tekst: paul römer fotografie: susan seubert Groot

Het groene
paradijs
Groot, bergachtig en leeg: West-Canada is
de ultieme bestemming voor reizigers die
actief willen genieten van de natuur.
tekst: paul römer fotografie: susan seubert
82
national
geographic
traveler
De
lodge van
Bracewell’s
Alpine Wilderness Adventures, in de Chilcotin, kijkt uit over de eindeloze Coast Range.
national geographic traveler
83
Bij schemering wordt op het terras
van het Eagle Nook Resort & Spa op
Vancouver Island, met uitzicht op
June Bay, een vuurtje ontstoken. De
Canadees Greg Belanger laat op de
aanlegsteiger van het resort trots
zijn vangst, een chinookzalm, zien.
Moet ik lachen of huilen? De
hele episode is zo overrompelend dat ik niet goed raad weet
met wat ik nu voel. Ik bevind
mij op een bootje dat dobbert
tussen de Broken Group
Islands, voor de zuidwestkust
van Vancouver Island, British
Columbia. Terwijl ik de strijd
aanga met een zalm aan het
einde van mijn hengel, zweeft
er niet meer dan dertig meter
boven mijn hoofd opeens een
Amerikaanse zeearend, in afwachting van wat komen gaat.
Om ons heen contrasteert het diepblauwe water met
de groene douglas- en hemlocksparren op de eilandjes. Aan de oevers bedekt bruin kelp de zilvergrijze
rotsen, waarop ik ook talloze oranje en paarse zeesterren zie liggen. We zijn de enigen in deze uitgestrekte
wateren in het Pacific Rim National Park Reserve,
realiseer ik me, en geleidelijk verdwijnt zelfs mijn gezelschap uit beeld. De vis, de vogel en ik, het gaat alleen om ons. De scène ontrolt zich in slowmotion, zo
lijkt het. De lijn staat gespannen, de zalm springt op
uit het water, wel een meter en met onvermoede
kracht, golfjes klotsen tegen de boeg, ik draai aan het
molentje en kijk omhoog, donkere wolken pakken
zich samen, de vogel met zijn witte kop, machtige
vleugelwijdte en scherpe klauwen staart me strak aan
en... ik begin te lachen. Met tranen in mijn ogen, dat
wel. Ben ik hier echt? Maak ik dit werkelijk mee? Ik
kan het bijna niet geloven. Alles wat ik deze namiddag
84
national geographic traveler
gewaar word, staat zo ver weg van mijn dagelijks bestaan. Zo onwezenlijk. Door een schreeuw naast me
keer ik plotseling terug in de realiteit – alsof iemand
weer op het play-knopje heeft gedrukt. Dan Brunet,
de professionele visser die me begeleidt bij het inhalen
van de zalm, roept dat ik de lijn moet laten vieren en
pakt zijn net. Niet veel later poseer ik met een ongeveer acht kilo zware chinook voor een snapshot.
‘W
ayne Gretsky did it again!’ roept Dan
vanachter het stuur als we terugvaren naar Vernon Bay en aanleggen aan de steiger van Eagle Nook
Resort & Spa, een uniek gelegen lodge op Vancouver
Island, een eiland dat iets kleiner dan Nederland is en
met driekwart miljoen inwoners. Ik begrijp de verwijzing naar Canada’s beroemdste ijshockeyspeler niet
en vraag Dan wat hij bedoelt. ‘We visten net op een
diepte van 99 feet. En dat was altijd zijn rugnummer.
Yah, ijshockey is onze referentie, bij alles wat we in
Canada doen.’
Behalve Dan en mijzelf bestaat de bemanning uit
de Amerikaanse fotografe Susan Seubert en de forse
Canadees Greg Belanger, een visfanaat die hier regelmatig komt hengelen naar de vijf soorten zalm in deze
contreien (in het Engels: coho, chinook, chum, pinky
en sockeye). Ik vraag wat hem vooral aantrekt in deze
hobby. ‘Het is de vrijheid die je voelt als je aan het
einde van een week hard werken twee dagen het water
op gaat en er deze ruimte en stilte ervaart,’ zegt hij
met zichtbare trots. ‘Als ik dan ook nog wat zalmen
aan de haak sla, ben ik weer opgeladen.’
Zodra we van boord gaan, worden we verwelkomd
door Patrick Braspenning, de Nederlandse en goedlachse general manager van Eagle Nook. Hij vraagt
wat ik met de door mij gevangen zalm wil doen: ‘Moet
ik de vis invriezen en naar je huis sturen, of eet je hem
vanavond op?’ Hè, wat een lastige keuze.
Bijna drie uur later zitten Susan en ik in de eetzaal
van het resort, met uitzicht op de verlaten June Bay.
Terwijl ik het glas hef,
zie ik in de verte een zeearend gracieus over het water
glijden, met in zijn klauwen een bewegende prooi.
Het enige leven dat ik zo terloops in de
moest elke dag meer dan twee uur in de
schemering ontdek, zijn acht duikers
auto doorbrengen, in een overvolle Rand(loons), een kolibri vlak voor het raam,
stad, en Canada staat de laatste jaren steevissen die af en toe uit het water springen,
vast in menig topvijf van aantrekkelijkste
en een nest waarin twee Amerikaanse zeeen leefbaarste landen. Het is 240 keer zo
arenden (een vrouwtje en haar jong) soms
groot als Nederland en telt een schamele
hun kop laten zien. Niets bijzonders dus...
33 miljoen inwoners. Dat zijn veelzegVoor ons op tafel ligt het zojuist aangende statistieken die in mijn ogen pleiten
gepaste menu, aangereikt door Anouk,
vóór emigratie. Maar wat heeft het land
Patricks vrouw. Er staat nu natuurlijk
nog meer te bieden dan gunstige cijfers?
maar één hoofdgerecht op: ‘Grilled Fresh
Hoe ziet het eruit? Wat is er te beleven?
Spring Salmon on a bed of grilled VegetaHoe is de omgang met de Canadezen?
bles: Red Peppers, Zucchini, Asparagus and
Met die vragen vertrok ik afgelopen
Fennel, served with Arugula Salad, and
juni naar Vancouver, om vandaaruit een
Lemon-Dill Sauce.’ Patrick en Anouk felirondrit te maken over Vancouver Island,
citeren me met mijn vangst, en terwijl ik
met de ferry noordwaarts te varen naar
het glas hef, zie ik in de verte vader zeeBella Coola, door te rijden naar plekken
arend gracieus over het water glijden, met
als Tatlayoka Lake en Clearwater en een
in zijn klauwen een bewegende prooi.
bezoek te brengen aan de nationale parken
Deze laat hij achter in het nest, dan vliegt De Amerikaanse zeearend, ook wel witkopzee- Jasper en Banff, om uiteindelijk vanuit
hij er weer vandoor. Het duurt niet lang arend genoemd, zie je overal. De statige vogels Calgary weer terug te vliegen. (Dezelfde
loeren over het water naar vis. Aan het Upper
voor ook wij een prachtige oranje-roze vis Campbell Lake (links) op Vancouver Island ligt route, of in omgekeerde richting, wordt
krijgen geserveerd. Míjn vis.
Strathcona Park Lodge, een resort met houten door veel Nederlanders gevolgd, zo zal ik
cabins dat veel activiteiten voor kinderen biedt.
gaandeweg ontdekken: op elke dag van
deze reis kom ik landgenoten tegen.) Maar
eloof het of niet, maar alles wat
hierboven staat beschreven, is werkelijk zo gebeurd. eerst zit ik dus in Eagle Nook, waar een begrip als ‘rust’ opnieuw
Uiteraard, zul je zeggen, van Traveler verwacht ik niet wordt gedefinieerd.
Na aankomst in het fiets- en wandelvriendelijke Vancouver en
anders. Maar ik vermeld het er toch even bij, omdat
het mogelijk wat ongeloofwaardig overkomt. Te mooi om waar de oversteek naar Nanaimo op Vancouver Island reden we – om
te zijn, zeg maar. Gelukkig heeft Susan een en ander met haar bij Eagle Nook te komen – eerst naar surfwalhalla Tofino en toen
camera’s vastgelegd, als bewijs. En dan te bedenken dat dit nog naar Ucluelet (spreek uit: Joe-kloe-lit). In het haventje van dat
maar mijn tweede dag in Canada is. Ik ben niet verrast door laatste dorp lagen niet alleen een stuk of wat Californische zeePatricks reactie op mijn vraag waarom hij zich hier heeft geves- leeuwen, maar ook de watertaxi waarmee Patrick Braspenning
tigd. ‘Kijk maar om je heen!’ zegt hij simpelweg en gebaart naar ons in een uurtje naar zijn accommodatie bracht. Vissen, kajakbuiten. Dat doe ik voortdurend, en met graagte, in dit groene ken, wandelen, snorkelen: het kan hier allemaal. Net als genieten
paradijs. Twee dagen onderweg, en de antwoorden krijg ik in van dieren in het wild. Naast Amerikaanse zeearenden, die doorgaans hoog in de bomen en heel statig over het water zitten te
mijn schoot geworpen door de omgeving zelf.
Het verhaal van Patrick en Anouk – over hun beslissing turen, komen hier natuurlijk Canada’s Big Five voor: beer, walvis,
Nederland te verruilen voor West-Canada – komt me bekend orka, wapiti (elk) en eland (moose).
Op weg terug naar Ucluelet, waar Patrick ons na een onvergevoor. Enkele jaren geleden vertrok een collega op de redactie van
National Geographic ook al met man en kinderen naar British telijk weekend met de watertaxi weer afzet, kan ik er al eentje
Columbia. Ze verkocht haar huis in Noord-Brabant, liet de dier- afvinken. Verspreid tussen de eilandjes in de Barkley Sound ontbaarste bezittingen inschepen en vloog ‘enkele reis’ naar deze dekken we drie bultruggen, waaronder een moeder met jong, en
meest westelijke provincie. Ik vond dat destijds niet vreemd. Ze één grijze walvis. Met de motor uit naderen we deze waterreuzen
steeds op zo’n honderd meter, de toegestane afstand. Hun omvang oogst ontzag, het whoosh van de sprays maakt me stil. Deze
n ‘De paarden op de ranch van Alex Bracewell, in
vier walvissen zien we nu en passant, maar in Canada zijn talloze
de Chilcotin, zijn duidelijk gewend aan mensen,’
(boot)tochtjes met gidsen te boeken die erop gericht zijn zoveel
vertelt fotograaf Susan Seubert, die als kind op
zomerkamp leerde paardrijden en zich op haar
mogelijk dieren, of zoveel mogelijk exemplaren van één soort,
gemak voelt in het gezelschap van deze dieren.
waar te nemen. Een van de organisaties die zulke trips aanbieden,
‘Ook al lopen ze gewoon los op het landgoed en
is Tide Rip Tours. In de laatste ochtend op Vancouver Island melmoeten ze bijeen worden gedreven als gasten
den we ons om zeven uur in het pittoreske vissersdorp Telegraph
willen rijden. De rit naar de top van Potato MounCove. Klaar voor de populaire Grizzly Bear Expedition.
tain achter de lodge was onvergetelijk mooi.’
G
national geographic traveler
87
Maverick blijkt, als we
Potato Mountain achter de lodge in de Chilcotin
op rijden, een goedmoedig
paard dat geen rare
sprongen maakt.
Bij Tatlayoka Lake, in de vallei van bergplateau Chilcotin, ligt de rustieke lodge
(boven) van Alex Bracewell. Zijn nichtje
Morgyn (rechts) helpt de paarden op het
afgelegen landgoed te verzorgen.
zijn logboek en knikt tevreden. ‘Niet slecht,’ zegt
Bioloog Derek Kyosta, een uiterst humoristische
hij. ‘Het is zo mooi om deze rijkdom met de wereld
Canadees met Fins bloed, gidst ons op een overte delen.’ Maar de hoofdrolspeler in de Canadese
dekte aluminium watertaxi door de Knight Inwildernis, de grizzly, laat zich vooralsnog niet zien.
let, met 111 kilometer de langste zeearm van
Als we bij de riviermonding op een steigertje van
Noord-Amerika. Het doel is een estuarium
Tide Rip Tours de boot verlaten en overstappen op
halverwege de inham, een ideale plek voor
een
elektrisch aangedreven open bootje, mogen we
grizzly’s vanwege alle zalmen die hier in de
Ha ar
s
wild cherp: b
alleen
nog zachtjes praten. Het is opgehouden met
herfst samenkomen, op de weg terug naar
lif
e
mac e kijken ren en a
h tig ,
in C a
nder
regenen,
de bergen gaan schuil achter flarden nevel,
hun geboortegrond. Terwijl het hard bezeke
n ada
C om
ra
p
i
Opti anion va ls je de CLs
groen
is
de
kleur, de stilte is zalig. We speuren de oegint te regenen, vraag ik Derek of een tour
k
n
kijke kunt geb Swarosv
r is li
ruike
vers
af
maar
zien nog geen teken van leven, de onverals deze de beren afschrikt. ‘Zeker niet,’
ki
ch
gr a m
n
), ligt t (slecht . Deze
mijdelijke
Amerikaanse
zeearenden daargelaten. Even
zegt hij ferm. ‘Hoewel mensen soms
han d
s 50
heer
0
e
grot n is er in lijk in de
later
komen
ook
nog
twee
hertjes te voorschijn, maar de
echt adembenemende stommiteiten
in
€ 99 gen, 8x twee ver
en 10
0,- (8
grizzly’s
zijn
in
geen
velden
of wegen te bekennen. ‘Ik ben
begaan, door de beren op het land te
x
(10x
), sw x) en € 1 . Prijs:
arov
030,bang
dat
je
de
naam
van
jullie
bedrijf moet veranderen,’
naderen of te voeden, is commercial
s ki o p
tik.n
l.
plaag ik Derek. ‘Tide Rip Off Tours.’ Lachend springt hij in
viewing juist gunstig voor de populatie.
het laagstaande water en trekt de boot verder de trechterDe mannetjes blijven van het water vandaan en
vormige rivier op. ‘Wacht maar,’ zegt hij. ‘En trouwens,
laten daardoor ruimte voor de vrouwtjes en hun kwetsbare
vergeet niet dat het nog maar vroeg in het seizoen is. De kans op
welpen. Die verschijnen nu regelmatig op de rotsstranden.’
Vandaag gaat het iets anders. Na een ochtend varen, op weg teleurstelling is nu niet 1 maar 2 procent.’ Dan drijven we een uur
naar het estuarium, hebben we twaalf zwarte beren, één grijze lang zwijgend en turend door het hart van bear country.
‘Daar, een mannetje!’ fluistert Derek plotseling.
wolf, twee bruinvissen, zeven zeearenden en enkele tientallen
Dus toch? Ik volg zijn blik en zie een donkerbruine vlek, aan
witgestreepte dolfijnen geteld. Derek noteert elke waarneming in
90
national geographic traveler
de zoom van het bos, op zo’n vijftig meter van ons vandaan. Pas
als ik mijn verrekijker gebruik, herken ik de kolossale kop van een
grizzly. Ik houd hem zo een seconde of tien in beeld, het dier
merkt ons niet op, maar iets moet hem op onze aanwezigheid
hebben gewezen, want ineens staat hij op, kijkt in onze richting
en verdwijnt tussen de bomen.
Derek loopt naar me toe, slaat me op de schouder en zegt: ‘Dit
is waarom we zo van ons land houden.’
houding ook voortkomt uit de enigszins geïsoleerde ligging en
een denkbaar minderwaardigheidscomplex ten opzichte van diezelfde buren. Hoe dan ook, ik heb de Verenigde Staten tientallen
keren bezocht, en anders dan Amerikanen, die een zekere dwangmatigheid tentoonspreiden, zijn Canadezen de rust en vriendelijkheid zelve – sta mij deze veralgemenisering toe. Passie voor
die oogstrelende flora en fauna dient zich bij hen als vanzelf aan,
en is misschien zelfs wel historisch te verklaren.
Op mijn reis zie ik overal verwijzingen naar de cultuur van de
ie liefde voor het buitenleven, merk ik, bepaalt het ka- oorspronkelijke bewoners (zie kader), de mensen zelf blijven uit
rakter van Canadezen als Dan en Derek. De Great beeld. Ze wonen in reservaten of in afgelegen dorpjes waar
Outdoors is onlosmakelijk verbonden met hun manier blanken gewoonweg niet komen. Het bekendste symbool van
van leven. Niet alleen zij, iederéén die ik onderweg deze First Nations People, zoals ze hier worden genoemd, is de
ontmoet, trekt geregeld into the wild. Het land, zo leeg en weids, inuksuk, een stapeltje stenen in de vorm van een mens dat door
biedt daartoe natuurlijk alle ruimte. De bossen, meren en bergen de arctische indianen zou zijn gebruikt als richtingaanwijzer op
nodigen uit tot gezinsuitjes met camper, kajak of mountainbike. de besneeuwde toendra’s. Het werd gebruikt in het logo van de
Je hoeft de tuin maar uit te lopen of je staat in de groene wildernis Olympische Winterspelen die in 2010 in Vancouver werden ge– sterker: de tuin ís vaak de wildernis. Het motto van British Co- houden, en ik kom het figuurtje op deze reis dagelijks tegen op
T-shirts, als sieraad, op posters en als
lumbia luidt niet voor niets ‘Super, Natural’.
De natuur brengt een aangename kalmte Wie grizzlyberen wil zien, gaat ’s ochtends vroeg houten beeldjes.
Het is slechts een voorbeeld van de
onder de bevolking teweeg, is mijn erva- naar Telegraph Cove op Vancouver Island (onder).
Van daaruit worden boottochten door de Knight
ring, die de mensen hier anders maakt dan Inlet georganiseerd, een lange zeearm waarlangs manier waarop de indianen elementen
uit de natuur benutten – uit respect voor
hun zuiderburen. Het kan goed zijn dat die ook talloze zwarte beren (links) voorkomen.
D
national geographic traveler
91
De leegte in de vallei is fenomenaal,
het water ligt er als een
spiegel bij, de sneeuw in de bergen
zorgt voor snelstromende
kreken en watervallen.
diezelfde natuur. ‘Dit hier is een western red cedar,’ zegt Alex
Bracewell, eigenaar van Bracewell’s Alpine Wilderness Adventures. ‘Het hout van deze boom werd door de First Nations gebruikt voor kano’s, manden, vuur en kleding.’ De Nederlandse
naam lijkt goed gekozen: reuzenlevensboom. (De kwaliteit van
dit cederhout was ook de houtindustrie niet ontgaan: inmiddels
wordt twee derde van het land in British Columbia, bij elkaar 60
miljoen hectare, ingezet voor gecontroleerde houtkap.)
Alex, een pezige, energieke kerel, leidt me rond op zijn landgoed bij Tatlayoka Lake, in de vallei van bergplateau Chilcotin,
op het vasteland van British Columbia. Het duurde even voor we
hier aankwamen. Vanaf Route 20, die we volgden vanuit Bella
Coola, reden we maar liefst 53 kilometer over een onverharde
weg, door ongerepte wildernis. Halverwege vroeg ik me af waar
we in godsnaam waren terechtgekomen, maar veertig minuten
later zagen we een magnifieke, rustieke lodge, door een weide met
duizenden paardenbloemen gescheiden van de eindeloze Coast
Range. We staan nu bij een meertje, een halfuur lopen van de
lodge, tussen reuzenlevensbomen en douglassparren. De leegte
is fenomenaal, het water ligt er als een spiegel bij, de sneeuw in de
bergen zorgt in deze tijd van het jaar voor snelstromende kreken
en watervallen. ‘Welkom in mijn kantoor,’ glimlacht Alex.
En zo voel ik me ook, de dagen die ik in en rond zijn lodge
doorbreng: welkom. Alex, zijn nicht, haar man en dochter nemen
hun gasten met oprecht enthousiasme op in hun familie. Ze vragen me de oren van het hoofd over mijn reis, mijn land, mijn
vrouw en kinderen. Omdat ik mijn gezin algauw mis, word ik
door deze warmte en interesse een moment aan het wankelen
gebracht. Wanneer ik hierover een opmerking plaats, antwoordt
Alex: ‘It’s the Canadian way. It’s the only way.’
De volgende morgen, als de lodge door een groep Canadese
gasten wordt opgetuigd voor een bruiloft, stelt Alex me voor aan
Maverick. ‘Het aardigste paard op de ranch,’ zegt hij erbij. Dat is
Terwijl de zon opkomt, verdwijnt de maan achter de bergen in de Chilcotin
(links). Dit bergplateau ligt ten westen van de Fraser River, de langste rivier
in British Columbia. Lake Louise (onder), een trekpleister in het Banff National Park in Alberta, dankt zijn blauw-groene kleur aan gesmolten gletsjerijs.
een geruststelling, want hoewel ik
first nationS
people
altijd graag eens wilde paardrijden,
wekken de dieren bij mij ook enige
Zoeken tegenwoordig
vrij veel Europeanen – en
vrees. Die grote ogen, dat gespierde
zeker ook Nederlanders
lijf. Paarden hebben iets engs, vind
– hun heil in het westen
ik. Maar Maverick blijkt, als we
van Canada, circa 10.000
geleden waren het inwoPotato Mountain achter de lodge op
ners van Azië die hier via
rijden, een goedmoedig beest dat
een landbrug over de Begeen rare sprongen maakt. We sjokringstraat heen trokken.
Zij werden de aboriginals
ken zo twee uur lang omhoog. Een
van British Columbia, dat
helling onder de top biedt gelegenbeschikte over voldoende
heid van het uitzicht te genieten.
natuurlijke hulpbronnen,
zoals zalm en cederhout.
Het lichtblauwe Tatlayoka Lake aan
De kuststreek was met
de ene zijde, Al Bracewell Mountain,
300.000 zielen destijds
vernoemd naar Alex’ vader, aan de
vermoedelijk een van de
dichtstbevolkte gebieden
andere. Ik buig voorover. ‘Dit is
in Noord-Amerika. Het
Canada op zijn best, toch?’ prevel ik
werd nog drukker toen
in Mavericks oor.
kapitein James Cook
in 1778 op Vancouver
Eenmaal terug in de lodge krijg ik
Island voet aan wal zette
een biertje van Jim Mammel, de
en zo de deuren opende
man die zijn jawoord zal geven. Ik
voor immigranten uit de
oude wereld – en voor de
proost op zijn geluk en zeg dat ik me
pokken en andere ziekten
nauwelijks een mooiere trouwlocadie zij bij zich droegen. De
tie kan voorstellen. ‘Yah, deze vallei
oorspronkelijke bevolking
werd sterk gereduceerd.
is kostbaar. De bergen, de meren...
Misschien nog wel ernstiHet is zo afgelegen dat zelfs locals
ger voor de Canadese indihier zelden komen. Ik denk dat we
anen was de goudkoorts.
Die zorgde bijna een eeuw
onze omgeving nog altijd te weinig
later weliswaar voor een
weten te waarderen.’
flinke economische groei in
Als we Bracewell achter ons laten,
de regio, maar betekende
ook het verlies van het
om richting Jasper National Park in
grootste deel van hun land.
Alberta te rijden, moet ik nog eens
De First Nations People,
aan die laatste woorden van Jim denzoals de eerste bewoners
nu worden genoemd,
ken. Ze komen mij enigszins vreemd
ressorteerden vanaf 1876
voor, want uit het ontzag waarmee
onder de Indian Act van
de Canadezen over hun land praten,
de Canadese Confederatie,
die hun rechten stevig aan
spreek juist enorme waardering voor
banden legde. Momenteel
hun natuurlijke decor.
leven er zo'n 700.000 verIk ervaar die eerbied nog maar
spreid over het hele land.
eens tijdens een berensafari vanuit
het stadje Blue River. Gids Casey Jones, een wonderschone jonge
vrouw, staat aan het stuur van een open boot met twaalf toeristen
uit Duitsland, Nederland en Australië. Toen we aan boord gingen, regende het, maar zodra we het door hoge, witte toppen
omgeven Mud Lake op varen, verschijnt de zon – alleen de regenboog ontbreekt in deze groene idylle. Na een kwartiertje minderen we snelheid en pruttelen we langzaam naar de oever van een
inham. Casey houdt een wijsvinger voor haar mond. Ik zie meteen waarom. Vlak voor ons snuffelt een zwarte beer wat rond,
met in haar spoor drie jongen. Eén ervan is geen zwart maar een
blond beertje – hier spirit bear genoemd, in het Nederlands kermodebeer. ‘Een zeldzame waarneming,’ zal Casey later zeggen.
De 18 maanden oude welpjes ravotten wat, klimmen over een
national geographic traveler
93
omgevallen boom, botsen tegen hun moeder. Camera’s klikken
onafgebroken. Wanneer Casey na een halfuur besluit de inham
te verlaten om verder te zoeken naar een grizzly, die we helaas niet
zullen ontdekken, zie ik dat de lucht inmiddels is getooid met een
regenboog.
Enkele dagen later bevinden we ons op de Icefields Parkway,
volgens veel reisgidsen een van de mooiste autoroutes die er bestaan. Langs de weg van Jasper naar Banff, die door de afwezigheid van lantaarnpalen of elektriciteitsmasten een mooie maar
eigenaardige indruk maakt, torenen de Canadian Rockies hoog
boven ons uit. Het valt zwaar de blik op het asfalt te houden, want
achter elke bocht doemt een waterval op, een gletsjer, een piek die
nog grilliger is dan alle voorgaande, een meer waarvan het turquoise water pijn doet aan de ogen. Wie door British Columbia
Reiswijzer
Paul Römer is managing editor van Traveler. Susan Seubert voorzag ook de reportage over Barbados (Traveler 3/2011) van beeld.
west-canada
De reis
De reis uit ons verhaal werd georganiseerd door Canadian Travel
Design (www.canadiantraveldesign.
com) in samenwerking met SNP
Natuurreizen (www.snp.nl – zie
lezersreis op rechterpagina). KLM
vliegt dagelijks rechtstreeks van en
naar Vancouver zowel als Calgary.
Heen vlogen we op Vancouver, de
vlucht duurt zo’n 10 uur. Terug
vlogen we vanuit Calgary, die vlucht
duurt minder dan 9 uur, www.klm.nl.
Beste reisperiode
Voor een tocht als deze is de zomer
veruit de beste reisperiode, dan is de
kans op goed weer het grootst. In
maanden als juni en september zijn
er een stuk minder toeristen, maar
de kans op neerslag neemt dan toch
toe. Neem ongeacht de reisperiode
regenbestendige kleiding mee.
Reisdocumenten
Het paspoort moet geldig zijn tot na
het verblijf. Een visum is niet nodig.
Taal
Canada is officieel tweetalig (Engels
en Frans), in British Columbia wordt
Engels gesproken.
Tijdverschil
In British Columbia is het 9 uur
vroeger, in buurprovincie Alberta
(Calgary) is het verschil 8 uur.
Uit het verhaal
national geographic traveler
een uniek gelegen lodge, alleen te
bereiken met de watertaxi vanuit
Ucluelet, www.eaglenook.com.
n De gezellige Strathcona Park
Lodge biedt een zeldzaam uitzicht
over het Upper Campbell Lake, waar
je kunt kajakken naar ‘Treasure
Island’, www.strathcona.bc.ca.
n Aan de noordkust van Vancouver
Island, bij Port McNeill, ligt het door
Kwakiutl-indianen gerunde Cluxewe
Resort, www.cluxewe.com.
n Iets zuidelijker ligt Telegraph
Cove, waar het kantoortje
van Tide Rip Grizzly Tours is
gevestigd. De kans op waarneming
van grizzlyberen in de Knight Inlet
is heel groot, verzekert de site,
www.tiderip.com.
n De lodge van Bracewell’s Alpine
Wilderness, startpunt voor paardrijden, vissen, hiken en kajakken,
biedt een panoramisch uitzicht,
www.bracewell.com.
n In Clearwater ligt het uitgestrekte Alpine Meadows Resort, waar
de kamers uitkijken over Hallamore
Lake. Ideale plek om te vissen,
www.alpinemeadowsresort.com.
n De berensafari vanuit Blue River,
waarbij vanuit een boot beren worden waargenomen, is spectaculair,
www.riversafari.com.
n Logeren in de Canadian Rockies
is een droom voor velen – en is
mogelijk bij Sunwapta Falls Rocky
Mountains Lodge in Jasper N.P.,
www.sunwapta.com.
n Ontdek Jasper N.P. of ga raften
met Overlander Trekking & Tours,
www.overlandertrekking.com.
n Douglas Fir Resort & Chalets
in Banff is een comfortabele plek
om de reis te eindigen of, voor wie
Het landnummer is +1. Het vaste
telefoonnetwerk functioneert goed
voor zowel lokaal als internationaal
contact. Het bereik van uw mobieltje
is beperkt. De meeste hotels bieden
wifi, maar internet is traag.
wel al die rustieke lodges en ben je
minder mobiel dan met een gewone
auto. De meeste autowegen zijn
uitstekend, hoewel sommige wegen
onverhard zijn. Zeker als het regent,
zijn die soms moeilijk begaanbaar.
Wij reisden daarom met een
gehuurde SUV. Let wel op fietsers,
die bij gebrek aan fietspaden aan de
kant van de weg rijden.
Geld
Informatie
Een euro is gelijk aan 1,4 Canadese
dollar (CAD). Vrijwel overal kunt
u geld opnemen met uw pinpas en
betalen met uw creditcard.
Tourism British Columbia is een
goed (Engelstalig) startpunt, www.
hellobc.com. Voor heel Canada is
www.canada.travel compleet en
overzichtelijk. Een handige site
in het Nederlands is www.
welkomincanada.nl. En beleef alvast
wat voorpret met een bezoek aan
de sites van Jasper National Park,
www.jaspernationalpark.com,
en Banff National Park, www.
banffnationalpark.com.
in Calgary start, te beginnen, www.
douglasfir.com.
Communicatie
Elektriciteit
De netspanning is 110 volt. Een
verloopstekker is noodzakelijk.
Vervoer ter plaatse
Veel reizigers ‘doen’ Canada met een
camper. Dat is mooi, maar dan mis je
kaart : armand haye
n Het Granville Island Hotel heeft
een fraai uitzicht over de False
Creek en downtown Vancouver,
www.granvilleislandhotel.com.
n Eagle Nook Resort & Spa is
94
rijdt, moet rekening houden met lange autotochten, maar dat is
geen straf. De beloning is groots.
We rijden hier, Susan en ik, en alle ervaringen en ontmoetingen overpeinzend concludeer ik dat West-Canada in alles het
tegenovergestelde van mijn thuisland is: groot, groen, leeg, bergachtig, open, vriendelijk en ontspannen. Geen wonder dus dat zo
veel Nederlanders hier vakantie vieren – of zich er permanent
willen vestigen. Susan vraagt of ik die stap ooit zou willen wagen,
met het gezin emigreren naar West-Canada. Ik kijk haar aan. Bij
zo’n beslissing spelen natuurlijk allerlei factoren een rol, zeg ik,
maar op dit moment ben ik geneigd bevestigend te antwoorden.
national geographic traveler
95