2. Verslag AB 20140702 - Waterschap Vechtstromen

concept
Notulen van:
de openbare vergadering van het
algemeen bestuur van het waterschap
Vechtstromen
Datum vergadering:
2 juli 2014
Locatie:
Waterschapskantoor Almelo, Vechtzaal
Tijd:
9.30 – 12.05 uur
Aanwezige
AB-leden:
S.M.M. Kuks (voorzitter), O. Dijkstra (secretaris), mevrouw B.H.M. Aarnink (lid dagelijks
bestuur / Water Natuurlijk), G. Engberts (ChristenUnie/SGP), F. Ensink (CDA), J. van
Hoek (lid dagelijks bestuur / Christenunie/SGP), G. Jonkhans (Landbouw), A.F.
Kolkman (fractie Kolkman), mevrouw E.M. Koopmans-Roeloffzen (VVD), C.H.M.
Mentink (Landbouw), mevrouw R.B.J. Merz (Algemene Waterschapspartij), M.M.
Mulder (Water Natuurlijk), J. Nicolaï (Water Natuurlijk), G.J. Pastoor (Bedrijven),
mevrouw G.W.M. Poppink-Lenferink (CDA), mevrouw M.J. Seijger (CDA), W.A.
Siebring (Landbouw), W. Stegeman (lid dagelijks bestuur / CDA), R.K. van der Veen
(lid dagelijks bestuur / Algemene Waterschapspartij), K. de Vries (ChristenUnie/SGP),
mevrouw L. Waanders-Waanders (Water Natuurlijk), mevrouw M. de Weerd – Van der
Meij (OUDERENPARTIJ) M.G.T. Wispels (Algemene Waterschapspartij).
Afwezige
AB-leden:
H. Alberts (Bosschap), R.A.W.L.C. Ekelmans (Bedrijven), M.M. Kummel (VVD),
H.A. Meek (Water Natuurlijk), mevrouw J.M.E.A. van Nijen-Klink (CDA), A.W.J. Schoo
(OUDERENPARTIJ)
I Algemeen
1. Opening
De voorzitter: Dames en heren, welkom bij de vergadering van het algemeen bestuur van waterschap
Vechtstromen op 2 juli 2014. Fijn dat u er allemaal bent. Er is bericht van verhindering van de heren
Alberts, Ekelmans, Kummel, Meek, Schoo en mevrouw Van Nijen.
We zijn benieuwd hoe het met de heer Schoo gaat op dit moment. Daarvoor wil ik even kort het woord
geven aan de mevrouw De Weerd.
Mevrouw De Weerd: Dank u wel, voorzitter. Het gaat beter met Ton, in die zin dat de longontsteking
onder controle en bijna over is. De bacterie die hij heeft, is hij nog niet kwijt en hij is ontzettend moe.
1
concept
Een aantal van jullie zal inmiddels begrepen hebben dat wij twee DOP-raadsleden hebben moeten
royeren.
De voorzitter: Bij interruptie, DOP is Drentse Ouderen Partij, dat weet wellicht niet iedereen.
Mevrouw De Weerd: Wij hebben dus twee mensen moeten royeren en dat wat daaraan voorafgegaan
is, is Ton niet in de koude kleren gaan zitten. Dat speelt natuurlijk ook mee.
De voorzitter: Dank. Wij wensen hem het allerbeste. Misschien wilt u hem dat overbrengen, maar wij
zullen dat ook collectief doen en kijken of we een kaartje kunnen sturen om hem weer wat op te
peppen. We hopen hem na de zomer weer terug te zien als het allemaal weer goed gaat met hem.
Dit is de laatste vergadering voor het zomerreces. We hebben een lange agenda met een aantal
belangrijke stukken. Wellicht hebt u ervaren dat het een wat rommelige aanbieding was van de
stukken. Er zijn diverse nazendingen geweest, waarvoor onze excuses uiteraard. Wij hopen ook op
een beetje begrip, omdat het toch wennen is voor de organisatie om dit allemaal zo gedaan te krijgen.
Wij hebben u met de 100-dagennotitie laten ervaren hoe zo’n eerste periode van honderd dagen
verloopt en dat ijlt nog wat na richting de zomervakantie. Na de zomervakantie proberen we het weer
meer gestructureerd te doen.
2. a. Onderzoek geloofsbrieven
De voorzitter: Ik moet u eerst de melding doen dat ik binnen een redelijke termijn na het overlijden van
de heer Holterman een verzoek heb gedaan aan LTO om binnen veertien dagen een kandidaat te
stellen voor de opengevallen zetel in het algemeen bestuur. Daar heeft LTO mij binnen veertien dagen
op geantwoord. Dat antwoord luidt als volgt: ‘In antwoord op uw brief van 13 juni 2014 kan ik u
berichten dat LTO Noord heeft besloten de heer G. Jonkhans, Stobbenhaarweg 22/A te Radewijk te
benoemen als lid van het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen.’
Dat agendapunt is nu aan de orde en daarvoor moeten eerst de geloofsbrieven worden onderzocht.
Zo is dit bij u allemaal gegaan, buiten uw zicht, want dat is al voor de jaarwisseling gebeurd. Bij een
nieuw AB-lid moet dat hier ter vergadering gebeuren en daarvoor moet ik eerst een commissie
geloofsbrieven installeren. Dit is allemaal heel formeel, maar zo moet het.
Ik wil voorstellen te benoemen als commissieleden van de commissie geloofsbrieven de heer
Kolkman, en hem tevens aan te wijzen als voorzitter van die commissie, mevrouw De Weerd van de
OUDERENPARTIJ, en mevrouw Merz van de Algemene Waterschapspartij. Ik wil u allereerst vragen
of u daarmee kunt instemmen. Dat is het geval. Dan wil ik de commissie verzoeken even bij elkaar te
gaan zitten en de geloofsbrieven te onderzoeken. De commissie wordt daarin ondersteund door
mevrouw Uuldriks, bestuursondersteuner. Ik schors voor een moment de vergadering. Als de
commissie geloofsbrieven klaar is, heropen ik de vergadering en dan brengt de commissie verslag uit.
Ik schors de vergadering.
Schorsing vergadering
De voorzitter: Ik heropen de vergadering en ik geef het woord aan de voorzitter van de commissie
onderzoek geloofsbrieven, de heer Kolkman.
De heer Kolkman: Voorzitter, dank u wel. U begrijpt uit de tijd die wij nodig hadden als commissie dat
wij een diepgaand en nauwkeurig onderzoek hebben ingesteld. Zonder op alle zaken in te gaan, want
die liggen al vast in het verslag van de commissie dat ik u straks zal overhandigen, kan ik u melden
dat de commissie heeft geconstateerd dat de kandidaat aan alle vereisten heeft voldaan. Wij hebben
de geloofsbrieven in orde bevonden en wij adviseren u de heer G.J.W. Jonkhans toe te laten tot het
algemeen bestuur. Waarvan akte. Ik overhandig u graag het verslag van de commissie.
De voorzitter: Dank aan de commissie onderzoek geloofsbrieven voor deze toch wel belangrijke taak.
Met dit positieve advies van de commissie geloofsbrieven staat niets meer in de weg om de heer
Jonkhans te benoemen.
2. b. Installatie AB-lid voor de fractie Landbouw, de heer Jonkhans
De voorzitter: U hebt gehoord dat de heer Jonkhans woonachtig is in Radewijk. Dit behoort tot de
gemeente Hardenberg, het ligt aan de grens met Duitsland. Hij is melkveehouder en al negen jaar lid
2
concept
geweest van het algemeen bestuur van waterschap Velt en Vecht. Hij is daarnaast een zeer ervaren
bestuurder in coöperatieve verbanden zoals LTO. Hij heeft daarin verschillende functies gehad en is
ook veel in het buitenland geweest. Wij verwelkomen dus een goede en ervaren bestuurder in ons
midden.
Ik verzoek de heer Jonkhans naar voren te komen voor het afleggen van de belofte en ik verzoek u
allen daarbij te gaan staan.
Ik lees de tekst van de verklaring en de belofte voor, en daarna verzoek ik u mij na te zeggen: ‘Dat
verklaar en beloof ik’. Dan bent u geïnstalleerd.
Ik verklaar dat ik, om tot lid van het algemeen bestuur te worden gekozen of benoemd, rechtstreeks
noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, aan iemand enige gift of gunst heb
gedaan of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, van
iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten
als lid van het algemeen bestuur naar eer en geweten zal vervullen.
Ik verzoek u mij na te zeggen: ‘Dat verklaar en beloof ik’.
De heer Jonkhans: Dat verklaar en beloof ik.
De voorzitter: Dank u wel. Dan mag ik u als eerste feliciteren met uw installatie als lid van het
algemeen bestuur. Van harte gefeliciteerd. U krijgt ook een bos bloemen.
Ik schors even de vergadering, dan kunt u allen de heer Jonkhans feliciteren.
Schorsing vergadering
De voorzitter: Dames en heren, ik heropen de vergadering. Ik verzoek u allen te gaan zitten. De heer
Jonkhans heeft inmiddels plaats kunnen nemen aan de vergadertafel bij de fractie Landbouw. We
feliciteren ook de fractie met het feit dat deze weer op volle sterkte is. Dat moet ook weer een goed
gevoel geven na een moeilijke tijd met twee bestuursleden. Het is net het Nederlands elftal, als je met
tien spelers moet voetballen, ben je minder zeker van je zaak.
Er is natuurlijk ook een vacature in het dagelijks bestuur. Er zijn twee mogelijkheden om tot invulling
daarvan te komen. De eerste is dat er een voordracht komt vanuit de fractie. Dat betekent dat dan een
van de leden van de fractie wordt voorgedragen. De andere optie die in de wet bestaat en ook in het
provinciaal reglement is overgenomen, is dat er tot een externe invulling wordt gekomen. Dat is het
enige dualistische element dat we kennen in ons verder monistische stelsel. Dit is in het reglement
vastgelegd dat door de Provinciale Staten van de betrokken provincies is vastgesteld en dat betekent
dat er voor Gedeputeerde Staten de mogelijkheid ligt te besluiten een ontheffing te verlenen als een
DB lid-niet uit het algemeen bestuur komt. Ik heb dit een tijdje geleden ook in het
fractievoorzittersoverleg gedeeld, dus de fractievoorzitters zijn ervan op de hoogte. We wachten af
met welk voorstel de fractie gaat komen. Ik geef kort het woord aan de heer Siebring om daar een
nadere toelichting op te geven.
De heer Siebring: Dank u wel, voorzitter. Het is zo dat wij in overleg met onze coalitiepartners, met
onze eigen fractie en met LTO aan het zoeken zijn naar een goede kandidaat voor het dagelijks
bestuur. Ik had graag vandaag aan u willen kunnen vertellen wie die kandidaat is, maar helaas kan
dat nog niet. Ik verwacht dat wij na het zomerreces een kandidaat kunnen presenteren.
De voorzitter: Wij wachten dat voorstel af. Ter toelichting op wat ik net gezegd heb: als de weg van
een extern lid van het DB bewandeld zou worden, dan maakt dit lid geen deel uit van het algemeen
bestuur. Dat is het dualistische aspect. Er komt dus geen extra zetel bij in het algemeen bestuur voor
die persoon en deze zal dan dus ook geen stemrecht hebben in het algemeen bestuur. Dit is wel
belangrijk om te begrijpen aan deze constructie.
3. Installatie fractievertegenwoordiger de heer D. Schiphorst, fractie Bedrijven
De voorzitter: Het is een vergadering vol rituelen, dus ik verzoek u wederom te gaan staan. Ik verzoek
de heer Schiphorst naar voren te komen, dan gaan we u installeren.
De heer Schiphorst is ook geen onbekende voor ons, in het vorige algemeen bestuur van Regge en
3
concept
Dinkel was hij fractievoorzitter van de fractie Bedrijven. Hij keert nu weer terug als
fractievertegenwoordiger bij de fractie Bedrijven voorgezeten door de heer Pastoor.
U gaat ook de belofte afleggen. Ik lees de tekst voor en dan verzoek ik u mij na te zeggen: ‘Dat
verklaar en beloof ik.’
Ik verklaar dat ik, om tot fractievertegenwoordiger te worden benoemd rechtstreeks noch middellijk,
onder welke naam of voorwendsel ook, aan iemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk van
iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik verklaar en beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik
mijn plichten als fractievertegenwoordiger naar eer en geweten zal vervullen.
Ik verzoek u mij na te zeggen: ‘Dat verklaar en beloof ik.’
De heer Schiphorst: Dat verklaar en beloof ik.
De voorzitter: Dan feliciteer ik u met uw installatie als fractievertegenwoordiger. Voor u hebben we ook
een bos bloemen. Ik pak de bloemen er even bij. Er komt veel water uit, maar dat is ook ons vak. Ik
schors wederom de vergadering, zodat u allen de heer Schiphorst kunt feliciteren.
Schorsing vergadering
De voorzitter: Ik heropen de vergadering en verzoek u allen weer plaats te nemen. De heer Schiphorst
schuift niet aan aan de AB-tafel, maar zit op de stoelen voor de fractievertegenwoordigers.
We feliciteren de fractie Bedrijven die hiermee wat fractievertegenwoordigers betreft weer op volle
sterkte is. De fractie heeft het volledige quotum van twee fractievertegenwoordigers ingevuld. U kunt
daarmee uw werk ook weer maximaal goed doen.
Ik had al gezegd dat de heer Schiphorst AB-lid was bij Regge en Dinkel, maar hij was voorheen ook
directeur van Cogas, een groot energiebedrijf hier in Overijssel. Hij heeft ook veel nevenfuncties, dus
ik kom hem nogal eens tegen op netwerkbijeenkomsten. Het is alleen maar goed voor ons waterschap
dat wij bestuurders hebben die middenin de samenleving staan.
4. Verslagen vorige vergadering
a. verslag 28 mei 2014
De voorzitter: Het is een kort verslag. Mijn vraag is of u daar nog opmerkingen bij heeft. De heer
Ensink heeft een opmerking bij pagina 2.
De heer Ensink: Voorzitter, het is maar een heel klein puntje. In de derde alinea zeg ik ‘episch
centrum’. Volgens mij moet de sch eraf.
De voorzitter: Dat zou zomaar kunnen. Wij geloven u blindelings en wij gaan dit aanpassen. Dank voor
uw oplettendheid.
U stemt verder in met het verslag? Dan stellen wij het met een hamerslag vast.
5. Vragenhalfuur
De voorzitter: Er zijn twee vragen aangemeld, een door de heer Jonkhans en een door de heer
Mentink. Ik geef beiden de gelegenheid hun vragen te stellen. Het DB zal dan daarop reageren.
Allereerst is het woord aan de heer Jonkhans. Dit is tevens uw maidenspeech in het bestuur van
Vechtstromen. We luisteren met aandacht.
De heer Jonkhans: Dank u wel, voorzitter. Misschien is het de aard van het beestje, maar ik zit er
graag bovenop. Vandaar dat ik, toen ik het signaal kreeg over het sluisje in Hardenberg, afgelopen
zondag op onderzoek ben uitgegaan en tot de conclusie ben gekomen die ik bij de vraag heb
geformuleerd. Op 17 juni 2013, let wel: een jaar geleden, is de sluis overgedragen van Gedeputeerde
Staten aan waterschap Velt en Vecht. Sindsdien waren er continu problemen. In het afgelopen jaar is
er vaak een sluiswachter bij behulpzaam geweest, maar ik heb van omwonenden en omstanders
begrepen dat dat niet meer kan. Dit jaar wordt daar dus niet meer in voorzien en de sluis is defect, zo
4
concept
werd mij verteld. Rondvaartboten en plezierboten kunnen geen gebruik maken van de voorziening die
destijds als een van de visitekaartjes van de Vecht is aangeprezen. De bedienings- en
aanwijzingsborden zijn verdwenen en de gesloten sluis biedt een vervuilde en trieste aanblik. Mijn
vraag is dus wat het waterschap Vechtstromen hieraan doet en of de sluis in het vakantieseizoen nog
wel geopend is.
De voorzitter: Het is terecht dat u deze vragen voor de vakantie stelt. U krijgt een reactie van de heer
Stegeman, portefeuillehouder voor de Vechtvisie.
De heer Stegeman: Dank u wel. U zegt terecht dat de sluis vorig jaar is overgedragen, maar deze is
slechts symbolisch overgedragen. Formeel is deze nog niet overgedragen, sterker nog: de eindtoets
van de aannemer heeft nog niet plaatsgevonden omdat er problemen zijn. Op dit moment ligt de
verantwoordelijkheid strikt genomen nog bij de provincie. Nu houd ik er niet van zwartepieten uit te
delen aan anderen, dus nu in dit gehoord heb, zullen we erop aandringen dat dit euvel met spoed
wordt hersteld. Op het moment dat de sluis volledig werkend afgeleverd kan worden, zullen wij de
verantwoordelijkheid op ons nemen. In overleg met de provincie moeten wij proberen deze termijn
vanaf nu zo kort mogelijk te laten zijn.
De voorzitter: Ja, want voor de burger maakt het geen verschil of het nu de provincie is of het
waterschap, hij ziet gewoon hoe de sluis erbij ligt. De heer Jonkhans.
De heer Jonkhans: Ik heb er niet zoveel meer aan toe te voegen. Mijn idee zou ook zijn zo snel
mogelijk met de provincie te gaan praten, maar uiteraard begrijp ik dat dit gebeurt.
De voorzitter: Ik heb de portefeuillehouder horen zeggen dat daar snelheid achter gezet zal worden.
De volgende vraag is van de heer Mentink, dus ik geef hem het woord.
De heer Mentink: Voorzitter, bedankt. Een aantal landbouwers uit Agelo en Fleringen heeft mij
benaderd over het Agelerbroek en Fleringen, zowel voor als na Herinckhave.
Bij Agelerbroek gaat het om de waterstroom Hollandse Graven. Het viel de landbouwers op dat hun
percelen vrij lang onder water bleven staan, terwijl de retentiegebieden van Ottershagen helemaal
droog stonden. Er zijn in het gebied stuwen aangelegd die door het waterschap worden bediend. De
vraag is of deze als er veel water wordt voorspeld eerder op een lager niveau kunnen worden gezet,
zodat de velden daarvoor overlast bespaard blijft. Dat was de eerste vraag.
Bij Herinckhave zijn een aantal jaren geleden vloeivelden aangelegd. Zowel ervoor als erna is er veel
wateroverlast geweest. Landbouwgrond heeft twee tot drie dagen onder water gestaan. Er is ook veel
water gevallen, dat is niemand ontgaan, maar het blijft opmerkelijk dat die vloeivelden dan niet onder
water staan. Ligt het aan de aanleg? Net als bij Ottershagen is de vraag of hiernaar gekeken kan
worden. Wat denkt men hier op den duur aan te kunnen gaan doen?
De voorzitter: De vraag is helder. Op deze vraag zal vanuit het DB gereageerd worden door mevrouw
Aarnink. Aan haar is het woord.
Mevrouw Aarnink: Voorzitter, dank. In de vorige vergadering van het algemeen bestuur is hier ook al
het een en ander over gezegd. In de omgeving van Fleringen, Ootmarsum, Tilligte, Rossum en
Denekamp is in korte tijd extreem veel neerslag gevallen, ongeveer 50 tot 60 mm in twee dagen. Dat
is gemiddeld meer dan in de rest van Twente. Dit heeft lokaal tot extreme afvoeren geleid, met name
in het stroomgebied van de Hollandse Graven en rondom de gebieden Agelerbroek en Voltherbroek.
Door de combinatie van de grote hoeveelheden neerslag in korte tijd en de hellende gebieden, met
name in Ootmarsum en Reutum, is de Hollandse Graven overbelast geraakt en zijn laaggelegen
landbouwgronden geïnundeerd. Dit betreft vooral landbouwgronden met een wateroverlastnorm van
TS1. Dat wil zeggen dat deze gronden tussen eens per jaar en eens per tien jaar kunnen inunderen.
De in het gebied aanwezige retentiegebieden Baasdam, Herinckhave, Rossumermeden en Wiemsel
hebben gefunctioneerd. Het retentiegebied Herinckhave heeft echter niet optimaal gefunctioneerd
vanwege begroeiing. U noemde het gebied Ottershagen als retentiegebied, maar dit is geen
retentiegebied en is dus ook niet geïnundeerd.
We zijn bezig een diepgaande analyse te maken van de situatie die zich heeft voorgedaan. Als deze
gereed is, zal deze op de agenda worden gezet van de eerstvolgende vergadering van de commissie
Watersysteem.
5
concept
De voorzitter: De heer Mentink.
De heer Mentink: Het is voldoende als dit op de eerstvolgende commissievergadering weer aan de
orde komt en er dan nadere uitleg over kan worden gegeven. De landbouwers bleven een beetje
verbaasd, omdat het lang geduurd heeft voordat het water uiteindelijk weg was. Ze begrepen best dat
het een of twee dagen onder water kon staan, maar het Agelerbroek heeft meerdere dagen onder
water gestaan. Sommigen hadden het over vijf en anderen over vier, maar het heeft wel een kleine
week onder water gestaan. De hinder die er na die tijd was, was wel groot. Ik ben er naartoe gegaan
en op hele weilanden zat een sliblaag. Zij hadden dit nog nooit eerder beleefd. Het kan ook best zijn
dat er nooit eerder zoveel water is gevallen, want ik ben niet op de hoogte van de computersystemen
die aangeven hoeveel water er in korte tijd is gevallen. Men beseft wel dat er veel water is gevallen,
maar het was hen nog nooit eerder overkomen dat het zo lang onder water stond. Als het de aandacht
heeft en in de volgende commissievergadering aan de orde komt, dan kan ik dat melden aan de
landbouwers. Voor hier is het voldoende, dank u wel.
De voorzitter: Het laatste woord is hier nog niet over gezegd. We komen hier nog op terug.
Ik sluit het vragenhalfuur hiermee af.
6. Ingekomen stukken en mededelingen
De voorzitter: Ik ga met u naar de ingekomen stukken.
a.
Verslag gezamenlijke commissievergadering, 28 mei 2014
Ter kennisgeving. Dit verslag wordt vastgesteld in de commissie Besturen en
Organiseren.
b.
Concept verslag commissie Waterketen, 11 juni 2014
Ter kennisgeving.
c.
Concept verslag commissie Watersysteem, 11 juni 2014
Ter kennisgeving.
d.
Concept verslag commissie Besturen en Organiseren, 11 juni 2014
Ter kennisgeving.
e.
Beantwoording vragen AB 26 maart 2014 over vaardiepte voor de Vecht
De voorzitter: Hierover zijn vragen van de heer Nicolaï en de heer Kolkman. Het woord is allereerst
aan de heer Kolkman.
De heer Kolkman: Ik lees in de beantwoording hoe je een vaarweg definieert. De laatste bullet gaat nu
juist over het bedienen van sluizen en bruggen. Ik vroeg mij af hoe zich dit verhoudt tot de
beantwoording van de vraag van de heer Jonkhans. We zeggen in dezelfde memo dat we, als de
vaardiepte onvoldoende is, gaan waarschuwen of de vaarweg afsluiten. Ik vraag mij af hoe dit nu gaat
in het overleg met de provincie over de niet functionerende sluis.
De voorzitter: Helder. Eerst de heer Nicolaï en dan geef ik straks het woord aan de heer Stegeman.
De heer Nicolaï: Dank u, voorzitter. Onze vraag is of de 50 cm ook echt gegarandeerd wordt, dus of er
al dan niet wordt ingegrepen als de vaardiepte niet gehaald zou gaan worden. Ik heb dat niet
helemaal duidelijk kunnen lezen in het stuk, maar als de conclusie is dat we niet ingrijpen bij die 50
cm, dan is voor mij de vraag voldoende beantwoord.
De voorzitter: Het wordt spannend om te horen wat de heer Stegeman hierop gaat antwoorden.
De heer Stegeman: Gaan wij 50 cm garanderen? Heel kort door de bocht is ons antwoord nee, maar
dit vraagt om een nadere toelichting. In 2007 is ervoor gekozen de Vecht weer als halfnatuurlijke
laaglandrivier te laten ontstaan. Eigenlijk zeg je hiermee twee belangrijke dingen, namelijk dat je de
natuur zoveel mogelijk zijn gang wilt laten gaan, zijn eigen weg wilt laten banen, en daarnaast dat je
zoveel mogelijk rekening wilt houden met de effecten die de natuur zelf heeft. Een van de dingen die
6
concept
de natuur met zich mee kan brengen is een lage waterstand. Als de situatie zich aandient dat er op
natuurlijke wijze onvoldoende water is ten opzichte van het beeld dat je beoogt te creëren met het
ontwerp dat je maakt, dan zijn we absoluut niet voornemens daar te gaan baggeren. Het kan hooguit
zo zijn dat er een uitzondering wordt gemaakt als er zich op een enkele plek een incident voordoet,
waarbij je zegt dat je ingrijpt om het vaarplezier tegemoet te komen.
Ik weet dat dit in de omgeving een veelbesproken onderwerp is, dat was met name zo bij de
gemeenteraadsverkiezingen. We hebben zelfs een gesprek gevoerd met een werkgroep uit
Hardenberg die strijdt voor betere bevaarbaarheid. Ik noem deze maar de werkgroep Brink. Wij
hebben een gesprek gevoerd in het provinciehuis, samen met de gedeputeerde en de wethouders van
beide gemeenten. We hebben toen opnieuw geconstateerd en vastgesteld dat we de uitgangspunten
die we met elkaar hebben vastgesteld in 2007 willen handhaven. Zij bestreden dat hetgeen wij denken
te ontwerpen de realiteit zou kunnen zijn. Daarom hebben zij een externe deskundige de opdracht
gegeven daar een rapport over samen te stellen. Ik heb dat rapport in die vergadering ontvangen van
hen en toegezegd dat wij dat rapport intern nog eens nader zullen analyseren. We zullen dat niet
alleen intern doen, maar ook in overleg gaan met de opsteller van het rapport, om te proberen te
bewerkstelligen dat beelden en feiten over de toekomstige halfnatuurlijke laaglandrivier op gelijk
niveau komen. Het gesprek wordt dus nog vervolgd, maar vanuit een duidelijke stelling dat de kaders
die in 2007 zijn vastgesteld overeind blijven.
De voorzitter: Is dit voor u beiden voldoende antwoord op uw vraag? De heer Nicolaï.
De heer Nicolaï: Ik vind dat er een heel duidelijk antwoord gegeven is en wij zijn heel blij met dit
antwoord.
De voorzitter: Dat is altijd fijn om te horen. We laten graag niets te wensen over als het om
duidelijkheid gaat.
De heer Stegeman: Voorzitter, de heer Kolkman was zo slim een vraag die bij het vragenhalfuurtje
was gesteld bij dit onderwerp nog eens opnieuw in te brengen. Uiteraard zullen wij daarover in overleg
treden met de provincie. Wat betreft de toekomstsituatie van de bevaarbaarheid ligt de bevoegdheid
bij ons. Wij kunnen eventueel een besluit nemen om een vaarverbod in te stellen. Wij zullen daar
natuurlijk heel terughoudend mee omgaan, maar als het moet, moet het. Op het moment dat sluizen
daadwerkelijk worden overgedragen, ligt ook het beheer van de sluizen bij ons. Op dit moment is dat
nog niet zo, maar ik ben het met u eens dat wij daar iets aan moeten doen in samenspraak met de
provincie voor de periode dat de problemen niet zijn opgelost.
De heer Kolkman: Voorzitter, dat laatste stelt mij gerust. Ik roep u op dat overleg nog voor de
vakantieperiode te hebben. Wij hebben veel energie gestoken in de Vecht en de bevaarbaarheid tot
nu toe. Het zou echt jammer zijn als dat nu bij de sluis in Hardenberg zou struikelen in de
vakantieperiode, dus graag spoedig overleg.
De voorzitter: Uw boodschap is duidelijk. Dank u wel.
f.
Memo Normenkader waterschap Vechtstromen in relatie tot uitsluiting
Natuurschoonwet 1928 en Natuurbeschermingswet 1998
De voorzitter: Het was vooral de heer Alberts die hierover een paar keer de discussie heeft gevoerd.
Helaas is hij er niet, maar in de commissie is het verder uitgediscussieerd. Het ligt hier ter informatie.
g.
Evaluatie waterschapsverkiezingen
Mevrouw Merz: Dank u, voorzitter. U heeft waarschijnlijk wel begrepen dat het in de periode van de
verkiezingen niet helemaal zo verlopen is als wij graag hadden gezien. Deze evaluatie gaat met name
over de manier waarop het is georganiseerd, de procedures en de kaders waarbinnen dat is gebeurd.
Ik wil er de volgende opmerking bij plaatsen. Ik zie de manier waarop de verkiezingen zijn verlopen
eigenlijk een beetje als een gemiste kans. Ik zou die gemiste kans willen omschrijven als een
mogelijkheid die wij hadden om aan kiezers duidelijk te maken dat twee waterschappen zijn
samengegaan tot een, waarom ze zouden moeten gaan stemmen. Dat is op deze manier minder uit
de verf gekomen dan had gekund. Het is terugkijken en ik wil dit dan ook meegeven voor een
volgende periode. Ik heb dit ook duidelijk meegegeven aan partijen die hiervoor komen te staan bij de
7
concept
verkiezingen van volgend jaar. Wij hadden dit ook kunnen benutten voor het vergroten van onze
zichtbaarheid en daar hadden wij dus ook de inzet van de betrokken partijen bij kunnen gebruiken. Ik
heb mij samen met de mensen van mijn lijst hierin eerder beperkt dan gestimuleerd gevoeld door het
waterschap en dat vind ik jammer. Wat gebeurd is, is gebeurd. Het gaat er mij niet om zwartepieten uit
te delen, want daar heb je niets aan. Ik wil echter wel heel duidelijk meegeven dat uit het onderzoek
van de OESO duidelijk naar voren is gekomen dat juist de ‘awareness gap’ zo’n belangrijk minpunt is
in de grootsheid van waterschappen in Nederland. Ook verkiezingen zijn een prachtige kans om te
laten zien dat je er bent. Ik heb tijdens de campagne, maar ook recent nog bij gesprekken die ik heb
gehad met mensen in het gebied, te horen gekregen dat men niet wist op wie men moest stemmen,
omdat men niet wist wie de mensen waren. Ik zou graag voor een volgende keer willen meegeven dat
je kijkt hoe je met elkaar, dus met alle betrokken partijen, kunt proberen dit te optimaliseren, want dat
is nu niet gebeurd.
De voorzitter: Dank. De heer De Vries.
De heer De Vries: Dank u, voorzitter. Wij vinden het jammer dat die 21% zo laag is uitgevallen, wij
hadden dit graag veel hoger gezien. Wij onderstrepen graag de belangrijke aanbevelingen die
genoemd zijn, dus de vier punten in het rapport. Wij hopen dat daaraan maximaal aandacht besteed
wordt bij de volgende verkiezingen.
De voorzitter: Dank u. Mevrouw Koopmans.
Mevrouw Koopmans: Voorzitter, in tegenstelling tot mevrouw Merz wil ik de complimenten uitdelen
aan de organisatie. Zij hebben een knap staaltje werk verricht en ik vind dat over het algemeen de
campagne goed verlopen is. Vechtstromen is goed neergezet. Wij vragen wel of er een voorstel kan
komen waarin staat hoe de organisatie van de communicatie verder wordt uitgerold. Met andere
woorden: hoe worden de burgers verder geïnformeerd over het project. Acceptatie, begrip en verkoop
van een product zijn namelijk de belangrijkste invalshoeken.
De voorzitter: Dank u wel. Ik zag een vinger van de heer Ensink. Klopt dat?
De heer Ensink: Voorzitter, ik was eigenlijk van plan hier niets van te zeggen, want we hebben in de
commissievergadering onze mening al gegeven. Wij zijn zeer content met de evaluatie. De
opmerkingen van mevrouw Merz nopen echter tot een reactie. Ik herken mij niet in het beeld dat zij
geschetst heeft. Ik denk dat er een behoorlijk beperkende factor in dit geheel was, namelijk dat wij als
nieuwe waterschap Vechtstromen het enige waterschap in Nederland waren dat verkiezingen
organiseerde. Het kost dan heel veel moeite om dat aan iedereen duidelijk te maken. Ik denk dat we
bij wat het nieuwe waterschap heeft gepresteerd tot het maximum zijn gegaan. Alle waardering dus
voor de organisatie. Partijen moeten ook bij zichzelf te rade gaan. De CDA-fractie heeft veel steun
gehad van de provinciale besturen, met name van het CDA Overijssel dat ons begeleid heeft. Ook
daarin kennen wij beperkte middelen, maar dat wil niet zeggen dat je niets kunt bereiken. Integendeel,
soms kun je met weinig heel veel bereiken. Nogmaals, onze waardering voor de inzet. Ik heb ook in
de commissievergadering al aangegeven dat dit waterschap niet meedoet bij de verkiezingen van
volgend jaar, maar het zal nog een dekselse toer worden om die organisatorisch goed voor elkaar te
krijgen. In de krant stond al dat er onder de nieuwe wet die aangekondigd is gemeenten zijn waar vier
waterschappen naast elkaar functioneren. Ik geef het de stembureaus te doen dat uit elkaar te
houden.
De voorzitter: Dank u wel. Volgens mij heb ik iedereen gehad. Ik begrijp best dat er teleurstelling is
over het opkomstpercentage, zoals de heer De Vries dat verwoordde. Mevrouw Merz zei dat er
wellicht nog meer in had gezeten wanneer we ook wat beter hadden gesproken over wederzijdse
rolverwachtingen. Het waterschap doet aan opkomstbevordering en partijen voeren zelf campagne.
Hoe stem je dat met elkaar af? Hieraan is ook een opmerking gewijd in het evaluatierapport in de trant
dat er wat meer over gepraat had moeten worden om de wederzijdse verwachtingen helder te krijgen.
Het dagelijks bestuur is van mening dat we ons best hebben gedaan om de opkomstbevordering zo
goed mogelijk te doen. Inderdaad waren de handicaps standalone verkiezingen en het communiceren
van een nieuwe naam van het waterschap. We hebben geprobeerd onze ervaringen zo goed mogelijk
op te schrijven, zowel de positieve als de negatieve. Dat deden we met de andere waterschappen in
Overijssel en zelfs daarbuiten. Men is elders zeer geïnteresseerd in het verloop van onze
verkiezingen. In die zin kijken wij ook mee bij de verkiezingen die worden georganiseerd in 2015. Daar
8
concept
proberen wij dan weer van te leren.
Mevrouw Koopmans maakte de opmerking dat de campagne goed geweest is en vraagt naar het
vervolg. Dat is een terechte vraag. Dit heeft veel aandacht in het DB. Wij hebben de
waterbelevingskaart gemaakt en op die toer willen we doorgaan. Wij hebben nu ook een app
gelanceerd, daarover hebt u informatie ontvangen. Die app kunt u gratis op uw apparatuur installeren.
Deze is ook voor burgers beschikbaar, dus daarover moeten wij de burgers goed informeren. Dat gaat
allemaal na de vakantie lopen. Er is inmiddels ook een landelijke campagne gestart onder de naam
‘Ons water’. Deze is in mei gelanceerd met een pilot in het gebied van Groot Salland. Het tweede
pilotgebied is Zeeland. Daarna wordt het uitgerold door heel Nederland. Ook in die campagne zitten
elementen die wij al doen, maar ook elementen die wij nog niet kunnen oppakken. Dit alles staat in het
teken van het vergroten van het bewustzijn van burgers ten aanzien van het waterschapswerk. Wij
gaan u na de vakantie nader informeren over ons actieplan in dit verband.
Is er iemand die nog een nabrander heeft op dit onderwerp?
De heer Engberts: Dank u wel, voorzitter. Ik wil nog even iets positiefs aangeven. Door het personeel,
onder andere Jantien en Geus, is het allemaal heel goed verlopen, ook het stemmen tellen. Wij
hebben daar heel veel waardering voor. Er is voor de verkiezingen heel veel werk verzet en ik vind dat
wel een applaus waard.
De voorzitter: Dat wordt in dank aanvaard. De projectleider van de verkiezingen zit op de achterste rij
en die zie ik nu helemaal stralen, dat is ook mooi. Mevrouw Merz.
Mevrouw Merz: Voorzitter, ik wil even de indruk wegnemen dat ik vind dat de organisatie het niet goed
gedaan heeft. Binnen de kaders van het werk is heel veel werk verzet. Daar heb ik alle waardering
voor. Wat ik heb willen aangeven is: benut je kansen wanneer je toch het gebied ingaat om dat te
optimaliseren. Er is ons op een gegeven moment onder andere gevraagd materiaal aan te leveren
waarmee wij campagne hadden gevoerd. Daarvan zou men iets laten zien op de avond van de
verkiezingen. Vervolgens hebben we op de avond van de uitslag niets te zien gekregen. Ik kreeg
naderhand de terugkoppeling dat wij de enigen waren die met materiaal gekomen waren. Dit zeg ik
niet om mijzelf op de voorgrond te plaatsen, het gaat erom dat als je met elkaar iets neer wilt zetten en
je dat dan ook met elkaar moet uitdragen.
De voorzitter: Uw punt is helder. Ik stel voor dat we de discussie niet over gaan doen. Ik respecteer uw
mening, die nu ook is vastgelegd in het verslag. We zullen proberen dit ook in het evaluatieverslag
mee te nemen. Dank u wel voor al uw inbreng.
h.
Notitie 100 dagen waterschap Vechtstromen
Mevrouw Koopmans: De 100-dagennotitie geeft een goed inzicht in de zaken die lopen. Daarvoor
zeer veel dank. Wij zouden het op prijs stellen deze formule voort te zetten in de vorm van een
managementletter die een keer per vier maanden verschijnt. Dit voor een periode van twee jaar.
De voorzitter: Uw punt is helder. U hebt dit ook voorgesteld in de commissievergadering. Inmiddels is
het DB aan de slag gegaan en denkt het na over hoe we dat zouden kunnen doen. We hebben dat
voorstel nu nog niet om u aan te bieden, maar na de zomer zullen we met een concreet voorstel
komen voor de wijze waarop we dat vorm denken te kunnen geven. We hopen op uw geduld.
De heer Pastoor.
De heer Pastoor: Ik sluit mij volledig aan bij de vorige spreker. Ik wilde het hebben over een 200dagennotitie, maar je kunt ook spreken over vier maanden, dat vind ik prima Els.
Er staan inhoudelijk enkele punten in waar ik nog een opmerking over zou willen maken. Er staat iets
in over problemen met facturering en betalingsproblemen die er op dit moment nog steeds zijn. Dit zou
op zeer korte termijn worden opgelost. Ik vraag mij natuurlijk af of deze al zijn opgelost of wat de zeer
korte termijn inhoudt.
Een tweede punt is iets wat ik mis in deze notitie en waarvan u eigenlijk in vorige discussies die wij
gehad hebben, hebt aangegeven dat u erop terug zou komen. Dit betreft de huisvesting. Hierover
hebben wij ook in het bestuur al discussies gehad. Dat punt mis ik helaas in uw 100-dagennotitie. Ik
zou daar graag na de zomer wat meer over willen horen of zien.
De voorzitter: Dank u wel. Wat betreft de factureringsproblemen, die zijn er nog steeds. Ze zijn wel
9
concept
bijna opgelost, maar nog niet volledig. Dat is de stand van zaken.
Wat betreft de huisvesting hebben wij na een eerdere discussie die u daarover heeft aangezwengeld
toegezegd dat wij voor het einde van de bestuursperiode met een voorstel zouden komen waarin staat
hoe we daar tegenaan kijken en hoe we tot meer doelmatigheid kunnen komen. Die toezegging staat
nog steeds.
Dan de frequentie van de notitie, honderd dagen, tweehonderd dagen of vier maanden. We moeten
goed bedenken dat we een planning- en controlcyclus hebben waarin vaste rapportagemomenten
zitten. Daarbij gaat het om de bestuursrapportage en het jaarverslag en dat wil het DB in ieder geval
niet veranderen. Hierin wordt gerapporteerd over de inhoud van ons werk en de financiële control. De
100-dagennotitie is anders van aard, die gaat meer over processen, de voortgang in de nieuwe
gefuseerde organisatie. Het DB is er gevoelig voor dat wij u ook op dat punt steeds op de hoogte
moeten houden. Nogmaals, we moeten even goed nadenken over de frequentie en over de vraag hoe
we dat dan gaat doen. Wij komen daarvoor na de zomer met een voorstel.
Is deze reactie op uw beider vragen voldoende? De heer Pastoor.
De heer Pastoor: Ik wil heel kort reageren. U zegt voor het einde van de bestuursperiode, maar dat
duurt nog een aantal jaren, dus dan heeft u nog even de tijd. Dat duurt mij eigenlijk te lang, laat ik die
opmerking in ieder geval gemaakt hebben. Ik hoop dat u er dit jaar al iets over kunt zeggen.
Wat betreft het tweede punt: dank dat u voelt dat wij er graag bij betrokken willen zijn en iets meer
informatie willen hebben dan we nu krijgen, want daar komt het op neer. Dank u wel.
De voorzitter: Dat is helder, dank u.
i.
Notitie verbonden partijen
De voorzitter: De notitie wordt voor kennisgeving aangenomen.
j.
Memo stand van zaken proces waterbeheerplan 2016-2021
De voorzitter: De notitie wordt voor kennisgeving aangenomen.
k.
Memo stand van zaken energiefabriek
De voorzitter: Ik geef graag het woord aan de heer Van der Veen, portefeuillehouder
zuiveringsbeheer, om daar nog kort een woord aan te wijden.
De heer Van der Veen: Voorzitter, bedankt. Ik wil beginnen met een excuus, omdat de stukken laat
zijn binnengekomen. U hebt ook kunnen lezen wat het tijdsbestek was waarbinnen we alles hebben
moeten klaarmaken, dat was vanaf 20 juni 2014. Toen is de officiële aanbesteding pas
binnengekomen en dat betekende dat het ‘a hell of a job’ was voor alle ambtenaren om het geheel
goed te beoordelen en door te rekenen, zodat we op het eind de juiste stand van zaken konden
weergeven aan u. Als bestuurder ben ik er trots op dat we hier nu staan, dat eindelijk de aanbesteding
binnen is en dat we nu een grote beslissing moeten nemen over de energiefabriek. Van het hart van
de energiefabriek, TDH, loopt nu de aanbesteding. Het gaat erom wat het doel is. Het doel is dat we
een structurele kostenvermindering krijgen van de eindverwerking van slib en meer duurzame energie
gaan produceren. Dit positioneert ons als Vechtstromen en past in onze gedachte van duurzaamheid,
een duurzame en innovatieve organisatie. Dit staat expliciet in ons bestuursakkoord en
bestuursprogramma.
Ik wil er graag drie punten uitlichten. Als eerste kostenbeheersing. Ik heb net al gezegd dat we minder
slib af gaan zetten door TDH en meer energie. Het exploitatievoordeel is al in de businesscase
ingeboekt. Dat gaat om 1 miljoen euro in 2017 en dat bedrag is dus al in de tariefstelling ingeboekt in
de meerjarenbeleidsvertaling.
Dan dragen hiermee ook bij aan onze leefomgeving: extra groene stroom, vermindering van onze
carbon footprint en invulling van de nationale klimaatagenda, dus MJA3, het klimaatakkoord van de
unie en het Rijk en een invulling van het energiebeleid binnen de provincie Overijssel. Want we
streven naar 20% duurzame energie voor 2020.
Als derde punt: innovatie. Ik heb net al gezegd dat we ons willen profileren als innovatief waterschap
en dat zit er genoeg in. Fullscale-toepassing van TDH, een nieuwe toepassing van bestaande
technieken. Wat dat betreft hebben we echt een pioniersrol. Naar het bedrijfsleven hebben we ook
een rol als ‘lead user’.
10
concept
Dan uw vraag hoe we tot dit besluit zijn gekomen. Op 15 januari 2013 hebben de dagelijks besturen
van beide waterschappen het besluit genomen naar aanleiding van het document ‘Business case
nieuw water’, dat in 2012 werd opgeleverd. Daartoe waren we bij Regge en Dinkel in 2011 begonnen
met een proces naar centralisatie van de slibverwerking. Gaan we 16,5 miljoen euro investeren in
Enschede alleen voor de renovatie van de slibvergisting of centraliseren we het in Hengelo, zodat we
alles bij elkaar brengen en met een vergistingsinstallatie het slib verwerken? Men heeft toen gekozen
voor centralisatie.
Hoe is het AB hierbij betrokken geweest? Eind januari is het project ambtelijk toegelicht in de
commissie Waterketen van Regge en Dinkel. Op 20 november 2013 heeft het AB goedkeuring
verleend voor het voorbereidingskrediet voor deelstroomzuivering en TDA. Toen is de trein in gang
gezet.
Waarom komt het nu pas en op deze manier op tafel? Dat heeft ermee te maken dat we binnen
Vechtstromen besloten hebben dat we op een nieuwe wijze gaan besturen. Hierdoor komt de
kredietbehandeling niet meer in de vergadering. Dit staat in de begroting en valt onder het DB. Nadere
toelichting krijgt u van de heer Stegeman. Wij hebben gepoogd u zoveel mogelijk in het proces mee te
nemen, onder andere door middel van de excursie die we op 19 februari 2014 hebben gehad in
Hengelo. Hier is een presentatie gegeven van alles wat we gaan doen. Het stappenplan werd daarin
ook gepresenteerd. In de commissie hebben we er al een paar keer uitgebreid aandacht aan besteed.
Heel concreet: het dagelijks bestuur heeft gisteren besloten om 13.025.000 euro ter beschikking te
stellen als krediet voor het ontwerpen van de TDH. Volgens de planning gaan wij daar per jaar
1,2 miljoen euro mee verdienen. Doen we de aanbesteding? Die aanbesteding moet voor 1 augustus
2014 binnen zijn om in aanmerking te komen voor de SDE-subsidie. Dat is een 0,5 miljoen euro dat er
extra bij komt voor de komende twaalf jaar.
Ik wil graag afsluiten en zeggen dat ik heel positief ben over het besluit dat is genomen door het DB.
We nemen een grote stap, waar mogelijk toch een stukje risico in kan zitten, maar we hebben hier een
financieel heel goed onderbouwde zaak onder liggen. In het meest gunstige geval kan dit 1,2 miljoen
plus 0,5 miljoen euro op de exploitatie schelen. Concreet: lagere kosten en lagere tarieven voor
burger en bedrijfsleven. Dank u.
De voorzitter: Is er iemand van u die zou willen reageren?
De heer Pastoor: In de commissievergadering die wij hebben gehad, hebben wij de vraag gesteld
waar het besluit is genomen 24 miljoen euro te investeren. Er komt een verslag terug, dat stond
vandaag ter kennisgeving op de agenda, waarin staat dat het DB dit in januari besloten had, terwijl
door mevrouw Langeslag en de heer Van der Veen in de commissievergadering duidelijk gezegd is
dat dit in de gezamenlijke algemeen besturen is besloten. Dat bleek dus niet zo te zijn. Inhoudelijk kan
ik er diep op ingaan, maar laat ik er duidelijk over zijn, wij staan volledig achter het streven om zo
duurzaam mogelijk te zijn en om zo min mogelijk slib te hebben. Dat geldt uiteraard ook voor
kostenbeheersing.
Meer energie is mij niet helemaal duidelijk geworden, de getallen ook niet, maar de vraag komt wel in
hoeverre er beslist wordt over 24 miljoen euro en wat daarin het proces is. Dat is waar wij het meest
moeite mee hebben. Ik vind het prachtig dat er SDE-subsidie is op dit project. De getallen snap ik ook
niet helemaal meer, want de getallen in de memo van gisterenmiddag 17.00 uur zijn anders dan die
de heer Van der Veen net noemde. Er is bij mij en bij ons dus veel onduidelijkheid over hoe het nu
echt zit. Wij willen het DB verzoeken om hierover met het AB in gesprek te gaan, alvorens dit op deze
manier erdoor te drukken, want zo komt het bij mij binnen. Dank u wel.
De voorzitter: Dank u. Het woord is aan mevrouw Koopmans.
Mevrouw Koopmans: Voorzitter, het verbaast de VVD uiteraard dat een dergelijk besluit waarmee 24
miljoen euro gemoeid is zonder meer door het DB genomen wordt. Het is logisch dat wij geïnformeerd
zijn, niet meer dan dat. Het verlenen van een krediet van 24 miljoen euro even mandateren aan het
DB, omdat het een logisch gevolg is en als uitvloeisel geldt van het nieuwe bestuursakkoord met
regeren op hoofdlijnen, vind ik uitermate curieus. Wat blijft er dan over voor het AB om grip op te
hebben? Het is een substantieel bedrag dat wij uitgegeven, een bedrag dat een behoorlijk beslag legt
op de algemene middelen die wij investeren. Ik vind dat dit wel erg kort door de bocht geformuleerd
wordt en ik had graag gehad dat u dit minimaal in het fractievoorzittersoverleg meegedeeld had als
voortvloeisel uit regeren op hoofdlijnen. Het wordt voor ons als AB wel erg moeilijk om te controleren
en richting te geven aan bepaalde beslissingen.
11
concept
De voorzitter: Dank u. De heer Nicolaï.
De heer Nicolaï: Dank u, voorzitter. Er wordt nu bijna gedaan alsof dit een compleet nieuw plan is dat
voor het eerst op de agenda staat. Hier is al een heel lange weg aan vooraf gegaan, waarin ik in elk
geval voor een deel meegenomen ben toen ik in het DB zat. Wij vinden het een zeer goed plan waar
wij volledig achter staan. Wij vinden het geweldig dat dat die fabriek al eind 2017, dat is over ongeveer
drie jaar, volledig in bedrijf kan zijn. Dan gaat deze dus ook al een besparing in geld opleveren. Wat
voor ons als Water Natuurlijk minstens zo belangrijk is, is 28% minder slib, 35% meer biogas, 35%
CO2-reductie. Een bedrijf dat op eigen energie draait en daarnaast ook nog 75% kan leveren aan
derden. Dat is een geweldig plan en ik denk dat we daar als Vechtstromen geweldig trots op mogen
zijn, dat zei de portefeuillehouder ook al. Wij vinden het een topproject en wij willen graag dat wij ook
tijdens de rit goed op de hoogte worden gehouden, niet alleen als commissie Waterketen, maar ook
als compleet AB. Ik ben het er wel mee eens dat het een megaproject is waar we mee bezig zijn. Wij
verheugen ons er al op, want het zal ongetwijfeld neerkomen op een uitje waarbij we kunnen kijken
naar het bedrijf in aanbouw om ook op die manier meegenomen te worden. Nogmaals, wij zijn er heel
erg blij mee.
De voorzitter: Dank voor uw enthousiaste reactie. Er is een aantal vragen gesteld over de procedure
van besluitvorming en omdat het ook financiën betreft geef ik het woord aan de portefeuillehouder
financiën, de heer Stegeman.
De heer Stegeman: Voorzitter, gehoord de opmerkingen zou het idee kunnen ontstaan dat wij hier
vandaag een voorstel hebben voorliggen om te beslissen over 24 miljoen euro. Dat is niet waar. De
Energiefabriek Hengelo heeft steeds in de plannen meegelopen, in de businesscase van de fusie en
later in het ontwerp om te komen tot de extra bezuiniging. Strikt formeel hebt u op 2 januari 2014 voor
20,5 miljoen euro goedkeuring verleend toen de begroting werd vastgesteld, want daar zat dit bedrag
volledig in opgenomen. Formeel hadden we de aanbesteding kunnen doen, want het gaat vandaag
om 13,5 miljoen en dat zit binnen de 20 miljoen, maar op het moment dat we dat doen realiseren wij
ons dat we op het eind tekortkomen. Met dit besluit verplichten wij ons om in de komende tijd ook de
resterende 3,5 miljoen nog te vinden. Als dagelijks bestuur nemen wij de opdracht op ons dat bedrag
te vinden binnen de programmabegroting zoals deze is vastgesteld. Daarvoor zal het tot een
herschikking moeten komen, maar dat is een discussie die we met elkaar in het komende jaar moeten
voeren. Omdat wij voorzien dat wij op termijn 3,5 miljoen euro overschrijding krijgen, vonden wij het
een plicht u daarover nu te informeren en niet achteraf.
Ik begrijp dat deze systematiek wennen is, voorheen werd over alle projecten afzonderlijk in de
commissies en het AB besloten. In de gewijzigde werkwijze is dat anders.
Concreet, mijnheer Pastoor, 20,5 miljoen euro zat in de begroting van 2 januari 2014. Wat we nu
aankondigen is dat we op termijn nog 3,5 miljoen euro nodig hebben. We hebben daar in de
afgelopen weken een dubbele check op laten plaatsvinden. We werden geconfronteerd met de
bijzondere situatie dat er nog maar een inschrijver was. Als er maar een inschrijving is, moet je alert
zijn. Toen hebben we gecheckt of dit juridisch kan. Juridisch zijn we verplicht om met die partij verder
te gaan. Dan moet je zorgen dat je het bedrag dat er staat ook voldoende screent. Daarop heeft een
dubbele check plaatsgevonden. In die zin hebben wij er vertrouwen in dat we ook met de raming die
er nu ligt het eindplaatje kunnen realiseren. Voorzitter, dit was de toelichting vanuit financieel
perspectief.
De voorzitter: Dank u wel. Recapitulerend, u hoort dat de ontwikkeling van de energiefabriek al in de
voorgaande bestuursperiode in gang is gezet. Verder hebt u via de begroting een krediet ter
beschikking gesteld van 20,5 miljoen. U hoort de portefeuillehouder zeggen dat er 3,5 miljoen euro
ontbreekt. Het DB neemt op zich dit binnen de kaders op te vangen. U zult dat te zijner tijd zien bij de
volgende bestuurlijke financiële stukken. Het laatste is dat wij u zo snel mogelijk na het laatste DBbesluit hebben willen informeren. We hebben er in het DB over nagedacht hoe we dat het beste
kunnen doen. Besloten werd u een memo aan te reiken en u hier een mondelinge toelichting te geven.
Uiteraard zijn wij bereid u een veel uitgebreidere toelichting te geven op dit onderwerp. Dat zou in de
eerstvolgende vergadering van de commissie Waterketen kunnen. Wij hebben daarop niet willen
wachten en vandaar dat wij de mogelijkheid vandaag benutten.
Wie wil er het woord in tweede instantie?
De heer Pastoor: Wij zijn de laatste keer in de commissievergadering geïnformeerd middels een
populaire versie, een samenvatting van het plan van aanpak. Ik had daarover een heleboel vragen
12
concept
waar geen antwoord op kwam. Dat is een constatering.
U hebt het over 20,5 miljoen die wij vastgesteld hebben met de begroting, maar u geeft ook aan dat u
in de aanloop al 3,5 miljoen tekortkomt. Ik heb wel begrepen dat deze reactor een risicovol project is.
Er zouden drie mogelijke partijen inschrijven op de aanbesteding. Zoals u zelf al terecht aangeeft, is er
nog een over. Ik heb in de commissievergadering begrepen dat dit zo is omdat de andere twee het
niet aandurfden. Ik vind het allemaal prachtig, maar het gaat om veel geld. Als we nu al 3,5 miljoen
euro tekortkomen, wat gaan we dan nog meer tekortkomen, begin ik mij af te vragen. Wat is de
benchmark van dit soort installaties, want ik heb begrepen dat er niet een zo’n installatie in Europa
staat. Ik vraag mij af of wij dit als waterschap zelf uit moeten gaan vinden en ontwikkelen. Ik vind dat
nogal wat.
De voorzitter: Het DB heeft gisteren het besluit genomen en het project gegund. Alle risico's die
daarmee samenhangen zijn heel zorgvuldig afgewogen in meerdere DB-sessies. Het lijkt mij goed dat
we u in een volgende commissievergadering nog eens goed meenemen in de wijze waarop wij die
afweging hebben gemaakt. Dat is bij dezen toegezegd.
Mag ik daarmee dit onderwerp afsluiten?
l.
Verbijzonderde Interne Controle
De voorzitter: De notitie wordt voor kennisgeving aangenomen.
m. Jaarverslag 2013 commissie nadeelcompensatie noordelijke waterschappen
De voorzitter: De notitie wordt voor kennisgeving aangenomen.
Op uw tafel ligt nog een brochure van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Oost waarin u een
samenvatting ziet van de agenda voor de Kaderrichtlijn Water. Dit wordt u ter kennisneming
aangeboden.
Dan ligt op uw tafel als het goed is een speciale uitgave van Natuurlijk Overijssel. Deze ligt niet bij mij,
maar hopelijk wel bij u. Dit is een speciale uitgave van het relatieblad van Landschap Overijssel,
geheel gewijd aan de Regge. Het is het is eigenlijk een uitgave ter gelegenheid van het afscheid van
de directeur van het Landschap Overijssel de heer Hengeveld. Hij is de redacteur van deze uitgave en
hij heeft ervoor gekozen deze helemaal over de Regge te laten gaan. U ziet hoe mooi het hele
Reggesysteem wordt belicht door de prachtige illustraties.
Dan ligt op uw tafel de conceptinspraakreactie waterschap Vechtstromen en de zienswijze van de
Unie van Waterschappen op de notitie over schaliegas. Schaliegas is een actueel dossier dat de
gemoederen bezighoudt, niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland. De minister van
Economische Zaken heeft een MER-advies aangevraagd bij een daartoe ingestelde commissie MER.
Deze heeft de gelegenheid gesteld om tot 9 juli 2014 reacties in te dienen. De reacties komen op
grote schaal binnen. Ik heb van de voorzitter van de commissie MER begrepen dat er op dit moment
al circa driehonderd reacties binnen zijn. De reacties van grote organisaties, zoals IPO, unie en de
VNG volgen nog. De reactie van de unie ziet u bijgaand en deze wordt 3 juli 2014 vastgesteld.
Waterschap Vechtstromen is voornemens een aanvullende reactie bij de commissie MER in te dienen
voor de specifieke situatie in Twente, waar een mogelijk proefgebied wordt aangewezen.
Als er nog behoefte is aan een korte toelichting, zal deze worden gegeven door mevrouw Aarnink, of
is het u allemaal duidelijk?
De heer Pastoor: Ik vind het prima als wij iets zeggen over de risico's voor het water en de
watersystemen die daarbij horen, maar ik denk dat het waterschap zich niet met politiek moet
bemoeien als het gaat om schaliegas. Dat wilde ik er nog over zeggen.
De voorzitter: Dat is correct, maar wij zijn wel belanghebbend waar het onze wateropgave betreft.
Helder, dan wordt dit voor kennisgeving aangenomen.
Dan is er nog een mededeling over de waterkrachtkoppelingsinstallaties van ons waterschap. Deze
mededeling zal gedaan worden door de heer Van der Veen.
De heer Van der Veen: Wat betreft de WKK’s heb ik een wat minder mooie mededeling. Als
13
concept
waterschap produceren wij slib. Dat slib vergisten we. U hebt dat ook in het vorige onderwerp
gehoord. Wij maken er biogas van en dan maken we stroom en warmte, die we allebei gebruiken. Dit
draagt bij aan onze duurzaamheid. Vorig jaar zijn er twee nieuwe WKK’s geplaatst, een in Enschede
en een in Hengelo. Die WKK’s hebben technische problemen. De leverancier is aan het einde van het
bouwproces failliet gegaan, dus ze staan er wel maar de aflevering is niet compleet afgerond. Het is
daarom lastig de precieze mankementen en gebreken te achterhalen. Omdat we de veiligheid en de
continuïteit van de bedrijfsvoering op dit moment niet kunnen garanderen, is uit voorzorg besloten
beide WKK’s op 27 juni 2014 stop te zetten. We verwachten dat het enige tijd zal duren voordat een
plan voor herstel gereed is. Wij moeten hiervoor een onafhankelijke deskundige invliegen, omdat wij
zelf deze kennis niet in huis hebben. Uit het plan dat opgesteld wordt, zal moeten blijken hoe lang de
WKK’s buiten bedrijf blijven. Natuurlijk wordt in de tussentijd alles op alles gezet om de kosten van de
stilstand zo laag mogelijk te houden. Zo wordt er gekeken of we WKK’s kunnen inhuren. We proberen
de kosten binnen de gestelde kaders voor onvoorziene omstandigheden op te vangen. Het leek ons
wijs om u dit nu al mee te delen.
De voorzitter: Geeft dit nog aanleiding tot reacties? Mevrouw Koopmans.
Mevrouw Koopmans: Was de leverancier van de WKK’s een gerenommeerd bedrijf?
De heer Van der Veen: Ja, het was een gerenommeerd bedrijf. Dit was ook een van de aanbesteders
die op het laatst heeft afgehaakt voor de energiefabriek.
Mevrouw Koopmans: Hieruit blijkt
achtergrondinformatie na te trekken.
eens
te
meer
dat
het
uitermate
noodzakelijk
is
De heer Van der Veen: Daar hebt u groot gelijk in.
De heer Pastoor: Betekent dit dat deze WKK’s ook geen stroom en warmte meer produceren? Wat
kost ons dat per maand? Dat kost veel geld denk ik en je krijgt geen subsidie meer.
De heer Van der Veen: Ja, per dag kost het ons een paar duizend euro als ze niet draaien. Daarom
heb ik ook gezegd dat wordt gekeken hoe we dat zo snel mogelijk kunnen ondervangen, desnoods
met andere WKK’s. Het kan ook zo zijn dat wanneer de externe deskundige erbij komt, en de
problemen goed geanalyseerd worden, deze snel opgelost kunnen worden.
De voorzitter: U hebt gehoord wat de situatie is. Er wordt alles aan gedaan om die WKK’s weer zo
snel mogelijk in bedrijf te krijgen. We laten geen moment voorbijgaan, maar het betekent wel een
tegenvaller in de kosten, in de exploitatie. Deze tegenvaller wordt net als andere mee- en tegenvallers
zichtbaar gemaakt in de bestuursrapportage die in het najaar verschijnt. Uiteraard gaat het DB op de
gebruikelijke manier met mee- en tegenvallers om, zoals met u is afgesproken in het financieel kader.
Is dit voldoende over dit onderwerp?
Dan nog een laatste mededeling en dan zijn we er doorheen. Er is een nieuw besluit genomen en bij
wet vastgelegd over de rechtspositie van AB-leden, DB-leden en de voorzitters van waterschappen.
Eigenlijk zijn voor alle geledingen van het openbaar bestuur, provincies, gemeenten en
waterschappen bij wet wijzigingen doorgevoerd ten aanzien van de rechtspositie van de politieke
ambtsdragers. Dat document gaan wij u toesturen. Het wordt per 1 juli 2014 van kracht.
Het heeft een aantal gevolgen voor de afspraken die wij begin dit jaar met u hebben gemaakt over de
vergoedingen die u krijgt. Daarin zijn wijzigingen doorgevoerd. Ik zal een voorbeeld geven.
Fractievoorzitters kunnen aanspraak maken op een aanvullende vergoeding vanwege het feit dat ze
fractievoorzitter zijn. Er zijn wijzigingen doorgevoerd in de onkostenvergoedingen. Het honorarium
voor AB-leden en DB-leden wordt iets aangepast. Dus alles wat we eerder dit jaar hierover hebben
vastgesteld gaat wijzigen. Wij gaan dat voor u in beeld brengen. Wij gaan dat in twee stappen doen.
Wij sturen u nu al de regeling toe. Dit is een omvangrijk document, dus dan kunt u dat alvast
doorlezen. De exacte gevolgen voor u hier en wat wij vervolgens gewijzigd moeten vaststellen, gaan
wij u direct na de zomer in beeld brengen. U zult dan een nieuw besluit over de
onkostenvergoedingen en andere zaken moeten nemen.
Als er geen nadere vragen meer zijn, dan wordt ook dit voor kennisgeving aangenomen.
II. Bespreekstukken (besluitvormend)
14
concept
De voorzitter: Ik stel allereerst de vraag of er hamerstukken zijn die u tot bespreekstukken wilt maken.
Ik zie geen handen, dus alle hamerstukken kunnen hamerstukken blijven.
7.
Oplegnotitie
vierluik
2014
(jaarverslagen,
bestuursprogramma,
meerjarenverkenning)
a. Jaarverslagen waterschappen Regge en Dinkel en Velt en Vecht 2013 inclusief
accountantsverslagen
b. Bestuursprogramma 2014-2018
c. Meerjarenverkenning 2015-2018
De voorzitter: Ik zou de oplegnotitie met de vier achterliggende documenten a, b en c graag integraal
met u willen bespreken. Punt a is tweeledig, want dat betreft de jaarverslagen van de beide
rechtsvoorgangers, vandaar dat het een vierluik heet. Ik geef u allen per fractie de gelegenheid het
woord te voeren in twee termijnen. Ik begin bij het CDA. Het woord is aan de heer Ensink.
De heer Ensink: In alle commissies hebben wij als AB al uitvoerig onze mening kunnen geven over dit
agendapunt. Vandaag willen wij ons beperken tot enkele punten die wij als CDA-fractie belangrijk
vinden.
Ten eerste. De jaarverslagen van zowel het waterschap Regge en Dinkel als Velt en Vecht sluiten met
een positief saldo van ongeveer 4 miljoen euro. Verder kregen beide waterschappen voor hun
jaarrekening een verklaring van getrouwheid en rechtmatigheid. Naar onze mening is dit een mooi
resultaat voor het nieuwe waterschap Vechtstromen. Ik heb dat ook in de commissie Besturen en
Organiseren gememoreerd. Het memo van de controlecommissie, zoals vermeld onder 7.A.5 is heel
helder. We hebben kunnen constateren dat er door de organisatie in een betrekkelijk korte tijdsspanne
veel werk is verzet om administratief veel zaken op elkaar af te stemmen en om vervolgens verder te
werken aan het integreren en optimaliseren van administratieve systemen voor het nieuwe
waterschap Vechtstromen. Daarvoor onze waardering, en dat geldt ook zeker voor de organisatie.
Ten tweede. Wat betreft de Meerjarenverkenning 2015-2018 willen wij onze waardering uitspreken
voor de goede leesbaarheid. In de commissies hebben wij al onze opmerkingen gemaakt. Wij willen in
deze vergadering volstaan met de nadrukkelijke opmerking die wij ook in de commissie Besturen en
Organiseren hebben gemaakt dat er ten aanzien van met name het begrotingsjaar 2018 nog het een
en ander moet gebeuren, om de stijging van de tarieven binnen de kaders van het bestuursakkoord te
houden. Hoewel 2018 nog enkele jaren voor ons ligt, is het toch zaak tijdig met het AB maatregelen te
bespreken die tot het gewenste resultaat zullen leiden.
Ten derde. Bij dit agendapunt komt ook het voorstel Bestuursprogramma aan de orde. We zien in de
tekst dat er een aantal verbeteringen is aangebracht. Daarvoor onze dank. Wij kunnen ons als CDAfractie vinden in deze tekst.
Samenvattend. We constateren als CDA-fractie dat er in het afgelopen jaar heel veel werk is verzet.
Er zijn goede dingen gebeurd, zeker met inachtneming van het feit dat we een gefuseerd waterschap
zijn, want dat leidt altijd tot wat aanloopmoeilijkheden. Wij willen daarom iedereen dank zeggen voor
de inzet. Wij spreken daarvoor onze waardering uit en wij gaan akkoord met het voorstel genoemd
onder 7.A.1 tot en met 5, 7.B en 7.C. Dank u wel.
De voorzitter: U ook dank. Ik ga door naar de fractie Water Natuurlijk. Het woord is aan de heer
Nicolaï.
De heer Nicolaï: Dank u, voorzitter. Eigenlijk is mij al weer wat gras voor de voeten weggemaaid, maar
ik wil er nog wel een aantal dingen over zeggen. In de afgelopen jaren zijn er door beide
waterschappen heel veel goede dingen gebeurd. Positief daarbij is dat zowel Velt en Vecht als Regge
en Dinkel in het laatste jaar van hun bestaan een positief resultaat behaald hebben. Beiden hebben,
en dat is heel belangrijk, de goedkeurende verklaring van de accountant gekregen. Er wordt dus
gestart vanuit een solide financiële basis. We hebben hierover wel een vraag. Dit positieve resultaat is
naar de reserves gegaan. Die reserves bedragen nu 56 miljoen euro en zijn bedoeld om risico’s af te
dekken, om tariefsprongen te egaliseren. Waar ligt het plafond? Is er überhaupt wel een plafond voor
de reserves? Wat vindt het DB een verantwoorde hoogte van de reserves?
We gaan naar het bestuursprogramma. Dit straalt nu voldoende daadkracht uit. Het is allemaal wat
scherper. Onderwijs en burgers zijn goed in beeld gebracht, kortom wij kunnen ons helemaal vinden in
de tekst van dit bestuursprogramma.
We gaan door naar de meerjarenverkenning. Uit deze meerjarenverkenning blijkt dat praktisch alle
15
concept
doelen worden gehaald en daar mogen we best trots op zijn. De KRW-doelen zijn voor een heel groot
deel met ILG-subsidie behaald. In de komende jaren zal er op het gebied van KRW nog heel wat
gerealiseerd moeten worden, wellicht met minder subsidie, dus veel meer op eigen kracht. Dit zal de
nodige financiële inspanningen vergen. Het is dan ook goed dat in het bestuursakkoord afgesproken
is dat eventuele meevallers vooral daaraan besteed zullen worden.
In programma 2 zijn ook alle doelen behaald. Er is één oranje poppetje en daar staat dat we het
afkoppelen niet helemaal gehaald hebben, dat wij gestopt zijn met de afkoppelsubsidie. Als wij onze
ambitie daarin niet bijstellen, zal dat poppetje ook volgend jaar en de jaren daarna weer oranje zijn.
Gaan wij onze ambities daarin bijstellen of zijn er ook nog gemeenten die zonder subsidie evengoed
aan het afkoppelen zijn? Wij onderstrepen het belang van het gezamenlijk afkoppelbeleid van RijnOost, zoals dat nu in gang gezet wordt. We hebben het al eerder gehoord, nu zijn er gemeenten die
met drie of vier waterschappen te maken hebben, en dus ook met verschillende soorten
afkoppelbeleid. Hierin moet meer eenheid komen, want zoals het nu is, is het ongewenst.
Programma 3. Uit de 100-dagennotitie blijkt dat wij goed op weg zijn. Dan toch nog iets over de
financiën. Wij hebben onszelf enorme financiële inspanningen opgelegd, heel scherpe kaders gesteld,
maar we staan ook voor enorme uitdagingen: voor Natura 2000 wordt nog een enorme inspanning
verwacht van het waterschap, KRW, de energiefabriek en zo kan ik er nog wel een paar noemen. De
kunst zal zijn daar de goede balans in te vinden. Ik denk dat het de verantwoordelijkheid is van ons
allemaal om al deze doelen op de juiste manier te gaan verwezenlijken.
Het mag duidelijk zijn dat Water Natuurlijk akkoord gaat met alle punten die er staan. Tot zover.
De voorzitter: Dank u wel. Dan ga ik naar de fractie AWP. Het woord is aan mevrouw Merz.
Mevrouw Merz: Dank u wel, voorzitter. Zowel waterschap Velt en Vecht als waterschap Regge en
Dinkel hebben hun jaarverslag kunnen presenteren. Daaruit is duidelijk gebleken dat het zeker geen
kwestie was van niet anders kunnen dan fuseren en dus houden we maar op, maar dat het duidelijk
een vrije keuze is geweest een stap verder te zetten. Beide organisaties hebben heel duidelijk laten
zien dat zij hun eigen zaakjes goed op orde hadden. Een mooi begin voor het nieuwe waterschap
Vechtstromen. Dat betekent natuurlijk wel dat je vervolgens beide neuzen dezelfde kant op moet zien
te houden, dat je heel veel mensen aan je moet zien te binden, zowel bestuurlijk als voor een groot
deel ook ambtelijk. Dat heeft veel gereshuffel betekend. Het heeft ook betekend dat het niet voor elke
werknemer duidelijk is waar deze nu precies staat en naartoe gaat. Ik denk wel dat wij bij
Vechtstromen doordrongen moeten blijven van het belang van het samen doen als organisaties en het
maken van een nieuwe eenheid. Het thuisgevoel dat er bij Velt en Vecht was en het thuisgevoel dat er
bij Regge en Dinkel was, moet weer een thuisgevoel Vechtstromen op gaan leveren. Ik wil daar extra
aandacht voor vragen. Ik denk dat het inherent is aan het fusieproces, maar laten we daar vooral goed
naar blijven kijken, zodat je de eigen mogelijkheden van onze mensen goed blijft benutten en eenieder
zich geprikkeld blijft voelen om voor de organisatie zijn optimale kracht in te zetten.
Het programma ziet er mooi uit, het is mooi vormgegeven. De nadruk komt erop te liggen dat we het
binnen de financiële kaders moeten blijven doen. Dat is ook een belangrijk uitgangspunt, want alleen
op die manier kom je ermee verder. Ik denk wel dat we erg alert moeten zijn op het reshuffelen van
projecten en de opgaven waar we voor staan. We zijn er natuurlijk door de informatiebijeenkomsten al
goed bij betrokken. We hebben daar als AB een duidelijke rol in kunnen vervullen. Ik zou zeggen dat
dat de manier is om het met elkaar verder te dragen en zo moeten we het ook gaan doen.
Wij zijn afgelopen maandag bij de bestuurdersdag in Lelystad gewezen op manieren waarop je
communicatie en educatie goed neer kunt zetten. We hebben daar prachtige voorbeelden gezien van
de wijze waarop waterschap Zuiderzeeland omgaat met hun educatiepoot en hoe zij van jongs af aan
de burgers in hun waterschap betrekken bij waar zij voor staan. Ik ben heel benieuwd of dat bij de
verkiezingen van volgend jaar betekent dat dit voor Zuiderzeeland andere cijfers op gaat leveren. Zij
voeren al jarenlang een heel proactief beleid, waarvan ik zou willen zeggen dat er behoorlijk wat
puntjes zijn die wij zouden kunnen meenemen voor de manier waarop wij het kunnen gaan invullen.
Met onze stakeholders gaan we duidelijk op zoek naar de verbetering van de inzichten en de wijze
waarop wij dat gezamenlijk kunnen bereiken. Daar wil ik het even bij laten, voorzitter.
De voorzitter: Dank u wel. Dan is het woord aan de fractie Landbouw. Ik geef het woord aan de heer
Siebring.
De heer Siebring: Dank u wel, voorzitter. Allereerst is de fractie Landbouw verheugd dat jaarverslagen
van de beide rechtsvoorgangers met een positief resultaat zijn afgesloten. Dat geeft vertrouwen voor
de toekomst. Wij hopen dat de nieuwe organisatie slagvaardig genoeg zal zijn om alle problemen die
16
concept
zich ook de komende tijd zullen aandienen goed te kunnen behandelen en behappen. Dat over de
jaarverslagen.
Dan het bestuursprogramma. Wij kunnen ons nog niet echt vinden in het bestuursprogramma. De
taken waar het waterschap in onze ogen voor staat, de beschreven kerntaken, worden in het
bestuursprogramma naar onze mening niet voldoende benadrukt, zeker gezien de
klimaatveranderingen. Wij moeten niet in de situatie terechtkomen dat wij straks weer ergens een
overschot aan water hebben en dat we tegen die mensen moeten zeggen dat wij ondertussen wel een
heleboel maatschappelijke waarden hebben gecreëerd, maar dat ze wel even een tijdje overlast
hebben en natte voeten. Wij zouden graag zien dat de kerntaken van het waterschap, dus veiligheid
voor de burgers en de waterketen, meer benadrukt worden in dit stuk.
Wat betreft de meerjarenverkenning zijn wij blij met alle groene vakjes die er staan, maar ik wil me
aansluiten bij de CDA-fractie dat wij ook in 2018 graag zouden zien dat de lastendruk op het niveau
blijft dat we met elkaar hadden afgesproken in het bestuursakkoord. Dank u wel.
De voorzitter: Dank. We gaan dan naar de fractie ChristenUnie samen met SGP. De heer De Vries.
De heer De Vries: Mede namens de fractie SGP wil ik onze dank overbrengen voor de stukken die
aangeleverd zijn. Het zijn heldere jaarverslagen met prima accountantsverklaringen die een positief
saldo laten zien voor beide voormalige waterschappen. Onze dank daarvoor. Als je dat vergelijkt met
de mededeling van waterschap Scheldestromen dat nu een schuldenlast heeft van 200 miljoen euro,
dan mogen we echt blij en dankbaar zijn dat dit waterschap er zo positief voor staat.
Ook dank voor de controlecommissie die de taak goed uitgevoerd heeft.
Alle vragen die gesteld zijn in de commissievergaderingen zijn naar tevredenheid beantwoord en daar
willen we het op dit moment bij laten. Dank u.
De voorzitter: Dan de fractie VVD. Mevrouw Koopmans.
Mevrouw Koopmans: Dank u wel, voorzitter. Ten aanzien van de jaarverslagen van de beide
waterschappen kunnen we kort zijn: ze geven een getrouw beeld en het stemt ons positief dat het
rekeningresultaat ook navenant is.
We stellen vast dat er in het jaarverslag van Velt en Vecht over het ziekteverzuim in 2013, alsmede
over effectief besturen en klantvriendelijkheid nog wel wat opmerkingen zijn gemaakt en dat deze te
wensen overlaten. Wij gaan ervan uit dat deze rode vlakken extra aandacht krijgen en in de
stroomlijning van de huidige organisatie geëffectueerd gaan worden.
De VVD-fractie heeft in de commissievergadering net als het CDA een opmerking gemaakt over de
lastenontwikkeling. Wij vinden dat de tussentijdse evaluatie in 2016 een ijkpunt is, maar wij zouden
ook graag zien dat de meevallers die gebruikt worden in 2018 zullen resulteren in een lastenverlaging
voor onze burgers. Daar zullen we sterk onze aandacht op richten. Onze opmerking kunt u ook
beschouwen als een aanloop naar de evaluatie in 2015 en 2016 waarin dieper wordt ingegaan op de
uitkomsten van het gevoerde financiële beleid en de hernieuwde afspraken.
Waar we ons grote zorgen over maken, is het nieuwe bestuursprogramma. Wij hebben er al eerder
opmerkingen over gemaakt dat we dit te vaag vinden. U hebt wat opmerkingen meegenomen in die
zin dat er aanpassingen gedaan zijn en dat het financiële kader duidelijk geschetst wordt, maar wij
vinden dit bestuursprogramma toch veel te vaag en veel te onduidelijk. Wij vinden namelijk de
concretisering van bepaalde afspraken, zoals de fractie Landbouw ook al aangeeft, onduidelijk. Wij
zijn bang dat er verwachtingen worden gewekt die wij niet waar kunnen maken. Er wordt een mooie
algemene beschouwing gegeven over het mondiale, nationale en regionale beleid en uiteraard willen
wij graag het beste jongetje van de klas zijn, maar ik denk we onze verwachtingen wel behoorlijk hoog
gespannen hebben. Ik ben bang dat het AB in dezen de invloed zal verliezen, temeer ook daar bij de
opmerking over de nieuwe energiefabriek duidelijk aangegeven is dat het DB het AB op hoofdlijnen
zal informeren. Ik ben bang dat wat dat betreft de grip minder wordt dan in de afgelopen periode. Er is
duidelijk een cultuuromslag gemaakt, dat is ook aangegeven. U hebt zelf besloten op hoofdlijnen te
gaan ‘regeren’. Ik denk dat we daarover toch onze bedenkingen houden bij dit bestuursprogramma.
Wat betreft de meerjarenverkenning heb ik aangegeven dat voor ons ook de lastenverlichting voor de
burgers heel duidelijk is. We zullen bij de meerjarenverkenning ook aangeven dat de concretisering
zoals daarin gemeld staat, een vervolg moet krijgen in de komende meerjarenverkenningen.
De voorzitter: Dank u wel. Dan gaan wij door naar de fractie Bedrijven. Het woord is aan de heer
Pastoor.
17
concept
De heer Pastoor: Dank u wel, voorzitter. Wij zijn ook blij dat onze rechtsvoorgangers hun jaar goed
afgesloten hebben. Wij willen daar niet al te lang bij stilstaan.
Het bestuursprogramma heeft een open karakter en er staan opmerkingen als ‘ wij gaan daarover met
u in gesprek’. Wij vragen ons dan af met wie u in gesprek gaat, maar daar staat een aantal
voorbeelden van. Wij vinden echter het open karakter van het bestuursprogramma veel te groot, veel
te algemeen en er worden veel te weinig concrete doelstellingen geformuleerd. Wij zouden graag zien
dat er concretere en duidelijkere doelstellingen worden opgenomen. Daarnaast worden in het
bestuursprogramma een heleboel dingen breder opgezet. Wij zouden echter graag willen dat het
waterschap zich op zijn kerntaken concentreert en voor overige zaken de verantwoordelijkheid bij de
desbetreffende stakeholders laat. Verder hebben wij niet heel veel opmerkingen, maar wij hebben dus
heel veel moeite met het globale en algemene karakter van het bestuursprogramma. Dank u wel.
De voorzitter: Dank u wel. Dan de OUDERENPARTIJ, mevrouw De Weerd.
Mevrouw De Weerd: Dank u wel, voorzitter. Als je als laatste aan de beurt bent, is het voordeel dat je
niet meer zoveel hoeft te zeggen. Wij zijn heel blij met de positieve jaarrekeningen. Wij zijn ook heel
blij met de meerjarenverkenning. Ik heb in de commissie ook al gezegd dat wij deze de volgende keer
graag weer in boekvorm zien, want dan werk je een beetje gemakkelijker door alles heen.
U weet dat wij niet hebben ingestemd met het bestuursakkoord en bij het bestuursprogramma hebben
wij de nodige vraagtekens. Wij zullen de vinger aan de pols houden. Voor de rest zijn wij akkoord met
het geheel.
De voorzitter: Dank u wel. U was niet eens de laatste in de rij, want dat is de heer Kolkman. Wellicht
concludeert hij dat hij helemaal niets meer hoeft te zeggen, maar ik geef hem toch maar het woord.
De heer Kolkman: Voorzitter, ik dacht even dat ik ergens bij aangesloten was, maar daar was mij nog
niets van bekend. Inderdaad, ik ben de laatste en ik zou het kort willen houden. Ik sluit mij graag aan
bij alle opmerkingen die gemaakt zijn over de jaarverslagen en de accountantsverklaringen, zeker bij
de opmerking dat dit voor waterschap Vechtstromen een heel goede start is.
Het bestuursprogramma is inderdaad wat geconcretiseerd, maar ik ben me er ook van bewust dat het
een bestuursprogramma is voor de komende jaren. Ik ben blij dat de ambities die wij als
rechtsvoorgangers voor de fusie van dit waterschap bespraken nog recht overeind staan. Dit kan
echter niet los gezien worden van de wijze waarop je het wilt realiseren. Daarom ben ik wel erg blij
met de meerjarenverkenning, want daarin staat hoe we dat cijfermatig willen doen. Dat neemt niet weg
dat je daar in hoofdlijnen naar kijkt en dat je bij de begroting van het komende jaar natuurlijk concrete
plannen wilt zien met de wijze waarop we die dan gaan betalen. Misschien was de energiefabriek
vandaag al wel een mooi voorbeeld. Het DB zei dat er 3,5 miljoen euro meer nodig was, maar zei toe
dat bedrag te gaan zoeken. Ik ben er erg nieuwsgierig naar waar het DB dat bedrag denkt te vinden,
want dat kan niet anders dan consequenties hebben voor de meerjarenverkenning. Tot zover,
voorzitter.
De voorzitter: Dank u wel. Dan heb ik iedereen gehad en krijgt de portefeuillehouder financiën de
gelegenheid voor beantwoording in eerste termijn. De heer Stegeman.
De heer Stegeman: Namens het DB kan ik melden dat het bijzonder plezierig is te vernemen dat veel
fracties instemmen met en complimenten geven over de voorliggende stukken. Ik denk dat het onze
taak is die dank over te brengen aan de organisatie, want, zoals ik ook al in de commissie heb
gezegd, je doet het immers samen. Het was in het afgelopen jaar best ‘a hell of a job’, in die zin dat je
in een fusieproces zit, je gaat naar een nieuwe organisatie, daar komen twee financiële taakstellingen
overheen. Als je dan in een meerjarenperspectief een uitkomst kunnen bieden die binnen de vooraf
gestelde kaders ligt, dan moge duidelijk zijn dat er veel denkwerk aan vooraf is gegaan en dat er veel
discussies hebben plaatsgevonden om tot die uiteindelijke keuzes te komen. Voorzitter, ik denk dat de
heer Nicolaï vanochtend met een zinsnede de spijker op de kop heeft geslagen. Die uitdaging willen
we als dagelijks bestuur ook graag aangaan. Het is de kunst een goede balans te vinden tussen de
ambitie die je graag overeind wilt houden en een beheerst tarievenbeleid, het ons bekende financieel
bestuurlijk kader. Het is een constante uitdaging waar we voor staan en die we met elkaar moeten
proberen te realiseren. We beseffen dat we ten aanzien van de jaarschijf 2018 in de huidige
voorstelling iets buiten het kader zitten. Wij gaan daar wat aan doen, maar wachten eerst het nieuwe
kostendelingsonderzoek dat volgend jaar gaat plaatsvinden af. Dat onderzoek zou ook de nodige
mutaties teweeg kunnen brengen.
18
concept
Voorzitter, er is een concrete vraag gesteld over het reservebeleid. Ik kan niet spreken voor Velt en
Vecht, maar in het gebied van Regge en Dinkel hadden we wel eens bepaalde criteria die we als
absoluut hanteerden. In ons huidige beleid hebben we daarvoor een andere benadering. Wij vertalen
eigenlijk onze algemene reserve in een zogenaamd weerstandsvermogen. Daar kun je een coëfficiënt
uit herleiden. Het is wenselijk dat je tussen de 1 en 1,4 zit. Dat is dus de coëfficiënt tussen de reserve
die je hebt en het opgetelde financiële risico dat je denkt te kunnen gaan lopen. Op dit moment zit
deze op 1,6, dus ruim binnen de norm. Gezien de discussies die spelen, bijvoorbeeld ten aanzien van
de energiefabriek, is het plezierig dat je zoiets achter de hand hebt.
Een ander punt dat er uitspringt is de reserve voor de tariefsegalisatie. Deze reserve lijkt heel hoog,
maar we hebben toch het voornemen het grootste deel van het bedrag over de komende vier jaar uit
te strijken in onze begroting. Daarmee kunnen we twee dingen bewerkstelligen, namelijk het
voorkomen van enorme fluctuaties in de tarieven, want je kunt meer volgens een lijn werken, en een
bijkomend voordeel is dat we hiermee in de komende jaren de tarieven enigszins kunnen reduceren.
Er is veel gezegd, maar in financiële zin heb ik geen verdere opmerkingen bespeurd. Ik wil afsluiten
door te zeggen dat we er best trots op zijn dat we u dit vandaag in de huidige vorm kunnen
presenteren als nieuwe organisatie, die voor een grote opgave stond en die dit zo kan presenteren.
Daarbij willen wij net als u niets liever dan de ambities ten uitvoer te brengen die wij met u hebben
vastgelegd. We zullen om financiële redenen soms misschien wat zaken moeten temporiseren, maar
de ambities zullen zeker niet verdwijnen, daar mag u ons op aanspreken.
Er zijn wat zijdelingse opmerkingen gemaakt als ‘ het is al besproken’ en ‘het komt niet meer terug’.
Het is aan u als algemeen bestuur om twee keer per jaar duidelijk richting te geven aan de koers die
wij namens u moeten varen. Die uitdaging ga ik graag met u aan.
De voorzitter: Dank. Dan geef ik graag het woord aan portefeuillehouder Van der Veen over het
onderwerp afkoppelen. Daarover is een vraag gesteld door de fractie Water Natuurlijk. Mijn verzoek is
of u daar kort op wilt reageren.
De heer Van der Veen: Dank u, voorzitter. Ik zal het kort houden. Het effect van de beëindiging van de
waterschappen is niet doorslaggevend geweest voor het feit dat we het niet hebben gehaald. Dat ligt
er vooral aan dat door de economische situatie vooral in stedelijk gebied minder gebeurd is aan de
riolering, er is minder afgekoppeld.
De volgende vraag was of wij onze ambitie bij moeten stellen. Dat zal waarschijnlijk wel nodig zijn,
maar dit is het waterbeheersplan dat loopt tot 2015. Er wordt binnen Rijn-Oost over bijstelling
gesproken om zoveel mogelijk met elkaar een lijn te trekken. Dat proberen wij te verwoorden in de
notitie Stedelijk water.
De voorzitter: Dank. Dan is er vanuit de fractie AWP nog verwezen naar de bestuurdersdag afgelopen
maandag in Lelystad over het onderwerp educatie. We hebben een portefeuillehouder voor het
onderwerp educatie, de heer Van Hoek. Ik wil hem graag kort de gelegenheid geven daarop te
reageren.
De heer Van Hoek: Dank u wel, voorzitter. Ik zal het ook kort houden. Inderdaad waren wij maandag
op de educatiedag in Lelystad. Wij hebben daar goede opmerkingen gehoord en inspirerende
mededelingen aangehoord. Wij zullen deze ook zeker meenemen. Wij hebben ook geconstateerd dat
wij een aantal zaken die zij doen, ook doen. Er is bij ons vanuit de beide waterschappen aandacht
voor het basisonderwijs en voor het vervolgonderwijs. Wij komen daar in het najaar op terug om de
zaken die wij doen in een lijn te zetten en dan strategische keuzes te maken. Educatie is niet de
grootste afdeling binnen de waterschappen, maar conform het bestuursakkoord hechten wij daar
belang aan en willen wij daar goed mee omgaan, startend vanuit de kerntaken om de brede blik waar
te maken. Ik beloof u dat wij met een notitie komen waarin de zaken in een lijn worden gezet en
waarin de keuzes staan die we maken. U bent er afgelopen maandag geweest en voor volgende week
hebben wij al een overleg met het KNAG ingepland en dan weet u wat ik bedoel. Dank u, voorzitter.
De voorzitter: De rest is er nu nieuwsgierig naar wat KNAG betekent. Kunt u dat even toelichten?
De heer Van Hoek: De afkorting KNAG staat voor Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig
Genootschap. Zij hadden afgelopen maandag prominente spreektijd en hebben hartelijke
aanbevelingen gedaan. Wij gaan komende week met ze aan de slag om te kijken hoe zij kunnen
meewerken.
19
concept
De voorzitter: Daarmee hoeft KNAG niet meer in onze afkortingenlijst, want nu weet u het allemaal.
AWP had ook opmerkingen over de cultuur en de identiteit van het nieuwe waterschap. Daar wordt
veel over nagedacht en veel aan gedaan. Een heel concrete uiting is het speldje dat u op mijn revers
ziet en dat ik bij velen van u ook zie. Wie dit speldje nog niet heeft of een extra speldje wil, kan bij de
secretaris terecht, want hij heeft er nog genoeg. Het is fijn dat u allen helpt om de identiteit van het
nieuwe waterschap goed uit te dragen, zodat wij allen het gevoel krijgen samen Vechtstromen te zijn.
Dan hebt u een aantal serieuze opmerkingen over het bestuursprogramma gemaakt en daar wil ik
even bij stilstaan. Als het gaat om de vraag of het waterschap wel voldoende staat voor zijn kerntaken,
wil ik alle twijfel wegnemen. De kerntaken en de verantwoordelijkheid die we hebben in het bedienen
van de verschillende functies, landbouw, natuur en stedelijk gebied, staan altijd voorop. Daar mag u
geen twijfel over hebben. Als u ergens toch ziet dat wij dat onvoldoende doen, moet u altijd met ons
de discussie aangaan, zoals u ook gedaan hebt in het vragenhalfuur door de vraag te stellen of wij
onze kerntaak wel goed genoeg doen. Het DB staat daarvoor aan de lat en voelt zich daarvoor zeer
verantwoordelijk.
Daar waar u vindt dat wij geen concrete afspraken hebben met elkaar over wat we de komende jaren
gaan doen, wil ik u allen verwijzen naar de meerjarenverkenning die nu voorligt. Daar staat exact in
wat wij doen, zo concreet mogelijk. Daarbij wordt gesproken in termen van de lastendruk waar dit toe
gaat leiden, de concrete projecten die we gaan doen, de keuzes die we maken in de exploitatie en de
prestatie-indicatoren waarmee we gaan werken. Die zijn voor het komende jaar ingevuld, sommige
ook voor het jaar daarna. Verdere concretisering komt in het najaar, met de keuzes die we maken in
het waterbeheerplan. De keuzes die daarin worden gemaakt, ziet u volgend jaar weer terug in de
meerjarenverkenning die we dan weer opnieuw vaststellen. Die concreetheid vindt het DB heel
belangrijk en die willen we voortdurend met u vastpakken. Twijfelt u er niet aan dat wij concreet willen
zijn, dat is een contract tussen algemeen bestuur en dagelijks bestuur en dat sluiten wij nu met u rond
de meerjarenverkenning.
Het bestuursprogramma is een ander type document. Dat is geen afspraak die wij onderling maken,
maar het is een uitnodiging aan de buitenwereld om met ons mee te doen. Daarbij wil ik in herinnering
roepen hoe u dat zelf hebt verwoord in uw eigen bestuursakkoord dat u hebt vastgesteld, daargelaten
dat sommigen niet hun instemming hebben gegeven of een voorbehoud hebben gemaakt. U hebt
daarin geschreven dat u een zelfbewust waterschap bent en dat u vanuit dat zelfbewustzijn
engagement wilt opzoeken in communicatie met burgers en partners. U draagt dat dus hoog in het
vaandel en het engagement van burgers wilt u naar binnen halen. U zegt dat u met oog voor innovatie
en kansen de wereld tegemoet wilt treden. Dat is nu precies waar dit bestuursprogramma toe dient. In
dit bestuursprogramma willen we uitnodigend zijn aan de buitenwereld, aan alle partijen om ons heen
die engagement hebben ten aanzien van ons werk. Wij willen hen uitnodigen met ons in gesprek te
komen. U zegt dat dat wel heel vaag is, maar in het begin van het bestuursprogramma staat dat elk
gesprek plaatsvindt binnen de kaders waarmee dit bestuur te werken heeft. Dat is de context
waarbinnen dat gesprek plaatsvindt. Ik heb ook in de commissievergadering gezegd dat we in de
meerjarenverkenning vastleggen welke projecten we doen, maar hoe je de projecten gaat doen, daar
zit nog van alles in. Neemt u de investeringsprojecten in het Vechtdal. We hebben nu de keuze
gemaakt dat we daarin een flinke investering doen, maar hoe gaat dat dan met de bevaarbaarheid? In
hoeverre willen we in die projecten de waardering meenemen van de mensen die de bevaarbaarheid
zo belangrijk vinden? Beseft u wel dat een waterschap het uiteindelijk moet hebben van waardering in
de samenleving. Die waardering hadden we van oudsher in de oude waterschappen die vooral voor
de landbouw werken. Het draagvlak in de landbouw was ons bestaansrecht. Nu werken we breder,
voor de hele samenleving. Als wij echter die waardering niet weten op te halen, zijn we weg. Dan helpt
ons ook niemand meer in Den Haag. We kunnen dus wel steeds zeggen dat Den Haag ons niet op
mag heffen en dat we zo belangrijk zijn, maar uiteindelijk zal Den Haag ons erop beoordelen of wij erin
slagen de waardering in de samenleving op te halen. Dat is precies de zere plek waar de OESO de
vinger op legt. De OESO zegt dat het bestaansrecht dat de waterschappen altijd hadden, altijd zo
goed was doordat het vanuit de samenleving kwam, vanuit de partijen die belanghebbend zijn. De
OESO spreekt er de zorg over uit dat daar het cement wat brokkelig wordt. Dat cement in de
samenleving moeten wij weer stevig zien te krijgen en dat is nu precies waar dit bestuursprogramma
toe uitnodigt. We moeten de samenleving weer bij ons werk betrokken zien te krijgen. Als het op deze
manier niet goed is en het op een andere manier moet, dan moet u maar zeggen hoe het anders
moet. Het DB heeft bedacht dat we een dialoog moeten organiseren. Daarbij gaat het niet om een
eenmalige dialoog met een paar bijeenkomsten in het najaar, maar om een permanente dialoog in
deze bestuursperiode. Die dialoog zal meer vorm moeten krijgen in het algemeen ten aanzien van ons
werk, maar ook in alle projecten afzonderlijk. Als dat niet gebeurt, slagen we er niet in goed ingebed te
20
concept
blijven in de samenleving. Dit is toch wel een cri de coeur die ik bij u wil neerleggen en die ik als een
boemerang terugzwaai vanuit het bestuursprogramma, waarin u zelf deze constatering hebt gedaan.
We gaan zo de tweede termijn in, maar ik wil u ook uitnodigen om nog eens nadrukkelijk op dit aspect
van het bestuursprogramma te reageren en aan te geven of u met ons mee wilt doen in de dialoog
met de stakeholders waarvan u zegt dat daar engagement zit dat we moeten vastpakken.
We gaan de tweede termijn in. Ik geef allereerst het woord aan de fractie van het CDA, de heer
Ensink.
De heer Ensink: Dank u wel, voorzitter. Ik wil mij beperken tot een tweetal opmerkingen. De eerste
opmerking is klein. Als wij doelstellingen willen bereiken, wordt dit uitgedrukt in bepaalde gradaties
met de kleuren groen, oranje of nog slechter. In de commissie Besturen en Organiseren heb ik dit ook
al aangegeven. Je komt dan in definitiediscussies terecht. Het ging toen om een voorbeeld waarbij
iets voor 99% gehaald was en toch de kleur oranje kreeg. Ik zeg het andersom: één is geen. Er was
maar 1% niet gehaald, dus het kon voor mij best groen krijgen. De moraal: we leven in een tijd waarin
alles in cijfers uitgedrukt moet worden. Je kunt dan heel vervelende uitkomsten krijgen die niet
helemaal recht doen aan alles wat er gepresteerd is. Ik hoef er nu geen antwoord op te hebben, maar
ik wil het DB meegeven dat alles wat we presteren wel in de goede context wordt gewaardeerd. Ik
maak een kleine vergelijking. Op school keek kreeg je ook cijfers van 1 tot 10, maar er waren ook
andere gradaties, zoals zeer goed, goed, matig of slecht. Daar zit een kleurverschil in.
Ten tweede, u had het over het bestuursprogramma. Het gaat echter ook over de bestuurscultuur. Ik
kan u wel zeggen dat wij als CDA-fractie bijzonder ingenomen zijn met de wijze waarop wij
geïnformeerd zijn, met informele vergaderingen gevolgd door commissievergaderingen en ten slotte
de vergaderingen van het algemeen bestuur. Op die toer willen wij heel graag verder. Om het
concreet te maken: de manier waarop u ons informeert, zoals vanmorgen over de energiefabriek en
over de teleurstelling bij de WKK, waarderen wij zeer. U deelt de informatie in een vroegtijdig stadium
met het AB in alle openheid en transparantie. Wij zijn met elkaar op weg om tot een goed waterbeheer
te komen. Nogmaals, daar zijn twee partijen voor nodig. Dat wil ik even kwijt.
De voorzitter: Dank u wel. Om maar meteen op de cijfers te reageren, u hebt helemaal gelijk: je moet
dingen niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief duiden, dus of iets voldoende of niet voldoende is.
Het glas is half vol of half leeg, je moet dingen wel in de juiste proporties willen zien. Wij gaan daar
aandacht aan besteden.
Ik ga door naar de fractie Water Natuurlijk. Het woord is aan de heer Nicolaï.
De heer Nicolaï: Dank u, voorzitter. Ik wil nog even ingaan op de woorden van de heer Stegeman over
de tarieven. Wij begrijpen de soorten tarieven, maar op een gegeven moment noemt hij wel 1,6%. Wij
hebben dat niet scherp in beeld. Als u dat nog even uit zou willen leggen.
U heeft het op een gegeven moment over tariefsegalisatie, daar is uiteraard de egalisatiereserve voor.
U had het erover in de komende periode de tarieven te reduceren, maar volgens mij hebben wij toch
echt afgesproken dat wij meevallers gaan gebruiken om projecten op de rit te zetten. Ik denk dat u
daarin iets moet verbeteren.
De oproep van de voorzitter ondersteunen wij van harte. De visie van deze fusie was ook om samen
met onze omgeving en samen met onze partners onze doelen te bereiken. Ik denk dat dat dus
helemaal in lijn is met wat wij met elkaar afgesproken hebben en waarom wij onder andere gefuseerd
zijn.
De oproep is om vooral zichtbaar te zijn in de samenleving. Als ze wat doen, laten wij dan ook laten
zien dat Vechtstromen ermee aan de slag geweest is. Dat onze naam maar vaak in de krant moge
komen.
De voorzitter: En dat kun je ook meten. Dat is mooi, dank u wel. De fractie AWP, mevrouw Merz.
Mevrouw Merz: Kort, voorzitter. Die handschoen pakken we natuurlijk graag op. We moeten met
elkaar zorgen dat Vechtstromen zichtbaar wordt, dat we duidelijk communiceren en dat we ook de
inwoners van ons gebied het gevoel geven dat Vechtstromen niet alleen de mensen zijn in die twee
hoofdgebouwen in Coevorden en Almelo, maar dat zij het zelf ook zijn, en dat actief meedenken van
hun kant op prijs gesteld wordt. Daar moeten wij als organisatie open voor staan. Die handschoen
moeten we met elkaar oppakken en daar moeten we verder goed vorm aan geven.
Op bladzijde 25 van de meerjarenverkenning staat een heel mooi gekleurd hobbeltje, waarin
aangegeven wordt wat normaal is. Laten we er wel goed voor zorgen dat we duidelijk zijn in wat we
21
concept
uitdragen. Deze zelfde tekening staat in het boekje De kleine prins en dan is het de olifant die net is
opgegeten door de boa constrictor. Laten we dus vooral zorgen dat we duidelijk zijn in onze
communicatie en dat we dit soort misverstanden voorkomen.
De voorzitter: Mooi. Ik zit nu aan de boa constrictor te denken, maar dat moet ik niet doen. Het roept
allerlei beelden op. Het is een leuke vergelijking. Dat gaan we niet uitdiepen, maar dank u wel voor uw
bijdrage. Ik ga naar de fractie Landbouw, de heer Siebring.
De heer Siebring: Dank u wel, voorzitter. Ik ben erg blij en gerustgesteld dat u heeft aangegeven dat u
als DB wel heel concreet wilt zijn. Ik denk dat we daar verder mee kunnen komen. Ik hoop dat we
helder kunnen communiceren met elkaar over de doelen die we wel of niet behaald hebben. Of het
dan 99% of 100% is, vind ik niet zo interessant.
Wat betreft de waardering en het bestaansrecht van het waterschap denk ik dat wij geen instantie zijn
die veel waardering krijgt zolang wij ons werk goed doen. Wij moeten voorkomen dat we Engelse
toestanden krijgen, dus dat iedereen overlast heeft en dan vraagt waar we mee bezig zijn. Nogmaals,
ik blijf de kerntaken heel belangrijk vinden. Ik vind het bestuursprogramma toch een soort ‘positioning
paper’. In de gesprekken met je partners moet je heel helder zijn. Er staat letterlijk in het programma
dat je de traagheid van de natuur moet accepteren, maar dat strookt niet met het bedienen van de
functies in het gebied. Ik zou dus willen vragen of daar nog wat bijgeschaafd kan worden, zodat het
wat helderder wordt, in ieder geval voor ons. Tot zover.
De voorzitter: Dank u wel. De fractie van ChristenUnie en SGP, de heer Engberts.
De heer Engberts: Dank u wel. Wij zijn het eens met het financiële gedeelte. Wij vinden het mooi dat
het commentaar dat we ingestuurd hebben, meegenomen wordt. Wij zijn daar blij mee. Ik ondersteun
verder wat de heer Siebring aanhaalt. Dank u wel.
De voorzitter: Dank u. De fractie VVD, mevrouw Koopmans.
Mevrouw Koopmans: Voorzitter, ik wil allereerst ingaan op de opmerking van de heer Nicolaï, die
aangeeft dat we besloten zouden hebben dat alle meevallers in projecten gestopt worden. Dat hebben
we niet besloten en daar wil ik op dit moment afstand van nemen. We hebben een afgewogen oordeel
geveld over tariefsegalisatie en projecten die uitgevoerd moeten worden, maar er is absoluut niet
gezegd dat alle meevallers naar projecten gaan. Daar wil ik dus afstand van nemen.
Verder kan ik mij goed voorstellen dat u zich wat in de wiek geschoten voelt over onze opmerking over
het bestuursprogramma. Als u zelf aangeeft dat het ook een onderdeel zal zijn voor gesprekken met
de buitenwacht, dan denk ik dat het verstandig is dat de toonzetting voor de buitenwacht zo is dat
duidelijk en concreet wordt aangegeven wat er van het waterschap verwacht mag worden. Omdat in
dit stuk heel breedvoerig overal op in wordt gegaan met allerlei aspecten, zou ik mij kunnen
voorstellen dat in diverse gremia, afhankelijk van de gesprekspartners die u voor ogen hebt, een
andere toonzetting gehanteerd wordt, omdat daar waarschijnlijk niet zo abstract gecommuniceerd
wordt, anders halen we ons echt problemen op onze hals. De strekking van mijn verhaal was: wees
duidelijk en concreet en zorg dat je je kerntaken op adequate wijze uitvoert.
De voorzitter: Dat is helder, dank u wel. Ik ga naar de fractie Bedrijven, de heer Pastoor.
De heer Pastoor: Mevrouw Koopmans is zo duidelijk, wat moet ik daar nog aan toevoegen? Ik bestrijd
ook wat de heer Nicolaï gezegd heeft, laat ik dat ook zeker nog opmerken. Daarnaast hoeft u uw
uitnodiging en aanbod om concreet te zijn en vragen te stellen, bij mij niet neer te leggen. Ik zal dat
zeker doen. Dank u daarvoor.
De voorzitter: Dank u wel.
De heer Nicolaï: Voorzitter, mag ik interrumperen?
De voorzitter: De heer Nicolaï per interruptie.
De heer Nicolaï: Er wordt twee keer iets bestreden wat ik gezegd heb. Ik verwijs naar pagina 4 van de
meerjarenverkenning waarin staat: ‘Ruimte voor verhoging van de investeringen ontstaat als er
meevallers komen, meer cofinanciering wordt binnengehaald en de betaling van dividend door de
22
concept
Nederlandse Waterschapsbank wordt hersteld.’
De voorzitter: Dat kan de portefeuillehouder Financiën straks in zijn antwoord meenemen. Dan kom ik
bij de OUDERENPARTIJ. Mevrouw De Weerd.
Mevrouw De Weerd: De uitdaging mee te doen in de dialoog gaan wij natuurlijk heel graag aan. Wij
houden daarbij de vinger aan de pols. We zijn het eens met de VVD als gesteld wordt dat we duidelijk
moeten zijn naar de stakeholders. Ik heb al eerder gezegd dat het een heel mooi programma is. Het is
iets wat duidelijk aanspreekt. De vraag is echter of onze partners in dit verhaal mee kunnen. Wij zijn
zo ambitieus, dus je moet je afvragen of zij die ambitie van ons willen volgen.
De voorzitter: Dank u wel. Dan de heer Kolkman.
De heer Kolkman: Voorzitter, ik heb in de tweede termijn niets toe te voegen. Ik was geheel gelukkig
met het antwoord. Eigenlijk gaf ik zelf ook al aan dat het bestuursprogramma en de
meerjarenverkenning niet los van elkaar kunnen worden gezien en dat je jaarlijks gewoon concreet
moet zijn. De uitnodiging staat duidelijk omschreven voor andere partners en de stakeholders. Ik kan
me er dus geheel in vinden.
De laatste opmerking van de heer Nicolaï klopt, dat staat er inderdaad. Mij staat bij dat we het ook zo
hebben besproken en besloten.
De voorzitter: Dit is een mooi overstapje. Ik ga maar direct naar de portefeuillehouder Financiën, de
heer Stegeman.
De heer Stegeman: Dank u wel, voorzitter. Uit de tweede termijn resteren voor mij niet veel
onderwerpen ter beantwoording. Ik ben blijkbaar niet duidelijk geweest over die 1,6, want dat is geen
percentage, maar een factor die tot stand komt als je de reserves en de post onvoorzien optelt en die
deelt door de som van de gewogen risico's die je hebt. Het staat u natuurlijk op ieder moment vrij de
hoogte van die factor bij te sturen. Deze zal de komende jaren al iets onderuit gaan door de
voorstellen die we hebben gedaan, bijvoorbeeld door het dividend van nieuw water daar niet meer toe
te voegen maar in de exploitatie mee te nemen. Het is aan u.
Hetzelfde geldt voor de wijze waarop wij omgaan met meevallers. Wij hebben dit in ons
bestuursprogramma heel concreet omschreven. We hebben twee zaken genoemd: terugkeer van het
dividend van de Nederlandse Waterschapsbank en extra externe financiering in de vorm van
subsidies. Wij voeren het beleid uit zoals we dat met elkaar hebben afgesproken en deels zoals het
consistente beleid was bij de rechtsvoorgangers. Als we dat met elkaar willen wijzigen, dan moeten
we die fundamentele discussie met elkaar aangaan, zowel over het weerstandsvermogen als over wat
je wel en niet onderbrengt bij de bestemmingsreserve en tariefsegalisatie. Wij hebben daar ook in het
dagelijks bestuur over gesproken. We hebben elkaar toegezegd dat als er een keer een rustiger
moment komt, we die discussie intern aangaan op basis van een notitie, mogelijkerwijs met
voorstellen voor de toekomst.
De heer Nicolaï: Voorzitter, mag ik een aanvullende vraag stellen?
De voorzitter: De heer Nicolaï.
De heer Nicolaï: Wordt die norm van 1,6 aangegeven door de Unie van Waterschappen, is het een
landelijke norm of een zelfverzonnen norm?
De heer Stegeman: Ik mag u verwijzen naar pagina 48 en 49 van de meerjarenraming waar we voor
onszelf de marges en de waardering hebben aangegeven. Een factor hoger dan 2 is uitstekend en
eigenlijk moet je de factor 1 halen, anders heb je een probleem. In de praktijk zal het variëren de
tussen de 1 en de 2.
De voorzitter: Dan hebt u nog een reactie van mij tegoed op het punt bestuursprogramma. Allereerst
zei de heer Siebring dat hij blij was dat het waterschap voor zijn kerntaken wil staan, maar anderzijds
leest hij dingen over het natuurlijk systeem, dat als een gegeven wordt beschouwd. Dat is wel een
essentieel punt in het bestuursakkoord en voor de manier waarop we in deze bestuursperiode willen
gaan werken. Vechtstromen is een waterschap dat in een gebied zit waar het natuurlijke systeem is
zoals het is en we willen in ons werk rekening houden met de kenmerken van een natuurlijk systeem.
23
concept
Wij willen onze kerntaak als waterschap zo goed mogelijk doen, maar wel met inachtneming van de
kenmerken die het natuurlijk systeem heeft. Dat ziet u terug in alle manieren waarop we ons werk
doen. Denk bijvoorbeeld aan de beekdalen waar het meerdere keren per jaar heel nat is en het water
soms buiten de boorden komt. Daar moet je het waterbeheer anders doen. Je kunt niet meer met
droge ogen tegen de samenleving zeggen dat we ervoor zorgen dat het helemaal droog is tot aan de
oevers van de beek. Dat is een voorbeeld van waar wij er als waterschap ook duidelijk over willen zijn,
dat de kenmerken van het natuurlijk systeem ertoe leiden dat je daar wat terughoudender moet zijn in
de andere functies die je daar uitoefent, hetzij stedelijk gebied, hetzij landbouw, dan wat verder van
die beek af. Dat is een essentieel punt, een kanttekening die je moet maken bij de wijze waarop wij
voor onze kerntaken staan in dit gebied.
Dit is overigens niet alleen in ons werkgebied zo. Dit is ook een kenmerk van hoe men elders in
Nederland met ruimte voor rivieren omgaat. Men wil de rivieren wat meer ruimte geven, zodat je
buiten die ruimte voor de rivier ook voldoende droge voeten houdt. Dat is ook eigenlijk ook wel de
essentie van waterbeheer.
Dan het bestuursprogramma. Ik merk dat u bezorgd bent. Enerzijds heb ik u hopelijk gerust kunnen
stellen op het punt van concreetheid en concrete afspraken tussen DB en AB over wat wij de
komende jaren gaan doen en dat wij ons vasthouden aan het kader dat wij met u hebben
afgesproken. Anderzijds bespeur ik bij u bezorgdheid over de vraag of dit wel duidelijk is bij de partijen
met wie je in gesprek gaat. Ik kan me voorstellen dat we nog iets toevoegen aan dit
bestuursprogramma, hetzij in het programma, hetzij in een soort oplegbrief, waarin we kiezen voor
een toonzetting in de richting van alle partijen met wie we in dialoog gaan en waarin we dit uitleggen.
In die toonzetting moeten we uitleggen dat het waterschap staat voor zijn kerntaken, dat het
waterschap zich gebonden acht aan het kader waarbinnen het werkt. Binnen het kader en met
inachtneming van de kerntaken willen wij wel met u in gesprek, want wij zien dat er engagement is in
de samenleving. Dit engagement willen wij mobiliseren ten aanzien van ons werk. Wij willen de
samenleving weer betrokken krijgen bij ons werk. Ik proef toch wel steeds dat dat uw intentie was in
dit bestuursakkoord en ook in de discussie die u steeds voert over het OECD-rapport, over
communicatie en educatie. Dat is toch wat we met ons allen willen.
U zegt dat wij ambitieus zijn en vraagt zich af of de omgeving die ambitie wel kan volgen. Het
bestuursakkoord stelt heel veel vragen en vraag aan de samenleving hoe het staat met de ambitie.
Hoe wilt u dat uw leefomgeving eruitziet? Wat vindt u dat het waterschap moet doen? Hoe moet het
waterschap dingen doen die dicht bij uw kwaliteit van leven komen en die u zo belangrijk vindt? Hoe
wilt u dat het waterschap bezig is met water in de stad, bijvoorbeeld. Nogmaals, onze ambitie zit in
onze meerjarenverkenning, in ons kader zit de concreetheid in onze ambitie. Binnen die kaders willen
wij ook het engagement van de samenleving mobiliseren. Ik wil graag van u horen of u met mijn
toezegging aan u dat wij voor de toonzetting in het bestuursprogramma nog iets extra's doen en er
realisme in brengen voordat we dialoog aangaan, kunt instemmen. Kunt u instemmen met het
bestuursprogramma zoals we dat nu graag willen vaststellen met die toevoeging van het element dat
de toonzetting belangrijk is en dat we daar wel helder in zijn in de richting van de stakeholder met wie
we de dialoog aangaan? Wie wil daar nog op reageren? Mevrouw Koopmans.
Mevrouw Koopmans: Het is niet dat ik er geen vertrouwen in heb, maar ik zou dan wel graag die
oplegnotitie willen zien. Wij kregen de vorige keer al de toezegging dat het concreter zou worden. Wij
vinden dat dit te weinig geëffectueerd is. Ik vind dat je juist omdat je met diverse partijen in
onderhandeling gaat, met beide benen op de grond die communicatie moet doen, dus: waar spreek je,
tegen wie, op welke toon en wat beloof je? In je oplegnotitie kun je dat best duidelijk maken en die zou
ik graag bij een volgende bijeenkomst informeel willen inzien.
De voorzitter: Dat kan. Dat wordt dan geen oplegnotitie, maar een brief waarin wij dat ‘beide benen op
de grondgevoel’ duidelijk neer zullen zetten. Ik zeg dat bij dezen toe. De volgende bijeenkomst zou
dan 20 augustus 2014 kunnen zijn, dat is de volgende keer dat wij als algemeen bestuur bij elkaar
zitten. Het belang dat wij dat dan met u bespreken is dat wij snel daarna de dialoog in willen gaan. De
heer Pastoor.
De heer Pastoor: Vanmorgen zijn er opmerkingen gemaakt over het open karakter van het stuk dat
voorligt. Deze zijn een aantal weken geleden ook al gemaakt in de commissievergadering. Ik vind het
jammer dat je nu met een brief probeert dat te herstellen. Bouw het dan in in het programma zoals het
er ligt en begin met een inleiding waarin de kerntaken duidelijk neergezet worden. Ik vind het erg
jammer als dat op deze manier wordt hersteld. Daar hebben wij moeite mee.
24
concept
De voorzitter: Het staat al wel in de inleiding van het bestuursprogramma.
De heer Pastoor: Maar kennelijk niet duidelijk genoeg, want dan had u nu en een aantal weken
geleden deze opmerkingen niet gekregen.
De voorzitter: Die aanpassing in het programma is een gevolg van de discussie in de commissie.
Nogmaals, we kijken hoe we dit kunnen oplossen. Binnenboord of buitenboord zegt de secretaris, dat
is een mooie uitdrukking. Wie nog meer?
Dan wil ik nu met u naar het voorstel gaan. Ik zal de onderdelen allemaal stuk voor stuk langslopen.
Allereerst het jaarverslag en de jaarrekening van het waterschappen Velt en Vecht 2013. Kunt u
daarmee instemmen? Aldus besloten.
Dan het jaarverslag en de jaarrekening van het waterschap Regge en Dinkel. Kunt u instemmen met
het voorstel? Aldus besloten.
Kunt u instemmen met het bestuursprogramma Vechtstromen met de toevoeging zoals zojuist
gedaan? Wie kan daarmee niet instemmen? Dat is de heer Pastoor namens de fractie Bedrijven en
mevrouw De Weerd namens de fractie OUDERENPARTIJ, waarvan aantekening. De rest kan wel
instemmen. Aldus besloten.
Dan het voorstel met betrekking tot de meerjarenverkenning 2015-2018 van waterschap
Vechtstromen. Kunt u daarmee instemmen? Dan is aldus besloten.
Daarmee hebben we punt 7 geheel behandeld. Ik dank u voor uw inbreng bij dit agendapunt en ik wil
u complimenteren voor de manier waarop u tot goede algemene beschouwingen bent gekomen van
dit vierluik. Dit is de manier waarop we dit met elkaar moeten doen.
8. Reglement van Orde AB waterschap Vechtstromen
De voorzitter: Wie wil daarover het woord voeren? Het woord is aan de heer De Vries.
De heer De Vries: Dank u, voorzitter. In punt 4 van het voorstel staat ‘toegankelijkheid besloten
vergaderingen’. Onze vraag is of een beëdigd fractieondersteuner de toegang tot een besloten ABvergadering wordt geweigerd of dat hij daar als toehoorder bij aanwezig mag zijn.
De voorzitter: Ik geef eerst het woord aan de heer Pastoor en dan reageer ik op uw beide
opmerkingen. De heer Pastoor.
De heer Pastoor: Heel kort, voorzitter. Wij hebben de discussie over het vragenhalfuur al vaker gehad
hier en het is in de commissievergadering ook al aan de orde geweest. Ons voorstel zou toch zijn de
mogelijkheid te creëren actuele vragen en actuele onderwerpen die niet op de agenda staan tijdens
de AB-vergadering in te brengen, bijvoorbeeld in een rondvraag. Misschien kun je beide doen en laat
je het vragenhalfuur gewoon bestaan. Ik heb wat onderzoek gedaan bij een aantal andere
waterschappen, onder andere bij Reest en Wieden, Vallei en Eem en Wetterskip Fryslân. Zij hebben
een rondvraag op de agenda van het AB staan. Ik vond het wel waardevol te vermelden dat er wel
degelijk waterschappen zijn waar dit kennelijk wel goed kan functioneren. Ik blijf erbij dat het zeker in
politieke gremia altijd goed en verstandig is elkaar vragen te kunnen stellen in plaats van dat vragen
altijd 24 uur van tevoren moeten worden gesteld. Dank u wel.
De voorzitter: Dank u wel. Om maar met het laatste punt te beginnen, dit is uitvoerig in de
commissievergadering op tafel geweest. De verschillende mogelijkheden die er zijn om in een
vergadering een gesprek met elkaar te hebben, zijn afgewogen. Het DB heeft het advies van de
commissie gevolgd en dat betekent geen rondvraag, maar een vragenhalfuur. De afweging die de
commissie heeft gemaakt is kort gezegd dat we commissies hebben waarin de discussie over
onderwerpen uitvoerig gevoerd kan worden. Het DB heeft zich volgend opgesteld ten opzichte van het
standpunt van de commissie.
Dan het punt van de heer De Vries. Inderdaad staat nu in het reglement van orde dat de algemeen
bestuursvergadering ter plekke het besluit kan nemen iemand de mogelijkheid te bieden deel te
nemen aan de vergadering, dat zou dan dus ook een fractievertegenwoordiger kunnen zijn. Dat vergt
dan op dat moment een expliciet besluit voor dat specifieke geval vanuit het algemeen bestuur.
De heer De Vries: Dat was mijn vraag niet, voorzitter.
25
concept
De voorzitter: Neemt u mij niet kwalijk. Wilt u de vraag dan nog een keer herhalen?
De heer De Vries: Mijn vraag was namelijk of een beëdigd fractieondersteuner als toehoorder op de
publieke tribune aanwezig kan zijn bij een besloten AB-vergadering.
De voorzitter: Neemt u mij niet kwalijk, ik zat helemaal in een andere richting te denken. Het antwoord
is ja, dat kan. Daarvoor hebben fractievertegenwoordigers een eed afgelegd. De secretaris vult aan.
De heer Dijkstra: Hier staat: ‘Een besloten vergadering is in beginsel alleen voor leden van het
algemeen bestuur toegankelijk. Het algemeen bestuur kan besluiten daarvan af te wijken’. In feite ligt
dus de bal bij u. Als u zegt dat u het op prijs stelt om bij een onderwerp in beslotenheid te spreken in
aanwezigheid van de fractievertegenwoordigers, dan kan dat.
De heer De Vries: Dat betekent dat men dus niet automatisch toegang krijgt tot een besloten ABvergadering.
De heer Dijkstra: Niet automatisch.
De heer Ensink: Het staat in artikel 43, lid 2.
De voorzitter: Ik moet heel eerlijk zeggen dat wij dit niet van tevoren met elkaar hebben
doorgesproken. Bij mijn weten is de praktijk in ieder geval zo dat we fractieondersteuners ook toelaten
bij besloten vergaderingen. U zegt dat dat er ook letterlijk in staat. Zo zie je maar.
De heer De Vries: Ik citeerde de toelichting onder punt 4. Dan klopt het niet met elkaar, dus dat
moeten we harmoniseren.
De voorzitter: Er was een praktijk dat fractieondersteuners wel bij besloten vergaderingen kunnen zijn.
Ik ga ervan uit dat dit blijvend is. Wij checken het reglement van orde daarop en kijken of daar
inconsistenties uitgehaald moet worden.
Voldoende hierover? Iemand nog in tweede termijn? Dan constateer ik dat u instemt met het
reglement van orde.
III. Hamerstukken (besluitvormend)
9.
10.
11.
12.
13.
Kwijtscheldingsbeleid
Ontwerpbegroting van Het Waterschapshuis 2015
Begroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018 GBLT
Intrekken algemeen verbindende voorschriften rechtsvoorgangers
Bekrachtiging brief 2 juni 2014 aan de heer Jagers op Akkerhuis
De voorzitter: U hebt aangegeven dat de hamerstukken hamerstukken kunnen blijven. Ik constateer
dat u in een keer met de stukken instemt.
IV. Afronding en sluiting vergadering
14. Sluiting
De voorzitter: Dan komen we aan het einde van deze vergadering. Dan is er nog een mededeling die
ik eerder had moeten doen, maar die ik over het hoofd had gezien. Dit betreft de agenda van dit
najaar. In de laatste AB-vergadering van dit jaar moet de begroting worden vastgesteld voor 2015. De
provincie vereist dat wij die vergadering laten plaatsvinden voor het eind van november, want voor het
eind van november moet de begroting worden vastgesteld. Dit is keurig in uw schema opgenomen,
maar nu was op verzoek van de fractie ChristenUnie/SGP rekening gehouden met de Dankdag voor
Gewas op 5 november 2014. Normaal gesproken zou dan een laatste commissievergadering
plaatsvinden voor de AB-vergadering. Die commissievergadering hebben wij vervroegd naar 29
oktober 2014. Dat is vier weken voor de AB-vergadering. Uit de planning intern blijkt nu dat het te krap
is om dan al de begroting 2015 te kunnen aanleveren. Dat betekent dat wij de commissievergadering
van 29 oktober 2014 willen verplaatsen naar 12 november 2014. U krijgt daarover nog een schriftelijke
mededeling, maar ik doe deze nu alvast mondeling. Ik vraag om uw begrip hiervoor. Dit is dan weer
26
concept
een wijziging in de vergaderagenda van dit najaar, maar het gaat niet anders. Is er iemand die daarop
wil reageren? Niet.
Wij zijn aan het einde gekomen van dit eerste halfjaar van 2014, toch wel een heel bewogen halfjaar.
We hebben twee waterschappen achter ons gelaten en we zijn eensgezind begonnen aan een nieuw
waterschap Vechtstromen. Ik vind dat we dat heel krachtig hebben gedaan, op 2 januari met het
bestuur en op 6 januari met de organisatie. Het was een heel mooie start. We hebben drie mooie
introductiebijeenkomsten gehad samen. We zijn met de bus het gebied in geweest. We hebben veel
stilgestaan bij de wijze van besturen. Ik wil u een compliment geven, want u hebt met ons een heel
goede start gemaakt met het nieuwe waterschap Vechtstromen. Dat hebt u goed gedaan.
Het was niet gemakkelijk voor u. U hebt allemaal moeten wennen aan een iPad voor uw neus waarop
u steeds stukken moet bekijken en op basis waarvan u het woord moet voeren. U hebt uw notities
daarop staan, maar zie deze maar eens met de bril af te lezen en dan ook nog de zaal in te kijken. Dat
was voor iedereen even wennen.
Het was ook wennen aan een nieuwe werkwijze en cultuur. U kwam allemaal vanuit uw oude
vergadercultuur, die voor sommigen van u nog niet geheel was afgeschreven wellicht. Het is echter
een oude vergadercultuur omdat wij hebben besloten een nieuwe vergadering te neer te zetten. Het
wennen is er nu wel een beetje af denk ik. Het DB heeft u zijn 100-dagennotitie aangereikt. U hebt
gezien dat wij erg ons best doen om alles goed te laten verlopen, ook in de externe contacten. Ik
constateer dat we niet alleen op onszelf georiënteerd zijn geweest, maar ook veel naar buiten zijn
geweest. We hebben prachtige momenten gehad. Ik heb het hier nog op een briefje staan. We
hebben mooie projecten geopend, recent de Markgraven, een project waar jaren aan gewerkt is in de
gemeenten Tubbergen en Almelo. Cor Mentink kan ervan meepraten. Hij heeft zo zijn gedachten bij
dat project. Wij hebben de waterbuffer Dakhorst bij Wierden geopend samen met Vitens en de
provincie. We hebben het project Landbouw op peil afgesloten in Goor. We hebben daarvoor een
mooie prijs gekregen van de Nederlandse Waterschapsbank. We hebben een heel mooie bijeenkomst
over de klimaatactieve stad gehad in Hardenberg, in de meest duurzame vergaderlocatie van
Nederland. Dat was een landelijke bijeenkomst in ons gebied. We hebben mooie contactdagen gehad
met LTO, dat was in Langeveen, en met de groenorganisaties, dat was in Singraven in Denekamp.
We hebben afgelopen vrijdag een intentieovereenkomst zoetwatervoorziening Oost-Nederland
ondertekend. U weet nog dat we in januari direct zeiden dat het zoetwaterdossier iets werd. We
hebben een bod uitgebracht aan het Deltaprogramma. Dat bod heeft een mooi tegenbod opgeleverd
waarmee we in ieder geval aan de slag kunnen tot 2020. De Deltacommissaris was zo vrij er ook zijn
goedkeuring aan te geven. We hebben veel publicitaire aandacht gehad voor ons nieuwe waterschap
op allerlei momenten, bijvoorbeeld rond de start van ons nieuwe waterschap. U hebt net de nieuwe
Regge-uitgave gezien. Diverse projecten zijn goed in de krant gekomen. We zijn in het Dagblad van
het Noorden en in de Stentor en de TC Tubantia goed uit de verf gekomen, mede ook in relatie tot de
wateroverlast die we in het eerst halfjaar hebben gehad.
Het was ook een bewogen halfjaar met het overlijden van Henk Holterman, maar u ziet dat wij weer
een nieuwe persoon in ons algemeen bestuur hebben. Zo blijven we ook toekomstgericht en hoopvol
voor de periode na de zomervakantie.
We beginnen dan op 20 augustus 2014 met een buitengewone vergadering waarin de commissaris
van de Koning mij hier opnieuw komt beëdigen als nieuwe voorzitter van Vechtstromen na een
Koninklijk Besluit dat ik nog niet heb gezien, maar dat er hopelijk dan wel is. Na dat officiële moment
gaan we met u praten over het Deltaprogramma. U weet dat het Deltaprogramma zijn voltooiing
nadert. Op Prinsjesdag worden de Deltabeslissingen in de Tweede Kamer gepresenteerd. De koning
zal er in de troonrede ook de nodige woorden aan wijden. Wij gaan met u dan doornemen wat dit voor
ons eigen waterschap betekent.
Op 4 en 5 september 2014 gaan wij met u een heel mooie excursie doen. Wij gaan dan met de bus
twee dagen naar Maastricht en Limburg. Het is echt een heel mooi programma. U bent er al wat over
geïnformeerd. We rekenen erop dat u om 8.30 uur met ons hier vertrekt. We verwachten dat het
vertrek dus vanuit Almelo zal zijn en dat u dan de auto kunt parkeren op de parkeerplaats. We keren
hier op vrijdagavond rond een uur of 21.30 uur weer terug.
Het is een programma waarbij we te gast zijn bij het waterschap Roer en Overmaas. We komen daar
tegen de middag aan. We krijgen daar een lunch. We verdiepen ons in het grensoverschrijdend
waterbeheer van Limburg en Duitsland en de manier waarop daar al dertig jaar met meanderzones
wordt gewerkt. We hebben een hotel in de stad Maastricht. We hebben een prachtig diner ’s avonds in
de buurt van de Sint-Pietersberg. ’s Avonds keren we terug in de stad en hebt u de gelegenheid de
27
concept
terrassen van het bourgondische Maastricht te verkennen. De volgende dag wordt u geacht weer
vroeg present te zijn. We proberen dan met u een stukje de Maas op te gaan en een stukje Maastricht
onder de grond te bezoeken. We vertellen u iets over de Maaswerken en we gaan dan tegen de
middag wat meer noordwaarts Limburg in. We komen nog in Thorn, het witte stadje, wellicht bij u
bekend. We sluiten de dag onderweg af met een gezamenlijke maaltijd. Rond 21.30 uur keren we dan
hier terug. Dat is het programma in vogelvlucht.
Ik nodig u uit om zo meteen nog even met ons de lunch te gebruiken en informeel en op een prettige
manier dit eerste halfjaar af te sluiten. Ik dank u allen voor de geweldige inzet die u hebt gepleegd. Ik
wens u allemaal een heel mooie zomervakantie en welverdiende rust in die periode. Ik hoop u daarna
weer gezond en uitgerust te treffen hier. Dank u wel.
Ik sluit de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 september 2014
De secretaris
de voorzitter,
drs. O. Dijkstra
dr. S.M.M. Kuks
28