dww-wijzer-74 (4.48MB)

D
W wijze
" @ï+
I
^6 ea..d*/
.-l' I
".,-+
Doorgroeiconstructies als oeverbescherming
Waarom een doorgroeiconstructie?
Oevers r.ervullen meerdere functies.
Het bieden r;rn lecfruinrle cn migratienrogelijkheden aan planten en dieren is er één,
beschenr-ring van het achterland is een
andere. Bij natuurvriendelijke oevers
u,ordt nirdrukkelijk lekening gel-rouden
met natuur er-r landschap. In het ideale
geval kan de natuur ongestoord haar
r.roodzakelijk.
Dit moet bij r.oorkeur niet in
de traditionele vorm van een beschoeiing
ol een harde, kale bekleding. In situaties
met lage hydrauliscl're belastingerr kan het
lr,ortelstelsel van een r.egetatie voldoende
bescherming bieden tegen achteruitgang
van de oever. Een tussenvorm tussen een
kale, l.rarde r.erdediging en een verdediging
gang gaan.
door alleen vegetatie is een doorgroeiconstructie. Dit is een bekleding waar oe\.erpllrrten doorhccn kunnen groeicn.
Nlaar soms is r.oor de bescherming van het
achterlar-rd een r.erdediging van de oever'
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-
C
en
eraal Rijkswaterstaat
Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Doorgroeiconstructies rvorden toegepast
op plaatsen rvaal oeverplanten alleen niet
voldoende bescherming bieden of a1s tijdelijke verdediging wanneer de plantengroei
nog goed op gang moet komen.
Doorgroeiconstructies kunnen ook een
uitkorn:t zijrr in sittraties rnel \\einig ruinrte. In vergelijking met een traditionele
bekled ing ma.rkt een doorgroeiconstructic
de oever landschappelijk aar-rtrekkeli_iker en
biedt meer kansen r.oor de natuur.
met de aanwezige grond .
Betonblokkenmatten kunnen zorvel bi.j stron.ring als bij golfaanval rvorden gebruikt op
een talud van 1:2,5 of flaulver.
1en van de gaten
3. Schanskorfmatrassen
Een schanskorfinatras is een korf var-r
kunststof of tegen corrosie (roest)
beschermd metaal, gevuld met een fijr-re
sortering breuksteen of grof grind.
De sortering kan bij voorbeeld 90/130 mm
zijn; een standaardsortering is doorgaans
te breed. l)e matrassen zijr-r 0,15 m à 0,30 m
dik, 1 à 2 m breed en2à7 m lang. Zeworden toegepast in situaties met golf- of
stroombelasting. In waterlopen met rveinig
stronring ( I m/s) en rveinig golfslag kan
de schanskorfmatras direct op het talud
Breuksteen op een kraagstuk
r'l,orden aangebracht. In andere gevallen is
een
Typen doorgroeiconstructies
Er is splake viln een doorgroeiconstructie
2. Betonblokkenmatten
hun rvortels in de
onderliggende bodem hebber.r, door de
geplaatste betonelementen, met gaten tus-
constructie heen kunnen groeien. Naast
doorgroeibare constructies bestaan
blokdikte doorlopen. De blokken zijn
meesttrl met behulp van stairl- of kunststof-
als oeverplanten die
Deze bekleding bestaat
sen of
tijdelijk geotextiel of een goed door-
groeibaar permanent geotextiel onder de
uit in verband
in de elementen, die over de hele
matras een noodzaak. Om de begroeiing
snel op gang te brengen kunnen plantenrvortels onder de matras aangebracht worden. Omdat de schanskorr.en de stenen
vasthouclen, kan volstaan rvorden met klei-
begroeibare constructies, waarbij
draden aan elkaar gekoppeld. Een enkele
nere stenen dan r'vanneer de breuksteen los
in de bekleding zelf rvortelen.
Voorbeelder-r zijn zandworstmatrassen en
keer zijn de blokken gekoppeld door de
neergelegd rvordt. Als de schanskorf
bevestiging op een (doorgroeibaar) geotex-
beschadigd raakt en gaat roesten r'vaardoor
tiel. De gaten in en tussen de elementen
bieden ruimte aan plantengroei en voorkomen opdrukken van de bekleding als gevoig
van gÍote waterdruk orrder de bekleding.
een gat
de planterr
opcn 5teenaslalt. Beg[oeiha re constl'ucties
komen in deze D\\M/-Wijzer nadrukkelijk
niet aan de orde.
Hierna lvorden vier typen doorgroeiconstructies onderscheiden.
1. Breuksteen op een dun, klassiek kraagstuk
Het kraagstuk bestaat uit rvilgentenen
(circa drie lagen rviepen) of rietmatten.
Daarop komt één laag breuksteen van een
lichte sortering (bijvoorbceld t0-60 kg).
Tussen de stenen is voldoende ruimte r.oor
doorgroei r.an oeverplanten. De lvortels
van deze planten voorkomen uitspoeling
van gronddeeltjes. Orn oeverplanten in de
constluctie te krijgen, kunnen bij aanleg
onder het kraagstuk rvortelstukken aangebracht r'rorden. Of er kan voor gekozen
worden om het kraagstuk r.an verse r'r,ilgentenen te maken, zodat opslag van
rvilgen za1 optreden. In de eerste een à trvee
jaar na aanleg is het r.vortelstelsel van de
De operr luirnte dient I0 à 20
o/o
van het
in de korf ontstaat, kunnen
de stenen'rvegspoelen. Er.entuele schade
moet dus snel rvorden l-rersteld.
Soms rvorden schanskorven gevuld n-ret
restmaterialen als siler.
oppervlak te bedragen. Voor de eerste fase
na aanleg kan het noodzakelijk zijn een tijdelijk geotextiel onder de mat aan te leggen
ter voorkoming van uitspoeling \ran glonddeeltjes. Een andere mogelijkheid, onder
minder dynamiscl-re condities, is het opvul-
planten nog niet voldoende ontr,vikkeld om
de grond vast te l-rouden. I)aarom rvordt
vaak een tijdelijk, doorgroeibaar geotextiel
or-rder het kraagstuk aangebracht.
Breuksteen op een klassiek kraagstuk kan
toegepast rvorden
bij zorvel golf-
i+
a1s
stroombelasting op een talud r.an één op
drie of flauu,er.
;-"
F1S.-1".Ë;
Betottblokkerunat
l?: -\
,.'e**'ri
Schanskorfmaftas
v
Driedimensionale structuurmatten
vorm van bekleding wordt toegepast
langs kleine waterlopen of op weinig fre4.
globale indicatie gegeven van de toepas-
Deze
baarheid en de kosten van de vier typen
doorgroeiconslruclies. De prijsgegevens
zijn ontleend aan het CUR-handboek
Natuurvriendelijke Oevers.
quent belaste plaatsen. De matten worden
gevormd door een wirwar van polyamide-
monofilament drader-r.
95o/o van het
volu-
me van de n-ratten bestaat uit open ruimte.
De matten kunnen worden gevuld met
grond of steenslag 2/B mm of fabrieksmatig worden voorgevuld met door bitumen
gebonden sp1it. Ze functioneren als filter
en als grondwapening, zodat erosie wordt
tegengegaan. In sommige gevallen wordt
grond met rietwortelstokken of graszaad
onder de mat aangebracht.
De matten zijn geschikt voor sitr.raties met
een belasting door stroming
tot maximaal
3,0 m/s; ze zijn nauwelijks bestand tegen
golven. De matten worden met ankers aan
v
de ondergrond bevestigd.
Welk type doorgroeiconstructie voor
welk geval?
De keuze tussen de vier bekledingstypen
voor toepassiug in een concrete situatie is
D
r
i
edim
e
n sio n ale st r u ct uur m
at
afhankelijk van de geometrie van de oever,
de aard en grootte van de hydraulische
belastingen en kosten/beschikbaarheid van
het benodigde materiaal. In tabel 1 is een
Literatuur
Natuurvriendelijke oevers - Civieltechnisch
Centrum Uitvoering Research en
v
Regelgeving en Rijkswaterstaat, Dienst
Weg- en Waterbouwkunde - CUR nr. 168 tweede druk, november 1995
Doorgroeibaarheid van geotextielen, eindverslag van een tweejarige proefopstelling
met riet - bureau Waardenburg/Dww 1
995
type constructie
kraagstuk afgestorl
met breuksteen
fl/m2
opbouw constructie
(rvortcls r.an oo.erplanten)
(tijdelijk doorgroeibaar
geotextiel / rietmat)
kraagstuk van u.ilgentenen
écln laag zlvare breuksteen
8,- à 9,
2,50 à 3,50
opmerkingen
toepassing
talud
formules dimensionering
goltbelasting
stroombelasting
<l:3
afmeting breuksteen bij stroom:
,15,- à 75,13,5 à 19,5
-\mDn
U,UJ5
- Q.Kr'-.Kt,.K,
Ya
bij aanbrengen van de
LI
.;
-b
constructie op een
grondaanvulling moet deze
goed verdicht zijn
constructie is ongcschikt voor
toepassing nabij
verankeringsplaatsen
breuksteen: smalle graciering
toePasse!
(bi
jr
stanclaardsortering)
afmeting breuksteerl bij golvcn:
betonblokkenmàt
schanskorfinatras
(tijdelijk geotextiel)
blokkcnnrat
(gatvulling)
structuurmat
16,- à 19,-
1,- à 8,-
Qcosa
€0'6r
golÍbelasting
stroomllelasting
í
:2.5
als
golfbelasting
stroombelasting
< I :2.5
als
I
15,- ti 25,
(zoden met plantenwortels)
geotextiel, behalve bij
geringe belasting
schanskorÍmatras
(att.
driedimensionale
2,50 à 3,50
,15, à 50,-
H,
Àn D,
bij breukstecn op l«aagstuk;
D,, is dan de benodigde dikte
van de blokkenmat
D.
bij breuksteen op kraagstuk;
is dan de benodigde dikte
van dc schanskorfmatras
50,- à 100,-
r.. dikte )
l5
verankerde mat, ai dan
rict gcvuld met zand
of gebonden split
20,
gennSe
stroombelastiDEl
:11:2
stf0fr1frg:
toelaatbàre stroomsnelheid u in m/s
u<0,75 m/s: onbegroeide mat ger,uld mct grond
u<1,50 m/s: onbegr. mat met ongebonden spiit
u<3,00 rn/s: begroeide nrat met gebonclen split
> bij iicidentele kortdurende (mar. I uur) stroomaanval mag u \\orden rermenig"-uldigd rnet 2
gLtlLen:
bij goed verankerde matten bedraagt
de toelaatbare golflloogte m&\imaal 0,15 m;
bij goed verankercle en begroeide natten bedraagt
de toelaatbare golfhoogte marimaal 0,25 m.
Tabel 1 : Owrzicht doorgroeiconstructies
verklaring formules:
An
= relatieve dichtheid stenen [-] (
l.= U,met
p
ps= dichtheid stenen en p = dichtheid water
D,, = benodigde nominale diameter van de stenen
[m]
stabiliteitsparameter,
deze
bedraagt
voor
één
laag
breuksteen 1,25 [-]
=
Q
Kt = turbulentiefactor, deze bedraagt 1 voor binnenbochten en rechte stukken
en 2 voor buitenbochten [-]
V. = kritieke schuifspanningsparameter, voor breuksteen bedraagt deze 0,035 [-]
Kr,=diepteparameterlKr,=(l -t
K, = taludfactor { Ks=
frf f LI
n'}
cosa*(l 1an3 )
l-l
tanre
a
0
u
g
= taludhoek [']
= hoek van inwendige wrijving (voor breuksteen: 40o)
= gemiddelde stroomsnelheid (u = Q/A), met Q is debiet en A is oppervlak stroomprofiel [m/s]
= versnelling van de zwaartekracht 9,81 [m/s']
H. = significante golÍhoogte [m]
É
=brekerparameter; É =
i=
t I ZIIH
metT = golfperiode
[s]
\/! tr^
-r:
Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Postbus 5044
2600 GA Delft
tel.: (015) 269 9l
ll
fax: (015) 261 13
61
ISSN 0926 - 861 8
de aansluiting verdient veel
aandacht
cle ondergrond moet goed
verdicht zijn
bij onroldoende of
onzorgvulclige vulling kan
beu,eging ontstaan l,aardoor
de constructie vervormt en
wàardoor plànten niet
doorkomen of afsterven
eventueel toepassen bij talud
steiler dan 1:2 maar dan
bijzotdere aandacht schenken
aan
\erankering
de onderlinge overlap dient
minimaal 0,50 m te bedragen
de matten zorgvuldig
veraikeren
vi