Download ook het eBook Privacy in de Zorg

eBook
Privacy
in de Zorg
in samenwerking met
Privacy in de Zorg – december 2014
Privacydebat
ontwikkelingen
in de zorg
De elektronische
uitwisseling van
patiëntgegevens; een
van de vele ontwikkelingen
die zorginstellingen en
zorgverleners voor nieuwe
uitdagingen stellen. Hoe ver­
houden deze ontwikkelingen zich
tot de klassieke kernwaarde van het
medisch beroepsgeheim? Hoe kan de
bescherming van elektronische verwerking
en uitwisseling van patiëntgegevens worden
gewaarborgd?
In dit eBook worden de trends, ontwikkelingen en uitdagin­
gen rond privacy in de zorg besproken. Het bundelt drie
artikelen: over privacy-trends, privacy en decentralisatie,
en privacy en publieke belangen. Deze artikelen zijn
bewerkingen van lezingen van drie sprekers tijdens het
PrivacyDebat Zorg op 5 november 2014, georganiseerd
door de Vereniging Privacy Recht. Het debat vond plaats
bij Kennedy Van der Laan.
Van EPD naar LSP
De discussie over elektronische uitwisse­
ling van patiëntgegevens roept al jaren de
nodige emotie op. Toch zijn vrijwel alle
partijen het erover eens dat de uitwisse­
ling van patiëntgegevens in het belang is
van de patiënt. Uitwisseling van patiëntge­
gevens komt de patiëntveiligheid en de
kwaliteit van zorg ten goede. Het landelijk
Elektronisch Patiënten Dossier (EPD)
strandde in 2011. Het wetsvoorstel op
grond waarvan het EPD verplicht zou wor­
den ingevoerd in de zorg werd unaniem
verworpen door de Eerste Kamer. De
voornaamste reden was dat de bescher­
ming en beveiliging van persoonsgege­
vens onvoldoende was geborgd. Na het
EPD-debacle sloten marktpartijen een
convenant voor de private uitrol van een
landelijke infrastructuur voor elektroni­
sche uitwisseling van gegevens. Het
Landelijk Schakel Punt (LSP), onder ver­
antwoordelijkheid van de Vereniging van
Zorgaanbieders voor Zorg­communicatie
(VZVZ), stelt zorgaanbieders in staat om
na te gaan of er van een patiënt waarmee
hij een behandelrelatie heeft, medische
gegevens raadpleegbaar zijn bij andere
zorgaanbieders.
Pull- of pushsysteem?
Het LSP is een op basis van vrijwilligheid
beschikbaar ‘pull-systeem’ voor het
opvragen van patiëntgegevens. Zorgaan­
bieders, verenigd in de Vereniging van
Praktijkhoudende Huisartsen (VPH)
menen dat een pull-systeem zich niet ver­
draagt met het medisch beroepsgeheim
en in strijd is met de Wet bescherming
persoonsgegevens. Het elektronisch sys­
teem zou ‘bepalen’ wie toegang krijgt tot
welke gegevens. Artsen zouden niet meer
zélf kunnen bepalen wie welke gegevens
kunnen inzien. Inmiddels is het voorstel
van Wet aanvullende bepalingen verwer­
king persoonsgegevens in de zorg door
de Tweede Kamer aangenomen (33509).
Conform dit wetsvoorstel kan zowel een
pull- als een pushsysteem de basis vor­
men voor rechtmatige elektronische uit­
wisseling van patiëntgegevens. De
Rechtbank Utrecht wees de vordering
van VPH tot stilleggen van het LSP af
(ECLI:NL:RBMNE:2014:3097).
Kennedy Van der Laan stond VZVZ bij in
deze procedure. Lees hier meer.
bit.ly/kvdlvzvz
Voldoende waarborgen toestemming?
Alleen patiënten die daarvoor hun uit­
drukkelijke toestemming geven krijgen
te maken met het LSP. Naar het oordeel
van het College Bescherming
Persoonsgegevens (CBP) voldoet de
wijze waarop de toestemming wordt ver­
kregen aan de wettelijke eisen. Op basis
van een steekproef van 149 dossiers
stelde het CBP vast dat VZVZ voldoende
technische en organisatorische waarbor­
gen heeft getroffen om te bewerkstelli­
gen dat alleen persoonsgegevens ver­
werkt worden van patiënten die daarvoor
aan hun zorgaanbieder een rechtsgeldige
toestemming hebben verleend. In acht
gevallen kon de toestemming niet (vol­
doende) worden aangetoond. VZVZ heeft
naar het oordeel van het CBP de werk­
wijze om geldige toestemming te verkrij­
gen naar tevredenheid aangepast.
Lees hier het rapport van het CBP naar
aanleiding van het onderzoek naar de toestemming voor de uitwisseling van medische persoonsgegevens via het Landelijk
Schakelpunt. bit.ly/cbprapport
Beveiliging
De standaarden voor informatiebeveili­
ging in de zorg worden steeds geactuali­
seerd. Beveiliging van patiëntgegevens
vergt een constante inspanning.
Technische en organisatorische beveili­
gingsmaatregelen dienen een passend
beveiligingsniveau te bieden. Een inbreuk
op de beveiliging kan voor de betrokke­
nen verstrekkende gevolgen hebben. Het
wetsvoorstel tot invoering van een brede
meldplicht datalekken (33662) beoogt
de transparantie te bevorderen en te sti­
muleren tot continue verbetering van
beveiligingsmaatregelen. Uit onderzoek
van het Ponemon Institute in de
Verenigde Staten blijkt dat 90% van de
zorginstellingen in 2012 en 2013 te
maken kreeg met datalekken. Geen
andere industrie zou harder getroffen zijn
door hackers en datalekken dan de
gezondheidszorg.
Hester de Vries is privacyrecht
advocaat en lid van het Team
Gezondheidszorg van Kennedy Van der
Laan. Daarnaast is Hester voorzitter
van de Vereniging Privacy Recht.
Video
Meldplicht datalekken
bit.ly/meldplicht
In dit video-interview geeft Hester de
Vries uitleg over de brede meldplicht
datalekken. Wat houdt dit wetvoorstel
in en hoe kunnen zorginstellingen zich
hierop voorbereiden?
Privacy in de Zorg – december 2014
Privacytrends in
het zorgdomein
Iedereen checkt zijn banksaldo,
energieverbruik of telefoon­
rekening digitaal, maar bijna
(nog) niemand kan online zijn
medische gegevens inzien.
Nog altijd krijgt de burger met
moeite inzicht in zijn patiënten­
dossier, laat staan in een
digitale omgeving. De kwestie
privacy speelt in deze achter­
stand een grote rol. Na de
ondergang van het Landelijk
Elektronisch Patiënten Dossier
(2011) is de prangende vraag:
hoe nu verder met de elektro­
nische verwerking van
patiëntgegevens?
De ontwikkelingen
rond privacyrecht in
digitale zorg staan niet
stil. Na verwerping van het
Landelijk EPD in 2011 ligt nu het
voorstel cliëntenrechten bij elek­
tronische verwerking van gegevens bij
de Eerste Kamer, ten behoeve van een
veilige uitwisseling van elektronische
patiëntgegevens. De Raad voor de
Volksgezondheid Zorg (RVZ) adviseerde
de minister dit jaar voor iedere burger die
dat wil en kan een Persoonlijk
Gezondheids Dossier (PGD) mogelijk te
maken. Ook de opkomst van social media
heeft impact op privacy in de zorg. In de
gedragsregels artsen social media
(2013) adviseert de KNMG artsen hoe
om te gaan met bijvoorbeeld Facebook in
relatie tot patiënten. Maar ook medische
apps, veel van buiten de EU, vragen om
een nieuwe kijk op privacybeleid.
Privacyrecht
eHealth: update
Door verregaande
internationalisering is
Trends: inter­
gezondheidszorg al lang
nationalisering niet meer uitsluitend een zaak
van patiënt en zorgverlener.
en decentra­ Grote
techbedrijven ruiken hun
lisatie
kansen schoon. Zo biedt Apple sinds
enkele weken de integrale gezondheids­
app HealthKit die gegevens kan delen
met zorginstellingen. Microsoft biedt
HealthVault, een platform voor PGD’s.
Deze technologische ontwikkelingen heb­
ben grote gevolgen voor privacy-vraag­
stukken. Daarnaast speelt decentralisa­
tie een rol in het privacydebat. Nu
gemeenten in 2015 verantwoordelijk wor­
den voor onder meer jeugdzorg en zorg
voor langdurig zieken en ouderen krijgen
zij ook meer te maken met de omgang met
en bescherming van persoonsgegevens.
Gebrek aan informa­
Informatie­voor­
tie is een van de knel­
punten in de zorg. Niet
ziening in de
alleen de patiënt en de zorg­
verlener,
ook de verzeke­
zorg: hoe kan raar en straksmaar
de gemeente zijn
het beter? betrokken bij de gegevensoverdracht.
Dit levert een versnipperde en incom­
plete gegevensverzameling op. Jaarlijks
worden circa 1,3 miljoen fouten gemaakt
bij de informatieoverdracht tussen zorg­
verleners van medische gegevens, soms
met fatale afloop, stelt de Raad voor de
Volksgezondheid. Administratieve lasten
en onvoldoende uitkomstgegevens vor­
men eveneens beperkingen, door diverse
‘schotten’ en belangen maar ook gebrek­
kige standaardisatie van patiëntgegevens.
Volgens de RVZ
Aanbeveling:
zorgt invoering van
het PGD voor betere
Persoonlijk
gegevensuitwisseling en
daardoor
een hogere kwaliteit
Gezondheids­ van zorg. Bovendien
krijgt de pati­
dossier
ënt op die manier steeds meer regie
over zijn gegevens. Hij beschikt zelf
over een overzicht van relevante gezond­
heidsgegevens en beheert de informatie.
Met het PGD moet er ook een patiëntge­
heim komen, vindt de Raad. Dat geheim
beschermt patiënten tegen druk van bui­
ten om gegevens te delen. Zo wil de Raad
voorkomen dat derden als politie- en
opsporingsdiensten en verzekeraars
ongewenst inzicht krijgen in privégege­
vens. Ten slotte is de Raad een groot voor­
stander van Privacy by Design. Dit houdt
in dat in het ontwerp van informatiesyste­
men privacyverhogende maatregelen
worden toegepast, zodat een verant­
woorde omgang met gevoelige informatie
technisch wordt geborgd.
Er is nog een lange weg
te gaan om privacy van
patiënten in een verande­
rende maatschappij te kunnen
garanderen. Zo is authenticatie
een groot probleem met een niet
waterdicht systeem als DigiD. De rol
van gemeenten wordt steeds groter, ter­
wijl daar niet altijd genoeg kennis aanwe­
zig is over privacy. Ook is zorg niet langer
exclusief voorbehouden aan zorgverle­
ners. Consumenten gebruiken watches en
apps om hun staat van gezondheid te
monitoren. Wat gebeurt er met die (big)
data? Voor de juridische kant ervan is nog
nauwelijks aandacht. Zo bestaat de kans
dat technologische bedrijven in de toe­
komst invloedrijker worden dan staten
als het aankomt op patiëntengegevens.
Een toekomstig advies hierover van de
RVZ of diens opvolger, de Raad voor
Volksgezondheid en Samenleving
(RV&S) volgt in april 2015. Suggesties
zijn nog welkom!
Hoe nu verder?
Dit artikel is een bewerking van de lezing
van Theo Hooghiemstra tijdens het
PrivacyDebat Zorg. Hooghiemstra is
Algemeen Secretaris/Directeur bij de
Raad voor de Volksgezondheid & Zorg
(RVZ). Een van zijn kennisgebieden is het
gezondheids- en privacyrecht. Hij was
onder meer werkzaam bij het CBP,
verantwoordelijk voor het taakveld
gezondheidszorg, manager/consultant
bij PBLQ/HEC, en manager juridische
zaken en senior projectleider vertrou­
wensketen bij het Nationaal ICT instituut
in de Zorg (NICTIZ).
Privacy in de Zorg – december 2014
Privacy en
decentralisatie
van de zorg
Gemeenten worden in 2015
verantwoordelijk voor
jeugdzorg, werk en inkomen,
maatschappelijke
ondersteuning en zorg aan
langdurig zieken en ouderen.
Een deel van de taken nemen
zij over van de Rijksoverheid.
Welke gevolgen heeft deze
transitie voor de
vertrouwelijkheid van
patiëntgegevens?
Patiëntgegevens wor­
Medisch
den in de eerste plaats
beschermd door het
beroepsgeheim: medisch beroepsgeheim.
Iedere zorgverlener is verplicht
wat houdt
het geheim van de patiënt te bewa­
het in?
ren. Een zwijgplicht voorziet erin dat
de arts zwijgt over al wat hij in de uitoefe­
ning van zijn beroep te weten komt over de
patiënt. Daarnaast geldt het verscho­
ningsrecht voor zorgverleners tegenover
de rechter, politie en justitie. Met het ver­
schoningsrecht in het Wetboek van
Strafvordering geeft de wetgever aan dat
het beroepsgeheim belangrijker is dan de
plicht om mee te werken aan het opspo­
ren van strafbare feiten. Natuurlijk zijn er
uitzonderingen. Als de arts zelf wordt ver­
dacht van een strafbaar feit jegens een
patiënt, staat waarheidsvinding vaak
voorop. Ook bij expliciete en veronder­
stelde toestemming, wettelijke verplich­
ting (melding infectieziekte bijvoorbeeld)
en een conflict van plichten (belang van
kind bij vermoeden kindermishandeling
bijvoorbeeld) mag het beroepsgeheim
worden doorbroken.
Het medisch
beroepsgeheim kent
Het belang
een individueel en maat­
van medisch
schappelijk belang. Ten eer­
ste
biedt het beroepsgeheim
beroepsvertrouwen dat zelfs de meest
geheim
intieme informatie niet bij anderen
terechtkomt (privacybelang), met het
oog op bevordering van de gezondheid of
genezing (gezondheidsbelang). Het maat­
schappelijk belang is dat niemand zich
geremd voelt gezondheidszorg te vragen,
ook slachtoffers van een vechtpartij niet,
ook al worden ze mogelijk ook zelf ver­
dacht van een strafbaar feit.
De transitie van de
Decentralisatie
zorg zou meer samen­
hang opleveren.
van zorg naar Gemeenten
zouden dichter bij
de burger en zorgverlener
gemeenten
staan, waardoor de zorg doelmati­
ger wordt. In het geval van jeugdzorg
krijgen huisartsen de rol van verwijzer
naar specialistische jeugdzorg. Gevolg is
dat de huisarts steeds meer kennis moet
hebben om naar de juiste instantie te ver­
wijzen, ook moet hij meer informatie ver­
werken en verstrekken. De AWBZ vervalt.
Van de 800.000 patiënten in de AWBZ zal
het grootste deel moeten aankloppen bij
de gemeente (Wmo). Voor huisartsen
betekent deze ontwikkeling meer tijds­
investering per patiënt, er komen door
deze maatregelen immers meer thuis­
wonende patiënten met intensieve zorg­
behoeften bij.
De overheveling
brengt voor de privacy
van jeugdzorgcliënten als
risico met zich mee dat per­
soonsgegevens mogelijk
onrechtmatig of onnodig worden
verwerkt. Zo bevat de Jeugdwet bepa­
lingen over de Verwijsindex Risico­
jongeren, het verplicht gebruik van het
burgerservicenummer, bepalingen over
toestemming, dossiers en privacy. De
Jeugdwet bepaalt ook dat gebruik van
herleidbare persoonsgegevens en het
BSN voor beleidsdoelen mogelijk is.
Privacy-issues
Jeugdwet
Aan wie mogen
gemeenten eigenlijk
welke gegevens verstrek­
ken? De wet hierover is een
zoekplaatje. En is een geheim­
houdingsplicht van een ambtenaar
wel gelijkwaardig aan die van een
arts? Ook kan de vraag worden gesteld
of gemeenten niet medisch adviseurs,
zoals sociaalgeneeskundig opgeleide art­
sen met een zelfstandig medisch
beroepsgeheim, moeten aanstellen om
medische gegevens van burgers te verza­
melen en beheren. Zij hebben een juist
begrip van de materie en kunnen medi­
sche gegevens op een correcte manier
verwerken. Gemeenteambtenaren en
andere derden die gerechtigd zijn medi­
sche informatie op te vragen, zouden
moeten beschikken over een (afgeleid)
medisch beroepsgeheim. Uit de wetgeving
blijkt dat patiënten ‘aan de voordeur’ wel
toestemming geven voor het verwerken
Privacy-issues
WMO en WLZ
van hun persoonsgegevens door het CIZ,
maar vervolgens staat de achterdeur
daar wagenwijd open. Tot slot zou de
beveiliging van medische gegevens bij
gemeenten regelmatig aan een externe
audit moeten worden onderworpen zodat
die voldoet aan de bestaande NEN-normen
voor informatiebeveiliging in de zorg.
Privacy bij
samen­
werkings­
verbanden
Ook in samenwer­
kingsverbanden speelt
de vraag: welke vertrouwe­
lijke informatie mag aan wie
worden verstrekt? Samen­wer­
kingsverbanden zijn bijvoorbeeld
het Centrum Jeugd en Gezin, het
Veiligheidshuis, sociale wijkteams, OGGZnetwerken, het Stedelijk Kompas, Zorg­
adviesteams en het Multidisciplinair
Centrum Kindermishandeling. Regel­
matig vragen artsen zich af of ze nu wel of
niet gebonden zijn aan het medisch
beroepsgeheim bij het delen van informa­
tie in zo’n samenwerkingsverband. Niet
zelden oefenen derden druk op hen uit om
gevoelige informatie over patiënten te
verstrekken. Als een arts gegevens ver­
strekt aan een ambtenaar, dan is de vraag
hoe veilig dat geheim van de patiënt daar
nog is. Zo blijkt uit de evaluatie van de Wet
politiegegevens dat het doorbreken van
de geheimhoudingsplicht door een poli­
tieambtenaar vrijwel altijd zonder gevol­
gen blijft. Voldoende reden dus om, met
het oog op de aankomende overheveling,
van privacy in de zorg de hoogste priori­
teit te maken.
Dit artikel is een bewerking van de lezing
van Sjaak Nouwt tijdens het PrivacyDebat Zorg. Nouwt is adviseur gezond­
heidsrecht bij de landelijke artsenfede­
ratie KNMG op de terreinen ICT, eHealth,
privacy en beroepsgeheim. Daarnaast is
hij zelfstandig privacy-adviseur en in
diverse functies actief op het terrein van
privacy en gezondheidszorg. Hij is tevens
Honorary Fellow of TILT (Tilburg
Institute for Law, Technology, and
Society, Tilburg University).
Privacy in de Zorg – december 2014
Privacy en
publieke
belangen
in de zorg
Hoewel medische gegevens
primair gebruikt worden voor
de zorg zelf, dienen ze ook
een maatschappelijk doel:
kwaliteitsverbetering van de
zorg en wetenschappelijk
onderzoek. Nu steeds meer
aandacht uitgaat naar privacy,
lijkt toenemende regelgeving
de mogelijkheden voor een
‘lerend zorgsysteem’ te
beperken.
Gezondheid is een van
Gezondheid
de kerntaken van de
overheid en geborgd in een
als publieke
uitvoerig stelsel van wet- en
regelgeving.
maatregelen
verantwoor­ als de WarenwetMet
en de ARBOdelijkheid wetgeving zijn burgers in zekere mate
beschermd tegen grote gezondheidsrisi­
co’s. Publieke organisaties werken met
elkaar samen voor gezondheidsveiligheid.
Ook het zorgsysteem, dat uitgaat van
gelijke toegang tot zorg, hoge kwaliteit en
solidariteit, draagt bij aan onze publieke
gezondheid. Welke rol spelen medische
data in dit publieke veld?
Primair zijn medische
gegevens bedoeld voor
Dubbele functie
behandeling en begelei­
patiëntgege­
ding van de patiënt zelf, kwa­
liteitsborging
en de verrekening
vens
van de zorgkosten. Daarnaast, om
gezondheidsveiligheid te kunnen
bevorderen, is het nodig te weten wat
precies onveilig is. Data, zoals diagnosti­
sche gegevens maar ook resultaten van
behandeling, bieden dat inzicht. Nog altijd
is de mens de voornaamste ‘proefper­
soon’ voor maatschappelijke en dus ook
medische vooruitgang. Dankzij gegevens
rond zijn welzijn kan een land de kwaliteit
van zorg verbeteren en een zorgsysteem
in stand houden.
Met zorgonderzoek
komt direct de kwestie
privacy om de hoek kijken.
Want zijn medische gegevens
niet het ‘bezit’ van de patiënt?
Daar valt over te twisten. Zonder
solidair zorgsysteem zou zorg
slechts voor de meer vermogende men­
sen beschikbaar zijn. Ons systeem maakt
publieke zorg op basis van medische data
mogelijk. Bovendien heeft ditzelfde
zorgsysteem ervoor gezorgd dat artsen
de kennis en ervaring hebben om patiën­
ten steeds beter en sneller te diagnosti­
ceren en behandelen. Er ligt jarenlang
wetenschappelijk onderzoek en publiek
geld in de zorg besloten. Ten slotte zijn
‘mijn’ gegevens niet zo uniek als ze lijken.
Zijn ‘mijn’
gegevens
wel van mij?
Ze zijn altijd gebaseerd op voorafgaande
gegevens, aangezien miljoenen personen
hebben bijgedragen aan de gedeelde ken­
nis van nu.
Privacy in
context
Kortom, iedere bur­
ger profiteert in een
solidair zorgsysteem van
eerdere verbeteringen dank­
zij wetenschappelijk onderzoek.
Mogen we daarom niet verwachten
dat hij zelf ook bijdraagt, voor zijn
eigen gezondheid maar ook voor die van
anderen? Binnen de context van zorg zou
een andere benadering van privacy moe­
ten gelden. Een ethisch argument is, zoals
eerder gezegd, dat elke patiënt profiteert
van een lerend zorgsysteem. Zonder ver­
werking van medische data zou hij wellicht
veel eerder ziek zijn geworden of zou hij
niet zo goed kunnen worden behandeld.
Voor kwaliteitsverbe­
tering en wetenschap­
pelijk onderzoek bestaan
geen aparte bepalingen rond
het verwerken van gegevens.
Geanonimiseerde gegevens zijn
toegestaan, net als gegevensverwer­
king waarvoor toestemming is verleend.
Werken met anonieme gegevens blijkt in
de praktijk lastig. Los van het feit dat er
steeds minder anonieme gegevens
bestaan, kan de zorgaanbieder bij een
onverwachte afwijking in data niet terug in
zijn gegevens om deze te controleren.
Bovendien willen onderzoekers specifieke
patiënten voor langere tijd kunnen volgen,
anoniem is dat onmogelijk. Ook werken
met toestemming kent nadelen. Niet alle
patiënten zullen hiervoor openstaan. Bij
een kwaliteitstoetsing zou een arts kun­
nen veinzen dat een patiënt geen toestem­
ming heeft gegeven voor verstrekking van
gegevens.
Anoniem of met
toestemming
Onderzoekers moe­
ten mensen langere tijd
kunnen volgen, tenminste
gepseudonomiseerd. Alleen
mogen gepseudonomiseerde
gegevens niet indirect herleidbaar
zijn, en met name bij genuanceerd
zorg­onderzoek levert dat problemen op.
Voor zorgonderzoek zijn multidimensio­
nale gegevens onontbeerlijk, maar daar­
bij is herleiding niet uitgesloten. Dan toch
meer nadruk leggen op toestemming?
Veel patiënten zitten daar niet op te wach­
ten. In het boek Me Medicine vs We
Medicine laat Donna Dickenson zien dat
het solidaire zorgsysteem wordt onder­
mijnd als patiënten uitsluitend hun eigen
belang najagen bij gebruik van zorgvoor­
zieningen.
Wat dan wel?
Bovenstaande betekent niet dat dan alles
maar moet kunnen. Voorwaarden zijn
transparantie, geen bezwaar, governance
– opdat de gegevens uitsluitend voor een
lerend zorgsysteem worden ingezet - en
natuurlijk beveiliging van de gegevens
tegen kennisname door onbevoegden.
Veel ligt nog open, en voorlopig roeien we
met de riemen die we hebben. De discussie
lijkt echter onbeslist zolang fundamen­
tele waarden, die in de zorg anders liggen
dan elders, niet daarin worden betrokken.
Dit artikel is een bewerking van de
lezing van Evert-Ben van Veen tijdens
het PrivacyDebat Zorg. Van Veen is
directeur van MedLawconsultant.
Eerder was hij onder meer hoofd van de
afdeling juridische zaken van het AZR
(nu Erasmus MC). In zijn huidige functie
houdt hij zich veel bezig met privacyvra­
gen rond wetenschappelijk onderzoek
en publieke gezondheidszorg, zoals
bevolkingsonderzoek en de JGZ.
MedLawconsultant organiseerde in juni
2014 een congres over dit thema.
Bekijk hier het verslag.
Privacy in de Zorg – december 2014
Over Vereniging
Privacy Recht (VPR)
De VPR biedt een platform voor het
bevorderen van de kwaliteit van (privacy)
wetgeving. De Vereniging geeft hier vorm
aan door het verder ontwikkelen van het
rechtsgebied. De Vereniging beoogt een
gesprekspartner te zijn voor (privacy)
toezichthouders en andere beleidsma­
kers op het gebied van privacy en ont­
plooit diverse activiteiten, waar­onder
een Jaarcongres en privacydebatten
over uiteenlopende ontwerpen.
Informatie hierover is te vinden op
www.verenigingprivacyrecht.nl.
Ontdek Rechtindezorg.nl
Op www.rechtindezorg.nl vindt u praktische informatie
rondom de meest recente ontwikkelingen en wet- en
regelgeving, geselecteerd door de advocaten van het
Team Gezondheidszorg van Kennedy Van der Laan.
Actuele onderwerpen als ‘fuseren of samenwerken?’,
het bewaken van de kwaliteit van gezondheidszorg en
het toezicht door de NZa en ACM worden behandeld.
Ook informatie over vaak complexe ICT-projecten,
bescherming van privacy, aanbesteden in de zorg, het
scheiden van wonen en zorg en de positie van de medisch
specialist zijn onderwerpen waar aandacht aan wordt
besteed.
Het Team Gezondheidszorg publiceert artikelen, er zijn
video’s te zien, eBooks te downloaden en checklists te
raadplegen.
Rechtindezorg.nl is met name bedoeld voor bestuur­
ders en managers in de gezondheidszorg. Daarnaast is
er ook voldoende informatie te vinden voor de juridische
en HR-afdelingen binnen deze sector.
Met deze website heeft het Team Gezondheidszorg een
eigen online platform om haar ruime juridische exper­
tise op het gebied van gezondheidszorg te delen en om
met u in contact te blijven.
Volg het team ook op Twitter via @Rechtindezorg
Fotografie: Maurits Bos
Meer informatie
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste juridische
ontwikkelingen in uw sector? Laat dan hier uw gegevens
achter. kvdl.nl/aanmelden-kvdl-nieuwsbrief
Haarlemmerweg 333
1051 LH Amsterdam
+31(0)20 5506 666
www.kvdl.nl
www.rechtindezorg.nl
@Rechtindezorg
@KennedyVdLaan