hooibeekhoeve Activiteitenverslag 2013 De deputatie van de Provincie Antwerpen Voorzitter: Leden: Provinciegriffier: Depotnummer: Cathy Berx, Gouverneur Luk Lemmens Ludwig Caluwé Inga Verhaert Bruno Peeters Peter Bellens Rik Röttger Danny Toelen D/2014/0180/8 Adres: Hooibeekhoeve Hooibeeksedijk 1 2440 Geel Telefoon: 014 85 27 07 Fax: 014 85 36 15 e-mail:[email protected] URL:www.hooibeekhoeve.be 2 inhoud Voorwoord5 1. Hooibeekhoeve 1.1.Ons bedrijf: van melkbar tot melkrobot 1.1.1. Nieuwe infrastructuur 1.1.2. Huidige stallen en grond 1.1.3. Dieren 1.1.4. De melkrobot 1.1.5. Melkkwaliteit 1.1.6. Bemesting 1.2.Onze mensen 1.3. Onze partners 7 7 7 7 8 8 8 9 8 11 2. Onderzoek 2013 2.1. Melkvee 2.1.1. Kalveropfok met verschillende melkpoederconcentratie 2.1.2. Vruchtbaarheid EN sensortechniek 2.1.3. Kengetallen 2.1.4. Dairyman 2.1.5. Voederproeven 2.1.6. Uiergezondheid en antibioticagebruik 2.2.Voedergewassen 2.2.1. Proeven op maïs 2.2.2. Proeven op grasland en gras/klaver 2.2.3. Eiwitgewassen 2.3.Duurzame bemesting en waterkwaliteit (Werking in kader van CVBB) 2.4.Eigen mest vergisten op melkveebedrijven 2.5. Landschapsintegratie 13 14 14 14 14 14 15 16 16 16 19 19 20 23 23 3. Landbouweducatie 27 4. Studiedagen en evenementen voor landbouwers, ambtenaren en gemeenten 4.1. Studiedagen 4.1.1. Studiedag voedergewassen - 12 februari 2013 4.1.2. Workshop ‘Meer melk met eigen voer?’ – 21 maart 2013 4.1.3. Proefveldbezoek - 25 juni 2013 4.1.4. Studiedag landbouweducatie – 6 september 2013 4.2. Demonstraties 4.2.1. Demo stalmatten en -matrassen 4.3. Beurzen 4.4.1. Agriflanders 2013 4.4.2. Sfeernacht 4.4.3. Start toeristisch seizoen 4.4.4 Geelse Dierendag 29 29 29 29 29 30 30 30 30 30 31 31 31 5. Evenementen voor het grote publiek 5.1. Terra nova: koken, kamperen, koeien kijken! 5.2. PROMinANT 33 33 33 6. Onderwijsondersteuning 35 6.1. Praktijklessen agrarisch onderwijs 35 6.2. Masterproef ecovloer 35 6.3. Masterproef rond ligboxenplein 35 6.4. Masterproef koeverkeer in relatie met uiergezondheid bij een automatisch melksysteem35 7.Onze coördinatieopdracht: coördinatie LCV vzw 36 8. Communicatie 8.1. Publicaties 8.2. Persoverzicht 37 37 37 3 VOORWOORD Beste lezer, Als kind bracht ik mijn vakanties meestal door bij grootvader op de boerderij. Veertig jaar later denk ik er nog altijd met heel veel plezier aan terug. Ondertussen is de sector natuurlijk grondig veranderd. Als huidig gedeputeerde voor Landbouw ben ik opgetogen de evoluties op de voet te kunnen volgen en er mee op te mogen inzetten. De Hooibeekhoeve is daarvoor het geschikte instrument; alle aspecten van landbouw en platteland geïntegreerd in één bedrijf dat in partnerschap staat met de sector. Met het praktijkgericht onderzoek zitten we bij de bron van innovatie en nieuwe tendensen. We staan dicht bij de sector met de organisatie van studiedagen, demonstraties, netwerkmomenten en happenings. Dit jaar mochten we maar liefst 10.000 bezoekers ontvangen op het grootste plattelandsevent PROMinANT. De aanwezigheid op beurzen als Agriflanders in Gent en de allerlaatste Sfeernacht in het voormalige provinciehuis maakt ons zichtbaar aan een zo breed mogelijk publiek. Ook de eigen deuren van de hoeve zetten we wijd open voor alle inwoners uit onze provincie. Bezoekers maken er kennis met zowel landbouw als platteland. Met onze educatieve werking willen we het onderwijs warm maken voor ons interactief aanbod. Scholieren zijn een belangrijke doelgroep. Op de schoolbanken creëren we het toekomstige draagvlak voor landbouw en platteland. Met een bezoekersaantal van 8492 binnen de educatieve werking het afgelopen jaar in de Hooibeekhoeve kunnen we spreken van een succes! Daarnaast was het ook het jaar van baanbrekende projecten zoals het project Dairyman en onderzoeken naar onder andere voedergewassen, uiergezondheid en antibioticagebruik. We presenteerden ook met trots onze gloednieuwe bedrijfsfilm. Het is een greep van activiteiten die u kan terugvinden in dit jaarverslag. Mijn dank gaat uit naar de hele ploeg, van directie tot onderzoeker en stielman. Het is door hun inzet en gedrevenheid dat we kunnen blijven groeien in een gedragen visie en onze steen bijdragen aan een provincie met innoverende landbouwtechnieken en een bruisend platteland. Ook in de toekomst timmeren we verder aan de weg naar de Hooibeekhoeve en hopen we een breed publiek te verwelkomen. We zetten blijvend onze schouders onder vernieuwende onderzoeken, versterkende partnerschappen en gaan in 2014 met uit de kluiten gewassen ambitie aan de slag om onze doelstellingen waar te maken. Ludwig Caluwé Gedeputeerde voor Landbouwbeleid 5 hooibeekhoeve Hooibeekhoeve is het provinciaal praktijk- en voorlichtingscentrum voor melkveehouderij, voedergewassen en plattelandsontwikkeling. We streven naar een duurzame melkveehouderij in Vlaanderen door: • het voeren van objectief en praktijkgericht onderzoek • het stimuleren van kennisuitwisseling met en tussen melkveehouders • het verzorgen van een open dialoog tussen de melkveesector en het grote publiek Dit alles in partnerschap met de sector. Hooibeekhoeve is een unieke locatie in Vlaanderen: verschillende aspecten van landbouw en platteland zijn geïntegreerd in één bedrijf. Door deze integratie bereikt Hooibeekhoeve een ruim publiek: van gespecialiseerde melkveehouders over al dan niet agrarische scholen tot recreanten op het platteland. De onderzoeksthema’s die in 2013 aan bod kwamen, worden hierna besproken. Ook over onze plattelands- en landbouweducatie voor verschillende doelgroepen en leeftijden lees je verder meer. 1.1.Ons bedrijf: van melkbar tot melkrobot 1.1.1. Nieuwe infrastructuur In 2013 werden op de Hooibeekhoeve 2 nieuwe sleufsilo’s gebouwd en de bestaande siloplaten uitgebreid: goed voor 2000m³ extra voeropslag. Voor een beter gebruik van de bestaande siloplaten werden er muren geplaatst. De muren zijn opgetrokken uit betonblokken van Ebema (lengte: 1,35m – hoogte: 0,5m – breedte: 0,675m). Die betonblokken zijn goedkoper dan gestorte keermuren. Door de breedte van de betonblokken verlies je wel oppervlakte. Voor de Hooibeekhoeve gaat het over 65m³ per sleufsilo. De (ver)nieuw(d)e sleufsilo’s maken gebruik van een aangepaste septische put voor de opvang van silosappen. Verder investeerden we ook in een aparte, overdekte opslag van vaste mest. Op deze manier blijft het regenwater gescheiden van de mestsappen. Naast de uitbreiding van de sleufsilo’s is er ook een weegbrug aangelegd. De weegbrug is 18m lang en kan tot 60 ton wegen. Bij de oogst van gras en maïs wegen we de productie per perceel. Omgekeerd wegen we ook de hoeveelheid mest die naar een perceel gaat. De weeggegevens laten toe om een beeld te vormen van de in- en uitstromen van mineralen op ons melkveebedrijf en zullen verder gebruikt worden in de onderzoeksprojecten van de Hooibeekhoeve. 1.1.2. Huidige stallen en grond Onze melkkoeien staan in een moderne ligboxenstal met 58 ligplaatsen. Ze worden gemiddeld 3 keer per dag gemolken door een melkrobot. In de jongveestal is er plaats voor 145 stuks jongvee en 24 droogstaande koeien. De stierkalveren worden ondergebracht in eenlingiglo’s. De Hooibeekhoeve bewerkt 53,48 hectare grond. 47,68 ha daarvan is eigendom van de provincie Antwerpen, 5,80 ha huren we. In 2013 bestond het teeltplan voor het grootste gedeelte uit grasland: van de totale oppervlakte van 53,48 ha lag 28,53 ha in grasland. Hiervan werd ruim 26,03 ha uitsluitend gemaaid, 2,5 ha ervan ligt in natuurgebied (2 grootvee-eenheden/ha). De maïs, 24,91 ha in 2013, telen we voornamelijk op de verder gelegen percelen op lichte zandleemgrond. In 2013 werd er ook 0,04 ha vlinderbloemigen ingezaaid. Van de graspercelen haalden we 18 ton voordroog per ha en van de maïspercelen haalden we 40 ton maïs per ha. 7 1.1.5. Melkkwaliteit 1.1.3. Dieren Aantal stuks koeien 58 Gemiddelde leeftijd 3 jaar en 11 maanden Aantal stuks jongvee 51 Melkquotum 481 557 liter Gemiddelde melkproductie 10 683 liter Vetgehalte 4,16 % Eiwitgehalte 3,41 % Tussenkalftijd 413 Afkalfleeftijd vaarzen 23 maanden Aantal kalvingen 50 Aantal geboren vaarskalveren 28 (56%) Aantal geboren stierkalveren 24 (44%) Aantal afgekalfde vaarzen 23 (46%) Waarvan kalving uit gesekst sperma 7 (30%) Waarvan vaarskalveren 1 (14%) Bestrijdingsprogramma’s tegen dierziekten waaraan deelgenomen wordt: • paraTBC • BVD • IBR • Neospora 1.1.4. De melkrobot Onze melkkoeien worden volledig automatisch gemolken door een melkrobot. De robot melkt de koeien gemiddeld 3 keer per dag. Één melkbeurt duurt gemiddeld 7,5 minuten. De koeien kiezen zelf wanneer ze gemolken worden. Tussen iedere melkbeurt moet wel minimum 6 uur zitten. Om de koeien naar de melkrobot te lokken krijgen ze er eiwitkern en evenwichtig krachtvoer. 8 Melkproductie en melkkwaliteit zijn belangrijke parameters binnen de melkveehouderij als economisch gegeven. Ook op de Hooibeekhoeve hechten we veel belang aan de opvolging hiervan. Integrale Kwaliteitszorg Melk – IKM Sinds 2001 heeft Hooibeekhoeve een IKM-certificatie. Dit betekent dat ons melkveebedrijf zich onderwerpt aan een lastenboek met hygiëne-, milieu- en welzijnseisen dat regelmatig gecontroleerd wordt. Autocontrolegids voor de primaire dierlijke productie In 2009 behaalde Hooibeekhoeve het certificaat ‘Autocontrolegids voor de primaire dierlijke productie’. Het autocontrolesysteem is van toepassing op de productie van akkerbouwgewassen (bedrijfseigen voer), het houden en fokken van productiedieren (runderen) en melkproductie. De autogids is ontstaan om de traceerbaarheid in de voedselketen te garanderen. 1.1.6. Bemesting Melkkwaliteit Hooibeekhoeve behaalde in 2013 geen enkel strafpunt voor melkkwaliteit. In onderstaande tabel vind je het overzicht van het maandgemiddelde van de verschillende parameters voor melkkwaliteit. Op de Hooibeekhoeve wordt ieder jaar minstens één meststaal genomen; van de percelen wordt er om de 3 jaar een bodemstaal genomen. Van de maïspercelen, de graanpercelen en een aantal graspercelen nemen we jaarlijks een dieptestaal om de stikstofreserve in de bodem te bepalen. Op basis van alle analyseresultaten en de behoeften van het gewas wordt de bemesting berekend, rekening houdend met de wetgeving. Overzicht van de melkkwaliteit per maand in 2013 Maand Vet (g/l) Eiwit (g/l) Celgetal (x1000/ml) Kiemgetal (x1000/ml) Coligetal (/ml) Vriespunt (-m°C) Ureum (mg/l) Januari 43,2 34,9 164 5 31 517 193 Februari 43,3 35,3 160 5 < 10 518 203 Maart 43,7 35,4 155 5 < 10 517 211 April 42,4 35,4 146 6 < 10 519 227 Mei 41,6 34,7 130 5 12 519 229 Juni 41,2 34,5 112 4 24 518 217 Juli 40,7 33,9 109 5 29 516 160 Augustus 40,1 33,9 125 4 10 516 188 September 40,2 35,4 147 4 11 516 157 Oktober 41,5 36,2 168 5 11 517 173 November 42,1 36,5 168 6 < 10 518 177 December 44,0 36,8 187 9 <10 517 188 9 10 1.2. Onze mensen* Hooibeekhoeve Water Ooms Liesl Voorlichting en onderzoek Van den Broeck Ilse Directeur Aerts Evelien Communicatieadviseur Auwers Els Polyvalent medewerkster Bacaycay Girlie Schoonmaakster Blockx Anja Polyvalent medewerkster Lommelen Tinne Boekhouder Bedrijf Van Rossum Robbe Voorlichting en onderzoek Stevens Els Voorlichting en onderzoek Van Looveren Marijke Bedrijfsleider Aerts André Stielman Bens Liese Stielvrouw Bruynseels David Stielman Paepen Jozef Stielman Van Ballaer Lode Stielman - Conciërge Willemse Hendrik Stielman Melkvee Konings Veerle Voorlichting en onderzoek Coart Jiska Educatief medewerkster Energie Educatie Voedergewassen Schellekens An Voorlichting en onderzoek Coördinatie LCVvzw Van de Ven Gert Voorlichting en onderzoek Coördinatie LCVvzw Landschapsintegratie Dierckx Leen Landschapsarchitect *Situatie op 31/12/2013 1.3. Onze partners Het praktijkonderzoek op de Hooibeekhoeve zelf wordt inhoudelijk aangestuurd door de Technische Werkgroep Melkvee. Deze groep vergadert twee keer per jaar en is samengesteld uit diverse instellingen en verenigingen die actief zijn in het melkveeonderzoek of de -sector. Hooibeekhoeve is lid van het Praktijkcentrum Rundvee. Het PCR vergadert twee keer per jaar en zoekt naar afstemming tussen de verschillende organisaties. Voor de uitvoering van het melkveeonderzoek kunnen we rekenen op een financiële tussenkomst van de provincie Antwerpen. Daarnaast zoeken we naar externe financieringskanalen: zo zijn we partner in diverse ADLO-demonstratieprojecten (Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van de Vlaamse overheid) en Europese projecten. Ook private firma’s sponsoren (deel)aspecten van ons open onderzoek. Om goed op de hoogte te blijven van de evoluties op Europees vlak is de Hooibeekhoeve lid van het European Dairy Farmers. Twee maal per jaar komen de Belgische EDF-leden samen om nieuwe tendensen te bespreken en een boekhoudkundige vergelijking te maken. Eén maal per jaar vergaderen alle Europese leden op een EDF-congres over de toekomst van de Europese landbouw. Hooibeekhoeve is ook partner binnen het Landbouwcentrum voor Voedergewassen. Het grootste deel van onze proefvelden is opgenomen in het jaarprogramma van het LCV vzw en wordt van daaruit gefinancierd. Daarnaast gebeurt de coördinatie van dit centrum op en door de Hooibeekhoeve (zie 7). In het kader van plattelandsontwikkeling en PDPO-projecten gaan we ook heel wat partnerships aan. Deze komen terug in 2.5 (Landschapsintegratie) en 3 (Landbouweducatie). 11 Onderzoek 2013 2.1. Melkvee 2.1.1. Kalveropfok met verschillende melkpoederconcentratie Sinds 2012 vergelijken we twee melkpoederconcentraties bij de kalveren. In het eerste voederschema is de concentratie van de melkpoeder die de kalveren krijgen 144 g/l, in het tweede 165 g/l. De melk wordt gegeven met de kalverdrinkautomaat en alle kalveren worden op 9 weken gespeend. De groep met hogere concentratie melkpoeder krijgt gedurende de periode op de kalverdrinkautomaat ongeveer 5 kg meer melkpoeder dan de andere groep. In beide voederschema’s worden de groei en gezondheid van de kalveren nauwgezet opgevolgd en vergeleken. Om voldoende gegevens te verzamelen loopt deze proef nog voort in 2014. In samenwerking met SLOT BV die het melkpoeder SPRAYFO Vitesse aanlevert. 2.1.2. Vruchtbaarheid & sensortechniek Hooibeekhoeve werkt sinds oktober 2012 samen met KULeuven en ILVO rond sensortechnologie. Het IWT-project – voluit ‘Individuele opvolging van vruchtbaarheid bij melkvee aan de hand van online meetbare melkparameters’ – gaat voor: een efficiënter gebruik van de reeds beschikbare sensoren, de ontwikkeling van nieuwe sensortechnologie en een betere individuele opvolging van de vruchtbaarheid op de Vlaamse melkveebedrijven. Er zullen twee sensoren ontwikkeld worden door KULeuven die een betere opvolging van de bronstcyclus en stofwisselingsziekten mogelijk maken. Voor het detecteren van de bronst zal een biosensor ontworpen worden die het progesterongehalte in de melk opvolgt. Door de progesteron te meten in melk kan niet enkel de tocht van elke koe beter voorspeld worden, ook de dracht en problemen met de cyclus kunnen gedetecteerd worden. Omdat metabolische storingen bij het vee een negatieve impact kunnen hebben op de vruchtbaarheid zal ook de ruwe melksamenstelling (vet-, eiwit-, lactose en ureumgehalte) individueel opgevolgd worden door middel van Vis/NIR-spectroscopie. Een ander aspect van het project is het vertalen van de gemeten signalen naar nuttige informatie voor landbouwers. Het kenniscentrum sensoren overkoepelt de activiteiten van het project; maakt een inventaris van de bestaande sensoren en wil de landbouwer bijstaan bij het gebruik van bestaande sensoren door objectieve informatie te geven. Afgelopen jaar werd op ILVO een studiedag vruchtbaarheid georganiseerd en ging op Hooibeekhoeve een boer-bezoekt-boer event door rond robotmelken. Landbouwers konden hier een mini-beurs met robotbedrijven bezoeken waarna de theorie aan de praktijk getoetst werd op een extern bedrijfsbezoek. Wegens succes werd dit event in Aalter herhaald. Meer info op www.koesensor.be 13 2.1.3. Kengetallen 2.1.4. Dairyman Kengetallen zijn erg belangrijk voor melkveehouders om hun bedrijfsresultaten op een objectieve manier te kunnen vergelijken met die van hun collega’s. Een vooruitstrevend bedrijf moet er steeds voor zorgen zo goed mogelijk te scoren voor alle kengetallen door acties te ondernemen bij processen waar hun bedrijf minder scoort. Het ADLOdemonstratieproject ‘Efficiënt gebruik kengetallen melkvee voor optimalisatie bedrijfsvoering’ had als doel om een actuele set van kengetallen aangaande de melkproductie, diergezondheid en bedrijfseconomische prestaties te verzamelen op een 50-tal Vlaamse melkveebedrijven. Het project – gecoördineerd door Inagro en met Hooibeekhoeve, Boerenbond, ILVO-Dier en Wim Govaerts & co als partners – liep tot 30 september 2013. Als afsluiter werden afgelopen zomer verschillende artikels gepubliceerd in de vakpers en ging in elke provincie een studiedag gecombineerd met bedrijfsbezoek door. De artikels zijn gebundeld in een brochure die digitaal beschikbaar is via www.hooibeekhoeve.be Het project Dairyman ging in 2013 zijn vierde en laatste jaar in. De laatste hand werd gelegd aan de papers van de geteste managementtools en innovaties in alle regio’s. Efficiënt gebruik kengetallen melkvee voor optimalisatie bedrijfsvoering ADLO-project 01/09/2011 - 30/09/2013 Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Eindbrochure | ADLO Kengetallen | september 2013 14 In juni ontving Hooibeekhoeve de projectpartners van de deelnemende regio’s voor een bedrijfsbezoek tijdens de laatste general meeting. De investeringen binnen het project – voor Hooibeekhoeve was dat de ecovloer en de GPS – werden bekeken alsook enkele lopende proeven werden toegelicht. Het slotsymposium, waar alle resultaten werden voorgesteld, vond plaats op 2 juli in ’s Hertogenbosch. Alle info is gebundeld in twee rapporten met de volgende titels: ‘A practical manual to assess and improve farm performances’ en ‘Sustainability of dairy farming and the implementation of EU environmental directives in the northwest of Europa’. Deze rapporten zijn te raadplegen op de website van de Hooibeekhoeve. 2.1.5. Voederproeven Hooibeekhoeve was – naast ILVO, PVL Bocholt en Inagro – partner in het project ‘Reductie van de soja-import door het gebruik van bestendige sojaschroot in de rundveevoeding’, gefinancierd door Boerenbond. Doel van het project was om het sojaverbruik van rundvee en hun soja-import te verlagen door bestendiger gemaakt soja- en koolzaadschroot in de rundveevoeding te gebruiken. Met enkele voederproeven werd de inpasbaarheid van de bestendige soja in de praktijk nagegaan. De laatste periodeproef op de Hooibeekhoeve liep in het voorjaar van 2013. Alle resultaten zijn gebundeld in een eindrapport, te raadplegen op de website van de Hooibeekhoeve. 15 2.1.6. Uiergezondheid en antibioticagebruik Hooibeekhoeve is opvolgingsbedrijf in het project ‘Duurzame melkveehouderij door verantwoord gebruik van diergeneesmiddelen’ van het M-team (UGent). Binnen dit project wordt de uiergezondheid op 30 opvolgingsbedrijven intensief opgevolgd en vindt er 2-maandelijks een bedrijfsbezoek plaats door de dierenarts van het M-team. In samenspraak met de bedrijfsdierenarts werden er op de Hooibeekhoeve al heel wat positieve maatregelen naar uiergezondheid genomen die in de toekomst alleen maar kan verbeteren. De partners binnen het project zijn, M-team (UGent), MCC, VRV, VDV, IVDB en NGROD. Sinds september 2013 is Hooibeekhoeve als praktijkbedrijf betrokken in het ADLO-demoproject rond verantwoord antibioticagebruik in de melkveehouderij. In dit project wordt gewerkt aan de implementatie en communicatie van de autoregulerende maatregelen zoals geformuleerd door AMCRA (centrum van expertise over antimicrobiële consumptie en resistentie bij dieren). Vier Vlaamse pilootbedrijven, waaronder de Hooibeekhoeve, passen bepaalde AMCRA-maatregelen toe: een gedetailleerde datacollectie van het antibioticumgebruik, het onderbouwd inzetten van quinolones, 3de-4de generatie cefalosporines en het selectief droogzetten zonder antibiotica onder bepaalde voorwaarden. Al deze maatregelen worden tegen 2015 grondig geëvalueerd. De partners binnen het project zijn MCC Vlaanderen, Boerenbond, BCZ-CBL, DGZ Vlaanderen, PVL Bocholt en Schoolhoeve Axelwalle. 2.2. Voedergewassen 2.2.1. Proeven op maïs Het rassenonderzoek op maïs wijzigde in 2013 grondig: CIPF (als coördinator), LCV, Carah, CPL-Vegemar en Semzabel werken nu samen in één netwerk. De rassenproeven gebeuren volgens een gemeenschappelijk protocol en de resultaten worden gezamenlijk gepubliceerd. In 2013 werden vergelijkingen gemaakt voor 39 rassen vroege kuilmaïs, 48 rassen late kuilmaïs en 41 rassen korrelmaïs. Hooibeekhoeve is proefveldhouder binnen dit netwerk. De proef met vroege en late kuilmaïsrassen werd uitgezaaid op 25 april in vier herhalingen. Door de koude en natte weersomstandigheden na de zaai verliep de beginontwikkeling van de maïs moeilijk. De vroege groep kuilmaïs werd weerhouden bij de keuring door de Semzabelcommissie. De late groep stond echter te wisselvalig op het moment van keuring, en werd niet weerhouden voor verdere opvolging. De oogst van de rassenproef gebeurde op 14 oktober. De resultaten van de rassenproeven zijn integraal met de voederwaardegegevens gepubliceerd in de vakliteratuur en nu raadpleegbaar op www.lcvvzw.be Net als de voorgaande jaren volgden we het oogsttijdstip van kuilmaïs bij drie rassen op, telkens gezaaid op twee tijdstippen. We volgden de evolutie in afrijping op de locaties Geel-Poiel en Retie. Vanaf half augustus namen we wekelijks een staal voor drogestofbepaling. De resultaten publiceerden we in de vakpers. Bij eerste staalnames leek het erop dat de maïs snel zou afrijpen. Daarna viel de afrijping echter quasi stil om dan begin oktober op één week tijd sterk toe te nemen. Dit project liep onder coördinatie van CIPF vzw (Onafhankelijk Groenvoedercentrum). 16 In het project ‘Invloed van diverse bodembewerkingssystemen op de fytotechnische omgeving en kostprijs van de teelt van maïs’ vergelijken we reeds enkele jaren de klassieke bodembewerking (ploeg) met een beperkte bodembewerking, zonder grondbewerking (cultivator en directzaai). Deze jaarlijkse proef met klassieke kuilmaïs ligt op een praktijkperceel in Heppen-Leopoldsburg en gebeurt in samenwerking met Hogeschool Gent en Pioneer Hi-bred. Aangezien bij de verschillende types bodembewerking een invloed te verwachten is op de mineralisatie, zijn er nog 3 stikstofniveaus aangelegd per bodembewerking. Zo werd een stikstofbemesting uitgevoerd volgens advies (N-index Bodemkundige Dienst van België), 30% verlaagd advies en 30% verhoogd advies. Na de maïsoogst startten we met de voorbereiding voor het volgende proefjaar door groenbemesters (gras en rogge) in te zaaien. In 2013 deed Hooibeekhoeve ervaring op met striptill voor het zaaien van maïs in stroken. Bij het striptill-systeem wordt enkel een 10cm brede strook bewerkt waarin later gezaaid wordt. Aangezien er precies op de bewerkte strook moet gezaaid worden, gebeurt de grondbewerking en het zaaien met RTK-GPS. Deze techniek wordt al op grote schaal toegepast in Amerika en biedt voordelen naar bodemverdichting, erosie, brandstofbesparing en arbeid. Deze demoproef liep met medewerking van Agrometius, Agropak, Maes Kasterlee, New Holland en Packo Agri. Maïs wordt klassiek op 75cm rijafstand gezaaid. Nauwere rijafstanden bij maïs vormden in het verleden een probleem qua oogstmechanisatie. Vandaag speelt dit minder mee door de rijonafhankelijke voorzetstukken voor zowel kuil- als korrelmaïsoogst. Nauwere rijafstanden zouden bovendien een voordeel kunnen bieden naar de benutting van nutriënten. We zaaiden in samenwerking met Agropak op een perceel in Tongerlo maïs op 37,5cm en 45cm. Hooibeekhoeve is partner binnen het demonstratieproject ‘Maïs bemesten, oude principes, nieuwe techniek’ en neemt de thema’s ‘rijenbemesting met drijfmest’ en ‘maïs na gras bemesten’ voor haar rekening. 17 Rijenbemesting met drijfmest is niet vanzelfsprekend. We verwachten immers dezelfde mogelijkheden als bij rijenbemesting met kunstmest. Nieuwe technieken, vooral in combinatie met GPS bieden kansen. Zo’n nieuwe technologie is bvb. een aangepaste cultivator die in één werkgang drijfmest toedient en zaaiklaar legt. In een volgende werkgang wordt er maïs gezaaid. Door het gebruik van RTK-GPS bij het bemesten en zaaien wordt het zaad op enkele centimeters naast de mest gelegd. In 2012 startte Hooibeekhoeve in Tongerlo een proef met rijenbemesting op maïs. Op basis van die ervaring werd in 2013 eenzelfde proef opgezet in Heppen met volgende objecten: 1. 85 kg N RDM/ha vollevelds 2. 85 kg N RDM/ha rijenbemesting 3. 170 kg N RDM/ha vollevelds 4. 170 kg N RDM/ha rijenbemesting 5. 170 kg N RDM/ha vollevelds + kunstmest rijenbemesting 6. 170 kg N RDM/ha rijenbemesting + kunstmest rijenbemesting 7. 170 kg N RDM/ha vollevelds + nitrificatieremmer 8. 170 kg N RDM/ha rijenbemesting + nitrificatieremmer 9. 170 kg N RDM/ha vollevelds (perceel met rijenbemester berijden zondermestinjectie) 10.85 kg N RDM/ha vollevelds + 85 kg N RDM/ha rijenbemesting 11. 170 kg N RDM/ha vollevelds + snelwerkende kalk Deze demoproef liep met medewerking van Agrometius, Agropak, Agrotechnics en KWS. 18 Een tweede luik van het project ‘Maïs bemesten, oude principes, nieuwe techniek’ behandelt de bemesting van de teeltcombinatie gras-maïs. Deze teeltcombinatie gebeurt hoofdzakelijk onder derogatievoorwaarden. Na de maïsoogst wordt er (Italiaans) raaigras gezaaid. In het voorjaar (eind april - begin mei) oogst men het gras en wordt er terug maïs gezaaid. In één jaar worden er bijgevolg 2 teelten geoogst. Vraag is of de huidige bemestingsnorm voldoende is om in één jaar 2 teelten te kunnen oogsten die zowel voldoende kwantiteit als kwaliteit bieden. Op basis van eerdere proeven kan gesteld worden dat een vroege en snel opneembare stikstofgift voordelen biedt. Kunstmest of een vroege drijfmestgift al dan niet in combinatie met kunstmest geeft goede resultaten. Een vroege drijfmestgift is echter niet steeds mogelijk. In deze gevallen is men enkel op kunstmest aangewezen om het gras te bemesten. Men heeft dan de keuze om het gras minder kunstmest te geven of om op de hoeveelheid drijfmest in te boeten, wil men aan de normen voldoen. Het is onze bedoeling te zoeken naar de meest optimale bemesting voor de teeltcombinatie gras-maïs. Voor het tweede jaar op rij werd in Tongerlo een proef met 7 objecten aangelegd met als doel de beste bemestingsstrategie na te gaan. Onder het systeem van werkzame stikstof werden volgende strategieën vergeleken (uitgedrukt in kg N/ha): object gras maïs dierlijke kunst dierlijke kunst (rij) 1 0 0 0 0 2 0 80 170 20 3 85 80 85 20 4 0 0 250 20 5 125 0 125 20 6 165 0 85 20 7 0 100 250 20 2.2.2. Proeven op grasland en gras/klaver In de hedendaagse graslanduitbating neemt het maaien toe ten opzichte van begrazing. Bedrijven met een grote veestapel evolueren naar een bedrijfssysteem waarbij de koeien het ganse jaar op stal blijven. Ook is er nood aan smakelijke structuuraanbrengers als alternatief voor duur aangekochte producten als graszaadhooi en luzernepellets. Vanuit die nood komen nieuwe mengselsamenstellingen op de markt die hierop inspelen. We zien onder andere festulolium zijn intrede doen. Ook rietzwenkgras is een grassoort die onder maaivoorwaarden gemiddeld 10% meer opbrengt dan Engels raaigras en bovendien veel minder droogtegevoelig is dan raaigras en timothee. Grassoorten in combinatie met klaver (rood en wit) kunnen op zijn minst een vergelijkbare productie en kwaliteit opleveren en dit met een aanzienlijke besparing van chemische N-meststoffen. Een vergelijking van de landbouwkundige eigenschappen van deze verschillende soorten en combinaties helpt de landbouwer om een juiste beslissing te nemen bij de mengselkeuze. Op de Hooibeekhoeve werd in het voorjaar een proef uitgezaaid met 20 verschillende grassoorten of grasmengsels waarin volgende grasrassen aan bod komen: Engels raaigras Meloni, rietzwenk Barolex, rietzwenk Callina, festulolium Hykor, festulolium Lifema al dan niet in combinatie met een mengsel van witte klaver Lemon en rode klaver Merwi. De proefaanleg gebeurde in het najaar 2012 en tijdens 2013 werden van 6 snedes opbrengsten en klaveraandelen bepaald. Het klaveraandeel bij de gras-klaver objecten varieerde van gemiddeld 10% bij de eerste snede tot 60% bij de laatste snedes. Er gebeurden monsternames voor nitraatrest en voederwaardebepaling. Dit project loopt in het kader van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen vzw onder coördinatie van Alex de Vliegher van het ILVO eenheid Plant. De kostprijs van een teelt wordt sterk bepaald door de bemestingskosten. Bij grasland speelt bovendien een extra kwaliteitsaspect. Gras met slechte voederwaarde kost de melkveehouder geld. Hij moet dan extra eiwit aankopen. Daarnaast scoort grasland goed op vlak van nitraatresidu. Maximaal gebruik van drijfmest op grasland is een noodzaak om enerzijds de kosten aan kunstmest terug te dringen en anderzijds om de bedrijfseigen mest op een oordeelkundige manier af te zetten. Nieuwe technieken van mestbewerking vinden ingang op melkveebedrijven. Pocketvergisters zorgen voor energieproductie voor het eigen bedrijf uitsluitend gebruik makend van rundermest, maar zorgen mogelijk ook voor een snellere of betere werking van de vergiste drijfmest. Scheiden van drijfmest is een mogelijkheid om de vaste fractie met minder transportkost te kunnen afvoeren, terwijl de meeste N en K toch nog op het bedrijf kan worden aangewend via de dunne fractie. Scheiders kunnen mobiel ingezet worden, wat naar investering toe voordelen biedt. Ook hier kan worden verondersteld dat - doordat de organische fractie vooral in de dikke mest achterblijft men een snellere werking van de N in de dunne mest mag verwachten. Op 2 locaties – nl. Geel (Hooibeekhoeve) en Zele – werd in 2012 een proef gestart waarbij volgende bemestingsstrategieën worden vergeleken op gemaaid grasland: 1) Runderdrijfmest 250 N; vb. 30 m3 voor 1e, 25 m3 na 2e snede 2) Runderdrijfmest +25% N = 315 N uit dierlijke mest vb. 30m3 voor 1e, 25m3 na 1e, 15 m3 na 2e snede 3) Dunne fractie runderdrijfmest 250 N (in Zele Runderdrijfmest aan 170 N dierlijk) 4) Vergiste runderdrijfmest 250 N X a) N tot norm systeem werkz N, K, Mg tot advies b) N tot norm, geen aanvulling K, Mg 19 De opbrengsten en gewasanalyses van alle sneden werden bepaald. Ook nitraatrest werd geanalyseerd. De proef werd uitgevoerd in 3 herhalingen en loopt nog verder tot en met 2014. In 2013 werden 6 snedes uitgevoerd op 7 mei, 4 juni, 2 juli, 8 augustus, 20 september en 22 oktober. Gemiddeld werd 11,28 ton droge stof/ha gras geoogst. De eerste tussentijdse resultaten worden bekend gemaakt via LCV-actueel en komen aan bod bij bedrijfsbezoeken op de Hooibeekhoeve. maïs zonder extra bemesting een goede opbrengst geeft. Hooibeekhoeve heeft in 2013 een demoproef aangelegd waar na het scheuren van gras maïs, voederbieten en gras is ingezaaid. Om na te gaan of een bijkomende bemesting nut heeft, werden bijkomend nog 3 N-niveaus aangelegd. Naast de opbrengstbepalingen werden op deze proef ook maandelijks stalen genomen om de mineralisatie op te volgen. Naast de locatie in Geel ligt dezelfde demoproef in Merelbeke die gecoördineerd wordt door ILVO-Plant. 2.2.3. Eiwitgewassen Het scheuren van grasland kan in vele gevallen aanleiding geven tot nitraatuitspoeling. Dit is negatief voor de waterkwaliteit en betekent een verlies aan bemestingswaarde voor de landbouwer. In het demonstratieproject ‘Grasland scheuren en vernieuwen op maat van milieu’ is het de bedoeling de verschillende aspecten die de nitraatuitspoeling bij graslandvernieuwing beperken, te demonstreren. Een onderdeel van dit project is het effect van verschillende volggewassen na het scheuren van gras te bekijken. Uit eerdere ervaring is immers gebleken dat gras na gras vaak een bijkomende bemesting vraagt terwijl Goed gras blijft voor melkvee de voornaamste eiwitbron. Toch is door de hoge sojaprijzen de vraag hoog naar zelf te telen alternatieven. De Hooibeekhoeve heeft in 2013 met steun van LCV volgende eiwitteelten naast elkaar uitgezaaid: erwten, lupinen, veldbonen en soja. De duivenschade kon goed beperkt worden op het kleine demoveld door het te overspannen met lint. De standdichtheid was niet bij alle teelten optimaal. Een beperkte oppervlakte van de demonstratieveldjes werd handmatig geoogst en er werden opbrengsten gewogen van 3,8 ton/ha voor de veldbonen, 3,3 ton/ha voor de erwten, 0,7 tot 3,2 ton/ha voor de lupinen en 1,2 ton/ha voor de soja (omgerekend naar 15% vocht). 2.3. Duurzame bemesting EN waterkwaliteit (Werking in kader van CVBB) CVBB In juli 2011 werd het Coördinatiecentrum voor Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting (CVBB vzw) opgericht als één van de flankerende maatregelen van MAP4. Het doel van het CVBB is het stimuleren en coördineren van voorlichting en begeleiding van landbouwers die gericht is op het behalen van de doelstellingen van MAP4. De werking van CVBB vzw omvat 3 pijlers. De eerste en tweede pijler omvatten de organisatie van waterkwaliteitsgroepen en de begeleiding van Vlaamse land- en tuinbouwers bij de toepassing van de nieuwe bemes- 20 tingsregels van MAP 4. De derde pijler van het CVBB is het aanleggen van een netwerk van referentiepercelen dat verspreid is over alle provincies en landbouwstreken. De uitvoering van individuele bedrijfsbegeleiding en van de activering van gebiedsgerichte waterkwaliteitsgroepen berust bij de erkende praktijkcentra die bijgevolg een centrale rol spelen binnen CVBB vzw. Waterkwaliteitsgroepen provincie Antwerpen komt dit neer op een totaal van 28 rode MAP-meetpunten, waarmee de provincie zijn dalende trend van de vorige jaren verderzet. Deze positieve evolutie blijkt niet alleen uit de daling van het aantal meetpunten, maar ook uit het aantal overschrijdingen. In het meetjaar 2007-2008 werden er nog 212 (16,3%) overschrijdingen gemeten, terwijl dit er nu nog slechts 76 (7,3%) zijn. De resultaten zijn dus hoopgevend. De doelstelling om eind 2014 maximaal 16% rode MAP-meetpunten te hebben wordt in provincie Antwerpen mogelijk net (niet) gehaald. Momenteel zijn 82% van de 153 meetpunten groen. Oppervlaktewater In de provincie Antwerpen waren er in 2011 bij de start van MAP 4 42 rode MAP-meetpunten. Deze meetpunten worden opgevolgd door drie erkende praktijkcentra, waaronder het Landbouwcentrum voor Voedergewassen in Geel. Het LCV volgde aanvankelijk 10 rode MAP-meetpunten op. Na het meetjaar 2011-2012 konden er vijf geschrapt worden van deze lijst. In vier waterlopen vond er tijdens het ganse meetjaar geen overschrijding plaats, waardoor zij weer groen kleurden. Bij het vijfde MAP-meetpunt kon het LCV aantonen dat de oorzaak niet in Vlaanderen maar in Nederland ligt, waardoor VMM dit MAP-meetpunt zal verleggen. Bij de overige waterlopen die opgevolgd worden, kan worden vastgesteld dat de nitraatmetingen in de positieve richting evolueren. Helaas kwamen er twee nieuwe rode MAP-meetpunten bij in Malle. In februari van 2013 werd ook voor deze MAP-meetpunten een waterkwaliteitsgroep opgericht. Op deze waterkwaliteitsgroepen werden alle land- en tuinbouwers uitgenodigd die met hun percelen in het afstroomgebied van de waterloop liggen. Samen met het LCV evalueerden zij de officiële metingen van VMM en gingen zij op zoek naar oorzaken van overschrijdingen. Deze manier van werken stimuleert de land- en tuinbouwers om zelf het heft in handen te nemen. Ze volgen de situatie op in hun gebied en nemen zelf de nodige maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren met als doel hun meetpunt groen te laten kleuren (lager dan de vooropgestelde 50 mg NO3-/l). Na het meetjaar 2012-2013 werd door het CVBB de situatie van de MAP-meetpunten geëvalueerd. Voor de Grondwater In de provincie Antwerpen worden enkele gemeentes ook geconfronteerd met grondwater waarin hoge nitraatgehaltes gemeten worden. Dit is onder andere het geval in Dessel, Mol, Retie, Kasterlee en Oud-Turnhout. Samen tellen deze gemeentes 8 grondwaterputten die een negatieve evolutie kennen voor het nitraatgehalte en die verantwoordelijk zijn voor een groot focusgebied dat zich uitstrekt over deze gemeentes. Uit opzoekwerk heeft het LCV kunnen vaststellen dat het grondwater in deze regio’s niet diep zit, waardoor negatieve invloeden hoogstwaarschijnlijk afkomstig zijn uit het nabije verleden (ongeveer 6 maanden). Vanuit dit gegeven werd er door het LCV in 2012 een kleine nitraatresiducampagne opgezet rond de betrokken meetpunten. In september 2013 werden de landbouwers uit het focusgebied uitgenodigd op de waterkwaliteitsgroep grondwater waar de resultaten van deze campagne en mogelijke acties besproken werden. 21 De aanwezige landbouwers waren bereid om zich te engageren om oplossingen te zoeken opdat de metingen in de putten zouden verbeteren waardoor het focusgebied kan verdwijnen. Ze haalden echter wel aan dat er gezocht moet worden naar leefbare oplossingen . en minstens één bedrijfsbezoek. Analyses verplicht door de mestbank worden niet ondersteund. Omdat het CVBB per landbouwer een subsidie van € 300 betaald, bedragen de kosten voor de landbouwer slechts € 50 plus 6% btw op de totaalfactuur. Referentiepercelen Elke landbouwer kan een begeleidingspakket aanvragen. Aan de hand van het bezoek en de analyses wordt een bemestingsadvies op perceelsniveau verleend. Hierdoor voorkomt de landbouwer hoge nitraatreserves in het najaar, waardoor de kans op sancties verkleind. Bovendien werken we zo aan een betere waterkwaliteit. In samenspraak met de landbouwer kan het LCV advies verlenen over volgende onderwerpen: Over heel Vlaanderen volgt het CVBB een netwerk van ± 540 referentiepercelen op. Dit netwerk omvat verschillende teelten op verschillende bodems en is aangelegd om de invloed van teelt- en weersomstandigheden op het nitraatresidu beter te kunnen opvolgen. In de provincie Antwerpen volgt het LCV 22 referentiepercelen op bij 7 verschillende landbouwers. Van deze percelen werden intussen van twee teeltjaren gegevens verzameld over teelt, bemesting, residu,… Zo kan een correct idee gevormd worden over de evolutie van de residuen die gemeten werden op de percelen. Door dit te doen, hoopt men te komen tot een dynamischer nitraatresidu in functie van de seizoenen. • Werken aan een laag N-residu • Optimaal inzetten van mest in functie van gras, maïs, derogatie… • Organische stof en pH op peil houden • N en P, maar zeker ook de andere elementen • Teeltspecifieke vragen over gras en maïs • Met de expertise van het LCV werken aan een goede ruwvoeropbrengst Afgelopen jaar werden 9 landbouwers begeleid door het LCV. Individuele begeleiding Het LCV is één van de praktijkcentra die een individueel begeleidingspakket bemesting van het CVBB aanbiedt. Dit pakket heeft een waarde van € 350. Het kan opgevuld worden met bodemanalyses, mestanalyses 22 2.4. Eigen mest vergisten op melkveebedrijven Op korte tijd zijn er in Vlaanderen verschillende pocketvergisters gebouwd. Hooibeekhoeve wil onderzoek doen naar de haalbaarheid van de vergisting van runderdrijfmest zonder toevoeging van andere producten en het systeem van de pocketvergister mee op punt stellen. Het is bij een installatie op deze schaal niet de bedoeling om grote winsten te maken maar om een aanvaardbare terugverdientijd voor de landbouwers te realiseren door benutting van de elektriciteit en warmte op het eigen bedrijf. Om landbouwers te adviseren over dergelijke kleine vergisters, werd op basis van een haalbaarheidsstudie besloten om ook op de Hooibeekhoeve een kleinere vergister te plaatsen. Na het evalueren van het rapport en voorlegging aan de Technische Werkgroep, werd gestart met de voorbereiding voor de aankoop en installatie. Deze zal in 2014 geplaatst worden. met beplanting. Verder zijn ook de eigen wensen, de sectorgebonden aspecten, het omliggende landschap en de bestaande beplanting belangrijk om rekening mee te houden. Daarnaast werd in een bemestingsproef op grasland digestaat ingezet, zijnde het restproduct na vergisting, om reeds voor de komst van de pocketvergister de bemestingswaarde ten opzichte van ruwe runderdrijfmest te evalueren. 2.5. Landschapsintegratie Het aantal land- en tuinbouwbedrijven in onze provincie daalt, maar ze worden steeds groter en ook meer zichtbaar in ons landschap. Met behulp van een doordacht erfbeplantingsplan kunnen we deze bedrijven beter integreren in het landschap en werkt de sector mee aan een mooi en aantrekkelijk platteland. Op deze manier krijgen we mooie, geïntegreerde bedrijven die een aangename woon- en werkplaats zijn voor de eigenaars, maar die ook door de plattelandsgebruiker positief gewaardeerd worden. Concreet ondersteunt de Hooibeekhoeve alle land- en tuinbouwers in de provincie met een gratis erfbeplantingsplan op maat van het bedrijf. De landschapsarchitect gaat langs bij de landbouwer en ze bekijken dan samen wat de mogelijkheden zijn om het bedrijf aan te kleden Een blijvend succes Land- en tuinbouwers vinden nog steeds de weg naar de Hooibeekhoeve om een gratis erfbeplantingsplan te laten opmaken. Vaak worden ze doorgestuurd door studiebureaus, maar ook gemeentebesturen verwijzen land- en tuinbouwers meer en meer naar de landschapsarchitect door. Zij hebben het bestaan en de werking mogelijk leren kennen via presentaties die zijn gegeven aan de lokale atria van de provincie. Tijdens deze presentaties heeft de landschapsarchitect haar praktijkervaring en visie geschetst met tekst en sprekende (voor)beelden. 23 Erfbeplantingsplan bij vergunningsaanvragen 4% 3% 2% 2% 1% 1% melkvee (35) melkvee + zijtak (7) varkens (17) pluimvee (8) 8% 41% vleesvee (7) gemengde bedrijven (3) 10% glastuinbouw (2) paardenfokkerij (2) loonwerk (2) 20% 8% geiten / schapen (1) Dit jaar zijn 85 plannen getekend. In de grafiek wordt weergegeven welke sectoren het meest aan bod zijn gekomen. 24 Het merendeel van deze plannen kadert in een vergunningsaanvraag waarbij het plan wordt toegevoegd aan het aanvraagdossier. Dit is enerzijds in het voordeel van de landbouwer, aangezien deze beplanting is afgestemd op zijn bedrijf en rekening houdt met de landbouwtechnische aspecten. Anderzijds kan dit ook handig zijn voor gemeenten, waarbij er meer zekerheid is dat de beplanting effectief wordt uitgevoerd. Vanuit deze aanpak proberen we ook af te stappen van het traditionele ‘groenscherm’ waarbij bedrijven worden verstopt en gecamoufleerd met beplanting. Bedrijven mogen juist zichtbaar zijn in hun omgeving. Vandaar streven we naar een transparante beplanting en proberen we om een gevarieerd beeld te creëren op gans de bedrijfssite. Een afwisseling van lage, hoge, massieve en transparante beplantingsvormen zorgt voor een boeiend en gevarieerd geheel. Door een blik te werpen op het bedrijf, kunnen passanten en recreanten bovendien kennismaken met een hedendaags land- of tuinbouwbedrijf. Mooie resultaten Een erfbeplantingsplan opmaken is één ding, maar de uitvoering ervan is een ander paar mouwen. Vaak wordt dit in verschillende fasen gedaan, waardoor volledig aangelegde en afgewerkte erven pas na jaren verwezenlijkt worden. Dit heeft te maken met de toch wel grote werken die erbij komen zien, de bijhorende kosten en de mogelijke tijdsbesteding die men eraan kan/wil besteden. Maar overwegend is de grootste reden dat bedrijven constant in evolutie zijn en telkens weer bijbouwen en nieuwe plannen maken voor de toekomst waardoor een erf nooit echt af is. Niettegenstaande kunnen we na vele jaren tekenwerk, toch al mooie resultaten laten zien: VOOR NA 25 LANDBOUWEDUCATIE Hooibeekhoeve is de ideale plek op het Kempische platteland om kennis te maken met de landbouwsector. Zowel scholen als verenigingen en andere groepen kunnen op deze boerderij terecht voor interessante informatie rond de hedendaagse landbouw. Ook voor een dagje platteland helpt de hoeve bezoekers op weg in de Kempen en de provincie Antwerpen. Met de educatieve werking van de Hooibeekhoeve wil de provincie Antwerpen de troeven van ons landelijk gebied uitspelen en de agrarische sector en het platteland in beeld brengen. De combinatie van landbouw- en plattelandseducatie, nl. de combinatie van een gegidste rondleiding op het melkveebedrijf met een uitgebreid en gevarieerd educatief aanbod rond landbouw en platteland, maakt de Hooibeekhoeve als actor in het educatielandschap uniek in Vlaanderen. Het Kempisch domein, waar de Hooibeekhoeve gelegen is, maakt dat het educatief aanbod van louter economische landbouw kan verbreed worden tot plattelandseducatie, met oog voor o.a. landschap, natuur en geschiedenis. Onze tentoonstelling windows@rural behandelt thema’s als economie, voedselveiligheid en biotechnologie en biedt werkmappen aan die - ter voorbereiding of achteraf - in de klas gebruikt kunnen worden. Het platteland rondom de Hooibeekhoeve kun je verkennen met een outdoor-GPS die je al wandelend langs een aantal educatieve borden, de Koningshoeve, de grafheuvel van Baron Coppens en het Prinsenpark brengt. Daarnaast gaan we spelenderwijs in op thema’s zoals land- en tuinbouw in het algemeen, de imkerij en de uitdagingen voor land- en tuinbouw in Noord én Zuid, met behulp van respectievelijk het plattelandsspel, het bijenspel en het digitaal groepsspel boerenverstand. Tenslotte zijn er de plattelandsmobiel en bijenmobiel, die verhuurd worden voor landbouwevenementen. Het zijn interessante leermiddelen om via leuke opdrachten kennis te maken met de landbouw en het platteland of de bijensector. Als poort naar het platteland ontving de Hooibeekhoeve binnen haar educatieve werking in 2013 in totaal 8492 bezoekers. Het publiek was vrij gevarieerd. In klasverband kwamen 1076 leerlingen kennismaken met de landbouw op ons melkveebedrijf. Ze verruimden hun kennis binnen de verplichte leerplannen in de tentoonstelling windows@rural en aan de hand van individuele opdrachten op en rond het landbouwbedrijf. Zowel lagere scholen als het secundair onderwijs kennen de weg naar de Hooibeekhoeve. Ook de rural caching, waarbij het platteland avontuurlijk verkend wordt met behulp van een wandel-GPS, was succesvol. Zo’n 257 volwassenen brachten in groep een bezoek aan het melkveebedrijf, een opdracht die zorgvuldig werd aangepakt door de verschillende gediplomeerde landbouwgidsen. 27 STUDIEDAGEN 4.1. Studiedagen 4.1.1. Studiedag voedergewassen 12 februari 2013 Op de tweede dinsdag van februari was het traditioneel de beurt aan de Hooibeekhoeve om 1 van de 13 LCV-studievergaderingen te organiseren. Dit gebeurde in samenwerking met de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) van het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid en de vakgroep Melkveehouderij van Boerenbond. In LCV-actueel overliep Gert Van de Ven actuele thema’s vanuit het praktijkonderzoek voedergewassen. Zo gaf hij duiding bij de resultaten van het LCV-netwerk maïsrassenproeven. Joos Latré ging nog dieper in op de maïsrassenkeuze en dit met focus op de voederwaarde als belangrijk criterium. Tot slot namen diverse projectmedewerkers van de Hooibeekhoeve het woord en lichtten één voor één de lopende en reeds afgeronde onderzoeken met melk- en jongvee toe. De diverse thema’s zorgden voor heel wat interactie met de ongeveer 45 deelnemers. 4.1.2. Workshop ‘Meer melk met eigen voer?’ 21 maart 2013 In een workshop met als gastspreker Prof. Dr. Ir. Daniël Debrabander werd toegelicht hoe je de ruwvoermelkproductie kan optimaliseren. De workshop begon met een theoretische benadering om nadien aan de slag te gaan met de bedrijfseigen gegevens van de twaalf deelnemende landbouwers. Diverse kuilanalyses werden onder de loep genomen en er werd uitvoerig gediscussieerd over mogelijke verbeterpunten. 4.1.3. Proefveldbezoek 25 juni 2013 Pas op 25 juni kon een proefveldrondgang op de Hooibeekhoeve ingericht worden. Het koude voorjaar zorgde er immers voor dat vooral de maïs een enorme groeiachterstand kende. Er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook de proeven die verder van de Hooibeekhoeve aangelegd waren uitvoerig toe te lichten via presentaties voorzien van veel beeldmateriaal. Zo kwamen de diverse bodembewerkingsproeven en de bemestingsproeven bij de gras-maïs teeltcombinatie aan 29 bod. Tijdens de rondgang werd stil gestaan bij de strip-till machine. Ook de verschillen tussen de bemestingstrappen in de volgteelten na gescheurd grasland waren sprekend. De demoproef eiwitgewassen kon bezocht worden op een ideaal tijdstip namelijk op het moment dat vooral de diverse lupinesoorten in bloei stonden. Maar evengoed konden de bezoekers kennis maken met veldbonen, erwten en soja. Als afsluiter kwam de proef met grassoorten aan bod en werd de proefopzet van de bemestingsproef met diverse rundermestsoorten toegelicht. ‘Stalmatten en -matrassen’ op de Hooibeekhoeve. In onze melkveestal liggen 15 verschillende soorten stalmatten en -matrassen, live uitgetest door onze koeien. Daarnaast is er een tentoonstelling met stalen, waar een duidelijk overzicht staat van de verschillende producten en hun eigenschappen. Naast stalmatten is er ook een demonstratie met kniebomen, die ervoor zorgen dat de koeien niet te ver in hun ligbed kunnen kruipen waardoor ze niet goed meer kunnen opstaan. De knieboom kan uit hout, ijzer, kunststof of nylon bestaan, en wordt aan de ligbox of op de ondergrond gemonteerd en dit op een afstand van 1,8 meter, te meten vanaf de achterkant van het ligbed. Ook in de jongveestal worden verschillende matten en matrassen gedemonstreerd. 4.3. Beurzen 4.4.1. Agriflanders 2013 De toehoorders konden proeven van wat de Hooibeekhoeve – na een hopelijk succesvol proefverloop – zal kunnen bieden aan resultaten rond de diverse thematieken. 4.1.4. Studiedag landbouweducatie 6 september 2013 Op 6 september werd op de Hooibeekhoeve een bijscholingsmoment georganiseerd voor de 7 landbouwgidsen van de Hooibeekhoeve. 4.2. Demonstraties 4.2.1. Demo stalmatten en -matrassen Op de Hooibeekhoeve lopen twee demonstraties die permanent te bezoeken zijn: stalmatten en -matrassen en kniebomen. Er zijn tal van boxbedekkingen op de markt, wat het voor landbouwers niet eenvoudig maakt om een keuze te maken. Daarom vinden ze de demonstratie 30 DLP, Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf Pluimveehouderij waren van 15 tot 18 januari aanwezig op Agriflanders, de tweejaarlijkse Vlaamse land- en tuinbouwbeurs in Flanders Expo te Gent. In een gemeenschappelijke stand met de vijf Vlaamse Provinciebesturen kon de bezoeker ervaren hoe elke provincie dagelijks werkt aan een leefbare landbouw en een aantrekkelijk platteland! 4.4.2. Sfeernacht 4.4.3. Start toeristisch seizoen Op vrijdagavond 22 maart vond in het provinciehuis de laatste Sfeernacht plaats. Samen met onze collega’s van het Proefbedrijf Pluimveehouderij en Dienst Landbouwen Plattelandsbeleid hadden we een standje in de erehal. We stelden er onze nieuwe bedrijfsfilm voor en onze educatieve werking naar het grote publiek (PROMinANT, Terra Nova, scholenwerking). Op zondag 28 april nam de Hooibeekhoeve deel aan de opening van het toeristisch seizoen in de stad Geel. We stonden er op de Geelse markt met een heuse melkkoe, een puzzelzoektocht over het melkveebedrijf en een blokkenspel over de Vlaamse land- en tuinbouw. Talloze jonge gezinnen en senioren uit Geel maakten op die manier kennis met onze educatieve werking. Op stap naar de Hooibeekhoeve … Een mega ‘koe’l idee! Scholen De Hooibeekhoeve is de ideale plek op het Kempische platteland om kennis te maken met de landbouwsector. Zowel klassen uit het basis- als secundair onderwijs zijn welkom. We ontvangen je op ons melkveebedrijf voor een rondleiding in de veestallen, een bezoek aan de tentoonstelling windows@rural, een boeiend DVD-spel rond mest, water, energie ... Of we sturen je vanuit de hoeve de regio in, op ontdekking met de GPS, fiets of huifkar ... Op de Hooibeekhoeve beleef je een dag vol plattelandsplezier! 4.4.4 Geelse Dierendag Op 12 oktober vond in de landbouwhal van Thomas Moore de 1ste Geelse Dierendag plaats. Met dit evenement wil de Stad Geel het belang van dierenwelzijn benadrukken. De Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf Pluimveehouderij waren aanwezig met een gemeenschappelijke stand. Hier konden bezoekers kennismaken met hun innovaties omtrent dierenwelzijn gaande van de stalmatten op de Hooibeekhoeve tot de verschillende systemen voor leghennen op het Proefbedrijf Pluimveehouderij. 31 evenementen voor het grote publiek 5.1. Terra nova: koken, kamperen, koeien kijken! Op vrijdag 26 juli, vrijdag 2 augustus en vrijdag 9 augustus verwelkomden we telkens 30 ouders met kinderen in ons ‘Hooitel’ op de Hooibeekhoeve, in het kader van het provinciale zomerevenement Terra Nova. Het thema van dit jaar was: ‘Koken, kamperen, koeien kijken!’ Na het installeren van de tenten gingen we op zoek naar kruiden in de natuur en maakten we kruidenbroodjes op stok op een zelfgemaakt houtvuur. Napraten kon bij het kampvuur voor de liefhebbers. De volgende ochtend startte met een heerlijk boerenontbijt. Als afsluiter volgde nog een verkenning op ons melkveebedrijf onder begeleiding van een gediplomeerde landbouwgids. 5.2. PROMinANT Op zondag 1 september organiseerden we samen met RURANT vzw het jaarlijkse plattelandsevenement PROMinANT. We mochten zo’n 10.000 bezoekers ontvangen! Net als de vorige edities was de streekproductenmarkt weer een heuse topper. Maar ook de kinderen beleefden de tijd van hun leven bij de dieren en op de reuzegrote stroberg. Vanuit het feestterrein van PROMinANT op de aanpalende weide, konden de bezoekers ook het melkveebedrijf bezoeken waar een zoektocht mét wedstrijd werd uitgewerkt rond het watergebruik op de Hooibeekhoeve. 33 ONDERWIJSONDERSTEUNING 6.1. Praktijklessen agrarisch onderwijs Dagelijks volgen studenten van het Geelse landbouwonderwijs praktijkles op de Hooibeekhoeve. Ze leren er hoe je veilig omgaat met dieren, hoe je koeien toiletteert, hoe je de conditiescore bepaalt en hoe je de kwaliteit van ruwvoer beoordeelt. Tijdens deze lessen gebruiken ze de bedrijfsgegevens van de Hooibeekhoeve. Ook de andere landbouwscholen hebben de weg gevonden: 2 656 landbouwstudenten volgden in 2013 praktijklessen op de Hooibeekhoeve. Tijdens de zomervakantie draaiden 20 studenten van de Universiteit Antwerpen een volledige week mee op het melkveebedrijf om op deze manier praktijkervaring met melkkoeien op te doen. Ook een student bachelor landbouw van Thomas More in Geel heeft in 2013 een aantal dagen per week stage gelopen op de Hooibeekhoeve. 6.2. Masterproef ecovloer In 2013 is het eerste onderzoek naar de ecovloer op de Hooibeekhoeve afgerond. De voornaamste conclusies uit de masterproef van Evy Willemse zijn dat er een verhoogde activiteit is op de ecovloer, dat het rubber een licht elastich effect heeft en meer grip geeft. Er was meer uiting van natuurlijk gedrag en daarmee gepaard gaande duidelijkere tochtsignalen. De klauwslijtage was minder ten opzichte van de betonnen roostervloer. In samenwerking met Thomas More|KU Leuven 6.3. Masterproef rond ligboxenplein Ook het liggedrag van de vaarzen op het rond ligboxenplein werd in 2013 onderzocht. Uit de masterproef van Sharyn Konings bleek dat vaarzen minder lang en minder frequent in het ligboxenplein lagen. Er was ook minder herkauwgedrag in het ligboxenplein. De flexibele ligboxenafscheidingen voldoen niet in hun functie. Ze kunnen niet verhinderen dat er afwijkende ligposities voorkwamen en dat de dieren eroverheen stapten. Hiermee gepaard gaan, waren de dieren meer bevuild wanneer ze in het ligboxenplein lagen. Het ronde ligboxenplein in de huidige opstelling voldoet niet om het welzijn van de koeien de verbeteren. Bovendien is de kopruimte te klein. In de toekomst wordt bekeken hoe deze opstelling te optimaliseren. In samenwerking met Thomas More|KU Leuven 6.4. Masterproef koeverkeer in relatie met uiergezondheid bij een automatisch melksysteem Er werd onderzocht of er een relatie is tussen de stalindeling en het geluid van een automatisch melksysteem (AMS) en het uitliggen van melk en de uiergezondheid. Zo zou het AMS een prikkeling kunnen geven tot het schieten van melk voor koeien die zich in de buurt bevinden van of het AMS passeren zonder effectief gemolken te worden. Het onderzoek werd uitgevoerd op de Hooibeekhoeve waar gebruik gemaakt wordt van een Delaval melkrobot met feed-first koeverkeer. Kathleen Clemens concludeerde in haar masterproef dat melk uitliggen voornamelijk voorkwam in de achterste stalhelft waar koeien zowel kunnen eten, liggen als staan en daardoor het bezoek aan de AMS uitstellen. Melk uitliggen heeft geen directe invloed op het celgetal in de melk. Het beïnvloedt wel andere parameters waardoor het celgetal stijgt. Zo hebben koeien die melk uitliggen een langer melkinterval en een lagere melkfrequentie. Melk uitliggen vindt meestal plaats wanneer de koeien in de ligboxen liggen door de druk op de uiers. In samenwerking met Thomas More|KU Leuven en MCC Vlaanderen 35 Onze coördinatieopdracht: coördinatie LCV vzw Hooibeekhoeve is niet enkel proefveldhouder van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen LCV vzw, maar voert ook de coördinatie uit van dit praktijkcentrum: secretariaat van en organiseren van Raad van Bestuur, Algemene Vergadering, Technische comités, opmaak van de begroting en afrekening van de projecten… Voor 2013 omvatte de LCV begroting een budget van ongeveer 435 500 EUR. Dit is inclusief de werking in kader van het Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting CVBB vzw. Het budget wordt grotendeels samengesteld uit de werkingsbijdrage van de Vlaamse overheid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, demoprojecten, provincie Antwerpen en het CVBB vzw. Ook de sector draagt bij. De coördinatie omvat eveneens het verzorgen van de communicatie. Er werd een nieuwe huisstijl en website voor LCV uitgewerkt. De jaarlijkse brochure wordt enkel nog digitaal verspreid en niet meer gedrukt. Binnen de proefveldwerking werden tijdens 2013 belangrijke wijzigingen doorgevoerd voor wat betreft de rassenproeven maïs. Het protocol werd bijgestuurd en het aantal locaties werd teruggedrongen. Er werd meegewerkt aan één gezamenlijk netwerk voor praktijkrassenproeven maïs voor gans België. Voor 2013 bleven 36 hierdoor slechts 4 LCV proeflocaties overeind in de resultaattabellen. Globaal liepen in 2013 tien projecten en twee demonstratieprojecten ‘Duurzame bemesting’ waaraan twaalf partners meewerkten. Traditioneel werden door de regionale partners van LCV in samenwerking met de Vlaamse Overheid Afdeling Duurzame landbouwontwikkeling 13 studiedagen verspreid over gans Vlaanderen georganiseerd. Ook dit jaar werd hieraan een schriftelijke enquête gekoppeld. De grafiek geeft per studiedag weer welke bedrijfstakken de respondenten hebben. Merk op dat een divers publiek gaande van gespecialiseerde melkveehouders over gemengde bedrijven tot louter akkerbouwers de studiedagen bijwoonden afhankelijk van de regio. communicatie 8.1. Publicaties In 2013 bracht de Hooibeekhoeve haar bedrijfsfilm en haar vierjaarlijkse nieuwsbrief voor het eerst uit, beiden zijn online te raadplegen. 8.2. Persoverzicht Landbouwleven • 04/01/13 p. 4: Actueel: Vier pijlers van het landbouwbeleid in Antwerpen • 04/01/13 p. 30: Studiedagen voedergewassen en veehouderij 2013 • 11/01/13 p. 6-10: Akkerbouw – LCV – Resultaten praktijkonderzoek korrelmaïs 2012 • 25/01/13 p. 9-13: Akkerbouw – LCV – Resultaten praktijkonderzoek kuilmaïs 2012 • 25/01/13 p. 27: Berichten en mededelingen : Studieavonden voedergewassen • 01/02/13 p. 31: Studieavonden voedergewassen komende week • 08/02/13 p. 32: Studiedagen & demonstraties : Antwerpen – Geel: Studiemiddag Voedergewassen • 01/03/2013 p. 21-22 en 24: LCV – Maïsrassen voor de koe: vandaag en morgen? • 15/03/2013 p. 29-30-31 en 34: Maïs bemesten: oude principes opnieuw geëvalueerd • 15/03/2013 p. 36: LCV-actueel 2012 rond rassenkeuze, knolcyperus, vruchtafwisseling en organische stofbalans • 12/04/2013 p. 17: Elf jaar proefveldbewerking op bedrijf Speeckaert-Heremans in St.-Martens – Lennik • 03/05/2013 p.9-10: Hooibeekhoeve legt maïsperceel aan volgens Strip-Till-techniek • 31/05/2013 p. 10: Maïs onder zware stress • 31/05/2013 p. 20: Inschrijven voor Prominant • 17/06/2013 (online): Onderzoekers en voorlichters inzake melkveehouderij op Hooibeekhoeve in Geel • 21/06/2013 p.14-15: In het kader van het Dairymanproject – Hooibeekhoeve ontvangt internationale delegatie onderzoekers inzake melkveehouderij • 21/06/2013 p. 22: Waarschuwingsnetwerk LCV – nog geen bladluizen in maïs • 28/06/2013 p. 10: Nog steeds weinig bladluizen • 05/07/2013 p. 13: Bladluizen in maïs : Situatie nog steeds uitstekend • 12/07/2013 p. 9: Hier en daar wat meer bladluizen in de maïs • 12/07/2013 p. 22: Boer-BezoektBoerevent start op Hooibeekhoeve • 16/08/2013 p. 26: Boer-BezoektBoerevent rond robotmelken. • 30/08/2013 p. 29: Prominant zet een punt achter de schoolvakantie. • 06/09/2013 p. 11-12: Project Dairyman - via diverse wegen naar duurzame melkveehouderij • 13/09/2013: p. 18: Boer-bezoektboerevent op de Hooibeekhoeve • 13/09/2013 p. 7: Start opvolging van de afrijping van de kuilmaïs • 20/09/2013 p. 5: Door minder gunstig weer: ‘Afrijping van de maïs vertraagd’ • 27/09/2013 p. 29: Nazomerweer laat maïs sneller afrijpen ZooM • Jan-feb-maart p. 17: Hooibeekhoeve in de kijker: Op stap naar het Plattelandscentrum Kempen… Mega ‘koe’l idee ! Boer & Tuinder • 08/02/13 p. 38: Berichten – Activiteiten van derden – Studievergaderingen: Kontich/Geel/Roeselare: voedergewassen en veehouderij • 15/02/13 p. 46: Activiteiten van derden – Workshops: Geel: Melkvee “Meer melk met eigen voer ?” • 08/03/13 p. 26: Berichten - Vruchtbaarheid bij melkvee, Do’s-And-Don’ts – Studiedag • 10/05/2013 p.20: Strip-till, maïs zaaien in een gleuf • 17/05/2013 p. 24: Nieuwsbrief Hooibeekhoeve gelanceerd • 14/06/2013 p. 13: Waarschuwingsnetwerk voor bladluizen in maïs start • 14/06/2013 p. 14: HoGent doet project rond eiwitgewassen • 28/06/2013 p. 16: Weinig bladluizen – Maïs – Jurgen Depoorter namens LCV • 28/06/2013 : p. 24: Hooibeekhoeve is specialist in gras en maïs • 28/06/2013 p. 46: Activiteiten van derden – Gezinsactiviteiten Antwerpen: Terra Nova • 19/07/2013 p. 46: Geel: robotmelken: activiteiten van derden • 03/08/2013 p. 47: Geel: robotmelken: activiteiten van derden • 23/08/2013 p. 28: Bestendig sojaschroot in de melkveevoeding 37 • 23/08/2013 p. 28: Bewegingsnieuws – Agenda Antwerpen – Geel-ten-Aard: Prominant • 23/08/2013 p. 47: Boer-BezoektBoerevent rond robotmelken • 30/08/2013 p. 16: Nieuwe website voor LCV • 30/08/2013 p. 37: Geel-ten-Aard: Prominant • 30/08/2013 p. 47: Antwerpen: Terra Nova – Activiteiten van derden • 06/09/2013 p.35: Kempens platteland toont veelzijdigheid • 06/09/2013 p. 47: Winnaars wedstrijd Prominant • 13/09/2013 p. 17: ‘Opvolging afrijping kuilmaïs’ – Voedergewassen Jurgen Depoorter namens LCV • 13/09/2013 p. 64: Grote opkomst voor boerbezoekt-boer event op de Hooibeekhoeve • 20/09/2013 p. 21: Opvolging afrijping kuilmaïs – Jurgen Depooter namens LCV • 27/09/2013 p. 17: Afrijping van de kuilmaïs – Voedergewassen Jurgen Depoorter namens LCV • 11/10/2013 p. 12: Afrijping van de kuilmaïs – Voedergewassen Jurgen Depoorter namens LCV • 18/10/2013 p. 11: Afrijping van de kuilmaïs – Voedergewassen Jurgen Depoorter namens LCV • 22/11/2013 p. 36-37: Winterstudievergaderingen LCV – An Schellekens • 06/12/2013 p. 46: Winterstudievergaderingen LCV – An Schellekens • 13/12/2013 p.54: Winterstudiedagen LCV – An Schellekens • 20/12/2013 p. 54: Winterstudievergaderingen LCV – An Schellekens De Landbode • 15/02/13 p. 16: Uitnodiging workshop : “Meer melk met eigen voer ?” • 07/06/2013 p. 16: De ideale promotie voor uw bedrijf of producten R.T.V. • 21/02/2013: Nieuws uit de provincie plus een blik achter de schermen van de Hooibeekhoeve • 14/06/2013: Hooibeekhoeve is een voorbeeld • 31/08/2013: Officiële opening PROMinANT De Streekkrant • 20/02/13 p. 20: Hooibeekhoeve breidt uit. GVA (Geel • 01/05/2013 (online): Hooibeekhoeve trapt mee het toeristisch seizoen af • 29/08/2013 (online): PROMinANT 2013 het grootste plattelandsevenement van provincie Antwerpen • 02/09/2013 p.13: Recordaantal bezoekers op landbouwbeurs Prominant • 06/09/2013 p. 23: Geel: Foto Prominant 38 GVA – Rondje Provincie • p. 2: Bijleren op een leuke manier “rural caching” • p. 3: “Vernieuwd educatief aanbod rond Europa : de Europaweken Het Nieuwsblad (Geel) • 13/06/2013 (online): Internationale belangstelling voor Hooibeekhoeve • 28/08/2013: Ontdek het platteland op PROMinANT • 31/08/2013 p. 36: Organisatie Hooibeekhoeve verwacht 10.000 bezoekers VILT • 14/05/2013 (online): Hooibeekhoeve roept digitale nieuwsbrief in het leven • 18/06/20013 (online): Dairyman-project inspireert Europese melkveehouderij • 26/06/2013 (online): Antwerpse praktijkcentra behalen strenge milieunorm Made in Kempen • 13/06/2013: Hooibeekhoeve in Geel is voorbeeld voor Noordweg-Europese landbouw Radio 2 • 14/06/2013: item in ochtendpost Geel FM • 14/06/2013: Hooibeekhoeve ontvangt internationale delegatie Melkveebedrijf • 10/07/2013 (online): Boer-bezoekt-boer-event start op Hooibeekhoeve Het Laatste Nieuws • 31/08/2013: Hooibeekhoeve verwacht 10.000 bezoekers De Zondag • 01/09/2013: Het platteland beleven op PROMinANT Nnieuws – Herentals • 03/09/2013: Duizenden bezoekers voor Prominant Geel Uit in Vlaanderen • 01/09/2013: PROMinANT Veldverkenners • 01/09/2013: Agenda: PROMinANT DE POSTILJON • 13/09/2013 p. 4: Nederlandse boeren bezoeken hun Kempense collega’s 39 Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid 40 Hooibeekhoeve Hooibeeksedijk 1 | 2440 Geel T 014 85 27 07 I F 014 85 36 15 [email protected] | www.hooibeekhoeve.be
© Copyright 2025 ExpyDoc