Hoe maak je zelf een netwerkkabel? - Gerrit Mantel

Netwerkkabel
1
Hoe maak je zelf een netwerkkabel?
Door: Gerrit Mantel
Datum laatste wijziging: 15-12-2014
1. Uitgangspunten
Je hebt een PC die je wilt aansluiten op een modem/router of netwerkswitch, maar de PC staat in
een andere ruimte dan de router of switch staat. Je wilt hiervoor geen vast netwerkbekabeling
aanleggen met vaste RJ45 muurcontactdoosjes, maar je wilt een eenvoudige rechtstreekse “patch”
kabel aanbrengen, die door een gat in de muur of plafond wordt geleid en al of niet in een kabelgoot
zit.
Je PC en je router of switch hebben een 100 mbit/s of 1000 mbit/s (gigabit) ethernet aansluiting.
2. Wat hebben we nodig
a. Één of meer RJ45 crimpstekkertjes, en naar keus al of geen stekkerhoesjes.
De RJ45 crimpstekkers zijn te koop met of zonder metalen behuizing, en met of zonder hoesje. Voor
Cat5e bekabeling kunt u de stekkertjes zonder metalen behuizing gebruiken. Voor Cat6 bekabeling
heeft u RJ45 crimpstekkers met metalen behuizing nodig. Stekkerhoesjes zijn niet verplicht, maar
voorkomen dat het klipje van het stekkertje afbreekt, als het stekkertje ergens achter blijft haken.
RJ45 stekkertje
RJ45 stekkertje (shielded)
RJ45 stekkerhoesjes
b. Een RJ45 crimptang.
Het enige gereedschap dat je nodig hebt is een RJ45 crimptang. Zo'n tang kost, afhankelijk van de
kwaliteit zo’n 10 à 15 euro.
Netwerkkabel
2
RJ45 crimptang
c. UTP kabel van het type Cat5e of Cat6.
UTP staat voor Unshielded Twisted Pair. Er zitten 4 paren adertjes in. Per paar zijn de adertjes
gedraaid (twisted).
UTP Cat5e
UTP Cat6
Zowel Cat5e als Cat6 zijn geschikt voor 100 en 1000 mbit/s (ofwel gigabit). Cat6 is over het algemeen
iets duurder en is zelfs geschikt voor snelheden tot 10 gbit/s ethernet. Bij Cat6 zijn de 4 draadjes
vanelkaar gescheiden door een soort kruisvormig tussenschot van plastic.
UTP kabels waaraan je zelf RJ45 stekkers knijpt, mogen niet van het type vaste kern (“solid”) zijn,
maar de adertjes moeten bestaan uit meerdere koperkernen (“stranded”). Stranded kabels voelen
soepel aan, solid kabels zijn stug.
Stranded en Solid kabels
De dikte van de adertjes wordt in een AWG getal uitgedrukt. Als de patchkabel die u wilt maken niet
langer is dan 10 meter, is 26 AWG voldoende dik. Voor grotere lengtes heeft u 24 AWG nodig. Alles
over AWG vindt u hier: http://nl.wikipedia.org/wiki/American_Wire_Gauge
UTP ethernet verbindingen tussen PC en router of switch mogen niet meer dan 100 meter lang zijn.
Netwerkkabel
3
Op de kabelmantel staat als het goed is de aanduiding “UTP” en “Cat5e” (of “Cat6”), “26 AWG” (of”
24 AWG”). Als de aanduiding “Solid” er nog bij staat, is de kabel dus niet geschikt voor het zelf
monteren van RJ45 stekkertjes.
3. Aan de slag
Een netwerk "patchcable" is aan beide zijden altijd op dezelfde manier (kwa kleurstelling van de
adertjes) aangesloten. De adertjes zijn dan in feite "recht" aangesloten, d.w.z. pin 1 op 1, 2 op 2 etc.
Er zijn twee gangbare aansluitschema's, 568-A en 568-B. Schema 568-B wordt veruit het meest
gebruikt, dus het ligt erg voor de hand om deze te gebruiken.
Aansluitschema 568-B
Moet de kabel door een gaatje in de muur, doe dat dan eerst. Knip de kabel daarna op lengte. Een
beetje overlengte kan geen kwaad.
Als u hoesjes gebruikt, rijg dan het hoesje alvast aan de kabel.
Ontdoe de kabeleinde zo’n 4 à 5 cm van de mantel. Ontwar de 8 adertjes, en knijp de draadeinden
tussen je vingers op volgorde van het kleuraansluitschema. Knip de overtollige lengte van de adertjes
recht af met een scherpe schaar op 1,25 cm van de mantel. Hou het crimpstekkertje op zijn kop
(klipje naar beneden) en de pins van je af. De pinnummering 1-8 loopt nu van links naar rechts. Steek
de 8 adertjes in het stekkertje. Dit is het moeilijkste onderdeel.
Netwerkkabel
Knijp de aders in de juiste volgorde tussen de
vingers en knip de adertjes op 1,25 cm van de
mantel recht af.
4
Duw de 1,25 cm lange adertjes in het stekkertje.
Als alle 8 adertjes er zijn ingeschoven, houdt dan het stekkertje tegen het licht om te zien of ze
allemaal tot het einde zijn doorgeduwd. De kabel moet zo ver in het stekkertje zijn geschoven, dat de
kabelmantel voorbij het punt zit wat door de crimptang wordt ingedrukt.
De RJ45 stekker wordt door de crimptang op 2
plaatsen naar binnengedrukt, op de kabelmantel
en de 8 contactpuntjes.
Check nog éénmaal de kleurvolgorde. Zet het crimpstekkertje in de crimptang. Verifieer of het
stekkertje op de juiste manier in de tang zit. Knijp één maal zo hard je kunt. Als het goed is wordt de
kabelmantel nu vastgehouden door een ingedrukt stukje plastic. Trek er slapjes aan om je er van te
overtuigen dat de stekker niet gemakkelijk losschiet.
4. Controle
Sluit je PC met behulp van de patchkabel aan op de modem/router of switch. Als het goed is zal er
meteen een "link" lampje gaan branden aan beide zijden. Als het link lampje niet brandt, is de kabel
verkeerd gemaakt.
Start je PC vervolgens op. Kies Start – Configuratiescherm – Netwerkcentrum. Uit het plaatje kun je
afleiden of de netwerkkaart is verbonden.
Wel verbinding
Geen verbinding
Netwerkkabel
5
Als zowel de router of switch en de PC een gigabit aansluiting hebben, moet de verbindingssnelheid
1,0 Gbps zijn. Dit is te controleren door op de LAN-verbinding te klikken in het Netwerkcentrum.
5. Vaste bekabeling, een alternatief
Er kan ook op een fraaiere en robuustere manier in je huis of bedrijfspand worden bekabeld. Je kunt
namelijk de UTP bekabeling afmonteren, aan de switch kant met een patchpanel, en aan de muur (bij
je PC) met een RJ45 wandkantactdoos. Tussen het patchpanel en de switch, en tussen de RJ45
wandkantaktdoos en de PC gebruik je dan korte UTP patchkabels.
De kabels die vanaf het patchpanel naar de RJ45 wandkantactdoos lopen moeten dan van het type
“Solid” zijn, omdat de kabel met de zogenaamde LSA verbindingen worden vastgezet. De LSA contact
methode is niet geschikt voor stranded (soepele) kabels. Bezuinig niet op kwaliteit van de kabel.
Gebruik een dikte van 23 of 24 AWG en kabels gemaakt van puur koperdraad.
UTP patchkabel
Patch panel
Solid kabel, 24
AWG, koper
RJ45 wand
contaktdoos
UTP patchkabel
Patchpanels en RJ45 wandcontactdozen zijn altijd kleurgecodeerd. De draadjes moeten met een LSA
“punch down tool” worden vast gestoken.
Met de LSA punch down tool worden de
draadjes vastgestoken.
Vaste bekabeling is duurder, is meer werk en vereist andere onderdelen en vaardigheden dan losse
bekabeling. Dit alternatief wordt hier alleen genoemd om je het inzicht te geven wat deze oplossing
met zich mee brengt.