BIBLIOTHEEK RIJKSDIENST VOOR O e IJSSELMEERPOLDERS W E R K D O C U M E N T VERGELIJKENDE PROEFBELASTINGEN I N GEBIEDEN MET STERK WISSELENDE SONDEERWAARDEN door M.A. 6% W 1981-50 A d o -. '.-S - \ 14015 T E R I E R T T V S D I E N S T 3130 Viergever V A N V O O R 3I3O V E R K E E R D E S M E D I N G H U I S E N W A T E R S T A A T I J S S E L M E E R P O L D E R S - L E L Y S T A D * INHOUD Blz. INLEIDING PROEFOPZET AARD EN OMVANG VAN DE "SLECHTE PLEKKEN" PROEFBELASTINGSAPPARATUUR' OPZET EN SAMENHANG VAN DE PROEFBELASTINGEN INTERPRETATIE MEETGEVENS PROEFRESULTATEN CONCLUSIES 9. SAMENVATTING LITERATUUR Bijlagen 1. Situatie Zuidelijk Flevoland 2. Situatie Centrum Almere-Stad 3. Sondeeronderzoek gebied 2B-1 4. Sondering 14 en 3a in gebied 2B-1 5. Boringen gebied 2B-1 6. Vergelijkingen d10, d50 en dgO van boring 14 en 3a in gebied 2B-1 7. Situatie grondonderzoek in gebied 2B-2 8. Sonderingen en dichtheidsmetingen in gebied 2B-2 blok 4 9. Boring nr. 10 en 11 in gebied 2B-2 10. Sondering en dichtheidsmeting 3 blok 3 in gebied 2B-2 11. Sondering en dichtheidsmeting 1 blok 4 in gebied 2B-2 12. Sondering en dichtheidsmeting 2 blok 4 in gebied 2B-2 13. Sondering en dichtheidsmeting 4 blok 4 in gebied 2B-2 14. Proefbelastingsopstelling 15. Principe meting van de zakking van de paalkop 16. Sonderingen proefbelasting 1-2B-8 . 17. Last-zakkingsdiagrammen proefbelasting 1-2B-8 18. Sonderingen proefbelasting 2-2B-8 19. ~ast-zakkingsdiagrammenproefbelasting 2-2B-8 . 20. Sonderingen proefbelasting 3-2B-8 21. Last-zakkingsdiagrammen proefbelasting 3-2B-8 22. Sonderingen proefbelasting 4-2B-8 23. Last-zakkingsdiagrammen proefbelasting 4-2B-8 24. Sonderingen proefbelas'ting 5-2B-4 25. Last-zakkingsdiagrar~rmen proefbelasting 5-2B-4 26. Sonderingen proefbelasting 6-28-4 27. Last-zakkingsdiagrammen proefbelasting 6-2B-4 28. Gemeten paaldiameters en boringen van en nabij de in de grond gemaakte palen I -I- 1. INLEIDING Zuidelijk Flevoland vervult naast een agrarische functie ook een sterk stedelijke functie door de opvang van de Amsterdamse overloop in de groeikernen in de stedelijke agglomeratie Almere. Door de Holocene afzettingen, die een pakket van ca. 5m slappe klei en veenlagen omvatten, is fundering van alle bouwwerken op heipalen noodzakelijk. De palen worden gefundeerd in het Pleistoceen, dat voor het grootste deel en in elk geval bovenin, uit zand bestaat. Ondanks het feit dat deze laag vanaf 5m beneden het maaiveld voorkomt is er toch veel variatie in paallengte. Dit komt niet alleen door variatie in belasting op de paal, maar ook door variatie in draagkracht van de zandlaag. De toelaatbare paalbelasting wordt bepaald aan de hand van sonderingen. Als vuistregel wordt in de woningbouw 66n sondering gemaakt per twee & drie woningen. In Almere worden door de R.1J.P. doorgaans twee sonderingen gemaakt voor iedere twee & drie woningen. Dit is nodig omdat de sondeerwaarde en daardoor ook de daaruit afgeleide paallengte bij een gegeven paalbelasting in dit gebied te sterk varizren. Plaatselijk werden in Almere-Stad, de tweede woonkern in de stedelijke agglomeratie van Almere, sterke wisselingen aangetroffen die een merkwaardig beeld opriepen. De wisselingen, teruggangen in het sondeerbeeld, waren soms zeer sterk en kwamen slechts incidenteel en daardo6r onvoorspelbaar voor. De teruggang had dezelfde vorm en kwam overal op dezelfde diepte voor. Omdat dergelijke onvoorspelbare teruggangen niet in een palenplan zijn in te brengen,is gezocht naar het ontstaan, de vorm en de samenstelling van deze plekken. Uiteindelijkisgekeken of door middel van een aangepast paaltype vooraf bij het plan rekening kan worden gehouden met deze teruggangen. De proef is mogelijk geworden door de grote inzet van de medewerkers van de Afdeling Onderzoek H.S.O.W., de begeleiding door de ~erktuigkundige Dienst en de Wetenschappelijke Afdeling (elektronica) en de welwillende medewerking van Grondbouw B.V. 2. PROEFOPZET " Het onderzoek i s g e s t a r t i n gebied 2B-1 ( z i e b i j l a g e 2 ) i n Almere-Stad. Ter p l a a t s e van een v a n de teruggangen i n de sonderingen i s een i n t e n s i e f s o n d e e r s t r a i i e n met sonderingen op onderlinge a f s t a n d e n van 0,50111 opgezet; De sonderingen z i j n aangevuld met een d r i e t a l boringen t e r p l a a t s e van de teruggang en n a a s t de teruggang. Van de monsters u i t de boringen z i j n i n h e t .laboratosium k o r r e l v e r d e l i n g e n gemaakt. Vervolgens i s een " s l e c h t e plek" onderzocht i n gebied 2B-2 in.AlmereStad. Naast de sonderingen e n boringen z i j n h i e r door h e t Laboratoriumvoor Grondmechanica t e D e l f t e l e k t r i s c h e dichtheidsmetingen uitgevoerd. I n h e t laboratorium z i j n op z a n d m o n s t e r s d e k r i t i e k e dichtheden i n . e n n a a s t de " s l e c h t e plek" bepaald. . . Na analyse van de gegevens d i e u i t h e t e e r d e r e onderzoek voortkwamen i s b e s l o t e n een s e r i e v e r g e l i j k e n d e p r o e f b e l a s t i n g e n u i t . t e voeren i n gebeid9B-8 te Almere-Stad.'Bij d e z e p r o e f z i j n v i e r v e r s c h i l l e n d e palen b e l a s t i n e n n a a s t de zogenaamde "sle'chte plekken". ~e p r o e f b e l a s t i n g i s omgeven door een u i t g e b r e i d stramien-van sonderingen en een a a n t a l b o r i n g e n . N a a f l o o p v a n d e ' p r o e f z i j n boiendien d r i e v a n d e v i e r palen voor i n s p e k t i e getrokken. ~ i j d e n sde u i t v o e r i n g "an de proef i n 2B-8bleek d a t h e t heiwerk i n gebied 2B-4 problemen opleverde. De t o e l a a t b a r e p a a l b e l a s t i n g e n konden n i e t voldoende eenduidig worden bepaald. Twee p r o e f b e l a s t i n g e n z i j n daarom u i t g e v o e r d , &en t e r p l a a t s e van een " s l e c h t e plek" e n e e n j u i s t n a a s t de " s l e c h t e plek". D e r e s u l t a t e n van d e z e t w e e proeven z i j n meegenomen i n d i t r a p p o r t . 3. AARD EN OMVANG VAN DE "SLECHTE PLEKKEN" , . .,?, . , . . . . . . . De " s l e c h t e plekken" b e s t a a n u i t sonderingen met een s t e r k e teruggang op e6n d i e p t e v a n 10 t o t 15 meter beneden maaiveld. D i t s o o r t sonderingen werd i n c a . - 5 % van a l l e sonderingen i n de gebieden 2B-1; 2B-2; 2B-4 e n 2B-8 bangetroffen. Het verspreidingsgebied i s n i e t z o goed aan t e geven omdat g r o t e stukken van Almere-Stad nog n i e t z i j n gesondeerd voor woningbouwp lannen. Omdat de " s l e c h t e plekken," n i e t met e l k a a r verbonden waren i s begonnen om t e proberen v a s t t e s t e l l e n wat de omvang van deze plekken i s . I n , ,.: 2B-1 is. gesondeerd op h a r t op h a r t a f s t a n d e n .van 0,50meter:~e r e s u l t & e n . van deze, sonderingen z i j n aangegeven i n b i j l a g e 3.;Het b l i j k t d a t over een a f s t a n d van s l e c h t s 6Bn meter de sondeerwaarde t e r u g l o o p t van 1 5 k / m2. t o t 1,5w/m2 ( z i e b i j l a g e 4 ) . .De p l e k h e e f t e n i g s z i n s een eivorm e n de , . , t o t a l e afmetingen z i j n 3 ?A 4 meter. Opvallend i s bovendien de r e l a t i e v e toename d i r e k t 'rondom de " s l e c h t e plek". Deze waarde is hoger dan gemiddeld op p1,aatsen waar geen " s l e c h t e plek" voorkomt. . .. De sonderingen d i e i n gebied 2B-2 om de " s l e ~ h t esondering" i n blok' 4 , z i j n gemaakt, z i j n weergegeven i n b i j l a g e 8 . S l e c h t s twee sonderingen b l i j k e n h i e r e e n teruggang t e vertonen. f n d i t geval b l i j k t de afmeting van de " s l e c h t e plek" dus nog k l e i n e r t e z i j n . I n r e s p e k t i e v e l i j k de b i j l a g e n . 1 6 , -18,. 20 'en 22 z i j n de " s l e c h t k plekken" i n h e t gebied van 2B-8 aangegeven. Ook h i e r b l i j k t d a t de afmetingen van de " s l e c h t e plekken" minder dan 3 ?I 4 meter z i j n e n i n sommige gevall e n nauwelijks 1 meter bedragen..De teruggangen i n de sondeerwaarde z i j n n i e t ' a l t i j d even uitgekproken,' i n d i t g e v a l i s de " s l e c h t e plek" dan ook m o e i l i j k e r a l s zodanig herkenbaar. ' , I n gebied 2B-1 z i j n i n e n n a a s t de plek met s t e r k teruglopende sondeer'waarde boringen gemaakt. Volgens de v i s u e l e boorbeschrijving ( b i j l a g e . 5 ) bevat de b o r i n g met de l a g e sondeerwaarde meer grind. Opvallend i s daare n t e g e n h e t f e i t d a t d e k o r r e l v e r d e l i n g v a n debeideboringengeeneenduidig verschi1opleverenenovergrote stukkenvrijwelmetelkaarovereenkomen..I~ b i j l a g e 6 i s d e g r o o t t e v a n d e d l 0 , de d50 en de dgo van de k o r r e l v e r d e l i n gen van de monsters u i t de boringen u i t g e z e t tegen de d i e p t e . P l a a t s e l i j k z i j n e r enkele u i t s c h i e t e r s i n de grove f r a k t i e . Visueel z i j n a f wijkingen i n deze f r a k t i e s h e t b e s t waarneembaar. D i t v e r k l a a r t waarom i n de b e s c h r i j v i n g s c h i j n b a a r g r o t e r e v e r s c h i l l e n worden a a n g e t r o f f e n . Nadat i n h e t gebied 2B-8 de p r o e f b e l a s t i n g e n z i j n uitgevoerd z i j n n a a s t de palen boringen gemaakt. De monsters z i j n beschreven, de gemiddelde k o r r e l d i a m e t e r i s met behulp van e e n z a n d l i n i a a l en loep bepaald. De k o r r e l g r o o t t e i s i n gebied 2B-1 gemiddeld 250pm met u i t s c h i e t e r s t o t 180 en 300pm. Volgens de b e s c h r i j v i n g van de boringen i n 2B-8 ( z i e b i j l a g e 28) v a r i e e r t de gemiddelde k o r r e l d i a m e t e r meer. N.A.P. P l a a t s e l i j k komt f i j n e r zand voor op een d i e p t e van ca. 10 meter P l a a t s e l i j k i s ook de gemiddelde k o r r e l d i a m e t e r a a n z i e n l i j k g r b t e r (355 t o t 500pm e n 5 0 0 ' t o t 710pm) en komt regelmatig g r i n d voor. I n gebied 2B-2 z i j n op v i e r p l a a t s e n op een d i e p t e van 10 t o t 15 m e t e r ' beneden maaiveld e l e k t r i s c h e dichtheidsmetingen uitgevoerd door h e t p r i n c i p e van de meting ~ a b o r a t o r i u m voor Grondmechanica t e De1ft:Het b e r u s t op de meting v a n de weerstand d i e e e n e l e k t r i s c h e stroom onderv i n d t i n h e t grondwater. De weerstand'van h e t grondwater wordt gemeten i n een wa,tersonde, h e t water wordt op v e r s c h i l l e n d e d i e p t e s ' d o o r e e n f i l t e r , n a a r binnen gezogen, d a a r wordt dan de weerstand bepaald. Daarn a a s t wordt de weerstand van een e l e k t r i s c h e stroom i n de grond gemeten. 0mdat.de zandkorrels de stroom n i e t g e l e i d e n i s u i t de verhouding tus- - I s e n de weerstand van h e t grondwater a l l e e n , e n t u s s e n de weerstand van h e t grondwater i n h e t grondmassief,de hoeveelheid porignwater i n de grond a f ' t e l e i d e n . Voor h e t . m e t e n van de weerstand van de grond z i j n e e n p o s i t i e v e en een n e g a t i e v e bron aangebracht op een sondeerstang. De a f s t a n d t u s s e n deze bronnen b e p a a l t de g r o o t t e van de i n v l o e d s s f e e r waarbinnen gemeten wordt. ~ o m b i n a t i eA i s de g r o o t s t e a f s t a n d e n g e e f t daardoor e e n m e e r gemiddeld beeld dan combinatie B . . ~ e h a l v ede dichtheden i n s i t u z i j n i n h e t l a b o r a t o ~ i u mook de'zogenaamde k r i t i e k e dichtheden bepaa1d:Wanneer op een v a s t g e p a k t zand s c h u i f spanning wordt u i t g e o e f e n d , dan z a l h e t volume.van h e t zandpakket w i l l e n toenemen. Schuifspanning op e e n losgepakt zandpakket z a l daarentegen volumeverkleining t o t gevolg hebben. De k r i t i e k e d i c h t h e i d i s d i e d i c h t h e i d w a a r b i j f e n gevolge van schuifspanning geen volumeverk l e i n i n g of - v e r g r o t i n g i a l optrede1i;'De k r i t i e k e d i c h t h e i d g e e f t i n d i c a t i e over h e t f e i t o f h e t - z a n d a 1 dan n i e t makkelijk t e . v e r d i c h t e n z a 1 z i j n e n a 1 of n i e t makkelijk i n verweking z a l geraken. Verweking t r e e d t . , op a l s h e t zand i i c h ' w i l v e r d i c h t e n ; Het porizriwater v e r h i n d e r t d i t e n .. komt onder druk t e s t a a n . Door de toename van de druk van h e t porisnwater neemt de kontaktdruk t u s s e n de k o r r e l s . a f e n : h e t zand k a n z i j n .:' samenhang v e r l i e z e n . H e t f e i t o f e r a 1 dan..niet verweking o p t r e e d t hangt ook samen m e t d e s n e l h e i d waarmee'de overdruk i n h e t ' w a t e r kan wegvloeien. . . Verplaatsing ' k o r r e l s b i j d i c h t e pakking ~ e r ~ l a a t s i nk g orrels b i j l o s s e pakking I n de b i j l a g e n 10 t / m 1 3 z i j n ingetekend de o o r s p r o n k e l i j k door de R.1J.P. gemaakte sondering, de e l e k t r i s c h e dichtheidsmeting met de combinaties A en B , , d e conusweerstand en k l e e f d i e eveneens met de elekt r i s c h e dichtheidsmeter z i j n opgenomen (dus p r e c i e s d e z e l f d e l o k a t i e ) en de k r i t i e k e d i c h t h e i d van monsters van de n a b i j g e l e g e n boringen. De sonderingen en de d i ~ h t h e i d s m e t i n ~ e ni n de punten 3 blok 3 en 1 blok 4 z i j n gemaakt op goede p l a a t s e n . De sondeerwaarde bedraagt daar 15 t o t 25PlIi/m2, h e t poriSnvolume van h e t zand v a r i e e r t t u s s e n 36 en 42%. De k r i t i e k e d i c h t h e i d i s e r g laag en l i g t t u s s e n de 34 en 35%. De d i c h t heid i s s i t u i s dus i n i e d e r g e v a l minder dan de k r i t i e k e d i c h t h e i d ( z i e b i j l a g e 10 en 1 1 ) . De sonderingen en dichtheidsmetingen i n de punten 2 en 4 van blok 4 z i j n gemaakt op " s l e c h t e plekken". I n punt 2 i s a c h t e r a f gebleken d a t de dichtheidsmeting n i e t p r e c i e s op d e " s l e c h t e p l e k " i s u i t g e v o e r d , de s o n d e e w a a r d e van de dichtheidsmeter r e g i s t r e e r d e dan ook geen " s l e c h t e plek" meer. Het gemeten poriCnvolume i s a l l e e n op een d i e p t e van 12.50 t o t 13.50 meter beneden maaiveld meer dan 42%. De sondeerwaarde l o o p t h i e r ook even s t e r k terug. B i j punt 4 i n b l o k 4 i s de sondeerwaarde over h e t h e l e t r a j e k t l a a g , 1 t o t 5Ftti/m2. Het pori~nvolume i s h i e r over h e t h e l e t r a j e k t ook g r o t e r , 42% of meer. Samenvattend kan g e s t e l d worden d a t de plekken een beperkte diameter hebben ( 1 - 3 m e t e r ) , voorkomen op een d i e p t e van 10 t o t 15 meter beneden maaiveld e n b e s t a a n u i t losgepakt zand met een gemiddelde k o r r e l diameter van 25011m of meer. De s l e c h t e plekken komen voor aan de rand van een g l a c i a a l bekken. Over de oorzaak van h e t o n t s t a a n is weinig met zekerheid t e s t e l l e n . We1 kan worden v e r o n d e r s t e l d d a t de vorming van deze plekken t e maken h e e f t met v o r s t v e r s c h i j n s e l e n u i t de i j s t i j d e n . Door afwisselend bevriezen e n ontdooien kunnen korrelmengsels s t e r k worden ontmengd e n kan ook e e n z e e r l o s s e pakking o n t s t a a n . De eivorm van de plekken h e e f t mogelijk i e t s t e maken met de opstuwing van h e t gebied. De plekken b e v a t t e n i n bevroren t o e s t a n d een overmaat aan i j s en hebben dooz h e t opstuwen e e n s t e r k e r v e r d i c h t e rand met zand voor zich u i t gevormd. 4. PROEFBELASTINGSAPPARATUUR De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders beschikt over een eigen proefbelastingsapparatuur die bestaat uit de volgende onderdelen: - ballast - De ballast bestaat uitbetonbroodjes die tussen twee stalen profielen is gestort; Het gewicht is ca. 250kN per broodje.' - ballastframe - De betonbroodjes zijn op stalen balken opgesteld op het - - maaiveld. Bovenlangs zijn stalen liggers gemonteerd, de ballast is hiermee door trekankers verbonden. De belastingwordt door middel van een vijzel overgebracht van de stalen liggers naar de paal (zie bijlage 14). De-,totaleballast, met inbegrip van de stalen liggers.is 1350kN. elektrische drukdoos - Tussen devijzel en het ballastframe is een ' drukdoos van 2000kN gemonteerd. hydraulische vijzel Voor het overbrengen van de belasting van het. ballastframe naar de paalis een hydraulische vijzel van 1500kN aan. , . wezig. hydraulisch agregaat Voor het op druk brengen en houden van de oliedruk in de vijzel. elektrische meetwaardeschakelak- De elektrische meetwaardeschakelakr zorgt ervoor dat,de druk constant wordt gehouden. De sturing vindt plaats aan de hand van de uitlezing van de elektrische drukdoos. slangenwaterpas - Voor het meten van de verplaatsing van de paalkop is aan de paal een bus met een. overloop vastgemaakt. De bus wordt . continuetot aan de overloop volgehouden met water (aangevuld met anti-vries in de winter). De bus is verbonden ,door een slang met een. ander vat. Het tweede vat is op een sondeerstang bevestigd. De sondeerstang staat met de punt in het vaste zand en dient als vast punt. In het tweede vat is een waterspanningsmeter gemonteerd 'die de druk van de bovenliggende waterkolom registreert. Als de paal zakt, zal wateruit het tweede vat door de slang via de overloop van het eerste vat wegstromen. Dit betekent een afname van de waterspanning. Het principe is in bijlage 15 schematisch weergegeven. recorder - Voor registratie van zowel de meetwaarde van de elektrische drukdoos als van de waterspanningsmeter is een elektrische recorder aanwezig " - - . Met behulp van bovengenoemde apparatuur kan de proefbelasting worden uitgevoerd en geregistreerd. 5 . OPZET EN SAMENHANG VAN DE PROEFBELASTINGEN Aan de hand van het voorgaande onderzoek is de conclusie getrokken dat de "slechte plekken" bestaan uit 10s gepakt zand dat zich leent om te verdichten. Daarom is gezocht naar een paaltype dat tevens door middel van trillingen de ondergrond kan verdichten. Er bestaan verschillende paalsystemen die gebruik maken van trillingen om hun palen op diepte te krijgen.Essentiee1 voor dit onderzoek is bovendien dat de palen in dit geval vastgehouden kunnen worden wanneer de punt van de paal in de "slechte plekken" is aangekomen. De trillingsenergie moet aan de grond overgedragen kunnen worden zodat het pakket de gelegenheid krijgt om zich te verdichten. Gekozen is voor in de grond gemaakte palen volgens het systeem Parera van Grondbouw B.V. te Amsterdam. Het basisprogramma bestond uit de volgende onderdelen: - prefab paal op een "slechte plek"; - verdichtingspaal op een "goede plek"; - verdichtingspaal op een "slechte plek"; - aangepaste verdichtingspaal op een "slechte ~lek". De aanpassing van de verdichtingspaal bestond in dit geval uit een aantal aangelaste ribben waardoor de verdichting effektiever moest worden. Tussentijds is voor een nabijgelegen woningbouwgebied een tweetal proefbelastingen uitgevoerd op prefab betonpalen. Door de grote variatie in sondeerwaarden bleek het bepalen van het nuttig draagvermogen niet goed mogelijk. Ook leverde de relatie tussen sondeerwaarde en stuit moelijkheden op. Omdat het ook hier ging om dezelfde soort "slechte plekken" zijn de resultaten van deze proefbelastingen hier meegenomen. Na afloop van de proefbelastingen zijn de in de grond gemaakte palen getrokken om na te gaan hoe de vorm van de palen is en of de aangenomen diameter juist is. De gebruikte rekenregels kunnen hierdoor beter op hun juistheid worden gecontroleerd. 6. INTERF'RETATIE MEETGEGEVENS Voor elke proefbelasting is de belasting en de verplaatsing van de paalkop tegen de tijd uitgezet. Daarnaastis de verplaatsing van de paalkop uitgezet tegen de belasting. Van belang voor de interpretatie is het vaststellen van de grootte van de bezwijkbelasting. Hiervoor bestaan verschillende methoden: - Vaststelling van het bezwijkdraagvermogen uit het verband tussen zakking van de paalkop en belasting. Dit is alleen voor palen die volledig bezweken zijn, goed te doen.' - Terugrekening d.m.v. het aarzelpunt. Het aarzelpunt wordt gedefinieerd als het punt waar bij de wisselingen aan het eind van een belastingitrap extra zettingen gaan optreden. .De gebruiksbelasting van een paal wordt gelijkgesteld met 85% van de belasting gevonden bij het aarzelpunt, de bezwijkbelasting is dan gelijk aan de gebruiksbelasting vermenigvuldigd met de veiligheidscoEfficient. - Methode Van der Veen (zie: Van der Veen, 1953; Heynen, 1970). Omdat. deze methode uitgaat van een gering aandeel van deschachtwrijving in het totale draagvermogen is deze.methodeverder buiten beschouwing gelaten. Door de ruwe wand van 'de in de grond gemaakte palen en door de hogere sondeerweerstand boven de punt als onder de punt mag verondersteld worden dat het aandeel van de schachtwrijving vrij groot is. - Methode Chin Fung Kee (zie: Zee, 1978; Chin Fung Kee, 1970). Chin ~ u n gKee vond uit een experimentele studie van schuif- en triaxiaal-proeven enerzijds en in situ- en modelproeven'anderzijds een hyperbolisch verband-tussenbelasting en deformatie. Door in een gradus uit te fiek het quotient van de zakking (z) en de belasting zetten tegen de zakking (z) verkreeg hij een lineair verband. P De inverse van de richtingscogfficient van de,gevonden lijn stelt het gezochte evenwichtsdraagvermogen van de paal voor. De richtingscoSfficient van 1 is tga en omdat 1 een rechte lijn is, is tgcr = constant = c In formulevorm: Na integratie: - - C.z + A P , of: C.p.2. + A.p 2 -z=0 * - * . , D C In een z-p assenkruis is dit de vergelijking van een hyperbool die door de oorsprong gaat van het assenkruis. Voor de asymptoten van de hyperbool kunAen, .de volgende vergelijkingen . . afgeleid worden: Voor de asymptoot evenwijdig aan de z-as geldt: de richtingscoSfficient (r.c.) van deze asymptoot &dert tot oneindig. In formulevorm levert dit de volgende uitdrukkingen op: Uit (1) en (2) volgt dan dat: dit is het geval'als (C.p uit (3) volgt dan dat:. - 1) -0 - Uit de vergelijking van de verticale asymptoot zien we dat: .In feite wordt door deze asymptoot het evenwichtsdraagvermogen (pmax) voor de paal aangegeven. Uit het bovenstaande blijkt dus dat het evenwichtsdraagvermogen van de paal met behulp van de methode Chin Fung Kee benaderd kan worden zonder dat de paal tot het e~enwichtsdraa~vermo~en belast is gewaest. Z Immers: het lineaire verband tussen z en -wordt bepaald door twee P punten uit deze grafiek. Deze twee punten worden gevonden door de paal met twee belastingstrappente belasten. Uit het verband tussen Z z en - is de vergelijking van de hyperbool bekend en daarmee ook de vertieale asymptoot en dus ook het evenwi~htsdraagvermo~en (Pmax). Voor interpretatie van de proefresultaten is het zinvol te weten welk aandeel van de belasting door de punt wordt overgedragen en welk deel door de mantel door middel van wrijving. J ~ o o prof. r ,Van Weele is een methode ontwikkeld waarmee de belasting kan worden gescheiden (van Weele, 1957). Uit de terqvering van de paalkop tijdens de ontlasting bij de belastingswisselingen aan het eind van iedere belastingstrap kan de elastische'terugvering van ondergrond en paal worden vastgesteld. Boven een bepaalde belasting neemt de wrijving langs de paal niet meer toe.en verloopt de grootte van de elastische verkorting lineair met de grootte van de belasting op de paalkop. Onder aanname van de grootte van de elasticiteitsmodulus van de paal, met de bekende paaldiameter en met de geschatte verhouding tussen de totale gesomneerde wrijving en de gemiddelde gesommeerde wrijving kan dan een indruk'verkregenworden van de grootte van de totale wrijving in het aandeel van de bezwijkbelasting. Omdat bij deze proefbelasting geen kleefsonderingen zijn uitgevoerd is er geen verband tussen totale gesomeerde en gemiddelde gesomeerde wrijving aan te geven. Om toch een indruk te verkrijgen van de vertiouding van het aandeel van de wrijving voor de verschillende proefbelastingen is een verhouding van 1:3 aangehouden en voor alle palen gebruikt. De waarde van de hiermee bereikte resultaten is derhalve gering. Ook vooraf is een waarde voor de bezwijkbelasting berekend. Daarbij is uitgegaan van de sonderingen die gemaakt zijn voor het heien of intrillen van de palen en bovendien van de sonderingen die na het heien of intrillen zijn gemaakt. De bezwijkbelasting is berekend door met behulp van de 4D-8D regel de bezwijkbelasting onder de punt te berekenen. De 4D-8D regel is hier verder als bekend verondersteld (zie hiervoor: 0.a. Heijnen en Loof, 1977). Voor berekening van de kleef is "i,tgegaan van een kleefwaarde gelijk aan 1% Jar; d& .sondeerwaarde (zie o;,a,'Begemann,1977). Op deze kleef is een reduktiefaktor 0,6 toegepast voor gladde prefab betonpalen en een venenigvuldigingsfaktor van 1,6 voor in de grond gemaakte palen (zie:' Te Kamp, 1977). Gerekend is een positieve kleef over,de hele hoogte van de paal, ook in het ophoogzand. De duur van de proefbelasting is dermate gering dat negatieve kleef zich niet zal kunnen ontwikkelen. .' 7. PROEFRESULTATEN I n t a b e l . 1 i s , e e n samenvatting gegeven van de paaleigenschappen, h e i blok e n ( k a 1 e n d e r i n g of t r i l d u u r , i n h e i d i e p t e of i n t r i l d i e p t e , . d e vooraf berekende bezwijkbelastingen e n de uitkomsten van de p r o e f b e l a s t i n g . Achtereenvolgens z u l l e n de r e s u l t a t e n van de v e r s c h i l l e n d e proeven nader worden bekeken. I ... , / Elke p r o e f b e l a s t i n g b e s t a a t u i t een a a n t a l b e l a s t i n g s t r a p p e n . Elke bel a s t i n g s t r a p i s gedurende d r i e uur c o n s t a n t gehouden. Aan h e t e i n d van i e d e r e b e l a s t i n g s t r a p i s d r i e maal gedurende v i j f minuten de p a a l voll e d i g o n t l a s t en opnieuw gedurende v i j f minuten b e l a s t . Na de derde ontl a s t i n g i s dan vervolgens de volgende b e l a s t i n g s t r a p aangebracht. Proef 1 Proef l i s de p r o e f b e l a s t i n g op e e n p r e f a b betonnen p a a l i n een " s l e c h t e plek" i n gebied 2B-8. Deze e e r s t e p a a l d i e n t a l s r e f e r e n t i e voor de i n de grond gemaakte palen. Een o v e r z i c h t van d e voor e n na h e t h e i e n gemaakte sonderingen i s weergegeven i n b i j l a g e 16. De p a a l i s geheid t u s s e n de sonderinged 4 e n 7. Een p l a a t s waar de p a a l door s l e c h t e sonderingen omsloten wordt was n i e t t e vinden. De-gvonden s t u i t t i j d e n s h e t h e i e n b e v e s t i g t i n e l k geval een teruggang i n h e t draagvermogen van de ondergrond. De a c h t e r a f gemaakte sonderingen geven e c h t e r e e n g u n s t i g e r beeld dan wat e e r s t b i j sondering 7 gevonden werd. Toch is de sondering na h e t h e i e n op nagenoeg d e z e l f d e p l e k gemaakt. Verondersteld mag daarom worden d a t door h e t h e i e n enige v e r b e t e r i n g i n de ondergrond h e e f t 'plaatsgevonden. Hetzelfde beeld i s u i t e r a a r d t e r u g t e vinden i n de bezwijkbelasting d i e aan de hand van de sonderingen i s berekend. Door h e t h e i e n i s n i e t a l l e e n de gemiddelde b e z w i j k b e l a s t i n g ca. lOOkN g r o t e r geworden, ook de verschillen l i j k e n enigszins genivelleerd te z i j n . De bezwijkbelasting d i e met behulp van h e i g r a f i e k e n i s bepaald (Bruinh o r s t enTViergever, 1981) i s beduidend l a g e r . De g r a f i e k e n z i j n gebas e e r d op de heiformule van Delmag. Uetbelas.tingsschemadat was o p g e s t e l d i s e r v a n uitgegaan d a t een bez w i j k b e l a s t i n g ' v a n 400kN z e k e r e e n ondergrens zou vormen. H i e r b i j z i j n de a c h t e r a f 'ge'maakte sonderingen a l s maatstaf genomen e n i s ervan u i t gegaan d a t de bezwijkbelasting w e l l i c h t hoger zou l i g g e n a l s gevolg van de geringe omvang van de " s l e c h t e ; plek" H e t opgestelde b e l a s t i n g s schema was,lOOkN, 200kN, 30,0kN, 350kN, 400kN, 425kN, 450kN, 475kN, 500kN. De r e s u l t a t e n van de uitgevoerde proef z i j n weergegeven i n b i j l a g e 17. . De proef i s een dag tevoren opgebouwd e n gereedgemaakt. Door.zakking van de b a l l a s t i n h e t t e r r e i n b l e e k d a t de p a a l reeds een b e l a s t i n g had gekregen. De ruimte t u s s e n v i j z e l en p a a l was n i e t groot genoeg. ' s Morgens bleek de b e l a s t i n g op de p a a l r e e d s 33kN t e z i j n . A l s gev0lg h i e r v a n i s de i n i t i e l e z e t t i n g van de paal n i e t gemeten. B i j h e t verhogen van de b e l a s t i n g van 200 n a a r 300kN bleek d a t de p a a l e e n doorgaande z e t t i n g vertoonde b i j 240kN. De b e l a s t i n g i s daarom Op d a t moment n i e t verhoogd. We1 b l e e k de p a a l b i j d i e b e l a s t i n g z i j n evenwicht t e hervinden. Besloten i s daarom om dezelfde procedure nagmaals t e herhalen b i j 280kN e n l a t e r ook b i j 320kN. Een d e r g e l i j k gedrag, w a a r b i j de p a a l v r i j p l o t s e l i n g bezwijkt wordt m e e s t a l a a n g e t r o f f e n b i j palen d i e : h u n draagkracht aan k l e e f o n t l e n e n . Het beeld i s h i e r e c h t e r minder d u i d e l i j k omdat a c h t e r a f de keuze van de b e l a s t i n g s t r a p p e n t e hoog i s geweest. ~ l h'et j bepalen van de b e z w i j k b k l a s t i n g u i t de g r a f i e k vormt h e t n i e t verhogen v a n l d e , b e l a s t i n g b i j e e n , i n e e r s t e i n s t a n t i e doorgaande vervorming,..een.probleem. De b e p a l i n g v a n de b e z w i j k b e l a s t i n g door middel van ; h e t aarze;lpunt .is w a a r s c h i j n l i j k n i e t helemaal. j u i s t a d a t .ook h i e r d e b e l a s t i n g s t r a p p e n t e g r o o t voor z i j n en w e l l i c h t a 1 b i j een l a g e r e be.lasting..een,.soort a a r z e l p u n t was a a n g e t r o f f e n . B i j de berekening v o l gens,;Chin!,Fung::Kee.,wordteen k n i k i n de l i j n a a n g e t r o f f e n . De t h e o r i e g a a t .hieir/iilusr nie-t. g e h e e l op. D i t y i n d t i n e l k g e v a l voor e e n d e e l z i j n oorzaaklSn: W t i l f e i tl d a t de i n i t i s l e . z e t t i n g n i e t gemeten i s . . . 7 $ 1 ;.i[:t'!, ,,\'<,>, t i ; .'. I I Proef 2!i :!<i;c I:!:.\ i , ; : ! i...,. ...... ~ r d e f' 2 i s ultgevoerd op e e n i n de grond gemaakte p a a l op een "goede plek" i n 2B-8 ( z i e f o t o ) . Om de p a a l goed t e kunnen v e r g e l i j k e n met de p a l e n op de " s l e c h t e plekken". i s ook deze p a a l ,op d i e p t e aangekomen .. .. vastgehouden.en d r i e minuten n a g e t r i l d . . ., . . De sondering vooraf e n 'de sonderingen a c h t e r a f z i j n weergegeven'.in b i j l a g e 18. .Opvallend i s de s t e r k e i n s n o e r i n g i n sondeerweers tand :bp een 1 3 meter, op een .meter boven de. p a a l v o e t ; Niet duid i e p t e van N.A.P.. d e l i j k i s of deze i n s n o e r i n g , d i e ook i n v e e l m i n d e r e m a t e i n ' d e oors p r o n k e l i j k e sondering aanwezig is,, door h e t t r i l l e n i s v e r s t e r k t : De r e s u l t a t e n v a n d e uitgevoerde p 5 o e f b e l a s t i n g z i j n weergegeven i n b i j lage 19. ~ i e ir s een belastingsschema opgesteld uitgaande. van een voorz i c h t i g e r raming van de b e z w i j k b e l a s t i n g (zonder vergenigvuldigingsfakt o r v a n d e k l e e f en uitgaande van de sonderingen a c h t e r a f ) . Tijdens de : 'proef bleven de vervormingen zodanig k l e i n d a t de s t a p van 300 n a a r 350kN t u s s e n t i j d s v e r g r o o t i s n a a r 400kN en de s t a p van 450kN n a a r 550kN i s t u s s e n t i j d s v e r g r o o t n a a r 600kN. I n d i t geval b l i j k t , i n tegens t e l l i n g t o t proef 1, de b e z w i j k b e l a s t i n g meer overeenkomst t e vertonen met de berekende b e z w i j k b e l a s t i n g aan de hand van de a c h t e r a f gemaakte . . sonderingen. . . . . Omdat vooraf s l e c h t s b6n sondering i s gekaakt i s n i e t d u i d e l i j k welke' s p r e i d i n g ,in'sondeerwaarde vooraf aanwezig i s geweest. ?I. - . 1 . Proef 3 . . . . . . . : _ . . ^ . . . . . . . , ....., ~2 ,$eide :proef ii <...__ uit,gevoerd op een r e l a t i e f k l e i n e " s l e c h t e plek" i n hLt gebi'ed. De t'e=ugging' isL'&bk' n i e t v o l l e d i g i n de vooraf gemaakte s o n d e r i n i aanwezii'. De p a a l i s v o o i z i e n van een v e r g r o o t t e v o e t p l a a t (6 450 i . p . v . 4 330 mm), desondanks i s de vooraf berekende bezwijkbelasting s l e c h t s 45% van de b e z w i j k b e l a s t i n g van de p a a l zonder verzwaarde v o e t v a n p r o e f 2 ( G o o r ~ o n d e r i n g e n z i e b i j l a ~ e 2 0 BGj ) . deberekeningvoorafis uitgegaanvanhetpuntdraagvermogenbehorendbij eenpuntmeteendiameter van 450 mm, voor de s c h a c h t w r i j v i n g i s uitgegaan van een p a a l met een diameter van 280'mm, g e l i j k aan de uitwendige diameter van de s t a l e n b u i s . Ook deze b u i s i s op de vooraf geplande d i e p t e d r i e minuten v a s t gehouden t e r w i j l t e g e l i j k e r t i j d we1 i s g e t r i l d . De sonderingen d i e a c h t e r a f z i j n gemaakt geven een g u n s t i g e r b e e l d van de ondergiolid, de gemiddelde sondeerwaarde l i g t i e t s hoger. De h i e r u i t berkende pezwijkbelasting ligt dan ook d u i d e l i j k hoger. De v a r i a t i e i s g r o o t . Mede door de t a m e l i j k g r o t e a f s t a n d van de sondeerpunten t o t de p a a l ( 1 t!t 0 , 7 5 m e t e r ) en de k l e i n e afmetingen van de " s l e c h t e plek" kan de b e z w i j k b e l a s t i n g van de p a a l d i e met de a c h t e r a f gemaakte sonderingen i s berekend, t e g u n s t i g - z i j n . Bovendien b e s t a a t weinig zekerh e i d over de a a n s l u i t i n g van de p a a l aan de omringende grond door de a de tweede proef i s daarom ook v e r g r o o t t e v o e t . Het b e l a ~ t i n ~ s s c h e mvan voor deze p a a l aangehouden. De r e s u l t a t e n van de uitgevoerde ~ r o e f b e l a s t i n g z i j n weergegeven i n b i j l a g e 21. De gevonden bezwijkbelastingen .__ ...- _ blijken inderdaad geringer te zijn dan op grand van de achteraf gemaakte sonderingen is berekend. We1 is een verbetering van ca. 30% bereikt ten opzichte van de berekende bezwijkbelasting aan de hand van de Sonderingen die gernaakt zijn voor het intrillen van de paal. Proef 4 Bij pro!£ 4 is 'ten opii=hte van'de-vorige in de grorid gemaikte pilen ' . .gewerktmeteen buis waaraan 6 uitstekende ribben zijn gemaakt. De ribben steken 0,40 meter'buiten de buis'uit en hebben een hoogte van 1,50 meter met daarboven en daaronder afgeschuinde hoeken. Deplaten zijn boven de punt van de buis aangebracht om de overdracht van de trillingsenergie in de grond te verbeteren (zie'foto). De sonderingen (bijlage 22) tonen een sterke teruggang tussen 1 0 e n 15 meter beneden maaiveld. De afmeting van het gebied met teruglopende sondeerwaarden is in dit geval ook tamelijk groot. De berekende bezwijkbelasting ligt in dit geval dan ook tamelijk laag, ca. 550kN. Na het trillen blijkt de sondeerwaarde sterk toegenomen. De toename is vooral te vinden boven de punt op de plaats waar de vleugels aan de buis zijn bevest igd. . . Dit geeft met name een sterke verbetering te zien in de op te nemen positieve kleef van de paal..De gemiddelde bezwijkbelastingdie met de achteraf gemaakte sonderingen is berekend bedraagt ca. 1350kN, een toename van 145%. Uit de resultaten van de uitgevoerde proefbelasting blijkt dat de werkelijke bezwijkbelasting zelfs noghoger ligt. Mogelijk is dichter bij de paal de verbetering onder de punt nog groter. Opgemerkt moet worden datde gebruikte trilduur praktisch te lang is. De vraag blijft daarom bestaan welke trilduur voldoende is om het benodigde verdichtende effekt te bereiken zonder a1 te veel tijdsverlies bij het intrillen van de paal teondeminden. Proef 5 Proef 5 is de eerste van twee proefbelastingen in gebied 2B-4. Deze proefbelastingen zijn uitgevoerd omdat de sonderingen in het gebied een grote spreiding vertoonden en niet in overeenstemming waren met de heiresultaten. Een overzicht van de na het heien om de paal heen gemaakte sonderingen is weergegeven in bijlage 24. In a1 de acht gemaakte sonderingen blijkt de paal op een laag met goede sondeerweerstand te staan, ruim boven een sterke teruggang. Het aan de hand van deze sonderingen berekende draagvermogen van de paal varieert tussen 750 en 1500kN en is voldoende om te verwachten belasting van 400kN op te kunnen nemen. De heiresultaten, uitgedrukt in de stuitcijfers vallen echter tegen. Met behulp van de heigrafieken (Bruinshorst, Viergever, 1981) blijkt bij een stuit van 11 slechts een bezwijkbelasting of draagvermogen van 520kN te worden gevonden. Voor een nuttige belasting in de gebruiksfase van 400kN is dit zondermeer onvoldoende. De uiteindelijke proefbelasting geeft weliswaar een iets gunstiger beeld dan uit de heigrafieken werd afgeleid, maar blijft duidelijk achter bij hetgeen volgens de sondering mocht worden verondersteld. Ook hier blijkt dat door de sterke wisselingen in bodemgesteldheid met sonderingen een onvoldoende inzicht wordt verkregen in het uiteindelijke draagvermogen van de paal. Zelfs de slechtste sondering geeft nog een te gunstige uitkomst. De stuitcijfers, die in samenhang met de sondeergrafieken moeten worden geinterpreteerd,zijn in dit gebied van wezenlijk belang. Proef 6 Proef 6 i s de tweede p r o e f b e l a s t i n g i n gebied 2B-4. Deze p a a l i s u i t g e kozen omdat de gevonden s t u i t b e t e r was en de v o r i g e p r o e f p a a l een res u l t a a t had opgeleverd d a t n i e t helemaal overeen kwam met h e t r e s u l t a a t a f g e l e i d u i t de s t u i t c i j f e r s e n a f g e l e i d u i t de s o n d e e r r e s u l t a t e n . U i t de a c h t e r a f gemaakte sonderingen b l i j k t een nog g r o t e r e v a r i a t i e aan t e verwachten bezwijkbelastingen t e volgen. De waarde v a r i e e r d e t u s s e n 750 e n 1750kN. Volgens de u i t de s t u i t a f g e l e i d e b e z w i j k b e l a s t i n g bedroeg deze 680kN. Het v e r s c h i l t u s s e n de s l e c h t s t e sondering en de h e i r e s u l t a t e n was h i e r dus g e r i n g e r . U i t e i n d e l i j k is gebleken d a t ook h i e r de bezwijkbelasting e n i g s z i n s hoger i s u i t g e v a l l e n dan op grond van de h e i r e s u l t a t e n mocht worden verwacht. vobr a i i e p a l e n , i s berekend welk aandeel van de bezwijkbelasting. door de k l e e f geleverd z a l worden. De berekeningsmethode welke gevolgd i s om u i t de sonderingen de k l e e f t e berekenen i s weergegeven i n hoofdstuk 6. Het berekende k l e e f a a n d e e l i n de d e z w i j k b e l a ~ t i ni~s berekend met de vooraf en met d e ' a c h t e r a f gemaakte sonderingen en weergegeven i n t a b e l 1. Aan de hand van deze twee gegevens i s h e t gevolg van h e t t r i l l e n n i e t goed t e r u g t e vinden. Zo z a 1 , b i j de prefab p a a l ( p a a l 1 ) h e t k l e e f a a n d e e l v o o r a f e n a c h t e r a f n i e t ; v e e l veranderd mogen z i j n . B i j de tweede p a a l , b i j d e o o r s p r o n k e l i j k goede p a a l i s h e t k l e e f a a n d e e l toegen&en doordat b i j de a c h t e r a f gemaakte sonderingen h e t puntdraagver&ogen i n . h e t algemeen i e t s minder was. B i j . p a a 1 3 e n ook b i j p a a l 4 i s weliswaar een toename'in de k l e e f opgetreden, maar de toename i n puntdraagvemogen i s procdnt;e&l g r o t e r . We1 b l i j k t u i t h e t r e l a t i e f g r o t e a a n d e e l van de kqeef b i j de palen 1 , 3 en 4 d a t t e r p l a a t s e van de " s l e c h t e plekken" de k l e e f vodr een groot d e e l de p o o t, t e v. a. n h e t bezwijkdraagvermogen z a l uitmaken. I n de b i j l a g e n 16, 18, 20, 22, 24 en 26 i s ook 'geprobeerd b m met de methode'van prof. Van Weele h e t w e r k e l i j k opgetreden aandeel van de k l e e f t e bepalen. De methode i s i n hoofdstuk 6 i n h e t k o r t aangegeven. Uitgezet i s i n de b i j l a g e de e l a s t i s c h e v e r k o r t i n g van p a a l en ondergrond tegen de b e l a s t i n g s ~ i s s e l i n ~D.e , e l a s t i s c h e v e r k o r t i ~ i gi s b i j e l k e b e l a s t i n g s w i s s e l i n g gemeten. De maximale k l e e f i s b e r e i k t a l s de e l a s t i s c h e v e r k o r t i n g l i n e a i r v e r l o o p t met de opgebrachte b e l a s t i n g . De r e s u l t a t e n , bepaald met een aangenomen e l a s t i c i t e i t s m o d u l u s van beton e n een aangenomen verhouding van de gemiddelde en de t o t a l e gesommeerde w r i j v i n g i s weergegeven i n t a b e l 1. Gezien de v e l e onzekere Eakt o r e n en'aanriamen kunnen.de g e t a l l e n zeker voor n i e t meer dan een ond e r l i n g e v e r g e l i j k i n g g e b r u i k t worden. ,De h i e r bepaalde k l e e f a a n d e l e n wijken d u i d e l i j k a f v a n de vooraf berekende. Het hoogste aandeel van de k l e e f wogdt gevonden b i j paal 2 waar j u i s t een goede funderingsgronds l a g onder de punt aanwezig was. Daarentegen h e e f t de e e r s t e p a a l , waar d u i d e l i j k een b i j z o n d e r . g e r i n g e draagkracht onder de punt van de p a a l aanwezig was, d u i d e l i j k een t e laag aandeel. D u i d e l i j k o n j u i s t l i j k t h e t lage k l e e f a a n d e e l van p a a l 4 waar j u i s t door h e t t r i l l e n van de cas i n g b u i s met v l e u g e l s een s t e r k e v e r b e r e r i n g van d e sondeerwaarde n a a s t de paal verkregen i s . Na a f l o o p van de p r o e f b e l a s t i n g en nadat de boringen gemaakt z i j n , z i j n a l l e ' palen getrokken ( z i e f o t o ' s ) . Om de.palenheen i s een casingbuis gespotenwaardoor de p a a l min of meer losindecasingbuiskwamtestaan e n konwordengetrokken. Opvallendwas h e t gave u i t e r l i j k van de palen en de geringe meetafwijkingen. De benodigde en i n de berekening aangehouden dikt e was overal aanwezig. E r z i j n geen v e r d i k t e voeten of andere ongerechtigheden g e c o n s t a t e e r d . E6n p a a l vertoonde e e n s t e r k e verdikking i n de Holocene veenlagen. Voor zowel de s t e r k t e a l s de buiging i s d i t a l l e e n maar g u n s t i g . Het f e i t of i n de s l a p p e lagen verdikking, i n s n o e r i n g of geen van beiden z a l o n t s t a a n hangt samen met de u i t v o e r i n g . Gebruik van e e n c a s i n g b u i s waarin h e t beton e e n overhoogte t e n opzichte van h e t maaiveld h e e f t , zodat 'de h y d r o s t a t i s c h e d r u k ' i n h e t beton i n de s l a p p e l a g e n g r o t e r i s d a n de heersende, horiz,ontale spanning i n de s l a p p e lagen z a l een verdikking van de p a a l t o t gevo.lg hebben. De gemeten d i k t e s van de d r i e i n de grdnd gemiakte p d e i. i .s ' . opgenomen ih' b i j l .a g ,~ e '28; . 8. CONCLUSIES U i t de proeven i n gebied 2B-4 i s we1 gebleken d a t h e t v a s t s t e l l e n van h e t bezwijkdraagvermogen aan d e hand van sonderingen t e r p l a a t s e van de zogenaamde " s l e c h t e plekken" vaak t o t o n j u i s t h e d e n l e i d t . Door de g r o t e v e r s c h i l l e n op z e e r k o r t a f s t a n d e n i s de kans e r g g r o o t d a t voor de berekening van een t e g u n s t i g e sondering wordt u i t g e g a a n . D e heikalend e r i n g g e e f t i n een d e r g e l i j k geval een minimumwaarde aan. Dat w i l n i e t zeggen d a t daarmee h e t sonderen overbodig geworden i s , maar we1 d a t ind i e n de aan de hand van de sonderingen berekende i n h e i n i v e a u s e n geb r u i k s b e l a s t i n g e n e e n tegenvallende s t u i t w a a r d e b i j h e t h e i e n opleveren, d i t n i e t afgedaan k a n worden met een i n de omgeving van de p a a l gemaakt e sondering. I n nagenoeg a l l e g e v a l l e n z a l dan b e z i e n moeten worden of een l a g e r e g e b r u i k s b e l a s t i n g i n de c o n s t r u c t i e mogelijk i s , anders z a l n a a r een d i e p e r n i v e a u moeten worden geheid of z u l l e n palen moeten worden b i j g e h e i d . Keuze van i n de grond gemaakte palen i n p l a a t s van p r e f a b palen h e e f t h e t voordeel d a t v e e l g e m a k k e l i j k e r n a a r e e n d i e p e r inheiniveau kan worden gegaan. B i j d e h i e r u i t g e v o e r d e proeven met een t r i l l e n d op d i e p t e gebrachte c a s i n g i s gebleken d a t i n A l m e r e i n d e l o s g e p a k t e grove zanden o p e e n d i e p t e v a n 1 0 t o t 15meterbenedenmaaiveldeengoedeverdichting en daarmee een goede funderingsgrondslag verkregen kan worden. De b e s t e v e r d i c h t i n g werd b e r e i k t met de c a s i n g b u i s v o o r z i e n v a n v l e u g e l s , d e u i t e i n d e l i j k e b e z w i j k b e l a s t i n g b l e e k h i e r z e l f s g r o t e r dan van de p a a l met de verzwaarde v o e t . De indruk b e s t a a t d a t daarnaast i n de v a s t gepakte lagen e n i g s z i n s een v e r l a g i n g of n i v e l l e r i n g van de sondeerwaarden kan optreden. Uiteindel i j k wordt dan met t o e p a s s i n g van t r i l l e n na b e t op d i e p t e komen van de c a s i n g een v e e l g e l i j k m a t i g e r beeld met minder kans op ongelijkmatige z e t t i n g e n verkregen. Voor h e t op g r o t e s c h a a l toepassen van d i t systeem z a l moeten worden nagegaan of inderdaad b e t r e k k e l i j k grofzandig en makkelijk t e v e r d i c h t e n zanden t e r p l a a t s e voorkomen op een d i e p t e d i e a l s funderingsgrondslag a a n t r e k k e l i j k i s . De grondmechanische b e g e l e i d i n g z a l i n d a t g e v a l v e e l meer u i t controlesonderingen a c h t e r a f moeten bestaan. Tevens i s h e t nod i g na t e gaan of d e g e b r u i k t e t r i l l i n g s d u u r z o a l s d i e g e b r u i k t i s b i j bijvoorbeeld p a a l 4 van wezenlijke invloed i s op de verkregen r e s u l t a ten. Toepassing van de i n de grond gemaakte palen i n combinatie met diept e v e r d i c h t i n g i s i n g r o t e d e l e n van Almere technisch r e a l i s e e r b a a r en z a l naar verwachting t o t g u n s t i g e r e s u l t a t e n l e i d e n . I n hoeverre h e t economisch h a a l b a a r i s z a l afhangen van de p r i j s v e r g e l i j k i n g met bijvoorbeeld ondiep gefundeerde l i c h t b e l a s t e of d i e p e r ( d i e p e r dan 15 meter beneden maaiveld) gefundeerd e n zwaarder b e l a s t t e prefab palen. - \ 9 . SAMENVATTING I n h e t gebied van Almere-Stad worden p l a a t s e l i j k s t e r k wisselende sond e e w a a r d e n a a n g e t r o f f e n op een d i e p t e v a n 1 0 t o t 15 meter beneden maaiv e l d . Analyse van deze plekken h e e f t aangetoond d a t ze b e s t a a n u i t l o s gepakt zand, w e l l i c h t i e t s grover dan h e t omringende zand met p l a a t s e l i j k g r i n d of grindbandjes. Verondersteld mag worden d a t deze z e e r lok a l e v e r s t o r i n g e n (diameter 1 t o t 3 meter) hun oorsprong vinden i n de ijstijden. E r i s een s e r i e p r o e f b e l a s t i n g e n uitgevoerd om t e bkkijken of met e e n aangepast paaltype i n deze gebieden toch een goede fundering verkregen kan worden. U i t t u s s e n t i j d s uitgevoerde p r o e f b e l a s t i n g e n op p r e f a b palen i s gebleken d a t aan de hand van een a c h t e r a f bijgemaakte s o n d e r i n g . , onvoldoende i n z i c h t i n h e t bezwijkdraagvermogen van de p a a l kan worden verkregen. Meerdere sonderingen op k o r t e a f s t a n d rond d e z e l f d e p a a l l e v e r e n o n d e r l i n g s t e r k v e r s c h i l l e n d e r e s u l t a t e n op. De g e v o n d e n s t u i t c i j f e r s l e v e r e n een d i r e k t e r en meer betrouwbaar gegeven op i n deze gevallen. Een d r i e t a l i n de grond gemaakte palen i s n a h e t door m i d d e l v a n i n t r i l l e n op d i e p t e komen van de c a s i n g b u i s op d i e p t e vastgehouden e n naget r i l d . Ekn van de buizen was d a a r b i j tevens voorzien van v l e u g e l s aan de c a s i n g b u i s om de invloed van h e t t r i l l e n t e vergroten. Hiermee bleken i n h e t gebied z e e r goede v e r b e t e r i n g e n t e kunnen w o r d e n b e r e i k t . Naast een v e r b e t e r i n g van de " s l e c h t e plekken" werd o o k e e n meer g e l i j k m a t i g beeld verkregen t u s s e n de "goede" en " s i e c h t e " plekken: Technisch gezien i s een t r i l l e n d i n de grond gebrachte c a s i n g voor een p a a l , gevolgd door aanvullend t r i l l e n op h e t d i e p s t e . p u n t een goede methode om een betrouwbare fundering t e maken. Het v e r d i e n t aanbeveling de econofnische h a a l b a a r h e i d i n de p r a k t i j k t e t o e t s e n . De grondmechanische b e g e l e i d i n g v a n een d e r g e l i j k p r o j e c t z a l m e e r verschuiven n a a r . c o n t r o l e a c h t e r a f van h e t b e r e i k t e v e r d i c h t i n g s , ef f ekt . LITERATUUR 1. Zee, ir. R.J. Proefbelasting op een betonpaal in woningbouwplan Klunder te ~lmerehaven .R.IJ.P.-rapport 1978-9Ado 2. Veen, C. van der The bearing capacity of.piles Proc. 3d 1nt. Conf. Soil. Mech. and Found. Eng., Zurich, 1953 3. Weele, A.F. A method of separating the bearing capality of a tesc pile into skin-friction and point-resistance Proc. 4th Int. Conf. Soil. Mech. and Found. ~ n , ~London, . 1957 4. Chin Fung Kee Estimation of the Ultimate load of piles from tests not carried to failure Proc. 2d South East Asian Conf. on Soil Eng., 1970 5. Roosma;ir'. E. Sonderingen en funderingen op staal Fugro sondeersymposium, 1977 6. Heijnen, W.J. Proeven op Franki-palen te Zwolle L.G.M. mededeling deel XIV-1. juli 1970 7. Heijnen, ir. W.J. en ir. W.H. Loof Funderingen op palen, deel 1 Grondmeschanische aspeccen Uitgave Stichting Bouwresearch, 1977 8. Begemann, dr. ir. H.X.S.Ph. Klassifikatie en afleiding grondmechanische groothederuit sonderingen Fugro Sondeersymposium 1977 9. Bruinhorst J.A. en M.A. Viergever Heigrafieken paalnr. 1 2 3 4 5 6 gebied 2B-8 2B-8 2B-8 2B-8 2B-4 2B-4 afmeting van de paal I$ 0,22m & 0,28/0,33m & 0,28/0,45m 6 0,28/0,33m @ 0,25m 8 0,25m heiblok kalendering Hera H.V. H.v. H.V. D 15 D 15 11 5 3 3 11 15 30 60 60 60 slagen/0,25m sec./0,25m sec./0,25m sec./0,25m slagen/0,25m slagen/0,25m inheidiepte 14,80m-N.A.P. 14,75m-N.A.P. 14,7Om-N.A.P. 14,30m-N.A.P. 9,251n-m.v. 9,25m-m.v. datum heien datum proefbel. of storten 19 nov.'80 26 nov. 1980 1 dec. 1980 20 n0~.'80 20 nov.'80 6 jan. 1981 16 dec. 1980 20 nov.'80 3 dec. 1980 28 nov.'80 9 dec. 1980 28 nov!80 / - Berekende bezwijkbelasting in kN sond. achteraf sond. vooraf min./max./gemidd. min./max./gemidd. 3971 4521 420 2241 454/ 327 783/1018/ 900 1728 1117/1478/1321 7621 852/ 809 1114/1607/1345 546 755/1518/ 989 748/1764/1303 Gemeten bezwijkbelasting in kN Chin Fung kleef kleefaandeel Kee aandeel heigrafiek vooraf/achteraf uit grafiek aarzel~unt 34% 340 69% 61% 131,6/312,5 300 264 45% 1275 22% 36% 952 1000 30% 1275 1064 60% 46% 1100 11% 1471 1615 92% 73% 1500 625 680 17% 21% 600 520 833 765 18% 25% 700 680 1 J
© Copyright 2024 ExpyDoc