PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Praktijkreglement voor levering van Boerderijmelk aan Zuivelfabriek De Graafstroom 2014 blz.1 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Praktijkregeling 2014 Om de kwaliteit van de producten van zuivelfabriek De Graafstroom te waarborgen, worden hoge eisen gesteld aan zowel de productieprocessen in de fabriek als ook aan de Boerderijmelk. Om het proces op het bedrijf te borgen, heeft De Graafstroom leveringsvoorwaarden voor de levering van Boerderijmelk opgesteld. Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. Algemeen Definities Nieuwe leveranciers van De Graafstroom Beëindiging levering aan De Graafstoom door de leverancier Financiële ledenadministratie Producteisen levering Boerderijmelk Bezwaarprocedure Calamiteiten Toepasselijk recht en bevoegde rechter Uitbetaling Boerderijmelk Productie-uitbreiding Opbouw melkgeld en bijkomende kosten Pool ingehouden kortingsgelden Superheffing Samenstellingsonderzoek vet en eiwit Zomerkorting en wintertoeslag Leverantieplicht Zelfzuivelaars Installatievoorwaarden melkkoeltanks en nieuwbouw tanklokaal Leeftijd melk Extra afhaling van de melk Zondagsrust Tijdelijke stoppers Deelname Z-net Aansprakelijkheid Samenstelling melk, kwaliteit melk en kwaliteitsborging Bemonstering en normen Informatie over kwaliteit, samenstelling en gewicht Informatie over toegekende kortingspunten Informatie over uitslag extra melkmonsters Recidiveregeling Waarschuwingsberichten Melkweigering Andere gevallen van melkweigering door De Graafstroom Technische eisen levering Boerderijmelk blz.2 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. Tarieven dienstverlening en overige tarieven Kwaliteit Stimuleringsregeling Duurzaamheidsregeling Koe-Kompas Geschenkenregeling Overgangs- en slotbepalingen Adressen en telefoonnummers De Graafstroom Adressen en telefoonnummers DeltaMilk Artikel 1. Algemeen 1. Deze leveringsvoorwaarden worden ook wel aangeduid met Praktijkregeling of Praktijkreglement. 2. Dit Praktijkreglement is van toepassing op alle leveranties van boerderijmelk door de melkproducent aan Zuivelfabriek De Graafstroom 3. De Graafstroom kan jaarlijks voor 1 januari van het nieuwe kalenderjaar voorstellen doen om het Praktijkreglement het Praktijkreglement.aan te passen. De door De Graafstroom voorgestelde aanpassingen worden tijdens de najaarsledenvergadering aan de leden ter goedkeuring voorgelegd. In geval er wordt overgegaan tot aanpassing van het Praktijkreglement dan wordt dit vastgesteld voor 31 december van het lopende kalenderjaar. De aanpassingen gaan dan in op 1 januari van het nieuwe kalenderjaar. 4. Besluiten door de Nederlandse Overheid die tussentijdse aanpassing van het Praktijkreglement.noodzakelijk maken worden opgevolgd. 5. Deze leveringsvoorwaarden worden ook wel aangeduid met Praktijkregeling of Praktijkreglement. 6. Alle bedragen genoemd in het Praktijkreglement.zijn exclusief BTW. 7. Ledengelden en leden-aandeelkapitaal stortingen zijn BTW vrijgesteld. 8. Voor de interpretatie van de van toepassing zijnde artikelen zijn de statuten en reglementen van Zuivelcoöperatie DeltaMilk leidend. Deze stukken zijn opvraagbaar bij het Secretariaat van DeltaMilk. 9. Deze leveringsvoorwaarden zijn onderdeel van het Reglement de Graafstroom. Het Reglement zelf en deze leveringsvoorwaarden behoren niet tegenstrijdig te zijn. Mocht dit toch het geval zijn, dan prevaleert het Reglement De Graafstroom. Artikel 2. Definities De in deze Voorwaarden gebruikte begrippen en uitdrukkingen worden als volgt omschreven: 1. Partijen: Melkproducent en Zuivelfabriek De Graafstroom. 2. Koper: De Graafstroom koopt de Boerderijmelk van de melkproducent. 3. PZ: Productschap Zuivel. 4. Melkcontrolestation: Het laboratorium, Qlip, dat het kwaliteitsonderzoek en samenstellingsonderzoek uitvoert in opdracht van De Graafstroom 5. Boerderijmelk: het door het melken van melkkoeien verkregen product, welke door de Melkproducent aan De Graafstroom wordt verkocht. 6. Melkproducent: de natuurlijk persoon of rechtspersoon die door het melken van koeien Boerderijmelk produceert. 7. RMO: Rijdende Melk Ontvangst, is een mobiele installatie, welke wordt gebruikt voor het ophalen van de Boerderijmelk. De chauffeur op de RMO is een gecertificeerd RMO-chauffeur. blz.3 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM 8. Superheffingsperiode: Tijdvak van 12 maanden, dat begint op 1 april van ieder kalenderjaar en eindigt op 31 maart van het volgende kalenderjaar. 9. Samenstellingonderzoek: Door middel van onderzoek het vet- en eiwitgehalte van de geleverde Boerderijmelk vaststellen. Dit dient als basis voor uitbetaling van de geleverde Boerderijmelk. 10. Kwaliteitsonderzoek: Bepaling van de kwaliteit van de geleverde Boerderijmelk, met als leidraad de Verordeningen van het PZ. Dit dient tevens als basis voor de uitbetaling van de geleverde Boerderijmelk. 11. Kwaliteitsstelsel: Normen voor de kwaliteit van de Boerderijmelk met sanctie/kortingen bij niet halen van de vereiste normen. 12. Fabrieksquotum: Fabrieksquotum is het referentiequotum plus of min leasemelk Artikel 3. Nieuwe leveranciers van De Graafstroom Om leverancier van De Graafstoom te worden dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan: 1. Melkproducenten kunnen alleen leverancier worden van De Graafstroom zolang het maximaal vastgestelde percentage van de fabriekscapaciteit nog niet is gehaald. 2. Melkproducenten moeten gevestigd zijn in de vastgestelde wervingsgebieden van De Graafstroom en passen binnen de kostenstructuur voor het ophalen van de melk. 3. Bij vestiging buiten het vastgestelde wervingsgebied van DeltaMilk vervalt de afnameplicht van De Graafstroom en wordt in overleg met de melkproducent de melkafname beëindigd. 4. Om te kunnen leveren aan De Graafstroom dient de melkproducent te beschikken over een bij PZ geregistreerd fabrieksquotum van minimaal 400.000 kg melk. 5. Nieuwe leden dienen éénmalig € 500,- entreekosten exclusief BTW te betalen om lid te worden van DeltaMilk. Het betaalde entreegeld is een eenmalig verschuldigd bedrag bij aanvang van het lidmaatschap. Het bedrag wordt bij beëindiging van het lidmaatschap niet terugbetaald. 6. Melkproducenten dienen hun laatste fabrieksquotum en kwaliteitsoverzicht over het voorgaande jaar te overleggen. 7. Voor het recht tot levering van melk, dient € 5 eurocent per kg melk te worden gestort: € 2 eurocent als ledenaandeelkapitaal € 3 eurocent als ledenlening, beide over het bij het Productschap voor Zuivel geregistreerd fabrieksquotum. 8. Ten tijde van een ledenstop kunnen veehouders geen leverancier worden van De Graafstroom, ook niet als aan alle hier voor genoemde aannamevoorwaarden wordt voldaan. Artikel 4. Beëindiging levering aan De Graafstroom door de Leverancier 1. Het is leden toegestaan om de levering aan De Graafstroom te beëindigen na aflossing van een deel van de bancaire verplichtingen door De Graafstroom a. Tenzij in uitzonderlijke situaties (bijv. bij overlijden of emigratie) b. Opzegging aan eind kalenderjaar / quotumjaar, met 6 maanden opzegtermijn 2. Uitbetaling van de ingelegde en opgebouwde vermogens, geschiedt over de € 2 eurocent en € 3 eurocent bij uittreden voor zover reserves aanwezig zijn bij De Graafstroom, doch uiterlijk lineair in 5 jaar 3. Het opgebouwde vermogen wordt door middel van de resterende toekomstige dividenden uitbetaald (mits aanwezig) 4. Hiertoe bouwt het bestuur van DeltaMilk een buffer op, welke ingehouden wordt op de te ontvangen dividenden. blz.4 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Artikel 5. Financiële Ledenadministratie In de administratie zal per lid het volgende worden bijgehouden: 1. Een rekening ledenkapitaal (2 eurocent inleg), hierop wordt de nabetaling gebaseerd 2. Een rekening ledenlening (€ 3 eurocent inleg) met een rentevergoeding van 12% op jaarbasis, per kwartaal achteraf te voldoen 3. Een rekening bijschrijvinglening met een rentevergoeding van 8% per jaar. Ieder jaar wordt een deel van de nabetaling op naam gereserveerd. De termijn van aflossing wordt op voorstel van het bestuur door de ledenvergadering bepaald. 4. Een rekening reservering op naam (Eigen vermogen) met een vergoeding van 4% per jaar. 5. Een obligatierekening op basis van vrijwilligheid met nader te bepalen looptijd en rentevergoeding. Artikel 6. Producteisen levering Boerderijmelk Indien een melkproducent aan De Graafstroom boerderijmelk wil leveren, dan moet zij voldoen aan een aantal voorwaarden: 1. De melkproducent dient zijn/haar melkveebedrijf zo in te richten en te beheren dat er een kwalitatief hoogwaardige boerderijmelk geproduceerd kan worden. 2. Aan de boerderijmelk mag niets toegevoegd of onttrokken worden en is afkomstig van gezonde melkkoeien. 3. Er mag geen melk worden geleverd van dieren die met wettelijk niet toegestane middelen zijn behandeld. 4. Er mogen geen residuen van diergeneesmiddelen in de melk aanwezig zijn. 5. Zodra de melkproducent het vermoeden heeft van een besmettelijke dierziekte onder zijn/haar melkveestapel, dan dient door de melkproducent contact te worden opgenomen met het Ministerie van EL&I, het landelijk telefoonnummer voor dierziekten (045-5463188). Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar. Tevens dient de dierenarts op de hoogte te worden gesteld en moeten, indien van toepassing, de desbetreffende bepalingen in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren worden nageleefd. 6. Het melkveebedrijf dient gedurende het gehele kalenderjaar te voldoen aan het Protocol 2010 van Keten Kwaliteit Melk (KKM). Voor de beoordeling schakelt De Graafstroom een beoordelende instantie in. De melkproducent verschaft de beoordelende instantie toegang tot het melkveebedrijf en verleent de benodigde medewerking aan de beoordeling. Leveranciers van Boerderijmelk dienen eveneens te voldoen aan de tussentijdse aanpassingen van de Keten Kwaliteit Melk (KKM). Ook als deze nog niet expliciet in de Praktijkregeling zijn opgenomen. 7. Daarnaast dient de melkproducent toegang te verlenen aan medewerkers van het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ), die in het kader van toezicht op de melkproducenten en/of controle van de RMO-chauffeur het melkveebedrijf bezoeken. Vanaf het moment dat de melkproducent niet meer over een KKM-erkenning beschikt, heeft De Graafstroom het recht om de afgesloten overeenkomst te ontbinden en de Boerderijmelk niet meer af te nemen. 8. Melk met afwijkende geur of smaak mag niet geleverd mag worden. Worden er bij het innemen van de melk geur- of smaakafwijkingen geconstateerd of vermoed dan heeft de RMO-chauffeur de verplichting de melkinname te staken of niet aan te vangen en contact op te nemen met de kwaliteit-coördinator van DeltaMilk. Artikel 7. Bezwaarprocedure 1. Door de melkproducent kan bezwaar worden aangetekend tegen één of meerdere van de volgende zaken: blz.5 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM a. de wijze van monstername door de RMO-chauffeur bij het ophalen van de Boerderijmelk op zijn bedrijf; b. de wijze waarop de hoeveelheid Boerderijmelk is vastgesteld door de RMO-chauffeur; c. de uitslag van de onderzoeksresultaten van het Melkcontrolestation; d. de hoogte van de uitbetaling, gerelateerd aan de kwaliteit, samenstelling en hoeveelheid van de geleverde boerderijmelk aan De Graafstroom 2. Het bezwaarschrift dient schriftelijk binnen 4 weken na dagtekening van een kwaliteitsbericht en/of melkgeldafrekening te worden ingediend bij De Graafstroom. Het bezwaarschrift omvat gegevens van de melkproducent (naam, adres, woonplaats, leveranciersnummer); een kopie van de desbetreffende melkgeldafrekening/kwaliteitsbericht; een motivering van het bezwaar, dagtekening en handtekening van de melkproducent. 3. De kosten voor het indienen van een bezwaarschrift bedragen € 250.-. Indien het bezwaarschrift niet gegrond wordt verklaard, dan zijn alle kosten met betrekking tot het bezwaar voor rekening van de melkproducent. Wordt het bezwaarschrift wel gegrond verklaard, dan zijn alle kosten voor rekening van De Graafstroom. De melkproducent ontvangt in dat geval de betaalde kosten voor het bezwaarschrift retour. 4. Het reglement Bezwaarregeling is opgenomen op de site van DeltaMilk onder documenten. Artikel 8. Calamiteiten 1. Indien de Nederlandse Overheid, als gevolg van een calamiteit, een verbod uitvaardigt om voor een bepaalde periode boerderijmelk van veehouderijbedrijven te gebruiken voor producten bestemd voor menselijke consumptie, dan zal De Graafstroom de boerderijmelk wel afhalen en zijn uiterste best doen om deze melk zo goed mogelijk te vermarkten. De opbrengstprijs van deze melk kan anders zijn dan wat er in het melkleveringscontract is overeengekomen. Ten aanzien van de uitbetaling van de geleverde boerderijmelk kan de melkproducent, als gevolg van de overmacht situatie, geen beroep doen op de prijsafspraak in het afgesloten contract. 2. Indien het door de Nederlandse Overheid verboden wordt om boerderijmelk van het veehouderijbedrijf af te halen, dan zal De Graafstroom als gevolg daarvan geen boerderijmelk van het veehouderijbedrijf halen. Voor de niet afgehaalde boerderijmelk zal door De Graafstroom geen uitbetaling plaats vinden. 3. De voorschriften van de Nederlandse Overheid dienen strikt te worden nageleefd en uitgevoerd. In het geval van calamiteiten dient de melkproducent zijn medewerking te verlenen aan alle sancties en controles, zoals is opgelegd door de bevoegde autoriteiten. Artikel 9. Toepasselijk recht en bevoegde rechter 1. Op deze leveringsvoorwaarden is het Nederlandse Recht van toepassing. Buitenlandse wetgeving en verdragen zijn uitgesloten, daar kunnen dus geen rechten aan ontleend worden. 2. Wanneer één of meerdere bepalingen uit deze leveringsvoorwaarden of een deel daarvan, ongeldig is of wordt, dan blijven de overige bepaling onverkort van toepassing. De Graafstroom zal de ongeldige bepalingen vervangen door nieuwe bepalingen, welke zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met de doelstelling van de ongeldige bepalingen. 3. Tenzij de Wet dwingend anders voorschrijft, zal in eerste instantie het geschil tussen partijen worden voorgelegd aan de rechter in het arrondissement waarin De Graafstroom is gevestigd. De Graafstroom kan blz.6 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM er voor kiezen om het geschil voor te leggen aan de rechter in het arrondissement waarin het bedrijf van de melkproducent is gevestigd. Artikel 10. Uitbetaling boerderijmelk 1. De uitbetaling boerderijmelk door De Graafstroom vindt plaats overeenkomstig de verordening van het Productschap Zuivel betreffende het uitbetalen van boerderijmelk naar kwaliteit, samenstelling en gewicht. 2. De bepaling van de kwaliteit van de aangevoerde melk geschiedt op de aangegeven kwaliteitskenmerken en de daarbij vermelde frequenties van bemonstering en onderzoek (zie Kwaliteitsregeling Boerderijmelk zoals vermeldt op Z-net onder Kwaliteitsregeling) 3. Het onderzoek op gehalte en kwaliteit van de boerderijmelk wordt uitgevoerd conform de regelgeving Productschap Zuivel bij een erkend Melk Controle Station (Qlip) te Zutphen. 4. De Graafstroom conformeert zich aan de Algemene Levensmiddelen Verordening (EU-regelgeving), 5. De Graafstroom neemt alleen melk af van melkproducenten die voldoen aan het KKM “Protocol 2010” en de in de jaren daarna toegevoegde aanpassingen. 6. In de overeenkomst met de melkproducent kan er afgeweken worden van lid 4.3 uit het Reglement. Voor het geval dat De Graafstroom te maken krijgt met financiële overmacht, dan zal De Graafstroom de melkproducent direct op de hoogte stellen over de gevolgen en te nemen maatregelen om het betalingsverkeer richting de melkproducent zo goed mogelijk zeker te stellen. 7. Melkproducenten, die wisselen van BTW-status, dienen op tijd de BTW verklaring bij De Graafstroom in te dienen. Wordt de wisseling in BTW-status te laat doorgegeven, dan zijn de eventuele fiscale gevolgen voor rekening van de melkproducent. Artikel 11. Productie uitbreiding 1. Voor het recht tot levering van melk, dient € 2 eurocent als ledenaandeelkapitaal en € 3 eurocent als ledenlening per kg melk te worden bijgestort vóór 1 januari van het nieuwe boekjaar. Bij een melklevering in een kalenderjaar, die meer dan 5% afwijkt van het bij DeltaMilk B.A. en DeltaMilk Finance U.A. geregistreerde volume, dient voor het einde van hetzelfde kalenderjaar € 5 eurocent 2. ledenaandeelkapitaal en ledenlening te worden bijgestort. 3. Bedrijven die de melkproductie aanzienlijk willen uitbreiden dienen dat vooraf te melden aan DeltaMilk B.A. en DeltaMilk Finance U.A. De Graafstroom heeft deze informatie nodig om de melkaanvoer vanuit het melkfonds Dutch Milk Foundation af te stemmen. 4. Dividendrechten worden alleen toegekend (zodra de jaarcijfers bekend zijn) over de geleverde melk, mits over deze geleverde melk ook ledengeld is ingelegd vóór aanvang van het betreffende kalenderjaar. 5. Rentevergoeding wordt uitgekeerd over de lening (aan De Graafstroom) die gedurende het gehele kwartaal op naam van het betreffende lid staat, direct na afloop van het betreffende kwartaal. 6. Bovenstaande tekst is een verkorte weergave van de regelingen. De volledige regelingen zijn te lezen in de statuten en reglementen van Deltamilk B.A. en Deltamilk Finance U.A. Artikel 12. Opbouw melkgeld en bijkomende kosten 1. Wettelijk opgelegde en voorgeschreven inhoudingen, gemaakte kosten en kortingen worden op de maandafrekening in mindering gebracht. 2. De PZ-heffing, middels verordeningen vastgelegd wordt in mindering gebracht. blz.7 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM 3. De Graafstroom bepaalt welk onderzoek er aan de melkmonsters moet plaats vinden. Kosten hiervan zitten in de overeengekomen garantieprijs al verwerkt. 4. Indien er extra onderzoek moet worden uitgevoerd (bijvoorbeeld in verband met slechte kwaliteit aangeleverde boerderijmelk) dan worden deze kosten aan de melkproducent doorberekend. Voor onderzoek op celgetal, kiemgetal, boterzuur, vriespunt, reinheid en chloroform wordt € 6,- per melkmonster in rekening gebracht. 5. Het is niet toegestaan om melkmonsters mee te geven, te brengen of in te zenden, welke vermengd of verdund zijn. 6. De periodieke toezichtbeoordeling op de KKM wordt uitgevoerd door Qlip te Zutphen. De kosten hiervan zijn voor De Graafstroom. 7. Mocht na een toezichtbeoordeling Qlip aan het melkveebedrijf een status van geel, oranje of rood worden toegekend, dan zal er vaker een beoordeling plaatsvinden. Voor elke extra beoordeling wordt € 200 aan de melkproducent in rekening gebracht. Indien de KKM-erkenning van de melkproducent is ingetrokken en nadien weer een herintrederbeoordeling is uitgevoerd, wordt voor de herintrederbeoordeling € 250,- in rekening gebracht bij de melkproducent. De kosten voor een opgelegde kiem- of celgetalregeling (Hygiëneverordening 853/2004) en de overige regelingen voorafgaande aan een eventuele melkweigeringsprocedure worden bij de melkproducent in rekening gebracht. Voor het geval de melkproducent voor de derde keer of vaker in de laatste twaalf weken is beboet voor de aanwezigheid van groei remmende stoffen, zal De Graafstroom de volgende veertien dagen alleen boerderij melk bij de melkproducent ophalen, als door De Graafstroom van te voren is vastgesteld dat de inhoud van de melkkoeltank vrij is van kiem remmende stoffen. De kosten voor deze extra monsternemingen en de onderzoekskosten gedurende deze veertien dagen worden in rekening gebracht bij de melkproducent. Artikel 13. Pool ingehouden kortingsgelden 1. Melkproducenten die melk aanleveren met een kwaliteit die niet voldoet aan de voorwaarden opgenomen in de Kwaliteitsregeling Boerderijmelk 2014 worden uitbetaald volgens het in deze regeling opgenomen kortingspuntensysteem. 2. De op de melkprijs ingehouden gelden ten gevolge van toegekende kortingspunten worden door De Graafstroom per kwartaal achteraf uitbetaald aan de melkproducenten die het gehele voorgaande kwartaal melk hebben geleverd waaraan geen kortingspunten zijn toegekend. 3. Deze regeling is niet van toepassing voor ingehouden gelden als gevolg van het aantreffen van antibioticaresiduen. Deze gelden worden aangewend om de kosten van onderzoek, laboratorium, procesvertraging en administratie van de fabriek De Graafstroom te voldoen. Artikel 14. Superheffing 1. De Graafstroom is wettelijk verplicht de superheffing schuld voor 1 oktober na afloop van het superheffingsjaar af te dragen aan het PZ. 2. Aan het eind van het superheffingsjaar berekent De Graafstroom per individuele melkproducent de verschuldigde superheffing. 3. Bij de melkproducenten die, op basis van deze berekening, superheffing verschuldigd zijn zal De Graafstroom per melkgeldperiode maximaal de helft van het melkgeld inhouden (zowel op het voorschot als op de maandafrekening). blz.8 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM 4. Bij een forse superheffing schuld, wordt de inning van de verschuldigde superheffing verdeeld over meerdere melkgeldperioden. 5. Blijkt dat de melkproducent in de loop van het superheffing jaar meer boerderijmelk levert dan zijn fabrieksquotum groot is, dan behoudt De Graafstroom zich het recht voor om een bankgarantie te vragen aan de melkproducent om de (toekomstige) superheffing schuld af te dekken. Is de afgifte van een bankgarantie niet mogelijk dan zal De Graafstroom een evenredig deel van de te verwachten superheffingsschuld op de maandelijkse melkgeldafrekening inhouden. 6. De Graafstroom houdt zich het recht voor om deze situatie al voor afloop van het superheffing jaar te starten met een inhouding op het melkgeld dan wel uitbetaling te blokkeren door deze niet uit te betalen. 7. De Graafstroom houdt zich het recht voor om, wanneer inhouding op het melkgeld niet meer mogelijk is, de verschuldigde superheffing jaar in te houden of te verrekenen met het ledengeld of de dividendbijschrijvingsrekening van de betreffende melkproducent. 8. De Graafstroom is verplicht om bij overschrijding van het gebruiksquotum met meer dan 100.000 kg melk dit te melden aan PZ en vanaf het moment van overschrijding te starten met een inhouding op het melkgeld dan wel uitbetaling te blokkeren door deze niet uit te betalen. 9. De Graafstroom zal rondom het einde van het superheffingsjaar de normale ophaalschema’s hanteren en geen aangepast RMO-vervoer inzetten. Artikel 15. Samenstellingsonderzoek vet en eiwit 1. Door middel van onderzoek zal van elke levering het vet- en eiwitgehalte worden vastgesteld. Dit dient als basis voor uitbetaling van de geleverde boerderijmelk. 2. De vet en eiwitprijs wordt maandelijks vastgesteld. 3. Wanneer een monster niet voldoet aan de criteria voor gehalteonderzoek, wordt een uitslag berekend. Deze berekende uitslag komt tot stand door een gemiddelde te berekenen van de voorgaande twee uitslagen. Artikel 16. Zomerkorting en wintertoeslag 1. Er wordt geen zomerkorting of wintertoeslag toegepast Artikel 17. Leverantieplicht 1. Melkleveranciers die aan De Graafstroom leveren dienen alle melk, die geproduceerd wordt op het bedrijf, aan De Graafstroom te leveren met uitzondering van melk voor eigen privégebruik. 2. Het is niet toegestaan een deel van de melk aan derden te verkopen zolang melkproducenten aan De Graafstroom leveren. Artikel 18. Zelfzuivelaars 1. Aan zelfzuivelaars is het toegestaan zonder het aanvragen van ontheffing van de leveringsplicht melk in de eigen onderneming te verwerken mits de resterende, aan De Graafstroom te leveren, hoeveelheid melk minimaal 400.000 kg melk bedraagt. 2. Om te kunnen leveren via De Graafstroom dient de zelfzuivelaar te beschikken over een bij PZ geregistreerd fabrieksquotum van minimaal 400.000 kg melk. 3. Om te voorkomen dat De Graafstroom als restverwerker of calamiteitenopvang wordt gebruikt moet er sprake zijn van een regelmatige melkleverantie gedurende 12 maanden van het jaar. blz.9 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM 4. De Graafstroom behoudt zich het recht voor kosten in rekening te brengen voor administratie, planning en onregelmatigheid in de logistiek. Artikel 19. Installatie voorwaarden melkkoeltanks en nieuwbouw tanklokaal 1. Bij aanschaf van een nieuwe melkkoeltank dient de uitloop van de tank en de aansluitkoppeling van de RMO DN 80 volgens DIN 11851 te zijn. Bij vervanging van uw melkkoeltank door een andere gebruikte tank dienen de uitloop, kraan en koppeling 2,5” te zijn. 2. Bij nieuwbouw van tanklokalen zijn er een aantal voorwaarden ten aanzien van de installatie. De tankinstallatie moet zo zijn geïnstalleerd dat van de opgeslagen melk volgens de voorwaarden van het COKZ een monster kan worden genomen. Vervanging en vergroting van de melkkoeltank dienen te worden uitgevoerd volgens de eisen en aanbevelingen van de Installatievoorwaarden van Melkkoeltanks. 3. Voor silotanks gelden bijzondere voorwaarden. Silotanks dienen een goedkeuring van het COKZ te hebben. Neem vóór aanschaf van een silo tank contact op de kwaliteit coördinator van DeltaMilk. De veehouders met een silo tank zijn verantwoordelijk voor het schoonmaken en schoonhouden van de kraan ten behoeve van het monster nemen. 4. Bij tanks met onder-vulling dient een bedieningsinstructie aanwezig te zijn zodat duidelijk is dat de persleiding tijdens de melkinname afgesloten is en tijdens de inname geen melk toegevoegd kan worden. Artikel 20. Leeftijd melk 1. De melk die geleverd wordt mag maximaal 72 uur (AMS 80 uur) oud zijn. Wanneer de melk wordt opgehaald en ouder blijkt te zijn dan toegestaan, dan wordt een korting op de melkprijs opgelegd van € 0,25 per kg melk over de totale tankinhoud. 2. Wordt de overschrijding van de leeftijd van de melk veroorzaakt door een niet aan de melkproducent toe te rekenen verstoring van het melkophaalschema dan wordt deze korting op de melkprijs niet opgelegd. Artikel 21. Extra afhaling van de melk 1. Voor extra afhaling van de melk of door een door de melkproducent veroorzaakte verstoring van het vervoerschema, worden de gemaakte extra kosten in rekening gebracht. Artikel 22. Zondagsrust 1. Op zondag zal er op de fabriek De Graafstroom geen kaasproductie plaatsvinden. De werkzaamheden beperken zich tot de noodzakelijke controles, toezicht en controlewerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de kwaliteitsborging van de kaasproductie op de dagen voorafgaand aan de zondag. 2. De Graafstroom respecteert de zondagsrust en zal geen melk ophalen bij melkproducenten die aangeven daar op religieuze gronden bezwaar tegen te hebben. 3. Uitzondering hierop zijn situaties van overmacht en opgetreden calamiteiten tijdens de dagen dat wel melk wordt opgehaald. Artikel 23. Tijdelijke stoppers blz.10 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM 1. Wanneer de leverantie om welke reden dan ook langer dan vier weken is gestaakt, kan alleen na monsterneming en vaststelling van de kwaliteit van de melk de leveringen opnieuw worden hervat. Artikel 24. Deelname Z-net 1. De Graafstroom maakt voor het versturen van de melkgeldnota gebruik van Z-net. 2. Wanneer u Z-net gebruikt en u het wekelijks toegestuurde Veehouderij Informatie Overzicht (VIO) niet meer wenst te ontvangen, is Z-net gratis. In geval meerdere instanties gebruik maken van uw gegevens via Z-net, dan zijn de aanvullende kosten € 1,- per deelnemende instantie. Wanneer u wel een VIO wenst, zijn de kosten € 5,- per maand. Artikel 25. Aansprakelijkheid 1. Wanneer er door het leveren van afwijkende boerderijmelk schade ontstaat in het productieproces of product, zal De Graafstroom de veehouder hiervoor aansprakelijk stellen. Wanneer uit professionele sneltesten op groeiremmers of andere stoffen in de RMO aangevoerde partijen melk afwijkingen worden geconstateerd, wordt de schade (kosten melk, aan- en afvoer en vernietiging van de melk naar een erkende verwerker) naar de desbetreffende veehouder doorberekend. 2. Wij raden u aan te onderzoeken of u een verzekering hebt, die op dit moment de bovengenoemde schade dekt. Is dit nog niet het geval, adviseren wij u hiervoor een verzekering af te sluiten die voldoende dekking biedt. Artikel 26. Samenstelling melk, kwaliteit melk en kwaliteitsborging 1. Onderzoek en bepalingen betreffende de samenstelling van de geleverde boerderijmelk naar gehaltes en kwaliteit worden verricht door Qlip, kwaliteitsborging in de Zuivelketen, te Zutphen. Uitslagen, bepalingen en beschikkingen zijn door de leverancier van de boerderijmelk en De Graafstroom als bindend te beschouwen. Artikel 27. Bemonstering en Normen Bepaling van de kwaliteit van de aangevoerde boerderijmelk geschiedt – met inachtneming van het bepaalde in de Verordeningen van het Productschap Zuivel met betrekking tot het uitbetalen van boerderijmelk naar kwaliteit, samenstelling en gewicht - op de in de tabel aangegeven kwaliteitskenmerken en de daarbij vermelde frequenties van bemonstering en onderzoek. Aan de hand van de in de tabel vermelde normen worden aan de kwaliteitsuitslagen kortingspunten toegekend. Voor ieder punt korting wordt € 0,005 per kg ingehouden op de boerderijmelk, die in de desbetreffende bemonsteringsperiode (kalendermaand) is geleverd. Bij overschrijding van de norm voor het onderzoek op bacteriegroei remmende stoffen wordt de gehele melkprijs ingehouden op de leverantie waarin de groeiremming is aangetoond. 1. Het geometrisch gemiddelde celgetal wordt berekend door de uitslagen te vermenigvuldigen van de monsters die zijn genomen in de laatste drie bemonsteringsperioden (kalendermaanden), als regel dus 5 of 6 uitslagen, en uit de uitkomst daarvan de vijfde- of zesdemachtswortel te trekken (bij 4 uitslagen de vierdemachtswortel, etc.); 2. Halve bemonsteringsperiode is de periode van de eerste veertien dagen in februari, dan wel de eerste vijftien dagen in elke andere kalendermaand, dan wel de periode van de overige dagen in elke kalendermaand. blz.11 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM 3. Van iedere leverantie wordt de zuurtegraad van het melkvet volgens de infraroodmethode bepaald. Aan het eind van de maand wordt één geometrisch gemiddelde uitslag berekend op basis van alle uitslagen in de betreffende maand. Artikel 28. Informatie over kwaliteit, samenstelling en gewicht 1. Op de maandafrekening staat de informatie over de kwaliteit, samenstelling en gewicht van de geleverde boerderijmelk over die kalendermaand. Daarnaast kan de melkproducent, indien geabonneerd, op Z-net deze (uitgebreide) informatie terugvinden. Artikel 29. Informatie over toegekende kortingspunten 1. Indien uit het kwaliteits- en/of samenstellingsonderzoek blijkt dat er kortingspunten moeten worden opgelegd, dan krijgt de melkproducent hiervan zo spoedig mogelijk digitaal bericht. 2. Voor de Z-net abonnees komt deze informatie zo snel mogelijk beschikbaar via Z-net. Artikel 30. Informatie over uitslag extra monsters 1. De melkproducent heeft de mogelijkheid om een extra monster te laten nemen van de te leveren boerderijmelk. De melkproducent kan de RMO-chauffeur vragen om een monster te nemen voor dit extra onderzoek. De kosten van deze extra monsters zijn voor rekening van de producent. 2. De uitslag van de extra monsters zal altijd schriftelijk per post of digitaal worden verstuurd aan de melkproducent. Voor de Z-net abonnees staat deze informatie zo snel mogelijk op Z-net. Artikel 31. Recidiveregeling Extra kortingspunten (recidiveregeling) worden toegekend per kwaliteitsonderdeel in de navolgende situatie: Bij onderzoeken die twee maal per maand plaatsvinden: 1 extra punt bij de derde opeenvolgende kwaliteitsafwijking 2 extra punten bij de vierde kwaliteitsafwijking voor zover de regeling niet is vervallen of opgeschort 4 extra punten bij de vijfde kwaliteitsafwijking voor zover de regeling niet is vervallen of opgeschort 6 extra punten bij de zesde kwaliteitsafwijking voor zover de regeling niet is vervallen of opgeschort 8 extra punten bij de zevende en volgende kwaliteitsafwijking voor zover de regeling niet is vervallen of opgeschort Bij onderzoeken die één maal per maand plaatsvinden: 1 extra punt bij de tweede opeenvolgende kwaliteitsafwijking 2 extra punten bij de derde kwaliteitsafwijking voor zover de regeling niet is vervallen of opgeschort 4 extra punten bij de vierde kwaliteitsafwijking voor zover de regeling niet is vervallen of opgeschort 6 extra punten bij de vijfde kwaliteitsafwijking voor zover de regeling niet is vervallen of opgeschort 8 extra punten bij de zesde en volgende kwaliteitsafwijking voor zover de regeling niet is vervallen of opgeschort Opschorting van de regeling vindt plaats, indien aan een kwaliteitsuitslag geen kortingspunten voor het betreffende kwaliteitsonderdeel zijn toegekend. blz.12 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Toepassing van de recidiveregeling vervalt indien er aan twee achtereenvolgende kwaliteitsuitslagen geen kortingspunten voor het betreffende kwaliteitsonderdeel zijn toegekend. Recidiveregeling melkvreemde resp. bacteriegroei remmende stoffen: Bij een tweede positieve levering binnen twaalf maanden wordt Qlip NV ingeschakeld voor een tussentijdse beoordeling in het kader van KKM met specifieke aandacht voor registratie diergeneesmiddelen, separatie van melk en dierherkenning. Artikel 32. Waarschuwingsberichten Waarschuwingsberichten worden per post of naar keuze digitaal verstuurd aan de melkleverancier, zodra de volgende waarden in een leverantiemonster worden bereikt: Kiemgetal: > 25.000 kiemen/ml Celgetal: > 250.000 cellen/ml Boterzuurbepaling: +/- uitslag Zuurtegraad melkvet : > 1,00 mmol/100 g vet Vriespunt: > -0,510º C Bacteriegroei remmende stoffen: verdacht Chloroform: 0,10 mg/kg vet Artikel 33. Melkweigering Indien de melkproducent gedurende een periode van ten minste veertien dagen boerderijmelk van onvoldoende kwaliteit levert (dit is het geval bij een normoverschrijding), kan De Graafstroom besluiten de boerderij melk definitief of gedurende een bepaalde periode niet meer af te nemen. In de volgende gevallen zal De Graafstroom besluiten de melk te weigeren: 1. Is het maximum aantal extra punten (8 extra punten uit de recidiveregeling) toegekend aan de melkproducent, dan neemt De Graafstroom definitief dan wel in ieder geval gedurende een periode van minimaal veertien dagen geen boerderijmelk meer van de melkproducent af. De melkproducent zal van dit besluit schriftelijk (aangetekend per post) op de hoogte worden gesteld door De Graafstroom. 2. Indien het geometrisch gemiddelde celgetal over drie maanden gemeten hoger is dan 400.000 cellen per ml boerderijmelk en gedurende de daarop volgende verbeteringstermijn van drie maanden ook constant een geometrisch gemiddeld celgetal van meer dan 400.000 cellen per ml boerderijmelk aangeeft dan zal De Graafstroom definitief dan wel in ieder geval gedurende een periode van minimaal veertien dagen geen boerderijmelk meer van de melkproducent afnemen. De melkproducent zal van dit besluit schriftelijk (aangetekend per post)op de hoogte worden gesteld door De Graafstroom. 3. Indien het geometrisch gemiddelde kiemgetal over twee maanden gemeten hoger is dan 100.000 kve/ml boerderijmelk en gedurende de daarop volgende verbeterings-termijn van drie maanden ook constant een geometrisch kiemgetal van meer dan 100.000 kve per ml boerderijmelk aangeeft dan zal De Graafstroom definitief dan wel in ieder geval gedurende een periode van minimaal veertien dagen geen boerderijmelk blz.13 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM meer van de melkproducent afnemen. De melkproducent zal van dit besluit schriftelijk (aangetekend per post) op de hoogte worden gesteld door De Graafstroom. 4. Indien voor boterzuur 4 maal achtereen ++ wordt vastgesteld zal De Graafstroom definitief dan wel in ieder geval gedurende een periode van minimaal veertien dagen geen boerderijmelk meer van de melkproducent afnemen. De melkproducent zal van dit besluit schriftelijk (aangetekend per post) op de hoogte worden gesteld door De Graafstroom. 5. Indien door de daartoe bevoegde nationale of Europese autoriteiten een verbod aan levensmiddelenproducenten wordt opgelegd, als gevolg waarvan het niet toegestaan is de boerderijmelk te verwerken tot producten bestemd voor humane consumptie, staakt De Graafstroom de afname van boerderijmelk gedurende de periode, waarvoor het verbod geldt. Voor de gedurende deze periode door de melkproducent geleverde boerderijmelk wordt geen vergoeding door De Graafstroom uitbetaald. 6. Leverbotbehandelingen met Anthelmintica is bij melkgevend vee niet toegestaan. Hierop wordt actief gecontroleerd. Als uit onderzoek blijkt dat melk geleverd is van melkkoeien behandeld met Anthelmintica dan zal afname direct worden gestopt. De melk wordt weer opgehaald als is aangetoond dat er geen Anthelmintica-residuen meer in de melk aanwezig zijn. Artikel 46. Andere gevallen van melkweigering door De Graafstroom 1. Als blijkt dat op het bedrijf van de melkproducent verboden melkgift stimulerende middelen, zoals bijvoorbeeld Bovine Somatotropine (BST), aan de runderen wordt toegediend, dan wordt met onmiddellijke ingang de te leveren boerderijmelk geweigerd. De melkproducent zal van dit besluit door De Graafstroom per aangetekend schrijven op de hoogte worden gesteld. 2. Indien een melkproducent, binnen een tijdsbestek van twaalf maanden, voor de tweede keer een melkweigering krijgt opgelegd in verband met een opgelegde recidive-, kiem- of celgetalregeling, zal De Graafstroom definitief de boerderijmelk weigeren. De melkproducent zal van dit besluit, via een aangetekend schrijven van De Graafstroom, op de hoogte worden gesteld. Artikel 35. Technische eisen levering boerderijmelk 1. Het tanklokaal dient vierentwintig uur per dag toegankelijk te zijn voor de RMO-chauffeur. 2. De RMO-chauffeur moet de aan hem opgedragen en voorgeschreven taak op een vlotte en veilige en hygiënische wijze kunnen verrichten. Indien aanrijroute en laadplaats bevuild zijn met modder en/of mest, dan mag de RMO-chauffeur besluiten om de boerderij melk niet in te nemen. De RMO-chauffeur dient de melkproducent hier direct van op de hoogte te stellen. 3. De melkproductie op een melkveebedrijf moet 3 dagen (72 uur, AMS 80 uur) onder koeling in één melk melkkoeltank kunnen worden opgeslagen. Wanneer de melk extra moet worden opgehaald vanwege een te kleine capaciteit dan zullen er extra kosten worden berekend. Melk aangeboden anders dan in de hoofdtank b.v. in bijzettankjes, bussen en/of melkglazen mag niet worden geleverd. 4. De melkkoeltank behoort een zodanige capaciteit te hebben dat de tank gedurende het gehele jaar ten minste de melk van drie aangesloten dagen (72 uur, AMS 80 uur) kan bevatten. Bij het signaleren van een afwijking hiervan heeft de RMO-chauffeur de verplichting de melkinname te staken of niet aan te vangen en contact op te nemen met de kwaliteit-coördinator van De Graafstroom. 5. De af te halen boerderijmelk dient over deze periode binnen twee uur, na het melken, een temperatuur van vier graden Celsius te hebben bereikt. 6. Tijdens het Iaden van de RMO mag geen boerderijmelk in de melkkoeltank worden ingelaten. blz.14 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM 7. Boerderijmelk, welke gedurende de opslag periode, gedurende enig moment niet in de melkkoeltank is opgeslagen mag niet worden geleverd aan De Graafstroom. 8. Op bedrijven waar een automatisch melksysteem (AMS) in gebruik is, dienen met betrekking tot het koelen en opslaan van de melk de technische mogelijkheden van de melkkoeltank van dien aard te zijn, dat deze een doorlopende melkafhaling zonder wachttijden of andere belemmeringen mogelijk maakt. Tijdens het innemen van de melk mag er geen melk meer in de koeltank worden toegevoegd. Boven het mangat van de tank dient een vrije ruimte te zijn van 70 centimeter. 9. Indien er rond het ophalen van de boerderijmelk, door de melkproducent veroorzaakte, kosten veroorzakende belemmeringen zijn, dan kan De Graafstroom de extra vervoerskosten in rekening brengen bij de melkproducent. 10. Bomen en struiken dienen zodanig gesnoeid te zijn dat takken de RMO niet kunnen beschadigen. 11. De melk moet geladen kunnen worden met de standaardslang die op de RMO-wagens aanwezig is, dat betekent dat de afstand tussen RMO en laadpunt tank niet groter mag zijn dan 8 meter. 12. De melk wordt opgehaald met trailers/opleggers met een laadvermogen van 34 ton. Als de inrichting en de toegang van uw erf het noodzakelijk maken om RMO’s met een kleinere laadcapaciteit in te zetten dan brengen wij daarvoor de extra kosten in rekening. Een uitzondering hierop kan worden gemaakt indien lokale of regionale infrastructuur de inzet van een dergelijk transportmiddel niet toestaat. 13. Voor een goede bereikbaarheid van uw tanklokaal moet de aanrijroute en de laadplaats bij sneeuw en gladheid worden gestrooid. Als de RMO chauffeur het onverantwoord vindt uw erf op te rijden, zal de melk niet worden opgehaald. 14. De reiniging van de boerderijtank is de verantwoordelijkheid van de melkveehouder. Veelal zal de RMOchauffeur de reiniging na het leeghalen van de tank opstarten. De melkveehouder dient zelf het reservoir met reinigingsmiddel te vullen. Artikel 36. Tarieven dienstverlening en overige tarieven (prijspeil 2013) Kosten KKM, zowel entree-, deel- als herbeoordeling zijn voor rekening van de melkproducent. Extra koemelk of tankmonster via chauffeur of via Regiocoördinator Extra Salmonella-monsters voor eigen rekening Eenmalige entreekosten nieuwe leden De Graafstroom/DeltaMilk € 6,00 Geldend tarief € 500,00 blz.15 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Ledenlening nieuw intredende leden De Graafstroom/DeltaMilk Ledenaandeelkapitaal nieuw intredende leden De Graafstroom/DeltaMilk Kosten voor het opmaken van de maandafrekening Korting op de melkprijs per kg melk bij levering melk ouder dan 72 uur. (AMS 80 uur of meer) Kosten per rit vanwege extra ophalen door te kleine tankcapaciteit Extra vervoerskosten per maand voor het moeten inzetten van een tankmelkauto met kleinere capaciteit. Ophalen van melk uit een tweede tank op hetzelfde bedrijf per maand. Korting leveren melk met bacteriegroei remmende stoffen. Behandeling van een bezwaar door De Graafstroom (bij handhaving van het besluit) Behandelen van een bezwaar door de commissie van bezwaar. (bij handhaving van het besluit) € 3,00 per 100 kg fabrieksquotum. € 2,00 per 100 kg fabrieksquotum. € 100,00 € 0,25 € 35,€ 275,00 € 30,00 gehele melkprijs. € 250,00 € 250,00 Artikel 37 Kwaliteit Stimuleringsregeling 1. De Graafstoom kent een kwaliteit Stimuleringsregeling waarbij op de onderdelen kiemgetal, celgetal, boterzuur en zuurtegraad vet een toeslag kan worden verdiend. Het tarief staat in het Reglement De Graafstroom. 2. De volledige regeling staat opgenomen op de site van Z-net onder het kopje kwaliteit -toelichting kwaliteitsstelsel en in bijlage 1 3. De regeling staat ook opgenomen op de site van DeltaMilk (www.deltamilk.nl) onder documenten. Artikel 38 Duurzaamheidsregeling 1. De Graafstoom kent een Duurzaamheidsregeling. Het tarief staat in het Reglement De Graafstroom 2. De regeling staat opgenomen op bijlage 2. Artikel 39 Koe-Kompas 1. Vanaf 2012 biedt De Graafstroom haar leden het programma Koe-Kompas aan. Het Koe-Kompas is een hulpmiddel om samen met uw dierenarts te kijken naar melken, voeding en water, huisvesting, dierenwelzijn, werk routines, dierziekte incidentie en jongvee opfok. 2. Het Koe-Kompas brengt de risicofactoren op uw bedrijf in beeld, laat zien waar uw sterke punten liggen en waar u stappen kunt zetten om te verbeteren. Een praktisch hulpmiddel om preventief te werken op uw bedrijf. blz.16 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Artikel 40 Geschenkenregeling 1. Een veehouder komt voor een attentie in aanmerking als in het betreffende kalenderjaar (1 januari -31 december) aan de volgende vier voorwaarden is voldaan: • Geheel kalenderjaar melk geleverd. • Geen kwaliteitskorting gehad. • Geen melkvreemde- of bacteriegroei remmende stoffen. • Voldoen aan “KKM Protocol 2010” van Qlip Artikel 41. Overgangs- en slotbepalingen 1. Deze brochure bevat een zo goed mogelijke weergave van de belangrijkste regelingen. 2. In alle gevallen waarin deze leveringsvoorwaarden niet voorzien, beslist De Graafstroom. 3. Op een klacht of bezwaar dat betrekking heeft op gedragingen of omstandigheden voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van deze leveringsvoorwaarden zijn de bepalingen van deze leveringsvoorwaarden niet van toepassing. Artikel 42. Adres Zuivelfabriek De Graafstoom Zuivelfabriek De Graafstroom Dorpsstraat 18 2971 AD Bleskensgraaf Website: www.degraafstroom.com Artikel 43. Adres Zuivelcoöperatie DeltaMilk Zuivelcoöperatie DeltaMilk Secretariaat Grote Kanaaldijk 18 4231 ZA Meerkerk Internet: www.DeltaMilk.nl E-mail: [email protected] Kamer van Koophandel: 11056223 BTW nummer: NL.8127.69.004.B.01 PZ-registratienummer: 2023.01978 Gegevens coördinator Kwaliteit & Duurzaamheid Zuivelcoöperatie DeltaMilk Ruud Kooyman Coördinator Kwaliteit & Duurzaamheid Deltamilk/De Graafstroom T: 0345-599900 M: 06-38408588 E: [email protected] blz.17 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Telefoonnummers Telefoonnummers bestuur en regio coördinatoren. Zie www.DeltaMilk.nl blz.18 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Bijlage 1: Kwaliteit stimuleringsregeling Boerderijmelk 2013 koemelk (fabriek 66) Onderdeel Frequentie Normen Punten Toeslag (in W(bericht) eurocenten per kg) Vet, eiwit, lactose, ureum Elke leverantie Groeiremmende stoffen Elke leverantie Kiemgetal 2x per maand Door Qlip gehanteerde methode ANA 807, ANA 808 Negatief 0 Verdacht Positief Korting gelijk aan de dan geldende melkprijs/ kg Positief ANA 801, ANA 702, ANA 703, ANA 706, ANA 707, ANA 708, ANA 709 ANA 803 Celgetal 2x per maand ≤30.000 kve/ml ≤100.000 kve/ml 0 101.000-250.000 kve/ml >250.000 kve/ml 1 >30.000 kve/ml 0,10 Laatste uitslag >250.000/ml en/of geom.gem.> 400.000/ml 2 Laatste uitslag en of geom.gem. ≤ 250.000/ml Laatste uitslag ≤ 400.000/ml Laatste uitslag > 400.000/ml en geom. gem. > 400.000/ml 0,10 0 1 ANA 807, ANA 808 ANA 806 Boterzuur (reguliere methode) 2x per maand, Reinheid 1x per maand -- 0 1 x verdacht (+-) 2 x of meer verdacht (+-) ++ 0 2 Geen vuil 0 Vuil 2 0,25 +++ 4 ANA 805 Zuurtegraad melkvet (m.b.v. IR) Elke leverantie; Bepaling punten en toeslag rekenkundig per maand ≤ 0,60 mmol/100g 0 vet vuil 0,10 >0,60 mmol/100 g vet ANA 807, ANA 808 ≤1,00 mmol/100 g 0 vet >1,00 mmol/100 g 1 vet Vriespunt (m.b.v. IR) Elke leverantie; Bepaling punten en toeslag ≤-0,505°C 0 >-0,505°C 1 >-0,510°C ANA 807, ANA 808 blz.19 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM rekenkundig per maand Chloroform Salmonellose – afweerstoffen (Dublin en Typhimurium) 2 keer per jaar 3 keer per jaar <0,1 mg/kg vet 0 0,1-0,2 mg/kg vet >0,2 mg/kg vet 0 1 ≥0,1 mg/kg vet Gunstig Ongunstig -Ongunstig -Wijziging laatste uitslag t.o.v. voorlaatste uitslag ANA 804, ANA 202 ANA 024 * 1 punt = - €0,50/100 kg geleverde melk in die maand Automatisch extra onderzoek uit regulier monster Bij boterzuur uitslag “++” of “+ -“ wordt automatisch extra onderzoek uitgevoerd in elke leverantie, tot de uitslag weer “- -“ is. Bij chloroform uitslag ≥0,1 mg/kg vet heronderzoek uitgevoerd in elke leverantie, tot de uitslag weer < 0,1 mg/kg vet is. Bij kiemgetal uitslag ≥101.000 kve/ml heronderzoek uitgevoerd in elke leverantie, tot de uitslag weer < 101.000 kve/ml is. Recidiveregeling Evt. Opmerkingen/correctie Inwerkingtreding Extra punten Opschorting Beëindiging Bij 3x 2 of meer punten per halve maand binnen een periode van 3 maanden Na inwerkingtreding: 1 extra punt bij 3e keer 2 of meer punten 2 extra punten bij 4e keer 2 of meer punten 4 extra punten bij 5e keer 2 of meer punten 4 extra punten bij 6e keer 2 of meer punten 8 extra punten bij 7e keer 2 of meer punten Bij minder dan 2 punten in een halve maand Bij 0 punten in 2 opeenvolgende halve maanden of bij minder dan 2 punten in drie opeenvolgende halve maanden Bij 4 of meer halve maanden geen melk geleverd Wijze van versturen recapitulatielijsten en uitslagen extraonderzoek: brief Recap. Bact.groeiremmende stoffen Recap. Kwaliteitsberichten Recap. Melkweigerberichten Uitslagen extramonsters Automatisch extra onderzoek uit regulier monster Recap. extra onderzoek (uit regulier monster) fax e-mail X X X X X databestand Nvt Nvt Nvt X X Nvt blz.20 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM Bijlage 2: Duurzaamheidsregeling 2014 Puntenregeling Duurzaamheidspremie 2014 Belangrijk voor concurrentiepositie en imago Een duurzame bedrijfsvoering wordt steeds belangrijker. Klanten van De Graafstroom hebben wensen op dat gebied en ook de samenleving, onze buren, stellen zich kritisch op. Verduurzaming is belangrijk voor de concurrentiepositie van De Graafstroom én voor het imago van de sector. Bovendien gaat een duurzame bedrijfsvoering vaak hand in hand met een verbetering van het rendement. Allemaal redenen waarom De Graafstoom, in navolging van de andere Zuivelondernemingen, een Duurzaamheid Stimulering Programma met bijbehorende premie heeft ontwikkeld. Voorwaarden: Om in aanmerking te komen voor de duurzaamheidspremie moet in 2014 aan minimaal vijf van de elf onderdelen worden voldaan. De duurzaamheidspremie wordt berekend over de geleverde kg melk van een afgesloten kalenderjaar. De duurzaamheidspremie wordt na afloop van elk kalenderjaar uitgekeerd. Tegenover de geleverde melk moet voldoende ledeninleg staan. De keuze onderdelen zijn: 1. Weidegang melkkoeien volgens de vastgestelde norm o Weidegang van melkkoeien gedurende 120 dagen x 6 uur per dag. o Aantoonbaar door gebruik weidegangkalender o Invullen weidegang kalender op Z-net o Steekproef controle door regio coördinatoren 2. Aanwezigheid Welzijnsstal op bedrijf o Aantoonbaar door Overheidserkenning Welzijnsstal. o Er komt een eensluidende omschrijving welke stallen vallen onder het begrip welzijnsstal, daar wordt bij aangesloten. Tot dat moment valt alleen de Maatlatstallen onder de regeling. 3. Energieproductie o Opwekken duurzame energie door zonnepanelen, windenergie of vergisting. o Opwekken minimaal 20% van het eigen gebruik. o Aantoonbaar door registratie opwekkingscapaciteit van de installatie. 4. Deelname kringloop Wijzer blz.21 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM o o o Deelnemer gedurende gehele jaar. Aantoonbaar door deelname bewijs en rapport laatst bekende jaar. Rapport niet ouder dan 1 jaar. 5. Deelname Koe-Kompas o Deelname gedurende gehele jaar o 2 keer per jaar volledig Koe-Kompas laten uitvoeren o Registratie via Z-net 6. Deelname Energiescan o Deelname gedurende gehele jaar o Registratie via Z-net. 7. Antibiotica-reductie. o streefwaarde gedurende gehele jaar overeenkomstig ondergrens Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit (SDA) o Registratie via Z-net. 8. Deelname BEX o Deelname Bedrijfsspecifieke Excretie (BEX). o Deelname gedurende gehele jaar o Aantoonbaar door jaarrapport, niet ouder dan 1 jaar. 9. Natuurbeheer (Minimaal één van onderstaande mogelijkheden) o Beheersovereenkomst (SAN of SN) Voorbeelden: • Akkerranden • slootkantbeheer • Weidevogelbeheer • Botanische graslanden • Landschapselementen of o Biodiversiteitsmeetlat CLM o Pachtovereenkomst of aankoopbewijs natuurland. 10. Studiebijeenkomsten o Deelnemer aan minimaal twee (studie) bijeenkomsten per jaar. Wat telt mee voor 2014: Deelname aan minimaal 2 studiebijeenkomsten per jaar vastgesteld door Deltamilk / De Graafstoom 11. Boerderijpromotie (Minimaal één van onderstaande mogelijkheden) o Certificering o Aantonen door presentielijst en foto blz.22 PRAKTIJKREGLEMENT ZUIVELFABRIEK DE GRAAFSTROOM o o Bedrijfssite gericht op bedrijfs-/boerderijpromotie Gastbedrijf studiebijeenkomsten blz.23
© Copyright 2024 ExpyDoc