Jaarstukken 2013 Gemeente Apeldoorn 1 2 Inhoudsopgave Inleiding 5 A Jaarrekening 1 Waarderingsgrondslagen 1.1 1.2 1.3 Algemeen Waarderingsgrondslagen Grondslagen voor resultaatbepaling 11 11 14 2 Balans 2.1 2.2 Algemeen Balans per 31 december 2013 17 17 3 Toelichting op balans 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen op korte termijn Liquide middelen Overlopende activa Eigen vermogen Voorzieningen Schulden op lange termijn Schulden op korte termijn Overlopende passiva 21 22 24 29 30 30 32 34 35 36 37 4 Programmarekening 4.1 4.2 Algemeen Programmarekening 41 42 3 B Jaarverslag 5 Programmaverantwoording 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 6 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Veiligheid Openbare ruimte Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Jeugd en onderwijs Werk, inkomen en arbeidsmarkt Zorg en welzijn Sport en cultuur Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen 51 71 77 93 101 117 129 143 157 Paragrafen 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf weerstandsvermogen onderhoud kapitaalgoederen financiering verbonden partijen grondbeleid lokale heffingen bedrijfsvoering Dienstverlening Veiligheid gemeentebreed vastgoed 177 198 206 211 223 233 239 246 249 251 C Bijlagen bij de jaarrekening A B C D E F G H I J K L Staat van reserves en voorzieningen Specificatie bestemmingsreserve Apeldoorn (BROA) Specificatie Algemene reserve Specificatie reserve overlopende projecten Specificatie over te boeken kredieten Staat van investeringen en kapitaallasten Niet uit de balans blijkende verplichtingen Verloopstaat overlopende activa en passiva “Medeoverheden” WNT* SISA-bijlage Verschillen tussen de tussentijdse rapportage en jaarrekening Controleverklaring * Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT) 4 259 265 273 279 289 297 301 305 309 313 321 327 Inleiding Met deze concernjaarstukken over het jaar 2013 leggen wij zowel in financiële als in beleidsmatige zin verantwoording af over het door ons gevoerde beleid. Nieuw ten opzichte van voorgaande concernjaarstukken is, mede op verzoek van de rekenkamercommissie, dat er is gekozen voor een toegankelijkere verantwoording. Naast dit reguliere boekwerk hebben we een afzonderlijk document “Jaarstukken in vogelvlucht” opgesteld. Hiermee is gepoogd om voor uw raad en de Apeldoornse inwoners op een beknopte wijze inzicht te bieden in de bereikte prestaties. De nota van aanbieding, die voorheen in dit boekwerk was opgenomen, treft u in de jaarstukken in vogelvlucht. In dit boekwerk staan alle details en kan worden gezien als naslagwerk. Dit boekwerk bestaat uit de jaarrekening en het jaarverslag. In de jaarrekening treft u naast de balans en programmarekening op beleidsproductniveau een analyse aan van de financiële afwijkingen. Daarnaast geven de diverse bijlagen onder andere inzicht in de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en het verloop van reserves en voorzieningen. Voorts bieden wij u in de bijlagen ook inzicht in de projecten die in 2013 nog niet geheel zijn afgerond en waarvoor gelden naar 2014 worden overgeheveld. De overheveling van budgetten voldoet aan de “Kaderstelling overlopende budgetten en kredieten” (bijlage bij de nota reserves en voorzieningen), die uw raad in december 2010 heeft vastgesteld. In het jaarverslag vindt u de bereikte maatschappelijke effecten en geleverde prestaties. Deze worden vergeleken met de in de Begroting Bestaand Beleid 2013-2016 en Zomernota 2012 gemaakte afspraken. Nieuw is dat er aan de prestaties kleuren zijn gegeven, zodat u in één oogopslag kunt zien of de prestatie is gehaald (groen), onderhanden is (blauw) of nog niet gestart (rood). De kleuren zijn bepaald ten opzichte van de planning 2013. Daarnaast rapporteren wij ook over de bezuinigingstaakstellingen. Op advies van de rekenkamercommissie in het onderzoeksrapport Jaarstukken 2012 betrekken wij hierbij ook de maatschappelijke effecten. Ten slotte treft u in de concernjaarstukken van 2013 een aantal paragrafen aan, die deels op grond van landelijke regelgeving verplicht zijn voorgeschreven. In de paragraaf financiering is op het verzoek van het presidium een analyse op de houdbaarheid van onze financiën toegevoegd. Dit op basis van een model dat is ontwikkeld door de VNG. 5 6 A Jaarrekening 2013 Jaarstukken 2013 Gemeente Apeldoorn 7 8 1 Waarderingsgrondslagen . Jaarrekening 2013 Gemeente Apeldoorn 9 10 1. Waarderingsgrondslagen 1.1 Algemeen De gemeentewet schrijft voor dat het College van Burgemeester en Wethouders middels een jaarrekening, jaarverslag en de bijbehorende accountantsverklaring verantwoording dient af te leggen aan de raad over het gevoerde financiële beheer in een bepaald begrotingsjaar. Alle eenheden van de Gemeente leveren een bijdrage aan de jaarrekening en het jaarverslag. 1.2 Waarderingsgrondslagen Algemeen De concernjaarrekening 2013 is opgesteld conform het Besluit Begroting Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs minus de cumulatieve afschrijving. Bij nieuwe investeringen met een waarde groter dan € 2,5 miljoen wordt tevens bouwrente aan het actief toegerekend. Deze bouwrente wordt samen met de kostprijs van het actief geactiveerd. De af te stoten onroerende goederen (het voormalige oneigenlijke woningbezit van het Grondbedrijf) worden gewaardeerd tegen de gecorrigeerde historische kostprijs van 1995. Erfpachtterreinen zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs. Als de contante waarde van de toekomstige canons voor deze terreinen lager is, vindt waardering tegen deze lagere waarde plaats. Verkopen die door middel van een erfpachtcontract plaatsvinden worden gewaardeerd tegen marktwaarde (prijs bij eerste uitgifte), dan wel contante waarde van de toekomstige canons. De afschrijvingen worden maandelijks per investering berekend op basis van de looptijd, het rentepercentage en de afschrijvingsmethode die aan de betreffende investering is toegekend. Het rentepercentage is daarbij gebaseerd op de verwachte gemiddelde levensduur van het activum. Daarbij geldt dat een langere levensduur ook een hoger rentepercentage tot gevolg heeft. Immers, hoe langer de looptijd hoe groter de onzekerheid over de te verwachten renteontwikkeling. Verder wordt voor nieuwe investeringen in beginsel de annuïtaire afschrijvingsmethode gehanteerd. Uitzondering hierop zijn de investeringen in onderwijshuisvesting. Deze worden lineair afgeschreven. De levensduur van een activum kan variëren van 3 jaar (voor bepaalde automatiseringsmiddelen) tot 60 jaar (voor bijvoorbeeld de stichtingskosten van onderwijsgebouwen). 11 Investeringen met economisch nut* Investeringen met een economisch nut (verplicht activeren): • Stichtingskosten onderwijsgebouwen (excl. grond) • Uitbreiding onderwijsgebouwen • Stichtingskosten gymnastieklokalen en sporthallen onderwijs • Stichtingskosten nieuwbouw woningen en gebouwen • Rioleringen (aanleg, vervanging en herstel) • Parkeergarages • Gymnastieklokalen en sporthallen (excl. onderwijs) • Aanleg sportvelden • Woonwagenlocaties • Lichtinstallaties sportaccommodaties • Onderlaag/fundering kunstgrasveld • Renovatie sportaccommodaties • Uitbreiding, verbouwing woningen en gebouwen • Algemene technische installaties (inclusief onderwijs) • Inrichtingskosten sportaccommodaties • Liftinstallatie • Centrale verwarmingsinstallatie • Installaties klimaatbeheersing • Semi-permanente bebouwing • Renovatie onderwijsgebouwen • Telefooncentrale • Noodgebouwen (oude bouwstijl) • Gymnastiekmateriaal (excl. onderwijs) • Kunstgrasvelden (toplaag) • Meubilair, inventaris, diverse kleine voorzieningen • Stemmachines • Tijdelijke noodgebouwen/huisvesting • Transportmiddelen, auto’s, aanhangwagens, motorvoertuigen • Automatiseringsapparatuur • Gereedschappen, verbindingsmiddelen • Software 60 60 60 40 40 40 40 40 30 25 25 20 20 20 20 20 20 20 20 20 10 15 10 10 10 10 5 5 à 15 3à5 5 5 * investeringen met een economisch nut betreffen investeringen die verhandelbaar zijn of bijdragen in de mogelijkheid tot het verwerven van middelen. Investeringen met maatschappelijk nut Investeringen met een maatschappelijk nut (onder andere de aanleg van parken) worden in de meeste gevallen niet geactiveerd. Dit is overeenkomstig het BBV waarin wordt verzocht om investeringen met een maatschappelijk nut bij voorkeur niet te activeren. De uitgaven voor deze investeringen worden direct verrekend met de exploitatie. Alleen bij hoge uitzondering kan van deze regel afgeweken worden. Voor een uitgebreide beschrijving van het afschrijvingsbeleid van de Gemeente Apeldoorn kunt u de kadernotitie afschrijvingsbeleid en waardering van activa raadplegen die op 17 oktober 2013 door uw raad is vastgesteld. Financiële vaste activa De belangen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en effecten worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Langlopende leningen worden opgenomen tegen de nominale waarde of lagere marktwaarde. 12 Voorraden (exclusief Grondbedrijf) De voorraden worden gewaardeerd tegen aanschaffing- of vervaardigingprijs. Alleen als de marktwaarde lager ligt, zal waardering tegen de marktwaarde plaatsvinden. Voorraden grond De in exploitatie genomen complexen worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs. Hierbij geldt dat indien de boekwaarde (het saldo van de gemaakte kosten minus ontvangen opbrengsten) niet meer goed gemaakt kan worden vanuit het positieve saldo van de toekomstige opbrengsten en kosten, er een verliesvoorziening wordt gevormd. Voor de niet in exploitatie genomen complexen geldt de volgende werkwijze: • als er sprake is van een “reëel en stellig voornemen” tot bouwrijp maken mogen er kosten geactiveerd worden tot aan de (laagste denkbare) verwachte marktwaarde. Indien de boekwaarde hoger is dan de verwachte marktwaarde, wordt het verschil als verlies genomen via een verliesvoorziening. Er hoeft echter niet meer afgeboekt te worden dan tot aan de huidige marktwaarde; • als er geen sprake (meer) is van een “reëel en stellig voornemen” tot bouwrijp maken dan worden deze complexen opgenomen onder de voorraad grond- en hulpstoffen en worden deze gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Een verschil wordt als verlies genomen ten laste van de reserve grondbedrijf. Vorderingen Vorderingen zijn opgenomen tegen de nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor (eventuele) oninbaarheid. Overlopende activa De overlopende activa zijn opgenomen tegen de nominale waarde. Algemene reserve Algemene reserves zijn reserves waar de raad geen specifieke bestemming aan heeft gegeven. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de raad wel een specifiek doel heeft gegeven. Binnen de bestemmingsreserves is een onderscheid mogelijk tussen wettelijke reserves, egalisatiereserves en overige bestemmingsreserves. De Algemene reserve van het Grondbedrijf wordt bijvoorbeeld in dit kader ook gezien als een bestemmingsreserve. Rentetoevoeging reserves Met uitzondering van de reserve VNB gelden en de ‘reserves overlopende projecten’ geldt dat jaarlijks rente over de reserves wordt berekend. De rente wordt aan bestemmingsreserves toegevoegd, als een reserve concrete bestedingsverplichtingen kent en waarbij rentetoevoeging noodzakelijk is, om aan die verplichtingen te kunnen voldoen. De berekende rente over de overige reserves wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Het rentepercentage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Voor 2013 is dit rentepercentage vastgesteld op 2,5 %, met uitzondering van de kapitaallastenreserves. De rentes van deze reserves zijn gekoppeld aan de rente van het actief waarop de kapitaallastenreserve betrekking heeft. Voor de reserves van het grondbedrijf is een afwijkend rentepercentage vastgesteld. Dit rentepercentage (2013 = 4%) komt overeen met het rentepercentage dat wordt gebruikt bij het berekenen van de rente over de voorraad per 1 januari van het betreffende jaar. 13 Voorzieningen Voorzieningen kunnen (conform de BBV) worden gevormd als sprake is van: • verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wel redelijkerwijs ingeschat kunnen worden; • op balansdatum bestaande risico’s, die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang reeds redelijkerwijs ingeschat kan worden; • toekomstige kosten, mits de oorsprong ligt voorafgaande aan de balansdatum en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren. Voorzieningen worden gevormd tegen nominale waarde, met uitzondering van de voorzieningen wachtgelden personeel. Deze wordt gevormd tegen contante waarde. De voorziening wachtgeld personeel betreft uitsluitend de wachtgeldverplichtingen tot en met 2000. Na de stelselherziening in 2001 (overgang van wachtgeld naar WW) worden de jaarlasten, daar waar bekend, in de begroting geraamd en in de exploitatie verantwoord. Langlopende schulden De langlopende schulden zijn opgenomen tegen nominale waarde. Van langlopende schulden is sprake indien de oorspronkelijke looptijd één jaar of langer is. Kortlopende schulden en vlottende passiva Kortlopende schulden zijn opgenomen tegen nominale waarde. 1.3 Grondslagen voor resultaatbepaling ‘lasten-baten stelsel’ De baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarin de diensten of goederen geleverd zijn (lastenbaten stelsel). De baten en lasten waartussen een causaal verband bestaat, zijn in hetzelfde jaar verantwoord. De verliezen en in redelijkheid te berekenen risico’s, die hun oorsprong vinden in of vóór het verslagjaar zijn verwerkt in de jaarrekening. Winstneming grondbedrijf Wij nemen tussentijds winst voor het deel dat de gerealiseerde opbrengsten hoger zijn dan het totaal van de gerealiseerde kosten en de nog te maken kosten, naar beneden afgerond op € 100.000. Bij afsluiting van een complex wordt het saldo van het complex ten gunste of eventueel ten laste van de reserve grondbedrijf gebracht. Resultaatbestemming Conform het BBV worden de mutaties in de reserves, zowel bij de begroting als de rekening, separaat verantwoord (via functie 980 in de programmarekening). Het jaarrekeningresultaat is hierdoor zowel vòòr als na bestemming* inzichtelijk. * Met bestemming wordt hier de verrekening (storting in/onttrekking uit) met de reserves bedoeld. 14 2 Balans Jaarrekening 2013 Gemeente Apeldoorn 15 16 2. Balans 2.1 Algemeen De balans is een momentopname en geeft inzicht in de vermogenstoestand op een specifieke datum. Aan de debetzijde van de balans zijn de activa / bezittingen opgenomen. Onder deze bezittingen vallen niet alleen tastbare zaken zoals gebouwen en voorraden maar ook de vorderingen die de gemeente op derden heeft. De creditzijde van de balans geeft de passiva / financieringsbronnen weer. Dit betreft onder andere de gevormde voorzieningen en reserves en de schulden op lange en korte termijn. De indeling van de balans zoals deze hieronder is toegepast is overeenkomstig het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De kolom mutatie is aanvullend opgenomen om meer inzicht te geven in de mutaties die in 2013 hebben plaatsgevonden. Bij de toelichting op de balans is per post een toelichting opgenomen waarin de grotere mutatie in het jaar nader wordt verklaard. 2.2 Balans per 31 december 2013 Balans Gemeente Apeldoorn per 31 december 2013 (bedragen x € 1.000) 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 18.039 520.978 17.047 537.055 992 -16.077 4.117 21.686 3.591 38.541 2.573 879 4.117 44.048 3.835 38.190 1.524 0 -22.362 -244 351 2.573 -645 610.404 645.816 -35.412 Vlottende activa 03 Voorraden - Niet in exploitaitie genomen bouwgronden - Overige grond en hulpstoffen - In exploitatie genomen boouwgronden/Onderhanden werk - Vooruitbetalingen 10.979 29.189 58.244 27 13.193 19.209 78.617 57 -2.214 9.980 -20.373 -30 04 Vorderingen korte termijn (< 1 jaar) - Vorderingen op openbare lichamen - Overige vorderingen 21.075 12.515 19.189 10.226 1.886 2.289 55 4.968 -4.913 2.971 23.228 5.772 24.420 -2.801 -1.192 158.283 175.651 -17.368 768.687 821.467 -52.780 Activa Vaste activa 01 Materiële vaste activa - Maatschappelijk nut - Economisch nut 02 Financiële vaste activa - Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen - Leningen aan woningbouwcorporaties - Leningen aan deelnemingen - Overige langlopende leningen - Bijdrage aaan activa in eigendom van derden - Overige uitzettingen Totaal vaste activa 05 Liquide middelen 06 Overlopende activa - Nog te ontvangen bedragen van overheidslichamen - Overige overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal Activa 17 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie -24.975 64.092 39.117 -23.596 65.726 42.130 -1.379 -1.634 -3.013 2.802 8.900 -6.098 11.137 11.271 -134 88.000 125.000 390.642 30.000 2.434 2 43.000 140.000 443.903 0 2.830 1 45.000 -15.000 -53.261 30.000 -396 1 689.134 692.035 -2.901 Vlottende passiva 10 Schulden met een looptijd < 1 jaar - Kasgeldleningen - Bank- en girosaldi - Overige schulden 25.000 435 3.078 74.000 0 4.383 -49.000 435 -1.305 11 Overlopende passiva - Vooruit ontvangen bedragen van overheidslichamen - Vooruit ontvangen bedragen overig - Overige overlopende passiva 10.863 7.839 32.338 9.325 4.197 37.526 1.538 3.642 -5.188 79.553 129.432 -49.878 768.687 821.467 -52.780 470.734 480.780 -10.046 Passiva Vaste passiva 07 Eigen vermogen - Algemene reserve - Bestemmingsreserve Totaal reserves Rekeningresultaat 08 Voorzieningen 09 Schulden met een looptijd > 1 jaar - Obligatieleningen - Onderhandse leningen van pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - Onderhandse leningen van banken en overige financiële instellingen - Onderhandse leningen van medeoverheden - Onderhandse leningen van overige sectoren (nl) - Waarborgsommen Totaal vaste passiva Totaal vlottende passiva Totaal Passiva Gewaarborgde geldleningen 18 3 Toelichting op de balans Jaarrekening 2013 Gemeente Apeldoorn 19 20 3 Toelichting op de balans 3.1 Materiële vaste activa De materiële vaste activa geven de boekwaarde (aanschafwaarde minus cumulatieve afschrijvingen) weer van alle activa die eigendom zijn van de Gemeente Apeldoorn. Per 31 december 2013 is de stand van de materiële vaste activa als volgt: 01 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 41.533 4.454 411.584 40.827 4.719 422.902 706 -265 -11.318 18.039 36.201 1.357 15.140 10.709 17.047 35.910 3.162 19.243 10.292 992 291 -1.805 -4.103 417 539.017 554.102 -15.085 Materiële vaste activa 01.1 01.2 01.3 01.4 Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwk. werken - maatschappelijk nut - economisch nut 01.5 Vervoermiddelen 01.6 Machines, apparaten en installaties 01.7 Overige materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa De mutatie in materiële vaste activa is het gevolg van de jaarlijkse afschrijvingen, desinvesteringen en investeringen. In onderstaand overzicht is per categorie inzichtelijk gemaakt hoe de mutatie is verdeeld over deze onderdelen. Nieuwe investeringen Desinvesteringen Afschrijving Mutatie 1 Mutatie materiële vaste activa 01.1 01.2 01.3 01.4 Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwk. werken - maatschappelijk nut - economisch nut 01.5 Vervoermiddelen 01.6 Machines, apparaten en installaties 01.7 Overige materiële vaste activa Totaal mutatie materiële vaste activa 707 274 11.592 706 -265 -11.318 1.628 1.676 652 -1.648 1.432 1.942 170 91 636 1.385 515 2.285 924 992 291 -1.805 -4.103 417 4.721 2.468 17.338 -15.085 265 Toelichting (des-)investeringen In 2013 zijn twee grote investeringen, de Brinklaangarage en Post Zuid, in gebruik genomen. Daarnaast zijn in 2013 vervoersmiddelen, machines, apparaten en installaties verkocht aan de VNOG. Ook heeft er verkoop van oneigenlijk woningbezit plaats gevonden. De negatieve investering van machines, apparaten en installaties houdt verband met de afrekening van grote investeringen. Bij deze afrekening heeft een verschuiving tussen de verschillende categorieën binnen de materiële vaste activa plaatsgevonden. 21 Bijdragen van derden Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) mogen bijdragen van derden in mindering worden gebracht op de te activeren investeringen. Investeringen waarop een bijdrage van derden in mindering wordt gebracht, worden daardoor voor een lager bedrag geactiveerd dan waarvoor deze eigenlijk zijn aangeschaft of vervaardigd. In 2013 zijn voor de beken en sprengen (€ 2,8 miljoen) en de Brinklaangarage (€ 1,5 miljoen) bijdragen van derden ontvangen. Investeringen met een maatschappelijk nut De investeringen met een maatschappelijk nut die op de balans staan (01.4) betreffen voor het grootste deel investeringen die betrekking hebben op de aanleg en reconstructie van wegen. Rotondes worden daarbij afgeschreven in 40 jaar. De overige investeringen hebben voor het grootste deel een afschrijvingstermijn van 20 of 25 jaar. Toegerekende rente aan activa In de vermeerderingen van de materiële vaste activa van 2013 is in totaal voor een bedrag van € 160.907 aan toegerekende rente opgenomen. Dit betreft bouwrente die wordt toegerekend aan investeringen groter dan € 2,5 miljoen. Activa in erfpacht Onder de gronden en terreinen (01.1) is voor € 2.285.000 aan grond opgenomen dat in erfpacht is uitgegeven via het grondbedrijf. Het betreft vooral grond die in erfpacht is uitgegeven aan benzinestations. In het boekjaar zijn een verkoop van een bedrijventerrein via erfpacht en een erfpachtcontract voor parkeerterreinen voor een waarde van € 1.682.000 toegevoegd. Onder de activa in erfpacht zijn tevens opgenomen de gronden van een woonwagenlocatie voor een bedrag van € 3.300.000. Dit betekent dat voor totaal € 5.585.000 aan grond in erfpacht is uitgegeven. 3.2 Financiële vaste activa De financiële vaste activa geven de waarde weer van de verstrekte kort- en langlopende geldleningen aan derden. Per 31 december 2013 is de stand van de financiële vaste activa als volgt: 02 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 4.117 4.117 0 21.685 3.591 38.541 44.048 3.835 38.190 -22.363 -244 351 879 1.524 -645 Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen 02.1 Overige verbonden partijen Verstrekte leningen 02.2 Woningbouwcorporaties 02.3 Deelnemingen 02.4 Overige langlopende leningen Vorderingen > 1 jaar 02.5 Vordering opbr. aandelen Nuon Bijdragen aan activa in eigendom van derden 02.6 Bijdragen aan activa in eigendom van derden 2.573 Totaal financiële vaste activa 71.386 22 2.573 91.714 -20.328 02.6 Bijdragen aan activa in eigendom van derden U heeft in 2013 een geactualiseerde kadernotitie afschrijvingsbeleid en waardering activa vastgesteld. Alle investeringen werden voorheen onder de materiële vast activa gepresenteerd. We hebben in het verleden enkele bijdragen gedaan aan activa in eigendom van derden. Deze investeringen hebben wij nu, conform de geactualiseerde kadernotitie afschrijvingsbeleid en waardering activa, onder de financiële vaste activa gepresenteerd. De mutaties in financiële vaste activa zijn het gevolg van nieuw verstrekte langlopende leningen en aflossingen die door derden op de uitstaande leningen zijn gedaan. In onderstaand overzicht is per categorie inzichtelijk gemaakt hoe de mutatie is verdeeld over deze onderdelen. Verstrekte Leningen Ontvangen Aflossingen Mutatie 0 0 0 0 0 1.117 22.363 244 766 -22.363 -244 351 0 645 -645 1.117 24.018 -22.901 Mutatie financiële vaste activa (alleen leningen) Kapitaalverstrekkingen 02.1 Overige verbonden partijen Verstrekte geldleningen 02.2 Woningbouwcorporaties 02.3 Deelnemingen 02.4 Overige langlopende leningen Vorderingen > 1 jaar 02.5 Vordering opbr. aandelen Nuon Totaal financiële vaste activa Toelichting op de belangrijkste mutaties Woningbouwcorporaties (02.2) In 2013 hebben de woningbouwcorporaties voor € 22,4 miljoen afgelost. Deelnemingen (02.3) Dit betreft reguliere aflossingen op verstrekte leningen aan Orpheus. Overige langlopende leningen (02.4) Wij hebben een aanvullende lening verstrekt aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN) met een omvang van afgerond € 1,089 miljoen. Verder is op basis van rekeningcourant afspraken met het Stichting Wereld Natuurhuis € 0,028 miljoen aan leningen verstrekt. De aflossingen betreffen reguliere aflossingen op verstrekte leningen. Vordering opbrengst aandelen Nuon (02.5) In 2009 zijn de aandelen Nuon verkocht. De betaling wordt over een aantal jaren uitgespreid. 23 3.3 Voorraden De stand van de voorraden per 31 december 2013 is als volgt (x € 1.000): 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 17.922 -6.943 10.979 37.114 -23.920 13.194 -19.192 16.977 -2.215 146.924 -88.755 58.169 158.770 -80.962 77.808 -11.846 -7.793 -19.639 03.5 Overige grond- en hulpstoffen 29.189 19.209 9.980 Totaal voorraden grondbedrijf 98.337 110.211 -11.874 03.6 Overige onderhanden werk 75 807 -732 Overigen 03.7 Vooruitbetalingen 27 57 -30 98.439 111.075 -12.636 03 Voorraden Niet in exploitatie genomen bouwgronden 03.1 Niet in exploitatie genomen bouwgronden 03.2 Voorziening niet in exploitatie genomen bouwgronden In exploitatie genomen bouwgronden/Onderhanden werk 03.3 In exploitatie genomen bouwgronden 03.4 Voorziening in exploitatie genomen bouwgronden Totaal voorraden Het verloop van de in exploitatie genomen bouwgronden ziet er als volgt uit: 31-12-2013 Vermeerdering Vermindering 31-12-2012 146.924 22.471 34.317 158.770 Mutatie in exploitatie genomen bouwgronden 03.3 Mutatie in exploitatie genomen bouwgronden Niet in Exploitatie genomen bouwgronden (03.1 en 03.2) Dit betreft gronden waar we in de toekomst nog wat mee willen doen (stellig voornemen) maar die de raad nog niet in exploitatie heeft genomen. De gronden zijn gewaardeerd tegen de huidige marktwaarde. Voor het verschil tussen de bruto boekwaarde (03.1) en de huidige marktwaarde is een verliesvoorziening gevormd (03.2). Het betreft per 31-12-2013 met name gronden in de complexen Kieveen, MarkstraatBeekstraat en Kanaalzone Remeha. De afname van de bruto boekwaarde (03.1) met € 19,2 mln wordt grotendeels veroorzaakt doordat de raad in 2013 het project Ecofactorij II heeft stopgezet. De boekwaarde van € 22,3 mln nadelig per 1-12013 is daardoor afgewaardeerd naar de huidige marktwaarde en de resterende boekwaarde (€ 4 mln) is overgeheveld naar de overige grond- en hulpstoffen. Daarnaast is het complex Kanaalzone Vlijtsepark in 2013 in exploitatie genomen waardoor dit complex (boekwaarde 1-1-2013: € 2,5 mln voordelig) is overgegaan naar de In Exploitatie genomen gronden. De mutatie in de verliesvoorzieningen (03.2) wordt eveneens grotendeels veroorzaakt door het stopzetten van Ecofactorij II. De verliesvoorziening die voor dit complex was gevormd, is in 2013 vrijgevallen ter dekking van de afwaardering van de gronden naar de huidige marktwaarde. 24 In exploitatie genomen bouwgronden (03.3 en 03.4) Dit betreft gronden die onderdeel zijn van complexen die al in exploitatie zijn genomen en veelal in uitvoering zijn. De boekwaarde neemt jaarlijks toe met het saldo van kosten en opbrengsten. Voor het deel van de boekwaarde dat in de toekomst niet meer zal worden terugverdiend, is een verliesvoorziening getroffen. De bruto boekwaarde (03.3) van de In Exploitatie genomen gronden (IEGG) in 2013 met ca € 11,8 mln afgenomen. In 2013 is het complex Kanaalzone Vlijtsepark in exploitatie genomen en is de voordelige boekwaarde toegevoegd aan de IEGG (- € 2,5 mln). Daarnaast is het complex Weteringsbroek aan de IEGG toegevoegd (+ € 1,3 mln). Verder is een deel van de PWA-zone uit exploitatie gehaald en overgeheveld naar de Overige grond- en hulpstoffen (- € 3,7 mln). De overige mutatie in de boekwaarde van de In Exploitatie Genomen Gronden wordt voornamelijk veroorzaakt door ‘reguliere’ kosten en opbrengsten en door winstnames op complexniveau. De grootste mutaties zijn (niet uitputtend en afgerond op € 0,5 mln): Kosten (boekwaarde verhogend) Bouw en woonrijpmaken + Apparaatskosten + Verwervingen + Rentelast + € € € € 8,5 4,0 2,0 6,0 mln mln mln mln Opbrengsten (boekwaarde verlagend) Subsidies - € 1,5 mln Verkoop bouwrijpe grond - € 9,0 mln Bijdragen reserves - € 9,0 mln Overige bijdragen - € 11,5 mln Winstnames (boekwaarde verhogend) Winstnames 2013 + € 3,5 mln (m.n. Erfpacht, Bakershoeve, Bredenoord) Voor een uitgebreide toelichting op de gemaakte kosten en opbrengsten wordt verwezen naar de toelichting op product 830 waar voor het totaal van het Grondbedrijf een toelichting per kostensoort is opgenomen. De omvang van de verliesvoorzieningen (03.4) bij de IEGG is met ca € 7,8 mln toegenomen. Dit wordt allereerst veroorzaakt door een (reguliere) rentetoevoeging van € 3,2 mln per 1-1-2013. Daarnaast is er in 2013 een verliesvoorziening kantoren (€ 4,5 mln) gevormd en zijn er mutaties in verliesvoorzieningen bij diverse complexen (m.n. PWA-zone, afname € 3,3 mln en Groot Zonnehoeve, toename € 2,8 mln). In verband met een te verwachten neerwaartse bijstelling van het kantorenprogramma is een verliesvoorziening kantoren ingesteld. Vanwege de voorzienbaarheid moeten de financiële gevolgen van deze teruggang conform de BBV-regels al wel in het MPG 2014 (en daarmee in de jaarrekening 2013) worden meegenomen. Deze verliesvoorziening kantoren is bepaald op basis van een worst case scenario, waarbij een groot deel van het kantorenprogramma wordt geschrapt en verkoopopbrengsten geheel of gedeeltelijk wegvallen. Binnen welke complexen de teruggang precies zijn beslag zal krijgen, is nog niet zeker. In 2014 wordt deze voorziening kantoren omgezet in projectspecifieke verliesvoorzieningen, wanneer duidelijk is in welke complexen de teruggang van het kantorenprogramma gaat plaatsvinden. Overige grond- en hulpstoffen (03.5) Dit betreft de voorraad gronden (inclusief opstallen) waar geen ontwikkeling meer op is voorzien. Ze worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere huidige marktwaarde. Met uitzondering van eventuele aankopen mag de boekwaarde niet worden gemuteerd met overige kosten en opbrengsten. 25 Zowel rente als beheers- en exploitatielasten worden jaarlijks ten laste van de Algemene Reserve Grondbedrijf gebracht. Als gevolg van de herziening van het woningbouw- en bedrijvenprogramma is de omvang van de overige grond- en hulpstoffen de afgelopen jaren fors toegenomen. Ook in 2013 is de voorraad met ca. € 9,9 mln toegenomen. Dit komt o.a. doordat de (afgewaardeerde) boekwaarde van Ecofactorij II (+ € 4,0 mln) en een deel van de PWA-zone (€ 1,3 mln) aan de voorraad grond- en hulpstoffen is toegevoegd. Daarnaast waren er in het complex Kanaalzone in het verleden nog subsidies opgenomen (ca + € 6,7 mln inclusief rente) die bij het in exploitatie nemen van het complex Kanaalzone Vlijtsepark in 2013 naar de IEGG zijn overgeboekt. Daartegenover staat dat bij het complex Kanaaloevers Veldhuis de grond is afgewaardeerd (- € 1,2 mln). De Niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn als volgt samengesteld (x € 1.000): Complex Kanaalzone Remeha Kanaalzone Vlijtsepark Ecofactorij II Kieveen Beekstraat/Marktstraat Herstructuring Zuid: de Baar Subtotaal Verliesvoorzieningen Ecofactorij II Kieveen Beekstraat/Marktstraat Subtotaal Nettoboekwaarde Niet in exploitatie genomen bouwgronden 31-12-2013 4.803 6.355 6.764 0 17.922 31-12-2012 4.837 -2.545 22.273 6.118 6.667 -236 37.114 0 -5.252 -1.691 -6.943 -17.877 -4.896 -1.147 -23.920 10.979 13.194 De Overige grond- en hulpstoffen zijn als volgt samengesteld (x € 1.000): Complex Zuidbroek Kanaalzone (politiekavel, noordoost & sportvelden) Kanaaloevers Veldhuis Beekbergsebroek Ecofactorij II PWA Zone Overige Ruwe Gronden Boekwaarde Overige grond- en hulpstoffen 26 31-12-2013 2.743 3.634 4.888 10.580 4.001 1.300 2.043 31-12-2012 2.743 -2.451 6.147 10.580 2.190 29.189 19.209 De In exploitatie genomen bouwgronden zijn als volgt samengesteld (x € 1.000): Complex Kanaalzone Pilot Zuid Kanaalzone Vlijtsepark Woudhuis Zonnehoeve Osseveld Oost Zuidbroek Beekbergen Griftlokaties Binnenstad PWA-zone Stationsplein Kanaaloevers Haven Centrum Kanaaloevers Welgelegen Herstructurering Winkelcentra (Eglantier en Ugchelen) Herstructurering Zevenhuizen: Anklaar Herstructurering Zevenhuizen: 't Podium Herstructurering Zuid: Hart van Zuid Herstructurering Zuid: Metaalbuurt Zuid West Poort Noord Oost Poort Ecofactorij De Voorwaarts Diverse kleine grondbedrijfprojecten Projecten restcomplexen Diverse projecten voor rekening van algemene dienst Subtotaal Verliesvoorzieningen Zonnehoeve Zuidbroek Griftlokaties Binnenstad PWA-zone Stationsplein Kanaaloevers Haven Centrum Zuid West Poort Ecofactorij Diverse kleine grondbedrijfprojecten Projecten restcomplexen Algemene verliesvoorziening kantoren Subtotaal Nettoboekwaarde In exploitatie genomen bouwgronden Totaal voorraad Totaal voorziening tekorten exploitaties Totaal netto voorraad 27 31-12-2013 -734 -14.015 -379 23.456 -1.500 99.400 0 271 1.048 518 8.914 -608 -107 -4.106 -230 0 -618 5.185 5.005 26.180 409 -1.180 -1.068 1.083 146.924 31-12-2012 -814 -381 23.441 -1.580 93.014 -108 258 4.618 498 8.678 -952 -361 -657 -176 -53 -908 5.112 5.823 24.775 673 -875 -1.165 -90 158.770 -5.131 -67.937 -89 -629 -214 -9.058 -750 -47 -79 -321 -4.500 -88.755 -2.279 -64.350 -73 -3.744 -210 -9.283 -641 -382 -80.962 58.169 77.808 194.035 -95.698 98.337 215.093 -104.882 110.211 Grondvoorraad nog niet in exploitatie genomen complexen Complex Met stellig voornemen Kieveen Kanaalzone Beekstraat/Marktstraat Herstructurering Zuid Zonder stellig voornemen Zuidbroek Kanaalzone Kanaaloevers Veldhuis Beekbergsebroek Ecofactorij II PWA Zone Overige ruwe gronden Totaal 1 Aantal m2 31-12-2012 Aantal m2 31-12-2013 Boekwaarde 114.518 93.268 6.702 214.488 114.518 25.604 6.875 146.997 1.103.000 4.803.000 5.073.000 0 10.979.000 9,63 187,59 737,89 n.v.t. 74,69 498.840 185.566 14.979 1.210.008 312.153 334.970 2.556.516 498.840 152.089 11.912 1.210.008 317.449 14.080 334.970 2.539.348 2.743.000 3.634.000 4.888.000 10.580.000 4.001.000 1.300.000 2.043.000 29.189.000 5,50 23,89 410,34 8,74 12,60 92,33 6,10 11,49 2.771.004 2.686.345 40.168.000 14,95 1 Prijs per m2 boekwaarde is inclusief verliesvoorziening en in sommige complexen zijn panden opgenomen Overige onderhanden werk (03.6) Het project Weteringsebroek inzake verkoop bouwrijpe grond is in 2013 voor € 1,3 mln. overgebracht naar de in exploitatie genomen gronden. Het onderdeel van de Weteringsebroek m.b.t. de ontwikkeling van het buitenstedelijkgebied is voor -/- € 0,9 mln verantwoord onder de vooruit ontvangen bedragen. Voorts is het project Beken en Sprengen opgenomen onder de materiele vaste activa voor een bedrag van € 1,1 mln. Een saldo van -/- € 0,7 mln als gevolg van het schrappen van het project Herstructurering Zuid Zuiderpark (Zomernota 2012) was eind 2012 nog onder het overig onderhanden werk opgenomen en is in 2013 afgewikkeld. Onder deze post resteert nog een saldo van (nog) niet afgerekende uren met het grondbedrijf van € 0,1 mln. 28 3.4 Vorderingen op korte termijn Onder vorderingen op korte termijn vallen de vorderingen die binnen een jaar worden afgehandeld. De vorderingen op korte termijn kunnen als volgt worden gespecificeerd: 04 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 8.685 4.276 -942 12.019 8.158 1.373 -3.476 6.055 527 2.903 2.534 5.964 903 -180 723 1.099 -151 948 -196 -29 -225 4.849 -800 4.049 5.696 -1.100 4.596 -847 300 -547 325 16.474 16.799 325 17.491 17.816 0 -1.017 -1.017 33.590 29.415 4.175 Vorderingen op korte termijn (< 1 jaar) Debiteuren (overige vorderingen) 04.1 Debiteuren algemeen 04.2 Debiteuren publieke organisaties (excl. Belastingdienst) 04.3 Voorziening debiteuren algemeen 04.4 Debiteuren Stadsbank 04.5 Voorziening debiteuren stadsbank 04.6 Belastingdebiteuren 04.7 Voorziening belastingdebiteuren Vorderingen op openbare lichamen (Belastingdienst) 04.8 Omzetbelasting 04.9 BTW-compensatiefonds Totaal vorderingen op korte termijn Belangrijkste mutaties vorderingen op korte termijn Debiteuren (overige vorderingen) (04.1 t/m 04.7) De post debiteuren is gesplitst in debiteuren publieke organisaties, belastingdebiteuren, bijstandsdebiteuren (Stadsbank) en overige debiteuren. Deze indeling wordt toegepast omdat de verschillende debiteuren ieder hun eigen risicoprofiel hebben. De voorzieningen zoals deze in 2013 zijn getroffen ter dekking van dubieuze debiteuren zijn als volgt berekend: • De voorziening algemene debiteuren (04.3) wordt bepaald op basis van een dynamische beoordeling met individuele toetsing van debiteuren. Het verschil ten opzichte van 2012 is dat de uitstaande bouwleges bij de woningbouwcorporaties niet meer zijn voorzien. Deze zijn in 2013 afgewikkeld. • De voorziening debiteuren stadsbank (04.5) wordt vastgesteld op het bedrag dat aan leningen openstaat waarop een jaar of langer niet meer is afgelost. • De voorziening belastingdebiteuren (04.7) wordt bepaald op basis van een dynamische beoordeling van de debiteuren en deze beoordeling is statisch getoetst. Vorderingen op openbare lichamen (04.8 en 04.9) Dit betreft de vorderingen op de belastingdienst. 29 3.5 Liquide middelen De samenstelling van de liquide middelen is als volgt: 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie Kas / Bank / Giro 05.1 Kas 05.2 Bank Nederlandse gemeenten (BNG) 05.3 Overige banken 05.4 Kruisposten 45 0 10 0 35 10 4.924 -1 10 -10 -4.914 1 Totaal liquide middelen 55 4.968 -4.913 05 Liquide middelen De mutatie in de liquide middelen is niet afzonderlijk te verklaren. Hiervoor dient het totaal aan financieringsmiddelen (liquide middelen (debet en creditzijde balans), kortlopende en langlopende leningen) bekeken te worden in combinatie met de totale financieringsbehoefte die er is. 3.6 Overlopende activa De post overlopende activa is in te delen in de nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen. Nog te ontvangen bedragen De post nog te ontvangen bedragen geeft de opbrengsten weer die in 2013 als baten in de exploitatie zijn meegenomen maar die echter nog niet daadwerkelijk zijn ontvangen. De opbrengsten worden als opbrengst in de exploitatie verantwoord met als tegenboeking de genoemde post op de balans. Op het moment dat de opbrengst daadwerkelijk wordt ontvangen, wordt deze van de balanspost afgeboekt en vervalt de openstaande vordering. Vooruitbetaalde bedragen De vooruitbetaalde bedragen betreffen betalingen die in 2013 zijn gedaan waarvan de last niet in 2013 in de exploitatie is meegenomen. Ze worden op de balans ‘geparkeerd’ en worden op een later moment alsnog als kosten opgenomen in de exploitatie. 30 06 Nog te 06.01 06.02 06.03 06.04 06.05 06.06 06.07 06.08 06.09 06.10 06.11 06.12 06.13 06.14 06.15 06.16 06.17 06.18 06.19 06.20 06.21 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 1.059 1.930 525 0 155 265 1.389 2.620 180 5.450 868 0 273 0 132 241 295 298 500 646 267 1.100 18.193 1.486 1.720 500 236 674 686 1.269 5.177 293 5.401 835 492 1.374 595 0 0 0 0 0 0 0 1.564 22.302 -427 210 25 -236 -519 -421 120 -2.557 -113 49 33 -492 -1.101 -595 132 241 295 298 500 646 267 -464 -4.109 6.255 512 59 33 179 0 309 0 659 8.006 6.175 525 137 36 178 187 432 157 62 7.889 80 -13 -78 -3 1 -187 -123 -157 597 117 26.199 30.191 -3.992 Overlopende activa ontvangen bedragen Rente leningen en beleggingen SOZA debiteuren Precariorechten Aankoop camping Groot Panorama Onderwijshuisvesting Te ontvangen huren WMO eb WVR Prov. Gld/Rijk Vergoeding processenverbaal (CJIB) Burgers v Apeldoorn Atter0/Afvalfonds Waterschap Inleenvergoeding 2010/2011 Reïntegratie Kansen voor Jongeren/Stedendriehoek Collectief vervoer Regionalisering Brandweer Verblijfsrecreatie OVIJ EFRO subsidie Door te berekenen onteigeningskosten Diversen < 200.000 Vooruitbetaalde bedragen 06.22 Samenwerkingsverbanden 06.23 Exploitatie domeinen 06.24 Verzekeringspremies 06.25 Facilitaire kosten 06.26 Contributie VNG 06.27 WMO 06.28 Automatisseringskosten 06.29 CBP Diversen < € 200.000 Totaal overlopende activa Toelichting op de grootste mutatie(s) Voor een verloopoverzicht van de overlopende activa van medeoverheden verwijzen wij u naar bijlage H. 06.08 Provincie Gelderland / Rijk Dit betreft een aantal projecten, waarvan de werkzaamheden reeds hebben plaatsgevonden en na declaratie de subsidie in 2014 ontvangen zal worden. Middels de SISA-bijlage worden een aantal van deze subsidieregelingen verantwoord. 31 3.7 Eigen vermogen Het eigen vermogen van de Gemeente Apeldoorn is opgebouwd uit een verscheidenheid van reserves. In deze paragraaf wordt alleen op hoofdniveau op deze reserves ingegaan. In de hieronder genoemde bijlagen wordt meer inzicht gegeven in de diverse reserves en de mutaties die op deze reserves in 2013 hebben plaatsgevonden. Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage A: specificatie reserves en voorzieningen B: specificatie bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn C: specificatie algemene reserve D: specificatie bestemmingsreserve overlopende projecten De stand van het eigen vermogen per 31 december 2013 is als volgt: 07 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie -24.975 -23.596 -1.379 11.603 2.139 50.350 64.092 18.836 3.489 43.401 65.726 -7.233 -1.350 6.949 -1.634 2.802 8.900 -6.098 41.919 51.030 -9.111 Eigen vermogen Algemene reserve 07.1 Algemene reserve Bestemmingsreserve 07.2 Bestemmingsreserve BROA 07.3 Bestemmingsreserve kapitaallasten 07.4 Overige bestemmingsreserves Resultaat 07.5 Exploitatieresultaat Totaal Eigen vermogen Mutaties reserves Hieronder zijn de meest belangrijke reserves kort toegelicht alsmede de uitzonderlijke mutaties die in 2013 in de reserves hebben plaatsgevonden. Voor een specifiek overzicht van de mutaties in 2013 wordt verwezen naar de bijlagen A t/m D. Algemene reserve (07.1) In de beginbalans is het voordelig rekeningresultaat van 2012 (€ 8,9 miljoen) verrekend met de Algemene reserve. Onderdeel van de Algemene reserve zijn de in het verleden ontstane tekorten bij het Grondbedrijf. Ook de negatieve reserves van de bouwleges en exploitatie begraafplaatsen worden onder de Algemene reserve gepresenteerd. De totale Algemene reserve laat een negatieve stand van per saldo € 25 miljoen zien. Wij hebben in 2012 met u afspraken gemaakt om deze negatieve reserve in 10 jaar weer aan te vullen. Voor een totaal overzicht van de mutaties verwijzen wij u naar bijlage C. Reserve Egalisatie Bouwleges Per 31 december 2013 is de egalisatiereserve bouwleges € 1.465.006 negatief. In 2013 heeft er geen storting of onttrekking aan deze reserve plaatsgevonden. Normaliter wordt het resultaat op de baten en lasten van de bouwleges verrekend met de egalisatiereserve bouwen, echter met de vaststelling van de MPB 2014-2017 is ingestemd met een verrekening met de Algemene Reserve in 2013 in plaats van met de egalisatiereserve bouwleges. Dit om het negatieve saldo (€ 1.465.000) van de egalisatiereserve niet verder op te laten lopen. 32 Het resultaat van lasten en baten op de bouwleges is uitgekomen op € 1,8 miljoen negatief, wat voor het overgrote deel is toe te rekenen aan de lagere opbrengst bouwleges. Deze lagere opbrengst wordt veroorzaakt door een terugval van de woningbouw en van grote bouwprojecten. Geconstateerd is dat er minder vergunningen worden aangevraagd en dat verleende vergunningen niet automatisch tot start bouw leiden. Er is sprake van een grote grilligheid in de markt en het al dan niet doorgaan van een project is in deze crisistijd van tal van factoren/ spelers afhankelijk. Aan de lastenkant worden sinds 2009 al lastenverlichtende maatregelen genomen; er wordt actief gestuurd op personele inzet, niet invullen van vergunninggerelateerde vacatures en aanpassing van dienstverleningsovereenkomsten. Reserve Exploitatie begraafplaatsen Door de afname van het aantal begrafenissen is de exploitatie van onze begraafplaatsen niet meer kostendekkend. In 2013 is het tekort met € 116.168 opgelopen. Eind 2013 is het tekort in de reserve € 228.737. De raad heeft bij de behandeling van de MPB 2014-2017 besloten om eenmalig € 350.000 in de reserve te storten. Daarmee is het risico in 2014 afgedekt. Voor de zomer van 2014 zullen wij met voorstellen komen voor verbetering van het beheer en de exploitatie. Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (07.2) Voor een gedetailleerde overzicht van de mutaties wordt verwezen naar bijlage B. In deze bijlage is inzichtelijk welke onttrekkingen uit en welke stortingen in de BROA in 2013 hebben plaatsgevonden. Bestemmingsreserve kapitaallasten (07.3) Aangezien investeringen conform het BBV bruto moeten worden geactiveerd en bijdragen uit reserves niet in mindering hierop mogen worden gebracht, worden de bijdrage aan investering als reserve kapitaallasten op de balans gezet. Gedurende de looptijd van de investering valt deze reserve jaarlijks voor een deel vrij ter dekking van de jaarlijkse kapitaallasten. Op dit moment hebben wij nog twee kapitaallastenreserves, te weten voor Post Zuid en de Brinklaanparkeergarage. Overige bestemmingsreserves (07.4) Bij deze post gaat het om een groot aantal individuele reserves die elk een eigen bestemming heeft gekregen. De onttrekkingen en stortingen die bij deze reserves hebben plaatsgevonden, zijn conform de bestemming die eraan is gegeven en binnen de richtlijnen in de door uw raad vastgestelde nota reserves en voorzieningen. In bijlage A is per reserve aangegeven wat de stortingen en onttrekkingen zijn geweest. Om inzicht te krijgen in de programma’s en producten waarop de mutaties betrekking hebben, wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening. Hierin is per beleidsproduct toegelicht of een voordeel of nadeel met de reserves is verrekend. Hieronder is een aantal overige bestemmingsreserves opgenomen die nadere toelichting behoeven: Bespaarde rente op reserves (toename € 0,9 miljoen) In 2013 is op basis van de waarde per 1-1-2013 rente toegevoegd aan reserves. In 2013 gaat het per saldo om een bedrag van € 0,9 miljoen. Hiervoor is (met uitzondering van maatwerkafspraken en kapitaallastenreserves) een percentage van 2,5 % gehanteerd. In de staat van reserves in bijlage A is de verdeling van dit bedrag over de diverse reserves inzichtelijk gemaakt. Overlopende projecten (afname van € 2,4 miljoen) Elk jaar wordt vastgesteld welke exploitatiebudgetten die niet of gedeeltelijk zijn uitgegeven, in aanmerking komen voor overheveling naar het volgende jaar. In bijlage D is een overzicht opgenomen van de budgetten (totaal € 7,3 miljoen) die worden overgeheveld naar 2014. Dit volgens de kaderstelling overlopende budgetten en kredieten. De vrijval van € 4,4 miljoen betreft de budgetten van 2012 die in 2013 niet tot uitnutting zijn gekomen. Deze budgetten vallen vrij in de exploitatie en worden daar verantwoord. Van de vrijval van € 4,4 miljoen wordt € 4,1 miljoen verantwoord bij het Grondbedrijf. 33 Reserve Huisvuilrechten (toename van € 0,1 miljoen) De reserve wordt gevoed met de opbrengst van de afvalstoffenheffing en opbrengsten uit de verkoop van ingezameld afval. De opbrengst van de afvalstoffenheffing heeft € 16,3 miljoen bedragen. Door verkoop van diverse afvalsoorten (papier, metalen en kunststoffen) is € 1,8 miljoen ontvangen. De verhuur van de kantoren aan Circulus hebben een batig saldo van € 0,7 miljoen opgeleverd. Daarnaast is een opbrengst ontvangen van € 0,4 miljoen in verband met de dividenduitkering 2012 van Circulus. De verminderingen hebben betrekking op de kosten van inzameling van huishoudelijk afval. De kosten van inzameling, afvoer en verwerking hebben € 18,1 miljoen bedragen. De kosten van kwijtschelding hebben € 0,9 miljoen bedragen en de kosten van invordering van de heffing € 0,3 miljoen. Per 31-12-2013 bedraagt de stand van de reserve circa € 6,2 miljoen. Dit houdt in dat het maximum van de reserve met circa € 2,6 miljoen wordt overschreden. Bij afvalstoffenheffing 2014 zullen overschotten over vorige jaren aan de burgers worden teruggegeven. 3.8 Voorzieningen De stand van de voorzieningen per 31 december 2013 is als volgt: 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 08.1 Voorzieningen 11.137 11.271 -134 Totaal Voorzieningen 11.137 11.271 -134 08 Voorzieningen Mutaties voorzieningen Een totaaloverzicht van alle mutaties in de voorzieningen is opgenomen in bijlage A. Hieronder wordt alleen de voorziening renterisico toegelicht vanwege omvang van de mutatie. Voorziening renterisico In 2012 hadden wij een voorziening getroffen voor een renterisico. Zoals toegezegd, hebben wij deze casus in 2013 voorgelegd aan de commissie BBV. Op basis van een uitspraak van deze commissie is de vorig jaar voorziene € 1 miljoen vrijgevallen. 34 3.9 Schulden op lange termijn De schulden op lange termijn betreffen alle schulden met een rentetypische looptijd groter dan 1 jaar. Eind 2013 is de schuld op lange termijn als volgt op de balans opgenomen: 09 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 88.000 43.000 45.000 125.000 390.642 0 30.000 2.434 140.000 443.901 0 0 2.830 -15.000 -53.259 0 30.000 -396 548.076 586.731 -38.655 2 1 1 636.078 629.732 6.346 Schulden op lange termijn Obligatieleningen 09.1 Obligatieleningen Onderhandse leningen: 09.2 Pensioenfondsen en verzekerings instellingen 09.3 Banken en overige financiële instellingen 09.4 Binnenlandse bedrijven 09.5 Medeoverheden 09.6 Overige binnenlandse sectoren Overige schulden op lange termijn 09.7 Waarborgsommen Totaal schulden op lange termijn Zoals reeds bij de toelichting op de liquide middelen aangegeven, dient het totaal aan financieringsbehoefte bekeken te worden in combinatie met het totaal aan beschikbare financieringsmiddelen. De mutatie in een bepaalde post behoeft dan ook niet altijd tot een daling van een andere specifiek post te leiden. Via rente-instrumenten hebben wij € 255 miljoen kortlopende schulden omgevormd tot langlopende schulden. Doordat de rente in de markt fluctueert, ontwikkelen leningen een zo genaamde marktwaarde. Die marktwaarde ontstaat indien de actuele rente afwijkt van de rente van een eerder door ons afgesloten langlopende lening. Is de actuele marktrente lager, dan resulteert dat voor ons als gemeente in een negatieve marktwaarde. Die marktwaarde wordt berekend door het renteverschil (actuele rente minus de rente van de afgesloten lening) te ‘vermenigvuldigen’ met de hoofdsom en vervolgens de resterende looptijd van de afgesloten lening. Op het eind van de looptijd van de afgesloten lening (resterende looptijd is dan 0) is er dus geen verschil meer en is de marktwaarde dus nul. De actuele lage rentes leiden er toe dat bijna alle in het verleden afgesloten leningen een hoger rentepercentage hebben. Wij hebben, om u een beeld te geven van het verschil in de contractuele rente en de huidige marktrente, een berekening over ons totale financieringspositie gemaakt en die leidt tot een negatieve marktwaarde per balansdatum van € 51,5 miljoen. Voor de regulier vastrentende leningen bedraagt die negatieve marktwaarde € 32,1 miljoen en voor leningen met behulp van rente-instrumenten € 19,4 miljoen. De vraag die hierbij gesteld zou kunnen worden is waarom wij niet gewacht hebben met het afsluiten van langlopende leningen en dus dat wij met die eerder afgesloten leningen niet profiteren van de huidige lage marktrente. Het antwoord hierop is dat we niet ongelimiteerd met korte geldleningen in ons liquiditeitsbehoefte mogen voorzien. De Wet Financiering Decentrale Overheden stelt hier grenzen aan. Zodra die grens wordt bereikt, zijn we wettelijk verplicht om korte geldleningen om te zetten in langlopende geldleningen. Op dat moment zijn we overgeleverd aan de dan geldende marktrente. Circa 75% van de rente-instrumenten heeft een initiële looptijd tot 10 jaar. Bij bijna 10% bedraagt die 30 jaar en voor de resterende 15% 50 jaar. De contractuele rentepercentages variëren tussen 2,52% en 4,43%. 35 Nieuw in 2013 is de wet met betrekking tot schatkistbankieren. Deze wet “stimuleert” overheden om aan elkaar geld te lenen, omdat de overtollige gelden anders bij het Rijk moeten worden ondergebracht. Zo hebben wij ook geld geleend bij een medeoverheid. Volgens de nieuwe regelgeving moeten wij deze leningen apart presenteren op de balans. Naast de schulden in het bovengenoemde overzicht staan wij voor € 471 miljoen garant voor geldleningen van onder andere woningbouwcorporaties, ten opzichte van vorig jaar is dit een daling van € 10 miljoen. In de financieringsparagraaf vindt u een nadere toelichting en in bijlage G een specificatie van de gewaarborgde geldleningen. Rentelast schulden op lange termijn De rentelast die voortvloeit uit de schulden op lange termijn is voor 2013 als volgt gespecificeerd: 2013 2012 2.345 202 18.814 0 79 63 2.788 730 19.504 0 0 66 21.503 23.088 Rentelast schulden op lange termijn 09.1 09.2 09.3 09.4 09.5 09.6 Obligatieleningen Pensioenfondsen en verzekerings instellingen Banken en overige financiële instellingen Binnenlandse bedrijven Medeoverheden Overige binnenlandse sectoren Totaal rentelast De afname van de rentelast wordt verklaard door een lagere herfinancieringsrente. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar de paragraaf ‘financiering’ zoals die in deze jaarstukken is opgenomen. 3.10 Schulden op korte termijn De schulden op korte termijn betreffen alle schulden met een looptijd van 1 jaar of korter. Eind 2013 is de schuld op korte termijn als volgt op de balans opgenomen: 10 10.1 10.2 10.3 10.4 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 3.004 25.000 435 74 4.314 74.000 0 70 -1.310 -49.000 435 4 28.513 78.384 -49.871 Schulden op korte termijn Crediteuren (extern) Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Rekening courant niet fin.-instellingen Totaal schulden op korte termijn Kasgeldleningen (10.2) en bank- en girosaldi (10.3) De mutatie in de liquide middelen en de kasgeldleningen is niet afzonderlijk te verklaren. Hiervoor dient het totaal aan financieringsmiddelen (liquide middelen (debet en creditzijde balans), kortlopende en langlopende leningen) bekeken te worden in combinatie met de financieringsbehoefte die er is. Rekening courant met niet-financiële instellingen (10.4) Dit betreft de rekening courant verhouding met het Sociaal voorzieningenfonds. 36 3.11 Overlopende passiva De overlopende passiva bestaat uit drie onderdelen, te weten nog te betalen bedragen, vooruitontvangen bedragen en transitorische posten. Nog te betalen bedragen Posten hieronder opgenomen, betreffen kosten voor diensten die in 2013 zijn geleverd maar waarvoor de factuur nog niet is ontvangen. De kosten zijn in 2013 al wel in de exploitatie opgenomen. Vooruitontvangen bedragen Dit betreft bedragen die in 2013 zijn ontvangen maar die niet betrekking hebben op het boekjaar 2012. Het betreft ontvangen bedragen voor prestaties die de gemeente in 2014 gaat leveren of uitvoeren. Derhalve mogen de ontvangen gelden niet in de exploitatie worden opgenomen en worden ze tijdelijk op de balans geparkeerd. Transitorische posten Dit betreft alle overige overlopende passiva die in 2014 worden afgewikkeld. 11 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 7.978 2.011 3.168 5.062 127 0 148 222 115 0 236 0 840 1.167 0 350 317 369 0 0 0 450 255 482 325 2.713 26.335 9.013 2.305 3.233 5.010 70 247 301 114 592 343 236 1.112 1.572 838 350 116 1.339 1.102 168 500 1.553 0 0 0 0 1.660 31.774 -1.035 -294 -65 52 57 -247 -153 108 -477 -343 0 -1.112 -732 329 -350 234 -1.022 -733 -168 -500 -1.553 450 255 482 325 1.053 -5.439 Overlopende passiva Nog te betalen bedragen 11.01 Rente geldleningen 11.02 Afwikkeling huishoudelijke verzorging 11.03 Cliënten stadsbank 11.04 Samenwerkingsverbanden 11.05 Inhuur derden 11.06 Explosievenopruiming 11.07 Facilitaire kosten 11.08 Automatisering 11.09 Exploitatie/voorzieningen onderwijsgebouwen 11.10 Nog te betalen kosten domeinen 11.11 Particuliere monumenten subsidies 11.12 Taxibus 11.13 Omzetbelasting 11.14 Tussenrekeningen van de sociale dienst 11.15 Kwijtschelding afvalstoffen heffing 11.16 Uitvoeringskosten actualisatie bestemmingsplannen 11.17 Afrekening BBZ 11.18 Onderwijshuisvesting 11.19 Reïntegratie/Participatie 11.20 Algemene uitkering 11.21 Omnizorg 11.22 Vorming en opleiding 11.23 VNOG 11.24 Economische visie steden driehoek 11.25 Betaalplannen Diversen < € 200.000 37 11 31-12-2013 31-12-2012 Mutatie 2.792 1.752 239 78 329 318 3.694 446 723 0 0 350 1.804 1.101 0 110 108 0 0 291 214 412 794 1.289 1.858 18.702 1.932 1.970 1.073 269 386 306 1.101 534 755 189 864 547 1.169 306 273 110 108 313 214 0 0 0 0 420 683 13.522 860 -218 -834 -191 -57 12 2.593 -88 -32 -189 -864 -197 635 795 -273 0 0 -313 -214 291 214 412 794 869 1.175 5.180 5.416 138 449 6.003 5.669 7 76 5.752 -253 131 373 251 51.040 51.048 -8 Overlopende passiva Vooruitontvangen bedragen 11.26 Bijdragen derden projecten 11.27 WWB-werkdeel 11.28 RPA-regiogelden 11.29 Rijksvergoeding RMC 11.30 Provincie Gelderland luchtkwaliteitsmaatregelen 11.31 Schenking kinderboederijen 11.32 GSO/ISV 11.33 Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) 11.34 Socer (Kemo eur. Subs.) 11.35 Omgevingslawaai 11.36 Provincie Gelderland Arnhemseweg 11.37 Bijdragen Stedendriehoek innov. Projecten 11.38 Rijksvergoeding Onderwijs Achterstanden Beleid 11.39 Achmea Laan van Malkenschoten 11.40 OVIJ/RUD 11.41 Onderwijs en arbeidsmarkt 11.42 Playing 4 succes 11.43 Vooruitontvangen huren 11.44 Bijdr. ontwikkelaars rentederving startersleningen 11.45 Algemene uitkering 11.46 Rente startersleningen 11.47 Project eendrachtsprengen 11.48 Project Weteringsebroek 11.49 Verrekenbare projecten Diversen < € 200.000 Overige transitorische posten 11.49 Personele lasten 11.50 Banken 11.51 Diversen < € 200.000 Totaal overlopende passiva Toelichting op de grootste mutaties Voor een verloopoverzicht van de overlopende passiva van medeoverheden verwijzen wij u naar bijlage H. Rente geldleningen (11.01) Door goedkopere herfinanciering is de transitorische rentelast afgenomen. Afrekening BBZ (11.17) De balanspost Afrekening BBZ (start per 01-01-2013 met € 1,3 miljoen) is gedurende het dienstjaar gecorrigeerd voor de navolgende afwikkelingen: • de afrekening met het ministerie i.h.k.v. de Inburgering/General Pardon 2007 - 2009 van € 801.111; • de afrekening met het ministerie van de einddeclaratie 2012 BBZ ad € 438.534 (conform Sisa 2012); • enkele kleine afwikkelingen. Omnizorg (11.21) In verband met een uitspraak van de Raad van Arbitrage in de zaak tussen gemeente en hoofdaannemer diende de gemeente € 1,55 miljoen te betalen. Deze post is in 2013 afgewikkeld. GSO/ISV (11.33) Door versnelde bevoorschotting van de Provincie is het eindsaldo 2013 in vergelijking met 2012 hoger. 38 4 Programmarekening Jaarrekening 2013 Gemeente Apeldoorn 39 40 4 Programmarekening 4.1 Algemeen In de programmarekening wordt inzicht gegeven in de resultaten per programma en per beleidsproduct. Daarbij wordt onderscheidt gemaakt in het resultaat vòòr bestemming (vòòr verrekening met reserves) en het resultaat na bestemming. In de programmaverantwoording worden afwijkingen > € 200.000 geanalyseerd en verklaard. 41 4.2 Programmarekening Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Lasten Baten Saldo Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2013 (C) Lasten Baten Saldo Afwijkingen 2013 (C) - (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2012 Saldo 1: Bestuur, (wijk)organisaties, burgerzaken en financiën 6.545 15.996 3.119 840 427 1.934 18 54 0 0 736 3.578 0 7.666 1.376 0 0 0 0 0 1.002 43 0 4.701 20 2.325 0 0 1.716 0 260 290 7.450 4.205 157.041 8.341 0 9.333 31.869 1.583 771 650 0 176 -6.545 -11.295 -3.099 1.485 -427 -1.934 1.698 -54 260 290 6.714 627 157.041 675 -1.376 9.333 31.869 1.583 771 650 -1.002 133 6.896 16.021 3.119 840 427 1.980 18 54 0 0 736 3.578 0 8.326 1.448 0 0 0 0 0 1.002 1.476 0 4.701 20 2.325 0 0 1.716 0 260 290 7.450 4.205 161.326 10.355 73 9.333 31.869 1.583 771 650 0 1.126 -6.896 -11.318 -3.099 1.485 -427 -1.980 1.698 -54 260 290 6.714 627 161.326 2.029 -1.375 9.333 31.869 1.583 771 650 -1.002 -350 6.410 16.591 3.265 864 495 1.717 19 52 0 0 115 3.562 0 9.850 1.395 0 0 0 0 0 961 12.731 12 4.699 6 2.416 240 0 1.702 0 260 1.125 7.497 5.133 161.905 11.944 16 8.766 31.776 1.501 808 532 0 17.653 -6.398 -11.892 -3.259 1.552 -255 -1.717 1.683 -52 260 1.125 7.382 1.571 161.905 2.094 -1.379 8.766 31.776 1.501 808 532 -961 4.922 -486 570 146 24 68 -263 1 -2 0 0 -621 -16 0 1.524 -53 0 0 0 0 0 -41 11.256 12 -2 -14 91 240 0 -14 0 0 835 47 928 579 1.589 -57 -567 -93 -82 37 -118 0 16.527 498 -572 -160 67 172 263 -15 2 0 835 668 944 579 65 -4 -567 -93 -82 37 -118 41 5.271 -6.856 -9.491 -4.035 1.874 -274 -1.947 1.743 -52 260 1.052 5.241 -464 165.593 3.780 -1.430 8.526 31.033 1.263 796 479 -1.197 7.582 Resultaat programma 1 vòòr bestemming Bestemming programma 1 via functie 980 43.332 10.915 230.731 14.303 187.399 3.388 45.919 20.329 238.052 22.814 192.133 2.485 58.029 29.324 257.990 25.593 199.962 -3.731 12.107 8.995 19.939 2.779 7.832 -6.216 203.476 -39.064 Resultaat programma 1 na bestemming 54.246 245.035 190.787 66.248 260.866 194.618 87.353 283.583 196.231 21.102 22.718 1.616 164.412 001 002 003 004 005 006 330 511 530 721 913 914 921 922 930 931 932 936 937 939 940 960 Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W Burgerzaken Overheidsdocumenten Bestuurlijke samenwerking Bestuursonderst. Raad en rekenkamerfunctie Nutsbedrijven (dividend) Vormings- en ontwikkelingswerk Sport (dividend) Afvalverwijdering en - verwerking (dividend) Overige financiële middelen Geldleningen en uitzettingen Algemene uitkering Algemene baten en lasten Uitvoering Wet WOZ Baten OZB gebruikers Baten OZB eigenaren Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Baten precariorechten lasten heff. en invordering gem. belastingen. Saldi kostenplaatsen 42 Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Lasten Baten Saldo Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2013 (C) Lasten Baten Saldo Afwijkingen 2013 (C) - (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2012 Saldo 2: Veiligheid 120 140 160 Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Explosieven opruiming 12.150 3.129 57 653 1.128 0 -11.497 -2.001 -57 12.150 3.154 3.704 653 1.128 0 -11.497 -2.026 -3.704 14.654 3.387 2.743 3.276 872 23 -11.378 -2.515 -2.720 2.506 233 -961 2.623 -256 23 119 -489 984 -11.029 -1.615 -1.439 Resultaat programma 2 vòòr bestemming Bestemming programma 2 via functie 980 15.336 0 1.781 0 -13.555 0 19.008 0 1.781 732 -17.227 732 20.784 1.055 4.171 807 -16.613 -247 1.778 1.055 2.390 75 614 -980 -14.083 -618 Resultaat programma 2 na bestemming 15.336 1.781 -13.555 19.008 2.513 -16.495 21.839 4.979 -16.860 2.833 2.465 -366 -14.701 19.075 9.100 101 8.011 0 402 17.700 535 9.795 2.085 0 0 862 169 0 4.597 4.246 218 2.862 0 18 257 11.554 1.644 -18.213 -8.931 -101 -3.414 4.246 -184 -14.838 -535 -9.777 -1.828 11.554 1.644 19.521 6.962 101 8.011 0 402 17.438 535 9.795 2.085 0 0 862 569 0 4.597 4.246 218 2.554 0 18 257 11.554 1.644 -18.659 -6.393 -101 -3.414 4.246 -184 -14.884 -535 -9.777 -1.826 11.554 1.644 17.394 4.945 143 8.281 3 387 19.894 437 14.491 1.977 0 0 1.108 1.202 42 4.698 5.250 165 5.359 14 3.388 281 11.472 1.583 -16.286 -3.743 -101 -3.583 5.247 -222 -14.535 -423 -11.103 -1.696 11.472 1.583 -2.127 -2.017 42 270 3 -15 2.456 -98 4.696 -108 0 0 246 633 42 101 1.004 -53 2.805 14 3.370 24 -82 -62 2.373 2.650 0 -169 1.001 -38 349 112 -1.326 132 -82 -62 -17.263 -4.957 -28 -3.073 3.532 -97 -13.589 -426 -11.404 -1.554 11.322 1.485 Resultaat programma 3 vòòr bestemming Bestemming programma 3 via functie 980 66.803 19.355 26.427 25.025 -40.376 5.670 64.850 19.355 26.520 23.239 -38.330 3.884 67.950 24.485 34.562 22.768 -33.388 -1.717 3.101 5.130 8.043 -471 4.940 -5.601 -36.053 4.213 Resultaat programma 3 na bestemming 86.158 51.452 -34.706 84.205 49.759 -34.446 92.435 57.330 -35.105 8.231 7.572 -661 -31.840 20.605 4.902 0 3.303 370 16.692 -17.302 -4.532 16.692 20.605 6.473 0 3.303 2.513 16.692 -17.302 -3.960 16.692 19.892 5.317 0 3.791 1.243 16.308 -16.101 -4.074 16.308 -713 -1.156 0 488 -1.270 -384 1.201 -114 -384 -14.889 -6.452 15.740 Resultaat programma 4 vòòr bestemming Bestemming programma 4 via functie 980 25.507 19.167 20.365 19.760 -5.142 593 27.078 19.167 22.508 19.189 -4.569 22 25.209 20.192 21.342 19.116 -3.867 -1.076 -1.869 1.025 -1.166 -73 703 -1.098 -5.601 -614 Resultaat programma 4 na bestemming 44.674 40.125 -4.549 46.245 41.697 -4.547 45.401 40.458 -4.943 -844 -1.239 -395 -6.215 3: Openbare ruimte 210 211 212 214 215 550 560 580 722 724 726 732 Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen Openbaar vervoer Parkeren Baten parkeerbelasting Natuurbescherming Openbaar groen (beheer en onderh.) Overige recreatieve voorzieningen Riolering en waterzuivering Lijkbezorging Baten rioolrecht Begraafplaatsrechten 4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving 721 723 725 Afvalverwijdering en - verwerking Milieubeheer Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 43 Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Lasten Baten Saldo Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2013 (C) Lasten Baten Saldo Afwijkingen 2013 (C) - (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2012 Saldo 5: Jeugd en onderwijs 421 423 431 433 441 443 480 530 630 650 715 716 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Openb. (voortgezet) spec. onderw., onderwijshv. Bijzonder (voortgezet) spec. onderw., onderwijshv. Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshv. Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisv. Overige onderwijsaangelegenheden Sport (schoolzwemmen) Sociaal cultureel werk Kinderopvang Jeugdgezondheidszorg (uniform) Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) 2.149 4.380 309 1.897 2.112 4.381 22.476 182 3.324 475 2.396 1.345 51 104 0 0 0 0 8.779 87 0 86 0 0 -2.098 -4.276 -309 -1.897 -2.112 -4.381 -13.697 -95 -3.324 -389 -2.396 -1.345 2.370 4.856 309 1.897 2.112 4.388 21.958 182 3.957 475 2.396 1.358 262 435 0 0 0 0 8.238 87 0 86 0 0 -2.108 -4.421 -309 -1.896 -2.112 -4.388 -13.720 -95 -3.957 -389 -2.396 -1.358 2.323 4.726 307 2.039 2.346 4.380 19.993 182 3.452 451 2.328 1.386 160 418 0 5 0 0 7.916 81 508 77 0 675 -2.163 -4.308 -307 -2.034 -2.346 -4.380 -12.077 -101 -2.944 -374 -2.328 -711 -47 -130 -2 142 234 -8 -1.965 0 -505 -24 -68 28 -102 -17 0 5 0 0 -322 -6 508 -7 0 675 -55 113 2 -137 -234 8 1.643 -6 1.013 17 68 647 -2.083 -4.166 -324 -1.882 -2.117 -4.389 -16.970 -190 -2.962 -385 -2.290 -1.472 Resultaat programma 5 vòòr bestemming Bestemming programma 5 via functie 980 45.424 142 9.107 466 -36.317 324 46.256 2.803 9.107 3.544 -37.149 741 43.914 3.712 9.840 3.716 -34.074 4 -2.346 909 734 172 3.080 -737 -39.230 7.421 Resultaat programma 5 na bestemming 45.566 9.573 -35.993 49.059 12.651 -36.408 47.626 13.556 -34.070 -1.437 906 2.343 -31.809 4.032 50 46.256 26.609 8.373 10.000 394 16 613 0 40.466 26.229 274 7.195 5 0 -3.419 -50 -5.790 -380 -8.099 -2.805 -389 -16 4.032 50 46.256 27.553 8.518 10.563 394 16 613 0 40.466 26.229 274 7.195 5 0 -3.419 -50 -5.790 -1.324 -8.244 -3.368 -389 -16 4.023 45 53.076 26.819 8.460 10.619 159 57 483 0 44.533 26.584 294 7.306 10 22 -3.540 -45 -8.543 -235 -8.166 -3.313 -149 -35 -9 -5 6.820 -734 -58 56 -235 41 -130 0 4.067 355 20 111 5 22 -121 5 -2.753 1.089 78 55 240 -19 -3.162 -103 -6.953 -2.231 -8.171 -5.177 -696 -11 Resultaat programma 6 vòòr bestemming Bestemming programma 6 via functie 980 95.729 0 74.782 1.220 -20.947 1.220 97.382 0 74.782 1.783 -22.600 1.783 103.258 1.076 79.233 1.823 -24.025 747 5.876 1.076 4.451 40 -1.425 -1.036 -26.505 2.568 Resultaat programma 6 na bestemming 95.729 76.002 -19.727 97.382 76.565 -20.817 104.334 81.056 -23.278 6.952 4.491 -2.461 -23.937 17.616 18.391 5.458 8.418 2.674 2.219 3.670 1.936 355 0 -15.397 -14.721 -3.522 -8.063 -2.674 18.106 18.421 5.058 8.418 2.674 1.811 3.670 1.936 355 0 -16.295 -14.751 -3.122 -8.063 -2.674 17.699 15.971 4.975 6.639 2.248 1.901 3.785 1.950 803 4 -15.798 -12.186 -3.025 -5.836 -2.244 -407 -2.450 -83 -1.779 -426 90 115 14 448 4 497 2.565 97 2.227 430 -15.359 -14.500 -4.347 -6.871 -2.685 Resultaat programma 7 vòòr bestemming Bestemming programma 7 via functie 980 52.557 0 8.180 0 -44.377 0 52.677 0 7.772 928 -44.905 928 47.532 631 8.443 928 -39.089 297 -5.145 631 671 0 5.816 -631 -43.763 4.306 Resultaat programma 7 na bestemming 52.557 8.180 -44.377 52.677 8.700 -43.977 48.163 9.371 -38.792 -4.514 671 5.185 -39.457 6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt 310 482 610 611 614 623 650 724 Stadsbank en schulhulpverlening Volwassenen en beroepsgerichte educatie Bijstandsverlening Werkgelegenheid Gemeentelijk minimabeleid Participatiebudget Kinderopvang (Wet kinderopvang) Lijkbezorging 7: Zorg en welzijn 620 622 630 652 714 Maatschappelijke begeleiding en advies Huishoudelijke verzorging Sociaal cultureel werk Voorzieningen gehandicapten Openbare gezondheidszorg 44 Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Lasten Baten Saldo Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2013 (C) Lasten Baten Saldo Afwijkingen 2013 (C) - (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2012 Saldo 8: Sport en cultuur 480 510 511 530 531 540 541 Gemeenschappelijke baten/lasten onderwijs Openbaar bibliotheekwerk Vormings en ontwikkelingswerk Sport Groene velden en sportterreinen Kunst Oudheidkunde/musea 2.855 5.158 727 10.725 951 11.727 4.642 2.144 0 0 1.975 213 3.030 1.105 -711 -5.158 -727 -8.750 -738 -8.697 -3.537 2.855 5.158 727 10.725 951 11.727 4.687 2.144 0 0 1.975 213 3.030 1.105 -711 -5.158 -727 -8.750 -738 -8.697 -3.582 2.871 5.045 613 10.818 831 11.362 4.794 2.139 0 0 1.916 135 3.058 1.115 -732 -5.045 -613 -8.902 -696 -8.304 -3.679 16 -113 -114 93 -120 -365 107 -5 0 0 -59 -78 28 10 -21 113 114 -152 42 393 -97 -661 -5.036 -871 -9.224 -1.100 -8.574 -4.489 Resultaat programma 8 vòòr bestemming Bestemming programma 8 via functie 980 36.785 0 8.467 218 -28.318 218 36.830 0 8.467 218 -28.362 218 36.335 0 8.363 175 -27.971 175 -495 0 -104 -43 391 -43 -29.954 2.315 Resultaat programma 8 na bestemming 36.785 8.685 -28.100 36.830 8.685 -28.144 36.335 8.538 -27.796 -495 -147 348 -27.639 1.563 0 514 11.345 7.789 0 53.269 71 355 0 533 336 4.875 50.000 -1.492 355 -514 -10.812 -7.453 4.875 -3.269 1.679 0 514 9.468 7.964 0 39.522 71 355 0 533 336 4.875 29.879 -1.608 355 -514 -8.935 -7.628 4.875 -9.643 2.135 0 600 7.240 7.543 0 33.577 558 333 19 -989 629 2.633 17.868 -1.577 333 -581 -8.229 -6.914 2.633 -15.709 456 0 86 -2.228 -421 0 -5.945 487 -22 19 -1.522 293 -2.242 -12.011 31 -22 -67 706 714 -2.242 -6.066 -1.723 318 -165 -11.200 -7.348 5.193 31.466 Resultaat programma 9 vòòr bestemming Bestemming programma 9 via functie 980 74.480 5.028 56.170 13.556 -18.310 8.528 59.146 8.628 36.049 21.944 -23.097 13.316 51.096 610 21.052 18.073 -30.044 17.463 -8.056 -8.018 -14.997 -3.871 -6.947 4.147 16.541 3.548 Resultaat programma 9 na bestemming 79.508 69.726 -9.782 67.774 57.993 -9.781 51.706 39.125 -12.581 -16.074 -18.868 -2.800 20.089 Resultaat vòòr bestemming (= functie 970) Bestemming via functie 980 455.952 54.607 436.010 74.549 -19.942 19.942 449.146 70.283 425.038 94.391 -24.108 24.108 454.106 81.085 445.000 92.998 -9.111 11.913 4.950 10.802 19.952 -1.398 15.002 -12.200 24.827 -15.927 Resultaat na bestemming (= functie 990) 990 Overgeboekt saldo 990 naar balans 510.559 0 510.559 0 0 0 519.429 0 519.434 0 0 0 535.191 0 537.998 -2.802 2.802 -2.802 15.752 0 18.554 -2.802 2.802 -2.802 8.900 -8.900 Resultaat na overboeking saldo naar balans 510.559 510.559 0 519.429 519.434 0 535.191 535.196 0 15.752 15.752 0 0 9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen 310 311 560 810 822 823 830 Handel en ambacht Warenmarkten Openbaar groen en openluchtrecreatie Ruimtelijke ontwikkeling Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie Totaal programma 1 t/m 9 Voor een toelichting per beleidsproduct verwijzen wij u naar de programmaverantwoording. Onder "Wat heeft het gekost?" vindt u een uitgebreide toelichting. 45 46 B Jaarverslag 2013 Jaarstukken 2013 Gemeente Apeldoorn 47 48 5 Programmaverantwoording Jaarverslag 2013 Gemeente Apeldoorn 49 50 Programma 1 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Beleidsproducten: 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning B&W 003 Burgerzaken (verkiezingen) 004 Overheidsdocumenten 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) 330 Dividend nutsbedrijven (NUON en Alliander) 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Dividend Sport Accres 721 Dividend Afvalverwijdering Circulus 913/ 914 Geldleningen en beleggingen 921 Algemene uitkering Gemeente fonds 922 Algemene baten en lasten 930 t/m 941 Gemeentelijke belastingen 960 Saldi kostenplaatsen 51 1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Portefeuillehouder(s): - allen Doelstellingen Wat wilden we bereiken? Met dit programma willen we bereiken dat het gemeentebestuur dicht bij haar inwoners staat, taken aan hen overlaat, ondersteund wordt door een compacte, efficiënte organisatie en de financiën op orde heeft. Daarmee omvat dit programma ook een goed beheer van de financiële positie van onze gemeente en het vragen van financiële bijdragen (via belastingen, heffingen en leges) die in een redelijke verhouding staan tot de gerealiseerde effecten, producten en diensten. De • • • • • volgende doelstellingen zijn hieraan gekoppeld: Het vertrouwen van burgers in het bestuur blijft minimaal op gelijk niveau. De betrokkenheid en inzet van burgers bij hun eigen leefomgeving neemt toe. Er is sprake van een juiste en efficiënte registratie van persoonsgegevens. De gemeente kent een compacte, efficiënte organisatie die regisseert en faciliteert en regionaal samenwerkt. Het gemeentebestuur brengt de financiële positie op orde door structureel te bezuinigen en vraagt redelijke bijdragen van burgers / bedrijven. Wat hebben we bereikt? • Wij hebben het gevoel dat onze inspanningen er toe leiden dat wij dichter bij de Apeldoornse gemeenschap zijn komen te staan. Dit gevoel ontlenen wij ondermeer aan de Trendconferentie zoals wij die medio november hebben georganiseerd. De bereidheid om samen toekomstgericht aan de slag te gaan neemt toe. • In 2015 en 2016 organiseren wij een burgerpeiling. Met het oog hierop wordt in 2014 een 0 meting uitgevoerd. De uitkomsten moeten uitwijzen of ons gevoel ook met cijfers onderbouwd kan worden. • De betrokkenheid en inzet van burgers is dit jaar groot geweest bij o.m. de totstandkoming van de Toekomstagenda Zuidwest (Dromen voor Zuid). Er zijn in totaal meer dan 500 reacties binnengekomen. Daarnaast zijn er tal van kleinschalige projecten geweest. In deze projecten zijn samen met de bewoners afspraken gemaakt over de inrichting van de leef- en woonomgeving. Het aantal initiatieven vanuit de samenleving om met de openbare ruimte aan de slag te gaan neemt aantoonbaar toe. Wij noemen bijvoorbeeld de initiatieven in Orden en in de dorpen. • De persoonsgegevens zijn in 2013 juist en efficiënt beheerd. Hierbij is extra aandacht besteed aan onderzoek ter plaatse en het meer digitaal aanbieden van mogelijkheden om wijzigingen in persoonsgegevens door te geven. Het beperkte aantal “bekende” registratiefouten in de gegevens is dit jaar verder afgenomen. • Op 1 januari 2013 is de nieuwe ambtelijke organisatie van start gegaan. Deze organisatie is meer extern gericht en vervult een meer en meer regisserende rol. In toenemende mate wordt hierbij de samenwerking gezocht met andere gemeenten. • Met de Zomernota 2012 is het financiële herstel ingezet. In de in 2013 opgestelde MPB 2014-2017 bleken opnieuw structurele bezuinigingen noodzakelijk. Er is gekozen voor een verhoging van de OZB en is financiële ruimte vrijgemaakt voor tegenvallers en overige ontwikkelingen, e.e.a. onder handhaving van het financiële herstelplan. • De gemeenteraad is doorgaans goed geïnformeerd over wat er binnen de Apeldoornse samenleving leeft. In 2013 zijn diverse instrumenten ingezet zoals de politieke markt , werkbezoeken en het bezoeken van diverse informatiebijeenkomsten. De raad beoogt door deze werkwijze zo laagdrempelig mogelijk bereikbaar te zijn voor burgers en transparant te zijn in de besluitvorming. De politieke markt is in 2013 38 maal gehouden. De gebruikte raadsinstrumenten waren: • ingediende amendementen 68 waarvan 25 aangenomen 52 • • • • • • • ingediende moties 51 waarvan 15 aangenomen 0 initiatiefvoorstellen 2 raadsopdrachten 11 actualiteitsvragen 2 interpellaties 35 schriftelijke vragen vragen in het vragenuurtje Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 001 Bestuursorganen Prestatie Het bestuur onderhoudt structureel contact met inwoners door het organiseren van ontmoetingsmomenten tussen vertegenwoordigers van burgers, instellingen en bedrijven en college en raad en een efficiënte organisatie van informatie- en inspraakbijeenkomsten. Collegeleden hebben direct contact met het stadsdeel waarvoor zij de gebiedsverantwoordelijkheid dragen, en onderhouden actief hun portefeuillegerelateerde netwerk. ● ● Toelichting Naast de vaste contacten via de politieke markt heeft de raad in 2013 met doelgroepen en instellingen gesprekken op locatie gevoerd, o.a. in het kader van het Welzijnsbeleid, de decentralisatie van de zorgtaak Begeleiding, de decentralisatie van de Jeugdzorg en de detailhandelsvisie. Ons college heeft na de vaststelling door uw raad van de ‘Agenda voor Herstel’ het communicatiebeleid herijkt en neergelegd in de notitie ‘de Taal van Herstel’. Het college heeft in deze notitie uitgesproken om zich ‘dichter bij de samenleving’ te positioneren.. Daarnaast worden initiatieven genomen om de omgevingssensitiviteit zowel ambtelijk als bestuurlijk te versterken. Uitvoering gevende aan deze intenties is in de afgelopen periode het aantal wijk- en bedrijfsbezoeken in aantal toegenomen. Ook het aantal ‘contactmomenten’ via social media neemt toe. Op Twitter hebben wij inmiddels meer dan 7.000 volgers terwijl de gemeentelijke Facebookpagina steeds beter wordt bezocht. De corporate nieuwsbrief Apeldoorn Deze Week nadert de 2.000 abonnees. In het kader van de decentralisatie binnen het sociale domein hebben wij tientallen bijeenkomsten voor de diverse doelgroepen in de wijken en in de dorpen georganiseerd. Op dit moment zijn wij bezig om ons lobbybeleid te verbreden tot een public affairs beleid. Ons college (stadsdeelportefeuillehouders) en stadsdeelmanagers hebben regelmatig de situatie in het betreffende stadsdeel besproken. Daarmee is de stadsdeelportefeuillehouder steeds geïnformeerd over actuele zaken, achtergronden, plannen, knelpunten etc. die 53 Prestatie Bestuurders communiceren verbindend door besluiten niet alleen toe te lichten, maar ook dilemma’s, overwegingen en alternatieven naar voren te brengen. ● Snelle en accurate behandeling van bezwaarzaken door tussenkomst of onder verantwoordelijkheid van een Onafhankelijke Bezwaarschriftcommissie en andere vormen van geschillenoplossing. ● In 2013 wordt de toekomstagenda voor Zuidwest en een stadsdeelplan voor het centrum vastgesteld. ● Premie op actie is in 2013 door bezuinigingen afgebouwd. Uitvoering van de afspraken uit het stadscontract 2012-2015 dat de gemeente met de provincie heeft gesloten om een duurzame ● ● Toelichting in een stadsdeel spelen. Als daar aanleiding voor was hebben we deelgenomen aan de stadsdeelplatforms en/of aan andere, incidenteel belegde, overlegvormen in de wijken en dorpen. Er zijn bezoeken gebracht aan de stadsdelen Zuidwest en Noordoost. Ook in de rol van individueel gebiedsbestuurder hebben we contact gehad met stakeholders, dorps- en wijkraden, etc.. Ons streven is om niet alleen over besluiten te communiceren maar, meer dan in het verleden, ook dilemma’s voor te leggen aan de raad en aan de inwoners. In het afgelopen jaar is de daad bij het woord gevoegd. Wij noemen de discussie rond AGOVV, de lobby richting provincie Gelderland, de ontsluitingsproblematiek Anklaar/Zuidbroek en de stortplaatsen. In deze discussies hebben wij niet de oplossing maar het dilemma centraal gesteld. Deze manier van opereren bevalt ons goed. De raad heeft het instrument startnotitie geïntroduceerd om vooraf kaders te stellen. Vaak worden daar ook burgers bij betrokken. In het kader van de detailhandelsvisie zijn expertmeeting met ondernemers en andere kennisdragers gehouden. In 2013 zijn er 1.003 bezwaarschriften binnengekomen; 108 meer dan het begrote aantal van 895. De verklaring ligt in de bezuinigingen op de WMO, enkele controversiële besluiten (verkeersbesluiten, gedoogverklaring coffeeshop) en de reorganisatie. Er zijn geen “dwangsommen niet tijdig beslissen” uitbetaald. In het kader van de Andere Overheid zijn er zo’n 185 zogenaamde “informele gesprekken“ geweest. Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar het jaarverslag 2013 van de Onafhankelijke bezwarencommissie. De Toekomstagenda’s voor Zuidwest, Noordwest en Zuidoost zijn in 2013 aan u aangeboden. Daarnaast zijn in 2013 de Staddeelplannen voor Noordwest en Zuidoost vastgesteld. De Stadsdeelplannen voor Zuidwest en het Centrum worden in 2014 ter vaststelling aangeboden. Premie op actie is afgebouwd De voortgang van de gemaakte resultaatafspraken ligt op schema. Binnen het programma binnenstad zijn in 2013 het Caterplein en het Catherina Amaliapark 54 Prestatie woonomgeving en verbeterde leefbaarheid in Apeldoornse wijken te bereiken. Toelichting gerealiseerd. Binnen het programma Wijken zijn goede resultaten geboekt. Er is volop gewerkt aan het ondergronds brengen van de hoogspanningslijnen in Zuid. Binnen het sleutelproject Kanaalzone is het Diosynthterrein aangekocht en gestart met de herontwikkeling van de openbare ruimte. In de Maten is in het Matenpark gewerkt aan de aanleg van een voor mindervaliden toegankelijke vissteiger. Er is op verzoek van hondenbezitters een omheinde hondenuitlaatplaats aangelegd. Er is gestart met de aanleg van een avontuurlijke speelplaats.. Daarnaast is het park in de buurt de Horsten in ontwikkeling genomen. Dit gebeurt volgens een aanpak, waarbij heel gericht versleten plekken worden opgeknapt. In Orden is de nieuwbouw op de Caretex en Hobbemalocatie in 2013 gereed gekomen en vordert de bouw van het nieuwe winkelcentrum Orden gestaag. Verder is verdergaand geïnvesteerd in het leggen van meer verbindingen tussen de ontmoetingsplekken, extra jongerenwerkinzet, een project dat moet leiden tot een veilige en kindvriendelijke route tussen verschillende 'kindplekken' en de aanpak van de buitenruimte van het zogeheten 'Sprengendorp'. In Kerschoten heeft zich in 2012 en 2013 de mogelijkheid voorgedaan om met een groot aantal nationale bedrijven en Apeldoornse partijen te werken aan een plan om de wijk energieneutraal te maken. Daarnaast is voor het winkelcentrum Mercatorplein een 'kwartiermaker' aangesteld om te zien of de marktpartijen in staat en bereid zijn om het winkelcentrum verder te ontwikkelen. 55 Kengetal - % inwoners dat zich voldoende betrokken voelt bij de beleidsvorming Realisatie 2011 Realisatie 2012 Doel 2013 Geen meting - >30% 100 69 0 - aantal gehonoreerde voorstellen in het kader van ‘premie op actie’ Realisatie 2013 Geen meting 0 Lopende bezuinigingstaakstellingen Effect vermindering aantal wethouders De taakstelling is grotendeels meegenomen en daarmee gerealiseerd in het formatieplan. Een klein deel, € 15.000 groot, is niet meegenomen in het formatieplan, maar gerealiseerd in de begrotingen van de eenheden Directieraad (m.i.v. 2014) en Personeel, Communicatie en Bestuursondersteuning (m.i.v. 2013). Premie op actie Premie op actie is in 2012 afgebouwd. In 2013 is hiervoor geen geld meer beschikbaar gesteld. Hierdoor zijn er in 2013 waarschijnlijk minder wijk/straat en buurtactiviteiten georganiseerd dan in voorgaande jaren. Zomernota: Griffie, Gemeenteraad De taakstellingen voor de Gemeenteraad en Raadsgriffie, uitgezonderd de taakstellingen papierloos vergaderen en formatiereductie, zijn met ingang van 2013 geheel gerealiseerd en structureel verwerkt in de begroting. Met ingang van 2014 zijn de resterende twee taakstellingen structureel verwerkt in de begroting. Zomernota: Bureau gemeentesecretaris, college en B&W Deze taakstelling is als stelpost verwerkt in de begroting; een voorstel om deze taakstelling structureel in te vullen zal worden voorgelegd aan het nieuw aangetreden college na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. De taakstelling 2013 is op incidentele basis gerealiseerd. Zomernota: wijkzaken In 2013 is er een bedrag van € 50.000 bezuinigd op de subsidie dorps- en wijkraden. Dit bedrag is bezuinigd door de stimuleringssubsidie aan de dorps- en wijkraden niet langer beschikbaar te stellen. Een aantal initiatieven van dorps- en wijkraden wordt niet langer gehonoreerd als gevolg van deze bezuiniging. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 001 Bestuursorganen € L 6.896 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 6.896 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten BROA € € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € Begroting Bestaand Beleid 6.896 B Realisatie S -6.896 L 6.410 0 -6.896 35 716 751 B Afwijking 12 S -6.398 L -486 6.410 12 -6.398 35 716 25 35 226 -6.145 6.435 273 B 12 S I/S 498 I -486 12 498 10 226 25 0 0 -490 -25 -490 -6.162 -461 -478 -17 I I Conform de afspraken is het stadscontract 2012-2015 in uitvoering genomen in de stadsdelen Zuidoost (De Maten) en Noordwest (Orden en Kerschoten). In 2012 en 2013 is al veel gerealiseerd, maar ook veel in de voorbereidende sfeer aan projecten gewerkt. Daardoor is in 2013 slechts een deel van de beschikbare middelen aangewend. Dit heeft geresulteerd in een onderschrijding van € 490.000. Echter, de planvorming voorziet in forse investeringen vanaf 2014, waardoor de verwachting is dat de 56 beschikbare middelen binnen de looptijd van dit stadcontract zullen worden aangewend. Tegenover deze onderschrijding staat een lagere onttrekking aan de BROA voor hetzelfde bedrag. 002 Bestuursondersteuning B&W Prestatie Uitvoeren vastgesteld Plan van Aanpak organisatieverandering, met als doel het realiseren van de andere overheid, met een meer compacte en efficiënte ambtelijke organisatie. ● Uitvoering van de lobbynota continueren, gericht op afsluiten van convenanten met het Rijk en de provincie, en verkenning van de mogelijkheden binnen de EU. ● Een goed functionerend systeem van juridische kwaliteitszorg. ● Bij herziening van regelgeving, herontwerp van bedrijfsprocessen in dienstverlening, training van medewerkers met publiekscontacten en dergelijke, wordt het thema regeldruk vermindering steeds meegenomen. ● Het Meldpunt Vermindering Regeldruk volgt ontwikkelingen elders op goede voorbeelden, informeert en volgt de betreffende diensten hierover en rapporteert het bestuur jaarlijks op basis van informatie van de diensten. ● 57 Toelichting Dit Plan van Aanpak beoogde verschillende bestaande activiteiten op een meer verbonden manier te presenteren. Dit 'paraplu-'plan is op deze manier niet uitgevoerd, maar de meeste onderdelen eruit hebben op een andere manier een plek gevonden: de Inspiratiebijeenkomsten worden nog steeds gehouden, het streven om het aspect 'andere overheid' een motivatie te laten zijn voor de organisatie staat nog volop overeind. Het jaar 2013 stond met name in het teken van de lobby richting de provincie voor een financiële bijdrage aan Apeldoorn vanwege het financieel tekort. Deze lobby is eind 2013 succesvol afgerond nadat GS toegezegd heeft om € 17 mln bij te dragen aan Apeldoorn. Daarnaast heeft Apeldoorn financiële middelen verkregen via het stadscontract en het regiocontract en is er een verkenning van de mogelijkheden binnen de EU opgestart. Tot slot zijn nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand gekomen en bestaande verstevigd. In 2013 is overeenkomstig het Intern Controleplan 2012 gewerkt. De zogenaamde kwaliteitscirkel op basis van met name de bezwaarschriftbehandeling heeft geen noemenswaardige verbetervoorstellen opgeleverd. In het kader van de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement heeft de eenheid Veiligheid en Recht optimaal geparticipeerd. De mandaat, volmacht en delegatieregeling is in verband met de reorganisatie eind 2012 geheel herzien en geactualiseerd. In 2013 is er één tussentijdse actualisatie doorgevoerd. Alle (nieuwe) regelgeving - die de eenheid Veiligheid en Recht in het kader van haar concernadviestaak begeleidt – wordt kritisch bekeken op mogelijkheden tot vermindering van de administratieve lastendruk. Diverse Verordeningen en regelingen zijn in 2013 getoetst. Concernbreed zijn diverse LEAN-trajecten opgepakt en uitgevoerd. Het verminderen van regeldruk is daarvan een logische subdoelstelling. Diverse publicaties en best-practices zijn door het regiepunt in de organisatie uitgezet. Dit betrof veelal reeds door ons ingevoerde werkwijzen of een herhaling van reeds eerder bekend gemaakte best-practices. In 2013 zijn meerdere verordeningen getoetst. Prestatie Toelichting Grote resultaten zijn behaald met de nieuwe concept- Algemene subsidieverordening en de algehele herziening van de Algemene Plaatselijke Verordening. Lopende bezuinigingstaakstellingen Juridische beleidsadvisering Deze taakstelling is gemeentebreed in het kader van de reorganisatie gerealiseerd. Receptiebalie De gestelde bezuinigingen voor de receptiebalie zijn doorgevoerd in het vastgestelde formatieplan per 1 januari 2013 en zijn daarmee gerealiseerd. Dit betekent dat er vóór 10.00 uur en ná 14.30 uur slechts één receptiemedewerker aanwezig is. Het effect hiervan is dat de wachttijden bij de receptiebalie, in de periode dat er één medewerker aanwezig is, langer kunnen zijn. Dit heeft echter nog niet tot formele klachten geleid Reductie overige subsidies Een deel van deze bezuinigingstaakstelling heeft betrekking op subsidie aan Paleis het Loo, Stichting Apeldoorn promotie en Stichting bevrijding ’45 en worden in 2014 volledig gerealiseerd. De taakstelling had ook deels betrekking op de subsidie aan Stichting Mondial, welke later is uitgesloten in verband met eerdere taakstellingen. Hiermee wordt de totale taakstelling van € 15.000 niet volledig gerealiseerd. Leefbaarheidsonderzoek (proj.nr. 29.5) In 2013 heeft geen leefbaarheidsonderzoek plaatsgevonden. Conform de aangenomen motie van de Raad bij de behandeling van de MPB 2014 in november 2013 zal twee maal per bestuursperiode, met ingang van 2015, een Burgerpeiling worden uitgevoerd. Daarnaast zal in 2014 een 0-meting worden uitgevoerd met het oog op de 3 decentralisaties. Zomernota: planning en control De bezuinigingstaakstelling van € 50.000 door afschaffing van de eerste Tussentijdse Rapportage (TuRap) is nog niet structureel ingevuld. De taakstelling is wel op incidentele basis gerealiseerd door het te bezuinigen bedrag in mindering te brengen op de storting in de bedrijfsvoeringsreserve van de eenheid Financiën & Control. Via de MPB 2014-2017 heeft u structureel € 25.000 toegekend voor het opstellen van een Trendbrief als alternatief voor de vervallen eerste TuRap. Hiervoor is de stelpost onvoorziene uitgaven met hetzelfde bedrag verlaagd. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 002 Bestuursondersteuning B&W Realisatie Afwijking L € 16.021 B 4.701 S L -11.320 16.591 B 4.699 S -11.892 L 570 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 16.021 4.701 -11.320 16.591 4.699 -11.892 980 Mutaties reserves Bedrijfsvoeringsreserve Reserve overlopende projecten € € 289 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 16.021 4.988 Begroting Bestaand Beleid 21 4.722 0 21 85 -11.299 16.676 B -2 S I/S -572 I/S 570 -2 -572 289 -85 0 85 289 -21 289 -106 -11.688 655 266 -389 I I Een nadeel van € 280.000 wordt veroorzaakt doordat er per saldo meer uren op dit product zijn geschreven dan begroot. Dit heeft een tweetal oorzaken. In de eerste plaats betreft het een verschuiving van uren: op andere producten is minder geschreven dan begroot. In de 2e plaats zijn er ook door het management en secretariaat uren geschreven op dit product. Dit was niet begroot. Bij het opstellen van de begroting 2013 was, vanwege de reorganisatie, het moeilijk om een nauwkeurige inschatting te geven van het aantal uren dat met dit product gemoeid zou zijn. In de begroting 2014 zijn bovenstaande effecten al grotendeels verwerkt. 58 Daarnaast hadden de medewerkers van het Servicecentrum en het InformatieServicePunt (ISP) in 2013 een aanzienlijk hoger dan begroot ziekteverzuim. Ook heeft het ISP in de loop van 2013 te maken gehad met een aantal personele mutaties. Dit heeft geresulteerd in doorbelasting van minder uur naar dit product. Daarnaast wordt een nadeel van € 290.000 met name veroorzaakt doordat diverse door de Directieraad gegeven opdrachten t.a.v. de bedrijfsvoering, ten laste van dit product zijn verantwoord (€ 290.000 N). Deze opdrachten hebben een incidenteel karakter en worden gedekt door een onttrekking aan de bedrijfsvoeringsreserve. Per saldo is dit dus resultaatneutraal. 003/004 Burgerzaken Prestatie Voldoen aan de vastgestelde GBAnorm. ● Aantoonbaar voldoen aan de ISO 90012008 norm. ● Voldoen aan beveiligingseisen. ● Toelichting We voldoen aan de vastgestelde GBA-norm; om te blijven voldoen aan deze norm is permanente aandacht nodig. In 2013 is een tussentijdse audit uitgevoerd door DEKRA. Wij voldoen aan de gestelde eisen, maar er is een aantal verbeteringen noodzakelijk. Deze verbeteracties zijn opgepakt, maar nog niet volledig afgerond. De vereiste documenten zijn opgeleverd en afronding zal in 2014 plaatsvinden. Voor 1 november 2013 zijn de resultaten van de voorgeschreven zelfevaluatie toegezonden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De resultaten laten zien dat wij aan de gestelde eisen voldoen Lopende bezuinigingstaakstellingen Verkiezingsborden Er worden van gemeentewege geen verkiezingsborden meer geplaatst. Aangezien er nog geen verkiezingen zonder borden zijn geweest, zijn de maatschappelijke effecten niet aan te geven. Openstelling balie en telefoonkanaal De bezuinigingstaakstelling op de openstelling van balies in het stadswarenhuis en de telefoon ad € 115.000 is op 1 januari 2013 gerealiseerd. Het aantal openingsuren van de balies is teruggebracht door de invoering van dienstverlening op afspraak. Ook door kanaalsturing, waardoor - voor de producten waarvoor dat kan - klanten vaker voor het internetkanaal kiezen. Verder zijn de openingstijden van het telefoonkanaal (servicecentrum 14055) dagelijks met een halfuur terug gebracht. Beperken producten balie Bij het bestuursakkoord is een bezuinigingstaakstelling voor het stadswarenhuis afgesproken van € 100.000 door een aantal producten digitaal te ontsluiten. Deze taakstelling is gerealiseerd. 59 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 003/ Burgerzaken/overheidsdocumenten 004 L B Realisatie S L B Afwijking S L B S I/S Begroting Bestaand Beleid 003 Burgerzaken 004 Overheidsdocumenten € € 3.119 840 20 2.325 -3.099 1.485 3.265 864 6 2.416 -3.259 1.552 146 24 -14 91 -160 67 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 3.959 2.345 -1.614 4.129 2.422 -1.707 170 77 -93 980 Mutaties reserves € 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 170 77 -93 3.959 2.345 -1.614 4.129 2.422 -1.707 I I 005 Bestuurlijke samenwerking Prestatie Intensiveren samenwerking in het kader van de regio Stedendriehoek (en daarbuiten), met als doel wederzijds kostenvoordeel. ● Toelichting Apeldoorn heeft de Noord-Veluwse en Stedendriehoek gemeenten uitgenodigd om samen te werken bij de uitvoering van de drie decentralisaties. Er zijn 2 bestuurlijke conferenties gehouden en de resultaten daarvan zijn de basis voor de verdere verkenning van de mogelijkheden tot samenwerking. Ook wordt met de gemeenten in de Stedendriehoek (m.u.v. Deventer) de mogelijkheden tot samenwerking op de bedrijfsvoeringstaken en belastingen onderzocht. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 005 Bestuurlijke samenwerking € L 427 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 427 980 Mutaties reserves € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € Begroting Bestaand Beleid B 0 427 0 Realisatie S -427 L 495 -427 495 -427 495 B Afwijking 240 S -255 240 -255 240 -255 L 68 B 240 S I/S 172 I 68 240 172 0 0 0 68 240 172 In de tussentijdse rapportage hadden we al aangekondigd dat de gemeenschappelijke regeling Centrum voor Automatisering Oost Nederland (CON) die sinds 1994 in liquidatie verkeert, in 2013 tot een uitkering zou komen. De ontvangen (incidentele) uitkering bedraagt 167.000 euro. Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) Prestatie Formuleren van een heldere en concrete meerjarenprogrammabegroting met voldoende meetbare doelen en prestaties. ● Toelichting Bij elk begrotingsprogramma is een doelenboom opgenomen waarin de programmadoelstelling is verbijzonderd naar hoofddoelstellingen, te leveren prestaties en beleidsproducten. In het najaar van 2013 is een werkgroep van gemeenteraad en college gestart met de 60 I Prestatie Verantwoording over prestaties en maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid in het jaarverslag en de Apeldoorn Monitor. Heldere financiële verantwoording (jaarrekening en bestuursrapportages). Toelichting modernisering van de begroting (compacte begroting, meer gericht op prestaties en meetbare effecten). Het jaarverslag biedt inzicht in de bereikte prestaties en waar mogelijk maatschappelijke effecten. De Apeldoorn Monitor is in 2013 niet meer uitgevoerd als gevolg van een doorgevoerde bezuiniging op dit onderdeel. ● In de MPB 2014-2017 zijn middelen vrij gemaakt om de komende jaren periodiek een burgerpeiling uit te voeren (opvolger van de Apeldoorn monitor). De raad ontvangt met ingang van 2013 één turap per jaar. De raad is tevreden over de kwaliteit. Een raadwerkgroep heeft het controleinstrumentarium doorgelicht en de raad heeft op dat advies dit instrumentarium geoptimaliseerd. Dat heeft bijgedragen aan een beter inzicht in verwachte afwijkingen. De financiële afwijkingen op de programma’s zijn in de jaarrekening toegelicht. ● Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer (functie) € L 1.980 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 1.980 980 Mutaties reserves € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € Begroting Bestaand Beleid B 1.980 Realisatie S -1.980 L 1.717 0 -1.980 1.717 26 26 73 26 -1.954 1.790 B 0 0 Afwijking S -1.717 L -263 -1.717 B 0 S I/S 263 I -263 0 263 -73 73 -26 -99 -1.790 -190 -26 164 I Het voordelig saldo op Bestuursondersteuning Raad en Rekenkamerfunctie van € 263.000 wordt onder meer veroorzaakt door een vrijval op het budget communicatie Raad (totaal € 53.000 V). Omdat de meeste communicatie-uitgaven zich concentreren rond de gemeenteraadsverkiezingen en de installatie van de nieuwe Raad, heeft uw Presidium besloten om in geval van onderbesteding het vrijvallend budget mee te nemen naar het volgende jaar. Gedurende de raadsperiode wordt er dus gespaard. Het genoemde voordeel van € 53.000 wordt overgeheveld via de reserve overlopende projecten naar 2014. Daarnaast zijn er in 2013 minder externe onderzoeken uitgevoerd, wat tot een voordeel leidt van € 69.000. Verder is er een vrijval op het budget Internet TV van € 60.000. In 2014 zal een voorstel worden gedaan hoe om te gaan met de vrijval op het budget Internet TV. Verder is er een vrijval op het loonbudget van de Raadsgriffie (€ 109.000) als gevolg van vacatures. Met ingang van 2014 is, conform de taakstelling zomernota, het loonbudget van de Raadsgriffie afgeraamd met € 55.000. Het resterende deel betreft diverse kleinere posten. 61 511 Vormings- en ontwikkelingswerk Dit betreft de subsidie aan de Stichting Mondial Apeldoorn, de Stichting Apeldoorn over de grens en Stichting ’40-’45. Lopende bezuinigingstaakstellingen Beperken buitenlandse betrekkingen Deze bezuinigingstaakstelling heeft betrekking op het budget Apeldoorn over de grens (bezuiniging oplopend tot € 15.000 in 2014). Deze taakstelling wordt volledig gerealiseerd. 330 Dividend nutsbedrijven Prestatie Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de betrokken verbonden partijen. Toelichting Wij hebben informatie ontvangen van de verbonden partijen. ● Wat heeft het gekost? De belangrijkste baten op dit product betreffen: • Dividend Alliander en Nuon Energy € 63.000. 530 Dividend sport Prestatie Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de betrokken verbonden partij. ● Toelichting Wij hebben door middel van het aandeelhouderschap invloed uitgeoefend op de vennootschap Accres en zorggedragen voor de continuïteit van de onderneming. Wat heeft het gekost? De belangrijkste baten op dit product betreffen: • geraamd dividend Accres € 260.000 721 Dividend afvalverwijdering Prestatie Door middel van het aandeelhoudersschap toezicht houden op de continuïteit van Circulus BV, die de afvaltaak uitvoert voor de gemeente Apeldoorn. ● 62 Toelichting Apeldoorn is de grootste aandeelhouder van Circulus BV. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders stelt de jaarstukken en begroting van Circulus vast. In 2013 is met de aandeelhouders van Berkel Milieu overleg gevoerd over een mogelijke fusie tussen Circulus en Berkel Milieu. De meeste aandeelhoudende gemeenten hebben inmiddels hiermee ingestemd. De gemeente Apeldoorn neemt in 2014 een besluit over de fusie. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging Realisatie Afwijking 330/ Dividend 530/ 721 Begroting Bestaand Beleid 330 Dividend nutsbedrijven 530 Dividend sport 721 Dividend afval € € € 18 1.716 260 290 1.698 260 290 19 1.702 260 1.125 1.683 260 1.125 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 18 2.266 2.248 19 3.087 3.068 980 Mutaties reserves € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € L B 18 S 2.266 L 2.248 B 19 S 3.087 L 3.068 B S I/S 1 0 0 -14 0 835 -15 0 835 1 821 820 0 0 0 1 821 820 I I I Toelichting resultaat Dividend afval In de gemeentebegroting is het taakstellend dividend van Circulus geraamd op € 290.000. De dividenduitkering over 2012 van € 1,12 miljoen leidt tot een voordelig resultaat van € 835.000. Hiervan is € 346.000 toe te rekenen aan de publieke taak. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserve huisvuilrechten (zie programma 4, product 721 Afvalverwerking). Het overige deel valt vrij in de algemene middelen. 913/914 Geldleningen en beleggingen Prestatie Binnen de kaders van het Treasurystatuut voeren van een actief financierings- en beleggingsbeleid. Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten, Vitens N.V., Nuon en RGV Holding BV. Zie hiervoor ook de paragraaf verbonden partijen. Door middel van het aandeelhoudersschap toezien op de continuïteit van N.V. Luchthaven Teuge, Parkeergarage Orpheus B.V. en Schouwburg en congrescentrum Orpheus N.V. Zie hiervoor ook de paragraaf verbonden partijen. ● ● ● Toelichting Binnen de kaders van het Treasurystatuut is een actief financieringsbeleid gevoerd gericht op minimalisatie van rentekosten. Wij hebben in 2013 informatie ontvangen van deze verbonden partijen en ingestemd met de jaarrekeningen 2012. We zijn lid van NUVAL, de vereniging van (oud Gamog) aandeelhouders van Nuon en Vitens. NUVAL vertegenwoordigt onze gemeente in de aandeelhoduersvergaderingen. Wij hebben in 2013 ingestemd met de jaarrekeningen 2012 van Luchthaven Teuge en van Orpheus NV en de begrotingen 2014 besproken. We zijn door de directies en commissarissen op de hoogte gehouden van actuele ontwikkelingen. De aandeelhouders hebben verdere privatisering van Luchthaven Teuge onderzocht. Het onderzoek heeft niet geleid tot voor de aandeelhouders acceptabele aanbiedingen. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 913/ Geldleningen en beleggingen 914 L B S Realisatie L B S L B S 7.382 1.571 -621 -16 47 928 668 944 12.630 8.953 -637 975 1.612 45 45 -940 0 327 0 0 0 -327 8.058 -310 975 1.285 Begroting Bestaand Beleid 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en beleggingen € € 736 3.578 7.450 4.205 6.714 627 115 3.562 7.497 5.133 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 4.314 11.655 7.341 3.677 980 Mutaties reserves Bestaand beleid Reserve aandelenkapitaal Teuge Bespaarde rente bestemmingsreserves € € 45 613 45 -613 940 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 4.927 6.773 4.617 11.700 63 Afwijking 12.675 I/S I I I Stelpost VNB-gelden 627.000 U hebt met de zomernota 2012 besloten om de Bestemmingsreserve VNB-gelden op te heffen, en de externe belegging in tact te laten. Voor de lasten daarvan is boekhoudkundig een stelpost van € 627.000 opgenomen. In werkelijkheid hoeven wij deze last niet extra te betalen, maar zit dit versleuteld in de kosten van de al opgenomen leningen. Langlopende geldleningen: nadeel van € 334.000 De oorzaak voor dit nadeel is dat de geplande renteherziening van een lening aan een woningbouwvereniging niet doorging maar dat de lening werd afgelost en we geen rente ontvingen. Hiermee is in de begroting geen rekening is gehouden. De bijbehorende lagere kosten zijn verantwoord op Beleidsproduct 960 Kostenplaats rente & financiering. In de tussentijdse rapportage is deze afwijking samengevoegd met dit product. Rentetoerekening reserves en voorzieningen € 279.000 voordeel Doordat de reserves een hogere stand per 1/1/2013 hadden dan bij de begroting ingeschat, was de raming van de bespaarde rentes op reserves te laag. De effecten hiervan worden verrekend met de diverse reserves en zijn dus resultaatneutraal. Vrijval voorziening renterisico Bij de jaarrekening 2012 is, in overleg met de accountant, een voorziening van € 1 mln getroffen met betrekking tot onze derivaten. Wij hebben een vraag gesteld bij de commissie BBV (Besluit, Begroting en Verantwoording) of deze voorziening ook voor overheden getroffen dient te worden. De commissie heeft geoordeeld dat er geen voorziening getroffen hoeft te worden. Met dit oordeel valt de bij de jaarrekening 2012 getroffen voorziening van € 1 mln vrij. De overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. 921 Algemene uitkering Gemeentefonds Prestatie Vaststellen van de gevolgen van de jaarlijkse Gemeentefondscirculaires voor de begrotingspositie van de gemeente Apeldoorn. Toelichting De beleidsmatige en financiële gevolgen van de mei-, september- en decembercirculaire voor onze begrotingspositie zijn verwerkt. De raad is hierover separaat, via de tussentijdse rap-portage en via de MPB, geïnformeerd. De bijeenkomsten van 100.000+ gemeenten, VNG, ministerie van BZK en BLOG (Blik op gemeentefinanciën) ten aanzien van de financiële verhouding Rijk-gemeenten zijn frequent bijgewoond. Informatie daaruit is vertaald naar de Apeldoornse begroting. ● Het actief samenwerken met andere gemeenten, Rijk en VNG ter behartiging van de (financiële) belangen van Apeldoorn. ● Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 921 Algemene uitkering € L B S 161.326 161.326 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 0 161.326 161.326 980 Mutaties reserves € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € Begroting Bestaand Beleid 0 161.326 161.326 64 Realisatie L B S 161.905 161.905 0 161.905 161.905 0 161.905 161.905 Afwijking L 0 B 579 S I/S 579 I 0 579 579 0 0 0 0 579 579 De effecten van het regeerakkoord VVD/PvdA, een Sociaal akkoord, een Zorgakkoord en een Najaarsakkoord hebben in 2013 een grote dynamiek in de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten veroorzaakt. In de tussentijdse rapportage rekenden wij op basis van de meicirculaire en een inschatting van de septembercirculaire op een nadeel van € 2 miljoen op de algemene uitkering. Deze jaarrekening laat echter een voordeel van € 579.000 zien. In vergelijking tot onze melding in de tussentijdse rapportage een positief verschil van € 2,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door: • € 400.000 hogere nabetalingen over de uitkeringsjaren 2011 en 2012; • € 2.100.000 voordeel als gevolg van aanpassing van een aantal parameters in het gemeentefonds en een zogenaamde kasverschuiving op de rijksbegroting. Begin 2014 hebben wij u naar aanleiding van de decembercirculaire per brief al geïnformeerd over deze grote meevaller. Bijna € 1,3 miljoen is het gevolg van bijstelling door het CBS van het aantal bijstandscliënten en het aantal huishoudens met een laag inkomen. De algemene uitkering 2013 wordt gebaseerd op het aantal bijstandsgerechtigden per 31 december 2012. In 2012 was de stijging van het aantal cliënten in Apeldoorn groter dan het landelijke gemiddelde en dat leidt een jaar later tot een hogere vergoeding voor uitvoeringskosten. Dit effect is slechts één kant van de medaille; de andere kant bestaat uit veel hogere bijstandsuitgaven. In programma 6 treft u hierover een toelichting aan. Daarnaast is een voordeel van € 700.000 ontstaan door het effect van een zogenaamde kasverschuiving bij het Rijk van 2014 naar 2013. Bij het Rijk ontstond in het najaar van 2013 financiële ruimte door lagere uitgaven bij de departementen. Het kabinet heeft die ruimte gebruikt om voor 2014 geplande onderwijsinvesteringen naar voren te halen. Dit betekent voor gemeenten geen extra onderwijsbudget, maar via de systematiek van ‘samen de trap op en trap af’ in 2013 wel extra algemene uitkering. Voor 2014 leidt dit overigens tot een evenredig lagere algemene uitkering. 922 Algemene baten en lasten Lopende bezuinigingstaakstellingen Vastgoedbedrijf/ Taakstelling vastgoed gemeentebreed De taakstellingen Vastgoedbedrijf bestaan uit de taakstelling oneigenlijk woningbezit en verbeterd beheer en uitbating. Beide zijn in 2013 niet volledig gerealiseerd. Als gevolg hiervan is circa € 0,4 mln van deze taakstellingen niet ingevuld. Zoals ook opgenomen in de MPB 2014-2017 zal het lastig zijn om de taakstellingen te kunnen realiseren en zal medio 2014 meer inzicht over de haalbaarheid aanwezig zijn (zie paragraaf weerstandsvermogen). BROA Bijdragen aan algemene dienst (proj.nr. 30.4) Als gevolg van de extra bezuinigingen, zoals opgenomen in de Verkenningen Bezuinigingsmaatregelen Formatie 2010 worden budgetten in de jaren 2011 t/m 2014 toegevoegd aan de algemene dienst. Voor 2013 was een bijdrage voorzien van € 175.000. Dit budget is conform begroting toegevoegd aan de algemene dienst. 65 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 922 Algemene baten en lasten Realisatie Afwijking € L 8.326 B 10.355 S 2.029 L 9.850 B 11.944 S 2.094 L 1.524 B 1.589 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 8.326 10.355 2.029 9.850 11.944 2.094 1.524 1.589 65 980 Mutaties reserves Bestaand beleid BROA, toevoeging GSO/ISV bijdrage BROA, algemene voeding Bijdrage BROA aan AR ivm vervallen budgetten Reserve BCF Algemene reserve, voordelen boekjaar 2013 Algemene reserve, storting saldo dienstplannen Algemene reserve, resultaat 2012 Grondbedrijf Algemene reserve, annuïteit Grondbedrijf Algemene reserve, begroot nadelig saldo Reserve grond de Haere Reserve kapitaallasten Post Zuid Reserve overlopende projecten € € € € € € € € € € € € 4.787 736 175 152 -4.787 -736 0 673 0 451 0 -6.423 11.993 72 161 488 3.143 471 175 152 6.350 11.993 72 121 488 -3.143 -471 0 373 -6.350 451 0 -6.423 11.993 72 121 488 -1.644 -265 0 0 6.350 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -300 0 0 0 0 0 0 -40 0 1.644 265 0 -300 -6.350 0 0 0 0 0 -40 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 27.999 33.169 -795 5.965 1.249 -4.716 Begroting Bestaand Beleid 7.400 6.423 175 825 451 7.400 11.993 72 161 488 31.920 7.400 6.423 3.921 33.964 175 525 451 7.400 S I/S 65 I/S I I I I I I I I I I I I Stelpost onderuitputting kapitaallasten Met ingang van 2009 is in de begroting een stelpost onderuitputting kapitaallasten opgenomen. Voor 2013 bedraagt deze € 736.200. Deze stelpost is opgenomen omdat voorgaande jaren bleek dat investeringen ten opzichte van de oorspronkelijke planning wel eens vertragen. Het gerealiseerde voordeel op de kapitaallasten is € 1,4 mln in plaats van de begrote € 0,7 mln. Het voordeel is terug te vinden op de verschillende beleidsproducten. Er zijn drie grote oorzaken te noemen van dit verschil. Ten eerste hebben de meeste investeringen de twee helft van het jaar plaats gevonden, terwijl wij begrotingstechnisch gerekend hebben met een gemiddelde van een half jaar. Ten tweede heeft bij de jaarrekening 2012 een afwaardering op onderwijshuisvesting plaats gevonden, deze afwaardering was niet verwerkt in de kapitaallasten van de begroting 2013. Ten derde laten de automatiseringskredieten een voordeel zien omdat er sprake is van prijsverlagingen, vertraging in de besteding en er kredieten bij de jaarrekening zijn/worden ingeleverd. De afwijkingen zijn in lijn met de voorspelling uit de turap. Bij het vaststellen van deze jaarstukken zullen wij u voorstellen om voordeel aan kapitaallasten op automatiseringskredieten te bestemmen voor automatiseringskosten voor de 3 decentralisaties. Frictiekosten De voorziening frictiekosten is op basis van de ontwikkelingen in 2013 herrekend. Dit resulteert in een vrijval van € 0,5 mln. Stelpost VNB-gelden U hebt met de zomernota 2012 besloten om de Bestemmingsreserve VNB-gelden op te heffen, en de externe belegging in tact te laten. Voor de lasten in verband met de kosten van externe financiering is een post van € 627.000 opgenomen. Door de lage rente en door minder projecten en financieringsbehoefte vallen deze kosten lager uit. De kosten zijn meegenomen in het renteresultaat en hier niet apart verantwoord. Het voordeel bedraagt € 627.000. Correctie eenheidsplannen Bij het opstellen van de begroting 2013 was er een inverdienstelpost opgenomen van afgerond € 0,9 mln. Deze is ontstaan door de ombouw van de begroting vanwege de reorganisatie. Afgesproken is destijds dat bij de rekening 2013 zou worden toegelicht op welke wijze deze stelpost is afgebouwd. In 2013 is de stelpost voor € 0,3 mln verklaard (en verwerkt bij de betreffende producten), waarmee er nog een restant stelpost resteert van € 0,6 mln, die ten laste van de algemene dienst valt. GSO-ISV Er is in 2013 € 1,2 mln meer ontvangen aan provinciale subsidie dan begroot. De provincie heeft een deel van de totale subsidie versneld beschikbaar gesteld. Van de totale subsidie GSO-ISV is € 2,6 miljoen nog niet besteed en wordt opgenomen onder de vooruitontvangen bedragen op de balans. Stelpost onvoorziene uitgaven 66 U hebt besloten om van de oorspronkelijke raming (178.000 euro) een bedrag van 45.000 euro beschikbaar te stellen voor het erfgoedplatform. De stelpost blijft voor 133.000 euro onbenut. Onderhoudsvoorziening Accres Zoals we hebben gemeld in de tussentijdse rapportage zijn met Accres Apeldoorn BV afspraken gemaakt over het onderhoud van de accommodaties die de BV exploiteert en beheert. Hiertoe zijn in 2010/2011 de meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) voor het merendeel herijkt. De verplichting ten aanzien van het door Accres te plegen onderhoud zetten wij van de huidige looptijd van 40 jaar om naar een planningshorizon van 8 jaar. De subsidievergoeding aan Accres wordt hierop aangepast. De beperktere verplichting zorgt ervoor dat het grootste deel van de reservering (groot) onderhoud van Accres kan terugvloeien naar de gemeente. Deze wijziging is in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Accres van 9 mei 2012 bekrachtigd en inmiddels heeft Accres € 2,68 miljoen aan de gemeente terugbetaald. Bij vaststelling van deze jaarstukken zullen wij u voorstellen om een gedeelte van dit voordeel te bestemmen voor achterstallig onderhoud gymzalen. Dubieuze debiteuren We analyseren jaarlijks de voorziening (belasting)debiteuren. De voorziening is voor 2013 te hoog. We kunnen dan ook € 0,3 miljoen laten vrijvallen. Oneigenlijk woningbezit In 2013 zijn 4 woningen verkocht met een netto verkoopresultaat van € 370.000. Met dit resultaat dient eerst het exploitatieverlies 2013 ad € 300.000 op deze portefeuille te worden gecompenseerd. De bijdrage aan de taakstelling 2013 ad € 390.000 bedraagt daarmee € 70.000, derhalve een nadeel van € 320.000. Overig vastgoed De overige vastgoedtaakstelling inzake verbeterd beheer en uitbating ad € 230.000 is in 2013 voor € 125.000 gerealiseerd vanwege verkoop van 1 voormalig maatschappelijk pand. Een andere in 2013 overeengekomen verkoop wordt pas in 2014 geëffectueerd. Derhalve een nadeel van € 105.000. Ten behoeve van onder andere het verkoopteam, programma Leegstand & hergebruik (taak Ruimtelijke Leefomgeving) en Vastgoed in één hand heeft interne inhuur moeten plaatsvinden. Per saldo heeft dit een nadeel veroorzaakt van circa € 140.000. Ook is vanwege het faillissement van een aannemer een factuur niet meer betaald, leidend tot een nadeel van € 35.000 en waren de lasten voor de in 2013 leegstaande wijkposten per saldo € 50.000 hoger dan begroot. Tenslotte zijn vele kleine afwijkingen aan de orde voor zowel de lasten als de baten, per saldo nihil. De overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. 930, 931, 932, 934, 935, 936, 937, 939, 940, 941 Gemeentelijke belastingen (SSC) Prestatie Zorgvuldig en via regionale samenwerking efficiënter opleggen en innen van belastingen en heffingen. ● Jaarlijkse taxatie van alle WOZ- objecten. ● Het jaarlijks in de heffing betrekken van alle belastbare objecten en subjecten volgens de belastingverordening. ● 67 Toelichting Apeldoorn heeft voor Epe de belastingen uitgevoerd. Deze samenwerking leidt tot een efficiëntere uitvoering. Alle WOZ-objecten zijn getaxeerd. Deze zijn onderworpen aan de goedkeuring van de waarderingskamer, het toezichthoudende orgaan. In 2013 is goedkeuring verleend. Alle objecten en subjecten zijn in de heffing betrokken en dit is met behulp van (interne) controles geborgd. Kengetal - Realisatie 2011 Realisatie 2012 Doel 2013 Realisatie 2013 32% 30 % 45% 55% 6/3 1 6/3 1 6/3 1 6/3 1 % toegekende bezwaarschriften OZB behandeltermijn (in maanden) van : • bezwaren, voorzien van advies derden, WOZ/overig • bezwaren, zonder advies Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 930 Gemeentelijke belastingen en heffingen t/m 940 L 930 931 932 936 937 939 940 Begroting Bestaand Beleid Uitvoering wet WOZ Baten OZB gebruikers Baten OZB eigenaren Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Baten precariobelasting Lasten heffing en invordering gem. belastingen B € € € € € € € 1.448 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 2.450 980 Mutaties reserves Reserve riolering Reserve huisvuilrechten € € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € S 73 9.333 31.869 1.583 771 650 L -1.375 9.333 31.869 1.583 771 650 -1.002 1.395 44.279 41.829 2.356 7 11 7 11 44.297 41.847 1.002 2.450 Realisatie B S L B S I/S 15 8.766 31.776 1.501 808 532 -1.380 8.766 31.776 1.501 808 532 -961 -53 0 0 0 0 0 -41 -58 -567 -93 -82 37 -118 0 -5 -567 -93 -82 37 -118 41 43.398 41.042 -94 -881 -787 7 11 7 11 0 0 0 0 0 0 43.416 41.060 -94 -881 -787 961 2.356 Afwijking I I I I I I I De baten OZB gebruikers/eigenaren laten een nadelig resultaat zien van 1,5% van de totale geraamde opbrengst. Hier is een aantal oorzaken voor aan te wijzen: de verwachte groei van woningen, waar begrotingtechnisch rekening mee is gehouden, is uitgebleven; het aantal (gegronde) bezwaren is toegenomen en tenslotte is de leegstand van gebouwen groter dan verwacht. Het nadeel wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een hogere bijdrage uit de algemene uitkering. 960 Saldi kostenplaatsen Dit is een administratief product. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 960 Saldi kostenplaatsen Realisatie Afwijking € L 1.476 B 1.126 S L -350 12.731 B 17.653 S L B 4.922 11.255 16.527 S I/S 5.272 I/S 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 1.476 1.126 -350 12.731 17.653 4.922 11.255 16.527 5.272 980 Mutaties reserves Bedrijfsvoeringsreserve Reserve huisvesting Reserve overlopende projecten € € € 41 33 98 256 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 1.517 1.513 Begroting Bestaand Beleid 33 57 256 1.400 41 402 1.532 97 221 -4 14.574 19.503 132 56 -181 1.400 0 402 1.499 -1 -35 99 -1 -437 4.929 13.057 17.990 4.933 Salariskosten De salariskosten laten een voordeel van € 0,5 mln niet. Dit voordeel is opgebouwd uit een nadeel van € 1,1 mln door autonome kostenontwikkeling. Zoals reeds in de turap gemeld zijn de ziektekosten –en pensioenpremies fors gestegen. Deze stijging is 2% hoger dan voorzien. Tegenover dit nadeel staat een voordeel van € 1,6 doordat vacatures niet zijn ingevuld. Inhuur personeel Een deel van het vrijgevallen salarisbudget (salariskosten) is gebruikt voor de inhuur van tijdelijk personeel. Zo is bereikt dat de uitvoering van de huidige taken gewaarborgd is. Daarnaast is extra 68 I I I inhuur ingezet op projecten en in piekmomenten. Het totale nadeel bedraagt circa € 1,3 mln (nadeel hoeveelheid). Verantwoorde uren De verantwoorde uren laten per saldo een nadeel van € 0,7 mln zien. Dit houdt in dat er minder uren met de kostenplaatsen zijn verrekend dat begroot. Op verschillende beleidsproducten is per saldo een even groot voordeel zichtbaar. Overige personele kosten en opbrengsten Bij de overig personele kosten is een voordeel van € 2,2 miljoen gerealiseerd. Dit komt hoofdzakelijk door medewerkers die extern werkzaamheden verrichten en de relatief goedkope inhuur (prijsvoordeel). Overige bedrijfsvoeringsbudgetten Het voordeel voor de overige bedrijfsvoeringsbudgetten bedraagt € 2,2 mln. Deze € 2,2 miljoen is divers opgebouwd, maar bestaat hoofdzakelijk uit voordelen op de kapitaallasten, communicatiekosten, verzekeringen en interne dienstverlening. Verrekening bedrjfsvoeringsreserve De voordelen op de bedrijfsvoering, met uitzondering van de productiviteitsverschillen, worden verrekend met de reserve bedrijfsvoering. Kapitaallasten (kostenplaats rente en financiering) Het saldo op de kostenplaats Rente & financiering bestaat uit een aantal componenten, die optellen tot per saldo een voordeel van € 2.020.000. Hiervan heeft € 2.360.000 betrekking op posten binnen de kostenplaats Rente en financiering en een nadeel van € 340.000 op product 914 Geldleningen > 1 jaar. Analyse van het voordeel van € 2,4 mln: (a) Er is € 1.730.000 voordeel op rente van langlopende leningen, door prijseffecten (circa 1,6% lagere rente), volume-effecten (€ 15 miljoen minder leningen nodig) en tijdeffecten (leningen later in het jaar nodig). Dit is € 130.000 gunstiger dan bij de tussentijdse rapportage gemeld. (b) Er is een nadeel van € 500.000 ontstaan doordat in 2012 en 2013 minder investeringen plaatsgevonden dan bij het opstellen van de begroting 2013 vanuit gegaan was. Dit leidt tot een lagere bijdrage (minder opbrengsten) aan het interne product Rente en financiering. Bij de tussentijdse rapportage was uitgegaan van een nadeel van circa € 1.000.000. (c) Er is € 380.000 voordeel op rente van kortlopende leningen. Er is uitgegaan van een rente van 1%, terwijl deze in 2013 gemiddeld onder de 0,1% is uitgekomen. Dit is € 20.000 gunstiger dan bij de tussentijdse rapportage gemeld. (d) Voor de financiering van het grondbedrijf is een rentevergoeding afgesproken van 4%. Aan onze Algemene Reserve wordt een rente van 2,5% toegerekend. Er was een behoorlijk hogere boekwaarde grondbedrijf per 1-1-2013 dan bij de begroting vanuit was gegaan, en een hogere reservepositie per 1-1-2013 dan begroot. Deze afwijkingen hebben samen voor het interne product Rente & Financiering een positief gevolg van ruim € 700.000. 69 Resumé programmakosten Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Baten Saldo Lasten Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Rekening 2013 (C) Baten Saldo Lasten Afwijkingen 2013 (C) - (B) Baten Saldo Saldo Lasten 1: Bestuur, (wijk)organisaties, burgerzaken en financiën 6.545 15.996 3.119 840 427 1.934 18 54 0 0 736 3.578 0 7.666 1.376 0 0 0 0 0 1.002 43 0 4.701 20 2.325 0 0 1.716 0 260 290 7.450 4.205 157.041 8.341 0 9.333 31.869 1.583 771 650 0 176 -6.545 -11.295 -3.099 1.485 -427 -1.934 1.698 -54 260 290 6.714 627 157.041 675 -1.376 9.333 31.869 1.583 771 650 -1.002 133 6.896 16.021 3.119 840 427 1.980 18 54 0 0 736 3.578 0 8.326 1.448 0 0 0 0 0 1.002 1.476 0 4.701 20 2.325 0 0 1.716 0 260 290 7.450 4.205 161.326 10.355 73 9.333 31.869 1.583 771 650 0 1.126 -6.896 -11.318 -3.099 1.485 -427 -1.980 1.698 -54 260 290 6.714 627 161.326 2.029 -1.375 9.333 31.869 1.583 771 650 -1.002 -350 6.410 16.591 3.265 864 495 1.717 19 52 0 0 115 3.562 0 9.850 1.395 0 0 0 0 0 961 12.731 12 4.699 6 2.416 240 0 1.702 0 260 1.125 7.497 5.133 161.905 11.944 16 8.766 31.776 1.501 808 532 0 17.653 -6.398 -11.892 -3.259 1.552 -255 -1.717 1.683 -52 260 1.125 7.382 1.571 161.905 2.094 -1.379 8.766 31.776 1.501 808 532 -961 4.922 -486 570 146 24 68 -263 1 -2 0 0 -621 -16 0 1.524 -53 0 0 0 0 0 -41 11.256 12 -2 -14 91 240 0 -14 0 0 835 47 928 579 1.589 -57 -567 -93 -82 37 -118 0 16.527 498 -572 -160 67 172 263 -15 2 0 835 668 944 579 65 -4 -567 -93 -82 37 -118 41 5.271 Resultaat programma 1 vòòr bestemming Bestemming programma 1 via functie 980 43.332 10.915 230.731 14.303 187.399 3.388 45.919 20.329 238.052 22.814 192.133 2.485 58.029 29.324 257.990 25.593 199.962 -3.731 12.107 8.995 19.939 2.779 7.832 -6.216 Resultaat programma 1 na bestemming 54.246 245.035 190.787 66.248 260.866 194.618 87.353 283.583 196.231 21.102 22.718 1.616 001 002 003 004 005 006 330 511 530 721 913 914 921 922 930 931 932 936 937 939 940 960 Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W Burgerzaken Overheidsdocumenten Bestuurlijke samenwerking Bestuursonderst. Raad en rekenkamerfunctie Nutsbedrijven (dividend) Vormings- en ontwikkelingswerk Sport (dividend) Afvalverwijdering en - verwerking (dividend) Overige financiële middelen Geldleningen en uitzettingen Algemene uitkering Algemene baten en lasten Uitvoering Wet WOZ Baten OZB gebruikers Baten OZB eigenaren Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Baten precariorechten lasten heff. en invordering gem. belastingen. Saldi kostenplaatsen 70 Programma 2 Veiligheid Beleidsproducten: 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid 160 Opsporing en ruiming exploisieven 71 2. Veiligheid Portefeuillehouder(s): - J.C.G.M. Berends Effectkengetallen - waardering inwoners voor veiligheid op straat - aantal incidenten - aantal misdrijven Werkelijk 2011 Werkelijk 2012 Raming 2013-2016 Werkelijk 2013 7,9 7,3 ≥7 7,3 32.380 11.825 32.433 11.338 ≤32.433 ≤11.281 32.276 10.357 Doelstelling Wat wilden we bereiken? De gemeente Apeldoorn biedt haar burgers een veilige omgeving om te wonen, te werken en te recreëren. Daarbij gaat het om de volgende doelstellingen: 2.1 Voorkomen en bestrijden van branden en rampen en beperken van ongevallen daarbij, alsmede het beperken en bestrijden van gevaar bij ongevallen anders dan bij brand. 2.2 Een veiligheidsbeleid met daarin een balans tussen het voorkomen van onveiligheid en het aanpakken van onveilige situaties. Wat hebben we bereikt? De bovenstaande effectkengetallen laten zien dat de voorgenomen doelstellingen met betrekking tot de veiligheid in Apeldoorn worden gehaald. Daarnaast hebben we in 2013 de eerste stappen gezet in het nog integraler werken op het gebied van veiligheid in Apeldoorn. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 72 120 Brandweer en rampenbestrijding Prestatie Basis brandweerzorg De basis brandweerzorg is afgestemd op de risico’s genoemd in het vastgestelde risicoprofiel. De dekkingsnorm voor het bestrijden van incidenten wordt hooguit 5,1 per jaar met maximaal 25% overschreden. De opkomsttijd bij incidenten bos- en heidebranden en bij verkeersincidenten is maximaal 18 minuten. Rampenbestrijding De gemeente zorgt voor (het opzetten van) een rampenbestrijdingsorganisatie, waarbinnen door toewijzing van taken en verantwoordelijkheden op een efficiënte manier sturing en uitvoering kan worden gegeven aan het beperken van de gevolgen van crises, rampen en/of zware ongevallen. Als gevolg van de reorganisatie zal de beheersorganisatie in 2013 opnieuw ingericht worden. ● ● Toelichting Voor 2013 (en daarna) zijn prestatieafspraken met de Brandweer gemaakt. In dat kader is door de Brandweer (cluster EVA; Epe, Voorst, Apeldoorn) twee keer tussentijds informatie (al dan niet in combinatie met de Veiligheidsbrief) aan de raad verstrekt. De managementinformatie en bestuurlijk relevante informatie wordt continu doorontwikkeld. Zo is in de PMA in een specifieke themabijeenkomst uitleg gegeven over de dekkingsnorm en opkomsttijden en hoe de brandweer meet en registreert. In 2013 is het regionale project MOED (Masterplan Optimalisering Effectuering Doelmatigheid) gestart. Het einddoel moet zijn: toekomstbestendig en goedkopere brandweer VNOG. In april 2014 moet de Veiligheidsregio daartoe een uitgewerkte visie presenteren aan de burgemeesters in het Algemeen Bestuur. Daarna worden de gemeenteraden geconsulteerd. In 2013 is de beheersorganisatie opnieuw ingericht. Er is waar nodig opgeleid, getraind en geoefend. Bij het familiedrama (2 oktober 2013) is een deel van de rampenbestrijdingsorganisatie operationeel geweest in het kader van het protocol Ingrijpende gebeurtenissen. Er zijn 3 bestuurlijke oefeningen gehouden, waaronder 1 met de zgn. Burgemeestersgame. Lopende bezuinigingstaakstellingen Brandweer, inwonersbijdrage VNOG De voor 2013 opgelegde taakstelling om de gemeentelijke bijdrage aan de VNOG te verminderen, is structureel ingevuld. Zomernota: Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (Brandweer) Deze taakstelling dient uiterlijk in het begrotingsjaar 2017 te zijn gerealiseerd. Binnen de VNOG (concern en cluster EVA) wordt vooral in het project MOED naar mogelijkheden gezocht voor een zo effectief en efficiënt mogelijke Brandweer. De taakstelling is niet in 2013 ingeboekt. 73 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 120 Brandweer en rampenbestrijding Realisatie Afwijking L € 12.150 B S 653 -11.497 L 14.654 B S 3.276 -11.378 L 2.504 B 2.623 S I/S 119 I 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 12.150 653 -11.497 14.654 3.276 -11.378 2.504 2.623 119 980 Mutaties reserves Bedrijfsvoeringsreserve € 75 0 75 75 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 12.150 3.351 -11.303 2.504 2.698 194 Begroting Bestaand Beleid 75 653 -11.497 14.654 I Op zowel de lasten als baten is een verschil van ongeveer € 2,5 miljoen. De Brandweer is met ingang van 1 januari 2013 overgegaan in een gemeenschappelijke regeling van de VNOG. Met deze overgang zijn de roerende zaken eind 2013 aan de VNOG/Brandweer verkocht tegen boekwaarde waardoor er per saldo geen sprake is van resultaat. 140 Openbare orde en veiligheid Prestatie Regie op integrale veiligheid Samen met de kernpartners in veiligheid, Openbaar Ministerie en Politie, zijn er prioriteiten gesteld voor de periode 2011-2014. Via de lokale driehoek worden de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid gevolgd, wordt de mate van doelbereiking vastgesteld en indien nodig bijgestuurd. Uitoefening toezicht en handhaving Het leveren van een bijdrage aan de integrale veiligheid en leefbaarheid door toezicht te houden in winkelcentra, voetgangersdomeinen en via specifieke projecten door de inzet van toezichthouders. Verlenen van vergunningen publiek domein De gemeente verleent evenementenvergunningen en diverse vergunningen bijzondere wetten. Via een vergunningstelsel wegen we alle relevante belangen (veiligheid, leefbaarheid, overlast, bereikbaarheid, gezelligheid, gezondheid, etc.) die een rol spelen bij evenementen en andere activiteiten in de openbare ruimte en bijzondere inrichtingen. Veiligheidskamer Apeldoorn levert een bijdrage aan de werkzaamheden van de Veiligheidskamer door operationele regievoering op casusniveau, zodat zorg en justitie aan elkaar gekoppeld worden ter voorkoming van overlast en criminaliteit. ● Toelichting In 2013 zijn de ontwikkelingen gevolgd. Op basis hiervan is een onderzoek uitgevoerd naar de doelstellingen van het Integraal Veiligheidsplan Apeldoorn 2011 – 2014. Op 30 mei 2013 heeft, op basis van dit onderzoek, de gemeenteraad van Apeldoorn de doelstellingen van het IVA bijgesteld. ● In het kader van de Andere overheid en een wijkgericht aanpak wordt een deel van de inzet van de uren van het team THOR door de dorps- en wijkraden geprioriteerd op voor die betreffende stadsdelen belangrijke onderwerpen. Er zijn meer uren dan begroot geschreven naar deze wijkgerichte aanpak. Alle vergunningaanvragen zijn binnen de daarvoor gestelde termijnen tijdig afgehandeld. ● Er is in de Veiligheidskamer Apeldoorn in 2013 conform het jaarplan gewerkt. ● 74 Lopende bezuinigingstaakstellingen THOR werkervaringsplaatsen Reeds in 2012 doorgevoerd. Projecten integrale veiligheid Reeds in 2012 doorgevoerd. Beperken explosievenopruiming Reeds in 2012 doorgevoerd. Zomernota: Toezicht openbare ruimte Deze taakstelling is tegelijkertijd met het doorvoeren van de reorganisatie per 1-1-2013 gerealiseerd. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 140 Openbare orde en veiligheid Realisatie Afwijking € L 3.154 B 1.128 S -2.026 L 3.387 B 872 S -2.515 L 233 B -256 S I/S -489 I 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 3.154 1.128 -2.026 3.387 872 -2.515 233 -256 -489 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € -58 58 0 -58 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € -2.573 291 -256 -547 Begroting Bestaand Beleid 58 3.154 1.128 -2.026 3.445 872 I Op de lasten zien we een nadeel van circa € 200.000. Dit nadeel wordt veroorzaakt door andere prioritering door uw raad op het gebied van handhaven door het team THOR van de eenheid Veiligheid&Recht. De aandacht is verlegd naar jeugdboa’s, Drank- en horecawet en wijkgericht werken. Hierdoor zijn op toezicht in de openbare ruimte meer uren geschreven. Op het moment dat hier meer uren worden geschreven wordt op andere producten minder geschreven. Op de baten kennen wij een nadeel van circa € 220.000. Dit nadeel wordt veroorzaakt omdat veel minder procesverbalen zijn uitgeschreven. Dit heeft diverse redenen. Als eerste wordt in de stad minder geparkeerd. Ten tweede is het naleefgedrag van parkeerders ook sterk verbeterd. Ten derde is de prioritering verschoven naar jeugd boa’s, Drank- en Horecawet en naar wijkgericht werken. 160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven Prestatie Opruimen explosieven Kroondomein De gemeente verzorgt het systematisch ruimen van explosieven in het Kroondomein. ● Toelichting In 2013 is er vanaf mei conform de door de raad vastgestelde werkbegroting gewerkt. De eerste periode in 2013 zijn de werkzaamheden verricht op basis van de gereserveerde post uit 2012. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven € L 3.704 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 3.704 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € Begroting Bestaand Beleid 3.704 B Realisatie S -3.704 L 2.743 0 -3.704 732 732 75 B Afwijking 23 S -2.720 L -961 2.743 23 -2.720 -961 732 1.000 732 -268 1.000 -2.972 3.743 755 -2.988 39 B 23 S I/S 984 I 23 984 0 -1.000 23 -16 I Op de lasten hebben we een voordeel van bijna € 1,0 miljoen. Dit komt doordat de beschikbare middelen pas in mei 2013 bekend zijn geworden en vervolgens toen pas de besteding conform het programma kon worden uitgevoerd. Voor dit bedrag is een overlopende post aangemaakt om zo het resterende programma in 2014 uit te voeren. Outputkengetal Realisatie 2011 Realisatie 2012 Raming 2013 - overschrijding van de norm aanrijtijd incidenten - aantal keren dat de norm aanrijtijd incidenten wordt overschreden - aantal door de politie geregistreerde incidenten - aantal alarmeringen - aantal loze alarmeringen - aantal ha afgezochte en geruimde kroondomeinen - aanvragen vergunningen publiek domein - aantal bestuurlijke oefeningen Realisatie 2013 25 % 5,1 ntb. * ntb. * 16.345 32.433 17.060 32.276 1765 861 1574 670 1.800 750 1.517 614 30 28 pm 43 1.331 1.511 900 1492 2 2 2 3 * de outputkengetallen zijn in ontwikkeling. De clustercommandant heeft de raad toegelicht hoe het stelsel van normen en opkomsttijden werkt en dat dit een aanpassing van de outputkengetallen noodzakelijk maakt. Daar wordt komend jaar aan gewerkt. Resumé programmakosten Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Lasten Baten Saldo Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2013 (C) Lasten Baten Saldo Afwijkingen 2013 (C) - (B) Lasten Baten Saldo 2: Veiligheid 120 140 160 Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Explosieven opruiming 12.150 3.129 57 653 1.128 0 -11.497 -2.001 -57 12.150 3.154 3.704 653 1.128 0 -11.497 -2.026 -3.704 14.654 3.387 2.743 3.276 872 23 -11.378 -2.515 -2.720 2.506 233 -961 2.623 -256 23 119 -489 984 Resultaat programma 2 vòòr bestemming Bestemming programma 2 via functie 980 15.336 0 1.781 0 -13.555 0 19.008 0 1.781 732 -17.227 732 20.784 1.055 4.171 807 -16.613 -247 1.778 1.055 2.390 75 614 -980 Resultaat programma 2 na bestemming 15.336 1.781 -13.555 19.008 2.513 -16.495 21.839 4.979 -16.860 2.833 2.465 -366 76 Programma 3 Openbare Ruimte Beleidsproducten: 210 Hoofdwegenstructuur 214/ 215 Parkeren 212 Fiets/OV 211 Verkeersveiligheid 722 Riolering en water 560 Groene omgeving 210/211/560/724 Beheer en onderhoud 77 3. Openbare Ruimte Portefeuillehouder(s): - J.W. Brouwer - O. G. Prinsen Doelstelling Wat wilden we bereiken? Met dit programma 3 wil ons college de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid op verkeersgebied in standhouden en waar mogelijk verbeteren. Uitgangspunt hierbij is de hoofdlijn van het verkeer- en vervoerbeleid zoals vastgesteld in de in 2009 vastgestelde verkeersvisie 2010 - 2020. Verder wil het college met dit programma zorgen voor het instandhouden en uitbouwen van een aangename, schone, gezonde en groene leefomgeving voor mens en dier. Uitgangspunten hier zijn de door de raad vastgestelde Groene Mal, het Waterplan en het Gemeentelijk Rioleringsplan. Dit is uitgewerkt in een aantal subprogramma’s met de volgende doelstellingen. 3.1 Hoofdwegenstructuur Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per auto. 3.2 Parkeren Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de binnenstad door faciliteren en reguleren van de parkeervoorzieningen. 3.3 Fiets en (OV)Vervoer Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per fiets en (OV)vervoer. 3.4 Verkeersveiligheid Doelstelling: verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn verbeteren. Het verminderen van het aantal ongevallen met 35% t.o.v. 2002. 3.5 Water en riolering Doelstelling: het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater. 3.6 Groene mal Doelstelling: instandhouden en uitbouwen van een aangename en groene leefomgeving (inclusief ecologie, natuurbescherming, dierenwelzijn en kinderboerderijen). Realiseren bezuiniging: afstoten bos, aanpassing prestatieafspraken met ACCRES. 3.7 Beekherstel Doelstelling: ruimte bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie en recreatie. 3.8 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte Doelstelling: het instandhouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteitsniveaus in de groene ruimte, de infrastructuur, speelvoorzieningen, de begraafplaatsen, het rioolstelsel en de gemeentelijke waterhuishouding. 78 Wat hebben we bereikt? Vanuit de brede doelstellingen zoals die in dit programma zijn verwoord, is specifiek gewerkt aan een veelheid van aspecten. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om planvorming en uitvoering van verkeersmaatregelen (voor auto, fiets en OV), maar ook op gebieden van voorkomen van wateroverlast, en bescherming van de volksgezondheid, ontwikkeling en inrichting van de groene leefomgeving en het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In 2013 is het Herstelplan wegen opgesteld en vastgesteld. Bij de prestaties is per onderdeel aangegeven wat de resultaten zijn, die gezamenlijk een bijdrage aan de realisatie van de langjarige doelstellingen hebben geleverd. Bij 3.6 Groene Mal: “aanpassing prestatieafspraken met ACCRES” kan worden aangemerkt dat het college heeft besloten de prestatieafspraken nog niet per 2013 aan te passen. Wel zijn er financiële taakstellingen doorgevoerd op onderdelen van Accres. Zie daarvoor de betreffende passages verderop in dit hoofdstuk. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 211 Verkeersmaatregelen en 212 openbaar vervoer 3.1 Hoofdwegenstructuur Effectkengetallen - oordeel inwoners over bereikbaarheid stad per auto - oordeel inwoners over bereikbaarheid binnenstad per auto Realisatie 2006 Realisatie 2008 Realisatie 2012 Raming 2013 Realisatie 2013 5,5 6,1 - 6,0 -* 5,4 5,8 - 6,7 -* Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011) (*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd. Lopende bezuinigingstaakstellingen Takendifferentiatie projectleider Taakstelling is gerealiseerd door middel van vermindering van de formatie. Minder projecten Ruimtelijke Ordening Taakstelling is gerealiseerd door middel van vermindering van de formatie. Advisering I-fase Taakstelling is gerealiseerd door middel van vermindering van de formatie . Door de terugloop van de ontwikkeling van de dynamiek in de stad geen meetbaar (maatschappelijk) effect Advisering P-fase Taakstelling is gerealiseerd door middel van vermindering van de formatie. Door de terugloop van de ontwikkeling van de dynamiek in de stad geen meetbaar (maatschappelijk) effect Afstoten beleidstaken De taakstelling is in 2013 incidenteel verwerkt binnen het totaal aan taken en vanaf 2014 structureel ingevuld door vermindering van uitbestedingsbudget 79 BROA Zutphensestraat (BROA, proj.nr. 11.0) In 2013 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. In 2013 zijn de voorbereidingen voor de verdubbeling van de Zutphensestraat gestart. Begin 2014 vindt de aanbesteding plaats waarna aansluitend de uitvoering zal starten. De werkzaamheden zullen in 2015 worden afgerond. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 3.1 Hoofdwegenstructuur L Begroting Bestaand Beleid 211 Verkeersmaatregelen B € 635 € € € 3.072 359 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 4.066 980 Mutaties reserves BROA € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € BROA Zutphensestraat Verkeersvooerziening Beekbergen Transferiu, oost 4.066 S Realisatie L B Afwijking S L B S I/S -635 1.466 378 -1.088 831 378 -453 I 400 -3.072 41 0 285 85 75 115 400 -170 315 -75 -2.787 -274 75 115 0 0 2.902 274 -75 I I I 400 -3.666 1.911 893 -1.018 -2.155 493 2.648 3.031 3.031 400 255 -145 400 3.431 -635 2.311 1.148 -1.163 -1.755 -2.776 -3.176 -2.283 I -528 De lasten voor bestemming reserves laten een voordeel van € 2.155.000 zien. Als gevolg van juridische procedures is de start van het project Zutphensestraat doorgeschoven naar begin 2014. Hierdoor is een voordeel van € 2.787.000 ontstaan, dit voordeel valt vrij ten gunste van de BROA. Het project Verkeersvoorziening Beekbergen laat een voordeel van € 274.000 zien. De oorzaak is een aanbestedingsvoordeel. Dit project is in 2013 afgerond. Er is veel capaciteit ingezet voor diverse projecten welke meerjarig lopen, ondermeer de verdubbeling van de Laan van Malkenschoten en de reconstructie van de Arnhemseweg. Dit heeft geleid tot een nadeel van € 380.000. In de begroting was deze capaciteitsbehoefte onvoldoende onderkend. De extra capaciteit is voornamelijk ten laste gegaan van de activiteiten voor ruimtelijke ordenings- en bestemmingsplannen (product 810). Het project Transferium Barnewinkel levert een nadeel van € 75.000. Hieraan zijn in 2013 voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. De realisatie zal in 2014 plaats vinden. Op overige projecten, zoals fietsenstalling station, rode fietssuggestiestroken, 60 km-zone buitengebied, aanpassen fietspad tunnel Osseveld en fietsdoorstroomas Osseveld-Woudhuis is een nadeel van € 400.000 ontstaan. Deze projecten lopen over vanuit 2012. De overige voordelen worden veroorzaakt door kleinere afwijkingen bij de realisatie. De baten voor bestemming reserves laten een voordeel van € 493.000 zien. Deze bestaat uit een ontvangen bijdrage van derden van € 315.000 in verband met de aanlegkosten van de Laan van Malkenschoten en een bijdrage ten laste van het onderhoudsbudget wegen van € 115.000 ten behoeve van de Zutphensestraat. De overige voordelen betreffen een optelling van diverse kleine verschillen. De kosten van de Zutphensestraat en verkeersvoorziening Beekbergen worden ten laste van de BROA gebracht. De kosten van de reconstructie van de Laan van Malkenschoten en Arnhemseweg worden gedekt uit bijdragen van derden. 3.3 Fiets en (OV) Vervoer Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per fiets en (OV)vervoer. 80 Prestatie Aanleg fietsdoorstroomas Osseveld/Woudhuis – Centrum (spoorzone) ● Fietsdoorstroomas Ugchelen ● Verbeteren van de positie van de fiets op Kanaal-Noord Fietsparkeren binnenstad ● Stimuleren fietsgebruik met Fiets en Win ● Regionaal openbaar vervoer (lobby en advies) ● Effectkengetallen - oordeel inwoners over bereikbaarheid stad per fiets - oordeel inwoners over bereikbaarheid binnenstad per fiets Toelichting In de Zomernota 2012 zijn de beschikbare middelen voor de aanleg van deze fietsdoorstroomas geschrapt. Door het beschikbaar komen van subsidies en door inzet van gemeentelijke onderhoudsgelden kunnen delen van de fietsdoorstroomas, te weten de Ugchelseweg, in 2014/2015 worden uitgevoerd. In 2013 zijn de voorbereidingen hiervoor gestart. De fietssuggestiestroken op Kanaal Noord zijn in 2013 gerealiseerd. Met behulp van subsidies kunnen diverse maatregelen op het gebied van fietsparkeren worden gerealiseerd. In 2013 is een deel van de klemmen in de fietsenstalling Stadhuis vernieuwd. In december 2013 heeft B&W het besluit genomen om te stoppen met Fiets en Win aangezien het aantal geparkeerde fietsen in de stallingen hierdoor niet is toegenomen. Op initiatief van de provincie Gelderland is in 2013 verkend op welke manier het OV tussen ApeldoornArnhem kan worden verbeterd. De verkenning wordt in 2014 afgerond. ● 2006 2008 2011 7,7 7,8 7,9 8,0 7,9 8,1 Raming 2013 7,9 8,1 Realisatie 2013 -* -* Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011) (*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd Lopende bezuinigingstaakstellingen Flankerend beleid/OV Taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingsbudget bevordering verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid waardoor activiteiten op dit gebied zijn verminderd. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 3.3 Fiets en (OV) Vervoer L B Realisatie Afwijking S L B S L 145 -608 -101 953 143 151 42 -802 -101 200 42 6 42 -194 0 854 145 -709 1.096 193 -903 242 48 -194 € 63 804 741 45 422 377 -18 -382 -364 € 917 949 32 1.141 615 -526 224 -334 -558 Begroting Bestaand Beleid 211 Verkeersmaatregelen 212 Openbaar Vervoer € € 753 101 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 980 Mutaties reserves Reserve bereikbaarheid binnenstad 990 Saldo van baten en lasten na bestemming 81 B S I/S I I I Aan de lastenkant is voor bestemming reserves een nadeel zichtbaar van € 242.000. De belangrijkste oorzaak hiervan is het beheer van de fietsenstallingen. Deze vergt € 172.000 aan meerkosten. In de Turap was een overschrijding van 2 ton gemeld, ondermeer als gevolg van hogere personeelskosten vanwege langere openingstijden. In 2013 is onderzocht welke maatregelen kunnen worden genomen om de meerkosten terug te dringen. Deze zullen in 2014 worden geïmplementeerd. De overige nadelen worden veroorzaakt door kleinere afwijkingen. 3.4 Veiligheid Doelstelling: verbeteren van de verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn. Het verminderen van het aantal ongevallen met 35% ten opzichte van 2002. In 2012 is het eindrapport Evaluatie Duurzaam Veilig opgeleverd. Het rapport laat zien dat Apeldoorn goed op weg is om zijn doelstellingen te halen, maar daar is een blijvende inspanning voor nodig. Inzet op gedragsbeïnvloeding en infrastructuur geeft de beste resultaten: de verkeersveiligheid in Apeldoorn (in objectieve termen zoals geregistreerde aantallen slachtoffers e.d.) verbetert de laatste jaren dan ook Prestatie Maatregelen gericht op educatie en gedragsbeïnvloeding weggebruikers ● Inrichting veilige schoolomgeving ● Uitwerken evaluatie duurzaam veilig ● Begeleiden verkeersexamens basisscholen ● Effectkengetallen - beleving inwoners verkeersveiligheid 2006 7,0 (fiets) 7,3 (auto) 23 - % inwoners dat de verkeersveiligheid sterk is verbeterd? - aantal verkeersongevallen per jaar 1.900 - aantal verkeersslachtoffers per jaar 400 - beleving inwoners stedelijk gebied 6,9 (fiets) Verkeersveiligheid 7,2 (auto) Toelichting Jaarlijks worden in samenwerking met het Regionale Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland maatregelen uitgevoerd die gericht zijn op de beïnvloeding van het verkeersgedrag. De aandacht is gevestigd op verschillende weggebruikersgroepen. Op verzoek van scholen is medewerking verleend aan maatwerk ter verbetering van de verkeersveiligheid rond scholen (gedragsbeïnvloeding en infrastructureel). In 2013 is de inrichting van het buitengebied tot 60 km/h-zone gecompleteerd. Verder zijn infrastructurele maatregelen uitgevoerd in combinatie met onderhoudswerkzaamheden. Zo zijn de oversteekvoorzieningen in de Laan van Zevenhuizen ter hoogte van de Zilverschoon verbeterd aangezien hier sprake was van een ongevallen-concentratie. Tevens zijn er in 2013 fietsoversteken gerealiseerd ter hoogte van Looiersdreef - Matenpoort en Sprengenweg - Hernri Dunantlaan. In opdracht van het ministerie van I&M is in 2013 gestart met de modelaanpak van fietsonveiligheid. In 2014 zal hierover gerapporteerd worden. In 2013 is het jaarlijkse fietsverkeersexamen voor de leerlingen van groep 7 van de Apeldoornse basisscholen afgenomen. 2008 2011 Raming 2013 Realisatie 2013 6,8 7,3 22 7,0 7,5 25 7,0 7,5 23 -* -* -* 1.713 434 7,0 7,4 6,9 7,4 1.650 415 6,9 7,4 1.372** 56** -* -* Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011) (*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd (**) Verkeersveiligheidsgegevens gemeente Apeldoorn over 2012; de gegevens over 2013 zijn nog niet beschikbaar. 82 Effectkengetallen - beleving inwoners buitengebied verkeersveiligheid 2006 2008 2011 7,1 (fiets) 7,0 (fiets) 7,3 (auto) 7,4 (auto) Raming 2013 6,9 7,5 Realisatie 2013 6,9 7,5 -* -* Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011) (*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 3.4 Veiligheid L B S Realisatie L B Afwijking S L B S -62 134 196 -1.923 -62 134 196 -35 35 0 -35 -1.958 -27 134 161 Begroting Bestaand Beleid 211 Verkeersmaatregelen € 2.143 24 -2.119 2.081 158 -1.923 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 2.143 24 -2.119 2.081 158 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 35 2.143 24 -2.119 2.116 158 I/S I I 214/215 Parkeren 3.2 Parkeren Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de binnenstad door faciliteren en reguleren van de parkeervoorzieningen. Prestatie Aanleg garage Brinkpark Transferium De Barnewinkel ● ● Beheer Reserve Bereikbaarheid Binnenstad ● Exploitatieonderzoek gemeentelijke parkeergarages ● Digitaliseren parkeerproducten ● 83 Toelichting De garage is afgerond en in gebruik genomen. Project is wat vertraagd i.v.m. juridische procesures. In 2013 zijn de voorbereidingen voor de aanleg van het transferium en carpoolplaats in het gebied Barnewinkel gestart. De aanleg van de voorzieningen zijn mogelijk geworden door externe financiering. In 2014 zal de realisatie plaatsvinden. Volgend op tegenvallende inkomsten is een consultatie van de raad gaande; in de volgende MPB zal een sluitende herziene RBB worden opgenomen. Onderzoek naar de exploitatie van het parkeren is onderdeel van de lopende herijking RBB. De toekomstige mogelijkheden voor de parkeergarages als gemeentelijk vastgoed zullen worden beschouwd vanaf februari 2014. Op het gebied van digitaliseren en parkeren lopen diverse ontwikkelingen. De digitalisering van parkeervergunningen is in uitvoering. Het maken van afspraken en het betalen voor verlenging kan al digitaal. Daarnaast gaat het hierbij om zaken als belparkeren en kentekenparkeren. Voor dit deel is in 2013 afgestemd met betrokken partijen (handhaving, techniek, verwerking, juridisch et Prestatie Toelichting cetera), Het voorjaar 2014 wordt een protocol doorlopen waardoor afronding en implementatie in oktober 2014 mogelijk is. BROA Transferium De Barnewinkel (BROA, proj.nr. 25.5 Om de parkeerbehoefte van het Omnisportcentrum bij grote evenementen op te kunnen vangen en een alternatief te bieden voor de geparkeerde auto’s op het viaduct over de A50 wordt in het gebied de Barnewinkel een transferium gerealiseerd voor circa 900 auto’s en een carpoolplaats voor circa 80 auto’s. Hoewel de financiële middelen hierover in de Zomernota 2012 zijn vervallen, is de aanleg door externe financiering weer mogelijk geworden (subsidie Provincie). Het project is wat later van start gegaan i.v.m. juridische procedures. Realisatie zal nu in 2014 plaatsvinden. Effectkengetallen 2005 - % inwoners dat tevreden is over de parkeergelegenheid - oordeel inwoners over: Verkeersoverlast geluidsoverlast door verkeer stankoverlast door verkeer - oordeel inwoners over parkeeroverlast stedelijk gebied 2007 2011 - 57 57 6,7 6,9 8,0 5,7 6,9 7,1 8,0 5,8 * * * * Raming 2013 Realisatie 2013 57 -* -* -* -* -* Bron: onderzoek team Ruimtelijk Programmeren & Beleid; Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011) (*) Er zijn geen waardes voor 2010, 2012 en 2013 beschikbaar. In 2014 wordt nieuw onderzoek uitgevoerd Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 3.2 Parkeren L B S Realisatie L B Afwijking S L B S Begroting Bestaand Beleid 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting € € 8.011 4.597 4.246 -3.414 4.246 8.281 3 4.698 5.250 -3.583 5.247 270 3 101 1.004 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 8.011 8.843 832 8.284 9.948 1.664 273 1.105 832 980 Mutaties reserves Reserve Bereikbaarheid Binnenstad (RBB) € 6.076 5.148 -928 7.312 5.893 -1.419 1.236 745 -491 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 14.087 13.991 -96 15.596 15.841 245 1.509 1.850 341 I/S -169 I 1.001 I/S I Aan de lastenkant is voor bestemming reserves sprake van een nadeel van € 273.000. De belangrijkste oorzaak zijn de kosten van de infrastructuur rondom de parkeergarage Brinklaan en de aanleg van het bovenliggende park (€ 954.000). Deze kosten worden ten laste van de reserve Bereikbaarheid Binnenstad gebracht. Op het onderdeel parkeergarages is een voordeel van € 343.000 ontstaan veroorzaakt door lagere kapitaallasten en onderhoudskosten rondom de Brinklaangarage. Een ander voordeel wordt veroorzaakt door € 355.000 aan lagere kosten voor de parkeercontrole. Dit voordeel wordt veroorzaakt doordat minder uren aan dit product zijn besteed dan begroot. Uw raad heeft voor een andere prioritering gekozen, waardoor meer uren zijn besteed handhaving in de openbare ruimte (zie ook product 140). Verder is gebleken dat er minder gebruik wordt gemaakt van betaalde parkeergelegenheden. Ook worden er minder parkeerovertredingen geconstateerd, oorzaak hiervan is verbetering van het parkeergedrag. Bij de baten is sprake van een voordeel van € 1.105.000. Deze is als volgt opgebouwd. De parkeerbaten bedragen € 846.000 minder (nadeel) dan was begroot. In de Turap 2013 was deze vermindering reeds gemeld. Oorzaak is de economische teruggang en meer concurrentie. 84 Daarnaast is in 2013 van de belastingdienst een teruggave van teveel afgedragen BTW ontvangen. De reden is dat het exploiteren van een parkeergarage in het verleden werd gezien als een ondernemerstaak. Parkeergarages werden als niet vrij toegankelijke ruimtes aangemerkt. Ze zijn afgesloten middels een slagboom of een hek. Er is geen sprake van openbare ruimte, derhalve moest over de parkeerinkomsten BTW worden afgedragen (besluit staatssecretaris van Financiën van 19 febr. 2004). De Hoge Raad oordeelde in zijn arrest van 15 oktober 2010 echter dat, als parkeergarages zijn afgesloten met hek of slagboom, dit nog niet betekent dat deze garages niet voor het openbaar verkeer openstaan. Door tijdig bezwaar in te dienen bij de belastingdienst tegen de voldane BTW op parkeergelden over de periode 2007 tot het tijdstip van reparatie van de wetgeving (31 januari 2011) kon de BTW over deze periode worden teruggevraagd. Het ontvangen BTW-bedrag incl. rente, bedraagt incidenteel € 1.857.591. Dit bedrag is toegevoegd aan de reserve bereikbaarheid binnenstad (RBB). De overige verschillen zijn een nadeel van € 72.000 op de fiscalisering van parkeerboetes en een voordeel van € 252.000 aan bijdragen derden ten behoeve van de aanleg infrastructuur rondom de parkeergarage Brinkpark en de aanleg van het bovenliggende park. Deze bijdrage wordt in de reserve Bereikbaarheid Binnenstad gestort. De overige opbrengstverschillen worden veroorzaakt door kleine afwijkingen. 722/726 Riolering 3.5. Water en Riolering Doelstelling: het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater. Prestatie Duurzaam gebruik afvalwater ● Maatregelen wateroverlast ● Waterkwaliteitmaatregelen ● Afkoppelen regenwater 5 ha per jaar ● Uitvoeren Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2011-2015 ● Regionale samenwerking ● Toelichting De businesscase naar de haalbaarheid van Nieuwe Sanitatie voor een heronwikkelingslocatie is in 2013 afgerond. Vervolgstappen zijn in gang gezet. Quick scan naar kansen voor riothermie is afgerond. Onderzoek ‘Anticiperen op extreme neerslag is afgerond. Urgente wateroverlastlocaties zijn grotendeels aangepakt. Minder urgente locaties liften mee met andere projecten. Onderzoek naar waterkwaliteit vijvers en eventueel noodzakelijke maatregelen is in 2013 gestart. De resultaten volgen in de 1e helft 2014. In 2013 is 6,6 ha afgekoppeld. De doelstelling van 5 ha in 2013 is hiermee ruim gehaald. GRP 2011- 2015 is in uitvoering. De realisatie van de doelstellingen ligt op schema. Een van de hoofddoelstellingen is de technische staat en het functioneren van de riolering op orde houden en zonodig verbeteren. In 2013 is naast de reguliere vervanging en renovatie sprake geweest van een inhaalslag in overlopende projecten uit voorgaande jaren. Diverse grote projecten kwamen tot uitvoering, waarbij de rioolvervanging kon meeliften. Het werkplan 2013 is uitgevoerd. Een belangrijk onderdeel is de ondertekening van een regionale samenwerkingsovereenkomst eind 2013, met als doel grotere doelmatigheid en transparantie in de waterketen (bv. gezamenlijke aanbesteding grondwatermeetnet, inrichting gezamenlijk waterloket). 85 Effectkengetal - aantal meldingen riolering - percentage riolering dat technisch niet voldoet 2010 2011 2012 Raming Realisatie 2013 2013 981 3% 857 3% 763 3% 1.000 3% 2010 2011 2012 Raming Realisatie 2013 2013 18,8 24,9 30 732 3% Bron: gegevens Buitenlijn en inspectieresultaten 2009-2011 Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving Outputkengetallen* - totaal afgekoppeld bestaand verhard oppervlak (cumulatief vanaf 2006) 35 36,6 Bron: Monitoring afkoppeling verhardoppervlak Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 3.5 Water en riolering L B Begroting Bestaand Beleid 722 Riolering en waterzuivering 726 Baten rioolrecht € € 9.795 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 9.795 11.572 980 Mutaties reserves Reserve riolering € 11.559 990 Saldo van baten en lasten na bestemming S Realisatie L B Afwijking S L 18 -9.777 14.491 3.388 -11.103 11.554 11.554 11.472 11.472 B S 4.696 0 3.370 -1.326 -82 -82 3.288 -1.408 1.777 14.491 14.860 369 4.696 9.824 -1.735 12.484 12.048 -436 925 2.224 1.299 € 21.354 21.396 42 26.975 26.908 -67 5.621 5.512 -109 I/S I I I Het saldo van lasten voor bestemming reserves laat een overschrijding van € 4.686.000 zien. Dit wordt ondermeer veroorzaakt door een nadeel van € 2.706.000 welke betrekking heeft op overlopende projecten uit 2012 die in 2013 zijn uitgevoerd. Het betreft hier onder andere de volgende projecten: rioolvervanging en renovatie Mr. Van Hasseltlaan, Archimedesstraat/Marconistraat, aanpassing drukriolering Krabbenhoogte en rioolvervanging Hart van Zuid. Daarnaast zijn in 2013 voorbereidingen getroffen voor projecten die in 2014 in uitvoering worden genomen. De budgetjaarschijven voor vervanging van riolen in 2014 t/m 2016 zijn hiermee naar beneden aangepast. Dit laatste is gemeld in de Turap. De gewijzigde fasering in lasten is meegenomen in de doorrekening behorende bij de MPB 2014-2017 van het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). De herinrichting en rioolvervanging van het Caterplein loopt via product 722. Dit heeft geleid tot een nadeel van € 2.100.000. De overige verschillen worden veroorzaakt door kleinere afwijkingen. Het saldo van baten voor bestemming reserves vertoont een voordeel van € 3.288.000. Ten behoeve van de herinrichting van het Caterplein is van derden (subsidie) en onderlinge doorbelastingen een bijdrage van € 3.100.000 ontvangen. Daarnaast is voor andere projecten een voordeel van € 227.000 ontstaan doordat projecten integraal worden uitgevoerd. Daardoor ontstaan financiële verschuivingen van het ene beleidsproduct naar het andere. Per saldo zijn deze verschuivingen kostenneutraal. De overige verschillen worden veroorzaakt door kleine afwijkingen. 86 560 Openbaar groen 3.6 Groene Mal In standhouden en uitbouwen van een aangename en groene leefomgeving (inclusief ecologie, natuurbescherming, kinderboerderijen en dierenwelzijn). Realiseren bezuiniging: afstoten bos, aanpassen prestatieafspraken met ACCRES. Deze doelstelling wordt verder uitgewerkt in onderstaande prestaties: Prestatie Aanleg park Brinkpark ● Aanleg Beekbergerwoud-West ● Uitvoering wig Zuidbroek ● Uitvoering Weteringsebroek ● Toelichting In het Brinkpark is 1,3 ha park gereed gekomen. Dit samen met de Grift en de parkeergarage. Het westelijk deel van het Beekbergerwoud is in 2013 uitgebreid met 25 ha. Daarmee is het westelijk deel af en kan de natte natuur zich volop ontwikkelen en beleefd worden. Aan de noordkant (Traandijk) is een nieuwe entree gemaakt voor wandelaars uit De Maten. Na de zomer is gestart met de aanleg van 28 ha parkgebied in de Wig Zuidbroek. Naast een functie voor de wijk heeft het ook een functie voor de stad. Het vormt een natuurlijke en recreatieve schakel tussen het Mheenpark en het Weteringse Broek. De afronding houdt verband met de fase van planontwikkeling van Zuidbroek en is gepland in het voorjaar van 2014. Dan zal ook een eerste energiebosje aangelegd worden. In 2013 is er 1 km fietspad bijgekomen. Een kavelruil van 15 ha (met 7 deelnemers) is in uitvoering. Hiermee worden in 2014 doelen voor het verbeteren van de landbouwstructuur, natuur en toegankelijkheid gerealiseerd. De begeleiding van particuliere ontwikkelingen heeft geresulteerd in concrete plannen, die in 2014 worden uitgevoerd. Uit het onderzoek naar de mogelijkheden van energieteelt (snelgroeiend hout) komt een positieve conclusie. Dit kan 9 ha boselementen opleveren. Enkele partijen hebben aangegeven een rol te willen hebben. Tevens levert energieteelt een bijdrage aan de doelstelling Energieneutraal. De eerste verbinding met de stad/wijk Zuidbroek is gelegd door De dag van het Weteringse Broek op 25 mei. Zo’n 300 bezoekers hebben het gebied bezocht. Effectkengetal - aantal m2 stedelijk groen per woning (landelijke richtlijn is 75 m2) 2006 2007 78 78 raming 20132016 78 realisatie 2013 - Extern onderzoeksburo (Alterra) is gestopt met deze landelijke verzameling van gegevens. Bron: Alterra/dienstO.W., afdeling B&P; 2002 is uitgangspunt i.v.m. formele vaststelling Groene Mal door bestuur * In 2012 willen wij de huidige stand van zaken laten onderzoeken Lopende bezuinigingstaakstellingen Afstoten boscomplexen Deze taakstelling is door een interne reorganisatie van personeel gerealiseerd en door optimalisatie van inkomsten uit de bosgebieden (houtoogst). De toekomst van de boscomplexen in eigendom is nog in onderzoek maar staat inmiddels los van deze taakstelling. 87 Accres, kinderboerderij de Maten In de zomernota 2012 is vastgesteld dat een taakstelling van € 100.000,- in 2013, oplopend tot € 200.000 in 2014 op de subsidie Accres m.b.t. exploitatie kinderboerderijen gerealiseerd moet worden. In 2013 is daarvan €100.000 gerealiseerd. Accres heeft dit, met toestemming van het college, gedekt vanuit de reserve bedrijfsvoering.(dus incidenteel). De verwachting is dat de taakstelling in 2014 structureel gerealiseerd zal worden. Maatregelen kunnen effect hebben op de wijze van exploitatie van de kinderboerderij en het voorzieningenniveau afhankelijk van de definitieve invulling. Accres, subsidie natuur en milieueducatie (NME) De taakstelling op de subsidie voor het NME is vastgesteld in de zomernota van 2012 en bedroeg voor 2013 €133.000. Deze is geëffectueerd met dien verstande dat Accres daardoor de NME-activiteiten van het Natuurhuis met ingang van 2013 heeft moeten beëindigen. Het was op dat moment al niet meer mogelijk om de exploitatie sluitend te krijgen. Zomernota: Groen Entouragegroen rond sportvelden Hier is een bezuiniging opgenomen van € 200.000. In de MPB 2014-2017 is dit bedrag echter met € 77.000 gereduceerd. De overgebleven bezuinigingsopdracht van € 123.000 is inmiddels gerealiseerd. Waar nodig heeft overdracht van de onderhoudstaak aan sportverenigingen plaatsgevonden. Onderhoud openbaar groen, € 75.000 Ook dit bedrag is gerealiseerd door middel van het doorvoeren van maatregelen in de bedrijfsvoering en in het verminderen van onderhoudsintensieve accenten. Het kwaliteitsniveau “Basis” komt door deze maatregelen niet in het gedrang, maar de variatie (en dus de belevingskwaliteit) is wel verminderd. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 3.6 Groene mal L B S Realisatie L B L B S -1.667 181 541 360 567 -1.667 181 541 360 102 100 -2 102 0 -102 2.336 667 -1.669 283 541 258 Begroting Bestaand Beleid 560 Openbaar groen € 2.053 26 -2.027 2.234 567 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 2.053 26 -2.027 2.234 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € 100 100 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 126 -1.927 2.053 Afwijking S I/S I I Aan de lastenkast is voor bestemming reserves sprake van een nadeel van € 182.000. In 2013 is gewerkt aan projecten welke overlopen uit 2012 (Weteringsebroek, Teeb ecosystemen en biodiversiteit, Beekbergse Poort en Ontwikkeling Apeldoorns Kanaal). Deze projecten leveren een nadeel van € 253.000. De overige verschillen worden veroorzaakt door kleinere afwijkingen. Aan de batenkant is voor bestemming reserves sprake van een voordeel € 541.000. Deels wordt dit veroorzaakt door bijdragen van derden (€ 261.000) vanwege de uit 2012 overlopende projecten. Tevens zijn in 2013 een drietal bijdragen (totaal € 280.000) ontvangen in het kader van groencompensatie (grond Hamer, Laan van Malkenschoten en Zutphensestraat). Bij de vaststelling van deze jaarrekening en bestemming rekeningresultaat zal worden voorgesteld deze bijdragen ten gunste van de reserve Vernieuwen Bomenbestand te brengen. 3.7 Beekherstel Door beekherstel ruimte bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie en recreatie. 88 Prestatie 6 beken in voorbereiding (o.a. Eendrachtspreng) 5 beektrajecten in uitvoering ● ● Toelichting In 2013 is gewerkt aan de ontwerpen van de Eendrachtspreng Zuid en de Eendracht-spreng Midden, de Beek in Kerschoten, de Rode Beek Noord en de Beek in het Orderveen Noord. Het ontwerp van de Grift Hilde Heze is afgerond, het project is gegund waarna de technische uitwerking plaatsvindt. Het ontwerp en het bestek van de Orderbeek Oost en de Orderbeek winkelcentrum zijn afgerond. Voor de Ugchelsebeek en de Schoolbeek is de visie opgesteld die als leidraad dient voor de uitwerking richting realisatie. De projecten de Grift Brinkpark (Catherina Amaliapark) en Grift PWA-laan zijn afgerond. De Grift PWA-laan voorziet de Grift Brinkpark van water door een bovengrondse verbinding die beleefbaar en vispasseerbaar is. De Koningsbeek is grotendeels gerealiseerd. In de Koningsbeek en de wadi’s is ruimte gemaakt voor waterberging. De ecologische kwaliteit is verbeterd door een hogere stroomsnelheid van het water en het aanbrengen van een vistrap. In de beekzone is veel ruimte voor natuur, recreatie en waterberging. De realisatie van de Orderbeek winkelcentrum en de Orderbeek Oost is gestart. Voor de uitvoering van deelproject Orderbeek wordt een nadeel voorzien. Het is op dit moment onzeker of dit op termijn kan worden opgevangen binnen het totale krediet voor uitvoering Beken en Sprengen. BROA Grift 3/Herinrichting Brinkpark BROA project 3.11 Het project de Grift Brinkpark (Catharina Amaliapark) is gerealiseerd in 2013. Het project bestaat uit de aanleg van de beek, extra waterberging in de vorm van een meestromende vijver en een hoogwatergeul in een brede beekzone. De waterpartijen zijn vispasseerbaar door de aangebrachte vistrappen. De niveauverschillen verwijzen naar de vroegere watermolens. Deze beekzone kent een parkachtige inrichting met volop ruimte voor recreatie in de vorm van een promenade en verblijfsplekken. De realisatie van de beek, de beekzone, het park en de parkeergarage heeft integraal plaatsgevonden. BROA project 3.13 Projecten beken en sprengen, herstel Eendrachtsprengen De Eendrachtsprengen worden gefaseerd gerealiseerd. De Eendrachtspreng Noord is gerealiseerd in 2010. In 2013 is voor de Eendrachtspreng Zuid het ontwerp opgesteld en zijn de grondtransacties voorbereid. De realisatie van de Eendrachtspreng Midden en de Eendrachtspreng Zuidwest zal later plaatsvinden als overeenstemming met de grondeigenaren/aanliggende bedrijven is bereikt. De uitvoering van de Eendrachtspreng Zuidoost is gepland in 2014/2015. 89 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 3.7 Beekherstel L Overige projecten (niet BROA) € 478 BROA incl. aanleg Grift (proj.nr. 3.11) Herstel Eendrachtspreng (BROA, proj.nr. 13.3) € € 379 100 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 957 980 Mutaties reserves, BROA € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € B Realisatie S L 2.655 957 -379 -100 400 101 0 -479 3.156 479 479 479 0 3.156 B 2.040 Afwijking S L B S I/S -615 2.177 2.040 -137 I 400 101 21 1 0 0 -21 -1 I I 2.040 -114 2.199 2.040 -159 480 480 0 1 1 2.520 366 2.199 2.041 -158 I De lasten geven voor bestemming reserves een nadeel van € 2.186.000. In 2013 is gewerkt aan diverse meerjarige projecten in het kader van beekherstel (Grift, Koningsbeek, Beek Kerschoten, Ugchelsebeek, Orderbeek en Eendrachtspreng). De kosten hiervan hebben € 1.988.000 bedragen. De overige kosten hebben betrekking op een aantal kleine afwijkingen. De baten voor bestemming reserves laten een voordeel zien van € 2.040.000. Dit betreft bijdragen van derden (provinciale subsidie en bijdrage waterschap) ten ebhoeve vasn de projecten welke in uitvoering zijn. Voor bovengenoemde projecten is € 1.966.000 aan bijdragen ontvangen. De overige baten worden veroorzaakt door diverse kleine opbrengsten. De baten en lasten worden verrekend met het krediet voor beekherstel. 210 Wegen, straten en pleinen, 550 Natuurbescherming, 560 Openbaar groen 580 Recreatieve (speel)voorzieningen en 724/732 Begraafplaatsen 3.8 Beheer en Onderhoud van de Openbare Ruimte Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte; het instandhouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteitsniveaus in de groene ruimte, de infrastructuur, speelvoorzieningen, de begraafplaatsen, het rioolstelsel en de gemeentelijke waterhuishouding. Prestatie De kwaliteit van de openbare ruimte voldoet voor 90% aan niveau ‘Basis’. ● Wij hanteren de Kadernotitie openbare ruimte als leidraad om de huidige onderhoudskwaliteit te borgen. ● In de Kadernotitie is een structurele verhoging voorzien op nieuwe uitbreidingen middels het Aanvullend Reëel onderhoud Budget (ARB) voorzien om in het noodzakelijke basis onderhoud te kunnen voorzien ● Bestrijding van de eikenprocessierups die zich op ons grondgebied heeft uitgebreid. ● 90 Toelichting Deze doelstelling is gehaald met uitzondering van de aanwezigheid van uitwerpselen van honden en graffiti. In het kader van Apeldoorn Rein wordt hieraan gericht aandacht besteed. Naast de Kadernotitie is in 2013 het Herstelplan Wegen door de raad vastgesteld als kaderstellend document. Het Herstelplan stelt nieuwe kaders voor het onderhoud aan verhardingen. De in de Kadernotitie voorgestelde budgetverhogingen zijn niet meer actueel. Hiervoor in de plaats komen de budgetverhogingen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd in de sfeer van het beheer van de civieltechnische voorzieningen; als laatste de budgetverhoging i.h.k.v. het Herstelplan. De groenvervangingen voor de lange termijn, in het bijzonder wat betreft de bomen, zijn nog onderwerp van studie. Bestrijding van de eikenprocessierups maakt onderdeel uit van het product “aanpak Prestatie Toelichting schadelijke natuurverschijnselen”. Het afgelopen jaar is de aanwezigheid van deze rups aanzienlijk teruggelopen. Dit correspondeert met het landelijke beeld en lijkt van seizoensincidentele aard. Effectkengetallen Werkelijk 2009 Werkelijk 2011 Kwaliteit OR voldoet aan ‘basis’ 91% Raming 2013-2016 >90% Realisatie 2013 87% Bron; schouwresultaten afdeling Beheer & Onderhoud, Dienst Openbare Werken Lopende bezuinigingstaakstellingen Efficiency beheer en onderhoud Dit bedrag (€ 75.000) is gerealiseerd door middel van het doorvoeren van maatregelen in de bedrijfsvoering en in het verminderen van onderhoudsintensieve accenten. Het kwaliteitsniveau “Basis” komt door deze maatregelen niet in het gedrang, maar de variatie (en dus de belevingskwaliteit) is wel verminderd. Zomernota: Onderhoud openbare ruimte rond sportvelden Hier is een bezuiniging opgenomen van € 200.000. In de MPB 2014-2017 is dit bedrag echter met € 77.000 gereduceerd. De overgebleven bezuinigingsopdracht van € 123.000 is inmiddels gerealiseerd. Waar nodig heeft overdracht van de onderhoudstaak aan sportverenigingen plaatsgevonden. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 3.8 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte L 210 550 560 580 724 732 Begroting Bestaand Beleid Wegen, straten en pleinen Natuurbescherming Openbaar groen Recreatieve voorzieningen Begraafplaatsen Begraafplaatsrechten B S Realisatie L B Afwijking S L B S € 19.521 € 402 € 14.428 € 535 € 2.085 € 862 -18.659 17.394 218 -184 387 2.528 -11.900 14.504 -535 437 257 -1.828 1.977 1.644 1.644 1.108 -16.286 165 -222 2.752 -11.752 14 -423 281 -1.696 1.583 1.583 -2.127 -15 76 -98 -108 0 246 -53 224 14 24 -61 2.373 -38 148 112 132 -61 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 36.971 5.509 -31.462 34.699 5.903 -28.796 -2.272 394 2.666 980 Mutaties reserves Reserve vernieuwen bomenbestand Reserve bouwleges Reserve huisvuilrechten Reserve exploitatie begraafplaatsen Reserve Bereikbaarheid Binnenstad (RBB) Reserve riolering Reserve overlopende projecten € € € € € € € -13 10 41 1.827 409 1.039 526 0 0 0 -61 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 38.628 13 1.644 -13 10 41 183 409 1.039 526 13 1.583 2.512 9.361 -29.267 38.807 41 1.696 409 898 526 41 113 409 898 -1.986 2.512 9.473 -29.334 179 0 0 -10 -10 0 0 -131 -70 0 0 -141 -141 0 -2.512 112 I/S I I I I I I I I I I -67 Wegen, straten en pleinen Aan de lastenzijde is voor bestemming reserves een voordeel van € 2.276.000 ontstaan. Dit is ondermeer het gevolg van het doorschuiven van een tweetal projecten (Jachtlaan en Staatsliedenkwartier) en het doorschuiven van het budget voor het vervangen van een drietal kanaalbruggen naar 2014. Hierover is een melding gedaan in de tussentijdse rapportage. Het voordeel hiervan bedraagt € 2.441.000 en wordt verantwoord op product 210. In de turap is ook melding gemaakt van een tegenvaller in verband met gladheidbestrijding. Deze tegenvaller is uitgekomen op € 490.000 en wordt eveneens verantwoord op product 210. Het overig voordeel op product 210 wordt veroorzaakt door diverse kleine afwijkingen. Op de overige producten zijn de afwijkingen kleiner dan € 200.000. 91 Het voordeel op de baten bedraagt € 246.000 en is te verklaren doordat projecten integraal worden uitgevoerd en doordat er externe financiering is binnengekomen. Een voorbeeld hiervan is het onderhoud van monumenten. Dit zijn financiële verschuivingen van het ene beleidsproduct naar het andere. Openbaar groen Voor openbaar groen is een voordeel van € 224.000 te zien. Dit voordeel wordt veroorzaakt door bijdragen van derden voor door de gemeente uitgevoerd onderhoud. De overige afwijkingen hebben betrekking op kleine verschillen. Resumé programmakosten Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Baten Saldo Lasten Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Rekening 2013 (C) Baten Saldo Lasten Afwijkingen 2013 (C) - (B) Baten Saldo Saldo Lasten 3: Openbare ruimte 210 211 212 214 215 550 560 580 722 724 726 732 Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen Openbaar vervoer Parkeren Baten parkeerbelasting Natuurbescherming Openbaar groen (beheer en onderh.) Overige recreatieve voorzieningen Riolering en waterzuivering Lijkbezorging Baten rioolrecht Begraafplaatsrechten 19.075 9.100 101 8.011 0 402 17.700 535 9.795 2.085 0 0 862 169 0 4.597 4.246 218 2.862 0 18 257 11.554 1.644 -18.213 -8.931 -101 -3.414 4.246 -184 -14.838 -535 -9.777 -1.828 11.554 1.644 19.521 6.962 101 8.011 0 402 17.438 535 9.795 2.085 0 0 862 569 0 4.597 4.246 218 2.554 0 18 257 11.554 1.644 -18.659 -6.393 -101 -3.414 4.246 -184 -14.884 -535 -9.777 -1.826 11.554 1.644 17.394 4.945 143 8.281 3 387 19.894 437 14.491 1.977 0 0 1.108 1.202 42 4.698 5.250 165 5.359 14 3.388 281 11.472 1.583 -16.286 -3.743 -101 -3.583 5.247 -222 -14.535 -423 -11.103 -1.696 11.472 1.583 -2.127 -2.017 42 270 3 -15 2.456 -98 4.696 -108 0 0 246 633 42 101 1.004 -53 2.805 14 3.370 24 -82 -62 2.373 2.650 0 -169 1.001 -38 349 112 -1.326 132 -82 -62 Resultaat programma 3 vòòr bestemming Bestemming programma 3 via functie 980 66.803 19.355 26.427 25.025 -40.376 5.670 64.850 19.355 26.520 23.239 -38.330 3.884 67.950 24.485 34.562 22.768 -33.388 -1.717 3.101 5.130 8.043 -471 4.940 -5.601 Resultaat programma 3 na bestemming 86.158 51.452 -34.706 84.205 49.759 -34.446 92.435 57.330 -35.105 8.231 7.572 -661 92 Programma 4 Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Beleidsproducten: 721/ 725 Afvalverwijdering en -verwerking 723 Milieubeheer 93 4. Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Portefeuillehouder(s): - O. G. Prinsen Doelstellingen Wat wilden we bereiken? • Alle ernstig verontreinigde locaties in Apeldoorn worden vóór 2030 functiegericht gesaneerd of beheersbaar gemaakt. • Het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving door het voorkomen van nieuwe geluidshindersituaties en het saneren van bestaande geluidshindersituaties. • Het verbeteren van de luchtkwaliteit in Apeldoorn en het terugdringen van de overlast door luchtverontreiniging. • Het voorkomen van hinder van bedrijven in Apeldoorn. • Apeldoorn heeft zich het ambitieuze doel gesteld dat in 2020 de gebouwde omgeving energieneutraal is. Minder energieverbruik, duurzaam opwekken, dicht bij huis of in de regio. Maatregelen die behalve aan energieneutraliteit ook bijdragen aan de lokale en regionale economie in de vorm van innovatie en werkgelegenheid • Het creëren van een gezond leefklimaat door het (laten) inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Bij de bovengenoemde doelstellingen horen onderstaande effectkengetallen (zie tabel) Wat hebben we bereikt? Ten aanzien van de doelstelling voor Apeldoorn Energie Neutraal 2020 zijn stappen gezet door in samenwerking met meerdere lokale partijen, markt en belangenorganisaties initiatieven te ontwikkelen en te ondersteunen/faciliteren, die een bijdrage leveren aan de realisatie van de doelstelling. Het behalen van de ambitie “de gebouwde omgeving energieneutraal in 2020”, vereist een actieve rol van de totale gemeenschap en een zeer grote bereidheid om te investeren in energiemaatregelen. Ondanks de vele stappen die zijn gezet, zowel lokaal als landelijk (Energieakkoord), is het vooralsnog niet te verwachten dat in 2020 de gebouwde omgeving in Apeldoorn energieneutraal is. Met het uitvoeren van proeven met de inzameling van kunststofafval en de invoering van een nieuwe manier van inzameling van gft bij hoogbouw zijn belangrijke stappen gezet naar nog meer mogelijkheden voor hergebruik en het verder verlagen van de hoeveelheid restafval. Stappen die zullen moeten leiden naar zo maximaal mogelijk hergebruik tegen aannemelijke kosten met een zo hoog mogelijke service. Apeldoorn is koploper en wil dit graag ook blijven. Met de ontwikkeling van nieuw beleid in 2014 en de verdere vormgeving van de kunststofinzameling zal dit ook voor de toekomst geborgd kunnen worden. Op grond van de Wet bodembescherming dienen in Nederland alle ernstig verontreinigde locaties voor 2030 te worden gesaneerd of beheersbaar te worden gemaakt. Dit betekent voor het grondgebied van Apeldoorn dat in de periode 2005-2030 alle geschatte 300 ernstig verontreinigde locaties functiegericht worden gesaneerd c.q. beheersbaar gemaakt. Afhankelijk van het eigendom vindt de aanpak plaats door particulieren, de gemeente en de provincie. In 2013 is onder andere de locatie Hoenderloseweg 145a, een voormalige chemische wasserij, gesaneerd. Voor de uitvoering van de nazorg van de 17 voormalige stortlocaties op het grondgebied van Apeldoorn is een Plan van aanpak vastgesteld en in uitvoering genomen. Het doel is het voorkomen en beheersen van risico's voor de volksgezondheid en het milieu. De Raad en omwonenden/belanghebbenden worden actief geïnformeerd. Bij de prestaties zijn de concrete acties en resultaten vermeld. 94 Effectkengetallen - Realisatie 2012 Maximaal 150 kg restafval per inwoner Maximaal 20 kg grofvuil per inwoner Maximaal € 110 kosten per inwoner (gemiddeld) Oordeel burgers over ophalen huisvuil Behaald scheidingspercentage % gesaneerde c.q. beheersbaar gemaakte bodemverontreinigingen (cumulatief) % geluidsoverschrijding op industrieterreinen % gecontroleerde categorie 2 bedrijven dat milieuvergunning naleeft % gecontroleerde categorie 3 bedrijven dat milieuvergunning naleeft % gecontroleerde categorie 4 bedrijven dat milieuvergunning naleeft Aantal aanspraken Wet Dwangsom Raming 2013-2016 Realisatie 2013 155 19 105 150 20 105 147 19 104 64% 7,5 65% nb 64% 40 1 45 0 43 0 74 70 74 71 65 62 44 1 50 0 80 0 Voor energieneutraal; zie prestatieafspraken Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 721/725 Afvalverwijdering en -verwerking Prestatie Verlagen van de hoeveelheid ingezameld restafval. ● Verhogen van de hoeveelheid gescheiden ingezameld afval. ● Verlagen aantal storingen ondergrondse containers met 10%. ● Toelichting Het afvalplan 2008-2012 is beëindigd maar de resultaten ontwikkelen zich onverminderd positief. Het restafval is gedaald tot onder de 150 kg per persoon per jaar. De hoeveelheid gescheiden ingezamelde afvalstoffen is licht gestegen. Het scheidingspercentage staat op 64%. Dit is niet gelukt en is zelfs iets gestegen t.o.v. 2012. Debet hieraan is met name het verouderende containerpark. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 721/ Afvalverwijdering- en verwerking 725 L Begroting Bestaand Beleid 721 Afvalverwijdering en - verwerking 725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 20.605 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Reserve huisvuilrechten 990 Saldo van baten en lasten na bestemming B S Realisatie L B Afwijking S 3.303 -17.302 19.892 3.791 -16.101 16.692 16.692 16.308 16.308 L B S -713 0 488 -384 1.201 -384 € 20.605 19.995 -610 19.892 20.099 207 -713 104 817 € 19.167 19.457 290 19.532 18.541 -991 365 -916 -1.281 € 39.772 39.452 -320 39.424 38.640 -784 -348 -812 -464 I/S I I Div. Vanuit de afvalbegroting zijn er twee hoofdcategorieën te onderscheiden. Operationeel (beheer en inzameling en verwerking) en regie (regie en beheer). 95 I Aan de operationele kant, de dagelijkse uitvoering van de taken, valt op dat er in 2013 minder restafval is aangeboden en dat dit leidt tot een voordeel van € 228.000 (beïnvloed door marktprijzen en minder tonnen bij de stromen die geld kosten). Ook de inzamelkosten bij Circulus bleken lager zijn dan begroot (€ 109.000 voordeel) Op de afrekening van de verwerkingskosten restafval over 2012 is daarentegen sprake van een nadeel ( € 356.000). Ten aanzien van de regie en dan specifiek het beheersdeel, zijn een aantal voordelen zichtbaar. Het beheer is goedkoper uitgevallen (€ 162.000) dan verwacht en de aanschaf en vervanging van containers (€ 218.000) bleek uiteindelijk lager dan begroot. Er wordt minder gebouwd en deels worden de kosten doorbelast aan projectontwikkelaars De verwerkingskosten van de overige afvalstromen (chemisch afval, hout, puin, blik etc.) geeft een voordeel van € 144.000. De compostactie heeft een voordeel van € 51.000 opgeleverd. Tot slot is er nog een voordeel van € 151.000 als gevolg van onder andere lagere advieskosten en minder kapitaallasten. Aan de lastenzijde is daardoor sprake van een totaal voordeel van € 713.000. Aan de batenzijde is per saldo een voordeel zichtbaar van € 104.000. Onderdelen hierbij zijn een voordeel van € 138.000 op de opbrengst in verband met kunststoffen, een voordeel van € 307.000 op de opbrengst in verband met oud papier en een nadeel van € 384.000 op de opbrengst van de afvalstoffenheffing. Dit laatste met name door minder aanbiedingen dan begroot. Hier laat zich het effect van betere scheiding van afval goed zien. Dit loopt redelijk parallel met de afname van de hoeveelheid restafval. De overige opbrengstverschillen worden door diverse kleine afwijkingen veroorzaakt. De voor- en nadelen worden verrekend met de reserve Huisvuilrechten. Daarin zijn ook de resultaten verwerkt uit programma 1 van het dividend Circulus en de invorderingskosten van de afvalstoffenheffing. 723 Milieubeheer Prestatie Bodem-, geluid- en luchtkwaliteit Uitvoeren van het ISV-bodemprogramma 2010-2015. Toelichting ● In 2013 zijn 9 locaties aangepakt. Daarmee komt het totale aantal op 129 (=43 %) van de 300 in de periode 2005-2030 aan te pakken locaties. Eén van de saneringen betrof de locatie Hoenderloseweg 145a, v.m. chemische wasserij. Uw raad heeft goedkeuring gegeven aan het Gebiedsgericht grondwaterbeheerplan Apeldoorn. Gebaseerd op het plan vinden met een aantal particuliere grond-eigenaren financiële onderhandelingen plaats over de afkoop van grondwater-verontreiniging. Uitvoeren gemeentelijke Geluidsnota (woningisolatie, toepassen stil asfalt enz.) en het opstellen / uitvoeren van een actieplan in het kader van de EU-richtlijn Omgevingslawaai. ● Voor de nazorg van voormalige stortloca-ties is, na consultatie van uw raad, een plan van aanpak vastgesteld Het percentage geluidsoverschrijding op de 5 gezoneerde industrieterreinen is te-ruggebracht tot 0. De voorbereidingen zijn getroffen voor een 96 Prestatie Uitvoeren van de Uitvoeringsnota Lucht en het Regionaal Programma Luchtkwaliteit. Het uitvoeren van projecten met het oog op de realisatie van grootschalige productie van duurzame energie (windturbines, biogaswinning en warmte-/koudeopslag). Hinder van bedrijven Het uitvoeren van het Handhavingprogramma 2013. 90% van de milieuvergunningen voor de Apeldoornse bedrijven met de grootste milieueffecten (‘’top 80’’) voldoet aan de Toelichting gevelisolatieproject bij 72 woningen aan de Eerbeekseweg te Loenen, waarvan de uitvoering in 2014 is voorzien. ● ● ● ● 97 Het Actieplan Omgevingslawaai 2013-2018 is, na consultatie van de Raad, vastgesteld. De in het actieplan beschreven maatregelen, waaronder het toepassen van een wegvak met stil asfalt, worden in de planperiode uitgevoerd. Ook in 2013 zijn er geen woningen die worden blootgesteld aan een te hoge concentratie stikstofdioxide en/of fijnstof. Alle voorgenomen maatregelen, te realiseren voor 1 januari 2015, zijn uitgevoerd/in uitvoering. In 2013 is het volgende gerealiseerd: -enkele oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte. -acht oplaadpunten voor elektrische auto’s in de gemeentelijke parkeergarage Koningshaven. -oplaadpunten voor elektrische scooters in drie gemeentelijke fietsenstallingen. Op het gebied van windenergie zijn geen initiatieven vanuit de markt en geen burgerinitiatieven bij de gemeente ingediend. Op de projecten biobased industry en biogasnetwerk is inzet gepleegd; er zijn echter nog geen concrete resultaten bereikt. Het absolute aantal controles ten opzichte van de begroting is gehaald. De geplande aantallen zoals in de DVO (dienstverleningsovereenkomst) met de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) 2013 zijn opgenomen zijn niet gehaald. Ook is er een aantal projecten dat nog een doorloop in 2014 heeft; dit leidt niet tot extra risico’s.In de DVO zijn andere aantallen controles opgenomen dan in de begroting. De oorzaak is dat de getallen in de begroting zijn gebaseerd op de kengetallen zoals die bij de "oude afdeling Milieu" gebruikt werden. De aantallen zijn begin 2012 op basis van de oude kengetallen opgenomen in de begroting 2013. In 2012 is echter zoals bekend de OVIJ gevormd en in samenspraak met alle partners zijn nieuwe producten en nieuwe kengetallen gedefinieerd. De producten zijn versoberd wat heeft geleid tot een lager kengetal. Dit gegeven, naast het gegeven dat er minder toezichtsprojecten zijn opgenomen, heeft geleid tot het opnemen van een hoger aantal controles in de DVO en meer regulier toezicht. Uit het actualisatieprogramma milieuvergunningen blijkt dat meer dan 90% van de vergunningplichtige bedrijven binnen Apeldoorn Prestatie huidige Nederlandse standaard voor milieuprestaties en duurzaamheid (actualiteitsdoelstelling). Het uitvoeren van het PUEV3-programma externe veiligheid 2012-2015 voor wat betreft de gemeente Apeldoorn. Het binnen de wettelijke termijnen behandelen van omgevingsvergunningen op grond van de Wabo. Programma Energieneutraliteit 2020 Aanjagen en regisseren van speerpunten en projecten in samenwerking met regiogemeenten, marktpartijen en maatschappelijke organisaties. Toelichting een actuele vergunning heeft. ● ● ● De opgenomen projecten en activiteiten zijn grotendeels uitgevoerd en op orde. Enkele onderdelen, te weten actualisatie beleidsvisies, informatiesysteem ISOR en borging, zijn nog in uitvoering en worden in 2014 afgerond. De omgevingsvergunningen zijn binnen de wettelijke procedure termijnen afgerond. Met lokale partijen, markt en belangenorganisaties, zijn concepten (technisch, juridisch, financieel) ontwikkeld om versneld stappen naar energieneutraal te zetten. Binnen de volgende projecten zijn ook daadwerkelijk stappen gezet: • Energie Expeditie Apeldoorn, • Kerschoten Energieneutraal (Ken), • Europees project Ace en winnaar van de dorpencompetitie Loenen, • Regiocontract met lokale energiebedrijven, Zon op School in combinatie met educatie en Zon voor huurders. Een demo-woning is ingericht (Pasteurstraat, 6 zonnepanelen) ca. 600 subsidieaanvragen voor woningisolatie ter waarde van ca. €250.000,- subsidiegeld en met een totale opdrachtwaarde van € 1.400.000,- zijn behandeld. Een pilot studie i.s.m. provincie inzake het (tijdelijke) anders bestemmen, loopt. De rol van de gemeente bij de regionale ontwikkeling van een biogasnetwerk, waarop boeren die mest vergisten kunnen aansluiten, is op dit moment minimaal. Het innovatieve project Schilderskwartier van een Apeldoornse woningcorporatie is het landelijke voorbeeld bij de innovatiedeal ‘Stroomversnelling’ die ten doel heeft om landelijk 111.000 woningen duurzaam te renoveren, waarbij de woonkosten gelijk blijven. De gemeente heeft twee rechtzaken gewonnen. Aan 2 woningcorporaties was € 1.030.000 subsidie toegekend voor energiemaatregelen. Slechts € 400.000 is definitief uitgekeerd omdat de werkzaamheden deels niet voldeden aan de subsidievereisten. 98 Prestatie Fondsenwerving en lobby. Toelichting • € 300.000 van provincie voor uitvoeren subsidieregeling Woningisolatie • Project ACE met € 46.000,- extra gehonoreerd door de subsidieverstrekker. ● Lopende bezuinigingstaakstellingen Uitvoering milieutaken De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van dienstverleningkosten OVIJ (Omgevingsdienst Veluwe IJssel), waarin de taken van de voormalige gemeentelijke afdeling Milieu zijn opgegaan) met als doel verdere optimalisering van de dienstverlening BROA Bodemmodule (proj.nr. 27.1) De restant afkoopsombijdrage Felua ter grootte van € 301.000,- wordt op basis van een Raadsbesluit van 25 april 2013 in de voorziening "Uitvoering gebiedsgericht grondwaterbeheer Apeldoorn" opgenomen en wordt daarmee uit de BROA gehaald. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 723 Milieubeheer Begroting Bestaand Beleid 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Bestaand beleid BROA Bodembescherming Reserve overlopende projecten 990 Saldo van baten en lasten na bestemming Realisatie Afwijking € L 6.473 B 2.513 S -3.960 L 5.317 B 1.243 S -4.074 L -1.156 B -1.270 S I/S -114 I € 6.473 2.513 -3.960 5.317 1.243 -4.074 -1.156 -1.270 -114 8 -390 113 8 -390 113 660 462 113 -198 113 0 660 0 -8 852 0 -8 192 0 2.244 -4.229 5.977 1.818 -4.159 -496 -426 70 Div. € € € € 6.473 I I I Vanaf 1-1-2013 worden de taken met betrekking tot milieubeheer (met uitzondering van duurzaamheid) in opdracht van de gemeente Apeldoorn uitgevoerd door de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ). Het nadeel aan lasten- en batenzijde wordt grotendeels veroorzaakt door een foute raming in de begroting. Abusievelijk is er tweemaal een raming van € 1,1 miljoen in de begroting opgenomen voor bodembescherming. Per saldo levert deze omissie geen nadelig effect op. In 2013 is er per saldo een nadeel van € 192.000 op het onderdeel bodembescherming. Dit nadeel wordt verrekend met de reserve Bodembescherming (onderdeel BROA). Naast bodemsanering is ook gewerkt aan een aantal meerjarig doorlopende projecten, zoals externe veiligheid (PUEV/GUEV, Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), Gebiedgericht Grondwaterbeheer en ACE Hoenderloo Energieneutraal. Dit heeft geleid tot een nadeel van € 171.000. Daarvan wordt € 76.000 veroorzaakt door met terugwerkende kracht vanaf 2008 toerekenen van rentebaten op vooruit ontvangen subsidie met betrekking tot het project NSL. De werkelijke kosten van de OVIJ laten een voordeel zien van € 167.000. De definitieve afrekening met OVIJ vindt in 2014 plaats. De overige verschillen met betrekking tot de lasten betreffen kleine afwijkingen. Aan de batenkant leveren enkele milieuprojecten, waarvoor in 2013 subsidies zijn ontvangen een voordeel op van € 148.000. De overige opbrengstverschillen betreffen kleine verschillen. Bij de mutaties reserves is aan de lastenzijde een nadeel van € 660.000. Dit betreft de storting in de reserve bodembescherming van de van de provincie ontvangen ISV-subsidie. Aan de batenzijde wordt € 852.000 aan de reserve bodembescherming onttrokken ter dekking van de kosten van bodemsaneringen. 99 Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang. Outputkengetal 2010 2011 2012 Aantal gesaneerde/beheersbaar gemaakte bodemverontreiniging Aantal bedrijven dat bijdraagt aan geluidsoverschrijding op industrieterreinen Aantal integrale controles bedrijven Aantal aspectcontroles bedrijven Aantal hercontroles bedrijven Aantal behandelde beschikkingen en -meldingen Percentage vergunningen binnen wettelijke termijn Aantal storingen ondergrondse Containers Aantal opgelegde boetes en beschikkingen illegaal afval Raming 2013 Realisatie 2013 13 8 12 10 9 6 0 6 0 0 341 361 302 350 438 151 89 92 108 79 102 126 75 140 125 192 147 102 1.250 100 1.100 100 1.500 100 1.200 100 1.677 570 600 900 800 825 Resumé programmakosten Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Baten Saldo Lasten Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Rekening 2013 (C) Baten Saldo Lasten Afwijkingen 2013 (C) - (B) Baten Saldo Saldo Lasten 4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving 721 723 725 Afvalverwijdering en - verwerking Milieubeheer Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 20.605 4.902 0 3.303 370 16.692 -17.302 -4.532 16.692 20.605 6.473 0 3.303 2.513 16.692 -17.302 -3.960 16.692 19.892 5.317 0 3.791 1.243 16.308 -16.101 -4.074 16.308 -713 -1.156 0 488 -1.270 -384 1.201 -114 -384 Resultaat programma 4 vòòr bestemming Bestemming programma 4 via functie 980 25.507 19.167 20.365 19.760 -5.142 593 27.078 19.167 22.508 19.189 -4.569 22 25.209 20.192 21.342 19.116 -3.867 -1.076 -1.869 1.025 -1.166 -73 703 -1.098 Resultaat programma 4 na bestemming 44.674 40.125 -4.549 46.245 41.697 -4.547 45.401 40.458 -4.943 -844 -1.239 -395 100 Programma 5 Jeugd en onderwijs Beleidsproducten: 420.422,430, 432,440,442, 421,423,431, 433,441,443 480 530 630 650 714,715,716 Openbaar en bijzonder onderwijs Onderwijshuisvesting openbaar en bijzonder onderwijs Overige onderwijsaangelegenheden Sport (schoolzwemmen) Sociaal cultureel werk Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) Gezondheidszorg (jeugd) 101 5. Jeugd en onderwijs Portefeuillehouder(s): - J. Kruithof - P. Blokhuis Het jaar 2013 stond in het teken van de voorbereiding op twee grote transities; de decentralisatie van de Jeugdzorg en de invoering van passend onderwijs. Daarnaast moest uiteraard de “going concern” van bijvoorbeeld onderwijshuisvesting, leerplicht, Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), het jeugd- en jongerenwerk (JUMP) en onderwijsachterstandenbeleid overeind blijven. Hiermee is 2013 een intensief jaar geworden. Binnen de decentralisatie van de Jeugdzorg is gewerkt aan een Regionaal Transitiearrangement (RTA) waarmee de continuïteit van de zorg is geborgd. Daarnaast is geïnvesteerd in gesprekken met cliënten en zorgaanbieders over de te varen koers. Op basis hiervan is een Kadernota Jeugdzorg opgesteld die begin 2014 richting de raad zal gaan. Met de schoolbesturen is gesproken over de consequenties van de invoering van Passend Onderwijs. Met hen spreken we over de effecten die dit heeft op het reguliere onderwijs en wat het extra zal vragen van docenten en ondersteuners binnen het onderwijs. De sluiting van Oscar heeft hierbij bijzondere aandacht. Begin 2014 willen we de visie van de gemeente en de schoolbesturen op het gebied van Passend Onderwijs vastleggen in “ondersteuningsplannen” per samenwerkingsverband. Daarnaast willen we via een Lokale Educatieve Agenda (LEA) tot een gezamenlijk beeld van de uitdagingen voor het volledige onderwijsveld komen. Ten slotte is 2013 benut om het team Jeugd en Onderwijs neer te zetten. Na de reorganisatie was dit immers nieuw gevormd. Dit is gelukt door het neerzetten van een gezamenlijke visie en aanpak. Via tal van overleggen is bovendien geïnvesteerd in de afstemming tussen beleid en uitvoering. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen. Een paar mooie resultaten in 2013 willen we niet onvermeld laten: (1) een verdubbeling van het aantal hulptrajecten via het CJG gekoppeld aan afname van duurdere vormen van zorg, (2) een forse afname van het aantal voortijdig schoolverlaters en (3) landelijke erkenning voor het traject dat we met CJG4kracht zijn ingeslagen. De stappen die we in 2013 hebben gezet geven een goede basis. In 2014 is er echter meer nodig om in de praktijk klaar te kunnen zijn voor de nieuwe taken die we in 2015 binnen dit programma moeten opvangen. Denk hierbij onder meer aan versterking van het CJG, subsidies en/of contracten met zorgaanbieders en automatiseringssystemen ter ondersteuning van alle processen. Vanaf 2015 krijgen we de zorg over een nieuwe en kwetsbare doelgroep. Deze nieuwe taak biedt kansen, maar de inhoudelijke en financiële risico’s zijn groot. Hoofddoelstellingen Wat wilden we bereiken? 5.1 Bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot 23 jaar in kwaliteitsvolle en voldoende onderwijsvoorzieningen; 5.2 Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren; 5.3 Ondersteuning van en zorg voor kwetsbare jongeren en gezinnen. 102 5.1 bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot 23 jaar binnen kwaliteitsvolle en voldoende onderwijsvoorzieningen. Wat wilden we bereiken? Kinderen moeten in het belang van een voorspoedige schoolloopbaan en participatie in de beroepsbevolking onbelemmerd kunnen doorstromen van de voorschool naar de basisschool en vandaar uit naar het voortgezet onderwijs en tenslotte instromen in het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs en/of het wetenschappelijk onderwijs. Bevorderd wordt dat jongeren met (minimaal) een startkwalificatie het onderwijs verlaten. Door in de vroege ontwikkelingsfase van het kind te werken met voorscholen en intensieve taalklassen worden stagnaties in de doorlopende leerlijnen tegengegaan. Het vergroot de kansen van kinderen in hun ontwikkeling en zorgt er voor dat de doorstroom naar het beroepsonderwijs kansrijk is. Het gaat daarbij niet alleen om voldoende onderwijsvoorzieningen maar ook om het leveren van kwalitatief goed onderwijs. Hoe beter een leerling is onderlegd, hoe groter de kansen voor doorstroom naar het beroepsonderwijs zijn. Het college zet in op meer en gedifferentieerder hoger onderwijs. Dat is niet alleen van belang voor de stedelijke en economische ontwikkeling, het raakt ook de dynamiek en aantrekkingskracht van de stad. Daarnaast zijn jonge (talentvolle) mensen van belang voor de innovatiekracht van het bedrijfsleven. Hoger onderwijs versterkt de locale arbeidsmarkt en daarmee heeft dit thema een sterke relatie met het collegewerkprogramma. Wat hebben we bereikt? Voor naar de basisscholen doorstromende peuters zijn bindende afspraken gemaakt over warme overdracht, afstemming aanbod op het gebied van taal en rekenen, pedagogisch klimaat, educatief handelen, ouderbeleid en interne begeleiding en zorg. Er zijn 13 intensieve taalklassen, die de instromende peuters gedurende de eerste twee schooljaren met gericht taalonderwijs extra ondersteunen zodat hun prestaties minimaal gelijk zijn aan het gemiddelde klasniveau. Alle basisscholen werken met een onderwijskundig rapport om leerlingen uit groep 8 aan te melden bij de scholen voor voortgezet onderwijs. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 480 Onderwijskansen Prestatie Het leveren van een toereikend aanbod van voorscholen. ● Het vergroten van deskundigheid van pedagogische medewerkers. ● Het realiseren van een doorgaande lijn tussen voorschool en basisschool. ● Toelichting In 2013 is een capaciteit voor 629 achterstandskinderen op de voorscholen gerealiseerd met een bezetting van 100% waarmee een dekkend aanbod in 2013 tot stand kwam. Het scholingsplan werd in uitvoering gebracht. Conform de bestuursafspraken met de minister is 95% van de pedagogisch medewerkers gecertificeerd en 5% in opleiding voor een voorschools educatief programma. 80% heeft de opleiding opbrengstgericht werken gevolgd (20% is in opleiding). 73% heeft de taaltoets hbo in één keer succesvol afgelegd (27% volgt een taalcursus). 100% heeft de cursus ouderbetrokkenheid gevolgd. 95% is gecertificeerd om het ontwikkelingsvolgsysteem zeer jonge kind succesvol toe te passen (5% is in opleiding). Nog niet alle koppels voorscholen-basisscholen hebben alle onderdelen van samenwerking in uitvoering genomen. Elk koppel heeft een plan van 103 Prestatie Het voeren van een gericht ouderbeleid door het bevorderen van thuisstimulerende activiteiten. ● Het invoeren van opbrengstgericht werken op de voorscholen. ● Het inrichten en uitbreiden van intensieve taalklassen voorzieningen verlengde schooltijd. ● Het maken van resultaatgerichte afspraken met schoolbesturen. ● Toelichting samenwerking waarin conform het inspectierapport de doelstellingen, voorzien van een jaarkalender, worden aangegeven. Er zijn bestuursafspraken met de voor- en vroegschoolorganisaties gemaakt waarin het gemeentelijke ouderbeleid t.a.v. de voorscholen is vastgesteld. Centraal in de uitvoering staan de ouderinformatie, de intake en de ontwikkelingsstimulerende activiteiten in de thuissituatie. Het programma TOLK, verrijkt met educatieve materialen, wordt met de ouders thuis uitgevoerd. De pedagogisch medewerkers brengen opbrengstgericht werken in de praktijk met stimuleringsplannen en worden begeleid met intervisie door de schoolbegeleidingsdienst en gecheckt door de Onderwijsinspectie. Er zijn 13 intensieve taalklassen en twee voorzieningen verlengde schooltijd, Kids College en de Groene zomerschool. Met de 15 voorzieningen heeft de gemeente haar doelstelling, zoals vastgelegd in de Bestuursafspraken met de minister, bereikt. Over alle onderdelen van het onderwijsachterstandenbeleid, de toename van het aantal hbo’ers, de uitbreiding van het aantal voorscholen, de prestaties van de voorscholen en intensieve taalklassen, taalniveau van pedagogisch medewerkers, ouderbeleid, opbrengstgericht werken, doorgaande lijn, volgsysteem, kwaliteitszorg en het scholingsplan zijn prestatieafspraken gemaakt. Lopende bezuinigingstaakstellingen Zomernota: Versterking peuterspeelzalen De bezuiniging op de subsidie van het Rijk om de kwaliteit in de kinderopvang te stimuleren, is voor 100% doorgevoerd en heeft tot gevolg gehad dat pedagogisch medewerkers voor het voorschools educatief programma Kaleidoscoop niet gehercertificeerd zijn. De toetsing of deze medewerkers de programma’s correct uitvoeren is beëindigd. In plaats hiervan worden de medewerkers beoordeeld door coaches in het werkveld. 480 Onderwijsdeelname Prestatie Het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim. Het terugleiden van jongeren naar onderwijs of arbeidsmarkt. ● ● Toelichting Er zijn in 2013 circa 1450 interventies gepleegd om kinderen weer naar school te leiden. Het aantal melding van verzuim neemt toe, dit wordt naar verwachting veroorzaakt door een grotere meldingsbereidheid. Het aantal fte leerplichtambtenaren is afgenomen met de reorganisatie. Dit heeft als gevolg dat er meer nadruk ligt op de wettelijke taken en minder op preventie en nazorg. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (VSVers) is in 2013 fors afgenomen ten opzichte van 104 Prestatie Het onder voorwaarden bekostigen van vervoer van en naar school. ● Toelichting eerdere jaren, te weten van 453 nieuwe VSV-ers in 2011-2012 naar 318 nieuwe VSV-ers in 20122013. Met name bij het ROC Aventus is sprake van een hele sterke daling, van 7,9% naar 5,9%. Om het aantal VSV-ers te verminderen, hebben Regionaal Meld- en Coördinatiepunt medewerkers (RMC-ers) contact met leerlingen die gemeld worden door scholen vanwege schoolverzuim. In het schooljaar 2012-2013 hebben zij 487 leerlingen gesproken, waarvan er 361 behouden bleven voor het onderwijs. Met ingang van het schooljaar 2013 -2014 is de kmgrens voor speciaal basisonderwijs gewijzigd van 3 naar 5 km. Ook worden leerlingen, waar passend, gestimuleerd om gebruik te maken van het openbaar vervoer of de fiets. Lopende bezuinigingstaakstellingen Leerlingenvervoer (inclusief Zomernota) De bezuinigingstaakstelling is bereikt. We zijn overgestapt van georganiseerd busvervoer naar een financiële vergoeding voor bijzonder onderwijs en de invoering van een eigen bijdrage in het speciaal basisonderwijs. Met ingang van het schooljaar 2013 – 2014 is voor leerlingen in het speciaal basisonderwijs de kilometergrens opgehoogd van 3 naar 5 km. Deze wijziging is probleemloos verlopen. Schoolbegeleidingsdienst De bezuiniging op de subsidie is volledig gerealiseerd. De basisscholen hebben het aantal uren leerlingenzorg teruggebracht waardoor minder leerlingen zorg op maat hebben ontvangen. Ook is het aantal innovatieve projecten verminderd. Hierdoor zijn negatieve effecten op de schoolprestaties ontstaan. Zomernota: Lokaal onderwijs algemeen De bezuiniging op het budget voor het innoveren en initiëren van kleinschalige onderwijsactiviteiten is volledig doorgevoerd. Verschillende aanvragen, die gericht waren op kortlopende, veelal innovatieve, onderwijsinitiatieven werden niet gehonoreerd. 421/423, 431/433, 441/443, 480 Onderwijshuisvesting Prestatie Het voorzien en in standhouden van voldoende onderwijsvoorzieningen. ● Het voeren van een huurbeleid voor het buitenschools gebruik van de onderwijsvoorzieningen. ● Het exploiteren van gymnastieklokalen ● Het opstellen van leerlingenprognoses ● Toelichting Het aantal onderwijsvoorzieningen is toereikend om alle leerlingen binnen de gemeente Apeldoorn te huisvesten. Enkele voorzieningen staan leeg. Eén daarvan is inmiddels in 2014 verkocht. Uitvoering is gegeven aan het vastgestelde huurbeleid schoolgebouwen. Het door te rekenen aantal kindplaatsen is afgenomen. Dit komt door gewijzigd rijksbeleid waardoor minder kinderen binnen de kinderopvang worden opgenomen. De gymnastieklokalen zijn conform de bestaande prestatieafspraken beheerd door Accres. In 2013 zijn de leerlingenprognoses geactualiseerd rekening houdend met de het woningbouwvolume dat is aangepast. De leegstand van lokalen neemt toe door een daling van het totaal aantal leerlingen. 105 Lopende bezuinigingstaakstellingen Onderwijshuisvesting (inclusief Zomernota) De structurele taakstelling zoals opgenomen in de MPB 2010-2013, oplopend tot € 1 miljoen in 2013, is geëffectueerd. Dit geldt ook voor de aanvullende structurele taakstelling opgenomen in de MPB 20112014, oplopende tot 0,25 miljoen in 2014. De incidentele taakstelling van € 3,5 miljoen opgenomen in de zomernota 2012 is geëffectueerd in 2012. Daarnaast is de jaarschijf 2013 van de structurele taakstelling zoals opgenomen in de zomernota 2012, oplopend tot een bedrag van € 294.000, - in 2015, geëffectueerd in 2013. De (maatschappelijke) effecten van de gerealiseerde bezuinigingen zijn o.a. dat 20 basisscholen niet gerenoveerd zijn. Dit heeft gevolgen voor de energieprestaties van de schoolgebouwen en voor de ventilatie in de lokalen. Niet investeren in onderwijshuisvesting heeft ook direct gevolgen voor de werkgelegenheid in de bouwsector. De door het rijk voorgestelde uitname van € 256 miljoen uit het gemeentefonds (dat is € 2,7 miljoen voor Apeldoorn) en verschuiving van deze gelden naar de schoolbesturen zal ook moeten leiden tot een andere verantwoordelijkheidsverdeling met de schoolbesturen waar het onderwijshuisvesting betreft. Onderwijshuisvesting advisering. Deze structurele taakstelling ad € 25.000 is inmiddels structureel ingevuld en kent geen (maatschappelijke) effecten. Formatiebezuiniging beleid De bezuiniging op formatie is gerealiseerd waardoor er minder capaciteit beschikbaar is voor beleidsontwikkeling en bestuurlijk advies 480 Hoger beroepsonderwijs Prestatie Meer hoger onderwijs voorzieningen aan de gemeente binden die aansluiten bij de vraag van werkgevers. Het ontwikkelen van een sterke verbinding tussen onderwijsinstellingen en werkgevers in het realiseren van innovatie, onderzoek en kennisontwikkeling. ● ● Toelichting Saxion heeft in 2013 besloten te investeren in nieuwbouw bij de Nettenfabriek tbv de Hogere Hotelschool en Security Management. Het onderwijsplatform is geëvalueerd in 2013. Het platform geeft aan tevreden te zijn over de samenwerking in het verleden en dat de doelen zijn behaald. Het onderwijsplatform wil zich meer richten op de doorstroom van studenten naar het HBO en de arbeidsmarkt in Apeldoorn. In januari 2014 gaan zij een werkplan maken over hoe dit vorm krijgt. Met de werkgevers is structureel overleg gevoerd over de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt; dit onder meer via werkgeversdienstverlening en via het Strategisch Board waarin de overheid, onderwijs en werkgevers overleggen. Daarnaast is in oktober 2013 een projectmanager gestart, zij zal de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt verbeteren per sector en daarbij starten met de zorg. 106 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 420/440 Openb./bijz. onderwijs/onderwijshuisvesting 421/423/431/433/441/443/480 L B S Realisatie L B L B S -4.070 -903 -284 619 I/S -2.163 -4.308 -307 -2.034 -2.346 -4.380 -7.436 -47 -130 -2 142 234 -8 -906 -102 -17 0 5 0 0 -37 -55 113 2 -137 -234 8 869 8.934 -28.229 35.543 8.499 -27.044 -1.620 -435 1.185 300 1.067 100 1.200 300 1.067 100 1.353 -2.356 1.067 100 1.053 153 0 0 0 0 0 0 153 -153 0 0 153 € 39.966 11.601 -28.365 38.499 11.319 -27.180 -1.467 -282 1.185 480 Begroting Bestaand Beleid Onderwijsbeleid, leerplicht en overig Overige onderwijsaangelegenheden € 11.375 6.686 -4.689 10.472 6.402 421 423 431 433 441 443 480 Onderwijshuisvesting Onderwijshuisv. openbaar basisonderwijs Onderwijshuisv. bijzonder basisonderwijs Onderwijshuisv. openbaar voortgezet speciaal ond. Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet speciaal ond. Onderwijshuisv. openbaar voortgezet onderwijs Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet onderwijs Overige onderwijsaangelegenheden € € € € € € € 262 435 0 0 0 0 1.551 -2.108 -4.421 -309 -1.897 -2.112 -4.388 -8.305 160 418 0 5 0 0 1.514 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 37.163 980 Mutaties reserves Reserve onderwijshuisvesting Reserve kapitaall. tijdelijke huisvesting Zuidbroek Reserve overlopende projecten Algemene Reserve € € € € Saldo van baten en lasten na bestemming 990 Afwijking 2.370 4.856 309 1.897 2.112 4.388 9.856 2.503 0 300 -2.203 1.067 100 900 2.323 4.726 307 2.039 2.346 4.380 8.950 2.656 0 300 S I/S I/S I/S I/S I/S I/S I/S I/S I I I I 420, 440, 480 Onderwijsbeleid en leerplicht Er is sprake van een financieel voordeel. Dit voordeel bestaat voornamelijk uit: A: Een eenmalig voordeel van € 175.000 door minder ambtelijke inzet. Dit is met name een gevolg van verschuiving van capaciteit in het kader van de reorganisatie in het begin van 2013. B: Een eenmalig voordeel van € 280.000 als gevolg van andere werkwijze/ uniformering van verantwoording van baten en lasten RMC. De overige voor- en nadelen zijn kleiner dan € 200.000 en daarom wordt hier niet verder op ingegaan. 421/423, 431/433, 441/443, 480 Onderwijshuisvesting Voor wat betreft de producten onderwijshuisvesting is er een voordeling resultaat van €570.000, waarbij de lasten € 720.000 lager zijn en de baten € 150.000 minder zijn dan begroot. De voornaamste oorzaken van de begrotingsverschillen voor wat betreft de baten zijn: • De definitieve afrekening van het huurbeleid over 2012 en 2013 is lager uitgevallen dan begroot en leidt tot een nadeel van € 200.000. Dit komt door een daling van het totale aantal leerlingen dat in 2013 gebruik heeft gemaakt van de kinderopvang en de buitenschoolse opvang. • De begrote extra uitkering uit het gemeentefonds ad € 200.000 vanwege de extra leerlingen bij het Voortgezet Speciaal Onderwijs in het Kristal is slechts ten dele geëffectueerd gelet op een beperkte aanmelding van leerlingen. • In 2013 heeft een definitieve afrekening met een schoolbestuur plaatsgevonden van de exploitatiekosten voor de basisschool in ‘t Hellend Veld over de periode 2009-2011. Dit heeft geleid tot een incidenteel voordeel van € 100.000. • Diverse huuropbrengsten en exploitatievergoedingen zijn hoger uitgevallen dan begroot en dit betekent € 150.000 voordeel. De voornaamste oorzaken van de begrotingsverschillen voor wat betreft de lasten zijn: • Er heeft in 2013 een afwaardering van € 850.000 plaatsgevonden op enkele panden die lager zijn getaxeerd dan de boekwaarde. Dit komt omdat de panden een andere bestemming hebben gekregen. • De gerealiseerde afwaardering over 2012 leidt tot een voordeel van € 250.000 op de kapitaalslasten. 107 • • • • • Vertraging in de uitvoering en daardoor lagere uitgaven van projecten levert in 2013 een incidenteel voordeel op van € 500.000 Op onderhoud is een incidenteel voordeel behaald van € 200.000, onder meer door het niet volledig benutten van de stelpost spoedeisend onderhoud. Een beperkt gedeelte van het onderhoud is doorgeschoven naar 2014. Enkele verwachte eindafrekeningen over voorgaande jaren zijn niet aan de orde geweest, hetgeen heeft geleid tot een voordeel van € 200.000. De afrekeningen volgen in 2014. De kosten voor het inrichten van de sporthallen in Hoenderloo en de Maten zijn voor een bedrag van € 200.000 doorgeschoven naar 2014 vanwege vertraging in de planning. De ombouw van de schoolwoningen in Beekbergen is uitgesteld naar 2014, waarmee ook de geraamde uitgaven in 2013 ad € 200.000 zijn doorgeschoven naar 2014. Het positieve resultaat van € 570.000 heeft voor een deel te maken met het doorschuiven van diverse kostenposten naar 2014. Dit was in de Turap 2013 voor een deel al voorzien. Het voordeel van de afwaardering in 2012 betreft een bedrag van € 250.000 en zal in lijn met de MPB 2014 worden afgedragen aan de algemene middelen. Voor wat betreft het restant van €320.000 wordt voorgesteld om dit toe te voegen aan de reserve onderwijshuisvesting ter dekking van de naar 2014 doorgeschoven kosten. Kristal Het project Kristal is in 2012 opgeleverd en zal in 2014 definitief worden afgerond. De totale stichtingskosten zijn circa 2,5 miljoen euro lager dan het krediet. Dit zal leiden tot een lagere kapitaallast van 150.000 euro per jaar. Uit de 1 oktober tellingen blijkt dat er minder leerlingen binnen het Kristal Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) volgen dan verwacht. In relatie tot de ontwikkelingen binnen het passend onderwijs wordt ook bij het Speciaal Onderwijs (SO) verwacht dat het aantal leerlingen zal gaan dalen. Dit leidt tot een lagere uitkering in het gemeentefonds en daardoor een lagere voeding van de reserve onderwijshuisvesting. In de paragraaf weerstandsvermogen is hiervoor een risico opgenomen. Voorgesteld wordt dit nadeel in de reserve te compenseren met de lagere kapitaallasten van het Kristal Dit is conform het bepaalde in de Turap 2013. Risico Zoals in de Turap van 2013 is aangegeven blijft er een risico bestaan op het afwaarderen op onderwijshuisvesting in de periode 2013-2015. Dit risico is van € 3 miljoen naar maximaal 1,5 miljoen verlaagd. De reden hiervoor is dat uitgevoerde taxaties van de leegstaande panden een volledig beeld hebben gegeven van de waarde van het onderwijsvastgoed. Tevens heeft in 2013 al een verdere afwaardering plaatsgevonden. Omdat het onzeker is of de reserve onderwijshuisvesting dit risico kan opvangen, is het bedrag van € 1,5 miljoen opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en maakt onderdeel uit van het totale risico op de afwaardering van vastgoed. Het risico van een lagere uitkering in het gemeentefonds als gevolg van een daling van het totale aantal leerlingen binnen de Gemeente Apeldoorn en minder leerlingen in het speciaal onderwijs blijft bestaan. Dit risico is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen bij de toelichting op de herijking van de uitkering uit het gemeentefonds. 530 Schoolzwemmen speciaal onderwijs Prestatie Het mogelijk maken van schoolzwemmen voor de meest kwetsbare en hulpbehoevende kinderen in het speciaal onderwijs. ● Toelichting Drie basisscholen in het speciaal onderwijs maken gebruik van het schoolzwemmen in het Kristal. 108 Lopende bezuinigingstaakstellingen Schoolzwemmen De bezuinigingstaakstelling is bereikt doordat de basisscholen die niet onder het speciaal onderwijs vallen geen gebruik meer kunnen maken van het gesubsidieerde zwemonderwijs. Hierdoor zullen minder kinderen zwemonderwijs kunnen volgen. Wat heeft het gekost? 530 Begroting na wijziging Sport (schoolzwemmen) Begroting Bestaand Beleid € L 182 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 182 980 Mutaties reserves € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € B 182 S Realisatie 87 -95 L 182 87 -95 182 87 -95 B 182 Afwijking 81 S -101 81 -101 81 L -101 0 B -6 S I/S -6 I/S 0 -6 -6 0 0 0 0 -6 -6 650 Voorscholen Wat heeft het gekost? 650 Begroting na wijziging Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) Begroting Bestaand Beleid € L 475 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 980 Mutaties reserves € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € B Realisatie 86 S -389 L 451 475 86 -389 475 86 -389 B Afwijking 77 S -374 451 77 451 77 L -24 B -9 S I/S 15 I/S -374 -24 -9 15 -374 -24 -9 15 5.2 Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren Wat wilden we bereiken? Jongeren krijgen de ruimte in de stad voor ontmoeting en ontspanning, maar kennen hun grenzen. Ze worden uitgedaagd zelf actief bij te dragen aan de leefbaarheid van de stad en kunnen gebruik maken van een breed aanbod aan vrije tijdsactiviteiten. Wat hebben we bereikt? Naast het jeugd- en jongerenwerk is een aantal projecten gerealiseerd door een bijdrage vanuit Young055 (Premie op actie jeugd). Het jongerenwerk stimuleert jongeren zelf actief te worden onder andere in de jongerencentra. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 630 Jeugdbeleid Per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor (grote delen van) de jeugdzorg. De kaders waarbinnen wij zullen moeten werken zijn geduid bij onder meer het Transitieplan Jeugd (inhoud) en de 109 meicirculaire (financiën), maar bieden nog veel ruimte. De wetgeving moet nog door het parlement worden vastgesteld. Binnen de decentralisatie van de Jeugdzorg is in 2013 gewerkt aan een Regionaal Transitiearrangement (RTA) waarmee de continuïteit van de zorg is geborgd. Daarnaast is geïnvesteerd in gesprekken met cliënten en zorgaanbieders over de te varen koers. Op basis hiervan is een Kadernota Jeugdzorg opgesteld die begin 2014 richting de raad zal gaan. Prestatie Stimuleren van vrijwillige inzet voor en door jeugd- en jongeren (vrijwillig jeugden jongerenwerk en Premie op actie). ● Faciliteren van mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning (jeugd en jongerenwerk Don Bosco en Wisselwerk, Real-X). ● Contracten cq subsidies met zorgaanbieders ● Toelichting Subsidie aan verenigingen is verstrekt in overeenstemming met de afspraak. Er zijn 21 aanvragen in het kader van Young055 (Premie op actie jeugd) binnengekomen. Er zijn 15 gehonoreerd, 5 afgewezen en 1 via een ander budget gehonoreerd. Het accommodatiegebonden en vind-plaatsgericht jeugd- en jongerenwerk is binnen de stadsdelen en dorpen evenredig verdeeld op grond van gesignaleerde problematiek en behoefte. De inzet van het jongerenwerk over de wijken is flexibel en wordt, waar nodig aangepast aan de realiteit. Het streven is te komen tot een proactieve invulling van de beschikbare uren jeugd- en jongerenwerk in de wijken naar aanleiding van prognoses met betrekking tot aantallen en leeftijd van de jeugd in de wijken. Met betrekking tot Real-X zal volgens de motie naar aanleiding van de voorgestelde bezuinigingen in de MPB in 2014 gezocht worden naar mogelijkheden om goedkopere huisvesting te realiseren. Door de onduidelijkheden over de kaders (wet) alsmede de financiering is de termijn om tot een dekkend aanbod te komen korter geworden. Zowel in regionaal als op lokaal niveau wordt wel één en ander voorbereid. Lopende bezuinigingstaakstellingen Jeugd totaal (inclusief Zomernota) De verschillende subsidies in het preventieve jeugdbeleid zijn verlaagd en daarmee is bezuinigingstaakstelling gerealiseerd. Wat heeft het gekost? 630 Begroting na wijziging Sociaal cultureel werk Begroting Bestaand Beleid € L 3.957 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 3.957 980 Mutaties reserves BROA Reserve overlopende projecten € € Saldo van baten en lasten na bestemming € 990 B Realisatie 0 S -3.957 L 3.452 B 508 S -2.944 L -505 B 508 S I/S 1.013 0 -3.957 3.452 508 -2.944 -505 508 1.013 864 864 677 677 -756 0 756 -187 0 -187 -756 1.185 -3.023 251 321 70 756 3.957 110 Afwijking 864 -3.093 4.208 630 Sociaal Cultureel Werk Er is in totaal sprake van een voordeel op dit product. Dit bestaat uit: • € 516.000 overlopende projecten met betrekking tot invoering decentralisatie jeugdzorg lokaal en regionaal; • € 240.000 overlopende projecten met betrekking tot verschuiving jaarschijven invulling taakstellingen jeugdbeleid; • € 115.000 onderuitputting op kosten jeugdbeleid (budget van 3,5 miljoen). 5.3 Ondersteuning van en zorg voor jongeren en gezinnen Wat wilden we bereiken? Door preventieve inzet in de nabijheid van de jongeren en de opvoeders wordt bijgedragen aan een positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren. Voor jongeren en gezinnen die extra aandacht nodig hebben, wordt een vangnet gerealiseerd. Daarbij wordt gestreefd naar een totaalaanpak in de wijk waarbij de partners die betrokken zijn vanuit jeugdbeleid, onderwijs, zorg, justitie of opvang zaken goed op elkaar afstemmen en waar nodig snel samen kunnen schakelen. Wat hebben we bereikt? In de 4 stadsdelen is een CJG aanwezig waar ouders met vragen over opvoeden en opgroeien terecht kunnen. Er is een CJG-site. De Week van de Opvoeding is georganiseerd evenals een Opvoedmarkt. Alle basisscholen kunnen gebruik maken van het schoolmaatschappelijke werk. Op een aantal scholen voor voortgezet onderwijs is schoolmaatschappelijk werk aanwezig. De outreachende CJG-teams hebben in het basisonderwijs een bijdrage geleverd aan versterking van de relatie onderwijs-CJG. De outreachende CJG-teams 0-4 jaar hebben vorm gekregen. Het gebruik van de verwijsindex neemt nog steeds toe. Het aantal jongeren dat een delict pleegt heeft zich gestabiliseerd. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 480 Op Stap Prestatie Op Stap is een taalstimuleringsprogramma voor jonge kinderen en hun ouders. ● Toelichting We hebbWe hebben de taalontwikkeling en interact interactie tussen ouder en kind in de (voor)sc voorschoolse leeftijd gestimuleerd. Wekelijks is er een zijn themabijeenkomst over opvoeden en opgroeie opgroeien gehouden, waarin ouders ervaring ervaringen met elkaar konden uitwisselen. 480 Brede school Prestatie Bieden van extra ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen in achterstandssituaties (kansenprofiel). Transformatie kansenprofiel brede school. ● ● Toelichting Er zijn 6 brede scholen kansenprofiel in de buurten Orden, Sprenkelaar, Sluisoord, Zuid, Dok Zuid en Zuidwest. Drie tot vijf keer per jaar vindt er een brede schooloverleg plaats met de partners. 2013 is het eerste jaar dat de brede school geheel onder coördinatie van het onderwijs is uitgevoerd. Het werken met een meerjarenplan blijkt goed uit te 111 Prestatie Toelichting werken, maar in de praktijk lopen scholen tegen de tijd aan die de coördinatietaak kost. De samenwerkingsverbanden zoeken hiervoor oplossingen zoals gebruik ICT, aanbieden activiteiten zonder inschrijving, afspraken met uitvoerende partijen etc. Wat heeft het gekost? 480 Begroting na wijziging Overige onderwijsaangelegenheden Begroting Bestaand Beleid € L 727 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 727 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € Saldo van baten en lasten na bestemming € 990 727 B Realisatie 0 S -727 L 571 0 -727 571 0 -727 571 B Afwijking 0 S -571 L -156 0 -571 0 -571 B 0 S I/S -156 I/S -156 0 -156 0 0 0 -156 0 -156 Er is sprake van een financieel voordeel op dit onderdeel (sportcoaches) omdat het geplande aantal combinatiefunctionarissen in 2013 niet is gerealiseerd waardoor er dus ook minder subsidie is uitgegeven. Dit voordeel is ook in de tussentijdse rapportage 2013 gemeld. 630 Sociaal cultureel werk/Jeugdbeleid Prestatie Het begeleiden, ondersteunen en opvangen van dakloze en/of kwetsbare jongeren (outreachende hulpverlening en opvang van dak- en thuisloze jongeren). ● Bieden van extra ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen in een achterstandssituatie (Brede school kansenprofiel). ● Behouden van jongeren voor het onderwijs (time-outvoorziening VO). ● Voorkomen en stoppen van jeugdprostitutie, loverboys, seksuele uitbuiting van jongeren en jong volwassenen (tot 23 jaar) en bieden van hulp (ketenaanpak jeugdprostitutie). ● Voorkomen van jeugdoverlast doordat hinder van (risico)jongeren en jeugdgroepen in beeld is (straatgroepenteams, jeugdcriminaliteitspreventie) en aangepakt wordt. ● Toelichting We hebben dakloze jongeren begeleid en opgevangen en kwetsbare jongeren en gezinnen ondersteund (outreachende hulpverlening en opvang van dak- en thuisloze jongeren en pedagogische gezinsondersteuning). De hulp vanuit Iriszorg wordt door jongeren goed gevonden. Het JIP is laagdrempelig en vormt mede een toegangspoort naar het outreachende team dat jongeren ondersteunt en toe leidt naar….(?). Er zijn 6 Brede scholen in de buurten Orden, Sprenkelaar, Sluisoord, Zuid, Dok Zuid en Zuidwest. Circa viermaal per jaar vindt er een breed schooloverleg plaats met de partners. Binnen de Brede scholen zijn de hoofdthema’s taalstimulering, sport en cultuur. In het kader van het Passend Onderwijs zal het OSCAR/SLAR in de huidige vorm verdwijnen De ketenaanpak jeugdprostitutie wordt regelmatig geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Het bereik onder scholen is groot, maar nog steeds worden niet alle scholen/afdelingen bereikt. Er is in het najaar weer een nep- loverboyactie in de binnenstad gehouden. Binnen de straatgroepenteams zijn jeugdgroepen besproken. Sommige groepen blijken zeer hardnekkig in het veroorzaken van overlast. Ook individuele jongeren zijn in beeld bij de jeugdcriminaliteitscoördinator. 112 Wat heeft het gekost? De budgetten hiervoor zijn opgenomen onder hoofddoelstelling 5.2 (product 630). 715 Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Prestatie Het voorzien in voldoende aanbod en spreiding van voorzieningen op het gebied van jeugdgezondheidszorg. ● Toelichting We hebben voldoende aanbod en spreiding van voorzieningen op het gebied van jeugdgezondheidzorg. Het uitvoeren van de wettelijke basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg. ● We hebben het wettelijk basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg uitgevoerd. Een regionale bestuurlijke werkgroep onder voorzitterschap van wethouder Blokhuis brengt advies uit over de meest gewenste organisatievorm voor de integrale jeugdgezondheidszorg. ● De bestuurlijke werkgroep heeft in juni 2012 het vervolgrapport integrale jeugdgezondheidszorg uitgebracht. De werkgroep heeft voorkeur voor het model waarbij de integrale JGZ in een nieuwe organisatie met een private rechtspersoonlijkheid wordt gepositioneerd. In april 2013 is in het Algemeen Bestuur van de GGD besloten twee pilots voor integrale JGZ te starten. Het doel van de pilots is onder andere om integrale JGZ te verbinden en in te bedden in het bredere CJG-verband. Hiermee anticiperen wij op de transitie van de jeugdzorg. 716 Jeugdgezondheidszorg/Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Prestatie Het faciliteren van 4 wijkgerichte informatie- en adviespunten voor jongeren (-9 maanden tot 23 jaar) en opvoeders (CJG). ● Zorgen voor een adequaat aanbod aan lichte opvoedingsondersteuning in de wijken (opvoedprogramma’s). ● Verbinden van de preventieve zorg met het onderwijs (schoolmaatschappelijk werk, de outreachende CJG-teams en zorgadviesteams in het onderwijs). ● Toelichting Er zijn 4 fysieke CJG- inlooppunten gerealiseerd. Het aantal contactmomenten is sterk gegroeid (gekoppeld aan een afname van duurdere vormen van zorg). In 2013 is voor de exploitatie van het CJG zowel de huisvesting (huur) als de personele bezetting inclusief de lopende taakstelling helder in beeld. Het project CJG 4 kracht heeft in 2013 de landelijke JGZ innovatieprijs gewonnen. Deze vorm van hulpverlenen vormt de basis voor de decentralisatie/ transformatie van de jeugdzorg. Homestart/ doorstart De projecten Homestart en Doorstart hebben de opdracht gekregen om in 2013 meer samenwerking met elkaar te zoeken. Dit is opgepakt door gezamenlijke trainingen voor de vrijwilligers. Doel is vrijwilligers nog flexibeler in te zetten, zodat de twee projecten meer op elkaar afgestemd raken en één lijn volgen. Alle scholen worden minimaal 2 x per jaar bezocht door de outreachende CJG teams en wanneer nodig wordt een beroep gedaan op SMW en JGZ. De zorgstructuren in het VO verschillen nogal per school en dit heeft gevolgen voor het beroep op het Zorg 113 Prestatie Zorgen voor vroegtijdige signalering van zorgen rondom de ontwikkeling van kinderen en jongeren (verwijsindex). Zorgen voor de afstemming in ondersteuning en hulpverlening: één kind/gezin, één plan (coördinatie van zorg). Toelichting AdviesTeam (ZAT) en het bovenschools ZAT. Er zijn steeds meer structurele contacten met voorschoolse voorzieningen. Er sluiten steeds meer nieuwe instellingen aan, en ook het aantal meldingen stijgt nog steeds ● Met de methodiek CJG4kracht wordt deze afstemming steeds meer in de praktijk toegepast. Er wordt standaard één gezinsplan gebruikt. ● Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 715/716 Gezondheidszorg jeugd L B Realisatie S L B Afwijking S L B S -68 28 0 675 68 I/S 647 I/S -3.039 -40 675 715 228 228 0 215 215 903 -2.811 -40 890 930 715 716 Begroting Bestaand Beleid Jeugdgezondheidszorg (uniform) Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) € € 2.396 1.358 0 0 -2.396 -1.358 2.328 1.386 0 675 -2.328 -711 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 3.754 0 -3.754 3.714 675 980 Mutaties reserves BROA € 13 13 Saldo van baten en lasten na bestemming € 13 -3.741 990 3.754 3.714 I/S I 716 Gezondheidszorg jeugd Er is sprake van een financieel voordeel. Dit voordeel komt met name door een eenmalig voordeel van € 650.000 als gevolg van definitieve vaststelling van huurovereenkomsten van onze CJG’s waardoor huur met terugwerkende kracht is afgerekend. Dit voordeel is ook in de tussentijdse rapportage 2013 gemeld. Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. Outputkengetallen Realisatie 2010 Realisatie 2011 Realisatie 2012 Raming 2013 Realisatie 2013 835 635 650 515 871 685 700 450 741 503 aantal gemelde schoolverlaters aantal succesvol herplaatste schoolverlaters Bereik aantal unieke bezoekers activiteiten jeugd- en jongerenwerk: Wisselwerk (per week Don Bosco (per week 434 300 450 400 Bereik CJG (balie, telefoon, website) 207 375 1.121 1.005 - aantal kinderen en jongeren (en ouders/opvoeders) dat gebruik maakt van voorzieningen ter ondersteuning van kind en gezin (Homestart, Opvoed- steunpunt, Zats, schoolmaatschappelijk werk) aantal jongeren (0-17 jaar) waarvoor door bureau Jeugdzorg een indicatie is afgegeven voor jeugdzorg - Bereik van kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen (dak- en thuislozen, PGO, time-outvoorziening VO) - aantal jeugdige verdachten (12-24 jaar) per 1.000 inwoners in die leeftijdsgroep 114 450 400 380 389 737 500 1500 pm 797 950 Nog niet bekend 828 812 750 527 i.o. i.o. 157 25 197 3,50 3,14 2,53 2,25 2,06 Resumé programmakosten Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Lasten Baten Saldo Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2013 (C) Lasten Baten Saldo Afwijkingen 2013 (C) - (B) Lasten Baten Saldo 5: Jeugd en onderwijs 421 423 431 433 441 443 480 530 630 650 715 716 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Openb. (voortgezet) spec. onderw., onderwijshv. Bijzonder (voortgezet) spec. onderw., onderwijshv. Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshv. Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisv. Overige onderwijsaangelegenheden Sport (schoolzwemmen) Sociaal cultureel werk Kinderopvang Jeugdgezondheidszorg (uniform) Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) 2.149 4.380 309 1.897 2.112 4.381 22.476 182 3.324 475 2.396 1.345 51 104 0 0 0 0 8.779 87 0 86 0 0 -2.098 -4.276 -309 -1.897 -2.112 -4.381 -13.697 -95 -3.324 -389 -2.396 -1.345 2.370 4.856 309 1.897 2.112 4.388 21.958 182 3.957 475 2.396 1.358 262 435 0 0 0 0 8.238 87 0 86 0 0 -2.108 -4.421 -309 -1.896 -2.112 -4.388 -13.720 -95 -3.957 -389 -2.396 -1.358 2.323 4.726 307 2.039 2.346 4.380 19.993 182 3.452 451 2.328 1.386 160 418 0 5 0 0 7.916 81 508 77 0 675 -2.163 -4.308 -307 -2.034 -2.346 -4.380 -12.077 -101 -2.944 -374 -2.328 -711 -47 -130 -2 142 234 -8 -1.965 0 -505 -24 -68 28 -102 -17 0 5 0 0 -322 -6 508 -7 0 675 -55 113 2 -137 -234 8 1.643 -6 1.013 17 68 647 Resultaat programma 5 vòòr bestemming Bestemming programma 5 via functie 980 45.424 142 9.107 466 -36.317 324 46.256 2.803 9.107 3.544 -37.149 741 43.914 3.712 9.840 3.716 -34.074 4 -2.346 909 734 172 3.080 -737 Resultaat programma 5 na bestemming 45.566 9.573 -35.993 49.059 12.651 -36.408 47.626 13.556 -34.070 -1.437 906 2.343 115 116 Programma 6 Werk, inkomen en arbeidsmarkt Beleidsproducten: Doelstelling 6.1 611 Werkgelegenheid 623 Participatie 650 Kinderopvang (Wet Kinderopvang) Doelstelling 6.2 310 Stadsbank en schuldhulpverlening 610 Bijstandsverlening 614 Gemeentelijk minimabeleid 724 Begraafplaatsen Doelstelling 6.3 482 Volwassen- en beroepsgerichte educatie 611 Werkgelegenheid 117 6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt Portefeuillehouder(s): - J. Kruithof Doelstellingen Wat wilden we bereiken? Met dit programma wilden we bereiken dat burgers financieel onafhankelijk zijn en naar vermogen participeren in de samenleving. Een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt is hiervoor noodzakelijk. De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief; 6.2 Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiële) ondersteuning voor mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen; 6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt. Wat hebben we bereikt? Het BUIG-bestand (Bundeling Uikering Inkomensvoorzieningen aan Gemeenten) is eind 2013 uitgekomen op 3.287 bijstandsgerechtigden. Dit is een stijging van 5,1% in een jaar tijd. De eerste helft van 2013 steeg het bestand sterk, waarna een stabilisatie optrad en vanaf augustus is het bestand weer gaan dalen. Over heel 2013 bezien is de stijging in Apeldoorn lager dan het gemiddelde van de referentiegemeenten. In 2013 zijn ondanks de slechte arbeidsmarktomstandigheden toch meer mensen uit de uitkering gestroomd dan in 2012. In 2013 waren dit er 539 en in 2012 494. Het dienstverleningsconcept voor nieuw ingestroomde klanten is in 2013 uitgebreid met het instrument Direct Actief, dat succesvol bleek. Mede door de sterke toename van het bestand aan het begin van het jaar dreigde een fors tekort op het BUIG-budget (€7 miljoen). Uw raad is hier destijds over geïnformeerd. Omdat de toename van de bijstand landelijk is, heeft het Rijk het totale budget verhoogd. Apeldoorn heeft hieruit ook extra middelen gekregen (€3,9 miljoen). Hierdoor, en door de afname van het bestand, is het gerealiseerde tekort op de BUIG over 2013 uitgekomen op €2,7 miljoen. Daar bovenop is een tekort van € 0,1 op de Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) gerealiseerd, waarmee het totale tekort is uitgekomen op € 2,8 miljoen. Er zijn in 2013 bijna 6% meer individuele verstrekkingen geweest in het kader van het Minimabeleid: 11.124 in 2013, tegen 10.540 in 2012. 164 Mensen hebben een regeling gekregen in het kader van de schuldhulpverlening. De Felua-groep voert namens de gemeente Apeldoorn de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Op basis van prestatieafspraken krijgt Felua-groep het budget dat de gemeente van het Rijk voor de Wsw krijgt. De opgelegde taakstelling weet de Feluagroep te realiseren. In 2013 is geanticipeerd op de Participatiewet die naar verwachting in 2015 in werking zal treden. Samen met onder andere het UWV en de Felua is verkend hoe de gezamenlijke regionale werkgeversdienstverlening verder uitgebreid kan worden De gemeente Apeldoorn is centrumgemeente in de arbeidsmarktregio Stedenvierkant (Stedendriehoek en Noord-Veluwe). In het Sociaal Akkoord, dat in april 2013 tussen de sociale partners en het kabinet is gesloten, is bepaald dat er vanaf 2015 per arbeidsmarktregio één regionaal Werkbedrijf moet komen dat arbeidsgehandicapten naar werk begeleidt. Wij hebben het initiatief genomen om met alle betrokken partijen uit de arbeidsmarktregio (gemeenten, SW-bedrijven, sociale partners, het UWV, het onderwijs) te bespreken hoe hier vorm aan gegeven kan worden. Besloten is om een regionale Werkkamer in te richten en deze de opdracht te geven om voorstellen te doen die leiden tot een Werkbedrijf. Apeldoorn heeft actief bijgedragen aan de opzet en de doorontwikkeling van de Strategische Board 118 Stedendriehoek. In de Board werken vertegenwoordigers van het Onderwijs, de Ondernemers en de Overheid (3 O’s) samen. Wethouder Kruithof zit namens de Regio Stedendriekhoek in het bestuur van de Board. In juni 2013 is onder auspiciën van de Board het Akkoord van Beekbergen door diverse regionale partners ondertekend. Door een wetswijziging in de Wet Inburgering is de gemeente vanaf 2013 niet meer verantwoordelijk voor de inburgering van mensen. Die verantwoordelijkheid heeft zij nog wel voor mensen die vóór de wetwijziging in een traject zaten en dat na 2013 nog doorloopt. In totaal waren er in 2013 nog 225 mensen waar de gemeente een verantwoordelijkheid had voor het inburgeringstraject. Hoofddoelstelling 6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstelling. 611 Werkgelegenheid Prestatie De Wet werken naar vermogen vindt geen doorgang. De ingeboekte bezuinigingen op de Wsw voor 2013 zijn daarmee ook ongedaan gemaakt. Nu is nog onbekend hoe het Rijk de taakstelling en het budget voor 2013 zal verdelen. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat in 2013 hetzelfde bedrag wordt ontvangen als in 2012. De Feluagroep zal in de loop van 2012 een op de nieuwe situatie gebaseerde begroting opstellen. Toelichting Het kabinet is voornemens om de Participatiewet per 1 januari 2015 in te laten gaan. De Wsw zal daarvan deel uit maken. Vanaf die datum zal het Rijk de bezuinigingen, zoals die al eerder onder de Wet Werken naar Vermogen waren aangekondigd, stapsgewijs door voeren. Deze bezuinigingen treffen vanaf die datum ook het budget voor de Wsw. Derhalve heeft in 2013 geen korting plaats gevonden op het Wsw-budget. Apeldoorn heeft €26,6 miljoen ontvangen om de taakstelling van 1011,5 SE’s (arbeidsjaren) te realiseren. Op basis van gemaakte prestatieafspraken is dit bedrag aan de Felua over gemaakt. Felua heeft in 2013 0,9 SE (1012,4) meer gerealiseerd dan de taakstelling). De kosten die hiermee gepaard gaan worden door Felua-groep gedragen. ● De prestaties die van de Felua worden verwacht, worden ieder jaar tussen de gemeente en de Felua-groep vastgelegd. Wat heeft het gekost? 611 Werkgelegenheid Begroting na wijziging Realisatie Afwijking Begroting Bestaand Beleid L B € 27.553 26.229 S -1.324 L B 26.819 26.584 S -235 L -734 B 355 S I/S 1.089 I 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 27.553 26.229 -1.324 26.819 26.584 -235 -734 355 1.089 980 Mutaties reserves 0 -1.076 1.076 0 -1.076 990 Saldo van baten en lasten na bestemming 27.895 26.584 -1.311 342 355 13 0 0 0 € 27.553 26.229 -1.324 1.076 I I Wsw Van het ministerie zijn ten behoeve van de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening aanvullende beschikkingen ontvangen van in totaal € 0,38 miljoen. Dit heeft betrekking op een aanvullende indexering voor 2013, een additionele bijdrage in het kader van onderuitputting van het macrobudget 119 2013 en een bonus voor het aantal plekken begeleid werken dat in 2011 is gerealiseerd. Op basis van de met de Felua gemaakte afspraken, zijn deze bedragen aan de Felua overgemaakt. Overig Via het gemeentefonds zijn eind 2013 (extra) middelen ter beschikking gesteld t.b.v. het regionale Actieplan Jeugdwerkloosheid (€ 814.500) en regionale werkgeversdienstverlening (€ 130.000 project “Doen wat kan”). Hiervan is een gering deel in 2013 besteed zodat € 934.000 via een ROP wordt overgeheveld naar 2014. 623 Participatiebudget Prestatie Re-integratie In 2013 worden minimaal 500 mensen naar werk bemiddeld (zowel parttime als fulltime). Daarnaast worden 400 participatieplaatsen (voor een brede doelgroep) gerealiseerd voor 2014. Het aantal mensen dat actief participeert (in vrijwilligerswerk, een sociaal activeringstraject, dagbesteding of binnen een participatieplaats) bedraagt nu 425 en zal in 2013 oplopen tot minimaal 500. ● Toelichting In 2013 zijn 539 mensen naar werk bemiddeld waarvan de uitkering is beëindigd. Dit aantal zal vanwege het naijleffect nog iets oplopen. Ultimo 2013 waren 586 participatieplaatsen (Talent-plekken) gerealiseerd voor een brede doelgroep. 498 Klanten uit de participatiedoelgroep zijn actief in vrijwilligerswerk, een sociaal activeringstraject, dagbesteding of binnen een participatieplaats. Hiermee zijn de doelstellingen behaald. Inburgering In 2013 starten geen nieuwe inburgeringstrajecten, behoudens een kleine groep met verworven rechten voor de ingangsdatum van de nieuwe wet, bovendien lopen de al gestarte trajecten van 2012 en eerder door. Gezien de nieuwe wetgeving is 2013 een overgangsjaar om lopende trajecten af te handelen. ● In 2013 zijn 32 trajecten gestart voor mensen die op grond van hun vóór 2013 verworven rechten recht hadden op een inburgeringstraject. Daarnaast lopen de trajecten nog door van mensen die in de jaren vóór 2013 met een inburgeringstraject zijn gestart. In totaal waren er eind 2013 225 inburgeraars, waarvan 100 mensen een inburgeringtraject via de gemeente volgden en 125 dit zelf hadden georganiseerd. De verwachting is dat in 2016 de laatste inburgeringstrajecten zijn afgerond. Daarmee is de verwachting niet uitgekomen dat de inburgeringstrajecten in 2013 afgerond zouden worden. Volwassen en beroepsgerichte educatie (Analfabete) volwassenen zonder een startkwalificatie in staat stellen om een opleiding te volgen bij het ROC. ● Ten opzichte van 2012 is het budget in 2013 gehalveerd, de regels met betrekking tot de inkoop zijn veranderd en er zijn eindtermen voor de opleidingen geïntroduceerd. Hierdoor is het mogelijk geweest om voor 177 cursisten een opleiding in te kopen. De afspraken over de inzet van de bijdrage, de inhoud van de opleidingen c.q. cursussen en het aantal cursisten worden vastgelegd in een Productovereenkomst met het ROC. In 2013 zijn bij het ROC Aventus taalopleidingen ingekocht. Deze cursussen zijn speciaal ontwikkeld om laaggeletterdheid onder volwassenen te bestrijden. De afspraken over de inzet van de bijdrage, de inhoud van de opleidingen en het aantal cursisten zijn vastgelegd in een productovereenkomst met Aventus. 120 Participatiewet In 2013 is geanticipeerd op de Participatiewet die naar verwachting in 2015 in werking zal treden. Samen met onder andere het UWV en de Felua is verkend hoe de gezamenlijke regionale werkgeversdienstverlening verder uitgebreid kan worden en hoe het instrumentarium er onder de Participatiewet moet uit zien. In 2013 is het aantal plekken dat beschikbaar is voor Leer-Werksettings uitgebreid. Deze settings zijn bedoeld voor mensen die na het Direct Actief traject of een stageperiode nog niet zijn uitgestroomd. Zij kunnen via een Leer-Werksetting werkervaring opdoen en het streven is om mensen ook minimaal een startkwalificatie te laten behalen. Lopende bezuinigingstaakstellingen Reductie personeel klantmanagement participatie De bezuinigingsdoelstelling op de formatie van participatie is behaald. Dit heeft er toe geleid dat binnen participatie met een beperkte capaciteit ongeveer de helft van het klantenbestand wordt bediend. Door de personeelsreductie is er voor gekozen om de focus te beperken tot het activeren en laten participeren van klanten met perspectief waarbij ook eigen initiatief van de klanten wordt verwacht. Reductie personeel werkgeversdiensten De reductie en de bijbehorende bezuiniging zijn gerealiseerd. Reductie personeel klantmanagement werk De bezuinigingstaakstelling is behaald. In 2013 is gestart en geïnvesteerd in een andere dienstverlening voor klanten. De nieuw ingestroomde klanten zijn bediend vanuit het concept Direct Actief, waarbij de aanpak voor jongeren is gericht op toegeleiding terug naar het onderwijs en/of naar werk. Voor beide doelgroepen geldt dat maximaal wordt ingezet op de eigen verantwoordelijkheid in het verwerven van inkomen (uit studiefinanciering of werk) en de uitkering slechts wordt toegekend in gevallen waarin klanten aantoonbaar in het voorgaande niet slagen. Beperking loonkostenbijdrage (uitvoeringskosten) De beperking van de loonkostenbijdrage (uitvoeringskosten) is gerealiseerd en vrij gevallen ten gunste van de algemene middelen. Zomernota 2012: Werk en inkomen Deze bezuinigingstaakstelling van € 0,6 miljoen op de reguliere overhead is gerealiseerd. Wat heeft het gekost? 623 Begroting na wijziging Participatie Realisatie Afwijking Begroting Bestaand Beleid L € 10.563 B 7.195 S -3.368 L 10.619 B 7.306 S -3.313 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 10.563 7.195 -3.368 10.619 7.306 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € 563 563 Saldo van baten en lasten na bestemming € 10.563 7.758 -2.805 990 121 10.619 L 56 B 111 -3.313 56 563 563 7.869 -2.750 S I/S 55 I 111 55 I 0 0 0 I 56 111 55 I 650 Kinderopvang Wat heeft het gekost? 650 Begroting na wijziging Kinderopvang (Wet Kinderopvang) Begroting Bestaand Beleid € L 394 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 980 Mutaties reserves 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € B Realisatie 5 S -389 394 5 0 394 L B Afwijking 159 10 S -149 L -235 -389 159 10 -149 0 0 0 0 5 -389 159 10 B 5 S I/S 240 I/S -235 5 240 I/S 0 0 0 0 -149 -235 5 240 I/S Het voordeel van circa € 0,2 miljoen is in grote mate een gevolg van veranderingen in kinderopvang voor mensen die een Sociaal-Medische-Indicatie hebben. In 2012 is de Apeldoornse regelgeving met betrekking tot de aanvraag, toekenning en duur gewijzigd. Sinds 2013 kunnen alleen personen met een WWB-uitkering, een parttime baan, studenten en (minderjarige) scholieren een extra tegemoetkoming ontvangen van de gemeente. In de MPB 2014-2017 is een bezuiniging opgenomen van € 150.000 structureel. Door de genoemde factoren wordt er minder en korter beroep gedaan op de regeling. Hoofddoelstelling 6.2 Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiële) ondersteuning voor mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstelling. 310 Schuldhulpverlening Prestatie De instroom in een schuldregeling ten opzichte van het aantal aanvragen daartoe is 85%. ● 122 Toelichting In 2013 heeft de Stadsbank voor 201 mensen een voorstel voor een schuldregeling gedaan. Van deze aanvragen zijn 128 in een minnelijk traject geslaagd. Voor 36 aanvragen waarin schuldeisers niet bereid waren om mee te werken aan een minnelijke regeling van de Stadsbank is een wettelijke schuldsanering (WSNP) gestart. Dat betekent dat 82% van het aantal aanvragende schuldregeling is ingestroomd in een minnelijke of wettelijke regeling. Wat heeft het gekost? 310 Begroting na wijziging Stadsbank en schuldhulpverlening Realisatie Afwijking Begroting Bestaand Beleid € L 4.032 B 613 S -3.419 L 4.023 B 483 S -3.540 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 4.032 613 -3.419 4.023 483 980 Mutaties reserves € 0 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 4.032 613 -3.419 4.023 L -9 B -130 S I/S -121 I -3.540 -9 -130 -121 0 0 0 0 0 483 -3.540 -9 -130 -121 I I 610 Bijstandsverlening Prestatie Niet alleen vanuit sociaal oogpunt, maar ook vanwege de kosten is het van belang dat het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering zoveel mogelijk beperkt wordt. Om de prestatie te waarderen maken we een vergelijking met referentiegemeenten. Apeldoorn wil gelijk, of beter, presteren dan deze referentiegemeenten. De te leveren prestatie wordt uitgedrukt in een kengetal. Dit getal vertaalt onze prestaties in verhouding tot de referentiegemeenten. Is het kengetal 1 of minder dan 1, dan presteert Apeldoorn conform of beter dan deze gemeenten. ● Toelichting Het aantal uitkeringsgerechtigden (BUIG) is ultimo 2013 uitgekomen op 3287. Dit is een stijging van 160 uitkeringen (5,1%) t.o.v. eind 2012. De toename van het bestand is in de eerste helft van 2013 ontstaan. Halverwege het jaar stabiliseerde de bestandsomvang en in de tweede helft van het jaar zette een daling in. De toename van het aantal mensen in de bijstand is een landelijk beeld. Om de prestaties van Apeldoorn te beoordelen vergelijken we ons t.a.v. de Wwb met een aantal referentiegemeenten middels een verhoudingsgetal. Het streven is om minimaal gelijk of beter te presteren dan de referentiegemeenten. Het verhoudingsgetal is dan 1 of kleiner dan 1. Het bestand in de referentiegemeenten is gemiddeld met 7,2% toegenomen. Het verhoudingsgetal is daardoor uitgekomen op 0,978, waarmee de doelstelling is behaald. Instroom: De stijging die in 2012 is ingezet zet zich in 2013 voort. In augustus en oktober zijn grotere stijgingen in de instroom zichtbaar. Uitstroom: Zie 623 Re-integratie voor de prestaties van uitstroom naar werk. De DAG1 dienstverlening wordt onveranderd toegepast, met dien verstande dat deze is uitgebreid met Direct Actief. Het doel is klanten nog sneller naar werk te begeleiden. Daarnaast wordt ingezet op het voorkomen van misbruik en het ten onrechte toekennen van een uitkering. Bovendien is er in de tweede helft van het jaar extra aandacht besteed aan de doelgroep jongeren. Ook is ingezet op de deelnemers op de wachtlijst voor de WSW. Over Direct Actief en de resultaten hiervan is uw raad eerder geïnformeerd. Omdat de resultaten van Direct Actief zeer bevredigend zijn, is besloten om het instrument in 2014 uit te breiden met mensen die al langer in de Wwb zitten. Daar waar het nog 123 Prestatie Toelichting niet is gelukt om mensen aan het werk te helpen, wordt ingezet om mensen actief te laten deelnemen in de samenleving. In totaal waren 498 mensen actief via een participatieplaats. Wat heeft het gekost? 610 Begroting na wijziging Bijstandsverlening Realisatie Afwijking Begroting Bestaand Beleid L B € 46.256 40.466 S -5.790 L B 53.076 44.533 S -8.543 L 6.820 B 4.067 S I/S -2.753 I/S 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 46.256 40.466 -5.790 53.076 44.533 -8.543 6.820 4.067 -2.753 I/S 980 Mutaties reserves € 0 0 0 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 46.256 40.466 -5.790 53.076 44.533 -8.543 6.820 4.067 0 0 0 -2.753 I/S Op het beleidsproduct bijstandverlening wordt een tekort gerealiseerd van € 2,8 miljoen, bestaande uit € 2,7 miljoen op de bijstandsuitkeringen in het kader van de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten (BUIG) en € 0,1 miljoen op de lasten in het kader van de uitvoering “Besluit bijstandverlening zelfstandigen” (Bbz). De voorlopige beschikking BUIG van het ministerie, welke basis is voor de Meerjaren Programma Begroting, bedroeg € 38 miljoen, waarmee we 2.949 bijstandsuitkeringen kunnen verstrekken. De definitieve beschikking bedraagt € 41,9 miljoen, een positieve bijstelling van € 3,9 miljoen. De lasten stegen met circa € 6,6 miljoen t.o.v. de begroting. Dit werd veroorzaakt door de toename van het aantal uitkeringen en daarnaast was de gemiddelde bijstanduitkering hoger dan begroot. Per 1 januari 2013 is door het rijk de subsidiëring van de Bbz gedeeltelijk gebaseerd op de normbaat: een gemiddelde prestatie van de gezamenlijke gemeenten. Apeldoorn realiseert deze norm in 2013 niet. In 2013 zijn maatregelen genomen om in de toekomst de norm wel te gaan halen, waarbij onder andere een LEAN-traject is opgestart. In 2013 is een aanvraag gedaan voor de Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU). Gemeenten kunnen voor deze uitkering in aanmerking komen als zij meerjarig een tekort hebben dat het gevolg is van een stoornis in het verdeelmodel. De MAU-aanvraag is afgewezen door het Ministerie. De aanvraag voor de MAU was verplicht om daarna eventueel een aanvraag voor de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) te mogen doen. De IAU kan worden aangevraagd als het tekort op de BUIG 10% of meer van het toegekende budget is. Omdat het gerealiseerde tekort (€2,7 miljoen) niet aan deze eis voldoet zal de IAU over 2013 niet worden aangevraagd. 614 Gemeentelijk minimabeleid Prestatie In Apeldoorn wonen ongeveer 9.500 huishoudens die in aanmerking komen voor allerlei inkomensondersteunende en participatiebevorderende maatregelen. Als gevolg van de wetswijziging WWB die per 1 januari 2012 van kracht is, komen voor categoriale regelingen alleen nog mensen met een inkomen tot maximaal 110% in aanmerking. Het gemeentelijke beleid is hiervoor op onderdelen aangepast. Voor individuele bijzondere bijstand geldt een inkomensgrens van 125% van het sociaal minimum. ● Toelichting De nieuwe criteria zijn in 2013 toegepast en hebben het beoogde effect gehad. In 2013 hebben 7.755 huishoudens gebruik gemaakt van een inkomensondersteunende en participatiebevorderende voorziening. Er hebben geen beleidswijzigingen plaatsgevonden ten opzichte van 2012. In 2013 is het aantal mensen met recht op een RegelRecht voorziening toegenomen. In 2013 is aan 11.124 mensen één of meer regelingen uit het minimabeleid RegelRecht verstrekt, tegen 10.540 mensen in 2012. Dit is een toename van bijna 6%. Financieel verliep het jaar zoals begroot. 124 Lopende bezuinigingstaakstellingen Zomernota: Minimabeleid Gezien de ontwikkelingen rondom het Minimabeleid en de wijzigingen die in 2015 gaan plaatsvinden is de extra bezuinigingstaakstelling (€125.000) voor 2013 doorgeschoven naar 2014. De totale taakstelling voor 2014 wordt daarmee €375.000. Wat heeft het gekost? 614 Begroting na wijziging Gemeentelijk minimabeleid Realisatie Afwijking Begroting Bestaand Beleid € L 8.518 B 274 S -8.244 L 8.460 B 294 S -8.166 L -58 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 8.518 274 -8.244 8.460 294 -8.166 980 Mutaties reserves Reserve riolering Reserve huisvuilrechten € € 263 957 263 957 332 928 Saldo van baten en lasten na bestemming € 1.494 -7.024 1.554 990 8.518 8.460 B S I/S 20 78 I -58 20 78 I 332 928 0 0 69 -29 69 -29 I I -6.906 -58 60 118 I 724 Wet op de Lijkbezorging (Portefeuille Burgemeester) Als niemand initiatief neemt tot begrafenis of crematie van een overledene, verzorgt de gemeente de uitvaart. Elk jaar doet zich deze situatie enkele malen voor. Wat heeft het gekost? 724 Begroting na wijziging Wet op de Lijkbezorging L B Realisatie S L B Afwijking Begroting Bestaand Beleid € 16 0 -16 57 22 S -35 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 16 0 -16 57 22 980 Mutaties reserves € 0 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 16 0 -16 57 L B S I/S -19 I 41 22 -35 41 22 -19 0 0 0 0 0 22 -35 41 22 -19 I I Hoofddoelstelling 6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstelling. 482 Onderwijs aan volwassenen Prestatie Het organiseren van cursussen voor (jaarlijks) 200 mensen. ● Toelichting In het schooljaar 2012/2013 hebben in totaal 262 cursisten deelgenomen in het project ‘Meedoen in de wijk’ (doel ontmoeting en integratie van wijkbewoners, activering en participatie). Hiermee is de doelstelling ruimschoots gehaald. In de Zomernota 2012 is besloten dat vanaf 2014 geen middelen meer beschikbaar worden gesteld voor laagdrempelige cursussen voor volwassenen vanaf het schooljaar 2013/2014. Na dit jaar zal dit product dan ook niet meer bestaan. 125 Wat heeft het gekost? 482 Begroting na wijziging Volwassenen- en beroepsgerichte educatie L B Realisatie S L B Afwijking Begroting Bestaand Beleid € 50 0 -50 45 0 S -45 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 50 0 -50 45 0 980 Mutaties reserves € 0 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 50 0 -50 45 L B S I/S -5 0 5 I -45 -5 0 5 I 0 0 0 0 0 0 -45 -5 0 5 I 611 Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) Prestatie Uitvoeren nieuwe structuur EPS/RPA Uitwerken en uitvoeren uitvoeringsagenda ● ● Toelichting Ondernemers, kennisinstellingen en overheden in de regio werken nauw samen in de Stichting Strategische Board Stedendriehoek. Hierin zijn de 3 O’s (Ondernemers, Onderwijs en Overheid) vertegenwoordigd. Zij richten zich op het versterken van de innovatiekracht en het concurrentievermogen van het bedrijfsleven, een goed werkende, vraaggerichte arbeidsmarkt met een goede aansluiting vanuit het onderwijs en een onderscheidend vestigingsklimaat. Om deze sporen verder uit te werken zijn regionale werktafels opgezet. De Strategische Board Stedendriehoek is ook initiatiefnemer van de profilering van de regio als Cleantech Regio Stedendriehoek. Op 7 juni 2013 is het Akkoord van Beekbergen getekend in Parc Spelderholt. Het Akkoord van Beekbergen omvat projecten waarmee enkele problemen op de regionale arbeidsmarkt aangepakt worden door samenwerking van ondernemers, onderwijs en overheden. Centraal staan 4 doelen: - de laagste werkloosheid van Nederland; - elke vacature goed en snel vervuld; - Iedereen minimaal een startkwalificatie; - Ook alle mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt actief. De realisatie van deze prestatie loopt door naar 2014. Versterking onderwijsketen ● Specifiek op de versterking (van de doorstroming in) de onderwijsketen is de werktafel Stedendriehoek Leert opgericht. De deelnemers zijn vertegenwoordigers van de 3 O’s en zij voeren projecten uit o.a. Optimaliseren Aanbod Beroepsonderwijs,Technicampus, Leren en Werken en Branchegerichte leerwerksettings opgezet en/of uitgevoerd. De realisatie loopt door in 2014. Opzetten projecten om de arbeidsmarkt te versterken ● Voor dit onderdeel is de werktafel Stedendriehoek Werkt opgezet. In dit verband worden genoemd 126 Prestatie Toelichting het project Actieplan JeugdWerkloosheid (AJW), het sectorplan Samen werk maken van werk, project Onderwijs-Arbeidsmarkt Jonggehandicapten. Naast de genoemde ontwikkelingen in de context van de Strategische Board Stedendriehoek, heeft Apeldoorn als centrumgemeente in de arbeidsmarktregio ook stappen gezet om de arbeidsmarkt te versterken. Op initiatief van Apeldoorn is ook begonnen om de samenwerking in de arbeidsmarktregio Stedenvierkant (Stedendriehoek en Noord-Veluwe) vorm te geven. In de arbeidsmarktregio moet per 2015 een Werkbedrijf komen waarmee arbeidsgehandicapten naar werk geleid kunnen worden. Er is een regionale Werkkamer opgericht die voorstellen doet over de wijze waarop het Werkbedrijf vormgegeven kan worden. Daarnaast wordt er in de arbeidmarkt verkend op welke wijze de werkgeversdienstverleningen van de gemeenten, SW-bedrijven en het UWV op elkaar afgestemd kan worden. Ook voor deze prestatie geldt dat de realisatie doorloopt naar 2014. Voor dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang. Hoofddoelstelling 6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief (in sjabloon staat kolom doel 2011 en kolom realisatie 2012 ontbreekt in sjabloon) Outputkengetal Realisatie 2012 623 Participatiebudget Uitstroom doelstelling werk Realisatie participatieplaatsen Aantal klanten op participatieplaatsen Aantal te starten inburgeringstrajecten 611 Werkgelegenheid Prestatieafspraken gemeente – Felua-groep Doel 2012 Doel 2013 Realisatie 2013 499 440 PM 138 500 250 PM 75 500 400 500 PM 539 586 498 32 974,3 974,1 1011,5 1012,4 Hoofddoelstelling 6.2 Inkomen én uitkomen *) M.i.v. 2012 is het recht op deze voorziening verlaagd van 125 % naar 110% van het bijstandsniveau. Outputkengetal Realisatie Doel Doel Doel 2012 2011 2012 2013 610 Bijstandsverlening Lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in verhouding tot de ontwikkeling van de referentiegemeenten 614 Gemeentelijk minimabeleid Aantal mensen met een inkomen tot 125 % van het bijstandsniveau dat gebruik maakt van RegelRecht 310 Schuldhulpverlening Aandeel geslaagde schuldhulpverleningstrajecten tov totaal aantal aanvragen schuldhulpverlening Realisatie 2013 1,07 PM 1 1 0,978 10.540 12.000 14.000 11.000 *) 11.124 *) 68% 60% 65% 65% 63% 127 Hoofddoelstelling 6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt Outputkengetal Realisatie 2012 Onderwijs aan volwassenen aantal cursussen Doel 2011 251 200 Doel 2012 200 Doel 2013 Realisatie 2013 200 262 Resumé programmakosten Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Lasten Baten Saldo Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Saldo Rekening 2013 (C) Lasten Baten Saldo Afwijkingen 2013 (C) - (B) Lasten Baten Saldo 6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt 310 482 610 611 614 623 650 724 Stadsbank en schulhulpverlening Volwassenen en beroepsgerichte educatie Bijstandsverlening Werkgelegenheid Gemeentelijk minimabeleid Participatiebudget Kinderopvang (Wet kinderopvang) Lijkbezorging 4.032 50 46.256 26.609 8.373 10.000 394 16 613 0 40.466 26.229 274 7.195 5 0 -3.419 -50 -5.790 -380 -8.099 -2.805 -389 -16 4.032 50 46.256 27.553 8.518 10.563 394 16 613 0 40.466 26.229 274 7.195 5 0 -3.419 -50 -5.790 -1.324 -8.244 -3.368 -389 -16 4.023 45 53.076 26.819 8.460 10.619 159 57 483 0 44.533 26.584 294 7.306 10 22 -3.540 -45 -8.543 -235 -8.166 -3.313 -149 -35 -9 -5 6.820 -734 -58 56 -235 41 -130 0 4.067 355 20 111 5 22 -121 5 -2.753 1.089 78 55 240 -19 Resultaat programma 6 vòòr bestemming Bestemming programma 6 via functie 980 95.729 0 74.782 1.220 -20.947 1.220 97.382 0 74.782 1.783 -22.600 1.783 103.258 1.076 79.233 1.823 -24.025 747 5.876 1.076 4.451 40 -1.425 -1.036 Resultaat programma 6 na bestemming 95.729 76.002 -19.727 97.382 76.565 -20.817 104.334 81.056 -23.278 6.952 4.491 -2.461 128 Programma 7 Zorg en welzijn Beleidsproducten: 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 622 Huishoudelijke verzorging 630 Sociaal cultureel werk 652 Voorzieningen gehandicapten 714 Openbare gezondheidszorg 129 7. Zorg en Welzijn Portefeuillehouder(s): - P. Blokhuis Leeswijzer Het wettelijk kader onder dit programma is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo hanteert 9 prestatievelden als indeling. Deze prestatievelden vormen ook (deels geclusterd) de indeling van dit programma. Wmo prestatieveld 1, bevorderen sociale samenhang Doelstelling Wat wilden we bereiken? Het bevorderen van de sociale samenhang in- en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten door middel van versterking van de informele en formele sociale (netwerk)infrastructuur. Deze doelstelling moet leiden tot: • Versterking van maatschappelijke participatie door en voor autonome en kwetsbare Apeldoornse jeugd en ouderen • Versterken van de integratie tussen allochtone en autochtone burgers Wat hebben we bereikt? Door middel van de pilot welzijnsteams is er een verbinding gelegd tussen formeel en informeel (aansluiting De Kap) en zijn de samenwerkingsrelaties tussen professionals versterkt. Bij etnische groepen in Apeldoorn ontstaat steeds meer het besef dat zij zélf ook een bijdrage kunnen en moeten leveren aan hun participatie in de samenleving. Zij ontdekken hun eigen kracht en mogelijkheden in deze en zoeken daarvoor samenwerking met anderen. 130 Wat hebben we daar voor gedaan? Prestatie Vergroting van de maatschappelijke verantwoordelijkheid bij burgers voor de leefbaarheid in de eigen stad, wijk, dorp of buurt. ● In 2012 zijn de wijkvoorzieningen MFC Groene Hoven en MFA Kristal in gebruik genomen en staat realisatie van het MFC Anklaar met het oog op de bezuinigingsopgave ter discussie. ● Het realiseren van het wijkcentrum in de Binnenstad en de Finse school wordt nader afgewogen in het licht van het uitvoeringsprogramma van de wijkvoorzieningenscan, die medio 2013 gereed zal zijn. Welzijn en zorgnetwerk worden in de jaren 2012 en 2013 per stadsdeel gerealiseerd. ● Vergroten van maatschappelijke deelname door allochtonen, met aandacht voor bijzondere problematiek als gevolg van taalachterstand en culturele verschillen. Uitvoeren rijksregeling Huisvestingstaakstelling statushouders. Het betreft het huisvesten van asielzoekers die een verblijfsstatus hebben gekregen. ● ● ● Toelichting Welzijnsprofessionals hebben in pilots met welzijnsteams geëxperimenteerd met ‘welzijn nieuwe stijl’ waarbij het aanspreken van bewoners op hun verantwoordelijkheid centraal staat. De pilots laten eerste positieve resultaten zien. Deze worden begin 2014 geëvalueerd. Zowel Groene Hoven als Het Kristal maken onderdeel uit van een groeiend netwerk van grote en kleine ontmoetingsplekken (inmiddels ruim 40 locaties). Realisatie van het MFC Anklaar gaat, door bezuinigingen, niet door. Er is een inventarisatie van de aanwezige accommodaties gemaakt. Voor de realisatie zijn we in dit verband afhankelijk van Atlant. De wijkvoorzieningenscan is veel complexer en tijdrovender dan ingeschat en is daardoor nog niet afgerond. In april 2013 is er gestart met twee welzijnsteam in de stadsdelen NO en ZO. De overige zijn nog niet gestart, vanwege de evaluatie van de 2 pilots. Planning is deze evaluatie in februari aan de raad wordt gepresenteerd en dat daarna een gemeentedekkend systeem wordt uitgerold. In de loop van 2013 is de formatie Stadsdeelregisseurs uitgebreid naar 1 per stadsdeel. In 2013 is vooral ingezet op interculturalisatie van de zorg, vooral door de doelgroepen zelf. Het Apeldoornse communicatienetwerk allochtonen geldt landelijk als “best practice”. De ontstane achterstand als gevolg van het Generaal pardon is dit jaar ingelopen. Dit mede dankzij de medewerking van de gezamenlijke woningstichtingen. Lopende bezuinigingstaakstellingen Wisselwerk opbouwwerk Het opbouwwerk is omgevormd tot buurtregisseurs. Dit is gepaard gegaan met een vermindering van de subsidie met € 100.0000,- en een daling in het aantal fte. De buurtregisseurs ontwikkelen zich tot sociale professionals nieuwe stijl (generalisten) binnen de welzijnsnetwerken. Bepaalde bewonersgroepen hebben hierdoor minder ondersteuning ontvangen en moeten meer zelf doen. Dit is conform de opdracht uit de nota “Participeren in de civil society’. Integratiebeleid De subsidie aan het Platform Dialoog is met € 10.000,- verlaagd. Buurtcentra (sluiting) en wijkvoorzieningenscan Wisselwerk: Bezuinigingstaakstelling, oplopend tot € 250.000,- in 2015, verloopt volgens fasering. Het effect van deze bezuiniging is dat vragen rondom bewonersbeheer van buurthuizen en andere knelpunten door (dreigende) sluiting van waardevolle ontmoetingsplekken in de wijk extra druk leggen op de ambtelijke organisatie. 131 Bezuiniging Accres De taakstelling is gebaseerd op vermindering van het aantal accommodaties en/of goedkoper beheer op maat per accomodatiesoort door Accres. De taakstelling is gerealiseerd door de subsidie aan Accres te verlagen. Accres heeft de verlaging opgevangen binnen het totale bedrijfsresultaat. Dit heeft tot op heden niet geleid tot een aantoonbaar nadelig effect op de prestatieafspraken. Accres heeft de ruimte gekregen om, als een taakgerichte bezuiniging niet (volledig) haalbaar is, de bezuinigingen door middel van een lumpsumbenadering te realiseren. Op het moment dat de bezuinigingen de prestatieafspraken raken of in zijn geheel niet te realiseren zijn, komt Accres terug bij het College van B&W. In 2013 is een dergelijke situatie niet aan de orde geweest. Zomernota: Subsidie buurtacademie Het betreft een onderdeel van volwasseneneducatie die bij het ROC is wegbezuinigd. Zie programma 6, product 480 Onderwijs aan volwassenen. Zomernota: Professionele ondersteuning welzijn Bezuinigingstaakstelling verloopt volgens de afgesproken fasering. Bepaalde bewonersgroepen hebben hierdoor minder ondersteuning ontvangen en hebben meer zelf moeten doen. Dit is conform de opdracht uit de nota “Participeren in de civil society”. Zomernota: Maatschappelijke stage Bezuinigingstaakstelling van € 60.000,- verloopt volgens planning. De taakstelling lijkt ingehaald te worden door het rijksbesluit tot stopzetting van de Maatschappelijke Stage. Uw raad heeft ons verzocht om te kijken naar mogelijkheden tot (gedeeltelijke) instandhouding makelaarsfunctie maatschappelijke stage zonder budget. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging Prestatieveld 1: Bevorderen sociale samenhang L B S Realisatie L B Afwijking S L B S I/S Begroting Bestaand Beleid 630 Sociaal cultureel werk € 5.058 1.936 -3.122 4.975 1.950 -3.025 -84 14 97 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 5.058 1.936 -3.122 4.975 1.950 -3.025 -84 14 97 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € -94 94 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € -3.119 10 94 5.058 1.936 -3.122 5.069 1.950 I -94 14 3 Wmo prestatieveld 2, preventief jeugdbeleid Opgenomen in programma 5 Jeugd en Onderwijs Wmo prestatieveld 3, informatie, advies en cliëntondersteuning Doelstelling Wat wilden we bereiken? Doelstelling is dat de burger kan beschikken over de gegevens en ondersteuning die nodig zijn om zelfstandig te zijn, keuzes te maken, zelfregie / zelf management te voeren en aanvragen te doen etc. Het hier achterliggend, meer algemene doel, is het voorkomen, verminderen of oplossen van problemen van (psycho) sociale, pedagogische of financiële aard en het beïnvloeden van maatschappelijke situaties, die dit soort problemen veroorzaken. 132 Wat hebben we bereikt? De burger kan op verschillende plekken in Apeldoorn terecht voor informatie, advies en ondersteuning. Het Wmo-loket is goed bereikbaar voor een persoonlijk gesprek of telefonisch contact. Wat hebben we daar voor gedaan? Prestatie De gemeente subsidieert maatschappelijke partners zodat zij in staat zijn in “een Gesprek” informatie en advies aan burgers te verstrekken en cliëntondersteuning aan burgers te bieden en hierbij uit te gaan van eigen kracht en zelfredzaamheid. Prestaties door Apeldoorn zelf: o Een klantvriendelijke en professionele dienstverlening; o Een onafhankelijke en volledige informatieverstrekking over een breed aanbod aan voorzieningen door een gemeentegids, een digitaal loket en beslisbomen; o Het geven van advies en informatie; gericht op bevordering van zelfredzaamheid van burgers, “het Gesprek”; o Het geven van ondersteuning aan cliënten die vragen of problemen hebben, als gevolg van beperkingen, met het zelfstandig functioneren; o Het geven van voorlichting aan maatschappelijke partners, zodat beroepskrachten en intermediairs, burgers kunnen adviseren en bijstaan om zolang mogelijk zelfstandig maatschappelijk te participeren; o Het opleiden van vrijwilligers die o.a. werken in de informatiepunten van de woon service gebieden (gericht op algemene voorzieningen). Toelichting Deze opdracht is verwerkt in de desbetreffende subsidiebeschikkingen. Samen met zorg- en welzijnspartners is aanvullend een website ontworpen om de ontmoetingsplekken en hun (welzijns-)aanbod laagdrempelig toegankelijk te maken voor alle inwoners van Apeldoorn. De site www.ontmoetelkaarinapeldoorn.nl is vanaf begin 2014 beschikbaar. Wij richten ons altijd op de eigen kracht van de persoon en de mogelijke inzet van het netwerk en algemene voorzieningen ten behoeve van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Ook in voorlichtingsbijeenkomsten wordt dit breed uitgedragen. ● ● Om de professionaliteit van de organisatie te vergroten vindt casuïstiek en intervisie plaats en worden themabijeenkomsten georganiseerd. In de wijken zijn ontmoetingsplekken, waar vrijwilligers en op enkele locaties professionals en de gemeente gezamenlijk de burger informeren, adviseren en waar nodig ondersteunen. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging Prestatieveld 3: Informatie, advies en clientondersteuning L B Begroting Bestaand Beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies € 747 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 747 980 Mutaties reserves € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 747 133 Realisatie S L 0 -747 649 0 -649 -98 0 98 0 -747 649 0 -649 -98 0 98 0 0 0 -98 0 98 0 -747 649 B Afwijking S 0 -649 L B S I/S I Wmo prestatieveld 4, vrijwilligersbeleid en mantelzorg Doelstelling Wat wilden we bereiken? Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers door het instandhouden van een stevige vrijwilligersinfrastructuur en het ondersteunen van mantelzorgers om de zorg voor hun naaste zo lang en goed mogelijk vol te kunnen houden. Wat hebben we bereikt? Mantelzorgers en vrijwilligers kunnen voor ondersteuning terecht bij het Verenigingsburo en De Kap. Wat hebben we daar voor gedaan? Prestatie Faciliteren van de autonome, zelfredzame burgers, die zich verenigen op maatschappelijk, cultureel, ideëel of sportief gebied door waar nodig het versterken van vrijwilligersorganisaties. ● Het versterken van het sociale netwerk rond de burger door de diensten van vrijwilligersorganisaties en mantelzorgondersteuning hierop te focussen. Het bieden van algemene voorzieningen als verenigingsondersteuning of mantelzorgondersteuning, indien het eigen netwerk of de eigen kracht niet voldoende zijn. Toelichting Wij doen dit door subsidiëring van de taken van het Verenigingsburo (Wisselwerk). Daarnaast richten welzijnsteams zich op het aanboren van talenten van burgers. Het effect van de welzijnsteams wordt begin 2014 geëvalueerd. ● ● Lopende bezuinigingstaakstellingen Stichting Maatschappelijk ondernemen Bezuinigingstaakstelling (beëindiging van de subsidie) is gehaald mede dankzij de fusie van deze stichting met de Stichting Present Apeldoorn waardoor een efficiencyvoordeel gerealiseerd is. Zomernota: Vrijwilligers en verenigingen Bezuinigingstaakstelling verloopt volgens planning. De verenigingsondersteuning loopt terug en er is een noodzaak tot herijking van de subsidieregeling vrijwilligers. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging Prestatieveld 4: Vrijwilligersbeleid en mantelzorg L B S Realisatie L B Afwijking S L B S I/S Begroting Bestaand Beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies € 1.415 0 -1.415 1.384 0 -1.384 -31 0 31 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 1.415 0 -1.415 1.384 0 -1.384 -31 0 31 € 1.415 0 -1.415 1.384 0 -1.384 -31 0 31 980 Mutaties reserves 990 Saldo van baten en lasten na bestemming 134 I Wmo prestatieveld 5 & 6, collectieve en individuele verstrekkingen Doelstelling Wat wilden we bereiken? De burgers van Apeldoorn zijn gezond en er zijn voor iedereen bereikbare en toegankelijke plekken voor ontmoeting. Wat hebben we bereikt? Apeldoorn beschikt over een goede toegankelijke gezondheidszorg. In Apeldoorn ligt de algemene levensverwachting met 79,5 jaar iets onder het gemiddelde in Nederland (80,1 jaar). Met behulp van toekomstverkenningen hebben wij voor de volksgezondheid opnieuw de prioriteiten voor de uitvoering bepaald met de nota “Op uw gezondheid” 2013 – 2016. Wat hebben we daar voor gedaan? Prestatie De prestaties ten aanzien van de Gezondheidszorg zijn: o Preventiebeleid dat erop gericht is om ziekten te voorkomen of vroegtijdig op te sporen en mensen gezonder te maken door gezondheidsrisico’s weg te nemen. Hiervoor werkt de gemeente Apeldoorn intensief samen met de GGD. Preventieve zorg wordt ook door niet (of gedeeltelijk) gemeentelijk gefinancierde organisaties verstrekt zoals de thuiszorg, jeugdzorg, GGZ en verslavingszorg; o Zorgbeleid dat ervoor zorgt dat er in de gemeente voldoende voorzieningen zijn op het gebied van zorg en dat deze aansluiten op de zorgvraag. Wanneer burgers buiten het reguliere systeem vallen moet de gemeente zorgregelend kunnen optreden (vangnetfunctie); o Facetbeleid (integraal beleid) dat er is om ook op andere gebieden dan volksgezondheid aandacht te schenken aan aspecten van gezondheid. De meeste werkzaamheden worden uitgevoerd door de GGD. Voor de prestaties ten aanzien Collectieve en Individuele verstrekkingen dragen de consulenten van het Wmoloket zorg voor “Het gesprek” en mogelijk een indicatie op maat voor individuele en collectieve voorzieningen. Toelichting ● In de nota ‘Op uw gezondheid’ (vastgesteld in 2013) zijn speerpunten opgenomen ten aanzien van overgewicht, bewegen, gezond ouder worden, diabetes, depressie, alcoholmatiging, seksuele gezondheid, roken en een gezonde leefomgeving. De speerpunten worden in samenwerking met de GGD en verschillende andere organisaties nader uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. In 2013 hebben wij de samenwerking uitgebreid binnen de eerstelijnszorg door: • het realiseren (zonder subsidie) van gezondheidszorg onder één dak (GOEDEN); • het uitbreiden van de woonservicegebieden; • de doorontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin. Bij beslissingen over onder andere de openbare ruimte, milieu en jeugd en ouderen betrekken wij het gezondheidsadvies van de GGD ● Wij onderzoeken de mogelijkheden van de burger vanuit de Eigen kracht. Waar mogelijk bieden wij collectieve voorzieningen aan (boodschappendienst Attent, was- en strijkservice Omnizorg, scootmobielpool). Waar noodzakelijk verstrekken wij een individuele voorziening. 135 Lopende bezuinigingstaakstellingen Wmo-loket telefonisch beperken De bezuinigingstaakstelling is bereikt. Telefonische bereikbaarheid is beperkt tot de ochtenden. Het aantal telefonische contacten is niet substantieel verminderd. Cliënten kunnen tijdens piekmomenten niet altijd doorverbonden worden door het KCC. Er wordt in die gevallen een terugbelafspraak gemaakt. Reductie piekopvang De bezuinigingstaakstelling is bereikt. Bij piekdrukte kunnen cliënten niet altijd direct te woord worden gestaan. Er wordt dan een vervolgafspraak gemaakt om de hulpvraag verder te onderzoeken. De pieken blijven zich voordoen. Ouderenzorg en flankerend ouderenbeleid De bezuinigingstaakstelling is bereikt voor de gesubsidieerde Personenalarmering (Verian) en de gesubsidieerde maaltijdvoorziening (Stichting Maaltijdvoorziening Apeldoorn). In beide gevallen blijven mensen gebruik maken van deze voorzieningen. De bezuinigingstaakstelling op de ouderenbonden (belangenbehartiging) is bereikt. Een aantal activiteiten van de ouderenbonden vindt plaats via de Stichting Contactorgaan Apeldoornse Ouderenorganisaties, waarin de ouderenbonden ook zijn vertegenwoordigd . De subsidie aan de ouderensociëteiten is volledig afgebouwd. Aansluiting wordt gezocht bij de ontmoetingsplekken in de wijk. Wmo voorzieningen (inclusief Zomernota) De bezuinigingen hebben betrekking op de taakstelling op Regiotaxi, huishoudelijke hulp en sociaal vervoer. De bezuinigingen zijn gehaald, behalve de taakstelling op Regiotaxi. De verwachte daling van het gebruik als gevolg van de verhoging van de eigen bijdrage heeft niet plaatsgevonden. Daarnaast hebben de wijzigingen van Provinciaal beleid met betrekking tot het Openbaar Vervoer geleid tot een toename. Volksgezondheid GGD (incl. logopedie) In 2014 moet de laatste tranche van de bezuinigingstaakstelling van de Voorjaarsnota 2011 worden gerealiseerd. Zonder aanvullende bezuinigingen bij de GGD resteert nog een beperkt tekort. Wij gaan ervan uit dat de GGD de resterende bezuinigingstaakstelling alsnog realiseert. De bezuinigingen hebben invloed gehad op het uitvoeren van logopedie, de infectieziektebestrijding en op onderzoek op het gebied van zorg en gezondheid: • de kwaliteit van de taal- en spraakscreening van leerlingen van scholen is verminderd. Een belangrijk deel van de screening gebeurt nu door de schoolarts. Dit gebeurde voorheen door de logopedist die op dat gebied deskundiger was. • het aantal beschikbare uren bij de GGD voor infectieziektenbestrijding is verminderd. De dienstverlening van de GGD op dit terrein is daardoor kwantitatief aangepast en verminderd. • het gezondheidsonderzoek onder volwassenen en het gezondheidsonderzoek onder ouderen is gecombineerd tot één onderzoek. Daardoor zijn de resultaten van het onderzoek minder specifiek. 136 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging Prestatieveld 5 en 6: Collectieve en individuele verstrekkingen L B S Realisatie L B Afwijking S L B S Begroting Bestaand Beleid Maatschappelijke begeleiding en advies Huishoudelijke verzorging Voorzieningen gehandicapten Openbare gezondheidszorg € 2.691 € 18.421 € 8.418 € 2.674 0 -2.691 1.828 3.670 -14.751 15.971 355 -8.063 6.639 0 -2.674 2.248 0 3.785 803 4 -1.828 -12.186 -5.836 -2.244 -863 -2.450 -1.779 -426 0 115 448 4 863 2.565 2.227 430 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 32.204 4.025 -28.179 26.686 4.592 -22.094 -5.518 567 6.085 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € 460 537 77 460 17 -443 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 32.204 4.545 -27.659 27.146 5.129 -22.017 -5.058 584 5.642 620 622 652 714 520 520 I/S I I I I I Dit prestatieveld laat een aantal substantiële overschotten zien. Deze overschotten waren al zichtbaar in de Turap 2013. Enige jaren geleden was er nog sprake van grote overschrijdingen. Wij hebben toen 9 bezuinigingsmaatregelen getroffen om de budgetten beter in control te krijgen. Deze maatregelen blijken, in combinatie met de gekantelde manier van werken, zeer effectief te hebben gewerkt. Onze nieuwe verordening dwingt ons in gesprek te gaan met mensen over wat ze zelf wel kunnen. Dit in combinatie met een succesvolle aanbesteding Huishoudelijke Hulp, met gelijkblijvende kwaliteitseisen, leidt tot een belangrijk voordeel. Het voordeel is als volgt opgebouwd: 620 Begeleiding en advies / Compensatiemiddelen AWBZ Als gevolg van de val van het vorige kabinet is de besluitvorming over de decentralisatie van AWBZ – Begeleiding vertraagd en zijn de gemeentelijke voorbereidingen in aangepast tempo voortgezet. De invoeringsbudgetten die de raad beschikbaar heeft gesteld zijn hierdoor later besteed. Het restant budget van € 537.000 wordt conform de afspraken met de raad overgeheveld naar 2014 (zie “mutatie reserve overlopende projecten”). In de tussentijdse rapportage is een kleiner voordeel gemeld omdat nog in 2013 kosten voor de gesprekken werden verwacht. De meeste gesprekken vinden echter in 2014 plaats. Als gevolg van de vertraging bij de decentralisaties is ook het budget voor scholingskosten van € 100.000 niet besteed. Verder is er een voordeel van € 70.000 doordat het Maatjesproject later van start is gegaan dan gepland. De partners in dit project zijn pas recent gekomen met een gezamenlijk gedragen plan van aanpak. Ook is het in dit prestatieveld beschikbare budget € 130.000 voor stadsdeelregisseurs niet in dit prestatieveld gerealiseerd, maar op prestatieveld 1. Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. 622 Huishoudelijke verzorging. Zorg in natura van huishoudelijke hulp (HH) Voor de zorg in natura heeft de aanbesteding in 2012 geleid tot lagere uurtarieven van de zorgleveranciers. Verder daalt het aantal geleverde uren aan de cliënten als gevolg van de negen maatregelen. Er is daardoor een voordeel op dit product ontstaan van € 2 miljoen. Persoonsgebonden Budgetten (PGB) Door de daling van het aantal PGB gebruikers en het aantal uren per PGB cliënt (effect van de negen maatregelen) nemen de uitgaven af met € 420.000. Dit is onder andere bereikt door het kritisch toetsen van de aanvraag en de intensievere verantwoordingsplicht van de PGB’s. Dit leidt tot een beperkte verschuiving naar andere producten. Daarnaast is sprake van een voordeel van € 220.000 dat voornamelijk is veroorzaakt omdat minder externe adviezen hoefden te worden ingewonnen. 137 Het voordeel op HH en PGB is niet structureel, omdat het rijk ingrijpende bezuinigingen op het budget voor huishoudelijke hulp heeft aangekondigd. De rijksbijdrage wordt per 2015 gekort met 40% en er zullen nog ingrijpender maatregelen nodig zijn om deze rijksbezuiniging op te kunnen vangen. Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. 652 Voorzieningen gehandicapten. Woonvoorzieningen Op het onderdeel woonvoorzieningen is € 610.000 minder uitgegeven dan begroot. Het grootste voordeel, € 450.000 ontstaat doordat we sinds twee jaar woningen goedkoper aan laten passen en we het afgelopen jaar woonunits hebben kunnen hergebruiken. Verder zijn er minder verhuiskosten vergoed (een effect van de 9 maatregelen). Vervoersvoorzieningen en sociaal vervoer. De groei van het aantal verstrekte scootmobielen, fietsen / tandems en rolstoelen in het verleden is sinds 2012 omgebogen in een daling. Dat heeft ook een voordelig effect op de kosten van onderhoud. Bovendien is het aandeel goedkopere herverstrekkingen groter dan gedacht. Het voordeel in 2013 bedraagt in totaal € 1.140.000. Het voordeel op sociaal vervoer bedroeg per saldo € 80.000. Dit bestaat enerzijds uit een voordeel van € 210.000 op vervoersbijdragen. Dit is het resultaat van eerder genomen maatregelen, waarvan het structurele effect is verwerkt in de bezuinigingsvoorstellen van de MPB 2014-2017. Daar staat een nadeel van € 120.000 op de Regiotaxi tegenover. Zoals onder het punt “lopende bezuinigingstaakstellingen” al is toegelicht, wordt de taakstelling op Regiotaxi niet gehaald. Inzet van personele capaciteit Op het prestatieveld is voor € 280.000 minder aan kosten van personeel doorberekend, vooral door een andere tijdbesteding, dan geraamd. Voor de MPB 2014 – 2017 zijn de urenramingen naar de meest actuele inzichten aangepast. Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. 714 Openbare gezondheidszorg. Er is een voordeel op de uitgaven voor de GGD van € 430.000. Deze meevaller wordt voor een deel veroorzaakt door voordelige resultaten in de jaarrekening van de GGD, die aan de deelnemende gemeenten worden terugbetaald. Ook is de inwonerbijdrage in 2013 lager, omdat de GGD haar bezuinigingstaakstelling voor de jaren tot en met 2013 eerder heeft gerealiseerd. Ten slotte hebben wij nog een eenmalig fiscaal voordeel uit eerdere jaren. De gemeenteraad is hier op een eerder moment al apart over geïnformeerd. Wmo prestatieveld 7, Vrouwenopvang en huiselijk geweld Doelstelling Wat wilden we bereiken? Het bestrijden van geweld in afhankelijkheidsrelaties door inzet op het voorkomen en het signaleren ervan en door het (acute) beschermen en ondersteunen van slachtoffers, opdat het geweld snel stopt en slachtoffers een leven zonder geweld kunnen opbouwen. Het realiseren en subsidiëren van opvang voor slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties is primair een taak van de centrumgemeente. In het kader van prestatieveld 7 van de Wmo heeft echter elke gemeente de verantwoordelijkheid om te monitoren of er voldoende opvangcapaciteit beschikbaar is voor haar eigen inwoners, zowel kwalitatief als kwantitatief. 138 Wat hebben we bereikt? Het domein huiselijk geweld en vrouwenopvang had in 2013 met enkele belangrijke ontwikkelingen te maken (herverdeling geld, transitie jeugdzorg, Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK). Deze vergden aandacht van gemeente én uitvoerende organisaties. Het is gelukt om hulpverlening in stand te houden en zelfs enkele andere onderwerpen op de agenda te krijgen (ouderenmishandeling, Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV). De prestatie ‘doorstroming naar zelfstandig wonen’ verschiet door o.a. inzet op ambulantisering van betekenis. Het beleid om dure opvangplekken alleen nog te gebruiken voor vrouwen die gevaar lopen en meer in te zetten op preventie en begeleiding bij een snelle terugkeer, is al eerder ingezet. Dit beleid spoort met de nieuwe WMO. Wat hebben we daar voor gedaan? Prestatie Hulpverlening en opvang gericht op zowel mannen, minderjarigen als vrouwen. Zonodig fungeert de lokale overheid als vangnet en zorgt voor alternatieve vormen van opvang in noodsituaties. Bevorderen van de doorstroming uit de opvang naar zelfstandig wonen waarbij in samenwerking met de woningcorporaties woonruimte ter beschikking wordt gesteld na de opvang. Toelichting De hulpverlening wordt gerealiseerd door Moviera via een subsidie. Het vangnet wordt gewaarborgd via de sluitende buurtaanpak. ● Wij hebben met Moviera afspraken gemaakt over het ambulantiseren van de hulp aan vrouwen waardoor de verblijfstijd afneemt. Moviera heeft, in verband met de toegenomen vraag, maatregelen genomen, zodat opvang voor degenen die het echt nodig hebben mogelijk blijft. ● Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging Prestatieveld 7: Regionale vrouwenopvang en huiselijk geweld L B S Realisatie L B Afwijking S L B S I/S Begroting Bestaand Beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies € 2.732 0 -2.732 2.612 0 -2.612 -120 0 120 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 2.732 0 -2.732 2.612 0 -2.612 -120 0 120 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € -60 60 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € -2.672 -60 60 2.732 0 -2.732 2.672 0 -60 0 60 Wmo prestatieveld 71, 8 & 9, Regionaal Kompas Doelstelling Wat wilden we bereiken? De maatschappelijke zorg beoogt mensen zo volwaardig mogelijk en zo zelfredzaam mogelijk mee te laten doen in de samenleving met een aanvaardbare kwaliteit van leven door middel van preventie, toeleiding, doorstroom, rehabilitatie en herstel op de terreinen zorg, wonen, dagbesteding, financiën, sociaal netwerk en veiligheid. Het beleid is gericht op uitstroom uit de maatschappelijke zorg, naar een stabiele leef- en woonsituatie en op maximaal haalbare zelfredzaamheid. 1 excl. vrouwenopvang en huiselijk geweld 139 I I Wat hebben we bereikt? In 2013 is uitvoering van het bestaande beleid nagenoeg ongewijzigd voortgezet. Dit mede vanwege de op handen zijnde decentralisaties die van invloed (zullen) zijn op de uitvoering van het Regionaal Kompas. De aandacht heeft zich vooral gericht op verfijning van de trajectfinanciering en de verantwoording er van. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende prestaties hebben bijgedragen aan het realiseren van het genoemde prestatievelden. Prestatie Bieden van maatschappelijke opvang en vergroten van de weerbaarheid. ● Bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg. ● Bieden van verslavingszorg. ● Toelichting De gemeente subsidieert instellingen om outreachende bemoeizorg, ambulante begeleiding van cliënten op weg naar zelfstandig wonen in de regio Apeldoorn vorm te geven. Wij hebben, naar aanleiding van de crisisopvang tijdens de winter 2011-2012, aanvullende afspraken gemaakt voor een effectieve, flexibele en vooral sluitende aanpak binnen het bestaande aanbod. De subsidieverlening is gericht op de realisatie van een samenhangende, integrale aanpak enerzijds en het realiseren van individuele trajecten voor preventie, toeleiding opvang, zorg en nazorg voor kwetsbare mensen met meervoudige problemen anderzijds. Zie hiervoor. Lopende bezuinigingstaakstellingen Regionaal Kompas (opvang dak-en thuislozen) Op het subsidiebudget Regionaal Kompas 2013 is per instelling via de kaasschaafmethode) 1,2% gekort als gevolg van een lagere rijksuitkering voor Maatschappelijke opvang. Het effect in 2013 is nog beperkt, omdat wij met name een onderbesteding in 2012 opnieuw beschikbaar hebben gesteld voor de maatschappelijke opvang in 2013. In 2013 is de tweede tranche van de korting uit de Voorjaarsnota 2011 doorgevoerd. In 2014 volgt de laatste korting Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging Prestatieveld 7, 8 en 9: Regionaal Kompas L B S Realisatie L B Afwijking S L B S I/S Begroting Bestaand Beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies € 10.521 1.811 -8.710 11.226 1.901 -9.325 705 91 -615 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 10.521 1.811 -8.710 11.226 1.901 -9.325 705 91 -615 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € 408 408 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 10.521 2.309 -8.917 705 91 -615 408 2.219 408 -8.302 11.226 I I Zoals ook gemeld in de turap 2013 heeft Raad van Arbitrage in 2013 inzake Omnizorg zowel een tussenvonnis als een eindvonnis geveld, waarin de gemeente werd veroordeeld aan de hoofdaannemer te betalen. Hierover bent u via (deels niet-openbare) brieven en PMA nader geïnformeerd. De kosten ten aanzien van de bouw zijn ten laste gebracht van het krediet, hetgeen leidt tot een kredietoverschrijding van € 0,4 miljoen, waarbij de BTW volledig kon worden verrekend. Dit heeft geleid 140 tot (structureel) hogere kapitaallasten van circa € 30.000, waarbij voor 2014 en verder dekking aanwezig is binnen de MPB 2014-2017. De overige kosten – met name de wettelijke rente - zijn voor wat betreft het tussenvonnis betrokken bij de jaarrekening 2012 en komen voor wat betreft het eindvonnis en de juridische advisering inzake de arbitrage ten laste van het jaarrekeningresultaat 2013, hetgeen leidt tot een nadeel van € 320.000. Zoals ook gemeld in de turap 2013 is een onderhoudscontract voor installaties in 2013 afgekocht, wat heeft geleid tot een nadeel van € 115.000. Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. Resumé programmakosten Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Baten Saldo Lasten Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Rekening 2013 (C) Baten Saldo Lasten Afwijkingen 2013 (C) - (B) Baten Saldo Saldo Lasten 7: Zorg en welzijn 620 622 630 652 714 Maatschappelijke begeleiding en advies Huishoudelijke verzorging Sociaal cultureel werk Voorzieningen gehandicapten Openbare gezondheidszorg 17.616 18.391 5.458 8.418 2.674 2.219 3.670 1.936 355 0 -15.397 -14.721 -3.522 -8.063 -2.674 18.106 18.421 5.058 8.418 2.674 1.811 3.670 1.936 355 0 -16.295 -14.751 -3.122 -8.063 -2.674 17.699 15.971 4.975 6.639 2.248 1.901 3.785 1.950 803 4 -15.798 -12.186 -3.025 -5.836 -2.244 -407 -2.450 -83 -1.779 -426 90 115 14 448 4 497 2.565 97 2.227 430 Resultaat programma 7 vòòr bestemming Bestemming programma 7 via functie 980 52.557 0 8.180 0 -44.377 0 52.677 0 7.772 928 -44.905 928 47.532 631 8.443 928 -39.089 297 -5.145 631 671 0 5.816 -631 Resultaat programma 7 na bestemming 52.557 8.180 -44.377 52.677 8.700 -43.977 48.163 9.371 -38.792 -4.514 671 5.185 141 142 Programma 8 Sport en cultuur Beleidsproducten: 480 Overige onderwijsaangelegenheden 510 Openbare bibliotheek 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Oudheidkunde en musea 143 8. Sport en Cultuur Portefeuillehouder(s): - J. G. Kruithof - O.G. Prinsen Doelstellingen Wat wilden we bereiken? 8.1 Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie; 8.2 Bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad als woon- en vestigingsplaats en ruim baan voor talentontwikkeling met een hoogwaardig palet aan (top)sport en cultuurvoorzieningen; 8.3 Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed. Om deze doelstellingen te behalen hebben wij de volgende 9 domeinen benoemd: • Bibliotheek • Kunstzinnige vorming • Creatieve industrie • Sportverenigingen en -activiteiten • Ruimte voor sport • Museum • Podiumkunsten • Omnisport • Erfgoed en oudheidkunde Wat hebben we bereikt? Voor cultuur is 2013 het jaar geweest waarin de effecten van bezuinigingen (MPB 2012-2015 en zomernota 2012) steeds meer merkbaar werden. Voor de jaren 2013-2014 zijn meerjarenafspraken met de grote culturele instellingen (nota Spin-Off) gemaakt, waarin de bezuinigingstaakstellingen zijn verwerkt. In 2013 is door het college ingezet op bijstand met raad en daad om bezuinigingseffecten op te vangen, samenwerking te stimuleren en cultureel ondernemerschap mede mogelijk te maken. De meeste inzet was op het dossier Gigant, deze instelling had grote liquiditeitsproblemen. Orpheus heeft uitvoering gegeven aan haar investeringsplan om meer geld te gaan verdienen. De amateurkunstverenigingen gaan de terugloop van subsidie-inkomsten vooral in 2014 merken, in 2013 waren er nog geen grote merkbare effecten. De bijdrage voor de actieve sport beperkt zich tot het verlenen van steun aan sportverenigingen voor de instandhouding van de sportvoorzieningen. 144 Hoofddoelstelling 8.1 Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie. Lopende bezuinigingstaakstellingen Cluster cultuur Dit betreft de taakstelling van € 400.000 (lopende heroverwegingen mpb 2011-2014) op Gigant, Markant, CODA en Orpheus. Deze bezuiniging is geïmplementeerd en is van veel kleinere omvang dan de latere bezuinigingen, voortkomend uit de kerntakendiscussie (mpb 2012-2015). De bezuinigingen zijn gerealiseerd door interne bezuinigingen Zomernota: Cultuurwijzer De taakstelling van € 60.000 is geïmplementeerd. Het resterende bedrag wordt door Markant ingezet voor matching van middelen van het Fonds Cultuurparticipatie voor de periode 2013-2016. Hiermee kan de functie van het bureau Cultuurwijzer in ieder geval voor vier jaren voortbestaan. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 510 Bibliotheek Prestatie Bereikbare bibliotheekvoorziening ● Leesbevordering ● Toelichting CODA is in 2012 gestart met het werken richting nieuwe bibliotheekfilialen in de wijken (kleiner, efficiënter, met andere partners) voor de minder mobiele Apeldoorners (kinderen, ouderen). De De koppeling van scholen en bibliotheken in 2012 heeft goed gewerkt. Mensen weten de nieuwe filialen te vinden, het aantal titels wordt regelmatig ververst. de centrale vestiging is gedeeltelijk aangepast aan de moderne tijd. CODA doet er alles aan om bezuinigingsmaatregelen te koppelen met bibliotheekvernieuwing. Lopende bezuinigingstaakstellingen Subsidie CODA Voor de jaren 2013-2014 zijn meerjarenafspraken met CODA gemaakt (nota Spin-Off) voor bibliotheekwerk en de museumfunctie. (De afspraken met het archief zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst). In deze afspraken is de bezuinigingsopdracht, voortvloeiend uit de gemeentelijke kerntakendiscussie, verwerkt. CODA heeft de kosten gereduceerd van personeelsformatie en vastgoed. Tegelijkertijd ziet de instelling door toegenomen digitale raadplegingen aantallen fysieke bezoekers voor het archief dalen. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 510 Openbaar bibliotheekwerk € L 5.158 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 5.158 980 Mutaties reserves € Begroting Bestaand Beleid 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € B 5.158 145 0 0 Realisatie S -5.158 L 5.045 -5.158 5.045 -5.158 5.045 B Afwijking S -5.045 L -113 B S I/S 113 I 0 -5.045 -113 0 113 22 34 22 34 0 0 22 34 22 34 56 -4.989 -113 56 56 I I 511/540 Kunstzinnige vorming Prestatie Gevarieerd aanbod van amateurkunst ● Breed aanbod cultuureducatie en activiteiten voor een breed publiek ● Stimulering jong talent ● Toelichting De aanvragen voor de regeling amateurkunstbeoefening zijn gelijk gebleven(ca 100 aanvragen). De muziektent Oranjepark bereidt zich voor op afnemende subsidie door sponsorwerving en kostenreductie. De bezuinigingen zijn gerealiseerd, met handhaving van een breed aanbod. Markant ontving positief bericht van het Fonds Cultuurparticipatie voor de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit, een project voor vier jaren. Door late toekenning van de subsidie door het Fonds Cultuurparticipatie is het project Cultuureducatie met Kwaliteit pas in de tweede helft van 2013 begonnen. Markant heeft het FCP verzocht om de matching 2013 gedeeltelijk door te schuiven naar 2014. Het Fonds heeft ingestemd met het verzoek van Markant. Voor de totale prestaties voor de vierjarige projectperiode vormt dit geen risico ACEC (begane grond) haalde de prestatie-afspraken en ontwikkelde zich in ondernemende zin om de halvering van de subsidie op te vangen. Ondanks de economisch slechte tijden is het aantal aanmeldingen jeugd/jongeren van Markant niet drastisch afgenomen. Gigant heeft het talentfestival Plugged voor Apeldoornse popmuziek georganiseerd. De subsidiekorting STA voor 2013 is geïmplementeerd. STA doet er alles aan om de subsidiekorting op te vangen, maar heeft hier grote moeite mee. Er zijn nieuwe huurders bij STA ingetrokken: MiDushi en de Apeldoornse Popschool. Lopende bezuinigingstaakstellingen Subsidie STA De taakstelling is in uitvoering, maar het lukt STA niet om het tempo van subsidie-afbouw te volgen. Het college gaat begin 2014 met STA in gesprek over de continuïteit van de activiteiten. Subsidie Markant De taakstelling is in uitvoering. Voor de periode 2013-2014 zijn meerjarenafspraken gemaakt in de nota Spin-Off voor de hele organisatie Markant. In de afspraken is de taakstelling gemeentelijke kerntaken verwerkt. Markant is in 2012 begonnen met een grote reorganisatie. De functies amateurkunst, cultuureducatie via cultuurwijzer (makelaar cultuureducatie op school primair en voortgezet onderwijs) worden, naast cursusaanbod, de hoofdpijlers van de organisatie. Markant heeft de cursusprijzen flink moeten verhogen, weliswaar een landelijke trend, maar kwetsbaar in een tijd waarin publiek ook minder geld uitgeeft. De aanmeldingen bleken voor dit jaar net voldoende te zijn, maar beneden verwachting. Markant ving dit op door intern aanvullende maatregelen te treffen. 146 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 511/ Kunstzinnige vorming 540 L B Begroting Bestaand Beleid 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 540 Kunst € € 537 1.580 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 2.117 980 Mutaties reserves Div. 990 Saldo van baten en lasten na bestemming Realisatie S 0 L -537 -1.580 431 1.560 -2.117 1.991 B Afwijking S 0 L 2.117 0 -2.117 1.991 0 S I/S -431 -1.560 -106 -20 -1.991 -126 0 126 0 0 0 -126 0 126 € € B -1.991 106 20 I I 480/530/531 Ruimte voor sport Prestatie Het efficiënt en kwaliteitsvol beheren en exploiteren van gemeentelijke sportaccommodaties. Optimale inzet, spreiding en benutting van gemeentelijke sportvelden. Toelichting ● ● Lopende bezuinigingstaakstellingen Subsidie Accres/zwembaden De taakstelling is gerealiseerd door de subsidie aan Accres te verlagen. Accres heeft de verlaging opgevangen binnen het totale bedrijfsresultaat. Dit heeft tot op heden niet geleid tot een aantoonbaar nadelig effect op de prestatieafspraken. Accres heeft de ruimte gekregen om de bezuinigingen middels lumpsumbenadering te realiseren. Op het moment dat de bezuinigingen de prestatieafspraken raken of in zijn geheel niet te realiseren is, komt Accres terug bij ons college. In 2013 is een dergelijke situatie niet aan de orde geweest. Subsidie Accres/overige sportaccommodaties De taakstelling is gerealiseerd door de subsidie aan Accres te verlagen. Zie ook de toelichting hiervoor, onder zwembaden. Zomernota: Verhogen toegangskaartjes zwembaden De voorgenomen tariefstelling bleek niet in 2013 mogelijk. Uw raad heeft ermee ingestemd de tariefsverhoging pas in 2014 te laten ingaan. Het effect van de tariefstijging is om die reden nog niet te bepalen. De hiermee samenhangende taakstelling wordt overigens wel gehaald, doordat wij de subsidie aan Accres wel hebben verlaagd met de taakstelling. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging Realisatie Afwijking 480/ Ruimte voor sport /530/ 531 Begroting Bestaand Beleid 480 Overige onderwijsaangelegenheden 530 Sport 531 Groene velden en sportterreinen € € € 2.855 9.283 951 2.144 1.975 213 -711 -7.308 -738 2.871 9.215 831 2.139 1.916 135 -732 -7.299 -696 16 -68 -120 -5 -59 -78 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 13.089 4.332 -8.757 12.917 4.190 -8.727 -172 -142 30 980 Mutaties reserves Groot onderhoud sportvelden € 18 18 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 13.089 4.208 -8.709 -172 -142 30 L B S 18 4.350 147 L 18 -8.739 12.917 B S L B S I/S -21 I/S 9 I/S 42 I/S 530 Sportverenigingen en –activiteiten Prestatie Vergroting van de professionaliteit en deskundigheid van sportverenigingen. Kwaliteitsverbetering van het verenigingsaanbod. Vergroting van de sportdeelname door mensen met een handicap, jeugd, allochtonen en ouderen. ● ● ● Sportverenigingen worden versterkt met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk. Het stimuleren van dagelijkse sport- en beweegaanbod op en rond scholen. ● Toelichting Subsidies aan de Sportraad en het Verenigingsburo zijn wel in verband met bezuinigingen verminderd. De op sportverenigingen betrekking hebbende subsidies zijn in 2013 voor het laatst uitgekeerd. De gemeente voert al enige jaren geen actief doelgroepenbeleid meer. De prestatie is in de programmabegroting 2014-2017 niet meer opgenomen. Alle subsidieregelingen voor activiteiten door sportverenigingen zijn beëindigd. De prestatie is in de programmabegroting 2104-2017 niet meer opgenomen. ● Lopende bezuinigingstaakstellingen Beëindiging overige sportsubsidies In het kader van de kerntaken discussie is afgesproken dat sport geen gemeentelijke kerntaak is. Daaruit voortvloeiende is in 2013 een aantal subsidieregelingen in de sport afgebouwd. Sportverenigingen hebben voor het laatst bijdragen ontvangen uit de Regeling Algemene Sportsubsidie (verdeling op basis van het aantal jeugdleden), Subsidie onderhoud Sportvelden en de OZB-subsidie. De subsidiebijdrage aan de Sportraad Apeldoorn werd gehalveerd. Subsidie Accres De taakstelling is gerealiseerd door de subsidie aan Accres te verlagen. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 530 Sport € L 695 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 695 980 Mutaties reserves € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 695 Begroting Bestaand Beleid B 148 Realisatie S -695 L 848 0 -695 848 0 -695 848 B Afwijking S -848 L 153 0 -848 0 -848 B 0 S I/S -153 I 153 0 -153 153 0 -153 540 Creatieve industrie Prestatie Faciliteren van de Apeldoornse creatieve sector met ruimte voor productie, experiment, expositie en ontmoeting. Toelichting De stichting Ateliers organiseerde opnieuw succesvol de Atelierroute 2013 en tentoonstellingen. Het Centrum voor Eigentijdse Cultuur ACEC organiseerde meer dan 12 tentoonstellingen, en faciliteerde lezingen, bijeenkomsten, en een Gelderse kunstveiling. In de binnenstad zagen steeds meer initiatieven het licht, zoals Cascolab en Klein Berlijn. In 2013 is het beeld van de winnaar Wilhelminaring 2009 (John Körmerling) geplaatst in de groenstrook van de John F. Kennedylaan. ● Coördineren van de plaatsing van kunst in de openbare ruimte (incidenteel particulier initiatief en kunstwerken Wilhelminaring). Uitvoeren van regulier onderhoud van kunst in de openbare ruimte. ● Het incidenteel en structureel klein en groot onderhoud van kunst loopt op schema. Belangrijkste wapenfeit is de lichtwand Reizend Zand op het stationsplein. Door inschakeling van een andere aannemer en goede samenwerking met ProRail is het onderhoud verbeterd. ● Lopende bezuinigingstaakstellingen Centrum beeldende kunst De bezuinigingstaakstelling van 50% is in uitvoering. Het is kunstcentrum ACEC gelukt om door cultureel ondernemerschap de subsidiedaling in 2013 op te vangen. De prognose is dat dit voor 2014 en 2015 ook gaat lukken. De toegenomen verhuringen zorgen voor nieuwe verbindingen. De komst van de Gelderse kunstveiling Hoe=Het Nu geeft kunstenaars nieuwe kansen voor verkoop. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 540 Kunst Realisatie Afwijking € L 4.868 B 3.109 S -1.759 L 4.628 B 3.225 S -1.403 L -240 B 116 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 4.868 3.109 -1.759 4.628 3.225 -1.403 -240 116 356 980 Mutaties reserves Reserve kunsttoepassingen € 200 200 100 100 0 -100 -100 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 3.309 -1.559 3.325 -1.303 -240 16 256 Begroting Bestaand Beleid 4.868 4.628 S I/S 356 I/S I Aan de lastenzijde is sprake van een voordeel van € 240.000. In het jaar 2013 is incidenteel een cultuurmedewerker ingezet bij het programma Leegstand en herbestemming. Dit heeft een onderbesteding van uren op het budget Creatieve Industrie Algemeen (voordeel € 92.000) als gevolg gehad. Het ontwerpen en uitvoeren van verschillende kunstwerken heeft meer tijd gevraagd. Daarnaast is er minder Kunst In de Openbare Ruimte gerealiseerd dan begroot door vertragingen in projecten. (voordeel € 148.000). In de begroting was de onttrekking aan de reserve Kunsttoepassingen In de Openbare Ruimte dubbel geraamd. De werkelijke onttrekking bedraagt € 100.000. De reserve is daarmee leeg. 149 Hoofddoelstelling 8.2 Bijdragen aan de waardering, het vestigingsklimaat en de aantrekkelijkheid van de stad met een palet van hoogwaardige voorzieningen voor cultuur en sport. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 511 Kunstzinnige vorming Prestatie Een goed aanbod op het gebied van jong muziektalent. ● Een goed aanbod op het gebied van muziekproductie. ● Toelichting Het Nationaal Jeugdorkest draaide een goed jaar. Ook voor Apeldoorn was de Gelderse Muziekzomer 2013 een succes. De Ereprijs heeft in het ACEC gebouw Aardlekconcerten georganiseerd. Deze concerten trokken in 2013 meer publiek van voorheen. Ook het nieuwjaarsconcert in het Stadhuis werd goed bezocht. Ereprijs heeft de Young Composers Meeting georganiseerd. ISMA heeft de jaarlijkse masterclass gerealiseerd. Lopende bezuinigingstaakstellingen Subsidie Ereprijs / NJO De taakstellingen voor 2013 zijn geïmplementeerd. Voor de Ereprijs blijft de toekomst onzeker, omdat zij afhankelijk is van meerdere subsidiestromen. Het Nationaal Jeugdorkest heeft maatregelen getroffen om de subsidiekorting op te vangen, onder andere nieuwe huisvesting en minder personeel. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 511 Vormings- en ontwikkelingswerk Begroting Bestaand Beleid 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Div. 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € L 190 € 190 B 0 Realisatie S -190 L 182 -190 182 B Afwijking S -182 0 -182 € € 190 0 -190 182 0 -182 L B S -8 0 8 -8 0 8 0 0 0 -8 0 8 530 Omnisport Prestatie Een platform bieden voor de organisatie van grote topsportevenementen (zoals EK’s en WK’s) in het Omnisport Apeldoorn. Bijdragen aan de passieve sportbeleving door een hoogwaardig sportaanbod. Trainingslocatie voor topsport. Voorziening voor Apeldoornse verenigingsactiviteiten op gebied van alle indoor zaalsporten, baanwielrennen, ● Toelichting Er is in 2013 een aantal internationale topsportevenementen in Omnisport georganiseerd. De gemeente Apeldoorn draagt overigens vanaf 2013 niet zelf meer bij aan de organisatie van topsportevenementen. ● ● ● 150 I/S I Prestatie indooratletiek en voor outdoor skeeleren, schaatsen en beachvolleybal. Voorziening voor activiteiten op gebied van bewegingsonderwijs. Toelichting ● Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 530 Sport Begroting Bestaand Beleid 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves 990 Saldo van baten en lasten na bestemming Div. € L 747 € 747 B 0 Realisatie S -747 L 755 -747 755 B Afwijking S -755 0 -755 € € 747 0 -747 755 0 -755 L B S 8 0 -8 8 0 -8 0 0 0 8 0 -8 I/S I 540 Podiumkunsten Prestatie Een schouwburg met een breed en divers aanbod. ● Een filmhuis en poppodium met een breed en divers aanbod. ● Toelichting Orpheus heeft in 2013 gewerkt conform de gestelde prestatieafspraken. Er werden ruim 130.000 bezoekers verwelkomd en er werden in totaal 271 voorstellingen geprogrammeerd. Orpheus heeft in 2013 58 maal haar zalen tegen gereduceerde verhuur aangeboden aan culturele partijen. Gigant heeft in de eerste helft 2013 een forse terugloop meegemaakt van het aantal filmbezoekers. Dit is eind 2013 weer aangetrokken. Lopende bezuinigingstaakstellingen Subsidie Gigant en Orpheus De bezuinigingstaakstelling is in uitvoering. Effectief is de taakstelling geheel bij Gigant neergedaald. Orpheus en Gigant hebben efficiencyvoordelen voor samenwerking onderzocht. In 2014 worden verdere stappen gezet, maar samenwerking biedt onvoldoende financiële ruimte om de taakstelling op te vangen. Voor Gigant was 2013 een zeer moeilijk jaar. Door terugloop in bezoekersaantallen van het filmhuis, afname van de gemiddelde bestedingen per klant, duurdere inkoop, bezuinigingen en de ziekte van de directeur ontstond er grote onzekerheid voor de continuïteit. Ons college heeft intensief en kritisch de instelling met raad en daad bijgestaan. Door aantrekkende bezoekersaantallen en eigen maatregelen heeft de instelling het gered, maar gemakkelijk was dit allesbehalve. Voor Orpheus was 2013 het kanteljaar binnen de vigerende planperiode 2012-2015. Met beperkte middelen is een aantal investeringen gedaan om ervoor te zorgen dat cruciale meerjarenplandoelstellingen gehaald kunnen worden. Er is geïnvesteerd in ICT, de uitstraling van het pand, herpositioneringaspecten en, bovenal: de salesforce en acquisitie-instrumenten m.b.t. de congresmarkt. Ondanks de niet verkregen investeringsbijdrage waarom in het meerjarenplan verzocht is, heeft Orpheus ervoor gekozen de geplande investeringen (enigszins getemperd) door te zetten. 151 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 540 Kunst Begroting Bestaand Beleid 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves 990 Saldo van baten en lasten na bestemming Div. € L 5.324 € 5.324 B 0 Realisatie S -5.324 L 5.281 -5.324 5.281 B 0 Afwijking S -5.281 L -43 -5.281 € € 5.324 0 -5.324 5.281 0 -5.281 B S 0 43 -43 0 43 0 0 0 -43 0 43 I/S I 541 Museum Prestatie Een gevarieerd aanbod van tentoonstellingen. ● Toelichting Ondanks bezuinigingsdruk heeft CODA museum voor 2013 ruim de bezoekersaantallen gehaald. CODA organiseerde 16 tentoonstellingen, waaronder tentoonstellingen met Apeldoornse kunstenaars (ApeldoornArt, De Verdieping), de Oeuvretentoonstelling van Sjoerd Buisman en een groot overzicht van modefotograaf Carli Hermes. Met de laatste tentoonstellingen haalde CODA goede recensies in de landelijke pers. CODA heeft een vaste opstelling gemaakt van de historische collectie in de bibliotheek. Lopende bezuinigingstaakstellingen Subsidie CODA De taakstelling is in uitvoering en wordt door CODA gehaald. Door het museum is voornamelijk bezuinigd op de personeelsformatie; de hoogste kostenposten zijn onbeïnvloedbaar (gebouwlasten). Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 541 Musea € L 2.453 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 2.453 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten € 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € Begroting Bestaand Beleid B 2.453 152 0 0 Realisatie S -2.453 L 2.387 -2.453 2.387 -2.453 2.387 B 0 0 Afwijking S -2.387 L -66 -2.387 -2.387 B 0 S I/S 66 I/S -66 0 66 0 0 0 -66 0 66 Hoofddoelstelling 8.3 Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed. Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 541 Erfgoed en oudheidkunde Prestatie Inventariseren en waarderen van cultuurhistorisch erfgoed en dat integraal opnemen in ruimtelijke plannen. ● Stimuleren van en bijdragen aan onderhoud en herstel van gemeentelijke monumenten. ● Stimuleren en bijdragen aan (educatieve) activiteiten ter beleving van cultuurhistorie en bouwkunst (o.a. Open Monumentendag). ● Het ontsluiten van kennis over het Apeldoornse verleden. Specifieke doelgroepen zijn de eigen plaatselijke bevolking, bezoekers/toeristen en in het bijzonder de schoolgaande jeugd. ● Toelichting In 2013 is hier fors op ingezet waardoor voor de voorbereide/vastgestelde ruimtelijke plannen in 2013 de cultuurhistorische en archeologische analyses zijn gerealiseerd. De archeologische beleidskaart is geactualiseerd en ter consultatie aan belanghebbenden en inwoners voorgelegd; dit product wordt in januari 2014 aan ons college ter vaststelling voorgelegd, waarna uw raad geïnformeerd wordt. Er zijn 35 panden in de beschermde dorpsgezichten Wiesel en Hoog Soeren aangewezen als beeldbepalend pand. In 2013 is het budget voor bijdragen aan de instandhouding van gemeentelijke monumenten volledig benut. Er zijn 42 subsidies verleend. Daarnaast zijn diverse kleine cultuurhistorische objecten gerestaureerd of onderhouden. Het Erfgoedplatform heeft met diverse activiteiten conform de Erfgoedkalender op uitstekende wijze aandacht gevraagd voor de cultuurhistorische kwaliteiten. De Open Monumentendag was daar weer een onderdeel van. De gemeente heeft tijdens de Open Monumentendag de Zwitsal-locatie opgesteld met diverse activiteiten. Dit heeft tot veel positieve respons geleid. Om blijvend te kunnen verwijzen naar de archeologische vindplaats is op het binnenterrein van de Herderweg-Ooiweg door de Goede Woning een kennisbank geplaatst. Letterlijk een mooi staaltje Apeldoornse creativiteit! Het Erfgoedplatform en CODA hebben hier op goede wijze uitvoering aan gegeven door diverse publieksactiviteiten. Voor de schoolgaande jeugd is via cultuurwijzer het erfgoed onder de aandacht gebracht. De gemeente heeft hier zelf aan bijgedragen door uitgave van publicaties, zoals het archeologisch jaaroverzicht 2012 en de uitgavenreeks over archeologisch onderzoek. 153 Lopende bezuinigingstaakstellingen Bezuiniging uren behoud historie De taakstelling is geïmplementeerd. Hierdoor is minder inzet gepleegd op erfgoedcommunicatie en voor volgende jaren is ook minder inzet nodig op ruimtelijke plannen omdat de actualisatie van bestemmingsplannen minder groot van omvang is. Uitvoering cultuurhistorie De taakstelling is gerealiseerd. Ten opzichte van 2011 is het uitbestedingsbudget voor cultuurhistorie en archeologie gehalveerd. Hierdoor wordt minder gedaan aan erfgoedcommunicatie en minder aan inspiratie en ‘verleiding’ van de markt. Subsidie Bouwhuis en SAM/bijdrage activiteiten erfgoedplatform De taakstelling is gerealiseerd. De subsidies aan Bouwhuis en SAM (totaal € 90.000)zijn in drie jaar tijd afgebouwd tot € 0. Tegelijkertijd is de subsidie aan het Erfgoedplatform (€ 45.000) met ingang van 2014 structureel in de Programmabegroting opgenomen. Subsidie particuliere monumenten De taakstelling is gerealiseerd. Ten opzichte van 2011 is het subsidiebudget met € 75.000 verlaagd tot € 123.000. Het effect hiervan is dat er minder aanvragen om instandinghoudingssubsidie gehonoreerd kunnen worden. Op de langere termijn kan het achterstallig onderhoud bij monumenten hierdoor toenemen waardoor cultuurhistorische waarden worden aangetast. Zomernota: Oudheid In de MPB 2014 is opgenomen dat in 2016 de subsidie voor instandhouding van particuliere monumenten verder wordt verlaagd met € 60.000. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 541 Oudheidkunde Realisatie Afwijking € L 2.189 B 1.026 S -1.163 L 2.300 B 949 S -1.351 L 111 B -77 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 2.189 1.026 -1.163 2.300 949 -1.351 111 -77 -188 980 Mutaties reserves € 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 111 -77 -188 Begroting Bestaand Beleid 2.189 1.026 154 -1.163 2.300 949 -1.351 S I/S -188 I Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang. Kengetallen - % inwoners dat minimaal één keer per week sport - % inwoners beneden 18 jaar dat sport in verenigingsverband - % inwoners (18 jaar en ouder) dat tevreden is met sportmogelijkheden in de buurt - % actieve sporters dat ook in verenigingsverband sport - % van de activiteiten van het Verenigingsburo gericht op de sportsector - aantal jeugdleden sportverenigingen - oordeel inwoners van Apeldoorn over culturele voorzieningen - % inwoners dat een of meerdere keren per jaar een bezoek brengt aan de schouwburg - % inwoners dat een of meerdere keren per jaar een bezoek brengt aan Podium Gigant - % inwoners dat eens of meerdere keren per jaar een bezoek brengt aan: museum bibliotheek stadsarchief Aantal beschermde objecten Aantal subsidiebeschikkingen voor onderhoud monumenten 2009 2010 2012 Raming 2013 Realisatie 2013 37% 50% 70% 37% 50% 70% 44% 48% 77% 44% 48% 80% nb nb nb 34% 17% 34% 17% 34% 17% 31% 18% nb nb 14.000 6,5 50% 14.000 6,5 50% 14.000 6,4 54% 13.400 6,5 50% nb nb* nb* 20% 20% 17% 17% nb* 38% 56% 8% 898 36 38% 56% 8% 940 40 31% 56% 8% 940 40 32% 56% 7% 990 40 nb* nb* nb* 1025 42 * kengetallen zijn niet meer beschikbaar omdat er geen deelname aan de leefbaarheidsmonitor is Toelichting: Via aanvragen van sportverenigingen voor subsidie op basis van de Regeling Algemene Sportsubsidie ontvingen wij in het verleden gegevens over onder meer de sportparticipatie van de leden van deze verenigingen. Op basis daarvan werden kengetallen voor Apeldoorn gedistilleerd. Met het afschaffen van de Regeling Algemene Sportsubsidie ontvangen wij die input niet meer. De tweejaarlijkse Gelderse Sportmonitor waaraan Apeldoorn deelneemt geeft echter ook een beeld van de sportdeelname in Apeldoorn. De monitor bevat eveneens informatie over leefstijl. Gelderse Sportmonitor 2013 Sport % inwoners Bewegen % inwoners Bewegen3 % inwoners % inwoners Leefstijl % inwoners % inwoners Apeldoorn 2011 2013 Provincie Gelderland 2011 2013 18-65 jaar dat voldoet aan de RSO-norm2 80,6 77,9 75,6 76,9 dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond 55,0 49,8 55,6 48,9 dat voldoet aan de fitnorm4 dat aan de Combinorm voldoet5 36,1 66,6 36,3 62,1 36,4 67,3 37,6 63,6 24,0 25,2 83,0 11,2 7,8 58,3 30,1 11,6 57,8 32,2 10,0 57,1 32,8 10,2 dat rookt dat regelmatig alcohol drinkt - waarvan zware drinkers - waarvan overmatige drinkers % inwoners met gezond gewicht % inwoners met matig overgewicht % inwoners met ernstig overgewicht 2 3 4 5 59,9 29,7 10,4 RSO; Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (afgelopen 12 maanden in totaal minstens 12 keer gesport) NNBG; Nederlandse Norm Gezond Bewegen (op tenminste 5 dagen per weel minimaal 30 minuten matig intensieve beweging) Fitnorm; tenminste 3x per week gedurende minimaal 20 minuten intensief bewegen Combinorm; men voldoet hieraan als men aan de NNGB en/of de fitnorm voldoet 155 Resumé programmakosten Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Baten Saldo Lasten Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Rekening 2013 (C) Baten Saldo Lasten Afwijkingen 2013 (C) - (B) Baten Saldo Saldo Lasten 8: Sport en cultuur 480 510 511 530 531 540 541 Gemeenschappelijke baten/lasten onderwijs Openbaar bibliotheekwerk Vormings en ontwikkelingswerk Sport Groene velden en sportterreinen Kunst Oudheidkunde/musea 2.855 5.158 727 10.725 951 11.727 4.642 2.144 0 0 1.975 213 3.030 1.105 -711 -5.158 -727 -8.750 -738 -8.697 -3.537 2.855 5.158 727 10.725 951 11.727 4.687 2.144 0 0 1.975 213 3.030 1.105 -711 -5.158 -727 -8.750 -738 -8.697 -3.582 2.871 5.045 613 10.818 831 11.362 4.794 2.139 0 0 1.916 135 3.058 1.115 -732 -5.045 -613 -8.902 -696 -8.304 -3.679 16 -113 -114 93 -120 -365 107 -5 0 0 -59 -78 28 10 -21 113 114 -152 42 393 -97 Resultaat programma 8 vòòr bestemming Bestemming programma 8 via functie 980 36.785 0 8.467 218 -28.318 218 36.830 0 8.467 218 -28.362 218 36.335 0 8.363 175 -27.971 175 -495 0 -104 -43 391 -43 Resultaat programma 8 na bestemming 36.785 8.685 -28.100 36.830 8.685 -28.144 36.335 8.538 -27.796 -495 -147 348 156 Programma 9 Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen Beleidsproducten: 310 Handel en ambacht 311 Opbrengsten warenmarkt 560 Openluchtrecreatie 810 Ruimtelijke ontwikkeling 822 Overige volkshuisvesting 823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen 830 Bouwgrondexploitatie 922 Overige baten en lasten (domeinen) 157 9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen Portefeuillehouder(s): - O.G. Prinsen - N.T. Stukker Doelstellingen Wat wilden we bereiken? Onze wensen zijn ambitieus en zeker in deze tijd moeilijker om te realiseren. We kiezen daarom voor een duidelijke focus via onderstaande doelstellingen: • Ontwikkelen van visies en verkenningen op de ruimtelijke mogelijkheden voor een evenwichtig aanbod van woningen, voorzieningen, bedrijfs- en kantoorlocaties en recreatie en deze ruimtelijke planologische aspecten vertalen in bestemmingsplannen. • Inrichten en ontwikkelen van de ruimtelijke mogelijkheden op een zorgvuldige, functionele en financieel verantwoorde wijze, rekening houdend met de kwaliteit en identiteit van Apeldoorn. • Beschermen van de ruimtelijke kwaliteit en het bieden van planologische ontwikkelingsmogelijkheden alsmede rechtszekerheid aan inwoners en bedrijven. • Zorgdragen voor een aanbod van woningen dat van voldoende omvang is en een zodanig gedifferentieerd karakter heeft dat we kunnen voldoen aan de vraag van de Apeldoornse en regionale woonconsument, in zowel kwantitatief als kwalitatief opzicht. Er moet sprake zijn van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningvoorraad en woonomgeving. • Het waarborgen van de veiligheid van woningen en gebouwen en de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwde omgeving door balans aan te brengen tussen vergunningverlening, controle op de afgegeven beschikking en juridische handhaving (“ketenbeheer”). • Het zorgen voor een stabiele werkgelegenheidsstructuur met een brede en evenwichtige spreiding van de werkgelegenheid over de bedrijfssectoren. Daarbij dient er bijzondere aandacht te zijn voor het evenwicht tussen wonen en werken. • Het beschikbaar hebben van voldoende werklocaties. Dit houdt in dat er een ruim en gedifferentieerd aanbod van werklocaties beschikbaar is voor de bedrijfssectoren handel/industrie, zakelijke diensten, detailhandel en toerisme/recreatie. Het gaat daarbij om bedrijventerreinen, kantoorlocaties, winkellocaties en ruimte voor toerisme en recreatie. Wat hebben we bereikt? In 2013 is de doelstelling grotendeels bereikt om voor de verplichte datum van 1 juli 2013 de meeste bestemmingsplannen digitaal te actualiseren. In totaal is er aan 95 plannen gewerkt, waarvan 27 actualisatieplannen en 68 (particuliere) betaalplannen. De status van deze plannen aan het eind van 2013 is in tabel 9.1 terug te vinden. Voor de grote bestemmingsplannen is tegelijk een gebiedsgericht beeldkwaliteitplan vastgesteld. In het kader van ruimtelijke kwaliteit heeft Apeldoorn zich in 2013 op de landelijke kaart gezet met een trofee van het ministerie van I&M voor “nu al eenvoudig beter” met haar aanpak van “ Kookboeken” als instrument om burgers actief te betrekken bij de inrichting van de woonomgeving. Dit is een stimuleringsprijs in het kader van de nieuwe omgevingswet. In 2013 is een conceptversie van het laatste kookboek voor de (buiten)stad gereed gekomen. In de tweede helft van 2013 is, naast andere bijdragen, de notitie ‘Samen voor kwaliteit, naar een andere ruimtelijke ordening in Apeldoorn’ opgesteld. De notitie laat zien hoe invulling wordt gegeven aan de Apeldoornse ruimtelijke ordening en de inzet van de daarbij behorende instrumenten. De notitie sluit aan op de structuurvisie ‘Buitenstad’. Daarin heeft de raad een hoofdrichting aangegeven voor de ruimtelijke ordening in Apeldoorn, zowel inhoudelijk als procesmatig, gebaseerd op de Andere Overheid. In 2013 is een nulmeting uitgevoerd om te beoordelen of en in hoeverre de organisatie voldoet aan de kwaliteitscriteria 2.1 (landelijke eisen m.b.t. kwaliteit en kwantiteit voor vergunningverlening, toezicht 158 en handhaving). Er is een verbeterplan opgesteld dat in 2014 wordt gebruikt om de kwaliteitscriteria te implementeren. Verder is de Hand in Handhaving opgesteld, het Strategisch Handhavingplan 2014-2017 Bouwen en Ruimtelijke Ordening en het Uitvoeringsplan Handhaving 2014. Het strategische plan bevat een herijking van de handhavingsvisie en –strategie waarbij invulling wordt gegeven aan het proces Apeldoorn Anders. Hierin wordt de balans gezocht in het geven en nemen van verantwoordelijkheid door de samenleving. Rode draad in het plan is het stadsdeelgericht werken. Handhaving van bouwen en ruimtelijke ordening is een belangrijke schakel om strategische doelen uit de structuurvisie “Apeldoorn biedt ruimte’ te bereiken. Het plan sluit aan op de notitie ‘Samen voor kwaliteit, naar een andere ruimtelijke ordening in Apeldoorn’ waarmee handhaving wordt geborgd in de ruimtelijke keten. In het uitvoeringsplan zijn de handhavingskeuzes voor 2014 neergelegd. Tabel 9.1, overzicht actualisatie bestemmingsplannen Procedure/status 1 2 3 4 5 Actualisaties Betaalplannen 7 1 3 28 4 9 14 2 27 27 In voorbereiding Ontwerp Vastgesteld In werking (deels-, deels onherroepelijk-, geheel- of geheel onherroepelijk-) Niet in werking Totaal aantal plannen 68 Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 310 Handel en ambacht/311 baten marktgelden Prestatie Uitgifte bedrijventerreinen ● Versterken van de bestaande winkel- en voorzieningen structuur. ● Pro-actief relatiebeheer naar bedrijven en instellingen en stroomlijning gemeentelijke dienstverlening. Bijzondere aandacht is er voor de grootste acht bedrijven. ● Versterking van de economie. ● 159 Toelichting De raming van 6,5 ha in de MPB 2013-2017 is bij het MPG 2013 bijgesteld naar 1,5 ha. Ten opzichte van deze herziene raming is de uitgifte hoger uitgekomen op 2,1 ha. De extra uitgifte heeft daarbij vooral betrekking op uitgifte van grond aan bedrijven buiten de reguliere bedrijventerreinen om (o.a. Bredenoord). In samenspraak met de gemeenteraad en ondernemers is de detailhandelsvisie opgesteld. Bedrijven/winkelketens die zich willen vestigen in Apeldoorn, zijn begeleid. De relatiemanagers van het team Wijk- en Bedrijf hebben 224 bedrijfsbezoeken afgelegd. De top 8 bedrijven zijn 31 keer bezocht. Ons college heeft totaal 10 bedrijfsbezoeken gebracht aan de top 8 en top 50 bedrijven. Als gemeente scoren we nationaal hoog op het gebied van bereikbaarheid voor ondernemers. Dit blijkt uit het onderzoek van de KvK uit 2013. Vernieuwing en innovatie bij bedrijven is gefaciliteerd zoals Apeldoorn Stagestad en de human capital invulling in de sector Zorg. Op Stedendriehoek niveau heeft de stichting Prestatie Toelichting Stedendriehoek Innoveert een doorstart gemaakt. Deze organisatie heeft de makel- en schakelfunctie voor innovatie bij bedrijven en wordt mede gefinancierd door de stedendriehoek gemeenten. Lopende bezuinigingstaakstellingen Handel en ambacht uren De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten. Economische dienstverlening De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 310/ Handel en ambacht 311 L B S Realisatie L B Afwijking S L B S I/S Begroting Bestaand Beleid 310 Handel en ambacht 311 Baten marktgelden € € 1.679 71 355 -1.608 355 2.135 558 333 -1.577 333 456 0 487 -22 31 -22 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 1.679 426 -1.253 2.135 891 -1.244 456 465 9 980 Mutaties reserves Economische ontwikkelingen Reserve overlopende projecten € € 116 116 116 116 0 0 0 0 0 0 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 542 -1.137 1.007 -1.128 456 465 9 1.679 2.135 I I Zoals gemeld in de Turap fungeert de gemeente Apeldoorn namens de stedendriehoek-gemeenten als centraal punt van waar uit de gemeentelijke gelden worden geïnd en beheerd. De bijdragen (€ 450.000) van de gemeenten worden ingezet ten behoeve van projecten in de stedendriehoek. Dit leidt enerzijds tot een niet begrote opbrengstraming (baten) en anderzijds tot een verhoging van het uitbestedingbudget (lasten). Het gaat om meerdere deelprojecten. De besluitvorming over toekenning van subsidiebijdragen aan de deelprojecten ligt bij Economische Board Stedendriehoek. De Board heeft in 2013 besluiten genomen over toekenningen aan een of meerdere deelprojecten, met mogelijk een uitloop naar 2014. Overige afwijkingen betreffen afwijkingen kleiner dan € 200.000 en worden niet verder toegelicht. 560 Openluchtrecreatie Prestatie Versterken van de vrijetijdseconomie door met bedrijven gezamenlijk (nieuwe) locaties te ontwikkelen en de samenwerking aan te gaan met sectoren als onderwijs, care en ICT. Recreatiebedrijven begeleiden bij uitbreiding in het kader ‘Krimp- en groeibeleid Veluwe’ van de provincie Gelderland. ● ● Toelichting Er is een samenwerking gekomen tussen vrijetijdseconomie en de IT sector. In ontwikkeling is o.a. Veluwe App. Het Veluws Bureau voor Toerisme is trekker hiervan. In het kader van uitbreiding van een aantal recreatiebedrijven, is bestemmingsplan procedure opgezet. Het betreft een complex proces (oa. vanwege de ligging in de Veluwe) waarbij afstemming is gezocht met de provincie Gelderland Lopende bezuinigingstaakstellingen Stimulering recreatie en toerisme(VVV/VBT) De taakstelling is gerealiseerd door vermindering van subsidie aan de VVV/VBT. 160 Een gevolg van deze taakstelling is het versoberen van de diensten van de VVV. Stimulering recreatie en toerisme De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging uitbestedingbudgetten, waardoor minder initiatieven kunnen worden gesteund op het gebied van stimulering van de recreatie en toerisme. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie Begroting Bestaand Beleid 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Div. 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € L 514 € 514 B 0 Realisatie S -514 L 600 -514 600 B Afwijking 19 S -581 19 -581 € € 514 0 -514 600 19 -581 L B S I/S 86 19 -67 86 19 -67 0 0 0 86 19 -67 I 810 Ruimtelijke ontwikkeling Prestatie Actueel maken en houden van digitale bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen voor de stad, het landelijk gebied en de dorpen. Beoordelen van externe ruimtelijke initiatieven om wijziging en afwijking van bestemmingsplannen. ● ● Toelichting Er lag een grote opgave om ruim 20 bestemmingsplannen te actualiseren voor 1 juli 2013. Bestemmingsplannen mogen vanaf die datum wettelijk gezien niet ouder zijn dan 10 jaar. Voor een aantal plannen is dit niet gelukt. Deels door te grote tijdsdruk, deels door nieuwe ontwikkelingen die onverwacht moesten worden meegenomen. In totaal is aan 27 bestemmingsplannen gewerkt In 2013 is bij 68 externe ruimtelijke initiatieven een bestemmingswijziging vastgesteld. Naast de al in behandeling zijnde initiatieven zijn er vorig jaar 53 nieuwe initiatieven ingediend en in behandeling genomen ter beoordeling. Lopende bezuinigingstaakstellingen Adviezen RO en statistische informatie Zie algemene toelichting hieronder. Structuur en bestemmingsplannen Zie algemene toelichting hieronder. Ontwikkelingsprojecten Zie algemene toelichting hieronder. Stedelijke ontwikkeling Zie algemene toelichting hieronder. Kerntakendiscussie dienst RO Zie algemene toelichting hieronder. Toelichting op bovenstaande taakstellingen: De bezuinigingstaakstellingen zijn gerealiseerd door middel van inleveren van formatie en het verlagen van uitbestedingsbudgetten. Door de terugloop van ontwikkelingsplannen hebben deze bezuinigingen dit jaar niet tot nadelige (maatschappelijke) effecten geleid. 161 BROA Nr. 4.2 4.3 14.1 15.1 15.2 15.5 15.10 Totaal Omschrijving Binnenstad (eigen middelen) Binnenstad (geld derden) Kanaalzone Herstructurering Zuid Herstructurering Zevenhuizen Plattelandsontwikkeling Hoogspanningslijnen Begroot -100.000 -2.000.000 -6.355.000 -810.000 -725.000 -100.000 -500.000 Realisatie 240.220 -1.748.272 -4.946.064 -450.404 -3.439.697 -41.081 -468.599 Afwijking 340.220 251.728 1.408.936 359.596 -2.714.697 58.919 31.401 -10.590.000 -10.853.897 -263.897 Binnenstad (BROA, proj.nr. 4.2) Voor de binnenstad zijn op verschillende plekken budgetten beschikbaar. Om het totaalinzicht te behouden zijn alle beschikbare eigen middelen eind 2013 in BROA 4.2 gestort. Dit zorgt ervoor dat er per saldo geen onttrekking maar een storting in de BROA heeft plaatsgevonden. Van de oorspronkelijk geraamde uitgaven van € 100.000 is € 80.000 gerealiseerd (aanpassing kruispunt Molenstraat Centrum/Kanaal Noord en afhandeling Winkelstraatmanagement 2012). Hierdoor ontstaat een voordelige afwijking van € 20.000. Daarnaast is er vanuit beschikbaar AD-budget (liep jaarlijks via de reserve overlopende projecten) ca € 120.000 aanvullend in de BROA gestort voor programmamanagement en € 200.000 dat nog beschikbaar is voor de herinrichting van Binnenstad Noord. Hiermee komt de afwijking uit op € 340.000 positief. Binnenstad (BROA, proj.nr. 4.2) BROA 4.3 betreft de beschikbare subsidie voor de herinrichting van Binnenstad Noord. De werkzaamheden hiervoor zijn grotendeels afgerond. Een klein deel loopt door in 2014. Tevens heeft de afrekening over 2013 nog niet volledig plaatsgevonden. Hierdoor is € 250.000 niet in 2013 uitgegeven en schuift door naar 2014. Hoogspanningsleidingen (BROA proj.nr. 15.10) In november 2013 is besloten op basis van de aangekondigde rijksregeling 'uitkoop en verkabelen' die vanaf 2017 mogelijk gaat starten, de benodigde extra € 2,85 miljoen bovenop de reeds beschikbare € 3,8 miljoen beschikbaar te stellen voor de volledige verkabeling door Zuid. Gunning van het civiele werk dat in opdracht door Gemeente wordt uitgevoerd in het noordelijk deel van het tracé heeft plaatsgevonden. Ook aanvullende werkzaamheden voor het parkgedeelte zijn inmiddels op de markt gezet binnen de geraamde bedragen. De inkoop van de kabel is door TenneT binnen het door hen geraamd budget geeffectueerd. De start van de werkzaamheden in het veld is voorzien in maart 2014 en wordt naar verwachting conform planning afgerond in het eerste kwartaal van 2015. Kanaalzone (BROA, proj.nr. 14.1) Voor de Kanaalzone was voor 2013 een onttrekking geraamd van € 6,4 mln. Deze onttrekking is uiteindelijk € 1,4 mln lager uitgevallen. € 0,9 mln hiervan betreft het laatste deel van de BROA-bijdrage aan het project Kanaalzone Vlijtsepark die is doorgeschoven naar 2014. De overige € 0,5 lagere uitgave heeft betrekking op uitgaven voor de kade bij het project Kanaalzone Pilot Zuid die per abuis in de raming van 2013 zijn opgenomen maar pas veel later plaatsvinden. Bij de BROA-actualisatie tbv de MPB 2015-2018 is dit inmiddels gecorrigeerd. Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen (BROA, proj.nr. 15.1) De onttrekking bij het project Herstructurering Zevenhuizen is fors hoger uitgevallen dan geraamd. Reden hiervoor is dat het project Herstructurering Zevenhuizen Anklaar als gevolg van aanpassingen in het plan negatief leek uit te komen. Eén van de oplossingen was om de toekomstige BROA-bijdrage nu in één keer in het project te storten. Hierdoor ontstaat een rentevoordeel dat tezamen met andere maatregelen is ingezet om het resultaat uiteindelijk minimaal budgettair neutraal te krijgen. 162 Wijkontwikkelingsplan Zuid (BROA, proj.nr. 15.2) De vernieuwde openbare ruimte in Hart van Zuid is eind 2013 binnen de raming opgeleverd. Voor 2014 zijn o.a. nog wat afrondende werkzaamheden gepland vanuit het restantbudget. Daarnaast is er ca € 0,2 mln in de BROA Zuid teruggestort vanuit het project Herstructurering Zuid de Baar. Plattelandsontwikkeling / Veluwetransferium (BROA, proj.nr. 15.5) De gemeente Apeldoorn is ‘slechts’ medefinancier van dit project. Het project wordt uitgevoerd voor rekening en risico van Staatsbosbeheer. In 2013 heeft een deelbetaling plaatsgevonden (tweede termijn). Staatsbosbeheer heeft aangegeven dat de financiering voor het bezoekerscentrum rond is en na collegebesluit kan in 2014 worden overgegaan tot afronding en verstrekken van de resterende bijdrage aan SBB. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 810 Ruimtelijke ontwikkeling Realisatie Afwijking € L 9.468 B 533 S -8.935 L 7.240 B -989 S -8.229 L -2.228 B -1.522 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 9.468 533 -8.935 7.240 -989 -8.229 -2.228 -1.522 706 980 Mutaties reserves Reserve overlopende projecten BROA € € 672 3.071 672 3.071 672 2.128 672 2.128 0 0 0 -943 0 -943 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 4.276 -5.192 1.811 -5.429 -2.228 -2.465 -237 Begroting Bestaand Beleid 9.468 7.240 S I/S 706 I I I Bij de ombouw van de begroting zijn een aantal urenramingen abusievelijk bij verkeerde programma’s opgenomen. Hierdoor zijn bij de realisatie forse afwijkingen ontstaan t.o.v. de in de begroting geraamde inzet van uren tussen producten op programma 9 (810), programma 8 (501/511/541/ 560, en programma 3 ( producten 211/212/214, 560). Dit leidt tot een fors voordeel op 810 ruimtelijke ontwikkeling, maar tot nadelen op de andere programma’s. Per saldo is het effect op de gemeentelijke exploitatie daarmee nihil. Zoals reeds gemeld bij de turap is er ook in lijn met voorgaande jaren in 2013 extra inzet aan de orde geweest voor werkzaamheden in kader van ruimtelijke ontwikkeling zoals de nota grondbeleid, uitvoeringskader, MPG en herijking van instrumentarium als de bovenwijkse bijdrage en de plankostenscan. De extra inzet ad 4.700 uur was mogelijk binnen de bestaande formatie vanwege de vraaguitval vanuit het Grondbedrijf, waarbij deze gehele vraaguitval hiervoor moest worden ingezet. Hiervan zal een deel structureel zijn. Op basis van een goede analyse over 2013 en verdergaand inzicht in de algemene dienstwerkzaamheden zullen in 2014 voorstellen worden gedaan hoe verder om te gaan met de vraaguitval Grondbedrijf in relatie tot de noodzakelijke extra algemene dienstwerkzaamheden. De budgetoverschrijding in 2013 in kader van vraaguitval is, conform besluit van de directieraad, voor € 435.000 ten laste van de bedrijfsvoeringreserve gebracht, de financiële effecten van deze onttrekking zijn verwerkt ion programma 1. 822 Volkshuisvesting/823 opbrengst omgevingsvergunningen, activiteit bouwen Prestatie Het opstellen en uitvoeren van het meerjaren woningbouwprogramma, kwantitatief (tempo maken en prioriteiten stellen) en kwalitatief (differentiatie naar huur/koop, prijs en woningtype). Afstemming met het regionale woningbouwprogramma. ● Toelichting Eind 2012 is het woningbouwprogramma vastgesteld. Binnen de lopende projecten hebben afhankelijk van de marktsituatie aanpassingen in het programma plaatsgevonden om projecten mogelijk te maken. Vaak betekende dit een beweging naar lagere prijsniveaus. 163 Prestatie Toelichting Na vaststelling van het raadskader meerjaren woningbouwprogrammering november 2012, is deze in 2013 in de Stedendriehoek afgestemd met regiogemeenten en provincie. Samen met de partners in de stad de doelen m.b.t. beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit realiseren op het gebied van wonen. ● Zorgen dat er voldoende woningen beschikbaar zijn voor studenten en starters. ● Het faciliteren van ouderen in hun woonbehoefte waarbij we zowel inzetten op zo lang mogelijk thuis kunnen wonen als tijdige doorstroming wanneer noodzakelijk, Bevordering van kwaliteit en duurzaamheid van de bestaande woningvoorraad. ● Het bijhouden en (verder) optimaliseren van het bestand voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en het meervoudig gebruik van deze registratie bevorderen. ● In 2013 kunnen alle vergunningen niet alleen digitaal worden aangevraagd maar worden ook de interne werkprocessen gedigitaliseerd. Vervolgens worden de mogelijkheden van digitale verstrekking van de vergunning en de digitale archivering onderzocht. ● ● In overleg met woningcorporaties, marktpartijen, adviesraden en wijk/dorpsraden is de conceptwoonagenda opgesteld. Hierin staan visie, ambitie, hoofdopgave en uitvoeringsagenda opgenomen m.b.t. beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit. In het voorjaar en najaar is met marktpartijen een startersmarkt georganiseerd. Er is actief contact onderhouden met marktpartijen en (potentiële) initiatiefnemers voor studentenhuisvesting. Bij de programmering in Zuidbroek is bijzondere aandacht voor de prijsklasse van starterswoningen. Bijzondere initiatieven vanuit de markt worden gefaciliteerd (bijv. Robijn, Stadsbank). Herijking van de regelingen voor het wonen in het landelijk gebied. Deze regelingen bepalen mede de mogelijkheden om via ruimtelijke regelgeving mantelzorg in de dorpen te faciliteren. Opzet van Programma Extramuralisering. Er wordt gewerkt aan diverse projecten: Kerschoten Energie Neutraal en De Energie-expeditie. Bewoners staan hierbij zelf in de spits. De gemeente faciliteert. In 2013 hebben de betrokken marktpartijen bij Kerschoten Energie Neutraal hun ontwikkelplan gepresenteerd. Daarmee komt het project van een fase van plannen maken in de fase van uitvoeren. In 2013 is het derde kookboek voor de (buiten)stad in concept gereed gekomen. Daarnaast zijn er beeldkwaliteitsplannen gekoppeld aan bestemmingsplannen vastgesteld door de raad, in het kader van actualisatie van bestemmingsplannen. Met betrekking tot zowel bijhouden als optimaliseren van de BAG zijn in 2013 veel mijlpalen gehaald. De in 2013 gerealiseerde koppeling van de basisregistraties WOZ en BAG is een zeer grote stap voor het meervoudig gebruik van de BAG. De koppeling heeft voor een grote kwaliteitsimpuls gezorgd. Daarnaast heeft de koppeling ook duidelijk gemaakt dat er nog steeds veel te verbeteren valt. Binnen de reguliere werkprocessen heeft verdere optimalisering plaatsgevonden door middel van het doorlopen van een intensief Lean-traject. Het digitaliseren van de interne werkprocessen is niet gelukt. Eerst dient in 2014 de uitrol van DMS binnen de eenheid Ruimtelijke Leefomgeving plaats te vinden, in combinatie met de vraag of koppeling daarvan met de applicatie BWT/OVX mogelijk is. Afhankelijk van de uitkomst van die vraagstelling kunnen de interne werkprocessen geheel (DMS+BWT/OVX) of gedeeltelijk (alleen DMS) worden gedigitaliseerd. De mogelijkheden van digitale verstrekking van de vergunning en de digitale 164 Prestatie Toetsing van binnengekomen aanvragen omgevingsvergunning en toezicht op de uitvoering van de afgegeven beschikking vindt plaats aan de hand van een uniform toets- en toezichtprotocol, waarin per type bouwwerk is aangegeven hoe en in welke mate met name aan de technische eisen van het Bouwbesluit wordt getoetst en de wijze waarop de controle plaatsvindt. Het Strategisch Handhavingplan maakt deel uit van het Bouwbeleidsplan, dat ook op andere onderdelen wordt herijkt. Niet alleen vinden we zo aansluiting bij de veranderende regelgeving, maar ook bij de veranderende sturingsopvattingen binnen de Ruimtelijke Ordening. ● ● Toelichting archivering zijn onderzocht en hangen sterk samen met de vraag in welke mate de interne werkprocessen kunnen worden gedigitaliseerd. De binnengekomen aanvragen zijn getoetst volgens het toetsprotocol in het bouwbeleidsplan. De verleende vergunningen zijn gecontroleerd met het toezichtsprotocol zoals opgenomen in het bouwbeleidsplan. In het kader van een omgevingsvergunning zijn in 2013 53 archeologische onderzoeken verricht. In 63% van de gevallen was geen vervolgonderzoek meer nodig. Het Strategisch Handhavingsplan wordt het eerste kwartaal van 2014 vastgesteld en hierbij is gekozen voor een wijkgerichte en preventieve aanpak. Onderdeel van deze aanpak is het versterken van de gehele ruimtelijke keten. In het bijbehorende uitvoeringsprogramma zijn de wijken en de thema’s voor 2014 opgenomen. Lopende bezuinigingstaakstellingen Versobering PTH Deze taakstelling is gerealiseerd. De bezuiniging heeft geen direct maatschappelijk effect. Bestuurlijke juridische advisering bouwzaken Deze bezuinigingstaakstelling is reeds in 2012 gerealiseerd door het schrappen van 1 fte formatie. De bezuiniging heeft geen direct maatschappelijk effect. Beleidsadviezen wonen De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten. De maatschappelijke effecten hiervan zijn niet op korte termijn te benoemen. Woningbouwprogramma De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten. De maatschappelijke effecten hiervan zijn niet op korte termijn te benoemen. Woonvoorziening De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten. De maatschappelijke effecten hiervan zijn niet op korte termijn te benoemen. Financiering woningbouw De taakstelling is gerealiseerd door middel van verlaging van uitbestedingbudgetten. De maatschappelijke effecten hiervan zijn niet op korte termijn te benoemen. 165 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 822/ Overige volkshuisvesting/bouwvergunningen 823 L B S Realisatie L B Afwijking S L B S I/S Begroting Bestaand Beleid 822 Overige volkshuisvesting 823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen € € 7.964 336 4.875 -7.628 4.875 7.543 629 2.633 -6.914 2.633 -421 0 293 -2.242 714 I/S -2.242 I/S 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 7.964 5.211 -2.753 7.543 3.262 -4.281 -421 -1.949 -1.528 980 Mutaties reserves Algemene reserve Egalisatie bouwleges Reserve overlopende projecten € € € 1.767 1.767 5.028 4.669 175 -359 175 210 33 -177 0 -5.028 210 1.767 -4.669 -142 990 Saldo van baten en lasten na bestemming € 12.992 10.055 -2.937 7.753 5.062 -2.691 -5.239 -4.993 1.767 I 359 I/S -352 I 246 822 Overige volkshuisvesting Door het niet invullen van vacatures is er minder uitgegeven aan personele kosten, dit is ingegeven door de afname van het aantal (grote) bouwplannen en de terugloop van het aantal bezoekers van het Omgevingsloket in het Stadswarenhuis. Daarnaast is er een voordeel als gevolg van het tijdelijk stopzetten van het project digitalisering werkprocessen omgevingsvergunning. Van dit project is bij de jaarrekening 2012 besloten het budget gedurende de looptijd van het project beschikbaar te blijven stellen, zodat het project voortgezet kan worden. Het restantbudget 2013 is als ROP doorgeschoven naar 2014. Het voordeel bij de baten is een gevolg van het incasseren van opgelegde dwangsommen. Vanwege het incidentele karakter van deze baten, wordt deze baat niet structureel geraamd. 823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen Zoals gemeld in de Turap betreft het nadeel volledig de opbrengst leges omgevingvergunningen, activiteit bouwen (bouwleges) en wordt veroorzaakt door een terugval van de woningbouw en van grote bouwprojecten. We constateren dat er minder vergunningen worden aangevraagd en dat verleende vergunningen niet automatisch tot start bouw leiden. Er is sprake van een grote grilligheid in de markt en het al dan niet doorgaan van een project is in deze crisistijd van tal van factoren/ spelers afhankelijk. Mutaties reserves Egalisatie bouwleges Het resultaat van lasten en baten op de bouwleges is uitgekomen op € 1.800.000 negatief, wat voor het overgrote deel is toe te rekenen aan de genoemde lagere opbrengst bouwleges. Normaliter wordt het resultaat op de leges verrekend met de egalisatiereserve bouwen, echter met de vaststelling van de MPB 2014-2017 is ingestemd met een verrekening met de Algemene Reserve in 2013. Dit om het negatieve saldo (€ 1.465.000) van de egalisatiereserve niet verder op te laten lopen. 830 Bouwgrondexploitatie Prestatie In de MPG zijn voorzieningen opgenomen die zijn verbonden met 'minder programma/ gronduitgifte voor woningen' en 'minder programma/gronduitgifte voor bedrijven'. Bij woningbouw wordt in deze periode gemiddeld 50% binnen het grondbedrijf gerealiseerd. In 2013 wordt vooralsnog uitgegaan van gronduitgifte voor de bouw van ongeveer 145* woningen. ● ● Toelichting In 2012 is de zomernota vastgesteld en zijn er projecten geschrapt, qua omvang gewijzigd en in de tijd uitgefaseerd. De genoemde verliesvoorzieningen zijn in 2012 al hiervoor ingezet. In 2013 was dit niet meer aan de orde. In 2013 is gronduitgifte voor 83 woningen gerealiseerd. Dit aantal ligt ruim lager dan de raming in het MPG 2013. De slechte situatie op de woningmarkt is hier debet aan. Bij de 2e TTR leek de uitgifte nog haalbaar maar een aantal forse 166 Prestatie * betreft raming MPG 2013 Bij bedrijfsterrein wordt gemiddeld 90% binnen het grondbedrijf gerealiseerd. In 2013 wordt gerekend met de uitgifte van in ieder geval 1,5 ha*. ● * betreft raming MPG 2013 Toelichting gronduitgiftes is om diverse redenen net over de jaargrens geschoven (afname januari-maart 2014). In 2013 is gronduitgifte voor 2,1 ha bedrijventerrein gerealiseerd. Daarmee is beter dan de raming uit het MPG 2013 gepresteerd. Een aantal verkopen buiten de reguliere bedrijventerreinen heeft hiertoe bijgedragen (o.a. Bredenoord). Grondbedrijf - algemeen De volgende tabellen laten zien hoe de gerealiseerde grondopbrengsten en productiecijfers zich verhouden tot hetgeen voor 2013 was geraamd. Tabellen 9.2, Productiecijfers totaal Grondbedrijf in 2013 Verkopen opbrengsten (x € 1.000) Begroot 2013 Woningbouwterreinen Bedrijventerreinen Kantorenterreinen Winkelterreinen Overig verkopen Totaal VoorcalVerschil tov Verschil tov Gerealiseerd culatie begroting voorcalc (1) (2) (3) (3 - 1) (3 - 2) 7.600 1.700 0 0 2.900 4.514 3.097 0 0 1.398 4.507 3.151 0 0 1.451 -3.093 1.451 0 0 -1.449 -7 54 0 0 53 12.200 9.009 9.109 -3.091 100 Verkopen woningbouw (in aantallen) Project woningbouw 1. Zuidbroek 2. Groot Zonnehoeve 3. Hobbemalaan, Orden 4. Bakershoeve, Maten 5. Overig Totaal Raming MPG 2013 77 45 11 11 1 145 Realisatie 2013 14 34 11 22 2 83 Raming MPG 2013 0,8 ha 0,0 ha 0,7 ha 0,0 ha 1,5 ha Realisatie 2013 0,3 ha 1 0,0 ha 1,2 ha 0,6 ha 2,1 ha Afwijking -63 -11 0 11 1 -62 Verkopen bedrijventerrein (in hectares) Project bedrijventerrein 1. Zuidbroek (middengebied) 2. Ecofactorij I 3. Noordoostpoort 4. Overig Totaal Afwijking -0,5 ha 0,0 ha 0,5 ha 0,6 ha 0,6 ha 1) realisatie heeft plaatsgevonden via erfpachtcontract Marktsituatie 2013 De marktsituatie was in 2013 onverminderd slecht. Zoals uit bovenstaande tabellen is op te maken is de geraamde verkoop van grond voor woningbouw fors achtergebleven (83 i.p.v. 145). Bij de 167 bedrijventerreinen is de productie gehaald (2,1 ha i.p.v. 1,5 ha) maar deze ligt fors lager dan de uitgifte in voorgaande jaren. De markt voor woningbouw lijkt zich eind 2013 te stabiliseren maar voorzichtigheid is geboden t.a.v. de prognoses voor de komende jaren. Consumentenvertrouwen en de mogelijkheden tot het verkrijgen van een hypotheek spelen daarbij een belangrijke rol. In 2014 moet blijken of het herstel daadwerkelijk doorzet. Belangrijkste besluiten 2013 - Vaststelling ontwikkelplan Kanaalzone Vlijtsepark (in exploitatie genomen). - Vaststelling gewijzigd programma Kanaalzone Pilot Zuid - Gewijzigde voortzetting Wachtkamerstatus bedrijventerrein Kieveen - Stopzetten project Ecofactorij II. De wachtkamerstatus is opgeheven maar de grond blijft vooralsnog beschikbaar. - Vorming eem verliesvoorziening kantoren van € 4,5 mln (besluit in 2014, wel effect op resultaat 2013). Hieronder is per project aangegeven wat in 2013 is gebeurd. De hierboven genoemde besluiten worden daarbij nader toegelicht. Grondbedrijf - projectniveau Woningbouw Zuidbroek In Zuidbroek was de verkoop van grond voor woningbouw zeer beperkt (14 woningen i.p.v. de geraamde 77). Een aantal grote verkopen is op het laatste moment de jaargrens overgegaan en tellen daarmee niet als productie mee in 2013. Ook bij de particuliere ontwikkeling ligt de productie lager dan verwacht en komt uit op ca 90 woningen waarvan de bouw in 2013 is gestart. In totaal zijn in Zuidbroek in 2013 114 woningen in aanbouw genomen. Ook zijn in 2013 forse stappen gezet in de realisatie van het park om daarmee het gebied voor de huidige maar ook voor toekomstige bewoners aantrekkelijk te maken. De oplevering is voorzien halverwege 2014. Groot Zonnehoeve In 2013 is een belangrijke stap gezet in de verdere realisatie van het deelgebied Zonnetuin Oost. De ontwikkelaar is gestart met de opgave om in de komende jaren ca 112 woningen in het deelgebied te realiseren. In 2013 heeft de eerste levering van grond hiervoor plaatsgevonden. Daarnaast is de kavelverkoop verder opgepakt maar de economische situatie zorgt ervoor dat de verkoop beperkt blijft (1 kavel verkocht in 2013). Ook is in Groot Zonnehoeve in 2013 gestart met de realisatie van het park. Oplevering is voorzien in de 1e helft van 2014. Door 's Heeren loo is aangegeven dat de geplande bouw van vrije sector woningen op eigen terrein geen doorgang vindt. 's Heeren loo zet nu in op de bouw van zorgwoningen. In 2014 worden de gewijzigde plannen van 's Heeren loo nader geconcretiseerd en geformaliseerd. Kanaalzone Vlijtsepark In 2013 is gewerkt aan het Ontwikkelingsplan, de grondexploitatie-begroting en de risico analyse voor het project Vlijtsepark. Rekening houdend met de forse opgave t.a.v. de exploitatie van bestaand vastgoed, de inpassing van waardevolle panden en de voorwaarde voor een sluitende grondexploitatiebegroting, is er een ontwikkelplan opgesteld dat eind 2013 door de raad is vastgesteld. Qua programma is het plan verdund en voor een deel in de tijd naar achteren geschoven. Daarbij zal de Kwekerijlocatie (woningbouw) als eerste opgepakt worden. Bij de Zwitsal ligt de nadruk vooral op het zo goed mogelijk beheren en exploiteren van de gronden en opstallen. In 2013 is veel interesse gebleken voor de huur van opstallen; een aantal opstallen is in 2013 inmiddels verhuurd (o.a. Acress en Bierbrouwerij De Vlijt). Kanaalzone Pilot zuid In 2013 is gewerkt aan een aangepast plan voor het project Pilot Zuid nadat in 2012 was gebleken dat de verkoop van woningen niet op gang kwam. Het programma is neerwaarts bijgesteld, verder in de tijd uitgefaseerd en er zijn keuzes gemaakt t.a.v. de ontwikkeling van specifieke onderdelen van het plan. 168 Dit heeft geleidt tot een nadeel voor de gezamenlijke grondexploitatiebegroting van € 1,3 mln. In september 2013 heeft de raad het aangepaste plan vastgesteld en dekking toegewezen voor het gemeentelijke aandeel (€ 0,43 mln) in het ontstane tekort. De bouw van de Passerel is in 2013 wederom opgestart en in het eerste kwartaal van 2014 zal worden gestart met bouw van de eerste woningen. Kanaaloevers Haven Centrum Gemeente en marktpartij (Ons Huis/Dura Vermeer) hebben in 2013 geen overeenstemming kunnen bereiken over een, in gevolg de gewijzigde marktomstandigheden te sluiten, nieuwe ontwikkelings- en realisatieovereenkomst; partijen zullen de samenwerking beëindigen en de lopende overeenkomst ontbinden. Inmiddels wordt er overleg met andere partijen gevoerd over de ontwikkeling van delen van het gebied. Voorts is er eind 2013 een traject gestart om te komen tot een versterkt tijdelijk gebruik van gebouwen en terreinen in het gebied. Dit geldt met name voor gebruik van het voormalige ROC/Aventus-pand aan Molenstraat-Centrum en het voormalige Bakkenesterrein aan het kanaal". PWA-zone Het programma van de PWA-zone is in 2012 bijgesteld naar 25 nog uit te geven particuliere kavels. Uit de nadere uitwerking van deze wijziging is in 2013 gebleken dat het aantal van 25 kavels te hoog is ingeschat en er ruimte is voor de uitgifte van 18 kavels. Het programma wordt daarmee met 7 kavels neerwaarts bijgesteld. Als gevolg van het in 2012 bijgestelde programma is in 2013 gestart met de verkoop van bestaande woningen die geen onderdeel meer uitmaken van de gewijzigde projectkaders. Ook zijn gesprekken gevoerd om te komen tot uitgifte van de resterende kavels. Uitgangspunt daarbij is om de kavels zoveel als mogelijk in 1 keer af te zetten. Station Zuid Het project Station Zuid kent geen te realiseren programma meer maar omvat nog wel de afhandeling van de packagedeal met het ROC. De gemeente heeft met het ROC een contract gesloten waarbij de gemeente meedeelt in de meeropbrengst van de door het ROC achtergelaten locaties. In 2013 is gewerkt aan de eindafrekening maar daarbij is gebleken dat er verschil van inzicht is op welke wijze deze moet plaatsvinden. Helaas is het ambtelijk en bestuurlijk niet gelukt eruit te komen en zal via arbitrage duidelijkheid moeten komen. Hoewel o.b.v. van ingewonnen juridisch advies dit met vertrouwen tegemoet wordt gezien, blijft de uitkomst onzeker. Overig Binnen de overige woningbouwprojecten zijn er in 2013 geen specifieke ontwikkelingen geweest. Het gaat vooral om de verkoop van resterende kavels. In 2013 hebben maar zeer beperkt verkopen plaatsgevonden. Bedrijventerreinen Noordoostpoort / Ecofactorij I / Zuidbroek bedrijven / Osseveld Oost / Apeldoorn Noord I Deze projecten zitten allen in de realisatiefase. Bij deze projecten heeft de focus in 2013 dan ook vooral gelegen op de verkoop van de beschikbare bedrijfskavels. Zoals uit de tabel hierboven blijkt, is de verkoop in 2013 beperkt geweest. Naar de toekomst toe is echter in 2013 een belangrijk contract met Hornbach gesloten voor de verkoop van 4 ha bedrijventerrein in Zuidbroek. De uitgifte hiervan is voorzien in 2016. Ecofactorij II In 2013 is verder invulling gegeven aan de wachtkamerstatus van Ecofactorij II. Op een aantal punten zijn echter obstakels gebleken waardoor uitgangspunten en aannames onder druk zijn komen te staan. Eind 2013 is de raad hierover geïnformeerd. Besloten is de wachtkamerstatus van Ecofactorij II op te heffen. Dit betekent dat het gebied geen bedrijventerrein meer wordt. De in 2012 gevormde reservering van € 4,5 mln valt daardoor grotendeels vrij. De gronden worden wel aangehouden voor het geval in de toekomst de marktsituatie fors wijzigt en de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein alsnog wenselijk maakt. 169 Kieveen In 2013 heeft de raad besloten om Kieveen niet meer als volledig project te gaan ontwikkelen. Bij gebleken interesse zal via maatwerk worden bekeken of uitgifte van een deel van het terrein mogelijk is. Vooralsnog wordt met 1 bedrijf verkend of uitgifte mogelijk is. Kantoren De ontwikkeling van kantorenlocaties heeft volledig stilgelegen. Binnen het Grondbedrijf zijn alleen nog opbrengsten voor kantorenlocaties geraamd binnen de PWA-zone, Kanaaloevers Welgelegen en de ZWpoort. In 2013 is gewerkt aan een 1e opzet van de kantorennota die eind 2013 aanleiding heeft gegeven om, vooruitlopend op deze kantorennota, al wel de raad voor te stellen een verliesvoorziening te vormen van € 4,5 mln. Dit bedrag is benodigd om het verlies op te vangen als de gemeente haar aandeel in de opbrengstpotentie van de nog te ontwikkelen kantorenlocaties schrapt. In 2014 zal duidelijk worden welke keuzes t.a.v. het kantorenprogramma worden gemaakt. Op dat moment kan de in 2013 gevormde verliesvoorziening op projectniveau worden ingezet. Winkels De Voorwaarts In 2013 zijn geen grondopbrengsten geraamd en ook niet gerealiseerd. Wel zijn in 2013 parkeerplaatsen aangelegd; zowel bij de recent opgeleverde winkelruimte zelf als aan de kant van de Zutphensestraat. De 1e winkels zijn in januari 2014 opengegaan. Het gehele winkelcentrum wordt in maart 2014 geopend. Eglantier De openbare ruimte bij de Eglantier is, m.u.v. het violierenplein, in 2013 opgeleverd. De verwachte grondverkoop voor de ontwikkeling nabij het Violierenplein (locatie Drie Ranken) is niet doorgegaan. De ontwikkeling van de omgeving van het Violierenplein is hier volledig van afhankelijk.De ontwikkelaar zal op korte termijn worden gedagvaard om alsnog tot afname van de grond over te gaan. Anklaar Met alle partijen zijn afspraken gemaakt waardoor de ontwikkeling van winkelcentrum Anklaar verder kan worden opgepakt. Er zijn geen cruciale onteigeningsprocedures meer die het project kunnen tegenhouden. Het plan is in 2013 op onderdelen aangepast (o.a. minder winkelruimte en minder woningen) en wordt nu verder uitgewerkt. Begin januari 2014 zijn inmiddels ook de contracten voor het tijdelijke winkelcentrum getekend waardoor de weg vrij is om eind 2014 te starten met de sloop van de huidige winkels en daarna de bouw van de parkeergarage en het winkelcentrum. Overig Er zijn geen grote noemenswaardige ontwikkelingen t.a.v. de overige, hierboven niet genoemde grondbedrijfprojecten. In veel gevallen gaat het om de verkoop van resterende kavels en het beheer- en de exploitatie van NIEEG gronden en opstallen. 170 Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging 830 Bouwgrondexploitatie L B 39.520 29.879 Begroting Bestaand Beleid Mutatie verliesvoorzieningen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming € 39.520 29.879 980 Mutaties reserves BROA Reserve overlopende projecten Algemene Reserve Grondbedrijf Subtotaal vóór verrekening winsten/verliezen € 7.546 € 4.545 € 150 € 39.520 42.120 Verrekenning winsten/verliezen met Alg.Res.GB 990 Saldo van baten en lasten na bestemming 1 € 3.600 1.000 Realisatie Afwijking S L B S L B S I/S 9.641 24.422 -4.666 29.088 15.098 34.545 -19.447 I 9.155 22.534 -13.379 -9.155 -22.534 13.379 I 9.641 33.577 17.868 15.709 -7.546 8.726 -4.545 400 4.545 -150 86 -2.600 33.977 31.225 -8.726 -4.145 -86 2.752 2.600 € 43.120 43.120 5.943 12.011 -6.068 0 -1.180 -400 0 0 64 5.543 10.895 1.180 -400 -64 -5.352 I I I 1.000 2.600 I 9.143 11.895 -2.752 3.600 0 33.977 31.225 2.752 1) i.v.m. een totaalbeeld en de omvang van het resultaat is de winst/verliesverrekening wél begroot, maar niet in de realisatie opgenomen Toelichting op afwijkingen Bouwgrondexploitatie 2013 Begroting Realisatie Verschil -9,6 -4,8 -10,4 -8,5 -4,1 -2,1 -39,5 -1,9 -2,1 -6,7 -8,5 -4,0 -1,2 -24,4 7,7 2,7 3,7 0,0 0,1 0,9 15,1 Verkoop woningbouwterreinen Verkoop bedrijventerreinen Verkoop overig Subsidies Overige opbrengsten Mutatie onderhanden werk+ resultaat TOTAAL OPBRENGSTEN 7,6 1,7 2,9 0,8 6,5 10,4 29,9 4,5 3,2 1,5 1,3 7,3 -22,4 -4,7 -3,1 1,5 -1,4 0,5 0,8 -32,7 -34,5 TOTAAL EXPLOITATIE -9,6 -29,1 -19,4 Bijdrage BROA Bijdrage ARG Bijdrage reserve overlopende projecten TOTAAL BIJDRAGEN RESERVES 7,5 0,2 4,5 12,2 8,7 0,1 4,5 13,4 1,2 -0,1 0,0 1,1 Storting reserve overlopende projecten STORTINGEN RESERVES 0,0 0,0 -0,4 -0,4 -0,4 -0,4 12,2 13,0 0,7 Dotatie verliesvoorziening Vrijval verliesvoorziening MUTATIE VERLIESVOORZIENINGEN 0,0 0,0 0,0 -9,2 22,5 13,4 -9,2 22,5 13,4 SALDO BOUWGRONDEXPLOITATIE* 2,6 -2,8 -5,4 Verwervingen Bouwrijp maken Woonrijp maken Rentelasten Apparaatskosten Overige kosten TOTAAL KOSTEN TOTAAL MUTATIE RESERVES * Exclusief verrekening winst/verliezen met Algemene Reserve Grondbedrijf 171 KOSTEN Verwervingen Er is € 7,7 mln minder uitgegeven aan verwervingen. Grootste oorzaken van deze afwijking betreft de niet gerealiseerde aankopen (€ 4,5 mln) in Ecofactorij II. Als gevolg van het schrappen van de wachtkamerstatus zullen deze investeringen, m.u.v. € 0,4 miljoen die nog overeind blijft voor 2014, niet meer plaatsvinden. Verder zijn er verwervingen die eind 2013 werden verwacht maar net de jaargrens overgaan. Het betreft o.a. verwervingen in de projecten Anklaar (€ 1,1 mln), Zuid West Poort Norel (€ 0,9 mln) en Kanaalzone Vlijtsepark (€ 0,9 mln). Bouwrijpmaken Er is € 2,7 mln minder uitgegeven aan bouwrijpmaken. De grootste afwijking zit bij het project Breustedt waar voor 2013 de sanering van grond was geraamd (€ 0,6 mln) maar in de tijd naar achteren is verschoven. Verder zijn er afwijkingen bij de projecten Anklaar (€ 0,5 mln: Verkoop en het bouwrijp maken van grond doorgeschoven naar 2014) en Apeldoorn Noord I (€ 0,3 mln: vertraging in uitgifte grond). De overige afwijkingen op projectniveau zijn kleiner en vooral veroorzaakt door fasering van de planning. Woonrijpmaken Er is € 3,7 mln minder uitgegeven aan woonrijpmaken. De grootste afwijking zit bij het project PWAzone waar de aanleg van een geluidsscherm voor 2013 was geraamd (€ 0,9 mln) maar doorschuift naar 2014. Daarnaast zijn er grotere afwijkingen bij de projecten De Voorwaarts (€ 0,8 mln: afrekening deel kosten parkeerplaatsen naar 2014 en deel betreft besparing op budgetten) en de Noordoostpoort (€ 0,6 mln: Eind 2013 is gebleken dat budget te hoog was geraamd, bij MPG 2014 neerwaarts bijgesteld). Apparaatskosten De apparaatskosten liggen op totaalniveau in lijn met de begroting. Wel zijn er lagere uitgaven te zien bij onder andere Zuidbroek en De Voorwaarts a.g.v. verschuiving van werkzaamheden in de tijd (in totaal ca € 0,5 mln lager). Daartegenover staat dat a.g.v. de opstart van Vlijtsepark er meer apparaatskosten zijn gemaakt dan geraamd (€ 0,2 mln) en bij Kanaalzone Pilot Zuid de gemeentelijke begroting nog ontbrak (inmiddels opgesteld) waardoor de apparaatskosten van dat project nog niet in de totale grondbedrijfbegroting waren opgenomen (€ 0,3 mln in 2013). Overige kosten De post overige kosten in de begroting betreft vooral de raming onvoorzien. Daarnaast is bij het project Anklaar € 0,6 mln geraamd als bijdrage aan de parkeergarage Anklaar. Laatstgenoemde uitgave is niet in 2013 gedaan omdat de start van de werkzaamheden ook later plaats vindt. Daarnaast worden onvoorziene kosten nooit op de post overige kosten verantwoord maar bij de kostensoort (bijv. bouwrijpmaken) die het betreft. Dit betekent dat qua realisatie de post overige kosten bijna altijd nihil is en het bedrag van de raming ook meteen de afwijking bij de jaarrekening is. De wel gerealiseerde € 1,1 mln heeft betrekking op de kosten die in 2013 zijn gemaakt het beheer en de exploitatie van panden en gronden. Deze kosten vallen weg tegen de huuropbrengsten van de panden en gronden die onder de post overige opbrengsten staan. Zowel bij de overige kosten als overige opbrengsten worden deze niet in de begroting geraamd en leiden ze per direct tot een afwijking. Vanaf 2014 zullen deze kosten en opbrengsten wel (zij het gefaseerd in de tijd) in de begrotingen worden opgenomen. OPBRENGSTEN Verkoop woningbouwterreinen De grondopbrengsten behorende bij de verkoop van woningbouwterreinen ligt fors lager dan begroot. In plaats van de geraamde verkoop van grond voor 145 woningen is er slechts voor 83 woningen grond verkocht Verkoop bedrijventerreinen De grondopbrengst behorende bij de verkoop van bedrijventerrein ligt hoger dan geraamd. Bij het complex Noord Oost Poort is 0,5 ha meer verkocht en de onder de overige opbrengsten geraamde 172 verkoop van grond aan Bredenoord (0,5 ha) is onder de verkoop bedrijventerreinen verantwoord In Zuidbroek is 0,4 ha. minder verkocht dan geraamd. Verkoop overig In 2013 is onder andere de geplande verkoop van overige gronden van 0,2 ha bij het project winkelcentrum Eglantier doorgeschoven naar 2014. Subsidies In 2013 zijn meer subsidies ontvangen dan geraamd. Dit komt doordat bij het project Vlijtsepark de eindafrekening (€ 1 mln) van de provinciale subsidie eerder heeft plaatsvinden dan was verwacht. Daarentegen is € 0,2 mln subsidie bij de Noordoostpoort die voor 2013 was begroot pas in 2014 ontvangen. Overige opbrengsten De overige opbrengsten vallen per saldo € 0,7 mln hoger uit. Dt wordt veroorzaakt doordat enerzijds de opbrengsten die behoren bij het beheer en de exploitatie van panden en gronden niet zijn begroot. Ook is als gevolg van herziene wetgeving (Besluit Begroting en Verantwoording) de opbrengst van het in erfpacht uitgegeven parkeerterrein bij de Voorwaarts in één keer als opbrengst in het complex verantwoord. Deze voordelen worden deels doordat de geraamde opbrengst van de verkoop aan Bredenoord onder de verkoop bedrijventerreinen is verantwoord. Daarnaast heeft de teruglevering van grond aan de ontwikkelaar bij de locatie Norel in de ZW-poort niet in 2013 plaatsgevonden. Mutatie onderhanden werk + resultaat Het saldo van de exploitatie van de grondbedrijfcomplexen wordt jaarlijks toegevoegd of in mindering gebracht op de voorraad. De forse afwijking van € 32,7 mln wordt met name veroorzaakt doordat de cashflow (saldo kosten en opbrengsten) ca € 13,3 mln gunstiger in 2013 is uitgevallen en daarnaast er in 2013 forse afwaarderingen hebben plaatsgevonden die niet waren geraamd. Dit komt met name door de besluitvorming rondom Ecofactorij II. Afwaarderingen (x € 1.000) Zuiderpark Kanaaloevers Veldhuis Beekbergsebroek Overige Ruwe Gronden Ecofactorij II PWA Zone Kanaalzone NIEG Zuidbroek NIEG Totaal afwaarderingen -11 -1.176 -289 -261 -19.242 -2.403 -279 -107 -23.768 MUTATIE RESERVES Bijdrage BROA Een toelichting van de belangrijkste verschillen op de BROA-projecten is hiervoor opgenomen onder het kopje BROA-projecten (wat heeft het gekost?). Bijdrage/storting overlopende projecten Het budget van € 4,5 mln dat uw raad in 2012 voor de Ecofactorij II beschikbaar heeft gesteld is conform besluitvorming in november vrijgevallen en alleen € 4 ton is nog nodig voor afwikkeling van contractuele verplichtingen. MUTATIE VERLIESVOORZIENINGEN Dotaties en onttrekkingen verliesvoorzieningen De dotatie van € 9,2 mln wordt grotendeels veroorzaakt door de vorming van een verliesvoorziening kantoren (€ 4,5 mln) en de aanpassing van de prijzen van particuliere kavels waardoor de verliesvoorziening van Groot Zonnehoeve met € 2,8 mln is opgehoogd. De afname van de verliesvoorzieningen met € 22,5 mln wordt vooral veroorzaakt door de vrijval van de verliesvoorziening van € 18,6 mln bij Ecofactorij II. 173 RESULTAAT Het uiteindelijke resultaat van het Grondbedrijf komt uit op € 2,8 mln nadelig terwijl een voordelig resultaat van € 2,6 mln was verwacht. Ten opzichte van de begroting betekent dit een nadeel van € 5,4 mln. Deze afwijking is grofweg als volgt onderbouwd (afgerond op € 0,5 mln): Vrijval reserve overlopend project Ecofactorij II Vorming verliesvoorziening kantoren Aanvulling verliesvoorzieningen (m.n. agv lagere kavelprijzen) Hogere afwaardering NIEGG (m.n. PWA-zone en Ecofactorij II) Vrijval verliesvoorzieningen (m.n. PWA-zone en Ecofactorij II) Afronding Totaal € 4,0 mln voordeel € 4,5 mln nadeel € 4,5 mln nadeel € 23,0 mln nadeel * € 22,5 mln voordeel * € 0,1 mln voordeel € 5,4 mln nadeel * Deze posten vallen grotendeels tegen elkaar weg. De vrijvallende verliesvoorzieningen worden aangewend voor de afwaardering. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het MPG 2014. Outputkengetal Realisatie 2009 Realisatie 2010 Realisatie 2011 Realisatie 2012 Doel 2013 Realisatie 2013 Woningen: Startbouw Oplevering 647 947 723 453 422 527 221 662 230 300 290 402* Aandeel sociaal Aandeel middelduur Aandeel duur 25% 24% 51% 36% 50% 13% 29% 34% 37% 60% 27% 13% 30 40 30 35 42 23 1,8 7,8 8,8 6,5 95.800 ** 92.300 ** 95.400 98.540 Bedrijven: Netto uitgegeven bedrijventerrein (ha) Werkgelegenheid: Aantal werkzame personen 1,5*** 2,1 94.000 97.000 * Dit betreft het opleveringsgetal t/m het 3e kwartaal, zoals begin van het jaar geregistreerd staat door CBS als voorlopige cijfers. Door de landelijke omschakeling in de BAG-administratie worden naar verwachting de opleveringscijfers van woningen over het 4e kwartaal in de loop van het 2e kwartaal van 2014 bekend gemaakt door CBS. ** De aantallen uit voorgaande jaren kunnen afwijken van de in de jaarrekening opgenomen aantallen. Reden hiervoor is dat de provincie deze cijfers uit voorgaande jaren jaarlijks met terugwerkende kracht actualiseert. *** Dit betreft de raming uit het MPG 2013 die in plaats is gekomen van de concept raming in de MPB 2013-2016. Resumé programmakosten Programmarekening 2013: Wat heeft het gekost? ( x € 1.000) Programma / beleidsproducten Primaire begroting 2013 (A) Baten Saldo Lasten Begroting 2013 na wijzigingen (B) Lasten Baten Rekening 2013 (C) Baten Saldo Lasten Afwijkingen 2013 (C) - (B) Baten Saldo Saldo Lasten 9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen 310 311 560 810 822 823 830 Handel en ambacht Warenmarkten Openbaar groen en openluchtrecreatie Ruimtelijke ontwikkeling Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie 1.563 0 514 11.345 7.789 0 53.269 71 355 0 533 336 4.875 50.000 -1.492 355 -514 -10.812 -7.453 4.875 -3.269 1.679 0 514 9.468 7.964 0 39.522 71 355 0 533 336 4.875 29.879 -1.608 355 -514 -8.935 -7.628 4.875 -9.643 2.135 0 600 7.240 7.543 0 33.577 558 333 19 -989 629 2.633 17.868 -1.577 333 -581 -8.229 -6.914 2.633 -15.709 456 0 86 -2.228 -421 0 -5.945 487 -22 19 -1.522 293 -2.242 -12.011 31 -22 -67 706 714 -2.242 -6.066 Resultaat programma 9 vòòr bestemming Bestemming programma 9 via functie 980 74.480 5.028 56.170 13.556 -18.310 8.528 59.146 8.628 36.049 21.944 -23.097 13.316 51.096 610 21.052 18.073 -30.044 17.463 -8.056 -8.018 -14.997 -3.871 -6.947 4.147 Resultaat programma 9 na bestemming 79.508 69.726 -9.782 67.774 57.993 -9.781 51.706 39.125 -12.581 -16.074 -18.868 -2.800 174 6 Paragrafen Jaarverslag 2013 Gemeente Apeldoorn 175 176 6.1 Paragraaf Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan hoe solide de financiële positie van de gemeente is. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de weerstandscapaciteit af te zetten tegen de omvang van de risico’s. De gemeente heeft een financiële buffer nodig als zich een financiële tegenvaller voordoet. Risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn de risico’s die niet op een andere manier zijn te ondervangen. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de algemene reserve, maar ook om de nog niet benutte belastingcapaciteit (mogelijkheden om de gemeentelijke belastingen te verhogen). Het mag duidelijk zijn, dat macro- economische omstandigheden invloed hebben op de financiële positie en het weerstandsvermogen van de gemeente Apeldoorn. De recessie van de laatste jaren hebben geleid tot bijstelling van ons beleid en omvangrijke bezuinigingen. Door het negatief resultaat van het grondbedrijf in 2011 hebben we vanaf 2012 een negatieve weerstandscapaciteit. Op basis van de MPB 2013-2017 zou deze uitkomen op € 32,4 miljoen negatief eind 2013. Op basis van deze jaarrekening wordt de weerstandscapaciteit € 24 miljoen negatief. Dit is een verbetering ten opzicht van de MPB 2014-2017, die in november 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. Onze risico’s ramen wij op € 12,4 miljoen waarvan € 2,6 miljoen structureel. De 0. 1. 2. 3. paragraaf ‘Weerstandsvermogen’ bevat: een korte toelichting op de economische ontwikkelingen een inventarisatie van de risico’s; een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s 6.1.0 Macro-economische ontwikkelingen Macro-economische ontwikkelingen hebben veel invloed op onze financiën. De ontwikkelingen zijn onzeker en de invloed op onze financiën is aanzienlijk, maar niet direct te kwantificeren. Een aantal van de risico’s zoals genoemd in paragraaf 4.1.1.2 hangt nauw met deze ontwikkelingen samen, zoals de risico’s van het grondbedrijf, van de Wet Werk en Bijstand, financieringsrisico’s en de omvang het gemeentefonds. Sinds 2008 is de wereldeconomie in slecht weer terecht gekomen. Ook de Nederlandse economie raakte daardoor in een recessie. Na een licht herstel in 2010 is in de loop van 2011 de economie weer gekrompen. Bij het opstellen van de MPB 2013- 2017 voorspelde het Cultureel Planbureau (CPB) een voorzichtig herstel, met een gemiddelde groei van 1,5% per jaar.6 In 2014 zou onze economie dan weer op het niveau zijn van 2008. De prognose was, dat in 2013 de werkloosheid zou oplopen naar 6% van de beroepsbevolking en zou uitkomen op ca 535.000. De gemiddelde koopkracht zou in 2013 met 0,75% dalen. De inflatie zou in 2013 uitkomen op 2 %. In de loop van 2013 heeft het CPB deze cijfers moeten bijstellen. Het economisch herstel is achtergebleven bij het herstel van de landen om ons heen en is ook geringer dan volgens de prognoses uit 2012. De economie is in 2013 met 1% gekrompen. De werkloosheid is opgelopen naar 6,75% van de beroepsbevolking. De koopkracht is met 1% gedaald en de inflatie over 2013 komt uit op 2,5%.7 Dit heeft geleid tot extra bezuinigingen van het rijk met ingang van 2014, die ook effect hebben gehad op onze algemene uitkering en MPB 2014-2017. Voor de langere termijn is het CPB optimistischer. De laatste ramingen van het CPB geven aan dat het economisch herstel vanaf 2015 zal doorzetten. 6 Bron: CPB Policy Brief 2012/01, juniraming 2012 7 Bron: CPB, Decemberraming 2013, economische vooruitzichten 2014, 17 december 2013 177 Grafiek: Economische groei in Nederland 2008-2014 Bron: CPB, december 2013 6.1.1 Inventarisatie van de risico’s De risico-inventarisatie beoogt de risico’s die op het moment van aanbieden van deze begroting bekend zijn, te benoemen en toe te lichten. Onder een risico verstaan wij het gevaar voor schade of verlies door interne of externe omstandigheden, waarvoor geen of onvoldoende voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis zijn voor de financiële positie van de gemeente. Voor zover risico’s als concrete toekomstige financiële verplichtingen te kwantificeren zijn, zijn daarvoor voorzieningen gevormd respectievelijk in de MPB bedragen opgenomen. 6.1.1.1 Overzicht Risico’s Op de volgende pagina’s ziet u het overzicht van alle in deze paragraaf toegelichte risico’s. De risico’s zijn ingedeeld per begrotingsprogramma. Bij ieder risico is aangegeven wat het risicoprofiel is, wat de status is ten opzichte van MPB 2013-2017 en of het financiële effect incidenteel of structureel is. 178 Nr. Risico Bandbreedte € 1.000 min Effect Incidenteel/ Structureel I/S Profiel Hoog/ Midden/ Laag Status t.o.v. MPB 20132017 max Maatregel Vermijden/ Verminderen/ Verzekeren/ Accepteren Programma 1 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën 1 Aansprakelijkheid Accepteren 2 - Eigen risico WA verzekering - Schade op eigendommen Planschade 0 0 0 50 250 100 I I I Midden Midden Midden Ongewijzigd Ongewijzigd Ongewijzigd 3 Verleende rechtstreekse garanties 0 9.000 I Laag Gewijzigd Zie par. financiering 4 Kredietrisico’s op beleggingen 0 420 I Laag Gewijzigd Zie par. financiering 5 Renterisico’s 0 550 S Midden Ongewijzigd 6 Deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen 7 Bij deelnemingen bestaat de kans op insolventie Bij gemeenschappelijke regelingen een negatief resultaat Algemene uitkering Gemeentefonds 8 Rijksbezuinigingen na 2013 Aantal bijstandsontvangers WWB Aantal leerlingen SO en VO Suppletie uitkering OZB en beperking politieke ambtsdragers Beperking politieke ambtsdragers Herijking ca. gemeentefonds Decentralisatie AWBZ Werkgeversaandeel pensioenpremie 9 Werkloosheidsuitkering bij contractbeëindiging Vermijden Zie par. financiering Verminderen 0 0 1.725 200 I I Midden Laag Ongewijzigd Nieuw 0 0 250 0 500 675 S S S Laag Laag Midden 0 1.000 S Hoog 0 400 S Midden Gewijzigd Ongewijzigd Ongewijzigd Vervallen Vervallen Gewijzigd Vervallen Ongewijzigd Accepteren 0 2.000 I Midden Nieuw Accepteren 0 370 S Midden Nieuw Verminderen Accepteren Programma 2 Veiligheid 10 Toezicht 11 BTW project Aruba ivm overgang BRW naar VNOG Vervallen 12 BTW compensatie brandweertaken Vervallen Programma 3 Openbare ruimte 13 14 Achterstand onderhoud wegen Nieuw Verminderen asfaltwegen 0 2.400 I elementverhardingen 0 6.700 I Laag Laag risicowegen 0 7.200 I Hoog Reserve grafrechten/ exploitatie begraafplaatsen (vanaf 2015) 0 117 S Midden Nieuw Verminderen 0 5.000 S Midden Nieuw Vermijden 0 0 1.000 3.800 250 I S I Hoog Hoog Laag Gewijzigd Accepteren Ongewijzigd Accepteren Programma 5 Jeugd en Onderwijs 15 Decentralisatie van de Jeugdzorg Programma 6 Werk, inkomen en arbeidsmarkt 16 17 WWB inkomensdeel 2014 WWB inkomensdeel (vanaf 2015) Kwijtscheldingsregeling Programma 7 Zorg en welzijn 18 19 WMO huishoudelijke verzorging en individuele verstrekkingen en inning eigen bijdrage Hervorming langdurige zorg Vervallen p.m. 179 S Hoog Nieuw Nog te bepalen Nr. Risico Bandbreedte € 1.000 min Effect Incidenteel/ Structureel I/S Profiel Hoog/ Midden/ Laag Status t.o.v. MPB 20132017 Maatregel Vermijden/ Verminderen/ Verzekeren/ Accepteren Verminderen Verminderen Verminderen Accepteren max Programma 9 Ruimtelijke ontwikkelingen, economie en wonen 20 21 22 28 29 30 Risico’s grondbedrijf Contractuele verplichtingen woningbouw buiten Grondbedrijf Omnisportcentrum: investeringen Idem: onderhoudsvoorziening Omnizorgcentrum: arbitrage hoofdaannemer Sporthal Zuiderpark, renovatie Overige accommodaties Transferium Barnewinkel Niet realiseren vastgoedtaakstelling - verkopen - beheer/ uitbating Afwaardering vastgoed - Vastgoed vastgoedbedrijf - Onderwijshuisvesting Terughalen eigenarenonderhoud Orpheus, CODA en Omnisport Bekostiging onderhoud Accrespanden Leges omgevingsvergunning (vanaf 2015) 31 32 33 Leegstand Verhuurderheffing Vennootchapsbelasting 23 24 25 26 27 Risico’s Algemene dienst Totaal risico’s Hoog Structureel Totaal risico’s Hoog Incidenteel 5.300 pm 500 250 5.300 pm 1.000 250 I I I S Hoog Laag Hoog Gewijzigd Ongewijzigd Gewijzigd 0 pm 2.000 pm I Midden Vervallen Gewijzigd Verminderen Vervallen Gewijzigd 0 0 1000 700 S S Hoog Hoog Verminderen Verminderen 0 0 0 0 0 20.000 1.500 250 250 pm I I S I S Midden Hoog Hoog Midden Laag Nieuw Nieuw Nieuw Verminderen Verminderen Verminderen Accepteren Verminderen 0 125 pm 500 200 pm S S S Hoog Hoog Hoog Nieuw Nieuw Nieuw Verminderen verminderen Verminderen 375 5.800 7.950 16.000 S I S Nieuw Totaal risico’s Midden Structureel 250 7.112 Totaal risico’s Midden Incidenteel 0 26.375 I Totaal risico’s Laag Structureel 0 500 S Totaal risico’s Laag Incidenteel 0 18.970 I Hieronder worden de risico’s toegelicht. Hoewel wij richting burgers, bedrijven en instellingen streven naar een zo groot mogelijk inzicht in onze risicopositie spreekt het voor zich, dat wij in algemene zin behoedzaam blijven omgaan met informatie over kwesties, die nog onder de rechter zijn. 6.1.1.2 Toelichting per risico (bedragen in tabellen x 1.000) 1. Aansprakelijkheid De laatste jaren worden gemeenten steeds vaker aangesproken voor schade, die door hun toedoen aan derden is veroorzaakt. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te geven. Gemeenten worden sinds de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek geconfronteerd met risico- in plaats van schuldaansprakelijkheid, waarbij de omgekeerde bewijslast is ontstaan. Ook heeft de Algemene Wet Bestuursrecht grotere verantwoordelijkheden bij gemeenten gelegd. Als een gemeentelijk besluit door een rechtscollege wordt vernietigd zijn wij aansprakelijk indien hieruit voor de reclamant schade voortvloeit. Uiteraard zijn wij voor wettelijke aansprakelijkheid verzekerd, maar wij dragen daarbij wel een eigen risico. Dit eigen risico is gemaximeerd en bedraagt € 12.500 per gebeurtenis. Er kunnen zich meerdere gebeurtenissen per jaar voordoen. Voor het risico gaan we uit van 4 gebeurtenissen per jaar. De gemeente heeft voor schade aan haar (on)roerende zaken (inventaris en opstallen) een brand- en stormverzekering. Het eigen risico bij schade bedraagt per verzekeringsjaar € 2.500 per gebeurtenis en maximaal € 350.000 per gebeurtenis. Budgettair houden we rekening met eigen risico ad € 250.000. Risico Wettelijke aansprakelijkheid Schade op eigendommen Bedrag of bandbreedte 0 - € 50 risicoprofiel Midden 0 - € 250 Midden 180 2 Planschade Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de verplichting tot actualisatie van bestemmingsplannen opgenomen met sancties. Is het plan ouder dan 10 jaar, dan kunnen er geen bouwleges meer worden geheven. Hoewel de actualisatie meestal een bestendiging van de bestaande situatie betreft, valt het risico van planschades niet helemaal uit te sluiten. Verder zullen schadeclaims vooral voortvloeien uit (her)ontwikkelings- en uitleggebieden. Voor het risicoprofiel houdt dit in dat het vooral betrekking heeft op de actualisering (en actueel houden) van de bestemmingsplannen / beheersverordeningen en de initiatieven die vanuit een actieve grondpolitiek plaatsvinden. De planschaderisico’s hiervan zullen voor het overgrote deel afgedekt worden op grond van artikel 6.4a WRO door middel van overeenkomsten met initiatiefnemers. Als sprake is van ontwikkeling met grondexploitatie, worden de kosten van planschade uit de grondexploitatie gedekt. Risico Planschade Bedrag of bandbreedte 0 - € 100 risicoprofiel Midden 3 Verleende rechtstreekse garanties en verstrekte leningen In de Paragraaf Financiering (paragraaf 7.3 ) wordt ingegaan op financieringsrisico’s, waaronder garantieverlening. De garantieverlening ter bevordering van het eigen woningbezit is sinds 1 januari 1995 ondergebracht bij de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), beter bekend als de NHG. Rijk en Gemeenten hebben hierbij een achtervangfunctie. Voor gemeenten gaat het om verplichtingen aangegaan voor 1 januari 2011. Daarnaast hebben Rijk en Gemeenten een achtervang bij stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Bij dreigende liquiditeitstekorten kan het WSW een beroep doen op achtergestelde renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). Dit risicobedrag voor onze gemeente is per 31 december 2013 € 462,3 miljoen. De kans dat een claim bij de gemeente terecht komt is, gelet op de omvang van het fonds, zo gering, dat hiervoor geen bedrag in het weerstandsvermogen opgenomen hoeft te worden. Ook staat de gemeente rechtstreeks garant voor bepaalde leningen, zoals de lening aan de stichting Wereld Natuurhuis. De totale omvang van het bedrag, waarvoor de gemeente rechtstreeks garant staat, is bijna € 9 miljoen. De risico’s op de rechtstreeks verstrekte leningen zijn voldoende ondervangen bij kredietrisico’s op beleggingen. Risico Verleende rechtstreekse garanties en leningen Bedrag of bandbreedte 0 - € 9.000 Risicoprofiel Laag 4 Kredietrisico’s op beleggingen In de Paragraaf Financiering worden de beleggingen en de daar aan verbonden kredietrisico’s genoemd. Zowel bij de ‘Financiële Instellingen’ als de ‘Overige Instellingen’ schatten wij het risico als laag in, te weten 1% van het uitstaande bedrag. Voor de andere posten zien wij zodanig geringe risico’s dat we daar geen rekening mee houden. Risico Kredietrisico’s op beleggingen Bedrag of bandbreedte 0 - € 420 Risicoprofiel Laag 5 Renterisico’s In de Paragraaf Financiering wordt verder ingegaan op renterisico’s bij financiering. Wij schatten dit risico voor zowel de korte als lange rente op 0,5%, waarbij we er vanuit gaan dat we gemiddeld ca € 40 miljoen kort lenen en dat er voor lang geld een additionele financieringsbehoefte is van € 70 miljoen. Risico Renterisico Bedrag of bandbreedte 0 - € 550 181 Risicoprofiel Midden 6 Deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen. In de paragraaf Verbonden Partijen wordt uitgebreid ingegaan op partijen waarin wij een bestuurlijk en financieel belang hebben. Dit betreft een groot aantal instellingen en vennootschappen, die zeer verschillend van aard zijn. Maar wel allen als kenmerk hebben, dat zij op enige afstand van college en raad functioneren. Uiteraard kennen de verbonden partijen elk hun eigen risico’s. De gemeenschappelijke regelingen melden deze in hun (verplichte) risicoparagraaf. De GR’s hebben ook een zeker eigen vermogen om risico’s op te vangen. Voor de GGD geldt dat deze gemeenschappelijke regeling haar weerstandsvermogen nagenoeg op peil heeft, maar dat een deel van het weerstandsvermogen bij de gemeenten zit. Het gaat om 50% van het weerstandsvermogen dat nodig is voor de basisproducten van de GGD. Het Apeldoornse aandeel daarin is circa € 55.000. Voor de volledigheid wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen, onderdeel gemeenschappelijke regelingen. Het risico van de GR’s schatten we vooralsnog op maximaal € 200.000 met een laag risicoprofiel. Hierbij hebben we nog geen rekening gehouden met het risico voor Feluagroep en de gemeente voortvloeiend uit gewijzigd rijksbeleid t.a.v. de WSW. Hierover zal in 2014 meer duidelijkheid komen. Formeel bedraagt ons risico in vennootschappen niet meer dan de waarde van onze aandelen. In de praktijk liggen de belangen uiteraard zodanig, dat bij financieel zwaar weer de gemeente ook bestuurlijk zal worden aangesproken om bij te dragen in mogelijke oplossingen voor deze rechtspersonen. Dit laatste geldt ook voor de gemeenschappelijke regelingen, waar de inwonerbijdrage vaak de belangrijkste inkomstenbron van de verbonden partij is. Bij de vennootschappen streven wij er naar, dat hun eigen vermogenspositie een solide omvang kent, waardoor een bedrijf in eerste instantie in staat is financiële tegenvallers zelf op te vangen. Dit lukt niet altijd, zoals vorig jaar bijvoorbeeld gebleken is in het geval van BV Parkeergarage Orpheus. Voor wat betreft de privaat- publieke samenwerking in diverse BV en CV constructies zijn statutair de zeggenschap en de winst- en verliesdeling geregeld. Risico Bij deelnemingen bestaat de kans op insolventie Bij gemeenschappelijke regelingen een eventueel negatief resultaat Bedrag of bandbreedte € 0 - € 1.725 € 0 - € 200 Risicoprofiel Midden Laag 7 Algemene uitkering Gemeentefonds a. mogelijke rijksbezuinigingen na 2013 De omvang van het gemeentefonds is gekoppeld aan een deel van de rijksuitgaven. Als deze wijzigen dan verandert ook het gemeentefonds en de algemene uitkering. De ombuigingsmaatregelen van het huidige regeerakkoord van VVD/PvdA die van invloed zijn op het gemeentefonds zijn door ons verwerkt in de MPB 2014-2017. In deze MPB hebben wij tevens geanticipeerd op nieuwe bezuinigingsmaatregelen van het kabinet, die nodig zijn om in 2014 het tekort op de rijksbegroting conform EU rechtlijnen terug te dringen tot maximaal 3%. Wij hebben daarom vanaf 2014 rekening gehouden met een aanvullend nadeel van € 3 miljoen. Hier hebben wij vanaf 2015 dekking tot € 2 miljoen uit vrijvallende BTWcompensatie tegenover gezet. De septembercirculaire en het Najaarsakkoord 2013 tussen kabinet en Tweede Kamerfracties leiden nog tot een extra nadeel van ca. € 1 miljoen. Dit zullen wij betrekken bij de MPB 2015-2018. Het risico van nieuwe ombuigingsmaatregelen door het Rijk is er altijd, maar op dit moment veel minder concreet dan de afgelopen jaren. b. aantallen bijstandsontvangers De maatstaf bijstandsontvangers is een zwaar meetellende parameter in het gemeentefonds. Per bijstandscliënt ontvangen wij ca. € 4.500 ter dekking van onze uitvoeringskosten en het minimabeleid. Overigens is dit onderdeel zowel een positief risico als een negatief risico. Op het moment dat de instroom van bijstandsontvangers bij ons groter is dan het gemiddelde van alle andere gemeenten, dan 182 zal het effect daarvan op onze algemene uitkering positief zijn. Dit was in 2013 o.b.v. het aantal bijstandscliënten 2012 het geval. Uiteraard staan daar dan fors hogere bijstandsuitgaven tegenover, omdat de rijksvergoeding voor het inkomensdeel WWB tekort zal schieten. Dat nadelige effect was in 2013 beduidend groter dan de hogere vergoeding voor uitvoeringskosten in het gemeentefonds. c. onderwijshuisvesting en leerlingenaantallen De inkomsten uit het Gemeentefonds ter dekking van de kosten van onderwijshuisvesting zullen de komende jaren naar verwachting dalen. Dit als gevolg van een daling van het totale aantal leerlingen binnen gemeente Apeldoorn met 3% - 5% in de komende 5 jaar. Dit wordt onder andere aangegeven door de leerlingenprognoses. Daarnaast bestaat het risico van afname van het aantal leerlingen binnen het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs door de invoering van passend onderwijs. Naar verwachting gaat het hier om een verlies aan inkomsten voor minimaal 250 leerlingen. De grootste daling wordt daarbij verwacht binnen het Cluster 4-onderwijs waarvoor een relatief hoge vergoeding aan de orde is. De effecten van deze daling zullen zichtbaar worden in 2014 en volgende jaren. Wij schatten het risico van de daling van de uitkering in het gemeentefonds voor onderwijshuisvesting, als gevolg van een daling van het aantal leerlingen in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs, in op maximaal € 675.000 d. suppletie uitkering OZB In 2005 is het gebruikersdeel van de OZB voor woningen afgeschaft. Hiervoor zijn gemeenten via het gemeentefonds gecompenseerd. Apeldoorn was in dit geval een nadeelgemeente en ontvangt een aflopende suppletievergoeding. Die wordt betaald door de voordeelgemeenten, die hierdoor langer op hun voordeel moeten wachten. Na de nodige discussie tussen kabinet en VNG is in het najaar van 2013 afgesproken dat de suppletievergoeding van de voordeelgemeenten vanaf 2014 in 5 jaar zal worden afgebouwd ten gunste van de nadeelgemeenten. Deze afbouw zullen wij in de MPB 2015-2018 verwerken. Daarmee kan dit risico vervallen. e. Beperking politieke ambtsdragers Dit risico is vervallen, omdat in het regeerakkoord van VVD/PvdA is opgenomen dat terugbrengen van het aantal politieke ambtsdragers op dit moment niet aan de orde is. f. herijking Gemeentefonds incl. effecten wet BAG De uitkomst voor Apeldoorn van de integrale herijking van het Gemeentefonds wordt pas in de loop van 2014 duidelijk. Hierdoor blijven wij rekening houden met een risico van € 1 miljoen. g. decentralisatie AWBZ, maatschappelijke opvang Apeldoorn is op het niveau van de Regio Stedendriehoek centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang. De verdeelsystematiek van de rijksvergoeding is de laatste jaren fundamenteel aangepast, waarbij met een overgangsperiode een overstap is gemaakt van een historisch naar een objectief verdeelmodel. Dit had aanzienlijke herverdeeleffecten tot gevolg, waaronder een verschuiving van een aantal centrumgemeenten naar de G4. Onze rijksvergoeding is hierdoor de afgelopen jaren gedaald van € 6 miljoen naar € 3,5 miljoen. Begin 2014 heeft het kabinet de centrumgemeenten geïnformeerd de overgangsperiode per 2015 te willen beëindigen, waarbij Apeldoorn nog een bedrag van ruim € 600.000 van de huidige vergoeding moet inleveren. Vervolgens wordt het landelijk beschikbare budget voor maatschappelijke opvang opgenomen in de budgetten die gemoeid zijn met de hervorming van de langdurige zorg en de decentralisatie van een aantal AWBZ taken naar de gemeente. De financiële gevolgen daarvan blijven eerst onzeker. Wel zullen wij in de MPB 2015-2018 rekening houden met de korting van ruim € 600.000. Hierdoor kan dit risico na deze jaarrekening vervallen. Risico Rijksbezuinigingen na 2013 Bijstandsontvangers Leerlingen SO en VO Suppletie uitkering OZB Bedrag of bandbreedte €0 € 0 - € 500 € 250 - € 675 183 Risicoprofiel Laag Laag Midden Vervallen Beperking politieke ambtsdragers Herijking ca. Gemeentefonds € 0 - € 1.000 Decentralisatie AWBZ, Maatschappelijke opvang Vervallen Hoog Vervallen 8 Werkgeversaandeel pensioenpremie. In 2013 zijn de ziektekosten- en pensioenpremies fors gestegen. Deze stijging is 2% hoger dan voorzien. Dit nadeel wordt volledig gecompenseerd door een voordeel op de personeels- en bedrijfsvoeringbudgetten. Dit is conform de melding in de bestuursrapportage. Risico Werkgeversaandeel pensioenpremie Bedrag of bandbreedte € 0 - € 400 Risicoprofiel Midden 9. Werkloosheidsuitkering bij contractbeëindiging De gemeente Apeldoorn heeft met een aantal regiogemeenten een overeenkomst voor de uitvoering van de front- en backoffice voor sociale zaken. Deze contracten vertegenwoordigen een waarde van ca. € 3,1 miljoen en voor de uitvoering worden ca. 30 á 35 medewerkers ingezet. Dat contracten (met een periode van 5 jaar) verlengd worden is niet meer vanzelfsprekend. De economische situatie is voor regiogemeenten aanleiding om de uitvoeringscontracten (of onderdelen daaruit) te heroverwegen. Deze heroverweging heeft recentelijk al tot contract- aanpassingen geleid. Aangezien Apeldoorn eigen risicodrager is, wordt de gemeente bij beëindiging geconfronteerd met werkloosheidsuitkeringen. Wij hadden in voorgaande jaren een voorziening voor deze werkloosheidsuitkeringen getroffen. Omdat het risicoprofiel van een aantal contracten is gewijzigd, is deze voorziening in 2012 vrijgevallen. Het risico blijft echter in toekomstige jaren wel bestaan. Risico Werkloosheidsuitkering bij contractbeëindiging Bedrag of bandbreedte 0 - € 2.000 risicoprofiel Midden 10. Toezicht: Vergoeding procesverbalen De gemeente Apeldoorn ontvangt van het ministerie Veiligheid & Justitie een vergoeding voor de procesverbalen (pv-vergoeding) van € 25 of € 40 per geconstateerde overtreding. De rest van de door het CJIB geïncasseerde verbalen vloeien in de Rijkskas. Het ministerie van V&J heeft de vergoedingsregeling aangepast en voorzien van een landelijk bestedingsplafond. De mogelijkheid bestaat dat het aan de gemeente uitgekeerde bedrag daardoor lager is dan de rekensom aantal x vergoedingsbedrag zou doen vermoeden. Overigens blijft de vergoeding afhankelijk van het aantal uitgeschreven procesverbalen. Afhankelijk van de mate van naleefgedrag en door het bestuur gestelde prioriteiten qua werkzaamheden kan het aantal procesverbalen fluctueren. Overigens is het opmerkelijk dat de Minister van V&J de bonnenquota van de politie heeft afgeschaft, maar de gemeente hiervoor wel een opbrengst in de begroting raamt. Risico Toezicht: Vergoeding procesverbalen Bedrag of bandbreedte 0 - € 370 risicoprofiel Midden 11. Aruba/ Post Zuid, BTW i.v.m. overgang brandweer naar VNOG Eind 2013 is het brandweerdeel binnen Werkgebouw Zuid als appartementsrecht verkocht aan de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland. De belastinginspecteur heeft met de afspraken hierover ingestemd. Door deze overdracht hoeft er geen terugbetaling van de gecompenseerde BTW plaats te vinden en is het risico komen te vervallen. 184 Risico BTW Aruba/Post Zuid Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel Vervallen 12 BTWcompensatie Brandweertaken In 2011 is de Brandweer ontvlochten en overgegaan naar cluster Epe, Voorst, Apeldoorn (EVA) van de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG). Met ingang van 2014 is de VNOG ook wat betreft brandweertaken vrijgesteld van BTW. De BTW-kosten kunnen dan niet meer via het BTWcompensatiefonds worden gedeclareerd. In 2013 is bekend geworden, dat de VNOG via de brede doeluitkering van het rijk (BDUR) gecompenseerd gaat worden. Het bestuur van de VNOG heeft daarop besloten om deze compensatie door te betalen aan de deelnemende gemeenten. Zoals gemeld in de MPB 2014-2017 is het risico daarmee vervallen. Risico BTW Brandweertaken Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel Vervallen 13. Achterstand onderhoud wegen B&O Onze gemeente loopt een groot risico op achterstallig onderhoud van onze wegen. In de beoordeling van de MPB 2013-2016 heeft de provincie de achterstand van het wegenonderhoud genoemd als een van de aandachtspunten om onze gemeente onder preventief toezicht te plaatsen. In 2013 hebben wij een herstelplan voor de wegen opgesteld. Uit het herstelplan bleek, dat wij jaarlijks gemiddeld € 1,1 miljoen extra nodig hebben voor regulier wegenonderhoud. Uw raad heeft met het herstelplan ingestemd. In het herstelplan wordt ook ingegaan op de achterstand in het wegenonderhoud. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in asfaltverhardingen en elementverhardingen (o.a. klinkers en trottoirtegels). Om de risico’s door achterstallig onderhoud te beperken is voorgesteld om de komende jaren prioriteit te geven aan het onderhoud van de asfaltwegen. Wat betreft elementverhardingen zullen we het onderhoud toespitsen op fietspaden en trottoirs en deze tenminste zo onderhouden dat ze veilig zijn. Anders is dit voor de zogenaamde risicowegen. Dit zijn asfaltwegen, die al jarenlang met lapwerk berijdbaar gehouden worden. Deze wegen verouderen sneller dan gemiddeld en moeten op enig moment vernieuwd worden. Er is een risico op kapitaalvernietiging. Als het gaat om hoofdwegen en fietspaden in de hoofdfietsstructuur zal zowel de schade als het veelvuldig repareren leiden tot veiligheidsrisico’s en tot doorstromingsproblemen. In februari 2014 is door de provincie Gelderland € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor projecten in Apeldoorn voor de periode tot 2017. Daarvan wordt € 5 miljoen ingezet voor het onderhoud van de risicowegen. Het risico van deze wegen dat op basis van de inspectie 2013 berekend was op € 12,2 miljoen is daarom neerwaarts bijgesteld tot 7,2 miljoen, maar wordt nog steeds als hoog ingeschat. Risico asfaltwegen elementverhardingen risicowegen Bedrag of bandbreedte € 0 - € 2.400 € 0 - € 6.700 € 0 - € 7.200 Risicoprofiel laag laag hoog 14. Grafrechten, exploitatie begraafplaatsen Door de afname van het aantal begrafenissen is de exploitatie van onze begraafplaatsen niet meer kostendekkend. In 2013 is het tekort met € 117.000 opgelopen. Eind 2013 is het tekort in de reserve € 229.000 negatief. Uw raad heeft in de MPB 2014-2017 behandeling besloten om eenmalig € 350.000 in de reserve te storten. Daarmee is het risico in 2014 afgedekt. Voor de zomer van 2014 zullen wij met voorstellen komen voor verbetering van het beheer en de exploitatie. Er is een risico, dat de exploitatie niet sluitend blijft. Het risico schatten we in op het tekort in 2013. Risico Grafrechten, exploitatie begraafplaatsen Bedrag of bandbreedte 0 – 117 185 Risicoprofiel Midden 15. Decentralisatie van de jeugdzorg Per 1 januari 2015 zal de gemeente verantwoordelijk worden voor (grote delen van) de jeugdzorg. De kaders waarbinnen wij werken zijn onder andere geduid in het Regionaal Transitieplan Jeugd (continuering zorg). De wetgeving moet op dit moment (januari 2014) nog door de eerste kamer worden vastgesteld. Het traject tot 1 januari 2015 is kort. Het gaat om een transformatie (vernieuwing) en en transitie (overheveling) van de jeugdzorg die op dit moment door de provincie wordt uitgevoerd naar de gemeente. In financiële zin is ons in de decembercirculaire een 95% budgetgarantie van 39,5 miljoen euro toegezegd. De decentralisatie van de Jeugdzorg gaat gepaard met bezuinigingen door het rijk (5% in 2015, 5% in 2016 en 5% in 2017). Op dit moment (januari 2014) hebben we nog onvoldoende zicht op de werkelijke kosten van de gedecentraliseerde jeugdzorg per 2015. Risico Decentralisatie van de jeugdzorg Bedrag of bandbreedte € 0 - € 5.000 Risicoprofiel Midden 16. Wet werk en bijstand, inkomensdeel (BUIG) In 2013 nam als gevolg van de economische crisis de werkloosheid, evenals voorgaande jaren, sterk toe en daarmee het beroep op de gemeentelijke inkomensregelingen: WWB, IOAW, IOAZ en BBZ (BUIG). Er is vooralsnog geen reden om aan te nemen dat het economische beeld in 2014 sterk zal veranderen. Hoe het zal gaan in 2015 en verdere jaren is moeilijk te voorspellen. Uitgaande van een pessimistisch, maar op basis van de huidige ontwikkelingen reëel, beeld moet rekening gehouden worden met tekorten op de landelijke vergoeding: het zogenaamde BUIG-budget. Het BUIG-budget vormt als het ware de landelijke koek, die via een objectief stelsel van variabelen (objectief verdeelmodel) verdeeld wordt over de gemeenten. Landelijk bedraagt dit BUIG-budget ca. € 5,7 miljard in 2013 en ca. € 6,2 miljard in 2014. Apeldoorn komt op basis van het objectieve verdeelmodel in aanmerking voor ongeveer 0,8% van dit budget. Wanneer een gemeente niet uitkomt met dit budget komt het tekort primair ten laste van de gemeente. Wel kan een gemeente een beroep doen op een tweetal regelingen: de Meerjarige aanvullende uitkering (MAU) en de Incidenteel aanvullende uitkering (IAU). Bij de MAU gaat het erom of er sprake is van een aanwijsbare tekortkoming in het objectieve verdeelmodel. Apeldoorn heeft voor 2013 en volgende jaren een beroep gedaan op de MAU. Dit verzoek is onlangs afgewezen. Men heeft geen significante afwijking geconstateerd in het verdeelmodel waarmee Apeldoorn benadeeld zou worden. Een dergelijke afwijzing lag in de lijn der verwachting, maar was noodzakelijk om een beroep te kunnen doen op de andere regeling: de IAU. De IAU wordt aangevraagd voor een specifiek jaar. Wanneer het tekort over dat jaar in verhouding tot het BUIG-budget meer dan 10% bedraagt, dan kan voor het meerdere een beroep worden gedaan op de IAU. Een gemeente kan niet zondermeer rekenen op deze vergoeding. De beoordeling door de Toetsingscommissie Wwb die de minister adviseert over toekenning en afwijzing is streng en gedetailleerd. Een geconstateerde afwijking, hoe klein ook, in het gemeentelijke beleid kan leiden tot afwijzing van het verzoek. Nu de hierboven genoemde MAU-aanvraag over 2013 en volgende jaren is afgewezen kan Apeldoorn over 2013, en mogelijk de jaren daarna, een beroep doen op de IAU in het geval het tekort in één van die jaren groter is dan 10% van het BUIGbudget. Over 2013 is een tekort gerealiseerd op het BUIG-budget en in de jaarrekening van € 2,7 miljoen. Dit is minder dan 10% van het beschikbare BUIG-budget, waardoor er over 2013 geen IAU-aanvraag kan worden gedaan. Voor 2014 wordt verwacht dat ten opzichte van het BUIG budget een tekort gerealiseerd wordt van ca. € 3,8 miljoen en vanaf 2015 een tekort van ruim € 1 miljoen. Deze zijn als verwachte tekorten opgenomen in de MPB. Het begrote tekort over 2014 en volgende jaren is berekend door enerzijds de verwachting dat het BUIG budget beter aan zal sluiten bij de bestedingen en anderzijds dat de gemeentelijke inspanningen haar vruchten af zullen werpen. Maar het blijft allemaal erg onzeker. Vandaar dat in deze paragraaf weerstandsvermogen voor alle zekerheid toch een extra risico wordt opgenomen. Dit extra risico begroten wij voor 2014 op € 1 miljoen en voor 2015 en verdere jaren op € 3,8 miljoen (met de in de primaire begroting opgenomen extra bijdragen telt dit op tot jaarlijks € 4,8 miljoen). Hierbij gaan wij 186 ervan uit dat een eventuele overschrijding van het eigen risico (10 procent van het door het Rijk toegekende budget) door middel van een IAU- aanvraag wordt vergoed. Maar zoals gezegd: het blijft in hoge mate onzeker of een dergelijke aanvraag worden gehonoreerd. Risico Toenemend beroep op WWB Bedrag of bandbreedte € 0 - € 3.800 (vanaf 2015) (2014: € 0 – € 1.000) risicoprofiel hoog 17. Kwijtscheldingsregeling Voor de kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen zijn, naar onze verwachting, voldoende middelen beschikbaar. Deze regeling heeft echter een open- einde karakter; er kan geen ‘nee’ worden verkocht als er onvoldoende budget beschikbaar is. Ondanks zorgvuldige ramingen valt dit risico ook voor de komende jaren niet uit te sluiten. De uitgaven zijn immers in hoge mate afhankelijk van de aanspraak op de regeling. Risico Kwijtschelding Bedrag of bandbreedte € 0 - € 250 Risicoprofiel Laag 18. Wmo huishoudelijke verzorging en individuele verstrekkingen De financieel gunstige ontwikkeling op huishoudelijke verzorging en voorzieningen, zoals in de jaarrekening 2012 toegelicht, zal zich naar verwachting ook in 2013 en 2014 voordoen. De prognose is dat de negen maatregelen worden gehaald en dat het risico ten aanzien van de herverstrekkingen beperkt blijft. Nadelig effect is de verlaging van de integratie-uitkering Wmo in de algemene uitkering 2014 met eenmalig € 0,9 miljoen. Ook zullen kosten gemaakt worden voor de afbouw van WMO Huishoudelijke Hulp en de decentralisatie van de Begeleiding (voor doelgroepscreening). Verwacht wordt dat deze tegenvallers in 2014 binnen het Wmo budget opgevangen kunnen worden. Het risico is vervallen. Risico Wmo Huishoudelijke Verzorging en voorzieningen (woon, vervoer en rolstoelen) Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel vervallen 19. WMO Hervorming langdurige zorg. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is onderdeel van de herinrichting van de langdurige zorg. Inzet is dat mensen langer thuis blijven wonen en daar zorg en ondersteuning genieten. Gemeenten worden met de Wmo 2015 verantwoordelijk voor: • Begeleiding (individueel, groep, kortdurend verblijf en vervoer € 28 miljoen). • Beschermd wonen van de GGZ-doelgroep met begeleiding gericht op participatie (€ 50 miljoen), • Inkomensondersteuning (3 landelijke regelingen8) en cliëntondersteuning Enerzijds worden de aanspraken op deze vormen van zorg beperkt, anderzijds komen nieuwe cliënten naar de Wmo door het extramuraliseren van de lichte ZZP’s (Zorg Zwaarte Pakketten). Verder wordt op de rijksbijdrage voor Huishoudelijke Hulp substantieel bezuinigd (40%) en teruggebracht tot 60% van de huidige bijdrage. Huishoudelijke Hulp wordt beperkt tot mensen die dat echt nodig hebben en er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. 8 Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), de Compensatieregeling Eigen Risico (CER) en de fiscale regeling voor aftrek van specifieke zorgkosten en de daarmee samenhangende Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten (TSZ). 187 De belangrijkste risico’s: 1. Bij de decentralisatie van Begeleiding en Beschermd Wonen bestaat nog veel onzekerheid over zowel de kosten die Apeldoorn gaat maken als de hoogte van de rijksvergoeding. De vraag is of de bezuiniging van 25% op het macrobudget van Begeleiding (Beschermd Wonen kent nog geen taakstelling) kan worden opgevangen. Daarnaast kan bij de rijksvergoeding sprake zijn van onverklaarbare financiële verschillen die voortkomen uit de met ingang van 2016 te hanteren verdeelmaatstaven in het gemeentefonds. Apeldoorn heeft een relatief groot aantal zorginstellingen en instellingen met landelijke expertisecentra (PSY, NAH, Korsakov, Huntington) die een bovengemiddeld aantal cliënten naar onze gemeente doen trekken. In de praktijk moet blijken of het verdeelmodel onze gemeente hiervoor voldoende zal compenseren. 2. Op de maatschappelijke opvang (Regionaal Kompas) hebben wij in 2013 een bezuiniging ingeboekt van € 1,3 miljoen als gevolg van een herverdeling van de rijksvergoeding. De gemeente heeft voor de jaren 2013 en 2014 deze bezuiniging aanzienlijk verzacht. In 2013 is bekend geworden dat de rijksvergoeding verder zal dalen met circa € 650.000,-. Het is de vraag of wij deze verdere afname kunnen opvangen door een forse verlaging van het zorgaanbod en daarmee de uitgaven. In 2015 zal de korting overlopen in het budget Wmo, als de maatschappelijke opvang en begeleiding tot één integraal Wmo product worden samengevoegd. Naast de rijkskorting op de nieuwe taak begeleiding zal ook deze bezuiniging op maatschappelijke opvang daar worden meegenomen. 3. Er kunnen in de nieuwe situatie schaalnadelen optreden. Uitvoeringskosten kunnen daardoor relatief hoog zijn en de (versnipperde) inkoop van zorg duurder. Bij de decentralisaties gaan meer partijen dan nu het geval is, zorg inkopen. Ruim 400 gemeenten in plaats van 32 zorgkantoren. De aanbieders komen in een sterkere onderhandelingspositie, waardoor samenwerking van gemeenten cruciaal is. 4. Het rijk stelt middelen voor de uitvoeringskosten beschikbaar (€ 30 miljoen uit vrijval bij de zorgkantoren en het CIZ / € 55 miljoen voor de decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg gezamenlijk). Wij verwachten dat dit te weinig is om de kosten van de uitvoering te dekken. Bij de vaststelling van de kadernota “de kracht van Apeldoorners” hebt u besloten om het uitvoeringsbudget (organisatiekosten) en het begeleidingsbudget (de financiering van producten en diensten aan de cliënt) samen te voegen. 5. Ook bestaat over het overgangsrecht voor bestaande cliënten nog geen duidelijkheid. Dit is bepalend voor de gemeente om de opgelegde besparing en de mogelijke nadelen in het verdeelmodel op te vangen. Veel hangt af van de bereidheid van de burger tot “kantelen” en niet vast te houden aan verworven rechten. 6. Drie regelingen voor inkomensondersteuning komen naar de gemeenten. Landelijk werd hiervoor € 1,3 miljard uitgegeven. In 2014 wordt al € 45 miljoen overgeheveld naar gemeenten, oplopend tot aanvankelijk ruim € 700 miljoen in 2017. In het recente begrotingsakkoord is dit budget verder verlaagd naar € 270 mln. Een nieuwe gemeentelijke voorziening wordt in 2014 uitgewerkt in samenhang met het sociale vangnet. De vraag is of het beschikbare budget voldoende is. 7. Gemeenten voeren een eigen beleid ten aan zien van welke (algemene en maatwerk) voorzieningen worden aangeboden en hoe die aan de cliënten worden toegewezen. Tussen gemeenten zullen verschillen ontstaan in kwaliteit en niveau van voorzieningen. Dit kan tot onvrede bij de burgers leiden als de verschillen in beleving te groot worden. Gemeenten kunnen ook te maken krijgen met negatieve publiciteit over pijnlijke incidenten. 8. Eén van de uitgangspunten van de Wmo 2015 is dat van mensen verwacht wordt dat zij elkaar naar vermogen ondersteunen. Het kabinet komt met een agenda om de mantelzorg gericht te stimuleren (het “Mantelzorgcompliment” van € 106 miljoen komt in 2015 naar de gemeenten). Het risico bestaat dat burgers die veel mantelzorg bieden overbelast raken. 9. Door de decentralisaties zal de noodzakelijke capaciteit bij zorginstellingen kleiner worden. Zorginstellingen geven aan mensen te moeten ontslaan en wijzen op leegstand van vastgoed (frictiekosten). Dit kan ook een risico voor de gemeenten vormen. 10. De invoering van de decentralisaties vraagt, naast alle reguliere werkzaamheden, veel van de bestaande gemeentelijke organisatie. Dit maakt de organisatie kwetsbaar en het risico op overbelasting van de betrokken medewerkers reëel. 188 Risico Hervorming langdurige zorg Bedrag of bandbreedte pm Risicoprofiel Hoog Een inschatting over de omvang van het financiële risico’s is op dit moment niet te geven. Bij wijze van uitzondering wordt nu nog volstaan met het noemen van de risico’s zonder die te kwantificeren 20. Risico’s Grondbedrijf Benodigde Algemene Reserve van het Grondbedrijf (ARG) Ook na het nemen van de forse verliezen in de afgelopen jaren blijven er risico’s voor de projecten van het grondbedrijf. Dit betreft zowel algemene risico’s (markt, prijsstelling, etc.) als projectspecifieke risico’s die het resultaat van complexen zowel negatief als positief kunnen beïnvloeden. Om deze risico’s in beeld te brengen zijn er voor een groot aantal projecten aparte risicoanalyses uitgevoerd. Voor de overige projecten is een meer algemene benadering gekozen. De benodigde omvang van de ARG is zo berekend op totaal € 20,5 miljoen ten opzichte van € 26,1 miljoen bij het MPG 2013. Deze daling wordt onder andere veroorzaakt doordat voor een groter aantal complexen nu de werkelijke risico’s (via de Monte Carloanalyse) zijn doorberekend in het weerstandsvermogen en niet meer de rekenkundige IFLO-methode is toegepast.. Evenals vorig jaar is voor de financiële effecten van een mogelijke aanpassing van het kwalitatieve woningbouwprogramma (van duur naar goedkoop) geen bedrag opgenomen in het benodigd weerstandsvermogen. Op dit moment is er namelijk onvoldoende input beschikbaar om dit risico in te kunnen schatten. Dit risico kan echter fors van omvang zijn. Beschikbare ARG Bij de besluitvorming over het MPG 2013 heeft uw raad besloten om een extra storting van € 7,4 mln euro in de Algemene Reserve van het Grondbedrijf te doen. Daarmee kwam de reserve per 1-1-2014 (na toevoeging rente per 1-1-2014) uit op 18,1 mln euro. Het resultaat van het Grondbedrijf (MPG 2014 / jaarrekening 2013) komt uit op € 2,8 mln nadelig (begroot was € 2,6 mln voordelig). In plaats van een storting betekent dit een onttrekking uit de ARG. Op basis van bovenstaande ziet het verloop van de reserve als volgt eruit: Stand per 1-1-2013 Rentetoevoeging 1-1-2013 17,4 mln 0,7 mln + Saldo na rentetoevoeging Resultaat MPG 2014 Overige onttrekkingen 18,1 mln 2,8 mln -/0,1 mln -/- Stand per 31-12-2013 Benodigde reserve (risico-buffer) 15,2 mln 20,5 mln Risico Grondbedrijf t.l.v. AD Risico Risico’s Grondbedrijf 5,3 mln Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel € 5.300 mln risico dat niet is gedekt door de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG) Hoog 189 21. Contractuele verplichtingen woningbouw buiten Grondbedrijf Het gemeentelijke woningbouwprogramma is in omvang fors neerwaarts bijgesteld als gevolg van de KWP3 richtlijnen van de provincie. Dit geldt zowel voor het Grondbedrijf (programma op eigen grond) als voor het particuliere programma (op grond van derden). Het terugschroeven van de woningbouwaantallen door de provincie is een ontwikkeling waarop de gemeente geen invloed heeft. De gemeente moet echter vanuit haar publieke rol afwegingen rond locatiekeuzes maken die onder andere te maken hebben met principes van goede ruimtelijke ordening. Voor het particuliere programma heeft de gemeente velerlei contracten afgesloten met wederpartijen. Vele contracten bevatten passages over voorziene, onvoorziene en gewijzigde omstandigheden. Dat levert een grote verscheidenheid aan situaties op. Als ontwikkelingen niet of op een later moment of op een andere manier doorgaan, zouden andere partijen kunnen menen hierdoor schade te ondervinden. Of schade verwijtbaar is jegens onze gemeente is de vraag. Voor dit moment is er geen aanleiding een risicovoorziening op te nemen vanwege lopende contracten. Risico Contractuele verplichtingen woningbouw buiten Grondbedrijf Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel p.m. Laag 22. Omnisportcentrum Het Omnisportcentrum is in 2008 opgeleverd maar kende nog diverse knelpunten. Inmiddels zijn daarvan vele opgelost. Een aantal dient echter nog opgelost te worden, waaronder het in balans krijgen van de WKO-installatie en de (gebouw)veiligheid van de wieler-en atletiekhal. Met de hoofdaannemer zijn hierover gesprekken gestart. Hieruit volgt mogelijk een aansprakelijkheidsvraagstuk. Daarmee is het risico aanwezig dat de noodzakelijke investeringsaanpassingen voor rekening van gemeente komen. Met de Zomernota 2012 zijn echter de restantkredieten Omnisport ingeleverd. In afwijking op de huidige gemeentelijke vastgoedlijn is het uitvoeren van zowel het eigenaren- als het huurderonderhoud binnen de huidige contractuele huur- en exploitatieafspraken grotendeels belegd bij de huurder en exploitant, te weten Omnisportcentrum Exploitatiemaatschappij BV. De kosten voor integrale vervanging van bouwkundige delen en installaties zijn echter voor rekening van gemeente indien het onderhoud op een correcte wijze door de exploitant is uitgevoerd. Door de exploitant is een MJOP opgesteld maar deze is nog niet vastgesteld door de gemeente. Na vaststelling van het MJOP kunnen de benodigde onderhoudsbedragen worden bepaald. Tot en met 2013 zijn hiervoor geen middelen in de onderhoudsvoorziening van het Vastgoedbedrijf gestort en er zijn op dit moment geen (incidentele en/of structurele) middelen voorzien. Risico Omnisportcentrum: Investeringsaanpassingen Omnisportcentrum: Onderhoudsvoorziening Bedrag of bandbreedte € 500 - € 1.000 Risicoprofiel Hoog € 250 Hoog 23. Omnizorgcentrum In juni 2013 is inzake de arbitrage Omnizorg door de Raad van Arbitrage een definitieve uitspraak gedaan. Dit vonnis is inmiddels betaald in 2013. Er zal geen hoger beroep door de gemeente worden ingesteld. Het risico is dus als zodanig opgetreden en in 2013 afgewikkeld. Risico Arbitrage hoofdaannemer (hoger beroep) Bedrag of bandbreedte 190 Risicoprofiel Vervallen 24. Vervangingsinvesteringen maatschappelijk vastgoed/sporthal Zuiderpark De gemeente houdt geen rekening met investeringen voor ingrijpend onderhoud of vervanging bij einde van de fysieke levensduur van welzijns- en sportaccommodaties. Op basis van bestaande afspraken met Accres komen de kosten van gehele of gedeeltelijke vervanging voor rekening van de gemeente. Dit geldt ook voor accommodaties die niet in beheer zijn bij Accres, zoals bijvoorbeeld vervanging van het kunstgrasveld van WSV. Sporthal Zuiderpark wordt momenteel meegenomen in het uitvoeringsprogramma van de wijkvoorzieningenscan waarin afstoot, krimp of herbestemming wordt afgewogen. De resultaten hiervan zullen voor sporthal Zuiderpark in het 1e kwartaal 2014 beschikbaar zijn. Dan zal duidelijk worden wat er met deze sporthal moet gebeuren. Tot die tijd wordt het object zo kostenbewust mogelijk onderhouden. Risico Sporthal Zuiderpark renovatie bij behoud Overige accommodaties vervanging/renovatie Bedrag of bandbreedte € 0 - 2.000 investering (op basis van renovatie) Risicoprofiel p.m. Midden Midden 25. Transferium Barnewinkel Het bestemmingsplan voor de Barnewinkel vastgesteld. Hierdoor is voldaan aan de verplichting van de gemeente. Het risico is hiermee komen te vervallen. Risico Transferium Barnewinkel Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel vervallen 26. Niet realiseren vastgoedtaakstelling De taakstellingen op het gemeentelijk vastgoed zijn hoog, namelijk circa € 6 miljoen in 2015. Deze taakstellingen zijn organisatiebreed verdeeld over diverse beleidsvelden (Accres, onderwijshuisvesting en het Vastgoedbedrijf). Realisatie hiervan moet deels plaatsvinden via uitvoering van de Nota Gemeentelijk Vastgoed 2012 door de vastgoedportefeuille aanzienlijk te laten krimpen in de komende jaren. Naast het verbeteren van de exploitatie, verminderen van het onderhoud en efficiënter beheer, is verkoop van vastgoed één van de belangrijkste instrumenten bij het realiseren van deze taakstellingen. Verkoop vastgoed (woningen, maatschappelijk en overig vastgoed) We hebben te maken met een sterk verslechterde markt voor vastgoed, waar nog geen spoedige kentering in wordt verwacht. Het gevolg is dat de verkopen moeizaam verlopen en verkoopprijzen nog steeds een dalende lijn vertonen. Daarnaast is het merendeel van ons gemeentelijk vastgoed weinig courant, mede door de specifieke functionaliteiten en beperkingen vanuit het bestemmingsplan. Tenslotte worden de mogelijke netto-opbrengsten van verkoop getemperd door de boekwaardes van de panden omdat deze in sommige gevallen (substantieel) hoger zijn dan de verwachte verkoopopbrengsten. De in 2013 genomen maatregelen voor een verkoopversnelling zijn onder andere het opstarten van het verkoopteam en het realiseren van een verkoopwinkel. Verbeterd vastgoedbeheer Naast de verkooptaakstelling kent het Vastgoedbedrijf een structurele taakstelling van € 1 miljoen, oorspronkelijk te realiseren vanuit verbeterd beheer en uitbating van ons gemeentelijk vastgoed. Inmiddels is daarvan € 0,3 miljoen gerealiseerd op onder andere het onderhoud. Voor de resterende € 0,7 miljoen zal dit niet lukken vanuit de oorspronkelijke opdracht. Daarom wordt er op ingezet om deze taakstelling in te vullen vanuit de verkoopopgave vastgoed. Risico Vastgoedtaakstelling: verkopen Vastgoedtaakstelling: beheer/uitbating Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel € 0 - € 1.000 (structureel) Hoog € 0 - € 700 (structureel) 191 Hoog 27. Afwaardering vastgoed Vastgoedbedrijf Vastgoedbedrijf. In de komende jaren zullen als uitwerking van de Nota Gemeentelijk Vastgoed diverse panden worden beoordeeld op de mogelijkheid van afstoten, zowel het maatschappelijk als het overige vastgoed. Voor wat betreft de waardering van ons vastgoed is in 2013 naar aanleiding van uitwerking van de BBV-regelgeving en aanbevelingen van de accountant een voorstel ontwikkeld, dat in het 1e kwartaal 2014 zal worden afgerond voor bestuurlijke besluitvorming. Het risico van afwaardering is voornamelijk aan de orde voor vastgoed met een maatschappelijke functie en speelt bij enkele panden waarvan de boekwaarden hoog zijn en de marktwaarde gelet op incourantheid beduidend lager (zoals recent gebouwde MFC’s). Echter, teneinde dit risico te vermijden of te verminderen heeft de gemeente zelf de regie en zeggenschap bij de definitieve besluitvorming om vastgoed wel of niet af te stoten. Pas op dat moment moet indien nodig worden afgewaardeerd. Een nadere risicoanalyse in kader van het op te stellen voorstel geeft op dit moment een globaal berekend ingeschat maximum aan afwaarderingrisico van € 20 miljoen. Tegenover deze afwaardering staat een vrijval van jaarlijkse kapitaallasten en – na feitelijk verkoop - van de overige eigenaarlasten (OZB, verzekering, tijdelijk beheer). Onderwijsvastgoed. Door middel van portefeuillemanagement willen wij onze onderwijspanden zo goed en efficiënt mogelijk inzetten ten behoeve van onderwijs. Dit heeft de afgelopen jaren ertoe geleid dat we door middel van herhuisvesting in bestaande eigendommen nieuwbouw hebben kunnen voorkomen. Wanneer onderwijsvastgoed zijn maatschappelijke bestemming verliest, zoeken we als gemeente naar mogelijkheden van verkoop. Alle panden waarbij de kans aanwezig is dat we moeten verkopen hebben we getaxeerd. In een aantal gevallen is de getaxeerde verkoopwaarde lager dan de boekwaarde. Hier dreigt het risico van afwaarderen. Het risico op afwaarderen is het afgelopen jaar afgenomen. Uit recente taxaties van onderwijspanden in combinatie met eerder gedane afwaarderingen (onder meer via de jaarrekening 2012). We brengen hiermee het risico terug van maximaal € 3 miljoen naar maximaal € 1,5 miljoen. Risico Afwaardering vastgoed Vastgoedbedrijf Onderwijshuisvesting Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel € 0- € 20.000 € 0 - € 1.500 Midden Hoog 28. CODA, Orpheus en Omnisportcentrum terughalen eigenarenonderhoud Voor de panden CODA, Orpheus en Omnisport is het eigenarenonderhoud tot nu belegd bij de huurder. De gemeente wil in lijn met de Nota Gemeentelijk Vastgoed en de nota Vastgoed in één hand vanuit haar regierol als vastgoedeigenaar deze verplichting vanuit eigen hand aansturen. Voor wat betreft Omnisportcentrum is het advies om het eigenarenonderhoud (vooralsnog) niet terug te halen naar de gemeente. Dit gelet op de complexiteit en samenhang tussen gebouw(onderhoud) en gebruik van het gebouw. Uitgangspunt is een budgetneutrale overdracht. Eventueel achterstallig onderhoud wordt verrekend met CODA en Orpheus in de vorm van een hogere huur, lagere subsidie of afkoop ineens. Het risico is echter aanwezig dat door deze organisaties te weinig aan eigenarenonderhoud is uitgevoerd en/of is gereserveerd. Inmiddels lopen de gesprekken met CODA en Orpheus over de demarcatielijst, een geactualiseerd Meerjarenonderhoudsplan (MJOP), en de bepaling welke MJOP-posten naar de gemeente overgaan. Medio 2014 zullen de financiële consequenties van deze overdracht duidelijk zijn. Het opgenomen risicobedrag is indicatief. Risico Terughalen eigenarenonderhoud Orpheus/CODA Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel € 0 – 250 Hoog 29. Onderhoud panden verhuurd aan Accres Vanaf 1999 werd Accres gesubsidieerd voor het eigenaren- en gebruikersonderhoud. Dit op basis van Meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) met een looptijd van 40 jaar. In 2012 is in overleg met Accres 192 tot een wijziging van deze systematiek besloten, waarbij de planningshorizon van nieuw opgestelde MJOP’s is teruggebracht naar een periode van 8 jaar, gekoppeld aan twee prestatieperiodes van 4 jaar. Hiermee heeft de gemeente 3 risico’s gekregen. • Ten eerste dient nog een aantal MJOP’s te worden opgesteld, waarna de definitieve hoogte van het onderhoudsbudget bepaald wordt en afgezet wordt tegen de vigerende onderhoudssubsidie ad € 2 miljoen/jaar. • Ten tweede zal de jaarlijkse onderhoudsvergoeding per periode van prestatieafspraken (4 jaar) gaan fluctueren, omdat deze de jaarschijven van de nieuwe MJOP’s volgt. Mogelijk zal voor de eerstvolgende periode van prestatieafspraken (2015 en verder) een tijdelijk beroep moeten worden gedaan op de algemene reserve omdat de vergoeding tijdelijk hoger uitvalt dan de huidige subsidievergoeding. • Ten derde is het mogelijk dat panden die in 2013/2014 zijn onttrokken aan de portefeuille van Accres met achterstallig onderhoud te kampen hebben. Om het achterstallig onderhoud te herstellen, dient dan aanspraak gemaakt worden op de algemene middelen, waarin een groot deel van de teruggave door Accres is gestort. Dit beeld zal in 2014 duidelijk zijn geworden. Het opgenomen risicobedrag is indicatief. Risico Bekostiging onderhoud Accres Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel € 0 - 250 Midden 30. Leges Omgevingsvergunning, bouwen. De reserve bouwleges is negatief. De bouwmarkt stagneert. De afgelopen jaren zijn een aantal bouwactiviteiten vergunningvrij geworden. Dit betekent geen inkomsten meer uit leges. Werkzaamheden in het kader van toezicht en handhaving blijven echter in stand. Door wet- en regelgeving zijn ook nieuwe niet- legesgebonden taken toegenomen. Samenvattend hebben we te maken met minder legesopbrengsten waardoor de reserve nog negatiever dreigt te worden. Daarom is in de MPB 2014-2017 besloten om de reserve bouwleges in 2013 en 2014 aan te vullen. Daarnaast hebben we een taakstelling opgenomen om de legesbekostigde formatie in drie jaar met 15 % verminderen. Zo besparen we € 300.000 in 2016. In de loop van 2014 komen we met voorstellen ter voorbereiding van de nieuwe omgevingswet. Vooruitlopend daarop stellen we u voor om € 2,5 miljoen van het rekeningresultaat te storten in de reserve bouwleges. Zodat deze de eerstkomende jaren niet meer negatief zal zijn. Het risico op een tekort in de reserve ramen we daarom op pm. Risico Leges Omgevingsvergunning (bouwen) Bedrag of bandbreedte pm Risicoprofiel Laag 31. Leegstand. Door de nog steeds niet stabiele economische marktsituatie is risico van toenemende leegstand aan de orde. Naast het wegvallen van huurbaten zijn ook frictiekosten aan de orde vanwege tijdelijk beheer en onderhoud. Los van de directe financiële effecten kan leegstand ook leiden tot maatschappelijke effecten (verloedering en aantasting leefbaarheid) en economische effecten (negatief vestigingsklimaat). De externe huurinkomsten in 2013 waren circa € 16 miljoen, waarvan circa € 9 miljoen van door de gemeente gesubsidieerde instellingen (Accres, CODA, Orpheus). Het opgenomen risicobedrag is indicatief. Risico Wegvallende huurbaten/Frictiekosten Bedrag of bandbreedte Risicoprofiel € 0 – 500 (meerjarig) Hoog 32. Verhuurderheffing. Sinds 2013 wordt door het Rijk de verhuurderheffing geheven van een verhuurder die op 1 januari van het kalenderjaar beschikt over meer dan 10 huurwoningen. Als huurwoning in de zin van deze wet worden aangemerkt de woningen waarvan de huurprijs niet hoger is dan circa € 700 per maand (de zogeheten liberalisatiegrens). Huurwoningen in de ‘vrije sector’ vallen buiten de verhuurderheffing. Wij 193 hebben een 90-tal woningen die onder deze wet vallen, deels binnen het Vastgoedbedrijf en deels binnen het Grondbedrijf. De WOZ-waarde is bepalend voor de verschuldigde verhuurderheffing. Over 2013 was de totale WOZ-waarde van deze woningen circa € 23 miljoen. Het maximum risico is gelegen in het feit dat de gemeente richting fiscus het standpunt heeft ingenomen om met redenen een aantal woningen (totale WOZ-waarde circa € 12 miljoen) buiten de aangifte te houden. Het risico betreft voor 2/3-deel de algemene middelen via een hogere lastendruk binnen het Vastgoedbedrijf en voor 1/3-deel het Grondbedrijf. Een van de maatregelen om het risico te verminderen is het kritisch kijken naar de WOZ-waardering. Dit was in het verleden niet van belang gelet op de inkomsten vanuit de OZB. Wellicht kan een lagere OZB opwegen tegen een lagere verhuurderheffing. Risico Verhuurderheffing Bedrag of bandbreedte € 125 – € 200 Risicoprofiel Hoog 33. Vennootschapsbelasting. Een fiscale ontwikkeling is dat bepaalde economische activiteiten van de overheid vooralsnog vanaf 2016 belastingplichtig worden voor de vennootschapsbelasting. Het ziet er naar uit, dat het dan gaat om activiteiten die ondergebracht zijn of moeten worden bij overheidsbedrijven. Ook de gemeente Apeldoorn zal hiermee geconfronteerd gaan worden. Op dit moment wordt de wet voorbereid en op Prinsjesdag 2014 wordt het wetsvoorstel belastingplicht overheidsbedrijven openbaar gemaakt. Op dit moment is het nog niet duidelijk welke activiteiten en overheidsbedrijven mogelijk belastingplichtig worden en wat de fiscale impact daarvan is. Inmiddels wordt een eerste scan gedaan naar de mogelijke activiteiten die onder dit risico gaan vallen, zoals onder andere de exploitatie van onze parkeergarages, inzameling van huisvuil door Circulus en de exploitatie van maatschappelijk vastgoed en spotaccommodaties door Accres. Risico Vennootschapsbelasting Eigen Vermogen per einde jaar Bedrag of bandbreedte € p.m. Risicoprofiel Hoog MPB 2013 Rek. 2013 2014 2015 2016 - Algemene Reserve 17.467 22.896 15.131 8.408 9.481 - Tekort grondbedrijf -49.087 -46.178 -41.328 -36.310 -31.121 -1.405 - 1.465 -- - 228 - 84 - 83 - 116 -33.025 -24.975 -26.113 -27.819 -21.524 (* €1.000) - Egalisatiereserve bouwleges - Egalisatiereserve begraafplaatsen Omvang buffervermogen 6.1.2 Inventarisatie van de weerstandscapaciteit Voor het bepalen van de weerstandscapaciteit kijken we naar vier componenten, t.w.: · Het buffervermogen · Langlopende voorzieningen · Onbenutte belastingcapaciteit · Ruimte op de begroting De minimaal aan te houden weerstandscapaciteit is afhankelijk van de grootte van de gemeente, de te onderkennen financiële risico’s en het reserve- en voorzieningenbeleid. Onderstaand overzicht geeft het verloop van het buffervermogen weer. Bij het vaststellen van deze jaarstukken zullen wij u voorstellen om de egalisatiereserve bouwleges vanuit het rekeningresultaat voor € 2,5 aan te vullen. Wanneer u hiermee instemt zal de 194 egalisatiereserve bouwleges weer positief zijn en geen onderdeel meer uitmaken van de Algemene reserve. 6.1.2.1 Buffervermogen Het buffervermogen is dat deel van het eigen vermogen, dat beschikbaar is om risico’s op te vangen. We rekenen daartoe de algemene reserve en een enkele egalisatiereserve. De algemene reserve is in 2013 fors afgenomen door het tekort bij het grondbedrijf, maar door het positieve rekeningresultaat minder dan begroot. Per 31 december 2013 is de algemene reserve inclusief het tekort van het grondbedrijf afgerond € 21 miljoen negatief. Daarnaast zijn de egalisatiereserve bouwleges en de egalisatiereserve grafrechten onderdeel van het buffervermogen. Deze reserves zijn de eerstkomende jaren nog negatief. 6.1.2.2 Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit wordt gevormd door de mogelijkheid om extra middelen te genereren door belastingen te verhogen of heffingen meer kostendekkend te maken. Ten aanzien van de categorie heffingen (waarvan de afvalstoffenheffing en het rioolrecht de meeste inkomsten genereren) is ons beleid gericht op 100% kostendekkendheid. Hierin zit dus geen extra inkomsten mogelijkheid. Iedere gemeente kan zelf de hoogte van de ozb-tarieven vaststellen en bovendien naar eigen goeddunken verschil maken tussen de tarieven voor woningen en die voor bedrijfspanden (tariefdifferentiatie). Om mogelijke buitensporige ozb-verhogingen te voorkomen stelt het Rijk jaarlijks een zogenaamde macronorm vast. Dit is een toegestane stijging van de ozb-opbrengst van alle gemeenten samen ten opzichte van de opbrengst van het jaar daarvoor. De norm is opgebouwd uit een percentage voor reële trendmatige groei BBP en een percentage voor loon- en prijsontwikkeling. In 2013 is de OZB verhoogd met het inflatiepercentage. Voor 2014 en verder is de verhoging geramd op de macronorm. De onbenutte belastingcapaciteit ramen we daarom op pm. 6.1.2.3 Ruimte op de begroting Bij het opvangen van financiële tegenvallers kunnen de bovenstaande middelen worden ingezet. Ook de bezuinigingsmogelijkheid binnen de bestaande begroting behoort tot een van de factoren die de weerstandscapaciteit mede bepaalt. Immers wanneer het echt tegenzit, zullen de zeilen op alle fronten moeten worden bijgezet, zeker wanneer er sprake is van onvoldoende (of negatief) eigen vermogen. In dat geval zal er fors moeten worden ingegrepen. In de MPB 2012 waren ombuigingen opgenomen oplopend tot € 30 miljoen. Met de vaststelling van de zomernota 2012 en de MPB 2014 is besloten om aanvullend ruim € 20 miljoen te bezuinigen per 2017. Daarmee is de ruimte in de begroting voor de opvang van tegenvallers beperkt. Daarom is ook een opvangbuffer opgenomen in de begroting oplopend tot € 2 miljoen in 2015. 6.1.2.4 Weerstandscapaciteit In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit weergegeven. Weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000) - Buffervemogen MPB 2013 Rek 2013 2014 2015 2016 -33.025 -24.975 -26.113 -27.819 -21.524 - Onbenutte belastingcapaciteit 621 0 0 0 0 - Ruimte op de begroting p.m. 1.000 1.500 2.000 2.000 -32.413 -23.975 -24.613 -25.819 -19.524 -6,5% -4.8% -4,9% -5,2% -3,9% Totaal Percentage van de begroting (totaal lasten € 500 mln.) 195 6.1.2.5 Bestemmingsreserves en langlopende voorzieningen. De bestemmingsreserves rekenen we niet direct tot het buffervermogen. Omdat aan bestemmingsreserves een bestemming is gegeven wil dat niet zeggen dat zij niet ter dekking kunnen dienen van onverwachte tegenvallers. De bestemming kan immers gewijzigd worden door uw raad. Ook wordt de hoogte van de bestemmingsreserves geregeld bijgesteld. In de jaarrekening zijn de voorstellen in de zomernota 2012 om een aantal reserves af te boeken ter dekking van het tekort van het grondbedrijf verwerkt. De bestemmingsreserves hebben per balansdatum 31 december 2013 een omvang van € 64 miljoen. Voorzieningen zijn bedoeld voor het afdekken van risico’s of toekomstige verplichtingen (zoals groot onderhoud). Voorzieningen worden boekhoudkundig gezien als vreemd vermogen. Als een voorziening binnen een periode van 5 à 10 jaar niet wordt aangewend kan deze vrijvallen en worden gebruikt ter ‘tijdelijke’ dekking van onverwachte financiële tegenvallers. Per 31 december 2013 zijn er geen langlopende voorzieningen. Risico’s, die afgedekt worden door een voorziening zijn niet in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen. De omvang van de voorzieningen per 31 december 2013 is ruim € 11 miljoen. 6.1.3 Weerstandscapaciteit en omvang risico’s In de Nota Risicomanagement 2010 zijn uitgangspunten geformuleerd om te komen tot kwantificering van de financiële risico’s. Risico’s met een hoog, midden en laag risicoprofiel worden meegewogen voor respectievelijk 50%, 25% en 10%. Volgens deze weging was het risico in de MPB 2013-2016 berekend op € 6,2 miljoen. Ten opzichte van het risico in de MPB is er sprake van een stijging met € 6,5 miljoen naar bijna € 13 miljoen. De belangrijkste wijzigingen zijn: - - De actualisatie van de positie van het grondbedrijf en de verwerking van het risico volgens de MPG; het deel van het risico van het grondbedrijf, dat niet gedekt wordt door de reserve van het grondbedrijf, is als risico meegenomen (zie toelichting programma 9) De verwerking van het risico op het onderhoud van de wegen; in de MPB 2013- 2016 was dit risico vooruitlopend op het onderzoek naar het wegenonderhoud nog niet opgenomen Actualisatie van overige risico’s, zoals de omvang van de algemene uitkering De weerstandscapaciteit is negatief. De ruimte om financiële risico’s op te vangen is beperkt. Inschatting risico I/S Bandbreedte Hoog S 375 - 6.500 Hoog Midden Midden I S I 5.800 – 16.000 250 - 7.112 0 – 26.375 Laag S 0 - 500 Laag I 0 – 18.970 Gemiddeld a Percentage b Bedrag x € 1.000 c (= a x b) 3.438 50% 1.719 10.900 3.681 13.190 50% 25% 25% 5.450 920 3.298 250 10% 25 9.485 10% 949 Totaal 2.664 S 9.697 I Volgens deze uitgangspunten bedraagt het risico ca € 12,4 miljoen, waarvan € 2,6 miljoen structureel. 196 6.1.4 Beleid omtrent weerstandsvermogen en risico’s In algemene zin is ons beleid er op gericht om zoveel mogelijk proactief met risico’s om te gaan en daarbij voortdurend de relatie met de aanwezige weerstandscapaciteit in het oog te houden. Doel daarbij is om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere dienstverlening in het gedrang komt. Dit beleid wordt als volgt vormgegeven: a. De gemeente Apeldoorn wil een prudent financieel beleid voeren. Bij de voorbereiding van zowel de (meerjaren)programmabegroting als van separate voorstellen worden de benodigde budgetten getoetst en worden eventuele risico’s in beeld gebracht. Algemene kostenontwikkelingen (inflatie) worden vroegtijdig door begrotingsrichtlijnen vastgelegd. Omgevingsfactoren – bijvoorbeeld het rijksbeleid – worden voortdurend gesignaleerd, waarbij wij beoordelen wat de effecten hiervan voor Apeldoorn zijn. De ontwikkeling van de algemene en specifieke uitkeringen vragen in dit kader bijzondere aandacht. b. Verankering van risicomanagement in de integrale bedrijfsvoering. In het kader van versterking van de planning- en controlfunctie wordt het managen en daarmee beheersen van risico’s steeds meer een vast onderdeel binnen de bestaande cycli, processen en rapportages. In 2012 is gewerkt aan de voorbereiding van een verscherpt risicomanagement. In 2013 heeft ons college ingestemd met de nieuwe aanpak van risicomanagement en de nota risicomanagement vastgesteld. In 2014 wordt het vernieuwde risicomanagement geïmplementeerd. c. Door het maken van prestatieafspraken tussen college, raad en management, die specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART) zijn, wordt een beter inzicht in mogelijke risico’s bereikt. 197 6.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen 6.2.1 Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, openbare verlichting, riolering, groen, water, sportvoorzieningen, gemeentegebouwen en onderwijsgebouwen. Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van groot belang voor het zo goed mogelijk functioneren van de gemeente op vele terreinen. Vanwege het belang hiervan is dit onderhoud grotendeels vastgelegd in allerlei meerjarenplannen, nota’s, visies en regelingen. In deze paragraaf wordt per onderwerp ingegaan op de notities en plannen waarin het beleidskader is aangegeven, de stand van zaken en de voornemens voor de komende periode. Hiermee wordt getracht inzicht te geven op welke wijze inspanning wordt geleverd om het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen te waarborgen. 6.2.2 Kapitaalgoederen Integrale openbare ruimte - - Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte. Jaar van vaststelling: 2009. Doel: De kadernotitie voorziet in het geleidelijk inlopen van de (financiële) onderhoudsachterstanden en een zevental concrete maatregelen. Stand van zaken: de kadernotitie is in 2009 vastgesteld. In 2010 zijn de kwaliteitsniveaus voor inrichting en beheer voorgelegd aan de raad. Daarnaast heeft de kadernotitie de financiële consequenties getoond voor beheer van openbare ruimte. In de Kadernotitie is geconstateerd dat er een structureel bedrag nodig is voor de reconstructie van de openbare ruimte. Dit bedrag is geraamd op € 2 miljoen. In de Kadernotitie is een structurele verhoging voorzien op nieuwe uitbreidingen via het Aanvullend Reëel onderhoudsbudget (ARB), om in het noodzakelijke basis onderhoud te kunnen voorzien. Dit is echter nog niet toegekend. Programma 2013: Indien de reserve groot onderhoud openbare ruimte een financiële vertaling krijgt, zal het groot onderhoudsprogramma aan de raad worden voorgelegd. Wat hebben we gedaan in 2013?: Voor het civieltechnische deel is de Kadernotitie ingehaald door het in 2013 vastgestelde Herstelplan Wegen (zie onder Wegen). Dit geldt vooral voor de in de Kadernotitie genoemde vorming van een reserve groot onderhoud en verhogingen volgens de ARBmethodiek. In plaats hiervan worden in het Herstelplan financiële voorstellen gedaan die in de MPB 2014-2017 zijn verwerkt. Wegen Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte Jaar van vaststelling: 2009. Doel: Een plan van aanpak voor het onderhoud van verhardingen (wegen en fietspaden) in de komende jaren. - Stand van zaken: het 3-jarige Programma Integrale Projecten (P.I.P.) voorziet onder andere in wegherstel asfaltwegen. Eén van de doelen van de kadernotitie is het geleidelijk inlopen van de technische en financiële onderhoudsachterstand. Dit doel wordt niet gehaald vanwege het ontbreken van voldoende middelen. - Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud en de vervanging, zoals aangegeven in de nota wegherstel asfaltwegen, conform de projectenlijst van het meerjarige P.I.P uitgevoerd. De projectenlijst 2013 is in het najaar 2012 geactualiseerd en definitief vastgesteld. - Wat hebben we gedaan in 2013 Het uitvoeringsplan 2013 is grotendeels gerealiseerd. Enkele projecten (zoals: Jachtlaan en Staatsliedenkwartier) zijn niet geheel gereed gekomen. Deze projecten zijn als overlopend project meegenomen en worden in 2014 afgerond. - 198 - - - Naam beleidsnota: Herstelplan Wegen Jaar van vaststelling: 2013 Doel: uitvoering van de raadsmotie “juiste weg” waarin de vragen moeten worden beantwoord of er een structureel tekort aan geld is voor wegenonderhoud en zo ja, hoe groot dit tekort is en tot welke onderhoudsachterstand dit heeft geleid en ten slotte wat er moet gebeuren om zowel het structurele tekort als de ontstane achterstand in te lopen Stand van zaken: Het Herstelplan is in het najaar door de gemeenteraad als kaderstellende nota vastgesteld. Bij de behandeling van de MPB 2014-2017 heeft de raad besloten de in het Herstelplan voorgestelde budgetaanpassingen te honoreren. Dit geldt voor zowel wegen als bruggen. Het uitvoeringsplan Wegen 2014 is op 25 oktober 2013 vastgesteld. Programma 2013: n.v.t. Wat hebben we gedaan in 2013: Zie stand van zaken. Inmiddels wordt conform het Herstelplan gewerkt aan het MeerJarenOnderhoudsplan Wegen 2014-2016 (MJOP). Dit MJOP zal in de loop van 2014 het besluitvormingstraject doorlopen. Openbare verlichting - - - Naam beleidsnota: concept handboek openbare verlichting. Jaar van vaststelling: intern handboek, wordt niet vastgesteld. Doel: Het vastleggen van lichttechnische keuze en het vastleggen van een standaardisatie voor lichtmasten en armaturen. Enerzijds om een goede beeldkwaliteit van de openbare ruimte te realiseren en anderzijds om kosten te besparen op het onderhoud. De diverse energiebesparende pilots worden opgenomen in het handboek openbare verlichting, dat naar verwachting eind 2012 gereed is. De beleidslijn wordt in het bestedingsplan van de eenheid Beheer en Onderhoud jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma. Stand van zaken: Lichttechnisch voldoet de openbare verlichting in het algemeen aan de richtlijnen van de ROVL 2011 (afgeleid van de Europese norm EN 13.201). Er is echter wel een onderhoudsachterstand op mastvervanging. De komende jaren worden de technisch goede masten geschilderd en de slechte masten vervangen. Tevens worden minder energie efficiënte armaturen vervangen door een dimbare LED armatuur. De verwachting is dat we met het huidige vervangingsbudget in combinatie met de reserve schilderonderhoud de achterstanden op mastvervanging in 2020 hebben weggewerkt. Programma 2013: Het planmatig onderhoudsbudget wordt overeenkomstig het jaarlijkse onderhouden vervangingsplan ingezet. Wat hebben we gedaan in 2013?: Het uitvoeringsprogramma 2013 inclusief alle geplande mast- en armatuurvervangingen zijn binnen de begroting uitgevoerd. Bruggen - - - Naam beleidsnota: Inspectierapport bruggen. Jaar van vaststelling: 2010. Doel: Het schetsen van de doelstellingen van de actuele situatie van het technische, constructieve onderhoud en reinigen van de Apeldoornse bruggen. De uitkomsten worden jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma. Stand van zaken: De bruggen voldoen aan de functionele eisen. Er is echter sprake van een onderhoudsachterstand. Vanwege de technische staat zullen een aantal bruggen over het Apeldoorns kanaal binnen 5 jaar constructief onderhoud moeten krijgen of vervangen moeten worden. Daarnaast zal binnen 5 tot 10 jaar een groot aantal houten fiets- en voetbruggen in de wijken Zevenhuizen en de Maten vervangen moeten worden. De omvang van de werkzaamheden gaan het reguliere budget te boven. Vanwege het ontoereikende budget voor structureel onderhoud kunnen risico’s ontstaan voor de bruikbaarheid van bruggen. Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud en de vervanging, zoals aangegeven in de nota bruggen, conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd. Wat hebben we gedaan in 2013?: Er worden 3 kanaalbruggen vervangen. Extra middelen hiervoor zijn gereserveerd in de MPB jaarschijven 2012 t/m 2015. De voorbereiding van de vervangingen is in 2013 gestart. Aanbesteding en start uitvoering voor alle 3 de bruggen staan gepland in 2014 en de oplevering in 2015.In het Herstelplan Wegen is ook een beschouwing opgenomen waarin het 199 structurele tekort voor (groot) onderhoud bruggen is bepaald. Via de MPB 2014-2017 is het budget aangepast naar een niveau waarbij alle (groot) onderhoud voor de komende tien jaar gedekt is. Begraafplaatsen - - - Naam beleidsnota: Nota begraafplaatsen. Jaar van vaststelling: 2002 Doel: Het formuleren van uitgangspunten voor het beheer van begraafplaatsen, waarbij de primaire functie van het voorzien in begraafmogelijkheden leidend is. Stand van zaken: De conclusies uit de nota met betrekking tot onderhoud en financieeltechnische aspecten zijn geïmplementeerd. De opbrengstenvallen lager uit doordat er minder wordt begraven en verlengd. Er wordt doorlopend kritisch gekeken naar de uitgaven. Zowel de lagere lasten als de bestemmingsreserve kunnen de tegenvallende opbrengsten niet opvangen. Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota begraafplaatsen, conform de jaarlijkse begroting uitgevoerd. Op dit moment loopt er een onderzoek hoe de negatieve curve van tegenvallende opbrengsten omgebogen kan worden. Wat hebben we gedaan in 2013?: Het onderhoud aan de begraafplaatsen heeft conform het bestedingsplan plaatsgevonden. Het onderzoek hoe de negatieve curve van tegenvallende opbrengsten omgebogen kan worden is in 2013 gestart. Naar verwachting zijn de uitkomsten van dit onderzoek voor de zomer van 2014 gereed. Riolering - - - Naam beleidsnota: Gemeentelijk rioleringsplan 2011 -2015 (GRP) Jaar van vaststelling: 2011 Doel: Beleidsplan en programma voor het instandhouden en doelmatig laten functioneren van afvalwater- en hemelwatersystemen en invulling van de grondwaterzorgplicht. Stand van zaken: De gemiddelde leeftijd van de riolering is toegenomen naar 33 jaar. De technische staat van de riolering is ongeveer gelijk gebleven. Op basis van de laatste inspecties is voor 97% van de riolering de technische staat voldoende. De technische staat is een resultante van de leeftijd en daarmee samenhangende verouderingsproblemen en de uitgevoerde onderhouds- en verbetermaatregelen. Programma 2013: Het uitvoeringsprogramma 2013 bestaat uit het programma Water en Riolering 2011-2014 en de jaarprogrammering voor beheer en onderhoud. De maatregelen variëren van het reguliere beheer en onderhoud (oplossen storingen, reiniging, inspectie en reparaties), groot onderhoud en vervangingen tot projecten (oplossen knelpunten, verbetering functioneren systeem en reconstructies) en de hiervoor noodzakelijke onderzoeken, planvorming en voorbereiding. Wat hebben we gedaan in 2013?: Het programma Water en Riolering voor 2013 is uitgevoerd. Enkele projecten lopen door in 2014. De geplande reparaties, vervangingen en verbeteringen zijn nagenoeg allemaal in 2013 uitgevoerd. Ook is in 2013 een belangrijke inhaalslag gemaakt door geplande projecten uit eerdere jaren uit te voeren in samenloop met andere werkzaamheden in de openbare ruimte. De grootste projecten zijn: rioolvervanging en -verbetering Centrum, rioolvervanging van Hasseltlaan, rioolvervanging en –verbetering Archimedesstraat en diverse riolen via rioolrenovatiebestek Apeldoorn. Water - - Naam beleidsnota: Waterplan Apeldoorn 2005-2015 Jaar van vaststelling: 2005 Doel: Het waterplan vormt de overkoepelende lange termijnvisie op water in de stad en de dorpen en beoogt het watersysteem op orde te brengen en te houden. De visie is geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma voor het afkoppelen van regenwater, de realisatie van waterberging via beekherstel, waterkwaliteitsmaatregelen, baggeren van watergangen en gebiedsgericht grondwaterbeheer. Stand van zaken: De stand van de kapitaalgoederen hemelwatervoorzieningen en beken en sprengen is afgezet tegen de totale levensduur min of meer constant gebleven. Programma 2013: Het uitvoeringsprogramma van het waterplan is in uitvoering. Het uitvoeringsprogramma voor 2013 is vastgelegd in het programma Water en Riolering en het 200 - programma Beken en Sprengen. Hierin worden diverse projecten uitgevoerd. De doelstelling voor 2013 was het afkoppelen van 5 ha verhard oppervlak en het herstel van een aantal beektrajecten van de Grift, Koningsbeek en Orderbeek. Wat hebben we gedaan in 2013?: In totaal is in 2013 6,6 ha verhard oppervlak afgekoppeld, waarmee ruimschoots aan de afkoppeldoelstelling is voldaan. Het gaat om diverse afkoppelprojecten o.a. in Hart van Zuid, Hoenderloseweg, Soerenseweg, Paalbergweg en Middenweg. De projecten de Grift Brinkpark (Catherina Amaliapark) en Grift PWA-laan zijn afgerond. De Koningsbeek is grotendeels gerealiseerd. De realisatie van de Orderbeek winkelcentrum en de Orderbeek Oost is gestart. Verkeersapparatuur - Naam beleidsnota: Geen separate beleidsnotitie. De basis wordt gevormd door de verkeersvisie 2010 - 2020. - Jaar van vaststelling: 2009 - Doel: Het reguleren van het verkeer, het informeren van weggebruikers en het bevorderen van de verkeersveiligheid. - Stand van zaken: Er zijn contracten gesloten met alle leveranciers van verkeersapparatuur voor beheer en onderhoud evenals het verhelpen van storingen. Daarnaast wordt er voor de verkeersregelinstallaties een jaarlijks vervangingsprogramma uitgevoerd. Voor de vervanging van verkeersapparatuur zijn geen budgetten gereserveerd (bijv. de dynamische afsluit- systemen, camerasystemen en de dynamische reizigers informatiesystemen). - Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd. - Wat hebben we gedaan in 2013?: De geplande vervangingen zoals opgenomen in het vervangingsprogramma zijn gerealiseerd. Parkeren - Naam beleidsnota: Geen separate beleidsnotitie over parkeren. De basis wordt gevormd door de Verkeersvisie 2010 - 2020. Jaar van vaststelling: De verkeersvisie is vastgesteld in 2009. Doel: Het verder ontwikkelen van o.a. het parkeerbeleid. Stand van zaken: Voor het onderhoud parkeerapparatuur, parkeergarages en maaiveld zijn contracten afgesloten. Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhouden vervangingsplan uitgevoerd. Wat hebben we gedaan in 2013?: In 2013 heeft de voorbereiding voor grootschalig schilder-werk en maatregelen in het kader van brandveiligheid in de parkeergarage Marktplein plaatsgevonden. Uitvoering hiervan is gepland in 2014. Groen - Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte. Jaar van vaststelling: 2009. Doel: Het instandhouden van het gemeentelijke groen. Stand van zaken: Vanaf 2010 zijn een aantal maatregelen vanuit de kadernotitie beheer openbare ruimte geïmplementeerd. Programma 2013: In 2013 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota, conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd. Wat hebben we gedaan in 2013?: De groene leefomgeving is onderhouden op het in de nota aangegeven basisniveau. 201 Gemeentegebouwen (inclusief in beheer bij ACCRES) - Naam beleidsnota: Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn. Jaar van vaststelling: 2010. Doel: In de Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn zijn de beleidskaders voor gemeentelijk vastgoed opgenomen. In de Vastgoednota zijn ook de technische kwaliteitsniveaus voor al ons vastgoed vastgelegd, die door de raad begin 2011 definitief zijn vastgesteld. Voor de kwaliteitsniveaus hanteert de gemeente een objectieve norm, de NEN-2767-norm. De NEN-norm kent een verdeling in zes technische bouwkundige onderhoudsniveaus. De vastgestelde kwaliteitsniveaus zijn als volgt: Niveau 2 “Goede conditie: beginnende veroudering door gebruik, weer en wind” Op dit niveau worden geen objecten onderhouden Niveau 3 “Redelijke conditie: verouderingsproces is op gang gekomen” Betreft alle objecten, die gemeente structureel in bezit heeft en houdt Niveau 4 “Matige conditie: bouw- of installatiedelen duidelijk in greep van veroudering” Betreft tijdelijke objecten, zoals te verkopen bezit of ontwikkelingsvastgoed - - - De kwaliteitsniveaus zijn uitgangspunt voor de onderhoudswerkzaamheden aan het vastgoed. Accres verzorgt het totale onderhoud van deze maatschappelijke accommodaties in opdracht van de gemeente en op basis van de meerjarenonderhoudsplannen en hanteert hierbij dezelfde uitgangspunten als de gemeente. In overleg met Accres kan besloten worden dat in specifieke gevallen het Vastgoedbedrijf het onderhoud van het maatschappelijk vastgoed op zich neemt, of dat andere partijen dan Accres het onderhoud op zich nemen. Een dergelijk besluit hangt samen met de beschikbare capaciteit van Accres en de specifieke kennis die nodig is. Stand van zaken: Gemeente Apeldoorn heeft circa 370 opstallen (exclusief onderwijs-gebouwen). In 2013 zijn Werkgebouw Zuid en de Brinkparkgarage toegevoegd aan de gemeentelijke vastgoedportefeuille. Voor nagenoeg alle opstallen zijn meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) beschikbaar. Uitzonderingen hierop zijn tijdelijke te verkopen objecten en het ontwikkelingsvastgoed. Hiervoor wordt alleen het hoognodige onderhoud uitgevoerd. De MJOP’s zijn leidend voor het onderhoud in de komende jaren en basis voor de onderhoudsvoorziening Vastgoedbedrijf. Uitgangspunt voor MJOP’s is in principe instandhouding van het huidige onroerend goed. Werkzaamheden aan een object zoals vervanging, renovatie/upgrading, aanpassingen in kader van functionaliteit, duurzaamheid en huurder wensen, en opheffen van achterstallig onderhoud vallen buiten het MJOP maar zijn eenmalige investeringen.Het vastgoed voldoet in algemene zin aan het gewenste onderhoudsniveau, zoals is vastgelegd in de Vastgoednota. Ten aanzien van enkele panden is sprake van een achterstand. Het gaat om panden, waarvan de (constructieve) onderhoudstaat onvoldoende is en vanuit een bewuste keuze (bijvoorbeeld geplande verkoop of renovatieplan) zeer beperkt instandhoudingonderhoud wordt uitgevoerd. Dit geldt o.a.voor de sporthal Zuiderpark en diverse gymnastieklokalen. Zoals gemeld in het Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting 2012-2015 zijn deze aan het einde van de theoretische levensduur van 40 jaar en daarom aan renovatie toe. Programma 2013: In 2012 zijn de trajecten toekomst gemeentelijk vastgoed en de wijkvoorzieningenscan gestart. Vanuit de scan worden keuzes gemaakt over het sociaal maatschappelijk vastgoed. Het traject gemeentelijk vastgoed maakt keuzes voor de in de toekomst gewenste portefeuille voor wat betreft het overige gemeentelijk vastgoed. Beide trajecten leiden over een periode van 20 jaar tot een forste afname van het vastgoed. Wat hebben we gedaan in 2013?: In 2013 is onderhoud uitgevoerd met als vertrekpunt de beschikbare MJOP’s en de daaraan gerelateerde onderhoudsvoorziening. In kader van Vastgoed in één Hand is met Orpheus, CODA, Omnisport en Accres een start gemaakt om te komen tot een overheveling van het door hen uitgevoerde eigenarenonderhoud naar de gemeente. Zie ook de paragraaf Vastgoed in deze jaarrekening. 202 Onderwijsgebouwen - - - - - Naam beleidsnota: Kaderstelling Integraal Huisvestingsplan Apeldoorn 2012-2015 en het op te stellen Integraal Huisvestingsplan Apeldoorn (IHP). Jaar van vaststelling: De genoemde kaderstelling 2012-2015 is eind 2011 door de raad vastgesteld. Het programma onderwijshuisvesting 2014 zal eind 2013 ter vaststelling aan ons college worden voorgelegd. Doel: Het zorg dragen voor kwalitatief passende onderwijshuisvesting, zodat op een goede manier onderwijs gevolgd kan worden. Scholen zijn zelf gedeeltelijk (primair onderwijs) of geheel (voortgezet onderwijs) verantwoordelijk voor het onderhoud van schoolgebouwen. Onderhoud van schoolgebouwen en gymaccommodaties maken, voor zover dit een verantwoordelijkheid is van de gemeente, deel uit van de kaderstelling. Stand van zaken: Als uitwerking van de zomernota 2012 is het investeringskader behorende bij de Kaderstelling onderwijshuisvesting 2012-2015 geparkeerd tot en met 2015. Hiermee is in 2012 een incidentele bezuiniging geëffectueerd van € 3,5 miljoen. Er komt geen nieuw Integraal Huisvestingsplan tot stand gedurende de periode 2012-2015. Het programma onderwijs-huisvesting 2014 is eind 2013 vastgesteld. Hierin zijn opgenomen diverse (voor rekening van gemeente) uit te voeren onderhoudswerkzaamheden aan school- en gymaccommodaties. Programma 2013: Wij zullen met in achtneming van de kaderstelling onderwijshuisvesting 2012 - 2015 het programma 2014 vaststellen en het onderhoud aan schoolgebouwen door de schoolbesturen laten uitvoeren zoals opgenomen in het vastgestelde programma onderwijshuisvesting 2013. Wat hebben we gedaan in 2013?: Het onderhoud is in 2013 nagenoeg geheel uitgevoerd door schoolbesturen en afgerekend met de gemeente. Het programma 2014 is door ons vastgesteld. Beheer en onderhoud sportvelden - - - Naam beleidsnota: Als uitvloeisel van de Kerntakendiscussie Apeldoorn 2000 zijn gemeentelijke veldsportaccommodaties (velden en bijbehorende kleedgebouwen) voor een deel geprivatiseerd (verkocht) aan de verenigingen die de accommodaties in gebruik hebben. De Kadernota vastgoed uit 2012 bevestigt deze lijn van afstoot. Jaar van vaststelling: Vanaf 1998 heeft een aantal privatiseringen plaatsgevonden. Een deel (35 velden) is nog gemeentelijk eigendom. Doel: Via verhuur en onderhoud bieden wij goede voorzieningen voor met name breedtesportbeoefening. Stand van zaken: Het entouragegroen binnen de hekken is geïnventariseerd en de staat van onderhoud hiervan is vastgelegd samen met de verenigingen. Doelstelling van de gemeente is dat het onderhoud van het entouragegroen overgenomen wordt door de verenigingen. De overeenkomsten met de verenigingen zijn daar grotendeels op aangepast. Ook de energie-lasten dienen zoveel mogelijk rechtstreeks bij de verenigingen te worden belegd, door aansluitingen op naam van de gebruikers te stellen. Programma 2013: Geen wijzigingen in de bestaande situatie Wat hebben we gedaan in 2013?: Bij de verenigingen is een schouw uitgevoerd van de staat van het entouragegroen. Bijna alle verenigingen hebben een nieuwe huurovereenkomst gekregen waarin is opgenomen dat het onderhoud van het entouragegroen voor rekening van de vereniging is. Nog circa 15 huurcontracten dienen aangepast te worden. Daarnaast moeten nog een aantal energieaansluitingen, die op naam van de gemeente staan, worden afgesloten en indien nodig op naam van de gebruikers worden gezet. Omnisportcentrum - Naam beleidsnota: Huur- en exploitatieovereenkomst Omnisportcentrum Apeldoorn Jaar van vaststelling: 2006 Doel: Accommodatie aanbieden voor zowel top- als breedtesport. Voor de topsport heeft het Omnisportcentrum de A-status. In het kader van breedtesport wordt het Omnisportcentrum gebruikt door het ROC, enkele Apeldoornse sportverenigingen (Dynamo, De Adelaar en AV ’34) en als regionaal steun- en servicepunt voor sportverenigingen en individuele sporters. - Stand van zaken: Eind 2013 is met de exploitant een procedureafspraak gemaakt om: 203 (1) de probleempunten te inventariseren welke voortkomen uit de bouw en exploitatie van het Omnisportcentrum, (2) oplossingen te zoeken voor deze probleempunten, (3) de financiële consequenties daarvan in beeld te brengen, (4) verantwoordelijkheid voor het oplossen van de problemen toe te delen aan desbetreffende partijen, en (5) een bestuurlijk voorstel voor te bereiden ter besluitvorming. Voor het gemeentelijk financieel aandeel in de oplossing van de probleempunten wordt in 2014 een kredietaanvraag voorbereid. Voor wat betreft de schaats/skeelerbaan en de beachvolleybalvelden is eind 2013 een huurovereenkomst gesloten tussen DNIJ en de naastgelegen voetbalvereniging WSV. De gemeente is daarmee niet langer een contractpartij. WSV verzorgt de exploitatie en is in overleg met DNIJ en Apeldoorn Beach over het gebruik van deze voorzieningen. - Programma 2013: • Vaststelling van het MJOP Omnisportcentrum. Het onderhoud in 2013 zal conform het vastgestelde MJOP door en ten laste van de exploitant worden uitgevoerd; • Oprichting van een Vereniging Van Eigenaren; • Het in beeld brengen van de inventaris. - Wat hebben we gedaan in 2013 ?: • Het MJOP van de exploitant is door de gemeente gecontroleerd. De op- en aanmerkingen zijn aan exploitant kenbaar gemaakt. De eerste gesprekken met de exploitant zijn gevoerd om te komen tot een nieuwe vastgesteld MJOP. • De Vereniging van Eigenaren is opgericht en de eerste Algemene Leden Vergadering heeft eind 2013 plaatsgevonden. • De inventaris is in beeld gebracht, waarna nu tussen exploitant en gemeente de eigendomsverdeling hiervan vastgesteld moet worden. • Er is een start gemaakt met de inventarisatie van eerder genoemde probleempunten (zie stand van zaken). Omnizorg - Naam beleidsnota: Huurovereenkomst gemeente en Stichting Omnizorg - Jaar van vaststelling: 2013 (aangepast) - Doel: Accommodatie aanbieden t.b.v. het realiseren van een sluitende zorgketen voor daklozen, verslaafden en GGZ-cliënten. Hierbij wordt de zorg voor doelgroepen en de zorg voor de omgeving centraal gesteld en wordt rehabilitatie van de doelgroep als uitgangspunt genomen. - Stand van zaken: Met ingang van MPB 2014-2097 is dit object opgenomen onder de post gemeentegebouwen. - Programma 2013: Het sluiten van een huurovereenkomst met Stichting Omnizorg en het onderhoud conform het MJOP uitvoeren. - Wat hebben we gedaan in 2013?: Het huurcontract met de stichting is op 1 januari 2013 ingegaan. In 2013 is de arbitragezaak tussen gemeente en hoofdaannemer afgewikkeld. Met de installatieaannemer is de discussie ten aanzien van onderhoud beëindigd via afkoop van de onderhoudsverplichting voor de komende jaren. Hierdoor kan de huurder zelfstandig en zonder tussenkomst van de gemeente vanaf 1 januari 2014 een nieuw onderhoudscontract sluiten. 204 6.2.3 Overzicht onderhoudsbudgetten Onderstaand vindt u een overzicht van de budgetten in onze begrotingsprogramma’s voor regulier onderhoud, gespecificeerd naar de in deze paragraaf vermelde kapitaalgoederen. De genoemde kosten zijn exclusief BTW, de interne uren, onderhoud binnen grondbedrijfcomplexen en interne verrekeningen. Kapitaalgoederen · Wegen (incl. vegen) · Openbare verlichting · Bruggen · Riolering · Water (vijvers, grondwater e.d.) · Verkeersapparatuur/-meubilair · Parkeren · Groen (incl. bossen en speelvoorzieningen) · Begraafplaatsen · Onderwijsgebouwen · Gebouwen in beheer bij Accres · Overige gemeentegebouwen · Beheer en onderhoud sportvelden · Omnizorg Ramingen € 8.654.900 € 965.700 € 144.300 € 4.438.300 € 171.200 € 584.900 € 632.100 € 8.318.800 € 1.404.600 € 800.000 € 1.400.000 € 1.966.000 € 466.000 € 90.000 Realisatie € 6.343.000* € 948.800 € 165.300 € 5.952.700** € 174.300 € 532.200 € 526.000 € 8.288.400 € 1.361.400 € 560.000 € 1.400.000 € 1.030.000 € 90.000 € 100.000 * via reserve Overlopende projecten 2013 wordt € 2.400.000 overgeboekt naar 2014 ** de raming is in de MPB 2014-2017 aangepast 205 6.3 Paragraaf Financiering 6.3.1 Algemene ontwikkelingen Er verschenen in de loop van 2013, economisch gezien, enkele lichtpuntjes aan de horizon. Vooral het in Amerika pas op de plaats maken van het zeer ruime monetaire beleid heeft invloed gehad op de lange renteontwikkeling. Deze rente liep schoksgewijs iets op. Begin 2013 stond de 10-jaarsrente9 op 1,58% en eind 2013 stond deze rente op 2,19%. Wij hadden rekening gehouden met een rente tussen de 2% en 3%. Wij verwachten voor 2014 een zelfde bandbreedte. De Europees Centrale Bank (ECB) zag nog geen redenen om het ruime monetaire beleid in te perken. Zij opteerde nog voor verlaging van de herfinancieringrente in het 4de kwartaal van 0,5% naar 0,25%. De depositorente bleef echter op 0% gehandhaafd. De verwachting is dat de ECB in 2014 de korte rente nog steeds heel laag zal houden. Wij hielden voor 2013 rekening met een korte rente tussen de 0,5% en 1,5%. In werkelijkheid hebben we gemiddeld onder 0,1% geleend. Voor 2014 verwachten we een iets hogere prijs te betalen, op het niveau van de herfinancieringrente zelf. De kans dat de rente in 2014 anders uitpakt blijft natuurlijk aanwezig. Eén procent afwijking op de kort lopende financiering betekent ca € 400.000 resultaat op het product rente & financiering. Eind 2013 is het Schatkistbankieren en de Wet Houdbare Overheidsfinanciën in werking getreden. Naar aanleiding van deze aanpassingen in de wetgeving is het treasurystatuut geactualiseerd. In deze paragraaf vindt u apart informatie over het resultaat van de houdbaarheidstest van onze gemeentefinanciën, die in het kader van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën over de schuldensituatie van gemeenten door de VNG is ontwikkeld. 6.3.2 Risicobeheer 6.3.2.1 Renterisicobeheer Renterisico over de vlottende schuld De kasgeldlimiet bepaalt de maximale omvang waarvoor gemeenten kortlopende leningen (korter dan 1 jaar) mogen aangaan. Deze limiet wordt conform de Wet FiDO berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2013 was de kasgeldlimiet berekend op € 41,9 miljoen. Zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden streven wij ernaar om de kasgeldlimiet zo optimaal te benutten. Over het moment waarop wordt geconsolideerd10, zijn in de Treasurycommissie spelregels afgesproken. Uiteraard spelen hierbij de rentevisie en de liquiditeitsprognose een belangrijke rol. Kasgeldlimiet 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal (bedragen in mln euro’s) Netto vlottende schuld (+)/vlottende middelen11 Kasgeldlimiet Ruimte onder limiet 90,0 78,0 25,6 16,2 41,9 -48,1 41,9 -36,1 41,9 16,3 41,9 25,7 De kasgeldlimiet is in de eerste twee kwartalen bewust overschreden. Het volgende argument was daarvoor. Uit het verleden bleek dat die overschrijding weer werd weer ingelopen door de belastingontvangsten en de teruggaaf uit het BTW-Compensatiefonds. De ruimte voor korte financieren binnen kasgeldlimiet werd daardoor minder benut. Daarnaast waren de korte leningen bijna voor niets. Binnen de Wet Fido is die overschrijding toegestaan. Eind tweede kwartaal is er voor € 40 mln schuld omgezet van kort naar lang. Aan het begin van het derde kwartaal is besloten om per eind van dat kwartaal nog 9 Het renteniveau is gebaseerd op een renteruilcontract met een looptijd van 10 jaar met aflossing ineens aan het einde van die looptijd. 10 Consolidatie houdt in dat een kortlopende schuld wordt omgezet in langlopende schuld. 11 De vlottende schuld positie wordt berekend als het gemiddelde over de beginstand van iedere maand in het betreffende kwartaal 206 € 20 miljoen schuld om te zetten van kort naar lang. Wat betreft de laatste twee kwartalen heeft de liquiditeitpositie zich aanmerkelijk gunstiger ontwikkeld dan verwacht. Wij verwachten in het eerste kwartaal van 2014 de kasgeldlimiet optimaal uit te nutten. Renterisico over de vaste schuld Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een wettelijke norm van maximaal 20% per jaar. Kort gezegd houdt dit in dat in enig jaar niet meer dan 20% van het totaal van de begroting mag worden geherfinancierd (herfinanciering als gevolg van aflossingen dan wel renteherzieningen). De maximumnorm is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen. In onderstaand overzicht is dit voor onze gemeente weergegeven voor het verslag jaar en de komende 4 jaren. Renterisiconorm (bedragen x € 1 mln.) - Maximaal renterisico op vaste schuld - Renterisiconorm12 Ruimte onder limiet Begroot 2013 68,7 90,0 21,3 Realisatie Begroot 2013 2014 68,7 74,6 98,6 100,9 29,9 26,2 Begroot Begroot Begroot 2015 2016 2017 72,9 50,7 56,2 100,9 100,9 100,9 28,0 50,2 44,7 Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de renterisiconorm in 2013 niet is overschreden. Tevens blijkt uit doorrekening van volgende jaren dat ook daar geen overschrijding van de renterisiconorm wordt verwacht. Naast de renterisiconorm wordt uiteraard gekeken naar meerjarige financieringsbehoefte. Hierop wordt de looptijd van nieuwe geldleningen afgestemd. Voor 2014 is er voor € 70 miljoen aan nieuwe leningen begroot. Het te lenen bedrag is vooral nodig voor herfinancieringen van bestaande leningen. 6.3.2.2 Kredietrisico’s op beleggingen Kredietrisico op beleggingen (bedragen x € 1 mln) - Gemeenten / provincies - Woningbouwcorporaties met garantie WSW - Semi-overheidsinstanties - Financiële instellingen met rating A, of hoger - Overige instellingen Totaal Restant vordering Per 1-1-2013 Waarvan met aanvullende zekerheid Restant vordering Per 31-12-2013 Absoluut 44,0 % 51,7% Absoluut 21,7 % 34,0% 19,0 12,3 21,1% 14,4% 19,5 12,3 30,6% 19,3% 10,8 86,1 12,8% 100,0% 10,3 63,8 16,1% 100,0% 0,7 Waarvan met aanvullende zekerheid 0,7 De beleggingen zijn oplopend gerangschikt naar risico, waarbij alle beleggingen binnen de toegestane kredietrisico’s vallen. In de wet FiDO is opgenomen, dat kortlopende beleggingen (korter dan 3 maanden) alleen mogen worden gedaan bij instellingen met minimaal een A-rating. Langlopende beleggingen (langer dan 1 jaar) mogen alleen bij instellingen met minimaal een AAA-rating13. De beleggingen voldoen aan de eisen gesteld door de wet FiDO en het Treasurystatuut of zijn expliciet door uw raad goedgekeurd. Dit geldt vooral voor de beleggingen in overige instellingen. 12 Op basis begrotingstotaal 2013 en 2014 Een rating is een classificatie door een gespecialiseerd bureau dat min of meer aanduidt wat de kans is dat niet aan financiële verplichtingen kan worden voldaan. Voor de voor onze gemeente relevante rating gelden classificaties die lopen van AAA, AA en A. De classificatie AAA houdt het minste risico in. 13 207 6.3.2.3 Risico’s op verstrekte gemeentegaranties Uw gemeenteraad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer door lokale woningbouwverenigingen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, bejaardentehuizen, sportverenigingen en dergelijke zijn aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor woningbouw, zorg en dergelijke. Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de gemeente om garant te staan voor leningen, aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woningbouw is de gemeente nog steeds verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan. De eerste garantstelling vindt plaats door het waarborgfonds sociale woningbouw. Ons college heeft besloten om vanaf 1-1-2011 niet meer garant te staan voor nieuwe leningen die worden verstrekt onder de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Risico op gemeentegaranties (bedragen x € 1 mln.) - Rechtstreekse garantstelling - Als achtervang met WSW-garantie Totaal Restant bedrag per 1-1-2013 Absoluut % 9,0 1,8% 480,8 98,2% 489,8 100% Restant bedrag Per 31-12-2013 Absoluut % 8,4 1,8% 462,3 98,2% 470,7 100% 6.3.3 Gemeentefinanciering 6.3.3.1 Financieringspositie Voor 2013 was voorlopig rekening gehouden met € 70 mln aan nieuwe leningen. Dit bedrag is € 15 mln hoger uitgevallen, omdat er in eind 2012 meer met korte leningen was gefinancierd dan vooraf verwacht. Een deel daarvan is uiteindelijk in 2013 lang gefinancierd. Om de totale schuldpositie te beschouwen dienen korte leningen, lange leningen en de positie in rekening-courant samen genomen te worden. Dit is ook toegelicht bij de balans. Alles samen gezien is onze netto schuld in 2013 met € 15 mln afgenomen. In de volgende paragraaf opgenomen tabel ziet u de ontwikkeling van de lange schuld. 6.3.3.2 Leningenportefeuille opgenomen gelden Mutaties leningenportefeuille Stand per 1 januari 2013 - Nieuwe leningen - Reguliere aflossing - Vervroegde aflossing - Renteherziening Stand per 31 december 2013 Begroting 2013 Rekening 2013 Bedrag Gemiddelde Bedrag Gemiddelde (x € 1 mln.) rente (x € 1 mln.) rente 641,7 3,72 % 629,7 3,78% + 70,0 2,20 % 85,0 1,38% - 68,7 4,09 % 68,7 4,09% n.v.t. 9,9 4.1% n.v.t. nvt 643,0 3,49 % 636,1 3,37% Het gemiddelde rentepercentage van de nieuwe leningen zorgt voor een verdere daling van het gemiddelde percentage van de totale portefeuille. Daarnaast zijn twee leningen die doorgeleend waren aan de woningbouwcorporaties vervroegd afgelost, daar was bij begroting niet van uitgegaan. 208 Het verloop van de leningportefeuille vanaf 2010 is in het volgende overzicht weergegeven. Verloop leningportefeuille 700 4,50% 4,00% 500 400 3,50% 300 3,00% 200 100 2,50% gemiddelde rente per 1-1 in miljoenen euros 600 0 -100 2010 2011 2012 2013 2014 2,00% jaren stand 1-1 mutaties gemiddelde rente per 1-1 In 2014 verwachten wij geringe afname van de schuldpositie. 6.3.3.3 Leningportefeuille uitgezette gelden Tot deze portefeuille behoren vooral de leningen die conform uw besluiten zijn verstrekt aan woningbouwverenigingen, Orpheus, Circulus, sportverenigingen, het Natuurhuis en dergelijke. Verder vallen hier de gelden onder die belegd zijn vanwege de verkoop van voormalige VNB-aandelen. Mutaties beleggingenportefeuille Stand per 1 januari 2013 - Nieuwe beleggingen - Reguliere aflossing - Vervroegde aflossing - Renteherziening (oud percentage) - Renteherziening (nieuw percentage) Stand per 31 december 2013 Begroting 2013 Bedrag Gemiddelde (x € 1 mln) rente 85,1 4,74% 0,0 0.0% -13,4 6,45% n.v.t. n.v.t. 0,0% n.v.t. 0,0% 71,7 4,74% Rekening 2013 Bedrag Gemiddelde (x € 1 mln) rente 86,1 4,79% 1,2 n.v.t. 23,4 5,5% n.v.t. 0,6 4,9% 0,6 4,8% 63,8 4,46% Er hebben enkele grote aflossingen van € 21,6 miljoen door de woningbouwcorporaties plaatsgevonden. In de begroting was rekening gehouden met een gedeeltelijke verlenging van die leningen en dat is niet gebeurd. Dit waren relatief hoogrentende leningen. Verder hebben Orpheus en ROC Aventus een behoorlijk bedrag afgelost. Er heeft voor circa € 1,1 mln aan aanvullende stortingen bij het SVN ten behoeve van de startersleningen plaatsgevonden. 6.3.4 Houdbaarheid financiën Op 20 januari jl. heeft uw raad een brief van de VNG ontvangen. In deze brief wordt u een handreiking Houdbare Gemeentefinanciën aangeboden. Tevens wordt in deze brief verwezen naar een test op de website van de VNG. Op verzoek van het presidium hebben wij deze test uitgewerkt en de resultaten van deze test zijn hieronder weergegeven. 209 Onder houdbare gemeentefinanciën wordt verstaan dat de gemeente aan haar verplichtingen kan voldoen en dat ook bij economisch slecht weer de gemeentefinanciën zonder hulp van buitenaf beheersbaar blijven. Het model van de VNG legt een verband tussen de schuld, bezuinigingen en economische ontwikkelingen. De VNG heeft een model ontwikkeld om te bepalen hoe houdbaar de gemeente financiën zijn in tijde van economische crisis. Op basis van een eerste versie van dit model hebben wij voor Apeldoorn een doorrekening gemaakt. Eind april wordt een up-date van het model verwacht, waarmee betere voorspellingen kunnen worden gedaan. In de onderstaande grafiek vindt u de resultaten van de doorrekening van het VNG-model. Deze grafiek geeft de trend van de houdbaarheid gemeente financiën weer bij economische ontwikkelingen in combinatie met bezuinigingen. Netto schuldquote eind 2012-2022 op basis VNG-Model 200% 180% Schuldquote 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Huidige economsiche ontwikkeling Economisch slecht weer en bezuining van 25% Economisch slecht weer en bezuining van 40% Economisch slecht weer en bezuining van 100% 2022 * Netto schuldquote = (langlopende schulden + kortlopende schulden + crediteuren + overlopende passiva) – (langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen + liquide middelen+ overlopende activa) /inkomsten voor bestemming reserves De bovenstaande grafiek laat zien dat bij de “huidige” economische ontwikkeling onze schuldpositie afneemt. Het VNG-model berekent een theoretisch structureel bezuinigingspotentieel van € 13 miljoen per jaar. Om bij economisch slecht weer onze gemeente financiën weer beheersbaar te krijgen zal er minimaal 40% van deze € 13 miljoen structureel moeten worden bezuinigd. De grafiek laat zien dat 25 % invulling van het bezuinigingspotentieel te weinig is om de schuld bij een slecht weer scenario terug te dringen en bij een bezuiniging van de volledige € 13 miljoen zullen de schulden harder dalen. Zoals eerder aangegeven geeft bovenstaande grafiek de trend van verschillende scenario’s weer. Dit houdt in dat er geen conclusies kunnen worden verbonden aan de absolute getallen. 210 6.4 Paragraaf Verbonden partijen 6.4.1 Inleiding Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een rechtspersoon of het hebben van stemrecht. Financieel belang is er, als de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Wij hebben bestuurlijke en financiële belangen in meerdere gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en pps-constructies. Afhankelijk van onze mate van verbondenheid (bijv. geplaatst aandelenkapitaal) zijn wij in meer of mindere mate in staat om invloed op het beleid van de betreffende verbonden partij uit te oefenen. De in deze paragraaf genoemde instellingen en vennootschappen kennen hun eigen risicopositie. Waar sprake zou zijn van een aanzienlijk, niet afgedekt, risico dan nemen wij dit mee in de paragraaf weerstandsvermogen. Indien nodig dan zullen wij u separaat of via de reguliere tussentijdse rapportages over de verbonden partijen informeren. 6.4.2 Gemeenschappelijke regelingen Het gemeentebestuur van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of samen een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van één of meer belangen van die gemeenten. Onderstaand volgt een toelichting op de gemeenschappelijke regelingen, waarin de gemeente Apeldoorn deelneemt. Programma 1 Regio Stedendriehoek - Doel: Op intergemeentelijk niveau de belangen behartigen met betrekking tot gemeente overstijgende aangelegenheden op het terrein van ruimtelijke en sociale ontwikkeling, wonen, verkeer en vervoer en economische zaken. - Betrokkenen: 7 gemeenten met in totaal 413.000 inwoners - Bestuurlijk belang: Wethouder Kruithof is lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur. Burgemeester Berends is eveneens lid van het algemeen bestuur. - Financieel belang: De jaarcijfers 2013 zijn nog niet bekend. Op 13 juni 2013 heeft de raad ingestemd met de ontwerpbegroting 2014. Hierin valt te lezen dat het budget van de Regio Stedendriehoek in 2014 € 1,04 miljoen bedraagt. De bijdrage 2014 van de gemeente Apeldoorn is geraamd op ca. € 0,4 miljoen. De Regio is erin geslaagd om de restant taakstelling op de Regio van € 50.000 te realiseren door prioritering op de betreffende opgaven. De taakstelling is hiermee volledig ingevuld. - Ontwikkelingen: De afgelopen periode heeft de regio het proces ‘Re-inventing the Stedendriehoek’ uitgevoerd. Aan dit herijkingsproces hebben ook externe partners uit het bedrijfsleven, onderwijs, maatschappelijke organisaties, provincies en gemeenten deelgenomen. Doel was om naast de regio ook andere organisaties meer te betrekken bij het realiseren van maatschappelijke opgaven. Gekeken is of het huidige ambitieniveau nog wel voldoende aansloot bij de veranderende samenleving. De resultaten van de herijking zijn verwoord in “De Agenda Stedendriehoek: samenwerking biedt kansen voor vestigingsklimaat”. Er worden vier opgaven uitgewerkt: 1. Innovatie krachtig maken 2. Sociaal kapitaal beter benutten 3. Blijven werken aan bereikbaarheid 4. Leefomgeving met kwaliteit versterken 211 - Informatieverstrekking aan de raad: De raad krijgt ieder jaar de gelegenheid een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting. Verder worden beleidsstukken, die zijn opgesteld door bureau Regio Stedendriehoek in de PMA behandeld (consultatie of besluitvormend). De jaarrekening van de Stedendriehoek gaat ter kennisname naar de raad. Programma 2 Veiligheidsregio N.O. Gelderland/GHOR - Doel: Op intergemeentelijk niveau voorkomen, beperken en bestrijden van grootschalige incidenten en rampen, coördinatie van de multidisciplinaire samenwerking van hulpverleners bij incidenten van deze omvang, het beheren van de gemeenschappelijke alarmcentrale en het sirenenet. Op basis van de Wet Veiligheidsregio’s die per 1 oktober 2010 van kracht is geworden worden de gemeentelijke brandweerkorpsen geregionaliseerd. - Betrokkenen: 22 gemeenten met in totaal 870.000 inwoners. - Bestuurlijk belang: Burgemeester Berends is voorzitter van de Veiligheidsregio. Met de burgemeesters van Doetinchem, Zutphen en Harderwijk vormt hij het dagelijks bestuur. Als portefeuillehouder openbare orde en veiligheid vormen de burgemeesters van de 22 gemeenten het algemeen bestuur. - Financieel belang: De deelnemende gemeenten betalen voor de producten van de Veiligheidsregio een inwonerbijdrage. Voor gemeente Apeldoorn bedraagt deze ca. € 1,4 miljoen. - Ontwikkelingen: De Wet op de Veiligheidsregio heeft twee belangrijke uitgangspunten: a. het gemeentebestuur blijft eerstverantwoordelijk voor alle lokale veiligheidsvraagstukken op het terrein van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige diensten bij rampen en handhaving openbare orde, b. het beheer over de diverse hulpverleningsdiensten wordt vanwege effectiviteitvoordelen meer op regionaal niveau georganiseerd. In 2011 heeft uw raad ingestemd met het organisatieplan van het brandweercluster EVA (Epe, Voorst, Apeldoorn) en het daarbij behorend budget. Met ingang van 1 juli 2012 is het personeel van de brandweer overgegaan naar de VNOG. Op 21 juni 2012 heeft u ingestemd met de begroting 2013 van de VNOG, waarin het budget van het cluster EVA (basisbrandweerzorg) is opgenomen. - Informatieverstrekking aan de raad: Voor 2013 e.v. zijn prestatieafspraken met de Brandweer gemaakt. In dat kader is door de Brandweer (cluster EVA) twee keer tussentijds informatie (al dan niet in combinatie met de Veiligheidsbrief)) aan de raad verstrekt. De managementinformatie en bestuurlijk relevante informatie wordt continu doorontwikkeld. Zo is in de PMA in een themabijeenkomst uitleg gegeven over de dekkingsnorm en opkomsttijden en hoe de brandweer meet en registreert. In 2013 is het regionale project MOED (Masterplan Optimalisering Effectuering Doelmatigheid) gestart. Het einddoel moet zijn: toekomstbestendig en goedkopere brandweer VNOG. In april 2014 moet de Veiligheidsregio daartoe een uitgewerkte visie presenteren aan de burgemeesters in het Algemeen Bestuur. Daarna worden de gemeenteraden geconsulteerd. De VNOG legt als gemeenschappelijke regeling in haar eigen jaarrekening, die ook aan uw raad wordt voorgelegd, uitgebreid verantwoording af. Programma 4 Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) - Doel: het behartigen van de belangen van de deelnemers inzake vergunning-verlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht. Het samenwerkingsverband richt zich in eerste instantie op de uitvoering van milieutaken. De gemeente Apeldoorn heeft ook milieuadvisering over diverse thema’s (bodem, geluid etc.) bij OVIJ ondergebracht. - Betrokkenen/ deelnemers: gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en Provincie Gelderland. - Bestuurlijk belang: Wethouder Kruithof is lid van het Dagelijks en Algemeen bestuur van de Omgevingsdienst. - Financieel belang: De deelnemers betalen voor de producten van de Omgevingsdienst naar rato van de taken, die ze bij OVIJ hebben ondergebracht. De exploitatie van OVIJ bedraagt ongeveer € 6 miljoen. Bijna 72 % van de taken van OVIJ worden voor Apeldoorn uitgevoerd. De gemeente Apeldoorn voert voor OVIJ een aantal ondersteunende bedrijfsvoeringstaken uit. 212 - Ontwikkelingen: Met ingang van 2013 zijn de milieutaken van Apeldoorn bij OVIJ ondergebracht. De gemeente houdt de regie. De afspraken over de uitvoering zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Met de deelnemende gemeenten is een efficiencytaakstelling afgesproken oplopend tot 10% van de kosten van het primaire proces en 5% op de overheadkosten. Het personeel van de gemeenten en van de provincie is per 1 april 2013 overgegaan naar OVIJ. Zoals gemeld in de tussenrapportage heeft OVIJ in de eerste helft van 2013 een achterstand opgelopen op de bedrijfscontroles. In de tweede helft van 2013 is door inhuur van extra capaciteit een deel van de achterstand ingelopen. - Informatieverstrekking aan de raad: In 2013 heeft de raad ingestemd met zowel de programmabegroting 2013 als de programmabegroting 2014 van OVIJ. Programma 6 Felua-groep - Doel: Mensen die door diverse oorzaken (lichamelijk, verstandelijk, psychisch, langdurige werkloosheid) een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zoveel mogelijk begeleiden en ontwikkelen zodat zij het meeste uit zichzelf kunnen halen. Dit kan zijn door regulier werk, individuele of groepsdetacheringen, begeleid werken of werken binnen de Felua-groep. - Betrokkenen: De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling zijn Apeldoorn, Epe en Heerde. - Bestuurlijk belang: De Felua-groep voert de Wet Sociale Werkvoorziening uit voor de deelnemende gemeenten. Wethouder Kruithof zit namens Apeldoorn in het dagelijks bestuur en is tevens voorzitter. Daarnaast hebben 3 raadsleden uit Apeldoorn zitting in het algemeen bestuur. - Financieel belang: Felua-groep zal naar verwachting over 2013 een resultaat behalen dat ongeveer conform de begroting ligt (tekort van €741.000). Felua-groep zal dit verlies uit de eigen reserves kunnen dekken waardoor er geen additioneel financieel beroep op de gemeenten nodig is. De raad heeft op 20 juni 2013 zijn zienswijze over de Jaarstukken 2012 en de ontwerpbegroting 2014 gegeven, alsmede over de ontwerpbegroting 2013. Door het in april 2013 afgesloten Sociaal Akkoord is een aantal aannames gewijzigd die aan de begroting ten grondslag lagen. De raad heeft in zijn zienswijze aangegeven dat Felua verzocht wordt een nieuwe begroting op te stellen. Deze gewijzigde begroting is in december 2013 ter kennisname aan de raad aangeboden. - Ontwikkelingen: Naar verwachting zal op 1 januari 2015 de Participatiewet in werking treden. Met deze wet wordt de Wsw samengevoegd met de Wwb en de Wajong. De gemeente wordt verantwoordelijk voor de Participatiewet en ontvangt één ongedeeld budget. Vanaf 1 januari 2015 zal er geen nieuwe instroom in de Wsw meer zijn. Mensen die op 1 januari 2015 een Wsw-dienstverband hebben, behouden hun dienstverband en de daaraan verbonden rechten. Daarnaast wordt de vergoeding per SW-plek geleidelijk afgebouwd van ca. €26.000 in 2014 naar €22.700 in 2020. Voor Felua-groep betekent dit dat de inkomsten snel zullen dalen. Deze ontwikkeling is voor Felua-groep aanleiding geweest om te kijken hoe Felua-groep zichzelf moet doorontwikkelen. Felua-groep wil samen met het Activerium van de gemeente Apeldoorn verkennen op welke wijze de samenwerking vorm kan worden gegeven. - Informatieverstrekking aan de raad: De raad is in een tweetal sessie (18 april 2013 en 23 mei 2013) door de algemeen directeur en de eenheidsmanager van het Werkplein Activerium geïnformeerd over de samenwerking tussen beide partijen. De raad heeft op 20 april 2013 zijn zienswijze gegeven over de Jaarstukken 2012 en de concept begroting 2014. De raad heeft in december 2013 van Felua de gewijzigde begroting 2014 ter kennisname ontvangen. De raad is in juli 2013 door Felua-groep geïnformeerd door middel van een brief waarin het feitenrelaas over het eigen risico dragerschap door Felua-groep was opgenomen. Programma 7 GGD Noord en Oost Gelderland - Doel: Ten behoeve van de wettelijke verplichting op het gebied van collectieve preventie volksgezondheid werken gemeenten in de Achterhoek, de Stedendriehoek en de Noord Veluwe 213 - - - samen. Deze samenwerking heeft geleid tot betere kwaliteit, meer specialisatie, grotere continuïteit, een verbeterde dienstverlening aan gemeenten en een efficiëntere bedrijfsvoering. Betrokkenen: 21 gemeenten met in totaal 800.001 inwoners. Bestuurlijk belang: Wethouder Blokhuis maakt deel uit van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Financieel belang: Het AB heeft – mede op advies van de accountant – in 2010 besloten tot het vormen van een weerstandsvermogen, dat is gemaximeerd op 5% van de omzet van het basisproductenpakket en 20% van de plusproducten. Het weerstandsvermogen voor de plusproducten zit voor 100% bij de GGD, dat voor de basisproducten voor 50% bij de GGD. De andere 50% wordt geacht aanwezig te zijn bij de gemeenten. De achtergrond van die 50% is dat gemeenten vanwege de verantwoordelijkheden voor een gemeenschappelijke regeling eventuele tekorten voor hun rekening moeten nemen en dat gemeenten er moeite mee hebben dat verbonden partijen een te grote reservepositie hebben en teveel gemeentelijke middelen “oppotten”. Hiermee beoogt de GGD mogelijke financiële tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van de GGD in het geding komt. De GGD heeft in haar eigen begroting een risicoparagraaf opgenomen, waarin ontwikkelingen worden genoemd die een risico vormen. Momenteel kan worden gesteld dat de financiële positie van de GGD solide is en er geen extra beroep op de gemeente wordt voorzien. Er is sprake van een sluitende exploitatie en een weerstandsvermogen volgens de in het AB van de GGD vastgestelde norm. Ontwikkelingen: Voor de GGD vormen de Strategische Visie 2009 - 2013 en de Bestuursagenda 2012 - 2014 het inhoudelijke kader. De kern van die visie is dat de gemeenten die deelnemen in de GGD Noord- en Oost Gelderland hebben gekozen voor een organisatie die zich versterkt als gemeentelijke gezondheidsdienst. In 2013 is de nota Op uw Gezondheid 2013 -2016 opgesteld. In deze nota staan beleidsvoornemens op het gebied van preventiebeleid waar de GGD Noord- en Oost Gelderland nauw bij is betrokken. De kaders worden uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Het rijksbeleid is gericht op 25 gelijkvormige regio’s voor veiligheid en gezondheid. In verband daarmee is de gemeente Hattem toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost Gelderland. Informatieverstrekking aan de raad: De raad heeft in zijn vergadering van 13 juni 2013 de programmabegroting 2014 van de GGD besproken en heeft zijn zienswijze daarop in een brief aan de GGD vastgesteld. Daarnaast heeft uw raad op 14 november 2013 de nota Op uw Gezondheid vastgesteld. Bij de uitvoering van de nota is de GGD nauw betrokken. Programma 8 Stichting Exploitatiegarantiefonds OSCA - Doel: Deze stichting beheert 2 exploitatiegarantiefondsen, te weten één fonds gericht op de eerste 10 jaar en één fonds gericht op de periode nà deze 10 jaar. Op verzoek van exploitant Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV kan in een jaar de stichting een bijdrage verstrekken in het verlies op de exploitatie van het Omnisportcentrum, indien dit wordt veroorzaakt door een onvoorziene omstandigheid of door bijv. tekort op de participatie in een topsportevenement. - Betrokkenen: Exploitant Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV, dochter van Libéma, en eigenaar gemeente Apeldoorn. - Bestuurlijk belang: Het bestuur bestaat uit 3 personen, waarvan 1 benoemd is door ons college, 1 door de directie van de exploitant en 1 door ons college uit een met de directie van de exploitant opgestelde shortlist, welke tevens voorzitter is. - Financieel belang: Het exploitatiegarantiefonds kent bij de start een omvang van € 1 miljoen, gerelateerd aan de huurperiode van 10 jaar en € 0,5 miljoen in een aanvullend fonds, gerelateerd aan de optie van de exploitant voor een verlenging van de huurperiode met 5 jaar. Libéma Exploitatie BV levert haar bijdrage in de vorm van een bankgarantie van € 1,5 miljoen voor een periode van 10 jaar. Deze bankgarantie wordt gedurende de looptijd evenredig afgebouwd. De jaarlijkse uitkering bedraagt 2/3 van de bijdrage van Libéma Exploitatie BV in het tekort van de Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV tot een maximum van € 100.000. Aan het einde van de huurperiode zal een eventueel batig saldo van het fonds worden uitgekeerd aan de exploitant. 214 - Ontwikkelingen: De stichting is in mei 2009 opgericht. Ons college heeft in 2010 ingestemd met de beloningstructuur van de bestuursleden. In 2013 zijn er geen vermeldenswaardige ontwikkelingen geweest. - Informatieverstrekking aan de raad: Bij belangrijke afwijkingen van de overeengekomen afspraken wordt uw raad tussentijds geïnformeerd. Er was in 2013 geen aanleiding voor informatieverstrekking aan uw raad. Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum B.V. - Doel: Met deze exploitatiemaatschappij, 100% dochter van Libéma Vastgoed, heeft de gemeente in 2006 een Huur- en Exploitatieovereenkomst Omnisportcentrum Apeldoorn afgesloten. - Betrokkenen: Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum B.V. en de gemeente. - Bestuurlijk belang: De Exploitatiemaatschappij kent 3 commissarissen, waarvan 2 benoemd zijn door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en 1 door ons college benoemd is. De gemeentelijke commissaris wordt gezien als de “linking pin” in de Exploitatiemaatschappij die naast zijn verantwoordelijkheid voor de aandeelhouders, oog en oor heeft voor de gemeentelijke belangen. Deze komen er op neer dat een rendabele exploitatie van het Omnisportcentrum gepaard gaat met tevreden vaste gebruikers (lokale verenigingen, ROC Aventus, KNAU en KNWU) en een evenementenkalender die aansluit bij het ambitieniveau dat de gemeente met het Omnisportcentrum voor ogen staat. De gemeente heeft als eigenaar/verhuurder een eigenstandige relatie met de Exploitatiemaatschappij en in het bijzonder met de directeur hiervan. Deze relatie wordt ambtelijk en bestuurlijk onderhouden. - Financieel belang: De deelname in de raad van commissarissen kent op zich geen financieel belang. Wel is het zo dat de exploitatie van het Omnisportcentrum mede is gebaseerd op een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage van ca. € 0,7 miljoen. - Ontwikkelingen: De exploitatiemaatschappij is operationeel. Omdat de gemeentevanaf 2013 niet meer bijdraagt aan het Topsportevenementenfonds staat de oorspronkelijk met Omnisport beoogde ambitie Apeldoorn profileren met topsportevenementen - onder druk. Wij zijn met de exploitant in gesprek over het gezamenlijk oplossen van een aantal bouwkundige en installatietechnische gebreken die nog dateren van het moment van oplevering. Ook wordt met de exploitatiemaatschappij gesproken over het eigendom, de verantwoordelijkheden en het kostendragerschap voor wat betreft de inventaris. Wij verwachten in het voorjaar van 2014 hierover afspraken te maken. - Informatieverstrekking aan de Raad: Bij belangrijke afwijkingen van de overeengekomen afspraken wordt uw raad tussentijds geïnformeerd. Er was in 2013 geen aanleiding voor informatieverstrekking aan de raad. 215 6.4.3 Deelnemingen Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang, is Apeldoorn deels of geheel in het bezit van de aandelen van een aantal vennootschappen. Onderstaand per programma een korte toelichting op deze deelnemingen. Programma 1 Bank Nederlandse Gemeenten - Doel: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Via financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. - Betrokkenen: Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). - Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente als aandeelhouder tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. - Financieel belang: De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. Ieder jaar wordt door de bank dividend uitgekeerd. De gemeente Apeldoorn heeft 0,24% van de aandelen. - Ontwikkelingen: De BNG heeft over 2012 een nettowinst behaald van € 332 mln. (2011: € 256 mln.). Tot 2012 werd 50% van de winst uitgekeerd. Als gevolg van de Basel 3 richtlijnen hebben de aandeelhouders vorig jaar ingestemd met de halvering van de dividenduitkering om de vermogenspositie van de bank te versterken. Evenals vorig jaar is over 2012 dus 25% van de winst uitgekeerd. De dividenduitkering 2012 bedraagt € 1,49 per aandeel (in 2011 € 1,15 per aandeel). Het dividend over 2012 voor Apeldoorn komt hiermee uit op € 197.000. Dat is € 47.000 hoger dan begroot. - Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt ter inzage aan de raad voorgelegd. NV Luchthaven Teuge - Doel: Vanaf 1 mei 1996 is er sprake van een NV Luchthaven Teuge. Daarvoor was de luchthaven een gemeenschappelijke regeling. Vliegveld Teuge richt zich op het nationale en internationale particuliere vliegverkeer en daarnaast op het zakelijke vliegverkeer. - Betrokkenen: De gemeente Apeldoorn heeft als aandeelhouder een belang van ruim 54% van het gestort aandelenkapitaal. De overige aandeelhouders zijn de gemeenten Deventer, Zutphen en Voorst. - Bestuurlijk belang: Apeldoorn is de grootste aandeelhouder. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de algemene vergadering van aandeelhouders. - Financieel belang: De gemeente Apeldoorn heeft als aandeelhouder € 1 miljoen ingebracht in NV Luchthaven Teuge. In 2011 heeft Apeldoorn een lening verstrekt van € 1,425 mln. tot juli 2012. De overige aandeelhoudende gemeenten hebben zich naar rato van hun belang in de NV hiervoor garant gesteld. In 2012 en 2013 zijn enkele percelen landbouwgrond en bedrijventerrein verkocht. Daarnaast is bespaard op de kosten van de exploitatie. De lening van de gemeenten is afgelost en omgezet in een lening van een particuliere bank. In 2012 en 2013 is onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor verdere privatisering van de luchthaven. Conclusie van de aandeelhouders is, dat er op dit moment geen geschikte mogelijkheden zijn. In 2013 heeft de Provincie Gelderland zijn omgevingsvisie gepresenteerd, waarin ook een visie gegeven wordt op de toekomst van vliegveld Teuge. In 2014 wordt een nieuw luchthavenbesluit voorbereid, waarin de geluidscontouren en de gebruiksruimte van het vliegveld worden vastgelegd. De directie van de luchthaven zal een Teuge-tafel samenstellen met vertegenwoordigers van stakeholders en omwonenden ter voorbereiding van het luchthavenbesluit. Ook Apeldoorn zal daarin vertegenwoordigd zijn. - Informatieverstrekking aan de raad: In 2013 is de raad geïnformeerd over het onderzoek naar verzelfstandiging en over de omgevingsvisie van de provincie op vliegveld Teuge. NV Nuon Energy - Doel: Nuon Energy is het productie- en leveringsbedrijf van Nuon. In 2009 is Nuon gesplitst in een productie/leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf (Alliander). 216 - Betrokkenen: In 2009 hebben de publieke aandeelhouders Nuon Energy verkocht aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfall. Vanaf 2016 zal de gemeente Apeldoorn alleen aandeelhouder zijn van Alliander. - Bestuurlijk belang: Wethouders Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Apeldoorn is lid van NUVAL, de aandeelhoudersvereniging van oud Gamoggemeenten. De voorzitter van NUVAL behartigt de belangen van de aangesloten gemeenten in de grootaandeelhouders-vergaderingen van Nuon, Alliander en Vitens. - Financieel belang: Per 1 juli 2013 is de derde tranche aandelen overgedragen aan Vattenfall. De ontvangen vergoeding bedroeg € 644.285. Hiervoor was reeds een balanspost opgenomen. Apeldoorn heeft nu nog 12.387 aandelen A. Volgens de afspraken die in 2009 met Vattenfall zijn gemaakt, krijgen de aandeelhouders 2% van de vastgestelde verkoopwaarde van hun aandelen als dividend uitgekeerd. Voor Apeldoorn was dit € 30.500, conform de raming in de begroting. - Ontwikkelingen: In 2009 is 49% van de aandelen overgedragen en vervolgens in 2011 15%. Per 1 juli 2013 is de derde tranche overgedragen. De laatste tranche zal in 2015 aan Vattenfall worden overgedragen. - Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportage en/of jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over de dividenduitkering van Nuon. Alliander NV - Doel: Alliander is het netwerkbedrijf van het voormalige Nuon en in 2009 afgesplitst. - Betrokkenen: Het netwerkbedrijf heeft alleen publieke aandeelhouders. De gemeente Apeldoorn heeft 0,0043% van de aandelen. - Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De voorzitter van NUVAL behartigt de belangen van de aangesloten gemeenten in het grootaandeelhoudersoverleg. - Financieel belang: Het resultaat (na belastingen en correcties) van Alliander in 2012 was € 228 mln. Hiervan is € 74,4 mln. als dividend uitgekeerd. Dit is lager dan het dividend over 2011 (€ 113 mln.), maar dat jaar bevatte een eenmalige uitkering als gevolg van de afrekening van oud-Nuon met de fiscus. Het dividend 2012 voor de gemeente Apeldoorn bedraagt € 32.000 (2011: € 48.590); dit is een nadeel van € 15.000 t.o.v. de begroting. - Ontwikkelingen: De verwachting is, dat het resultaat in 2013 en verder zal stabiliseren. - Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportage en/of jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over de dividenduitkering van Alliander. Vitens - Doel: Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf in Nederland en verzorgt de drinkwatervoorziening in de gemeente Apeldoorn. Vitens is afgelopen jaren ontstaan uit fusies van lokale en regionale drinkwaterbedrijven. In 2007 heeft de gemeente een belang in Vitens genomen. - Betrokkenen: De gemeente Apeldoorn heeft als aandeelhouder een belang van 1 aandeel. Andere aandeelhouders zijn 108 gemeenten en 5 provincies. - Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. - Financieel belang: Het financieel belang is gering. Het netto resultaat van Vitens in 2012 was een winst (na belastingen) van € 29,6 mln. In 2011 was dat nog € 36 mln. Oorzaken voor deze teruggang zijn een lagere omzet door de afschaffing van grondwaterbelasting per 1-1-2012, lagere incasso opbrengsten en de contractbeëindiging van een aantal zogenaamde meelifters (op de aanslag). Het dividend voor Apeldoorn bedroeg € 2,57. - Ontwikkelingen: In 2013 hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. - Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt voor de raad ter inzage gelegd. Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV) De opheffing van de gemeenschappelijke regeling RGV is in 2011 geëffectueerd. Daarmee is de gemeente Apeldoorn aandeelhouder geworden van RGV Holding BV. In 2012 zijn de laatste handelingen verricht die nodig waren om de Gemeenschappelijke Regeling definitief leeg te maken. - Doel: De kernactiviteit laat zich in het kort omschrijven als “het (laten) exploiteren van dagrecreatieve voorzieningen voor een breed publiek”. 217 - Betrokkenen: RGV Holding BV, Veluwe gemeenten en Nijmegen e.o. zijn rechtstreeks aandeelhouder. Aandelenpakket is op basis van inwoneraantal. - Bestuurlijk belang: De gemeente Apeldoorn heeft ca 16% van de aandelen in bezit. Voor de gemeente is de laagdrempeligheid en het onderhoud van de recreatieve voorzieningen van belang. Als aandeelhouder ziet de gemeente toe op de juiste uitvoering van deze publieke taak door RGV. De gemeente kan op hoofdlijnen invloed uitoefenen op (het behouden van) de laagdrempelige toegang tot recreatievoorzieningen als bijvoorbeeld Bussloo. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. - Financieel belang: Het financiële belang van de gemeente bestaat uit het aandelenpakket. Met de aandeelhouders is afgesproken dat de eerste vijf jaar van het aandeelhouderschap geen dividend wordt uitgekeerd. - Ontwikkelingen: De RGV heeft zich de afgelopen jaren redelijk positief ontwikkeld in termen van eigentijds aanbod, bezoekersaantallen en operationeel resultaat. De omzet steeg licht in een krimpende markt. Het nettoresultaat van de onderneming nam in 2012 toe tot € 2,3 mln. Hierdoor is de financiële basis, ondanks de lastige omstandigheden, verder versterkt. De solvabiliteit van de RGV is gezond. - Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt jaarlijks voor de raad ter inzage gelegd. Programma 3 Parkeergarage Orpheus BV - Doel: Het beheren en exploiteren van de parkeervoorzieningen gelegen aan het Churchillplein in Apeldoorn. - Betrokkenen: De gemeente is voor 100% aandeelhouder van de BV. - Bestuurlijk belang: De gemeente is gebaat bij een (betaalde) parkeervoorziening in de nabijheid van de schouwburg annex congrescentrum. Hierdoor wordt overlast van geparkeerde auto’s in de straten rondom Orpheus beperkt. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering. - Financieel belang: Als eigenaar en verhuurder van de voorziening hebben wij een financieel belang. Daarbij is in de MPB rekening gehouden met een tekort op de exploitatie, dat (aflopend) gedekt wordt uit de algemene middelen. - Ontwikkelingen: In de loop van 2011 is een beheerovereenkomst met Orpheus NV gesloten. Ook heeft in 2011 de eerste AVA plaatsgevonden. In 2012 heeft de raad er mee ingestemd om het negatieve eigen vermogen van de BV aan te vullen door een onttrekking aan de voorziening groot onderhoud (€ 70.000) van de BV en een onttrekking aan de reserve Bereikbaarheid Binnenstad (RBB) van € 60.000. Bij de behandeling van de Zomernota 2012 heeft de raad de structurele bijdrage aan de BV verhoogd met € 50.000 ten laste van de RBB. - Informatieverstrekking aan de raad: In 2013 is geen specifieke informatie over de parkeeraspecten verstrekt. De eerder vastgestelde jaarlijkse bijdrage is onderdeel van de reguliere besluitvorming rondom de RBB. Begin 2014 zal de jaarrekening tot en met 2012 door de AVA worden vastgesteld. De prognoses duiden op een gering positief resultaat. In 2014 zal als onderdeel van de herijking van de RBB de parkeersituatie van Orpheus nader in beeld worden gebracht. Programma 4 Circulus B.V. - Doel: Circulus is in hoofdzaak belast met de inzameling en de verwijdering van huishoudelijk- en bedrijfsafval, alsmede voor de stadsreiniging. - Betrokkenen: De gemeente Apeldoorn is voor 55% aandeelhouder, de gemeente Deventer voor 32% en de gemeente Epe voor 13%. - Bestuurlijk belang: De gemeente is verantwoordelijk voor het doen inzamelen van huishoudelijk afval. Wij hechten niet alleen grote waarde aan het financieel belang maar ook aan het bestuurlijk belang. De gemeente onderhoudt als aandeelhouder (wethouder Cziesso) en als opdrachtgever (wethouder Prinsen) nauwe contacten met de directie van Circulus. Langs die weg vindt overleg plaats over de rol en de toekomst van Circulus. In 2011 is een nieuwe DVO opgesteld, een zogenaamde 218 prestatieovereenkomst, bestaand uit een deel A (de algemene voorwaarden), Deel B (de te leveren prestaties) en Deel C (het kostenallocatiemodel). Duur tot 2017. - Financieel belang: De aandeelhoudende gemeenten zorgen voor de financiering van Circulus. Het gaat hierbij voor Apeldoorn om een lening van € 3,3 miljoen. Jaarlijks ontvangen de aandeelhouders een winstuitkering. De winst in 2012 bedroeg ruim € 1,8 miljoen. Het dividend 2012 voor onze gemeente was € 1,012 miljoen. Hiervan heeft € 346.000 betrekking op de publieke taak. Dit bedrag is toegevoegd aan de reserve huisvuilrechten. - Ontwikkelingen: Diverse dossiers, waaronder de toekomstvisie Circulus, het dividendbeleid en de herijking van de dienstverleningovereenkomst, zijn in 2008 uitgewerkt en vastgesteld. Via een visiedocument van Circulus en een reactie hierop via de AvA heeft een verdieping plaatsgevonden van de weg waarlangs Circulus zich kan ontwikkelen. In 2011 is in gezamenlijkheid een proces doorlopen om de verschillende uitgangspunten nader te specificeren en uit te werken. Hiermee wordt vanaf 1 januari 2012 gewerkt. Daarnaast wordt in samenwerking met Circulus gekeken wat het bedrijf kan bijdragen aan het creëren van sociale werkgelegenheid. De samenwerking tussen Circulus BV en Berkel Milieu NV is geïntensiveerd en in 2011 is er een proces gestart om te bezien of een fusie mogelijk is. In 2013 heeft dit geresulteerd in een fusievoorstel aan de aandeelhouders van beide bedrijven. In 2014 wordt de besluitvorming over het voorstel afgerond. - Informatieverstrekking aan de raad: In 2013 heeft uw raad in de tussenrapportage kennis genomen van het resultaat van Circulus BV over 2012 en van de dividend-uitkering. Ook bent u raad tussentijds op de hoogte gehouden van de stand van zaken van het onderzoek naar een eventuele fusie tussen Circulus BV en Berkel Milieu NV. Programma 7 OmniPlaza Apeldoorn B.V. De gemeente Apeldoorn heeft 1 aandeel in deze BV. Na verliezen in 2011 en 2012 is voor de BV faillissement aangevraagd en wordt de BV geliquideerd. De activiteiten van Omniplaza worden grotendeels voortgezet door Stichting Omnizorg en Circulus. De liquidatie zal begin 2014 worden voltooid. Programma 8 NV Orpheus theater/congrescentrum - Doel: het aanbieden van een breed cultureel programma. Het bieden van accommodatie en ondersteuning voor culturele organisaties in de gemeente Apeldoorn, zowel op amateur- als op professioneel niveau. - Betrokkenen: NV Orpheus en gemeente (meerderheidsaandeelhouder) en particuliere aandeelhouders. - Bestuurlijk belang: De gemeente wordt als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Cziesso. Wethouder Prinsen vervult de rol van opdrachtgever. - Financieel belang: Het financieel belang bestaat uit een subsidieverstrekking van jaarlijks € 4 miljoen en de zorg voor het innen van de huur. Het pakket aandelen van de gemeente bedraagt circa € 272.000 en dat van het bedrijfsleven tezamen met particulieren circa € 102.000. De gemeente is tevens eigenaar van gebouw, gronden en parkeergarage. - Ontwikkelingen: Orpheus heeft een nieuw Meerjarenbeleidsplan 2012-2015 gepresenteerd waarin langs verschillende wegen maatregelen worden voorgesteld om zo snel mogelijk tot een gezonde exploitatie te komen. Gelijktijdig zijn nieuwe prestatieafspraken met Orpheus gemaakt. De raad heeft bij de vaststelling van de Begroting Bestaand Beleid (BBB) 2013-2016 rekening gehouden met een extra subsidie voor Orpheus van € 900.000 voor 2013 en 2014 en met € 450.000 voor 2015. De gevraagde investeringsbijdrage tot een bedrag van € 450.000 is niet beschikbaar gesteld. Daarbij is verwezen naar de bestaande kredietfaciliteit die Orpheus heeft bij de gemeente. - Informatieverstrekking aan raad: Op 31 mei 2012 is de nota Spin-Off doorkijk Cultuur 2013-2016 in de PMA besproken waarin de beleidsplannen en de prestatie afspraken van de grote culturele instellingen, waaronder Orpheus, zijn opgenomen. Bij de behandeling van de BBB 2013-2016 en Zomernota 2012 is besloten tot een extra subsidie aan Orpheus. De jaarrekening 2012 van de NV is 219 op 16 mei 2013 ter kennisname aan uw raad voorgelegd. Het exploitatiejaar 2012 is afgesloten met een positief resultaat van € 254.000, terwijl er in 2011 nog een tekort van € 221.000 was. Programma’s 5, 7 en 8 Accres Apeldoorn BV - Doel: Primaire doelstelling van Accres Apeldoorn BV is in opdracht van de gemeente beheren en verzorgen van de (gebruikers)exploitatie van de gemeentelijke maatschappelijke accommodaties. - Betrokkenen: Accres onderhoudt een viertal relaties met de gemeente: 1. de gemeente als enig aandeelhouder; 2. de gemeente als primaire opdrachtgever; 3. de gemeente als eigenaar van panden die Accres beheert; 4. de gemeente als toezichthouder m.b.t. uitvoering van wet- en regelgeving. - Bestuurlijk belang: Aan de budgetsubsidie worden voor een periode van 4 jaar prestatieverplichtingen verbonden, die door Accres dienen te worden uitgevoerd.Wethouder Cziesso vervult de aandeelhouderrol en wethouder Brouwer de opdrachtgeverrol. - Financieel belang: Aan Accres wordt jaarlijks een (geïndexeerde) budgetsubsidie van circa € 12 miljoen verstrekt. Deze subsidie is niet geheel vrij besteedbaar. Het niet beïnvloedbare deel beslaat meer dan 50% en heeft betrekking op de huurvergoedingen aan gemeente, uit te voeren onderhoud op het vastgestelde onderhoudsniveau 3 en de te hanteren maatschappelijk tarieven richting gebruikers. Voor de periode tot en met 2017 ligt er een structurele bezuinigingsopgave oplopend tot € 2,25 miljoen. Accres draagt jaarlijks een taakstellend dividend af van 50% van het bedrijfsresultaat met een minimum van € 260.000. - Ontwikkelingen: In 2009 zijn de Kaderstelling budgetsubsidie Accres 2010-2013 en de daaraan verbonden Prestatieafspraken 2010-2013 vastgesteld. De volgende ontwikkelingen zijn relevant: • Vanuit het perspectief van de Voorjaarsnota 2011 is aan Accres een rol toebedacht van uitvoeringsorganisatie die zich bij uitstek richt op beheer en exploitatie van onze basisinfrastructuur (vaste verhuur), geen beleidstaken vervult zoals natuur- en milieueducatie, recreatieve functies voor een groter deel voor eigen risico beheert en exploiteert, en die op termijn via meer ondernemerschap toe moet groeien naar een zelfstandig (private) BV. Dit toekomstperspectief betreft een groeimodel waarvoor naar verwachting twee prestatieperiodes nodig zijn om naar het eindbeeld toe te groeien. De uitkomsten van de wijkvoorzieningenscan en het nog nader te bepalen beleid aangaande de rol en taken van het gemeentelijke vastgoed zullen genoemde ontwikkeling mogelijk in een ander perspectief zetten; • In 2012 is, in overleg met Accres, een scenarioanalyse van start gegaan dat leidt tot een herdefiniëring van de rollen en taken binnen het gemeentelijk vastgoed, en daarmee ook de rollen en taken van Accres. Gelet op deze ontwikkeling heeft het College besloten om de prestatieafspraken met 1 jaar te verlengen tot en met 2014. • Tevens is in 2013 een financiële analyse (‘marktanalyse’) uitgevoerd waarin de exploitaties van Accres met een “norm”exploitatie vanuit de markt worden vergeleken. Gemeente Apeldoorn is opdrachtgever en begeleid in samenwerking met Accres dit onderzoek. De uitkomsten worden mede gebruikt bij het eerdergenoemde project over de toekomstige taken en rollen in het vastgoed. • Accres heeft een totale taakstelling van € 2,25 miljoen in 2017. De taakstellingen 2012 en 2013 ad € 0,8 miljoen zijn door hen gerealiseerd. Dit onder meer door teruggave van panden aan de gemeente en stopzetting van de NME-activiteiten. Accres heeft de ruimte gekregen om de bezuinigingen binnen de prestatieafspraken te realiseren. Op het moment dat Accres bezuinigingen niet haalbaar acht of deze in strijd zijn met de prestatieafspraken zal Accres dit signaleren en dienen te onderbouwen. • In 2013 heeft Accres de reservering onderhoud nagenoeg volledig aan de Gemeente uitgekeerd. Dit kon om dat de afspraken ten aanzien van de op Accres rustende onderhoudsverplichting zijn gewijzigd van 40 jaar naar 4 jaar. • In 2011 is de ‘Kaderstelling Maatschappelijke Tarifering’ ontwikkeld. Doel is een eenduidige lijn in de huurtarifering aan maatschappelijke doelgroepen. De kaderstelling is opgeschort i.v.m. de verkoopopgave van het maatschappelijk vastgoed. In 2014 wordt de kaderstelling omgevormd tot 220 algemene kaderafspraken over de wijze waarop we omgaan met tarifering versus subsidiëring van maatschappelijke organisaties. • In 2013 is Accres gestart met exploitatie van een aantal wijkcentra in Almelo. - Informatieverstrekking aan raad: In december 2013 is de scenario-analyse gereed gekomen en aangeboden aan de raad. De raad zal in 2014 geconsulteerd worden over de toekomstscenario’s ten aanzien van de taken en rollen binnen het gemeentelijke vastgoed en de marktanalyse en de daaruit voortvloeiende consequenties voor Accres. 6.4.4 PPS-constructies Publiek private samenwerking is een middel om beleidsdoelen te realiseren. De samenwerking met marktpartijen moet meerwaarde opleveren. Meerwaarde in de vorm van het benutten van kennis en expertise van andere partijen en het spreiden van risico’s kan leiden tot efficiëntere uitvoering van plannen en projecten. Onderstaand een korte toelichting op de belangrijkste PPS-constructies. Beekpark De PPS is in 2012 opgeheven. Van Wijnen Projectontwikkeling Oost BV. De PPS is in 2012 opgeheven. Veldekster BV - Doel: Gemeenschappelijk tot exploitatie brengen van bouwgrond gericht op de realisering van woningbouw in een deelgebied van de Zuid West Poort. - Betrokkenen: Gemeente realiseert samen met de Veldekster BV. - Bestuurlijk belang: Gezamenlijk met projectontwikkelaars die een grondpositie in het gebied hebben, ontwikkelen van een deelgebied in de Zuid West Poort. In dit samenwerkingsverband heeft de gemeente een zeggenschap van 50%. - Financieel belang: Kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondexploitatie komen ten laste dan wel ten bate van de betrokken partijen op basis van een vastgelegde samenwerkingsovereenkomst. De gemeente neemt voor 25% deel in deze samenwerking. - Ontwikkelingen: In 2013 is 1 kavel verkocht. Met de huidige markt-omstandigheden is de verkoop van kavels in deze prijsklasse niet eenvoudig. Voor het wasserijcomplex bestaat een goed initiatief voor herontwikkeling met behoud van het bestaande. Voor 2014 zal de ontwikkeling hiervan in samenwerking met de partners nader uitgewerkt worden. De Veldekster maakte in 2013 onderdeel uit van het Collegeonderzoek naar verbonden partijen. - Informatieverstrekking aan de raad: Als zich relevante ontwikkelingen voordoen wordt de raad via de reguliere tussentijdse rapportage geïnformeerd. Wegener - Doel: Gemeenschappelijk tot exploitatie brengen van bouwgrond gericht op de realisering van kantoren (52.000 m2 BVO) en woningen (10 kavels) in een deelgebied van de Zuid West Poort. - Betrokkenen: Gemeente Apeldoorn realiseert samen met Goudkuil en A.V.C. - Bestuurlijk belang: Door de samenwerking worden de krachten van overheid en markt gebundeld en worden risico’s rond de productie en afzet van bouwrijpe grond gedeeld met marktpartijen. In dit samenwerkingsverband heeft de gemeente een zeggenschap van 50%. - Financieel belang: Kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondexploitatie komen ten laste dan wel ten bate van betrokken partijen op basis van een vastgestelde samenwerkingsovereenkomst. De gemeente Apeldoorn neemt financieel voor 1/3 deel in deze samenwerking. - Ontwikkelingen: De Wegenerlocatie is één van de deelgebieden van de Apeldoornse kantooras. Door de economische crisis en de krimpende vastgoed-markt voor kantoren is de productie van nieuwe kantoren erg beperkt. Deze deellocatie van de Zuid West Poort is een belangrijk onderwerp binnen de lopende acties m.b.t. de kantorenprogrammering. Er heeft een verkenning van een alternatieve 221 - invulling plaatsgevonden. Deze bleek o.a. vanwege milieubelemmeringen niet mogelijk. De vraag naar nieuwbouw van kantoren is er op dit moment niet en zal de komende jaren naar verwachting ook beperkt zijn. Gezien die ontwikkeling wordt begin 2014 een koersdocument kantorenmarkt Apeldoorn aangeboden. De ZWP blijft in Apeldoorn de beste plek voor kantoorontwikkeling, maar deze markt is dermate onzeker dat de uitgifte op dit moment over 25 jaar is uitgesmeerd. Alleen al die ontwikkeltermijn is reden om te kijken of herprogrammering op onderdelen gewenst is. Het genoemde koersdocument gaat nader in op die programmering. Informatieverstrekking aan de raad: Als zich relevante ontwikkelingen voordoen wordt de raad via de reguliere tussentijdse rapportage geïnformeerd. Kanaalzone Zuid - Doel: De ontwikkeling en realisatie van de pilot in Kanaalzone Zuid. Het betreft de transformatie, met behoud van cultuurhistorische waarden, van een verouderd woonwerkgebied. Grote fabriekshallen maken plaats voor circa 250 woningen en minimaal 2.380 m2 voorzieningen. - Betrokkenen: Dit project is een samenwerking van twee woningcorporaties (Ons Huis en Woonmensen), de provincie Gelderland en gemeente Apeldoorn. - Bestuurlijk belang: De transformatie kan tot stand komen door de gebundelde krachten van partijen. - Financieel belang: Partijen nemen elk voor 1/3 risicodragend deel in de gezamenlijke grondexploitatie. - Ontwikkelingen: Partijen hebben in het vierde kwartaal van 2013 overeenstemming bereikt over o.a. planaanpassingen waarmee de bouwstroom opgang wordt gebracht. In het eerste kwartaal van 2014 wordt gestart met de bouw van woningen langs de Kayersdijk. 40 woningen daarvan zijn in elk geval sociale huur waarvoor van de provincie een extra financiële bijdrage is verkregen. - Informatieverstrekking aan de raad: In november 2013 heeft de raad een voorstel m.b.t. de planaanpassingen besproken en ingestemd met benodigde kaderwijzigingen. Tevens is de raad via de reguliere tussentijdse rapportage geïnformeerd. 222 6.5 Paragraaf Grondbeleid Algemeen Grondbedrijf Grondbeleid is een geheel van hulpmiddelen (instrumenten) dat in onderlinge samenhang, en gedoseerd wordt ingezet om bestuurlijke doelen in onze gemeente te realiseren. Grondbeleid is - anders dan de naam doet vermoeden - geen echt beleid maar is een aanduiding van de manier waarop de gemeente de middelen uit de gereedschapskist inzet om andere (beleids-)doelen te verwezenlijken. Elk jaar is de gemeente op grond van het Besluit begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (afgekort BBV) verplicht om een paragraaf grondbeleid in zowel de meerjarenprogramma begroting (vooruitblik) en jaarrekening (terugblik) op te nemen. Die verplichting geldt vanaf 1.1.2004. Nota Grondbeleid 2013 en paragraaf grondbeleid bij de begroting In de jaarlijkse paragraaf grondbeleid bij de begroting wordt de visie op het grondbeleid opgenomen in relatie tot bestuurlijke doelstellingen. Het is een platform voor toevoegingen en wijzigingen rond de wijze waarop de gemeente instrumenten inzet, vastgelegd in de Nota Grondbeleid. De keuze uit de instrumenten heet grondpolitiek. De raad heeft het college verzocht om een Nota grondbeleid op te stellen in aanvulling op de verplichte paragraaf grondbeleid. Op 30 mei 2013 heeft de raad ingestemd met de nota Grondbeleid 2013 ‘Versteviging van fundamenten onder turbulente omstandigheden’ en het technisch achtergronddocument, met daarin de Apeldoornse grondbeleidkeuze in vijf beleidskaders: De paragraaf grondbeleid bij de rekening Het is aan de raad om te controleren of het college, bij de uitvoering van het grondbeleid, binnen de door de Gemeenteraad vastgestelde beleidskaders is gebleven. Het college legt in de paragraaf grondbeleid van het jaarverslag verantwoording af over het gevoerde grondbeleid. Onderwerpen die in de paragraaf grondbeleid bij de jaarrekening (terugblik) aan bod komen zijn: 1. Ontwikkelingen 2013 Een terugblik over het gevoerde Apeldoornse grondbeleid in 5 beleidskaders van het afgelopen jaar. Terugblik op de Apeldoornse grondbeleidskeuze A De gemeente kiest voor een regierol op de grondmarkt en laat de productie van bouwrijpe grond over aan andere partijen. B De gemeente schroeft de risicodragende productierol bij bouwgrondproductie terug en acteert actief rond verkoopversnelling. C De gemeente opereert op de grondmarkt met een brede focus. De gemeente nodigt uit, denkt mee, staat op en ontzorgt. D Het gemeentelijke grondbedrijf wordt gelijk gesteld aan de positie van een particuliere zelfrealisator en moet zich commerciëler gaan gedragen. E Keuzen die worden gemaakt rond vormen van regie en productie worden explicieter aan de gemeenteraad voorgelegd. onderdeel 1.1 Algemene terugblik 2013 1.2 Programmering 1.3 Verkoopversnellers 1.4 Plankosten 1.5 Bovenwijks 1.6 Ontwikkelstrategie 2. Vermogenspositie Grondbedrijf In het MPG 2014 komt de vermogenspositie van het grondbedrijf en de te verwachten resultaten van de grondexploitaties per 1 januari 2014 uitgebreid aan bod. We beperken ons in deze paragraaf daarom tot de verantwoordingsinformatie over het jaar 2013. Deze bestaat uit: a. Een actuele prognose van de verwachte en gerealiseerde winst- en verliesneming over 2013; b. Verwachte en gerealiseerde winstafdracht 2013; c. Algemene Reserve Grondbedrijf; d. Productiecijfers Grondbedrijf. 3. Overzicht resultaten grondbedrijf 2013 Een totaaloverzicht van de financiële resultaten van het Grondbedrijf over 2013. 223 Ad 1. Ontwikkelingen 2013 In de paragraaf grondbeleid 2013 bij de begroting is een vooruitblik gegeven over 2013. Terugblikkend aan de hand van de apeldoornse grondbeleidskeuze in 5 beleidskaders zijn er de volgende ontwikkelingen geweest: 1.1 Algemene terugblik 2013 Decennialang vormde het grondbeleid de stille motor achter vele nieuwe wijken, stedelijke vernieuwing en de herontwikkeling van gebieden. De tijden zijn veranderd. De afgelopen jaren ging het vooral over verlies op de grondexploitaties en de afwaardering van bouwgronden. Vanaf 2010 (MPG 2011) werd grond binnen de gemeente Apeldoorn een dominant thema en kwamen uitdrukkingen als ‘black box’ en ‘planoptimisme’ voorbij. De geprognosticeerde woningbouw- en bedrijvenprogramma’s in relatie tot behoefteramingen werden tegen het licht gehouden. De gemeente Apeldoorn heeft begin 2011 er voor gekozen om ‘all out’ te gaan. Om alles in een keer af te boeken. En om daar 100% transparant over te zijn. Wij kwamen lelijk in de media en Apeldoorn prijkte lange tijd bovenaan de verkeerde lijstjes. De manier waarop Apeldoorn de grondproblematiek heeft aangepakt lijkt zich na alle negatieve aandacht ten positieve van Apeldoorn te keren. Zo betitelde de Vereniging Nederlandse Gemeenten het stadhuis van Apeldoorn als een passende plek voor het door de VNG georganiseerde congres ‘Grondbeleid in nieuw perspectief – van Black box naar inzicht’ op 9 december 2013. Apeldoorn werd als eerste gemeente met de crisis in het grondbedrijf geconfronteerd maar was ook de eerste die schoon schip maakte. Ook Nieuwsuur besteedde hier na 2011 opnieuw aandacht aan. In de uitzending ging het over een lijst uit het Financieel Dagblad met gemeenten die veel grond op hun naam hebben staan terwijl de professionele planners zeggen dat het lastig wordt om dat te verkopen. Apeldoorn wordt opgevoerd als voorbeeld van een gemeente die in één keer het verlies heeft genomen. Voor de gemeente Apeldoorn heeft deze keuze naast alle vervelende gevolgen als voordeel, dat er duidelijkheid is gecreëerd: naar de Apeldoornse bevolking, maar ook naar de marktpartijen die nu weten waar ze kunnen investeren. Apeldoorn kan weer voorzichtig naar de toekomst kijken. En onlangs is gemeente Apeldoorn uitgenodigd, samen met de onderzoekers van het Deloitte-rapport “Financiële situatie bij gemeentelijke grondbedrijven 2013” en de Neprom om deel te nemen aan het ronde tafel gesprek over Grondbeleid georganiseerd door de commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer der StatenGeneraal. Tijd om achterover te leunen is er niet. Het vakgebied ruimtelijke ontwikkeling is meer in beweging dan ooit. Wel markeert 2013 een overgangsjaar. Een jaar van actieve reductie van programma’s naar sturen op prognoses en ontwikkelingen. Een jaar waarin het MPG als regulier bedrijfsvoeringinsinstrument in de organisatie ingebed wordt. Hieronder wordt teruggeblikt wat er in 2013 uitgevoerd is met de blik vooruit gericht. 1.2 Programmering Kantoren In het MPG 2013 is de kwetsbaarheid van dit programma onderdeel geschetst. Het betreft een programma dat bovenmatig te lijden heeft onder de huidige marktomstandigheden. In 2013 is het risico in beeld gebracht, zowel kwalitatief als kwantitatief. Gekeken is naar de ruimte die er nog is voor nieuwbouw van kantoren in Apeldoorn en wat dat betekent voor het huidige programma. Vooruitlopend op definitieve keuze zijn de financiële gevolgen in beeld gebracht. Hiervoor is in 2013 een verliesvoorziening kantoren getroffen in het MPG 2014. Definitieve keuzes zullen in overleg met de markt en gemeenteraad gemaakt worden. De verliesvoorziening kantoren kan daarmee in 2014 ‘geactiveerd’ worden op complexniveau om in het MPG 2015 definitief te verwerken. Herijking wachtkamerstatus Bedrijventerreinen In oktober 2012 door de gemeenteraad de programmering van bedrijventerreinen vastgesteld. Uitgangspunt was de vraagbehoefte van bureau STEC van 85 ha. voor Apeldoorn. Voor twee terreinen is in 2013 de programmering gewijzigd: Kieveen en Ecofactorij II. Beide terreinen kregen in de programmering de ‘wachtkamer status’. De gemeenteraad heeft in 2013 voor de bedrijventerreinen Ecofactorij II en Kieveen besloten deze status te wijzigen waardoor beschikbaarheid van beide terreinen voor bedrijfsvestiging veranderd, namelijk: 224 − − De wachtkamer status van Ecofactorij II (32 ha.) wordt beëindigd. Dit houdt in dat de huidige bestemmingen en gebruik wordt voortgezet en de locatie als potentieel bedrijventerrein vervalt. Als de marktvraag er aanleiding toe geeft, kan alsnog worden besloten om opnieuw te starten met de ontwikkeling van Ecofactorij II als bedrijventerrein. Pas op middellange termijn (3 tot 8 jaar) kan deze locatie dan weer beschikbaar komen. De realisering van Kieveen (5,1 ha.) als bedrijfslocatie zal verwerkt worden conform het collegevoorstel ‘Vervolg wachtkamerstatus uitbreiding bedrijventerrein Kieveen’. Dit komt er op neer dat alleen bij een individuele aanvraag beoordeeld gaat worden of vestiging van betreffend bedrijf op Kieveen mogelijk is. Dit is een stapsgewijze aanpak. 1.3 Verkoopversnellers In de nota Grondbeleid (item verkoopversnellers) is beschreven dat dé oplossing om de productie op gang te brengen niet bestaat. Afgelopen jaar is het nodige gedaan om betrokken, uitnodigend en slagvaardig tot versnelling te komen. Hieronder wordt een aantal initiatieven beschreven − Op het gebied van planning en programmering van diverse woningbouw- en bedrijvenprogramma’s is getracht meer evenwicht in de markt te brengen. Het vertrekpunt is dat gelijksoortig programma zo veel als mogelijk volgtijdelijk op de markt gebracht. Nieuwe initiatieven met een programmatische afweging worden ter beoordeling besproken in het Programma Overleg Ruimte (POR) − Er is een fysieke ruimte geopend met de naam Kavels+Panden aan de Marktstraat 23. Deze winkel beoogt zo laagdrempelig als mogelijk te zijn in de richting van Apeldoornse bedrijven en bewoners die overwegen een pand of een kavel te kopen. In deze winkel worden klanten deskundig geïnformeerd over het kopen van gemeentelijk vastgoed (voormalige scholen of sportzalen bijvoorbeeld) of het kopen van een kavel om een woning op te zetten. Naast de accountmanager voor de bedrijventerreinen is er – tijdelijk – een accountmanager voor woningbouw aangesteld. − Als verkoopversneller kan ervoor gekozen worden om voorraad gereed product in bepaalde gebieden met een korting op de grondprijs te verkopen. Het uitgangspunt is en blijft dat de gronduitgifteprijzen marktconform zijn. In de Nota Grondbeleid staat als definitie van verkoopversnellers dat we ‘potentiële kopers die moeite hebben hun financiering rond te krijgen tegemoet willen komen’. Hiertoe zouden verschillende mogelijkheden geoffreerd worden. Het afgelopen jaar is op basis van bovenstaande lijst in de nota GB feitelijk geen verkoopversneller ingezet. Wel is een aantal mogelijkheden toegepast om potentiële kopers die moeite hebben hun financiering rond te krijgen tegemoet te komen. Benadrukt wordt dat de in 2013 ingezette instrumenten geen beleid voor de gemeente Apeldoorn vormen. Ze zijn slechts toegepast als ‘hulpmiddel’ om te zorgen dat de gronden alsnog werden afgenomen en de gemeente en ontwikkelaar geen kopers zou verliezen. Het inzetten is daarmee een voorbeeld van constructief meedenken en handelen. Uitgangspunt blijft echter “boter bij de vis”. Het betreft: Uitstel van betaling − In de Bakershoeve heeft de gemeente grond verkocht door middel van het uitschrijven van een tender. Geïnteresseerden konden een bieding doen op de uit te geven gronden. Hoewel de koopprijs al enkele jaren vaststond en ontwikkelaar wist waar hij aan toe was, heeft hij toch om uitstel van betaling verzocht. De grond diende te worden afgenomen op basis van de in de overeenkomst vermelde criteria, echter een verzoek werd gedaan om per verkocht kavel de grond te betalen. Een zorgvuldige bestuurlijke afweging heeft ertoe geleid dat uiteindelijk akkoord is gegaan met dit verzoek voor uitstel van betaling onder voorwaarden. Met name deze voorwaarden maken directe afname nog steeds de financieel meest aantrekkelijke optie. Binnen drie jaar na vaststelling van het bestemmingsplan dient de gehele koopsom inclusief rente en index te zijn betaald, los van het aantal kavels dat is verkocht. 225 De Groninger akte − De gemeente loopt risico door de gronden al in eigendom over te dragen en rente daarvoor terug te ontvangen. Bij de uitgifte van kavels in de Weteringsebroek is na zorgvuldige bestuurlijke afweging toch voor deze optie gekozen. Er wordt in de Weteringsebroek een aantal kavels uitgegeven. Om daar de kopers niet te verliezen, is men akkoord gegaan met uitgestelde betaling. Bovendien was het voor de kopers erg lastig om een financiering rond te krijgen. Vanwege het feit dat dit een lastige plek is om kavels te verkopen en de gemeente deze nu ineens zou kunnen wegzetten, zijn de alternatieven en risico’s in kaart gebracht, voor zover mogelijk geminimaliseerd om vervolgens tot deze slotsom te komen. De koopsom dient in dit geval te worden betaald binnen 8 weken na afgifte van een bruikbare omgevingsvergunning. Erfpacht − In 2013 is één maal gebruik gemaakt van een verkoop via een ‘erfpachtconstructie’: verkoop in Zuidbroek bedrijven. Op dit moment is er een document in voorbereiding om te gaan werken met twee basismodellen erfpacht in het rechtstreekse verkeer met een kavelkoper/zelfrealisator. Deze basismodellen zullen beschreven worden in de paragraaf Grondbeleid bij de begroting 1.4 Plankosten Binnen projecten werden plankosten niet eenduidig geraamd. Soms werd gewerkt met een percentage over het bouw- en woonrijpmaken, soms met een bedrag per woning of vierkante meter uitgeefbaar bedrijventerrein. Het besef dat er onvoldoende grip was op de raming, bewaking en sturing van plankosten binnen de grondbedrijfcomplexen is niet iets van de laatste paar jaar. Het is ook niet iets specifieks van de gemeente Apeldoorn. De drang om hier verandering in te brengen is bestuurlijk, maar zeker ook vanuit het ambtelijk apparaat, wel steeds sterker geworden. Er ontstond een zoektocht naar een instrument wat ons zou kunnen helpen de plankosten beter te kunnen ramen, bewaken en sturen. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de minministeriële ontwerpregeling plankosten exploitatieplan. Deze ontwerpregeling is op 1 januari 2010 gepubliceerd en dient door gemeenten te worden toegepast bij exploitatieplannen als bedoeld in de Wro. In goed overleg met de VNG, Vvg, NEPROM en NVB is de regeling tot stand gekomen en is gebaseerd op de methode Plankostenscan. De zoektocht is uitgekomen bij bureau BVH Ruimte die het instrument de ‘Plankostenscan Op Maat’ heeft ontwikkeld (POM). Het gaat hier om een nadere uitwerking van de landelijke regeling toegespitst op de lokale omstandigheden, ambities en werkwijzen. Met de Plankostenscan op maat (POM) kunnen plankosten worden geraamd bij ruimtelijke opgaven op productof activiteitenniveau, waarbij rekening wordt houden met de complexiteit van de opgave. Het gebruik van het instrument POM heeft een bewustwording teweeg gebracht: - De POM geeft ons inzicht in onze werkwijze binnen grondbedrijfprojecten. - Wij kunnen nu kritisch kijken naar de hoogte van onze plankosten en deze beheersen. - Wij kunnen onze werkwijze nu tegen het licht houden en waar nodig bijsturen. De POM is in 2013 geïmplementeerd. Er is draagvlak gecreëerd en een benchmark uitgevoerd. Vanuit de planeconomen zal het instrument gemonitord worden en zullen eventuele aanpassingen (jaarlijkse uurtarieven) doorgevoerd worden. Vervolg POM De veranderende marktomstandigheden, de benchmark en het gebruik van de POM geven aanleiding om een verdiepingsslag te maken en te kijken naar mogelijke aanpassingen in onze werkwijze rondom ruimtelijke projecten om op deze wijze een besparing in de plankosten te realiseren. Bij het efficiënter werken wordt gedacht aan: - Het samenvoegen van producten - De communicatie met de opdrachtgever verbeteren - Ons meer richten op de kernvraag - Scherper sturen op projectmatig werken (IPOR) en fasedocumenten - Meer naar de markt te kijken; uurtarieven liggen daar vaak lager. 226 1.5 Het kostenverhaal van bovenwijkse werken De gemeente Apeldoorn verhaalt de kosten van bovenwijkse werken met een tarief van € 4.005 per equivalent gebaseerd op prijspeil 1 januari 2014 (index 2% per jaar). Het tarief per contract voor bouwproductie op grond die niet van de gemeente wordt gekocht, gefactureerd voor uitsluitend de toevoeging (addendum) aan bouwplannen. Daarmee ontstaat - deels - dekking voor de ruimtelijke ambities die in verschillende beleidsdocumenten zijn vastgelegd. In het MPG 2013 is beschreven dat het jaar 2013 gebruikt zou gaan worden om de huidige werkwijze rondom de bijdrage bovenwijks in de gemeente te evalueren. Daarbij zou worden gekeken of de bijdrage bovenwijks ook in de eigen Grondbedrijfcomplexen opgenomen zou moeten worden. Met als doel een eenduidige werkwijze ten aanzien van de bijdrage bovenwijks in zowel de Grondbedrijfcomplexen als bij de particuliere ontwikkelingen. Een plan van aanpak ten aanzien van dit dossier is opgesteld en inmiddels is gestart met de uitvoering. De inhoudelijke discussie over dit onderwerp en de daarbij behorende besluitvorming betreft een complex vraagstuk dat organisatie brede implicaties heeft. 1.6 Gewijzigde ontwikkelstrategie Binnen de Gemeente Apeldoorn is het ontwikkelplan Vlijtsepark een eerste voorbeeld van een gewijzigde ontwikkelstrategie. De gelegenheid is genomen om samen met de Raad het ontwikkelplan goed door te nemen. Dit is van belang omdat organisch ontwikkelen een flexibele houding en veelal een ongewisse toekomst betekent . Afwijken van de rekenprent waarop de haalbaarheidsberekening is gebaseerd, moet eenvoudig kunnen, wanneer de financiële gevolgen hiervan in beeld zijn. Dit houdt in een financiële sturing in een ander perspectief. Dit perspectief is geschetst in de paragraaf grondbeleid behorende bij het MPB 2013 e.v.: − − − Sturing op afzonderlijke exploitaties: In de paragraaf grondbeleid wordt het belang benoemd van het opsplitsen van de gebiedsexploitatie in verschillende deelexploitaties. In dit geval zal deze opsplitsing in ieder geval bestaan uit het opstellen van een aparte vastgoedexploitatie naast de haalbaarheidsberekening. Kasstroomsturing: Het belangrijkste toetsingskader zal de kasstroom zijn. De positieve kasstroom dient gedurende het project in stand te blijven. Een positieve kasstroom brengt immers met zich mee dat ook het besluit op enig moment om te stoppen met verdere herontwikkeling van het terrein genomen kan worden zonder financiële nadelige gevolgen voor de gemeente. Bewaking en continu inzicht in de kasstroom is dus in dit project nog meer dan in andere projecten van belang. In de voortgangsrapportage zal als vast onderdeel dit onderwerp aan bod komen. Wanneer er een initiatief tot stand komt dat zal leiden tot een negatieve kasstroom, zal worden bekeken op welke wijze dit negatieve effect door ingrepen in de gebiedsexploitatie genivelleerd kan worden: het principe van ‘als dit, dan….’. De kern is organisch ontwikkelen binnen de grenzen van een positieve kasstroom. Bandbreedte benadering: Aangezien het bij het Vlijtsepark gaat om een gemeentelijke haalbaarheidsberekening, waarbij de gemeente voor 100% risico loopt, is in dit geval, in afwijking van de paragraaf grondbeleid, wel gekozen om een financieel resultaat te berekenen. Zoals al eerder vermeld, is dit gedaan op basis van een rekenprent. Op basis van de uitgevoerde risico analyse is een bandbreedte vastgesteld waarbinnen het resultaat zich zal bewegen. De ontwikkelrichtingen in de bandbreedte zijn de benoemde risico’s en kansen in de risicoanalyse. 227 Ad 2. Vermogenspositie van het Grondbedrijf Voor een inhoudelijke en meer gedetailleerde toelichting met betrekking tot het resultaat van het Grondbedrijf wordt verwezen naar de MPG 2014. Winstgevendheid a. Verwachte en gerealiseerde winstneming 2013 Verwachte winstneming De verwachte winstneming van alle Grondbedrijfcomplexen tezamen wordt jaarlijks geactualiseerd bij het MPG. Bij het MPG 2013 is uitgegaan van een winstneming van € 3,6 mln. wat in de begroting voor 2013 is opgenomen. Bij de Turap is gemeld dat dit naar verwachting lager zal uitvallen en is een prognose afgegeven van € 1,6 mln. Gerealiseerde winstneming De feitelijke winstneming in complexen is gebaseerd op de vastgestelde resultaatbepalings-principes voor grondexploitaties. De in 2013 gerealiseerde winsten bedragen: (bedragen x € 1.000) Herstructurering Zuid 300 Beekbergen Bergbeek 112 Erfpachtcomplex 505 Restcomplexen en overige kleine grondbedrijfprojecten 2.576 Totale winstneming 2013 3.493 Omdat er voor de volgende complexen geen stellig voornemen (meer) is om bouwgronden te realiseren zijn de hierdoor ontstane verliezen rechtstreeks afgeboekt. Gerealiseerde afboekingen (x € 1.000) PWA Zone 2.403 Kanaaloevers Veldhuis 1.176 Overige Ruwe Gronden 261 Herstructurering Zuid Zuiderpark 11 Beekbergsebroek 289 Ecofactorij II 19.242 Kanaalzone 279 Zuidbroek 107 Totaal afboeking 2013 23.768 228 Het verloop in 2013 van de verliesvoorzieningen per complexen is als volgt . Verliesvoorzieningen (x € 1.000) Stand 1 januari rente mutatie 2013 Stand 31 december Beekstraat/Marktstraat 1.147 46 499 1692 Kieveen 4.896 196 160 5.252 17.878 715 -18.593 0 64.350 2.574 1.013 67.937 PWA Zone 3.744 150 -3.265 629 Kanaaloevers Haven Centrum 9.283 371 -596 9.058 73 3 13 89 2.279 91 2.761 5.131 Zuid West Poort 641 26 83 750 Stationsplein e.o. 210 8 -4 214 Restcomplexen en ov. kleine grondbedrijfprojecten 382 15 3 400 Niet in exploitatie genomen gronden Ecofactorij II In exploitatie genomen gronden Zuidbroek Griftlocaties Groot Zonnehoeve Ecofactorij I 0 47 47 Kantorenlocaties 0 4.500 4.500 13.749 95.699 Totaal voorzieningen 2013 104.883 4.195 Vooruitlopend op een definitieve keuze over aanpassing van de programmering voor kantorenlocaties is in 2013 een verliesvoorziening kantoren gevormd. b. Verwachte en gerealiseerde winstafdracht 2013 Er zijn geen winstafdrachten aan de algemene dienst voor 2013 in de Meerjaren Programmabegroting begroot en er worden géén afdrachten voorgesteld. c. Algemene Reserve Grondbedrijf Verloop van algemene reserve van het Grondbedrijf in 2013* (x € 1 miljoen): Stand per 1 januari 2013* 17,4 Rentebijschrijving 0,7 Resultaat Grondbedrijf 2013* -2,8 Bijdrage aan Kanaaloevers Havenkade -0,1 Stand per 31 december 2013* 15,2 * na verwerking van resultaatbestemming 2012, resp. 2013 229 d. Productiecijfers Grondbedrijf Verkopen opbrengsten (x € 1.000) Begroot 2013 Woningbouwterreinen Bedrijventerreinen Kantorenterreinen Winkelterreinen Overig verkopen Totaal VoorcalVerschil tov Verschil tov Gerealiseerd culatie begroting voorcalc (1) (2) (3) (3 - 1) (3 - 2) 7.600 1.700 0 0 2.900 4.514 3.097 0 0 1.398 4.507 3.151 0 0 1.451 -3.093 1.451 0 0 -1.449 -7 54 0 0 53 12.200 9.009 9.109 -3.091 100 De kolom "begroot" is gebaseerd op de totale ingeschatte productie van het grondbedrijf voor de jaarschijf 2013. De kolom "voorcalculatie" is gebaseerd op de raming van de individuele transacties binnen de grondbedrijfcomplexen die in 2013 daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Verkopen woningbouw (in aantallen) Project woningbouw Raming Realisatie MPG 2013 2013 Afwijking 1. Zuidbroek 77 14 -63 2. Groot Zonnehoeve 45 34 -11 3. Hobbemalaan, Orden 11 11 0 4. Bakershoeve, de Maten 11 22 11 5. Overig Totaal 1 2 1 145 83 -62 Realisatie Afwijking Verkopen bedrijventerrein (in hectares) Project bedrijventerrein Raming MPG 2013 2013 1. Zuidbroek (middengebied) 0,8 ha 0,3 ha 2. Ecofactorij I 0,0 ha 0,0 ha 0,0 ha 3. Noordoostpoort 0,7 ha 1,2 ha 0,5 ha 4. Overig 0,0 ha 0,6 ha 0,6 ha Totaal 1,5 ha 2,1 ha 0,6 ha 1 -0,5 ha 1) realisatie heeft plaatsgevonden via erfpachtcontract Bij de gerealiseerde verkopen in 2013 is conform de regelgeving het ‘geld op de bank’ principe losgelaten, dat wil zeggen dat een verkoop direct is gerealiseerd als de notariële akte is gepasseerd. Dat het geld eventueel nog niet is ontvangen, verhoogt het debiteurenrisico. De grondverkopen van woningbouwlocaties komen lager uit ten opzichte van het MPG 2013 (-62) en de TTR (-58). Dit wordt veroorzaakt doordat de grondopbrengst van 54 woningen in Zuidbroek (Laan van de Charleston en Anklaarseveld) en 5 woningen in Groot Zonnehoeve zijn op het laatste moment over de jaargrens geschoven. Deze aantallen tellen niet mee in het boekjaar 2013 maar worden als gerealiseerde aantallen in 2014 meegenomen. T.o.v. het MPG 2013 is de uitgifte van bedrijventerreinen hoger uitgekomen. Dit wordt mede veroorzaakt door verkopen van bedrijventerrein die geen onderdeel zijn van de reguliere uitgifte (Bredenoord) en ook niet in de raming van het MPG 2013 waren opgenomen. 230 De uitgifte van een aantal kleinere kavels is echter evenals bij woningbouw op het laatste moment in 2013 niet doorgegaan. Levering zal in de productie van 2014 meetellen. In 2013 is in Zuidbroek het contract voor de levering van grond aan Hornbach getekend. Feitelijke levering is voorzien in 2016. Voor kantoren was er voor 2013 niets begroot en ook niets verkocht. Een grondverkoop in het winkelcentrum de Eglantier heeft niet plaatsgevonden. In verband met een verschil van inzicht wordt de kwestie aan de rechter voorgelegd. Ad 3. Overzicht resultaten Grondbedrijf 2013 Bedragen in miljoenen euro's Winstneming IEGG (in exploitatie genomen gronden) Woningbouw Groot Zonnehoeve Kanaaloevers Haven Centrum Herstructurering Zuid Beekbergen Bergbeek Restcomplexen en overige kleine grondbedrijfprojecten subtotaal IEGG woningbouw AfwaarVerliesdering voorziening Res. Ov. Projecten Totaal 0,0 0,0 -2,7 0,6 0,3 0,1 1,7 2,1 0,0 -2,1 Bedrijventerreinen en Overig Kantorenlocaties Algemeen Zuid West Poort Erfpachtcomplex Restcomplexen en overige kleine grondbedrijfprojecten subtotaal IEGG bedrijventerreinen en overig 0,5 0,9 1,4 0,0 -0,1 -4,7 0,0 -3,3 Totaal IEGG 3,5 0,0 -6,8 0,0 -3,3 -2,4 -1,2 3,3 1,8 0,0 -2,5 18,6 4,1 -4,5 -0,1 NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden) Woningbouw PWA Zone Kanaaloevers Veldhuis Beek/Marktstraat Zuidbroek Wonen Kanaalzone Overige Ruwe Gronden subtotaal NIEGG woningbouw 0,0 -0,1 -0,3 -0,3 -4,3 -0,5 -1,0 Bedrijventerreinen en Overig Ecofactorij II Beekbergsebroek Kieveen subtotaal NIEGG bedrijventerreinen en overig 0,0 -19,5 -0,2 18,4 4,1 3,0 Totaal NIEGG 0,0 -23,8 20,2 4,1 0,5 Totaal IEGG en NIEGG 3,5 -23,8 13,4 4,1 -2,8 -19,2 -0,3 231 Toelichting bij het overzicht resultaten grondbedrijf 2013 Over 2013 is het resultaat van het grondbedrijf per saldo negatief met totaal € 2,8 miljoen, waarvan € 3,3 miljoen nadeel binnen de in exploitatie genomen gronden (IEGG) en € 0,5 miljoen voordeel binnen de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). In de begroting over 2013 was een bate van € 2,6 mln. opgenomen, zodat ten opzichte van de begroting er een nadeel is van € 5,4 mln. Dit nadeel is grofweg als volgt te verklaren (afgerond op € 0,5 mln): Vrijval reserve overlopend project Ecofactorij II € 4,0 mln voordeel Vorming verliesvoorziening kantoren € 4,5 mln nadeel Aanvulling verliesvoorzieningen (m.n. agv lagere kavelprijzen) € 4,5 mln nadeel Hogere afwaardering NIEGG (m.n. PWA-zone en Ecofactorij II) € 23,0 mln nadeel Vrijval verliesvoorzieningen (m.n. PWA-zone en Ecofactorij II) € 22,5 mln voordeel Afronding € 0,1 mln voordeel Totaal € 5,4 mln nadeel Er is voor € 3,5 miljoen aan winst genomen: Erfpachtcomplex (€ 0,5 miljoen), Herstructurering Zuid (€ 0,3 miljoen), Beekbergen (€ 0,1 miljoen) en overige kleine grondbedrijfprojecten en afgesloten complexen (€ 2,6 miljoen). Daar waar verliezen definitief zijn en er geen reëel en stellig voornemen meer is voor ontwikkeling, is dit direct afgeboekt van de boekwaarde van het betreffende complex. Over 2013 bedragen de afwaarderingen € 23,8 miljoen, waarvan de belangrijkste afwaarderingen zijn: € 19,2 miljoen voor Ecofactij II, PWA Zone € 2,4 miljoen en Kanaaloevers Veldhuis € 1,2 miljoen. De afwaardering moet in samenhang worden bezien met de vrijval in de verliesvoorzieningen. In verband met de besluitvorming over de wachtkamerstatus van Ecofactorij II is de verliesvoorziening van € 18,6 miljoen voor Ecofactorij II vrijgevallen. Voor het de gronden van de PWA Zone die in 2013 zijn ondergebracht onder de NIEG-gronden is ook de verliesvoorziening van € 3,3 miljoen vrijgevallen. De belangrijkste dotaties in de verliesvoorzieningen betreffen € 4,5 miljoen voor kantoren en Groot Zonnehoeve voor € 2,8 miljoen. De reservering (via Reserve Overlopende Projecten) voor Ecofactorij II is voor € 4,1 mln. vrijgevallen i.v.m. het vervallen van de wachtkamerstatus. Dit levert een voordeel op. Inhoudelijke informatie op projectniveau is opgenomen bij programma 9 in deze jaarrekening, product 830 Bouwgrondexploitatie. De balansposities (met boekwaarde per complex) is opgenomen bij de toelichting op de balans (post voorraden). In de paragraaf weerstandsvermogen zijn de grondbedrijfrisico’s opgenomen. Een uitgebreide uiteenzetting rond (de resultaten van) het grondbedrijf is te vinden in het MPG 2014. 232 6.6 Paragraaf Lokale heffingen 6.6.1 Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de opbrengsten van de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen in 2013. Allereerst zullen achtereenvolgend de beleidsuitgangspunten worden belicht en zullen de diverse belastingsoorten afzonderlijk worden besproken. Vervolgens zullen de werkelijke opbrengsten worden vergeleken met de geraamde opbrengsten uit de begroting 2013. Bij de toelichting op de afzonderlijke belastingsoorten zal allereerst worden stilgestaan bij de belastingen die kunnen worden gerangschikt onder de zogeheten woonlasten. Dit zijn de onroerende zaakbelastingen (ozb), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Vervolgens komen de overige heffingen aan bod. Als laatste wordt ingegaan op de lokale lastendruk in 2013 ten opzichte van 2012 en wordt de hoogte van de gemeentelijke heffingen vergeleken met die in andere steden in het land. Baten gemeente De baten van de gemeente bedroegen voor 2013 ruim € 427 miljoen, exclusief verrekening met reserves. Bijna de helft daarvan wordt ontvangen van het Rijk via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en specifieke uitkeringen (bijv. sociale zekerheid, maatschappelijke dienstverlening). Bij de overige baten moet u denken aan bouwgrondexploitatie, interne verrekeningen en eigen belastingen (heffingen, rechten en leges). Bij de heffingen is de ozb de belangrijkste component. 6.6.2 Beleidsuitgangspunten Uw raad heeft een grote mate van vrijheid bij het vaststellen van de belastingtarieven. De opbrengsten van de belastingen en overige heffingen worden alleen aangepast aan de inflatiecorrectie; in 2013 was deze 1,5%. De volledig kostendekkende tarieven zijn in 2013 verhoogd met een gewogen index van 1,2% waarbij rekening is gehouden met de voor de gemeentelijke budgetten geldende verlaagde materiële kostenindex. De tarieven voor de gemeentelijke dienstverlening (o.a. afvalstoffenheffing, leges) mogen maximaal kostendekkend zijn. Voordat tarieven worden gecorrigeerd voor inflatie, wordt gecontroleerd of dit niet leidt tot meer dan 100% kostendekking. 6.6.3 Overzicht belastingen en heffingen Gemeenten zijn beperkt in de belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten (leges) voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten dienen zodanig vastgesteld te worden dat de opbrengsten de kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen), waarvan de ozb de omvangrijkste is. De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2013 in Apeldoorn werden geheven zijn: 233 Ongebonden belastingen: • Onroerende-zaakbelastingen; • Hondenbelasting; • Parkeerbelastingen; • Precariobelasting; • Toeristenbelasting. Gebonden belastingen: • Afvalstoffenheffing; • Rioolheffing; • Diverse leges en rechten. 6.6.4 Geraamde en werkelijke belastingopbrengsten 2013 In de tabel hieronder zijn de geraamde inkomsten voor 2013 vergeleken met de werkelijk gerealiseerde opbrengsten over 2013. De belangrijkste verschillen worden bij de toelichting op de diverse belastingsoorten nader toegelicht. Geraamde en werkelijke belastingopbrengsten 2013 OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Parkeerbelasting Precariobelasting Hondenbelasting Toeristenbelasting Begraafrechten Omgevingsvergunning (bouwen) Leges burgerzaken Leges vergunningen publiek domein Marktgelden Geraamd Werkelijk 41.202.108 40.541.732 16.692.420 16.308.021 11.554.000 11.471.766 4.246.000 3.409.045 649.600 532.067 771.000 807.662 1.582.600 1.501.427 1.644.166 1.582.643 4.864.821 2.608.870 2.325.281 2.415.656 216.300 177.761 354.639 333.080 Verschil -660.376 -384.399 -82.234 -836.955 -117.533 36.662 -81.173 -61.523 -2.255.951 90.345 -38.539 -21.560 6.6.5 Reflectie per belastingsoort Onroerende zaakbelastingen De ozb wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De maximaal verwachte opbrengst ozb wordt als percentage van de totale WOZ- waarde (inclusief areaaluitbreiding en waardestijging) van alle onroerende zaken in Apeldoorn uitgedrukt. Dit percentage was, afhankelijk van eigenaar/gebruiker niet-woning en eigenaar woning, bepalend voor de hoogte van elke individuele aanslag ozb 2013. De nieuwe vastgestelde WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2012 waren bepalend voor het belastingjaar 2013. In 2013 zijn voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen nieuwe WOZ- beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2013 geldig waren. De gemiddelde waarde van een woning in Apeldoorn is ten opzichte van het vorige tijdvak, waarvoor als waardepeildatum 1 januari 2011 gold, met ruim 4% gedaald en de waarde van een niet-woning is gemiddeld gedaald met 4,6%. Om bij deze dalingen van de WOZ-waarden tot dezelfde ozb-opbrengst te komen moeten de tarieven ozb verhoogd worden. Om daarnaast de inflatie (1,5%) te compenseren, moesten de tarieven gecorrigeerd worden. De gemiddelde aanslag ozb werd in 2013 dus verhoogd met 1,5%. 234 Tabel: percentages 2013 t.o.v. 2012 Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening ozb: 2012 Gebruikersbelasting: - niet-woningen Eigenarenbelasting: - woningen - niet-woningen 2013 0,2163% 0,2301% 0,1152% 0,2682% 0,1218% 0,2853% De baten OZB gebruikers/eigenaren laten een nadelig resultaat zien van 1,5% van de totale geraamde opbrengst. Hier is een aantal oorzaken voor aan te wijzen: de verwachte groei van woningen, waar begrotingtechnisch rekening mee is gehouden, is uitgebleven; het aantal (gegronde) bezwaren is toegenomen en tenslotte is de leegstand van gebouwen groter dan verwacht. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vaste gedeelte verschuldigd. Het variabele gedeelte (aantal ledigingen in het jaar) wordt achteraf verrekend, dus op de aanslag die een jaar later wordt opgelegd. In 2013 betaalde de burger dus het vastrechtgedeelte van de afvalstoffenheffing 2013, evenals het bedrag dat hoort bij het aantal ledigingen in 2012 (variabel gedeelte). De tarieven vastrecht en variabel zijn in 2013 met 1,2% gestegen ten opzichte van 2012. De afvalstoffenheffing heeft bijna € 400.000 minder opgebracht. Deze lagere opbrengst wordt veroorzaakt door een lager aantal aanbiedingen (circa 50.000 aanbiedingen minder) van afval. Rioolheffing Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater hebben gemeenten ook een regenwaterzorgplicht en hebben zij een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen. De gemeente is dus niet alleen verantwoordelijk voor het onderdeel afvalwater, maar voor de gehele gemeentelijke waterhuishouding. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De aanslagen rioolheffing worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Ook voor de rioolheffing geldt dat, door de waardedaling van de onroerende zaken de tarieven verhoogd moesten worden om tot eenzelfde belastingopbrengst te komen. Daarnaast moesten de tarieven nog eens met het inflatiecorrectiecijfer gecorrigeerd worden. In 2013 is de aanslag rioolheffing gemiddeld met 1,2% gestegen. Parkeerbelastingen In de gemeente Apeldoorn worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor parkeervoorzieningen te bestrijden en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woon-werk parkeren. Het streven is zo min mogelijk auto’s langs de openbare weg te laten parkeren en het gebruik van de auto voor woon- werkverkeer te ontmoedigen. De parkeertarieven zijn in 2013 met het inflatiepercentage (1,5%) geïndexeerd. De inkomsten uit de parkeerbelasting bedragen € 800.000 minder dan was geraamd. De reden is een lager gebruik van de betaalde parkeervoorzieningen als gevolg van de economische teruggang en meer concurrentie van andere aanbieders van parkeervoorzieningen. Precariobelasting Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen het plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan winkels die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven. De tarieven precariobelasting zijn in 2013 met het inflatiepercentage geïndexeerd. 235 De opbrengst precario is in werkelijkheid lager dan begroot. Uit nader onderzoek moet blijken of dit gelegen is in de economische ontwikkeling of dat andere oorzaken een rol spelen. In 2014 wordt dit met de verantwoordelijke eenheden opgestart. Hondenbelasting Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. Uw raad heeft bij de invoering van de hondenbelasting besloten dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten van de maatregelen om de overlast van honden te beperken. Deze kosten betreffen voornamelijk de kosten voor het onderhoud van de hondenuitlaatplaatsen. De prijsverhoging vanwege inflatie kon in 2013 binnen het budget worden opgevangen. De tarieven hondenbelasting zijn in 2013 gehandhaafd op het niveau van 2012. Toeristenbelasting Conform ons voorstel bij de Zomernota werd de in de MPB 2012-2015 voorgestelde verhoging van 40% gehalveerd. Het consumentenprijsindexcijfer van het CBS bedroeg in 2013 2,0%. Dit betekent dat de tarieven toeristenbelasting in 2013 met 21,1% zijn gestegen. Dat de opbrengsten, ondanks de tariefstijging, toch ruim € 81.000 lager liggen dan begroot, wordt veroorzaakt doordat in 2013 een aantal recreatieondernemers failliet zijn gegaan. De betreffende aanslagen zijn in 2013 niet meer opgelegd, terwijl dit nog wel in de begroting was opgenomen. Marktgelden De tarieven marktgelden zijn in 2013 met de gewogen index van 1,2% verhoogd. Grafrechten Met ingang van 2009 is een boveninflatoire tariefstijging benodigd van 1,5%, wat in lijn ligt met uw besluit uit 2006. De grafrechten zijn volledig kostendekkend. Hierbij is in 2013 gerekend met een gewogen index van 1,2%. De tarieven van de begraafplaatsenrechten zijn in 2013 dan ook verhoogd met 2,7%, Diverse leges en rechten De verschillende leges en rechten die worden geheven, zijn in 2013 in principe verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,5%. De tarieven van vergunningen publiek domein bleven ongewijzigd. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals de kansspelautomaten, is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde tarieven. Omgevingsvergunning Zoals gemeld in de Turap wordt de lagere legesopbrengst veroorzaakt door een terugval van de woningbouw en van grote bouwprojecten. We constateren dat er minder vergunningen worden aangevraagd en dat verleende vergunningen niet automatisch tot start bouw leiden. Er is sprake van een grote grilligheid in de markt en het al dan niet doorgaan van een project is in deze crisistijd van tal van factoren/ spelers afhankelijk. 236 6.6.6 Lokale lastendruk Hieronder is de gecombineerde aanslag voor 2013 voor een gezin met 2 kinderen in een woning met een WOZ-waarde van € 230.900 vergeleken met dezelfde aanslag voor 2012 (WOZ-waarde € 240.500). Belastingsoort Grondslag OZB eigenaar woning Rioolheffing Afvalstoffenheffing (*) Aanslag 2012 240.500 277,05 137,32 270,31 684,68 Aanslag 2013 230.900 281,23 139,00 273,55 693,78 (*)bij een afvalaanbod van 14 containers. Er wordt geen rekening gehouden met het effect van het gratis aanbieden van gft- afval op de aanbiedingen rest- afval. 6.6.7 Huidige positie ten opzichte van omliggende gemeenten14 Uit onderstaande tabellen blijkt dat de totale woonlasten van zowel een éénpersoonshuishouden als een meerpersoonshuishouden in Apeldoorn in 2013 op gelijk niveau lagen als die van omliggende gemeenten van vergelijkbare grootte. Eénpersoonshuishouden (bedragen in €) Gemiddelde woningwaarde OZB eigendom woning Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal Meerpersoonshuishouden (bedragen in €) Gemiddelde woningwaarde OZB eigendom woning Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal Apeldoorn Ede Nijmegen Arnhem 230.900 281,23 189,41 139,00 254.400 268,90 192,96 166,49 202.100 397,20 95,68 133,21 185.200 357,58 148,20 152,22 609,64 628,35 626,09 658,00 Apeldoorn Ede Nijmegen Arnhem 230.900 281,23 273,55 139,00 254.400 268,90 234,36 166,49 202.100 397,20 155,98 133,21 185.200 357,58 200,04 152,22 693,78 669,75 686,39 709,84 6.6.8 Kwijtscheldingsbeleid Apeldoorn hanteert als kwijtscheldingsnorm 100% van de bijstandsuitkering. Apeldoorn maakt daarmee, net als in het overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland, gebruik van het recht dat lokale overheden hebben om de landelijke norm van 90% van het bijstandsniveau te verhogen tot maximaal 100% van die norm. Dit houdt in dat als men onder de norm komt, men in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. De aanpassing is gebeurd op basis van een door uw raad genomen besluit. Niet voor alle heffingen wordt kwijtschelding verleend. De afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting (voor 1 hond) en een gedeelte van de onderhoudsrechten graven komen in Apeldoorn in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking. Voor het onderhoudsrecht van graven wordt slechts zeer beperkt kwijtschelding aangevraagd en verleend. Voor de afvalstoffenheffing wordt beperkt kwijtschelding (vastrecht en een maximaal aantal ledigingen) verleend, zodat er ook voor de minima een prikkel blijft bestaan om zorgvuldig met hun huishoudelijke 14 Bron: COELO Atlas van de lokale lasten 2013. 237 afvalstoffen om te gaan. Het maximaal kwijt te schelden bedrag is zodanig vastgesteld dat dit bij “normaal afvalgedrag” toereikend is. De geraamde en werkelijke bedragen aan kwijtschelding waren in 2013 als volgt: Belastingsoort Hondenbelasting Rioolheffing Afvalstoffenheffing Totaal Geraamd 39.350 262.792 957.204 1.259.346 Werkelijk 45.415 331.839 927.904 1.305.158 Verschil -6.065 -69.047 29.300 -45.812 238 6.7 Paragraaf bedrijfsvoering 6.7.1 Inleiding De gemeente Apeldoorn levert een scala aan producten en diensten. Daarbij is een goede bedrijfsvoering van essentieel belang. In deze paragraaf geven wij inzicht in ontwikkelingen m.b.t. de bedrijfsvoering voor zowel de ambtelijke als de bestuurlijke organisatie. 6.7.2 Ontwikkelingen bedrijfsvoering in de ambtelijke organisatie Informatievoorziening Sinds 2011 heeft de eenheid Informatievoorziening in haar huidige vorm twee transformaties doorgemaakt. In 2011 zijn de afdelingen I&A (informatisering & automatisering), RI (ruimtelijk informatievoorziening) en informatiemanagement samengevoegd tot de afdeling Informatievoorziening. Sinds 1 januari 2013 is het functioneel beheer van ca. 80 applicaties gecentraliseerd en ondergebracht bij Informatievoorziening. Deze centralisatie is in meerdere opzichten een succes gebleken. Omdat de functioneel beheerder voorheen binnen diensten of afdelingen werkte, ontbrak het aan kennisdeling en kruisbestuiving. De dienstverlening aan de eindgebruikers is er beter op geworden nu functioneel beheerders niet alleen van elkaar leren maar ook snellere toegang hebben tot andere disciplines binnen de eenheid Informatievoorziening. Naast de taakstelling van € 1 miljoen uit de periode 2011-2014, de projectenscan en de bezuiniging als gevolg van de reorganisatie, heeft de eenheid ook een substantiële bijdrage geleverd aan de nieuwe bezuinigingen in 2014 e.v. (Investerings-)budgetten zijn verlaagd of geschrapt, mede ook door scherp in te kopen. De ervaring leert dat de vraag om ICT-oplossingen vanuit de organisatie, de capaciteit al jaren overstijgt. Dit heeft tot gevolg dat jaarlijks een heel aantal wensen niet gehonoreerd kan worden. Met een verdere krimp van budgetten en personeel wordt het nog belangrijker om de schaarse middelen in te zetten op de juiste informatiseringsprojecten en -diensten. In 2013 is er een CIO-board ingericht. Deze bestaat uit een vijftal eenheidsmanagers en wordt voorgezeten door de CIO, een van de concerndirecteuren. Deze board ondersteunt de CIO bij het prioriteren van projectinitiatieven. Op basis van business cases wordt bekeken of projectinitiatieven kansrijk zijn en een bijdrage leveren aan de te realiseren concerndoelen. Informatievoorziening is niet alleen vernieuwing maar is ook beheren van wat we hebben. Uit een wereldwijd onderzoek van Gartner is gebleken dat ca. 80% van de IT kosten zogenaamde KTLO-kosten betreffen: Keep The Lights On. Met andere woorden beheerkosten om de zaak draaiende te houden. Immers het kunnen beschikken over een digitale dienst (een service) is vrijwel net zo normaal geworden in ons dagelijks bestaan als het hebben van licht als we de lichtschakelaar omzetten. Op één incident na kunnen wij over heel 2013 trots zijn op de hoge beschikbaarheid en betrouwbaarheid van onze systemen. Afgelopen jaren is er sprake van een toenemende aandacht voor informatiebeveiliging en privacy. Op rijksniveau wordt er gewerkt aan richtlijnen waaraan gemeenten moeten voldoen. In 2013 moesten alle gemeenten een Digid-assessment afleggen. Afgelopen jaar is hard gewerkt om bestaande processen 239 verder uit te werken en daar waar nodig te verbeteren om zo te kunnen voldoen aan de auditeisen. November 2003 vond de audit plaats en zijn we geslaagd op alle onderdelen. Eind 2011 is het raadsinformatiesysteem (RIS) operationeel geworden, waardoor nu gedurende twee jaar alle raadsstukken voor raad en burgers digitaal beschikbaar zijn. Door middel van het aanmaken van een zogenoemde attendering, kan iedereen op de hoogte blijven van de meest recente stukken binnen het raadsinformatiesysteem. In het afgelopen jaar is de stap gemaakt tot het papierloos vergaderen. Met uitzondering van de begroting en jaarstukken worden geen stukken meer op papier verspreid. De stukken zijn daarmee optimaal toegankelijk voor burgers, raad en college. Personeel en organisatie Het team HRM heeft de afgelopen maanden hard gewerkt aan de totstandkoming van de HRM-visie. Inmiddels is de structuur van de organisatie gewijzigd, maar om de veranderdoelen te realiseren is ook ander gedrag nodig. Dit is onder meer in de HRM-visie vertaald. Deze visie is inmiddels vastgesteld door de Directieraad, afgestemd met de portefeuillehouder P&O en heeft op instemming van de Ondernemingsraad kunnen rekenen. De HRM visie is als volgt geformuleerd: ‘Onze organisatie ziet wat je waard bent en geeft je ruimte om de resultaten te halen die publiek, ondernemers, bestuur en collega’s van je vragen’ Met deze uitspraak willen we expliciet twee kanten belichten. Ja, de organisatie heeft oog voor het talent en de kwaliteiten van medewerkers. En ja, van leidinggevenden wordt verwacht dat ze medewerkers ondersteunen, enthousiasmeren en inzetten op hun kracht binnen de mogelijkheden die er zijn. Maar er liggen ook hoge verwachtingen bij de medewerker. Dat er daadwerkelijk waarde wordt toegevoegd en de kwaliteiten op een proactieve manier worden ingezet om de afgesproken resultaten te behalen. De komende jaren ligt de focus van HRM-beleid op de pijlers resultaat, waardering, dynamiek en waarden. Deze pijlers zijn in de visie opgenomen en heel kort uitgewerkt. De komende jaren gaan we met de implementatie verder. Regionale samenwerking De gemeente Apeldoorn staat voor de uitdagende taak om in tijden van grote bezuiniging een professionele, effectieve organisatie neer te zetten die voldoet aan de eisen die de omgeving aan haar stelt. Dat betekent dat de organisatie zodanig flexibel moet zijn ingericht dat zij gemakkelijk kan inspelen op de rol die de omgeving van haar verwacht. Om deze reden is het belangrijk meer aandacht te geven aan regionale samenwerking. De belangrijkste hiervan zijn: vergroten van de (interne) arbeidsmarkt ten behoeve van personele mobiliteit en het komen tot meer onderlinge samenwerking op het terrein van Personeelsmanagement met als doel betere dienstverlening, efficiëntere bedrijfsvoering, borging van kennis en meer ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers. Van (toekomstige) medewerkers wordt verwacht dat zij flexibel zijn voor wat betreft inzet (inhoud en werkwijze) en mobieler ten aanzien van de werkomgeving (de plaats in organisatie). Dit laatste kan ook externe mobiliteit betekenen. Vergroting van de interne arbeidsmarkt door het aangaan van regionale samenwerking met gemeenten binnen de regio Stedendriehoek en de ’KAN-gemeenten’ (Arnhem, Nijmegen, Ede) zal moeten zorgen voor meer kansen. Het samenwerken met andere organisaties is hiervoor ook een optie. Hiervoor is het wel belangrijk dat de gemeente als werkgever helderheid geeft over wat de organisatie wil zijn en welke kwaliteiten dit van de medewerkers vraagt. De komende periode zal aan de hand van een aantal concrete thema’s de mogelijkheden voor samenwerking verder worden uitgewerkt en indien mogelijk geïmplementeerd. Concreet gaat het hierbij om mogelijke samenwerking op het terrein van personeels- en salarisadministratie, opleidingen, harmonisering en informatievoorziening ten aanzien van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie en uitwisseling van kennis en capaciteit. 240 Met 6 regiogemeenten heeft een verkennend onderzoek plaatsgevonden naar mogelijkheden tot samenwerking bij de PIOFACH-taken (personeel, inkoop, organisatie, financiën, automatisering, communicatie en huisvesting) en belastingen. Met name belastingen, inkoop, personeel en automatisering lijken kansrijk en worden verder uitgewerkt. Met betrekking tot personeel zijn er enkele concrete tijdelijke plaatsingen dan wel detacheringen van medewerkers geweest van omliggende gemeenten bij Apeldoorn en omgekeerd. In de toekomst leidt dit hopelijk tot concrete structurele uitwisselingen. Met de gemeente Epe zijn gesprekken gaande over mogelijke samenwerking op het terrein van personeels- en salarisadministratie. Met organisaties binnen de gemeente Apeldoorn is onderzocht wat we voor elkaar kunnen betekenen op het vlak van mobiliteit, uitwisseling vacatures en mogelijkheden voor detachering van medewerkers. Verhoging kwaliteit en mobiliteit Om haar ambities in de toekomst waar te kunnen maken is het noodzakelijk voor de gemeente dat medewerkers meer mobiel en inzetbaar worden in diverse functies. Diverse maatregelen die in 2013 zijn getroffen, dragen hier aan bij. In de cao gemeenten 2011- 2012 is afgesproken dat ambtenaren met ingang van 2013 recht hebben op een Individueel Loopbaanbudget (ILB). Door de steeds veranderende vraag aan gemeenten en de bijbehorende wijzigingen van taken, is er een voortdurende ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie nodig. Als medewerkers niet mee gaan in deze ontwikkeling, ontstaat er een ‘mismatch’ tussen zittende medewerkers en de organisatie. Om dit te voorkomen en ervoor te zorgen dat medewerkers inzetbaar blijven, hebben cao-partijen afgesproken per 1 januari 2013 het ILB in te voeren voor een periode van 3 jaar. Het gaat om een bedrag van € 500 per jaar per medewerker. In 2013 zijn we gestart met de voorbereidingen om een nieuwe HRM gesprekscyclus in te voeren per 2014. De OR moet nog instemmen en er kunnen nog enkele wijzigingen worden doorgevoerd. De nieuwe HRM cyclus begint met een startgesprek. In dit gesprek maakt de medewerker met de leidinggevende afspraken over de te behalen resultaten in 2014 en afspraken over de eigen ontwikkeling. Ook de inzet van het ILB komt in dit gesprek aan de orde. Gedurende het jaar worden de gemaakte afspraken gevolgd en zo nodig bijgesteld. Aan het einde van het jaar volgt de evaluatie van de afspraken. Verder is per 1 januari 2013 de aanstelling in algemene dienst ingevoerd en zijn alle functiebeschrijvingen op basis van HR 21 in plaats van het voormalige VBalans weergegeven. Het aantal functiebeschrijvingen is hiermee sterk gedaald. Door de aanstelling in algemene dienst en deze wijze van functie beschrijven moet het proces rondom overplaatsing, loopbanen, horizontale en verticale doorstroming versoepeld worden. Hiermee zal uiteindelijk de mobiliteit in de gemeentelijke organisatie stap voor stap worden vergroot. De komende jaren ligt er voor de gemeente een opdracht op het gebied van mobiliteit. Door de reorganisatie heeft een behoorlijk aantal medewerkers hun functie verloren. Deze medewerkers zijn aangewezen als herplaatsingskandidaat. Deze medewerkers zullen gedwongen actief moeten worden op de arbeidsmarkt. Dit betekent de opdracht voor de gemeente om mensen van ‘werk naar werk’ te begeleiden. Het principe van begeleiden ‘van werk naar werk’ is ook verankerd in de nieuwe CAO gemeenten 2011-2012. In 2013 heeft een fors aantal herplaatsingskandidaten al een structurele plaatsing binnen dan wel buiten de gemeente Apeldoorn weten te realiseren. Deze inspanningen van zowel de kandidaten als de eenheid zullen zich in 2014 voortzetten met als einddoel dat iedereen een vaste plek elders gaat vinden. Facilitaire dienstverlening Huisvesting De eenheid Shared Service Center beheert het Stadhuis, het Raadhuis, het Activerium en Het Portaal. Ook wordt het facilitaire beheer van Werkgebouw Zuid (Aruba/Saba) ondersteund. 241 Onder beheer vallen zaken als: elektriciteit, gas en water, onderhoud, schoonmaken, catering en beveiliging, maar ook de strategie rond de huisvesting van het gemeentelijk personeel op langere termijn. Recente en toekomstige ontwikkelingen op dit gebied: aanpassing huisvesting aan de nieuwe organisatie, toekomstige opzegging huur panden Marktplein 33 en Het Portaal, nieuw cateringconcept in stadhuis, Activerium en Werkgebouw Zuid en besparing op ruimtegebruik door andere werkplekconcepten. Inkoop Professionaliseren inkoop Op 1 april 2013 is de nieuwe aanbestedingswet ingevoerd. Een van de hoofddoelstellingen van deze wet is het MKB meer kansen bieden om overheidsopdrachten binnen te halen. Een gevolg van deze wet is dat de gemeente zich meer moet verantwoorden over het aanbestedingsproces en de uiteindelijke keuze van de leverancier. Dit betekent dat het inkoopproces beter geborgd en verder geprofessionaliseerd moet worden. In 2013 hebben we dit gedaan door o.a. • Bijeenkomsten te organiseren waarin de werking van de nieuwe aanbestedingswet is uitgelegd; • De managementteams van alle eenheden te bezoeken en informeren; • Via de Apeldoorn academie workshops Inkoop aan te bieden; • Samen met de eenheden is er een inkoopbehoefteplan opgesteld. In 2014 zullen we deze professionaliseringsslag een vervolg gaan geven. Regionaliseren inkoop Inkoop is één van de onderwerpen die uitgewerkt wordt in het PIOFACH onderzoek met de gemeenten Brummen, Zutphen, Lochem, Voorst en Epe. Hierbij wordt verdere samenwerking gezocht op het gebied van inkoop(advisering). De gemeente Voorst is de trekker van deze opdracht. In 2013 is het adviesrapport door de projectleider afgerond en deze zal begin 2014 worden voorgelegd aan de stuurgroep. Het advies uit het rapport (voorkeursvariant) zal in 2014 verder worden uitgewerkt (business case). Verder is er in 2013 een samenwerkingsovereenkomst gesloten op het gebied van “Ondernemend Aanbesteden”. Hierbij zijn naast een aantal gemeenten ook partijen als Bouwend Nederland betrokken om zodoende meer aansluiting met de markt te realiseren. Digitalisering van de documentenhuishouding Bij digitalisering van de documentenhuishouding wordt het intern gebruik van fysieke (analoge) documenten vervangen door digitale documenten of worden documenten van burgers en bedrijven digitaal ontvangen. Opslag van de digitale documenten gebeurt zodanig dat deze gemakkelijk kunnen worden teruggevonden, gearchiveerd en digitaal worden verstrekt. Als eerste is in 2011 de afdeling Milieu (nu Omgevingsdienst OVIJ) digitaal gaan werken. Gevolgd door werkplein Acitverium met (een deel van) de afdeling Interne Dienstverlening. Daarna is de eenheid Beheer en Onderhoud overgegaan op het nieuwe Document Management Systeem (DMS). Begin 2014 wordt DMS bij de eenheid Projecten uitgerold, gevolgd door de eenheid Ruimtelijke Leefomgeving. Hiermee wordt het werkproces rond de omgevingsvergunning verder gedigitaliseerd. Meer dan de helft van de medewerkers werkt al met DMS en eind 2015 is de hele organisatie over. Om analoge documenten door digitale documenten te mogen vervangen wordt in 2014 een kwaliteitssysteem digitaal archief afgerond. Digitaal werken geldt niet alleen voor ambtenaren, maar ook voor raads- en college-leden. Vanaf 2012 is een raadsinformatiesysteem operationeel waarmee raadsdocumenten digitaal ter beschikking worden gesteld. 242 Communicatie De leidraad voor 2013 was de communicatieve verkenning “de Taal van Herstel”. Hierin zijn de contouren van het communicatiebeleid voor de periode 2012-2014 vastgesteld. Het team Communicatie heeft zich het afgelopen jaar gericht op de advisering van het college en eenheden waarin selectief, reflectief, hoogwaardig, betrouwbaar en consistent communiceren de hoofdlijn was. De uitwerking van de “Agenda voor Herstel” stond centraal. Dit heeft geleid tot enkele communicatieve uitingen die de betrokkenheid bij de samenleving door het college versterken. Concreet gaat het onder meer om de relatieagenda en de omgevingsanalyse. Deze tools dienen als basis om communicatief in te zetten op de relevante onderwerpen met de juiste communicatiemiddelen en op het goede moment. Het resultaat is dat we intussen ruim 6.000 volgers op Twitter hebben en bijna 2.000 mensen ontvangen de digitale nieuwsbrief ‘Apeldoorn Deze Week’. Sociale media heeft een meer eigenstandige en strategische positie in de mediamix gekregen. Het overhuivende actieplan Social media is voor een groot deel uitgevoerd of in uitvoering. Zo is de Twitteraccount gem_apeldoorn uitgebouwd tot een volwaardig communicatiekanaal. Ook zijn er functies aangewezen waarvoor twitteren een must is, zoals de accountmanagers van Economische Zaken en de stadsdeelmanagers. Team Communicatie zorgt voor een training voor deze collega’s via de Apeldoorn Academie. Ten slotte is de Facebookpagina van de gemeente nieuw leven ingeblazen en is daarmee een goed in te zetten communicatiemiddel binnen de mediamix. De pagina heeft na een half jaar 530 likes. Het jaar 2013 heeft het team Communicatie gebruikt voor een pilot webcare. Webcare wil zeggen dat wij nauwgezet monitoren en vastleggen welke items er spelen in de samenleving in de diverse media. Deze input wordt gebruikt om het college en eenheden te adviseren welke communicatieve strategie het juiste effect genereert. Webcare is het stadium van een pilot voorbij en is nu een structurele en relevante taak binnen Communicatie. Het levert belangrijke informatie voor de omgevingsanalyse voor het college. Het team Communicatie heeft een adviesnota “Interne communicatie” geschreven. Deze is in september door de Directieraad (DR) vastgesteld. Doel is ondermeer om de chemie tussen het bestuur, DR en de ambtelijke organisatie te versterken. De volgende acties lopen: aanpassen home-page A-net, uitgeven van een personeelsblad, de DR een prominente rol geven in de interne communicatie, zoals de HRMvisie en een vervolg geven aan de concernbrede bijeenkomsten in het kader van Apeldoorn Anders. Planning en control Per 1 januari 2013 is de nieuwe eenheid Financiën en Control ontstaan. Daarin zijn in principe alle Planning en Controlactiviteiten ondergebracht. De nieuwe organisatiestructuur heeft ingrijpende consequenties. Zo is bijvoorbeeld de administratie opnieuw ingericht, zijn de dienst- en afdelingsplannen vervangen door eenheidsplannen en is gewerkt aan P&C-informatie voor de directieraad . Ook zijn eerste stappen gezet tot stroomlijning van de interne controleplannen en procedures. Als onderdeel van de reguliere informatievoorziening aan college en raad is de voortgang van de implementatie van de bezuinigingen gemonitord. In de volgende tabel staat een overzicht van de documenten die uw raad in het kader van de actieve informatievoorziening heeft ontvangen. 243 Onderwerp Omschrijving / Mijlpaal A. (Actieve) informatievoorziening aan de raad Uw raad ontvangt de volgende producten: - concernjaarrekening 2012 - voorjaarsnota 2013 - bestuursrapportage 2013 - Meerjarenprogrammabegroting 2014 – 2017 B. Rechtmatigheid en doelmatigheid Interne controle en accountantscontrole - ambitie: goedkeurende accountantsverklaring voor zowel rechtmatigheid als getrouwheid bij de jaarrekening 2012 - uitvoeren van het interne controleplan 2013 Doelmatigheid en rechtmatigheid (Collegeonderzoeksplan (art 213a GW) - uitvoeren collegeonderzoeksplan 2013 - opstellen collegeonderzoeksplan 2014 Planning Realisatie April 2013 2e kwartaal 2013 september 2013 september 2013 Ja Nee, zie 1 Ja Ja april 2013 Ja gedurende jaar Ja, zie 2 gespreid over jaar december 2013 Ja Nee, zie 3 Ad 1. Aangezien begin 2013 sprake was van teveel onzekere ontwikkelingen om een volwaardige voorjaarsnota te kunnen opstellen, heeft uw raad in mei een voorjaarsbrief 2013 ontvangen. Ad 2. De uitvoering van het interne controleplan wordt in januari 2014 nagenoeg afgerond. De praktijkervaringen daarmee nemen wij mee bij het opstellen van het interne controleplan 2014. Ad 3. Ook in de nieuwe organisatie zullen we in een tweejaarlijkse cyclus één of twee collegeonderzoeken gaan uitvoeren. Deze onderzoeken richten zich op de efficiency (goedkoper) en effectiviteit (resultaatgerichtheid) van de gemeentelijke bedrijfsprocessen. In juni 2013 is het collegeonderzoeksprogramma 2013-2016 door het college vastgesteld. Na de zomer is gestart met het onderzoek naar de Verbonden Partijen. Het feitelijk onderzoek is eind december 2013 afgerond. In het 1e kwartaal wordt dit onderzoek op bestuurlijk niveau besproken en een verbeteraanpak geformuleerd. Eind februari 2014 zal de definitieve rapportage plus de verbeteraanpak aan het college ter vaststelling worden aangeboden. 6.7.3 Ontwikkelingen bedrijfsvoering m.b.t. de bestuurlijke organisatie Gemeentelijke overheid: Sturen op kerntaken en andere rolneming Raad en college hebben in 2013 verder uitvoering gegeven aan de Agenda voor Herstel. De aanpak in de Zomernota 2012 om de gemeentefinanciën op orde te brengen ligt op koers. In april 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met het verbeterplan van de raadswerkgroep (Rapport Dualisme en Controle 2.0). Daaraan is met acties gevolg gegeven, denk aan de sterkere en vroege interventie van de raad op belangrijke dossiers in bijvoorbeeld het kader van de decentralisaties, maar ook aan praktische controle door de invoering van het vragenuurtje. Verder heeft de raad nieuwe kaders aan het college gesteld m.b.t. het formuleren van raadsvoorstellen en startnotities. Begin 2013 is het startsein gegeven voor een verbetering van het interne risicomanagement. Politieke Markt, interactie en communicatie De Politieke Markt Apeldoorn blijkt een beproefde manier van werken die optimaal kansen geeft om de lokale democratie goed te laten functioneren. In maart 2013 is het vergaderstelsel van de raad geoptimaliseerd. Eens per twee weken is er een Politieke Markt; de andere week is er In Gesprek met de Raad en de raadsvergadering. 244 Doelstelling achter deze optimalisering is een kwalitatieve verbeterslag van de voorbereiding van de raadsleden op de vergaderstukken, een verruiming van het politieke debat en een herkenbare laagdrempelige gelegenheid voor burgers en organisaties om in gesprek met de raad te komen. De raad heeft in 2013 het college gevraagd om meer en tijdig inzicht te geven in de te verwachten voorstellen die aan de raad ter behandeling worden voorgelegd. Vooral welke beleidsvoorstellen wanneer te verwachten zijn. Mede op grond hiervan en in vervolg hierop bereidt een raadswerkgroep een Lange Termijnagenda van de raad voor die in 2014 moet worden geïntroduceerd. De grip en sturing op de agenda wordt daarmee groter. De gemeenteraad heeft voorzover mogelijk de samenleving opnieuw betrokken bij de voorstellen tot verdergaande bezuinigingen. De uitwerking van de besluiten zal opnieuw een grote inspanning vragen omdat nog indringender gevraagd wordt wat de samenleving zelf kan doen. De raad hecht sterk aan optimale communicatie met burgers. De Politieke Markt is en blijft het centrale punt voor raadscommunicatie. Daarom worden burgers actief betrokken bij de Politieke Markt Apeldoorn en gevraagd in te spreken of op een andere manier mee te doen zoals met het nieuwe instrument ‘In gesprek met de raad’. Dit kan op onderwerpen die zijn geagendeerd of door zelf te agenderen. Het presidium van de gemeenteraad heeft in 2013 het communicatiebeleid van de gemeenteraad herijkt en opnieuw de doelstellingen van de raadscommunicatie vastgesteld. De nadruk ligt daarbij op de basiscommunicatie. • De gemeenteraad is zichtbaar, herkenbaar, bereikbaar en toegankelijk voor burgers en pers. • De gemeenteraad informeert over zijn activiteiten en legt verantwoording af over besluitvorming. • De gemeenteraad verschaft goede informatie en communiceert met Apeldoorners voor, tijdens en na besluitvorming. • De gemeenteraad zet bij grote, belangrijke onderwerpen (bijvoorbeeld de kerntakendiscussie) een hoog participatieniveau in (advies, coproductie of meebeslissen). Ook heeft het presidium in de aanloop naar de verkiezingen een actieprogramma geschreven. Meer inbreng “van buiten” ziet de raad als versterking van de democratie, wat bijdraagt aan een betere kwaliteit van de besluitvorming. Het oogmerk is niet alleen buiten naar binnen te brengen maar het stadhuis (raad, college en organisatie) ook meer naar buiten zodat meer en beter inzicht bestaat in de wensen, belangen en opvattingen van de burgers. Daaraan wordt onder meer inhoud geven door regulier als raad en college de burgers op te zoeken. Dit gebeurt door het bijwonen van bijeenkomsten en onder andere door bij gebiedsgerichte onderwerpen ook daadwerkelijk een Politieke Markt op de betreffende locatie te organiseren. Een divers medialandschap is belangrijk. De raad webcast de Politieke Markt Apeldoorn in vier vergaderzalen. Hierdoor worden alle vergaderingen zowel live als in het archief overal toegankelijk gemaakt. Ook kunnen Apeldoornse burgers een petitie starten in het Apeldoornse loket van de landelijke website petities.nl. Social media zijn intussen een grote rol gaan spelen in de communicatie rondom de raad. Media zoals de lokale omroep blijven deel uitmaken van het communicatiebeleid en media zoals Apeldoorn Direct en profilering en interactie van raad en raadsleden via bijvoorbeeld twitter en Facebook hebben een plek in de raadscommunicatie gekregen. Ontwikkelingen op het gebied van social media bieden kansen. Door personal branding van raadsleden te combineren met raadscommunicatiemiddelen kan het beeld van de gemeenteraad sterker naar voren komen. Ook het combineren van verschillende media verrijken de raadscommunicatie en zorgen voor een betere aansluiting van de raad bij de Apeldoornse samenleving. 245 6.8 Dienstverlening: de relatie met burgers en bedrijven Bij de invoering van de nieuwe gemeentelijke organisatie per 1 januari 2013 is de eenheid Publiek, Ondernemen en Wijken gevormd. Deze eenheid omvat alle organisatieonderdelen, die het eerste contact hebben met burgers, bedrijven en instellingen. Deze eenheid ontwikkelt zich tot gemeentelijk klantencontactcentrum (KCC), waardoor vragen zoveel mogelijk in een keer worden afgehandeld. De uitbouw van het klantcontactcentrum is één van de onderdelen van het programma “Dienstverlening aan de slag; focus 2017!” dat naar verwachting in 2014 aan het bestuur zal worden voorgelegd. Dit programma borduurt voort op het programma Apeldoorn heeft Antwoord. Apeldoorn heeft Antwoord@ In de afgelopen jaren is niet alleen de inhoud van de relatie tussen de gemeente en de samenleving in ontwikkeling geweest, ook de aandacht voor de kwaliteit van het contact is toegenomen. Overheidsloket 2000 introduceerde de één-loket gedachte. Burgers en bedrijven worden niet langer van het kastje naar de muur gestuurd. De commissie Jorritsma verbreedde in 2005 dit gedachtegoed naar wat nu het Antwoord concept heet. Betere dienstverlening met duidelijke servicenormen erbij, minder administratieve lasten en een grotere inzet op de elektronische overheid zijn de ingrediënten van dit concept. In Apeldoorn heeft Antwoord is dit concept vertaald in een visie, doelstellingen en acties die van toepassing zijn op ieder contact met de gemeente. De doelstelling luidt: burgers en bedrijven in Apeldoorn herkennen en erkennen de gemeente als een vertrouwde dienstverlener. De dienstverlening van de gemeente Apeldoorn is gastvrij en pro-actief, kan makkelijk via meerdere kanalen worden afgenomen, is eenduidig en transparant en wordt kostenbewust en zorgvuldig uitgevoerd. We willen een excellente dienstverlener zijn in die zin dat er niemand tussen wal en schip terecht komt. Dat doen we door standaardoplossingen aan te bieden waar die volstaan, zoveel mogelijk digitaal om de kosten laag te houden en maatwerk te bieden aan hen die met standaardoplossingen niet uit de voeten kunnen en de digitale weg niet kunnen hanteren. Daarnaast willen we een persoonlijke overheid zijn als het type contact daarom vraagt en kunnen we omgaan met de paradox tussen het toepassen van regels en de individuele situatie. Om de “droom” van Antwoord waar te maken bleek een grote investering in informatievoorziening en automatisering nodig. ”De basis in orde” wordt dit vaak genoemd. Het rijk heeft hier een Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) aan verbonden met 18 bouwstenen; inmiddels heeft het Rijk dit omgedoopt in iNUP, implementatie NUP, om de overgang naar de implementatie te markeren. In Apeldoorn is en wordt ook aan deze 18 bouwstenen gewerkt via het informatieplan dat ieder trimester wordt geactualiseerd. De uitgangspunten van Antwoord zijn van toepassing op alle gemeentelijke contacten en de 223 “transactie producten” (van Aanslagbiljet gemeentelijke belastingen tot en met bijdrage aan zwemles diploma A) en laten zich niet aan een begrotingsprogramma of een gemeentelijke dienst verbinden. Deze paragraaf maakt inzichtelijk bij welke producten en diensten van de gemeente de principes van Antwoord worden toegepast. Programma Middelen Antwoord@ De toenmalige dienst Middelen is in 2008 gestart met het verder moderniseren van de interne dienstverlening door het programma Middelen Antwoordt@. Daarbij wordt aangehaakt bij de landelijke ontwikkeling (Antwoordprogramma) om als overheden klantgerichter en meer elektronisch te gaan werken. De eenheid SSC heeft het interne dienstverleningstokje in 2013 overgenomen. In 2013 is de interne variant op een KCC (Klantcontactcentrum) gevormd: het Servicepunt. De medewerkers van de gemeente Apeldoorn kunnen hier terecht met hun vragen en meldingen. Het Servicepunt heeft de eerste lijnvragen over personeelszaken, facilitaire ondersteuning en automatisering/informatievoorziening geïntegreerd. We werken met een frontoffice en een backoffice. In 2013 heeft de eerste integratie 246 tussen HRM en facilitaire ondersteuning plaatsgevonden. De integratie en ontwikkeling wordt in 2014 verder gefaseerd aangepakt. Wat hebben we daar voor gedaan? Voor onze dienstverlening gelden de volgende prestaties: - - - - - Het Service Centrum neemt 81,7% van alle telefoontjes binnen 30 seconden op. De medewerkers beantwoorden algemene vragen direct. De meeste vragen betreffen vakinhoudelijke vragen die worden doorgezet naar de juiste persoon. Het Service Centrum verbindt niet vaker dan twee keer door. 80% van onze klanten aan de balie wordt binnen maximaal 15 minuten geholpen. 99% van de klanten op afspraak, wordt vóór of op het tijdstip van de afspraak geholpen. Burgers kunnen afspraken maken voor producten en diensten aan de balie in het stadhuis en het werkplein activerium. Het aantal burgers op afspraak nam in het stadhuis met 5% toe ten opzichte van 2012. Vragen kunnen worden gesteld via [email protected]. Mailberichten aan dit adres zijn direct gevolgd door een ontvangstbevestiging. Vragen die per mail worden gesteld, zijn nog dezelfde werkdag beantwoord. Alle vergunningaanvragen worden binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijnen afgehandeld. De ontvangst van een brief of fax wordt binnen vijf dagen bevestigd. Brieven of faxen worden binnen 4 weken beantwoord, of er volgt bericht wie met de vraag bezig is en binnen welke termijn antwoord mag worden verwacht. Het digitale loket is zeven dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar. Op onze website www.apeldoorn.nl treft men ook informatie aan over gegevens die wij nodig hebben om de dienst goed te leveren. Zo komen de burgers goed voorbereid naar de gemeente, als een product of dienst niet via internet beschikbaar is. Burgers kunnen via DigiD inloggen op hun persoonlijke internetpagina (PIP). Daarop kunnen zij producten aanvragen, betalen alsmede de status van hun aanvraag volgen. 99% van de klachten en bezwaarschriften wordt binnen de wettelijke termijn afgehandeld. 90% van de WWB aanvragen wordt binnen 4 weken afgehandeld. 50% van de bijstandsaanvragen wordt binnen 2 werkdagen afgehandeld. Onderstaand overzicht geeft een weergave van de programma’s en producten waar dienstverlening een belangrijke rol speelt. Transactie /activiteit Documenten Burgerzaken Aanvragen vergunningen Aanvragen uitkeringen, schuldhulpbemiddeling Behandelen klacht of bezwaarschrift Bedrijvenloket Programma Bestuur, burgerzaken, organisatie en financiën (1) Veiligheid (2) Openbare Ruimte (3) Duurzame milieubescherming (4) Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen (9) Werk, inkomen en arbeidsmarkt (6) Bestuur, burgerzaken, organisatie en financiën (1) Ruimtelijke ontwikkeling, economie en Wonen (9) 247 Beleidsproduct Burgerzaken (003) Brandweer en rampenbestrijding (120) Openbare Orde en veiligheid (140) Parkeren (214) Milieubeheer (723) Openbaar groen (560) Overige volkshuisvesting (822) --Bestuursondersteuning Handel en ambacht (310) In de begrotingsprogramma’s 1, 2, 6 en 9 zijn specifieke normen voor de dienstverlening van burgerzaken, de vergunningverlening, zorg, werk en inkomen en het bedrijvenloket opgenomen. Voor al deze vormen van zogenaamde transactiedienstverlening tussen de gemeente Apeldoorn en burgers en bedrijven geldt dat er zoveel mogelijk via digitale dienstverlening wordt afgewikkeld, dat er kwaliteitsnormen aan het telefoonverkeer van de klantencontactcentra (KCC stadhuis, ISP Activerium) worden gesteld en dat er snelheidsnormen voor het e-mail- en postverkeer gelden. Ook wordt er gestuurd op zo kort mogelijke doorlooptijden, zo mogelijk beperkt tot 1 dag of direct klaar producten. Juridische kwaliteitszorg Binnen programma 1 staat de juridische kwaliteitszorg mede in het teken van Antwoord. In eerste instantie wordt altijd geprobeerd via persoonlijk contact een dreigend conflict te voorkomen. Ook wordt enerzijds gestuurd op korte termijnen in bezwaren– en klachtenafwikkeling, en anderzijds bewust een langere doorlooptijd genomen om tegemoet te komen aan bezwaren of voor mediation. Daarnaast wordt door het beschikbaar stellen van digitale aanvraagformulieren op de website, het indienen van bezwaren en klachten gemakkelijker gemaakt. Vergunningverlening In 2014 wordt het digitaal kunnen afhandelen van de omgevingsvergunning ingevoerd. Dit betekent naast een grote ict-technische operatie een ingrijpende verandering in de werkwijze van alle betrokken medewerkers. Een enorme uitdaging die als “verbouwing” wordt uitgevoerd terwijl onze winkel open blijft. Zorgloket: Het WMO-loket werkt met een digitaal contactformulier waarop burgers hun vragen en opmerkingen met betrekking tot ondersteuning in het kader van de WMO kunnen stellen. Binnen 24 uur (op werkdagen) wordt met de vrager contact opgenomen. Aanvragen leerlingenvervoer en gehandicaptenparkeerkaart kunnen digitaal worden ingediend. Het WMO-loket is via meerdere kanalen bereikbaar: de website, telefonisch en in het Portaal. Waar nodig worden huisbezoeken gebracht. Afhandelingtermijnen gehandicaptenparkeerkaart en leerlingenvervoer zijn ook opgenomen in het gemeentelijke kwaliteitshandvest. 248 6.9 Veiligheid gemeentebreed Veiligheid is een breed en complex begrip. De vijf veiligheidsvelden zijn: VEILIGHEIDSVELD veilige woon- en leefomgeving bedrijvigheid en veiligheid jeugd en veiligheid fysieke veiligheid integriteit en veiligheid Veiligheidsthema's Sociale kwaliteit (zoals woonoverlast, overlast zwervers en verslaafden) Fysieke kwaliteit (zoals vernieling, graffiti, zwerfvuil) Objectieve veiligheid / veel voorkomende ‘high impact’ criminaliteit (zoals woninginbraak, fietsendiefstal, geweldsdelicten) Subjectieve veiligheid Veilige winkelgebieden Veilige bedrijventerreinen Veilig uitgaan Veilige evenementen Veilig toerisme Jeugdoverlast Criminele jeugdgroepen / individuele probleemjongeren Loverboys en jeugdprostitutie Jeugd, alcohol en drugs Veilig in en om de school Verkeersveiligheid Brandveiligheid Externe veiligheid Rampenbestrijding en crisisbeheersing Polarisatie en radicalisering Georganiseerde criminaliteit Veilige Publieke Taak Informatieveiligheid Ambtelijke en bestuurlijke integriteit Veiligheid ontstaat in samenwerking met andere organisaties, waarbij de gemeente de regie voert en veelal preventief bezig is, terwijl de partners veelal zorg dragen voor repressie en nazorg. Eigenlijk draagt ieder begrotingsprogramma bij aan veiligheid. Enkele voorbeelden: bouwvergunningen worden ook getoetst op de veiligheid van de constructie, gemeentelijk toezicht op peuterspeelzalen is ook gericht op de veiligheid van de peuters, bij het stedenbouwkundig ontwerp van woongebieden vormt veiligheid één van de ontwerpcriteria. Het programma Veiligheid beperkt zich tot brandweer en rampenbestrijding, explosievenopruiming, het integrale veiligheidsplan, de veiligheidskamer, vergunningen openbare ruimte, toezicht en handhaving. Om de bijdrage van andere programma’s meer inzichtelijk te maken, presenteren we onderstaand overzicht van onderdelen in andere beleidsprogramma’s, die ook voor het realiseren van het veiligheidsbeleid van belang zijn. Beleidsproducten waar het veiligheidsaspect budgettair van ondergeschikt belang is, zijn grijs gemarkeerd. 249 VEILIGHEID GEMEENTEBREED, OVERZICHT VAN BELEIDSPRODUCTEN EN BEHEERSTAKEN IN CIJFERS (x€1000) BELEIDSPRODUCT Nr. Naam BEHEERTAAK15 NR. Naam 001 005 120 Bestuursorganen Bestuurlijke samenwerking Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid 160 Wijkzaken Regionale samenwerking Rampenbestrijding Regionale brandweer Vastgoed RO (huisvesting brandweer) Toezicht en handhaving openbare orde Vergunningen publiek domein Actieplan Integrale Veiligheid Opsporing en ruiming conventionele explosieven 210 Opsporing en ruiming conventionele explosieven Wegen, straten en pleinen 001.03 005.01 120.03 120.05 120.99 140.02 140.03 140.04 160.01 Jaarrekening 2013 lasten 1759 215 189 11049 141 587 438 884 2720 211 Verkeersmaatregelen 214 310 Parkeren Economische ontwikkeling 480 Overige onderwijsaangelegenheden (niet huisvesting) Bossen 210.13 210.16 210.17 210.18 211.11 211.15 211.16 214.13 310.02 310.03 310.12 480.03 480.10 Beheer en onderhoud wegen, straten en pleinen Beheer en onderhoud openbare verlichting Gladheidsbestrijding Reinigen van wegen, straten en pleinen Advisering verkeer Regulering verkeer mobiliteit Bevordering langzaam verkeer Parkeren Handel en ambacht Ambulante handel Economische dienstverlening Veilige School (onderdeel van 480.03) Leerplicht algemeen 8195 2353 1342 4167 951 1496 162 1854 455 434 564 65 470 550.12 560.24 560.04 560.15 560.22 580.13 Beheer en onderhoud bossen Wijkbeheer Stimulering recreatie en toerisme, waaronder subsidie VVV Advisering en toetsing projecten Beheer en onderhoud Openbaar Groen Beheer en onderhoud speelvoorzieningen 121 3035 454 340 8720 422 620.02 Subsidiering maatschappelijke dienstverlening – subsidie antidiscriminatie voorzieningen Vrijwilligers inde zorg - Bureau slachtofferhulp Sociale verslavingszorg Regionale vrouwenopvang Sociaal cultureel opbouwwerk Sociaal-culturele accommodaties Minderheden en emancipatie Uitvoering jeugdbeleid Kinderopvang OVIJ Bouwbeschikkingen Handhaving en controle bouwbeschikkingen Bouwbeschikkingen 550 580 620 Overige recreatieve voorzieningen Maatschappelijke begeleiding en advies 630 Sociaal Cultureel Werk 650 723 822 Kinderopvang Milieubeheer Overige volkshuisvesting 620.03 620.06 620.08 630.02 630.04 630.07 630.14 650.02 723.13 822.03 822.04 822.13 96 744 3 2710 293 28 245 2.952 374 3360 3047 957 382 15 Grijs gemarkeerde beheertaken (en bedragen) zijn veiligheid gerelateerd, maar het veiligheidsaspect is budgettair ondergeschikt aan andere beleidsdoelen 250 6.10 Vastgoed Inleiding De gemeente Apeldoorn is eigenaar van veel kadastrale eigendommen. Daarbinnen maken we onderscheid in de gebruiksportefeuille die hoofdzakelijk is ondergebracht in het Vastgoedbedrijf en de ontwikkelportefeuille die behoort bij het Grondbedrijf. Apeldoorn heeft circa 370 objecten in eigendom. Daarvan bevinden zich circa 250 objecten in het Vastgoedbedrijf en circa 120 in het Grondbedrijf. Daarnaast heeft de gemeente een economisch claimrecht op circa 100 schoolgebouwen, waarvan het juridisch eigendom grotendeels bij de scholen ligt. Gemeentelijk vastgoed De doelstelling rondom het gemeentelijk vastgoed is de afgelopen jaren veranderd. Eind 2012 is daartoe de ‘Kadernota Vastgoed’, en daar opvolgend het 2013 rapport ‘Vastgoed in één Hand’ vastgesteld. De lijn hieruit is dat het Vastgoedbedrijf werkt aan het afslanken van haar portefeuille waarbij rollen zoals vastgoedeigenaar, portefeuillemanager, vastgoedbeheerder en vastgoedontwikkelaar sterker worden gepositioneerd. Er wordt gewerkt aan een optimaal resultaat, zowel financieel als maatschappelijk. Daarbij kijken we kritisch naar onze huidige samenwerkingsverbanden, zoals met Accres. Onderwijshuisvesting Ten aanzien van onderwijshuisvesting geldt een afwijkende situatie. De gemeente Apeldoorn is geen eigenaar, dat zijn de schoolbesturen. De gemeente heeft alleen een economisch claimrecht. De schoolbesturen gaan over het onderhoud en de instandhouding van de scholen. De gemeente heeft nu nog een verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud. De voor rekening van de gemeente komende onderhoudsverplichting wordt verrekend met de reserve onderwijshuisvesting. Voor schoolgebouwen is de voorziening onderhoud daarom niet aan de orde. Hierbij is de genoemde verantwoordelijkheidsverdeling tussen gemeente en schoolbesturen als juridisch eigenaar aan de orde. De verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud gaat in 2015 over naar de schoolbesturen. De gemeente houdt een gedeelde verantwoordelijkheid met de schoolbesturen waar het gaat om renovatie, uitbreiding en (ver)nieuwbouw. Gedeeltelijk komen keuzes daarbij tot stand vanuit onderwijskundige (beleids)ontwikkelingen die plaatsvinden zoals bijvoorbeeld het passend onderwijs. Voor wat betreft lasten en baten van onderwijshuisvesting wordt verwezen naar programma 5. Feiten en Cijfers Ten opzichte van 2012 is de portefeuille gekrompen met 10 objecten: 5 objecten zijn gesloopt, 7 objecten zijn verkocht en 2 objecten zijn aan de portefeuille toegevoegd. Het aantal m2 bruto vloeroppervlak (bvo) is gegroeid met circa 19.000 m2 Dit komt door de toevoeging van de Brinkparkgarage en Werkgebouw Zuid. Door de toevoeging van Werkgebouw Zuid zijn diverse locaties vrijgespeeld. Deze staan op dit moment te koop of worden door het Grondbedrijf overgenomen. Door de verkoop van onder andere dit vastgoed geven we invulling aan de krimpopgave van de vastgoedportefeuille. De boekwaarde van de opstallen en terreinen van het Vastgoedbedrijf is in 2013 verhoogd tot ruim € 200 miljoen, voornamelijk als gevolg van het in exploitatie nemen van Werkgebouw Zuid Ondanks de gemiddelde daling van de woz-waarde van 4% is de totale woz-waarde gestegen met €15,7 miljoen. Dit komt door de toevoeging van Werkgebouw Zuid en de Brinkparkgarage. De gemiddelde daling van de WOZ-waarde is toe te wijzen aan de, in 2013, dalende prijzen op de vastgoedmarkt. 251 Overzicht portefeuille Vastgoedbedrijf Begrotingsprogramma Typen vastgoed Programma 1: Bestuur, organisatie, financiën en burgerzaken Programma 2: Veiligheid Programma 3: Openbare ruimte Programma 4: Milieu Programma 5: Jeugd en onderwijs Programma 7: Zorg en Welzijn Programma 8: Sport en Cultuur Programma 9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen Totaal Aantal Eigen huisvesting (ambtenaren en bestuur) Oneigenlijk woningbezit 5 54 Overig vastgoed16 Brandweerposten Rijwielstallingen, Parkeergarages Kinderboerderijen Begraafplaatsen Gemeentewerven Parken, Bossen, Landgoederen, Terreinen, Snippergroen, Overige terreinen Volkstuinen Circulus Voormalige onderwijslocaties Gymlokalen Omnizorg Wijkcentra e.d. Multifunctionele centra Sporthallen en Zwembaden Omnisportcentrum Sportvelden en Kleedaccommodaties Kunst en theater (Huis voor Schoone Kunsten, Orpheus, ACEC) Musea en overig historisch (CODA, muziektent, kerktorens ed) Grondbedrijfobjecten en erfpacht 39 9 7 3 6 6 10 3 1 4 40 1 16 4 7 1 10 3 17 121 367 Financiële context Vastgoedbedrijf Financieel gezien loopt het Vastgoedbedrijf door bijna alle programma’s en beleidsproducten heen. Daarbij is het eerder genoemde onderscheid tussen vastgoed inzake onderwijshuisvesting en het overig gemeentelijk vastgoed van het Vastgoedbedrijf aan de orde. Vanuit het Vastgoedbedrijf worden kosten doorbelast aan de verschillende beleidsproducten. Hierbij is een onderscheid te maken tussen enerzijds het vastgoed waarvan het saldo van baten en lasten voor rekening van de algemene dienst komt en anderzijds het vastgoed waarvan de baten en lasten worden verrekend met andere eenheden. Dit zijn betreft voor het merendeel de functies/producten welke gerelateerd zijn aan een reserve. Te denken valt aan bijvoorbeeld begraafplaatsen, parkeergarages en fietsenstallingen, Circulus, onderwijshuisvesting en het Grondbedrijf. Resultaat Onderstaand overzicht geeft een beeld van de financiën 2013 van het gemeentelijk vastgoed vallend onder de aansturing door het Vastgoedbedrijf, gebaseerd op de Jaarrekening 2013. 16 Het overig vastgoed betreft vastgoed wat deels te koop staat en deels niet direct onder de overige beleidsprogramma’s is ondergebracht omdat er bijvoorbeeld geen subsidierelatie aan de orde is met de huurder. 252 Vastgoed Vastgoedbedrijf (excl. onderwijshuisvesting); bedragen * € 1.000 Prg Product Begrote lasten Begrote baten Begroot resultaat Produkten Vastgoedbedrijf saldo te verrekenen met andere eenheden Rijwielstallingen 3 211 Parkeergarages 3 214 Hapshutten/bosbeheer 3 550 Volkstuinen, bos- & landbouwgronden, snippergroen 3 560 Gemalen 3 722 Begraafplaatsen 3 724 Circulus 4 721 Onderwijs/Sport gymzalen 5 480 Totaal Werkelijk tov Begroot plus = V plus = V Werkelijke baten -244 -669 -128 -115 0 248 -182 -18 366 -1.840 -471 -156 -286 -40 -3.535 4.779 2.805 479 115 381 1.269 105 1.409 1.552 3.855 569 3.183 1.289 45 21.835 4.545 1.485 337 0 316 1.423 0 992 1.917 1.916 135 3.057 1.027 0 17.150 -234 -1.320 -142 -115 -65 154 -105 -417 365 -1.939 -434 -126 -262 -45 -4.685 10 -651 -14 0 -65 -94 77 -399 -1 -99 37 30 24 -5 -1.150 plus = V Produkten Vastgoedbedrijf saldo t.l.v. algemene dienst eenheid Vastgoed en Grond Stadhuis/vm Postkantoor/Activerium/Portaal 1 002 4.765 4.521 Oneigenlijk/te verkopen vastgoed/algemeen 1 922 2.314 1.645 Brandweer 2 120 393 265 Wegenbeheer 3 210 115 0 Parkeergarage Orpheus 3 214 374 374 Wijkposten, kinderboerderijen & Berg en Bos 3 560 1.428 1.676 Onderwijs advies 5 480 182 0 Omnizorg 7 620 923 905 Wijkcentra, MFC's, pnvodb, Kristal 7 630 1.560 1.926 Sporthallen, zwembaden, Omnisport 8 530 3.815 1.975 Sportvelden 8 531 684 213 Huis voor Schoone Kunsten, ACEC, Orpheus 8 540 3.186 3.030 CODA 8 541 1.298 1.012 Historische gebouwen/objecten 8 541 40 0 21.077 17.542 Werkelijk resultaat Werkelijke lasten 106 2.119 87 154 3 221 829 2.964 6.483 106 2.119 87 154 3 221 829 2.960 6.479 0 0 0 0 0 0 0 -4 -4 106 2.119 63 183 6 238 918 3.090 6.723 106 2.119 63 183 6 238 918 3.090 6.723 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 4 27.560 24.021 -3.539 28.558 23.873 -4.685 -1.146 De lasten en baten van de door het Vastgoedbedrijf beheerde panden binnen de grondexploitaties zijn met ingang van 2013 direct in de begroting van het Grondbedrijf verwerkt. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het resultaat Vastgoedbedrijf over 2013 circa € 1,15 miljoen nadelig is. Dit wordt met name veroorzaakt door: De taakstellingen Vastgoedbedrijf ad € 0,6 miljoen zijn voor € 0,4 miljoen niet gerealiseerd. Dit komt met name door het niet behalen van het benodigd verkoopresultaat. Zie programma 1 product 922. Inzake Omnizorgcentrum heeft in 2013 de finale afwikkeling van de arbitragezaak plaatsgevonden, leidend tot niet begrote kosten van € 0,4 miljoen. Zie programma 7 prestatieveld Regionaal Kompas product 620. Tenslotte zijn er vele kleinere begrotingsresultaten, per saldo leidend tot een nadeel van € 0,2 miljoen. Het resultaat over 2013 is voornamelijk incidenteel, waarbij de onvolledige invulling van de taakstellingen mogelijk een structureel effect kent. Zie hiervoor onderdeel taakstellingen. Taakstellingen Zoals in de Informatie Nota Taakstellingen Vastgoed is aangegeven, rust op het totale “vastgoed” een taakstelling van circa € 6 miljoen in 2017, die als volgt op hoofdlijnen is opgebouwd: • Accres (eenheden Jeugd, Zorg en Welzijn en Ruimtelijke Leefomgeving) € 2,3 miljoen • Onderwijshuisvesting (eenheid Jeugd, Zorg en Welzijn) € 1,4 miljoen € 1,0 miljoen • Overig* (eenheden Jeugd, Zorg en Welzijn en Ruimtelijke Leefomgeving) • Vastgoedbedrijf (eenheid Vastgoed en Grond) € 1,2 miljoen * betreft m.n. zwembaden Sprenkelaar en Loenen, wijkvoorzieningenscan, buurthuizen Wisselwerk De jaarschijf 2013 van de totale vastgoedtaakstelling bedroeg circa € 4 miljoen. Hiervan is circa € 3,5 miljoen gerealiseerd. Binnen deze totale taakstelling is circa € 2 miljoen die vanuit het Uitvoeringsprogramma van de Nota Gemeentelijk Vastgoed moet worden gerealiseerd of gefaciliteerd door met name afstoot van vastgoed. Daarnaast zijn een aantal taakstellingen (bijvoorbeeld zwembaden, kinderboerderijen, sportstimulering) die vanuit een verbeterd exploitatiemodel moeten worden ingevuld door de hiervoor gesubsidieerde partijen. Medio 2014 dient meer zicht te zijn op de financiële effecten van verkoop van het (maatschappelijk) vastgoed en daarmee op de haalbaarheid van de verkooptaakstelling. Waardering vastgoed 253 Vastgoed kent verschillende financiële waarderingen. Naast de boekwaarde speelt de marktwaarde van het vastgoed een belangrijke rol. Hoe en tegen welke waarde het vastgoed dient te worden gewaardeerd hangt af van de functie van het vastgoed. Er wordt conform de begrotingsvoorschriften (BBV) onderscheid gemaakt tussen vastgoed met een maatschappelijke functie en een bedrijfseconomische functie. Maatschappelijk vastgoed mag worden gewaardeerd tegen boekwaarde. Bedrijfseconomisch vastgoed dient te worden gewaardeerd tegen markt-waarde. Vastgoed is bedrijfseconomisch wanneer het in eigendom wordt gehouden om bewust winst of waardestijging te creëren of wanneer de bestuurlijke intentie is om het vastgoed te verkopen c.q. niet langer duurzaam te exploiteren. In 2013 hebben we de regels van de BBV vertaald naar de vastgoedportefeuille. Dit zal in het 1e kwartaal 2014 aan u worden voorgelegd. Onderhoud Met betrekking tot het onderhoud wordt gewerkt met Meerjarenonderhoudsplanningen (MJOP’s). Voor nagenoeg alle opstallen zijn MJOP’s beschikbaar. Uitzonderingen hierop zijn met name tijdelijke – te verkopen - objecten en het ontwikkelingsvastgoed. Hiervoor wordt pragmatisch en alleen het hoognodige onderhoud voor uitgevoerd. De MJOP’s zijn leidend voor het onderhoud in de komende jaren en basis voor de onderhoudsvoorziening Vastgoedbedrijf. Voor een aantal objecten geldt (nu) nog een andere situatie. Bij deze objecten is al het onderhoud, dus ook het eigenarenonderhoud, belegd bij de huurder van het vastgoed. Dit geldt bijvoorbeeld voor Orpheus, Coda, Omnisport en Accres. Bij deze objecten wordt onderzocht of het eigenarenonderhoud, conform de regierol, naar de gemeente kan worden teruggehaald. Op basis van een uit te voeren nulmeting wordt van genoemde panden de huidige onderhoudsstaat in relatie tot het MJOP en de financiële status in beeld gebracht. Op basis van een heldere demarcatielijst verhuurder–huurder kunnen de financiële consequenties en het eventuele risico bepaald worden. Wanneer ook de uitvoering van het eigenarenonderhoud door Accres wordt teruggehaald naar de gemeente, zal de subsidie aan Accres hierop worden verlaagd en tegelijkertijd een storting in de onderhoudsvoorziening van het Vastgoedbedrijf plaatsvinden. Wij zijn hierover met Accres in gesprek. Verkoop De Kaderstelling Nota Gemeentelijk Vastgoed geeft aan dat we terug gaan naar een afgeslankte portefeuille. De beoogde krimp betreft veelal maatschappelijk vastgoed. Een dergelijke krimpopgave vraagt tijd, zeker gezien de economische slechte marktsituatie. In 2013 is het verkoopteam Vastgoed ingericht, werkend vanuit een bestuurlijk vastgesteld plan van aanpak “Verkopen, tenzij”. Tevens is invulling gegeven aan een aantal verkoopversnellende instrumenten zoals het inrichten van een website, de opening van de winkel “Kavels & Panden” en het onderzoek naar versneld verkopen van ons oneigenlijk woningbezit (circa 55 woningen). Dit laatste naast het beleid van geleidelijkheid en het regulier uitponden. Van belang bij de verkoopopgave is de invulling van de diverse structurele taakstellingen. Op basis van een door het verkoopteam op te stellen foto worden de financiële en maatschappelijke effecten in beeld gebracht en afgewogen in het te nemen verkoopbesluit hold or sell. Medio 2014 is meer zicht op de haalbaarheid van de vastgoedtaakstellingen op basis van de gemaakte foto’s. Toekomstige ontwikkelingen Scenario en Marktanalyse vastgoed In lijn met onze regierol en ons streven naar een efficiënte vastgoedorganisatie is in 2013 het rapport Scenarioanalyse gemeentelijk vastgoed opgesteld en aangeboden aan het bestuur. Hier wordt de koers bepaald ten aanzien van de vraag ‘wat doen we zelf en wat laten we over aan derden en onder welke voorwaarden ?’ In samenhang daarmee is in 2013 een marktanalyse uitgevoerd en afgerond met betrekking tot het door Accres uitgevoerde beheer- en exploitatie van ons maatschappelijk vastgoed. Hiermee is in beeld gebracht hoe Accres presteert ten opzichte van vergelijkbare organisaties. Op basis van gedane conclusies en aanbevelingen wordt in 2014 het vervolgproces ingezet. Meerjarenperspectief Vastgoed (MPV) In 2014 beginnen we met de ontwikkeling c.q. invulling van het MPV. In het eerste kwartaal 2014 wordt het plan van aanpak opgesteld waarna we voor de zomer de inhoudelijke contouren in beeld 254 willen hebben. Deze wordt na de zomer 2014 met de nieuwe raad besproken opdat we in 2015, gekoppeld aan de jaarafsluiting 2014, een eerste versie willen aanleveren van het MPV. We zullen hierbij aanhaken bij de ontwikkeling en kijken naar het groeimodel van het Meerjaren-perspectief Grond (MPG). Een Meerjareninvesteringsprogramma (MIP) zal onderdeel uit gaan maken van het MPV. 255 256 C Bijlagen bij de jaarrekening 2013 257 258 Bijlage A Staat van reserves en voorzieningen 259 260 261 262 263 264 Bijlage B Specificatie Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) 265 266 Specificatie van de Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (in dit overzicht zijn de vooruitontvangen bedragen GSO/ISV ook meegenomen) Bedragen * € 1.000 Begroting 2013 primair Reserve per 1-1 Vooruitontv. Bedragen per 1-1 Totaal per 1-1 31.722 Begroting 2013 na wijziging 19.936 Rekening 2013 18.835 1.101 19.936 Algemene voeding Rentevoet 1] 2) 3) 4) 5) 2,50% 2,50% 2,50% 793 1.400 601 1.200 736 1.400 601 2.700 514 471 1.400 601 3.900 514 3.994 5.951 6.886 -353 -2.167 -2.519 -748 -5.115 0 -8.006 -302 -175 -479 -2.100 -500 -6.355 -1.265 -513 -3.031 382 -179 -480 -1.508 -469 -4.946 -4.157 -531 145 198 -179 Totaal netto onttrekkingen -19.385 -14.040 -11.927 Verwacht uitgavenpatroon Begroting 2013 (primair) - verwachte uitgaven 2012 15% - verwachte uitgaven 2013: 70% Begroting 2013 (na wijziging) - verwachte uitgaven 2013: 70% -937 -13.570 Rente over het saldo Bijdrage uit Algemene Middelen Investeringsbudget ISV3, te ontvangen Investeringsbudget GSO4, (1e tranche) Investeringsbudget GSO4, (2e tranche) Totaal algemene voeding (excl. 'pm') Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma 1: Groene Mal 4: Binnenstad 7: Woningbouwproductie 8: Kanaalzone 9: Complete wijken 10: Alle jeugd telt 14: Verkeer 15: Milieu 16: Overige -9.828 Reserve per 31-12 Vooruitontv. bedragen per 31-12 Totaal per 31-12 Saldo per 31-12 (excl. 'pm') 11.152 3.743 14.895 21.210 267 16.059 14.895 MOP- programma's Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (bedragen x € 1.000) Eenheid MPB progr. Begroting 2013 primair Begroting 2013 na wijziging Rekening 2013 Verschil Programma 1: Groene Mal 3.11 Herinrichting Catharina Amaliapark incl. aanleg Grift 3.13 Projecten beken en sprengen - herstel Eendrachtspreng RL prog. 3 252- 379- 379- RL prog. 3 101- 100- 101- 1 353- 479- 480- 1 240 Totaal A-projecten programma 1 - Programma 4: Binnenstad 4.2 Binnenstad PJ prog. 9 302- 100- 4.3 PJ prog. 9 1.865- 2.000- 1.748- 252- 2.167- 2.100- 1.508- 592- 2.519- 500- 469- 31- 2.519- 500- 469- 31- 4.946- 791- Binnenstad GSO-4 Totaal A-projecten programma 4 340- Programma 7: Woningbouwproductie 15.10 Hoogspanningsleidingen RL prog. 9 Totaal A-projecten programma 7 Programma 8: Kanaalzone 14.1 Kanaalzone Kanaalzone projectbureau RL/PJ prog. 9 617- 5.737- RL prog. 9 131- 187- - 187- - 431- - 431- Kanaalzone, sleutelproject ISV-3 - storting in grondexploitatie Totaal A-projecten programma 8 748- 6.355- 4.946- 1.409- Programma 9: Complete Wijken 9.1 Tijdelijke onderwijsaccommodatie Zuidbroek PJ prog. 9 1.086 1.086 9.4 Wijken - De Maten GSO-4 POW prog. 9 400- 400- 174- 226- 9.5 Wijken - Orden/Kerschoten GSO-4 POW prog. 9 400- 316- 52- 264- 15.1 Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen Uitgaven tlv. ISV-3 budget PJ/RL prog. 9 2.260500- 725- 3.440- 15.2 Wijkontwikkelingsplan Zuid RL prog. 9 1.356- 810- 450- 15.5 Plattelandsontwikkeling RL prog. 9 199- 100- 41- 5.115- 1.265- 4.157- Totaal A-projecten programma 9 268 2.715 360592.892 MOP- programma's Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (bedragen x € 1.000) Eenheid MPB progr. Begroting 2013 primair Begroting 2013 na wijziging Rekening 2013 Verschil Programma 10: Alle Jeugd Telt 10.3 Wijken - uitvoering jeugdbeleid - GSO-4 JZW prog. 5 Totaal A-projecten programma 10 - 513- 531- 18 - 513- 531- 18 3.072- 170- Programma 14: Verkeer Lopende projecten 11.0 Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisportcentrum RL prog. 3 RL prog. 3 25.5 Aanleg transferium Barnewinkel RL prog. 3 25.9 Verkeersvoorzieningen Beekbergen - bijdrage reserve riolering RL prog. 3 24.3/ Onderzoek light rail en voorstadshalte/ 25.4 Verbetering auto-infrastructuur Totaal A-projecten programma 14 7.761- 2.902- -pm - 245- - - - - 359400 85400 274- 8.006- 3.031- 145 3.176- Programma 15: Milieu 15.0 Lopende projecten Sanering geluidsbelaste woningen 27.1 Bodemmodule - bijdrage VINAC bodembudget (provincie) - restant bijdrage afkoopsom Felua RL prog. 4 - RL prog. 4 302- 571660 301 462660 109301 302- 382 198 184 Totaal A-projecten programma 15 8- - 8- Programma 16: Overige Lopende projecten 29.5 Leefbaarheidsonderszoek S&R prog. 1 30.3 Werkbudget Meerjarenontwikkelingsplan S&R prog. 1 30.4 Bijdrage aan de algemene dienst S&R prog. 1 Totaal A-projecten programma 16 TOTAAL LASTEN 269 -pm 4- 4- - 175- 175- 175- - 175- 179- 179- - 19.385- 14.040- 11.927- 2.113- Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) Onderstaand wordt in grote lijnen aangegeven in hoeverre de beschikbare middelen in de BROA (jaarschijf 2013) daadwerkelijk zijn uitgegeven. Het verschil tussen de geraamde uitgaven 2013 en de werkelijke uitgaven bedraagt ca € 2,1 mln. De geraamde voeding van de BROA bedraagt € 6,0 mln en er is € 6,9 mln aan inkomsten geboekt. Het verschil ad ca € 0,9 mln betreft voor € 1,2 mln voorschotten GSO-4 die hoger zijn dan geraamd en voor € 0,3 mln lagere rente die aan de reserve is toegerekend. In de toelichting op de uitgaven beperken wij ons, volgens afspraak met de accountant, tot de grotere verschillen tussen raming en werkelijke uitgaven. Omschrijving Begroting 2013 na wijziging BROA-programma 4. Binnenstad 8. Kanaalzone 9. Complete wijken 14. Verkeer -2.100 -6.355 -1.265 -3.031 Rekening 2013 -1.508 -4.946 -4.157 145 Verschil - = nadeel + = voordeel 592 1.409 -2.892 3.176 De belangrijkste afwijkingen worden hieronder toegelicht: Toelichting BROA-programma’s Programma 4: Binnenstad (verschil € 0,6 mln voordeel) • 4.2 Binnenstad (verschil € 0,3 mln voordeel) Voor de binnenstad zijn op verschillende plekken budgetten beschikbaar. Om het totaalinzicht te behouden zijn alle beschikbare eigen middelen eind 2013 in BROA 4.2 gestort. Dit zorgt ervoor dat er per saldo geen onttrekking maar een storting in de BROA heeft plaatsgevonden. Van de oorspronkelijk geraamde uitgaven van € 100.000 is € 80.000 gerealiseerd (aanpassing kruispunt Molenstraat Centrum/Kanaal Noord en afhandeling Winkelstraatmanagement 2012). Hierdoor ontstaat een voordelige afwijking van € 20.000. Daarnaast is er vanuit het beschikbare AD-budget (liep jaarlijks via de reserve overlopende projecten) ca € 120.000 aanvullend in de BROA gestort voor programmamanagement en € 200.000, dat nog beschikbaar is voor de herinrichting van Binnenstad Noord. Hiermee komt de afwijking uit op € 340.000 positief ten opzichte van de begroting. • 4.3 Binnenstad(GSO-4) (verschil € 0,3 mln voordeel) Dit betreft de GSO-4 subsidie die ten behoeve van het project 'herinrichting Caterplein e.o' binnen Binnenstad Noord is beschikt. De werkzaamheden voor het Caterplein zijn grotendeels afgerond. Een klein deel loopt door in 2014. Tevens heeft de afrekening over 2013 nog niet volledig plaatsgevonden. Hierdoor is € 250.000 niet in 2013 uitgegeven en schuift door naar 2014. Programma 8: Kanaalzone (verschil € 1,4 mln voordeel) • 14.1 Kanaalzone ( verschil € 1,4 mln voordeel ) Voor de Kanaalzone was voor 2013 een onttrekking geraamd van € 6,4 mln. Deze onttrekking is uiteindelijk € 1,4 mln lager uitgevallen. € 0,9 mln hiervan heeft betrekking op de bijdrage aan het project Vlijtsepark die is doorgeschoven naar 2014. De overige € 0,5 lagere uitgaven heeft 270 betrekking op uitgaven voor de kade bij het project Kanaalzone Pilot Zuid. Deze uitgaven zijn abusievelijk in de raming van 2013 opgenomen maar zullen pas veel later plaatsvinden. Programma 9: Complete wijken (verschil € 2,9 mln nadeel) • 9.4 Wijken De Maten GSO-4 (verschil € 0,2 mln voordeel) In de Maten is in het Matenpark gewerkt aan de aanleg van een vissteiger die toegankelijk is voor mindervaliden. Er is op verzoek van hondenbezitters een omheinde hondenuitlaatplaats aangelegd in het Matenpark, als onderdeel van de uitvoering van 25 ideeën voor Zuidoost. Dit zijn over het algemeen kleinschalige plannetjes op het gebied van groen, spelen, parkeren en verkeersveiligheid voortkomend uit de Toekomstagenda, die noodzakelijk zijn om verloedering van de openbare ruimte in De Maten tegen te gaan. Verder is gestart met de aanleg van een avontuurlijk spelen plek in het Matenpark. De oplevering hiervan is in maart/april 2014. Daarnaast is park de Horst in ontwikkeling genomen in het kader van de acupunctuur aanpak waarbij heel gericht versleten plekken worden aangepakt. Ook hiervan wordt de oplevering verwacht in maart/april 2014. In 2013 is voor de diverse projecten ca. € 80.000 aan bijdragen voor derden ontvangen. Naast hetgeen is gerealiseerd, is ook veel in de voorbereidende sfeer aan projecten gewerkt. Daardoor is in 2013 slechts een deel van de beschikbare middelen aangewend. Dit heeft geresulteerd in een onderschrijding van € 225.700. • 9.5 Wijken Orden/Kerschoten GSO-4 (verschil € 0,3 mln voordeel) In Orden is doorgewerkt aan de uitvoering van de in het huidige en vorige stadscontract overeengekomen afspraken. Zo is de nieuwbouw op de Caretex en Hobbemalocatie in 2013 gereed gekomen en vordert de bouw van het nieuwe winkelcentrum Orden gestaag. Op basis van het in 2010 opgestelde buurtontwikkelplan 'Weer op Orde(n)!' is verder voortgaand geïnvesteerd in de elementen 'maatschappelijke voorzieningen', 'intensieve sociale aanpak' en 'buitenruimte'. Dit heeft oa geleid tot het leggen van meer verbindingen tussen de ontmoetingsplekken, extra jongerenwerk-inzet, een project dat moet leiden tot een veilige en kindvriendelijke route tussen verschillende 'kindplekken' en de aanpak van de buitenruimte van het zogeheten 'Sprengendorp', een typisch arbeidersbuurtje in Orden. In Kerschoten heeft zich in 2012 en 2013 de mogelijkheid voorgedaan om met een groot aantal nationale bedrijven en Apeldoornse partijen te werken aan een plan om de wijk energieneutraal te maken. Naar verwachting zal dit een grote spin-off kunnen hebben op diverse voor Kerschoten belangrijke terreinen zoals toekomstbestendigheid, imago- en waarde wijk en sociale betrokkenheid. Voor de bewonersbetrokkenheid bij dit traject is geïnvesteerd in communicatie- en voorlichting, activiteiten en bewonersinitiatieven. Op basis van de Toekomstagenda en het Stadsdeelplan voor Noordwest is voor het winkelcentrum Mercatorplein in Kerschoten een (tijdelijke) 'kwartiermaker' aangesteld om te zien of de marktpartijen in staat en bereid zijn om het winkelcentrum verder te ontwikkelen. Naast hetgeen is gerealiseerd, is ook veel in de voorbereidende sfeer aan projecten gewerkt. Daardoor is in 2013 slechts een deel van de beschikbare middelen aangewend. Dit heeft geresulteerd in een onderschrijding van € 264.350. Echter, de planvorming voorziet in forse investeringen vanaf 2014, waardoor de verwachting is dat de beschikbare middelen binnen de looptijd van dit stadcontract zullen worden aangewend. • 15.1 Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen (verschil € 2,7 mln nadeel) De uitgaven in 2013 betreffen sociale programma voor € 15.000, bijdrage plantekort Anklaar € 3.400.000 en het Podium € 25.000. De onttrekking bij het project WOP Zevenhuizen is fors hoger uitgevallen dan geraamd. Reden hiervoor is dat het project Anklaar als gevolg van aanpassingen in het plan negatief leek uit te komen. Eén van de oplossingen was om de toekomstige BROA-bijdrage nu in één keer in het project te storten. Hierdoor ontstaat een rentevoordeel dat tezamen met andere maatregelen is ingezet om het resultaat uiteindelijk minimaal budgettair neutraal te krijgen. 271 Programma 14: Verkeer (verschil € 3,2 mln voordeel) • 11.0 Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisportcentrum (verschil € 2,9 mln voordeel) Dit project betreft het verdubbelen van de Zutphensestraat en de Laan van Erica en het vergroten van de kruising van deze wegen en het aanpassen van de Laan van Osseveld. Het project heeft vertraging opgelopen en zal in 2014 worden uitgevoerd. Het budget wordt daarom doorgeschoven naar 2014. 6 272 Bijlage C Specificatie Algemene reserve 273 274 275 276 277 278 Bijlage D Specificatie reserve overlopende projecten 279 280 281 282 283 284 285 286 287 288 Bijlage E Specificatie over te boeken kredieten 289 290 291 292 293 294 295 296 Bijlage F Staat van investeringen en kapitaallasten 297 298 299 300 Bijlage G Niet uit de balans blijkende verplichtingen 301 302 303 304 Bijlage H Verloopstaat overlopende activa en passiva “Medeoverheden” 305 306 307 308 Bijlage I WNT Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT) 309 310 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT) Per 1 januari 2013 is Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT) in werking getreden. Deze wet is de opvolger van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (de WOPT). Het belangrijkste uitgangspunt van de WNT is dat alle partijen, zowel (beoogde) topfunctionarissen als instellingen, hun maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Zij maken afspraken binnen de kaders van de WNT en leggen daar in het financieel jaarverslag transparant verantwoording over af. De wet schrijft onder andere voor dat financiële gegevens van topfunctionarissen openbaar gemaakt moeten worden. In de onderstaande tabel zijn deze gegevens opgenomen. Functie naam Gemeentesecretaris Griffier C.M. Sjerps A. Oudbier deeltijdfactor duur dienstverband in 2013 in dagen 365 365 1 1 beloning voorzieningen ten Totale behoeve van bezoldiging beloningen betaalbaar op termijn € 123.779,23 € 23.148,24 € 146.927,47 € 104.028,49 € 18.467,27 € 122.495,76 Er zijn geen belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen uitgekeerd. Bij het opstellen van deze bijlage hebben wij de Beleidsregels toepassing WNT van 27 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. 311 312 Bijlage J SISA-bijlage 313 314 Ontvanger Juridische grondslag Nummer D1 Specifieke uitkering Departement OCW SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N Regionale meld- en Besteding (jaar T) coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Gemeenten OCW D9 Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Aard controle R Indicatornummer: D1 / 01 € 1.005.402 Onderwijsachterstandenb Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor eleid 2011-2014 (OAB) voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Gemeenten Aard controle R Indicatornummer: D1 / 02 € 472.990 Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO) Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01 I&M E11B € 1.445.246 Nationaal Hieronder per regel één Samenwerkingsprogramm beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de a Luchtkwaliteit (NSL) verantwoordingsinformatie SiSa tussen medeoverheden Opgebouwde reserve ultimo Besteding (jaar T) aan (jaar T-1) afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02 Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03 Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04 € 691.745 € 68.482 € 1.803.894 Besteding (jaar T) ten laste van Besteding (jaar T) ten laste van Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen eigen middelen bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente) Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL Teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 01 1 2008-001906 Kopie beschikkingsnummer Aard controle R Indicatornummer: E11B / 02 Aard controle R Indicatornummer: E11B / 03 € 141.315 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T) €0 Cumulatieve besteding ten laste van eigen middelen tot en met (jaar T) €0 €0 Cumulatieve besteding ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente) tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 07 1 2008-001906 Kopie beschikkingsnummer Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 08 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 09 € 259.036 Cumulatieve besteding ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL tot en met (jaar T) € 149.713 Cumulatief teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 11 1 2008-001906 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 12 €0 Aard controle R Indicatornummer: E11B / 04 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 10 €0 Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor het komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 13 €0 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 14 Nee 315 Aard controle R Indicatornummer: E11B / 05 Aard controle R Indicatornummer: E11B / 06 €0 I&M E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Besteding (jaar T) ten laste van Overige bestedingen (jaar T) provinciale middelen Provinciale beschikking en/of verordening Correctie ten opzichte van tot Correctie ten opzichte van jaar T verantwoorde tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van overige bestedingen provinciale middelen Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01 1 2005-011640 Ring van Apeldoorn 2 2012-021029 Laan van Malkenschoten 3 2011-016347 Arnhemseweg 4 2011-020497 Taxibus 5 2010-021563 Brinkparkgarage 6 2009-004658 Ophogen halteplaatsen 7 2011-015155 Informatiezuilen en panelen 8 WV2001-49952 Rotonde Laan van Westenenk-Arnhemseweg 9 WV2001-54172 Kayersdijk (2013.017933) Kopie beschikkingsnummer Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02 Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03 Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen Aard controle R Indicatornummer: E27B / 04 Aard controle R Indicatornummer: E27B / 05 €0 €0 € 334.297 € 334.297 € 498 € 6.849 €0 €0 € 67.245 € 44.985 € 211.433 €0 € 67.623 €0 € 211.433 €0 -€ 398.780 €0 -€ 2.122 € 297.496 € 401.019 €0 € 2.122 € 243.466 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 Cumulatieve besteding ten laste Cumulatieve overige Toelichting van provinciale middelen bestedingen tot en met (jaar T) tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie de verantwoordingsinformatie Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 06 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 07 1 2005-011640 Ring van Apeldoorn € 334.297 2 2012-021029 Laan van Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 08 € 334.297 € 498 € 6.849 3 2011-016347 Arnhemseweg € 466.025 € 468.642 4 2011-020497 Taxibus 5 2010-021563 Brinkparkgarage € 202.527 € 213.555 €0 € 213.555 6 2009-004658 Ophogen € 549.840 € 243.466 € 170.701 €0 Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 09 Subsidie is in 2009 niet verantwoord. In overleg met de Provincie mag dit alsnog. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10 Ja Nee Malkenschoten halteplaatsen 7 2011-015155 Informatiezuilen en panelen 8 WV2001-49952 Rotonde Laan van € 238.879 € 238.879 Westenenk-Arnhemseweg 9 WV2001-54172 Kayersdijk € 47.194 € 178.211 Gerealiseerd Ja/Nee Besteding (jaar T) (2013.017933) I&M E28C Regionale mobiliteitsfondsen SiSa tussen medeoverheden Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie In de Sisa 2012 is geen rekening Nee gehouden met de verdeling tussen Provinciale en eigen middelen Ja In de Sisa 2012 is geen rekening Ja gehouden met de verdeling tussen Provinciale en eigen middelen In Sisa 2011 is het onjuiste Ja bedrag verantwoord. Dit betreft de correctie. Subsidie is in 2012 al Ja vastgesteld door de Provincie Subsidie is in 2013 door de Ja Provincie vastgesteld Subsidie is in 2013 door de Ja Provincie vastgesteld Cumulatieve besteding tot en Te verrekenen met provincie met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Provinciale beschikking, verordening of overeenkomst Gemeenten Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28C / 01 Aard controle R Indicatornummer: E28C / 02 file 1 2010-020913 Met de fiets minder Ja Kopie beschikkingsnummer Toelichting Aard controle R Indicatornummer: E28C / 03 €0 Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor het komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28C / 06 1 2010-020913 Met de fiets minder file Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28C / 07 Subsidie is in 2012 vastgesteld door de Provincie Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28C / 08 Ja 316 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28C / 04 € 169.831 Aard controle R Indicatornummer: E28C / 05 € 169.831 317 SZW G2 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2013 Besteding (jaar T) algemene bijstand Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk) Gemeente Gemeente Alle gemeenten I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.1 Wet werk en bijstand (WWB) verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van Aard controle R Aard controle R de Wgr. Indicatornummer: G2 / 01 G3 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk) Besteding (jaar T) IOAZ Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk) Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03 Indicatornummer: G2 / 02 Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04 € 43.581.576 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen € 1.302.012 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen € 1.761.274 € 27.420 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Volledig zelfstandige uitvoering Rijk) Ja/Nee Gemeente Gemeente Gemeente I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07 SZW Besteding (jaar T) IOAW € 353.609 Besluit bijstandverlening Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen 2004 zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2013 Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08 € 33.260 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06 € 21.006 Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) Besteding (jaar T) Bob Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze. Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09 €0 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05 € 276.916 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10 Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01 Alle gemeenten € 251.037 verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk) T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02 € 45.044 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 G5 Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2013 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. €0 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04 € 221.586 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06 € 145.273 €0 Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s Besteding (jaar T) Regelluw Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze. Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07 SZW Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03 € 23.877 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09 €0 Ja Besteding (jaar T) participatiebudget Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/02 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01 2415 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/03 tot en met G5/07 Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 02 Ja Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03 € 7.230.465 Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04 € 399.038 Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05 € 5.527 318 Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06 €0 Aard controle R Indicatornummer: G5 / 07 €0 H1 Ministeriële regeling heroïnebehandeling Gerealiseerde behandelplaatsen Gerealiseerde behandelplaatsen Besteding (jaar T) (jaar T) (jaar T) Regeling heroïnebehandeling Afspraak Gemeenten Realisatie Aard controle D1 Indicatornummer: H1 / 01 30 Aard controle D1 Indicatornummer: H1 / 02 30 Aard controle R Indicatornummer: H1 / 03 € 612.672 319 320 Bijlage K Verschillen tussen de tussentijdse rapportage en jaarrekening 321 322 Afwijkingen in de jaarrekening 2013 Gemelde afwijkingen in de TURAP verschil t.o.v. de 2e TURAP Lasten + = nadeel Lasten + = nadeel (C) - (B) Programma Lasten Baten Saldo + = nadeel + = voordee; + = voordeel Baten Saldo + = voordee; + = voordeel Baten Saldo + = voordeel + = voordeel 1: Bestuur, (wijk)organisaties, burgerzaken en financiën overige producten op programma 1 851 3.410 2.559 -753 3.316 4.069 1.604 94 960 Saldi kostenplaatsen 11.256 16.527 5.271 0 0 0 11.256 16.527 5.271 Resultaat programma 1 vòòr bestemming 12.107 19.939 7.832 -753 3.316 4.069 12.860 16.623 3.763 Bestemming programma 1 via functie 980 -1.510 8.995 2.779 -6.216 4.286 0 -4.286 4.709 2.779 -1.930 21.102 22.718 1.616 3.533 3.316 -217 17.569 19.402 1.833 Resultaat programma 2 vòòr bestemming 1.778 2.390 612 0 0 0 1.778 2.390 612 Bestemming programma 2 via functie 980 1.055 75 -980 0 0 0 1.055 75 -980 Resultaat programma 2 na bestemming 2.833 2.465 -368 0 0 0 2.833 2.465 -368 Resultaat programma 3 vòòr bestemming 3.101 8.043 4.942 -2.567 -1.281 1.286 5.668 9.324 3.656 Bestemming programma 3 via functie 980 5.130 -471 -5.601 3.341 1.217 -2.124 1.789 -1.688 -3.477 Resultaat programma 3 na bestemming 8.231 7.572 -659 774 -64 -838 7.457 7.636 179 Resultaat programma 1 na bestemming 2: Veiligheid 3: Openbare ruimte 4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Resultaat programma 4 vòòr bestemming -1.869 -1.166 703 -270 -220 50 -1.599 -946 653 Bestemming programma 4 via functie 980 1.025 -73 -1.098 130 0 -130 895 -73 -968 -844 -1.239 -395 -140 -220 -80 -704 -1.019 -315 2.580 Resultaat programma 4 na bestemming 5: Jeugd en onderwijs Resultaat programma 5 vòòr bestemming -2.346 734 3.080 100 600 500 -2.446 134 Bestemming programma 5 via functie 980 909 172 -738 -100 0 100 1.009 172 -838 -1.437 905 2.342 0 600 600 -1.437 305 1.742 Resultaat programma 6 vòòr bestemming 5.876 4.451 -1.425 2.760 0 -2.760 3.116 4.451 1.335 Bestemming programma 6 via functie 980 1.076 40 -1.036 0 0 0 1.076 40 -1.036 Resultaat programma 6 na bestemming 6.952 4.491 -2.461 2.760 0 -2.760 4.192 4.491 299 Resultaat programma 7 vòòr bestemming -5.145 671 5.816 -3.935 450 4.385 -1.210 221 1.431 Bestemming programma 7 via functie 980 631 0 -631 200 0 -200 431 0 -431 -4.514 671 5.185 -3.735 450 4.185 -779 221 1.000 Resultaat programma 8 vòòr bestemming -495 -104 391 0 0 0 -495 -104 391 Bestemming programma 8 via functie 980 0 -43 -43 0 0 0 0 -43 -43 -495 -147 348 0 0 0 -495 -147 348 Resultaat programma 5 na bestemming 6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt 7: Zorg en welzijn Resultaat programma 7 na bestemming 8: Sport en cultuur Resultaat programma 8 na bestemming 9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen Overige producten op programma 9 -2.110 -2.985 -875 772 -1.549 -2.321 -2.882 -1.436 1.446 830 Bouwgrondexploitatie -5.946 -12.012 -6.066 0 -1.750 -1.750 -5.946 -10.262 -4.316 Resultaat programma 9 vòòr bestemming -8.056 -14.997 -6.947 772 -3.299 -4.071 -8.828 -11.698 -2.870 Bestemming programma 9 via functie 980 -8.021 -3.871 4.150 -400 1.921 2.321 -7.621 -5.792 1.829 -16.077 -18.868 -2.797 372 -1.378 -1.750 -16.449 -17.490 -1.041 Resultaat programma 9 na bestemming Totaal programma 1 t/m 9 Resultaat vòòr bestemming (= functie 970) 4.950 19.952 15.002 -3.893 -434 3.459 8.843 20.386 11.543 Bestemming via functie 980 10.802 -1.398 -12.200 7.457 3.138 -4.319 3.345 -4.536 -7.881 Resultaat na bestemming (= functie 990) 15.752 18.554 2.802 3.564 2.704 -860 12.188 15.850 3.662 323 Op de volgende twee pagina’s treft u een overzicht van de voornaamste verschillen aan. 1: Bestuur, (wijk)organisaties, burgerzaken en financiën Het resultaat vóór bestemming bedraagt € 7,8 mln. Daarmee is ten een voordeel van ca € 3,8 mln. Dat is opgebouwd uit: - een voordeel op bedrijfsvoeringskosten - andere verwerking van GSO-gelden voorschotten - een hogere algemene uitkering o.b.v. de december cirulaire - overige (per saldo) opzichte van de TURAP sprake van voordeel nadeel voordeel nadeel € 5,3 mln € 3,1 mln € 2,5 mln € 0,9 mln Het grootste verschil is ontstaan op bedrijfsvoeringskosten. In de TURAP staan afwijkingen, maar per saldo is géén verschil gemeld. De afwijkingen in rekening voor vacatureruimte (€ 1,6 mln. voordeel) en inhuur (€ 1,3 mln nadeel) zijn veel lager dan de getallen in de TURAP (resp. € 3,8 mln. en € 3 mln.). In de TURAP is het hogere voorschot aan GSO-gelden gemeld als een in de BROA te storten voordeel. In de rekening is dit bedrag administratief niet als BROA-storting maar als vooruit ontvangen geld van een medeoverheid verwerkt. Daardoor is het voordeel komen te vervallen. Begin 2014 heeft u de raad gerapporteerd over het voordeel op de Algemene uitkering Ten opzichte van de TURAP wordt € 1,9 mln meer gestort in de reserves. De verschillen: - storting in de algemene reserve van “voordelen 2013” nadeel € 6,4 mln - per saldo lagere storting in de BROA voordeel € 4,6 mln - overige (per saldo) nadeel € 0,1 mln Op de lagere storting in de BROA is hierboven al ingegaan. Op de storting in de algemene reserve van de “voordelen 2013” ben ik eerder in deze rapportage ingegaan. 2: Veiligheid Het resultaat vóór bestemming is € 0,6 mln voordelig terwijl in de TURAP geen afwijking is gemeld. Net als vorig jaar betreft het voornaamste voordeel het niet bestede deel van bijdrage Rijk voor munitieruiming van € 1 mln dat via de reserve overlopende projecten (ROP) naar 2014 wordt overgeheveld. Hierover is niets in de 2e TURAP gemeld. De oorzaak ligt in het in mei bekend zijn van de rijksbijdrage 3: Openbare ruimte In de jaarrekening is sprake van een voordelig resultaat vóór bestemming van € 4,9 mln. Daarmee is ten opzichte van de TURAP sprake van een voordeel van ca € 3,6 mln. Een groot voordeel ten opzichte van de TURAP betreft de behaalde BTW teruggave van € 1,8 mln. op basis van een uitspraak van de Hoge raad. Dit voordeel is gestort in de reserve bereikbaarheid binnenstad. Andere voordelen zijn ontstaan doordat minder is uitgegeven dan begroot. Veel daarvan gaat terug naar de BROA of wordt via de Reserve Overlopende projecten naar 2014 overgeheveld. De bedragen vallen fors hoger uit dan in de TURAP gemeld. Uit de rekening blijkt verder dat voor de herinrichting en rioolvervanging van het Caterplein en de projecten voor Beekherstel externe bijdragen zijn ontvangen. Daarover stond verder geen informatie in de TURAP. 4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Het voordelig resultaat vóór bestemming bedraagt € 0,7 mln. (TURAP € 0,1 mln. voordeel). Het voordeel heeft vooral betrekking op de afvalverwijdering en is in de jaarrekening toegelicht. 5: Jeugd en onderwijs In de jaarrekening is sprake van een resultaat vóór bestemming van ca € 3,1 mln voordelig. Ten opzichte van de TURAP betekent dit een voordeel van ca € 2,6 mln. Dit betreft onder meer € 0,7 mln voor de decentralisatie van de jeugdzorg dat naar 2014 wordt overgeheveld. De jaarrekening bevat een uitgebreide opsomming van de overige verschillen. 324 6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt In de jaarrekening is sprake van een resultaat vóór bestemming van ca € 1,4 mln nadelig. Dat nadeel valt ten opzichte van de TURAP (eveneens) € 1,4 lager uit. Dat komt voornamelijk doordat eind 2013 een bedrag van € 0,9 mln. is ontvangen voor het actieplan Jeugwerkloosheid en regionale werkgeversdienstverlening. Dat bedrag wordt via de Reserve Overlopende projecten naar 2014 overgeheveld. 7: Zorg en welzijn Programma 7 kent op jaarrekeningbasis een voordelig saldo vóór bestemming van € 5,8 mln. Ten opzichte van de TURAP valt het voordeel van € 1,4 mln hoger uit. Dit voordeel is bij diverse beleidsproducten ontstaan (o.a. HV, PGB en de WVG 8: Sport en cultuur Bij dit programma is (t.o.v. de TURAP) sprake van een voordelig verschil van ca € 0,4 mln. 9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen Op programma 9 is vóór bestemming sprake van een nadeel van € 6,9 mln. In de TURAP is een nadeel van ca € 4,1 mln gemeld. Het verschil ten opzichte van de TURAP is ontstaan bij het Grondbedrijf, waar sprake is van een nadelig resultaat van € 2,8 mln. In de begroting werd een voordeel van € 2,6 mln verwacht. Per saldo betekent dit een nadeel van € 5,4 mln. In de TURAP is voor het Grondbedrijf een rekenkundig nadeel van € 1,8 mln. meegenomen. Dat bedrag is namelijk het middenpunt van de TURAP aangegeven bandbreedte van - € 8,5 mln tot € 5 mln. Zoals in de TURAP aangegeven zou het rekeningresultaat mede afhangen van de keuzes die uw raad zou maken over kaderwijzigingen. In de TURAP werd er nog vanuit gegaan dat u voorgesteld zou worden het uiteindelijke rekeningresultaat van het Grondbedrijf te verrekenen met de betreffende bestemmingsreserve. In de nu voorliggende stukken wordt hiervan afgeweken. Aangezien géén sprake is van een voordelig resultaat vervalt de in de begroting opgenomen dotatie van € 2,6 mln in de bovengenoemde bestemmingsreserve. 325 326 Bijlage L Controleverklaring 327 328 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Gemeenteraad van de gemeenteApeldoorn Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 (onderdeel A), de bijlage WNT (bijlage I) en de SiSa-bijlage (bijlage J) van gemeenteApeldoorn gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SISA-bijlage. Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Apeldoorn is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag’ in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het College van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. 329 De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is door de Gemeenteraad bij raadsbesluit van14november2013vastgesteld. Voor de in de toelichting opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de in de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het Controleprotocol WNT opgenomen controletoleranties gehanteerd. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening (inclusief bijlagen I en J) van gemeente Apeldoorneen getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013, in alle van materieel belang zijnde aspecten, rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Benadrukking van het belang van de toelichtingop de negatieve algemene reserve Wij vestigen de aandacht op de paragraaf ‘ Weerstandsvermogen’ en de toelichting op de jaarrekening onderdeel ‘Algemene reserve’, waarin de financiële positie is uiteengezet en waaruit onder andere blijkt dat de stand van de algemene reserve per ultimo 2013 € 25 mln. negatief bedraagt. Tevens is toegelicht dat het College van Burgemeester en Wethouders in 2012afspraken heeft gemaakt met de gemeenteraad om in de komende tien jaar een zodanig financieel beleid te voeren dat de algemene reserve op een adequaat niveau gebracht wordt. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening Amsterdam,6 mei 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door R. Goldstein RA 330
© Copyright 2024 ExpyDoc