Download pdf - Delta

NR.16
28 april
2014
onafhankelijk
magazine
Myanmar
Paradijs voor
ingenieurs
Boudewijn Ambrosius
'Parate kennis is
dramatisch slechter'
Allochtone studenten
Zonder netwerk red
je het niet
Raap eens
wat op
english pages
see page 28
2
Delta
TU Delft
8
Delta
nr. 16
28 april
2014
"Een foto maken van een persoon 'in actie' ziet er vaak nep uit. Je ziet
meestal overduidelijk dat de persoon niet daadwerkelijk de activiteit
aan het uitvoeren is. Regelmatig staat de gefotografeerde er een
beetje lacherig op, de geconcentreerde blik is moeilijk na te bootsen.
Daarom kan men dan beter recht in de lens kijken."
(Fotograaf Hans Stakelbeek)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft,
verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens
(hoofdredacteur) - @franknu, Katja
Wijnands - @kwijnands, Dorine
van Gorp - @dorinevangorp,
Saskia Bonger - @sbonger,
Tomas van Dijk - @tomasvd,
Connie van Uffelen - @connievanu,
Jos Wassink - @joswashere
Medewerkers aan dit nummer
Simone Barneveld (HOP), Jorinde
Benner, Robbert Fokkink, Phillip
Gangan, Auke Herrema, Job
Hogewoning, Heater Montague,
Damini Purkayastha, Molly Quell,
Jimmy Tigges, Ellen Touw
Foto’s Sam Rentmeester, Hans
Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving
Maters & Hermsen, Leiden
Lay-Out Liesbeth van Dam
Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein
1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected]
Advertenties H&J Uitgevers, 010
451 5510, [email protected]
Druk Deltahage, Den Haag
Oplage 8.000
Jaargang 45
ISSN 2213-8838
Meld je aan voor de wekelijkse
nieuwsbrief op de website.
Meer informatie op:
www.delta.tudelft.nl/colofon
cover
interview
Plastic afval
boudewijn
ambrosius
Een filmpje van creperende jonge
albatrossen met plastic dopjes in
hun maag was voor TU-docent
Angeniet Kam aanleiding om
zwerfafval te gaan rapen. Ook op
de campus. “We moeten echt minder plastic gaan gebruiken.”
Vijftien jaar geleden werd
hij een van de eerste
Anthonie van Leeuwenhoekhoogleraren. Nu gaat prof.
ir. Boudewijn Ambrosius met
pensioen. “Ze zullen straks
wel opgelucht zijn!"
Delta
3
TU Delft
16
30
reporTAGE
english pages
myanmar
breakfast
options
Myanmar, sinds de jaren tachtig
d afgesloten van de buitenwereld, is weer toegankelijk. Delftse ingenieurs zien volop kansen
om er onderzoek te doen en les
te geven. “Het is een droomland
voor ingenieurs.”
No time to make yourself
breakfast before heading to
campus? Check out our breakfast
options in the Survival Guide and
start the day off right.
Delta 17 verschijnt op
maandag 19 mei
VERDER
Column
Kort nieuws
Sport
campusnieuws
partyspotters
Job de kok
achtergrond
master
column
desgevraagd
Science
Survival Guide
There’s an app
04
05
06
07
15
15
20
23
25
27
29
30
31
columnellentouwmailverkeer
Delta
Ik las pas in de Volkskrant dat de gemiddelde werknemer in een kantooromgeving zo’n 28 procent van zijn
of haar tijd bezig is met het lezen en versturen van mail.
In het Radboud Universitair Medisch Centrum, een instituut met 18 duizend mens personeel, heeft men een
jaar geleden onderzoek gedaan naar het mailverkeer.
Daaruit bleek dat er elke maand 750 duizend mails
uit werden gestuurd, en maar liefst 1,2 miljoen mails
binnen kwamen. Het Radboud UMC berekende dat er
structureel acht fte is gemoeid met mail lezen, zelfs als
je maar een minuut zou besteden aan elke inkomende
mail.
Wat een tijdwinst zou je kunnen boeken als je minder
mail zou moeten lezen. Eigenlijk zou je helemaal moeten stoppen met mailen. Lucien Engelen, directeur
REshape & Innovation Centre bij het Radboud deed
dat, naar aanleiding van bovengenoemd onderzoek.
Zijn stelling is dat de informatie in mails voor zeventig
procent informatie is die eigenlijk op een andere plaats
vindbaar zouden moeten zijn, zoals op het intranet. Ook
stelt hij dat mail steeds vaker gebruikt wordt als een veredelde chatbox. Sinds een jaar communiceert hij extern
vooral via de social media, en binnenshuis via de telefoon, een echt gesprek of via het interne Radboud UMC
social netwerk Yammer (aanrader voor de TU Delft!).
Het bevalt hem uitstekend.
Ik moet zelf ook vaak diep zuchten van de emmer mails
die elke dag over mij wordt uitgestort. Ieder zich zelf
respecterende instantie binnen en buiten de TU heeft
tegenwoordig een nieuwsbrief. Sommigen zijn erg zeer
lezenswaardig, anderen hebben het nut (en de hinderlijkheid) van fruitvliegjes. En heus: anno 2014 zijn er nog
steeds mensen die een uitnodiging voor een vergadering met een reply to all aan twintig man beantwoorden
met “Dank je wel, Ellen”. Of collega’s die een afwezigheidmelder aanzetten op hun vaste vrije woensdagmiddag, zodat iedereen een volslagen overbodige mail
krijgt dat collega M. vanmiddag niet aanwezig is maar
morgen weer wel. Alsof ze normaal wel dezelfde dag op
je mails reageren.
Toch denk ik niet dat ik, zoals Lucien Engelen, helemaal
kan stoppen met mailen. Al was het alleen maar omdat ik eigenlijk alleen per mail goed bereikbaar ben.
Waar ik nu zit wordt geflexwerkt, zoals u weet, dus
daar ben ik een zwerfkei zonder vaste verblijfplaats en
dus ook zonder vaste telefoon. Op zich geen probleem,
ik heb een splinternieuwe TU mobiel, dus theoretisch
24/7 bereikbaar. Alleen kwam ik er onlangs achter dat
mijn telefoonnummer nergens op te zoeken is. Op de
faculteit waar ik eerst werkte (en nog steeds op de personeelslijst sta) blijkt men zeer overijverig al mijn gegevens uit het personeels zoeksysteem te hebben gewist.
Waar eerst nog mijn functie, kamer en telefoonnummer
vermeld stonden, rest nu nog een leeg pagina. En een
komma. Zoek mij maar op via de TU-site en je vind: Ellen
Touw komma. Ellen Touw. Vraagteken? Die werkt hier
niet. Punt.
Ellen Touw is beleidsadviseur internationalisering en secretaris van de
toetsingscommissie joint
education.
TU Delft
Een 10 kregen bouwkundestudenten Jos Reinders en Julius Kirchert
voor hun afstudeerwerk. Ze onderzochten het blijvende nut van olympische faciliteiten vanaf Barcelona (1992) tot Londen (2012) en schreven ‘Rethinking the Spatial Impact of the Olympics’.
1 Olympische faciliteiten zijn een
aanwinst.
ja
4 Ontwerpers moeten verder kijken dan de Olympische Spelen.
ja
5 Op welke vraag wil je terugkomen?
2 Bouwen voor de
Olympische Spelen
is geld weggooien.
nee
3 De Olympische
Spelen in Nederland
zijn een goed idee.
Op vraag 3: De Olympische Spelen bieden een goede gelegenheid om faciliteiten en infrastructuur te bouwen waar
anders geen geld voor is. Maar je moet
het linken aan een langetermijnvisie voor
het gebied. Voor de Randstad zouden de
Olympische Spelen als ontwikkelingsproject heel goed uit kunnen pakken.
ja
93
De TU ontving in 2013
93 bezwaarschriften
van medewerkers
en studenten. Dat
zijn er 45 minder
dan in 2012, toen de
langstudeermaatregel
veel bezwaarschriften
opleverde tegen het
wettelijk verhoogd
collegegeld. Vijftig
bezwaarschriften
gingen over
studentenzaken, negen
over ontslag, twee over
een functiewaardering
en 32 over andere
werknemerszaken.
De universiteit
handelde 72 van de 93
bezwaarschriften nog in
hetzelfde jaar af, blijkt
uit het ‘Jaarverslag
2013 Commissie voor
bezwaarschriften
werknemers en
studentenzaken en
College van beroep voor
de examens’.
delta.tudelft.nl/28126
Tweets
Jos Reinders (Foto: Bouwkunde)
4
Kort
Meer en uitgebreider nieuws
op www.delta.tudelft.nl
Sportuniversiteit
Groepsinstructeur Patrick Spa geeft een workshop Bokwa, afgelopen woensdag 23 april bij Sport&Cultuur tijdens het
Trend Event Dance Edition 2014. Bokwa is een nieuwe energieke cardio workout waarbij de deelnemers op muziek cijfers en letters maken met hun voeten. Door bijvoorbeeld een L, een 3 of een K te maken ontstaan allerlei combinaties
op de vloer. Het evenement was bedoeld om studenten kennis te laten maken met nieuwe dansstijlen en workouts
buiten het huidige aanbod op de campus. (Foto: Hans Stakelbeek)
Wie je moet kennen
Ze doet baanbrekend onderzoek
naar de krachten in DNA-moleculen
en is een rolmodel voor jonge
vrouwen; zo typeert de European
Physical Society prof.dr. Nynke Dekker van de afdeling bionanoscience.
Deze organisatie voor natuurkundigen lauwerde Dekker daarom
begin april met de Emmy Noether
Distinction for Women in Physics,
een prijs die vorig jaar pas is ingesteld en die bedoeld is om aandacht
te genereren voor jonge talentvolle
vrouwelijke wetenschappers in de
wetenschapsgemeenschap. De prijs
is vernoemd naar de Duitse wiskundige Amalie Emmy Noether (18821935), die een grote bijdrage heeft
geleverd aan de abstracte algebra
en de theoretische natuurkunde.
(Foto: Haas)
De vrijwillige redders van de Koninklijke Nederlandse Redding
Maatschappij (KNRM) zijn
grote fans van dr.ir. Lex
Keuning. Dankzij het werk van zijn
vakgroep ship hydromechanics &
structures kunnen zij varen in nieuw
type, veiliger, sneller en comfortabeler reddingsboot, die golven
doorklieft met zijn scherpe boeg, de
bijlboeg. Tijdens de doping van de
eerste boot uit deze nieuwe serie,
de NH 1816, in IJmuiden op 2 april
door koningin Maxima, kreeg Keuning een medaille van de KNRM.
Volgens de KNRM heeft Keuning
‘met zijn baanbrekend onderzoek
naar nieuwe rompvormen voor snel
varende schepen een belangrijke bijdrage geleverd aan het reddingwerk
van de KNRM op zee.’ De NH 1816 is
ontwikkeld in samenwerking met
scheepsarchitect De Vries Lentsch,
Damen Shipyards en opdrachtgever
KNRM.
(Foto: Peter Poot)
Hij mag zich officier in de
orde van Oranje-Nassau noemen. Expert in de betonmechanica prof.dr.ir. Jan Rots, hoogleraar bij zowel Bouwkunde als Civiele
Techniek en Geowetenschappen,
was een van de zeven bevoorrechtte
inwoners van Delft die op 25 april,
tijdens de traditionele jaarlijkse lintjesregen, een lintje kreeg van burgemeester Bas Verkerk. Rots kreeg
zijn lintje als erkenning voor zijn
wetenschappelijk werk, vanwege zijn
werk als vrijwilliger in verschillende
bestuursfuncties aan de universiteit, als decaan en als lid van diverse
commissies en raden.
(Foto: Sam Rentmeester)
De TU opent in september een Sports Engineering Institute. Met deze bundeling van
onderwijs en onderzoek op het gebied van
sport wil de TU zich profileren als sportuniversiteit. De universiteit wil het onderwijs
versterken, meer sportparticipatie bereiken, gezondheidsproblemen voorkomen
en prestaties van topsporters verbeteren.
delta.tudelft.nl/28149
Afgewezen
Er zijn maar weinig studiekiezers afgewezen voor technische opleidingen met een
numerus fixus, aldus minister Bussemaker.
Bovendien gaat het om tijdelijke maatregelen. De TU heeft komend jaar bijvoorbeeld een numerus fixus voor 3mE, maar
wil die daarna schrappen. Bij L&R gaat
de fixus omhoog naar vijfhonderd eerstejaars. De TU verwijst geweigerde studenten naar andere technische studies.
delta.tudelft.nl/28139
Plichten
De TU introduceert dit jaar tijdens de
opening van het collegejaar een code of
honour voor studenten. Alle eerstejaars
krijgen de code uitgereikt met daarop
onder de noemer ‘respect, eerlijkheid,
verantwoordelijkheid en vertrouwen’ vier
rechten en zes plichten. Eén van de plichten: toon intellectuele nieuwsgierigheid.
delta.tudelft.nl/28127
Beker
Laga-roeister Mirte Kraaijkamp heeft eerder deze maand de sportraadbeker gekregen. Die reikt de Delftse Sportraad jaarlijks uit aan de Delftse sporter of ploeg die
het afgelopen jaar het beste presteerde.
Kraaijkamp won in augustus goud op het
WK roeien in Korea.
delta.tudelft.nl/28114
IN THE SPORTLIGHT
sportzaken
Stein Posthuma
Specs
Onheilspellend
1.88 meter
Gewicht
Maffiapraktijken bij Punch, stuntende
schakers en beslissende uren voor
voetballers en hockeyers.
78 kilo
Geboortejaar
1985
studie:
Badmuts
luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, master (ASCM)
Sport:
Speciale zwembril voor
triatlons. Groter dan de
gebruikelijke zwembril. ‘In
open water moet je meer
zicht hebben’
triatleet (lid van DSZ Wave en De
Koplopers)
Andere sporten: geen
Sterke punten:
“Fietsen en lopen.”
Zwakke punten?
“Zwemmen dus.”
Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden?
“Nauwelijks.”
Hoogtepunten/prijzen?
“Vorig jaar, in mijn eerste triatlonseizoen, werd ik tiende in een
eerstedivisiewedstrijd in Almere.
Een triatlon met olympische afstanden: 1500 meter zwemmen,
40 kilometer fietsen en 10 kilometer hardlopen.”
Wat is de aantrekkingskracht Frame van
carbon
van de triatlon?
“De combinatie van die drie
sporten vind ik vet. Je moet drie
disciplines heel goed beheersen.
Je kunt het maximale uit jezelf
halen. Tegelijkertijd is het heel
competitief.”
Trisuit,
geschikt
voor alle
onderdelen
Speciaal triatlonhorloge.
Slaat gegevens op als aantal
zwemslagen per 100 meter,
hartslag tijdens fietsen en
lopen, snelheid, tempo.
Vooral belangrijk bij trainingen. Met de gegevens kun
je je prestatie analyseren.
Aanschaf: €400
Beugels moeten
verwijderd worden
bij eredivisiewedstrijden omdat
er gestayerd mag
worden. Te gevaarlijk
Waarom bij Wave?
“Dat is de enige (studenten) club
waar dat kan. Ze hebben heel
goede zwemtrainingen, het is
natuurlijk van oorsprong een
zwemvereniging.
Ergens een hekel aan?
“Ik heb geen hekel aan zwemmen, maar dat ik daar niet zo
goed in ben, daar baal ik wel
van.”
Triatlon-hardloopschoenen. Met
veters die je kunt aantrekken in
plaats van strikken, om tijd te winnen bij de wissel. Speciale binnenvoering tegen blaren
(Foto: Sam Rentmeester)
Ambities?
“Met ons Wave-team goed meedraaien in de middenmoot van
de eredivisie waarnaar we gepromoveerd zijn. Ik zie ook uit naar
het NK sprint (halve olympische
afstanden, red) in juni.”
De hoogste tijd voor een rondje langs de velden van
de reguliere teamsporten, waarvan de diverse competities in de eindfase zitten. Sterker nog, de basketballers van Punch zijn al klaar met hun seizoen. In de
op een na hoogste landelijke afdeling eindigde de
ploeg van eeuwig coach Jan Sikking (met zijn ruim
40 jaar aanwezigheid het vleesgeworden bewijs
dat er geen uiterlijke houdbaarheidsdatum aan een
clubcoach hoeft te zitten) na 24 duels op de zesde
plaats met 26 punten en een positief doelsaldo van
71. De competitie werd op 12 april afgesloten met
een uitzege op Red Giants (73-70). In het derde weekend van mei staat overigens de zestiende editie van
het driedaags internationaal basketbaltoernooi van
Punch op de rol, dit keer onder de onheilspellende
noemer The Godballer. ‘3 days of basketball, 2 amazing parties en 1 weekend you can’t refuse’, luidt de
dwingende aankondiging. Van heinde en verre worden ruim driehonderd sportende feestvierders annex
feestvierende sporters verwacht.
De voetballers van Ariston’80 boekten vorige week,
in hun pogingen om nacompetitie voor degradatie te
ontlopen, een belangrijke uitzege (1-5) bij Transvalia
ZW. De missie lijkt vooralsnog geslaagd, want op 3
mei staat in de voorlaatste speelronde de thuiswedstrijd tegen het bijzonder zwakke Zuiderpark geprogrammeerd. De Rotterdammers staan, ook door een
straf, op min 3 punten. Die moeten te pakken zijn.
De vrouwenploeg van Ariston’80 heeft zich door een
sterke eindsprint in elk geval al veilig gespeeld in de
derde klasse. Op Paaszaterdag werd hoogvlieger
Monster met 0-0 bedwongen. Op 3 mei sluiten de
dames in Katwijk de competitie af in het uitduel met
de ladies van Quick Boys.
In de zaal ontliepen de mannen van Topklasser FC
Tutor eveneens extra wedstrijden voor handhaving,
door thuis concurrent Westlandia met 4-3 te kloppen.
En hoe zit het met de hockeyers? De heren van eersteklasser DSHC vechten hard voor behoud, terwijl
de mannen van derdeklasser Dopie tegen promotiewedstrijden aanhikken. De vrouwen van het in de
derde klasse debuterende Scoop Delft moeten er nog
even hard aan trekken om degradatiewedstrijden te
voorkomen.
Wordt er intussen nog geschaakt in Delft? Jazeker.
De pr-afdeling van DSC (Delftsche Schaakclub) kwam
met de vreugdevolle mededeling dat het KNSB-bekerteam van de vereniging op 14 april
in Leiden voor een geweldige stunt
heeft gezorgd. Tegen hoofdklasser en
favoriet LSG, met twee internationale
meesters aan boord, werd een 1,5 - 2,5
overwinning geboekt. “Onverwacht, maar niet onverdiend”, volgens de nuchtere persvoorlichter. De club
plaatste zich daarmee voor de bekerfinale op Hemelvaartsdag.
Tips? [email protected]
Delta
7
TU Delft
campus
Betere wifi in UB
door tentamentijd
De TU Library is vorige week
versneld aangesloten op
nieuw back end voor het
draadloze internet. Het systeem, dat zich in het datacentrum van de TU bevindt,
heeft veel meer capaciteit.
Die was hard nodig, met
een overvolle universiteitsbibliotheek door de tentamenperiode.
M
edewerkers en studenten
maken massaal gebruik
van het draadloze netwerk van de TU,
Eduroam. Zo veel, dat de dienst ICT
constant bezig is om de groei mogelijk
te maken. Volgens manager operations Gino van der Velden hebben mensen steeds meer apparaten bij zich
waarmee ze op wifi willen. “Iedereen
heeft een gsm, soms zelfs twee. En
dan nog een laptop en een tablet.”
Bovendien hebben gebruikers hoge
verwachtingen. “Mensen hebben
‘We horen het graag
als het ergens mis
gaat. Dan kunnen we
maatregelen nemen’
thuis enorme bandbreedtes, een snelweg voor zichzelf. Hier hebben we ook
een snelweg, maar wel één waar veel
mensen op zitten.” En dat kan leiden
tot een instabiel netwerk of het uitvallen ervan.
Op de TU hangen momenteel twaalfhonderd access points voor wifi. Afgelopen zomer zijn die in de UB allemaal
vervangen. Hun aantal is bovendien
verdubbeld. De oude konden per stuk
ongeveer dertig apparaten verbinden, de nieuwe wat meer. “We zijn
constant bezig met het bijplaatsen en
vernieuwen van access points, want
wireless is één van onze speerpunten”,
vertelt Van der Velden.
Daarbij moet ICT er rekening mee
houden dat de punten elkaar niet
verstoren. Van der Velden denkt niet
dat dat betekent dat er een eindpunt
hoeft te komen aan de groei. “Dan
komt de leverancier wel met een
nieuw type op de markt.”
Een week geleden, op 8 april, ging de
universiteitsbibliotheek versneld over
op een nieuw back end. “Die was al tijdens het laatste onderhoudsweekend
geplaatst in het datacentrum, want
de centrale besturing van ons draadloze netwerk liep tegen capaciteitsproblemen aan. De bedoeling was om
de access points daarna gefaseerd
over te zetten. Maar toen bleek dat
we met de library niet meer konden
wachten, moest de aansluiting veel
sneller dan gepland gebeuren. Tijdens
de tentamenperiodes is de pijn daar
het grootste.”
Na de UB moeten andere gebouwen
volgen. De aula staat hoog op de lijst,
omdat ook daar vaak veel mensen samen komen. “Uiteindelijk moeten alle
gebouwen volgen, maar niet te snel,
want de overgang moet vlekkeloos
gaan”, aldus Van der Velden. Het blijft
volgens hem niet bij gebouwen alleen. Ook buiten verwachten mensen
met wifi te kunnen werken. Nu al is er
wifi op het plein bij Industrieel Ontwerpen en tussen de UB en de aula.
Van der Velden verwacht tussen nu en
anderhalf jaar nog eens vierhonderd
access points bij te plaatsten, want
het draadloze internetgebruik blijft
‘drastisch toenemen’. “Het gebruik
verandert ook. Tijdens een tentamen
vroeg een docent laatst aan zeshonderd studenten in één ruimte om
in te loggen en op een website een
oefening te maken. Voor ons is het
belangrijk om te weten waar dat soort
hotspots zitten. Vandaar dat we het
graag horen als het ergens mis gaat.
Dan kunnen we maatregelen nemen.”
Volgens Van der Velden lijkt het nieuwe systeem in de universiteitsbibliotheek goed te werken. Hij is voorzichtig, omdat het nog maar kort draait.
Hij heeft de studentenraad gevraagd
te helpen met het verzamelen van de
ervaringen van studenten. (SB)
delta.tudelft.nl/28136
De president van Bolivia, Evo Morales (links), bracht dinsdagochtend 15 april een bliksembezoek aan de campus om de samenwerking tussen zijn land en de TU Delft te bespreken.
Hij kreeg samen met Jaime de Bourbon Parme, speciaal gezant natuurlijke hulpbronnen
op het ministerie van buitenlandse zaken, een rondleiding door het lithium-laboratorium
van dr. Erik Kelder (rechts) van de afdeling chemical engineering. Hoogstwaarschijnlijk
krijgen Boliviaanse studenten daar de komende jaren onderwijs over lithiumbatterijtechnologie. Het plan is om gedurende vier jaar jaarlijks tien studenten in Delft onderwijs te
laten volgen. (Foto: Roy Borghouts Fotografie)
delta.tudelft.nl/28130
Managers doen ook
heus wel wat goed
Veel Delftse studenten onderschatten het belang van
management in de techniek, stelt TBM-studievereniging Curius. Vandaar dat
Curius op 8 mei een workshopdag organiseert voor
alle TU-studenten.
Anna Campert, commissaris bacheloronderwijs van de studievereniging,
denkt dat het voor andere studenten
nuttig is om een ‘gevoel te krijgen van
wat management is’. “Een manager is
niet iemand in een strak pak die taken
delegeert. Dat stereotype beeld willen we teniet doen. Managers moeten
kritisch nadenken over de beslissingen
die ze nemen.”
Het doel van de dag is om studenten
zelf te laten inzien dat management
nodig is in de techniek, aldus Curius.
Ivo Eggermont, die het evenement
mede organiseert, vertelt over zijn
huisgenoten, studenten civiele techniek. “Zij zeggen, knal maar een brug
neer als ze dat nodig vinden. Maar er
komt veel meer bij kijken. Er zijn bijvoorbeeld allerlei belanghebbenden
waar je rekening mee moet houden.
Ze kunnen prima leren denken als een
manager, scenario’s analyseren bij-
voorbeeld, maar in hun studie doen ze
dat niet. Ingenieurs bouwen dingen,
maar hoe realiseer je die? Tijdens het
management event kunnen ze goed
zien hoe dat in de praktijk werkt.”
Tijdens de workshopdag presenteren
sprekers twee thema’s die vanuit vele
kanten gezien kunnen worden: voedseltekorten en critical materials (materialen of grondstoffen die moeilijk te
krijgen zijn, zoals kobalt, red). Daarbij
komen onder meer ethiek, economie,
techniek en beleid aan bod. Daarna
discussiëren de studenten in groepen
en samen met bedrijven verder over
deze onderwerpen. Ze krijgen ook
specifieke cases aangereikt. Die gaan
ze aan de hand van een nog nader te
kiezen managementtheorie wetenschappelijk ontleden.
Dagvoorzitter van het evenement is
Martijn Groenleer, universitair docent
public policy and management bij
TBM. (SB)
delta.tudelft.nl/28137
Management Event, Unit
Cultuur, donderdag 8 mei,
aanvang 9.00 uur. Deelname
is open voor alle TU-studenten. Er zijn honderd plekken
beschikbaar. Inschrijven via
www.curius.nl
van de
straat
Een filmpje van creperende jonge albatrossen met plastic
dopjes in hun maag was voor TU-docent Angeniet Kam aanleiding om een jaar lang elke dag zwerfafval te rapen. Aan
het strand, in haar woonplaats en op de campus. “Soms
vragen mensen of ik een taakstraf heb.”
E
en rood plastic dopje.
Dat is wat Angeniet
Kam altijd bij zich
heeft om anderen te
laten zien waarom
ze zwerfafval opraapt. Ze vertelt over natuurfotograaf Chris
Jordan die vijf jaar geleden albatrossen wilde fotograferen
op Midway Island in de Pacific,
duizenden kilometers van de
bewoonde wereld. “Hij vond veel
creperende vogels”, zegt Kam.
“Ze hadden zichzelf en hun jongen gevoed met plastic. Jonge
vogels waren bezig te stikken
en anderen waren al helemaal
vergaan. Wat overbleef waren
kringeltjes donsveertjes met in
het midden wat botjes en veel
plastic.”
Jordan maakte daar een filmpje
van dat te vinden is op YouTube.
“Heel dramatisch”, zegt Kam.
“Omlijst met veel retoriek, maar
ik werd er echt stil van.” Toen
ze vervolgens weer eens op het
strand liep en zo’n plastic dopje
zag liggen, dacht ze: elk dopje dat
ik opraap is er één. Eén dopje dat
niet meer kan worden opgegeten
door een albatros.
Zo begon ze vorig jaar na de zomer met het idee om elke dag één
dingetje op te rapen. Inmiddels
is het uitgegroeid tot een uit de
hand gelopen hobby. “Mijn hoofd
raakt er leeg van en het is een
goede work-out: je krijgt stevige
billen van het bukken”, zegt ze.
“Vuil in de stad vind ik vaak te
smerig om beet te pakken: daarvoor gebruik ik een raapstok en
handschoenen. Ik heb wel gebruikte condooms opgeraapt.
Als ik maar handschoenen aan
heb, dan vind ik dat niet zo’n probleem.”
Raapstokken en ringen om afvalzakken aan te bevestigen, kreeg
Kam van een strandcoördinator.
De handschoenen en afvalzakken regelde ze via de stichting
Nederland Schoon. Jammer alleen dat die ter promotie plastic
pennen en sleutelhangers verspreidt, vindt ze. “Daar word ik
dan weer niet blij van.”
Soms neemt haar hobby wat extreme vormen aan, geeft Kam
toe. “Ik ben nu aan het haken
geslagen.” Ze moet er hartelijk
om lachen. “Ik haak een soort
netjes voor marktgroenten. Dat
bespaart een paar plastic tasjes
per keer. We moeten echt minder
plastic gebruiken. Elke komkommer zit tegenwoordig in plastic!”
Kam heeft speciaal voor haar
raapwerk een rugzakje, met
daarin behalve de inmiddels wat
zurig ruikende handschoenen en
afvalzakken een tweedehands
unster. Met dat handweegschaaltje weegt ze soms hoeveel vuil ze
heeft geraapt. “Dat zijn de kenmerken van een gek. Ik vind mezelf zo langzamerhand behoorlijk raar worden.”
Vondsten van de dag
Ze staat op, pakt een tas vol troep
en zet die demonstratief op tafel.
“Hier heb ik een zakje met vondsten van de dag.” Ze pakt er de
meest kleurrijke voorwerpen uit:
plastic soldaatjes, schepjes, allerhande strandspeeltjes, een koptelefoontje (“doet het nog, heeft
mijn dochter uitgeprobeerd”) en
een kazoo. Ze fluit er even vrolijk
op.
“En dit… dit was mijn meest
dramatische vondst.” Ze legt
voorzichtig een bril neer met een
bruin beschadigd montuur. “Die
vond ik op een fietspad waar een
ongeluk was gebeurd. Er lagen
nog allemaal verpakkingen van
injectiespuiten en doorweekte
tissues. Het ambulancepersoneel
had die achtergelaten. Ja, als ie-
mand snel naar het ziekenhuis
moet, denk je niet aan opruimen.
Ik heb het allemaal opgeraapt en
weg gemikt. Elk object heeft een
verhaal. Daarom ben ik er foto’s
van gaan maken.”
Die foto’s zet ze op haar Facebookpagina, in albums met de
namen ‘Sporen op het strand’,
‘Sporen in de stad’ of ‘Strandspeeltjes’. Ze wil er misschien
een boekje van maken. Om aan
mensen te geven en te zeggen wat
ze in een jaar tijd heeft gevonden.
Met haar broer heeft ze de Facebookpagina ‘Raap eens wat op’.
Ook op Twitter plaatst ze regelmatig foto’s sinds ze daar een actie zag om geraapt zwerfafval te
tweeten met de hashtag ‘zwerfie’.
Het levert soms hilarische tweets
op, zoals:
Angeniet Kam @AngenietKam - Feb 21
Campus pickings nr 3 #TUDelft #zwerfie 'Ik zei nog zo,
laat het niet rondslingeren!'
pic.twitter.com/pixVAZVFrS
>>
Angeniet Kam: "Ik doe dit niet omdat ik vind dat ik andermans rotzooi moet oprapen. Ik wil dat het niet in zee terecht komt."
‘Elk dopje dat ik opraap is er één. Eén dopje dat niet
meer kan worden opgegeten door een albatros’
Met op de foto een pakket instructies van de organisatoren van
de Delftse Bedrijvendagen 2014,
waarop staat: ‘Deze handleiding
is persoonlijk. Bewaar hem goed.
Niet laten rondslingeren!’
Rondje campus
Genoeg over haar motivatie, tijd
voor een rondje op de campus. Gewapend met raapstokken beginnen we op het grasveldje tussen
de dienst Onderwijs & Studentenzaken en de faculteit Industrieel
Ontwerpen. “Dit grasveldje doe
ik altijd om even een frisse neus
te halen. Telkens vind ik troep.”
En ja hoor, ook nu weer: blikjes,
peuken, stukjes hard plastic, een
folder voor een ouderdag en een
uitgebluste ballon van studentenpartij Stip, bungelend aan een
touwtje rond een lantaarnpaal.
Razend vlug belanden ze in Kams
groene afvalzak. De dag na de ge-
meenteraadsverkiezingen vond ze
drie volle waterflesjes van de VVD
op de campus. “Vooral leuk vanwege de slogan: Stem VVD voor
een schoon, veilig en betaalbaar
Delft.”
Het is wel even wennen: en plein
public rotzooi rapen. “Veel rapers
hebben dat”, zegt Kam. “Dat komt
doordat er een sterke associatie
is met een taakstraf. Soms vragen
mensen me: doet u dit vrijwillig?
Of ze vragen: heb je een taakstraf?
Wonderlijk.”
In het water bij IO drijven blikjes van energiedrankjes, Douwe
Egberts-bekertjes en een geel,
rubber speeltje. Half maart viste
ze hier nog met een collega vijf
bierkratten uit. Hup, weer een foto
op Twitter. “Het leuke is dat je ook
mooie dingen ziet. Hier, een apart
bloemetje. En net zag ik twee halsbandparkieten vliegen. Ik heb een
plan voor een plastic pelgrimage.
Dan begin ik in Bloemendaal aan
Zee en ga ik een week lang langs
het strand lopen. Noordwaarts of
zuidwaarts. Kijken wat ik tegenkom en hoe ver ik kom. Iemand die
op het strand in mijn voetsporen
gaat lopen zal wel denken: wat is
die gaan doen, zo kris kras door
het zand?”
Kam bedacht nog een ander plan.
“Anton van Beek van werktuigbouwkunde probeer ik zo ver te
krijgen dat hij de ontwerpwedstrijd van volgend jaar gaat wijden
aan het maken van een voertuig
waarmee je plastic kunt rapen op
het strand. Dat lijkt me een leuke
ontwerpuitdaging voor studenten
werktuigbouwkunde. Ik vertelde
hem mijn verhaal en motivatie. Hij
keek me aan en zei: ik snap niet dat
er mensen zijn zoals jij.”
Stille sporen
We gaan door naar het gras bij de
laagbouw van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Een notoir vieze plek volgens
Kam. Dat blijkt. Er ligt een stuk
glas, een leeg pakje Chocomel, een
dikke plak plastic met bobbels,
een stuk spatbord van een fiets.
Gaandeweg komen we andere
stille sporen van het studentenleven tegen: plastic bierbekertjes,
een pizzadoos, een handvol opgerolde flyers - ‘Geld verdienen met
een afwisselende bijbaan?’- het
elastiekje er nog om. En natuurlijk
de vermaledijde dopjes. “Ik heb
nu een organisatie gevonden die
deze dopjes spaart, voor hulphonden of zo. Dat levert maar twintig
cent per kilo op. Schillen laat ik
liggen. Hé, een pakje Camel…
meestal is het Marlboro. Ik vind
ook veel zuurtjespapiertjes. Vooral
van Antaflu, die vind ik bijna elke
dag. Rood, groen, blauw en oranje
zijn ze. En wegwerpservies van
Tekst: Connie van Uffelen
Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
11
TU Delft
ZAP'ers
Delft telt zo’n vierhonderd ZAPers, ofwel Zwerf Afval Pakkers.
De gemeente laat weten het
belangrijk te vinden initiatieven
te steunen van mensen die afval
willen opruimen. Ze helpt hierbij
door aandacht te besteden aan
acties op dit gebied (via bijvoorbeeld persberichten) en door
mensen of partijen bij elkaar
te brengen. Die acties kunnen
landelijke acties zijn, zoals de
landelijke opschoondag die eind
maart plaatsvond, maar ook acties vanuit buurten en wijken of
individuele initiatiefnemers. Zij
kunnen bij de gemeente en bij
Natuur- en Milieucentrum De Papaver terecht voor afvalgrijpers.
Verder is de gemeente vorig
jaar in de Delftse Hout begonnen met een experiment met
Delfts blauwe picknickkleedjes
van CleanPicnic. Dit zijn kleedjes
van gerecycled plastic die picknickkleed en afvalzak ineen zijn.
Door na de picknick de vier punten bij elkaar te binden, is het
afval gemakkelijk in de afvalbak
te werpen. De gratis kleedjes
hangen aan borden bij de recreatieplas. De proef krijgt dit jaar
een vervolg.
Kam zet haar vondsten op haar Facebook-pagina 'Raap eens wat op' of twittert ze met de
hashtag 'zwerfie'.
Sodexo: echt jammer dat we een
cateringservice hebben die zoveel
plastic gebruikt.”
Kam probeert in de collegezaal het
goede voorbeeld te geven. “Als ik
een nieuwe groep studenten heb,
laat ik vaak een foto zien van mezelf in een gevonden vissersbroek.
Dan zeg ik dat dit mijn hobby is en
dat het helpt als iedereen elke dag
één stuk plastic opraapt. Iedereen
stil. Dat zet ze toch aan het nadenken.”
Goed Initiatief
Haar meest dramatische vondst
op de campus was een popje. “Een
beetje eng babypopje waarvan je
je afvraagt waarom dat hier midden op het grasveld ligt. Gek. Natuurlijk zijn hier wel eens kinderen, maar dat popje vond ik raar.”
Verderop staan drie mannen toe
te kijken. “Goedemiddag, wat zijn
jullie aan het doen?” vraagt een
van hen. “Dit is om te voorkomen
dat er meer plastic in de zee en in
oceanen komt”, antwoordt Kam.
“Via twitter is er een actie: als
je elke dag iets raapt, kun je een
foto maken en deze tweeten met
#Zwerfie.”
“O, wat een goed initiatief.” Kam
vertelt het verhaal van de albatrossen en laat het rode dopje zien. “Je
moet ergens beginnen”, zegt de
man. “Heb je geen werk?” Kam legt
het uit. “O, netjes. Een golf begint
met een druppeltje. Als iedereen
elke dag een beetje doet, hou je het
met 6500 medewerkers aan de TU
wel schoon.” De man dacht dat het
om Bureau Halt ging. Hij vindt dat
Kam goed werk verricht. “Het zet
me aan het denken.”
Anderen met wie Kam wel eens
raapt, ‘ergeren zich dood’ dat mensen hun rotzooi achterlaten. “Die
ergernis heb ik niet”, zegt ze. “Ik
doe dit niet omdat ik vind dat ik
andermans rotzooi moet oprapen.
Ik wil dat het niet in zee terecht
komt.” Natuurlijk realiseert Kam
zich dat het in feite nooit ophoudt.
Er komt telkens nieuw afval bij.
“Daarom doe ik het een jaar, van
november tot november. Het is
verslavend. Dat hoor ik van veel
mensen. Het is leuk om te doen,
want je krijgt vaak complimentjes.
Mensen die hun duim opsteken.
Dat geeft je een goed gevoel.”
Tot slot, bij de fietsenrekken voor
nummer 38, vindt Kam opeens
een schoen. “Mysterieus. Dit
begrijp ik nooit zo goed. Op het
strand vind ik soms complete
paren.” Kam pakt haar unster en
weegt de buit van de dag. Twee
kilo, plus nog een kilootje aan
tussentijds opgeborgen afval. Ze
maakt er een foto van. “Die komt
in ‘Sporen in de stad’.” <<
De drie vieste plekken
1 Het grasveld langs de
laagbouw van Elektrotechniek, Wiskunde en
Informatica.
2 Het water langs het
fietspad aan de Mekelweg, bij de duikers vlak
voor het viaduct.
3 Buitenlunchplekken. Bij
afvalbakken liggen vaak
snoepverpakkingen en
lunchzakjes.
“Ze zullen wel opgelucht
zijn”, lacht prof.ir. Boudewijn
Ambrosius op zijn 65ste
verjaardag. Hij steekt, met
gedoogsteun van zijn groep en
de decaan, nog af en toe een
sigaartje op in zijn werkkamer.
Straks is dat voorbij.
‘Noem het
lotsbestemming’
Tekst: Jos Wassink
Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
13
TU Delft
Gaat u uw verjaardag vieren?
“Mijn mooiste cadeautje is de promotie straks van José van den IJssel over
toepassing van gps in lage satellietbanen1. Gps is wel een beetje mijn ding geworden in de laatste 25 jaar. José laat zien hoe met gps de positie van andere
satellieten tot op de centimeter nauwkeurig bepaald kan worden.”
Dat moet wel een ontdekking zijn geweest.
“Ik had het gevoel dat het zo moest zijn. Je kunt het
lotsbestemming noemen. Vanaf dat moment heb ik als
student-assistent bij hem gewerkt. Ik was geen snelle
student en bovendien waren het die mooie onbezorgde
tijden in de roaring sixties en seventies. Haha, flowerpo-
U werd vijftien jaar geleden een van de eerste Anthonie van
wer enzo.”
Leeuwenhoekhoogleraren. Wat was het idee daarachter?
“Het was een actie van de toenmalige rector Karel Wakker en de toenmalige
voorzitter Nico de Voogd van het college van bestuur. Zij realiseerden zich dat
veel getalenteerde medewerkers niet konden doorstromen, omdat het aantal
leerstoelen beperkt was. Er zijn toen zeventien medewerkers tot Anthonie van
Leeuwenhoekhoogleraar benoemd.”
En niemand die u achter de broek zat qua studie?
Nee, behalve mijn vader. Maar ik vond het fijn om in
een soort bondgenootschap met Wakker te werken.
Daar kwam toen nog ene meneer Piersma bij die goed
kon programmeren. Dat was eigenlijk de start van het
groepje. Wakker was nogal ondernemend en sloot een
Onder wie veel bekende namen als Cees Dekker, Jack Pronk, Leo
Kouwenhoven en Mark van Loosdrecht.
overeenkomst met geodesie. Die hadden een lasermeet-
“Klopt. De bedoeling was dat talent te binden en te belonen door ze hoogle-
de afstand tot overkomende satellieten. Die schoten ze
raar te maken zonder eigen leerstoel. Daarna zijn er meer en kleinere cohor-
aan met een laser, maten de tijd totdat het weerkaatste
ten geweest. Het was voor mij persoonlijk natuurlijk prettig, maar ik vond het
licht terug kwam en vermenigvuldigden dat met de licht-
beleidsmatig ook een verstandige zet, omdat je anders riskeert dat die men-
snelheid. Dan wist je de afstand. En dat doe je dan tsjak,
sen vertrekken. Dat zou een brain drain voor de universiteit betekenen. Nu wil
tsjak, tsjak honderden keren achtereen. Er waren meer-
ik niet zeggen dat mijn vertrek heel dramatisch zou zijn geweest.”
dere van dat soort stations over de wereld. Wij werden
station in Kootwijk. Zij waren heel goed in het meten van
goed in het verwerken van die gegevens: het omzetten
U was zeer aan de TU gebonden. Voor uw afstuderen bent u hier in
dienst gekomen en nooit meer weggegaan. Waarom bent u vliegtuigbouw gaan studeren?
van die afstandsmetingen in een ruimtebaan. We waren
“Op de middelbare school - rond 1965 - had ik belangstelling voor astrono-
daarnaartoe heb ik hier meegemaakt.”
toen trots als je dat op tweeënhalve meter nauwkeurig
kon. Nu gaat dat op de millimeter. De hele ontwikkeling
mie. Dat was in de begintijd van de ruimtevaart. Ik keek met een zelfgemaakt
kijkertje naar de sterren en zag op een gegeven moment een stip tussen die
Ik las ergens dat u betrokken bent geweest bij de
sterren door fietsen. Dat bleek Echo-2 te zijn, een reflecterende ballonsatel-
richting gaan studeren, maar daar bestond niks voor. Tweede keus was vlieg-
opkomst van gps. Hoe ging dat?
“Gps is van oorsprong een militair systeem waarvan de
eerste satellieten al in de zeventiger jaren gelanceerd
werden als navigation test satellite. De militairen had-
tuigbouwkunde. Ik moest me door die hele brij aerodynamica en klinknagels
den speciale codes voor plaatsbepaling tot op een meter
worstelen tot er een college kwam van iemand, professor Wittenberg, die
nauwkeurig. Daarnaast was er een civiele code die voor
iets aan ruimtevaart deed. Na vier jaar studie ben ik getrouwd en zocht ik een
iedereen toegankelijk was. De industrie heeft zich daar
baantje. Wittenberg vertelde dat een medewerker van hem,
toen op gestort om handontvangers te maken. Er waren
ingenieur Wakker, een student-assistent zocht. Ik had geen benul van wat hij
fabrikanten die met een trucje toch ook de nauwkeurige
deed, maar ik ging solliciteren. Hij bleek satellietbanen te doen. Wat een toe-
militaire codes konden gebruiken. Op dat moment draai-
val; dat was exact waar mijn belangstelling lag. Hij was de enige in Nederland
den we mee in een groot Nasa-project met de naam
die daar toen aan werkte.”
Crustal Dynamics Project. Ik hoorde dat wat wij met la-
liet. Die vond ik interessant en ik vroeg me af wanneer ik ‘m weer kon zien.
Dan moest je de baan kennen en begrijpen hoe alles draait. Ik wilde iets in die
sermetingen deden ook met gps zou kunnen. Dat haalde
de onaantastbaarheid van de lasers nogal onderuit. Ik
‘We waren toen trots als je dat op
tweeënhalve meter nauwkeurig
kon. Nu gaat dat dus op de
millimeter’
kon toen een paar maanden als gastonderzoeker terecht
op het Nasa Jet Propulsion Lab waar ze met gps werkten.
Ik wist dat ze daar software (Gipsy) hadden waarmee ze
posities van ontvangers nauwkeurig konden berekenen
met gps.” >>
14
Delta
TU Delft
‘Jongeren van nu zijn sociaal
vaardig, maar hebben weinig
parate kennis’
Hoe nauwkeurig was dat?
“Op de centimeter, het was nog niet zo nauwkeurig als nu. Ik kwam net op het
moment dat de software op verschillende plekken in het JPL ontwikkeld werd. Ik
heb toen mogen zorgen dat de verschillende onderdelen op één hoop terechtkwamen.”
Is dat niet een grote rol voor een gastonderzoeker?
“Dat bleek achteraf pas. Zij waren tevreden met hoe het ging met die Gipsy software. Die was over verschillende afdelingen gespreid. Ik wilde het graag gebruiken, maar moest het dan wel overal vandaan halen. Het verzamelen was dus in
U kijkt met genoegen terug op uw wetenschappelijke
loopbaan, maar ik begrijp dat u kritisch bent over het onderwijs?
“We hebben in de loop der jaren een hele laag van onderwijsdes-
mijn eigen belang. Toen heb ik dat meegenomen naar Delft.”
kundigen gekregen. Ik betwijfel of die zelf ooit onderwijs hebben
Mocht dat wel?
“Ja hoor. Daar waren toen helemaal geen restricties voor. Ik ben er hier vanaf 1984
mee gaan spelen. Daardoor is gps een belangrijk instrument geworden om nauw-
vragen zich nooit af of er misschien iets aan de instroom is veran-
keurige plaatsbepaling mee te doen. In de loop van de tijd werd gps steeds vaker
als extra instrument meegegeven aan boord van satellieten.”
Wat is uw belangrijkste ontdekking?
“Dat houdt verband met mijn verjaardag op 9 april. Voor het Nasa Crustal Dynamics Project waren wij een analysecentrum. Wij rekenden elke week de baan van
de Lageos-1 satelliet uit, voor een periode van een week, maar ook voor een
periode van vijf weken. Het begin klopte prachtig,maar de langetermijnberekening liep op gegeven moment fout. Daar zat een rare knik in die we niet konden
verklaren. Ik dacht: als er nu een heel klein krachtje niet werkt waar we wel mee
rekenen? Dat zou de stralingsdruk van zonlicht kunnen zijn. Stel eens, dacht ik, dat
er een zonsverduistering plaats zou hebben op de plaats van de satelliet. Ik zoeken
en wat bleek: op mijn verjaardag, 9 april 1986, was er een zonsverduistering op
een smalle strook op aarde geweest. Toen heb ik de positie van de maan vanuit de
satelliet gezien ten opzichte van de zon berekend. Daaruit bleek dat dat ding heel
toevallig ruim een uur in de schaduw van de maan had verkeerd. Dat verklaarde de
koersafwijking. Bingo. Dat was wel een van de meest vreugdevolle ontdekkingen
die ik meegemaakt heb. Een klassiek Eureka.”
gegeven. Maar zij vallen docenten wel lastig met getalletjes. Ze
derd.”
Bedoelt u daarmee de eerstejaars?
“De sociale vaardigheden van jongeren zijn veel groter dan vroeger – toen waren het verlegen jongens en meisjes, nu zijn het
volwassen jonge mannen en vrouwen als ze binnenkomen. Maar
de bagage aan parate kennis is dramatisch verminderd. Ze zijn
vaak onvoldoende gemotiveerd of voorbereid op de studie en ik
vind het dan onterecht om de slechte resultaten aan de docenten
te wijten.”
Staat het niveau onder druk?
“Dat risico zit er natuurlijk in. De eerste drie jaar van de opleiding
is eigenlijk een zeef. Een verkeerde studiekeuze mag; als je het
maar snel beseft. Win-win voor beide partijen; zij snel naar een
betere keuze, wij minder ballast. Veertig procent van de instromers valt uit en dat is historisch nooit anders geweest. Maar de
managers zeggen dan: je had beter onderwijs moeten geven dan
had je die veertig procent erbij gehouden. Sturen op volumes
heet dat. En dan vallen ze later alsnog af. Dat is een ergernis van
me.”
Van die ergernis bent u nu af. Hoe stelt u zich het leven als
emeritus voor?
CV
“Ik blijf hier zeker komen. Dit is mijn biotoop. Mijn werk is mijn
Boudewijn Ambrosius (9 april
1949) ging in 1967 vliegtuigbouwkunde studeren aan de TH Delft,
omdat dat het meest weg had van
de door hem bewonderde ruimtevaart. In 1971 werd hij studentassistent en na zijn afstuderen in
1975 wetenschappelijk medewerker. In 1985 werd hij universitair
hoofddocent onder Karel Wakker
bij de leerstoel baanmechanica.
Tussen 1977 en 1993 ontwikkelde
hij programmatuur voor zeer
nauwkeurige baanbepalingen van
satellieten. Op 1 april 1999 werd
hij als een van zeventien talentvolle medewerkers tot Anthonie
van Leeuwenhoekhoogleraar
benoemd. In 2005 werd dat een
regulier hoogleraarschap.
hobby en mijn leven. Ik ga niet achter de geraniums zitten. Nu zijn
we verhuisd naar Vlissingen, maar ik neem me voor een dag in de
week naar Delft te komen. Ik heb een gastvrijheidverklaring voor
de komende vijf jaar. Deze kamer laat ik aan mijn opvolger, wiens
naam overigens nog niet bekend is. Zelf zal ik een seniorenkamer
delen met onder anderen Karel Wakker.” <<
i
Jose van den IJssel, 'GPS-based precise orbit determination and accelometry for low-flying orbits', 9 april 2014
Wat: Grachtenbeesten
bouwen
Waar: Sport & Cultuur
Wanneer: elke vrijdag
van 19.00 tot 21.30 uur,
van vrijdag 2 mei tot en
met vrijdag 20 juni en
van 12 september tot en
met 24 oktober.
Prijs: €98 voor 14 lessen
Partyprognose:
7
15
party
Spotters
Granita-ijs
De zomer komt eraan. Na iets wat we geen winter
konden noemen, gevolgd door een lente die niet weet
of hij warm of koud moet zijn, is er een zekerheid:
zomer. In Nederland betekent dat klef nat warm weer
met honderd procent luchtvochtigheid, overvolle
stranden en gillend witte lijven.
Een van de dingen die ik in de zomer doe, is ijs maken.
En het opeten, uiteraard. Wat ik jammer vind zijn
die eindeloze rijen bij de ijswinkel, om er vervolgens
achter te komen dat jouw smaak op is. En dan de
prijzen! Conclusie: zelf maken. Je hebt geen ijsmachine
nodig, alleen je vriezer.
Granita
Moeilijkheidsgraad: chimpansee
Materiaal: ovenschaal, vriezer, vorm,
mengkom, vork of garde
Ingrediënten: 6 citroenen, 1 liter yoghurt,
suiker naar smaak, 1 liter water
Dit recept is voor zowel citroen- als yoghurtgranita.
Een granita is een soort ijs met een slushpuppy
Nieuwe levensvorm in Delftse grachten
Zijn door wind aangedreven Strandbeesten werden meer dan drie miljoen
keer bekeken op YouTube. Nu kun je de futuristische dieren van kunstenaar
en natuurkundige Theo Jansen zelf leren bouwen, tijdens een cursus van
industrieel ontwerper Marc Borger.
Ze zouden niet misstaan in de nieuwste Peter Jackson-film. De Strandbeesten van Theo Jansen,
reusachtige creaties van pvc-buizen, bewegen op de wind en wandelen deinend over het strand.
Een nieuwe levensvorm, noemt de kunstenaar ze zelf. Hij ziet ze als de ontwikkeling van een evolutionair proces, een betekenis die ze dankzij hun organische manier van bewegen volledig verdienen. 'In de loop der tijd hebben de geraamtes de natuurlijke elementen als storm en water steeds
beter leren weerstaan. Ik wil ze op het strand loslaten, waar ze hun eigen leven kunnen leiden',
vertelt de kunstenaar op zijn website. Ze voeden zich namelijk louter met wind, opgevangen in
plastic flessen die dienen als 'maag'.
Ze zijn een wereldwijd fenomeen, opgebouwd uit een stevig staaltje technisch denken dat hij opdeed tijdens zijn studie natuurkunde aan de TU Delft. Niet verwonderlijk dat juist oud-student industrieel ontwerpen Marc Borgers besloot een cursus te geven aan de TU, geïnspireerd op de lichtgewicht reuzen. Borgers geeft er wel een eigen interpretatie aan; de studenten maken tijdens de
cursus geen strandbewoners, maar grachtenbeesten. Evolutie brengt immers ook nieuwe soorten
voort, en de Strandbeesten kun je als miniatuurbouwpakket gewoon bestellen op internet.
De beesten die de studenten maken tijdens de cursus, moeten zich kunnen aanpassen aan de stadse grachten van Delft. Niet de minste opdracht, zeker als je bedenkt dat het resultaat ook nog eens
tentoongesteld zal worden op de Delftse Museumnacht, op 24 oktober 2014. Mazzeltje: Theo Jansen exposeert ondertussen zelf in de Elektriciteitsfabriek in Den Haag. Overigens zijn de creaties
ook in actie te bewonderen, in zeven strandsessies vanaf de eerste week van juni. Waar precies,
houdt Jansen geheim tot je een kaartje hebt gekocht. Een kunstenaar van vlees en bloed kan immers van wind alleen niet leven. (JB)
textuur. Heerlijk verfrissend en zeer makkelijk
zelf te maken.
Rasp de schil van de citroenen en doe dit samen met
de yoghurt in een mengkom. Suiker toevoegen naar
smaak. Doe het water in een andere bak en pers
het sap van de citroenen in het water en voeg ook
hier suiker toe naar smaak. Voeg de uitgeperste
citroenen toe en doe beide mengsels 6 tot 12
uur in de ijskast om op smaak te komen.
Zeef het citroenmengsel, bij de yoghurt hoeft
dit niet. Doe beide mengsels in een aparte
ovenschaal (of andere ondiepe schaal met
groot oppervlak) en zet ze in de vriezer.
Zodra het mengsel een beetje begint
aan te vriezen, meng je het door
met een vork of garde. Zo houd je
de ijskristallen klein. Herhalen
tot het mengsel gevroren is en
genieten maar!
Met geslepen messen,
Job Hogewoning
Paradijs
voor
ingenieurs
Myanmar opent zich voor de buitenwereld.
Delftse ingenieurs zien volop kansen om er
onderzoek te doen en les te geven. ‘Het is een
droomland voor ingenieurs.’
‘I
edereen had het altijd over
Ayeyarwady, maar niemand had
deze grote rivier ooit gezien. Hij
doet nauwelijks onder voor de
Mekong. En toch slingert hij vrijelijk door het land, niet gehinderd door dammen en kades. Al meanderend slokt hij oude
pagodes op.’
Het reisverslag van Alwin Commandeur
(24) leest een beetje als het dagboek van een
negentiende-eeuwse avonturier die door
donker Afrika reist. Begin dit jaar voer de
student waterbouwkunde met een rivierbootje, ‘Dolphin’ genaamd, over de grootste
rivier van Myanmar, de Ayeyarwady. Tijdens
zijn duizend kilometer lange tocht kwam hij
op plekken waar al decennia geen westerse
ingenieur was geweest.
“Mijn tocht was een soort reconnaissance
studie”, legt student civiele techniek Alwin
Commandeur uit. “Ik onderzocht de bevaarbaarheid van de rivier door om de paar honderd meter de diepte te meten met een echo
sounder. Daarnaast maakte ik veel foto’s. Ik
legde vast waar infrastructuur stond en wat
de staat ervan was. Het gebied is geweldig;
een enorme wildernis.”
Behalve Commandeur zochten nog enkele
andere Delftse studenten het afgelopen half
jaar het avontuur op in Myanmar, een land
waar tot voor kort een militair regime heerste. (Zie kader ‘Veldwerk in Myanmar’)
Kapers op de kust
De studenten waren op pad in opdracht van
Nederlandse ingenieursbureaus waaronder
Royal HaskoningDHV, Arcadis, Grontmij en
onderzoeksinstituut Deltares. Deze groep
wil volgend jaar een rapport over integraal
waterbeheer aan de Myanmarese overheid
overhandigen. Daarin komt onder meer raad
over de bestuurlijke kant van watermanagement en advies over de winning van energie
uit waterkracht (dat gebeurt nu nog maar
mondjesmaat) en efficiëntere irrigatie zonder dat hierdoor de drinkwatervoorziening
en de bevaarbaarheid van de rivieren in het
geding komen. De groep wordt ondersteund
door het ministerie van Infrastructuur en
Milieu, dat een samenwerkingsovereenkomst heeft getekend met Myanmar en dat
ook geld investeert. Het ministerie betaalde
onder meer de studies van de Delftse studenten en die van enkele ingenieurs van
Deltares.
De bedrijven hopen opdrachten binnen te
slepen. Maar ze zijn niet de enige kapers op
de kust. Myanmar is rijk aan zowat alles wat
je maar kunt bedenken – olie, hout, mineralen. En het ontsluit zich in rap tempo voor de
buitenwereld. In 2015 zijn er verkiezingen,
de Wereldbank staat klaar met een lening
en internationale bedrijven en non-gouvernementele organisaties (NGO’s) verdringen
zich om zaken te kunnen doen in het land.
Behoefte aan scholing
Volgens Tjitte Nauta, die zich bij Deltares
bezighoudt met waterprojecten in ZuidoostAzië, heeft Nederland op watergebied een
streepje voor op de concurrenten. >>
Tekst: Tomas van Dijk
Foto’s: Rens Hasman, Ype Attema en Alwin Commandeur
Delta
TU Delft
17
Het bootje Dolphin waarmee Alwin
Commandeur over de Ayeyarwady voer.
Duizend kilometer voer Commandeur
over de slingerende rivier, langs kleine
dorpjes en veel wildernis.
Student Rens Hasman haalde uit oude
stoffige boeken zoveel mogelijk data voor
zijn waterbeheermodel.
Een vissersdorpje in het zuiden van Myanmar. Een gebied dat kwetsbaar is voor
overstromingen.
Delftse ingenieurs op excursie
in het Deltagebied.
Promovenda Martine Rutten gaf
diverse cursussen aan ingenieurs
in en rond Yangon en Bago.
(Illustratie: Alwin Commandeur)
De Delft connection
“Gouden jaren waren het”, zegt Aye Myint (65). Hij doelt op de tijd dat er kennisuitwisseling
was met het buitenland. Zelf studeerde hij in 1982 een jaar hydrologie aan het Unesco-IHE
Institute for Water Education in Delft. Hij is een van de vele alumni van dit onderzoeksinstituut
en de TU Delft. Tot aan 1988 waren er sterke banden tussen deze instellingen en universiteiten
in Myanmar. Op een alumnibijeenkomst in Myanmar in 2012 kwamen bijna honderd
alumni af. “Ongeveer twintig jaar zijn onderzoekers in dit land afgesloten geweest voor de
buitenwereld door het militaire regime. We missen nu een generatie professionele ingenieurs
in mijn land. De hernieuwde samenwerking met Delft juich ik ontzettend toe.”
Myint werkt voor het Myanmarese ingenieursbureau National Engineering & Planning
Services. Hij heeft de Delftse studenten en Martine Rutten het afgelopen jaar geholpen met
verzamelen van data en door voor hen de huidige waterproblematiek in Myanmar te schetsen.
“Een groot deel van zijn oudere collega’s heeft ook in Nederland gestudeerd”, zegt Rutten.
“We hebben leuke enerverende discussies met deze mannen gevoerd die echt hart hebben
voor het waterbeheer in hun land.”
Een van die oudere collega’s van Myint is Tin Maung (73). Hij studeerde in 1969 en 1970
hydrologie in Delft. “Dankzij die studie heb ik een respectabele positie als ingenieur in mijn
land verkregen”, vertelt hij. “Ik droom ervan om eens terug te keren en mijn Delftse collega’s
te vertellen over mijn ervaringen na Delft.”
“Daar waar anderen kijken naar een bepaald
aspect van watermanagement, bijvoorbeeld alleen de stuwmeren of irrigatiekanalen, richten
wij ons op integraal waterbeheer. Met integraal
waterbeheer kunnen we een prachtig nieuw
verdienmodel ontwikkelen.”
Dat laatste is hard nodig. Nauta: “De Nederlandse watersector is te duur geworden en lijdt
onder concurrentie vanuit Japan, Zuid Korea en
China. In Myanmar kunnen we ons opnieuw
uitvinden.”
Kennisniveau
Ambitieuze plannen dus. En niet alleen Delftse
studenten werken hier aan mee. De TU Delft
is nog in een andere vorm betrokken. Prof.
dr.ir. Nick van de Giesen (afdeling watermanagement), prof.dr.ir. Marcel Stive (afdeling
waterbouwkunde) en emeritus hoogleraar waterbouwkunde prof.dr.ir. Han Vrijling zitten
samen met onder meer oud-landbouwminister
Cees Veerman in een commissie die op zijn
beurt weer het consortium van ingenieursbureaus adviseert.
Delta
‘Nederlandse bedrijven hebben de studenten
die wij daar lesgeven straks nodig om zaken te
kunnen doen’
Van de Giesen is de afgelopen twee jaar regelmatig naar Myanmar afgereisd om contacten
te leggen, samen met Marjan Kreijns van het
valorisatiecentrum van de TU, een van de initiatiefnemers van het project in Myanmar. Waar
het land volgens Van de Giesen de meeste behoefte aan heeft, is scholing. “Je hebt daar een
laag van zestigplussers met veel kennis. Veel
van hen zijn in Delft opgeleid. (Zie kader ‘Delft
connection’). Maar de junta was erg tegen intellectuelen. Het kennisniveau op de universiteiten daalde drastisch. Er is nu een lichting
mensen die versneld moet worden opgeleid.
Dat is ons speerpunt. We hebben daarom ook
ons eigen project gericht op capacity building.
Dat loopt parallel aan het waterplanproject met
de bedrijven.”
“Doe je ogen dicht en haal je 1988 voor de geest,
het jaar dat het land zich afsloot”, vervolgt Van
de Giesen. “Je had toen nog geen internet of
mobiele telefonie. Het klinkt wat gechargeerd,
maar toch is het daar nu nog ongeveer zo. Je
hebt geen bereik, bijna geen internet. Je kunt
niet naar het buitenland bellen. En met landobservatie (remote sensing) met satellieten
hebben ze nauwelijks gewerkt.”
Van de Giesens, promovenda ir. Martine
Rutten weet er alles van. Afgelopen najaar gaf
ze samen met enkele collega’s van CiTG cursussen in Myanmar over onder meer het gebruik
van remote sensing en over het modelleren van
waterstromen. Die cursussen gaven ze aan ingenieurs van de ministeries van landbouw & irrigatie en van transport, en aan studenten van
de Myanmar Maritime University.
“Het land heeft zich van de buitenwereld afgesloten net toen modelleren met computers in
zwang raakte”, vertelt Rutten. “Dat hebben ze
dus gemist. Als ik de studenten en ingenieurs
simpele berekeningen op de computer laat
doen, dan zie je ze opveren. Ze komen dan op
de zelfde uitkomst als buitenlandse consultants. Ze realiseren zich dan dat er geen rocket
science achter schuil gaat, geen magie.”
Deze maand vertrekt Rutten naar een andere
universiteit, de ooit zeer gerenommeerde
19
TU Delft
Yangon Technical University. Sinds afgelopen
najaar heeft de TU een samenwerkingsverband met deze universiteit. Ze gaat daar drie
maanden lesgeven. “Tot vorige zomer mochten
buitenlanders daar het terrein niet op”, vertelt
Rutten. “Volgens het regime zouden universiteiten namelijk bronnen zijn van revolutionaire
ideeën.”
Volgens Rutten is het belangrijk dat de mensen
die zij gaan opleiden, zich met die kennis kunnen wapenen tegen alle buitenlandse bedrijven
die op hen af komen.
Geen filantropie
Maar de samenwerking is zeker niet alleen
filantropisch, zegt professor Stive. “Ik geloof
er heilig in dat Nederlandse bedrijven de studenten die wij daar lesgeven en aan ons binden
straks nodig hebben om zaken te kunnen doen.
Sinds 2001 doen we ook al aan capacity building in Vietnam. Er zijn ontzettend veel studenten en promovendi uit Vietnam naar Delft
gekomen. Nu zijn Nederlandse ingenieursbureaus succesvol in dat land. We gaan kopiëren
wat we in Vietnam hebben gedaan.”
“En ook voor onze eigen studenten is het belangrijk dat we aan dit soort projecten meedoen”, vervolgt Stive. “Wil ik mijn eigen studenten goed kunnen blijven opleiden, dan moet ik
Myanmar leren kennen. Alleen daarom al.”
Stive geeft desgevraagd een beschrijving van
het land. “Van noord naar zuid loopt een vallei tussen bergruggen waar de Ayeyarwady en
diens zijtakken door stromen. Die rivier heeft
een afvoer van 40 duizend kubieke meter per
seconde. Dat is net zoveel als de Mekong. De
Mekong stroomt door vijf landen (China, Laos,
Thailand, Cambodja en Vietnam); de Ayeyarwady stroomt alleen maar door Myanmar.
Ze gebruiken nog maar tien procent van het
potentieel aan waterkracht. Het deltagebied
is heel vruchtbaar, maar wel kwetsbaar voor
overstromingen. Er valt veel regen, maar die is
wat onevenredig verdeeld. En zoals zo vaak in
deltagebieden zit er ook olie. Het is een droomland voor ingenieurs.” <<
Veldwerk in Myanmar
Student waterbouwkunde
Rens Hasman (24) reisde van
stad naar stad om uit oude
naslagwerken (‘boeken die
kraakten als je ze opende en
die je eerst met een plumeau
moest afstoffen’) gegevens te
verzamelen waarmee hij een
eerste aanzet kon maken voor
een integraal waterbeheermodel voor Myanmar.
“Ik moest een waterallocatiemodel maken voor een land zo
groot als Frankrijk”, lacht
Hasman. Maar dan op iets
meer verbitterde toon: “Voordat er in Myanmar gegevens
worden vrijgegeven moet er
eerst tot op het hoogste niveau worden overlegd.”
“We weten dat er op iemands
bureau tijdseries van regenmetingen van 1966 tot nu liggen.
We moeten daar via een minister aan zien te komen. Deze
gegevens zijn cruciaal voor elk
watergerelateerd model.”
Tot overmaat van ramp heeft
de contactpersoon van de
Delftenaren bij de national
water resource commission
er de brui aan gegeven. Deze
nieuw opgerichte commissie
vormt een soort overkoepelend orgaan voor alle twintig
ministeries die zich bezighouden met water. “Hij krijgt van
allerlei landen verzoeken voor
data die hij naar de juiste ministeries moet doorsturen. Hij
trekt het niet meer.”
Collega Ype Attema (24), die
simulaties heeft gedaan van
zoutindringing in het deltagebied moet er wel een beetje
om lachen. “In Delft krijg je
alle data op een presenteerblaadje aangereikt”, zegt hij.
“Het is een hele ervaring om
alles zelf vanaf scratch te moeten doen.”
“Ja, in het begin zijn dat soort
dingen nog leuk”, reageert
Hasman. “Maar nu moeten we
aan de slag met ons model.”
20
Delta
TU Delft
Vrienden,
familie,
docenten:
zonder
netwerk red
je het niet
21
Tekst: Simone Barneveld (HOP)
Hun deelname aan het hoger onderwijs
is spectaculair gegroeid, maar toch doen
allochtone studenten het nog altijd slechter dan autochtone. Een goed netwerk
van studievrienden en docenten kan helpen, leert de ervaring.
D
e twintigjarige Gödze Ustaoglu studeert biomedische wetenschappen aan de Vrije Universiteit
in Amsterdam. Ze is eerstejaars. “Deze studie is
mijn tweede keus. Ik wilde eigenlijk geneeskunde studeren, maar werd uitgeloot.” Ze heeft een
wat langere weg afgelegd om te bereiken wat ze wil. “Op de basisschool kreeg ik een vmbo-t-advies, maar ik had mijn Cito-toets
zo goed gemaakt dat ik naar een havo-vwo-brugklas mocht. Uiteindelijk heb ik vwo gedaan.” Wel bleef ze in de vierde zitten en
haalde ze het eindexamen niet. Ze deed een paar vakken over in
het volwassenenonderwijs en kon toch door naar de universiteit.
Door dit soort perikelen zijn niet-westerse allochtonen vaak iets
ouder als ze gaan studeren en dat is een van de verklaringen
waarom ze vaker uitvallen dan autochtone studenten, zegt Rick
Wolff van onderzoeksinstituut Risbo. Oudere studenten hebben
soms een gezin of hebben al een ander diploma op zak. “In elk
geval behalen oudere studenten minder vaak binnen de gestelde
tijd een diploma. En niet-westerse allochtonen doen vaak langer
over de middelbare school of maken een omweg, bijvoorbeeld
via het mbo.”
Prestaties
Steeds meer niet-westerse allochtone studenten volgen hoger
onderwijs. Hun aantal is tussen 1997 en 2010 fors gestegen, van
zevenduizend tot meer dan twintigduizend. Toch blijven hun
studieprestaties nog altijd achter bij die van autochtone studenten. Sterker nog, in tien jaar tijd hebben ze hun achterstand nauwelijks ingelopen.
Wolff probeerde uit te vinden hoe dat komt en ontdekte dat zogenoemde sociale hulpbronnen een belangrijk rol spelen. “Studenten die sociaal en academisch kapitaal weten op te bouwen, dus
die mensen om zich heen hebben die hen motiveren en ondersteunen, vallen minder snel uit. Wie goed contact heeft met medestudenten, docenten en studiebegeleiders heeft meer succes.
Dat geldt zowel voor autochtone als voor allochtone studenten.”
De Hogeschool Rotterdam organiseert dat soort hulpbronnen
via doelgroepmentoraten. Oudere studenten zijn peer coach voor
beginnelingen en fungeren als rolmodel. Garreling Michel, coördinator van Antuba, het mentoraat voor Antilliaanse en Arubaanse studenten, had zelf veel te danken aan haar peer coach. “Op
de hogeschool liep ik tegen allerlei dingen aan. Ik dacht dat het
wel handig zou zijn om iemand te hebben die je de weg wijst. Op
Curaçao had ik mavo en havo gedaan en ik kwam in Rotterdam
op het hbo. Ik moest alles zelf uitzoeken en regelen, maar ook een
nieuwe vriendenkring opbouwen. De mensen waren afstandelijk
en alles in Rotterdam was zo groot. En dan de taal… ik dacht dat
ik het Nederlands wel beheerste. Maar iedereen praat hier snel,
de gezegdes kende ik niet en als iemand een accent had, verstond
ik het helemaal niet. Ik haalde mijn propedeuse niet in één keer.
Dan ga je aan jezelf twijfelen. Maar als je van je peer coach hoort
dat die het ook niet makkelijk had, maar het uiteindelijk wel
haalde, dan denk je: als zij het kan, dan kan ik het ook. Hier bij
Antuba merk ik dat studenten die goed gebruik weten te maken
van peer coaches, gemotiveerder zijn en het goed doen.”
Regels van het spel
Behalve sociaal en academisch kapitaal, moeten studenten beschikken over cultureel kapitaal. Hoe meer de culturele waarden
die studenten van thuis hebben meegekregen, overeenkomen
met die van de opleiding, hoe meer ze zich er thuis voelen. Nietwesterse allochtone studenten komen vaker uit een achterstandssituatie en zijn veelal de eersten van de familie die gaan
studeren. Ze komen het hoger onderwijs binnen zonder de regels
van het spel te kennen.
Volgens universitair docent en onderzoeker Marieke Meeuwisse
van de Erasmus Universiteit Rotterdam speelt familie een grote
rol, ook in het hoger onderwijs. “Denk niet: het zijn volwassenen,
dus thuis doet er niet toe.”
Zowel allochtone als autochtone studenten krijgen steun van
hun ouders. Maar de steun die autochtone ouders geven, lijkt
meer effect te hebben op het studiesucces omdat deze mogelijk
meer aansluit bij wat een student nodig heeft. Ze geven advies en
hulp bij het studeren en vertellen over hun eigen ervaringen.
Meeuwisse adviseert hogescholen en universiteiten dan ook om
de familie te betrekken bij de opleiding en hen te informeren wat
studeren inhoudt. “Als er een discrepantie is tussen de thuiscultuur en de opleiding, kan dat tot conflicten leiden. Een student
speelt dan twee rollen: een als gezinslid en een als student. Ze
zetten zich dan minder in voor hun studie waardoor ze lagere
cijfers halen. Dat geldt voor iedereen, maar niet-westerse allochtone studenten brengen wel meer tijd met hun familie door.”
Bijna alle allochtone studenten zijn zich bewust van hun andere
achtergrond, blijkt uit de interviews die UvA-onderzoeker Rick
Wolff met hen hield. Ze worden daar regelmatig mee geconfronteerd. Soms voelen ze zich buitengesloten door autochtone studiegenoten of ongelijk behandeld door docenten.
Nieuwsgierig
Sinem Akten, vierdejaars studente media, informatie en communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam, zegt in eerste
instantie niet te merken dat ze anders is. Ze had al snel een vriendinnengroep waar ze veel aan heeft. “Ik zit op een extreem witte
school, ben het enige Turkse meisje in de klas. Iedereen staat wel
open voor je. Ze zijn meestal nieuwsgierig. >>
22
Delta magazine
‘Als ik een goed werkstuk
inlever, zeggen ze: ‘Goh, dat
had ik niet verwacht’
onderwijsinstellingen in 2011 geld om het studiesucces van allochtonen te verbeteren en de Erasmus Universiteit Rotterdam,
waar Wolffs onderzoeksinstituut Risbo aan verbonden is, heeft
dat geld deels besteed aan een maatregel die voor álle studenten bedoeld is. Aan de meeste faculteiten moeten ze hun eerste
studiejaar in één keer halen: 60 ECTS is de norm voor het bindend studieadvies. De opleidingen geven bovendien minder
herkansingen. Wel kunnen studenten een 5 compenseren met
minimaal een 7 bij een ander tentamen. ‘Nominaal is normaal’
heet dit systeem.
Toch moet ik harder mijn best doen om docenten te overtuigen.
Als ik een goed werkstuk inlever, zeggen ze: ‘Goh, dat had ik
niet verwacht.’ En stageplekken zoeken was een ramp. Als bedrijven alleen mijn naam al zien, word ik niet uitgenodigd, terwijl ik een beter cv heb dan mijn medestudenten. Uiteindelijk
heb ik stage gelopen bij twee Turkse tijdschriften waarmee ik
nog steeds contact heb. Je moet je eigen netwerk opbouwen.”
Maar wat kan de opleiding doen om de kans op succes van deze
studenten te verhogen? Volgens Wolff bevorderen kleinschalige opleidingen het studiesucces van niet-westerse allochtone
studenten. Daarbij is het goed om in het begin sterk te sturen
en met betrokken docenten te werken. “Met veel structuur in
vooral het eerste jaar, geef je iedereen een gelijke kans. Aanwezigheidsplicht helpt ook. Studenten voelen zich dan meer betrokken bij de opleiding. Ook werken in groepsverband, georganiseerd door de opleiding is bevorderlijk voor het studiesucces.
Zorg er als docent wel voor dat groepen rouleren. Studenten
vertelden me dat ze op die manier studiegenoten hebben leren
kennen op wie ze anders nooit zouden zijn afgestapt.”
Maar zulke maatregelen bevorderen natuurlijk ook het studiesucces van autochtone studenten. In de grote steden kregen
Verbeterd
De gedachte is: wat goed is voor alle studenten, zou ook goed
moeten zijn voor allochtone studenten. En inderdaad profiteren allochtone studenten van het nieuwe systeem. De doorstroom van zowel autochtone als allochtone studenten met een
Nederlandse vooropleiding is sterk verbeterd, blijkt uit de eerste resultaten. Bovendien is het verschil in studiesucces tussen
allochtone en autochtone studenten iets kleiner geworden.
Voor VU-student Gödze maakt het niet zoveel uit hoe haar opleiding biomedische wetenschappen is georganiseerd. Ze volgt
colleges in grote zalen met 180 studenten en de universiteit begeleidt haar amper. Met practicum zit ze wel in groepen, maar
echt samenwerken met anderen is er niet bij. Toch gaat het goed
met haar: ze heeft alle tentamens tot nu toe gehaald. Ze droomt
nog wel van geneeskunde en hoopt volgend jaar alsnog te worden ingeloot. <<
Afgestudeerd na acht jaar
autochtoon WO
allochtoon WO
autochtoon HBO
allochtoon HBO
Startjaar 1995
71
51
71
54
Startjaar 1996
71
53
72
54
Startjaar 1997
73
54
72
54
Startjaar 1998
75
58
72
54
Startjaar 1999
76
62
72
55
Startjaar 2000
79
65
72
56
Startjaar 2001
81
66
72
58
Startjaar 2002
82
69
73
59
Startjaar 2003
82
69
73
58
Startjaar 2004
83
69
72
57
©HOP. Bron: CBS
De master
Vincent Das
Een bittere pil
Onderwerp:
‘Looking for the healing innovation
process: an explorative study on the
critical success factors for innovation
management in the pharmaceutical
industry’
Eindcijfer:
8
"Onderzoek naar nieuwe medicijnen
is iets bijzonders", vindt Vincent Das
(24). "Er worden honderden miljoenen euro's besteed om stoffen te
onderzoeken die maar heel misschien
tot een medicijn kunnen leiden.
Vervolgens moet je die in modellen
stoppen, testen op dieren, en uiteindelijk houd je maar een handjevol
stoffen over die je zou kunnen testen
op mensen - die daar op hun beurt
weer grof voor betaald moeten worden. Een onvoorstelbaar duur proces.
Voor farmaceutische bedrijven wordt
het dus steeds moeilijker om nieuwe
medicijnen te vinden. De bron van
stoffen waaruit ze kunnen putten is
bovendien niet oneindig, en om het
nog ingewikkelder te maken, worden
de regels wanneer je mag testen op
mensen, steeds strenger."
Vooral kleine farmaceuten hebben
het moeilijk, ontdekte Das toen hij
zijn afstudeerproject richtte op dit
onderwerp; voor hem dé manier om
zijn masters life science and technology en management of technology
te combineren. Hij toog naar het
Bio Science Park in Leiden, dat bijna
uitsluitend bestaat uit bedrijven die
zich richten op life sciences. Das sprak
er met mensen van grote én kleine
farmaceutische bedrijven. De hamvraag: waar letten zij op bij hun onderzoek? Wat doen ze met kennis in
hun bedrijf? Ofwel, zoals zijn scriptie
luidde: wat zijn de interne succesfactoren voor innovatiemanagement in
de farmaceutische industrie? "Daaruit kwam een grote scheidslijn naar
voren tussen grote en kleine bedrijven", vertelt Das. "De grote, oude
farmaceutische bedrijven doen overal
ter wereld onderzoek. Toch lukt het
ook kleine farmaceuten om medicijnen te vinden, ze hebben alleen het
geld niet om ze te testen op mensen.
Bovendien hebben ze niet alle kennis
en apparatuur in huis, dus moeten
ze een deel van hun onderzoek outsourcen. Gevolg: grote bedrijven nemen de kleine over. Die grote jongens
zijn alleen vooral internationaal gefocust, hun kennisoverdracht binnen
het bedrijf gebeurt via interne documenten. Kleine bedrijven zijn veel
persoonlijker; zij delen hun kennis op
de werkvloer. Iedereen houdt elkaar
op de hoogte, de lijnen zijn veel korter, dus zijn ze op dat vlak succesvoller
dan hun grote concurrenten."
Klinkt allemaal logisch, maar wat
kunnen die bedrijven daar van leren?
"Dat samenwerken belangrijk is", aldus de TBM'er. Niet voor niets kreeg
hij de opdracht voor zijn afstudeeronderzoek van de Leiden Bio Science
Park Foundation, dat meer bedrijven
naar het park probeert te lokken en
ze wil laten samenwerken. "Daarnaast moeten kleine farmaceuten leren dat ze hun gedrag moeten veranderen als ze ooit zelf een medicijn in
de markt willen zetten. En dat ze risico lopen, want ze zullen veel moeten
uitbesteden. Wil je toch eigenhandig
de markt op, dan zul je de denkslag
moeten maken van de groten. Communiceren via officiële documenten,
je experts en apparaten in huis halen." Hoe je dát dan weer doet zonder
miljoenen te verspijkeren, is een volgend onderzoek. Maar niet door Das.
Hij werkt ondertussen hard aan zijn
tweede scriptie, voor life science and
technology. "Geen idee hoe ik daarna
verder ga. Eén ding is vast zeker: ik
ben breed georiënteerd." (JB)
(Foto: Sam Rentmeester)
Als we eens een pilletje konden slikken tegen
kanker, of Alzheimer voorgoed de wereld uit
zouden helpen. In de gigantische farmaceutische
industrie is nog veel uit te vinden. Maar hoe houd
je als farmaceut je hoofd boven water, met steeds
strengere regels en steeds duurder onderzoek?
TBM-master Vincent Das weet hoe je onderzoek
naar nieuwe medicijnen kan laten slagen.
24
Advertenties
Sports & Culture
May Programme
Sports & Culture

1
Run: Survival Strijd
Challenge yourself! Join the obstacle run over the campus, as an
individual or as a group. Enrol through www.slopend.com!
Thursday, 18:00, @Mekelpark, €5,- [In co-op with S.B.V. Slopend]
-------------------------------------------------------------1
Dance-INN & Balfolk
Experience the Balfolk dance in a free workshop and enjoy the open
dance night afterwards.
Thursday, 20:00, @Culture, €0,-
-------------------------------------------------------------2
SingSongContest – Round 3
The last round for the finals at ZOMERfestival! With a performance by
Jasper Mook, known from ‘De Beste Singer-Songwriter van Nederland’.
Friday, 20:00, @Virgiel, €0,-
-------------------------------------------------------------6
Workshop: Hoopin*
The new festival and beach trend. Learn how to dance with a hoop.
Not only a great exercise, but also lots of fun!
Tuesday, 20:30, @Culture, €5,-
-------------------------------------------------------------9
S&C Poker Tournament: Series 3*
Play the game, have fun, gain (more) experience and maybe win some
prizes! With table service!
Friday, 20:00, @Sportscafé, €12,50 (including 2 drinks)
-------------------------------------------------------------11
Thé Dansant Party
Let’s party w/ Burgers, Beer and a DJ!
Sunday, 17:00, @Culture, €0,-
-------------------------------------------------------------13
Lecture: Erik Matser w/ Alessandro Marino
An inspirational lecture on recognizing talent in sports and arts by dr. Erik
Matser, a Dutch neuropsychologist. He performs research in the relations
between brain and behaviour on talented athletes and artists by examining
their features and their neurological basis.
Afterwards an intermezzo by the Italian top pianist Alessandro Marino.
Tuesday, 19:30, @Culture, €0,-
-------------------------------------------------------------15
International Movie Night
Thursday, 21:00, @Culture, €0,-
-------------------------------------------------------------16
Delft DJ Contest & pre-party ZOMERfestival
Support your friends at the Delft DJ-Contest Round 3 and join the
pre-party of the ZOMERfestival with a performance by Rishi Romero!
Friday, 23:00, @Lorre, €0,-
-------------------------------------------------------------21
Clinic: Beach Tennis
Join this Beach Tennis clinic and get in the summer mood. Limited slots
available: so first-come, first-served!
Wednesday, 19:00, @Sports, €0,-
-------------------------------------------------------------23-24-25
Join the future of Automotive!
High tech Automotive region Eindhoven
ZOMERfestival*
Delft will be transformed into one great stage for music, food, art,
technology and spoken word. Combine all this with innovation for the
future, and see a dazzling ZOMERfestival rolling out of the 3D printer.
More info and tickets www.zomerfestival.tudelft.nl
-------------------------------------------------------------* Enrol @ www.sc.tudelft.nl or Sports & Culture desks
-------------------------------------------------------------Sports & Culture Mekelweg 8-10, 2628 CD Delft
www.sc.tudelft.nl | twitter.com/tudelft_sc | www.sc.tudelft.nl/facebook
System oriented education and research
• Smart mobility concepts
• Clean, efficient & smart vehicle technologie
S
RD
EN WO
AYL
4/2AL5.TUM
DELFT.N
3/2
2
RFESTIV
ZOME
, SPOK
T, FOOD
GY, AR
NOLO
, TECH
MUSIC
Visit the TU/e Master Event for more information
about the Master’s Program Automotive Technology.
Monday May 12, 18.00 - 21.30
Eindhoven University of Technology
-------------------------------------------------------------------------------------More info: [email protected] - www.tue.nl/masterevent
Where innovation starts
Delta Magazine
Lees ‘m online
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers
Postbus 101
2900 AC Capelle aan den IJssel
T (010) 451 55 10
F (010) 451 53 80
E [email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Delta
May - June 2014
24
to 3 June
Leven
gaat voor.
De Nierstichting zet
alles op alles om ervoor
te zorgen dat nier­
patiënten zoals Willem
in leven blijven en ook
9
overleven. We doen
dan ook alles wat in ons
vermogen ligt om het
leven van nierpatiënten
te verbeteren.
Leven gaat voor, in alles
wat we doen.
www.nierstichting.nl
APRIL Exhibition “Mystery Objects”
Inspired by the Cultural Professor theme “the Wonder Room”,
the Library exhibits an overview of her “Mystery Objects”
from the past few years. In addition, there is a small
exhibition in the Treasury. For everyone
MAY Film Microcosmos
Op verzoek van Cultural Professor Paulien Cornelisse wordt
de film “Microcosmos” vertoond. Achteraf volgt een gesprek
tussen Paulien Cornelisse en bioloog Tijs Goldsmidt.
Info & kaartverkoop: tudelft.nl/cp2014. Voor iedereen
13
MAY Human Library
17
MAY Train Your Brain
27
MAY Meeting the Rector
écht kunnen blijven
leven. Want dialyseren
is geen leven, maar
Activities
TU Delft Library
from
3
to 24 June
from
11
to 7 July
from
18
to 2 July
An interactive evening with interesting presentations by
‘Living Books’ Pieter Stoutjesdijk and Ena Voûte. Rector
Karel Luyben will also be present and ready to discuss
university matters. For PhD candidates
A unique course about training your brain will be organised
by TU Delft Library and Brainstudio and will be held at our
Library Learning Centre. For students
Interactive and informal meeting with the Rector, Prof. Karel
Luyben. For students
JUNE Mystery Object Competition
A mystery object with prize question will be on display in the
Library. Do you know what this object is? For everyone
JUNE Exhibition: The Wonder room
– master class results (subject to change)
The results of Cultural Professor Paulien Cornelisse’s master
class will be on display in the Library. For everyone
JUNE Maths & Mechanics helpdesk
TU Delft Library offers Bachelor’s students free assistance
with their mathematics and mechanics exercises. The
helpdesk will be available in project room Asia on Mondays
to Thursdays between 13.00 and 17.00. For students
www.library.tudelft.nl/agenda
Ga jij op uitwisseling?
Nog wat extra geld nodig?
Verhuur je kamer dan via:
www.HousingAnywhere.com
Führer
Op een mooie nazomerse dag in 1935
kondigde de Führer de Neurenberger
wetten af en ontnam daarmee de joden hun mensenrechten. Toen hij dat
had geregeld, gaf hij zijn persoonlijke
visie op onderwijs: “De jonge Duitser
zal van school tot school opgroeien.
Hij wordt als klein kind bij de hand genomen en wordt pas losgelaten als hij
met pensioen gaat.” De Führer kwam
al aanzetten met life long learning,
lang voordat de Onderwijsraad erover
begon. Je kunt veel van Adolf zeggen,
maar hier had hij wel een punt.
LLL. Het allitereert lekker. Onderwijsbeleidsmedewerkers hebben natuurlijk
uitgebreid over dit acroniem gebrainstormd. Voor een flinke storm heb
je een grote open ruimte nodig: een
oceaan of een uitgestrekte vlakte. De
bovenkamer van een onderwijsbeleidsmedewerker vormt daarom een
uitgelezen locatie voor een hersenstorm. Hier buldert een luchtig briesje
pas echt op orkaankracht. Begrijp me
goed, ik heb geen bezwaar tegen life
long learning. Ik zweer er zelfs bij en
zit, net als al mijn collega’s, voortdurend met mijn neus in de boeken.
Mensen op de universiteit verdiepen
zich namelijk in van alles en nog wat,
gewoon voor de lol: muziek, vreemde
talen, denksporten en nog veel meer.
Life long learning voor een wetenschappelijk medewerker is net zoiets
als levenslang leiderschap voor een
manager.
Vanwege die LLL raak ik op mijn oude
dag verzeild in allerlei cursussen en zo
heb ik geleerd, middels een managementtraining van een leuke dame, dat
sollicitanten zich mooier voordoen dan
ze zijn. Goh, wie had dat nou gedacht?
Gelukkig heeft mijn vrouw mij de
totale zwijgplicht opgelegd, want anders had ik die leuke dame gevraagd
op welke wijze ze haar partner had
geselecteerd. Wij mannen doen ons
namelijk ook mooier voor dan we zijn.
Jaja, het heikele probleem van het
ontwaren der ware aard. Ook op dit
gebied heeft Adolf Hitler opmerkelijke
uitspraken gedaan, maar nu ben ik
helaas bij de kantlijn aangeland waardoor de ruimte voor een treffend citaat
ontbreekt.
columnrobbertfokkink
from
25
TU Delft
26
Advertenties
Delta
Magazine
onafhankelijk magazine
femto
engineering inspiration
Gezocht:
leden redactieraad Delta en Delft Integraal/Outlook
Femto Engineering is op zoek naar
een enthousiaste technische sales
medewerker op kantoor.
Techniek is leuk, maar het verkopen van techniek
past beter bij jou. Kan jij jezelf vinden in deze
uitspraak en is communicatie jouw ding? Dan ben je
van harte welkom om te solliciteren naar deze voltijd
functie bij Femto Engineering.
Je ondersteund ons sales team bij het verkopen van
software, diensten en engineering. Daarnaast zorg je
dat onze relaties betrokken blijven bij onze seminars
en beurzen. Wij verwachtten dat je doorgroeit naar
een zelfstandige salesmedewerker en dat je een
enthousiaste aanvulling bent voor ons team.
Functie eisen:
- Affiniteit met FEA en CAD
- Gestructureerd en zelfstandig kunnen werken
- Communicatief vaardig
- Je hebt een goede beheersing van de Nederlandse en
Engelse taal in woord en geschrift
Per 1 juni 2014 zijn er twee vacante plaatsen in de redactieraad: voor een lid van het
wetenschappelijk personeel (WP) en het ondersteunend personeel (OBP).
Delta is het onafhankelijke nieuwsmedium van de TU Delft, Delft Integraal/Outlook is het
wetenschaps- en alumnimagazine van de TU Delft. De redactieraad van Delta en Delft Integraal/
Outlook controleert het redactionele en journalistieke beleid van beide uitgaven, is een klankbord
voor de redactie en bespreekt de uitgekomen nummers. De redactieraad heeft negen leden en
vergadert vier keer per jaar.
Lees het redactiestatuut op www.delta.tudelft.nl/redactiestatuut, in het bijzonder artikel
5, voor meer informatie over de redactieraad. De zittingstermijn is vier jaar. Internationale
personeelsleden zijn van harte welkom om te reageren, maar een goed begrip van het
Nederlands is noodzakelijk.
Femto biedt:
- Een uitdagende en dynamische werkomgeving in een
jong team
- Marktconforme arbeidsvoorwaarden
Sollicitaties en informatie voor vrijdag 16 mei 2014 bij de hoofdredacteur, Frank Nuijens,
[email protected]
Is deze functie je op het lijf geschreven, stuur je CV en
motivatie naar Tom Santegoeds via [email protected]
Programme
• 13:00 - 13:30
Registration in Aula
• 13:30 - 13.45 Opening
words by Karel Luyben
(Rector Magnificus TU
Delft)
• 13.45 - 14.30 Keynote
speaker Prof. Christine
Mummery (Chair of
Developmental Biology at
Leiden University Medical
Centre)
• 14:30 - 15:15 Sound bites
• 15:15 - 17:30 Poster session
and Borrel
Location: Auditorium
June 10
SAVE THE
Come and experience the biodiversity at the TU Delft!
An afternoon filled with exciting bio-related science and
socializing over drinks and snacks.
DATE!
Everybody with a TU Delft affiliation is welcome!
More information: www.tudelft.nl/bioday
Registration
is now open.
Deadline
May 15
Delta
27
TU Delft
desgevraagd
Tweet
Het wordt steeds drukker op de Nederlandse fietspaden
en daardoor nemen botsingen tussen fietsers toe, meldt Nu.nl.
dige ongevallen (tegen een paaltje,
uitgegleden of in de sloot terechtgekomen) en aanrijdingen tussen fietsers
onderling. Bij enkelvoudige ongevallen
ligt het meestal aan de weg (ondeugdelijk wegdek, paaltjes op het pad of
onoverzichtelijk aangelegd). Bij de onderlinge aanrijdingen speelt het onderlinge verschil in snelheid een belangrijke
rol. Wielrenners in de bebouwde op de
rijbaan vindt Van Wee niet zondermeer
een goed idee. Wel als de snelheid van
auto's beperkt zou worden tot dertig kilometer per uur. "Maar dat is bij wegen
met afzonderlijk fietspad meestal juist
niet het geval."
"Heel herkenbaar", vindt dr. Marjan
Hagenzieker de bevindingen van VeiligheidNL. Ze werkt parttime bij transport
en planning (CiTG) en ook bij de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). "Sinds een aantal jaren stijgt het aantal ongevallen en
gewonden onder fietsers. Dat komt niet
alleen doordat het drukker is geworden
op het fietspad, maar ook doordat de
groep fietsers zo divers is geworden. Ouderen blijven langer actief, elektrische
fietsen zijn opgekomen en natuurlijk de
racefietsers." De SWOV doet onderzoek
naar trends in drukte en snelheidsverschil op fietspaden en onderzoekt hoe
die veiliger kunnen. Hagenzieker noemt
het 'ontvlechten' van fietsers met grote
snelheidsverschillen als een mogelijkheid. Dat kan met verschillende soorten
fietspaden ('fietssnelweg'), snelle fietsers op de rijbaan of helmplicht voor de
snelsten. "Educatie heeft pas zin als de
infrastructuur in orde is", vindt Hagenzieker. "En sinds de promotie van Paul
Schepers (‘A safer road environment for
cyclists’, 2013) weten we dat daar nog
winst te behalen is." (JW)
‘Het zou beter zijn om fietsverkeer te scheiden,
bijvoorbeeld door wielrenners binnen de bebouwde
kom niet op het fietspad toe te laten’
Docent Sander Pasterkamp: “Dit
betrof studenten die zich te laat
voor een hertentamen hadden ingeschreven. Ze kwamen op een reservelijst. Eén dag voor het hertentamen mailde het tentamenloket
dat ze niet mee konden doen. Dit
vak wordt digitaal getoetst in week
3.5 en 3.8. Als je voor één van
beide lager dan een vijf haalt, kun
je in week 3.10 hertentamen doen.
Probleem is dat de inschrijftermijn
hiervoor al sluit voordat het tweede deel van de toets is afgenomen.
Dat zorgt voor verwarring. Tussen
dit hertentamen en de volgende
herkansing zit een jaar. De zaal was
uiteindelijk voor eenderde leeg. Als
studenten die niet komen opdagen zich niet uitschrijven, hebben
mensen op de reservelijst geen
tentamentickets. Beetje bureaucratisch, maar ja. Ik verbaas me
er al jaren over dat ongeveer eenderde van de studenten niet naar
de tentamens komt. Ik kan niets
doen, hoe graag ik dat ook zou willen. Als mensen echt zwaar in de
problemen komen, kunnen ze naar
de examencommissie.”
www.delta.tudelft.nl/
27632 en 27927
Strip: Auke Herrema
Nu.nl baseert zich op een onderzoek
van VeiligheidNL naar ongelukken van
fietsers en wielrenners tussen 2008
en 2012. In die periode nam het aantal
botsingen tussen fietsers onderling met
veertig procent toe, waarbij vaak wielrenners betrokken waren.
Fietsonderzoeker dr.ir. Arend Schwab
(3mE) doet er nog een schepje bovenop
door er op te wijzen dat een groot deel
van fietsongevallen niet geregistreerd
wordt. De meeste gevallen waar geen
politie of ambulance aan te pas komt,
verdwijnen in de 'grijze zone'.
Dat het drukker wordt op het fietspad
klopt met zijn eigen waarneming en ook
de constatering dat er vaak aanrijdingen
tussen wielrenners en andere fietsers
zijn bevreemdt hem niet. "Het snelheidsverschil op het fietspad is te groot.
Het zou beter zijn om fietsverkeer te
scheiden, bijvoorbeeld door wielrenners
binnen de bebouwde kom niet op het
fietspad toe te laten."
Transportdeskundige prof.dr. Bert van
Wee (TBM) zegt dat het aantal dodelijke ongevallen in het verkeer afneemt,
maar minder onder fietsers waardoor
die nu meer opvallen. Een derde van de
dodelijke verkeersslachtoffers is fietser.
Bij de analyse van ongevallen springen
er twee categorieën uit: de enkelvou-
Gestresste studenten in de mail
die van het tentamenloket
niet mee mogen doen aan de
toets CTB2320 morgen wegens
plaatsgebrek. #TUDelft
28
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha
Photo: Hans Stakelbeek
Joint-university degrees
international
pages
Here at the international pages,
we're pretty international. But
some are more so than others,
including a student we've
highlighted in our article about
joint degree programs who
is attending a university in a
different country every semester.
Or the international featured
in Nostalgia, whose lived in the
Ukraine, Israel and now, the
Netherlands.
For Ali Alfaraj, a joint-degree program means a different country every semester but for, Hui-Ling Chen it’s many trips between Leiden
and Delft.
In the past few years, TU
Delft has introduced a number of innovative joint university degree programmes,
encouraging international
knowledge sharing and multidisciplinary idea exchange.
S
ome programmes are under
the aegis of the 3TU network
of TU Delft, Eindhoven University of Technology and
University of Twente while others are
with the IDEA-League, encouraging
European universities to work together. There are also programmes in
collaborations with other universities such as the University of Leiden
and NUS Singapore.
One such is the MSc in Applied
Geophysics, offered as part of the
IDEA-League. Students spend a semester each at ETH Zurich, RWTH
Aachen and TU Delft. “The purpose
is to offer a high-quality program
which covers more topics than each
of us can deliver alone. This is one
of the main benefits to the universities. It allows students to experience
three different universities and life
in three different countries. They
meet more professors of geophysics
than in single university program,”
says Professor Evert Slob, the coordinator.
For students, it’s mostly a win-win.
“We’re exposed to broader areas of
expertise. For instance, at TU Delft
we delved into oil exploration and at
Zurich we were taken for field trips,
including an archaeological land
survey. Had we done an MSc at one
university, it’s likely that our area of
focus would also have been limited,”
says Ali Alfaraj, a second year student of Applied Geophysics. Alfaraj,
who is here on a scholarship from
Saudi Arabia, adds, “We interact
with other MSc students at all these
universities, get a chance to soak in
cultures, sight-see and party there,”
he adds.
Hui-Ling Chen from Taiwan is doing
her MSc in Industrial Ecology. It is a
joint programme offered by TU Delft
and the University of Leiden. “We
can choose electives in either university. We can also get involved with
events and groups at both universities,” she says. This multidisciplinary
course has attracted people from
varied backgrounds such as anthro-
‘We interact with other MSc students at all these
universities, get a chance to soak in cultures,
sight-see and party there’
pology and civil engineering. The focus is on sustainability and students
have courses spread over the broader picture.
The universities strive to ease the
logistical burden of frequent moves,
but aren’t always successful. “Each
university contacts us during the
semester and informs us about available housing and arrangements,”
says Peter Maas, MSc Applied
Geophysics. For some courses,
things are not clear cut. “Our paperwork is processed by the University
of Leiden which means we can only
stay in student housing offered by
Leiden. However, most of our classes are held in Delft so it might have
made more sense to stay here,”
says Chen. Administration is also
confusing, she adds. “For instance,
we paid our fees at one office but no
notification was sent to the other
one. If there are any administrative
questions, no one knows whom to
go to.”
Adjusting to a new academic ethic is
never easy. “Professors in different
countries have different expectations from students and vice versa. It
can be puzzling at first, but you have
to raise the bar and work harder,”
says Maas. Chen offers a suggestion
for universities with struggling students. “Hold a boot camp of sorts.
A summer camp offering catch-up
classes in different disciplines, so
students can come a few weeks earlier and work on areas new to them.”
Delta
29
TU Delft
science
CO dry-cleaning within reach
Sharper ultrasound
Dry-cleaning with CO2 is a
sustainable competitor of the
traditional PER cleaning.
In her PhD research Stevia
Sutanto combines technical
improvements with competitive economics.
Fabrics that risk wrinkling or shrinking in water may be taken to a professional dry-cleaner. The industrial
washing machines there usually
work with a solvent called perchloroethylene or PER. It works pretty
well, but it has some serious health
drawbacks and PER is even classified
to be probable carcinogenic.
That’s why alternative solvents are
being developed and considered.
Liquid carbon dioxide (CO2) could be
such an alternative: it is non-toxic,
non-flammable, non-corrosive, environmental friendly, cheap, easily
recovered, available on a large scale
and needs no drying.
Nor does it wash very well. Bummer.
In her PhD thesis Dr. Stevia Sutanto, now working as a post-doc at
Twente University, explains that liquid CO2 doesn’t remove particulate
stains from textile very well because
SHORT
Dr. Sutanto doing the laundry in TU's prototype CO2-washer. (Photo: Jos Wassink)
of its low density (0,8 kg/litre at
working conditions 45 bar and 10
degrees Celsius) and low viscosity,
which means it has little interaction
with fibres.
At the end of her thesis Sutanto presents a number of improvements
of one of the few commercial CO2
washing machines: Electrolux Wascator. At 120.000 euro, a Wascator
is two times more expensive than
PER machine. High-pressure operation explains most of the price difference. The improvements following
to Sutanto’s recipe add 28.000 an-
other euro to the bill making a grand
total of nearly 150 thousand euro for
a top-notch CO2 washing machine.
That seems like a death sentence
for the new technology. Sutanto however does the sums and arrives at
roughly equal prices for PER or CO2dry cleaning per kg of fabrics.
CO2 cleaning even comes out slightly
cheaper in the end because it eliminates the disposal charges and
needs no water or steam. (JW)
Master's student Inès Beekers (Applied
Physics) was awarded the second prize of
the Dutch Physics Society (NNV) for her
bachelor's thesis on scanning tumours with
ultrasound. In the lab, Beekers made a
phantom with ten very fine tubes 0,2 millimetres across and as near to each other as
possible. She gently forced a saline solution
through them carrying lipide bubbles for
contrast. Much to her own surprise, she
could detect flow through the tubes (which
modelled blood vessels) although the distance between them is five to ten times
smaller than the nominal resolution of the
ultrasound scanner.
With her phantom featuring ten stretched
tubes, Beekers showed that fine flows could
be observed if they align with the direction
of the ultrasound sweep scan, but hardly so
if the flow is perpendicular to the scan. This
may be key for distinguishing tumours from
healthy tissue.
delta.tudelft.nl/28125
delta.tudelft.nl/28142
Inès Beekers. (Photo: Tomas van Dijk)
Manoeuvres of a fruit fly
Scientists have discovered
the manoeuvres the common fruit fly (Drosophila hydei) utilizes when it needs to
escape a predator.
When startled by predators, tiny
fruit flies respond like fighter jets;
they turn by rolling their bodies sideways. This allows them to turn five
times faster than they normally do.
This was one of the results of a study
undertaken at the University of Washington, which was published in
Science on 11 April. Among the American scientists, the list of authors
also includes the name of Johan
Melis, a student from Delft. This research was his final project and was
awarded a score of 9.
The researchers used an array of
high-speed video cameras operating at 7,500 frames a second to
capture the wing and body motion
of flies after they encountered a
looming image of an approaching
predator.
Florian Muijres is the lead author
of the paper. He supervised Johan
Melis’ graduation work, and once
studied at the Faculty Aerospace
Engineering in Delft himself. "In
the midst of a banked turn, the flies
can roll on their sides 90 degrees or
To Mars and back
more, almost flying upside down at
times. These flies normally flap their
wings 200 times a second and, in almost a single wing beat, the animal
can reorient its body to generate
a force away from the threatening
stimulus and then continues to accelerate."
Johan Melis’ contribution involved
translating the camera recordings
into the exact behaviour of the flies.
He used video of the fleeing flies
to construct a 3D computer model
of their body orientation and wing
flaps.
How the fly's brain and muscles control these fast and accurate evasive
manoeuvres is the next thing researchers would like to investigate.
(TvD)
delta.tudelft.nl/29138
According to the non-profit organization
Mars Society the planets will align in 2018,
offering a unique orbit opportunity to travel
to Mars and back to Earth in only 501 days.
And so Mars Society organized a contest,
the Inspiration Mars Design Contest. The
requirement is for student teams to design
a two-person Mars flyby mission for 2018 as
cheaply, safely and simply as possible.
A total of 56 universities and 38 student
teams competed. One of them is team
Adrestia from the Aerospace Engineering
faculty. The Delft students designed their
fly-by mission to Mars as part of a design
synthesis exercise, which is part of the curriculum of aerospace engineering.
The Delft students made it to the finals and
will present their design next month at
NASA Ames Research Center in California.
The winner will receive ten thousand dollars
and an all-expenses paid trip to the 2014
International Mars Society Convention.
delta.tudelft.nl/28144
30
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha
Photo: Hans Stakelbeek
delft survival guide
Surviving breakfast
They say breakfast is the most
important meal of the day. If
you’re sick and tired of cornflakes or not-so-great coffee in
your faculty, don’t fret. There
are a few places in Delft that
open well before 9:00 and
even have special breakfast
spreads.
La Bottega del Caffe
Hankering for a good cup of coffee at
7:00? La Bottega is the place for you.
A new addition to Delft, Dutch restaurateur Thierry Karreman and his Italian
partner Jasmina Campochiaro opened
the café just before Christmas with
a changing menu of Mediterranean
delicacies. For breakfast you can enjoy
an Italian croissant (€1) with jam or
chocolate (€1.20) and a cup of coffee
made from a special blend imported
from Italy. “It’s strong Italian coffee,
but isn’t bitter,” says Karreman. Small
and cosy, the place has number of art
and architecture books lying around
in case you’re up for early morning inspiration.
Where: Delfgauwseweg 165
Opening Time: 7:00
Bakker Bart
Want a delicious breakfast bargain?
Head to Bakker Bart. From 8:00 to
10:00 every day they serve a special
breakfast menu for €2.50, which
includes a cup of tea/coffee, orange
juice, a mini sandwich with ham and
cheese and a croissant with butter and
jam. “It’s a popular deal, we get a lot
of people in for breakfast through the
week,” says manager Marc
Schoonhoven.
Where: Brabant Turfmarkt 80
Opening Time: 8:00 (except Mondays)
Patrons of Blueberry Lunch Café meet over breakfast.
CoffeeCompany
Another one for the early rises, CoffeeCompany opens at 7:30. “For breakfast you can order muesli with yogurt
or milk (€2.75) or a croissant (€1.25).
You can also have a croissant with
raisins or chocolates (€1.75),” says Elisa
De Ruijter, the manager. A smooth
latte, a favourite with students, costs
€2.90 for a small cup and if you’d like
one with additional flavours, it will cost
€3.10.
Where: Markt 19
Opening time: 7:30 on weekdays
Blueberry Lunchcafe
Get spoilt for choice with Blueberry’s
breakfast menu. You can order plain
croissants (€2.25) with jam or ham
and cheese (€3.00) or even with brie
‘Our breakfast menu is really popular
because we have different savouries, muffins,
combinations and even a breakfast platter’
(€5.50). You could also try pancakes
with honey or bacon (€7.00) or stick
to healthier options such as yogurt
with honey, cruesli and fruit (€5.00).
“Our breakfast menu is really popular
because we have different savouries,
muffins, combinations and even a
breakfast platter,” says Taco Beglinger,
the owner. “Monday mornings are
quiet across town so we open late, but
Thursdays and Fridays are particularly
popular with students for breakfast,”
he adds. On the first Sunday of every
month they offer a full English breakfast from 10:00 onwards.
Where: Brabantse Turfmarkt 32a
Opening time: 8.30am Tuesday to
Saturday
Hema/Ikea/Jumbo
None of these might sound like great
breakfast venues, but you’ll be surprised to learn that they all have breakfast menus for a steal.
All-purpose store Hema has a breakfast offer for €1, which includes a cup
of coffee, a croissant with jam and an
egg sandwich. You can even ask for
two strips of bacon for 25 cents extra.
Breakfast is served only until 10:00.
Jumbo has a breakfast buffet of sorts.
For €1.50 you can choose three items
from a range of items such as fresh juice, yogurt with topping, eggs, bacon,
baguette, croissants etc. If you’d like
more, you have to pay 50 cents extra.
Breakfast is served from Monday to
Saturday from 8:00 to 10:00 and from
9:00 to 11:00 on Sundays.
At IKEA breakfast starts late, at 9:00,
but is worth a shot. Besides a €1 breakfast platter, you can get bacon strips
(29 cents), sausages (99 cents), pancakes (99 cents). Breakfast is served
until 10:30.
Delta
International school coming to TU Delft
The newly opened
International School
Delft (ISD) is currently
planning a move to the
TU Delft campus.
school care. “We are collaborating very closely with TU Delft
and the Stichting Rijswijkse
Kinderopvang (daycare organization),” he said. “We are
in the process of developing a
beautiful facility.”
Wijsman noted that this will be
This primary school, which held
its first classes in March of this
year, is currently located on the
Nassaulaan in Delft. They hope
to move to a permanent home
at Jaffalaan 9 in early 2015.
The ISD is part of the Laurentius Stichting, which manages
twenty-five schools in the area.
According to Dave Wijsman,
their facilities manager, the ISD
is a unique concept as an integrated facility offering daycare,
a primary school and after
TU Delft staff and
students will be given
priority for registration
31
TU Delft
Delft staff and students will be
given priority for registration.
Ronald Kuil, a real estate developer the university, said that
the university supports the ISD
and daycare being in a university building, in part, because
of the significant number of
people with international backgrounds at the university. “We
are always looking for possibilities to make the TU Delft
even more attractive for top
employees around the world,”
he stated. (HM)
the first time TU Delft has children on campus. The group will
also be offering onsite daycare
for international employees
and students. The new daycare
facility, which is called True
Colors Delft, will offer care for
children from 0-12 years. TU
There’s an app
for that
The Fiets! NL app is a must have for any serious or, even,
moderately frequent biker, according to PhD candidate
Natalie Carr. The app highlights biking routes around the
Netherlands, utilizing the Dutch node system. You can
plan your routes, check others’
routes and read the comments
for feedback on a potential
route. The app is in English,
though it connects to a Dutch
only website. It tracks your
location via GPS and even
your speed. “You can view
different layers,” says Carr,
“And see maps of cafes or,
most useful, bike repair
shops overlayed on your
route map.” There’s even
an Belgian version, in case
your travels take you over
the border.
ERC awards TU Delft researchers
The European Research Council
(ERC) has awarded two million euros
to two TU Delft researchers.
A
ngelo Simone and Maarten van Ham
were among the top scientists to be
given a grant during the ERC Consolidator Grant Competition. At a time when
research funding is difficult to come by, the ERC
awarded nearly €575 million worth of grants to
312 mid-career scientists across the European
Research Area. With a maximum of two million
per project, these grants are meant to support
outstanding, independent researchers with seven to twelve years of post-PhD experience, enabling them to establish their own investigative
teams and to pursue innovative research in their
respective fields.
As Professor of Urban Renewal at the Faculty
of Architecture and the Built Environment,
Van Ham was awarded an ERC grant for his
research on socio-spatial inequality, deprived
neighborhoods and neighborhood effects. Entitled 'DEPRIVEDHOODS' this groundbreaking
project investigates the complex relationship
between socio-economic inequality, poverty and
neighborhoods. Employing an integrated and
international approach, Van Ham makes use
of longitudinal data from Sweden, Estonia, the
Netherlands and the United Kingdom to analyze
neighborhood effects.
At the same time, Simone’s research interests lie
in the area of computational mechanics of materials. As an assistant professor at the Faculty of
Civil Engineering and Geosciences, Simone aims
to explore a new type of battery, which could
significantly reduce the weight and size of our
portable electronic devices. By combining the
structural function of a mobile device’s housing
with its energy source, this so-called “structural
battery” will allow manufacturers to radically alter the appearance of consumer electronics.
“I feel honored and privileged,” Simone says,
when asked how he felt about receiving the ERC
grant. “With a success rate of just 8.5%, the competition was fierce.” Nevertheless, the Italian is
convinced that the grant arrived at precisely the
This groundbreaking project
investigates the complex
relationship between socioeconomic inequality, poverty
and neighborhoods
nostalgia
W
ith all of the
unrest in his
home country
of Ukraine, it’s no surprise
that Gleb Polevoy, 31,
chooses his country’s
colors as his reminder of
home. He moved to the
Netherlands in 2012 to
pursue a PhD in computer
science, focusing on
game theory. However,
he didn’t move to the
Netherlands from the
Ukraine but from Israel,
where he had been living
since he was 13.
(Photo: Hans Stakelbeek)
right moment. “[The funding] allows me to develop my own research team and gives me the freedom to pursue curiosity-driven research without
any industrial obligation.”
Be that as it may, Simone admits that the societal benefits of his research will not be immediately tangible. Still, the overall impact of his project will significantly influence the research and
development of battery materials. “Our laptops
and mobile phones could become much lighter
thanks to structural batteries,” Simone says. “Little is known about the overall reliability of this
concept,” – a critical issue he is keen to explore.
(PhG)
Interested in being featured in Nostalgia?
Contact us at [email protected]
Contents
International
28
Joint-university
degrees
30
Surviving
Breakfast
Text: Heather Montague
Photo: Hans Stakelbeek
31
International school
coming to TU Delft
See www.delta.tudelft.nl
for the translation of page 16: Delft
researchers testing the waters in Myanmar
The bike of
Laurence Gibbons
T
he bright orange color of Laurence
Gibbons’ bike makes it stand out, but
that’s not the only unique thing about it.
It’s a bike that is specially designed for a
sport called Cyclo-cross.
Although Cyclo-cross bikes do resemble road
racing bikes, they have a slightly different frame
and wider tires. Gibbons describes the sport as
“a mad variation of cycling.” It actually involves
racing on a course featuring pavement, wooded
trails, grass, steep hills and obstacles requiring
the rider to quickly dismount, and carry the
bike while navigating the obstruction and then
remount. “Riding basically road bikes off-road
is a recipe for accidents,” says Gibbons. “I have
had a couple of falls, fortunately on to soft mud,
and near misses with oncoming trees, but that's
all part of the fun.”
Before moving to the Netherlands last August,
Gibbons cycled to the university in Bath, England
every day. He did road cycling and triathlons,
but his first ever road bike was stolen in the
UK. Luckily, insurance covered the cost of the
replacement bike. At that time Gibbons wanted
to get into Cyclo-cross. “Seeing as I was going to
the Netherlands, where Cyclo-cross is huge,” he
said,” it seemed like an ideal time to get one.”
Gibbons mainly uses the bike for racing and
Name:
Laurence Gibbons
(Architecture – Erasmus Exchange)
home country:
United Kingdom
Price:
Insurance paid for it
Brand:
Orange
training, but unfortunately not as much as he
would like. “The cycling club WTOS has been
very helpful in introducing me to competitive
biking in the Netherlands,” he said, “but
studying has gotten in the way too many times.”
Reminiscing about his stolen bike, Gibbons said,
“It wasn't a particularly good bike but it had
huge sentimental value. I hope this one will be
as good a companion.” And the brightly hued
bike is just one of an ever growing collection
for Gibbons. “Always remember the formula:
the maximum number of bikes you can own is
N+1, where N is the current number of bikes you
own,” quipped Gibbons.