestaat dat de financiële risico's eenzijdig op het bordje van de zorgaanbieders worden neergelegd. In dat kader heeft in oktober ook Zorgverzekeraars Nederland aangeven van mening te zijn dat de taakstelling voor 2015 als niet haalbaar en realistisch moet worden aangemerkt. 4. Bevoegdheden College Sanering Zorginstellingen De Tweede Kamer heeft op 1 juli jl. een wetsvoorstel (wijziging WTZi) aangenomen om winstuitkering voor ziekenhuizen mogelijk te maken. De belangrijkste reden daarvoor is dat aanbieders van medisch-specialistische zorg met minder problemen risicodragende financieringen kunnen bemachtigen. Voor AWBZ-instellingen blijft winstuitkering verboden (exclusief voor kleinschalige woonvormen). Om "weglek van publieke middelen" tegen te gaan heeft de Kamer een amendement van de CDA fractie aangenomen, waarin de bevoegdheden van het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) uitgebreid worden: niet meer alleen bij verkoop en verhuur, maar ook bij aankoop en huur krijgt het College een rol. Bedoeld College gaat die aankoop en huur van zorgvastgoed toetsen. In het amendement is voorgesteld dat het CSZ ophoudt te bestaan als zelfstandig bestuursorgaan om vervolgens onderdeel te gaan uitmaken van de NZa. De huidige taak bij onder andere de vervreemding van zorgvastgoed wordt daarbij dan uitgebreid naar genoemde aankoop en toestemming voor huur. VGN heeft in oktober haar bezorgdheid over die uitbreiding van bevoegdheden uitgesproken en daarbij concreet de vrees uitgesproken voor een toename van administratieve lasten, nodeloze extra kosten en vertraging bij transacties met onroerend goed. Als de Eerste Kamer op 9 december a.s. het wetsvoorstel goedkeurt, wordt deze wijziging per 1 januari 2015 van kracht. Merkwaardig is deze uitbreiding van bevoegdheden wel in het licht van het beleid van VWS, waarbij de verantwoordelijkheid en de risico's inzake het zorgvastgoed steeds meer op het bordje van de zorginstellingen wordt gelegd. Na goedkeuring door de Eerste Kamer zal de wetswijziging nog moeten worden vertaald in een wijziging van de Beleidsregel vervreemding onroerende zaken. Pagina 7 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Actuele ontwikkelingen in de zorg Spoedoverleg staatssecretaris problemen inkoop wijkverpleging 2015 (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 27 oktober 2014) Nu de consequenties van het inkoopbeleid wijkverpleging door zorgverzekeraars steeds duidelijker worden, komen er bij ActiZ in toenemende mate klachten binnen. Voor het bestuur van ActiZ is dit aanleiding om met de staatssecretaris in (spoed)overleg te treden. Bij ActiZ komen momenteel veel klachten binnen over de inkoop van de wijkverpleging. ActiZ neemt deze signalen zeer serieus; wij ondernemen momenteel verschillende acties. Een belangrijk moment is donderdag 30 oktober a.s. Dan is er in de Tweede Kamer een Algemeen Overleg over wijkverpleging. Ter voorbereiding daarop is er vorige week een brief naar de Vaste Kamercommissie van VWS gestuurd. Wij wijzen de leden van de Tweede Kamer onder andere op het feit dat er van een beleidsarme overheveling van de verpleging en verzorging geen sprake is. Het financiële kader en de wijze waarop dit wordt toebedeeld aan zorgaanbieders leiden er toe dat er in 2015 te weinig geld is om de continuïteit van de zorg te kunnen waarborgen. Ook Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is van mening dat de taakstelling voor 2015 niet haalbaar en niet realistisch is; zij melden dat onder andere in landelijk overleg. Wij hebben daarom eind vorige week ook een brief (inclusief bijlage) naar ZN gestuurd. Bij hen brengen wij onder de aandacht dat wij van hen verwachten dat zij niet alleen signalen afgeven, maar dat zij deze uitspraken ook onderbouwen. Daarnaast benadrukken wij dat het geen pas geeft om de financiële risico’s eenzijdig op het bord van de zorgaanbieders neer te leggen. We hebben als partijen samen een ‘onderhandelaarsresultaat transitie verpleging en verzorging’ afgesproken; het is zaak om (ook) eventuele problemen die ontstaan samen op te lossen. Dinsdagochtend 28 oktober is er tot slot een spoedoverleg met de staatssecretaris van VWS over de zorgen die wij ons maken over de zorginkoop wijkverpleging. Tijdens dit spoedoverleg willen we met de staatssecretaris tot concrete afspraken komen om deze problemen op korte termijn op te lossen. Mocht dit spoedoverleg onvoldoende resultaat opleveren dan zullen we ons dinsdag beraden op vervolgacties, inclusief de noodzakelijke publiciteit. Akkoord bevoorschotting wijkverpleging tussen ActiZ en ZN (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 15 oktober 2014) ActiZ en ZN hebben afspraken met elkaar kunnen maken over bevoorschotting voor de wijkverpleging. Hiermee worden twee doelen bereikt. Het gat tussen voorafbetaling en achterafbetaling wordt zoveel mogelijk gedicht en er zijn afspraken over betalingen wanneer declaratieberichten niet kunnen worden verstuurd. In het Onderhandelaarsresultaat verpleging en verzorging is op aandringen van ActiZ een afspraak opgenomen over de bevoorschotting gedurende de transitie. Dit is uitgewerkt in termen van het verschaffen van voldoende werkkapitaal: Partijen onderschrijven dat aanbieders voldoende werkkapitaal nodig hebben om liquiditeitsproblematiek, met mogelijk onwenselijke gevolgen voor de continuïteit van zorg, te voorkomen. Pagina 8 Geregeld in de Zorg oktober 2014 ActiZ wil met deze afspraak een scenario als in de GRZ voorkomen, waar vaak pas na maanden betaald kon worden. Deze week heeft ActiZ een akkoord bereikt met ZN over bevoorschotting, of werkkapitaalverstrekking zoals het nu genoemd wordt. Dit akkoord is een unieke prestatie, bij geen eerdere overheveling is het gelukt om zulke vergaande afspraken te maken met alle verzekeraars. Randvoorwaarden: Bevoorschotting zoals dat in de AWBZ gebruikelijk is, bestaat niet in de Zvw. Zorgverzekeraars mogen geen geld overmaken als daar geen geleverde zorg tegenover staat (solvency II). Daarnaast worden alle betalingen gedaan door de individuele verzekeraars, hierin kan men elkaar niet representeren. Binnen deze randvoorwaarden is met ZN gewerkt aan een zo goed mogelijke regeling, die door alle verzekeraars op eenzelfde manier wordt uitgevoerd en administratief zo min mogelijk belastend is. In het uitwerken is nauw samengewerkt met een aantal HEAD’s en de vereniging HEAD. Inhoud: In het akkoord is afgesproken dat er een vooruitbetaling wordt verstrekt op of rond de 20e van de maand januari, met een omvang van 20/365e deel van het marktaandeel per verzekeraar. Vervolgens start het proces van declaratie en betaling. De zorgaanbieder mag zelf bepalen hoe vaak hij een declaratie indient. Dit kan dus ook tweewekelijks zijn, om de overgebleven liquiditeitseffecten op te vangen. Omdat de afspraak vooralsnog 1 jaar betreft, wordt de vooruitbetaling verrekend met de declaratie van december. De ketentestmanager bepaalt eind dit jaar of het voor partijen mogelijk is om te declareren en uit te betalen. Mochten er landelijk grote problemen ontstaan, dan kan hij besluiten tot uitstel van het declaratieverkeer. De afspraak is dan dat geleverde zorg toch wordt vergoed. Proces: De verzekeraars zullen op zeer korte termijn het contract voor vooruitbetaling publiceren. U als zorgaanbieder zal op basis van dat contract voor 15 december een aanvraag moeten doen voor vooruitbetaling bij de verschillende verzekeraars. In dit contract zult u een inschatting moeten geven van het marktaandeel van de betreffende verzekeraar en het bedrag dat hier conform de zorginkoopafspraken mee gemoeid is. Dit contract geldt tevens als basis voor betalingen wanneer het berichtenverkeer landelijk niet op gang komt op 1 januari. AGB-codes: kies de juiste om problemen te voorkomen (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 13 oktober 2014) In 2015 gaat de wijkverpleging over van de AWBZ naar de zorgverzekeringswet. Daarnaast is dit een jaar waarbij de gecontracteerde zorg in representatie wordt uitgevoerd. Voor 2015 willen wij u voor gecontracteerde zorg graag wijzen op een aantal relevante onderwerpen waarop u als zorgaanbieder herkenbaar bent in de keten. Het AGB-code register bij Vektis wordt daarbij toegepast als de bron voor AGB-codes. Werkprocessen en identificatie Contracteren: In 2015 maakt een zorgaanbieder één of meer contractafspraken met de representanten. Een representant en zorgaanbieder kunnen dit doen door een contract/afspraak te maken per regio of een contract/afspraak voor meerdere regio’s. Pagina 9 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Per contract wordt een unieke AGB-code afgesproken die vervolgens wordt gebruikt in de processen. Deze AGB-code wordt toegepast voor het gidsen en in het declaratieverkeer. Een AGB-code mag daarbij worden toegepast voor meerdere regio’s. Een AGBcode mag niet worden toegepast voor meerdere contracten. Indien u meerdere contracten afsluit dan dient u per contract een unieke AGB-code toe te passen. Gidsen: Voor het gidsen door zorgverzekeraars is het Vektis register leidend. De zorgverzekeraars zullen de verzekerde gidsen naar de AGB-codes zoals afgesproken bij het contracteren. De gegevens zoals zichtbaar in het Vektis register worden door de zorgverzekeraars gebruikt om verzekerden te informeren. In tegenstelling tot de huidige AWBZ speelt AZR in de Zorgverzekeringswet geen rol. De AZR-AGB-codelijst speelt dan ook geen rol in de processen wijkverpleging in 2015. De volgende AGB-codes kunnen worden toegepast bij het contracteren van verpleging en verzorging: De Beheersstichtingcode Instellingscode ZZP’ers Declareren gecontracteerde zorg: Zorgkosten worden gedeclareerd bij de zorgverzekeraar van de verzekerde. De bij de zorginkoop gemaakte afspraken m.b.t. de AGBcode, worden toegepast voor declareren. Dit betekent concreet voor het declaratieproces en het EI-bericht dat de declarant (voorlooprecord) en uitvoerende instelling (prestatierecord) altijd dezelfde AGB-code bevatten. In tegenstelling tot de invulinstructie van het AW-319 bericht zullen zorgverzekeraars in 2015 wel beheersstichtingcodes toestaan mits dat deze code dan in zowel het voorlooprecord als het prestatierecord wordt vermeld. Zodat declarant gelijk is aan uitvoerende instelling. U declareert de zorg bij de zorgverzekeraar indien de zorgverzekeraar vragen aan u heeft over de declaratie zoals het IBAN-nummer dan gebruikt de zorgverzekeraar de gegevens in het Vektis register om contact met u op te nemen. Voor het declareren van de zorg dient u een overeenkomst te hebben met VECOZO. Op de website www.vecozo.nl kunt u meer informatie vinden. Waar moet u op letten voor 2015: U dient er voor te zorgen dat de gegevens zoals NAW, telefoonnummers en webadressen in het Vektis register van de AGB-code die u afspreekt op orde is o.a. om bovenstaande processen goed te laten verlopen. Als u in het bezit bent van een VECOZO-certificaat, dan kunt u een groot deel van uw gegevens in AGB wijzigen via www.vecozo.nl. Op de website www.agbcode.nl kunt u meer informatie vinden over AGB-codes. Stem met uw softwareleverancier tijdig af, zodat de uitvoering van de AGB-code in de declaratieprocessen geen problemen opleveren. Kabinet: ZZP'er in de thuiszorg blijft mogelijk (Bron: Ministerie van VWS - nieuwsbericht 10 oktober 2014) Het kabinet schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat de mogelijkheden voor ZZP’ers om in de zorg aan de slag te gaan, goed geregeld worden. Het kabinet vindt het belangrijk dat belemmeringen voor ZZP’ers in de zorg worden weggehaald en dat voor een ieder duidelijk is waaraan een ZZP'er dient te voldoen. Pagina 10 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Eerder bleek dat een aantal ZZP’ers in de thuiszorg niet voldoet aan de criteria voor fiscaal ondernemerschap, waardoor ze niet meer als ZZP'er konden werken in de zorg. Het kabinet hanteert daarbij drie oplossingsrichtingen: 1. directe contractering van ZZP’ers; 2. juridische belemmering in de Kwaliteitswet wegnemen; 3. modelovereenkomsten ontwikkelen voor zorg door ZZP’ers. Directe contractering van ZZP’ers: Het kabinet gaat met Zorgverzekeraars Nederland concrete afspraken maken om vanaf 2016 directe contractering van ZZP’ers in de thuiszorg meer mogelijk te maken. Op dit moment kan dat alleen in een landelijke pilot. Deze pilot laat de meerwaarde hiervan zien voor de kwaliteit van zorgverlening. Praktische belemmeringen worden weggenomen, zodat zorgverzekeraars en zorgkantoren geen beletsel meer zien om ZZP’ers te contracteren. Juridische belemmering Kwaliteitswet: De Kwaliteitswet zorginstellingen heeft alleen betrekking op zorginstellingen. De opvolger van de Kwaliteitswet, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) biedt een oplossing doordat deze ook van toepassing is op solistisch werkende zorgverleners (lees ZZP’ers). De Wkkgz treedt in werking per 1 juli 2015. Het kabinet maakt het mogelijk om daar nu al op te anticiperen. Dat wil zeggen dat vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wkkgz daarmee in overeenstemming te brengen contracten tussen ZZP’ers en zorginstellingen worden gerespecteerd. Modelovereenkomsten voor ZZP’ers: Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Financiën zullen samen met veldpartijen verschillende modelovereenkomsten maken die ondersteuning bieden voor ZZP’ers om zich daadwerkelijk als een ZZP'er te kwalificeren. Met deze oplossingsrichtingen wordt duidelijk waar een ZZP’er aan moet voldoen. Als een ZZP'er in de zorg in aanmerking wil komen voor de fiscale ondernemersfaciliteiten, moeten zij voldoen aan de daarvoor geldende fiscale criteria. Knelpunten en risico’s invoering Wmo 2015 (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 6 oktober 2014) Woensdag 8 oktober bespreekt de Vaste Kamercommissie voor VWS in een algemeen overleg met staatssecretaris Van Rijn de voorbereidingen op de invoering van de Wmo 2015. Met het oog daarop heeft ActiZ bij de Tweede Kamer enkele belangrijke knelpunten en risico’s onder de aandacht gebracht. Zoals wij in ons bericht van 6 oktober meldden biedt de helft van de gemeenten nog onvoldoende duidelijkheid over de zorg die per januari van de AWBZ overgeheveld wordt naar de gemeenten. Dat blijkt uit een monitor hervorming langdurige zorg, die in opdracht van ActiZ is uitgevoerd door BMC. Overgangsrecht onvoldoende gewaarborgd: Gemeenten leggen aanbieders veel hogere kortingen op dan de landelijke korting van 11% op het macrobudget. Dit heeft grote gevolgen voor cliënten en voor de werkgelegenheid. Bovendien blijkt het overgangsrecht voor cliënten die nu een AWBZ indicatie hebben in de praktijk onvoldoende gewaarborgd. Pagina 11 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Een deel van de gemeenten kort ook voor deze groep fors op de tarieven. Bij hoge tariefskortingen zullen cliënten onvermijdelijk ervaren dat zij minder zorg krijgen of van een andere kwaliteit. ActiZ heeft de Tweede Kamerleden gevraagd de staatssecretaris hierop aan te spreken. Onduidelijkheid over bedrijfsvoering: Voor veel zorgorganisaties is ook nog onduidelijk hoe gemeenten belangrijke aspecten van de uitvoering gaan inrichten. 60% heeft nog geen duidelijkheid over de eisen die worden gesteld aan de registratie van de geleverde zorg en 61% geeft aan dat niet duidelijk is hoe de verantwoording zal plaatsvinden. Mede als gevolg daarvan weet ongeveer een derde van de zorgaanbieders nog niet of zij uiteindelijk kunnen voldoen aan de eisen die gemeenten op deze terreinen stellen. Vooral organisaties die met veel gemeenten van doen hebben, geven aan niet aan alle (vaak uiteenlopende) eisen te kunnen voldoen. BTW-problematiek: Een belangrijk knelpunt bij de invoering van de Wmo 2015 is de BTW-problematiek bij samenwerking. Samenwerking wordt BTW-belast door de toepassing van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), die de ter beschikkingstelling van personeel regelt. Zo goed als elke vorm van onderaanneming wordt hierin als vorm van uitleen getypeerd. Veel samenwerkingsvormen komen tot stand doordat één van de samenwerkende partijen of een nieuw op te richten partij de contractant is van de gemeente, zorgverzekeraar en/of zorgkantoor, waarbij de overige partijen onderaannemer of uitlener van personeel worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de meeste vormen van sociale wijkteams en voor veel vormen van samenwerking rond de wijkverpleging. Hoe werkt dit uit met de Sociale wijkteams?: Met het inrichten van sociale wijkteams beogen gemeenten om op de kosten te besparen en het merendeel van de sociale hulpvragen in de wijk op te lossen. Deze teams zijn samengestelde uit gedetacheerde medewerkers van organisaties in het sociale domein en medewerkers van de gemeenten zelf. De Belastingdienst vindt dat er sprake is van BTW-plichtige uitleen aan het sociale wijkteam. Dit zal zonder twijfel het einde van de sociale wijkteams betekenen. Geen Wmo contract in 2015? Gevolgen voor overeenkomsten met cliënten (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 3 oktober 2014) Zorgorganisaties krijgen de komende tijd meer duidelijkheid over de afspraken met gemeenten over de uitvoering van de Wmo, of zij hebben die duidelijkheid inmiddels. Als helder is dat de zorgorganisatie met ingang van 2015 geen afspraken heeft met de gemeente, heeft dat uiteraard gevolgen voor de afspraken die de zorgorganisatie nu heeft met haar huidige cliënten, aan wie bijvoorbeeld begeleiding wordt geboden. Hoe om te gaan met deze contracten? De belangrijkste spelregels staan in dit bericht. Geen contract met gemeente?: Een gemeente kan besluiten niet (langer) een zorgorganisatie te contracteren voor het leveren van Wmo-zorg. Of zorgaanbieders hebben niet ingeschreven op de Wmo-aanbesteding, omdat zij het niet eens waren met de condities van de gemeente, bijvoorbeeld vanwege een te laag tarief voor dagbesteding. Zorgorganisaties zullen dan met ingang van 2015 geen vergoeding meer ontvangen voor de zorg die zij aan cliënten leveren. Pagina 12 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Tenzij het mogelijk is dat zij de zorg kunnen voortzetten in samenwerking met een wel door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder (in onder aanneming). Is er geen redelijk alternatief voorhanden om de zorg voort te zetten, dan kunnen zorgorganisaties genoodzaakt zijn de overeenkomsten met cliënten op te zeggen. Voorwaarden opzegging: Voor opzegging van de zorgleveringsovereenkomst heeft de zorgorganisatie een ‘gewichtige’ reden nodig. Deze opzegging moet voldoen aan de zorgvuldigheidseisen van art 31 lid 1 sub f van de Algemene Voorwaarden zonder verblijf: - de zorgaanbieder heeft de gronden waarop de voorgenomen opzegging berust met de cliënt besproken, in dit geval het ontbreken van bekostiging; - de zorgaanbieder heeft de cliënt een passend alternatief geboden, bijvoorbeeld een verwijzing naar een wel door de gemeente gecontracteerde aanbieder; - de zorgaanbieder heeft de cliënt gewezen op de mogelijkheid een klacht in te dienen; - de zorgaanbieder neemt een redelijke opzegtermijn in acht. Geldige redenen: Of het ontbreken van bekostiging een geldige gewichtige reden is, is mocht het zover komen - uiteindelijk aan de rechter. Een enkele stelselwijziging levert bijvoorbeeld geen gewichtige reden op. Wanneer het niet langer krijgen van een vergoeding het gevolg is van het besluit om niet in te schrijven, zal de reden daarvoor van invloed zijn. Daarbij zullen naast tariefstelling ook de aard van de zorgvraag, de eigen (on)mogelijkheden en de beschikbaarheid van mogelijke alternatieven van betekenis zijn. Wet- en Regelgeving Inbreng ActiZ debat Tweede Kamer wijkverpleging (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 20 oktober 2014) Op 30 oktober a.s. debatteert de Tweede Kamer over de wijkverpleging. ActiZ maakt zich zorgen over de overheveling van de verpleging en de verzorging naar de Zorgverzekeringswet per 1 januari a.s. In een uitgebreide brief hebben wij deze zorgen met de Vaste Kamercommissie van VWS gedeeld. In de brief aan de Vaste Kamercommissie stelt ActiZ voorop dat van een beleidsarme overheveling geen sprake is. Het krappe financiële kader en de wijze waarop zorgverzekeraars de budgetten toedelen naar zorgorganisaties leiden er toe dat er in 2015 te weinig geld is om de continuïteit van de zorg te kunnen waarborgen. ActiZ pleit daarom voor verruiming van het financiële kader. Daarnaast signaleert ActiZ dat het krappe macrokader zich bijzonder slecht verhoudt tot het Macrobeheersinstrument (MBI) dat in 2015 van toepassing is. Voor zover de minister niet genegen is om het financiële kader te verruimen, zou op zijn minst gedurende het transitiejaar 2015 het (MBI) niet van toepassing moet worden verklaard. Bij de leden van de Tweede Kamer brengt ActiZ ook de analyse van het inkoopbeleid wijkverpleging en de uitkomsten van het onderzoek naar de financiering van de ketens dementie onder de aandacht. Pagina 13 Geregeld in de Zorg oktober 2014 ActiZ vraagt aan de leden van de Tweede Kamer om: Te bewerkstelligen dat 2015 daadwerkelijk een transitiejaar wordt. Het financiële kader voor 2015 te verruimen. Het MBI in het transitiejaar niet toe te passen. Daadwerkelijk te borgen dat segment 1 en segment 2 integraal worden ingekocht door op dit punt dwingende afspraken met verzekeraars te maken. Er bij de verzekeraars nogmaals op aan te dringen dat er geen kortingen op de tarieven plaatsvinden. Het overgangsrecht voor cliënten te borgen. Aanbieders lopen momenteel contracten mis omdat zij ondanks een score van een 8 op hun klanttevredenheid toch onder het branchegemiddelde scoren. De afspraken over een overgangsperiode (2015, 2016, 2017) van V&VN, BTN en ActiZ ten aanzien van de inzet van verpleegkundigen niveau 5 als vertrekpunt te laten nemen bij de inkoop wijkverpleging. Actief te sturen op vermindering van administratieve lasten. Overzicht overgangsrecht van AWBZ cliënten en beleid (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 13 oktober 2014) Door de hervormingen van de langdurige zorg verandert er veel. Cliënten, die in zorg zijn en nieuwe cliënten krijgen te maken met nieuwe wet- en regelgeving, waar het overgangsrecht deel vanuit maakt. ActiZ heeft de hoofdlijnen van het cliëntenovergangsrecht en beleid overzichtelijk gemaakt voor de ActiZ-leden. Veranderingen 2015: Als sluitstuk van de hervorming van de langdurige zorg moet de Wet langdurige zorg nog door de Eerste Kamer worden behandeld. De regering beoogt de Wlz per 1 januari 2015 in te voeren. Als de Wlz niet per 2015 kan worden ingevoerd geldt een versmalde AWBZ als wettelijk regime. Ook in de versmalde AWBZ is het overgangsrecht opgenomen. Voor het overgangsrecht maakt het dus niet uit of in 2015 de Wlz wel of niet wordt ingevoerd. Een samenvatting van de Wlz zoals die naar de Eerste Kamer is gestuurd vindt u op de website van ActiZ. ActiZ heeft de hoofdlijnen van het overgangsrecht en beleid voor de cliëntgroepen die voor de branche Verpleging & Verzorging het meest relevant zijn uitgewerkt. De inhoud is gecheckt bij het ministerie en is gebaseerd op de politieke behandeling van de hervorming van de langdurige zorg tot en met 10 oktober 2014. Mogelijk kunnen nog aanpassingen volgen. Over de precieze uitvoering en implementatie van het overgangsrecht/beleid vindt nog overleg plaats. Overzicht en informatie voor cliënten en professionals: Deze notitie is bedoeld om overzicht te bieden aan ActiZ-leden. De inhoud is niet geschikt voor cliëntinformatie. Voor (cliënt)informatie verwijzen we u naar de site van het ministerie van VWS: www.hoeverandertmijnzorg.nl. Deze website is op dit moment al beschikbaar voor cliënten. Het ministerie start 16 oktober a.s. met een massamedia campagne over de langdurige zorg. Advertenties in landelijke dagbladen en tv-spotjes maken daar deel van uit. Bij start van de massamediacampagne vanuit VWS zal er voor professionals een app en meer informatie zijn op hoeverandertmijnzorg.nl/professionals. Pagina 14 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Samenvatting Wet langdurige zorg (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 13 oktober 2014) De Wet langdurige zorg (Wlz) is voor behandeling aangeboden aan de Eerste Kamer. ActiZ heeft een geactualiseerde samenvatting van de Wlz gemaakt waarin de behandeling door de Tweede Kamer is verwerkt. Op 26 september 2014 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met de Wlz, zie ook ledennet. De regering beoogt de Wlz 1 januari 2015 in te voeren. Daarvoor moet de Eerste Kamer uiterlijk in november 2014 instemmen met de Wlz. Indien de Wlz geen doorgang vindt, geldt in 2015 een versmalde AWBZ met Wlz elementen. ActiZ heeft een samenvatting op hoofdlijnen gemaakt van het voorstel Wet langdurige zorg (Wlz) zoals dat aan de Eerste Kamer is aangeboden. De behandeling van de Wlz in de Tweede Kamer is in de samenvatting verwerkt. De integrale tekst van de Wlz zoals dat bij de Eerste Kamer is ingediend vindt u op de website van ActiZ. In dit Wlz-voorstel is de parlementaire behandeling in de Tweede Kamer verwerkt. Een overzicht van het overgangsrecht AWBZ cliënten en beleid vindt u op de website van ActiZ. De behandeling door de Eerste Kamer gaat binnenkort van start. Vanuit ActiZ benaderen we de fracties om diverse verbeteringen aan te brengen in de Wlz, zoals meer snelheid met de vernieuwing en een verruiming van het overgangsrecht, zodat cliënten met lage ZZP-en een volledig pakket thuis onder de Wlz kunnen worden behouden vanaf 2016. ActiZ vraagt aandacht bij het ministerie van VWS voor de implementatie- en uitvoeringsvragen van de Wlz/versmalde AWBZ per 2015 en de communicatie. Zodra hier meer over bekend is wordt u geïnformeerd. Persoonsvolgende bekostiging: belangrijk thema bij behandeling Wet langdurige zorg (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 8 oktober 2014) Bij de behandeling van de Wlz heeft ActiZ veel aandacht gevraagd voor vernieuwing in de zorg. De staatssecretaris heeft aangegeven via de weg van de geleidelijkheid persoonsvolgendheid zowel in de inkoop als bij de bekostiging in te voeren. Inmiddels zijn bij ActiZ leden 11 intra- en extramurale experimenten met Eigen Regie gestart. In het zorglandschap van de toekomst heeft de cliënt en zijn/haar netwerk de touwtjes in handen en heeft de professional én de zorgorganisatie als geheel de ruimte om de vragen en wensen van de cliënt op maat te beantwoorden. Dat is de visie van ActiZ bij het realiseren van zorg en dienstverlening die past bij een participatiesamenleving, vergrijzingsbestendig is en kwaliteit heeft. ActiZ heeft daarom gepleit om de Wlz gepaard te laten gaan met vernieuwing in de zorg. Het is nu van belang dat er snel een vernieuwingsagenda komt voor het starten en monitoren van experimenten voor zorgvernieuwing, zoals de persoonsvolgende bekostiging. In de Wlz is nu opgenomen dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld om de zorg persoonsvolgend te bekostigen. De staatssecretaris heeft aangegeven via de weg van de geleidelijkheid persoonsvolgendheid in de inkoop en de bekostiging in te voeren. 11 organisaties zijn inmiddels gestart met experimenten (intraen extramuraal) om de toekomstvisie van ActiZ te realiseren. ActiZ heeft over de visie en de experimenten een infograhic gemaakt. Pagina 15 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Infographic behulpzaam: De infographic Eigen Regie ‘Anders doen vraagt nieuw denken’ illustreert op overzichtelijke wijze het hoe, wat en waarom van Eigen Regie, op welke van de 5 pijlers (cliënt, systeem, relatie, geld, verantwoording) de experimenten plaatsvinden en waarom dat belangrijk is. De infographic kan behulpzaam zijn om ‘eigen regie’ en ‘nieuw denken en anders doen’ nogmaals in uw eigen organisatie te agenderen/onder de aandacht te brengen. Ook is de infographic bruikbaar voor de mogelijke discussie met uw zorgkantoor en/of gemeente(n). Het maakt inzichtelijk waarom er een omslag nodig is in het denken over zorg- en dienstverlening in relatie tot de eigen regie van mensen. En dat het vraagt om fundamenteel zaken anders ‘doen’. De praktijkvoorbeelden onderstrepen daarbij vooral dat je dat samen moet doen: met cliënten, met mantelzorgers en vrijwilligers, met gemeenten, met andere aanbieders. De infographic Eigen Regie is een digitaal interactief document. Debat over transitie Wmo nog niet klaar (Bron: VGN - nieuwsbericht 9 oktober 2014) De Tweede Kamer is dinsdag gestart met het debat over de transitie Wmo met staatssecretaris Van Rijn. In het debat was veel aandacht voor de inkoop, administratieve lasten, de noodzaak voor vernieuwing en een vangnet voor kwetsbare burgers. Omdat de tijd te kort was en belangrijke informatie te laat naar de Kamer was gestuurd, wordt het debat binnenkort vervolgd. Op 8 oktober 2014 debatteerde de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer met staatssecretaris Van Rijn over de laatste stand van zaken in de transitie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In de aanloop naar het debat heeft de VGN intensief contact gehad met de VNG en VWS over de knelpunten in de transitie die leden hebben gemeld in het meldpunt. Dit heeft onder andere geleid tot een aparte brief vanuit de VNG aan haar leden. Daarnaast heeft de VGN een monitor uitgezet onder haar leden die ingaat op de laatste stand van zaken in de transitie. De resultaten en de knelpunten in het meldpunt vormden de belangrijkste ingrediënten voor de brief die naar de Tweede Kamer is gestuurd ter voorbereiding op het debat. De monitor en de brief aan de Tweede Kamer vindt u op de website van VGN. Veel van de onderwerpen waar de VGN aandacht voor heeft gevraagd, kwamen uitgebreid terug in het debat. Verder drong de commissie er bij de staatssecretaris op aan dat hij de Kamer tijdig zou informeren als er sprake was van belangrijke ontwikkelingen of beschikbare informatie. Directe aanleiding hiervoor was het op een zeer laat tijdstip verzenden door VWS van de onlangs beschikbaar gekomen monitorinformatie, waaronder de monitor van de VGN. Hierover werd afgesproken dat de Kamer halfjaarlijks wordt geïnformeerd over de voortgang van de transitie. Pagina 16 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Wet langdurige zorg in Eerste Kamer (Bron: VGN - nieuwsbericht 14 oktober 2014) Nu de Tweede Kamer de Wet langdurige zorg (Wlz) heeft aangenomen, is de behandeling in de Eerste Kamer gestart. Op 14 oktober is de schriftelijke voorbereiding en kunnen de Kamerleden vragen indienen. De VGN heeft een aantal punten die nog niet goed zijn geregeld in de Wlz bij de Kamerleden onder de aandacht gebracht met het verzoek dit in hun inbreng mee te nemen. De VGN heeft in haar brief aandacht gevraagd voor het feit dat de wet twee maal per jaar een evaluatie van het zorgplan verplicht. Dit is voor een groot deel van de kwetsbare cliënten met een beperking die in de Wlz komen niet nodig, omdat de zorgvraag stabiel is. Daarnaast verzoeken we de Kamerleden de onnodige beperking van 2 etmalen per week kortdurend verblijf (logeren) aan de orde te stellen. Verder vragen we aandacht voor onze zorgen over de toepasbaarheid van de toegangscriteria Wlz voor kinderen met een beperking. Tot slot stellen we het overgangsrecht voor cliënten met een laag ZZP die gebruik maken van een volledig pakket thuis aan de orde. Het huidige overgangsrecht drijft cliënten naar verblijf en wij pleiten ervoor ook de mogelijkheid van een VPT in het overgangsrecht te handhaven. Nadat de staatssecretaris geantwoord heeft op de vragen uit de Eerste Kamer, zal in november het plenaire debat worden ingepland. Het streven is om de wet zo snel mogelijk door de Eerste Kamer te krijgen, zodat de invoering per 1 januari aanstaande niet in gevaar komt. Vastgoed en financiering Handleiding brandveiligheid beschikbaar (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 1 oktober 2014) Brandveiligheid is voor zorgorganisaties een belangrijk issue. Maar wat is een verantwoord brandveiligheidsniveau en hoe kan dat gerealiseerd worden? Dat wordt toegelicht in de handleiding ‘Brandveiligheid in de langdurige zorg’ van ActiZ. Zorgorganisaties zijn op brandveiligheidissues kwetsbaar bij vergunningverlening, inspecties en na een incident. Want hoe kan aangetoond worden dat er voldoende inspanning is geleverd met betrekking tot brandveiligheid? De neiging bestaat om vooral af te gaan op wat ‘moet’ volgens de regelgeving en de brandweer. Het is echter van belang om als zorgorganisatie zelf inzicht te hebben in de bedoeling achter de regels, in de risico’s van brand en de benodigde maatregelen. De handleiding ‘Brandveiligheid in de langdurige zorg’ wijst hierbij de weg, aan de hand van een visie op een verantwoord brandveiligheidsbeleid en met de beschrijving van gewenste maatregelen voor de meest voorkomende praktijksituaties. Een belangrijk uitgangspunt van de in de handleiding beschreven visie op brandveiligheid is dat er wordt aangesloten bij de kernwaarde van de branche om cliënten zo lang mogelijk een zelfstandig en kwalitatief hoogwaardig bestaan te geven. De Handleiding is nadrukkelijk niet bedoeld om (nieuwe) normen te stellen, maar moet zorgorganisaties (beter) in staat stellen invulling te geven aan een verantwoord, risico gestuurd brandveiligheidsbeleid. Pagina 17 Geregeld in de Zorg oktober 2014 De klankbordgroep Brandveiligheid van ActiZ leden is bij de ontwikkeling van de handleiding betrokken geweest. Op de website van ActiZ kunt u de Handleiding brandveiligheid in de langdurige zorg downloaden. Bekostiging en beleidsregels V&V-sector en extramurale zorg ActiZ maakt zich zorgen over continuering van financiering ketenzorg dementie (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 23 oktober 2014) Door de overheveling van zorg van AWBZ naar Zorgverzekeringswet, gaat ook de financiering van de ketenzorg dementie veranderen. Van belang is dat de keten gecontinueerd kan worden in 2015 zonder extra regels. Daarom heeft ActiZ op verzoek van het ministerie van VWS onderzoek laten uitvoeren naar de financiering van de ketens dementie. Nu wordt de ketenzorg dementie vanuit verschillende financieringsstromen betaald. Een gedeelte van dit geld wordt in 2015 overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Om de ketens dementie ook in 2015 op een goede manier te (kunnen) continueren is het noodzakelijk om te weten welke (aanvullende) middelen momenteel ingezet worden voor het in stand houden van de ketens. Resultaten onderzoek: Onderzoeksbureau HHM zocht dit uit. Het onderzoek laat zien dat voor het in stand houden van de 84 ketens ongeveer € 54,5 miljoen nodig is. De inkomsten van de ketens zijn voor 40% afkomstig uit de opslagen op extramurale en intramurale zorg, voor 26% uit de NZa beleidsregel Ketenzorg Dementie en 12% betreft gelden voor de functie Advies Instructie en voorlichting, als onderdeel van verpleegkundige zorg. Het restant bestaat uit subsidies van gemeenten of provincies, bijdragen van netwerkpartners en overige inkomstenbronnen. De absolute omvang van de bedragen en de verdeling over de financieringsbronnen wisselen sterk per keten. Dat komt doordat de ketens verschillen in samenstelling van partners, het aantal uren dat ketenregisseurs, secretariaat en casemanagers in dienst zijn en in aantal en aard van de projecten. Ook zijn er per regio grote verschillen in hulpvraag, inkoopbeleid van de verzekeraars en zorgaanbieders. Overleg landelijke partijen: ActiZ vindt het van groot belang dat de ketens dementie in 2015 worden voortgezet. Begin juli is door de staatssecretaris aan de Tweede Kamer toegezegd dat die continuering er zou komen. ActiZ vindt daarbij dat de lopende financieringsstromen in 2015 zo veel mogelijk gecontinueerd moeten worden. ActiZ roept het miniserie van VWS op om toe te zien dat er geen extra taakstelling voor de wijkverpleging ontstaat, omdat niet alle middelen zijn overgeheveld naar de Zvw. Zorgverzekeraars en zorgkantoren kunnen daarin helpen door af te stemmen over de bijna € 10 miljoen die momenteel vanuit de intramurale (AWBZ) zorg wordt ingezet om de ketens dementie te financieren. ActiZ benadrukt dat het ook met het oog op continuering van subsidies door gemeenten en derden van belang is dat zorgkantoren en zorgverzekeraars snel duidelijkheid geven over de inkoop van de ketens dementie. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft toegezegd dat zij dit punt met haar leden gaat bespreken. Pagina 18 Geregeld in de Zorg oktober 2014 ActiZ, BTN en V&V maken afspraken over normenkader wijkverpleging (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 21 oktober 2014) Per 1 januari 2015 is de wijkverpleegkundige verantwoordelijk voor de indicatiestelling van zorg. Hiervoor is een normenkader opgesteld door de beroepsgroep waarin wordt gesteld dat de verantwoordelijkheid voor de indicatiestelling alleen bij een HBOopgeleide verpleegkundige kan liggen. Er zijn echter nog te weinig HBO-opgeleide verpleegkundigen de komende jaren om aan dit normenkader te kunnen voldoen. ActiZ, BTN en V&VN hebben met elkaar afspraken gemaakt om het tekort aan HBO-opgeleide wijkverpleegkundigen te verzachten. ActiZ, BTN en V&VN hebben gezamenlijk afspraken gemaakt voor de overgangsperiode, zodat recht wordt gedaan aan de dagelijkse praktijk en er tegelijkertijd wel garanties zijn voor goede zorg. Deze afspraken zijn beschreven in het document: Toewerken naar voldoende gekwalificeerde verpleegkundigen in de wijkverpleging. Het document is besproken met VWS en ZN. Alhoewel zij positief zijn over de gemaakte afspraken, willen VWS en ZN de afspraken niet landelijk voorschrijven aan de zorgverzekeraars. V&VN, ActiZ en BTN vragen de zorgverzekeraars wel nadrukkelijk om de afspraken over te nemen om te kunnen voorzien in voldoende mensen om de indicatiestelling uit te voeren. De afspraken in het kort: Wie heeft de bevoegdheid nu? In het document staat beschreven welke groepen nu al de bevoegdheid hebben voor het indiceren en organiseren. Hierdoor wordt o.a. duidelijk dat personen die voldoen aan de criteria voor het deskundigheidsgebied wijkverpleegkundige ook voldoen aan de deskundigheidsnorm voor het indiceren en organiseren. Wie kan tijdelijk de bevoegdheid krijgen? In het document staat beschreven wanneer de MBO opgeleide verpleegkundige tijdelijk toch mag indiceren en organiseren volgens ActiZ, BTN en V&VN. Hij/zij moet expert zijn in de wijk, minimaal 24 uur werken en gestart zijn met de HBO-V. Omdat het voor sommigen lastig wordt werk, privé en HBO te combineren. Is het na enkele post-HBO opleidingen die voldoen aan criteria mogelijk later te starten met een HBO-V. Samen optrekken Er lopen diverse activiteiten ter voorbereiding op de wijzigingen per 1 januari aanstaande. ZonMw heeft een belangrijke bijdrage in bijvoorbeeld scholingen voor (wijk) verpleegkundigen (Programma zichtbare Schakel, fase 2). V&VN, ActiZ en BTN hebben afgesproken aanvullend hierop bijvoorbeeld aandacht te besteden aan stageplaatsen voor HBO’ers. Pagina 19 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Bekostiging en beleidsregels GHZ-sector Afspraken over een aantal vormen van specialistische jeugdhulp (Bron: VGN - nieuwsbericht 20 oktober 2014) Staatssecretarissen Martin van Rijn (VWS) en Fred Teeven (V en J), gemeenten en de branches hebben na intensief bestuurlijk overleg over bepaalde vormen van specialistische jeugdhulp een serie afspraken gemaakt. Gemeenten kopen samen bovenregionale functies van specialistische jeugdhulp in, waarbij naar het oordeel van beide partijen goedlopende onderhandelingen niet mogen worden belemmerd door deze afspraken. Inkoopafspraken moeten er niet toe leiden dat zorgaanbieders te maken krijgen met kortingen die de continuïteit van deze specialistische functies in gevaar brengen. De staatssecretarissen verwachten dat de afspraken een belangrijke waarborg zijn voor de continuïteit van deze specialistische jeugdhulp en rust en vertrouwen bieden voor gemeenten en aanbieders in deze laatste weken van het inkoopproces. De afspraken richten zich voor de gehandicaptenzorg op de bovenregionale specialistische behandeling voor jongeren met een licht verstandelijk beperking (ZZP LVG 4 en 5). Staatssecretaris Van Rijn: “Kinderen die het nodig hebben en hun ouders, moeten op deze specialistische vormen van jeugdhulp kunnen rekenen. Nu, volgend jaar en in de jaren daarna. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de inkoop en de organisatie ervan. Alle betrokkenen laten met deze afspraken zien dat zij zich daar verantwoordelijk voor voelen. Dat betekent dat er wederzijds vertrouwen is bij gemeenten en zorgaanbieders om hun onderhandelingen over alle benodigde jeugdhulp voor 2015 af te ronden en snel de contracten te tekenen. Zodat een goede start gemaakt kan worden met de jeugdhulp vanaf 1 januari 2015.” De gemaakte afspraken gaan onder andere over solidariteit tussen Rijk en gemeenten als de zorgvraag op landelijk niveau anders is dan geraamd, over monitoring, over de uitwerking van het woonplaatsbeginsel en over inzicht in kostenopbouw. Als de continuïteit van zorg desondanks in gevaar lijkt te komen, kunnen instellingen zich melden bij de Transitie Autoriteit Jeugd voor advisering en bemiddeling. Partijen hebben daarnaast afgesproken om begin 2015 een gezamenlijke visie te presenteren op de toekomst van het zorglandschap voor de jeugdhulp. Meer informatie over de inhoud van de afspraken die gemaakt zijn vindt u in de brief van de staatssecretarissen van Rijn en Teeven aan de Kamer en op de website van de VNG. De VGN hoopt dat deze afspraken in de praktijk echt een vangnet zullen vormen voor de zorgcontinuïteit van de gespecialiseerde behandeling (met verblijf) voor jongeren met een licht verstandelijke beperking met ernstige gedragsproblemen en bijkomende meervoudige problematiek. Als VGN zullen we bij VWS en de VNG ook onze zorgen blijven uiten over de zorgcontinuïteit van andere (meer regionale) vormen van jeugdhulp voor kinderen met een beperking. Pagina 20 Geregeld in de Zorg oktober 2014 "Vergeten groep" eindelijk in de Wet langdurige zorg (Bron: VGN - nieuwsbericht 7 oktober 2014) De VGN is blij met de oplossing van staatssecretaris Van Rijn voor de 'vergeten groep' kinderen en volwassenen die thuis wonen en veel zorg en ondersteuning nodig hebben. Sinds de zomer pleit de VGN, samen met Ieder(in), ervoor om deze kwetsbare groep direct toegang te geven tot de Wet langdurige zorg (Wlz). Eerder maakte Van Rijn al bekend dat 4.000 mensen die thuis intensieve zorg en toezicht nodig hebben per 1 januari 2015 in de Wlz kunnen stromen. Vandaag werd duidelijk dat ook de overige 10.000 cliënten, waaronder iedereen met een indicatie voor kortdurend verblijf, een beroep op de Wlz kunnen doen. Een kwetsbare groep kinderen en volwassenen die met veel extra zorg en ondersteuning van ouders, familie en zorgaanbieders met een extramurale indicatie thuis wonen, werd in de zomerperiode onterecht niet meegenomen door zorgkantoren bij de inkoop voor de nieuwe Wet langdurige zorg. Ieder(in) en VGN trokken in de zomer voor deze groep aan de bel. Onvoldoende in beeld: Van Rijn had eerder al toegezegd dat de Wlz voor deze mensen het passende stelsel was, maar de groep was niet voldoende in beeld. Het CIZ, de NZa en ZN hadden allemaal stukjes van de puzzel, maar geen van deze partijen nam de regie om deze bij elkaar te leggen. Hierdoor bleef voor veel kinderen, (jong)volwassenen, hun ouders/familie, maar ook voor inkopende partijen zoals de gemeenten en zorgaanbieders lang onduidelijk op welk stelsel ze straks een beroep konden doen. Op 9 september kwam Van Rijn met een oplossing om 4.000 cliënten toe te laten tot de Wlz. De VGN vond dat ook de groep van 10.000 in de Wlz moest komen. Extra overgangsregeling: Na intensief overleg met de VGN, Ieder(in), Per Saldo, VCSA, VNG, ZN en CIZ komt Van Rijn nu met een overgangsregeling die aansluit bij de brede oplossing die Ieder(in) en de VGN in de brandbrief voorstelden. Zo krijgt iedereen die op dit moment een indicatie heeft voor kortdurend verblijf in 2015 toegang tot de Wlz. Dit geldt ook voor thuiswonende volwassenen die een beroep doen op thuisbeademing. Tot slot kunnen thuiswonende mensen met een lichamelijke beperking die nu meer dan 25 uur persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding krijgen, een beroep doen op de nieuwe overgangsregeling. Herbeoordeling in 2015: De gekozen oplossing voor de totale groep van 14.000 mensen zorgt enerzijds voor snelle duidelijkheid voor individuele cliënten, maar is daarmee mogelijk minder nauwkeurig. Dit kan betekenen dat een aantal mensen straks onterecht een beroep doet op de Wlz. Het toegangsticket voor de Wlz is daarom een jaar geldig. In 2015 volgt alsnog een individuele beoordeling van het CIZ op basis van de nieuwe toegangsdrempel van de Wlz. Iedereen die bij nader inzien te licht is voor de Wlz, moet alsnog een beroep doen op het gemeentelijk domein. Naar schatting is die groep in de gehandicaptenzorg erg klein. Persoonlijke brief: Elke cliënt die valt onder de doelgroep voor de overgangsregeling, krijgt in de komende periode persoonlijk een brief van het CIZ. In die brief staat dat, als de desbetreffende cliënt dit wil, hij of zij de AWBZ-zorg die ze nu krijgen in 2015 kan continueren in de Wet langdurige zorg. Het CIZ zorgt indien gewenst voor een administratieve omzetting. Pagina 21 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Gevolgen inkoop: Ook voor gemeenten en zorgkantoren is snelle duidelijkheid belangrijk, omdat er voor deze mensen nu mogelijk afspraken gemaakt worden in het verkeerde domein. Dit besluit betekent dat het zorgbudget voor deze 10.000 cliënten (net als eerder voor de 4.000) wordt toegevoegd aan het Wlz budget. Ieder(in) en de VGN zijn blij met de oplossing die VWS nu presenteert en vertrouwen erop dat het op korte termijn gaat lukken de mensen om wie het gaat gericht en goed te informeren. VNG adviseert gemeenten over knelpunten inkoop Wmo 7 oktober (Bron: VGN - nieuwsbericht 7 oktober 2014) De VNG heeft alle wethouders zorg op 3 oktober 2014 een brief gestuurd met adviezen voor de Wmo-inkoop. Aanleiding voor deze brief zijn onder meer signalen van ActiZleden over onredelijke inkoopvoorwaarden van gemeenten. In de brief gaat de VNG onder meer in op het waarborgen van het overgangsrecht, realistische afspraken over social return on investment en het voorkomen van onnodige administratieve lasten. Afronding inkoop: De VNG brief is verstuurd na 1 oktober 2014, de datum waarop de inkoop afgerond had moeten zijn. Dat is echter lang niet overal gelukt. In gemeenten waar de contractering nog loopt kunnen de adviezen van de VNG worden betrokken bij de afronding van het inkooptraject. In gemeenten waar de contracten al gesloten zijn kunt u de brief mogelijk gebruiken om met de gemeente in gesprek te gaan over de nadere invulling van gemaakte afspraken. Overgangsrecht: De budgetkortingen die gemeenten hanteren liggen aanzienlijk hoger dan de landelijke korting op het macrobudget. Ook voor de ondersteuning van cliënten met overgangsrecht (die in 2015 recht hebben op vergelijkbare zorg als onder de AWBZ) hanteert een deel van de gemeenten hoge kortingen. Hierdoor dreigt het overgangsrecht een lege huls te worden. Van aanbieders kan immers niet verwacht worden dat zij tegen een veel lager tarief dezelfde zorg blijven leveren. ActiZ stelt deze kwestie aan de orde in het Kamerdebat over de invoering van de Wmo op 8 oktober a.s. De VNG spreekt zich niet uit over de hoogte van de kortingen, maar benadrukt wel dat gemeenten het overgangsrecht moeten waarborgen en adviseert gemeenten met aanbieders een ‘open gesprek’ aan te gaan over mogelijkheden om de zorg, in lijn met de lopende indicatie, anders aan te bieden. Kortdurend verblijf: Sommige gemeenten kopen alleen de verblijfscomponent van het kortdurend verblijf in, maar niet de bijbehorende zorg. De VNG schrijft dat ook de begeleiding en ondersteuning bij persoonlijke verzorging onder de Wmo vallen. Eventuele verpleging wordt bekostigd uit de Zvw. Social return on investment: De VNG adviseert gemeenten om social return-afspraken alleen op te nemen als dit realistisch is en waargemaakt kan worden. Vanwege de korting op de tarieven hebben veel aanbieders al teveel personeel in dienst. Er ontstaat dan de ongewenste situatie dat de aanbieder nog meer personeel moet ontslaan om uitkeringsgerechtigden in dienst te nemen. Ook adviseert de VNG gemeenten om rekening te houden met de negatieve gevolgen, zoals verdringing op de arbeidsmarkt. Pagina 22 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Administratieve lasten: Om een stapeling van administratieve lasten voor aanbieders te voorkomen geeft de VNG onder meer de volgende adviezen aan gemeenten: Gebruik voor de zorgtoewijzing en declaratie iWmo-standaarden wanneer de ondersteuning per cliënt geregistreerd wordt. Wees terughoudend met het verplicht stellen van een VOG-verklaring of BIGregistratie. Overleg met aanbieders voor welke situaties dit werkelijk noodzakelijk is. Bespreek met aanbieders hoe het cliëntervaringsonderzoek, dat pas in 2016 voor het eerst moet worden uitgevoerd, het best kan plaatsvinden, zodat dit complementair is aan ander onderzoek en de cliënt niet overmatig belast. Meer informatie: Bij de VNG-brief horen twee bijlagen over de gegevensoverdracht naar gemeenten, te weten een brief van dhr. Robbe aan de staatssecretaris en een reactiebrief aan dhr. Robbe ‘zachte landing’. Derde brief over de subsidieregeling extramurale behandeling (Bron: VGN - nieuwsbericht 30 september 2014) Op 30 september heeft het Zorginstituut Nederland (ZINL) de derde brief over de subsidieregeling extramurale behandeling aan de zorgaanbieders gestuurd. In de brief wordt het inkooptraject geschetst. De eerdere brieven (brief 5 augustus en brief 28 augustus) treft u op de VGN website aan. Inkooptraject: In de brief wordt ingegaan op de gevolgen voor deze subsidieregeling van het toelaten van de groep extramurale cliënten met een hoge zorgzwaarte tot de Wlz. Verder wordt aangegeven hoe het inkooptraject verloopt. Het zorgkantoor koopt de extramurale behandeling in en zal geen subsidie verlenen, zoals eerder gemeld. Vóór 15 november, als helemaal duidelijk is om welke cliënten het precies gaat in deze regeling, zal het zorgkantoor aan zorgaanbieders een berekening van de financieringsbehoefte voorleggen. Deze is gebaseerd op de gedeclareerde productie in de eerste helft van 2014, gecorrigeerd voor cliënten die niet in deze regeling vallen. Deze berekening vormt de basis voor de afspraak 2015. Bij de brief is een format gevoegd waarmee aanbieders zelf ook hun financieringsbehoefte kunnen berekenen. ZINL heeft aan VWS geadviseerd om met vaste tarieven te komen, deze zijn echter nog niet bekend. Extramurale behandeling VG jeugd: Naar aanleiding van de vorige brief hebben wij en ook het Zorginstituut vragen gekregen over het ontbreken van prestaties voor behandeling aan kinderen VG bij de codes in de brief. Om verdere verwarring te voorkomen: de behandeling aan kinderen tot 18 jaar met een VG grondslag valt onder de Jeugdwet, tenzij er een Wlz indicatie (of overgangsrecht) is. In het laatste geval is er sprake van reguliere Wlz behandeling en dit valt daarmee buiten deze subsidieregeling. In de bijlagen (zie VGN website) vindt u de subsidieregeling en het ramingsformulier 2015. Pagina 23 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Bekostiging en beleidsregels GGZ-sector Jeugdhulp: Afspraken op landelijk niveau met gemeenten en aanbieders (Bron: GGZ Nederland - nieuwsbericht 21 oktober 2014) De brancheorganisaties GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en Vereniging Orthopedische Behandelcentra hebben extra afspraken gemaakt met de staatssecretarissen Van Rijn en Teeven en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over de inkoop van gespecialiseerde bovenregionale jeugdhulp. Voor deze specifieke bovenregionale zorgvormen blijkt de schaal van de 42 jeugdregio’s in de praktijk vaak te klein. Daarom is afgesproken dat gemeenten deze zorg bovenregionaal inkopen. Onderhandelingen die al goed lopen mogen niet belemmerd worden door deze nieuwe afspraken. Ook zijn er afspraken gemaakt om te komen tot een gezamenlijke visie op het toekomstige zorglandschap voor jeugdhulp. De afspraken betreffen de inkoop van driemilieuvoorzieningen (de combinatie van behandeling, wonen en onderwijs in een besloten of gesloten voorziening), Multifunctionele Centra (combinatie van jGGZ en LVB) en bovenregionaal georganiseerde gespecialiseerde jeugd-ggz vanuit een klinische basis. De bovenregionale inkoop vindt plaats op het schaalniveau van regio's van ongeveer 1 miljoen inwoners. De te maken inkoopafspraken moeten leiden tot continuïteit van deze specialistische functies. De Transitie Autoriteit Jeugd krijgt een belangrijke rol bij de beoordeling van de inkoopafspraken, mede op basis van een benchmark voor de maximaal aanvaardbare korting ten opzichte van het budget voor 2014. Een belangrijk winstpunt is dat door deze afspraken de continuïteit van deze zorgvormen niet meer in gevaar is. “De Transitie Autoriteit Jeugd zal ingrijpen in situaties waarbij die continuïteit gevaar loopt. Het feit dat de branches, VWS en de VNG tot deze afspraken hebben kunnen komen geeft ook meer vertrouwen voor de samenwerking in de toekomst.” Arbeidsaangelegenheden Tweede Kamer stemt in met wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 27 oktober 2014) De Tweede Kamer heeft afgelopen week ingestemd met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden. Naast een wijziging van de regels voor verlof bevat dit wetsvoorstel ook een wijziging van de regels voor het aanpassen van de arbeidsduur. Voordat de wijzigingen doorgevoerd worden moet uiteraard de Eerste Kamer hiermee nog instemmen. Met het wetsvoorstel beoogt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het combineren van werk en zorg te vereenvoudigen. Pagina 24 Geregeld in de Zorg oktober 2014 De belangrijkste wijzigingen van het wetsontwerp zijn hieronder beknopt weergegeven: Wet arbeid en zorg Ouderschapsverlof Vaders (of partners) krijgen een onvoorwaardelijk recht op drie extra dagen (onbetaald) verlof na de geboorte van een kind (dus naast het bestaande Kraamverlof). Vervallen van de eis dat men een jaar in dienst moet zijn: werknemers krijgen meteen het recht om ouderschapsverlof aan te vragen. Wijze van opnemen van ouderschapsverlof: werknemers mogen straks zelf bepalen hoe zij het ouderschapsverlof op willen nemen. Bijvoorbeeld meer dan 50% per week aan verlof opnemen of het verlof in meer perioden opdelen. Bevallingsverlof Recht tot flexibel opnemen: de werkneemster hoeft na de bevalling niet meer voltijd verlof op te nemen, de mogelijkheid is er om het verlof in deeltijd aan te vragen bij de werkgever. De werkgever stemt hiermee in tenzij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich hiertegen verzet. De totale duur van het verlof blijft hetzelfde. Verlof bij geboorte van meerling: werkneemsters die zwanger zijn van een meerling krijgen vier weken extra bevallingsverlof. Langere periode van bevallingsverlof voor werkneemsters van wie het kind in het ziekenhuis moet blijven (bijv. vroeggeboorte). Het uitgangspunt is dat moeder en kind tien weken thuis moeten kunnen doorbrengen, voordat de moeder weer aan het werk moet. Overdracht bevallingsverlof aan de partner ingeval van overlijden moeder. Pleeg- en adoptieverlof Flexibilisering van het pleegzorg- en adoptieverlof: de werknemer heeft de mogelijkheid om in overleg met de werkgever het verlof gespreid op te nemen. De termijn waarbinnen het verlof moet worden opgenomen is verruimd van 18 weken naar 26 weken. Kortdurend en langdurend zorgverlof Uitbreiding van werkingssfeer: de personenkring voor kortdurend en langdurend zorgverlof wordt uitgebreid. Een werknemer heeft straks ook recht op zorgverlof als hij zorgt voor een zieke broer, zus, grootouder, kleinkind, huisgenoot of iemand anders in de sociale omgeving. Uitbreiding langdurig zorgverlof: werknemers mogen straks ook langdurend zorgverlof opnemen voor noodzakelijke zorg bij ziekte of hulpbehoevendheid. Nu is alleen langdurend zorgverlof mogelijk voor zorg in verband met een levensbedreigende ziekte. Flexibilisering langdurend zorgverlof: de wettelijke beperkingen voor de wijze van aanvraag zijn vervallen zodat werknemers straks zelf kunnen bepalen hoe zij het langdurend zorgverlof willen opnemen. Momenteel kan een werknemer voor een periode van twaalf aaneengesloten weken maximaal de helft van zijn arbeidsduur per week aan langdurend zorgverlof opnemen. Pagina 25 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Daarnaast vindt er een verduidelijking plaats van het begrip Calamiteiten- en ander kortverzuimverlof. Wet aanpassing arbeidsduur: Door de wijziging van de Wet aanpassing arbeidsduur (WAA) krijgen werknemers meer mogelijkheden om flexibel met hun arbeidsduur om te gaan. Zo is de termijn versoepelend waarop een werknemer kan vragen om een andere arbeidsduur. Dit kan volgens het wetsvoorstel voortaan elk jaar. Nu is dat nog één keer per twee jaar. Tevens is het mogelijk om ingeval van onvoorziene omstandigheden af te wijken van de procedurele bepalingen, dus bijvoorbeeld de aanvraagtermijn. Dit verzoek kan alleen geweigerd worden indien de werkgever zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen kan aantonen. Wij houden u op de hoogte van de voortgang in de Eerste Kamer van dit wetsontwerp en de betekenis voor de CAO-artikelen. Subsidie bijscholing voor indicatiestelling ook beschikbaar voor ZZP wijkverpleegkundigen (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 22 oktober 2014) De subsidie die ZonMw beschikbaar heeft gesteld voor het bijscholen van wijkverpleegkundigen op het onderwerp Indicatiestelling is nu ook beschikbaar voor wijkverpleegkundigen die werken als ZZP’ers. Zij konden echter niet rechtstreeks deze subsidie aanvragen. Daarom heeft het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor ZZP’ers (OOZZP) zich opgesteld als tussenpersoon. Zoals in eerdere berichtgeving is aangegeven, is voor wijkverpleegkundigen op HBOniveau deze zomer een subsidieregeling beschikbaar gesteld door ZonMw met een bijdrage voor de bijscholing op het Indiceren en organiseren van zorg. Het subsidiebedrag is maximaal € 500 per aanvrager. De subsidieregeling is voor de specifieke opleidingen die vanaf augustus 2014 zijn gevolgd en loopt tot oktober 2015. De aanvraagperiode is inmiddels gesloten. Deze regeling is ook gericht op wijkverpleegkundigen die zelfstandig ondernemer (ZZP’er) zijn, maar zij konden niet rechtstreeks aanvragen. OOZZP, het opleidings- en ontwikkelingsfonds voor zelfstandige ondernemers, heeft subsidie aangevraagd voor deze zelfstandig werkende wijkverpleegkundigen die zich willen laten bijscholen voor het indiceren en organiseren van zorg. Wanneer de subsidieaanvraag wordt toegekend, kunnen de wijkverpleegkundigen die werken als ZZP’er via dit fonds gebruik maken van de bijscholingssubsidie. In de tweede helft van november zal bekend worden of de aanvraag wordt toegekend. Werkt u met wijkverpleegkundigen die ZZP’er zijn, dan kunt u hen voor deze scholingssubsidie doorverwijzen naar het OOZZP via [email protected]. Op de website www.zzp4growth.nl zal actuele informatie worden bijgehouden over opleiders en de wijze waarop een aanvraag kan worden ingediend. € 35 miljoen extra voor invoering Participatiewet (Bron: VGN - nieuwsbericht 22 oktober 2014) Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt € 35 miljoen extra beschikbaar voor de invoering van de Participatiewet. Het geld is bedoeld voor de inrichting van de regionale Werkbedrijven die een belangrijke rol krijgen bij de uitvoering van deze wet. In deze bedrijven werken de gemeenten in de arbeidsmarktregio’s samen met UWV, regionale werkgevers, vakbonden en onderwijsinstellingen. Pagina 26 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Ook de regelgeving voor de regionale Werkbedrijven is inmiddels bekendgemaakt. Voor elk van de 35 Werkbedrijven komt € 1 miljoen beschikbaar. Klijnsma: “Het succes van de Participatiewet valt of staat met een goede samenwerking in de regio. Daarom wil ik in deze opstartfase extra ondersteuning bieden om dit mogelijk te maken.” Doel van de Participatiewet is om meer mensen met een beperking aan de slag te krijgen op de arbeidsmarkt, bij voorkeur in reguliere banen. Momenteel worden overal in het land regionale Werkbedrijven ingericht waar de bestaande regionale samenwerking verder gestalte moet krijgen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten had bij de staatssecretaris aangedrongen op extra financiële middelen voor de opstartfase. Klijnsma: “Het is belangrijk dat alle partijen in de regio tijdig aan de slag gaan om alle nieuwe instrumenten van de Participatiewet succesvol in te voeren.” Met de Participatiewet en de andere te decentraliseren regelingen krijgen gemeenten de gelegenheid mensen meer op maat en in samenhang met andere hulpvragen te kunnen begeleiden naar werk of andere vormen van maatschappelijke ondersteuning. Vanaf 2015 krijgen gemeenten één budget, waaruit ze alle ondersteunende voorzieningen kunnen bekostigen. Met ingang van volgend jaar valt iedereen die zich bij de gemeente meldt en kan werken maar niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen onder één regeling. Nu is dat nog verspreid over drie regelingen: voor mensen met arbeidsvermogen in de Wajong, in de WWB (de Wet werk en bijstand) en de Wsw (de Wet sociale werkvoorziening). Werkgelegenheidsverlies zorg gehalveerd door extra geld kabinet (Bron: Ministerie van VWS - nieuwsbericht 14 oktober 2014) Als gevolg van de extra middelen van het kabinet overeengekomen in het akkoord met de VNG in december 2013 en het begrotingsoverleg met de ChristenUnie, D66 en SGP in het voorjaar van 2014, is het verwachte werkgelegenheidsverlies in de zorg gedaald van ongeveer 27 duizend fte naar ongeveer 12 duizend fte (30 duizend personen). De werkgelegenheidseffecten zijn dus met ongeveer de helft beperkt. Dat schrijven minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (beiden VWS) over de arbeidsmarkteffectrapportage (AER) die naar de Tweede Kamer is gestuurd. Van Rijn: “We zijn ons er heel erg van bewust dat veel mensen in onzekerheid zitten over hun baan. Daarom laten we dit niet los. Het is hoopgevend om te zien dat onze extra middelen echt effect hebben voor de werkers in de zorg. Veel minder mensen gaan hun baan verliezen. En hier houdt het niet op wat ons betreft. We blijven er alles aan doen om zoveel mogelijk banen te behouden en mensen van werk naar werk te begeleiden.” Huishoudelijke hulp toelage niet meegerekend: De aanvullende maatregelen uit het actieplan ontslagen in de zorg konden niet worden meegenomen in de berekening van de tweede arbeidsmarkteffectrapportage. Al eerder is de Kamer geïnformeerd over de grote interesse bij gemeenten voor de huishoudelijke hulp toelage. Er zijn plannen ingediend waarmee in totaal (mits goedgekeurd) ongeveer 14 duizend personen langer hun baan kunnen behouden. Het kabinet is er stellig van overtuigd dat andere gemeenten dit voorbeeld zullen volgen. Pagina 27 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Wijze zorginkoop cruciaal: De tweede AER zet helder uiteen dat het aantal baan- en/of functiewisselingen in belangrijke mate afhangt van de wijze waarop gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars invulling geven aan de zorginkoop. Zij hebben volgens de AER een cruciale positie op de arbeidsmarkt en kunnen de arbeidsmarkteffecten beïnvloeden. Hoe zorginkopers hier precies invulling aan gaan geven is op dit moment nog onzeker. Daarom is het ook nog niet volledig duidelijk wat de precieze arbeidsmarkteffecten van de stelselwijzigingen zijn. Dat geldt voor de werkgelegenheid op macroniveau, maar ook voor de gevolgen voor huidige instellingen en medewerkers op microniveau. Alles overziend is wel duidelijk dat het aantal baan- en/of functiewisselingen aanmerkelijk groter zal zijn dan het verwachte werkgelegenheidsverlies. € 100 miljoen voor sectorplannen zorg: Niet voor niets hebben sociale partners in de zorg sectorplannen ingediend die voorzien in circa 90.000 van-werk-naar-werk- en scholingstrajecten voor medewerkers in de zorg. Hiervoor stelt het kabinet € 100 mln. beschikbaar en leggen de sociale partners in de zorg eenzelfde bedrag bij. Mocht vervolgens blijken dat meer mensen ondersteuning nodig hebben dan vanuit de sectorplannen wordt geboden, dan zal de minister van SZW het UWV vragen aanvullende dienstverlening te bieden aan mensen aan wie ontslag is aangezegd. Om de behoefte aan extra dienstverlening tijdig te kunnen signaleren, wordt door VWS, SZW, UWV en de uitvoerders van de sectorplannen het aantal mensen dat ontslagen wordt of gaat worden, het aantal mensen dat via de sectorplannen ondersteuning krijgt in de vorm van scholing of een van-werk-naar-werk-traject en het aantal mensen waarvoor aanvullende dienstverlening gewenst is, nauwlettend in de gaten gehouden. ActiZ leden stemmen massaal in met CAO VVT (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 8 oktober 2014) De leden van ActiZ hebben vandaag massaal ingestemd met de cao in de verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg. De achterbannen van de vakbonden Abvakabo FNV, CNV Publieke Zaak, FBZ en NU’91 zullen de komende dagen stemmen over het onderhandelaarsakkoord dat op 23 september jl. werd bereikt. Als ook zij akkoord gaan, betekent dit dat er een nieuwe cao is voor de grootste branche in Nederland. De nieuwe cao: Voor de 450.000 werknemers in de zorg betekent de nieuwe cao een loonsverbetering van in totaal 2,05%. Daarnaast zullen nulurencontracten alleen in uitzonderlijke situaties afgesloten worden. En gaan werkgevers en werknemers de strijd aan tegen de tariefdruk op de huishoudelijke hulp in de Wmo. Aad Koster, directeur ActiZ: “In deze tijden van grote hervormingen is het goed dat we met zowel BTN als alle vakbonden een onderhandelingsakkoord voor een nieuwe cao hebben afgesproken. De ActiZ zorgorganisaties gaven net massaal aan dat zij zich kunnen vinden in de gemaakte afspraken. Een belangrijk signaal nu werkgelegenheid onder druk staat. Want met deze cao maken we duidelijk dat we onze medewerkers waarderen om hun grote inzet.” Werkgelegenheid: Tijdens de cao onderhandelingen stonden drie zaken centraal: de werkgelegenheid, de tariefdruk op de huishoudelijke hulp en de flexibiliteit in onze branche. Deze lastige problemen kunnen natuurlijk niet worden opgelost met een nieuwe cao. Maar er zijn wel afspraken gemaakt met vakbonden om zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden. Er liggen sectorplannen en plannen voor de huishoudelijke hulp toelage, dat voortbouwt op het plan voor de ‘dienstencheque’ dat ActiZ begin dit jaar voorstelde. Pagina 28 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Tariefdruk: Naast de afspraak dat nulurencontracten alleen in uitzonderlijke situaties afgesloten worden, zal de strijd aan worden gegaan tegen de tariefdruk op de huishoudelijke hulp. Daarvoor is de hulp van het kabinet nodig. ActiZ leden hebben vandaag ingestemd met de afspraak om een minimum salarisschaal vast te stellen. Maar die kan alleen worden waargemaakt als de gemeenten reële tarieven hanteren tijdens de aanbestedingen, die rekening houden met de cao-afspraken, de bedrijfskosten en de gemeentelijke eisen. Cao-partijen hebben afgesproken dat deze salarisschaal alleen in werking treedt als het kabinet een duidelijke Algemene Maatregel van Bestuur uitvaardigt richting de gemeenten. Vernieuwing en flexibiliteit: Daarnaast worden met deze nieuwe cao stappen gezet om de arbeidsvoorwaarden verder te ontwikkelen en vernieuwen. Daarbij komen de werknemers meer centraal te staan in de arbeidsvoorwaarden. Zo is ruimte gemaakt voor zeggenschap van de werknemers over hun werktijden en voor meer flexibiliteit in de onplanbare zorg voor de cliënten. Dit terwijl de doorgeslagen flexibilisering ook wordt aangepakt. In een vernieuwingsagenda die cao-partijen gaan opstellen, wordt gekeken naar meer maatwerk voor medewerkers in de arbeidsvoorwaarden en een grotere rol voor ondernemingsraden. Met het akkoord van de ActiZ leden vandaag is een belangrijke stap gezet naar een nieuwe cao voor de 450.000 werknemers in de ouderen- en thuiszorg, de kraamzorg en de jeugdgezondheidszorg. Na akkoord van de achterban van BTN en de vakbonden zal de cao VVT een feit zijn. Ministerie van SZW kondigt na aandringen ActiZ anticumulatie wachtgeld en transitievergoeding aan (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 1 oktober 2014) Als onderdeel van de Wet Werk en zekerheid (Wwz) treedt per 1 juli 2015 bij ontslag de transitievergoeding in werking. Op grond van de CAO-VVT geldt bij ontslag de wachtgeldregeling. ActiZ heeft bij de behandeling in de Eerste Kamer de problematiek van dubbele vergoedingen aangekaart, die niet adequaat wordt opgelost door de overgangsmaatregel van de Wwz. Actiz heeft daarom aangedrongen op anticumulatie van wachtgeld- en transitievergoeding. Minister Asscher heeft deze anticumulatie nu geregeld in de verzamelwet SZW 2015. Overgangsbepaling Wet en zekerheid: In artikel XXII, zesde lid, van de Wet werk en zekerheid (Wwz) is een overgangsregeling opgenomen voor de transitievergoeding. Daarin is bepaald dat vergoedingen die de werkgever verschuldigd is op grond van afspraken die zijn gemaakt vóór 1 juli 2015 en opeisbaar zijn ná 1 juli 2015, tijdelijk in mindering kunnen worden gebracht op de transitievergoeding. Probleem: ActiZ heeft in de Eerste Kamer (pagina 24 van het verslag) aangekaart dat de wachtgeldregeling een geheel ander karakter (suppletie tegen voorwaarden) heeft dan de transitievergoeding (bedrag in eens), waardoor het onmogelijk is deze “in mindering” te brengen op de transitievergoeding. Pagina 29 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Oplossing: Minister Asscher onderkent nu het probleem. In de verzamelwet SZW 2015, Onderdeel 15 (artikel XXXIV, onderdeel A) wordt daarom voorgesteld de overgangsmaatregel te wijzigen, in die zin dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald kan worden dat de transitievergoeding tijdelijk geheel of gedeeltelijk niet verschuldigd is wanneer de werkgever is gebonden aan afspraken die voor 1 juli 2015 zijn gemaakt over vergoedingen of voorzieningen waar de werknemer wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst recht op heeft. ActiZ is verheugd dat de Minister gehoor heeft gegeven aan de oproep van ActiZ, hetgeen bijdraagt aan beperking van de transitiekosten die (reeds) het gevolg zijn van de stelselherzieningen in de branche. Onderhandelaarsakkoord CAO-VVT 2014-2016: Overigens vormt de anticumulatie in het onderhandelaarsakkoord van de nieuwe CAO-VVT ook al onderwerp van overleg met als oogmerk geen cumulatie te laten ontstaan tussen de wachtgeldregeling en de transitievergoeding. CAO Gehandicaptenzorg: de arbeidsvoorwaarden in het kort (Bron: VGN - nieuwsbericht 30 september 2014) Vanaf nu is het mogelijk om online snel inzicht te krijgen in de arbeidsvoorwaarden van de CAO Gehandicaptenzorg. In de verkorte (populaire) tekst (zie VGN website) worden de belangrijkste afspraken uitgelegd. Vaak is het voldoende om een algemeen beeld te hebben van arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn. Daarom staan op deze site de hoofdlijnen van de CAO Gehandicaptenzorg 2014-2015. Bijvoorbeeld hoe het zit met salaris, werk- en rusttijden, vakantie, verlof, Persoonlijk Budget Levensfase (PBL), pensioen en het sociaal beleid. Omdat de tekst niet volledig is, kunnen er geen rechten aan ontleend worden. De tekst van de volledige CAO is altijd doorslaggevend. Vragen?: Werknemers kunnen vragen over CAO Gehandicaptenzorg stellen bij de afdeling P&O of aan één van vakbonden partij bij de CAO. De adressen en telefoonnummers staan zowel in de verkorte tekst als in de online CAO Gehandicaptenzorg. Diversen/Overige nieuwsfeiten Bent u al klaar voor 1 januari? (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 1 oktober 2014) Op verzoek van ActiZ heeft VWS een draaiboek ontwikkeld waarin alle stappen staan die een zorgaanbieder moet doorlopen om klaar te zijn voor alle transities. Deze week is weer een hernieuwde versie gepubliceerd op www.hervorminglangdurigezorg.nl/helpdesk. Naast het draaiboek is er ook een helpdesk ingericht voor vragen en een lijst opgesteld met zaken die niet geregeld zijn. Checklist voor projectplanning: ActiZ heeft lange tijd haar zorgen geuit bij VWS over de onoverzichtelijkheid van alle acties die bij zorgaanbieders liggen voor de transities. Op verzoek van ActiZ is vanuit VWS een initiatief gestart waarbij ook de andere branches zijn aangehaakt. Pagina 30 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Hierbij wordt een draaiboek ontwikkeld, waarin kort en bondig staat omschreven welke acties ondernomen moeten worden. Ook is een helpdesk ingericht. Het draaiboek is een product in ontwikkeling. De versie die nu gepubliceerd is, betreft een eerste bloemlezing. Een aantal leden van ActiZ stelt komende weken haar deuren open om het draaiboek binnen de organisatie door te nemen met de diverse afdelingen. Op deze wijze zal het draaiboek worden aangevuld en getoetst. Updates worden telkens op de website geplaatst. Met dit draaiboek heeft u als aanbieder een goede checklist voor uw eigen projectplanning. Witte vlekken: Het draaiboek dient ook een tweede doel. Op deze wijze wordt op slag duidelijk hoeveel zaken er nog niet geregeld zijn. Op deze wijze zijn er nu al bijna 80 witte vlekken benoemd. Deze witte vlekken liggen op allerlei vlakken, rechtmatigheid, ICT, aanspraak, inkoop etc. In een werkgroep waar alle uitvoeringsorganisaties en VWS vertegenwoordigd zijn, worden de witte vlekken besproken, verantwoordelijken benoemd en de voortgang gemonitord. De lijnen met de bestuurlijke tafels zijn kort, als er onvoldoende voortgang wordt geboekt. Juridische Zaken In het hoofdstuk Juridische Zaken informeert Ten Holter/Noordam advocaten u over de belangrijkste juridische ontwikkelingen voor de zorgsector. Ontslagvergoeding ter verbetering van pensioen Per 1 januari 2014 is de mogelijkheid van het onderbrengen van een ontslagvergoeding in een bankspaarregeling of een stamrecht afgeschaft. De enig overgebleven mogelijkheid om de belastingdruk op te schuiven of te verspreiden is het afstorten van de ontslagvergoeding in de vorm van een koopsom voor pensioen bij een toegelaten pensioenuitvoerder. In plaats van een ontslagvergoeding in geld ontvangt de ontslagen werknemer dan hogere pensioenrechten. Voor alle werknemers kunnen dat hogere ouderdoms- of partnerpensioenrechten zijn. Werknemers die geboren zijn voor 1950 kunnen ook opteren voor een hoger prepensioen of een ouderdomspensioen dat ingaat voor de 65ste verjaardag. In beide gevallen kunnen de ontslagen werknemers de hogere rechten gebruiken voor een vervroegde pensionering om zo de nadelige gevolgen van het ontslag op te vangen. Uiteraard moet de pensioenregeling de vervroeging van de ingangsdatum wel mogelijk maken. Een verbetering is mogelijk als de huidige pensioenregeling lagere resultaten geeft, dan fiscaal mogelijk is. Dit is onder andere het geval als: 1. het opbouw- of premiepercentage lager is dan het fiscaal maximum; 2. de pensioengrondslag waarover pensioen wordt opgebouwd achterblijft, doordat niet over alle loonbestanddelen pensioen kan worden opgebouwd en/of de pensioenregeling een hogere AOW-franchise kent dan de fiscale minimale AOWfranchise; 3. de werknemer een pensioengat heeft, dat veroorzaakt is door een eerdere periode van werkloosheid of werkzaamheden buiten de zorg. Pagina 31 Geregeld in de Zorg oktober 2014 Geen instemming nodig voor roosterwijziging Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat een roosterwijziging geen wijziging is van primaire arbeidsvoorwaarden. Ondanks dat door de wijziging van het systeem van overwerk en onregelmatigheidsdiensten ook de daarbij behorende vergoedingen wijzigden en de werknemers feitelijk minder inkomen krijgen, is voor een dergelijke roosterwijziging geen instemming van de werknemers noodzakelijk. Het ging om een wijziging van het rooster van ambulancepersoneel. Voor de roosterwijziging werkten de werknemers op werkdagen in normale diensten van 08.00 uur tot 17.00 uur, gedurende 36 uur per week. Daarnaast golden voor iedere individuele werknemer nog bijzonderheden zoals slaapdiensten en een piketdienst. Per 1 oktober 2008 zijn de piketdiensten geschrapt en vervangen door parate diensten en aanwezigheidsdiensten. Bij beide wordt gewerkt vanuit de post en niet meer vanuit huis. Gedurende aanwezigheidsdiensten mogen werknemers ’s avonds bij geen inzet slapen en bij parate diensten dienen zij wakker te blijven. De werknemers stemden op zichzelf wel in met de roosterwijziging, maar waren van mening dat de roosterwijziging slechts had mogen worden doorgevoerd met een afbouwregeling om hun aanzienlijke inkomensachteruitgang op te vangen. De wijziging van het rooster leidde niet tot een wijziging van de arbeidsuren en het salaris. Enkel het systeem van overwerk en de onregelmatigheidsdiensten en de daarbij behorende vergoedingen wijzigden. Volgens het gerechtshof betrof het geen wijziging van primaire arbeidsvoorwaarden waarvoor de instemming van de werknemers noodzakelijk is. De werknemers hadden ook nog het goed werkgeverschap aangevoerd voor de door hen gewenste afbouwregeling. Tegenover het goed werkgeverschap staat echter ook het goed werknemerschap. Volgens de rechtspraak brengt dit laatste mee dat een werknemer op redelijke voorstellen van de werkgever in het algemeen positief dient te reageren en deze alleen dient af te wijzen als aanvaarding daarvan redelijkerwijs niet zonder meer van hem kan worden gevergd. Voorwaarde is wel dat er een rechtvaardiging moet zijn in verandering van omstandigheden. De rechtvaardiging was duidelijk omdat de roosterwijziging was ingegeven door de invoering van de wettelijke aanrijtijd, de zogenaamde “15 minuten norm”, ter verbetering van de dienstverlening aan de patiënt. De wijziging was volgens het gerechtshof ook alleszins redelijk, hetgeen bevestiging vindt in het feit dat de ondernemingsraad daarmee had ingestemd. Verder heeft het gerechtshof vastgesteld dat er in het oude systeem geen recht was op het verrichten van piketdiensten of overuren en dat ook in de toekomst nog overuren gemaakt konden worden. Mr. Leon Peeters 078-6331113 [email protected] Pagina 32 Geregeld in de Zorg oktober 2014 VERSTEGEN ACCOUNTANTS EN ADVISEURS Pagina 33 Contactgegevens T. (078) 648 15 55 F. (078) 648 15 59 [email protected] Postadres Verstegen accountants en adviseurs Postbus 574 3300 AN Dordrecht Hoofdvestiging Vestiging Assen Bezoekadres Noordendijk 189 3311 RN Dordrecht Bezoekadres Zwedenlaan 22 9403 DE Assen
© Copyright 2024 ExpyDoc