Hooibeekhoeve jaarverslag 2013 Type PDF Grootte 2MB Aantal

hooibeekhoeve
Activiteitenverslag 2013
De deputatie van de Provincie Antwerpen
Voorzitter: Leden:
Provinciegriffier:
Depotnummer: Cathy Berx, Gouverneur
Luk Lemmens
Ludwig Caluwé
Inga Verhaert
Bruno Peeters
Peter Bellens
Rik Röttger
Danny Toelen
D/2014/0180/8
Adres: Hooibeekhoeve
Hooibeeksedijk 1
2440 Geel
Telefoon: 014 85 27 07
Fax:
014 85 36 15
e-mail:[email protected]
URL:www.hooibeekhoeve.be
2
inhoud
Voorwoord5
1. Hooibeekhoeve 1.1.Ons bedrijf: van melkbar tot melkrobot 1.1.1. Nieuwe infrastructuur
1.1.2. Huidige stallen en grond
1.1.3. Dieren 1.1.4. De melkrobot
1.1.5. Melkkwaliteit
1.1.6. Bemesting
1.2.Onze mensen 1.3. Onze partners
7
7
7
7
8
8
8
9
8
11
2. Onderzoek 2013 2.1. Melkvee
2.1.1. Kalveropfok met verschillende melkpoederconcentratie
2.1.2. Vruchtbaarheid EN sensortechniek
2.1.3. Kengetallen
2.1.4. Dairyman
2.1.5. Voederproeven
2.1.6. Uiergezondheid en antibioticagebruik
2.2.Voedergewassen
2.2.1. Proeven op maïs
2.2.2. Proeven op grasland en gras/klaver
2.2.3. Eiwitgewassen
2.3.Duurzame bemesting en waterkwaliteit (Werking in kader van CVBB)
2.4.Eigen mest vergisten op melkveebedrijven
2.5. Landschapsintegratie
13
14
14
14
14
14
15
16
16
16
19
19
20
23
23
3. Landbouweducatie 27
4. Studiedagen en evenementen voor landbouwers, ambtenaren en gemeenten
4.1. Studiedagen
4.1.1. Studiedag voedergewassen - 12 februari 2013
4.1.2. Workshop ‘Meer melk met eigen voer?’ – 21 maart 2013
4.1.3. Proefveldbezoek - 25 juni 2013
4.1.4. Studiedag landbouweducatie – 6 september 2013
4.2. Demonstraties
4.2.1. Demo stalmatten en -matrassen
4.3. Beurzen
4.4.1. Agriflanders 2013
4.4.2. Sfeernacht
4.4.3. Start toeristisch seizoen
4.4.4 Geelse Dierendag
29
29
29
29
29
30
30
30
30
30
31
31
31
5. Evenementen voor het grote publiek
5.1. Terra nova: koken, kamperen, koeien kijken!
5.2. PROMinANT
33
33
33
6. Onderwijsondersteuning 35
6.1. Praktijklessen agrarisch onderwijs
35
6.2. Masterproef ecovloer 35
6.3. Masterproef rond ligboxenplein
35
6.4. Masterproef koeverkeer in relatie met uiergezondheid bij een automatisch melksysteem35
7.Onze coördinatieopdracht: coördinatie LCV vzw
36
8. Communicatie
8.1. Publicaties
8.2. Persoverzicht
37
37
37
3
VOORWOORD
Beste lezer,
Als kind bracht ik mijn vakanties meestal door bij grootvader op de boerderij. Veertig jaar later denk ik er nog altijd
met heel veel plezier aan terug. Ondertussen is de sector natuurlijk grondig veranderd. Als huidig gedeputeerde
voor Landbouw ben ik opgetogen de evoluties op de voet te kunnen volgen en er mee op te mogen inzetten. De
Hooibeekhoeve is daarvoor het geschikte instrument; alle aspecten van landbouw en platteland geïntegreerd in één
bedrijf dat in partnerschap staat met de sector.
Met het praktijkgericht onderzoek zitten we bij de bron van innovatie en nieuwe tendensen. We staan dicht bij de
sector met de organisatie van studiedagen, demonstraties, netwerkmomenten en happenings. Dit jaar mochten we
maar liefst 10.000 bezoekers ontvangen op het grootste plattelandsevent PROMinANT. De aanwezigheid op beurzen
als Agriflanders in Gent en de allerlaatste Sfeernacht in het voormalige provinciehuis maakt ons zichtbaar aan een zo
breed mogelijk publiek.
Ook de eigen deuren van de hoeve zetten we wijd open voor alle inwoners uit onze provincie. Bezoekers maken er
kennis met zowel landbouw als platteland. Met onze educatieve werking willen we het onderwijs warm maken voor
ons interactief aanbod. Scholieren zijn een belangrijke doelgroep. Op de schoolbanken creëren we het toekomstige
draagvlak voor landbouw en platteland. Met een bezoekersaantal van 8492 binnen de educatieve werking het afgelopen
jaar in de Hooibeekhoeve kunnen we spreken van een succes! Daarnaast was het ook het jaar van baanbrekende
projecten zoals het project Dairyman en onderzoeken naar onder andere voedergewassen, uiergezondheid en
antibioticagebruik. We presenteerden ook met trots onze gloednieuwe bedrijfsfilm. Het is een greep van activiteiten
die u kan terugvinden in dit jaarverslag.
Mijn dank gaat uit naar de hele ploeg, van directie tot onderzoeker
en stielman. Het is door hun inzet en gedrevenheid dat we kunnen
blijven groeien in een gedragen visie en onze steen bijdragen
aan een provincie met innoverende landbouwtechnieken en een
bruisend platteland.
Ook in de toekomst timmeren we verder aan de weg naar de
Hooibeekhoeve en hopen we een breed publiek te verwelkomen. We
zetten blijvend onze schouders onder vernieuwende onderzoeken,
versterkende partnerschappen en gaan in 2014 met uit de kluiten
gewassen ambitie aan de slag om onze doelstellingen waar te
maken.
Ludwig Caluwé
Gedeputeerde voor Landbouwbeleid
5
hooibeekhoeve
Hooibeekhoeve is het provinciaal praktijk- en voorlichtingscentrum voor melkveehouderij, voedergewassen en
plattelandsontwikkeling. We streven naar een duurzame
melkveehouderij in Vlaanderen door:
• het voeren van objectief en praktijkgericht onderzoek
• het stimuleren van kennisuitwisseling
met en tussen melkveehouders
• het verzorgen van een open dialoog tussen
de melkveesector en het grote publiek
Dit alles in partnerschap met de sector.
Hooibeekhoeve is een unieke locatie in Vlaanderen:
verschillende aspecten van landbouw en platteland zijn
geïntegreerd in één bedrijf. Door deze integratie bereikt
Hooibeekhoeve een ruim publiek: van gespecialiseerde
melkveehouders over al dan niet agrarische scholen tot
recreanten op het platteland.
De onderzoeksthema’s die in 2013 aan bod kwamen,
worden hierna besproken. Ook over onze plattelands- en
landbouweducatie voor verschillende doelgroepen en
leeftijden lees je verder meer.
1.1.Ons bedrijf: van melkbar
tot melkrobot
1.1.1. Nieuwe infrastructuur
In 2013 werden op de Hooibeekhoeve 2 nieuwe sleufsilo’s
gebouwd en de bestaande siloplaten uitgebreid: goed voor
2000m³ extra voeropslag.
Voor een beter gebruik van de bestaande siloplaten
werden er muren geplaatst. De muren zijn opgetrokken uit
betonblokken van Ebema (lengte: 1,35m – hoogte: 0,5m
– breedte: 0,675m). Die betonblokken zijn goedkoper dan
gestorte keermuren. Door de breedte van de betonblokken
verlies je wel oppervlakte. Voor de Hooibeekhoeve gaat het
over 65m³ per sleufsilo.
De (ver)nieuw(d)e sleufsilo’s maken gebruik van een
aangepaste septische put voor de opvang van silosappen.
Verder investeerden we ook in een aparte, overdekte opslag
van vaste mest. Op deze manier blijft het regenwater
gescheiden van de mestsappen.
Naast de uitbreiding van de sleufsilo’s is er ook een
weegbrug aangelegd. De weegbrug is 18m lang en kan
tot 60 ton wegen. Bij de oogst van gras en maïs wegen
we de productie per perceel. Omgekeerd wegen we
ook de hoeveelheid mest die naar een perceel gaat. De
weeggegevens laten toe om een beeld te vormen van de
in- en uitstromen van mineralen op ons melkveebedrijf en
zullen verder gebruikt worden in de onderzoeksprojecten
van de Hooibeekhoeve.
1.1.2. Huidige stallen en grond
Onze melkkoeien staan in een moderne ligboxenstal
met 58 ligplaatsen. Ze worden gemiddeld 3 keer per dag
gemolken door een melkrobot. In de jongveestal is er
plaats voor 145 stuks jongvee en 24 droogstaande koeien.
De stierkalveren worden ondergebracht in eenlingiglo’s.
De Hooibeekhoeve bewerkt 53,48 hectare grond. 47,68 ha
daarvan is eigendom van de provincie Antwerpen, 5,80 ha
huren we.
In 2013 bestond het teeltplan voor het grootste gedeelte
uit grasland: van de totale oppervlakte van 53,48 ha
lag 28,53 ha in grasland. Hiervan werd ruim 26,03 ha
uitsluitend gemaaid, 2,5 ha ervan ligt in natuurgebied
(2 grootvee-eenheden/ha). De maïs, 24,91 ha in 2013, telen
we voornamelijk op de verder gelegen percelen op lichte
zandleemgrond. In 2013 werd er ook 0,04 ha vlinderbloemigen ingezaaid. Van de graspercelen haalden we 18 ton
voordroog per ha en van de maïspercelen haalden we
40 ton maïs per ha.
7
1.1.5. Melkkwaliteit
1.1.3. Dieren
Aantal stuks koeien
58
Gemiddelde leeftijd
3 jaar en 11 maanden
Aantal stuks jongvee
51
Melkquotum
481 557 liter
Gemiddelde melkproductie
10 683 liter
Vetgehalte
4,16 %
Eiwitgehalte
3,41 %
Tussenkalftijd
413
Afkalfleeftijd vaarzen
23 maanden
Aantal kalvingen
50
Aantal geboren vaarskalveren
28 (56%)
Aantal geboren stierkalveren
24 (44%)
Aantal afgekalfde vaarzen
23 (46%)
Waarvan kalving uit gesekst sperma 7 (30%)
Waarvan vaarskalveren
1 (14%)
Bestrijdingsprogramma’s tegen dierziekten waaraan
deelgenomen wordt:
• paraTBC
• BVD
• IBR
• Neospora
1.1.4. De melkrobot
Onze melkkoeien worden volledig automatisch gemolken
door een melkrobot. De robot melkt de koeien gemiddeld
3 keer per dag. Één melkbeurt duurt gemiddeld 7,5 minuten.
De koeien kiezen zelf wanneer ze gemolken worden. Tussen
iedere melkbeurt moet wel minimum 6 uur zitten. Om de
koeien naar de melkrobot te lokken krijgen ze er eiwitkern
en evenwichtig krachtvoer.
8
Melkproductie en melkkwaliteit zijn belangrijke
parameters binnen de melkveehouderij als economisch
gegeven. Ook op de Hooibeekhoeve hechten
we veel belang aan de opvolging hiervan.
Integrale Kwaliteitszorg Melk – IKM
Sinds 2001 heeft Hooibeekhoeve een IKM-certificatie.
Dit betekent dat ons melkveebedrijf zich onderwerpt
aan een lastenboek met hygiëne-, milieu- en
welzijnseisen dat regelmatig gecontroleerd wordt.
Autocontrolegids voor de primaire dierlijke productie
In 2009 behaalde Hooibeekhoeve het certificaat ‘Autocontrolegids voor de primaire dierlijke productie’. Het autocontrolesysteem is van toepassing op de productie van
akkerbouwgewassen (bedrijfseigen voer), het houden en
fokken van productiedieren (runderen) en melkproductie.
De autogids is ontstaan om de traceerbaarheid in de
voedselketen te garanderen.
1.1.6. Bemesting
Melkkwaliteit
Hooibeekhoeve behaalde in 2013 geen enkel strafpunt voor
melkkwaliteit. In onderstaande tabel vind je het overzicht
van het maandgemiddelde van de verschillende parameters
voor melkkwaliteit.
Op de Hooibeekhoeve wordt ieder jaar minstens één
meststaal genomen; van de percelen wordt er om de 3
jaar een bodemstaal genomen. Van de maïspercelen, de
graanpercelen en een aantal graspercelen nemen we
jaarlijks een dieptestaal om de stikstofreserve in de bodem
te bepalen. Op basis van alle analyseresultaten en de
behoeften van het gewas wordt de bemesting berekend,
rekening houdend met de wetgeving.
Overzicht van de melkkwaliteit per maand in 2013
Maand
Vet
(g/l)
Eiwit
(g/l)
Celgetal
(x1000/ml)
Kiemgetal
(x1000/ml)
Coligetal
(/ml)
Vriespunt
(-m°C)
Ureum
(mg/l)
Januari
43,2
34,9
164
5
31
517
193
Februari
43,3
35,3
160
5
< 10
518
203
Maart
43,7
35,4
155
5
< 10
517
211
April
42,4
35,4
146
6
< 10
519
227
Mei
41,6
34,7
130
5
12
519
229
Juni
41,2
34,5
112
4
24
518
217
Juli
40,7
33,9
109
5
29
516
160
Augustus
40,1
33,9
125
4
10
516
188
September
40,2
35,4
147
4
11
516
157
Oktober
41,5
36,2
168
5
11
517
173
November
42,1
36,5
168
6
< 10
518
177
December
44,0
36,8
187
9
<10
517
188
9
10
1.2. Onze mensen*
Hooibeekhoeve
Water
Ooms Liesl
Voorlichting en onderzoek
Van den Broeck Ilse Directeur
Aerts Evelien Communicatieadviseur
Auwers Els Polyvalent medewerkster
Bacaycay Girlie Schoonmaakster
Blockx Anja Polyvalent medewerkster
Lommelen Tinne Boekhouder
Bedrijf
Van Rossum Robbe
Voorlichting en onderzoek
Stevens Els
Voorlichting en onderzoek
Van Looveren Marijke Bedrijfsleider
Aerts André Stielman
Bens Liese Stielvrouw
Bruynseels David Stielman
Paepen Jozef Stielman
Van Ballaer Lode Stielman - Conciërge
Willemse Hendrik Stielman
Melkvee
Konings Veerle
Voorlichting
en onderzoek
Coart Jiska
Educatief
medewerkster
Energie
Educatie
Voedergewassen
Schellekens An
Voorlichting en onderzoek
Coördinatie LCVvzw
Van de Ven Gert
Voorlichting en onderzoek
Coördinatie LCVvzw
Landschapsintegratie
Dierckx Leen
Landschapsarchitect
*Situatie op 31/12/2013
1.3. Onze partners
Het praktijkonderzoek op de Hooibeekhoeve zelf wordt
inhoudelijk aangestuurd door de Technische Werkgroep
Melkvee. Deze groep vergadert twee keer per jaar en is
samengesteld uit diverse instellingen en verenigingen die
actief zijn in het melkveeonderzoek of de -sector.
Hooibeekhoeve is lid van het Praktijkcentrum Rundvee. Het
PCR vergadert twee keer per jaar en zoekt naar afstemming
tussen de verschillende organisaties.
Voor de uitvoering van het melkveeonderzoek kunnen we
rekenen op een financiële tussenkomst van de provincie
Antwerpen. Daarnaast zoeken we naar externe financieringskanalen: zo zijn we partner in diverse ADLO-demonstratieprojecten (Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van de Vlaamse overheid) en Europese projecten.
Ook private firma’s sponsoren (deel)aspecten van ons open
onderzoek.
Om goed op de hoogte te blijven van de evoluties op
Europees vlak is de Hooibeekhoeve lid van het European
Dairy Farmers. Twee maal per jaar komen de Belgische
EDF-leden samen om nieuwe tendensen te bespreken en
een boekhoudkundige vergelijking te maken. Eén maal per
jaar vergaderen alle Europese leden op een EDF-congres
over de toekomst van de Europese landbouw.
Hooibeekhoeve is ook partner binnen het Landbouwcentrum voor Voedergewassen. Het grootste deel van onze
proefvelden is opgenomen in het jaarprogramma van het
LCV vzw en wordt van daaruit gefinancierd. Daarnaast
gebeurt de coördinatie van dit centrum op en door de
Hooibeekhoeve (zie 7).
In het kader van plattelandsontwikkeling en
PDPO-projecten gaan we ook heel wat partnerships aan.
Deze komen terug in 2.5 (Landschapsintegratie) en 3
(Landbouweducatie).
11
Onderzoek 2013
2.1. Melkvee
2.1.1. Kalveropfok met verschillende
melkpoederconcentratie
Sinds 2012 vergelijken we twee melkpoederconcentraties bij de kalveren. In het eerste voederschema is de
concentratie van de melkpoeder die de kalveren krijgen 144
g/l, in het tweede 165 g/l. De melk wordt gegeven met de
kalverdrinkautomaat en alle kalveren worden op 9 weken
gespeend. De groep met hogere concentratie melkpoeder
krijgt gedurende de periode op de kalverdrinkautomaat
ongeveer 5 kg meer melkpoeder dan de andere groep.
In beide voederschema’s worden de groei en gezondheid
van de kalveren nauwgezet opgevolgd en vergeleken. Om
voldoende gegevens te verzamelen loopt deze proef nog
voort in 2014.
In samenwerking met SLOT BV die het melkpoeder SPRAYFO
Vitesse aanlevert.
2.1.2. Vruchtbaarheid & sensortechniek
Hooibeekhoeve werkt sinds oktober 2012 samen met
KULeuven en ILVO rond sensortechnologie. Het IWT-project
– voluit ‘Individuele opvolging van vruchtbaarheid bij
melkvee aan de hand van online meetbare melkparameters’
– gaat voor: een efficiënter gebruik van de reeds
beschikbare sensoren, de ontwikkeling van nieuwe sensortechnologie en een betere individuele opvolging van de
vruchtbaarheid op de Vlaamse melkveebedrijven. Er zullen
twee sensoren ontwikkeld worden door KULeuven die een
betere opvolging van de bronstcyclus en stofwisselingsziekten mogelijk maken.
Voor het detecteren van de bronst zal een biosensor
ontworpen worden die het progesterongehalte in de melk
opvolgt. Door de progesteron te meten in melk kan niet
enkel de tocht van elke koe beter voorspeld worden, ook de
dracht en problemen met de cyclus kunnen gedetecteerd
worden. Omdat metabolische storingen bij het vee een
negatieve impact kunnen hebben op de vruchtbaarheid
zal ook de ruwe melksamenstelling (vet-, eiwit-, lactose en
ureumgehalte) individueel opgevolgd worden door middel
van Vis/NIR-spectroscopie.
Een ander aspect van het project is het vertalen van
de gemeten signalen naar nuttige informatie voor
landbouwers. Het kenniscentrum sensoren overkoepelt
de activiteiten van het project; maakt een inventaris van
de bestaande sensoren en wil de landbouwer bijstaan
bij het gebruik van bestaande sensoren door objectieve
informatie te geven. Afgelopen jaar werd op ILVO een
studiedag vruchtbaarheid georganiseerd en ging op
Hooibeekhoeve een boer-bezoekt-boer event door rond
robotmelken. Landbouwers konden hier een mini-beurs met
robotbedrijven bezoeken waarna de theorie aan de praktijk
getoetst werd op een extern bedrijfsbezoek. Wegens succes
werd dit event in Aalter herhaald.
Meer info op www.koesensor.be
13
2.1.3. Kengetallen
2.1.4. Dairyman
Kengetallen zijn erg belangrijk voor melkveehouders om
hun bedrijfsresultaten op een objectieve manier te kunnen
vergelijken met die van hun collega’s. Een vooruitstrevend
bedrijf moet er steeds voor zorgen zo goed mogelijk te
scoren voor alle kengetallen door acties te ondernemen
bij processen waar hun bedrijf minder scoort. Het ADLOdemonstratieproject ‘Efficiënt gebruik kengetallen
melkvee voor optimalisatie bedrijfsvoering’ had als
doel om een actuele set van kengetallen aangaande de
melkproductie, diergezondheid en bedrijfseconomische
prestaties te verzamelen op een 50-tal Vlaamse melkveebedrijven. Het project – gecoördineerd door Inagro en met
Hooibeekhoeve, Boerenbond, ILVO-Dier en Wim Govaerts &
co als partners – liep tot 30 september 2013. Als afsluiter
werden afgelopen zomer verschillende artikels gepubliceerd
in de vakpers en ging in elke provincie een studiedag
gecombineerd met bedrijfsbezoek door. De artikels zijn
gebundeld in een brochure die digitaal beschikbaar is via
www.hooibeekhoeve.be
Het project Dairyman ging in 2013 zijn vierde en
laatste jaar in. De laatste hand werd gelegd aan de papers
van de geteste managementtools en innovaties in alle
regio’s.
Efficiënt gebruik kengetallen melkvee
voor optimalisatie bedrijfsvoering
ADLO-project
01/09/2011 - 30/09/2013
Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling:
Europa investeert in zijn platteland
Eindbrochure | ADLO Kengetallen | september 2013
14
In juni ontving Hooibeekhoeve de projectpartners van
de deelnemende regio’s voor een bedrijfsbezoek tijdens
de laatste general meeting. De investeringen binnen het
project – voor Hooibeekhoeve was dat de ecovloer en de
GPS – werden bekeken alsook enkele lopende proeven
werden toegelicht.
Het slotsymposium, waar alle resultaten werden
voorgesteld, vond plaats op 2 juli in ’s Hertogenbosch.
Alle info is gebundeld in twee rapporten met de volgende
titels: ‘A practical manual to assess and improve farm
performances’ en ‘Sustainability of dairy farming and the
implementation of EU environmental directives in the
northwest of Europa’. Deze rapporten zijn te raadplegen op
de website van de Hooibeekhoeve.
2.1.5. Voederproeven
Hooibeekhoeve was – naast ILVO, PVL Bocholt en Inagro –
partner in het project ‘Reductie van de soja-import door het
gebruik van bestendige sojaschroot in de rundveevoeding’,
gefinancierd door Boerenbond.
Doel van het project was om het sojaverbruik van
rundvee en hun soja-import te verlagen door bestendiger
gemaakt soja- en koolzaadschroot in de rundveevoeding
te gebruiken. Met enkele voederproeven werd de
inpasbaarheid van de bestendige soja in de praktijk
nagegaan. De laatste periodeproef op de Hooibeekhoeve
liep in het voorjaar van 2013. Alle resultaten zijn gebundeld
in een eindrapport, te raadplegen op de website van de
Hooibeekhoeve.
15
2.1.6. Uiergezondheid en antibioticagebruik
Hooibeekhoeve is opvolgingsbedrijf in het project
‘Duurzame melkveehouderij door verantwoord gebruik
van diergeneesmiddelen’ van het M-team (UGent). Binnen
dit project wordt de uiergezondheid op 30 opvolgingsbedrijven intensief opgevolgd en vindt er 2-maandelijks een
bedrijfsbezoek plaats door de dierenarts van het M-team.
In samenspraak met de bedrijfsdierenarts werden er op
de Hooibeekhoeve al heel wat positieve maatregelen naar
uiergezondheid genomen die in de toekomst alleen maar
kan verbeteren.
De partners binnen het project zijn, M-team (UGent), MCC,
VRV, VDV, IVDB en NGROD.
Sinds september 2013 is Hooibeekhoeve als praktijkbedrijf
betrokken in het ADLO-demoproject rond verantwoord
antibioticagebruik in de melkveehouderij. In dit project
wordt gewerkt aan de implementatie en communicatie
van de autoregulerende maatregelen zoals geformuleerd
door AMCRA (centrum van expertise over antimicrobiële
consumptie en resistentie bij dieren). Vier Vlaamse pilootbedrijven, waaronder de Hooibeekhoeve, passen bepaalde
AMCRA-maatregelen toe: een gedetailleerde datacollectie
van het antibioticumgebruik, het onderbouwd inzetten
van quinolones, 3de-4de generatie cefalosporines en het
selectief droogzetten zonder antibiotica onder bepaalde
voorwaarden. Al deze maatregelen worden tegen 2015
grondig geëvalueerd.
De partners binnen het project zijn MCC Vlaanderen,
Boerenbond, BCZ-CBL, DGZ Vlaanderen, PVL Bocholt en
Schoolhoeve Axelwalle. 2.2. Voedergewassen
2.2.1. Proeven op maïs
Het rassenonderzoek op maïs wijzigde in 2013 grondig:
CIPF (als coördinator), LCV, Carah, CPL-Vegemar
en Semzabel werken nu samen in één netwerk. De
rassenproeven gebeuren volgens een gemeenschappelijk protocol en de resultaten worden gezamenlijk
gepubliceerd. In 2013 werden vergelijkingen gemaakt
voor 39 rassen vroege kuilmaïs, 48 rassen late kuilmaïs en
41 rassen korrelmaïs.
Hooibeekhoeve is proefveldhouder binnen dit netwerk.
De proef met vroege en late kuilmaïsrassen werd
uitgezaaid op 25 april in vier herhalingen. Door de
koude en natte weersomstandigheden na de zaai verliep
de beginontwikkeling van de maïs moeilijk. De vroege
groep kuilmaïs werd weerhouden bij de keuring door de
Semzabelcommissie. De late groep stond echter te
wisselvalig op het moment van keuring, en werd niet
weerhouden voor verdere opvolging. De oogst van de
rassenproef gebeurde op 14 oktober. De resultaten van de
rassenproeven zijn integraal met de voederwaardegegevens
gepubliceerd in de vakliteratuur en nu raadpleegbaar op
www.lcvvzw.be
Net als de voorgaande jaren volgden we het oogsttijdstip
van kuilmaïs bij drie rassen op, telkens gezaaid op twee
tijdstippen. We volgden de evolutie in afrijping op de
locaties Geel-Poiel en Retie. Vanaf half augustus namen we
wekelijks een staal voor drogestofbepaling. De resultaten
publiceerden we in de vakpers. Bij eerste staalnames leek
het erop dat de maïs snel zou afrijpen. Daarna viel de
afrijping echter quasi stil om dan begin oktober op één
week tijd sterk toe te nemen.
Dit project liep onder coördinatie van CIPF vzw (Onafhankelijk
Groenvoedercentrum).
16
In het project ‘Invloed van diverse bodembewerkingssystemen op de fytotechnische omgeving en kostprijs
van de teelt van maïs’ vergelijken we reeds enkele jaren
de klassieke bodembewerking (ploeg) met een beperkte
bodembewerking, zonder grondbewerking (cultivator en
directzaai). Deze jaarlijkse proef met klassieke kuilmaïs ligt
op een praktijkperceel in Heppen-Leopoldsburg en gebeurt
in samenwerking met Hogeschool Gent en Pioneer Hi-bred.
Aangezien bij de verschillende types bodembewerking een
invloed te verwachten is op de mineralisatie, zijn er nog 3
stikstofniveaus aangelegd per bodembewerking. Zo werd
een stikstofbemesting uitgevoerd volgens advies (N-index
Bodemkundige Dienst van België), 30% verlaagd advies
en 30% verhoogd advies. Na de maïsoogst startten we
met de voorbereiding voor het volgende proefjaar door
groenbemesters (gras en rogge) in te zaaien.
In 2013 deed Hooibeekhoeve ervaring op met striptill voor
het zaaien van maïs in stroken. Bij het striptill-systeem
wordt enkel een 10cm brede strook bewerkt waarin later
gezaaid wordt. Aangezien er precies op de bewerkte strook
moet gezaaid worden, gebeurt de grondbewerking en het
zaaien met RTK-GPS. Deze techniek wordt al op grote
schaal toegepast in Amerika en biedt voordelen naar
bodemverdichting, erosie, brandstofbesparing en arbeid.
Deze demoproef liep met medewerking van Agrometius,
Agropak, Maes Kasterlee, New Holland en Packo Agri.
Maïs wordt klassiek op 75cm rijafstand gezaaid. Nauwere
rijafstanden bij maïs vormden in het verleden een
probleem qua oogstmechanisatie. Vandaag speelt dit
minder mee door de rijonafhankelijke voorzetstukken voor
zowel kuil- als korrelmaïsoogst. Nauwere rijafstanden
zouden bovendien een voordeel kunnen bieden naar de
benutting van nutriënten. We zaaiden in samenwerking
met Agropak op een perceel in Tongerlo maïs op 37,5cm
en 45cm.
Hooibeekhoeve is partner binnen het demonstratieproject
‘Maïs bemesten, oude principes, nieuwe techniek’ en neemt
de thema’s ‘rijenbemesting met drijfmest’ en ‘maïs na gras
bemesten’ voor haar rekening.
17
Rijenbemesting met drijfmest is niet vanzelfsprekend.
We verwachten immers dezelfde mogelijkheden als bij
rijenbemesting met kunstmest. Nieuwe technieken,
vooral in combinatie met GPS bieden kansen. Zo’n
nieuwe technologie is bvb. een aangepaste cultivator die
in één werkgang drijfmest toedient en zaaiklaar legt. In
een volgende werkgang wordt er maïs gezaaid. Door het
gebruik van RTK-GPS bij het bemesten en zaaien wordt het
zaad op enkele centimeters naast de mest gelegd.
In 2012 startte Hooibeekhoeve in Tongerlo een proef met
rijenbemesting op maïs. Op basis van die ervaring werd in
2013 eenzelfde proef opgezet in Heppen met volgende
objecten:
1. 85 kg N RDM/ha vollevelds
2. 85 kg N RDM/ha rijenbemesting
3. 170 kg N RDM/ha vollevelds
4. 170 kg N RDM/ha rijenbemesting
5. 170 kg N RDM/ha vollevelds + kunstmest rijenbemesting
6. 170 kg N RDM/ha rijenbemesting + kunstmest
rijenbemesting
7. 170 kg N RDM/ha vollevelds + nitrificatieremmer
8. 170 kg N RDM/ha rijenbemesting + nitrificatieremmer
9. 170 kg N RDM/ha vollevelds (perceel met rijenbemester
berijden zondermestinjectie)
10.85 kg N RDM/ha vollevelds + 85 kg N RDM/ha
rijenbemesting
11. 170 kg N RDM/ha vollevelds + snelwerkende kalk
Deze demoproef liep met medewerking van Agrometius,
Agropak, Agrotechnics en KWS.
18
Een tweede luik van het project ‘Maïs bemesten, oude
principes, nieuwe techniek’ behandelt de bemesting van
de teeltcombinatie gras-maïs. Deze teeltcombinatie
gebeurt hoofdzakelijk onder derogatievoorwaarden. Na
de maïsoogst wordt er (Italiaans) raaigras gezaaid. In het
voorjaar (eind april - begin mei) oogst men het gras en
wordt er terug maïs gezaaid. In één jaar worden er bijgevolg
2 teelten geoogst. Vraag is of de huidige bemestingsnorm
voldoende is om in één jaar 2 teelten te kunnen oogsten die
zowel voldoende kwantiteit als kwaliteit bieden. Op basis
van eerdere proeven kan gesteld worden dat een vroege
en snel opneembare stikstofgift voordelen biedt. Kunstmest
of een vroege drijfmestgift al dan niet in combinatie met
kunstmest geeft goede resultaten. Een vroege drijfmestgift
is echter niet steeds mogelijk. In deze gevallen is men enkel
op kunstmest aangewezen om het gras te bemesten. Men
heeft dan de keuze om het gras minder kunstmest te geven
of om op de hoeveelheid drijfmest in te boeten, wil men
aan de normen voldoen. Het is onze bedoeling te zoeken
naar de meest optimale bemesting voor de teeltcombinatie
gras-maïs.
Voor het tweede jaar op rij werd in Tongerlo een proef met
7 objecten aangelegd met als doel de beste bemestingsstrategie na te gaan. Onder het systeem van werkzame stikstof
werden volgende strategieën vergeleken (uitgedrukt in kg
N/ha):
object
gras
maïs
dierlijke
kunst
dierlijke
kunst (rij)
1
0
0
0
0
2
0
80
170
20
3
85
80
85
20
4
0
0
250
20
5
125
0
125
20
6
165
0
85
20
7
0
100
250
20
2.2.2. Proeven op grasland en gras/klaver
In de hedendaagse graslanduitbating neemt het maaien
toe ten opzichte van begrazing. Bedrijven met een grote
veestapel evolueren naar een bedrijfssysteem waarbij de
koeien het ganse jaar op stal blijven. Ook is er nood aan
smakelijke structuuraanbrengers als alternatief voor duur
aangekochte producten als graszaadhooi en luzernepellets.
Vanuit die nood komen nieuwe mengselsamenstellingen
op de markt die hierop inspelen. We zien onder andere
festulolium zijn intrede doen. Ook rietzwenkgras is een
grassoort die onder maaivoorwaarden gemiddeld 10%
meer opbrengt dan Engels raaigras en bovendien veel
minder droogtegevoelig is dan raaigras en timothee.
Grassoorten in combinatie met klaver (rood en wit)
kunnen op zijn minst een vergelijkbare productie en
kwaliteit opleveren en dit met een aanzienlijke besparing
van chemische N-meststoffen. Een vergelijking van de
landbouwkundige eigenschappen van deze verschillende
soorten en combinaties helpt de landbouwer om een juiste
beslissing te nemen bij de mengselkeuze.
Op de Hooibeekhoeve werd in het voorjaar een proef
uitgezaaid met 20 verschillende grassoorten of
grasmengsels waarin volgende grasrassen aan bod
komen: Engels raaigras Meloni, rietzwenk Barolex,
rietzwenk Callina, festulolium Hykor, festulolium
Lifema al dan niet in combinatie met een mengsel van
witte klaver Lemon en rode klaver Merwi. De proefaanleg gebeurde in het najaar 2012 en tijdens
2013 werden van 6 snedes opbrengsten en klaveraandelen
bepaald. Het klaveraandeel bij de gras-klaver objecten
varieerde van gemiddeld 10% bij de eerste snede tot 60%
bij de laatste snedes. Er gebeurden monsternames voor
nitraatrest en voederwaardebepaling. Dit project loopt in
het kader van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen
vzw onder coördinatie van Alex de Vliegher van het ILVO eenheid Plant.
De kostprijs van een teelt wordt sterk bepaald door de
bemestingskosten. Bij grasland speelt bovendien een
extra kwaliteitsaspect. Gras met slechte voederwaarde
kost de melkveehouder geld. Hij moet dan extra eiwit
aankopen. Daarnaast scoort grasland goed op vlak van
nitraatresidu. Maximaal gebruik van drijfmest op grasland
is een noodzaak om enerzijds de kosten aan kunstmest
terug te dringen en anderzijds om de bedrijfseigen
mest op een oordeelkundige manier af te zetten.
Nieuwe technieken van mestbewerking vinden ingang op
melkveebedrijven. Pocketvergisters zorgen voor energieproductie voor het eigen bedrijf uitsluitend gebruik makend
van rundermest, maar zorgen mogelijk ook voor een
snellere of betere werking van de vergiste drijfmest. Scheiden van drijfmest is een mogelijkheid om de vaste
fractie met minder transportkost te kunnen afvoeren,
terwijl de meeste N en K toch nog op het bedrijf kan
worden aangewend via de dunne fractie. Scheiders kunnen
mobiel ingezet worden, wat naar investering toe voordelen
biedt. Ook hier kan worden verondersteld dat - doordat
de organische fractie vooral in de dikke mest achterblijft men een snellere werking van de N in de dunne mest mag
verwachten.
Op 2 locaties – nl. Geel (Hooibeekhoeve) en Zele – werd in
2012 een proef gestart waarbij volgende bemestingsstrategieën worden vergeleken op gemaaid grasland:
1) Runderdrijfmest 250 N;
vb. 30 m3 voor 1e, 25 m3 na 2e snede
2) Runderdrijfmest +25% N = 315 N uit dierlijke mest
vb. 30m3 voor 1e, 25m3 na 1e, 15 m3 na 2e snede
3) Dunne fractie runderdrijfmest 250 N
(in Zele Runderdrijfmest aan 170 N dierlijk)
4) Vergiste runderdrijfmest 250 N
X
a) N tot norm systeem werkz N, K, Mg tot advies
b) N tot norm, geen aanvulling K, Mg
19
De opbrengsten en gewasanalyses van alle sneden werden
bepaald. Ook nitraatrest werd geanalyseerd. De proef
werd uitgevoerd in 3 herhalingen en loopt nog verder tot
en met 2014. In 2013 werden 6 snedes uitgevoerd op 7
mei, 4 juni, 2 juli, 8 augustus, 20 september en 22 oktober.
Gemiddeld werd 11,28 ton droge stof/ha gras geoogst. De
eerste tussentijdse resultaten worden bekend gemaakt via
LCV-actueel en komen aan bod bij bedrijfsbezoeken op de
Hooibeekhoeve.
maïs zonder extra bemesting een goede opbrengst geeft.
Hooibeekhoeve heeft in 2013 een demoproef aangelegd
waar na het scheuren van gras maïs, voederbieten en gras
is ingezaaid. Om na te gaan of een bijkomende bemesting
nut heeft, werden bijkomend nog 3 N-niveaus aangelegd.
Naast de opbrengstbepalingen werden op deze proef ook
maandelijks stalen genomen om de mineralisatie op te
volgen. Naast de locatie in Geel ligt dezelfde demoproef in
Merelbeke die gecoördineerd wordt door ILVO-Plant.
2.2.3. Eiwitgewassen
Het scheuren van grasland kan in vele gevallen aanleiding
geven tot nitraatuitspoeling. Dit is negatief voor de
waterkwaliteit en betekent een verlies aan bemestingswaarde voor de landbouwer. In het demonstratieproject
‘Grasland scheuren en vernieuwen op maat van milieu’
is het de bedoeling de verschillende aspecten die de
nitraatuitspoeling bij graslandvernieuwing beperken, te
demonstreren. Een onderdeel van dit project is het effect
van verschillende volggewassen na het scheuren van
gras te bekijken. Uit eerdere ervaring is immers gebleken dat
gras na gras vaak een bijkomende bemesting vraagt terwijl
Goed gras blijft voor melkvee de voornaamste eiwitbron.
Toch is door de hoge sojaprijzen de vraag hoog naar
zelf te telen alternatieven. De Hooibeekhoeve heeft in
2013 met steun van LCV volgende eiwitteelten naast
elkaar uitgezaaid: erwten, lupinen, veldbonen en soja.
De duivenschade kon goed beperkt worden op het
kleine demoveld door het te overspannen met lint. De
standdichtheid was niet bij alle teelten optimaal. Een
beperkte oppervlakte van de demonstratieveldjes werd
handmatig geoogst en er werden opbrengsten gewogen
van 3,8 ton/ha voor de veldbonen, 3,3 ton/ha voor
de erwten, 0,7 tot 3,2 ton/ha voor de lupinen en 1,2
ton/ha voor de soja (omgerekend naar 15% vocht). 2.3. Duurzame bemesting EN
waterkwaliteit (Werking
in kader van CVBB)
CVBB
In juli 2011 werd het Coördinatiecentrum voor Voorlichting
en Begeleiding duurzame Bemesting (CVBB vzw) opgericht
als één van de flankerende maatregelen van MAP4. Het
doel van het CVBB is het stimuleren en coördineren van
voorlichting en begeleiding van landbouwers die gericht is
op het behalen van de doelstellingen van MAP4.
De werking van CVBB vzw omvat 3 pijlers. De eerste en
tweede pijler omvatten de organisatie van waterkwaliteitsgroepen en de begeleiding van Vlaamse land- en
tuinbouwers bij de toepassing van de nieuwe bemes-
20
tingsregels van MAP 4. De derde pijler van het CVBB is het
aanleggen van een netwerk van referentiepercelen dat
verspreid is over alle provincies en landbouwstreken.
De uitvoering van individuele bedrijfsbegeleiding en van
de activering van gebiedsgerichte waterkwaliteitsgroepen
berust bij de erkende praktijkcentra die bijgevolg een
centrale rol spelen binnen CVBB vzw.
Waterkwaliteitsgroepen
provincie Antwerpen komt dit neer op een totaal van 28
rode MAP-meetpunten, waarmee de provincie zijn dalende
trend van de vorige jaren verderzet. Deze positieve evolutie
blijkt niet alleen uit de daling van het aantal meetpunten,
maar ook uit het aantal overschrijdingen. In het meetjaar
2007-2008 werden er nog 212 (16,3%) overschrijdingen
gemeten, terwijl dit er nu nog slechts 76 (7,3%) zijn. De
resultaten zijn dus hoopgevend. De doelstelling om eind
2014 maximaal 16% rode MAP-meetpunten te hebben
wordt in provincie Antwerpen mogelijk net (niet) gehaald.
Momenteel zijn 82% van de 153 meetpunten groen.
Oppervlaktewater
In de provincie Antwerpen waren er in 2011 bij de start
van MAP 4 42 rode MAP-meetpunten. Deze meetpunten
worden opgevolgd door drie erkende praktijkcentra,
waaronder het Landbouwcentrum voor Voedergewassen in
Geel. Het LCV volgde aanvankelijk 10 rode MAP-meetpunten
op. Na het meetjaar 2011-2012 konden er vijf geschrapt
worden van deze lijst. In vier waterlopen vond er tijdens
het ganse meetjaar geen overschrijding plaats, waardoor
zij weer groen kleurden. Bij het vijfde MAP-meetpunt
kon het LCV aantonen dat de oorzaak niet in Vlaanderen
maar in Nederland ligt, waardoor VMM dit MAP-meetpunt
zal verleggen. Bij de overige waterlopen die opgevolgd
worden, kan worden vastgesteld dat de nitraatmetingen in
de positieve richting evolueren.
Helaas kwamen er twee nieuwe rode MAP-meetpunten
bij in Malle. In februari van 2013 werd ook voor deze
MAP-meetpunten een waterkwaliteitsgroep opgericht.
Op deze waterkwaliteitsgroepen werden alle land- en
tuinbouwers uitgenodigd die met hun percelen in het
afstroomgebied van de waterloop liggen. Samen met het
LCV evalueerden zij de officiële metingen van VMM en
gingen zij op zoek naar oorzaken van overschrijdingen. Deze
manier van werken stimuleert de land- en tuinbouwers om
zelf het heft in handen te nemen. Ze volgen de situatie op
in hun gebied en nemen zelf de nodige maatregelen om de
waterkwaliteit te verbeteren met als doel hun meetpunt
groen te laten kleuren (lager dan de vooropgestelde 50 mg
NO3-/l).
Na het meetjaar 2012-2013 werd door het CVBB de
situatie van de MAP-meetpunten geëvalueerd. Voor de
Grondwater
In de provincie Antwerpen worden enkele gemeentes ook
geconfronteerd met grondwater waarin hoge nitraatgehaltes gemeten worden. Dit is onder andere het geval
in Dessel, Mol, Retie, Kasterlee en Oud-Turnhout. Samen
tellen deze gemeentes 8 grondwaterputten die een
negatieve evolutie kennen voor het nitraatgehalte en die
verantwoordelijk zijn voor een groot focusgebied dat zich
uitstrekt over deze gemeentes. Uit opzoekwerk heeft het
LCV kunnen vaststellen dat het grondwater in deze regio’s
niet diep zit, waardoor negatieve invloeden hoogstwaarschijnlijk afkomstig zijn uit het nabije verleden (ongeveer
6 maanden). Vanuit dit gegeven werd er door het LCV in
2012 een kleine nitraatresiducampagne opgezet rond
de betrokken meetpunten. In september 2013 werden
de landbouwers uit het focusgebied uitgenodigd op de
waterkwaliteitsgroep grondwater waar de resultaten van
deze campagne en mogelijke acties besproken werden.
21
De aanwezige landbouwers waren bereid om zich te
engageren om oplossingen te zoeken opdat de metingen
in de putten zouden verbeteren waardoor het focusgebied
kan verdwijnen. Ze haalden echter wel aan dat er gezocht
moet worden naar leefbare oplossingen .
en minstens één bedrijfsbezoek. Analyses verplicht
door de mestbank worden niet ondersteund. Omdat
het CVBB per landbouwer een subsidie van € 300
betaald, bedragen de kosten voor de landbouwer slechts
€ 50 plus 6% btw op de totaalfactuur.
Referentiepercelen
Elke landbouwer kan een begeleidingspakket aanvragen.
Aan de hand van het bezoek en de analyses wordt een
bemestingsadvies op perceelsniveau verleend. Hierdoor
voorkomt de landbouwer hoge nitraatreserves in het najaar,
waardoor de kans op sancties verkleind. Bovendien werken
we zo aan een betere waterkwaliteit. In samenspraak met
de landbouwer kan het LCV advies verlenen over volgende
onderwerpen:
Over heel Vlaanderen volgt het CVBB een netwerk van
± 540 referentiepercelen op. Dit netwerk omvat
verschillende teelten op verschillende bodems en is
aangelegd om de invloed van teelt- en weersomstandigheden op het nitraatresidu beter te kunnen opvolgen. In de
provincie Antwerpen volgt het LCV 22 referentiepercelen
op bij 7 verschillende landbouwers. Van deze percelen
werden intussen van twee teeltjaren gegevens verzameld
over teelt, bemesting, residu,… Zo kan een correct idee
gevormd worden over de evolutie van de residuen die
gemeten werden op de percelen. Door dit te doen, hoopt
men te komen tot een dynamischer nitraatresidu in functie
van de seizoenen.
• Werken aan een laag N-residu
• Optimaal inzetten van mest in functie
van gras, maïs, derogatie…
• Organische stof en pH op peil houden
• N en P, maar zeker ook de andere elementen
• Teeltspecifieke vragen over gras en maïs
• Met de expertise van het LCV werken aan een goede
ruwvoeropbrengst
Afgelopen jaar werden 9 landbouwers begeleid door het
LCV.
Individuele begeleiding
Het LCV is één van de praktijkcentra die een individueel
begeleidingspakket bemesting van het CVBB aanbiedt.
Dit pakket heeft een waarde van € 350. Het kan
opgevuld worden met bodemanalyses, mestanalyses
22
2.4. Eigen mest vergisten op melkveebedrijven
Op korte tijd zijn er in Vlaanderen verschillende pocketvergisters gebouwd. Hooibeekhoeve wil onderzoek doen naar
de haalbaarheid van de vergisting van runderdrijfmest
zonder toevoeging van andere producten en het systeem
van de pocketvergister mee op punt stellen. Het is bij
een installatie op deze schaal niet de bedoeling om grote
winsten te maken maar om een aanvaardbare terugverdientijd voor de landbouwers te realiseren door benutting
van de elektriciteit en warmte op het eigen bedrijf. Om
landbouwers te adviseren over dergelijke kleine vergisters,
werd op basis van een haalbaarheidsstudie besloten om
ook op de Hooibeekhoeve een kleinere vergister te plaatsen.
Na het evalueren van het rapport en voorlegging aan de
Technische Werkgroep, werd gestart met de voorbereiding
voor de aankoop en installatie. Deze zal in 2014 geplaatst
worden.
met beplanting. Verder zijn ook de eigen wensen, de
sectorgebonden aspecten, het omliggende landschap en
de bestaande beplanting belangrijk om rekening mee te
houden.
Daarnaast werd in een bemestingsproef op grasland
digestaat ingezet, zijnde het restproduct na
vergisting, om reeds voor de komst van de pocketvergister de bemestingswaarde ten opzichte
van ruwe runderdrijfmest te evalueren.
2.5. Landschapsintegratie
Het aantal land- en tuinbouwbedrijven in onze provincie
daalt, maar ze worden steeds groter en ook meer zichtbaar
in ons landschap. Met behulp van een doordacht erfbeplantingsplan kunnen we deze bedrijven beter integreren
in het landschap en werkt de sector mee aan een mooi en
aantrekkelijk platteland. Op deze manier krijgen we mooie,
geïntegreerde bedrijven die een aangename woon- en
werkplaats zijn voor de eigenaars, maar die ook door de
plattelandsgebruiker positief gewaardeerd worden.
Concreet ondersteunt de Hooibeekhoeve alle land- en
tuinbouwers in de provincie met een gratis erfbeplantingsplan op maat van het bedrijf. De landschapsarchitect
gaat langs bij de landbouwer en ze bekijken dan samen
wat de mogelijkheden zijn om het bedrijf aan te kleden
Een blijvend succes
Land- en tuinbouwers vinden nog steeds de weg naar
de Hooibeekhoeve om een gratis erfbeplantingsplan
te laten opmaken. Vaak worden ze doorgestuurd door
studiebureaus, maar ook gemeentebesturen verwijzen
land- en tuinbouwers meer en meer naar de landschapsarchitect door. Zij hebben het bestaan en de werking mogelijk
leren kennen via presentaties die zijn gegeven aan de lokale
atria van de provincie. Tijdens deze presentaties heeft de
landschapsarchitect haar praktijkervaring en visie geschetst
met tekst en sprekende (voor)beelden.
23
Erfbeplantingsplan bij vergunningsaanvragen
4%
3% 2%
2% 1% 1%
melkvee (35)
melkvee + zijtak (7)
varkens (17)
pluimvee (8)
8%
41%
vleesvee (7)
gemengde bedrijven (3)
10%
glastuinbouw (2)
paardenfokkerij (2)
loonwerk (2)
20%
8%
geiten / schapen (1)
Dit jaar zijn 85 plannen getekend. In de grafiek wordt
weergegeven welke sectoren het meest aan bod zijn
gekomen.
24
Het merendeel van deze plannen kadert in een vergunningsaanvraag waarbij het plan wordt toegevoegd aan
het aanvraagdossier. Dit is enerzijds in het voordeel van
de landbouwer, aangezien deze beplanting is afgestemd
op zijn bedrijf en rekening houdt met de landbouwtechnische aspecten. Anderzijds kan dit ook handig zijn voor
gemeenten, waarbij er meer zekerheid is dat de beplanting
effectief wordt uitgevoerd.
Vanuit deze aanpak proberen we ook af te stappen van
het traditionele ‘groenscherm’ waarbij bedrijven worden
verstopt en gecamoufleerd met beplanting. Bedrijven
mogen juist zichtbaar zijn in hun omgeving. Vandaar
streven we naar een transparante beplanting en proberen
we om een gevarieerd beeld te creëren op gans de
bedrijfssite. Een afwisseling van lage, hoge, massieve en
transparante beplantingsvormen zorgt voor een boeiend en
gevarieerd geheel. Door een blik te werpen op het bedrijf,
kunnen passanten en recreanten bovendien kennismaken
met een hedendaags land- of tuinbouwbedrijf.
Mooie resultaten
Een erfbeplantingsplan opmaken is één ding, maar de
uitvoering ervan is een ander paar mouwen. Vaak wordt
dit in verschillende fasen gedaan, waardoor volledig
aangelegde en afgewerkte erven pas na jaren verwezenlijkt
worden. Dit heeft te maken met de toch wel grote werken
die erbij komen zien, de bijhorende kosten en de mogelijke
tijdsbesteding die men eraan kan/wil besteden. Maar
overwegend is de grootste reden dat bedrijven constant in
evolutie zijn en telkens weer bijbouwen en nieuwe plannen
maken voor de toekomst waardoor een erf nooit echt af is.
Niettegenstaande kunnen we na vele jaren tekenwerk, toch
al mooie resultaten laten zien:
VOOR
NA
25
LANDBOUWEDUCATIE
Hooibeekhoeve is de ideale plek op het Kempische
platteland om kennis te maken met de landbouwsector.
Zowel scholen als verenigingen en andere groepen kunnen
op deze boerderij terecht voor interessante informatie rond
de hedendaagse landbouw. Ook voor een dagje platteland
helpt de hoeve bezoekers op weg in de Kempen en de
provincie Antwerpen. Met de educatieve werking van de
Hooibeekhoeve wil de provincie Antwerpen de troeven
van ons landelijk gebied uitspelen en de agrarische sector
en het platteland in beeld brengen. De combinatie van
landbouw- en plattelandseducatie, nl. de combinatie van
een gegidste rondleiding op het melkveebedrijf met een
uitgebreid en gevarieerd educatief aanbod rond landbouw
en platteland, maakt de Hooibeekhoeve als actor in het
educatielandschap uniek in Vlaanderen. Het Kempisch
domein, waar de Hooibeekhoeve gelegen is, maakt dat het
educatief aanbod van louter economische landbouw kan
verbreed worden tot plattelandseducatie, met oog voor o.a.
landschap, natuur en geschiedenis. Onze tentoonstelling
windows@rural behandelt thema’s als economie, voedselveiligheid en biotechnologie en biedt werkmappen aan die
- ter voorbereiding of achteraf - in de klas gebruikt kunnen
worden. Het platteland rondom de Hooibeekhoeve kun je
verkennen met een
outdoor-GPS die
je al wandelend
langs een aantal
educatieve borden,
de Koningshoeve,
de grafheuvel van
Baron Coppens en het Prinsenpark brengt. Daarnaast gaan
we spelenderwijs in op thema’s zoals land- en tuinbouw in
het algemeen, de imkerij en de uitdagingen voor land- en
tuinbouw in Noord én Zuid, met behulp van respectievelijk
het plattelandsspel, het bijenspel en het digitaal groepsspel
boerenverstand. Tenslotte zijn er de plattelandsmobiel en
bijenmobiel, die verhuurd worden voor landbouwevenementen. Het zijn interessante leermiddelen om via leuke
opdrachten kennis te maken met de landbouw en het
platteland of de bijensector.
Als poort naar het platteland ontving de Hooibeekhoeve
binnen haar educatieve werking in 2013 in totaal 8492
bezoekers. Het publiek was vrij gevarieerd.
In klasverband kwamen 1076 leerlingen kennismaken
met de landbouw op ons melkveebedrijf. Ze verruimden
hun kennis binnen de verplichte leerplannen in de
tentoonstelling windows@rural en aan de hand van
individuele opdrachten op en rond het landbouwbedrijf. Zowel lagere scholen als het secundair onderwijs
kennen de weg naar de Hooibeekhoeve. Ook de rural
caching, waarbij het platteland avontuurlijk verkend wordt
met behulp van een wandel-GPS, was succesvol.
Zo’n 257 volwassenen brachten in groep een bezoek aan het
melkveebedrijf, een opdracht die zorgvuldig werd aangepakt
door de verschillende gediplomeerde landbouwgidsen.
27
STUDIEDAGEN
4.1. Studiedagen
4.1.1. Studiedag voedergewassen
12 februari 2013
Op de tweede dinsdag van februari was het traditioneel de
beurt aan de Hooibeekhoeve om 1 van de 13 LCV-studievergaderingen te organiseren. Dit gebeurde in samenwerking
met de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO)
van het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse
overheid en de vakgroep Melkveehouderij van Boerenbond.
In LCV-actueel overliep Gert Van de Ven actuele thema’s
vanuit het praktijkonderzoek voedergewassen. Zo gaf hij
duiding bij de resultaten van het LCV-netwerk maïsrassenproeven. Joos Latré ging nog dieper in op de maïsrassenkeuze en dit met focus op de voederwaarde als belangrijk
criterium.
Tot slot namen diverse projectmedewerkers van de
Hooibeekhoeve het woord en lichtten één voor één de
lopende en reeds afgeronde onderzoeken met melk- en
jongvee toe.
De diverse thema’s zorgden voor heel wat interactie met de
ongeveer 45 deelnemers.
4.1.2. Workshop ‘Meer melk met eigen voer?’ 21 maart 2013
In een workshop met als gastspreker Prof. Dr. Ir. Daniël
Debrabander werd toegelicht hoe je de ruwvoermelkproductie kan optimaliseren. De workshop begon met
een theoretische benadering om nadien aan de slag
te gaan met de bedrijfseigen gegevens van de twaalf
deelnemende landbouwers. Diverse kuilanalyses werden
onder de loep genomen en er werd uitvoerig gediscussieerd
over mogelijke verbeterpunten. 4.1.3. Proefveldbezoek
25 juni 2013
Pas op 25 juni kon een proefveldrondgang op de
Hooibeekhoeve ingericht worden. Het koude voorjaar
zorgde er immers voor dat vooral de maïs een enorme
groeiachterstand kende. Er werd van de gelegenheid
gebruik gemaakt om ook de proeven die verder van de
Hooibeekhoeve aangelegd waren uitvoerig toe te lichten
via presentaties voorzien van veel beeldmateriaal. Zo
kwamen de diverse bodembewerkingsproeven en de
bemestingsproeven bij de gras-maïs teeltcombinatie aan
29
bod. Tijdens de rondgang werd stil gestaan bij de strip-till
machine. Ook de verschillen tussen de bemestingstrappen
in de volgteelten na gescheurd grasland waren sprekend.
De demoproef eiwitgewassen kon bezocht worden op
een ideaal tijdstip namelijk op het moment dat vooral de
diverse lupinesoorten in bloei stonden. Maar evengoed
konden de bezoekers kennis maken met veldbonen, erwten
en soja. Als afsluiter kwam de proef met grassoorten aan
bod en werd de proefopzet van de bemestingsproef met
diverse rundermestsoorten toegelicht.
‘Stalmatten en -matrassen’ op de Hooibeekhoeve.
In onze melkveestal liggen 15 verschillende soorten
stalmatten en -matrassen, live uitgetest door onze koeien.
Daarnaast is er een tentoonstelling met stalen, waar een
duidelijk overzicht staat van de verschillende producten
en hun eigenschappen. Naast stalmatten is er ook een
demonstratie met kniebomen, die ervoor zorgen dat de
koeien niet te ver in hun ligbed kunnen kruipen waardoor
ze niet goed meer kunnen opstaan. De knieboom kan uit
hout, ijzer, kunststof of nylon bestaan, en wordt aan de
ligbox of op de ondergrond gemonteerd en dit op een
afstand van 1,8 meter, te meten vanaf de achterkant van
het ligbed.
Ook in de jongveestal worden verschillende matten en
matrassen gedemonstreerd.
4.3. Beurzen
4.4.1. Agriflanders 2013
De toehoorders konden proeven van wat de Hooibeekhoeve
– na een hopelijk succesvol proefverloop – zal kunnen
bieden aan resultaten rond de diverse thematieken. 4.1.4. Studiedag landbouweducatie
6 september 2013
Op 6 september werd op de Hooibeekhoeve een bijscholingsmoment georganiseerd voor de 7 landbouwgidsen
van de Hooibeekhoeve.
4.2. Demonstraties
4.2.1. Demo stalmatten en -matrassen
Op de Hooibeekhoeve lopen twee demonstraties die
permanent te bezoeken zijn: stalmatten en -matrassen en
kniebomen. Er zijn tal van boxbedekkingen op de markt,
wat het voor landbouwers niet eenvoudig maakt om
een keuze te maken. Daarom vinden ze de demonstratie
30
DLP, Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf Pluimveehouderij
waren van 15 tot 18 januari aanwezig op Agriflanders, de
tweejaarlijkse Vlaamse land- en tuinbouwbeurs in Flanders
Expo te Gent. In een gemeenschappelijke stand met de vijf
Vlaamse Provinciebesturen kon de bezoeker ervaren hoe
elke provincie dagelijks werkt aan een leefbare landbouw
en een aantrekkelijk platteland!
4.4.2. Sfeernacht
4.4.3. Start toeristisch seizoen
Op vrijdagavond 22 maart vond in het provinciehuis de
laatste Sfeernacht plaats. Samen met onze collega’s van
het Proefbedrijf Pluimveehouderij en Dienst Landbouwen Plattelandsbeleid hadden we een standje in de erehal.
We stelden er onze nieuwe bedrijfsfilm voor en onze
educatieve werking naar het grote publiek (PROMinANT,
Terra Nova, scholenwerking).
Op zondag 28 april nam de Hooibeekhoeve deel aan de
opening van het toeristisch seizoen in de stad Geel. We
stonden er op de Geelse markt met een heuse melkkoe, een
puzzelzoektocht over het melkveebedrijf en een blokkenspel
over de Vlaamse land- en tuinbouw. Talloze jonge gezinnen
en senioren uit Geel maakten op die manier kennis met
onze educatieve werking.
Op stap naar de Hooibeekhoeve …
Een mega ‘koe’l idee!
Scholen
De Hooibeekhoeve is de ideale plek op het
Kempische platteland om kennis te maken met
de landbouwsector. Zowel klassen uit het basis- als secundair onderwijs zijn welkom. We
ontvangen je op ons melkveebedrijf voor een
rondleiding in de veestallen, een bezoek aan
de tentoonstelling windows@rural, een boeiend DVD-spel rond mest, water, energie ... Of
we sturen je vanuit de hoeve de regio in, op
ontdekking met de GPS, fiets of huifkar ... Op
de Hooibeekhoeve beleef je een dag vol plattelandsplezier!
4.4.4 Geelse Dierendag
Op 12 oktober vond in de landbouwhal van Thomas Moore
de 1ste Geelse Dierendag plaats. Met dit evenement wil
de Stad Geel het belang van dierenwelzijn benadrukken.
De Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf Pluimveehouderij
waren aanwezig met een gemeenschappelijke stand.
Hier konden bezoekers kennismaken met hun innovaties
omtrent dierenwelzijn gaande van de stalmatten op
de Hooibeekhoeve tot de verschillende systemen voor
leghennen op het Proefbedrijf Pluimveehouderij.
31
evenementen voor het grote publiek
5.1. Terra nova: koken,
kamperen, koeien kijken!
Op vrijdag 26 juli, vrijdag 2 augustus en vrijdag 9 augustus
verwelkomden we telkens 30 ouders met kinderen in
ons ‘Hooitel’ op de Hooibeekhoeve, in het kader van het
provinciale zomerevenement Terra Nova. Het thema van
dit jaar was: ‘Koken, kamperen, koeien kijken!’ Na het
installeren van de tenten gingen we op zoek naar kruiden
in de natuur en maakten we kruidenbroodjes op stok op
een zelfgemaakt houtvuur. Napraten kon bij het kampvuur
voor de liefhebbers. De volgende ochtend startte met
een heerlijk boerenontbijt. Als afsluiter volgde nog een
verkenning op ons melkveebedrijf onder begeleiding van
een gediplomeerde landbouwgids.
5.2. PROMinANT
Op zondag 1 september organiseerden we samen
met RURANT vzw het jaarlijkse plattelandsevenement
PROMinANT. We mochten zo’n 10.000 bezoekers
ontvangen! Net als de vorige edities was de streekproductenmarkt weer een heuse topper. Maar ook de
kinderen beleefden de tijd van hun leven bij de dieren
en op de reuzegrote stroberg. Vanuit het feestterrein van
PROMinANT op de aanpalende weide, konden de bezoekers
ook het melkveebedrijf bezoeken waar een zoektocht mét
wedstrijd werd uitgewerkt rond het watergebruik op de
Hooibeekhoeve.
33
ONDERWIJSONDERSTEUNING
6.1. Praktijklessen agrarisch onderwijs
Dagelijks volgen studenten van het Geelse landbouwonderwijs praktijkles op de Hooibeekhoeve. Ze leren er hoe je
veilig omgaat met dieren, hoe je koeien toiletteert, hoe je
de conditiescore bepaalt en hoe je de kwaliteit van ruwvoer
beoordeelt. Tijdens deze lessen gebruiken ze de bedrijfsgegevens van de Hooibeekhoeve. Ook de andere landbouwscholen hebben de weg gevonden: 2 656 landbouwstudenten volgden in 2013 praktijklessen op de Hooibeekhoeve.
Tijdens de zomervakantie draaiden 20 studenten van de
Universiteit Antwerpen een volledige week mee op het
melkveebedrijf om op deze manier praktijkervaring met
melkkoeien op te doen.
Ook een student bachelor landbouw van Thomas
More in Geel heeft in 2013 een aantal dagen per
week stage gelopen op de Hooibeekhoeve.
6.2. Masterproef ecovloer
In 2013 is het eerste onderzoek naar de ecovloer op de
Hooibeekhoeve afgerond. De voornaamste conclusies uit
de masterproef van Evy Willemse zijn dat er een verhoogde
activiteit is op de ecovloer, dat het rubber een licht elastich
effect heeft en meer grip geeft. Er was meer uiting van
natuurlijk gedrag en daarmee gepaard gaande duidelijkere
tochtsignalen. De klauwslijtage was minder ten opzichte
van de betonnen roostervloer.
In samenwerking met Thomas More|KU Leuven
6.3. Masterproef rond ligboxenplein
Ook het liggedrag van de vaarzen op het rond ligboxenplein
werd in 2013 onderzocht. Uit de masterproef van Sharyn
Konings bleek dat vaarzen minder lang en minder frequent in
het ligboxenplein lagen. Er was ook minder herkauwgedrag
in het ligboxenplein. De flexibele ligboxenafscheidingen
voldoen niet in hun functie. Ze kunnen niet verhinderen
dat er afwijkende ligposities voorkwamen en dat de dieren
eroverheen stapten. Hiermee gepaard gaan, waren de dieren
meer bevuild wanneer ze in het ligboxenplein lagen. Het
ronde ligboxenplein in de huidige opstelling voldoet niet
om het welzijn van de koeien de verbeteren. Bovendien is de
kopruimte te klein. In de toekomst wordt bekeken hoe deze
opstelling te optimaliseren.
In samenwerking met Thomas More|KU Leuven
6.4. Masterproef koeverkeer in
relatie met uiergezondheid bij
een automatisch melksysteem
Er werd onderzocht of er een
relatie is tussen de
stalindeling en
het geluid van een
automatisch melksysteem (AMS) en
het uitliggen van melk en de uiergezondheid. Zo zou het
AMS een prikkeling kunnen geven tot het schieten van
melk voor koeien die zich in de buurt bevinden van of het
AMS passeren zonder effectief gemolken te worden. Het
onderzoek werd uitgevoerd op de Hooibeekhoeve waar
gebruik gemaakt wordt van een Delaval melkrobot met
feed-first koeverkeer. Kathleen Clemens concludeerde in haar
masterproef dat melk uitliggen voornamelijk voorkwam in
de achterste stalhelft waar koeien zowel kunnen eten, liggen
als staan en daardoor het bezoek aan de AMS uitstellen.
Melk uitliggen heeft geen directe invloed op het celgetal in
de melk. Het beïnvloedt wel andere parameters waardoor
het celgetal stijgt. Zo hebben koeien die melk uitliggen een
langer melkinterval en een lagere melkfrequentie. Melk
uitliggen vindt meestal plaats wanneer de koeien in de
ligboxen liggen door de druk op de uiers.
In samenwerking met Thomas More|KU Leuven en MCC
Vlaanderen
35
Onze coördinatieopdracht:
coördinatie LCV vzw
Hooibeekhoeve is niet enkel proefveldhouder van het
Landbouwcentrum voor Voedergewassen LCV vzw, maar
voert ook de coördinatie uit van dit praktijkcentrum:
secretariaat van en organiseren van Raad van Bestuur,
Algemene Vergadering, Technische comités, opmaak
van de begroting en afrekening van de projecten… Voor
2013 omvatte de LCV begroting een budget van ongeveer
435 500 EUR. Dit is inclusief de werking in kader van het
Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame
Bemesting CVBB vzw. Het budget wordt grotendeels
samengesteld uit de werkingsbijdrage van de Vlaamse
overheid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling,
demoprojecten, provincie Antwerpen en het CVBB vzw.
Ook de sector draagt bij. De coördinatie omvat eveneens
het verzorgen van de communicatie. Er werd een nieuwe
huisstijl en website voor LCV uitgewerkt. De jaarlijkse
brochure wordt enkel nog digitaal verspreid en niet meer
gedrukt.
Binnen de proefveldwerking werden tijdens 2013
belangrijke wijzigingen doorgevoerd voor wat betreft
de rassenproeven maïs. Het protocol werd bijgestuurd
en het aantal locaties werd teruggedrongen. Er werd
meegewerkt aan één gezamenlijk netwerk voor praktijkrassenproeven maïs voor gans België. Voor 2013 bleven
36
hierdoor slechts 4 LCV proeflocaties overeind in de
resultaattabellen. Globaal liepen in 2013 tien projecten
en twee demonstratieprojecten ‘Duurzame bemesting’
waaraan twaalf partners meewerkten.
Traditioneel werden door de regionale partners van LCV in
samenwerking met de Vlaamse Overheid Afdeling Duurzame
landbouwontwikkeling
13 studiedagen verspreid
over gans Vlaanderen
georganiseerd. Ook dit
jaar werd hieraan een
schriftelijke
enquête
gekoppeld. De grafiek
geeft per studiedag weer
welke bedrijfstakken de
respondenten hebben.
Merk op dat een divers
publiek gaande van gespecialiseerde melkveehouders
over gemengde bedrijven
tot louter akkerbouwers de
studiedagen bijwoonden
afhankelijk van de regio.
communicatie
8.1. Publicaties
In 2013 bracht de Hooibeekhoeve haar bedrijfsfilm
en haar vierjaarlijkse nieuwsbrief voor het eerst uit,
beiden zijn online te raadplegen.
8.2. Persoverzicht
Landbouwleven
• 04/01/13 p. 4: Actueel: Vier pijlers van
het landbouwbeleid in Antwerpen
• 04/01/13 p. 30: Studiedagen
voedergewassen en veehouderij 2013
• 11/01/13 p. 6-10: Akkerbouw – LCV – Resultaten
praktijkonderzoek korrelmaïs 2012
• 25/01/13 p. 9-13: Akkerbouw – LCV – Resultaten
praktijkonderzoek kuilmaïs 2012
• 25/01/13 p. 27: Berichten en mededelingen :
Studieavonden voedergewassen
• 01/02/13 p. 31: Studieavonden
voedergewassen komende week
• 08/02/13 p. 32: Studiedagen & demonstraties :
Antwerpen – Geel: Studiemiddag
Voedergewassen
• 01/03/2013 p. 21-22 en 24: LCV – Maïsrassen
voor de koe: vandaag en morgen?
• 15/03/2013 p. 29-30-31 en 34: Maïs bemesten:
oude principes opnieuw geëvalueerd
• 15/03/2013 p. 36: LCV-actueel 2012 rond rassenkeuze,
knolcyperus, vruchtafwisseling en organische stofbalans
• 12/04/2013 p. 17: Elf jaar proefveldbewerking op
bedrijf Speeckaert-Heremans in St.-Martens – Lennik
• 03/05/2013 p.9-10: Hooibeekhoeve legt
maïsperceel aan volgens Strip-Till-techniek
• 31/05/2013 p. 10: Maïs onder zware stress
• 31/05/2013 p. 20: Inschrijven voor Prominant
• 17/06/2013 (online): Onderzoekers en voorlichters
inzake melkveehouderij op Hooibeekhoeve in Geel
• 21/06/2013 p.14-15: In het kader van het
Dairymanproject – Hooibeekhoeve
ontvangt internationale delegatie
onderzoekers inzake melkveehouderij
• 21/06/2013 p. 22: Waarschuwingsnetwerk
LCV – nog geen bladluizen in maïs
• 28/06/2013 p. 10: Nog steeds weinig bladluizen
• 05/07/2013 p. 13: Bladluizen in maïs :
Situatie nog steeds uitstekend
• 12/07/2013 p. 9: Hier en daar wat
meer bladluizen in de maïs
• 12/07/2013 p. 22: Boer-BezoektBoerevent start op Hooibeekhoeve
• 16/08/2013 p. 26: Boer-BezoektBoerevent rond robotmelken.
• 30/08/2013 p. 29: Prominant zet een
punt achter de schoolvakantie.
• 06/09/2013 p. 11-12: Project Dairyman - via
diverse wegen naar duurzame melkveehouderij
• 13/09/2013: p. 18: Boer-bezoektboerevent op de Hooibeekhoeve
• 13/09/2013 p. 7: Start opvolging van
de afrijping van de kuilmaïs
• 20/09/2013 p. 5: Door minder gunstig weer:
‘Afrijping van de maïs vertraagd’
• 27/09/2013 p. 29: Nazomerweer laat maïs sneller
afrijpen
ZooM
• Jan-feb-maart p. 17: Hooibeekhoeve in de kijker:
Op stap naar het Plattelandscentrum Kempen…
Mega ‘koe’l idee !
Boer & Tuinder
• 08/02/13 p. 38: Berichten – Activiteiten van derden –
Studievergaderingen:
Kontich/Geel/Roeselare: voedergewassen en veehouderij
• 15/02/13 p. 46: Activiteiten van derden –
Workshops: Geel: Melkvee “Meer melk met
eigen voer ?”
• 08/03/13 p. 26: Berichten - Vruchtbaarheid
bij melkvee, Do’s-And-Don’ts – Studiedag
• 10/05/2013 p.20: Strip-till, maïs zaaien in een gleuf
• 17/05/2013 p. 24: Nieuwsbrief
Hooibeekhoeve gelanceerd
• 14/06/2013 p. 13: Waarschuwingsnetwerk voor bladluizen in maïs start
• 14/06/2013 p. 14: HoGent doet
project rond eiwitgewassen
• 28/06/2013 p. 16: Weinig bladluizen –
Maïs – Jurgen Depoorter namens LCV
• 28/06/2013 : p. 24: Hooibeekhoeve
is specialist in gras en maïs
• 28/06/2013 p. 46: Activiteiten van derden –
Gezinsactiviteiten Antwerpen: Terra Nova
• 19/07/2013 p. 46: Geel: robotmelken:
activiteiten van derden
• 03/08/2013 p. 47: Geel: robotmelken:
activiteiten van derden
• 23/08/2013 p. 28: Bestendig sojaschroot
in de melkveevoeding
37
• 23/08/2013 p. 28: Bewegingsnieuws – Agenda
Antwerpen – Geel-ten-Aard: Prominant
• 23/08/2013 p. 47: Boer-BezoektBoerevent rond robotmelken
• 30/08/2013 p. 16: Nieuwe website voor LCV
• 30/08/2013 p. 37: Geel-ten-Aard: Prominant
• 30/08/2013 p. 47: Antwerpen: Terra
Nova – Activiteiten van derden
• 06/09/2013 p.35: Kempens platteland
toont veelzijdigheid
• 06/09/2013 p. 47: Winnaars wedstrijd Prominant
• 13/09/2013 p. 17: ‘Opvolging afrijping kuilmaïs’ –
Voedergewassen Jurgen Depoorter namens LCV
• 13/09/2013 p. 64: Grote opkomst voor boerbezoekt-boer event op de Hooibeekhoeve
• 20/09/2013 p. 21: Opvolging afrijping
kuilmaïs – Jurgen Depooter namens LCV
• 27/09/2013 p. 17: Afrijping van de kuilmaïs –
Voedergewassen Jurgen Depoorter namens LCV
• 11/10/2013 p. 12: Afrijping van de kuilmaïs –
Voedergewassen Jurgen Depoorter namens LCV
• 18/10/2013 p. 11: Afrijping van de kuilmaïs –
Voedergewassen Jurgen Depoorter namens LCV
• 22/11/2013 p. 36-37: Winterstudievergaderingen LCV – An Schellekens
• 06/12/2013 p. 46: Winterstudievergaderingen LCV – An Schellekens
• 13/12/2013 p.54: Winterstudiedagen LCV – An Schellekens
• 20/12/2013 p. 54: Winterstudievergaderingen LCV –
An Schellekens De Landbode
• 15/02/13 p. 16: Uitnodiging workshop :
“Meer melk met eigen voer ?”
• 07/06/2013 p. 16: De ideale promotie voor uw bedrijf of
producten
R.T.V.
• 21/02/2013: Nieuws uit de provincie plus een blik
achter de schermen van de Hooibeekhoeve
• 14/06/2013: Hooibeekhoeve is een voorbeeld
• 31/08/2013: Officiële opening PROMinANT
De Streekkrant
• 20/02/13 p. 20: Hooibeekhoeve breidt uit.
GVA (Geel
• 01/05/2013 (online): Hooibeekhoeve trapt
mee het toeristisch seizoen af
• 29/08/2013 (online): PROMinANT 2013 het grootste
plattelandsevenement van provincie Antwerpen
• 02/09/2013 p.13: Recordaantal bezoekers
op landbouwbeurs Prominant
• 06/09/2013 p. 23: Geel: Foto Prominant
38
GVA – Rondje Provincie
• p. 2: Bijleren op een leuke manier “rural caching”
• p. 3: “Vernieuwd educatief aanbod rond Europa : de
Europaweken
Het Nieuwsblad (Geel)
• 13/06/2013 (online): Internationale
belangstelling voor Hooibeekhoeve
• 28/08/2013: Ontdek het platteland op PROMinANT
• 31/08/2013 p. 36: Organisatie Hooibeekhoeve verwacht
10.000 bezoekers
VILT
• 14/05/2013 (online): Hooibeekhoeve roept
digitale nieuwsbrief in het leven
• 18/06/20013 (online): Dairyman-project
inspireert Europese melkveehouderij
• 26/06/2013 (online): Antwerpse praktijkcentra behalen
strenge milieunorm
Made in Kempen
• 13/06/2013: Hooibeekhoeve in Geel is voorbeeld voor
Noordweg-Europese landbouw
Radio 2
• 14/06/2013: item in ochtendpost Geel FM
• 14/06/2013: Hooibeekhoeve ontvangt internationale
delegatie
Melkveebedrijf
• 10/07/2013 (online): Boer-bezoekt-boer-event start op
Hooibeekhoeve
Het Laatste Nieuws
• 31/08/2013: Hooibeekhoeve verwacht
10.000 bezoekers
De Zondag
• 01/09/2013: Het platteland beleven op PROMinANT
Nnieuws – Herentals
• 03/09/2013: Duizenden bezoekers voor Prominant Geel
Uit in Vlaanderen
• 01/09/2013: PROMinANT
Veldverkenners
• 01/09/2013: Agenda: PROMinANT
DE POSTILJON
• 13/09/2013 p. 4: Nederlandse boeren
bezoeken hun Kempense collega’s
39
Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid
40
Hooibeekhoeve
Hooibeeksedijk 1 | 2440 Geel
T 014 85 27 07 I F 014 85 36 15
[email protected] | www.hooibeekhoeve.be