Conjunctuurnota september 2014 - POM West

Het verloop van de sociaaleconomische
indicatoren en de conjunctuur in
West-Vlaanderen - Opmaak september 2014
INHOUD Blz. 1. WERKLOOSHEID....................................................................................................................................1 2. WERKAANBIEDINGEN ...........................................................................................................................5 3. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID ..................................................................................................................8 4. VERGUNDE EN BEGONNEN WONINGEN ..............................................................................................9 5. OMZET, INVESTERINGEN EN UITVOER .............................................................................................. 11 6. STARTERS ........................................................................................................................................... 12 7. FAILLISSEMENTEN EN VERLOREN JOBS ............................................................................................. 14 8. INSCHRIJVINGEN VAN NIEUWE PERSONENWAGENS ........................................................................ 16 9. CONJUNCTUURINDICATOR VAN DE NATIONALE BANK .................................................................... 17 10. OVERZICHTSTABEL VOOR WEST‐VLAANDEREN .............................................................................. 20 11. SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN CONJUNCTUUR IN HET VLAAMSE GEWEST ................ 21 12. BESLUIT ............................................................................................................................................ 23 POM West‐Vlaanderen ‐ Provinciehuis Olympia ‐ Koning Leopold III‐laan 66 ‐ 8200 Sint‐Andries/Brugge Tel.: ../32/50/40 31 66 ‐ Fax: ../32/50/71 94 06 ‐ E‐mail: [email protected] – Website: www.pomwvl.be De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij is een publiekrechtelijke instelling met rechtspersoonlijkheid erkend door de Vlaamse Regering Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 1. WERKLOOSHEID (BRON: VDAB, RVA) Cijfers tot en met augustus 2014. In augustus 2014 telde West‐Vlaanderen 37.444 werklozen1 (zie figuur 1). Ten opzichte van augustus 2013 is dit een stijging met 3,8%. Een toename die weliswaar de kleinste blijkt tot nu toe in 2014. Figuur 1: Evolutie van het aantal niet‐werkende werkzoekenden in West‐Vlaanderen 40.000
35.000
30.000
25.000
2012
20.000
2013
2014
15.000
10.000
5.000
0
jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest bleef de toename op jaarbasis in augustus 2014 beperkt, namelijk 3%. Ook in het Vlaamse Gewest blijven de toenames op jaarbasis verkleinen. Bekijken we mannen en vrouwen afzonderlijk (zie figuur 2), dan is de trend van “afnemende toenames“ ook hier duidelijk. Bij de mannen daalde de stijging op jaarbasis geleidelijk van 13,6% in januari 2014 naar 4,6% in augustus 2014. Bij de vrouwen ging de evolutie van 13% in januari 2014 naar 3% in augustus 2014. 1
Onder werklozen wordt verstaan: het aantal niet‐werkende werkzoekenden. Zij vertegenwoordigen het bij de VDAB ingeschreven arbeidsmarktpotentieel. In deze groep zijn onder meer de schoolverlaters, de vrij ingeschrevenen en een zeer diverse restgroep (met daarin de tijdelijk geschorsten) opgenomen. Een nadeel is wel dat de oudere werklozen met vrijstelling van inschrijving als werkzoekend niet zijn opgenomen. 1 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen Figuur 2: Evolutie van het aantal niet‐werkende werkzoekenden naar geslacht in West‐Vlaanderen 20.000
18.000
16.000
14.000
12.000
10.000
2012
8.000
2013
6.000
2014
4.000
2.000
jan
feb
maa
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
jan
feb
maa
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
0
Mannen
Vrouwen
BRON: VDAB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Idem dito in het Vlaamse Gewest. Bij de mannen evolueerden de toenames op jaarbasis geleidelijk van 11,3% in januari 2014 naar 3% in augustus 2014 en bij de vrouwen van 11,8% naar 3%. In augustus 2014 daalde de jeugdwerkloosheid in West‐Vlaanderen met 0,9%. In januari van dit jaar was er nog een toename met 10,1%. Het feit dat de evolutie van de jeugdwerkloosheid in 2014 al elke maand gunstiger is dan de evolutie van het totale aantal werklozen, zorgt ervoor dat het aandeel van de jeugdwerklozen systematisch lager ligt dan in 2013. Gemiddeld was dit in de eerste acht maanden van dit jaar 1,3%punt. Figuur 3: Evolutie van het aantal niet‐werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar in West‐Vlaanderen 12.000
10.000
8.000
2012
6.000
2013
2014
4.000
2.000
0
jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. 2 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen Ook in het Vlaamse Gewest evolueert het aantal jeugdwerklozen gunstiger dan het totale aantal werklozen. Het verschil met West‐Vlaanderen is dat het aantal jeugdwerklozen nog gunstiger evolueert: de toenames begin 2014 waren kleiner en de afnames groter. Zo was er in het eerste kwartaal van 2014 een toename op jaarbasis in het Vlaamse Gewest met 3,3% tegenover een toename met 6,2% in West‐
Vlaanderen. In het tweede kwartaal was er in het Vlaamse Gewest een afname met 3%, terwijl West‐
Vlaanderen nog een lichte stijging met 1% noteerde. Het aantal niet‐werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder (zie figuur 4) stijgt dan weer sterker dan het totale aantal werklozen. De verhoging van de leeftijdsgrens voor onvoorwaardelijke vrijstelling als werkzoekende begin 2013 speelt hierin nog altijd een rol2. De toenames van het aantal oudere werkzoekenden worden wel geleidelijk kleiner. In het eerste kwartaal van 2014 bedroeg de stijging op jaarbasis 15,2%, in het tweede kwartaal 12% en in juli en augustus van 2014 daalden de toenames onder de 10% (respectievelijk +9,6% en +8,3%). Figuur 4: Evolutie van het aandeel niet‐werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder in West‐
Vlaanderen 35,0
30,0
25,0
2012
20,0
2013
15,0
2014
10,0
5,0
0,0
jan
feb maa apr
mei
jun
jul
aug sep
okt
nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Daartegenover staat dat de oudere uitgeschreven werklozen van minstens 50 jaar3 in grote getale afnemen. In het eerste kwartaal van 2014 was er een afname met 19,8%, in het tweede kwartaal met 20,3%. De divergerende evolutie van het aantal oudere niet‐werkende werkzoekenden en het aantal uitgeschreven oudere werklozen wordt mooi geïllustreerd in figuur 5. 2
Sinds januari 2013 kan een werkzoekende zich pas vanaf 60 jaar laten uitschrijven als werkzoekende; voorheen lag de leeftijdsgrens voor onvoorwaardelijke vrijstelling op 58 jaar. Deze verhoging van de leeftijdsgrens zorgt voor een toename van het aantal werkzoekenden van 50 jaar en ouder en een afname van het aantal oudere uitgeschreven werklozen van minstens 50 jaar. 3
Cfr voetnoot 2. 3 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen Figuur 5: Evolutie op jaarbasis van het aantal oudere niet‐werkende werkzoekenden en het aantal uitgeschreven oudere werklozen in West‐Vlaanderen 20%
15%
10%
5%
0%
‐5%
‐10%
‐15%
‐20%
oudere nwwz
okt 14
jul 14
apr 14
jan 14
okt 13
jul 13
apr 13
jan 13
okt 12
jul 12
apr 12
jan 12
okt 11
jul 11
apr 11
jan 11
okt 10
jul 10
apr 10
jan 10
‐25%
uitgeschreven oudere werklozen
BRON: VDAB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest is de evolutie van het aantal oudere niet‐werkende werkzoekenden en het aantal oudere uitgeschreven werklozen gelijklopend aan deze in West‐Vlaanderen. 4 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 2. WERKAANBIEDINGEN (BRON: VDAB) Cijfers tot en met augustus 2014. In augustus 2014 ontving de VDAB 3.084 vacatures4 in het Normaal Economisch Circuit (exclusief interim‐vacatures5). Dit is 23,8% meer dan in augustus 2013. In deze maand en ook alle voorgaande maanden van 2014 ligt het aantal ontvangen vacatures op jaarbasis aanzienlijk hoger dan in dezelfde maanden van 2013 (zie figuur 6). De toenames op jaarbasis bedroegen in het eerste en tweede kwartaal van 2014 respectievelijk 18,1% en 22,8%. Ook inclusief interimvacatures zijn er grote toenames van het aantal ontvangen vacatures. Figuur 6: Evolutie van het aantal ontvangen werkaanbiedingen (NEC, exclusief interim‐vacatures) voor West‐Vlaanderen 4.500
4.000
3.500
3.000
2012
2.500
2013
2.000
2014
1.500
1.000
500
0
jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Ook het aantal openstaande vacatures op het einde van de maand ligt in 2014 hoger dan in 2013 (zie figuur 7). In het eerste kwartaal van 2014 was er nog een afname met gemiddeld 2,5% op jaarbasis, maar in het tweede kwartaal van 2014 was er een stijging met 11,3%. In juli en augustus 2014 waren er toenames met respectievelijk 4,9% en 15% op jaarbasis. 4
Wegens te grote niet‐conjunctuurgerelateerde schommelingen worden de vacatures voor studentenjobs vanaf januari 2014 niet meer meegeteld in het Normaal Economisch Circuit (exclusief interim‐vacatures). De cijfers van vóór 2014 werden herberekend waardoor een nieuwe tijdreeks met vergelijkbare cijfers werd verkregen (bron: VDAB‐werkaanbodbericht van januari 2014). 5
Eén interim‐vacature kan leiden tot een reeks opeenvolgende interim‐opdrachten of kan doorgegeven worden via meerdere interimkantoren. Om die reden verwijderde de VDAB de interim‐vacatures uit het Normaal Economisch Circuit (NEC) en uit haar analyses. 5 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen Figuur 7: Evolutie van het aantal openstaande werkaanbiedingen (NEC, exclusief interim‐vacatures) op het einde van de maand voor West‐Vlaanderen 9.000
8.000
7.000
6.000
2012
5.000
2013
4.000
2014
3.000
2.000
1.000
0
jan feb maa apr mei jun
jul
aug sep okt nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest zien we ook een positieve evolutie – lees: stijging – van het aantal ontvangen vacatures en het aantal openstaande vacatures. De toenames zijn wel minder groot dan die in West‐
Vlaanderen. Het aantal niet‐werkende werkzoekenden per openstaande vacature lag in de eerste acht maanden van 2014 op 4,3. Dit cijfer is ongeveer even groot als dat van 2013 (zie figuur 8). De krapte op de arbeidsmarkt is momenteel minder groot dan in de periode 2011‐2012. Er zijn nu meer niet‐werkende werkzoekenden per vacature dan toen. 6 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen Figuur 8: Evolutie van het aantal niet‐werkende werkzoekenden per openstaande vacature in West‐
Vlaanderen, 2005‐2014 (t/m augustus 2014) 40.000
35.000
7,8
30.000
25.000
5,8
5,3
20.000
4,8
4,1
15.000
3,6
3,2
4,4
4,3
2013
2014*
3,6
10.000
5.000
0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
niet‐werkende werkzoekenden
openstaande vacatures
aantal niet‐werkende werkzoekenden per openstaande vacature
BRON: VDAB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. 7 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 3. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID (BRON: RVA) Cijfers tot en met juni 2014. De tijdelijke werkloosheid evolueerde in 2014 uitermate gunstig in die zin dat het gemiddeld aantal van de tijdelijke werkloosheid6 met grote aantallen afnam (zie figuur 9). In het eerste kwartaal van 2014 daalde het cijfer in West‐Vlaanderen met 36,2% op jaarbasis, in het tweede kwartaal met 30,5%. Figuur 9: Evolutie van het gemiddelde aantal van de tijdelijke werkloosheid in West‐Vlaanderen 12.000
10.000
8.000
2012
6.000
2013
2014
4.000
2.000
0
jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: RVA, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest zien we grote afnames: ‐41,7% op jaarbasis in het eerste kwartaal van 2014 en ‐29,2% in het tweede kwartaal. 6
Er zijn twee statistieken over de tijdelijke werkloosheid beschikbaar. De eerste statistiek bevat het aantal fysieke eenheden van de tijdelijke werkloosheid. Dit komt overeen met het aantal betalingen per maand of het aantal tijdelijke werklozen, ongeacht de duur van de tijdelijke werkloosheid. De tweede statistiek toont het gemiddelde aantal van de tijdelijke werkloosheid. Dit is een betere indicator voor de omvang van de tijdelijke werkloosheid, aangezien het aantal vergoedbare dagen van tijdelijke werkloosheid in verhouding gebracht wordt tot het aantal potentiële arbeidsdagen in de betrokken maand. In dit conjunctuuroverzicht wordt de tweede statistiek geanalyseerd. Deze cijfers mogen niet gebruikt worden als indicatie van de werklozen, omdat het gaat om personen die nog steeds door een arbeidscontract gebonden zijn, maar om tijdelijke redenen geen werk hebben. De voornaamste oorzaak van tijdelijke werkloosheid is van economische aard, maar ook weersomstandigheden, jaarlijkse vakantie voor beginnende werknemers, overmacht, technische stoornis of stakingen kunnen een oorzaak zijn. 8 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 4. VERGUNDE EN BEGONNEN WONINGEN (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) Voorlopige cijfers tot en met mei 20147 (vergunde woningen) of april 2014 (begonnen woningen). De bouwnijverheid heeft in West‐Vlaanderen heel wat werk voor de boeg. In de eerste vijf maanden van 2014 werden al heel wat meer nieuwbouwwoningen vergund dan in dezelfde periode van 2014. Figuur 10 spreekt boekdelen. In het eerste kwartaal van 2014 was er méér dan een verdubbeling van het aantal (+121,4%) en ook in april (+257,2%) en mei (+53,2%) waren er gigantische toenames. Figuur 10: Evolutie van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in West‐Vlaanderen 2.000
1.800
1.600
1.400
1.200
2012
1.000
2013
800
2014
600
400
200
0
jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Het aantal renovatiewoningen dat werd vergund in West‐Vlaanderen kende ook een stijging in de eerste vijf maanden van 2014, maar die was minder groot dan bij het aantal vergunde nieuwbouwwoningen. De toenames bedroegen 17,1% op jaarbasis in het eerste kwartaal van 2014, 8,2% in april 2014 en 18,6% in mei 2014. Het aantal nieuwbouwwoningen waarvan de werken effectief startten steeg in het eerste kwartaal van 2014 met 11,9% en met 26,8% in april 2014. Het effect van de gigantische toenames van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen laat nog even op zich wachten, maar zal zeker volgen. Ook in het Vlaamse Gewest steeg het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in de eerste vijf maanden 7
Omdat de FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), niet alle formulieren tijdig ontvangt, worden de ontbrekende cijfers bijgeschat op basis van historische gegevens per arrondissement. Zodra de FOD Economie over de volledige informatie beschikt, worden de voorlopige cijfers vervangen door definitieve cijfers. 9 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen van 2014 aanzienlijk, doch minder spectaculair dan in West‐Vlaanderen. In het eerste kwartaal van 2014 noteerden we een toename met 58,3% op jaarbasis en in april en mei 2014 waren er toenames met respectievelijk 130,8% en 35,4%. De stijging van het aantal vergunde renovatiewoningen is van dezelfde grootteorde als in West‐Vlaanderen. 10 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 5. OMZET, INVESTERINGEN EN UITVOER (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) Omwille van interne afwezigheden bij onze dataleverancier waren er bij de opmaak van deze conjunctuurnota nog geen cijfers beschikbaar voor het eerste en tweede kwartaal van 2014. Voor een analyse van de op dit moment recentst beschikbare cijfers, moeten we helaas verwijzen naar vorige conjunctuurnota’s. 11 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 6. STARTERS (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) Cijfers tot en met juni 2014. Kanttekening: op 1 januari 2014 werd de BTW‐plicht voor advocaten ingevoerd. Aangezien dit nieuwe BTW‐plichtigen zijn, worden zij in de statistieken van de FOD Economie (ADSEI) opgenomen als starters8. Door de invoering van de BTW‐plicht voor advocaten is de evolutie van het aantal starters sterk vertekend en is het moeilijk om betekenisvolle uitspraken te doen op conjunctureel vlak. Toch geven we de cijfers graag mee. De starters zitten op een stijgende trend (zie figuur 11). In de eerste helft van 2014 waren er in West‐
Vlaanderen gestadig toenames. In het eerste kwartaal was er een toename met 79% op jaarbasis, in het tweede met 16,8%. Wanneer we abstractie maken van de extreem vertekende evolutie in de maand januari, dan bedraagt de toename in de eerste helft van 2014 zo’n 21,3%. Figuur 11: Evolutie van het aantal starters in West‐Vlaanderen 2.500
2.000
1.500
2012
2013
2014
1.000
500
0
jan
feb maa apr
mei
jun
jul
aug sep
okt
nov
dec
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West‐Vlaanderen. 8
Het aantal starters wordt gedefinieerd als de som van het aantal nieuwe BTW‐plichtige en het aantal wederonderwerpingen van BTW‐
plichtige ondernemingen. Niet‐BTW‐plichtige ondernemingen worden niet opgenomen (zoals sommige handelsvennootschappen of non‐
profitorganisaties). De statistiek is gebaseerd op administratieve gegevens, wat noopt tot omzichtigheid bij de interpretatie van de cijfers. Een deel van het waargenomen verloop heeft een administratieve oorsprong en beantwoordt niet noodzakelijk aan een economische realiteit. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de omvorming van een onderneming van "natuurlijke persoon" naar "rechtspersoon". In de statistiek wordt dit tweemaal geregistreerd, namelijk als een schrapping (van de natuurlijke persoon) en een inschrijving (als rechtspersoon). Daarnaast kunnen bepaalde tendensen de weerspiegeling zijn van administratieve wijzigingen, bv. wanneer beroepsactiviteiten aan de BTW‐
plicht worden onderworpen of worden geschrapt als BTW‐plichtige. 12 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen De stopzettingen en schrappingen lagen in de eerste helft van 2014 in West‐Vlaanderen nagenoeg even hoog als in dezelfde periode van 2013. In het eerste kwartaal van 2014 was er een toename op jaarbasis met 1,3%, in het tweede kwartaal een afname op jaarbasis met 1,4%. In het Vlaamse Gewest was er daarentegen een duidelijke stijging van het aantal stopzettingen en schrappingen in de eerste helft van 2014. Dit kwam vooral door een toename in het eerste kwartaal (+9,4%); in het tweede kwartaal was er immers een afname met 2%. De starters stegen aanzienlijk. Abstractie makend van de maand januari was er in het Vlaamse Gewest een gemiddelde toename met 18,6% in de andere vijf maanden van het eerste semester. Dit is van dezelfde grootteorde als het stijgingspercentage in West‐Vlaanderen. 13 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 7. FAILLISSEMENTEN EN VERLOREN JOBS (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, GRAYDON, VDAB) Cijfers tot en met augustus 2014. In het eerste en tweede kwartaal van 2014 ging het de goeie kant uit met de faillissementen in West‐
Vlaanderen (zie figuur 12). We noteerden in het eerste kwartaal van 2014 een afname met 5,4% op jaarbasis en met 3,4% in het tweede kwartaal. Helaas zien we vanaf juni opnieuw toenames op jaarbasis. Figuur 12: Evolutie van het aantal faillissementen in West‐Vlaanderen 120
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
2012
2013
2014
jan
feb maa apr
mei
jun
jul
aug sep
okt
nov dec
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West‐Vlaanderen. In de eerste acht maanden van 2014 gingen in West‐Vlaanderen al 1.249 jobs verloren, wat meer is dan in dezelfde periode van 2013 (+10,3% op jaarbasis9). De grootste faillissementen in West‐Vlaanderen in de periode januari‐augustus 2014 waren: Vecari uit Zonnebeke (augustus, 132 jobs), Signature Vermeulen uit Meulebeke (januari, 88 jobs), Brusselle Enterprises uit Nieuwpoort (juli, 72 jobs), Atcomex‐Company uit Wevelgem (januari, 66 jobs), Godderis C.M. Ledegem uit Ledegem (mei, 49 jobs) en Ardicor uit Ardooie (april, 43 jobs). In 2014 werden er tot en met augustus vier collectieve ontslagen volledig uitgevoerd met in totaal 290 ontslagen werknemers. In de eerste acht maanden van 2014 zijn er in West‐Vlaanderen geen intenties 9
Graydon maakte in januari 2013 melding van een faillissement van Grandeco Wallfashion Group in Tielt met een verlies van 141 jobs. Na consultatie van diverse bronnen bleek dit echter om een sluiting van een Franse vestiging te gaan die geen invloed had op de effectieve Tieltse tewerkstelling van het bedrijf. We voerden daarom een correctie uit op de cijfers van Graydon. 14 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen tot collectief ontslag10 meer gemeld. Wel zal de intentie van Delhaize om in België te snoeien in het aantal jobs, ook gevolgen hebben voor West‐Vlaamse vestigingen en hun personeel. In tegenstelling tot de situatie in West‐Vlaanderen, bleef het aantal faillissementen in het Vlaamse Gewest wel dalen in de zomermaanden. Na afnames met respectievelijk 0,7% en 6,2% in het eerste en tweede kwartaal van 2014, noteerde Graydon in juli en augustus samen een afname op jaarbasis met 12,8%. Er gingen in het Vlaamse Gewest in de eerste acht maanden van 2014 in totaal 7.175 jobs verloren als gevolg van faillissementen. Ten opzichte van dezelfde periode van 2013 is dit 16% minder. In Vlaanderen werden in de eerste acht maanden van 2014 al 44 collectieve ontslagen effectief uitgevoerd. Hierdoor verloren al 3.069 mensen hun job. Dit is wel een pak minder dan in dezelfde periode van 2013 (8.241 jobs), waarbinnen o.a. het collectief ontslag van ruim 4.000 FORD‐werknemers werd afgehandeld. Daarnaast zijn er in Vlaanderen van januari tot en met augustus 2014 nog zeven intenties tot collectief ontslag gemeld. Het aantal jobs dat hierdoor op de helling staat is relatief groot, dit als gevolg van o.a. de berichtgeving dat bij Delhaize 2.500 banen zullen verdwijnen. Zoals eerder aangegeven zal deze intentie van Delhaize ook gevolgen hebben voor werknemers van het bedrijf in West‐Vlaanderen. 10
De statistiek van de collectieve ontslagen bevat twee onderdelen, met name deel 1: de intenties tot collectief ontslag en deel 2: de effectief uitgevoerde collectieve ontslagen. De intenties tot collectief ontslag werden gemeld aan de sociale interventieadviseur maar de sociale onderhandelingen moeten nog starten of zijn nog bezig. Bij de effectief uitgevoerde collectieve ontslagen is het collectief ontslag volledig beschreven en werden alle te doorlopen procedures voltooid. Het aantal collectieve ontslagen in de oorspronkelijke intentie kan dus nog afwijken van het uiteindelijke aantal collectieve ontslagen. Alle collectieve ontslagen komen slechts één keer voor in de statistiek: ofwel bij het eerste deel (de intenties) ofwel later bij deel twee (de effectieve collectieve ontslagen). 15 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 8. INSCHRIJVINGEN VAN NIEUWE PERSONENWAGENS (BRON: FEBIAC) Cijfers tot en met augustus 2014. In het salonjaar 2012 was er een aanzienlijke terugval van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens. FEBIAC wijt dit zelf aan een combinatie van factoren11. In 2014 zien we ‐ met uitzondering van april ‐ voorlopig nog geen toenames van het aantal inschrijvingen in West‐Vlaanderen (zie figuur 13). In het eerste kwartaal was er een daling met 3,3% op jaarbasis, in het tweede kwartaal met 4,1% en in juli en augustus met respectievelijk 12,6% en 17,7%. Figuur 13: Evolutie van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in West‐Vlaanderen 2.500
2.000
1.500
2012
2013
2014
1.000
500
0
jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: FEBIAC, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest zijn de afnames in de eerste twee kwartalen nog groter, namelijk ‐7,9% in het eerste kwartaal en ‐11,4% in het tweede kwartaal. In juli en augustus zijn de afnames op jaarbasis dan weer iets kleiner dan in West‐Vlaanderen (respectievelijk ‐9,2% en ‐9,7%).
11 Volgens FEBIAC was de terugval begin 2012 te verwachten na twee uitzonderlijke jaren. Omwille van het nakende einde van de federale CO2‐
korting kende december 2011 een hoog aantal extra inschrijvingen, wat ten koste ging van het eerste kwartaal van 2012. Daarnaast deed de invoering van een nieuwe BIV (belasting op inverkeersstelling) in Vlaanderen heel wat kopers hun aankoop uitstellen. Bovendien voerde de FOD Mobiliteit en Vervoer in de laatste week van april een nieuwe toepassing in waardoor de statistieken voor april en mei 2012 een vertekend beeld geven. 16 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 9. CONJUNCTUURINDICATOR VAN DE NATIONALE BANK (BRON: NBB) Cijfers tot en met augustus 2014. De brutowaarde van de synthetische curve voor West‐Vlaanderen bereikte in augustus 2014 een waarde van ‐14,512 (zie figuur 14). Dit is een daling met 1,1%punt ten opzichte van augustus 2013. De afgevlakte curve toont door de evolutie van de brutowaarden in het voorjaar nu een duidelijke piek begin 2014 en heeft een neerwaartse trend ingezet. De brutowaarden van de zomermaanden lijken te aarzelen en stegen en daalden afwisselend. Figuur 14: Synthetische conjunctuurcurve voor West‐Vlaanderen Saldo van positieve en negatieve antwoorden
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
10
afgevlakt
5
bruto
0
‐5
‐10
‐15
‐20
‐25
‐30
‐35
BRON: NBB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Ook bij de deelcurven (zie figuur 15 t/m 18) kunnen we spreken van een eerder aarzelende trend met afwisselend toe‐ en afnemende brutowaarden in de recentste maanden. De afgevlakte curven lijken een dalende trend in te zetten, met uitzondering van de ruwbouw die nog enigszins opwaarts gericht is. 12
Aan de hand van een maandelijkse enquête bij bedrijfsleiders gaat de Nationale Bank na hoe het gesteld is met een aantal facetten van de activiteit, de vraag en de vooruitzichten. Er zijn drie antwoordmogelijkheden: stijgend (positief), gelijkblijvend of dalend (negatief). De indicator is het saldo van de positieve en de negatieve antwoorden op deze vragen, en dit voor alle ondervraagden. In tegenstelling tot de nationale indicator worden de antwoorden per provincie niet gewogen. De maandelijkse resultaten van de enquête worden op een grafiek uitgezet. De curve wordt afgevlakt. Zo kan men de trend gemakkelijker onderkennen. Om de kwaliteit van de conjunctuurindicator te verhogen voerde de Nationale Bank in april 2009 enkele methodologische wijzigingen door (meer info hierover via www.nbb.be/doc/DQ/N_method/M_Nre09II.pdf). Zo werd de curve van de dienstverlening aan bedrijven geïntegreerd in de algemene synthetische curve en wordt nu per bedrijfstak slechts een selectie van vragen opgenomen in de enquête. 17 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen Saldo van positieve en negatieve antwoorden
aug 14
jul 14
jun 14
mei 14
apr 14
mrt 14
feb 14
jan 14
dec 13
nov 13
okt 13
sep 13
aug 13
jul 13
jun 13
mei 13
apr 13
mrt 13
feb 13
jan 13
dec 12
nov 12
Figuur 15: Conjunctuurcurve industrie voor West‐Vlaanderen 0
afgevlakt
bruto
‐5
‐10
‐15
‐20
‐25
aug 14
jul 14
jun 14
mei 14
apr 14
mrt 14
feb 14
jan 14
dec 13
nov 13
okt 13
sep 13
aug 13
jul 13
jun 13
mei 13
apr 13
mrt 13
feb 13
jan 13
dec 12
nov 12
BRON: NBB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Figuur 16: Conjunctuurcurve ruwbouw voor West‐Vlaanderen Saldo van positieve en negatieve antwoorden
0
afgevlakt
bruto
‐5
‐10
‐15
‐20
BRON: NBB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. 18 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen Saldo van positieve en negatieve antwoorden
aug 14
jul 14
jun 14
mei 14
apr 14
mrt 14
feb 14
jan 14
dec 13
nov 13
okt 13
sep 13
aug 13
jul 13
jun 13
mei 13
apr 13
mrt 13
feb 13
jan 13
dec 12
nov 12
Figuur 17: Conjunctuurcurve handel voor West‐Vlaanderen 0
afgevlakt
‐5
bruto
‐10
‐15
‐20
‐25
‐30
‐35
aug 14
jul 14
jun 14
mei 14
apr 14
mrt 14
feb 14
jan 14
dec 13
nov 13
okt 13
sep 13
aug 13
jul 13
jun 13
mei 13
apr 13
mrt 13
feb 13
jan 13
dec 12
nov 12
Saldo van positieve en negatieve antwoorden
BRON: NBB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. Figuur 18: Conjunctuurcurve dienstverlening aan bedrijven voor West‐Vlaanderen 15
afgevlakt
10
bruto
5
0
‐5
‐10
‐15
BRON: NBB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. 19 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 10. OVERZICHTSTABEL VOOR WEST‐VLAANDEREN Tabel 1: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen (1) Indicator Eenheid Wijziging op Datum Waarde jaarbasis
Arbeidsmarkt aantal aug 2014 - nwwz totaal 37.444 +3,8%
aantal aug 2014 19.544 +4,6%
- nwwz mannen aandeel 52,2% +0,4%pt
aantal aug 2014 17.900 +3,0%
- nwwz vrouwen aandeel 47,8% ‐0,4%pt
aantal aug 2014 10.533 ‐0,9%
- nwwz <25 jaar aandeel 28,1% ‐1,4%pt
aantal aug 2014 - nwwz >50 jaar 9.332 +8,3%
aandeel 24,9% +1,0%pt
aantal jun 2014 - nwnwz 5.454 ‐20,3%
aantal jul 2014 3.260 +21,3%
- ontvangen vacatures (2) aantal jul 2014 8.274 +4,9%
- lopende vacatures einde maand (2) gem. aantal jun 2014 - tijdelijke werkloosheid 3.430 ‐16,9%
Consumenten aantal mei 2014 - vergunde woningen (nieuwbouw) (3) 826 +53,2%
aantal mei 2014 - vergunde woningen (renovatie) (3) 370 +18,6%
aantal apr 2014 - begonnen woningen (nieuwbouw) (3) 775 +26,8%
aantal aug 2014 - inschrijvingen nieuwe personenwagens 815 ‐17,7%
Producenten aantal jun 2014 - starters 498 +50,5%
aantal jul/aug 122 +28,4%
- faillissementen 2014 aantal aug 2014 - banen verloren door faillissementen 121 ‐4,7%
brutowaarde aug 2014 - conjunctuurindicator ‐14,5 ‐1,1 punten
(1) Indicatoren die ongunstig evolueerden zijn gemarkeerd. (2) NEC, exclusief interim‐vacatures. (3) Voorlopige cijfers. BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. 20 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 11. SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN CONJUNCTUUR IN HET VLAAMSE GEWEST Saldo van positieve en negatieve antwoorden
aug 14
jul 14
jun 14
mei 14
apr 14
mrt 14
feb 14
jan 14
dec 13
nov 13
okt 13
sep 13
aug 13
jul 13
jun 13
mei 13
apr 13
mrt 13
feb 13
jan 13
dec 12
nov 12
Figuur 19: Conjunctuurcurve industrie voor het Vlaamse Gewest13 (a) 0
‐2
afgevlakt
bruto
‐4
‐6
‐8
‐10
‐12
‐14
‐16
‐18
(a) Voor het Vlaamse Gewest bestaat er geen globale synthetische conjunctuurcurve. BRON: NBB, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. 13
Voor de gewesten bestaat er geen globale synthetische conjunctuurcurve. Dit om te vermijden dat een gemengde samengestelde curve berekend wordt, aangezien op het niveau van de gewesten een aparte methodologie gehanteerd wordt voor het berekenen van de industrie enerzijds en de handel en de bouw anderzijds. Bij de provincies stelt dit probleem zich niet aangezien alle sectorberekeningen volgens een zelfde methodologie gebeuren. 21 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen Tabel 2: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in het Vlaamse Gewest (1) Indicator Eenheid Wijziging op Datum Waarde jaarbasis
Arbeidsmarkt aantal aug 2014 - nwwz totaal 248.511 +3,0%
aantal aug 2014 - nwwz mannen 129.655 +3,0%
aandeel 52,2% +0,0%pt
aantal aug 2014 - nwwz vrouwen 118.856 +3,0%
aandeel 47,8% +0,0%
aantal aug 2014 - nwwz <25 jaar 59.254 ‐3,3%
aandeel 23,8% ‐1,5%pt
aantal aug 2014 - nwwz >50 jaar 59.414 +10,1%
aandeel 23,9% +1,6%pt
aantal jun 2014 - nwnwz 30.392 ‐19,6%
aantal jul 2014 - ontvangen vacatures (2) 20.102 +22,5%
aantal jul 2014 - lopende vacatures einde maand (2) 42.112 +2,1%
gem. aantal jun 2014 - tijdelijke werkloosheid 15.943 ‐20,6%
Consumenten aantal mei 2014 - vergunde woningen (nieuwbouw) (3) 3.125 +35,4%
aantal mei 2014 - vergunde woningen (renovatie) (3) 1.496 +2,5%
aantal apr 2014 - begonnen woningen (nieuwbouw) (3) 3.600 +14,7%
aantal aug 2014 7.464 ‐9,7%
- inschrijvingen nieuwe personenwagens Producenten aantal jun 2014 2.411 +24,9%
- starters aantal jul/aug 592 ‐12,8%
- faillissementen 2014 (1) Indicatoren die ongunstig evolueerden zijn gemarkeerd. (2) NEC, exclusief interim‐vacatures. (3) Voorlopige cijfers. BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM West‐Vlaanderen. 22 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen 12. BESLUIT Economisch herstel laat op zich wachten. De brutowaarden van de synthetische conjunctuurcurve voor West‐Vlaanderen aarzelen en de afgevlakte curve is niet langer opwaarts gericht. De analyse van de diverse sociaaleconomische indicatoren bevestigt het wisselvallige beeld. Toch stellen we een aantal gunstige evoluties vast. Arbeidsmarktindicatoren De werkloosheid in West‐Vlaanderen stijgt nog altijd, maar positief is dat de toenames nog altijd kleiner worden op jaarbasis. De jeugdwerkloosheid blijft afnemen op jaarbasis en het aandeel van de jeugdwerkloosheid is lager dan vorig jaar. De sterke toename van het aantal oudere niet‐werkende werkzoekenden heeft vooral een administratieve oorzaak, namelijk de verhoging van de leeftijdsgrens voor onvoorwaardelijke vrijstelling als werkzoekende. Ook het feit dat de mensen die nu 50 à 60 jaar zijn uit de babyboomgeneratie komen (geboren tussen 1955 en 1964) en dus talrijk zijn, speelt een rol. Economisch gunstig is ook dat de VDAB in 2014 aanzienlijk meer werkaanbiedingen registreert dan in 2013. Het aantal werklozen per openstaande vacature blijft stabiel. Bij de arbeidsmarktindicatoren in het Vlaamse Gewest zien we eenzelfde beeld. De werkloosheid kent nog toenames op jaarbasis, maar die worden steeds kleiner. Het aantal jeugdwerklozen evolueert in het Vlaamse Gewest nog gunstiger dan in West‐Vlaanderen: de toenames begin 2014 waren kleiner en de afnames groter. De evolutie van het aantal oudere niet‐werkende werkzoekenden en het aantal uitgeschreven oudere werklozen is gelijklopend aan die in West‐Vlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest ontving de VDAB meer vacatures. De toenames op jaarbasis zijn wel minder groot dan die in West‐
Vlaanderen. Producentenvertrouwen Cijfers van de eerste helft van 2014 tonen veel minder tijdelijke werkloosheid dan in dezelfde periode van 2013. Dit zou het producentenvertrouwen ten goede moeten komen. Ook positief is dat we kunnen zeggen dat starters – zelfs abstractie makend van een administratieve toename door de invoering van de BTW‐plicht voor advocaten – op een stijgende trend zitten. De stopzettingen namen in het eerste semester van 2014 niet toe op jaarbasis. Minder goed is dat het aantal faillissementen in West‐
Vlaanderen in de zomer van 2014 gevoelig hoger lag dan in dezelfde periode van 2013, terwijl het begin 2014 nog de goeie kant uitging met de faillissementen in onze provincie. Hoopvol is dat er in 2014 naast de vier reeds uitgevoerde collectieve ontslagen geen enkele intentie tot collectief ontslag meer werd gemeld in de provincie West‐Vlaanderen. Idealiter hadden we hier ook cijfers over de West‐Vlaamse omzet, investeringen en export moeten kunnen analyseren. Door verwerkingsproblemen bij de dataleverancier kon dit in dit conjunctuuroverzicht echter niet gebeuren. Net als in West‐Vlaanderen kende de tijdelijke werkloosheid in het Vlaamse Gewest grote afnames in de eerste twee kwartalen van 2014. Zelfs indien we abstractie maken van de maand januari was er ook in het Vlaamse Gewest een aanzienlijke toename van het aantal starters. Deze toename is van een vergelijkbare grootteorde als de toename in West‐Vlaanderen. Anders dan in West‐Vlaanderen was er in Vlaanderen in de eerste helft van 2014 een duidelijke stijging van het aantal stopzettingen en 23 Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West‐Vlaanderen schrappingen. In tegenstelling tot in West‐Vlaanderen bleef het aantal faillissementen in het Vlaamse Gewest wel verder dalen in de zomermaanden van 2014. Slecht nieuws is wel dat er in Vlaanderen naast de 44 reeds uitgevoerde collectieve ontslagen nog zeven intenties tot collectief ontslag werden gemeld in de eerste acht maanden van 2014. Consumentenvertrouwen Tot slot geeft de statistiek van de vergunde en begonnen woningen alvast hoop wat het consumentenvertrouwen betreft. Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen steeg begin 2014 in West‐
Vlaanderen spectaculair ten opzichte 2013. Ook de statistiek van de vergunde renovatiewoningen vertoont een duidelijke toename. Dit zal ongetwijfeld de bouwsector ten goede komen. De statistiek van de begonnen nieuwbouwwoningen kent nu al een toename, maar de grote boost zou nog moeten komen gelet op de grote toename van de vergunningen in de voorbije maanden. De inschrijvingen van nieuwe personenwagens blijven vooralsnog afnemen. Ook in Vlaanderen steeg het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in de eerste vijf maanden van 2014 aanzienlijk, doch minder spectaculair dan in West‐Vlaanderen. De stijging van het aantal vergunde renovatiewoningen is van dezelfde grootteorde als in West‐Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest waren de afnames inzake het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens nog groter dan in West‐
Vlaanderen; in juli en augustus zagen we het omgekeerde. _____________________ 24