Programmaboekje

deSingel
Internationale Kunstcampus
vr 21 februari
za 7 juni 2014
Expo Beel laag
Pasticcio - Continuïteit in de
Europese architectuur
Woninguitbreiding Mortsel, Bovenbouw Architectuur © Karin Borghouts
Pasticcio - Continuïteit in de
Europese architectuur
vr 21 februari
za 7 juni 2014
openingsuren
woensdag tot en met zondag
14 18 uur en bij voorstellingen
gesloten ma, di en feestdagen
toegangsprijs: 5 euro
tentoonstellingsgids gratis
Met de tentoonstelling ‘Pasticcio - Continuïteit in de Europese
architectuur' brengen we een groep van zeven hedendaagse
Europese architecten samen die buiten de mainstream werken. De
tentoonstelling is een kritiek op de nivellerende tendensen van de
globalisering. Ze wil aantonen hoe krachtig en divers hedendaagse
architectuur hierop kan reageren op voorwaarde dat ze op continuïteit
en een gemeenschappelijke cultuur gebaseerd is.
Pasticcio?
De titel van de tentoonstelling refereert aan de stenen toren in het Sir
John Soane Museum, het woonhuis en atelier van de gelijknamige
architect. Naast zijn omvangrijke verzameling kunstwerken en
architectuurfragmenten uit de bouwgeschiedenis bevindt zich,
centraal op het binnenplein, een stenen toren: de Pasticcio.
Deze is recent herbouwd en is een opeenstapeling van stenen
architectuuronderdelen met bovenaan een door Soane ontworpen
pinakel. Het illustreert hoe Soane zelf het classicisme interpreteerde.
Sinds zijn ontstaan zijn de toren, de interieurs en de collectie van het
museum een referentie voor architecten. De meeste meubels zijn
Soanes ontwerpen in wat men later als ‘Regency’ benoemde. Soane
(1753-1837) wordt als de ‘achtste deelnemende’ architect in de
tentoonstelling gepresenteerd.
Traditie
De zeven andere architecten - Hermann Czech (AT), Knapkiewicz &
Fickert (CH), Märkli Architekt (CH), Hild und K Architekten (D), Caruso
St John (UK), biq (NL) en Bovenbouw (B) - vertegenwoordigen drie
generaties architectuurpraktijk. Hun tentoongestelde werken vertonen
een gelijkaardige houding ten opzichte van de architectuur. Alle
zeven ontwerpers delen ondanks de verschillende achtergronden en
omgeving een belangstelling voor de conventies van de architectuur.
En meer in het bijzonder voor het verdraaien en manipuleren van die
conventies. Noties als traditie, herinnering, associatie, ambacht of
archetype worden uitgedaagd. Toch is wat men in de gebouwen ziet
geen historiserend verhaal. De ontwerpers ondernemen veeleer een
aantal eigenzinnige pogingen om vernieuwing binnen de traditie van
de architectuur een plek te geven. Eigenzinnigheid, vertrouwdheid en
verrassing zijn de noemers die deze bonte verzameling van projecten
samenhoudt.
Het Belgisch compromis?
Een extra luik in de tentoonstelling, die eerder al op de Biënnale van
Venetië te zien was, bevat de melancholische foto’s van Mark Pimlott
(UK, CAN). De kunstenaar-architect werd door ons uitgenodigd om
op zoek te gaan naar onbekende traditielijnen in de 20ste-eeuwse
Belgische architectuur.
De laatste kamer van de tentoonstelling is een studiekamer waar
men opgenomen recente lezingen van de zeven architecten kan
beluisteren. Dirk Somers/Bovenbouw tekende een scenografie
met drie in elkaar lopende kamers. Hij ontwerpt interieurs die een
verschillende atmosfeer oproepen door kleur, licht, verhoudingen
en doorzichten.
Ode aan de eigenwijze
conformisten
Christoph Grafe: Dirk, jij bent gevraagd door Caruso St John
Architects om aan een internationale groepstentoonstelling tijdens
de Biënnale van Venetië in 2012 deel te nemen. Bovenbouw toonde
toen zijn werk samen met zes andere bureaus in het voormalige
Italiaanse paviljoen in de Giardini. Kan je iets meer vertellen over
deze ontwerpers en hoe ze zich tot elkaar verhouden?
Dirk Somers: De zeven architecten bestrijken een groot deel van
het West-Europese continent: Zwitserland, Duitsland, Nederland,
Engeland, Oostenrijk en dus ook België. Niet enkel geografisch,
maar ook generationeel vormt dit een brede selectie want de
oudste ontwerper, de Weense architect Hermann Czech, verschilt
2 generaties met de jongere deelnemers.
CG: Los daarvan zie je in de selectie van architecten toch ook een
gemeenschappelijkheid tussen hun werk qua werkwijze, thematiek
en misschien ook ten aanzien van het collectieve karakter van
architectuur als cultuur?
DS: Het is inderdaad de sterke inhoudelijke verbondenheid die
de kern van het verhaal vormt. Alle ontwerpers delen ondanks de
verschillende achtergronden en omgeving een interesse voor de
conventies van de architectuur. En meer in het bijzonder voor het
manipuleren en verdraaien van die conventies. Noties als traditie,
herinnering, associatie, ambacht of archetype worden uitgedaagd.
Wat je in het tentoongesteld werk te zien krijgt, toont geen
historiserend verhaal, geen essentialisme of zuiverheid, maar veeleer
een aantal eigenzinnige pogingen om vernieuwing binnen de traditie
van de architectuur een plek te geven. Het is een bonte tentoonstelling
geworden, met ontwerpen van een bankgebouw tot het ontwerp van
een orgel.
CG: Hoe dekt de titel van de tentoonstelling, ‘Pasticcio’ die
gevoeligheid?
DS: De term ‘Pasticcio’ vat de tentoonstelling heel mooi samen.
Het is een Italiaans woord dat letterlijk ‘koken met overschotjes’ of
‘door elkaar husselen’ betekent. Maar ik vermoed dat Caruso St John
Architecten de term hebben leren kennen toen ze aan hun interventie
in John Soane’s musem in Londen werkten. John Soane bouwde er in
de tuin van zijn eigen woning een grafmonument voor zijn overleden
hond Fanny. Het is een zuil samengesteld uit architectuurfragmenten
en archeologische vondsten uit verschillende tijden en plekken,
een pasticcio. Soane was een architect die ook met de klassieke
architectuurtraditie aan de haal ging, en er een heel eigen en uniek
oeuvre uit distilleerde. Daarom figureert Soane ook latent als de
achtste architect in de tentoonstelling.
CG: Wat me in de tentoonstelling erg opvalt, is dat een reeks
ontwerpen blijkbaar het idee van de grote breuk achter zich hebben
gelaten die de moderne avant-garde kenmerkte. Daarmee wordt
bedoeld dat wij in het heden zo anders leven dat elke verwijzing
naar het verleden oneerlijk is of onmogelijk wordt. De projecten
in de tentoonstelling tonen aan dat we ondanks alle verschillen
met het verleden wel degelijk blijven functioneren in een grotere
continuïteit met een blijvende aandacht voor bepaalde elementen
uit het verleden.
DS: Vandaag zullen wel meer mensen het gevoel hebben dat de avantgarde veel van haar pluimen verloren heeft. Persoonlijk voel ik me heel
erg bevrijd bij de gedachte. De afgelopen eeuw heeft de architectuur
op adrenaline geleefd. Geen enkel denkkader hield langer dan een
generatie stand. Architectuur heeft te vaak de schijn willen wekken
even dynamisch en revolutionair te zijn als andere technologische
disciplines. Die verslaving aan innovatie kunnen we niet langer
volhouden. In deze tijden lijkt het veel relevanter en natuurlijker om op
een hele concrete, directe manier bijzondere architectuur te maken.
CG: Dit zie je ook bij verbouwingen. Veel opdrachten momenteel
zijn geen nieuwbouw, maar verbouwingen of het verder bouwen
aan een bestaande omgeving. Er was lange tijd een orthodoxe
moderne leerstelling die eist dat het verschil tussen het oude en
het nieuwe maximaal zou moeten worden getoond. De lijn met de
bestaande omgeving wordt dan bijzonder scherp gesteld. Bij deze
groep zie je echter heel sterk dat je een verhaal wel degelijk verder
kan vertellen, dat je de grens tussen oud en nieuw niet hoeft te
accentueren of scherp te stellen, hetgeen een zeer bevrijdende
werking op het ontwerpen en op de architectuur heeft.
DS: Veel interventies vandaag zijn inderdaad bescheiden
toevoegingen aan een gebouw, aan een straat of aan een stad.
Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat elk a priori over stijl of vorm ooit
wel eens botst met een bestaande situatie. Daarom hebben we alle
morele oordelen over vorm in de koelkast gestopt. Uiteindelijk is het
de situatie die dicteert wat hoort en wat niet. Vanuit dat perspectief
blijven er erg weinig waarheden overeind, wat architectuur enorm
interessant maakt.
CG: Aan de tentoonstelling hebben we een extra luik toegevoegd
met een fotoreeks van de Brits-Canadese kunstenaar Marc
Pimlott. Aan hem is gevraagd beelden te tonen van de Belgische
moderne architectuur rekening houdend met de hypothese
dat er in België gedurende lange periodes in de 20ste eeuw
effectief een nuancering is blijven bestaan ten aanzien van de
moderniteit. Enerzijds omdat opdrachtsituaties heel conventioneel
gebleven zijn en anderzijds omdat de bouwcultuur verankerd
bleef in het ambachtelijke bouwen. De beelden vormen een extra
luik in de tentoonstelling. Hoe zie je de rol van die foto’s in de
tentoonstelling?
DS: Dit is een mooi moment om de 20ste-eeuwse Belgische
architectuur van een andere zijde te tonen. België heeft nooit
de naam gehad een groot architectuurland te zijn. Dit heeft ze
logischerwijze proberen te compenseren door aan te haken op de
grote internationale tendensen. Daardoor was er niet altijd aandacht
voor onderstromen en dissonanten. Ik ben heel benieuwd om straks
het werk van namen als Dupuis en Van Reeth te zien hangen naast
werk van kannunik Thiery of de gebroeders Dumont. Het wordt in elk
geval een ode aan de eigenwijze conformisten!
Gesprek tussen Christoph Grafe, directeur van het Vlaams Architectuurinstituut en
Dirk Somers van Bovenbouw Architectuur, één van de deelnemende architecten en
scenograaf van de tentoonstelling.
kamer 1 Moderniteit en
continuïteit – architectuur
uit Noord-West Europa
De ontwerpers in deze tentoonstelling lijken bevrijd van de breuk die
de moderniteit, de avant-garde architectuur begin 20ste eeuw in het
vak teweegbracht. Ook de opeenvolging van nieuwe theoretische
denkkaders, die nieuwe vormen in architectuur voorschreven,
zijn afwezig in dit gemeenschappelijke oeuvre. Het werk haakt in
op een collectief geheugen van een bouwtraditie, is concreet en
direct. Aldus omarmen de projecten het gewone en zijn ze toch
heel bijzonder. Thema’s die uit het werk spreken zijn aandacht voor
proportie, ornament, interesse voor het interieurontwerp, zorgvuldig
gecomponeerde gevels, gebruik van kleur.
Daarnaast valt op dat veel werk geen nieuwbouw maar verbouwen
of bouwen aan de bestaande omgeving omhelst. De orthodoxe
benadering van verbouwen wil dat het verschil tussen het oude en het
nieuwe maximaal wordt getoond. Het lijkt alsof men zich niet op een
gevoelige manier mag verhouden tot hetgeen er al staat. Architecten
lijken niet te mogen ‘voortborduren’ op wat is ingezet. Deze aanpak is
juist bij deze groep heel sterk aanwezig. De lijn tussen oud en nieuw
wordt niet scherp aangezet, hetgeen een bevrijdende werking op het
ontwerpen en op de architectuur heeft.
maquettes
Bovenbouw architectuur
Uitbreiding van een woning, Mortsel, 2007-2014
Caruso St John Architects
Veemgebouw, Strijp S, Eindhoven, 2010-2016
Knapkiewicz & Fickert
Rigiplatz woningbouwproject, Zürich, 2011
biq stadsontwerp bv
Lakerlopen stadsvernieuwingsproject, Eindhoven, 2010
Peter Märkli Architekt
Kathedraalorgel, Basel, 2003
Peter Märkli Architekt
Synthes kantoren, Solothurn, 2012
Peter Märkli Architekt
Synthes kantoren: gevel, Solothurn, 2012
kamer 1
kamer 2
kamer 3
houten kaders
Caruso St John Architects
Bremer Landesbank, Bremen, 2010-2016
Hild und K Architekten
Schloss Hohenkammer herbestemming, München, 2007
Fotografie: Michael Heinrich
Sir John Soane
Sir John Soane’s Museum, ontbijtsalon in nr. 13, Londen, 1812
Caruso St John
Sir John Soane’s Museum, galerij voorkant in nr. 12, Londen, 2012
Fotografie: Hélène Binet
Knapkiewicz & Fickert
Rigiplatz woningbouwproject, Zürich, 2011
Fotografie: Walter Mair
Hild und K Architekten
AGFA Gevel, München, 2010
Fotografie: Michael Heinrich
Hermann Czech
Paleis Schwarzenberg, Wenen, 1982-1984
Herbestemming van Paleis Schwarzenberg,
(restaurant, bar, lobby, keuken, personeelsruimtes)
Tapijtontwerp door Christian Ludwig Attersee
Comfort, clichés en irritatie
‘Public and Private Buildings Executed by
Sir John Soane between 1780 and 1815’
Geschilderd door Joseph Michael Gandy in 1818
Met toestemming van de bestuursleden van het Sir John Soane’s Museum
Bovenbouw Architectuur
Politiekantoor, Schoten, 2008
Peter Märkli Architekt
Synthes kantoren, Solothurn, 2012
Fotografie: Caroline Palla
Peter Märkli Architekt
Kathedraalorgel, Basel, 2003
Hans van der Heijden
2½ D, 2008
Studie naar de representatie van het huis in het werk
van biq stadsontwerp bv
biq stadsontwerp bv
Lakerlopen stadsvernieuwingsproject, Eindhoven, 2010
Lakerlopen tuinwijk met 161 nieuwe woningen
Fotografie: Stefan Müller
Bovenbouw architectuur
Uitbreiding van een woning, Mortsel, 2012
Fotografie: Gert von Bassewitz
Fotografie: Karin Borghouts
Hermann Czech
Voortdurende transformatie
Urbanihaus renovatie, Wenen, 2004-2007
Renovatie van een Barok palazzo uit de 13e eeuw
Structurele interventies die ruimtelijk interessant worden
Knapkiewicz & Fickert
‘Klee’ woningen, Zürich, 2011
Fotografie: Margherita Spiluttini
Hild und K Architekten
Taverne Marienplatz, München, 2011-2012
Aquarel door Andreas Hild
Hermann Czech
200520052005
20071981 2011
199419941989
‘The plan and Interior of the Ground Floor of a Town House’, 1822
Aquarel door Joseph Michael Gandy
The principal interiors of Sir John Soane’s Museum
at No.13 Lincoln’s Inn Fields
Fotografie: Katrin Bernsteiner, Hermann Czech, Uwe Hauenfels, Thomas Roth,
Valentin Scheinost, Harald Schönfellinger, Margherita Spiluttini
Met toestemming van de bestuursleden van het Sir John Soane’s Museum
kamer 2 fotografieopdracht Mark Pimlott
In zijn 'Dialoog tussen licht en stilte' uit 1963 beschreef de architect
en dichter Albert Bontridder de Belgische architectuurgeschiedenis
als een opeenvolging van gemiste kansen. En inderdaad, radicale
moderne experimenten zijn zeldzaam in België. Ondanks de grote
moderniseringsprojecten in Brussel, Luik, Antwerpen of andere
steden bleven de principes van de 19de-eeuwse stedenbouw in
essentie maatgevend.
Belgische ontwerpers pasten de principes van de moderne
architectuur op een vrije manier toe. Ze gebruikten moderne
elementen naar goeddunken. De bouwcultuur bleef sterk verankerd
in het ambachtelijke bouwen. Dit manifesteert zich vooral in het
gebruik van brons, pierre blanche, goudgeanodiseerd aluminium,
rozenhout en travertijn. Maar de appartementengebouwen
pronken ook met fenêtres-en-longueur (bandramen) en met brisesoleils (zonneweringen zoals gebruikt door Le Corbusier). Het zijn
modernistische accenten op gebouwen die zich voor het overige
weinig aantrekken van de compositorische principes van de
Internationale Stijl.
De in Den Haag werkzame kunstenaar-architect Mark Pimlott
brengt een ode aan deze eigenwijze architectuur. Hij portretteert vijf
projecten die elk op hun manier het gefragmenteerde en weelderige
karakter uitstralen dat deze Belgische moderne architectuur zo
kenmerkt. In zijn foto’s laat hij ons de rijkdom aan vormen en
materialen zien die de Belgische architectuur uit het midden van
de twintigste eeuw zwierigheid, behagelijkheid en een zekere
vanzelfsprekendheid verlenen. Ze tonen een architectuur die
uitdrukking aan het vooruitgangsgeloof van haar ontstaansperiode
geeft, en aan vertrouwen in een soort degelijkheid. Deze Belgische
architectuur is weelderig, goed gemaakt, elegant, comfortabel,
soms verfijnd en in alle onschuld burgerlijk.
‘Leuven B 2013 (Thiéry Wing I & II)’
Thiéry-vleugel van klooster Sint-Geertrui, Leuven
olv. kanunnik Armand Thiéry (1918-1922)
verbouwing door Paul Van Aerschot (1981-1987)
‘Antwerp B 2013 (Eiermarkt I, II & III)’
Appartementsgebouw Eiermarkt, Antwerpen
toegeschreven aan architect Georges Ricquier
(1961 bouwvergunning)
‘Brussels B 2013 (De Greef I & II)’
De Greef juwelier, Brussel
architect Jacques Dupuis (1953)
‘Brussels B 2014 (Gallery Ravenstein I & II)’
Galerij Ravenstein, Brussel
architecten Alexis en Philippe Dumont (1954-1958)
‘Antwerp B 2013 (Jezuïetencollege I, II & III)’
Onze-Lieve-Vrouwecollege, Antwerpen
architect bOb van Reeth (1977-1978)
kamer 3 Studieruimte
De laatste kamer van de tentoonstelling is opgevat als studiekamer.
Opnames van recente lezingen, interviews en documentaires worden
voor deze gelegenheid integraal getoond. Alle zeven geselecteerde
architectenbureaus komen aan het woord.
Caruso St John Architects
‘What is modern’ lezing van Adam Caruso, Caruso St John Architects,
Londen
Copyright ETH Zürich
biq stadsontwerp bv
Interview met Hans van der Heijden en Rick Wessels,
biq stadsontwerp, Rotterdam
NAi, interview door Saskia van Stein, camera en montage Vincent Vriens (Victor Zorro)
Märkli architekt
Interview met Peter Märkli, Märkli architekt, Zürich
door Jan Schevers and Heleen Herrenberg
TU Eindhoven
Hild und K Architekten
1. Fassadentag: Lezing van Andreas Hild,
Hild und K Architekten, München
Im Kontext: Fassaden im Bestand, Fassadenkongress 2012
BauNetzTV en Messe Stuttgart
2. Louis Hotel: interview met Andreas Hild,
Hild und K Architekten, München
Crane TV, journalist: Rebecca Suhrawardi Austin, camera: Paolo Pascolo,
editor: Craig Bilham, muziek: Sarah Sarhandi
3. Schloss Hohenkammer: interview met Andreas Hild,
Hild und K Architekten, München
film & interview: Peter Popp
Bovenbouw architectuur
Lezing van Dirk Somers, Bovenbouw architectuur, Antwerpen
Lezing in opdracht van Architectuurwijzer
Atelier Czech
Lezing van Hermann Czech, Atelier Czech, Wenen
Hochschule für Bildende Künste Dresden
Knapkiewicz & Fickert
‘Feeling at home’, Knapkiewicz & Fickert, Zürich
Film over Wohnuberbauung Lokomotive in Winterthur
een productie van: Everything is Okay Production - eiokay.com
regie: Mahalia Belo, productie: Nikolaj Hans Belzer en Henry Lloyd-Baker,
fotografie: Matthias Pilz, editor: Rodrigo Saquel,
muziek: Graham Hadfield, steadycam operator & 1st AC Michele Cadei, sound design & mix
Jens Petersen, colourist: Leonardo Costa
met dank aan: Sandra Nussberger en familie, Colette Gradwohl, Stephan Popp en familie,
David, Marie Claire en Harry Burst.
met de steun van: City of Winterthur, Department Bau, ZHaW - Zurich University of Applied
Sciences and Arts, School of Architecture, Design and Civil Engineering, Winterthur, Dr. Paul
Lüchinger + Daniel Meyer AG, Ingenieure, Zürich
© Mahalia Belo en Everything is Okay Ltd en Knapkiewicz & Fickert AG. All rights reserved
biografieën
Adam Caruso and Peter St John richtten in 1990 hun praktijk
op. Met hun ontwerp voor de New Art Gallery in Walsall in 1995
verwierven ze internationale bekendheid. Vanuit een verregaande
fascinatie voor materialiteit stellen ze het emotionele en fysieke
potentieel van de constructie centraal. Momenteel werken ze in
opdracht van Tate Britain, de stad Rijsel, Bremer Landesbank en de
SBB (Zwitserse spoorwegmaatschappij). Caruso St John richt zich
op een brede waaier van opdrachten en schalen en weigert mee
te gaan in de steeds verdere specialisatie en schaalvergroting van
architectuurbureaus.
Bovenbouw is een jong Belgisch bureau, gevestigd in Antwerpen.
Dirk Somers, professor, zaakvoerder en ontwerper staat aan het
hoofd van een team van twaalf getalenteerde Europese architecten.
Hun werk wordt gekarakteriseerd door een open geest en tijdloze
benadering van ontwerp. Bovenbouw bouwt relevante gebouwen
die de juiste dingen vertellen over de stad. Bovenbouw maakt zo
architectuur die zichzelf is, wars van het krampachtig verlangen
avant-garde te zijn. De stijl wordt heruitgevonden afhankelijk van elke
specifieke situatie. Deze zoektocht naar stijl kan verstaan worden
in de klassieke zin van het woord, waarbij oude en nieuwe ideeën
samenkomen tot een interessante mix van het alledaagse en het
altijddurende.
biq stadsontwerp werd in 1994 gesticht door Rick Wessels en
Hans van der Heijden. In 1996 was biq laureaat van de Europan-4
ontwerpwedstrijd. Het bureau werkte aanvankelijk vooral aan
woningbouwprojecten. Geleidelijk breidde het werkveld uit met
kantoren, winkels en medische en culturele gebouwen. biq ontwierp
onder meer het kunstgebouw the Bluecoat in Liverpool (GB, 2008), en
stadsvernieuwingsprojecten als De Lakerlopen (Eindhoven, NL, 2010)
en Hessenberg (Nijmegen, NL, 2010) die internationaal gewaardeerd
werden en genomineerd voor de Mies van der Rohe Award.
Hermann Czech, geboren in Wenen, studeerde bij
Konrad Wachsmann en Ernst A. Plischke. Zijn heterogene
architectuurpraktijk omvat ruimtelijke planning, woningbouw,
school- en hotelinfrastructuur alsook kleinschalige interventies
en tentoonstellingsontwerpen. Daarnaast is hij auteur van talrijke
kritische en theoretische architectuurpublicaties. In zijn theorie
‘architecture is background’, spelen de noties van reconversie en
maniërisme een belangrijke rol.
Hild und K Architekten zijn gevestigd in München. Oorspronkelijk
gesticht als Hild und Kaltwasser in 1992, wordt het bureau sinds 1999
geleid door Andreas Hild en Dionys Ottl onder de naam Hild und K.
Hun architectuur ontstaat steeds vanuit de specificiteit van de context
en een intensieve en open dialoog met de bouwheer. Het resulteert in
een bouwpraktijk die zich niet laat leiden door hedendaagse trends.
Axel Fickert en Kaschka Knapkiewicz vestigden hun bureau in
1992 in Zürich. Al snel werd woningbouw het speerpunt van hun
praktijk, waarmee ze nieuwe trends introduceerden en een hele
generatie jongere architecten beïnvloedden. Hun werk, dat tegelijk
het sobere en het weelderige omarmt, werd reeds meerdere malen
bekroond: met de Prix Acier voor de busterminal Twerenbold (2007),
de ‘bronzene Hase’ voor het huisvestingsproject Lokomotive in
Winterthur (2006) en de ‘silberne Hase’ voor het huisvestingsproject
Klee in Zürich (2011).
Peter Märkli studeerde architectuur aan de ETH in Zürich, waar hij
sterk door architect Rudolf Olgiati en beeldhouwer Hans Josephsohn
beïnvloed werd. In 1978 vestigde hij zijn eigen studio in Zürich.
Hij verwierf ondermeer bekendheid met zijn ontwerp voor het
La-Congiunta-Museum in Giornico (1989-1992). Märkli realiseerde
verschillende woningen in Zwitserland, die gekenmerkt worden door
vrij strenge bouwvolumes met een grote aandacht voor kleur en
tactiliteit.
colofon
coproductie
Vlaams Architectuurinstituut
deSingel Internationale Kunstcampus
curator
Caruso St John Architects
bewerking deSingel
Christoph Grafe
Dirk Somers
scenografie
bewerking van de oorspronkelijke scenografie van
Caruso St John Architects door Dirk Somers, Gosia Olchowska,
Bovenbouw architectuur
productie tentoonstelling
Vlaams Architectuurinstituut
deSingel Internationale Kunstcampus
Caruso St John Architects
productieleiding
Katrien Vandermarliere
productieassistenten
Griet Stellamans
Birgit Cleppe
teksten
Christoph Grafe
Katrien Vandermarliere
Adam Caruso en Peter St John
tekstredactie
Birgit Cleppe
grafische vormgeving tentoonstelling
John Morgan studio, Londen
deSingel
opbouw tentoonstelling
techniek deSingel
projectsponsors
TU Delft, Faculteit Bouwkunde
Gyproc Saint-Gobain
Architectuur
Tentoonstellingen
Lezingen
Films
Boeken
...
www.desingel.be
t +32 (0)3 248 28 28
Desguinlei 25
B-2018 Antwerpen
f deSingelArtCity
www.vai.be
t +32 (0)3 242 89 70
Jan Van Rijswijcklaan 155
B-2018 Antwerpen
f Architectuurinstituut
Het Vlaams Architectuurinstituut wordt betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap. deSingel is een kunstinstelling van de
Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de stad Antwerpen. Mediasponsors zijn Canvas, Cobra.be, De
Standaard, Klara en Knack.
mediasponsors