Routeplanner voor nieuwe zorg

Beste collega
Meneer Niessen (p. 8), meneer Bah (p. 18) en mevrouw Klaverstijn (p. 28) willen
op tijd, vriendelijk en met respect worden geholpen. Geen hele ingewikkelde
wensen, zou je denken. Toch zijn we daar de afgelopen jaren niet altijd aan
tegemoet gekomen. Zijn wij onze cliënten een beetje uit het oog verloren?
Wij denken van wel. Niet dat we het tot nu toe zo verkeerd hebben gedaan, maar we
hebben het onszelf wel moeilijk gemaakt. Verstrikt in een web vol protocollen, regels en
tegenstrijdige belangen, konden we elkaar niet meer goed vinden. Laat staan samen
voldoen aan de wensen van de cliënt. Het lijkt wel alsof we altijd in controle willen
zijn, onmogelijk natuurlijk. We hebben één opdracht, maar dat betekent niet dat
iedereen die op dezelfde manier moet vervullen. Er is veel vrijheid om je eigen weg
te vinden.
Na de onrust rond het verscherpt toezicht, zijn er al flink wat stappen gezet om de
mensen om wie het gaat terug in het middelpunt te zetten. Teams in de thuiszorg en
in de locaties krijgen én pakken de ruimte om zelf te beslissen wat het beste is voor
de cliënt. Medewerkers hebben weer plezier in hun werk en de cliënt wordt beter
geholpen. Geloof je ons niet op ons woord, vraag het elkaar!
Om nog beter samen te werken, gaan we nu gezamenlijk om de cliënt heen staan:
van verzorgende en schoonmaker tot behandelaar, locatiemanager en ICT-er.
In gelijkwaardigheid, want we hebben elkaar nodig.
De stip op de horizon is duidelijk: een eenvoudige, flexibele organisatie die de cliënt
oprecht centraal zet. Met medewerkers die hun vak met passie kunnen uitoefenen!
Maar er is géén blauwdruk om die stip te bereiken. We moeten het met elkaar gaan
inrichten.
Dat vraagt veel van ons allemaal. Het betekent loslaten van bestaande
werkwijzen en ‘heilige huisjes’ en met elkaar in gesprek gaan over de toekomst
van onze organisatie. Lef hebben om open te zijn over wat er speelt en te durven
zeggen wat je denkt. Om kansen te pakken, eigen ideeën aan te dragen en elkaar te
vertrouwen. Fouten durven maken en leren van en met elkaar. Maar ook lef hebben om
jezelf opzij te zetten en te kijken wat de ander nodig heeft. Kortom, anders in ons werk
staan. Niet alleen de ander, ook wij én jij.
De vraag is: wat ga jij doen?
Annemiek Beukman, manager Gastvrijheid & Zorg
Inge Borghuis, lid Raad van Bestuur
In haar nopjes met het schillen van de aardappelen.
4|
Routeplanner voor nieuwe zorg | 5
Heel lang durfde ik niet
meer te zeggen waar ik werk.
Nu ben ik weer trots
VERPLEEGKUNDIGE
wat maakte
JOU
vandaag
aan het
lachen?
Er komen kritische vragen
van de teams: hoe zijn jullie tot
bepaalde keuzes gekomen in
de begroting, kun je die uitleggen?
Dat is goed, we zijn in gesprek en
doen dat met respect voor elkaar.
Ik leer loslaten
Wat we denken dat het best werkt in
een organisatie verandert met de jaren.
Het is niet zo dat Osira Amstelring
het de afgelopen jaren ‘niet goed’ deed,
maar door het kleinschalig aan te
pakken, krijgen we weer grip
INGRID WINDMEIJER
MARJORY SMIERS
Kan elk team zelfsturend zijn?
Hebben zij genoeg kennis in huis?
Sinds een paar maanden ben
ik naast manager ook coach.
Eigenlijk past die rol veel beter
bij mij. Ik vind het belangrijk om
de verantwoordelijkheid terug
te leggen bij het team.
De toekomst ziet er prachtig uit
AMARJA BOL
MARCO GROOT
We moeten eerst zorgen dat alles goed
is geregeld, rond de financiering en de
cliëntplannen bijvoorbeeld. Van A tot Z
doornemen of alles voor de cliënt op
orde is. En dan afmaken waar we aan
beginnen en het waarmaken
De systemen en procedures zijn
te ingewikkeld geworden. Voor
het aannemen van personeel,
kregen thuiszorgteams een stapel
formulieren mee om in te vullen.
Veel te veel en overbodig werk.
Laten we gaan voor eenvoud en
gebruiksgemak
GEERTINA HENDRIKSEN
MATTHIAS VAN ALPHEN
Je moet een OEN
zijn. Open Eerlijk en
Nieuwsgierig
Naast de bewoner de verzorgende centraal,
dát spreekt me aan. Ik werk al vanaf mijn 18e in de zorg
en ervaar steeds dat het draait om samen, om
aandacht voor elkaar. Daar ligt voor mij de inspiratie en
na al die jaren, nog steeds arbeidsvreugde
GEHOORD OP
GUUSJE HEEMSKERK
VISIEDAG OUDERENZORG
Mijn gevoel over werken bij
onze organisatie is veranderd
van een zakelijke, kille ijsberg
naar een warm, collegiaal nest
Wat we mee
1.500 protocollen? moeten nemen
naar de toekomst?
Hebben we
Samenwerken,
ook
die echt nodig?
INGE BORGHUIS
MARLIES MASCINI
Is dit nu echt dé oplossing? Nee, het is een
andere manier van met elkaar omgaan.
Prettiger, opener. ‘We hadden geen spreekrecht
meer’, zei iemand. Nu zeggen ze: maak ons
deelgenoot van de problemen en van wat er
speelt, zodat we het met elkaar kunnen oplossen
al heb je er geen
direct belang bij
KATINKA VAN MEURS
Ik ben trots dat ik
zelf het rooster
heb gemaakt
FATIHA LALAMI
KITTY VAN DRIEL
6|
Routeplanner voor nieuwe zorg | 7
Doe gewoon lief
Tot mijn zestigste ben ik socioloog bij het leger. Mijn gezondheid verslechtert vrijwel direct als ik met pensioen ga. Drie
jaar geleden word ik ook nog eens blind. Ik val geregeld en
op een dag stap ik zo het trapgat in. Dat is de druppel, ik kan
niet meer thuis wonen. Nu woon ik een paar dagen in een
verzorgingshuis en een paar dagen thuis. Ik heb een indicatie
voor veel hulp, maar wil alleen de medische zorg. Ik doe verder
alles zelf, hoe langzaam of moeilijk het ook gaat. Vanochtend
nog, heb ik mijzelf voor de wasbak gewassen en geschoren.
Ik vind het niet makkelijk om hier te zijn. Veel bewoners zijn
zo oud en ziek dat je moeilijk inhoudelijke gesprekken met
ze kunt voeren. Daarom hebben ze hier al snel een buddy
voor me geregeld, een filosoof met wie ik de problemen in
de wereld oplos. Omdat de meeste mensen de hele dag in
de woonkamer op hun stoel zitten, op een enkel spelletje
of schildersessie na, wilde ik een gespreksgroep beginnen.
Dit initiatief lag gevoelig dus ben ik er uiteindelijk niet mee
doorgegaan. Jammer, want medewerkers hebben niet altijd
tijd voor extra aandacht. Laatst liep er zelfs iemand rond die
niet wist dat ik blind ben, terwijl ik hier al maanden woon.
Daarom wil ik er voor mensen zijn - ik blijf toch socioloog
in hart en nieren. Ik kom voor ze op, want ik wil dat mijn
medebewoners en ik met respect worden behandeld, als
mensen die toevallig ziek zijn. Als dat niet gebeurt, zeg ik
er wat van. De meeste mensen hier zijn aardig, maar niet
allemaal. Eerder deze week wilde een vrouw van 90 naar de
wc en werd er bijna snauwend gezegd: ‘Dat mag niet, want
u bent net geweest.’ Help die arme vrouw gewoon of leg het
op een vriendelijke toon uit en sla een arm om haar heen. Ik
vind dat heel moeilijk om te zien. Doe gewoon lief. Ik denk
dat niet iedereen weet hoe het overkomt als je zoiets zegt.
Hetzelfde geldt voor ‘ja, maar we hebben te weinig personeel’.
Ik begrijp het, maar het is niet leuk om het steeds te horen.
Meneer Niessen
8|
Routeplanner voor nieuwe zorg | 9
Zullen wij het zelf doen?
‘Zullen wij het zelf doen?’, vraag ik aan het team als het
even rustig is op de afdeling.
Tijdens mijn ronde door het huis roept een bewoner ‘het
trappenhuis is schoon!’. ‘Hebben jullie dat gedaan?’ Ik knik
bevestigend. Wekenlang hoor ik tijdens huiskamergesprekken
dat bewoners zich zo storen aan het vieze trappenhuis. ‘Ja, maar’,
begon mijn collega van het facilitair bedrijf toen ik ernaar vroeg,
’er is geen schoonmaakcapaciteit voor.’ Door het gewoon zelf te
doen hebben we laten zien dat we ze serieus nemen. Ik ben trots
op ons team en denk terug aan een paar maanden geleden…
10 januari 2012: op mijn tweede werkdag, overgestapt vanuit
een ziekenhuis, wordt een reorganisatie bekend gemaakt en dat
zorgt voor veel onrust. Ik moet even slikken. Veel van mijn nieuwe
collega’s zijn een beetje moe van de reorganisaties en sommigen
zijn het enthousiasme voor het werk kwijtgeraakt.
Geef het goede
voorbeeld als je
de samenwerking
in je team wilt
verbeteren.
10 |
De afgelopen maanden is onder begeleiding van een coach
opengebroken wat er speelt op de afdeling - en ja, dat vraagt
lef! We beginnen tegenwoordig de dag met een kopje koffie en
zeggen ‘goedemorgen!’ tegen elkaar. Daarna bespreken we wat
er die dag moet gebeuren en hoe we het samen gaan aanpakken.
Vanochtend bespraken we bijvoorbeeld dat een bewoner ’s middags
naar de kapper zou gaan en wat we daarvoor moesten regelen.
Een paar maanden geleden werd dit wel eens op het laatste
moment gedaan, maar vooruit kijken werkt een stuk prettiger.
Een collega gaf aan dat ze vanwege rugklachten eigenlijk niet in
haar eentje bewoners wilden wassen, waarop iemand direct hulp
aanbood. Als later op de dag een collega met haar werk klaar is,
gaat ze anderen helpen. Het team heeft zichtbaar weer zin in het
werk. Logisch ook, want er voor elkaar zijn kost minder energie en
maakt het werk een stuk leuker.
Marlous Krugers is afdelingsverpleegkundige
Routeplanner voor nieuwe zorg | 11
Gehoord bij…
Wat is er
wél mogelijk?
Zeg vaker JA
Conny Verkerk
Wees eerlijk en open over je eigen
ontwikkeling als coach. Jij kunt ook
fouten maken, zeg dat gewoon. Laat
het team jou corrigeren en sta open
om te leren
Marco Groot
Lef is niet
geen angst
hebben.
Lef is
Laten we vaker ar,
sparren met elka
er
discussiëren ov de
in
lt
wat er spee
organisatie.
riksen
Geertina Hend
angst hebben
en het toch
…de koffieautomaat
Ik heb in het verleden gezien dat mensen die kritisch waren uit de organisatie
zijn gewerkt. Als je met de stroom mee bewoog kwam je er wel, maar anders...
Daarom ben ik terughoudend in echt zeggen wat ik denk en vind. Door de
nieuwe richting van de organisatie en het vers elan, heb ik goede hoop dat het
verandert. Dat we een organisatie worden met mensen die openstaan voor
kritiek, waar ook wat gedaan wordt met je feedback en waar fouten maken
mag. Waar we met elkaar delen wat er speelt, de mooie momenten en de
frustraties. Maar het moet wel worden waargemaakt, het is een tanker die we
met z’n allen moeten omduwen.
12 |
DOEN.
Vertrouw je collega’s.
Respecteer hun
keuzes, ook als het
misschien niet jouw
keuze zou zijn.
Marco Groot
n
Kijk goed hoe andere
id
he
met open
omgaan. We kunnen
van elkaar leren, we
.
zijn allemaal anders
Organiseer een
denktank, met een
schoonmaker, arts,
verzorgende, etc.
Iedereen kijkt met
een andere bril.
Zo neem je betere
beslissingen.
Marlous Krugers
Amarja Bol
Routeplanner voor nieuwe zorg | 13
Als ik iemand help, heb
ik de mooiste gesprekken
‘Heeft u een mooi leven gehad?’ vraag ik aan een man die
niet lang meer te leven heeft.
‘Ja’, antwoordt hij en vertelt erover. Zijn vrouw komt erbij staan
want ze heeft hem nog nooit zo horen praten. Een prachtig
intiem moment.
Natuurlijk is mijn werk soms heftig, want ik ben er op de meest
verdrietige momenten en kom veelvuldig met de dood in
aanraking. Maar het mooie is dat mensen die zware zorg nodig
hebben, met mijn hulp toch in hun eigen omgeving kunnen
blijven. Wat ik doe? Ik ben verpleegkundige bij het Gespecialiseerd
Verpleegtechnisch Team.
Wij merken dat we niet bij alle teams bekend zijn, terwijl we
veel voor ze kunnen betekenen. Wij doen namelijk de technische,
vaak voorbehouden handelingen waar verpleegkundigen en
verzorgenden zich niet ‘bekwaam’ in voelen omdat ze het al lang
niet meer gedaan hebben. Alles met infusen, slangen en andere
toeters en bellen zeg maar. Wij vangen deze zorg kortdurend op.
Gisteren belde bijvoorbeeld een arts uit een ziekenhuis op of wij
iemand kunnen helpen die naar huis moet. Die vrouw was heel
blij met onze hulp want voor een antibiotica-infuus of andere
intensieve, medische handelingen hoeft ze niet meer op en neer
naar het ziekenhuis. Als er iets is of als ze een vraag heeft, kan ze
ons direct mobiel bereiken.
Mocht ze langer hulp nodig hebben, dan kan een team het overnemen. Dat leren wij ze namelijk! Wij halen dus niet de krenten uit
de pap, maar geven onze kennis over bepaalde handelingen door
en trainen collega’s ‘on the job’. Zij kunnen ons ook bellen voor
ondersteuning, wij gaan dan mee naar een patiënt. Dat je dat in
huis hebt als organisatie is toch om trots op te zijn?
Marije Loosman is verpleegkundige
14 |
Routeplanner voor nieuwe zorg | 15
Samen de tent
draaiende houden
Als je samen de tent draaiende wilt houden,
moet je elkaar durven aanspreken.
Probeer je
collega aan
te spreken,
vaak reageert
iemand juist
heel positief.
Zoek de juiste
toon om iets
tegen iemand
te zeggen en
blijf rustig.
Geef elkaar
complimenten!
16 |
Om dat te leren, krijgen wij tijdens een overleg
kaartjes om aan elkaar te geven, met teksten als
‘Betrouwbaar’ en ‘Efficiënt’.
Iemand zegt tegen mij: ‘Als ik zie dat jij komt werken
weet ik dat het goed komt’. Dat is natuurlijk hartstikke
leuk om te horen. Maar een andere collega geeft
aan dat als mij iets niet zint, ik nors kan reageren.
Ik was me daar niet van bewust en probeer dat nu te
veranderen.
Op mijn beurt zeg ik dat één van mijn collega’s
anderen niet uit laat praten. ‘Joh, waarom heb je dat
niet eerder gezegd, ik had geen idee dat ik dat deed’,
reageert ze. Ik was bang voor haar reactie maar ze is
er juist blij mee. Het gaat om de toon waarop je iets
zegt. De volgende dag kom ik op mijn werk en zie dat
iemand van de nachtdienst een paar ruimtes vies heeft
achtergelaten. ‘Ruim eens effe op!’ zou ik normaal
gesproken roepen. Nu ga ik met hem apart zitten
en vertel dat ik het vervelend vind, kan hij dat een
volgende keer anders doen? Hij reageert heel begripvol.
Wat als jij uit je huis
wordt gehaald…
Elkaar feedback geven gaat bij ons in het team veel
beter dan eerder, maar het is nog niet optimaal.
Sommige collega’s zijn lastig aan te spreken, ze
accepteren geen kritiek. Ik wil leren hoe je daarmee
omgaat. Hoe gaat dit bij jullie?
…en in een woning wordt geplaatst bij mensen met wie je niets hebt? En wat
als je op zoek gaat naar je eigen huis, maar het niet kunt vinden en er niets
van snapt? Ik hoef maar vijf minuutjes te denken aan hoe het is om dement te
zijn en dan doe ik er weer alles aan om te zorgen dat deze mensen dit als hun
thuis zien. Ik zeg niet ‘nou, welterusten’ en loop weg, nee, ik geef ze een dikke
pakkerd. Tegen iemand die niet van knuffelen houd zeg ik ‘ik weet niet of ik het
kan laten hoor’ en zie haar stiekem glimlachen als ze denkt dat ik niet kijk. En als
ik drie weken vakantie heb gehad en iemand in een vergevorderd stadium van
dementie zegt ‘Hee!’ Dan denk ik: wow, hier kom ik met liefde mijn bed voor uit.
Anja Balvert is verzorgende
Janny Timisela is woonbegeleider
Routeplanner voor nieuwe zorg | 17
2000: Ik ben klaar met mijn studie biologie.
Vanuit Guinee vertrek ik naar Nederland om
hier verder te studeren. Het is mijn droom
om in een laboratorium onderzoek te doen.
Maar het loopt anders. Ik word ernstig ziek,
TBC tast mijn hersenen en wervelkolom
aan. Een heftige tijd, helemaal omdat mijn
familie en vrienden ver weg zijn. Ik woon
een tijdje in een verpleeghuis en verhuis
dan naar Amstelrade. Daar woon ik samen
met anderen, maar in een eigen kamer.
Het is gezellig en er is veel te doen, zoals
tekenen en koken - heel leuk!
2008: Amstelrade gaat dicht en ik verhuis
naar Berkenstede. Opeens woon ik alleen.
Ik moet wennen en vind het een beetje
eng. Wat als er wat gebeurt? Maar ik geniet
vooral erg van de vrijheid. Alleen houd ik
er niet van om op vaste tijden geholpen
te worden, ik wil nog niet om 9 uur naar
bed. Daarnaast loopt het personeel vaak
zonder te bellen mijn huis binnen. De één
respecteert het als ik zeg dat ik het niet
prettig vind, de ander niet. Die zegt ‘oja,
oké’ en vergeet het vervolgens.
2012: Sinds een paar maanden woon ik in
Park de Meer, omdat ik wil samenwonen
met mijn vrouw die uit Guinee hierheen
komt. Hier kan ik ‘s avonds televisie kijken
tot wanneer ik wil en als ik bel dan komen
ze me helpen. Dat voelt veel beter! Ik kan
lekker doen waar ik zin in heb en mijn leven
leiden zoals ik wil. Een ander leven dan ik
me ooit had kunnen voorstellen, maar ik
bekijk het positief en wil er echt iets van
maken. Ik kan niet wachten tot mijn vrouw
straks bij me is.
Mamadou Bah
18 |
Ik kan doen
waar ik zin in heb
Routeplanner voor nieuwe zorg | 19
Gehoord bij…
Denk na over de vraag:
past coach zijn echt bij
mij? Zo niet, dan moet
je het niet doen, anders
help je het team niet.
Marco Groot
Blijf niet in groepjes met dezelfde
functies bij elkaar zitten, juist de
mengelmoes is belangrijk! Zoek elkaar
op en gebruik elkaars kwaliteiten.
Daar kom je niet achter als je op je
eigen eilandje blijft zitten.
Marlous Krugers
t concept.
Sta open voor het gevoel
Ik kreeg soms he en dan
ar
dat wij verder w et is
H
e.
ti
de organisa
n grote
voor iedereen ee r wij
verandering, maa an het
ga
geloven erin en
!
waarmaken
Cindy Adema
Laat echt
los. Sturen of
beheersen, daar
ben je als coach
niet voor.
Marco Groot
…de fietsenstalling
Ik heb het gevoel dat wij van de ondersteunende diensten - ook de werkvloer! een beetje vergeten worden. Wat hangt er boven mijn hoofd? Heb ik straks nog
wel een baan? Zo ja, hoe ziet die baan eruit? Wat betekent ‘dienstbaar zijn’, is
dat ‘ja en amen’ zeggen of vanuit ieders expertise beter samenwerken? Is het
echt nodig om alles radicaal anders te doen, heb ik het dan altijd zo verkeerd
gedaan? Ik ben het ermee eens dat de samenwerking met de locaties/zorg
beter kan, maar ik heb wel behoefte aan antwoord op mijn vragen en discussie
over de kant die we gezamenlijk opgaan.
20 |
Als coach kun je jezelf zien als onderd
eel
van het team. Neem geen beslissingen,
maar help wel om beslissingen te nem
en
door vragen te stellen en hoofd- en
bijzaken te scheiden. Mocht een
beslissing verkeerd uitvallen: jammer,
als
manager maak je soms ook een fout.
Marco Groot
Leg de focus op de
cliënt. Je ziet hoe blij
ze zijn met een schoon
trappenhuis!
Marlous Krugers
Routeplanner voor nieuwe zorg | 21
Of ik durf te zeggen
wat ik vind?
Wel tegen mensen die ik ken, met wie ik een band heb. Dan
vertrouw ik iemand en voel ik me veilig genoeg om open en
kritisch te zijn.
Zo weet ik dat mijn directe collega’s mijn mening respecteren.
Daarbuiten vind ik het soms lastiger. Als ik iemand in de locatie zie
lopen, weet ik niet altijd zeker of het een vaste kracht is, een flexer of
een stagiaire. Dat maakt uit voor hoe je mensen aanspreekt.
De afstand tussen de locatie, het management en de ondersteunende
diensten is veel groter dan toen ik hier 27 jaar geleden begon. Ik ken
de collega’s buiten de locatie niet of nauwelijks, daardoor voelt het
ook minder veilig om te zeggen wat ik vind. Dat veranderen kost tijd.
Daarvoor moeten we elkaar leren kennen én kunnen vertrouwen.
Erop vertrouwen dat je kritisch kunt zijn naar elkaar toe, maar ook
over de kant die de organisatie op gaat. Daarnaast erop vertrouwen
dat anderen hun werk goed doen. Ik heb dan wel een mening, maar
dat betekent niet dat ik die altijd maar met iedereen moet delen.
Zo ga ik er vanuit dat het management om mijn mening zal vragen,
als ze zelf ergens geen verstand van hebben en ik wel, zodat ze
weloverwogen beslissingen kunnen nemen.
Vind een manier die bij je
karakter past. Je eigen
mate van openheid. Ben je
een flapuit? Dat kan soms
precies zijn wat er nodig
n
is, als je het maar niet aa
de lopende band doet.
22 |
Vroeger vond ik het lastiger om dat los te laten. Ik had bijvoorbeeld
ooit een leidinggevende die niet zo gestructureerd was als ik. Haar
instelling was ‘we zien wel’. Ik deed extra hard mijn best om uit te
leggen hoe ik de dingen zag. Door een cursus Enneagram kreeg ik
inzicht in wat voor type ik ben: geen flapuit, maar iemand die eerst
rustig nadenkt. Maar misschien nog wel belangrijker, ik begreep door
de cursus meer hoe anderen in elkaar zitten. Ik werd daar rustiger
door en dacht vanaf dat moment: we komen er misschien via een
andere weg, maar we gaan allemaal voor hetzelfde doel.
Amarja Bol is logopediste
Routeplanner voor nieuwe zorg | 23
Ik ben betrokken…
Ik ben betrokken bij de cultuuromslag naar meer regie
op de werkvloer.
Ik spreek met medewerkers over hun ambities, waar zij zich
in willen ontwikkelen en hoe de organisatie daarin kan ondersteunen. Prachtig vind ik dat, want ik ben nieuwsgierig naar
mensen, wil weten wat ze drijft. Daar ben ik goed in. Ik praat
ook met teamleiders: wat heb jij nodig voor de cultuuromslag,
wat kan ik voor je doen?
Ik ben blij met de veranderingen in de organisatie, want wat de
klant wil komt daardoor weer centraal te staan. De werkvloer
voelt dat haarfijn aan. De afgelopen jaren hebben we alles
teveel op één en dezelfde manier willen doen in plaats van
te kijken naar de verschillen tussen locaties, medewerkers en
klanten. Daar botste ik zelf ook wel eens tegenaan als ik iets
wilde regelen voor een locatie maar het niet voor elkaar kreeg.
Dan deed ik het zelf maar. Dat begint nu te veranderen, iedereen
krijgt meer inzicht in wat er op de locaties gebeurt en wat er
nodig is.
Maar ik denk wel dat we veel meer moeten weten wat de ander
doet en elkaar moeten opzoeken. Of je nu in een locatie werkt,
in de thuiszorg of bij de ondersteunende diensten, wat je functie
ook is. Samen krijgen we veel meer voor elkaar.
Paul Hogema is personeelsadviseur
24 |
Routeplanner voor nieuwe zorg | 25
Bij ons staat de bewoner echt centraal, die moet zich veilig en vertrouwd
voelen en er helemaal bij horen. Wat hij wil, dat moet gebeuren. We doen dat
in dialoog en door veel te luisteren. We bouwen een band op en sluiten aan bij
de leefstijl die iemand zijn hele leven al heeft gehad. We komen er altijd uit en
gooien onze planning zo nodig om, bijvoorbeeld als iemand niet ’s ochtends
wil douchen maar ‘s avonds. Wij zijn eigenlijk een beetje de familie van de
bewoner geworden, zo voelt dat
MEDEWERKERS VERZORGINGSHUIS
Je inleven in de cliënt,
hem of haar als meer
dan de beperking zien
en vragen: wat vindt u
belangrijk?
GEHOORD OP VISIEDAG OUDERENZORG
Mijn moeder was niet makkelijk. Ik bewonder
de manier van inleving van medewerkers in
haar geestestoestand. Ik stond verbaasd van
alle, soms creatieve oplossingen om haar onrust
weg te nemen. Ondanks de hoge werkdruk
en regelmatige onderbezetting wordt er
geprobeerd elke bewoner aandacht te geven.
De goede sfeer tussen verzorgenden is voelbaar
MANTELZORGER
De grootste bedreiging voor veel cliënten is verveling. Als iemand
zich niet gehoord voelt, gevoelens van onmacht heeft en te weinig
afwisseling en sociale contacten heeft, valt hij terug op de veiligheid
van zijn eigen huis. Terwijl je door niets doen juist stress krijgt (wat
ouderen vanzelf al sneller krijgen) en lichamelijke klachten. Daarom
is welzijn zo belangrijk!
ANNEKE VAN DER PLAATS OP VISIEDAG OUDERENZORG
We moeten meer cliënten helpen
met hetzelfde geld. Dat betekent:
innovatief durven zijn, denk
bijvoorbeeld aan zorg op afstand
en domotioca
INGE BORGHUIS
Ik voel me soms net een klein
kind! Iedereen weet dat je
geen kaarsen op je kamer mag
branden. Maar nu las ik ergens
dat ze de lont eruit komen
knippen. Dat vind ik wel een
beetje betuttelend, vindt u ook
niet? Als ik nou niet meer zou
weten wat ik doe, maar ik heb
ze allemaal echt nog wel op een
rijtje hoor!
Veel cliënten of mantelzorgers
kunnen het verlies van
kwaliteit in deze fase van het
leven moeilijk accepteren. Zij
menen dat de zorg dit moet
compenseren en eisen meer dan
doorgaans mogelijk is. Als de
eisen onrealistisch zijn zorgt dat
voor onvrede bij iedereen. We
moeten de discussie hierover
aan durven gaan
Een bewoner organiseerde een dansavond.
Toen ik bevestigde dat ik zelf dansles had
gehad, strikte hij mij voor de dansavond.
Omdat ik op zich niet graag in het
middelpunt van de belangstelling sta, vond
ik dit erg spannend, maar om hem een
plezier te doen, ben ik toch gegaan
ROB VAN DAM
OLGA GERMERS
26 |
Mislukkingen
bestaan niet.
Alleen kansen
om te leren
BEWONER
Routeplanner voor nieuwe zorg | 27
Ik kan het team
nu direct bereiken
Acht jaar geleden verhuisde ik naar Amstelveen om dichter
bij mijn dochter te wonen. Een wereld van verschil met mijn
mooie, grote woning in Amsterdam, dus het is even wennen.
Door de thuiszorg kan ik pas rond 10 uur, half 11 worden
geholpen in plaats van om 9 uur, waar ik aan gewend ben. De
mensen die het langst in deze flat wonen, worden namelijk het
eerst geholpen. Voor mij is dat heel jammer, want dan ben ik
niet op tijd om een kopje koffie met buurtbewoners te drinken
in het buurtcentrum ‘t Pluspunt. Mijn enige uitje, want verder
kan ik niet zo veel doen omdat ik veel pijn heb. Ik zit dan maar
thuis te wachten tot de thuiszorg komt en kan geen kant op.
Na een tijdje sta ik wel vooraan in de rij, dus word ik wel
op mijn voorkeurtijd geholpen. Maar als ik een vraag of
klacht heb over de planning, kan ik die nooit kwijt. Via het
0900-nummer krijg ik een telefoniste aan de lijn, die niemand
van de planning te pakken krijgt en een notitie maakt. ‘U
wordt teruggebeld’, zegt ze maar dat gebeurt nooit.
Inmiddels is de thuiszorg helemaal anders ingericht. Ik kan
het team direct bereiken op een 06-nummer, ideaal. Of ik
ga naar ‘t Pluspunt om een vraag te stellen, daar zit nu hun
kantoor. Ik ben daar verschrikkelijk blij mee. Over de mensen
was ik al heel tevreden. Ze zijn altijd op tijd en mocht er wat
tussenkomen, dan bellen ze op. Ze zijn vriendelijk en lief, ik
kan af en toe mijn hart luchten als er wat is. In vertrouwen,
zonder dat het wordt doorverteld. En ze doen alles voor je.
Een keer kreeg ik weinig lucht - ik heb COPD - en kon mijn bed
niet zelf opmaken. Iemand van de thuiszorg zei: maak je niet
druk, dan doe ik het toch? Het hoort niet eens bij haar werk,
maar ze biedt het spontaan aan.
Mevrouw Klaverstijn
28 |
Routeplanner voor nieuwe zorg | 29
Terug naar vroeger
lissingen
Neem geen bes ons te
et
zonder eerst m f ons
ee
g
overleggen en in ons
t
veel meer inzich t voelt
He
huishoudpotje. ies te
c
onzeker niet pre dget is.
u
b
s
weten wat on
‘Zullen we in een schuurtje onze eigen toko beginnen?’,
roepen we wel eens gekscherend tegen elkaar, niet wetend
dat het uit zou komen.
Toch ben ik niet meteen dolenthousiast als ik hoor dat wij in de
thuiszorg alles zelf gaan doen. Het gaat toch prima? Oké, we
bedienen heel Uithoorn en hebben geen vaste routes, waardoor
cliënten soms veertien verschillende mensen in de week zien. En
we hebben eigenlijk helemaal geen manager nodig. Als we alles
zelf doen, verandert dat. Laten we het dus maar proberen!
Niet veel later komen we om zeven uur ‘s ochtends bij elkaar
op ons nieuwe kantoor midden in de wijk. Meteen blijkt dat we
te weinig personeel hebben voor de cliënten in het gebied dat
we zelf hebben afgebakend. Veranderen kan niet meer. Samen
bekijken we de planning en passen het aan, zodat we toch
iedereen kunnen helpen. De planning is trouwens mijn taak.
Op maandag blijkt dat ik daar naast de zorg te weinig tijd voor
heb ingepland en ook de anderen lopen daar met hun taken
tegenaan. Ik maak een nieuw rooster, zodat de één tijd heeft voor
de zorgdossiers, de ander voor de financiën en de ander voor het
beheer van het lief en leed potje.
Eigenlijk gaan we gewoon terug naar hoe we vroeger werkten.
Toch is het spannend, we zijn opeens voor alles verantwoordelijk.
Als ik zie dat een vrouw meer hulp nodig heeft, vraag ik een
nieuwe indicatie aan. Het CIZ zet er een verkeerde code bij
waardoor wij onze uren niet vergoed krijgen. Yes! roep ik uit als
het na veel moeite goed komt. Dat voelt goed. Voorheen dacht
ik ‘het zal wel’, als ik meer tijd nodig had voor iemand. Nu weet
ik waarvoor ik het doe: ik wil dat ons huishoudpotje op orde is,
de toko goed draait en dat de cliënt tevreden is. Daarnaast zijn
we veel meer betrokken bij ons werk en bij elkaar. Ik ken alle
cliënten en weet precies waar mijn collega’s mee bezig zijn. Als
verpleegkundigen en verzorgenden drinken we niet meer apart
van elkaar een kopje koffie. Als er een gat is in de planning, is het
niet mijn probleem maar ons probleem.
Niet alleen wij zijn er heel blij mee, ook de cliënt. Op de markt
kom ik een mevrouw met haar zoon tegen. ‘Dat is er één van ons
clubje’, zegt ze tegen hem.
Cindy Adema is verzorgende D
30 |
Routeplanner voor nieuwe zorg | 31
Gehoord in…
Open en kritisch zijn, feedback
geven, nieuwe wegen proberen.
Het houdt een zeker risico in.
Wat als ik erop
wordt afgerekend?
Maar is dat gevaar wel groot genoeg
om jezelf klein te houden?
Of is er meer ruimte dan je denkt?
Stel jezelf bij elk risico
dat je tegenkomt de vraag:
…het trappenhuis
Soms heb ik het gevoel vast te zitten in de klei. Als er iets belangrijks gebeurt op
de locatie en medewerkers zich niet goed hebben voorbereid. Als iemand zegt
naar een cliënt te gaan, maar vervolgens een kopje koffie drinkt. Als ik van het
hoofdkantoor niet de informatie rond financiën krijg die ik nodig heb om mijn
werk goed te kunnen doen, of als ik iemand hoor zeggen: ‘we moeten ze het
gevoel geven dat…’ Nee! Niet alleen het gevoel geven, maar gewoon doen! Soms
voelt het alsof we maar niet vooruit komen. Andere locaties zijn dit stadium
misschien al(lang) voorbij, maar wij zijn de boel nu aan het omploegen.
Straks kunnen we de zaadjes gaan planten, om uiteindelijk te oogsten.
32 |
WAT ALS IK
HET NIET DOE?
Routeplanner voor nieuwe zorg | 33
Sommigen komen niet eens
naar beneden om een spelletje
te doen als ik er niet ben
Misschien omdat ik een lolletje met ze maak. Als een bewoner er niet is, ga ik
naar boven om te zeggen dat we hem of haar missen. Op een dag is een vrouw
overleden en word ik tegengehouden door een collega. Ze wil niet dat ik schrik
van een lege kamer en dat raakt me diep.
Niet op de
automatische piloot
werken? Stop elke
dag drie minuten met
werken en denk even
na over wat je doet
en hoe het gaat.
34 |
Voor mij is dit huis ‘thuiskomen’. Als ik binnenkom, krijg ik een knuffel van de
vrijwilligerscoördinator. Maar ik doe dit werk niet voor mijn eigen plezier. Ik wil
mensen zoveel mogelijk van mezelf geven want voor de bewoners is het hun
laatste reis.
Ella Cairo is vrijwilliger
Routeplanner voor nieuwe zorg | 35
Samen
Wat is jou bijgebleven van al deze verhalen?
Misschien wel dat we al een goed eind op weg zijn naar het oprecht
centraal zetten van onze cliënten. Het enige dat we nog moeten
doen, is elkaar vinden. De kloof dichten tussen locaties, (thuis)
zorg, ondersteuning. Met elkaar discussiëren over wat de juiste weg
is. Wat is goede zorg en hoe gaan we die geven? Leren van onze
geschiedenis. Praten over de beste oplossingen voor cliënten en
teams, ideeën uitwisselen. Waarbij niemand boven de ander staat,
want ieder neemt zijn of haar eigen kennis en kunde mee. Van al die
eilandjes één land maken. En elkaar durven aanspreken als blijkt dat
we te veel zijn afgedreven van ons gezamenlijk doel of als we een
verkeerde afslag hebben genomen.
Samen reizen we verder. Ga je mee?
Met aandacht gemaakt door
Tekst en concept: Franka Meijer / afdeling Communicatie
Fotografie: Lex de Lang / Arjen Born / stockfotografie
Opmaak en druk: Aranea Grafimedia
Osira
Amstelring