Jaarstukken 2013 volledig

Jaarstukken 2013
Gemeente Apeldoorn
1
2
Inhoudsopgave
Inleiding
5
A Jaarrekening
1 Waarderingsgrondslagen
1.1
1.2
1.3
Algemeen
Waarderingsgrondslagen
Grondslagen voor resultaatbepaling
11
11
14
2 Balans
2.1
2.2
Algemeen
Balans per 31 december 2013
17
17
3 Toelichting op balans
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Voorraden
Vorderingen op korte termijn
Liquide middelen
Overlopende activa
Eigen vermogen
Voorzieningen
Schulden op lange termijn
Schulden op korte termijn
Overlopende passiva
21
22
24
29
30
30
32
34
35
36
37
4 Programmarekening
4.1
4.2
Algemeen
Programmarekening
41
42
3
B Jaarverslag
5 Programmaverantwoording
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
5.9
6
Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Veiligheid
Openbare ruimte
Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
Jeugd en onderwijs
Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Zorg en welzijn
Sport en cultuur
Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
51
71
77
93
101
117
129
143
157
Paragrafen
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
6.8
6.9
6.10
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
weerstandsvermogen
onderhoud kapitaalgoederen
financiering
verbonden partijen
grondbeleid
lokale heffingen
bedrijfsvoering
Dienstverlening
Veiligheid gemeentebreed
vastgoed
177
198
206
211
223
233
239
246
249
251
C Bijlagen bij de jaarrekening
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Staat van reserves en voorzieningen
Specificatie bestemmingsreserve Apeldoorn (BROA)
Specificatie Algemene reserve
Specificatie reserve overlopende projecten
Specificatie over te boeken kredieten
Staat van investeringen en kapitaallasten
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Verloopstaat overlopende activa en passiva “Medeoverheden”
WNT*
SISA-bijlage
Verschillen tussen de tussentijdse rapportage en jaarrekening
Controleverklaring
* Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT)
4
259
265
273
279
289
297
301
305
309
313
321
327
Inleiding
Met deze concernjaarstukken over het jaar 2013 leggen wij zowel in financiële als in beleidsmatige zin
verantwoording af over het door ons gevoerde beleid. Nieuw ten opzichte van voorgaande
concernjaarstukken is, mede op verzoek van de rekenkamercommissie, dat er is gekozen voor een
toegankelijkere verantwoording. Naast dit reguliere boekwerk hebben we een afzonderlijk document
“Jaarstukken in vogelvlucht” opgesteld. Hiermee is gepoogd om voor uw raad en de Apeldoornse
inwoners op een beknopte wijze inzicht te bieden in de bereikte prestaties. De nota van aanbieding, die
voorheen in dit boekwerk was opgenomen, treft u in de jaarstukken in vogelvlucht. In dit boekwerk staan
alle details en kan worden gezien als naslagwerk.
Dit boekwerk bestaat uit de jaarrekening en het jaarverslag.
In de jaarrekening treft u naast de balans en programmarekening op beleidsproductniveau een analyse aan
van de financiële afwijkingen. Daarnaast geven de diverse bijlagen onder andere inzicht in de ontwikkeling
van het weerstandsvermogen en het verloop van reserves en voorzieningen. Voorts bieden wij u in de
bijlagen ook inzicht in de projecten die in 2013 nog niet geheel zijn afgerond en waarvoor gelden naar
2014 worden overgeheveld. De overheveling van budgetten voldoet aan de “Kaderstelling overlopende
budgetten en kredieten” (bijlage bij de nota reserves en voorzieningen), die uw raad in december 2010
heeft vastgesteld.
In het jaarverslag vindt u de bereikte maatschappelijke effecten en geleverde prestaties. Deze worden
vergeleken met de in de Begroting Bestaand Beleid 2013-2016 en Zomernota 2012 gemaakte afspraken.
Nieuw is dat er aan de prestaties kleuren zijn gegeven, zodat u in één oogopslag kunt zien of de prestatie
is gehaald (groen), onderhanden is (blauw) of nog niet gestart (rood). De kleuren zijn bepaald ten opzichte
van de planning 2013.
Daarnaast rapporteren wij ook over de bezuinigingstaakstellingen. Op advies van de rekenkamercommissie
in het onderzoeksrapport Jaarstukken 2012 betrekken wij hierbij ook de maatschappelijke effecten.
Ten slotte treft u in de concernjaarstukken van 2013 een aantal paragrafen aan, die deels op grond van
landelijke regelgeving verplicht zijn voorgeschreven. In de paragraaf financiering is op het verzoek van het
presidium een analyse op de houdbaarheid van onze financiën toegevoegd. Dit op basis van een model
dat is ontwikkeld door de VNG.
5
6
A
Jaarrekening 2013
Jaarstukken 2013
Gemeente Apeldoorn
7
8
1
Waarderingsgrondslagen
.
Jaarrekening 2013
Gemeente Apeldoorn
9
10
1. Waarderingsgrondslagen
1.1 Algemeen
De gemeentewet schrijft voor dat het College van Burgemeester en Wethouders middels een jaarrekening,
jaarverslag en de bijbehorende accountantsverklaring verantwoording dient af te leggen aan de raad over
het gevoerde financiële beheer in een bepaald begrotingsjaar.
Alle eenheden van de Gemeente leveren een bijdrage aan de jaarrekening en het jaarverslag.
1.2 Waarderingsgrondslagen
Algemeen
De concernjaarrekening 2013 is opgesteld conform het Besluit Begroting Verantwoording Provincies en
Gemeenten (BBV).
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs minus de cumulatieve afschrijving.
Bij nieuwe investeringen met een waarde groter dan € 2,5 miljoen wordt tevens bouwrente aan het actief
toegerekend. Deze bouwrente wordt samen met de kostprijs van het actief geactiveerd.
De af te stoten onroerende goederen (het voormalige oneigenlijke woningbezit van het Grondbedrijf)
worden gewaardeerd tegen de gecorrigeerde historische kostprijs van 1995. Erfpachtterreinen zijn
gewaardeerd tegen historische kostprijs. Als de contante waarde van de toekomstige canons voor deze
terreinen lager is, vindt waardering tegen deze lagere waarde plaats. Verkopen die door middel van een
erfpachtcontract plaatsvinden worden gewaardeerd tegen marktwaarde (prijs bij eerste uitgifte), dan wel
contante waarde van de toekomstige canons.
De afschrijvingen worden maandelijks per investering berekend op basis van de looptijd, het
rentepercentage en de afschrijvingsmethode die aan de betreffende investering is toegekend. Het
rentepercentage is daarbij gebaseerd op de verwachte gemiddelde levensduur van het activum. Daarbij
geldt dat een langere levensduur ook een hoger rentepercentage tot gevolg heeft. Immers, hoe langer de
looptijd hoe groter de onzekerheid over de te verwachten renteontwikkeling. Verder wordt voor nieuwe
investeringen in beginsel de annuïtaire afschrijvingsmethode gehanteerd. Uitzondering hierop zijn de
investeringen in onderwijshuisvesting. Deze worden lineair afgeschreven.
De levensduur van een activum kan variëren van 3 jaar (voor bepaalde automatiseringsmiddelen) tot 60
jaar (voor bijvoorbeeld de stichtingskosten van onderwijsgebouwen).
11
Investeringen met economisch nut*
Investeringen met een economisch nut
(verplicht activeren):
• Stichtingskosten onderwijsgebouwen (excl. grond)
• Uitbreiding onderwijsgebouwen
• Stichtingskosten gymnastieklokalen en sporthallen onderwijs
• Stichtingskosten nieuwbouw woningen en gebouwen
• Rioleringen (aanleg, vervanging en herstel)
• Parkeergarages
• Gymnastieklokalen en sporthallen (excl. onderwijs)
• Aanleg sportvelden
• Woonwagenlocaties
• Lichtinstallaties sportaccommodaties
• Onderlaag/fundering kunstgrasveld
• Renovatie sportaccommodaties
• Uitbreiding, verbouwing woningen en gebouwen
• Algemene technische installaties (inclusief onderwijs)
• Inrichtingskosten sportaccommodaties
• Liftinstallatie
• Centrale verwarmingsinstallatie
• Installaties klimaatbeheersing
• Semi-permanente bebouwing
• Renovatie onderwijsgebouwen
• Telefooncentrale
• Noodgebouwen (oude bouwstijl)
• Gymnastiekmateriaal (excl. onderwijs)
• Kunstgrasvelden (toplaag)
• Meubilair, inventaris, diverse kleine voorzieningen
• Stemmachines
• Tijdelijke noodgebouwen/huisvesting
• Transportmiddelen, auto’s, aanhangwagens, motorvoertuigen
• Automatiseringsapparatuur
• Gereedschappen, verbindingsmiddelen
• Software
60
60
60
40
40
40
40
40
30
25
25
20
20
20
20
20
20
20
20
20
10
15
10
10
10
10
5
5 à 15
3à5
5
5
* investeringen met een economisch nut betreffen investeringen die verhandelbaar zijn of bijdragen in de
mogelijkheid tot het verwerven van middelen.
Investeringen met maatschappelijk nut
Investeringen met een maatschappelijk nut (onder andere de aanleg van parken) worden in de meeste
gevallen niet geactiveerd. Dit is overeenkomstig het BBV waarin wordt verzocht om investeringen met
een maatschappelijk nut bij voorkeur niet te activeren. De uitgaven voor deze investeringen worden direct
verrekend met de exploitatie. Alleen bij hoge uitzondering kan van deze regel afgeweken worden.
Voor een uitgebreide beschrijving van het afschrijvingsbeleid van de Gemeente Apeldoorn kunt u de
kadernotitie afschrijvingsbeleid en waardering van activa raadplegen die op 17 oktober 2013 door uw
raad is vastgesteld.
Financiële vaste activa
De belangen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en effecten worden gewaardeerd tegen de
verkrijgingsprijs. Langlopende leningen worden opgenomen tegen de nominale waarde of lagere
marktwaarde.
12
Voorraden (exclusief Grondbedrijf)
De voorraden worden gewaardeerd tegen aanschaffing- of vervaardigingprijs. Alleen als de marktwaarde
lager ligt, zal waardering tegen de marktwaarde plaatsvinden.
Voorraden grond
De in exploitatie genomen complexen worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs. Hierbij geldt dat
indien de boekwaarde (het saldo van de gemaakte kosten minus ontvangen opbrengsten) niet meer goed
gemaakt kan worden vanuit het positieve saldo van de toekomstige opbrengsten en kosten, er een
verliesvoorziening wordt gevormd.
Voor de niet in exploitatie genomen complexen geldt de volgende werkwijze:
• als er sprake is van een “reëel en stellig voornemen” tot bouwrijp maken mogen er kosten
geactiveerd worden tot aan de (laagste denkbare) verwachte marktwaarde. Indien de boekwaarde
hoger is dan de verwachte marktwaarde, wordt het verschil als verlies genomen via een
verliesvoorziening. Er hoeft echter niet meer afgeboekt te worden dan tot aan de huidige
marktwaarde;
• als er geen sprake (meer) is van een “reëel en stellig voornemen” tot bouwrijp maken dan worden
deze complexen opgenomen onder de voorraad grond- en hulpstoffen en worden deze gewaardeerd
tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Een verschil wordt als verlies genomen ten laste van
de reserve grondbedrijf.
Vorderingen
Vorderingen zijn opgenomen tegen de nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor
(eventuele) oninbaarheid.
Overlopende activa
De overlopende activa zijn opgenomen tegen de nominale waarde.
Algemene reserve
Algemene reserves zijn reserves waar de raad geen specifieke bestemming aan heeft gegeven.
Bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de raad wel een specifiek doel heeft gegeven.
Binnen de bestemmingsreserves is een onderscheid mogelijk tussen wettelijke reserves, egalisatiereserves
en overige bestemmingsreserves. De Algemene reserve van het Grondbedrijf wordt bijvoorbeeld in dit
kader ook gezien als een bestemmingsreserve.
Rentetoevoeging reserves
Met uitzondering van de reserve VNB gelden en de ‘reserves overlopende projecten’ geldt dat jaarlijks
rente over de reserves wordt berekend. De rente wordt aan bestemmingsreserves toegevoegd, als een
reserve concrete bestedingsverplichtingen kent en waarbij rentetoevoeging noodzakelijk is, om aan die
verplichtingen te kunnen voldoen. De berekende rente over de overige reserves wordt toegevoegd aan de
algemene reserve.
Het rentepercentage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Voor 2013 is dit rentepercentage vastgesteld op
2,5 %, met uitzondering van de kapitaallastenreserves. De rentes van deze reserves zijn gekoppeld aan de
rente van het actief waarop de kapitaallastenreserve betrekking heeft.
Voor de reserves van het grondbedrijf is een afwijkend rentepercentage vastgesteld. Dit rentepercentage
(2013 = 4%) komt overeen met het rentepercentage dat wordt gebruikt bij het berekenen van de rente
over de voorraad per 1 januari van het betreffende jaar.
13
Voorzieningen
Voorzieningen kunnen (conform de BBV) worden gevormd als sprake is van:
• verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wel redelijkerwijs
ingeschat kunnen worden;
• op balansdatum bestaande risico’s, die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan de
omvang reeds redelijkerwijs ingeschat kan worden;
• toekomstige kosten, mits de oorsprong ligt voorafgaande aan de balansdatum en de voorziening strekt
tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren.
Voorzieningen worden gevormd tegen nominale waarde, met uitzondering van de voorzieningen
wachtgelden personeel. Deze wordt gevormd tegen contante waarde. De voorziening wachtgeld
personeel betreft uitsluitend de wachtgeldverplichtingen tot en met 2000. Na de stelselherziening in 2001
(overgang van wachtgeld naar WW) worden de jaarlasten, daar waar bekend, in de begroting geraamd en
in de exploitatie verantwoord.
Langlopende schulden
De langlopende schulden zijn opgenomen tegen nominale waarde. Van langlopende schulden is sprake
indien de oorspronkelijke looptijd één jaar of langer is.
Kortlopende schulden en vlottende passiva
Kortlopende schulden zijn opgenomen tegen nominale waarde.
1.3
Grondslagen voor resultaatbepaling
‘lasten-baten stelsel’
De baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarin de diensten of goederen geleverd zijn (lastenbaten stelsel). De baten en lasten waartussen een causaal verband bestaat, zijn in hetzelfde jaar
verantwoord. De verliezen en in redelijkheid te berekenen risico’s, die hun oorsprong vinden in of vóór het
verslagjaar zijn verwerkt in de jaarrekening.
Winstneming grondbedrijf
Wij nemen tussentijds winst voor het deel dat de gerealiseerde opbrengsten hoger zijn dan het totaal van
de gerealiseerde kosten en de nog te maken kosten, naar beneden afgerond op
€ 100.000. Bij afsluiting van een complex wordt het saldo van het complex ten gunste of eventueel ten
laste van de reserve grondbedrijf gebracht.
Resultaatbestemming
Conform het BBV worden de mutaties in de reserves, zowel bij de begroting als de rekening, separaat
verantwoord (via functie 980 in de programmarekening). Het jaarrekeningresultaat is hierdoor zowel vòòr
als na bestemming* inzichtelijk.
* Met bestemming wordt hier de verrekening (storting in/onttrekking uit) met de reserves bedoeld.
14
2
Balans
Jaarrekening 2013
Gemeente Apeldoorn
15
16
2. Balans
2.1 Algemeen
De balans is een momentopname en geeft inzicht in de vermogenstoestand op een specifieke datum. Aan
de debetzijde van de balans zijn de activa / bezittingen opgenomen. Onder deze bezittingen vallen niet
alleen tastbare zaken zoals gebouwen en voorraden maar ook de vorderingen die de gemeente op derden
heeft. De creditzijde van de balans geeft de passiva / financieringsbronnen weer. Dit betreft onder andere
de gevormde voorzieningen en reserves en de schulden op lange en korte termijn.
De indeling van de balans zoals deze hieronder is toegepast is overeenkomstig het Besluit Begroting en
Verantwoording (BBV). De kolom mutatie is aanvullend opgenomen om meer inzicht te geven in de
mutaties die in 2013 hebben plaatsgevonden. Bij de toelichting op de balans is per post een toelichting
opgenomen waarin de grotere mutatie in het jaar nader wordt verklaard.
2.2 Balans per 31 december 2013
Balans Gemeente Apeldoorn per 31 december 2013
(bedragen x € 1.000)
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
18.039
520.978
17.047
537.055
992
-16.077
4.117
21.686
3.591
38.541
2.573
879
4.117
44.048
3.835
38.190
1.524
0
-22.362
-244
351
2.573
-645
610.404
645.816
-35.412
Vlottende activa
03 Voorraden
- Niet in exploitaitie genomen bouwgronden
- Overige grond en hulpstoffen
- In exploitatie genomen boouwgronden/Onderhanden werk
- Vooruitbetalingen
10.979
29.189
58.244
27
13.193
19.209
78.617
57
-2.214
9.980
-20.373
-30
04 Vorderingen korte termijn (< 1 jaar)
- Vorderingen op openbare lichamen
- Overige vorderingen
21.075
12.515
19.189
10.226
1.886
2.289
55
4.968
-4.913
2.971
23.228
5.772
24.420
-2.801
-1.192
158.283
175.651
-17.368
768.687
821.467
-52.780
Activa
Vaste activa
01 Materiële vaste activa
- Maatschappelijk nut
- Economisch nut
02 Financiële vaste activa
- Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
- Leningen aan woningbouwcorporaties
- Leningen aan deelnemingen
- Overige langlopende leningen
- Bijdrage aaan activa in eigendom van derden
- Overige uitzettingen
Totaal vaste activa
05 Liquide middelen
06 Overlopende activa
- Nog te ontvangen bedragen van overheidslichamen
- Overige overlopende activa
Totaal vlottende activa
Totaal Activa
17
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
-24.975
64.092
39.117
-23.596
65.726
42.130
-1.379
-1.634
-3.013
2.802
8.900
-6.098
11.137
11.271
-134
88.000
125.000
390.642
30.000
2.434
2
43.000
140.000
443.903
0
2.830
1
45.000
-15.000
-53.261
30.000
-396
1
689.134
692.035
-2.901
Vlottende passiva
10 Schulden met een looptijd < 1 jaar
- Kasgeldleningen
- Bank- en girosaldi
- Overige schulden
25.000
435
3.078
74.000
0
4.383
-49.000
435
-1.305
11 Overlopende passiva
- Vooruit ontvangen bedragen van overheidslichamen
- Vooruit ontvangen bedragen overig
- Overige overlopende passiva
10.863
7.839
32.338
9.325
4.197
37.526
1.538
3.642
-5.188
79.553
129.432
-49.878
768.687
821.467
-52.780
470.734
480.780
-10.046
Passiva
Vaste passiva
07 Eigen vermogen
- Algemene reserve
- Bestemmingsreserve
Totaal reserves
Rekeningresultaat
08 Voorzieningen
09 Schulden met een looptijd > 1 jaar
- Obligatieleningen
- Onderhandse leningen van pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
- Onderhandse leningen van banken en overige financiële instellingen
- Onderhandse leningen van medeoverheden
- Onderhandse leningen van overige sectoren (nl)
- Waarborgsommen
Totaal vaste passiva
Totaal vlottende passiva
Totaal Passiva
Gewaarborgde geldleningen
18
3
Toelichting op de balans
Jaarrekening 2013
Gemeente Apeldoorn
19
20
3 Toelichting op de balans
3.1 Materiële vaste activa
De materiële vaste activa geven de boekwaarde (aanschafwaarde minus cumulatieve afschrijvingen) weer
van alle activa die eigendom zijn van de Gemeente Apeldoorn. Per 31 december 2013 is de stand van de
materiële vaste activa als volgt:
01
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
41.533
4.454
411.584
40.827
4.719
422.902
706
-265
-11.318
18.039
36.201
1.357
15.140
10.709
17.047
35.910
3.162
19.243
10.292
992
291
-1.805
-4.103
417
539.017
554.102
-15.085
Materiële vaste activa
01.1
01.2
01.3
01.4
Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwk. werken
- maatschappelijk nut
- economisch nut
01.5 Vervoermiddelen
01.6 Machines, apparaten en installaties
01.7 Overige materiële vaste activa
Totaal materiële vaste activa
De mutatie in materiële vaste activa is het gevolg van de jaarlijkse afschrijvingen, desinvesteringen en
investeringen.
In onderstaand overzicht is per categorie inzichtelijk gemaakt hoe de mutatie is verdeeld over deze
onderdelen.
Nieuwe
investeringen
Desinvesteringen
Afschrijving
Mutatie
1
Mutatie materiële vaste activa
01.1
01.2
01.3
01.4
Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwk. werken
- maatschappelijk nut
- economisch nut
01.5 Vervoermiddelen
01.6 Machines, apparaten en installaties
01.7 Overige materiële vaste activa
Totaal mutatie materiële vaste activa
707
274
11.592
706
-265
-11.318
1.628
1.676
652
-1.648
1.432
1.942
170
91
636
1.385
515
2.285
924
992
291
-1.805
-4.103
417
4.721
2.468
17.338
-15.085
265
Toelichting (des-)investeringen
In 2013 zijn twee grote investeringen, de Brinklaangarage en Post Zuid, in gebruik genomen. Daarnaast
zijn in 2013 vervoersmiddelen, machines, apparaten en installaties verkocht aan de VNOG. Ook heeft er
verkoop van oneigenlijk woningbezit plaats gevonden.
De negatieve investering van machines, apparaten en installaties houdt verband met de afrekening van
grote investeringen. Bij deze afrekening heeft een verschuiving tussen de verschillende categorieën binnen
de materiële vaste activa plaatsgevonden.
21
Bijdragen van derden
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) mogen bijdragen van derden in mindering
worden gebracht op de te activeren investeringen. Investeringen waarop een bijdrage van derden in
mindering wordt gebracht, worden daardoor voor een lager bedrag geactiveerd dan waarvoor deze
eigenlijk zijn aangeschaft of vervaardigd. In 2013 zijn voor de beken en sprengen (€ 2,8 miljoen) en de
Brinklaangarage (€ 1,5 miljoen) bijdragen van derden ontvangen.
Investeringen met een maatschappelijk nut
De investeringen met een maatschappelijk nut die op de balans staan (01.4) betreffen voor het grootste
deel investeringen die betrekking hebben op de aanleg en reconstructie van wegen. Rotondes worden
daarbij afgeschreven in 40 jaar. De overige investeringen hebben voor het grootste deel een
afschrijvingstermijn van 20 of 25 jaar.
Toegerekende rente aan activa
In de vermeerderingen van de materiële vaste activa van 2013 is in totaal voor een bedrag van
€ 160.907 aan toegerekende rente opgenomen. Dit betreft bouwrente die wordt toegerekend aan
investeringen groter dan € 2,5 miljoen.
Activa in erfpacht
Onder de gronden en terreinen (01.1) is voor € 2.285.000 aan grond opgenomen dat in erfpacht is
uitgegeven via het grondbedrijf. Het betreft vooral grond die in erfpacht is uitgegeven aan
benzinestations. In het boekjaar zijn een verkoop van een bedrijventerrein via erfpacht en een
erfpachtcontract voor parkeerterreinen voor een waarde van € 1.682.000 toegevoegd.
Onder de activa in erfpacht zijn tevens opgenomen de gronden van een woonwagenlocatie voor een
bedrag van € 3.300.000. Dit betekent dat voor totaal € 5.585.000 aan grond in erfpacht is uitgegeven.
3.2 Financiële vaste activa
De financiële vaste activa geven de waarde weer van de verstrekte kort- en langlopende geldleningen aan
derden.
Per 31 december 2013 is de stand van de financiële vaste activa als volgt:
02
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
4.117
4.117
0
21.685
3.591
38.541
44.048
3.835
38.190
-22.363
-244
351
879
1.524
-645
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen
02.1 Overige verbonden partijen
Verstrekte leningen
02.2 Woningbouwcorporaties
02.3 Deelnemingen
02.4 Overige langlopende leningen
Vorderingen > 1 jaar
02.5 Vordering opbr. aandelen Nuon
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
02.6 Bijdragen aan activa in eigendom van derden
2.573
Totaal financiële vaste activa
71.386
22
2.573
91.714
-20.328
02.6 Bijdragen aan activa in eigendom van derden
U heeft in 2013 een geactualiseerde kadernotitie afschrijvingsbeleid en waardering activa vastgesteld.
Alle investeringen werden voorheen onder de materiële vast activa gepresenteerd. We hebben in het
verleden enkele bijdragen gedaan aan activa in eigendom van derden. Deze investeringen hebben wij nu,
conform de geactualiseerde kadernotitie afschrijvingsbeleid en waardering activa, onder de financiële
vaste activa gepresenteerd.
De mutaties in financiële vaste activa zijn het gevolg van nieuw verstrekte langlopende leningen en
aflossingen die door derden op de uitstaande leningen zijn gedaan. In onderstaand overzicht is per
categorie inzichtelijk gemaakt hoe de mutatie is verdeeld over deze onderdelen.
Verstrekte
Leningen
Ontvangen
Aflossingen
Mutatie
0
0
0
0
0
1.117
22.363
244
766
-22.363
-244
351
0
645
-645
1.117
24.018
-22.901
Mutatie financiële vaste activa (alleen leningen)
Kapitaalverstrekkingen
02.1 Overige verbonden partijen
Verstrekte geldleningen
02.2 Woningbouwcorporaties
02.3 Deelnemingen
02.4 Overige langlopende leningen
Vorderingen > 1 jaar
02.5 Vordering opbr. aandelen Nuon
Totaal financiële vaste activa
Toelichting op de belangrijkste mutaties
Woningbouwcorporaties (02.2)
In 2013 hebben de woningbouwcorporaties voor € 22,4 miljoen afgelost.
Deelnemingen (02.3)
Dit betreft reguliere aflossingen op verstrekte leningen aan Orpheus.
Overige langlopende leningen (02.4)
Wij hebben een aanvullende lening verstrekt aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN)
met een omvang van afgerond € 1,089 miljoen. Verder is op basis van rekeningcourant afspraken met het
Stichting Wereld Natuurhuis € 0,028 miljoen aan leningen verstrekt.
De aflossingen betreffen reguliere aflossingen op verstrekte leningen.
Vordering opbrengst aandelen Nuon (02.5)
In 2009 zijn de aandelen Nuon verkocht. De betaling wordt over een aantal jaren uitgespreid.
23
3.3 Voorraden
De stand van de voorraden per 31 december 2013 is als volgt (x € 1.000):
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
17.922
-6.943
10.979
37.114
-23.920
13.194
-19.192
16.977
-2.215
146.924
-88.755
58.169
158.770
-80.962
77.808
-11.846
-7.793
-19.639
03.5 Overige grond- en hulpstoffen
29.189
19.209
9.980
Totaal voorraden grondbedrijf
98.337
110.211
-11.874
03.6 Overige onderhanden werk
75
807
-732
Overigen
03.7 Vooruitbetalingen
27
57
-30
98.439
111.075
-12.636
03
Voorraden
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
03.1 Niet in exploitatie genomen bouwgronden
03.2 Voorziening niet in exploitatie genomen bouwgronden
In exploitatie genomen bouwgronden/Onderhanden werk
03.3 In exploitatie genomen bouwgronden
03.4 Voorziening in exploitatie genomen bouwgronden
Totaal voorraden
Het verloop van de in exploitatie genomen bouwgronden ziet er als volgt uit:
31-12-2013
Vermeerdering
Vermindering
31-12-2012
146.924
22.471
34.317
158.770
Mutatie in exploitatie genomen bouwgronden
03.3 Mutatie in exploitatie genomen bouwgronden
Niet in Exploitatie genomen bouwgronden (03.1 en 03.2)
Dit betreft gronden waar we in de toekomst nog wat mee willen doen (stellig voornemen) maar die de
raad nog niet in exploitatie heeft genomen. De gronden zijn gewaardeerd tegen de huidige marktwaarde.
Voor het verschil tussen de bruto boekwaarde (03.1) en de huidige marktwaarde is een verliesvoorziening
gevormd (03.2). Het betreft per 31-12-2013 met name gronden in de complexen Kieveen, MarkstraatBeekstraat en Kanaalzone Remeha.
De afname van de bruto boekwaarde (03.1) met € 19,2 mln wordt grotendeels veroorzaakt doordat de
raad in 2013 het project Ecofactorij II heeft stopgezet. De boekwaarde van € 22,3 mln nadelig per 1-12013 is daardoor afgewaardeerd naar de huidige marktwaarde en de resterende boekwaarde (€ 4 mln) is
overgeheveld naar de overige grond- en hulpstoffen. Daarnaast is het complex Kanaalzone Vlijtsepark in
2013 in exploitatie genomen waardoor dit complex (boekwaarde 1-1-2013: € 2,5 mln voordelig) is
overgegaan naar de In Exploitatie genomen gronden.
De mutatie in de verliesvoorzieningen (03.2) wordt eveneens grotendeels veroorzaakt door het stopzetten
van Ecofactorij II. De verliesvoorziening die voor dit complex was gevormd, is in 2013 vrijgevallen ter
dekking van de afwaardering van de gronden naar de huidige marktwaarde.
24
In exploitatie genomen bouwgronden (03.3 en 03.4)
Dit betreft gronden die onderdeel zijn van complexen die al in exploitatie zijn genomen en veelal in
uitvoering zijn. De boekwaarde neemt jaarlijks toe met het saldo van kosten en opbrengsten. Voor het
deel van de boekwaarde dat in de toekomst niet meer zal worden terugverdiend, is een verliesvoorziening
getroffen.
De bruto boekwaarde (03.3) van de In Exploitatie genomen gronden (IEGG) in 2013 met ca € 11,8 mln
afgenomen.
In 2013 is het complex Kanaalzone Vlijtsepark in exploitatie genomen en is de voordelige boekwaarde
toegevoegd aan de IEGG (- € 2,5 mln). Daarnaast is het complex Weteringsbroek aan de IEGG
toegevoegd (+ € 1,3 mln). Verder is een deel van de PWA-zone uit exploitatie gehaald en overgeheveld
naar de Overige grond- en hulpstoffen (- € 3,7 mln).
De overige mutatie in de boekwaarde van de In Exploitatie Genomen Gronden wordt voornamelijk
veroorzaakt door ‘reguliere’ kosten en opbrengsten en door winstnames op complexniveau. De grootste
mutaties zijn (niet uitputtend en afgerond op € 0,5 mln):
Kosten (boekwaarde verhogend)
Bouw en woonrijpmaken
+
Apparaatskosten
+
Verwervingen
+
Rentelast
+
€
€
€
€
8,5
4,0
2,0
6,0
mln
mln
mln
mln
Opbrengsten (boekwaarde verlagend)
Subsidies
- € 1,5 mln
Verkoop bouwrijpe grond
- € 9,0 mln
Bijdragen reserves
- € 9,0 mln
Overige bijdragen
- € 11,5 mln
Winstnames (boekwaarde verhogend)
Winstnames 2013
+ € 3,5 mln (m.n. Erfpacht, Bakershoeve, Bredenoord)
Voor een uitgebreide toelichting op de gemaakte kosten en opbrengsten wordt verwezen naar de
toelichting op product 830 waar voor het totaal van het Grondbedrijf een toelichting per kostensoort is
opgenomen.
De omvang van de verliesvoorzieningen (03.4) bij de IEGG is met ca € 7,8 mln toegenomen. Dit wordt
allereerst veroorzaakt door een (reguliere) rentetoevoeging van € 3,2 mln per 1-1-2013. Daarnaast is er in
2013 een verliesvoorziening kantoren (€ 4,5 mln) gevormd en zijn er mutaties in verliesvoorzieningen bij
diverse complexen (m.n. PWA-zone, afname € 3,3 mln en Groot Zonnehoeve, toename € 2,8 mln).
In verband met een te verwachten neerwaartse bijstelling van het kantorenprogramma is een
verliesvoorziening kantoren ingesteld. Vanwege de voorzienbaarheid moeten de financiële gevolgen van
deze teruggang conform de BBV-regels al wel in het MPG 2014 (en daarmee in de jaarrekening 2013)
worden meegenomen. Deze verliesvoorziening kantoren is bepaald op basis van een worst case scenario,
waarbij een groot deel van het kantorenprogramma wordt geschrapt en verkoopopbrengsten geheel of
gedeeltelijk wegvallen. Binnen welke complexen de teruggang precies zijn beslag zal krijgen, is nog niet
zeker. In 2014 wordt deze voorziening kantoren omgezet in projectspecifieke verliesvoorzieningen,
wanneer duidelijk is in welke complexen de teruggang van het kantorenprogramma gaat plaatsvinden.
Overige grond- en hulpstoffen (03.5)
Dit betreft de voorraad gronden (inclusief opstallen) waar geen ontwikkeling meer op is voorzien. Ze
worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere huidige marktwaarde. Met uitzondering van
eventuele aankopen mag de boekwaarde niet worden gemuteerd met overige kosten en opbrengsten.
25
Zowel rente als beheers- en exploitatielasten worden jaarlijks ten laste van de Algemene Reserve
Grondbedrijf gebracht.
Als gevolg van de herziening van het woningbouw- en bedrijvenprogramma is de omvang van de overige
grond- en hulpstoffen de afgelopen jaren fors toegenomen. Ook in 2013 is de voorraad met ca. € 9,9 mln
toegenomen. Dit komt o.a. doordat de (afgewaardeerde) boekwaarde van Ecofactorij II (+ € 4,0 mln) en
een deel van de PWA-zone (€ 1,3 mln) aan de voorraad grond- en hulpstoffen is toegevoegd. Daarnaast
waren er in het complex Kanaalzone in het verleden nog subsidies opgenomen (ca + € 6,7 mln inclusief
rente) die bij het in exploitatie nemen van het complex Kanaalzone Vlijtsepark in 2013 naar de IEGG zijn
overgeboekt. Daartegenover staat dat bij het complex Kanaaloevers Veldhuis de grond is afgewaardeerd
(- € 1,2 mln).
De Niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn als volgt samengesteld (x € 1.000):
Complex
Kanaalzone Remeha
Kanaalzone Vlijtsepark
Ecofactorij II
Kieveen
Beekstraat/Marktstraat
Herstructuring Zuid: de Baar
Subtotaal
Verliesvoorzieningen
Ecofactorij II
Kieveen
Beekstraat/Marktstraat
Subtotaal
Nettoboekwaarde Niet in exploitatie genomen bouwgronden
31-12-2013
4.803
6.355
6.764
0
17.922
31-12-2012
4.837
-2.545
22.273
6.118
6.667
-236
37.114
0
-5.252
-1.691
-6.943
-17.877
-4.896
-1.147
-23.920
10.979
13.194
De Overige grond- en hulpstoffen zijn als volgt samengesteld (x € 1.000):
Complex
Zuidbroek
Kanaalzone (politiekavel, noordoost & sportvelden)
Kanaaloevers Veldhuis
Beekbergsebroek
Ecofactorij II
PWA Zone
Overige Ruwe Gronden
Boekwaarde Overige grond- en hulpstoffen
26
31-12-2013
2.743
3.634
4.888
10.580
4.001
1.300
2.043
31-12-2012
2.743
-2.451
6.147
10.580
2.190
29.189
19.209
De In exploitatie genomen bouwgronden zijn als volgt samengesteld (x € 1.000):
Complex
Kanaalzone Pilot Zuid
Kanaalzone Vlijtsepark
Woudhuis
Zonnehoeve
Osseveld Oost
Zuidbroek
Beekbergen
Griftlokaties Binnenstad
PWA-zone
Stationsplein
Kanaaloevers Haven Centrum
Kanaaloevers Welgelegen
Herstructurering Winkelcentra (Eglantier en Ugchelen)
Herstructurering Zevenhuizen: Anklaar
Herstructurering Zevenhuizen: 't Podium
Herstructurering Zuid: Hart van Zuid
Herstructurering Zuid: Metaalbuurt
Zuid West Poort
Noord Oost Poort
Ecofactorij
De Voorwaarts
Diverse kleine grondbedrijfprojecten
Projecten restcomplexen
Diverse projecten voor rekening van algemene dienst
Subtotaal
Verliesvoorzieningen
Zonnehoeve
Zuidbroek
Griftlokaties Binnenstad
PWA-zone
Stationsplein
Kanaaloevers Haven Centrum
Zuid West Poort
Ecofactorij
Diverse kleine grondbedrijfprojecten
Projecten restcomplexen
Algemene verliesvoorziening kantoren
Subtotaal
Nettoboekwaarde In exploitatie genomen bouwgronden
Totaal voorraad
Totaal voorziening tekorten exploitaties
Totaal netto voorraad
27
31-12-2013
-734
-14.015
-379
23.456
-1.500
99.400
0
271
1.048
518
8.914
-608
-107
-4.106
-230
0
-618
5.185
5.005
26.180
409
-1.180
-1.068
1.083
146.924
31-12-2012
-814
-381
23.441
-1.580
93.014
-108
258
4.618
498
8.678
-952
-361
-657
-176
-53
-908
5.112
5.823
24.775
673
-875
-1.165
-90
158.770
-5.131
-67.937
-89
-629
-214
-9.058
-750
-47
-79
-321
-4.500
-88.755
-2.279
-64.350
-73
-3.744
-210
-9.283
-641
-382
-80.962
58.169
77.808
194.035
-95.698
98.337
215.093
-104.882
110.211
Grondvoorraad nog niet in exploitatie genomen complexen
Complex
Met stellig voornemen
Kieveen
Kanaalzone
Beekstraat/Marktstraat
Herstructurering Zuid
Zonder stellig voornemen
Zuidbroek
Kanaalzone
Kanaaloevers Veldhuis
Beekbergsebroek
Ecofactorij II
PWA Zone
Overige ruwe gronden
Totaal
1
Aantal m2
31-12-2012
Aantal m2
31-12-2013
Boekwaarde
114.518
93.268
6.702
214.488
114.518
25.604
6.875
146.997
1.103.000
4.803.000
5.073.000
0
10.979.000
9,63
187,59
737,89
n.v.t.
74,69
498.840
185.566
14.979
1.210.008
312.153
334.970
2.556.516
498.840
152.089
11.912
1.210.008
317.449
14.080
334.970
2.539.348
2.743.000
3.634.000
4.888.000
10.580.000
4.001.000
1.300.000
2.043.000
29.189.000
5,50
23,89
410,34
8,74
12,60
92,33
6,10
11,49
2.771.004
2.686.345
40.168.000
14,95
1
Prijs per m2
boekwaarde is inclusief verliesvoorziening en in sommige complexen zijn panden opgenomen
Overige onderhanden werk (03.6)
Het project Weteringsebroek inzake verkoop bouwrijpe grond is in 2013 voor € 1,3 mln. overgebracht
naar de in exploitatie genomen gronden. Het onderdeel van de Weteringsebroek m.b.t. de ontwikkeling
van het buitenstedelijkgebied is voor -/- € 0,9 mln verantwoord onder de vooruit ontvangen bedragen.
Voorts is het project Beken en Sprengen opgenomen onder de materiele vaste activa voor een bedrag van
€ 1,1 mln. Een saldo van -/- € 0,7 mln als gevolg van het schrappen van het project Herstructurering Zuid
Zuiderpark (Zomernota 2012) was eind 2012 nog onder het overig onderhanden werk opgenomen en is in
2013 afgewikkeld. Onder deze post resteert nog een saldo van (nog) niet afgerekende uren met het
grondbedrijf van € 0,1 mln.
28
3.4
Vorderingen op korte termijn
Onder vorderingen op korte termijn vallen de vorderingen die binnen een jaar worden afgehandeld. De
vorderingen op korte termijn kunnen als volgt worden gespecificeerd:
04
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
8.685
4.276
-942
12.019
8.158
1.373
-3.476
6.055
527
2.903
2.534
5.964
903
-180
723
1.099
-151
948
-196
-29
-225
4.849
-800
4.049
5.696
-1.100
4.596
-847
300
-547
325
16.474
16.799
325
17.491
17.816
0
-1.017
-1.017
33.590
29.415
4.175
Vorderingen op korte termijn (< 1 jaar)
Debiteuren (overige vorderingen)
04.1 Debiteuren algemeen
04.2 Debiteuren publieke organisaties (excl. Belastingdienst)
04.3 Voorziening debiteuren algemeen
04.4 Debiteuren Stadsbank
04.5 Voorziening debiteuren stadsbank
04.6 Belastingdebiteuren
04.7 Voorziening belastingdebiteuren
Vorderingen op openbare lichamen (Belastingdienst)
04.8 Omzetbelasting
04.9 BTW-compensatiefonds
Totaal vorderingen op korte termijn
Belangrijkste mutaties vorderingen op korte termijn
Debiteuren (overige vorderingen) (04.1 t/m 04.7)
De post debiteuren is gesplitst in debiteuren publieke organisaties, belastingdebiteuren,
bijstandsdebiteuren (Stadsbank) en overige debiteuren. Deze indeling wordt toegepast omdat de
verschillende debiteuren ieder hun eigen risicoprofiel hebben.
De voorzieningen zoals deze in 2013 zijn getroffen ter dekking van dubieuze debiteuren zijn als volgt
berekend:
• De voorziening algemene debiteuren (04.3) wordt bepaald op basis van een dynamische beoordeling
met individuele toetsing van debiteuren. Het verschil ten opzichte van 2012 is dat de uitstaande
bouwleges bij de woningbouwcorporaties niet meer zijn voorzien. Deze zijn in 2013 afgewikkeld.
• De voorziening debiteuren stadsbank (04.5) wordt vastgesteld op het bedrag dat aan leningen
openstaat waarop een jaar of langer niet meer is afgelost.
• De voorziening belastingdebiteuren (04.7) wordt bepaald op basis van een dynamische beoordeling van
de debiteuren en deze beoordeling is statisch getoetst.
Vorderingen op openbare lichamen (04.8 en 04.9)
Dit betreft de vorderingen op de belastingdienst.
29
3.5
Liquide middelen
De samenstelling van de liquide middelen is als volgt:
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
Kas / Bank / Giro
05.1 Kas
05.2 Bank Nederlandse gemeenten (BNG)
05.3 Overige banken
05.4 Kruisposten
45
0
10
0
35
10
4.924
-1
10
-10
-4.914
1
Totaal liquide middelen
55
4.968
-4.913
05
Liquide middelen
De mutatie in de liquide middelen is niet afzonderlijk te verklaren. Hiervoor dient het totaal aan
financieringsmiddelen (liquide middelen (debet en creditzijde balans), kortlopende en langlopende leningen)
bekeken te worden in combinatie met de totale financieringsbehoefte die er is.
3.6
Overlopende activa
De post overlopende activa is in te delen in de nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde
bedragen.
Nog te ontvangen bedragen
De post nog te ontvangen bedragen geeft de opbrengsten weer die in 2013 als baten in de exploitatie zijn
meegenomen maar die echter nog niet daadwerkelijk zijn ontvangen. De opbrengsten worden als
opbrengst in de exploitatie verantwoord met als tegenboeking de genoemde post op de balans. Op het
moment dat de opbrengst daadwerkelijk wordt ontvangen, wordt deze van de balanspost afgeboekt en
vervalt de openstaande vordering.
Vooruitbetaalde bedragen
De vooruitbetaalde bedragen betreffen betalingen die in 2013 zijn gedaan waarvan de last niet in 2013 in
de exploitatie is meegenomen. Ze worden op de balans ‘geparkeerd’ en worden op een later moment
alsnog als kosten opgenomen in de exploitatie.
30
06
Nog te
06.01
06.02
06.03
06.04
06.05
06.06
06.07
06.08
06.09
06.10
06.11
06.12
06.13
06.14
06.15
06.16
06.17
06.18
06.19
06.20
06.21
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
1.059
1.930
525
0
155
265
1.389
2.620
180
5.450
868
0
273
0
132
241
295
298
500
646
267
1.100
18.193
1.486
1.720
500
236
674
686
1.269
5.177
293
5.401
835
492
1.374
595
0
0
0
0
0
0
0
1.564
22.302
-427
210
25
-236
-519
-421
120
-2.557
-113
49
33
-492
-1.101
-595
132
241
295
298
500
646
267
-464
-4.109
6.255
512
59
33
179
0
309
0
659
8.006
6.175
525
137
36
178
187
432
157
62
7.889
80
-13
-78
-3
1
-187
-123
-157
597
117
26.199
30.191
-3.992
Overlopende activa
ontvangen bedragen
Rente leningen en beleggingen
SOZA debiteuren
Precariorechten
Aankoop camping Groot Panorama
Onderwijshuisvesting
Te ontvangen huren
WMO eb WVR
Prov. Gld/Rijk
Vergoeding processenverbaal (CJIB)
Burgers v Apeldoorn
Atter0/Afvalfonds
Waterschap
Inleenvergoeding 2010/2011 Reïntegratie
Kansen voor Jongeren/Stedendriehoek
Collectief vervoer
Regionalisering
Brandweer
Verblijfsrecreatie
OVIJ
EFRO subsidie
Door te berekenen onteigeningskosten
Diversen < 200.000
Vooruitbetaalde bedragen
06.22 Samenwerkingsverbanden
06.23 Exploitatie domeinen
06.24 Verzekeringspremies
06.25 Facilitaire kosten
06.26 Contributie VNG
06.27 WMO
06.28 Automatisseringskosten
06.29 CBP
Diversen < € 200.000
Totaal overlopende activa
Toelichting op de grootste mutatie(s)
Voor een verloopoverzicht van de overlopende activa van medeoverheden verwijzen wij u naar bijlage H.
06.08 Provincie Gelderland / Rijk
Dit betreft een aantal projecten, waarvan de werkzaamheden reeds hebben plaatsgevonden en na
declaratie de subsidie in 2014 ontvangen zal worden. Middels de SISA-bijlage worden een aantal van
deze subsidieregelingen verantwoord.
31
3.7 Eigen vermogen
Het eigen vermogen van de Gemeente Apeldoorn is opgebouwd uit een verscheidenheid van reserves. In
deze paragraaf wordt alleen op hoofdniveau op deze reserves ingegaan. In de hieronder genoemde
bijlagen wordt meer inzicht gegeven in de diverse reserves en de mutaties die op deze reserves in 2013
hebben plaatsgevonden.
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
A: specificatie reserves en voorzieningen
B: specificatie bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn
C: specificatie algemene reserve
D: specificatie bestemmingsreserve overlopende projecten
De stand van het eigen vermogen per 31 december 2013 is als volgt:
07
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
-24.975
-23.596
-1.379
11.603
2.139
50.350
64.092
18.836
3.489
43.401
65.726
-7.233
-1.350
6.949
-1.634
2.802
8.900
-6.098
41.919
51.030
-9.111
Eigen vermogen
Algemene reserve
07.1 Algemene reserve
Bestemmingsreserve
07.2 Bestemmingsreserve BROA
07.3 Bestemmingsreserve kapitaallasten
07.4 Overige bestemmingsreserves
Resultaat
07.5 Exploitatieresultaat
Totaal Eigen vermogen
Mutaties reserves
Hieronder zijn de meest belangrijke reserves kort toegelicht alsmede de uitzonderlijke mutaties die in 2013
in de reserves hebben plaatsgevonden. Voor een specifiek overzicht van de mutaties in 2013 wordt
verwezen naar de bijlagen A t/m D.
Algemene reserve (07.1)
In de beginbalans is het voordelig rekeningresultaat van 2012 (€ 8,9 miljoen) verrekend met de Algemene
reserve. Onderdeel van de Algemene reserve zijn de in het verleden ontstane tekorten bij het Grondbedrijf.
Ook de negatieve reserves van de bouwleges en exploitatie begraafplaatsen worden onder de Algemene
reserve gepresenteerd. De totale Algemene reserve laat een negatieve stand van per saldo € 25 miljoen
zien. Wij hebben in 2012 met u afspraken gemaakt om deze negatieve reserve in 10 jaar weer aan te
vullen.
Voor een totaal overzicht van de mutaties verwijzen wij u naar bijlage C.
Reserve Egalisatie Bouwleges
Per 31 december 2013 is de egalisatiereserve bouwleges € 1.465.006 negatief. In 2013 heeft er geen
storting of onttrekking aan deze reserve plaatsgevonden. Normaliter wordt het resultaat op de baten en
lasten van de bouwleges verrekend met de egalisatiereserve bouwen, echter met de vaststelling van de
MPB 2014-2017 is ingestemd met een verrekening met de Algemene Reserve in 2013 in plaats van met
de egalisatiereserve bouwleges. Dit om het negatieve saldo (€ 1.465.000) van de egalisatiereserve niet
verder op te laten lopen.
32
Het resultaat van lasten en baten op de bouwleges is uitgekomen op € 1,8 miljoen negatief, wat voor het
overgrote deel is toe te rekenen aan de lagere opbrengst bouwleges. Deze lagere opbrengst wordt
veroorzaakt door een terugval van de woningbouw en van grote bouwprojecten. Geconstateerd is dat er
minder vergunningen worden aangevraagd en dat verleende vergunningen niet automatisch tot start bouw
leiden. Er is sprake van een grote grilligheid in de markt en het al dan niet doorgaan van een project is in
deze crisistijd van tal van factoren/ spelers afhankelijk.
Aan de lastenkant worden sinds 2009 al lastenverlichtende maatregelen genomen; er wordt actief
gestuurd op personele inzet, niet invullen van vergunninggerelateerde vacatures en aanpassing van
dienstverleningsovereenkomsten.
Reserve Exploitatie begraafplaatsen
Door de afname van het aantal begrafenissen is de exploitatie van onze begraafplaatsen niet meer
kostendekkend. In 2013 is het tekort met € 116.168 opgelopen. Eind 2013 is het tekort in de reserve €
228.737.
De raad heeft bij de behandeling van de MPB 2014-2017 besloten om eenmalig € 350.000 in de reserve
te storten. Daarmee is het risico in 2014 afgedekt. Voor de zomer van 2014 zullen wij met voorstellen
komen voor verbetering van het beheer en de exploitatie.
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (07.2)
Voor een gedetailleerde overzicht van de mutaties wordt verwezen naar bijlage B. In deze bijlage is
inzichtelijk welke onttrekkingen uit en welke stortingen in de BROA in 2013 hebben plaatsgevonden.
Bestemmingsreserve kapitaallasten (07.3)
Aangezien investeringen conform het BBV bruto moeten worden geactiveerd en bijdragen uit reserves niet
in mindering hierop mogen worden gebracht, worden de bijdrage aan investering als reserve kapitaallasten
op de balans gezet. Gedurende de looptijd van de investering valt deze reserve jaarlijks voor een deel vrij
ter dekking van de jaarlijkse kapitaallasten. Op dit moment hebben wij nog twee kapitaallastenreserves, te
weten voor Post Zuid en de Brinklaanparkeergarage.
Overige bestemmingsreserves (07.4)
Bij deze post gaat het om een groot aantal individuele reserves die elk een eigen bestemming heeft
gekregen. De onttrekkingen en stortingen die bij deze reserves hebben plaatsgevonden, zijn conform de
bestemming die eraan is gegeven en binnen de richtlijnen in de door uw raad vastgestelde nota reserves
en voorzieningen. In bijlage A is per reserve aangegeven wat de stortingen en onttrekkingen zijn geweest.
Om inzicht te krijgen in de programma’s en producten waarop de mutaties betrekking hebben, wordt
verwezen naar de toelichting op de programmarekening. Hierin is per beleidsproduct toegelicht of een
voordeel of nadeel met de reserves is verrekend.
Hieronder is een aantal overige bestemmingsreserves opgenomen die nadere toelichting behoeven:
Bespaarde rente op reserves (toename € 0,9 miljoen)
In 2013 is op basis van de waarde per 1-1-2013 rente toegevoegd aan reserves. In 2013 gaat het per
saldo om een bedrag van € 0,9 miljoen. Hiervoor is (met uitzondering van maatwerkafspraken en
kapitaallastenreserves) een percentage van 2,5 % gehanteerd. In de staat van reserves in bijlage A is de
verdeling van dit bedrag over de diverse reserves inzichtelijk gemaakt.
Overlopende projecten (afname van € 2,4 miljoen)
Elk jaar wordt vastgesteld welke exploitatiebudgetten die niet of gedeeltelijk zijn uitgegeven, in
aanmerking komen voor overheveling naar het volgende jaar. In bijlage D is een overzicht opgenomen van
de budgetten (totaal € 7,3 miljoen) die worden overgeheveld naar 2014. Dit volgens de kaderstelling
overlopende budgetten en kredieten. De vrijval van € 4,4 miljoen betreft de budgetten van 2012 die in
2013 niet tot uitnutting zijn gekomen. Deze budgetten vallen vrij in de exploitatie en worden daar
verantwoord. Van de vrijval van € 4,4 miljoen wordt € 4,1 miljoen verantwoord bij het Grondbedrijf.
33
Reserve Huisvuilrechten (toename van € 0,1 miljoen)
De reserve wordt gevoed met de opbrengst van de afvalstoffenheffing en opbrengsten uit de verkoop van
ingezameld afval. De opbrengst van de afvalstoffenheffing heeft € 16,3 miljoen bedragen. Door verkoop
van diverse afvalsoorten (papier, metalen en kunststoffen) is € 1,8 miljoen ontvangen. De verhuur van de
kantoren aan Circulus hebben een batig saldo van € 0,7 miljoen opgeleverd. Daarnaast is een opbrengst
ontvangen van € 0,4 miljoen in verband met de dividenduitkering 2012 van Circulus. De verminderingen
hebben betrekking op de kosten van inzameling van huishoudelijk afval. De kosten van inzameling, afvoer
en verwerking hebben € 18,1 miljoen bedragen. De kosten van kwijtschelding hebben € 0,9 miljoen
bedragen en de kosten van invordering van de heffing € 0,3 miljoen.
Per 31-12-2013 bedraagt de stand van de reserve circa € 6,2 miljoen. Dit houdt in dat het maximum van
de reserve met circa € 2,6 miljoen wordt overschreden. Bij afvalstoffenheffing 2014 zullen overschotten
over vorige jaren aan de burgers worden teruggegeven.
3.8 Voorzieningen
De stand van de voorzieningen per 31 december 2013 is als volgt:
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
08.1 Voorzieningen
11.137
11.271
-134
Totaal Voorzieningen
11.137
11.271
-134
08
Voorzieningen
Mutaties voorzieningen
Een totaaloverzicht van alle mutaties in de voorzieningen is opgenomen in bijlage A. Hieronder wordt
alleen de voorziening renterisico toegelicht vanwege omvang van de mutatie.
Voorziening renterisico
In 2012 hadden wij een voorziening getroffen voor een renterisico. Zoals toegezegd, hebben wij deze
casus in 2013 voorgelegd aan de commissie BBV. Op basis van een uitspraak van deze commissie is de
vorig jaar voorziene € 1 miljoen vrijgevallen.
34
3.9 Schulden op lange termijn
De schulden op lange termijn betreffen alle schulden met een rentetypische looptijd groter dan 1 jaar. Eind
2013 is de schuld op lange termijn als volgt op de balans opgenomen:
09
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
88.000
43.000
45.000
125.000
390.642
0
30.000
2.434
140.000
443.901
0
0
2.830
-15.000
-53.259
0
30.000
-396
548.076
586.731
-38.655
2
1
1
636.078
629.732
6.346
Schulden op lange termijn
Obligatieleningen
09.1 Obligatieleningen
Onderhandse leningen:
09.2 Pensioenfondsen en verzekerings instellingen
09.3 Banken en overige financiële instellingen
09.4 Binnenlandse bedrijven
09.5 Medeoverheden
09.6 Overige binnenlandse sectoren
Overige schulden op lange termijn
09.7 Waarborgsommen
Totaal schulden op lange termijn
Zoals reeds bij de toelichting op de liquide middelen aangegeven, dient het totaal aan
financieringsbehoefte bekeken te worden in combinatie met het totaal aan beschikbare
financieringsmiddelen. De mutatie in een bepaalde post behoeft dan ook niet altijd tot een daling van een
andere specifiek post te leiden. Via rente-instrumenten hebben wij € 255 miljoen kortlopende schulden
omgevormd tot langlopende schulden.
Doordat de rente in de markt fluctueert, ontwikkelen leningen een zo genaamde marktwaarde. Die
marktwaarde ontstaat indien de actuele rente afwijkt van de rente van een eerder door ons afgesloten
langlopende lening. Is de actuele marktrente lager, dan resulteert dat voor ons als gemeente in een
negatieve marktwaarde. Die marktwaarde wordt berekend door het renteverschil (actuele rente minus de
rente van de afgesloten lening) te ‘vermenigvuldigen’ met de hoofdsom en vervolgens de resterende
looptijd van de afgesloten lening. Op het eind van de looptijd van de afgesloten lening (resterende looptijd
is dan 0) is er dus geen verschil meer en is de marktwaarde dus nul.
De actuele lage rentes leiden er toe dat bijna alle in het verleden afgesloten leningen een hoger
rentepercentage hebben. Wij hebben, om u een beeld te geven van het verschil in de contractuele rente
en de huidige marktrente, een berekening over ons totale financieringspositie gemaakt en die leidt tot een
negatieve marktwaarde per balansdatum van € 51,5 miljoen. Voor de regulier vastrentende leningen
bedraagt die negatieve marktwaarde € 32,1 miljoen en voor leningen met behulp van rente-instrumenten
€ 19,4 miljoen.
De vraag die hierbij gesteld zou kunnen worden is waarom wij niet gewacht hebben met het afsluiten van
langlopende leningen en dus dat wij met die eerder afgesloten leningen niet profiteren van de huidige lage
marktrente. Het antwoord hierop is dat we niet ongelimiteerd met korte geldleningen in ons
liquiditeitsbehoefte mogen voorzien. De Wet Financiering Decentrale Overheden stelt hier grenzen aan.
Zodra die grens wordt bereikt, zijn we wettelijk verplicht om korte geldleningen om te zetten in
langlopende geldleningen. Op dat moment zijn we overgeleverd aan de dan geldende marktrente.
Circa 75% van de rente-instrumenten heeft een initiële looptijd tot 10 jaar. Bij bijna 10% bedraagt die 30
jaar en voor de resterende 15% 50 jaar. De contractuele rentepercentages variëren tussen 2,52% en
4,43%.
35
Nieuw in 2013 is de wet met betrekking tot schatkistbankieren. Deze wet “stimuleert” overheden om aan
elkaar geld te lenen, omdat de overtollige gelden anders bij het Rijk moeten worden ondergebracht. Zo
hebben wij ook geld geleend bij een medeoverheid. Volgens de nieuwe regelgeving moeten wij deze
leningen apart presenteren op de balans.
Naast de schulden in het bovengenoemde overzicht staan wij voor € 471 miljoen garant voor geldleningen
van onder andere woningbouwcorporaties, ten opzichte van vorig jaar is dit een daling van € 10 miljoen.
In de financieringsparagraaf vindt u een nadere toelichting en in bijlage G een specificatie van de
gewaarborgde geldleningen.
Rentelast schulden op lange termijn
De rentelast die voortvloeit uit de schulden op lange termijn is voor 2013 als volgt gespecificeerd:
2013
2012
2.345
202
18.814
0
79
63
2.788
730
19.504
0
0
66
21.503
23.088
Rentelast schulden op lange termijn
09.1
09.2
09.3
09.4
09.5
09.6
Obligatieleningen
Pensioenfondsen en verzekerings instellingen
Banken en overige financiële instellingen
Binnenlandse bedrijven
Medeoverheden
Overige binnenlandse sectoren
Totaal rentelast
De afname van de rentelast wordt verklaard door een lagere herfinancieringsrente. Voor meer informatie
hierover verwijzen wij u naar de paragraaf ‘financiering’ zoals die in deze jaarstukken is opgenomen.
3.10 Schulden op korte termijn
De schulden op korte termijn betreffen alle schulden met een looptijd van 1 jaar of korter. Eind 2013 is de
schuld op korte termijn als volgt op de balans opgenomen:
10
10.1
10.2
10.3
10.4
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
3.004
25.000
435
74
4.314
74.000
0
70
-1.310
-49.000
435
4
28.513
78.384
-49.871
Schulden op korte termijn
Crediteuren (extern)
Kasgeldleningen
Bank- en girosaldi
Rekening courant niet fin.-instellingen
Totaal schulden op korte termijn
Kasgeldleningen (10.2) en bank- en girosaldi (10.3)
De mutatie in de liquide middelen en de kasgeldleningen is niet afzonderlijk te verklaren. Hiervoor dient
het totaal aan financieringsmiddelen (liquide middelen (debet en creditzijde balans), kortlopende en
langlopende leningen) bekeken te worden in combinatie met de financieringsbehoefte die er is.
Rekening courant met niet-financiële instellingen (10.4)
Dit betreft de rekening courant verhouding met het Sociaal voorzieningenfonds.
36
3.11 Overlopende passiva
De overlopende passiva bestaat uit drie onderdelen, te weten nog te betalen bedragen, vooruitontvangen
bedragen en transitorische posten.
Nog te betalen bedragen
Posten hieronder opgenomen, betreffen kosten voor diensten die in 2013 zijn geleverd maar waarvoor de
factuur nog niet is ontvangen. De kosten zijn in 2013 al wel in de exploitatie opgenomen.
Vooruitontvangen bedragen
Dit betreft bedragen die in 2013 zijn ontvangen maar die niet betrekking hebben op het boekjaar 2012.
Het betreft ontvangen bedragen voor prestaties die de gemeente in 2014 gaat leveren of uitvoeren.
Derhalve mogen de ontvangen gelden niet in de exploitatie worden opgenomen en worden ze tijdelijk op
de balans geparkeerd.
Transitorische posten
Dit betreft alle overige overlopende passiva die in 2014 worden afgewikkeld.
11
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
7.978
2.011
3.168
5.062
127
0
148
222
115
0
236
0
840
1.167
0
350
317
369
0
0
0
450
255
482
325
2.713
26.335
9.013
2.305
3.233
5.010
70
247
301
114
592
343
236
1.112
1.572
838
350
116
1.339
1.102
168
500
1.553
0
0
0
0
1.660
31.774
-1.035
-294
-65
52
57
-247
-153
108
-477
-343
0
-1.112
-732
329
-350
234
-1.022
-733
-168
-500
-1.553
450
255
482
325
1.053
-5.439
Overlopende passiva
Nog te betalen bedragen
11.01 Rente geldleningen
11.02 Afwikkeling huishoudelijke verzorging
11.03 Cliënten stadsbank
11.04 Samenwerkingsverbanden
11.05 Inhuur derden
11.06 Explosievenopruiming
11.07 Facilitaire kosten
11.08 Automatisering
11.09 Exploitatie/voorzieningen onderwijsgebouwen
11.10 Nog te betalen kosten domeinen
11.11 Particuliere monumenten subsidies
11.12 Taxibus
11.13 Omzetbelasting
11.14 Tussenrekeningen van de sociale dienst
11.15 Kwijtschelding afvalstoffen heffing
11.16 Uitvoeringskosten actualisatie bestemmingsplannen
11.17 Afrekening BBZ
11.18 Onderwijshuisvesting
11.19 Reïntegratie/Participatie
11.20 Algemene uitkering
11.21 Omnizorg
11.22 Vorming en opleiding
11.23 VNOG
11.24 Economische visie steden driehoek
11.25 Betaalplannen
Diversen < € 200.000
37
11
31-12-2013
31-12-2012
Mutatie
2.792
1.752
239
78
329
318
3.694
446
723
0
0
350
1.804
1.101
0
110
108
0
0
291
214
412
794
1.289
1.858
18.702
1.932
1.970
1.073
269
386
306
1.101
534
755
189
864
547
1.169
306
273
110
108
313
214
0
0
0
0
420
683
13.522
860
-218
-834
-191
-57
12
2.593
-88
-32
-189
-864
-197
635
795
-273
0
0
-313
-214
291
214
412
794
869
1.175
5.180
5.416
138
449
6.003
5.669
7
76
5.752
-253
131
373
251
51.040
51.048
-8
Overlopende passiva
Vooruitontvangen bedragen
11.26 Bijdragen derden projecten
11.27 WWB-werkdeel
11.28 RPA-regiogelden
11.29 Rijksvergoeding RMC
11.30 Provincie Gelderland luchtkwaliteitsmaatregelen
11.31 Schenking kinderboederijen
11.32 GSO/ISV
11.33 Landbouwontwikkelingsgebied (LOG)
11.34 Socer (Kemo eur. Subs.)
11.35 Omgevingslawaai
11.36 Provincie Gelderland Arnhemseweg
11.37 Bijdragen Stedendriehoek innov. Projecten
11.38 Rijksvergoeding Onderwijs Achterstanden Beleid
11.39 Achmea Laan van Malkenschoten
11.40 OVIJ/RUD
11.41 Onderwijs en arbeidsmarkt
11.42 Playing 4 succes
11.43 Vooruitontvangen huren
11.44 Bijdr. ontwikkelaars rentederving startersleningen
11.45 Algemene uitkering
11.46 Rente startersleningen
11.47 Project eendrachtsprengen
11.48 Project Weteringsebroek
11.49 Verrekenbare projecten
Diversen < € 200.000
Overige transitorische posten
11.49 Personele lasten
11.50 Banken
11.51 Diversen < € 200.000
Totaal overlopende passiva
Toelichting op de grootste mutaties
Voor een verloopoverzicht van de overlopende passiva van medeoverheden verwijzen wij u naar bijlage H.
Rente geldleningen (11.01)
Door goedkopere herfinanciering is de transitorische rentelast afgenomen.
Afrekening BBZ (11.17)
De balanspost Afrekening BBZ (start per 01-01-2013 met € 1,3 miljoen) is gedurende het dienstjaar
gecorrigeerd voor de navolgende afwikkelingen:
• de afrekening met het ministerie i.h.k.v. de Inburgering/General Pardon 2007 - 2009 van €
801.111;
• de afrekening met het ministerie van de einddeclaratie 2012 BBZ ad € 438.534 (conform Sisa
2012);
• enkele kleine afwikkelingen.
Omnizorg (11.21)
In verband met een uitspraak van de Raad van Arbitrage in de zaak tussen gemeente en hoofdaannemer
diende de gemeente € 1,55 miljoen te betalen. Deze post is in 2013 afgewikkeld.
GSO/ISV (11.33)
Door versnelde bevoorschotting van de Provincie is het eindsaldo 2013 in vergelijking met 2012 hoger.
38
4
Programmarekening
Jaarrekening 2013
Gemeente Apeldoorn
39
40
4 Programmarekening
4.1 Algemeen
In de programmarekening wordt inzicht gegeven in de resultaten per programma en per beleidsproduct.
Daarbij wordt onderscheidt gemaakt in het resultaat vòòr bestemming (vòòr verrekening met reserves) en
het resultaat na bestemming.
In de programmaverantwoording worden afwijkingen > € 200.000 geanalyseerd en verklaard.
41
4.2 Programmarekening
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2013
(C)
Lasten
Baten
Saldo
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening
2012
Saldo
1: Bestuur, (wijk)organisaties, burgerzaken en financiën
6.545
15.996
3.119
840
427
1.934
18
54
0
0
736
3.578
0
7.666
1.376
0
0
0
0
0
1.002
43
0
4.701
20
2.325
0
0
1.716
0
260
290
7.450
4.205
157.041
8.341
0
9.333
31.869
1.583
771
650
0
176
-6.545
-11.295
-3.099
1.485
-427
-1.934
1.698
-54
260
290
6.714
627
157.041
675
-1.376
9.333
31.869
1.583
771
650
-1.002
133
6.896
16.021
3.119
840
427
1.980
18
54
0
0
736
3.578
0
8.326
1.448
0
0
0
0
0
1.002
1.476
0
4.701
20
2.325
0
0
1.716
0
260
290
7.450
4.205
161.326
10.355
73
9.333
31.869
1.583
771
650
0
1.126
-6.896
-11.318
-3.099
1.485
-427
-1.980
1.698
-54
260
290
6.714
627
161.326
2.029
-1.375
9.333
31.869
1.583
771
650
-1.002
-350
6.410
16.591
3.265
864
495
1.717
19
52
0
0
115
3.562
0
9.850
1.395
0
0
0
0
0
961
12.731
12
4.699
6
2.416
240
0
1.702
0
260
1.125
7.497
5.133
161.905
11.944
16
8.766
31.776
1.501
808
532
0
17.653
-6.398
-11.892
-3.259
1.552
-255
-1.717
1.683
-52
260
1.125
7.382
1.571
161.905
2.094
-1.379
8.766
31.776
1.501
808
532
-961
4.922
-486
570
146
24
68
-263
1
-2
0
0
-621
-16
0
1.524
-53
0
0
0
0
0
-41
11.256
12
-2
-14
91
240
0
-14
0
0
835
47
928
579
1.589
-57
-567
-93
-82
37
-118
0
16.527
498
-572
-160
67
172
263
-15
2
0
835
668
944
579
65
-4
-567
-93
-82
37
-118
41
5.271
-6.856
-9.491
-4.035
1.874
-274
-1.947
1.743
-52
260
1.052
5.241
-464
165.593
3.780
-1.430
8.526
31.033
1.263
796
479
-1.197
7.582
Resultaat programma 1 vòòr bestemming
Bestemming programma 1 via functie 980
43.332
10.915
230.731
14.303
187.399
3.388
45.919
20.329
238.052
22.814
192.133
2.485
58.029
29.324
257.990
25.593
199.962
-3.731
12.107
8.995
19.939
2.779
7.832
-6.216
203.476
-39.064
Resultaat programma 1 na bestemming
54.246
245.035
190.787
66.248
260.866
194.618
87.353
283.583
196.231
21.102
22.718
1.616
164.412
001
002
003
004
005
006
330
511
530
721
913
914
921
922
930
931
932
936
937
939
940
960
Bestuursorganen
Bestuursondersteuning B&W
Burgerzaken
Overheidsdocumenten
Bestuurlijke samenwerking
Bestuursonderst. Raad en rekenkamerfunctie
Nutsbedrijven (dividend)
Vormings- en ontwikkelingswerk
Sport (dividend)
Afvalverwijdering en - verwerking (dividend)
Overige financiële middelen
Geldleningen en uitzettingen
Algemene uitkering
Algemene baten en lasten
Uitvoering Wet WOZ
Baten OZB gebruikers
Baten OZB eigenaren
Baten toeristenbelasting
Baten hondenbelasting
Baten precariorechten
lasten heff. en invordering gem. belastingen.
Saldi kostenplaatsen
42
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2013
(C)
Lasten
Baten
Saldo
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening
2012
Saldo
2: Veiligheid
120
140
160
Brandweer en rampenbestrijding
Openbare orde en veiligheid
Explosieven opruiming
12.150
3.129
57
653
1.128
0
-11.497
-2.001
-57
12.150
3.154
3.704
653
1.128
0
-11.497
-2.026
-3.704
14.654
3.387
2.743
3.276
872
23
-11.378
-2.515
-2.720
2.506
233
-961
2.623
-256
23
119
-489
984
-11.029
-1.615
-1.439
Resultaat programma 2 vòòr bestemming
Bestemming programma 2 via functie 980
15.336
0
1.781
0
-13.555
0
19.008
0
1.781
732
-17.227
732
20.784
1.055
4.171
807
-16.613
-247
1.778
1.055
2.390
75
614
-980
-14.083
-618
Resultaat programma 2 na bestemming
15.336
1.781
-13.555
19.008
2.513
-16.495
21.839
4.979
-16.860
2.833
2.465
-366
-14.701
19.075
9.100
101
8.011
0
402
17.700
535
9.795
2.085
0
0
862
169
0
4.597
4.246
218
2.862
0
18
257
11.554
1.644
-18.213
-8.931
-101
-3.414
4.246
-184
-14.838
-535
-9.777
-1.828
11.554
1.644
19.521
6.962
101
8.011
0
402
17.438
535
9.795
2.085
0
0
862
569
0
4.597
4.246
218
2.554
0
18
257
11.554
1.644
-18.659
-6.393
-101
-3.414
4.246
-184
-14.884
-535
-9.777
-1.826
11.554
1.644
17.394
4.945
143
8.281
3
387
19.894
437
14.491
1.977
0
0
1.108
1.202
42
4.698
5.250
165
5.359
14
3.388
281
11.472
1.583
-16.286
-3.743
-101
-3.583
5.247
-222
-14.535
-423
-11.103
-1.696
11.472
1.583
-2.127
-2.017
42
270
3
-15
2.456
-98
4.696
-108
0
0
246
633
42
101
1.004
-53
2.805
14
3.370
24
-82
-62
2.373
2.650
0
-169
1.001
-38
349
112
-1.326
132
-82
-62
-17.263
-4.957
-28
-3.073
3.532
-97
-13.589
-426
-11.404
-1.554
11.322
1.485
Resultaat programma 3 vòòr bestemming
Bestemming programma 3 via functie 980
66.803
19.355
26.427
25.025
-40.376
5.670
64.850
19.355
26.520
23.239
-38.330
3.884
67.950
24.485
34.562
22.768
-33.388
-1.717
3.101
5.130
8.043
-471
4.940
-5.601
-36.053
4.213
Resultaat programma 3 na bestemming
86.158
51.452
-34.706
84.205
49.759
-34.446
92.435
57.330
-35.105
8.231
7.572
-661
-31.840
20.605
4.902
0
3.303
370
16.692
-17.302
-4.532
16.692
20.605
6.473
0
3.303
2.513
16.692
-17.302
-3.960
16.692
19.892
5.317
0
3.791
1.243
16.308
-16.101
-4.074
16.308
-713
-1.156
0
488
-1.270
-384
1.201
-114
-384
-14.889
-6.452
15.740
Resultaat programma 4 vòòr bestemming
Bestemming programma 4 via functie 980
25.507
19.167
20.365
19.760
-5.142
593
27.078
19.167
22.508
19.189
-4.569
22
25.209
20.192
21.342
19.116
-3.867
-1.076
-1.869
1.025
-1.166
-73
703
-1.098
-5.601
-614
Resultaat programma 4 na bestemming
44.674
40.125
-4.549
46.245
41.697
-4.547
45.401
40.458
-4.943
-844
-1.239
-395
-6.215
3: Openbare ruimte
210
211
212
214
215
550
560
580
722
724
726
732
Wegen, straten en pleinen
Verkeersmaatregelen
Openbaar vervoer
Parkeren
Baten parkeerbelasting
Natuurbescherming
Openbaar groen (beheer en onderh.)
Overige recreatieve voorzieningen
Riolering en waterzuivering
Lijkbezorging
Baten rioolrecht
Begraafplaatsrechten
4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
721
723
725
Afvalverwijdering en - verwerking
Milieubeheer
Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing
43
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2013
(C)
Lasten
Baten
Saldo
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening
2012
Saldo
5: Jeugd en onderwijs
421
423
431
433
441
443
480
530
630
650
715
716
Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting
Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting
Openb. (voortgezet) spec. onderw., onderwijshv.
Bijzonder (voortgezet) spec. onderw., onderwijshv.
Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshv.
Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisv.
Overige onderwijsaangelegenheden
Sport (schoolzwemmen)
Sociaal cultureel werk
Kinderopvang
Jeugdgezondheidszorg (uniform)
Jeugdgezondheidszorg (maatwerk)
2.149
4.380
309
1.897
2.112
4.381
22.476
182
3.324
475
2.396
1.345
51
104
0
0
0
0
8.779
87
0
86
0
0
-2.098
-4.276
-309
-1.897
-2.112
-4.381
-13.697
-95
-3.324
-389
-2.396
-1.345
2.370
4.856
309
1.897
2.112
4.388
21.958
182
3.957
475
2.396
1.358
262
435
0
0
0
0
8.238
87
0
86
0
0
-2.108
-4.421
-309
-1.896
-2.112
-4.388
-13.720
-95
-3.957
-389
-2.396
-1.358
2.323
4.726
307
2.039
2.346
4.380
19.993
182
3.452
451
2.328
1.386
160
418
0
5
0
0
7.916
81
508
77
0
675
-2.163
-4.308
-307
-2.034
-2.346
-4.380
-12.077
-101
-2.944
-374
-2.328
-711
-47
-130
-2
142
234
-8
-1.965
0
-505
-24
-68
28
-102
-17
0
5
0
0
-322
-6
508
-7
0
675
-55
113
2
-137
-234
8
1.643
-6
1.013
17
68
647
-2.083
-4.166
-324
-1.882
-2.117
-4.389
-16.970
-190
-2.962
-385
-2.290
-1.472
Resultaat programma 5 vòòr bestemming
Bestemming programma 5 via functie 980
45.424
142
9.107
466
-36.317
324
46.256
2.803
9.107
3.544
-37.149
741
43.914
3.712
9.840
3.716
-34.074
4
-2.346
909
734
172
3.080
-737
-39.230
7.421
Resultaat programma 5 na bestemming
45.566
9.573
-35.993
49.059
12.651
-36.408
47.626
13.556
-34.070
-1.437
906
2.343
-31.809
4.032
50
46.256
26.609
8.373
10.000
394
16
613
0
40.466
26.229
274
7.195
5
0
-3.419
-50
-5.790
-380
-8.099
-2.805
-389
-16
4.032
50
46.256
27.553
8.518
10.563
394
16
613
0
40.466
26.229
274
7.195
5
0
-3.419
-50
-5.790
-1.324
-8.244
-3.368
-389
-16
4.023
45
53.076
26.819
8.460
10.619
159
57
483
0
44.533
26.584
294
7.306
10
22
-3.540
-45
-8.543
-235
-8.166
-3.313
-149
-35
-9
-5
6.820
-734
-58
56
-235
41
-130
0
4.067
355
20
111
5
22
-121
5
-2.753
1.089
78
55
240
-19
-3.162
-103
-6.953
-2.231
-8.171
-5.177
-696
-11
Resultaat programma 6 vòòr bestemming
Bestemming programma 6 via functie 980
95.729
0
74.782
1.220
-20.947
1.220
97.382
0
74.782
1.783
-22.600
1.783
103.258
1.076
79.233
1.823
-24.025
747
5.876
1.076
4.451
40
-1.425
-1.036
-26.505
2.568
Resultaat programma 6 na bestemming
95.729
76.002
-19.727
97.382
76.565
-20.817
104.334
81.056
-23.278
6.952
4.491
-2.461
-23.937
17.616
18.391
5.458
8.418
2.674
2.219
3.670
1.936
355
0
-15.397
-14.721
-3.522
-8.063
-2.674
18.106
18.421
5.058
8.418
2.674
1.811
3.670
1.936
355
0
-16.295
-14.751
-3.122
-8.063
-2.674
17.699
15.971
4.975
6.639
2.248
1.901
3.785
1.950
803
4
-15.798
-12.186
-3.025
-5.836
-2.244
-407
-2.450
-83
-1.779
-426
90
115
14
448
4
497
2.565
97
2.227
430
-15.359
-14.500
-4.347
-6.871
-2.685
Resultaat programma 7 vòòr bestemming
Bestemming programma 7 via functie 980
52.557
0
8.180
0
-44.377
0
52.677
0
7.772
928
-44.905
928
47.532
631
8.443
928
-39.089
297
-5.145
631
671
0
5.816
-631
-43.763
4.306
Resultaat programma 7 na bestemming
52.557
8.180
-44.377
52.677
8.700
-43.977
48.163
9.371
-38.792
-4.514
671
5.185
-39.457
6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt
310
482
610
611
614
623
650
724
Stadsbank en schulhulpverlening
Volwassenen en beroepsgerichte educatie
Bijstandsverlening
Werkgelegenheid
Gemeentelijk minimabeleid
Participatiebudget
Kinderopvang (Wet kinderopvang)
Lijkbezorging
7: Zorg en welzijn
620
622
630
652
714
Maatschappelijke begeleiding en advies
Huishoudelijke verzorging
Sociaal cultureel werk
Voorzieningen gehandicapten
Openbare gezondheidszorg
44
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2013
(C)
Lasten
Baten
Saldo
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening
2012
Saldo
8: Sport en cultuur
480
510
511
530
531
540
541
Gemeenschappelijke baten/lasten onderwijs
Openbaar bibliotheekwerk
Vormings en ontwikkelingswerk
Sport
Groene velden en sportterreinen
Kunst
Oudheidkunde/musea
2.855
5.158
727
10.725
951
11.727
4.642
2.144
0
0
1.975
213
3.030
1.105
-711
-5.158
-727
-8.750
-738
-8.697
-3.537
2.855
5.158
727
10.725
951
11.727
4.687
2.144
0
0
1.975
213
3.030
1.105
-711
-5.158
-727
-8.750
-738
-8.697
-3.582
2.871
5.045
613
10.818
831
11.362
4.794
2.139
0
0
1.916
135
3.058
1.115
-732
-5.045
-613
-8.902
-696
-8.304
-3.679
16
-113
-114
93
-120
-365
107
-5
0
0
-59
-78
28
10
-21
113
114
-152
42
393
-97
-661
-5.036
-871
-9.224
-1.100
-8.574
-4.489
Resultaat programma 8 vòòr bestemming
Bestemming programma 8 via functie 980
36.785
0
8.467
218
-28.318
218
36.830
0
8.467
218
-28.362
218
36.335
0
8.363
175
-27.971
175
-495
0
-104
-43
391
-43
-29.954
2.315
Resultaat programma 8 na bestemming
36.785
8.685
-28.100
36.830
8.685
-28.144
36.335
8.538
-27.796
-495
-147
348
-27.639
1.563
0
514
11.345
7.789
0
53.269
71
355
0
533
336
4.875
50.000
-1.492
355
-514
-10.812
-7.453
4.875
-3.269
1.679
0
514
9.468
7.964
0
39.522
71
355
0
533
336
4.875
29.879
-1.608
355
-514
-8.935
-7.628
4.875
-9.643
2.135
0
600
7.240
7.543
0
33.577
558
333
19
-989
629
2.633
17.868
-1.577
333
-581
-8.229
-6.914
2.633
-15.709
456
0
86
-2.228
-421
0
-5.945
487
-22
19
-1.522
293
-2.242
-12.011
31
-22
-67
706
714
-2.242
-6.066
-1.723
318
-165
-11.200
-7.348
5.193
31.466
Resultaat programma 9 vòòr bestemming
Bestemming programma 9 via functie 980
74.480
5.028
56.170
13.556
-18.310
8.528
59.146
8.628
36.049
21.944
-23.097
13.316
51.096
610
21.052
18.073
-30.044
17.463
-8.056
-8.018
-14.997
-3.871
-6.947
4.147
16.541
3.548
Resultaat programma 9 na bestemming
79.508
69.726
-9.782
67.774
57.993
-9.781
51.706
39.125
-12.581
-16.074
-18.868
-2.800
20.089
Resultaat vòòr bestemming (= functie 970)
Bestemming via functie 980
455.952
54.607
436.010
74.549
-19.942
19.942
449.146
70.283
425.038
94.391
-24.108
24.108
454.106
81.085
445.000
92.998
-9.111
11.913
4.950
10.802
19.952
-1.398
15.002
-12.200
24.827
-15.927
Resultaat na bestemming (= functie 990)
990
Overgeboekt saldo 990 naar balans
510.559
0
510.559
0
0
0
519.429
0
519.434
0
0
0
535.191
0
537.998
-2.802
2.802
-2.802
15.752
0
18.554
-2.802
2.802
-2.802
8.900
-8.900
Resultaat na overboeking saldo naar balans
510.559
510.559
0
519.429
519.434
0
535.191
535.196
0
15.752
15.752
0
0
9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
310
311
560
810
822
823
830
Handel en ambacht
Warenmarkten
Openbaar groen en openluchtrecreatie
Ruimtelijke ontwikkeling
Overige volkshuisvesting
Bouwvergunningen
Bouwgrondexploitatie
Totaal programma 1 t/m 9
Voor een toelichting per beleidsproduct verwijzen wij u naar de programmaverantwoording.
Onder "Wat heeft het gekost?" vindt u een uitgebreide toelichting.
45
46
B
Jaarverslag 2013
Jaarstukken 2013
Gemeente Apeldoorn
47
48
5
Programmaverantwoording
Jaarverslag 2013
Gemeente Apeldoorn
49
50
Programma 1
Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Beleidsproducten:
001 Bestuursorganen
002 Bestuursondersteuning B&W
003 Burgerzaken (verkiezingen)
004 Overheidsdocumenten
005 Bestuurlijke samenwerking
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie)
330 Dividend nutsbedrijven (NUON en Alliander)
511 Vormings- en ontwikkelingswerk
530 Dividend Sport Accres
721 Dividend Afvalverwijdering Circulus
913/
914 Geldleningen en beleggingen
921 Algemene uitkering Gemeente fonds
922 Algemene baten en lasten
930 t/m
941 Gemeentelijke belastingen
960 Saldi kostenplaatsen
51
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Portefeuillehouder(s):
- allen
Doelstellingen
Wat wilden we bereiken?
Met dit programma willen we bereiken dat het gemeentebestuur dicht bij haar inwoners staat, taken aan
hen overlaat, ondersteund wordt door een compacte, efficiënte organisatie en de financiën op orde
heeft. Daarmee omvat dit programma ook een goed beheer van de financiële positie van onze gemeente
en het vragen van financiële bijdragen (via belastingen, heffingen en leges) die in een redelijke
verhouding staan tot de gerealiseerde effecten, producten en diensten.
De
•
•
•
•
•
volgende doelstellingen zijn hieraan gekoppeld:
Het vertrouwen van burgers in het bestuur blijft minimaal op gelijk niveau.
De betrokkenheid en inzet van burgers bij hun eigen leefomgeving neemt toe.
Er is sprake van een juiste en efficiënte registratie van persoonsgegevens.
De gemeente kent een compacte, efficiënte organisatie die regisseert en faciliteert en regionaal
samenwerkt.
Het gemeentebestuur brengt de financiële positie op orde door structureel te bezuinigen en vraagt
redelijke bijdragen van burgers / bedrijven.
Wat hebben we bereikt?
• Wij hebben het gevoel dat onze inspanningen er toe leiden dat wij dichter bij de Apeldoornse
gemeenschap zijn komen te staan. Dit gevoel ontlenen wij ondermeer aan de Trendconferentie zoals
wij die medio november hebben georganiseerd. De bereidheid om samen toekomstgericht aan de
slag te gaan neemt toe.
• In 2015 en 2016 organiseren wij een burgerpeiling. Met het oog hierop wordt in 2014 een 0 meting
uitgevoerd. De uitkomsten moeten uitwijzen of ons gevoel ook met cijfers onderbouwd kan worden.
• De betrokkenheid en inzet van burgers is dit jaar groot geweest bij o.m. de totstandkoming van de
Toekomstagenda Zuidwest (Dromen voor Zuid). Er zijn in totaal meer dan 500 reacties
binnengekomen. Daarnaast zijn er tal van kleinschalige projecten geweest. In deze projecten zijn
samen met de bewoners afspraken gemaakt over de inrichting van de leef- en woonomgeving. Het
aantal initiatieven vanuit de samenleving om met de openbare ruimte aan de slag te gaan neemt
aantoonbaar toe. Wij noemen bijvoorbeeld de initiatieven in Orden en in de dorpen.
• De persoonsgegevens zijn in 2013 juist en efficiënt beheerd. Hierbij is extra aandacht besteed aan
onderzoek ter plaatse en het meer digitaal aanbieden van mogelijkheden om wijzigingen in
persoonsgegevens door te geven. Het beperkte aantal “bekende” registratiefouten in de gegevens
is dit jaar verder afgenomen.
• Op 1 januari 2013 is de nieuwe ambtelijke organisatie van start gegaan. Deze organisatie is meer
extern gericht en vervult een meer en meer regisserende rol. In toenemende mate wordt hierbij de
samenwerking gezocht met andere gemeenten.
• Met de Zomernota 2012 is het financiële herstel ingezet. In de in 2013 opgestelde MPB 2014-2017
bleken opnieuw structurele bezuinigingen noodzakelijk. Er is gekozen voor een verhoging van de
OZB en is financiële ruimte vrijgemaakt voor tegenvallers en overige ontwikkelingen, e.e.a. onder
handhaving van het financiële herstelplan.
• De gemeenteraad is doorgaans goed geïnformeerd over wat er binnen de Apeldoornse samenleving
leeft. In 2013 zijn diverse instrumenten ingezet zoals de politieke markt , werkbezoeken en het
bezoeken van diverse informatiebijeenkomsten. De raad beoogt door deze werkwijze zo
laagdrempelig mogelijk bereikbaar te zijn voor burgers en transparant te zijn in de besluitvorming. De
politieke markt is in 2013 38 maal gehouden. De gebruikte raadsinstrumenten waren:
• ingediende amendementen 68 waarvan 25 aangenomen
52
•
•
•
•
•
•
•
ingediende moties 51 waarvan 15 aangenomen
0 initiatiefvoorstellen
2 raadsopdrachten
11 actualiteitsvragen
2 interpellaties
35 schriftelijke vragen
vragen in het vragenuurtje
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
001 Bestuursorganen
Prestatie
Het bestuur onderhoudt structureel
contact met inwoners door het
organiseren van ontmoetingsmomenten
tussen vertegenwoordigers van burgers,
instellingen en bedrijven en college en
raad en een efficiënte organisatie van
informatie- en inspraakbijeenkomsten.
Collegeleden hebben direct contact met
het stadsdeel waarvoor zij de
gebiedsverantwoordelijkheid dragen, en
onderhouden actief hun
portefeuillegerelateerde netwerk.
●
●
Toelichting
Naast de vaste contacten via de politieke
markt heeft de raad in 2013 met doelgroepen
en instellingen gesprekken op locatie
gevoerd, o.a. in het kader van het
Welzijnsbeleid, de decentralisatie van de
zorgtaak Begeleiding, de decentralisatie van
de Jeugdzorg en de detailhandelsvisie.
Ons college heeft na de vaststelling door uw
raad van de ‘Agenda voor Herstel’ het
communicatiebeleid herijkt en neergelegd in
de notitie ‘de Taal van Herstel’. Het college
heeft in deze notitie uitgesproken om zich
‘dichter bij de samenleving’ te positioneren..
Daarnaast worden initiatieven genomen om
de omgevingssensitiviteit zowel ambtelijk als
bestuurlijk te versterken. Uitvoering gevende
aan deze intenties is in de afgelopen periode
het aantal wijk- en bedrijfsbezoeken in aantal
toegenomen.
Ook het aantal ‘contactmomenten’ via social
media neemt toe. Op Twitter hebben wij
inmiddels meer dan 7.000 volgers terwijl de
gemeentelijke Facebookpagina steeds beter
wordt bezocht. De corporate nieuwsbrief
Apeldoorn Deze Week nadert de 2.000
abonnees.
In het kader van de decentralisatie binnen het
sociale domein hebben wij tientallen
bijeenkomsten voor de diverse doelgroepen in
de wijken en in de dorpen georganiseerd. Op
dit moment zijn wij bezig om ons lobbybeleid
te verbreden tot een public affairs beleid.
Ons college (stadsdeelportefeuillehouders) en
stadsdeelmanagers hebben regelmatig de
situatie in het betreffende stadsdeel
besproken. Daarmee is de
stadsdeelportefeuillehouder steeds
geïnformeerd over actuele zaken,
achtergronden, plannen, knelpunten etc. die
53
Prestatie
Bestuurders communiceren verbindend
door besluiten niet alleen toe te lichten,
maar ook dilemma’s, overwegingen en
alternatieven naar voren te brengen.
●
Snelle en accurate behandeling van
bezwaarzaken door tussenkomst of
onder verantwoordelijkheid van een
Onafhankelijke Bezwaarschriftcommissie
en andere vormen van
geschillenoplossing.
●
In 2013 wordt de toekomstagenda voor
Zuidwest en een stadsdeelplan voor het
centrum vastgesteld.
●
Premie op actie is in 2013 door
bezuinigingen afgebouwd.
Uitvoering van de afspraken uit het
stadscontract 2012-2015 dat de
gemeente met de provincie heeft
gesloten om een duurzame
●
●
Toelichting
in een stadsdeel spelen.
Als daar aanleiding voor was hebben we
deelgenomen aan de stadsdeelplatforms
en/of aan andere, incidenteel belegde,
overlegvormen in de wijken en dorpen.
Er zijn bezoeken gebracht aan de stadsdelen
Zuidwest en Noordoost. Ook in de rol van
individueel gebiedsbestuurder hebben we
contact gehad met stakeholders, dorps- en
wijkraden, etc..
Ons streven is om niet alleen over besluiten
te communiceren maar, meer dan in het
verleden, ook dilemma’s voor te leggen aan
de raad en aan de inwoners. In het afgelopen
jaar is de daad bij het woord gevoegd. Wij
noemen de discussie rond AGOVV, de lobby
richting provincie Gelderland, de
ontsluitingsproblematiek Anklaar/Zuidbroek
en de stortplaatsen. In deze discussies
hebben wij niet de oplossing maar het
dilemma centraal gesteld. Deze manier van
opereren bevalt ons goed.
De raad heeft het instrument startnotitie
geïntroduceerd om vooraf kaders te stellen.
Vaak worden daar ook burgers bij betrokken.
In het kader van de detailhandelsvisie zijn
expertmeeting met ondernemers en andere
kennisdragers gehouden.
In 2013 zijn er 1.003 bezwaarschriften
binnengekomen; 108 meer dan het begrote
aantal van 895. De verklaring ligt in de
bezuinigingen op de WMO, enkele
controversiële besluiten (verkeersbesluiten,
gedoogverklaring coffeeshop) en de
reorganisatie. Er zijn geen “dwangsommen
niet tijdig beslissen” uitbetaald.
In het kader van de Andere Overheid zijn er
zo’n 185 zogenaamde “informele
gesprekken“ geweest.
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen
we naar het jaarverslag 2013 van de
Onafhankelijke bezwarencommissie.
De Toekomstagenda’s voor Zuidwest,
Noordwest en Zuidoost zijn in 2013 aan u
aangeboden. Daarnaast zijn in 2013 de
Staddeelplannen voor Noordwest en Zuidoost
vastgesteld. De Stadsdeelplannen voor
Zuidwest en het Centrum worden in 2014 ter
vaststelling aangeboden.
Premie op actie is afgebouwd
De voortgang van de gemaakte
resultaatafspraken ligt op schema. Binnen het
programma binnenstad zijn in 2013 het
Caterplein en het Catherina Amaliapark
54
Prestatie
woonomgeving en verbeterde
leefbaarheid in Apeldoornse wijken te
bereiken.
Toelichting
gerealiseerd.
Binnen het programma Wijken zijn goede
resultaten geboekt. Er is volop gewerkt aan
het ondergronds brengen van de
hoogspanningslijnen in Zuid.
Binnen het sleutelproject Kanaalzone is het
Diosynthterrein aangekocht en gestart met
de herontwikkeling van de openbare ruimte.
In de Maten is in het Matenpark gewerkt aan
de aanleg van een voor mindervaliden
toegankelijke vissteiger. Er is op verzoek van
hondenbezitters een omheinde hondenuitlaatplaats aangelegd. Er is gestart met de
aanleg van een avontuurlijke speelplaats..
Daarnaast is het park in de buurt de Horsten
in ontwikkeling genomen. Dit gebeurt
volgens een aanpak, waarbij heel gericht
versleten plekken worden opgeknapt.
In Orden is de nieuwbouw op de Caretex en
Hobbemalocatie in 2013 gereed gekomen en
vordert de bouw van het nieuwe
winkelcentrum Orden gestaag. Verder is
verdergaand geïnvesteerd in het leggen van
meer verbindingen tussen de
ontmoetingsplekken, extra jongerenwerkinzet, een project dat moet leiden tot een
veilige en kindvriendelijke route tussen
verschillende 'kindplekken' en de aanpak van
de buitenruimte van het zogeheten
'Sprengendorp'.
In Kerschoten heeft zich in 2012 en 2013 de
mogelijkheid voorgedaan om met een groot
aantal nationale bedrijven en Apeldoornse
partijen te werken aan een plan om de wijk
energieneutraal te maken. Daarnaast is voor
het winkelcentrum Mercatorplein een
'kwartiermaker' aangesteld om te zien of de
marktpartijen in staat en bereid zijn om het
winkelcentrum verder te ontwikkelen.
55
Kengetal
- % inwoners dat zich voldoende betrokken voelt
bij de beleidsvorming
Realisatie
2011
Realisatie
2012
Doel
2013
Geen meting
-
>30%
100
69
0
- aantal gehonoreerde voorstellen in het kader
van ‘premie op actie’
Realisatie
2013
Geen
meting
0
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Effect vermindering aantal wethouders
De taakstelling is grotendeels meegenomen en daarmee gerealiseerd in het formatieplan. Een klein deel,
€ 15.000 groot, is niet meegenomen in het formatieplan, maar gerealiseerd in de begrotingen van de
eenheden Directieraad (m.i.v. 2014) en Personeel, Communicatie en Bestuursondersteuning (m.i.v.
2013).
Premie op actie
Premie op actie is in 2012 afgebouwd. In 2013 is hiervoor geen geld meer beschikbaar gesteld.
Hierdoor zijn er in 2013 waarschijnlijk minder wijk/straat en buurtactiviteiten georganiseerd dan in
voorgaande jaren.
Zomernota: Griffie, Gemeenteraad
De taakstellingen voor de Gemeenteraad en Raadsgriffie, uitgezonderd de taakstellingen papierloos
vergaderen en formatiereductie, zijn met ingang van 2013 geheel gerealiseerd en structureel verwerkt in
de begroting. Met ingang van 2014 zijn de resterende twee taakstellingen structureel verwerkt in de
begroting.
Zomernota: Bureau gemeentesecretaris, college en B&W
Deze taakstelling is als stelpost verwerkt in de begroting; een voorstel om deze taakstelling structureel
in te vullen zal worden voorgelegd aan het nieuw aangetreden college na de gemeenteraadsverkiezingen
van 19 maart 2014. De taakstelling 2013 is op incidentele basis gerealiseerd.
Zomernota: wijkzaken
In 2013 is er een bedrag van € 50.000 bezuinigd op de subsidie dorps- en wijkraden. Dit bedrag is
bezuinigd door de stimuleringssubsidie aan de dorps- en wijkraden niet langer beschikbaar te stellen.
Een aantal initiatieven van dorps- en wijkraden wordt niet langer gehonoreerd als gevolg van deze
bezuiniging.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
001 Bestuursorganen
€
L
6.896
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
6.896
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
BROA
€
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
Begroting Bestaand Beleid
6.896
B
Realisatie
S
-6.896
L
6.410
0
-6.896
35
716
751
B
Afwijking
12
S
-6.398
L
-486
6.410
12
-6.398
35
716
25
35
226
-6.145
6.435
273
B
12
S
I/S
498 I
-486
12
498
10
226
25
0
0
-490
-25
-490
-6.162
-461
-478
-17
I
I
Conform de afspraken is het stadscontract 2012-2015 in uitvoering genomen in de stadsdelen Zuidoost
(De Maten) en Noordwest (Orden en Kerschoten). In 2012 en 2013 is al veel gerealiseerd, maar ook
veel in de voorbereidende sfeer aan projecten gewerkt. Daardoor is in 2013 slechts een deel van de
beschikbare middelen aangewend. Dit heeft geresulteerd in een onderschrijding van € 490.000. Echter,
de planvorming voorziet in forse investeringen vanaf 2014, waardoor de verwachting is dat de
56
beschikbare middelen binnen de looptijd van dit stadcontract zullen worden aangewend. Tegenover
deze onderschrijding staat een lagere onttrekking aan de BROA voor hetzelfde bedrag.
002 Bestuursondersteuning B&W
Prestatie
Uitvoeren vastgesteld Plan van Aanpak
organisatieverandering, met als doel het
realiseren van de andere overheid, met een
meer compacte en efficiënte ambtelijke
organisatie.
●
Uitvoering van de lobbynota continueren,
gericht op afsluiten van convenanten met
het Rijk en de provincie, en verkenning van
de mogelijkheden binnen de EU.
●
Een goed functionerend systeem van
juridische kwaliteitszorg.
●
Bij herziening van regelgeving, herontwerp
van bedrijfsprocessen in dienstverlening,
training van medewerkers met
publiekscontacten en dergelijke, wordt het
thema regeldruk vermindering steeds
meegenomen.
●
Het Meldpunt Vermindering Regeldruk volgt
ontwikkelingen elders op goede
voorbeelden, informeert en volgt de
betreffende diensten hierover en rapporteert
het bestuur jaarlijks op basis van informatie
van de diensten.
●
57
Toelichting
Dit Plan van Aanpak beoogde verschillende
bestaande activiteiten op een meer verbonden
manier te presenteren. Dit 'paraplu-'plan is op
deze manier niet uitgevoerd, maar de meeste
onderdelen eruit hebben op een andere manier
een plek gevonden: de Inspiratiebijeenkomsten
worden nog steeds gehouden, het streven om het
aspect 'andere overheid' een motivatie te laten
zijn voor de organisatie staat nog volop overeind.
Het jaar 2013 stond met name in het teken van
de lobby richting de provincie voor een financiële
bijdrage aan Apeldoorn vanwege het financieel
tekort. Deze lobby is eind 2013 succesvol
afgerond nadat GS toegezegd heeft om € 17 mln
bij te dragen aan Apeldoorn. Daarnaast heeft
Apeldoorn financiële middelen verkregen via het
stadscontract en het regiocontract en is er een
verkenning van de mogelijkheden binnen de EU
opgestart. Tot slot zijn nieuwe
samenwerkingsverbanden tot stand gekomen en
bestaande verstevigd.
In 2013 is overeenkomstig het Intern
Controleplan 2012 gewerkt. De zogenaamde
kwaliteitscirkel op basis van met name de
bezwaarschriftbehandeling heeft geen
noemenswaardige verbetervoorstellen opgeleverd.
In het kader van de paragraaf
weerstandsvermogen en risicomanagement heeft
de eenheid Veiligheid en Recht optimaal
geparticipeerd. De mandaat, volmacht en
delegatieregeling is in verband met de
reorganisatie eind 2012 geheel herzien en
geactualiseerd. In 2013 is er één tussentijdse
actualisatie doorgevoerd.
Alle (nieuwe) regelgeving - die de eenheid
Veiligheid en Recht in het kader van haar
concernadviestaak begeleidt – wordt kritisch
bekeken op mogelijkheden tot vermindering van
de administratieve lastendruk. Diverse
Verordeningen en regelingen zijn in 2013
getoetst.
Concernbreed zijn diverse LEAN-trajecten
opgepakt en uitgevoerd. Het verminderen van
regeldruk is daarvan een logische subdoelstelling.
Diverse publicaties en best-practices zijn door het
regiepunt in de organisatie uitgezet. Dit betrof
veelal reeds door ons ingevoerde werkwijzen of
een herhaling van reeds eerder bekend gemaakte
best-practices.
In 2013 zijn meerdere verordeningen getoetst.
Prestatie
Toelichting
Grote resultaten zijn behaald met de nieuwe
concept- Algemene subsidieverordening en de
algehele herziening van de Algemene Plaatselijke
Verordening.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Juridische beleidsadvisering
Deze taakstelling is gemeentebreed in het kader van de reorganisatie gerealiseerd.
Receptiebalie
De gestelde bezuinigingen voor de receptiebalie zijn doorgevoerd in het vastgestelde formatieplan per 1
januari 2013 en zijn daarmee gerealiseerd. Dit betekent dat er vóór 10.00 uur en ná 14.30 uur slechts
één receptiemedewerker aanwezig is. Het effect hiervan is dat de wachttijden bij de receptiebalie, in de
periode dat er één medewerker aanwezig is, langer kunnen zijn. Dit heeft echter nog niet tot formele
klachten geleid
Reductie overige subsidies
Een deel van deze bezuinigingstaakstelling heeft betrekking op subsidie aan Paleis het Loo, Stichting
Apeldoorn promotie en Stichting bevrijding ’45 en worden in 2014 volledig gerealiseerd. De taakstelling
had ook deels betrekking op de subsidie aan Stichting Mondial, welke later is uitgesloten in verband met
eerdere taakstellingen. Hiermee wordt de totale taakstelling van € 15.000 niet volledig gerealiseerd.
Leefbaarheidsonderzoek (proj.nr. 29.5)
In 2013 heeft geen leefbaarheidsonderzoek plaatsgevonden. Conform de aangenomen motie van de
Raad bij de behandeling van de MPB 2014 in november 2013 zal twee maal per bestuursperiode, met
ingang van 2015, een Burgerpeiling worden uitgevoerd. Daarnaast zal in 2014 een 0-meting worden
uitgevoerd met het oog op de 3 decentralisaties.
Zomernota: planning en control
De bezuinigingstaakstelling van € 50.000 door afschaffing van de eerste Tussentijdse Rapportage
(TuRap) is nog niet structureel ingevuld. De taakstelling is wel op incidentele basis gerealiseerd door het
te bezuinigen bedrag in mindering te brengen op de storting in de bedrijfsvoeringsreserve van de
eenheid Financiën & Control. Via de MPB 2014-2017 heeft u structureel € 25.000 toegekend voor het
opstellen van een Trendbrief als alternatief voor de vervallen eerste TuRap. Hiervoor is de stelpost
onvoorziene uitgaven met hetzelfde bedrag verlaagd.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
002 Bestuursondersteuning B&W
Realisatie
Afwijking
L
€ 16.021
B
4.701
S
L
-11.320 16.591
B
4.699
S
-11.892
L
570
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 16.021
4.701
-11.320 16.591
4.699
-11.892
980 Mutaties reserves
Bedrijfsvoeringsreserve
Reserve overlopende projecten
€
€
289
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 16.021
4.988
Begroting Bestaand Beleid
21
4.722
0
21
85
-11.299 16.676
B
-2
S
I/S
-572 I/S
570
-2
-572
289
-85
0
85
289
-21
289
-106
-11.688
655
266
-389
I
I
Een nadeel van € 280.000 wordt veroorzaakt doordat er per saldo meer uren op dit product zijn
geschreven dan begroot. Dit heeft een tweetal oorzaken. In de eerste plaats betreft het een
verschuiving van uren: op andere producten is minder geschreven dan begroot. In de 2e plaats zijn er
ook door het management en secretariaat uren geschreven op dit product. Dit was niet begroot. Bij het
opstellen van de begroting 2013 was, vanwege de reorganisatie, het moeilijk om een nauwkeurige
inschatting te geven van het aantal uren dat met dit product gemoeid zou zijn. In de begroting 2014 zijn
bovenstaande effecten al grotendeels verwerkt.
58
Daarnaast hadden de medewerkers van het Servicecentrum en het InformatieServicePunt (ISP) in 2013
een aanzienlijk hoger dan begroot ziekteverzuim. Ook heeft het ISP in de loop van 2013 te maken gehad
met een aantal personele mutaties. Dit heeft geresulteerd in doorbelasting van minder uur naar dit
product.
Daarnaast wordt een nadeel van € 290.000 met name veroorzaakt doordat diverse door de Directieraad
gegeven opdrachten t.a.v. de bedrijfsvoering, ten laste van dit product zijn verantwoord (€ 290.000 N).
Deze opdrachten hebben een incidenteel karakter en worden gedekt door een onttrekking aan de
bedrijfsvoeringsreserve. Per saldo is dit dus resultaatneutraal.
003/004 Burgerzaken
Prestatie
Voldoen aan de vastgestelde GBAnorm.
●
Aantoonbaar voldoen aan de ISO 90012008 norm.
●
Voldoen aan beveiligingseisen.
●
Toelichting
We voldoen aan de vastgestelde GBA-norm; om te
blijven voldoen aan deze norm is permanente
aandacht nodig.
In 2013 is een tussentijdse audit uitgevoerd door
DEKRA. Wij voldoen aan de gestelde eisen, maar er
is een aantal verbeteringen noodzakelijk. Deze
verbeteracties zijn opgepakt, maar nog niet volledig
afgerond. De vereiste documenten zijn opgeleverd
en afronding zal in 2014 plaatsvinden.
Voor 1 november 2013 zijn de resultaten van de
voorgeschreven zelfevaluatie toegezonden aan de
Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. De resultaten laten zien dat wij
aan de gestelde eisen voldoen
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Verkiezingsborden
Er worden van gemeentewege geen verkiezingsborden meer geplaatst. Aangezien er nog geen
verkiezingen zonder borden zijn geweest, zijn de maatschappelijke effecten niet aan te geven.
Openstelling balie en telefoonkanaal
De bezuinigingstaakstelling op de openstelling van balies in het stadswarenhuis en de telefoon ad €
115.000 is op 1 januari 2013 gerealiseerd. Het aantal openingsuren van de balies is teruggebracht door
de invoering van dienstverlening op afspraak. Ook door kanaalsturing, waardoor - voor de producten
waarvoor dat kan - klanten vaker voor het internetkanaal kiezen. Verder zijn de openingstijden van het
telefoonkanaal (servicecentrum 14055) dagelijks met een halfuur terug gebracht.
Beperken producten balie
Bij het bestuursakkoord is een bezuinigingstaakstelling voor het stadswarenhuis afgesproken van €
100.000 door een aantal producten digitaal te ontsluiten. Deze taakstelling is gerealiseerd.
59
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
003/ Burgerzaken/overheidsdocumenten
004
L
B
Realisatie
S
L
B
Afwijking
S
L
B
S
I/S
Begroting Bestaand Beleid
003 Burgerzaken
004 Overheidsdocumenten
€
€
3.119
840
20
2.325
-3.099
1.485
3.265
864
6
2.416
-3.259
1.552
146
24
-14
91
-160
67
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
3.959
2.345
-1.614
4.129
2.422
-1.707
170
77
-93
980 Mutaties reserves
€
0
0
0
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
170
77
-93
3.959
2.345
-1.614
4.129
2.422
-1.707
I
I
005 Bestuurlijke samenwerking
Prestatie
Intensiveren samenwerking in het kader van
de regio Stedendriehoek (en daarbuiten), met
als doel wederzijds kostenvoordeel.
●
Toelichting
Apeldoorn heeft de Noord-Veluwse en
Stedendriehoek gemeenten uitgenodigd om
samen te werken bij de uitvoering van de drie
decentralisaties. Er zijn 2 bestuurlijke conferenties
gehouden en de resultaten daarvan zijn de basis
voor de verdere verkenning van de mogelijkheden
tot samenwerking.
Ook wordt met de gemeenten in de
Stedendriehoek (m.u.v. Deventer) de
mogelijkheden tot samenwerking op de
bedrijfsvoeringstaken en belastingen onderzocht.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
005 Bestuurlijke samenwerking
€
L
427
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
427
980 Mutaties reserves
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
Begroting Bestaand Beleid
B
0
427
0
Realisatie
S
-427
L
495
-427
495
-427
495
B
Afwijking
240
S
-255
240
-255
240
-255
L
68
B
240
S
I/S
172 I
68
240
172
0
0
0
68
240
172
In de tussentijdse rapportage hadden we al aangekondigd dat de gemeenschappelijke regeling Centrum
voor Automatisering Oost Nederland (CON) die sinds 1994 in liquidatie verkeert, in 2013 tot een
uitkering zou komen. De ontvangen (incidentele) uitkering bedraagt 167.000 euro.
Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie)
Prestatie
Formuleren van een heldere en concrete
meerjarenprogrammabegroting met
voldoende meetbare doelen en prestaties.
●
Toelichting
Bij elk begrotingsprogramma is een doelenboom
opgenomen waarin de programmadoelstelling is
verbijzonderd naar hoofddoelstellingen, te leveren
prestaties en beleidsproducten.
In het najaar van 2013 is een werkgroep van
gemeenteraad en college gestart met de
60
I
Prestatie
Verantwoording over prestaties en
maatschappelijke effecten van gemeentelijk
beleid in het jaarverslag en de Apeldoorn
Monitor.
Heldere financiële verantwoording
(jaarrekening en bestuursrapportages).
Toelichting
modernisering van de begroting (compacte
begroting, meer gericht op prestaties en meetbare
effecten).
Het jaarverslag biedt inzicht in de bereikte
prestaties en waar mogelijk maatschappelijke
effecten. De Apeldoorn Monitor is in 2013 niet
meer uitgevoerd als gevolg van een doorgevoerde
bezuiniging op dit onderdeel.
●
In de MPB 2014-2017 zijn middelen vrij gemaakt
om de komende jaren periodiek een burgerpeiling
uit te voeren (opvolger van de Apeldoorn
monitor).
De raad ontvangt met ingang van 2013 één turap
per jaar. De raad is tevreden over de kwaliteit.
Een raadwerkgroep heeft het controleinstrumentarium doorgelicht en de raad heeft op
dat advies dit instrumentarium geoptimaliseerd.
Dat heeft bijgedragen aan een beter inzicht in
verwachte afwijkingen. De financiële afwijkingen
op de programma’s zijn in de jaarrekening
toegelicht.
●
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer
(functie)
€
L
1.980
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
1.980
980 Mutaties reserves
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
Begroting Bestaand Beleid
B
1.980
Realisatie
S
-1.980
L
1.717
0
-1.980
1.717
26
26
73
26
-1.954
1.790
B
0
0
Afwijking
S
-1.717
L
-263
-1.717
B
0
S
I/S
263 I
-263
0
263
-73
73
-26
-99
-1.790
-190
-26
164
I
Het voordelig saldo op Bestuursondersteuning Raad en Rekenkamerfunctie van € 263.000 wordt onder
meer veroorzaakt door een vrijval op het budget communicatie Raad (totaal € 53.000 V). Omdat de
meeste communicatie-uitgaven zich concentreren rond de gemeenteraadsverkiezingen en de installatie
van de nieuwe Raad, heeft uw Presidium besloten om in geval van onderbesteding het vrijvallend
budget mee te nemen naar het volgende jaar. Gedurende de raadsperiode wordt er dus gespaard. Het
genoemde voordeel van € 53.000 wordt overgeheveld via de reserve overlopende projecten naar 2014.
Daarnaast zijn er in 2013 minder externe onderzoeken uitgevoerd, wat tot een voordeel leidt van €
69.000. Verder is er een vrijval op het budget Internet TV van € 60.000. In 2014 zal een voorstel
worden gedaan hoe om te gaan met de vrijval op het budget Internet TV. Verder is er een vrijval op het
loonbudget van de Raadsgriffie (€ 109.000) als gevolg van vacatures. Met ingang van 2014 is, conform
de taakstelling zomernota, het loonbudget van de Raadsgriffie afgeraamd met € 55.000. Het resterende
deel betreft diverse kleinere posten.
61
511 Vormings- en ontwikkelingswerk
Dit betreft de subsidie aan de Stichting Mondial Apeldoorn, de Stichting Apeldoorn over de grens en
Stichting ’40-’45.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Beperken buitenlandse betrekkingen
Deze bezuinigingstaakstelling heeft betrekking op het budget Apeldoorn over de grens (bezuiniging
oplopend tot € 15.000 in 2014). Deze taakstelling wordt volledig gerealiseerd.
330 Dividend nutsbedrijven
Prestatie
Door middel van het
aandeelhoudersschap verkrijgen van
informatie over het beleid van de
betrokken verbonden partijen.
Toelichting
Wij hebben informatie ontvangen van de verbonden
partijen.
●
Wat heeft het gekost?
De belangrijkste baten op dit product betreffen:
• Dividend Alliander en Nuon Energy € 63.000.
530 Dividend sport
Prestatie
Door middel van het aandeelhoudersschap
verkrijgen van informatie over het beleid
van de betrokken verbonden partij.
●
Toelichting
Wij hebben door middel van het
aandeelhouderschap invloed uitgeoefend op de
vennootschap Accres en zorggedragen voor de
continuïteit van de onderneming.
Wat heeft het gekost?
De belangrijkste baten op dit product betreffen:
• geraamd dividend Accres
€ 260.000
721 Dividend afvalverwijdering
Prestatie
Door middel van het aandeelhoudersschap
toezicht houden op de continuïteit van
Circulus BV, die de afvaltaak uitvoert voor
de gemeente Apeldoorn.
●
62
Toelichting
Apeldoorn is de grootste aandeelhouder van
Circulus BV. De Algemene Vergadering van
Aandeelhouders stelt de jaarstukken en begroting
van Circulus vast. In 2013 is met de
aandeelhouders van Berkel Milieu overleg gevoerd
over een mogelijke fusie tussen Circulus en Berkel
Milieu. De meeste aandeelhoudende gemeenten
hebben inmiddels hiermee ingestemd. De
gemeente Apeldoorn neemt in 2014 een besluit
over de fusie.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
Realisatie
Afwijking
330/ Dividend
530/
721
Begroting Bestaand Beleid
330 Dividend nutsbedrijven
530 Dividend sport
721 Dividend afval
€
€
€
18
1.716
260
290
1.698
260
290
19
1.702
260
1.125
1.683
260
1.125
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
18
2.266
2.248
19
3.087
3.068
980 Mutaties reserves
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
L
B
18
S
2.266
L
2.248
B
19
S
3.087
L
3.068
B
S
I/S
1
0
0
-14
0
835
-15
0
835
1
821
820
0
0
0
1
821
820
I
I
I
Toelichting resultaat Dividend afval
In de gemeentebegroting is het taakstellend dividend van Circulus geraamd op € 290.000. De
dividenduitkering over 2012 van € 1,12 miljoen leidt tot een voordelig resultaat van € 835.000.
Hiervan is € 346.000 toe te rekenen aan de publieke taak. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserve
huisvuilrechten (zie programma 4, product 721 Afvalverwerking). Het overige deel valt vrij in de
algemene middelen.
913/914 Geldleningen en beleggingen
Prestatie
Binnen de kaders van het
Treasurystatuut voeren van een actief
financierings- en beleggingsbeleid.
Door middel van het
aandeelhoudersschap verkrijgen van
informatie over het beleid van de N.V.
Bank voor Nederlandse Gemeenten,
Vitens N.V., Nuon en RGV Holding BV.
Zie hiervoor ook de paragraaf
verbonden partijen.
Door middel van het
aandeelhoudersschap toezien op de
continuïteit van N.V. Luchthaven
Teuge, Parkeergarage Orpheus B.V. en
Schouwburg en congrescentrum
Orpheus N.V. Zie hiervoor ook de
paragraaf verbonden partijen.
●
●
●
Toelichting
Binnen de kaders van het Treasurystatuut is een
actief financieringsbeleid gevoerd gericht op
minimalisatie van rentekosten.
Wij hebben in 2013 informatie ontvangen van deze
verbonden partijen en ingestemd met de
jaarrekeningen 2012. We zijn lid van NUVAL, de
vereniging van (oud Gamog) aandeelhouders van
Nuon en Vitens. NUVAL vertegenwoordigt onze
gemeente in de aandeelhoduersvergaderingen.
Wij hebben in 2013 ingestemd met de
jaarrekeningen 2012 van Luchthaven Teuge en van
Orpheus NV en de begrotingen 2014 besproken.
We zijn door de directies en commissarissen op de
hoogte gehouden van actuele ontwikkelingen. De
aandeelhouders hebben verdere privatisering van
Luchthaven Teuge onderzocht. Het onderzoek heeft
niet geleid tot voor de aandeelhouders acceptabele
aanbiedingen.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
913/ Geldleningen en beleggingen
914
L
B
S
Realisatie
L
B
S
L
B
S
7.382
1.571
-621
-16
47
928
668
944
12.630
8.953
-637
975
1.612
45
45
-940
0
327
0
0
0
-327
8.058
-310
975
1.285
Begroting Bestaand Beleid
913 Overige financiële middelen
914 Geldleningen en beleggingen
€
€
736
3.578
7.450
4.205
6.714
627
115
3.562
7.497
5.133
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
4.314
11.655
7.341
3.677
980 Mutaties reserves
Bestaand beleid
Reserve aandelenkapitaal Teuge
Bespaarde rente bestemmingsreserves
€
€
45
613
45
-613
940
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
4.927
6.773
4.617
11.700
63
Afwijking
12.675
I/S
I
I
I
Stelpost VNB-gelden 627.000
U hebt met de zomernota 2012 besloten om de Bestemmingsreserve VNB-gelden op te heffen, en de
externe belegging in tact te laten. Voor de lasten daarvan is boekhoudkundig een stelpost van €
627.000 opgenomen. In werkelijkheid hoeven wij deze last niet extra te betalen, maar zit dit versleuteld
in de kosten van de al opgenomen leningen.
Langlopende geldleningen: nadeel van € 334.000
De oorzaak voor dit nadeel is dat de geplande renteherziening van een lening aan een
woningbouwvereniging niet doorging maar dat de lening werd afgelost en we geen rente ontvingen.
Hiermee is in de begroting geen rekening is gehouden. De bijbehorende lagere kosten zijn verantwoord
op Beleidsproduct 960 Kostenplaats rente & financiering. In de tussentijdse rapportage is deze afwijking
samengevoegd met dit product.
Rentetoerekening reserves en voorzieningen € 279.000 voordeel
Doordat de reserves een hogere stand per 1/1/2013 hadden dan bij de begroting ingeschat, was de
raming van de bespaarde rentes op reserves te laag. De effecten hiervan worden verrekend met de
diverse reserves en zijn dus resultaatneutraal.
Vrijval voorziening renterisico
Bij de jaarrekening 2012 is, in overleg met de accountant, een voorziening van € 1 mln getroffen met
betrekking tot onze derivaten. Wij hebben een vraag gesteld bij de commissie BBV (Besluit, Begroting en
Verantwoording) of deze voorziening ook voor overheden getroffen dient te worden. De commissie
heeft geoordeeld dat er geen voorziening getroffen hoeft te worden. Met dit oordeel valt de bij de
jaarrekening 2012 getroffen voorziening van € 1 mln vrij.
De overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
921 Algemene uitkering Gemeentefonds
Prestatie
Vaststellen van de gevolgen van de jaarlijkse
Gemeentefondscirculaires voor de
begrotingspositie van de gemeente
Apeldoorn.
Toelichting
De beleidsmatige en financiële gevolgen van de
mei-, september- en decembercirculaire voor onze
begrotingspositie zijn verwerkt. De raad is hierover
separaat, via de tussentijdse rap-portage en via de
MPB, geïnformeerd.
De bijeenkomsten van 100.000+ gemeenten,
VNG, ministerie van BZK en BLOG (Blik op
gemeentefinanciën) ten aanzien van de financiële
verhouding Rijk-gemeenten zijn frequent
bijgewoond. Informatie daaruit is vertaald naar de
Apeldoornse begroting.
●
Het actief samenwerken met andere
gemeenten, Rijk en VNG ter behartiging van
de (financiële) belangen van Apeldoorn.
●
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
921 Algemene uitkering
€
L
B
S
161.326 161.326
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
0 161.326 161.326
980 Mutaties reserves
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
Begroting Bestaand Beleid
0 161.326 161.326
64
Realisatie
L
B
S
161.905 161.905
0 161.905 161.905
0 161.905 161.905
Afwijking
L
0
B
579
S
I/S
579 I
0
579
579
0
0
0
0
579
579
De effecten van het regeerakkoord VVD/PvdA, een Sociaal akkoord, een Zorgakkoord en een
Najaarsakkoord hebben in 2013 een grote dynamiek in de financiële verhouding tussen Rijk en
gemeenten veroorzaakt.
In de tussentijdse rapportage rekenden wij op basis van de meicirculaire en een inschatting van de
septembercirculaire op een nadeel van € 2 miljoen op de algemene uitkering. Deze jaarrekening laat
echter een voordeel van € 579.000 zien. In vergelijking tot onze melding in de tussentijdse rapportage
een positief verschil van € 2,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:
• € 400.000 hogere nabetalingen over de uitkeringsjaren 2011 en 2012;
• € 2.100.000 voordeel als gevolg van aanpassing van een aantal parameters in het
gemeentefonds en een zogenaamde kasverschuiving op de rijksbegroting.
Begin 2014 hebben wij u naar aanleiding van de decembercirculaire per brief al geïnformeerd over deze
grote meevaller. Bijna € 1,3 miljoen is het gevolg van bijstelling door het CBS van het aantal
bijstandscliënten en het aantal huishoudens met een laag inkomen. De algemene uitkering 2013 wordt
gebaseerd op het aantal bijstandsgerechtigden per 31 december 2012. In 2012 was de stijging van het
aantal cliënten in Apeldoorn groter dan het landelijke gemiddelde en dat leidt een jaar later tot een
hogere vergoeding voor uitvoeringskosten. Dit effect is slechts één kant van de medaille; de andere kant
bestaat uit veel hogere bijstandsuitgaven. In programma 6 treft u hierover een toelichting aan.
Daarnaast is een voordeel van € 700.000 ontstaan door het effect van een zogenaamde
kasverschuiving bij het Rijk van 2014 naar 2013. Bij het Rijk ontstond in het najaar van 2013 financiële
ruimte door lagere uitgaven bij de departementen. Het kabinet heeft die ruimte gebruikt om voor 2014
geplande onderwijsinvesteringen naar voren te halen. Dit betekent voor gemeenten geen extra
onderwijsbudget, maar via de systematiek van ‘samen de trap op en trap af’ in 2013 wel extra
algemene uitkering. Voor 2014 leidt dit overigens tot een evenredig lagere algemene uitkering.
922 Algemene baten en lasten
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Vastgoedbedrijf/ Taakstelling vastgoed gemeentebreed
De taakstellingen Vastgoedbedrijf bestaan uit de taakstelling oneigenlijk woningbezit en verbeterd
beheer en uitbating. Beide zijn in 2013 niet volledig gerealiseerd. Als gevolg hiervan is circa € 0,4 mln
van deze taakstellingen niet ingevuld. Zoals ook opgenomen in de MPB 2014-2017 zal het lastig zijn om
de taakstellingen te kunnen realiseren en zal medio 2014 meer inzicht over de haalbaarheid aanwezig
zijn (zie paragraaf weerstandsvermogen).
BROA
Bijdragen aan algemene dienst (proj.nr. 30.4)
Als gevolg van de extra bezuinigingen, zoals opgenomen in de Verkenningen Bezuinigingsmaatregelen
Formatie 2010 worden budgetten in de jaren 2011 t/m 2014 toegevoegd aan de algemene dienst. Voor
2013 was een bijdrage voorzien van € 175.000. Dit budget is conform begroting toegevoegd aan de
algemene dienst.
65
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
922 Algemene baten en lasten
Realisatie
Afwijking
€
L
8.326
B
10.355
S
2.029
L
9.850
B
11.944
S
2.094
L
1.524
B
1.589
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
8.326
10.355
2.029
9.850
11.944
2.094
1.524
1.589
65
980 Mutaties reserves
Bestaand beleid
BROA, toevoeging GSO/ISV bijdrage
BROA, algemene voeding
Bijdrage BROA aan AR ivm vervallen budgetten
Reserve BCF
Algemene reserve, voordelen boekjaar 2013
Algemene reserve, storting saldo dienstplannen
Algemene reserve, resultaat 2012 Grondbedrijf
Algemene reserve, annuïteit Grondbedrijf
Algemene reserve, begroot nadelig saldo
Reserve grond de Haere
Reserve kapitaallasten Post Zuid
Reserve overlopende projecten
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
4.787
736
175
152
-4.787
-736
0
673
0
451
0
-6.423
11.993
72
161
488
3.143
471
175
152
6.350
11.993
72
121
488
-3.143
-471
0
373
-6.350
451
0
-6.423
11.993
72
121
488
-1.644
-265
0
0
6.350
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-300
0
0
0
0
0
0
-40
0
1.644
265
0
-300
-6.350
0
0
0
0
0
-40
0
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 27.999
33.169
-795
5.965
1.249
-4.716
Begroting Bestaand Beleid
7.400
6.423
175
825
451
7.400
11.993
72
161
488
31.920
7.400
6.423
3.921 33.964
175
525
451
7.400
S
I/S
65 I/S
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Stelpost onderuitputting kapitaallasten
Met ingang van 2009 is in de begroting een stelpost onderuitputting kapitaallasten opgenomen. Voor
2013 bedraagt deze € 736.200. Deze stelpost is opgenomen omdat voorgaande jaren bleek dat
investeringen ten opzichte van de oorspronkelijke planning wel eens vertragen. Het gerealiseerde
voordeel op de kapitaallasten is € 1,4 mln in plaats van de begrote € 0,7 mln. Het voordeel is terug te
vinden op de verschillende beleidsproducten. Er zijn drie grote oorzaken te noemen van dit verschil. Ten
eerste hebben de meeste investeringen de twee helft van het jaar plaats gevonden, terwijl wij
begrotingstechnisch gerekend hebben met een gemiddelde van een half jaar. Ten tweede heeft bij de
jaarrekening 2012 een afwaardering op onderwijshuisvesting plaats gevonden, deze afwaardering was
niet verwerkt in de kapitaallasten van de begroting 2013. Ten derde laten de automatiseringskredieten
een voordeel zien omdat er sprake is van prijsverlagingen, vertraging in de besteding en er kredieten bij
de jaarrekening zijn/worden ingeleverd. De afwijkingen zijn in lijn met de voorspelling uit de turap. Bij
het vaststellen van deze jaarstukken zullen wij u voorstellen om voordeel aan kapitaallasten op
automatiseringskredieten te bestemmen voor automatiseringskosten voor de 3 decentralisaties.
Frictiekosten
De voorziening frictiekosten is op basis van de ontwikkelingen in 2013 herrekend. Dit resulteert in een
vrijval van € 0,5 mln.
Stelpost VNB-gelden
U hebt met de zomernota 2012 besloten om de Bestemmingsreserve VNB-gelden op te heffen, en de
externe belegging in tact te laten. Voor de lasten in verband met de kosten van externe financiering is
een post van € 627.000 opgenomen. Door de lage rente en door minder projecten en
financieringsbehoefte vallen deze kosten lager uit. De kosten zijn meegenomen in het renteresultaat en
hier niet apart verantwoord. Het voordeel bedraagt € 627.000.
Correctie eenheidsplannen
Bij het opstellen van de begroting 2013 was er een inverdienstelpost opgenomen van afgerond € 0,9
mln. Deze is ontstaan door de ombouw van de begroting vanwege de reorganisatie. Afgesproken is
destijds dat bij de rekening 2013 zou worden toegelicht op welke wijze deze stelpost is afgebouwd. In
2013 is de stelpost voor € 0,3 mln verklaard (en verwerkt bij de betreffende producten), waarmee er
nog een restant stelpost resteert van € 0,6 mln, die ten laste van de algemene dienst valt.
GSO-ISV
Er is in 2013 € 1,2 mln meer ontvangen aan provinciale subsidie dan begroot. De provincie heeft een
deel van de totale subsidie versneld beschikbaar gesteld. Van de totale subsidie GSO-ISV is
€ 2,6 miljoen nog niet besteed en wordt opgenomen onder de vooruitontvangen bedragen op de balans.
Stelpost onvoorziene uitgaven
66
U hebt besloten om van de oorspronkelijke raming (178.000 euro) een bedrag van 45.000 euro
beschikbaar te stellen voor het erfgoedplatform. De stelpost blijft voor 133.000 euro onbenut.
Onderhoudsvoorziening Accres
Zoals we hebben gemeld in de tussentijdse rapportage zijn met Accres Apeldoorn BV afspraken
gemaakt over het onderhoud van de accommodaties die de BV exploiteert en beheert. Hiertoe zijn in
2010/2011 de meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) voor het merendeel herijkt. De verplichting ten
aanzien van het door Accres te plegen onderhoud zetten wij van de huidige looptijd van 40 jaar om naar
een planningshorizon van 8 jaar. De subsidievergoeding aan Accres wordt hierop aangepast. De
beperktere verplichting zorgt ervoor dat het grootste deel van de reservering (groot) onderhoud van
Accres kan terugvloeien naar de gemeente.
Deze wijziging is in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Accres van 9 mei 2012
bekrachtigd en inmiddels heeft Accres € 2,68 miljoen aan de gemeente terugbetaald. Bij vaststelling
van deze jaarstukken zullen wij u voorstellen om een gedeelte van dit voordeel te bestemmen voor
achterstallig onderhoud gymzalen.
Dubieuze debiteuren
We analyseren jaarlijks de voorziening (belasting)debiteuren. De voorziening is voor 2013 te hoog. We
kunnen dan ook € 0,3 miljoen laten vrijvallen.
Oneigenlijk woningbezit
In 2013 zijn 4 woningen verkocht met een netto verkoopresultaat van € 370.000. Met dit resultaat
dient eerst het exploitatieverlies 2013 ad € 300.000 op deze portefeuille te worden gecompenseerd. De
bijdrage aan de taakstelling 2013 ad € 390.000 bedraagt daarmee € 70.000, derhalve een nadeel van
€ 320.000.
Overig vastgoed
De overige vastgoedtaakstelling inzake verbeterd beheer en uitbating ad € 230.000 is in 2013 voor €
125.000 gerealiseerd vanwege verkoop van 1 voormalig maatschappelijk pand. Een andere in 2013
overeengekomen verkoop wordt pas in 2014 geëffectueerd. Derhalve een nadeel van € 105.000.
Ten behoeve van onder andere het verkoopteam, programma Leegstand & hergebruik (taak Ruimtelijke
Leefomgeving) en Vastgoed in één hand heeft interne inhuur moeten plaatsvinden. Per saldo heeft dit
een nadeel veroorzaakt van circa € 140.000.
Ook is vanwege het faillissement van een aannemer een factuur niet meer betaald, leidend tot een
nadeel van € 35.000 en waren de lasten voor de in 2013 leegstaande wijkposten per saldo € 50.000
hoger dan begroot. Tenslotte zijn vele kleine afwijkingen aan de orde voor zowel de lasten als de baten,
per saldo nihil.
De overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
930, 931, 932, 934, 935, 936, 937, 939, 940, 941 Gemeentelijke belastingen (SSC)
Prestatie
Zorgvuldig en via regionale samenwerking
efficiënter opleggen en innen van
belastingen en heffingen.
●
Jaarlijkse taxatie van alle WOZ- objecten.
●
Het jaarlijks in de heffing betrekken van alle
belastbare objecten en subjecten volgens de
belastingverordening.
●
67
Toelichting
Apeldoorn heeft voor Epe de belastingen
uitgevoerd. Deze samenwerking leidt tot een
efficiëntere uitvoering.
Alle WOZ-objecten zijn getaxeerd. Deze zijn
onderworpen aan de goedkeuring van de
waarderingskamer, het toezichthoudende orgaan.
In 2013 is goedkeuring verleend.
Alle objecten en subjecten zijn in de heffing
betrokken en dit is met behulp van (interne)
controles geborgd.
Kengetal
-
Realisatie
2011
Realisatie
2012
Doel
2013
Realisatie
2013
32%
30 %
45%
55%
6/3
1
6/3
1
6/3
1
6/3
1
% toegekende bezwaarschriften OZB
behandeltermijn (in maanden) van :
•
bezwaren, voorzien van advies derden,
WOZ/overig
•
bezwaren, zonder advies
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
930 Gemeentelijke belastingen en heffingen
t/m 940
L
930
931
932
936
937
939
940
Begroting Bestaand Beleid
Uitvoering wet WOZ
Baten OZB gebruikers
Baten OZB eigenaren
Baten toeristenbelasting
Baten hondenbelasting
Baten precariobelasting
Lasten heffing en invordering gem. belastingen
B
€
€
€
€
€
€
€
1.448
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
2.450
980 Mutaties reserves
Reserve riolering
Reserve huisvuilrechten
€
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
S
73
9.333
31.869
1.583
771
650
L
-1.375
9.333
31.869
1.583
771
650
-1.002
1.395
44.279
41.829
2.356
7
11
7
11
44.297
41.847
1.002
2.450
Realisatie
B
S
L
B
S
I/S
15
8.766
31.776
1.501
808
532
-1.380
8.766
31.776
1.501
808
532
-961
-53
0
0
0
0
0
-41
-58
-567
-93
-82
37
-118
0
-5
-567
-93
-82
37
-118
41
43.398
41.042
-94
-881
-787
7
11
7
11
0
0
0
0
0
0
43.416
41.060
-94
-881
-787
961
2.356
Afwijking
I
I
I
I
I
I
I
De baten OZB gebruikers/eigenaren laten een nadelig resultaat zien van 1,5% van de totale geraamde
opbrengst. Hier is een aantal oorzaken voor aan te wijzen: de verwachte groei van woningen, waar
begrotingtechnisch rekening mee is gehouden, is uitgebleven; het aantal (gegronde) bezwaren is
toegenomen en tenslotte is de leegstand van gebouwen groter dan verwacht.
Het nadeel wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een hogere bijdrage uit de algemene uitkering.
960
Saldi kostenplaatsen
Dit is een administratief product.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
960 Saldi kostenplaatsen
Realisatie
Afwijking
€
L
1.476
B
1.126
S
L
-350 12.731
B
17.653
S
L
B
4.922 11.255 16.527
S
I/S
5.272 I/S
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
1.476
1.126
-350 12.731
17.653
4.922 11.255 16.527
5.272
980 Mutaties reserves
Bedrijfsvoeringsreserve
Reserve huisvesting
Reserve overlopende projecten
€
€
€
41
33
98
256
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
1.517
1.513
Begroting Bestaand Beleid
33
57
256
1.400
41
402
1.532
97
221
-4 14.574
19.503
132
56
-181
1.400
0
402
1.499
-1
-35
99
-1
-437
4.929 13.057 17.990
4.933
Salariskosten
De salariskosten laten een voordeel van € 0,5 mln niet. Dit voordeel is opgebouwd uit een nadeel van €
1,1 mln door autonome kostenontwikkeling. Zoals reeds in de turap gemeld zijn de ziektekosten –en
pensioenpremies fors gestegen. Deze stijging is 2% hoger dan voorzien. Tegenover dit nadeel staat een
voordeel van € 1,6 doordat vacatures niet zijn ingevuld.
Inhuur personeel
Een deel van het vrijgevallen salarisbudget (salariskosten) is gebruikt voor de inhuur van tijdelijk
personeel. Zo is bereikt dat de uitvoering van de huidige taken gewaarborgd is. Daarnaast is extra
68
I
I
I
inhuur ingezet op projecten en in piekmomenten. Het totale nadeel bedraagt circa € 1,3 mln (nadeel
hoeveelheid).
Verantwoorde uren
De verantwoorde uren laten per saldo een nadeel van € 0,7 mln zien. Dit houdt in dat er minder uren
met de kostenplaatsen zijn verrekend dat begroot. Op verschillende beleidsproducten is per saldo een
even groot voordeel zichtbaar.
Overige personele kosten en opbrengsten
Bij de overig personele kosten is een voordeel van € 2,2 miljoen gerealiseerd. Dit komt hoofdzakelijk
door medewerkers die extern werkzaamheden verrichten en de relatief goedkope inhuur (prijsvoordeel).
Overige bedrijfsvoeringsbudgetten
Het voordeel voor de overige bedrijfsvoeringsbudgetten bedraagt € 2,2 mln. Deze € 2,2 miljoen is
divers opgebouwd, maar bestaat hoofdzakelijk uit voordelen op de kapitaallasten, communicatiekosten,
verzekeringen en interne dienstverlening.
Verrekening bedrjfsvoeringsreserve
De voordelen op de bedrijfsvoering, met uitzondering van de productiviteitsverschillen, worden
verrekend met de reserve bedrijfsvoering.
Kapitaallasten (kostenplaats rente en financiering)
Het saldo op de kostenplaats Rente & financiering bestaat uit een aantal componenten, die optellen tot
per saldo een voordeel van € 2.020.000. Hiervan heeft € 2.360.000 betrekking op posten binnen de
kostenplaats Rente en financiering en een nadeel van € 340.000 op product 914 Geldleningen > 1 jaar.
Analyse van het voordeel van € 2,4 mln:
(a) Er is € 1.730.000 voordeel op rente van langlopende leningen, door prijseffecten (circa 1,6%
lagere rente), volume-effecten (€ 15 miljoen minder leningen nodig) en tijdeffecten (leningen
later in het jaar nodig). Dit is € 130.000 gunstiger dan bij de tussentijdse rapportage gemeld.
(b) Er is een nadeel van € 500.000 ontstaan doordat in 2012 en 2013 minder investeringen
plaatsgevonden dan bij het opstellen van de begroting 2013 vanuit gegaan was. Dit leidt tot een
lagere bijdrage (minder opbrengsten) aan het interne product Rente en financiering. Bij de
tussentijdse rapportage was uitgegaan van een nadeel van circa € 1.000.000.
(c) Er is € 380.000 voordeel op rente van kortlopende leningen. Er is uitgegaan van een rente van
1%, terwijl deze in 2013 gemiddeld onder de 0,1% is uitgekomen. Dit is € 20.000 gunstiger
dan bij de tussentijdse rapportage gemeld.
(d) Voor de financiering van het grondbedrijf is een rentevergoeding afgesproken van 4%. Aan onze
Algemene Reserve wordt een rente van 2,5% toegerekend. Er was een behoorlijk hogere
boekwaarde grondbedrijf per 1-1-2013 dan bij de begroting vanuit was gegaan, en een hogere
reservepositie per 1-1-2013 dan begroot. Deze afwijkingen hebben samen voor het interne
product Rente & Financiering een positief gevolg van ruim € 700.000.
69
Resumé programmakosten
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Baten
Saldo
Lasten
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Rekening 2013
(C)
Baten
Saldo
Lasten
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Baten
Saldo
Saldo
Lasten
1: Bestuur, (wijk)organisaties, burgerzaken en financiën
6.545
15.996
3.119
840
427
1.934
18
54
0
0
736
3.578
0
7.666
1.376
0
0
0
0
0
1.002
43
0
4.701
20
2.325
0
0
1.716
0
260
290
7.450
4.205
157.041
8.341
0
9.333
31.869
1.583
771
650
0
176
-6.545
-11.295
-3.099
1.485
-427
-1.934
1.698
-54
260
290
6.714
627
157.041
675
-1.376
9.333
31.869
1.583
771
650
-1.002
133
6.896
16.021
3.119
840
427
1.980
18
54
0
0
736
3.578
0
8.326
1.448
0
0
0
0
0
1.002
1.476
0
4.701
20
2.325
0
0
1.716
0
260
290
7.450
4.205
161.326
10.355
73
9.333
31.869
1.583
771
650
0
1.126
-6.896
-11.318
-3.099
1.485
-427
-1.980
1.698
-54
260
290
6.714
627
161.326
2.029
-1.375
9.333
31.869
1.583
771
650
-1.002
-350
6.410
16.591
3.265
864
495
1.717
19
52
0
0
115
3.562
0
9.850
1.395
0
0
0
0
0
961
12.731
12
4.699
6
2.416
240
0
1.702
0
260
1.125
7.497
5.133
161.905
11.944
16
8.766
31.776
1.501
808
532
0
17.653
-6.398
-11.892
-3.259
1.552
-255
-1.717
1.683
-52
260
1.125
7.382
1.571
161.905
2.094
-1.379
8.766
31.776
1.501
808
532
-961
4.922
-486
570
146
24
68
-263
1
-2
0
0
-621
-16
0
1.524
-53
0
0
0
0
0
-41
11.256
12
-2
-14
91
240
0
-14
0
0
835
47
928
579
1.589
-57
-567
-93
-82
37
-118
0
16.527
498
-572
-160
67
172
263
-15
2
0
835
668
944
579
65
-4
-567
-93
-82
37
-118
41
5.271
Resultaat programma 1 vòòr bestemming
Bestemming programma 1 via functie 980
43.332
10.915
230.731
14.303
187.399
3.388
45.919
20.329
238.052
22.814
192.133
2.485
58.029
29.324
257.990
25.593
199.962
-3.731
12.107
8.995
19.939
2.779
7.832
-6.216
Resultaat programma 1 na bestemming
54.246
245.035
190.787
66.248
260.866
194.618
87.353
283.583
196.231
21.102
22.718
1.616
001
002
003
004
005
006
330
511
530
721
913
914
921
922
930
931
932
936
937
939
940
960
Bestuursorganen
Bestuursondersteuning B&W
Burgerzaken
Overheidsdocumenten
Bestuurlijke samenwerking
Bestuursonderst. Raad en rekenkamerfunctie
Nutsbedrijven (dividend)
Vormings- en ontwikkelingswerk
Sport (dividend)
Afvalverwijdering en - verwerking (dividend)
Overige financiële middelen
Geldleningen en uitzettingen
Algemene uitkering
Algemene baten en lasten
Uitvoering Wet WOZ
Baten OZB gebruikers
Baten OZB eigenaren
Baten toeristenbelasting
Baten hondenbelasting
Baten precariorechten
lasten heff. en invordering gem. belastingen.
Saldi kostenplaatsen
70
Programma 2
Veiligheid
Beleidsproducten:
120 Brandweer en rampenbestrijding
140 Openbare orde en veiligheid
160 Opsporing en ruiming exploisieven
71
2. Veiligheid
Portefeuillehouder(s):
- J.C.G.M. Berends
Effectkengetallen
- waardering inwoners voor veiligheid op
straat
- aantal incidenten
- aantal misdrijven
Werkelijk
2011
Werkelijk
2012
Raming
2013-2016
Werkelijk
2013
7,9
7,3
≥7
7,3
32.380
11.825
32.433
11.338
≤32.433
≤11.281
32.276
10.357
Doelstelling
Wat wilden we bereiken?
De gemeente Apeldoorn biedt haar burgers een veilige omgeving om te wonen, te werken en te
recreëren.
Daarbij gaat het om de volgende doelstellingen:
2.1 Voorkomen en bestrijden van branden en rampen en beperken van ongevallen daarbij, alsmede het
beperken en bestrijden van gevaar bij ongevallen anders dan bij brand.
2.2 Een veiligheidsbeleid met daarin een balans tussen het voorkomen van onveiligheid en het
aanpakken van onveilige situaties.
Wat hebben we bereikt?
De bovenstaande effectkengetallen laten zien dat de voorgenomen doelstellingen met betrekking tot de
veiligheid in Apeldoorn worden gehaald. Daarnaast hebben we in 2013 de eerste stappen gezet in het
nog integraler werken op het gebied van veiligheid in Apeldoorn.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
72
120 Brandweer en rampenbestrijding
Prestatie
Basis brandweerzorg
De basis brandweerzorg is afgestemd op de
risico’s genoemd in het vastgestelde
risicoprofiel. De dekkingsnorm voor het
bestrijden van incidenten wordt hooguit 5,1
per jaar met maximaal 25% overschreden. De
opkomsttijd bij incidenten bos- en
heidebranden en bij verkeersincidenten is
maximaal 18 minuten.
Rampenbestrijding
De gemeente zorgt voor (het opzetten van)
een rampenbestrijdingsorganisatie, waarbinnen
door toewijzing van taken en
verantwoordelijkheden op een efficiënte
manier sturing en uitvoering kan worden
gegeven aan het beperken van de gevolgen
van crises, rampen en/of zware ongevallen.
Als gevolg van de reorganisatie zal de
beheersorganisatie in 2013 opnieuw ingericht
worden.
●
●
Toelichting
Voor 2013 (en daarna) zijn prestatieafspraken
met de Brandweer gemaakt. In dat kader is door
de Brandweer (cluster EVA; Epe, Voorst,
Apeldoorn) twee keer tussentijds informatie (al
dan niet in combinatie met de Veiligheidsbrief)
aan de raad verstrekt. De
managementinformatie en bestuurlijk relevante
informatie wordt continu doorontwikkeld. Zo is
in de PMA in een specifieke themabijeenkomst
uitleg gegeven over de dekkingsnorm en
opkomsttijden en hoe de brandweer meet en
registreert.
In 2013 is het regionale project MOED
(Masterplan Optimalisering Effectuering
Doelmatigheid) gestart. Het einddoel moet zijn:
toekomstbestendig en goedkopere brandweer
VNOG. In april 2014 moet de Veiligheidsregio
daartoe een uitgewerkte visie presenteren aan
de burgemeesters in het Algemeen Bestuur.
Daarna worden de gemeenteraden
geconsulteerd.
In 2013 is de beheersorganisatie opnieuw
ingericht. Er is waar nodig opgeleid, getraind en
geoefend.
Bij het familiedrama (2 oktober 2013) is een
deel van de rampenbestrijdingsorganisatie
operationeel geweest in het kader van het
protocol Ingrijpende gebeurtenissen.
Er zijn 3 bestuurlijke oefeningen gehouden,
waaronder 1 met de zgn. Burgemeestersgame.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Brandweer, inwonersbijdrage VNOG
De voor 2013 opgelegde taakstelling om de gemeentelijke bijdrage aan de VNOG te verminderen, is
structureel ingevuld.
Zomernota: Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (Brandweer)
Deze taakstelling dient uiterlijk in het begrotingsjaar 2017 te zijn gerealiseerd. Binnen de VNOG
(concern en cluster EVA) wordt vooral in het project MOED naar mogelijkheden gezocht voor een zo
effectief en efficiënt mogelijke Brandweer. De taakstelling is niet in 2013 ingeboekt.
73
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
120 Brandweer en rampenbestrijding
Realisatie
Afwijking
L
€ 12.150
B
S
653 -11.497
L
14.654
B
S
3.276 -11.378
L
2.504
B
2.623
S
I/S
119 I
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 12.150
653 -11.497
14.654
3.276 -11.378
2.504
2.623
119
980 Mutaties reserves
Bedrijfsvoeringsreserve
€
75
0
75
75
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 12.150
3.351 -11.303
2.504
2.698
194
Begroting Bestaand Beleid
75
653 -11.497
14.654
I
Op zowel de lasten als baten is een verschil van ongeveer € 2,5 miljoen.
De Brandweer is met ingang van 1 januari 2013 overgegaan in een gemeenschappelijke regeling van de
VNOG. Met deze overgang zijn de roerende zaken eind 2013 aan de VNOG/Brandweer verkocht tegen
boekwaarde waardoor er per saldo geen sprake is van resultaat.
140 Openbare orde en veiligheid
Prestatie
Regie op integrale veiligheid
Samen met de kernpartners in veiligheid,
Openbaar Ministerie en Politie, zijn er
prioriteiten gesteld voor de periode
2011-2014. Via de lokale driehoek
worden de ontwikkelingen op het gebied
van veiligheid gevolgd, wordt de mate
van doelbereiking vastgesteld en indien
nodig bijgestuurd.
Uitoefening toezicht en handhaving
Het leveren van een bijdrage aan de
integrale veiligheid en leefbaarheid door
toezicht te houden in winkelcentra,
voetgangersdomeinen en via specifieke
projecten door de inzet van
toezichthouders.
Verlenen van vergunningen publiek
domein
De gemeente verleent
evenementenvergunningen en diverse
vergunningen bijzondere wetten. Via een
vergunningstelsel wegen we alle
relevante belangen (veiligheid,
leefbaarheid, overlast, bereikbaarheid,
gezelligheid, gezondheid, etc.) die een
rol spelen bij evenementen en andere
activiteiten in de openbare ruimte en
bijzondere inrichtingen.
Veiligheidskamer
Apeldoorn levert een bijdrage aan de
werkzaamheden van de Veiligheidskamer
door operationele regievoering op
casusniveau, zodat zorg en justitie aan
elkaar gekoppeld worden ter voorkoming
van overlast en criminaliteit.
●
Toelichting
In 2013 zijn de ontwikkelingen gevolgd. Op basis
hiervan is een onderzoek uitgevoerd naar de
doelstellingen van het Integraal Veiligheidsplan
Apeldoorn 2011 – 2014. Op 30 mei 2013 heeft, op
basis van dit onderzoek, de gemeenteraad van
Apeldoorn de doelstellingen van het IVA bijgesteld.
●
In het kader van de Andere overheid en een
wijkgericht aanpak wordt een deel van de inzet van
de uren van het team THOR door de dorps- en
wijkraden geprioriteerd op voor die betreffende
stadsdelen belangrijke onderwerpen. Er zijn meer
uren dan begroot geschreven naar deze wijkgerichte
aanpak.
Alle vergunningaanvragen zijn binnen de daarvoor
gestelde termijnen tijdig afgehandeld.
●
Er is in de Veiligheidskamer Apeldoorn in 2013
conform het jaarplan gewerkt.
●
74
Lopende bezuinigingstaakstellingen
THOR werkervaringsplaatsen
Reeds in 2012 doorgevoerd.
Projecten integrale veiligheid
Reeds in 2012 doorgevoerd.
Beperken explosievenopruiming
Reeds in 2012 doorgevoerd.
Zomernota: Toezicht openbare ruimte
Deze taakstelling is tegelijkertijd met het doorvoeren van de reorganisatie per 1-1-2013 gerealiseerd.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
140 Openbare orde en veiligheid
Realisatie
Afwijking
€
L
3.154
B
1.128
S
-2.026
L
3.387
B
872
S
-2.515
L
233
B
-256
S
I/S
-489 I
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
3.154
1.128
-2.026
3.387
872
-2.515
233
-256
-489
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
-58
58
0
-58
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-2.573
291
-256
-547
Begroting Bestaand Beleid
58
3.154
1.128
-2.026
3.445
872
I
Op de lasten zien we een nadeel van circa € 200.000. Dit nadeel wordt veroorzaakt door andere
prioritering door uw raad op het gebied van handhaven door het team THOR van de eenheid
Veiligheid&Recht. De aandacht is verlegd naar jeugdboa’s, Drank- en horecawet en wijkgericht werken.
Hierdoor zijn op toezicht in de openbare ruimte meer uren geschreven. Op het moment dat hier meer
uren worden geschreven wordt op andere producten minder geschreven.
Op de baten kennen wij een nadeel van circa € 220.000. Dit nadeel wordt veroorzaakt omdat veel
minder procesverbalen zijn uitgeschreven. Dit heeft diverse redenen. Als eerste wordt in de stad minder
geparkeerd. Ten tweede is het naleefgedrag van parkeerders ook sterk verbeterd. Ten derde is de
prioritering verschoven naar jeugd boa’s, Drank- en Horecawet en naar wijkgericht werken.
160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven
Prestatie
Opruimen explosieven Kroondomein
De gemeente verzorgt het systematisch
ruimen van explosieven in het
Kroondomein.
●
Toelichting
In 2013 is er vanaf mei conform de door de raad
vastgestelde werkbegroting gewerkt. De eerste
periode in 2013 zijn de werkzaamheden verricht
op basis van de gereserveerde post uit 2012.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
160 Opsporing en ruiming conventionele
explosieven
€
L
3.704
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
3.704
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
Begroting Bestaand Beleid
3.704
B
Realisatie
S
-3.704
L
2.743
0
-3.704
732
732
75
B
Afwijking
23
S
-2.720
L
-961
2.743
23
-2.720
-961
732
1.000
732
-268
1.000
-2.972
3.743
755
-2.988
39
B
23
S
I/S
984 I
23
984
0 -1.000
23
-16
I
Op de lasten hebben we een voordeel van bijna € 1,0 miljoen. Dit komt doordat de beschikbare
middelen pas in mei 2013 bekend zijn geworden en vervolgens toen pas de besteding conform het
programma kon worden uitgevoerd. Voor dit bedrag is een overlopende post aangemaakt om zo het
resterende programma in 2014 uit te voeren.
Outputkengetal
Realisatie
2011
Realisatie
2012
Raming
2013
- overschrijding van de norm aanrijtijd incidenten
- aantal keren dat de norm aanrijtijd incidenten wordt
overschreden
- aantal door de politie geregistreerde incidenten
- aantal alarmeringen
- aantal loze alarmeringen
- aantal ha afgezochte en geruimde kroondomeinen
- aanvragen vergunningen publiek domein
- aantal bestuurlijke oefeningen
Realisatie
2013
25 %
5,1
ntb. *
ntb. *
16.345
32.433
17.060
32.276
1765
861
1574
670
1.800
750
1.517
614
30
28
pm
43
1.331
1.511
900
1492
2
2
2
3
* de outputkengetallen zijn in ontwikkeling. De clustercommandant heeft de raad toegelicht hoe het stelsel van normen en
opkomsttijden werkt en dat dit een aanpassing van de outputkengetallen noodzakelijk maakt. Daar wordt komend jaar aan
gewerkt.
Resumé programmakosten
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2013
(C)
Lasten
Baten
Saldo
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Lasten
Baten
Saldo
2: Veiligheid
120
140
160
Brandweer en rampenbestrijding
Openbare orde en veiligheid
Explosieven opruiming
12.150
3.129
57
653
1.128
0
-11.497
-2.001
-57
12.150
3.154
3.704
653
1.128
0
-11.497
-2.026
-3.704
14.654
3.387
2.743
3.276
872
23
-11.378
-2.515
-2.720
2.506
233
-961
2.623
-256
23
119
-489
984
Resultaat programma 2 vòòr bestemming
Bestemming programma 2 via functie 980
15.336
0
1.781
0
-13.555
0
19.008
0
1.781
732
-17.227
732
20.784
1.055
4.171
807
-16.613
-247
1.778
1.055
2.390
75
614
-980
Resultaat programma 2 na bestemming
15.336
1.781
-13.555
19.008
2.513
-16.495
21.839
4.979
-16.860
2.833
2.465
-366
76
Programma 3
Openbare Ruimte
Beleidsproducten:
210 Hoofdwegenstructuur
214/
215 Parkeren
212 Fiets/OV
211 Verkeersveiligheid
722 Riolering en water
560 Groene omgeving
210/211/560/724 Beheer en onderhoud
77
3. Openbare Ruimte
Portefeuillehouder(s):
- J.W. Brouwer
- O. G. Prinsen
Doelstelling
Wat wilden we bereiken?
Met dit programma 3 wil ons college de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid op
verkeersgebied in standhouden en waar mogelijk verbeteren. Uitgangspunt hierbij is de hoofdlijn van het
verkeer- en vervoerbeleid zoals vastgesteld in de in 2009 vastgestelde verkeersvisie 2010 - 2020.
Verder wil het college met dit programma zorgen voor het instandhouden en uitbouwen van een
aangename, schone, gezonde en groene leefomgeving voor mens en dier. Uitgangspunten hier zijn de
door de raad vastgestelde Groene Mal, het Waterplan en het Gemeentelijk Rioleringsplan. Dit is
uitgewerkt in een aantal subprogramma’s met de volgende doelstellingen.
3.1 Hoofdwegenstructuur
Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per
auto.
3.2 Parkeren
Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de binnenstad door
faciliteren en reguleren van de parkeervoorzieningen.
3.3 Fiets en (OV)Vervoer
Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per
fiets en (OV)vervoer.
3.4 Verkeersveiligheid
Doelstelling: verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn verbeteren. Het
verminderen van het aantal ongevallen met 35% t.o.v. 2002.
3.5 Water en riolering
Doelstelling: het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het
beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het
inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater.
3.6 Groene mal
Doelstelling: instandhouden en uitbouwen van een aangename en groene leefomgeving (inclusief
ecologie, natuurbescherming, dierenwelzijn en kinderboerderijen). Realiseren bezuiniging: afstoten bos,
aanpassing prestatieafspraken met ACCRES.
3.7 Beekherstel
Doelstelling: ruimte bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie
en recreatie.
3.8 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte
Doelstelling: het instandhouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteitsniveaus in de groene
ruimte, de infrastructuur, speelvoorzieningen, de begraafplaatsen, het rioolstelsel en de gemeentelijke
waterhuishouding.
78
Wat hebben we bereikt?
Vanuit de brede doelstellingen zoals die in dit programma zijn verwoord, is specifiek gewerkt aan een
veelheid van aspecten. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om planvorming en uitvoering van
verkeersmaatregelen (voor auto, fiets en OV), maar ook op gebieden van voorkomen van wateroverlast,
en bescherming van de volksgezondheid, ontwikkeling en inrichting van de groene leefomgeving en het
beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
In 2013 is het Herstelplan wegen opgesteld en vastgesteld.
Bij de prestaties is per onderdeel aangegeven wat de resultaten zijn, die gezamenlijk een bijdrage aan
de realisatie van de langjarige doelstellingen hebben geleverd.
Bij 3.6 Groene Mal: “aanpassing prestatieafspraken met ACCRES” kan worden aangemerkt dat het
college heeft besloten de prestatieafspraken nog niet per 2013 aan te passen. Wel zijn er financiële
taakstellingen doorgevoerd op onderdelen van Accres. Zie daarvoor de betreffende passages verderop in
dit hoofdstuk.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
211 Verkeersmaatregelen en 212 openbaar vervoer
3.1 Hoofdwegenstructuur
Effectkengetallen
- oordeel inwoners over bereikbaarheid
stad per auto
- oordeel inwoners over bereikbaarheid
binnenstad per auto
Realisatie
2006
Realisatie
2008
Realisatie
2012
Raming
2013
Realisatie
2013
5,5
6,1
-
6,0
-*
5,4
5,8
-
6,7
-*
Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011)
(*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Takendifferentiatie projectleider
Taakstelling is gerealiseerd door middel van vermindering van de formatie.
Minder projecten Ruimtelijke Ordening
Taakstelling is gerealiseerd door middel van vermindering van de formatie.
Advisering I-fase
Taakstelling is gerealiseerd door middel van vermindering van de formatie . Door de terugloop van de
ontwikkeling van de dynamiek in de stad geen meetbaar (maatschappelijk) effect
Advisering P-fase
Taakstelling is gerealiseerd door middel van vermindering van de formatie. Door de terugloop van de
ontwikkeling van de dynamiek in de stad geen meetbaar (maatschappelijk) effect
Afstoten beleidstaken
De taakstelling is in 2013 incidenteel verwerkt binnen het totaal aan taken en vanaf 2014 structureel
ingevuld door vermindering van uitbestedingsbudget
79
BROA
Zutphensestraat (BROA, proj.nr. 11.0)
In 2013 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. In 2013 zijn de voorbereidingen voor de
verdubbeling van de Zutphensestraat gestart. Begin 2014 vindt de aanbesteding plaats waarna
aansluitend de uitvoering zal starten. De werkzaamheden zullen in 2015 worden afgerond.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
3.1 Hoofdwegenstructuur
L
Begroting Bestaand Beleid
211 Verkeersmaatregelen
B
€
635
€
€
€
3.072
359
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
4.066
980 Mutaties reserves
BROA
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
BROA
Zutphensestraat
Verkeersvooerziening Beekbergen
Transferiu, oost
4.066
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
I/S
-635
1.466
378
-1.088
831
378
-453
I
400
-3.072
41
0
285
85
75
115
400
-170
315
-75
-2.787
-274
75
115
0
0
2.902
274
-75
I
I
I
400
-3.666
1.911
893
-1.018
-2.155
493
2.648
3.031
3.031
400
255
-145
400
3.431
-635
2.311
1.148
-1.163
-1.755
-2.776 -3.176
-2.283
I
-528
De lasten voor bestemming reserves laten een voordeel van € 2.155.000 zien. Als gevolg van juridische
procedures is de start van het project Zutphensestraat doorgeschoven naar begin 2014. Hierdoor is een
voordeel van € 2.787.000 ontstaan, dit voordeel valt vrij ten gunste van de BROA. Het project
Verkeersvoorziening Beekbergen laat een voordeel van € 274.000 zien. De oorzaak is een
aanbestedingsvoordeel. Dit project is in 2013 afgerond.
Er is veel capaciteit ingezet voor diverse projecten welke meerjarig lopen, ondermeer de verdubbeling
van de Laan van Malkenschoten en de reconstructie van de Arnhemseweg. Dit heeft geleid tot een
nadeel van € 380.000. In de begroting was deze capaciteitsbehoefte onvoldoende onderkend. De extra
capaciteit is voornamelijk ten laste gegaan van de activiteiten voor ruimtelijke ordenings- en
bestemmingsplannen (product 810).
Het project Transferium Barnewinkel levert een nadeel van € 75.000. Hieraan zijn in 2013
voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. De realisatie zal in 2014 plaats vinden. Op overige
projecten, zoals fietsenstalling station, rode fietssuggestiestroken, 60 km-zone buitengebied, aanpassen
fietspad tunnel Osseveld en fietsdoorstroomas Osseveld-Woudhuis is een nadeel van € 400.000
ontstaan. Deze projecten lopen over vanuit 2012. De overige voordelen worden veroorzaakt door
kleinere afwijkingen bij de realisatie.
De baten voor bestemming reserves laten een voordeel van € 493.000 zien. Deze bestaat uit een
ontvangen bijdrage van derden van € 315.000 in verband met de aanlegkosten van de Laan van
Malkenschoten en een bijdrage ten laste van het onderhoudsbudget wegen van € 115.000 ten behoeve
van de Zutphensestraat. De overige voordelen betreffen een optelling van diverse kleine verschillen.
De kosten van de Zutphensestraat en verkeersvoorziening Beekbergen worden ten laste van de BROA
gebracht. De kosten van de reconstructie van de Laan van Malkenschoten en Arnhemseweg worden
gedekt uit bijdragen van derden.
3.3 Fiets en (OV) Vervoer
Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en
binnenstad per fiets en (OV)vervoer.
80
Prestatie
Aanleg fietsdoorstroomas Osseveld/Woudhuis – Centrum (spoorzone)
●
Fietsdoorstroomas Ugchelen
●
Verbeteren van de positie van de fiets op
Kanaal-Noord
Fietsparkeren binnenstad
●
Stimuleren fietsgebruik met Fiets en Win
●
Regionaal openbaar vervoer (lobby en
advies)
●
Effectkengetallen
- oordeel inwoners over bereikbaarheid stad per
fiets
- oordeel inwoners over bereikbaarheid
binnenstad per fiets
Toelichting
In de Zomernota 2012 zijn de beschikbare middelen
voor de aanleg van deze fietsdoorstroomas
geschrapt.
Door het beschikbaar komen van subsidies en door
inzet van gemeentelijke onderhoudsgelden kunnen
delen van de fietsdoorstroomas, te weten de
Ugchelseweg, in 2014/2015 worden uitgevoerd. In
2013 zijn de voorbereidingen hiervoor gestart.
De fietssuggestiestroken op Kanaal Noord zijn in
2013 gerealiseerd.
Met behulp van subsidies kunnen diverse
maatregelen op het gebied van fietsparkeren
worden gerealiseerd. In 2013 is een deel van de
klemmen in de fietsenstalling Stadhuis vernieuwd.
In december 2013 heeft B&W het besluit genomen
om te stoppen met Fiets en Win aangezien het
aantal geparkeerde fietsen in de stallingen hierdoor
niet is toegenomen.
Op initiatief van de provincie Gelderland is in 2013
verkend op welke manier het OV tussen ApeldoornArnhem kan worden verbeterd. De verkenning
wordt in 2014 afgerond.
●
2006
2008
2011
7,7
7,8
7,9
8,0
7,9
8,1
Raming
2013
7,9
8,1
Realisatie
2013
-*
-*
Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011)
(*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Flankerend beleid/OV
Taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingsbudget bevordering
verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid waardoor activiteiten op dit gebied zijn verminderd.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
3.3 Fiets en (OV) Vervoer
L
B
Realisatie
Afwijking
S
L
B
S
L
145
-608
-101
953
143
151
42
-802
-101
200
42
6
42
-194
0
854
145
-709
1.096
193
-903
242
48
-194
€
63
804
741
45
422
377
-18
-382
-364
€
917
949
32
1.141
615
-526
224
-334
-558
Begroting Bestaand Beleid
211 Verkeersmaatregelen
212 Openbaar Vervoer
€
€
753
101
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980 Mutaties reserves
Reserve bereikbaarheid binnenstad
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
81
B
S
I/S
I
I
I
Aan de lastenkant is voor bestemming reserves een nadeel zichtbaar van € 242.000. De belangrijkste
oorzaak hiervan is het beheer van de fietsenstallingen. Deze vergt € 172.000 aan meerkosten. In de
Turap was een overschrijding van 2 ton gemeld, ondermeer als gevolg van hogere personeelskosten
vanwege langere openingstijden. In 2013 is onderzocht welke maatregelen kunnen worden genomen
om de meerkosten terug te dringen. Deze zullen in 2014 worden geïmplementeerd.
De overige nadelen worden veroorzaakt door kleinere afwijkingen.
3.4 Veiligheid
Doelstelling: verbeteren van de verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn.
Het verminderen van het aantal ongevallen met 35% ten opzichte van 2002.
In 2012 is het eindrapport Evaluatie Duurzaam Veilig opgeleverd. Het rapport laat zien dat Apeldoorn
goed op weg is om zijn doelstellingen te halen, maar daar is een blijvende inspanning voor nodig. Inzet
op gedragsbeïnvloeding en infrastructuur geeft de beste resultaten: de verkeersveiligheid in Apeldoorn
(in objectieve termen zoals geregistreerde aantallen slachtoffers e.d.) verbetert de laatste jaren dan ook
Prestatie
Maatregelen gericht op educatie en
gedragsbeïnvloeding weggebruikers
●
Inrichting veilige schoolomgeving
●
Uitwerken evaluatie duurzaam veilig
●
Begeleiden verkeersexamens
basisscholen
●
Effectkengetallen
- beleving inwoners verkeersveiligheid
2006
7,0 (fiets)
7,3 (auto)
23
- % inwoners dat de verkeersveiligheid
sterk is verbeterd?
- aantal verkeersongevallen per jaar
1.900
- aantal verkeersslachtoffers per jaar
400
- beleving inwoners stedelijk gebied
6,9 (fiets)
Verkeersveiligheid
7,2 (auto)
Toelichting
Jaarlijks worden in samenwerking met het Regionale
Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland maatregelen
uitgevoerd die gericht zijn op de beïnvloeding van het
verkeersgedrag. De aandacht is gevestigd op
verschillende weggebruikersgroepen.
Op verzoek van scholen is medewerking verleend aan
maatwerk ter verbetering van de verkeersveiligheid
rond scholen (gedragsbeïnvloeding en
infrastructureel).
In 2013 is de inrichting van het buitengebied tot 60
km/h-zone gecompleteerd. Verder zijn infrastructurele
maatregelen uitgevoerd in combinatie met
onderhoudswerkzaamheden. Zo zijn de
oversteekvoorzieningen in de Laan van Zevenhuizen
ter hoogte van de Zilverschoon verbeterd aangezien
hier sprake was van een ongevallen-concentratie.
Tevens zijn er in 2013 fietsoversteken gerealiseerd
ter hoogte van Looiersdreef - Matenpoort en
Sprengenweg - Hernri Dunantlaan. In opdracht van
het ministerie van I&M is in 2013 gestart met de
modelaanpak van fietsonveiligheid. In 2014 zal
hierover gerapporteerd worden.
In 2013 is het jaarlijkse fietsverkeersexamen voor de
leerlingen van groep 7 van de Apeldoornse
basisscholen afgenomen.
2008
2011
Raming
2013
Realisatie
2013
6,8
7,3
22
7,0
7,5
25
7,0
7,5
23
-*
-*
-*
1.713
434
7,0
7,4
6,9
7,4
1.650
415
6,9
7,4
1.372**
56**
-*
-*
Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011)
(*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd
(**) Verkeersveiligheidsgegevens gemeente Apeldoorn over 2012; de gegevens over 2013 zijn nog niet beschikbaar.
82
Effectkengetallen
- beleving inwoners buitengebied verkeersveiligheid
2006
2008
2011
7,1 (fiets) 7,0 (fiets)
7,3 (auto) 7,4 (auto)
Raming
2013
6,9
7,5
Realisatie
2013
6,9
7,5
-*
-*
Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011)
(*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
3.4 Veiligheid
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
-62
134
196
-1.923
-62
134
196
-35
35
0
-35
-1.958
-27
134
161
Begroting Bestaand Beleid
211 Verkeersmaatregelen
€
2.143
24
-2.119
2.081
158
-1.923
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
2.143
24
-2.119
2.081
158
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
35
2.143
24
-2.119
2.116
158
I/S
I
I
214/215 Parkeren
3.2 Parkeren
Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de binnenstad door
faciliteren en reguleren van de parkeervoorzieningen.
Prestatie
Aanleg garage Brinkpark
Transferium De Barnewinkel
●
●
Beheer Reserve Bereikbaarheid Binnenstad
●
Exploitatieonderzoek gemeentelijke
parkeergarages
●
Digitaliseren parkeerproducten
●
83
Toelichting
De garage is afgerond en in gebruik genomen.
Project is wat vertraagd i.v.m. juridische
procesures. In 2013 zijn de voorbereidingen voor
de aanleg van het transferium en carpoolplaats in
het gebied Barnewinkel gestart. De aanleg van de
voorzieningen zijn mogelijk geworden door externe
financiering. In 2014 zal de realisatie plaatsvinden.
Volgend op tegenvallende inkomsten is een
consultatie van de raad gaande; in de volgende
MPB zal een sluitende herziene RBB worden
opgenomen.
Onderzoek naar de exploitatie van het parkeren is
onderdeel van de lopende herijking RBB. De
toekomstige mogelijkheden voor de parkeergarages
als gemeentelijk vastgoed zullen worden
beschouwd vanaf februari 2014.
Op het gebied van digitaliseren en parkeren lopen
diverse ontwikkelingen. De digitalisering van
parkeervergunningen is in uitvoering. Het maken
van afspraken en het betalen voor verlenging kan al
digitaal. Daarnaast gaat het hierbij om zaken als
belparkeren en kentekenparkeren. Voor dit deel is in
2013 afgestemd met betrokken partijen
(handhaving, techniek, verwerking, juridisch et
Prestatie
Toelichting
cetera), Het voorjaar 2014 wordt een protocol
doorlopen waardoor afronding en implementatie in
oktober 2014 mogelijk is.
BROA
Transferium De Barnewinkel (BROA, proj.nr. 25.5
Om de parkeerbehoefte van het Omnisportcentrum bij grote evenementen op te kunnen vangen en een
alternatief te bieden voor de geparkeerde auto’s op het viaduct over de A50 wordt in het gebied de
Barnewinkel een transferium gerealiseerd voor circa 900 auto’s en een carpoolplaats voor circa 80
auto’s. Hoewel de financiële middelen hierover in de Zomernota 2012 zijn vervallen, is de aanleg door
externe financiering weer mogelijk geworden (subsidie Provincie). Het project is wat later van start
gegaan i.v.m. juridische procedures. Realisatie zal nu in 2014 plaatsvinden.
Effectkengetallen
2005
- % inwoners dat tevreden is over de parkeergelegenheid
- oordeel inwoners over:
Verkeersoverlast
geluidsoverlast door verkeer
stankoverlast door verkeer
- oordeel inwoners over parkeeroverlast stedelijk gebied
2007
2011
-
57
57
6,7
6,9
8,0
5,7
6,9
7,1
8,0
5,8
*
*
*
*
Raming
2013
Realisatie
2013
57
-*
-*
-*
-*
-*
Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011)
(*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
3.2 Parkeren
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
Begroting Bestaand Beleid
214 Parkeren
215 Baten parkeerbelasting
€
€
8.011
4.597
4.246
-3.414
4.246
8.281
3
4.698
5.250
-3.583
5.247
270
3
101
1.004
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
8.011
8.843
832
8.284
9.948
1.664
273
1.105
832
980 Mutaties reserves
Reserve Bereikbaarheid Binnenstad (RBB)
€
6.076
5.148
-928
7.312
5.893
-1.419
1.236
745
-491
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 14.087 13.991
-96 15.596 15.841
245
1.509
1.850
341
I/S
-169 I
1.001 I/S
I
Aan de lastenkant is voor bestemming reserves sprake van een nadeel van € 273.000. De belangrijkste
oorzaak zijn de kosten van de infrastructuur rondom de parkeergarage Brinklaan en de aanleg van het
bovenliggende park (€ 954.000). Deze kosten worden ten laste van de reserve Bereikbaarheid
Binnenstad gebracht. Op het onderdeel parkeergarages is een voordeel van € 343.000 ontstaan
veroorzaakt door lagere kapitaallasten en onderhoudskosten rondom de Brinklaangarage.
Een ander voordeel wordt veroorzaakt door € 355.000 aan lagere kosten voor de parkeercontrole. Dit
voordeel wordt veroorzaakt doordat minder uren aan dit product zijn besteed dan begroot. Uw raad
heeft voor een andere prioritering gekozen, waardoor meer uren zijn besteed handhaving in de openbare
ruimte (zie ook product 140). Verder is gebleken dat er minder gebruik wordt gemaakt van betaalde
parkeergelegenheden. Ook worden er minder parkeerovertredingen geconstateerd, oorzaak hiervan is
verbetering van het parkeergedrag.
Bij de baten is sprake van een voordeel van € 1.105.000. Deze is als volgt opgebouwd. De
parkeerbaten bedragen € 846.000 minder (nadeel) dan was begroot. In de Turap 2013 was deze
vermindering reeds gemeld. Oorzaak is de economische teruggang en meer concurrentie.
84
Daarnaast is in 2013 van de belastingdienst een teruggave van teveel afgedragen BTW ontvangen. De
reden is dat het exploiteren van een parkeergarage in het verleden werd gezien als een
ondernemerstaak. Parkeergarages werden als niet vrij toegankelijke ruimtes aangemerkt. Ze zijn
afgesloten middels een slagboom of een hek. Er is geen sprake van openbare ruimte, derhalve moest
over de parkeerinkomsten BTW worden afgedragen (besluit staatssecretaris van Financiën van 19 febr.
2004).
De Hoge Raad oordeelde in zijn arrest van 15 oktober 2010 echter dat, als parkeergarages zijn
afgesloten met hek of slagboom, dit nog niet betekent dat deze garages niet voor het openbaar verkeer
openstaan. Door tijdig bezwaar in te dienen bij de belastingdienst tegen de voldane BTW op
parkeergelden over de periode 2007 tot het tijdstip van reparatie van de wetgeving (31 januari 2011)
kon de BTW over deze periode worden teruggevraagd. Het ontvangen BTW-bedrag incl. rente, bedraagt
incidenteel € 1.857.591. Dit bedrag is toegevoegd aan de reserve bereikbaarheid binnenstad (RBB).
De overige verschillen zijn een nadeel van € 72.000 op de fiscalisering van parkeerboetes en een
voordeel van € 252.000 aan bijdragen derden ten behoeve van de aanleg infrastructuur rondom de
parkeergarage Brinkpark en de aanleg van het bovenliggende park. Deze bijdrage wordt in de reserve
Bereikbaarheid Binnenstad gestort.
De overige opbrengstverschillen worden veroorzaakt door kleine afwijkingen.
722/726 Riolering
3.5. Water en Riolering
Doelstelling: het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het
beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het
inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater.
Prestatie
Duurzaam gebruik afvalwater
●
Maatregelen wateroverlast
●
Waterkwaliteitmaatregelen
●
Afkoppelen regenwater 5 ha per jaar
●
Uitvoeren Gemeentelijk Rioleringsplan
(GRP) 2011-2015
●
Regionale samenwerking
●
Toelichting
De businesscase naar de haalbaarheid van Nieuwe
Sanitatie voor een heronwikkelingslocatie is in 2013
afgerond. Vervolgstappen zijn in gang gezet. Quick
scan naar kansen voor riothermie is afgerond.
Onderzoek ‘Anticiperen op extreme neerslag is
afgerond. Urgente wateroverlastlocaties zijn
grotendeels aangepakt. Minder urgente locaties liften
mee met andere projecten.
Onderzoek naar waterkwaliteit vijvers en eventueel
noodzakelijke maatregelen is in 2013 gestart. De
resultaten volgen in de 1e helft 2014.
In 2013 is 6,6 ha afgekoppeld. De doelstelling van 5
ha in 2013 is hiermee ruim gehaald.
GRP 2011- 2015 is in uitvoering. De realisatie van de
doelstellingen ligt op schema. Een van de
hoofddoelstellingen is de technische staat en het
functioneren van de riolering op orde houden en
zonodig verbeteren. In 2013 is naast de reguliere
vervanging en renovatie sprake geweest van een
inhaalslag in overlopende projecten uit voorgaande
jaren. Diverse grote projecten kwamen tot uitvoering,
waarbij de rioolvervanging kon meeliften.
Het werkplan 2013 is uitgevoerd. Een belangrijk
onderdeel is de ondertekening van een regionale
samenwerkingsovereenkomst eind 2013, met als doel
grotere doelmatigheid en transparantie in de
waterketen (bv. gezamenlijke aanbesteding
grondwatermeetnet, inrichting gezamenlijk
waterloket).
85
Effectkengetal
- aantal meldingen riolering
- percentage riolering dat technisch niet voldoet
2010
2011
2012
Raming Realisatie
2013
2013
981
3%
857
3%
763
3%
1.000
3%
2010
2011
2012
Raming Realisatie
2013
2013
18,8
24,9
30
732
3%
Bron: gegevens Buitenlijn en inspectieresultaten 2009-2011 Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving
Outputkengetallen*
- totaal afgekoppeld bestaand verhard oppervlak (cumulatief vanaf 2006)
35
36,6
Bron: Monitoring afkoppeling verhardoppervlak Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
3.5 Water en riolering
L
B
Begroting Bestaand Beleid
722 Riolering en waterzuivering
726 Baten rioolrecht
€
€
9.795
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
9.795 11.572
980 Mutaties reserves
Reserve riolering
€ 11.559
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
18 -9.777 14.491 3.388 -11.103
11.554 11.554
11.472 11.472
B
S
4.696
0
3.370 -1.326
-82
-82
3.288 -1.408
1.777 14.491 14.860
369
4.696
9.824
-1.735 12.484 12.048
-436
925
2.224
1.299
€ 21.354 21.396
42 26.975 26.908
-67
5.621
5.512
-109
I/S
I
I
I
Het saldo van lasten voor bestemming reserves laat een overschrijding van € 4.686.000 zien. Dit wordt
ondermeer veroorzaakt door een nadeel van € 2.706.000 welke betrekking heeft op overlopende
projecten uit 2012 die in 2013 zijn uitgevoerd. Het betreft hier onder andere de volgende projecten:
rioolvervanging en renovatie Mr. Van Hasseltlaan, Archimedesstraat/Marconistraat, aanpassing
drukriolering Krabbenhoogte en rioolvervanging Hart van Zuid. Daarnaast zijn in 2013 voorbereidingen
getroffen voor projecten die in 2014 in uitvoering worden genomen. De budgetjaarschijven voor
vervanging van riolen in 2014 t/m 2016 zijn hiermee naar beneden aangepast. Dit laatste is gemeld in
de Turap. De gewijzigde fasering in lasten is meegenomen in de doorrekening behorende bij de MPB
2014-2017 van het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP).
De herinrichting en rioolvervanging van het Caterplein loopt via product 722. Dit heeft geleid tot een
nadeel van € 2.100.000. De overige verschillen worden veroorzaakt door kleinere afwijkingen.
Het saldo van baten voor bestemming reserves vertoont een voordeel van € 3.288.000. Ten behoeve
van de herinrichting van het Caterplein is van derden (subsidie) en onderlinge doorbelastingen een
bijdrage van € 3.100.000 ontvangen. Daarnaast is voor andere projecten een voordeel van € 227.000
ontstaan doordat projecten integraal worden uitgevoerd. Daardoor ontstaan financiële verschuivingen
van het ene beleidsproduct naar het andere. Per saldo zijn deze verschuivingen kostenneutraal.
De overige verschillen worden veroorzaakt door kleine afwijkingen.
86
560 Openbaar groen
3.6 Groene Mal
In standhouden en uitbouwen van een aangename en groene leefomgeving (inclusief ecologie,
natuurbescherming, kinderboerderijen en dierenwelzijn). Realiseren bezuiniging: afstoten bos, aanpassen
prestatieafspraken met ACCRES. Deze doelstelling wordt verder uitgewerkt in onderstaande prestaties:
Prestatie
Aanleg park Brinkpark
●
Aanleg Beekbergerwoud-West
●
Uitvoering wig Zuidbroek
●
Uitvoering Weteringsebroek
●
Toelichting
In het Brinkpark is 1,3 ha park gereed gekomen. Dit samen met
de Grift en de parkeergarage.
Het westelijk deel van het Beekbergerwoud is in 2013
uitgebreid met 25 ha. Daarmee is het westelijk deel af en kan
de natte natuur zich volop ontwikkelen en beleefd worden. Aan
de noordkant (Traandijk) is een nieuwe entree gemaakt voor
wandelaars uit De Maten.
Na de zomer is gestart met de aanleg van 28 ha parkgebied in
de Wig Zuidbroek. Naast een functie voor de wijk heeft het ook
een functie voor de stad. Het vormt een natuurlijke en
recreatieve schakel tussen het Mheenpark en het Weteringse
Broek. De afronding houdt verband met de fase van
planontwikkeling van Zuidbroek en is gepland in het voorjaar
van 2014. Dan zal ook een eerste energiebosje aangelegd
worden.
In 2013 is er 1 km fietspad bijgekomen. Een kavelruil van 15
ha (met 7 deelnemers) is in uitvoering. Hiermee worden in
2014 doelen voor het verbeteren van de landbouwstructuur,
natuur en toegankelijkheid gerealiseerd. De begeleiding van
particuliere ontwikkelingen heeft geresulteerd in concrete
plannen, die in 2014 worden uitgevoerd.
Uit het onderzoek naar de mogelijkheden van energieteelt
(snelgroeiend hout) komt een positieve conclusie. Dit kan 9 ha
boselementen opleveren. Enkele partijen hebben aangegeven
een rol te willen hebben. Tevens levert energieteelt een bijdrage
aan de doelstelling Energieneutraal.
De eerste verbinding met de stad/wijk Zuidbroek is gelegd door
De dag van het Weteringse Broek op 25 mei. Zo’n 300
bezoekers hebben het gebied bezocht.
Effectkengetal
- aantal m2 stedelijk groen per woning (landelijke richtlijn is
75 m2)
2006
2007
78
78
raming
20132016
78
realisatie
2013
-
Extern onderzoeksburo (Alterra) is gestopt met deze
landelijke verzameling van gegevens.
Bron: Alterra/dienstO.W., afdeling B&P; 2002 is uitgangspunt i.v.m. formele vaststelling Groene Mal door bestuur
* In 2012 willen wij de huidige stand van zaken laten onderzoeken
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Afstoten boscomplexen
Deze taakstelling is door een interne reorganisatie van personeel gerealiseerd en door optimalisatie van
inkomsten uit de bosgebieden (houtoogst).
De toekomst van de boscomplexen in eigendom is nog in onderzoek maar staat inmiddels los van deze
taakstelling.
87
Accres, kinderboerderij de Maten
In de zomernota 2012 is vastgesteld dat een taakstelling van € 100.000,- in 2013, oplopend tot €
200.000 in 2014 op de subsidie Accres m.b.t. exploitatie kinderboerderijen gerealiseerd moet worden.
In 2013 is daarvan €100.000 gerealiseerd. Accres heeft dit, met toestemming van het college, gedekt
vanuit de reserve bedrijfsvoering.(dus incidenteel). De verwachting is dat de taakstelling in 2014
structureel gerealiseerd zal worden. Maatregelen kunnen effect hebben op de wijze van exploitatie van
de kinderboerderij en het voorzieningenniveau afhankelijk van de definitieve invulling.
Accres, subsidie natuur en milieueducatie (NME)
De taakstelling op de subsidie voor het NME is vastgesteld in de zomernota van 2012 en bedroeg voor
2013 €133.000. Deze is geëffectueerd met dien verstande dat Accres daardoor de NME-activiteiten
van het Natuurhuis met ingang van 2013 heeft moeten beëindigen. Het was op dat moment al niet
meer mogelijk om de exploitatie sluitend te krijgen.
Zomernota: Groen
Entouragegroen rond sportvelden
Hier is een bezuiniging opgenomen van € 200.000. In de MPB 2014-2017 is dit bedrag echter met €
77.000 gereduceerd. De overgebleven bezuinigingsopdracht van € 123.000 is inmiddels gerealiseerd.
Waar nodig heeft overdracht van de onderhoudstaak aan sportverenigingen plaatsgevonden.
Onderhoud openbaar groen, € 75.000
Ook dit bedrag is gerealiseerd door middel van het doorvoeren van maatregelen in de bedrijfsvoering en
in het verminderen van onderhoudsintensieve accenten. Het kwaliteitsniveau “Basis” komt door deze
maatregelen niet in het gedrang, maar de variatie (en dus de belevingskwaliteit) is wel verminderd.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
3.6 Groene mal
L
B
S
Realisatie
L
B
L
B
S
-1.667
181
541
360
567
-1.667
181
541
360
102
100
-2
102
0
-102
2.336
667
-1.669
283
541
258
Begroting Bestaand Beleid
560 Openbaar groen
€
2.053
26
-2.027
2.234
567
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
2.053
26
-2.027
2.234
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
100
100
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
126
-1.927
2.053
Afwijking
S
I/S
I
I
Aan de lastenkast is voor bestemming reserves sprake van een nadeel van € 182.000. In 2013 is
gewerkt aan projecten welke overlopen uit 2012 (Weteringsebroek, Teeb ecosystemen en biodiversiteit,
Beekbergse Poort en Ontwikkeling Apeldoorns Kanaal). Deze projecten leveren een nadeel van €
253.000. De overige verschillen worden veroorzaakt door kleinere afwijkingen.
Aan de batenkant is voor bestemming reserves sprake van een voordeel € 541.000. Deels wordt dit
veroorzaakt door bijdragen van derden (€ 261.000) vanwege de uit 2012 overlopende projecten.
Tevens zijn in 2013 een drietal bijdragen (totaal € 280.000) ontvangen in het kader van
groencompensatie (grond Hamer, Laan van Malkenschoten en Zutphensestraat). Bij de vaststelling van
deze jaarrekening en bestemming rekeningresultaat zal worden voorgesteld deze bijdragen ten gunste
van de reserve Vernieuwen Bomenbestand te brengen.
3.7 Beekherstel
Door beekherstel ruimte bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie,
cultuurhistorie en recreatie.
88
Prestatie
6 beken in voorbereiding (o.a.
Eendrachtspreng)
5 beektrajecten in uitvoering
●
●
Toelichting
In 2013 is gewerkt aan de ontwerpen van de
Eendrachtspreng Zuid en de Eendracht-spreng
Midden, de Beek in Kerschoten, de Rode Beek
Noord en de Beek in het Orderveen Noord.
Het ontwerp van de Grift Hilde Heze is afgerond,
het project is gegund waarna de technische
uitwerking plaatsvindt.
Het ontwerp en het bestek van de Orderbeek Oost
en de Orderbeek winkelcentrum zijn afgerond.
Voor de Ugchelsebeek en de Schoolbeek is de visie
opgesteld die als leidraad dient voor de uitwerking
richting realisatie.
De projecten de Grift Brinkpark (Catherina
Amaliapark) en Grift PWA-laan zijn afgerond. De
Grift PWA-laan voorziet de Grift Brinkpark van water
door een bovengrondse verbinding die beleefbaar en
vispasseerbaar is.
De Koningsbeek is grotendeels gerealiseerd. In de
Koningsbeek en de wadi’s is ruimte gemaakt voor
waterberging. De ecologische kwaliteit is verbeterd
door een hogere stroomsnelheid van het water en
het aanbrengen van een vistrap. In de beekzone is
veel ruimte voor natuur, recreatie en waterberging.
De realisatie van de Orderbeek winkelcentrum en de
Orderbeek Oost is gestart.
Voor de uitvoering van deelproject Orderbeek wordt
een nadeel voorzien. Het is op dit moment onzeker
of dit op termijn kan worden opgevangen binnen het
totale krediet voor uitvoering Beken en Sprengen.
BROA
Grift 3/Herinrichting Brinkpark BROA project 3.11
Het project de Grift Brinkpark (Catharina Amaliapark) is gerealiseerd in 2013. Het project bestaat uit de
aanleg van de beek, extra waterberging in de vorm van een meestromende vijver en een hoogwatergeul
in een brede beekzone. De waterpartijen zijn vispasseerbaar door de aangebrachte vistrappen. De
niveauverschillen verwijzen naar de vroegere watermolens. Deze beekzone kent een parkachtige
inrichting met volop ruimte voor recreatie in de vorm van een promenade en verblijfsplekken.
De realisatie van de beek, de beekzone, het park en de parkeergarage heeft integraal plaatsgevonden.
BROA project 3.13 Projecten beken en sprengen, herstel Eendrachtsprengen
De Eendrachtsprengen worden gefaseerd gerealiseerd. De Eendrachtspreng Noord is gerealiseerd in
2010. In 2013 is voor de Eendrachtspreng Zuid het ontwerp opgesteld en zijn de grondtransacties
voorbereid. De realisatie van de Eendrachtspreng Midden en de Eendrachtspreng Zuidwest zal later
plaatsvinden als overeenstemming met de grondeigenaren/aanliggende bedrijven is bereikt. De
uitvoering van de Eendrachtspreng Zuidoost is gepland in 2014/2015.
89
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
3.7 Beekherstel
L
Overige projecten (niet BROA)
€
478
BROA
incl. aanleg Grift (proj.nr. 3.11)
Herstel Eendrachtspreng (BROA, proj.nr. 13.3)
€
€
379
100
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
957
980 Mutaties reserves, BROA
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
B
Realisatie
S
L
2.655
957
-379
-100
400
101
0
-479
3.156
479
479
479
0
3.156
B
2.040
Afwijking
S
L
B
S
I/S
-615
2.177
2.040
-137
I
400
101
21
1
0
0
-21
-1
I
I
2.040
-114
2.199
2.040
-159
480
480
0
1
1
2.520
366
2.199
2.041
-158
I
De lasten geven voor bestemming reserves een nadeel van € 2.186.000. In 2013 is gewerkt aan
diverse meerjarige projecten in het kader van beekherstel (Grift, Koningsbeek, Beek Kerschoten,
Ugchelsebeek, Orderbeek en Eendrachtspreng). De kosten hiervan hebben € 1.988.000 bedragen. De
overige kosten hebben betrekking op een aantal kleine afwijkingen.
De baten voor bestemming reserves laten een voordeel zien van € 2.040.000. Dit betreft bijdragen van
derden (provinciale subsidie en bijdrage waterschap) ten ebhoeve vasn de projecten welke in uitvoering
zijn. Voor bovengenoemde projecten is € 1.966.000 aan bijdragen ontvangen. De overige baten worden
veroorzaakt door diverse kleine opbrengsten. De baten en lasten worden verrekend met het krediet voor
beekherstel.
210 Wegen, straten en pleinen, 550 Natuurbescherming, 560 Openbaar groen 580 Recreatieve
(speel)voorzieningen en 724/732 Begraafplaatsen
3.8 Beheer en Onderhoud van de Openbare Ruimte
Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte; het instandhouden en waar mogelijk verbeteren van
de kwaliteitsniveaus in de groene ruimte, de infrastructuur, speelvoorzieningen, de begraafplaatsen, het
rioolstelsel en de gemeentelijke waterhuishouding.
Prestatie
De kwaliteit van de openbare ruimte voldoet
voor 90% aan niveau ‘Basis’.
●
Wij hanteren de Kadernotitie openbare ruimte
als leidraad om de huidige
onderhoudskwaliteit te borgen.
●
In de Kadernotitie is een structurele verhoging
voorzien op nieuwe uitbreidingen middels het
Aanvullend Reëel onderhoud Budget (ARB)
voorzien om in het noodzakelijke basis
onderhoud te kunnen voorzien
●
Bestrijding van de eikenprocessierups die zich
op ons grondgebied heeft uitgebreid.
●
90
Toelichting
Deze doelstelling is gehaald met uitzondering
van de aanwezigheid van uitwerpselen van
honden en graffiti. In het kader van Apeldoorn
Rein wordt hieraan gericht aandacht besteed.
Naast de Kadernotitie is in 2013 het Herstelplan
Wegen door de raad vastgesteld als
kaderstellend document. Het Herstelplan stelt
nieuwe kaders voor het onderhoud aan
verhardingen.
De in de Kadernotitie voorgestelde
budgetverhogingen zijn niet meer actueel.
Hiervoor in de plaats komen de
budgetverhogingen die de afgelopen jaren zijn
doorgevoerd in de sfeer van het beheer van de
civieltechnische voorzieningen; als laatste de
budgetverhoging i.h.k.v. het Herstelplan.
De groenvervangingen voor de lange termijn, in
het bijzonder wat betreft de bomen, zijn nog
onderwerp van studie.
Bestrijding van de eikenprocessierups maakt
onderdeel uit van het product “aanpak
Prestatie
Toelichting
schadelijke natuurverschijnselen”. Het afgelopen
jaar is de aanwezigheid van deze rups aanzienlijk
teruggelopen. Dit correspondeert met het
landelijke beeld en lijkt van seizoensincidentele
aard.
Effectkengetallen
Werkelijk
2009
Werkelijk
2011
Kwaliteit OR voldoet aan ‘basis’
91%
Raming
2013-2016
>90%
Realisatie
2013
87%
Bron; schouwresultaten afdeling Beheer & Onderhoud, Dienst Openbare Werken
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Efficiency beheer en onderhoud
Dit bedrag (€ 75.000) is gerealiseerd door middel van het doorvoeren van maatregelen in de
bedrijfsvoering en in het verminderen van onderhoudsintensieve accenten. Het kwaliteitsniveau “Basis”
komt door deze maatregelen niet in het gedrang, maar de variatie (en dus de belevingskwaliteit) is wel
verminderd.
Zomernota: Onderhoud openbare ruimte rond sportvelden
Hier is een bezuiniging opgenomen van € 200.000. In de MPB 2014-2017 is dit bedrag echter met
€ 77.000 gereduceerd. De overgebleven bezuinigingsopdracht van € 123.000 is inmiddels gerealiseerd.
Waar nodig heeft overdracht van de onderhoudstaak aan sportverenigingen plaatsgevonden.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
3.8 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte
L
210
550
560
580
724
732
Begroting Bestaand Beleid
Wegen, straten en pleinen
Natuurbescherming
Openbaar groen
Recreatieve voorzieningen
Begraafplaatsen
Begraafplaatsrechten
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
€ 19.521
€
402
€ 14.428
€
535
€
2.085
€
862 -18.659 17.394
218
-184
387
2.528 -11.900 14.504
-535
437
257 -1.828 1.977
1.644
1.644
1.108 -16.286
165
-222
2.752 -11.752
14
-423
281 -1.696
1.583
1.583
-2.127
-15
76
-98
-108
0
246
-53
224
14
24
-61
2.373
-38
148
112
132
-61
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 36.971
5.509 -31.462 34.699
5.903 -28.796
-2.272
394
2.666
980 Mutaties reserves
Reserve vernieuwen bomenbestand
Reserve bouwleges
Reserve huisvuilrechten
Reserve exploitatie begraafplaatsen
Reserve Bereikbaarheid Binnenstad (RBB)
Reserve riolering
Reserve overlopende projecten
€
€
€
€
€
€
€
-13
10
41
1.827
409
1.039
526
0
0
0
-61
0
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 38.628
13
1.644
-13
10
41
183
409
1.039
526
13
1.583
2.512
9.361 -29.267 38.807
41
1.696
409
898
526
41
113
409
898
-1.986
2.512
9.473 -29.334
179
0
0
-10
-10
0
0
-131
-70
0
0
-141
-141
0 -2.512
112
I/S
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
-67
Wegen, straten en pleinen
Aan de lastenzijde is voor bestemming reserves een voordeel van € 2.276.000 ontstaan. Dit is
ondermeer het gevolg van het doorschuiven van een tweetal projecten (Jachtlaan en
Staatsliedenkwartier) en het doorschuiven van het budget voor het vervangen van een drietal
kanaalbruggen naar 2014. Hierover is een melding gedaan in de tussentijdse rapportage. Het voordeel
hiervan bedraagt € 2.441.000 en wordt verantwoord op product 210.
In de turap is ook melding gemaakt van een tegenvaller in verband met gladheidbestrijding. Deze
tegenvaller is uitgekomen op € 490.000 en wordt eveneens verantwoord op product 210. Het overig
voordeel op product 210 wordt veroorzaakt door diverse kleine afwijkingen. Op de overige producten
zijn de afwijkingen kleiner dan € 200.000.
91
Het voordeel op de baten bedraagt € 246.000 en is te verklaren doordat projecten integraal worden
uitgevoerd en doordat er externe financiering is binnengekomen. Een voorbeeld hiervan is het onderhoud
van monumenten. Dit zijn financiële verschuivingen van het ene beleidsproduct naar het andere.
Openbaar groen
Voor openbaar groen is een voordeel van € 224.000 te zien. Dit voordeel wordt veroorzaakt door
bijdragen van derden voor door de gemeente uitgevoerd onderhoud.
De overige afwijkingen hebben betrekking op kleine verschillen.
Resumé programmakosten
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Baten
Saldo
Lasten
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Rekening 2013
(C)
Baten
Saldo
Lasten
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Baten
Saldo
Saldo
Lasten
3: Openbare ruimte
210
211
212
214
215
550
560
580
722
724
726
732
Wegen, straten en pleinen
Verkeersmaatregelen
Openbaar vervoer
Parkeren
Baten parkeerbelasting
Natuurbescherming
Openbaar groen (beheer en onderh.)
Overige recreatieve voorzieningen
Riolering en waterzuivering
Lijkbezorging
Baten rioolrecht
Begraafplaatsrechten
19.075
9.100
101
8.011
0
402
17.700
535
9.795
2.085
0
0
862
169
0
4.597
4.246
218
2.862
0
18
257
11.554
1.644
-18.213
-8.931
-101
-3.414
4.246
-184
-14.838
-535
-9.777
-1.828
11.554
1.644
19.521
6.962
101
8.011
0
402
17.438
535
9.795
2.085
0
0
862
569
0
4.597
4.246
218
2.554
0
18
257
11.554
1.644
-18.659
-6.393
-101
-3.414
4.246
-184
-14.884
-535
-9.777
-1.826
11.554
1.644
17.394
4.945
143
8.281
3
387
19.894
437
14.491
1.977
0
0
1.108
1.202
42
4.698
5.250
165
5.359
14
3.388
281
11.472
1.583
-16.286
-3.743
-101
-3.583
5.247
-222
-14.535
-423
-11.103
-1.696
11.472
1.583
-2.127
-2.017
42
270
3
-15
2.456
-98
4.696
-108
0
0
246
633
42
101
1.004
-53
2.805
14
3.370
24
-82
-62
2.373
2.650
0
-169
1.001
-38
349
112
-1.326
132
-82
-62
Resultaat programma 3 vòòr bestemming
Bestemming programma 3 via functie 980
66.803
19.355
26.427
25.025
-40.376
5.670
64.850
19.355
26.520
23.239
-38.330
3.884
67.950
24.485
34.562
22.768
-33.388
-1.717
3.101
5.130
8.043
-471
4.940
-5.601
Resultaat programma 3 na bestemming
86.158
51.452
-34.706
84.205
49.759
-34.446
92.435
57.330
-35.105
8.231
7.572
-661
92
Programma 4
Energieneutraliteit, milieubescherming,
risicobeheersing en handhaving
Beleidsproducten:
721/
725 Afvalverwijdering en -verwerking
723 Milieubeheer
93
4. Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing
en handhaving
Portefeuillehouder(s):
- O. G. Prinsen
Doelstellingen
Wat wilden we bereiken?
• Alle ernstig verontreinigde locaties in Apeldoorn worden vóór 2030 functiegericht gesaneerd of
beheersbaar gemaakt.
• Het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving door het voorkomen van nieuwe
geluidshindersituaties en het saneren van bestaande geluidshindersituaties.
• Het verbeteren van de luchtkwaliteit in Apeldoorn en het terugdringen van de overlast door
luchtverontreiniging.
• Het voorkomen van hinder van bedrijven in Apeldoorn.
• Apeldoorn heeft zich het ambitieuze doel gesteld dat in 2020 de gebouwde omgeving
energieneutraal is. Minder energieverbruik, duurzaam opwekken, dicht bij huis of in de regio.
Maatregelen die behalve aan energieneutraliteit ook bijdragen aan de lokale en regionale economie in
de vorm van innovatie en werkgelegenheid
• Het creëren van een gezond leefklimaat door het (laten) inzamelen en verwerken van huishoudelijk
afval.
Bij de bovengenoemde doelstellingen horen onderstaande effectkengetallen (zie tabel)
Wat hebben we bereikt?
Ten aanzien van de doelstelling voor Apeldoorn Energie Neutraal 2020 zijn stappen gezet door in
samenwerking met meerdere lokale partijen, markt en belangenorganisaties initiatieven te ontwikkelen
en te ondersteunen/faciliteren, die een bijdrage leveren aan de realisatie van de doelstelling.
Het behalen van de ambitie “de gebouwde omgeving energieneutraal in 2020”, vereist een actieve rol
van de totale gemeenschap en een zeer grote bereidheid om te investeren in energiemaatregelen.
Ondanks de vele stappen die zijn gezet, zowel lokaal als landelijk (Energieakkoord), is het vooralsnog
niet te verwachten dat in 2020 de gebouwde omgeving in Apeldoorn energieneutraal is.
Met het uitvoeren van proeven met de inzameling van kunststofafval en de invoering van een nieuwe
manier van inzameling van gft bij hoogbouw zijn belangrijke stappen gezet naar nog meer mogelijkheden
voor hergebruik en het verder verlagen van de hoeveelheid restafval. Stappen die zullen moeten leiden
naar zo maximaal mogelijk hergebruik tegen aannemelijke kosten met een zo hoog mogelijke service.
Apeldoorn is koploper en wil dit graag ook blijven. Met de ontwikkeling van nieuw beleid in 2014 en de
verdere vormgeving van de kunststofinzameling zal dit ook voor de toekomst geborgd kunnen worden.
Op grond van de Wet bodembescherming dienen in Nederland alle ernstig verontreinigde locaties voor
2030 te worden gesaneerd of beheersbaar te worden gemaakt.
Dit betekent voor het grondgebied van Apeldoorn dat in de periode 2005-2030 alle geschatte 300
ernstig verontreinigde locaties functiegericht worden gesaneerd c.q. beheersbaar gemaakt. Afhankelijk
van het eigendom vindt de aanpak plaats door particulieren, de gemeente en de provincie.
In 2013 is onder andere de locatie Hoenderloseweg 145a, een voormalige chemische wasserij,
gesaneerd. Voor de uitvoering van de nazorg van de 17 voormalige stortlocaties op het grondgebied van
Apeldoorn is een Plan van aanpak vastgesteld en in uitvoering genomen. Het doel is het voorkomen en
beheersen van risico's voor de volksgezondheid en het milieu. De Raad en
omwonenden/belanghebbenden worden actief geïnformeerd.
Bij de prestaties zijn de concrete acties en resultaten vermeld.
94
Effectkengetallen
-
Realisatie
2012
Maximaal 150 kg restafval per inwoner
Maximaal 20 kg grofvuil per inwoner
Maximaal € 110 kosten per inwoner (gemiddeld)
Oordeel burgers over ophalen huisvuil
Behaald scheidingspercentage
% gesaneerde c.q. beheersbaar gemaakte
bodemverontreinigingen (cumulatief)
% geluidsoverschrijding op industrieterreinen
% gecontroleerde categorie 2 bedrijven dat
milieuvergunning naleeft
% gecontroleerde categorie 3 bedrijven dat
milieuvergunning naleeft
% gecontroleerde categorie 4 bedrijven dat
milieuvergunning naleeft
Aantal aanspraken Wet Dwangsom
Raming
2013-2016
Realisatie
2013
155
19
105
150
20
105
147
19
104
64%
7,5
65%
nb
64%
40
1
45
0
43
0
74
70
74
71
65
62
44
1
50
0
80
0
Voor energieneutraal; zie prestatieafspraken
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
721/725 Afvalverwijdering en -verwerking
Prestatie
Verlagen van de hoeveelheid ingezameld
restafval.
●
Verhogen van de hoeveelheid gescheiden
ingezameld afval.
●
Verlagen aantal storingen ondergrondse
containers met 10%.
●
Toelichting
Het afvalplan 2008-2012 is beëindigd maar de
resultaten ontwikkelen zich onverminderd
positief. Het restafval is gedaald tot onder de
150 kg per persoon per jaar.
De hoeveelheid gescheiden ingezamelde
afvalstoffen is licht gestegen. Het
scheidingspercentage staat op 64%.
Dit is niet gelukt en is zelfs iets gestegen t.o.v.
2012. Debet hieraan is met name het
verouderende containerpark.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
721/ Afvalverwijdering- en verwerking
725
L
Begroting Bestaand Beleid
721 Afvalverwijdering en - verwerking
725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing
20.605
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
980 Mutaties reserves
Reserve huisvuilrechten
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
3.303 -17.302 19.892 3.791 -16.101
16.692 16.692
16.308 16.308
L
B
S
-713
0
488
-384
1.201
-384
€ 20.605 19.995
-610 19.892 20.099
207
-713
104
817
€ 19.167 19.457
290 19.532 18.541
-991
365
-916
-1.281
€ 39.772 39.452
-320 39.424 38.640
-784
-348
-812
-464
I/S
I
I
Div.
Vanuit de afvalbegroting zijn er twee hoofdcategorieën te onderscheiden. Operationeel (beheer en
inzameling en verwerking) en regie (regie en beheer).
95
I
Aan de operationele kant, de dagelijkse uitvoering van de taken, valt op dat er in 2013 minder restafval
is aangeboden en dat dit leidt tot een voordeel van € 228.000 (beïnvloed door marktprijzen en minder
tonnen bij de stromen die geld kosten). Ook de inzamelkosten bij Circulus bleken lager zijn dan begroot
(€ 109.000 voordeel) Op de afrekening van de verwerkingskosten restafval over 2012 is daarentegen
sprake van een nadeel ( € 356.000).
Ten aanzien van de regie en dan specifiek het beheersdeel, zijn een aantal voordelen zichtbaar. Het
beheer is goedkoper uitgevallen (€ 162.000) dan verwacht en de aanschaf en vervanging van
containers (€ 218.000) bleek uiteindelijk lager dan begroot. Er wordt minder gebouwd en deels worden
de kosten doorbelast aan projectontwikkelaars
De verwerkingskosten van de overige afvalstromen (chemisch afval, hout, puin, blik etc.) geeft een
voordeel van € 144.000. De compostactie heeft een voordeel van € 51.000 opgeleverd. Tot slot is er
nog een voordeel van € 151.000 als gevolg van onder andere lagere advieskosten en minder
kapitaallasten.
Aan de lastenzijde is daardoor sprake van een totaal voordeel van € 713.000.
Aan de batenzijde is per saldo een voordeel zichtbaar van € 104.000. Onderdelen hierbij zijn een
voordeel van € 138.000 op de opbrengst in verband met kunststoffen, een voordeel van € 307.000 op
de opbrengst in verband met oud papier en een nadeel van € 384.000 op de opbrengst van de
afvalstoffenheffing. Dit laatste met name door minder aanbiedingen dan begroot. Hier laat zich het
effect van betere scheiding van afval goed zien. Dit loopt redelijk parallel met de afname van de
hoeveelheid restafval.
De overige opbrengstverschillen worden door diverse kleine afwijkingen veroorzaakt.
De voor- en nadelen worden verrekend met de reserve Huisvuilrechten. Daarin zijn ook de resultaten
verwerkt uit programma 1 van het dividend Circulus en de invorderingskosten van de
afvalstoffenheffing.
723 Milieubeheer
Prestatie
Bodem-, geluid- en luchtkwaliteit
Uitvoeren van het ISV-bodemprogramma
2010-2015.
Toelichting
●
In 2013 zijn 9 locaties aangepakt. Daarmee
komt het totale aantal op 129 (=43 %) van de
300 in de periode 2005-2030 aan te pakken
locaties.
Eén van de saneringen betrof de locatie
Hoenderloseweg 145a, v.m. chemische
wasserij.
Uw raad heeft goedkeuring gegeven aan het
Gebiedsgericht grondwaterbeheerplan Apeldoorn. Gebaseerd op het plan vinden
met een aantal particuliere grond-eigenaren
financiële onderhandelingen plaats over de
afkoop van grondwater-verontreiniging.
Uitvoeren gemeentelijke Geluidsnota
(woningisolatie, toepassen stil asfalt enz.) en
het opstellen / uitvoeren van een actieplan in
het kader van de EU-richtlijn
Omgevingslawaai.
●
Voor de nazorg van voormalige stortloca-ties is,
na consultatie van uw raad, een plan van
aanpak vastgesteld
Het percentage geluidsoverschrijding op de 5
gezoneerde industrieterreinen is te-ruggebracht
tot 0.
De voorbereidingen zijn getroffen voor een
96
Prestatie
Uitvoeren van de Uitvoeringsnota Lucht en
het Regionaal Programma Luchtkwaliteit.
Het uitvoeren van projecten met het oog op
de realisatie van grootschalige productie van
duurzame energie (windturbines,
biogaswinning en warmte-/koudeopslag).
Hinder van bedrijven
Het uitvoeren van het Handhavingprogramma 2013.
90% van de milieuvergunningen voor de
Apeldoornse bedrijven met de grootste
milieueffecten (‘’top 80’’) voldoet aan de
Toelichting
gevelisolatieproject bij 72 woningen aan de
Eerbeekseweg te Loenen, waarvan de uitvoering
in 2014 is voorzien.
●
●
●
●
97
Het Actieplan Omgevingslawaai 2013-2018 is,
na consultatie van de Raad, vastgesteld. De in
het actieplan beschreven maatregelen,
waaronder het toepassen van een wegvak met
stil asfalt, worden in de planperiode uitgevoerd.
Ook in 2013 zijn er geen woningen die worden
blootgesteld aan een te hoge concentratie
stikstofdioxide en/of fijnstof.
Alle voorgenomen maatregelen, te realiseren
voor 1 januari 2015, zijn uitgevoerd/in
uitvoering.
In 2013 is het volgende gerealiseerd:
-enkele oplaadpunten voor elektrische auto’s in
de openbare ruimte.
-acht oplaadpunten voor elektrische auto’s in de
gemeentelijke parkeergarage Koningshaven.
-oplaadpunten voor elektrische scooters in drie
gemeentelijke fietsenstallingen.
Op het gebied van windenergie zijn geen initiatieven
vanuit de markt en geen burgerinitiatieven bij de
gemeente ingediend.
Op de projecten biobased industry en biogasnetwerk
is inzet gepleegd; er zijn echter nog geen concrete
resultaten bereikt.
Het absolute aantal controles ten opzichte van
de begroting is gehaald. De geplande aantallen
zoals in de DVO (dienstverleningsovereenkomst)
met de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ)
2013 zijn opgenomen zijn niet gehaald. Ook is
er een aantal projecten dat nog een doorloop in
2014 heeft; dit leidt niet tot extra risico’s.In de
DVO zijn andere aantallen controles opgenomen
dan in de begroting. De oorzaak is dat de
getallen in de begroting zijn gebaseerd op de
kengetallen zoals die bij de "oude afdeling
Milieu" gebruikt werden. De aantallen zijn begin
2012 op basis van de oude kengetallen
opgenomen in de begroting 2013.
In 2012 is echter zoals bekend de OVIJ
gevormd en in samenspraak met alle partners
zijn nieuwe producten en nieuwe kengetallen
gedefinieerd. De producten zijn versoberd wat
heeft geleid tot een lager kengetal. Dit gegeven,
naast het gegeven dat er minder
toezichtsprojecten zijn opgenomen, heeft geleid
tot het opnemen van een hoger aantal controles
in de DVO en meer regulier toezicht.
Uit het actualisatieprogramma milieuvergunningen blijkt dat meer dan 90% van de
vergunningplichtige bedrijven binnen Apeldoorn
Prestatie
huidige Nederlandse standaard voor
milieuprestaties en duurzaamheid
(actualiteitsdoelstelling).
Het uitvoeren van het PUEV3-programma
externe veiligheid 2012-2015 voor wat
betreft de gemeente Apeldoorn.
Het binnen de wettelijke termijnen
behandelen van omgevingsvergunningen op
grond van de Wabo.
Programma Energieneutraliteit 2020
Aanjagen en regisseren van speerpunten en
projecten in samenwerking met
regiogemeenten, marktpartijen en
maatschappelijke organisaties.
Toelichting
een actuele vergunning heeft.
●
●
●
De opgenomen projecten en activiteiten zijn
grotendeels uitgevoerd en op orde.
Enkele onderdelen, te weten actualisatie
beleidsvisies, informatiesysteem ISOR en
borging, zijn nog in uitvoering en worden in
2014 afgerond.
De omgevingsvergunningen zijn binnen de
wettelijke procedure termijnen afgerond.
Met lokale partijen, markt en
belangenorganisaties, zijn concepten (technisch,
juridisch, financieel) ontwikkeld om versneld
stappen naar energieneutraal te zetten.
Binnen de volgende projecten zijn ook
daadwerkelijk stappen gezet:
• Energie Expeditie Apeldoorn,
• Kerschoten Energieneutraal (Ken),
• Europees project Ace en winnaar van de
dorpencompetitie Loenen,
• Regiocontract met lokale energiebedrijven,
Zon op School in combinatie met educatie en
Zon voor huurders. Een demo-woning is
ingericht (Pasteurstraat, 6 zonnepanelen)
ca. 600 subsidieaanvragen voor woningisolatie
ter waarde van
ca. €250.000,- subsidiegeld en met een totale
opdrachtwaarde van
€ 1.400.000,- zijn behandeld.
Een pilot studie i.s.m. provincie inzake het
(tijdelijke) anders bestemmen, loopt.
De rol van de gemeente bij de regionale
ontwikkeling van een biogasnetwerk, waarop
boeren die mest vergisten kunnen aansluiten, is
op dit moment minimaal.
Het innovatieve project Schilderskwartier van
een Apeldoornse woningcorporatie is het
landelijke voorbeeld bij de innovatiedeal
‘Stroomversnelling’ die ten doel heeft om
landelijk 111.000 woningen duurzaam te
renoveren, waarbij de woonkosten gelijk blijven.
De gemeente heeft twee rechtzaken gewonnen.
Aan 2 woningcorporaties was
€ 1.030.000 subsidie toegekend voor
energiemaatregelen. Slechts € 400.000 is
definitief uitgekeerd omdat de werkzaamheden
deels niet voldeden aan de subsidievereisten.
98
Prestatie
Fondsenwerving en lobby.
Toelichting
• € 300.000 van provincie voor uitvoeren
subsidieregeling Woningisolatie
• Project ACE met € 46.000,- extra
gehonoreerd door de subsidieverstrekker.
●
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Uitvoering milieutaken
De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van dienstverleningkosten OVIJ
(Omgevingsdienst Veluwe IJssel), waarin de taken van de voormalige gemeentelijke afdeling Milieu zijn
opgegaan) met als doel verdere optimalisering van de dienstverlening
BROA
Bodemmodule (proj.nr. 27.1)
De restant afkoopsombijdrage Felua ter grootte van € 301.000,- wordt op basis van een Raadsbesluit
van 25 april 2013 in de voorziening "Uitvoering gebiedsgericht grondwaterbeheer Apeldoorn"
opgenomen en wordt daarmee uit de BROA gehaald.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
723 Milieubeheer
Begroting Bestaand Beleid
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
980 Mutaties reserves
Bestaand beleid
BROA
Bodembescherming
Reserve overlopende projecten
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Realisatie
Afwijking
€
L
6.473
B
2.513
S
-3.960
L
5.317
B
1.243
S
-4.074
L
-1.156
B
-1.270
S
I/S
-114 I
€
6.473
2.513
-3.960
5.317
1.243
-4.074
-1.156
-1.270
-114
8
-390
113
8
-390
113
660
462
113
-198
113
0
660
0
-8
852
0
-8
192
0
2.244
-4.229
5.977
1.818
-4.159
-496
-426
70
Div.
€
€
€
€
6.473
I
I
I
Vanaf 1-1-2013 worden de taken met betrekking tot milieubeheer (met uitzondering van duurzaamheid)
in opdracht van de gemeente Apeldoorn uitgevoerd door de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ).
Het nadeel aan lasten- en batenzijde wordt grotendeels veroorzaakt door een foute raming in de
begroting. Abusievelijk is er tweemaal een raming van € 1,1 miljoen in de begroting opgenomen voor
bodembescherming. Per saldo levert deze omissie geen nadelig effect op.
In 2013 is er per saldo een nadeel van € 192.000 op het onderdeel bodembescherming. Dit nadeel
wordt verrekend met de reserve Bodembescherming (onderdeel BROA).
Naast bodemsanering is ook gewerkt aan een aantal meerjarig doorlopende projecten, zoals externe
veiligheid (PUEV/GUEV, Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), Gebiedgericht
Grondwaterbeheer en ACE Hoenderloo Energieneutraal. Dit heeft geleid tot een nadeel van € 171.000.
Daarvan wordt € 76.000 veroorzaakt door met terugwerkende kracht vanaf 2008 toerekenen van
rentebaten op vooruit ontvangen subsidie met betrekking tot het project NSL.
De werkelijke kosten van de OVIJ laten een voordeel zien van € 167.000. De definitieve afrekening met
OVIJ vindt in 2014 plaats.
De overige verschillen met betrekking tot de lasten betreffen kleine afwijkingen.
Aan de batenkant leveren enkele milieuprojecten, waarvoor in 2013 subsidies zijn ontvangen een
voordeel op van € 148.000. De overige opbrengstverschillen betreffen kleine verschillen.
Bij de mutaties reserves is aan de lastenzijde een nadeel van € 660.000. Dit betreft de storting in de
reserve bodembescherming van de van de provincie ontvangen ISV-subsidie.
Aan de batenzijde wordt € 852.000 aan de reserve bodembescherming onttrokken ter dekking van de
kosten van bodemsaneringen.
99
Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang.
Outputkengetal
2010
2011
2012
Aantal gesaneerde/beheersbaar
gemaakte bodemverontreiniging
Aantal bedrijven dat bijdraagt aan
geluidsoverschrijding op industrieterreinen
Aantal integrale controles
bedrijven
Aantal aspectcontroles bedrijven
Aantal hercontroles bedrijven
Aantal behandelde beschikkingen en -meldingen
Percentage vergunningen binnen wettelijke termijn
Aantal storingen ondergrondse
Containers
Aantal opgelegde boetes en
beschikkingen illegaal afval
Raming
2013
Realisatie
2013
13
8
12
10
9
6
0
6
0
0
341
361
302
350
438
151
89
92
108
79
102
126
75
140
125
192
147
102
1.250
100
1.100
100
1.500
100
1.200
100
1.677
570
600
900
800
825
Resumé programmakosten
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Baten
Saldo
Lasten
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Rekening 2013
(C)
Baten
Saldo
Lasten
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Baten
Saldo
Saldo
Lasten
4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
721
723
725
Afvalverwijdering en - verwerking
Milieubeheer
Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing
20.605
4.902
0
3.303
370
16.692
-17.302
-4.532
16.692
20.605
6.473
0
3.303
2.513
16.692
-17.302
-3.960
16.692
19.892
5.317
0
3.791
1.243
16.308
-16.101
-4.074
16.308
-713
-1.156
0
488
-1.270
-384
1.201
-114
-384
Resultaat programma 4 vòòr bestemming
Bestemming programma 4 via functie 980
25.507
19.167
20.365
19.760
-5.142
593
27.078
19.167
22.508
19.189
-4.569
22
25.209
20.192
21.342
19.116
-3.867
-1.076
-1.869
1.025
-1.166
-73
703
-1.098
Resultaat programma 4 na bestemming
44.674
40.125
-4.549
46.245
41.697
-4.547
45.401
40.458
-4.943
-844
-1.239
-395
100
Programma 5
Jeugd en onderwijs
Beleidsproducten:
420.422,430,
432,440,442,
421,423,431,
433,441,443
480
530
630
650
714,715,716
Openbaar en bijzonder onderwijs
Onderwijshuisvesting openbaar en bijzonder onderwijs
Overige onderwijsaangelegenheden
Sport (schoolzwemmen)
Sociaal cultureel werk
Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk)
Gezondheidszorg (jeugd)
101
5. Jeugd en onderwijs
Portefeuillehouder(s):
- J. Kruithof
- P. Blokhuis
Het jaar 2013 stond in het teken van de voorbereiding op twee grote transities; de decentralisatie van
de Jeugdzorg en de invoering van passend onderwijs. Daarnaast moest uiteraard de “going concern”
van bijvoorbeeld onderwijshuisvesting, leerplicht, Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), het jeugd- en
jongerenwerk (JUMP) en onderwijsachterstandenbeleid overeind blijven. Hiermee is 2013 een intensief
jaar geworden.
Binnen de decentralisatie van de Jeugdzorg is gewerkt aan een Regionaal Transitiearrangement (RTA)
waarmee de continuïteit van de zorg is geborgd. Daarnaast is geïnvesteerd in gesprekken met cliënten
en zorgaanbieders over de te varen koers. Op basis hiervan is een Kadernota Jeugdzorg opgesteld die
begin 2014 richting de raad zal gaan.
Met de schoolbesturen is gesproken over de consequenties van de invoering van Passend Onderwijs.
Met hen spreken we over de effecten die dit heeft op het reguliere onderwijs en wat het extra zal
vragen van docenten en ondersteuners binnen het onderwijs. De sluiting van Oscar heeft hierbij
bijzondere aandacht. Begin 2014 willen we de visie van de gemeente en de schoolbesturen op het
gebied van Passend Onderwijs vastleggen in “ondersteuningsplannen” per samenwerkingsverband.
Daarnaast willen we via een Lokale Educatieve Agenda (LEA) tot een gezamenlijk beeld van de
uitdagingen voor het volledige onderwijsveld komen.
Ten slotte is 2013 benut om het team Jeugd en Onderwijs neer te zetten. Na de reorganisatie was dit
immers nieuw gevormd. Dit is gelukt door het neerzetten van een gezamenlijke visie en aanpak. Via tal
van overleggen is bovendien geïnvesteerd in de afstemming tussen beleid en uitvoering. Dit heeft zijn
vruchten afgeworpen.
Een paar mooie resultaten in 2013 willen we niet onvermeld laten: (1) een verdubbeling van het aantal
hulptrajecten via het CJG gekoppeld aan afname van duurdere vormen van zorg, (2) een forse afname
van het aantal voortijdig schoolverlaters en (3) landelijke erkenning voor het traject dat we met
CJG4kracht zijn ingeslagen.
De stappen die we in 2013 hebben gezet geven een goede basis. In 2014 is er echter meer nodig om in
de praktijk klaar te kunnen zijn voor de nieuwe taken die we in 2015 binnen dit programma moeten
opvangen. Denk hierbij onder meer aan versterking van het CJG, subsidies en/of contracten met
zorgaanbieders en automatiseringssystemen ter ondersteuning van alle processen. Vanaf 2015 krijgen
we de zorg over een nieuwe en kwetsbare doelgroep. Deze nieuwe taak biedt kansen, maar de
inhoudelijke en financiële risico’s zijn groot.
Hoofddoelstellingen
Wat wilden we bereiken?
5.1
Bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van kinderen
en jongeren in de leeftijd van 2 tot 23 jaar in kwaliteitsvolle en voldoende
onderwijsvoorzieningen;
5.2
Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren;
5.3
Ondersteuning van en zorg voor kwetsbare jongeren en gezinnen.
102
5.1 bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van
kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot 23 jaar binnen kwaliteitsvolle en voldoende
onderwijsvoorzieningen.
Wat wilden we bereiken?
Kinderen moeten in het belang van een voorspoedige schoolloopbaan en participatie in de
beroepsbevolking onbelemmerd kunnen doorstromen van de voorschool naar de basisschool en vandaar
uit naar het voortgezet onderwijs en tenslotte instromen in het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs
en/of het wetenschappelijk onderwijs. Bevorderd wordt dat jongeren met (minimaal) een
startkwalificatie het onderwijs verlaten. Door in de vroege ontwikkelingsfase van het kind te werken
met voorscholen en intensieve taalklassen worden stagnaties in de doorlopende leerlijnen tegengegaan.
Het vergroot de kansen van kinderen in hun ontwikkeling en zorgt er voor dat de doorstroom naar het
beroepsonderwijs kansrijk is. Het gaat daarbij niet alleen om voldoende onderwijsvoorzieningen maar
ook om het leveren van kwalitatief goed onderwijs. Hoe beter een leerling is onderlegd, hoe groter de
kansen voor doorstroom naar het beroepsonderwijs zijn. Het college zet in op meer en gedifferentieerder
hoger onderwijs. Dat is niet alleen van belang voor de stedelijke en economische ontwikkeling, het raakt
ook de dynamiek en aantrekkingskracht van de stad. Daarnaast zijn jonge (talentvolle) mensen van
belang voor de innovatiekracht van het bedrijfsleven. Hoger onderwijs versterkt de locale arbeidsmarkt
en daarmee heeft dit thema een sterke relatie met het collegewerkprogramma.
Wat hebben we bereikt?
Voor naar de basisscholen doorstromende peuters zijn bindende afspraken gemaakt over warme
overdracht, afstemming aanbod op het gebied van taal en rekenen, pedagogisch klimaat, educatief
handelen, ouderbeleid en interne begeleiding en zorg.
Er zijn 13 intensieve taalklassen, die de instromende peuters gedurende de eerste twee schooljaren met
gericht taalonderwijs extra ondersteunen zodat hun prestaties minimaal gelijk zijn aan het gemiddelde
klasniveau. Alle basisscholen werken met een onderwijskundig rapport om leerlingen uit groep 8 aan te
melden bij de scholen voor voortgezet onderwijs.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
480 Onderwijskansen
Prestatie
Het leveren van een toereikend aanbod
van voorscholen.
●
Het vergroten van deskundigheid van
pedagogische medewerkers.
●
Het realiseren van een doorgaande lijn
tussen voorschool en basisschool.
●
Toelichting
In 2013 is een capaciteit voor 629
achterstandskinderen op de voorscholen gerealiseerd
met een bezetting van 100% waarmee een dekkend
aanbod in 2013 tot stand kwam.
Het scholingsplan werd in uitvoering gebracht.
Conform de bestuursafspraken met de minister is
95% van de pedagogisch medewerkers
gecertificeerd en 5% in opleiding voor een
voorschools educatief programma. 80% heeft de
opleiding opbrengstgericht werken gevolgd (20% is
in opleiding). 73% heeft de taaltoets hbo in één keer
succesvol afgelegd (27% volgt een taalcursus).
100% heeft de cursus ouderbetrokkenheid gevolgd.
95% is gecertificeerd om het ontwikkelingsvolgsysteem zeer jonge kind succesvol toe te passen
(5% is in opleiding).
Nog niet alle koppels voorscholen-basisscholen
hebben alle onderdelen van samenwerking in
uitvoering genomen. Elk koppel heeft een plan van
103
Prestatie
Het voeren van een gericht ouderbeleid
door het bevorderen van
thuisstimulerende activiteiten.
●
Het invoeren van opbrengstgericht
werken op de voorscholen.
●
Het inrichten en uitbreiden van
intensieve taalklassen voorzieningen
verlengde schooltijd.
●
Het maken van resultaatgerichte
afspraken met schoolbesturen.
●
Toelichting
samenwerking waarin conform het inspectierapport
de doelstellingen, voorzien van een jaarkalender,
worden aangegeven.
Er zijn bestuursafspraken met de voor- en
vroegschoolorganisaties gemaakt waarin het
gemeentelijke ouderbeleid t.a.v. de voorscholen is
vastgesteld. Centraal in de uitvoering staan de
ouderinformatie, de intake en de
ontwikkelingsstimulerende activiteiten in de
thuissituatie.
Het programma TOLK, verrijkt met educatieve
materialen, wordt met de ouders thuis uitgevoerd.
De pedagogisch medewerkers brengen
opbrengstgericht werken in de praktijk met
stimuleringsplannen en worden begeleid met
intervisie door de schoolbegeleidingsdienst en
gecheckt door de Onderwijsinspectie.
Er zijn 13 intensieve taalklassen en twee
voorzieningen verlengde schooltijd, Kids College en
de Groene zomerschool. Met de 15 voorzieningen
heeft de gemeente haar doelstelling, zoals
vastgelegd in de Bestuursafspraken met de minister,
bereikt.
Over alle onderdelen van het
onderwijsachterstandenbeleid, de toename van het
aantal hbo’ers, de uitbreiding van het aantal
voorscholen, de prestaties van de voorscholen en
intensieve taalklassen, taalniveau van pedagogisch
medewerkers, ouderbeleid, opbrengstgericht werken,
doorgaande lijn, volgsysteem, kwaliteitszorg en het
scholingsplan zijn prestatieafspraken gemaakt.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Zomernota: Versterking peuterspeelzalen
De bezuiniging op de subsidie van het Rijk om de kwaliteit in de kinderopvang te stimuleren, is voor
100% doorgevoerd en heeft tot gevolg gehad dat pedagogisch medewerkers voor het voorschools
educatief programma Kaleidoscoop niet gehercertificeerd zijn. De toetsing of deze medewerkers de
programma’s correct uitvoeren is beëindigd. In plaats hiervan worden de medewerkers beoordeeld door
coaches in het werkveld.
480 Onderwijsdeelname
Prestatie
Het voorkomen en bestrijden van
schoolverzuim.
Het terugleiden van jongeren naar
onderwijs of arbeidsmarkt.
●
●
Toelichting
Er zijn in 2013 circa 1450 interventies gepleegd om
kinderen weer naar school te leiden. Het aantal
melding van verzuim neemt toe, dit wordt naar
verwachting veroorzaakt door een grotere
meldingsbereidheid.
Het aantal fte leerplichtambtenaren is afgenomen
met de reorganisatie. Dit heeft als gevolg dat er
meer nadruk ligt op de wettelijke taken en minder op
preventie en nazorg.
Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (VSVers) is in 2013 fors afgenomen ten opzichte van
104
Prestatie
Het onder voorwaarden bekostigen van
vervoer van en naar school.
●
Toelichting
eerdere jaren, te weten van 453 nieuwe VSV-ers in
2011-2012 naar 318 nieuwe VSV-ers in 20122013. Met name bij het ROC Aventus is sprake van
een hele sterke daling, van 7,9% naar 5,9%.
Om het aantal VSV-ers te verminderen, hebben
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt medewerkers
(RMC-ers) contact met leerlingen die gemeld worden
door scholen vanwege schoolverzuim.
In het schooljaar 2012-2013 hebben zij 487
leerlingen gesproken, waarvan er 361 behouden
bleven voor het onderwijs.
Met ingang van het schooljaar 2013 -2014 is de kmgrens voor speciaal basisonderwijs gewijzigd van 3
naar 5 km. Ook worden leerlingen, waar passend,
gestimuleerd om gebruik te maken van het openbaar
vervoer of de fiets.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Leerlingenvervoer (inclusief Zomernota)
De bezuinigingstaakstelling is bereikt. We zijn overgestapt van georganiseerd busvervoer naar een
financiële vergoeding voor bijzonder onderwijs en de invoering van een eigen bijdrage in het speciaal
basisonderwijs. Met ingang van het schooljaar 2013 – 2014 is voor leerlingen in het speciaal
basisonderwijs de kilometergrens opgehoogd van 3 naar 5 km. Deze wijziging is probleemloos verlopen.
Schoolbegeleidingsdienst
De bezuiniging op de subsidie is volledig gerealiseerd. De basisscholen hebben het aantal uren
leerlingenzorg teruggebracht waardoor minder leerlingen zorg op maat hebben ontvangen. Ook is het
aantal innovatieve projecten verminderd. Hierdoor zijn negatieve effecten op de schoolprestaties
ontstaan.
Zomernota: Lokaal onderwijs algemeen
De bezuiniging op het budget voor het innoveren en initiëren van kleinschalige onderwijsactiviteiten is
volledig doorgevoerd. Verschillende aanvragen, die gericht waren op kortlopende, veelal innovatieve,
onderwijsinitiatieven werden niet gehonoreerd.
421/423, 431/433, 441/443, 480 Onderwijshuisvesting
Prestatie
Het voorzien en in standhouden van
voldoende onderwijsvoorzieningen.
●
Het voeren van een huurbeleid voor het
buitenschools gebruik van de
onderwijsvoorzieningen.
●
Het exploiteren van gymnastieklokalen
●
Het opstellen van leerlingenprognoses
●
Toelichting
Het aantal onderwijsvoorzieningen is toereikend om
alle leerlingen binnen de gemeente Apeldoorn te
huisvesten. Enkele voorzieningen staan leeg. Eén
daarvan is inmiddels in 2014 verkocht.
Uitvoering is gegeven aan het vastgestelde
huurbeleid schoolgebouwen. Het door te rekenen
aantal kindplaatsen is afgenomen. Dit komt door
gewijzigd rijksbeleid waardoor minder kinderen
binnen de kinderopvang worden opgenomen.
De gymnastieklokalen zijn conform de bestaande
prestatieafspraken beheerd door Accres.
In 2013 zijn de leerlingenprognoses geactualiseerd
rekening houdend met de het woningbouwvolume
dat is aangepast. De leegstand van lokalen neemt
toe door een daling van het totaal aantal leerlingen.
105
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Onderwijshuisvesting (inclusief Zomernota)
De structurele taakstelling zoals opgenomen in de MPB 2010-2013, oplopend tot € 1 miljoen in 2013,
is geëffectueerd. Dit geldt ook voor de aanvullende structurele taakstelling opgenomen in de MPB 20112014, oplopende tot 0,25 miljoen in 2014.
De incidentele taakstelling van € 3,5 miljoen opgenomen in de zomernota 2012 is geëffectueerd in
2012. Daarnaast is de jaarschijf 2013 van de structurele taakstelling zoals opgenomen in de zomernota
2012, oplopend tot een bedrag van € 294.000, - in 2015, geëffectueerd in 2013.
De (maatschappelijke) effecten van de gerealiseerde bezuinigingen zijn o.a. dat 20 basisscholen niet
gerenoveerd zijn. Dit heeft gevolgen voor de energieprestaties van de schoolgebouwen en voor de
ventilatie in de lokalen. Niet investeren in onderwijshuisvesting heeft ook direct gevolgen voor de
werkgelegenheid in de bouwsector.
De door het rijk voorgestelde uitname van € 256 miljoen uit het gemeentefonds (dat is € 2,7 miljoen
voor Apeldoorn) en verschuiving van deze gelden naar de schoolbesturen zal ook moeten leiden tot een
andere verantwoordelijkheidsverdeling met de schoolbesturen waar het onderwijshuisvesting betreft.
Onderwijshuisvesting advisering.
Deze structurele taakstelling ad € 25.000 is inmiddels structureel ingevuld en kent geen
(maatschappelijke) effecten.
Formatiebezuiniging beleid
De bezuiniging op formatie is gerealiseerd waardoor er minder capaciteit beschikbaar is voor
beleidsontwikkeling en bestuurlijk advies
480 Hoger beroepsonderwijs
Prestatie
Meer hoger onderwijs voorzieningen aan
de gemeente binden die aansluiten bij de
vraag van werkgevers.
Het ontwikkelen van een sterke
verbinding tussen onderwijsinstellingen
en werkgevers in het realiseren van
innovatie, onderzoek en
kennisontwikkeling.
●
●
Toelichting
Saxion heeft in 2013 besloten te investeren in
nieuwbouw bij de Nettenfabriek tbv de Hogere
Hotelschool en Security Management.
Het onderwijsplatform is geëvalueerd in 2013. Het
platform geeft aan tevreden te zijn over de
samenwerking in het verleden en dat de doelen zijn
behaald. Het onderwijsplatform wil zich meer richten
op de doorstroom van studenten naar het HBO en de
arbeidsmarkt in Apeldoorn. In januari 2014 gaan zij een
werkplan maken over hoe dit vorm krijgt.
Met de werkgevers is structureel overleg gevoerd over
de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt; dit onder meer
via werkgeversdienstverlening en via het Strategisch
Board waarin de overheid, onderwijs en werkgevers
overleggen.
Daarnaast is in oktober 2013 een projectmanager
gestart, zij zal de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt
verbeteren per sector en daarbij starten met de zorg.
106
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
420/440 Openb./bijz. onderwijs/onderwijshuisvesting
421/423/431/433/441/443/480
L
B
S
Realisatie
L
B
L
B
S
-4.070
-903
-284
619 I/S
-2.163
-4.308
-307
-2.034
-2.346
-4.380
-7.436
-47
-130
-2
142
234
-8
-906
-102
-17
0
5
0
0
-37
-55
113
2
-137
-234
8
869
8.934 -28.229 35.543
8.499 -27.044
-1.620
-435
1.185
300
1.067
100
1.200
300
1.067
100
1.353
-2.356
1.067
100
1.053
153
0
0
0
0
0
0
153
-153
0
0
153
€ 39.966 11.601 -28.365 38.499 11.319 -27.180
-1.467
-282
1.185
480
Begroting Bestaand Beleid
Onderwijsbeleid, leerplicht en overig
Overige onderwijsaangelegenheden
€ 11.375
6.686
-4.689 10.472
6.402
421
423
431
433
441
443
480
Onderwijshuisvesting
Onderwijshuisv. openbaar basisonderwijs
Onderwijshuisv. bijzonder basisonderwijs
Onderwijshuisv. openbaar voortgezet speciaal ond.
Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet speciaal ond.
Onderwijshuisv. openbaar voortgezet onderwijs
Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet onderwijs
Overige onderwijsaangelegenheden
€
€
€
€
€
€
€
262
435
0
0
0
0
1.551
-2.108
-4.421
-309
-1.897
-2.112
-4.388
-8.305
160
418
0
5
0
0
1.514
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 37.163
980
Mutaties reserves
Reserve onderwijshuisvesting
Reserve kapitaall. tijdelijke huisvesting Zuidbroek
Reserve overlopende projecten
Algemene Reserve
€
€
€
€
Saldo van baten en lasten na bestemming
990
Afwijking
2.370
4.856
309
1.897
2.112
4.388
9.856
2.503
0
300
-2.203
1.067
100
900
2.323
4.726
307
2.039
2.346
4.380
8.950
2.656
0
300
S
I/S
I/S
I/S
I/S
I/S
I/S
I/S
I/S
I
I
I
I
420, 440, 480 Onderwijsbeleid en leerplicht
Er is sprake van een financieel voordeel. Dit voordeel bestaat voornamelijk uit:
A: Een eenmalig voordeel van € 175.000 door minder ambtelijke inzet. Dit is met name een gevolg van
verschuiving van capaciteit in het kader van de reorganisatie in het begin van 2013.
B: Een eenmalig voordeel van € 280.000 als gevolg van andere werkwijze/ uniformering van
verantwoording van baten en lasten RMC.
De overige voor- en nadelen zijn kleiner dan € 200.000 en daarom wordt hier niet verder op ingegaan.
421/423, 431/433, 441/443, 480 Onderwijshuisvesting
Voor wat betreft de producten onderwijshuisvesting is er een voordeling resultaat van €570.000,
waarbij de lasten € 720.000 lager zijn en de baten € 150.000 minder zijn dan begroot.
De voornaamste oorzaken van de begrotingsverschillen voor wat betreft de baten zijn:
• De definitieve afrekening van het huurbeleid over 2012 en 2013 is lager uitgevallen dan begroot en
leidt tot een nadeel van € 200.000. Dit komt door een daling van het totale aantal leerlingen dat in
2013 gebruik heeft gemaakt van de kinderopvang en de buitenschoolse opvang.
• De begrote extra uitkering uit het gemeentefonds ad € 200.000 vanwege de extra leerlingen bij het
Voortgezet Speciaal Onderwijs in het Kristal is slechts ten dele geëffectueerd gelet op een beperkte
aanmelding van leerlingen.
• In 2013 heeft een definitieve afrekening met een schoolbestuur plaatsgevonden van de
exploitatiekosten voor de basisschool in ‘t Hellend Veld over de periode 2009-2011. Dit heeft geleid
tot een incidenteel voordeel van € 100.000.
• Diverse huuropbrengsten en exploitatievergoedingen zijn hoger uitgevallen dan begroot en dit
betekent € 150.000 voordeel.
De voornaamste oorzaken van de begrotingsverschillen voor wat betreft de lasten zijn:
• Er heeft in 2013 een afwaardering van € 850.000 plaatsgevonden op enkele panden die lager zijn
getaxeerd dan de boekwaarde. Dit komt omdat de panden een andere bestemming hebben
gekregen.
• De gerealiseerde afwaardering over 2012 leidt tot een voordeel van € 250.000 op de
kapitaalslasten.
107
•
•
•
•
•
Vertraging in de uitvoering en daardoor lagere uitgaven van projecten levert in 2013 een incidenteel
voordeel op van € 500.000
Op onderhoud is een incidenteel voordeel behaald van € 200.000, onder meer door het niet volledig
benutten van de stelpost spoedeisend onderhoud. Een beperkt gedeelte van het onderhoud is
doorgeschoven naar 2014.
Enkele verwachte eindafrekeningen over voorgaande jaren zijn niet aan de orde geweest, hetgeen
heeft geleid tot een voordeel van € 200.000. De afrekeningen volgen in 2014.
De kosten voor het inrichten van de sporthallen in Hoenderloo en de Maten zijn voor een bedrag van
€ 200.000 doorgeschoven naar 2014 vanwege vertraging in de planning.
De ombouw van de schoolwoningen in Beekbergen is uitgesteld naar 2014, waarmee ook de
geraamde uitgaven in 2013 ad € 200.000 zijn doorgeschoven naar 2014.
Het positieve resultaat van € 570.000 heeft voor een deel te maken met het doorschuiven van diverse
kostenposten naar 2014. Dit was in de Turap 2013 voor een deel al voorzien.
Het voordeel van de afwaardering in 2012 betreft een bedrag van € 250.000 en zal in lijn met de MPB
2014 worden afgedragen aan de algemene middelen. Voor wat betreft het restant van €320.000 wordt
voorgesteld om dit toe te voegen aan de reserve onderwijshuisvesting ter dekking van de naar 2014
doorgeschoven kosten.
Kristal
Het project Kristal is in 2012 opgeleverd en zal in 2014 definitief worden afgerond. De totale
stichtingskosten zijn circa 2,5 miljoen euro lager dan het krediet. Dit zal leiden tot een lagere
kapitaallast van 150.000 euro per jaar.
Uit de 1 oktober tellingen blijkt dat er minder leerlingen binnen het Kristal Voortgezet Speciaal Onderwijs
(VSO) volgen dan verwacht. In relatie tot de ontwikkelingen binnen het passend onderwijs wordt ook bij
het Speciaal Onderwijs (SO) verwacht dat het aantal leerlingen zal gaan dalen. Dit leidt tot een lagere
uitkering in het gemeentefonds en daardoor een lagere voeding van de reserve onderwijshuisvesting. In
de paragraaf weerstandsvermogen is hiervoor een risico opgenomen.
Voorgesteld wordt dit nadeel in de reserve te compenseren met de lagere kapitaallasten van het Kristal
Dit is conform het bepaalde in de Turap 2013.
Risico
Zoals in de Turap van 2013 is aangegeven blijft er een risico bestaan op het afwaarderen op
onderwijshuisvesting in de periode 2013-2015. Dit risico is van € 3 miljoen naar maximaal 1,5 miljoen
verlaagd. De reden hiervoor is dat uitgevoerde taxaties van de leegstaande panden een volledig beeld
hebben gegeven van de waarde van het onderwijsvastgoed. Tevens heeft in 2013 al een verdere
afwaardering plaatsgevonden.
Omdat het onzeker is of de reserve onderwijshuisvesting dit risico kan opvangen, is het bedrag van €
1,5 miljoen opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en maakt onderdeel uit van het totale
risico op de afwaardering van vastgoed.
Het risico van een lagere uitkering in het gemeentefonds als gevolg van een daling van het totale aantal
leerlingen binnen de Gemeente Apeldoorn en minder leerlingen in het speciaal onderwijs blijft bestaan.
Dit risico is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen bij de toelichting op de herijking van de
uitkering uit het gemeentefonds.
530 Schoolzwemmen speciaal onderwijs
Prestatie
Het mogelijk maken van
schoolzwemmen voor de meest
kwetsbare en hulpbehoevende kinderen
in het speciaal onderwijs.
●
Toelichting
Drie basisscholen in het speciaal onderwijs maken
gebruik van het schoolzwemmen in het Kristal.
108
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Schoolzwemmen
De bezuinigingstaakstelling is bereikt doordat de basisscholen die niet onder het speciaal onderwijs
vallen geen gebruik meer kunnen maken van het gesubsidieerde zwemonderwijs. Hierdoor zullen minder
kinderen zwemonderwijs kunnen volgen.
Wat heeft het gekost?
530
Begroting na wijziging
Sport (schoolzwemmen)
Begroting Bestaand Beleid
€
L
182
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
182
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
B
182
S
Realisatie
87
-95
L
182
87
-95
182
87
-95
B
182
Afwijking
81
S
-101
81
-101
81
L
-101
0
B
-6
S
I/S
-6 I/S
0
-6
-6
0
0
0
0
-6
-6
650 Voorscholen
Wat heeft het gekost?
650
Begroting na wijziging
Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk)
Begroting Bestaand Beleid
€
L
475
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
B
Realisatie
86
S
-389
L
451
475
86
-389
475
86
-389
B
Afwijking
77
S
-374
451
77
451
77
L
-24
B
-9
S
I/S
15 I/S
-374
-24
-9
15
-374
-24
-9
15
5.2 Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren
Wat wilden we bereiken?
Jongeren krijgen de ruimte in de stad voor ontmoeting en ontspanning, maar kennen hun grenzen. Ze
worden uitgedaagd zelf actief bij te dragen aan de leefbaarheid van de stad en kunnen gebruik maken
van een breed aanbod aan vrije tijdsactiviteiten.
Wat hebben we bereikt?
Naast het jeugd- en jongerenwerk is een aantal projecten gerealiseerd door een bijdrage vanuit
Young055 (Premie op actie jeugd). Het jongerenwerk stimuleert jongeren zelf actief te worden onder
andere in de jongerencentra.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
630 Jeugdbeleid
Per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor (grote delen van) de jeugdzorg. De kaders
waarbinnen wij zullen moeten werken zijn geduid bij onder meer het Transitieplan Jeugd (inhoud) en de
109
meicirculaire (financiën), maar bieden nog veel ruimte. De wetgeving moet nog door het parlement
worden vastgesteld.
Binnen de decentralisatie van de Jeugdzorg is in 2013 gewerkt aan een Regionaal Transitiearrangement
(RTA) waarmee de continuïteit van de zorg is geborgd. Daarnaast is geïnvesteerd in gesprekken met
cliënten en zorgaanbieders over de te varen koers. Op basis hiervan is een Kadernota Jeugdzorg
opgesteld die begin 2014 richting de raad zal gaan.
Prestatie
Stimuleren van vrijwillige inzet voor en
door jeugd- en jongeren (vrijwillig jeugden jongerenwerk en Premie op actie).
●
Faciliteren van mogelijkheden voor
ontmoeting en ontspanning (jeugd en
jongerenwerk Don Bosco en Wisselwerk,
Real-X).
●
Contracten cq subsidies met
zorgaanbieders
●
Toelichting
Subsidie aan verenigingen is verstrekt in
overeenstemming met de afspraak. Er zijn 21
aanvragen in het kader van Young055 (Premie op
actie jeugd) binnengekomen. Er zijn 15 gehonoreerd,
5 afgewezen en 1 via een ander budget
gehonoreerd.
Het accommodatiegebonden en vind-plaatsgericht
jeugd- en jongerenwerk is binnen de stadsdelen en
dorpen evenredig verdeeld op grond van
gesignaleerde problematiek en behoefte. De inzet
van het jongerenwerk over de wijken is flexibel en
wordt, waar nodig aangepast aan de realiteit. Het
streven is te komen tot een proactieve invulling van
de beschikbare uren jeugd- en jongerenwerk in de
wijken naar aanleiding van prognoses met betrekking
tot aantallen en leeftijd van de jeugd in de wijken.
Met betrekking tot Real-X zal volgens de motie naar
aanleiding van de voorgestelde bezuinigingen in de
MPB in 2014 gezocht worden naar mogelijkheden
om goedkopere huisvesting te realiseren.
Door de onduidelijkheden over de kaders (wet)
alsmede de financiering is de termijn om tot een
dekkend aanbod te komen korter geworden. Zowel
in regionaal als op lokaal niveau wordt wel één en
ander voorbereid.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Jeugd totaal (inclusief Zomernota)
De verschillende subsidies in het preventieve jeugdbeleid zijn verlaagd en daarmee is
bezuinigingstaakstelling gerealiseerd.
Wat heeft het gekost?
630
Begroting na wijziging
Sociaal cultureel werk
Begroting Bestaand Beleid
€
L
3.957
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
3.957
980
Mutaties reserves
BROA
Reserve overlopende projecten
€
€
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
990
B
Realisatie
0
S
-3.957
L
3.452
B
508
S
-2.944
L
-505
B
508
S
I/S
1.013
0
-3.957
3.452
508
-2.944
-505
508
1.013
864
864
677
677
-756
0
756
-187
0
-187
-756
1.185
-3.023
251
321
70
756
3.957
110
Afwijking
864
-3.093
4.208
630 Sociaal Cultureel Werk
Er is in totaal sprake van een voordeel op dit product. Dit bestaat uit:
• € 516.000 overlopende projecten met betrekking tot invoering decentralisatie jeugdzorg lokaal
en regionaal;
• € 240.000 overlopende projecten met betrekking tot verschuiving jaarschijven invulling
taakstellingen jeugdbeleid;
• € 115.000 onderuitputting op kosten jeugdbeleid (budget van 3,5 miljoen).
5.3 Ondersteuning van en zorg voor jongeren en gezinnen
Wat wilden we bereiken?
Door preventieve inzet in de nabijheid van de jongeren en de opvoeders wordt bijgedragen aan een
positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren. Voor jongeren en gezinnen die extra aandacht nodig
hebben, wordt een vangnet gerealiseerd. Daarbij wordt gestreefd naar een totaalaanpak in de wijk
waarbij de partners die betrokken zijn vanuit jeugdbeleid, onderwijs, zorg, justitie of opvang zaken goed
op elkaar afstemmen en waar nodig snel samen kunnen schakelen.
Wat hebben we bereikt?
In de 4 stadsdelen is een CJG aanwezig waar ouders met vragen over opvoeden en opgroeien terecht
kunnen. Er is een CJG-site. De Week van de Opvoeding is georganiseerd evenals een Opvoedmarkt.
Alle basisscholen kunnen gebruik maken van het schoolmaatschappelijke werk. Op een aantal scholen
voor voortgezet onderwijs is schoolmaatschappelijk werk aanwezig. De outreachende CJG-teams
hebben in het basisonderwijs een bijdrage geleverd aan versterking van de relatie onderwijs-CJG. De
outreachende CJG-teams 0-4 jaar hebben vorm gekregen. Het gebruik van de verwijsindex neemt nog
steeds toe. Het aantal jongeren dat een delict pleegt heeft zich gestabiliseerd.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
480 Op Stap
Prestatie
Op Stap is een
taalstimuleringsprogramma voor jonge
kinderen en hun ouders.
●
Toelichting
We hebbWe hebben de taalontwikkeling en
interact interactie tussen ouder en kind in de
(voor)sc voorschoolse leeftijd gestimuleerd.
Wekelijks is er een zijn themabijeenkomst over
opvoeden en opgroeie opgroeien gehouden, waarin
ouders
ervaring ervaringen met elkaar konden uitwisselen.
480 Brede school
Prestatie
Bieden van extra
ontwikkelingsmogelijkheden voor
kinderen in achterstandssituaties
(kansenprofiel).
Transformatie kansenprofiel brede
school.
●
●
Toelichting
Er zijn 6 brede scholen kansenprofiel in de buurten
Orden, Sprenkelaar, Sluisoord, Zuid, Dok Zuid en
Zuidwest. Drie tot vijf keer per jaar vindt er een
brede schooloverleg plaats met de partners.
2013 is het eerste jaar dat de brede school geheel
onder coördinatie van het onderwijs is uitgevoerd.
Het werken met een meerjarenplan blijkt goed uit te
111
Prestatie
Toelichting
werken, maar in de praktijk lopen scholen tegen de
tijd aan die de coördinatietaak kost. De
samenwerkingsverbanden zoeken hiervoor
oplossingen zoals gebruik ICT, aanbieden activiteiten
zonder inschrijving, afspraken met uitvoerende
partijen etc.
Wat heeft het gekost?
480
Begroting na wijziging
Overige onderwijsaangelegenheden
Begroting Bestaand Beleid
€
L
727
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
727
980
Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
990
727
B
Realisatie
0
S
-727
L
571
0
-727
571
0
-727
571
B
Afwijking
0
S
-571
L
-156
0
-571
0
-571
B
0
S
I/S
-156 I/S
-156
0
-156
0
0
0
-156
0
-156
Er is sprake van een financieel voordeel op dit onderdeel (sportcoaches) omdat het geplande aantal
combinatiefunctionarissen in 2013 niet is gerealiseerd waardoor er dus ook minder subsidie is
uitgegeven. Dit voordeel is ook in de tussentijdse rapportage 2013 gemeld.
630 Sociaal cultureel werk/Jeugdbeleid
Prestatie
Het begeleiden, ondersteunen en
opvangen van dakloze en/of kwetsbare
jongeren (outreachende hulpverlening en
opvang van dak- en thuisloze jongeren).
●
Bieden van extra
ontwikkelingsmogelijkheden voor
kinderen in een achterstandssituatie
(Brede school kansenprofiel).
●
Behouden van jongeren voor het
onderwijs (time-outvoorziening VO).
●
Voorkomen en stoppen van
jeugdprostitutie, loverboys, seksuele
uitbuiting van jongeren en jong
volwassenen (tot 23 jaar) en bieden van
hulp (ketenaanpak jeugdprostitutie).
●
Voorkomen van jeugdoverlast doordat
hinder van (risico)jongeren en
jeugdgroepen in beeld is
(straatgroepenteams,
jeugdcriminaliteitspreventie) en
aangepakt wordt.
●
Toelichting
We hebben dakloze jongeren begeleid en
opgevangen en kwetsbare jongeren en gezinnen
ondersteund (outreachende hulpverlening en opvang
van dak- en thuisloze jongeren en pedagogische
gezinsondersteuning).
De hulp vanuit Iriszorg wordt door jongeren goed
gevonden. Het JIP is laagdrempelig en vormt mede
een toegangspoort naar het outreachende team dat
jongeren ondersteunt en toe leidt naar….(?).
Er zijn 6 Brede scholen in de buurten Orden,
Sprenkelaar, Sluisoord, Zuid, Dok Zuid en Zuidwest.
Circa viermaal per jaar vindt er een breed
schooloverleg plaats met de partners. Binnen de
Brede scholen zijn de hoofdthema’s taalstimulering,
sport en cultuur.
In het kader van het Passend Onderwijs zal het
OSCAR/SLAR in de huidige vorm verdwijnen
De ketenaanpak jeugdprostitutie wordt regelmatig
geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Het bereik
onder scholen is groot, maar nog steeds worden niet
alle scholen/afdelingen bereikt. Er is in het najaar
weer een nep- loverboyactie in de binnenstad
gehouden.
Binnen de straatgroepenteams zijn jeugdgroepen
besproken. Sommige groepen blijken zeer hardnekkig
in het veroorzaken van overlast. Ook individuele
jongeren zijn in beeld bij de jeugdcriminaliteitscoördinator.
112
Wat heeft het gekost?
De budgetten hiervoor zijn opgenomen onder hoofddoelstelling 5.2 (product 630).
715 Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Prestatie
Het voorzien in voldoende aanbod en
spreiding van voorzieningen op het gebied
van jeugdgezondheidszorg.
●
Toelichting
We hebben voldoende aanbod en spreiding van
voorzieningen op het gebied van
jeugdgezondheidzorg.
Het uitvoeren van de wettelijke
basistakenpakket voor de
jeugdgezondheidszorg.
●
We hebben het wettelijk basistakenpakket voor
de jeugdgezondheidszorg uitgevoerd.
Een regionale bestuurlijke werkgroep onder
voorzitterschap van wethouder Blokhuis
brengt advies uit over de meest gewenste
organisatievorm voor de integrale
jeugdgezondheidszorg.
●
De bestuurlijke werkgroep heeft in juni 2012 het
vervolgrapport integrale jeugdgezondheidszorg
uitgebracht. De werkgroep heeft voorkeur voor
het model waarbij de integrale JGZ in een
nieuwe organisatie met een private
rechtspersoonlijkheid wordt gepositioneerd. In
april 2013 is in het Algemeen Bestuur van de
GGD besloten twee pilots voor integrale JGZ te
starten. Het doel van de pilots is onder andere
om integrale JGZ te verbinden en in te bedden
in het bredere CJG-verband. Hiermee anticiperen
wij op de transitie van de jeugdzorg.
716 Jeugdgezondheidszorg/Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Prestatie
Het faciliteren van 4 wijkgerichte
informatie- en adviespunten voor
jongeren (-9 maanden tot 23 jaar) en
opvoeders (CJG).
●
Zorgen voor een adequaat aanbod aan
lichte opvoedingsondersteuning in de
wijken (opvoedprogramma’s).
●
Verbinden van de preventieve zorg met
het onderwijs (schoolmaatschappelijk
werk, de outreachende CJG-teams en
zorgadviesteams in het onderwijs).
●
Toelichting
Er zijn 4 fysieke CJG- inlooppunten gerealiseerd. Het
aantal contactmomenten is sterk gegroeid
(gekoppeld aan een afname van duurdere vormen
van zorg).
In 2013 is voor de exploitatie van het CJG zowel de
huisvesting (huur) als de personele bezetting
inclusief de lopende taakstelling helder in beeld.
Het project CJG 4 kracht heeft in 2013 de landelijke
JGZ innovatieprijs gewonnen. Deze vorm van
hulpverlenen vormt de basis voor de decentralisatie/
transformatie van de jeugdzorg.
Homestart/ doorstart
De projecten Homestart en Doorstart hebben de
opdracht gekregen om in 2013 meer samenwerking
met elkaar te zoeken. Dit is opgepakt door
gezamenlijke trainingen voor de vrijwilligers. Doel is
vrijwilligers nog flexibeler in te zetten, zodat de twee
projecten meer op elkaar afgestemd raken en één lijn
volgen.
Alle scholen worden minimaal 2 x per jaar bezocht
door de outreachende CJG teams en wanneer nodig
wordt een beroep gedaan op SMW en JGZ. De
zorgstructuren in het VO verschillen nogal per school
en dit heeft gevolgen voor het beroep op het Zorg
113
Prestatie
Zorgen voor vroegtijdige signalering van
zorgen rondom de ontwikkeling van
kinderen en jongeren (verwijsindex).
Zorgen voor de afstemming in
ondersteuning en hulpverlening: één
kind/gezin, één plan (coördinatie van
zorg).
Toelichting
AdviesTeam (ZAT) en het bovenschools ZAT. Er zijn
steeds meer structurele contacten met voorschoolse
voorzieningen.
Er sluiten steeds meer nieuwe instellingen aan, en
ook het aantal meldingen stijgt nog steeds
●
Met de methodiek CJG4kracht wordt deze
afstemming steeds meer in de praktijk toegepast. Er
wordt standaard één gezinsplan gebruikt.
●
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
715/716 Gezondheidszorg jeugd
L
B
Realisatie
S
L
B
Afwijking
S
L
B
S
-68
28
0
675
68 I/S
647 I/S
-3.039
-40
675
715
228
228
0
215
215
903
-2.811
-40
890
930
715
716
Begroting Bestaand Beleid
Jeugdgezondheidszorg (uniform)
Jeugdgezondheidszorg (maatwerk)
€
€
2.396
1.358
0
0
-2.396
-1.358
2.328
1.386
0
675
-2.328
-711
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
3.754
0
-3.754
3.714
675
980
Mutaties reserves
BROA
€
13
13
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
13
-3.741
990
3.754
3.714
I/S
I
716 Gezondheidszorg jeugd
Er is sprake van een financieel voordeel. Dit voordeel komt met name door een eenmalig voordeel van €
650.000 als gevolg van definitieve vaststelling van huurovereenkomsten van onze CJG’s waardoor huur
met terugwerkende kracht is afgerekend. Dit voordeel is ook in de tussentijdse rapportage 2013
gemeld.
Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
Outputkengetallen
Realisatie
2010
Realisatie
2011
Realisatie
2012
Raming
2013
Realisatie
2013
835
635
650
515
871
685
700
450
741
503
aantal gemelde schoolverlaters
aantal succesvol herplaatste schoolverlaters
Bereik aantal unieke bezoekers activiteiten jeugd- en jongerenwerk:
Wisselwerk (per week
Don Bosco (per week
434
300
450
400
Bereik CJG (balie, telefoon, website)
207
375
1.121
1.005
- aantal kinderen en jongeren (en ouders/opvoeders) dat gebruik maakt
van voorzieningen ter ondersteuning van kind en gezin (Homestart,
Opvoed- steunpunt, Zats, schoolmaatschappelijk werk)
aantal jongeren (0-17 jaar) waarvoor door bureau Jeugdzorg een
indicatie is afgegeven voor jeugdzorg
- Bereik van kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen
(dak- en thuislozen, PGO, time-outvoorziening VO)
- aantal jeugdige verdachten (12-24 jaar) per 1.000 inwoners in die
leeftijdsgroep
114
450
400
380
389
737
500
1500
pm
797
950
Nog niet
bekend
828
812
750
527
i.o.
i.o.
157
25
197
3,50
3,14
2,53
2,25
2,06
Resumé programmakosten
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2013
(C)
Lasten
Baten
Saldo
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Lasten
Baten
Saldo
5: Jeugd en onderwijs
421
423
431
433
441
443
480
530
630
650
715
716
Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting
Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting
Openb. (voortgezet) spec. onderw., onderwijshv.
Bijzonder (voortgezet) spec. onderw., onderwijshv.
Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshv.
Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisv.
Overige onderwijsaangelegenheden
Sport (schoolzwemmen)
Sociaal cultureel werk
Kinderopvang
Jeugdgezondheidszorg (uniform)
Jeugdgezondheidszorg (maatwerk)
2.149
4.380
309
1.897
2.112
4.381
22.476
182
3.324
475
2.396
1.345
51
104
0
0
0
0
8.779
87
0
86
0
0
-2.098
-4.276
-309
-1.897
-2.112
-4.381
-13.697
-95
-3.324
-389
-2.396
-1.345
2.370
4.856
309
1.897
2.112
4.388
21.958
182
3.957
475
2.396
1.358
262
435
0
0
0
0
8.238
87
0
86
0
0
-2.108
-4.421
-309
-1.896
-2.112
-4.388
-13.720
-95
-3.957
-389
-2.396
-1.358
2.323
4.726
307
2.039
2.346
4.380
19.993
182
3.452
451
2.328
1.386
160
418
0
5
0
0
7.916
81
508
77
0
675
-2.163
-4.308
-307
-2.034
-2.346
-4.380
-12.077
-101
-2.944
-374
-2.328
-711
-47
-130
-2
142
234
-8
-1.965
0
-505
-24
-68
28
-102
-17
0
5
0
0
-322
-6
508
-7
0
675
-55
113
2
-137
-234
8
1.643
-6
1.013
17
68
647
Resultaat programma 5 vòòr bestemming
Bestemming programma 5 via functie 980
45.424
142
9.107
466
-36.317
324
46.256
2.803
9.107
3.544
-37.149
741
43.914
3.712
9.840
3.716
-34.074
4
-2.346
909
734
172
3.080
-737
Resultaat programma 5 na bestemming
45.566
9.573
-35.993
49.059
12.651
-36.408
47.626
13.556
-34.070
-1.437
906
2.343
115
116
Programma 6
Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Beleidsproducten:
Doelstelling 6.1
611 Werkgelegenheid
623 Participatie
650 Kinderopvang (Wet Kinderopvang)
Doelstelling 6.2
310 Stadsbank en schuldhulpverlening
610 Bijstandsverlening
614 Gemeentelijk minimabeleid
724 Begraafplaatsen
Doelstelling 6.3
482 Volwassen- en beroepsgerichte educatie
611 Werkgelegenheid
117
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Portefeuillehouder(s):
- J. Kruithof
Doelstellingen
Wat wilden we bereiken?
Met dit programma wilden we bereiken dat burgers financieel onafhankelijk zijn en naar vermogen
participeren in de samenleving. Een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt is hiervoor noodzakelijk. De
volgende doelstellingen hebben we geformuleerd:
6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief;
6.2 Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiële) ondersteuning voor
mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen;
6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt.
Wat hebben we bereikt?
Het BUIG-bestand (Bundeling Uikering Inkomensvoorzieningen aan Gemeenten) is eind 2013 uitgekomen
op 3.287 bijstandsgerechtigden. Dit is een stijging van 5,1% in een jaar tijd. De eerste helft van 2013
steeg het bestand sterk, waarna een stabilisatie optrad en vanaf augustus is het bestand weer gaan
dalen. Over heel 2013 bezien is de stijging in Apeldoorn lager dan het gemiddelde van de
referentiegemeenten. In 2013 zijn ondanks de slechte arbeidsmarktomstandigheden toch meer mensen
uit de uitkering gestroomd dan in 2012. In 2013 waren dit er 539 en in 2012 494. Het
dienstverleningsconcept voor nieuw ingestroomde klanten is in 2013 uitgebreid met het instrument
Direct Actief, dat succesvol bleek.
Mede door de sterke toename van het bestand aan het begin van het jaar dreigde een fors tekort op het
BUIG-budget (€7 miljoen). Uw raad is hier destijds over geïnformeerd. Omdat de toename van de
bijstand landelijk is, heeft het Rijk het totale budget verhoogd. Apeldoorn heeft hieruit ook extra
middelen gekregen (€3,9 miljoen). Hierdoor, en door de afname van het bestand, is het gerealiseerde
tekort op de BUIG over 2013 uitgekomen op €2,7 miljoen. Daar bovenop is een tekort van € 0,1 op de
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) gerealiseerd, waarmee het totale tekort is uitgekomen op
€ 2,8 miljoen.
Er zijn in 2013 bijna 6% meer individuele verstrekkingen geweest in het kader van het Minimabeleid:
11.124 in 2013, tegen 10.540 in 2012. 164 Mensen hebben een regeling gekregen in het kader van de
schuldhulpverlening.
De Felua-groep voert namens de gemeente Apeldoorn de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Op
basis van prestatieafspraken krijgt Felua-groep het budget dat de gemeente van het Rijk voor de Wsw
krijgt. De opgelegde taakstelling weet de Feluagroep te realiseren.
In 2013 is geanticipeerd op de Participatiewet die naar verwachting in 2015 in werking zal treden.
Samen met onder andere het UWV en de Felua is verkend hoe de gezamenlijke regionale
werkgeversdienstverlening verder uitgebreid kan worden
De gemeente Apeldoorn is centrumgemeente in de arbeidsmarktregio Stedenvierkant (Stedendriehoek
en Noord-Veluwe). In het Sociaal Akkoord, dat in april 2013 tussen de sociale partners en het kabinet is
gesloten, is bepaald dat er vanaf 2015 per arbeidsmarktregio één regionaal Werkbedrijf moet komen dat
arbeidsgehandicapten naar werk begeleidt. Wij hebben het initiatief genomen om met alle betrokken
partijen uit de arbeidsmarktregio (gemeenten, SW-bedrijven, sociale partners, het UWV, het onderwijs)
te bespreken hoe hier vorm aan gegeven kan worden. Besloten is om een regionale Werkkamer in te
richten en deze de opdracht te geven om voorstellen te doen die leiden tot een Werkbedrijf.
Apeldoorn heeft actief bijgedragen aan de opzet en de doorontwikkeling van de Strategische Board
118
Stedendriehoek. In de Board werken vertegenwoordigers van het Onderwijs, de Ondernemers en de
Overheid (3 O’s) samen. Wethouder Kruithof zit namens de Regio Stedendriekhoek in het bestuur van
de Board. In juni 2013 is onder auspiciën van de Board het Akkoord van Beekbergen door diverse
regionale partners ondertekend.
Door een wetswijziging in de Wet Inburgering is de gemeente vanaf 2013 niet meer verantwoordelijk
voor de inburgering van mensen. Die verantwoordelijkheid heeft zij nog wel voor mensen die vóór de
wetwijziging in een traject zaten en dat na 2013 nog doorloopt. In totaal waren er in 2013 nog 225
mensen waar de gemeente een verantwoordelijkheid had voor het inburgeringstraject.
Hoofddoelstelling 6.1
Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstelling.
611 Werkgelegenheid
Prestatie
De Wet werken naar vermogen vindt geen
doorgang. De ingeboekte bezuinigingen op
de Wsw voor 2013 zijn daarmee ook
ongedaan gemaakt. Nu is nog onbekend
hoe het Rijk de taakstelling en het budget
voor 2013 zal verdelen. Vooralsnog gaan
wij er vanuit dat in 2013 hetzelfde bedrag
wordt ontvangen als in 2012. De Feluagroep zal in de loop van 2012 een op de
nieuwe situatie gebaseerde begroting
opstellen.
Toelichting
Het kabinet is voornemens om de Participatiewet
per 1 januari 2015 in te laten gaan. De Wsw zal
daarvan deel uit maken. Vanaf die datum zal het
Rijk de bezuinigingen, zoals die al eerder onder de
Wet Werken naar Vermogen waren aangekondigd,
stapsgewijs door voeren. Deze bezuinigingen
treffen vanaf die datum ook het budget voor de
Wsw.
Derhalve heeft in 2013 geen korting plaats
gevonden op het Wsw-budget. Apeldoorn heeft
€26,6 miljoen ontvangen om de taakstelling van
1011,5 SE’s (arbeidsjaren) te realiseren. Op basis
van gemaakte prestatieafspraken is dit bedrag aan
de Felua over gemaakt. Felua heeft in 2013 0,9 SE
(1012,4) meer gerealiseerd dan de taakstelling).
De kosten die hiermee gepaard gaan worden door
Felua-groep gedragen.
●
De prestaties die van de Felua worden
verwacht, worden ieder jaar tussen de
gemeente en de Felua-groep vastgelegd.
Wat heeft het gekost?
611
Werkgelegenheid
Begroting na wijziging
Realisatie
Afwijking
Begroting Bestaand Beleid
L
B
€ 27.553 26.229
S
-1.324
L
B
26.819 26.584
S
-235
L
-734
B
355
S
I/S
1.089 I
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 27.553 26.229
-1.324
26.819 26.584
-235
-734
355
1.089
980
Mutaties reserves
0
-1.076
1.076
0
-1.076
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
27.895 26.584
-1.311
342
355
13
0
0
0
€ 27.553 26.229
-1.324
1.076
I
I
Wsw
Van het ministerie zijn ten behoeve van de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening aanvullende
beschikkingen ontvangen van in totaal € 0,38 miljoen. Dit heeft betrekking op een aanvullende
indexering voor 2013, een additionele bijdrage in het kader van onderuitputting van het macrobudget
119
2013 en een bonus voor het aantal plekken begeleid werken dat in 2011 is gerealiseerd. Op basis van
de met de Felua gemaakte afspraken, zijn deze bedragen aan de Felua overgemaakt.
Overig
Via het gemeentefonds zijn eind 2013 (extra) middelen ter beschikking gesteld t.b.v. het regionale
Actieplan Jeugdwerkloosheid (€ 814.500) en regionale werkgeversdienstverlening
(€ 130.000 project “Doen wat kan”). Hiervan is een gering deel in 2013 besteed zodat
€ 934.000 via een ROP wordt overgeheveld naar 2014.
623 Participatiebudget
Prestatie
Re-integratie
In 2013 worden minimaal 500 mensen naar
werk bemiddeld (zowel parttime als fulltime).
Daarnaast worden 400 participatieplaatsen
(voor een brede doelgroep) gerealiseerd voor
2014. Het aantal mensen dat actief
participeert (in vrijwilligerswerk, een sociaal
activeringstraject, dagbesteding of binnen een
participatieplaats) bedraagt nu 425 en zal in
2013 oplopen tot minimaal 500.
●
Toelichting
In 2013 zijn 539 mensen naar werk bemiddeld
waarvan de uitkering is beëindigd. Dit aantal
zal vanwege het naijleffect nog iets oplopen.
Ultimo 2013 waren 586 participatieplaatsen
(Talent-plekken) gerealiseerd voor een brede
doelgroep.
498 Klanten uit de participatiedoelgroep zijn
actief in vrijwilligerswerk, een sociaal
activeringstraject, dagbesteding of binnen een
participatieplaats.
Hiermee zijn de doelstellingen behaald.
Inburgering
In 2013 starten geen nieuwe
inburgeringstrajecten, behoudens een kleine
groep met verworven rechten voor de
ingangsdatum van de nieuwe wet, bovendien
lopen de al gestarte trajecten van 2012 en
eerder door. Gezien de nieuwe wetgeving is
2013 een overgangsjaar om lopende trajecten
af te handelen.
●
In 2013 zijn 32 trajecten gestart voor mensen
die op grond van hun vóór 2013 verworven
rechten recht hadden op een
inburgeringstraject. Daarnaast lopen de
trajecten nog door van mensen die in de jaren
vóór 2013 met een inburgeringstraject zijn
gestart. In totaal waren er eind 2013 225
inburgeraars, waarvan 100 mensen een
inburgeringtraject via de gemeente volgden en
125 dit zelf hadden georganiseerd. De
verwachting is dat in 2016 de laatste
inburgeringstrajecten zijn afgerond. Daarmee is
de verwachting niet uitgekomen dat de
inburgeringstrajecten in 2013 afgerond zouden
worden.
Volwassen en beroepsgerichte educatie
(Analfabete) volwassenen zonder een
startkwalificatie in staat stellen om een
opleiding te volgen bij het ROC.
●
Ten opzichte van 2012 is het budget in 2013
gehalveerd, de regels met betrekking tot de
inkoop zijn veranderd en er zijn eindtermen
voor de opleidingen geïntroduceerd. Hierdoor is
het mogelijk geweest om voor 177 cursisten
een opleiding in te kopen.
De afspraken over de inzet van de bijdrage, de
inhoud van de opleidingen c.q. cursussen en
het aantal cursisten worden vastgelegd in een
Productovereenkomst met het ROC.
In 2013 zijn bij het ROC Aventus
taalopleidingen ingekocht. Deze cursussen zijn
speciaal ontwikkeld om laaggeletterdheid onder
volwassenen te bestrijden. De afspraken over
de inzet van de bijdrage, de inhoud van de
opleidingen en het aantal cursisten zijn
vastgelegd in een productovereenkomst met
Aventus.
120
Participatiewet
In 2013 is geanticipeerd op de Participatiewet die naar verwachting in 2015 in werking zal treden.
Samen met onder andere het UWV en de Felua is verkend hoe de gezamenlijke regionale
werkgeversdienstverlening verder uitgebreid kan worden en hoe het instrumentarium er onder de
Participatiewet moet uit zien. In 2013 is het aantal plekken dat beschikbaar is voor Leer-Werksettings
uitgebreid. Deze settings zijn bedoeld voor mensen die na het Direct Actief traject of een stageperiode
nog niet zijn uitgestroomd. Zij kunnen via een Leer-Werksetting werkervaring opdoen en het streven is
om mensen ook minimaal een startkwalificatie te laten behalen.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Reductie personeel klantmanagement participatie
De bezuinigingsdoelstelling op de formatie van participatie is behaald. Dit heeft er toe geleid dat binnen
participatie met een beperkte capaciteit ongeveer de helft van het klantenbestand wordt bediend. Door
de personeelsreductie is er voor gekozen om de focus te beperken tot het activeren en laten participeren
van klanten met perspectief waarbij ook eigen initiatief van de klanten wordt verwacht.
Reductie personeel werkgeversdiensten
De reductie en de bijbehorende bezuiniging zijn gerealiseerd.
Reductie personeel klantmanagement werk
De bezuinigingstaakstelling is behaald. In 2013 is gestart en geïnvesteerd in een andere dienstverlening
voor klanten. De nieuw ingestroomde klanten zijn bediend vanuit het concept Direct Actief, waarbij de
aanpak voor jongeren is gericht op toegeleiding terug naar het onderwijs en/of naar werk. Voor beide
doelgroepen geldt dat maximaal wordt ingezet op de eigen verantwoordelijkheid in het verwerven van
inkomen (uit studiefinanciering of werk) en de uitkering slechts wordt toegekend in gevallen waarin
klanten aantoonbaar in het voorgaande niet slagen.
Beperking loonkostenbijdrage (uitvoeringskosten)
De beperking van de loonkostenbijdrage (uitvoeringskosten) is gerealiseerd en vrij gevallen ten gunste
van de algemene middelen.
Zomernota 2012: Werk en inkomen
Deze bezuinigingstaakstelling van € 0,6 miljoen op de reguliere overhead is gerealiseerd.
Wat heeft het gekost?
623
Begroting na wijziging
Participatie
Realisatie
Afwijking
Begroting Bestaand Beleid
L
€ 10.563
B
7.195
S
-3.368
L
10.619
B
7.306
S
-3.313
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 10.563
7.195
-3.368
10.619
7.306
980
Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
563
563
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 10.563
7.758
-2.805
990
121
10.619
L
56
B
111
-3.313
56
563
563
7.869
-2.750
S
I/S
55
I
111
55
I
0
0
0
I
56
111
55
I
650 Kinderopvang
Wat heeft het gekost?
650
Begroting na wijziging
Kinderopvang (Wet Kinderopvang)
Begroting Bestaand Beleid
€
L
394
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
B
Realisatie
5
S
-389
394
5
0
394
L
B
Afwijking
159
10
S
-149
L
-235
-389
159
10
-149
0
0
0
0
5
-389
159
10
B
5
S
I/S
240 I/S
-235
5
240 I/S
0
0
0
0
-149
-235
5
240 I/S
Het voordeel van circa € 0,2 miljoen is in grote mate een gevolg van veranderingen in kinderopvang
voor mensen die een Sociaal-Medische-Indicatie hebben. In 2012 is de Apeldoornse regelgeving met
betrekking tot de aanvraag, toekenning en duur gewijzigd.
Sinds 2013 kunnen alleen personen met een WWB-uitkering, een parttime baan, studenten en
(minderjarige) scholieren een extra tegemoetkoming ontvangen van de gemeente.
In de MPB 2014-2017 is een bezuiniging opgenomen van € 150.000 structureel.
Door de genoemde factoren wordt er minder en korter beroep gedaan op de regeling.
Hoofddoelstelling 6.2
Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiële) ondersteuning voor
mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstelling.
310 Schuldhulpverlening
Prestatie
De instroom in een schuldregeling ten opzichte
van het aantal aanvragen daartoe is 85%.
●
122
Toelichting
In 2013 heeft de Stadsbank voor 201 mensen
een voorstel voor een schuldregeling gedaan.
Van deze aanvragen zijn 128 in een minnelijk
traject geslaagd. Voor 36 aanvragen waarin
schuldeisers niet bereid waren om mee te
werken aan een minnelijke regeling van de
Stadsbank is een wettelijke schuldsanering
(WSNP) gestart. Dat betekent dat 82% van
het aantal aanvragende schuldregeling is
ingestroomd in een minnelijke of wettelijke
regeling.
Wat heeft het gekost?
310
Begroting na wijziging
Stadsbank en schuldhulpverlening
Realisatie
Afwijking
Begroting Bestaand Beleid
€
L
4.032
B
613
S
-3.419
L
4.023
B
483
S
-3.540
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
4.032
613
-3.419
4.023
483
980
Mutaties reserves
€
0
0
0
0
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
4.032
613
-3.419
4.023
L
-9
B
-130
S
I/S
-121 I
-3.540
-9
-130
-121
0
0
0
0
0
483
-3.540
-9
-130
-121
I
I
610 Bijstandsverlening
Prestatie
Niet alleen vanuit sociaal oogpunt, maar
ook vanwege de kosten is het van belang
dat het aantal huishoudens met een
bijstandsuitkering zoveel mogelijk beperkt
wordt.
Om de prestatie te waarderen maken we
een vergelijking met referentiegemeenten.
Apeldoorn wil gelijk, of beter, presteren
dan deze referentiegemeenten. De te
leveren prestatie wordt uitgedrukt in een
kengetal. Dit getal vertaalt onze prestaties
in verhouding tot de referentiegemeenten.
Is het kengetal 1 of minder dan 1, dan
presteert Apeldoorn conform of beter dan
deze gemeenten.
●
Toelichting
Het aantal uitkeringsgerechtigden (BUIG) is ultimo
2013 uitgekomen op 3287. Dit is een stijging van
160 uitkeringen (5,1%) t.o.v. eind 2012. De
toename van het bestand is in de eerste helft van
2013 ontstaan. Halverwege het jaar stabiliseerde
de bestandsomvang en in de tweede helft van het
jaar zette een daling in.
De toename van het aantal mensen in de bijstand
is een landelijk beeld. Om de prestaties van
Apeldoorn te beoordelen vergelijken we ons t.a.v.
de Wwb met een aantal referentiegemeenten
middels een verhoudingsgetal. Het streven is om
minimaal gelijk of beter te presteren dan de
referentiegemeenten. Het verhoudingsgetal is dan
1 of kleiner dan 1. Het bestand in de
referentiegemeenten is gemiddeld met 7,2%
toegenomen. Het verhoudingsgetal is daardoor
uitgekomen op 0,978, waarmee de doelstelling is
behaald.
Instroom: De stijging die in 2012 is ingezet zet
zich in 2013 voort. In augustus en oktober zijn
grotere stijgingen in de instroom zichtbaar.
Uitstroom: Zie 623 Re-integratie voor de prestaties
van uitstroom naar werk.
De DAG1 dienstverlening wordt onveranderd
toegepast, met dien verstande dat deze is
uitgebreid met Direct Actief. Het doel is klanten
nog sneller naar werk te begeleiden. Daarnaast
wordt ingezet op het voorkomen van misbruik en
het ten onrechte toekennen van een uitkering.
Bovendien is er in de tweede helft van het jaar
extra aandacht besteed aan de doelgroep jongeren.
Ook is ingezet op de deelnemers op de wachtlijst
voor de WSW.
Over Direct Actief en de resultaten hiervan is uw
raad eerder geïnformeerd. Omdat de resultaten van
Direct Actief zeer bevredigend zijn, is besloten om
het instrument in 2014 uit te breiden met mensen
die al langer in de Wwb zitten. Daar waar het nog
123
Prestatie
Toelichting
niet is gelukt om mensen aan het werk te helpen,
wordt ingezet om mensen actief te laten
deelnemen in de samenleving. In totaal waren 498
mensen actief via een participatieplaats.
Wat heeft het gekost?
610
Begroting na wijziging
Bijstandsverlening
Realisatie
Afwijking
Begroting Bestaand Beleid
L
B
€ 46.256 40.466
S
-5.790
L
B
53.076 44.533
S
-8.543
L
6.820
B
4.067
S
I/S
-2.753 I/S
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 46.256 40.466
-5.790
53.076 44.533
-8.543
6.820
4.067
-2.753 I/S
980
Mutaties reserves
€
0
0
0
0
0
0
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 46.256 40.466
-5.790
53.076 44.533
-8.543
6.820
4.067
0
0
0
-2.753 I/S
Op het beleidsproduct bijstandverlening wordt een tekort gerealiseerd van € 2,8 miljoen, bestaande uit
€ 2,7 miljoen op de bijstandsuitkeringen in het kader van de Wet Bundeling van Uitkeringen
Inkomensvoorziening aan Gemeenten (BUIG) en € 0,1 miljoen op de lasten in het kader van de
uitvoering “Besluit bijstandverlening zelfstandigen” (Bbz).
De voorlopige beschikking BUIG van het ministerie, welke basis is voor de Meerjaren Programma
Begroting, bedroeg € 38 miljoen, waarmee we 2.949 bijstandsuitkeringen kunnen verstrekken. De
definitieve beschikking bedraagt € 41,9 miljoen, een positieve bijstelling van € 3,9 miljoen.
De lasten stegen met circa € 6,6 miljoen t.o.v. de begroting. Dit werd veroorzaakt door de toename van
het aantal uitkeringen en daarnaast was de gemiddelde bijstanduitkering hoger dan begroot.
Per 1 januari 2013 is door het rijk de subsidiëring van de Bbz gedeeltelijk gebaseerd op de normbaat:
een gemiddelde prestatie van de gezamenlijke gemeenten. Apeldoorn realiseert deze norm in 2013 niet.
In 2013 zijn maatregelen genomen om in de toekomst de norm wel te gaan halen, waarbij onder andere
een LEAN-traject is opgestart.
In 2013 is een aanvraag gedaan voor de Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU). Gemeenten kunnen
voor deze uitkering in aanmerking komen als zij meerjarig een tekort hebben dat het gevolg is van een
stoornis in het verdeelmodel. De MAU-aanvraag is afgewezen door het Ministerie. De aanvraag voor de
MAU was verplicht om daarna eventueel een aanvraag voor de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU)
te mogen doen. De IAU kan worden aangevraagd als het tekort op de BUIG 10% of meer van het
toegekende budget is. Omdat het gerealiseerde tekort (€2,7 miljoen) niet aan deze eis voldoet zal de
IAU over 2013 niet worden aangevraagd.
614 Gemeentelijk minimabeleid
Prestatie
In Apeldoorn wonen ongeveer 9.500
huishoudens die in aanmerking komen
voor allerlei inkomensondersteunende en
participatiebevorderende maatregelen. Als
gevolg van de wetswijziging WWB die per
1 januari 2012 van kracht is, komen voor
categoriale regelingen alleen nog mensen
met een inkomen tot maximaal 110% in
aanmerking. Het gemeentelijke beleid is
hiervoor op onderdelen aangepast. Voor
individuele bijzondere bijstand geldt een
inkomensgrens van 125% van het sociaal
minimum.
●
Toelichting
De nieuwe criteria zijn in 2013 toegepast en
hebben het beoogde effect gehad. In 2013 hebben
7.755 huishoudens gebruik gemaakt van een
inkomensondersteunende en
participatiebevorderende voorziening. Er hebben
geen beleidswijzigingen plaatsgevonden ten
opzichte van 2012. In 2013 is het aantal mensen
met recht op een RegelRecht voorziening
toegenomen. In 2013 is aan 11.124 mensen één
of meer regelingen uit het minimabeleid
RegelRecht verstrekt, tegen 10.540 mensen in
2012. Dit is een toename van bijna 6%.
Financieel verliep het jaar zoals begroot.
124
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Zomernota: Minimabeleid
Gezien de ontwikkelingen rondom het Minimabeleid en de wijzigingen die in 2015 gaan plaatsvinden is
de extra bezuinigingstaakstelling (€125.000) voor 2013 doorgeschoven naar 2014. De totale
taakstelling voor 2014 wordt daarmee €375.000.
Wat heeft het gekost?
614
Begroting na wijziging
Gemeentelijk minimabeleid
Realisatie
Afwijking
Begroting Bestaand Beleid
€
L
8.518
B
274
S
-8.244
L
8.460
B
294
S
-8.166
L
-58
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
8.518
274
-8.244
8.460
294
-8.166
980
Mutaties reserves
Reserve riolering
Reserve huisvuilrechten
€
€
263
957
263
957
332
928
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
1.494
-7.024
1.554
990
8.518
8.460
B
S
I/S
20
78
I
-58
20
78
I
332
928
0
0
69
-29
69
-29
I
I
-6.906
-58
60
118
I
724 Wet op de Lijkbezorging (Portefeuille Burgemeester)
Als niemand initiatief neemt tot begrafenis of crematie van een overledene, verzorgt de gemeente de
uitvaart. Elk jaar doet zich deze situatie enkele malen voor.
Wat heeft het gekost?
724
Begroting na wijziging
Wet op de Lijkbezorging
L
B
Realisatie
S
L
B
Afwijking
Begroting Bestaand Beleid
€
16
0
-16
57
22
S
-35
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
16
0
-16
57
22
980
Mutaties reserves
€
0
0
0
0
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
16
0
-16
57
L
B
S
I/S
-19 I
41
22
-35
41
22
-19
0
0
0
0
0
22
-35
41
22
-19
I
I
Hoofddoelstelling 6.3
Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstelling.
482 Onderwijs aan volwassenen
Prestatie
Het organiseren van cursussen voor
(jaarlijks) 200 mensen.
●
Toelichting
In het schooljaar 2012/2013 hebben in totaal 262
cursisten deelgenomen in het project ‘Meedoen in
de wijk’ (doel ontmoeting en integratie van
wijkbewoners, activering en participatie). Hiermee
is de doelstelling ruimschoots gehaald.
In de Zomernota 2012 is besloten dat vanaf 2014
geen middelen meer beschikbaar worden gesteld
voor laagdrempelige cursussen voor volwassenen
vanaf het schooljaar 2013/2014. Na dit jaar zal dit
product dan ook niet meer bestaan.
125
Wat heeft het gekost?
482
Begroting na wijziging
Volwassenen- en beroepsgerichte educatie
L
B
Realisatie
S
L
B
Afwijking
Begroting Bestaand Beleid
€
50
0
-50
45
0
S
-45
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
50
0
-50
45
0
980
Mutaties reserves
€
0
0
0
0
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
50
0
-50
45
L
B
S
I/S
-5
0
5
I
-45
-5
0
5
I
0
0
0
0
0
0
-45
-5
0
5
I
611 Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA)
Prestatie
Uitvoeren nieuwe structuur EPS/RPA
Uitwerken en uitvoeren uitvoeringsagenda
●
●
Toelichting
Ondernemers, kennisinstellingen en overheden in
de regio werken nauw samen in de Stichting
Strategische Board Stedendriehoek. Hierin zijn de
3 O’s (Ondernemers, Onderwijs en Overheid)
vertegenwoordigd. Zij richten zich op het
versterken van de innovatiekracht en het
concurrentievermogen van het bedrijfsleven, een
goed werkende, vraaggerichte arbeidsmarkt met
een goede aansluiting vanuit het onderwijs en een
onderscheidend vestigingsklimaat. Om deze sporen
verder uit te werken zijn regionale werktafels
opgezet. De Strategische Board Stedendriehoek is
ook initiatiefnemer van de profilering van de regio
als Cleantech Regio Stedendriehoek.
Op 7 juni 2013 is het Akkoord van Beekbergen
getekend in Parc Spelderholt. Het Akkoord van
Beekbergen omvat projecten waarmee enkele
problemen op de regionale arbeidsmarkt aangepakt
worden door samenwerking van ondernemers,
onderwijs en overheden. Centraal staan 4 doelen:
- de laagste werkloosheid van Nederland;
- elke vacature goed en snel vervuld;
- Iedereen minimaal een startkwalificatie;
- Ook alle mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt actief.
De realisatie van deze prestatie loopt door naar
2014.
Versterking onderwijsketen
●
Specifiek op de versterking (van de doorstroming
in) de onderwijsketen is de werktafel
Stedendriehoek Leert opgericht. De deelnemers
zijn vertegenwoordigers van de 3 O’s en zij voeren
projecten uit o.a. Optimaliseren Aanbod
Beroepsonderwijs,Technicampus, Leren en Werken
en Branchegerichte leerwerksettings opgezet en/of
uitgevoerd.
De realisatie loopt door in 2014.
Opzetten projecten om de arbeidsmarkt te
versterken
●
Voor dit onderdeel is de werktafel Stedendriehoek
Werkt opgezet. In dit verband worden genoemd
126
Prestatie
Toelichting
het project Actieplan JeugdWerkloosheid (AJW),
het sectorplan Samen werk maken van werk,
project Onderwijs-Arbeidsmarkt
Jonggehandicapten.
Naast de genoemde ontwikkelingen in de context
van de Strategische Board Stedendriehoek, heeft
Apeldoorn als centrumgemeente in de
arbeidsmarktregio ook stappen gezet om de
arbeidsmarkt te versterken. Op initiatief van
Apeldoorn is ook begonnen om de samenwerking
in de arbeidsmarktregio Stedenvierkant
(Stedendriehoek en Noord-Veluwe) vorm te geven.
In de arbeidsmarktregio moet per 2015 een
Werkbedrijf komen waarmee arbeidsgehandicapten
naar werk geleid kunnen worden. Er is een
regionale Werkkamer opgericht die voorstellen
doet over de wijze waarop het Werkbedrijf
vormgegeven kan worden.
Daarnaast wordt er in de arbeidmarkt verkend op
welke wijze de werkgeversdienstverleningen van
de gemeenten, SW-bedrijven en het UWV op
elkaar afgestemd kan worden.
Ook voor deze prestatie geldt dat de realisatie
doorloopt naar 2014.
Voor dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang.
Hoofddoelstelling 6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief (in sjabloon
staat kolom doel 2011 en kolom realisatie 2012 ontbreekt in sjabloon)
Outputkengetal
Realisatie
2012
623 Participatiebudget
Uitstroom doelstelling werk
Realisatie participatieplaatsen
Aantal klanten op participatieplaatsen
Aantal te starten inburgeringstrajecten
611 Werkgelegenheid
Prestatieafspraken gemeente – Felua-groep
Doel
2012
Doel
2013
Realisatie
2013
499
440
PM
138
500
250
PM
75
500
400
500
PM
539
586
498
32
974,3
974,1
1011,5
1012,4
Hoofddoelstelling 6.2 Inkomen én uitkomen
*) M.i.v. 2012 is het recht op deze voorziening verlaagd van 125 % naar 110% van het bijstandsniveau.
Outputkengetal
Realisatie
Doel
Doel
Doel
2012
2011
2012
2013
610 Bijstandsverlening
Lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in
verhouding tot de ontwikkeling van de
referentiegemeenten
614 Gemeentelijk minimabeleid
Aantal mensen met een inkomen tot 125 % van
het bijstandsniveau dat gebruik maakt van
RegelRecht
310 Schuldhulpverlening
Aandeel
geslaagde
schuldhulpverleningstrajecten tov totaal aantal
aanvragen schuldhulpverlening
Realisatie
2013
1,07
PM
1
1
0,978
10.540
12.000
14.000
11.000 *)
11.124 *)
68%
60%
65%
65%
63%
127
Hoofddoelstelling 6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt
Outputkengetal
Realisatie
2012
Onderwijs aan volwassenen aantal cursussen
Doel
2011
251
200
Doel
2012
200
Doel
2013
Realisatie
2013
200
262
Resumé programmakosten
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2013
(C)
Lasten
Baten
Saldo
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Lasten
Baten
Saldo
6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt
310
482
610
611
614
623
650
724
Stadsbank en schulhulpverlening
Volwassenen en beroepsgerichte educatie
Bijstandsverlening
Werkgelegenheid
Gemeentelijk minimabeleid
Participatiebudget
Kinderopvang (Wet kinderopvang)
Lijkbezorging
4.032
50
46.256
26.609
8.373
10.000
394
16
613
0
40.466
26.229
274
7.195
5
0
-3.419
-50
-5.790
-380
-8.099
-2.805
-389
-16
4.032
50
46.256
27.553
8.518
10.563
394
16
613
0
40.466
26.229
274
7.195
5
0
-3.419
-50
-5.790
-1.324
-8.244
-3.368
-389
-16
4.023
45
53.076
26.819
8.460
10.619
159
57
483
0
44.533
26.584
294
7.306
10
22
-3.540
-45
-8.543
-235
-8.166
-3.313
-149
-35
-9
-5
6.820
-734
-58
56
-235
41
-130
0
4.067
355
20
111
5
22
-121
5
-2.753
1.089
78
55
240
-19
Resultaat programma 6 vòòr bestemming
Bestemming programma 6 via functie 980
95.729
0
74.782
1.220
-20.947
1.220
97.382
0
74.782
1.783
-22.600
1.783
103.258
1.076
79.233
1.823
-24.025
747
5.876
1.076
4.451
40
-1.425
-1.036
Resultaat programma 6 na bestemming
95.729
76.002
-19.727
97.382
76.565
-20.817
104.334
81.056
-23.278
6.952
4.491
-2.461
128
Programma 7
Zorg en welzijn
Beleidsproducten:
620 Maatschappelijke begeleiding en advies
622 Huishoudelijke verzorging
630 Sociaal cultureel werk
652 Voorzieningen gehandicapten
714 Openbare gezondheidszorg
129
7. Zorg en Welzijn
Portefeuillehouder(s):
- P. Blokhuis
Leeswijzer
Het wettelijk kader onder dit programma is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo
hanteert 9 prestatievelden als indeling. Deze prestatievelden vormen ook (deels geclusterd) de indeling
van dit programma.
Wmo prestatieveld 1, bevorderen sociale samenhang
Doelstelling
Wat wilden we bereiken?
Het bevorderen van de sociale samenhang in- en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten door
middel van versterking van de informele en formele sociale (netwerk)infrastructuur. Deze doelstelling
moet leiden tot:
• Versterking van maatschappelijke participatie door en voor autonome en kwetsbare Apeldoornse
jeugd en ouderen
• Versterken van de integratie tussen allochtone en autochtone burgers
Wat hebben we bereikt?
Door middel van de pilot welzijnsteams is er een verbinding gelegd tussen formeel en informeel
(aansluiting De Kap) en zijn de samenwerkingsrelaties tussen professionals versterkt.
Bij etnische groepen in Apeldoorn ontstaat steeds meer het besef dat zij zélf ook een bijdrage kunnen en
moeten leveren aan hun participatie in de samenleving. Zij ontdekken hun eigen kracht en mogelijkheden
in deze en zoeken daarvoor samenwerking met anderen.
130
Wat hebben we daar voor gedaan?
Prestatie
Vergroting van de maatschappelijke
verantwoordelijkheid bij burgers voor de
leefbaarheid in de eigen stad, wijk, dorp
of buurt.
●
In 2012 zijn de wijkvoorzieningen MFC
Groene Hoven en MFA Kristal in gebruik
genomen en staat realisatie van het MFC
Anklaar met het oog op de
bezuinigingsopgave ter discussie.
●
Het realiseren van het wijkcentrum in de
Binnenstad en de Finse school wordt
nader afgewogen in het licht van het
uitvoeringsprogramma van de
wijkvoorzieningenscan, die medio 2013
gereed zal zijn.
Welzijn en zorgnetwerk worden in de
jaren 2012 en 2013 per stadsdeel
gerealiseerd.
●
Vergroten van maatschappelijke
deelname door allochtonen, met
aandacht voor bijzondere problematiek
als gevolg van taalachterstand en
culturele verschillen.
Uitvoeren rijksregeling
Huisvestingstaakstelling statushouders.
Het betreft het huisvesten van
asielzoekers die een verblijfsstatus
hebben gekregen.
●
●
●
Toelichting
Welzijnsprofessionals hebben in pilots met
welzijnsteams geëxperimenteerd met ‘welzijn
nieuwe stijl’ waarbij het aanspreken van bewoners
op hun verantwoordelijkheid centraal staat. De
pilots laten eerste positieve resultaten zien. Deze
worden begin 2014 geëvalueerd.
Zowel Groene Hoven als Het Kristal maken
onderdeel uit van een groeiend netwerk van grote
en kleine ontmoetingsplekken (inmiddels ruim 40
locaties). Realisatie van het MFC Anklaar gaat, door
bezuinigingen, niet door.
Er is een inventarisatie van de aanwezige
accommodaties gemaakt. Voor de realisatie zijn we
in dit verband afhankelijk van Atlant.
De wijkvoorzieningenscan is veel complexer en
tijdrovender dan ingeschat en is daardoor nog niet
afgerond.
In april 2013 is er gestart met twee welzijnsteam in
de stadsdelen NO en ZO. De overige zijn nog niet
gestart, vanwege de evaluatie van de 2 pilots.
Planning is deze evaluatie in februari aan de raad
wordt gepresenteerd en dat daarna een
gemeentedekkend systeem wordt uitgerold.
In de loop van 2013 is de formatie
Stadsdeelregisseurs uitgebreid naar 1 per stadsdeel.
In 2013 is vooral ingezet op interculturalisatie van
de zorg, vooral door de doelgroepen zelf. Het
Apeldoornse communicatienetwerk allochtonen
geldt landelijk als “best practice”.
De ontstane achterstand als gevolg van het
Generaal pardon is dit jaar ingelopen. Dit mede
dankzij de medewerking van de gezamenlijke
woningstichtingen.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Wisselwerk opbouwwerk
Het opbouwwerk is omgevormd tot buurtregisseurs. Dit is gepaard gegaan met een vermindering van de
subsidie met € 100.0000,- en een daling in het aantal fte. De buurtregisseurs ontwikkelen zich tot
sociale professionals nieuwe stijl (generalisten) binnen de welzijnsnetwerken. Bepaalde
bewonersgroepen hebben hierdoor minder ondersteuning ontvangen en moeten meer zelf doen. Dit is
conform de opdracht uit de nota “Participeren in de civil society’.
Integratiebeleid
De subsidie aan het Platform Dialoog is met € 10.000,- verlaagd.
Buurtcentra (sluiting) en wijkvoorzieningenscan
Wisselwerk: Bezuinigingstaakstelling, oplopend tot € 250.000,- in 2015, verloopt volgens fasering. Het
effect van deze bezuiniging is dat vragen rondom bewonersbeheer van buurthuizen en andere
knelpunten door (dreigende) sluiting van waardevolle ontmoetingsplekken in de wijk extra druk leggen
op de ambtelijke organisatie.
131
Bezuiniging Accres
De taakstelling is gebaseerd op vermindering van het aantal accommodaties en/of goedkoper beheer op
maat per accomodatiesoort door Accres. De taakstelling is gerealiseerd door de subsidie aan Accres te
verlagen. Accres heeft de verlaging opgevangen binnen het totale bedrijfsresultaat. Dit heeft tot op
heden niet geleid tot een aantoonbaar nadelig effect op de prestatieafspraken. Accres heeft de ruimte
gekregen om, als een taakgerichte bezuiniging niet (volledig) haalbaar is, de bezuinigingen door middel
van een lumpsumbenadering te realiseren. Op het moment dat de bezuinigingen de prestatieafspraken
raken of in zijn geheel niet te realiseren zijn, komt Accres terug bij het College van B&W. In 2013 is een
dergelijke situatie niet aan de orde geweest.
Zomernota: Subsidie buurtacademie
Het betreft een onderdeel van volwasseneneducatie die bij het ROC is wegbezuinigd. Zie programma 6,
product 480 Onderwijs aan volwassenen.
Zomernota: Professionele ondersteuning welzijn
Bezuinigingstaakstelling verloopt volgens de afgesproken fasering. Bepaalde bewonersgroepen hebben
hierdoor minder ondersteuning ontvangen en hebben meer zelf moeten doen. Dit is conform de opdracht
uit de nota “Participeren in de civil society”.
Zomernota: Maatschappelijke stage
Bezuinigingstaakstelling van € 60.000,- verloopt volgens planning. De taakstelling lijkt ingehaald te
worden door het rijksbesluit tot stopzetting van de Maatschappelijke Stage. Uw raad heeft ons verzocht
om te kijken naar mogelijkheden tot (gedeeltelijke) instandhouding makelaarsfunctie maatschappelijke
stage zonder budget.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
Prestatieveld 1: Bevorderen sociale samenhang
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
I/S
Begroting Bestaand Beleid
630 Sociaal cultureel werk
€
5.058
1.936
-3.122
4.975
1.950
-3.025
-84
14
97
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
5.058
1.936
-3.122
4.975
1.950
-3.025
-84
14
97
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
-94
94
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-3.119
10
94
5.058
1.936
-3.122
5.069
1.950
I
-94
14
3
Wmo prestatieveld 2, preventief jeugdbeleid
Opgenomen in programma 5 Jeugd en Onderwijs
Wmo prestatieveld 3, informatie, advies en cliëntondersteuning
Doelstelling
Wat wilden we bereiken?
Doelstelling is dat de burger kan beschikken over de gegevens en ondersteuning die nodig zijn om
zelfstandig te zijn, keuzes te maken, zelfregie / zelf management te voeren en aanvragen te doen etc.
Het hier achterliggend, meer algemene doel, is het voorkomen, verminderen of oplossen van problemen
van (psycho) sociale, pedagogische of financiële aard en het beïnvloeden van maatschappelijke
situaties, die dit soort problemen veroorzaken.
132
Wat hebben we bereikt?
De burger kan op verschillende plekken in Apeldoorn terecht voor informatie, advies en ondersteuning.
Het Wmo-loket is goed bereikbaar voor een persoonlijk gesprek of telefonisch contact.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Prestatie
De gemeente subsidieert maatschappelijke
partners zodat zij in staat zijn in “een
Gesprek” informatie en advies aan burgers
te verstrekken en cliëntondersteuning aan
burgers te bieden en hierbij uit te gaan van
eigen kracht en zelfredzaamheid.
Prestaties door Apeldoorn zelf:
o Een klantvriendelijke en professionele
dienstverlening;
o Een onafhankelijke en volledige
informatieverstrekking over een breed
aanbod aan voorzieningen door een
gemeentegids, een digitaal loket en
beslisbomen;
o Het geven van advies en informatie;
gericht op bevordering van
zelfredzaamheid van burgers, “het
Gesprek”;
o Het geven van ondersteuning aan
cliënten die vragen of problemen
hebben, als gevolg van beperkingen,
met het zelfstandig functioneren;
o Het geven van voorlichting aan
maatschappelijke partners, zodat
beroepskrachten en intermediairs,
burgers kunnen adviseren en bijstaan
om zolang mogelijk zelfstandig
maatschappelijk te participeren;
o Het opleiden van vrijwilligers die o.a.
werken in de informatiepunten van de
woon service gebieden (gericht op
algemene voorzieningen).
Toelichting
Deze opdracht is verwerkt in de desbetreffende
subsidiebeschikkingen. Samen met zorg- en
welzijnspartners is aanvullend een website
ontworpen om de ontmoetingsplekken en hun
(welzijns-)aanbod laagdrempelig toegankelijk te
maken voor alle inwoners van Apeldoorn. De site
www.ontmoetelkaarinapeldoorn.nl is vanaf begin
2014 beschikbaar.
Wij richten ons altijd op de eigen kracht van de
persoon en de mogelijke inzet van het netwerk en
algemene voorzieningen ten behoeve van
zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie.
Ook in voorlichtingsbijeenkomsten wordt dit breed
uitgedragen.
●
●
Om de professionaliteit van de organisatie te
vergroten vindt casuïstiek en intervisie plaats en
worden themabijeenkomsten georganiseerd.
In de wijken zijn ontmoetingsplekken, waar
vrijwilligers en op enkele locaties professionals en
de gemeente gezamenlijk de burger informeren,
adviseren en waar nodig ondersteunen.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
Prestatieveld 3: Informatie, advies en clientondersteuning
L
B
Begroting Bestaand Beleid
620 Maatschappelijke begeleiding en advies
€
747
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
747
980 Mutaties reserves
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
747
133
Realisatie
S
L
0
-747
649
0
-649
-98
0
98
0
-747
649
0
-649
-98
0
98
0
0
0
-98
0
98
0
-747
649
B
Afwijking
S
0
-649
L
B
S
I/S
I
Wmo prestatieveld 4, vrijwilligersbeleid en mantelzorg
Doelstelling
Wat wilden we bereiken?
Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers door het instandhouden van een stevige
vrijwilligersinfrastructuur en het ondersteunen van mantelzorgers om de zorg voor hun naaste zo lang en
goed mogelijk vol te kunnen houden.
Wat hebben we bereikt?
Mantelzorgers en vrijwilligers kunnen voor ondersteuning terecht bij het Verenigingsburo en De Kap.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Prestatie
Faciliteren van de autonome,
zelfredzame burgers, die zich verenigen
op maatschappelijk, cultureel, ideëel of
sportief gebied door waar nodig het
versterken van vrijwilligersorganisaties.
●
Het versterken van het sociale netwerk
rond de burger door de diensten van
vrijwilligersorganisaties en
mantelzorgondersteuning hierop te
focussen.
Het bieden van algemene voorzieningen
als verenigingsondersteuning of
mantelzorgondersteuning, indien het
eigen netwerk of de eigen kracht niet
voldoende zijn.
Toelichting
Wij doen dit door subsidiëring van de taken van
het Verenigingsburo (Wisselwerk).
Daarnaast richten welzijnsteams zich op het
aanboren van talenten van burgers.
Het effect van de welzijnsteams wordt begin 2014
geëvalueerd.
●
●
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Stichting Maatschappelijk ondernemen
Bezuinigingstaakstelling (beëindiging van de subsidie) is gehaald mede dankzij de fusie van deze
stichting met de Stichting Present Apeldoorn waardoor een efficiencyvoordeel gerealiseerd is.
Zomernota: Vrijwilligers en verenigingen
Bezuinigingstaakstelling verloopt volgens planning. De verenigingsondersteuning loopt terug en er is een
noodzaak tot herijking van de subsidieregeling vrijwilligers.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
Prestatieveld 4: Vrijwilligersbeleid en mantelzorg
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
I/S
Begroting Bestaand Beleid
620 Maatschappelijke begeleiding en advies
€
1.415
0
-1.415
1.384
0
-1.384
-31
0
31
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
1.415
0
-1.415
1.384
0
-1.384
-31
0
31
€
1.415
0
-1.415
1.384
0
-1.384
-31
0
31
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
134
I
Wmo prestatieveld 5 & 6, collectieve en individuele verstrekkingen
Doelstelling
Wat wilden we bereiken?
De burgers van Apeldoorn zijn gezond en er zijn voor iedereen bereikbare en toegankelijke plekken voor
ontmoeting.
Wat hebben we bereikt?
Apeldoorn beschikt over een goede toegankelijke gezondheidszorg. In Apeldoorn ligt de algemene
levensverwachting met 79,5 jaar iets onder het gemiddelde in Nederland (80,1 jaar).
Met behulp van toekomstverkenningen hebben wij voor de volksgezondheid opnieuw de prioriteiten
voor de uitvoering bepaald met de nota “Op uw gezondheid” 2013 – 2016.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Prestatie
De prestaties ten aanzien van de
Gezondheidszorg zijn:
o Preventiebeleid dat erop gericht is om
ziekten te voorkomen of vroegtijdig
op te sporen en mensen gezonder te
maken door gezondheidsrisico’s weg
te nemen. Hiervoor werkt de
gemeente Apeldoorn intensief samen
met de GGD. Preventieve zorg wordt
ook door niet (of gedeeltelijk)
gemeentelijk gefinancierde
organisaties verstrekt zoals de
thuiszorg, jeugdzorg, GGZ en
verslavingszorg;
o Zorgbeleid dat ervoor zorgt dat er in
de gemeente voldoende voorzieningen
zijn op het gebied van zorg en dat
deze aansluiten op de zorgvraag.
Wanneer burgers buiten het reguliere
systeem vallen moet de gemeente
zorgregelend kunnen optreden
(vangnetfunctie);
o Facetbeleid (integraal beleid) dat er is
om ook op andere gebieden dan
volksgezondheid aandacht te
schenken aan aspecten van
gezondheid.
De meeste werkzaamheden worden
uitgevoerd door de GGD.
Voor de prestaties ten aanzien
Collectieve en Individuele verstrekkingen
dragen de consulenten van het Wmoloket zorg voor “Het gesprek” en
mogelijk een indicatie op maat voor
individuele en collectieve voorzieningen.
Toelichting
●
In de nota ‘Op uw gezondheid’ (vastgesteld in 2013)
zijn speerpunten opgenomen ten aanzien van
overgewicht, bewegen, gezond ouder worden,
diabetes, depressie, alcoholmatiging, seksuele
gezondheid, roken en een gezonde leefomgeving. De
speerpunten worden in samenwerking met de GGD
en verschillende andere organisaties nader
uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma.
In 2013 hebben wij de samenwerking uitgebreid
binnen de eerstelijnszorg door:
• het realiseren (zonder subsidie) van
gezondheidszorg onder één dak (GOEDEN);
• het uitbreiden van de woonservicegebieden;
• de doorontwikkeling van de Centra voor Jeugd
en Gezin.
Bij beslissingen over onder andere de openbare
ruimte, milieu en jeugd en ouderen betrekken wij het
gezondheidsadvies van de GGD
●
Wij onderzoeken de mogelijkheden van de burger
vanuit de Eigen kracht. Waar mogelijk bieden wij
collectieve voorzieningen aan (boodschappendienst
Attent, was- en strijkservice Omnizorg,
scootmobielpool). Waar noodzakelijk verstrekken wij
een individuele voorziening.
135
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Wmo-loket telefonisch beperken
De bezuinigingstaakstelling is bereikt. Telefonische bereikbaarheid is beperkt tot de ochtenden. Het
aantal telefonische contacten is niet substantieel verminderd. Cliënten kunnen tijdens piekmomenten
niet altijd doorverbonden worden door het KCC. Er wordt in die gevallen een terugbelafspraak gemaakt.
Reductie piekopvang
De bezuinigingstaakstelling is bereikt. Bij piekdrukte kunnen cliënten niet altijd direct te woord worden
gestaan. Er wordt dan een vervolgafspraak gemaakt om de hulpvraag verder te onderzoeken. De pieken
blijven zich voordoen.
Ouderenzorg en flankerend ouderenbeleid
De bezuinigingstaakstelling is bereikt voor de gesubsidieerde Personenalarmering (Verian) en de
gesubsidieerde maaltijdvoorziening (Stichting Maaltijdvoorziening Apeldoorn). In beide gevallen blijven
mensen gebruik maken van deze voorzieningen.
De bezuinigingstaakstelling op de ouderenbonden (belangenbehartiging) is bereikt. Een aantal
activiteiten van de ouderenbonden vindt plaats via de Stichting Contactorgaan Apeldoornse
Ouderenorganisaties, waarin de ouderenbonden ook zijn vertegenwoordigd .
De subsidie aan de ouderensociëteiten is volledig afgebouwd. Aansluiting wordt gezocht bij de
ontmoetingsplekken in de wijk.
Wmo voorzieningen (inclusief Zomernota)
De bezuinigingen hebben betrekking op de taakstelling op Regiotaxi, huishoudelijke hulp en sociaal
vervoer. De bezuinigingen zijn gehaald, behalve de taakstelling op Regiotaxi. De verwachte daling van
het gebruik als gevolg van de verhoging van de eigen bijdrage heeft niet plaatsgevonden. Daarnaast
hebben de wijzigingen van Provinciaal beleid met betrekking tot het Openbaar Vervoer geleid tot een
toename.
Volksgezondheid GGD (incl. logopedie)
In 2014 moet de laatste tranche van de bezuinigingstaakstelling van de Voorjaarsnota 2011 worden
gerealiseerd. Zonder aanvullende bezuinigingen bij de GGD resteert nog een beperkt tekort. Wij gaan
ervan uit dat de GGD de resterende bezuinigingstaakstelling alsnog realiseert.
De bezuinigingen hebben invloed gehad op het uitvoeren van logopedie, de infectieziektebestrijding en
op onderzoek op het gebied van zorg en gezondheid:
• de kwaliteit van de taal- en spraakscreening van leerlingen van scholen is verminderd. Een belangrijk
deel van de screening gebeurt nu door de schoolarts. Dit gebeurde voorheen door de logopedist die
op dat gebied deskundiger was.
• het aantal beschikbare uren bij de GGD voor infectieziektenbestrijding is verminderd. De
dienstverlening van de GGD op dit terrein is daardoor kwantitatief aangepast en verminderd.
• het gezondheidsonderzoek onder volwassenen en het gezondheidsonderzoek onder ouderen is
gecombineerd tot één onderzoek. Daardoor zijn de resultaten van het onderzoek minder specifiek.
136
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
Prestatieveld 5 en 6: Collectieve en individuele
verstrekkingen
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
Begroting Bestaand Beleid
Maatschappelijke begeleiding en advies
Huishoudelijke verzorging
Voorzieningen gehandicapten
Openbare gezondheidszorg
€
2.691
€ 18.421
€
8.418
€
2.674
0 -2.691 1.828
3.670 -14.751 15.971
355 -8.063 6.639
0 -2.674 2.248
0
3.785
803
4
-1.828
-12.186
-5.836
-2.244
-863
-2.450
-1.779
-426
0
115
448
4
863
2.565
2.227
430
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 32.204
4.025 -28.179 26.686
4.592
-22.094
-5.518
567
6.085
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
460
537
77
460
17
-443
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 32.204
4.545 -27.659 27.146
5.129
-22.017
-5.058
584
5.642
620
622
652
714
520
520
I/S
I
I
I
I
I
Dit prestatieveld laat een aantal substantiële overschotten zien. Deze overschotten waren al zichtbaar in
de Turap 2013. Enige jaren geleden was er nog sprake van grote overschrijdingen. Wij hebben toen 9
bezuinigingsmaatregelen getroffen om de budgetten beter in control te krijgen. Deze maatregelen
blijken, in combinatie met de gekantelde manier van werken, zeer effectief te hebben gewerkt. Onze
nieuwe verordening dwingt ons in gesprek te gaan met mensen over wat ze zelf wel kunnen. Dit in
combinatie met een succesvolle aanbesteding Huishoudelijke Hulp, met gelijkblijvende kwaliteitseisen,
leidt tot een belangrijk voordeel.
Het voordeel is als volgt opgebouwd:
620
Begeleiding en advies / Compensatiemiddelen AWBZ
Als gevolg van de val van het vorige kabinet is de besluitvorming over de decentralisatie van AWBZ –
Begeleiding vertraagd en zijn de gemeentelijke voorbereidingen in aangepast tempo voortgezet. De
invoeringsbudgetten die de raad beschikbaar heeft gesteld zijn hierdoor later besteed. Het restant
budget van € 537.000 wordt conform de afspraken met de raad overgeheveld naar 2014 (zie “mutatie
reserve overlopende projecten”). In de tussentijdse rapportage is een kleiner voordeel gemeld omdat nog
in 2013 kosten voor de gesprekken werden verwacht. De meeste gesprekken vinden echter in 2014
plaats. Als gevolg van de vertraging bij de decentralisaties is ook het budget voor scholingskosten van €
100.000 niet besteed.
Verder is er een voordeel van € 70.000 doordat het Maatjesproject later van start is gegaan dan
gepland. De partners in dit project zijn pas recent gekomen met een gezamenlijk gedragen plan van
aanpak. Ook is het in dit prestatieveld beschikbare budget € 130.000 voor stadsdeelregisseurs niet in
dit prestatieveld gerealiseerd, maar op prestatieveld 1.
Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
622
Huishoudelijke verzorging.
Zorg in natura van huishoudelijke hulp (HH)
Voor de zorg in natura heeft de aanbesteding in 2012 geleid tot lagere uurtarieven van de
zorgleveranciers. Verder daalt het aantal geleverde uren aan de cliënten als gevolg van de negen
maatregelen. Er is daardoor een voordeel op dit product ontstaan van € 2 miljoen.
Persoonsgebonden Budgetten (PGB)
Door de daling van het aantal PGB gebruikers en het aantal uren per PGB cliënt (effect van de negen
maatregelen) nemen de uitgaven af met € 420.000. Dit is onder andere bereikt door het kritisch toetsen
van de aanvraag en de intensievere verantwoordingsplicht van de PGB’s. Dit leidt tot een beperkte
verschuiving naar andere producten. Daarnaast is sprake van een voordeel van € 220.000 dat
voornamelijk is veroorzaakt omdat minder externe adviezen hoefden te worden ingewonnen.
137
Het voordeel op HH en PGB is niet structureel, omdat het rijk ingrijpende bezuinigingen op het budget
voor huishoudelijke hulp heeft aangekondigd. De rijksbijdrage wordt per 2015 gekort met 40% en er
zullen nog ingrijpender maatregelen nodig zijn om deze rijksbezuiniging op te kunnen vangen.
Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
652
Voorzieningen gehandicapten.
Woonvoorzieningen
Op het onderdeel woonvoorzieningen is € 610.000 minder uitgegeven dan begroot. Het grootste
voordeel, € 450.000 ontstaat doordat we sinds twee jaar woningen goedkoper aan laten passen en we
het afgelopen jaar woonunits hebben kunnen hergebruiken. Verder zijn er minder verhuiskosten vergoed
(een effect van de 9 maatregelen).
Vervoersvoorzieningen en sociaal vervoer.
De groei van het aantal verstrekte scootmobielen, fietsen / tandems en rolstoelen in het verleden is
sinds 2012 omgebogen in een daling. Dat heeft ook een voordelig effect op de kosten van onderhoud.
Bovendien is het aandeel goedkopere herverstrekkingen groter dan gedacht. Het voordeel in 2013
bedraagt in totaal € 1.140.000.
Het voordeel op sociaal vervoer bedroeg per saldo € 80.000. Dit bestaat enerzijds uit een voordeel van
€ 210.000 op vervoersbijdragen. Dit is het resultaat van eerder genomen maatregelen, waarvan het
structurele effect is verwerkt in de bezuinigingsvoorstellen van de MPB 2014-2017. Daar staat een
nadeel van € 120.000 op de Regiotaxi tegenover. Zoals onder het punt “lopende
bezuinigingstaakstellingen” al is toegelicht, wordt de taakstelling op Regiotaxi niet gehaald.
Inzet van personele capaciteit
Op het prestatieveld is voor € 280.000 minder aan kosten van personeel doorberekend, vooral door een
andere tijdbesteding, dan geraamd. Voor de MPB 2014 – 2017 zijn de urenramingen naar de meest
actuele inzichten aangepast.
Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
714
Openbare gezondheidszorg.
Er is een voordeel op de uitgaven voor de GGD van € 430.000. Deze meevaller wordt voor een deel
veroorzaakt door voordelige resultaten in de jaarrekening van de GGD, die aan de deelnemende
gemeenten worden terugbetaald. Ook is de inwonerbijdrage in 2013 lager, omdat de GGD haar
bezuinigingstaakstelling voor de jaren tot en met 2013 eerder heeft gerealiseerd. Ten slotte hebben wij
nog een eenmalig fiscaal voordeel uit eerdere jaren. De gemeenteraad is hier op een eerder moment al
apart over geïnformeerd.
Wmo prestatieveld 7, Vrouwenopvang en huiselijk geweld
Doelstelling
Wat wilden we bereiken?
Het bestrijden van geweld in afhankelijkheidsrelaties door inzet op het voorkomen en het signaleren
ervan en door het (acute) beschermen en ondersteunen van slachtoffers,
opdat het geweld snel stopt en slachtoffers een leven zonder geweld kunnen opbouwen.
Het realiseren en subsidiëren van opvang voor slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties is
primair een taak van de centrumgemeente. In het kader van prestatieveld 7 van de Wmo heeft echter
elke gemeente de verantwoordelijkheid om te monitoren of er voldoende opvangcapaciteit beschikbaar
is voor haar eigen inwoners, zowel kwalitatief als kwantitatief.
138
Wat hebben we bereikt?
Het domein huiselijk geweld en vrouwenopvang had in 2013 met enkele belangrijke ontwikkelingen te
maken (herverdeling geld, transitie jeugdzorg, Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling (AMHK). Deze vergden aandacht van gemeente én uitvoerende organisaties. Het is
gelukt om hulpverlening in stand te houden en zelfs enkele andere onderwerpen op de agenda te krijgen
(ouderenmishandeling, Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV). De prestatie ‘doorstroming naar
zelfstandig wonen’ verschiet door o.a. inzet op ambulantisering van betekenis. Het beleid om dure
opvangplekken alleen nog te gebruiken voor vrouwen die gevaar lopen en meer in te zetten op preventie
en begeleiding bij een snelle terugkeer, is al eerder ingezet. Dit beleid spoort met de nieuwe WMO.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Prestatie
Hulpverlening en opvang gericht op
zowel mannen, minderjarigen als
vrouwen. Zonodig fungeert de lokale
overheid als vangnet en zorgt voor
alternatieve vormen van opvang in
noodsituaties.
Bevorderen van de doorstroming uit de
opvang naar zelfstandig wonen waarbij
in samenwerking met de
woningcorporaties woonruimte ter
beschikking wordt gesteld na de opvang.
Toelichting
De hulpverlening wordt gerealiseerd door Moviera
via een subsidie.
Het vangnet wordt gewaarborgd via de sluitende
buurtaanpak.
●
Wij hebben met Moviera afspraken gemaakt over het
ambulantiseren van de hulp aan vrouwen waardoor
de verblijfstijd afneemt.
Moviera heeft, in verband met de toegenomen
vraag, maatregelen genomen, zodat opvang voor
degenen die het echt nodig hebben mogelijk blijft.
●
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
Prestatieveld 7: Regionale vrouwenopvang en
huiselijk geweld
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
I/S
Begroting Bestaand Beleid
620 Maatschappelijke begeleiding en advies
€
2.732
0
-2.732
2.612
0
-2.612
-120
0
120
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
2.732
0
-2.732
2.612
0
-2.612
-120
0
120
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
-60
60
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-2.672
-60
60
2.732
0
-2.732
2.672
0
-60
0
60
Wmo prestatieveld 71, 8 & 9, Regionaal Kompas
Doelstelling
Wat wilden we bereiken?
De maatschappelijke zorg beoogt mensen zo volwaardig mogelijk en zo zelfredzaam mogelijk mee te
laten doen in de samenleving met een aanvaardbare kwaliteit van leven door middel van preventie,
toeleiding, doorstroom, rehabilitatie en herstel op de terreinen zorg, wonen, dagbesteding, financiën,
sociaal netwerk en veiligheid. Het beleid is gericht op uitstroom uit de maatschappelijke zorg, naar een
stabiele leef- en woonsituatie en op maximaal haalbare zelfredzaamheid.
1
excl. vrouwenopvang en huiselijk geweld
139
I
I
Wat hebben we bereikt?
In 2013 is uitvoering van het bestaande beleid nagenoeg ongewijzigd voortgezet. Dit mede vanwege de
op handen zijnde decentralisaties die van invloed (zullen) zijn op de uitvoering van het Regionaal
Kompas. De aandacht heeft zich vooral gericht op verfijning van de trajectfinanciering en de
verantwoording er van.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende prestaties hebben bijgedragen aan het realiseren van het genoemde prestatievelden.
Prestatie
Bieden van maatschappelijke opvang en
vergroten van de weerbaarheid.
●
Bevorderen van de openbare geestelijke
gezondheidszorg.
●
Bieden van verslavingszorg.
●
Toelichting
De gemeente subsidieert instellingen om
outreachende bemoeizorg, ambulante begeleiding
van cliënten op weg naar zelfstandig wonen in de
regio Apeldoorn vorm te geven.
Wij hebben, naar aanleiding van de crisisopvang
tijdens de winter 2011-2012, aanvullende afspraken
gemaakt voor een effectieve, flexibele en vooral
sluitende aanpak binnen het bestaande aanbod.
De subsidieverlening is gericht op de realisatie van
een samenhangende, integrale aanpak enerzijds en
het realiseren van individuele trajecten voor
preventie, toeleiding opvang, zorg en nazorg voor
kwetsbare mensen met meervoudige problemen
anderzijds.
Zie hiervoor.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Regionaal Kompas (opvang dak-en thuislozen)
Op het subsidiebudget Regionaal Kompas 2013 is per instelling via de kaasschaafmethode) 1,2% gekort
als gevolg van een lagere rijksuitkering voor Maatschappelijke opvang. Het effect in 2013 is nog
beperkt, omdat wij met name een onderbesteding in 2012 opnieuw beschikbaar hebben gesteld voor de
maatschappelijke opvang in 2013.
In 2013 is de tweede tranche van de korting uit de Voorjaarsnota 2011 doorgevoerd. In 2014 volgt de
laatste korting
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
Prestatieveld 7, 8 en 9: Regionaal Kompas
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
I/S
Begroting Bestaand Beleid
620 Maatschappelijke begeleiding en advies
€ 10.521
1.811
-8.710 11.226
1.901
-9.325
705
91
-615
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 10.521
1.811
-8.710 11.226
1.901
-9.325
705
91
-615
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
408
408
0
0
0
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 10.521
2.309
-8.917
705
91
-615
408
2.219
408
-8.302 11.226
I
I
Zoals ook gemeld in de turap 2013 heeft Raad van Arbitrage in 2013 inzake Omnizorg zowel een
tussenvonnis als een eindvonnis geveld, waarin de gemeente werd veroordeeld aan de hoofdaannemer
te betalen. Hierover bent u via (deels niet-openbare) brieven en PMA nader geïnformeerd.
De kosten ten aanzien van de bouw zijn ten laste gebracht van het krediet, hetgeen leidt tot een
kredietoverschrijding van € 0,4 miljoen, waarbij de BTW volledig kon worden verrekend. Dit heeft geleid
140
tot (structureel) hogere kapitaallasten van circa € 30.000, waarbij voor 2014 en verder dekking
aanwezig is binnen de MPB 2014-2017.
De overige kosten – met name de wettelijke rente - zijn voor wat betreft het tussenvonnis betrokken bij
de jaarrekening 2012 en komen voor wat betreft het eindvonnis en de juridische advisering inzake de
arbitrage ten laste van het jaarrekeningresultaat 2013, hetgeen leidt tot een nadeel van € 320.000.
Zoals ook gemeld in de turap 2013 is een onderhoudscontract voor installaties in 2013 afgekocht, wat
heeft geleid tot een nadeel van € 115.000.
Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
Resumé programmakosten
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Baten
Saldo
Lasten
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Rekening 2013
(C)
Baten
Saldo
Lasten
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Baten
Saldo
Saldo
Lasten
7: Zorg en welzijn
620
622
630
652
714
Maatschappelijke begeleiding en advies
Huishoudelijke verzorging
Sociaal cultureel werk
Voorzieningen gehandicapten
Openbare gezondheidszorg
17.616
18.391
5.458
8.418
2.674
2.219
3.670
1.936
355
0
-15.397
-14.721
-3.522
-8.063
-2.674
18.106
18.421
5.058
8.418
2.674
1.811
3.670
1.936
355
0
-16.295
-14.751
-3.122
-8.063
-2.674
17.699
15.971
4.975
6.639
2.248
1.901
3.785
1.950
803
4
-15.798
-12.186
-3.025
-5.836
-2.244
-407
-2.450
-83
-1.779
-426
90
115
14
448
4
497
2.565
97
2.227
430
Resultaat programma 7 vòòr bestemming
Bestemming programma 7 via functie 980
52.557
0
8.180
0
-44.377
0
52.677
0
7.772
928
-44.905
928
47.532
631
8.443
928
-39.089
297
-5.145
631
671
0
5.816
-631
Resultaat programma 7 na bestemming
52.557
8.180
-44.377
52.677
8.700
-43.977
48.163
9.371
-38.792
-4.514
671
5.185
141
142
Programma 8
Sport en cultuur
Beleidsproducten:
480 Overige onderwijsaangelegenheden
510 Openbare bibliotheek
511 Vormings- en ontwikkelingswerk
530 Sport
531 Groene sportvelden en terreinen
540 Kunst
541 Oudheidkunde en musea
143
8. Sport en Cultuur
Portefeuillehouder(s):
- J. G. Kruithof
- O.G. Prinsen
Doelstellingen
Wat wilden we bereiken?
8.1 Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor ontmoeting,
ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie;
8.2 Bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad als woon- en vestigingsplaats en ruim baan voor
talentontwikkeling met een hoogwaardig palet aan (top)sport en cultuurvoorzieningen;
8.3 Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed.
Om deze doelstellingen te behalen hebben wij de volgende 9 domeinen benoemd:
•
Bibliotheek
•
Kunstzinnige vorming
•
Creatieve industrie
•
Sportverenigingen en -activiteiten
•
Ruimte voor sport
•
Museum
•
Podiumkunsten
•
Omnisport
•
Erfgoed en oudheidkunde
Wat hebben we bereikt?
Voor cultuur is 2013 het jaar geweest waarin de effecten van bezuinigingen (MPB 2012-2015 en
zomernota 2012) steeds meer merkbaar werden. Voor de jaren 2013-2014 zijn meerjarenafspraken met
de grote culturele instellingen (nota Spin-Off) gemaakt, waarin de bezuinigingstaakstellingen zijn
verwerkt. In 2013 is door het college ingezet op bijstand met raad en daad om bezuinigingseffecten op
te vangen, samenwerking te stimuleren en cultureel ondernemerschap mede mogelijk te maken. De
meeste inzet was op het dossier Gigant, deze instelling had grote liquiditeitsproblemen. Orpheus heeft
uitvoering gegeven aan haar investeringsplan om meer geld te gaan verdienen. De
amateurkunstverenigingen gaan de terugloop van subsidie-inkomsten vooral in 2014 merken, in 2013
waren er nog geen grote merkbare effecten.
De bijdrage voor de actieve sport beperkt zich tot het verlenen van steun aan sportverenigingen voor de
instandhouding van de sportvoorzieningen.
144
Hoofddoelstelling 8.1
Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor
ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Cluster cultuur
Dit betreft de taakstelling van € 400.000 (lopende heroverwegingen mpb 2011-2014) op Gigant,
Markant, CODA en Orpheus. Deze bezuiniging is geïmplementeerd en is van veel kleinere omvang dan
de latere bezuinigingen, voortkomend uit de kerntakendiscussie (mpb 2012-2015).
De bezuinigingen zijn gerealiseerd door interne bezuinigingen
Zomernota: Cultuurwijzer
De taakstelling van € 60.000 is geïmplementeerd. Het resterende bedrag wordt door Markant ingezet
voor matching van middelen van het Fonds Cultuurparticipatie voor de periode 2013-2016. Hiermee kan
de functie van het bureau Cultuurwijzer in ieder geval voor vier jaren voortbestaan.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
510 Bibliotheek
Prestatie
Bereikbare bibliotheekvoorziening
●
Leesbevordering
●
Toelichting
CODA is in 2012 gestart met het werken richting
nieuwe bibliotheekfilialen in de wijken (kleiner,
efficiënter, met andere partners) voor de minder
mobiele Apeldoorners (kinderen, ouderen).
De De koppeling van scholen en bibliotheken in 2012
heeft goed gewerkt. Mensen weten de nieuwe filialen
te vinden, het aantal titels wordt regelmatig ververst.
de centrale vestiging is gedeeltelijk aangepast aan de
moderne tijd. CODA doet er alles aan om
bezuinigingsmaatregelen te koppelen met
bibliotheekvernieuwing.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Subsidie CODA
Voor de jaren 2013-2014 zijn meerjarenafspraken met CODA gemaakt (nota Spin-Off) voor
bibliotheekwerk en de museumfunctie. (De afspraken met het archief zijn vastgelegd in een
dienstverleningsovereenkomst). In deze afspraken is de bezuinigingsopdracht, voortvloeiend uit de
gemeentelijke kerntakendiscussie, verwerkt. CODA heeft de kosten gereduceerd van personeelsformatie
en vastgoed. Tegelijkertijd ziet de instelling door toegenomen digitale raadplegingen aantallen fysieke
bezoekers voor het archief dalen.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
510 Openbaar bibliotheekwerk
€
L
5.158
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
5.158
980 Mutaties reserves
€
Begroting Bestaand Beleid
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
B
5.158
145
0
0
Realisatie
S
-5.158
L
5.045
-5.158
5.045
-5.158
5.045
B
Afwijking
S
-5.045
L
-113
B
S
I/S
113 I
0
-5.045
-113
0
113
22
34
22
34
0
0
22
34
22
34
56
-4.989
-113
56
56
I
I
511/540 Kunstzinnige vorming
Prestatie
Gevarieerd aanbod van amateurkunst
●
Breed aanbod cultuureducatie en
activiteiten voor een breed publiek
●
Stimulering jong talent
●
Toelichting
De aanvragen voor de regeling amateurkunstbeoefening zijn gelijk gebleven(ca 100 aanvragen).
De muziektent Oranjepark bereidt zich voor op
afnemende subsidie door sponsorwerving en
kostenreductie.
De bezuinigingen zijn gerealiseerd, met handhaving
van een breed aanbod. Markant ontving positief
bericht van het Fonds Cultuurparticipatie voor de
regeling Cultuureducatie met Kwaliteit, een project
voor vier jaren. Door late toekenning van de subsidie
door het Fonds Cultuurparticipatie is het project
Cultuureducatie met Kwaliteit pas in de tweede helft
van 2013 begonnen. Markant heeft het FCP verzocht
om de matching 2013 gedeeltelijk door te schuiven
naar 2014. Het Fonds heeft ingestemd met het
verzoek van Markant. Voor de totale prestaties voor
de vierjarige projectperiode vormt dit geen risico
ACEC (begane grond) haalde de prestatie-afspraken
en ontwikkelde zich in ondernemende zin om de
halvering van de subsidie op te vangen.
Ondanks de economisch slechte tijden is het aantal
aanmeldingen jeugd/jongeren van Markant niet
drastisch afgenomen. Gigant heeft het talentfestival
Plugged voor Apeldoornse popmuziek georganiseerd.
De subsidiekorting STA voor 2013 is
geïmplementeerd. STA doet er alles aan om de
subsidiekorting op te vangen, maar heeft hier grote
moeite mee. Er zijn nieuwe huurders bij STA
ingetrokken: MiDushi en de Apeldoornse Popschool.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Subsidie STA
De taakstelling is in uitvoering, maar het lukt STA niet om het tempo van subsidie-afbouw te volgen.
Het college gaat begin 2014 met STA in gesprek over de continuïteit van de activiteiten.
Subsidie Markant
De taakstelling is in uitvoering. Voor de periode 2013-2014 zijn meerjarenafspraken gemaakt in de nota
Spin-Off voor de hele organisatie Markant. In de afspraken is de taakstelling gemeentelijke kerntaken
verwerkt. Markant is in 2012 begonnen met een grote reorganisatie. De functies amateurkunst,
cultuureducatie via cultuurwijzer (makelaar cultuureducatie op school primair en voortgezet onderwijs)
worden, naast cursusaanbod, de hoofdpijlers van de organisatie. Markant heeft de cursusprijzen flink
moeten verhogen, weliswaar een landelijke trend, maar kwetsbaar in een tijd waarin publiek ook minder
geld uitgeeft. De aanmeldingen bleken voor dit jaar net voldoende te zijn, maar beneden verwachting.
Markant ving dit op door intern aanvullende maatregelen te treffen.
146
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
511/ Kunstzinnige vorming
540
L
B
Begroting Bestaand Beleid
511 Vormings- en ontwikkelingswerk
540 Kunst
€
€
537
1.580
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
2.117
980 Mutaties reserves
Div.
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Realisatie
S
0
L
-537
-1.580
431
1.560
-2.117
1.991
B
Afwijking
S
0
L
2.117
0
-2.117
1.991
0
S
I/S
-431
-1.560
-106
-20
-1.991
-126
0
126
0
0
0
-126
0
126
€
€
B
-1.991
106
20
I
I
480/530/531 Ruimte voor sport
Prestatie
Het efficiënt en kwaliteitsvol beheren en
exploiteren van gemeentelijke
sportaccommodaties.
Optimale inzet, spreiding en benutting
van gemeentelijke sportvelden.
Toelichting
●
●
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Subsidie Accres/zwembaden
De taakstelling is gerealiseerd door de subsidie aan Accres te verlagen. Accres heeft de verlaging
opgevangen binnen het totale bedrijfsresultaat. Dit heeft tot op heden niet geleid tot een aantoonbaar
nadelig effect op de prestatieafspraken. Accres heeft de ruimte gekregen om de bezuinigingen middels
lumpsumbenadering te realiseren. Op het moment dat de bezuinigingen de prestatieafspraken raken of
in zijn geheel niet te realiseren is, komt Accres terug bij ons college. In 2013 is een dergelijke situatie
niet aan de orde geweest.
Subsidie Accres/overige sportaccommodaties
De taakstelling is gerealiseerd door de subsidie aan Accres te verlagen. Zie ook de toelichting hiervoor,
onder zwembaden.
Zomernota: Verhogen toegangskaartjes zwembaden
De voorgenomen tariefstelling bleek niet in 2013 mogelijk. Uw raad heeft ermee ingestemd de
tariefsverhoging pas in 2014 te laten ingaan. Het effect van de tariefstijging is om die reden nog niet te
bepalen.
De hiermee samenhangende taakstelling wordt overigens wel gehaald, doordat wij de subsidie aan
Accres wel hebben verlaagd met de taakstelling.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
Realisatie
Afwijking
480/ Ruimte voor sport
/530/
531
Begroting Bestaand Beleid
480 Overige onderwijsaangelegenheden
530 Sport
531 Groene velden en sportterreinen
€
€
€
2.855
9.283
951
2.144
1.975
213
-711
-7.308
-738
2.871
9.215
831
2.139
1.916
135
-732
-7.299
-696
16
-68
-120
-5
-59
-78
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 13.089
4.332
-8.757 12.917
4.190
-8.727
-172
-142
30
980 Mutaties reserves
Groot onderhoud sportvelden
€
18
18
0
0
0
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 13.089
4.208
-8.709
-172
-142
30
L
B
S
18
4.350
147
L
18
-8.739 12.917
B
S
L
B
S
I/S
-21 I/S
9 I/S
42 I/S
530 Sportverenigingen en –activiteiten
Prestatie
Vergroting van de professionaliteit en
deskundigheid van sportverenigingen.
Kwaliteitsverbetering van het
verenigingsaanbod.
Vergroting van de sportdeelname door
mensen met een handicap, jeugd,
allochtonen en ouderen.
●
●
●
Sportverenigingen worden versterkt met
het oog op hun maatschappelijke functie
en de inzet van sportverenigingen voor
het onderwijs, de naschoolse opvang en
de wijk.
Het stimuleren van dagelijkse sport- en
beweegaanbod op en rond scholen.
●
Toelichting
Subsidies aan de Sportraad en het Verenigingsburo
zijn wel in verband met bezuinigingen verminderd.
De op sportverenigingen betrekking hebbende
subsidies zijn in 2013 voor het laatst uitgekeerd.
De gemeente voert al enige jaren geen actief
doelgroepenbeleid meer. De prestatie is in de
programmabegroting 2014-2017 niet meer
opgenomen.
Alle subsidieregelingen voor activiteiten door
sportverenigingen zijn beëindigd. De prestatie is in
de programmabegroting 2104-2017 niet meer
opgenomen.
●
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Beëindiging overige sportsubsidies
In het kader van de kerntaken discussie is afgesproken dat sport geen gemeentelijke kerntaak is. Daaruit
voortvloeiende is in 2013 een aantal subsidieregelingen in de sport afgebouwd. Sportverenigingen
hebben voor het laatst bijdragen ontvangen uit de Regeling Algemene Sportsubsidie (verdeling op basis
van het aantal jeugdleden), Subsidie onderhoud Sportvelden en de OZB-subsidie. De subsidiebijdrage
aan de Sportraad Apeldoorn werd gehalveerd.
Subsidie Accres
De taakstelling is gerealiseerd door de subsidie aan Accres te verlagen.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
530 Sport
€
L
695
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
695
980 Mutaties reserves
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
695
Begroting Bestaand Beleid
B
148
Realisatie
S
-695
L
848
0
-695
848
0
-695
848
B
Afwijking
S
-848
L
153
0
-848
0
-848
B
0
S
I/S
-153 I
153
0
-153
153
0
-153
540 Creatieve industrie
Prestatie
Faciliteren van de Apeldoornse creatieve
sector met ruimte voor productie,
experiment, expositie en ontmoeting.
Toelichting
De stichting Ateliers organiseerde opnieuw
succesvol de Atelierroute 2013 en tentoonstellingen.
Het Centrum voor Eigentijdse Cultuur ACEC
organiseerde meer dan 12 tentoonstellingen, en
faciliteerde lezingen, bijeenkomsten, en een Gelderse
kunstveiling. In de binnenstad zagen steeds meer
initiatieven het licht, zoals Cascolab en Klein Berlijn.
In 2013 is het beeld van de winnaar Wilhelminaring
2009 (John Körmerling) geplaatst in de groenstrook
van de John F. Kennedylaan.
●
Coördineren van de plaatsing van kunst
in de openbare ruimte (incidenteel
particulier initiatief en kunstwerken
Wilhelminaring).
Uitvoeren van regulier onderhoud van
kunst in de openbare ruimte.
●
Het incidenteel en structureel klein en groot
onderhoud van kunst loopt op schema. Belangrijkste
wapenfeit is de lichtwand Reizend Zand op het
stationsplein. Door inschakeling van een andere
aannemer en goede samenwerking met ProRail is het
onderhoud verbeterd.
●
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Centrum beeldende kunst
De bezuinigingstaakstelling van 50% is in uitvoering. Het is kunstcentrum ACEC gelukt om door
cultureel ondernemerschap de subsidiedaling in 2013 op te vangen. De prognose is dat dit voor 2014
en 2015 ook gaat lukken. De toegenomen verhuringen zorgen voor nieuwe verbindingen. De komst van
de Gelderse kunstveiling Hoe=Het Nu geeft kunstenaars nieuwe kansen voor verkoop.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
540 Kunst
Realisatie
Afwijking
€
L
4.868
B
3.109
S
-1.759
L
4.628
B
3.225
S
-1.403
L
-240
B
116
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
4.868
3.109
-1.759
4.628
3.225
-1.403
-240
116
356
980 Mutaties reserves
Reserve kunsttoepassingen
€
200
200
100
100
0
-100
-100
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
3.309
-1.559
3.325
-1.303
-240
16
256
Begroting Bestaand Beleid
4.868
4.628
S
I/S
356 I/S
I
Aan de lastenzijde is sprake van een voordeel van € 240.000. In het jaar 2013 is incidenteel een
cultuurmedewerker ingezet bij het programma Leegstand en herbestemming. Dit heeft een
onderbesteding van uren op het budget Creatieve Industrie Algemeen (voordeel € 92.000) als gevolg
gehad. Het ontwerpen en uitvoeren van verschillende kunstwerken heeft meer tijd gevraagd. Daarnaast
is er minder Kunst In de Openbare Ruimte gerealiseerd dan begroot door vertragingen in projecten.
(voordeel € 148.000).
In de begroting was de onttrekking aan de reserve Kunsttoepassingen In de Openbare Ruimte dubbel
geraamd. De werkelijke onttrekking bedraagt € 100.000. De reserve is daarmee leeg.
149
Hoofddoelstelling 8.2
Bijdragen aan de waardering, het vestigingsklimaat en de aantrekkelijkheid van de stad met
een palet van hoogwaardige voorzieningen voor cultuur en sport.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
511 Kunstzinnige vorming
Prestatie
Een goed aanbod op het gebied van jong
muziektalent.
●
Een goed aanbod op het gebied van
muziekproductie.
●
Toelichting
Het Nationaal Jeugdorkest draaide een goed jaar.
Ook voor Apeldoorn was de Gelderse Muziekzomer
2013 een succes.
De Ereprijs heeft in het ACEC gebouw Aardlekconcerten georganiseerd. Deze concerten trokken in
2013 meer publiek van voorheen. Ook het
nieuwjaarsconcert in het Stadhuis werd goed
bezocht. Ereprijs heeft de Young Composers
Meeting georganiseerd. ISMA heeft de jaarlijkse
masterclass gerealiseerd.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Subsidie Ereprijs / NJO
De taakstellingen voor 2013 zijn geïmplementeerd. Voor de Ereprijs blijft de toekomst onzeker, omdat zij
afhankelijk is van meerdere subsidiestromen. Het Nationaal Jeugdorkest heeft maatregelen getroffen om
de subsidiekorting op te vangen, onder andere nieuwe huisvesting en minder personeel.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
511 Vormings- en ontwikkelingswerk
Begroting Bestaand Beleid
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
980 Mutaties reserves
Div.
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
L
190
€
190
B
0
Realisatie
S
-190
L
182
-190
182
B
Afwijking
S
-182
0
-182
€
€
190
0
-190
182
0
-182
L
B
S
-8
0
8
-8
0
8
0
0
0
-8
0
8
530 Omnisport
Prestatie
Een platform bieden voor de organisatie
van grote topsportevenementen (zoals
EK’s en WK’s) in het Omnisport
Apeldoorn.
Bijdragen aan de passieve sportbeleving
door een hoogwaardig sportaanbod.
Trainingslocatie voor topsport.
Voorziening voor Apeldoornse
verenigingsactiviteiten op gebied van alle
indoor zaalsporten, baanwielrennen,
●
Toelichting
Er is in 2013 een aantal internationale
topsportevenementen in Omnisport georganiseerd.
De gemeente Apeldoorn draagt overigens vanaf
2013 niet zelf meer bij aan de organisatie van
topsportevenementen.
●
●
●
150
I/S
I
Prestatie
indooratletiek en voor outdoor skeeleren,
schaatsen en beachvolleybal.
Voorziening voor activiteiten op gebied
van bewegingsonderwijs.
Toelichting
●
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
530 Sport
Begroting Bestaand Beleid
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
€
L
747
€
747
B
0
Realisatie
S
-747
L
755
-747
755
B
Afwijking
S
-755
0
-755
€
€
747
0
-747
755
0
-755
L
B
S
8
0
-8
8
0
-8
0
0
0
8
0
-8
I/S
I
540 Podiumkunsten
Prestatie
Een schouwburg met een breed en
divers aanbod.
●
Een filmhuis en poppodium met een
breed en divers aanbod.
●
Toelichting
Orpheus heeft in 2013 gewerkt conform de gestelde
prestatieafspraken. Er werden ruim 130.000
bezoekers verwelkomd en er werden in totaal 271
voorstellingen geprogrammeerd. Orpheus heeft in
2013 58 maal haar zalen tegen gereduceerde
verhuur aangeboden aan culturele partijen.
Gigant heeft in de eerste helft 2013 een forse
terugloop meegemaakt van het aantal filmbezoekers.
Dit is eind 2013 weer aangetrokken.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Subsidie Gigant en Orpheus
De bezuinigingstaakstelling is in uitvoering. Effectief is de taakstelling geheel bij Gigant neergedaald.
Orpheus en Gigant hebben efficiencyvoordelen voor samenwerking onderzocht. In 2014 worden verdere
stappen gezet, maar samenwerking biedt onvoldoende financiële ruimte om de taakstelling op te
vangen. Voor Gigant was 2013 een zeer moeilijk jaar. Door terugloop in bezoekersaantallen van het
filmhuis, afname van de gemiddelde bestedingen per klant, duurdere inkoop, bezuinigingen en de ziekte
van de directeur ontstond er grote onzekerheid voor de continuïteit. Ons college heeft intensief en
kritisch de instelling met raad en daad bijgestaan. Door aantrekkende bezoekersaantallen en eigen
maatregelen heeft de instelling het gered, maar gemakkelijk was dit allesbehalve.
Voor Orpheus was 2013 het kanteljaar binnen de vigerende planperiode 2012-2015. Met beperkte
middelen is een aantal investeringen gedaan om ervoor te zorgen dat cruciale
meerjarenplandoelstellingen gehaald kunnen worden. Er is geïnvesteerd in ICT, de uitstraling van het
pand, herpositioneringaspecten en, bovenal: de salesforce en acquisitie-instrumenten m.b.t. de
congresmarkt. Ondanks de niet verkregen investeringsbijdrage waarom in het meerjarenplan verzocht is,
heeft Orpheus ervoor gekozen de geplande investeringen (enigszins getemperd) door te zetten.
151
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
540 Kunst
Begroting Bestaand Beleid
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
€
L
5.324
€
5.324
B
0
Realisatie
S
-5.324
L
5.281
-5.324
5.281
B
0
Afwijking
S
-5.281
L
-43
-5.281
€
€
5.324
0
-5.324
5.281
0
-5.281
B
S
0
43
-43
0
43
0
0
0
-43
0
43
I/S
I
541 Museum
Prestatie
Een gevarieerd aanbod van
tentoonstellingen.
●
Toelichting
Ondanks bezuinigingsdruk heeft CODA museum voor
2013 ruim de bezoekersaantallen gehaald. CODA
organiseerde 16 tentoonstellingen, waaronder
tentoonstellingen met Apeldoornse kunstenaars
(ApeldoornArt, De Verdieping), de
Oeuvretentoonstelling van Sjoerd Buisman en een
groot overzicht van modefotograaf Carli Hermes.
Met de laatste tentoonstellingen haalde CODA goede
recensies in de landelijke pers. CODA heeft een
vaste opstelling gemaakt van de historische collectie
in de bibliotheek.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Subsidie CODA
De taakstelling is in uitvoering en wordt door CODA gehaald. Door het museum is voornamelijk
bezuinigd op de personeelsformatie; de hoogste kostenposten zijn onbeïnvloedbaar (gebouwlasten).
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
541 Musea
€
L
2.453
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
2.453
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
€
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
Begroting Bestaand Beleid
B
2.453
152
0
0
Realisatie
S
-2.453
L
2.387
-2.453
2.387
-2.453
2.387
B
0
0
Afwijking
S
-2.387
L
-66
-2.387
-2.387
B
0
S
I/S
66 I/S
-66
0
66
0
0
0
-66
0
66
Hoofddoelstelling 8.3
Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
541 Erfgoed en oudheidkunde
Prestatie
Inventariseren en waarderen van
cultuurhistorisch erfgoed en dat integraal
opnemen in ruimtelijke plannen.
●
Stimuleren van en bijdragen aan
onderhoud en herstel van gemeentelijke
monumenten.
●
Stimuleren en bijdragen aan (educatieve)
activiteiten ter beleving van
cultuurhistorie en bouwkunst (o.a. Open
Monumentendag).
●
Het ontsluiten van kennis over het
Apeldoornse verleden. Specifieke
doelgroepen zijn de eigen plaatselijke
bevolking, bezoekers/toeristen en in het
bijzonder de schoolgaande jeugd.
●
Toelichting
In 2013 is hier fors op ingezet waardoor voor de
voorbereide/vastgestelde ruimtelijke plannen in 2013
de cultuurhistorische en archeologische analyses zijn
gerealiseerd.
De archeologische beleidskaart is geactualiseerd en
ter consultatie aan belanghebbenden en inwoners
voorgelegd; dit product wordt in januari 2014 aan
ons college ter vaststelling voorgelegd, waarna uw
raad geïnformeerd wordt.
Er zijn 35 panden in de beschermde dorpsgezichten
Wiesel en Hoog Soeren aangewezen als
beeldbepalend pand.
In 2013 is het budget voor bijdragen aan de
instandhouding van gemeentelijke monumenten
volledig benut. Er zijn 42 subsidies verleend.
Daarnaast zijn diverse kleine cultuurhistorische
objecten gerestaureerd of onderhouden.
Het Erfgoedplatform heeft met diverse activiteiten
conform de Erfgoedkalender op uitstekende wijze
aandacht gevraagd voor de cultuurhistorische
kwaliteiten. De Open Monumentendag was daar weer
een onderdeel van. De gemeente heeft tijdens de
Open Monumentendag de Zwitsal-locatie opgesteld
met diverse activiteiten. Dit heeft tot veel positieve
respons geleid.
Om blijvend te kunnen verwijzen naar de
archeologische vindplaats is op het binnenterrein van
de Herderweg-Ooiweg door de Goede Woning een
kennisbank geplaatst. Letterlijk een mooi staaltje
Apeldoornse creativiteit!
Het Erfgoedplatform en CODA hebben hier op goede
wijze uitvoering aan gegeven door diverse
publieksactiviteiten. Voor de schoolgaande jeugd is
via cultuurwijzer het erfgoed onder de aandacht
gebracht.
De gemeente heeft hier zelf aan bijgedragen door
uitgave van publicaties, zoals het archeologisch
jaaroverzicht 2012 en de uitgavenreeks over
archeologisch onderzoek.
153
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Bezuiniging uren behoud historie
De taakstelling is geïmplementeerd. Hierdoor is minder inzet gepleegd op erfgoedcommunicatie en voor
volgende jaren is ook minder inzet nodig op ruimtelijke plannen omdat de actualisatie van
bestemmingsplannen minder groot van omvang is.
Uitvoering cultuurhistorie
De taakstelling is gerealiseerd. Ten opzichte van 2011 is het uitbestedingsbudget voor cultuurhistorie en
archeologie gehalveerd. Hierdoor wordt minder gedaan aan erfgoedcommunicatie en minder aan
inspiratie en ‘verleiding’ van de markt.
Subsidie Bouwhuis en SAM/bijdrage activiteiten erfgoedplatform
De taakstelling is gerealiseerd. De subsidies aan Bouwhuis en SAM (totaal € 90.000)zijn in drie jaar tijd
afgebouwd tot € 0. Tegelijkertijd is de subsidie aan het Erfgoedplatform (€ 45.000) met ingang van
2014 structureel in de Programmabegroting opgenomen.
Subsidie particuliere monumenten
De taakstelling is gerealiseerd. Ten opzichte van 2011 is het subsidiebudget met € 75.000 verlaagd tot
€ 123.000. Het effect hiervan is dat er minder aanvragen om instandinghoudingssubsidie gehonoreerd
kunnen worden. Op de langere termijn kan het achterstallig onderhoud bij monumenten hierdoor
toenemen waardoor cultuurhistorische waarden worden aangetast.
Zomernota: Oudheid
In de MPB 2014 is opgenomen dat in 2016 de subsidie voor instandhouding van particuliere
monumenten verder wordt verlaagd met € 60.000.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
541 Oudheidkunde
Realisatie
Afwijking
€
L
2.189
B
1.026
S
-1.163
L
2.300
B
949
S
-1.351
L
111
B
-77
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
2.189
1.026
-1.163
2.300
949
-1.351
111
-77
-188
980 Mutaties reserves
€
0
0
0
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
111
-77
-188
Begroting Bestaand Beleid
2.189
1.026
154
-1.163
2.300
949
-1.351
S
I/S
-188 I
Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang.
Kengetallen
- % inwoners dat minimaal één keer per week sport
- % inwoners beneden 18 jaar dat sport in verenigingsverband
- % inwoners (18 jaar en ouder) dat tevreden is met
sportmogelijkheden in de buurt
- % actieve sporters dat ook in verenigingsverband sport
- % van de activiteiten van het Verenigingsburo gericht op de
sportsector
- aantal jeugdleden sportverenigingen
- oordeel inwoners van Apeldoorn over culturele voorzieningen
- % inwoners dat een of meerdere keren per jaar een bezoek
brengt aan de schouwburg
- % inwoners dat een of meerdere keren per jaar een bezoek
brengt aan Podium Gigant
- % inwoners dat eens of meerdere keren per jaar een bezoek
brengt aan:
museum
bibliotheek
stadsarchief
Aantal beschermde objecten
Aantal subsidiebeschikkingen voor onderhoud monumenten
2009
2010
2012
Raming
2013
Realisatie
2013
37%
50%
70%
37%
50%
70%
44%
48%
77%
44%
48%
80%
nb
nb
nb
34%
17%
34%
17%
34%
17%
31%
18%
nb
nb
14.000
6,5
50%
14.000
6,5
50%
14.000
6,4
54%
13.400
6,5
50%
nb
nb*
nb*
20%
20%
17%
17%
nb*
38%
56%
8%
898
36
38%
56%
8%
940
40
31%
56%
8%
940
40
32%
56%
7%
990
40
nb*
nb*
nb*
1025
42
* kengetallen zijn niet meer beschikbaar omdat er geen
deelname aan de leefbaarheidsmonitor is
Toelichting: Via aanvragen van sportverenigingen voor subsidie op basis van de Regeling Algemene
Sportsubsidie ontvingen wij in het verleden gegevens over onder meer de sportparticipatie van de leden
van deze verenigingen. Op basis daarvan werden kengetallen voor Apeldoorn gedistilleerd. Met het
afschaffen van de Regeling Algemene Sportsubsidie ontvangen wij die input niet meer.
De tweejaarlijkse Gelderse Sportmonitor waaraan Apeldoorn deelneemt geeft echter ook een beeld van
de sportdeelname in Apeldoorn. De monitor bevat eveneens informatie over leefstijl.
Gelderse Sportmonitor 2013
Sport
% inwoners
Bewegen
% inwoners
Bewegen3
% inwoners
% inwoners
Leefstijl
% inwoners
% inwoners
Apeldoorn
2011
2013
Provincie Gelderland
2011
2013
18-65 jaar dat voldoet aan de RSO-norm2
80,6
77,9
75,6
76,9
dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond
55,0
49,8
55,6
48,9
dat voldoet aan de fitnorm4
dat aan de Combinorm voldoet5
36,1
66,6
36,3
62,1
36,4
67,3
37,6
63,6
24,0
25,2
83,0
11,2
7,8
58,3
30,1
11,6
57,8
32,2
10,0
57,1
32,8
10,2
dat rookt
dat regelmatig alcohol drinkt
- waarvan zware drinkers
- waarvan overmatige drinkers
% inwoners met gezond gewicht
% inwoners met matig overgewicht
% inwoners met ernstig overgewicht
2
3
4
5
59,9
29,7
10,4
RSO; Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (afgelopen 12 maanden in totaal minstens 12 keer gesport)
NNBG; Nederlandse Norm Gezond Bewegen (op tenminste 5 dagen per weel minimaal 30 minuten matig intensieve beweging)
Fitnorm; tenminste 3x per week gedurende minimaal 20 minuten intensief bewegen
Combinorm; men voldoet hieraan als men aan de NNGB en/of de fitnorm voldoet
155
Resumé programmakosten
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Baten
Saldo
Lasten
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Rekening 2013
(C)
Baten
Saldo
Lasten
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Baten
Saldo
Saldo
Lasten
8: Sport en cultuur
480
510
511
530
531
540
541
Gemeenschappelijke baten/lasten onderwijs
Openbaar bibliotheekwerk
Vormings en ontwikkelingswerk
Sport
Groene velden en sportterreinen
Kunst
Oudheidkunde/musea
2.855
5.158
727
10.725
951
11.727
4.642
2.144
0
0
1.975
213
3.030
1.105
-711
-5.158
-727
-8.750
-738
-8.697
-3.537
2.855
5.158
727
10.725
951
11.727
4.687
2.144
0
0
1.975
213
3.030
1.105
-711
-5.158
-727
-8.750
-738
-8.697
-3.582
2.871
5.045
613
10.818
831
11.362
4.794
2.139
0
0
1.916
135
3.058
1.115
-732
-5.045
-613
-8.902
-696
-8.304
-3.679
16
-113
-114
93
-120
-365
107
-5
0
0
-59
-78
28
10
-21
113
114
-152
42
393
-97
Resultaat programma 8 vòòr bestemming
Bestemming programma 8 via functie 980
36.785
0
8.467
218
-28.318
218
36.830
0
8.467
218
-28.362
218
36.335
0
8.363
175
-27.971
175
-495
0
-104
-43
391
-43
Resultaat programma 8 na bestemming
36.785
8.685
-28.100
36.830
8.685
-28.144
36.335
8.538
-27.796
-495
-147
348
156
Programma 9
Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Beleidsproducten:
310 Handel en ambacht
311 Opbrengsten warenmarkt
560 Openluchtrecreatie
810 Ruimtelijke ontwikkeling
822 Overige volkshuisvesting
823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen
830 Bouwgrondexploitatie
922 Overige baten en lasten (domeinen)
157
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Portefeuillehouder(s):
- O.G. Prinsen
- N.T. Stukker
Doelstellingen
Wat wilden we bereiken?
Onze wensen zijn ambitieus en zeker in deze tijd moeilijker om te realiseren. We kiezen daarom voor een
duidelijke focus via onderstaande doelstellingen:
• Ontwikkelen van visies en verkenningen op de ruimtelijke mogelijkheden voor een evenwichtig
aanbod van woningen, voorzieningen, bedrijfs- en kantoorlocaties en recreatie en deze ruimtelijke
planologische aspecten vertalen in bestemmingsplannen.
• Inrichten en ontwikkelen van de ruimtelijke mogelijkheden op een zorgvuldige, functionele en
financieel verantwoorde wijze, rekening houdend met de kwaliteit en identiteit van Apeldoorn.
• Beschermen van de ruimtelijke kwaliteit en het bieden van planologische
ontwikkelingsmogelijkheden alsmede rechtszekerheid aan inwoners en bedrijven.
• Zorgdragen voor een aanbod van woningen dat van voldoende omvang is en een zodanig
gedifferentieerd karakter heeft dat we kunnen voldoen aan de vraag van de Apeldoornse en
regionale woonconsument, in zowel kwantitatief als kwalitatief opzicht. Er moet sprake zijn van
beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningvoorraad en woonomgeving.
• Het waarborgen van de veiligheid van woningen en gebouwen en de ruimtelijke kwaliteit van de
bebouwde omgeving door balans aan te brengen tussen vergunningverlening, controle op de
afgegeven beschikking en juridische handhaving (“ketenbeheer”).
• Het zorgen voor een stabiele werkgelegenheidsstructuur met een brede en evenwichtige spreiding
van de werkgelegenheid over de bedrijfssectoren. Daarbij dient er bijzondere aandacht te zijn voor
het evenwicht tussen wonen en werken.
• Het beschikbaar hebben van voldoende werklocaties. Dit houdt in dat er een ruim en
gedifferentieerd aanbod van werklocaties beschikbaar is voor de bedrijfssectoren handel/industrie,
zakelijke diensten, detailhandel en toerisme/recreatie. Het gaat daarbij om bedrijventerreinen,
kantoorlocaties, winkellocaties en ruimte voor toerisme en recreatie.
Wat hebben we bereikt?
In 2013 is de doelstelling grotendeels bereikt om voor de verplichte datum van 1 juli 2013 de meeste
bestemmingsplannen digitaal te actualiseren. In totaal is er aan 95 plannen gewerkt, waarvan 27
actualisatieplannen en 68 (particuliere) betaalplannen. De status van deze plannen aan het eind van
2013 is in tabel 9.1 terug te vinden. Voor de grote bestemmingsplannen is tegelijk een gebiedsgericht
beeldkwaliteitplan vastgesteld.
In het kader van ruimtelijke kwaliteit heeft Apeldoorn zich in 2013 op de landelijke kaart gezet met een
trofee van het ministerie van I&M voor “nu al eenvoudig beter” met haar aanpak van “ Kookboeken” als
instrument om burgers actief te betrekken bij de inrichting van de woonomgeving. Dit is een
stimuleringsprijs in het kader van de nieuwe omgevingswet.
In 2013 is een conceptversie van het laatste kookboek voor de (buiten)stad gereed gekomen.
In de tweede helft van 2013 is, naast andere bijdragen, de notitie ‘Samen voor kwaliteit, naar een
andere ruimtelijke ordening in Apeldoorn’ opgesteld. De notitie laat zien hoe invulling wordt gegeven
aan de Apeldoornse ruimtelijke ordening en de inzet van de daarbij behorende instrumenten. De notitie
sluit aan op de structuurvisie ‘Buitenstad’. Daarin heeft de raad een hoofdrichting aangegeven voor de
ruimtelijke ordening in Apeldoorn, zowel inhoudelijk als procesmatig, gebaseerd op de Andere Overheid.
In 2013 is een nulmeting uitgevoerd om te beoordelen of en in hoeverre de organisatie voldoet aan de
kwaliteitscriteria 2.1 (landelijke eisen m.b.t. kwaliteit en kwantiteit voor vergunningverlening, toezicht
158
en handhaving). Er is een verbeterplan opgesteld dat in 2014 wordt gebruikt om de kwaliteitscriteria te
implementeren.
Verder is de Hand in Handhaving opgesteld, het Strategisch Handhavingplan 2014-2017 Bouwen en
Ruimtelijke Ordening en het Uitvoeringsplan Handhaving 2014.
Het strategische plan bevat een herijking van de handhavingsvisie en –strategie waarbij invulling wordt
gegeven aan het proces Apeldoorn Anders. Hierin wordt de balans gezocht in het geven en nemen van
verantwoordelijkheid door de samenleving. Rode draad in het plan is het stadsdeelgericht werken.
Handhaving van bouwen en ruimtelijke ordening is een belangrijke schakel om strategische doelen uit de
structuurvisie “Apeldoorn biedt ruimte’ te bereiken. Het plan sluit aan op de notitie ‘Samen voor
kwaliteit, naar een andere ruimtelijke ordening in Apeldoorn’ waarmee handhaving wordt geborgd in de
ruimtelijke keten.
In het uitvoeringsplan zijn de handhavingskeuzes voor 2014 neergelegd.
Tabel 9.1, overzicht actualisatie bestemmingsplannen
Procedure/status
1
2
3
4
5
Actualisaties
Betaalplannen
7
1
3
28
4
9
14
2
27
27
In voorbereiding
Ontwerp
Vastgesteld
In werking (deels-, deels onherroepelijk-,
geheel- of geheel onherroepelijk-)
Niet in werking
Totaal aantal plannen
68
Wat hebben we daar voor gedaan?
De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
310 Handel en ambacht/311 baten marktgelden
Prestatie
Uitgifte bedrijventerreinen
●
Versterken van de bestaande winkel- en
voorzieningen structuur.
●
Pro-actief relatiebeheer naar bedrijven en
instellingen en stroomlijning gemeentelijke
dienstverlening. Bijzondere aandacht is er
voor de grootste acht bedrijven.
●
Versterking van de economie.
●
159
Toelichting
De raming van 6,5 ha in de MPB 2013-2017 is bij
het MPG 2013 bijgesteld naar 1,5 ha. Ten
opzichte van deze herziene raming is de uitgifte
hoger uitgekomen op 2,1 ha. De extra uitgifte
heeft daarbij vooral betrekking op uitgifte van
grond aan bedrijven buiten de reguliere
bedrijventerreinen om (o.a. Bredenoord).
In samenspraak met de gemeenteraad en
ondernemers is de detailhandelsvisie opgesteld.
Bedrijven/winkelketens die zich willen vestigen in
Apeldoorn, zijn begeleid.
De relatiemanagers van het team Wijk- en Bedrijf
hebben 224 bedrijfsbezoeken afgelegd. De top 8
bedrijven zijn 31 keer bezocht. Ons college heeft
totaal 10 bedrijfsbezoeken gebracht aan de top 8
en top 50 bedrijven. Als gemeente scoren we
nationaal hoog op het gebied van bereikbaarheid
voor ondernemers. Dit blijkt uit het onderzoek van
de KvK uit 2013.
Vernieuwing en innovatie bij bedrijven is
gefaciliteerd zoals Apeldoorn Stagestad en de
human capital invulling in de sector Zorg.
Op Stedendriehoek niveau heeft de stichting
Prestatie
Toelichting
Stedendriehoek Innoveert een doorstart gemaakt.
Deze organisatie heeft de makel- en schakelfunctie
voor innovatie bij bedrijven en wordt mede
gefinancierd door de stedendriehoek gemeenten.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Handel en ambacht uren
De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten.
Economische dienstverlening
De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
310/ Handel en ambacht
311
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
I/S
Begroting Bestaand Beleid
310 Handel en ambacht
311 Baten marktgelden
€
€
1.679
71
355
-1.608
355
2.135
558
333
-1.577
333
456
0
487
-22
31
-22
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
1.679
426
-1.253
2.135
891
-1.244
456
465
9
980 Mutaties reserves
Economische ontwikkelingen
Reserve overlopende projecten
€
€
116
116
116
116
0
0
0
0
0
0
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
542
-1.137
1.007
-1.128
456
465
9
1.679
2.135
I
I
Zoals gemeld in de Turap fungeert de gemeente Apeldoorn namens de stedendriehoek-gemeenten als
centraal punt van waar uit de gemeentelijke gelden worden geïnd en beheerd. De bijdragen (€ 450.000)
van de gemeenten worden ingezet ten behoeve van projecten in de stedendriehoek. Dit leidt enerzijds
tot een niet begrote opbrengstraming (baten) en anderzijds tot een verhoging van het
uitbestedingbudget (lasten). Het gaat om meerdere deelprojecten. De besluitvorming over toekenning
van subsidiebijdragen aan de deelprojecten ligt bij Economische Board Stedendriehoek. De Board heeft
in 2013 besluiten genomen over toekenningen aan een of meerdere deelprojecten, met mogelijk een
uitloop naar 2014.
Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht.
560 Openluchtrecreatie
Prestatie
Versterken van de vrijetijdseconomie
door met bedrijven gezamenlijk (nieuwe)
locaties te ontwikkelen en de
samenwerking aan te gaan met sectoren
als onderwijs, care en ICT.
Recreatiebedrijven begeleiden bij
uitbreiding in het kader ‘Krimp- en
groeibeleid Veluwe’ van de provincie
Gelderland.
●
●
Toelichting
Er is een samenwerking gekomen tussen
vrijetijdseconomie en de IT sector. In ontwikkeling is
o.a. Veluwe App. Het Veluws Bureau voor Toerisme is
trekker hiervan.
In het kader van uitbreiding van een aantal
recreatiebedrijven, is bestemmingsplan procedure
opgezet. Het betreft een complex proces (oa. vanwege
de ligging in de Veluwe) waarbij afstemming is
gezocht met de provincie Gelderland
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Stimulering recreatie en toerisme(VVV/VBT)
De taakstelling is gerealiseerd door vermindering van subsidie aan de VVV/VBT.
160
Een gevolg van deze taakstelling is het versoberen van de diensten van de VVV.
Stimulering recreatie en toerisme
De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging uitbestedingbudgetten, waardoor minder
initiatieven kunnen worden gesteund op het gebied van stimulering van de recreatie en toerisme.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
560 Openbaar groen en openluchtrecreatie
Begroting Bestaand Beleid
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
980 Mutaties reserves
Div.
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
L
514
€
514
B
0
Realisatie
S
-514
L
600
-514
600
B
Afwijking
19
S
-581
19
-581
€
€
514
0
-514
600
19
-581
L
B
S
I/S
86
19
-67
86
19
-67
0
0
0
86
19
-67
I
810 Ruimtelijke ontwikkeling
Prestatie
Actueel maken en houden van digitale
bestemmingsplannen en
beeldkwaliteitplannen voor de stad, het
landelijk gebied en de dorpen.
Beoordelen van externe ruimtelijke
initiatieven om wijziging en afwijking van
bestemmingsplannen.
●
●
Toelichting
Er lag een grote opgave om ruim 20
bestemmingsplannen te actualiseren voor 1 juli
2013. Bestemmingsplannen mogen vanaf die
datum wettelijk gezien niet ouder zijn dan 10 jaar.
Voor een aantal plannen is dit niet gelukt. Deels
door te grote tijdsdruk, deels door nieuwe
ontwikkelingen die onverwacht moesten worden
meegenomen. In totaal is aan 27
bestemmingsplannen gewerkt
In 2013 is bij 68 externe ruimtelijke initiatieven
een bestemmingswijziging vastgesteld. Naast de al
in behandeling zijnde initiatieven zijn er vorig jaar
53 nieuwe initiatieven ingediend en in behandeling
genomen ter beoordeling.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Adviezen RO en statistische informatie
Zie algemene toelichting hieronder.
Structuur en bestemmingsplannen
Zie algemene toelichting hieronder.
Ontwikkelingsprojecten
Zie algemene toelichting hieronder.
Stedelijke ontwikkeling
Zie algemene toelichting hieronder.
Kerntakendiscussie dienst RO
Zie algemene toelichting hieronder.
Toelichting op bovenstaande taakstellingen:
De bezuinigingstaakstellingen zijn gerealiseerd door middel van inleveren van formatie en het verlagen
van uitbestedingsbudgetten. Door de terugloop van ontwikkelingsplannen hebben deze bezuinigingen dit
jaar niet tot nadelige (maatschappelijke) effecten geleid.
161
BROA
Nr.
4.2
4.3
14.1
15.1
15.2
15.5
15.10
Totaal
Omschrijving
Binnenstad (eigen middelen)
Binnenstad (geld derden)
Kanaalzone
Herstructurering Zuid
Herstructurering Zevenhuizen
Plattelandsontwikkeling
Hoogspanningslijnen
Begroot
-100.000
-2.000.000
-6.355.000
-810.000
-725.000
-100.000
-500.000
Realisatie
240.220
-1.748.272
-4.946.064
-450.404
-3.439.697
-41.081
-468.599
Afwijking
340.220
251.728
1.408.936
359.596
-2.714.697
58.919
31.401
-10.590.000
-10.853.897
-263.897
Binnenstad (BROA, proj.nr. 4.2)
Voor de binnenstad zijn op verschillende plekken budgetten beschikbaar. Om het totaalinzicht te
behouden zijn alle beschikbare eigen middelen eind 2013 in BROA 4.2 gestort. Dit zorgt ervoor dat er
per saldo geen onttrekking maar een storting in de BROA heeft plaatsgevonden. Van de oorspronkelijk
geraamde uitgaven van € 100.000 is € 80.000 gerealiseerd (aanpassing kruispunt Molenstraat
Centrum/Kanaal Noord en afhandeling Winkelstraatmanagement 2012). Hierdoor ontstaat een
voordelige afwijking van € 20.000. Daarnaast is er vanuit beschikbaar AD-budget (liep jaarlijks via de
reserve overlopende projecten) ca € 120.000 aanvullend in de BROA gestort voor
programmamanagement en € 200.000 dat nog beschikbaar is voor de herinrichting van Binnenstad
Noord. Hiermee komt de afwijking uit op € 340.000 positief.
Binnenstad (BROA, proj.nr. 4.2)
BROA 4.3 betreft de beschikbare subsidie voor de herinrichting van Binnenstad Noord. De
werkzaamheden hiervoor zijn grotendeels afgerond. Een klein deel loopt door in 2014. Tevens heeft de
afrekening over 2013 nog niet volledig plaatsgevonden. Hierdoor is € 250.000 niet in 2013 uitgegeven
en schuift door naar 2014.
Hoogspanningsleidingen (BROA proj.nr. 15.10)
In november 2013 is besloten op basis van de aangekondigde rijksregeling 'uitkoop en verkabelen' die
vanaf 2017 mogelijk gaat starten, de benodigde extra € 2,85 miljoen bovenop de reeds beschikbare €
3,8 miljoen beschikbaar te stellen voor de volledige verkabeling door Zuid.
Gunning van het civiele werk dat in opdracht door Gemeente wordt uitgevoerd in het noordelijk deel van
het tracé heeft plaatsgevonden. Ook aanvullende werkzaamheden voor het parkgedeelte zijn inmiddels
op de markt gezet binnen de geraamde bedragen. De inkoop van de kabel is door TenneT binnen het
door hen geraamd budget geeffectueerd. De start van de werkzaamheden in het veld is voorzien in
maart 2014 en wordt naar verwachting conform planning afgerond in het eerste kwartaal van 2015.
Kanaalzone (BROA, proj.nr. 14.1)
Voor de Kanaalzone was voor 2013 een onttrekking geraamd van € 6,4 mln. Deze onttrekking is
uiteindelijk € 1,4 mln lager uitgevallen. € 0,9 mln hiervan betreft het laatste deel van de BROA-bijdrage
aan het project Kanaalzone Vlijtsepark die is doorgeschoven naar 2014. De overige € 0,5 lagere uitgave
heeft betrekking op uitgaven voor de kade bij het project Kanaalzone Pilot Zuid die per abuis in de
raming van 2013 zijn opgenomen maar pas veel later plaatsvinden. Bij de BROA-actualisatie tbv de MPB
2015-2018 is dit inmiddels gecorrigeerd.
Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen (BROA, proj.nr. 15.1)
De onttrekking bij het project Herstructurering Zevenhuizen is fors hoger uitgevallen dan geraamd.
Reden hiervoor is dat het project Herstructurering Zevenhuizen Anklaar als gevolg van aanpassingen in
het plan negatief leek uit te komen. Eén van de oplossingen was om de toekomstige BROA-bijdrage nu
in één keer in het project te storten. Hierdoor ontstaat een rentevoordeel dat tezamen met andere
maatregelen is ingezet om het resultaat uiteindelijk minimaal budgettair neutraal te krijgen.
162
Wijkontwikkelingsplan Zuid (BROA, proj.nr. 15.2)
De vernieuwde openbare ruimte in Hart van Zuid is eind 2013 binnen de raming opgeleverd. Voor 2014
zijn o.a. nog wat afrondende werkzaamheden gepland vanuit het restantbudget. Daarnaast is er ca €
0,2 mln in de BROA Zuid teruggestort vanuit het project Herstructurering Zuid de Baar.
Plattelandsontwikkeling / Veluwetransferium (BROA, proj.nr. 15.5)
De gemeente Apeldoorn is ‘slechts’ medefinancier van dit project. Het project wordt uitgevoerd voor
rekening en risico van Staatsbosbeheer. In 2013 heeft een deelbetaling plaatsgevonden (tweede
termijn). Staatsbosbeheer heeft aangegeven dat de financiering voor het bezoekerscentrum rond is en
na collegebesluit kan in 2014 worden overgegaan tot afronding en verstrekken van de resterende
bijdrage aan SBB.
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
810 Ruimtelijke ontwikkeling
Realisatie
Afwijking
€
L
9.468
B
533
S
-8.935
L
7.240
B
-989
S
-8.229
L
-2.228
B
-1.522
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
9.468
533
-8.935
7.240
-989
-8.229
-2.228
-1.522
706
980 Mutaties reserves
Reserve overlopende projecten
BROA
€
€
672
3.071
672
3.071
672
2.128
672
2.128
0
0
0
-943
0
-943
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€
4.276
-5.192
1.811
-5.429
-2.228
-2.465
-237
Begroting Bestaand Beleid
9.468
7.240
S
I/S
706 I
I
I
Bij de ombouw van de begroting zijn een aantal urenramingen abusievelijk bij verkeerde programma’s
opgenomen. Hierdoor zijn bij de realisatie forse afwijkingen ontstaan t.o.v. de in de begroting geraamde
inzet van uren tussen producten op programma 9 (810), programma 8 (501/511/541/ 560, en
programma 3 ( producten 211/212/214, 560). Dit leidt tot een fors voordeel op 810 ruimtelijke
ontwikkeling, maar tot nadelen op de andere programma’s. Per saldo is het effect op de gemeentelijke
exploitatie daarmee nihil.
Zoals reeds gemeld bij de turap is er ook in lijn met voorgaande jaren in 2013 extra inzet aan de orde
geweest voor werkzaamheden in kader van ruimtelijke ontwikkeling zoals de nota grondbeleid,
uitvoeringskader, MPG en herijking van instrumentarium als de bovenwijkse bijdrage en de
plankostenscan. De extra inzet ad 4.700 uur was mogelijk binnen de bestaande formatie vanwege de
vraaguitval vanuit het Grondbedrijf, waarbij deze gehele vraaguitval hiervoor moest worden ingezet.
Hiervan zal een deel structureel zijn.
Op basis van een goede analyse over 2013 en verdergaand inzicht in de algemene
dienstwerkzaamheden zullen in 2014 voorstellen worden gedaan hoe verder om te gaan met de
vraaguitval Grondbedrijf in relatie tot de noodzakelijke extra algemene dienstwerkzaamheden.
De budgetoverschrijding in 2013 in kader van vraaguitval is, conform besluit van de directieraad, voor €
435.000 ten laste van de bedrijfsvoeringreserve gebracht, de financiële effecten van deze onttrekking
zijn verwerkt ion programma 1.
822 Volkshuisvesting/823 opbrengst omgevingsvergunningen, activiteit bouwen
Prestatie
Het opstellen en uitvoeren van het
meerjaren woningbouwprogramma,
kwantitatief (tempo maken en
prioriteiten stellen) en kwalitatief
(differentiatie naar huur/koop, prijs en
woningtype). Afstemming met het
regionale woningbouwprogramma.
●
Toelichting
Eind 2012 is het woningbouwprogramma
vastgesteld. Binnen de lopende projecten hebben
afhankelijk van de marktsituatie aanpassingen in het
programma plaatsgevonden om projecten mogelijk te
maken. Vaak betekende dit een beweging naar lagere
prijsniveaus.
163
Prestatie
Toelichting
Na vaststelling van het raadskader meerjaren
woningbouwprogrammering november 2012, is deze
in 2013 in de Stedendriehoek afgestemd met
regiogemeenten en provincie.
Samen met de partners in de stad de
doelen m.b.t. beschikbaarheid,
betaalbaarheid en kwaliteit realiseren op
het gebied van wonen.
●
Zorgen dat er voldoende woningen
beschikbaar zijn voor studenten en
starters.
●
Het faciliteren van ouderen in hun
woonbehoefte waarbij we zowel inzetten
op zo lang mogelijk thuis kunnen wonen
als tijdige doorstroming wanneer
noodzakelijk,
Bevordering van kwaliteit en
duurzaamheid van de bestaande
woningvoorraad.
●
Het bijhouden en (verder) optimaliseren
van het bestand voor de Basisregistratie
Adressen en Gebouwen (BAG) en het
meervoudig gebruik van deze registratie
bevorderen.
●
In 2013 kunnen alle vergunningen niet
alleen digitaal worden aangevraagd maar
worden ook de interne werkprocessen
gedigitaliseerd. Vervolgens worden de
mogelijkheden van digitale verstrekking
van de vergunning en de digitale
archivering onderzocht.
●
●
In overleg met woningcorporaties, marktpartijen,
adviesraden en wijk/dorpsraden is de conceptwoonagenda opgesteld. Hierin staan visie, ambitie,
hoofdopgave en uitvoeringsagenda opgenomen m.b.t.
beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit.
In het voorjaar en najaar is met marktpartijen een
startersmarkt georganiseerd. Er is actief contact
onderhouden met marktpartijen en (potentiële)
initiatiefnemers voor studentenhuisvesting. Bij de
programmering in Zuidbroek is bijzondere aandacht
voor de prijsklasse van starterswoningen. Bijzondere
initiatieven vanuit de markt worden gefaciliteerd (bijv.
Robijn, Stadsbank).
Herijking van de regelingen voor het wonen in het
landelijk gebied. Deze regelingen bepalen mede de
mogelijkheden om via ruimtelijke regelgeving
mantelzorg in de dorpen te faciliteren. Opzet van
Programma Extramuralisering.
Er wordt gewerkt aan diverse projecten: Kerschoten
Energie Neutraal en De Energie-expeditie. Bewoners
staan hierbij zelf in de spits. De gemeente faciliteert.
In 2013 hebben de betrokken marktpartijen bij
Kerschoten Energie Neutraal hun ontwikkelplan
gepresenteerd. Daarmee komt het project van een
fase van plannen maken in de fase van uitvoeren.
In 2013 is het derde kookboek voor de (buiten)stad
in concept gereed gekomen. Daarnaast zijn er
beeldkwaliteitsplannen gekoppeld aan
bestemmingsplannen vastgesteld door de raad, in het
kader van actualisatie van bestemmingsplannen.
Met betrekking tot zowel bijhouden als optimaliseren
van de BAG zijn in 2013 veel mijlpalen gehaald. De in
2013 gerealiseerde koppeling van de basisregistraties
WOZ en BAG is een zeer grote stap voor het
meervoudig gebruik van de BAG. De koppeling heeft
voor een grote kwaliteitsimpuls gezorgd. Daarnaast
heeft de koppeling ook duidelijk gemaakt dat er nog
steeds veel te verbeteren valt. Binnen de reguliere
werkprocessen heeft verdere optimalisering
plaatsgevonden door middel van het doorlopen van
een intensief Lean-traject.
Het digitaliseren van de interne werkprocessen is niet
gelukt. Eerst dient in 2014 de uitrol van DMS binnen
de eenheid Ruimtelijke Leefomgeving plaats te
vinden, in combinatie met de vraag of koppeling
daarvan met de applicatie BWT/OVX mogelijk is.
Afhankelijk van de uitkomst van die vraagstelling
kunnen de interne werkprocessen geheel
(DMS+BWT/OVX) of gedeeltelijk (alleen DMS)
worden gedigitaliseerd. De mogelijkheden van digitale
verstrekking van de vergunning en de digitale
164
Prestatie
Toetsing van binnengekomen aanvragen
omgevingsvergunning en toezicht op de
uitvoering van de afgegeven beschikking
vindt plaats aan de hand van een
uniform toets- en toezichtprotocol,
waarin per type bouwwerk is
aangegeven hoe en in welke mate met
name aan de technische eisen van het
Bouwbesluit wordt getoetst en de wijze
waarop de controle plaatsvindt.
Het Strategisch Handhavingplan maakt
deel uit van het Bouwbeleidsplan, dat
ook op andere onderdelen wordt herijkt.
Niet alleen vinden we zo aansluiting bij
de veranderende regelgeving, maar ook
bij de veranderende sturingsopvattingen
binnen de Ruimtelijke Ordening.
●
●
Toelichting
archivering zijn onderzocht en hangen sterk samen
met de vraag in welke mate de interne
werkprocessen kunnen worden gedigitaliseerd.
De binnengekomen aanvragen zijn getoetst volgens
het toetsprotocol in het bouwbeleidsplan. De
verleende vergunningen zijn gecontroleerd met het
toezichtsprotocol zoals opgenomen in het
bouwbeleidsplan.
In het kader van een omgevingsvergunning zijn in
2013 53 archeologische onderzoeken verricht. In
63% van de gevallen was geen vervolgonderzoek
meer nodig.
Het Strategisch Handhavingsplan wordt het eerste
kwartaal van 2014 vastgesteld en hierbij is gekozen
voor een wijkgerichte en preventieve aanpak.
Onderdeel van deze aanpak is het versterken van de
gehele ruimtelijke keten.
In het bijbehorende uitvoeringsprogramma zijn de
wijken en de thema’s voor 2014 opgenomen.
Lopende bezuinigingstaakstellingen
Versobering PTH
Deze taakstelling is gerealiseerd. De bezuiniging heeft geen direct maatschappelijk effect.
Bestuurlijke juridische advisering bouwzaken
Deze bezuinigingstaakstelling is reeds in 2012 gerealiseerd door het schrappen van 1 fte formatie. De
bezuiniging heeft geen direct maatschappelijk effect.
Beleidsadviezen wonen
De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten.
De maatschappelijke effecten hiervan zijn niet op korte termijn te benoemen.
Woningbouwprogramma
De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten.
De maatschappelijke effecten hiervan zijn niet op korte termijn te benoemen.
Woonvoorziening
De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten.
De maatschappelijke effecten hiervan zijn niet op korte termijn te benoemen.
Financiering woningbouw
De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten.
De maatschappelijke effecten hiervan zijn niet op korte termijn te benoemen.
165
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
822/ Overige volkshuisvesting/bouwvergunningen
823
L
B
S
Realisatie
L
B
Afwijking
S
L
B
S
I/S
Begroting Bestaand Beleid
822 Overige volkshuisvesting
823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen
€
€
7.964
336
4.875
-7.628
4.875
7.543
629
2.633
-6.914
2.633
-421
0
293
-2.242
714 I/S
-2.242 I/S
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
7.964
5.211
-2.753
7.543
3.262
-4.281
-421
-1.949
-1.528
980 Mutaties reserves
Algemene reserve
Egalisatie bouwleges
Reserve overlopende projecten
€
€
€
1.767
1.767
5.028
4.669
175
-359
175
210
33
-177
0
-5.028
210
1.767
-4.669
-142
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 12.992 10.055
-2.937
7.753
5.062
-2.691
-5.239
-4.993
1.767 I
359 I/S
-352 I
246
822 Overige volkshuisvesting
Door het niet invullen van vacatures is er minder uitgegeven aan personele kosten, dit is ingegeven
door de afname van het aantal (grote) bouwplannen en de terugloop van het aantal bezoekers van het
Omgevingsloket in het Stadswarenhuis.
Daarnaast is er een voordeel als gevolg van het tijdelijk stopzetten van het project digitalisering
werkprocessen omgevingsvergunning. Van dit project is bij de jaarrekening 2012 besloten het budget
gedurende de looptijd van het project beschikbaar te blijven stellen, zodat het project voortgezet kan
worden. Het restantbudget 2013 is als ROP doorgeschoven naar 2014.
Het voordeel bij de baten is een gevolg van het incasseren van opgelegde dwangsommen. Vanwege het
incidentele karakter van deze baten, wordt deze baat niet structureel geraamd.
823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen
Zoals gemeld in de Turap betreft het nadeel volledig de opbrengst leges omgevingvergunningen,
activiteit bouwen (bouwleges) en wordt veroorzaakt door een terugval van de woningbouw en van
grote bouwprojecten. We constateren dat er minder vergunningen worden aangevraagd en dat
verleende vergunningen niet automatisch tot start bouw leiden. Er is sprake van een grote grilligheid in
de markt en het al dan niet doorgaan van een project is in deze crisistijd van tal van factoren/ spelers
afhankelijk.
Mutaties reserves
Egalisatie bouwleges
Het resultaat van lasten en baten op de bouwleges is uitgekomen op € 1.800.000 negatief, wat voor
het overgrote deel is toe te rekenen aan de genoemde lagere opbrengst bouwleges. Normaliter wordt
het resultaat op de leges verrekend met de egalisatiereserve bouwen, echter met de vaststelling van de
MPB 2014-2017 is ingestemd met een verrekening met de Algemene Reserve in 2013. Dit om het
negatieve saldo (€ 1.465.000) van de egalisatiereserve niet verder op te laten lopen.
830 Bouwgrondexploitatie
Prestatie
In de MPG zijn voorzieningen
opgenomen die zijn verbonden met
'minder programma/ gronduitgifte voor
woningen' en 'minder
programma/gronduitgifte voor bedrijven'.
Bij woningbouw wordt in deze periode
gemiddeld 50% binnen het grondbedrijf
gerealiseerd. In 2013 wordt vooralsnog
uitgegaan van gronduitgifte voor de
bouw van ongeveer 145* woningen.
●
●
Toelichting
In 2012 is de zomernota vastgesteld en zijn er
projecten geschrapt, qua omvang gewijzigd en in
de tijd uitgefaseerd. De genoemde
verliesvoorzieningen zijn in 2012 al hiervoor
ingezet. In 2013 was dit niet meer aan de orde.
In 2013 is gronduitgifte voor 83 woningen
gerealiseerd. Dit aantal ligt ruim lager dan de
raming in het MPG 2013. De slechte situatie op de
woningmarkt is hier debet aan. Bij de 2e TTR leek
de uitgifte nog haalbaar maar een aantal forse
166
Prestatie
* betreft raming MPG 2013
Bij bedrijfsterrein wordt gemiddeld 90%
binnen het grondbedrijf gerealiseerd. In
2013 wordt gerekend met de uitgifte
van in ieder geval 1,5 ha*.
●
* betreft raming MPG 2013
Toelichting
gronduitgiftes is om diverse redenen net over de
jaargrens geschoven (afname januari-maart 2014).
In 2013 is gronduitgifte voor 2,1 ha
bedrijventerrein gerealiseerd. Daarmee is beter dan
de raming uit het MPG 2013 gepresteerd. Een
aantal verkopen buiten de reguliere
bedrijventerreinen heeft hiertoe bijgedragen (o.a.
Bredenoord).
Grondbedrijf - algemeen
De volgende tabellen laten zien hoe de gerealiseerde grondopbrengsten en productiecijfers zich
verhouden tot hetgeen voor 2013 was geraamd.
Tabellen 9.2, Productiecijfers totaal Grondbedrijf in 2013
Verkopen opbrengsten
(x € 1.000)
Begroot
2013
Woningbouwterreinen
Bedrijventerreinen
Kantorenterreinen
Winkelterreinen
Overig verkopen
Totaal
VoorcalVerschil tov Verschil tov
Gerealiseerd
culatie
begroting
voorcalc
(1)
(2)
(3)
(3 - 1)
(3 - 2)
7.600
1.700
0
0
2.900
4.514
3.097
0
0
1.398
4.507
3.151
0
0
1.451
-3.093
1.451
0
0
-1.449
-7
54
0
0
53
12.200
9.009
9.109
-3.091
100
Verkopen woningbouw (in aantallen)
Project woningbouw
1. Zuidbroek
2. Groot Zonnehoeve
3. Hobbemalaan, Orden
4. Bakershoeve, Maten
5. Overig
Totaal
Raming
MPG 2013
77
45
11
11
1
145
Realisatie
2013
14
34
11
22
2
83
Raming
MPG 2013
0,8 ha
0,0 ha
0,7 ha
0,0 ha
1,5 ha
Realisatie
2013
0,3 ha 1
0,0 ha
1,2 ha
0,6 ha
2,1 ha
Afwijking
-63
-11
0
11
1
-62
Verkopen bedrijventerrein (in hectares)
Project bedrijventerrein
1. Zuidbroek (middengebied)
2. Ecofactorij I
3. Noordoostpoort
4. Overig
Totaal
Afwijking
-0,5 ha
0,0 ha
0,5 ha
0,6 ha
0,6 ha
1) realisatie heeft plaatsgevonden via erfpachtcontract
Marktsituatie 2013
De marktsituatie was in 2013 onverminderd slecht. Zoals uit bovenstaande tabellen is op te maken is
de geraamde verkoop van grond voor woningbouw fors achtergebleven (83 i.p.v. 145). Bij de
167
bedrijventerreinen is de productie gehaald (2,1 ha i.p.v. 1,5 ha) maar deze ligt fors lager dan de uitgifte
in voorgaande jaren.
De markt voor woningbouw lijkt zich eind 2013 te stabiliseren maar voorzichtigheid is geboden t.a.v. de
prognoses voor de komende jaren. Consumentenvertrouwen en de mogelijkheden tot het verkrijgen van
een hypotheek spelen daarbij een belangrijke rol. In 2014 moet blijken of het herstel daadwerkelijk
doorzet.
Belangrijkste besluiten 2013
- Vaststelling ontwikkelplan Kanaalzone Vlijtsepark (in exploitatie genomen).
- Vaststelling gewijzigd programma Kanaalzone Pilot Zuid
- Gewijzigde voortzetting Wachtkamerstatus bedrijventerrein Kieveen
- Stopzetten project Ecofactorij II. De wachtkamerstatus is opgeheven maar de grond blijft vooralsnog
beschikbaar.
- Vorming eem verliesvoorziening kantoren van € 4,5 mln (besluit in 2014, wel effect op resultaat
2013).
Hieronder is per project aangegeven wat in 2013 is gebeurd. De hierboven genoemde besluiten worden
daarbij nader toegelicht.
Grondbedrijf - projectniveau
Woningbouw
Zuidbroek
In Zuidbroek was de verkoop van grond voor woningbouw zeer beperkt (14 woningen i.p.v. de
geraamde 77). Een aantal grote verkopen is op het laatste moment de jaargrens overgegaan en tellen
daarmee niet als productie mee in 2013. Ook bij de particuliere ontwikkeling ligt de productie lager dan
verwacht en komt uit op ca 90 woningen waarvan de bouw in 2013 is gestart. In totaal zijn in
Zuidbroek in 2013 114 woningen in aanbouw genomen. Ook zijn in 2013 forse stappen gezet in de
realisatie van het park om daarmee het gebied voor de huidige maar ook voor toekomstige bewoners
aantrekkelijk te maken. De oplevering is voorzien halverwege 2014.
Groot Zonnehoeve
In 2013 is een belangrijke stap gezet in de verdere realisatie van het deelgebied Zonnetuin Oost. De
ontwikkelaar is gestart met de opgave om in de komende jaren ca 112 woningen in het deelgebied te
realiseren. In 2013 heeft de eerste levering van grond hiervoor plaatsgevonden. Daarnaast is de
kavelverkoop verder opgepakt maar de economische situatie zorgt ervoor dat de verkoop beperkt blijft
(1 kavel verkocht in 2013). Ook is in Groot Zonnehoeve in 2013 gestart met de realisatie van het park.
Oplevering is voorzien in de 1e helft van 2014.
Door 's Heeren loo is aangegeven dat de geplande bouw van vrije sector woningen op eigen terrein
geen doorgang vindt. 's Heeren loo zet nu in op de bouw van zorgwoningen. In 2014 worden de
gewijzigde plannen van 's Heeren loo nader geconcretiseerd en geformaliseerd.
Kanaalzone Vlijtsepark
In 2013 is gewerkt aan het Ontwikkelingsplan, de grondexploitatie-begroting en de risico analyse voor
het project Vlijtsepark. Rekening houdend met de forse opgave t.a.v. de exploitatie van bestaand
vastgoed, de inpassing van waardevolle panden en de voorwaarde voor een sluitende
grondexploitatiebegroting, is er een ontwikkelplan opgesteld dat eind 2013 door de raad is vastgesteld.
Qua programma is het plan verdund en voor een deel in de tijd naar achteren geschoven. Daarbij zal de
Kwekerijlocatie (woningbouw) als eerste opgepakt worden. Bij de Zwitsal ligt de nadruk vooral op het
zo goed mogelijk beheren en exploiteren van de gronden en opstallen. In 2013 is veel interesse
gebleken voor de huur van opstallen; een aantal opstallen is in 2013 inmiddels verhuurd (o.a. Acress en
Bierbrouwerij De Vlijt).
Kanaalzone Pilot zuid
In 2013 is gewerkt aan een aangepast plan voor het project Pilot Zuid nadat in 2012 was gebleken dat
de verkoop van woningen niet op gang kwam. Het programma is neerwaarts bijgesteld, verder in de tijd
uitgefaseerd en er zijn keuzes gemaakt t.a.v. de ontwikkeling van specifieke onderdelen van het plan.
168
Dit heeft geleidt tot een nadeel voor de gezamenlijke grondexploitatiebegroting van € 1,3 mln. In
september 2013 heeft de raad het aangepaste plan vastgesteld en dekking toegewezen voor het
gemeentelijke aandeel (€ 0,43 mln) in het ontstane tekort. De bouw van de Passerel is in 2013
wederom opgestart en in het eerste kwartaal van 2014 zal worden gestart met bouw van de eerste
woningen.
Kanaaloevers Haven Centrum
Gemeente en marktpartij (Ons Huis/Dura Vermeer) hebben in 2013 geen overeenstemming kunnen
bereiken over een, in gevolg de gewijzigde marktomstandigheden te sluiten, nieuwe ontwikkelings- en
realisatieovereenkomst; partijen zullen de samenwerking beëindigen en de lopende overeenkomst
ontbinden. Inmiddels wordt er overleg met andere partijen gevoerd over de ontwikkeling van delen van
het gebied. Voorts is er eind 2013 een traject gestart om te komen tot een versterkt tijdelijk gebruik van
gebouwen en terreinen in het gebied. Dit geldt met name voor gebruik van het voormalige
ROC/Aventus-pand aan Molenstraat-Centrum en het voormalige Bakkenesterrein aan het kanaal".
PWA-zone
Het programma van de PWA-zone is in 2012 bijgesteld naar 25 nog uit te geven particuliere kavels. Uit
de nadere uitwerking van deze wijziging is in 2013 gebleken dat het aantal van 25 kavels te hoog is
ingeschat en er ruimte is voor de uitgifte van 18 kavels. Het programma wordt daarmee met 7 kavels
neerwaarts bijgesteld. Als gevolg van het in 2012 bijgestelde programma is in 2013 gestart met de
verkoop van bestaande woningen die geen onderdeel meer uitmaken van de gewijzigde projectkaders.
Ook zijn gesprekken gevoerd om te komen tot uitgifte van de resterende kavels. Uitgangspunt daarbij is
om de kavels zoveel als mogelijk in 1 keer af te zetten.
Station Zuid
Het project Station Zuid kent geen te realiseren programma meer maar omvat nog wel de afhandeling
van de packagedeal met het ROC. De gemeente heeft met het ROC een contract gesloten waarbij de
gemeente meedeelt in de meeropbrengst van de door het ROC achtergelaten locaties. In 2013 is
gewerkt aan de eindafrekening maar daarbij is gebleken dat er verschil van inzicht is op welke wijze
deze moet plaatsvinden. Helaas is het ambtelijk en bestuurlijk niet gelukt eruit te komen en zal via
arbitrage duidelijkheid moeten komen. Hoewel o.b.v. van ingewonnen juridisch advies dit met
vertrouwen tegemoet wordt gezien, blijft de uitkomst onzeker.
Overig
Binnen de overige woningbouwprojecten zijn er in 2013 geen specifieke ontwikkelingen geweest. Het
gaat vooral om de verkoop van resterende kavels. In 2013 hebben maar zeer beperkt verkopen
plaatsgevonden.
Bedrijventerreinen
Noordoostpoort / Ecofactorij I / Zuidbroek bedrijven / Osseveld Oost / Apeldoorn Noord I
Deze projecten zitten allen in de realisatiefase. Bij deze projecten heeft de focus in 2013 dan ook vooral
gelegen op de verkoop van de beschikbare bedrijfskavels. Zoals uit de tabel hierboven blijkt, is de
verkoop in 2013 beperkt geweest. Naar de toekomst toe is echter in 2013 een belangrijk contract met
Hornbach gesloten voor de verkoop van 4 ha bedrijventerrein in Zuidbroek. De uitgifte hiervan is
voorzien in 2016.
Ecofactorij II
In 2013 is verder invulling gegeven aan de wachtkamerstatus van Ecofactorij II. Op een aantal punten
zijn echter obstakels gebleken waardoor uitgangspunten en aannames onder druk zijn komen te staan.
Eind 2013 is de raad hierover geïnformeerd. Besloten is de wachtkamerstatus van Ecofactorij II op te
heffen. Dit betekent dat het gebied geen bedrijventerrein meer wordt. De in 2012 gevormde reservering
van € 4,5 mln valt daardoor grotendeels vrij. De gronden worden wel aangehouden voor het geval in de
toekomst de marktsituatie fors wijzigt en de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein alsnog
wenselijk maakt.
169
Kieveen
In 2013 heeft de raad besloten om Kieveen niet meer als volledig project te gaan ontwikkelen. Bij
gebleken interesse zal via maatwerk worden bekeken of uitgifte van een deel van het terrein mogelijk is.
Vooralsnog wordt met 1 bedrijf verkend of uitgifte mogelijk is.
Kantoren
De ontwikkeling van kantorenlocaties heeft volledig stilgelegen. Binnen het Grondbedrijf zijn alleen nog
opbrengsten voor kantorenlocaties geraamd binnen de PWA-zone, Kanaaloevers Welgelegen en de ZWpoort. In 2013 is gewerkt aan een 1e opzet van de kantorennota die eind 2013 aanleiding heeft
gegeven om, vooruitlopend op deze kantorennota, al wel de raad voor te stellen een verliesvoorziening
te vormen van € 4,5 mln. Dit bedrag is benodigd om het verlies op te vangen als de gemeente haar
aandeel in de opbrengstpotentie van de nog te ontwikkelen kantorenlocaties schrapt. In 2014 zal
duidelijk worden welke keuzes t.a.v. het kantorenprogramma worden gemaakt. Op dat moment kan de
in 2013 gevormde verliesvoorziening op projectniveau worden ingezet.
Winkels
De Voorwaarts
In 2013 zijn geen grondopbrengsten geraamd en ook niet gerealiseerd. Wel zijn in 2013 parkeerplaatsen
aangelegd; zowel bij de recent opgeleverde winkelruimte zelf als aan de kant van de Zutphensestraat.
De 1e winkels zijn in januari 2014 opengegaan. Het gehele winkelcentrum wordt in maart 2014
geopend.
Eglantier
De openbare ruimte bij de Eglantier is, m.u.v. het violierenplein, in 2013 opgeleverd. De verwachte
grondverkoop voor de ontwikkeling nabij het Violierenplein (locatie Drie Ranken) is niet doorgegaan. De
ontwikkeling van de omgeving van het Violierenplein is hier volledig van afhankelijk.De ontwikkelaar zal
op korte termijn worden gedagvaard om alsnog tot afname van de grond over te gaan.
Anklaar
Met alle partijen zijn afspraken gemaakt waardoor de ontwikkeling van winkelcentrum Anklaar verder
kan worden opgepakt. Er zijn geen cruciale onteigeningsprocedures meer die het project kunnen
tegenhouden. Het plan is in 2013 op onderdelen aangepast (o.a. minder winkelruimte en minder
woningen) en wordt nu verder uitgewerkt. Begin januari 2014 zijn inmiddels ook de contracten voor het
tijdelijke winkelcentrum getekend waardoor de weg vrij is om eind 2014 te starten met de sloop van de
huidige winkels en daarna de bouw van de parkeergarage en het winkelcentrum.
Overig
Er zijn geen grote noemenswaardige ontwikkelingen t.a.v. de overige, hierboven niet genoemde
grondbedrijfprojecten. In veel gevallen gaat het om de verkoop van resterende kavels en het beheer- en
de exploitatie van NIEEG gronden en opstallen.
170
Wat heeft het gekost?
Begroting na wijziging
830 Bouwgrondexploitatie
L
B
39.520 29.879
Begroting Bestaand Beleid
Mutatie verliesvoorzieningen
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 39.520 29.879
980 Mutaties reserves
BROA
Reserve overlopende projecten
Algemene Reserve Grondbedrijf
Subtotaal vóór verrekening winsten/verliezen
€
7.546
€
4.545
€
150
€ 39.520 42.120
Verrekenning winsten/verliezen met Alg.Res.GB
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
1
€
3.600
1.000
Realisatie
Afwijking
S
L
B
S
L
B
S
I/S
9.641 24.422 -4.666 29.088 15.098 34.545 -19.447 I
9.155 22.534 -13.379 -9.155 -22.534 13.379 I
9.641 33.577 17.868 15.709
-7.546
8.726
-4.545
400 4.545
-150
86
-2.600 33.977 31.225
-8.726
-4.145
-86
2.752
2.600
€ 43.120 43.120
5.943 12.011
-6.068
0 -1.180
-400
0
0
64
5.543 10.895
1.180
-400
-64
-5.352
I
I
I
1.000
2.600
I
9.143 11.895
-2.752
3.600
0 33.977 31.225
2.752
1) i.v.m. een totaalbeeld en de omvang van het resultaat is de winst/verliesverrekening wél begroot, maar niet in de realisatie opgenomen
Toelichting op afwijkingen Bouwgrondexploitatie 2013
Begroting
Realisatie
Verschil
-9,6
-4,8
-10,4
-8,5
-4,1
-2,1
-39,5
-1,9
-2,1
-6,7
-8,5
-4,0
-1,2
-24,4
7,7
2,7
3,7
0,0
0,1
0,9
15,1
Verkoop woningbouwterreinen
Verkoop bedrijventerreinen
Verkoop overig
Subsidies
Overige opbrengsten
Mutatie onderhanden werk+ resultaat
TOTAAL OPBRENGSTEN
7,6
1,7
2,9
0,8
6,5
10,4
29,9
4,5
3,2
1,5
1,3
7,3
-22,4
-4,7
-3,1
1,5
-1,4
0,5
0,8
-32,7
-34,5
TOTAAL EXPLOITATIE
-9,6
-29,1
-19,4
Bijdrage BROA
Bijdrage ARG
Bijdrage reserve overlopende projecten
TOTAAL BIJDRAGEN RESERVES
7,5
0,2
4,5
12,2
8,7
0,1
4,5
13,4
1,2
-0,1
0,0
1,1
Storting reserve overlopende projecten
STORTINGEN RESERVES
0,0
0,0
-0,4
-0,4
-0,4
-0,4
12,2
13,0
0,7
Dotatie verliesvoorziening
Vrijval verliesvoorziening
MUTATIE VERLIESVOORZIENINGEN
0,0
0,0
0,0
-9,2
22,5
13,4
-9,2
22,5
13,4
SALDO BOUWGRONDEXPLOITATIE*
2,6
-2,8
-5,4
Verwervingen
Bouwrijp maken
Woonrijp maken
Rentelasten
Apparaatskosten
Overige kosten
TOTAAL KOSTEN
TOTAAL MUTATIE RESERVES
* Exclusief verrekening winst/verliezen met Algemene Reserve Grondbedrijf
171
KOSTEN
Verwervingen
Er is € 7,7 mln minder uitgegeven aan verwervingen. Grootste oorzaken van deze afwijking betreft de
niet gerealiseerde aankopen (€ 4,5 mln) in Ecofactorij II. Als gevolg van het schrappen van de
wachtkamerstatus zullen deze investeringen, m.u.v. € 0,4 miljoen die nog overeind blijft voor 2014,
niet meer plaatsvinden. Verder zijn er verwervingen die eind 2013 werden verwacht maar net de
jaargrens overgaan. Het betreft o.a. verwervingen in de projecten Anklaar (€ 1,1 mln), Zuid West Poort
Norel (€ 0,9 mln) en Kanaalzone Vlijtsepark (€ 0,9 mln).
Bouwrijpmaken
Er is € 2,7 mln minder uitgegeven aan bouwrijpmaken. De grootste afwijking zit bij het project
Breustedt waar voor 2013 de sanering van grond was geraamd (€ 0,6 mln) maar in de tijd naar
achteren is verschoven. Verder zijn er afwijkingen bij de projecten Anklaar (€ 0,5 mln: Verkoop en het
bouwrijp maken van grond doorgeschoven naar 2014) en Apeldoorn Noord I (€ 0,3 mln: vertraging in
uitgifte grond). De overige afwijkingen op projectniveau zijn kleiner en vooral veroorzaakt door fasering
van de planning.
Woonrijpmaken
Er is € 3,7 mln minder uitgegeven aan woonrijpmaken. De grootste afwijking zit bij het project PWAzone waar de aanleg van een geluidsscherm voor 2013 was geraamd (€ 0,9 mln) maar doorschuift naar
2014. Daarnaast zijn er grotere afwijkingen bij de projecten De Voorwaarts (€ 0,8 mln: afrekening deel
kosten parkeerplaatsen naar 2014 en deel betreft besparing op budgetten) en de Noordoostpoort (€ 0,6
mln: Eind 2013 is gebleken dat budget te hoog was geraamd, bij MPG 2014 neerwaarts bijgesteld).
Apparaatskosten
De apparaatskosten liggen op totaalniveau in lijn met de begroting. Wel zijn er lagere uitgaven te zien bij
onder andere Zuidbroek en De Voorwaarts a.g.v. verschuiving van werkzaamheden in de tijd (in totaal
ca € 0,5 mln lager). Daartegenover staat dat a.g.v. de opstart van Vlijtsepark er meer apparaatskosten
zijn gemaakt dan geraamd (€ 0,2 mln) en bij Kanaalzone Pilot Zuid de gemeentelijke begroting nog
ontbrak (inmiddels opgesteld) waardoor de apparaatskosten van dat project nog niet in de totale
grondbedrijfbegroting waren opgenomen (€ 0,3 mln in 2013).
Overige kosten
De post overige kosten in de begroting betreft vooral de raming onvoorzien. Daarnaast is bij het project
Anklaar € 0,6 mln geraamd als bijdrage aan de parkeergarage Anklaar. Laatstgenoemde uitgave is niet
in 2013 gedaan omdat de start van de werkzaamheden ook later plaats vindt. Daarnaast worden
onvoorziene kosten nooit op de post overige kosten verantwoord maar bij de kostensoort (bijv.
bouwrijpmaken) die het betreft. Dit betekent dat qua realisatie de post overige kosten bijna altijd nihil is
en het bedrag van de raming ook meteen de afwijking bij de jaarrekening is.
De wel gerealiseerde € 1,1 mln heeft betrekking op de kosten die in 2013 zijn gemaakt het beheer en
de exploitatie van panden en gronden. Deze kosten vallen weg tegen de huuropbrengsten van de
panden en gronden die onder de post overige opbrengsten staan. Zowel bij de overige kosten als
overige opbrengsten worden deze niet in de begroting geraamd en leiden ze per direct tot een afwijking.
Vanaf 2014 zullen deze kosten en opbrengsten wel (zij het gefaseerd in de tijd) in de begrotingen
worden opgenomen.
OPBRENGSTEN
Verkoop woningbouwterreinen
De grondopbrengsten behorende bij de verkoop van woningbouwterreinen ligt fors lager dan begroot. In
plaats van de geraamde verkoop van grond voor 145 woningen is er slechts voor 83 woningen grond
verkocht
Verkoop bedrijventerreinen
De grondopbrengst behorende bij de verkoop van bedrijventerrein ligt hoger dan geraamd. Bij het
complex Noord Oost Poort is 0,5 ha meer verkocht en de onder de overige opbrengsten geraamde
172
verkoop van grond aan Bredenoord (0,5 ha) is onder de verkoop bedrijventerreinen verantwoord In
Zuidbroek is 0,4 ha. minder verkocht dan geraamd.
Verkoop overig
In 2013 is onder andere de geplande verkoop van overige gronden van 0,2 ha bij het project
winkelcentrum Eglantier doorgeschoven naar 2014.
Subsidies
In 2013 zijn meer subsidies ontvangen dan geraamd. Dit komt doordat bij het project Vlijtsepark de
eindafrekening (€ 1 mln) van de provinciale subsidie eerder heeft plaatsvinden dan was verwacht.
Daarentegen is € 0,2 mln subsidie bij de Noordoostpoort die voor 2013 was begroot pas in 2014
ontvangen.
Overige opbrengsten
De overige opbrengsten vallen per saldo € 0,7 mln hoger uit. Dt wordt veroorzaakt doordat enerzijds de
opbrengsten die behoren bij het beheer en de exploitatie van panden en gronden niet zijn begroot. Ook
is als gevolg van herziene wetgeving (Besluit Begroting en Verantwoording) de opbrengst van het in
erfpacht uitgegeven parkeerterrein bij de Voorwaarts in één keer als opbrengst in het complex
verantwoord. Deze voordelen worden deels doordat de geraamde opbrengst van de verkoop aan
Bredenoord onder de verkoop bedrijventerreinen is verantwoord. Daarnaast heeft de teruglevering van
grond aan de ontwikkelaar bij de locatie Norel in de ZW-poort niet in 2013 plaatsgevonden.
Mutatie onderhanden werk + resultaat
Het saldo van de exploitatie van de grondbedrijfcomplexen wordt jaarlijks toegevoegd of in mindering
gebracht op de voorraad. De forse afwijking van € 32,7 mln wordt met name veroorzaakt doordat de
cashflow (saldo kosten en opbrengsten) ca € 13,3 mln gunstiger in 2013 is uitgevallen en daarnaast er
in 2013 forse afwaarderingen hebben plaatsgevonden die niet waren geraamd. Dit komt met name door
de besluitvorming rondom Ecofactorij II.
Afwaarderingen (x € 1.000)
Zuiderpark
Kanaaloevers Veldhuis
Beekbergsebroek
Overige Ruwe Gronden
Ecofactorij II
PWA Zone
Kanaalzone NIEG
Zuidbroek NIEG
Totaal afwaarderingen
-11
-1.176
-289
-261
-19.242
-2.403
-279
-107
-23.768
MUTATIE RESERVES
Bijdrage BROA
Een toelichting van de belangrijkste verschillen op de BROA-projecten is hiervoor opgenomen onder het
kopje BROA-projecten (wat heeft het gekost?).
Bijdrage/storting overlopende projecten
Het budget van € 4,5 mln dat uw raad in 2012 voor de Ecofactorij II beschikbaar heeft gesteld is
conform besluitvorming in november vrijgevallen en alleen € 4 ton is nog nodig voor afwikkeling van
contractuele verplichtingen.
MUTATIE VERLIESVOORZIENINGEN
Dotaties en onttrekkingen verliesvoorzieningen
De dotatie van € 9,2 mln wordt grotendeels veroorzaakt door de vorming van een verliesvoorziening
kantoren (€ 4,5 mln) en de aanpassing van de prijzen van particuliere kavels waardoor de
verliesvoorziening van Groot Zonnehoeve met € 2,8 mln is opgehoogd.
De afname van de verliesvoorzieningen met € 22,5 mln wordt vooral veroorzaakt door de vrijval van de
verliesvoorziening van € 18,6 mln bij Ecofactorij II.
173
RESULTAAT
Het uiteindelijke resultaat van het Grondbedrijf komt uit op € 2,8 mln nadelig terwijl een voordelig
resultaat van € 2,6 mln was verwacht. Ten opzichte van de begroting betekent dit een nadeel van €
5,4 mln. Deze afwijking is grofweg als volgt onderbouwd (afgerond op € 0,5 mln):
Vrijval reserve overlopend project Ecofactorij II
Vorming verliesvoorziening kantoren
Aanvulling verliesvoorzieningen (m.n. agv lagere kavelprijzen)
Hogere afwaardering NIEGG (m.n. PWA-zone en Ecofactorij II)
Vrijval verliesvoorzieningen (m.n. PWA-zone en Ecofactorij II)
Afronding
Totaal
€ 4,0 mln voordeel
€ 4,5 mln nadeel
€ 4,5 mln nadeel
€ 23,0 mln nadeel *
€ 22,5 mln voordeel *
€ 0,1 mln voordeel
€ 5,4 mln nadeel
* Deze posten vallen grotendeels tegen elkaar weg. De vrijvallende verliesvoorzieningen worden
aangewend voor de afwaardering.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het MPG 2014.
Outputkengetal
Realisatie
2009
Realisatie
2010
Realisatie
2011
Realisatie
2012
Doel
2013
Realisatie
2013
Woningen:
Startbouw
Oplevering
647
947
723
453
422
527
221
662
230
300
290
402*
Aandeel sociaal
Aandeel middelduur
Aandeel duur
25%
24%
51%
36%
50%
13%
29%
34%
37%
60%
27%
13%
30
40
30
35
42
23
1,8
7,8
8,8
6,5
95.800
**
92.300
**
95.400
98.540
Bedrijven:
Netto uitgegeven bedrijventerrein
(ha)
Werkgelegenheid:
Aantal werkzame personen
1,5***
2,1
94.000
97.000
* Dit betreft het opleveringsgetal t/m het 3e kwartaal, zoals begin van het jaar geregistreerd staat door CBS als voorlopige cijfers.
Door de landelijke omschakeling in de BAG-administratie worden naar verwachting de opleveringscijfers van woningen over het 4e
kwartaal in de loop van het 2e kwartaal van 2014 bekend gemaakt door CBS.
** De aantallen uit voorgaande jaren kunnen afwijken van de in de jaarrekening opgenomen aantallen. Reden hiervoor
is dat de provincie deze cijfers uit voorgaande jaren jaarlijks met terugwerkende kracht actualiseert.
*** Dit betreft de raming uit het MPG 2013 die in plaats is gekomen van de concept raming in de MPB 2013-2016.
Resumé programmakosten
Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000)
Programma / beleidsproducten
Primaire begroting 2013
(A)
Baten
Saldo
Lasten
Begroting 2013
na wijzigingen (B)
Lasten
Baten
Rekening 2013
(C)
Baten
Saldo
Lasten
Afwijkingen 2013
(C) - (B)
Baten
Saldo
Saldo
Lasten
9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
310
311
560
810
822
823
830
Handel en ambacht
Warenmarkten
Openbaar groen en openluchtrecreatie
Ruimtelijke ontwikkeling
Overige volkshuisvesting
Bouwvergunningen
Bouwgrondexploitatie
1.563
0
514
11.345
7.789
0
53.269
71
355
0
533
336
4.875
50.000
-1.492
355
-514
-10.812
-7.453
4.875
-3.269
1.679
0
514
9.468
7.964
0
39.522
71
355
0
533
336
4.875
29.879
-1.608
355
-514
-8.935
-7.628
4.875
-9.643
2.135
0
600
7.240
7.543
0
33.577
558
333
19
-989
629
2.633
17.868
-1.577
333
-581
-8.229
-6.914
2.633
-15.709
456
0
86
-2.228
-421
0
-5.945
487
-22
19
-1.522
293
-2.242
-12.011
31
-22
-67
706
714
-2.242
-6.066
Resultaat programma 9 vòòr bestemming
Bestemming programma 9 via functie 980
74.480
5.028
56.170
13.556
-18.310
8.528
59.146
8.628
36.049
21.944
-23.097
13.316
51.096
610
21.052
18.073
-30.044
17.463
-8.056
-8.018
-14.997
-3.871
-6.947
4.147
Resultaat programma 9 na bestemming
79.508
69.726
-9.782
67.774
57.993
-9.781
51.706
39.125
-12.581
-16.074
-18.868
-2.800
174
6
Paragrafen
Jaarverslag 2013
Gemeente Apeldoorn
175
176
6.1 Paragraaf Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft aan hoe solide de financiële positie van de gemeente is. Het
weerstandsvermogen wordt bepaald door de weerstandscapaciteit af te zetten tegen de omvang van de
risico’s.
De gemeente heeft een financiële buffer nodig als zich een financiële tegenvaller voordoet. Risico’s
relevant voor het weerstandsvermogen zijn de risico’s die niet op een andere manier zijn te
ondervangen. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente
beschikt om niet begrote kosten te dekken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de algemene reserve, maar
ook om de nog niet benutte belastingcapaciteit (mogelijkheden om de gemeentelijke belastingen te
verhogen).
Het mag duidelijk zijn, dat macro- economische omstandigheden invloed hebben op de financiële positie
en het weerstandsvermogen van de gemeente Apeldoorn. De recessie van de laatste jaren hebben
geleid tot bijstelling van ons beleid en omvangrijke bezuinigingen. Door het negatief resultaat van het
grondbedrijf in 2011 hebben we vanaf 2012 een negatieve weerstandscapaciteit. Op basis van de MPB
2013-2017 zou deze uitkomen op € 32,4 miljoen negatief eind 2013.
Op basis van deze jaarrekening wordt de weerstandscapaciteit € 24 miljoen negatief. Dit is een
verbetering ten opzicht van de MPB 2014-2017, die in november 2013 door de gemeenteraad is
vastgesteld. Onze risico’s ramen wij op € 12,4 miljoen waarvan € 2,6 miljoen structureel.
De
0.
1.
2.
3.
paragraaf ‘Weerstandsvermogen’ bevat:
een korte toelichting op de economische ontwikkelingen
een inventarisatie van de risico’s;
een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s
6.1.0 Macro-economische ontwikkelingen
Macro-economische ontwikkelingen hebben veel invloed op onze financiën. De ontwikkelingen zijn
onzeker en de invloed op onze financiën is aanzienlijk, maar niet direct te kwantificeren. Een aantal van
de risico’s zoals genoemd in paragraaf 4.1.1.2 hangt nauw met deze ontwikkelingen samen, zoals de
risico’s van het grondbedrijf, van de Wet Werk en Bijstand, financieringsrisico’s en de omvang het
gemeentefonds.
Sinds 2008 is de wereldeconomie in slecht weer terecht gekomen. Ook de Nederlandse economie
raakte daardoor in een recessie. Na een licht herstel in 2010 is in de loop van 2011 de economie weer
gekrompen. Bij het opstellen van de MPB 2013- 2017 voorspelde het Cultureel Planbureau (CPB) een
voorzichtig herstel, met een gemiddelde groei van 1,5% per jaar.6 In 2014 zou onze economie dan weer
op het niveau zijn van 2008. De prognose was, dat in 2013 de werkloosheid zou oplopen naar 6% van
de beroepsbevolking en zou uitkomen op ca 535.000. De gemiddelde koopkracht zou in 2013 met
0,75% dalen. De inflatie zou in 2013 uitkomen op 2 %. In de loop van 2013 heeft het CPB deze cijfers
moeten bijstellen. Het economisch herstel is achtergebleven bij het herstel van de landen om ons heen
en is ook geringer dan volgens de prognoses uit 2012. De economie is in 2013 met 1% gekrompen. De
werkloosheid is opgelopen naar 6,75% van de beroepsbevolking. De koopkracht is met 1% gedaald en
de inflatie over 2013 komt uit op 2,5%.7 Dit heeft geleid tot extra bezuinigingen van het rijk met ingang
van 2014, die ook effect hebben gehad op onze algemene uitkering en MPB 2014-2017.
Voor de langere termijn is het CPB optimistischer. De laatste ramingen van het CPB geven aan dat het
economisch herstel vanaf 2015 zal doorzetten.
6
Bron: CPB Policy Brief 2012/01, juniraming 2012
7 Bron: CPB, Decemberraming 2013, economische vooruitzichten 2014, 17 december 2013
177
Grafiek: Economische groei in Nederland 2008-2014
Bron: CPB, december 2013
6.1.1 Inventarisatie van de risico’s
De risico-inventarisatie beoogt de risico’s die op het moment van aanbieden van deze begroting bekend
zijn, te benoemen en toe te lichten. Onder een risico verstaan wij het gevaar voor schade of verlies door
interne of externe omstandigheden, waarvoor geen of onvoldoende voorzieningen zijn gevormd en die
van materiële betekenis zijn voor de financiële positie van de gemeente.
Voor zover risico’s als concrete toekomstige financiële verplichtingen te kwantificeren zijn, zijn daarvoor
voorzieningen gevormd respectievelijk in de MPB bedragen opgenomen.
6.1.1.1 Overzicht Risico’s
Op de volgende pagina’s ziet u het overzicht van alle in deze paragraaf toegelichte risico’s. De risico’s zijn
ingedeeld per begrotingsprogramma. Bij ieder risico is aangegeven wat het risicoprofiel is, wat de status is
ten opzichte van MPB 2013-2017 en of het financiële effect incidenteel of structureel is.
178
Nr.
Risico
Bandbreedte
€ 1.000
min
Effect
Incidenteel/
Structureel
I/S
Profiel
Hoog/
Midden/
Laag
Status t.o.v.
MPB 20132017
max
Maatregel
Vermijden/
Verminderen/
Verzekeren/
Accepteren
Programma 1 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
1
Aansprakelijkheid
Accepteren
2
- Eigen risico WA verzekering
- Schade op eigendommen
Planschade
0
0
0
50
250
100
I
I
I
Midden
Midden
Midden
Ongewijzigd
Ongewijzigd
Ongewijzigd
3
Verleende rechtstreekse garanties
0
9.000
I
Laag
Gewijzigd
Zie par. financiering
4
Kredietrisico’s op beleggingen
0
420
I
Laag
Gewijzigd
Zie par. financiering
5
Renterisico’s
0
550
S
Midden
Ongewijzigd
6
Deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen
7
Bij deelnemingen bestaat de kans op insolventie
Bij gemeenschappelijke regelingen een negatief resultaat
Algemene uitkering Gemeentefonds
8
Rijksbezuinigingen na 2013
Aantal bijstandsontvangers WWB
Aantal leerlingen SO en VO
Suppletie uitkering OZB en beperking politieke ambtsdragers
Beperking politieke ambtsdragers
Herijking ca. gemeentefonds
Decentralisatie AWBZ
Werkgeversaandeel pensioenpremie
9
Werkloosheidsuitkering bij contractbeëindiging
Vermijden
Zie par. financiering
Verminderen
0
0
1.725
200
I
I
Midden
Laag
Ongewijzigd
Nieuw
0
0
250
0
500
675
S
S
S
Laag
Laag
Midden
0
1.000
S
Hoog
0
400
S
Midden
Gewijzigd
Ongewijzigd
Ongewijzigd
Vervallen
Vervallen
Gewijzigd
Vervallen
Ongewijzigd
Accepteren
0
2.000
I
Midden
Nieuw
Accepteren
0
370
S
Midden
Nieuw
Verminderen
Accepteren
Programma 2 Veiligheid
10
Toezicht
11
BTW project Aruba ivm overgang BRW naar VNOG
Vervallen
12
BTW compensatie brandweertaken
Vervallen
Programma 3 Openbare ruimte
13
14
Achterstand onderhoud wegen
Nieuw
Verminderen
asfaltwegen
0
2.400
I
elementverhardingen
0
6.700
I
Laag
Laag
risicowegen
0
7.200
I
Hoog
Reserve grafrechten/ exploitatie begraafplaatsen (vanaf 2015)
0
117
S
Midden
Nieuw
Verminderen
0
5.000
S
Midden
Nieuw
Vermijden
0
0
1.000
3.800
250
I
S
I
Hoog
Hoog
Laag
Gewijzigd
Accepteren
Ongewijzigd
Accepteren
Programma 5 Jeugd en Onderwijs
15
Decentralisatie van de Jeugdzorg
Programma 6 Werk, inkomen en arbeidsmarkt
16
17
WWB inkomensdeel 2014
WWB inkomensdeel (vanaf 2015)
Kwijtscheldingsregeling
Programma 7 Zorg en welzijn
18
19
WMO huishoudelijke verzorging en individuele verstrekkingen en
inning eigen bijdrage
Hervorming langdurige zorg
Vervallen
p.m.
179
S
Hoog
Nieuw
Nog te bepalen
Nr.
Risico
Bandbreedte
€ 1.000
min
Effect
Incidenteel/
Structureel
I/S
Profiel
Hoog/
Midden/
Laag
Status t.o.v.
MPB 20132017
Maatregel
Vermijden/
Verminderen/
Verzekeren/
Accepteren
Verminderen
Verminderen
Verminderen
Accepteren
max
Programma 9 Ruimtelijke ontwikkelingen, economie en wonen
20
21
22
28
29
30
Risico’s grondbedrijf
Contractuele verplichtingen woningbouw buiten Grondbedrijf
Omnisportcentrum: investeringen
Idem: onderhoudsvoorziening
Omnizorgcentrum: arbitrage hoofdaannemer
Sporthal Zuiderpark, renovatie
Overige accommodaties
Transferium Barnewinkel
Niet realiseren vastgoedtaakstelling
- verkopen
- beheer/ uitbating
Afwaardering vastgoed
- Vastgoed vastgoedbedrijf
- Onderwijshuisvesting
Terughalen eigenarenonderhoud Orpheus, CODA en Omnisport
Bekostiging onderhoud Accrespanden
Leges omgevingsvergunning (vanaf 2015)
31
32
33
Leegstand
Verhuurderheffing
Vennootchapsbelasting
23
24
25
26
27
Risico’s Algemene dienst
Totaal risico’s Hoog Structureel
Totaal risico’s Hoog Incidenteel
5.300
pm
500
250
5.300
pm
1.000
250
I
I
I
S
Hoog
Laag
Hoog
Gewijzigd
Ongewijzigd
Gewijzigd
0
pm
2.000
pm
I
Midden
Vervallen
Gewijzigd
Verminderen
Vervallen
Gewijzigd
0
0
1000
700
S
S
Hoog
Hoog
Verminderen
Verminderen
0
0
0
0
0
20.000
1.500
250
250
pm
I
I
S
I
S
Midden
Hoog
Hoog
Midden
Laag
Nieuw
Nieuw
Nieuw
Verminderen
Verminderen
Verminderen
Accepteren
Verminderen
0
125
pm
500
200
pm
S
S
S
Hoog
Hoog
Hoog
Nieuw
Nieuw
Nieuw
Verminderen
verminderen
Verminderen
375
5.800
7.950
16.000
S
I
S
Nieuw
Totaal risico’s Midden Structureel
250
7.112
Totaal risico’s Midden Incidenteel
0
26.375
I
Totaal risico’s Laag Structureel
0
500
S
Totaal risico’s Laag Incidenteel
0
18.970
I
Hieronder worden de risico’s toegelicht. Hoewel wij richting burgers, bedrijven en instellingen streven naar
een zo groot mogelijk inzicht in onze risicopositie spreekt het voor zich, dat wij in algemene zin
behoedzaam blijven omgaan met informatie over kwesties, die nog onder de rechter zijn.
6.1.1.2 Toelichting per risico (bedragen in tabellen x 1.000)
1. Aansprakelijkheid
De laatste jaren worden gemeenten steeds vaker aangesproken voor schade, die door hun toedoen aan
derden is veroorzaakt. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te geven. Gemeenten worden sinds de
invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek geconfronteerd met risico- in plaats van
schuldaansprakelijkheid, waarbij de omgekeerde bewijslast is ontstaan. Ook heeft de Algemene Wet
Bestuursrecht grotere verantwoordelijkheden bij gemeenten gelegd. Als een gemeentelijk besluit door
een rechtscollege wordt vernietigd zijn wij aansprakelijk indien hieruit voor de reclamant schade
voortvloeit. Uiteraard zijn wij voor wettelijke aansprakelijkheid verzekerd, maar wij dragen daarbij wel
een eigen risico. Dit eigen risico is gemaximeerd en bedraagt € 12.500 per gebeurtenis. Er kunnen zich
meerdere gebeurtenissen per jaar voordoen. Voor het risico gaan we uit van 4 gebeurtenissen per jaar.
De gemeente heeft voor schade aan haar (on)roerende zaken (inventaris en opstallen) een brand- en
stormverzekering. Het eigen risico bij schade bedraagt per verzekeringsjaar € 2.500 per gebeurtenis en
maximaal € 350.000 per gebeurtenis. Budgettair houden we rekening met eigen risico ad € 250.000.
Risico
Wettelijke
aansprakelijkheid
Schade op
eigendommen
Bedrag of bandbreedte
0 - € 50
risicoprofiel
Midden
0 - € 250
Midden
180
2 Planschade
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de verplichting tot actualisatie van bestemmingsplannen
opgenomen met sancties. Is het plan ouder dan 10 jaar, dan kunnen er geen bouwleges meer worden
geheven. Hoewel de actualisatie meestal een bestendiging van de bestaande situatie betreft, valt het
risico van planschades niet helemaal uit te sluiten. Verder zullen schadeclaims vooral voortvloeien uit
(her)ontwikkelings- en uitleggebieden.
Voor het risicoprofiel houdt dit in dat het vooral betrekking heeft op de actualisering (en actueel houden)
van de bestemmingsplannen / beheersverordeningen en de initiatieven die vanuit een actieve
grondpolitiek plaatsvinden. De planschaderisico’s hiervan zullen voor het overgrote deel afgedekt
worden op grond van artikel 6.4a WRO door middel van overeenkomsten met initiatiefnemers. Als
sprake is van ontwikkeling met grondexploitatie, worden de kosten van planschade uit de
grondexploitatie gedekt.
Risico
Planschade
Bedrag of bandbreedte
0 - € 100
risicoprofiel
Midden
3 Verleende rechtstreekse garanties en verstrekte leningen
In de Paragraaf Financiering (paragraaf 7.3 ) wordt ingegaan op financieringsrisico’s, waaronder
garantieverlening. De garantieverlening ter bevordering van het eigen woningbezit is sinds 1 januari
1995 ondergebracht bij de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), beter bekend als de NHG.
Rijk en Gemeenten hebben hierbij een achtervangfunctie. Voor gemeenten gaat het om verplichtingen
aangegaan voor 1 januari 2011.
Daarnaast hebben Rijk en Gemeenten een achtervang bij stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw
(WSW). Bij dreigende liquiditeitstekorten kan het WSW een beroep doen op achtergestelde renteloze
leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). Dit risicobedrag voor onze gemeente is per 31
december 2013 € 462,3 miljoen. De kans dat een claim bij de gemeente terecht komt is, gelet op de
omvang van het fonds, zo gering, dat hiervoor geen bedrag in het weerstandsvermogen opgenomen
hoeft te worden.
Ook staat de gemeente rechtstreeks garant voor bepaalde leningen, zoals de lening aan de stichting
Wereld Natuurhuis. De totale omvang van het bedrag, waarvoor de gemeente rechtstreeks garant staat,
is bijna € 9 miljoen. De risico’s op de rechtstreeks verstrekte leningen zijn voldoende ondervangen bij
kredietrisico’s op beleggingen.
Risico
Verleende
rechtstreekse
garanties en leningen
Bedrag of bandbreedte
0 - € 9.000
Risicoprofiel
Laag
4 Kredietrisico’s op beleggingen
In de Paragraaf Financiering worden de beleggingen en de daar aan verbonden kredietrisico’s genoemd.
Zowel bij de ‘Financiële Instellingen’ als de ‘Overige Instellingen’ schatten wij het risico als laag in, te
weten 1% van het uitstaande bedrag. Voor de andere posten zien wij zodanig geringe risico’s dat we
daar geen rekening mee houden.
Risico
Kredietrisico’s op
beleggingen
Bedrag of bandbreedte
0 - € 420
Risicoprofiel
Laag
5 Renterisico’s
In de Paragraaf Financiering wordt verder ingegaan op renterisico’s bij financiering. Wij schatten dit risico
voor zowel de korte als lange rente op 0,5%, waarbij we er vanuit gaan dat we gemiddeld ca € 40 miljoen
kort lenen en dat er voor lang geld een additionele financieringsbehoefte is van € 70 miljoen.
Risico
Renterisico
Bedrag of bandbreedte
0 - € 550
181
Risicoprofiel
Midden
6 Deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen.
In de paragraaf Verbonden Partijen wordt uitgebreid ingegaan op partijen waarin wij een bestuurlijk en
financieel belang hebben. Dit betreft een groot aantal instellingen en vennootschappen, die zeer
verschillend van aard zijn. Maar wel allen als kenmerk hebben, dat zij op enige afstand van college en
raad functioneren.
Uiteraard kennen de verbonden partijen elk hun eigen risico’s. De gemeenschappelijke regelingen melden
deze in hun (verplichte) risicoparagraaf. De GR’s hebben ook een zeker eigen vermogen om risico’s op
te vangen.
Voor de GGD geldt dat deze gemeenschappelijke regeling haar weerstandsvermogen nagenoeg op peil
heeft, maar dat een deel van het weerstandsvermogen bij de gemeenten zit. Het gaat om 50% van het
weerstandsvermogen dat nodig is voor de basisproducten van de GGD. Het Apeldoornse aandeel daarin
is circa € 55.000. Voor de volledigheid wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen, onderdeel
gemeenschappelijke regelingen. Het risico van de GR’s schatten we vooralsnog op maximaal € 200.000
met een laag risicoprofiel. Hierbij hebben we nog geen rekening gehouden met het risico voor Feluagroep en de gemeente voortvloeiend uit gewijzigd rijksbeleid t.a.v. de WSW. Hierover zal in 2014 meer
duidelijkheid komen.
Formeel bedraagt ons risico in vennootschappen niet meer dan de waarde van onze aandelen. In de
praktijk liggen de belangen uiteraard zodanig, dat bij financieel zwaar weer de gemeente ook bestuurlijk
zal worden aangesproken om bij te dragen in mogelijke oplossingen voor deze rechtspersonen. Dit
laatste geldt ook voor de gemeenschappelijke regelingen, waar de inwonerbijdrage vaak de belangrijkste
inkomstenbron van de verbonden partij is.
Bij de vennootschappen streven wij er naar, dat hun eigen vermogenspositie een solide omvang kent,
waardoor een bedrijf in eerste instantie in staat is financiële tegenvallers zelf op te vangen. Dit lukt niet
altijd, zoals vorig jaar bijvoorbeeld gebleken is in het geval van BV Parkeergarage Orpheus. Voor wat
betreft de privaat- publieke samenwerking in diverse BV en CV constructies zijn statutair de
zeggenschap en de winst- en verliesdeling geregeld.
Risico
Bij deelnemingen
bestaat de kans op
insolventie
Bij
gemeenschappelijke
regelingen een
eventueel negatief
resultaat
Bedrag of bandbreedte
€ 0 - € 1.725
€ 0 - € 200
Risicoprofiel
Midden
Laag
7 Algemene uitkering Gemeentefonds
a. mogelijke rijksbezuinigingen na 2013
De omvang van het gemeentefonds is gekoppeld aan een deel van de rijksuitgaven. Als deze wijzigen
dan verandert ook het gemeentefonds en de algemene uitkering.
De ombuigingsmaatregelen van het huidige regeerakkoord van VVD/PvdA die van invloed zijn op het
gemeentefonds zijn door ons verwerkt in de MPB 2014-2017. In deze MPB hebben wij tevens
geanticipeerd op nieuwe bezuinigingsmaatregelen van het kabinet, die nodig zijn om in 2014 het tekort
op de rijksbegroting conform EU rechtlijnen terug te dringen tot maximaal 3%. Wij hebben daarom
vanaf 2014 rekening gehouden met een aanvullend nadeel van € 3 miljoen. Hier hebben wij vanaf 2015
dekking tot € 2 miljoen uit vrijvallende BTWcompensatie tegenover gezet. De septembercirculaire en het
Najaarsakkoord 2013 tussen kabinet en Tweede Kamerfracties leiden nog tot een extra nadeel van ca.
€ 1 miljoen. Dit zullen wij betrekken bij de MPB 2015-2018. Het risico van nieuwe
ombuigingsmaatregelen door het Rijk is er altijd, maar op dit moment veel minder concreet dan de
afgelopen jaren.
b. aantallen bijstandsontvangers
De maatstaf bijstandsontvangers is een zwaar meetellende parameter in het gemeentefonds. Per
bijstandscliënt ontvangen wij ca. € 4.500 ter dekking van onze uitvoeringskosten en het minimabeleid.
Overigens is dit onderdeel zowel een positief risico als een negatief risico. Op het moment dat de
instroom van bijstandsontvangers bij ons groter is dan het gemiddelde van alle andere gemeenten, dan
182
zal het effect daarvan op onze algemene uitkering positief zijn. Dit was in 2013 o.b.v. het aantal
bijstandscliënten 2012 het geval.
Uiteraard staan daar dan fors hogere bijstandsuitgaven tegenover, omdat de rijksvergoeding voor het
inkomensdeel WWB tekort zal schieten. Dat nadelige effect was in 2013 beduidend groter dan de
hogere vergoeding voor uitvoeringskosten in het gemeentefonds.
c. onderwijshuisvesting en leerlingenaantallen
De inkomsten uit het Gemeentefonds ter dekking van de kosten van onderwijshuisvesting zullen de
komende jaren naar verwachting dalen. Dit als gevolg van een daling van het totale aantal leerlingen
binnen gemeente Apeldoorn met 3% - 5% in de komende 5 jaar. Dit wordt onder andere aangegeven
door de leerlingenprognoses. Daarnaast bestaat het risico van afname van het aantal leerlingen binnen
het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs door de invoering van passend onderwijs. Naar verwachting gaat
het hier om een verlies aan inkomsten voor minimaal 250 leerlingen. De grootste daling wordt daarbij
verwacht binnen het Cluster 4-onderwijs waarvoor een relatief hoge vergoeding aan de orde is. De
effecten van deze daling zullen zichtbaar worden in 2014 en volgende jaren.
Wij schatten het risico van de daling van de uitkering in het gemeentefonds voor onderwijshuisvesting,
als gevolg van een daling van het aantal leerlingen in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs, in op
maximaal € 675.000
d. suppletie uitkering OZB
In 2005 is het gebruikersdeel van de OZB voor woningen afgeschaft. Hiervoor zijn gemeenten via het
gemeentefonds gecompenseerd. Apeldoorn was in dit geval een nadeelgemeente en ontvangt een
aflopende suppletievergoeding. Die wordt betaald door de voordeelgemeenten, die hierdoor langer op
hun voordeel moeten wachten.
Na de nodige discussie tussen kabinet en VNG is in het najaar van 2013 afgesproken dat de
suppletievergoeding van de voordeelgemeenten vanaf 2014 in 5 jaar zal worden afgebouwd ten gunste
van de nadeelgemeenten. Deze afbouw zullen wij in de MPB 2015-2018 verwerken. Daarmee kan dit
risico vervallen.
e. Beperking politieke ambtsdragers
Dit risico is vervallen, omdat in het regeerakkoord van VVD/PvdA is opgenomen dat terugbrengen van
het aantal politieke ambtsdragers op dit moment niet aan de orde is.
f. herijking Gemeentefonds incl. effecten wet BAG
De uitkomst voor Apeldoorn van de integrale herijking van het Gemeentefonds wordt pas in de loop van
2014 duidelijk. Hierdoor blijven wij rekening houden met een risico van € 1 miljoen.
g. decentralisatie AWBZ, maatschappelijke opvang
Apeldoorn is op het niveau van de Regio Stedendriehoek centrumgemeente voor de maatschappelijke
opvang. De verdeelsystematiek van de rijksvergoeding is de laatste jaren fundamenteel aangepast,
waarbij met een overgangsperiode een overstap is gemaakt van een historisch naar een objectief
verdeelmodel. Dit had aanzienlijke herverdeeleffecten tot gevolg, waaronder een verschuiving van een
aantal centrumgemeenten naar de G4.
Onze rijksvergoeding is hierdoor de afgelopen jaren gedaald van € 6 miljoen naar € 3,5 miljoen. Begin
2014 heeft het kabinet de centrumgemeenten geïnformeerd de overgangsperiode per 2015 te willen
beëindigen, waarbij Apeldoorn nog een bedrag van ruim € 600.000 van de huidige vergoeding moet
inleveren. Vervolgens wordt het landelijk beschikbare budget voor maatschappelijke opvang opgenomen
in de budgetten die gemoeid zijn met de hervorming van de langdurige zorg en de decentralisatie van
een aantal AWBZ taken naar de gemeente. De financiële gevolgen daarvan blijven eerst onzeker. Wel
zullen wij in de MPB 2015-2018 rekening houden met de korting van ruim € 600.000. Hierdoor kan dit
risico na deze jaarrekening vervallen.
Risico
Rijksbezuinigingen na 2013
Bijstandsontvangers
Leerlingen SO en VO
Suppletie uitkering OZB
Bedrag of bandbreedte
€0
€ 0 - € 500
€ 250 - € 675
183
Risicoprofiel
Laag
Laag
Midden
Vervallen
Beperking politieke
ambtsdragers
Herijking ca. Gemeentefonds € 0 - € 1.000
Decentralisatie AWBZ,
Maatschappelijke opvang
Vervallen
Hoog
Vervallen
8 Werkgeversaandeel pensioenpremie.
In 2013 zijn de ziektekosten- en pensioenpremies fors gestegen. Deze stijging is 2% hoger dan
voorzien. Dit nadeel wordt volledig gecompenseerd door een voordeel op de personeels- en
bedrijfsvoeringbudgetten. Dit is conform de melding in de bestuursrapportage.
Risico
Werkgeversaandeel
pensioenpremie
Bedrag of bandbreedte
€ 0 - € 400
Risicoprofiel
Midden
9. Werkloosheidsuitkering bij contractbeëindiging
De gemeente Apeldoorn heeft met een aantal regiogemeenten een overeenkomst
voor de uitvoering van de front- en backoffice voor sociale zaken. Deze contracten
vertegenwoordigen een waarde van ca. € 3,1 miljoen en voor de uitvoering worden
ca. 30 á 35 medewerkers ingezet.
Dat contracten (met een periode van 5 jaar) verlengd worden is niet meer
vanzelfsprekend. De economische situatie is voor regiogemeenten aanleiding om de
uitvoeringscontracten (of onderdelen daaruit) te heroverwegen. Deze heroverweging
heeft recentelijk al tot contract- aanpassingen geleid.
Aangezien Apeldoorn eigen risicodrager is, wordt de gemeente bij beëindiging
geconfronteerd met werkloosheidsuitkeringen. Wij hadden in voorgaande jaren een
voorziening voor deze werkloosheidsuitkeringen getroffen. Omdat het risicoprofiel
van een aantal contracten is gewijzigd, is deze voorziening in 2012 vrijgevallen. Het
risico blijft echter in toekomstige jaren wel bestaan.
Risico
Werkloosheidsuitkering
bij contractbeëindiging
Bedrag of bandbreedte
0 - € 2.000
risicoprofiel
Midden
10. Toezicht: Vergoeding procesverbalen
De gemeente Apeldoorn ontvangt van het ministerie Veiligheid & Justitie een vergoeding voor de
procesverbalen (pv-vergoeding) van € 25 of € 40 per geconstateerde overtreding. De rest van de door
het CJIB geïncasseerde verbalen vloeien in de Rijkskas. Het ministerie van V&J heeft de
vergoedingsregeling aangepast en voorzien van een landelijk bestedingsplafond. De mogelijkheid bestaat
dat het aan de gemeente uitgekeerde bedrag daardoor lager is dan de rekensom aantal x
vergoedingsbedrag zou doen vermoeden. Overigens blijft de vergoeding afhankelijk van het aantal
uitgeschreven procesverbalen. Afhankelijk van de mate van naleefgedrag en door het bestuur gestelde
prioriteiten qua werkzaamheden kan het aantal procesverbalen fluctueren.
Overigens is het opmerkelijk dat de Minister van V&J de bonnenquota van de politie heeft afgeschaft,
maar de gemeente hiervoor wel een opbrengst in de begroting raamt.
Risico
Toezicht: Vergoeding
procesverbalen
Bedrag of bandbreedte
0 - € 370
risicoprofiel
Midden
11. Aruba/ Post Zuid, BTW i.v.m. overgang brandweer naar VNOG
Eind 2013 is het brandweerdeel binnen Werkgebouw Zuid als appartementsrecht verkocht aan de
Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland. De belastinginspecteur heeft met de afspraken hierover
ingestemd. Door deze overdracht hoeft er geen terugbetaling van de gecompenseerde BTW plaats te
vinden en is het risico komen te vervallen.
184
Risico
BTW Aruba/Post Zuid
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
Vervallen
12 BTWcompensatie Brandweertaken
In 2011 is de Brandweer ontvlochten en overgegaan naar cluster Epe, Voorst, Apeldoorn (EVA) van de
Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG). Met ingang van 2014 is de VNOG ook wat betreft
brandweertaken vrijgesteld van BTW. De BTW-kosten kunnen dan niet meer via het BTWcompensatiefonds worden gedeclareerd. In 2013 is bekend geworden, dat de VNOG via de brede
doeluitkering van het rijk (BDUR) gecompenseerd gaat worden. Het bestuur van de VNOG heeft daarop
besloten om deze compensatie door te betalen aan de deelnemende gemeenten. Zoals gemeld in de
MPB 2014-2017 is het risico daarmee vervallen.
Risico
BTW Brandweertaken
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
Vervallen
13. Achterstand onderhoud wegen B&O
Onze gemeente loopt een groot risico op achterstallig onderhoud van onze wegen. In de beoordeling
van de MPB 2013-2016 heeft de provincie de achterstand van het wegenonderhoud genoemd als een
van de aandachtspunten om onze gemeente onder preventief toezicht te plaatsen. In 2013 hebben wij
een herstelplan voor de wegen opgesteld.
Uit het herstelplan bleek, dat wij jaarlijks gemiddeld € 1,1 miljoen extra nodig hebben voor regulier
wegenonderhoud. Uw raad heeft met het herstelplan ingestemd. In het herstelplan wordt ook ingegaan
op de achterstand in het wegenonderhoud. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in asfaltverhardingen en
elementverhardingen (o.a. klinkers en trottoirtegels). Om de risico’s door achterstallig onderhoud te
beperken is voorgesteld om de komende jaren prioriteit te geven aan het onderhoud van de
asfaltwegen. Wat betreft elementverhardingen zullen we het onderhoud toespitsen op fietspaden en
trottoirs en deze tenminste zo onderhouden dat ze veilig zijn.
Anders is dit voor de zogenaamde risicowegen. Dit zijn asfaltwegen, die al jarenlang met lapwerk
berijdbaar gehouden worden. Deze wegen verouderen sneller dan gemiddeld en moeten op enig moment
vernieuwd worden. Er is een risico op kapitaalvernietiging. Als het gaat om hoofdwegen en fietspaden
in de hoofdfietsstructuur zal zowel de schade als het veelvuldig repareren leiden tot veiligheidsrisico’s
en tot doorstromingsproblemen.
In februari 2014 is door de provincie Gelderland € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor projecten in
Apeldoorn voor de periode tot 2017. Daarvan wordt € 5 miljoen ingezet voor het onderhoud van de
risicowegen.
Het risico van deze wegen dat op basis van de inspectie 2013 berekend was op € 12,2 miljoen is
daarom neerwaarts bijgesteld tot 7,2 miljoen, maar wordt nog steeds als hoog ingeschat.
Risico
asfaltwegen
elementverhardingen
risicowegen
Bedrag of bandbreedte
€ 0 - € 2.400
€ 0 - € 6.700
€ 0 - € 7.200
Risicoprofiel
laag
laag
hoog
14. Grafrechten, exploitatie begraafplaatsen
Door de afname van het aantal begrafenissen is de exploitatie van onze begraafplaatsen niet meer
kostendekkend. In 2013 is het tekort met € 117.000 opgelopen. Eind 2013 is het tekort in de reserve €
229.000 negatief. Uw raad heeft in de MPB 2014-2017 behandeling besloten om eenmalig € 350.000
in de reserve te storten. Daarmee is het risico in 2014 afgedekt. Voor de zomer van 2014 zullen wij
met voorstellen komen voor verbetering van het beheer en de exploitatie. Er is een risico, dat de
exploitatie niet sluitend blijft. Het risico schatten we in op het tekort in 2013.
Risico
Grafrechten, exploitatie
begraafplaatsen
Bedrag of bandbreedte
0 – 117
185
Risicoprofiel
Midden
15. Decentralisatie van de jeugdzorg
Per 1 januari 2015 zal de gemeente verantwoordelijk worden voor (grote delen van) de jeugdzorg. De
kaders waarbinnen wij werken zijn onder andere geduid in het Regionaal Transitieplan Jeugd
(continuering zorg). De wetgeving moet op dit moment (januari 2014) nog door de eerste kamer worden
vastgesteld.
Het traject tot 1 januari 2015 is kort. Het gaat om een transformatie (vernieuwing) en en transitie
(overheveling) van de jeugdzorg die op dit moment door de provincie wordt uitgevoerd naar de
gemeente. In financiële zin is ons in de decembercirculaire een 95% budgetgarantie van 39,5 miljoen
euro toegezegd. De decentralisatie van de Jeugdzorg gaat gepaard met bezuinigingen door het rijk (5%
in 2015, 5% in 2016 en 5% in 2017). Op dit moment (januari 2014) hebben we nog onvoldoende zicht
op de werkelijke kosten van de gedecentraliseerde jeugdzorg per 2015.
Risico
Decentralisatie van de
jeugdzorg
Bedrag of bandbreedte
€ 0 - € 5.000
Risicoprofiel
Midden
16. Wet werk en bijstand, inkomensdeel (BUIG)
In 2013 nam als gevolg van de economische crisis de werkloosheid, evenals voorgaande jaren, sterk
toe en daarmee het beroep op de gemeentelijke inkomensregelingen: WWB, IOAW, IOAZ en BBZ
(BUIG). Er is vooralsnog geen reden om aan te nemen dat het economische beeld in 2014 sterk zal
veranderen. Hoe het zal gaan in 2015 en verdere jaren is moeilijk te voorspellen. Uitgaande van een
pessimistisch, maar op basis van de huidige ontwikkelingen reëel, beeld moet rekening gehouden
worden met tekorten op de landelijke vergoeding: het zogenaamde BUIG-budget.
Het BUIG-budget vormt als het ware de landelijke koek, die via een objectief stelsel van variabelen
(objectief verdeelmodel) verdeeld wordt over de gemeenten. Landelijk bedraagt dit BUIG-budget ca. €
5,7 miljard in 2013 en ca. € 6,2 miljard in 2014. Apeldoorn komt op basis van het objectieve
verdeelmodel in aanmerking voor ongeveer 0,8% van dit budget. Wanneer een gemeente niet uitkomt
met dit budget komt het tekort primair ten laste van de gemeente. Wel kan een gemeente een beroep
doen op een tweetal regelingen: de Meerjarige aanvullende uitkering (MAU) en de Incidenteel
aanvullende uitkering (IAU).
Bij de MAU gaat het erom of er sprake is van een aanwijsbare tekortkoming in het objectieve
verdeelmodel. Apeldoorn heeft voor 2013 en volgende jaren een beroep gedaan op de MAU. Dit
verzoek is onlangs afgewezen. Men heeft geen significante afwijking geconstateerd in het
verdeelmodel waarmee Apeldoorn benadeeld zou worden. Een dergelijke afwijzing lag in de lijn der
verwachting, maar was noodzakelijk om een beroep te kunnen doen op de andere regeling: de IAU.
De IAU wordt aangevraagd voor een specifiek jaar. Wanneer het tekort over dat jaar in verhouding
tot het BUIG-budget meer dan 10% bedraagt, dan kan voor het meerdere een beroep worden
gedaan op de IAU. Een gemeente kan niet zondermeer rekenen op deze vergoeding. De beoordeling
door de Toetsingscommissie Wwb die de minister adviseert over toekenning en afwijzing is streng
en gedetailleerd. Een geconstateerde afwijking, hoe klein ook, in het gemeentelijke beleid kan
leiden tot afwijzing van het verzoek. Nu de hierboven genoemde MAU-aanvraag over 2013 en
volgende jaren is afgewezen kan Apeldoorn over 2013, en mogelijk de jaren daarna, een beroep
doen op de IAU in het geval het tekort in één van die jaren groter is dan 10% van het BUIGbudget.
Over 2013 is een tekort gerealiseerd op het BUIG-budget en in de jaarrekening van
€ 2,7 miljoen. Dit is minder dan 10% van het beschikbare BUIG-budget, waardoor er over 2013 geen
IAU-aanvraag kan worden gedaan. Voor 2014 wordt verwacht dat ten opzichte van het BUIG budget
een tekort gerealiseerd wordt van ca. € 3,8 miljoen en vanaf 2015 een tekort van ruim € 1 miljoen.
Deze zijn als verwachte tekorten opgenomen in de MPB.
Het begrote tekort over 2014 en volgende jaren is berekend door enerzijds de verwachting dat het BUIG
budget beter aan zal sluiten bij de bestedingen en anderzijds dat de gemeentelijke inspanningen haar
vruchten af zullen werpen. Maar het blijft allemaal erg onzeker. Vandaar dat in deze paragraaf
weerstandsvermogen voor alle zekerheid toch een extra risico wordt opgenomen. Dit extra risico
begroten wij voor 2014 op € 1 miljoen en voor 2015 en verdere jaren op € 3,8 miljoen (met de in de
primaire begroting opgenomen extra bijdragen telt dit op tot jaarlijks € 4,8 miljoen). Hierbij gaan wij
186
ervan uit dat een eventuele overschrijding van het eigen risico (10 procent van het door het Rijk
toegekende budget) door middel van een IAU- aanvraag wordt vergoed. Maar zoals gezegd: het blijft in
hoge mate onzeker of een dergelijke aanvraag worden gehonoreerd.
Risico
Toenemend beroep op
WWB
Bedrag of bandbreedte
€ 0 - € 3.800 (vanaf 2015)
(2014: € 0 – € 1.000)
risicoprofiel
hoog
17. Kwijtscheldingsregeling
Voor de kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen zijn, naar onze verwachting, voldoende
middelen beschikbaar. Deze regeling heeft echter een open- einde karakter; er kan geen ‘nee’ worden
verkocht als er onvoldoende budget beschikbaar is. Ondanks zorgvuldige ramingen valt dit risico ook
voor de komende jaren niet uit te sluiten. De uitgaven zijn immers in hoge mate afhankelijk van de
aanspraak op de regeling.
Risico
Kwijtschelding
Bedrag of bandbreedte
€ 0 - € 250
Risicoprofiel
Laag
18. Wmo huishoudelijke verzorging en individuele verstrekkingen
De financieel gunstige ontwikkeling op huishoudelijke verzorging en voorzieningen, zoals in de
jaarrekening 2012 toegelicht, zal zich naar verwachting ook in 2013 en 2014 voordoen. De prognose is
dat de negen maatregelen worden gehaald en dat het risico ten aanzien van de herverstrekkingen
beperkt blijft. Nadelig effect is de verlaging van de integratie-uitkering Wmo in de algemene uitkering
2014 met eenmalig € 0,9 miljoen. Ook zullen kosten gemaakt worden voor de afbouw van WMO
Huishoudelijke Hulp en de decentralisatie van de Begeleiding (voor doelgroepscreening). Verwacht wordt
dat deze tegenvallers in 2014 binnen het Wmo budget opgevangen kunnen worden. Het risico is
vervallen.
Risico
Wmo Huishoudelijke
Verzorging en
voorzieningen (woon,
vervoer en rolstoelen)
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
vervallen
19. WMO Hervorming langdurige zorg.
De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is onderdeel van de herinrichting van de
langdurige zorg. Inzet is dat mensen langer thuis blijven wonen en daar zorg en ondersteuning genieten.
Gemeenten worden met de Wmo 2015 verantwoordelijk voor:
• Begeleiding (individueel, groep, kortdurend verblijf en vervoer € 28 miljoen).
• Beschermd wonen van de GGZ-doelgroep met begeleiding gericht op participatie (€ 50 miljoen),
• Inkomensondersteuning (3 landelijke regelingen8) en cliëntondersteuning
Enerzijds worden de aanspraken op deze vormen van zorg beperkt, anderzijds komen nieuwe cliënten
naar de Wmo door het extramuraliseren van de lichte ZZP’s (Zorg Zwaarte Pakketten).
Verder wordt op de rijksbijdrage voor Huishoudelijke Hulp substantieel bezuinigd (40%) en
teruggebracht tot 60% van de huidige bijdrage. Huishoudelijke Hulp wordt beperkt tot mensen die dat
echt nodig hebben en er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien.
8
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), de Compensatieregeling Eigen Risico (CER) en de fiscale
regeling voor aftrek van specifieke zorgkosten en de daarmee samenhangende Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten (TSZ).
187
De belangrijkste risico’s:
1. Bij de decentralisatie van Begeleiding en Beschermd Wonen bestaat nog veel onzekerheid over
zowel de kosten die Apeldoorn gaat maken als de hoogte van de rijksvergoeding. De vraag is of de
bezuiniging van 25% op het macrobudget van Begeleiding (Beschermd Wonen kent nog geen
taakstelling) kan worden opgevangen. Daarnaast kan bij de rijksvergoeding sprake zijn van
onverklaarbare financiële verschillen die voortkomen uit de met ingang van 2016 te hanteren
verdeelmaatstaven in het gemeentefonds. Apeldoorn heeft een relatief groot aantal zorginstellingen
en instellingen met landelijke expertisecentra (PSY, NAH, Korsakov, Huntington) die een
bovengemiddeld aantal cliënten naar onze gemeente doen trekken. In de praktijk moet blijken of het
verdeelmodel onze gemeente hiervoor voldoende zal compenseren.
2. Op de maatschappelijke opvang (Regionaal Kompas) hebben wij in 2013 een bezuiniging ingeboekt
van € 1,3 miljoen als gevolg van een herverdeling van de rijksvergoeding. De gemeente heeft voor
de jaren 2013 en 2014 deze bezuiniging aanzienlijk verzacht. In 2013 is bekend geworden dat de
rijksvergoeding verder zal dalen met circa € 650.000,-. Het is de vraag of wij deze verdere afname
kunnen opvangen door een forse verlaging van het zorgaanbod en daarmee de uitgaven. In 2015 zal
de korting overlopen in het budget Wmo, als de maatschappelijke opvang en begeleiding tot één
integraal Wmo product worden samengevoegd. Naast de rijkskorting op de nieuwe taak begeleiding
zal ook deze bezuiniging op maatschappelijke opvang daar worden meegenomen.
3. Er kunnen in de nieuwe situatie schaalnadelen optreden. Uitvoeringskosten kunnen daardoor relatief
hoog zijn en de (versnipperde) inkoop van zorg duurder. Bij de decentralisaties gaan meer partijen
dan nu het geval is, zorg inkopen. Ruim 400 gemeenten in plaats van 32 zorgkantoren. De
aanbieders komen in een sterkere onderhandelingspositie, waardoor samenwerking van gemeenten
cruciaal is.
4. Het rijk stelt middelen voor de uitvoeringskosten beschikbaar (€ 30 miljoen uit vrijval bij de
zorgkantoren en het CIZ / € 55 miljoen voor de decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg gezamenlijk).
Wij verwachten dat dit te weinig is om de kosten van de uitvoering te dekken. Bij de vaststelling
van de kadernota “de kracht van Apeldoorners” hebt u besloten om het uitvoeringsbudget
(organisatiekosten) en het begeleidingsbudget (de financiering van producten en diensten aan de
cliënt) samen te voegen.
5. Ook bestaat over het overgangsrecht voor bestaande cliënten nog geen duidelijkheid. Dit is
bepalend voor de gemeente om de opgelegde besparing en de mogelijke nadelen in het verdeelmodel
op te vangen. Veel hangt af van de bereidheid van de burger tot “kantelen” en niet vast te houden
aan verworven rechten.
6. Drie regelingen voor inkomensondersteuning komen naar de gemeenten. Landelijk werd hiervoor €
1,3 miljard uitgegeven. In 2014 wordt al € 45 miljoen overgeheveld naar gemeenten, oplopend tot
aanvankelijk ruim € 700 miljoen in 2017. In het recente begrotingsakkoord is dit budget verder
verlaagd naar € 270 mln. Een nieuwe gemeentelijke voorziening wordt in 2014 uitgewerkt in
samenhang met het sociale vangnet. De vraag is of het beschikbare budget voldoende is.
7. Gemeenten voeren een eigen beleid ten aan zien van welke (algemene en maatwerk) voorzieningen
worden aangeboden en hoe die aan de cliënten worden toegewezen. Tussen gemeenten zullen
verschillen ontstaan in kwaliteit en niveau van voorzieningen. Dit kan tot onvrede bij de burgers
leiden als de verschillen in beleving te groot worden. Gemeenten kunnen ook te maken krijgen met
negatieve publiciteit over pijnlijke incidenten.
8. Eén van de uitgangspunten van de Wmo 2015 is dat van mensen verwacht wordt dat zij elkaar naar
vermogen ondersteunen. Het kabinet komt met een agenda om de mantelzorg gericht te stimuleren
(het “Mantelzorgcompliment” van € 106 miljoen komt in 2015 naar de gemeenten). Het risico
bestaat dat burgers die veel mantelzorg bieden overbelast raken.
9. Door de decentralisaties zal de noodzakelijke capaciteit bij zorginstellingen kleiner worden.
Zorginstellingen geven aan mensen te moeten ontslaan en wijzen op leegstand van vastgoed
(frictiekosten). Dit kan ook een risico voor de gemeenten vormen.
10. De invoering van de decentralisaties vraagt, naast alle reguliere werkzaamheden, veel van de
bestaande gemeentelijke organisatie. Dit maakt de organisatie kwetsbaar en het risico op
overbelasting van de betrokken medewerkers reëel.
188
Risico
Hervorming langdurige zorg
Bedrag of bandbreedte
pm
Risicoprofiel
Hoog
Een inschatting over de omvang van het financiële risico’s is op dit moment niet te geven. Bij wijze van
uitzondering wordt nu nog volstaan met het noemen van de risico’s zonder die te kwantificeren
20. Risico’s Grondbedrijf
Benodigde Algemene Reserve van het Grondbedrijf (ARG)
Ook na het nemen van de forse verliezen in de afgelopen jaren blijven er risico’s voor de projecten van
het grondbedrijf. Dit betreft zowel algemene risico’s (markt, prijsstelling, etc.) als projectspecifieke
risico’s die het resultaat van complexen zowel negatief als positief kunnen beïnvloeden. Om deze
risico’s in beeld te brengen zijn er voor een groot aantal projecten aparte risicoanalyses uitgevoerd. Voor
de overige projecten is een meer algemene benadering gekozen. De benodigde omvang van de ARG is
zo berekend op totaal € 20,5 miljoen ten opzichte van € 26,1 miljoen bij het MPG 2013. Deze daling
wordt onder andere veroorzaakt doordat voor een groter aantal complexen nu de werkelijke risico’s (via
de Monte Carloanalyse) zijn doorberekend in het weerstandsvermogen en niet meer de rekenkundige
IFLO-methode is toegepast..
Evenals vorig jaar is voor de financiële effecten van een mogelijke aanpassing van het kwalitatieve
woningbouwprogramma (van duur naar goedkoop) geen bedrag opgenomen in het benodigd
weerstandsvermogen. Op dit moment is er namelijk onvoldoende input beschikbaar om dit risico in te
kunnen schatten. Dit risico kan echter fors van omvang zijn.
Beschikbare ARG
Bij de besluitvorming over het MPG 2013 heeft uw raad besloten om een extra storting van € 7,4 mln
euro in de Algemene Reserve van het Grondbedrijf te doen. Daarmee kwam de reserve per 1-1-2014
(na toevoeging rente per 1-1-2014) uit op 18,1 mln euro. Het resultaat van het Grondbedrijf (MPG
2014 / jaarrekening 2013) komt uit op € 2,8 mln nadelig (begroot was € 2,6 mln voordelig). In plaats
van een storting betekent dit een onttrekking uit de ARG.
Op basis van bovenstaande ziet het verloop van de reserve als volgt eruit:
Stand per 1-1-2013
Rentetoevoeging 1-1-2013
17,4 mln
0,7 mln +
Saldo na rentetoevoeging
Resultaat MPG 2014
Overige onttrekkingen
18,1 mln
2,8 mln -/0,1 mln -/-
Stand per 31-12-2013
Benodigde reserve (risico-buffer)
15,2 mln
20,5 mln
Risico Grondbedrijf t.l.v. AD
Risico
Risico’s
Grondbedrijf
5,3 mln
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
€ 5.300 mln risico dat niet is
gedekt door de Algemene
Reserve Grondbedrijf (ARG)
Hoog
189
21. Contractuele verplichtingen woningbouw buiten Grondbedrijf
Het gemeentelijke woningbouwprogramma is in omvang fors neerwaarts bijgesteld als gevolg van de
KWP3 richtlijnen van de provincie. Dit geldt zowel voor het Grondbedrijf (programma op eigen grond)
als voor het particuliere programma (op grond van derden). Het terugschroeven van de
woningbouwaantallen door de provincie is een ontwikkeling waarop de gemeente geen invloed heeft.
De gemeente moet echter vanuit haar publieke rol afwegingen rond locatiekeuzes maken die onder
andere te maken hebben met principes van goede ruimtelijke ordening. Voor het particuliere programma
heeft de gemeente velerlei contracten afgesloten met wederpartijen. Vele contracten bevatten passages
over voorziene, onvoorziene en gewijzigde omstandigheden. Dat levert een grote verscheidenheid aan
situaties op. Als ontwikkelingen niet of op een later moment of op een andere manier doorgaan, zouden
andere partijen kunnen menen hierdoor schade te ondervinden. Of schade verwijtbaar is jegens onze
gemeente is de vraag. Voor dit moment is er geen aanleiding een risicovoorziening op te nemen
vanwege lopende contracten.
Risico
Contractuele
verplichtingen
woningbouw buiten
Grondbedrijf
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
p.m.
Laag
22. Omnisportcentrum
Het Omnisportcentrum is in 2008 opgeleverd maar kende nog diverse knelpunten. Inmiddels zijn
daarvan vele opgelost. Een aantal dient echter nog opgelost te worden, waaronder het in balans krijgen
van de WKO-installatie en de (gebouw)veiligheid van de wieler-en atletiekhal.
Met de hoofdaannemer zijn hierover gesprekken gestart. Hieruit volgt mogelijk een
aansprakelijkheidsvraagstuk. Daarmee is het risico aanwezig dat de noodzakelijke
investeringsaanpassingen voor rekening van gemeente komen. Met de Zomernota 2012 zijn echter de
restantkredieten Omnisport ingeleverd.
In afwijking op de huidige gemeentelijke vastgoedlijn is het uitvoeren van zowel het eigenaren- als het
huurderonderhoud binnen de huidige contractuele huur- en exploitatieafspraken grotendeels belegd bij
de huurder en exploitant, te weten Omnisportcentrum Exploitatiemaatschappij BV. De kosten voor
integrale vervanging van bouwkundige delen en installaties zijn echter voor rekening van gemeente
indien het onderhoud op een correcte wijze door de exploitant is uitgevoerd. Door de exploitant is een
MJOP opgesteld maar deze is nog niet vastgesteld door de gemeente. Na vaststelling van het MJOP
kunnen de benodigde onderhoudsbedragen worden bepaald. Tot en met 2013 zijn hiervoor geen
middelen in de onderhoudsvoorziening van het Vastgoedbedrijf gestort en er zijn op dit moment geen
(incidentele en/of structurele) middelen voorzien.
Risico
Omnisportcentrum:
Investeringsaanpassingen
Omnisportcentrum:
Onderhoudsvoorziening
Bedrag of bandbreedte
€ 500 - € 1.000
Risicoprofiel
Hoog
€ 250
Hoog
23. Omnizorgcentrum
In juni 2013 is inzake de arbitrage Omnizorg door de Raad van Arbitrage een definitieve uitspraak
gedaan. Dit vonnis is inmiddels betaald in 2013. Er zal geen hoger beroep door de gemeente worden
ingesteld. Het risico is dus als zodanig opgetreden en in 2013 afgewikkeld.
Risico
Arbitrage
hoofdaannemer (hoger
beroep)
Bedrag of bandbreedte
190
Risicoprofiel
Vervallen
24. Vervangingsinvesteringen maatschappelijk vastgoed/sporthal Zuiderpark
De gemeente houdt geen rekening met investeringen voor ingrijpend onderhoud of vervanging bij einde
van de fysieke levensduur van welzijns- en sportaccommodaties.
Op basis van bestaande afspraken met Accres komen de kosten van gehele of gedeeltelijke vervanging
voor rekening van de gemeente. Dit geldt ook voor accommodaties die niet in beheer zijn bij Accres,
zoals bijvoorbeeld vervanging van het kunstgrasveld van WSV.
Sporthal Zuiderpark wordt momenteel meegenomen in het uitvoeringsprogramma van de
wijkvoorzieningenscan waarin afstoot, krimp of herbestemming wordt afgewogen. De resultaten hiervan
zullen voor sporthal Zuiderpark in het 1e kwartaal 2014 beschikbaar zijn. Dan zal duidelijk worden wat
er met deze sporthal moet gebeuren. Tot die tijd wordt het object zo kostenbewust mogelijk
onderhouden.
Risico
Sporthal Zuiderpark
renovatie bij behoud
Overige accommodaties
vervanging/renovatie
Bedrag of bandbreedte
€ 0 - 2.000 investering (op basis
van renovatie)
Risicoprofiel
p.m.
Midden
Midden
25. Transferium Barnewinkel
Het bestemmingsplan voor de Barnewinkel vastgesteld. Hierdoor is voldaan aan de verplichting van de
gemeente. Het risico is hiermee komen te vervallen.
Risico
Transferium
Barnewinkel
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
vervallen
26. Niet realiseren vastgoedtaakstelling
De taakstellingen op het gemeentelijk vastgoed zijn hoog, namelijk circa € 6 miljoen in 2015. Deze
taakstellingen zijn organisatiebreed verdeeld over diverse beleidsvelden (Accres, onderwijshuisvesting en
het Vastgoedbedrijf). Realisatie hiervan moet deels plaatsvinden via uitvoering van de Nota Gemeentelijk
Vastgoed 2012 door de vastgoedportefeuille aanzienlijk te laten krimpen in de komende jaren. Naast het
verbeteren van de exploitatie, verminderen van het onderhoud en efficiënter beheer, is verkoop van
vastgoed één van de belangrijkste instrumenten bij het realiseren van deze taakstellingen.
Verkoop vastgoed (woningen, maatschappelijk en overig vastgoed)
We hebben te maken met een sterk verslechterde markt voor vastgoed, waar nog geen spoedige
kentering in wordt verwacht. Het gevolg is dat de verkopen moeizaam verlopen en verkoopprijzen nog
steeds een dalende lijn vertonen. Daarnaast is het merendeel van ons gemeentelijk vastgoed weinig
courant, mede door de specifieke functionaliteiten en beperkingen vanuit het bestemmingsplan.
Tenslotte worden de mogelijke netto-opbrengsten van verkoop getemperd door de boekwaardes van de
panden omdat deze in sommige gevallen (substantieel) hoger zijn dan de verwachte
verkoopopbrengsten.
De in 2013 genomen maatregelen voor een verkoopversnelling zijn onder andere het opstarten van het
verkoopteam en het realiseren van een verkoopwinkel.
Verbeterd vastgoedbeheer
Naast de verkooptaakstelling kent het Vastgoedbedrijf een structurele taakstelling van € 1 miljoen,
oorspronkelijk te realiseren vanuit verbeterd beheer en uitbating van ons gemeentelijk vastgoed.
Inmiddels is daarvan € 0,3 miljoen gerealiseerd op onder andere het onderhoud. Voor de resterende €
0,7 miljoen zal dit niet lukken vanuit de oorspronkelijke opdracht. Daarom wordt er op ingezet om deze
taakstelling in te vullen vanuit de verkoopopgave vastgoed.
Risico
Vastgoedtaakstelling:
verkopen
Vastgoedtaakstelling:
beheer/uitbating
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
€ 0 - € 1.000 (structureel)
Hoog
€ 0 - € 700 (structureel)
191
Hoog
27. Afwaardering vastgoed Vastgoedbedrijf
Vastgoedbedrijf.
In de komende jaren zullen als uitwerking van de Nota Gemeentelijk Vastgoed diverse panden worden
beoordeeld op de mogelijkheid van afstoten, zowel het maatschappelijk als het overige vastgoed.
Voor wat betreft de waardering van ons vastgoed is in 2013 naar aanleiding van uitwerking van de
BBV-regelgeving en aanbevelingen van de accountant een voorstel ontwikkeld, dat in het 1e kwartaal
2014 zal worden afgerond voor bestuurlijke besluitvorming.
Het risico van afwaardering is voornamelijk aan de orde voor vastgoed met een maatschappelijke
functie en speelt bij enkele panden waarvan de boekwaarden hoog zijn en de marktwaarde gelet op
incourantheid beduidend lager (zoals recent gebouwde MFC’s). Echter, teneinde dit risico te vermijden
of te verminderen heeft de gemeente zelf de regie en zeggenschap bij de definitieve besluitvorming om
vastgoed wel of niet af te stoten. Pas op dat moment moet indien nodig worden afgewaardeerd.
Een nadere risicoanalyse in kader van het op te stellen voorstel geeft op dit moment een globaal
berekend ingeschat maximum aan afwaarderingrisico van € 20 miljoen.
Tegenover deze afwaardering staat een vrijval van jaarlijkse kapitaallasten en – na feitelijk verkoop - van
de overige eigenaarlasten (OZB, verzekering, tijdelijk beheer).
Onderwijsvastgoed.
Door middel van portefeuillemanagement willen wij onze onderwijspanden zo goed en efficiënt mogelijk
inzetten ten behoeve van onderwijs. Dit heeft de afgelopen jaren ertoe geleid dat we door middel van
herhuisvesting in bestaande eigendommen nieuwbouw hebben kunnen voorkomen. Wanneer
onderwijsvastgoed zijn maatschappelijke bestemming verliest, zoeken we als gemeente naar
mogelijkheden van verkoop. Alle panden waarbij de kans aanwezig is dat we moeten verkopen hebben
we getaxeerd. In een aantal gevallen is de getaxeerde verkoopwaarde lager dan de boekwaarde. Hier
dreigt het risico van afwaarderen.
Het risico op afwaarderen is het afgelopen jaar afgenomen. Uit recente taxaties van onderwijspanden in
combinatie met eerder gedane afwaarderingen (onder meer via de jaarrekening 2012). We brengen
hiermee het risico terug van maximaal € 3 miljoen naar maximaal € 1,5 miljoen.
Risico
Afwaardering vastgoed
Vastgoedbedrijf
Onderwijshuisvesting
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
€ 0- € 20.000
€ 0 - € 1.500
Midden
Hoog
28. CODA, Orpheus en Omnisportcentrum terughalen eigenarenonderhoud
Voor de panden CODA, Orpheus en Omnisport is het eigenarenonderhoud tot nu belegd bij de huurder.
De gemeente wil in lijn met de Nota Gemeentelijk Vastgoed en de nota Vastgoed in één hand vanuit
haar regierol als vastgoedeigenaar deze verplichting vanuit eigen hand aansturen. Voor wat betreft
Omnisportcentrum is het advies om het eigenarenonderhoud (vooralsnog) niet terug te halen naar de
gemeente. Dit gelet op de complexiteit en samenhang tussen gebouw(onderhoud) en gebruik van het
gebouw.
Uitgangspunt is een budgetneutrale overdracht. Eventueel achterstallig onderhoud wordt verrekend met
CODA en Orpheus in de vorm van een hogere huur, lagere subsidie of afkoop ineens.
Het risico is echter aanwezig dat door deze organisaties te weinig aan eigenarenonderhoud is uitgevoerd
en/of is gereserveerd. Inmiddels lopen de gesprekken met CODA en Orpheus over de demarcatielijst,
een geactualiseerd Meerjarenonderhoudsplan (MJOP), en de bepaling welke MJOP-posten naar de
gemeente overgaan. Medio 2014 zullen de financiële consequenties van deze overdracht duidelijk zijn.
Het opgenomen risicobedrag is indicatief.
Risico
Terughalen eigenarenonderhoud Orpheus/CODA
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
€ 0 – 250
Hoog
29. Onderhoud panden verhuurd aan Accres
Vanaf 1999 werd Accres gesubsidieerd voor het eigenaren- en gebruikersonderhoud. Dit op basis van
Meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) met een looptijd van 40 jaar. In 2012 is in overleg met Accres
192
tot een wijziging van deze systematiek besloten, waarbij de planningshorizon van nieuw opgestelde
MJOP’s is teruggebracht naar een periode van 8 jaar, gekoppeld aan twee prestatieperiodes van 4 jaar.
Hiermee heeft de gemeente 3 risico’s gekregen.
• Ten eerste dient nog een aantal MJOP’s te worden opgesteld, waarna de definitieve hoogte van het
onderhoudsbudget bepaald wordt en afgezet wordt tegen de vigerende onderhoudssubsidie ad € 2
miljoen/jaar.
• Ten tweede zal de jaarlijkse onderhoudsvergoeding per periode van prestatieafspraken (4 jaar) gaan
fluctueren, omdat deze de jaarschijven van de nieuwe MJOP’s volgt. Mogelijk zal voor de
eerstvolgende periode van prestatieafspraken (2015 en verder) een tijdelijk beroep moeten worden
gedaan op de algemene reserve omdat de vergoeding tijdelijk hoger uitvalt dan de huidige
subsidievergoeding.
• Ten derde is het mogelijk dat panden die in 2013/2014 zijn onttrokken aan de portefeuille van
Accres met achterstallig onderhoud te kampen hebben. Om het achterstallig onderhoud te
herstellen, dient dan aanspraak gemaakt worden op de algemene middelen, waarin een groot deel
van de teruggave door Accres is gestort. Dit beeld zal in 2014 duidelijk zijn geworden.
Het opgenomen risicobedrag is indicatief.
Risico
Bekostiging onderhoud
Accres
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
€ 0 - 250
Midden
30. Leges Omgevingsvergunning, bouwen.
De reserve bouwleges is negatief. De bouwmarkt stagneert. De afgelopen jaren zijn een aantal
bouwactiviteiten vergunningvrij geworden. Dit betekent geen inkomsten meer uit leges.
Werkzaamheden in het kader van toezicht en handhaving blijven echter in stand. Door wet- en
regelgeving zijn ook nieuwe niet- legesgebonden taken toegenomen. Samenvattend hebben we te
maken met minder legesopbrengsten waardoor de reserve nog negatiever dreigt te worden. Daarom is
in de MPB 2014-2017 besloten om de reserve bouwleges in 2013 en 2014 aan te vullen. Daarnaast
hebben we een taakstelling opgenomen om de legesbekostigde formatie in drie jaar met 15 %
verminderen. Zo besparen we € 300.000 in 2016. In de loop van 2014 komen we met voorstellen ter
voorbereiding van de nieuwe omgevingswet. Vooruitlopend daarop stellen we u voor om € 2,5 miljoen
van het rekeningresultaat te storten in de reserve bouwleges. Zodat deze de eerstkomende jaren niet
meer negatief zal zijn. Het risico op een tekort in de reserve ramen we daarom op pm.
Risico
Leges Omgevingsvergunning
(bouwen)
Bedrag of bandbreedte
pm
Risicoprofiel
Laag
31. Leegstand.
Door de nog steeds niet stabiele economische marktsituatie is risico van toenemende leegstand aan de
orde. Naast het wegvallen van huurbaten zijn ook frictiekosten aan de orde vanwege tijdelijk beheer en
onderhoud. Los van de directe financiële effecten kan leegstand ook leiden tot maatschappelijke
effecten (verloedering en aantasting leefbaarheid) en economische effecten (negatief vestigingsklimaat).
De externe huurinkomsten in 2013 waren circa € 16 miljoen, waarvan circa € 9 miljoen van door de
gemeente gesubsidieerde instellingen (Accres, CODA, Orpheus). Het opgenomen risicobedrag is
indicatief.
Risico
Wegvallende
huurbaten/Frictiekosten
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
€ 0 – 500 (meerjarig)
Hoog
32. Verhuurderheffing.
Sinds 2013 wordt door het Rijk de verhuurderheffing geheven van een verhuurder die op 1 januari van
het kalenderjaar beschikt over meer dan 10 huurwoningen. Als huurwoning in de zin van deze wet
worden aangemerkt de woningen waarvan de huurprijs niet hoger is dan circa € 700 per maand (de
zogeheten liberalisatiegrens). Huurwoningen in de ‘vrije sector’ vallen buiten de verhuurderheffing. Wij
193
hebben een 90-tal woningen die onder deze wet vallen, deels binnen het Vastgoedbedrijf en deels
binnen het Grondbedrijf. De WOZ-waarde is bepalend voor de verschuldigde verhuurderheffing. Over
2013 was de totale WOZ-waarde van deze woningen circa € 23 miljoen. Het maximum risico is gelegen
in het feit dat de gemeente richting fiscus het standpunt heeft ingenomen om met redenen een aantal
woningen (totale WOZ-waarde circa € 12 miljoen) buiten de aangifte te houden.
Het risico betreft voor 2/3-deel de algemene middelen via een hogere lastendruk binnen het
Vastgoedbedrijf en voor 1/3-deel het Grondbedrijf.
Een van de maatregelen om het risico te verminderen is het kritisch kijken naar de WOZ-waardering. Dit
was in het verleden niet van belang gelet op de inkomsten vanuit de OZB. Wellicht kan een lagere OZB
opwegen tegen een lagere verhuurderheffing.
Risico
Verhuurderheffing
Bedrag of bandbreedte
€ 125 – € 200
Risicoprofiel
Hoog
33. Vennootschapsbelasting.
Een fiscale ontwikkeling is dat bepaalde economische activiteiten van de overheid vooralsnog vanaf
2016 belastingplichtig worden voor de vennootschapsbelasting. Het ziet er naar uit, dat het dan gaat
om activiteiten die ondergebracht zijn of moeten worden bij overheidsbedrijven. Ook de gemeente
Apeldoorn zal hiermee geconfronteerd gaan worden. Op dit moment wordt de wet voorbereid en op
Prinsjesdag 2014 wordt het wetsvoorstel belastingplicht overheidsbedrijven openbaar gemaakt.
Op dit moment is het nog niet duidelijk welke activiteiten en overheidsbedrijven mogelijk
belastingplichtig worden en wat de fiscale impact daarvan is. Inmiddels wordt een eerste scan gedaan
naar de mogelijke activiteiten die onder dit risico gaan vallen, zoals onder andere de exploitatie van onze
parkeergarages, inzameling van huisvuil door Circulus en de exploitatie van maatschappelijk vastgoed
en spotaccommodaties door Accres.
Risico
Vennootschapsbelasting
Eigen Vermogen per einde jaar
Bedrag of bandbreedte
€ p.m.
Risicoprofiel
Hoog
MPB 2013
Rek. 2013
2014
2015
2016
- Algemene Reserve
17.467
22.896
15.131
8.408
9.481
- Tekort grondbedrijf
-49.087
-46.178
-41.328
-36.310
-31.121
-1.405
- 1.465
--
- 228
- 84
- 83
- 116
-33.025
-24.975
-26.113
-27.819
-21.524
(* €1.000)
- Egalisatiereserve bouwleges
- Egalisatiereserve begraafplaatsen
Omvang buffervermogen
6.1.2 Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
Voor het bepalen van de weerstandscapaciteit kijken we naar vier componenten, t.w.:
· Het buffervermogen
· Langlopende voorzieningen
· Onbenutte belastingcapaciteit
· Ruimte op de begroting
De minimaal aan te houden weerstandscapaciteit is afhankelijk van de grootte van de gemeente, de te
onderkennen financiële risico’s en het reserve- en voorzieningenbeleid.
Onderstaand overzicht geeft het verloop van het buffervermogen weer.
Bij het vaststellen van deze jaarstukken zullen wij u voorstellen om de egalisatiereserve bouwleges
vanuit het rekeningresultaat voor € 2,5 aan te vullen. Wanneer u hiermee instemt zal de
194
egalisatiereserve bouwleges weer positief zijn en geen onderdeel meer uitmaken van de Algemene
reserve.
6.1.2.1 Buffervermogen
Het buffervermogen is dat deel van het eigen vermogen, dat beschikbaar is om risico’s op te vangen.
We rekenen daartoe de algemene reserve en een enkele egalisatiereserve.
De algemene reserve is in 2013 fors afgenomen door het tekort bij het grondbedrijf, maar door het
positieve rekeningresultaat minder dan begroot. Per 31 december 2013 is de algemene reserve inclusief
het tekort van het grondbedrijf afgerond
€ 21 miljoen negatief. Daarnaast zijn de egalisatiereserve bouwleges en de egalisatiereserve grafrechten
onderdeel van het buffervermogen. Deze reserves zijn de eerstkomende jaren nog negatief.
6.1.2.2 Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit wordt gevormd door de mogelijkheid om extra middelen te genereren
door belastingen te verhogen of heffingen meer kostendekkend te maken. Ten aanzien van de categorie
heffingen (waarvan de afvalstoffenheffing en het rioolrecht de meeste inkomsten genereren) is ons
beleid gericht op 100% kostendekkendheid. Hierin zit dus geen extra inkomsten mogelijkheid. Iedere
gemeente kan zelf de hoogte van de ozb-tarieven vaststellen en bovendien naar eigen goeddunken
verschil maken tussen de tarieven voor woningen en die voor bedrijfspanden (tariefdifferentiatie). Om
mogelijke buitensporige ozb-verhogingen te voorkomen stelt het Rijk jaarlijks een zogenaamde
macronorm vast. Dit is een toegestane stijging van de ozb-opbrengst van alle gemeenten samen ten
opzichte van de opbrengst van het jaar daarvoor. De norm is opgebouwd uit een percentage voor reële
trendmatige groei BBP en een percentage voor loon- en prijsontwikkeling. In 2013 is de OZB verhoogd
met het inflatiepercentage. Voor 2014 en verder is de verhoging geramd op de macronorm. De
onbenutte belastingcapaciteit ramen we daarom op pm.
6.1.2.3 Ruimte op de begroting
Bij het opvangen van financiële tegenvallers kunnen de bovenstaande middelen worden ingezet. Ook de
bezuinigingsmogelijkheid binnen de bestaande begroting behoort tot een van de factoren die de
weerstandscapaciteit mede bepaalt. Immers wanneer het echt tegenzit, zullen de zeilen op alle fronten
moeten worden bijgezet, zeker wanneer er sprake is van onvoldoende (of negatief) eigen vermogen. In
dat geval zal er fors moeten worden ingegrepen. In de MPB 2012 waren ombuigingen opgenomen
oplopend tot € 30 miljoen. Met de vaststelling van de zomernota 2012 en de MPB 2014 is besloten om
aanvullend ruim € 20 miljoen te bezuinigen per 2017. Daarmee is de ruimte in de begroting voor de
opvang van tegenvallers beperkt. Daarom is ook een opvangbuffer opgenomen in de begroting oplopend
tot € 2 miljoen in 2015.
6.1.2.4 Weerstandscapaciteit
In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit weergegeven.
Weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000)
- Buffervemogen
MPB 2013
Rek 2013
2014
2015
2016
-33.025
-24.975
-26.113
-27.819
-21.524
- Onbenutte belastingcapaciteit
621
0
0
0
0
- Ruimte op de begroting
p.m.
1.000
1.500
2.000
2.000
-32.413
-23.975
-24.613
-25.819
-19.524
-6,5%
-4.8%
-4,9%
-5,2%
-3,9%
Totaal
Percentage van de begroting (totaal lasten € 500
mln.)
195
6.1.2.5 Bestemmingsreserves en langlopende voorzieningen.
De bestemmingsreserves rekenen we niet direct tot het buffervermogen. Omdat aan
bestemmingsreserves een bestemming is gegeven wil dat niet zeggen dat zij niet ter dekking kunnen
dienen van onverwachte tegenvallers. De bestemming kan immers gewijzigd worden door uw raad. Ook
wordt de hoogte van de bestemmingsreserves geregeld bijgesteld. In de jaarrekening zijn de voorstellen
in de zomernota 2012 om een aantal reserves af te boeken ter dekking van het tekort van het
grondbedrijf verwerkt. De bestemmingsreserves hebben per balansdatum 31 december 2013 een
omvang van € 64 miljoen.
Voorzieningen zijn bedoeld voor het afdekken van risico’s of toekomstige verplichtingen (zoals groot
onderhoud). Voorzieningen worden boekhoudkundig gezien als vreemd vermogen. Als een voorziening
binnen een periode van 5 à 10 jaar niet wordt aangewend kan deze vrijvallen en worden gebruikt ter
‘tijdelijke’ dekking van onverwachte financiële tegenvallers. Per 31 december 2013 zijn er geen
langlopende voorzieningen. Risico’s, die afgedekt worden door een voorziening zijn niet in de paragraaf
weerstandsvermogen opgenomen. De omvang van de voorzieningen per 31 december 2013 is ruim €
11 miljoen.
6.1.3 Weerstandscapaciteit en omvang risico’s
In de Nota Risicomanagement 2010 zijn uitgangspunten geformuleerd om te komen tot kwantificering
van de financiële risico’s. Risico’s met een hoog, midden en laag risicoprofiel worden meegewogen voor
respectievelijk 50%, 25% en 10%. Volgens deze weging was het risico in de MPB 2013-2016
berekend op € 6,2 miljoen. Ten opzichte van het risico in de MPB is er sprake van een stijging met €
6,5 miljoen naar bijna € 13 miljoen.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
-
-
De actualisatie van de positie van het grondbedrijf en de verwerking van het risico volgens de
MPG; het deel van het risico van het grondbedrijf, dat niet gedekt wordt door de reserve van het
grondbedrijf, is als risico meegenomen (zie toelichting programma 9)
De verwerking van het risico op het onderhoud van de wegen; in de MPB 2013- 2016 was dit
risico vooruitlopend op het onderzoek naar het wegenonderhoud nog niet opgenomen
Actualisatie van overige risico’s, zoals de omvang van de algemene uitkering
De weerstandscapaciteit is negatief. De ruimte om financiële risico’s op te vangen is beperkt.
Inschatting
risico
I/S
Bandbreedte
Hoog
S
375 - 6.500
Hoog
Midden
Midden
I
S
I
5.800 – 16.000
250 - 7.112
0 – 26.375
Laag
S
0 - 500
Laag
I
0 – 18.970
Gemiddeld
a
Percentage
b
Bedrag x
€ 1.000
c (= a x b)
3.438
50%
1.719
10.900
3.681
13.190
50%
25%
25%
5.450
920
3.298
250
10%
25
9.485
10%
949
Totaal
2.664 S
9.697 I
Volgens deze uitgangspunten bedraagt het risico ca € 12,4 miljoen, waarvan € 2,6 miljoen structureel.
196
6.1.4 Beleid omtrent weerstandsvermogen en risico’s
In algemene zin is ons beleid er op gericht om zoveel mogelijk proactief met risico’s om te gaan en
daarbij voortdurend de relatie met de aanwezige weerstandscapaciteit in het oog te houden. Doel daarbij
is om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere
dienstverlening in het gedrang komt. Dit beleid wordt als volgt vormgegeven:
a. De gemeente Apeldoorn wil een prudent financieel beleid voeren. Bij de voorbereiding van zowel de
(meerjaren)programmabegroting als van separate voorstellen worden de benodigde budgetten
getoetst en worden eventuele risico’s in beeld gebracht. Algemene kostenontwikkelingen (inflatie)
worden vroegtijdig door begrotingsrichtlijnen vastgelegd. Omgevingsfactoren – bijvoorbeeld het
rijksbeleid – worden voortdurend gesignaleerd, waarbij wij beoordelen wat de effecten hiervan voor
Apeldoorn zijn. De ontwikkeling van de algemene en specifieke uitkeringen vragen in dit kader
bijzondere aandacht.
b. Verankering van risicomanagement in de integrale bedrijfsvoering. In het kader van versterking van
de planning- en controlfunctie wordt het managen en daarmee beheersen van risico’s steeds meer
een vast onderdeel binnen de bestaande cycli, processen en rapportages. In 2012 is gewerkt aan de
voorbereiding van een verscherpt risicomanagement. In 2013 heeft ons college ingestemd met de
nieuwe aanpak van risicomanagement en de nota risicomanagement vastgesteld. In 2014 wordt het
vernieuwde risicomanagement geïmplementeerd.
c. Door het maken van prestatieafspraken tussen college, raad en management, die specifiek,
meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART) zijn, wordt een beter inzicht in mogelijke
risico’s bereikt.
197
6.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
6.2.1 Inleiding
De gemeente Apeldoorn heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm
van wegen, openbare verlichting, riolering, groen, water, sportvoorzieningen, gemeentegebouwen
en onderwijsgebouwen. Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van groot belang voor het zo goed
mogelijk functioneren van de gemeente op vele terreinen. Vanwege het belang hiervan is dit onderhoud
grotendeels vastgelegd in allerlei meerjarenplannen, nota’s, visies en regelingen.
In deze paragraaf wordt per onderwerp ingegaan op de notities en plannen waarin het beleidskader
is aangegeven, de stand van zaken en de voornemens voor de komende periode.
Hiermee wordt getracht inzicht te geven op welke wijze inspanning wordt geleverd om het onderhoud
van de gemeentelijke kapitaalgoederen te waarborgen.
6.2.2 Kapitaalgoederen
Integrale openbare ruimte
-
-
Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte.
Jaar van vaststelling: 2009.
Doel: De kadernotitie voorziet in het geleidelijk inlopen van de (financiële) onderhoudsachterstanden
en een zevental concrete maatregelen.
Stand van zaken: de kadernotitie is in 2009 vastgesteld. In 2010 zijn de kwaliteitsniveaus voor
inrichting en beheer voorgelegd aan de raad. Daarnaast heeft de kadernotitie de financiële
consequenties getoond voor beheer van openbare ruimte. In de Kadernotitie is geconstateerd dat er
een structureel bedrag nodig is voor de reconstructie van de openbare ruimte. Dit bedrag is geraamd
op € 2 miljoen. In de Kadernotitie is een structurele verhoging voorzien op nieuwe uitbreidingen via
het Aanvullend Reëel onderhoudsbudget (ARB), om in het noodzakelijke basis onderhoud te kunnen
voorzien. Dit is echter nog niet toegekend.
Programma 2013: Indien de reserve groot onderhoud openbare ruimte een financiële vertaling krijgt,
zal het groot onderhoudsprogramma aan de raad worden voorgelegd.
Wat hebben we gedaan in 2013?: Voor het civieltechnische deel is de Kadernotitie ingehaald door
het in 2013 vastgestelde Herstelplan Wegen (zie onder Wegen). Dit geldt vooral voor de in de
Kadernotitie genoemde vorming van een reserve groot onderhoud en verhogingen volgens de ARBmethodiek. In plaats hiervan worden in het Herstelplan financiële voorstellen gedaan die in de MPB
2014-2017 zijn verwerkt.
Wegen
Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte
Jaar van vaststelling: 2009.
Doel: Een plan van aanpak voor het onderhoud van verhardingen (wegen en fietspaden) in de
komende jaren.
- Stand van zaken: het 3-jarige Programma Integrale Projecten (P.I.P.) voorziet onder andere in
wegherstel asfaltwegen. Eén van de doelen van de kadernotitie is het geleidelijk inlopen van de
technische en financiële onderhoudsachterstand. Dit doel wordt niet gehaald vanwege het ontbreken
van voldoende middelen.
- Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud en de vervanging, zoals aangegeven in de nota
wegherstel asfaltwegen, conform de projectenlijst van het meerjarige P.I.P uitgevoerd. De
projectenlijst 2013 is in het najaar 2012 geactualiseerd en definitief vastgesteld.
- Wat hebben we gedaan in 2013 Het uitvoeringsplan 2013 is grotendeels gerealiseerd. Enkele
projecten (zoals: Jachtlaan en Staatsliedenkwartier) zijn niet geheel gereed gekomen. Deze projecten
zijn als overlopend project meegenomen en worden in 2014 afgerond.
-
198
-
-
-
Naam beleidsnota: Herstelplan Wegen
Jaar van vaststelling: 2013
Doel: uitvoering van de raadsmotie “juiste weg” waarin de vragen moeten worden beantwoord of er
een structureel tekort aan geld is voor wegenonderhoud en zo ja, hoe groot dit tekort is en tot
welke onderhoudsachterstand dit heeft geleid en ten slotte wat er moet gebeuren om zowel het
structurele tekort als de ontstane achterstand in te lopen
Stand van zaken: Het Herstelplan is in het najaar door de gemeenteraad als kaderstellende nota
vastgesteld. Bij de behandeling van de MPB 2014-2017 heeft de raad besloten de in het Herstelplan
voorgestelde budgetaanpassingen te honoreren. Dit geldt voor zowel wegen als bruggen. Het
uitvoeringsplan Wegen 2014 is op 25 oktober 2013 vastgesteld.
Programma 2013: n.v.t.
Wat hebben we gedaan in 2013: Zie stand van zaken. Inmiddels wordt conform het Herstelplan
gewerkt aan het MeerJarenOnderhoudsplan Wegen 2014-2016 (MJOP). Dit MJOP zal in de loop van
2014 het besluitvormingstraject doorlopen.
Openbare verlichting
-
-
-
Naam beleidsnota: concept handboek openbare verlichting.
Jaar van vaststelling: intern handboek, wordt niet vastgesteld.
Doel: Het vastleggen van lichttechnische keuze en het vastleggen van een standaardisatie
voor lichtmasten en armaturen. Enerzijds om een goede beeldkwaliteit van de openbare ruimte te
realiseren en anderzijds om kosten te besparen op het onderhoud. De diverse energiebesparende
pilots worden opgenomen in het handboek openbare verlichting, dat naar verwachting eind 2012
gereed is. De beleidslijn wordt in het bestedingsplan van de eenheid Beheer en Onderhoud jaarlijks
vertaald naar een uitvoeringsprogramma.
Stand van zaken: Lichttechnisch voldoet de openbare verlichting in het algemeen aan de richtlijnen
van de ROVL 2011 (afgeleid van de Europese norm EN 13.201). Er is echter wel
een onderhoudsachterstand op mastvervanging. De komende jaren worden de technisch
goede masten geschilderd en de slechte masten vervangen. Tevens worden minder energie efficiënte
armaturen vervangen door een dimbare LED armatuur. De verwachting is dat we
met het huidige vervangingsbudget in combinatie met de reserve schilderonderhoud de achterstanden
op mastvervanging in 2020 hebben weggewerkt.
Programma 2013: Het planmatig onderhoudsbudget wordt overeenkomstig het jaarlijkse onderhouden vervangingsplan ingezet.
Wat hebben we gedaan in 2013?: Het uitvoeringsprogramma 2013 inclusief alle geplande mast- en
armatuurvervangingen zijn binnen de begroting uitgevoerd.
Bruggen
-
-
-
Naam beleidsnota: Inspectierapport bruggen.
Jaar van vaststelling: 2010.
Doel: Het schetsen van de doelstellingen van de actuele situatie van het technische, constructieve
onderhoud en reinigen van de Apeldoornse bruggen. De uitkomsten worden
jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma.
Stand van zaken: De bruggen voldoen aan de functionele eisen. Er is echter sprake van een
onderhoudsachterstand. Vanwege de technische staat zullen een aantal bruggen over het Apeldoorns
kanaal binnen 5 jaar constructief onderhoud moeten krijgen of vervangen moeten worden. Daarnaast
zal binnen 5 tot 10 jaar een groot aantal houten fiets- en voetbruggen in de wijken Zevenhuizen en
de Maten vervangen moeten worden. De omvang van de werkzaamheden gaan het reguliere budget
te boven. Vanwege het ontoereikende budget voor structureel onderhoud kunnen risico’s ontstaan
voor de bruikbaarheid van bruggen.
Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud en de vervanging, zoals aangegeven in de
nota bruggen, conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd.
Wat hebben we gedaan in 2013?: Er worden 3 kanaalbruggen vervangen. Extra middelen hiervoor
zijn gereserveerd in de MPB jaarschijven 2012 t/m 2015. De voorbereiding van de vervangingen is in
2013 gestart. Aanbesteding en start uitvoering voor alle 3 de bruggen staan gepland in 2014 en de
oplevering in 2015.In het Herstelplan Wegen is ook een beschouwing opgenomen waarin het
199
structurele tekort voor (groot) onderhoud bruggen is bepaald. Via de MPB 2014-2017 is het budget
aangepast naar een niveau waarbij alle (groot) onderhoud voor de komende tien jaar gedekt is.
Begraafplaatsen
-
-
-
Naam beleidsnota: Nota begraafplaatsen.
Jaar van vaststelling: 2002
Doel: Het formuleren van uitgangspunten voor het beheer van begraafplaatsen, waarbij de primaire
functie van het voorzien in begraafmogelijkheden leidend is.
Stand van zaken: De conclusies uit de nota met betrekking tot onderhoud en financieeltechnische aspecten zijn geïmplementeerd. De opbrengstenvallen lager uit doordat er minder wordt
begraven en verlengd. Er wordt doorlopend kritisch gekeken naar de uitgaven. Zowel de lagere lasten
als de bestemmingsreserve kunnen de tegenvallende opbrengsten niet opvangen.
Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota begraafplaatsen,
conform de jaarlijkse begroting uitgevoerd. Op dit moment loopt er een onderzoek hoe de negatieve
curve van tegenvallende opbrengsten omgebogen kan worden.
Wat hebben we gedaan in 2013?: Het onderhoud aan de begraafplaatsen heeft conform het
bestedingsplan plaatsgevonden. Het onderzoek hoe de negatieve curve van tegenvallende
opbrengsten omgebogen kan worden is in 2013 gestart. Naar verwachting zijn de uitkomsten van dit
onderzoek voor de zomer van 2014 gereed.
Riolering
-
-
-
Naam beleidsnota: Gemeentelijk rioleringsplan 2011 -2015 (GRP)
Jaar van vaststelling: 2011
Doel: Beleidsplan en programma voor het instandhouden en doelmatig laten functioneren van
afvalwater- en hemelwatersystemen en invulling van de grondwaterzorgplicht.
Stand van zaken: De gemiddelde leeftijd van de riolering is toegenomen naar 33 jaar. De technische
staat van de riolering is ongeveer gelijk gebleven. Op basis van de laatste inspecties is voor 97%
van de riolering de technische staat voldoende. De technische staat is een resultante van de leeftijd
en daarmee samenhangende verouderingsproblemen en de
uitgevoerde onderhouds- en verbetermaatregelen.
Programma 2013: Het uitvoeringsprogramma 2013 bestaat uit het programma Water en Riolering
2011-2014 en de jaarprogrammering voor beheer en onderhoud. De maatregelen variëren van het
reguliere beheer en onderhoud (oplossen storingen, reiniging, inspectie en reparaties), groot
onderhoud en vervangingen tot projecten (oplossen knelpunten, verbetering functioneren systeem en
reconstructies) en de hiervoor noodzakelijke onderzoeken, planvorming en voorbereiding.
Wat hebben we gedaan in 2013?: Het programma Water en Riolering voor 2013 is uitgevoerd.
Enkele projecten lopen door in 2014. De geplande reparaties, vervangingen en verbeteringen zijn
nagenoeg allemaal in 2013 uitgevoerd. Ook is in 2013 een belangrijke inhaalslag gemaakt door
geplande projecten uit eerdere jaren uit te voeren in samenloop met andere werkzaamheden in de
openbare ruimte. De grootste projecten zijn: rioolvervanging en -verbetering Centrum, rioolvervanging
van Hasseltlaan, rioolvervanging en –verbetering Archimedesstraat en diverse riolen via
rioolrenovatiebestek Apeldoorn.
Water
-
-
Naam beleidsnota: Waterplan Apeldoorn 2005-2015
Jaar van vaststelling: 2005
Doel: Het waterplan vormt de overkoepelende lange termijnvisie op water in de stad en de
dorpen en beoogt het watersysteem op orde te brengen en te houden. De visie is
geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma voor het afkoppelen van regenwater, de
realisatie van waterberging via beekherstel, waterkwaliteitsmaatregelen, baggeren van
watergangen en gebiedsgericht grondwaterbeheer.
Stand van zaken: De stand van de kapitaalgoederen hemelwatervoorzieningen en beken en sprengen
is afgezet tegen de totale levensduur min of meer constant gebleven.
Programma 2013: Het uitvoeringsprogramma van het waterplan is in uitvoering. Het
uitvoeringsprogramma voor 2013 is vastgelegd in het programma Water en Riolering en het
200
-
programma Beken en Sprengen. Hierin worden diverse projecten uitgevoerd. De doelstelling voor
2013 was het afkoppelen van 5 ha verhard oppervlak en het herstel van een aantal beektrajecten
van de Grift, Koningsbeek en Orderbeek.
Wat hebben we gedaan in 2013?: In totaal is in 2013 6,6 ha verhard oppervlak afgekoppeld,
waarmee ruimschoots aan de afkoppeldoelstelling is voldaan. Het gaat om diverse afkoppelprojecten o.a. in Hart van Zuid, Hoenderloseweg, Soerenseweg, Paalbergweg en Middenweg.
De projecten de Grift Brinkpark (Catherina Amaliapark) en Grift PWA-laan zijn afgerond. De
Koningsbeek is grotendeels gerealiseerd. De realisatie van de Orderbeek winkelcentrum en
de Orderbeek Oost is gestart.
Verkeersapparatuur
- Naam beleidsnota: Geen separate beleidsnotitie. De basis wordt gevormd door de verkeersvisie 2010 - 2020.
- Jaar van vaststelling: 2009
- Doel: Het reguleren van het verkeer, het informeren van weggebruikers en het bevorderen van de
verkeersveiligheid.
- Stand van zaken: Er zijn contracten gesloten met alle leveranciers van verkeersapparatuur
voor beheer en onderhoud evenals het verhelpen van storingen. Daarnaast wordt er voor de
verkeersregelinstallaties een jaarlijks vervangingsprogramma uitgevoerd. Voor de vervanging van
verkeersapparatuur zijn geen budgetten gereserveerd (bijv. de dynamische afsluit- systemen,
camerasystemen en de dynamische reizigers informatiesystemen).
- Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse
onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd.
- Wat hebben we gedaan in 2013?: De geplande vervangingen zoals opgenomen in het
vervangingsprogramma zijn gerealiseerd.
Parkeren
-
Naam beleidsnota: Geen separate beleidsnotitie over parkeren. De basis wordt gevormd door
de Verkeersvisie 2010 - 2020.
Jaar van vaststelling: De verkeersvisie is vastgesteld in 2009.
Doel: Het verder ontwikkelen van o.a. het parkeerbeleid.
Stand van zaken: Voor het onderhoud parkeerapparatuur, parkeergarages en maaiveld zijn contracten
afgesloten.
Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhouden vervangingsplan uitgevoerd.
Wat hebben we gedaan in 2013?: In 2013 heeft de voorbereiding voor grootschalig schilder-werk en
maatregelen in het kader van brandveiligheid in de parkeergarage Marktplein plaatsgevonden.
Uitvoering hiervan is gepland in 2014.
Groen
-
Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte.
Jaar van vaststelling: 2009.
Doel: Het instandhouden van het gemeentelijke groen.
Stand van zaken: Vanaf 2010 zijn een aantal maatregelen vanuit de kadernotitie beheer
openbare ruimte geïmplementeerd.
Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota, conform het jaarlijkse
onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd.
Wat hebben we gedaan in 2013?: De groene leefomgeving is onderhouden op het in de nota
aangegeven basisniveau.
201
Gemeentegebouwen (inclusief in beheer bij ACCRES)
-
Naam beleidsnota: Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn.
Jaar van vaststelling: 2010.
Doel: In de Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn zijn de beleidskaders voor gemeentelijk
vastgoed opgenomen. In de Vastgoednota zijn ook de technische kwaliteitsniveaus voor al ons
vastgoed vastgelegd, die door de raad begin 2011 definitief zijn vastgesteld. Voor de
kwaliteitsniveaus hanteert de gemeente een objectieve norm, de NEN-2767-norm. De NEN-norm
kent een verdeling in zes technische bouwkundige onderhoudsniveaus. De vastgestelde
kwaliteitsniveaus zijn als volgt:
Niveau 2 “Goede conditie: beginnende veroudering door gebruik, weer en wind”
Op dit niveau worden geen objecten onderhouden
Niveau 3 “Redelijke conditie: verouderingsproces is op gang gekomen”
Betreft alle objecten, die gemeente structureel in bezit heeft en houdt
Niveau 4 “Matige conditie: bouw- of installatiedelen duidelijk in greep van veroudering”
Betreft tijdelijke objecten, zoals te verkopen bezit of ontwikkelingsvastgoed
-
-
-
De kwaliteitsniveaus zijn uitgangspunt voor de onderhoudswerkzaamheden aan het vastgoed. Accres
verzorgt het totale onderhoud van deze maatschappelijke accommodaties in opdracht van de
gemeente en op basis van de meerjarenonderhoudsplannen en hanteert hierbij dezelfde
uitgangspunten als de gemeente. In overleg met Accres kan besloten worden dat in specifieke
gevallen het Vastgoedbedrijf het onderhoud van het maatschappelijk vastgoed op zich neemt, of dat
andere partijen dan Accres het onderhoud op zich nemen. Een dergelijk besluit hangt samen met de
beschikbare capaciteit van Accres en de specifieke kennis die nodig is.
Stand van zaken: Gemeente Apeldoorn heeft circa 370 opstallen (exclusief onderwijs-gebouwen). In
2013 zijn Werkgebouw Zuid en de Brinkparkgarage toegevoegd aan de gemeentelijke
vastgoedportefeuille. Voor nagenoeg alle opstallen zijn meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s)
beschikbaar. Uitzonderingen hierop zijn tijdelijke te verkopen objecten en het ontwikkelingsvastgoed. Hiervoor wordt alleen het hoognodige onderhoud uitgevoerd. De MJOP’s zijn leidend voor
het onderhoud in de komende jaren en basis voor de onderhoudsvoorziening Vastgoedbedrijf.
Uitgangspunt voor MJOP’s is in principe instandhouding van het huidige onroerend goed.
Werkzaamheden aan een object zoals vervanging, renovatie/upgrading, aanpassingen in kader van
functionaliteit, duurzaamheid en huurder wensen, en opheffen van achterstallig onderhoud vallen
buiten het MJOP maar zijn eenmalige investeringen.Het vastgoed voldoet in algemene zin aan het
gewenste onderhoudsniveau, zoals is vastgelegd in de Vastgoednota. Ten aanzien van enkele
panden is sprake van een achterstand. Het gaat om panden, waarvan de (constructieve)
onderhoudstaat onvoldoende is en vanuit een bewuste keuze (bijvoorbeeld geplande verkoop of
renovatieplan) zeer beperkt instandhoudingonderhoud wordt uitgevoerd. Dit geldt o.a.voor de
sporthal Zuiderpark en diverse gymnastieklokalen. Zoals gemeld in het Integraal Huisvestingsplan
Onderwijshuisvesting 2012-2015 zijn deze aan het einde van de theoretische levensduur van 40
jaar en daarom aan renovatie toe.
Programma 2013: In 2012 zijn de trajecten toekomst gemeentelijk vastgoed en de wijkvoorzieningenscan gestart. Vanuit de scan worden keuzes gemaakt over het sociaal maatschappelijk
vastgoed. Het traject gemeentelijk vastgoed maakt keuzes voor de in de toekomst gewenste
portefeuille voor wat betreft het overige gemeentelijk vastgoed. Beide trajecten leiden over een
periode van 20 jaar tot een forste afname van het vastgoed.
Wat hebben we gedaan in 2013?: In 2013 is onderhoud uitgevoerd met als vertrekpunt de
beschikbare MJOP’s en de daaraan gerelateerde onderhoudsvoorziening. In kader van Vastgoed in één Hand is met Orpheus, CODA, Omnisport en Accres een start gemaakt om te
komen tot een overheveling van het door hen uitgevoerde eigenarenonderhoud naar de
gemeente. Zie ook de paragraaf Vastgoed in deze jaarrekening.
202
Onderwijsgebouwen
-
-
-
-
-
Naam beleidsnota: Kaderstelling Integraal Huisvestingsplan Apeldoorn 2012-2015 en het op te
stellen Integraal Huisvestingsplan Apeldoorn (IHP).
Jaar van vaststelling: De genoemde kaderstelling 2012-2015 is eind 2011 door de raad vastgesteld.
Het programma onderwijshuisvesting 2014 zal eind 2013 ter vaststelling aan ons college worden
voorgelegd.
Doel: Het zorg dragen voor kwalitatief passende onderwijshuisvesting, zodat op een goede
manier onderwijs gevolgd kan worden. Scholen zijn zelf gedeeltelijk (primair onderwijs) of
geheel (voortgezet onderwijs) verantwoordelijk voor het onderhoud van schoolgebouwen. Onderhoud
van schoolgebouwen en gymaccommodaties maken, voor zover dit een verantwoordelijkheid is van
de gemeente, deel uit van de kaderstelling.
Stand van zaken: Als uitwerking van de zomernota 2012 is het investeringskader behorende bij de
Kaderstelling onderwijshuisvesting 2012-2015 geparkeerd tot en met 2015. Hiermee is in 2012 een
incidentele bezuiniging geëffectueerd van € 3,5 miljoen. Er komt geen nieuw Integraal
Huisvestingsplan tot stand gedurende de periode 2012-2015. Het programma onderwijs-huisvesting
2014 is eind 2013 vastgesteld. Hierin zijn opgenomen diverse (voor rekening van gemeente) uit te
voeren onderhoudswerkzaamheden aan school- en gymaccommodaties.
Programma 2013: Wij zullen met in achtneming van de kaderstelling onderwijshuisvesting
2012 - 2015 het programma 2014 vaststellen en het onderhoud aan schoolgebouwen door
de schoolbesturen laten uitvoeren zoals opgenomen in het vastgestelde programma
onderwijshuisvesting 2013.
Wat hebben we gedaan in 2013?: Het onderhoud is in 2013 nagenoeg geheel uitgevoerd door
schoolbesturen en afgerekend met de gemeente. Het programma 2014 is door ons vastgesteld.
Beheer en onderhoud sportvelden
-
-
-
Naam beleidsnota: Als uitvloeisel van de Kerntakendiscussie Apeldoorn 2000 zijn gemeentelijke
veldsportaccommodaties (velden en bijbehorende kleedgebouwen) voor een deel geprivatiseerd
(verkocht) aan de verenigingen die de accommodaties in gebruik hebben. De Kadernota vastgoed uit
2012 bevestigt deze lijn van afstoot.
Jaar van vaststelling: Vanaf 1998 heeft een aantal privatiseringen plaatsgevonden. Een deel (35
velden) is nog gemeentelijk eigendom.
Doel: Via verhuur en onderhoud bieden wij goede voorzieningen voor met name
breedtesportbeoefening.
Stand van zaken: Het entouragegroen binnen de hekken is geïnventariseerd en de staat van
onderhoud hiervan is vastgelegd samen met de verenigingen. Doelstelling van de gemeente is dat het
onderhoud van het entouragegroen overgenomen wordt door de verenigingen. De overeenkomsten
met de verenigingen zijn daar grotendeels op aangepast. Ook de energie-lasten dienen zoveel
mogelijk rechtstreeks bij de verenigingen te worden belegd, door aansluitingen op naam van de
gebruikers te stellen.
Programma 2013: Geen wijzigingen in de bestaande situatie
Wat hebben we gedaan in 2013?: Bij de verenigingen is een schouw uitgevoerd van de staat van het
entouragegroen. Bijna alle verenigingen hebben een nieuwe huurovereenkomst gekregen waarin is
opgenomen dat het onderhoud van het entouragegroen voor rekening van de vereniging is. Nog circa
15 huurcontracten dienen aangepast te worden. Daarnaast moeten nog een aantal
energieaansluitingen, die op naam van de gemeente staan, worden afgesloten en indien nodig op
naam van de gebruikers worden gezet.
Omnisportcentrum
-
Naam beleidsnota: Huur- en exploitatieovereenkomst Omnisportcentrum Apeldoorn
Jaar van vaststelling: 2006
Doel: Accommodatie aanbieden voor zowel top- als breedtesport. Voor de topsport heeft het
Omnisportcentrum de A-status. In het kader van breedtesport wordt het Omnisportcentrum gebruikt
door het ROC, enkele Apeldoornse sportverenigingen (Dynamo, De Adelaar en AV ’34) en als
regionaal steun- en servicepunt voor sportverenigingen en individuele sporters.
- Stand van zaken: Eind 2013 is met de exploitant een procedureafspraak gemaakt om:
203
(1) de probleempunten te inventariseren welke voortkomen uit de bouw en exploitatie van het
Omnisportcentrum, (2) oplossingen te zoeken voor deze probleempunten, (3) de financiële
consequenties daarvan in beeld te brengen, (4) verantwoordelijkheid voor het oplossen van de
problemen toe te delen aan desbetreffende partijen, en (5) een bestuurlijk voorstel voor te bereiden
ter besluitvorming. Voor het gemeentelijk financieel aandeel in de oplossing van de probleempunten
wordt in 2014 een kredietaanvraag voorbereid.
Voor wat betreft de schaats/skeelerbaan en de beachvolleybalvelden is eind 2013 een
huurovereenkomst gesloten tussen DNIJ en de naastgelegen voetbalvereniging WSV. De gemeente is
daarmee niet langer een contractpartij. WSV verzorgt de exploitatie en is in overleg met DNIJ en
Apeldoorn Beach over het gebruik van deze voorzieningen.
- Programma 2013:
• Vaststelling van het MJOP Omnisportcentrum. Het onderhoud in 2013 zal conform het
vastgestelde MJOP door en ten laste van de exploitant worden uitgevoerd;
• Oprichting van een Vereniging Van Eigenaren;
• Het in beeld brengen van de inventaris.
- Wat hebben we gedaan in 2013 ?:
• Het MJOP van de exploitant is door de gemeente gecontroleerd. De op- en
aanmerkingen zijn aan exploitant kenbaar gemaakt. De eerste gesprekken met
de exploitant zijn gevoerd om te komen tot een nieuwe vastgesteld MJOP.
• De Vereniging van Eigenaren is opgericht en de eerste Algemene Leden
Vergadering heeft eind 2013 plaatsgevonden.
• De inventaris is in beeld gebracht, waarna nu tussen exploitant en gemeente
de eigendomsverdeling hiervan vastgesteld moet worden.
• Er is een start gemaakt met de inventarisatie van eerder genoemde
probleempunten (zie stand van zaken).
Omnizorg
- Naam beleidsnota: Huurovereenkomst gemeente en Stichting Omnizorg
- Jaar van vaststelling: 2013 (aangepast)
- Doel: Accommodatie aanbieden t.b.v. het realiseren van een sluitende zorgketen
voor daklozen, verslaafden en GGZ-cliënten. Hierbij wordt de zorg voor doelgroepen en de zorg voor
de omgeving centraal gesteld en wordt rehabilitatie van de doelgroep als uitgangspunt genomen.
- Stand van zaken: Met ingang van MPB 2014-2097 is dit object opgenomen onder de post
gemeentegebouwen.
- Programma 2013: Het sluiten van een huurovereenkomst met Stichting Omnizorg en het
onderhoud conform het MJOP uitvoeren.
- Wat hebben we gedaan in 2013?: Het huurcontract met de stichting is op 1 januari 2013 ingegaan.
In 2013 is de arbitragezaak tussen gemeente en hoofdaannemer afgewikkeld. Met de
installatieaannemer is de discussie ten aanzien van onderhoud beëindigd via afkoop van de
onderhoudsverplichting voor de komende jaren. Hierdoor kan de huurder zelfstandig en zonder
tussenkomst van de gemeente vanaf 1 januari 2014 een nieuw onderhoudscontract sluiten.
204
6.2.3 Overzicht onderhoudsbudgetten
Onderstaand vindt u een overzicht van de budgetten in onze begrotingsprogramma’s voor regulier
onderhoud, gespecificeerd naar de in deze paragraaf vermelde kapitaalgoederen. De genoemde kosten
zijn exclusief BTW, de interne uren, onderhoud binnen grondbedrijfcomplexen en interne verrekeningen.
Kapitaalgoederen
· Wegen (incl. vegen)
· Openbare verlichting
· Bruggen
· Riolering
· Water (vijvers, grondwater e.d.)
· Verkeersapparatuur/-meubilair
· Parkeren
· Groen (incl. bossen en speelvoorzieningen)
· Begraafplaatsen
· Onderwijsgebouwen
· Gebouwen in beheer bij Accres
· Overige gemeentegebouwen
· Beheer en onderhoud sportvelden
· Omnizorg
Ramingen
€ 8.654.900
€
965.700
€
144.300
€ 4.438.300
€
171.200
€
584.900
€
632.100
€ 8.318.800
€ 1.404.600
€
800.000
€ 1.400.000
€ 1.966.000
€
466.000
€
90.000
Realisatie
€ 6.343.000*
€ 948.800
€ 165.300
€ 5.952.700**
€ 174.300
€ 532.200
€ 526.000
€ 8.288.400
€ 1.361.400
€ 560.000
€ 1.400.000
€ 1.030.000
€
90.000
€ 100.000
* via reserve Overlopende projecten 2013 wordt € 2.400.000 overgeboekt naar 2014
** de raming is in de MPB 2014-2017 aangepast
205
6.3 Paragraaf Financiering
6.3.1 Algemene ontwikkelingen
Er verschenen in de loop van 2013, economisch gezien, enkele lichtpuntjes aan de horizon. Vooral het
in Amerika pas op de plaats maken van het zeer ruime monetaire beleid heeft invloed gehad op de lange
renteontwikkeling. Deze rente liep schoksgewijs iets op. Begin 2013 stond de 10-jaarsrente9 op 1,58%
en eind 2013 stond deze rente op 2,19%. Wij hadden rekening gehouden met een rente tussen de 2%
en 3%. Wij verwachten voor 2014 een zelfde bandbreedte. De Europees Centrale Bank (ECB) zag nog
geen redenen om het ruime monetaire beleid in te perken. Zij opteerde nog voor verlaging van de
herfinancieringrente in het 4de kwartaal van 0,5% naar 0,25%. De depositorente bleef echter op 0%
gehandhaafd. De verwachting is dat de ECB in 2014 de korte rente nog steeds heel laag zal houden.
Wij hielden voor 2013 rekening met een korte rente tussen de 0,5% en 1,5%. In werkelijkheid hebben
we gemiddeld onder 0,1% geleend. Voor 2014 verwachten we een iets hogere prijs te betalen, op het
niveau van de herfinancieringrente zelf. De kans dat de rente in 2014 anders uitpakt blijft natuurlijk
aanwezig. Eén procent afwijking op de kort lopende financiering betekent ca € 400.000 resultaat op het
product rente & financiering.
Eind 2013 is het Schatkistbankieren en de Wet Houdbare Overheidsfinanciën in werking getreden. Naar
aanleiding van deze aanpassingen in de wetgeving is het treasurystatuut geactualiseerd. In deze
paragraaf vindt u apart informatie over het resultaat van de houdbaarheidstest van onze
gemeentefinanciën, die in het kader van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën over de schuldensituatie
van gemeenten door de VNG is ontwikkeld.
6.3.2 Risicobeheer
6.3.2.1 Renterisicobeheer
Renterisico over de vlottende schuld
De kasgeldlimiet bepaalt de maximale omvang waarvoor gemeenten kortlopende leningen (korter dan 1
jaar) mogen aangaan. Deze limiet wordt conform de Wet FiDO berekend naar een vast percentage
(8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2013 was de kasgeldlimiet berekend op € 41,9
miljoen.
Zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden streven wij ernaar om de
kasgeldlimiet zo optimaal te benutten. Over het moment waarop wordt geconsolideerd10, zijn in de
Treasurycommissie spelregels afgesproken. Uiteraard spelen hierbij de rentevisie en de
liquiditeitsprognose een belangrijke rol.
Kasgeldlimiet
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
(bedragen in mln euro’s)
Netto vlottende schuld (+)/vlottende
middelen11
Kasgeldlimiet
Ruimte onder limiet
90,0
78,0
25,6
16,2
41,9
-48,1
41,9
-36,1
41,9
16,3
41,9
25,7
De kasgeldlimiet is in de eerste twee kwartalen bewust overschreden. Het volgende argument was
daarvoor. Uit het verleden bleek dat die overschrijding weer werd weer ingelopen door de belastingontvangsten en de teruggaaf uit het BTW-Compensatiefonds. De ruimte voor korte financieren binnen
kasgeldlimiet werd daardoor minder benut. Daarnaast waren de korte leningen bijna voor niets. Binnen
de Wet Fido is die overschrijding toegestaan. Eind tweede kwartaal is er voor € 40 mln schuld omgezet
van kort naar lang. Aan het begin van het derde kwartaal is besloten om per eind van dat kwartaal nog
9
Het renteniveau is gebaseerd op een renteruilcontract met een looptijd van 10 jaar met aflossing ineens aan het einde van die
looptijd.
10
Consolidatie houdt in dat een kortlopende schuld wordt omgezet in langlopende schuld.
11
De vlottende schuld positie wordt berekend als het gemiddelde over de beginstand van iedere maand in het betreffende
kwartaal
206
€ 20 miljoen schuld om te zetten van kort naar lang. Wat betreft de laatste twee kwartalen heeft de
liquiditeitpositie zich aanmerkelijk gunstiger ontwikkeld dan verwacht. Wij verwachten in het eerste
kwartaal van 2014 de kasgeldlimiet optimaal uit te nutten.
Renterisico over de vaste schuld
Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een wettelijke norm van maximaal 20% per jaar.
Kort gezegd houdt dit in dat in enig jaar niet meer dan 20% van het totaal van de begroting mag
worden geherfinancierd (herfinanciering als gevolg van aflossingen dan wel renteherzieningen). De
maximumnorm is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te
bewerkstelligen. In onderstaand overzicht is dit voor onze gemeente weergegeven voor het verslag jaar
en de komende 4 jaren.
Renterisiconorm (bedragen x € 1 mln.)
- Maximaal renterisico op vaste schuld
- Renterisiconorm12
Ruimte onder limiet
Begroot
2013
68,7
90,0
21,3
Realisatie Begroot
2013
2014
68,7
74,6
98,6
100,9
29,9
26,2
Begroot Begroot Begroot
2015
2016
2017
72,9
50,7
56,2
100,9
100,9
100,9
28,0
50,2
44,7
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de renterisiconorm in 2013 niet is overschreden. Tevens blijkt uit
doorrekening van volgende jaren dat ook daar geen overschrijding van de renterisiconorm wordt
verwacht. Naast de renterisiconorm wordt uiteraard gekeken naar meerjarige financieringsbehoefte.
Hierop wordt de looptijd van nieuwe geldleningen afgestemd.
Voor 2014 is er voor € 70 miljoen aan nieuwe leningen begroot. Het te lenen bedrag is vooral nodig
voor herfinancieringen van bestaande leningen.
6.3.2.2 Kredietrisico’s op beleggingen
Kredietrisico op beleggingen
(bedragen x € 1 mln)
- Gemeenten / provincies
- Woningbouwcorporaties met garantie
WSW
- Semi-overheidsinstanties
- Financiële instellingen met rating A, of
hoger
- Overige instellingen
Totaal
Restant vordering
Per 1-1-2013
Waarvan
met
aanvullende
zekerheid
Restant vordering
Per 31-12-2013
Absoluut
44,0
%
51,7%
Absoluut
21,7
%
34,0%
19,0
12,3
21,1%
14,4%
19,5
12,3
30,6%
19,3%
10,8
86,1
12,8%
100,0%
10,3
63,8
16,1%
100,0%
0,7
Waarvan
met
aanvullende
zekerheid
0,7
De beleggingen zijn oplopend gerangschikt naar risico, waarbij alle beleggingen binnen de toegestane
kredietrisico’s vallen. In de wet FiDO is opgenomen, dat kortlopende beleggingen (korter dan 3
maanden) alleen mogen worden gedaan bij instellingen met minimaal een A-rating. Langlopende
beleggingen (langer dan 1 jaar) mogen alleen bij instellingen met minimaal een AAA-rating13. De
beleggingen voldoen aan de eisen gesteld door de wet FiDO en het Treasurystatuut of zijn expliciet door
uw raad goedgekeurd. Dit geldt vooral voor de beleggingen in overige instellingen.
12
Op basis begrotingstotaal 2013 en 2014
Een rating is een classificatie door een gespecialiseerd bureau dat min of meer aanduidt wat de kans is dat niet aan financiële
verplichtingen kan worden voldaan. Voor de voor onze gemeente relevante rating gelden classificaties die lopen van AAA, AA en
A. De classificatie AAA houdt het minste risico in.
13
207
6.3.2.3 Risico’s op verstrekte gemeentegaranties
Uw gemeenteraad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer door
lokale woningbouwverenigingen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, bejaardentehuizen,
sportverenigingen en dergelijke zijn aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor
woningbouw, zorg en dergelijke. Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de gemeente om garant te
staan voor leningen, aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woningbouw is de gemeente
nog steeds verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan. De eerste garantstelling vindt plaats door het
waarborgfonds sociale woningbouw.
Ons college heeft besloten om vanaf 1-1-2011 niet meer garant te staan voor nieuwe leningen die
worden verstrekt onder de Nationale Hypotheek Garantie (NHG).
Risico op gemeentegaranties
(bedragen x € 1 mln.)
- Rechtstreekse garantstelling
- Als achtervang met WSW-garantie
Totaal
Restant bedrag
per 1-1-2013
Absoluut
%
9,0
1,8%
480,8 98,2%
489,8
100%
Restant bedrag
Per 31-12-2013
Absoluut
%
8,4
1,8%
462,3 98,2%
470,7
100%
6.3.3 Gemeentefinanciering
6.3.3.1 Financieringspositie
Voor 2013 was voorlopig rekening gehouden met € 70 mln aan nieuwe leningen. Dit bedrag is € 15
mln hoger uitgevallen, omdat er in eind 2012 meer met korte leningen was gefinancierd dan vooraf
verwacht. Een deel daarvan is uiteindelijk in 2013 lang gefinancierd. Om de totale schuldpositie te
beschouwen dienen korte leningen, lange leningen en de positie in rekening-courant samen genomen te
worden. Dit is ook toegelicht bij de balans. Alles samen gezien is onze netto schuld in 2013 met € 15
mln afgenomen. In de volgende paragraaf opgenomen tabel ziet u de ontwikkeling van de lange schuld.
6.3.3.2 Leningenportefeuille opgenomen gelden
Mutaties leningenportefeuille
Stand per 1 januari 2013
- Nieuwe leningen
- Reguliere aflossing
- Vervroegde aflossing
- Renteherziening
Stand per 31 december 2013
Begroting 2013
Rekening 2013
Bedrag
Gemiddelde
Bedrag
Gemiddelde
(x € 1 mln.)
rente
(x € 1 mln.)
rente
641,7
3,72 %
629,7
3,78%
+ 70,0
2,20 %
85,0
1,38%
- 68,7
4,09 %
68,7
4,09%
n.v.t.
9,9
4.1%
n.v.t.
nvt
643,0
3,49 %
636,1
3,37%
Het gemiddelde rentepercentage van de nieuwe leningen zorgt voor een verdere daling van het
gemiddelde percentage van de totale portefeuille. Daarnaast zijn twee leningen die doorgeleend waren
aan de woningbouwcorporaties vervroegd afgelost, daar was bij begroting niet van uitgegaan.
208
Het verloop van de leningportefeuille vanaf 2010 is in het volgende overzicht weergegeven.
Verloop leningportefeuille
700
4,50%
4,00%
500
400
3,50%
300
3,00%
200
100
2,50%
gemiddelde rente per 1-1
in miljoenen euros
600
0
-100
2010
2011
2012
2013
2014
2,00%
jaren
stand 1-1
mutaties
gemiddelde rente per 1-1
In 2014 verwachten wij geringe afname van de schuldpositie.
6.3.3.3 Leningportefeuille uitgezette gelden
Tot deze portefeuille behoren vooral de leningen die conform uw besluiten zijn verstrekt aan
woningbouwverenigingen, Orpheus, Circulus, sportverenigingen, het Natuurhuis en dergelijke. Verder
vallen hier de gelden onder die belegd zijn vanwege de verkoop van voormalige VNB-aandelen.
Mutaties beleggingenportefeuille
Stand per 1 januari 2013
- Nieuwe beleggingen
- Reguliere aflossing
- Vervroegde aflossing
- Renteherziening (oud percentage)
- Renteherziening (nieuw percentage)
Stand per 31 december 2013
Begroting 2013
Bedrag
Gemiddelde
(x € 1 mln)
rente
85,1
4,74%
0,0
0.0%
-13,4
6,45%
n.v.t.
n.v.t.
0,0%
n.v.t.
0,0%
71,7
4,74%
Rekening 2013
Bedrag
Gemiddelde
(x € 1 mln)
rente
86,1
4,79%
1,2
n.v.t.
23,4
5,5%
n.v.t.
0,6
4,9%
0,6
4,8%
63,8
4,46%
Er hebben enkele grote aflossingen van € 21,6 miljoen door de woningbouwcorporaties plaatsgevonden.
In de begroting was rekening gehouden met een gedeeltelijke verlenging van die leningen en dat is niet
gebeurd. Dit waren relatief hoogrentende leningen.
Verder hebben Orpheus en ROC Aventus een behoorlijk bedrag afgelost. Er heeft voor circa € 1,1 mln
aan aanvullende stortingen bij het SVN ten behoeve van de startersleningen plaatsgevonden.
6.3.4 Houdbaarheid financiën
Op 20 januari jl. heeft uw raad een brief van de VNG ontvangen. In deze brief wordt u een handreiking
Houdbare Gemeentefinanciën aangeboden. Tevens wordt in deze brief verwezen naar een test op de
website van de VNG. Op verzoek van het presidium hebben wij deze test uitgewerkt en de resultaten
van deze test zijn hieronder weergegeven.
209
Onder houdbare gemeentefinanciën wordt verstaan dat de gemeente aan haar verplichtingen kan
voldoen en dat ook bij economisch slecht weer de gemeentefinanciën zonder hulp van buitenaf
beheersbaar blijven. Het model van de VNG legt een verband tussen de schuld, bezuinigingen en
economische ontwikkelingen.
De VNG heeft een model ontwikkeld om te bepalen hoe houdbaar de gemeente financiën zijn in tijde
van economische crisis. Op basis van een eerste versie van dit model hebben wij voor Apeldoorn een
doorrekening gemaakt. Eind april wordt een up-date van het model verwacht, waarmee betere
voorspellingen kunnen worden gedaan.
In de onderstaande grafiek vindt u de resultaten van de doorrekening van het VNG-model. Deze grafiek
geeft de trend van de houdbaarheid gemeente financiën weer bij economische ontwikkelingen in
combinatie met bezuinigingen.
Netto schuldquote eind 2012-2022
op basis VNG-Model
200%
180%
Schuldquote
160%
140%
120%
100%
80%
60%
40%
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Huidige economsiche ontwikkeling
Economisch slecht weer en bezuining van 25%
Economisch slecht weer en bezuining van 40%
Economisch slecht weer en bezuining van 100%
2022
* Netto schuldquote = (langlopende schulden + kortlopende schulden + crediteuren + overlopende passiva) – (langlopende
uitzettingen + kortlopende vorderingen + liquide middelen+ overlopende activa) /inkomsten voor bestemming reserves
De bovenstaande grafiek laat zien dat bij de “huidige” economische ontwikkeling onze schuldpositie
afneemt. Het VNG-model berekent een theoretisch structureel bezuinigingspotentieel van € 13 miljoen
per jaar. Om bij economisch slecht weer onze gemeente financiën weer beheersbaar te krijgen zal er
minimaal 40% van deze € 13 miljoen structureel moeten worden bezuinigd. De grafiek laat zien dat 25
% invulling van het bezuinigingspotentieel te weinig is om de schuld bij een slecht weer scenario terug
te dringen en bij een bezuiniging van de volledige € 13 miljoen zullen de schulden harder dalen.
Zoals eerder aangegeven geeft bovenstaande grafiek de trend van verschillende scenario’s weer. Dit
houdt in dat er geen conclusies kunnen worden verbonden aan de absolute getallen.
210
6.4 Paragraaf Verbonden partijen
6.4.1 Inleiding
Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijk en een financieel
belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een rechtspersoon of
het hebben van stemrecht. Financieel belang is er, als de gemeente middelen ter beschikking heeft
gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij of als financiële problemen bij
de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Wij hebben bestuurlijke en financiële
belangen in meerdere gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en pps-constructies. Afhankelijk
van onze mate van verbondenheid (bijv. geplaatst aandelenkapitaal) zijn wij in meer of mindere mate in
staat om invloed op het beleid van de betreffende verbonden partij uit te oefenen.
De in deze paragraaf genoemde instellingen en vennootschappen kennen hun eigen risicopositie. Waar
sprake zou zijn van een aanzienlijk, niet afgedekt, risico dan nemen wij dit mee in de paragraaf
weerstandsvermogen. Indien nodig dan zullen wij u separaat of via de reguliere tussentijdse rapportages
over de verbonden partijen informeren.
6.4.2 Gemeenschappelijke regelingen
Het gemeentebestuur van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of samen een
gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van één of meer belangen van die gemeenten.
Onderstaand volgt een toelichting op de gemeenschappelijke regelingen, waarin de gemeente Apeldoorn
deelneemt.
Programma 1
Regio Stedendriehoek
- Doel: Op intergemeentelijk niveau de belangen behartigen met betrekking tot gemeente overstijgende
aangelegenheden op het terrein van ruimtelijke en sociale ontwikkeling, wonen, verkeer en vervoer en
economische zaken.
- Betrokkenen: 7 gemeenten met in totaal 413.000 inwoners
- Bestuurlijk belang: Wethouder Kruithof is lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur.
Burgemeester Berends is eveneens lid van het algemeen bestuur.
- Financieel belang: De jaarcijfers 2013 zijn nog niet bekend. Op 13 juni 2013 heeft de raad ingestemd
met de ontwerpbegroting 2014. Hierin valt te lezen dat het budget van de Regio Stedendriehoek in
2014 € 1,04 miljoen bedraagt. De bijdrage 2014 van de gemeente Apeldoorn is geraamd op ca. € 0,4
miljoen. De Regio is erin geslaagd om de restant taakstelling op de Regio van € 50.000 te realiseren
door prioritering op de betreffende opgaven. De taakstelling is hiermee volledig ingevuld.
- Ontwikkelingen: De afgelopen periode heeft de regio het proces ‘Re-inventing the Stedendriehoek’
uitgevoerd. Aan dit herijkingsproces hebben ook externe partners uit het bedrijfsleven, onderwijs,
maatschappelijke organisaties, provincies en gemeenten deelgenomen. Doel was om naast de regio
ook andere organisaties meer te betrekken bij het realiseren van maatschappelijke opgaven. Gekeken
is of het huidige ambitieniveau nog wel voldoende aansloot bij de veranderende samenleving. De
resultaten van de herijking zijn verwoord in “De Agenda Stedendriehoek: samenwerking biedt kansen
voor vestigingsklimaat”. Er worden vier opgaven uitgewerkt:
1. Innovatie krachtig maken
2. Sociaal kapitaal beter benutten
3. Blijven werken aan bereikbaarheid
4. Leefomgeving met kwaliteit versterken
211
- Informatieverstrekking aan de raad: De raad krijgt ieder jaar de gelegenheid een zienswijze in te dienen
op de ontwerpbegroting. Verder worden beleidsstukken, die zijn opgesteld door bureau Regio
Stedendriehoek in de PMA behandeld (consultatie of besluitvormend). De jaarrekening van de
Stedendriehoek gaat ter kennisname naar de raad.
Programma 2
Veiligheidsregio N.O. Gelderland/GHOR
- Doel: Op intergemeentelijk niveau voorkomen, beperken en bestrijden van grootschalige incidenten en
rampen, coördinatie van de multidisciplinaire samenwerking van hulpverleners bij incidenten van deze
omvang, het beheren van de gemeenschappelijke alarmcentrale en het sirenenet. Op basis van de Wet
Veiligheidsregio’s die per 1 oktober 2010 van kracht is geworden worden de gemeentelijke
brandweerkorpsen geregionaliseerd.
- Betrokkenen: 22 gemeenten met in totaal 870.000 inwoners.
- Bestuurlijk belang: Burgemeester Berends is voorzitter van de Veiligheidsregio. Met de burgemeesters
van Doetinchem, Zutphen en Harderwijk vormt hij het dagelijks bestuur. Als portefeuillehouder
openbare orde en veiligheid vormen de burgemeesters van de 22 gemeenten het algemeen bestuur.
- Financieel belang: De deelnemende gemeenten betalen voor de producten van de Veiligheidsregio een
inwonerbijdrage. Voor gemeente Apeldoorn bedraagt deze ca. € 1,4 miljoen.
- Ontwikkelingen: De Wet op de Veiligheidsregio heeft twee belangrijke uitgangspunten:
a. het gemeentebestuur blijft eerstverantwoordelijk voor alle lokale veiligheidsvraagstukken op het
terrein van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige diensten bij rampen
en handhaving openbare orde,
b. het beheer over de diverse hulpverleningsdiensten wordt vanwege effectiviteitvoordelen meer op
regionaal niveau georganiseerd.
In 2011 heeft uw raad ingestemd met het organisatieplan van het brandweercluster EVA (Epe,
Voorst, Apeldoorn) en het daarbij behorend budget. Met ingang van 1 juli 2012 is het personeel van
de brandweer overgegaan naar de VNOG. Op 21 juni 2012 heeft u ingestemd met de begroting 2013
van de VNOG, waarin het budget van het cluster EVA (basisbrandweerzorg) is opgenomen.
- Informatieverstrekking aan de raad: Voor 2013 e.v. zijn prestatieafspraken met de Brandweer
gemaakt. In dat kader is door de Brandweer (cluster EVA) twee keer tussentijds informatie (al dan niet
in combinatie met de Veiligheidsbrief)) aan de raad verstrekt. De managementinformatie en bestuurlijk
relevante informatie wordt continu doorontwikkeld. Zo is in de PMA in een themabijeenkomst uitleg
gegeven over de dekkingsnorm en opkomsttijden en hoe de brandweer meet en registreert.
In 2013 is het regionale project MOED (Masterplan Optimalisering Effectuering Doelmatigheid) gestart.
Het einddoel moet zijn: toekomstbestendig en goedkopere brandweer VNOG. In april 2014 moet de
Veiligheidsregio daartoe een uitgewerkte visie presenteren aan de burgemeesters in het Algemeen
Bestuur. Daarna worden de gemeenteraden geconsulteerd.
De VNOG legt als gemeenschappelijke regeling in haar eigen jaarrekening, die ook aan uw raad wordt
voorgelegd, uitgebreid verantwoording af.
Programma 4
Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ)
- Doel: het behartigen van de belangen van de deelnemers inzake vergunning-verlening, toezicht en
handhaving in het kader van het omgevingsrecht. Het samenwerkingsverband richt zich in eerste
instantie op de uitvoering van milieutaken. De gemeente Apeldoorn heeft ook milieuadvisering over
diverse thema’s (bodem, geluid etc.) bij OVIJ ondergebracht.
- Betrokkenen/ deelnemers: gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en Provincie Gelderland.
- Bestuurlijk belang: Wethouder Kruithof is lid van het Dagelijks en Algemeen bestuur van de
Omgevingsdienst.
- Financieel belang: De deelnemers betalen voor de producten van de Omgevingsdienst naar rato van
de taken, die ze bij OVIJ hebben ondergebracht. De exploitatie van OVIJ bedraagt ongeveer € 6
miljoen. Bijna 72 % van de taken van OVIJ worden voor Apeldoorn uitgevoerd. De gemeente
Apeldoorn voert voor OVIJ een aantal ondersteunende bedrijfsvoeringstaken uit.
212
- Ontwikkelingen: Met ingang van 2013 zijn de milieutaken van Apeldoorn bij OVIJ ondergebracht. De
gemeente houdt de regie. De afspraken over de uitvoering zijn vastgelegd in een
dienstverleningsovereenkomst (DVO). Met de deelnemende gemeenten is een efficiencytaakstelling
afgesproken oplopend tot 10% van de kosten van het primaire proces en 5% op de overheadkosten.
Het personeel van de gemeenten en van de provincie is per 1 april 2013 overgegaan naar OVIJ. Zoals
gemeld in de tussenrapportage heeft OVIJ in de eerste helft van 2013 een achterstand opgelopen op
de bedrijfscontroles. In de tweede helft van 2013 is door inhuur van extra capaciteit een deel van de
achterstand ingelopen.
- Informatieverstrekking aan de raad: In 2013 heeft de raad ingestemd met zowel de
programmabegroting 2013 als de programmabegroting 2014 van OVIJ.
Programma 6
Felua-groep
- Doel: Mensen die door diverse oorzaken (lichamelijk, verstandelijk, psychisch, langdurige
werkloosheid) een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zoveel mogelijk begeleiden en
ontwikkelen zodat zij het meeste uit zichzelf kunnen halen. Dit kan zijn door regulier werk, individuele
of groepsdetacheringen, begeleid werken of werken binnen de Felua-groep.
- Betrokkenen: De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling
zijn Apeldoorn, Epe en Heerde.
- Bestuurlijk belang: De Felua-groep voert de Wet Sociale Werkvoorziening uit voor
de deelnemende gemeenten. Wethouder Kruithof zit namens Apeldoorn in het dagelijks bestuur en is
tevens voorzitter. Daarnaast hebben 3 raadsleden uit Apeldoorn zitting in het algemeen bestuur.
- Financieel belang: Felua-groep zal naar verwachting over 2013 een resultaat behalen dat ongeveer
conform de begroting ligt (tekort van €741.000). Felua-groep zal dit verlies uit de eigen reserves
kunnen dekken waardoor er geen additioneel financieel beroep op de gemeenten nodig is.
De raad heeft op 20 juni 2013 zijn zienswijze over de Jaarstukken 2012 en de ontwerpbegroting
2014 gegeven, alsmede over de ontwerpbegroting 2013.
Door het in april 2013 afgesloten Sociaal Akkoord is een aantal aannames gewijzigd die aan de
begroting ten grondslag lagen. De raad heeft in zijn zienswijze aangegeven dat Felua verzocht wordt
een nieuwe begroting op te stellen. Deze gewijzigde begroting is in december 2013 ter kennisname
aan de raad aangeboden.
- Ontwikkelingen: Naar verwachting zal op 1 januari 2015 de Participatiewet in werking treden. Met
deze wet wordt de Wsw samengevoegd met de Wwb en de Wajong. De gemeente wordt
verantwoordelijk voor de Participatiewet en ontvangt één ongedeeld budget. Vanaf 1 januari 2015 zal
er geen nieuwe instroom in de Wsw meer zijn. Mensen die op 1 januari 2015 een Wsw-dienstverband
hebben, behouden hun dienstverband en de daaraan verbonden rechten. Daarnaast wordt de
vergoeding per SW-plek geleidelijk afgebouwd van ca. €26.000 in 2014 naar €22.700 in 2020. Voor
Felua-groep betekent dit dat de inkomsten snel zullen dalen. Deze ontwikkeling is voor Felua-groep
aanleiding geweest om te kijken hoe Felua-groep zichzelf moet doorontwikkelen. Felua-groep wil
samen met het Activerium van de gemeente Apeldoorn verkennen op welke wijze de samenwerking
vorm kan worden gegeven.
- Informatieverstrekking aan de raad: De raad is in een tweetal sessie (18 april 2013 en 23 mei 2013)
door de algemeen directeur en de eenheidsmanager van het Werkplein Activerium geïnformeerd over
de samenwerking tussen beide partijen. De raad heeft op 20 april 2013 zijn zienswijze gegeven over
de Jaarstukken 2012 en de concept begroting 2014. De raad heeft in december 2013 van Felua de
gewijzigde begroting 2014 ter kennisname ontvangen.
De raad is in juli 2013 door Felua-groep geïnformeerd door middel van een brief waarin het
feitenrelaas over het eigen risico dragerschap door Felua-groep was opgenomen.
Programma 7
GGD Noord en Oost Gelderland
- Doel: Ten behoeve van de wettelijke verplichting op het gebied van collectieve preventie
volksgezondheid werken gemeenten in de Achterhoek, de Stedendriehoek en de Noord Veluwe
213
-
-
-
samen. Deze samenwerking heeft geleid tot betere kwaliteit, meer specialisatie, grotere continuïteit,
een verbeterde dienstverlening aan gemeenten en een efficiëntere bedrijfsvoering.
Betrokkenen: 21 gemeenten met in totaal 800.001 inwoners.
Bestuurlijk belang: Wethouder Blokhuis maakt deel uit van het algemeen bestuur en het dagelijks
bestuur.
Financieel belang: Het AB heeft – mede op advies van de accountant – in 2010 besloten tot het
vormen van een weerstandsvermogen, dat is gemaximeerd op 5% van de omzet van het
basisproductenpakket en 20% van de plusproducten. Het weerstandsvermogen voor de plusproducten
zit voor 100% bij de GGD, dat voor de basisproducten voor 50% bij de GGD. De andere 50% wordt
geacht aanwezig te zijn bij de gemeenten. De achtergrond van die 50% is dat gemeenten vanwege de
verantwoordelijkheden voor een gemeenschappelijke regeling eventuele tekorten voor hun rekening
moeten nemen en dat gemeenten er moeite mee hebben dat verbonden partijen een te grote
reservepositie hebben en teveel gemeentelijke middelen “oppotten”. Hiermee beoogt de GGD
mogelijke financiële tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van de GGD in het geding
komt.
De GGD heeft in haar eigen begroting een risicoparagraaf opgenomen, waarin ontwikkelingen worden
genoemd die een risico vormen. Momenteel kan worden gesteld dat de financiële positie van de GGD
solide is en er geen extra beroep op de gemeente wordt voorzien. Er is sprake van een sluitende
exploitatie en een weerstandsvermogen volgens de in het AB van de GGD vastgestelde norm.
Ontwikkelingen: Voor de GGD vormen de Strategische Visie 2009 - 2013 en de Bestuursagenda
2012 - 2014 het inhoudelijke kader. De kern van die visie is dat de gemeenten die deelnemen in de
GGD Noord- en Oost Gelderland hebben gekozen voor een organisatie die zich versterkt als
gemeentelijke gezondheidsdienst.
In 2013 is de nota Op uw Gezondheid 2013 -2016 opgesteld. In deze nota staan beleidsvoornemens
op het gebied van preventiebeleid waar de GGD Noord- en Oost Gelderland nauw bij is betrokken. De
kaders worden uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma.
Het rijksbeleid is gericht op 25 gelijkvormige regio’s voor veiligheid en gezondheid. In verband
daarmee is de gemeente Hattem toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost
Gelderland.
Informatieverstrekking aan de raad: De raad heeft in zijn vergadering van 13 juni 2013 de
programmabegroting 2014 van de GGD besproken en heeft zijn zienswijze daarop in een brief aan de
GGD vastgesteld. Daarnaast heeft uw raad op 14 november 2013 de nota Op uw Gezondheid
vastgesteld. Bij de uitvoering van de nota is de GGD nauw betrokken.
Programma 8
Stichting Exploitatiegarantiefonds OSCA
- Doel: Deze stichting beheert 2 exploitatiegarantiefondsen, te weten één fonds gericht op de eerste 10
jaar en één fonds gericht op de periode nà deze 10 jaar. Op verzoek van exploitant
Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV kan in een jaar de stichting een bijdrage verstrekken in
het verlies op de exploitatie van het Omnisportcentrum, indien dit wordt veroorzaakt door een
onvoorziene omstandigheid of door bijv. tekort op de participatie in een topsportevenement.
- Betrokkenen: Exploitant Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV, dochter van Libéma, en
eigenaar gemeente Apeldoorn.
- Bestuurlijk belang: Het bestuur bestaat uit 3 personen, waarvan 1 benoemd is door ons college, 1
door de directie van de exploitant en 1 door ons college uit een met de directie van de exploitant
opgestelde shortlist, welke tevens voorzitter is.
- Financieel belang: Het exploitatiegarantiefonds kent bij de start een omvang van € 1 miljoen,
gerelateerd aan de huurperiode van 10 jaar en € 0,5 miljoen in een aanvullend fonds, gerelateerd aan
de optie van de exploitant voor een verlenging van de huurperiode met 5 jaar. Libéma Exploitatie BV
levert haar bijdrage in de vorm van een bankgarantie van € 1,5 miljoen voor een periode van 10 jaar.
Deze bankgarantie wordt gedurende de looptijd evenredig afgebouwd.
De jaarlijkse uitkering bedraagt 2/3 van de bijdrage van Libéma Exploitatie BV in het tekort van de
Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV tot een maximum van € 100.000. Aan het einde van
de huurperiode zal een eventueel batig saldo van het fonds worden uitgekeerd aan de exploitant.
214
- Ontwikkelingen: De stichting is in mei 2009 opgericht. Ons college heeft in 2010 ingestemd met de
beloningstructuur van de bestuursleden. In 2013 zijn er geen vermeldenswaardige ontwikkelingen
geweest.
- Informatieverstrekking aan de raad: Bij belangrijke afwijkingen van de overeengekomen afspraken
wordt uw raad tussentijds geïnformeerd. Er was in 2013 geen aanleiding voor informatieverstrekking
aan uw raad.
Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum B.V.
- Doel: Met deze exploitatiemaatschappij, 100% dochter van Libéma Vastgoed, heeft de gemeente in
2006 een Huur- en Exploitatieovereenkomst Omnisportcentrum Apeldoorn afgesloten.
- Betrokkenen: Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum B.V. en de gemeente.
- Bestuurlijk belang: De Exploitatiemaatschappij kent 3 commissarissen, waarvan 2 benoemd zijn door
de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en 1 door ons college benoemd is. De gemeentelijke
commissaris wordt gezien als de “linking pin” in de Exploitatiemaatschappij die naast zijn
verantwoordelijkheid voor de aandeelhouders, oog en oor heeft voor de gemeentelijke belangen. Deze
komen er op neer dat een rendabele exploitatie van het Omnisportcentrum gepaard gaat met tevreden
vaste gebruikers (lokale verenigingen, ROC Aventus, KNAU en KNWU) en een evenementenkalender
die aansluit bij het ambitieniveau dat de gemeente met het Omnisportcentrum voor ogen staat.
De gemeente heeft als eigenaar/verhuurder een eigenstandige relatie met de Exploitatiemaatschappij
en in het bijzonder met de directeur hiervan. Deze relatie wordt ambtelijk en bestuurlijk onderhouden.
- Financieel belang: De deelname in de raad van commissarissen kent op zich geen financieel belang.
Wel is het zo dat de exploitatie van het Omnisportcentrum mede is gebaseerd op een jaarlijkse
gemeentelijke bijdrage van ca. € 0,7 miljoen.
- Ontwikkelingen: De exploitatiemaatschappij is operationeel. Omdat de gemeentevanaf 2013 niet meer
bijdraagt aan het Topsportevenementenfonds staat de oorspronkelijk met Omnisport beoogde ambitie Apeldoorn profileren met topsportevenementen - onder druk. Wij zijn met de exploitant in gesprek
over het gezamenlijk oplossen van een aantal bouwkundige en installatietechnische gebreken die nog
dateren van het moment van oplevering. Ook wordt met de exploitatiemaatschappij gesproken over
het eigendom, de verantwoordelijkheden en het kostendragerschap voor wat betreft de inventaris. Wij
verwachten in het voorjaar van 2014 hierover afspraken te maken.
- Informatieverstrekking aan de Raad: Bij belangrijke afwijkingen van de overeengekomen afspraken
wordt uw raad tussentijds geïnformeerd. Er was in 2013 geen aanleiding voor informatieverstrekking
aan de raad.
215
6.4.3 Deelnemingen
Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang, is Apeldoorn deels of geheel in het bezit
van de aandelen van een aantal vennootschappen. Onderstaand per programma een korte toelichting op
deze deelnemingen.
Programma 1
Bank Nederlandse Gemeenten
- Doel: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Via
financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke
voorzieningen voor de burger.
- Betrokkenen: Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg,
onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
- Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente als aandeelhouder tijdens de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
- Financieel belang: De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van
gemeenten, provincies en een waterschap. Ieder jaar wordt door de bank dividend uitgekeerd. De
gemeente Apeldoorn heeft 0,24% van de aandelen.
- Ontwikkelingen: De BNG heeft over 2012 een nettowinst behaald van € 332 mln. (2011:
€ 256 mln.). Tot 2012 werd 50% van de winst uitgekeerd. Als gevolg van de Basel 3 richtlijnen
hebben de aandeelhouders vorig jaar ingestemd met de halvering van de dividenduitkering om de
vermogenspositie van de bank te versterken. Evenals vorig jaar is over 2012 dus 25% van de winst
uitgekeerd.
De dividenduitkering 2012 bedraagt € 1,49 per aandeel (in 2011 € 1,15 per aandeel). Het dividend
over 2012 voor Apeldoorn komt hiermee uit op € 197.000. Dat is € 47.000 hoger dan begroot.
- Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt ter inzage aan de raad voorgelegd.
NV Luchthaven Teuge
- Doel: Vanaf 1 mei 1996 is er sprake van een NV Luchthaven Teuge. Daarvoor was de luchthaven een
gemeenschappelijke regeling. Vliegveld Teuge richt zich op het nationale en internationale particuliere
vliegverkeer en daarnaast op het zakelijke vliegverkeer.
- Betrokkenen: De gemeente Apeldoorn heeft als aandeelhouder een belang van ruim 54% van het
gestort aandelenkapitaal. De overige aandeelhouders zijn de gemeenten Deventer, Zutphen en Voorst.
- Bestuurlijk belang: Apeldoorn is de grootste aandeelhouder. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de
gemeente in de algemene vergadering van aandeelhouders.
- Financieel belang: De gemeente Apeldoorn heeft als aandeelhouder € 1 miljoen ingebracht in NV
Luchthaven Teuge. In 2011 heeft Apeldoorn een lening verstrekt van € 1,425 mln. tot juli 2012. De
overige aandeelhoudende gemeenten hebben zich naar rato van hun belang in de NV hiervoor garant
gesteld.
In 2012 en 2013 zijn enkele percelen landbouwgrond en bedrijventerrein verkocht. Daarnaast is
bespaard op de kosten van de exploitatie. De lening van de gemeenten is afgelost en omgezet in een
lening van een particuliere bank. In 2012 en 2013 is onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor
verdere privatisering van de luchthaven. Conclusie van de aandeelhouders is, dat er op dit moment
geen geschikte mogelijkheden zijn.
In 2013 heeft de Provincie Gelderland zijn omgevingsvisie gepresenteerd, waarin ook een visie
gegeven wordt op de toekomst van vliegveld Teuge. In 2014 wordt een nieuw luchthavenbesluit
voorbereid, waarin de geluidscontouren en de gebruiksruimte van het vliegveld worden vastgelegd. De
directie van de luchthaven zal een Teuge-tafel samenstellen met vertegenwoordigers van stakeholders
en omwonenden ter voorbereiding van het luchthavenbesluit. Ook Apeldoorn zal daarin
vertegenwoordigd zijn.
- Informatieverstrekking aan de raad: In 2013 is de raad geïnformeerd over het onderzoek naar
verzelfstandiging en over de omgevingsvisie van de provincie op vliegveld Teuge.
NV Nuon Energy
- Doel: Nuon Energy is het productie- en leveringsbedrijf van Nuon. In 2009 is Nuon gesplitst in een
productie/leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf (Alliander).
216
- Betrokkenen: In 2009 hebben de publieke aandeelhouders Nuon Energy verkocht aan het Zweedse
energiebedrijf Vattenfall. Vanaf 2016 zal de gemeente Apeldoorn alleen aandeelhouder zijn van
Alliander.
- Bestuurlijk belang: Wethouders Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders. Apeldoorn is lid van NUVAL, de aandeelhoudersvereniging van oud Gamoggemeenten. De voorzitter van NUVAL behartigt de belangen van de aangesloten gemeenten in de
grootaandeelhouders-vergaderingen van Nuon, Alliander en Vitens.
- Financieel belang: Per 1 juli 2013 is de derde tranche aandelen overgedragen aan Vattenfall. De
ontvangen vergoeding bedroeg € 644.285. Hiervoor was reeds een balanspost opgenomen.
Apeldoorn heeft nu nog 12.387 aandelen A. Volgens de afspraken die in 2009 met Vattenfall zijn
gemaakt, krijgen de aandeelhouders 2% van de vastgestelde verkoopwaarde van hun aandelen als
dividend uitgekeerd. Voor Apeldoorn was dit € 30.500, conform de raming in de begroting.
- Ontwikkelingen: In 2009 is 49% van de aandelen overgedragen en vervolgens in 2011 15%. Per 1
juli 2013 is de derde tranche overgedragen. De laatste tranche zal in 2015 aan Vattenfall worden
overgedragen.
- Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportage en/of jaarrekening wordt de raad
geïnformeerd over de dividenduitkering van Nuon.
Alliander NV
- Doel: Alliander is het netwerkbedrijf van het voormalige Nuon en in 2009 afgesplitst.
- Betrokkenen: Het netwerkbedrijf heeft alleen publieke aandeelhouders. De gemeente Apeldoorn heeft
0,0043% van de aandelen.
- Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders. De voorzitter van NUVAL behartigt de belangen van de aangesloten gemeenten
in het grootaandeelhoudersoverleg.
- Financieel belang: Het resultaat (na belastingen en correcties) van Alliander in 2012 was € 228 mln.
Hiervan is € 74,4 mln. als dividend uitgekeerd. Dit is lager dan het dividend over 2011 (€ 113 mln.),
maar dat jaar bevatte een eenmalige uitkering als gevolg van de afrekening van oud-Nuon met de
fiscus. Het dividend 2012 voor de gemeente Apeldoorn bedraagt € 32.000 (2011: € 48.590); dit is
een nadeel van € 15.000 t.o.v. de begroting.
- Ontwikkelingen: De verwachting is, dat het resultaat in 2013 en verder zal stabiliseren.
- Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportage en/of jaarrekening wordt de raad
geïnformeerd over de dividenduitkering van Alliander.
Vitens
- Doel: Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf in Nederland en verzorgt de drinkwatervoorziening in de
gemeente Apeldoorn. Vitens is afgelopen jaren ontstaan uit fusies van lokale en regionale
drinkwaterbedrijven. In 2007 heeft de gemeente een belang in Vitens genomen.
- Betrokkenen: De gemeente Apeldoorn heeft als aandeelhouder een belang van 1 aandeel. Andere
aandeelhouders zijn 108 gemeenten en 5 provincies.
- Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders.
- Financieel belang: Het financieel belang is gering. Het netto resultaat van Vitens in 2012 was een
winst (na belastingen) van € 29,6 mln. In 2011 was dat nog € 36 mln. Oorzaken voor deze teruggang
zijn een lagere omzet door de afschaffing van grondwaterbelasting per 1-1-2012, lagere incasso
opbrengsten en de contractbeëindiging van een aantal zogenaamde meelifters (op de aanslag). Het
dividend voor Apeldoorn bedroeg € 2,57.
- Ontwikkelingen: In 2013 hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
- Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt voor de raad ter inzage gelegd.
Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV)
De opheffing van de gemeenschappelijke regeling RGV is in 2011 geëffectueerd. Daarmee is de
gemeente Apeldoorn aandeelhouder geworden van RGV Holding BV. In 2012 zijn de laatste handelingen
verricht die nodig waren om de Gemeenschappelijke Regeling definitief leeg te maken.
- Doel: De kernactiviteit laat zich in het kort omschrijven als “het (laten) exploiteren van dagrecreatieve
voorzieningen voor een breed publiek”.
217
- Betrokkenen: RGV Holding BV, Veluwe gemeenten en Nijmegen e.o. zijn rechtstreeks aandeelhouder.
Aandelenpakket is op basis van inwoneraantal.
- Bestuurlijk belang: De gemeente Apeldoorn heeft ca 16% van de aandelen in bezit. Voor de gemeente
is de laagdrempeligheid en het onderhoud van de recreatieve voorzieningen van belang. Als
aandeelhouder ziet de gemeente toe op de juiste uitvoering van deze publieke taak door RGV. De
gemeente kan op hoofdlijnen invloed uitoefenen op (het behouden van) de laagdrempelige toegang tot
recreatievoorzieningen als bijvoorbeeld Bussloo. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in
de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
- Financieel belang: Het financiële belang van de gemeente bestaat uit het aandelenpakket. Met de
aandeelhouders is afgesproken dat de eerste vijf jaar van het aandeelhouderschap geen dividend
wordt uitgekeerd.
- Ontwikkelingen: De RGV heeft zich de afgelopen jaren redelijk positief ontwikkeld in termen van
eigentijds aanbod, bezoekersaantallen en operationeel resultaat. De omzet steeg licht in een
krimpende markt. Het nettoresultaat van de onderneming nam in 2012 toe tot € 2,3 mln. Hierdoor is
de financiële basis, ondanks de lastige omstandigheden, verder versterkt. De solvabiliteit van de RGV
is gezond.
- Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt jaarlijks voor de raad ter inzage gelegd.
Programma 3
Parkeergarage Orpheus BV
- Doel: Het beheren en exploiteren van de parkeervoorzieningen gelegen aan het Churchillplein in
Apeldoorn.
- Betrokkenen: De gemeente is voor 100% aandeelhouder van de BV.
- Bestuurlijk belang: De gemeente is gebaat bij een (betaalde) parkeervoorziening in de nabijheid van de
schouwburg annex congrescentrum. Hierdoor wordt overlast van geparkeerde auto’s in de straten
rondom Orpheus beperkt. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de
aandeelhoudersvergadering.
- Financieel belang: Als eigenaar en verhuurder van de voorziening hebben wij een financieel belang.
Daarbij is in de MPB rekening gehouden met een tekort op de exploitatie, dat (aflopend) gedekt wordt
uit de algemene middelen.
- Ontwikkelingen: In de loop van 2011 is een beheerovereenkomst met Orpheus NV gesloten. Ook
heeft in 2011 de eerste AVA plaatsgevonden. In 2012 heeft de raad er mee ingestemd om het
negatieve eigen vermogen van de BV aan te vullen door een onttrekking aan de voorziening groot
onderhoud (€ 70.000) van de BV en een onttrekking aan de reserve Bereikbaarheid Binnenstad (RBB)
van € 60.000. Bij de behandeling van de Zomernota 2012 heeft de raad de structurele bijdrage aan
de BV verhoogd met € 50.000 ten laste van de RBB.
- Informatieverstrekking aan de raad: In 2013 is geen specifieke informatie over de parkeeraspecten
verstrekt. De eerder vastgestelde jaarlijkse bijdrage is onderdeel van de reguliere besluitvorming
rondom de RBB. Begin 2014 zal de jaarrekening tot en met 2012 door de AVA worden vastgesteld.
De prognoses duiden op een gering positief resultaat. In 2014 zal als onderdeel van de herijking van
de RBB de parkeersituatie van Orpheus nader in beeld worden gebracht.
Programma 4
Circulus B.V.
- Doel: Circulus is in hoofdzaak belast met de inzameling en de verwijdering van huishoudelijk- en
bedrijfsafval, alsmede voor de stadsreiniging.
- Betrokkenen: De gemeente Apeldoorn is voor 55% aandeelhouder, de gemeente Deventer voor 32%
en de gemeente Epe voor 13%.
- Bestuurlijk belang: De gemeente is verantwoordelijk voor het doen inzamelen van huishoudelijk afval.
Wij hechten niet alleen grote waarde aan het financieel belang maar ook aan het bestuurlijk belang. De
gemeente onderhoudt als aandeelhouder (wethouder Cziesso) en als opdrachtgever (wethouder
Prinsen) nauwe contacten met de directie van Circulus. Langs die weg vindt overleg plaats over de rol
en de toekomst van Circulus. In 2011 is een nieuwe DVO opgesteld, een zogenaamde
218
prestatieovereenkomst, bestaand uit een deel A (de algemene voorwaarden), Deel B (de te leveren
prestaties) en Deel C (het kostenallocatiemodel). Duur tot 2017.
- Financieel belang: De aandeelhoudende gemeenten zorgen voor de financiering van Circulus. Het gaat
hierbij voor Apeldoorn om een lening van € 3,3 miljoen. Jaarlijks ontvangen de aandeelhouders een
winstuitkering. De winst in 2012 bedroeg ruim € 1,8 miljoen. Het dividend 2012 voor onze gemeente
was € 1,012 miljoen. Hiervan heeft € 346.000 betrekking op de publieke taak. Dit bedrag is
toegevoegd aan de reserve huisvuilrechten.
- Ontwikkelingen: Diverse dossiers, waaronder de toekomstvisie Circulus, het dividendbeleid en de
herijking van de dienstverleningovereenkomst, zijn in 2008 uitgewerkt en vastgesteld. Via een
visiedocument van Circulus en een reactie hierop via de AvA heeft een verdieping plaatsgevonden van
de weg waarlangs Circulus zich kan ontwikkelen. In 2011 is in gezamenlijkheid een proces doorlopen
om de verschillende uitgangspunten nader te specificeren en uit te werken. Hiermee wordt vanaf 1
januari 2012 gewerkt. Daarnaast wordt in samenwerking met Circulus gekeken wat het bedrijf kan
bijdragen aan het creëren van sociale werkgelegenheid.
De samenwerking tussen Circulus BV en Berkel Milieu NV is geïntensiveerd en in 2011 is er een
proces gestart om te bezien of een fusie mogelijk is. In 2013 heeft dit geresulteerd in een
fusievoorstel aan de aandeelhouders van beide bedrijven. In 2014 wordt de besluitvorming over het
voorstel afgerond.
- Informatieverstrekking aan de raad: In 2013 heeft uw raad in de tussenrapportage kennis genomen
van het resultaat van Circulus BV over 2012 en van de dividend-uitkering. Ook bent u raad tussentijds
op de hoogte gehouden van de stand van zaken van het onderzoek naar een eventuele fusie tussen
Circulus BV en Berkel Milieu NV.
Programma 7
OmniPlaza Apeldoorn B.V.
De gemeente Apeldoorn heeft 1 aandeel in deze BV. Na verliezen in 2011 en 2012 is voor de BV
faillissement aangevraagd en wordt de BV geliquideerd. De activiteiten van Omniplaza worden
grotendeels voortgezet door Stichting Omnizorg en Circulus. De liquidatie zal begin 2014 worden
voltooid.
Programma 8
NV Orpheus theater/congrescentrum
- Doel: het aanbieden van een breed cultureel programma. Het bieden van accommodatie en
ondersteuning voor culturele organisaties in de gemeente Apeldoorn, zowel op amateur- als op
professioneel niveau.
- Betrokkenen: NV Orpheus en gemeente (meerderheidsaandeelhouder) en particuliere aandeelhouders.
- Bestuurlijk belang: De gemeente wordt als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Cziesso.
Wethouder Prinsen vervult de rol van opdrachtgever.
- Financieel belang: Het financieel belang bestaat uit een subsidieverstrekking van jaarlijks
€ 4 miljoen en de zorg voor het innen van de huur. Het pakket aandelen van de gemeente bedraagt
circa € 272.000 en dat van het bedrijfsleven tezamen met particulieren circa
€ 102.000. De gemeente is tevens eigenaar van gebouw, gronden en parkeergarage.
- Ontwikkelingen: Orpheus heeft een nieuw Meerjarenbeleidsplan 2012-2015 gepresenteerd
waarin langs verschillende wegen maatregelen worden voorgesteld om zo snel mogelijk tot een
gezonde exploitatie te komen. Gelijktijdig zijn nieuwe prestatieafspraken met Orpheus gemaakt.
De raad heeft bij de vaststelling van de Begroting Bestaand Beleid (BBB) 2013-2016 rekening
gehouden met een extra subsidie voor Orpheus van € 900.000 voor 2013 en 2014 en met €
450.000 voor 2015. De gevraagde investeringsbijdrage tot een bedrag van € 450.000 is niet
beschikbaar gesteld. Daarbij is verwezen naar de bestaande kredietfaciliteit die Orpheus heeft bij
de gemeente.
- Informatieverstrekking aan raad: Op 31 mei 2012 is de nota Spin-Off doorkijk Cultuur 2013-2016 in
de PMA besproken waarin de beleidsplannen en de prestatie afspraken van de grote culturele
instellingen, waaronder Orpheus, zijn opgenomen. Bij de behandeling van de BBB 2013-2016 en
Zomernota 2012 is besloten tot een extra subsidie aan Orpheus. De jaarrekening 2012 van de NV is
219
op 16 mei 2013 ter kennisname aan uw raad voorgelegd. Het exploitatiejaar 2012 is afgesloten met
een positief resultaat van € 254.000, terwijl er in 2011 nog een tekort van € 221.000 was.
Programma’s 5, 7 en 8
Accres Apeldoorn BV
- Doel: Primaire doelstelling van Accres Apeldoorn BV is in opdracht van de gemeente beheren en
verzorgen van de (gebruikers)exploitatie van de gemeentelijke maatschappelijke accommodaties.
- Betrokkenen: Accres onderhoudt een viertal relaties met de gemeente:
1. de gemeente als enig aandeelhouder;
2. de gemeente als primaire opdrachtgever;
3. de gemeente als eigenaar van panden die Accres beheert;
4. de gemeente als toezichthouder m.b.t. uitvoering van wet- en regelgeving.
- Bestuurlijk belang: Aan de budgetsubsidie worden voor een periode van 4 jaar prestatieverplichtingen
verbonden, die door Accres dienen te worden uitgevoerd.Wethouder Cziesso vervult de
aandeelhouderrol en wethouder Brouwer de opdrachtgeverrol.
- Financieel belang: Aan Accres wordt jaarlijks een (geïndexeerde) budgetsubsidie van circa € 12
miljoen verstrekt. Deze subsidie is niet geheel vrij besteedbaar. Het niet beïnvloedbare deel beslaat
meer dan 50% en heeft betrekking op de huurvergoedingen aan gemeente, uit te voeren onderhoud
op het vastgestelde onderhoudsniveau 3 en de te hanteren maatschappelijk tarieven richting
gebruikers. Voor de periode tot en met 2017 ligt er een structurele bezuinigingsopgave oplopend tot €
2,25 miljoen. Accres draagt jaarlijks een taakstellend dividend af van 50% van het bedrijfsresultaat
met een minimum van
€ 260.000.
- Ontwikkelingen: In 2009 zijn de Kaderstelling budgetsubsidie Accres 2010-2013 en de daaraan
verbonden Prestatieafspraken 2010-2013 vastgesteld. De volgende ontwikkelingen zijn relevant:
• Vanuit het perspectief van de Voorjaarsnota 2011 is aan Accres een rol toebedacht van
uitvoeringsorganisatie die zich bij uitstek richt op beheer en exploitatie van onze basisinfrastructuur
(vaste verhuur), geen beleidstaken vervult zoals natuur- en milieueducatie, recreatieve functies voor
een groter deel voor eigen risico beheert en exploiteert, en die op termijn via meer ondernemerschap
toe moet groeien naar een zelfstandig (private) BV. Dit toekomstperspectief betreft een groeimodel
waarvoor naar verwachting twee prestatieperiodes nodig zijn om naar het eindbeeld toe te groeien.
De uitkomsten van de wijkvoorzieningenscan en het nog nader te bepalen beleid aangaande de rol
en taken van het gemeentelijke vastgoed zullen genoemde ontwikkeling mogelijk in een ander
perspectief zetten;
• In 2012 is, in overleg met Accres, een scenarioanalyse van start gegaan dat leidt tot een
herdefiniëring van de rollen en taken binnen het gemeentelijk vastgoed, en daarmee ook de rollen en
taken van Accres. Gelet op deze ontwikkeling heeft het College besloten om de prestatieafspraken
met 1 jaar te verlengen tot en met 2014.
• Tevens is in 2013 een financiële analyse (‘marktanalyse’) uitgevoerd waarin de exploitaties van
Accres met een “norm”exploitatie vanuit de markt worden vergeleken. Gemeente Apeldoorn is
opdrachtgever en begeleid in samenwerking met Accres dit onderzoek. De uitkomsten worden mede
gebruikt bij het eerdergenoemde project over de toekomstige taken en rollen in het vastgoed.
• Accres heeft een totale taakstelling van € 2,25 miljoen in 2017. De taakstellingen 2012 en 2013 ad
€ 0,8 miljoen zijn door hen gerealiseerd. Dit onder meer door teruggave van panden aan de
gemeente en stopzetting van de NME-activiteiten. Accres heeft de ruimte gekregen om de
bezuinigingen binnen de prestatieafspraken te realiseren. Op het moment dat Accres bezuinigingen
niet haalbaar acht of deze in strijd zijn met de prestatieafspraken zal Accres dit signaleren en dienen
te onderbouwen.
• In 2013 heeft Accres de reservering onderhoud nagenoeg volledig aan de Gemeente uitgekeerd. Dit
kon om dat de afspraken ten aanzien van de op Accres rustende onderhoudsverplichting zijn
gewijzigd van 40 jaar naar 4 jaar.
• In 2011 is de ‘Kaderstelling Maatschappelijke Tarifering’ ontwikkeld. Doel is een eenduidige lijn in
de huurtarifering aan maatschappelijke doelgroepen. De kaderstelling is opgeschort i.v.m. de
verkoopopgave van het maatschappelijk vastgoed. In 2014 wordt de kaderstelling omgevormd tot
220
algemene kaderafspraken over de wijze waarop we omgaan met tarifering versus subsidiëring van
maatschappelijke organisaties.
• In 2013 is Accres gestart met exploitatie van een aantal wijkcentra in Almelo.
- Informatieverstrekking aan raad: In december 2013 is de scenario-analyse gereed gekomen en
aangeboden aan de raad. De raad zal in 2014 geconsulteerd worden over de toekomstscenario’s ten
aanzien van de taken en rollen binnen het gemeentelijke vastgoed en de marktanalyse en de daaruit
voortvloeiende consequenties voor Accres.
6.4.4 PPS-constructies
Publiek private samenwerking is een middel om beleidsdoelen te realiseren. De samenwerking met
marktpartijen moet meerwaarde opleveren. Meerwaarde in de vorm van het benutten van kennis en
expertise van andere partijen en het spreiden van risico’s kan leiden tot efficiëntere uitvoering van
plannen en projecten.
Onderstaand een korte toelichting op de belangrijkste PPS-constructies.
Beekpark
De PPS is in 2012 opgeheven.
Van Wijnen Projectontwikkeling Oost BV.
De PPS is in 2012 opgeheven.
Veldekster BV
- Doel: Gemeenschappelijk tot exploitatie brengen van bouwgrond gericht op de realisering van
woningbouw in een deelgebied van de Zuid West Poort.
- Betrokkenen: Gemeente realiseert samen met de Veldekster BV.
- Bestuurlijk belang: Gezamenlijk met projectontwikkelaars die een grondpositie in het gebied hebben,
ontwikkelen van een deelgebied in de Zuid West Poort. In dit samenwerkingsverband heeft de
gemeente een zeggenschap van 50%.
- Financieel belang: Kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondexploitatie komen ten laste
dan wel ten bate van de betrokken partijen op basis van een vastgelegde
samenwerkingsovereenkomst. De gemeente neemt voor 25% deel in deze samenwerking.
- Ontwikkelingen: In 2013 is 1 kavel verkocht. Met de huidige markt-omstandigheden is de verkoop
van kavels in deze prijsklasse niet eenvoudig. Voor het wasserijcomplex bestaat een goed initiatief
voor herontwikkeling met behoud van het bestaande. Voor 2014 zal de ontwikkeling hiervan in
samenwerking met de partners nader uitgewerkt worden. De Veldekster maakte in 2013 onderdeel
uit van het Collegeonderzoek naar verbonden partijen.
- Informatieverstrekking aan de raad: Als zich relevante ontwikkelingen voordoen wordt de raad via de
reguliere tussentijdse rapportage geïnformeerd.
Wegener
- Doel: Gemeenschappelijk tot exploitatie brengen van bouwgrond gericht op de realisering van
kantoren (52.000 m2 BVO) en woningen (10 kavels) in een deelgebied van de Zuid West Poort.
- Betrokkenen: Gemeente Apeldoorn realiseert samen met Goudkuil en A.V.C.
- Bestuurlijk belang: Door de samenwerking worden de krachten van overheid en markt gebundeld en
worden risico’s rond de productie en afzet van bouwrijpe grond gedeeld met marktpartijen. In dit
samenwerkingsverband heeft de gemeente een zeggenschap van 50%.
- Financieel belang: Kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondexploitatie komen ten laste
dan wel ten bate van betrokken partijen op basis van een vastgestelde samenwerkingsovereenkomst.
De gemeente Apeldoorn neemt financieel voor 1/3 deel in deze samenwerking.
- Ontwikkelingen: De Wegenerlocatie is één van de deelgebieden van de Apeldoornse kantooras. Door
de economische crisis en de krimpende vastgoed-markt voor kantoren is de productie van nieuwe
kantoren erg beperkt. Deze deellocatie van de Zuid West Poort is een belangrijk onderwerp binnen de
lopende acties m.b.t. de kantorenprogrammering. Er heeft een verkenning van een alternatieve
221
-
invulling plaatsgevonden. Deze bleek o.a. vanwege milieubelemmeringen niet mogelijk. De vraag naar
nieuwbouw van kantoren is er op dit moment niet en zal de komende jaren naar verwachting ook
beperkt zijn. Gezien die ontwikkeling wordt begin 2014 een koersdocument kantorenmarkt
Apeldoorn aangeboden. De ZWP blijft in Apeldoorn de beste plek voor kantoorontwikkeling, maar
deze markt is dermate onzeker dat de uitgifte op dit moment over 25 jaar is uitgesmeerd. Alleen al
die ontwikkeltermijn is reden om te kijken of herprogrammering op onderdelen gewenst is. Het
genoemde koersdocument gaat nader in op die programmering.
Informatieverstrekking aan de raad: Als zich relevante ontwikkelingen voordoen wordt de raad via de
reguliere tussentijdse rapportage geïnformeerd.
Kanaalzone Zuid
- Doel: De ontwikkeling en realisatie van de pilot in Kanaalzone Zuid. Het betreft de transformatie, met
behoud van cultuurhistorische waarden, van een verouderd woonwerkgebied. Grote fabriekshallen
maken plaats voor circa 250 woningen en minimaal 2.380 m2 voorzieningen.
- Betrokkenen: Dit project is een samenwerking van twee woningcorporaties (Ons Huis en
Woonmensen), de provincie Gelderland en gemeente Apeldoorn.
- Bestuurlijk belang: De transformatie kan tot stand komen door de gebundelde krachten van partijen.
- Financieel belang: Partijen nemen elk voor 1/3 risicodragend deel in de gezamenlijke grondexploitatie.
- Ontwikkelingen: Partijen hebben in het vierde kwartaal van 2013 overeenstemming bereikt over o.a.
planaanpassingen waarmee de bouwstroom opgang wordt gebracht. In het eerste kwartaal van 2014
wordt gestart met de bouw van woningen langs de Kayersdijk. 40 woningen daarvan zijn in elk geval
sociale huur waarvoor van de provincie een extra financiële bijdrage is verkregen.
- Informatieverstrekking aan de raad: In november 2013 heeft de raad een voorstel m.b.t. de
planaanpassingen besproken en ingestemd met benodigde kaderwijzigingen. Tevens is de raad via de
reguliere tussentijdse rapportage geïnformeerd.
222
6.5 Paragraaf Grondbeleid
Algemeen Grondbedrijf
Grondbeleid is een geheel van hulpmiddelen (instrumenten) dat in onderlinge samenhang, en gedoseerd
wordt ingezet om bestuurlijke doelen in onze gemeente te realiseren. Grondbeleid is - anders dan de
naam doet vermoeden - geen echt beleid maar is een aanduiding van de manier waarop de gemeente de
middelen uit de gereedschapskist inzet om andere (beleids-)doelen te verwezenlijken.
Elk jaar is de gemeente op grond van het Besluit begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten
(afgekort BBV) verplicht om een paragraaf grondbeleid in zowel de meerjarenprogramma begroting
(vooruitblik) en jaarrekening (terugblik) op te nemen. Die verplichting geldt vanaf 1.1.2004.
Nota Grondbeleid 2013 en paragraaf grondbeleid bij de begroting
In de jaarlijkse paragraaf grondbeleid bij de begroting wordt de visie op het grondbeleid opgenomen in
relatie tot bestuurlijke doelstellingen. Het is een platform voor toevoegingen en wijzigingen rond de
wijze waarop de gemeente instrumenten inzet, vastgelegd in de Nota Grondbeleid. De keuze uit de
instrumenten heet grondpolitiek.
De raad heeft het college verzocht om een Nota grondbeleid op te stellen in aanvulling op de verplichte
paragraaf grondbeleid. Op 30 mei 2013 heeft de raad ingestemd met de nota Grondbeleid 2013
‘Versteviging van fundamenten onder turbulente omstandigheden’ en het technisch
achtergronddocument, met daarin de Apeldoornse grondbeleidkeuze in vijf beleidskaders:
De paragraaf grondbeleid bij de rekening
Het is aan de raad om te controleren of het college, bij de uitvoering van het grondbeleid, binnen de
door de Gemeenteraad vastgestelde beleidskaders is gebleven. Het college legt in de paragraaf
grondbeleid van het jaarverslag verantwoording af over het gevoerde grondbeleid. Onderwerpen die in
de paragraaf grondbeleid bij de jaarrekening (terugblik) aan bod komen zijn:
1. Ontwikkelingen 2013
Een terugblik over het gevoerde Apeldoornse grondbeleid in 5 beleidskaders van het afgelopen jaar.
Terugblik op de Apeldoornse grondbeleidskeuze
A De gemeente kiest voor een regierol op de grondmarkt en laat de
productie van bouwrijpe grond over aan andere partijen.
B De gemeente schroeft de risicodragende productierol bij bouwgrondproductie terug en acteert actief rond verkoopversnelling.
C De gemeente opereert op de grondmarkt met een brede focus. De
gemeente nodigt uit, denkt mee, staat op en ontzorgt.
D Het gemeentelijke grondbedrijf wordt gelijk gesteld aan de positie van
een particuliere zelfrealisator en moet zich commerciëler gaan gedragen.
E Keuzen die worden gemaakt rond vormen van regie en productie
worden explicieter aan de gemeenteraad voorgelegd.
onderdeel
1.1 Algemene terugblik 2013
1.2 Programmering
1.3 Verkoopversnellers
1.4 Plankosten
1.5 Bovenwijks
1.6 Ontwikkelstrategie
2. Vermogenspositie Grondbedrijf
In het MPG 2014 komt de vermogenspositie van het grondbedrijf en de te verwachten resultaten van de
grondexploitaties per 1 januari 2014 uitgebreid aan bod. We beperken ons in deze paragraaf daarom tot
de verantwoordingsinformatie over het jaar 2013. Deze bestaat uit:
a. Een actuele prognose van de verwachte en gerealiseerde winst- en verliesneming over 2013;
b. Verwachte en gerealiseerde winstafdracht 2013;
c. Algemene Reserve Grondbedrijf;
d. Productiecijfers Grondbedrijf.
3. Overzicht resultaten grondbedrijf 2013
Een totaaloverzicht van de financiële resultaten van het Grondbedrijf over 2013.
223
Ad 1. Ontwikkelingen 2013
In de paragraaf grondbeleid 2013 bij de begroting is een vooruitblik gegeven over 2013. Terugblikkend
aan de hand van de apeldoornse grondbeleidskeuze in 5 beleidskaders zijn er de volgende
ontwikkelingen geweest:
1.1 Algemene terugblik 2013
Decennialang vormde het grondbeleid de stille motor achter vele nieuwe wijken, stedelijke vernieuwing
en de herontwikkeling van gebieden. De tijden zijn veranderd. De afgelopen jaren ging het vooral over
verlies op de grondexploitaties en de afwaardering van bouwgronden. Vanaf 2010 (MPG 2011) werd
grond binnen de gemeente Apeldoorn een dominant thema en kwamen uitdrukkingen als ‘black box’ en
‘planoptimisme’ voorbij. De geprognosticeerde woningbouw- en bedrijvenprogramma’s in relatie tot
behoefteramingen werden tegen het licht gehouden. De gemeente Apeldoorn heeft begin 2011 er voor
gekozen om ‘all out’ te gaan. Om alles in een keer af te boeken. En om daar 100% transparant over te
zijn. Wij kwamen lelijk in de media en Apeldoorn prijkte lange tijd bovenaan de verkeerde lijstjes.
De manier waarop Apeldoorn de grondproblematiek heeft aangepakt lijkt zich na alle negatieve aandacht
ten positieve van Apeldoorn te keren. Zo betitelde de Vereniging Nederlandse Gemeenten het stadhuis
van Apeldoorn als een passende plek voor het door de VNG georganiseerde congres ‘Grondbeleid in
nieuw perspectief – van Black box naar inzicht’ op 9 december 2013. Apeldoorn werd als eerste
gemeente met de crisis in het grondbedrijf geconfronteerd maar was ook de eerste die schoon schip
maakte. Ook Nieuwsuur besteedde hier na 2011 opnieuw aandacht aan. In de uitzending ging het over
een lijst uit het Financieel Dagblad met gemeenten die veel grond op hun naam hebben staan terwijl de
professionele planners zeggen dat het lastig wordt om dat te verkopen. Apeldoorn wordt opgevoerd als
voorbeeld van een gemeente die in één keer het verlies heeft genomen. Voor de gemeente Apeldoorn
heeft deze keuze naast alle vervelende gevolgen als voordeel, dat er duidelijkheid is gecreëerd: naar de
Apeldoornse bevolking, maar ook naar de marktpartijen die nu weten waar ze kunnen investeren.
Apeldoorn kan weer voorzichtig naar de toekomst kijken. En onlangs is gemeente Apeldoorn
uitgenodigd, samen met de onderzoekers van het Deloitte-rapport “Financiële situatie bij gemeentelijke
grondbedrijven 2013” en de Neprom om deel te nemen aan het ronde tafel gesprek over Grondbeleid
georganiseerd door de commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer der StatenGeneraal.
Tijd om achterover te leunen is er niet. Het vakgebied ruimtelijke ontwikkeling is meer in beweging dan
ooit. Wel markeert 2013 een overgangsjaar. Een jaar van actieve reductie van programma’s naar sturen
op prognoses en ontwikkelingen. Een jaar waarin het MPG als regulier bedrijfsvoeringinsinstrument in de
organisatie ingebed wordt. Hieronder wordt teruggeblikt wat er in 2013 uitgevoerd is met de blik
vooruit gericht.
1.2 Programmering
Kantoren
In het MPG 2013 is de kwetsbaarheid van dit programma onderdeel geschetst. Het betreft een
programma dat bovenmatig te lijden heeft onder de huidige marktomstandigheden. In 2013 is het risico
in beeld gebracht, zowel kwalitatief als kwantitatief. Gekeken is naar de ruimte die er nog is voor
nieuwbouw van kantoren in Apeldoorn en wat dat betekent voor het huidige programma. Vooruitlopend
op definitieve keuze zijn de financiële gevolgen in beeld gebracht. Hiervoor is in 2013 een
verliesvoorziening kantoren getroffen in het MPG 2014. Definitieve keuzes zullen in overleg met de
markt en gemeenteraad gemaakt worden. De verliesvoorziening kantoren kan daarmee in 2014
‘geactiveerd’ worden op complexniveau om in het MPG 2015 definitief te verwerken.
Herijking wachtkamerstatus Bedrijventerreinen
In oktober 2012 door de gemeenteraad de programmering van bedrijventerreinen vastgesteld.
Uitgangspunt was de vraagbehoefte van bureau STEC van 85 ha. voor Apeldoorn. Voor twee terreinen
is in 2013 de programmering gewijzigd: Kieveen en Ecofactorij II. Beide terreinen kregen in de
programmering de ‘wachtkamer status’. De gemeenteraad heeft in 2013 voor de bedrijventerreinen
Ecofactorij II en Kieveen besloten deze status te wijzigen waardoor beschikbaarheid van beide terreinen
voor bedrijfsvestiging veranderd, namelijk:
224
−
−
De wachtkamer status van Ecofactorij II (32 ha.) wordt beëindigd. Dit houdt in dat de huidige
bestemmingen en gebruik wordt voortgezet en de locatie als potentieel bedrijventerrein vervalt. Als
de marktvraag er aanleiding toe geeft, kan alsnog worden besloten om opnieuw te starten met de
ontwikkeling van Ecofactorij II als bedrijventerrein. Pas op middellange termijn (3 tot 8 jaar) kan
deze locatie dan weer beschikbaar komen.
De realisering van Kieveen (5,1 ha.) als bedrijfslocatie zal verwerkt worden conform het
collegevoorstel ‘Vervolg wachtkamerstatus uitbreiding bedrijventerrein Kieveen’. Dit komt er op neer
dat alleen bij een individuele aanvraag beoordeeld gaat worden of vestiging van betreffend bedrijf op
Kieveen mogelijk is. Dit is een stapsgewijze aanpak.
1.3 Verkoopversnellers
In de nota Grondbeleid (item verkoopversnellers) is beschreven dat dé oplossing om de productie op
gang te brengen niet bestaat. Afgelopen jaar is het nodige gedaan om betrokken, uitnodigend en
slagvaardig tot versnelling te komen. Hieronder wordt een aantal initiatieven beschreven
− Op het gebied van planning en programmering van diverse woningbouw- en bedrijvenprogramma’s
is getracht meer evenwicht in de markt te brengen. Het vertrekpunt is dat gelijksoortig programma
zo veel als mogelijk volgtijdelijk op de markt gebracht. Nieuwe initiatieven met een programmatische
afweging worden ter beoordeling besproken in het Programma Overleg Ruimte (POR)
− Er is een fysieke ruimte geopend met de naam Kavels+Panden aan de Marktstraat 23. Deze winkel
beoogt zo laagdrempelig als mogelijk te zijn in de richting van Apeldoornse bedrijven en bewoners
die overwegen een pand of een kavel te kopen. In deze winkel worden klanten deskundig
geïnformeerd over het kopen van gemeentelijk vastgoed (voormalige scholen of sportzalen
bijvoorbeeld) of het kopen van een kavel om een woning op te zetten. Naast de accountmanager
voor de bedrijventerreinen is er – tijdelijk – een accountmanager voor woningbouw aangesteld.
− Als verkoopversneller kan ervoor gekozen worden om voorraad gereed product in bepaalde gebieden
met een korting op de grondprijs te verkopen. Het uitgangspunt is en blijft dat de
gronduitgifteprijzen marktconform zijn.
In de Nota Grondbeleid staat als definitie van verkoopversnellers dat we ‘potentiële kopers die moeite
hebben hun financiering rond te krijgen tegemoet willen komen’. Hiertoe zouden verschillende
mogelijkheden geoffreerd worden. Het afgelopen jaar is op basis van bovenstaande lijst in de nota GB
feitelijk geen verkoopversneller ingezet. Wel is een aantal mogelijkheden toegepast om potentiële kopers
die moeite hebben hun financiering rond te krijgen tegemoet te komen.
Benadrukt wordt dat de in 2013 ingezette instrumenten geen beleid voor de gemeente Apeldoorn
vormen. Ze zijn slechts toegepast als ‘hulpmiddel’ om te zorgen dat de gronden alsnog werden
afgenomen en de gemeente en ontwikkelaar geen kopers zou verliezen. Het inzetten is daarmee een
voorbeeld van constructief meedenken en handelen. Uitgangspunt blijft echter “boter bij de vis”. Het
betreft:
Uitstel van betaling
− In de Bakershoeve heeft de gemeente grond verkocht door middel van het uitschrijven van een
tender. Geïnteresseerden konden een bieding doen op de uit te geven gronden. Hoewel de koopprijs
al enkele jaren vaststond en ontwikkelaar wist waar hij aan toe was, heeft hij toch om uitstel van
betaling verzocht. De grond diende te worden afgenomen op basis van de in de overeenkomst
vermelde criteria, echter een verzoek werd gedaan om per verkocht kavel de grond te betalen. Een
zorgvuldige bestuurlijke afweging heeft ertoe geleid dat uiteindelijk akkoord is gegaan met dit
verzoek voor uitstel van betaling onder voorwaarden. Met name deze voorwaarden maken directe
afname nog steeds de financieel meest aantrekkelijke optie. Binnen drie jaar na vaststelling van het
bestemmingsplan dient de gehele koopsom inclusief rente en index te zijn betaald, los van het
aantal kavels dat is verkocht.
225
De Groninger akte
− De gemeente loopt risico door de gronden al in eigendom over te dragen en rente daarvoor terug te
ontvangen. Bij de uitgifte van kavels in de Weteringsebroek is na zorgvuldige bestuurlijke afweging
toch voor deze optie gekozen. Er wordt in de Weteringsebroek een aantal kavels uitgegeven. Om
daar de kopers niet te verliezen, is men akkoord gegaan met uitgestelde betaling. Bovendien was
het voor de kopers erg lastig om een financiering rond te krijgen. Vanwege het feit dat dit een
lastige plek is om kavels te verkopen en de gemeente deze nu ineens zou kunnen wegzetten, zijn de
alternatieven en risico’s in kaart gebracht, voor zover mogelijk geminimaliseerd om vervolgens tot
deze slotsom te komen. De koopsom dient in dit geval te worden betaald binnen 8 weken na afgifte
van een bruikbare omgevingsvergunning.
Erfpacht
− In 2013 is één maal gebruik gemaakt van een verkoop via een ‘erfpachtconstructie’: verkoop in
Zuidbroek bedrijven.
Op dit moment is er een document in voorbereiding om te gaan werken met twee basismodellen
erfpacht in het rechtstreekse verkeer met een kavelkoper/zelfrealisator. Deze basismodellen zullen
beschreven worden in de paragraaf Grondbeleid bij de begroting
1.4 Plankosten
Binnen projecten werden plankosten niet eenduidig geraamd. Soms werd gewerkt met een percentage
over het bouw- en woonrijpmaken, soms met een bedrag per woning of vierkante meter uitgeefbaar
bedrijventerrein. Het besef dat er onvoldoende grip was op de raming, bewaking en sturing van
plankosten binnen de grondbedrijfcomplexen is niet iets van de laatste paar jaar. Het is ook niet iets
specifieks van de gemeente Apeldoorn. De drang om hier verandering in te brengen is bestuurlijk, maar
zeker ook vanuit het ambtelijk apparaat, wel steeds sterker geworden.
Er ontstond een zoektocht naar een instrument wat ons zou kunnen helpen de plankosten beter te
kunnen ramen, bewaken en sturen. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de minministeriële
ontwerpregeling plankosten exploitatieplan. Deze ontwerpregeling is op 1 januari 2010 gepubliceerd en
dient door gemeenten te worden toegepast bij exploitatieplannen als bedoeld in de Wro. In goed overleg
met de VNG, Vvg, NEPROM en NVB is de regeling tot stand gekomen en is gebaseerd op de methode
Plankostenscan. De zoektocht is uitgekomen bij bureau BVH Ruimte die het instrument de
‘Plankostenscan Op Maat’ heeft ontwikkeld (POM). Het gaat hier om een nadere uitwerking van de
landelijke regeling toegespitst op de lokale omstandigheden, ambities en werkwijzen. Met de
Plankostenscan op maat (POM) kunnen plankosten worden geraamd bij ruimtelijke opgaven op productof activiteitenniveau, waarbij rekening wordt houden met de complexiteit van de opgave.
Het gebruik van het instrument POM heeft een bewustwording teweeg gebracht:
- De POM geeft ons inzicht in onze werkwijze binnen grondbedrijfprojecten.
- Wij kunnen nu kritisch kijken naar de hoogte van onze plankosten en deze beheersen.
- Wij kunnen onze werkwijze nu tegen het licht houden en waar nodig bijsturen.
De POM is in 2013 geïmplementeerd. Er is draagvlak gecreëerd en een benchmark uitgevoerd. Vanuit
de planeconomen zal het instrument gemonitord worden en zullen eventuele aanpassingen (jaarlijkse
uurtarieven) doorgevoerd worden.
Vervolg POM
De veranderende marktomstandigheden, de benchmark en het gebruik van de POM geven aanleiding om
een verdiepingsslag te maken en te kijken naar mogelijke aanpassingen in onze werkwijze rondom
ruimtelijke projecten om op deze wijze een besparing in de plankosten te realiseren. Bij het efficiënter
werken wordt gedacht aan:
- Het samenvoegen van producten
- De communicatie met de opdrachtgever verbeteren
- Ons meer richten op de kernvraag
- Scherper sturen op projectmatig werken (IPOR) en fasedocumenten
- Meer naar de markt te kijken; uurtarieven liggen daar vaak lager.
226
1.5 Het kostenverhaal van bovenwijkse werken
De gemeente Apeldoorn verhaalt de kosten van bovenwijkse werken met een tarief van € 4.005 per
equivalent gebaseerd op prijspeil 1 januari 2014 (index 2% per jaar). Het tarief per contract voor
bouwproductie op grond die niet van de gemeente wordt gekocht, gefactureerd voor uitsluitend de
toevoeging (addendum) aan bouwplannen. Daarmee ontstaat - deels - dekking voor de ruimtelijke
ambities die in verschillende beleidsdocumenten zijn vastgelegd.
In het MPG 2013 is beschreven dat het jaar 2013 gebruikt zou gaan worden om de huidige werkwijze
rondom de bijdrage bovenwijks in de gemeente te evalueren. Daarbij zou worden gekeken of de bijdrage
bovenwijks ook in de eigen Grondbedrijfcomplexen opgenomen zou moeten worden. Met als doel een
eenduidige werkwijze ten aanzien van de bijdrage bovenwijks in zowel de Grondbedrijfcomplexen als bij
de particuliere ontwikkelingen. Een plan van aanpak ten aanzien van dit dossier is opgesteld en
inmiddels is gestart met de uitvoering. De inhoudelijke discussie over dit onderwerp en de daarbij
behorende besluitvorming betreft een complex vraagstuk dat organisatie brede implicaties heeft.
1.6 Gewijzigde ontwikkelstrategie
Binnen de Gemeente Apeldoorn is het ontwikkelplan Vlijtsepark een eerste voorbeeld van een
gewijzigde ontwikkelstrategie. De gelegenheid is genomen om samen met de Raad het ontwikkelplan
goed door te nemen. Dit is van belang omdat organisch ontwikkelen een flexibele houding en veelal een
ongewisse toekomst betekent . Afwijken van de rekenprent waarop de haalbaarheidsberekening is
gebaseerd, moet eenvoudig kunnen, wanneer de financiële gevolgen hiervan in beeld zijn. Dit houdt in
een financiële sturing in een ander perspectief. Dit perspectief is geschetst in de paragraaf grondbeleid
behorende bij het MPB 2013 e.v.:
−
−
−
Sturing op afzonderlijke exploitaties: In de paragraaf grondbeleid wordt het belang benoemd van het
opsplitsen van de gebiedsexploitatie in verschillende deelexploitaties. In dit geval zal deze
opsplitsing in ieder geval bestaan uit het opstellen van een aparte vastgoedexploitatie naast de
haalbaarheidsberekening.
Kasstroomsturing: Het belangrijkste toetsingskader zal de kasstroom zijn. De positieve kasstroom
dient gedurende het project in stand te blijven. Een positieve kasstroom brengt immers met zich
mee dat ook het besluit op enig moment om te stoppen met verdere herontwikkeling van het terrein
genomen kan worden zonder financiële nadelige gevolgen voor de gemeente. Bewaking en continu
inzicht in de kasstroom is dus in dit project nog meer dan in andere projecten van belang. In de
voortgangsrapportage zal als vast onderdeel dit onderwerp aan bod komen. Wanneer er een initiatief
tot stand komt dat zal leiden tot een negatieve kasstroom, zal worden bekeken op welke wijze dit
negatieve effect door ingrepen in de gebiedsexploitatie genivelleerd kan worden: het principe van
‘als dit, dan….’. De kern is organisch ontwikkelen binnen de grenzen van een positieve kasstroom.
Bandbreedte benadering: Aangezien het bij het Vlijtsepark gaat om een gemeentelijke
haalbaarheidsberekening, waarbij de gemeente voor 100% risico loopt, is in dit geval, in afwijking
van de paragraaf grondbeleid, wel gekozen om een financieel resultaat te berekenen. Zoals al eerder
vermeld, is dit gedaan op basis van een rekenprent. Op basis van de uitgevoerde risico analyse is
een bandbreedte vastgesteld waarbinnen het resultaat zich zal bewegen. De ontwikkelrichtingen in
de bandbreedte zijn de benoemde risico’s en kansen in de risicoanalyse.
227
Ad 2. Vermogenspositie van het Grondbedrijf
Voor een inhoudelijke en meer gedetailleerde toelichting met betrekking tot het resultaat van het
Grondbedrijf wordt verwezen naar de MPG 2014.
Winstgevendheid
a. Verwachte en gerealiseerde winstneming 2013
Verwachte winstneming
De verwachte winstneming van alle Grondbedrijfcomplexen tezamen wordt jaarlijks geactualiseerd bij
het MPG. Bij het MPG 2013 is uitgegaan van een winstneming van € 3,6 mln. wat in de begroting voor
2013 is opgenomen. Bij de Turap is gemeld dat dit naar verwachting lager zal uitvallen en is een
prognose afgegeven van € 1,6 mln.
Gerealiseerde winstneming
De feitelijke winstneming in complexen is gebaseerd op de vastgestelde resultaatbepalings-principes
voor grondexploitaties.
De in 2013 gerealiseerde winsten bedragen:
(bedragen x € 1.000)
Herstructurering Zuid
300
Beekbergen Bergbeek
112
Erfpachtcomplex
505
Restcomplexen en overige kleine grondbedrijfprojecten
2.576
Totale winstneming 2013
3.493
Omdat er voor de volgende complexen geen stellig voornemen (meer) is om bouwgronden te realiseren
zijn de hierdoor ontstane verliezen rechtstreeks afgeboekt.
Gerealiseerde afboekingen
(x € 1.000)
PWA Zone
2.403
Kanaaloevers Veldhuis
1.176
Overige Ruwe Gronden
261
Herstructurering Zuid Zuiderpark
11
Beekbergsebroek
289
Ecofactorij II
19.242
Kanaalzone
279
Zuidbroek
107
Totaal afboeking 2013
23.768
228
Het verloop in 2013 van de verliesvoorzieningen per complexen is als volgt .
Verliesvoorzieningen
(x € 1.000)
Stand
1 januari
rente
mutatie
2013
Stand 31
december
Beekstraat/Marktstraat
1.147
46
499
1692
Kieveen
4.896
196
160
5.252
17.878
715
-18.593
0
64.350
2.574
1.013
67.937
PWA Zone
3.744
150
-3.265
629
Kanaaloevers Haven Centrum
9.283
371
-596
9.058
73
3
13
89
2.279
91
2.761
5.131
Zuid West Poort
641
26
83
750
Stationsplein e.o.
210
8
-4
214
Restcomplexen en ov. kleine grondbedrijfprojecten
382
15
3
400
Niet in exploitatie genomen gronden
Ecofactorij II
In exploitatie genomen gronden
Zuidbroek
Griftlocaties
Groot Zonnehoeve
Ecofactorij I
0
47
47
Kantorenlocaties
0
4.500
4.500
13.749
95.699
Totaal voorzieningen 2013
104.883
4.195
Vooruitlopend op een definitieve keuze over aanpassing van de programmering voor kantorenlocaties is
in 2013 een verliesvoorziening kantoren gevormd.
b. Verwachte en gerealiseerde winstafdracht 2013
Er zijn geen winstafdrachten aan de algemene dienst voor 2013 in de Meerjaren Programmabegroting
begroot en er worden géén afdrachten voorgesteld.
c. Algemene Reserve Grondbedrijf
Verloop van algemene reserve van het Grondbedrijf in 2013*
(x € 1 miljoen):
Stand per 1 januari 2013*
17,4
Rentebijschrijving
0,7
Resultaat Grondbedrijf 2013*
-2,8
Bijdrage aan Kanaaloevers Havenkade
-0,1
Stand per 31 december 2013*
15,2
* na verwerking van resultaatbestemming 2012, resp. 2013
229
d. Productiecijfers Grondbedrijf
Verkopen opbrengsten
(x € 1.000)
Begroot
2013
Woningbouwterreinen
Bedrijventerreinen
Kantorenterreinen
Winkelterreinen
Overig verkopen
Totaal
VoorcalVerschil tov Verschil tov
Gerealiseerd
culatie
begroting
voorcalc
(1)
(2)
(3)
(3 - 1)
(3 - 2)
7.600
1.700
0
0
2.900
4.514
3.097
0
0
1.398
4.507
3.151
0
0
1.451
-3.093
1.451
0
0
-1.449
-7
54
0
0
53
12.200
9.009
9.109
-3.091
100
De kolom "begroot" is gebaseerd op de totale ingeschatte productie van het grondbedrijf voor de
jaarschijf 2013. De kolom "voorcalculatie" is gebaseerd op de raming van de individuele transacties
binnen de grondbedrijfcomplexen die in 2013 daadwerkelijk zijn gerealiseerd.
Verkopen woningbouw (in aantallen)
Project woningbouw
Raming
Realisatie
MPG 2013
2013
Afwijking
1. Zuidbroek
77
14
-63
2. Groot Zonnehoeve
45
34
-11
3. Hobbemalaan, Orden
11
11
0
4. Bakershoeve, de Maten
11
22
11
5. Overig
Totaal
1
2
1
145
83
-62
Realisatie
Afwijking
Verkopen bedrijventerrein (in hectares)
Project bedrijventerrein
Raming
MPG 2013
2013
1. Zuidbroek (middengebied)
0,8 ha
0,3 ha
2. Ecofactorij I
0,0 ha
0,0 ha
0,0 ha
3. Noordoostpoort
0,7 ha
1,2 ha
0,5 ha
4. Overig
0,0 ha
0,6 ha
0,6 ha
Totaal
1,5 ha
2,1 ha
0,6 ha
1
-0,5 ha
1) realisatie heeft plaatsgevonden via erfpachtcontract
Bij de gerealiseerde verkopen in 2013 is conform de regelgeving het ‘geld op de bank’ principe
losgelaten, dat wil zeggen dat een verkoop direct is gerealiseerd als de notariële akte is gepasseerd. Dat
het geld eventueel nog niet is ontvangen, verhoogt het debiteurenrisico.
De grondverkopen van woningbouwlocaties komen lager uit ten opzichte van het MPG 2013 (-62) en de
TTR (-58). Dit wordt veroorzaakt doordat de grondopbrengst van 54 woningen in Zuidbroek (Laan van
de Charleston en Anklaarseveld) en 5 woningen in Groot Zonnehoeve zijn op het laatste moment over
de jaargrens geschoven. Deze aantallen tellen niet mee in het boekjaar 2013 maar worden als
gerealiseerde aantallen in 2014 meegenomen.
T.o.v. het MPG 2013 is de uitgifte van bedrijventerreinen hoger uitgekomen. Dit wordt mede
veroorzaakt door verkopen van bedrijventerrein die geen onderdeel zijn van de reguliere uitgifte
(Bredenoord) en ook niet in de raming van het MPG 2013 waren opgenomen.
230
De uitgifte van een aantal kleinere kavels is echter evenals bij woningbouw op het laatste moment in
2013 niet doorgegaan. Levering zal in de productie van 2014 meetellen. In 2013 is in Zuidbroek het
contract voor de levering van grond aan Hornbach getekend. Feitelijke levering is voorzien in 2016.
Voor kantoren was er voor 2013 niets begroot en ook niets verkocht.
Een grondverkoop in het winkelcentrum de Eglantier heeft niet plaatsgevonden. In verband met een
verschil van inzicht wordt de kwestie aan de rechter voorgelegd.
Ad 3. Overzicht resultaten Grondbedrijf 2013
Bedragen in miljoenen euro's
Winstneming
IEGG (in exploitatie genomen gronden)
Woningbouw
Groot Zonnehoeve
Kanaaloevers Haven Centrum
Herstructurering Zuid
Beekbergen Bergbeek
Restcomplexen en overige kleine grondbedrijfprojecten
subtotaal IEGG woningbouw
AfwaarVerliesdering voorziening
Res. Ov.
Projecten
Totaal
0,0
0,0
-2,7
0,6
0,3
0,1
1,7
2,1
0,0
-2,1
Bedrijventerreinen en Overig
Kantorenlocaties Algemeen
Zuid West Poort
Erfpachtcomplex
Restcomplexen en overige kleine grondbedrijfprojecten
subtotaal IEGG bedrijventerreinen en overig
0,5
0,9
1,4
0,0
-0,1
-4,7
0,0
-3,3
Totaal IEGG
3,5
0,0
-6,8
0,0
-3,3
-2,4
-1,2
3,3
1,8
0,0
-2,5
18,6
4,1
-4,5
-0,1
NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden)
Woningbouw
PWA Zone
Kanaaloevers Veldhuis
Beek/Marktstraat
Zuidbroek Wonen
Kanaalzone
Overige Ruwe Gronden
subtotaal NIEGG woningbouw
0,0
-0,1
-0,3
-0,3
-4,3
-0,5
-1,0
Bedrijventerreinen en Overig
Ecofactorij II
Beekbergsebroek
Kieveen
subtotaal NIEGG bedrijventerreinen en overig
0,0
-19,5
-0,2
18,4
4,1
3,0
Totaal NIEGG
0,0
-23,8
20,2
4,1
0,5
Totaal IEGG en NIEGG
3,5
-23,8
13,4
4,1
-2,8
-19,2
-0,3
231
Toelichting bij het overzicht resultaten grondbedrijf 2013
Over 2013 is het resultaat van het grondbedrijf per saldo negatief met totaal € 2,8 miljoen, waarvan €
3,3 miljoen nadeel binnen de in exploitatie genomen gronden (IEGG) en € 0,5 miljoen voordeel binnen
de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). In de begroting over 2013 was een bate van € 2,6
mln. opgenomen, zodat ten opzichte van de begroting er een nadeel is van € 5,4 mln.
Dit nadeel is grofweg als volgt te verklaren (afgerond op € 0,5 mln):
Vrijval reserve overlopend project Ecofactorij II
€ 4,0 mln voordeel
Vorming verliesvoorziening kantoren
€ 4,5 mln nadeel
Aanvulling verliesvoorzieningen (m.n. agv lagere kavelprijzen)
€ 4,5 mln nadeel
Hogere afwaardering NIEGG (m.n. PWA-zone en Ecofactorij II)
€ 23,0 mln nadeel
Vrijval verliesvoorzieningen (m.n. PWA-zone en Ecofactorij II)
€ 22,5 mln voordeel
Afronding
€ 0,1 mln voordeel
Totaal
€ 5,4 mln nadeel
Er is voor € 3,5 miljoen aan winst genomen: Erfpachtcomplex (€ 0,5 miljoen), Herstructurering Zuid (€
0,3 miljoen), Beekbergen (€ 0,1 miljoen) en overige kleine grondbedrijfprojecten en afgesloten
complexen (€ 2,6 miljoen).
Daar waar verliezen definitief zijn en er geen reëel en stellig voornemen meer is voor ontwikkeling, is dit
direct afgeboekt van de boekwaarde van het betreffende complex. Over 2013 bedragen de
afwaarderingen € 23,8 miljoen, waarvan de belangrijkste afwaarderingen zijn: € 19,2 miljoen voor
Ecofactij II, PWA Zone € 2,4 miljoen en Kanaaloevers Veldhuis € 1,2 miljoen. De afwaardering moet in
samenhang worden bezien met de vrijval in de verliesvoorzieningen.
In verband met de besluitvorming over de wachtkamerstatus van Ecofactorij II is de verliesvoorziening
van € 18,6 miljoen voor Ecofactorij II vrijgevallen. Voor het de gronden van de PWA Zone die in 2013
zijn ondergebracht onder de NIEG-gronden is ook de verliesvoorziening van € 3,3 miljoen vrijgevallen.
De belangrijkste dotaties in de verliesvoorzieningen betreffen € 4,5 miljoen voor kantoren en Groot
Zonnehoeve voor € 2,8 miljoen.
De reservering (via Reserve Overlopende Projecten) voor Ecofactorij II is voor € 4,1 mln. vrijgevallen
i.v.m. het vervallen van de wachtkamerstatus. Dit levert een voordeel op.
Inhoudelijke informatie op projectniveau is opgenomen bij programma 9 in deze jaarrekening, product
830 Bouwgrondexploitatie. De balansposities (met boekwaarde per complex) is opgenomen bij de
toelichting op de balans (post voorraden). In de paragraaf weerstandsvermogen zijn de
grondbedrijfrisico’s opgenomen. Een uitgebreide uiteenzetting rond (de resultaten van) het grondbedrijf
is te vinden in het MPG 2014.
232
6.6 Paragraaf Lokale heffingen
6.6.1 Inleiding
In deze paragraaf wordt ingegaan op de opbrengsten van de diverse gemeentelijke belastingen en
heffingen in 2013. Allereerst zullen achtereenvolgend de beleidsuitgangspunten worden belicht en
zullen de diverse belastingsoorten afzonderlijk worden besproken. Vervolgens zullen de werkelijke
opbrengsten worden vergeleken met de geraamde opbrengsten uit de begroting 2013.
Bij de toelichting op de afzonderlijke belastingsoorten zal allereerst worden stilgestaan bij de belastingen
die kunnen worden gerangschikt onder de zogeheten woonlasten. Dit zijn de onroerende
zaakbelastingen (ozb), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Vervolgens komen de overige heffingen
aan bod.
Als laatste wordt ingegaan op de lokale lastendruk in 2013 ten opzichte van 2012 en wordt de hoogte
van de gemeentelijke heffingen vergeleken met die in andere steden in het land.
Baten gemeente
De baten van de gemeente bedroegen voor 2013 ruim € 427 miljoen, exclusief verrekening met
reserves. Bijna de helft daarvan wordt ontvangen van het Rijk via de algemene uitkering uit het
Gemeentefonds en specifieke uitkeringen (bijv. sociale zekerheid, maatschappelijke dienstverlening). Bij
de overige baten moet u denken aan bouwgrondexploitatie, interne verrekeningen en eigen belastingen
(heffingen, rechten en leges). Bij de heffingen is de ozb de belangrijkste component.
6.6.2 Beleidsuitgangspunten
Uw raad heeft een grote mate van vrijheid bij het vaststellen van de belastingtarieven. De opbrengsten
van de belastingen en overige heffingen worden alleen aangepast aan de inflatiecorrectie; in 2013 was
deze 1,5%. De volledig kostendekkende tarieven zijn in 2013 verhoogd met een gewogen index van
1,2% waarbij rekening is gehouden met de voor de gemeentelijke budgetten geldende verlaagde
materiële kostenindex.
De tarieven voor de gemeentelijke dienstverlening (o.a. afvalstoffenheffing, leges) mogen maximaal
kostendekkend zijn. Voordat tarieven worden gecorrigeerd voor inflatie, wordt gecontroleerd of dit niet
leidt tot meer dan 100% kostendekking.
6.6.3 Overzicht belastingen en heffingen
Gemeenten zijn beperkt in de belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet.
Naast belastingen, heft de gemeente rechten (leges) voor individuele dienstverlening aan haar burgers.
De tarieven van deze rechten dienen zodanig vastgesteld te worden dat de opbrengsten de kosten voor
het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen
dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt.
De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene
belastingen), waarvan de ozb de omvangrijkste is.
De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2013 in Apeldoorn werden geheven zijn:
233
Ongebonden belastingen:
• Onroerende-zaakbelastingen;
• Hondenbelasting;
• Parkeerbelastingen;
• Precariobelasting;
• Toeristenbelasting.
Gebonden belastingen:
• Afvalstoffenheffing;
• Rioolheffing;
• Diverse leges en rechten.
6.6.4 Geraamde en werkelijke belastingopbrengsten 2013
In de tabel hieronder zijn de geraamde inkomsten voor 2013 vergeleken met de werkelijk gerealiseerde
opbrengsten over 2013. De belangrijkste verschillen worden bij de toelichting op de diverse
belastingsoorten nader toegelicht.
Geraamde en werkelijke belastingopbrengsten 2013
OZB
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Parkeerbelasting
Precariobelasting
Hondenbelasting
Toeristenbelasting
Begraafrechten
Omgevingsvergunning (bouwen)
Leges burgerzaken
Leges vergunningen publiek domein
Marktgelden
Geraamd
Werkelijk
41.202.108 40.541.732
16.692.420 16.308.021
11.554.000 11.471.766
4.246.000
3.409.045
649.600
532.067
771.000
807.662
1.582.600
1.501.427
1.644.166
1.582.643
4.864.821
2.608.870
2.325.281
2.415.656
216.300
177.761
354.639
333.080
Verschil
-660.376
-384.399
-82.234
-836.955
-117.533
36.662
-81.173
-61.523
-2.255.951
90.345
-38.539
-21.560
6.6.5 Reflectie per belastingsoort
Onroerende zaakbelastingen
De ozb wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De maximaal
verwachte opbrengst ozb wordt als percentage van de totale WOZ- waarde (inclusief areaaluitbreiding
en waardestijging) van alle onroerende zaken in Apeldoorn uitgedrukt. Dit percentage was, afhankelijk
van eigenaar/gebruiker niet-woning en eigenaar woning, bepalend voor de hoogte van elke individuele
aanslag ozb 2013.
De nieuwe vastgestelde WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2012 waren bepalend voor
het belastingjaar 2013. In 2013 zijn voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen nieuwe
WOZ- beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2013 geldig waren. De gemiddelde waarde van een
woning in Apeldoorn is ten opzichte van het vorige tijdvak, waarvoor als waardepeildatum 1 januari
2011 gold, met ruim 4% gedaald en de waarde van een niet-woning is gemiddeld gedaald met 4,6%.
Om bij deze dalingen van de WOZ-waarden tot dezelfde ozb-opbrengst te komen moeten de tarieven
ozb verhoogd worden. Om daarnaast de inflatie (1,5%) te compenseren, moesten de tarieven
gecorrigeerd worden. De gemiddelde aanslag ozb werd in 2013 dus verhoogd met 1,5%.
234
Tabel: percentages 2013 t.o.v. 2012
Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening ozb:
2012
Gebruikersbelasting:
- niet-woningen
Eigenarenbelasting:
- woningen
- niet-woningen
2013
0,2163%
0,2301%
0,1152%
0,2682%
0,1218%
0,2853%
De baten OZB gebruikers/eigenaren laten een nadelig resultaat zien van 1,5% van de totale geraamde
opbrengst. Hier is een aantal oorzaken voor aan te wijzen: de verwachte groei van woningen, waar
begrotingtechnisch rekening mee is gehouden, is uitgebleven; het aantal (gegronde) bezwaren is
toegenomen en tenslotte is de leegstand van gebouwen groter dan verwacht.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vaste
gedeelte verschuldigd. Het variabele gedeelte (aantal ledigingen in het jaar) wordt achteraf verrekend,
dus op de aanslag die een jaar later wordt opgelegd. In 2013 betaalde de burger dus het
vastrechtgedeelte van de afvalstoffenheffing 2013, evenals het bedrag dat hoort bij het aantal
ledigingen in 2012 (variabel gedeelte). De tarieven vastrecht en variabel zijn in 2013 met 1,2%
gestegen ten opzichte van 2012.
De afvalstoffenheffing heeft bijna € 400.000 minder opgebracht. Deze lagere opbrengst wordt
veroorzaakt door een lager aantal aanbiedingen (circa 50.000 aanbiedingen minder) van afval.
Rioolheffing
Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater hebben gemeenten ook een
regenwaterzorgplicht en hebben zij een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van
grondwaterproblemen. De gemeente is dus niet alleen verantwoordelijk voor het onderdeel afvalwater,
maar voor de gehele gemeentelijke waterhuishouding. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden
met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De aanslagen rioolheffing
worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak.
Ook voor de rioolheffing geldt dat, door de waardedaling van de onroerende zaken de tarieven verhoogd
moesten worden om tot eenzelfde belastingopbrengst te komen. Daarnaast moesten de tarieven nog
eens met het inflatiecorrectiecijfer gecorrigeerd worden. In 2013 is de aanslag rioolheffing gemiddeld
met 1,2% gestegen.
Parkeerbelastingen
In de gemeente Apeldoorn worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor parkeervoorzieningen
te bestrijden en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woon-werk parkeren. Het streven is zo min mogelijk
auto’s langs de openbare weg te laten parkeren en het gebruik van de auto voor woon- werkverkeer te
ontmoedigen.
De parkeertarieven zijn in 2013 met het inflatiepercentage (1,5%) geïndexeerd.
De inkomsten uit de parkeerbelasting bedragen € 800.000 minder dan was geraamd. De reden is een
lager gebruik van de betaalde parkeervoorzieningen als gevolg van de economische teruggang en meer
concurrentie van andere aanbieders van parkeervoorzieningen.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen het
plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan winkels
die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente
volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven.
De tarieven precariobelasting zijn in 2013 met het inflatiepercentage geïndexeerd.
235
De opbrengst precario is in werkelijkheid lager dan begroot. Uit nader onderzoek moet blijken of dit
gelegen is in de economische ontwikkeling of dat andere oorzaken een rol spelen. In 2014 wordt dit
met de verantwoordelijke eenheden opgestart.
Hondenbelasting
Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de
opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. Uw raad heeft bij de invoering van de
hondenbelasting besloten dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten van de maatregelen om
de overlast van honden te beperken. Deze kosten betreffen voornamelijk de kosten voor het onderhoud
van de hondenuitlaatplaatsen. De prijsverhoging vanwege inflatie kon in 2013 binnen het budget
worden opgevangen.
De tarieven hondenbelasting zijn in 2013 gehandhaafd op het niveau van 2012.
Toeristenbelasting
Conform ons voorstel bij de Zomernota werd de in de MPB 2012-2015 voorgestelde verhoging van
40% gehalveerd. Het consumentenprijsindexcijfer van het CBS bedroeg in 2013 2,0%. Dit betekent dat
de tarieven toeristenbelasting in 2013 met 21,1% zijn gestegen. Dat de opbrengsten, ondanks de
tariefstijging, toch ruim € 81.000 lager liggen dan begroot, wordt veroorzaakt doordat in 2013 een
aantal recreatieondernemers failliet zijn gegaan. De betreffende aanslagen zijn in 2013 niet meer
opgelegd, terwijl dit nog wel in de begroting was opgenomen.
Marktgelden
De tarieven marktgelden zijn in 2013 met de gewogen index van 1,2% verhoogd.
Grafrechten
Met ingang van 2009 is een boveninflatoire tariefstijging benodigd van 1,5%, wat in lijn ligt met uw
besluit uit 2006. De grafrechten zijn volledig kostendekkend. Hierbij is in 2013 gerekend met een
gewogen index van 1,2%. De tarieven van de begraafplaatsenrechten zijn in 2013 dan ook verhoogd
met 2,7%,
Diverse leges en rechten
De verschillende leges en rechten die worden geheven, zijn in 2013 in principe verhoogd met de
inflatiecorrectie van 1,5%. De tarieven van vergunningen publiek domein bleven ongewijzigd. Bij de
vaststelling van een aantal tarieven, zoals de kansspelautomaten, is rekening gehouden met wettelijk
vastgestelde tarieven.
Omgevingsvergunning
Zoals gemeld in de Turap wordt de lagere legesopbrengst veroorzaakt door een terugval van de
woningbouw en van grote bouwprojecten. We constateren dat er minder vergunningen worden
aangevraagd en dat verleende vergunningen niet automatisch tot start bouw leiden. Er is sprake van een
grote grilligheid in de markt en het al dan niet doorgaan van een project is in deze crisistijd van tal van
factoren/ spelers afhankelijk.
236
6.6.6 Lokale lastendruk
Hieronder is de gecombineerde aanslag voor 2013 voor een gezin met 2 kinderen in een woning met
een WOZ-waarde van € 230.900 vergeleken met dezelfde aanslag voor 2012 (WOZ-waarde €
240.500).
Belastingsoort
Grondslag
OZB eigenaar woning
Rioolheffing
Afvalstoffenheffing (*)
Aanslag 2012
240.500
277,05
137,32
270,31
684,68
Aanslag 2013
230.900
281,23
139,00
273,55
693,78
(*)bij een afvalaanbod van 14 containers. Er wordt geen rekening gehouden met
het effect van het gratis aanbieden van gft- afval op de aanbiedingen rest- afval.
6.6.7 Huidige positie ten opzichte van omliggende gemeenten14
Uit onderstaande tabellen blijkt dat de totale woonlasten van zowel een éénpersoonshuishouden als een
meerpersoonshuishouden in Apeldoorn in 2013 op gelijk niveau lagen als die van omliggende
gemeenten van vergelijkbare grootte.
Eénpersoonshuishouden
(bedragen in €)
Gemiddelde woningwaarde
OZB eigendom woning
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totaal
Meerpersoonshuishouden
(bedragen in €)
Gemiddelde woningwaarde
OZB eigendom woning
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totaal
Apeldoorn
Ede
Nijmegen
Arnhem
230.900
281,23
189,41
139,00
254.400
268,90
192,96
166,49
202.100
397,20
95,68
133,21
185.200
357,58
148,20
152,22
609,64
628,35
626,09
658,00
Apeldoorn
Ede
Nijmegen
Arnhem
230.900
281,23
273,55
139,00
254.400
268,90
234,36
166,49
202.100
397,20
155,98
133,21
185.200
357,58
200,04
152,22
693,78
669,75
686,39
709,84
6.6.8 Kwijtscheldingsbeleid
Apeldoorn hanteert als kwijtscheldingsnorm 100% van de bijstandsuitkering. Apeldoorn maakt
daarmee, net als in het overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland, gebruik van het recht dat
lokale overheden hebben om de landelijke norm van 90% van het bijstandsniveau te verhogen tot
maximaal 100% van die norm. Dit houdt in dat als men onder de norm komt, men in aanmerking komt
voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. De aanpassing is gebeurd op basis van een door uw raad
genomen besluit.
Niet voor alle heffingen wordt kwijtschelding verleend. De afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting (voor 1 hond) en een gedeelte van de onderhoudsrechten graven komen in Apeldoorn in
beginsel voor kwijtschelding in aanmerking. Voor het onderhoudsrecht van graven wordt slechts zeer
beperkt kwijtschelding aangevraagd en verleend.
Voor de afvalstoffenheffing wordt beperkt kwijtschelding (vastrecht en een maximaal aantal ledigingen)
verleend, zodat er ook voor de minima een prikkel blijft bestaan om zorgvuldig met hun huishoudelijke
14
Bron: COELO Atlas van de lokale lasten 2013.
237
afvalstoffen om te gaan. Het maximaal kwijt te schelden bedrag is zodanig vastgesteld dat dit bij
“normaal afvalgedrag” toereikend is.
De geraamde en werkelijke bedragen aan kwijtschelding waren in 2013 als volgt:
Belastingsoort
Hondenbelasting
Rioolheffing
Afvalstoffenheffing
Totaal
Geraamd
39.350
262.792
957.204
1.259.346
Werkelijk
45.415
331.839
927.904
1.305.158
Verschil
-6.065
-69.047
29.300
-45.812
238
6.7 Paragraaf bedrijfsvoering
6.7.1 Inleiding
De gemeente Apeldoorn levert een scala aan producten en diensten. Daarbij is een goede bedrijfsvoering
van essentieel belang. In deze paragraaf geven wij inzicht in ontwikkelingen m.b.t. de bedrijfsvoering
voor zowel de ambtelijke als de bestuurlijke organisatie.
6.7.2 Ontwikkelingen bedrijfsvoering in de ambtelijke
organisatie
Informatievoorziening
Sinds 2011 heeft de eenheid Informatievoorziening in haar huidige vorm twee transformaties
doorgemaakt. In 2011 zijn de afdelingen I&A (informatisering & automatisering), RI (ruimtelijk
informatievoorziening) en informatiemanagement samengevoegd tot de afdeling Informatievoorziening.
Sinds 1 januari 2013 is het functioneel beheer van ca. 80 applicaties gecentraliseerd en ondergebracht
bij Informatievoorziening. Deze centralisatie is in meerdere opzichten een succes gebleken. Omdat de
functioneel beheerder voorheen binnen diensten of afdelingen werkte, ontbrak het aan kennisdeling en
kruisbestuiving. De dienstverlening aan de eindgebruikers is er beter op geworden nu functioneel
beheerders niet alleen van elkaar leren maar ook snellere toegang hebben tot andere disciplines binnen
de eenheid Informatievoorziening.
Naast de taakstelling van € 1 miljoen uit de periode 2011-2014, de projectenscan en de bezuiniging als
gevolg van de reorganisatie, heeft de eenheid ook een substantiële bijdrage geleverd aan de nieuwe
bezuinigingen in 2014 e.v. (Investerings-)budgetten zijn verlaagd of geschrapt, mede ook door scherp in
te kopen.
De ervaring leert dat de vraag om ICT-oplossingen vanuit de organisatie, de capaciteit al jaren overstijgt.
Dit heeft tot gevolg dat jaarlijks een heel aantal wensen niet gehonoreerd kan worden. Met een verdere
krimp van budgetten en personeel wordt het nog belangrijker om de schaarse middelen in te zetten op
de juiste informatiseringsprojecten en -diensten.
In 2013 is er een CIO-board ingericht. Deze bestaat uit een vijftal eenheidsmanagers en wordt
voorgezeten door de CIO, een van de concerndirecteuren. Deze board ondersteunt de CIO bij het
prioriteren van projectinitiatieven. Op basis van business cases wordt bekeken of projectinitiatieven
kansrijk zijn en een bijdrage leveren aan de te realiseren concerndoelen.
Informatievoorziening is niet alleen vernieuwing maar is ook beheren van wat we hebben. Uit een
wereldwijd onderzoek van Gartner is gebleken dat ca. 80% van de IT kosten zogenaamde KTLO-kosten
betreffen: Keep The Lights On. Met andere woorden beheerkosten om de zaak draaiende te houden.
Immers het kunnen beschikken over een digitale dienst (een service) is vrijwel net zo normaal geworden
in ons dagelijks bestaan als het hebben van licht als we de lichtschakelaar omzetten. Op één incident na
kunnen wij over heel 2013 trots zijn op de hoge beschikbaarheid en betrouwbaarheid van onze
systemen.
Afgelopen jaren is er sprake van een toenemende aandacht voor informatiebeveiliging en privacy. Op
rijksniveau wordt er gewerkt aan richtlijnen waaraan gemeenten moeten voldoen. In 2013 moesten alle
gemeenten een Digid-assessment afleggen. Afgelopen jaar is hard gewerkt om bestaande processen
239
verder uit te werken en daar waar nodig te verbeteren om zo te kunnen voldoen aan de auditeisen.
November 2003 vond de audit plaats en zijn we geslaagd op alle onderdelen.
Eind 2011 is het raadsinformatiesysteem (RIS) operationeel geworden, waardoor nu gedurende twee
jaar alle raadsstukken voor raad en burgers digitaal beschikbaar zijn. Door middel van het aanmaken van
een zogenoemde attendering, kan iedereen op de hoogte blijven van de meest recente stukken binnen
het raadsinformatiesysteem. In het afgelopen jaar is de stap gemaakt tot het papierloos vergaderen. Met
uitzondering van de begroting en jaarstukken worden geen stukken meer op papier verspreid. De
stukken zijn daarmee optimaal toegankelijk voor burgers, raad en college.
Personeel en organisatie
Het team HRM heeft de afgelopen maanden hard gewerkt aan de totstandkoming van de HRM-visie.
Inmiddels is de structuur van de organisatie gewijzigd, maar om de veranderdoelen te realiseren is ook
ander gedrag nodig. Dit is onder meer in de HRM-visie vertaald. Deze visie is inmiddels vastgesteld door
de Directieraad, afgestemd met de portefeuillehouder P&O en heeft op instemming van de
Ondernemingsraad kunnen rekenen. De HRM visie is als volgt geformuleerd:
‘Onze organisatie ziet wat je waard bent en geeft je ruimte om de resultaten te halen die publiek,
ondernemers, bestuur en collega’s van je vragen’
Met deze uitspraak willen we expliciet twee kanten belichten. Ja, de organisatie heeft oog voor het
talent en de kwaliteiten van medewerkers. En ja, van leidinggevenden wordt verwacht dat ze
medewerkers ondersteunen, enthousiasmeren en inzetten op hun kracht binnen de mogelijkheden die er
zijn. Maar er liggen ook hoge verwachtingen bij de medewerker. Dat er daadwerkelijk waarde wordt
toegevoegd en de kwaliteiten op een proactieve manier worden ingezet om de afgesproken resultaten te
behalen.
De komende jaren ligt de focus van HRM-beleid op de pijlers resultaat, waardering,
dynamiek en waarden. Deze pijlers zijn in de visie opgenomen en heel
kort uitgewerkt. De komende jaren gaan we met de implementatie verder.
Regionale samenwerking
De gemeente Apeldoorn staat voor de uitdagende taak om in tijden van grote bezuiniging een
professionele, effectieve organisatie neer te zetten die voldoet aan de eisen die de omgeving aan haar
stelt. Dat betekent dat de organisatie zodanig flexibel moet zijn ingericht dat zij gemakkelijk kan inspelen
op de rol die de omgeving van haar verwacht. Om deze reden is het belangrijk meer aandacht te geven
aan regionale samenwerking. De belangrijkste hiervan zijn: vergroten van de (interne) arbeidsmarkt ten
behoeve van personele mobiliteit en het komen tot meer onderlinge samenwerking op het terrein van
Personeelsmanagement met als doel betere dienstverlening, efficiëntere bedrijfsvoering, borging van
kennis en meer ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers.
Van (toekomstige) medewerkers wordt verwacht dat zij flexibel zijn voor wat betreft inzet (inhoud en
werkwijze) en mobieler ten aanzien van de werkomgeving (de plaats in organisatie). Dit laatste kan ook
externe mobiliteit betekenen. Vergroting van de interne arbeidsmarkt door het aangaan van regionale
samenwerking met gemeenten binnen de regio Stedendriehoek en de ’KAN-gemeenten’ (Arnhem,
Nijmegen, Ede) zal moeten zorgen voor meer kansen. Het samenwerken met andere organisaties is
hiervoor ook een optie. Hiervoor is het wel belangrijk dat de gemeente als werkgever helderheid geeft
over wat de organisatie wil zijn en welke kwaliteiten dit van de medewerkers vraagt.
De komende periode zal aan de hand van een aantal concrete thema’s de mogelijkheden voor
samenwerking verder worden uitgewerkt en indien mogelijk geïmplementeerd. Concreet gaat het hierbij
om mogelijke samenwerking op het terrein van personeels- en salarisadministratie, opleidingen,
harmonisering en informatievoorziening ten aanzien van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie en
uitwisseling van kennis en capaciteit.
240
Met 6 regiogemeenten heeft een verkennend onderzoek plaatsgevonden naar mogelijkheden tot
samenwerking bij de PIOFACH-taken (personeel, inkoop, organisatie, financiën, automatisering,
communicatie en huisvesting) en belastingen. Met name belastingen, inkoop, personeel en
automatisering lijken kansrijk en worden verder uitgewerkt.
Met betrekking tot personeel zijn er enkele concrete tijdelijke plaatsingen dan wel detacheringen van
medewerkers geweest van omliggende gemeenten bij Apeldoorn en omgekeerd. In de toekomst leidt dit
hopelijk tot concrete structurele uitwisselingen. Met de gemeente Epe zijn gesprekken gaande over
mogelijke samenwerking op het terrein van personeels- en salarisadministratie.
Met organisaties binnen de gemeente Apeldoorn is onderzocht wat we voor elkaar kunnen betekenen op
het vlak van mobiliteit, uitwisseling vacatures en mogelijkheden voor detachering van medewerkers.
Verhoging kwaliteit en mobiliteit
Om haar ambities in de toekomst waar te kunnen maken is het noodzakelijk voor de gemeente dat
medewerkers meer mobiel en inzetbaar worden in diverse functies. Diverse maatregelen die in 2013 zijn
getroffen, dragen hier aan bij.
In de cao gemeenten 2011- 2012 is afgesproken dat ambtenaren met ingang van 2013 recht hebben
op een Individueel Loopbaanbudget (ILB).
Door de steeds veranderende vraag aan gemeenten en de bijbehorende wijzigingen van taken, is er een
voortdurende ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie nodig. Als medewerkers niet mee gaan in
deze ontwikkeling, ontstaat er een ‘mismatch’ tussen zittende medewerkers en de organisatie. Om dit
te voorkomen en ervoor te zorgen dat medewerkers inzetbaar blijven, hebben cao-partijen afgesproken
per 1 januari 2013 het ILB in te voeren voor een periode van 3 jaar. Het gaat om een bedrag van € 500
per jaar per medewerker.
In 2013 zijn we gestart met de voorbereidingen om een nieuwe HRM gesprekscyclus in te voeren per
2014. De OR moet nog instemmen en er kunnen nog enkele wijzigingen worden doorgevoerd. De
nieuwe HRM cyclus begint met een startgesprek. In dit gesprek maakt de medewerker met de
leidinggevende afspraken over de te behalen resultaten in 2014 en afspraken over de eigen
ontwikkeling. Ook de inzet van het ILB komt in dit gesprek aan de orde.
Gedurende het jaar worden de gemaakte afspraken gevolgd en zo nodig bijgesteld. Aan het einde van
het jaar volgt de evaluatie van de afspraken.
Verder is per 1 januari 2013 de aanstelling in algemene dienst ingevoerd en zijn alle
functiebeschrijvingen op basis van HR 21 in plaats van het voormalige VBalans weergegeven. Het
aantal functiebeschrijvingen is hiermee sterk gedaald. Door de aanstelling in algemene dienst en deze
wijze van functie beschrijven moet het proces rondom overplaatsing, loopbanen, horizontale en verticale
doorstroming versoepeld worden. Hiermee zal uiteindelijk de mobiliteit in de gemeentelijke organisatie
stap voor stap worden vergroot.
De komende jaren ligt er voor de gemeente een opdracht op het gebied van mobiliteit. Door de
reorganisatie heeft een behoorlijk aantal medewerkers hun functie verloren. Deze medewerkers zijn
aangewezen als herplaatsingskandidaat. Deze medewerkers zullen gedwongen actief moeten worden op
de arbeidsmarkt. Dit betekent de opdracht voor de gemeente om mensen van ‘werk naar werk’ te
begeleiden. Het principe van begeleiden ‘van werk naar werk’ is ook verankerd in de nieuwe CAO
gemeenten 2011-2012.
In 2013 heeft een fors aantal herplaatsingskandidaten al een structurele plaatsing binnen dan wel buiten
de gemeente Apeldoorn weten te realiseren. Deze inspanningen van zowel de kandidaten als de eenheid
zullen zich in 2014 voortzetten met als einddoel dat iedereen een vaste plek elders gaat vinden.
Facilitaire dienstverlening
Huisvesting
De eenheid Shared Service Center beheert het Stadhuis, het Raadhuis, het Activerium en Het Portaal.
Ook wordt het facilitaire beheer van Werkgebouw Zuid (Aruba/Saba) ondersteund.
241
Onder beheer vallen zaken als: elektriciteit, gas en water, onderhoud, schoonmaken, catering en
beveiliging, maar ook de strategie rond de huisvesting van het gemeentelijk personeel op langere
termijn.
Recente en toekomstige ontwikkelingen op dit gebied: aanpassing huisvesting aan de nieuwe
organisatie, toekomstige opzegging huur panden Marktplein 33 en Het Portaal, nieuw cateringconcept in
stadhuis, Activerium en Werkgebouw Zuid en besparing op ruimtegebruik door andere
werkplekconcepten.
Inkoop
Professionaliseren inkoop
Op 1 april 2013 is de nieuwe aanbestedingswet ingevoerd. Een van de hoofddoelstellingen van deze
wet is het MKB meer kansen bieden om overheidsopdrachten binnen te halen. Een gevolg van deze wet
is dat de gemeente zich meer moet verantwoorden over het aanbestedingsproces en de uiteindelijke
keuze van de leverancier. Dit betekent dat het inkoopproces beter geborgd en verder
geprofessionaliseerd moet worden. In 2013 hebben we dit gedaan door o.a.
•
Bijeenkomsten te organiseren waarin de werking van de nieuwe aanbestedingswet is uitgelegd;
•
De managementteams van alle eenheden te bezoeken en informeren;
•
Via de Apeldoorn academie workshops Inkoop aan te bieden;
•
Samen met de eenheden is er een inkoopbehoefteplan opgesteld.
In 2014 zullen we deze professionaliseringsslag een vervolg gaan geven.
Regionaliseren inkoop
Inkoop is één van de onderwerpen die uitgewerkt wordt in het PIOFACH onderzoek met de gemeenten
Brummen, Zutphen, Lochem, Voorst en Epe. Hierbij wordt verdere samenwerking gezocht op het gebied
van inkoop(advisering). De gemeente Voorst is de trekker van deze opdracht. In 2013 is het
adviesrapport door de projectleider afgerond en deze zal begin 2014 worden voorgelegd aan de
stuurgroep. Het advies uit het rapport (voorkeursvariant) zal in 2014 verder worden uitgewerkt
(business case).
Verder is er in 2013 een samenwerkingsovereenkomst gesloten op het gebied van “Ondernemend
Aanbesteden”. Hierbij zijn naast een aantal gemeenten ook partijen als Bouwend Nederland betrokken
om zodoende meer aansluiting met de markt te realiseren.
Digitalisering van de documentenhuishouding
Bij digitalisering van de documentenhuishouding wordt het intern gebruik van fysieke (analoge)
documenten vervangen door digitale documenten of worden documenten van burgers en bedrijven
digitaal ontvangen. Opslag van de digitale documenten gebeurt zodanig dat deze gemakkelijk kunnen
worden teruggevonden, gearchiveerd en digitaal worden verstrekt.
Als eerste is in 2011 de afdeling Milieu (nu Omgevingsdienst OVIJ) digitaal gaan werken. Gevolgd door
werkplein Acitverium met (een deel van) de afdeling Interne Dienstverlening. Daarna is de eenheid
Beheer en Onderhoud overgegaan op het nieuwe Document Management Systeem (DMS). Begin 2014
wordt DMS bij de eenheid Projecten uitgerold, gevolgd door de eenheid Ruimtelijke Leefomgeving.
Hiermee wordt het werkproces rond de omgevingsvergunning verder gedigitaliseerd.
Meer dan de helft van de medewerkers werkt al met DMS en eind 2015 is de hele organisatie over. Om
analoge documenten door digitale documenten te mogen vervangen wordt in 2014 een
kwaliteitssysteem digitaal archief afgerond.
Digitaal werken geldt niet alleen voor ambtenaren, maar ook voor raads- en college-leden. Vanaf 2012
is een raadsinformatiesysteem operationeel waarmee raadsdocumenten digitaal ter beschikking worden
gesteld.
242
Communicatie
De leidraad voor 2013 was de communicatieve verkenning “de Taal van Herstel”. Hierin zijn de
contouren van het communicatiebeleid voor de periode 2012-2014 vastgesteld. Het team
Communicatie heeft zich het afgelopen jaar gericht op de advisering van het college en eenheden
waarin selectief, reflectief, hoogwaardig, betrouwbaar en consistent communiceren de hoofdlijn was.
De uitwerking van de “Agenda voor Herstel” stond centraal. Dit heeft geleid tot enkele communicatieve
uitingen die de betrokkenheid bij de samenleving door het college versterken. Concreet gaat het onder
meer om de relatieagenda en de omgevingsanalyse. Deze tools dienen als basis om communicatief in te
zetten op de relevante onderwerpen met de juiste communicatiemiddelen en op het goede moment. Het
resultaat is dat we intussen ruim 6.000 volgers op Twitter hebben en bijna 2.000 mensen ontvangen
de digitale nieuwsbrief ‘Apeldoorn Deze Week’.
Sociale media heeft een meer eigenstandige en strategische positie in de mediamix gekregen. Het
overhuivende actieplan Social media is voor een groot deel uitgevoerd of in uitvoering. Zo is de Twitteraccount gem_apeldoorn uitgebouwd tot een volwaardig communicatiekanaal. Ook zijn er functies
aangewezen waarvoor twitteren een must is, zoals de accountmanagers van Economische Zaken en de
stadsdeelmanagers. Team Communicatie zorgt voor een training voor deze collega’s via de Apeldoorn
Academie. Ten slotte is de Facebookpagina van de gemeente nieuw leven ingeblazen en is daarmee een
goed in te zetten communicatiemiddel binnen de mediamix. De pagina heeft na een half jaar 530 likes.
Het jaar 2013 heeft het team Communicatie gebruikt voor een pilot webcare. Webcare wil zeggen dat
wij nauwgezet monitoren en vastleggen welke items er spelen in de samenleving in de diverse media.
Deze input wordt gebruikt om het college en eenheden te adviseren welke communicatieve strategie het
juiste effect genereert. Webcare is het stadium van een pilot voorbij en is nu een structurele en
relevante taak binnen Communicatie. Het levert belangrijke informatie voor de omgevingsanalyse voor
het college.
Het team Communicatie heeft een adviesnota “Interne communicatie” geschreven. Deze is in september
door de Directieraad (DR) vastgesteld. Doel is ondermeer om de chemie tussen het bestuur, DR en de
ambtelijke organisatie te versterken. De volgende acties lopen: aanpassen home-page A-net, uitgeven
van een personeelsblad, de DR een prominente rol geven in de interne communicatie, zoals de HRMvisie en een vervolg geven aan de concernbrede bijeenkomsten in het kader van Apeldoorn Anders.
Planning en control
Per 1 januari 2013 is de nieuwe eenheid Financiën en Control ontstaan. Daarin zijn in principe alle
Planning en Controlactiviteiten ondergebracht.
De nieuwe organisatiestructuur heeft ingrijpende consequenties. Zo is bijvoorbeeld de administratie
opnieuw ingericht, zijn de dienst- en afdelingsplannen vervangen door eenheidsplannen en is gewerkt
aan P&C-informatie voor de directieraad . Ook zijn eerste stappen gezet tot stroomlijning van de interne
controleplannen en procedures.
Als onderdeel van de reguliere informatievoorziening aan college en raad is de voortgang van de
implementatie van de bezuinigingen gemonitord.
In de volgende tabel staat een overzicht van de documenten die uw raad in het kader van de actieve
informatievoorziening heeft ontvangen.
243
Onderwerp
Omschrijving / Mijlpaal
A. (Actieve) informatievoorziening aan de raad
Uw raad ontvangt de volgende producten:
- concernjaarrekening 2012
- voorjaarsnota 2013
- bestuursrapportage 2013
- Meerjarenprogrammabegroting 2014 – 2017
B. Rechtmatigheid en doelmatigheid
Interne controle en accountantscontrole
- ambitie: goedkeurende accountantsverklaring voor zowel
rechtmatigheid als getrouwheid bij de jaarrekening 2012
- uitvoeren van het interne controleplan 2013
Doelmatigheid en rechtmatigheid (Collegeonderzoeksplan (art
213a GW)
- uitvoeren collegeonderzoeksplan 2013
- opstellen collegeonderzoeksplan 2014
Planning
Realisatie
April 2013
2e kwartaal 2013
september 2013
september 2013
Ja
Nee, zie 1
Ja
Ja
april 2013
Ja
gedurende jaar
Ja, zie 2
gespreid over jaar
december 2013
Ja
Nee, zie 3
Ad 1. Aangezien begin 2013 sprake was van teveel onzekere ontwikkelingen om een volwaardige
voorjaarsnota te kunnen opstellen, heeft uw raad in mei een voorjaarsbrief 2013 ontvangen.
Ad 2. De uitvoering van het interne controleplan wordt in januari 2014 nagenoeg afgerond. De
praktijkervaringen daarmee nemen wij mee bij het opstellen van het interne controleplan 2014.
Ad 3. Ook in de nieuwe organisatie zullen we in een tweejaarlijkse cyclus één of twee
collegeonderzoeken gaan uitvoeren. Deze onderzoeken richten zich op de efficiency (goedkoper) en
effectiviteit (resultaatgerichtheid) van de gemeentelijke bedrijfsprocessen.
In juni 2013 is het collegeonderzoeksprogramma 2013-2016 door het college vastgesteld. Na de zomer
is gestart met het onderzoek naar de Verbonden Partijen. Het feitelijk onderzoek is eind december 2013
afgerond. In het 1e kwartaal wordt dit onderzoek op bestuurlijk niveau besproken en een verbeteraanpak
geformuleerd. Eind februari 2014 zal de definitieve rapportage plus de verbeteraanpak aan het college
ter vaststelling worden aangeboden.
6.7.3 Ontwikkelingen bedrijfsvoering m.b.t. de bestuurlijke
organisatie
Gemeentelijke overheid: Sturen op kerntaken en andere rolneming
Raad en college hebben in 2013 verder uitvoering gegeven aan de Agenda voor Herstel. De aanpak in
de Zomernota 2012 om de gemeentefinanciën op orde te brengen ligt op koers.
In april 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met het verbeterplan van de raadswerkgroep (Rapport
Dualisme en Controle 2.0). Daaraan is met acties gevolg gegeven, denk aan de sterkere en vroege
interventie van de raad op belangrijke dossiers in bijvoorbeeld het kader van de decentralisaties, maar
ook aan praktische controle door de invoering van het vragenuurtje. Verder heeft de raad nieuwe kaders
aan het college gesteld m.b.t. het formuleren van raadsvoorstellen en startnotities.
Begin 2013 is het startsein gegeven voor een verbetering van het interne risicomanagement.
Politieke Markt, interactie en communicatie
De Politieke Markt Apeldoorn blijkt een beproefde manier van werken die optimaal kansen geeft om de
lokale democratie goed te laten functioneren.
In maart 2013 is het vergaderstelsel van de raad geoptimaliseerd. Eens per twee weken is er een
Politieke Markt; de andere week is er In Gesprek met de Raad en de raadsvergadering.
244
Doelstelling achter deze optimalisering is een kwalitatieve verbeterslag van de voorbereiding van de
raadsleden op de vergaderstukken, een verruiming van het politieke debat en een herkenbare
laagdrempelige gelegenheid voor burgers en organisaties om in gesprek met de raad te komen.
De raad heeft in 2013 het college gevraagd om meer en tijdig inzicht te geven in de te verwachten
voorstellen die aan de raad ter behandeling worden voorgelegd. Vooral welke beleidsvoorstellen
wanneer te verwachten zijn. Mede op grond hiervan en in vervolg hierop bereidt een raadswerkgroep
een Lange Termijnagenda van de raad voor die in 2014 moet worden geïntroduceerd. De grip en sturing
op de agenda wordt daarmee groter.
De gemeenteraad heeft voorzover mogelijk de samenleving opnieuw betrokken bij de voorstellen tot
verdergaande bezuinigingen. De uitwerking van de besluiten zal opnieuw een grote inspanning vragen
omdat nog indringender gevraagd wordt wat de samenleving zelf kan doen.
De raad hecht sterk aan optimale communicatie met burgers. De Politieke Markt is en blijft het centrale
punt voor raadscommunicatie. Daarom worden burgers actief betrokken bij de Politieke Markt Apeldoorn
en gevraagd in te spreken of op een andere manier mee te doen zoals met het nieuwe instrument ‘In
gesprek met de raad’. Dit kan op onderwerpen die zijn geagendeerd of door zelf te agenderen.
Het presidium van de gemeenteraad heeft in 2013 het communicatiebeleid van de gemeenteraad herijkt
en opnieuw de doelstellingen van de raadscommunicatie vastgesteld. De nadruk ligt daarbij op de
basiscommunicatie.
•
De gemeenteraad is zichtbaar, herkenbaar, bereikbaar en toegankelijk voor burgers en pers.
•
De gemeenteraad informeert over zijn activiteiten en legt verantwoording af over besluitvorming.
•
De gemeenteraad verschaft goede informatie en communiceert met Apeldoorners voor, tijdens
en na besluitvorming.
•
De gemeenteraad zet bij grote, belangrijke onderwerpen (bijvoorbeeld de kerntakendiscussie)
een hoog participatieniveau in (advies, coproductie of meebeslissen).
Ook heeft het presidium in de aanloop naar de verkiezingen een actieprogramma geschreven.
Meer inbreng “van buiten” ziet de raad als versterking van de democratie, wat bijdraagt aan een betere
kwaliteit van de besluitvorming. Het oogmerk is niet alleen buiten naar binnen te brengen maar het
stadhuis (raad, college en organisatie) ook meer naar buiten zodat meer en beter inzicht bestaat in de
wensen, belangen en opvattingen van de burgers. Daaraan wordt onder meer inhoud geven door
regulier als raad en college de burgers op te zoeken. Dit gebeurt door het bijwonen van bijeenkomsten
en onder andere door bij gebiedsgerichte onderwerpen ook daadwerkelijk een Politieke Markt op de
betreffende locatie te organiseren.
Een divers medialandschap is belangrijk. De raad webcast de Politieke Markt Apeldoorn in vier
vergaderzalen. Hierdoor worden alle vergaderingen zowel live als in het archief overal toegankelijk
gemaakt. Ook kunnen Apeldoornse burgers een petitie starten in het Apeldoornse loket van de landelijke
website petities.nl.
Social media zijn intussen een grote rol gaan spelen in de communicatie rondom de raad. Media zoals de
lokale omroep blijven deel uitmaken van het communicatiebeleid en media zoals Apeldoorn Direct en
profilering en interactie van raad en raadsleden via bijvoorbeeld twitter en Facebook hebben een plek in
de raadscommunicatie gekregen. Ontwikkelingen op het gebied van social media bieden kansen. Door
personal branding van raadsleden te combineren met raadscommunicatiemiddelen kan het beeld van de
gemeenteraad sterker naar voren komen. Ook het combineren van verschillende media verrijken de
raadscommunicatie en zorgen voor een betere aansluiting van de raad bij de Apeldoornse samenleving.
245
6.8 Dienstverlening: de relatie met burgers en bedrijven
Bij de invoering van de nieuwe gemeentelijke organisatie per 1 januari 2013 is de eenheid Publiek,
Ondernemen en Wijken gevormd. Deze eenheid omvat alle organisatieonderdelen, die het eerste contact
hebben met burgers, bedrijven en instellingen. Deze eenheid ontwikkelt zich tot gemeentelijk
klantencontactcentrum (KCC), waardoor vragen zoveel mogelijk in een keer worden afgehandeld. De
uitbouw van het klantcontactcentrum is één van de onderdelen van het programma “Dienstverlening
aan de slag; focus 2017!” dat naar verwachting in 2014 aan het bestuur zal worden voorgelegd. Dit
programma borduurt voort op het programma Apeldoorn heeft Antwoord.
Apeldoorn heeft Antwoord@
In de afgelopen jaren is niet alleen de inhoud van de relatie tussen de gemeente en de samenleving in
ontwikkeling geweest, ook de aandacht voor de kwaliteit van het contact is toegenomen.
Overheidsloket 2000 introduceerde de één-loket gedachte. Burgers en bedrijven worden niet langer van
het kastje naar de muur gestuurd. De commissie Jorritsma verbreedde in 2005 dit gedachtegoed naar
wat nu het Antwoord concept heet. Betere dienstverlening met duidelijke servicenormen erbij, minder
administratieve lasten en een grotere inzet op de elektronische overheid zijn de ingrediënten van dit
concept.
In Apeldoorn heeft Antwoord is dit concept vertaald in een visie, doelstellingen en acties die van
toepassing zijn op ieder contact met de gemeente. De doelstelling luidt: burgers en bedrijven in
Apeldoorn herkennen en erkennen de gemeente als een vertrouwde dienstverlener. De dienstverlening
van de gemeente Apeldoorn is gastvrij en pro-actief, kan makkelijk via meerdere kanalen worden
afgenomen, is eenduidig en transparant en wordt kostenbewust en zorgvuldig uitgevoerd. We willen
een excellente dienstverlener zijn in die zin dat er niemand tussen wal en schip terecht komt. Dat doen
we door standaardoplossingen aan te bieden waar die volstaan, zoveel mogelijk digitaal om de kosten
laag te houden en maatwerk te bieden aan hen die met standaardoplossingen niet uit de voeten kunnen
en de digitale weg niet kunnen hanteren. Daarnaast willen we een persoonlijke overheid zijn als het type
contact daarom vraagt en kunnen we omgaan met de paradox tussen het toepassen van regels en de
individuele situatie.
Om de “droom” van Antwoord waar te maken bleek een grote investering in informatievoorziening en
automatisering nodig. ”De basis in orde” wordt dit vaak genoemd. Het rijk heeft hier een Nationaal
Uitvoeringsprogramma (NUP) aan verbonden met 18 bouwstenen; inmiddels heeft het Rijk dit
omgedoopt in iNUP, implementatie NUP, om de overgang naar de implementatie te markeren. In
Apeldoorn is en wordt ook aan deze 18 bouwstenen gewerkt via het informatieplan dat ieder trimester
wordt geactualiseerd.
De uitgangspunten van Antwoord zijn van toepassing op alle gemeentelijke contacten en de 223
“transactie producten” (van Aanslagbiljet gemeentelijke belastingen tot en met bijdrage aan zwemles
diploma A) en laten zich niet aan een begrotingsprogramma of een gemeentelijke dienst verbinden. Deze
paragraaf maakt inzichtelijk bij welke producten en diensten van de gemeente de principes van
Antwoord worden toegepast.
Programma Middelen Antwoord@
De toenmalige dienst Middelen is in 2008 gestart met het verder moderniseren van de interne
dienstverlening door het programma Middelen Antwoordt@. Daarbij wordt aangehaakt bij de landelijke
ontwikkeling (Antwoordprogramma) om als overheden klantgerichter en meer elektronisch te gaan
werken.
De eenheid SSC heeft het interne dienstverleningstokje in 2013 overgenomen. In 2013 is de interne
variant op een KCC (Klantcontactcentrum) gevormd: het Servicepunt. De medewerkers van de
gemeente Apeldoorn kunnen hier terecht met hun vragen en meldingen. Het Servicepunt heeft de eerste
lijnvragen over personeelszaken, facilitaire ondersteuning en automatisering/informatievoorziening
geïntegreerd. We werken met een frontoffice en een backoffice. In 2013 heeft de eerste integratie
246
tussen HRM en facilitaire ondersteuning plaatsgevonden. De integratie en ontwikkeling wordt in 2014
verder gefaseerd aangepakt.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Voor onze dienstverlening gelden de volgende prestaties:
-
-
-
-
-
Het Service Centrum neemt 81,7% van alle telefoontjes binnen 30 seconden op. De
medewerkers beantwoorden algemene vragen direct. De meeste vragen betreffen
vakinhoudelijke vragen die worden doorgezet naar de juiste persoon. Het Service Centrum
verbindt niet vaker dan twee keer door.
80% van onze klanten aan de balie wordt binnen maximaal 15 minuten geholpen. 99% van de
klanten op afspraak, wordt vóór of op het tijdstip van de afspraak geholpen.
Burgers kunnen afspraken maken voor producten en diensten aan de balie in het stadhuis en het
werkplein activerium. Het aantal burgers op afspraak nam in het stadhuis met 5% toe ten
opzichte van 2012.
Vragen kunnen worden gesteld via [email protected]. Mailberichten aan dit adres zijn
direct gevolgd door een ontvangstbevestiging. Vragen die per mail worden gesteld, zijn nog
dezelfde werkdag beantwoord.
Alle vergunningaanvragen worden binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijnen afgehandeld.
De ontvangst van een brief of fax wordt binnen vijf dagen bevestigd.
Brieven of faxen worden binnen 4 weken beantwoord, of er volgt bericht wie met de vraag
bezig is en binnen welke termijn antwoord mag worden verwacht.
Het digitale loket is zeven dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar.
Op onze website www.apeldoorn.nl treft men ook informatie aan over gegevens die wij nodig
hebben om de dienst goed te leveren. Zo komen de burgers goed voorbereid naar de gemeente,
als een product of dienst niet via internet beschikbaar is.
Burgers kunnen via DigiD inloggen op hun persoonlijke internetpagina (PIP). Daarop kunnen zij
producten aanvragen, betalen alsmede de status van hun aanvraag volgen.
99% van de klachten en bezwaarschriften wordt binnen de wettelijke termijn afgehandeld.
90% van de WWB aanvragen wordt binnen 4 weken afgehandeld.
50% van de bijstandsaanvragen wordt binnen 2 werkdagen afgehandeld.
Onderstaand overzicht geeft een weergave van de programma’s en producten waar dienstverlening een
belangrijke rol speelt.
Transactie /activiteit
Documenten Burgerzaken
Aanvragen vergunningen
Aanvragen uitkeringen,
schuldhulpbemiddeling
Behandelen klacht of
bezwaarschrift
Bedrijvenloket
Programma
Bestuur, burgerzaken,
organisatie en financiën (1)
Veiligheid (2)
Openbare Ruimte (3)
Duurzame milieubescherming
(4)
Ruimtelijke ontwikkeling,
economie en wonen (9)
Werk, inkomen en
arbeidsmarkt (6)
Bestuur, burgerzaken,
organisatie en financiën (1)
Ruimtelijke ontwikkeling,
economie en Wonen (9)
247
Beleidsproduct
Burgerzaken (003)
Brandweer en rampenbestrijding
(120)
Openbare Orde en veiligheid (140)
Parkeren (214)
Milieubeheer (723)
Openbaar groen (560)
Overige volkshuisvesting (822)
--Bestuursondersteuning
Handel en ambacht (310)
In de begrotingsprogramma’s 1, 2, 6 en 9 zijn specifieke normen voor de dienstverlening van
burgerzaken, de vergunningverlening, zorg, werk en inkomen en het bedrijvenloket opgenomen. Voor al
deze vormen van zogenaamde transactiedienstverlening tussen de gemeente Apeldoorn en burgers en
bedrijven geldt dat er zoveel mogelijk via digitale dienstverlening wordt afgewikkeld, dat er
kwaliteitsnormen aan het telefoonverkeer van de klantencontactcentra (KCC stadhuis, ISP Activerium)
worden gesteld en dat er snelheidsnormen voor het e-mail- en postverkeer gelden. Ook wordt er
gestuurd op zo kort mogelijke doorlooptijden, zo mogelijk beperkt tot 1 dag of direct klaar producten.
Juridische kwaliteitszorg
Binnen programma 1 staat de juridische kwaliteitszorg mede in het teken van Antwoord.
In eerste instantie wordt altijd geprobeerd via persoonlijk contact een dreigend conflict te voorkomen.
Ook wordt enerzijds gestuurd op korte termijnen in bezwaren– en klachtenafwikkeling, en anderzijds
bewust een langere doorlooptijd genomen om tegemoet te komen aan bezwaren of voor mediation.
Daarnaast wordt door het beschikbaar stellen van digitale aanvraagformulieren op de website, het
indienen van bezwaren en klachten gemakkelijker gemaakt.
Vergunningverlening
In 2014 wordt het digitaal kunnen afhandelen van de omgevingsvergunning ingevoerd. Dit betekent
naast een grote ict-technische operatie een ingrijpende verandering in de werkwijze van alle betrokken
medewerkers. Een enorme uitdaging die als “verbouwing” wordt uitgevoerd terwijl onze winkel open
blijft.
Zorgloket:
Het WMO-loket werkt met een digitaal contactformulier waarop burgers hun vragen en opmerkingen
met betrekking tot ondersteuning in het kader van de WMO kunnen stellen. Binnen 24 uur (op
werkdagen) wordt met de vrager contact opgenomen.
Aanvragen leerlingenvervoer en gehandicaptenparkeerkaart kunnen digitaal worden ingediend. Het
WMO-loket is via meerdere kanalen bereikbaar: de website, telefonisch en in het Portaal. Waar nodig
worden huisbezoeken gebracht.
Afhandelingtermijnen gehandicaptenparkeerkaart en leerlingenvervoer zijn ook opgenomen in het
gemeentelijke kwaliteitshandvest.
248
6.9 Veiligheid gemeentebreed
Veiligheid is een breed en complex begrip. De vijf veiligheidsvelden zijn:
VEILIGHEIDSVELD
veilige woon- en
leefomgeving
bedrijvigheid en veiligheid
jeugd en veiligheid
fysieke veiligheid
integriteit en veiligheid
Veiligheidsthema's
Sociale kwaliteit (zoals woonoverlast, overlast zwervers en
verslaafden)
Fysieke kwaliteit (zoals vernieling, graffiti, zwerfvuil)
Objectieve veiligheid / veel voorkomende ‘high impact’ criminaliteit
(zoals woninginbraak, fietsendiefstal, geweldsdelicten)
Subjectieve veiligheid
Veilige winkelgebieden
Veilige bedrijventerreinen
Veilig uitgaan
Veilige evenementen
Veilig toerisme
Jeugdoverlast
Criminele jeugdgroepen / individuele probleemjongeren
Loverboys en jeugdprostitutie
Jeugd, alcohol en drugs
Veilig in en om de school
Verkeersveiligheid
Brandveiligheid
Externe veiligheid
Rampenbestrijding en crisisbeheersing
Polarisatie en radicalisering
Georganiseerde criminaliteit
Veilige Publieke Taak
Informatieveiligheid
Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Veiligheid ontstaat in samenwerking met andere organisaties, waarbij de gemeente de regie voert en
veelal preventief bezig is, terwijl de partners veelal zorg dragen voor repressie en nazorg.
Eigenlijk draagt ieder begrotingsprogramma bij aan veiligheid. Enkele voorbeelden: bouwvergunningen
worden ook getoetst op de veiligheid van de constructie, gemeentelijk toezicht op peuterspeelzalen is
ook gericht op de veiligheid van de peuters, bij het stedenbouwkundig ontwerp van woongebieden
vormt veiligheid één van de ontwerpcriteria.
Het programma Veiligheid beperkt zich tot brandweer en rampenbestrijding, explosievenopruiming, het
integrale veiligheidsplan, de veiligheidskamer, vergunningen openbare ruimte, toezicht en handhaving.
Om de bijdrage van andere programma’s meer inzichtelijk te maken, presenteren we onderstaand
overzicht van onderdelen in andere beleidsprogramma’s, die ook voor het realiseren van het
veiligheidsbeleid van belang zijn. Beleidsproducten waar het veiligheidsaspect budgettair van
ondergeschikt belang is, zijn grijs gemarkeerd.
249
VEILIGHEID GEMEENTEBREED, OVERZICHT VAN BELEIDSPRODUCTEN EN
BEHEERSTAKEN IN CIJFERS (x€1000)
BELEIDSPRODUCT
Nr.
Naam
BEHEERTAAK15
NR.
Naam
001
005
120
Bestuursorganen
Bestuurlijke samenwerking
Brandweer en rampenbestrijding
140
Openbare orde en veiligheid
160
Wijkzaken
Regionale samenwerking
Rampenbestrijding
Regionale brandweer
Vastgoed RO (huisvesting brandweer)
Toezicht en handhaving openbare orde
Vergunningen publiek domein
Actieplan Integrale Veiligheid
Opsporing en ruiming conventionele explosieven
210
Opsporing en ruiming
conventionele explosieven
Wegen, straten en pleinen
001.03
005.01
120.03
120.05
120.99
140.02
140.03
140.04
160.01
Jaarrekening
2013
lasten
1759
215
189
11049
141
587
438
884
2720
211
Verkeersmaatregelen
214
310
Parkeren
Economische ontwikkeling
480
Overige
onderwijsaangelegenheden (niet
huisvesting)
Bossen
210.13
210.16
210.17
210.18
211.11
211.15
211.16
214.13
310.02
310.03
310.12
480.03
480.10
Beheer en onderhoud wegen, straten en pleinen
Beheer en onderhoud openbare verlichting
Gladheidsbestrijding
Reinigen van wegen, straten en pleinen
Advisering verkeer
Regulering verkeer mobiliteit
Bevordering langzaam verkeer
Parkeren
Handel en ambacht
Ambulante handel
Economische dienstverlening
Veilige School (onderdeel van 480.03)
Leerplicht algemeen
8195
2353
1342
4167
951
1496
162
1854
455
434
564
65
470
550.12
560.24
560.04
560.15
560.22
580.13
Beheer en onderhoud bossen
Wijkbeheer
Stimulering recreatie en toerisme, waaronder subsidie VVV
Advisering en toetsing projecten
Beheer en onderhoud Openbaar Groen
Beheer en onderhoud speelvoorzieningen
121
3035
454
340
8720
422
620.02
Subsidiering maatschappelijke dienstverlening – subsidie
antidiscriminatie voorzieningen
Vrijwilligers inde zorg - Bureau slachtofferhulp
Sociale verslavingszorg
Regionale vrouwenopvang
Sociaal cultureel opbouwwerk
Sociaal-culturele accommodaties
Minderheden en emancipatie
Uitvoering jeugdbeleid
Kinderopvang
OVIJ
Bouwbeschikkingen
Handhaving en controle bouwbeschikkingen
Bouwbeschikkingen
550
580
620
Overige recreatieve
voorzieningen
Maatschappelijke begeleiding en
advies
630
Sociaal Cultureel Werk
650
723
822
Kinderopvang
Milieubeheer
Overige volkshuisvesting
620.03
620.06
620.08
630.02
630.04
630.07
630.14
650.02
723.13
822.03
822.04
822.13
96
744
3
2710
293
28
245
2.952
374
3360
3047
957
382
15
Grijs gemarkeerde beheertaken (en bedragen) zijn veiligheid gerelateerd, maar het veiligheidsaspect is budgettair ondergeschikt
aan andere beleidsdoelen
250
6.10 Vastgoed
Inleiding
De gemeente Apeldoorn is eigenaar van veel kadastrale eigendommen. Daarbinnen maken we
onderscheid in de gebruiksportefeuille die hoofdzakelijk is ondergebracht in het Vastgoedbedrijf en de
ontwikkelportefeuille die behoort bij het Grondbedrijf. Apeldoorn heeft circa 370 objecten in eigendom.
Daarvan bevinden zich circa 250 objecten in het Vastgoedbedrijf en circa 120 in het Grondbedrijf.
Daarnaast heeft de gemeente een economisch claimrecht op circa 100 schoolgebouwen, waarvan het
juridisch eigendom grotendeels bij de scholen ligt.
Gemeentelijk vastgoed
De doelstelling rondom het gemeentelijk vastgoed is de afgelopen jaren veranderd. Eind 2012 is daartoe
de ‘Kadernota Vastgoed’, en daar opvolgend het 2013 rapport ‘Vastgoed in één Hand’ vastgesteld.
De lijn hieruit is dat het Vastgoedbedrijf werkt aan het afslanken van haar portefeuille waarbij rollen
zoals vastgoedeigenaar, portefeuillemanager, vastgoedbeheerder en vastgoedontwikkelaar sterker
worden gepositioneerd. Er wordt gewerkt aan een optimaal resultaat, zowel financieel als
maatschappelijk. Daarbij kijken we kritisch naar onze huidige samenwerkingsverbanden, zoals met
Accres.
Onderwijshuisvesting
Ten aanzien van onderwijshuisvesting geldt een afwijkende situatie. De gemeente Apeldoorn is geen
eigenaar, dat zijn de schoolbesturen. De gemeente heeft alleen een economisch claimrecht. De
schoolbesturen gaan over het onderhoud en de instandhouding van de scholen. De gemeente heeft nu
nog een verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud. De voor rekening van de gemeente komende
onderhoudsverplichting wordt verrekend met de reserve onderwijshuisvesting. Voor schoolgebouwen is
de voorziening onderhoud daarom niet aan de orde. Hierbij is de genoemde
verantwoordelijkheidsverdeling tussen gemeente en schoolbesturen als juridisch eigenaar aan de orde.
De verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud gaat in 2015 over naar de schoolbesturen. De
gemeente houdt een gedeelde verantwoordelijkheid met de schoolbesturen waar het gaat om renovatie,
uitbreiding en (ver)nieuwbouw. Gedeeltelijk komen keuzes daarbij tot stand vanuit onderwijskundige
(beleids)ontwikkelingen die plaatsvinden zoals bijvoorbeeld het passend onderwijs.
Voor wat betreft lasten en baten van onderwijshuisvesting wordt verwezen naar programma 5.
Feiten en Cijfers
Ten opzichte van 2012 is de portefeuille gekrompen met 10 objecten: 5 objecten zijn gesloopt, 7
objecten zijn verkocht en 2 objecten zijn aan de portefeuille toegevoegd. Het aantal m2 bruto
vloeroppervlak (bvo) is gegroeid met circa 19.000 m2 Dit komt door de toevoeging van de
Brinkparkgarage en Werkgebouw Zuid.
Door de toevoeging van Werkgebouw Zuid zijn diverse locaties vrijgespeeld. Deze staan op dit moment
te koop of worden door het Grondbedrijf overgenomen. Door de verkoop van onder andere dit vastgoed
geven we invulling aan de krimpopgave van de vastgoedportefeuille.
De boekwaarde van de opstallen en terreinen van het Vastgoedbedrijf is in 2013 verhoogd tot ruim €
200 miljoen, voornamelijk als gevolg van het in exploitatie nemen van Werkgebouw Zuid
Ondanks de gemiddelde daling van de woz-waarde van 4% is de totale woz-waarde gestegen met
€15,7 miljoen. Dit komt door de toevoeging van Werkgebouw Zuid en de Brinkparkgarage.
De gemiddelde daling van de WOZ-waarde is toe te wijzen aan de, in 2013, dalende prijzen op de
vastgoedmarkt.
251
Overzicht portefeuille Vastgoedbedrijf
Begrotingsprogramma
Typen vastgoed
Programma 1: Bestuur, organisatie,
financiën en burgerzaken
Programma 2: Veiligheid
Programma 3: Openbare ruimte
Programma 4: Milieu
Programma 5: Jeugd en onderwijs
Programma 7: Zorg en Welzijn
Programma 8: Sport en Cultuur
Programma 9: Ruimtelijke
ontwikkeling, economie en wonen
Totaal
Aantal
Eigen huisvesting (ambtenaren en bestuur)
Oneigenlijk woningbezit
5
54
Overig vastgoed16
Brandweerposten
Rijwielstallingen, Parkeergarages
Kinderboerderijen
Begraafplaatsen
Gemeentewerven
Parken, Bossen, Landgoederen, Terreinen,
Snippergroen, Overige terreinen
Volkstuinen
Circulus
Voormalige onderwijslocaties
Gymlokalen
Omnizorg
Wijkcentra e.d.
Multifunctionele centra
Sporthallen en Zwembaden
Omnisportcentrum
Sportvelden en Kleedaccommodaties
Kunst en theater (Huis voor Schoone Kunsten,
Orpheus, ACEC)
Musea en overig historisch (CODA,
muziektent, kerktorens ed)
Grondbedrijfobjecten en erfpacht
39
9
7
3
6
6
10
3
1
4
40
1
16
4
7
1
10
3
17
121
367
Financiële context Vastgoedbedrijf
Financieel gezien loopt het Vastgoedbedrijf door bijna alle programma’s en beleidsproducten heen.
Daarbij is het eerder genoemde onderscheid tussen vastgoed inzake onderwijshuisvesting en het overig
gemeentelijk vastgoed van het Vastgoedbedrijf aan de orde.
Vanuit het Vastgoedbedrijf worden kosten doorbelast aan de verschillende beleidsproducten. Hierbij is
een onderscheid te maken tussen enerzijds het vastgoed waarvan het saldo van baten en lasten voor
rekening van de algemene dienst komt en anderzijds het vastgoed waarvan de baten en lasten worden
verrekend met andere eenheden. Dit zijn betreft voor het merendeel de functies/producten welke
gerelateerd zijn aan een reserve. Te denken valt aan bijvoorbeeld begraafplaatsen, parkeergarages en
fietsenstallingen, Circulus, onderwijshuisvesting en het Grondbedrijf.
Resultaat
Onderstaand overzicht geeft een beeld van de financiën 2013 van het gemeentelijk vastgoed vallend
onder de aansturing door het Vastgoedbedrijf, gebaseerd op de Jaarrekening 2013.
16
Het overig vastgoed betreft vastgoed wat deels te koop staat en deels niet direct onder de overige beleidsprogramma’s is
ondergebracht omdat er bijvoorbeeld geen subsidierelatie aan de orde is met de huurder.
252
Vastgoed Vastgoedbedrijf (excl.
onderwijshuisvesting); bedragen * € 1.000
Prg Product
Begrote
lasten
Begrote
baten
Begroot
resultaat
Produkten Vastgoedbedrijf saldo te verrekenen met andere eenheden
Rijwielstallingen
3
211
Parkeergarages
3
214
Hapshutten/bosbeheer
3
550
Volkstuinen, bos- & landbouwgronden, snippergroen
3
560
Gemalen
3
722
Begraafplaatsen
3
724
Circulus
4
721
Onderwijs/Sport gymzalen
5
480
Totaal
Werkelijk
tov
Begroot
plus = V
plus = V
Werkelijke
baten
-244
-669
-128
-115
0
248
-182
-18
366
-1.840
-471
-156
-286
-40
-3.535
4.779
2.805
479
115
381
1.269
105
1.409
1.552
3.855
569
3.183
1.289
45
21.835
4.545
1.485
337
0
316
1.423
0
992
1.917
1.916
135
3.057
1.027
0
17.150
-234
-1.320
-142
-115
-65
154
-105
-417
365
-1.939
-434
-126
-262
-45
-4.685
10
-651
-14
0
-65
-94
77
-399
-1
-99
37
30
24
-5
-1.150
plus = V
Produkten Vastgoedbedrijf saldo t.l.v. algemene dienst eenheid Vastgoed en Grond
Stadhuis/vm Postkantoor/Activerium/Portaal
1
002
4.765
4.521
Oneigenlijk/te verkopen vastgoed/algemeen
1
922
2.314
1.645
Brandweer
2
120
393
265
Wegenbeheer
3
210
115
0
Parkeergarage Orpheus
3
214
374
374
Wijkposten, kinderboerderijen & Berg en Bos
3
560
1.428
1.676
Onderwijs advies
5
480
182
0
Omnizorg
7
620
923
905
Wijkcentra, MFC's, pnvodb, Kristal
7
630
1.560
1.926
Sporthallen, zwembaden, Omnisport
8
530
3.815
1.975
Sportvelden
8
531
684
213
Huis voor Schoone Kunsten, ACEC, Orpheus
8
540
3.186
3.030
CODA
8
541
1.298
1.012
Historische gebouwen/objecten
8
541
40
0
21.077
17.542
Werkelijk
resultaat
Werkelijke
lasten
106
2.119
87
154
3
221
829
2.964
6.483
106
2.119
87
154
3
221
829
2.960
6.479
0
0
0
0
0
0
0
-4
-4
106
2.119
63
183
6
238
918
3.090
6.723
106
2.119
63
183
6
238
918
3.090
6.723
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
4
27.560
24.021
-3.539
28.558
23.873
-4.685
-1.146
De lasten en baten van de door het Vastgoedbedrijf beheerde panden binnen de grondexploitaties zijn
met ingang van 2013 direct in de begroting van het Grondbedrijf verwerkt.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het resultaat Vastgoedbedrijf over 2013 circa € 1,15 miljoen nadelig
is. Dit wordt met name veroorzaakt door:
De taakstellingen Vastgoedbedrijf ad € 0,6 miljoen zijn voor € 0,4 miljoen niet gerealiseerd. Dit
komt met name door het niet behalen van het benodigd verkoopresultaat. Zie programma 1
product 922.
Inzake Omnizorgcentrum heeft in 2013 de finale afwikkeling van de arbitragezaak
plaatsgevonden, leidend tot niet begrote kosten van € 0,4 miljoen. Zie programma 7
prestatieveld Regionaal Kompas product 620.
Tenslotte zijn er vele kleinere begrotingsresultaten, per saldo leidend tot een nadeel van € 0,2
miljoen.
Het resultaat over 2013 is voornamelijk incidenteel, waarbij de onvolledige invulling van de
taakstellingen mogelijk een structureel effect kent. Zie hiervoor onderdeel taakstellingen.
Taakstellingen
Zoals in de Informatie Nota Taakstellingen Vastgoed is aangegeven, rust op het totale “vastgoed” een
taakstelling van circa € 6 miljoen in 2017, die als volgt op hoofdlijnen is opgebouwd:
• Accres (eenheden Jeugd, Zorg en Welzijn en Ruimtelijke Leefomgeving)
€ 2,3 miljoen
• Onderwijshuisvesting (eenheid Jeugd, Zorg en Welzijn)
€ 1,4 miljoen
€ 1,0 miljoen
• Overig* (eenheden Jeugd, Zorg en Welzijn en Ruimtelijke Leefomgeving)
• Vastgoedbedrijf (eenheid Vastgoed en Grond)
€ 1,2 miljoen
* betreft m.n. zwembaden Sprenkelaar en Loenen, wijkvoorzieningenscan, buurthuizen Wisselwerk
De jaarschijf 2013 van de totale vastgoedtaakstelling bedroeg circa € 4 miljoen. Hiervan is circa € 3,5
miljoen gerealiseerd.
Binnen deze totale taakstelling is circa € 2 miljoen die vanuit het Uitvoeringsprogramma van de Nota
Gemeentelijk Vastgoed moet worden gerealiseerd of gefaciliteerd door met name afstoot van vastgoed.
Daarnaast zijn een aantal taakstellingen (bijvoorbeeld zwembaden, kinderboerderijen, sportstimulering)
die vanuit een verbeterd exploitatiemodel moeten worden ingevuld door de hiervoor gesubsidieerde
partijen.
Medio 2014 dient meer zicht te zijn op de financiële effecten van verkoop van het (maatschappelijk)
vastgoed en daarmee op de haalbaarheid van de verkooptaakstelling.
Waardering vastgoed
253
Vastgoed kent verschillende financiële waarderingen. Naast de boekwaarde speelt de marktwaarde van
het vastgoed een belangrijke rol. Hoe en tegen welke waarde het vastgoed dient te worden
gewaardeerd hangt af van de functie van het vastgoed. Er wordt conform de begrotingsvoorschriften
(BBV) onderscheid gemaakt tussen vastgoed met een maatschappelijke functie en een
bedrijfseconomische functie. Maatschappelijk vastgoed mag worden gewaardeerd tegen boekwaarde.
Bedrijfseconomisch vastgoed dient te worden gewaardeerd tegen markt-waarde. Vastgoed is
bedrijfseconomisch wanneer het in eigendom wordt gehouden om bewust winst of waardestijging te
creëren of wanneer de bestuurlijke intentie is om het vastgoed te verkopen c.q. niet langer duurzaam te
exploiteren. In 2013 hebben we de regels van de BBV vertaald naar de vastgoedportefeuille. Dit zal in
het 1e kwartaal 2014 aan u worden voorgelegd.
Onderhoud
Met betrekking tot het onderhoud wordt gewerkt met Meerjarenonderhoudsplanningen (MJOP’s). Voor
nagenoeg alle opstallen zijn MJOP’s beschikbaar. Uitzonderingen hierop zijn met name tijdelijke – te
verkopen - objecten en het ontwikkelingsvastgoed. Hiervoor wordt pragmatisch en alleen het
hoognodige onderhoud voor uitgevoerd. De MJOP’s zijn leidend voor het onderhoud in de komende
jaren en basis voor de onderhoudsvoorziening Vastgoedbedrijf.
Voor een aantal objecten geldt (nu) nog een andere situatie. Bij deze objecten is al het onderhoud, dus
ook het eigenarenonderhoud, belegd bij de huurder van het vastgoed. Dit geldt bijvoorbeeld voor
Orpheus, Coda, Omnisport en Accres. Bij deze objecten wordt onderzocht of het eigenarenonderhoud,
conform de regierol, naar de gemeente kan worden teruggehaald.
Op basis van een uit te voeren nulmeting wordt van genoemde panden de huidige onderhoudsstaat in
relatie tot het MJOP en de financiële status in beeld gebracht. Op basis van een heldere demarcatielijst
verhuurder–huurder kunnen de financiële consequenties en het eventuele risico bepaald worden.
Wanneer ook de uitvoering van het eigenarenonderhoud door Accres wordt teruggehaald naar de
gemeente, zal de subsidie aan Accres hierop worden verlaagd en tegelijkertijd een storting in de
onderhoudsvoorziening van het Vastgoedbedrijf plaatsvinden. Wij zijn hierover met Accres in gesprek.
Verkoop
De Kaderstelling Nota Gemeentelijk Vastgoed geeft aan dat we terug gaan naar een afgeslankte
portefeuille. De beoogde krimp betreft veelal maatschappelijk vastgoed.
Een dergelijke krimpopgave vraagt tijd, zeker gezien de economische slechte marktsituatie.
In 2013 is het verkoopteam Vastgoed ingericht, werkend vanuit een bestuurlijk vastgesteld plan van
aanpak “Verkopen, tenzij”. Tevens is invulling gegeven aan een aantal verkoopversnellende
instrumenten zoals het inrichten van een website, de opening van de winkel “Kavels & Panden” en het
onderzoek naar versneld verkopen van ons oneigenlijk woningbezit (circa 55 woningen). Dit laatste
naast het beleid van geleidelijkheid en het regulier uitponden. Van belang bij de verkoopopgave is de
invulling van de diverse structurele taakstellingen. Op basis van een door het verkoopteam op te stellen
foto worden de financiële en maatschappelijke effecten in beeld gebracht en afgewogen in het te nemen
verkoopbesluit hold or sell. Medio 2014 is meer zicht op de haalbaarheid van de vastgoedtaakstellingen
op basis van de gemaakte foto’s.
Toekomstige ontwikkelingen
Scenario en Marktanalyse vastgoed
In lijn met onze regierol en ons streven naar een efficiënte vastgoedorganisatie is in 2013 het rapport
Scenarioanalyse gemeentelijk vastgoed opgesteld en aangeboden aan het bestuur. Hier wordt de koers
bepaald ten aanzien van de vraag ‘wat doen we zelf en wat laten we over aan derden en onder welke
voorwaarden ?’ In samenhang daarmee is in 2013 een marktanalyse uitgevoerd en afgerond met
betrekking tot het door Accres uitgevoerde beheer- en exploitatie van ons maatschappelijk vastgoed.
Hiermee is in beeld gebracht hoe Accres presteert ten opzichte van vergelijkbare organisaties. Op basis
van gedane conclusies en aanbevelingen wordt in 2014 het vervolgproces ingezet.
Meerjarenperspectief Vastgoed (MPV)
In 2014 beginnen we met de ontwikkeling c.q. invulling van het MPV. In het eerste kwartaal 2014
wordt het plan van aanpak opgesteld waarna we voor de zomer de inhoudelijke contouren in beeld
254
willen hebben. Deze wordt na de zomer 2014 met de nieuwe raad besproken opdat we in 2015,
gekoppeld aan de jaarafsluiting 2014, een eerste versie willen aanleveren van het MPV. We zullen
hierbij aanhaken bij de ontwikkeling en kijken naar het groeimodel van het Meerjaren-perspectief Grond
(MPG).
Een Meerjareninvesteringsprogramma (MIP) zal onderdeel uit gaan maken van het MPV.
255
256
C
Bijlagen bij de jaarrekening 2013
257
258
Bijlage A
Staat van reserves en voorzieningen
259
260
261
262
263
264
Bijlage B
Specificatie Bestemmingsreserve
Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
265
266
Specificatie van de Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
(in dit overzicht zijn de vooruitontvangen bedragen GSO/ISV ook meegenomen)
Bedragen * € 1.000
Begroting
2013
primair
Reserve per 1-1
Vooruitontv. Bedragen per 1-1
Totaal per 1-1
31.722
Begroting
2013
na wijziging
19.936
Rekening
2013
18.835
1.101
19.936
Algemene voeding
Rentevoet
1]
2)
3)
4)
5)
2,50%
2,50%
2,50%
793
1.400
601
1.200
736
1.400
601
2.700
514
471
1.400
601
3.900
514
3.994
5.951
6.886
-353
-2.167
-2.519
-748
-5.115
0
-8.006
-302
-175
-479
-2.100
-500
-6.355
-1.265
-513
-3.031
382
-179
-480
-1.508
-469
-4.946
-4.157
-531
145
198
-179
Totaal netto onttrekkingen
-19.385
-14.040
-11.927
Verwacht uitgavenpatroon
Begroting 2013 (primair)
- verwachte uitgaven 2012 15%
- verwachte uitgaven 2013: 70%
Begroting 2013 (na wijziging)
- verwachte uitgaven 2013: 70%
-937
-13.570
Rente over het saldo
Bijdrage uit Algemene Middelen
Investeringsbudget ISV3, te ontvangen
Investeringsbudget GSO4, (1e tranche)
Investeringsbudget GSO4, (2e tranche)
Totaal algemene voeding (excl. 'pm')
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
1: Groene Mal
4: Binnenstad
7: Woningbouwproductie
8: Kanaalzone
9: Complete wijken
10: Alle jeugd telt
14: Verkeer
15: Milieu
16: Overige
-9.828
Reserve per 31-12
Vooruitontv. bedragen per 31-12
Totaal per 31-12
Saldo per 31-12 (excl. 'pm')
11.152
3.743
14.895
21.210
267
16.059
14.895
MOP- programma's
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
(bedragen x € 1.000)
Eenheid
MPB
progr.
Begroting
2013
primair
Begroting
2013
na wijziging
Rekening
2013
Verschil
Programma 1: Groene Mal
3.11 Herinrichting Catharina Amaliapark
incl. aanleg Grift
3.13 Projecten beken en sprengen
- herstel Eendrachtspreng
RL
prog. 3
252-
379-
379-
RL
prog. 3
101-
100-
101-
1
353-
479-
480-
1
240
Totaal A-projecten programma 1
-
Programma 4: Binnenstad
4.2 Binnenstad
PJ
prog. 9
302-
100-
4.3
PJ
prog. 9
1.865-
2.000-
1.748-
252-
2.167-
2.100-
1.508-
592-
2.519-
500-
469-
31-
2.519-
500-
469-
31-
4.946-
791-
Binnenstad GSO-4
Totaal A-projecten programma 4
340-
Programma 7: Woningbouwproductie
15.10 Hoogspanningsleidingen
RL
prog. 9
Totaal A-projecten programma 7
Programma 8: Kanaalzone
14.1 Kanaalzone
Kanaalzone projectbureau
RL/PJ
prog. 9
617-
5.737-
RL
prog. 9
131-
187-
-
187-
-
431-
-
431-
Kanaalzone, sleutelproject ISV-3
- storting in grondexploitatie
Totaal A-projecten programma 8
748-
6.355-
4.946-
1.409-
Programma 9: Complete Wijken
9.1 Tijdelijke onderwijsaccommodatie Zuidbroek
PJ
prog. 9
1.086
1.086
9.4
Wijken - De Maten GSO-4
POW
prog. 9
400-
400-
174-
226-
9.5
Wijken - Orden/Kerschoten GSO-4
POW
prog. 9
400-
316-
52-
264-
15.1 Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen
Uitgaven tlv. ISV-3 budget
PJ/RL
prog. 9
2.260500-
725-
3.440-
15.2 Wijkontwikkelingsplan Zuid
RL
prog. 9
1.356-
810-
450-
15.5 Plattelandsontwikkeling
RL
prog. 9
199-
100-
41-
5.115-
1.265-
4.157-
Totaal A-projecten programma 9
268
2.715
360592.892
MOP- programma's
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
(bedragen x € 1.000)
Eenheid
MPB
progr.
Begroting
2013
primair
Begroting
2013
na wijziging
Rekening
2013
Verschil
Programma 10: Alle Jeugd Telt
10.3
Wijken - uitvoering jeugdbeleid - GSO-4
JZW
prog. 5
Totaal A-projecten programma 10
-
513-
531-
18
-
513-
531-
18
3.072-
170-
Programma 14: Verkeer
Lopende projecten
11.0 Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisportcentrum
RL
prog. 3
RL
prog. 3
25.5 Aanleg transferium Barnewinkel
RL
prog. 3
25.9 Verkeersvoorzieningen Beekbergen
- bijdrage reserve riolering
RL
prog. 3
24.3/ Onderzoek light rail en voorstadshalte/
25.4 Verbetering auto-infrastructuur
Totaal A-projecten programma 14
7.761-
2.902-
-pm
-
245-
-
-
-
-
359400
85400
274-
8.006-
3.031-
145
3.176-
Programma 15: Milieu
15.0
Lopende projecten
Sanering geluidsbelaste woningen
27.1 Bodemmodule
- bijdrage VINAC bodembudget (provincie)
- restant bijdrage afkoopsom Felua
RL
prog. 4
-
RL
prog. 4
302-
571660
301
462660
109301
302-
382
198
184
Totaal A-projecten programma 15
8-
-
8-
Programma 16: Overige
Lopende projecten
29.5 Leefbaarheidsonderszoek
S&R
prog. 1
30.3 Werkbudget Meerjarenontwikkelingsplan
S&R
prog. 1
30.4 Bijdrage aan de algemene dienst
S&R
prog. 1
Totaal A-projecten programma 16
TOTAAL LASTEN
269
-pm
4-
4-
-
175-
175-
175-
-
175-
179-
179-
-
19.385-
14.040-
11.927-
2.113-
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
Onderstaand wordt in grote lijnen aangegeven in hoeverre de beschikbare middelen in de BROA
(jaarschijf 2013) daadwerkelijk zijn uitgegeven. Het verschil tussen de geraamde uitgaven 2013 en de
werkelijke uitgaven bedraagt ca € 2,1 mln. De geraamde voeding van de BROA bedraagt € 6,0 mln en
er is € 6,9 mln aan inkomsten geboekt. Het verschil ad ca € 0,9 mln betreft voor € 1,2 mln
voorschotten GSO-4 die hoger zijn dan geraamd en voor € 0,3 mln lagere rente die aan de reserve is
toegerekend.
In de toelichting op de uitgaven beperken wij ons, volgens afspraak met de accountant, tot de grotere
verschillen tussen raming en werkelijke uitgaven.
Omschrijving
Begroting
2013 na
wijziging
BROA-programma
4. Binnenstad
8. Kanaalzone
9. Complete wijken
14. Verkeer
-2.100
-6.355
-1.265
-3.031
Rekening
2013
-1.508
-4.946
-4.157
145
Verschil
- = nadeel
+ = voordeel
592
1.409
-2.892
3.176
De belangrijkste afwijkingen worden hieronder toegelicht:
Toelichting BROA-programma’s
Programma 4: Binnenstad (verschil € 0,6 mln voordeel)
• 4.2 Binnenstad (verschil € 0,3 mln voordeel)
Voor de binnenstad zijn op verschillende plekken budgetten beschikbaar. Om het totaalinzicht te
behouden zijn alle beschikbare eigen middelen eind 2013 in BROA 4.2 gestort. Dit zorgt ervoor dat
er per saldo geen onttrekking maar een storting in de BROA heeft plaatsgevonden. Van de
oorspronkelijk geraamde uitgaven van € 100.000 is € 80.000 gerealiseerd (aanpassing kruispunt
Molenstraat Centrum/Kanaal Noord en afhandeling Winkelstraatmanagement 2012). Hierdoor
ontstaat een voordelige afwijking van € 20.000. Daarnaast is er vanuit het beschikbare AD-budget
(liep jaarlijks via de reserve overlopende projecten) ca € 120.000 aanvullend in de BROA gestort
voor programmamanagement en € 200.000, dat nog beschikbaar is voor de herinrichting van
Binnenstad Noord. Hiermee komt de afwijking uit op € 340.000 positief ten opzichte van de
begroting.
•
4.3 Binnenstad(GSO-4) (verschil € 0,3 mln voordeel)
Dit betreft de GSO-4 subsidie die ten behoeve van het project 'herinrichting Caterplein e.o' binnen
Binnenstad Noord is beschikt. De werkzaamheden voor het Caterplein zijn grotendeels afgerond. Een
klein deel loopt door in 2014. Tevens heeft de afrekening over 2013 nog niet volledig
plaatsgevonden. Hierdoor is € 250.000 niet in 2013 uitgegeven en schuift door naar 2014.
Programma 8: Kanaalzone (verschil € 1,4 mln voordeel)
• 14.1 Kanaalzone ( verschil € 1,4 mln voordeel )
Voor de Kanaalzone was voor 2013 een onttrekking geraamd van € 6,4 mln. Deze onttrekking is
uiteindelijk € 1,4 mln lager uitgevallen. € 0,9 mln hiervan heeft betrekking op de bijdrage aan het
project Vlijtsepark die is doorgeschoven naar 2014. De overige € 0,5 lagere uitgaven heeft
270
betrekking op uitgaven voor de kade bij het project Kanaalzone Pilot Zuid. Deze uitgaven zijn
abusievelijk in de raming van 2013 opgenomen maar zullen pas veel later plaatsvinden.
Programma 9: Complete wijken (verschil € 2,9 mln nadeel)
•
9.4 Wijken De Maten GSO-4 (verschil € 0,2 mln voordeel)
In de Maten is in het Matenpark gewerkt aan de aanleg van een vissteiger die toegankelijk is voor
mindervaliden. Er is op verzoek van hondenbezitters een omheinde hondenuitlaatplaats aangelegd in
het Matenpark, als onderdeel van de uitvoering van 25 ideeën voor Zuidoost. Dit zijn over het
algemeen kleinschalige plannetjes op het gebied van groen, spelen, parkeren en verkeersveiligheid
voortkomend uit de Toekomstagenda, die noodzakelijk zijn om verloedering van de openbare ruimte
in De Maten tegen te gaan. Verder is gestart met de aanleg van een avontuurlijk spelen plek in het
Matenpark. De oplevering hiervan is in maart/april 2014. Daarnaast is park de Horst in ontwikkeling
genomen in het
kader van de acupunctuur aanpak waarbij heel gericht versleten plekken worden aangepakt. Ook
hiervan wordt de oplevering verwacht in maart/april 2014. In 2013 is voor de diverse projecten ca.
€ 80.000 aan bijdragen voor derden ontvangen. Naast hetgeen is gerealiseerd, is ook veel in de
voorbereidende sfeer aan projecten gewerkt. Daardoor is in 2013 slechts een deel van de
beschikbare middelen aangewend. Dit heeft geresulteerd in een onderschrijding van € 225.700.
•
9.5 Wijken Orden/Kerschoten GSO-4 (verschil € 0,3 mln voordeel)
In Orden is doorgewerkt aan de uitvoering van de in het huidige en vorige stadscontract
overeengekomen afspraken. Zo is de nieuwbouw op de Caretex en Hobbemalocatie in 2013 gereed
gekomen en vordert de bouw van het nieuwe winkelcentrum Orden gestaag. Op basis van het in
2010 opgestelde buurtontwikkelplan 'Weer op Orde(n)!' is verder voortgaand geïnvesteerd in de
elementen 'maatschappelijke voorzieningen', 'intensieve sociale aanpak' en 'buitenruimte'. Dit heeft
oa geleid tot het leggen van meer verbindingen tussen de ontmoetingsplekken, extra jongerenwerk-inzet, een project dat moet leiden tot een veilige en kindvriendelijke route tussen verschillende
'kindplekken' en de aanpak van de buitenruimte van het zogeheten 'Sprengendorp', een typisch
arbeidersbuurtje in Orden.
In Kerschoten heeft zich in 2012 en 2013 de mogelijkheid voorgedaan om met een groot aantal
nationale bedrijven en Apeldoornse partijen te werken aan een plan om de wijk energieneutraal te
maken. Naar verwachting zal dit een grote spin-off kunnen hebben op diverse voor Kerschoten
belangrijke terreinen zoals toekomstbestendigheid, imago- en waarde wijk en sociale betrokkenheid.
Voor de bewonersbetrokkenheid bij dit traject is geïnvesteerd in communicatie- en voorlichting,
activiteiten en bewonersinitiatieven. Op basis van de Toekomstagenda en het Stadsdeelplan voor
Noordwest is voor het winkelcentrum Mercatorplein in Kerschoten een (tijdelijke) 'kwartiermaker'
aangesteld om te zien of de marktpartijen in staat en bereid zijn om het winkelcentrum verder te
ontwikkelen. Naast hetgeen is gerealiseerd, is ook veel in de voorbereidende sfeer aan projecten
gewerkt. Daardoor is in 2013 slechts een deel van de beschikbare middelen aangewend. Dit heeft
geresulteerd in een onderschrijding van € 264.350. Echter, de planvorming voorziet in forse
investeringen vanaf 2014, waardoor de verwachting is dat de beschikbare middelen binnen de
looptijd van dit stadcontract zullen worden aangewend.
•
15.1 Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen (verschil € 2,7 mln nadeel)
De uitgaven in 2013 betreffen sociale programma voor € 15.000, bijdrage plantekort Anklaar €
3.400.000 en het Podium € 25.000. De onttrekking bij het project WOP Zevenhuizen is fors hoger
uitgevallen dan geraamd. Reden hiervoor is dat het project Anklaar als gevolg van aanpassingen in
het plan negatief leek uit te komen. Eén van de oplossingen was om de toekomstige BROA-bijdrage
nu in één keer in het project te storten. Hierdoor ontstaat een rentevoordeel dat tezamen met
andere maatregelen is ingezet om het resultaat uiteindelijk minimaal budgettair neutraal te krijgen.
271
Programma 14: Verkeer (verschil € 3,2 mln voordeel)
• 11.0 Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisportcentrum (verschil € 2,9 mln voordeel)
Dit project betreft het verdubbelen van de Zutphensestraat en de Laan van Erica en het vergroten
van de kruising van deze wegen en het aanpassen van de Laan van Osseveld. Het project heeft
vertraging opgelopen en zal in 2014 worden uitgevoerd. Het budget wordt daarom doorgeschoven
naar 2014.
6
272
Bijlage C
Specificatie Algemene reserve
273
274
275
276
277
278
Bijlage D
Specificatie reserve overlopende projecten
279
280
281
282
283
284
285
286
287
288
Bijlage E
Specificatie over te boeken kredieten
289
290
291
292
293
294
295
296
Bijlage F
Staat van investeringen en kapitaallasten
297
298
299
300
Bijlage G
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
301
302
303
304
Bijlage H
Verloopstaat overlopende activa en passiva
“Medeoverheden”
305
306
307
308
Bijlage I
WNT
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT)
309
310
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT)
Per 1 januari 2013 is Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector
(WNT) in werking getreden. Deze wet is de opvolger van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen
gefinancierde Topinkomens (de WOPT).
Het belangrijkste uitgangspunt van de WNT is dat alle partijen, zowel (beoogde) topfunctionarissen als
instellingen, hun maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Zij maken afspraken binnen de kaders
van de WNT en leggen daar in het financieel jaarverslag transparant verantwoording over af. De wet
schrijft onder andere voor dat financiële gegevens van topfunctionarissen openbaar gemaakt moeten
worden. In de onderstaande tabel zijn deze gegevens opgenomen.
Functie
naam
Gemeentesecretaris
Griffier
C.M. Sjerps
A. Oudbier
deeltijdfactor
duur
dienstverband in
2013 in dagen
365
365
1
1
beloning
voorzieningen ten
Totale
behoeve van
bezoldiging
beloningen betaalbaar
op termijn
€ 123.779,23
€ 23.148,24
€ 146.927,47
€ 104.028,49
€ 18.467,27
€ 122.495,76
Er zijn geen belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen uitgekeerd.
Bij het opstellen van deze bijlage hebben wij de Beleidsregels toepassing WNT van 27 februari 2014,
inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd.
311
312
Bijlage J
SISA-bijlage
313
314
Ontvanger
Juridische
grondslag
Nummer
D1
Specifieke
uitkering
Departement
OCW
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T O R E N
Regionale meld- en
Besteding (jaar T)
coördinatiecentra
voortijdig schoolverlaten
Besluit regionale meld- en
coördinatiefunctie
voortijdig schoolverlaten
Gemeenten
OCW
D9
Opgebouwde reserve ultimo
(jaar T-1)
Aard controle R
Indicatornummer: D1 / 01
€ 1.005.402
Onderwijsachterstandenb Besteding (jaar T) aan
voorzieningen voor
eleid 2011-2014 (OAB)
voorschoolse educatie die
voldoen aan de wettelijke
kwaliteitseisen (conform artikel
166, eerste lid WPO)
Gemeenten
Aard controle R
Indicatornummer: D1 / 02
€ 472.990
Besteding (jaar T) aan overige
activiteiten (naast VVE) voor
leerlingen met een grote
achterstand in de Nederlandse
taal (conform artikel 165 WPO)
Aard controle R
Indicatornummer: D9 / 01
I&M
E11B
€ 1.445.246
Nationaal
Hieronder per regel één
Samenwerkingsprogramm beschikkingsnummer en in de
kolommen ernaast de
a Luchtkwaliteit (NSL)
verantwoordingsinformatie
SiSa tussen
medeoverheden
Opgebouwde reserve ultimo
Besteding (jaar T) aan
(jaar T-1)
afspraken over voor- en
vroegschoolse educatie met
bevoegde gezagsorganen van
scholen, houders van kindcentra
en peuterspeelzalen (conform
artikel 167 WPO)
Aard controle R
Indicatornummer: D9 / 02
Aard controle R
Indicatornummer: D9 / 03
Aard controle R
Indicatornummer: D9 / 04
€ 691.745
€ 68.482
€ 1.803.894
Besteding (jaar T) ten laste van Besteding (jaar T) ten laste van Besteding (jaar T) ten laste van
provinciale middelen
eigen middelen
bijdragen door derden =
contractpartners (niet rijk,
provincie of gemeente)
Besteding (jaar T) ten laste
van rentebaten gemeente op
door provincie verstrekte
bijdrage NSL
Teruggestort/verrekend in
(jaar T) in verband met niet
uitgevoerde maatregelen
Provinciale beschikking
en/of verordening
Gemeenten en
gemeenschappelijke
regelingen (Wgr) (SiSa
tussen medeoverheden)
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 01
1 2008-001906
Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R
Indicatornummer: E11B / 02
Aard controle R
Indicatornummer: E11B / 03
€ 141.315
Cumulatieve besteding ten laste
van provinciale middelen tot en
met (jaar T)
€0
Cumulatieve besteding ten laste
van eigen middelen tot en met
(jaar T)
€0
€0
Cumulatieve besteding ten laste
van bijdragen door derden =
contractpartners (niet rijk,
provincie of gemeente) tot en
met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming van
de juistheid en volledigheid van
de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming van
de juistheid en volledigheid van
de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming van
de juistheid en volledigheid van
de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 07
1 2008-001906
Kopie beschikkingsnummer
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 08
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 09
€ 259.036
Cumulatieve besteding ten laste
van rentebaten gemeente op
door provincie verstrekte
bijdrage NSL tot en met (jaar T)
€ 149.713
Cumulatief
teruggestort/verrekend in (jaar
T) in verband met niet
uitgevoerde maatregelen tot en
met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming van
de juistheid en volledigheid van
de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming van
de juistheid en volledigheid van
de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 11
1 2008-001906
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 12
€0
Aard controle R
Indicatornummer: E11B / 04
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 10
€0
Eindverantwoording Ja/Nee
Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit
dat het project is afgerond en u
voor het komende jaren geen
bestedingen meer wilt
verantwoorden
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 13
€0
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E11B / 14
Nee
315
Aard controle R
Indicatornummer: E11B / 05
Aard controle R
Indicatornummer: E11B / 06
€0
I&M
E27B
Brede doeluitkering
verkeer en vervoer SiSa
tussen medeoverheden
Hieronder per regel één
beschikkingsnummer en in de
kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) ten laste van Overige bestedingen (jaar T)
provinciale middelen
Provinciale beschikking
en/of verordening
Correctie ten opzichte van tot Correctie ten opzichte van
jaar T verantwoorde
tot jaar T verantwoorde
bestedingen ten laste van
overige bestedingen
provinciale middelen
Indien de correctie een
vermeerdering van
bestedingen betreft, mag het
alleen gaan over nog niet
eerder verantwoorde
bestedingen
Gemeenten en
Gemeenschappelijke
Regelingen
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 01
1 2005-011640 Ring van
Apeldoorn
2 2012-021029 Laan van
Malkenschoten
3 2011-016347 Arnhemseweg
4 2011-020497 Taxibus
5 2010-021563 Brinkparkgarage
6 2009-004658 Ophogen
halteplaatsen
7 2011-015155 Informatiezuilen
en panelen
8 WV2001-49952 Rotonde Laan
van Westenenk-Arnhemseweg
9 WV2001-54172 Kayersdijk
(2013.017933)
Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R
Indicatornummer: E27B / 02
Aard controle R
Indicatornummer: E27B / 03
Indien de correctie een
vermeerdering van
bestedingen betreft, mag het
alleen gaan over nog niet
eerder verantwoorde
bestedingen
Aard controle R
Indicatornummer: E27B / 04
Aard controle R
Indicatornummer: E27B / 05
€0
€0
€ 334.297
€ 334.297
€ 498
€ 6.849
€0
€0
€ 67.245
€ 44.985
€ 211.433
€0
€ 67.623
€0
€ 211.433
€0
-€ 398.780
€0
-€ 2.122
€ 297.496
€ 401.019
€0
€ 2.122
€ 243.466
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
Cumulatieve besteding ten laste Cumulatieve overige
Toelichting
van provinciale middelen
bestedingen tot en met (jaar T)
tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van
de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van
de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 06
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 07
1 2005-011640 Ring van Apeldoorn
€ 334.297
2 2012-021029 Laan van
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 08
€ 334.297
€ 498
€ 6.849
3 2011-016347 Arnhemseweg
€ 466.025
€ 468.642
4 2011-020497 Taxibus
5 2010-021563 Brinkparkgarage
€ 202.527
€ 213.555
€0
€ 213.555
6 2009-004658 Ophogen
€ 549.840
€ 243.466
€ 170.701
€0
Eindverantwoording Ja/Nee
Als u kiest voor ‘ja’, betekent
dit dat het project is afgerond
en u voor de komende jaren
geen bestedingen meer wilt
verantwoorden
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 09
Subsidie is in 2009 niet
verantwoord. In overleg met de
Provincie mag dit alsnog.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 10
Ja
Nee
Malkenschoten
halteplaatsen
7 2011-015155 Informatiezuilen en
panelen
8 WV2001-49952 Rotonde Laan van € 238.879
€ 238.879
Westenenk-Arnhemseweg
9 WV2001-54172 Kayersdijk
€ 47.194
€ 178.211
Gerealiseerd Ja/Nee
Besteding (jaar T)
(2013.017933)
I&M
E28C
Regionale
mobiliteitsfondsen SiSa
tussen medeoverheden
Hieronder per regel één
beschikkingsnummer en in de
kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
In de Sisa 2012 is geen rekening Nee
gehouden met de verdeling
tussen Provinciale en eigen
middelen
Ja
In de Sisa 2012 is geen rekening Ja
gehouden met de verdeling
tussen Provinciale en eigen
middelen
In Sisa 2011 is het onjuiste
Ja
bedrag verantwoord. Dit betreft
de correctie.
Subsidie is in 2012 al
Ja
vastgesteld door de Provincie
Subsidie is in 2013 door de
Ja
Provincie vastgesteld
Subsidie is in 2013 door de
Ja
Provincie vastgesteld
Cumulatieve besteding tot en
Te verrekenen met provincie
met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming van
de juistheid en volledigheid van
de verantwoordingsinformatie
Provinciale beschikking,
verordening of
overeenkomst
Gemeenten
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E28C / 01
Aard controle R
Indicatornummer: E28C / 02
file
1 2010-020913 Met de fiets minder Ja
Kopie beschikkingsnummer
Toelichting
Aard controle R
Indicatornummer: E28C / 03
€0
Eindverantwoording Ja/Nee
Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit
dat het project is afgerond en u
voor het komende jaren geen
bestedingen meer wilt
verantwoorden
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E28C / 06
1 2010-020913 Met de fiets minder
file
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E28C / 07
Subsidie is in 2012 vastgesteld
door de Provincie
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E28C / 08
Ja
316
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E28C / 04
€ 169.831
Aard controle R
Indicatornummer: E28C / 05
€ 169.831
317
SZW
G2
Gebundelde uitkering op
grond van artikel 69
WWB_gemeente 2013
Besteding (jaar T) algemene
bijstand
Baten (jaar T) algemene
bijstand (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Alle gemeenten
I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
verantwoorden hier het
gemeentedeel over (jaar
T), ongeacht of de
gemeente in (jaar T) geen,
enkele of alle taken heeft
uitbesteed aan een
Openbaar lichaam
opgericht op grond van
Aard controle R
Aard controle R
de Wgr.
Indicatornummer: G2 / 01
G3
Baten (jaar T) IOAW (exclusief
Rijk)
Besteding (jaar T) IOAZ
Baten (jaar T) IOAZ
(exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze
werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze
werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 03
Indicatornummer: G2 / 02
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 04
€ 43.581.576
Besteding (jaar T) Bbz 2004
levensonderhoud beginnende
zelfstandigen
€ 1.302.012
Baten (jaar T) Bbz 2004
levensonderhoud beginnende
zelfstandigen
€ 1.761.274
€ 27.420
Baten (jaar T) WWIK (exclusief Volledig zelfstandige uitvoering
Rijk)
Ja/Nee
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud beginnende
zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud beginnende
zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen
kunstenaars (WWIK)
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 07
SZW
Besteding (jaar T) IOAW
€ 353.609
Besluit bijstandverlening Besteding (jaar T)
levensonderhoud gevestigde
zelfstandigen 2004
zelfstandigen (exclusief Bob)
(exclusief
levensonderhoud
beginnende
zelfstandigen)_gemeente
2013
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 08
€ 33.260
Besteding (jaar T)
kapitaalverstrekking (exclusief
Bob)
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 06
€ 21.006
Besteding (jaar T) aan
onderzoek als bedoeld in
artikel 56 Bbz 2004 (exclusief
Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Zie de toelichting in de
invulwijzer voor hulp bij het
invullen en de mogelijke
consequenties van een
verkeerde keuze.
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 09
€0
Baten (jaar T) levensonderhoud
gevestigde zelfstandigen
(exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 05
€ 276.916
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2 / 10
Ja
Baten (jaar T)
kapitaalverstrekking (exclusief
Bob) (exclusief Rijk)
Besluit bijstandverlening
zelfstandigen (Bbz) 2004
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 01
Alle gemeenten
€ 251.037
verantwoorden hier het
gemeentedeel over (jaar Baten (jaar T) Bob (exclusief
Rijk)
T), ongeacht of de
gemeente in (jaar T) geen,
enkele of alle taken heeft
uitbesteed aan een
Openbaar lichaam
opgericht op grond van
de Wgr.
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 02
€ 45.044
Besteding (jaar T) aan
uitvoeringskosten Bob als
bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
G5
Wet participatiebudget
(WPB)_gemeente 2013
Wet participatiebudget
(WPB)
Alle gemeenten
verantwoorden hier het
gemeentedeel over (jaar
T), ongeacht of de
gemeente in (jaar T) geen,
enkele of alle taken heeft
uitbesteed aan een
Openbaar lichaam
opgericht op grond van
de Wgr.
€0
Het aantal in (jaar T) bij een
ROC ingekochte contacturen
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 04
€ 221.586
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 05
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 06
€ 145.273
€0
Waarvan baten (jaar T) van
educatie bij roc’s
Besteding (jaar T) Regelluw
Zie de toelichting in de
invulwijzer voor hulp bij het
invullen en de mogelijke
consequenties van een
verkeerde keuze.
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 07
SZW
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 03
€ 23.877
Volledig zelfstandige uitvoering
Ja/Nee
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 08
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G3 / 09
€0
Ja
Besteding (jaar T)
participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk)
educatie bij roc's
participatiebudget
Let op: Dit is de enige
gelegenheid om verantwoording
af te leggen over deze
taakuitvoering
Let op: Deze verantwoording
kan niet door een
gemeenschappelijke regeling
worden uitgevoerd, ongeacht de
keuze van de gemeente bij
indicator G5/02
Aard controle D1
Indicatornummer: G5 / 01
2415
Volledig zelfstandige uitvoering
Ja/Nee
Dit onderdeel is uitsluitend
van toepassing op
gemeenten die in (jaar T-1)
duurzame plaatsingen van
inactieven naar werk hebben
gerealiseerd en verantwoord
aan het Rijk
De zelfstandige uitvoering
betreft de indicatoren G5/03 tot
en met G5/07
Zie de toelichting in de
invulwijzer voor hulp bij het
invullen en de mogelijke
consequenties van een
verkeerde keuze
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G5 / 02
Ja
Aard controle R
Indicatornummer: G5 / 03
€ 7.230.465
Aard controle R
Indicatornummer: G5 / 04
€ 399.038
Aard controle R
Indicatornummer: G5 / 05
€ 5.527
318
Aard controle R
Indicatornummer: G5 / 06
€0
Aard controle R
Indicatornummer: G5 / 07
€0
H1
Ministeriële regeling
heroïnebehandeling
Gerealiseerde behandelplaatsen Gerealiseerde behandelplaatsen Besteding (jaar T)
(jaar T)
(jaar T)
Regeling
heroïnebehandeling
Afspraak
Gemeenten
Realisatie
Aard controle D1
Indicatornummer: H1 / 01
30
Aard controle D1
Indicatornummer: H1 / 02
30
Aard controle R
Indicatornummer: H1 / 03
€ 612.672
319
320
Bijlage K
Verschillen tussen de tussentijdse rapportage en
jaarrekening
321
322
Afwijkingen in de jaarrekening 2013
Gemelde afwijkingen in de TURAP
verschil t.o.v. de 2e TURAP
Lasten
+ = nadeel
Lasten
+ = nadeel
(C) - (B)
Programma
Lasten
Baten
Saldo
+ = nadeel + = voordee; + = voordeel
Baten
Saldo
+ = voordee; + = voordeel
Baten
Saldo
+ = voordeel + = voordeel
1: Bestuur, (wijk)organisaties, burgerzaken en financiën
overige producten op programma 1
851
3.410
2.559
-753
3.316
4.069
1.604
94
960 Saldi kostenplaatsen
11.256
16.527
5.271
0
0
0
11.256
16.527
5.271
Resultaat programma 1 vòòr bestemming
12.107
19.939
7.832
-753
3.316
4.069
12.860
16.623
3.763
Bestemming programma 1 via functie 980
-1.510
8.995
2.779
-6.216
4.286
0
-4.286
4.709
2.779
-1.930
21.102
22.718
1.616
3.533
3.316
-217
17.569
19.402
1.833
Resultaat programma 2 vòòr bestemming
1.778
2.390
612
0
0
0
1.778
2.390
612
Bestemming programma 2 via functie 980
1.055
75
-980
0
0
0
1.055
75
-980
Resultaat programma 2 na bestemming
2.833
2.465
-368
0
0
0
2.833
2.465
-368
Resultaat programma 3 vòòr bestemming
3.101
8.043
4.942
-2.567
-1.281
1.286
5.668
9.324
3.656
Bestemming programma 3 via functie 980
5.130
-471
-5.601
3.341
1.217
-2.124
1.789
-1.688
-3.477
Resultaat programma 3 na bestemming
8.231
7.572
-659
774
-64
-838
7.457
7.636
179
Resultaat programma 1 na bestemming
2: Veiligheid
3: Openbare ruimte
4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
Resultaat programma 4 vòòr bestemming
-1.869
-1.166
703
-270
-220
50
-1.599
-946
653
Bestemming programma 4 via functie 980
1.025
-73
-1.098
130
0
-130
895
-73
-968
-844
-1.239
-395
-140
-220
-80
-704
-1.019
-315
2.580
Resultaat programma 4 na bestemming
5: Jeugd en onderwijs
Resultaat programma 5 vòòr bestemming
-2.346
734
3.080
100
600
500
-2.446
134
Bestemming programma 5 via functie 980
909
172
-738
-100
0
100
1.009
172
-838
-1.437
905
2.342
0
600
600
-1.437
305
1.742
Resultaat programma 6 vòòr bestemming
5.876
4.451
-1.425
2.760
0
-2.760
3.116
4.451
1.335
Bestemming programma 6 via functie 980
1.076
40
-1.036
0
0
0
1.076
40
-1.036
Resultaat programma 6 na bestemming
6.952
4.491
-2.461
2.760
0
-2.760
4.192
4.491
299
Resultaat programma 7 vòòr bestemming
-5.145
671
5.816
-3.935
450
4.385
-1.210
221
1.431
Bestemming programma 7 via functie 980
631
0
-631
200
0
-200
431
0
-431
-4.514
671
5.185
-3.735
450
4.185
-779
221
1.000
Resultaat programma 8 vòòr bestemming
-495
-104
391
0
0
0
-495
-104
391
Bestemming programma 8 via functie 980
0
-43
-43
0
0
0
0
-43
-43
-495
-147
348
0
0
0
-495
-147
348
Resultaat programma 5 na bestemming
6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt
7: Zorg en welzijn
Resultaat programma 7 na bestemming
8: Sport en cultuur
Resultaat programma 8 na bestemming
9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Overige producten op programma 9
-2.110
-2.985
-875
772
-1.549
-2.321
-2.882
-1.436
1.446
830 Bouwgrondexploitatie
-5.946
-12.012
-6.066
0
-1.750
-1.750
-5.946
-10.262
-4.316
Resultaat programma 9 vòòr bestemming
-8.056
-14.997
-6.947
772
-3.299
-4.071
-8.828
-11.698
-2.870
Bestemming programma 9 via functie 980
-8.021
-3.871
4.150
-400
1.921
2.321
-7.621
-5.792
1.829
-16.077
-18.868
-2.797
372
-1.378
-1.750
-16.449
-17.490
-1.041
Resultaat programma 9 na bestemming
Totaal programma 1 t/m 9
Resultaat vòòr bestemming (= functie 970)
4.950
19.952
15.002
-3.893
-434
3.459
8.843
20.386
11.543
Bestemming via functie 980
10.802
-1.398
-12.200
7.457
3.138
-4.319
3.345
-4.536
-7.881
Resultaat na bestemming (= functie 990)
15.752
18.554
2.802
3.564
2.704
-860
12.188
15.850
3.662
323
Op de volgende twee pagina’s treft u een overzicht van de voornaamste verschillen aan.
1: Bestuur, (wijk)organisaties, burgerzaken en financiën
Het resultaat vóór bestemming bedraagt € 7,8 mln. Daarmee is ten
een voordeel van ca € 3,8 mln. Dat is opgebouwd uit:
- een voordeel op bedrijfsvoeringskosten
- andere verwerking van GSO-gelden voorschotten
- een hogere algemene uitkering o.b.v. de december cirulaire
- overige (per saldo)
opzichte van de TURAP sprake van
voordeel
nadeel
voordeel
nadeel
€ 5,3 mln
€ 3,1 mln
€ 2,5 mln
€ 0,9 mln
Het grootste verschil is ontstaan op bedrijfsvoeringskosten. In de TURAP staan afwijkingen, maar per
saldo is géén verschil gemeld. De afwijkingen in rekening voor vacatureruimte (€ 1,6 mln. voordeel) en
inhuur (€ 1,3 mln nadeel) zijn veel lager dan de getallen in de TURAP (resp.
€ 3,8 mln. en € 3 mln.).
In de TURAP is het hogere voorschot aan GSO-gelden gemeld als een in de BROA te storten voordeel.
In de rekening is dit bedrag administratief niet als BROA-storting maar als vooruit ontvangen geld van
een medeoverheid verwerkt. Daardoor is het voordeel komen te vervallen.
Begin 2014 heeft u de raad gerapporteerd over het voordeel op de Algemene uitkering
Ten opzichte van de TURAP wordt € 1,9 mln meer gestort in de reserves. De verschillen:
- storting in de algemene reserve van “voordelen 2013”
nadeel € 6,4 mln
- per saldo lagere storting in de BROA
voordeel € 4,6 mln
- overige (per saldo)
nadeel € 0,1 mln
Op de lagere storting in de BROA is hierboven al ingegaan. Op de storting in de algemene reserve van
de “voordelen 2013” ben ik eerder in deze rapportage ingegaan.
2: Veiligheid
Het resultaat vóór bestemming is € 0,6 mln voordelig terwijl in de TURAP geen afwijking is gemeld. Net
als vorig jaar betreft het voornaamste voordeel het niet bestede deel van bijdrage Rijk voor
munitieruiming van € 1 mln dat via de reserve overlopende projecten (ROP) naar 2014 wordt
overgeheveld. Hierover is niets in de 2e TURAP gemeld. De oorzaak ligt in het in mei bekend zijn van de
rijksbijdrage
3: Openbare ruimte
In de jaarrekening is sprake van een voordelig resultaat vóór bestemming van € 4,9 mln. Daarmee is ten
opzichte van de TURAP sprake van een voordeel van ca € 3,6 mln. Een groot voordeel ten opzichte van
de TURAP betreft de behaalde BTW teruggave van € 1,8 mln. op basis van een uitspraak van de Hoge
raad. Dit voordeel is gestort in de reserve bereikbaarheid binnenstad.
Andere voordelen zijn ontstaan doordat minder is uitgegeven dan begroot. Veel daarvan gaat terug naar
de BROA of wordt via de Reserve Overlopende projecten naar 2014 overgeheveld. De bedragen vallen
fors hoger uit dan in de TURAP gemeld. Uit de rekening blijkt verder dat voor de herinrichting en
rioolvervanging van het Caterplein en de projecten voor Beekherstel externe bijdragen zijn ontvangen.
Daarover stond verder geen informatie in de TURAP.
4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
Het voordelig resultaat vóór bestemming bedraagt € 0,7 mln. (TURAP € 0,1 mln. voordeel).
Het voordeel heeft vooral betrekking op de afvalverwijdering en is in de jaarrekening toegelicht.
5: Jeugd en onderwijs
In de jaarrekening is sprake van een resultaat vóór bestemming van ca € 3,1 mln voordelig. Ten
opzichte van de TURAP betekent dit een voordeel van ca € 2,6 mln. Dit betreft onder meer
€ 0,7 mln voor de decentralisatie van de jeugdzorg dat naar 2014 wordt overgeheveld. De jaarrekening
bevat een uitgebreide opsomming van de overige verschillen.
324
6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt
In de jaarrekening is sprake van een resultaat vóór bestemming van ca € 1,4 mln nadelig. Dat nadeel
valt ten opzichte van de TURAP (eveneens) € 1,4 lager uit. Dat komt voornamelijk doordat eind 2013
een bedrag van € 0,9 mln. is ontvangen voor het actieplan Jeugwerkloosheid en regionale
werkgeversdienstverlening. Dat bedrag wordt via de Reserve Overlopende projecten naar 2014
overgeheveld.
7: Zorg en welzijn
Programma 7 kent op jaarrekeningbasis een voordelig saldo vóór bestemming van € 5,8 mln. Ten
opzichte van de TURAP valt het voordeel van € 1,4 mln hoger uit. Dit voordeel is bij diverse
beleidsproducten ontstaan (o.a. HV, PGB en de WVG
8: Sport en cultuur
Bij dit programma is (t.o.v. de TURAP) sprake van een voordelig verschil van ca € 0,4 mln.
9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Op programma 9 is vóór bestemming sprake van een nadeel van € 6,9 mln. In de TURAP is een nadeel
van ca € 4,1 mln gemeld. Het verschil ten opzichte van de TURAP is ontstaan bij het Grondbedrijf, waar
sprake is van een nadelig resultaat van € 2,8 mln. In de begroting werd een voordeel van € 2,6 mln
verwacht. Per saldo betekent dit een nadeel van € 5,4 mln.
In de TURAP is voor het Grondbedrijf een rekenkundig nadeel van € 1,8 mln. meegenomen.
Dat bedrag is namelijk het middenpunt van de TURAP aangegeven bandbreedte van - € 8,5 mln tot € 5
mln. Zoals in de TURAP aangegeven zou het rekeningresultaat mede afhangen van de keuzes die uw
raad zou maken over kaderwijzigingen.
In de TURAP werd er nog vanuit gegaan dat u voorgesteld zou worden het uiteindelijke
rekeningresultaat van het Grondbedrijf te verrekenen met de betreffende bestemmingsreserve. In de nu
voorliggende stukken wordt hiervan afgeweken. Aangezien géén sprake is van een voordelig resultaat
vervalt de in de begroting opgenomen dotatie van € 2,6 mln in de bovengenoemde
bestemmingsreserve.
325
326
Bijlage L
Controleverklaring
327
328
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: de Gemeenteraad van de gemeenteApeldoorn
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 (onderdeel A), de bijlage WNT (bijlage I) en de
SiSa-bijlage (bijlage J) van gemeenteApeldoorn gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31
december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een
overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de
SISA-bijlage.
Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Apeldoorn is verantwoordelijk voor het
opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in
overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en
semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag’ in overeenstemming met het in
Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en
passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en
balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in
overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke
verordeningen.
Het College van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne
beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming
van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg
van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij
hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse
controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden en de ‘Beleidsregels toepassing
WNT’, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische
voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid
wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de
bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de
door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de
jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die
relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de
rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van
controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet
tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de
gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor
financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door
het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie
van het algehele beeld van de jaarrekening.
329
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3%
van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is door de Gemeenteraad bij
raadsbesluit van14november2013vastgesteld. Voor de in de toelichting opgenomen verantwoording uit
hoofde van de WNT zijn de in de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het Controleprotocol WNT
opgenomen controletoleranties gehanteerd.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een
onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening (inclusief bijlagen I en J) van gemeente Apeldoorneen getrouw beeld
van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31
december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over
2013, in alle van materieel belang zijnde aspecten, rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming
met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen.
Benadrukking van het belang van de toelichtingop de negatieve algemene
reserve
Wij vestigen de aandacht op de paragraaf ‘ Weerstandsvermogen’ en de toelichting op de jaarrekening
onderdeel ‘Algemene reserve’, waarin de financiële positie is uiteengezet en waaruit onder andere blijkt dat
de stand van de algemene reserve per ultimo 2013 € 25 mln. negatief bedraagt. Tevens is toegelicht dat het
College van Burgemeester en Wethouders in 2012afspraken heeft gemaakt met de gemeenteraad om in de
komende tien jaar een zodanig financieel beleid te voeren dat de algemene reserve op een adequaat niveau
gebracht wordt. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen
beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening
Amsterdam,6 mei 2014
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door R. Goldstein RA
330