Lier

Inhoudsopgave.
Voorwoord.
Programma 2014/2015.
Excursie en Gastronomische avond 2014.
Supermaan.
De Zwaan.
Ruimteweer en Noorderlicht.
NGC281,ook wel Pacmannevel.
Ellipsvormig sterrenstelsel NGC185.
IC5070, ook bekend als de Pelicaannevel.
Messier 57, de Rringnevel.
Zonnespectrum.
1
2
4
6
7
9
11
13
15
16
17
Voorwoord.
De laatste maanden verschijnen er regelmatig berichten in de media over de ‘supermaan’ . Dit is een volle maan die extra groot en helder is. Bij het grote publiek wordt
al snel de verwachting gewekt dat dit zeer bijzonder is en dat ze iets geweldigs te
zien krijgen. Maar hoe vaak treedt dit verschijnsel nou eigenlijk op? Verderop leest u
meer daarover.
Ander nieuws kwam vanaf onze zon, waar op 9 en 10 september j.l. een paar flinke uitbarstingen plaatsvonden en waarbij deeltjes richting aarde werden geschoten. Er werd gesproken over een kans op Noorderlicht zichtbaar vanuit Nederland. Helaas is er naar mijn weten niets waargenomen ondanks het heldere weer. Wel kon twee keer gedurende korte tijd
een flinke verstoring van het magneetveld van de aarde worden waargenomen.
Op 6 augustus j.l. kwam de Europese ruimtesonde Rosetta aan bij de komeet
67P/Tsjoerjoemov-Gerasimenko na een reis van ruim 10 jaar. Op zich al een hele
prestatie en het leverde al unieke beelden op. In november zal geprobeerd worden
om de Philea op de komeet neer te zetten, zodat ter plaatse metingen kunnen worden
gedaan van de samenstelling van de komeet.
De dagen beginnen weer te korten en de nachten worden dus weer langer. Fijn voor
ons is dat het de laatste weken ook weer eens een aantal nachten helder weer is, dan
kunnen we onze hobby weer uitoefenen. Hetzij waarnemen of fotograferen. In dit
nummer zijn enkele fraaie resultaten te bewonderen. Toch is het hier vaak behelpen
i.v.m. de lichtvervuiling. Afgelopen zomer was ik in Frankrijk, aan de zuidkust van
Bretagne en wat er daar te zien is van de Melkweg, is van een andere orde. Verderop
in deze Lier heb ik een foto opgenomen om dit te illustreren.
Veel leesplezier, Wim
jaargang 28 nummer 3
1
september 2014
Programma 2014 - 2015.
Voor de speciale avonden moet men zich uiterlijk ca. een week van te voren opgeven en deze worden op verschillende plaatsen georganiseerd.
Adressen van de activiteiten:
Orion: v. Grevenbrouckstraat 40, Loon op Zand
Galileo: Willibrordusstraat 26, Loon op Zand
de Tiendesprong: Gen. de Wetstraat 31, Tilburg
Scorpius: Scorpius 47, Loon op Zand
Natuurmuseum Brabant: Spoorlaan, Tilburg.
Mill-Hillcollege: Venneweg 42, Goirle.
datum
14-10
17-10
4-11
15-11
21-11
9-12
12-12
tijd
20.0022.00
19.3021.00
20.0022.00
10.0017.00
19.3021.00
20.0022.00
19.3021.00
19.3021.30
activiteit
locatie
publieksbijeenkomst: De geboorte van het Natuurmuseum
heelal, door Drs. Jos Loonen
Brabant
junioren: telescopen
Orion
senioren: Geschiedenis van de sterrenkunde Natuurmuseum
door Wil vd Veer en Jan Hermes
Brabant
Mill-Hillcollege,
astrodag 2014
Goirle
junioren:
de Tiendesprong
publieksbijeenkomst: Het heelal op
Natuurmuseum
schaal, in tiendesprongen door het univerBrabant
sum, door Ton Spaninks
junioren: Geminiden waarnemen
Orion
sterrenbeeldenwandeling
Orion
Jaarvergadering en resultaten van leden
van het afgelopen jaar.
Natuurmuseum
Brabant
junioren:
de Tiendesprong
senioren:
Natuurmuseum
Brabant
junioren:
de Tiendesprong
senioren:
Natuurmuseum
Brabant
2015
6-1
16-1
3-2
27-2
3-3
20.0022.00
19.3021.00
20.0022.00
19.3021.00
20.0022.00
jaargang 28 nummer 3
2
september 2014
20-3
20-3
27 en
28-3
7-4
17-4
12-5
22-5
13-6
19-6
29-8
1-9
18-9
9.29 –
11.47
19.3021.00
19.0023.00
20.0022.00
19.3021.00
20.0022.00
19.3021.00
8.0022.00
19.3021.00
18.0023.00
20.0022.00
19.3021.00
Gedeeltelijke zonsverduistering (84%)
junioren:
de Tiendesprong
nationale sterrenkijkavonden
senioren:
Orion en
de Tiendesprong
Natuurmuseum
Brabant
junioren:
de Tiendesprong
senioren:
Natuurmuseum
Brabant
junioren: bij helder weer wordt de zon
uitgebreid waargenomen
de Tiendesprong
Excursie:
junioren: bij helder weer wordt de zon uitgebreid waargenomen (2e mogelijkheid)
de Tiendesprong
gastronomische avond
senioren:
Natuurmuseum
Brabant
junioren:
de Tiendesprong
14 oktober - De geboorte van het heelal / Jos Loonen
Na de oerknal, bijna 14 miljard jaar geleden, speelden zich in heel korte tijd wonderlijke dingen af in het ultrajonge heelal. Die gebeurtenissen vormden uiteindelijk ons
heelal, onze omgeving en onszelf. Jos Loonen neemt u mee naar die vreemde begintijd. Wat weten we en hoe zijn we dat te weten gekomen? Meer dan uw nieuwsgierigheid hoeft u niet mee te brengen.
-o4 november - Geschiedenis van de sterrenkunde / Wil vd Veer en Jan Hermes
Vanuit de mysterieuze steencirkels, zoals Stonehenge, voert de geschiedenis ons
langs de Babyloniërs en de Grieken.
De Islamieten en de Europese Middeleeuwse sterrenkundigen doen ook een duit in
het zakje.
Het echte werk begint met de Copernicaanse en Newtoniaanse revolutie. De reis
naar het diepe heelal is begonnen.
-ojaargang 28 nummer 3
3
september 2014
9 december - Het heelal op schaal: in tiendesprongen door het universum / Ton
Spaninks
Lichtjaren ver weg, miljarden jaren geleden... Grootte, afstand en tijd nemen extreme waarden aan wanneer er gesproken wordt over het heelal. Veel objecten in het
heelal zijn vele malen zo groot als de afmeting van onze eigen planeet. We spreken
over lichtjaren in plaats van kilometers en in de geschiedenis van het heelal zijn miljarden jaren geen uitzondering. Het duizelt ons en het gaat ons voorstellingsvermogen te boven. In deze lezing laat Ton Spaninks het heelal in vele facetten de revue
passeren en brengt hij vooral de onderlinge verhoudingen in grootte, tijd en afstand
in kaart.
-o-
Verslagen.
Excursie 14-6-2014.
Met 19 deelnemers was het weer een zeer geslaagde excursie. Het enige verschil met
voorgaande jaren was dat we helaas niet konden beschikken over een bus, maar mede dankzij de moderne communicatiemiddelen konden de ervaren chaufers hun weg
goed vinden en liep alles gesmeerd. Eerst gingen we naar de sterrenwacht en planetaruim in Keulen met een uitstekende rondleiding, daarna naar Effelsberg om de radiotelescoop te bezichtigen en tenslotte naar het Belgische Genk naar het Cosmodrome. Hier kregen we na een hapje gegeten te hebben een mooie voorstelling en
tot slot een rondleiding door de sterrenwacht. Onze gids was de enig nog overgebleven Belgische kandidaad voor het Mars One project. Misschien over een jaar of tien
een excursie naar Mars?
jaargang 28 nummer 3
4
september 2014
Gastronomische avond.
De gastronomische avond was op 23 augustus j.l. bij Wim Holwerda en het was
weer super gezellig.
jaargang 28 nummer 3
5
september 2014
Supermaan.
De term ‘supermaan’ is geen astronomische term maar
komt eigenlijk voort
uit de astrologie. We
spreken van een
‘supermaan’ als de
volle maanfase of de
nieuwe
maanfase
optreedt als de maan
in de buurt staat van
het perigeum, ofwel
de kleinste afstand
tot de aarde in z’n
baan. Aangezien de maan in ongeveer een maand (da’s nou ook toevallig?) rond de
aarde draait, zal ze iedere maand een keer door het perigeum gaan en een keer door
het apogeum (grootste afstand).
Gemiddeld varieert de afstand tussen ca. 363.000 en 405.000 km. De kortste afstand
die kan optreden tussen het centrum van de aarde en de maan is 356.400 km. De
grootst mogelijke afstand is 406.700 km, een verschil dus van 14%. De diameter kan
dus ca. 14% groter zijn in het geval van een ‘supermaan’ en de helderheid 30%. Dit
lijkt veel, maar zonder referentiekader valt dit niet onmiddellijk op. Daarbij komt
nog dat de maan laag aan de horizon veel groter lijkt dan wanneer hij hoog aan de
hemel staat. Deze ‘maanillusie’ is in feite gezichtsbedrog en wordt veroorzaakt door
de manier waarop wij waarnemen.
Tengevolge van de
beweging van de aarde om de zon en de
getijdenkrachten van
de zon op het aardemaan systeem is de
periode tussen twee
opeenvolgende volle
manen
(synodische
maand) ongeveer 2
dagen langer dan de periode tussen twee opeenvolgende perigeumpassages (anomalistische maand). Daardoor dus verandert de afstand tussen de aarde en de volle of
nieuwe maan. De cyclus van de ene volle ‘supermaan’ tot de volgende duurt 13,9443
synodische maanden (ca. 411,8 dagen. Dus ongeveer iedere 14e volle maan is een
jaargang 28 nummer 3
6
september 2014
‘supermaan’. Echter halverwege de cyclus bevindt de volle maan zich nabij het apogeum en zal de nieuwe maan een ‘supermaan’ zijn. In de praktijk rekent men soms
ook de volle en nieuwe manen in de buurt van het perigeum tot een ‘supermaan’.
Voor 2014 zijn dit er in totaal vijf, twee nieuwe manen (1-1 en 30-1) en drie volle
manen (12-7, 10-8 en 9-9).
Volgens enkele complottheorieën zou de kans op het optreden van rampen als aardbevingen en tsunamis groter zijn tijdens een ‘supermaan’. Hiervoor is echter geen
enkele aanwijzing. Weliswaar zullen de verschillen tussen eb en vloed onder dergelijke omstandigheden iets groter zijn, maar die vallen in het niet ten opzichte van de
normale variaties.
-o-
De Zwaan.
Als we rond deze tijd (in augustus) naar de sterrenhemel kijken, zien we als het een
beetje donker wordt recht boven ons als eerste een drietal helderen sterren aan de
hemel verschijnen. De zomerdriehoek, met de sterrenbeelden Zwaan, Lier en de
Arend.
De Zwaan, waar we het nu over hebben
ligt midden in de Melkweg. Het is een
van de sterrenbeelden waar we ( met
een beetje fantasie) wel een Zwaan
kunnen uithalen. De Melkweg loopt
dwars door de Zwaan heen. Het is rijk
aan lichtende en donkere nevels, omdat
wij hier in de richting van een spiraalarm kijken. Een paar voorbeelden.
Er bevinden zich vele nevels in die
weliswaar lichtzwak, maar met de juiste
apparatuur en een beetje geduld, zichtbaar worden.
De Sluiernevel (NGC 6960) is er een
gedeelte van, ook wel de heksenbezem
genoemd, Deze enorme Heksenbezem is zo'n 35 lichtjaar lang. bestaande uit wazige
slierten, waarvan men aanneemt, dat ze de overblijfselen zijn van een vroegere supernova uitbarsting ongeveer tienduizend jaar geleden.
De gehele nevel is circa 1000 Lj van ons verwijderd en heeft een diameter van 50
Lj. Er zijn buiten de nevel minder sterren te zien dan binnenin. Stof wordt door de
nevel opgestuwd, waardoor daar de sterren gedeeltelijk worden verduisterd.
2013-6-29 Atik 4000 7xHa 6xOIII 6xSII elk 20 min met de Wo 110mm F7 triplet001.
jaargang 28 nummer 3
7
september 2014
(NGC 7000) de Noord Amerikanevel heeft zijn
naam te danken aan zijn vorm, die op de kaart
van het Noord-Amerikaanse vasteland lijkt.
Vooral de Golf van Mexico is goed te herkennen. Hij is met het blote oog zichtbaar als een
heldere haak tegen die achtergrond van de
Melkweg. De nevel ligt ten westen van de ster
Deneb, op een afstand van zowat 1500 Lj.
In de golf van Mexico licht een helder gebied
dat overeenkomt met Midden America en
Mexico, het is in werkelijkheid een broeinest
van gas, stof, en nieuwgeboren sterren dat bekend staat als de Cygnus Muur.
2014-07-23 Atik 4000 WO 110 mm 12 x 10 min Ha-SII-OIII
Deneb is de linker ster van de zomerdriehoek met een helderheid van 1,3 duidelijk
zichtbaar is voor het blote oog. Deneb, is een blauw-witte superreus op een afstand
van 1700 Lj. Hij is 200 keer zo groot zoals onze eigen zon en op 18 na de helderste
ster aan de hemel.
Als je de Zwaan in beeld hebt, vergeet dan niet eens te kijken naar de kop van de
Zwaan. Daar staat Albireo een dubbelster (β Cygni) die straalt met gouden en blauwe kleuren met een helderheid welke tussen 3,1 en 5,1 varieert. Het is een prachtige
dubbelster die je met iedere telescoop kan bekijken. De afstand is zo'n 380 lichtjaar.
2014-07-31
IC 5146
L-R-G-B ieder 10
min.
Foto’s Sterrenwacht Orion.
Ook hebben we
nog de Coconnevel. Binnenin de Coconnevel verschuilt zich een pasgeboren cluster
van sterren. De mooie nevel, ook bekent als IC 5146, heeft een doorsnede van bijna
15 Lj en bevindt zich op een afstand van 4000 Lj. Net als andere stervormingsgejaargang 28 nummer 3
8
september 2014
bieden is hij vooral goed zichtbaar in het rode licht van opgloeiend waterstofgas dat
wordt uitgestoten door het ultraviolette licht van jonge hete sterren, en in het blauwe, door stof weerkaatste sterlicht langs de rand van een overigens onzichtbare moleculaire wolk.
De heldere ster nabij het centrum van deze nevel is waarschijnlijk pas een paar honderd duizend jaar oud en levert de energie voor veel van de door deze nevel uitgezonden gloed terwijl hij een holte blaast in het sterrenvormende gas en stof van de
moleculaire wolk.
Berry
-o-
Ruimteweer en Noorderlicht.
Om de kansen op het zien van het Noorderlicht, of beter poollicht te vergroten is het
handig om te weten op welke signalen we moeten letten. Zoals we weten wordt het
verschijnsel veroorzaakt door geladen deeltjes (plasmawolken) afkomstig van de
zon, die een interactie hebben met de bovenlagen van de aardatmosfeer. Normaal
wordt de aarde afgeschermd door haar magneetveld, maar als dit door een flinke uitbarsting op de zon wordt verstoord, kunnen de zonnedeeltjes in contact komen met
de aardatmosfeer. Als we die verstoringen van het magneetveld van de aarde kunnen
meten, hebben we dus een goede indicatie voor het optreden van poollicht. Een dergelijk meetinstrument, een magnetometer, is betrekkelijk eenvoudig door amateurs
te maken. Op de website van Ton Spaninks (www.tiendesprong.nl) kunt u hierover
meer vinden.
Metingen van het magneetveld
door 13 waarnemingsstations
over de hele wereld worden
weergegeven door de zogenaamde Kp index. Hoe hoger
dit getal (tussen 1 en 9) hoe
ernstiger de verstoring van het
magneetveld. Is de Kp waarde
lager dan 5 dan is de kans op
poolllicht nihil. Bij een Kp
waarde van 5, waarschijnlijk
tengevolge van een kleine of
G1 magnetische storm, kan er
poollicht optreden in een band
rondom de polen, de zogenaamde ‘auroral oval’. Als de Kp index 6 of 7 is dan kan
ook in onze streken Noorderlicht te zien zijn.
jaargang 28 nummer 3
9
september 2014
Behalve de Kp index is ook de richting of polariteit van het magneetveld van de
plasmawolken afkomstig van de zon van belang. Deze wordt aangegeven door de Bz
index. Een positieve Bz waarde wil zeggen dat het plasma van de zon een magneetveld heeft dat noordwaarts gericht is. De zonnedeeltjes worden dan gemakkelijk afgebogen door het eveneens noordwaarts gerichte magneetveld van de aarde. Een negatieve waarde wil zeggen dat het magneetveld zuidwaarts gericht is. Als deze zonnedeeltjes in contact komen met het magneetveld van de aarde, dan volgt een soort kortsluiting en een opening waardoor de deeltjes de aardatmosfeer kunnen bereiken.
Vooral bij een Bz waarde van -10 of lager is de kans op poolllicht groot.
Diverse satellieten houden de zon en het ruimteweer in de gaten en waarschuwen als
er iets bijzonders aan de hand is. Zo meet een aantal GOES satellieten vanuit de geostationaire omloopbaan o.a. het aantal protonen en electronen en neemt de zon
waar in röntgenlicht. Ook de SOHO en ACE doen metingen vanuit een van de
Lagrange punten tussen de aarde en de zon. Op die manier worden we gewaarschuwd een dag of twee tot een uur voordat een eventuele zonnestorm de aarde bereikt en kunnen we maatregelen treffen om schade aan satellieten of elektriciteitsnetwerken zoveel mogelijk te beperken.
Er zijn diverse internetsites waar we de aktiviteit van de zon en het ‘ruimteweer’ in
de interplanetaire ruimte tussen de aarde en de zon kunnen volgen, o.a.:
http://spaceweather.com/
http://soho.nascom.nasa.gov/spaceweather/
http://sunearthday.gsfc.nasa.gov/swac/data.php
http://www.swpc.noaa.gov/
http://origin-www.swpc.noaa.gov/
jaargang 28 nummer 3
10
september 2014
-o-
Astrofotografie.
door: Patrick Duis
NGC281, ook bekend als de Pacmannevel en Sharpless 184.
(zie foto op het voorblad – red.)
Deze emissienevel is in augustus 1883 door E. E. Barnard ontdekt.
De nevel bevindt zich in de Perseus spiraalarm van onze melkweg en is een actief
HII sterrenvorming gebied.
Fysische gegevens:
Leeftijd: 1-2 miljoen jaar
Afstand: 9500 lichtjaar
Radius: 48-60 lichtjaar
Andere benamingen: IC 11, Sharpless 184
Binnenin de nevel bevindt zich een fascinerend open cluster: IC 1590. Dit cluster is
in 1899 door Guillaume Bigourdana ontdekt.
De sterren zijn nog bij elkaar omdat het een zeer jong cluster betreft. Het is ongeveer
3.5 miljoen jaar oud.
In het centrum van het cluster bevindt zich in een klein gebied van 8000 AE (astronomische eenheden: afstand Aarde-Zon) een trapezium achtig systeem van hete O
en B sterren. De helderste ster in dit cluster is de O5.5 reus HD5005.
Deze ster ioniseert het gas in de nevel met haar zichtbare licht en intense ultraviolette straling.
De zwarte wolkjes in in de buurt van IC1590 zijn zogenaamde "Bok globulen". Het
zijn donkere wolken bestaande uit moleculair waterstof, kooldioxiden, helium en
jaargang 28 nummer 3
11
september 2014
ongeveer 1% silicaatstof waarin soms stervorming plaatsvindt. Deze wolken zijn in
de 40er jaren van de vorige eeuw ontdekt door de astronoom Bart Bok. In eerste instantie waren ze door de donkere allesverhullende wolken moeilijk te onderzoeken,
maar later onderzoek met infrarood telescopen heeft bevestigd dat in vele van deze
wolkjes sterrenvorming plaatsvindt.
Astrofoto:
Ok, van nabewerking moet ik nog veel leren, vooral over het niet uit laten branden
van sterren. Tips welkom.
Maar dit is mijn eerste kleurenopname sinds de overstap naar CCD. Heeft toch ook
wel wat, zo'n kleurenopname, na al die jaren van monochrome astrofotografie.
Ik heb deze opname geschoten in de nachten van 13, 14 en 15 september. De seeing
was meer dan 2", vandaar dat de opname niet echt scherp is.
Ook kwam de halve maan al rond 22-23u op, maar de narrowband filters hebben dat
enigzins tegengegaan.
Het pre-processen lukt me nog niet goed in PI, daarom heb ik dat in Nebulosity3 gedaan want dat vind ik daar nog makkelijker.
Het alignen en stacken heb ik met PI gedaan want ik merk dat die toch scherpere
stacks levert.
Hoe ik kleuren moet combineren in PI moet ik ook nog uitzoeken, daarom heb ik dat
in Photoshop CS6 gedaan om de leercurve niet -al- te steil te maken.
De ASH montering loopt goed, ondanks de slechte seeing (DEC as datalogging in
PHD wiebelde flink) maar ik heb nog wel veel last van ruis omdat ik de camera niet
verder kan koelen dan -5C.
Verder heb ik last van coma aan de randen van het beeldveld (deze opname is iets
gecropt om esthetische redenen), terwijl de MPCC-DSLR afstand gelijk is aan de
MPCC-CCD.....verder tuning is nodig.
Astrofoto informatie:
Telescoop: 200mmF5 carbon Newton op ASH montering
Camera: Artemis 4021 mono @ -5 graden
Autoguiding: off axis met Lodestar, PHD 1.13.0
Corrector: Baader MPCC
Filters: Baader 7nm Halpha, 8.5nm OIII en 8nm SII
Belichting: 5x2400s Halpha, 4x2400s OIII, 6x2400s SII, 21 Flats, 21 bias en BadPixelmap
Acquisitie & pre-processing: Nebulosity3
Alignen/stacken: PI
Post-processing: Photoshop CS6
Imagescale: 1.5"/pixel
jaargang 28 nummer 3
12
september 2014
Bronvermelding:
http://en.wikipedia.org/wiki/NGC_281
http://en.wikipedia.org/wiki/Bok_globule
http://pl.wikipedia.org/wiki/IC_1590
http://www.robgendlerastropics.com/NGC281text.html
-o-
Ellipsvormig sterrenstelsel NGC185.
Eigenlijk had ik meer data moeten bijschieten voor NGC281 van afgelopen week,
maar het jeukte zo erg om toch weer eens een zwak onderbelicht
sterrenstelsel te fotograferen dat ik toch koos voor een oude bekende van mij: NGC
185.
Het is een sterrenstelsel dat niet zovaak wordt gefotografeerd door het geweld van
M31, M33, NGC281 en NGC7635 wat in de buurt staat.
jaargang 28 nummer 3
13
september 2014
Gegevens:
Magnitude: m10.1
Afstand: 2.05 miljoen lichtjaar
Ontdekker: William Herschel op 30 november 1787
NGC185 is een dwerg ellipsvormig sterrenstelsel in Cassiopeia. Het is lid van de
lokale groep en een satteliet sterrenstelsel van de Andromedanevel (M31).
NGC185 is als eerste gefotografeerd tussen 1898 en 1900 door James Edward Keeler met de Crossley reflector van de Lick sterrenwacht.
NGC185 bevat jonge sterrenclusters, dat is ongebruikelijk voor ellipsvormige
dwergstellenstelsels. De sterrenvormig vertrok zich tot voor kort vrij langzaam.
NGC185 heeft een actieve kern (AGN) en wordt in het algemeen geclassificeerd als
een type 2 Seyfert sterrenstelsel, dat zijn sterrenstelsels met een zeer actieve kern. In
normaal licht lijken ze vrij normaal, maar op andere golflengten stralen ze veel intenser.
Of NGC185 een Seyfert sterrenstelsel is wordt echter betwijfeld. Het is mogelijk het
meest dichtstbijzijnde Seyfert sterrenstelsel en is het enige Seyfert sterrenstelsel in
de lokale groep.
Astrofoto:
Telescoop: 200mmF5 carbon newton op ASH montering
Camera: Artemis 4021 mono op -5C
Autoguiding: off axis met lodestar/PHD 1.13.0
Corrector: Baader MPCC
Filters: Baader UV/IR block
Belichting: 9x1200s, 21 flats, 21 bias en BadPixelmap
Acquisitie & calibratie: Nebulosity3
Registratie & stacken: PI
Post-processing: Photoshop CS6
Imagescale: 1.5"/pixel
Bronvermelding gegevens:
http://en.wikipedia.org/wiki/NGC_185
http://en.wikipedia.org/wiki/Seyfert_galaxy
Een collega amateur astronoom (Frank Hol) heeft een aantal bolvormige sterrenhopen gevonden op mijn astrofoto (CG1 t/m 5). Hij gaat deze visueel proberen waar te
nemen op zijn astroreis naar de Kasbah in Marokko binnenkort.
-o-
jaargang 28 nummer 3
14
september 2014
IC5070, ook bekend als de Pelicaannevel.
Hier nog een testopname met de ASH montering. Helaas kreeg ik door de hitte
de camera niet voldoende gekoeld, vandaar de irritante ruis.....
Het is een opname van IC5070, ook bekend als de Pelican Nebula in Cygnus.
Telescoop: 200mmF5 carbon Newton
Camera: Artemis 4021 mono @ -10C
Autoguiding: SX OAG met Lodestar guidecam in combinatie met PHD
Filters/correctoren: Baader MPCC en Astronomik 12nm Halpha filter
Belichting: 3x2400s, 21 flats, bias en BadPixelmap
Acquisitie & pre-processing: Nebulosity3
Post-processing: Photoshop CS2/GradientXTerminator
jaargang 28 nummer 3
15
september 2014
Messier 57, de Ringnevel.
Hier nog een "snelle" ringnevel. De guiding ging moeilijk door vochtige lucht met
springende sterren.
Omschrijving:
Dit is een testopname van Messier 57, de ringnevel met de ASH montering.
Door de vochtige lucht ging het guiden moeilijk en er moet nog wat getuned worden
m.b.t. tilting/corrector-CCD afstand.
De ringnevel is een zogenaamde planetaire nevel. Als een "gewone" ster, net als onze Zon, aan het eind van haar leven komt, blaast ze haar buitenste schil weg. Dit is
zichtbaar als een ringvormige nevel rond haar centrale ster. Ook onze Zon komt over
ongeveer 5 miljard jaar zo aan het eind van haar leven.
jaargang 28 nummer 3
16
september 2014