Handboek OR Westerdel BGSV 140911 - Bestuur

Handboek openbare ruimte
Westerdel
schetsboek
Langedijk
Naam project
Regio of wijk | Plaatsnaam
Inhoud
Inhoud
1409
11
Boompjes 55 · Postbus 21639 · 3001 AP · Rotterdam · tel: 010 240 05 40 · fax: 010 413 55 74 · www.bgsv.nl · [email protected]
0000
09
Colofon
Het Handboek openbare ruimte is opgesteld door BGSV, Bureau voor Stedebouw
in opdracht van de gemeente Langedijk.
Rotterdam, 14 september 2011
bureau voor
STEDEBOUW
bezoek Boompjes 55
post Postbus 21639
3001 AP Rotterdam
010 240 05 40
010 413 55 74
E [email protected]
T
F
www.bgsv.nl
2 | BGSV
handboek | Inhoudsopgave
1
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2 Thema’s openbare ruimte
Erfafscheidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Verhardingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Kunstwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Groenopzet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kabels en leidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Huisvuilinzameling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
3
Principeprofielen A t/m O
bijlage: specificatie verlichting en meubilair
plangebied
3 | BGSV
Handboek | Inleiding
Het Handboek openbare ruimte voor het plandeel Westerdel van Langedijk is
opgesteld door BGSV, Bureau voor Stedebouw, in samenwerking met de gemeente Langedijk. Het Handboek voor de openbare ruimte vormt samen met
het Beeldkwaliteitsplan de basis voor het maken van de inrichtingsplannen
voor het plangebied.
Leeswijzer
Het Handboek is opgebouwd uit twee onderdelen.
Het eerste deel bestaat uit een reeks van themakaarten. De themakaarten
benoemen de cruciale onderdelen van de openbare ruimte en geven inzicht in
de toe te passen inrichtingsmiddelen. Dit deel fungeert ook mede als inspiratie
voor de uitwerking van de woonomgeving. Daarvoor zijn verschillende schetsen en referentiebeelden opgenomen die nader toegelicht worden.
Het tweede deel van dit rapport bestaat uit principedoorsneden. De doorsneden geven inzicht in de maatvoering en detaillering van de woonomgeving.
4 | BGSV
2. Thema’s openbare ruimte
5 | BGSV
Handboek | Erfafscheidingen
De erfafscheidingen dienen in samenhang met het bouwplan
te worden ontwikkeld. Dit geldt met name voor de toepassing van
delftse stoepen. Ter inspiratie zijn op pag. 7 drie varianten weergegeven die (eventueel gecombineerd) toegepast kunnen gaan worden.
De soortkeuze van de hagen wordt bepaald in overleg met de gemeente. In verband met de privacy gaat de voorkeur uit naar soorten
die ook in de winter bladhoudend zijn (bijv. liguster en beuk).
stoep (zie verder pag. 7)
6 | BGSV
beukenhaag
gebakken klinker
(conform voetpad)
aanduiding prive/openbaar
d.m.v afwijkende kleur klinker
Handboek | Erfafscheidingen
principe 1
Ter inspiratie voor de uitwerkingen van de stoep zijn drie principes
getekend.
In principe 1 is de stoep een bouwkundig onderdeel van de woning.
De stoep bestaat uit een geheel en is ca. 5 cm verhoogd ten opzichte
van het voetpad. Het stoepelement is van graniet met een donkergrijs
uiterlijk. De overige zone (van ca. 1.0 m. breed) voor de woning is
onderdeel van het voetpad, hier worden gebakken klinkers toegepast.
De scheiding tussen de private en de openbare zone wordt integraal
opgenomen in het bestratingsverband en nader geduid doormiddel
van een klinker in een afwijkende kleur. De privézone kan gebruikt
worden voor het plaatsen van bloemen in potten en/of een tuinbankje.
gebakken klinker voetpad
stoepelement van graniet als onderdeel van de woning, op niveau,
ca. 5cm
In principe 2 wordt de gehele private zone voorzien van een grootformaattegel van bijv. graniet of de zogenaamde Oud Hollandse tegel
(Schellevistegel), 50x50 cm in de kleur donkergrijs of een andere
betontegel met een bewerkte bovenzijde conform de Schellevistegel.
Ter hoogte van de voordeur wordt de stoep iets opgetild (ca. 5 cm) en
omzoomd door een granieten band.
principe 2
gebakken klinker voetpad
stoepelement omzoomd door granietenband, hoogteverschil ca. 5 cm
bij grootformaattegel kan een opsluiting
achterwege blijven, bij kleiner formaattegel optioneel toepassing van smallle
betondband
stoeptegel, van graniet, of betontegel
met bewerkte (bijvoorbeeld geslepen)
bovenzijde. Bijvoorbeeld Oud Hollandse
tegel (Schellevis) 50x50, antraciet
principe 3
margestrook gevuld met halfverharding
bijvoorbeeld grind of schelpen
stoeptegel 60x60 (of 30x30*2) van
graniet, of betontegel met bewerkte
(bijvoorbeeld geslepen) bovenzijde. Type
bijv. Oud Hollandse tegel (Schellevis)
kleur donkergrijs
7 | BGSV
gebakken klinker voetpad
In principe 3 is de vloer volledig gelijkvloers. In dit principe wordt de
woning als het ware ‘los gesneden’ van het maaiveld door middel van
de aangebrachte margestrook. Deze margestrook kan gebruikt worden voor de toepassing van bijvoorbeeld leiplanten. De stoepzone kan
van verschillende materialen worden gemaakt. Bijvoorbeeld graniet of
de zogenaamde Oud Hollandse tegel (Schellevistegel) 60x60 cm in de
kleur donkergrijs of een andere betontegel met een bewerkte bovenzijde conform de Schellevistegel.
Handboek | Verhardingen
Het dorpse karakter van Langedijk komt tot onder andere tot uiting in de toepassing van veelal gebakken
verhardingsmaterialen. Voor Westerdel wordt hier verder op doorgeborduurd. Om de samenhang met de
andere gebiedsdelen van Langedijk te versterken is gekozen om het kleurenpalet van Twuyverhoek ook
toe te passen voor Westerdel. Op deze wijze ontstaat op gemeentelijke schaal een samenhangend en rustig
straatbeeld dat fungeert als drager voor de verschillende architectuurstijlen en stedenbouwkundige verkavelingen die in Langedijk zijn te onderscheiden. Een belangrijk voordeel hiervan is tevens gelegen in het
beheer van de openbare ruimte. Een beperkt sortiment biedt betere mogelijkheden voor beheerder om op
de gemeentewerf een voorraad achter de hand te houden ten behoeve van bijvoorbeeld herstelreparaties.
De rijloper van de buurtverzamelstraat wordt bestraat met een betonsteen in de kleur zwart. Deze steen
dient nader te worden bemonsterd. Uitgangspunt is een steen die zoveel mogelijk zijn kleur behoudt. De
steen dient daarom te zijn voorzien van een minerale toplaag (min. drie gradaties). De rijloper in noordelijke
richting (toekomstige doorsteek) zal eveneens in betonsteen worden uitgevoerd. Voor deze steen gelden
dezelfde kwaliteitscriteria als voor de zwarte betonsteen. De kleur dient nader te worden bemonsterd op
basis van de elders in de woonstraten toe te passen gebakken Padovaklinker.
Voor de overige verhardingen worden gebakken klinkers toegepast. Ten behoeve van de beheerbaarheid
is gekozen om aan te sluiten op de verhardingssoorten die zijn toegepast in Twuyverhoek. Overige halfverharde paden op de speeleilanden e.a. worden in het Inrichtingsplan nader bepaald en vormgegeven. Het
uitgangspunt daarbij is de toepassing van DurEko-mix.
In de profielen wordt de toepassing van de verschillende verhardingen inzichtelijk gemaakt. In de uitwerking dient bij de langsparkeervakken aandacht te worden besteed aan de te maken verkeersmanoevre.
Voorgesteld wordt om de vakken op de kopse einden af te schuinen. Een markante toepassing is de brede
grijze betonband die de verschillende plantsoenen van het gebied verbijzonderen.
Omber KK parkeervakken
aubergine-zwart genuanceerd
Ravenna DF voetpaden
rood-bruin gereduceerd
200x64x85 mm
Padova KK rijloper
rood-paars gereduceerd
200x99x80 mm
eventuele doorsteek
toepassing brede betonband
8 | BGSV
toepassing brede betonband, 50x30 grijs
Handboek | Kunstwerken
Kunstwerken
Het omringende landelijk gebied van Westerdel dringt via de waterstructuren het plangebied binnen. Bruggen vormen daarin belangrijke accenten. De
bruggen worden in overleg met de gemeente door derden ontworpen en nader uitgewerkt. Ter inspiratie bij het ontwerp zijn de volgende twee varianten
denkbaar. Ten behoeve van de ruimtelijke continuïteit van de waterelementen
zijn (stalen) getoogde bruggen zeer geschikt. In deze variant is het uitgangspunt dat de bruggen zo ijl mogelijk worden uitgevoerd. De bruggen dienen als
het ware te ‘zweven’ boven het maaiveld. Een stalenbrug biedt eveneens goede
mogelijkheden om de oeverzone te continueren en zo de ecologische kwaliteit
daarvan te vergroten.
Op pag. 10 wordt een tweede variant toegelicht.
referentiebeeld van stalen getoogde brug
referentiebeeld van langzaamverkeersbrug
of getoogde stalen brug
havenkom
botenhelling (helling aan westelijke zijde van het plangebied
t.b.v. maaiboot)
referentiebeeld van calamiteitenbrug
9 | BGSV
Handboek | Kunstwerken
duikerbrug
Duikerburg, Duikerdam
Een variant die refereert naar het brugtype wat in de landelijke omgeving voorkomt is de duikerbrug. Dit brugtype vormt als het water de echo van het landelijke gebied in de wijdere omgeving van Westerdel. Voor dit principe wordt
uitgegaan van het gebruik van beton. De principe opbouw van de duikerbrug
bestaat uit een kokerprofiel van 6000x3000 mm (bxh) met een wanddikte van
300 mm. De doorvaarbreedte is minimaal 4000mm.
De duikerbrug is voorzien van ‘zijschorten’. De duikerdam is voorzien van doorlopende (afgeschuinde wanden). Omdat de duikerdam niet doorvaarbaar hoeft
te zijn kan de hoogte van de duiker worden beperkt. De ‘zijschorten’ (bij de
duikerbrug) en de afgeschuinde doorlopende muren (bij de duikerdam) betreft maatwerk. In overleg met derden (bijv. Waco Lingen beton) dient de constructie en de afmeting daarvan nader te worden bepaald. Ten behoeve van de
faunapassage is het mogelijk om de betonnen duikerbrug te voorzien van een
zogenaamde ecorichel.
De wateroversteken die onderdeel uitmaken van de vaarroute dienen ten minste een doorvaarbare hoogte te hebben van min. 1.5 m. In het plangebied worden verder duikerdammen onderscheiden. Deze worden uitgevoerd in beton.
Duikerdammen worden ook veel in het buitengebied toegepast en dragen bij
aan het landelijk karakter van het plangebied. Het is eveneens een eenvoudig
principe om het water te oversteken. Het uitgangspunt is om voor het hart van
het plangebied in ieder geval uit te gaan van stalen getoogde bruggen.
duikerdam
Langzaamverkeersbrug en Calamiteitenbrug
Een bijzondere brugtype is de langzaamverkeersbrug en de calamiteitenbrug.
Beide brugtypen zijn geïnspireerd op de typische langedijkse bruggen. De voetgangersbrug wordt daarbij uitgevoerd met een getrapt profiel. Samenhang tussen deze twee brugtypen ontstaat door het gebruik van hout en het accent op
de horizontaliteit van de leuningen. Een belangrijk aspect is eveneens het waarborgen van de beleefbaarheid van het water.
Het is van belang dat voor alle kunstwerken de relingen/leuningen in de uitwerking op elkaar te worden afgestemd en samen een ‘familie’ gaan vormen.
Havenkom
Voor de buitenruimte rondom de havenkom wordt een eenvoudige en landschappelijke inrichting nagestreefd. Bomen in gras bepalen het beeld. De plek
krijgt allure door de toepassing van een groot vlonderelement die als een boemerang ligt ingeklemd in het talud. Om het waterrijke karakter van dit gebied te
benadrukken en de toegankelijkheid van het water te vergroten dient de vlonder zo laag mogelijk aan het water te worden gesitueerd. De vlonder kan indien
mogelijk worden uitgebreid met aanmeerelementen.
De kast van het rioolgemaal (zie pag. 19) wordt van de omgeving afgeschermd
d.m.v. een haag. Optioneel is dit ook de plek waar indien nodig fietsen kunnen
worden gestald.
havenkom
10 | BGSV
Handboek | Groenopzet
Concept
Hoewel het landelijke karakter van de omgeving van Westerdel op verschillende
wijze ‘doorklinkt’ in het stedebouwkundigconcept is evenwel een onderscheid
te maken in de ‘binnenkant’ en de ‘buitenkant’ van het plangebied. Het concept van de groenopzet kan worden getypeerd als ‘Ruwe bolster blanke pit’. Dit
houdt in dat voor de randen (de buitenkant) gekozen is voor zo veel mogelijk
natuurlijke opzet. Dit betekent concreet dat hier een milieu wordt gemaakt dat
uit flauwe oevers bestaat met brede rietzones en toepassing van elzen en wilgenbeplanting. Dit principe komt het sterkst tot uiting aan de westzijde van het
plangebied.
De binnenkant krijgt ten opzichte van de buitenkant een meer parkachtig karakter. Soorten die hier worden toegepast hebben een gecultiveerder uiterlijk.
De parkachtige uitstraling wordt verder manifest gemaakt doordat de meeste
bomen verspreid in los verband worden aangeplant. Verspreide bomen temidden van bloeiende bermen met fluitenkruid is het wensbeeld.
Uitgangspunt voor de soortkeuze is het Bomenbeleidsplan van de gemeente.
Conform het Bomenbeleidsplan zijn (met uitzondering van de bijzondere plekken) voornamelijk bomen toegepast die streekeigen zijn waarbij ook gebruik
gemaakt zal worden van selecties/cv’s van de soort.
toepassing wereldboom
Wereldboom
Een bijzonder fenomeen is de toepassing van een wereldboom. De toepassing
van een wereldboom houdt vooral in dat de groeiomstandigheden een lang
leven mogelijk dienen te maken. De Wereldboom is daarnaast bedoeld om de
bewoners bewust te maken van de ruimtelijke, ecologische en culturele kwaliteit van een boom. De boom kan verder betekenis krijgen in de ontwikkeling
van de sociale cohesie van de buurt.
Deze overwegingen hebben ertoe geleid de wereldboom te situeren op een
eiland. Als soort wordt de Pterocarya fraxinifolia (vleugelnoot) voorgesteld.
De boom wordt aangeplant met een plantmaat (stamomtrek) van 60-70. Deze
boom voelt zich goed thuis in een wat vochtigere omgeving en zal door zijn
habitus van meet af aan een blikvanger voor het plangebied zijn.
Langedijks plantsoen
zie pag. 12
uit beheerplan water en oevers gemeente Langedijk
uit boombeleidsplan gemeente Langedijk
11 | BGSV
Handboek | Groenopzet
Langedijks plantsoen
De gemeente Langedijk is goed bekend met de toepassing van kruidachtige
gewassen (vaste planten) in het openbaar groen. Daarnaast zijn ook proeven
gedaan met het combineren daarvan met een (voorjaars) knol- en bolbeplanting.
Voor de invulling van de groenstroken bij de oostelijke entreezone (Allee) dient
het zogenaamde Langedijks plantsoen als inspiratiebron.
De ambitie is om voor de entreezone een krachtig en aantrekkelijk beeld neer
te zetten dat ook in beheermatige zin goed in stand is te houden. Daarvoor
is het van belang om grote oppervlakten van een soort toe te passen en dat
evenwichtige beplantingscombinaties worden toegepast. Ter indictie komen
de volgende soorten daarvoor in aanmerking die nu ook al voor een deel door
de gemeente worden toegepast:
vaste (kruidachtige)planten
Aster divaricatus, herfstaster
Anemone tomentosa ‘Robustissima’, herfstanemoon
Alchemilla epipsila, vrouwenmantel
Geranium cantabrigiense ‘Cambridge’, ooievaarsbek
Geranium ‘Ann Folkard’, ooievaarsbek
Geranium phaeum, donkere ooivervaarsbek
Hemerocallis Sammy ‘Russel’, daglelie
Luzula sylvatica, veldbies
Persicaria amplexicaulis, duizendknoop
Deschampsia cespitosa ‘Goldschleier’, ruwe smele
Molinia litoralis ‘Transparant’, pijpestrootje
Rudbeckia fulgida ‘Goldsturm’, zonnehoed
Nepeta faassenii, kattekruid
bol/knolbeplanting
Allium Purple Sensation, sierui
Narcissus ‘Februari Gold’, narcis
Narcissus ‘Golden Harvest’, narcis
Narcissus ‘Quil’, narcis
Narcissus ‘Standard Value’, narcis
12 | BGSV
Handboek | Groenopzet
Oevers
Het landelijke karakter van het plandeel komt ook tot uiting in de behandeling
van de oever. In het Beheerplan water en oevers worden door de gemeente
drie oeverprincipes onderscheiden. De principes die worden onderscheiden
zijn: ecologische, natuurvriendelijke en zachte oevers. Deze principes zijn door
de gemeente Langedijk nader afgestemd voor het plangebied. Dit heeft geleid
tot de twee volgende typen:
principe van een zachte oever
uit het Beheerplan Water en Oevers
d.d. 17 mei 2010
Zachte oeverprofiel
De oever heeft een hellingshoek van ca. 1:3. Dit profiel is niet voorzien van een
plasberm. Dit principe wordt met name toegepast bij waterkanten die grenzen
aan privetuinen. Dit geldt eveneens bij situaties waar steigers zijn gesitueerd
als aanmeerplaatsen van boten. Het is van belang dat de dimensionering van
het onderwatertalud rekening houdt met de aanmeermogelijkheden.
Indien oeverbescherming noodzakelijk is gaat de voorkeur uit naar de toepassing van natuurlijke middelen zoals bijvoorbeeld zogenaamde beplante
oevermatten (Nautilis).
Ecologische oeverprofiel (zie pag. 13)
Het talud van deze oever heeft bij voorkeur een hellingshoek van min. 1:3
doch bij voorkeur 1:5 of meer. Dit profiel is voorzien van een plasberm van tenminste 1.0 meter. Op pagina 13 is weergegeven waar dit principe zal worden
toegepast.
Een aparte categorie zijn de eilandjes. Het natuurlijk karakter van de randen
komt optimaal tot uiting in de toepassing van elzen en wilgeneilandjes. De
randen worden gefixeerd, door middel van beschoeiingen van onbehandeld
vurenhout.
principe van een ecologische oever
uit het Beheerplan Water en Oevers
d.d. 17 mei 2010
13 | BGSV
Handboek | Groenopzet
In het Beheerplan Water en Oevers
d.d. 17 mei 2010 zijn eveneens
doelsoorten voor de ecologische
oever opgenomen.
14 | BGSV
Handboek | Beplantingstypen
Lijnvormige elementen: Allee, dorpsweide en singel
Het lint (de dorpslaan) van het plangebied verbindt verschillende groenelementen aan elkaar. Vanaf de noordelijke richting zijn dat de singel, de dorpsweide en de allee (gekoppeld aan de Randweg). Ten opzichte van de andere
planelementen (met name aan de ‘buitenkant’ van het plangebied) zijn dit
de meest cultuurlijke onderdelen van het plan. Dit komt tot uitdrukking in de
toepassing van bomenrijen. Als soort wordt hier de Es aangeplant. Deze boom
sluit goed aan op de omgeving (en bodemeigenschappen) van het plangebied.
Parkachtige zoom
De twee grote eilanden van het plangebied kenmerken zich door openbare
oevers. De straten worden begeleid door brede bermen. Het beeld is geïnspireerd op de ontsluiting en de omgeving daarvan in het wijkdeel ‘Rijk van
duizend eilanden’. Verspreide bomen in los verband temidden van bloeiende
bermen met fluitenkruid is het wensbeeld. Soorten die worden toegepast zijn
de Es, Els, Esdoorn en Berk.
Bijzondere plekken
Het plangebied kenmerkt zich door een reeks van bijzondere plekken. Afgestemd op het karakter van de plek worden verschillende bomen toegepast.
De boomsoorten die worden toegepast kenmerken zich door een bijzondere
vorm en/of bloeiwijze. Bomen die worden toegepast zijn: kastanje, ijzerboom,
linde, sierappel, tulpenboom, kers, vleugelnoot en moerascypres.
Parkeerhoven
De parkeerhoven worden voorzien van bomen en hagen.
In principe worden de parkeervakken aan de kopse kanten afgezoomd met
een haag. Als boom wordt de Gleditsia triacanthos ‘Skyline’ (valse Christusdoorn) toegepast. Deze boom past zich goed aan in een verharde omgeving
en is mede daardoor een makkelijk te beheren boom.
Natuurlijke zoom
Langs de randen van het plangebied overheerst het natuurlijke karakter. Afgestemd op het meer natuurlijke natte karakter van dit gebied zijn de volgende
soorten toegepast: zwarte els, zachte berk en wilg.
Dijkje
Het dijkje is een markant onderdeel van het plangebied en sluit goed aan op
de landelijke omgeving van het plangebied. Dit wordt verder versterkt door
de toepassing van wilgen die beheerd zullen gaan worden als knotboom.
Kavelensemble
In het gebied komen drie kavels voor die een knipoog zijn naar de boerenerven in de wijdere omgeving. De hoofdopzet van het groen op deze kavel
bestaat uit de toepassing van hagen en indien mogelijk een bomengroep
midden op het erf. Voor de hagen gaat de voorkeur uit naar de toepassing
van veldesdoorn. (Voor de bomengroepen worden soorten toegepast die zijn
genoemd bij het onderdeel ‘bijzondere plekken’)
15 | BGSV
Handboek | Beplantingskeuze
Bomenrij
Fraxinus excelsior ‘Geesink’ (es)
Gestrooide bomen (parkachtig)
Fraxinus excelsior ‘Geesink’ (es)
Alnus x speathii ‘Speath’ (els)
Acer rubrum ‘Northwood’ (esdoorn)
Betula ermanii ‘Holland’ (berk)
Boomgroepen en solitaire bomen
Castanea sativa (Kastantje)
Parrotia persica (ijzerboom)
Tilia tomentosa ‘Varsaviensis’ (linde)
Prunus avium ‘Plena’ (kers)
Malus floribunda (sierappel)
Liriodendron tulipifera (tulpenboom)
Taxodium distichum (moerascypres)
Pterocarya fraxinifolia (vleugelnoot)
Parkeerhoven
Gleditsia triacanthos ‘Skyline’ (valse Christusdoorn)
Knotbomen
Salix alba ‘Chermesina’ (schietwilg)
Gestrooide bomen en heesters (natuurlijke)
Alnus glutinosa (zwarte els)
Betula pubescens (zachte berk)
Salix elaeagnos ‘Angustifolia’ (rozemarijnwilg)
De boomsoorten dienen nader te worden uitgewerkt en afgestemd met het lichtplan
16 | BGSV
Kavelensemble
hagen: Acer campestre
Solitaire bomen en boomgroepen (zie eerder genoemde categorie)
Handboek | Beeldreferenties
parkachtig
tulpenboom
vleugelnoot
Kers
Christusdoorn
natuurlijk
els
17 | BGSV
wilg
Handboek | Spelen
Het plangebied kenmerkt zich door een informele woonomgeving waarin veel
mogelijkheid wordt geboden voor het spelen op informele wijze en het ontmoeten van elkaar. Een belangrijk element daarvoor is de vlonder en de vele
steigers. Specifieke ontmoetingsplekken die onderscheiden kunnen worden
zijn de havenkom en het speeleiland waarin ondermeer de ontmoeting wordt
geboden voor de +12 leeftijdsgroepen.
Voor de leeftijden 0-6 jaar en 6-12 jaar worden verspreid over het plangebied
specifieke speelplekken onderscheiden. Deze speelplekken zullen nader worden worden vormgegeven. Waarbij gestreefd moet worden naar eenheid tussen de verschillende speelplekken. Het is van belang dat bij het ontwikkelen
van de speelplekken rekening wordt gehouden met de veranderde leeftijdsopbouw die langzaam zal gaan optreden. Het gaat daarbij om het vinden van
een goede balans tussen datgene wat wordt vastgelegd en datgene wat open
wordt gelaten. De uitwerkingen op de volgende pagina geeft daar een goed
beeld van.
O
12+
Ter inspiratie zijn de mogelijkheden en uitgangspunten daarvoor op pag. 19
in beeld gebracht. In het plan zijn verder verschillende informele speelaanleidingen aanwezig. Een voorbeeld daarvan is de vlonder die gesitueerd is bij
de havenkom en verschillende steigers die verspreid in het plangebied zijn
gesitueerd.
In het plangebied zijn tevens op cruciale plekken (gekoppeld aan mooie
uitzichten en wandelroutes) banken geplaatst. In overleg met de gemeente
zullen eveneens op strategisch plekken afvalbakken en hondenpoepafvalbakken worden geplaatst.
Op pag. 25 zijn nadere specificaties weergegeven van deze inrichtingselementen. Deze elementen worden standaard in de gemeente Langedijk toegepast
waardoor in het kader van vervanging de eenheid en samenhang van het
meubilair binnen de gemeente gewaarborgd blijft.
O
12+
O
12+
18 | BGSV
ontmoetingsplek 12+
Handboek | Spelen
Het spelen op de eilanden is opgenomen in een parkachtige setting.
Het meest zuidelijk gelegen eiland wordt ontsloten door een voetgangersbrug die ook doorvaarbaar zal zijn. Op dit eiland wordt de
Wereldboom gesitueerd. De plek wordt verbijzonderd door aan de
zuidzijde tribuneachtige betonelementen op te nemen. Het is naast de
havenkom de ontmoetingsplek van de (jeugdige) buurtbewoner. Dit
eiland fungeert eveneens als portaal naar het grotere ernaast gelegen
eiland. Dit eiland wordt ontsloten door middel van een laag over het
water gesitueerde brug. Een tweede verbinding wordt gevormd door
de trekpont voor voetgangers met het zuidelijk gelegen eiland. Het
grote eiland is verdeeld in drie zones.
Het middendeel is leeg gelaten en kan verschillende invullingen krijgen. Dit deel kan eventueel in de loop der tijd ook worden aangepast
aan de veranderde leeftijdsopbouw van de jonge buurtbewoners.
De twee andere delen zijn bedoeld voor het actieve spel.
Een klimtoren, nestschommel, kabelbaan e.d. geven hiervoor de
mogelijkheid.
Het noordelijke deel is kunstmatig verlengd door een vlonder die ver
het water insteekt en daardoor een panoramisch zicht geeft over het
water. Een route (van halfverharding) koppelt de verschillende gebieden aan elkaar. De ruimte krijgt een nadere geleding door Elzensingels die als coulissen in het gebied zijn gesitueerd.
Voor de speeltoestellen is vandalismebestendigheid het belangrijkste
uitgangpunt. Speeltoestellen dienen daarom voornamelijk van staal te
zijn gemaakt.
19 | BGSV
Handboek |Kabels en Leidingen
Transformatorhuis en rioolgemaal worden integraal opgenomen in de
omgeving. In het Beeldkwaliteitsplan is weergegeven hoe het transformatorhuis kan worden opgenomen als bouwkundig element geïntegreerd met een bakstenen muur. De bovengrondse kast die wordt
gesitueerd naast het rioolgemaal wordt van de omgeving afgeschermd
door middel van een haag.
20 | BGSV
Handboek | Verlichting
De situering van verlichting dient in overleg met verlichtingsdeskundigen nader te worden bepaald en zal in het Inrichtingsplan nader worden uitgewerkt. Voor het plangebied worden drie verlichtingstoepassingen onderscheiden. De buurtverzamelstraat wordt aangelicht met
verlichtingsarmaturen met een masthoogte van max. 6.0 meter. De
overige straten worden voorzien van masten met een hoogte van ca.
4.0 meter. Voorgesteld wordt voor de achterpaden zogenaamde pathfinders toe te passen. Het beeld van deze pathfinders dient te worden
afgestemd op door de gemeente gehanteerde standaardarmatuur.
Voor de buurtverzamelstraat en de overige woonstraten wordt uitgegaan van de verlichtingselementen die ook gebruikt zijn in Twuyverhoek (zie bijlage). Toepassing van ledverlichting is het uitgangspunt.
(specificatie verlichting en afbeelding pag. 25).
21 | BGSV
Handboek | Huisvuilinzameling
Huisvuil wordt op verschillende manieren ingezameld. Ten eerste worden bij de appartementen ondergrondse inzamelcontainers geplaatst.
Ten tweede zijn er clusterplaatsen voor het aanbieden van huisvuil.
Hiervoor wordt meestal een parkeerplek gereserveerd (dubbelgebruik).
Deze clusterplaatsen zijn voornamelijk bestemd voor de afvalinzameling van rijtjeswoningen en liggen binnen ca. 75 m. van de woning. Als
laatste zijn er de bewoners van vrijstaande woningen en twee-ondereen-kappers. Zij plaatsen hun minicontainer direct aan de weg. Voor
de (westelijke) eilanden worden de minicontainers van de (incidenteel
voorkomende) rijtjeswoningen ook direct aan de weg geplaatst. In zijn
algemeenheid worden geen aparte plekken ontworpen voor de minicontainers. De kaart geeft een indicatie weer van de mogelijke opstelplekken. De exacte locatie wordt in het Inrichtingsplan nader weergegeven. Voorgesteld wordt om de locatie nader te duiden doormiddel
van een embleemtegel.
22 | BGSV
3. profielen
23 | BGSV
Handboek | Profielen-overzicht
Voor de profilering van het maaiveld is voorlopig uitgegaan van een
aantal standaard peilmaten. Deze peilmaten zijn gerelateerd aan de
(vaststaande) waterpeilen van hoog en laag water. Het gaat om de
volgende (NAP) peilmaten:
Hoog water: 1.45Laag (poldersloot)water: 2.70Vloerpeil woning: 0.15Deze peilmaten dienen nader te worden onderzocht en uitgewerkt.
Ten behoeve van de beleefbaarheid van het water is daarbij de
doelstelling om het verschil tussen waterpeil en maaiveldpeil zo klein
mogelijk te maken.
24 | BGSV
specificatie verlichting
Lichtmast van staal Type RCR-GP-BGL 4,00 M -TOP ø 60 mm
Leverancier PMF machinefabriek Bergum B.V.
Uitvoeringsvorm: cilindrisch
Nominale masthoogte: 4,00 m
Beschermingswijze: thermisch verzinkt volgens NEN 1275
Kleur RAL6007(flessegroen)
Gebitumeerd grondanker
Grondstuk tot 0,25 meter boven maaiveld uitwendig voorzien van Noxyde
type Libra 2565
Lichtmast van staal Type RCR-GP-BGL 5,00 M -TOP ø 60 mm
Leverancier PMF machinefabriek Bergum B.V.
Uitvoeringsvorm: cilindrisch
Nominale masthoogte: 5,00 m
Beschermingswijze: thermisch verzinkt volgens NEN 1275
Kleur RAL6007(flessegroen)
Gebitumeerd grondanker
Grondstuk tot 0,25 meter boven maaiveld uitwendig voorzien van Noxyde
Lichtmast van staal Type 2V-LPH 6,00 M - 1 x 710 - max. 5 graden
Leverancier PMF machinefabriek Bergum B.V.
Uitvoeringsvorm: cilindrisch
Nominale masthoogte: 6,00 m
Beschermingswijze: thermisch verzinkt volgens NEN 1275
Kleur RAL6007(flessegroen)
Gebitumeerd grondanker
Grondstuk tot 0,25 meter boven maaiveld uitwendig voorzien van Noxyde
type Libra 2050
Verlichtingsarmatuur.
Situering: t.p.v. woonstraten
Verlichtingsarmatuur met ingebouwde voorschakelapparatuur
Armatuur merk Industria, type LIBRA 2565.12 SNN 1PLL24 VSA elektronisch,
Kleur RAL6007(flessegroen)
Montagewijze: Opbouw
Lichtpunthoogte 4,00 en 6,00 m
Verlichtingsarmatuur.
Situering: t.p.v. woonstraten
Verlichtingsarmatuur met ingebouwde voorschakelapparatuur
Armatuur merk Industria, type LIBRA 2050.12 SNN 1PLL24 VSA elektronisch,
Kleur RAL6007(flessegroen)
Montagewijze: Opbouw
Lichtpunthoogte 5,00 m
Lamp.
Situering: t.p.v. alle lichtmasten
Lamp PL-L-4P 24W, kleur 840
25 | BGSV
specificatie meubilair
Bank
Deltabank met rugleuning, Velopa, RAL 6007 (flessegroen)
Afvalbak
type, Capitole, Bammens, RAL 6007 (flessegroen)
uitgevoerd met thermisch verzinkte dubbele 2 inch staander
met betonvoet compleet met binnenbak, 50 litr.
Hondenpoepafvalbak
type, Belloo-combileverancier RAL 6009.6010
Lamp.
Situering: t.p.v. alle lichtmasten
Lamp PL-L-4P 24W, kleur 840