Installatie-instructies voor middenspanning kabels tot 30 kV (YMeKrvaslqwd en YMeKrvasdlwd) uittreksel uit HD 620 S2:2010 Part 10 Section J 6 Vrije ruimte haspel Minimaal 5 cm. 7 Kerndiameter haspel De kerndiameter van de haspel moet ten minste 20 maal de diameter van de toegepaste kabel zijn. 8 Diameter van de kabel ring De binnendiameter van de kabelring moet ten minste 20 maal de diameter van de toegepaste kabel zijn. 9 Buigstraal tijdens verlegging a) 10 x (D + d) voor drie-aderige kabels 12 x (D + d) voor enkel-aderige kabels 15 x (D + d) voor met lood afgeschermde kabels 17,5 x (D + d) voor kabels met geïntegreerde optische vezels (b) b) Reductie van de toegestane buigradius met maximaal 20% kan worden overwogen. 10 Bescherming van kabels In gevallen waar de rode buitenmantel wordt blootgesteld aan zonlicht dient deze te worden afgedekt met daarvoor geschikte materialen. 11 Kabel installatie Voor enkel-aderige kabels: Horizontale en verticale afstand: In klaverblad verlegging maximaal 30 x D (b) In vlakke verlegging maximaal 1,5 m. Voor drie-aderige kabels: Horizontale afstand maximaal 30 x D (b) Maximale verticale afstand van 1,5 m. 12 Laagst toegestane installatie temperatuur 0°C voor kabels met een PE buitenmantel 0°C voor kabels met een PVC buitenmantel 13 Trekkracht of treklast gewicht Maximale trekkracht P = kabeldoorsnede x toelaatbare trekspanning: Trekspanning = 50 N/mm2 bij koperen geleiders Trekspanning = 30 N/mm2 voor samengeslagen aluminium geleiders Trekspanning = 20 N/mm2 voor massieve aluminium geleiders QM-FSm 24.04.2014
© Copyright 2024 ExpyDoc