Lees voor meer informatie het lokaal opleidingsplan Cardiologie

Lokaal Opleidingsplan
Medische Vervolgopleiding
Cardiologie
St. Antonius Ziekenhuis
Documentbeheer
Voor de samenstelling van dit lokale opleidingsplan is gebruik gemaakt van:
• Het nationale opleidingsplan Cardiologie, versie 08-04-2010 van de Nederlandse
Vereniging voor Cardiologie.
• Opleidingsdocumenten van de Opleiding Cardiologie van het St. Antonius Ziekenhuis.
Auteurs
Auteur 1
Auteur 2
Versie
1.0
1.1
1.2
dr. J.M. ten Berg, opleider, cardioloog en opleider
drs. F.J. Klomp, onderwijskundige, St. Antonius Academie
Datum
November 2011
Maart 2013
Maart 2014
Beheer
Inhoudelijk beheer
Digitaal beheer
Grotere wijzigingen
Toevoegen Hoofdstuk Kwaliteitszorg
Actualisatie en uitbreiding beschrijving
dr. J.M. ten Berg, opleider, cardioloog en opleider
I.F. Verbaan, management assistent Medische Opleidingen
St. Antonius Academie
© St. Antonius Academie, Nieuwegein
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of
openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze (hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen
of op enig andere manier) zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de St. Antonius Academie te
Nieuwegein.
Lokaal Opleidingsplan cardiologie
Inhoudsopgave pagina I. Inleiding.................................................................................................................................................2 II. Opleidingsgroep en afdeling cardiologie .............................................................................................4 II.A. De opleidingsgroep cardiologie ........................................................................................................4 II.B. Afdeling cardiologie St Antonius ziekenhuis locatie Nieuwegein.....................................................9 II.C. Afdeling cardiologie St Antonius ziekenhuis locatie Leidsche Rijn .................................................11 II.D. Arts‐assistenten ..............................................................................................................................12 II.E. Overlegvormen ten behoeve van de opleiding...............................................................................13 II.F. Wetenschap en onderzoek .............................................................................................................14 III. Opbouw van het Lokaal Opleidingsplan ...........................................................................................15 IV. Inhoud en structuur van de opleiding ..............................................................................................22 IV.A. Introductie‐Onderwijsprogramma Opleiding cardiologie AZN .....................................................22 IV.B. Opleidingsschema cardiologie St. Antonius ziekenhuis ................................................................23 IV.C. Verdeling van de thema’s ..............................................................................................................24 IV.D. Opleidingsplan in samenwerking met de B‐klinieken ...................................................................27 V. Kwaliteitszorg en Implementatie Modernisering ..............................................................................27 V.A. Plan van aanpak Modernisering opleiding .....................................................................................29 VI. Tenslotte ...........................................................................................................................................30 Bijlage 1. Begrippenlijst..........................................................................................................................31 Bijlage 2. Beschrijving Klinische stages Opleiding cardiologie AZN .......................................................33 Bijlage 3. Competentieprofiel van de cardioloog. ...............................................................................112 Bijlage 4. Thema’s die samen de inhoud van de klinische cardiologie vormen...................................117 Bijlage 5. Introductie‐Onderwijsprogramma Arts‐assistenten ............................................................118 Bijlage 6. Weekprogramma cardiologie...............................................................................................123 Bijlage 7. Schema Opleidingsonderdelen en Thema’s .........................................................................124 Bijlage 8. Cursorisch onderwijs ............................................................................................................126 Bijlage 9. Differentiatiejaar Opleiding cardiologie AZN ......................................................................141 Bijlage 10. Themakaarten ....................................................................................................................169 Bijlage 11. Beoordelingsformulieren ...................................................................................................170 St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
1
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
I. Inleiding De afdeling cardiologie van het St. Antonius ziekenhuis te Nieuwegein heeft de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS*)‐erkenning conform het Kaderbesluit CCMS en het Besluit cardiologie voor een A‐opleiding cardiologie (Opleider dr. J.M. ten Berg, plaatsvervangend opleider dr. M.C.E.F. Wijffels) en vormt samen met het Meander Medisch Centrum te Amersfoort (Opleider dr. P.J. Senden) en het Gelre ziekenhuis te Apeldoorn (Opleider dr. B.E.Groenemeijer) het opleidingscluster cardiologie, vallend onder het OOR Midden‐Nederland (Utrecht). In dit Lokaal Opleidingsplan (LOP) wordt de structuur en inhoud van de opleiding cardiologie in het St. Antonius ziekenhuis beschreven. Op enkele punten wordt ook de samenwerking met de B‐klinieken aangegeven. Voor specifieke afspraken over de opleiding van de AIOS in de B‐klinieken Meander Medisch Centrum en Gelre Apeldoorn, wordt verwezen naar het LOP van deze twee klinieken. Dit LOP is een vertaling van het landelijk opleidingsplan cardiologie, versie 08‐04‐2010 zoals vastgesteld door de RGS. Het lokale plan beschrijft de structuur en inhoud van de opleiding in het St. Antonius ziekenhuis, zoals de klinische stages (opleidingsonderdelen), de daaraan verbonden thema’s (de inhoud) en de toetsing plus ijking van deze thema’s. Met behulp van het LOP kan de individuele AIOS zijn of haar individueel opleidingsplan (IOP) samenstellen. In het kaderbesluit CCMS is in 2009 de stap gezet naar competentiegericht leren waarbij gebruik wordt gemaakt van een opleidingsplan. Dit opleidingsplan beschrijft de aanpak en de doelstellingen van de opleiding en is aan verandering onderhevig met de tijd. Lokaal
Opleidingsplan
Meander Medisch
Centrum Amersfoort
Landelijk
Lokaal
Opleidingsplan
Opleidingsplan
Modernisering
St. Antonius
Opleiding
cardiologie
ziekenhuis
Lokaal
Opleidingsplan
Gelre ziekenhuis
Apeldoorn
Fig.1 Samenhang Opleidingsplannen * zie voor afkortingen bijlage 1 Begrippenlijst
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
Individueel
Opleidingsplan
2
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Het LOP van de opleiding cardiologie heeft een drieledige functie: 1. Vastleggen van de inhoud en structuur De kwaliteit van de opleiding wordt onder andere bepaald door de samenhang tussen de leerinhoud, leermiddelen en toetsing. Hoe sterker de samenhang, des te groter de kwaliteit. In het plan worden de verschillende opleidingsonderdelen, zoals de te verwerven competenties, thema’s, klinische stages en toetsen in hun onderlinge samenhang beschreven. 2. Communicatie Het opleidingsplan is een hulpmiddel bij de communicatie tussen de opleidingsgroep, de AIOS en het beroepenveld over wat er, hoe en wanneer wordt geleerd. 3. Legitimatie Het Lokaal Opleidingsplan wordt bij interne en externe visitaties ingezet, om inzicht te geven in de inhoud en structuur van de opleiding. Het Lokaal Opleidingsplan draagt door bovenstaande bij aan de kwaliteitsborging van de Opleiding cardiologie. B‐Opleider A‐Opleider (auteur) dr J.M. ten Berg dr P.J. Senden Plaatsvervangend Opleider B‐Opleider dr M.C.E.F. Wijffels dr B.E. Groenemijer St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
3
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
II. Opleidingsgroep en afdeling cardiologie II.A. De opleidingsgroep cardiologie De opleidingsgroep bestaat uit 14 stafcardiologen. Tevens zijn er een variabel aantal (3) chef de cliniques werkzaam die de opleidingsgroep ondersteunen. De leden van de opleidingsgroep: • Staan garant voor een kwalitatief goede opleiding en een optimaal leerklimaat. • Bewaken de individuele medisch‐inhoudelijke en professionele voortgang van de AIOS en begeleiden hem tijdens de gehele opleiding. • Worden door de opleider betrokken bij de beoordelingen en toetsmomenten van de AIOS. • Committeren zich aan de verplichtingen, zoals vastgesteld in artikel C.4, C.5 en C.6 van het Kaderbesluit CCMS. • Ondersteunen de competentiegerichte opleiding zoals beschreven in het landelijk opleidingsplan. • Voeren hun opleidingstaken uit conform ‘Het competentieprofiel van de opleider en leden van de opleidingsgroep’, vastgesteld door het CGS, juni 2012. • Zijn geschoold volgens de Teach the Teacher principes. De opleider en plaatsvervangend opleider volgen minimaal twee vervolgmodules van de training. De overige leden van de opleidingsgroep volgen de basistraining. Wanneer een nieuw lid toetreedt tot de opleidingsgroep volgt deze zo snel mogelijk de basistraining. De opleidingsgroep heeft algemene (opleidings) taken en specifieke aandachtsgebieden die onder andere van belang zijn voor een breed kennisniveau ter optimalisering van de opleiding van de AIOS. Alle cardiologen superviseren op de verpleegafdelingen en functieafdelingen en zijn op de polikliniek persoonlijke supervisor van een of meerdere AIOS. Alle cardiologen zijn aanwezig op het dagelijkse generaal ochtendrapport waar het beleid tijdens de dienst becommentarieerd wordt en locale protocollen besproken worden. Alle cardiologen participeren in het hartrevalidatieprogramma. De deelspecialismen (interventiecardiologie, beeldvorming, electrofysiologie) hebben een wekelijkse of dagelijkse (thoraxchirurgie, harteam) patientenbesprekingen waarin de cardiologen en AIOS participeren. Alle cardiologen geven onderwijs in de diverse deelgebieden, en algemene cardiologie; enkelen zijn verantwoordelijk voor inhoudelijke verdieping binnen een aandachtsgebied of organisatie van een deelspecialisme. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
4
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Op alfabetische volgorde zijn dit, met aandachtsgebieden en (opleidings)taken: E.T. Bal Interventiecardiologie, perioperatieve zorg Coördinator Harttransplantaties Supervisie postoperatieve zorg (G3) en kath. lab. Supervisor poli‐AIOS Onderwijs: angiografie, hemodynamica en perioperatieve zorg Teach the Teacher IA Dr J.C. Balt Electrofysiologie Supervisie ritmeafdeling Supervisor poli‐AIOS Onderwijs ritmestoornissen en EFO Wetenschap Maatschaplid medio 2014 Teach the Teacher juni 2014 Dr J.M. ten Berg Interventiecardiologie, ACS, antistolling, HOCM Opleider Supervisie CCU en kath. lab. Supervisor poli‐AIOS Onderwijs angiografie, hemodynamica, ACS, antistolling, angina pectoris, aortakleppathologie. Wetenschap: Hoofd Onderzoeksgroep Trombose (5 promovendi) Teach the Teacher IA, IB II, Teach the Teacher III maart 2014 Electrofysiologie Dr L.V.A. Boersma Voorzitter vakgroep Supervisie ritmeafdeling, supervisor poli‐AIOS Onderwijs ritmestoornissen, ritmedevices, maatschappelijk handelen Wetenschap Teach the Teacher IA F. D. Eefting Interventiecardiologie, perioperatieve zorg Lid dagelijks bestuur (fiscus) Supervisie ICU Supervisor poli AIOS Onderwijs angiografie en hemodynamica Teach the Teacher IA St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
5
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Dr J.A.S. van der Heyden Dr W. Jaarsma Dr M.C. Post Dr B.J.W.M. Rensing Dr M.J. Suttorp Dr E.F.D. Wever Interventiecardiologie, beeldvorming (MRI) Hoofd kath. lab. Voorzitter reanimatiecommissie Supervisor poli‐AIOS Onderwijs angiografie, hemodynamica en mitraliskleppathologie Wetenschap Teach the Teacher IA Algemene cardiologie, beeldvorming (echo) Medisch manager polikliniek Supervisor algemene afdeling Supervisor poli‐AIOS Hoofd echolab Onderwijs echografie, endocarditis. Teach the Teacher IA Algemene en congenitale cardiologie, beeldvorming (echo) Supervisie algemene cardiologie, congenitale cardiologie, pulmonale hypertensie Supervisor poli‐AIOS Onderwijs congenitale cardiologie en pulmonale hypertensie Wetenschap (2 promovendi) Teach the Teacher IA Interventiecardiologie, beeldvorming (MRI en CT) Medisch manager afdeling E3 (CCU en algemene cardiologie) Medisch manager R&D Supervisie CCU, kath.lab. Supervisor poli AIOS Onderwijs angiografie, hemodynamica, MRI, kleppathologie Wetenschap Teach the Teacher IA Interventiecardiologie Supervisie CCU, Kath.lab. Supervisor poli‐AIOS Onderwijs haemodynamica, angiografie Wetenschap: 1 promovendus Teach the Teacher IA Electrofysiologie Supervisie ritmeafdeling Supervisor poli AIOS Onderwijs ritme‐ en geleidingsstoornissen Teach the Teacher IA St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
6
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Dr M.C.E.F. Wijffels R. van Tooren Dr M.A.M. Stofmeel ‐Schweizer Electrofysiologie Waarnemend opleider Supervisie ritmeafdeling Supervisor poli AIOS Medisch manager EFO kath.lab. Onderwijs ritme en geleidingsstoornissen Wetenschap Teach the Teacher, IA, IB, II Algemene cardiologie, hartfalen, beeldvorming (echo) Supervisor poli AIOS Teach the Teacher IA juni 2014 Algemene cardiologie, beeldvorming (echo, gecertificeerd EACVI) Supervisor poli AIOS Teach the Teacher IA juni 2014 V. v. Dijk Electrofysiologie Cardioloog/fellow EFO Supervisor pacemakerimplantaties Supervisor EHH Wetenschappelijk onderzoek ICD/CRT Teach the Teacher IA april 2014 M. Swaans V. Michiels Beeldvorming Cardioloog/Fellow Cardiac Imaging Supervisor Consulten stage Supervisor EHH Verslaglegging, supervisie en onderwijs cardiale beeldvorming (Echo, CT en MRI) Begeleiding structural heart interventies op het Cath lab (TAVI, Mitraclip, PVL‐closure en LAA‐closure) Wetenschappelijk onderzoek structural heart interventies (promotie september 2014) Teach the Teacher IA mei 2014 Interventiecardiologie Supervisie algemene cardiologie St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
7
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Alle leden van de opleidingsgroep werken actief samen om een kwalitatief hoogstaande opleiding te bieden. De RGS‐erkende opleider en plaatsvervangend opleider hebben hierin extra taken en verantwoordelijkheden: Opleider: dr J.M. ten Berg. De opleider is verantwoordelijk voor onder andere de volgende opleidingszaken (om deze taken uit te voeren worden 2 dagdelen gereserveerd): Het aanvragen en coördineren van de opleidingsvisitatie. Het aanvragen en coördineren van toetsing van de opleiding (proefvisitatie, SetQ, D‐RECT) Samenstellen en bijhouden van het LOP Implementeren van het opleidingscurriculum Ontwikkelen en implementeren van nieuwe kwaliteitsinstrumenten Bewaking van de voortgang van de opleiding Samenstelling van het onderwijs door opleidingsgroep en sprekers van buiten Coördinatie van de opleidingsrefereeravonden Monitoren en bijhouden van de voortgang van de opleiding van de individuele AIOS door: ƒ Controle portfolio AIOS ƒ Houden van voortgangsgesprekken en toetsingsmomenten met AIOS conform LOP en regelgeving CCMS/RGS. ƒ Houden van wekelijks overleg met plaatsvervangend opleider en opleidingssecretaresse waarin oa geagendeerd worden: functioneren AIOS, functioneren opleidingsgroep, inhoud van de stages, organisatie van de opleiding, geschiktheid van de ANIOS voor de opleiding ƒ Overleg met opleiders van de B‐klinieken over voortgang opleiding AIOS Plaatsvervangend opleider: dr M.C.E.F. Wijffels. Neemt de verantwoordelijkheid en de taken van de opleider over wanneer deze niet in staat is deze in te vullen door afwezigheid of ziekte. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
8
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
II.B. Afdeling cardiologie St Antonius ziekenhuis locatie Nieuwegein De vakgroep cardiologie is binnen het St Antonius ziekenhuis ondergebracht onder de Zorgeenheid Harten. De leiding van de vakgroep cardiologie ligt bij de maatschapmanager (drs J. Dekker) en specialist‐manager, (dr L.V.A. Boersma). Het werkterrein van de vakgroep cardiologie bevindt zich op diverse plaatsen in het ziekenhuis. Grofweg kan een verdeling gemaakt worden naar: A. De Kliniek, (locatie: Nieuwegein) 1. hartbewaking (E3 18 bedden); 2. verpleegafdelingen incl dagverpleging (E3, F3, G3, Holding totaal 100 bedden); 3. Eerste hart hulp (E3 8 bedden). B. De Polikliniek 1. op locatie Nieuwegein; 2. op locatie Leidsche Rijn. C. De Functie afdeling, bestaande uit de onderdelen echocardiografie, ergometrie, holteronderzoek 1. op locatie Nieuwegein; 2. op locatie Leidsche Rijn. D. De Spoedeisende Hulp Locatie Nieuwegein E. Operatie afdeling locatie Nieuwegein, welke deels wordt gebruikt voor het inbrengen van PM/ICD alsook plaatsen van (direct aortic) TAVI F. Röntgen cardiologie Locatie Nieuwegein Hier wordt uitgevoerd: invasieve diagnostiek; percutane interventies uitgevoerd (o.a PCI, TAVI, ASD sluiting, carotis dilatatie, renale denervatie) en ritmestoornisbehandelingen (ablaties, PM/ICD) G. Intensive care Locatie Nieuwegein Met name postoperatieve zorg na hartoperatie H. Hartrevalidatie op de afdeling fysiotherapie St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
9
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Hartbewaking/Eerste hart hulp. De hartbewaking op afdeling E3 bestaat uit 18 bewaakte bedden in eenpersoons kamers. Drie van deze kamers zijn toegerust als isolatie kamers. De kamers zijn uitgerust met continue 12‐afleidingen ECG registratie en indien nodig continue cardiac output meting. Bovendien worden vanaf de hartbewaking 8 ‘gewone’ bedden telemetrisch bewaakt. Op de hartbewaking worden gemiddeld 1200 patiënten per jaar opgenomen. Bij de hartbewaking is een zogenaamde ‘acute kamer’, bedoeld om acute interventies te verrichten als het inbrengen van uitwendige pacemakers en een SwanGanz catheter. Deze kamer beschikt over een eigen C boog en röntgen doorlaatbare brancard voor doorlichting. De Eerste hart hulp (EHH) is gehuisvest op de E3 naast de CCU. De EHH heeft 8 bedden en is 24/7 geopend. Op de EHH worden alle hemodynamisch stabiele patiënten die zich presenteren met thoracale pijnklachten en/ of ritmestoornissen opgenomen. Cardiologische patiënten waarvan vooraf ingeschat wordt dat er een kans bestaat dat invasieve beademing noodzakelijk kan zijn, worden gepresenteerd op de SEH. Om deskundig te kunnen reageren op calamiteiten en acute veranderingen is gekozen voor opschaling van het verpleegkundig deskundigheidsniveau op de EHH middels inzet van CC‐verpleegkundigen. Met behulp van geprotocolleerde snelle diagnostiek en risicostratificatie worden de patiënten op korte termijn (vaak nog dezelfde dag) ontslagen of alsnog opgenomen op de CCU. De bedden van de EHH staan ook open voor patiënten die kortdurend geobserveerd dienen te worden na bijvoorbeeld een electrische cardioversie of i.v. toediening van anti‐aritmica. Op de EHH worden ongeveer 250 patiënten per maand opgenomen De dagverplegingsbedden op de shortstay afdeling en de Holding zijn met name bedoeld voor de patiënten die poliklinisch een hartcatheterisatie, PCI, PFO sluiting, ablatie of PM/ICD implantatie ondergaan. Afdeling E3 bestaat uit verpleegbedden en is onderverdeeld in de ritmeafdeling (15 bedden), en algemene cardiologie (oa hartfalen) (15 bedden) . Verpleegafdeling F3 bestaat uit 36 bedden voor algemene cardiologie en preoperatieve patiënten. Verpleegafdeling G3 bevat 42 postoperatieve bedden en wordt door de afdeling cardiologie ism de afdeling CTC beheerd. De polikliniek is gelocaliseerd op locatie Nieuwegein en Leidsche Rijn. Jaarlijks worden er op de polikliniek meer dan 55.000 patiëntbezoeken geregistreerd. Er is een polikliniek specifiek voor patiënten met hartfalen en voor patiënten post myocardinfarct die gerund worden door gespecialiseerde verpleegkundigen onder supervisie van een cardioloog De hartfunctie is gekoppeld aan de polikliniek en bestaat uit kamers waar echo’s (TTE/TEE/3D/stress) inspanningstesten, holter registraties verricht worden. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
10
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De röntgen cardiologie bestaat uit 3 hartcatheterisatie kamers waar diagnostiek (hartcatheterisatie ± 2300) en coronaire (PCI 2076) en non‐coronaire interventies (TAVI ± 100;ASD/PFO ± 70/PTA carotis ± 40; mitraclip ± 40; hartoorsluiting ± 25; mitralisklepdotter ± 15; paravalvulaire lekkage sluiting ± 15, arterio renalis denervatie ± 10) worden uitgevoerd en 2 electrofysiologiekamers (catheterablaties ± 720; PM ± 340; ICD ± 400). De vakgroep cardiologie beschikt over een eigen RenD onderzoeksafdeling waar 1 leidinggevende en 6 research verpleegkundigen werkzaam zijn. Begin 2014 lopen er 50 studies. De hartrevalidatie wordt beheerd door de afdeling fysiotherapie. Allle postoperatieve en post myocardinfarct patiënten worden in teamverband met een cardioloog besproken en vervolgens een revalidatieprogramma aangeboden Op de afdeling nucleaire geneeskunde worden scintigrafische onderzoeken en CT coronairen verricht. Voor interpretatie van myocardiale perfusiescans is de mening van de nucleair geneeskundige onontbeerlijk. De AIOS loopt stage op deze afdeling. Op de Rontgen afdeling worden CT en MRI scans verricht. Deze scans worden mede beoordeeld door de AIOS en 2 cardiologen Voor een verdere beschrijving van bovenstaande afdelingen wordt verwezen naar de stagebeschrijvingen (Bijlage 2: Beschrijving Klinische stages Opleiding cardiologie St. Antonius ziekenhuis). II.C. Afdeling cardiologie St Antonius ziekenhuis locatie Leidsche Rijn Locatie Leidsche Rijn is voor de cardiologie een poliklinische locatie waar ook ergometrisch onderzoek, echocardiografie (TTE en TEE), Holter onderzoeken en enkel/arm indexen worden verricht. Praktisch bestaat deze locatie uit een drietal spreek‐/onderzoekkamers, drie echokamers, twee ergometrie‐ruimtes, alsmede een echobeoordelingsruimte en 3 flexplekken voor administratieve doeleinden. Er is een aparte ruimte voor de cardiomeettechniek. Er is een vergaderruimte met de mogelijk tot video‐conferencing, voor participatie in bv het generaal ochtend rapport. Ook zijn er alle faciliteiten voor het laten verrichten van radiologische onderzoeken, vooralsnog zonder de mogelijkheid tot het verrichten van cardiale CTs (apparatuur wel aanwezig). Bijna alle andere specialismen zijn er poliklinisch aanwezig voor het laten verrichten van poliklinische consulten. In het kader van de consultatieve en reanimatiefunctie is er op deze locatie 10 dagdelen een cardioloog aanwezig van 8.00‐17:00. In de weekenden is er vooralsnog twee uur per dag een cardioloog aanwezig voor evt consulten. De afspraak wordt nog geëvalueerd na ca 6 maanden. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
11
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Op deze locatie wordt door een AIOS 1 dagdeel/week polikliniek gedaan waarbij de focus ligt op hartfalen onder supervisie van R van Tooren. De aanwezige cardioloog: ‐is onderdeel van het reanimatieteam van 8:00 tot 17:00. ‐is aanspreekpunt voor de verwijzend huisartsen ‐is de consulent voor de klinische afdeling van deze locatie ‐is onderdeel van het MDO aangaande de hartrevalidatie ‐is supervisor voor de hartfunctie (echocardiografie, ergometrie) de hartfalenpoliklliniek de polikliniek van de arts‐assistent (ip 1 dagdeel per week) de cardiomeettechniek de spoedeisende hulp voor de cardiologische patienten. Naast deze taken worden er functieonderzoeken voor de huisartsen beoordeeld in samenwerking met Stichting Artsen Laboratoria (Saltro) te weten event‐recordings, ergometrische onderzoeken en echocardiogrammen. II.D. Arts‐assistenten Gemiddeld zijn er zo’n 30 assistenten in opleiding tot cardioloog. Hiervan doen 3 AIOS een B jaar in de Gelre ziekenhuizen, of in het MMC en zijn ± 7 AIOS in vooropleiding Interne Geneeskunde. Er zijn gemiddeld 5 assistenten die niet‐in opleiding zijn tot cardioloog (ANIOS) werkzaam op de afdeling cardiologie. Twee assistenten volgen een stage van 4 maanden op onze afdeling in het kader van de opleiding tot internist, longarts of ander specialisme. Wisselend zijn arts‐assistenten in opleiding tot cardiothoracaal chirurg, SEH‐arts of Anaesthesist werkzaam binnen de vakgroep. De in de kliniek werkzame arts‐assistenten doen dit onder supervisie van de cardiologen. De vakgroep cardiologie hecht eraan dat de patiënt bij poliklinische contacten steeds door dezelfde arts gezien wordt en dat huisartsen een vast aanspreekpunt hebben betreffende specifieke patiënten. Tijdens een presentatie op de EHH valt de patient onder de daar werkende cardioloog. Ook de patiënten die opgenomen zijn vallen onder de verantwoordelijkheid van de daar werkende cardioloog. Overleg met de polidokter over het te voeren beleid is echter essentieel. De AIOS laat altijd aan de polidokter weten als een patient opgenomen is. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
12
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
II.E. Overlegvormen ten behoeve van de opleiding Er is een (landelijke, regionale en locale) overleg structuur waarin de kwaliteit van de opleiding wordt besproken en geborgd. Landelijk: Concilium Cardiologicum dat 2x per jaar vergadert en wordt bezocht door alle erkende opleiders en plaatsvervangend opleiders cardiologie in Nederland, alsmede leden van de Juniorkamer van de NVVC. Het bespreekt alle inhoudelijke en organisatorische aspecten van de opleiding tot cardioloog. Deze vergadering wordt genotuleerd. Regionaal: Opleidersoverleg waarin 1x per jaar door de opleiders en de plaatsvervangend opleiders van het St Antonius ziekenhuis te Nieuwegein, het Gelre ziekenhuis te Apeldoorn en het Meander Medisch Centrum te Amersfoort de stages en de ontwikkeling van de AIOS in de drie klinieken wordt besproken. Hier worden de locale opleidingsplannen afgestemd en getoetst. Het gezamelijke onderwijs (oa refereeravonden) wordt besproken. Lokaal St Antonius ziekenhuis: In de Centrale Opleidings Commissie (COC) van het St Antonius ziekenhuis wordt 5x per jaar met alle erkende opleiders en plaatsvervangendopleiders, de AIOS‐vertegenwoordigers, een vertegenwoordiger van het leerhuis en een vertegenwoordiger van de RvB organisatorische en inhoudelijke onderwerpen van de opleidingen besproken. Deze vergadering wordt genotuleerd. Lokaal vakgroep cardiologie: 4x per jaar vindt er een opleidingsvergadering plaats met alle leden van de opleidingsgroep, de AIOS en ANIOS. Vaste agendapunten zijn 1) de voortgang van de implementatie van het moderne opleiden 2) het verbeterplan in het kader van kwaliteitsborging 3) evaluatie diverse stages. De vergadering wordt genotuleerd. Opleidings overleg: wekelijks is er een overleg tussen de opleider, plaatsvervangend opleider en de opleidingssecretaresse waarin oa geagendeerd worden: functioneren AIOS, functioneren opleidingsgroep, inhoud van de stages, organisatie van de opleiding, geschiktheid van de ANIOS voor de opleiding Assistentenoverleg: 12x per jaar bespreken de AIOS onderling de problemen en verbeterpunten van tijdens de stages. De punten van discussie komen terug op de opleidingsvergadering. De opleider heeft frequent overleg met vertegenwoordigers van de AIOS groep betreffende praktische zaken als planning van de stages. Wekelijks is er overleg over de weekplanning van de stages tussen de AIOS‐planner, de opleidingssecretaresse en de opleider. Vakgroepoverleg: 12x per jaar wordt de opleiding geagendeerd op deze vergadering die bijgewoond wordt door alle leden van de opleidingsgroep (incl. fellows). De voortgang van de implementatie van het moderne opleiden is een vast agendapunt. Deze vergadering wordt genotuleerd. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
13
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
II.F. Wetenschap en onderzoek Een onderdeel van de opleiding tot cardioloog is wetenschappelijke vorming. Het St Antonius ziekenhuis maakt deel uit van de Santeon groep waarin wetenschap een belangrijke rol speelt in het verzorgen van topklinische zorg. Het St Antonius ziekenhuis heeft een wetenschapsbureau met eigen secretariaat en vele voor het doen van onderzoek ondersteunende faciliteiten. Zo zijn aan het wetenschapsbureau ook twee epidemiologen verbonden die door de AIOS geraadpleegd kunnen worden. De vakgroep cardiologie verricht eigen geïnitieerd onderzoek en de AIOS wordt gestimuleerd daaraan deel te nemen. De vakgroep beschikt tevens over een eigen R&D onderzoeksafdeling. Deze afdeling faciliteert de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek in de breedste zin van het woord. Protocol ontwikkeling, medisch ethische beoordeling, studiemanagement en patienten follow‐up, database ontwikkeling, data‐entry, analyse en rapportage behoren tot het takenpakket. Naast deelname aan internationale multicenter trials, investigator initiated onderzoek en registries participeert de afdeling regelmatig in vroeg‐klinische fase onderzoeken en First in Man studies met nieuw ontwikkelde cardiologische devices en geneesmiddelen. In 2014 participeert de afdeling in circa 50 ‐ 60 onderzoeken. Hieronder zijn studies met cardiale stents, studies naar genetische invloeden op ontstollende therapie, behandeling met nieuwe anticoagulantia, nieuwe behandelmethoden van hypertensie en hartfalen, studies naar de behandeling van atriumfibrilleren, nieuwe pacemaker en ICD algoritmen, nieuwe cardiale devices etc. De afdeling bestaat uit een afdelingshoofd, 2 artsen, een team van 7 verpleegkundigen en secretariele ondersteuning. Medisch hoofd van de researchafdeling is dr B.J.W.M. Rensing, interventie cardioloog. Van de AIOS wordt verwacht dat hij tenminste één (poster)presentatie bij de NVVC houdt of een artikel in een peer‐reviewed tijdschrift publiceert. Momenteel (januari 2014) zijn er 13 promovendi actief op de afdeling cardiologie. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
14
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
III. Opbouw van het Lokaal Opleidingsplan Tezamen met het individuele opleidingsplan verschaft het LOP de AIOS inzicht in zijn/haar opleiding. Het LOP is opgebouwd in vier delen. Deel 1. Competenties en thema’s Een cardioloog is een medisch specialist die beschikt over specifieke competenties, waarbij een competentie kan worden gedefinieerd als een getoonde bekwaamheid of gedraging waaruit blijkt dat kennis, vaardigheden, houding en inzicht in handelen zijn geïntegreerd. Binnen het kaderbesluit CCMS 2004 zijn voor de medisch specialist 7 algemene competenties beschreven, welke in het landelijk opleidingsplan cardiologie zijn uitgewerkt (zie bijlage 3). Om invulling te geven aan de competenties is het vakgebied cardiologie in het landelijk opleidingsplan cardiologie ingedeeld in 7 themagroepen (zie tabel landelijk opleidingsplan cardiologie, bijlage 4), die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in 27 thema’s in themakaarten (bijlage 10.2 van het landelijk opleidingsplan cardiologie). Hierbij is in grote lijnen het Core Curriculum van de European Society of Cardiology gebruikt. Samen met het cursorisch onderwijs vormen deze thema’s de inhoud van de opleiding. Thema’s worden gekoppeld aan klinische stages. Veel thema’s komen tijdens meerdere stages en in verschillende fasen van de opleiding aan de orde. De thema’s geven de AIOS de mogelijkheid om kennis, vaardigheden en gedrag te ontwikkelen en te (laten) toetsen. De thema’s hebben naast medisch handelen, de vereiste kennis en taken nog tenminste twee andere competenties aan zich gekoppeld gekregen. Dit maakt het aanleren en toetsen van de geoperationaliseerde compententies in de praktijk beter mogelijk. De aan een thema gekoppelde competenties dienen in dit thema aangeleerd en getoetst te worden. Hiertoe zijn als voorbeelden voor ieder thema kritische beroepssituaties (KBS) benoemd, die bij uitstek geschikt zijn om deze competenties te toetsen. Deze praktijksituaties dienen als een houvast om in de praktijk het leren en het toetsen in de dagelijkse praktijk te integreren. Het is dus niet verplicht om deze specifiek benoemde KBS voor de toetsing te gebruiken: andere klinische situaties kunnen ook gebruikt worden, mits de aan de KBS gekoppelde competenties getoetst worden. Deel 2. Klinische stages De opleidingsthema’s of onderdelen uit thema’s worden in onderdelen (modules of stages genoemd) geleerd. Zo wordt het thema “hartcatheterisatie en angiografie” uit de themagroep “invasieve beeldvorming” geleerd tijdens de stage doorgebracht op het cath.lab. In het St. Antonius ziekenhuis is de opleiding verdeeld in de volgende stages waarbij ook de verplichte duur is aangegeven: (zie hieronder tabel 1) St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
15
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Tabel 1. Onderdelen (“modules”) binnen de opleiding Onderdelen Duur onderdeel Verpleegafdeling E3 / F3 6 maanden Hartbewaking / Eerste (Hart) Hulp 6 maanden Cardiothoracale chirurgie (G3 en ICU) 3 maanden Polikliniek 100‐150 dagdelen Consulten 3 maanden Niet‐invasieve beeldvorming 6 maanden (echocardiografie, MRI/CT, nucleaire beeldvorming) Hartcatheterisatie 6 maanden Electrofysiologie/Pacemaker/ICD/Ablaties/PM 3 maanden controle Congenitale cardiologie* 3 maanden * wordt geleerd gevolgd in het Academisch Medisch Centrum Amsterdam maar het streven is deze stage in het St Antonius in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Utrecht aan te bieden. Daarnaast zijn er vaststaande besprekingen die gekoppeld zijn aan bovengenoemde stages. Ook AIOS die niet betrokken zijn bij deze stage worden aangemoedigd bij deze besprekingen aanwezig te zijn. Tabel 2. Besprekingen gekoppeld aan stages Besprekingen Aanwezigheid Frequentie Dag Tijd Generaal ochtendrapport Hartteambespreking Alle A(N)IOS en cardiologen A(N)IOS afdeling en kathlab stage CT bespreking Alle A(N)IOS Ritmebespr. MDO EFO/CTC Alle A(N)IOS mn ritmestage / Fellows Pathologiebespreking Alle A(N)IOS en cardiologen Complicatiebespreking Alle A(N)IOS en cardiologen Ritmebespreking A(N)IOS van de ritmeafd., EFO stage MRI bespreking Alle A(N)IOS Pulmonale Alle A(N)IOS hypertensiebespr. Polibespreking Alle A(N)IOS PCI‐bespreking AIOS kath lab stage Kleppenteambespreking AIOS kath lab stage Dagelijks Dagelijks 08.00 uur 17.00 uur Wekelijks Wekelijks Maandag Maandag 14.00 uur 17.00 uur Maandelijks 2‐wekelijks Wekelijks Dinsdag Dinsdag Dinsdag 08.00 uur 08.00 uur 08.45 uur Wekelijks Wekelijks Woensdag Woensdag 10.30 uur 11.00 uur Wekelijks Wekelijks Wekelijks Woensdag 12.00 uur Donderdag 08.45 uur Donderdag 16.00 uur St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
16
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De beschrijving van de indeling per stage wordt beschreven onder “beschrijving klinische stages opleiding cardiologie St. Antonius – locatie Nieuwegein” (zie bijlage 2). Per klinische stage wordt aangegeven wat het leerdoel is, welke thema’s geleerd kunnen worden en op welk beheersingsniveau. De toetsing en de beoordelingsgesprekken worden benoemd. Ook is voor enkele klinische stages een werkinstructie opgenomen. De algemene competenties: communicatie, samenwerking, organisatie, maatschappelijk handelen en professionaliteit zijn verweven met de dagelijkse zorg op de afdeling en de polikliniek. De AIOS dient zich minimaal het volgende eigen te maken: Ten aanzien van communicatie: de AIOS toont respect voor en is betrokken bij de patient de AIOS kan op begrijpelijke wijze aan de patient en diens familie de omstandigheden van de patient, de diagnose, de diagnostiek, het behandelplan, de aan de behandeling verbonden risico’s en de prognose uitleggen de AIOS kan adequaat mondeling en schriftelijk rapporteren aan collegae de AIOS kan adequaat informatie overdragen aan en vergaren van verplegend personeel de AIOS kan adequaat optreden als “voorzitter” van de grote visite Ten aanzien van samenwerking: de AIOS zorgt samen met de verpleegkundige voor en efficiënt verlopende papieren – en aan het bed visite de AIOS werkt adequaat samen met paramedisch personeel volgens de daarvoor geldende protocollen de AIOS vraagt op het juiste moment een collega in consult en kan dit consult toelichten Ten aanzien van de organisatie: de AIOS vraagt op het juist moment hulp bij supervisor en collagae bij (patient gerelateerde) problemen de AIOS vraagt op tijd en op de juiste plaats diagnostiek aan de AIOS organiseert op tijd de familiegesprekken en overlegmomenten met paramedisch personeel de AIOS kan de logistiek van de afdeling (aanbod patiënten, patiënten te ontslaan, beddenaantal) zo organiseren dat de beddenbezetting optimaal is. Dit altijd in overleg met de supervisor Ten aanzien van maatschappelijk handelen: de AIOS kent de epidemiologie van de veel voorkomende ziektes de AIOS laat zien te hebben nagedacht over ethische kwesties als “niet behandelen” bij chronisch zieken en patiënten op hoge leeftijd; de kosten in de St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
17
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
zorg; de kosten van de door de AIOS ingestelde therapie en van een ingreep; de overleving na voorgestelde ingreep de AIOS heeft kennis van het reanimatiebeleid en past dit actief toe Ten aanzien van professionaliteit: de AIOS kent de grenzen van zijn competenties en handelt daarnaar. de AIOS vraagt op tijd hulp de AIOS gedraagt zich naar patient en collagae profesioneel Aan bovenstaande competenties wordt op de verpleegafdelingen, op de polikliniek maar ook tijdens het doen van een verrichting aandacht besteedt. Ook wordt op het generaal ochtendrapport en tijdens de onderwijsmomenten de vraag gesteld of er goedkopere alternatieven zijn voor de toegepaste behandeling, wat de rol van de medisch specialist is bij de keuze van de behandeling, waar budgettering een rol speelt in deze keuze. In het lesprogramma van de afdeling maar ook tijdens het discipline overstijgend onderwijs komen onderwerpen als “ziekenhuisfinancien” en “ziekenhuisorganisatie” voor. Tijdens een aantal besprekingen wordt de nadruk gelegd op de algemene competenties. Zo zit de AIOS op toerbeurt de complicatie‐ en pathologiebespreking voor. Ook tijdens het generaal ochtendrapport en de grote visite is de AIOS voorzitter en wordt er ingegaan op zaken die onder de algemene competenties vallen. Er wordt aldus met name op de werkplek geleerd, tijdens het verrichten van patiëntenzorg en tijdens het doen van ingrepen. Op elk moment tijdens deze dagelijkse werkzaamheden wordt er onderwezen en geleerd. Alle stages bieden de mogelijkheid tot het groeien in de diverse competenties. De opleiding bestaat ook uit het verrichten van dienst. Dienst betekent dat de AIOS als eerste verantwoordelijk is voor de opvang van nieuwe patiënten en reeds opgenomen patiënten op de afdeling cardiologie van het St. Antonius ziekenhuis. De dienstdoende arts‐assistent is tijdens de dienst altijd in huis aanwezig en is het aanspreekpunt voor spoedvragen van huisartsen, specialisten en arts‐assistenten van andere specialismen, de Spoedeisende Hulp en de verpleegafdelingen. Elke nieuw gepresenteerde patiënt en alle relevante problemen betreffende opgenomen patiënten worden besproken met de achterwachten (algemene cardiologie, Interventiecardiologie).In het weekend loopt de AIOS visite met de supervisor (algemene cardiologie) op de afdelingen CCU en ICU. Zorgvragen op de andere verpleegafdelingen worden eveneens door de dienstdoenden beantwoord. Dagelijks wordt er een generaal ochtendrapport gehouden, bijgewoond door een ieder betrokken bij de patiëntenzorg (arts‐assistenten, cardiologen, nurse‐practitioners, onderzoekers). Deze overdracht wordt gecombineerd met een lesmoment middels een referaat, een patiëntenbespreking of een richtlijnbespreking. Dagelijks is er een patiëntenoverdracht van de CCU, alsmede een melding aan de dienstdoende arts‐assistent van probleempatiënten op ander afdelingen. De weekend‐overdracht op vrijdagmiddag wordt ondersteund met een electronisch dossier van alle overgedragen patiënten. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
18
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De assistent neemt gedurende de Opleiding cardiologie deel aan de verschillende vormen van cursorisch onderwijs, waarbij met name de theoretische achtergrond van de behandeling onderwezen kan worden. Hierbij gaat het zowel om landelijk‐ regionaal, interdisciplenair georganiseerd onderwijs, als ook om onderwijs dat de afdeling cardiologie van het St. Antonius ziekenhuis zelf verzorgt (bijlage 8). Deel 3. Toetsing en IJking De thema’s zijn gekoppeld aan klinische stages, waarbij sommige thema’s tijdens meerdere stages aan bod komen. Echter, het niveau waarop het thema c.q. de competenties uit het thema worden aangeleerd verschilt. Deze zogenaamde bekwaamheidsniveaus zijn per stage (conform het landelijk opleidingsplan cardiologie) geformuleerd. Tabel 3. Bekwaamheidsniveaus Bekwaamheids‐ 1 2a 2b 3 niveau Heeft Handelt onder Handelt zonder Superviseert en 1 t/m 3 kennis supervisie supervisie onderwijst bij de van handeling Naast dagelijkse feedback tijdens diverse opleidingsmomenten (niet geformaliseerd in formulieren) wordt voor de toetsing van kennis en kunde onder andere gebruik gemaakt van KPB, CAT (voor het houden van een referaat over een wetenschappelijke publicatie en het houden van een patiëntbespreking), OSATS (voor de onderdelen echocardiografie, hartcatheterisatie en pacemakerimplantatie) en 360 graden feedback. De diverse beoordelingen worden ingevoerd in VREST waardoor een persoonlijk portfolio wordt bijgehouden. Gedurende de jaarlijkse voortgangsgesprekken, de stage‐ gesprekken en naar aanleiding van KPB’s, OSATS en CAT’s, ontvangt de AIOS feedback in hoeverre hij/ zij voldoet aan het verwachte niveau. Daarbij wordt gesproken over: • De groei in zelfstandigheid, uitgedrukt in bekwaamheidsniveaus van verrichtingen en/of thema’s • De ontwikkeling c.q. groei in de algemene competenties Ook deze beoordelingen worden op de daarvoorbestemde plaatsen (digitaal) ingevoerd in VREST. De bovenbeschreven toetsing wordt uitgevoerd volgens het schema uit het landelijk opleidingsplan (zie volgende pagina). St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
19
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
20
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Tijdens de opleiding vinden de volgende formele gesprekken plaats: Introductiegesprek Algemeen introductiegesprek bij aanvang van de opleiding. Tijdens dit introductiegesprek bespreekt de (plaatsvervangend) opleider met de AIOS verschillende onderwerpen, zoals het LOK, IOP, het portfolio van de assistent en het inrichten ervan, de organisatie van de opleidingsgroep, de administratie en de introductie‐klapper. Een deel van deze informatie wordt ook verstrekt door de opleidingscoördinator. Introductiegesprek bij aanvang van iedere stage (in VREST) De AIOS bespreekt de voor hem geldende leerdoelen per stage (stage‐afhankelijk, stage‐ onafhankelijk en individueel) van tevoren met de supervisor die de betreffende stage begeleidt. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar het individuele leerdoel. Deze individuele leerdoelen worden ook vastgesteld tijdens het voortgangsgesprek met de opleider. Zo wordt niet nodeloos veel energie gestoken in competenties die al op het nodige niveau blijken te zijn en slechts ‘periodiek onderhoud’ behoeven. Tevens wordt extra aandacht besteed aan achterblijvende competenties, zodat een evenwichtig competentieprofiel ontstaat tijdens de opleiding. Van de AIOS wordt verwacht dat er een toename plaatsvindt in het zelfstandig functioneren (afname supervisie) in steeds complexere situaties. Het kennen van eigen grenzen (en daarmee tijdig inschakelen van hulp) is een belangrijke competentie die gedurende de opleiding ontwikkeld wordt. Voortgangsgesprekken (in VREST) Deze vinden in het eerste jaar 4 maal en de daaropvolgende jaren twee maal plaats met de (plaatsvervangend) opleider, waarbij de ontwikkeling van de assistent in alle facetten wordt besproken en nieuwe afspraken voor de volgende opleidingsperiode gemaakt worden. Bekwaamheidsbeoordeling (in VREST) Bepaalde onderdelen van de opleiding kunnen apart worden beoordeeld zodat de assistent bij gewezen geschiktheid verder zelfstandig kan werken. Het gaat hier meestal om verrichtingen, zoals hartcatheterisatie en pacemakers plaatsen. Beoordelingsgesprekken (in VREST) Zowel de voortgangsgesprekken als de jaarlijkse geschiktheidsbeoordeling worden gevoerd aan de hand van de daarvoor beschikbare (RGS) formulieren. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
21
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
IV. Inhoud en structuur van de opleiding De opleiding Medisch Specialisme cardiologie bestaat uit een twee jaar durende vooropleiding Interne geneeskunde en een vier jaar durende vervolgopleiding cardiologie. De twee jaar Interne vooropleiding kunnen worden doorlopen in een ziekenhuis naar keuze. De vier jaar cardiologie kunnen volledig in het St. Antonius ziekenhuis doorlopen worden. Eén opleidingsjaar wordt echter verricht in een andere kliniek, bij voorkeur in één van de twee B‐klinieken te weten het Meander Medisch Centrum in Amersfoort (sinds 1996) en de Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn (sinds 2004). IV.A. Introductie‐Onderwijsprogramma Opleiding cardiologie AZN De eerste activiteiten waaraan de AIOS deelneemt is een algemeen introductieprogramma voor alle nieuwe medewerkers van het ziekenhuis, alsmede een specifiek introductieprogramma voor arts‐assistenten. Vervolgens wordt de AIOS ingewerkt op de afdeling cardiologie. Algemeen introductieprogramma St. Antonius ziekenhuis Tijdens deze introductie maken nieuwe medewerkers kennis met de speerpunten van het ziekenhuis. Ook worden er rondleidingen gegeven. Een voorbeeld van het dagprogramma is als bijlage 5 toegevoegd. Introductie‐Onderwijsprogramma voor arts‐assistenten (5 dagen) Tijdens dit twee dagen durende programma wordt aandacht besteed aan de kennismaking met de Bibliotheek en enkele medisch ondersteunende afdelingen. Daarnaast worden diverse thema’s behandeld, zoals “Kwaliteit & Patiëntveiligheid” en wordt er deelgenomen aan de trainingen “Werken met het EPD” en “Registeren van DBC’s”. Gedurende drie dagen daarna worden de arts‐assistenten getraind in reanimeren (ALS/BLS) en de diverse aspecten van de behandeling van de acute patiënt, onderwezen door de betrokken disciplines. Een voorbeeld van het programma is als bijlage 5 toegevoegd. Introductie arts‐assistent cardiologie Na bovenstaande introductie wordt de arts‐assistent cardiologie gedurende ongeveer 3 maanden ingewerkt op de diverse (verpleeg) afdelingen cardiologie (oa CCU), waarbij met name aandacht wordt besteed aan het opvangen van de acute patiënt (Eerste Harthulp), het kunnen verrichten en beoordelen van een cardiaal echocardiogram en het meelopen van diensten met ervaren arts‐assistenten. Pas wanneer de arts‐assistent door zijn supervisor en de opleidingsgroep competent geacht wordt dienst te doen, wordt hij/ zij hiervoor ingezet. In de praktijk is dit meestal na een periode van 3 maanden. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
22
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
IV.B. Opleidingsschema cardiologie St. Antonius ziekenhuis De lokale inhoud en structuur van de 4 jaar durende opleiding cardiologie is uitgewerkt in onderstaand opleidingsschema. Een stagebeschrijving van de onderdelen vindt u in bijlage 2. Opleidingsjaar 1 Opleidingsjaar 2 Klinische stages: Klinische stages: Verpleegafdelingen/EHH (6 maanden) Hartbewaking (6 maanden) Echocardiografie/nucleaire geneeskunde (6 Cardiothoracale chirurgie/IC (3 maanden) mnd) Lijnpolikliniek Lijnpolikliniek (100‐150 dagdelen in 4 jaar) Consulten (3 maanden) Cursorisch onderwijs zie bijlage 8 Cursorisch onderwijs zie bijlage 8 Opleidingsjaar 3 Opleidingsjaar 4 Differentiatiejaar Klinische stages: Eén van de vijf aandachtsgebieden: Hartcatheterisatie (6 maanden ) 1. Algemene cardiologie Electrofysiologie (3 maanden) 2. Invasieve cardiologie Congenitale cardiologie (3 maanden) 3. Electrofysiologie Lijnpolikliniek 4. Niet‐invasieve beeldvormende cardiologie 5. Congenitale cardiologie 6. ICU Lijnpolikliniek Klinische stages Cursorisch onderwijs zie bijlage 8 Cursorisch onderwijs zie bijlage 8 Leerinhoud: alle thema’s behorende bij alle 4 opleidingsjaren: Coronairlijden 1 x Voordracht wetenschappelijke vereniging
Hartfalen (of vergelijkbaar podium) in 6 jaar Ritme‐ en geleiding 1e Auteur peer‐reviewed artikel in 6 jaar Niet‐invasieve beeldvorming Invasieve beeldvorming Aangeboren hartafwijkingen Overigen (zie landelijk opleidingsplan pag 14) St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
23
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsjaar 4: Verdiepingsjaar De invulling van het verdiepingsjaar is aan verandering onderhevig. Het concilium Cardiologicum adviseert in het laatste jaar van de opleiding ten minste 3 maanden aan verdieping te besteden. De invulling van deze 3 maanden is ter beoordeling van de AIOS iom de opleider. De afdeling cardiologie van het St Antonius ziekenhuis biedt in het verdiepingsjaar aan: Algemene cardiologie, Invasive cardiologie, Electrofysiologie, Beeldvorming en ICU. Het is het streven ook het differentiatiejaar Congenitale cardiologie aan te bieden. In bijlage 9 worden de 5 richtingen van verdieping beschreven. IV.C. Verdeling van de thema’s In onderstaande tabel staan de (onderdelen van) thema’s en het te bereiken bekwaamheidsniveau (BN) over de verschillende klinische stages zoals die gelopen kunnen worden op de afdeling cardiologie in het St. Antonius ziekenhuis. Tijdens de klinische stages wordt ook dienst gedaan. De tijd die aan dienst besteed wordt, is minimaal 15% en maximaal 25% van de arbeidstijd. Opleidingsjaar 1 Stage Verpleeg
‐ afdeling en EHH (6 m) Thema Coronairlijden (I‐2,3) Hartfalen (II‐1,2) Ritme (III‐1,2,3) Klepziekten (VII‐1) Endocarditis (VII‐2) Peri(myo)cardziekten (VII‐8) Klin. farmacologie (VII‐
12) Hartrevalidatie (VII‐13) Beeld‐ Echocardiografie (IV‐1) Vorming CMRI (IV‐2) CCT (IV‐3) (6 m) Nucleaire cardiologie (IV‐4) BN Opleidingsactiviteit 2A Generaal ochtendrapport Avondoverdracht Afdelingsvisite Slecht nieuwsgesprek Multi‐disciplinairoverleg Toetsing KPB en OSATS 2A
‐
2B KPB en OSATS Echo verrichten Echo verslag maken Echobespreking Echo‐onderwijs CMRI en CCT onderzoek en bespreking bijwonen Nucleaire scans vervaardigen Nucleaire scans verslaan St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
24
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsjaar 2 Stage Hart‐
bewaking / EHH ( 6 m) Thema Coronairlijden (I, 1‐3) Hartfalen (II, 1) Ritme (III, 1‐3) Algemeen Verpleeg‐
afdeling (3 m) Coronairlijden (I, 2‐3 Hartfalen (II, 1‐2) Ritme (III, 1‐3) Klepziekten (VII,1) Endocarditis (VII, 2) Peri(myo)cardziekten (VII, 8) Klin. Farmacologie (VII, 12) Algemeen Beeld‐
Echo (IV, 1) vorming MRI (IV, 2) CT (IV, 3) (3 m) Algemeen Catheteri‐
satie (3 m) Coronairangio CineAngio LV en Ao Drukmeting (V, 1) Coronairlijden (I, 1‐2) Geleidingst. (III, 1) Algemeen BN Opleidingsactiviteit 2B Generaal ochtendrapport Afdelingsvisite Grote visite Hartteambespreking Klepteambespreking Electrofysiol. bespr. Cardioversie Reanimatie Uitwendige PM draad Swann‐Ganz 2B Dienst 2B Generaal ochtendrapport Overdracht Afdelingsvisite Grote visite Hartteambespreking Klepteambespreking Electrofysiologie bespr. Toetsing KPB en OSATS KPB KPB en OSATS 2B Dienst 2B Echo verrichten Echo verslag maken Echobespreking MRI en CT onderzoek bijwonen/verslaan KPB KPB 2B Dienst 2B Cath. verrichten Cath. verslag maken Hartteambespreking Cath. toelichten op generaal ochtendrapport Permanente PM (indicatie, inbrengen, follow‐up) 2B Dienst KPB KPB KPB St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
25
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsjaar 3 Stage Cardio Thoracale Chirurgie (3m) Thema Coronairlijden (I, 1‐2) Hartfalen (II, 1) Ritme (III, 1) Klepziekten (VII, 1) Endocarditis (VII, 2) Aortaziekten/trauma (VII, 5) Preop. consult (VII, 3) Consulten Coronairlijden (I, 2‐3) Hartfalen (II, 1‐2) (3 m) Ritme & geleiding (III, 1‐2) Klepziekten (VII,1) Endocarditis (VII, 2) Preop. consult (VII, 3) Zwangerschap (VII, 4) Perif. arteriële vaatziekte (VII, 6) Peri(myo)cardziekten (VII, 8) Klin. Farmacologie (VII, 12) Congenita Aangeboren hart‐
le afwijkingen(VI) cardiologi Zwangerschap (VII, 4) e Echocardiografie (IV, 1) MRI (IV, 2) (3 m) Electro‐ Ritme & geleidingst. (III, 1) fysiologie Syncope (III, 2) Plotse hartdood (III, 3) (3 m) BN Opleidingsactiviteit 2B Generaal ochtendrapport chirurgie Afdelingsvisite Grote visite IC bespreking Hartteambespreking. Toetsing KPB KPB 2B Patiëntbespreking Verslaglegging Communicatie met aanvrager Overdracht 2A Polikliniek doen Hartteambespreking Echo verrichten Echoverslag maken MRI en CT onderzoek bijwonen/verslaan 2B Permanente PM (indicatie, inbrengen, follow‐up) ICD (indicatie, follow‐up) KPB en OSATS KPB en OSATS Het werkelijke opleidingsschema van de individuele AIOS kan, door organisatorische en/of persoonlijke omstandigheden, soms van bovenstaand schema afwijken. Zo kan het 1ste jaar cardiologie vóór of ná de Interne vooropleiding vallen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
26
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
IV.D. Opleidingsplan in samenwerking met de B‐klinieken Een jaar van de opleiding wordt gevolgd in een van de B‐ klinieken. In de B‐kliniek Apeldoorn worden de volgende stages aangeboden: lijnpoli (1 dagdeel per week), hartbewaking, hartcatherisatie, pacemakerimplantatie, beeldvorming. In de B‐kliniek MMC te Amersfoort worden de volgende stages aangeboden: hartbewaking, hartcatherisatie, verpleegafdeling. Momenteel wordt de stage beeldvorming nog niet aangeboden in het MMC. Dit zal in de loop van 2014 wel het geval zijn. Indien de AIOS het eerste jaar in de B‐kliniek doormaakt zal het opleidingsschema vanaf jaar 2 in het St Antonius ziekenhuis aangepast worden aan de stages die reeds doorlopen zijn. Zo duurt de stage CCU in het St Antonius 3 maanden indien reeds 3 maanden CCU gedaan in in de B‐kliniek en is de stage beeldvorming (echo) 6 maanden voor de AIOS die een B jaar gedaan heeft in het MMC, maar 3 maanden indien de AIOS deze stage al gedaan heeft in de B‐kliniek te Apeldoorn. De timing van het B jaar en de invulling van de stages tijdens de eerste 2 jaren van de opleiding wordt besproken door het A‐centrum teneinde een volledig op elkaar afgestemd opleidingsschema voor de AIOS te krijgen. Het derde en vierde jaar van de opleiding brengt de AIOS in het St. Antonius ziekenhuis door. V. Kwaliteitszorg en Implementatie Modernisering De kwaliteit van de opleiding cardiologie in het St. Antonius ziekenhuis is geborgd vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Centrale Opleidingscommissie (COC) en de Opleidingsgroep cardiologie. De opleidingsgroep als geheel en de afzonderlijke leden staan garant voor een kwalitatief goede opleiding. Vanuit de COC wordt de kwaliteit van de opleiding cardiologie bewaakt en geborgd met een ziekenhuisbreed kwaliteitszorgsysteem. Het kwaliteitszorgsysteem is opgebouwd uit twee componenten, te weten kwaliteitsmetingen en docentprofessionalisering. Kwaliteitsmeting In 2011 is in de COC van het St. Antonius ziekenhuis een algemeen kwaliteitszorgplan vastgesteld dat gebaseerd is op de PDCA‐cyclus, waarmee een continue kwaliteitsimpuls bewerkstelligd wordt. In het plan is aandacht voor zowel kwaliteitsmetingen die specifiek gericht zijn op de opleiding cardiologie, als manieren om ziekenhuisbrede verbeterthema’s te kunnen identificeren. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
27
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De PDCA‐cyclus kent vier stappen: 1. Plan: formuleer haalbare doelen op basis van informatie uit de verschillende instrumenten. Een actielijst met de beoogde resultaten, een taakverdeling en een termijn om de doelen te bereiken vergroot de slagingskans. 2. Do: voer de geplande verbetering uit conform afspraak. 3. Check: bespreek tijdens verschillende overlegmomenten de status van de geplande acties. De gestelde criteria of vooraf benoemde resultaten zijn hierin behulpzaam. 4. Act: waar nodig bijsturen (evalueren en ingrijpen/herontwerpen) van de acties. Formuleren nieuwe doelen. Bron: www.knmg.nl/modernisering Onderdeel van het kwaliteitszorgplan voor de opleiding cardiologie is een cyclus van interne audits. Dit houdt in dat gedurende de erkenningperiode minimaal één keer een proefvisitatie plaatsvindt, bij voorkeur halverwege de periode. Een interne visitatiecommissie ad hoc legt op basis van de audit in een verslag de sterke punten, de aandachtspunten en aanbevelingen voor verbetering voor de opleiding cardiologie vast. Het verslag wordt vervolgens plenair besproken in de COC vergadering, waarna bindende afspraken worden gemaakt over een eventueel verbetertraject en een termijn voor de volgende proefvisitatie. Binnen de opleiding cardiologie van het St. Antonius ziekenhuis wordt daarnaast gebruik gemaakt van de SETQ‐vragenlijst om het opleidingsklimaat te monitoren. Deze meting wordt minimaal elke drie jaar herhaald. Ook evalueert de opleidingsgroep de eigen onderlinge samenwerking door middel van de TEAMQ‐vragenlijst. Deze meting wordt naar behoefte herhaald. De uitkomsten van zowel de interne audit als de SETQ en TeamQ meting worden met de AIOS besproken in de formele opleidingsvergadering, waarna gezamenlijk een plan van aanpak wordt gemaakt. De voortgang van dit plan is een vast punt op de agenda van de opleidingsvergadering, waardoor het vier maal per jaar wordt geëvalueerd en bijgesteld. Vanuit de COC vindt een doorlopende monitoring van de voortgang van de kwaliteitscyclus van alle Medische Vervolgopleidingen plaats. Om daarnaast ook ziekenhuisbrede verbeterthema’s te kunnen identificeren worden de notulen van de opleidingsvergadering van elke opleiding ieder kwartaal geanalyseerd. Ook wordt vanuit de COC driejaarlijks onder alle in het ziekenhuis aanwezige AIOS een D‐RECT enquête afgenomen. Belangrijke specialisme‐overstijgende verbeterthema’s worden in de COC vergadering besproken. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
28
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Op deze manier wordt volgens de PDCA‐cyclus de kwaliteit van de opleiding geëvalueerd, verbeterd, gewaarborgd en verantwoord. Doordat ook de COC telkens wordt geïnformeerd, kan zij deze kwaliteitszorg monitoren en waar nodig of gewenst, bijsturen en ondersteuning bieden. V.A. Plan van aanpak Modernisering opleiding De eerste stappen van het competentiegericht opleiden zijn gemaakt. In de praktijk betekent dit dat er op vooraf gestelde tijden, opleidings‐ en voortgangsgesprekken plaatsvinden. Beoordelingen van stages, verrichtingen, voordrachten, overdracht en verslaglegging vinden plaats volgens het LOP (zie toetsmatrix p 20). De beoordelingen worden bijgehouden in VREST en de AOIS is verantwoordelijk voor het bijhouden van dit persoonlijk portfolio, daarin ondersteund door de opleiders. Tevens blijft de implementatie van de modernisering van de opleiding en de voortgang daarvan een vast agendapunt van de opleidingsvergadering. In 2013 echter vond deze toetsing nog niet bij alle AIOS voldoende plaats. Ook vond de bespreking van de inhoud en leerdoelen van de verschillende stages onvoldoende plaats. Het streven voor 2014 is het competentiegericht opleiden zoals beschreven in het landelijk opleidingsplan verder in te voeren. Dit betekent dat de AIOS per jaar zorg draagt voor ten minste 10 KPB’s, 10 OSATS (indien van toepassing), 1x een 360 graden feedback, 3x een modelbrief, beoordeling van de overdracht en statusvoering, 1x CAT. Tevens houdt hij het IOP bij: bij aanvang van een nieuwe stage worden de behaalde competenties van de vorige stage en de leerdoelen van de nieuwe stage samen met de supervisor van die afdeling ingevuld. In 2013 is tijdens alle opleidingsvergaderingen aandacht besteed aan de “modernisering van de opleiding” en met name aan de toetsing van de competenties. In 2014 zal dit punt ook telkens worden geagendeerd. De voordelen van competentiegericht opleiden zullen benadrukt worden opdat het bespreken van leerdoelen, het geven en krijgen van feedback en de toetsing van competenties gemeengoed worden binnen de opleiding. De opleidingsgroep bestaat uit de cardiologen en de chefs de clinique. In 2014 zullen de chefs de clinique ook volgens de TdT geschoold worden en meer betrokken worden bij de opleiding: supervisie op de verpleegafdeling; supervisie bij echo/CT; beoordeling van competenties; geven van lessen; aanwezig bij de opleidingsvergaderingen. De gehele opleidingsgroep zal een verdere docent professionalisering conform het competentieprofiel zoals beschreven door het CGS ondergaan. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
29
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
VI. Tenslotte Het opleidingsplan is een weergave van de inhoud en structuur van de huidige Opleiding cardiologie van het St. Antonius ziekenhuis. De verdere modernisering van de medische opleidingen zal ongetwijfeld tot verbeteringen van de opleidingen en dus ook van dit opleidingsplan, leiden. Ook het regionale plan van deze opleiding en andere lokale opleidingsplannen van het St. Antonius ziekenhuis kunnen aanleiding zijn dit plan te herzien. Ten slotte geldt dat, gezien vanuit de communicatiefunctie van dit opleidingsplan, de opvattingen over de Opleiding cardiologie verder aangescherpt kunnen worden. Hierdoor zullen de kwaliteit van het curriculum, het leerklimaat en de opleiding in totaliteit nog verder verbeteren. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
30
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Bijlage 1. Begrippenlijst AIOS ANIOS Bekwaamheidsniveau CanMeds CAT (Critically Appraised Topic) CCMS Competentie 360° Feedback Kerncompetentie KPB (Korte Praktijk Beoordeling) Arts(en) In Opleiding tot (medisch) Specialist Arts(en) Niet In Opleiding tot (medisch) Specialist Minimale combinatie van kennis, kunde en gedrag die nodig is om een omschreven vaardigheid op een bepaald niveau te beheersen Canadian Medical Education Directives for Specialists Presentatie van een antwoord op een individuele klinische vraag Centraal College Medisch Specialismen • Het vermogen om een professionele activiteit in een specifieke context adequaat uit te voeren door geïntegreerde aanwezigheid van kennis, vaardigheden en attitude • Een getoonde bekwaamheid of gedragsrepertoire waaruit blijkt dat kennis, vaardigheden, attitude, eigenschappen en inzichten in het handelen zijn geïntegreerd Gestructureerde beoordeling van een persoon of groep door staf, assistenten, analisten en andere medewerkers met wie geleerd en/of gewerkt wordt Een van de 7 competentiegebieden volgens CanMeds: Medisch handelen, Samenwerking, Communicatie, Kennis en wetenschap, Maatschappelijk Handelen, Organisatie en Professionaliteit Instrument om gestructureerde feedback te geven op een geobserveerde taak die door de AIOS in de praktijk wordt uitgevoerd St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
31
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsplan Klinische stage Portfolio Reanimatietraining BLS/ALS RGS Thema • Een opleidingsplan geeft een beschrijving van de opleiding tot specialist • Het omvat het geheel van eindcompetenties, onderwijsmethode, ‐activiteiten en ‐materiaal, toetsing en kwaliteitszorg over het opleidingsplan • Landelijk opleidingsplan • Lokaal Opleidingsplan (LOP) • Individueel opleidingsplan (IOP) Deel van de opleiding, in tijd en/of plaats, waarbinnen geleerd en gewerkt wordt. Wordt ook wel opleidingsonderdeel genoemd. Een verzameling van documenten, waarin de verplichtingen voortvloeiende uit het kaderbesluit CCMS en de specifieke besluiten worden bijgehouden, en waaruit de voortgang van de opleiding en de zelfreflectie van de AIOS blijken. Het bevat ten minste de documenten ten behoeve van de beoordeling van de AIOS, de gehouden voordrachten en referaten, de gepubliceerde artikelen, de gevolgde cursussen en de uitgevoerde verrichtingen.
Reanimatietraining Basic Life Support Advanced Life Support Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten • Omschreven gebied van stoornissen, problemen en/of situaties, relevant en/of kenmerkend voor het vakgebied • Thema’s geven als het ware een indeling van de opleiding op basis van de werkzaamheden van de specialist • Thema’s zijn bundelend en vereenvoudigend, geven overzicht over het specialisme en vormen een leidraad voor het opleidingsplan, en dus ook voor de toetsing • Thema’s zijn idealiter een vereenvoudigde weergave van een zo groot mogelijke dekking van het vakgebied. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
32
Lokaal Opleidingsplan cardiologie
Bijlage 2. Beschrijving Klinische stages Opleiding cardiologie AZN Opleidingsonderdeel Hartbewaking Duur 6 maanden in het St. Antonius ziekenhuis of 3 maanden in het St. Antonius ziekenhuis en 3 maanden in B‐
kliniek (Gelre ziekenhuis Apeldoorn, Meander MC) Supervisoren dr. J.M. ten Berg, dr. B.J.W.M. Rensing en dr. M.J. Suttorp Inleiding De hartbewaking van het St. Antonius ziekenhuis heeft een level 2 volgens het landelijk protocol CCU (dd 2011). Er bestaat een samenwerking met twee B‐klinieken, Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn en het Meander ziekenhuis in Amersfoort, waar 3 maanden stage hartbewaking kan worden gevolgd. De afdeling bestaat uit 18 CCU‐bedden. Doel van de stage Doel van de stage is het verwerven van de competenties en het behalen van de relevante thema’s. Gedurende een periode van 3 of 6 maanden de zorg voor de behandeling van de patiënten opgenomen op de hartbewaking.
Kennis krijgen van: ‐ opname‐indicaties voor patiënten op de hartbewaking ‐ acute cardiologische ziektebeelden (zie voor indicaties landelijk protocol CCU, zoals daar zijn: patient met STEMI/NSTEMI, acuut hartfalen, levensbedreigende ritmestoornissen, endocarditis met instabiliteit) ‐ de pathologie en fysiologie van voorkomende ziektebeelden ‐ hemodynamiek bij acute ziektebeelden ‐ de indicaties voor verrichtingen zoals arteriepunctie, invasieve drukmeting ‐ de logistiek op de hartbewaking waarin de AIOS een centrale rol inneemt in een multidisciplinaire aanpak. ‐ overleg met verpleegkundigen voor de dagelijkse medische zorg op de hartbewaking ‐ indicaties voor diagnostiek (indicatie voor hartkatheterisatie, echo, MRI, CT) St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
33
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
‐ de farmacologie van de geneesmiddelen (inotropica, ontstolling, anti‐angineuze medicamenten) ‐ indicaties voor therapie (medicamenteus, PCI, CABG, (percutane), klepingrepen ‐ timing invasieve therapie (PCI, CABG). Specifieke Acute cardiale zorg leerdoelen De AIOS leert het herkennen van de vitaalbedreigde patiënt. De AIOS leert in een multidisciplinaire aanpak de vitaalbedreigde patiënt te behandelen. De AIOS leert in de acute fase te overleggen met interventiecardioloog en/of cardiothoracaalchirurg in geval van noodzaak tot een acute ingreep. De AIOS leert in de acute fase te overleggen met andere disciplines over aanvullende therapie (beademing, dialyse). Praktische vaardigheden De AIOS leert de diverse verrichtingen (arteriepuntie, inbrengen lange lijn, inbrengen uitwendige pacemaker, inbrengen Swann‐
Ganz, cardioversie) noodzakelijk voor een adequate behandeling van de vitaalbedreigde patiënt op de hartbewaking. De AOIS leert ook het herkennen van de mogelijke complicaties van deze verrichtingen en hoe te handelen bij een complicatie. Leermiddelen Kliniek 08.00 uur onderwijs en overdracht plenair 09.00 uur visite met verpleging 10.00 uur grote visite iedere ma/do met de supervisor, overige dagen overleg rond 12 en 17 uur. Voor acute zaken direct overleg. 10.00‐12.00 diverse taken (zoals “13.00‐17.00 uur”) 12.00 uur onderwijs/lunch 13.00‐17.00 bekijken van aanvullend onderzoek zoals ECHO en coronair angiogram, dicteren van ontslagbrieven, patiënten en familie gesprekken, multidisciplinair overleg 17.00 uur bespreking van patiënten op de hartbewaking in het hartteam 17.30 uur onderwijs. Bekwaamheidsniveau De AIOS heeft een bekwaamheidsniveau waarbij hij/zij handelt onder supervisie: 2a en indien competent, handelt zonder supervisie 2b. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
34
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Feedback en voortgangsgesprekken Taken van de AIOS Gedurende de gehele stage wordt de AIOS van directe feedback voorzien. Voor alle patiënten wordt de opname‐indicatie op de hartbewaking en de bijpassende behandeling direct bij opname besproken met de supervisor. Tevens zijn er dagelijks overlegmomenten ingebouwd waar door de supervisor op gestructureerde wijze feedback aan de AIOS wordt gegeven. Op maandag en donderdag wordt tijdens de grote visite nogmaals de opname‐indicatie, behandeling en beloop van alle opgenomen patiënten besproken. • Verantwoordelijk voor de medische zorg van de opgenomen patiënten op de hartbewaking en observatorium • Opname van patiënten op de hartbewaking (zelf anamnese en lichamelijk onderzoek) • Opstellen behandelplan • Overleg met supervisor over elke nieuwe patiënt en de indicatie van elke ingreep • Overleg met electrofysioloog over indicatie ingrepen voor ritmestoornissen • Overleg met andere disciplines over de behandeling van patiënten op de hartbewaking • Dagelijks visite met verpleging • Op maandag en donderdag grote visite met verpleging en supervisor (AIOS kent de voorgeschiedenis, anamnese, lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek van de patiënt) • Bespreken ritme‐patiënten met electrofysioloog/ in ritmebespreking • Uitvoeren van diverse verrichtingen (zie praktische vaardigheden) na prikcursus doorlopen te hebben op OK en zonodig onder supervisie • Vervaardigen hartteamverslag samen met supervisor van elk coronairangiogram m.u.v. 1‐taks lijden bij primaire PCI (daar voldoet het dotterverslag) • Bespreken ritme patiënten met electrofysioloog in de wekelijkse ritmebespreking • Voeren ontslaggesprekken van alle patiënten op de hartbewaking • Vervaardigen ontslagbrief in de week van ontslag. Toevoegen van ontslagdiagnose aan de voorgeschiedenis in het EPD St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
35
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
Praktische vaardigheden stage hartbewaking Communicatie patiënten, personeel, collegae Protocollen Dagelijkse overdracht van de patiënten aan de dienstdoende • Vervaardigen weekendoverdracht • Behandelplan presenteren in het hartteam van patiënten opgenomen op de hartbewaking • Beoordelen gefaxt ECG van infarctpatiënt in ambulance en melding van een te verwachten patiënt op cath.lab. aan dr. Van der Heyden (956) of dienstdoende interventieCardioloog (924) ‐ sein 323 (cath.lab.) In voorkomende gevallen onderwijs geven aan de verpleging. Tijdens de stage worden de volgende vaardigheden aangeleerd: • Arteriepunctie • Inbrengen arterielijn • Inbrengen centraal veneuzelijn via v. subclavia, v. jugularis en v. femoralis • Inbrengen Swann‐Ganz katheter • Inbrengen externe transveneuze pacemaker • Verrichten van electrocardioversie en defibrillatie • Uitvoeren van non‐invasieve beademingstechnieken • Pericardpunctie alleen in reanimatiesetting Deze praktische vaardigheden worden getoetst via OSATS. De AIOS loopt dagelijks visite op de hartbewaking onder de supervisie van de dienstdoende Cardioloog. De communicatie naar patiënt, verpleging en collegae wordt geëvalueerd en beoordeeld m.b.v. KPB visite en in het tussentijds‐ en eindgesprek. De medische protocollen zijn beschikbaar op de opleidingssite van de cardiologie en de verpleegkundige protocollen zijn beschikbaar in ORCA . St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
36
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Literatuur The ESC textbook of cardiovascular medicine Medische Protocollen afdeling cardiologie (opleidingssite) The ESC/NVVC guidelines (opleidingssite) Aanbevolen: • The ECG in Emergency Decision Making. Wellens HJJ, Conover M. • A quide tot Physical Examination and History Taking. Baters, B • Cardiologie. Wall E.E. van der, e.a. • Leerboek Acute cardiologie. Winter de RJ, Hoorntje JCA. • Braunwald’s Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. Bonow, RO, Mann DL, Zipes DP, Libby P. Werkinstructie Hartbewaking: Op de CCU staan 2 arts –assistenten gepland voor in totaal 18 bedden. Iedere assistent draagt zorg voor 9 patienten. Een van de assistenten doet de even kamers de andere de oneven kamers. De CCU supervisoren zijn: Ten Berg, Rensing, Suttorp ( wisseling 2 maandelijks) ‐ De visite is dagelijks en start na de ochtendoverdracht. Na het uitwerken van de ochtendvisite kan je vaak terecht bij je supervisor voor vragen. Nieuwe opnames worden allemaal met de supervisor besproken ( je dient zelf contact op te nemen met de supervisor). Bij instabiele patiënten of patiënten die een ingreep nodig hebben direct overleggen. In het EPD vermelden dat er overleg heeft plaatsgevonden. ‐ Maandag en donderdag zijn de dagen waarop de grote visite plaatsvindt. Deze start om 10: 00 uur. In de tijd die je hebt voor de grote visite dien je de controles in het EPD te hebben gezet en je in te lezen in de nieuwe patienten. Je moet de patient kennen! Dus doe zo nodig tevoren LO en anamnese. De grote visite gaat om de inhoud, niet om recepten en echoformulieren. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
37
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
‐ Elke ochtend net voor of tijdens de visite komt de secretaresse langs voor de klinische echo aanvragen voor die dag. Zorg dat je vantevoren gekeken hebt wie er die dag een echo nodig heeft en dat de aanvraag is geschreven. De echolaborantes starten om 9 uur. ‐ In de loop van de ochtend komt de opnamecoordinator langs om te bekijken welke patienten over kunnen naar zorglijn 2 of naar huis. Elke aanvraag van een overname die je krijgt van een ander ziekenhuis of afdeling ( IC) dient door je supervisor te worden geaccepteerd. Dus vroegtijdig overleg hierover is goed voor de doorstroming. Opnames: ‐ Infarcten: acute dotters worden vaak direct via de Cathkamer naar de CCU overgeplaatst. Al deze patienten dienen te worden gestatust. Tevens dient de voorgeschiedenis te worden bijgewerkt. Soms mag een patient na enkele uren al overgeplaatst worden naar een CCU elders. Overleg altijd even met je supervisor of dit kan en mag. Eventueel overleg je dit met de interventiecardioloog die de patient heeft gedotterd. ‐ Patienten die via de eerste harthulp worden opgenomen zijn al gestatust. Onderzoeken worden in principe niet door de eerste hulp arts aangevraagd. Dus CAG , TTE of andere aanvragen allemaal zelf doen. Ook deze patiënten dien je zelf te zien en te onderzoeken ‐ Patiënten overgenomen vanuit een ander ziekenhuis dienen ook gestatust te worden. Het is niet voldoende om alleen een brief van het ziekenhuis in te scannen. Geplande opnames: ‐ Op dinsdag worden altijd de mitraclippings geplaatst. Deze patienten komen na het plaatsen van de clip op de CCU. Soms worden ze pre‐clip op maandag op de CCU opgenomen. Deze patienten dienen te worden opgenomen. Zorg ervoor dat de status wordt bijgewerkt. Dit maakt het straks makkelijker om een ontslagbrief te schrijven. (zie protocol Mitraclip) ‐ Op donderdag worden ook de patienten opgenomen voor een PTSMA behandeling. Deze patienten dienen als ze niet in het bezit zijn van een definitieve pacemaker een centrale lijn te krijgen ( jugularis rechts) . Dit wordt in principe op de CCU gedaan door de arts‐assistent. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
38
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Via deze lijn wordt er tijdens de procedure een tijdelijke pacemaker draad ingebracht. De pacemaker dient DAGELIJKS te worden gedrempeld, (zie protocol PTSMA) o Op donderdag worden de TAVI ’s geplaatst. Patienten na een transfemorale plaatsing worden nadien op de CCU opgenomen. Al deze patienten hebben een externe pacemaker die DAGELIJKS dient te worden gedrempeld. (zie protocol TAVI) Hartteam: ‐ In principe dienen alle patienten die een CAG hebben ondergaan in het hartteam te worden gebracht. Het hartteam vindt dagelijks aan het einde van de dag plaats. Check bij het hartteam secretariaat ( toestel 3100) of je patient wel is aangemeld. Zo niet doe dit alsnog voor 15: 30. Vraag meteen of ze je willen bellen als het hartteam begint zodat je naar beneden kunt om je patient te presenteren. Het hartteam vindt meestal plaats op de kamer van de cardioloog. ‐ Van alle CAG dient ook een hartteam verslag in het EPD gemaakt te worden. In dit hartteamverslag staat ook het beleid, hetgeen oa voor de dienstdoende onmisbaar is. Bespreek dagelijks mondeling met je supervisor de harrteam verslagen. Na goedkeuring van de supervisor kunnen deze definitief worden opgeslagen. Spoed Faxen: ‐ Op de CCU komen regelmatig ECG faxen binnen. Deze dienen direct te worden bekeken. Acute infarcten dienen namelijk meteen naar de cathkamer te worden verwezen. Op de fax staat altijd een 06‐nummer van de ambulancebroeder. Indien je twijfelt over het ECG kun je altijd direct met de ambulance broeder overleggen. ‐ Betreft het niet een acuut infarct dan kan de patient gepresenteerd worden in een ziekenhuis in de regio waar de ambulance zich bevindt. Dit mits de patient niet bij ons bekend is. ‐ Is er wel sprake van een duidelijk infarct op het ECG. Bel het 06‐nummer, vraag naam, geboortedatum, kort de cardiale voorgeschiedenis en de aanrijtijd. ‐ Neem vervolgens contact op met de dienstdoende dotteraar Sein 924 en kondig de patient aan. Meldt de patient ook aan bij sein 323 ( cathlab coordinator). Het is ook netjes om alvast contact op te nemen met de opnamecoordinator zodat deze alvast een bed kan regelen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
39
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Eerste Harthulp/Observatorium Duur Doelstelling Thema’s Welk bekwaamheids‐
niveau Werkwijze patiënten met acute cardiale problematiek 3 maanden Dit is een aparte stage. De afdeling EHH (8 bedden) is gesitueerd op de afdeling E3 dicht bij de hartbewaking • Werktijden: 8.00 – ca. 18.00 uur (CCU‐overdracht om 17.30 uur) • Supervisie: gekoppeld aan de dienstdoende Cardioloog (sein 204) • Arts‐assistent heeft sein 104 en sleutels De AIOS is verantwoordelijk voor de opvang, diagnostiek en behandeling van patiënten die zich presenteren met acute cardiale problemen. Hij/ zij begeleidt daarnaast diverse taken op de hartfunctieafdeling. Coronairlijden Hartfalen Ritme Handelt onder supervisie 2a •
•
•
•
•
•
•
•
aanmelding van hemodynamisch stabiele patiënten via dienstdoende Cardioloog (sein 204) bij presentatie van een patiënt nakijken en aanvullend onderzoek afspreken (ECG, laboratorium en eventueel x‐
thorax) afhankelijk daarvan aanvullend onderzoek/ behandeling (iom supervisor) lab CITO valkje invullen lab laten prikken op EHH: toestel 2532/2536 of bij balie 12 indien patiënt lopend naar de röntgen gaat op aanvraag schrijven FOTO retour met patiënt streven verblijf EHH < 30’voor “quickscan”, aansluitend naar observatorium/CCU/verpleegafdeling of ontslag. verslaglegging in EPD met aanmaken brief: o Eerste harthulp/SEH St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
40
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
DBC verplicht registreren Ontslag: kopie brief meegeven Betreffende afdelingsarts inlichten Opnamebrief uit EPD uitprinten en meegeven Opdrachtenvel voor verpleging Kopie van brief uit EPD, ECG, lab en X‐thorax naar elders Beoordelen of patiënten kandidaat zijn voor wetenschappelijke studies. continue zelfreflectie wekelijks KPB, tussentijd‐ en eindgesprek supervisor o
o
o
o
o
o
•
Patiënten die in aanmerking komen voor spoed: •
•
CAG/PTCA: • Na overleg supervisor en altijd in overleg met dr. Van der Heyden (sein 956) of de dienstdoende interventiecardioloog (924) • Pre‐ medicatie: zie guidelines behandeling myocardinfarct • Eventueel studieprotocol (R&D arts sein 160) Cardioversies: • Eerst opname regelen met Observatorium (sein 201) • Na overleg supervisor aanmelden OK (sein111) • Ecv’s worden door de consultarts (sein 122) uitgevoerd Poliklinische CAG en ECV: • Aanmelden na overleg eigen Cardioloog/ supervisor via gele formulier, samen met brief en status inleveren bij PTCA/CAG‐ secretariaat of secretariaat Cardiomeettechniek (ECV’s) Huisartsen ERGO: • Alleen voor patiënten die nog nooit op de polikliniek cardiologie zijn geweest. Indien patiënt bekend is op de polikliniek beoordeelt de behandelend (poli) Cardioloog of ergo (op verzoek van de huisarts) noodzakelijk is. • Voor ergo luisteren naar hart en longen. Korte anamnese aanhoren, bv. risicofactoren uitvragen • Indien vermoeden op kleplijden bestaat, eerst overleg met de supervisor voor doorgang fietstest • In principe is de 104 arts niet bij de huisartsenfietsers aanwezig (wel op de afdeling). • Beoordeling ergometrie door supervisor. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
41
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
G3/E/F/fietsers: • Hierbij behoort een arts aanwezig te zijn (de 104 arts, indien nodig de afdelingsarts). • Fietstest wordt beoordeeld en uitslag gegeven op de afdeling door behandelend arts! Bij enige twijfel over wat dan ook altijd overleggen met supervisor! St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
42
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Duur stage Supervisoren Inleiding Doelen van de stage Opleidingsonderdeel Verpleegafdeling cardiologie ritme E3A 3 maanden dr. Wijffels, dr. Boersma, dr. Wever De verpleegafdeling ritme afdeling beschikt over 15 bedden Er zijn mogelijkheden voor telemonitoring en telemetrie. Op de afdeling werkt 1 AIOS. De supervisie geschiedt door bovengenoemde cardiologen, die afwisselend gedurende 2 maanden supervisie hebben. De AIOS beschikt over een ruime assistentenkamer, waar tevens de papieren visite wordt gedaan. Er wordt 2 keer per week “grote” visite gelopen, waarbij de supervisor aanwezig is tijdens de papieren visite en de beddenronde. Er vindt dagelijks overleg plaats met de supervisor over nieuwe patienten en voortgang beleid. De andere dagen loopt de AIOS zelfstandig de visite. Tevens is er 1 keer per week ritmebespreking, waarin complexe en interessante patiënten worden besproken en waarin indicaties voor device‐therapie en electrofysiologisch onderzoek en ablaties worden gesteld. Hieraan nemen alle aanwezige EFO‐
logen, fellows, de EFO‐stagiair, en A(N)IOS met ritme‐
vraagstukken over (poli‐)klinische patienten deel. Algemene leerdoelen: • De AIOS dient aan het eind van de stage voldoende kennis en kunde te hebben ontwikkeld ten aanzien van de verschillende aspecten van behandeling van ritme‐ en geleidingsstoornissen in klinische setting. • De AIOS toont inzicht te hebben in het klinisch denken, beheerst de interpretatie van ECGs, beeldvormende diagnostiek, laboratoriumbepalingen en beleid (anti‐
aritmica, device‐therapie en ablatie‐therapie). • De AIOS is georganiseerd, zorgt voor een adequate verslaglegging en vlotte administratieve afhandeling van zijn bevindingen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
43
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
•
•
•
De AIOS overlegt dagelijks op efficiënte, gestructureerde en correcte wijze met zijn supervisor. De AIOS is in staat tot adequate informatieverstrekking aan de patiënt en betrokkenen, onderhoudt een goed contact met andere zorgverleners op de werkvloer en overige specialismen. De AIOS kent daarbij zijn eigen beperkingen en handelt daarnaar. De AIOS zorgt voor een vlotte correspondentie naar de betrokken disciplines (huisarts, specialisten ed.) en informeert de huisarts middels een concept ontslagbrief direct na ontslag van de patiënt, met eventuele telefonische toelichting bij bijzondere omstandigheden. Specifieke leerdoelen: • De AIOS leert op de verpleegafdeling bij patiënten de algemene en specifieke cardiologische anamnese af te nemen en het lichamelijk onderzoek adequaat te verrichten. • De AIOS maakt overwegingen voor het aanvragen van vervolgonderzoek en het uitvoeren daarvan, de interpretatie van de uitslagen, verslaglegging middels probleemlijsten, dagelijkse decursus, (weekend)overdrachten en statusvoering in het algemeen. • De AIOS leert de fysiologie en pathologie van voorkomende ritme‐ en geleidingsstoornisen, verdiept zich in de verschillende ziektebeelden middels leerboeken en literatuur, overlegt met de supervisor over de bevindingen, stelt een werkdiagnose met overige conclusies en beleid op en voert het overeengekomen beleid adequaat uit. • De AIOS heeft een adequaat voorschrijfgedrag voor wat betreft medicatie, kent de bijwerkingen en interacties ervan, en legt deze zo nodig vast in de status en het EPD. • De AIOS leert samenwerken met andere (geconsulteerde) specialisten, verpleegkundigen en overige zorgverleners. • De AIOS heeft een empatische opstelling naar patiënt, familie en overige betrokkenen. • De AIOS stuurt verpleging en andere zorgverleners (bijv co‐
assitenten) aan voor wat betreft het beleid en controleert de uitvoering ervan. • De AIOS heeft een gedegen statusvoering, presenteert patiënten tijdens de visite en toont aan een goed overzicht, tijdsindeling en ‐management en controle over de afdeling te hebben, en draagt moeilijke patiënten over aan de dienstdoende collega. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
44
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leermiddelen Feedback en voortgangsgesprekken Kliniek Ochtendoverdracht, visites (grote visite met supervisor, zelfstandige papieren visite en visite aan het bed), gesprekken met patiënten en familie. De diverse patiëntenbesprekingen (ritmebespreking, hartteam, moeilijke patiënten‐, röntgen‐, complicatie, PA‐besprekingen). Terugrapportage naar huisarts en andere specialisten middels ontslagbrieven. Omgang met (geconsulteerde) specialisten en overige zorgverleners. Onderwijs Gestructureerd onderwijs volgens rooster, referaten (ook ziekenhuisbreed), regionale refereeravonden (met opleidingscluster), verplicht landelijk onderwijs (CVOI / BOC‐
cursussen). Gedurende de gehele stage wordt de AIOS van directe feedback voorzien. Tevens worden in overleg tussen dienstdoende supervisor en AOIS vaste momenten ingebouwd waar door de supervisor op gestructureerde wijze feedback aan de AIOS wordt gegeven. • Startgesprek: visie van supervisor m.b.t. doelen en opzet van de stage worden aan AIOS duidelijk gemaakt. De AIOS wordt gevraagd wat de verwachtingen van de stage zijn. • Tussentijds gesprek (halverwege/ bij wisseling van supervisor); Supervisor geeft feedback m.b.t. leercurve van de AIOS. Worden vastgestelde stagedoelen zoals hierboven beschreven bereikt? Zijn er knelpunten? Worden leerdoelen niet behaald? • Feedback van AIOS op supervisor/ opleiding/ verloop van stage en leerdoelen. Bij wisseling van supervisor vraagt AOIS op eigen initiatief naar visie van supervisor mbt leerdoelen voor deze stage. • Eindgesprek: zijn de leerdoelen bereikt? Is de stage volgens supervisor en AOIS adequaat verlopen? Is de kennis op niveau? Feedback AIOS naar opleiding/ supervisie? Verbeterpunten mbt stage? De evaluatieformulieren, behorende bij de hierboven genoemde evaluatiemomenten, worden in het bijzijn van de AIOS ingevuld en voorzien van datum, naam en handtekening van de supervisor. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
45
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Literatuur A Guide to Physical Examination and History Taking. Bates B. Cardiologie. Wall E.E. van der, Wert F. van de Braunwald's Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. Bonow, RO, Mann DL, Zipes DP, Libby P. Medische Protocollen Afdeling cardiologie, tevens online op intranet. ACC/AHA/HRS/ESC guidelines • Management of Patients with Supraventricular Arrhythmias
• Management of Patients with Ventricular Arrhythmias and the prevention of sudden cardiac death • Management of Patients with Atrial Fibrillation NVVC richtlijnen: • Guidelines ICD implantation 2005 en update (definitief 2005) • Praktijkrichtlijn voor ICD Centra (definitief 2009) • Preventie van plotse hartdood (definitief 2011) • Richtlijnen voor de behandeling van patiënten met supraventriculaire ritmestoornissen (definitief (2003) • ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher & Serruys. Hoofstukken 27‐30 en 32. • Cardiac pacing, defibrillation and resynchronization; David Hayes et al • Cardiac pacing and ICD’s; Ellenbogen et al. • Electrophysiologic testing; Fogoros et al Josephson Handbook of Cardiac Electrophysiology; Murgatroyd et al pToDate, online De onderstaande kaart komt uit het opleidingsplan cardiologie versie 08‐04‐2010. Hierin staat beschreven welke onderwerpen er behandeld dienen te worden gedurende het ‘onderdeel’ verpleegafdeling (en diensten), in welke literatuur deze terug te vinden zijn en bestudeerd moeten worden, welke themakaarten daarvoor beschikbaar zijn en hoe deze vaardigheden getoetst dienen te worden. Gedurende en aan het einde van het ‘onderdeel’ worden de verschillende competenties middels KPB’s en/of OSATS getoetst. Gedurende de diverse beoordelingsmomenten en gesprekken van het ‘onderdeel’ worden de uitkomsten met de AIOS besproken, waarbij aanbevelingen worden gegeven voor vervolg ‘onderdelen’. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
46
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Bekwaamheidsniveau De AIOS werkt onder supervisie: 2a. Zo worden alle nieuwe patiënten met de supervisor besproken. Tijdens de stage kan het bekwaamheidsniveau opschuiven naar 2 B. De mogelijkheid tot supervisie is echter te allen tijde aanwezig. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
47
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Ritme‐ en Ritme‐ en Ritme‐ en Ritme‐ en Syncope Syncope Klepziekten Endocarditis Endocarditis Peri(myocard)ziekte
Peri(myocard)ziekte
Klinische Klinische stages Begingesprek Kennis zie themakaart Kennis niet ESC‐
Textbook Guidelines v themakaart Hartfalen Klinische stages: Verpleegafdeling en Diensten dr. 0 0 0 0 0 0 0 0
Hoofdstuk 1 ESC Hoofdstuk 8 ESC Hoofdstuk 14 ESC 0 0 0 0 0 0 0
0
0
0
0
0 0 0 0 0 VII‐
VII‐8
VII‐8
VII‐2
VII‐2
VII‐1
III‐2
III‐2
III‐1
III‐1
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
0
III‐1
III‐1
II‐1 Hoofdstuk 17 ESC Hoofdstuk 21 ESC Hoofdstuk 22 ESC Hoofdstuk 27 ESC Hoofdstuk 28 t/m 30 ESC Hoofdstuk 31 ESC Hoofdstuk 32 ESC Vaardigheden (zie opleidingsplan) Themakaart 48
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
patiënt met brady‐aritmie Externe cardioversie Evaluatie patiënt met syncope Evaluatie patiënt met syncope Evaluatie patiënt met gedecompenseerde Evaluatie en behandeling van patiënt met Evaluatie en behandeling van patiënt met Evaluatie en behandeling van patiënt met Evaluatie en behandeling van patiënt met Onderbouwing van toepassing medicament KPB / OSATS OSATS KPB KPB KPB KPB KPB KPB KPB KPB
Ve / Ve / Ve / Dienst Dienst Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / KPB / OSATS KPB / OSATS patiënt met breed complex tachycardie Patient met smal complex tachycardie Ve 0
KPB 0
Evaluatie patiënt met dyspnoe 0
0 0 0 49
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
0
0
Uitgevoerd Stage eindgesprek 0 0
0
Medisch Handelen Communicatie Samenwerking Organisatie Kennis en Wetenschap Maatschappelijk handelen Professioneel gedrag 0
Casustype CANMeds 0
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Werkinstructie Verpleegafdeling Ritme E3A: De verpleegafdeling E3‐ritme beschikt over 15 bedden met telemetrie en telemonitoring. De supervisoren van de ritme afdeling zijn: dr. Boersma, dr. Wever en dr. Wijffels Visite: ‐ Op maandag en donderdag wordt grote visite gelopen waarbij een supervisor aanwezig is zowel bij de papieren visite als bij de visite aan het bed. ‐ Op dinsdag, woensdag en vrijdag loopt de AIOS zelfstandig visite en er wordt een overleg‐ moment afgesproken met de supervisor, meestal aan het einde van de dag. Bij zaken die niet kunnen wachten (instabiliteit, ingreep), wordt direct met de supervisor overlegd. Ritmebespreking: ‐ Op dinsdagochtend na de overdracht vindt de ritmebespreking plaats waarin complexe en interessante patiënten worden besproken en waarin indicaties voor device‐therapie , EFO onderzoek en ablatie worden gesteld. o De AIOS bereidt de patiënten voor en presenteert die tijdens de ritmebespreking. Hartteam verslag: ‐ Alle patiënten die een hartcatheterisatie ondergaan worden door de AIOS aangemeld bij het hartteam en na de bespreking door het hartteam maakt de AIOS daarvan een verslag, welk verslag samen met de supervisor besproken wordt. Nieuwe patiënten: ‐ Alle geplande opnames en overnames worden door de AIOS gezien en er wordt een opname status gemaakt. Tevens stelt de AIOS de supervisor van nieuwe opnames en overnames op de hoogte. Ontslag: ‐ De dag voor het ontslag plant de AIOS een ontslaggesprek met de patiënt(e) en de familie waarbij het klinische verloop wordt besproken. ‐ Bij ontslag wordt een conceptontslagbrief meegegeven aan de patiënt(e) voor de huisarts en een definitieve brief wordt na de correctie door de supervisor naar de huisarts gestuurd. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
50
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
EPD: ‐ Het wordt verwacht dat de AIOS de voorgeschiedenis van de patiënten bijwerkt en de medicatie dagelijks bijhoudt. ‐ Bij iedere patiënt(e) wordt een klinische samenvatting gemaakt waarin de reden van opname, de korte relevante voorgeschiedenis, het klinische verloop en aanvullende onderzoeken worden vermeld. Tevens wordt er een plan gemaakt voor de behandeling en aanvullende diagnostiek. Weekend overdracht: ‐ Voor de patiënten die in het weekend met ontslag gaan, wordt alles voorbereid door de AIOS (brief, recepten en afspraken). ‐ Patiënten bij wie in het weekend visite moet worden gelopen, voegt de AIOS toe aan de PPL van het weekend, waarbij duidelijke aandachtspunten worden gemeld.
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
51
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Verpleegafdeling cardiologie E3 algemeen Duur stage 3 maanden Supervisoren dr M.C. Post, R. van Tooren, Dr M.A.M. Stofmeel Inleiding De verpleegafdeling cardiologie van het St. Antonius Ziekenhuisziekenhuis Nieuwegein beschikt over 17 bedden. Er zijn mogelijkheden voor telemonitoring en telemetrie. Op de afdeling werkt 1 AIOS. De supervisie geschiedt door bovengenoemde cardiologen, die afwisselend gedurende 1 maand supervisie hebben. De AIOS beschikt over een ruime assistentenkamer, waar tevens de papieren visite wordt gedaan. Er wordt 2 keer per week “grote” visite gelopen, waarbij de supervisor aanwezig is tijdens de papieren visite en de beddenronde. De andere dagen loopt de AOIS zelfstandig de visite. Doelen van de stage Algemene leerdoelen: • De AIOS dient aan het eind van de stage voldoende kennis en kunde te hebben en kunde ontwikkeld ten aanzien van de verschillende aspecten en ziektebeelden binnen het specialisme cardiologie op de verpleegafdeling. • De AIOS toont inzicht te hebben in het klinisch denken, beheerst de interpretatie van beeldvormende diagnostiek, laboratoriumbepalingen, het klinisch beeld van een patiënt, het therapeutisch beleid en farmacotherapie. • De AIOS is georganiseerd, zorgt voor een adequate verslaglegging en vlotte administratieve afhandeling van zijn bevindingen. • De AIOS is in staat tot adequate informatieverstrekking aan de patiënt en betrokkenen, onderhoudt een goed contact met andere zorgverleners op de werkvloer en overige specialismen. • De AIOS kent daarbij zijn eigen beperkingen en handelt daarnaar. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
52
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Specifieke leerdoelen: • De AIOS leert op de verpleegafdeling bij patiënten de algemene en specifieke cardiologische anamnese af te nemen en het lichamelijk onderzoek adequaat te verrichten. • De AIOS maakt overwegingen voor het aanvragen van vervolgonderzoek en het uitvoeren daarvan, de interpretatie van de uitslagen, verslaglegging middels probleemlijsten, dagelijkse decursus, (weekend) overdrachten en statusvoering in het algemeen. • De AIOS leert de fysiologie en pathologie van voorkomende ziektebeelden, verdiept zich in de verschillende ziektebeelden middels leerboeken en literatuur, overlegt met de supervisor over de bevindingen, stelt een werkdiagnose met overige conclusies en beleid op en voert het overeengekomen beleid adequaat uit. • De AIOS heeft een adequaat voorschrijfgedrag voor wat betreft medicatie, kent de bijwerkingen en interacties ervan, en legt deze zo nodig vast in de status en het EPD. • De AIOS leert samen werken met andere (geconsulteerde) specialisten, verpleegkundigen en overige zorgverleners. • De AIOS heeft een empatische opstelling naar patiënt, familie en overige betrokkenen. • De AIOS stuurt verpleging en andere zorgverleners aan voor wat betreft het beleid en controleert de uitvoering ervan. • De AIOS heeft een gedegen statusvoering, presenteert patiënten tijdens de visite en toont aan een goed overzicht, tijdsindeling en‐management en controle over de afdeling te hebben, en draagt moeilijke patiënten over aan de volgende dienstdoende collega. • De AIOS zorgt voor een vlotte correspondentie naar de betrokken disciplines (huisarts, specialisten ed.), en informeert de huisarts middels een concept ontslagbrief direct na ontslag van de patiënt, met eventuele telefonische toelichting bij bijzondere omstandigheden St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
53
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leermiddelen Feedback en voortgangsgesprek Kliniek Ochtendoverdracht, visites (grote visite met supervisor, zelfstandige papieren visite en visite aan het bed), gesprekken met patiënten en familie. De diverse patiëntenbesprekingen (hartteam, moeilijke patiënten‐, röntgen‐, complicatie, PA‐
besprekingen). Terugrapportage naar huisarts en andere specialisten middels ontslagbrieven. Omgang met (geconsulteerde) specialisten en overige zorgverleners. Onderwijs Gestructureerd onderwijs vlgs rooster, referaten (ook ziekenhuisbreed), regionale refereeravonden (met opleidingscluster), verplicht landelijk onderwijs (CVOI / BOC‐
cursussen). Literatuur Cardiologische leerboeken (zoals geadviseerd door Nederlands Vereniging voor cardiologie), Protocollenklapper, online tijdschriften en Farmacotherapeutisch Kompas, online richtlijnen beroepsvereniging (NVVC en ESC). Gedurende de gehele stage wordt de AIOS van directe feedback voorzien. Tevens worden in overleg tussen dienstdoende supervisor en AOIS vaste momenten ingebouwd waar door de supervisor op gestructureerde wijze feedback aan de AIOS wordt gegeven. • Startgesprek; visie van supervisor mbt doelen en opzet van de stage worden aan AIOS duidelijk gemaakt. De AIOS wordt gevraagd wat de verwachtingen van de stage zijn. • Tussentijds gesprek (halverwege / bij wisseling van supervisor); Supervisor geeft feedback mbt leercurve van de AIOS. Worden vastgestelde stagedoelen zoals hierboven beschreven bereikt? Zijn er knelpunten? Worden leerdoelen niet behaald? Feedback van AIOS op supervisor/ opleiding/verloop van stage en leerdoelen. Bij wisseling van supervisor vraagt AOIS op eigen initiatief naar visie van supervisor mbt leerdoelen voor deze stage. • Eindgesprek: zijn de leerdoelen bereikt? Is de stage volgens supervisor en AOIS adequaat verlopen? Is de kennis op niveau? Feedback AIOS naar opleiding/ supervisie? Verbeterpunten mbt stage? St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
54
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De evaluatieformulieren, behorende bij de hierboven genoemde evaluatiemomenten worden in het bijzijn van de AIOS ingevuld en voorzien van datum, naam en handtekening van de supervisor. Literatuur • A Guide to Physical Examination and History Taking. Bates B.
Cardiologie. Wall E.E. van der, Wert F. van de • Braunwald's Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. Bonow, RO, Mann DL, Zipes DP, Libby P. • Medische Protocollen Afdeling cardiologie, tevens online op intranet. • The ESC textbook of cardiovascular medicine, online. • The ESC/NVVC guidelines, online • UpToDate, online Klinische stages: De onderstaande kaart komt uit het opleidingsplan cardiologie Verpleegafdeling (en versie 08‐04‐2010. Hierin staat beschreven welke onderwerpen Diensten) er behandeld dienen te worden gedurende het ‘onderdeel’ verpleegafdeling (en diensten), in welke literatuur deze terug te vinden zijn en bestudeerd moeten worden, welke themakaarten daarvoor beschikbaar zijn en hoe deze vaardigheden getoetst dienen te worden. Gedurende en aan het einde van het ‘onderdeel’ worden de verschillende competenties middels KPB’s en/of OSATS getoetst. Gedurende de diverse beoordelingsmomenten en gesprekken van het ‘onderdeel’ worden de uitkomsten met de AIOS besproken, waarbij aanbevelingen worden gegeven voor vervolg ‘onderdelen’. Bekwaamheidsniveau De AIOS werkt onder supervisie : 2a. Zo worden alle nieuwe patiënten met de supervisor besproken. Tijdens de stage kan het bekwaamheidsniveau opschuiven naar 2 B. De mogelijkheid tot supervisie is echter te allen tijde aanwezig. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
55
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Duur Wat houdt deze setting of stage in Opleidingsonderdeel Electrofysiologie/Short stay 3 maanden Setting: • Short stay‐afdeling met 10 tot 14 bedden, incidenteel patiënten op de kinderafdeling. • Twee behandelkamers voor elektrofysiologisch onderzoek (EFO), ablaties en device procedures. • Een operatiekamer voor ritmechirurgie en device procedures • Polikliniek elektrofysiologie en cardiomeettechniek • De AIOS werkt en leert gedurende een periode van 3 maanden binnen deze setting. • Vanaf het vijfde opleidingsjaar en in ieder geval na het volbrengen van de Stralingscursus volgt de AIOS deze stage. • De AIOS wordt ingewerkt door de voorafgaand AIOS elektrofysiologie/elektrofysioloog. • De AIOS wordt begeleid door de elektrofysiologen, Fellows elektrofysiologie en door de cardiomeettechnici. • De AIOS is lid van een multidisciplinair team van elektrofysiologen, elektrofysiologen in opleiding, cardiomeettechnici en verpleegkundigen. ACC/AHA/HRS/ESC guidelines • Management of Patients with Supraventricular Arrhythmias • Management of Patients with Ventricular Arrhythmias and the prevention of sudden cardiac death • Management of Patients with Atrial Fibrillation St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
56
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
NVVC richtlijnen Aanbevolen literatuur / naslagwerken Opleidingsgesprekken/ toetsing Wat wordt geleerd NVVC
Guidelines ICD implantation 2005 ‐ an definitief update 2005 NVVC
Praktijkrichtlijn voor ICD Centra definitief 2009 NVVC
Preventie van plotse hartdood definitief 2001 NVVC
Richtlijnen voor de behandeling van patiënten met supraventriculaire ritmestoornissen definitief 2003 •
•
•
•
•
•
•
•
ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher & Serruys. Hoofstukken 27‐30 en 32. Cardiac pacing, defibrillation and resynchronization; David Hayes et al Cardiac pacing and ICD’s; Ellenbogen et al. Electrophysiologic testing; Fogoros et al Josephson Handbook of Cardiac Electrophysiology; Murgatroyd et al Introductiegesprek Tussenbeoordeling na 6 weken Eindbeoordeling Alle 7 kerncompetenties volgens CanMeds (zie pag. 36 bijlage 1). Diagnostiek en behandeling van brady‐ en tachy‐aritmieën. Accent op de thema’s: Elektrofysiologie • Begrip van mechanisme differentiaal diagnostiek en behandeling van ritmestoornissen/ablaties. • Indicaties/contra indicaties EFO. • Voorlichting en nazorg van de EFO patiënt. • Participeren bij EFO’s en katheter ablaties: De AIOS volgt de procedures en participeert in analyse van EFO’s. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
57
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Device therapie • Begrip van mechanisme en behandeling van ritmestoornissen • Indicatiestelling/contra indicaties voor pacemaker, ICD, CRT • Voorlichting en nazorg van de device patiënt • (Participeren bij) het implanteren van pacemakers en implanteerbare loop‐recorders: De AIOS leert implanteren onder begeleiding van de elektrofysioloog, (kwantitatief aspect: tijdelijke pacemaker 5, 1‐kamer pacemaker 10, 2‐kamer pacemaker 10). Als de AIOS zelfstandig een implantatie met succes heeft uitgevoerd (onder supervisie van een elektrofysioloog) kunnen hierna door de AIOS zelfstandig pacemakers worden geïmplanteerd. • Participeren bij de follow‐up van een device patiënt (polikliniek, cardiomeettechniek). • Bij gebleken geschiktheid kan de AIOS na de stage (in het verdiepingsjaar elektrofysiologie) blijven participeren in de implantatie van devices en uitvoeren van EFO’s. Welk beheersingsniveau in De AOIS werkt onder supervisie 2a. Indien competent kan het welke fase bekwaamheidsniveau opschuiven naar zelfstandig handelen 2b. Welke Weekindeling: opleidingsactiviteiten • Dagelijkse zorg voor EFO‐ en device patiënten worden uitgevoerd • Statusvoering EPD, verslaglegging in database • Overleg met supervisoren en anderen • Overdrachten • Bijwonen en voorbereiden van de wekelijkse ritmebesprekingen • EFO’s en device procedures (minimaal 5 dagdelen per week)
• EFO‐ en device polikliniek (1‐ 2 per week) • Cardiomeettechniek polikliniek (1 maal per week) • CRT‐optimalisatie op de echokamer St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
58
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Welke toetsinstrumenten worden ingezet •
•
•
•
Continue zelfreflectie KPB’s: - Implantatie pacemakers - Catheter‐handling - Interpretatie smal‐ en breed complex tachycardie (oa bij EFO) - Omgang met de patiënt en (para) medisch personeel Onderdeel van jaarlijkse 360 graden beoordeling Device‐ en elektrofysiologie examen St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
59
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Werkinstructie Electrofysiologie/Short stay Dagprogramma: 08:30‐10:00 Visite lopen voor patiënten op de Electrofysiologie/Short stay, aansluitend ontslaggesprek; 10:00‐17:00 Participeren in programma op 2 kathkamers (EFO/device) of CMT poli; 17:00‐18:00 Op de shortstay langsgaan ivm afhandeling patiënt gebonden activiteiten en administratie, (ontslagbrieven, DBC’s e.d.) Supervisie: (Fellow) Electrofysioloog. Opnames: Patiënten worden gezien door de verpleegkundige. De verpleegkundige draagt zorg voor het maken van een ECG en bloedafname. Bij problemen neemt zij contact op met de arts. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
60
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Ritme‐ en itme‐ en Ritme‐ en Ritme‐ en Syncope Syncope Klepziekten Endocarditis Endocarditis Peri(myocard)ziekte
Peri(myocard)ziekte
Klinische 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0
VII‐
VII‐8
VII‐8
VII‐2
VII‐2
VII‐1
III‐2
III‐2
III‐1
III‐1
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
III‐1
III‐1
II‐1 Klinische stages Begingesprek Kennis zie themakaart Kennis niet ESC‐
Textbook Guidelines v themakaart Hoofdstuk 1 ESC Hoofdstuk 8 ESC Hoofdstuk 14 ESC Hoofdstuk 17 ESC Hoofdstuk 21 ESC Hoofdstuk 22 ESC Hoofdstuk 27 ESC Hoofdstuk 28 t/m 30 ESC Hoofdstuk 31 ESC Hoofdstuk 32 ESC Vaardigheden (zie opleidingsplan) Themakaart Hartfalen Klinische stages: Verpleegafdeling en Diensten dr. 61
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
patiënt met brady‐aritmie Externe cardioversie Evaluatie patiënt met syncope Evaluatie patiënt met syncope Evaluatie patiënt met gedecompenseerde Evaluatie en behandeling van patiënt met Evaluatie en behandeling van patiënt met OSATS KPB KPB KPB KPB KPB Evaluatie en behandeling van patiënt met acute KPB Evaluatie en behandeling van patiënt met KPB / OSATS KPB Onderbouwing van toepassing medicament bij KPB Ve / Ve / Ve / Dienst Dienst Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / KPB / OSATS KPB / OSATS patiënt met breed complex tachycardie Patient met smal complex tachycardie 0
Ve 0
KPB 0
Evaluatie patiënt met dyspnoe 0
0 0 0 0 62
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
0
0
Uitgevoerd Stage eindgesprek 0
0
Casustype CANMeds Medisch Handelen Communicatie Samenwerking Organisatie Kennis en Wetenschap Maatschappelijk handelen Professioneel gedrag 0
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Verpleegafdeling cardiologie F3 Duur stage Supervisoren Inleiding Doelen van de stage 3 maanden dr. W. Jaarsma, dr. J.C. Balt, V. Michiels. De verpleegafdeling cardiologie van het St. Antonius Ziekenhuisziekenhuis Nieuwegein beschikt over 24 bedden. Er zijn mogelijkheden voor telemonitoring. Op de afdeling werken 2 AIOS, danwel ANIOS. De supervisie geschiedt door bovengenoemde cardiologen, die afwisselend gedurende 2 maanden supervisie hebben. De AIOS beschikt over een ruime assistentenkamer, waar tevens de papieren visite wordt gedaan. Er wordt 2 keer per week “grote” visite gelopen, waarbij de supervisor aanwezig is tijdens de papieren visite en de beddenronde. De andere dagen loopt de AIOS zelfstandig de visite. Algemene leerdoelen: • De AIOS dient aan het eind van de stage voldoende kennis en kunde te hebben en kunde ontwikkeld ten aanzien van de verschillende aspecten en ziektebeelden binnen het specialisme cardiologie op de verpleegafdeling. • De AIOS toont inzicht te hebben in het klinisch denken, beheerst de interpretatie van beeldvormende diagnostiek, laboratoriumbepalingen, het klinisch beeld van een patiënt, het therapeutisch beleid en farmacotherapie. • De AIOS is georganiseerd, zorgt voor een adequate verslaglegging en vlotte administratieve afhandeling van zijn bevindingen. • De AIOS is in staat tot adequate informatieverstrekking aan de patiënt en betrokkenen, onderhoudt een goed contact met andere zorgverleners op de werkvloer en overige specialismen. • De AIOS kent daarbij zijn eigen beperkingen en handelt daarnaar. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
63
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Specifieke leerdoelen: • De AIOS leert op de verpleegafdeling bij patiënten de algemene en specifieke cardiologische anamnese af te nemen en het lichamelijk onderzoek adequaat te verrichten. • De AIOS maakt overwegingen voor het aanvragen van vervolgonderzoek en het uitvoeren daarvan, de interpretatie van de uitslagen, verslaglegging middels probleemlijsten, dagelijkse decursus, (weekend) overdrachten en statusvoering in het algemeen. • De AIOS leert de fysiologie en pathologie van voorkomende ziektebeelden, verdiept zich in de verschillende ziektebeelden middels leerboeken en literatuur, overlegt met de supervisor over de bevindingen, stelt een werkdiagnose met overige conclusies en beleid op en voert het overeengekomen beleid adequaat uit. • De AIOS heeft een adequaat voorschrijfgedrag voor wat betreft medicatie, kent de bijwerkingen en interacties ervan, en legt deze zo nodig vast in de status en het EPD. • De AIOS leert samen werken met andere (geconsulteerde) specialisten, verpleegkundigen en overige zorgverleners. • De AIOS heeft een empatische opstelling naar patiënt, familie en overige betrokkenen. • De AIOS stuurt verpleging en andere zorgverleners aan voor wat betreft het beleid en controleert de uitvoering ervan. • De AIOS heeft een gedegen statusvoering, presenteert patiënten tijdens de visite en toont aan een goed overzicht, tijdsindeling en‐management en controle over de afdeling te hebben, en draagt moeilijke patiënten over aan de volgende dienstdoende collega. • De AIOS zorgt voor een vlotte correspondentie naar de betrokken disciplines (huisarts, specialisten ed.), en informeert de huisarts middels een concept ontslagbrief direct na ontslag van de patiënt, met eventuele telefonische toelichting bij bijzondere omstandigheden St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
64
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leermiddelen Feedback en voort‐
gangsgesprekken Kliniek Ochtendoverdracht, visites (grote visite met supervisor, zelfstandige papieren visite en visite aan het bed), gesprekken met patiënten en familie. De diverse patiëntenbesprekingen (hartteam, moeilijke patiënten‐, röntgen‐, complicatie, PA‐
besprekingen). Terugrapportage naar huisarts en andere specialisten middels ontslagbrieven. Omgang met (geconsulteerde) specialisten en overige zorgverleners. Onderwijs Gestructureerd onderwijs vlgs rooster, referaten (ook ziekenhuisbreed), regionale refereeravonden (met opleidingscluster), verplicht landelijk onderwijs (CVOI / BOC‐
cursussen). Literatuur Cardiologische leerboeken (zoals geadviseerd door Nederlands Vereniging voor cardiologie), Protocollenklapper, online tijdschriften en Farmacotherapeutisch Kompas, online richtlijnen beroepsvereniging (NVVC en ESC). Gedurende de gehele stage wordt de AIOS van directe feedback voorzien. Tevens worden in overleg tussen dienstdoende supervisor en AOIS vaste momenten ingebouwd waar door de supervisor op gestructureerde wijze feedback aan de AIOS wordt gegeven. • Startgesprek; visie van supervisor mbt doelen en opzet van de stage worden aan AIOS duidelijk gemaakt. De AIOS wordt gevraagd wat de verwachtingen van de stage zijn. • Tussentijds gesprek (halverwege / bij wisseling van supervisor); Supervisor geeft feedback mbt leercurve van de AIOS. Worden vastgestelde stagedoelen zoals hierboven beschreven bereikt? Zijn er knelpunten? Worden leerdoelen niet behaald? Feedback van AIOS op supervisor/ opleiding/verloop van stage en leerdoelen. Bij wisseling van supervisor vraagt AOIS op eigen initiatief naar visie van supervisor mbt leerdoelen voor deze stage. • Eindgesprek: zijn de leerdoelen bereikt? Is de stage volgens supervisor en AOIS adequaat verlopen? Is de kennis op niveau? Feedback AIOS naar opleiding/ supervisie? Verbeterpunten mbt stage? St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
65
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De evaluatieformulieren, behorende bij de hierboven genoemde evaluatiemomenten worden in het bijzijn van de AIOS ingevuld en voorzien van datum, naam en handtekening van de supervisor. Literatuur • A Guide to Physical Examination and History Taking. Bates B.
Cardiologie. Wall E.E. van der, Wert F. van de • Braunwald's Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. Bonow, RO, Mann DL, Zipes DP, Libby P. • Medische Protocollen Afdeling cardiologie, tevens online op intranet. • The ESC textbook of cardiovascular medicine, online. • The ESC/NVVC guidelines, online • UpToDate, online Klinische stages: De onderstaande kaart komt uit het opleidingsplan cardiologie Verpleegafdeling (en versie 08‐04‐2010. Hierin staat beschreven welke onderwerpen Diensten) er behandeld dienen te worden gedurende het ‘onderdeel’ verpleegafdeling (en diensten), in welke literatuur deze terug te vinden zijn en bestudeerd moeten worden, welke themakaarten daarvoor beschikbaar zijn en hoe deze vaardigheden getoetst dienen te worden. Gedurende en aan het einde van het ‘onderdeel’ worden de verschillende competenties middels KPB’s en/of OSATS getoetst. Gedurende de diverse beoordelingsmomenten en gesprekken van het ‘onderdeel’ worden de uitkomsten met de AIOS besproken, waarbij aanbevelingen worden gegeven voor vervolg ‘onderdelen’. Bekwaamheidsniveau De AIOS werkt onder supervisie : 2 A. Zo worden alle nieuwe patiënten met de supervisor besproken. Tijdens de stage kan het bekwaamheidsniveau opschuiven naar 2 B. De mogelijkheid tot supervisie is echter te allen tijde aanwezig. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
66
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Werkinstructie Verpleegafdeling F3 Dagprogramma: 08:30‐09:30 Visite lopen voor patiënten die langer dan 1 dag verblijven op de F3 10:00‐11:00 Elektrisch cardioverteren op de Holding Vanaf 11:00 De opnamen van de dag komen terug van de voorlichting en kunnen worden opgenomen 14:00‐15:00 Het operatieschema van de dag erna is bekend, de verpleegkundige geeft de tijden door aan de patienten Voor 17:00 Sintrommap invullen Supervisie: dr W. Jaarsma, V. Michiels en dr J.C. Balt. Indien er meer organisatorische problemen zijn, kan er contact worden opgenomen met Dr. Bal. Indien er vragen zijn over patiënten (zoals een hoog CRP, hoog INR enz.) kan er ook contact worden opgenomen met de chirurg van de patiënt. Opnames: - Patienten worden als eerste gezien door de verpleegkundige. - In principe is de afspraak dat eerst bloed en urine worden afgenomen en dat er een ECG wordt gemaakt. - Vervolgens wordt de arts erbij geroepen als de patiënt nog ontkleed in de onderzoeksruimte is. Patienten: - De arts doet een volledige anamnese - De arts doet een volledig lichamelijk onderzoek Onderzoeken: - Indien de benodigde pre‐operatieve onderzoeken niet gedaan zijn dienen deze te worden aangevraagd. - Voor alle ingrepen zijn de volgende onderzoeken belangrijk: o CAG o Transthoracaal echocardiogram o Duplex carotiden (indien souffle over carotiden of CVA of TIA in de voorgeschiedenis) o Duplex lang (indien systolisch bloeddrukverschil >20 mmHg tussen links en rechts) o X‐Thorax o ECG o Pre‐operatief lab o Urinesediment o Euroscore St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
67
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
CABG: - Bovenstaande onderzoeken, maar ook: o Venemapping (indien er varices aanwezig zijn) o Enkel/arm‐index (indien er geen goede perifere pulsaties zijn) Klepoperaties: - Bovenstaande onderzoeken, maar ook: o Transoesofageaal echocardiogram (bij mitralisklepoperaties) o Kaakchirurgie icc of KNO icc (indien er klachten of aanwijzingen zijn voor een ontsteking) Voorbereiden: - Van elke patiënt dient een nieuwe opname status gemaakt te worden o Intake cardiologie Æ Klinisch - Het is verstandig om een dag van te voren patiënt voor te bereiden voor de dag erna. Dit in verband met eventuele onderzoeken die nog gedaan moeten worden en dus alvast aangevraagd kunnen worden. - Voor handige telefoonnummers zie verder op deze pagina. DBC: - Huidige DBC afsluiten op dag van operatie - Alvast nieuwe openen op dag na operatie met code: 03‐11‐822 Handige telefoonnummers: Planning CTC: 3100 Dienstdoende Assistent CTC 81‐105 KNF (duplex carotiden) 81‐950 Venemapping 81‐352 E/A index 2283 CAG‐secretariaat 3551 Holding 2142 Lab 2532 St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
68
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Ritme‐ en itme‐ en Ritme‐ en Ritme‐ en Syncope Syncope Klepziekten Endocarditis Endocarditis Peri(myocard)ziekte
Peri(myocard)ziekte
Klinische 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0
VII‐
VII‐8
VII‐8
VII‐2
VII‐2
VII‐1
III‐2
III‐2
III‐1
III‐1
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
III‐1
III‐1
II‐1 Klinische stages Begingesprek Kennis zie themakaart Kennis niet ESC‐
Textbook Guidelines v themakaart Hoofdstuk 1 ESC Hoofdstuk 8 ESC Hoofdstuk 14 ESC Hoofdstuk 17 ESC Hoofdstuk 21 ESC Hoofdstuk 22 ESC Hoofdstuk 27 ESC Hoofdstuk 28 t/m 30 ESC Hoofdstuk 31 ESC Hoofdstuk 32 ESC Vaardigheden (zie opleidingsplan) Themakaart Hartfalen Klinische stages: Verpleegafdeling en Diensten dr. 69
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
patiënt met brady‐aritmie Externe cardioversie Evaluatie patiënt met syncope Evaluatie patiënt met syncope Evaluatie patiënt met gedecompenseerde Evaluatie en behandeling van patiënt met Evaluatie en behandeling van patiënt met OSATS KPB KPB KPB KPB KPB Evaluatie en behandeling van patiënt met acute KPB Evaluatie en behandeling van patiënt met KPB / OSATS KPB Onderbouwing van toepassing medicament bij KPB Ve / Ve / Ve / Dienst Dienst Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / Ve / KPB / OSATS KPB / OSATS patiënt met breed complex tachycardie Patient met smal complex tachycardie 0
Ve 0
KPB 0
Evaluatie patiënt met dyspnoe 0
0 0 0 0 70
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
0
0
Uitgevoerd Stage eindgesprek 0
0
Casustype CANMeds Medisch Handelen Communicatie Samenwerking Organisatie Kennis en Wetenschap Maatschappelijk handelen Professioneel gedrag 0
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Intensive Care (IC) en postoperatieve afdeling Cardiothoracale Chirurgie (CTC) Duur 3 maanden Supervisoren E.T. Bal, F.D. Eefting, Inleiding De stage IC/G3 is een gecombineerde stage. Op de postoperatieve afdeling G3 worden de patiënten na een cardio thoracaal chirurgische ingreep verpleegd tot ze kunnen worden ontslagen naar huis, dan wel overgeplaatst naar het verwijzende centrum. Het aantal opnamen in 2010 was bijna 3000 patiënten, waarvan 70% met cardiovasculaire pathologie. De afdeling bestaat uit 44 bedden, waarvan de helft van de patiënten medisch worden verzorgd door een arts van de cardiothoracale chirurgie en de andere helft door een AIOS cardiologie. Een tweede arts assistent cardiologie is als regel toegevoegd en helpt bij het zaalwerk op G3 achter en verzorgt de cardiologische problematiek op de IC. De Intensive Care bestaat uit 30 bedden en is niveau 3. De MC bestaat uit 10 bedden. Er is een opleiding tot intensivist. De pathologie is divers, met een nadruk op cardiovasculair. Doel van de stage Tijdens de stage verkrijgt de AIOS kennis over het reguliere en gecompliceerde beloop van de Cardiothoracaal geopereerde patiënt. De nadruk ligt op patiënten die een CABG en /of hartklepoperatie ondergaan. Tevens zijn er patiënten die een ingreep aan de aorta thoracalis en incidenteel aorta abdominalis ondergaan. De AIOS vergaart kennis over de noodzaak en bruikbaarheid van aanvullende diagnostiek zoals echocardiografie naast de klinische beoordeling. Tevens wordt kennis van wondgenezing en behandeling van wondinfecties verkregen. Het bijwonen en indien mogelijk daadwerkelijk assisteren van een aantal open‐hart‐operaties vergroten de kennis en het begrip van het voor de cardiologie erg belangrijke specialisme CTC en mogelijkheden en beperkingen van chirurgische behandeling van patiënten met cardiovasculaire aandoeningen.
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
71
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leertraject De AIOS heeft de stage non‐invasieve beeldvorming afgerond. De AIOS bestudeert de protocollen die gelden op de afdeling CTC (voornamelijk betreffende antistolling, anti‐arytmica en (wond) infecties). De AIOS functioneert na een inwerkperiode van 2 weken als zaalarts G3 achter (supervisor van de G3 achter dr. Bal en bij afwezigheid dr. Eefting) en als consulent cardiologie IC (supervisor dr. Eefting en bij afwezigheid dr. Bal). De AIOS loopt dagelijks visite volgens onderstaande dagindeling. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
72
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Dagdeling AIOS G3 achter AIOS: 07.45 Generaal ochtendrapport CTC 08.10 Korte inventarisatie medisch en logistieke problemen G3 08.30 Visite G3/ ontslagen regelen/ consulten en ritme G3 voor, optigo, echocardiografie en adviseren CTC‐ assistent 12.15 Bespreken medische problemen met supervisor 12.30 Lunch 13.00 Uitwerken visite en ontslagen. Bekijken echo’s eigen patiënten 17.00 Overdracht patiënten/ diverse besprekingen ICU assistent(e): 07.45 Generaal ochtendrapport CTC 08.10 Samen met de intensivist visite lopen ICU en inventarisatie medische en logistieke problemen. Hierbij controle postoperatieve ECG’s, medicatie (antistolling, anti‐arytmica, statine en overige medicatie volgens protocol), instellingen pacemakers, eventueel noodzakelijke TTE/TEE en regelen overplaatsingen naar cardiologie afdeling en verwijzers 09.30 Assistentie G3 achter/ In overleg met de CTC bijwonen van operaties. 12.30 Lunch 13.30 IC‐ bespreking 14.30 Bespreking problemen ICU met supervisor Uitwerken beleid 15.00 Assistentie G3 achter 17.00 Overdracht patiënten/ diverse besprekingen Di‐mi 17.00 complicatie bespreking/ referaat CTC Wo‐mi 17.00 thoracale vaatbespreking alternerend met metregulier onderwijs (angio/hemodynamiek) Tijdens de ICU/G3 stage is het verplicht verschillende operaties Bij te wonen (minimaal 5 CABG, 5 AVR, 5 MVR/P, 5 MAZE en 5 thoracale vaatingrepen). Overplaatsingen van de IC naar de afdeling cardiologie of elders tijdig aankaarten en bespreken met supervisor. Wondinfecties worden altijd overlegd met de cardio‐thoracale chirurg. Problemen of dilemma’s altijd met supervisor bespreken. Bij onverhoopte afwezigheid van één van de twee artsen in ieder geval ’s ochtends op de IC en daarna de G3 visite lopen en uitwerken. Altijd de IC‐visite bijwonen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
73
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Tijdens de stage CTC komen de volgende competenties aan bod: medisch handelen, communicatie, samenwerken, organisatie. ‐ De AIOS krijgt kennis over het reguliere en gecompliceerde postoperatieve beloop van CTC patiënten. ‐ De AIOS krijgt kennis van CTC ingrepen. ‐ De AIOS leert de waarde van TTE, ECG, laboratorium‐ en röntgenonderzoek in de postoperatieve setting. ‐ De AIOS leert waar het nodig is te overleggen met de Cardioloog supervisor en cardiothoracale chirurg. ‐ De AIOS leert herkennen en (preventief) behandelen van postoperatieve ritme‐ en geleidingsstoornissen. ‐ De AIOS leert herkennen van postoperatieve complicaties, in het bijzonder tamponade, infecties en pneumothorax. Bekwaamheidsniveau De AIOS heeft een bekwaamheidsniveau waarbij hij/zij handelt onder supervisie (bekwaamheidsniveau 2a). Indien competent handelt de AIOS zonder supervisie (bekwaanheidniveau 2b). Uitzondering hierop blijft de indicatiestellling voor pacemaker, ICD, pericarddrainage, hernieuwde catheterisatie en re‐
operatie, alsmede alle majeure veranderingen van het standaard/ protocollaire beleid en wondinfecties (bekwaamheidsniveau 2a). Niet alleen de medische en technische vaardigheden staan centraal, doch ook patiënt en familiebejegening en begeleiding.
Feedback en Gedurende de hele stage wordt de AIOS van directe feedback voortgangsgesprekken voorzien. Tijdens de stage is een grote visite op maandagochtend (G3 achter) en dinsdag (G3 voor en IC). Aan het begin van de stage vindt met de supervisor een introductiegesprek plaats. Hierin geeft de AIOS zijn ervaring met betrekking tot postoperatieve zorg en formuleert zijn specifieke leerdoelen. Nadien bespreekt de supervisor welke thema’s binnen dit onderdeel aan de orde komen en hoe ze getoetst worden. Na 1 maand vindt een tussentijdse evaluatie plaats waarin de geboekte vooruitgang wordt geëvalueerd en een plan wordt gemaakt voor het behalen van de tevoren gestelde doelen. Aan het einde van de stage vindt een eindgesprek plaats waarin Wat wordt geleerd Wat wordt geleerd (vervolg) St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
74
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
geformuleerd wordt in welke mate de gestelde doelen behaald zijn. Er worden tevens (indien nodig) verbeter/aandachtspunten voor de volgende stage geformuleerd. De evaluatie formulieren worden in het bijzijn van de AIOS ingevuld en voorzien van datum en naam en handtekening van de supervisor. Welke Continue zelfreflectie toetsingsinstrumenten De AIOS zal getoetst worden middels een aantal Korte Praktijk Beoordelingen met aandacht voor de diverse competentiegebieden. De AIOS zal deze stage doorlopen nadat kennis en vaardigheden van TTE en TEE is verkregen in een eerdere stage. Toetsing Postoperatieve ritme‐ en geleidingsstoornissen OSATS en KPB Postoperatieve wondinfecties Postoperatieve complicaties/ tamponade Diverse cardio‐ thoracaal chirurgische ingrepen Communicatie met Juist op een postoperatieve afdeling waar patiënten worden patiënten, personeel, verpleegd die een grote cardiothoracale ingreep hebben collegae en familie. ondergaan en waar relatief frequent al dan niet levensbedreigende complicaties optreden, is het van het grootste belang dat adequaat wordt ingegaan en omgegaan met gevoelens, vragen en eventueel klachten van patiënten en familie. Het ontslaggesprek waarin door de AIOS wordt ingegaan op het verloop van de ingreep, eventuele complicatie en verwachting na het ontslag naar huis. Ook adviezen ten aanzien van de wond, revalidatie en fysieke beperkingen worden hierin besproken. Uiteraard is er ook aandacht voor de verwerking en psychische impact van de cardiovasculaire aandoening waarvoor de operatie noodzakelijk was. Gezien de complexe zorg is intensief contact en goede communicatie met personeel en collegae van groot belang. De AIOS zal moeten leren omgaan met de meer chirurgisch ingestelde verpleegkundigen op afdeling G3 en de ICU. Nurse Practitioners zijn werkzaam op G3 voor. Zij verzorgen vooral de infectieuze complicaties van de patiënten en zijn hierin speciaal St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
75
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Praktische en theoretische onderwerpen en vaardigheden Protocollen geschoold en zeer bedreven. Daarnaast ondersteunen zij de assistent cardiothoracale chirurgie bij de werkzaamheden op zaal. De AIOS zal hier mee moeten leren omgaan en de competenties en verantwoordelijkheden waarderen en respecteren. • De AIOS kent de indicatie, toepassing en de sterke‐ en zwakke punten van echocardiografie bij postoperatieve cardio‐ thoracale patiënten. • De AIOS kent de post‐operatief optredende ritmestoornissen, zowel supra‐ als ventriculair. • De AIOS behandelt zelfstandig de reguliere supraventriculaire ritmestoornissen. • De AIOS overlegt met de cardiologische supervisor over refractaire supraventriculaire ritmestoornissen en ventriculaire ritmestoornissen. • De AIOS leert de symptomen en behandeling van postoperatieve complicaties zoals tamponade, (beginnende) wondinfecties en recidief kleplekkage of ischemie na de ingreep. • De AIOS leert omgaan met postoperatieve drains en tijdelijke pacemakerdraden. • De AIOS neemt kennis van VAC‐systemen. • De AIOS leert omgaan met postoperatieve preventieve ondersteunende therapieën zoals Heart hugger/ sluitlakens en fysiotherapie. • De AIOS neemt kennis van de gang van zaken van eerder gespecificeerde hartchirurgische operaties. • De AIOS kan bij gebleken competentie assisteren tijdens hart‐chirurgische ingrepen. Protocol behandeling postoperatieve hartritmestoornissen Protocol postoperatief antistollingsbeleid St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
76
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Werkinstructie Cardiothoracale chirurgie / ICU G3 is de postoperatieve afdeling van de cardiothoracale chirurgie (CTC). In principe heeft het 2 kanten; de voor‐ en de achterkant. Door de weeks, van 08.00 tot 18.00, is de achterkant het domein van de 2 assistenten cardiologie die daar gestationeerd zijn. De voorkant is dan voor de collegae van de CTC. Avonden, nachten en het gehele weekend wordt de afdeling gerund door de collegae van de CTC. Wat je moet weten/doen als assistent cardiologie: - Dagelijks wordt er in de ochtend zowel op papier als fysiek visite gelopen met de verpleegkundige; - Maandagochtend is het grote visite met dr Bal. Mocht hij afwezig zijn, is dr Eefting de vervanger. - Op alle andere momenten is dr Bal de supervisor, bij afwezigheid dr Eefting. Cardiologische problemen'' aan ''de voorkant'' dienen overlegd te worden met dr Eefting, bij afweziheid, dr Bal. - Het is een afdeling met een hoge turnover; veel opnames (van de PACU, MC of IC) en ontslagenen (naar huis, verpleeghuis, logeerplek of ‘eigen’ ziekenhuis) per dag; hou het goed in de gaten en zorg voor snelle administratie. - Wanneer er een opname is, dien je de patient goed te statussen, de knelpunten in kaart te brengen en alvast de protocollaire zaken vorm te geven (lab, x‐thorax, V‐scan of groot echo, enz). Verder is het goed om alvast een ontslagdatum te plannen. Kijk goed van welke poli de patient komt. Als hij/zij onze patient is, dan graag de poli‐dokter op de hoogte brengen. Mocht de patient van een ander ziekenhuis komen, evalueer dan wanneer de patient evt terug kan daarheen voor verder herstel. Bel op tijd met de cardioloog van dat ziekenhuis voor plaats. - Mochten er problemen zijn met ritme/ geleidingsproblemen, bespreek het vroegtijdig in het ritme‐team bij het ritme‐bespreking op dinsdagochtend, aansluitend aan de overdracht. Scan de stroken in en bereid het goed voor met kernzaken op een A4tje. - De ontslagbrieven moeten niet in het EPD, maar in Refertus worden gemaakt, via www.refertus.com. Je inloggegeven moet je minstens 1 week voor de start van de stage opvragen via mevrouw Helga Visser, Coördinator Cardio‐thoracale Chirurgie/Hartokplanning. - Generaal ochtendrapport van de CTC is om 07.40. Daar behoort een assistent van de cardiologie gestationeerd op G3/ICU aanwezig te zijn. Bespreek wie van jullie dit doet. - Een korte cursus brief maken dien je zelf te regelen via een ‘oudere’ assistent. - Wij hebben de ‘gentleman’s agreement’ dat we de echo’s maken voor de voorkant, en dat de collegae van de CTC ons helpen bij de drainbeleid bij patiënten met thoraxdrains, als je dit nog niet zo goed kunt. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
77
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
-
-
-
-
-
De collegae van de CTC mogen alleen protocollaire ‘grote’ echo’s zelfstandig aanvragen. Andere ‘grote’ echo’s moeten met de assistenten van de cardiologie worden besproken; de indicatie wordt door ons bepaald. De taak van de assistent op de afdeling G3 is ook tevens de cardiale patiënten mede behandelen op de ICU en de consulten waarvoor je op de ICU wordt gevraagd te doen. Je maakt met je directe collega van de achterkant de afspraak wie deze taken op zich neemt. Deze persoon heeft ook de verplichting om naar de IC‐bespreking te gaan die van 13.30 tot 14.30 duurt. De IC‐patienten dienen met dr Eefting besproken te worden. Op de vrijdagmiddagoverdracht dien je onze patiënten/ patiënten waar we bij betrokken zijn, te bespreken. Tevens is het de afspraak dat deze patiënten in het ‘weekend‐PPL’ staan, ter kennisgeving. Het is de bedoeling dat de assistenten ook de mogelijkheid krijgen om op ok’s mee te kijken bij allerlei cardiothoracale ok’s; het is immers ook de CTC‐
stage! Bespreek en plan dit goed met de collega van de G3. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
78
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Consulten Duur Supervisoren Wat houdt deze setting in 3 maanden M. Swaans • Alle verpleegafdelingen binnen het ziekenhuis, met uitzondering van de afdeling cardiologie, de ICU, de MC. De postoperatieve verkoeverafdeling kan ook een consultaanvraag verrichten. Het betreft hier nieuwe consultvragen, maar ook reeds bestaande cardiale problemen kunnen tot een consultvraag leiden. • Tevens verzorgt de AIOS de opvang van patiënten op de spoedeisende eerste hulp. • De AIOS controleert en beschrijft alle ECG’ s die worden vervaardigd in de niet‐ cardiologie gerelateerde klinische en poliklinische setting. Waar nodig wordt het resultaat besproken met de aanvrager van het ECG. • De AIOS bestudeert en past tijdens deze stage de protocollen toe zoals gepubliceerd door de beroepsverenigingen zoals de NVVC en de ESC. • De AIOS wordt ingewerkt door de AIOS die de consultenstage voorafgaand heeft doorlopen. • De AIOS bespreekt patiënten met de supervisor (sein 204). De patiënten die worden gezien in het kader van de screening pulmonale hypertensie worden besproken met dr. M.C. Post of dr. H.W.M. Plokker. • De AIOS bespreekt patiënten die worden gezien in het kader van de screening longtransplantatie met dr M.C. Post. • De AIOS zal één keer per maand een voordracht houden voor de patiënten die het hartrevalidatieprogramma doorlopen. Dit houdt in dat gedurende 45 minuten‐1 uur algemene informatie wordt gegeven over de anatomie en de (patho)fysiologie van het hart. Dit gebeurt aan de hand van een hartrevalidiatiepresentatie die voor alle assistenten in opleiding tot Cardioloog toegankelijk is. • Elke maandagochtend woont een van de leden van de Opleidingsgroep de hartrevalidatiebespreking bij die om 11.30 uur wordt gehouden bij de poliklniek Fysiotherapie. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
79
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
Voor alle consulten wordt door de AIOS een DBC geopend: “in consult”. Welke •
opleidingsgesprekken worden gevoerd Wat wordt geleerd •
Introductiegesprek met supervisor. Op gezette tijden wordt er getoetst door de supervisor mbv KPB. Alle zeven competenties: medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie, professionaliteit. Welk beheersingsniveau in welke fase Welke opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Welke toetsinstrumenten worden ingezet Het niveau bij aanvang van de stage bedraagt 2a. Veelal zal bekwaamheidsniveau 2B worden bereikt. De mogelijkheid tot overleg met de supervisor is gewaarborgd. •
•
•
De AIOS wordt gevraagd door andere specialisten een cardiaal probleem bij een patiënt op hun afdeling te evalueren en te behandelen waar nodig. Tevens wordt de AIOS gevraagd een vervolgbeleid vast te stellen, indien geïndiceerd. De AIOS wordt gevraagd patiënten op te vangen die te ziek zijn om gepresenteerd te worden op de eerste harthulp (EHH) en derhalve worden gepresenteerd op de crashroom van de SEH. Diagnose en behandeling van patiënten in spoedeisende situatie. Statusvoering EPD Overleg met supervisor Communicatie met patiënt Opstellen van een consultbrief Vaststellen van vervolgbeleid Overdrachten Praktische uitvoering van elektrische cardioversies Continue zelfreflectie KPB Beoordeling consultbrieven door desbetreffende supervisor St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
80
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Polikliniek Duur Supervisoren Inleiding Doel van de stage 100 – 150 dagdelen in lijnstage dr. W. Jaarsma en een persoonlijke supervisor uit de opleidingsgroep cardiologen De polikliniek is verbonden met een hartfunctie alwaar alle mogelijke functietesten (o.a. ECG, inspanningtest, echocardiografie) worden uitgevoerd. De stage polikliniek is een lijnklinische stage, waarbij de AIOS 4 a 5 dagdelen per week (waarvan mogelijk 2 spoedpoli’s) zelfstandig spreekuur houdt. Iedere patiënt dient te worden overlegd met een superviserend Cardioloog. Elke assistent heeft een persoonlijke supervisor. Eenmaal per week is er een polikliniekbespreking met de (waarnemend) opleider en Dr HWM Plokker. Supervisor en plaatsvervangende supervisoren zijn respectievelijk dr. Jaarsma en de opleidingsgroep. Tijdens het B‐
jaar kan een deel van de polikliniekstage gelopen worden in het Gelre ziekenhuizen. Zelfstandig poliklinische zorg leveren voor de cardiologische patiënt: Medisch handelen: De AIOS leert voldoende kennis en vaardigheid om: een probleemspecifieke ‐ en nauwkeurige anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek te verrichten. De AIOS leert voldoende kennis te bezitten van de meest frequente ziekteprocessen en problemen in de cardiologie. De AIOS leert gebruikelijke cardiologische onderzoeksmethoden te kunnen toepassen, te laten uitvoeren en interpreteren, waaronder het ECG en de ergometrie, continue 24‐uurs ritmeregistratie, de thoraxfoto, het echocardiogram, het cardiovasculair MRI‐ onderzoek, het cardiovasculaire CT onderzoek, cardiologisch nucleair onderzoek, hartcatheterisatie. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
81
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leermiddelen De AIOS leert een adequate werkdiagnose en differentiaal diagnose op te stellen, een behandelplan op te stellen en een plan voor secundaire preventie op te stellen. De AIOS leert zorg te dragen voor adequate verslaglegging (zowel intern in het electronisch patiëntendossier) als extern in de communicatie naar de huisarts en andere externe partijen) Communicatie: De AIOS leert een effectieve behandelrelatie op te bouwen met patiënten en desgewenst hun naasten. De AIOS creëert daarbij een sfeer die gekenmerkt wordt door begrip, vertrouwen en empathie. De AIOS vormt zich een beeld van de levensomstandigheden van de patiënt, voor zover van belang voor de behandeling en van de wensen en verwachtingen van de patiënt. De AIOS luistert goed naar de patiënt en verkrijgt doelmatig relevante patiëntinformatie. De AIOS leert de patiënt te informeren op een voor de patiënt begrijpelijke en respectvolle wijze over de diagnose, behandeling en prognose. De AOIS verzorgt in de week dat de patiënt op de polikliniek gezien is adequate interne en externe verslaglegging. De AIOS onderhoudt adequaat contact met medebehandelaars (huisartsen en verwijzend specialisten), consulenten en andere betrokkenen bij het zorgproces. De AIOS communiceert op heldere wijze (zowel mondeling als schriftelijk) met de supervisor en de betrokken polikliniek‐ en hartfunctiemedewerkers. Polikliniek De AIOS wordt ingewerkt door de AIOS die deze stage doet of meest recent heeft gedaan De AIOS houdt zelfstandig spreekuur met zowel nieuwe‐ als controle patiënten. Indien er tijdens het poliklinische spreekuur overleg nodig is over de aan te vragen diagnostiek danwel de in te stellen behandeling, vindt dat plaats met een op de polikliniek aanwezige supervisor. Nieuwe patiënten die controle behoeven worden door de AIOS terugzien tijdens zijn/ haar stage. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
82
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Welke onderwerpen worden behandeld: Nieuwe patiënten worden met de persoonlijke supervisor op de afgesproken tijden besproken. Verslaglegging wordt beoordeeld door de persoonlijke supervisor en uitgaande correspondentie wordt mede ondertekend door de persoonlijke supervisor. Eén maal per week is er een bespreking over een diagnostisch ingewikkelde casus, veelvoorkomende problemen en opvallend interessante patiënten met (waarnemend) opleider. Diagnostiek en behandeling van patiënten met: ‐ coronaire (ischemische) hartziekten ‐ chronisch hartfalen ‐ atriale / supraventriculaire en ventriculaire ritmestoornissen ‐ een pacemaker of ICD ‐ na CABG ‐ na (percutane) klepvervanging ‐ syncope of (near) collaps ‐ aortapathologie ‐ met systeemziekten met cardiale betrokkenheid ‐ ontstekingen aan het hart (peri‐, endo‐ , myocarditis) ‐ aandoeningen waarvoor niet cardiale chirurgie ‐ preventie en controle van cardiovasculaire risicofactoren ‐ congenitale hartafwijkingen (volwassenen) ‐ met perifere arteriële vaatziekten ‐ pulmonale hypertensie ‐ voor, tijdens en na de zwangerschap ‐ herkenning van de indicatie voor (cardio) genetisch onderzoek St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
83
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Feedback en Gedurende de gehele stage wordt de AIOS van directe feedback voortgang gesprekken voorzien: tijdens de polikliniek door de daar aanwezige supervisor; tijdens de wekelijkse bespreking met de (waarnemend) opleider en op vaste momenten door de persoonlijke supervisor. Deze momenten worden bij aanvang van de stage in samenspraak met de AIOS vastgelegd. • Startgesprek: doelen van de stage en feedback momenten worden benoemd. De verwachtingen van de AIOS en de aandachtspunten voortkomend uit vorige stages worden besproken. In dit gesprek wordt toegelicht dat er een persoonlijke polisupervisor wordt gekozen en dat de wekelijkse bespreking wordt gedaan door de (waarnemend) opleider. • Tussentijds gesprek (halverwege); de voortgang in de voorafgestelde doelen wordt besproken. Eventuele knelpunten in de leerdoelen en de competenties van de AIOS of in de supervisie worden besproken • Eindgesprek: bespreken of de einddoelen zijn bereikt De evaluatieformulieren behorende bij de hierboven genoemde evaluatiemomenten worden in het bijzijn van de AIOS ingevuld en voorzien van datum, naam en handtekening van de supervisor. Polikliniekschema Bij aanvang van de stage wordt er per consult 30 minuten gereserveerd. Naarmate de AIOS meer ervaring heeft wordt gestreefd naar 15 minuten per controlebezoek en 30 minuten voor nieuw consult tot een maximum van 15 patiënten per spreekuur. De zogenaamde spoedpoli’s bevatten niet meer dan 6 patiënten. Kliniek De AIOS is aanwezig op de het generaal ochtendrapport. Onderwijs De AIOS is aanwezig bij de diverse plenaire onderwijsmomenten o.a. de polikliniekbespreking op woe 12‐13 uur St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
84
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Bekwaamheidsniveau De AIOS werkt onder supervisie : 2a. Zo worden alle nieuwe patiënten met de supervisor besproken. Tijdens de stage kan het bekwaamheidsniveau opschuiven naar 2 B. De mogelijkheid tot supervisie is echter te allen tijde aanwezig. Literatuur The ESC textbook of cardiovascular medicine Medische Protocollen Afdeling cardiologie (opleidingssite) The ESC/NVVC guidelines (opleidingssite) Aanbevolen • A Guide to Physical Examination and History Taking. Bates B.
• Cardiologie. Wall E.E. van der, Werf F. van de • Braunwald's Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. Bonow, RO, Mann DL, Zipes DP, Libby P. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
85
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Werkinstructie Polikliniek cardiologie Elke arts assistent in opleiding (AIOS) heeft een eigen lijnpoli: ten minste een dagdeel in de week, een minimaal totaal aantal van 150 dagdelen, aaneengesloten, binnen de opleidingsjaren. Indien een AIOS in een B kliniek ook poli doet, dan worden deze dagdelen in mindering gebracht op het totaal. Werkwijze: Vooraf vraagt de AIOS een supervisor de lijnpoli te begeleiden. Samen met de supervisor worden hieromtrent logistieke afspraken gemaakt, waarbij het de voorkeur heeft deze afspraak tussen AIOS en supervisor wekelijks op een vast tijdstip te plannen. Dit betreft het inhoudelijk bespreken van de poli, dwz tav de medische problematiek per patiënt, maar ook de bredere zin van het polikliniek draaien wordt besproken. Alle vervaardigde brieven door de AIOS mbt deze lijnpoli worden door deze supervisor tevens gesuperviseerd alvorens deze naar de huisarts of verwijzer worden gestuurd. Naast het overleg met de eigen supervisor kunnen vragen en problemen ook tijdens de wekelijkse ‘polikliniekbespreking’ aan de orde gesteld worden. De polikliniekbespreking is het wekelijkse onderwijsmoment op de woensdag tussen 12.00 en 13.00 uur waarbij de AIOS’s alle vragen en problemen in de groep naar voren kunnen brengen, om dit te bespreken met de mede AIOS’s en de Opleider en plv Opleider. Tijdens deze bespreking is het ook de taak van de AIOS leermomenten aan te dragen. Alvorens concreet op de polikliniek te starten wordt een overleg moment afgesproken door de AIOS om door de polikliniek Teamleider wegwijs te worden gemaakt, (mbt routing, praktische zaken en contactpersonen e.d.). De AIOS is zelf verantwoordelijk voor een adequate voorbereiding en uitwerking van de door hem/haar gedraaide lijnpoli. Voorbereiding vindt plaats mbv het EPD en zonodig wordt dit reeds voorbesproken met de supervisor. Uitwerking vindt plaats mbv het EPD obv de verzamelde uitslagen: ‐nieuwe patiënten: zodra alle uitslagen binnen zijn wordt zsm een brief naar de huisarts / verwijzer verzonden. ‐controle patiënten: er dient minimaal 1 keer per jaar een brief naar de huisarts / verwijzer verzonden te worden. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
86
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De samengestelde brief wordt aan de Medische Verslaglegging aangeboden via het EPD die dit uitwerken en de geprinte concept versie in het postvak van de supervisor leggen voor akkoord. Bij correcties wordt dit concept weer terug aangeboden aan de AIOS die deze correcties verwerkt. De AIOS is verantwoordelijk voor het aanmaken van nieuwe en het zo nodig bijwerken dan wel afsluiten van lopende DBC’s. Bij aanvang van de opleiding krijgt de AIOS uitleg mbt de DBC’s door de DBC consulent. Gedurende de gehele opleiding worden de werkinstructies op regelmatige basis ter herinnering en met mogelijke aanpassingen nogmaals via email verstrekt. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
87
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Non‐invasieve beeldvorming cardiologie 6 maanden (2 x 3 maanden) Duur Supervisoren Inleiding Supervisor echocardiografie: dr W. Jaarsma, dr M.C. Post, M. Swaans. Supervisor MRI: dr B.J.W.M. Rensing, dr J.A.S. Van der Heyden, dr W. van Es. Supervisor Nucleaire technieken: dr M. Van Buul, dr R. Keijsers. Supervisor Cardiale CT: dr B.J.W.M. Rensing M. Swaans dr W. van Es De beeldvorming bestaat uit echocardiografie, cardiale MRI, cardiale CT en cardionucleaire geneeskunde. Er bestaat een samenwerking met twee B‐klinieken, waardoor een deel van de stage echocardiografie (3 maanden) in deze B‐klinieken gevolgd kan worden (zie Lokaal Opleidingsplan Gelre Ziekenhuizen en Meander ziekenhuis Amersfoort). Echocardiografie Er zijn 5 kamers waar de reguliere echocardiografische onderzoeken worden verricht, zowel transthoracaal (TTE) als transoesophageaal (TEE). In totaal vinden er meer dan 11.000 onderzoeken per jaar plaats, waarvan ongeveer 800 transoesophageaal. Daarnaast worden meer dan 400 katheterprocedures per jaar begeleidt middels TEE, naast de ruim 200 peri‐operatieve beoordelingen middels TEE. De verslaglegging gebeurt digitaal middels het Xcelera systeem in een centrale beoordelingsruimte. Het systeem is eveneens beschikbaar op alle afdelingen, alsmede de polikliniek en werkkamers. Cardiale MRI Een MRI‐scan (1.5 T Siemens) voor cardiale diagnostiek is aanwezig. Jaarlijks vinden er ruim 800 onderzoeken plaats voor de beoordeling van ischemisch hartlijden en structurele St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
88
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Inleiding (vervolg) Doel van de stage Plaats onderzoeken afwijkingen verworven en aangeboren. Er vindt wekelijks een multi‐disciplinaire beoordeling plaats van de onderzoeken plaats waarbij zowel een Cardioloog als radioloog aanwezig is. Cardiale CT Een tweetal CT‐scan (64‐slice) voor cardiale onderzoeken is beschikbaar. Op jaarbasis vinden ruim 500 onderzoeken plaats voor de beoordeling van coronairen en structurele afwijkingen. Een van de twee scans kan worden gecombineerd met ischemie‐
detectie middels “Single Photon Emission Computed Tomography” (SPECT). Er vindt wekelijks een multi‐disciplinaire beoordeling plaats waarbij een Radioloog, Cardioloog en een Nucleair Specialist aanwezig is. Cardionucleaire beeldvorming De afdeling Nucleaire Geneeskunde beschikt over drie SPECT‐
systemen en een gammacamera. Een van de SPECT‐systemen is geïntegreerd in een CT scan, waarbij ischemiedetectie gecombineerd wordt met beeldvorming van de coronairen. Per jaar vinden er meer dan 1000 cardionuclaire onderzoeken plaats. De verslaglegging gebeurt digitaal door de AIOS cardiologie direct gesuperviseerd door een van de vier nucleair specialisten. Tijdens de stage niet‐invasieve beeldvormende cardiologie verkrijgt de AIOS kennis omtrent de diagnostiek en behandeling van diverse hart‐ en vaatziekten en de rol van de beeldvorming hierbij. De nadruk ligt op non‐invasieve beeldvorming bij ischemische hartziekten, hartfalen, klepgebreken en structurele afwijkingen. De AIOS vergaart kennis op het gebied van echocardiografie, cardiale MRI, cardiale CT en cardionucleaire geneeskunde. De AIOS verkrijgt kennis van (contra) indicatie, toepassingen, sterke‐ en zwakke punten van bovengenoemde non‐invasieve beeldvormende technieken. Voor de aanvang van de stage wordt theoretische kennis verwacht zoals die beschreven staat in het ESC leerboek. Echocardiografie De echocardiografische onderzoeken in het St. Antonius ziekenhuis vinden plaats op een van de vijf reguliere echocardiografiekamers, de intensive care afdeling, cardiale verpleegafdelingen (inclusief CCU), katheterisatiekamer en operatieafdeling. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
89
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Duur van de stage Inhoud van de stage Cardiale MRI Deze onderzoeken vinden plaats op de afdeling radiologie van het St. Antonius ziekenhuis. Cardiale CT Deze onderzoeken vinden plaats op de afdeling radiologie en nucleaire geneeskunde van het St. Antonius ziekenhuis. Cardionucleaire beeldvorming Deze onderzoeken vinden plaats op de afdeling nucleaire geneeskunde van het St. Antonius ziekenhuis Echocardiografie, Cardiale MRI, Cardiale CT en cardionucleaire beeldvorming : De stage duurt minimaal 6 maanden. Indien de AIOS het aandachtsgebied niet‐invasieve beeldvorming kiest, zal gedurende nog een periode van 12 maanden geparticipeerd worden binnen de afdelingen echocardiografie, radiologie en nucleaire geneeskunde. Echocardiografie De stage “non‐invasieve beeldvorming” wordt verdeeld in twee fasen (stage I en stage II). Beide fasen duren minstens 3 maanden. • Stage I is gericht op het maken en beoordelen van transthoracaal echocardiogrammen (TTE) gedurende 3 maanden. • De AIOS is 9 dagdelen per week werkzaam op de afdeling echocardiografie. • Gedurende de eerste maand zal de AIOS samen met en onder supervisie van de echolaborant leren een TTE te maken en te beoordelen. De eerste week zal de AIOS dagelijks 4 TTE onderzoeken verrichten en beoordelen. Week 2 en 3 zullen dat dagelijks 6 TTE onderzoeken zijn en week 4 zullen dat dagelijks 9 onderzoeken zijn. • Vanaf week 5 zal de AIOS participeren in het normale poliklinisch TTE schema waarbij alle onderzoeken zullen worden verricht en beoordeeld door de AIOS. • De onderzoeken zullen worden verricht onder supervisie van de laborant. Alle onderzoeken zullen uiteindelijk worden gefinaliseerd door een cardioloog. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
90
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Feedback tussen beeldvormend cardioloog en AIOS vindt direct plaats. Stage II is gericht op het maken en beoordelen van transoesofageale echocardiogrammen (TEE) en meer complexe TTE (contrast, inspanning, etc.) gedurende 3 maanden. De AIOS zal gedurende 6 dagdelen werkzaam zijn op de afdeling echocardiografie. De overige dagdelen zullen worden besteed aan CT, MRI of nucleaire onderzoeken of “lijn‐poli” (zie verder) . TEE onderzoeken worden verricht: poliklinisch of klinisch (verpleegafdeling, CCU, ICU, hartkatheterisatie‐kamer of op de OK). De AIOS die bezig is met stage II zal vooral TEE’s verrichten die poliklinisch plaatsvinden of via de verpleegafdelingen, CCU of op de OK. De TEE onderzoeken op de ICU worden verricht door de AIOS in zijn/haar peri‐operatieve stage en de TEE onderzoeken tijdens de non‐coronaire interventies vinden plaats door de fellow beeldvorming en/of beeldvormend cardioloog. De TEE vindt plaats onder supervisie van de beeldvormend cardioloog. TEE’s staan ingepland gedurende vier dagdelen per week. Na goedkeuring door cardioloog, verricht de AIOS (stage II) zelfstandig een TEE in samenwerking met een laborant. Deze onderzoeken worden direct aansluitend beoordeeld en gesuperviseerd/gefinaliseerd door cardioloog. Alle contrast TTE’s en inspanningsonderzoeken (o.a. dobutamine) zullen worden verricht door AIOS (stage II), samen met laborant. Supervisie vindt plaats door beeldvormend cardioloog. Daarnaast kunnen de TTE’s of TEE’s worden voorbeoordeeld in kader van de “Hartteam” besprekingen. Alle onderzoeken worden gefinaliseerd door cardioloog. Feedback tussen beeldvormend cardioloog en AIOS vindt direct plaats. Elke echobeoordeling resulteert in het invullen van een geautomatiseerd rapport. Daarnaast beschrijft de AIOS kort en bondig zijn bevindingen in zijn conclusie. Alle door de AIOS verrichte onderzoeken kunnen uiteindelijk besproken met de superviserende Cardioloog. De AIOS bestudeert en past tijdens deze stage de protocollen toe zoals gepubliceerd door de beroepsverenigingen (zoals NVVC en ESC). St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
91
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
Eenmaal per week wordt tijdens het niet‐invasief beeldvormend onderwijs een onderwerp besproken door een van de supervisoren. Het ESC leerboek is hierbij leidend. Cardiale MRI • AIOS (stage II) is gedurende de week 2 dagdelen aanwezig op de afdeling radiologie. • Een dagdeel per week is de AIOS (stage II) aanwezig op de afdeling radiologie bij het verrichten en beoordelen van cardiale MRI onderzoeken • Een tweede dagdeel worden alle MRI onderzoeken besproken samen met cardioloog, radioloog en AIOS radiologie. Deze onderzoeken worden voor beoordeeld door AIOS (stage II) , bij voorkeur samen met AIOS radiologie • De AIOS bestudeert en past tijdens deze stage de protocollen toe zoals gepubliceerd door de beroepsverenigingen (zoals NVVC en ESC). • Eenmaal per week wordt tijdens het niet‐invasief beeldvormend onderwijs een onderwerp besproken door een van de supervisoren. Het ESC leerboek is hierbij leidend. Cardiale CT en cardionucleaire beeldvorming • De AIOS (stage II) is gedurende de week 3 dagdelen aanwezig op de afdeling nucleaire geneeskunde. • Na een inwerkperiode onder leiding van een ervaren nucleair geneeskundige, draagt de AIOS zorg voor de medische begeleiding van de inspanningstesten middels fietsergometrie, adenosine of dobutaminebelasting of de cold pressuretest. • De AIOS beoordeelt en verslaat alle verrichte cardionucleaire onderzoeken (SPECT, LVEF bepalingen met gelabelde erythrocyten of PET scan). De verslagen worden door de supervisor voorbesproken en uiteindelijk geautoriseerd. • De AIOS bereidt de maandelijkse cardionucleaire besprekingen voor. • Daarnaast beoordeelt de AIOS de cardiale CT scan die samen met de SPECT scan wordt verricht. Dit gebeurt onder supervisie van de supervisor cardiologie en/of radiologie. • Er vindt wekelijks een multidisciplinaire beoordeling plaats van de cardiale CT en SPECT onderzoeken. De AIOS (stage II) bereidt deze bespreking voor. Zie “tabel planning” onderaan deze stagebeschrijving. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
92
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leerdoelen Tijdens de stage niet‐invasieve beeldvorming komen de volgende competenties aan bod: medisch handelen, communicatie, samenwerken en organisatie. Echocardiografie • De AIOS verkrijgt kennis over de indicatie, toepassing, sterke‐ en zwakke punten van de TTE en TEE (2‐D echocardiografie, M‐mode, Doppler technieken, stress echocardiografie, contrast echocardiografie en nieuwe technieken (3D echo, TDI, strain) voor de diagnostiek van cardiovasculaire aandoeningen zoals vermeld in de Core Curriculum Cardiologist 2006 (www.escardio.org/knowledge/education/coresyllabus) • De AIOS leert een TTE/TEE te verrichten bij stabiele patiënten en te beoordelen. • De AIOS leert wanneer hij/zij ervaren is in het verrichten van electieve onderzoeken, het verrichten van TTE/TEE in spoedsituaties op de CCU/ICU/SEH/OK (specifieke opleidingseis verrichten en beoordelen TTE/TEE in crisis situaties) • De AIOS leert digitale verslaglegging. • De AOIS leert, waar nodig, te overleggen met de aanvrager en de supervisor over de indicatie en specifieke vraagstelling. • De AIOS vervaardigt en beoordeeld tijdens deze stage onder supervisie minstens 250 TTE’s en 40 TEE’s. • De AIOS is aan het eind van de algemene opleiding de TTE’s en TEE’s zelfstandig te verrichten en uit te voeren. • Bij differentiatie tot algemeen Cardioloog dient de AIOS aan het eind van de opleiding zelfstandig 100 TTE’s en 20 TEE’s extra te maken en te verslaan. Cardiale MRI/Cardiale CT/Cardionucleaire beeldvorming • De AIOS verkrijgt kennis over de indicatie, toepassing, sterke‐ en zwakke punten van de cardiale MRI, cardiale CT en nucleaire beeldvormende onderzoeken. • De AIOS kan onder supervisie de cardiale MRI of CT en nucleaire onderzoeken beoordelen. • De AIOS beoordeelt tijdens deze stage minstens 50 cardiale MRI onderzoeken, 50 CT scans en 30 nucleaire onderzoeken. • De AOIS leert, waar nodig, te overleggen met de aanvrager en de supervisor over de indicatie en specifieke vraagstelling. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
93
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Feedback en voortgang Communicatie Gedurende de gehele stage wordt de AIOS van directe feedback voorzien. Tevens zijn tijdens de stage vaste momenten ingebouwd waarbij door de supervisor op gestructureerde wijze feedback aan de AIOS wordt gegeven. Deze momenten (data en tijdstip) worden bij aanvang van de stage in samenspraak met de AIOS vastgelegd. • Beeldvormingsstage I en II worden afzonderlijk beoordeeld. • Bij aanvang van de stage vindt met de opleider/supervisor een introductiegesprek plaats. Hierin geeft de AIOS zijn ervaringen met betrekking tot de echocardiografie aan en formuleert zijn specifieke leerdoelen. Nadien bespreekt de opleider/supervisor welke thema’s binnen dit onderdeel aan de orde komen en hoe deze getoetst worden. • Na 6‐7 weken vindt een tussentijdse evaluatie plaats waarin de geboekte vooruitgang wordt geëvalueerd en een plan wordt gemaakt voor het behalen van de tevoren gestelde doelen. • Aan het einde van de stage vindt een eindgesprek plaats waarin geëvalueerd wordt in welke mate de gestelde doelen behaald zijn. Er worden tevens (indien nodig) verbeter/aandachtspunten voor de volgende stage geformuleerd. • De evaluatieformulieren behorende bij de hierboven genoemde evaluatiemomenten worden in het bijzijn van de AIOS ingevuld en voorzien van datum, naam en handtekening van de supervisor. Voorafgaand aan het verrichten van een onderzoek dient de AIOS kennis te hebben gemaakt met de patiënt. De noodzaak van onberispelijke “bedside manners” ligt uiteraard voor de hand maar zal nadrukkelijk worden uitgedragen en zonodig besproken. Ook de omgang met personeel wordt geëvalueerd. Hierin is er in het bijzonder aandacht voor de positie van de AIOS. Deze is immers onervaren maar moet zich vooral kwetsbaar op mogen stellen en alles kunnen vragen. Dit vereist een veilige omgeving waarin hartfunctiepersoneel en radiologisch/nucleaire laboranten een belangrijke rol spelen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
94
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Bekwaamheidsniveau Echocardiografie De AIOS ontwikkelt zijn bekwaamheidsniveau van handelen onder supervisie bij aanvang van de stage tot het zelfstandig kunnen verrichten en beoordelen van TTE’s en TEE’s. Het bekwaamheidsniveau neemt toe van 1 bij aanvang tot 2a bij gebleken geschiktheid. Cardiale MRI/Cardiale CT/Nucleaire beeldvorming De AIOS ontwikkeld een bekwaamheidsniveau waarbij hij/zij onder beperkte supervisie de beeldvormende technieken kan beoordelen en verslaan. Toetsinstrumenten • Continue zelfreflectie • De AIOS cardiologie zal tijdens de stage getoetst worden middels een aantal Korte Praktijk Beoordelingen (KPB’s) met aandacht voor de diverse competentiegebieden (Medisch handelen, Communicatie, Samenwerken, Organisatie, etc.) zoals ook genoemd in het opleidingsplan cardiologie. Ook wordt toegezien op het kwantitatieve aspect van de vaardigheden, zoals genoemd in de diverse themakaarten. • Naast de genoemde KPB’s vindt tijdens de stage op het gebied van echocardiografie toetsing plaats van de basisprincipes van de diverse non‐invasieve beeldvormende modaliteiten en anatomie/ doorsneden, indicatiestelling en beoordeling. Dit zal gebeuren door het afnemen van een examen na het onderwijsprogramma niet‐invasieve beeldvorming. • Gedurende de gehele stage vindt toetsing van kennis plaats tijdens supervisie • Objective Structured Analysis of Technical Skills (OSATS) volgens korte praktijk beoordeling opgesteld door de NVVC. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
95
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Vaardigheden De volgende vaardigheden dient de AIOS aan het eind van zijn niet‐invasieve beeldvormende stage te bezitten. Echocardiografie • De AIOS kent de indicatie, de toepassing en de sterke‐ en zwakke punten van echocardiografie (TTE en TEE) en kan dit communiceren met de patiënt. • De AIOS kent globaal de verschillende technische aspecten van de echoapparatuur. • De AIOS kan systematisch een volledig echocardiogram (TTE en TEE) maken en beoordelen. Inclusief het uitvoeren van verschillende metingen achteraf. • De AIOS kan verschillende vormen van artefacten herkennen. • De AIOS kan specifieke echocardiografische onderzoeken verrichten en beoordelen (o.a. contrast en dobutamine) en heeft kennis van de indicaties, contraindicaties en mogelijke bijwerkingen van toegediende farmaca. Cardiale MRI • De AIOS kent de (contra)indicatie, de toepassing en de sterke‐ en zwakke punten van cardiale MRI. • De AIOS kent de bijwerkingen van de toepassing van adenosine stress of gadolinium. • De AIOS kent de lokale protocollen rondom de cardiale MRI. • De AIOS weet globaal hoe de post‐processing verricht wordt m.b.v. specifieke software (bepaling ejectiefractie van LV etc.). • De AIOS kan de aanwezigheid van ischaemie, infarct en viabiliteit beoordelen. • De AIOS kan de wandbewegingen, wandverdikkingen en ejectiefractie van de linker en rechterventrikel beoordelen. • De AIOS kan verschillende vormen van artefacten herkennen. Cardiale CT • De AIOS kent de indicatie, de toepassing en de sterke‐ en zwakke punten van cardiale CT. • De AIOS kent de basisprincipes van de fysica, de technische beperkingen en de stralen belasting van cardiale CT. • De AIOS kent de indicaties, bijwerkingen en contra‐indicaties van de toediening van bètablokkers oraal danwel St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
96
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Protocollen intraveneus. • De AIOS kent de lokale protocollen rondom de cardiale CT. • De AIOS weet globaal hoe de postprocessing verricht wordt m.b.v. specifieke software. • De AOIS kan de coronair anatomie en pathologie herkennen.
Cardionucleaire beeldvorming • De AIOS kent de indicatie, de toepassing en de sterke‐ en zwakke punten van cardiale nucleaire beeldvorming en kan dit bespreken met de patiënt. • De AIOS kent de specifieke indicaties, preferenties en contra‐ indicaties voor de verschillende vormen van stress ten behoeve van myocardperfusiescintigrafie: fietsergometrie, adenosine, dobutamine en de aanvullingen in de vorm van handgriptest en atropine. • De AIOS kent de bijwerkingen van de verschillende toepassingen van stress. • De AIOS kent de lokale protocollen rondom de cardionucleaire beeldvorming. • De AIOS kan de verschillende vormen van stress uitvoeren, met behulp van een laborant of een medisch nucleair werker en daarbij de patiënt begeleiden. • De AIOS kan de laborant of medisch nucleair werker aangeven wanneer tijdens de stressprocedure de radioactiviteit het best ingespoten kan worden, danwel is in staat deze toediening zelf te verrichten. • De AIOS kan een CT/SPECT procedure begeleiden. • De AIOS weet globaal hoe de postprocessing verricht wordt m.b.v. specifieke software en kan omgaan met beoordelingssoftware. • De AIOS kan de aanwezigheid van ischaemie, infarct en viabiliteit beoordelen. • De AIOS kan de wandbewegingen, wandverdikkingen en ejectiefractie van de linker en rechter ventrikel beoordelen. • De AIOS kan verschillende vormen van artefacten onderkennen. De protocollen zijn beschikbaar via intranet. Echocardiografie Protocol standaard TTE (functie en doppler metingen) Protocol contrast echocardiografie Protocol dobutamine stress echocardiografie Protocol TEE (kleplijden, cardiale emboliebron) Zie ook de protocollen map Echocardiografie St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
97
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Literatuur Cardiale MRI Protocol functie Protocol ARVC Protocol late enhancement Protocol perfusie Cardiale CT Protocol ventrikelfunctie Protocol calcium score Protocol coronaire anatomie (inclusief bypasses) Cardionucleaire beeldvorming Protocol ECG‐diagnostiek Protocol Fietsergometrie Protocol MyocardperfusieSPECT inspanning‐ en rust met Technetium 99m‐sestamibi Protocol cardiale CTA/myocardSPECT Protocol MyocardperfusieSPECT adenosinebelasting Protocol MyocardperfusieSPECT dobutaminestress Protocol Nucleaire Ejectiefractiebepaling inspanning en rust Protocol Cardiac PET na clamping Echocardiografie • Indicatie en toepassing, sterke‐ en zwakke punten van TTE (M‐mode, 2D‐echo, Doppler), TEE (2‐D‐echo en Doppler), stress echo, contrast echo en nieuwere technieken (3D echo, Tissue Doppler, strain) voor de diagnostiek van cardiovasculaire aandoeningen zoals vermeld in de Core Curriculum for the General Cardiologist 2006. www.escardio.org/knowledge/education/coresyllabus/ • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. 2nd Ed. Camm, Luscher en Serruys. 2009 ISBN ‐ 978‐0‐19‐956699‐0. Chapter 4. • Echocardiografie naslagwerk (Feigenbaum/Otto/Hamer en Pieper). • ESC en ACC/ASE guidelines. Cardiale MRI • Indicaties en toepassingen, sterke‐ en zwakke punten van CMR voor de diagnostiek van cardiovasculaire aandoeningen zoals vermeld in de Core Curriculum for the General Cardiologist 2006. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
98
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Literatuur (vervolg) •
•
•
www.escardio.org/knowledge/education/coresyllabus/ The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. 2nd Ed. Camm, Luscher en Serruys. 2009 ISBN ‐ 978‐0‐19‐956699‐0. Chapter 5. Pennell et al. Clinical indications for CMR: consensus panel report. Eur Heart J 2004;25:1940‐1965. Websites: www.mrisafety.com en www.scmr.org (CMR Atlas). ESC en ACC guidelines. •
Cardiale CT • Basisprincipes van de fysica, de technische beperkingen en de stralen‐ belasting van cardiale CT. Indicatie en toepassing, sterke‐ en zwakke punten van cardiovasculaire CT met en zonder contrast, zoals verwoord in het Core Curriculum for the General Cardiologist 2006. www.escardio.org/knowledge/education/coresyllabus/ • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. 2nd Ed. Camm, Luscher en Serruys. 2009 ISBN ‐ 978‐0‐19‐956699‐0. Chapter 6. • ESC en ACC guidelines. • Cardiovascular imaging. A handbook for clinical practice. Bax, Kramer, Marwick, Wijns. 2005. ISBN ‐10:1‐4051‐3131‐4. Cardionucleaire beeldvorming • Basisprincipes van de fysica, de technische beperkingen, stralenbelasting • Indicatie en toepassing, sterke‐ en zwakke punten van cardiale nucleaire beeldvorming, zoals verwoord in het Core Curriculum for the General Cardiologist 2006. www.escardio.org/knowledge/education/coresyllabus/ • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. 2nd Ed. Camm, Luscher en Serruys. 2009 ISBN ‐ 978‐0‐19‐956699‐0. Chapter 7. • Cardiovascular imaging. A handbook for clinical practice. Bax, Kramer, Marwick, Wijns. 2005. ISBN ‐10:1 4051‐3131‐4. • Clinical nuclear cardiology. State of the art and future directions. 4th edition. Zaret, Beller. 2010. ISBN 987‐0‐323‐
0579—7. • Brindis RG et al. ACCF/ASNC appropriateness criteria for single‐photon emission computed tomography myocardial perfusion imaging (SPECT MPI). J Am Coll Cardiol 2005;18:46(8):1587‐1605. • ESC en ACC guidelines. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
99
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Tabel planning Onderzoek Maandag TEE Dinsdag Woensdag
Donderdag Vrijdag 8:30‐ 8:30‐ 13:00‐ 8:30‐ 12:30
12:30 16:00 12:30
TTE stress MRI 13:00‐ 10:30‐
17:00 12:00 CT 14:00‐ 13:00‐
15:00 18:00 nucleair 8:30‐ 13:00‐ 12:00 18:00 De MRI en cardionucleaire/CT onderdelen worden verdeeld onder de aanwezige AIOS (stage II). Bij voorkeur in blokken van 6 weken. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
100
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Hartcatheterisatie Duur Supervisoren Inleiding Doel van de stage 6 maanden dr. J.A.S. Van der Heyden, hoofd Katheterisatie‐afdeling en interventiecardioloog en de interventiecardiologen E.T. Bal, dr. M.J. Suttorp, dr. B.J.W.M. Rensing, F. Eefting, dr. J.M. ten Berg Er bestaat een samenwerking met twee B‐klinieken waardoor een deel van de stage (3 maanden) in deze B‐klinieken gevolgd kan worden (zie Lokaal Opleidingsplan Gelre Ziekenhuizen en Meander ziekenhuis Amersfoort). De afdeling Röntgen cardiologie van het St. Antonius ziekenhuis beschikt over 5 röntgenbehandelkamers, waarvan er 3 gespecialiseerd zijn voor het verrichten van hartcatheterisaties en 2 voor het verrichten van ritmegerelateerde ingrepen. Jaarlijks worden er 2500 PCI’s, 4000 linker‐ en rechterkartcatheterisaties, 250 transkatheter klepbehandelingen, 20 alcoholol‐ablaties bij HOCM‐patiënten, 100 PFO/ASD‐sluitingen, 70 hartoorsluitingen, 65 carotis dilataties, 25 PTA’s subclavia, 15 transcatheter‐sluitingingen van paravalvulaire kleplekkages, 10 nierarterie‐ablaties verricht. De verpleegafdeling waar patiënten worden opgevangen vóór en na een catheterisatie bestaat uit 16 bedden op de holding en 8 shortstay bedden op de afdeling E3. De AIOS leert de indicatie en contra‐indicaties van de verschillende diagnostische en therapeutische verrichtingen. De AIOS leert de theoretische achtergrond van de linker‐ en rechter hartcatheterisatie. De AIOS krijgt kennis van de te gebruiken materialen bij hartcatheterisatie en PCI. De AIOS leert steriel werken en krijgt kennis van stralingshygiëne. De AIOS leert de praktische vaardigheden, nodig voor het verrichten van de linker‐ en rechter hartcatheterisatie. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
101
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De AIOS leert de begeleiding van patiënten die een diagnostische of therapeutische ingreep ondergaan. De AIOS leert het voordragen van patiënten die een hartcatheterisatie hebben ondergaan in het hartteam. Inhoud van de stage • De AIOS volgt de landelijke stralingscursus (kenmerk Boerhave cursus voorafgaande aan de stage hartcatheterisatie (bij uitzondering tijdens deze stage). • In de eerste week van deze stage leert de AIOS het opbouwen van druk‐ en contrastsystemen, werken met deze systemen, steriel werken en materiaalkennis (diverse coronaircatheters, guidewires, röntgenstatief en ‐tafel etc.) • Vanaf de tweede week leert de AIOS van de supervisor het verrichten van de rechter‐ en linker‐
hartcatheterisatie • De AIOS is verantwoordelijk voor de voorbereidingen (uitleg aan patiënten, medicatie, nierfunctiebepaling) die nodig zijn voor diagnostische en therapeutische ingrepen als voor de voorbereidingen op een vervolgbehandeling zoals een hartoperatie. • De AIOS houdt tijdens de stage een referaat over een onderwerp dat verband houdt met de stage. • De AIOS volgt het cursorisch onderwijs. • De AIOS verzamelt interessante catheterisaties voor de ingeplande angiolessen. Feedback en Gedurende de gehele stage wordt de AIOS van directe feedback voortgang gesprekken voorzien. Tevens zijn tijdens de stage vaste momenten ingebouwd waar door de supervisor op gestructureerde wijze feedback aan de AIOS wordt gegeven. Deze momenten (data en tijdstip) worden bij aanvang van de stage in samenspraak met de AIOS vastgelegd. • Startgesprek; doelen en feedback momenten worden aan de AIOS duidelijk gemaakt. Verwachtingen van de AIOS worden besproken • Tussentijds gesprek (halverwege): voortgang van de AIOS. De voorafgestelde doelen worden besproken evenals de eventuele knelpunten. Ook is er ruimte voor feedback van de AIOS op de supervisor/ opleiding. • Eindgesprek: zijn de voorafgestelde doelen bereikt? Feedback AIOS naar opleiding/ supervisie? St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
102
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Begrip van apparatuur Stralingshygiëne Communicatie met patiënten, personeel, collegae Zijn er verbeterpunten? • Feedback n.a.v. de voordracht. De evaluatie formulieren behorende bij de hierboven genoemde evaluatiemomenten worden in het bijzijn van de AIOS ingevuld en voorzien van datum, naam en handtekening van de supervisor. In het begin van de stage wordt de apparatuur besproken en wordt “droog” geoefend met de bediening van het röntgenstatief en de tafel waarbij de AOIS inzicht krijgt in de positie van de beeldversterker/ röntgenbuis t.o.v. het hart en het coronairsysteem. Er wordt gedurende een introductiedag door een cath.lab technicus geoefend met voerdraden, druksystemen en katheters. Er is een syllabus voorhanden met uitvoerige beschrijving en uitleg over diagnostische hartcatheterisatie. Van de AIOS wordt verwacht dat hij/ zij deze heeft bestudeerd voor aanvang van de stage. Voorafgaand aan de stage heeft de AIOS de stralingscursus voor cardiologen met succes gevolgd. De stralingshygiëne vormt een belangrijk onderdeel van de opleiding. De AIOS draagt te allen tijde een dagmeter en krijgt per procedure directe feedback op zijn/ haar stralingsbelasting. Voorafgaand aan de procedures dient de AIOS eerst kennis te maken met de patiënt. De noodzaak van onberispelijke “ bedside manners” ligt uiteraard voor de hand maar zal nadrukkelijk worden uitgedragen en zonodig besproken. De AIOS dient te allen tijde de onderzochte patiënt na de procedure op zaal te bezoeken. Voorts zal ingegaan worden op hoe om te gaan met “lastige”, ontevreden (al dan niet terecht) of klagende patiënten. Er zal aandacht gegeven worden aan hoe de patiënt uitslag te geven van het verrichte onderzoek. Ook de omgang met personeel wordt geëvalueerd. Hierin is bijzondere aandacht voor de positie van de AIOS. Deze is immers onervaren maar moet zich vooral kwetsbaar op mogen stellen en alles kunnen vragen. Dit vereist een veilige omgeving waarin catheterisatiekamerpersoneel een belangrijke rol speelt. Tijdens de procedures wordt er vooral zakelijk gecommuniceerd en in risicovolle situaties wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
103
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Indicatiestelling Voor‐ en nazorg Contra‐indicaties Complicaties Voordat de AIOS begint met (kijken naar) een procedure dient eerst de indicatie ervan besproken te worden met de supervisor. Voor de indicaties voor hartcatheterisatie wordt verwezen naar opgegeven literatuur. De AOIS is ook bekend met de lokale protocollen voor het verrichten van een hartcatheterisatie. De AIOS is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de patiënt op de ingreep. Hierbij hoort een controle van de relevante patiëntgegevens en het informeren van de patiënt. Na de procedure zorgt de AIOS voor adequate verzorging van de punctieplaats (closure device en/of drukverband na transfemorale ingreep , TR‐polsband na transradiale ingreep). De AIOS informeert de patient over het verdere verloop en deelt mede dat de patient de uitslag poliklinisch zal krijgen. Een definitieve uitslag wordt gegeven door de Cardioloog nadat de catheterisatiegegevens besproken zijn in het dagelijkse hartteam. De AIOS geeft de afdeling mondeling en schriftelijk de voorlopige uitslag en vermeldt mogelijke complicaties (vult ook de complicatieregistratie in), alsmede het tijdstip van ontslag. De AIOS loopt voor ontslag bij de patiënt langs ter controle van de punctieplaats(‐en). Tevens geeft de AIOS in voorkomende gevallen een recept mee voor additionele medicatie. De AIOS heeft voorafgaand aan het verrichten van een hartcatheterisatie inzicht in de (relatieve) contra‐indicaties. Zo is hij/zij bekend met de (relatieve) contra‐indicaties van de aanwezigheid van actieve infectie, hemodynamische instabiliteit, allergie voor contrastmiddelen of medicatie, nierinsufficiëntie (zie protocol voorkoming contrastgeïnduceerde nefropathie) en contrastbelasting. Derhalve dient de AIOS zich vóór ieder onderzoek ervan te vergewissen of de betreffende patiënt het onderzoek wel kan ondergaan. Bij twijfel omtrent de contra‐indicatie dient de AOIS te overleggen met de supervisor De AIOS wordt bij aanvang van de stage onderricht in (heeft voorafgaand aan de stage reeds kennis en inzicht) de mogelijke complicaties van procedures, inclusief de aanpak c.q. behandeling ervan. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
104
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Praktische onderwerpen stage hartcatheterisatie Theoretische onderwerpen stage hartcatheterisatie Coronairafwijkingen Voorbeelden hiervan zijn (retroperitoneaal) hematomen, aneurysma spurium, allergische reactie, distale coronaire embolisatie, tamponade, ritmestoornissen, contrast‐
geïnduceerde nefropathie. Tweemaal per maand worden de complicaties in een plenaire bespreking genoemd en wordt dieper ingegaan op de oorzaken van de complicaties als ook hoe deze te voorkomen. In de vorm van een referaat wordt telkens een complicatie van literatuur voorzien. Een verslag en presentatie worden opgeslagen op de lokale G: schijf. Tijdens de stage worden de volgende onderwerpen inhoudelijk en praktisch behandeld (zie protocollen hartcatheterisatie): • Arterie en venapunctie m.b.v. Seldinger‐techniek • Gebruik van closure device (Angioseal). Er wordt een training gegeven en een certificaat af gegeven zodra de sluitingstechniek voldoende beheerst wordt • Coronairangiografie volgens Judkins • Angiografie van veneuse en arteriele bypassgrafts • Linker hartkamer angiografie • Aorta‐angiografie • Hemodynamisch onderzoek (links‐ en rechtszijdige drukmeting) Tijdens de stage worden de volgende onderwerpen in theorie behandeld: • Verschillende katheters en indicatie voor gebruik • Verschillende guidewires en indicatie van gebruik • Verschillende toegangswegen; voor‐ en nadelen • Contrastgebruik en risico’s, nefroprotectie • De hoog risico patiënt Aan het eind van de stage bezit de AIOS een gedegen kennis (tenminste level 2A en streven 2B) van: • de bepaling van de ernst van coronaire afwijkingen zowel kwantitatief (QCA) als kwalitatief (eyeballing) • het fenomeen bridging • de TIMI‐flow classificatie St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
105
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
Hemodynamische meetgegevens Interpretatie coronair‐
angiografische beelden en hemodynamische meetgegevens Vervolgbeleid/ behandelplan na hartcatheterisatie Vaardigheden de internationale segment indeling van het coronair systeem de Rentrop classificatie voor collateraal vorming Tevens wordt de AIOS geacht kennis te hebben van de meest voorkomende congenitale anomalieën, c.q. fistels. Hierover is relevante literatuur en beeldmateriaal beschikbaar in de afdelingsbibliotheek. Aan het eind van de stage bezit de AIOS een gedegen kennis (tenminste level 2A en streven 2B) van: • de verschillende toegangswegen ter verkrijgen van hemodynamische informatie • de drukcurves van de diverse hartcompartimenten Tevens wordt van de AIOS verwacht met de verkregen informatie een differentiaal diagnostisch probleem op te kunnen lossen. Hierover is relevante literatuur en beeldmateriaal beschikbaar in de afdelingsbibliotheek. Iedere procedure wordt nabesproken met de supervisor. Bijzondere beelden c.q. metingen worden eventueel na literatuurresearch ook plenair besproken. Na iedere procedure beschrijft de AIOS de voorlopige bevindingen in het EPD. Eventuele complicaties worden eveneens vastgelegd. Vervolgens worden de bevindingen en eventueel het voorgestelde beleid door de AIOS besproken in het dagelijkse hartteam. De stage is erop gericht de AIOS op veilige en verantwoorde wijze hartcatheterisatieprocedures te laten uitvoeren, waarbij op ieder moment voor betrokkene geheel duidelijk is waarom welke handeling op welk moment en op welke wijze dient te worden uitgevoerd. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
106
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De leermethode van de AIOS kan plaatsvinden volgens de 4‐
stappenmethode bij eenvoudige vaardigheden en mastery‐ leertechniek voor de complexere vaardigheden. Technische Gaandeweg de stage wordt de AIOS tijdens het verrichten van vaardigheden de procedure directe feedback gegeven over de vaardigheden. Tevens wordt dieper ingegaan op materiaalkeuze. Binnen de stage worden de volgende stappen c.q. niveaus gehanteerd: • Meekijken, aanprikken en verrichten hartcatheteristie • Onder supervisie aanprikken; arterieel en veneus • Zelfstandig aanprikken; arterieel en veneus • Onder supervisie opvoeren catheters en aanhaken coronairen • Zelfstandig uitvoeren linker en rechter‐ hartcatheterisatie Bij aorta‐ en LV‐angiografie wordt uitgegaan van niveau 2S/B. Genoemde stappen worden wekelijks binnen de maatschap besproken, zodat alle supervisoren kennis hebben van het niveau van de AIOS en zo ook de AIOS op hetzelfde niveau begeleiden. De AIOS krijgt naast directe feedback ook een tussentijdse beoordeling/ feedback omtrent zijn/ haar functioneren. Bekwaamheidsniveau De AOIS handelt onder supervisie (bekaamheidsniveau 2a). Indien competent handelt hij/zij zonder supervisie (bekwaamheidsniveau 2b). Alle verrichtingen worden gesuperviseerd voordat de verrichting wordt beindigd. Bij twijfel over de indicatie wordt eerst overleg gevoerd met de supervisor. Kennis • Basis principes van de fysica, de technische beperkingen, de stralenbelasting en complicaties van hartcatheterisatie • Indicatie en interpretatie, van coronairangiografie, LV angiografie, aorta angiografie en hemodynamisch onderzoek (links‐en rechtszijdige drukmeting) voor de diagnostiek van cardiovasculaire aandoeningen en opstellen van behandelingsplan, zoals vermeld in de Core Curriculum for the General Cardiologist 2006 www.escardio.org/knowledge/education/coresyllabus/ St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
107
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Vaardigheden Kwalitatief aspect • De AIOS kan zelfstandig de indicatie stellen voor een hartcatheterisatie en voorlichting geven aan de patiënt met betrekking tot risico’s, complicaties en alternatieve diagnostische onderzoeken • De AIOS kan de patiënt optimaal pre‐procedurele voorbereiden (anti‐stolling, pre‐ en post hydratie). • De AIOS kan onder supervisie een links –en rechts hartkatheterisatie via de a. femoralis/a. radialis zelfstandig uitvoeren, interpreteren en beoordelen • De AIOS heeft kennis van de indicatie en interpretatie van invasieve coronaire diagnostiek (FFR, IVUS & OCT) en percutane behandelingen • De AIOS kan effectief functioneren in een team van interventie cardiologen, thorax chirurgen, röntgen laboranten, verpleegkundigen en paramedici • De AIOS kan een effectieve en vertrouwelijke behandelrelatie opbouwen met patiënten en familie Kwantitatief: • Tijdens deze stage van 6 maanden (jaar 2‐3) o 50 coronairangiografie o 10 LV angiografie o 10 aorta‐angiografie o 15 rechtscatheterisatie • Landelijke stralingscursus • De AIOS met een verdiepingsjaar algemene cardiologie kan zelfstandig een kwalitatief goede en volledige hartcatheterisatie uitvoeren, bekwaamheidsniveau 2B (bijlage 9) • De AIOS met een verdiepingsjaar invasieve cardiologie kan zelfstandig een kwalitatief goede en volledige eenvoudige en complexe hartcatheterisatie uitvoeren bekwaamheidsniveau 2B (bijlage 9) • De AIOS met een ander verdiepings/aandachtsjaar kan onder supervisie een hartcatheterisatie uitvoeren, bekwaamheidsniveau 2A St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
108
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Protocollen Literatuur De protocollen die beschikbaar zijn voor de hartcatheterisatie: Protocol coronairangiografie via femoralis, radialis en brachialis Protocol linkerkamer angiografie en aortografie Protocol hemodynamische hartcatheterisatie Protocol preventie contrastnefropathie Protocol antistolling Protocol calamiteiten en bloedingscomplicaties Protocol reanimatie op de hartcatheterisatiekamer ACC/AHA Guidelines for Coronary Angiography: Executive Summary and Recommendations: A Report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines (Committee on Coronary Angiography). Scanlon, Patrick J. et al. Circulation. 99(17):2345‐2357, May 4, 1999. Myocardial Revascularisation (Guidelines for). ESC Clinical Practice Guidelines European Heart Journal (31):2051‐2555 ‐ doi:10.1093/eurheartj/ehq277 Assessment of Indications in Interventional Cardiology: Appropriateness and Necessity of Coronary Angiography and Revascularization. Schilling, Julian MD, PD; Gerstl, Peter MD; Kapetanios, Epaminondas PhD; Lee, Chung‐Yol MD, MPH; Bertel, Osmund MD. American Journal of Medical Quality. 18(4):155‐163, July/August 2003. Baim et al. Grossman’s cardiac catheterization, angiography and intervention 2006, Lippincott, Williams &Wilkins. ISBN 978‐0‐
7817‐5567‐2 ESC Textbook of cardiovascular Medicine. Camm, Luscher en Serruys. Hoofdstuk 6, 2006. ISBN‐13;978‐1‐4051‐2695‐3 Core curriculum for the general cardiologist 2006, www.escardio.org/knowledge/education/coresyllabus Congenital coronary artery anomalies angiographic classification revisited. Gianluca, Rigatelli et al. International Journal of Cardiac Imaging. 19(5):361‐366, October 2003. Congenital coronary anomalies. Vliegen et al 2006 (inclusief CD met beelden) St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
109
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Opleidingsonderdeel Congenitale cardiologie AMC Duur Opleider AMC Doel Welke opleidingsgesprekken worden gevoerd Weekprogramma 3 maanden Deze stage wordt extern gevolgd in het AMC prof. dr. B.J.M. Mulder, Cardioloog Kennis en inzicht verkrijgen in problematiek rond aangeboren hartafwijkingen. Introductiegesprek Maandagmorgen: Volwassen congenitale poli (Barbara Mulder, B2 Transitiepoli (Ad Backs), B2 Kinderechopoli (Sally Clur), B2 Maandagmiddag: Poli kindercardiologie + echo (Sally clur + Irene Kuipers), AO 1ste v.d. maand erfelijke ritmestoornissen (Sally Clur, Arthur Wilde), C2 16.00 uur Congenitale MRI bespreking Dinsdagochtend: Volwassen congenitale poli (Matthijs Boekholdt) Volwassen congenitale poli (fellow), B2 Poli congenitale verpleegkundige (ronald Zwart), A01 Kinderechocardiografie (Ad Backs), B2 12.45 uur congenitale interventie bespreking volwassenen B2‐
135 Dinsdagmiddag: 15.00 uur CAHAL congenitale chirurgiebespreking kinderen VU Volwassen congenitale poli (Maarten Groenink), B2 St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
110
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Woensdagochtend: Congenitale chirurgie C1 Congenitale interventies regiekamer 1, B2 Poli zwangeren met een hartafwijking (Oudijk, Mulder), A1 Marfan screeningspoli (B.Mulder/fellow, klin genetica, oogarts) Kinderechopoli (Ottenkamp), B2 Woensdagmiddag: Congenitale chirurgie Congenitale interventies Volwassen congenitale poli (fellow), B2 Donderdagmorgen: Cardiale MRI en CT (Groening/Boekholdt) Congenitale chirurgie (C1) Donderdagmiddag: Cardiale MRI en CT Polikliniek kindercardiologie (fellow) Vrijdagmorgen: Volwassen congenitale poli (B. Bouma) Prenatale echo diagnostiek poli (sally clur) A1 Poli kindercardiologie + echo (Ad Backx), A0 Genetica bespreking (9‐10 uur), F4‐227 Kinderechopoli (Irene Kuipers), B2 Vrijdagmiddag: Kinderpoli (Bart Straver), A0 Diversen, bijvoorbeeld opgenomen patiënten F3. Elke ochtend 8.00 uur: visite kindercardiologie G8, ochtendbespreking cardiologie F4‐227 Elke middag 16.00 uur echo bespreking B2 Wat wordt in welk Oude curriculum niet verplicht: in het zesde jaar opleidingsjaar geleerd Nieuwe curriculum 3 maanden verplicht: verdiepingsjaar (6e) Bekwaamheidsniveau De AOIS werkt onder supervisie: 2a Literatuur Aangeboren hartafwijkingen bij volwassenen. Mulder B.J.M., Pieper P.G., Meijboom F.J., Hamer J.P.M., Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2006 St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
111
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Bijlage 3. Competentieprofiel van de cardioloog. Uit het landelijk opleidingsplan cardiologie. 3.2 Competentieprofiel van de cardioloog: eindtermen per competentie Medisch Handelen 1. Voor de meest frequente ziekteprocessen en klinische problemen in de cardiologie geeft de cardioloog blijk van voldoende kennis en vaardigheid om: • een volledige ‐ en nauwkeurige anamnese af te nemen, • een lichamelijk onderzoek te verrichten, • gebruikelijke cardiologische onderzoeksmethoden te kunnen toepassen, (laten) uitvoeren en interpreteren, waaronder het rust‐ en inspanningselectrocardiogram, continue 24‐uurs registratie van het hartritme, de thoraxfoto, het echocardiogram, het cardiovasculair MRI onderzoek, de cardiovasculaire CT onderzoek, cardiologisch nucleair onderzoek, hartcatheterisatie en klinisch elektrofysiologisch onderzoek van het hart, • een differentiaal diagnose op te stellen, • een behandelplan op te stellen en uit te (laten) voeren, en • een plan voor secundaire preventie op te stellen en uit te (laten) voeren. 2. Hierbij houdt hij/zij rekening met factoren als de leeftijd van de patiënt en diens comorbiditeit, evenals met de risico’s, kosten en baten van diagnostische ‐ en therapeutische strategieën. 3. De cardioloog past hierbij het diagnostische, therapeutische en preventieve arsenaal van het vakgebied waar mogelijk evidence based en conform vigerende richtlijnen toe. 4. De cardioloog vindt snel de vereiste informatie en past deze adequaat toe. 5. De cardioloog levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg. 6. Waar mogelijk en verantwoord stelt de cardioloog zich bij het formuleren van het behandelplan op de hoogte van de verwachtingen en voorkeuren van de patiënt en houdt daarmee voldoende rekening. Communicatie De cardioloog: 1. bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten en desgewenst met hun naasten op. a. Bouwt een goede verstandhouding met de patiënt en zijn naasten op. b. Creëert daarbij een sfeer die gekenmerkt wordt door begrip, vertrouwen en empathie. c. Vormt zich een beeld van de levensomstandigheden van de patiënt, voorzover van belang voor de behandeling en van de wensen en verwachtingen van de patiënt. 2. luistert goed naar de patiënt en verkrijgt doelmatig relevante patiëntinformatie. 3. bespreekt medische informatie goed met patiënten en desgewenst met familie of andere relaties. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
112
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
‐ Informeert de patiënt op een voor de patiënt begrijpelijke‐, empatische‐ en respectvolle wijze over de diagnose, behandeling en prognose. 4. doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over een patiëntencasus. a. Presenteert tijdens overdrachten en besprekingen op heldere en beknopte wijze het klinische probleem en licht het diagnostisch – en therapeutisch beleid toe. b. Zorgt voor adequate verslaglegging en statusvoering, alsmede relevante en tijdige medische correspondentie. 5. onderhoudt adequaat contact met medebehandelaars, consulenten en andere betrokkenen bij het zorgproces. a. Stelt zich beschikbaar en toegankelijk op voor alle betrokkenen bij het zorgproces. b. Draagt duidelijk en tijdig aan de juiste persoon en in de juiste vorm de relevante patiëntengegevens over, bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg. c. Communiceert op heldere wijze (zowel mondeling als schriftelijk) met de betrokken verpleegkundige(n) en overige betrokkenen bij het zorgproces. Samenwerking De cardioloog: 1. overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners. ‐ Ontwikkelt een diagnostisch en therapeutisch beleid in samenwerking met collegae en andere zorgverleners. 2. verwijst adequaat naar andere zorgverleners. ‐ Toont inzicht in de grenzen van de eigen deskundigheid en is bekend met de mogelijkheden van andere (medische) zorgdisciplines. 3. neemt adequaat de zorg over, indien gevraagd door collegae ‐ Is goed benaderbaar voor collegae en communiceert helder, zowel mondeling als schriftelijk. 4. levert effectief intercollegiaal consult. ‐ Verricht een goed onderbouwde klinische evaluatie en doet een goede aanbeveling, zowel mondeling als schriftelijk n.a.v. een intercollegiaal consult aangevraagd door een collega of andere zorgverlener. 5. draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg. a. Heeft inzicht in de zorgketen van individuele patiënten. b. Communiceert effectief met andere zorgverleners. c. Kent de voor zijn vakgebied relevante activiteiten in ziekenhuizen, praktijken en andere instellingen. d. Onderkent het vakgebied van teamleden. e. Respecteert de mening en rol van individuele teamleden. f. Draagt bij aan eventuele conflictoplossing en aan de taak van het team t.a.v. de behandeling van de patiënt middels de eigen deskundigheid. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
113
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Kennis en wetenschap De cardioloog: 1. Beschouwt en past medische informatie kritisch toe. a. Stelt a.d.h.v. een klinisch probleem de juiste klinische vraag. b. Zoekt doelmatig naar relevante literatuur en beschouwt deze kritisch volgens de normen van evidence based medicine. c. Blijft op de hoogte van en werkt volgens de in de beroepsgroep geaccepteerde richtlijnen voor cardiovasculaire aandoeningen. 2. Draagt bij aan de verbreding en ontwikkeling van de wetenschappelijke vakkennis. ‐ Levert een bijdrage aan gemeenschappelijke onderzoeksprojecten, kwaliteitsborging en aan projecten m.b.t. de ontwikkeling vanrichtlijnen. 3. Ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij‐ en nascholingsplan. a. Stelt persoonlijke leerdoelen vast, kiest geschikte leermethoden, en evalueert de eigen leerresutaten om te komen tot een optimale praktijkvoering. b. Neemt deel aan intercollegiale toetsing en intervisie en is zich bewust van de noodzaak van “life‐long learning”. 4. Bevordert de deskundigheid van studenten, AIOS, collegae, andere betrokkenen bij de gezondheidszorg én die van patiënten. ‐ Is bereid onderwijs en opbouwende feed‐back te geven aan studenten, AenIOS, collegae, overige betrokkenen bij de gezondheidszorg en patiënten. Maatschappelijk handelen De cardioloog: 1. Kent en herkent de determinanten van hart‐ en vaatziekten. a. Kent en herkent psychosociale, economische‐ en biologische factoren die de gezondheid en het dagelijkse leven van patiënten beïnvloeden. b. Verwerkt informatie over bepalende gezondheidsfactoren in de zorg voor individuele patiënten (door informatieverstrekking aan de patiënt en vergroten van het begrip voor het beleid) en voor de gemeenschap. 2. Bevordert de gezondheid van patiënten en de gemeenschap alsgeheel. a. Zet medische deskundigheid in, in situaties die buiten de directe individuele patiëntenzorg liggen: afleggen van verklaringen als medisch deskundige, het geven van presentaties intra‐ en extramuraal, b. Draagt in voorkomende gevallen bij aan beleid dat de volksgezondheid gunstig beïnvloedt. 3. Handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen. ‐ Kent de relevante wettelijke regelgeving en werkt in overeenstemming met zijn eigen juridische positie en die van patiënten bij omgang met‐ en informatieverstrekking aan/over de patiënt, o.a.: de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO), de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) Gedragsregels van het KNMG. 4. Treedt adequaat op bij incidenten in de zorg. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
114
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
a. Herkent incidenten in de patiëntenzorg en onderkent eigen fouten en die van anderen. b. Maakt fouten bespreekbaar en hanteerbaar zodat een adequaat beleid gevoerd kan worden gericht op preventie in de toekomst en het belang van de patiënt. c. Meldt incidenten lege artis. d. Gaat adequaat om met klachten over de patiëntenzorg. Organisatie De cardioloog: 1. Organiseert het werk naar een balans in patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling. a. Stelt doelen en prioriteiten. b. Delegeert effectief, past effectief timemanagement toe en komt zo tot een evenwichtige levenstijl. 2. Werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie. a. Werkt doelmatig in teams met collegae. b. Is in staat om een praktijk te leiden. c. Functioneert binnen een breder management systeem. d. Organiseert passende zorg en werkt daarvoor effectief samen binnen het netwerk van de eerste lijn, secundair en tertiair cardiologisch centrum 3. Besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg verantwoord. a. Stelt het belang van de patiënt altijd centraal. b. Maakt grondige afwegingen t.a.v. toewijzing van middelen o.b.v. het nut voor de individuele patiënt en de bevolking. 4. Gebruikt informatietechnologie voor optimale patiëntenzorg en voor bij‐ en nascholing. a. Past de principes van medische informatica toe voor het leveren van optimale patiëntenzorg en onderhoudt de eigen deskundigheid hierin. b. Is in staat om gebruik te maken van patiënt‐gerelateerde databases. c. Maakt gebruik van elektronische informatie. Professionaliteit De cardioloog: 1. Levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze. a. Stelt het belang van de patiënt centraal en is empatisch. b. Houdt rekening met de diversiteit in etnische en culturele achtergronden die invloed hebben op de patiëntenzorg. 2. Vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. a. Neemt verantwoordelijkheid voor persoonlijke handelingen. ‐ Behoudt de juiste balans tussen persoonlijke en professionele rollen. 3. Kent de grenzen van de eigen competentie, handelt daar binnen en staat open voor kritiek. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
115
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
a. Bepaalt op adequate wijze waar zijn eigen deskundigheid ophoudt of te beperkt is en wanneer andere hulpverleners moeten worden ingeschakeld bij de diagnose of behandeling. 4. Oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke ethische normen van het beroep. a. Heeft inzicht in‐ en houdt zich aan de ethische‐ en medischegedragsregels. b. Herkent ethische dilemma’s en roept waar nodig hulp in om ze op te lossen. c. Herkent onprofessioneel gedrag elders in de klinische praktijk en reageert daarop, rekening houdend met de plaatselijke‐ en landelijke regelgeving. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
116
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Bijlage 4. Thema’s die samen de inhoud van de klinische cardiologie vormen Thema’s I. Coronairlijden 1. Acute coronaire syndromen 2. Chronische ischaemische ziekten 3. Risicofactoren (incl. hypertensie en diabetes mellitus II. Hartfalen 1. Hartfalen 2. Myocardziekten III Ritme‐ en geleiding 1. Ritme‐ en geleidingsstoornissen 2. Syncope 3. Plotse hartdood en reanimatie IV Niet‐invasieve beeldvorming 1. Echocardiografie 2. Cardiale MR en thoracale MR angiografie 3. CT Thorax 4. Nucleaire technieken V Invasieve beeldvorming 1. Hartcatheterisatie en angiografie VI Aangeboren hartafwijkingen 1. Aangeboren hartafwijkingen. VII Overige 1. Klepziekten 2. Endocarditis 3. Preoperatief consult 4. Zwangerschap 5. Aortaziekten en trauma van aorta & hart 6. Perifere arterieel vaatlijden 7. Harttumoren 8. Pericardziekten 9. (Primaire) pulmonale hypertensie 10. Trombo‐embolische veneuze ziekten 11. Cardiogenetica 12. Klinische Farmacologie 13. Hartrevalidatie & inspanningsfysiologie St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
117
Lokaal Opleidingsplan cardiologie
Bijlage 5. Introductie‐Onderwijsprogramma Arts‐assistenten Dagindeling introductieprogramma arts‐assistenten INTRODUCTIE ALGEMEEN Dag 1 Introductiedag P&O Dag 2 Algemeen dag 1 ANIOS/AIOS tijd onderwerp 13.30 ‐ 13.35 Ontvangst en introductie Antonius Academie 13.35 ‐ 13.40 Introductie "de Antoniaan" 13.40 ‐ 14.00 Bibliotheek 14.00 ‐ 14.30 Introductie Klinische Chemie 14.30 ‐ 14.55 Introductie Nucleaire Geneeskunde 14.55 ‐ 15.15 Introductie Mortuarium 15.15 ‐ 15.30 Pauze 15.30 ‐ 16.00 Introductie Pathologie 16.00 ‐ 16.30 Introductie Medische Microbiologie en Immunologie
16.30 ‐ 17.00 Introductie Klinische Farmacie St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
Locatie Maarten Rook Collegezaal Maarten Rook Collegezaal Maarten Rook Collegezaal Maarten Rook Collegezaal docent O. van Staveren lid Antoniaan, Thijs Mulder M.B.A. Wilhelm/O. van Staveren collega van Dhr. H. Ruven Poli 46, C bgg Mevr. M.M.C. van Buul Souterrain, neem trap bij B Dhr. A. van de Woude Vide A1, links voorin de gang A1, links achterin de gang A1, halverwege gang bg 118
Dhr. M. van Oosterhout B.M. de Jongh/A.M.E. Claessen ziekenhuisapotheker Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
17.00 ‐ 17.30 17.30 ‐ 20.30 Dag 3 tijd 10.45 ‐ 12.45 12.45 ‐ 13.15 13.15 ‐ 13.45 13.45 ‐ 14.30 14.30 ‐ 14.45 14.45 ‐ 17.00 17.00 ‐ 17.30 17.30 ‐ 20.00 Pauze, eten wordt verzorgd Training werken met het EPD Algemeen dag 2 ANIOS/AIOS onderwerp GCP light training Pauze Eten staat klaar op de vide Vide PC ruimte bibliotheek P. Knetsch Locatie docent Maarten Rook Collegezaal P. Verdijk, Roche Maarten Rook Collegezaal Maarten Rook Collegezaal L. Pijnenborg/G. Tooten/D.Weiss/E.Wiltink Pauze, eten wordt verzorgd Vide Maarten Rook Collegezaal Eten staat klaar op de vide Presentatie registreren van DBC's PC ruimte bibliotheek J. Ewalds Omgaan met schokkende gebeurtenissen Donatiebeleid en weefseldonatie Pauze Workshop patientveilig handelen St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
J. Roding (lid TOP team) E. Milani 119
Vide Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
ACUTE CURSUS ANIOS/AIOS Dag 4 ABC Training tijd onderwerp 08.45 ‐ 09.00 Introductie 09.00 ‐ Sepsis en SIT criteria 09.45 09.45 ‐ 10.45 Airway & Breathing 10.45 ‐ 11.00 Pauze 11.00 ‐ 11.45 Simulatiesessie Vrijmaken vd luchtweg 11.45 ‐ 12.30 Circulation 12.30 ‐ 13.00 Lunch pauze 13.00 ‐ 13.45 Simulatiesessie Opvang patiënt in shock ‐ Lotus 13.45 ‐ 14.45 ATLS light 14.45 ‐ Simulatiesessie Opvang traumapatiënt ‐ Lotus 15.45 15.45 ‐ 16.00 Pauze 16.00 ‐ 17.00 De patiënt met een acute buik St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
docent collegezaal F1 collegezaal F1 N. Distelbrink E. Scholten/B. Heijnen, Anesthesioloog collegezaal F1 J.P. Reusen, Anesthesioloog Vide skillslab J.P. Reusen, Anesthesioloog collegezaal F1 S. Aller/E. de Groot skillslab S. Aller/E. de Groot collegezaal F1 S. Aller/E. de Groot skillslab S. Aller/E. de Groot Vide collegezaal F1 P.M.N.Y.H. Go, Chirurg 120
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Dag 5 tijd 08.30 ‐ 09.15 09.15 ‐ 10.15 10.15 ‐ 10.30 10.30 ‐ 11.30 11.30 ‐ 12.30 12.30 ‐ 13.00 13.00 ‐ 13.45 13.45 ‐ 14.45 14.45 ‐ 15.30 15.30 ‐ 15.45 15.45 ‐ 16.30 ABC Training onderwerp docent Werkwijze SEH collegezaal F1 S. Aller/R. Pigge De patiënt met pijn op de borst collegezaal F1 V.F. van Dijk AIOS cardiologie Pauze Vide De patiënt met een intoxicatie collegezaal F1 W. Jellema, internist De patiënt met benauwdheid collegezaal F1 E. Oudijk, longarts Lunch pauze Simulatiesessie Opvang de benauwde patiënt ‐ Lotus skillslab S. Aller/R. Pigge De patiënt met verlaagd bewustzijn collegezaal F1 Sim.sessie Opvang patiënt met verlaagd bewustzijn‐ Lotus skillslab M.F.G. van der Meulen, Neuroloog S. Aller/R. Pigge Pauze Vide Evaluatie en vragen collegezaal F1 S. Aller/R. Pigge St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
121
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
tijd 08.30 ‐ 09.30 09.30 ‐ 10.00 10.00 ‐ 10.15 10.15 ‐ 12.15 12.15 ‐ 12.45 12.45 ‐ 13.30 13.30 ‐ 14.30 14.30 ‐ 14.45 14.45 ‐ 17.30 Reanimatietraining BLS/ALS onderwerp BLS en verloop reanimatie Antonius ziekenhuis + LUCAS docent collegezaal F1 N. Distelbrink ABCDE en IHCA collegezaal F1 K. Jie Pauze Vide Scenario training ABCDE en BLS skillslab Trainers Lunch pauze Advanced Life Support collegezaal F1 K. Jie Scenario training ALS Algoritme skillslab Trainers Pauze Scenario training special circumstances Vide skillslab Trainers St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
122
Lokaal Opleidingsplan cardiologie
Bijlage 6. Weekprogramma cardiologie Een beschrijving van de dagelijkse en wekelijkse activiteiten is in de vorm van onderstaand weekprogramma weergegeven: 08:00‐ 08:45 generaal ochtendrapport Ma‐Vr PA‐ bespreking + generaal ochtendrapport Di referaat + generaal ochtendrapport Wo referaat + generaal ochtendrapport Do casuïstiekbespreking/locale richtlijn Vr + generaal ochtendrapport 08:45‐ 09:00 ontslag voorbereiden voor patiënten die ’s ochtends met Ma t/m Vr ontslag gaan 09:00‐ 11:00 visite met verpleging danwel visite samen met supervisor en verpleging 11:00‐ 12:00 uitwerken van visite, EPD bijwerken 13:00‐ 17:00 nieuwe patiënten opnemen, ontslagbrieven voorbereiden, familiegesprekken voeren. Overleg met andere specialismen. De supervisor is beschikbaar voor bespreking en onderwijsmomenten. Ma 12:00‐ 13:00 lunch‐onderwijs Wo lunch‐polibespreking 12:00‐ 13:00 lunch Di Do Vr Vr Voor elke patiënt een weekendsamenvatting maken. Voor de patiënten die in het weekend met ontslag gaan alles voorbereiden (brief, recepten en afspraken). Weekend PPL bijwerken: samenvatting/probleemlijst met to‐
do‐list. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
123
Lokaal Opleidingsplan cardiologie
Bijlage 7. Schema Opleidingsonderdelen en Thema’s I Coronairlijden 1 Acute Coronaire syndromen 2 Chronische ischaemische ziekten 3 Risicofactoren (incl. hypertensie en diabetes mellitus) II Hartfalen 1 Hartfalen 2 Myocardziekten III Ritme‐ en geleiding 1 Ritme‐ en geleidingsstoornissen 2 Syncope 3 Plotse hartdood en reanimatie IV Niet‐invasieve beeldvorming 1 Echocardiografie 2 Cardiale MR en Thoracale MR angiografie 3 CT thorax 4 Nucleaire technieken St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
Verpl.‐
afd. x IC/post
Hart‐ Eerste E3/EF/ ‐opera‐
be‐
hart‐
Short tief waking hulp Stay CTC x x x x x x x Cardio
Hart‐
cath. Non‐in‐
AMC/ Poli‐
vasieve Consulten AZN kliniek beeldv. x x xx x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 124
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
V Invasieve beeldvorming 1 Hartcatheterisatie en angiografie VI Aangeboren hartafwijkingen Aangeboren hartafwijkingen VII Overige 1 Klepziekten 2 Endocarditis 3 Preoperatief consult 4 Zwangerschap 5 Aortaziekten en trauma aorta & hart 6 Perifere arterieel vaatlijden 7 Harttumoren 8 Pericardziekten 9 (Primaire) pulmonale hypertensie 1 Trombo‐embolische veneuze 0 ziekten 1
Cardiogenetica 1 1
Klinische Farmacologie 2 1 Hartrevalidatie & 3 inspanningsfysiologie St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 125
Lokaal Opleidingsplan cardiologie
Bijlage 8. Cursorisch onderwijs Landelijk, Regionaal en Lokaal Update van locaal onderwijs Cursus en ander onderwijs Wanneer Plaats Dagcursus lichamelijk 1 malig 1e / Vergader Centrum onderzoek en anamnese 2e jaar Hoog Brabant 2 daagse Cursus Advanced 1 malig 1e / via CVOI Cardiac Life Support (Europese 2e jaar certificering). Dagcursus basis 1 malig 3e UMC Maastricht echovaardigheden en jaar interpretatie BOC cursus: 1 malig 3e Gertrudis Kapel a. Pijn op de borst jaar Utrecht b. Hartfalen 06.03.14. c. Syncope 22.05.14. d. Acute cardiologie 25.09.14. 20.11.14 St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
Organisatie CVOI Duur Toetsing uren/dagen ja/nee 1 dag Nee OSG 2 dagen nee CVOI 1 dag nee CVOI 1 dag nee 126
Opmerking Verplicht voor 1e ‐ 2e jrs AIOS, kosten € 250,‐ Verplicht voor 1e ‐ 2e jrs AIOS, kosten € 1000,‐ Verplicht voor 3e jrs AIOS € 250,‐ Verplicht voor 3e jrs AIOS € 250,‐ Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Cursus Advanced Echo 1 malig 4e jaar Drie cursussen te volgen uit het CVOI curriculum LUMC Aanmelding via www.cvoi.nl CVOI 1 dag nee Drie cursussen te volgen uit het In 4e en 5e CVOI curriculum en 6e jaar Aanmelding via www.cvoi.nl CVOI nee Scenariotraining/ teamtraining in skills centers Rotterdam In 5e jaar en Aanmelding via 6e jaar de opleiding CVOI nee Jaar 6: verdiepingsjaar Meerdaagse vaardigheidstrainingen in skills centers In 6e jaar CVOI nee De AOIS cardiologie moeten een keer in hun opleiding de CVOI academy (buitenlands congres) hebben gevolgd ESC/ AHA aug/ nov nee St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
127
Verplicht voor 4e jrs AIOS € 550,‐ Verplicht voor 4e jrs AIOS, per cursus € 250,‐ Verplicht voor 4e en 5e en 6e jrs AIOS € 250,‐ Verplicht voor 5e jrs AIOS € 1000,‐ Inschrijfkosten vaardigheidstraining € 1000,‐ Inschrijfkosten vaardigheidstraining interventiecardiologi
e € 5000,‐ per module(x 3 module) In 4e, 5e of 6e jaar Inschrijfkosten € 1500,‐ Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De AOIS cardiologie moeten tenminste een keer in hun opleiding het CVOI symposium Tour d’Horizon hebben gevolgd De AOIS cardiologie moeten tenminste een keer in hun opleiding de reeks van 4 avonden Cardiovasculaire Beeldvorming hebben gevolgd De AIOS cardiologie moeten in hun opleiding de cursus Stralingsbescherming hebben gevolgd De AIOS moeten jaarlijks deelnemen aan een landelijke voortgangstoets St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
nee Inschrijfkosten € 400,‐ nee Inschrijfkosten per avond € 60,‐ nee Inschrijfkosten € 1500,‐ nee Kosten examen € 200,‐ 128
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Inschrijfkosten per CVOI curriculum 4, 5 en 6e jaars cursus € 250,‐ onderwerpen: - Cardiovasculaire beeldvorming/ MRI/CT Via website - Echocursus (basis, TEE‐ CVOI cursus etc) - Congenitale cardiologie - Coronair Angiografie - Hartteambespreking klep‐ - chirurgie - Revalidatie/ inspannings‐fysiologie - Electrocardiografie - Farmacotherapie - cardiologie en (duur) sport - Cardiomyopathie/ klinische genetica - Harttimulatie - Pacemakers en troubleshooting Competenties: MH = Medisch Handelen, KW = Kennis en wetenschap, C = Communicatie, S = Samenwerking, O = Organisatie, MA = Maatschappelijk Handelen, Pro = Professionaliteit Versie Cursorisch Onderwijs dd 30 augustus 2011 St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
129
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Refereeravonden 2013 Datum Evenement 28‐02‐13 Refereeravond 22 ‐ 24‐04‐13 EACTS 23‐5‐13 Refereeravond 10‐10‐13 Refereeravond Sprekers Diverse sprekers AZN Div. sprekers Div. sprekers Diverse sprekers MMC/AZN/Gelre Div. sprekers 15‐10‐2013 Symposium Overige Refereerbijeenkomsten 2013 Datum Evenement Sprekers 14‐01‐13 Vasculair spreekuur Diverse sprekers 17‐01‐13 Gemeensch. Ond. CTC P. Klein 21‐01‐13 Gastspreker Dr Ascoop 21‐01‐13 23‐01‐13 Discipline overst. Ond. Gastspreker Prof. Nieuwenh. I. v. Rijsingen 28‐01‐2013 Gastspreker Dr Ascoop 05‐02‐13 Gemeensch. onderwijs Gastspreker Dr Kirkels (UMC) 21‐2‐13 26‐2‐13 H. Kelder Discipline overst. Ond. Mw G. Thomassen St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
Locatie Ten behoeve van Tijdstip Collegezaal E1, Ant zh Assist. / Cardiologen Antonius zhs N’gein CTC / cardiologen MMC Amersfoort Assist. / Cardiologen Collegezaal E1, Ant zh Gelre zhs, Auditorium Div. genodigden. 130
17.30 uur Zie progr. in map Zie progr. in map Refractaire AP, Zie progr. in map Zie progr. in map 17.45 uur Zie progr. in map 17.30 uur 17.45 uur Assist. / Cardiologen Locatie Ten behoeve van Auditorium, Ant.zhs Assist. / Cardiologen Collegezaal E1, Ant A(N)IOS cardiologie zh Collegezaal E1, Ant A(N)IOS cardiologie zh Maarten Rookzaal, F1 A(N)IOS Ant zhs Collegezaal E1, Ant A(N)IOS cardiologie zh Collegezaal E1, Ant A(N)IOS cardiologie zh UMC Utrecht A(N)IOS card. UMC/Ant zhs Collegezaal E1, Ant A(N)IOS CTC/ Cardiol. zh Maarten Rookzaal, F1 A(N)IOS Ant zhs Opm./Onderwerp Tijdstip Opmerking 17.30 uur 17.30 uur Buffet Minimaal inv. AF ablatie 12.00 uur X‐ergo 17.15 uur 17.00 uur Ouderengeneeskunde Genetica bij DCM 12.00 uur VO2 max 18.00 uur Myocard‐en pericardz. + HTX Statistiek II 17.30 uur 17.15 uur Laaggeletterde pt Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
04‐03‐2013 06‐03‐13 12‐03‐13 13‐03‐13 Gastspreker Gastspreker ACC Interreview Plenair Hartteam F. Asselbergs (UMC) Collegezaal E1, Ant zh H. Reesink (AZ N’gein) Collegezaal E1, Ant zh Moderator: Wijffels Collegezaal E1 / F1 Voorzitter: E. Bal Collegezaal E1 A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie/CTC A(N)IOS Ant zhs A(N)IOS UMC/Ant zhs A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie/CTC A(N)IOS cardiologie/CTC “ 12.00 uur 17.00 uur 18.15 uur 17.00 uur 12.00 uur 17.00 uur 12.00 uur 18.00 uur 27‐03‐13 09‐04‐13 11‐4‐13 15‐4‐13 17‐4‐13 18‐4‐13 Discipline overst. Ond J. Legemaate (UvA) Gemeensch. Ond. Dr Chamuleau (UMC) Gastspreker V. Nijenhuis (AZ N’gn) Gastspreker M. Bosschaert (AZ) Gastspreker D. Sluijs (Longarts) Gemeensch.onderwijs A. Perez Matos Maarten Rookzaal F1 UMC‐U Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 19‐04‐13 Gemeensch.onderwijs M. Kauling Collegezaal E1 Gastspreker R. Budde Collegezaal E1 22‐4‐13 25‐4‐13 13‐5‐13 15‐5‐13 Gastspreker Gastspreker Gastspreker Gemeensch.onderwijs Dr Ascoop R. Keijsers (Nucleair) F. Asselbergs (UMC) J.M. ten Berg Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 16‐05‐13 Gemeensch.onderwijs De Kroon Collegezaal E1 22‐5‐13 29‐5‐13 30‐5‐13 25‐6‐13 Gastspreker Discipline overst. Ond Gastspreker Discipline overst. Ond J. Timmer (Isala klin.) Mw v. Schelfout R. Keijsers (Nucleair) P.H. Wessels Collegezaal E1 Maarten Rookzaal F1 Collegezaal E1 Maarten Rookzaal F1 A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS card. UMC/Ant zhs A(N)IOS cardiologie/CTC A(N)IOS cardiologie A(N)IOS Ant zhs A(N)IOS cardiologie A(N)IOS Ant zhs 08‐07‐13 09‐07‐13 Gastspreker Ballonpomp Collegezaal E1, Ant zh Collegezaal E1 A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie 12.00 uur 17.00 uur 09‐09‐13 Gastspreker F. Asselbergs (UMC) S. Mulder, fa Maquette Dr Asselbergs Thoraxchir.aspecten van endocarditis DM en coronairlijden Recht Nucleaire geneesk. Het ouder wordende brein Cardiogenetica Collegezaal E1 A(N)IOS cardiologie 12.00 uur Cardiogenetica St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
131
17.15 uur 18.00 uur 17.00 uur 12.00 uur 17.00 uur 17.30 Cardiogenetica VO2 max 17.30 uur “ 17.30 18.00 uur 17.15 uur 17.00 uur 17.15 uur Multidisc.samenwerking Endocarditis TAVI II Div. studies Rol sportarts in card. Congenitale cardiovasc. Pathalogie Rol CT scanning coronair pathalogie Rol CT scanning / Resultaat IMPACT st. CPXT VO2 max Cardiogenetica ACS Non Stemi Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
10‐09‐13 18‐09‐13 CAG robot/simulatie Discipline overst. Ond 19‐09‐13 Gemeensch.onderwijs Ansje Smaal, fa Cordis Collegezaal E1 R. Hoekzema (Vumc Maarten Rookzaal F1 en AMC) Klein Collegezaal E1 23‐09‐13 24‐09‐13 25‐09‐13 Gastspreker Gastspreker Gemeensch.onderwijs M. Bosschaert H. Reesink J. Luermans Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 26‐09‐13 03‐10‐13 14‐10‐13 17‐10‐13 Gastspreker Gastspreker Discipline overst. Ond Gemeensch.onderwijs R. Keijsers (Nucleair) N. Bennaghmouch H.vd Broek/M.Geurts U. Sonker Collegezaal E1 Collegezaal E1 Maarten Rookzaal F1 Collegezaal E1 28‐10‐13 30‐10‐13 04‐11‐13 12‐11‐13 Gastspreker Gemeensch.onderwijs Gastspreker Gemeensch.onderwijs Dr Ascoop Dr Kirkels F. Asselbergs T. Meine Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 UMC Utrecht 20‐11‐13 Interreview 21‐11‐13 21‐11‐13 Ten Berg (USA) / Collegezaal E1 Wijffels Discipline overst. Ond WF Vd Bosch/v Melick Maarten Rookzaal F1 Gemeensch.onderwijs Collegezaal E1 25‐11‐13 26‐11‐13 28‐11‐13 02‐12‐13 04‐12‐13 Gastspreker Gastspreker Gastspreker Gastspreker Gemeensch.onderwijs N. Bennaghmouch M. Wilhelm R. Keijsers F. Asselbergs Th. De Kroon Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 11‐12‐13 30‐12‐13 Gastspreker Gastspreker K. Hovingh Dr Ascoop Collegezaal E1 Collegezaal E1 St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
A(N)IOS cardiologie A(N)IOS Ant zhs 17.00 uur 17.15 uur A(N)IOS cardiologie/CTC A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS card. UMC/Ant zhs A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS Ant zhs A(N)IOS CTC/cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS card. UMC/Ant zhs A(N)IOS cardiologie/ Cardiologen A(N)IOS Ant zhs A(N)IOS CTC/cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie A(N)IOS card. UMC/Ant zhs A(N)IOS cardiologie A(N)IOS cardiologie 17.30 132
12.00 uur 17.00 uur 18.00 uur 17.00 uur 17.00 uur 17.15 uur 17.30 uur Communicatie en samenwerken Ind.en chir.functionele MI en lv aneurysma resect. Div. studies VO2 max casuïstiek Syncope 12.00 uur 18.00 uur 12.00 uur 18.00 uur NOAC’s ziekenhuisfinanciering Type A diss., diagn.stell. interventie en resultaten. De fietstest HTX/LV assist devices Cardiogenetica VT en plotse hartdood 18.45 uur AHA 17.15 uur 17.30 uur Pat outcome meas. 17.00 17.00 17.00 12.00 18.00 uur NOAC’s CAT Nucleaire geneesk. Cardiogenetica Aortaziekten en perif. art. vaatlijden Dyslipidemia X‐ECG 2 17.00 12.00 Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Refereeravonden 2014 Datum Evenement 05‐02‐14 Refereeravond Sprekers Div. sprekers Locatie MMC 04‐03‐14 Refeeravond CMT 24‐4‐14 Refereeravond Div. sprekers Antonius zhs N’gein 12‐6‐14 Refereeravond Div. sprekers Antonius zhs N’gein 08‐10‐14 Live symposium Anaesth/CTC/Cardio. E1, CTC & cardiologie Sprekers B. Rensing Locatie Auditorium Overige Refereerbijeenkomsten 2014 Datum Evenement 13‐01‐14 Vasculair spreekuur v.Dijk/Alipour/Römers Collegezaal E1 Ten behoeve van A(N)IOS cardiologie/cardiologen A(N)IOS card. / cardiologen / CMT A(N)IOS cardiologie/cardiologen A(N)IOS cardiologie/cardiologen A(N)IOS card. / cardiologen/CTC/aneas. Tijdstip 18.00 uur Tijdstip 17.30 uur 17.00 uur 17.30 uur 17.30 uur 16‐01‐14 20‐01‐14 20‐01‐14 30‐01‐14 12‐02‐14 Gemeensch onderwijs Gastspreker Discipl.overst. ond Gastspreker Gastspreker R. Heijmen Dr F. Asselbergs Sibbing & Wateler R. Keijsers N. Bennaghmouch Ten behoeve van A(N)IOS cardiologie/cardiologen Collegezaal E1 A(N)IOS card./CTC Collegezaal E1 A(N)IOS cardiologie Maarten Rookzaal F1 A(N)IOS St Ant zhs Collegezaal E1 A(N)IOS cardiologie Collegezaal E1 A(N)IOS cardiologie 24‐2‐14 27‐02‐14 Gastspreker Discipl.overst. ond Mw D. Sucha Koene & Hackeng Collegezaal E1 Maarten Rookzaal F1 A(N)IOS cardiologie A(N)IOS St Ant zhs 17.00 uur 17.15 uur 03‐03‐14 Gastspreker B. Backus/J.Polderv. Collegezaal E1 A(N)IOS cardiologie 17.00 uur St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
133
17.30 uur 12.00 uur 17.15 uur 17.00 uur 17.00 uur Opm./Onderwerp Cardiac Imaging Zie progr. in map Nwe ontwikk.PM / ICD. Svz en praktijk Volgt. Avond aangekondigd. Volgt. Volgt Opm./Onderwerp Met buffet TEVAR Cardiogenetica Honorering Nucleaire geneesk. Kwaliteitsbeoord.wete
nsch. artikel CT bij endocarditis Antistoll.&overbr. therapie Heart studie Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
04‐03‐14 19‐03‐14 Klinische avond Gastspreker Collegezaal E1 Collegezaal E1 A(N)IOS card/card/CMT A(N)IOS cardiologie 18.00 uur 17.00 uur CMT ziekenhuisfinanciën Gemeensch. onderw. Gastspreker Discipl.overst.ond Evenement Gastspreker Afd CMT J. Dekker, maatsch.man. cardio. Hofman Dr F. Asselbergs Rigter Sprekers Dr Adriaenssens 20‐03‐14 24‐03‐14 26‐03‐14 Datum 31‐03‐14 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Locatie Collegezaal E1 17.30 uur 12.00 uur 17.15 uur Tijdstip 17.00 uur Chir.behand. AF Cardiogenetica ECMO toepass.praktijk Opm./Onderwerp OCT 07‐04‐14 17‐4‐14 17‐4‐13 15‐05‐14 Gastspreker Gemeensch. Onderw. VISITATIE Gemeensch. Onderw. M. Baaij Daeter Ter Weeme Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 A(N)IOS Card./CTC A(N)IOS cardiologie A(N)IOS St Ant zhs Ten behoeve van A(N)IOS card. /cardiologen A(N)IOS cardiologie A(N)IOS Card./CTC A(N)IOS Card./CTC 17.00 uur 17.30 uur 17.30 uur 19‐06‐14 17‐07‐14 18‐09‐14 Gemeensch. Onderw. Gemeensch. Onderw. Gemeensch. Onderw. Morshuis Dr Kroon v. Putte Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 A(N)IOS Card./CTC A(N)IOS Card./CTC A(N)IOS Card./CTC 17.30 uur 17.30 uur 17.30 uur 16‐10‐14 20‐11‐14 Gemeensch. Onderw. Gemeensch. Onderw. Sonker Klein Collegezaal E1 Collegezaal E1 A(N)IOS Card./CTC A(N)IOS Card./CTC 17.30 uur 17.30 uur 18‐12‐14 3‐4‐14 19‐05‐14 24‐06‐14 24‐09‐14 30‐10‐14 27‐11‐14 16‐12‐14 Gemeensch. Onderw. Discipl.overstijg. ond (idem) (idem) (idem) (idem) (idem) (idem) Volgt Volgt (idem) (idem) (idem) (idem) (idem) (idem) Collegezaal E1 Maarten Rook zaal F1 A(N)IOS Card./CTC A(N)IOS St Ant zhs 17.30 uur 17.15 uur Thrombopenie Benchmarking in CTC On/off pump coronairchir. Aortachirurgie Mitralisklepchir./TAVI Indicatie en chir bij endocarditis. Aortaklepverv./plastiek Chir.functionele M.I./ Linker ventrikel reconstr. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
134
Lokaal Opleidingsplan cardiologie
Datum Onderwerp Docent Gezamenlijk
Locatie Voor Verplicht Tijdstip ja 14.00 ja 17.00 ja 10.30 Ma. 6.1. CT bespreking Swaans Nucleaire geneesk. Arts‐assistenten Inotropica Van der Heyden Collegezaal E1 “ Wo. 8.1. Rensing/Swaans BVT “ MRI bespreking Pulmonale Hypertensie Post/Snijder Collegezaal E1 “ ja Polikliniek bespreking ten Berg/ Wijffels Collegezaal E1 “ ja Rechts catheterisatie ten Berg Collegezaal E1 “ ja do. 9.1. Aortaklepst. / insuff. Eefting* Collegezaal E1 “ ja Nucleaire geneesk. “ ja Auditorium AZN “ ja Polikliniek bespreking do. 16.1. Ma. 13.1. CT bespreking Swaans Ma. 13.1. Vasculair Spreekuur Rensing Wo. 15.1. MRI bespreking Pulmonale Hypertensie Rensing/M.Swaans BVT “ ja Post/Snijder Collegezaal E1 “ ja ten Berg/ Wijffels Collegezaal E1 “ ja Constrictiva ten Berg* Collegezaal E1 “ ja TEVAR** Heijmen Collegezaal E1 CTC en cardio‐ass. ja Ma 20.1. Cardiogenetica Ma 20.1. CT bespreking Swaans Ma 20.1. Honorering med. Sibbing & Wateler cs
Wo . 22.1 MRI bespreking Pulmonale Hypertensie Rensing/Swaans Polikliniek bespreking iom Jur: geen onderwijs Do. 23.1. Mitralisklepst./ insuff. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
Met buffet CTC Asselbergs/vd Smagt 12.‐13.00 17.00 17.00 14.00 17.45 10.30 11.00 12.‐13.00 17.00 17.30 12.00 14.00 17.15 10.30 11.00 Collegezaal E1 “ ja Nucleaire geneesk. “ ja Maarten Rook zaal “ ja BVT “ ja Post/Snijder Collegezaal E1 “ ja ten Berg/Wijffels Collegezaal E1 “ ja Collegezaal E1 “ ja 17.00 Vd Heyden* Collegezaal E1 “ ja 17.00 DOO*** 135
12.‐13.00 11.00 Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Ma. 27.1. Ma. 27.1. wo. 29.1. CT bespreking Swaans Nucleaire geneesk. “ ja 14.00 Statistiek Kelder Collegzaal E1 “ ja 12.00 MRI bespreking Pulmonale Hypertensie Rensing/Swaans BVT “ ja 10.30 Post/Snijder Collegezaal E1 “ ja ten Berg/Wijffels Collegezaal E1 “ ja Mahmoodi Collegezaal E1 Onderwijs ruimte CTC “ ja “ ja Polikliniek bespreking Wo 29.1. Statistiek do. 30.1. Nucleaire geneesk. R. Keijsers * literatuur: Kern, Ragosta, Gensini. ** voor type A / type B dissectie. *** Honorering Medisch Specialisten St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
136
12.‐13.00 17.00 11.00 17.00 Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Datum ma 3.2. Wo. 5.2. CT bespreking PCI/stents/complicaties MRI bespreking Pulmonale Hypertensie Polikliniek bespreking do. 6.2. ma. 10.2. di. 11.2. wo. 12.2. Refereeravond Div. sprekers, zie mail
Hartfalen v. Tooren CT bespreking Swaans Shunts Post* Echo, volgt MS/MP/WJ, volgt MRI bespreking Rensing/Swaans Pulmonale Hypertensie Post/Snijder Polikliniek bespreking ten Berg/Wijffels Naoual kwaliteitsbeoord. *** Bennaghmouch do. 13.2. ma. 17.2. wo. 19.2. do. 20.2. ma. 24.2. wo. 26.2. CAG+aberrante vaten CT bespreking Coronaire path/grafts MRI bespreking Pulmonale Hypertensie Polikliniek bespreking Atherosclerose/FFR Vervalt voorjaarsvak. CT bespreking ovb: CT bij endocarditis MRI bespreking Onderwerp St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
Docent Swaans Suttorp* Rensing/Swaans Post/Snijder ten Berg/Wijffels Rensing* Swaans Bal* Rensing/Swaans Post/Snijder ten Berg/Wijffels Michiels* met CTC, vervalt Swaans R. Budde, UMC Rensing/Swaans Gezamenlijk
Verplicht Tijdstip Locatie Voor Nucleaire geneesk. Collegezaal E1 BVT Collegezaal E1 Collegezaal E1 MMC A'frt, auditorium Collegezaal E1 Nucleaire geneesk. Collegezaal E1 Collegezaal E1 BVT Collegezaal E1 Collegezaal E1 “ “ “ “ “ ja ja ja ja ja 14.00 17.00 10.30 11.00 12.‐13.00
“ “ “ “ “ “ “ “ ja ja ja ja ja ja ja ja 18.00 17.00 14.00 17.00 16.30 10.30 11.00 12.‐13.00
Collegezaal E1 Onderwijsruimte CTC Nucleaire geneesk. Collegezaal E1 BVT Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Nucleaire geneesk. Collegezaal E1 BVT “ ja 17.00 “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja 17.00 14.00 17.00 10.30 11.00 12.‐13.00
17.00 17.30 14.00 17.00 10.30 137
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
do. 27.2. Pulmonale Hypertensie Post/Snijder Polikliniek bespreking ten Berg/Wijffels Toets Coronair+ Haemo. ten Berg* Antistolling en .. ** Koene en Hackeng DOO * literatuur: Kern, Ragosta, Gensini. ** Antistolling en overbruggingstherapie bij ingrepen ***kwaliteitsbeoordeling wetenschappelijk artikel. Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Maarten Rook zaal St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
138
“ “ ja ja “ “ ja ja 11.00 12.‐13.00 17.00 17.15. Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Datum Ma. 3.3. Ma. 3.3. Di. 4.3. Wo. 5.3. Polikliniek bespreking Onderwerp CT bespreking Cardiogenetica CMT MRI bespreking Pulmonale Hypertensie Docent Gezamenlijk
Locatie M. Swaans Nucleaire geneesk. Asselbergs Collegezaal E1 Klinische avond Collegezaal E1 B.Rensing/M.Swaans BVT Collegezaal E1 “ ja 11.00 Collegezaal E1 “ ja 12.‐13.00
Collegezaal E1 “ ja 17.00 Collegezaal E1 Nucleaire geneesk. Collegezaal E1 BVT “ “ “ “ ja ja ja ja 16.30 14.00 17.00 10.30 Collegezaal E1 “ ja 11.00 Opleidingsvergadering Principes do. 6.3. echocardiogr. volgt* Ma. 10.3. CT bespreking M. Swaans Ma. 10.3. Evaluatie examen ECG Wever Wo. 12.3. MRI bespreking B.Rensing/M.Swaans Pulmonale Hypertensie M.Post/R.Snijder J. ten Berg/M. Wijffels Polikliniek bespreking Hartfalen v. Tooren “ “ ja ja 12.‐13.00
17.00 do. 13.3. Ma 17.3. Ma 17.3. Di. 18.3. Wo. 19.3.
Collegezaal E1 Collegezaal E1 Onderwijsruimte CTC Nucleaire geneesk. Collegezaal E1 BVT “ “ “ “ “ ja ja ja 17.00 14.00 12.00 16.30 10.30 Collegezaal E1 “ “ 11.00 12.‐13.00
M.Post/R.Snijder J. ten Berg/M. Wijffels J. ten Berg/M. Wijffels Voor “ “ “ “ Verplicht Tijdstip ja 14.00 ja 12.00 ja 18.00 ja 10.30 Thrombopenie Baaij CT bespreking M. Swaans Div studies Mike Bosschaert TEE volgt** MRI bespreking B.Rensing/M.Swaans Pulmonale Hypertensie M.Post/R.Snijder Polikliniek bespreking J. tBerg/M. Wijffels St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
139
ja ja Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Wo.19.3. Do. 20.3. Ma. 24.3. Ma. 24.3. wo. 26.3. ziekenhuisfinanciën Chir. behand. AF Cardiogenetica CT bespreking MRI bespreking Pulmonale Hypertensie Polikliniek bespreking ECMO toepass. Praktijk do. 27.3. Nucleaire geneesk. Ma. 31.3. CT bespreking OCT St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
J. Dekker Hofman Asselbergs/vd Smagt M. Swaans B.Rensing/M.Swaans
M.Post/R.Snijder J. ten Berg/M. Wijffels Rigter R. Keijsers M. Swaans Chr. Maas Collegezaal E1 Collegezaal E1 Collegezaal E1 Nucleaire geneesk. BVT “ “ “ “ “ ja ja ja ja ja 17.00 17.30 12.00 14.00 10.30 Collegezaal E1 “ ja 11.00 Collegezaal E1 Maarten Rook zaal F1 Collegezaal E1 Nucleaire geneesk. Collegezaal E1 “ ja 12.‐13.00
“ “ “ “ ja ja ja ja 17.15 17.00 14.00 17.00 CTC DOO 140
Lokaal Opleidingsplan cardiologie
Bijlage 9. Differentiatiejaar Opleiding cardiologie AZN Verdiepingsjaar Algemene cardiologie Duur 3 maanden in jaar 4 van de opleiding Supervisor Inleiding Competenties Leerdoelen en Vaardigheden Supervisor echocardiografie: Dr. M.C. Post, Supervisie CCU en verpleegafdeling: Dr B. Rensing Supervisie EHH en polikliniek: Dr W. Jaarsma Het verdiepingsjaar algemene cardiologie bestaat uit supervisie op de CCU, EHH, algemene verpleegafdeling, polikliniek en echocardiografie. Zo nodig (en indien gewenst door de AIOS) kan in jaar 4 tijd besteed worden aan hartkatheterisatie en implantatie van pacemakers. Indien tijdens de eerste 3 jaren het aantal MSCT en CMR beoordelingen niet gehaald is, kan ook hieraan tijd besteed worden. De AIOS ontwikkelt de 7 competenties en beheerst van alle themakaarten het medisch handelen tot een bekwaamheidsniveau 2b, met uitzondering van congenitale hartafwijkingen, cardiale CT en CMR, deze op niveau 2a. De overige competenties beheerst de AIOS op bekwaamheidsniveau 3 -
-
-
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
Het verder aanleren van de vaardigheden: anamnese; lichamelijk onderzoek; interpretatie van aanvullend onderzoek; Inbrengen en superviseren van centraal veneuze lijn, Swan‐Ganz, arterielijn, tijdelijke transveneuze pacemaker; Supervisie van AIOS op de afdeling (CCU/EHH/verpleegafdeling) Leiderschap bij acute geneeskunde (o.a. reanimatie) Zelfstandig indicatiestelling van aanvullend onderzoek en behandeling Participeren in het dagelijkse hartteam Betreffende aangeboren hartafwijkingen: anamnese, lichamelijk onderzoek, selectie en interpretatie van beeldvormende technieken; tijdig de indicatie tot 141
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leerdoelen en Vaardigheden (vervolg) doorverwijzing naar een gespecialiseerd centrum stellen; begeleiding (incl. psychosociale aspecten) Kwantitatief - Echocardiografie: 100 TTE’s en 20 TEE’s naast de al verrichtte echo’s in jaar 1‐3. - Hartcatheterisaties: 50 coronairangiografie, 10 LV angiografie, 10 aortagrafie en 5 rechtscatheterisaties naast de verrichtte hartcatheterisaties in jaar 1‐3 - Reanimaties: de leiding bij 10 reanimaties - Syncope: analyse en beleidsbepaling bij nog eens 10 patiënten met collaps - Tijdelijke pacemaker inbrengen (en superviseren) op de CCU bij 10 patienten; - CMR: 50 extra verrichtingen en interpretaties/verslagen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, waarvan minimaal 40 eerst zelfstandig worden geïnterpreteerd en verslagen. Doel: CMR studies zelfstandig kunnen interpreteren en verslaan - Cardiac CT: 50 extra MSCT angiografie verrichtingen, reconstructies en interpretaties/verslagen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, waarvan minimaal 40 eerst zelfstandig worden gereconstrueerd, geïnterpreteerd en verslagen. Indien beschikbaar relatie MSCT met invasieve angiografie evalueren. Doel: MSCT angiografie studies zelfstandig kunnen reconstrueren, interpreteren en verslaan. - Nucleaire geneeskunde: minimaal 30 verrichtingen en interpretaties bijwonen en verslagen maken onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, waarvan 20 eerst zelfstandig worden geïnterpreteerd en verslagen St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
142
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Klinische setting Echocardiografie • De nadruk van dit onderdeel zal liggen in het maken, het verslaan en superviseren van TTE 1 dagdeel per week. • De AIOS verricht zelfstandig en superviseert het poliklinisch TEE programma gedurende 1 dagdeel in de week. CCU en algemene afdeling: • Supervisie van de afdeling. Reanimaties: • De AIOS superviseert 1 dagdeel per week de consulent en participeert dan bij reanimaties en leidt het team. Cardiale MRI (optioneel) • Een dagdeel per week (dinsdagmiddag) is de AIOS aanwezig op de afdeling radiologie bij het verrichten van cardiale MRI en CT‐scans. • Wekelijks worden alle MRI’s van de week ervoor besproken samen met een Cardioloog, radioloog, de AIOS cardiologie en radiologie (woensdagochtend 10:30). Cardionucleaire beeldvorming/Cardiale CT (optioneel) • De AIOS is 1 dagdeel per week werkzaam op de afdeling nucleaire geneeskunde. • De AIOS participeert in de CT‐bespreking: maandagmiddag 14:00 • De AIOS draagt zorg voor de medische begeleiding van de inspanningstesten middels fietsergometrie, adenosine of dobutaminebelasting of de cold pressuretest. • De AIOS beoordeelt en verslaat alle verrichte cardionucleaire onderzoeken (SPECT, LVEF bepalingen met gelabelde erythrocyten of PET scan). De verslagen worden door de supervisor voorbesproken en uiteindelijk geautoriseerd. Hartcatheterisatie (optioneel): • De AIOS staat 1 dagdeel per week ingepland op het cathlab voor links CAG, rechtscatheterisaties en na‐
onderzoeken. Electrofysiologie (optioneel): • De AIOS staat 1 dagdeel per week ingepland voor pacemaker implantaties. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
143
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Cursorisch onderwijs Formatieve toetsen •
•
•
•
•
•
•
•
•
Opleidingsactiviteiten Algemene taken Participeert in het regulier onderwijs Geeft onderwijs betreffende “algemene cardiologie” onderwerpen Participeert in de beeldvorming besprekingen Bezoekt de CVOI‐cursus “algemene cardiologie” Symposia georganiseerd door oa CVOI, Boerhave Continue zelfreflectie Gedurende de gehele stage vindt toetsing van kennis plaats tijdens supervisie Objective Structured Analysis of Technical Skills (OSATS) volgens korte praktijk beoordeling opgesteld door de NVVC Eventueel Euro‐examen voor TTE en TEE • De AIOS is actief lid van de assistenten groep en participeert in onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en verbetering van de opleiding • De AIOS is actief betrokken in het bijhouden, onderwijzen en toepassen van de laatste belangrijke vakliteratuur. De AIOS geeft les aan de assistenten over algemene cardiologie en hartfalen. • De AIOS participeert in wetenschappelijke voordrachten op een landelijk en internationaal congres • De AIOS participeert in het schrijven van een manuscript voor een ‘Peer reviewed’ tijdschrift in dit vakgebied • De AIOS participeert in referaten, casus, complicatie en obductie besprekingen De AIOS doet in het jaar 4 ook algemene taken op de verschillende afdelingen en zal zijn lijnpolikliniek gedurende het aandachtsjaar voortzetten. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
144
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Verdiepingsjaar Invasieve cardiologie Duur Gedurende 3 maanden in jaar 4 van de opleiding Supervisoren Inleiding Dr J.A.S. van der Heyden, Interventie Cardioloog Het verdiepingsjaar Invasieve cardiologie bestaat uit invasieve percutane diagnostiek en behandeling van coronaire ‐en hartklepziekten op de röntgen cardiologie. Daarnaast uit het leren van de indicatiestelling tijdens diverse besprekingen zoals het hartteam. Op de 3 röntgen cardiologie kamers worden de volgende procedures verricht • Diagnostische links –en rechts hartkatheterisatie via de arterie femoralis en radialis • Coronaire diagnostiek (FFR, OCT, IVUS) • Percutane transluminale coronaire interventie (PCI) • Percutane transluminale angioplastiek (PTA) vd carotis • Trans fermorale/apicale aortaklep vervaning (TAVI) • Mitraclip • Percutane transluminale mitralisklep ballon dilatatie (PTMV) • PTA Coractatie • Percutane transluminale septale myocardium ablatie (PTSMA) • Percutane atriaal septum defect sluiting • Percutane patent foramen ovale sluiting • Linkerhart oor sluiting • Renale denervatie Alle röntgen films worden digitaal opgeslagen en kunnen op verschillende locaties in het ziekenhuis worden bekeken met behulp van Xcelera. De verslaglegging van PCI, PTA en PTSMA vindt plaats in het behandel registratie systeem en de overige behandelingen in het elektronisch patiënten dossier (EPD). St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
145
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Competentie De AIOS ontwikkelt de 7 algemene competenties* toegepast in dit subspecialisme tot het bekwaamheids niveau 3. Tevens ontwikkelt de AIOS praktische vaardigheden tot het bekwaamheidsniveau 2A en/of 2B. (Zie vaardigheden, kwantitatief) Het bekwaamheidsniveau 3 kan hier alleen worden behaald met een aansluitend fellowship na het verdiepingsjaar. Medisch handelen: • De AIOS kan zelfstandig een behandelplan opstellen en uitvoeren voor het acute coronaire syndroom en stabiel coronairlijden mbv evidence based medicine. Daarnaast kan hij/zij een jongere jaars hierbij superviseren, bekwaamheids niveau 3 Communicatie: • De AIOS kan een effectieve en vertrouwelijke behandelrelatie opbouwen met patiënten en familie. Hij/zij kan de patiënt informeren over de kans op succes, risico’s en complicaties van de verschillende katheter behandelingen. Tevens kan hij/zij een jongere jaars hierin superviseren, bekwaamheids niveau 3 Samenwerking: • De AIOS is in staat om effectief te functioneren in een team van interventie cardiologen, thorax chirurgen, röntgen laboranten, verpleegkundige en paramedisch. Hij/zij kan zelfstandig casussen voorleggen in een hart/PTCA/kleppen team bespreking of een jongere jaars hierin superviseren, bekwaamheids niveau 3 Kennis en wetenschap: • De AIOS kan zelfstandig een voordracht houden over een onderwerp uit de interventie cardiologie op een (inter) nationaal congres. Daarnaast kan hij/zij uitkomsten van een wetenschappelijk onderzoek rapporteren en/of publiceren, bekwaamheids niveau 3 Maatschappelijk handelen: • De AIOS is in staat om andere disciplines te raadplegen en betrekken om de gezondheidstoestand van de patiënt te bevorderen. Daarnaast stimuleert hij/zij preventieve zorg, bekwaamheids niveau 3 St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
146
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leerdoelen Vaardigheden Organisatie: • De AIOS participeert actief in kwalitatieve verbetering van afdelingen (röntgen cardiologie, dag behandeling en short stay), de opleiding cardiologie of andere onderdelen van de organisatie, bekwaamheids niveau 3 Professionaliteit: • De AIOS kan op een integere, oprechte en betrokken wijze handelen in het belang van de patiënt binnen de gebruikelijke geldende ethische normen, bekwaamheids niveau 3 Bekwaamheidsniveau 1: Heeft kennis van en is in staat om zinnig te verwijzen; Bekwaamheidsniveau 2A: Heeft kennis van en handelt onder supervisie; Bekwaamheidsniveau 2B: Heeft kennis van en handelt zonder supervisie; Bekwaamheidsniveau 3: Heeft kennis van, handelt zelfstandig, superviseert en onderwijst bij de handeling. • Indicatie stelling, diagnostiek en behandeling van patiënten met stabiele coronairlijden en een acuut coronair syndroom • Indicatie stelling voor percutane behandeling van patiënten met hartklepziekte, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, ASD, PFO en hypertensie • Indicatie stelling voor een links ‐en rechts hartkatheterisaties • Optimale preoperatieve voorbereiding (anti‐stolling, pre‐ en post hydratie) voor percutane onderzoeken en behandelingen Indicatie stelling van electieve –en spoed hartchirurgie Kwalitatief: • Kan zelfstandig voorlichting geven aan patiënten met betrekking tot risico’s, complicaties en alternatieve behandeling van de bovengenoemde behandelingen • Kan een links –en rechts hartkatheterisatie zelfstandig uitvoeren, interpreteren en verslaan • Kan complexe hartkatheterisaties inclusief dubbelkop meting en na‐onderzoek met canuleren en opspuiten van Lima en venen grafts zelfstandig uitvoeren, interpreteren en verslaan onder supervisie St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
147
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
• Kan een pericardiocentesis uitvoeren onder supervisie • Kan als tweede operateur deelnemen aan een FFR, IVUS of OCT onderzoek • Kan als tweede operateur deelnemen aan een PTCA procedure • Kan zelfstandig patiënten bespreken in het hartteam, PTCA team en kleppen team • Kan goed functioneren in een team interventie cardiologen, thorax chirurgen, röntgen laboranten, verpleegkundigen en paramedici • Kan voorwacht supervisie geven op de eerste hart hulp en hartbewaking Kwantitatief: • 100 diagnostische links –en rechts hartkatheterisaties, bekwaamheidsniveau 2B • 50 complexe diagnostische procedures (post‐CABG, dubbelkopmeting, kleppassage, uitgebreide rechts katheterisatie) bekwaamheidsniveau 2A • 25 diagnostische coronaire procedures (FFR, IVUS, OCT) als 2e operateur, bekwaamheidsniveau 2A • 25 PCI procedures als 2de operateur, bekwaamheidsniveau 2A • pericardiocentesis als 1e of 2de operateur, bekwaamheidsniveau 2A • 50 niet coronaire interventies bijwonen, bekwaamheidsniveau 1 • Kan voorwacht supervisie geven op de eerste hart hulp en hartbewaking, bekwaamheidsniveau 2B Inhoud van de stage/ • Bij aanvang van deze stage dient de AIOS geslaagd te zijn Klinische setting voor de basis stralingscursus voor medici. Daarnaast zal hij zich verdiepen in de indicaties, risico’s, complicaties en alternatieve voor invasieve percutane diagnostische en therapeutische katheter behandelingen • Gedurende de stage leert de AIOS zelfstandig links –en rechts hartkatheterisaties via arterie femoralis en radialis zelfstandig uit te voeren met beoordeling onder supervisie. Indien hij volledig bekwaam is beoordeeld door de supervisor (dr J.A.S Van der Heyden) mag hij de uitvoering en beoordeling volledig zelfstandig uitvoeren. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
148
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Inhoud van de stage/ Klinische setting (vervolg) Cursorisch onderwijs • Nadien zal hij zich toeleggen op zelfstandige uitvoering van complexe hartkatheterisaties met beoordeling onder supervisie • Daarnaast participeert de AIOS als tweede operateur in verschillende coronaire procedures zoals FFR, OCT, IVUS en PCI’s. Hij zal zich verdiepen in alle aanwezigen PTCA technieken middels een meerdaagse cursus en de aangewezen literatuur waaronder ‘The PCR – EAPCI’ textbook • Naast coronaire procedures zal de AIOS kennis vernemen en aanwezig zijn bij meerdere niet coronaire procedures zoals bijv. TAVI en ASD sluitingen • De AIOS dient verder ervaring op te doen in de besluitvorming van de verschillende behandelingen. Hij zal hiervoor aanwezig zijn en casussen indienen bij meerdere disciplinaire (PCI team) en multidisciplinaire bespreking (Hart team, kleppen team) • De AIOS kan supervisie ervaring opdoen als voorwacht voor de eerste hart hulp en in een latere fase ook voor de hartbewaking • Stralingscursus • CVIO cursus transradialis coronair angiografie • CVIO cursus functionele en toegepaste cardiale anatomie • Deelname aan een internationaal congres met focus op interventie cardiologie (Euro PCR, TCT) • Abstract of poster presentatie op een congres • Deelname aan ‘European Interventional Cardiology Fellow Courses’ of aan extern georganiseerde cursus interventie cardiologie • Lokaal onderwijs curriculum Literatuur: • Percutaneous interventional cardiovascular medicine (The PCR – EAPCI Textbook) • ESC guidelines (STEMI, NSTEMI, Myocardial revascularisation, Valvular disease, CVD prevention, dyslipidaemias, infective endocarditis, acute pulmonary embolism, stable angina, aortic dissection) • Kern Heamodynamic Rounds St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
149
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Formatieve Toetsen Opleidingsactiviteiten Algemene taken •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Examen stralingscursus Deelnam certificaten CVIO cursussen Deelname certificaten interventie cardiologie cursus ESC examen Examen lokaal onderwijs KPB/OSATS voor verschillende vaardigheden met het behaalde bekwaamheidsniveau De AIOS is actief lid van de assistentengroep en participeert in onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en verbetering van de opleiding De AIOS is actief betrokken in het bijhouden, onderwijzen en toepassen van de laatste belangrijke vakliteratuur. De AIOS geeft les aan de assistenten over angiografie en hemodynamica De AIOS participeert in wetenschappelijke voordrachten op een landelijk en internationaal congres De AIOS participeert in het schrijven van een manuscript voor een ‘Peer reviewed’ tijdschrift in dit vakgebied De AIOS participeert in referaten, casus, complicatie en obductie besprekingen De AIOS zal 1 dagdeel per week de sein van de dienstdoende cardioloog (* 204) hebben. Deze heeft de supervisie over de EHH, de SEH en de reanimaties. Uiteraard is de bedoeling dat de AIOS aan het eind van zijn dagdeeldienst kort alle patiënten bespreekt met zijn supervisor van de dag. Tevens zal zijn lijnpolikliniek gedurende het aandachtsjaar voortgezet worden (1 dagdeel per week). St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
150
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Verdiepingsjaar Non‐invasieve beeldvorming cardiologie Gedurende jaar 4 van de opleiding. Duur Supervisoren Inleiding Supervisor echocardiografie: dr W. Jaarsma, dr M.C. Post, M. Swaans. Supervisor MRI: dr B.J.W.M. Rensing, dr J.A.S. Van der Heyden, dr W. van Es. Supervisor Nucleaire technieken: dr M. Van Buul, dr R. Keijsers. Supervisor Cardiale CT: dr B.J.W.M. Rensing M. Swaans dr W. van Es Het verdiepingsjaar beeldvorming bestaat uit echocardiografie, cardiale MRI, cardiale CT en cardionucleaire geneeskunde. Daarnaast zal de AIOS 1‐3 dagdelen besteden aan algemene kliniek taken zoals lijnpoli en supervisie van de afdeling EHH/SEH Echocardiografie Er zijn 5 kamers waar de reguliere echocardiografische onderzoeken worden verricht, zowel transthoracaal (TTE) als transoesophageaal (TEE). In totaal vinden er meer dan 11.000 onderzoeken per jaar plaats, waarvan ongeveer 800 transoesophageaal. Daarnaast worden meer dan 400 katheterprocedures (TAVI, PFO/ASD‐sluiting, LAA‐afsluiting en Mitraclipping, PTMVP, PTA‐
PV, PTA‐Coarctatie en PTSMA) per jaar begeleidt middels (3D) TEE, naast de ruim 200 peri‐operatieve beoordelingen middels TEE. De verslaglegging gebeurt digitaal middels het Xcelera‐ en Echo‐PAC systeem in een centrale beoordelingsruimte. Het systeem is eveneens beschikbaar op alle afdelingen, alsmede de polikliniek en werkkamers. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
151
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Inleiding (vervolg) Competentie Cardiale MRI Een MRI‐scan (1.5 T, Philips) voor cardiale diagnostiek is aanwezig. Jaarlijks vinden ongeveer 1000 onderzoeken (o.a.Dobu‐stress en Adenosine perfusie) plaats voor de beoordeling van ischemisch hartlijden en structurele afwijkingen verworven en aangeboren. Er vindt wekelijks een multi‐disciplinaire beoordeling plaats van de onderzoeken plaats waarbij zowel een Cardioloog als radioloog aanwezig is. Cardiale CT Een tweetal CT‐scan (64‐slice, Philips) voor cardiale onderzoeken is beschikbaar. Op jaarbasis vinden ruim 500 onderzoeken (CT‐Calcium en CTA) plaats voor de beoordeling van coronairen en structurele afwijkingen. Een van de twee scans kan worden gecombineerd met ischemie‐detectie middels “Single Photon Emission Computed Tomography” (SPECT). Er vindt wekelijks een multi‐disciplinaire beoordeling plaats waarbij een Radioloog, Cardioloog en evt. een Nucleair Specialist aanwezig is. Cardionucleaire beeldvorming De afdeling Nucleaire Geneeskunde beschikt over drie SPECT‐
systemen en een gammacamera. Een van de SPECT‐systemen is geïntegreerd in een CT scan, waarbij ischemiedetectie gecombineerd wordt met beeldvorming van de coronairen. Per jaar vinden er meer dan 1000 cardionucleaire onderzoeken plaats. Echocardiografie De AIOS ontwikkelt een bekwaamheidsniveau 3 (De AIOS heeft kennis van, handelt zelfstandig, superviseert en onderwijst bij de handeling) Cardiale MRI/Cardiale CT/Nucleaire beeldvorming De AIOS ontwikkelt een bekwaamheidsniveau 2B (De AIOS heeft kennis van en handelt zonder supervisie) St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
152
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leerdoelen en Vaardigheden Leerdoelen en Vaardigheden (vervolg) Echocardiografie Kwalitatief aspect • Kan een kwalitatief goed en volledig TTE en TEE maken en verslaan ook bij patiënten met congenitale hartafwijkingen • Kan een stress onderzoek ter evaluatie van kleplijden verrichten en interpreteren • Kan het beeldvormend onderzoek op een cardiochirurgische bespreking demonstreren en een behandelingsadvies geven • Kan peroperatief een TEE uitvoeren, interpreteren en een behandelingsadvies geven. • Kan een echolaboratorium leiden • Draagt echocardiografische kennis en vaardigheden over • Introduceert en implementeert nieuwe echocardiografische modaliteiten • Goede communicatieve vaardigheden zowel met patiënten als bij de demonstratie van echobeelden en in de onderwijs situatie • Is actief lid van de werkgroep echocardiografie Kwantitatief aspect • 500 TTE/Doppler in totaal • 50 stress echo’s, 50 contrast echo’s • 100 TEE’s, tenminste 25 peroperatief • 20 TEE onderwezen • Europees echo examen (EACVI certification Adult Transthoracic Echocardiography (TTE) CMR Gebaseerd op Task Force 12: Training in advanced cardiovascular imaging (cardiovascular magnetic resonance [CMR]). Pohost ea, J Am Coll Cardiol 2008;51(3):404‐408 Kwalitatief aspect • Zelfstandig kunnen interpreteren en verslaan van CMR onderzoeken. • Herkennen van incidentele extracardiale pathologie • Laborant kunnen aansturen op gebruik van de juiste specifieke technieken in relatie tot vraagstelling. • Gebruik postprocessing voor beeldanalyse (kwalitatief en kwantitatief) • Samenwerking met radiologen, paramedici; relevante interpretatie van beelden geven in hartteam en andere besprekingen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
153
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Leerdoelen en Vaardigheden (vervolg) Kwantitatief aspect • 50 extra verrichtingen en interpretaties/verslagen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, welke eerst zelfstandig worden geïnterpreteerd en verslagen. • Daarna nogmaals 50 verrichtingen zelfstandig uitvoeren, interpreteren en verslaan (de noodzaak tot toetsing met bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts zelf kunnen aangeven) CT Gebaseerd op Task Force 13: Training in advanced cardiac imaging (computed tomography). Budoff M et al. J Am Coll Cardiol 2008;51:409‐14. Kwalitatief aspect • Zelfstandig kunnen reconstrueren, interpreteren en verslaan van MSCT calcium score, angiografie (inclusief bypass grafts) en LV functie. • Laborant kunnen aansturen op gebruik van de juiste specifieke technieken in relatie tot vraagstelling. • Gebruik postprocessing voor beeldanalyse (reconstructie van data, kwalitatief en kwantitatief). • MSCT data aan angiografische bevindingen relateren indien beschikbaar. • Samenwerking met radiologen en paramedici. • Relevante interpretatie van beelden geven in hartteam en andere besprekingen. • Communicatie met patiënt. Kwantitatief aspect ‐ 50 extra MSCT verrichtingen (calcium score, angiografie), reconstructies en interpretaties/verslagen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, welke eerst zelfstandig worden gereconstrueerd, geïnterpreteerd en verslagen. Daarna nogmaals 50 MSCT verrichtingen (calcium score, angiografie) bijwonen, zelfstandig data reconstrueren, interpreteren en verslaan (de noodzaak tot toetsing met bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts zelf kunnen aangeven). - 50 MSCT LV functie verrichtingen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts, welke eerst zelfstandig worden gereconstrueerd, geïnterpreteerd en verslagen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
154
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
De cardioloog met differentiatie beeldvorming dient aan het eind van zijn opleiding bekwaamheidsniveau tenminste 2B te hebben t.a.v. medisch handelen. Nucleaire GNK Gebaseerd op Task Force 5: Training in nuclear cardiology. Cerqueira M et al. J Am Coll Cardiol 2008;51:368‐74. Kwalitatief aspect • Zelfstandig kunnen interpreteren en verslaan van gated SPECT perfusie (inclusief LV functie) en SPECT/PET viability onderzoeken. • Laborant kunnen aansturen op gebruik van de juiste specifieke technieken in relatie tot vraagstelling. • Gebruik postprocessing voor beeldanalyse (kwalitatief en kwantitatief). • SPECT data aan angiografische bevindingen of MSCT data relateren indien beschikbaar. • Samenwerking met nucleair geneeskundigen en paramedici. • Relevante interpretatie van beelden geven in hartteam en andere besprekingen. • Communicatie met patiënt. Kwantitatief aspect ‐ 50 extra SPECT perfusie verrichtingen en interpretaties/verslagen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts (c.q. nucleair geneeskundige), welke eerst zelfstandig worden geïnterpreteerd en verslagen. Daarna nogmaals 50 SPECT perfusie verrichtingen bijwonen, zelfstandig interpreteren en verslaan (de noodzaak tot toetsing met bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts zelf kunnen aangeven). ‐ 50 SPECT/PET vitaliteits verrichtingen bijwonen onder supervisie van een bekwaamheidsniveau 3 getrainde arts (c.q. nucleair geneeskundige), welke eerst zelfstandig worden geïnterpreteerd en verslagen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
155
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Klinische setting Echocardiografie • De nadruk van deze onderdeel zal liggen in het maken, het verslaan en superviseren van TTE door de AIOS 2 dagdelen per week. Er worden hierbij 5 patiënten per dagdeel ingepland. • Tevens participeert de AIOS in het beoordelen van de dagelijks verrichte TTE’s door de laboranten van klinische patiënten. De beoordeling van het TTE op basis van een specifieke vraagstelling wordt door de AIOS met de aanvrager besproken. • De AIOS verricht zelfstandig of superviseert het poliklinisch TEE programma gedurende 1 dagdeel in de week. De poliklinische TEE’s worden gedurende 2 dagdelen per week verricht, waarbij er 3‐4 patiënten per dagdeel ingepland zijn. • De AIOS verricht en superviseert echocardiografische onderzoeken op verschillende afdelingen (o.a. ICU, operatiecomplex). Op de operatiekamer dient het chirurgisch succes van o.a. klepsparende operaties te worden beoordeeld. Dit gebeurt onder supervisie van een Cardioloog. • Eenmaal per week wordt tijdens het niet‐invasief beeldvormend onderwijs een onderwerp besproken door een van de supervisoren. Cardiale MRI • Twee dagdelen per week is de AIOS aanwezig op de afdeling radiologie bij het verrichten van cardiale MRI en CT‐scans. • Wekelijks worden alle MRI’s van de week ervoor besproken samen met een Cardioloog, radioloog, de AIOS cardiologie en radiologie (woensdagochtend 10:30). • De AIOS beoordeelt de onderzoeken samen met de AIOS radiologie voor. Cardionucleaire beeldvorming/Cardiale CT • De AIOS is 1 dagdeel per week werkzaam op de afdeling nucleaire geneeskunde. De AIOS aanwezig bij de cardiale CT‐scans 2 dagdelen per week (vrijdagmiddag en maandagochtend) en dient eventuele medicatie toe zoals B‐blokker. • CT‐bespreking: maandagmiddag 14:00. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
156
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
•
Cursorisch onderwijs •
•
Formatieve toetsen •
•
•
•
Opleidingsactiviteiten Algemene taken De AIOS beoordeelt en verslaat cardionucleaire onderzoeken (SPECT, LVEF bepalingen met gelabelde erythrocyten of PET scan). De verslagen worden door de supervisor voorbesproken en uiteindelijk geautoriseerd. De AIOS bereidt de maandelijkse cardionucleaire besprekingen voor. Daarnaast beoordeelt de AIOS de cardiale CT scan die samen met de SPECT scan wordt verricht. Dit gebeurt onder supervisie van de supervisor cardiologie en/of radiologie. Beeldvorming besprekingen en onderwijsreeks CVOI‐cursus aanbod oa beeldvormingavonden, TTE/TEE cursussen Symposia georganiseerd door oa CVOI, Boerhaave Continue zelfreflectie Gedurende de gehele stage vindt toetsing van kennis plaats tijdens supervisie Objective Structured Analysis of Technical Skills (OSATS) volgens korte praktijk beoordeling opgesteld door de NVVC Europees echo examen (EACVI certification Adult Transthoracic Echocardiography (TTE)) Indien haalbaar, eveneens ESC CMR examen • Onderwijs geven aan laboranten minstens 1 keer per week (Casuistiek, basiskennis) • Onderwijs geven aan de AIOS over de verschillende beeldvormingtechnieken tijdens de beeldvorming bespreking De AIOS zal 1 dagdeel per week de sein van de dienstdoende cardioloog (* 204) hebben. Deze heeft de supervisie over de EHH, de SEH, de sneldiagnostiek polikliniek, de consulent en de reanimaties. Uiteraard is de bedoeling dat de AIOS aan het eind van zijn dienst kort alle patiënten bespreekt met zijn supervisor van de dag. De AIOS zou maximaal 1 dagdeel per week kunnen invallen op de verschillende afdelingen als de omstandigheden hierom vragen, bv in geval van ziekte of congressen. Tevens zal zijn lijnpolikliniek gedurende het aandachtsjaar voortgezet worden (1 dagdeel per week). St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
157
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Verdiepingsjaar Elektrofysiologie Duur Gedurende 3 maanden in jaar 4 van de opleiding. Supervisoren Inleiding dr. M. Wijffels, dr. L.V.A. Boersma, dr. E.F.D. Wever, dr. J.C. Balt, drs. V. van Dijk De elektrofysioloog richt zich op de diagnostiek en behandeling van ritmestoornissen. Hij/ zij heeft uitgebreide kennis van anti‐
arritmische medicatie en van indicatiestelling, het inbrengen en de follow‐up van cardio‐implantaten voor de diagnostiek en behandeling van ritme‐ en geleidingsstoornissen. Hij/ zij verricht invasieve procedures voor diagnostiek en behandeling van hartritmestoornissen. Hieronder wordt verstaan: catheterablatieprocedures, implantatie van inwendige cardioverters‐defibrillatoren (ICDs), uni‐, bifocale en biventriculaire pacemakers. In het St. Antonius ziekenhuis zijn er 2 speciaal ingerichte kamers waarin enerzijds de implantaties van pacemakers, ICD’s en CRT‐D/P’s en anderzijds de invasieve procedures voor diagnostiek en behandeling van hartritmestoornissen plaats vinden. Per jaar zijn er ongeveer 250 ICD implantaties, 150 CRT‐D/P implantaties, 230 pacemaker implantaties, en ruim 700 elektrofysiologische onderzoeken, evt gevolgd door ablaties. 1 maal per week is er een uitgebreide ritmebespreking waarbij de (poli)klinische complexe ‘ritme‐patienten’ worden besproken. Hierbij zijn de elektrofysiologen, de fellow’s en de arts‐assistenten aanwezig. Tevens is er 1 maal per week een intercollegiale ritmebespreking waarbij de (fellow’s) elektrofysiologen en de gespecialiseerde cardiothoracale chirurgen tesamen de gezamelijke patiënten bespreken. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
158
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Competenties en leerdoelen Uitgangspunt voor de inhoud van het aandachtsjaar is dat dit aansluit bij de opleidingseisen voor het aandachtsgebied opgesteld door de ‘European Society of Cardiology’. De meerwaarde hiervan, tov de gewone stage elektrofysiologie, is dat in het verdiepingsjaar een hoger bekwaamheidsniveau ontwikkeld wordt in verschillende gebieden. Zie hieronder de bekwaamheidsniveua’s. Tevens zal de AIOS, onder supervisie, ook als docent optreden voor verschillende onderwijsmomenten over elektrofysiologie. Kennis: • Basis principes van de fysica, de technische beperkingen, de stralenbelasting en complicaties van invasieve electrofysiologische interventies/ device implantaties • Indicatie en interpretatie, van electrofysiologisch onderzoek voor de diagnostiek van hartritmestoornissen en opstellen van behandelingsplan Vaardigheden: Kwalitatief aspect - Indicatiestelling ICD implantatie/Ablatie procedure/ Electrofysiologisch onderzoek - Optimale patiëntenvoorbereiding en optimale elektrofysiologisch onderzoek pre‐ablatie - Participatie in electieve ablatie procedures/ implantatie ICD/CRT Device - Samenwerking met electrofysiologen/interventie cardiologen, thoraxchirurgen en met andere (para) medici; Communicatie met patiënt. Kwantitatief aspect • Minimaal 50 diagnostische procedures als 1ste of 2de operateur • 50 ablatie procedures 1ste of 2e operateur, waaronder 15 linker atrium procedures • Implantatie van 30 pacemakers. Daarnaast zal gepoogd worden om ook actief te participeren bij de implantatie van ICD/CRTD als 1e of 2e operateur. De bovenstaande aspecten omvatten alle competenties waarin de AIOS geschoold zal worden: medisch handelen, communicatie, samenwerking, organisatie, maatschappelijk handelen, kennis en wetenschap, en professionaliteit. Tijdens dit verdiepingsjaar zal de AIOS. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
159
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Competenties en leerdoelen (vervolg) Inhoud van de stage/ Klinische setting De AIOS ontwikkelt de volgende bekwaamheidsniveau’s: ‐ Tijdelijke pacemaker 3 ‐ Permanente pacemaker 2b ‐ Implantatie ICD 2a ‐ Programmeren pacemaker 2b ‐ Programmeren ICD 2a/2b ‐ Elektrofysiologisch onderzoek 2a ‐ Elektrofysiologische interventie 2a Bekwaamheidsniveau 1: Heeft kennis van en is in staat om zinnig te verwijzen; Bekwaamheidsniveau 2A: Heeft kennis van en handelt onder supervisie; Bekwaamheidsniveau 2B: Heeft kennis van en handelt zonder supervisie; Bekwaamheidsniveau 3: Heeft kennis van, handelt zelfstandig, superviseert en onderwijst bij de handeling. • Gedurende de stage zal de AIOS meedraaien op de polikliniek cardiomeettechniek (CMT). Hier zal hij/zij in het begin veel meekijken en meedenken. Na 3‐6 maanden zal hij/ zij ook daadwerkelijk een device (pacemaker/ ICD/ CRT‐
D/P) kunnen programmeren en problemen kunnen identificeren en oplossen. • Op zijn/ haar dagdeel polikliniek zal hij/ zij, mede in overleg met de supervisor, zogenaamde ‘pre‐EFO‐ of pre‐device‐
patienten’ waarbij hij/ zij de indicatiestelling beoordeelt, goed en gedegen voorlichting geven en de juiste pre‐
onderzoeken aanvragen. • Aan het begin van de stage zal de AIOS onder stricte supervisie pacemaker implantaties uitvoeren. Vanaf 3‐6 maanden zal hij/ zij dit onder beperkte supervisie doen (bekwaamheidniveau 2b). • Gedurende de stage zal de AIOS onder supervisie ICD’s implanteren (bekwaamheidniveau 2a). • Gedurende de stage zal de AIOS onder supervisie EFO’s uitvoeren en interpreteren (bekwaamheidniveau 2a). • De AIOS participeert in het onderwijs aan AIOS over elektrofysologie (devices/ EFO). • De AIOS zal actief in ‘ritmebesprekingen’ deelnemen. • Na iedere device‐implantatie of EFO zal de AIOS een compleet verslag maken. Dit rapport zal worden St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
160
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
•
Opleidingsactiviteiten Cursorisch onderwijs Formatieve Toetsen beoordeeld door de dienstdoende elektrofysioloog. Alle door de AIOS verrichte onderzoeken zullen uiteindelijk besproken worden met de superviserende elektrofysioloog. De AIOS bestudeert en past tijdens deze stage de protocollen en guidelines toe zoals gepubliceerd door de beroepsverenigingen (zoals NVVC, ESC/ EHRA/ NHRA). Zoals hierboven is beschreven zal de AIOS de basis principes van de fysica, de technische beperkingen, de stralenbelasting en complicaties van invasieve electrofysiologische interventies/ device implantaties onder de knie krijgen. Verder zullen indicatie stelling en interpretatie van electrofysiologisch onderzoek voor de diagnostiek van hartritmestoornissen zowel op de polikliniek als tijdens de, met de supervisoren uitgevoerde EFO’s, worden besproken en geleerd. Hierna zal een goed behandelingsplan moeten worden gemaakt. De AIOS zal in het ziekenhuis participeren in cursorisch onderwijs over devices en elektrofysiologisch onderwijs. Tevens zullen de ritmebesprekingen dienen als onderwijsmomenten waarbij de AIOS en de supervisoren interactief elkaar bevragen. Buiten het ziekenhuisgebonden onderwijs zal de AIOS zowel nationale (NHRA) als de internationale (EHRA) congressen volgen. De AIOS zal middels KPB’s en OSATS worden getoetst; zowel de theoretische achtergronden als de ‘technische skills’ zullen aan de orde komen. Hierbij zal de AIOS competentiegericht getoetst worden en zullen dus alle 7 competenties aan de orde komen. Hij/ zij zal het Europese examen voor ‘Cardiac Pacing and Implantable Cardioverter Defibrillators’ georganiseerd door de EHRA met succes volbrengen. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
161
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Verdiepingsjaar Intensive care Duur Supervisoren Wat houdt de stage in? 3 maanden IC ET Bal en EFD Eefting, op IC dienstdoende intensivist •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
De AIOS werkt en leert op de IC en MC en draagt zorg voor patiënten met een ernstige ziekte die intensieve zorg behoeven. De duur van de stage is 3 maanden De assistent draait mee in het dienstrooster van de IC, en heeft dag‐, avond‐, en nachtdiensten De AIOS staat onder supervisie en wordt begeleid door een of meerdere intensivisten (voor specifiek cardiologische supervisie is een cardioloog beschikbaar) De AIOS loopt dagelijks 2 maal visite over de gehele IC/MC met het artsenteam De AIOS leidt met een collega het middagoverleg en presenteert daar de patiënten die hij behandelt De AIOS functioneert als consulent namens de cardiologie bij de overige patiënten De AIOS is lid van het SIT De AIOS draagt zorg voor patiënten van andere disciplines in goed overleg De AIOS voert de familiegesprekken, voert de correspondentie en zorgt voor de contacten met de huisarts en de verwijzend arts 162
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Wat wordt in deze stage in het vierde of vijfde opleidingsjaar geleerd? St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
De eindtermen van de IC op het gebied van de thema’s circulatie en grotendeels oxygenatie en ventilatie (gebaseerd op het LANDELIJK OPLEIDINGSPLAN IC 2011) Thema 1. Circulatie • De AIOS is bekend met in ieder geval de volgende ziektebeelden o (epidemiologie, pathofysiologie, symptomatologie, o diagnostiek van voorkeur en therapeutische opties): (3) • Hypovolemische, distributieve, cardiogene en • obstructieve shock. • Ritmestoornissen: b.v. bradycardiëen, SVT, • VT/VF, EMD, AV‐geleidingsstoornissen. • Acuut coronair syndroom • en is in staat een welafgewogen keuze voor bloedverdunnende medicatie te maken • Acuut en chronisch kleplijden. • Cardiogeen en non‐cardiogeen longoedeem • Pericard tamponade. • Longembolieën (zie ook thema oxygenatie en ventilatie). • Pulmonale hypertensie. • Cardiomyopathie. • Myocarditis, endocarditis, pericarditis • Hypertensie, hypertensieve crisis. • Aorta dissectie, aneurysma, acute arteriële vaatafsluiting. • De AIOS past op de juiste wijze toe (2z) o • Vasoactieve medicatie. o • Inotrope medicatie. o • Anti‐arrhytmische medicatie. • De AIOS kan een ECG interpreteren en beleid daarop baseren (2z) • De AIOS kent de indicatie voor verschillende metingen van de • hemodynamiek, met interpretatie van verkregen gegevens • met de bijbehorende mogelijkheden en beperkingen (2z) 163
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De AIOS kent de indicatie en werking van IABP voor ondersteuning van de circulatie (2z) De AIOS is op de hoogte van mechanische assist devices zoals RVAD en LVAD. De AIOS kent de (contra)indicaties en principes van extracorporele ondersteuning (ECMO, ECLS) (2z) De AIOS kent de indicaties voor klepvervangende therapie (2z) De AIOS optimaliseert de patient rondom een (cardiothoracale) operatie (2z) De AIOS is in staat om BLS en ALS te verrichten volgens de laatste richtlijn, is in staat om potentieel behandelbare oorzaken op te sporen en te behandelen (4H’s en 4T’s), kent de principes van reanimatie onder bijzondere omstandigheden zoals hypothermie, submersie, zwangerschap, elektrocutie (2z) De AIOS kent de Indicaties voor niet starten of staken van reanimatie (2z) De AIOS kent principes van therapeutische hypothermie, de indicatie en uitvoering van deze behandeling (2z) •
Thema 2. Oxygenatie en Ventilatie • De AIOS is bekend met in ieder geval de volgende ziektebeelden (epidemiologie, pathofysiologie, symptomatologie, diagnostiek van voorkeur en therapeutische opties) (3) o Acute luchtwegproblemen o Acute en chronische respiratoire insufficiëntie: o ALI/ ARDS. o Longembolieën. o Pulmonale hypertensie. o Pleuravocht. o Bronchopulmonale fisteling. o Thoraxtrauma: trachea‐ en bronchusruptuur, ribfracturen en fladderthorax, pneumothorax, hematothorax, diafragmaruptuur longcontusie o Systeemziekten met pulmonale (en mogelijk cardiale) manifestatie zoals sarcoïdose. St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
164
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
•
•
•
•
De AIOS weet de indicaties, contra‐indicaties, complicaties en instellingen van verschillende beademingsvormen, waaronder noninvasieve beademing en additieve beademingsvormen zoals NO beademing (2z) De AIOS kent (contra)indicaties voor extracorporele ondersteuning (2z) De AIOS is zich bewust van mogelijkheden en beperkingen van IC behandeling bij patiënten met preterminale respiratoire insufficiëntie (o.a. COPD, fibrose) (2z) De AIOS is vertrouwd met strategieën bij ontwennen van de beademing en detubatie (2z) Welk beheersingsniveau geldt aan het einde van deze stage? •
•
•
•
•
•
De eerste opvang van een ernstig zieke patiënt met een directe bedreiging of falen van een of meerdere vitale orgaanfuncties (2z). Planmatige en systematische analyse van een complexe situatie en prioriteiten kunnen stellen ten aanzien van diagnostiek en therapie (2b). Kunnen werken onder tijdsdruk (2z) Het kunnen stellen van een indicatie voor beademing, het beheersen van luchtwegmanagement (2z) Het interpreteren van diverse hemodynamische parameters en het toepassen van volumetherapie en gebruik van inotropica (2z) Het kunnen werken in een team en daar leiding aangeven bij resuscitatie en de opvang van deze patiënten (3) St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
165
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Welke opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd? •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Het vaststellen van de ernst van de ziekte dmv diverse classificatiesystemen (2z) Het doen van diagnostiek dmv gerichte aanvragen voor laboratoriumonderzoek, microbiologische en radiologische onderzoek (2z) Zelfstandig interpreteren van dit aanvullende onderzoek (2z) Het stellen van een indicatie voor en het inbrengen van centrale lijn en arteriële drukbewaking (2z) Het bewaken van de hemodynamiek van de patiënt dmv invasie en niet‐invasieve bewaking (2z) Het behandelen volgens het sepsis protocol (2z) Luchtwegmanagement: Instellen van invasieve en niet‐invasieve beademing, verzorging van de ademhalingswegen bij verschillende ziekte beelden zoals status astmaticus, sepsis en ARDS (2z) Volumetherapie en gebruik van inotropica (2z) Indicatie stellen voor nierfunctievervangende therapie en een aanzet tot behandeling geven (2z) Zorg voor een klein deel van de IC populatie en hiervoor alle onderzoek en controles afspreken; laboratorium onderzoek (2z) Microbiologisch onderzoek en radiologisch onderzoek interpreteren en bespreken met de supervisoren (2z) Presenteren van de patiënten voor wie de AIOS zorg draagt bij de dagelijkse IC‐bespreking (2z) Leiding geven aan IC‐verpleegkundigen dmv schriftelijke en mondelinge opdrachten (3) Statusvoering op basis regelmatige controles en bevindingen. (3) Medicatie voorschrijven en anticiperen op mogelijke bijwerkingen in nauw overleg met de klinisch farmacoloog (3) Familiegesprekken: over de voortgang van de ziekte en besprekingen van de behandeling (2z) Het beëindigen van de behandeling (2b) Het voorbereiden van orgaan en weefseldonatie (3) St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
166
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Welke opleidingsgesprekken worden gevoerd? St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
De specifiek aan de in de eindtermen LANDELIJK OPLEIDINGSPLAN IC thema’s circulatie en oxygenatie&ventilatie gerelateerde praktische vaardigheden, te weten: Thema 1. circulatie Afwegende de indicaties, contra‐indicaties, en prioritering is de AIOS in staat om: • Een arterielijn te plaatsen (3) • Een centraal veneuze lijn (in femoralis, jugularis en subclavia positie) te plaatsen (3) • Cardiac output te meten en verkregen hemodynamische parameters te interpreteren en beleid daarop aan te passen (3) • Uitvoeren van reanimatie: BLS/ALS (hoofd van reanimatieteam te zijn) (3) • Defibrillatie en cardioversie toe te passen met aandacht voor elektrische veiligheidsaspecten (3) • Cardiaal te pacen (transveneus en transthoracaal) (3) • Echocardiografie (TTE, TEE) uit te voeren (3) Thema 2. Oxygenatie en ventilatie Afwegende de indicaties, contra‐indicaties, en prioritering is de AIOS in staat om: • De ademweg vrij te maken (3) • Kapbeademing uit te voeren (3) • Een thoraxdrain te plaatsen (2b) • Verschillende patientencategorieen beademen (2b). Waaronder in ieder geval post‐operatieve en COPD patiënten • Non‐invasieve beademing toe te passen (2z) • Een patiënt van de beademing te ontwennen (2z) Bij voorkeur heeft de AIOS de gelegenheid kennis te maken met endotracheale intubatie in een preoperatieve setting (2s) • Naar aanleiding van een OSATS • Naar aanleiding van een KPB • Introductie‐ voortgang‐ en eindgesprek bij deze stage. 167
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Welke toetsinstrumenten worden ingezet? Literatuur Relevante websites •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Continue zelfreflectie OSATS KPB Onderdeel 360º beoordeling Beoordeling familiegesprekken Beoordeling overdracht , dagelijkse verslaglegging alsmede het opstellen van het behandelplan en presentatie van de patiëntgegevens aan het bed Referaten + CAT The ICU Boek; Paul L. Marino Critical Care Medicine, the essentials; John J. Marini, Arthur P. Wheeler Acute Boekje, Richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van aandoeningen op het gebied van inwendige specialismen Klinische anesthesiologie; Noordzij, Klimek, Stamer (red) The ESC Textbook of Intensive and acute cardiac care; Tubaro, Danchin, Filippatos, Goldstein, Vrancker, Zahger (ed) Scoop website IC Centrum Nederlandse Vereniging voor Intensive Care www.nvic.nl European Society of Intensive Care Medicine www.esicm.org Lessen over hemodynamische monitoring door middel van PAC www.pacep.org Surviving Sepsis Campaign www.survivingsepsis.org St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
168
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Bijlage 10. Themakaarten Zie themakaarten in Nationaal Opleidingsplan cardiologie http://www.nvvc.nl/opleiding St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
169
Lokaal Opleidingsplan Cardiologie
Bijlage 11. Beoordelingsformulieren De opleiding cardiologie maakt voor de beoordelingsformulieren KPB (presentatie, briefbeoordeling, OSATS, (poli)kliniek, Zelfreflectie, 360 graden feedback, voortgangsgesprek, stagebeoordeling, jaarlijkse beoordeling gebruik van VREST. Voor de details betreffende deze formulieren zie www.vrestmedical.com St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein
Maart 2014
170