Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek

Voorontwerpbestemmingsplan
Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Voorontwerpbestemmingsplan
Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Toelichting
Bijlagen
Regels
Bijlagen
Verbeelding
Schaal 1: 2.500
Datum:
6 mei 2014
Projectgegevens:
TOE01-0251137-01b
BYL01-0251137-01a
REG01-0251137-01b
TEK01-0251137-01e
Identificatienummer:
NL.IMRO.0983.BP201316SCHANDBROE-VO01
Vestiging Oosterhout Beneluxweg 125 4904 S J Oosterhout T: +31 (0)162 48 75 00 www.croonenburo5.com Vestiging Maastricht Louis Loyensstraat 5 6221 AK Maastricht T: +31 (0)43 325 32 23 [email protected] Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Inhoud
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
1.2
Bij het plan behorende stukken
1.3
Plangebied
1.4
Leeswijzer
1
1
1
3
3
2
Planbeschrijving
2.1
Bestaande situatie
2.2
Toekomstige situatie
5
5
7
3
Beleidskader
3.1
Nationaal beleid
3.2
Provinciaal beleid
3.3
Gemeentelijk beleid
3.4
Bestemmingsplan ‘Buitengebied’
3.5
Conclusie
11
11
12
17
20
22
4
Milieuhygiënische en planologische verantwoording
4.1
Bodem
4.2
Geluid
4.3
Luchtkwaliteit
4.4
Externe veiligheid
4.5
Bedrijven en milieuzonering
4.6
Kabels en leidingen
4.7
Water
4.8
Flora en fauna
4.9
Archeologie en cultuurhistorie
23
23
24
25
26
27
30
31
35
36
5
Juridische planopzet
5.1
Inleiding
5.2
Systematiek van de regels
5.3
Beschrijving per bestemming
39
39
39
40
6
Haalbaarheid
6.1
Financieel
6.2
Maatschappelijk
43
43
43
Croonen Adviseurs
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Croonen Adviseurs
Gemeente Venlo
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Separate bijlagen
1
Verkennend bodemonderzoek, Verhoeven Milieutechniek BV, 15 augustus 2013
2
Beoordeling Bodemgeschiktheid, gemeente Venlo, 10 oktober 2013
3
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai, Croonen Adviseurs, 19 september 2013
4
Advies Veiligheidsregio Limburg-Noord, 28 november 2013
5
Geuronderzoek, Antea Group, 16 april 2014
6
Watertoets, Oranjewoud BV, 9 augustus 2013
7
Quickscan flora en fauna, Croonen Adviseurs, 2 augustus 2013
8
Archeologisch bureau- en booronderzoek, Bureau voor Archeologie, 18 november 2013
Croonen Adviseurs
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
1 Inleiding
1.1
Aanleiding
De initiatiefnemers dhr. van Ginkel en dhr. Hendriks zijn voornemens om een
nieuw landgoed te realiseren ten noordoosten van de kern Velden. Deze locatie ligt
in het karakteristieke licht golvende landschap, mede gevormd is door de rivier de
Maas. Het landgoed heeft de naam ‘Schandelsch Broek’, overeenkomstig de historische benaming van de locatie. Bij de ontwikkeling van het landgoed zijn de bestaande landschappelijke structuren zoveel mogelijk behouden en versterkt. Daarbij vormt de basis van het planvoornemen de realisatie van een woonzorgcomplex,
in combinatie met kleinschalige dagopvang, voor dementerende bejaarden.
In 2009 heeft reeds afstemming plaatsgevonden met de toenmalige gemeente Arcen & Velden en is het initiatief gepresenteerd aan de omwonenden. Tevens zijn
de overige belangenorganisaties LLTB, Waterschap, Limburgs Landschap, Staatsbosbeheer, Milieufederatie/IVN Maasduinen) en de provincie Limburg geïnformeerd en geconsulteerd over het initiatief. In de tussenliggende periode zijn de inrichting en situering van het landgoed nader bepaald. Op basis hiervan is vanuit de
gemeente Venlo een positieve grondhouding uitgesproken met betrekking tot de
gewenste ontwikkeling, maar tevens geconstateerd dat de voorgenomen ontwikkeling niet past binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan Buitengebied
(2009) van de voormalige gemeente Arcen en Velden.
Om de ontwikkeling van het landgoed ‘Schandelsch Broek’ toch mogelijk te maken
is voorliggend bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in een
passende juridische en planologische regeling om de realisatie van de gewenste
ontwikkelingen mogelijk te maken.
1.2
Bij het plan behorende stukken
Dit bestemmingsplan bestaat uit drie delen:
— een verbeelding, waarop onder meer de bestemmingen in het plangebied zijn
aangegeven;
— regels, waarin de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de op de verbeelding
vermelde bestemmingen zijn opgenomen;
— en voorliggende toelichting, waarin de keuzes die in het bestemmingsplan worden gemaakt nader gemotiveerd en verantwoord worden. Hierin staat ook beschreven wat het vigerend beleid inhoudt en hoe bij de ontwikkeling met (milieu)planologische aspecten rekening is gehouden.
De verbeelding vormt samen met de regels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan
Croonen Adviseurs
1
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Ligging plangebied binnen Venlo (Google Maps, 2013)
Begrenzing plangebied (BING maps, 2013)
Croonen Adviseurs
2
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
1.3
Gemeente Venlo
Plangebied
Het landgoed ‘Schandelsch Broek’ is gesitueerd tussen Velden en Schandelo, tussen de Vilgert en het verlengde van de Elsbroeker Kromweg en de Groote Landweg en de Schandeloseweg. De totale oppervlakte van het landgoed, inclusief
gronden in eigendom bij Staatsbosbeheer en Waterschap Peel en Maas bedraagt
circa 16,2 hectare. De ligging en begrenzing van het plangebied is weergegeven
op de nevenstaande pagina.
Het landgoed is gelegen in het Schandelose Broek, een oude verlande oostelijke
Maasmeander. De kern Schandelo ligt op de Maasterrasrand. Het gebied ten oosten daarvan (het Schandelosche Veld) bestaat grotendeels uit akkers en glastuinbouw. Uit de aanwezigheid van oude veldwegen, wegkruizen en historische akkerranden (steilranden) blijkt dat het gebied oud bouwland is. In de oksel van een zich
splitsende en verlaten riviergeul bevond zich een riviereiland, welke tot op heden
als lichte glooiing in het landschap aanwezig is.
In de directe omgeving van het Schandelsch Broek liggen daarnaast meerdere
(nieuwe) landgoederen, waaronder Landgoed de Vleês, Landgoed Dassenrijk en
Landgoed Enderhof. Deze landgoederen vormen gezamenlijk een netwerk van
kleinschalige natuur, waarop het landgoed ‘Schandelsch Broek’ verbinding op aansluit.
1.4
Leeswijzer
Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 het initiatief beschreven, waarna in hoofdstuk 3 het geldende beleidskader aan bod komt. In hoofdstuk 4 worden diverse milieuhygiënische en planologische aspecten verantwoord. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 de financiële en maatschappelijke haalbaarheid van het bestemmingsplan
beschreven.
Croonen Adviseurs
3
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Bestaande situatie landgoed Schandelsch Broek
Croonen Adviseurs
4
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
2 Planbeschrijving
2.1
Bestaande situatie
Het landgoed is gelegen in het Schandelose Broek, een oude verlande oostelijke
Maasmeander. De kern Schandelo ligt op de Maasterrasrand. Het gebied ten oosten daarvan (het Schandelosche Veld) bestaat grotendeels uit akkers en glastuinbouw. In de directe omgeving van het Schandelsch Broek liggen daarnaast meerdere (nieuwe) landgoederen, waaronder Landgoed de Vleês, Landgoed Dassenrijk
en Landgoed Enderhof. Deze landgoederen vormen gezamenlijk een netwerk van
kleinschalige natuur, waar Landgoed Schandelsch Broek op aansluit.
De belangrijkste waterlopen in de directe omgeving van de landgoedlocatie, de
Raarveldlossing en de Latbeek, hebben een redelijk ontwikkelde oevervegetatie
met ondermeer moerasmuur en wateraardbei. De Latbeek heeft deels nog een natuurlijk karakter en vormt een verbinding tussen de zuidelijk gelegen Venkoelen en
het noordelijke Turfkoel. Ten noorden ligt bovendien natuurgebied de Schandelosche Heide en ten zuiden het Zwart Water. Beide natuurgebieden hebben een keur
aan bijzondere en beschermde soorten.
Op dit moment zijn de gronden in gebruik als bouwland en grasland. Daarnaast zijn
een aantal bomenrijen en singels aanwezig, die eigendom zijn van Staatsbosbeheer. Ook lopen door of langs het landgoed een aantal hoofdwatergangen die eigendom zijn van Waterschap Peel en Maas. Over en langs het landgoed lopen
twee openbare zandpaden, de Zijlandweg en de Grote Landweg.
Croonen Adviseurs
5
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Inrichtingsplan landgoed Schandelsch Broek (Croonen Adviseurs, 19 september 2013)
Sfeerimpressie Huize Schandelsch Broek (Novares Architecten & bewerkt door CroonenBuro5)
Croonen Adviseurs
6
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
2.2
Toekomstige situatie
2.2.1
Inrichtingsvisie
Op het landgoed vormen de bestaande en nieuwe zichtlijnen belangrijke structurerende elementen. Door middel van bestaande en nieuwe stukken bos alsmede
brede houtsingels zijn doorkijken van en naar het landschap gerealiseerd. Het
landgoed dient als corridor tussen de natuurgebieden ten noorden en ten zuiden
van het gebied, en zo de verbindende functie van het Schandelose Broek versterken. Zeker gezien het glastuinbouwgebied aan de oostzijde en de kern Velden ten
westen van het gebied, is deze corridor zeer belangrijk. Daarnaast draagt deze
ontwikkeling bij aan een verbetering van de wateropgave (klimaatverandering) en
fungeert het landgoed als een stapsteen in het kader van de ecologische hoofdstructuur tussen Zwart Water en Ravenvennen.
Huize Schandelsch Broek alsmede het woonensemble zijn voorzien op het westelijk deel van het landgoed. Hierdoor ontstaat een geleidelijke overgang vanuit de
lintstructuur aan de Vilgert naar het natuurlandschap op het oostelijk deel van het
landgoed. De inrichting van het landgoed volgt hierbij de natuurlijke glooiing en bodemtypologie van het landschap, waardoor een natuurlijke tweedeling ontstaat in
natte en droge natuurtypen. Het nattere oostelijke deel bestaat uit halfnatuurlijk
grasland met houtsingels en slootjes of greppels evenwijdig aan de Grote Landweg
en de Schandeloseweg. Deze slootjes of greppels krijgen brede, flauwe oevers
met lange gradiënten. Het drogere deel bestaat uit halfnatuurlijk grasland en bos.
2.2.2
Huize schandelsch broek
Deze voorziening betreft een woon-zorgcomplex bestaande uit zestien woonzorgappartementen, waarbij 24-uurse kwaliteitszorg wordt geboden voor dementerende ouderen. Hierbij is eveneens voorzien in bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen, alsmede een inpandige dienstwoning voor de beheerder(s).
Het gebouw is centraal gesitueerd op een terp, op geruime afstand van de Schandeloseweg. Het gebouw is gericht op én zichtbaar vanaf de Schandeloseweg en
bestaat overwegend uit twee bouwlagen met kap, waarbij de 2e laag plaatselijk/deels in de kap opgenomen kan zijn. De verbinding tussen de beide vleugels
van het hoofdgebouw is lager, bestaande uit één bouwlaag met kap. De inhoud
van het hoofdgebouw bedraagt circa 3.800 m3. Daarnaast komt er nog een aparte
kleinschalige dagopvang voor dementerende ouderen uit de directe omgeving/regio, bestaande uit één bouwlaag met kap, met een maximale oppervlakte
van 100 m2.
De hoofdtoegang/oprijlaan tot de bebouwingsterp bevindt zich aan de Schandeloseweg. Het woon-zorgcomplex en de entree zijn in het verlengde van deze as gesitueerd.
Croonen Adviseurs
7
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Sfeerimpressie Landgoed Schandelsch Broek
Croonen Adviseurs
8
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
2.2.3
De boerenschans
Het maaiveldniveau wordt ter plaatse van de locatie van de boerenschans opgehoogd en begrensd door een aardenwal van circa twee meter hoog. Op het binnenterrein wordt een infopaneel/schuilhut geplaatst met informatie over het landgoed en de omliggende omgeving. Het schansterrein vormt het startpunt van de
recreatieve routes. Op het terrein zullen enkele parkeerplaatsen middels groenroosters worden gerealiseerd. De ontsluiting voor het autoverkeer vindt plaats vanaf de Schandeloseweg.
2.2.4
Het woonensemble
Het woonensemble is gesitueerd in de oksel van de Schandeloseweg en de Vilgert. De
twee woningen vormen samen één woonensemble als tegenhanger van Huize Schandelsch Broek. De bebouwing refereert qua situering, massa en architectuur aan het
woon-zorgcomplex en de rest van het landgoed. De woningen worden omsloten door
groen en zijn gesitueerd op ruime, groene kavels en zijn georiënteerd op het landgoed.
De ontsluiting van de woningen vindt plaats via een neveningang op de Schandeloseweg en vormen daarbij een markant punt. Deze neveningang vormt tevens de toegang
tot het landgoed voor het langzaamverkeer (fietsers en voetgangers).
De woningen hebben een bebouwingshoogte van 1 à 1,5 bouwlaag met kap en
een inhoud van maximaal 900 m3 (excl. bijgebouwen). De totale omvang van de
woonpercelen bedraagt gemiddeld 1.800 m2. Voor de gronden nabij de Vilgert zijn
in het onderhavig bestemmingsplan nadere voorwaarden opgenomen. Hiermee
wordt de groene uitstraling naar het omliggend gebied vastgelegd en wordt de mogelijkheid om de, binnen het plangebied gelegen, gasleiding te beheren en onderhouden gewaarborgd.
Croonen Adviseurs
9
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Croonen Adviseurs
10
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
3 Beleidskader
3.1
Nationaal beleid
3.1.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vormt de overkoepelende rijksstructuurvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2028, met een
doorkijk naar 2040.. In de SVIR zijn ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028 geformuleerd. In totaal zijn 13 onderwerpen van nationaal belang
benoemd, die bijdragen aan het realiseren van de drie hoofddoelen. Het betreft
onder meer het borgen van ruimte voor de hoofdnetwerken, het verbeteren van de
milieukwaliteit, ruimte voor waterveiligheid, duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke ontwikkeling, ruimte voor behoud van unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten, ruimte voor een nationaal netwerk voor natuur
en ruimte voor militaire terreinen en activiteiten.
De SVIR bevat een kaart waarop de nationale ruimtelijke hoofdstructuur is weergegeven. De kaart bevat een samenvatting van de nationale belangen, waarvoor
het Rijk verantwoordelijk is. Op de kaart is op hoofdlijnen aangegeven welke gebieden en structuren van nationaal belang zijn bij de geformuleerde rijksdoelen
rond concurrentiekracht, bereikbaarheid en leefbaarheid en veiligheid.
De gemeente Venlo is onderdeel van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur in de
stedelijke regio’s van de Greenport Venlo, met een concentratie van topsectoren.
Het doel van dit nationaal belang is de ontwikkeling van een excellente ruimtelijkeconomische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat en
goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio’s met een concentratie
van topsectoren te realiseren.
3.1.2
Conclusie
Het voorliggend initiatief is niet van invloed op de opgenomen nationale belangen.
Aanvullende maatregelen hoeven derhalve niet getroffen te worden.
Croonen Adviseurs
11
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
3.2
Provinciaal beleid
3.2.1
Provinciaal Omgevingsplan Limburg (actualisatie 2011)
Op 22 september 2006 hebben Provinciale Staten van Limburg het Provinciaal
Omgevingsplan Limburg 2006 (POL) vastgesteld. Dit plan bevat het beleid voor de
inrichting en de kwaliteit van de fysieke omgeving in Limburg (ruimtelijke ordening,
milieu, water en mobiliteit). Bovendien bevat het Provinciaal Omgevingsplan beleid
op het gebied van economie, cultuur en welzijn. Het POL is het beleids- en toetsingskader voor alle verdere ruimtelijke en andere plannen, ook van gemeenten en
waterschappen. Het plan is vormgegeven als een plan op hoofdlijnen en voldoet
aan de vereisten van een structuurvisie volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
Het POL2006 is ten opzichte van het POL2001 waar nodig geactualiseerd. De
hoofdlijnen van alle tussentijds verschenen POL-aanvullingen en herzieningen zijn
opgenomen in de tekst en zijn in de kaartbeelden verwerkt. Er wordt bovendien invulling gegeven aan opdrachten die vanuit rijksbeleid bij de provincie zijn neergelegd. De ontwikkelingsgerichte werkwijze komt nadrukkelijk in het plan tot uiting.
Hoofddoel van het omgevingsbeleid is het tot stand brengen van de kwaliteitsregio
Limburg: een regio die de kwaliteit van leven en leren, van wonen en werken centraal stelt en die stevig is ingebed in internationaal verband. De provincie onderkent op grond van de aanwezige kenmerken en waarden in combinatie met de
ontwikkelingsmogelijkheden een basis voor een gebiedsgerichte aanpak op meerdere niveaus: stedelijke gebieden naast landelijke gebieden, en daarop voortbordurend het onderscheiden van (tien) perspectieven. Dit vertaalt zich in visies op de
ontwikkeling van beleidsregio’s.
Contourenbeleid Noord- en Midden-Limburg
Op 11 mei 2010 hebben Gedeputeerde Staten de contourenatlassen voor Noord-,
Midden- en Zuid-Limburg vastgesteld. In deze atlassen is rond alle plattelandskernen een contour getrokken. De kernen die zijn gelegen binnen de POL-aanduiding
‘begrenzing stedelijk dynamiek’ zijn niet in de contourenatlas opgenomen. Voor
deze kernen dienen de betreffende gemeenten de begrenzing zelf uit te werken.
De gronden binnen de contour worden beschouwd als (bestaand) stedelijk gebied,
waarbinnen gemeenten de vrijheid hebben om te voorzien in nieuwe stedelijke
ontwikkelingen. Op de gronden buiten de contour is het Limburgs Kwaliteitsmenu
van toepassing. Het doel van het Limburgs Kwaliteitsmenu is om gemeenten en
provincie een instrumentarium in handen te geven om noodzakelijke of wenselijke
ontwikkelingen in het buitengebied te kunnen combineren met gewenste kwaliteitsverbetering van datzelfde buitengebied.
Volgens de contourenatlas ligt het plangebied van voorliggend bestemmingsplan
buiten de contour. Derhalve is op het planvoornemen het Limburgs Kwaliteitsmenu
van toepassing.
Croonen Adviseurs
12
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Perspectief ‘Vitaal landelijk gebied’ (Gisviewer Limburg)
Perspectief ‘Ontwikkelingsruimte voor landbouw en toerisme’ (Gisviewer Limburg)
Croonen Adviseurs
13
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Perspectieven
Op een lager profiel is er behoefte aan nadere nuancering en detaillering. Het projectgebied is op de POL-kaart ‘Perspectieven’ gesitueerd binnen het perspectief
‘Vitaal landelijk gebied’ (P4) en het perspectief ‘Ontwikkelingsruimte voor landbouw
en toerisme’ (P5a). Hieronder wordt nader ingegaan op de, voor het planvoornemen, relevante aspecten.
Vitaal landelijk gebied
Het perspectief ‘Vitaal landelijk gebied’ omvat overwegend landbouwgebieden met
een van gebied tot gebied verschillende aard en dichtheid aan landschappelijke en
cultuurhistorische kwaliteiten. Met respect voor de aanwezige kwaliteiten wordt de
inrichting en ontwikkeling van de gebieden in belangrijke mate bepaald door de
landbouw. Daarnaast wordt in deze gebieden extra belang gehecht aan verbreding
van de plattelandseconomie. Bijvoorbeeld door het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de toeristische sector, en voor kleinschalige vormen van bedrijvigheid in vrijkomende agrarische en niet-agrarische gebouwen.
Ontwikkelingsruimte voor landbouw en toerisme
Het perspectief ‘Ontwikkelingsruimte voor landbouw en toerisme’ omvat gebieden
met een overwegend landbouwkundig karakter in Noord en Midden Limburg waarbij plaatselijk ook omgevingskwaliteiten aan de orde kunnen zijn. Met respect voor
de aanwezige kwaliteiten wordt de inrichting en ontwikkeling van de gebieden in
belangrijke mate bepaald door de landbouw. Daarnaast wordt in deze gebieden
extra belang gehecht aan verbreding van de plattelandseconomie. Bijvoorbeeld
door het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de toeristische sector, voor
verbrede landbouw en voor kleinschalige dienstverlenende bedrijven, zonder dat
dit tot problemen leidt voor de aanwezige landbouwstructuur. Hierbij gaat de doorontwikkeling van functies gepaard gaan met respect voor cultuurhistorie en landschappelijke kwaliteit én versterking van de omgevingskwaliteiten. Ook andere
nieuwe economische dragers dragen bij aan behoud en versterking van de natuuren landschapskwaliteit en het sociale klimaat.
Conclusie
De voorgestane ontwikkeling van het plangebied past binnen de uitgangspunten
en doelstellingen vanuit het provinciaal beleid. Het planvoornemen voorziet in de
versterking én verbreding van de plattelandseconomie door de realisatie van een
woon-zorgcomplex in combinatie met kleinschalige dagopvang, voor dementerende bejaarden. Daarnaast vormt het initiatief een stapsteen in het kader van de ecologische hoofdstructuur tussen Zwart Water en Ravenvennen. De bijbehorende natuurontwikkeling leidt tot een versterking van de natuur- en landschapskwaliteit.
Croonen Adviseurs
14
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
3.2.2
Gemeente Venlo
Limburgs kwaliteitsmenu 2012
Op 12 januari 2010 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) vastgesteld. Het Limburgs Kwaliteitsmenu is een uitwerking van
hetgeen in hoofdlijnen is vastgelegd in de ´POL-aanvulling Verstedelijking gebiedsontwikkeling en Kwaliteitsverbetering’, en stelt regels voor ontwikkelingen in
het buitengebied. Door de Gedeputeerde Staten is op 2 januari 2012 het Limburgs
Kwaliteitsmenu 2012 vastgesteld, welke een geactualiseerd document betreft
waarin alle aanpassingen en aanvullingen ten opzichte van de voorgaande versie
zijn verwerkt.
Het kwaliteitsmenu is van toepassing op (niet onaanvaardbare) ontwikkelingen buiten de, rond de plattelandskernen getrokken, contour die middels een bestemmingsplanwijziging mogelijk worden gemaakt. Het kenmerkende voor de bedoelde
ontwikkelingen is dat het (nieuwe) functies zijn die een nieuw ruimtebeslag leggen
op het buitengebied en/of met nieuwe verstening en verglazing gepaard gaan.
Dergelijke ontwikkelingen kunnen alleen plaatsvinden als tegelijk een verbetering
van de kwaliteit van het buitengebied plaatsvindt. Op basis van het Provinciaal
Omgevingsplan Limburg zijn een aantal mogelijke ontwikkelingen buiten de contouren nader uitgewerkt, waardoor de realisatie van nieuwe landgoederen.
Nieuwe landgoederen
Ter versterking van de natuurlijke, landschappelijke, economische en recreatieve
functie van het buitengebied kunnen nieuwe landgoederen worden opgericht. De
landgoederen hebben kwaliteiten op zichzelf, maar versterken bij voorkeur ook de
kwaliteiten van nabijgelegen natuurgebieden, landschappelijk waardevolle gebieden en de uitloopgebieden van de steden. De belangrijkste aspecten aan het landgoed zijn de openbare toegankelijkheid, de herkenbaarheid en uitstraling; de eenheid en allure. Een belangrijk doel van het beleid voor nieuwe landgoederen is het
realiseren van nieuw groen en landschap. De bebouwing op het landgoed dient
beperkt te zijn en onderdeel te zijn van het geheel van het landgoed.
Landgoederen zijn over het algemeen sterk verbonden met de lokale situatie. Het
is dan ook aan de gemeente om op het lokale niveau verder invulling aan deze
ontwikkeling te geven. Om de recreatieve en uitloopfunctie van het landgoed voor
de omgeving te garanderen is openstelling van 90% van het landgoed vereist. Een
landgoed heeft een minimale oppervlakte van circa 10 hectare nieuw groen. Maatwerk is daarin mogelijk. Het rood kan verschillende passende functies herbergen.
Wanneer deze functie wonen betreft wordt bij een landgoed van circa 10 hectare
gedacht aan maximaal 4 wooneenheden in een gebouw van allure of in een samenhangend ensemble. Bij grotere landgoederen is maatwerk mogelijk. De te bereiken kwaliteit staat echter voorop.
Croonen Adviseurs
15
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Conclusie
De ontwikkeling van het landgoed ‘Schandelsch Broek’ sluit aan op de doelstellingen en uitgangspunten van het Limburgs Kwaliteitsmenu 2012. Het landgoed vervult een belangrijke rol als corridor tussen de natuurgebieden ten noorden en ten
zuiden van het plangebied. Vanwege het glastuinbouwgebied aan de oostzijde en
de kern Velden ten westen van het gebied, is deze corridor zeer belangrijk. Met de
ontwikkeling van het landgoed profiteren de natuurwaarden in en rond het gebied
en wordt de verbindende functie van het Schandelose Broek versterkt.
De toegankelijkheid van het landgoed zal eveneens voldoen aan de openstellingeis van 90% en de omvang van het plangebied ligt met 16,2 hectare ruimschoots
boven de minimumomvang van 10 hectare. Gezien de bijzondere woonzorgfunctie
en het maatschappelijk belang van het initiatief wordt het eveneens mogelijk geacht om een woonzorgcomplex voor 16 woonzorgappartementen, in combinatie
met kleinschalige dagopvang, voor dementerende bejaarden te realiseren alsmede
twee burgerwoningen.
3.2.3
Provinciale woonvisie 2010-2015
Op 1 februari 2011 is door Gedeputeerde Staten de Provinciale Woonvisie 20102015 vastgesteld. In de Provinciale Woonvisie 2010-2015 staat beschreven hoe de
woningvoorraadontwikkeling de komende jaren vorm gegeven kan worden, welke
rollen en taken de Provincie daarbij kan en wil vervullen en hoe de Provincie deze
ambities tracht te realiseren. De ambitie van de Provincie is om een aantrekkelijk
woon- en leefklimaat in Limburg te bevorderen.
In Midden- en Noord-Limburg is de omvang van de herstructureringsopgave van
andere orde dan in Zuid-Limburg en dient de nog resterende groei maximaal te
worden ingezet op een tijdige aanpassing van de samenstelling van de woningvoorraad. Alle nog te realiseren nieuwe locaties, zowel in/bij dorpen als in een
stadsregio, komen in dienst te staan van de transformatieopgave.
De gemeente Venlo maakt onderdeel uit van de woonregio ‘Venlo e.o.’ welke bestaat uit de gemeenten Venlo, Peel & Maas en Beesel. Voor gebiedsontwikkelingen en hergebruik van vrijkomende gebouwen, realisatie van incidentele woningen
binnen bestaande linten en clusters en nieuwe, op zichzelf staande clusters tezamen, kunnen in Noord- en Midden-Limburg tezamen nog circa 1.000 woningen
worden gereserveerd voor de periode 2010-2030. Binnen deze 1.000 woningen
zijn reserveringen te maken voor diverse, al in gang gezette gebiedsontwikkelingen. Uitgaande van de huidige verdeling van de woningvoorraad in het landelijke
gebied, de geprognosticeerde verschillen in demografische ontwikkelingen en initiatieven wordt van deze 1.000 woningen een realisatie van ca. 70% in NoordLimburg en 30% in Midden-Limburg verwacht.
Croonen Adviseurs
16
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Conclusie
Nadere uitwerking van de kwantitatieve en kwalitatieve component vindt plaats in
de in regionale woonvisies en bijbehorende regionale woningbouwprogrammeringen. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de Woonvisie Regio Venlo 20112015.
3.2.4
Woonvisie Regio Venlo 2011-2015
Om richting te geven aan het lokaal overstijgend woonbeleid heeft de woonregio
Venlo, bestaande uit de gemeente Venlo, Peel en Maas en Beesel, een toekomstbestendige woonvisie opgesteld met een horizon tot 2020 en een uitvoeringsgerichtheid voor de periode 2011-2015. Door het gezamenlijk vaststellen van een actueel beeld van de kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingen op de regionale
woningmarkt en de (toekomstige) vraagstukken, kan de regio hierop sturen.
Op het terrein van wonen, welzijn en zorg is de laatste tien jaar sprake van grote
beleidsmatige veranderingen, dit zal zich verder voortzetten. De keuze van mensen met een zorgvraag voor woonvormen of diensten wordt niet langer bepaald
door het aanbod, maar vooral door de behoefte van het individu. Er is een groeiende groep van mensen die te maken heeft met beperkingen. De vergrijzing van
de bevolking is hiervan de belangrijkste oorzaak.
Conclusie
De basis van de ontwikkeling van het landgoed ‘Schandelsch Broek’ bestaat uit de
realisatie van een woon-zorgcomplex van 16 woonzorgappartementen, in combinatie met kleinschalige dagopvang, voor dementerende bejaarden. Hiermee wordt
aangesloten op de uitgangspunten uit de Woonvisie Regio Venlo 2011-2015.
3.3
Gemeentelijk beleid
3.3.1
Structuurvisie Gemeente-atlas 2015
De toenmalige gemeente Arcen en Velden heeft in 2004 besloten om een strategische visie op te stellen als onderlegger voor toekomstige (ruimtelijke) ontwikkelingen. Hierbij is de visie op de ruimtelijke structuur verwoord in de structuurvisie
‘Gemeente-atlas 2015’. De ruimtelijke structuur wordt in sterke mate bepaald door
de natuurlijke zonering van de gemeente in oost-westrichting. Behoud en versterking van deze structuur vormt het uitgangspunt van de structuurvisie.
Daarbij zijn een drietal zones te onderscheiden:
— De blauwe zone: het maasdal met grote potenties voor natuurontwikkeling en
dag- en waterrecreatie.
— De gele zone: het (open) cultuurlandschap met de woonkernen, het bedrijventerrein Spikweien, de kasteeltuinen, de hoofdontsluiting (N271) en agrarische
functies.
— De groene zone: de bos en natuurgebieden met in het noordelijk deel enkele
toeristische functies rond de zandwinplassen.
Croonen Adviseurs
17
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Het planvoornemen is gesitueerd in de ‘Gele zone’. Dit betreft de dynamische zone
binnen de gemeente welke is gesitueerd rondom de provinciale weg (N 271). De
zone is in het noorden smal en verbreedt zich naar het zuiden toe. In deze zone
zijn de woonkernen van Velden, Lomm en Arcen gesitueerd. Nabij de bestaande
woonkernen biedt deze zone ontwikkelingsmogelijkheden voor wonen en werken.
Met betrekking tot het buitengebied is hierbij aangegeven dat het aantal primaire
agrarische gebieden in de gemeente (gelet op de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden) beperkt is. Gelet op autonome ontwikkelingen zal de agrarische sector de komende jaren verder krimpen en dient een
nieuwe invulling gegeven te worden aan de vrijkomende agrarische bebouwing en
gronden.
Naast de agrarische sector vormen hierbij natuur en recreatie belangrijke dragers
die het buitengebied leefbaar houden. Er is duidelijk sprake van verweving met
landschappelijke en/of natuurlijke waarden. Deze verweving is een kenmerk van
het buitengebied van Arcen en Velden. Uitbreiding van activiteiten moet daarom
gericht zijn op kwaliteitsverbetering van de omgeving. Daarnaast wordt de voorkeur gegeven aan een kwaliteitsverbetering die gepaard gaat met minder belasting voor het milieu. Dit om de waarden in het buitengebied zoveel mogelijk te sparen.
Conclusie
De realisatie van een nieuw landgoed aan de noordoostzijde van de kern Velden
sluit aan op de uitgangspunten van de Structuurvisie Gemeente-atlas 2015. Bij de
vormgeving en inrichting is aangesloten op de ambitie van de gemeente Venlo om
de landschappelijke, natuurlijke, historische en archeologische waarden te herkennen, benutten en verder te ontwikkelen. Tevens wordt middels het onderhavig initiatief voorkomen dat de ruimte tussen de kern Velden en het glastuinbouwgebied
ten oosten van het plangebied verder verstedelijkt.
De ontwikkeling van een woonzorgcomplex van 16 woonzorgappartementen, in
combinatie met kleinschalige dagopvang, voor dementerende bejaarden sluit bovendien aan op het belang van dienstverlening- en zorgfuncties binnen de gemeente Venlo, ten opzichte van de zorgvraag van ouderen en andere zorgbehoevenden die zelfstandig wonen.
3.3.2
Dynamische woningbouwprogrammering
De dynamische woningbouwprogrammering (DWP) is een lokaal uitvoeringsinstrument, waarbij de gemeente Venlo invulling geeft aan de woningbouwkaders uit
de woonvisie regio Venlo 2011-2015) en de Strategische Visie 2030. De DWP is
op 26 april vastgesteld in het college van B&W.
Croonen Adviseurs
18
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
In het huidige woningbouwprogramma zijn knelpunten geconstateerd op kwantitatief en kwalitatief niveau en op het gebied van fasering. Om een oplossing te bieden voor de geconstateerde knelpunten en grip te krijgen op de planvoorraad heeft
de gemeente er voor gekozen om bij de bestaande planvoorraad rekening te houden met drie elementen: mate van gebondenheid, financiële betrokkenheid/risico’s
van de gemeente en de doelen van de stad. De eerste schifting wordt gemaakt
door te kijken naar de mate van gebondenheid (juridische status).
Binnen de mate van gebondenheid zijn drie categorieën te onderscheiden; per categorie is aangegeven hoe met de initiatieven en plannen omgegaan wordt:
Categorie 1. In aanbouw/ omgevingsvergunning / bestemmingsplan
Het gaat hier om harde plannen die al in uitvoering zijn, of een omgevingsvergunning hebben of waarbij het bestemmingsplan onherroepelijk is. Aan deze plannen
zal de gemeente Venlo gewoon medewerking (blijven) verlenen. Ook wordt vanuit
de gemeente niet actief gestuurd op een eventuele verandering van het programma of een andere fasering. Uiteraard staat het initiatiefnemers vrij op basis van actuele marktvraag in gesprek te gaan met de gemeente om te komen tot een bijstelling van het programma in kwantitatieve en kwalitatieve zin of fasering.
Categorie 2. In voorbereiding (SOK/ROK)
Bij deze plannen bestaat een mate van gebondenheid. Er liggen overeenkomsten
aan ten grondslag, bekrachtigd door tenminste een b&w besluit. Per plan kan de
mate van gebondenheid verschillen en dit bepaalt de vrijheid die de gemeente
heeft om nog te sturen in programma en fasering. Het moet dus mogelijk zijn en
blijven om in gesprek te gaan met de ontwikkelaars om te komen tot een kwantitatieve en kwalitatieve bijstelling en/of aanpassing van de fasering op basis van de
actuele marktsituatie.
Categorie 3. Ontwikkellocatie (geen afspraken)
Dit zijn initiatieven waar nog geen afsprakenkader onder ligt. Gemeente is hier niet
gebonden aan het plan en heeft dus nog de vrijheid om te beslissen over eventuele
medewerking, het programma en fasering.
Conclusie
Het voorliggende bestemmingsplan is een uitwerking van een realisatieovereenkomst gesloten tussen de gemeente en de initiatiefnemers. Daarmee valt het planvoornemen binnen categorie 2. Dit bestemmingsplan voorziet in een passende juridische en planologische regeling om de realisatie van de gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken.
Croonen Adviseurs
19
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
3.4
Gemeente Venlo
Bestemmingsplan ‘Buitengebied’
Het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ van de voormalige gemeente Arcen en Velden is vastgesteld door de gemeenteraad op 28 mei 2009 en bij besluit van 26 januari 2010 gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Limburg. Op
25 maart 2010 is het bestemmingsplan, voor die delen waarin geen goedkeuring
onthouden is, in werking getreden. Het plangebied heeft hierin de enkelbestemming ‘Agrarisch gebied’ (A), ‘Agrarisch gebied met natuurwaarden’ (AN), ‘Bosgebied’ (BO) en ‘Waterdoeleinden (WA)’. Tevens zijn nadere onderscheidingen opgenomen met betrekking tot de bestaande abiotische, natuurlijke, archeologische,
landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Hierna wordt in het kort ingegaan
op de individuele bestemmingen en de daarbij behorende regelgeving
Bestemmingsplan ‘Buitengebied 2010’, uitsnede plankaart 1c
3.4.1
Plankaart 1
Agrarisch gebied
De gronden bestemd als ‘Agrarisch gebied’ zijn bestemd voor een duurzame agrarische bedrijfsvoering, extensief recreatief medegebruik, wegen (verharde en onverharde paden en de instandhouding herstel en/of ontwikkeling van waterhuishoudkundige voorzieningen
Agrarisch gebied met natuurwaarden
De gronden bestemd als ‘Agrarisch gebied met natuurwaarden’ zijn bestemd voor
een duurzame agrarische bedrijfsvoering, extensief recreatief medegebruik, wegen
(verharde en onverharde paden) en de instandhouding, herstel en/of ontwikkeling
van de aanwezige waarden ten aanzien van natuur, landschap, cultuurhistorie, waterhuishoudkundige voorzieningen, water en watergangen.
Croonen Adviseurs
20
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Bosgebied
De gronden bestemd als ‘Bosgebied’ zijn bestemd voor de instandhouding, herstel
en/of ontwikkeling van het bos met daarop afgestemde bosbouw, extensief recreatief medegebruik en wegen (verharde en onverharde paden). Tevens zijn deze
gronden bestemd voor de , herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige waarden
ten aanzien van natuur, landschap, cultuurhistorie, waterhuishoudkundige voorzieningen, water en watergangen.
Waterdoeleinden
De gronden bestemd als ‘Waterdoeleinden’ zijn bestemd voor water, waterpartijen,
waterlopen en dergelijke alsmede voor waterhuishoudkundige doeleinden.
3.4.2
Plankaart 2
In deze deelkaarten zijn nadere onderscheidingen opgenomen voor respectievelijk
‘Landschap en Cultuurhistorie’, ‘Water’ en ‘Natuur’. Op deze plankaarten in nauwkeurig aangegeven welke waarden als zodanig binnen deze gebieden worden erkend en gewaardeerd. Hierin is de situering van de Oude Maasmeander, de aanwezige beek- en waterlopen en het kleinschalig cultuurlandschap in en rondom het
plangebied opgenomen.
Bestemmingsplan ‘Buitengebied 2010’,
uitsnede plankaart 2b (Water)
3.4.3
uitsnede plankaart 2c (Natuur)
Conclusie
De voorgenomen ontwikkeling past niet in het vigerend bestemmingsplan. Om de
ontwikkeling juridisch mogelijk te maken is onderhavig bestemmingsplan opgesteld.
Croonen Adviseurs
21
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
3.5
Gemeente Venlo
Conclusie
De realisatie van een nieuw landgoed aan de noordoostzijde van de kern Velden
leidt tot een versterking van de natuurlijke, landschappelijke, economische en recreatieve functies in het buitengebied van de gemeente Venlo. Bovendien sluit de
ontwikkeling van een woonzorgcomplex voor dementerende bejaarden aan op een
specifieke behoefte binnen de regio. Het onderhavig bestemmingsplan is de juridische doorvertaling van dit planvoornemen.
Geconcludeerd kan worden dat de voorgenomen ontwikkeling past binnen het geldend beleidskader.
Croonen Adviseurs
22
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
4 Milieuhygiënische en planologische
verantwoording
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het
opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante
planologische en milieuhygiënische aspecten. In dit hoofdstuk is een verantwoording voor deze aspecten opgenomen.
4.1
Bodem
Voor elke functiewijziging, al dan niet naar een gevoelige functie, dient een onderzoek te worden verricht naar de bodem- en grondwaterkwaliteit. De bodem moet
geschikt zijn voor het voorgenomen gebruik. Hiertoe is door Verhoeven Milieutechniek BV een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek heeft tot
doel een indicatie te verkrijgen of vanuit milieuhygiënisch oogpunt bezwaren bestaan tegen de bestemmingsplanwijziging en hiermee de ontwikkeling van het
landgoed. De rapportage, d.d. 15 augustus 2013, is als bijlage opgenomen. Hierna
zijn de conclusies en bevindingen vermeld.
Voor de algemene bodemkwaliteit werd de hypothese gesteld van een onverdachte locatie met betrekking tot het voorkomen van een bodemverontreiniging. Op basis van de resultaten wordt de gestelde hypothese verworpen, aangezien in de bovengrond licht verhoogde gehalten voor diverse parameters zijn vastgesteld. In de
ondergrond zijn geen verontreinigingen vastgesteld. Uit de zintuiglijke beoordeling
van de boorprofielen is gebleken dat in de opgeboorde grond geen bijmengingen
met slib, bindmateriaal en/of plastic en/of bodemvreemde materialen zijn waargenomen. Met betrekking tot de grondresultaten zijn maximale overschrijdingen van
de achtergrondwaarden aangetoond. Aangezien de tussenwaarden niet worden
overschreden zijn vervolgstappen niet noodzakelijk.
In het grondwater zijn lichte tot sterke verontreinigingen met de onderzochte parameters aangetoond. Formeel is een nader onderzoek noodzakelijk bij het aantreffen van matige en/of sterke verontreinigingen. Echter de matige tot sterke verontreinigingen met kobalt, koper en/of nikkel in het grondwater kunnen worden gezien
als natuurlijk verhoogde achtergrondwaarden. Derhalve is een nader onderzoek
naar de matige tot sterke verontreinigingen in het grondwater niet zinvol.
Conclusie
Op basis van de bovenstaande conclusies en bevindingen is door de gemeente
Venlo de milieukundige bodemgeschiktheid beschouwd middels een Beoordeling
Bodemgeschiktheid (BBG). De notitie, d.d. 15 oktober 2013, is als bijlage opgenomen.
Croonen Adviseurs
23
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Op basis van de BBG is de locatie door de gemeente Venlo geschikt bevonden
voor het beoogde gebruik. Vanuit het oogpunt van bodemkwaliteit bestaan geen
belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied.
4.2
Geluid
Conform de Wet geluidhinder dient een akoestisch onderzoek te worden verricht
indien de bouw van geluidgevoelige objecten binnen de onderzoekszone van railen wegverkeer mogelijk wordt gemaakt. Tot dit doel is door Croonen Adviseurs een
akoestisch onderzoek verricht. De rapportage van het onderzoek, d.d. 19 september 2013, is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de resultaten vermeld.
In het onderhavig bestemmingsplan wordt de realisatie van een woon-zorgcomplex
en twee woningen mogelijk gemaakt. Beide ontwikkelingen worden binnen de onderzoekszone van de Schandeloseweg, Broekweg, Vilgert en Grote Landweg gesitueerd. Het akoestisch onderzoek heeft tot doel de geluidbelasting op de gevels
van de te projecteren geluidgevoelige bebouwing te bepalen en te toetsen aan de
grenswaarden die in de Wet geluidhinder (artikel 76 en 77 Wgh) zijn gesteld. In
eerste instantie is de ligging van de 48 dB en 53 dB contour op een hoogte van 1,5
/ 4,5 en 7,5 meter berekend om een indicatie te verkrijgen van de situering van de
geluidgevoelige bebouwing. Daarnaast is een puntberekening op de gevels van de
bebouwing gemaakt.
Uit de resultaten van de berekeningen blijkt dat de 48 dB contour bij een bouwhoogte van 7,5 meter maatgevend is met betrekking tot de geluidbelasting. De 48
dB contour is hierbij gelegen op een afstand van minimaal 84 meter uit de as van
de weg. Het woon-zorgcomplex is gesitueerd op een grotere afstand en voldoet
hiermee aan de voorkeursgrenswaarde.
Het woonensemble voldoet echter niet aan de voorkeursgrenswaarde, gezien de
nabijheid van de desbetreffende rijwegen. Derhalve zijn voor deze woning geluidbeperkende maatregelen onderzocht. Het realiseren van maatregelen aan de bron
en in het overdrachtgebied zijn echter vanwege stedenbouwkundige, landschappelijke, verkeerstechnische en financiële redenen niet acceptabel/haalbaar. Voor het
woonensemble is derhalve een verzoek hogere waarde verzocht. De maximaal berekende waarde is 52 dB, hetgeen binnen de maximaal te verzoeken hogere
waarde van 53 dB valt.
Conclusie
Vanwege het bovenstaande kan worden gesteld dat, ondanks de hoge geluidbelasting op het woonensemble, er sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat. In het kader van de in een later stadium in te dienen omgevingsvergunning
voor het bouwen dient alsnog een akoestisch onderzoek te worden verricht om de
binnenwaarde van de geluidsbelasting te berekenen, waarmee in de bouwtechnische uitwerking van de woningen rekening moet worden gehouden.
Croonen Adviseurs
24
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
4.3
Gemeente Venlo
Luchtkwaliteit
Hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, ook wel bekend als de ‘Wet luchtkwaliteit’) bevat de regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit. In de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen voor diverse verontreinigende stoffen, waaronder stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In artikel
5.16 van de Wet milieubeheer is vastgelegd in welke gevallen de luchtkwaliteitseisen geen belemmering vormen voor een nieuwe ontwikkeling. Dit is het geval
wanneer:
— Een ontwikkeling niet leidt tot overschrijding van de grenswaarden voor luchtkwaliteit;
— ten gevolge van een ontwikkeling de concentraties van de betreffende stoffen
verbeteren of ten minste gelijk blijven;
— een ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentraties van
de betreffende stoffen in de buitenlucht;
— een ontwikkeling past binnen een vastgesteld programma (zoals het Nationaal
Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit).
Een nadere uitwerking van de regelgeving met betrekking tot het begrip ‘niet in betekenende mate’ is vastgelegd in het ‘Besluit niet in betekende mate bijdragen
(luchtkwaliteitseisen)’ en de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’. In de Regeling zijn categorieën van gevallen benoemd die in ieder
geval als ‘niet in betekenende mate’ worden aangemerkt en waarvoor toetsing aan
de grenswaarden dus zonder meer achterwege kan blijven. Er is blijkens deze regeling geen onderzoek nodig voor ‘woningbouwlocaties, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1.500 nieuwe woningen
omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan 3.000 woningen omvat’.
De voorgenomen ontwikkeling heeft betrekking op de realisatie van een nieuw
landgoed. Het initiatief voorziet in de realisatie van een woonzorgcomplex voor circa zestien dementerende bejaarden alsmede twee separate burgerwoningen.
Hiermee wordt ruimschoots onder de aantallen gebleven zoals genoemd in de
‘Regeling niet in betekende mate bijdragen’.
Conclusie
De voorgenomen ontwikkeling is niet in strijd met het bepaalde in de Wet milieubeheer. Er bestaan voor wat betreft het aspect luchtkwaliteit geen belemmeringen.
Croonen Adviseurs
25
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
4.4
Gemeente Venlo
Externe veiligheid
Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor
niet bij de activiteit betrokkenen personen. Daartoe zijn ‘kwetsbare objecten’ en
‘beperkt kwetsbare objecten’ omschreven. Het gaat enerzijds om de risico’s verbonden aan ‘risicovolle inrichtingen’, waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, opgeslagen of gebruikt en anderzijds om het ‘vervoer van gevaarlijke stoffen’ via wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen.
Ter bescherming van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (hiertoe worden
onder andere woningen gerekend) moet er een bepaalde afstand aanwezig zijn ten
opzichte van risicobronnen. De gemeente Venlo heeft hiertoe het beleidsplan ‘Externe Veiligheid Venlo 2012-2015’opgesteld. Dit beleidsplan is opgesteld om een
duidelijk kader te geven voor het omgaan met externe veiligheid in Venlo.
De gemeente Venlo vindt het niet wenselijk dat objecten, waarin verminderd zelfredzame personen verblijven, nabij risicovolle activiteiten zijn gelegen. Mensen met
een verminderde zelfredzaamheid (bijvoorbeeld door een geestelijke of lichamelijke beperking of zeer jonge leeftijd) zijn immers niet in staat te vluchten en zichzelf
te beschermen bij het optreden van een calamiteit.
Hierin worden de volgende functies als extra kwetsbaar beschouwd: basisscholen,
kinderdagverblijven, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en andere functies waar
groepen verminderd zelfredzame personen verblijven, die zichzelf in geval een calamiteit met gevaarlijke stoffen niet of minder goed in veiligheid kunnen brengen.
De ontwikkeling van een woon-zorgcomplex op het landgoed wordt hierbij beschouwd als een extra kwetsbaar object. Dit betekent dat er geen grote risicobronnen binnen 200 meter van het planvoornemen mogen liggen.
Op circa 800 meter van het planvoornemen worden over de rijksweg N271 gevaarlijke stoffen vervoerd. Voor deze rijksweg is een invloedsgebied voor toxische gassen tot 200 meter opgenomen. Aangezien het plangebied ruim buiten deze zonering is gesitueerd is er geen belemmering voor het planvoornemen aanwezig.
Daarnaast is na de voltooiing van de A72 en A74 het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze weg aanzienlijk verminderd.
Tot slot is op basis van het beleidsplan en een inventarisatie van de risicokaart
(www.risicokaart.nl), d.d. 2 augustus 2013, geconcludeerd dat het plangebied niet
in het invloedsgebied van overige risicovolle inrichtingen, transportroutes of van
leidingen is gelegen. Er zijn echter wel een tweetal hogedruk aardgasleiding aanwezig binnen het plangebied, die niet op de risicokaart zijn aangeduid. Deze leidingen zijn gesitueerd aan de zuidwestzijde van het plangebied, nabij de Vilgert en
de Zijlandweg. In paragraaf 4.6 wordt nader ingegaan op deze aardgasleidingen
en de desbetreffende maatregelen/voorzieningen.
Croonen Adviseurs
26
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
4.4.1
Gemeente Venlo
Advies Veiligheidsregio
Op verzoek van de gemeente Venlo heeft de brandweer Limburg-Noord een advies uitgebracht met betrekking tot de verantwoording groepsrisico volgens artikel
13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De notitie, d.d. 28 november 2013, is als bijlage opgenomen.
Hierbij is geconcludeerd dat op basis van de onderbouwing is gebleken dat er zich
in de omgeving geen risicovolle inrichtingen bevinden. Bovendien is er geen sprake van vervoer van gevaarlijke stoffen en buisleidingen in de directe omgeving.
Aangezien er geen relevante aspecten op het gebied van externe veiligheid aanwezig zijn, is geen nadere advisering benodigd.
4.4.2
Conclusie
Vanuit het oogpunt van externe veiligheid bestaan geen belemmeringen voor de
voorgenomen ontwikkeling van het plangebied.
4.5
Bedrijven en milieuzonering
Er dient een noodzakelijke ruimtelijke scheiding te worden aangebracht tussen milieubelastende en milieugevoelige functies ter bescherming en/of vergroting van de
leefkwaliteit. De milieuhinder van bedrijven dient te worden geanalyseerd op hun
invloed op mogelijke ontwikkelingen. Indien milieubelastende functies in het plangebied mogelijk worden gemaakt, dient de invloed op de omgeving inzichtelijk te
worden gemaakt.
4.5.1
Agrarische bedrijvigheid
Op 1 januari 2007 is de wet geurhinder en veehouderij (Wgv) in werking getreden.
Deze wet vervangt de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsen verwervingsgebieden. De gemeente heeft op basis van de Wgv de mogelijkheid
om eigen geurbeleid vast te stellen en af te wijken van de standaardnormen die in
de Wgv staan. De gemeente Venlo heeft vooralsnog geen eigen geurverordening,
zodat de wettelijke standaard geurnomen van toepassing zijn.
Het landgoed is gesitueerd in de nabijheid van een grondgebonden agrarisch bedrijf, gesitueerd aan de Schandeloseweg 56. Om te beoordelen of de geurhinder
vanwege deze agrarische bedrijvigheid een belemmering vormt voor de beoogde
ontwikkeling moet worden bepaald of sprake is van een goede ruimtelijke ordening
en of het plan niet in strijd is met de Wet geurhinder en veehouderij. Er zijn hierbij
twee relevante partijen: enerzijds de veehouderij en anderzijds de initiatiefnemer.
De veehouderij heeft belang bij voortzetting van de bestaande bedrijfsactiviteiten.
De initiatiefnemer heeft belang bij een aanvaardbaar woon- en verblijfklimaat.
Croonen Adviseurs
27
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Bij de beoordeling moeten daarom de volgende belangen in ogenschouw worden
genomen.
— Is ter plaatse een aanvaardbaar woon- en verblijfklimaat gegarandeerd (belang
geurgevoelig object)?
— Wordt overigens niet iemand onevenredig in zijn belangen geschaad (belangen
veehouderij)?
Op grond van artikel 4, lid 1b van de Wet geurhinder en veehouderij bedraagt de
afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en
een geurgevoelig object ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen. Het voorliggend initiatief is gesitueerd op een afstand van minimaal 100 meter.
Daarnaast is door Antea Group inzicht verschaft in de (geur) achtergrondbelasting
op het plangebied. Hiertoe zijn de geuremissies van twee intensieve veehouderijen, welke in de omgeving van het plangebied zijn gelegen, ingevoerd in het rekenprogramma V-Stacks-gebied. De rapportage, d.d. 16 april 2014, is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies en bevindingen vermeld.
De desbetreffende agrarische inrichtingen zijn gesitueerd aan de Schandelo 32 te
Velden en de Stegersdijk ong. te Velden. In de Wet geurhinder en veehouderij
(Wgv) worden eisen gesteld aan de maximale geurbelasting die een veehouderij
mag veroorzaken ten opzichten van geurgevoelige objecten. Op basis van de uitgevoerde berekeningen is geconcludeerd dat het leefklimaat overwegend als 'zeer
goed' (0-3 odour) tot 'goed' (3-7 odour) is aan te merken. In het noordelijk deel ligt
een klein deel in de contour 'redelijk goed' (7-13 odour).
Er kan derhalve worden geconcludeerd dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en
leefklimaat gegarandeerd is. Eveneens houdt dit in dat de belangen van de omliggende veehouderijen niet wordt geschaad door de ontwikkeling op de locatie en de
mogelijkheden van de veehouderij.
4.5.2
Niet-agrarische bedrijvigheid
Beleid en regelgeving
De toelaatbaarheid van bedrijvigheid kan globaal worden beoordeeld met behulp
van de methodiek van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (uitgave
2009). In deze brochure is een bedrijvenlijst opgenomen die informatie geeft over
de milieukenmerken van typen bedrijven. Vervolgens wordt in de lijst op basis van
een aantal factoren een indicatie gegeven van de afstanden tussen bedrijfstypen
en een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype, waarmee gemeenten
bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening kunnen houden. Deze afstand is gebaseerd
op de grootste indicatieve afstand. De lijst is algemeen geaccepteerd als uitgangspunt bij het opstellen van ruimtelijke plannen.
Croonen Adviseurs
28
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Naast het omgevingstype 'rustige woonwijk' wordt het omgevingstype 'gemengd
gebied' onderscheiden. Een gemengd gebied is een gebied met een matig tot sterke functiemenging. De locatie en de directe omgeving behoort tot het omgevingstype ‘rustig buitengebied’. Hierbij dienen de richtafstanden tot het omgevingstype
‘rustig buitengebied gehanteerd te worden, zoals weergegeven in de navolgende
tabel.
Richtafstanden tot omgevingstype
Richtafstand tot omgevingstype ge-
rustige woonwijk en rustig buitengebied
mengd gebied
Milieucategorie
1
10 m
0m
2
30 m
10 m
3.1
50 m
30 m
3.2
100 m
50 m
4.1
200 m
100 m
4.2
300 m
200 m
Richtafstanden milieucategorie tot omgevingstype (Bron: Bedrijven en milieuzonering, 2009)
Glastuinbouw
In de directe nabijheid van het landgoed zijn een tweetal glastuinbouwbedrijven
gesitueerd aan respectievelijk de Broekweg 3 en de Vilgert 13. De beide tuinbouwbedrijven behoren op basis van de bedrijfsactiviteiten tot milieucategorie 2. Hierbij
is een richtafstand van 30 meter aanwezig, op basis van het aspect geluid. Beide
bedrijfslocaties zijn echter gesitueerd op een grotere afstand waardoor er geen belemmering aanwezig is.
Opslag/distributie
Op basis van het vigerend bestemmingsplan ‘Buitengebied’ is op het perceel aan
de Vilgert 4 een bedrijfsgebouw aanwezig en/of toegestaan ten behoeve van de
opslag en distributie van goederen. Op basis van de VNG-publicatie ‘Bedrijven en
milieuzonering’ behoort het opslaggebouw tot milieucategorie 3.1. Hierbij geldt een
richtafstand van 50 meter, op basis van het aspect geluid. Het bestemmingsplangebied is gesitueerd op een afstand van circa 60 meter tot het bedrijfsgebouw. Er
is derhalve geen belemmering aanwezig.
4.5.3
Landgoed ‘Schandelsch Broek’
Op het landgoed wordt een woonzorgcomplex gerealiseerd, in combinatie met
kleinschalige dagopvang, voor dementerende bejaarden. Wanneer uitgegaan
wordt van een maximale milieucategorie met betrekking tot activiteiten in de gezondheids- en welzijnszorg behoort het woonzorgcomplex tot milieucategorie 2.
Hierbij geldt een richtafstand van 30 meter, op basis van het aspect geluid. Vanwege de centrale ligging in het landgoed zijn er geen belemmeringen aanwezig
voor het voorliggend initiatief, omdat er binnen deze afstand geen milieugevoelige
functies aanwezig.
4.5.4
Conclusie
Er bestaan geen belemmeringen vanuit het aspect bedrijven en milieuzonering.
Croonen Adviseurs
29
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
4.6
Gemeente Venlo
Kabels en leidingen
Voor het planvoornemen is een KLIC-melding verricht om inzicht te krijgen in de
aanwezige kabels en leidingen die mogelijk een belemmering vormen voor de
voorgenomen ontwikkeling. Hierbij zijn ter plaatse twee leidingen geconstateerd
waarmee in de planvorming rekening dient te worden gehouden.
4.6.1
Hogedruk aardgasleiding Vilgert
Aan de zuidwestzijde van het plangebied bevindt zich een ondergrondse hogedruk
aardgasleiding, nabij de Vilgert en de Schandeloseweg. In overleg met de leidingbeheerder Enexis is aangegeven dat voor de aanwezige hogedrukgasleiding een
zakelijk recht van opstal van toepassing is. In het zakelijk recht zijn voorwaarden
opgenomen met onder andere de beschermingszone behorend bij deze gasleiding.
Conform de huidige NEN-normering bedraagt de bijbehorende beschermingszone
minimaal 2 meter aan weerzijden van de hartlijn van de leiding. Dit vertaalt zich
naar een beschermingszone van 4 meter. Vanuit de bedrijfsvoering met betrekking
tot de gasleidingbeheerder, zoals lekzoekcontrole en reparatie, is het tevens niet
wenselijk om de gasleiding in de voor- en/of achtertuin van de toekomstige percelen te situeren. Daarnaast dient de gasleiding te allen tijde bereikbaar te zijn met
een vrachtwagen.
Het planvoornemen voorziet in de realisatie van twee burgerwoningen met bijbehorende percelen in de zuidwesthoek van het landgoed Schandelsch Broek. Bij de
vormgeving en situering van deze woningen is rekening gehouden met de situering
en beschermingszone van de hogedruk gasleiding. Tot dit doel zijn de beide woningen gesitueerd op een afstand van minimaal 17 meter tot de hartlijn van de gasleiding. De bijbehorende beschermingszone en de achterliggende gronden hebben
de bestemming ‘Tuin’ gekregen.
In de regels bij het onderhavig bestemmingsplan zijn voorwaarden opgenomen
waarin de mogelijkheden met betrekking tot bouwwerken en de toegankelijkheid
van deze gronden is vastgelegd. Tevens wordt bij de realisatie van het landgoed
‘Schandelsch Broek’ een toegang gerealiseerd vanuit de Vilgert, van waaruit de
gewenste onderhoudsactiviteiten plaats kunnen vinden.
4.6.2
Hogedruk aardgasleiding Zijlandweg
Aan de Zijlandweg loopt parallel aan de westzijde van deze weg een hogedruk
aardgasleiding. Dit betreft een leiding met een diameter van 159 millimeter en betreft (naar verhouding) een zwaardere hogedrukgasleiding dan de leiding gesitueerd nabij de Vilgert. Deze leiding valt tevens onder het beheer van Enexis.
Voor deze leiding is eveneens een beschermingzone van 2 meter aan weerszijden
van de hartlijn van toepassing, waarbij de aanplant van diep(er) wortelende boomen laanbeplanting tevens gecombineerd dient te worden met een antiworteldoek.
Croonen Adviseurs
30
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Omdat het financieel niet haalbaar is om deze hogedruk aardgasleiding te verplaatsen is het ontwerp en de inrichting van het landgoed aangepast. Hierdoor is
ondermeer de entree vanuit de Schandeloseweg en de situering van Huize Schandelsch Broek verschoven om de leiding op de huidige locatie te handhaven.
4.6.3
Overige aspecten
Tot slot zijn in en in de directe omgeving van het plangebied geen overige planologisch relevante kabels en leidingen aanwezig die een belemmering vormen voor
de voorgenomen ontwikkeling.
4.6.4
Conclusie
Er bestaan geen belemmeringen vanuit het aspect kabels en leidingen
4.7
Water
Ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling dient te worden verwoord hoe er in
het plan met de aspecten water en ruimte rekening wordt gehouden in relatie tot
enerzijds het waterbeleid en anderzijds de waterhuishouding. In het kader hiervan
is door Oranjewoud BV een watertoets opgesteld. De rapportage, d.d. 9 augustus
2013, is als bijlage opgenomen
4.7.1
Beleid en regelgeving
Waterschap Peel en Maasvallei
In het Waterbeheerplan ‘Orde in water, water in orde’ (2009) staat staan de ambities en doelstellingen omschreven en de maatregelen die het waterschap Peel en
Maasvallei daarvoor uitvoert. Het waterbeheerplan geldt voor de periode 2010 tot
en met 2015. In het waterbeheerplan komt een drietal belangrijke thema's terug, te
weten:
— Veilige dijken, waarbij wordt beoogd om de inwoners op een realistische manier
te beschermen tegen Maashoogwater en goed op te kunnen treden bij calamiteiten;
— Drogen voeten en voldoende water, waarbij de ambitie wordt uitgesproken om
een optimaal, gebiedsgericht waterpeil te realiseren. Rekening houdend met
klimaatveranderingen;
— Schoon water, waarbij wordt beoogd een gezond en veerkrachtig watersysteem
te realiseren en te behouden als bijdrage aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving.
Voor waterhuishoudkundige ingrepen is de ‘Keur Waterschap Peel en Maasvallei’
(2009) van toepassing. De Keur is een waterschapsverordening die gebods- en
verbodsbepalingen bevat met betrekking tot ingrepen, die consequenties hebben
voor de waterhuishouding en het waterbeheer. Zo is het onder andere verboden
om handelingen te verrichten waardoor het onderhoud, aanvoer, afvoer en/of berging van water kan worden belemmerd, zonder een ontheffing van het Waterschap.
Croonen Adviseurs
31
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Tot slot geeft de brochure ‘Regenwater schoon naar beek en bodem’ (2005) de visie aan van de beide waterschappen van Limburg, de provincie en Rijkswaterstaat
op verantwoord afkoppelen en biedt richtlijnen om het afgekoppelde hemelwater
op een verantwoorde wijze af te voeren naar beek of bodem.
Gemeente Venlo
In samenwerking met Waterschap Peel en Maasvallei, de Provincie Limburg en
Waterleidingsmaatschappij Limburg heeft de gemeente Venlo het Gemeentelijk Integraal Waterplan Venlo opgesteld. Hierin staat de visie van de gemeente op het
waterbeheer en is een maatregelenpakker voor de korte termijn uitgewerkt. Het
Gemeentelijk Integraal Waterplan Venlo concentreert zich op het stedelijk gebied,
waarbij de beïnvloeding vanuit het stedelijk gebied op het watersysteem in het landelijk gebied eveneens is meegenomen. Gemengde riolen, maar ook regenriolen,
kunnen de volgens de voorspelde klimaatsverandering toenemende piekbelasting
niet aan. In nieuwe plannen moet ruimte gereserveerd worden voor het vasthouden en bergen van hemelwater, zodat dit niet meer drukt op de riolering. Streven is
zoveel mogelijk hemelwater af te koppelen.
Aansluitend heeft op 19 december 2007 de gemeenteraad ingestemd met het Gemeentelijk Rioleringsplan ‘Droge voeten in een gezonde leefomgeving', voor de periode 2008 - 2017. Het in december 2005 door de gemeenteraad beleidsmatig
vastgestelde Integraal Waterplan Venlo (IWPV) geeft richting aan het duurzaam
waterbeheer en anticipeert reeds zoveel mogelijk op ontwikkelingen in het (rijks)waterbeleid. Door in te springen op geboden kansen kan mogelijk een voorsprong
worden genomen op de opgaven die voortvloeien uit de Kader Richtlijn Water
(KRW).
In het IWPV zijn de landelijke water kwantiteitsuitgangspunten ‘vasthoudenbergen-afvoeren’ opgenomen. Het IWPV dient als een van de bouwstenen voor
het Gemeentelijk rioleringsplan, GRP+. In het GRP+ geeft de gemeente aan hoe
ze invulling denkt te geven aan haar zorgplicht.
4.7.2
Bestaande situatie
Het landgoed is gelegen in het Schandelosche Broek, een oude verlande oostelijke
Maasmeander. Het plangebied bestaat uit akkerland en grasland. Daarnaast zijn
een aantal oude bomenrijen en singels aanwezig, die eigendom zijn van Staatsbosbeheer. Ook lopen door en langs het landgoed een aantal watergangen die eigendom zijn van waterschap Peel en Maasvallei. Over en langs het landgoed lopen twee openbare zandpaden, de Zijlandweg en de Grote Landweg. De belangrijkste waterlopen in en in de omgeving van het plangebied zijn de primaire waterlopen de Latbeek en de Veldkamplossing. De Keur van het waterschap is van toepassing tot 5 meter vanuit de insteek van de primaire waterlopen die in beheer van
het waterschap zijn. In het plangebied geldt dit voor de Latbeek en de Veldkamplossing. Voor activiteiten in deze zone is een vergunning (watervergunning)
van het waterschap nodig.
Croonen Adviseurs
32
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Daarnaast is het landgoed gelegen in het grondwaterbeschermingsgebied ‘Venlo schol’ waarbij het verboden is op of in deze gronden zonder of in afwijking van
een aanlegvergunning van B&W putten te boren dieper dan 5 meter boven NAP.
De totale oppervlakte van het landgoed, inclusief de gronden in eigendom bij
Staatsbosbeheer en waterschap Peel en Maasvallei bedraagt circa 16,2 hectare.
Het maaiveld in het plangebied varieert van circa NAP +17,4 m tot NAP + 19,4 m
(bron: ahn2). Met behulp van de grondwatertrappenkaart (bodemdata.nl) zijn de
voorkomende grondwatertrappen in en rond het plangebied verzameld. Voor het
plangebied is in de huidige situatie een GHG van 120 - 140 cm -mv. aan de westzijde aanwezig tot 40 – 60 cm -mv. centraal in het plangebied. De GLG varieert van
160 -180 cm - mv. aan de westzijde tot 80 - 100 cm -mv. in de natste delen.
4.7.3
Toekomstige situatie
Op het landgoed wordt een centrale voorziening, genaamd Huize Schandelsch
Broek, gerealiseerd. Bij de ontwikkeling van het landgoed worden de bestaande
landschappelijke structuren zoveel mogelijk behouden en worden landschappelijke
lijnen uit de omgeving opgepakt en versterkt. Daarbij is, in combinatie met de ontwikkeling van het landgoed, voorzien in de realisatie van twee burgerwoningen.
De woningen zijn gesitueerd in de oksel van de Schandeloseweg en de Vilgert en
vormen samen één woonensemble.
4.7.4
Conclusies en bevindingen
Waterkwantiteit
Bij nieuwe ontwikkelingen streeft de gemeente Venlo en waterschap Peel en
Maasvallei naar het 100% afkoppelen van de hemelwaterafvoer, waarbij zoveel
mogelijk water in of nabij het plangebied wordt geïnfiltreerd. De benodigde ruimte
voor infiltratievoorzieningen hangt af van het aandeel verhard oppervlak, het aantal
en de omvang van de bebouwing, de grondwaterstand en de doorlatendheid van
de bodem. De afvoer van hemelwater naar infiltratievoorzieningen vindt bij voorkeur bovengronds plaats. De berging is berekend met een bui met een herhalingstijd van 1 keer per 100 jaar (T=100) waarbij 84 mm neerslag in 48 uur valt, dit is
een worst case scenario. In de onderstaande tabel is te zien hoeveel m3 berging
nodig is voor een T=100 bui bij de verschillende toekomstige verhardingselementen in het plangebied.
Croonen Adviseurs
33
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Op basis van de bovenstaande gegevens bedraagt de hoeveelheid hemelwater dat
geborgen en geïnfiltreerd dient te worden bij de voorgenomen verhardingselementen in landgoed Schandelsch Broek bij een T=100 bui 293 m3. Deze hoeveelheid
water moet geborgen en geïnfiltreerd worden in het plangebied zonder dat schade
en overlast ontstaat aan het omliggende gebied.
Waterkwaliteit
Het hemelwater dat terecht komt op de bebouwing en de terreinverharding wordt
beschouwd als schoon, wanneer rekening wordt gehouden met het gebruik van
niet-uitlogende bouwmaterialen (uitlogende bouwmaterialen zijn o.a. zinken dakgoten en standpijpen, loden dakslabben, betongranulaat als wegfundering etc.). Dit
water kan ter plaatse worden geïnfiltreerd via bijvoorbeeld een wadi of zakgreppel
in de bodem. Een wadi of zakgreppel heeft bovendien een zuiverende werking.
Daarnaast wordt een centrale waterpoel gerealiseerd die eveneens gebruikt kan
worden om het hemelwater te borgen binnen het plangebied.
Rioleringssysteem
De vuilwaterafvoer van de nieuwe bebouwing wordt aangesloten op de drukriolering van de gemeente Venlo, gelegen in de straat de Vilgert. Op de drukriolering
mag geen hemelwaterafvoer aangesloten worden. De hemelwaterafvoer is niet
aangesloten op de drukriolering maar wordt ter plaatse verwerkt/geïnfiltreerd. De
nieuwe rioolaansluiting(en) dient aangevraagd te worden bij de Afdeling Openbare
Werken van de gemeente Venlo.
Omgang Latbeek en Veldkamplossing
Voor de voorgenomen herinrichtingsmaatregelen in en direct langs de Latbeek en
de Veldkamplossing (binnen 5 m vanaf de insteek) dient een vergunning bij waterschap Peel en Maasvallei worden aangevraagd. Het gaat hierbij om maatregelen
zoals het aanbrengen van dammen met duikers bij de Veldkamplossing ten behoeve van de nieuwe toegangswegen tot het landgoed, herprofilering van de Veldkamplossing ten behoeve van het realiseren van "De Boerenschans" en herprofilering van de Latbeek ter plaatse van het plangebied door aanbrengen van een natuurvriendelijke oever aan de oostzijde van de Latbeek.
4.7.5
Proces
Over bovenstaande maatregelen en de verdere civieltechnische uitwerking van de
maatregelen wordt nog een overleg ingepland met het waterschap Peel en Maasvallei en de gemeente Venlo. Naar aanleiding van dit overleg wordt de waterparagraaf, indien noodzakelijk, aangepast en definitief gemaakt.
Croonen Adviseurs
34
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
4.8
Gemeente Venlo
Flora en fauna
Ruimtelijke plannen dienen te worden beoordeeld op de uitvoerbaarheid in relatie
tot actuele natuurwetgeving, met name de Natuurbeschermingswet 1998 en de
Flora- en faunawet. Er mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die op onoverkomelijke bezwaren stuiten door effecten op beschermde natuurgebieden en/of flora
en fauna. In dit kader is inzicht gewenst in de aanwezige natuurwaarden en de
mogelijk daarmee samenhangende consequenties vanuit de actuele natuurwetgeving.
Tot dit doel is door Croonen Adviseurs een quickscan flora en fauna uitgevoerd. De
rapportage, d.d. 2 augustus 2013, is als bijlage toegevoegd. Hierna zijn de conclusies en bevindingen weergegeven.
4.8.1
Beschermde natuurgebieden
Aan de hand van de onderzoeksrapportages is gebleken dat in de directe omgeving van het plangebied geen gebieden zijn die deel uitmaken van de ecologische
hoofdstructuur of zijn aangewezen als natuurgebied in het kader van de Natuurbeschermingsweg 1998 (Natura 2000). Voor wat betreft de EHS is er alleen bij directe aantasting sprake van vervolgstappen in de vorm van compensatie. In het plangebied is geen EHS-gebied aanwezig. Er is van directe aantasting van de EHS
dan ook geen sprake. Er is daarom geen noodzaak voor een compensatieplan.
Vanwege de grote afstand en de omvang van de ontwikkeling kunnen negatieve
effecten op het Natura 2000-gebied ‘Maasduinen’ eveneens worden uitgesloten.
4.8.2
Beschermde soorten
Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. In deze wet is de soortbeschermingsregeling uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn volledig geïmplementeerd. In verband met de uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen dient rekening
te worden gehouden met soortbescherming en met name de aanwezigheid van
beschermde soorten in het plangebied.
In het plangebied zijn geen (verblijfplaatsen van) zwaarder beschermde soorten
aangetroffen die de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling wezenlijk kunnen beïnvloeden. Het plangebied wordt mogelijk wel als foerageergebied gebruikt door
vleermuissoorten, de das, steenmarter en eekhoorn. De ontwikkeling heeft echter
geen negatief effect op (het foerageergebied van) deze soorten. Het plangebied
krijgt meer waarde voor deze soorten aangezien een ecologische impuls gegeven
wordt door het aanbrengen van landschapselementen als bosjes en houtsingels. In
het kader van de Flora en faunawet zijn er derhalve geen belemmeringen voor de
voorgenomen ontwikkeling.
Croonen Adviseurs
35
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
4.8.3
Conclusie
De voorgenomen realisatie van het landgoed veroorzaakt geen negatieve effecten
op flora en fauna. In het kader van de zorgplicht dient echter wel de Latbeek buiten
het voortplantingsseizoen van amfibieën en vissen te worden aangepast. Tevens
dienen de werkzaamheden aan de hoogopgaande vegetatie bij voorkeur buiten het
broedseizoen uitgevoerd te worden of voor aanvang van de werkzaamheden gecontroleerd te worden door een erkend ecoloog op actuele broedgevallen.
4.9
Archeologie en cultuurhistorie
Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg is de gemeente verplicht om bij het vaststellen van nieuwe bestemmingsplannen of aanpassing(en)
van oude plannen, rekening te houden met archeologie. Tevens is op 1 januari
2012 de wet Modernisering monumentenzorg (Momo) in werking getreden. In het
kader van de Momo dient in de toelichting van elk bestemmingsplan of ruimtelijke
onderbouwing beschreven te worden op welke wijze met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden.
De beoogde ingreep bestaat uit het herinrichten van enkele percelen gras en
bouwland tot een landgoed. De ontwikkeling van het landgoed richt zich op drie
onderdelen, namelijk Huize Schandelsch Broek en omgeving, de Boerenschans en
het woonensemble. Tot dit doel is door het Bureau voor archeologie een archeologisch bureau- en booronderzoek verricht. De rapportage, d.d. 18 november 2013,
is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies en bevindingen vermeld.
4.9.1
Huize Schandelsch Broek en omgeving
Op grond van het bureauonderzoek heeft het deelgebied Huize Schandelsch
Broek en omgeving een lage verwachting. In het gebied zijn verspreid boringen
geplaatst met een dichtheid van ca. 2 boringen / ha (34 boringen in totaal). Uit het
booronderzoek blijkt dat in het gebied de verwachte poldervaaggronden aanwezig
zijn. Indicatoren voor archeologische resten zijn niet aangetroffen. De verwachting
blijft dus laag. Dit deelgebied kan worden vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkeling.
4.9.2
Woonensemble
Op grond van het bureauonderzoek heeft het meest westelijke perceel, waar een
woonensemble is gepland, een middelhoge tot hoge verwachting. In het gebied
zijn vijf boringen geplaatst waaruit bleek dat de grond diep is verstoord. De archeologische verwachting is daarmee bijgesteld naar laag. Dit deelgebied kan worden
vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkeling.
4.9.3
Boerenvluchtschans
Op één perceel bevindt zich naar verwachting een boerenvluchtschans uit de 16e
of 17e eeuw.. Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw van het gebied in-
Croonen Adviseurs
36
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
tact is (vlakvaaggronden). Omdat het terrein bodemkundig aansluit bij vlakvaaggronden ten zuiden van de Schandeloseweg die in een langerekte strook noordzuid liggen, kan worden vermoed dat het terrein van oorsprong de noordpunt van
een langgerekte hoogte is en die om die reden is uitgekozen om in te richten als
schans. De schansgracht is niet aangetroffen in het beperkte aantal boringen dat
kon worden geplaatst, maar er zijn voldoende aanwijzingen dat deze nog wel aanwezig is. Reconstructie van luchtfoto en kaartmateriaal geeft bovendien de aanwijzing dat de zuidelijke gracht mogelijk onder de huidige Schandeloseweg ligt.
Het schansterrein kan worden vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkeling indien bij de reconstructie geen gracht wordt uitgegraven. Indien wél graafwerkzaamheden plaatsvinden op het schansterrein moet de locatie van de gracht nader
worden bepaald op basis van een intensief booronderzoek.
4.9.4
Conclusie
Met betrekking tot het deelgebied van de boerenvluchtschans vindt een reconstructie plaats middels een ophoging van de gronden, ter plaatse van de locatie
van de boerenvluchtschans. Hierdoor wordt de belevingswaarde aanzienlijk vergroot maar vindt er geen aantasting plaats van de mogelijke aanwezige archeologische waarde. Ter bescherming van de potentieel aanwezige archeologische
waarden is een dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie vindplaats’ opgenomen.
Hiermee worden bij toekomstige ontwikkelingen de potentieel aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden beschermd.
Op basis van het archeologisch bureau- en booronderzoek is voor de deelgebieden ‘Huize Schandelsch Broek en omgeving’ alsmede het ‘Woonensemble’ een lage archeologische verwachting aanwezig. Er is geen aanleiding te veronderstellen
dat er bij de voorgenomen ontwikkeling van het projectgebied archeologische of
cultuurhistorische waarden worden aangetast.
Het bevoegd gezag heeft op basis van het archeologisch bureau- en booronderzoek een selectiebesluit genomen. De locaties van het woonensemble alsmede
Huize Schandelsch Broek worden hierbij vrijgegeven voor de gewenste ontwikkeling.
Croonen Adviseurs
37
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Croonen Adviseurs
38
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
5 Juridische planopzet
5.1
Inleiding
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels, vergezeld van een
toelichting. De verbeelding en regels vormen het voor de burgers juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De verbeelding heeft de rol van visualisering
van de bestemmingen. De verbeelding is getekend op een bijgewerkte en digitale
kadastrale ondergrond. De regels regelen de gebruiksmogelijkheden van de gronden, de bouwmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van de aanwezige en/of
op te richten bebouwing. De toelichting heeft weliswaar geen bindende werking,
maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het
bestemmingsplan en bij de uitleg van de verbeelding en regels.
Bij het opstellen van het bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet
ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geformuleerde uitgangspunten. Voor de opzet en inhoud van de regels is aansluiting gezocht bij het in 2011 vastgestelde bestemmingsplan ‘Buitengebied Venlo’. De regels van dit bestemmingsplan bestaan, conform SVBP 2012, uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels
aan de orde komen.
5.2
Systematiek van de regels
Inleidende regels
Dit hoofdstuk bevat twee artikelen. In het eerste artikel zijn de begrippen opgenomen die van belang zijn voor de toepassing van het plan. Het tweede artikel betreft
de wijze van meten, waarin wordt aangegeven hoe bij de toepassing van de bestemmingsregels wordt gemeten.
Bestemmingsregels
In dit hoofdstuk worden regels gegeven voor de binnen het plangebied toegestane
functies. Per bestemming zijn de toegelaten gebruiksvormen van de gronden aangegeven alsmede de regels met betrekking tot de op te richten bebouwing.
Algemene regels
Dit hoofdstuk bevat de volgende algemene regels:
— Een anti-dubbeltelbepaling.
— Algemene gebruiksregels.
— Algemene aanduidingsregels: hierin worden regels gesteld met betrekking tot
de in het bestemmingsplan opgenomen aanduidingen.
— Algemene afwijkingsregels: hierin wordt bepaald waarvoor het bevoegd gezag
een omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels kan verlenen.
— Overige regels.
Croonen Adviseurs
39
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Hoofdstuk 4 - Overgangs- en slotregels
Dit hoofdstuk bevat:
— Het overgangsrecht.
— De slotregel.
5.3
Beschrijving per bestemming
Bos
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor het beschermen en in
stand houden van bos, het beschermen en in stand houden van natuurlijke en
landschappelijke waarden, extensief recreatief medegebruik, waterhuishoudkundige voorzieningen en paden. Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen op de gronden gerealiseerd worden. De toegestane hoogtes zijn in de planregels opgenomen. Ter
bescherming van binnen de bestemming aanwezige waarden tegen bepaalde activiteiten is een apart omgevingsvergunningstelsel voor werken, geen bouwwerken
zijnde, of werkzaamheden opgenomen.
Groen
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplantingen, het beschermen, in stand houden en ontwikkelen van houtwallen, extensief recreatief medegebruik, waterhuishoudkundige voorzieningen,
met daaraan ondergeschikt verhardingen, parkeervoorzieningen, hondenuitlaatplaatsen, kunstwerken en voorzieningen van algemeen nut. Gebouwen zijn binnen
deze bestemming niet toegestaan. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen op de gronden gerealiseerd worden. De toegestane hoogtes zijn in de
planregels opgenomen. Ter bescherming van binnen de bestemming aanwezige
waarden tegen bepaalde activiteiten is een apart omgevingsvergunningstelsel voor
werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden opgenomen.
Maatschappelijk
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale en maatschappelijke dienstverlening, waaronder gezondheidszorg, zorg en welzijn en een woonzorgcentrum. Verder zijn de gronden
bestemd voor een dienstwoning, terras, tuinen en terreinen, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen,
alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen. Gebouwen
mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen ook buiten het bouwvlak worden gerealiseerd.
De nadere regels voor de bouw van deze bouwwerken zijn in de planregels opgenomen.
Croonen Adviseurs
40
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
Natuur
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor het ontwikkelen, in stand
houden en versterken van (aanwezige) natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden, extensief recreatief medegebruik, waterhuishoudkundige voorzieningen en paden. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van
natuur - schans' zijn de gronden bestemd voor de instandhouding en bescherming
van de archeologische en cultuurhistorische waarden van een boerenschans en ter
plaatse van de aanduiding 'water' teven voor een (natuurlijke) waterplas.
Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Uitsluitend bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, mogen op de gronden gerealiseerd worden. De toegestane
hoogtes zijn in de planregels opgenomen. Om eventueel schuilgelegenheden te
realiseren ten behoeve van het natuurbeheer kan bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van de regels. Ter bescherming van binnen
de bestemming aanwezige waarden tegen bepaalde activiteiten is een apart omgevingsvergunningstelsel voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden opgenomen.
Tuin
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor tuinen behorende bij op
aangrenzende gronden gelegen woningen. Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm
van erfafscheidingen en afrasteringen mogen op de gronden gerealiseerd worden.
De toegestane hoogtes zijn in de planregels opgenomen.
Verkeer
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor lokale wegen, voet- en rijwielpaden, met daaraan ondergeschikt waterhuishoudkundige voorzieningen,
groenvoorzieningen, straatmeubilair en met de daarbij behorende voorzieningen
van algemeen nut en waterstaatkundige kunstwerken (bruggen, sluizen waterkeringen, e.d.). Uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn binnen deze bestemming toegestaan. De toegestane hoogtes en oppervlakten zijn in de planregels opgenomen.
Water
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor waterberging, waterhuishouding en ecologische natuurwaarden, waterlopen en bijbehorende oevervoorzieningen. Er zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan die
noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang.
Wonen
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor wonen, de uitoefening van
beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in hoofdgebouw en bijgebouw(en) maximaal
categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat het
oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 40% van het vloeroppervlak
Croonen Adviseurs
41
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
per woning inclusief de bijgebouwen bedraagt, met een maximum van 50 m2 en de
activiteiten door de bewoners van het hoofdgebouw zelf worden uitgeoefend, één
paardenbak per bouwvlak en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen
ook buiten het bouwvlak worden gerealiseerd. De nadere regels voor de bouw van
deze bouwwerken zijn in de planregels opgenomen.
Waarde – Archeologie vindplaats
De voor ‘Waarde – Archeologie vindplaats’ aangewezen gronden zijn, behalve
voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Croonen Adviseurs
42
Voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Schandelsch Broek
Gemeente Venlo
6 Haalbaarheid
In dit hoofdstuk wordt de haalbaarheid van dit bestemmingsplan aangetoond. Een
bestemmingsplan moet zowel in financieel als in maatschappelijk opzicht haalbaar
zijn. Er wordt daarom een korte financiële toelichting gegeven en daarnaast worden de te doorlopen procedures weergegeven.
6.1
Financieel
6.1.1
Uitvoerbaarheid
De kosten die gemaakt worden bij de uitvoering van de ontwikkeling zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De ontwikkeling heeft voor de gemeente geen negatieve financiële gevolgen. Het bestemmingsplan is hiermee financieel uitvoerbaar.
6.1.2
Kostenverhaal
Wanneer met een bestemmingsplan een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel
6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel
6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld. Deze eis
geldt niet indien het kostenverhaal anderszins is verzekerd.
Aangezien in voorliggend geval het kostenverhaal is vastgelegd door middel van
een anterieure overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer, kan de vaststelling van een exploitatieplan achterwege blijven. Daarnaast heeft de gemeente Venlo met de initiatiefnemer tevens een planschadeovereenkomst gesloten omtrent
eventuele tegemoetkomingen in planschade.
6.2
Maatschappelijk
6.2.1
Vooroverleg
Het voorontwerpbestemmingsplan ‘Landgoed Schandelsch Broek’ wordt conform
artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar de
betreffende personen en instanties. Na vooroverleg doorloopt het plan de procedure van artikel 3.8 en verder van de Wet ruimtelijke ordening.
Croonen Adviseurs
43