deSingel Internationale Kunstcampus vr 21 februari za 7 juni 2014 Expo Beel laag Pasticcio - Continuïteit in de Europese architectuur Woninguitbreiding Mortsel, Bovenbouw Architectuur © Karin Borghouts Pasticcio - Continuïteit in de Europese architectuur vr 21 februari za 7 juni 2014 openingsuren woensdag tot en met zondag 14 18 uur en bij voorstellingen gesloten ma, di en feestdagen toegangsprijs: 5 euro tentoonstellingsgids gratis Met de tentoonstelling ‘Pasticcio - Continuïteit in de Europese architectuur' brengen we een groep van zeven hedendaagse Europese architecten samen die buiten de mainstream werken. De tentoonstelling is een kritiek op de nivellerende tendensen van de globalisering. Ze wil aantonen hoe krachtig en divers hedendaagse architectuur hierop kan reageren op voorwaarde dat ze op continuïteit en een gemeenschappelijke cultuur gebaseerd is. Pasticcio? De titel van de tentoonstelling refereert aan de stenen toren in het Sir John Soane Museum, het woonhuis en atelier van de gelijknamige architect. Naast zijn omvangrijke verzameling kunstwerken en architectuurfragmenten uit de bouwgeschiedenis bevindt zich, centraal op het binnenplein, een stenen toren: de Pasticcio. Deze is recent herbouwd en is een opeenstapeling van stenen architectuuronderdelen met bovenaan een door Soane ontworpen pinakel. Het illustreert hoe Soane zelf het classicisme interpreteerde. Sinds zijn ontstaan zijn de toren, de interieurs en de collectie van het museum een referentie voor architecten. De meeste meubels zijn Soanes ontwerpen in wat men later als ‘Regency’ benoemde. Soane (1753-1837) wordt als de ‘achtste deelnemende’ architect in de tentoonstelling gepresenteerd. Traditie De zeven andere architecten - Hermann Czech (AT), Knapkiewicz & Fickert (CH), Märkli Architekt (CH), Hild und K Architekten (D), Caruso St John (UK), biq (NL) en Bovenbouw (B) - vertegenwoordigen drie generaties architectuurpraktijk. Hun tentoongestelde werken vertonen een gelijkaardige houding ten opzichte van de architectuur. Alle zeven ontwerpers delen ondanks de verschillende achtergronden en omgeving een belangstelling voor de conventies van de architectuur. En meer in het bijzonder voor het verdraaien en manipuleren van die conventies. Noties als traditie, herinnering, associatie, ambacht of archetype worden uitgedaagd. Toch is wat men in de gebouwen ziet geen historiserend verhaal. De ontwerpers ondernemen veeleer een aantal eigenzinnige pogingen om vernieuwing binnen de traditie van de architectuur een plek te geven. Eigenzinnigheid, vertrouwdheid en verrassing zijn de noemers die deze bonte verzameling van projecten samenhoudt. Het Belgisch compromis? Een extra luik in de tentoonstelling, die eerder al op de Biënnale van Venetië te zien was, bevat de melancholische foto’s van Mark Pimlott (UK, CAN). De kunstenaar-architect werd door ons uitgenodigd om op zoek te gaan naar onbekende traditielijnen in de 20ste-eeuwse Belgische architectuur. De laatste kamer van de tentoonstelling is een studiekamer waar men opgenomen recente lezingen van de zeven architecten kan beluisteren. Dirk Somers/Bovenbouw tekende een scenografie met drie in elkaar lopende kamers. Hij ontwerpt interieurs die een verschillende atmosfeer oproepen door kleur, licht, verhoudingen en doorzichten. Ode aan de eigenwijze conformisten Christoph Grafe: Dirk, jij bent gevraagd door Caruso St John Architects om aan een internationale groepstentoonstelling tijdens de Biënnale van Venetië in 2012 deel te nemen. Bovenbouw toonde toen zijn werk samen met zes andere bureaus in het voormalige Italiaanse paviljoen in de Giardini. Kan je iets meer vertellen over deze ontwerpers en hoe ze zich tot elkaar verhouden? Dirk Somers: De zeven architecten bestrijken een groot deel van het West-Europese continent: Zwitserland, Duitsland, Nederland, Engeland, Oostenrijk en dus ook België. Niet enkel geografisch, maar ook generationeel vormt dit een brede selectie want de oudste ontwerper, de Weense architect Hermann Czech, verschilt 2 generaties met de jongere deelnemers. CG: Los daarvan zie je in de selectie van architecten toch ook een gemeenschappelijkheid tussen hun werk qua werkwijze, thematiek en misschien ook ten aanzien van het collectieve karakter van architectuur als cultuur? DS: Het is inderdaad de sterke inhoudelijke verbondenheid die de kern van het verhaal vormt. Alle ontwerpers delen ondanks de verschillende achtergronden en omgeving een interesse voor de conventies van de architectuur. En meer in het bijzonder voor het manipuleren en verdraaien van die conventies. Noties als traditie, herinnering, associatie, ambacht of archetype worden uitgedaagd. Wat je in het tentoongesteld werk te zien krijgt, toont geen historiserend verhaal, geen essentialisme of zuiverheid, maar veeleer een aantal eigenzinnige pogingen om vernieuwing binnen de traditie van de architectuur een plek te geven. Het is een bonte tentoonstelling geworden, met ontwerpen van een bankgebouw tot het ontwerp van een orgel. CG: Hoe dekt de titel van de tentoonstelling, ‘Pasticcio’ die gevoeligheid? DS: De term ‘Pasticcio’ vat de tentoonstelling heel mooi samen. Het is een Italiaans woord dat letterlijk ‘koken met overschotjes’ of ‘door elkaar husselen’ betekent. Maar ik vermoed dat Caruso St John Architecten de term hebben leren kennen toen ze aan hun interventie in John Soane’s musem in Londen werkten. John Soane bouwde er in de tuin van zijn eigen woning een grafmonument voor zijn overleden hond Fanny. Het is een zuil samengesteld uit architectuurfragmenten en archeologische vondsten uit verschillende tijden en plekken, een pasticcio. Soane was een architect die ook met de klassieke architectuurtraditie aan de haal ging, en er een heel eigen en uniek oeuvre uit distilleerde. Daarom figureert Soane ook latent als de achtste architect in de tentoonstelling. CG: Wat me in de tentoonstelling erg opvalt, is dat een reeks ontwerpen blijkbaar het idee van de grote breuk achter zich hebben gelaten die de moderne avant-garde kenmerkte. Daarmee wordt bedoeld dat wij in het heden zo anders leven dat elke verwijzing naar het verleden oneerlijk is of onmogelijk wordt. De projecten in de tentoonstelling tonen aan dat we ondanks alle verschillen met het verleden wel degelijk blijven functioneren in een grotere continuïteit met een blijvende aandacht voor bepaalde elementen uit het verleden. DS: Vandaag zullen wel meer mensen het gevoel hebben dat de avantgarde veel van haar pluimen verloren heeft. Persoonlijk voel ik me heel erg bevrijd bij de gedachte. De afgelopen eeuw heeft de architectuur op adrenaline geleefd. Geen enkel denkkader hield langer dan een generatie stand. Architectuur heeft te vaak de schijn willen wekken even dynamisch en revolutionair te zijn als andere technologische disciplines. Die verslaving aan innovatie kunnen we niet langer volhouden. In deze tijden lijkt het veel relevanter en natuurlijker om op een hele concrete, directe manier bijzondere architectuur te maken. CG: Dit zie je ook bij verbouwingen. Veel opdrachten momenteel zijn geen nieuwbouw, maar verbouwingen of het verder bouwen aan een bestaande omgeving. Er was lange tijd een orthodoxe moderne leerstelling die eist dat het verschil tussen het oude en het nieuwe maximaal zou moeten worden getoond. De lijn met de bestaande omgeving wordt dan bijzonder scherp gesteld. Bij deze groep zie je echter heel sterk dat je een verhaal wel degelijk verder kan vertellen, dat je de grens tussen oud en nieuw niet hoeft te accentueren of scherp te stellen, hetgeen een zeer bevrijdende werking op het ontwerpen en op de architectuur heeft. DS: Veel interventies vandaag zijn inderdaad bescheiden toevoegingen aan een gebouw, aan een straat of aan een stad. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat elk a priori over stijl of vorm ooit wel eens botst met een bestaande situatie. Daarom hebben we alle morele oordelen over vorm in de koelkast gestopt. Uiteindelijk is het de situatie die dicteert wat hoort en wat niet. Vanuit dat perspectief blijven er erg weinig waarheden overeind, wat architectuur enorm interessant maakt. CG: Aan de tentoonstelling hebben we een extra luik toegevoegd met een fotoreeks van de Brits-Canadese kunstenaar Marc Pimlott. Aan hem is gevraagd beelden te tonen van de Belgische moderne architectuur rekening houdend met de hypothese dat er in België gedurende lange periodes in de 20ste eeuw effectief een nuancering is blijven bestaan ten aanzien van de moderniteit. Enerzijds omdat opdrachtsituaties heel conventioneel gebleven zijn en anderzijds omdat de bouwcultuur verankerd bleef in het ambachtelijke bouwen. De beelden vormen een extra luik in de tentoonstelling. Hoe zie je de rol van die foto’s in de tentoonstelling? DS: Dit is een mooi moment om de 20ste-eeuwse Belgische architectuur van een andere zijde te tonen. België heeft nooit de naam gehad een groot architectuurland te zijn. Dit heeft ze logischerwijze proberen te compenseren door aan te haken op de grote internationale tendensen. Daardoor was er niet altijd aandacht voor onderstromen en dissonanten. Ik ben heel benieuwd om straks het werk van namen als Dupuis en Van Reeth te zien hangen naast werk van kannunik Thiery of de gebroeders Dumont. Het wordt in elk geval een ode aan de eigenwijze conformisten! Gesprek tussen Christoph Grafe, directeur van het Vlaams Architectuurinstituut en Dirk Somers van Bovenbouw Architectuur, één van de deelnemende architecten en scenograaf van de tentoonstelling. kamer 1 Moderniteit en continuïteit – architectuur uit Noord-West Europa De ontwerpers in deze tentoonstelling lijken bevrijd van de breuk die de moderniteit, de avant-garde architectuur begin 20ste eeuw in het vak teweegbracht. Ook de opeenvolging van nieuwe theoretische denkkaders, die nieuwe vormen in architectuur voorschreven, zijn afwezig in dit gemeenschappelijke oeuvre. Het werk haakt in op een collectief geheugen van een bouwtraditie, is concreet en direct. Aldus omarmen de projecten het gewone en zijn ze toch heel bijzonder. Thema’s die uit het werk spreken zijn aandacht voor proportie, ornament, interesse voor het interieurontwerp, zorgvuldig gecomponeerde gevels, gebruik van kleur. Daarnaast valt op dat veel werk geen nieuwbouw maar verbouwen of bouwen aan de bestaande omgeving omhelst. De orthodoxe benadering van verbouwen wil dat het verschil tussen het oude en het nieuwe maximaal wordt getoond. Het lijkt alsof men zich niet op een gevoelige manier mag verhouden tot hetgeen er al staat. Architecten lijken niet te mogen ‘voortborduren’ op wat is ingezet. Deze aanpak is juist bij deze groep heel sterk aanwezig. De lijn tussen oud en nieuw wordt niet scherp aangezet, hetgeen een bevrijdende werking op het ontwerpen en op de architectuur heeft. maquettes Bovenbouw architectuur Uitbreiding van een woning, Mortsel, 2007-2014 Caruso St John Architects Veemgebouw, Strijp S, Eindhoven, 2010-2016 Knapkiewicz & Fickert Rigiplatz woningbouwproject, Zürich, 2011 biq stadsontwerp bv Lakerlopen stadsvernieuwingsproject, Eindhoven, 2010 Peter Märkli Architekt Kathedraalorgel, Basel, 2003 Peter Märkli Architekt Synthes kantoren, Solothurn, 2012 Peter Märkli Architekt Synthes kantoren: gevel, Solothurn, 2012 kamer 1 kamer 2 kamer 3 houten kaders Caruso St John Architects Bremer Landesbank, Bremen, 2010-2016 Hild und K Architekten Schloss Hohenkammer herbestemming, München, 2007 Fotografie: Michael Heinrich Sir John Soane Sir John Soane’s Museum, ontbijtsalon in nr. 13, Londen, 1812 Caruso St John Sir John Soane’s Museum, galerij voorkant in nr. 12, Londen, 2012 Fotografie: Hélène Binet Knapkiewicz & Fickert Rigiplatz woningbouwproject, Zürich, 2011 Fotografie: Walter Mair Hild und K Architekten AGFA Gevel, München, 2010 Fotografie: Michael Heinrich Hermann Czech Paleis Schwarzenberg, Wenen, 1982-1984 Herbestemming van Paleis Schwarzenberg, (restaurant, bar, lobby, keuken, personeelsruimtes) Tapijtontwerp door Christian Ludwig Attersee Comfort, clichés en irritatie ‘Public and Private Buildings Executed by Sir John Soane between 1780 and 1815’ Geschilderd door Joseph Michael Gandy in 1818 Met toestemming van de bestuursleden van het Sir John Soane’s Museum Bovenbouw Architectuur Politiekantoor, Schoten, 2008 Peter Märkli Architekt Synthes kantoren, Solothurn, 2012 Fotografie: Caroline Palla Peter Märkli Architekt Kathedraalorgel, Basel, 2003 Hans van der Heijden 2½ D, 2008 Studie naar de representatie van het huis in het werk van biq stadsontwerp bv biq stadsontwerp bv Lakerlopen stadsvernieuwingsproject, Eindhoven, 2010 Lakerlopen tuinwijk met 161 nieuwe woningen Fotografie: Stefan Müller Bovenbouw architectuur Uitbreiding van een woning, Mortsel, 2012 Fotografie: Gert von Bassewitz Fotografie: Karin Borghouts Hermann Czech Voortdurende transformatie Urbanihaus renovatie, Wenen, 2004-2007 Renovatie van een Barok palazzo uit de 13e eeuw Structurele interventies die ruimtelijk interessant worden Knapkiewicz & Fickert ‘Klee’ woningen, Zürich, 2011 Fotografie: Margherita Spiluttini Hild und K Architekten Taverne Marienplatz, München, 2011-2012 Aquarel door Andreas Hild Hermann Czech 200520052005 20071981 2011 199419941989 ‘The plan and Interior of the Ground Floor of a Town House’, 1822 Aquarel door Joseph Michael Gandy The principal interiors of Sir John Soane’s Museum at No.13 Lincoln’s Inn Fields Fotografie: Katrin Bernsteiner, Hermann Czech, Uwe Hauenfels, Thomas Roth, Valentin Scheinost, Harald Schönfellinger, Margherita Spiluttini Met toestemming van de bestuursleden van het Sir John Soane’s Museum kamer 2 fotografieopdracht Mark Pimlott In zijn 'Dialoog tussen licht en stilte' uit 1963 beschreef de architect en dichter Albert Bontridder de Belgische architectuurgeschiedenis als een opeenvolging van gemiste kansen. En inderdaad, radicale moderne experimenten zijn zeldzaam in België. Ondanks de grote moderniseringsprojecten in Brussel, Luik, Antwerpen of andere steden bleven de principes van de 19de-eeuwse stedenbouw in essentie maatgevend. Belgische ontwerpers pasten de principes van de moderne architectuur op een vrije manier toe. Ze gebruikten moderne elementen naar goeddunken. De bouwcultuur bleef sterk verankerd in het ambachtelijke bouwen. Dit manifesteert zich vooral in het gebruik van brons, pierre blanche, goudgeanodiseerd aluminium, rozenhout en travertijn. Maar de appartementengebouwen pronken ook met fenêtres-en-longueur (bandramen) en met brisesoleils (zonneweringen zoals gebruikt door Le Corbusier). Het zijn modernistische accenten op gebouwen die zich voor het overige weinig aantrekken van de compositorische principes van de Internationale Stijl. De in Den Haag werkzame kunstenaar-architect Mark Pimlott brengt een ode aan deze eigenwijze architectuur. Hij portretteert vijf projecten die elk op hun manier het gefragmenteerde en weelderige karakter uitstralen dat deze Belgische moderne architectuur zo kenmerkt. In zijn foto’s laat hij ons de rijkdom aan vormen en materialen zien die de Belgische architectuur uit het midden van de twintigste eeuw zwierigheid, behagelijkheid en een zekere vanzelfsprekendheid verlenen. Ze tonen een architectuur die uitdrukking aan het vooruitgangsgeloof van haar ontstaansperiode geeft, en aan vertrouwen in een soort degelijkheid. Deze Belgische architectuur is weelderig, goed gemaakt, elegant, comfortabel, soms verfijnd en in alle onschuld burgerlijk. ‘Leuven B 2013 (Thiéry Wing I & II)’ Thiéry-vleugel van klooster Sint-Geertrui, Leuven olv. kanunnik Armand Thiéry (1918-1922) verbouwing door Paul Van Aerschot (1981-1987) ‘Antwerp B 2013 (Eiermarkt I, II & III)’ Appartementsgebouw Eiermarkt, Antwerpen toegeschreven aan architect Georges Ricquier (1961 bouwvergunning) ‘Brussels B 2013 (De Greef I & II)’ De Greef juwelier, Brussel architect Jacques Dupuis (1953) ‘Brussels B 2014 (Gallery Ravenstein I & II)’ Galerij Ravenstein, Brussel architecten Alexis en Philippe Dumont (1954-1958) ‘Antwerp B 2013 (Jezuïetencollege I, II & III)’ Onze-Lieve-Vrouwecollege, Antwerpen architect bOb van Reeth (1977-1978) kamer 3 Studieruimte De laatste kamer van de tentoonstelling is opgevat als studiekamer. Opnames van recente lezingen, interviews en documentaires worden voor deze gelegenheid integraal getoond. Alle zeven geselecteerde architectenbureaus komen aan het woord. Caruso St John Architects ‘What is modern’ lezing van Adam Caruso, Caruso St John Architects, Londen Copyright ETH Zürich biq stadsontwerp bv Interview met Hans van der Heijden en Rick Wessels, biq stadsontwerp, Rotterdam NAi, interview door Saskia van Stein, camera en montage Vincent Vriens (Victor Zorro) Märkli architekt Interview met Peter Märkli, Märkli architekt, Zürich door Jan Schevers and Heleen Herrenberg TU Eindhoven Hild und K Architekten 1. Fassadentag: Lezing van Andreas Hild, Hild und K Architekten, München Im Kontext: Fassaden im Bestand, Fassadenkongress 2012 BauNetzTV en Messe Stuttgart 2. Louis Hotel: interview met Andreas Hild, Hild und K Architekten, München Crane TV, journalist: Rebecca Suhrawardi Austin, camera: Paolo Pascolo, editor: Craig Bilham, muziek: Sarah Sarhandi 3. Schloss Hohenkammer: interview met Andreas Hild, Hild und K Architekten, München film & interview: Peter Popp Bovenbouw architectuur Lezing van Dirk Somers, Bovenbouw architectuur, Antwerpen Lezing in opdracht van Architectuurwijzer Atelier Czech Lezing van Hermann Czech, Atelier Czech, Wenen Hochschule für Bildende Künste Dresden Knapkiewicz & Fickert ‘Feeling at home’, Knapkiewicz & Fickert, Zürich Film over Wohnuberbauung Lokomotive in Winterthur een productie van: Everything is Okay Production - eiokay.com regie: Mahalia Belo, productie: Nikolaj Hans Belzer en Henry Lloyd-Baker, fotografie: Matthias Pilz, editor: Rodrigo Saquel, muziek: Graham Hadfield, steadycam operator & 1st AC Michele Cadei, sound design & mix Jens Petersen, colourist: Leonardo Costa met dank aan: Sandra Nussberger en familie, Colette Gradwohl, Stephan Popp en familie, David, Marie Claire en Harry Burst. met de steun van: City of Winterthur, Department Bau, ZHaW - Zurich University of Applied Sciences and Arts, School of Architecture, Design and Civil Engineering, Winterthur, Dr. Paul Lüchinger + Daniel Meyer AG, Ingenieure, Zürich © Mahalia Belo en Everything is Okay Ltd en Knapkiewicz & Fickert AG. All rights reserved biografieën Adam Caruso and Peter St John richtten in 1990 hun praktijk op. Met hun ontwerp voor de New Art Gallery in Walsall in 1995 verwierven ze internationale bekendheid. Vanuit een verregaande fascinatie voor materialiteit stellen ze het emotionele en fysieke potentieel van de constructie centraal. Momenteel werken ze in opdracht van Tate Britain, de stad Rijsel, Bremer Landesbank en de SBB (Zwitserse spoorwegmaatschappij). Caruso St John richt zich op een brede waaier van opdrachten en schalen en weigert mee te gaan in de steeds verdere specialisatie en schaalvergroting van architectuurbureaus. Bovenbouw is een jong Belgisch bureau, gevestigd in Antwerpen. Dirk Somers, professor, zaakvoerder en ontwerper staat aan het hoofd van een team van twaalf getalenteerde Europese architecten. Hun werk wordt gekarakteriseerd door een open geest en tijdloze benadering van ontwerp. Bovenbouw bouwt relevante gebouwen die de juiste dingen vertellen over de stad. Bovenbouw maakt zo architectuur die zichzelf is, wars van het krampachtig verlangen avant-garde te zijn. De stijl wordt heruitgevonden afhankelijk van elke specifieke situatie. Deze zoektocht naar stijl kan verstaan worden in de klassieke zin van het woord, waarbij oude en nieuwe ideeën samenkomen tot een interessante mix van het alledaagse en het altijddurende. biq stadsontwerp werd in 1994 gesticht door Rick Wessels en Hans van der Heijden. In 1996 was biq laureaat van de Europan-4 ontwerpwedstrijd. Het bureau werkte aanvankelijk vooral aan woningbouwprojecten. Geleidelijk breidde het werkveld uit met kantoren, winkels en medische en culturele gebouwen. biq ontwierp onder meer het kunstgebouw the Bluecoat in Liverpool (GB, 2008), en stadsvernieuwingsprojecten als De Lakerlopen (Eindhoven, NL, 2010) en Hessenberg (Nijmegen, NL, 2010) die internationaal gewaardeerd werden en genomineerd voor de Mies van der Rohe Award. Hermann Czech, geboren in Wenen, studeerde bij Konrad Wachsmann en Ernst A. Plischke. Zijn heterogene architectuurpraktijk omvat ruimtelijke planning, woningbouw, school- en hotelinfrastructuur alsook kleinschalige interventies en tentoonstellingsontwerpen. Daarnaast is hij auteur van talrijke kritische en theoretische architectuurpublicaties. In zijn theorie ‘architecture is background’, spelen de noties van reconversie en maniërisme een belangrijke rol. Hild und K Architekten zijn gevestigd in München. Oorspronkelijk gesticht als Hild und Kaltwasser in 1992, wordt het bureau sinds 1999 geleid door Andreas Hild en Dionys Ottl onder de naam Hild und K. Hun architectuur ontstaat steeds vanuit de specificiteit van de context en een intensieve en open dialoog met de bouwheer. Het resulteert in een bouwpraktijk die zich niet laat leiden door hedendaagse trends. Axel Fickert en Kaschka Knapkiewicz vestigden hun bureau in 1992 in Zürich. Al snel werd woningbouw het speerpunt van hun praktijk, waarmee ze nieuwe trends introduceerden en een hele generatie jongere architecten beïnvloedden. Hun werk, dat tegelijk het sobere en het weelderige omarmt, werd reeds meerdere malen bekroond: met de Prix Acier voor de busterminal Twerenbold (2007), de ‘bronzene Hase’ voor het huisvestingsproject Lokomotive in Winterthur (2006) en de ‘silberne Hase’ voor het huisvestingsproject Klee in Zürich (2011). Peter Märkli studeerde architectuur aan de ETH in Zürich, waar hij sterk door architect Rudolf Olgiati en beeldhouwer Hans Josephsohn beïnvloed werd. In 1978 vestigde hij zijn eigen studio in Zürich. Hij verwierf ondermeer bekendheid met zijn ontwerp voor het La-Congiunta-Museum in Giornico (1989-1992). Märkli realiseerde verschillende woningen in Zwitserland, die gekenmerkt worden door vrij strenge bouwvolumes met een grote aandacht voor kleur en tactiliteit. colofon coproductie Vlaams Architectuurinstituut deSingel Internationale Kunstcampus curator Caruso St John Architects bewerking deSingel Christoph Grafe Dirk Somers scenografie bewerking van de oorspronkelijke scenografie van Caruso St John Architects door Dirk Somers, Gosia Olchowska, Bovenbouw architectuur productie tentoonstelling Vlaams Architectuurinstituut deSingel Internationale Kunstcampus Caruso St John Architects productieleiding Katrien Vandermarliere productieassistenten Griet Stellamans Birgit Cleppe teksten Christoph Grafe Katrien Vandermarliere Adam Caruso en Peter St John tekstredactie Birgit Cleppe grafische vormgeving tentoonstelling John Morgan studio, Londen deSingel opbouw tentoonstelling techniek deSingel projectsponsors TU Delft, Faculteit Bouwkunde Gyproc Saint-Gobain Architectuur Tentoonstellingen Lezingen Films Boeken ... www.desingel.be t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen f deSingelArtCity www.vai.be t +32 (0)3 242 89 70 Jan Van Rijswijcklaan 155 B-2018 Antwerpen f Architectuurinstituut Het Vlaams Architectuurinstituut wordt betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap. deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de stad Antwerpen. Mediasponsors zijn Canvas, Cobra.be, De Standaard, Klara en Knack. mediasponsors
© Copyright 2024 ExpyDoc