Beste collega Meneer Niessen (p. 8), meneer Bah (p. 18) en mevrouw Klaverstijn (p. 28) willen op tijd, vriendelijk en met respect worden geholpen. Geen hele ingewikkelde wensen, zou je denken. Toch zijn we daar de afgelopen jaren niet altijd aan tegemoet gekomen. Zijn wij onze cliënten een beetje uit het oog verloren? Wij denken van wel. Niet dat we het tot nu toe zo verkeerd hebben gedaan, maar we hebben het onszelf wel moeilijk gemaakt. Verstrikt in een web vol protocollen, regels en tegenstrijdige belangen, konden we elkaar niet meer goed vinden. Laat staan samen voldoen aan de wensen van de cliënt. Het lijkt wel alsof we altijd in controle willen zijn, onmogelijk natuurlijk. We hebben één opdracht, maar dat betekent niet dat iedereen die op dezelfde manier moet vervullen. Er is veel vrijheid om je eigen weg te vinden. Na de onrust rond het verscherpt toezicht, zijn er al flink wat stappen gezet om de mensen om wie het gaat terug in het middelpunt te zetten. Teams in de thuiszorg en in de locaties krijgen én pakken de ruimte om zelf te beslissen wat het beste is voor de cliënt. Medewerkers hebben weer plezier in hun werk en de cliënt wordt beter geholpen. Geloof je ons niet op ons woord, vraag het elkaar! Om nog beter samen te werken, gaan we nu gezamenlijk om de cliënt heen staan: van verzorgende en schoonmaker tot behandelaar, locatiemanager en ICT-er. In gelijkwaardigheid, want we hebben elkaar nodig. De stip op de horizon is duidelijk: een eenvoudige, flexibele organisatie die de cliënt oprecht centraal zet. Met medewerkers die hun vak met passie kunnen uitoefenen! Maar er is géén blauwdruk om die stip te bereiken. We moeten het met elkaar gaan inrichten. Dat vraagt veel van ons allemaal. Het betekent loslaten van bestaande werkwijzen en ‘heilige huisjes’ en met elkaar in gesprek gaan over de toekomst van onze organisatie. Lef hebben om open te zijn over wat er speelt en te durven zeggen wat je denkt. Om kansen te pakken, eigen ideeën aan te dragen en elkaar te vertrouwen. Fouten durven maken en leren van en met elkaar. Maar ook lef hebben om jezelf opzij te zetten en te kijken wat de ander nodig heeft. Kortom, anders in ons werk staan. Niet alleen de ander, ook wij én jij. De vraag is: wat ga jij doen? Annemiek Beukman, manager Gastvrijheid & Zorg Inge Borghuis, lid Raad van Bestuur In haar nopjes met het schillen van de aardappelen. 4| Routeplanner voor nieuwe zorg | 5 Heel lang durfde ik niet meer te zeggen waar ik werk. Nu ben ik weer trots VERPLEEGKUNDIGE wat maakte JOU vandaag aan het lachen? Er komen kritische vragen van de teams: hoe zijn jullie tot bepaalde keuzes gekomen in de begroting, kun je die uitleggen? Dat is goed, we zijn in gesprek en doen dat met respect voor elkaar. Ik leer loslaten Wat we denken dat het best werkt in een organisatie verandert met de jaren. Het is niet zo dat Osira Amstelring het de afgelopen jaren ‘niet goed’ deed, maar door het kleinschalig aan te pakken, krijgen we weer grip INGRID WINDMEIJER MARJORY SMIERS Kan elk team zelfsturend zijn? Hebben zij genoeg kennis in huis? Sinds een paar maanden ben ik naast manager ook coach. Eigenlijk past die rol veel beter bij mij. Ik vind het belangrijk om de verantwoordelijkheid terug te leggen bij het team. De toekomst ziet er prachtig uit AMARJA BOL MARCO GROOT We moeten eerst zorgen dat alles goed is geregeld, rond de financiering en de cliëntplannen bijvoorbeeld. Van A tot Z doornemen of alles voor de cliënt op orde is. En dan afmaken waar we aan beginnen en het waarmaken De systemen en procedures zijn te ingewikkeld geworden. Voor het aannemen van personeel, kregen thuiszorgteams een stapel formulieren mee om in te vullen. Veel te veel en overbodig werk. Laten we gaan voor eenvoud en gebruiksgemak GEERTINA HENDRIKSEN MATTHIAS VAN ALPHEN Je moet een OEN zijn. Open Eerlijk en Nieuwsgierig Naast de bewoner de verzorgende centraal, dát spreekt me aan. Ik werk al vanaf mijn 18e in de zorg en ervaar steeds dat het draait om samen, om aandacht voor elkaar. Daar ligt voor mij de inspiratie en na al die jaren, nog steeds arbeidsvreugde GEHOORD OP GUUSJE HEEMSKERK VISIEDAG OUDERENZORG Mijn gevoel over werken bij onze organisatie is veranderd van een zakelijke, kille ijsberg naar een warm, collegiaal nest Wat we mee 1.500 protocollen? moeten nemen naar de toekomst? Hebben we Samenwerken, ook die echt nodig? INGE BORGHUIS MARLIES MASCINI Is dit nu echt dé oplossing? Nee, het is een andere manier van met elkaar omgaan. Prettiger, opener. ‘We hadden geen spreekrecht meer’, zei iemand. Nu zeggen ze: maak ons deelgenoot van de problemen en van wat er speelt, zodat we het met elkaar kunnen oplossen al heb je er geen direct belang bij KATINKA VAN MEURS Ik ben trots dat ik zelf het rooster heb gemaakt FATIHA LALAMI KITTY VAN DRIEL 6| Routeplanner voor nieuwe zorg | 7 Doe gewoon lief Tot mijn zestigste ben ik socioloog bij het leger. Mijn gezondheid verslechtert vrijwel direct als ik met pensioen ga. Drie jaar geleden word ik ook nog eens blind. Ik val geregeld en op een dag stap ik zo het trapgat in. Dat is de druppel, ik kan niet meer thuis wonen. Nu woon ik een paar dagen in een verzorgingshuis en een paar dagen thuis. Ik heb een indicatie voor veel hulp, maar wil alleen de medische zorg. Ik doe verder alles zelf, hoe langzaam of moeilijk het ook gaat. Vanochtend nog, heb ik mijzelf voor de wasbak gewassen en geschoren. Ik vind het niet makkelijk om hier te zijn. Veel bewoners zijn zo oud en ziek dat je moeilijk inhoudelijke gesprekken met ze kunt voeren. Daarom hebben ze hier al snel een buddy voor me geregeld, een filosoof met wie ik de problemen in de wereld oplos. Omdat de meeste mensen de hele dag in de woonkamer op hun stoel zitten, op een enkel spelletje of schildersessie na, wilde ik een gespreksgroep beginnen. Dit initiatief lag gevoelig dus ben ik er uiteindelijk niet mee doorgegaan. Jammer, want medewerkers hebben niet altijd tijd voor extra aandacht. Laatst liep er zelfs iemand rond die niet wist dat ik blind ben, terwijl ik hier al maanden woon. Daarom wil ik er voor mensen zijn - ik blijf toch socioloog in hart en nieren. Ik kom voor ze op, want ik wil dat mijn medebewoners en ik met respect worden behandeld, als mensen die toevallig ziek zijn. Als dat niet gebeurt, zeg ik er wat van. De meeste mensen hier zijn aardig, maar niet allemaal. Eerder deze week wilde een vrouw van 90 naar de wc en werd er bijna snauwend gezegd: ‘Dat mag niet, want u bent net geweest.’ Help die arme vrouw gewoon of leg het op een vriendelijke toon uit en sla een arm om haar heen. Ik vind dat heel moeilijk om te zien. Doe gewoon lief. Ik denk dat niet iedereen weet hoe het overkomt als je zoiets zegt. Hetzelfde geldt voor ‘ja, maar we hebben te weinig personeel’. Ik begrijp het, maar het is niet leuk om het steeds te horen. Meneer Niessen 8| Routeplanner voor nieuwe zorg | 9 Zullen wij het zelf doen? ‘Zullen wij het zelf doen?’, vraag ik aan het team als het even rustig is op de afdeling. Tijdens mijn ronde door het huis roept een bewoner ‘het trappenhuis is schoon!’. ‘Hebben jullie dat gedaan?’ Ik knik bevestigend. Wekenlang hoor ik tijdens huiskamergesprekken dat bewoners zich zo storen aan het vieze trappenhuis. ‘Ja, maar’, begon mijn collega van het facilitair bedrijf toen ik ernaar vroeg, ’er is geen schoonmaakcapaciteit voor.’ Door het gewoon zelf te doen hebben we laten zien dat we ze serieus nemen. Ik ben trots op ons team en denk terug aan een paar maanden geleden… 10 januari 2012: op mijn tweede werkdag, overgestapt vanuit een ziekenhuis, wordt een reorganisatie bekend gemaakt en dat zorgt voor veel onrust. Ik moet even slikken. Veel van mijn nieuwe collega’s zijn een beetje moe van de reorganisaties en sommigen zijn het enthousiasme voor het werk kwijtgeraakt. Geef het goede voorbeeld als je de samenwerking in je team wilt verbeteren. 10 | De afgelopen maanden is onder begeleiding van een coach opengebroken wat er speelt op de afdeling - en ja, dat vraagt lef! We beginnen tegenwoordig de dag met een kopje koffie en zeggen ‘goedemorgen!’ tegen elkaar. Daarna bespreken we wat er die dag moet gebeuren en hoe we het samen gaan aanpakken. Vanochtend bespraken we bijvoorbeeld dat een bewoner ’s middags naar de kapper zou gaan en wat we daarvoor moesten regelen. Een paar maanden geleden werd dit wel eens op het laatste moment gedaan, maar vooruit kijken werkt een stuk prettiger. Een collega gaf aan dat ze vanwege rugklachten eigenlijk niet in haar eentje bewoners wilden wassen, waarop iemand direct hulp aanbood. Als later op de dag een collega met haar werk klaar is, gaat ze anderen helpen. Het team heeft zichtbaar weer zin in het werk. Logisch ook, want er voor elkaar zijn kost minder energie en maakt het werk een stuk leuker. Marlous Krugers is afdelingsverpleegkundige Routeplanner voor nieuwe zorg | 11 Gehoord bij… Wat is er wél mogelijk? Zeg vaker JA Conny Verkerk Wees eerlijk en open over je eigen ontwikkeling als coach. Jij kunt ook fouten maken, zeg dat gewoon. Laat het team jou corrigeren en sta open om te leren Marco Groot Lef is niet geen angst hebben. Lef is Laten we vaker ar, sparren met elka er discussiëren ov de in lt wat er spee organisatie. riksen Geertina Hend angst hebben en het toch …de koffieautomaat Ik heb in het verleden gezien dat mensen die kritisch waren uit de organisatie zijn gewerkt. Als je met de stroom mee bewoog kwam je er wel, maar anders... Daarom ben ik terughoudend in echt zeggen wat ik denk en vind. Door de nieuwe richting van de organisatie en het vers elan, heb ik goede hoop dat het verandert. Dat we een organisatie worden met mensen die openstaan voor kritiek, waar ook wat gedaan wordt met je feedback en waar fouten maken mag. Waar we met elkaar delen wat er speelt, de mooie momenten en de frustraties. Maar het moet wel worden waargemaakt, het is een tanker die we met z’n allen moeten omduwen. 12 | DOEN. Vertrouw je collega’s. Respecteer hun keuzes, ook als het misschien niet jouw keuze zou zijn. Marco Groot n Kijk goed hoe andere id he met open omgaan. We kunnen van elkaar leren, we . zijn allemaal anders Organiseer een denktank, met een schoonmaker, arts, verzorgende, etc. Iedereen kijkt met een andere bril. Zo neem je betere beslissingen. Marlous Krugers Amarja Bol Routeplanner voor nieuwe zorg | 13 Als ik iemand help, heb ik de mooiste gesprekken ‘Heeft u een mooi leven gehad?’ vraag ik aan een man die niet lang meer te leven heeft. ‘Ja’, antwoordt hij en vertelt erover. Zijn vrouw komt erbij staan want ze heeft hem nog nooit zo horen praten. Een prachtig intiem moment. Natuurlijk is mijn werk soms heftig, want ik ben er op de meest verdrietige momenten en kom veelvuldig met de dood in aanraking. Maar het mooie is dat mensen die zware zorg nodig hebben, met mijn hulp toch in hun eigen omgeving kunnen blijven. Wat ik doe? Ik ben verpleegkundige bij het Gespecialiseerd Verpleegtechnisch Team. Wij merken dat we niet bij alle teams bekend zijn, terwijl we veel voor ze kunnen betekenen. Wij doen namelijk de technische, vaak voorbehouden handelingen waar verpleegkundigen en verzorgenden zich niet ‘bekwaam’ in voelen omdat ze het al lang niet meer gedaan hebben. Alles met infusen, slangen en andere toeters en bellen zeg maar. Wij vangen deze zorg kortdurend op. Gisteren belde bijvoorbeeld een arts uit een ziekenhuis op of wij iemand kunnen helpen die naar huis moet. Die vrouw was heel blij met onze hulp want voor een antibiotica-infuus of andere intensieve, medische handelingen hoeft ze niet meer op en neer naar het ziekenhuis. Als er iets is of als ze een vraag heeft, kan ze ons direct mobiel bereiken. Mocht ze langer hulp nodig hebben, dan kan een team het overnemen. Dat leren wij ze namelijk! Wij halen dus niet de krenten uit de pap, maar geven onze kennis over bepaalde handelingen door en trainen collega’s ‘on the job’. Zij kunnen ons ook bellen voor ondersteuning, wij gaan dan mee naar een patiënt. Dat je dat in huis hebt als organisatie is toch om trots op te zijn? Marije Loosman is verpleegkundige 14 | Routeplanner voor nieuwe zorg | 15 Samen de tent draaiende houden Als je samen de tent draaiende wilt houden, moet je elkaar durven aanspreken. Probeer je collega aan te spreken, vaak reageert iemand juist heel positief. Zoek de juiste toon om iets tegen iemand te zeggen en blijf rustig. Geef elkaar complimenten! 16 | Om dat te leren, krijgen wij tijdens een overleg kaartjes om aan elkaar te geven, met teksten als ‘Betrouwbaar’ en ‘Efficiënt’. Iemand zegt tegen mij: ‘Als ik zie dat jij komt werken weet ik dat het goed komt’. Dat is natuurlijk hartstikke leuk om te horen. Maar een andere collega geeft aan dat als mij iets niet zint, ik nors kan reageren. Ik was me daar niet van bewust en probeer dat nu te veranderen. Op mijn beurt zeg ik dat één van mijn collega’s anderen niet uit laat praten. ‘Joh, waarom heb je dat niet eerder gezegd, ik had geen idee dat ik dat deed’, reageert ze. Ik was bang voor haar reactie maar ze is er juist blij mee. Het gaat om de toon waarop je iets zegt. De volgende dag kom ik op mijn werk en zie dat iemand van de nachtdienst een paar ruimtes vies heeft achtergelaten. ‘Ruim eens effe op!’ zou ik normaal gesproken roepen. Nu ga ik met hem apart zitten en vertel dat ik het vervelend vind, kan hij dat een volgende keer anders doen? Hij reageert heel begripvol. Wat als jij uit je huis wordt gehaald… Elkaar feedback geven gaat bij ons in het team veel beter dan eerder, maar het is nog niet optimaal. Sommige collega’s zijn lastig aan te spreken, ze accepteren geen kritiek. Ik wil leren hoe je daarmee omgaat. Hoe gaat dit bij jullie? …en in een woning wordt geplaatst bij mensen met wie je niets hebt? En wat als je op zoek gaat naar je eigen huis, maar het niet kunt vinden en er niets van snapt? Ik hoef maar vijf minuutjes te denken aan hoe het is om dement te zijn en dan doe ik er weer alles aan om te zorgen dat deze mensen dit als hun thuis zien. Ik zeg niet ‘nou, welterusten’ en loop weg, nee, ik geef ze een dikke pakkerd. Tegen iemand die niet van knuffelen houd zeg ik ‘ik weet niet of ik het kan laten hoor’ en zie haar stiekem glimlachen als ze denkt dat ik niet kijk. En als ik drie weken vakantie heb gehad en iemand in een vergevorderd stadium van dementie zegt ‘Hee!’ Dan denk ik: wow, hier kom ik met liefde mijn bed voor uit. Anja Balvert is verzorgende Janny Timisela is woonbegeleider Routeplanner voor nieuwe zorg | 17 2000: Ik ben klaar met mijn studie biologie. Vanuit Guinee vertrek ik naar Nederland om hier verder te studeren. Het is mijn droom om in een laboratorium onderzoek te doen. Maar het loopt anders. Ik word ernstig ziek, TBC tast mijn hersenen en wervelkolom aan. Een heftige tijd, helemaal omdat mijn familie en vrienden ver weg zijn. Ik woon een tijdje in een verpleeghuis en verhuis dan naar Amstelrade. Daar woon ik samen met anderen, maar in een eigen kamer. Het is gezellig en er is veel te doen, zoals tekenen en koken - heel leuk! 2008: Amstelrade gaat dicht en ik verhuis naar Berkenstede. Opeens woon ik alleen. Ik moet wennen en vind het een beetje eng. Wat als er wat gebeurt? Maar ik geniet vooral erg van de vrijheid. Alleen houd ik er niet van om op vaste tijden geholpen te worden, ik wil nog niet om 9 uur naar bed. Daarnaast loopt het personeel vaak zonder te bellen mijn huis binnen. De één respecteert het als ik zeg dat ik het niet prettig vind, de ander niet. Die zegt ‘oja, oké’ en vergeet het vervolgens. 2012: Sinds een paar maanden woon ik in Park de Meer, omdat ik wil samenwonen met mijn vrouw die uit Guinee hierheen komt. Hier kan ik ‘s avonds televisie kijken tot wanneer ik wil en als ik bel dan komen ze me helpen. Dat voelt veel beter! Ik kan lekker doen waar ik zin in heb en mijn leven leiden zoals ik wil. Een ander leven dan ik me ooit had kunnen voorstellen, maar ik bekijk het positief en wil er echt iets van maken. Ik kan niet wachten tot mijn vrouw straks bij me is. Mamadou Bah 18 | Ik kan doen waar ik zin in heb Routeplanner voor nieuwe zorg | 19 Gehoord bij… Denk na over de vraag: past coach zijn echt bij mij? Zo niet, dan moet je het niet doen, anders help je het team niet. Marco Groot Blijf niet in groepjes met dezelfde functies bij elkaar zitten, juist de mengelmoes is belangrijk! Zoek elkaar op en gebruik elkaars kwaliteiten. Daar kom je niet achter als je op je eigen eilandje blijft zitten. Marlous Krugers t concept. Sta open voor het gevoel Ik kreeg soms he en dan ar dat wij verder w et is H e. ti de organisa n grote voor iedereen ee r wij verandering, maa an het ga geloven erin en ! waarmaken Cindy Adema Laat echt los. Sturen of beheersen, daar ben je als coach niet voor. Marco Groot …de fietsenstalling Ik heb het gevoel dat wij van de ondersteunende diensten - ook de werkvloer! een beetje vergeten worden. Wat hangt er boven mijn hoofd? Heb ik straks nog wel een baan? Zo ja, hoe ziet die baan eruit? Wat betekent ‘dienstbaar zijn’, is dat ‘ja en amen’ zeggen of vanuit ieders expertise beter samenwerken? Is het echt nodig om alles radicaal anders te doen, heb ik het dan altijd zo verkeerd gedaan? Ik ben het ermee eens dat de samenwerking met de locaties/zorg beter kan, maar ik heb wel behoefte aan antwoord op mijn vragen en discussie over de kant die we gezamenlijk opgaan. 20 | Als coach kun je jezelf zien als onderd eel van het team. Neem geen beslissingen, maar help wel om beslissingen te nem en door vragen te stellen en hoofd- en bijzaken te scheiden. Mocht een beslissing verkeerd uitvallen: jammer, als manager maak je soms ook een fout. Marco Groot Leg de focus op de cliënt. Je ziet hoe blij ze zijn met een schoon trappenhuis! Marlous Krugers Routeplanner voor nieuwe zorg | 21 Of ik durf te zeggen wat ik vind? Wel tegen mensen die ik ken, met wie ik een band heb. Dan vertrouw ik iemand en voel ik me veilig genoeg om open en kritisch te zijn. Zo weet ik dat mijn directe collega’s mijn mening respecteren. Daarbuiten vind ik het soms lastiger. Als ik iemand in de locatie zie lopen, weet ik niet altijd zeker of het een vaste kracht is, een flexer of een stagiaire. Dat maakt uit voor hoe je mensen aanspreekt. De afstand tussen de locatie, het management en de ondersteunende diensten is veel groter dan toen ik hier 27 jaar geleden begon. Ik ken de collega’s buiten de locatie niet of nauwelijks, daardoor voelt het ook minder veilig om te zeggen wat ik vind. Dat veranderen kost tijd. Daarvoor moeten we elkaar leren kennen én kunnen vertrouwen. Erop vertrouwen dat je kritisch kunt zijn naar elkaar toe, maar ook over de kant die de organisatie op gaat. Daarnaast erop vertrouwen dat anderen hun werk goed doen. Ik heb dan wel een mening, maar dat betekent niet dat ik die altijd maar met iedereen moet delen. Zo ga ik er vanuit dat het management om mijn mening zal vragen, als ze zelf ergens geen verstand van hebben en ik wel, zodat ze weloverwogen beslissingen kunnen nemen. Vind een manier die bij je karakter past. Je eigen mate van openheid. Ben je een flapuit? Dat kan soms precies zijn wat er nodig n is, als je het maar niet aa de lopende band doet. 22 | Vroeger vond ik het lastiger om dat los te laten. Ik had bijvoorbeeld ooit een leidinggevende die niet zo gestructureerd was als ik. Haar instelling was ‘we zien wel’. Ik deed extra hard mijn best om uit te leggen hoe ik de dingen zag. Door een cursus Enneagram kreeg ik inzicht in wat voor type ik ben: geen flapuit, maar iemand die eerst rustig nadenkt. Maar misschien nog wel belangrijker, ik begreep door de cursus meer hoe anderen in elkaar zitten. Ik werd daar rustiger door en dacht vanaf dat moment: we komen er misschien via een andere weg, maar we gaan allemaal voor hetzelfde doel. Amarja Bol is logopediste Routeplanner voor nieuwe zorg | 23 Ik ben betrokken… Ik ben betrokken bij de cultuuromslag naar meer regie op de werkvloer. Ik spreek met medewerkers over hun ambities, waar zij zich in willen ontwikkelen en hoe de organisatie daarin kan ondersteunen. Prachtig vind ik dat, want ik ben nieuwsgierig naar mensen, wil weten wat ze drijft. Daar ben ik goed in. Ik praat ook met teamleiders: wat heb jij nodig voor de cultuuromslag, wat kan ik voor je doen? Ik ben blij met de veranderingen in de organisatie, want wat de klant wil komt daardoor weer centraal te staan. De werkvloer voelt dat haarfijn aan. De afgelopen jaren hebben we alles teveel op één en dezelfde manier willen doen in plaats van te kijken naar de verschillen tussen locaties, medewerkers en klanten. Daar botste ik zelf ook wel eens tegenaan als ik iets wilde regelen voor een locatie maar het niet voor elkaar kreeg. Dan deed ik het zelf maar. Dat begint nu te veranderen, iedereen krijgt meer inzicht in wat er op de locaties gebeurt en wat er nodig is. Maar ik denk wel dat we veel meer moeten weten wat de ander doet en elkaar moeten opzoeken. Of je nu in een locatie werkt, in de thuiszorg of bij de ondersteunende diensten, wat je functie ook is. Samen krijgen we veel meer voor elkaar. Paul Hogema is personeelsadviseur 24 | Routeplanner voor nieuwe zorg | 25 Bij ons staat de bewoner echt centraal, die moet zich veilig en vertrouwd voelen en er helemaal bij horen. Wat hij wil, dat moet gebeuren. We doen dat in dialoog en door veel te luisteren. We bouwen een band op en sluiten aan bij de leefstijl die iemand zijn hele leven al heeft gehad. We komen er altijd uit en gooien onze planning zo nodig om, bijvoorbeeld als iemand niet ’s ochtends wil douchen maar ‘s avonds. Wij zijn eigenlijk een beetje de familie van de bewoner geworden, zo voelt dat MEDEWERKERS VERZORGINGSHUIS Je inleven in de cliënt, hem of haar als meer dan de beperking zien en vragen: wat vindt u belangrijk? GEHOORD OP VISIEDAG OUDERENZORG Mijn moeder was niet makkelijk. Ik bewonder de manier van inleving van medewerkers in haar geestestoestand. Ik stond verbaasd van alle, soms creatieve oplossingen om haar onrust weg te nemen. Ondanks de hoge werkdruk en regelmatige onderbezetting wordt er geprobeerd elke bewoner aandacht te geven. De goede sfeer tussen verzorgenden is voelbaar MANTELZORGER De grootste bedreiging voor veel cliënten is verveling. Als iemand zich niet gehoord voelt, gevoelens van onmacht heeft en te weinig afwisseling en sociale contacten heeft, valt hij terug op de veiligheid van zijn eigen huis. Terwijl je door niets doen juist stress krijgt (wat ouderen vanzelf al sneller krijgen) en lichamelijke klachten. Daarom is welzijn zo belangrijk! ANNEKE VAN DER PLAATS OP VISIEDAG OUDERENZORG We moeten meer cliënten helpen met hetzelfde geld. Dat betekent: innovatief durven zijn, denk bijvoorbeeld aan zorg op afstand en domotioca INGE BORGHUIS Ik voel me soms net een klein kind! Iedereen weet dat je geen kaarsen op je kamer mag branden. Maar nu las ik ergens dat ze de lont eruit komen knippen. Dat vind ik wel een beetje betuttelend, vindt u ook niet? Als ik nou niet meer zou weten wat ik doe, maar ik heb ze allemaal echt nog wel op een rijtje hoor! Veel cliënten of mantelzorgers kunnen het verlies van kwaliteit in deze fase van het leven moeilijk accepteren. Zij menen dat de zorg dit moet compenseren en eisen meer dan doorgaans mogelijk is. Als de eisen onrealistisch zijn zorgt dat voor onvrede bij iedereen. We moeten de discussie hierover aan durven gaan Een bewoner organiseerde een dansavond. Toen ik bevestigde dat ik zelf dansles had gehad, strikte hij mij voor de dansavond. Omdat ik op zich niet graag in het middelpunt van de belangstelling sta, vond ik dit erg spannend, maar om hem een plezier te doen, ben ik toch gegaan ROB VAN DAM OLGA GERMERS 26 | Mislukkingen bestaan niet. Alleen kansen om te leren BEWONER Routeplanner voor nieuwe zorg | 27 Ik kan het team nu direct bereiken Acht jaar geleden verhuisde ik naar Amstelveen om dichter bij mijn dochter te wonen. Een wereld van verschil met mijn mooie, grote woning in Amsterdam, dus het is even wennen. Door de thuiszorg kan ik pas rond 10 uur, half 11 worden geholpen in plaats van om 9 uur, waar ik aan gewend ben. De mensen die het langst in deze flat wonen, worden namelijk het eerst geholpen. Voor mij is dat heel jammer, want dan ben ik niet op tijd om een kopje koffie met buurtbewoners te drinken in het buurtcentrum ‘t Pluspunt. Mijn enige uitje, want verder kan ik niet zo veel doen omdat ik veel pijn heb. Ik zit dan maar thuis te wachten tot de thuiszorg komt en kan geen kant op. Na een tijdje sta ik wel vooraan in de rij, dus word ik wel op mijn voorkeurtijd geholpen. Maar als ik een vraag of klacht heb over de planning, kan ik die nooit kwijt. Via het 0900-nummer krijg ik een telefoniste aan de lijn, die niemand van de planning te pakken krijgt en een notitie maakt. ‘U wordt teruggebeld’, zegt ze maar dat gebeurt nooit. Inmiddels is de thuiszorg helemaal anders ingericht. Ik kan het team direct bereiken op een 06-nummer, ideaal. Of ik ga naar ‘t Pluspunt om een vraag te stellen, daar zit nu hun kantoor. Ik ben daar verschrikkelijk blij mee. Over de mensen was ik al heel tevreden. Ze zijn altijd op tijd en mocht er wat tussenkomen, dan bellen ze op. Ze zijn vriendelijk en lief, ik kan af en toe mijn hart luchten als er wat is. In vertrouwen, zonder dat het wordt doorverteld. En ze doen alles voor je. Een keer kreeg ik weinig lucht - ik heb COPD - en kon mijn bed niet zelf opmaken. Iemand van de thuiszorg zei: maak je niet druk, dan doe ik het toch? Het hoort niet eens bij haar werk, maar ze biedt het spontaan aan. Mevrouw Klaverstijn 28 | Routeplanner voor nieuwe zorg | 29 Terug naar vroeger lissingen Neem geen bes ons te et zonder eerst m f ons ee g overleggen en in ons t veel meer inzich t voelt He huishoudpotje. ies te c onzeker niet pre dget is. u b s weten wat on ‘Zullen we in een schuurtje onze eigen toko beginnen?’, roepen we wel eens gekscherend tegen elkaar, niet wetend dat het uit zou komen. Toch ben ik niet meteen dolenthousiast als ik hoor dat wij in de thuiszorg alles zelf gaan doen. Het gaat toch prima? Oké, we bedienen heel Uithoorn en hebben geen vaste routes, waardoor cliënten soms veertien verschillende mensen in de week zien. En we hebben eigenlijk helemaal geen manager nodig. Als we alles zelf doen, verandert dat. Laten we het dus maar proberen! Niet veel later komen we om zeven uur ‘s ochtends bij elkaar op ons nieuwe kantoor midden in de wijk. Meteen blijkt dat we te weinig personeel hebben voor de cliënten in het gebied dat we zelf hebben afgebakend. Veranderen kan niet meer. Samen bekijken we de planning en passen het aan, zodat we toch iedereen kunnen helpen. De planning is trouwens mijn taak. Op maandag blijkt dat ik daar naast de zorg te weinig tijd voor heb ingepland en ook de anderen lopen daar met hun taken tegenaan. Ik maak een nieuw rooster, zodat de één tijd heeft voor de zorgdossiers, de ander voor de financiën en de ander voor het beheer van het lief en leed potje. Eigenlijk gaan we gewoon terug naar hoe we vroeger werkten. Toch is het spannend, we zijn opeens voor alles verantwoordelijk. Als ik zie dat een vrouw meer hulp nodig heeft, vraag ik een nieuwe indicatie aan. Het CIZ zet er een verkeerde code bij waardoor wij onze uren niet vergoed krijgen. Yes! roep ik uit als het na veel moeite goed komt. Dat voelt goed. Voorheen dacht ik ‘het zal wel’, als ik meer tijd nodig had voor iemand. Nu weet ik waarvoor ik het doe: ik wil dat ons huishoudpotje op orde is, de toko goed draait en dat de cliënt tevreden is. Daarnaast zijn we veel meer betrokken bij ons werk en bij elkaar. Ik ken alle cliënten en weet precies waar mijn collega’s mee bezig zijn. Als verpleegkundigen en verzorgenden drinken we niet meer apart van elkaar een kopje koffie. Als er een gat is in de planning, is het niet mijn probleem maar ons probleem. Niet alleen wij zijn er heel blij mee, ook de cliënt. Op de markt kom ik een mevrouw met haar zoon tegen. ‘Dat is er één van ons clubje’, zegt ze tegen hem. Cindy Adema is verzorgende D 30 | Routeplanner voor nieuwe zorg | 31 Gehoord in… Open en kritisch zijn, feedback geven, nieuwe wegen proberen. Het houdt een zeker risico in. Wat als ik erop wordt afgerekend? Maar is dat gevaar wel groot genoeg om jezelf klein te houden? Of is er meer ruimte dan je denkt? Stel jezelf bij elk risico dat je tegenkomt de vraag: …het trappenhuis Soms heb ik het gevoel vast te zitten in de klei. Als er iets belangrijks gebeurt op de locatie en medewerkers zich niet goed hebben voorbereid. Als iemand zegt naar een cliënt te gaan, maar vervolgens een kopje koffie drinkt. Als ik van het hoofdkantoor niet de informatie rond financiën krijg die ik nodig heb om mijn werk goed te kunnen doen, of als ik iemand hoor zeggen: ‘we moeten ze het gevoel geven dat…’ Nee! Niet alleen het gevoel geven, maar gewoon doen! Soms voelt het alsof we maar niet vooruit komen. Andere locaties zijn dit stadium misschien al(lang) voorbij, maar wij zijn de boel nu aan het omploegen. Straks kunnen we de zaadjes gaan planten, om uiteindelijk te oogsten. 32 | WAT ALS IK HET NIET DOE? Routeplanner voor nieuwe zorg | 33 Sommigen komen niet eens naar beneden om een spelletje te doen als ik er niet ben Misschien omdat ik een lolletje met ze maak. Als een bewoner er niet is, ga ik naar boven om te zeggen dat we hem of haar missen. Op een dag is een vrouw overleden en word ik tegengehouden door een collega. Ze wil niet dat ik schrik van een lege kamer en dat raakt me diep. Niet op de automatische piloot werken? Stop elke dag drie minuten met werken en denk even na over wat je doet en hoe het gaat. 34 | Voor mij is dit huis ‘thuiskomen’. Als ik binnenkom, krijg ik een knuffel van de vrijwilligerscoördinator. Maar ik doe dit werk niet voor mijn eigen plezier. Ik wil mensen zoveel mogelijk van mezelf geven want voor de bewoners is het hun laatste reis. Ella Cairo is vrijwilliger Routeplanner voor nieuwe zorg | 35 Samen Wat is jou bijgebleven van al deze verhalen? Misschien wel dat we al een goed eind op weg zijn naar het oprecht centraal zetten van onze cliënten. Het enige dat we nog moeten doen, is elkaar vinden. De kloof dichten tussen locaties, (thuis) zorg, ondersteuning. Met elkaar discussiëren over wat de juiste weg is. Wat is goede zorg en hoe gaan we die geven? Leren van onze geschiedenis. Praten over de beste oplossingen voor cliënten en teams, ideeën uitwisselen. Waarbij niemand boven de ander staat, want ieder neemt zijn of haar eigen kennis en kunde mee. Van al die eilandjes één land maken. En elkaar durven aanspreken als blijkt dat we te veel zijn afgedreven van ons gezamenlijk doel of als we een verkeerde afslag hebben genomen. Samen reizen we verder. Ga je mee? Met aandacht gemaakt door Tekst en concept: Franka Meijer / afdeling Communicatie Fotografie: Lex de Lang / Arjen Born / stockfotografie Opmaak en druk: Aranea Grafimedia Osira Amstelring
© Copyright 2025 ExpyDoc