Lees het volledig artikel

GUY PUTTEMANS
DOSSIER CLEANING
“Facilitair management
vereist innovatie en creativiteit”
Voor Henk Vincent van het AZ Alma staat een goed facilitair management synoniem voor innovatie en creativiteit.
“Je moet processen onder de loep nemen en durven bijsturen”, benadrukt hij. Hoe je dat doet bij cleaning en washing?
Michaël Vandamme
Henk Vincent, Facility Manager of the Year, stoffeert het met enkele praktijkvoorbeelden.
enk Vincent draagt niet enkel de titel
van facilitair directeur. Hij is ook
directeur van het masterplan. “En dat
plan, dat komt daar”, zegt hij terwijl hij naar
de werf aan de overkant van de straat wijst.
AZ Alma telt vandaag twee campussen, in
Sijsele en Eeklo. Op termijn komt er een
nieuwe, op deze plek in Eeklo.
“Over tweeënhalf jaar moet alles rond zijn”,
legt Henk Vincent uit. “Het is een werk van
lange adem, wat onvermijdelijk is voor zo’n
H
6
projecten. De beslissing viel al in 2004. Omdat
dit project gesubsidieerd wordt, vallen we
onder de regels van overheidsopdrachten.
Gezien de omvang moesten we zelfs Europese aanbestedingen uitschrijven. Dat hier
vele jaren overheen gaan, betekent dat je visionair moet zijn. Dit gebouw is futureproof,
daar gaan we prat op. Slechts één voorbeeld:
we planden een BEO-veld met 108 pijpen 125
meter onder de grond voor warmte- en
koudeopslag. Toen die beslissing viel, was er
ZIEKENHUIS- EN ZORGKRANT 쎲 26 juni 2014 쎲 Nr. 3
hiervan in heel Vlaanderen slechts één voorbeeld. Wanneer het gebouw zal worden opgeleverd, zullen we nog altijd een voortrekker
zijn. Maar energie, hoe boeiend ook, is slechts
een van onze aandachtspunten. Dat zijn wassen en schoonmaken ook.”
Knowhow koesteren
“Scannen we de sector af, dan tref je een
mix van in- en outsourcing van de cleaning
aan”, stelt Henk vast. “Argumenten vind je
voor beide. Persoonlijk hanteer ik een vrij
eenvoudig criterium: heb je zelf afdoende
kennis in huis, dan verdient insourcing de
voorkeur. Waarom? Je moet rekening houden met het kostenplaatje van uitbesteding.
Door met een externe partner in zee te gaan,
is er altijd een overheadkost die wordt doorgerekend. Op zijn facturen ben je bovendien
btw verschuldigd, ook dat dikt aan. Als je
alles optelt, zouden we al erg inefficiënt
moeten werken vooraleer uitbesteding een
“Onze sector moet geproefd worden!”
it een wereldwijd uitgevoerd onderzoek blijkt dat inzake de complexiteit van processen
ziekenhuizen op de tweede plaats staan. Ze moeten enkel luchthavens laten voorgaan.
Bekijken we de technologische kant van de zaak, dan staan ziekenhuizen ook op
twee. Hier staat de wapenindustrie in polepositie. Bundel beide elementen – processen en
technologie – en je merkt onmiddellijk dat de zorg erg aantrekkelijk is voor elke facilitair
manager. Niet alleen sta je voor enorme uitdagingen, je moet het ook bolwerken met al bij al
beperkte middelen, kenmerkend voor de zorgsector van vandaag en morgen. En net daarin
schuilt de échte uitdaging. Onze expertise moet nog geproefd worden. Het volstaat echter om
studenten hier te krijgen en ze uit te leggen wat we allemaal doen en moeten doen. De belangstelling is direct gewekt. Het is geen toeval dat ikzelf als Facility Manager of the Year afkomstig
ben uit de zorgsector. De jury wees er trouwens op dat wat we doen, enorm breed is en vele
facetten raakt. Van voeding en afval, over het was- en schoonmaakgebeuren, tot energie.”
U
‘SOP-team’
“We stelden vast dat bij ontslag van een patiënt
het klaarmaken van de kamer vrij omslachtig
was”, legt Henk uit. “Er kwam iemand voor de
schoonmaak, iemand anders voor het verversen
van de lakens, en nog iemand voor het reinigen,
noem maar op. De essentie is dat er verschillende actoren voor diverse processen aan te
pas kwamen, wat je bezwaarlijk efficiënt kunt
noemen. Ons antwoord op dit gegeven was het
SOP-team, wat staat voor ‘Schoonmaak Ontslag
Patiënt’. Het is één enkele ploeg die al die taken
voor haar rekening neemt. Het zijn ook mensen
die niets anders doen en dus van aanpakken weten. Soms kan het in gereedheid brengen van
een kamer een dringende aangelegenheid zijn.
Het typevoorbeeld is wanneer iemand op de
spoedafdeling moet worden opgenomen.
Welnu, gemiddeld binnen de elf minuten kan
ons SOP-team op een kamer aanwezig zijn. De
hele operatie neemt amper zes minuten in
beslag, we hebben het al gemeten. In geval van
nood kan een kamer worden klaargemaakt in
minder dan twintig minuten om een nieuwe
patiënt in de beste omstandigheden te
ontvangen.”
“Dat we zo op diverse vlakken winst boeken, is ook andere ziekenhuizen niet ontgaan”, vervolgt Henk. “We besparen op
voltijdse equivalenten, het gaat vlugger en
het SOP-team heeft kennis van zaken. Regelmatig krijgen we bezoekers over de vloer
die in onze werkwijze geïnteresseerd zijn.
Dat het model al in diverse ziekenhuizen
gekopieerd is, sterkt ons in de overtuiging
dat het de correcte aanpak is.”
“Een ander voorbeeld”, zo licht de Facility
Manager of the Year toe, “heeft betrekking op
een grote centralisatiebeweging voor onze kuisploeg. We voorzagen in een centrale schoonmaakberging. Daar worden niet alleen alle toestellen geconcentreerd, ook de te gebruiken
doeken bevinden er zich. Meer nog, we hebben
“Rusthuizen zijn apart verhaal”
oe ziet Henk Vincent de woon- en zorgcentra evolueren? “Van ziekenhuizen en rusthuizen
een amalgaam maken zou een kapitale vergissing zijn”, waarschuwt Henk. “Een WZC is een
woonomgeving, dat is toch wat anders dan een ziekenhuis. Gemiddeld verblijf je twee tot
zeven dagen in een ziekenhuis, in een rusthuis is dat drie jaar. Een rusthuis kent geen operatiekamer, heeft veel minder te maken met besmettingen of met steriliteit. De knowhow waarover ik
het daarnet had, gaat beduidend minder ver dan bij ziekenhuizen. Dit alles in acht genomen,
begrijp ik dat een groot aantal rusthuizen resoluut voor outsourcing van de cleaning kiezen.”
H
Facility Manager of the Year
s een prestigieuze prijs, ingericht door de Belgische afdeling
van de International Facility Management Association (IFMA).
Facilitair verantwoordelijken komen hiervoor in aanmerking,
ongeacht hun sector. De jury baseert zich op vijf criteria: de visie van de
kandidaat op het facilitair beheer binnen zijn organisatie, zijn
managementtechnieken, zijn invloed en bijdrage op het vlak van
strategische ontwikkeling, innovatie, zijn maatschappelijk engagement en uiteindelijk zijn bijdrage aan de professionalisering van het
beroep van facility manager.
I
BERNARD DE KEYZER
aantrekkelijk alternatief wordt. Een belangrijk
ziekenhuis, ik noem bewust geen naam,
deed het een tijdje geleden. Na jaren voor
uitbesteding gekozen te hebben, werd
cleaning opnieuw een interne aangelegenheid. Het leverde een zeer aantrekkelijke jaarlijkse besparing op.”
“De gevolgen van uitbesteden overstijgen
trouwens het zuiver financiële”, vervolgt
Henk. “Uitbesteden betekent dat je de eigen
kennis van zaken uit handen geeft. Wat aanwezig is op het moment van de uitbesteding,
zal onvermijdelijk slinken. Op die beslissing
terugkomen, is door verlies aan knowhow op
termijn vaak geen haalbare optie meer. En
dat is jammer.”
www.ifma.be
een toestel voorzien dat ervoor zorgt dat voor
de shift begint, elk doek met het juiste, precies
gedoseerde product klaargemaakt wordt. De
ploeg moet gewoon ter plekke komen, alles in
ontvangst nemen, waarna ze onmiddellijk aan
de slag kan. Ook hier: winst op diverse vlakken.
Niet het minst op de kwantiteit van de gebruikte
producten.” (lacht)
Uitbesteden troef
“Washing ziet er heel anders uit”, benadrukt Henk. “Waar je bij cleaning nog een mix
van in- en outsourcing aantreft, is het wassen
haast volledig een verhaal van uitbesteding.
Veel kan verklaard worden door de strenge
normen die ter zake gelden, niet het minst op
milieuvlak. De investering in toestellen is
bovendien erg groot. En je moet over voldoende ruimte beschikken. Dit alles in acht
genomen, begrijp je waarom bijna alle
ziekenhuizen en rusthuizen in Vlaanderen
hun wasactiviteit uitbesteden.”
“Voor de volledigheid van het plaatje
moeten we een onderscheid maken tussen
linnen en beroepskledij”, legt Henk uit. “Wat
het eerste betreft, vanzelfsprekend betreft
het aanzienlijke volumes. Je stelt wel vast dat
er een trend naar simplificatie bestaat. Zo
wordt niet meer met een sprei en verschillende lakens gewerkt, maar enkel met een
dekbed en een handig donsdeken. Toch blijft
de kwantiteit erg groot.”
“Beroepskledij is complexer”, vervolgt Henk.
“Want de eerste vraag die zich stelt, is of het
ziekenhuis ze zelf aankoopt of huurt bij een
wasserij. Vandaag kopen we zelf aan, maar
niets sluit dat we daar op termijn van afstappen. Koop je aan, dan sta je zelf in voor
gebeurlijke schade, maar huur je, dan wordt
daarvoor een kost in rekening gebracht.
Het wassen zelf wordt voor het volle pond
uitbesteed, dat is zowat overal de norm.
Anders dan vroeger wordt vandaag niet meer
met geïndividualiseerde kledij gewerkt, wel
met maatkledij. Jammer genoeg wordt er te
veel gehamsterd, waardoor soms tekorten
ontstaan. Daarom voorzien we een apart
toestel dat weldra in gebruik zal worden
genomen. Iedere werknemer kan met zijn
badge de geschikte kledij uit het toestel halen.
En wie er geen vuile kledij in stopt, kan geen
nieuwe krijgen.” ●
ZIEKENHUIS- EN ZORGKRANT 쎲 26 juni 2014 쎲 Nr. 3
7